Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het...

86

Transcript of Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het...

Page 1: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer
Page 2: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | INLEIDING 1

Amsterdam buiten de gordel

Page 3: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Verantwoording

De hoofdstukken over de zes satellietsteden van Amsterdam zijn eerder verschenen in Het Parool op 30 mei 2000 (Oudwest), 29 november 2000 (Noord), 19 april 2001 (Oost),16 oktober 2001 (Nieuw-West), 1 april 2003 (Zuid) en 14 oktober 2003 (Zuidoost).

Het cijfermateriaal is afkomstig van de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam [O+S] (bevolking en werkloosheid) en van het Centraal Bureau voor de Statistiek (werkgelegenheid) en is bewerkt door Jan Groen, werkzaam bij O+S, en Walter Manshanden, onderzoeker bij TNO Inro in Delft. De tekst is van de hand vanParool-journalist Kees Tamboer.

Het inleidende hoofdstuk van deze uitgave is samengesteld door Jan Groen, Walter Manshanden en Kees Tamboer gezamenlijk.

De foto’s zijn gemaakt door fotograaf Ad Nuis. De kaarten van Amsterdam en van de zessatellietsteden zijn ontworpen door Marcel Groenen en Thijs Balder, grafische vormgeversvan Het Parool.

De grafische verzorging en het drukwerk zijn van Stadsdrukkerij Amsterdam NV.

Deze publicatie is een gezamenlijke uitgave van:Dienst Onderzoek en Statistiek, gemeente AmsterdamHet Parool TNO-Inro

Verkrijgbaar bij: Dienst Onderzoek en StatisitiekWeesperstraat 79 Telefoon 020 527 9527 [email protected] VN Amsterdam Fax 020 527 9595 www.os.amsterdam.nl

VERANTWOORDING | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL2

Page 4: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Inhoud

Buiten de Gordel van Amsterdam 5

1. Oudwest, de naweeën van de suburbanisatie 17

2. Noord, het Siberië van Amsterdam 27

3. Oost, lappendeken zonder hart 37

4. Nieuw-West, de vloek van de functiescheiding 47

5. Zuid, de rijkste stad van Nederland 57

6. Zuidoost, de onoverzichtelijkste stad van Nederland 69

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | INHOUD 3

Page 5: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

INLEIDING | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL4

Page 6: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Buiten de Gordel van Amsterdam

In de tweede helft van de negentiende eeuw vond in Amsterdam een ware bevolkings-explosie plaats, waardoor het aantal inwoners van de stad meer dan verdubbelde: van224.000 in 1850 naar 510.000 in 1900. Vooral na 1870 ging het hard, toen Amsterdam,vanouds vooral een handelsstad, ook een industriestad werd. Vele tienduizenden land-arbeiders, werkloos geworden door de import van goedkope landbouwproducten uitAmerika, zochten een toevlucht in de stad die, mede dankzij de opening van het Noord-zeekanaal (1876) en het Centraal Station (1889), een ‘kleine gouden eeuw’ beleefde.

Maar er was voor hen geen plaats. Al bijna twee eeuwen lang zat de stad opgeslotenbinnen de Singelgracht. Aanvankelijk werden de immigranten nog opgevangen binnendie gordel. Stadswallen en bolwerken werden afgebroken om ruimte te maken voor nieuwe woningen, bestaande woningen werden opgesplitst, tuinen, binnenplaatsen engangen werden volgebouwd. Toen ging het niet meer en begonnen ‘eigenbouwers’ in depolders buiten de gordel woonkazernes te bouwen, in het wilde weg, zonder de drassigebouwgrond op te hogen.

Tot de bestuurders drong het besef door dat zij het heft in handen moesten nemen. In1863 kreeg de jonge stadsingenieur Jacobus van Niftrik opdracht een uitbreidingsplan oppapier te zetten voor de stad ‘buiten hare veste’, dus buiten wat tegenwoordig het stads-deel Amsterdam-Centrum is. Van Niftrik wilde het, geïnspireerd door de Parijse stads-bouwmeester Baron Hausmann, groots aanpakken. Helaas werd zijn plan verworpen envervangen door een goedkoper, bekrompener en armzaliger uitbreidingsplan. Maar datwas wel het startschot voor een expansiedrift, die tot op de dag van vandaag voortwoedt.

In krap anderhalve eeuw zijn zo rondom de oude binnenstad, buiten de gordel diewordt gevormd door de Nassaukade, Stadshouderskade en Mauritskade, zes ‘satelliet-steden’ ontstaan, die de omvang hebben van steden als Hilversum en Arnhem:1. Oudwest: de stad tussen de Singelgracht en de ringweg A-10 West, tussen het

Vondelpark en de Haarlemmerweg, ruim 130.000 inwoners, gevormd door de stads-delen Oud-West, Westerpark, De Baarsjes en Bos en Lommer (waarvan driekwart

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | INLEIDING 5

Page 7: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

binnen en één kwart buiten de ring ligt). 2. Noord: de stad boven het IJ, bijna 88.000 inwoners.3. Oost: de stad tussen Singelgracht en Diemen en tussen de Amstel en het IJ, bijna

100.000 inwoners.4. Nieuw-West: de stad ten westen van de ringweg, die gevormd wordt door de vijf

Westelijke Tuinsteden Slotermeer, Geuzenveld, Slotervaart, Overtoomseveld enOsdorp, tegenwoordig samengevoegd tot drie stadsdelen (Geuzenveld-Slotermeer,Slotervaart en Osdorp), bijna 130.000 inwoners.

5. Zuid: de stad tussen het Vondelpark en Amstelveen en tussen de Amstel en de A-10West, ook bijna 130.000 inwoners.

6. Zuidoost: de stad die van Amsterdam gescheiden wordt door Diemen enDuivendrecht, 82.000 inwoners.

INLEIDING | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL6

Amsterdam

IJ-meer

Noord

Zuid

Zuidoost

Oost

Nieuw-West

Oudwest

87.712 inwoners

129.890 inwoners

81.978 inwoners

99.597 inwoners

128.897 inwoners

130.441 inwoners

Samenstelling bevolking

Leeftijdsgroepen Herkomst

0-14 jaar

15-64 jaar

65+ jaar16,2%

72,4%

11,4%

Nederlanders

Allochtonen uitgeïndustrialiseerde landen

Allochtonen uit niet-geïndustrialiseerde

landen

51,3%

9,7%

39,0%

IJburg

Centrum80.248 inwoners

Figuur 1 De zes satellietsteden van Amsterdam rond het centrum

Page 8: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | INLEIDING 7

Drie bouwmeestersAan de expansie van Amsterdam zijn de namen van drie grote bouwmeesters verbonden.

Jacobus van Niftrik was de man die, hoewel zijn adviezen niet werden uitgevoerd, destadsbestuurders in de negentiende eeuw planmatig leerde denken. Hij werd opgevolgddoor Hendrik Berlage, die in de eerste helft van de twintigste eeuw zijn stempel op destad zette met zijn uitbreidingsplannen in Zuid en Oudwest. Berlage liet zich ooit ontvallendat hij geen uitbreidingsplannen had hoeven tekenen, als Amsterdam naar Van Niftrik hadgeluisterd. Het was Berlage’s droom af te rekenen met de – door die blunder veroorzaakte –lelijkheid van de negentiende-eeuwse wijken. Na hem kwam Cornelis van Eesteren, de protagonist van de strikte functiescheiding in de stedenbouw, die op zijn beurt wilde afrekenen met het estheticisme van Berlage. Hij was de hoofdontwerper van hetAlgemeen Uitbreidingsplan van 1934, dat na de oorlog tot uitvoering werd gebracht endat Amsterdam zijn hoogbouwwijken in Nieuw-West en Buitenveldert heeft verschaft,later volgens hetzelfde stramien gevolgd in Noord en de Bijlmermeer.

De zes satellietsteden hebben gemeen dat ze tot Amsterdam behoren, maar ze verschillen sterk van karakter. De samenstelling en leeftijdsopbouw van de bevolking en de sociaal-economische problemen zijn anders, en dat wordt voor een belangrijk deelveroorzaakt door de ontstaans- en bouwgeschiedenis.

Oudwest is voor tachtig procent van vóór de Tweede Wereldoorlog, met veel uit denegentiende eeuw daterende ‘revolutiebouw’. Na de oorlog vluchtte een groot deel vande bevolking naar de Westelijke Tuinsteden en naar overloopgemeenten buiten de stad(‘suburbanisatie’). Die uitstroom bracht een instroom van nieuwe armoede teweeg, die weer – tot ieders verrassing – werd gevolgd door een door ‘nieuwe stedelingen’ veroorzaakte revitalisering (‘gentrification’).

Noord is van oudsher door Amsterdam behandeld als afvalput en verbanningsoord.Daar moest de zware en vervuilende industrie zich vestigen, die de stad niet binnen zijngrenzen wilde houden en die in de jaren zeventig en tachtig voor een groot deel teloor-ging. Noord is, na Zuidoost, de minst Amsterdamse satellietstad van Amsterdam.

Oost is een samenraapsel van oude arbeiderswijken uit de negentiende eeuw, dorpsewijken voor de middenklasse in Watergraafsmeer en nieuwe wijken voor de jonge ‘creatievegeneratie’ in het oostelijk havengebied. Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde.

Zuid is door een opeenvolging van toevallige factoren veruit de rijkste satellietstad vanAmsterdam en waarschijnlijk zelfs de rijkste stad van Nederland.

Zuidoost is de stad waar het fiasco van de tot in het absurde doorgevoerde scheidingtussen wonen, werken, vervoer en vrijetijdsbesteding tot een uitbarsting is gekomen. Demiddenklasse voor wie de flats van de Bijlmer werden gebouwd, bleef er in groten getaleweg. De leegstand die daarvan het gevolg was, trok grote groepen bewoners aan dieelders niet terecht konden. Zuidoost is een immigrantenstad geworden waarin zich eenderdewereld-economie heeft ontwikkeld.

Page 9: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Haven, industrie en kantorenAmsterdam is in de laatste drie decennia van de twintigste eeuw sterk van karakter

veranderd. Schoksgewijs is de stad getransformeerd van een haven- en industriestad tot een kantorenstad. Een stad waarin de commerciële en de niet-commerciële dienst-verlening (onderwijs, gezondheidszorg, overheid) de toonaangevende sectoren zijn.

De jaren 1970-1982 vormen de periode van de deïndustrialisatie, die volgde op deloonexplosie van midden jaren zestig. Vooral de grote steden die veel lage-lonenindustriehadden, leden grote verliezen aan werk en welvaart. Groeide in die periode de werk-gelegenheid in Nederland gemiddeld nog 0,2 procent per jaar, in Amsterdam daalde die 1,1 procent per jaar – een verlies van 4750 banen per jaar.

De jaren 1982-1992, die volgden op de ‘tweede oliecrisis’ (winter 1979/1980), vormden een periode van langzaam herstel na de diepste recessie in de naoorlogse tijd.De afbraak van werkgelegenheid kwam tot stilstand en geleidelijk begon de werk-gelegenheid weer toe te nemen. In die periode bedroeg de banengroei gemiddeld 0,7 procent per jaar (+3750 banen per jaar), nog altijd een procentpunt minder dan inNederland (1,7 procent).

De jaren 1992-2004 zijn de jaren van bloei. De werkgelegenheid in Amsterdam groei-de zelfs iets harder dan in de rest van Nederland: gemiddeld 1,1 procent per jaar in destad (+5150 per jaar), 1 procent in heel Nederland. Dat gold vooral voor de jaren 1994-1998. De zakelijke dienstverlening (Zuidas, Zuidoost, Westpoort) en vooral de ict-sectorwaren de motoren van de nieuwe welvaart. De jaren negentig zijn de jaren van een anderegroei dan we gewend waren: de nieuwe werkgelegenheid ontstond in kleinschaligebedrijven die, doordat de computer zich van een veredelde schrijfmachine ontwikkeldetot een productiemachine, met relatief lage kapitaalkosten konden worden opgericht.

In 2003 sloeg de stemming om. In dat jaar begon waarschijnlijk een nieuwe periode vanteruggang – niet te vergelijken met de jaren zeventig, maar toch een keerpunt. Net als inin de rest van Nederland (–110.000 banen) ging er in Amsterdam in dat jaar werkgelegen-heid verloren (–5000 banen). De werkloosheid liep, na jaren van vermindering, sterk op:met 7560 naar 51.648 niet-werkende werkzoekenden. Dat is bijna tien procent van deberoepsbevolking (15-64 jaar). Een jaar waarin het aantal werklozen ruim zeventien procent oploopt, mag je wel een ‘rampjaar’ noemen.

Over de sociale en economische ontwikkeling van Amsterdam is veel cijfermateriaalbeschikbaar. Over de periode 1970-2004 hebben we, voor de zes ‘satellietsteden’ buitende gordel van de binnenstad, de cijfers verzameld en gerubriceerd. En dan blijkt, allegemeenschappelijke grotestadskenmerken ten spijt, hoe groot de verschillen zijn tussenAmsterdam-Oudwest, Amsterdam-Noord, Amsterdam-Oost, Amsterdam-Nieuw-West,Amsterdam-Zuid en Amsterdam-Zuidoost.

INLEIDING | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL8

Page 10: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | INLEIDING 9

Bevolking

De bevolking van Amsterdam is in vijfendertig

jaar ingrijpend veranderd. Niet alleen is het

aantal inwoners gezakt (van ruim 830.000 naar

bijna 740.000), er wonen tegenwoordig,

zowel relatief als absoluut, minder kinderen

en minder gepensioneerden in Amsterdam.

In 1970 telde de stad 165.000 kinderen (tot

14 jaar), bijna twintig procent van de bevol-

king, in 2004 nog maar 120.000, iets meer

dan zestien procent. Het aantal 65-plussers

zakte in die periode van 115.000 (bijna 14

procent) naar 84.000 (11,4 procent). Dat is

opmerkelijk: Amsterdam ‘ontgroent’ en ‘ont-

grijst’ tegelijk. De ontgroening is opmerkelijk,

omdat de immigratie van nieuwe bewoners

uit niet-geïndustrialiseerde landen en de daar-

op volgende gezinshereniging juist in een

stad als Amsterdam groot was. De ontgrijzing

is opmerkelijk, omdat de bevolking van rest

Nederland juist snel veroudert. Amsterdam

wordt meer en meer een stad van enerzijds

alleenstaanden en samenwonende twee-

verdieners zonder kinderen en anderzijds

kinderrijke gezinnen van allochtonen.

(a) Oudwest heeft een relatief grote actieve

bevolking (20-49 jaar), weinig bejaarden,

veel alleenstaanden. In Noord en Nieuw-

West daarentegen is de actieve bevolking

relatief klein en zijn de jongeren en

bejaarden sterker vertegenwoordigd. Wat

Noord en Nieuw-West ook gemeen heb-

ben: relatief meer gezinnen en minder

alleenstaanden. De actieve bevolking van

Zuid komt overeen met het stadsge-

middelde, maar Zuid wijkt weer af doordat

0

5

10

15

20

25

30

20041970

ZuidoostZuidNieuw-WestOostNoordOudwestAmsterdam

Figuur 2a Kinderen (jonger dan 15 jaar) in procenten van de totale bevolking per deelgebied,

1970 en 2004

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20041970

ZuidoostZuidNieuw-WestOostNoordOudwestAmsterdam

Figuur 2b Gepensioneerden (65 jaar en ouder) in procenten van de totale bevolking per deelgebied,

1970 en 2004

Page 11: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

deze stad relatief weinig jongeren en veel

ouderen herbergt. Net als in Oudwest

wonen in Zuid bovengemiddeld veel

alleenstaanden. Oost is de stad met een

bevolking die het meest overeenkomt met

het beeld van de hele stad Amsterdam.

(b) Met etnische minderheden zit Zuid

uiteraard ver onder het stadsgemiddelde,

maar – heel opvallend – Noord ook.

Zuidoost en Nieuw-West herbergen

relatief de meeste etnische minderheden,

maar de verschillen zijn groot: in Zuidoost

wonen overwegend Surinamers,

Antillianen en Afrikanen, in Nieuw-West

overwegend Marokkanen en Turken.

(c) Dat Nieuw-West relatief veel gezinnen telt

komt voor een deel door de oververtegen-

woordiging van Turken en Marokkanen.

Dat is in Noord niet het geval. Daar zijn

ook veel gezinnen, maar relatief veel

minder buitenlanders. Noord is nog het

meest een ouderwetse provinciestad.

Inkomen

Amsterdam is armer dan de rest van het land.

Volgens de laatste tellingen (in 2000) bedroeg

het gemiddeld besteedbaar inkomen in de

stad 22.300 euro per jaar per huishouden.

Over het hele land gemeten was het

gemiddeld huishoudinkomen 24.800 euro.

Amsterdam lijkt ook armer dan zijn onmiddel-

lijke omgeving: in Amstel-Meerlanden

bedroeg het gemiddeld huishoudinkomen

29.900 euro, in Waterland 28.200 euro, in

Almere 26.900 euro en in de Zaanstreek

26.300 euro. Maar dat is statistisch gezichts-

bedrog, doordat Amsterdam relatief veel

meer alleenstaanden-huishoudens telt dan

de regio. Wanneer het besteedbaar inkomen

per inwoner wordt berekend, ziet het beeld

er anders uit. Dan blijken Waterland, de

Zaanstreek en Almere armer te zijn dan

Amsterdam. In Amsterdam bedroeg het

gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner

11.600 euro; in Waterland 11.500 euro, in de

Zaanstreek 11.200 euro en in Almere 10.600

euro. Alleen in Amstel-Meerlanden was het

besteedbaar inkomen per hoofd hoger:

12.700 euro.

(a) Zuid is de rijkste satellietstad van

Amsterdam en omgeving, Zuidoost de

armste. In Zuid is het gemiddelde inkomen

per persoon (14.550 euro) bijna vijftig pro-

cent hoger dan in Zuidoost (10.000 euro).

Het scheelt 4550 euro per inwoner, meer

dan tienduizend gulden. Twaalf en een

halve euro per dag, meer dan vijfentwintig

gulden.

(b) Doordat Zuid zo rijk is, de rijkste stad van

Nederland eigenlijk, trekt deze satelliet-

stad het gemiddelde inkomen per hoofd

van de bevolking voor de hele stad

omhoog. Alle vijf de andere steden buiten

de gordel blijven onder dat stadsge-

middelde (van 11.600 euro per inwoner).

Noord is bijna even arm als Zuidoost.

(c) Opmerkelijk is het beeld van Nieuw-West:

daar is het gemiddelde huishoudinkomen

het hoogst na Zuid, terwijl het gemiddelde

INLEIDING | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL10

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

ZuidoostZuidNieuw-WestOostNoordOudwestAmsterdam

’nieuwe’ Amsterdammers’oude’ Amsterdammers

1985 2004 1985 2004 1985 2004 1985 2004 1985 2004 1985 2004 1985 2004

Figuur 3a Bevolking per deelgebied verdeeld naar ‘oude’ en ‘nieuwe’ Amsterdammers* 1985 en 2004

* ‘Oude’ Amsterdammers: Amsterdammers van Nederlandse afkomst

‘Nieuwe’ Amsterdammers: Amsterdammers van buitenlandse afkomst

Page 12: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

inkomen per inwoner het laagst is na

Zuidoost en Noord. Oorzaak: relatief veel

gezinnen, weinig alleenstaanden. Oudwest

biedt een spiegelbeeld: het laagste huis-

houdinkomen en, na Zuid en Oost, het

hoogste inkomen per inwoner. Daar

wonen dan ook relatief veel minder

gezinnen en veel meer alleenstaanden.

Wonen

In vijfendertig jaar is de woningvoorraad van

Amsterdam geleidelijk gegroeid: van 285.000

naar 375.000. Dat is een toename van 90.000

woningen, het saldo van sloop en nieuwbouw.

In die drie decennia is het aantal inwoners van

de stad met ruim 90.000 afgenomen. Dat

betekent dat het aantal bewoners per woning

spectaculair is gedaald. In 1970 werden

huizen gemiddeld door drie personen

bewoond, in 2004 door twee.

(a) De gemiddelde woningbezetting in heel

Amsterdam is 1,97. Oost lijkt ook op dit

punt het meest op het gemiddelde van

heel Amsterdam. Zuid daarentegen heeft

de laagste woningbezetting: 1,73. Zuid

telt dus, in plaats van acht, zeven bewo-

ners per vier huizen.

(b) Oudwest is op afstand de dichtstbevolkte

stad buiten de gordel, en misschien wel

de dichtstbevolkte stad van Nederland,

met 103.000 inwoners op nog geen negen

vierkante kilometer. Zuid is goede tweede.

En Noord is de dunstbevolkte stad, met

87.000 inwoners op 42 vierkante kilo-

meter. Dat is niet helemaal reëel, want

de helft van Noord is landelijk gebied.

Trek je dat eraf, dan nadert de bevolkings-

dichtheid van Noord die van het stads-

gemiddelde, net als in Zuidoost, Nieuw-

West en Oost.

(c) In Zuidoost is het gemiddelde bedrag dat

aan huursubsidie wordt uitgekeerd het

hoogst. Dat is logisch: de bevolking is arm,

de woningen zijn relatief groot. In

Oudwest wordt de minste huursubsidie

uitgekeerd, ondanks het feit dat het

gemiddelde huishoudinkomen het laagst

is van heel Amsterdam. Ook dat valt

eenvoudig te verklaren: de huurwoningen

in Oudwest zijn het goedkoopst, doordat

ze gemiddeld veel kleiner en ouder zijn

dan elders.

Werkgelegenheid

We hebben over de periode 1970-2004 het

aantal bedrijven en het aantal personen dat

in die bedrijven werkzaam was, in kaart

gebracht. Voor heel Nederland, voor heel

Amsterdam en voor de binnenstad en de zes

satellietsteden daaromheen afzonderlijk. Alle

banen zijn geteld: volledige banen en deel-

tijdbanen, tot en met het kleinste baantje

van één uur per week. Verdeeld over zeven

sectoren. Dat materiaal levert een aantal

belangrijke conclusies op:

(a) Tussen 1970 en 1984 verloor Amsterdam

veel werkgelegenheid, daarop volgde in

de tweede helft van de jaren tachtig her-

stel en sterke banengroei, die zich in de

jaren negentig in iets rustiger tempo

voortzette. In 2002 kwam de groei tot

stilstand en in 2003 gingen veel banen

verloren. In de zes satellietsteden ontwik-

kelde de werkgelegenheid zich ongeveer

volgens eenzelfde patroon. Noord en

Zuidoost weken daarvan het sterkst af.

Noord met uitschieters naar boven en naar

beneden. In Zuidoost schoot de banen-

groei in de eerste twintig jaar ver boven

het Amsterdamse gemiddelde uit – aan-

vankelijk doordat Zuidoost vanaf een nul-

punt begon, vervolgens doordat in het

industrieterrein Amstel III in sneltreinvaart

een groot aantal grote kantoren verrees.

(b) Amsterdam heeft in vijfendertig jaar twee-

derde deel van de banen in de industrie en

bouw verloren. In deze sectoren daalde de

werkgelegenheid van bijna 125.000 naar

ruim 45.000. De commerciële en niet-com-

merciële dienstverlening compenseerden

dat verlies ruimschoots: deze twee sectoren

groeiden samen van ruim 150.000 naar

bijna 300.000, een verdubbeling dus.

Oudwest springt er uit. Daar was ook veel

verlies van industriële werkgelegenheid,

maar dat werd onvoldoende gecompen-

seerd. Deze satellietstad verloor in vijfen-

dertig jaar per saldo bijna 15.000 banen.

Oost raakte, vooral doordat daar de non-

profitsector veel minder sterk groeide dan

elders, 2000 banen kwijt. Noord heeft zich

redelijk hersteld van de enorme verliezen

in de zware industrie; daar is de werkgele-

genheid weer ongeveer op het niveau van

vóór de eerste oliecrisis van 1973. In de

andere drie satellietsteden is de werk-

gelegenheid per saldo sterk gegroeid:

in Nieuw-West en Zuid met ruim 16.000

banen, in Zuidoost met bijna 60.000

banen. De verklaring ligt voor de hand:

in die drie satellietsteden zijn langs de

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | INLEIDING 11

Page 13: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

uitvalswegen richting Schiphol en Utrecht

grote kantoorgebieden ontwikkeld.

(c) Hoewel het beeld bestaat dat in alle secto-

ren van bedrijvigheid, zowel in de particu-

liere als in de collectieve sector, schaalver-

groting troef is, blijkt uit het cijfermateriaal

dat dit voor een stad als Amsterdam juist

niet het geval is. De gemiddelde omvang

van de bedrijven – de overheidsbedrijven

en de instellingen in de non-profitsector

meegeteld – is in de loop der jaren sterk

teruggelopen. Eind jaren zeventig waren

gemiddeld per vestiging veertien personen

werkzaam, dat is rond de eeuwwisseling

gezakt naar negen banen per bedrijf.

Veel mensen verschaffen zichzelf werk,

als kleine zelfstandigen en freelancers

(‘self-employment’). De stad met de

meeste kleinschaligheid is Oudwest,

met gemiddeld vijf personeelsleden per

bedrijf, gevolgd door Zuid (7) en Noord

(ook 7). Vooral Noord, waar dertig jaar

geleden de bedrijven gemiddeld nog 20 à

21 banen telden, heeft een complete

gedaanteverwisseling doorgemaakt.

De bedrijfsomvang in Oost (9 banen

per onderneming), Nieuw-West (10) en

Zuidoost (15) is groter dan het Amster-

damse gemiddelde. Toch is in Zuidoost

ook een kentering gaande: in 1987 was de

gemiddelde bedrijfsomvang er 27 banen,

een record, maar geleidelijk is de schaal-

verkleining ook daar doorgedrongen.

