AM_2008_4_def

28
magazine DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2008 • NR 4 • OKT - NOV - DEC België-Belgique PB Berchem 1 - 2 de afd. 8/2564 Afgiftekantoor: 2600 Berchem 1 - 2de afd. • Erkenningsnummer: P209314 Afzender: A&M, Statiestraat 179, 2600 Berchem • Duurzaam van 9 to 5 • Fijn stof • Klimaatverandering en gevolgen voor tewerkstelling • Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging! • Green Companies • Donderdag Veggiedag • Duurzaam van 9 to 5 • Fijn stof • Klimaatverandering en gevolgen voor tewerkstelling • Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging! • Green Companies • Donderdag Veggiedag

description

• Duurzaam van 9 to 5 • Fijn stof • Klimaatverandering en gevolgen voor tewerkstelling • Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging! • Green Companies • Donderdag Veggiedag • Duurzaam van 9 to 5 • Fijn stof • Klimaatverandering en gevolgen voor tewerkstelling • Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging! • Green Companies • Donderdag Veggiedag ARBEID MILIEU DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2008 • NR 4 • OKT - NOV - DEC

Transcript of AM_2008_4_def

Page 1: AM_2008_4_def

1 &ARBEID MILIEU

magazineDRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2008 • NR 4 • OKT - NOV - DEC

België-BelgiquePB

Berchem 1 - 2de afd.8/2564

Afgiftekantoor: 2600 Berchem 1 - 2de afd. • Erkenningsnummer: P209314 Afzender: A&M, Statiestraat 179, 2600 Berchem

• Duurzaam van 9 to 5• Fijn stof• Klimaatverandering en gevolgen voor tewerkstelling• Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging!• Green Companies• Donderdag Veggiedag

• Duurzaam van 9 to 5• Fijn stof• Klimaatverandering en gevolgen voor tewerkstelling• Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging!• Green Companies• Donderdag Veggiedag

Page 2: AM_2008_4_def

2&ARBEID MILIEU

INHOUD

is een driemaandelijkse uitgave van “Arbeid & Milieu” vzwStatiestraat 179 - 2600 BerchemTel. (03) 218 74 [email protected] • www.a-m.be

Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 9u tot 17u bereikbaar.

Redactie: Statiestraat 179 - 2600 BerchemDruk: De WrikkerLay-out: www.x-oc.comFoto cover: Klimaatactie 6/12/2008 © Alexandre Seron

Arbeid & Milieu Magazine is een initiatief van “Arbeid & Milieu” vzw.“Arbeid & Milieu” vzw is een samen-werkingsverband waarin de arbeiders-beweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu.

A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achter-grondartikels, columns en prakti-sche tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzake-lijk is om sociaal en ecologisch wel-zijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling.Een jaarabonnement op A&M Magazine kost € 15. U kunt zich abonneren door dit bedrag te stor-ten op het rekeningnummer Fortis 001-1495955-97, met vermelding ‘Abonnement 2008’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat we-ten of je een factuur wenst.Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons op tel: 03/218.74.72 of e-mail [email protected]

“Arbeid & Milieu” vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen “Arbeid en Milieu Nieuws” uit.

Redactieraad: Dietmar Bosmans, Peter Bostyn, Bram Claeys, Annick Clauwaert, Timothy De Clerck, Dominique Kiekens, Danny Jacqmot, Karin Mels, Thijs Calu, Kris Van Eyck, Ellen Van Hertbruggen, Anton Gerits, Tom Willems.

VU: Anton GeritsStatiestraat 179 - 2600 Berchem

Arbeid & Milieu Magazine is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkt.

De redactie is niet gebonden door de inhoud van de opgenomen advertenties.

Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.

Inhoud 4Limburg Logistieke Poort

Op 4 november 2008 werd in Hasselt nagedacht over de toekomst van Limburg als logistieke draaischijf. Onze voorzitter bereidde als moderator alvast enkele pittige vragen voor om de sprekers het vuur aan de schenen te legen.

6Van Groene HuizeKomimo organiseert jaarlijks de Heen-en-

Weer week, en de week van de vervoering. Een blik achter de schermen.

7Duurzaam van 9 to 5

Dit voorjaar organiseert Arbeid en Milieu een aantal focusgroepen over duurzaam on-dernemen. Maak kennis met de begeleiders van deze thema’s.

8Tewerkstelling en energiebesparing Oostende

In september 2008 trok Arbeid en Milieu naar Oostende, om te kijken hoe een ge-meentebestuur zijn inwoners kan helpen bij investeringen in energiebesparing. Ook de enegiesnoeiers waren erbij.

10Klimaatverande-ring en gevolgen voor tewerkstelling

Er zullen geen banen sneuvelen door de kli-maatverandering, maar wel verschuivingen optreden binnen sectoren. Het Nederlandse banenplan Green4Sure, het plan van Agoria en ook de de studie van de Europese vakbond werden door Arbeid en Milieu onder de loupe genomen.

12Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging!

Milieu is een belangrijk thema bij BASF, de

Antwerpse chemiereus. Kom hier te weten hoe de délégués en het bedrijf met dit moeilijke thema omgaan.

15Klimaatactiedag 6 december 2008

Op Sinterklaasdag organiseerde de Kli-maatcoalitie een actiedag in Brussel. De 3 vakbonden zijn ook lid van deze coalitie. Tom Willems (ACV) legt uit welke accenten de vakbonden leggen in deze coaltie.

17Website van de maand

Green Companies, de nieuwe website van Agoria, zet bedrijven in de kijker die een bijzondere inspanning leveren op milieuvlak. Arbeid en Milieu was nieuwsgierig, en pluisde de website uit.

19CO2-uitstoot personenwagens

Vorige editie was de milieubeweging aan het woord over het lobbywerk rond de Europese regelgeving. Nu vertolken de 3 vakbonden hun mening.

21Fijn stofWat is nu juist dat fi jn stof? En wat bete-

kent PM10?

23Donderdag Veggiedag

Door één dag per week geen vlees te eten,

bespaar je kilo’s CO2, liters water, honderden bomen en een aantal mensenlevens.

24Ik KyotoWouter Dossche van Ingenium legt uit

waarom hij met zijn bedrijf heeft deelgeno-men aan de Ik Kyoto campagne in 2008.

26VerwarmingTijdens de winter moeten we stoken om het

warm te hebben. Arbeid en Milieu zoekt uit hoe we op het werk én thuis kunnen besparen op de verwarmingsfactuur.

Page 3: AM_2008_4_def

3&ARBEID MILIEU

O

REDACTIONEEL

Duurzaam van 9 to 5: het vervolg

Bij de start van het nieuwe jaar maken we elk jaar weer enkele ‘goede voornemens’. Ga je in 2009

eens wat meer die fiets opspringen en de auto op stal laten om nar de bakker te gaan? Misschien

ga je wel één dag per week je portie vlees laten? Dit soort voornemens zijn voor jou een kleine

inspanning, maar betekenen voor onze planeet een wereld van verschil.