Werkloosheid

Het is moeilijk te achterhalen hoe de werk-

loosheid zich sinds 1970 in Amsterdam

precies ontwikkelde. Om te beginnen zijn

de definities van werkloosheid in Nederland

verschillende malen veranderd, wat tot grote

schommelingen in de cijferreeksen leidde.

Bovendien werden werklozen die zich in de

jaren zeventig van de vorige eeuw bij het

Gewestelijk Arbeidsbureau aan het Singel

meldden, niet per woonbuurt ingedeeld.

Pas sinds 1982 werden werklozen, die langer

dan een half jaar buitenspel stonden en naar

de sociale dienst moesten voor een uitkering

(RWW), per stadsdeel geteld. En sinds 1990,

toen de gekozen stadsdeelraden werden

geïnstalleerd, tellen de Amsterdamse statistici

alle ‘niet-werkende werkzoekenden’ per

stadsdeel.

(a) Het aantal geregistreerde werklozen in

Amsterdam bedroeg 51.648 op 1 januari

2004. Dat is 9,7 procent van de potentiële

beroepsbevolking (alle mannen en vrou-

wen van 15-64 jaar). Het is echter realisti-

scher, omdat jongeren aanmerkelijk langer

onderwijs blijven volgen dan drie decennia

geleden, de potentiële beroepsbevolking

te beperken tot de mannen en vrouwen

van 20-64 jaar. Dan komt het werkloos-

heidscijfer ruim boven de tien procent uit.

(b) In vijf van de zes steden buiten de gordel

beweegt dat werkloosheidscijfer zich tus-

sen de 11 en 12 procent van de inwoners

tussen 20 en 64 jaar. Dat betekent dat

bijna één op de acht volwassenen in die

leeftijdscategorie geen baan heeft en wel

werk zoekt. Zou je de vutters, studenten,

partners die niet willen werken en

WAO’ers buiten beschouwing laten, dan

is bijna één op de zeven volwassenen

werkloos. Zuid trekt het gemiddelde voor

de hele stad omlaag met een werkloos-

heidscijfer van 7,5 procent.

(c) In negen jaar, tussen 1 januari 1995 en

1 januari 2004, is de werkloosheid in

Amsterdam sterk gedaald, met veertig

procent. Er zijn wel grote verschillen.

Zuidoost is koploper, met een daling van

ruim 56 procent. Dan volgt een peloton

van drie steden die iets boven of in de

buurt van het Amsterdamse gemiddelde

zitten: Zuid, Oudwest en Oost. Noord blijft

achter met een daling van slechts 16 pro-

cent. En Nieuw-West, waar het aantal

werklozen na negen jaar weer op het

oude niveau terug is, is hekkesluiter.

(d) Opmerkelijk is de tegengestelde ontwik-

keling in Zuid en Nieuw-West, twee steden

met ongeveer evenveel inwoners. Nieuw-

West, ontstaan door de emigratie van

werkenden uit de verarmde negentiende-

eeuwse gordel, was in de jaren tachtig nog

de stad met een grote werkende bevol-

king en relatief weinig werklozen. Zuid

daarentegen was toen de stad met veel

werklozen (vooral in de Pijp), eind jaren

tachtig zelfs driemaal zoveel als in Nieuw-

West. Gedurende de jaren negentig

begon de werkloosheid in Nieuw-West

op te lopen en in Zuid juist te dalen.

West haalde Zuid in en in 2000 overtrof

het aantal werklozen in Nieuw-West voor

het eerst het aantal in Zuid.

(e) De ontwikkeling van Zuidoost is volkomen

a-typisch. Deze stad heeft in de jaren

negentig gekampt met schrikbarend

hoge werkloosheidscijfers – in 1995 was

INLEIDING | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL12

Page 14: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

ongeveer een kwart van de beroeps-

bevolking werkloos – maar is eind jaren

negentig aan een inhaalrace begonnen

en heeft nu ongeveer hetzelfde werkloos-

heidspercentage als de meeste andere

satellietsteden van Amsterdam. Met een

belangrijk en gunstig verschil: Zuidoost

telt opvallend veel meer kortdurende

werkloosheid en veel minder langdurige

werkloosheid. Wat Zuidoost ook onder-

scheidt van de andere steden: het is

de stad waar de meeste inwoners werk

vinden in hun eigen omgeving.

(f) Het jaar 2003 is een rampjaar. In heel

Amsterdam nam het aantal werklozen voor

het eerst sinds 1995 weer sterk toe: met

ruim zeventien procent. De hardste klap-

pen vielen in Noord, met een toename van

26 procent. In Zuid en Oudwest bleef de

schade relatief beperkt (11 à 12 procent).

De overige drie steden bleven daartussenin.

(g) Het aantal arbeidsongeschikten schom-

melt rond de tien procent van de potentië-

le beroepsbevolking, met uitschieters in

Nieuw-West (bijna twaalf procent) en

Noord (bijna vijftien procent). Als we ervan

uitgaan dat in de WAO erg veel verborgen

werkloosheid zit, dan is de conclusie tame-

lijk schokkend: in de zes steden buiten de

gordel werkt eenvijfde tot een kwart van

de volwassenen tussen de 20 en 64 jaar

niet.

(h) Delen we het aantal werkenden door het

aantal niet-werkenden (werklozen plus

arbeidsongeschikten), dan blijkt hoezeer

Noord en Nieuw-West achterblijven bij

de rest van Amsterdam. Voor de hele stad

geldt dat tegenover 3,5 werkenden één

niet-werkende staat – kinderen en

bejaarden niet meegerekend. Je kunt

het ook zo zeggen: zeven werkende

Amsterdammers werken voor twee extra.

Ruim twintig procent inactiviteit is al een

wankel draagvlak. Maar in Nieuw-West

waar zes werkenden voor twee niet-

werkenden zorgen, is een kwart van de

beroepsbevolking inactief en in Noord,

met vijf werkenden tegenover twee

niet-werkenden, bijna dertig procent.

In het rijke Zuid daarentegen werken

negen mensen voor twee extra.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | INLEIDING 13

Page 15: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Bestuurders of uitvoerders?We hebben Oudwest, Noord, Oost, Nieuw-West, Zuid en Zuidoost zes satellietsteden

van Amsterdam genoemd, die de omvang hebben van steden als Hilversum en Arnhem.Die vergelijking gaat natuurlijk niet helemaal op. Deze zes satellietsteden zijn niet, zoals‘echte steden’, organisch gegroeid vanuit en rondom een eigen centrum. Ook later is ingeen van de zes steden een eigen stadshart ontstaan. Het zijn Amsterdamse steden, dieéén gemeenschappelijk centrum hebben: de Amsterdamse binnenstad. Maar het zijn ook zes totaal verschillende steden, die weinig of niets met elkaar van doen hebben. Zes steden met verschillende sociale en economische problemen.

De positie van de gekozen bestuurders in die zes steden is verre van gemakkelijk. Zij kunnen niet zelf, naar eigen inzichten, bedrijventerreinen ontwikkelen en economischbeleid voeren. Maar ze zijn wel verantwoordelijk voor het oplossen van de sociale proble-men, die vaak het gevolg zijn van het ontbreken van passende werkgelegenheid in deonmiddellijke omgeving. De bestuurders zitten met een erfenis, in een gefixeerde situatie– zij kunnen nauwelijks grote initiatieven nemen. Vaak zijn ze meer uitvoerders danbestuurders.

Misschien verdient het aanbeveling de dertien stadsdelen buiten de binnenstad samente voegen tot de door ons beschreven zes steden en de bestuurders meer bevoegdhedente verlenen. Zijn vanaf het Waterlooplein wel al die verschillende problemen en geschie-denissen te overzien? Zou door zo’n herschikking het bestuur, mits voorzien van een veelbeter opgetuigd ambtenarenapparaat, niet dichter bij de bewoners komen te staan?

Het is een grondige studie waard. Zie wat er is gebeurd in Amsterdam-Noord enAmsterdam-Zuidoost. Deze twee satellietsteden hebben één bestuur, dat een eigen, herkenbaar beleid voert – herkenbaarder in elk geval dan in de andere vier het geval is –en dat zijn eigen ambtenaren op hetzelfde spoor heeft gekregen. En hebben niet juistdeze twee steden zich vanuit een bijna uitzichtsloze achterstandspositie weten terug tevechten? •

Jan GroenWalter ManshandenKees Tamboer(november 2004)

INLEIDING | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL14

Page 16: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | INLEIDING 15

Page 17: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

OUDWEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL16

Page 18: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

1. Oudwest, de naweeën van de suburbanisatie

Jacobus van Niftrik, zoon van een Nijmeegse dijkschout, was een briljante man.Achttien jaar was hij toen hij, na een studie in Delft, opzichter werd bij Waterstaat inBrabant. En in 1863 veroverde Van Niftrik, net dertig jaar oud, een topfunctie inAmsterdam; hij werd stadsingenieur. Met een fantastische opdracht: een uitbreidingsplanontwerpen voor de snel groeiende stad.

Van Niftrik was een bewonderaar van baron Haussmann, de stadsbouwmeester vanParijs die in die jaren zijn stad openbrak met brede boulevards. Hij droomde ervanAmsterdam dezelfde allure te geven als de Franse hoofdstad, maar met dit essentiële verschil: hij hoefde geen dichtbevolkte krottenwijken te laten slopen. De jonge stads-ingenieur tekende een gordel rond de Singelgracht, die een verdubbeling van het stads-oppervlak zou omvatten, ruim opgezet met arbeiderswijken, villabuurten en woningenvoor de middenstand, gescheiden door plantsoenen. Met brede straten, ruime pleinen,veel water, fabrieksterreinen en een volkspark rond de katholieke begraafplaats De Liefdeals tegenhanger van het deftige Vondelpark.

In 1866 was het plan klaar. Van Niftrik oogstte lof van alle kanten. Maar in april 1868keurde de Amsterdamse gemeenteraad het plan af – de onteigeningskosten zouden tehoog oplopen.

Met dit besluit zette de raad de deuren wijd open voor de ‘revolutiebouw’ van de 19de eeuwse grondeigenaren en bouwspeculanten. De stedenbouwkundige criminaliteitbegon aan de zuidflank (De Pijp) en sloeg weldra over naar de westrand van de stad. Daar ontstond een Dichtersbuurt zonder enige poëzie en een Staatsliedenbuurt zonderenige stijl. Smalle, donkere straten. Gammele, ondiepe, onhygiënische huizen.Armetierige plantsoentjes, geen volkspark.

Hier groeide de kern van wat tot op de dag van vandaag misschien wel het lelijkste,armzaligste stuk van Amsterdam is, begin vorige eeuw uitgebreid met een aantal volks-buurten die – afgezien van een paar eilandjes van Berlage en de Amsterdamse School

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OUDWEST 17

Page 19: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

en van de eerste vingeroefeningen van de adepten van het Nieuwe Bouwen – in stedenbouwkundig opzicht weinig vernieuwing brachten. En de stadsvernieuwingsgolf die in het laatste kwart van de twintigste eeuw de Kinkerbuurt-Zuid en de kop van de Staatsliedenbuurt overspoelde of de nieuwbouw aan weerszijden van deKostverlorenvaart hebben dat beeld evenmin ingrijpend kunnen veranderen.

Oudwest wordt gevormd door de vier stadsdelen Oud-West, Westerpark, De Baarsjesen Bos en Lommer. Oudwest is tegelijk de kleinste en de grootste deelstad vanAmsterdam. Het landoppervlak is 8,64 vierkante kilometer, krap eentwintigste deel vanhet totale landoppervlak van Amsterdam. Maar Oudwest herbergt wel bijna eenvijfdedeel van de Amsterdamse bevolking: 130.441 inwoners op 1 januari 2004. Ongeveerevenveel als in Arnhem, de tiende stad van Nederland.

Met meer dan vijftienduizend inwoners per vierkante kilometer, 65 vierkante meter per persoon, straten, pleinen, parken, kantoren en bedrijfsterreinen meegerekend, isOudwest, de enorme leegloop van de afgelopen dertig jaar ten spijt, nog steeds veruithet dichtstbevolkte gebied van Amsterdam.

Deze ongestructureerde deelstad heeft, ondanks twee tegenpolen aan de flanken – de rijke strook langs het Vondelpark in het zuiden en de relatief zeer arme Kolenkit-buurtin het uiterste westen, aan gene zijde van de ringweg A-10 – veel gemeenschappelijk. Het aantal gezinnen is relatief klein, alleenstaanden zijn oververtegenwoordigd. Er zijnsterke concentraties van Marokkaanse en Turkse Amsterdammers. De werkloosheid isgroot, de bedrijvigheid zeer kleinschalig en kwetsbaar. Het gemiddeld besteedbaar inkomen is betrekkelijk laag. Tachtig procent van de woningen dateert van vóór de oorlogen zijn, naar moderne maatstaven, klein en oncomfortabel.

Er is in vijfendertig jaar veel veranderd. Uit het cijfermateriaal dringt zich een hardeconclusie op: Oudwest is zwaar getroffen door de Ramp van de Suburbanisatie – de vluchtvan zowel bewoners als bedrijven naar de rand van de stad of nog verder weg.

OUDWEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL18

Page 20: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Bevolking

In 1970 telde Oudwest 203.251 inwoners. Per

saldo zijn in vierendertig jaar 72.807 inwoners

vertrokken. Het is een bevolkingsafname van

35,8 procent, meer dan driemaal zo sterk als

in heel Amsterdam. Nog opvallender zijn de

veranderingen in de samenstelling van de

bevolking. In Oudwest is sprake van ‘ontgroe-

ning’ en - zeer verrassend – ‘ontgrijzing’.

Het aantal kinderen (0-14 jaar) is gehalveerd,

van 38.332 naar 19.366. Dat is 14,8 procent

van de bevolking, tegen 16,2 procent in heel

Amsterdam. In 1970 was dit gebied nog

‘grijzer’ dan Amsterdam: 31.995 bewoners

van 65 jaar en ouder (15,7 procent van de

bevolking). In drie decennia is Oudwest twee-

derde deel van zijn vijfenzestigplussers kwijt-

geraakt; het aantal is teruggelopen tot 10.068

(7,7 procent van de bevolking, tegen 11,4

procent in Amsterdam).

Pas sinds begin jaren tachtig worden in de

statistieken ‘etnische groepen’ onderschei-

den. In twintig jaar (1985-2004) is het aandeel

van de ‘oude Amsterdammers’ gedaald van

76 naar 49 procent. De verhouding autoch-

tonen-allochtonen (inclusief de allochtonen

uit geïndustrialiseerde landen), bijna fifty-fifty

dus, wijkt niet sterk af van die over heel

Amsterdam. Wel is de oververtegenwoordi-

ging van Marokkanen en Turken en de onder-

vertegenwoordiging van Surinamers en

Antillianen kenmerkend. In Oudwest woont

meer dan een kwart van alle Amsterdamse

Marokkanen en Turken. Van de 63.000

Amsterdamse Marokkanen wonen er bijna

16.000 in Oudwest, van de 37.500 Turken

10.100. Van de ruim 83.000 Surinamers en

Antillianen in Amsterdam daarentegen wonen

er iets meer dan 10.000 in dit gebied.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OUDWEST 19

Concert-gebouw

A10 Samenstelling bevolking

Leeftijdsgroepen Herkomst

Oud-West

De Baarsjes

Westerpark

Bos en Lommer

31.899 inwoners

34.005 inwoners

33.317 inwoners

31.220 inwoners

Overtoom

Kinkerstraat

De Clercqstraat

Jan v. Galen-

straat

Bos en

Lommerweg

Jan Evertsenstraat

Hoofdweg

Constantijn

Huygensstraat

Nass

uaka

de

Adm. de Ruijterweg

Overtoom

Kinkerstraat

De Clercqstraat

Jan v. Galen-

straat

Bos en

Lommerweg

Jan Evertsenstraat

Hoofdw

eg

Constantijn

Huygensstraat

Nas

suak

ade

Haarlemmerweg

Mercator-plein

Erasmus-park

Westerpark

Adm. de Ruijterweg

Amsterdam

IJ-meerAm

stel

Noord

Zuid

Zuidoost

Oost

Nieuw-West

Centrum

130.441 inwonersOudwest

0-14 jaar

15-64 jaar

65+ jaar14,8%

77,4%

7,7%

Nederlanders

Allochtonen uitgeïndustrialiseerde landen

Allochtonen uit niet-geïndustrialiseerde

landen

48,8%

9,5%

41,7%

Figuur 1.1 De bevolking van Oudwest naar leeftijd en etniciteit

Page 21: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Woningen en huishoudens

Ondanks de stadsvernieuwing is het aantal

woningen bijna gelijk gebleven: van 74.186 in

1970 naar 71.806 begin 2004. De bevolking is

spectaculair gedaald. Dit betekent dat het

gemiddeld aantal inwoners per woning sterk

is teruggelopen: van 2,74 naar 1,82.

Dit is weer te verklaren uit het feit dat

Oudwest relatief veel alleenstaanden her-

bergt. Meer dan de helft van de huishoudens

wordt gevormd door één persoon (52,7

procent). Dat ligt ver boven het aandeel

eenpersoons huishoudens in heel Amsterdam

(45 procent).

De oorzaak is dat in Oudwest veel oude,

kleine woningen zijn. Van alle zes de deel-

steden telt Oudwest veruit de meeste

vooroorlogse woningen (79,3 procent van

het totale woningbestand) en de meeste

kleine woningen, van drie kamers of minder

(81 procent). Gezinnen met kinderen hebben

deze woningen in groten getale verlaten, ze

zijn overgenomen door alleenstaanden en

huishoudens zonder kinderen – vaak jonge-

ren. De leeftijdgroep 20-49 jaar is hier dan

ook sterker vertegenwoordigd dan waar ook

in Amsterdam.

Inkomens

Woont in Oudwest 17,6 procent van alle

Amsterdammers, de deelstad herbergt 22,9

procent van de Amsterdammers met bijstand:

8840 personen (in 2003). Het besteedbaar

inkomen per inwoner (10.850 euro, in 2000)

is gemiddeld dan ook lager dan het

Amsterdamse gemiddelde (11.600 euro).

Dat scheelt bijna 62,50 euro per maand.

Binnen Oudwest zijn de welvaartsverschillen

enorm. Het stadsdeel Oud-West (met de

Vondelparkstrook) is op twee na het rijkste

stadsdeel; Bos en Lommer (met de Kolenkit-

buurt) is het armste stadsdeel. Het besteed-

baar inkomen per persoon ligt in het

stadsdeel Oud-West 800 euro bóven het

Amsterdamse gemiddelde, in Bos en Lommer

2300 euro daaronder. Het betekent dat de

bewoners van Bos en Lommer per maand

gemiddeld bijna 260 euro minder te besteden

hebben dan de inwoners van stadsdeel

Oud-West.

Werkgelegenheid

In de afgelopen drie decennia is het jaar 1985

een keerpunt: na jaren van banenverlies

begon de werkgelegenheid in Nederland

weer langzaam te groeien. Het Akkoord van

Wassenaar (november 1982) markeert de

omslag: de vakbeweging koos voor loonmati-

ging, de werkgevers toonden zich bereid

tot arbeidstijdverkorting (atv). Aan het

dramatische banenverlies gedurende de

jaren zeventig en de eerste helft van de jaren

tachtig, kwam in Nederland en in Amsterdam

in 1984 een eind. In Oudwest gebeurde dat

pas vier jaar later.

Per saldo is in vijfendertig jaar het aantal

banen van meer dan een uur in heel

Nederland 37 procent gegroeid (van 5,5 naar

7,5 miljoen). Amsterdam is daar sterk bij

achtergebleven met een bescheiden groei

van 6,4 procent (van 470.000 in 1970 naar

500.000 in 2004). En in Oudwest is de werk-

gelegenheid met bijna een kwart gekrompen:

van 60.400 banen in 1970 naar 45.700 in

2003. Wel is opmerkelijk dat in 2003, toen in

OUDWEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL20

-6

-5

-4

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

OudwestAmsterdamNederland

200019981996199419921990198819861984198219801978197619741972

Figuur 1.2 Banengroei in Oudwest, Amsterdam en Nederland, 1972-2001

(procentuele mutaties vijfjaarsgemiddelden)

Page 22: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

heel Nederland en Amsterdam de werkgele-

genheid sterk kromp, er in Oudwest vijfhon-

derd banen bij kwamen, en dat terwijl het

aantal bedrijven in Oudwest in datzelfde jaar

met 275 terugliep.

De grootste verliezen zijn geleden in de

industrie. Het aantal industriële banen is in

Amsterdam teruggelopen van 97.000 naar

33.600, in Oudwest van 10.100 naar 2700.

Drie decennia geleden was de dienstverlening

aan consumenten in Oudwest de grootste

sector (29 procent van alle banen), in 2004

was de non-profit-sector de grootste werk-

gever (39 procent van alle banen).

Het verlies aan bedrijfsvestigingen was in de

jaren zeventig en tachtig in Oudwest zeer

groot. Tot 1984 verloor Amsterdam

gemiddeld per jaar 1,3 procent aan bedrijven,

Oudwest 2,4 procent. In 1985 groeide het

aantal bedrijven in Amsterdam voor het eerst

weer (+ 1,7 procent), in Oudwest ging de

daling door (- 4,3 procent). In de daarop

volgende jaren was de groei van het aantal

bedrijven in Amsterdam ongeveer tweemaal

zo groot als in Oudwest.

Het aantal bedrijfsvestigingen in Amsterdam,

in de marktsector en de collectieve sector

samen, was in 1988 weer terug op het niveau

van 1970, in Oudwest pas in 2000. In 2004

telt Amsterdam 57.632 bedrijven, een

toename van 53,7 procent. In 2004 zijn er

in Oudwest 8553 bedrijven gevestigd, een

toename van slechts 4,3 procent ten opzichte

van vijfendertig jaar geleden).

Toch is er de laatste jaren sprake van een

kentering: Amsterdam groeit sneller dan

Nederland, Oudwest groeit zelfs iets sneller

dan Amsterdam. De groei van het aantal

bedrijfsvestigingen in Oudwest (3,5 procent

per jaar sinds 1994) overtreft die van

Amsterdam (2,3 procent).

Tegenover de toename van het aantal

bedrijfsvestigingen sedert het midden van

de jaren tachtig staat een sterke daling van

het aantal ‘werkzame personen’ (banen) per

bedrijf. Het bedrijfsleven in heel Amsterdam

wordt kleinschaliger, in Oudwest is die ontwik-

keling nog scherper. In heel Amsterdam

daalde de gemiddelde bedrijfsgrootte van

twaalf banen in 1970 naar negen in 2004,

in Oudwest van zeven naar vijf. Dit betreft

banen van meer dan een uur. Wordt uitge-

gaan van het aantal banen van twaalf uur of

meer, dan is de gemiddelde bedrijfsomvang

in Amsterdam 7,1 en in Groot Oud-West

4,1 banen.

Werkloosheid

In Oudwest is de werkloosheid (11.255 eind

2003) hoger dan elders in Amsterdam, zelfs

hoger dan in Zuidoost, namelijk 11,8 procent

van de potentiële beroepsbevolking (van

20-64 jaar). Bijna de helft van de werklozen

staat te boek als ‘langdurig werkloos’ (langer

dan een jaar): 46,4 procent. Meer dan een

kwart (27,1 procent) staat zelfs langer dan

drie jaar ingeschreven.

Opmerkelijk is dat, terwijl in de jaren 1990-

1994 het aantal banen in Oudwest ongeveer

stabiel bleef, het aantal werklozen in de jaren

1990-1995 zeer sterk groeide: van 15.677

naar 19.797. Dat is een toename van 26

procent. Hiervoor is een combinatie van

verschillende verklaringen denkbaar:

(a) Een deel van de werkende bevolking in

Oudwest dat in hun eigen gebied werkte,

verhuisde naar elders, maar bleef daar

wel werken; hun woningen werden over-

genomen door werklozen.

(b) Tot 1985 werden veel banen vernietigd in

Oudwest, waardoor veel bewoners werk-

loos werden. Toen de werkgelegenheid

zich herstelde, stonden ze al te lang

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OUDWEST 21

non-profit

zakelijke diensten

consumentendiensten

transport/communicatie

bouw

industrie20041970

16,7%

9,1%

19,7%28,3%

5,1%

20,9%5,9%

2,4%

10,3%

22,5%

19,7%

39,4%

Figuur 1.3 Banen in Oudwest naar sector, 1970 en 2004

Page 23: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

buitenspel. De nieuwe banen waren voor

hen niet geschikt, of omgekeerd: zij waren

niet meer geschikt voor de nieuwe banen.

Die banen gingen naar mensen van buiten

Oudwest.

(c) Veel nieuwe banen gingen niet naar de

werkloze mannen van Oudwest, maar naar

nieuwkomers op de arbeidsmarkt daar:

vrouwen.

OUDWEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL22

-20

-10

0

10

20

30

40

50

60

AmsterdamOudwest

20022000199819961994199219901988198619841982

Figuur 1.4 Werkloosheid in Oudwest en Amsterdam, 1982-2003 (procentuele mutaties per jaar)

Page 24: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Michael Porter en Jane JacobsVerantwoordelijk voor het wel en wee van de Amsterdammers buiten de binnenstad

zijn de bestuurders van de dertien stadsdeelraden. Zij hebben veel te zeggen over hetonderwijs, de woningbouw, het buurtwerk, de kinderopvang, het groen, de vuilnisophaal.Maar zij hebben, wonderlijk genoeg, weinig of geen bevoegdheden als het gaat om debestrijding van de werkloosheid en het aantrekken van werkgelegenheid. Ook is er opdeze terreinen nog maar nauwelijks sprake van echte samenwerking.

Een nieuwe aanpak van de schrijnende werkloosheid is tergend langzaam op ganggekomen. Dat is de stadsdeelbestuurders niet aan te wrijven. De ongeïnteresseerdheid enhet gebrek aan coordinatie bij de bestuurders in het stadhuis aan het Waterlooplein – inhet jargon van Amsterdam ‘de centrale stad’ – was hieraan debet. Dankzij niet-aflatendedruk van onderop is er een kentering gekomen. De combinatie van intensieve begelei-ding, brede hulp en strakke afspraken om de vele langdurig werklozen naar de arbeids-markt te zuigen, begint wortel te schieten.

Maar sociaal beleid is vleugellam zonder economisch beleid. De Amerikaanse econoomMichael Porter, befaamd om zijn theorie van de industriële clusters, heeft tien jaar geledenmet een grote groep studenten onderzoek verricht naar de economische kansen vooroude, verwaarloosde stadswijken. The Competitive Advantage of the Inner City heettehet rapport dat hij in het voorjaar van 1995 uitbracht. Zijn conclusie: louter sociale programma’s ontwikkelen werkt averechts – die bevestigen alleen maar het isolement van de achterstandsbuurten.

De volgorde moet worden omgekeerd: niet steeds meer sociale investeringen plegenin de hoop dat economische activiteiten zullen volgen, aldus Porter, maar een economischmodel ontwikkelen dat ervan uitgaat dat bedrijven in oude stadswijken winstgevend moeten en kunnen zijn. Daartoe moeten de vestigingsvoordelen van die wijken, waar de bewoners in doorsnee bereid zijn voor een relatief laag loon hard te werken, ten volleworden benut.

Het is absoluut noodzakelijk, doceert Porter, het werk bij de mensen te brengen. Alleplannen de bewoners van deze wijken dagelijks te laten pendelen naar bedrijven ver vanhuis, zijn gedoemd te mislukken. De overheid moet de economische ontwikkeling van diestadswijken voorrang geven boven het ontwikkelen van naargeestige industrieterreinenaan de rand van de stad.

Ten onrechte worden de oude stadswijken door de investeerders gediscrimineerd,schrijft Porter. Maar die discriminatie is niet tegen te gaan met regels en geboden. Het enige wat helpt is: er moet winst worden gemaakt. En dat kan, als zakenmensen,bestuurders, ambtenaren, welzijnswerkers en actievoerders de handen ineenslaan.

Die boodschap sluit naadloos aan bij het hartstochtelijk en meeslepend J’accuse van

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OUDWEST 23

Page 25: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Jane Jacobs die, bijna een halve eeuw geleden, met haar boek The Death and Life ofGreat American Cities de profeten van de functiescheiding (mensen mogen niet wonenwaar ze werken) betichtte van moord met voorbedachte rade op het rijk geschakeerdeleven in de stad.

Maar nog altijd lijken de stadsbestuurders Oost-Indisch doof. O jawel, er wordt vandaag gretig lippendienst bewezen aan de vergeelde idealen van de ‘functiemenging’.Sla er de glossy uitgevoerde bijdragen van het Amsterdamse stadsbestuur maar op na:Amsterdam complete stad (oktober 1999) en de Nota Stedelijke Vernieuwing(december 1999).

In het Actieprogramma Economische Structuur II (Naar een complete en weerbarestadseconomie) staat zelfs: ‘In het beleid dat werk en bedrijvigheid weer terugbrengtnaar de wijken, is noodzakelijk, dat voor dat werk en die bedrijvigheid dan ook de fysiekemogelijkheden en ruimte moet (sic!) worden gegeven.’ Krukkig taalgebruik, maar wel veelbelovend. Op papier. In de praktijk zoekt het stadsbestuur vooral de publiciteit als er weer een groot bedrijf aan de rand van de stad neerstrijkt.

MachteloosEn de bestuurders van Oudwest staan tamelijk machteloos aan de zijlijn. Denk niet dat

ze niets zitten te doen. Integendeel! Wie de vele kilo’s papier doorworstelt die zijn gewijdaan het economisch beleid van Oud-West, Westerpark, De Baarsjes en Bos en Lommer,raakt onwillekeurig onder de indruk van de inventiviteit, de toewijding en het uithoudings-vermogen van de stille werkers in de stadsdeelkantoren. Maar zij moeten met lede ogenaanzien hoe de dames en heren van de Grote Zakenwereld, gedienstig begeleid door de dames en heren bestuurders van de Grote Stad, hun leeggezogen buurten angstvalligvermijden.

Natuurlijk, er gebeurt wel het een en ander. Westerpark ontwikkelt een nieuwe woon-werk-wijk in de Houthaven en werkt tevens, in navolging van de geslaagde culturele metamorfose van het Westergasfabriek-terrein, aan een modern bedrijfsterrein grenzendaan het Waterleiding(GWL)-terrein. Het stadsdeel Bos en Lommer wil het Jacobse- en Van Es-achtige industrieterrein Landlust, westelijk van de Centrale Markthallen, omtoverentot een modern ‘zaken- en dienstencentrum’.

Dwars door Bos en Lommer loopt de westtak van de A-10. Die snelweg is net weeropgelapt en had eigenlijk geheel onder de grond weggewerkt moeten worden. Dan hadden er huizen en kantoren overheen gebouwd kunnen worden. Dat is niet gebeurd,omdat het rijk en de stad er geen geld voor over hadden. Een gemiste kans. Op de enigeplek waar het wel mogelijk werd gemaakt, bij de kruising van de Bos en Lommerweg ende ringweg, is inmiddels het nieuwe, levendige Bos en Lommerplein ontstaan, waardoor

OUDWEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL24

Page 26: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

de twee gescheiden helften van het stadsdeel iets dichter bij elkaar zijn gebracht. Maarom de bewoners ten noorden en ten zuiden van het plein tegen de stank en het onmense-lijke lawaai van de snelweg te beschermen, is bedacht de bestaande bebouwing te ver-vangen door nieuwbouw van woningen en kantoren met een gesloten, vierentwintigmeter hoge gevel aan de achterzijde.

De Baarsjes is bezig de omgeving van het Jan van Galenbad, ook grenzend aan de A-10, met twee ‘markante kantoortorens’ te veranderen in een eigentijds business-centrum; het oude bad is inmiddels gesloopt en zal worden vervangen door een nieuwzwembadcomplex: ‘SportPlaza Mercator’. Het oude Riva-terrein aan de Kostverlorenvaartmoet worden omgedoopt tot een ‘Baarsjesboulevard’, waar de Westermoskee zal verrijzen en waar wonen en werken weer een eenheid zullen vormen.

Alleen stadsdeel Oud-West is stiefmoederlijk bedeeld met mogelijkheden. DeKinkerbuurt-Zuid is twintig jaar geleden wel tegen de vlakte gegaan, maar toen is verzuimd ruimte uit te sparen voor bedrijven. Het terrein van het voormalige WilhelminaGasthuis is, afgezien van een bedrijfsverzamelgebouw en een aantal ateliers, volgeplemptmet woontorens. Misschien lukt het de tramremise aan het Bellamyplein om te bouwentot een alternatief (‘off Broadway’) uitgaanscentrum.

Voor het overige blijven voor de stadsdeelbestuurders voornamelijk de kruimels van de buurteconomie over. Ze moeten vooral veel starters begeleiden en ‘bedrijfsverzamel-gebouwen’ in het leven roepen. Ze moeten vooral ook hun winkelbestand op peil brengenen bevorderen dat leegkomende winkelpanden in zijstraten niet meteen voor bewoningworden geconfisqueerd, maar een nieuwe bedrijfsmatige functie krijgen – als kantoortjesvoor beginners bij voorbeeld, of desnoods als servicepunten voor ouderen. Dit zijn niet deactiviteiten die Harvard-econoom Michael Porter bedoelde, toen hij in de zomer van 1995zijn revitaliseringsplan voor oude stadswijken uitstippelde. Het blijft sociaal beleid, waaropten onrechte het etiket ‘economisch beleid’ is geplakt.

En zo zullen nog tot in lengte van jaren de naweeën van de suburbanisatie voort-woekeren en blijven de Zuidas, Schiphol, Amstel I, II en III, Sloterdijk en Watergraafsmeerde dichtbevolkte satellietstad Oudwest economisch leegzuigen. •

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OUDWEST 25

Page 27: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

NOORD | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL26

Page 28: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

2. Noord, het Siberië van Amsterdam

Had Amsterdam maar beter geluisterd naar Jacobus van Niftrik. Niet alleen toen dejonge stadsingenieur in 1866 zijn mooie uitbreidingsplan rond de Singelgracht offreerde,maar ook toen de bestuurders hun blik naar het noorden richtten.

In 1902, produceerde een door de gemeenteraad ingestelde commissie een nieuw uitbreidingsplan voor het grotendeels braakliggende gebied ‘benoorden het IJ’.Daarheen moest, vond de IJ-commissie, de industrie verhuizen die in de dichtbevolktestad zelf niet te handhaven was. En daaromheen konden dan wat goedkope arbeiders-wijken worden gebouwd. Eén commissielid verzette zich tegen het advies: Jacobus vanNiftrik, inmiddels gepensioneerd. Zijn minderheidsstandpunt was al even visionair als zijnoude uitbreidingsplan: het IJ moest worden ‘omgelegd’. Een kanaal ‘om de Noord’ zoude scheepvaart op het IJ moeten ontlasten, waarna beide oevers – door stukken van het IJte dempen – dichter bij elkaar konden worden gebracht. De beoogde stadsuitbreidingwas volgens hem gedoemd te mislukken als Noord niet ‘innig met de oude stad (doorvaste bruggen) wordt verbonden’.

En weer bleef Amsterdam doof.Van Niftrik heeft wel gelijk gekregen. In de eeuw van zijn bestaan is de ‘Overkant van

het IJ’ nooit Amsterdam geworden. In zijn prachtige boek Zo dicht bij Amsterdam, waarinhij het eenzame gevecht van Jacobus van Niftrik onder de stoflaag van de stadsgeschie-denis wegtrekt, beschrijft Jan Donkers hoe het was te leven en op te groeien aan dewrong side of the track, achter het Centraal Station – ‘een gedrocht waarmeeAmsterdam de overzijde van het IJ ceremonieel de kont toekeerde’.

Noord kreeg (en krijgt!) geen bruggen. Pas in 1968 kwam er een tunnel – maar alleenvoor automobilisten op weg naar de overloopgemeenten in Noord-Holland. Fietsendebewoners van dit stadsdeel bleven (en blijven!) aangewezen op kille, trage ponten.Donkers noemt, in zijn somberste buien, Noord het ‘Siberië van Amsterdam’, en inder-daad, Amsterdam heeft door de jaren heen het gebied aan gene zijde van het water

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NOORD 27

Page 29: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

voornamelijk gebruikt als verbanningsoord:– voor de op de Dam geëxecuteerde criminelen in vroeger eeuwen, wier lijken werden

tentoongesteld op de punt van De Volewijck, de landtong in het IJ waar nu deTolhuispont aanmeert;

– voor de onveilig geachte, lawaaiige, vervuilende industrie begin vorige eeuw;– voor de arbeiders die zo dicht mogelijk bij hun fabriek moesten wonen, in buurten

met een minimum aan voorzieningen, zonder ziekenhuis, zonder middelbare scholen,zonder restaurants, zonder bioscopen;

– voor paupers en asocialen die er voor de oorlog in opvoedgetto’s werden opgesloten;– een halve eeuw later voor asielzoekers, die op een ‘hotelboot’ in het verlaten gebied

van de voormalige vuilverbranding moesten worden ondergebracht;– en nu, op het terrein van de voormalige NDSM-werf, de leveranciers van de

Amsterdamse subcultuur voor wie in de nette, opgeruimde, veryuppiserende gewonestad geen plaats meer is.In het Algemeen Uitbreidingsplan van 1934 wordt Amsterdam-Noord ‘een steden-

bouwkundige fout’ genoemd. Dat hoeft op zichzelf nog geen echte diskwalificatie tebetekenen, want het AUP is geschreven door Cornelis van Eesteren en doordrenkt van de dogma’s van het Nieuwe Bouwen die de functiescheiding tussen wonen, werken envrijetijdsbesteding voorschrijven. Dat is Noord voor een deel bespaard gebleven. Toch is Amsterdam-Noord, ondanks de voorbeeldige inzet van de legendarische Woningdienst-directeur Arie Keppler, nooit een eenheid geworden.

IndustriestadAmsterdam-Noord telde op 1 januari 2004 ongeveer evenveel inwoners als Hilversum:

87.712. Zij wonen in een samenraapsel van vooroorlogse arbeidersbuurten en tuindorpenen naoorlogse flatwijken die vaak dezelfde ontmoedigende eenvormigheid uitstralen alsde westelijke tuinsteden of de Bijlmer. Het is een stad waar de straten en pleinen nauwe-lijks naar personen zijn vernoemd. Een stad zonder hart, zeker sinds het Mosveld, met zijnunieke voetbalterrein van de Volewijckers tussen de huizen, midden jaren zestig werdopgeofferd aan een aanvoerweg naar de IJ-tunnel.

Een industriestad was het. Want wat stond er niet allemaal op die tien kilometer langenoordelijke IJ-oever?

De oude vitrioolfabriek van Ketjen was in 1900 verkast van de Overtoom naarNieuwendam. Hetzelfde gold voor de bijna even oude machinefabriek en ijzergieterij De Etna, die buurman werd van de motorenfabriek Kromhout. Daartussenin begon in1910 ir. J.T. Duyvis met zijn Hollandsche Draad- en Kabelfabriek (Draka). Aan deValkenweg stond ooit de befaamde confectiefabriek Hollandia Kattenburg, terwijl aan

NOORD | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL28

Page 30: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

de Meeuwenlaan de reparatiewerven van de ADM (voor grote schepen) en van Verschure(voor binnen- en baggerschepen) waren neergestreken.

Aan de overzijde van het Noord-Hollandsch Kanaal begon Shell, op het voormalige terrein van de paraffinefabriek van de Dordtsche Petroleum Maatschappij, in 1914 aan deopbouw van zijn indrukwekkende, 25 hectare omvattende laboratorium, het tegenwoordi-ge Shell Research and Technology Amsterdam. De chemische denktank van het oliecon-cern kreeg, aan de Papaverweg, de in de oorlog kapotgebombardeerde vliegtuigfabriekvan Fokker als buur. En verder westwaarts verrezen de imposante scheepsnieuwbouw- en scheepsreparatiewerven van de Nederlandsche Scheepbouw Maatschappij en deNederlandsche Droogdok Maatschappij, meteen na de oorlog gefuseerd tot de NDSM.

Die industriële monocultuur was decennia lang de kracht en het samenbindende ele-ment van Amsterdam-Noord. Maar het betekende ook dat Noord in de jaren zeventig en tachtig buitenproportioneel zwaar werd getroffen door de teloorgang van de zwareindustrie in Nederland. Vooral de ondergang van de scheepsbouw heeft bijna onherstel-bare schade aangericht. Vóór de rampjaren begonnen, bood deze tak van industrie werkaan negenduizend man, plus nog vierduizend banen in toeleverende bedrijven. Wat isdaar nog van over?

In het oosten, pal tegenover de kop van het inmiddels volgebouwde KNSM-eiland, ligtnog een restant van de oude Oranjewerf van Verschure, inmiddels eigendom van KommerDamen, met veertig man vast personeel. En helemaal aan de andere kant, vlakbij deCoentunnel, heeft Shipdock Amsterdam, inmiddels alweer omgedoopt tot ShiprepairAmsterdam, zich op de ruïnes van ADM en NDSM weten te handhaven – samen met deaan haar gelieerde machinefabriek Niron en de kranenbouwer Figee goed voor ongeveerhonderdvijftig banen.

Het scheepsbouwdrama heeft grote delen van de acht langgerekte bedrijventerreinenlangs het IJ veranderd in industriële dodenakkers, waar onkruid, verlaten loodsen, doorbetonrot aangevreten scheepshellingen en kraanbanen het beeld bepalen. Maar niet alleoude glorie is verdwenen.

Ketjen, tot voor kort onderdeel van het chemische wereldconcern Akzo Nobel, is er nog.De fabriek, 450 man sterk, produceert nu hulpstoffen die nodig zijn om benzine uit aard-olie te halen. En de kabelfabriek Draka (300 man), de bakermat van Draka Holding, hetderde kabelconcern van Europa, draait weer op volle toeren. Stork heeft in het verledenEtna en Kromhout opgeslokt en heeft er nu een fabriek staan (200 man) die machines voorde zuivel- en voedingsmiddelen produceert. Het Shell-laboratorium beheerst nog steedsde ‘kop van Noord’, zij het met half zoveel personeel (ruim duizend man) als voorheen.

Samenvattend: Amsterdam-Noord heeft de afgelopen dertig jaar een ware meta-morfose ondergaan.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NOORD 29

Page 31: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Werkgelegenheid

In heel Amsterdam heeft de werkgelegen-

heid, na jaren van teruggang, in 1996 weer

het niveau van begin jaren zeventig bereikt;

daarna zette de groei zich door. De neergang

in Noord is vijf jaar later (na 1975) begonnen

dan in heel Amsterdam. Maar het eerste

herstel van de werkgelegenheid kwam er ook

pas ruim vijf jaar later (vanaf 1991) op gang. In

1970 telde Noord 31.600 banen (van een uur

of meer), pas in 2001 wordt dat niveau weer

bereikt. In 2002 kwam het aantal banen uit

op 32.500, daarna liep de werkgelegenheid

weer terug.

In 1970 telde de industrie in Noord 17.000

banen in 211 bedrijven. Dat was meer dan de

helft (54 procent) van de totale werkgelegen-

heid. In 2004 waren er nog 4700 industriële

banen over in 248 bedrijven. Dus: 12.300

banen minder, 37 bedrijven meer. Het

gemiddeld aantal werkzame personen per

vestiging is in die periode dan ook gedaald

van ruim tachtig tot nog geen twintig. Het

betekent dat de gemiddelde bedrijfsomvang

in de industrie minder dan een kwart is van

die voor de eerste oliecrisis.

Het verlies aan industriële werkgelegenheid is

slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de

groei van de transportsector (van 1500 naar

3400 banen) en de zakelijke dienstverlening

(van 600 naar 4800 banen). Die laatste sector

groeit in Noord vooral sinds de eeuwwisse-

ling.

Schaalverkleining komt overal voor, maar in

Noord wel heel sterk. In Amsterdam is het

aantal bedrijfsvestigingen in dertig jaar ruim

vijftig procent toegenomen en het aantal

NOORD | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL30

-6

-5

-4

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

NoordAmsterdamNederland

200019981996199419921990198819861984198219801978197619741972

Figuur 2.1 Banengroei in Noord, Amsterdam en Nederland, 1972-2001

(procentuele mutaties vijfjaarsgemiddelden)

non-profit

zakelijke diensten

consumentendiensten

transport/communicatie

bouw

industrie20041970

53,8%

7,9%

4,7%

13,9%

2,0%

18,0% 14,6%

7,5%

11,2%

20,6%14,9%

31,2%

Figuur 2.2 Banen in Noord naar sector, 1970 en 2004

Page 32: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

banen met 6,5 procent. Het aantal werkzame

personen per bedrijf zakte van gemiddeld

twaalf naar negen. In Noord is het aantal

vestigingen bijna verdrievoudigd, terwijl het

aantal werkzame personen slechts 1,6 procent

is gegroeid. Het aantal personeelsleden per

bedrijf zakte in Noord van twintig naar zeven.

Bevolking en opleiding

In Amsterdam is de bevolking in vierendertig

jaar met bijna honderdduizend afgenomen.

In Noord daarentegen is het aantal inwoners,

na een daling tussen 1985 en 1995, weer iets

boven het niveau van 1970 gekomen: 87.712.

Noord biedt het ‘normale’, Nederlandse

beeld van ontgroening en vergrijzing: het

aantal jonge kinderen (0-14 jaar) is met zes

procentpunten gedaald (van 25,2 naar 19,1

procent), het aantal gepensioneerden is bijna

even sterk gestegen (van 10,1 naar 15,8 pro-

cent). De eerste twintig jaar was het proces

van ontgroening en vergrijzing nog veel

scherper; sinds 1990 is er een kentering gaan-

de. Noord herbergt relatief meer jongeren

(20-) en ouderen (50+) dan de rest van

Amsterdam. Eén op de vier inwoners van

Noord is jong (Amsterdam: één op de vijf),

één op de drie is oud (Amsterdam: één op

de vier). Terwijl in Amsterdam een lichte

ontgrijzing valt waar te nemen, is Noord

echt aan het verouderen. In 1970 was in heel

Amsterdam 13,8 procent van de bevolking

ouder dan 65 jaar, in Noord maar 10,1 pro-

cent. Ruim dertig jaar later is het beeld

precies omgekeerd: 11,4 procent in

Amsterdam tegen 15,8 procent in Noord.

Noord is niet alleen groener en grijzer dan

de rest van Amsterdam, ook de verhouding

gezinnen-alleenstaanden is veel ouderwetser

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NOORD 31

Durgerdam

Broek inWaterland

Landsmeer

Ransdorp

Holysloot

1 km

Zunderdorp

Nieuwendam

Buiksloot

TuindorpOostzaan

Molenwijk

IJ

Kinselmeer

Ransdorper Die

IJ-tunnel

Coen-tunnel

A10

A8

Noo

rdho

lland

sch

Kanaal

Samenstelling bevolking

Leeftijdsgroepen Herkomst

Amsterdam

IJ-meer

Am

stel

Zuid

Zuidoost

Oost

Nieuw-West

Centrum87.712 inwonersNoordOudwest

0-14 jaar

15-64 jaar

65+ jaar19,1%

65,0%

15,8%

Nederlanders

Allochtonen uitgeïndustrialiseerde landen

Allochtonen uit niet-geïndustrialiseerde

landen

58,1%

5,7%

36,2%

Figuur 2.3 De bevolking van Noord naar leeftijd en etniciteit

Page 33: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

dan elders. In de hele stad is die verhouding

bijna fifty-fifty, in Noord nog twee op één.

Noord is ook minder gekleurd dan de rest

van Amsterdam. In 2004 is 36 procent van

de bevolking allochtoon, afkomstig uit

niet-geïndustrialiseerde landen. Dat is tien

tot twintig punten minder dan in de meeste

andere volkswijken van de stad, zoals: Bos en

Lommer (61,7 procent), Zeeburg (48,4 pro-

cent), Geuzenveld-Slotermeer (56,2 procent),

De Baarsjes (43,1 procent).

Het opleidingsniveau in Noord is laag, en dat

is gezien het relatief geringe aandeel van de

allochtonen in de bevolking opmerkelijk. Bijna

een kwart procent van de beroepsbevolking

(23 procent) heeft alleen basisonderwijs geno-

ten; daarmee staat Noord op de zesde plaats

van onderen. Het spiegelbeeld is hetzelfde:

slechts 14 procent van de beroepsbevolking

in Noord is hoger opgeleid. Daarmee staat

Noord op de derde plaats van onderen,

na Osdorp (12 procent) en Geuzenveld-

Slotermeer (13 procent). Twee notoire pro-

bleemgebieden, Bos en Lommer (15 procent)

en Zuidoost (16 procent), tellen relatief meer

hoger opgeleiden dan Noord. Over heel

Amsterdam gemeten is het aandeel van de

hoger opgeleiden in de beroepsbevolking

28 procent – bijna tweemaal zo hoog als in

Noord.

Inkomen en werkloosheid

Door de ouderwetse samenstelling van de

bevolking in Noord komt het gemiddelde

besteedbare inkomen per huishouden in

Noord (21.800 euro, in 2000) nog in de buurt

van het stadsgemiddelde (22.300 euro).

Maar per inwoner is het besteedbaar inkomen

aanmerkelijk lager: 10.300 euro in Noord

tegen 11.600 euro in Amsterdam. Het bete-

kent dat een inwoner in Noord per maand

gemiddeld 108 euro minder te besteden

heeft dan de gemiddelde Amsterdammer.

Het scheelt 25 euro per week per inwoner.

Vooral in de Van der Pek- en Vogelbuurt

heerst nog veel stille armoede. De huur-

subsidie in Noord is gemiddeld dan ook iets

hoger dan in de hele stad: 135 euro per

maand tegen 125 euro.

De leeftijdsopbouw is Noord heeft gevolgen

voor de potentiële beroepsbevolking (20-65

jaar). Die is in Noord kleiner dan in de rest

van Amsterdam: 59,3 tegen 67,4 procent.

De werkloosheid (5665 ‘niet-werkende werk-

zoekenden’ eind 2003, 10,9 procent van die

beroepsbevolking) ligt ongeveer een procent-

punt lager dan in de meeste andere ‘satel-

lietsteden’ van Amsterdam. Opvallend is wel

dat de werklozen in Noord gemiddeld langer

als werkzoekend geregistreerd staan dan in

de rest van Amsterdam.

Amsterdam-Noord is, zo laat het cijfermateri-

aal zien, niet een typische grotestadsbuurt.

Deze satellietstad telt relatief veel gezinnen,

de werkloosheid is er iets minder, maar ook

het opleidingsniveau en de welvaart. Noord

is ook niet, zoals grote delen van de stad,

bezocht door het spook van de suburbani-

satie. De gezinnen zijn in elk geval niet in

groten getale weggetrokken. Eigenlijk is

Noord zelf een suburb. Maar dan niet voor

de middeninkomens, die zijn over Noord

heen gesprongen naar de overloopgemeen-

ten elders in de provincie Noord-Holland.

Noord kan worden gekwalificeerd als een

‘lage-inkomens-voorstad’.

NOORD | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL32

-20

-10

0

10

20

30

40

50

60

AmsterdamNoord

20022000199819961994199219901988198619841982

Figuur 2.4 Werkloosheid in Noord en Amsterdam, 1982-2003 (procentuele mutaties per jaar)

Page 34: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

CynismeJe zou veronderstellen dat de stad Amsterdam er alles aan heeft gedaan om deze

trouwe, door rampen getroffen voorstad eindelijk uit zijn isolement te verlossen. Nee dus.In 1988 publiceerde het stadsdeelbestuur de nota Tien kilometer noordelijke IJ-oever.