Ook op je werk kan je meer bijdragen tot een duurzamer wereld dan je op het eerste zicht denkt. Enkele voorbeelden:• Met de uitbater van het bedrijfsrestaurant gaan

praten over voedingsproducten afkomstig van biologische landbouw of fair trade: deze produc-ten worden doorgaans geproduceerd met respect voor mens en milieu

• Met de trein of de bus naar het werk gaan, of waarom niet, met de fi ets: goed voor de portemon-nee en minder stress

• recycleerbaar papier aankopen: dat ziet er even goed uit als gewoon wit papier, maar er moeten wel minder bossen gekapt worden

• een energieaudit laten uitvoeren

Op onze studiedag 'Duurzaam van nine to fi ve' op 8 december in Leuven hebben we met 80 mensen, voornamelijk militanten uit vakbonden, samenge-zeten om te bespreken wat allemaal mogelijk is om

duurzamer te ondernemen. Zeven thema's kwamen aan bod: 1. duurzaam aankopen2. duurzaam productie-en materialenbeheer3. duurzaam beleggen4. duurzaam energiebeheer5. duurzaam woon-werk verkeer6. duurzaamheidsverslaggeving7. duurzaam personeelsbeleid

Heb je de studiedag gemist, maar wil je weten wat er gezegd is? Geen probleem, op onze website kan je de verslagen van deze 7 workshops raadplegen.

Nu gaan we een stap verder: in het voorjaar van 2009 gaan we per thema in focusgroepen bekijken hoe je als werknemer of délégué concreet aan de slag kan gaan met deze thema’s. Heel concreet gaan we per thema 1 of 2 keer samenkomen, om te kijken wat je in je bedrijf juist kan doen, of een case te bestuderen (bedrijf dat goed bezig is op dat thema), eventueel via een bedrijfsbezoek.

Anton Gerits,coördinator Arbeid en Milieu

Meer info rond het project en de praktische organisatie van de

focusgroepen vind je op: www.a-m.be/duurzaam9to5.html

Data en locaties voor de eerste bijeenkomst van de focusgroepen liggen reeds vast:

Focusgroep Locatie Datum en uur 1e bijeenkomst

Duurzaam aankopen Gent Woensdag 28 januari, 19.30 - 22u

Duurzaam energiebeheer Berchem (Arbeid en Milieu) Dinsdag 3 februari, 9u30 - 12u

Duurzaamheidsrapportering Gent Woensdag 4 februari, 9.30 - 12u

Duurzaam personeelsbeleid Leuven (ABVV) Woensdag 4 februari, 13.30 - 16u

Duurzaam beleggen Leuven (ACW) Maandag 9 februari 13.30 - 16u

Duurzaam woon-werk verkeer Brussel (ACLVB) Dinsdag 10 februari, 9.30 – 12u

Duurzaam productie- en materialenbeheer Berchem (Arbeid en Milieu) Vrijdag 13 februari 9.30 – 12u

Wie wil meedenken in één (of meerdere) van onze focusgroepen, kan zich inschrijven via de volgende contactpersonen:

ACV Kris Van Eyck 02/ 246 32 51 [email protected]

ABVV Danny Jacqmot 02/ 506 82 35 [email protected]

ACLVB Timothy De Clerck 09/ 222 57 51 [email protected]

Milieubeweging Kristof Debrabandere 02/ 282 17 37 [email protected]

Anderen Secretariaat Arbeid en Milieu 03/218.74.72 [email protected]

Page 4: AM_2008_4_def

4&ARBEID MILIEU

D

BELEID

De gemeenschap investeert hierbij in infrastruc-tuur, opleidingen, ICT dienstverlening, ruimte voor opslagplaatsen en overlegfora. Het logistiek plan Limburg betrekt Lommel (Noord-Limburg), Tonge-ren (Zuid-Limburg), Ham (West-Limburg), Lanaken (Oost-Limburg) en Genk als centraal rangeer punt. Gezien de economische situatie van de regio waar investeringen en tewerkstelling welkom zijn alsook de verwachte impact op ruimte en wegverkeer zijn er nogal wat belangen gemoeid met het logistiek plan Limburg.

Daarom organiseerde de Minaraad Limburg een informatie avond op 4 november jongstleden. Karel Vanroye lichtte de studie Limburg Logistiek en Ex-tended Gateway toe. Daarna vond een panelgesprek plaats waarin volgende belangengroepen zetelden: (zie foto’s)• Haven Genk (Paul Cornelissen)• NV De Scheepvaart (Joël Bijnens)• Stad Genk (Jef Gabriëls)• Instituut voor Verkeerskunde (Willy Miermans)• Bond Beter Leefmilieu (Erik Grietens)

De schrijfster van dit artikel was de moderator van het panelgesprek. Vakbonden, burgemeesters, leden van natuurpunt en werknemers van het VIL zaten in de zaal. Het beloofde een bewogen avond te worden...

Logistiek in het kwadraatDhr. Vanroye (Buck Consultants) ging bij de voor-

stelling van de studie ervan uit dat logistiek geen keuze maar een noodzaak was voor Limburg. Hij viel meteen met de deur in huis, stippelde assen uit van Lommel naar Tongeren en van Ham naar Lanaken allemaal over Genk, werd technisch en situeerde Lim-burg als het hinterland van de Haven van Antwerpen. Antwerpen zou de verdeling van goederen zelf niet aankunnen en hier kan Limburg inspringen mits een verhoging van de bruggen op het Albertkanaal, het terug in werking stellen van een aantal spoorlijnen en het versneld uitvoeren van infrastructurele plannen (knooppunt Lummen, Noord-Zuid verbinding,…). Deze infrastructurele werken maken van Limburg een trimodaal vervoersnetwerk. Goederen gaan over wegen, water en spoorlijnen naar hun bestemming. Volgens dhr. Vanroye verlost het trimodaal gegeven ons van milieuhinder en overlast. Vervoer over water en spoor kan rekenen op een lage uitstoot en stoort amper iemand, zo bewijst de studie.

Debatsthema’sTijdens het debat met het panel en de zaal kwamen

de volgende thema’s aan bod:- Volstaat de trimodale structuur om milieuhinder

en overlast uit de weg te gaan?- Zou de studie niet beter de ecologische voetafdruk

hanteren om de milieueffecten te meten? Een meetinstrument dat tegenwoordig in elke zichzelf respecterende Europese studie wordt gebruikt.

- Is het wel opportuun om alles in te zetten op logis-tiek? Wetende dat die sector minder tewerkstelling genereert per hectare dan industriële activitei-ten.

- Limburg is niet groot. Toch duidt de studie 5 clusters aan: Lommel, Tongeren, Ham, Lanaken en Genk. Waarom zoveel clusters voor zo een klein gebied?

Volstaat de trimodale structuur om milieuhinder en overlast uit de weg te gaan?

Wat het eerste thema betreft waren alle panelleden het erover eens dat investeringen in vrachtvervoer over water en spoor enkel maar aangemoedigd kunnen worden. Wel wezen het Instituut voor de Verkeerskunde en de BBL erop dat wij het multi-plicator effect van meer wegvervoer niet mogen onderschatten. Met andere woorden, spreken van geen milieuhinder en overlast dankzij de trimodale structuur zou te voorbarig zijn.

Zou de studie niet beter de ecologische voetafdruk hanteren om milieueffecten te meten?

Aansluitend op het eerste thema stelde de zaal de vraag waarom de studie bij het berekenen van

Limburg Logistieke PoortHet VIL (Vlaams Instituut voor de Logistiek) maakt

per provincie een studie waarin ze de logistieke mogelijkheden van een regio onderzoekt. Logistiek

is een niet te missen trein voor werkgevers, werknemers en het beleid. Zeker in Limburg waar open ruimte en arbeidskrachten voorhanden zijn,

stelt het VIL voor de krachten te bundelen in een sterk logistiek en distributiebeleid.

vlnr:Paul Cornelissen,

Joël Bijnens, Jef Gabriels, Willy Miermans,

Erik Grietens

Page 5: AM_2008_4_def

5 &ARBEID MILIEU

BELEID

de milieueffecten niet de ecologische voetafdruk gebruikt? Europa beveelt de voetafdruk sterk aan bij economische studies. Uiteindelijk zal Limburg Logistiek zich toch ten aanzien van Europa dienen te verantwoorden met de criteria van de voetafdruk. Dhr. Vanroye antwoordde dat de ecologische voet-afdruk niet als uitgangspunt werd genomen voor het berekenen van de milieueffecten. Waarom? Daar kreeg de zaal geen antwoord op.

Is het wel opportuun om alles in te zetten op logistiek?

Het derde gespreksthema stelt de meerwaarde van logistiek voor tewerkstelling in vraag in vergelijking met andere kernactiviteiten. Bovendien zou logistiek & distributie een zeer conjunctuurgevoelige sector zijn waar werkkrachten het ene moment broodnodig en het andere er teveel aan zijn. Ook met deze stel-ling was het panel het eens. Werkgevers-politiek en BBL weten dat de logistieke sector qua tewerkstelling niet de beste van de klas is. BBL vindt bovendien dat werkgevers met hun voorkeur voor logistiek zich weinig ambitieus opstellen. Ze laten in de concurrentiestrijd hun agenda bepalen door China, Indïe en Brazilië. Allemaal landen waar werknemers minderwaardige producten in minderwaardige omstandigheden en voorwaarden produceren. Die minderwaardige producten en grondstoffen moe-ten dan over de hele wereld verspreid worden. BBL stelt voor om ons bijvoorbeeld niet afhankelijk te maken van Chinese steenkool. De Chinese mijnen zijn levensgevaarlijk, de werknemers verdienen ten aanzien van de risico’s die ze nemen amper iets en energie opwekken met steenkool is uitzonderlijk ver-vuilend. BBL pleit ervoor om onze kennis en middelen optimaal in te zetten voor alternatieve energie en een ecologische industrie. Sectoren die volwaardige

tewerkstelling genereren met respect voor het pad die de vakbonden doorheen de geschiedenis voor ons effenden.

Waarom zoveel clusters voor zo een klein gebied?

Zowel de opdeling van Limburg in 5 clusters als de opmerking uit de zaal dat Limburg Logistiek amper verder dan een studie geraakt tonen aan dat de Limburgse bedrijven, haventjes, steden, gemeen-ten zich concentreren op de eigen voordelen. De samenwerking tussen de actoren komt zeer moeilijk van de grond. Iedere heilige zijn kruisje maakt van Limburg logistiek een kluwen waar weinig overkoe-pelend platform tegenop kan. Bij de aanvang van de studieavond bleek Logistiek de enige wensbare optie te zijn. Op het einde van de studieavond blijkt dat enerzijds belangenverenigingen bezorgd zijn om milieu en tewerkstelling en pleiten voor een ambitieuzer plan en anderzijds de Limburgse be-drijven, haventjes, gemeenten en steden amper aan samenwerking toekomen.

Uit het panelgesprek kunnen we afl eiden dat de actoren investeringen in water en spoorvervoer graag aanmoedigen. De trimodale structuur vermindert hinder van vrachtvervoer. Verder stelt de milieuver-eniging voor de ecologische voetafdruk te gebruiken om de milieueffecten te meten en een meer ambitieus plan op te stellen waarbij wij ons niet afhankelijk ma-ken van minderwaardige producten geproduceerd in minderwaardige omstandigheden en aan minder-waardige voorwaarden. De Limburgse actoren die het plan dienen uit te voeren: bedrijven, gemeenten, steden zijn sterk gefocust op eigenbelang waardoor de regio in te veel clusters wordt opgedeeld en het geheel minder werkbaar wordt.

Dominique Kiekens, voorzitter Arbeid en Milieu

Met dank aan de provincie Limburg en foto-graaf Marc Scheepers voor het leveren van foto’s

Dominique Kiekens

Page 6: AM_2008_4_def

6&ARBEID MILIEU

ContactgegevensKoepel Milieu & Mobiliteit vzwKoningin Maria Hendrikaplein 65 b9000 Genttel. 09 242 32 [email protected]

Ontstaan In 1996 is Komimo vzw (toen nog Komitee Milieu en Mobiliteit)

opgericht door de Fietsersbond, Langzaam Verkeer (nu Mobiel 21), Centrum voor Positieve Aanwending (Taxistop), de Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers en de Bond Beter Leefmi-lieu. Deze verenigingen ontwikkelden reeds samen initiatieven voor duurzame mobiliteit en wilden deze werking uitbreiden en professionaliseren. Niet veel later vervoegde ook de Voet-gangersbeweging Komimo. In 2005 werden ook Trage Wegen en Autopia lid van de Koepel

Wat?Samen met de lidorganisaties wil Komimo consumenten aan-

zetten tot een bewuster autoverbruik, bedrijven sensibiliseren tot het nemen van maatregelen die duurzaam woon-werkver-keer bevorderen, overheden ondersteunen in milieuvriendelijke mobiliteitskeuzes en draagvlak creëren om die maatregelen acceptabel te maken. Concreet ijvert Komimo o.a. mee voor een slimme kilometerheffi ng en de consequente toepassing van het STOP-principe.