Daarin ontvouwde het, onder het motto: ‘De rivier stroomt door de stad’, een scenariovoor de verweesde industrieterreinen. Die zouden opnieuw moeten worden ingericht als gemengde buurten van wonen, werken en recreatie, door middel van bruggen met de rest van de stad verbonden. Een paar jaar later haalde het stadsbestuur aan hetWaterlooplein een dikke streep door de brutale suggesties. Erger nog, er werd wel een ‘grootstedelijk project’ uitgebroed voor de IJ-oevers – maar dat ging alleen over het havengebied aan de stadskant.

Noord moest niet zeuren. Het Structuurplan Amsterdam Open Stad van 1996 sprakduidelijke taal. Er bestaat veel werkloosheid onder grote groepen laag opgeleideAmsterdammers, zowel boven als beneden het IJ. Voor hen moest de stad ruimte openhouden voor de vestiging van ‘relatief laagwaardige en milieuhinderlijke bedrijven’. Nee, niet op de eilanden in het oostelijk havengebied, ook niet in de Houthavens in hetwestelijk havengebied. In Noord! Nieuwe woonwijken nodig? Liever IJburg uit het waterstampen dan de noordelijke IJ-oevers bewoonbaar maken.

Cynischer dan in Hub Amsterdam!, de in 1999 afgeronde toekomstvisie van wethouderDuco Stadig en zijn dienst Ruimtelijke Ordening, kan het nauwelijks worden geformuleerd:‘Misschien staren we ons te veel dood op de gedachte dat Noord zich moet “emanci-peren” tot een gewoon stukje Amsterdam.’ Noord doet er verstandig aan zijn ‘bijzonderekarakter van zuid-Friesland uit te buiten’ en zijn ‘isolement te cultiveren’.

Jawel, er mogen, temidden van de kaalslag, ‘kraamkamer- en broedplaatsactiviteiten’worden ontwikkeld. Dat mag ook een paar centen kosten. Maar geen misverstand: de verlaten scheepsbouwloodsen zijn bedoeld als onderkomen voor ‘aanstormend talent dat zich in de kweekvijver Noord opmaakt om de sprong over het IJ te wagen en de stadte veroveren’. Want weg uit Noord, dat wil uiteindelijk toch iedereen, nietwaar?

Noordwaarts!Amsterdam-Noord lijkt meer te horen bij Zaanstad dan bij Amsterdam. De bevolking is

wat conservatiever, ouderwetser. Bij de laatste raadsverkiezingen scoorden traditionelepartijen als de PvdA, het CDA, de SP (ter vervanging van de CPN?) én de protestpartijLeefbaar Noord bovengemiddeld, terwijl nieuwe partijen als GroenLinks en D66 ver bijhun Amsterdamse score achterbleven.

Maar denk niet dat de bewoners van Noord, alle verwaarlozing door en arrogantie vande ‘centrale stad’ ten spijt, zich van Amsterdam willen losmaken. Bij het referendum over

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NOORD 33

Page 35: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

de vraag of Amsterdam moest opgaan in een stadsprovincie, in mei 1995, stemde maarliefst 92,1 procent van Noord tegen.

Toch heeft die uitkomst het enthousiasme om zelf de rehabilitatie van Noord ter handte nemen, niet gedoofd. In de zomer van 1999 riep de altijd opgeruimde ‘burgemeester’Hans Oosterbaan (‘Geen kansrijker stadsdeel dan Noord!’) zijn medeburgers op deel tenemen aan ‘het grote debat over de toekomst van Noord’, onder leiding van Jeroen Saris,een van die voormalige bestuurders aan het Waterlooplein die, toen hij nog wethouderwas, nauwelijks oog had voor de noden aan de Overkant van het IJ. Dat debat leverde‘een catalogus met honderd kansen’ op.

De glossy uitgevoerde brochures en ontwikkelingsplannen rolden in hoog tempo vande drukpersen, met aansprekende titels. Noordwaarts! werd gevolgd door Land in zicht!en Klaar om te landen!

Eén van de zeven ‘reisdoelen’ is de vernieuwing van de IJ-oevers. Het ‘Gangboord vanNoord’ moet een ‘gemengde ontwikkeling’ krijgen met een ‘boulevard langs het water’.Aan de Sixhaven, het ‘Balkon van Noord’, uitkijkend op de rug van het Centraal Station,komen hoge kantoor- en woontorens. Rond Shell zal een ‘kenniscentrum’ ontstaan en verder naar het westen komt een ‘Nautisch Kwartier’. De oostkant daarentegen, richtingNieuwendam en Schellingwoude, moet groen blijven: het ‘Kompas op Waterland’, meteen kabelbaan naar het KNSM-eiland.

Oosterbaan, inmiddels weer vertrokken, heeft in zijn spiksplinternieuwe stadsdeel-kantoor, tegenover het winkelcentrum aan het Buikslotermeerplein, een eigen staf achter-gelaten om de ontwikkelingsplannen te begeleiden, bestaande uit een sectormanagerWonen en Werken en acht projectmanagers voor de uitvoering van acht verschillendedeelpannen.

In december 2000 presenteerden zij hun totaalplan: Panorama Noord. In een noten-dop: vandaag telt Noord ruim 87.000 inwoners en 23.000 volledige arbeidsplaatsen, in 2015 moet Noord 105.000 inwoners en 55.000 arbeidsplaatsen herbergen. Om dat te bereiken moeten er in vijftien jaar 12.510 nieuwe woningen worden gebouwd en 1,8 miljoen vierkante meter bedrijfsruimte ingericht.

Aanstekelijk optimisme, dat wel. En inmiddels zijn ze in Noord energiek aan de uitvoering van hun plannen begonnen. Maar hoe denken de Noord-Amsterdammers met hun nog altijd zeer moeilijk bereikbare bedrijventerreinen de concurrentieslag te kunnen voeren tegen de Zuidas, Westpoort, Amsterdam-Zuidoost en Watergraafsmeer?De Noord-Zuidlijn, die eindelijk, een eeuw na de annexatie van Noord, het vergeten stadsdeel enigszins zal ontsluiten, biedt ongetwijfeld kansen. Maar genoeg? En niet te laat? •

NOORD | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL34

Page 36: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NOORD 35

Page 37: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

OOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL36

Page 38: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

3. Oost, lappendeken zonder hart

Eerst was er eeuwenlang moeras en water. Toen maalden de Amsterdammers debinnenzee leeg en ontstonden er twee grote polders. Amsterdam bouwde twee poorten,de Muiderpoort en de Weesperpoort, en wie die passeerde ging een dagje uit. Hij wandelde langs de Oeterwalerweg naar een van de vele pleziertuinen in deWatergraafsmeer. De rijke regenten van de grachtengordel reden er vroeg in het voorjaarheen om de mooie maanden van het jaar in hun buitenplaatsen door te brengen.

Aan het eind van de 19de eeuw was het gedaan met de rust ten oosten vanAmsterdam. De stadsuitbreiders staken de Amstel over. Ze begonnen schoorvoetend, op voorstel van dokter Samuel Sarphati, met een buurtje langs de Weesperzijde. Weldravolgden, rond een nieuw park, twee grotere wijken: het Oosterparkkwartier (voor dekatholieken) en de Dapperbuurt (voor de protestanten).

Aan de noordkant van de Overamstelse polder breidde de haven zich oostwaarts uit,en dat inspireerde Amsterdam tot de aanleg van weer een nieuwe wijk: de Indische Buurt,aan gene zijde van de pas aangelegde spoorlijn naar het Gooi. Dat werd, met al diehavenarbeiders die er kwamen wonen, een rode buurt.

De ‘hebzucht van de bedorven, door internationale dwaalleren verdwaasde enontaarde stad’ werd onverzadigbaar. Amsterdam dwong, na een intensieve lobby in Den Haag, de gemeente Ouder-Amstel een groot deel van haar gebied af te staan, en die verovering werd bezegeld met de bouw van weer een nieuwe wijk: de Transvaalbuurt,waar vooral veel joden kwamen wonen.

En voort ging het.Ten oosten van de Ringvaart, die de nieuwe grens van Amsterdam vormde, vestigden

zich in het vredige boerenland van Watergraafsmeer, sinds de Franse tijd een zelfstandigegemeente, Amsterdamse belastingvluchtelingen. Weer meldde Amsterdam zich in Den Haag – in 1920 werd De Meer geannexeerd. In het uiterste hoekje werd Betondorpgebouwd voor arbeiders die hogerop waren geklommen. Daarna werd Watergraafsmeer,

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OOST 37

Page 39: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

voor en na de oorlog, snel volgebouwd aan weerszijden van de Middenweg en deGooiseweg.

Zo is, in iets meer dan honderd jaar, Amsterdam-Oost gegroeid – een lappendeken van wel twintig buurten en buurtjes, zonder vast stramien, zonder eenheid, zeer divers vankarakter, zowat alle bouwstijlen, grote welvaartsverschillen tussen de bewoners. Samenvormen zij een stad zo groot als Alkmaar, met 99.597 inwoners op 1 januari 2004, die intien jaar tijd, als IJburg klaar is, Leiden in inwonertal zal passeren. Een stad met drie flinkeparken, veel water en een schitterende begraafplaats. Maar, anders dan Alkmaar ofLeiden, een stad zonder eigen centrum, zonder hart. Bestuurd door twee stadsdeelradenmet weinig bevoegdheden als het gaat om de inrichting van hun gebied: Zeeburg enOost/Watergraafsmeer.

TweedelingOp 1 november 1876 was het Noordzeekanaal klaar. Dat was een grote dag voor

Amsterdam, eindelijk werd de haven toegankelijk voor de nieuwe, grote stoomboten. Er moest wel ruimte komen om af te meren. Daarvoor werd een nieuwe handelskade aangelegd langs de Oosterdoksdijk. Om de hinderlijke golfslag te breken, bouwdeAmsterdam een paar jaar later in het IJ een kunstmatig eiland. Daar vestigde zich begintwintigste eeuw de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, de KNSM, endat luidde een stormachtige uitbreiding in van het Oostelijk Havengebied.

Maar even zo snel als de bedrijvigheid zich vóór de oorlog in dat deel van de havenontwikkelde, volgde ná de oorlog de neergang. Er waren twee oorzaken. De haven vanAmsterdam verschoof naar het westen en het grote passagiersvervoer legde het af tegende luchtvaart. Het verval begon eind jaren zestig en werd bezegeld met het vertrek van de KNSM uit Amsterdam in 1977. Zoals in Amsterdam-Noord de scheepswerven leeg-liepen, zo vluchtten uit Amsterdam-Oost de rederijen weg.

Voor de aangrenzende Indische Buurt en Dapperbuurt, toch al kampend met verkrot-ting van een groot deel van hun woningbezit, was het de sociale genadeslag. Het massalebanenverlies stuwde de werkloosheidscijfers op die, een kwart eeuw later, nog steeds ver boven het Amsterdamse gemiddelde uittorenen. Het zijn in het jargon van vandaagspecifieke ‘grotestedenbeleid-buurten’ geworden.

En dat komt mede doordat in het ‘masterplan’ dat eind jaren tachtig voor het verwees-de, aan krakers en stadsnomaden overgedragen Oostelijk Havengebied werd ontwikkeld,nauwelijks plaats is ingeruimd voor nieuwe bedrijvigheid. Het KNSM-eiland, het Java-eiland, Sporenburg, Borneo-eiland en het abattoir-terrein langs de Cruquiusweg: huizen, huizen en nog eens huizen.

De nieuwe werkgelegenheid die in Amsterdam-Oost ontstaat, is ver weg – onder het

OOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL38

Page 40: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Amstelstation. Of in Amsterdams eigen Silicon Polder, het Wetenschappelijk enTechnologisch Centrum Watergraafsmeer, tegenwoordig ‘Science Park Amsterdam’,hemelsbreed een stuk dichterbij, maar des te onbereikbaarder voor de te laag geschooldebevolking van de oude volksbuurten in Amsterdam-Oost.

Nergens in Amsterdam is de sociale tweedeling zo zichtbaar als in de twee stadsdelendie samen Amsterdam-Oost vormen. De bestuurders van Zeeburg waken tegelijk over debelangen van ruim 23.000 relatief arme, laag geschoolde Indische Buurters en van de ruim16.000 succesvolle jonge stedelingen die in het Oostelijk Havengebied zijn neergestreken.Collega’s van Oost/Watergraafsmeer moeten zowel de ‘sub-yuppen’ in Watergraafsmeeren de nieuwe rijken aan de Omval als de minder welvarende bewoners van deDapperbuurt, Oosterparkbuurt, Transvaalbuurt, Betondorp, Jeruzalem, Amsteldorp, Van der Kunbuurt, Don Bosco en Weesperzijdestrook dienen.

Die tweedeling heeft altijd bestaan, maar de contrasten zijn in het laatste kwart van de vorige eeuw steeds groter geworden.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OOST 39

Page 41: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Werkgelegenheid

Groot-Oost omvat 13,7 procent van het totale

oppervlak van Amsterdam en heeft 10,8 pro-

cent van het totale oppervlak aan bedrijven-

terreinen binnen zijn grenzen. Oost herbergt

9,6 procent van alle Amsterdamse bedrijven

en bedrijfjes, die samen 10,7 procent van alle

Amsterdamse banen bieden.

In 1970 telde Oost 54.200 banen en baantjes

van meer dan een uur per week. In 2004 nog

53.500. Dat is een terugval van drie procent.

In heel Amsterdam is de werkgelegenheid in

die vijfendertig jaar periode per saldo 6,5

procent gegroeid (en in heel Nederland 37,1

procent!). In Oost is pas de laatste tijd weer

van enige banengroei sprake – aanvankelijk

nog in een traag tempo, maar juist de jaren

2002-2004 geven een opvallende versnelling

van de banengroei te zien.

Het is het beeld van heel Amsterdam over vijf-

endertig jaar is: groot verlies aan vestigingen

en banen in de eerste vijftien jaar; vanaf 1985

sterke groei van het aantal bedrijven, licht

herstel van de werkgelegenheid. De bedrijvig-

heid werd over de hele linie kleinschaliger: de

gemiddelde bedrijfsomvang zakte van veer-

tien werkzame personen in 1980 naar negen

in 2000, en dat is sindsdien de gemiddelde

omvang gebleven. Het beeld van Oost ver-

schilt sterk. Hier liep in de eerste vijftien jaar

het aantal bedrijven veel sterker terug dan

in heel Amsterdam. De bedrijvigheid werd

steeds grootschaliger: tot zestien werkzame

personen per bedrijf in 1986, zelfs meer dan

in Noord. In de volgende vijftien jaar groeide

het aantal bedrijven wel, maar de werkgele-

genheid nauwelijks. De grootschaligheid

OOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL40

-6

-5

-4

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

OostAmsterdamNederland

200019981996199419921990198819861984198219801978197619741972

Figuur 3.1 Banengroei in Oost, Amsterdam en Nederland, 1972-2001

(procentuele mutaties vijfjaarsgemiddelden)

non-profit

zakelijke diensten

consumentendiensten

transport/communicatie

bouw

industrie20041970

21,4%

9,8%

11,2%

21,9%

6,2%

29,5%

6,4%3,2%

8,8%

10,5%

35,0%

36,5%

Figuur 3.2 Banen in Oost naar sector, 1970 en 2004

Page 42: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

smolt als sneeuw voor de zon weg, de

gemiddelde bedrijfsomvang viel terug naar

negen werkzame personen in 2000, net als in

heel Amsterdam.

De zwaarste verliezen telde Oost in vijfender-

tig jaar in de industrie en bouw: een terugval

van 17.200 naar 5100 banen (–70 procent).

Ook de dienstverlening aan consumenten ver-

loor veel banen: van 12.100 naar 5.600 banen

(–54 procent). Transport en communicatie

hetzelfde beeld: van 6.200 naar 4.700 banen

(–24 procent). De non-profitsector daaren-

tegen groeide, van 16.300 banen in 1970

naar 19.500 in 2004 (+20 procent). Maar het

banenverlies in Oost werd vooral gecompen-

seerd door sterke groei in de zakelijke dienst-

verlening: van 3400 naar 18.700 banen, van

360 naar 2336 bedrijven. Die groei kwam

vooral tot stand bij de Omval, ten zuiden

van het Amstelstation, waar de Rembrandt-,

Breitner- en Mondriaantoren verrezen.

Bevolking en opleiding

In 1970 telde Oost bijna 120.000 inwoners,

vijfendertig jaar later bijna 100.000. In Oost is

zowel de ‘ontgroening’ als de ‘ontgrijzing’

sterker dan in de stad als geheel. Het aantal

kinderen is met ruim veertig procent terug-

gelopen (van ruim 25.000 naar 17.000), het

aantal 65-plussers is gehalveerd (van bijna

19.000 naar bijna 9.000). Vooral in Zeeburg is

het aantal bejaarde inwoners opvallend laag:

slechts 5,8 procent van de bevolking tegen

11,4 procent in heel Amsterdam.

Eén van de verklaringen is waarschijnlijk dat in

de Indische Buurt de allochtonen opvallend

veel sterker zijn vertegenwoordigd dan

elders. Er wonen vooral veel Marokkanen en

Turken, en zij waren doorgaans betrekkelijk

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OOST 41W

ibautstraat

Middenweg

Hugo de

Vries

laan

Gooiseweg

Oostelijke Handelskade

Oosterpark

Java-eilandKNSM-eiland

Zeeburger-eiland

Zeeburger-tunnel

Piet Hein-tunnel

Steiger-eiland

Haven-eiland

IJBURG(in aanbouw)

A10

A10

1 km

Amstel-station

Muiderpoort-station

Samenstelling bevolking

Leeftijdsgroepen Herkomst

Amsterdam

IJ-meerAmstel

Noord

Zuid

Zuidoost

Oost

Nieuw-West

OudwestCentrum

99.597 inwonersOost

0-14 jaar

15-64 jaar

65+ jaar17,1%

73,9%

8,9%

Nederlanders

Allochtonen uitgeïndustrialiseerde landen

Allochtonen uit niet-geïndustrialiseerde

landen

50,0%

8,4%

41,6%

Zeeburg40.915 inwoners

Oost/Watergraafsmeer40.915 inwoners

Figuur 3.3 De bevolking van Oost naar leeftijd en etniciteit

Page 43: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

jong toen zij hier als gastarbeiders kwamen

werken. De meesten van hen hebben de

pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt.

Bovendien, wanneer dat wel het geval is,

keren zij vaak naar hun geboorteland terug.

In de Indische Buurt is tweederde van de

bevolking afkomstig uit een niet-geïndustriali-

seerd of Zuideuropees land. Over de hele linie

is het aandeel van de ‘oude Amsterdammers’

in de bevolking van Oost in vijftien jaar tijd

gezakt van driekwart naar de helft.

Meer dan een kwart van de beroepsbevolking

van Zeeburg (27 procent) heeft alleen basis-

onderwijs gehad. Daarin wordt Zeeburg

alleen nog overtroffen door Bos en Lommer

en Geuzenveld/Slotermeer.

Oost/Watergraafsmeer zit precies op het

Amsterdamse gemiddelde (19 procent).

Het aantal hoger opgeleiden (hbo/wo) in

Oost/Watergraafsmeer (34 procent) is daar-

entegen weer veel hoger dan in de rest van

Amsterdam (28 procent).

Inkomen en werkloosheid

Het besteedbaar inkomen ligt in Oost volgens

de laatste gegevens (uit 2000) bijna op het

Amsterdamse gemiddelde (dat door de rijk-

dom van Zuid sterk wordt opgekrikt): 21.350

euro per huishouden, 11.150 euro per inwo-

ner. Oost telt relatief wel vrij veel bijstands-

ontvangers: 5758 begin 2003, van de in totaal

38.677. Dat is vijftien procent van het totaal,

terwijl in Oost 12,5 procent van de Amster-

dammers wonen.

Het werkloosheidscijfer in Oost is net als in de

andere ‘satellietsteden’ van Amsterdam (weer

afgezien van Zuid) hoog: 11,7 procent van

de potentiële beroepsbevolking (20-64 jaar).

Bovendien is bijna de helft (47 procent) langer

dan drie jaar werkloos. De werkloosheid is,

zoals overal, sterk toegenomen in de recessie-

jaren 1983/85. Maar dat herhaalde zich in de

jaren 1994/95. Toen steeg het aantal werk-

lozen in twee jaar 32 procent (in Noord 21

procent, in Oudwest 9,5 procent). Deze plot-

selinge toename in Oost komt overeen met

een zeer sterke terugval in de werkgelegen-

heid tussen 1990-94.

Sinds 1997 daalt de werkloosheid in Oost in

ongeveer hetzelfde tempo als in de hele stad.

Ook het aantal arbeidsongeschikten (10,4

procent van de potentiële beroepsbevolking)

loopt in de pas met het stedelijke cijfer.

OOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL42

-20

-10

0

10

20

30

40

50

60

AmsterdamOost

20022000199819961994199219901988198619841982

Figuur 3.4 Werkloosheid in Oost en Amsterdam, 1982-2003 (procentuele mutaties per jaar)

Page 44: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Onder voogdijHet grootste probleem van Amsterdam-Oost is niet alleen dat er in drie decennia veel

banen verloren zijn gegaan, maar ook dat de werkgelegenheid zich voor een groot deelverplaatst heeft naar de randen van dit deel van de stad. De functiescheiding tussenwonen en werken heeft ook hier hard toegeslagen. Binnen de grenzen van Oost zijn eenpaar grote bedrijventerreinen, waarover de stadsdeelbestuurders geen enkele zeggen-schap hebben. Die zijn door de ‘centrale stad’ (waarmee het stadsbestuur in de Stoperawordt bedoeld) verheven tot ‘grootstedelijk project’.

Dat geldt in de eerste plaats voor het industriegebied achter en ten zuiden van hetAmstelstation: de Omval met de Rembrandt-, Breitner- en Mondriaantoren, de terreinentussen de Weespertrekvaart en de Spaklerweg waar Delta Lloyd en de Bijlmerbajes elkaarsburen zijn, en Amstel I en II tussen de Spaklerweg en de A-2 naar Utrecht. Daar bevindtzich ruwweg dertig procent van de werkgelegenheid van Oost – maar niet voor de bewo-ners van Oost. Tussen de vijftig en zestig procent van de vrouwen en mannen die daarwerken, woont zelfs niet eens in Amsterdam.

Een ander grootstedelijk project ligt weggestopt in de uiterste noordoosthoek vanWatergraafsmeer, tussen Ringweg, Ringvaart en de spoorlijn naar Amersfoort. Daar is nade oorlog in de polder het ‘kenniscentrum’ van de Universiteit van Amsterdam gegroeid,met het (in 1960 gesloopte) Instituut voor Kernfysica van professor Kistemaker, hetSterrenkundig Instituut en het Rekencentrum van de universiteit. In de jaren negentig ontwikkelde het gebied zich in sneltreinvaart tot een centrum voor informatie- en commu-nicatietechnologie van groot formaat. Er werken daar tegen de tweeduizend geleerdenen whizzkids, het is de bedoeling dat dit aantal uitgroeit naar ruim zevenduizend. Maarook van degenen die daar werken is bijna de helft forens. En ook daar zullen weinig bewoners uit de aangrenzende Indische Buurt emplooi vinden.

En dan is er nog het Zeeburgereiland, begin vorige eeuw aangelegd met slib uit dehaven en het Noordzeekanaal. Daar is nog wel wat gewone werkgelegenheid. Er zitten,behalve de Rioolwater Zuiveringsinrichting Oost, vijf grote bedrijven die afval verwerken,puin vermalen en betonpalen fabriceren. Ze bieden werk aan ongeveer 250 mensen, endaar zou nog wel de helft bij kunnen. Maar ook hier greep de centrale stad in: de riool-zuivering zal, samen met die bij de Spaklerweg, worden overgeplaatst naar het Westelijkhavengebied, waarna het Zeeburgereiland kan worden toegevoegd aan de zeven eilan-den van IJburg – als dichtbebouwd woon-, werk- en recreatiegebied.

Ja, wat blijft er dan nog over aan werkgebieden? Langs de Cruquiusweg en hetZeeburgerpad werken nog rond elfhonderd mensen in ongeveer 170 bedrijven en bedrijf-jes. En tegenover het stadsdeelkantoor van Zeeburg is het Veemarktterrein en de kop vande Molukkenstraat – met iets meer dan vijfhonderd werknemers in ongeveer 150 bedrijven.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OOST 43

Page 45: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Helemaal aan de andere kant is er de omgeving van het Amstelstation dat moet uitgroeien tot ‘perifeer centrummilieu’, zoals de ruimtelijke ordenaars van de stad datnoemen. Op het gebied rond de oude boerderij De Vergulden Eenhoorn, aan weerszijdenvan het einde van de Wibautstraat, mogen de stadsdeelbestuurders vanOost/Watergraafsmeer naar eigen inzichten hun ‘program van eisen’ zien te realiseren,wat erop neerkomt dat er netto ruim vijfhonderd woningen bij komen, 40.000 vierkantemeter kantoorruimte, een paar hotels en wat winkels.

Maar voor vernieuwingen aan de ‘Wibautas’, in de jaren vijftig door de functionalis-tische stadsbouwmeester Cornelis van Eesteren ontworpen naar het model van de StalinAllee in Oost-Berlijn, tegenwoordig Karl Marx Allee, staan de deelraadbestuurders weeronder voogdij van de centrale stad. Niet dat het iets uitmaakt – de grootste kantoren zijnonderwijsinstellingen geworden, wat per saldo alleen maar banenverlies oplevert, enruimte voor iets nieuws is er nauwelijks. Het grote terrein van de Amstelbrouwerij isinmiddels ook al volgebouwd met huizen.