De medewerkers:Op dit ogenblik zijn er 2 medewerkers aan de slag bij Komimo.

Eén van beiden staat in voor de coördinatie en de communicatie van de Heen-en-weer-week en de Aardig-op-weg-week. De an-dere leidt het beleidswerk in goede banen, brengt gezamenlijke standpunten naar buiten en vertegenwoordigd de Koepel in verschillende overlegfora, zoals de Mobiliteitsraad van Vlaan-deren. In 2009 zal Komimo een derde medewerker rekruteren. Die zal instaan voor de dienstverlening aan de lidorganisaties, het stroomlijnen van informatie-uitwisseling, enz.

Website en e-zine:Op www.varieerinhetverkeer.be lees je meer over de Heen-

en-weer-week en de Aardig-op-weg-week. Op www.komimo.be

vindt je momenteel een beknopte voorstelling van de organisatie en de leden. In november werd deze website vernieuwd en kan de bezoeker er o.a. actuele standpunten lezen en activitei-ten rond duurzame mobiliteit opsnorren. De 3-maandelijkse (gedrukte) nieuwsbrief biedt de lezer artikels over projecten, campagnes, vormingen en activiteiten. .

Komen jullie soms in contact met de vakbonden?

De Heen-en-weer-week staat sinds 2007 in het teken van duurzaam woon-werkverkeer. Bij die gelegenheid zijn er con-tacten gelegd met de verschillende vakbonden. In 2007 werden ze betrokken in het debat rond fi scaliteit en woon-werkverkeer. Ook bieden ze communicatieve ondersteuning bij de promotie van de campagneweek. In 2009 leggen we voor een laatste keer de focus op duurzaam pendelen. Daarbij wordt opnieuw uitgekeken naar een samenwerking met de vakbonden. Ideaal groeit deze gelegenheidssamenwerking uit tot een overleg met een meer permanent karakter. Komimo en de vakbonden treffen elkaar ook in de Mobiliteitsraad van Vlaanderen.

Activiteiten in de kijker Ongetwijfeld de 2 weekcampagnes. Deze campagnes zijn een

kweekvijver voor succesvolle acties zoals Met Belgerinkel naar de Winkel, Veilig en Milieuvriendelijke naar School (nu Sam van de Verkeersslang), ‘ik kyoto’, het Autoluw Weekend en de Strapdag. Deze campagnes worden al 13 jaar gevoerd en zijn vaste prik in de agenda van heel wat verenigingen, scholen en lokale overheden.

Toekomstperspectieven Niet alleen met sterke campagnes, maar ook met doortastend

beleidswerk wil Komimo samen met de lidorganisaties een stempel druk-ken op het mobiliteitsbeleid. We blij-ven ijveren voor duurzame keuzes die het milieu en de verkeersveiligheid ten goede komen. De komst van een derde medewerker zal de slagkracht van de mobiliteitsorganisaties alleen maar vergroten.

Ilse FannesCampagnecoördinator Komimo vzw

Komimo vzw, Koepel Milieu & Mobiliteit, fungeert als een permanent overlegforum tussen 8 milieu- en mobiliteitsorganisaties. Komimo is vertegenwoordigd in verschillende fora en wil daar met gezamenlijke standpunten over duurzame mobiliteit beleidsbeïnvloedend werken. Ook via de media pleit de koepel regelmatig voor maatregelen die duurzame mobiliteit bevorderen. Komimo coördineert samen met de lidorganisaties acties en campagnes om duurzame mobiliteit te promoten bij werkgevers, werknemers, overheden, scholen en individuen.

V A N G R O E N E H U I Z E

K O M I M O

© YelRatajczak

Page 7: AM_2008_4_def

7 &ARBEID MILIEU

DUURZAAM 9-5

Dirk Van BraeckelDuurzaam Beleggen

‘Een hele tijd geleden werkte ik voor Arbeid & Milieu, en daar heb ik nog altijd goede herin-neringen aan. Het verenigen van sociale en milieubelangen is en blijft een krachtig instru-ment op de weg naar duurza-

men ontwikkeling en als ik daar een steentje aan kan bijdragen dan doe ik dat met heel veel plezier.’

Kristof De Brabandere Duurzaam Productie- en Materialenbeheer

“We leven in bijzonder in-teressante tijden. “Duurzaam ondernemen” zal hét werk-

woord van de 21ste eeuw worden. Dit is een zware, maar gedeelde verantwoordelijkheid voor ons allen. Persoonlijk vind ik dit dan ook het mooie van dit pro-ject: de nogal vage term “duurzaam ondernemen” vertalen naar praktische aanknopingspunten waar we elk mee van start kunnen gaan. En daar draait het toch allemaal om.”

Peter Bostyn Duurzaamheids- Rapportering

Vakbonden zijn nodig om te vermijden dat het gepraat over duurzame ontwikkeling kletskoek wordt. Duurzame ontwikkeling betekent niet veel als ze niet gepaard gaat

met diepgaande veranderingen in de samenleving. Want dan zetten we dezelfde economische ontwik-keling op wereldvlak gewoon voort met andere retorische middelen.

Françoise Vermeersch Duurzaam Personeelsbeleid

MVO, dat is meer dan een mooi imago ophouden. Het is ervoor zorgen dat alle werkne-mers in het bedrijf kansen krij-gen op een goede tewerkstel-

ling, in goede omstandigheden en met goede kansen op leren en ontplooiing. Allemaal goed en wel, maar hoe kunnen we dat in elk bedrijf realiseren?

Ellen Van Hertbruggen Duurzaam Woon-werk verkeer

Elke burger is op zijn vrijheid gesteld, maar toch moeten we alle mogelijke inspanningen leveren om een mentaliteits-wijziging tot stand te brengen

en autogebruikers voldoende alternatieven aan te reiken voor een duurzame mobiliteit.

Duurzame mobiliteit staat immers voor: meer veiligheid, minder fi leleed en een gezonder milieu. Een win-win-win situatie dus voor werknemers, werkgevers en het milieu!

Edwin Van Raemdonck Duurzaam Energiebeheer

Ik ben vele jaren werkzaam geweest en de chemie, waar ik kon vaststellen dat de inbreng van de werknemers op de werkvloer van enorme beteke-

nis is. Zo werden verschillende zaken gerealiseerd met direct merkbare positieve effecten op ener-gieverbruik en dus ook op de energiefactuur. Als ik rondom mij kijk, denk ik dat er in de ondernemingen nog heel wat mogelijk is op het gebied van energie-besparing, met eenvoudige maatregelen.

Kris Michiels Duurzaam Aankopen

Met geld is alles te koop en vele mensen stellen zich daar géén vragen bij. We beseffen wel dat niet iedereen leeft op de manier dat wij dit kun-nen. Daarenboven kunnen

we ons de vraag stellen of dit in de toekomst voor de komende generaties nog mogelijk zal zijn. Maar tegelijk kunnen we zelf ons steentje bijdragen door producten te gebruiken die in sociaal en ecologisch verantwoordde omstandigheden geproduceerd zijn. Welke projecten bestaan er? Welke mogelijkheden hebben we in de praktijk?

Thijs Calu en Anton Gerits

De workshops en focusgroepen worden ‘getrokken’ door 7 mannen en vrouwen, die elk deskundig zijn in hun thema. We vroegen aan hen waarom ze zich geëngageerd hebben

in ons project Duurzaam van nine to five.

Duurzaam van nine to five

Page 8: AM_2008_4_def

8&ARBEID MILIEU

In het Stadhuis van Oostende kwamen 15 mensen opdagen voor deze activiteit van Arbeid en Milieu.

Volgende onderwerpen kwamen aan bod. De presentaties van de 3 sprekers kan je downloaden.

EEOS OostendeBart Van Camp, directeur van EOS, gaf een toelich-

ting bij de werking van het Autonoom Gemeentebe-drijf voor Energiebesparing van Oostende. EOS richt zich op 3 soorten activiteiten.1. Energiecafés Het organiseren van energiecafés, gericht op het

sensibiliseren van de inwoners.2. Energiescans Het uitvoeren van energiescans (600/jaar). Het

gaat hier over kleine ingrepen, die worden uitge-voerd door 2 energiescanners (in samenwerking met vzw Duinenwacht, een sociale economie be-drijf)

3. Renteloze leningen Het ter beschikking stellen van Renteloze leningen

voor grote structurele ingrepen. Hiervoor ont-vangt EOS middelen van de FRGE1. EOS ontvangt maximaal 2 miljoen euro, en moet mimimaal 200 renteloze leningen uitschrijven.

In de toekomst zal EOS nog meer nadruk gaan leggen op het isoleren van daken.

De EnergiesnoeiersKomosie2 heeft met de energiesnoeiers binnen de

Sociale Economie een sector energiebesparing gecre-eerd. Etienne Rubens, medewerker Energiesnoeiers bij Komosie, schetst de belangrijkste pistes van dit project.1. Energiescans Anno september 2008 zijn 80 energiesnoeiers aan

de slag in 22 energiesnoeiersbedrijven. Zij voeren 24.400 scans uit in 106 Vlaamse gemeenten.

2. Uitgebreid pakket eenvoudige ingrepen Het gaat hier om kleine energie- en waterbespa-

rende ingrepen, die reguliere aannemers niet aanbieden, en waarbij de klant energie bespaart vanaf de 1e dag. Klanten krijgen ook eenvou-dige energietips (fi ches). (start in het najaar van 2008)

3. Eenvoudige grotere ingrepen: isoleren van zol-der of hellend dak.

Dit is de maatregel met de kortste terugverdientijd. De energiesnoeiers krijgen een degelijke opleiding van Komosie in samenwerking met de VDAB. Er is ook samenwerking met de bouwsector. (start in het najaar van 21008)

Volgens Komosie staan de Energiesnoeiers op het kruispunt van 4 beleidsdomeinen:• milieu- en energiebeleid• tewerkstellingsbeleid• sociaal beleid (kansarmoedebestrijding)• woonbeleid

In de toekomst ziet Komosie nieuwe beroepen ontstaan: passiefbouw, energiedeskundige EPC, isolator, luchtdichtingsspecialist, ...

Voor de grotere ingrepen stelt Komosie voor om nauwer met de bouwsector te gaan samenwerken, bv. door het clusteren van isolatieactiviteiten van reguliere aannemers in een SE-bedrijf.

Voor het realiseren van het project Energiesnoeiers heeft Komosie samenwerkingsverbanden gesmeed op verschillende beleidsniveaus en beleidsdomei-nen.

Tewerkstelling en energiebesparing

in Oostende

ACTIVITEIT

Page 9: AM_2008_4_def

9&ARBEID MILIEU

ACTIVITEIT

Samenwerking met vakbonden?Interessant voor Arbeid en Milieu zijn de volgende

mogelijkheden tot samenwerken met de vakbonden die Komosie voorstelt met betrekking tot:1. Sociale economie en werkgelegenheid

• brug slaan tussen reguliere en sociale econo-mie

• onderzoek van verdere mogelijkheden2. Milieu en energie

• opstart van gezamenlijke projecten, zoals bv. Samenaankoop (cfr ACW-Limburg)

• (sociaal) energiebewustzijn vergroten binnen reguliere bedrijven

3. Woonbeleid• Integreren van Energiesnoeiers in bestaande ini-

tiatieven en reguliere (bouw)sector, met respect voor de rechten van werknemers

4. Sociaal beleid en kansarmoedebestrijding• Bereiken van sociaal zwakkere doelgroepen

Uit het debat dat volgde na deze toelichting bleek dat in sommige regio's er al een vorm van betrokkenheid bestaat van de vakbonden bij de Energiesnoeiers. Zo volgen de vakbonden in Kortrijk via de regionale RESOC het plaatselijke energiesnoei-bedrijf BND3 Kortrijk op.

Energiezuinig wonen is een basisrecht

Tot slot stond Peter Bostyn van de studiedienst van ABVV stil bij de fi nancieringsmogelijkheden, en enkele goede voorbeelden uit het buitenland.

FinancieringsmogelijkhedenOm investeringen in energiebesparing ook mo-

gelijk te maken voor de lagere inkomensgroepen, moet het systeem van Derde partijfi nanciering veel sterker uitgebouwd worden.

Hierbij worden de energiebesparende investerin-gen voorgefi nancierd door een derde partij, waarbij de klant door de lagere energiefactuur in staat is om, gespreid over enkele jaren, de initiële investering terug te betalen. Dit zou een win-win operatie be-

tekenen voor alle partijen, en bovendien zou ook de werkgelegenheid er wel bij varen. De middelen uit het FRGE kunnen hiervoor massaal worden ingezet.

Knelpunt in dit verhaal is het acute probleem van huurders, dat enkel via een mix van maatregelen kan worden opgelost:• derde partijfi nancieringsmechanismen• aanpassingen van de huurwet• initiatieven sociale huisvesting• verbetering energieprestatiecertifi caat• op middellange termijn: verhuurverbod

Duitse AlliantieDe Duitse ‘Bündnis für Arbeit und Umwelt’ is een

plan voor energierenovatie van de Duitse vakbonds-confederatie uit 1998 met aandacht voor sociale, ecologische en economische meerwaarde. De doel-stellingen waren ambitieus:• renovatie van 300.000 woningen• creatie van 200.000 jobs• vermindering van CO2-uitstoot van 2 Megaton• belangrijke vermindering van verwarmingskos-

ten• vermindering van werkloosheid en verhoging van

fi scale opbrengsten moet leiden tot besparing van 4 miljard euro.