Vergeten driehoekjeHet enige gebied dat echt perspectief biedt, en dat de potentie in zich heeft het

Toekomstig Hart van Oost te worden, is dat rare, vergeten driehoekje waar de spoorlijnennaar Utrecht en Amersfoort zich splitsen, het Polderweggebied dat ingeklemd zit tussenTransvaalbuurt, Dapperbuurt, Indische Buurt en het sjiekste deel van Watergraafsmeer.Het is een soort rafelrand van de stad midden in de stad. Daarvoor is een veelbelovendmasterplan ontwikkeld, waar wonen, werken, winkelen en recreëren echt lijken te wordengemengd. Dit gebied zou, als de bodemsanering en de door liefhebbers van industrieelerfgoed aangespannen bezwaarprocedures niet al te veel roet in het eten gooien, kunnenuitgroeien tot een soort mini-stadshart.

Voor het overige blijft het voor de stadsdeelbestuurders die Economische Zaken in hun portefeuille hebben, behelpen. Echte, degelijke, blijvende banen scheppen voor hun bewoners, kunnen zij nauwelijks. Ze moeten de belangrijkste winkelgebieden, deLinnaeusstraat/Middenweg en de Java straat, zien op te kalefateren om te voorkomen dat er ook nog werkgelegenheid in de detailhandel verloren gaat. En ze moeten het ‘digibetisme’ in de hun toevertrouwde oude wijken zien te bestrijden.

Het is zwaar, verantwoordelijk, maar weinig dankbaar werk. •

OOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL44

Page 46: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | OOST 45

Page 47: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

NIEUW-WEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL46

Page 48: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

4. Nieuw-West, de vloek van de functiescheiding

Toen hij als jonge jongen het timmervak leerde, besloot Cornelis van Eesteren, telg vanhet befaamde aannemersgeslacht uit Kinderdijk, dat hij eigenlijk architect wilde worden –niet uitvoeren wat anderen bedacht hadden, maar zelf bedenken wat anderen moestenuitvoeren. Hij ging naar de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam, won een prijs,werd gastdocent in Duitsland en verhuisde vervolgens naar Parijs, waar hij betrokken raak-te bij de kunstenaarsgroep De Stijl. In 1923, net 26 jaar oud, zette hij zijn eerste theorieënover de inrichting van de stad uiteen.

Van Eesteren moest niets hebben van de esthetische opvattingen van de grote HendrikBerlage en de architecten van de Amsterdamse School, die een heilige oorlog voerdentegen de lelijkheid van de 19de eeuwse stedenbouw. ‘Het woord kunst zegt ons nietsmeer,’ schreef Van Eesteren. ‘In plaats daarvan eisen wij dat onze omgeving geconstru-eerd wordt volgens creatieve wetten die gebaseerd zijn op een vast principe.’

Stedenbouw vereiste een wetenschappelijk aanpak. Zoals arbeid in de fabriek werdgesplitst in afzonderlijke handelingen aan de lopende band om de productiviteit op tevoeren, zo moest ook het wonen worden gerationaliseerd. Van Eesteren introduceerdehet begip ‘wooncellen’. ‘Deze lenen zich voor de serieproductie, want tachtig procent vande bevolking heeft weinig gedifferentieerde woonbehoeften. Combinaties van cellen vormen typen, die gestalte geven aan het bouwblok als basiselement van de nieuwe stad.’

Vijf jaar later werd, op initiatief van de Franse architect Le Corbusier, het CongresInternational des Architectes Modernes (CIAM) opgericht. Van Eesteren was meteen vande partij; in 1930 werd hij voorzitter van de beweging. Onder zijn leiding werd in 1933 het handvest van de ‘functionele stad’ aangenomen.

In het stedelijk leven staan drie functies centraal: wonen, werken en verpozing. Laterkwam daar verkeer als vierde functie bij. In de stedenbouw, decreteerden de modernistenvan die dagen, dienen die functies strikt van elkaar gescheiden gehouden te worden – jewoont niet bij je werk, de kroeg is niet in je eigen straat, de auto mag niet voor de deurstaan en winkels worden ergens ver weg in aparte centra samengeklonterd.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NIEUW-WEST 47

Page 49: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

De idealen van het Nieuwe Bouwen (‘licht, lucht en ruimte’) werden snel populair. VanEesteren was inmiddels hoofd van de afdeling Stadsontwikkeling in Amsterdam gewor-den. In 1934 kreeg hij, omdat Plan-Zuid van Berlage was volgebouwd, de vererendeopdracht een nieuw Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) voor de stad te ontwerpen. Op 18juli 1939 werd het door de rijksoverheid goedgekeurd.

Verticale stadNa de oorlog kon Amsterdam meteen beginnen met het uitgraven van de Sloterplas

om zand te winnen. Daarna werd, in amper twintig jaar tijd, in het land van de tuinders tenwesten van de Hoofdweg en de Westlandgracht, tussen de oude dorpen Sloten en Sloter-dijk, de ‘verticale stad’ van Cornelis van Eesteren geconstrueerd. Geheel in zijn geest: ‘liever lelijk en doelmatig’ dan ‘chaotische parade-architectuur’. Geen straten met geslotengevelwanden, maar brede wegen en lanen langs open blokken waar mensen zich klein enverlaten voelen. Weinig werk en weinig vermaak, heel veel wooncellen en heel veel groen.

Ze heten officieel de Westelijke Tuinsteden. In volgorde van aanleg: Slotermeer,Geuzenveld, Slotervaart, Overtoomseveld, Osdorp.

De nieuwe wijken zijn gebouwd volgens het patroon van een Schotse Ruit: de huizenvormen strakke rode vlakken, de wegen zijn de zwarte draden daartussen, het water levertde blauwe draden. Een overloopstad pal naast de oude stad. Op 1 januari 1970 woondener 128.816 Amsterdammers in 37.733 huizen. Ze hadden 29 kerken, 118 permanente en 97 semi-permanente schoolgebouwen, vier ziekenhuizen en twaalf verpleeg- enverzorgingshuizen tot hun beschikking.

In de jaren negentig zijn er nog een paar nieuwe wijken bijgebouwd: deMiddelveldsche Akerpolder aan de zuidwestkant van Osdorp, Nieuw Sloten achter het Slotervaart Ziekenhuis, een nieuw buurtje langs de Oostoever van de Sloterplas enNoorderhof, het eigenaardige woonwijkje van architect Rob Krier aan de noordkant van de plas. Ook daar gelden nog steeds de wetten van de functiescheiding, maar dewooncellen in torenflats hebben plaats gemaakt voor rijen huizen-met-tuintjes.

Nieuw-West, gevormd door de vijf tuinsteden plus nog een stukje van stadsdeel Bos enLommer, is een paar jaar geleden door een groep auteurs gekwalificeerd als een ‘buurtvan goede bedoelingen’. Dat mag zo zijn, die zijn dan wel erg gauw gesmoord. De Stadvan de Toekomst aan de westvleugel van Amsterdam, het monument van de naoorlogsewederopbouw, zo groot als Arnhem, was al voordat zij goed en wel klaar was een ‘buurtvan grote problemen’. En, in tegenstelling tot het door de Nieuwe Bouwers verguisdePlan-Zuid van Berlage dat na tachtig jaar nog in al zijn glorie overeind staat, moet deschepping van Van Eesteren rigoureus op de schop worden genomen – niet zozeer omdater veel bouwkundige tekortkomingen zijn, maar vooral omdat in de buurten, door hunopzet, weinig sociale verbanden kunnen groeien.

NIEUW-WEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL48

Page 50: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Bevolking

In 1970 was Nieuw-West klaar. De stad telde

128.816 inwoners. Vanaf 1975 begon zij

alweer leeg te lopen. Het dieptepunt werd

bereikt in 1990, met 96.000 inwoners.

Daarna werd er veel bijgebouwd en nam

de bevolking weer toe. Begin 2004 woonden

er weer 128.897 mensen.

De leegloop van de eerste vijftien jaar leidde

tot ontgroening: het aantal jonge kinderen

liep sterk terug. In de jaren negentig keerden

er weer kinderrijke gezinnen terug, vooral

van Turken en Marokkanen. Resultaat is dat

Nieuw-West weliswaar minder kinderen

telt dan dertig jaar geleden, maar, net als

Zuidoost, relatief veel kinderrijker is dan

Amsterdam als geheel.

Veel opvallender is de vergrijzing van Nieuw-

West. Het aantal 65-plussers is in ruim dertig

jaar verdubbeld: van 10.251 naar 19.353,

ofwel van acht naar vijftien procent van de

bevolking. Dat staat in schril contrast met

andere delen van de stad. In Oudwest en

Oost is het aandeel van de ouderen juist

teruggelopen van bijna zestien procent naar

acht en tien procent.

Nieuw-West is het deel van de stad waar

de ouder wordende, autochtone

Amsterdammers getuige waren van de

toestroom van allochtonen. Wat in 1985 nog

het ‘witste’ deel van de stad was (met 87,4

procent autochtonen) is in twee decennia

‘zwarter’ geworden dan de rest van de stad,

op Zuidoost na. In Nieuw-West is de helft

van de bewoners van buitenlandse afkomst.

Het opmerkelijkst is de verschuiving van

concentraties van Turken, maar vooral van

Marokkanen naar het westen. In 1994 waren

er nog maar twee gebieden waar de

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NIEUW-WEST 49

1 km

Burg.

Rembrandt-park

Sloter-plas

Sloter-plas

A10

A4

CornelisLelylaan

HenkSneevlietweg

StationLelylaan

Plesmanlaan

Ookmeerweg

De Alpen

Baden Powellw

eg

Osdorperweg

Lutk

emee

rweg

Antwerpenbaan

Pieter Calandlaan

JohanH

uizingalaan

Postjesweg

Roëllstraat

Burg. De Vlugtlaan

De Savornin Lohmanstr.

J. Evertsenstr.President

Allendelaan

Geerban

Nieuwe Haagseweg

Haarlemmerweg

Samenstelling bevolking

Leeftijdsgroepen Herkomst

Amsterdam

IJ-meerA

mstel

Noord

Oudwest

Zuid

Zuidoost

Oost

Nieuw-West

Centrum

128.897 inwonersNieuw-West

0-14 jaar

15-64 jaar

65+ jaar20,5%

64,6%

15,0%

Nederlanders

Allochtonen uitgeïndustrialiseerde landen

Allochtonen uit niet-geïndustrialiseerde

landen

45,9%

6,4%

47,8%

Geuzenveld-Slotermeer40.422 inwoners

Slotervaart44.220 inwoners

Osdorp44.255 inwoners

Figuur 4.1 De bevolking van Nieuw-West naar leeftijd en etniciteit

Page 51: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Marokkaanse bevolking domineerde, vijf jaar

later waren het er elf. Het aantal Marokkanen

in de Westelijke Tuinsteden (de Kolenkitbuurt

in Bos en Lommer nog niet eens meegere-

kend) nam toe van 3674 in 1985 (3,8 procent

van de bevolking) naar 21.608 in 2004 (16,8

procent). Met andere woorden: één op de zes

inwoners van Nieuw-West is Marokkaan van

geboorte. Het aantal Turken groeide sinds

1985 van 1876 (1,9 procent) naar 13.148

(10,2 procent).

Woningen en huishoudens

Nieuw-West is oorspronkelijk gebouwd voor

jonge gezinnen. Er zijn relatief veel meer

grote woningen (vier kamers of meer) dan

in de rest van Amsterdam. In Slotervaart en

Overtoomseveld vallen twee van de drie

woningen in die categorie, in de andere

buurten bijna de helft; in heel Amsterdam

geldt dat voor slechts één op de drie huizen.

Dat weerspiegelt zich uiteraard ook in de aard

van de huishoudens. In heel Amsterdam is de

verhouding tussen gezinnen en alleenstaan-

den al bijna fifty-fifty, in Nieuw-West is die

nog twee tegen één.

In de afgelopen dertig jaar zijn er veel huizen

bijgebouwd: van 37.733 in 1970 naar 56.747

nu. Dat is een toename van vijftig procent.

De bevolking is ongeveer weer op het peil

van dertig jaar geleden. Dat betekent dat de

gemiddelde woningbezetting is gezakt van

3,41 bewoners naar 2,26 per huis. Het is nog

altijd een stuk hoger dan in heel Amsterdam

(1,96).

De totale landoppervlakte van Nieuw-West is

29,4 vierkante kilometer. Dat is 17,7 procent

van die van Amsterdam. Zeventien procent

van de Amsterdamse bevolking woont er, dus

de woondichtheid van Nieuw-West en van

de hele stad ontlopen elkaar niet zoveel.

Toch lijkt Nieuw-West ruimer. Dat komt door

de hoogbouw, die was immers bedoeld om

ruimte te creëren. Vergeleken met het aan-

grenzende Oudwest zwemmen de bewoners

van Nieuw-West in zeeën van ruimte. Nieuw-

West is 3,5 maal zo groot als Oudwest en

telt minder inwoners. De buren in Oudwest

hebben per persoon 66 vierkante meter

grondoppervlak tot hun beschikking, inclusief

straten, pleinen, parken, bedrijfsterreinen,

winkels en kantoren; de bewoners van

Nieuw-West 229 vierkante meter.

Opleiding en inkomen

Het opleidingsniveau en de inkomenspositie

van de bevolking van de Westelijke Tuin-

steden blijven achter bij die van de gehele

Amsterdamse bevolking. Gemiddeld een

kwart van de beroepsbevolking heeft niet

meer dan basisonderwijs gehad. Vooral in de

oudste delen van Nieuw-West, Geuzenveld

en Slotermeer, is het aantal laagopgeleiden

relatief hoog. Daarin wordt dit stadsdeel

alleen nog overtroffen door Bos en Lommer

en Zeeburg. Van de 32 scholen voor basis-

onderwijs zijn er veertien zwart, veertien

bijna-zwart en vier bijna-wit.

Dertig procent van de beroepsbevolking zit

op het niveau van mavo en lager beroeps-

onderwijs en slechts vijftien procent heeft

hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk

onderwijs gevolgd. Met die laatste score

bungelt Nieuw-West, met Bos en Lommer

dat er eigenlijk ook half bij hoort, onderaan

in Amsterdam – zelfs nog lager dan

Amsterdam Zuidoost.

Het gemiddeld huishoudinkomen was in 2000

766 euro hoger dan het Amsterdamse

gemiddelde. Maar dat komt weer doordat

de huishoudens groter zijn. Per hoofd van de

bevolking lag het besteedbaar inkomen ruim

elfhonderd euro lager, bijna honderd euro per

maand. Stadsdeel Geuzenveld/Slotermeer,

het oudste deel van Nieuw-West, is na Bos

en Lommer het armste stadsdeel van

Amsterdam. Daar lag het besteedbaar

inkomen per inwoner zelfs 160 euro per

maand onder het Amsterdamse gemiddelde.

Werk en werkloosheid

De werkloosheidscijfers in de Westelijke

Tuinsteden lijken, ondanks de sterke

toestroom van Turken en Marokkanen, iets

gunstiger dan in Oudwest, Oost en Zuidoost.

Begin 2004 telde Nieuw-West 8508 werk-

lozen, 11,4 procent van de beroepsbevolking

tussen 20 en 64 jaar. Voor heel Amsterdam

was het werkloosheidscijfer 10,4 procent.

Verontrustend is vooral dat de werkloosheid

zich concentreert in bepaalde wijken en dat

de daling van het aantal werklozen in de

tuinsteden veel trager verloopt dan in de hele

stad. Tussen 1 januari 1997 en 1 januari 2004

zakte het aantal werklozen in de hele stad

38,4 procent, in Nieuw-West slechts 11,3 pro-

cent. En tenslotte is het aantal WAO’ers in

Nieuw-West (8776 begin 2004) relatief ook

aanmerkelijk groter: 11,8 procent van de

beroepsbevolking tegen 10,3 procent in

heel Amsterdam.

NIEUW-WEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL50

Page 52: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Het deel van de stad waar zeventien procent

van de bevolking woont, herbergt slechts

10,7 procent van de banen in de stad. Je kunt

het ook zo zeggen: in heel Amsterdam is het

aantal banen en het aantal Amsterdammers

tussen 20 en 65 jaar met elkaar in evenwicht,

Nieuw-West staan slechts twee banen tegen-

over drie bewoners in die leeftijdscategorie.

Het is de uitkomst van de functiescheiding:

te weinig werkgelegenheid in de buurt, terwijl

er ruimte zat is.

Er is in de loop van dertig jaar op het gebied

van de werkgelegenheid erg veel veranderd

in de Westelijke Tuinsteden. Als alle banen,

ook de kleinste van een of een paar uur per

week, bij elkaar worden geteld, dan blijkt in

die periode de werkgelegenheid er sneller te

zijn gegroeid (met gemiddeld 0,95 procent

per jaar) dan in heel Amsterdam (0,27 procent).

Maar dat is een half verhaal. De banengroei in

Nieuw-West was vooral in de eerste periode

veel sterker dan elders. Dat is niet onlogisch.

De suburbanisatie leidde tot sterke banen-

groei in winkels, gezondheidscentra en scho-

len. Daar ligt geen beleid aan ten grondslag,

dat is ‘bevolkingsvolgende werkgelegenheid’.

Nieuw-West had weer veel sterker te lijden

onder de gevolgen van de economische crisis

in de jaren tachtig. Terwijl in Amsterdam en

Nederland de werkgelegenheid midden jaren

tachtig weer begon te groeien, dook Nieuw-

West diep onder de nullijn. De overloop was

klaar, de bevolking nam af, dat kostte banen,

en dat verlies werd niet gecompenseerd.

Samengevat: tot 1982 was er banengroei

zonder beleid, na 1982 was er banenverlies

-20

-10

0

10

20

30

40

50

60

AmsterdamNieuw-West

20022000199819961994199219901988198619841982

Figuur 4.2 Werkloosheid in Nieuw-West en Amsterdam, 1982-2003 (procentuele mutaties per jaar)

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NIEUW-WEST 51

-6

-5

-4

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

Nieuw-WestAmsterdamNederland

200019981996199419921990198819861984198219801978197619741972

Figuur 4.3 Banengroei in Nieuw-West, Amsterdam en Nederland, 1972-2001

(procentuele mutaties vijfjaarsgemiddelden)

Page 53: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

door gebrek aan beleid. En dat kwam weer,

doordat de politiek zich concentreerde op de

oude stadswijken die dateren uit de negen-

tiende eeuw. Door zich te storten op die

‘probleem-cumulatiegebieden’ hadden ze op

het stadhuis van Amsterdam niet in de gaten

dat Nieuw-West ook aan het ‘downgraden’

was. Na die crisisjaren bleef de banengroei in

de jaren tachtig dan ook sterk achter bij die

elders in Amsterdam. En na een opleving in

de eerste helft van de jaren negentig, zakte

de groei weer onder het niveau van heel

Amsterdam, en sloeg rond de eeuwwisseling

om in krimp.

Uit de cijfers blijkt dat Nieuw-West in drie

decennia erg veel industriële werkgelegen-

heid heeft verloren: van 9900 in 1970 naar

2200 in 2004. Daar staat tegenover dat in

de transport en zakelijke dienstverlening het

werk is gegroeid: van 10.400 naar 16.300

banen. Maar vooral in de non-profitsector

(onderwijs, gezondheidszorg) is de banen-

groei, van 9200 naar 27.800, zeer sterk

geweest – meer dan tweemaal zo groot

als in heel Amsterdam.

Op het eerste gezicht lijkt Nieuw-West, net

als Amsterdam-Zuidoost, een verzamelgebied

van grootschalige bedrijvigheid. De

gemiddelde bedrijfsgrootte is 8,2 werkzame

personen per onderneming (tien als we alle

mini-baantjes meerekenen), tegen gemiddeld

7,1 (respectievelijk negen) in heel Amsterdam.

Maar dat is gezichtsbedrog, het komt door

de concentratie van grote bedrijven

(Confectiecentrum, Mexx, IBM-hoek) langs

de A-10 West en de A-4 naar Den Haag.

De gemiddelde bedrijfsgrootte in stadsdeel

Slotervaart/Overtoomseveld (12,8 werkzame

personen) benadert die van de Bijlmer (13,3).

In de rest van Nieuw-West is de bedrijvigheid

bijna even kleinschalig (gemiddeld 4,5 banen

per bedrijf) als in de aangrenzende 19de

eeuwse wijken.

NIEUW-WEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL52

non-profit

zakelijke diensten

consumentendiensten

transport/communicatie

bouw

industrie20041970

26,5%

2,9%

17,2%

18,2%

11,6%

24,6%

4,1% 1,7%

14,2%

12,0%

16,3%

52,0%

Figuur 4.4 Banen in Nieuw-West naar sector, 1970 en 2004

Page 54: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Wooncellen slopenBegin jaren negentig schrok Amsterdam wakker. Het inzicht brak door dat de grote-

stadsproblemen van de oude buurten waren geëxporteerd naar de nieuwbouwwijken die na de oorlog met zoveel blind optimisme uit de grond waren gestampt – in delen vanAmsterdam-Noord, in de Bijlmermeer en in Nieuw-West.

In 1992 werd een Stuurgroep Aanpak Westelijke Tuinsteden in het leven geroepen, die drie jaar later de Nota Parkstad produceerde. De naam is bedoeld als program: de vijf tuinsteden, zonder duidelijke centra en zonder eigen karakter, moesten zien samen te smelten tot een eenheid. Een stad met veel groen. Parkstad dus.

Nog weer vier jaar later werd, in de Marius Bauerstraat in Overtoomseveld, een etagevan een kantoorpand ingeruimd voor Bureau Parkstad. Twintig man sterk, tot eind 2003geleid door René Grotendorst, de gedreven ex-directeur van WoningbouwverenigingAmsterdam. Opdracht: alle grote en kleine vernieuwingsplannen die in de tuinsteden wor-den uitgebroed, tot een geheel samen te smeden. Dat was a hell of a job – Grotendorsthad zeven opdrachtgevers: drie wethouders van het Waterlooplein en vier ‘portefeuille-houders’ van de aangesloten stadsdelen Geuzenveld-Slotermeer, Osdorp, Slotervaart(waarin Overtoomseveld is opgegaan) en Bos en Lommer. Bovendien waren in het gebiedveertien woningcorporaties actief.

Desondanks is de club van Grotendorst, in februari 2001, bevallen van een mooi uit-gevoerd ‘concept ontwikkelingsplan’: Richting ParkStad 2015. Daaruit bleek dat er zeerrigoureuze ingrepen op stapel staan. Het aanvankelijke plan om vijfduizend ‘wooncellen’te slopen is sterk geamendeerd, het moeten er 13.500 worden – bijna een kwart van detotale woningvoorraad. Het zou een unieke kans om eindelijk de vloek van de functie-scheiding ongedaan te maken. Even afgezien van het immense vraagstuk hoe de sloop-plannen op sociaal aanvaardbare wijze kunnen worden doorgevoerd, ze kunnen wel ruimte creëren om, zoals het in een stad hoort, wonen en werken weer te gaan mengen.

Gebeurt dat ook? Antwoord: nee.Het beeld dat naar boven komt uit de indrukwekkende stapels nota’s en deelplannen

die de ambtenaren van de diverse stadsdeelkantoren in een niet-aflatende stroom produceren, is dat van een stad die alle bedrijven van enige omvang naar de randen blijft wegduwen – naar de A-10 aan de oostflank, naar de Haarlemmerweg in het noorden, naar de ‘verlengde Zuidas’ aan de andere zijde en, in de nabije toekomst, naar deWestrandweg die over zeven jaar de omcirkeling van ParkStad moet voltooien.

Stadsdeel Geuzenveld/Slotermeer blijft in elk geval ‘voor honderd procent een woonwijk’. Ook het bestuur van Osdorp acht het stadsdeel ‘niet geschikt voor kantoor-ontwikkeling’. Het enige plan van enig gewicht is de Lutkemeerpolder achter begraafplaatsWestgaarde, als in de toekomst de Westrandweg er inderdaad komt, open te stellen voor

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NIEUW-WEST 53

Page 55: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

‘Schiphol-gebonden bedrijven’, maar wel met de voorwaarde dat er ruimte wordt gelatenvoor een ‘ecologische zone’ van veertig hectare natuurgebied. Lukt dat, dan komen ernaar schatting 4500 banen bij, maar ook weer veilig ver weg van de bewoonde wereld.

Alleen stadsdeel Slotervaart, ingeklemd tussen de Sloterplas, de A-10 West en de snelweg naar Schiphol en Den Haag, en daardoor relatief toch al rijkelijk bedeeld metgrootschalige werkgelegenheid, heeft een indrukwekkend pakket grote en kleine vernieuwingsplannen op de plank liggen. Maar ook die concentreren zich voornamelijk op uitbreiding aan de buitenkant – in de groenstrook tussen de Haagseweg en de NieuweMeer, in de IBM-driehoek en op het terrein van sportpark Riekerhaven in de verre zuid-oosthoek. En uiteraard langs de ringweg naar Zaanstad, waar overigens ook de stads-delen Bos en Lommer en De Baarsjes een eindje naar het noorden actief zijn.

Er is een vernieuwingsplan dat iets dieper de woonstad binnendringt. De sprong overde ringweg heet het plan, dat beoogt in acht jaar tijd (2003-2011) het hele gebied tussenhet Andreas Ziekenhuis en het NS Station Lelylaan overhoop te halen. De rechthoek aanweerszijden van de kille, ontoegankelijke Lelylaan zal een complete metamorfose onder-gaan. Alleen de nieuwe Queen Towers, naast het World Fashion Center, mogen blijvenstaan. Voor de rest gaat alles tegen de grond om plaats te maken voor nieuwe bedrijvenen kantoren, plus 1600 nieuwe woningen. Misschien komen daar ook nog echte stratenmet gewone activiteiten, een bakker op de hoek, een supermarkt, een paar cafés,broodjeszaken en restaurants en komt in dit hoekje weer zoiets als normaal stadsleven tot bloei. Wie weet!