Rol Arbeid en MilieuArbeid en Milieu zal de komende maanden na-

denken welke rol er voor vakbonden en milieube-weging is weggelegd teneinde ook in Vlaanderen enegiebesparing massaal ingang te doen vinden, en via welke samenwerkingsverbanden dit mogelijk kan worden.

Anton Geritscoördinator Arbeid en Milieu

1 FRGE: Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost2 Komosie: Koepel van milieuondernemers in de sociale econo-

mie3 BND: Buurt en Nabijheids Diensten

Peter Bostyn (ABVV) Bart Van Camp (EOS) Etienne Rubens (Komosie)

Page 10: AM_2008_4_def

10&ARBEID MILIEU

Na de Algemene Vergadering ten huize Arbeid & Milieu was het dringend tijd om de innerlijke

mens – zowel fysiek als mentaal – te versterken. Aan de fysieke behoefte werd gauw voldaan met

een broodje en vooral een drankje, de mentale leemte werd een half uurtje daarna opgevuld, met

de aanvang van het debat over de gevolgen van klimaatverandering op de tewerkstelling.

SSprekers van dienst waren Tom Willems (stu-diedienst ACV), Ton Sledsens (Stichting Natuur en Milieu) en Frank Vandermarliere (Agoria). Op het eind kwamen Danny Gijselings en Jos Mellaerts – vakbondsmilitanten van Philips Turnhout – een ambitieus idee uit de doeken doen.

Het was Tom Willems (studiedienst ACV) die de spits mocht afbijten en ons meteen een aantal inzich-ten over het onderwerp meegaf. Zo stelt Tom vast dat onderzoek naar de effecten van de klimaatsverande-ring op tewerkstelling een blinde vlek in het huidige studiegebied rond klimaat is. Niettemin is hier door enkele instanties (ETUC, ILO en het federaal planbu-reau) reeds wat onderzoek naar gevoerd, waarvan de voornaamste conclusies door Tom besproken zullen worden. Hieronder volgen dan ook een aantal bevindingen van verschillende onderzoeken.

Als men rekening houdt met internationale afspra-ken (minstens op Europees niveau) zijn de modellen voor de werkgelegenheid niet zo negatief. Er zou zich slechts een geringe groeivertraging voordoen met een licht positief effect op de werkgelegenheid

Verslag Info-avond klimaatverandering en

tewerkstelling 21 oktober 2008

(volgens een studie van het Europees Vakverbond zou het gaan om een stijging van 1,5%).

Er zouden wel verschuivingen optreden, maar dit eerder binnen, dan tussen sectoren. Bv. in de energiesector zullen windmolens een groter aandeel krijgen, ten nadele van de conventionele energie-opwekking.

Op die manier worden zogenaamde ‘green jobs’ gecreeërd. En jobcreatie is er wel degelijk, de cijfers tonen immers aan dat er veel meer jobpotentieel in de sector van de hernieuwbare energie (500 jobs/TWh) aanwezig is dan in de ‘traditionele’ energiesectoren nucleair (180/TWh), gas (165/TWh) en steenkool (116/TWh).

Voor een transitie zonder grote negatieve gevolgen

op sociaal vlak is een fl ankerend beleid vanuit de overheid nodig, met de nodige aandacht voor sociale beschermingsmaatregelen, opleiding en vorming, sociale dialoog,…

Tot slot werd hierbij het Duitse voorbeeld van de ‘Alliantie voor werk en milieu’ aangehaald, waarbij de vakbonden de overheid en de bouwsector sa-menwerken om 300.000 woningen per jaar te gaan renoveren. Hierdoor zouden uiteindelijk 200.000 extra jobs worden gecreëerd, wordt een CO2 –re-ductie van 2 megaton bereikt en wordt iets gedaan aan de energie-armoede. Misschien ook een idee voor ons land?

Na Tom was het de buurt aan Ton Sledsens van de Nederlandse Stichting Natuur en Milieu. Ton lichtte het initiatief ‘Green4sure’ toe. Green4sure is een initiatief van de Nederlandse vakbonden FNV en ABVAKABO, Greenpeace, WWF en Milieudefensie. Het pakket wil een aantal maatregelen voorstellen waarmee men een CO2-reductie van 50% tegen 2030 kan bereiken, en dit op een realistische manier. Doelstelling is om de maatschappelijke discussie te bevorderen en aan te tonen dat een dergelijke reductie helemaal niet onmogelijk is.

Om dit te bewijzen heeft men een professioneel onderzoek gevoerd met enkele externe onderzoeks-bureau’s. Aan het onderzoek werden evenwel door de opdrachtgevers enkele eisen gekoppeld. Zo moest men uitgaan van constructieve aannames, zoals het ‘worst case scenario’ van 25 dollar voor de prijs van

ACTIVITEIT

Frank Vandermarliere (Agoria)

Page 11: AM_2008_4_def

11 &ARBEID MILIEU

ACTIVITEIT

een vat olie, wat heel weinig is. Hierdoor wordt er een sterke vraag gecreeërd naar olie. Zo staat men later bij de verdediging van het plan sterker in de schoenen (want hernieuwbare energie wordt vanuit de vraagzijde alvast niet gestimuleerd, wat een pes-simistisch uitgangspunt is).

Verder mag het onderzoek niet uitgaan van gebruik van kernenergie, en mocht enkel gebruik worden gemaakt van duurzame biomassa om de 50%-reductie tegen 2030 te halen. Tenslotte moest men ervoor zorgen dat de marktwerking gegaran-deerd blijft.

Conclusie uit het onderzoek is dat men via een aantal ondersteunende instrumenten – zoals een doorgedreven CO2 normering, stimuleringsmaat-regelen voor innovatie, benchmarking, fiscale maatregelen,opleiding en vorming, ... – perfect tot een reductie van 50% kan komen in 2030!

In eigen land is dergelijke studie nog niet gemaakt, misschien ook een idee voor onze beleidsmakers? Meer info over het Green4sure project vind je op www.green4sure.nl

Volgens Frank Vandermarliere van Agoria, de sectorfederatie van de technologische industrie, zijn er 3 pijlers van energieproductie waar groene jobs gecreëerd kunnen worden. Er is de zgn. ‘manufac-turing’, installatie en uitbating en onderhoud. Het is vooral bij die eerste pijler waar Agoria een rol ziet voor zichzelf, omdat de Agoria-leden zich groten-deels in dit segment bevinden. Concreet gaat het hier om het ontwerpen en produceren van hernieuwbare energie-onderdelen.