Voorlopig wordt aan het ideaal van functiemenging vooral veel lippendienst bewezen –met veel kleinschalige werkgelegenheid in onderstukken van woningen (‘plinten’), inwoon-werkwoningen voor eenmanszaakjes en in bedrijfsverzamelgebouwen voor starters.Als het de bestuurders in de stadsdelen en aan het Waterlooplein dan ook nog aan moed,fantasie en samenwerkingskracht ontbreekt van het Osdorpplein-dat-geen-plein-is eenmooi, groot, open stadshart te maken dat direct aansluit op de Sloterplas, zal de schep-ping van Cornelis van Eesteren ook in de 21ste eeuw een stad-zonder-ziel blijven - eengeconstrueerde slaapstad waar geen burger warm voor loopt. •

NIEUW-WEST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL54

Page 56: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | NIEUW-WEST 55

Page 57: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

ZUID | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL56

Page 58: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

5. Zuid, de rijkste stad van Nederland

Amsterdam-Zuid, stad van bijna 130.000 inwoners tussen Amstel en Vondelpark, tussenStadhouderskade en Amstelveen, is een rijke stad: weinig werkloosheid, goed opgeleidebevolking, veel bedrijvigheid, uitstekend woonklimaat, besteedbaar inkomen per inwonerver boven het Amsterdamse gemiddelde. Zou Zuid, zo groot als ’s-Hertogenbosch, eenzelfstandige gemeente zijn, dan was het zonder twijfel de rijkste stad van Nederland.

Hoe komt dat? Eind negentiende eeuw barstte Amsterdam uit zijn voegen en zochtnaar alle kanten uitbreiding. Waarin verschilde het polderland in het zuiden, aan weers-zijden van de Boerenwetering, van het gebied ten westen van de Singelgracht of oost-waarts tussen Amstel en IJ? In niets. Toch zijn, na anderhalve eeuw, de contrasten groot.Anders dan alle andere ‘satellietsteden’ van de oude stad is Zuid een oase van welvaart –zonder eilanden of eilandjes van armoede en achterstand.

Er zijn ongetwijfeld allerlei sociologische verklaringen te construeren, maar het is waar-schijnlijker dat de welvaart van Amsterdam-Zuid de uitkomst is van een opeenvolgendereeks toevallige ontwikkelingen:1. Eerst vestigden zich rijke belastingvluchtelingen langs het Vondelpark. 2. Vervolgens vormde zich rond twee musea een aantrekkelijke woonbuurt.3. Daarna ontwierp een geniale Berlage een geniaal uitbreidingsplan in het zuiden,

waar iedereen wel wil wonen en waar iedereen die er al woont, blijft wonen. 4. Toen, na de oorlog, de ergste kwantitatieve woningnood in de Westelijke Tuinsteden was

opgevangen, kon het sluitstuk van Van Eesterens uitbreidingsplan, Buitenveldert, wordengebruikt om met relatief dure huizen de kwalitatieve woningnood het hoofd te bieden.

5. Ten slotte voltrok zich, eind twintigste eeuw, in De Pijp het wonder van de ‘gentrifica-tion’ – de transformatie van een oude arbeiderswijk tot een woonbuurt voor jonge,koopkrachtige stadsburgers.

6. En nu is, doordat Schiphol ook al aan de zuidkant van de stad grenst, midden in Zuideen splinternieuwe, prestigieuze kantorenwijk in ontwikkeling waar veel geld verdiendwordt.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUID 57

Page 59: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

BelastingvluchtIn juni 1865 werd het Vondelpark geopend. In niemandsland, op moerasgrond. Het

gebied aan weerskanten van het park behoorde voor een groot deel tot de gemeenteNieuwer-Amstel, tegenwoordig Amstelveen. Een aantal rijke burgers wilde de stad maarwat graag ontvluchten: het was er druk, benauwd, vies en het belastingklimaat werd ooksteeds ongunstiger. Aan de noordzijde van het park verschenen wel wat villa’s, maar erg veel bouwgrond was daar niet. De eeuwenoude Overtoomsevaart, waarlangs zich stinkende fabrieken hadden gevestigd, vormde een natuurlijke barrière. Maar aan deandere kant was er ruimte in overvloed. Daar groeide een villawijk die, tot op de dag vanvandaag, geldt als een van de mooiste woonbuurten van Nederland.

Die spontane concentratie van rijkdom werd gevolgd door een geplande. In 1866 ont-wierp stadsingenieur Jacobus van Niftrik een evenwichtig, ruim opgezet uitbreidingsplan,dat als een nieuwe gordel de oude stad zou omsluiten. Het werd twee jaar later door eenkortzichtige gemeenteraad weliswaar verworpen, maar een stukje werd wel uitgevoerd.Rondom drie in de polder verrijzende prestige-projecten (Rijksmuseum, Concertgebouw,Stedelijk Museum), tussen de kop van het Vondelpark en de Boerenwetering, werd eentweede buurt voor de gegoede burgerij aangelegd.

Aan de overkant van de Boerenwetering werd korte metten gemaakt met de idealenvan Van Niftrik. Daar kregen de particuliere grondbezitters vrij spel. Zij stampten een zo goedkoop mogelijke volksbuurt uit de grond, die in fantasieloosheid en kwaliteits-armoede alle andere arbeiderswijken rond de oude stad naar de kroon stak: de Pijp. Dezebuurt van arme handarbeidersgezinnen werd een oord waar studenten, artiesten, hoerenen criminelen onderdoken. Na de oorlog werd de oude, noordelijke helft van de Pijp eeneiland van overbevolking en verpaupering. De oude bewoners vluchtten naar tuinstedenen overloopgemeenten; in de jaren zeventig en tachtig maakte de massawerkloosheidvele duizenden slachtoffers onder de armste achterblijvers en de al even arme nieuw-komers (krakers, bijstandsmoeders, allochtonen).

Er zijn in die donkere tijden op het stadhuis heel wat plannen op papier gezet om dehele Noord-Pijp maar tegen de vlakte te gooien en er een nieuwe zakenwijk, met veelhoogbouw en verkeersdoorbraken, aan te leggen. Cityvorming heette dat. Het is er, dank-zij massief verzet van de bewoners, niet van gekomen. De Pijp werd de broedplaats vanhet activisme waaruit de kleinschaligheidsidealen (‘bouwen voor de buurt’) voortkwamen –in de ‘grote politiek’ gepropageerd en gerealiseerd door wethouders als Jan Schaefer enMichael van der Vlis, beiden afkomstig uit De Pijp. Daardoor is juist De Pijp het proces vansloop en nieuwbouw bespaard gebleven. En daardoor werd juist De Pijp de eerste oudewijk die het nieuwe leven van de jaren negentig opzoog.

In 1991 publiceerden twee medewerkers van het Centrum voor Grootstedelijk

ZUID | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL58

Page 60: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Onderzoek, Gerard Anderiessen en Arnold Reijndorp, een verrassend onderzoek.Dagelijks leven in de Indische Buurt heette het. Het duo beschreef hoe deze oude arbeiderswijk een metamorfose onderging door de instroom van ‘nieuwe stedelingen’ – een heterogene groep van buitenlanders, gewezen studenten, tweeverdieners.

Hun opmerkelijkste ontdekking was dat veel nieuwe stedelingen niet van buiten destad komen. Zij waren de kinderen van de nieuwbouwwijken in Noord, West enBuitenveldert, en hadden het echte stadsleven ontdekt – weliswaar minder licht, lucht enruimte, maar zo veel meer bewegingsvrijheid. Zij kozen voor het leven dat zij in hun jeugdontbeerden: met winkels en cafés in hun straat, de bioscopen en theaters van de binnen-stad op fietsafstand. Ze gingen geld verdienen, maar zochten de bevestiging van hunnieuwe status niet in een verre, dure doorzonwoning in nieuwe wijken met een eenzijdigsamengestelde bevolking. Zij leven graag tussen anderen, eten liever buiten de deur,maken graag verre reizen en richten hun huurwoninkje picobello in. En zo kon het gebeu-ren dat de oude probleemwijken van de stad opeens aan een nieuw leven begonnen.

De Pijp ging in dit proces voorop. Dat kwam doordat de wijk dicht tegen de binnenstadaanleunt. Ook doordat zij de mooiste dagmarkt van de stad bezit, de Albert Cuyp, diedagelijks twintigduizend en op mooie zaterdagen vijftigduizend klanten trekt. Maar vooraldoordat daar de bulldozers van de stadsvernieuwing geen toegang hadden gekregen,zoals in de Dapperbuurt of de Kinkerbuurt-Zuid. In De Pijp is het oude karakter van devolkswijk het best bewaard gebleven.

De aantrekkingskracht is zo groot dat De Pijp in krap vijftien jaar is getransformeerd toteen verlengstuk van de binnenstad. In De Pijp zijn 144 nationaliteiten vertegenwoordigd.Eén procent van het landelijk horeca-aanbod is in De Pijp geconcentreerd: 330 restaurantsen cafés. Als huurder kom je er niet meer in; wie vandaag in De Pijp wil wonen moet eenverdieping zien te kopen voor gemiddeld 3500 euro per vierkante meter, bijna vier ton inoude guldens voor een oude arbeiderswoning die niet zo lang geleden voor een paarhonderd gulden per maand werd verhuurd. Er zijn alweer krakers actief om het kwaad vande speculatie met goedkope huurwoningen het hoofd te bieden.

Berlage en Van EesterenDe negentiende-eeuwse buurten van Zuid staan er dus goed bij. Begin twintigste eeuw

kwam de Woningwet tot stand, die de vrije-marktkrachten op het gebied van stedenbouwen volkshuisvesting aan banden legde. Drie elementen kende de wet: een stedenbouw-kundig plan voor stadsuitbreiding, bouwkundige eisen voor woningen en subsidie om dehuren betaalbaar te houden.

De stad werd alweer te klein en Hendrik Berlage kreeg opdracht een uitbreidingsplante ontwerpen voor een brede strook aan de zuidkant van de stad, tussen de Amstel en de

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUID 59

Page 61: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Schinkel. Met zijn Plan-Zuid rekende hij af met wat hij noemde ‘de lelijkheid van de negen-tiende eeuw’. Berlage koos voor een monumentale opzet, met brede waterwegen, groteboulevards en ruime pleinen met grote gebouwen. Daartussen tekende hij bouwblokkenmet buurtstraten, hoven en kleine pleinen. Alles wat bij het stadsleven hoort kreeg eenplek toebedeeld. Berlage gaf nauwkeurig aan waar winkels, scholen, kerken, kantoren engemeenschapshuizen moesten staan, midden tussen de woningen.

Om de uitvoering van het plan te begeleiden, werd een schoonheidscommissie in hetleven geroepen. De commissieleden waren bewonderaars van een groep jonge architec-ten, die samen de Amsterdamse School vormden. Zij waren, hoewel zij zich afzetten tegende strakke bouwstijl van Berlage, net als hij, estheten. Hun liefde voor symmetrie en mooievormen, hun aandacht voor het bouwmateriaal en voor details, heeft Plan-Zuid wereld-faam bezorgd.

Er is in de Rivierenbuurt, de nieuwe Pijp, de Apollobuurt en de Stadionbuurt een woon-gebied ontstaan, dat met gemak de tand des tijds heeft doorstaan. Alles staat er nog natachtig jaar, in volle glorie. Dit deel van de stad kent geen armoedige stukjes, heeft geengrote herstructureringsplannen nodig, is nooit geteisterd door grote emigratie- en immi-gratiebewegingen en heeft dus een stabiele, doorgaans redelijk welvarende bevolking.

Wie de Scheldestraat, Beethovenstraat of Parnassusweg uit fietst, verlaat de stad vanBerlage en rijdt een andere stad binnen: die van Cornelis van Eesteren. Een anderewereld. Een anti-Berlage-wereld. Een wereld waarin de stedenbouwers en architecten vanhet functionalisme, die bij de inrichting van Plan-Zuid buiten de deur werden gehouden,afrekenden met al die ouderwetse idealen van schoonheid en functiemenging.

Eind jaren twintig richtte de grote wethouder Wibaut de afdeling Stadsontwikkelingop. De jonge architect Van Eesteren, prominent discipel van de Franse bouwmeester Le Corbusier, werd de baas. In 1934 kreeg hij opdracht een nieuw Algemeen Uitbreidings-plan (AUP) voor Amsterdam te ontwerpen. Daarin kon hij zijn droom waarmaken – die vande scheiding tussen wonen, werken, winkelen, uitgaan en vervoer; die van licht, ruimte engroen; die van eenvormigheid en hoogbouw.

De verwerkelijking van Van Eesterens AUP kwam pas na de oorlog op gang. De opera-tie begon aan de westkant, waar, om de grote woningnood het hoofd te bieden, in snel-treinvaart de vijf Westelijke Tuinsteden uit de grond werden gestampt. De Stad van deToekomst zou het worden. Het werd, nog vóór de voltooiing, een grote probleembuurt.Vervolgens was Zuid aan de beurt. Achter de in 1961 geopende Nieuwe RAI en aan genezijde van Berlages Zuider Amstelkanaal had van Eesteren net zo’n wijk ingetekend:Buitenveldert.

Toch is er een groot verschil. Werden in Nieuw-West 110 woningen per hectaregebouwd, toen Buitenveldert in de jaren zestig aan de beurt kwam was de ergste woning-

ZUID | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL60

Page 62: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

nood van de gewone man voorbij en kon er gebouwd worden voor de betere stand: 55 woningen per hectare. Dus: grotere woningen, vaak met garageboxen, minder hoog-bouw, ook kleine villa’s, twee grote parken, speelweiden voor de jeugd, bloementuinenvoor ouderen, het Amsterdamse Bos op wandelafstand.

Buitenveldert mag voor jongeren net zo saai zijn als Nieuw-West, en al evenzeer gezelligewinkelstraten en uitgaansgelegenheden ontberen, het vliegtuiglawaai van Schiphol magveel woonplezier vergallen, toch blijft de zesde tuinstad – voorlopig althans – het lot vanhaar oudere zusjes bespaard: geen leegloop, dus geen instroom van arme allochtonen, en dus ook geen grootscheepse sloop- en herbouwplannen zoals in Nieuw-West en deBijlmer. Buitenveldert, kortom, is de stabielste en welvarendste uitbreidingswijk van denaoorlogse wederopbouwjaren.

Zo is ten zuiden van de oude stad in 125 jaar de rijkste satellietstad van Amsterdamontstaan, die in veel opzichten een spiegelbeeld vormt van de ongeveer even grote satellietstad Nieuw-West. Dat is ook het verhaal dat uit de cijfers spreekt.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUID 61

Page 63: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Bevolking

Het aantal inwoners van Zuid is gedaald van

204.378 in 1970 naar 129.890 begin 2004.

Dat is een teruggang van 36 procent. In heel

Amsterdam is in die periode de bevolking met

elf procent gedaald. De bevolkingsafname in

Zuid is dus ruim drie keer zo groot geweest.

Vooral de ‘verdunning’ van De Pijp en de ver-

grijzing van Buitenveldert zijn daaraan debet.

Zuid is veel ouder dan Amsterdam. Het aantal

kinderen in Zuid is in dertig jaar meer dan

gehalveerd. Het aandeel van kinderen in de

totale bevolking is in Zuid beduidend lager

dan in heel Amsterdam: 11,8 procent tegen-

over 16,2 procent. Met de 65-plussers is het

precies andersom: 14,3 procent tegenover

11,4 procent. Dat komt door stadsdeel

Zuideramstel, waarin – door Buitenveldert –

naar verhouding tweemaal zo veel gepensio-

neerden wonen als in Oud-Zuid.

Heel opmerkelijk is ook dat, terwijl de

beroepsbevolking (15-64 jaar) in heel

Amsterdam in 2002 weer bijna op het peil zit

van drie decennia geleden, de beroepsbevol-

king in Zuid bijna dertig procent is gedaald.

Het aandeel in de bevolking van allochtonen

uit niet-geïndustrialiseerde landen is in het

welvarende Zuid natuurlijk veel lager (22,1

procent) dan in heel Amsterdam (38,4 pro-

cent). Het aantal Turken, Marokkanen,

Surinamers en Antillianen is in Amsterdam

in twee decennia, tussen 1985 en 2004,

verdubbeld (tot 183.909). In Zuid daaren-

tegen is het aantal iets gezakt (tot 13.548).

Daar staat tegenover dat het aandeel van

buitenlanders uit geïndustrialiseerde landen

(Noord-Europa, Amerika, Japan enz.) in Zuid

weer veel hoger is dan in heel Amsterdam:

15,2 tegenover 9,7 procent.

ZUID | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL62

DE PIJP

VU-Ziekenhuis

AlbertCuypmarkt

Hoofddorp-plein

OlympischStadion

RAIWTC

A10

Museum-plein

Vondelpark

Amstel-park

Beatrix-park

AmsterdamseBos

Apollolaan

Buite

nvel

dert

sela

an

Ven

Leije

nber

ghla

an

Euro

pabo

ulev

ard

Van Boshuizenstraat

Am

stel

-ve

ense

weg

De Boelelaan

Churchilllaan

Pres.Kennedylaan

Van Woustraat

Van Baerlestraat

De Lairessestraat

Stadionweg

Ceintuurbaan

Samenstelling bevolking

Leeftijdsgroepen Herkomst

Amsterdam

IJ-meer

Am

stel

Noord

Zuid

Zuidoost

Oost

Nieuw-West

Oudwest

Centrum

129.890 inwonersZuid

0-14 jaar

15-64 jaar

65+ jaar11,8%

73,9%

14,3%

Nederlanders

Allochtonen uitgeïndustrialiseerde landen

Allochtonen uit niet-geïndustrialiseerde

landen

62,5%

15,2%

22,3%

Oud-Zuid83.200 inwoners

Zuideramstel46.690 inwoners

Figuur 5.1 De bevolking van Zuid naar leeftijd en etniciteit

Page 64: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Werkloosheid

De werkloosheid is in Zuid beduidend minder

dan in heel Amsterdam. Eind 2003 telde Zuid

6804 werklozen (7,5 procent van de beroeps-

bevolking van 20 tot 64 jaar). Voor heel

Amsterdam bedroeg het aantal werklozen

51.648 (10,4 procent). Een verschil van 2,9

procentpunt lijkt misschien niet veel, maar als

Amsterdam er net zo zou voorstaan als Zuid,

zou dat twintigduizend werklozen schelen.

Het aantal WAO’ers in Zuid (9 procent) ligt

ook bijna anderhalf procentpunt lager dan in

heel Amsterdam (10,3 procent).

Een zeer verrassend beeld levert de vergelij-

king met Nieuw-West op. Twintig jaar geleden

werd Nederland getroffen door een diepe

economische depressie, die vooral in de grote

steden een explosie van werkloosheid veroor-

zaakte. De slachtoffers waren vooral te vinden

in de oude negentiende-eeuwse wijken, dus

ook in De Pijp. De tuinsteden, waar relatief

veel jonge ‘modale’ gezinnen woonden,

kwamen er aanvankelijk nog goed af.

In 1983 telde Zuid meer dan tweemaal zo veel

werklozen als Nieuw-West. In de jaren tachtig

groeide in Nieuw-West het aantal werklozen

minder snel dan in Zuid en begon eerder en

sterker te dalen. In de economisch betere

jaren negentig daarentegen was de ontwikke-

ling tegenovergesteld: terwijl in Zuid het aan-

tal werklozen, met een korte onderbreking,

vrijwel gestaag daalde, vond in Nieuw-West

een explosieve toename plaats. In Zuid is in

2001 het aantal werklozen vrijwel terug op het

niveau van 1983, in Nieuw-West is het aantal

bijna 2,5 keer zo groot.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUID 63

-20

-10

0

10

20

30

40

50

60

AmsterdamZuid

20022000199819961994199219901988198619841982

Figuur 5.2 Werkloosheid in Zuid en Amsterdam, 1982-2003 (procentuele mutaties per jaar)

-6

-5

-4

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

ZuidAmsterdamNederland

200019981996199419921990198819861984198219801978197619741972

Figuur 5.3 Banengroei in Zuid, Amsterdam en Nederland, 1972-2001 (procentuele mutaties vijfjaarsgemiddelden)

Page 65: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Werkgelegenheid

In Zuid woont 17,6 procent van de

Amsterdamse bevolking, maar deze satelliet-

stad herbergt bijna een kwart van alle

bedrijven en 19 procent van alle banen en

baantjes in de stad.

De werkgelegenheid in Zuideramstel

(Rivierenbuurt, Buitenveldert) verschilt sterk

van die in Oud-Zuid (Pijp, Museumbuurt,

Concertgebouwbuurt, Stadionbuurt en

Schinkelbuurt). Zuideramstel telt, dankzij de

Zuidas, veel grote bedrijven en instellingen.

De gemiddelde bedrijfsomvang is daar 9,8

volledige banen. In Oud-Zuid is het precies

omgekeerd: daar is het met 4,3 banen per

bedrijf kleinschaligheid troef. Dat ligt ook

voor de hand: de detailhandel in Oud-Zuid is

oneindig veel talrijker dan in Zuideramstel.

Als alle banen, inclusief minibanen van minder

dan twaalf uur per week, worden geteld,

geldt voor heel Zuid een gemiddelde bedrijfs-

omvang van zeven werkzame personen, twee

minder dan het Amsterdamse gemiddelde.

In vijfendertig jaar is de werkgelegenheid

in Zuid sterk van karakter veranderd. De

industrie en bouw hebben bijna tweederde

van de banen verloren: 12.900 in 1970 naar

4600 in 2004. Transport/communicatie (rond

tienduizend banen) en consumentendienst-

verlening (rond twintigduizend banen) zijn

qua omvang bijna gelijk gebleven. De zake-

lijke dienstverlening (banken, verzekeraars,

makelaars enz.) daarentegen is bijna verdub-

beld: van 13.800 naar 25.700 banen.

Overigens zijn in deze sector in het ‘rampjaar’

2003 harde klappen gevallen: in één jaar

gingen 2400 banen verloren (- 8,5 procent).

De tweede grote groeier in Zuid is de non-

profitsector: van 18.900 naar 36.500 banen.

Welvaart en opleiding

Een inwoner van Zuid, van baby tot bejaarde,

had in 2000 gemiddeld 2950 euro per jaar

meer te besteden dan in heel Amsterdam.

Dat komt neer op bijna 250 euro per maand

per persoon.

Het gemiddelde opleidingsniveau in Zuid is

ook hoog. Op dit punt wordt Zuid eigenlijk

alleen overtroffen door de binnenstad.

Ongeveer dertig procent van de bevolking

is laag opgeleid, dertig procent heeft een

middelbare opleiding, veertig procent een

hbo- of academische opleiding.

Wonen

Het aantal grote woningen is vooral in

Zuideramstel opmerkelijk groot; daar is ook

meer eigen-woningbezit dan elders. Voor

heel Zuid geldt dat de verhouding particuliere

huur/sociale huur (49/33 procent) een spiegel-

beeld vormt van die in Amsterdam (28/55

procent).

Het aantal woningen in Zuid is in dertig jaar

nauwelijks toegenomen: van 71.492 in 1970

naar 74.255 in 2003 . In heel Amsterdam is

de woningvoorraad ruim dertig procent

gegroeid. In 1970 was de gemiddelde

woningbezetting in Zuid (gemiddeld 2,86 per-

sonen per woning) hoger dan in Amsterdam

(2,56). Ruim dertig jaar later is het beeld

gekanteld: in Zuid telt een woning gemiddeld

1,73 bewoners, in Amsterdam 1,96 bewoners.

Ook dat lijkt een verwaarloosbaar verschil,

maar als de woningbezetting in heel

Amsterdam dezelfde zou zijn als in Zuid, dan

zou de stad bijna negentigduizend inwoners

minder tellen.

ZUID | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL64

non-profit

zakelijke diensten

consumentendiensten

transport/communicatie

bouw

industrie20041970

11,6%

5,2%

14,2%

26,7%

17,9%

24,5%

3,1% 1,8%8,6%

19,8%

27,5%

39,1%

Figuur 5.4 Banen in Zuid naar sector, 1970 en 2004

Page 66: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

ZuidasZuid lijkt af. Maar dat is niet zo.In april 1991 staakte Amsterdam zijn verzet tegen de bouw van een nieuw hoofd-

kantoor van ABN Amro aan de A-10 Zuid. Dat verzet was goed verklaarbaar. Niet zozeeromdat voor de bouw een paar sportvelden moesten sneuvelen. Belangrijker was dat hetde doodsteek betekende voor de IJ-oeverplannen, waarin het stadsbestuur zich had vast-gebeten. Bovendien zou het nieuwe kantoor de vestigingen van de bank aan hetRembrandtplein en in de Vijzelstraat leegzuigen, waarmee de onttakeling van de binnenstad bezegeld leek. Toen de bank dreigde uit te wijken naar de A-9 in Amstelveen,zwichtte de gemeente.

Dat was het startsein voor de ontwikkeling van een van de snelst groeiende bedrijven-terreinen ooit: de Zuidas. Na de verkiezingen van 1994 besloot de gemeente een ‘integraal plan’ te laten ontwerpen, in januari 1998 was het ‘masterplan’ klaar, een paarmaanden later benoemde het rijk de Zuidas tot ‘nieuw sleutelproject’ en in de zomer van 2001 tekenden Amsterdam en het rijk een convenant voor de ontwikkeling van een‘nieuw stedelijk centrum’.

Terwijl de ambtenaren ‘visies’ op papier zetten of lieten zetten, draaiden de aannemersoveruren. In tien jaar tijd verrees, tussen de stad van Berlage en de stad van Van Eesteren,een prestigieuze kantorenwijk met veel on-Amsterdamse imponeerbouw. In 2002 werd de laatste parel aan de kroon gevoegd, het ING House (‘strijkijzer’, ‘klapschaats’, ‘kruimel-dief’) aan de Amstelveenseweg, tegenover het VU-ziekenhuis – je moet het maar mooivinden. En in de zomer van 2004 werd het vernieuwde, uitgebreide World Trade Centerfeestelijk geopend, met het nieuwe Zuidplein, bij het kruispunt van de ‘Berlage-as’(Minervalaan) en de A-10. Dit plein moet het hart worden van het nieuwe woon-werk-gebied aan de Zuidas.

De Zuidas, die Amsterdam definitief aan Schiphol vastklit, heeft vervolgens de besluit-vorming over uitbreiding van het metronet in een stroomversnelling gebracht. De uitbrei-ding heet Noord/Zuidlijn, maar zou Zuid/Noordlijn moeten heten. Want niet het isolementvan Amsterdam-Noord, maar de economische druk van Amsterdam-Zuid heeft de door-slag gegeven. Die ingreep zal, net als de Zuidas zelf, het karakter van Amsterdam-Zuidgrondig veranderen. In 2010 moet de metro rijden.

Eerst is, in het hartje van De Pijp, de Ferdinand Bolstraat tussen de Albert Cuypmarkten de Ceintuurbaan, behalve voor voetgangers, hermetisch op slot gegaan. Er komt een gigantische bouwput voor de aanleg van een 26 meter diep metrostation met tweeperrons boven elkaar. Daarna gaat het Europaplein voor het RAI-complex op de schopvoor een tweede station in Zuid.

Het derde station is er al: het waaierige, kille station Zuid/WTC, dat nu dagelijks ruim

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUID 65

Page 67: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

vijftigduizend passagiers verwerkt. Dat moet worden herbouwd tot een ‘topstation’ voorgewone en hogesnelheidstreinen, trams, metrostellen, autobussen en shuttles, waar in detoekomst dagelijks een kwart miljoen passagiers hun weg moeten zoeken.

Amsterdam wil daar, aan de Zuidas, eigenlijk de hele infrastructuur – zes trein- en viermetrosporen, plus een verbrede A-10 – onder de grond wegwerken, anderhalve kilometerlang. Voor dat ‘dokmodel’ moeten rijk, stad, NS, ABN Amro en ING samen drie miljardeuro bijeen zien te sprokkelen. Pas dan zou, zo dromen de ruimtelijke ordenaars, deZuidas, met een oppervlakte van 2,5 vierkante kilometer (bijna zestien procent van detotale oppervlakte van Zuid), de stad van Berlage en de stad van Van Eesteren tot ééngeheel aaneensmeden.

Dat zijn grote plannen, die alle andere economische vernieuwingsplannen overschadu-wen. Die zijn er wel. Zuid is, op Buitenveldert na, rijk aan goede winkelstraten. Die kunnensoms wel een opknapbeurt gebruiken. Daarvoor worden veel nota’s geschreven, programsvan eisen opgesteld, plannen van aanpak uitgestippeld en convenanten getekend.

Er zijn ideeën om de Albert Cuypmarkt te overdekken en naar zijstraten uit te breiden,er is een gevel- en plintenplan voor het Gerard Douplein in De Pijp, daarachter komt misschien ooit een winkelpassage naar de Stadhouderskade. Met heel wat minder poehadan aan de Zuidas wordt het vergeten industriegebied aan de Schinkel opgelapt. Ook tussen het Olympisch Stadion en de Havenstraat, het enige rommelbuurtje van Zuid, is van alles aan de gang.

Grootschalige ingrepenConclusie: Zuid is een rijke stad en een bruisende stad. Maar ook een probleemloze

stad? Nee, toch niet.Om te beginnen de Zuidas. Daar werken nu ongeveer 23.000 mensen. Dat levert al

enorme verkeersstromen op; de A-10 Zuid zit grote delen van de dag potdicht. Als alleplannen met de Zuidas worden gerealiseerd, zullen er over 25 jaar bijna driemaal zo veelmensen werken en ook nog eens ruim dertienduizend mensen wonen. In plaats van een‘brug’ te worden tussen Oud-Zuid en Buitenveldert, dreigt de Zuidas, nog veel meer dannu al het geval is, een wig te drijven tussen die twee delen van Zuid.

Maar nog veel nijpender wordt de vraag: hoe komen de werknemers, bezoekers enbewoners er en hoe kunnen ze er weer weg? En: hoe komen de passanten erlangs? Ook alwordt de capaciteit van het openbaar vervoer vervijfvoudigd, dan nog zal het autoverkeerexplosief toenemen. Waar worden ze geparkeerd? In Buitenveldert? In de Rivierenbuurt?In de Stadionbuurt? Welke sluiproutes worden gevonden? Als er een derde afslag komt bijde Beethovenstraat, welke doorbraken worden er dan geforceerd?

De allerbelangrijkste vraag is nog: wie beslist hierover? De Zuidas is een zogeheten

ZUID | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL66

Page 68: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

‘grootstedelijk project’. Dat betekent dat de ‘centrale stad’, dat is het stadhuis aan hetWaterlooplein, alle verantwoordelijkheden naar zich heeft toegetrokken – voor de grond-exploitatie, de inrichting van het gebied, de woningbouw. Stadsdeel Zuideramstel mag deopenbare ruimte beheren: ervoor zorgen dat die schoon, heel en veilig blijft.

Maar de verkeersoverlast – nu al van het bouwverkeer – treft de omwonenden inBuitenveldert en Oud-Zuid. Wie beschermt hun eigen buurt, die straks voor henzelf steedsontoegankelijker, drukker en lawaaieriger dreigt te worden? De stadsdeelbestuurders, die één keer per kwartaal bij het ‘Bestuurlijk Overleg Zuidas’ mogen aanschuiven om vrijblijvend mee te praten?

Een soortgelijk probleem – het spook van de grootschaligheid in een stad die een brei-werk is van kleinschaligheid – gaat zich mogelijk voordoen in De Pijp door de aanleg vande Noord/Zuidlijn. Natuurlijk, er is een ‘straatmanager’ aangesteld om de middenstand tebegeleiden die jaren tegen de bouwput zit aan te kijken van het station in de FerdinandBolstraat. En zeker, als de metro rijdt, kunnen de winkeliers en restauranthouders in DePijp veel nieuwe klanten van buiten de buurt tegemoet zien. Maar wie garandeert dat overtien jaar juist die detailhandel en die horeca nog in leven is, die De Pijp vandaag zo popu-lair maakt? De nieuwe welvaart van deze voormalige achterbuurt is erg broos. Zoals dieopleving door niemand is voorzien, zo valt evenmin te voorspellen of zij standhoudt.

En ten slotte een probleem van een heel andere orde: de vergrijzing van Buitenveldert.Meer dan de helft van de bevolking is ouder dan vijftig jaar, tweemaal zo veel als in heelAmsterdam. Eén op de acht inwoners is 80-plusser. Buitenveldert is een wijk die dreigt uitte sterven.

Voor de Buitenveldertse hoogbouwflats bestaan geen herstructureringsplannen (sloopen lage nieuwbouw) zoals in de Westelijke Tuinsteden en de Bijlmer. Wie wil daar strakswonen? De druk op de Amsterdamse woningmarkt mag groot zijn, maar de belangstellingvan starters, doorstarters en goedbetaalde nieuwkomers gaat toch vooral uit naar hetdichtbevolkte woongebied binnen de Ringweg rond de stad.

Waar gaan de minder kapitaalkrachtige Amsterdammers heen die langzaam maar zekernaar buiten worden gedrukt? Naar Buitenveldert misschien? Zoals arme buurten opeensrijk kunnen worden, kunnen rijke buurten verarmen.

Amsterdam-Zuid, zo groot als ’s-Hertogenbosch, is de rijkste stad van Nederland. Dat dankt Zuid aan de hoge mate van leefbaarheid. Als die leefbaarheid wordt bedreigd,door grootschalige ingrepen en door onbeheersbare verhuisbewegingen, kan de balanszó weer naar de andere kant doorslaan. •

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUID 67

Page 69: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

ZUIDOOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL68

Page 70: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

6. Zuidoost, de onoverzichtelijkste stadvan Nederland

Begin jaren dertig reisde Charles Éduard Jeanneret, beter bekend als Le Corbusier,schilder, architect en stedenbouwkundige, naar de Verenigde Staten. Toen de Zwitser dehaven van New York binnenvoer en de bonte verzameling wolkenkrabbers van Manhattanzag, riep hij in extase uit: ‘Ik ben een Amerikaan!’ Later bekoelde zijn geestdrift. Hij vondde gebouwen eigenlijk te klein en ze stonden te dicht op elkaar, maar vooral de chaotischedrukte in de straten van New York stond hem tegen.

In 1933 publiceerde Le Corbusier La Ville radieuse, een vervolg op het elf jaar eerderverschenen boek La Ville contemporaine, waarin hij brak met alle traditionele wetten vande stedenbouw. In zijn ‘stralende stad’ moesten orde en rust heersen, en daarom moestde straat wijken voor het superwoonblok. ‘Onze straten hebben geen functie meer,’ aldusLe Corbusier. ‘Straten zijn een verouderd begrip. We moeten iets scheppen om hen te vervangen. Om te ademen! Om te LEVEN! Het bestaande idee van een straat moet worden vernietigd: DOOD AAN DE STRAAT! DOOD AAN DE STRAAT!’

Het gebruik van hoofdletters, uitroeptekens en herhalingen wijst erop dat hier eennieuw geloof werd gepredikt, een revolutie. Het heeft even geduurd, maar veertig jaarlater werd die droom van een stad-zonder-straten werkelijkheid. In Amsterdam, in eenoude polder ten zuidoosten van de stad. Dat was niet toevallig, want juist in Nederlandwoonden en werkten de trouwste discipelen van de Zwitserse profeet, en de prominent-ste onder hen, Cornelis van Eesteren, bezette een sleutelfunctie in Amsterdam.

Eind jaren twintig naderde Plan-Zuid, het grote uitbreidingsplan van de grote Berlage,zijn voltooiing. De stad moest verder groeien. Wethouder Floor Wibaut richtte in 1928binnen de gemeentelijke dienst Publieke Werken een aparte, autonome afdelingStadsontwikkeling (SO) op en hij stelde de architect Van Eesteren aan als directeur.

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUIDOOST 69

Page 71: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

De jonge stadsbouwmeester werd twee jaar later voorzitter van het door Le Corbusier inhet leven geroepen Congrès International des Architectes Modernes (CIAM), dat in 1933in Athene het handvest van de ‘functionele stad’ opstelde.

De stad van de toekomst zou de stad van de autobezitters zijn, en dat bood ongeken-de mogelijkheden: het werk hoeft niet meer dicht bij huis te zijn, mensen hoeven nietmeer te winkelen of uit te gaan in hun eigen straat. De functionele stad is de stad waarindie functies zijn gescheiden en geconcentreerd in aparte woon-, werk- en uitgaansgebie-den. Dat schept rust rond de plek waar je woont, en als dan ook nog gekozen wordt voormassieve hoogbouw, ontstaan zeeën van ruimte en licht voor de bewoners.

Gewapend met deze idealen hebben Van Eesteren en zijn medewerkers vanStadsontwikkeling de Westelijke Tuinsteden en Buitenveldert ontworpen, nieuwe, moderne woonwijken waarin de ‘functiescheiding’ met straffe hand werd doorgevoerd.Maar ze waren nog niet volmaakt – er waren nog straten met verkeerslawaai, lucht-vervuiling, onveilige kruispunten. Die moesten ook nog weg.

In de jaren zestig diende die kans zich aan. Stadsontwikkeling had berekend dat destad zich, alle bouwactiviteiten in Noord, Nieuw-West en Nieuw-Zuid ten spijt, verdermoest uitbreiden. De woningvoorraad in de oude binnenstad was zo deplorabel dat vijftigduizend woningen gesloopt moesten worden. Op de vrijkomende grond zoudenmaar tienduizend nieuwe huizen kunnen worden gebouwd, zodat elders naar ruimtemoest worden gezocht voor veertigduizend woningen.

Het oog viel op het gebied waar Amsterdam in het grijze verleden, toen deBijlmermeer nog niet was drooggemalen, zijn afval en havenslib dumpte. Het polder-gebied lag echter buiten de gemeentegrenzen. Het zou bij Amsterdam gevoegd moetenworden, maar daar voelden ze in Den Haag niets voor. Het kostte negen jaar politiekestrijd en intensief lobbywerk, vooral van de in dit opzicht zeer bedreven burgemeester Gijsvan Hall, maar in de zomer van 1966 kon bij Stadsontwikkeling het glas worden geheven.

De bouwers konden meteen aan de slag. Het gebied was al opgespoten met zand uitde Vinkeveense Plassen, de maquettes van de nieuwe stad waren al geëxposeerd, destadsbestuurders – het college van b. en w. én de enthousiaste gemeenteraad – stondenunaniem achter de plannen. ‘Nergens ter wereld is tot nu toe een mooiere en modernerestad van een dergelijke omvang tot uitvoering gekomen,’ jubelde Van Hall. ‘De kans ligter: het project voor het prettigste woonoord dat zich laat denken.’

Niet iedereen was daarvan overtuigd. Juist in de jaren waarin de linkse volkshuisvestersalom bijval oogstten voor hun gedurfde aanpak, kwam een tegenbeweging op gang. Die werd in Amerika ingeleid door een vrouw die in New York de geborgenheid van hetgrotestadsleven had leren liefhebben: Jane Jacobs. In 1961 publiceerde zij haar boek TheDeath and Life of Great American Cities – één lange, geëmotioneerde, maar theoretisch

ZUIDOOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL70

Page 72: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

zeer goed onderbouwde aanval op de unurban urbanization van de functiescheiders,blokkenbouwers en groenfetisjisten.

Jacobs beschreef pijnlijk nauwkeurig hoe de samenleving in de nieuwe hoogbouw-wijken aan de randen van de steden, waar niemand meer op elkaar let en waar niemandmeer zijn broeders hoeder hoefde te zijn, ontwricht raakte. Haar analyses werden onder-steund door een wassende stroom kritische studies en rapporten over hoogbouwervarin-gen die in het buitenland, maar óók in Nederland en in Amsterdam, werden uitgebracht.Zelfs de Amsterdamse Woningdienst waarschuwde.

TekentafelstadStadsontwikkeling bleef stokdoof. De erfgenamen van Le Corbusier en Van Eesteren

lieten zich niet van de wijs brengen. ‘Niet het verpestende stadsverkeer, maar de rustigenatuur zal de sfeer in de Bijlmermeer bepalen. In de toekomst zal men in de stad de nachtegaal horen zingen,’ klonk het in een folder van de Federatie van Woningbouw-verenigingen. Zo moest het worden: dertienduizend ‘inrichtingen voor de huisvesting’ in dertig kolossale woonblokken, omgeven door drie soorten groen (‘wijkgroen’, ‘buurt-groen’ en ‘kijkgroen’ aan de voet van de flats) en voorzien van gigantische parkeer-garages.

Het woongebied kreeg drie soorten wegen: primaire autowegen, kruisingsvrij daaronderdoor verhoogde secundaire wegen (‘dreven’) en dáár weer onderdoor, op de hoogte van het ‘maaiveld’, fiets- en voetpaden, ook gescheiden van elkaar. En ten slotte,in de blokken zelf, lange ‘binnenstraten’ die leiden naar liften en ‘collectieve ruimtes’.

Licht, lucht, rust, ruimte, ordelijkheid, overzichtelijkheid, eenvormigheid waren de dogma’s van de priesterkaste op het Wibauthuis. Zij bouwden voor de nieuwe midden-klasse – grote ‘ wooneenheden’ voor het gezin van Jan Modaal. Voor iedereen gelijk, wantalle mensen zijn gelijk. En voorzover ze niet gelijk zijn, zou je het aan de buitenkant nietzien. Geen experimenten, alles bemeetbaar – evenveel vierkante meters openbaar groenper huishouden, evenveel parkeerruimte, evenveel zonlicht.

De ironie van de geschiedenis is dat de tekentafelstad van de vooruitgangskerk zichheeft ontwikkeld tot de alleronoverzichtelijkste stadswijk van Nederland. Er wonen burgers die uit alle windstreken van de wereld afkomstig zijn. Iedereen is anders, niemandis gelijk. Jan Modaal woont er niet, wel veel alleenstaanden en eenoudergezinnen, die éénding wel gemeen hebben: een submodaal inkomen.

Bovenal is het een wijk waar de statistieken niet kloppen. De Amsterdamse dienstOnderzoek en Statistiek levert natuurlijk wel, zoals voor elke buurt en voor elk stadsdeel,jaarlijks stromen cijfers over Amsterdam-Zuidoost, maar die cijfers vertellen maar de halvewaarheid. Want hoeveel mensen wonen écht in de torenflats van de Bijlmer? Wie is

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUIDOOST 71

Page 73: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Nederlander en wie is allochtoon? Hoeveel werkloosheid blijft verborgen? En hoeveel verborgen werk bestaat er? Er zijn bijstandsgerechtigden die de weg naar de socialedienst niet kennen of niet durven inslaan en er zijn bijstandsontvangers die hun bijstandaanvullen – wie kent hen bij de overheidsinstanties?

Toch loont het de moeite de officiële cijfers te bekijken. Ook de halve waarheid is inte-ressant. Wat Zuidoost onderscheidt van de vijf andere satellietsteden rond de oude stad,is dat de eerste bewoners zich er pas 35 jaar geleden vestigden. Dat betekent dat de cijfers in de aanvangsjaren zulke bizarre reuzensprongen maakten dat een vergelijking met andere delen van de stad nauwelijks te maken valt.

ZUIDOOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL72

Page 74: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Bevolking

Eind 1968, twee jaar nadat Amsterdam de 22

vierkante kilometer bouwgrond had mogen

inlijven van de gemeente Weesperkarspel,

een door Diemen en Duivendrecht van de

stad afgescheiden gebied, kwamen de eerste

Amsterdammers er wonen. Zes jaar later telde

de Bijlmermeer ruim dertigduizend inwoners

en in 1980 ruim vijftigduizend. Toen was de

helft van Zuidoost klaar. In de daarop volgen-

de tien jaar werden aan de noordkant de

Venserpolder en aan de zuidkant Gaasperdam

volgebouwd. In 1990 werd het hoogste aantal

inwoners geteld: 88.380.

Daarna volgden tien jaren van sloop en

vervangende nieuwbouw en zakte het aantal

inwoners tot 81.978 begin 2004. Het geeft

wel een verrassend beeld. Toen Zuidoost

uitbundig groeide, kromp het aantal inwoners

van de stad Amsterdam, en, omgekeerd, toen

in de jaren negentig de bevolking van de

totale stad weer toenam, kromp die in

Zuidoost. Dat neemt niet weg dat in die oude

polder een stad is ontstaan van de omvang

van Hilversum.

De leeftijdsopbouw van de bevolking in

Zuidoost wijkt ook af van het Amsterdamse

gemiddelde. Weliswaar is het aandeel van de

jongeren in de loop van dertig jaar iets minder

geworden en van de 65-plussers toegenomen,

maar Zuidoost is toch heel wat groener en

heel wat minder grijs dan de rest van de stad.

Even opmerkelijk is dat er relatief veel minder

alleenstaanden wonen in Zuidoost (36 procent

van de huishoudens) dan in Amsterdam in zijn

geheel (45 procent). Maar daar staat tegen-

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUIDOOST 73

Driemond

A9

A9

A2

Gaasperplas

AMC

Arenastation Bijlmer

PARK

BIJLMER-

Ganzenhoef

Strandvliet

Venserpolder

Bullewijk

Gein

Holendrecht

Kraaiennest

Gaasperplas

Reigerbos

Bijlmerdreef

Hoogoord-

dreefHoogoord-

dreefHoogoord-

dreef

Daalwijkdreef

Karspeldreef

Schoonhovendreef

Gaasperdammerweg

1 km

Gooiseweg

GEINGEIN

HOLENDRECHT/REIGERSBOS

HOLENDRECHT/REIGERSBOS

AMSTEL III/BULLEWIJKAMSTEL III/BULLEWIJK

BIJLMEROOST

BIJLMEROOST

BIJLMERCENTRUMBIJLMER

CENTRUM

GEIN

HOLENDRECHT/REIGERSBOS

AMSTEL III/BULLEWIJK

BIJLMEROOST

BIJLMERCENTRUM

NELLESTEIN

Samenstelling bevolking

Leeftijdsgroepen Herkomst

Amsterdam

IJ-meer

Am

stel

Noord

Zuid

Oost

Nieuw-West

Oudwest Centrum

81.978 inwonersZuidoost

0-14 jaar

15-64 jaar

65+ jaar20,6%

71,2%

8,3%Nederlanders

Allochtonen uitgeïndustrialiseerdelanden

Allochtonen uit niet-geïndustrialiseerde

landen

29,8%

4,8%65,4%

naarCentrum

Figuur 6.1 De bevolking van Zuidoost naar leeftijd en etniciteit

Page 75: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

over dat één op de vijf gezinnen een huishou-

den is met één ouder – tweemaal zo veel als

in heel Amsterdam.

Tweederde deel van de bevolking van

Zuidoost is afkomstig uit niet-geïndustriali-

seerde landen, ook bijna tweemaal zo veel als

in heel Amsterdam. In Zuidoost zijn ongeveer

honderd nationaliteiten vertegenwoordigd.

Er wonen betrekkelijk weinig Turken en

Marokkanen, maar daarentegen erg veel

Surinamers en Antillianen. Die vormen

gezamenlijk veertig procent van de bevolking

van Zuidoost, en misschien wel meer, want

derdegeneratiekinderen worden als

Nederlanders geteld.

Er hebben zich veel immigranten gevestigd

uit andere niet-industrielanden in Azië, Afrika

en Oost-Europa – bij elkaar bijna eenvijfde

deel van de bevolking. De grootste groep

onder hen zijn de Ghanezen, die vooral in

de tweede helft van de jaren negentig naar

Amsterdam zijn gekomen. Zij vormen, na de

Surinamers, veruit de grootste bevolkings-

groep. Hoeveel Ghanezen exact in Zuidoost

wonen is niet bekend, want er zijn er nogal

wat die niet staan ingeschreven, maar het

aantal wordt toch op ten minste tienduizend

geschat.

Welvaart en opleiding

De Bijlmermeer is volgebouwd voor de

middenklasse; dat werd versterkt toen vervol-

gens ten zuiden van de Gaasperdammerweg

wijken verrezen met koopwoningen en veel

traditionele laagbouw. De werkelijkheid is

dat het besteedbare inkomen per inwoner

aanmerkelijk lager is dan het Amsterdamse

gemiddelde: tienduizend euro per jaar tegen

11.600 euro (in 2000). Dat is dertig euro per

week per persoon minder. In de Bijlmermeer

zelf is het besteedbare inkomen per inwoner

zelfs nog ruim tien euro lager.

Het aantal bijstandsontvangers in Zuidoost

(dertien procent van de bevolking) ligt dan

ook aanmerkelijk hoger dan in de rest van

Amsterdam (5,5 procent). Toch is de Bijlmer

bij lange na niet de armste buurt van

Amsterdam: de Indische Buurt, Bos en

Lommer, de Vogelbuurt in Noord,

Geuzenveld, Osdorp-Midden, Overtoomse

Veld en de Transvaalbuurt zijn armer.

De bevolking is laag opgeleid: zes van de tien

volwassenen hebben niet meer dan basis-

of lagerberoepsonderwijs gevolgd. In heel

Amsterdam is dat het geval bij vier van de

tien volwassenen. Maar opnieuw geldt dat

Zuidoost lang niet onderaan bungelt: het

opleidingsniveau in de Westelijke Tuinsteden

en in Noord is – althans volgens de officiële

statistieken – nog lager.

Er zijn stedenbouwers en economen die ruim-

te in de woonomgeving ook tot de persoon-

lijke welvaart rekenen. Als dat waar is, komen

de bewoners van Zuidoost erg goed aan hun

trekken: het is, met 1868 woningen per vier-

kante kilometer, veruit de dunst bebouwde

‘satellietstad’ van Amsterdam. Vergelijk dat

eens met Oudwest (8277 woningen) en Zuid

(4685).

De woningen zijn groot, de woonomgeving is

ruim, maar de keerzijde van de medaille is dat

de huren relatief hoog zijn. En dat brengt met

zich dat er erg veel onderverhuur is (hoeveel

weet niemand) én dat Zuidoost kampioen is

met het aanvragen van huursubsidie. Volgens

de laatste tellingen vroegen 13.895 huis-

houdens huursubsidie aan. Dat wil zeggen

dat méér dan veertig procent van de huur-

woningen met subsidie wordt bewoond;

in de rest van Amsterdam geldt dat voor

minder dan een kwart van de woningen. Het

gemiddelde huursubsidiebedrag in Zuidoost

(157 euro per maand) ligt dan ook ruim dertig

euro boven het Amsterdamse gemiddelde.

Werk en werkloosheid

De groei van de werkgelegenheid was in

dertig jaar enorm. Die kwam in de jaren

tachtig pas echt op gang, doordat aan de

westzijde van de spoorlijn Amsterdam-Utrecht

in razend tempo het industriegebied Amstel

III tot ontwikkeling kwam. In 1980 telde

Zuidoost zegge en schrijve 3700 banen en

baantjes, vijf jaar later waren het er 18.900 en

in 1990 was de werkgelegenheid opgelopen

tot 49.000 banen. Na die explosie volgde

in de jaren negentig nog een geleidelijke

toename tot 58.000 in 2004.

De groei was voornamelijk te danken aan de

zakelijke dienstverlening: die sector vertien-

voudigde zich in twintig jaar tot bijna 21.000

banen, meer dan eenderde deel van de totale

werkgelegenheid in Zuidoost. De tweede

bedrijfstak is de non-profitsector (17.100), en

dat is vooral te danken aan de vestiging van

het Academisch Medisch Centrum tegenover

Holendrecht. De dienstverlening aan consu-

menten (winkels, horeca, reparatiebedrijven)

is sterk ondervertegenwoordigd: met 9300

banen neemt deze sector een tamelijk mage-

re zestien procent van de werkgelegenheid

ZUIDOOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL74

Page 76: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

voor zijn rekening (tegen ruim twintig procent

in heel Amsterdam).