Voor de Vlaamse werkgelegenheid in hernieuwbare energie manufacturing is een schatting gebeurd voor 2020.

Voornaamste conclusie hieruit is dat manufactu-ring van systemen van hernieuwbare energie direct en indirect 40.000 jobs kan scheppen tegen 2020. Als je hierbij ook nog rekening houdt met installateurs, uitbaters, onderhoud, etc... dan kan dit cijfer nog veel hoger oplopen!

Tenslotte werden ook de resultaten van een studie van het Federaal Planbureau rond de impact van het Europese klimaatpakket toegelicht. Hieruit bleek dat – mits een verstandige toepassing van het klimaat- en energieplan – 25.000 nieuwe jobs gecreëerd kunnen worden tegen 2020. Ook de kosten hiervoor zullen redelijk beperkt zijn, als de inkomsten voor de staat via de veiling van emissierechten tenminste “gerecycleerd” worden en geherinvesteerd in bv. de sociale zekerheid

Ook Dhr. Vandermarliere benadrukte tenslotte het grote belang van vorming en opleiding bij de transi-tie naar een klimaatvriendelijkere maatschappij.

Tot slot waren Danny Gijselings en Jos Mellaerts, beide ABVV vakbondsafgevaardigden bij Philips

Turnhout, aan de beurt. Zij kregen de kans om een ambitieus plan toe te lichten: het ‘participatieproject duurzame energie’. Met het voorbeeld dat Danny en Jos zelf aanhaalden valt het principe het best uit te leggen: “Stel: De werkgever stort per werknemer 1000€ in de “investerings pot”. In ons bedrijf werken 2000 werknemers, dat geeft een investerings kapitaal van 2.000.000 €. Hiervoor kunnen zij een zonne-systeem plaatsen met een jaarlijkse opbrengst van ongeveer 425.000 Kwh. Dit geeft recht op 191.250€ aan groenestroomcertifi caten per jaar gedurende 20 jaar. 425.000 KWh aan 0.10€ /Kwh = 42.500.

Dit alleen al geeft 233.750 € op jaarbasis”

Het systeem heeft tal van voordelen, zowel voor de werknemer, de werkgever als de overheid. De werknemer krijgt een jaarlijkse (veilige) uitkering van +/- 6% rendement, waarbij alle werknemers dezelfde kansen krijgen. De werkgever geniet dan weer van een groener imago en ziet zijn energie-kosten fl ink dalen.

Dit plan klinkt alvast heel veelbelovend, maar ook de bedenkers ervan zitten nog met een aantal prangende vragen, vooral met betrekking tot de juri-dische haalbaarheid. Ook het publiek zat nog met een aantal vragen rond de haalbaarheid van het plan. Een kritisch publiek dus, maar op een constructieve manier. Nagenoeg iedereen was het er immers mee eens dat dit plan zeker zijn mogelijkheden heeft, al moet nog worden uitgezocht hoe dit concreet haal-baar gemaakt kan worden.

Wordt zeker vervolgd...Thijs Calu

Educatief medewerker Arbeid & Milieu

De sprekers. Vlnr: Ton Sledsens, Tom Willems en Frank Vandermarliere

Danny Gijselings

Jos Mellaerts

Page 12: AM_2008_4_def

12&ARBEID MILIEU

BEDRIJFSBEZOEK

E

Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging!

Ronny ben ik niet vrijgesteld. Als productiemewer-ker bij de dienst Energie en Milieu functioneer ik als ‘all-rounder’, zowel binnen als buiten dus. Mijn werkdomein is het ganse BASF-terrein, inclusief de waterzuivering. Daar sta ik in voor het beheer van alle energie- en waterstromen binnen BASF. ”

Rood, groen en een beetje blauw“De grootste vakbond bij ons is het ACV, gevolgd

door het ABVV. Het ACLVB heeft het minst afgevaar-digden, maar we doen ons best en de relatie tussen de vakbonden onderling is vrij goed”, vervolgt Wim. “Toen we in 2000 ook een ACLVB afvaardiging had-den was de sfeer wat grimmiger, maar sedert 2002 doen we heel wat acties samen. Uiteraard zijn er nog wat discussies over de accenten die gelegd moeten worden, maar uiteindelijk trekken we allemaal aan hetzelfde zeel.”

“Er is ook heel wat gezamenlijk overleg”, aldus Wim, “Vóór de vergadering van het comité is er onder de vakbonden een soort vooroverleg georganiseerd, waar een gemeenschappelijk standpunt wordt be-paald. Dit verdedigen we dan ook gezamenlijk op de uiteindelijke vergadering”.

Ook Ronny ziet een positieve samenwerking tus-sen de vakbonden: “ Eigenlijk kennen we allemaal dezelfde problematieken en hebben we allemaal dezelfde belangen. Vooral in het comité is een goede samenwerking mogelijk”.

“De relatie met het management ligt soms iets moeilijker”, weet Wim. “Eigenlijk ligt het probleem vaak in de stappen tussen de werknemers op de vloer en de werkgever. Daar is heel wat prestatiedruk en komt het soms tot spanningen als het over milieu en veiligheid gaat”.

“We zijn allemaal bondgenoten als het om veilig-heid gaat,” vervolgt Ronny, “het is echter de manier waarop, waarover meestal wordt gediscussieerd. Zo zijn we als vakbond niet voor een repressieve aanpak. De werkgever duidt soms mensen aan met bijna ‘po-litionele’ bevoegdheden, wat echt niet bevorderlijk is voor de sfeer op de vloer.”

“Sommige mensen die het beleid van op het bureau uitstippelen komen te weinig buiten om de realiteiten te kunnen ervaren en die denken dan dat het allemaal wel goed gaat, terwijl dat niet het geval is. Dát is voor het moment één van onze grootste frustraties”, besluit Wim.

WaterbeheerOver het waterverhaal bij BASF weet Wim alles, hij

Op 29 augustus had Arbeid en Milieu het genoegen een bezoekje te brengen aan BASF

Antwerpen. Een lange fietstocht bracht ons tot bij het bezoekerscentrum van BASF, het e-

paviljoen, langs de Scheldelaan in de Antwerpse haven. Toen kregen we vooral te horen hoe men met water omspringt in het bedrijf. Op dat vlak

blijkt BASF een echte voorloper te zijn! Ook in dit artikel komt dit waterbeleid aan bod, maar

daarnaast hadden we graag nog wat andere aspecten uit de ‘Arbeid en Milieu – problematiek’

besproken. Daarom maakten we een afspraak met vakbondsafgevaardigden Ronny Janssens (BBTK) en Wim Dejongh (ACLVB), en hadden we het onder

andere over water, milieubeleid, syndicale inspraak en mobiliteitsbeleid.