Eigenlijk zijn alle bedrijfstakken in vergelijking

met Amsterdam ondervertegenwoordigd;

alleen de zakelijke dienstverlening is sterk

oververtegenwoordigd. Dat blijkt ook uit

de gemiddelde omvang van de bedrijven.

Zuidoost herbergt relatief veel grote kan-

toren. Per bedrijf zijn er gemiddeld vijftien

personen werkzaam; in heel Amsterdam

gemiddeld negen.

Dat verklaart voor een belangrijk deel de

grote werkloosheid waarmee Zuidoost lange

tijd te kampen had. Het aantal banen groeide

vooral in grote kantoren (banken, verzeke-

raars, vastgoed, ict), die relatief weinig plaats

hadden voor de laag opgeleide bevolking aan

gene zijde van de spoorlijn. In de tweede helft

van de jaren tachtig en de eerste helft van de

jaren negentig leek zich in Zuidoost een socia-

le ramp te voltrekken. In 1997 bereikte het

aantal werklozen in deze stad een record:

14.237. Ruwweg een kwart van de beroeps-

bevolking stond als werkloos geregistreerd

en ontving een uitkering. Nog anders gezegd:

één op de zes werklozen in Amsterdam

woonde in Zuidoost.

Maar toen geschiedde een wonder. Even

spectaculair als het werkloosheidscijfer was

gegroeid, kromp het. Of eigenlijk nog specta-

culairder: in zes jaar werd tweederde van het

aantal werklozen weggewerkt. Begin 2003

telde Zuidoost er nog 5130. Dat is te danken

aan de economische hausse van eind jaren

negentig, maar ook aan het intensieve soci-

aal-economische beleid dat werd gevoerd. Er

is zeer veel gebruikgemaakt van de subsidies

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUIDOOST 75

0

10

20

30

40

50

60

70

non-profitproducentendienstenconsumentendienstentransport/communicatiebouwindustrie

200420022000199819961994199219901988198619841982198019781976197419721970

x 1000

Figuur 6.2 Samenstelling van de werkgelegenheid in Zuidoost naar sector, 1970-2004

-30

-20

-10

0

10

20

30

40

50

60

70

AmsterdamZuidoost

20022000199819961994199219901988198619841982

Figuur 6.3 Werkloosheid in Zuidoost en Amsterdam, 1982-2003 (procentuele mutaties per jaar)

Page 77: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

en fiscale regelingen voor de onderkant van

de arbeidsmarkt die door twee paarse kabi-

netten zijn bedacht. Daardoor konden vooral

veel moeilijke klanten, die al jaren buitenspel

stonden, aan een baan worden geholpen.

In het rampjaar 2003 is de werkloosheid

helaas weer opgelopen, met bijna twintig

procent tot 6132 op 31 december van dat

jaar. Dat is, na jaren van daling, een lelijke

tegenvaller. Opmerkelijk is wel dat juist het

aantal langdurig werklozen, mensen die

langer dan twee jaar zonder baan zitten, in

dat jaar nog flink terugliep. Dat komt juist

doordat Zuidoost relatief veel Melkertbanen

gecreëerd heeft voor langdurig werklozen.

In Zuidoost hebben bijna duizend mensen

een subsidiebaan; het betekent dat ongeveer

één op de zeven Melkertiers in Amsterdam

in Zuidoost woont.

ZUIDOOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL76

Page 78: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

LeegstandHoogoord, het flatgebouw pal achter het ING-kantoor aan het Bijlmerplein, was het

eerst klaar. Kees Copray, employé van de Sociale Verzekeringsbank, zijn vrouw Truus enhun zes kinderen beten het spits af. Zij waren Geuzenveld ontvlucht en kregen op 25november 1968 van wethouder Theo Elsenburg de sleutels van een centraal verwarmdewoning met zes kamers. Ze waren dolgelukkig, ook al moesten ze tweemaal zo veel huurbetalen (342,05 gulden per maand) en zouden ze, voor boodschappen en overheids-diensten, nog lange tijd aangewezen blijven op een ‘aanloopcentrum’ aan het oudeBijlmerplein.

De vreugde van de pioniers was van korte duur. Al na twee jaar, in 1970, brachten viergemeenteraadsleden van de PvdA een klachtennota uit over de Bijlmer: geen winkels,geen sportruimten, nauwelijks scholen, moeilijk bereikbaar, lekkages, slecht functioneren-de vuilniskokers, vernielingen, diefstal, unheimische parkeergarages en griezelige binnen-straten.

Het is daarna niet meer goed gekomen in de Bijlmer. Hoe komt dat? Over die vraag zijn inmiddels boekenkasten vol geschreven. En eigenlijk is er maar één antwoord: deAmsterdamse gezinnen voor wie de hersenspinsels van Le Corbusier en zijn discipelenbedoeld waren, wilden er niet wonen. Ze kozen massaal voor de overloop – naar Hoorn,Purmerend, Uithoorn, Hoofddorp, Nieuw-Vennep, Almere. Ze wilden huizen met tuinenaan straten, met een parkeerplaats voor de deur. Niet die enge honingraten in hun‘parkachtige omgeving’, zonder eigen plekjes, maar wel met krankzinnig veel collectieve,semi-openbare ruimten, binnen en buiten de muren van de flats, ruimten waarvoor niemand zich verantwoordelijk voelde en waarbinnen niemand zich veilig voelde.

Daar kwam nog bij dat de woonblokken bijna onbereikbaar waren en behoorlijke winkels wegbleven. Pas in oktober 1977, drie jaar na de Nieuwmarktrellen, reed de eerstemetro naar het Weesperplein, pas in 1981 werd die lijn doorgetrokken naar het CentraalStation en pas in 1987 werd het winkelcentrum de Amsterdamse Poort geopend. Hetstadhuis en het Wibauthuis bleven doof en blind en bouwden door. En, ja, als de doel-groep wegblijft, ontstaat leegstand. In 1983, vijftien jaar na de feestelijke ontvangst vande familie Copray, stonden 4500 woningen leeg, een kwart van het toenmalige bestand.Er werd ontzettend veel verhuisd – wie weg kon, pakte meteen z’n boeltje en ging.

De gevolgen waren voorspelbaar. Leegstand brengt de verhuurders, in dit geval degrote woningcorporaties van Amsterdam, in financiële problemen, die hen dwingen totbezuinigingen op beheer en onderhoud. En leegstand zuigt bewoners aan die elders geenonderdak vinden.

Eerst kwamen alleenstaanden en studenten op de flats af. Zij werden gevolgd doorSurinamers, die in de jaren voor en na de onafhankelijkheidsverklaring in 1975 in groten

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUIDOOST 77

Page 79: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

getale naar Nederland emigreerden en voornamelijk in Amsterdam neerstreken.Aanvankelijk kwamen ze terecht in beschamend slechte pensions in de oude stad, maarweldra vonden ze hun weg naar die vreemde, verre buitenwijk in de polder. Dat leiddeweer tot ‘overbewoning’ van sommige woonblokken, en de daarbij behorende verloede-ring. Gliphoeve bijvoorbeeld, in 1975 gekraakt en ingericht als opvangcentrum voorSurinaamse immigranten, herbergde in die jaren gemiddeld 1,38 persoon per kamer. De flat kreeg zo’n slechte naam dat hij later werd omgedoopt tot Geldershoofd.

Getto-planologieDeze ontwikkelingen leidden tot heftige, emotionele debatten in de gemeenteraad.

Toen het tweede part van Amsterdam-Zuidoost, het gebied rondom de door zanduitgra-ving ontstane Gaasperplas, aan de beurt was voor bebouwing, openden de voorstandersvan kleinschaligheid en functiemenging frontaal de aanval op de ‘getto-planologie’ vanStadsontwikkeling.

De uitdrukking is van Frans van de Ven, zelf planoloog, in de jaren zeventig raadslidvoor de PPR, later assistent van PvdA-wethouder Jan Schaefer. Hij ontwierp een ‘fantasie-schets’ voor ‘een kleine stad aan het water’, met een hoge bebouwingsdichtheid, metruimte voor scholen, kleine kantoren, werkplaatsen en buurtwinkels in de woonbuurten,een stad waar gezinnen, alleenstaanden, bejaarden en jongeren, welvarende en minderwelvarende huishoudens kriskras door elkaar heen zouden wonen, met smalle straten voorvoetgangers, fietsers, bustaxi’s en witkarren, en bovenal met meer vrijheid voor bewonersom zelf hun huis en hun directe woonomgeving in te richten.

Het plan haalde het niet – de macht van Stadsontwikkeling was wel al tanende, maarnog te groot. Het zou nog tot diep in de jaren tachtig duren, toen de stad werd opge-deeld in stadsdelen, eer de afdeling op het Wibauthuis werd ontmanteld. Maar het inzichtwas wel doorgebroken dat het Bijlmer-experiment van pure hoogbouw was mislukt.

Er waren boven de Gaasperdammerweg in de H-buurt al wat kleinere wijken ont-worpen, waar gebroken werd met de rigide hoogbouwdoctrine. Vervolgens verrezenbeneden die snelweg nieuwe buurten, waarin laagbouw de boventoon voert. Het zijngeen stadswijken, de ‘almerisering’ heeft in Gaasperdam voluit toegeslagen. De wettenvan de functiescheiding worden nog geëerbiedigd en de auto wordt er zo veel mogelijkvan de woonerven weggehouden, maar de mensen komen elkaar op straat in elk gevalweer tegen en voelen zich daardoor meer op hun gemak.

Dat gebeurde ten zuiden van de Bijlmermeer. Aan de noordzijde werd ook uitgebreid;in de Venserpolder, voorheen een klein eiland tussen het Diemermeer en het Bijlmermeer.Voor het eerst werd Stadsontwikkeling buitenspel gezet. Wethouder Jan Schaefer trokarchitect en bouwmeester Carel Weeber aan.

ZUIDOOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL78

Page 80: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Dat was een goed bedoelde, maar achteraf gezien volslagen mislukte poging nieuwewegen in te slaan. Hij had misschien gewaarschuwd kunnen zijn, want Weeber hadRotterdam net opgezadeld met de Peperklip, een foeilelijk wooncomplex bij de Kop vanZuid, en Den Haag met de Zwarte Madonna, een zo mogelijk nog afstotelijker blok. In deVenserpolder kon de Delftse bouwkunde-prof zich helemaal uitleven. Voor de vierduizendwoningen die daar moesten komen, ontwierp hij een ‘grid’ van gesloten bouwblokken,vier of vijf lagen hoog, zeventig meter breed, honderd tot 250 meter lang, met brede straten en binnentuinen, zonder doorgaande routes, zonder pleinen, een wijk – alweer –zonder verschillen en zonder hiërarchie.

Voor het grootste, tevens onherbergzaamste blok tekende Weeber zelf – een soortopen gevangenis, met op de vier hoeken uitdagend groot het cijfer 1 geschilderd.

Ook deze wijk heeft zich in sneltreinvaart ontwikkeld tot probleemgebied. Tachtig procent van de bewoners is niet uit Nederland afkomstig. Ze zijn gemiddeld armer enlager opgeleid dan hun buren in Zuidoost; bijna twintig procent is werkloos. BurgemeesterJob Cohen heeft medio 2003 de Venserpolder aangewezen als ‘veiligheidsrisicogebied’,waar bewoners en bezoekers preventief mogen worden gefouilleerd.

En ten westen van de Bijlmermeer ten slotte, tussen de spoorlijn Amsterdam-Utrechten de snelweg Amsterdam-Utrecht, groeide een ander monster: het planloos met protse-rige kantoorkolossen volgebouwde industriegebied Amstel III. Dat gebied heeft zichinmiddels ontwikkeld tot één van de grootste bedrijventerreinen van Nederland, maar de bewoners van de Bijlmermeer hebben er weinig plezier aan beleefd. Weliswaar neemthet aantal Zuidoost-bewoners dat er werk vindt, gestadig toe en zijn het niet meer alléénmaar schoonmaak-, kantine-, transport- en bewakingsbanen die door hen worden vervuld.Mede hierdoor is Zuidoost, heel wonderbaarlijk, de satellietstad geworden waar relatiefde meeste inwoners werk in hun eigen omgeving vinden. Maar de verhoogde spoorlijnblijft functioneren als een muur tussen twee werelden die niets met elkaar te maken heb-ben. De burgers van die twee werelden komen elkaar misschien tegen in de metro, maarbij de uitgang van het station scheiden hun wegen zich meteen.

Berlage-eilandjeDe journalist Gerard Mulder komt de eer toe dat hij als eerste de harde conclusie trok

dat voor ‘het duurste misverstand van de naoorlogse woningbouw’ maar één oplossing tebedenken viel: slopen! Hij schreef dat in 1982 in Vrij Nederland. De politiek heeft er nogtien jaar over gedaan om die suggestie over te nemen.

Mogelijk heeft de ramp van 4 oktober 1992, toen een Boeing van El Al zich in de flan-ken van de flatgebouwen Groeneveen en Kruitberg boorde, het denken versneld, maarfeit is dat in de jaren negentig een andere wind begon te waaien in de Bijlmer. Een wind

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUIDOOST 79

Page 81: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

die de verstikkende sfeer van verloedering en negativisme moest wegblazen. Daar zijn eerst heel wat nota’s, rapporten en plannen voor volgeschreven, er is ook veel

geplatformd en geruzied, er is een verhit en soms zelfs verbitterd, zwart-witgevecht uit-gevochten, de flatbewoners werden verscheurd door onzekerheid, de bestuurders in hetstadsdeelkantoor en in het hoofdkantoor van Nieuw Amsterdam, waarin inmiddels demeeste woningbouwverenigingen waren opgegaan, hielden hun hart vast en de onafzien-bare rij stuurlui aan wal stond te trappelen om de onmogelijkheid van de contrarevolutiete prediken – en toch, langzaam maar zeker, begon de lucht op te klaren.

Hoogoord, het woonblok van de familie Copray, werd het eerst onderhanden geno-men. Het ging niet tegen de vlakte, maar werd grondig gerenoveerd. Dat was in 1994.Eén kilometer verderop kregen, in datzelfde jaar, de slopers wel volop emplooi: rondomhet intens treurige metrostation Ganzenhoef, jaren verzamelplaats van verslaafden, ginghet ene flatgebouw na het andere tegen de vlakte. Het was het eerste ‘actiegebied’. Er werden nieuwe woningen gebouwd, gevarieerd, dicht op elkaar, laagbouw en middel-hoogbouw, baksteen. Tussen die huizen verrees een nieuw winkel- en kantoorcentrum:Ganzenpoort.

Maar de grootste ingreep was dat de Bijlmerdreef werd afgegraven – er kwamengewone straten, met trottoirs, zebrapaden en parkeerplaatsen. En ineens geschiedde het wonder: midden in de wereld van Le Corbusier en Van Eesteren ontstond een Berlage-eilandje.

De aanvankelijke vernieuwingsangst en scepsis maakten plaats voor optimisme endaadkracht, zodat onder Hannah Belliot, van 1998 tot 2002 stadsdeelvoorzitter, beslotenwerd tot een tweede sloopronde. Als die achter de rug is (in 2009), zal de helft van de dertig flatgebouwen met 6465 ‘inrichtingen voor de huisvesting’ verdwenen zijn en zijn er 7335 normale woningen voor in de plaats gebouwd – mét meer straten voor een bevolking die vaker buiten leeft dan de Nederlandse binnenvetters.

Tegelijkertijd wordt ook meer werkgelegenheid in het woongebied gecreëerd. Langsde Daalwijkdreef, die de Bijlmer aan de noordzijde afsluit, verrijzen kleine kantoorgebou-wen en zijn de koppen van de parkeergarages van de E-flats omgetoverd tot kleinebedrijfsverzamelgebouwen. Ook de Karspeldreef aan de zuidkant, komt aan de beurt.Daar zal vooral het duistere, ondergrondse winkelcentrum Kraaiennest naar het voorbeeldvan Ganzenpoort moeten worden geremodelleerd. Ter rechterzijde van het winkelcentrumAmsterdamse Poort, waar een nieuw stadsdeelkantoor zal worden gebouwd, ontstaat een nieuw Marktplein. En in de verdere toekomst gaat, als het allemaal lukt, de omgevingvan metrostation Holendrecht bij het AMC op de schop.

Er is nog een tweede spectaculair ogende operatie gaande, die eigenlijk toevallig isontstaan. In 1994 verzette de gemeente Ouder-Amstel zich tegen de bouw van een nieuw

ZUIDOOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL80

Page 82: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

Ajax-stadion in het gebied ten westen van station Strandvliet. Gevolg was dat Amsterdambesloot een halve kilometer te zakken. Daar lag de kop van het kantorengebied Amstel IIInog braak.

De bouw van de Amsterdam Arena werd aangegrepen om Zuidoost een nieuw stads-centrum te bezorgen – met boulevard, nieuwe woon- en kantoortorens, een enorm trans-ferium voor forenzende automobilisten die liever per metro naar Amsterdam zelf reizen,en grootschalige amusements-, horeca- en winkelconcentraties. De zeventig meter boule-vard zal onder de glazen constructie van een geheel vernieuwd en uitgebreid spoor- enmetrostation Bijlmermeer worden doorgetrokken naar het aan drie zijden door de strakkegevels van Pi de Bruijns kantoorkolos Nieuw Amsterdam omsloten plein Hoekenrode, omuit te monden in het winkelcentrum Amsterdamse Poort.

De opzet van dit ‘perifere centrummilieu’ van Amsterdam, het tweede naast de Zuidas,is even indrukwekkend als huiveringwekkend. Terwijl de stadsdeelbestuurders vanZuidoost worstelen om in het woongebied van de Bijlmermeer de menselijke maat terugte brengen, lijken de stadsbestuurders aan het Waterlooplein alles in het werk te stellen inhet nieuwe centrum de on-menselijke maat in volle glorie te herstellen. De sky is er weerde limit en de boulevard, die door de ontwerpers graag wordt vergeleken met hetDamrak, is vooral onherbergzaam. Je kunt er nergens schuilen, niet voor wind en regen op koude dagen, niet voor de zon tijdens hittegolven. Het centrum is ingericht voorbezoekers van elders, vooral voetbalfans en jongeren die naar de megabioscoop vanPathé en de muziekhal van Heineken komen.

TegenslagBehalve de fysieke vernieuwing van de Bijlmer heeft Belliot, efficiënt gesteund door

haar ‘witte wethouder’ Mark van der Horst, ook de sociaal-economische vernieuwing terhand genomen. Er zijn in die vier jaren van daadkracht en optimisme talloze grote en kleine activiteiten geïnitieerd om het monster van de massawerkloosheid te bestrijden.Die hebben ongetwijfeld bijgedragen aan het enorme succes, dat niet alleen landelijk,maar zelfs internationaal veel aandacht trok. In betrekkelijk korte tijd werd het werkloos-heidscijfer in Zuidoost tot normale proporties teruggebracht.

Begin 2002 vertrok het duo Belliot-Van der Horst naar het Waterlooplein, waar ze wethouder werden. Onder het nieuwe stadsdeelbestuur, geleid door Elvira Sweet, lijkt het elan te tanen. Dat is niet helemaal eerlijk. De vernieuwingsbeweging in Zuidoostondervindt veel tegenslag.

Het Arena Initiatief, de succesvolle samenwerking tussen de bedrijven aan de ene ende bestuurders en ambtenaren aan de andere kant van de spoorlijn in de strijd tegen dejeugdwerkloosheid, lijdt aan metaalmoeheid. Mede doordat het belangrijkste resultaat

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUIDOOST 81

Page 83: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

van hun gezamenlijke inspanningen, de in 1999 opgerichte Arena Academie, amper tweejaar later als een pudding inzakte toen de directeur wegens fraude zijn congé kreeg. Ookde politie-inval bij Stida, de belangrijkste werkgever van Melkertiers in Zuidoost, in januari2001, heeft op de juichstemming een zware domper gezet.

Dit gebeurde al vóórdat Sweet en haar medebestuurders aantraden. Zijzelf kregen – endat was veel ingrijpender – te kampen met de economische teruggang na jaren van eenongekende hausse.

Die omslag was internationaal en nationaal al begonnen vóór de aanslagen in New Yorkin september 2001, maar liet, wonderlijk genoeg, aanvankelijk Zuidoost nog ongemoeid.Terwijl in 2002 landelijk de werkloosheid sterk toenam, daalde het aantal werklozen inAmsterdam nog met tien procent. Dat was vooral te danken aan de Megabanenmarkt én aan het feit dat het aantal werklozen in Zuidoost, ondanks de economische malaise,spectaculair bleef zakken, met twintig procent: van 6423 op 1 januari 2002 tot 5130 een jaar later.

Maar in de loop van 2003 kreeg ook de arbeidsmarkt in Zuidoost de eerste klappen te verduren. Bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) aan het Marktplein raakten zenerveus. Veel voormalige werklozen waren op Schiphol en in de bloemenindustrie vanAalsmeer aan een baan gekomen, de meesten op jaarcontract. Die contracten zoudenaflopen – hoeveel zouden er dan nog worden vernieuwd?

Een tweede reële bedreiging is dat de rijksoverheid bezuinigt op de subsidies voorbanen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Vooral dat de fiscale tegemoetkomingenverdwijnen voor werkgevers die laag betaalde banen in stand houden en langdurig werk-lozen in dienst nemen, hakt erin. De welzijnskoepel Alcides, met meer dan driehonderdsubsidiebanen, is al failliet verklaard. Stida met bijna tweehonderd Melkertiers, vooral toe-zichthouders, en de scholen in Zuidoost, met negentig assistenten, zien ook de problemenop zich afkomen.

Daar komt, volgens het CWI, bij dat er in Zuidoost ook nog veel ‘verborgen werkloos-heid’ is, van bewoners die de weg naar het arbeidsbureau en de sociale dienst niet wetente vinden, of die zich daar niet melden – óf omdat ze in eigen kring worden opgevangenóf omdat ze illegaal zijn. En extra zorgelijk is dat de sociale problemen zich lijken te concentreren in de E-flats.

Verborgen werkHier staat tegenover dat er ook veel verborgen werk is in en rond de flats. Er is een

compleet grijs circuit ontstaan van snorders, kroeshaarkappers, restaurantjes en cafés,prostitutie, kinderopvang en ouderenverzorging, schoonmakers en schoonmaaksters,naaiateliers, handel in sieraden en kleding, automonteurs, klusjesmannen. Bewoners

ZUIDOOST | AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL82

Page 84: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

helpen nieuwkomers uit hun eigen land van herkomst met het zoeken naar een onder-komen, ze lenen paspoorten en ziekenfondspasjes of verhuren hun sofi-nummers aan illegale landgenoten; er zijn zelfs kleine koppelbazen die illegalen in dienst nemen.

De autoriteiten weten eigenlijk maar weinig van deze wereld van ‘micro-entrepreneurs’.Wie er wel wat van afweet – hoewel ook hij, uiteraard, geen cijfermateriaal tot zijn beschik-king heeft – is Jude Kehla-Wirnkar, Kameroenees, socioloog, voormalig deelraadslid inZuidoost. Volgens hem zijn de sociaal-economische problemen in Zuidoost veel kleinerdan de aan regeltjes verslaafde Nederlanders denken.

Het is de gêne van de elite die ons parten speelt, aldus Kehla: de autoriteiten kunnende gedachte dat zich in hun stad een derdewereldeconomie heeft ontwikkeld, niet verdra-gen. We maken er een beschavingskwestie van, maar in werkelijkheid komt die gêne voortuit onbegrip en wantrouwen.

De Bijlmermeer is een immigrantenstad geworden en wij, keurige Hollanders, denkendat al die immigranten op de vleespotten van ons sociale-zekerheidsstelsel afkomen.Kehla heeft een groot aantal Kameroenezen en Ghanezen die op het punt stonden te emi-greren, in hun eigen land geïnterviewd. Op de vraag naar het waarom kreeg hij steevasthet antwoord: om werk te vinden. Ze komen niet naar Amsterdam om bij de sociale dienstbijstand te halen; ze willen geld verdienen, dat ze dan in eigen land kunnen investeren.

In een van zijn laatste boeken, De cultuur van tevredenheid (1992), wijdt deAmerikaanse econoom John Kenneth Galbraith een hoofdstuk aan wat hij noemt de functionele onderklasse waar we in het Westen niet zonder kunnen. ‘De armen,’ aldusGalbraith, ‘zijn in onze economie nodig om het werk te verrichten dat de meer gefortu-neerden laten liggen.’

Die gelederen moeten telkens worden aangevuld, omdat zijzelf of hun kinderen zich, al ploeterend en sparend, aan dat bestaan weten te ontworstelen en doorstromen naargewoon werk. Meestal verhuizen ze dan ook naar woonwijken die hen niet meer herinne-ren aan de jaren van ontbering. Hun plaatsen worden meteen ingenomen door nieuweondernemende immigranten, die het werk komen doen dat in de ‘hoogbeschaafdesamenleving’ moet worden gedaan, maar dat niemand wil doen. Zonder onze illegalen,grinnikt Kehla, wordt in Amsterdam geen krant meer bezorgd.

Door de planologische blunders van de nazaten van Le Corbusier en Van Eesteren is de Bijlmermeer een doorgangshuis geworden. En alle fysieke en sociaal-economische vernieuwingsprogramma’s ten spijt, zolang nog vijftien van die superwoonblokken-zonder-straten overeind staan, zal dat stuk van Zuidoost een doorgangshuis blijven. Waar de cijfers en regels niet kloppen. Maar waar ook de overlevingskunst van de bevolking zobenijdenswaardig is. •

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL | ZUIDOOST 83

Page 85: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer

AMSTERDAM BUITEN DE GORDEL84

Page 86: Amsterdam · PDF fileHet was Berlage’s droom af te ... Oost lijkt het meest op het Amsterdamse gemiddelde. Zuid is door een opeenvolging van ... tussen wonen, werken, vervoer