S“BASF produceert vooral zogenaamde ‘com-modity-producten’, halffabrikaten die door onze klanten verder verwerkt worden tot eindproduc-ten. Deze eindproducten varieren van plastieken potjes tot auto-onderdelen. Het enige eindproduct dat we produceren zijn onze meststoffen”, vertelt Ronny Janssens, sedert 1970 werkzaam bij BASF, vroeger laborant en nu vrijgesteld voor de BBTK in de Ondernemingsraad (OR) en de Europese Onder-nemingsraad.

Wim Dejongh is ACLVB-afgevaardigde binnen het Comité Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW): “Ik werk sinds 1991 bij BASF, en sinds 2000 ben ik vakbondsafgevaardigde. In tegenstelling tot

Wim Dejongh (ACLVB)

Page 13: AM_2008_4_def

13&ARBEID MILIEU

BEDRIJFSBEZOEK

is er dan ook dagelijks mee bezig. “Bij BASF worden 2 soorten water als grondstof gebruikt, namelijk leidingwater en dokwater”, vertelt Wim. “De hoofd-leverancier van ons leidingwater is AWW, maar een klein deel wordt ook geleverd door Pidpa. Dit water wordt aan de ingang gesplitst naar drinkwater en productiewater. Het water wordt door onze dienst van al z’n mineralen ontdaan, waardoor demiwater ontstaat. Ook dit water krijgt op zijn beurt 2 functies. Een deel hiervan wordt ingezet als proceswater, en van een ander deel wordt stoom gemaakt, wat we hier gebruiken als energiedrager. Van het brakke dokwater wordt een beperkte hoeveelheid produc-tiewater gemaakt, ongeveer 10% van onze totale hoe-veelheid productiewater. De rest van het brakwater wordt als koel- en bluswater gebruikt.”

“De laatste stroom is het afvalwater of restwa-ter”, vervolgt Wim, “belangrijk hierbij is dat we de vervuiling zoveel mogelijk aan de bron proberen te reduceren. Dat is veel effi cienter dan op het einde van het proces te gaan zuiveren.”

Grondwater wordt bij BASF niet gebruikt. “De reden hiervoor is de verzilting”, stelt Wim. “Het is simpelweg economisch niet rendabel om op grote schaal het zoute grondwater te gaan ontzilten”. Ook regenwater wordt bij BASF niet rechtstreeks ingezet, maar “onrechtstreeks gebruiken we wel regenwater in ons koelwatersysteem. Het aanwezige regenwater in ons terugvoerbrakwater zorgt ervoor dat er minder zout wordt afgezet in de koeltorens. Onrechtstreeks gaat het regenwater dat in de dokken belandt dus de verzilting van ons koelsysteem tegen.”, aldus nog Wim.

BASF beschikt over een zeer uitgebreide water-zuiveringsinstallatie. “Het enige verschil met een intercommunale installatie is dat wij gebruik maken van zuurstof in plaats van lucht om de vervuilende stoffen, zoals ammoniak, in het water af te breken. Deze techniek wordt nitrifi catie genoemd en is een techniek die vrij gevoelig is en waar we eerst wat problemen mee hadden. Maar nu zijn alle problemen van de baan.”, vertelt Wim. “ Ook voor het ingedikte slib hebben we een ecologische oplossing gevonden. Het slib wordt, na decantatie, naar een afvalverbran-dingsoven gebracht, waar het tijdens de verbranding het nuttig effect heeft de oventemperatuur constant te houden”

De kwaliteit van het afvalwater wordt bij BASF sterk opgevolgd. “Elk bedrijf krijgt immers een kwali-teitsnorm en een storingsnorm opgelegd. Indien de kwaliteitsnorm wordt overschreden is er waakzaam-heid vereist. In het geval de storingsnorm wordt overschreden moeten wij daarvan op de hoogte gebracht worden en wordt het pompdebiet beperkt zodat de totale maximumvracht niet wordt over-schreden. Op die manier wordt een zo goed mogelijke afbraak gegarandeerd”, aldus Wim. “Het goede resultaat van onze doorgedreven waterzuivering

wordt bewezen door de aanwezigheid van een heus natuurgebied, het ‘Groot Buitenschoor’, dat vlak aan onze lozing gelegen is. BASF werkt op dat vlak ook samen met Natuurpunt. Vanuit ons e-paviljoen vertrekken bijvoorbeeld vaak geleide wandelingen, georganiseerd door Natuurpunt. Bovendien is BASF Peter van dit natuurgebied.”

WaakhondDe vakbonden hebben bij het waterbeleid vooral

een waakfunctie. “Als wij bepaalde problemen zien die maar blijven duren, dan proberen we daar via druk op de directie en op bepaalde overheidsinstan-ties iets aan te doen.

Over de reden van het ver doorgedreven milieu- en energiebeleid zijn Wim en Ronny het eens: “De reden is hoofdzakelijk economisch. Het is natuurlijk ook goed voor het imago van het bedrijf, maar het is in eerste instantie de bedrijfswinst die prioritair is, daar moeten we niet fl auw over doen”.

BASF en milieu“Niettemin is hier al heel veel ten goede veranderd

op vlak van milieu”, aldus Ronny. “Zoals daarnet aangehaald is de drijfveer in eerste instantie de winst van het bedrijf. Maar ook de opkomst van de groene beweging en het groeiende ecologische besef van de maatschappij hebben hier in belangrijke mate toe bijgedragen. Nu vindt het bedrijf een groen imago belangrijk, vroeger was dat veel minder het geval. En tenslotte zijn we natuurlijk ook via de overheid verplicht om strenge normen te behalen.”

“Contaminatieproblematiek en de gezondheid van de mensen is voor mij altijd al een grote bezorgdheid geweest. Vroeger gebeurde het wel eens dat mensen hun handen simpelweg met benzeen wasten. Nu is zoiets niet meer in te denken. Mede doordat de men-sen zich meer bewust zijn van het gevaar. De kennis is in al die tijd enorm toegenomen”, vervolgt Ronny.

“Indertijd hadden we hier grote problemen met het gipsafval dat ontstond bij de productie van meststof-fen. Dat werd in grote tonnenmaten in de Schelde geloosd omdat het in zout water kwam waarin dit

Page 14: AM_2008_4_def

14&ARBEID MILIEU

BEDRIJFSBEZOEK

gips nog oplosbaar was. Ook dat is nu natuurlijk voltooid verleden tijd, en werd onder andere door de milieubeweging aan de kaak gesteld”, aldus Ronny. “Ook voor chloorproductie gold vroeger een veel soepeler regelgeving. Nu zit er minder dan 2 ppb (onderste meetgrens) in het slib, dat is zo goed als niks! Vroeger zou zoiets onmogelijk zijn geweest”.

BASF en buurtbewoners“Er zijn heel wat zaken ten goede veranderd. Wat

BASF onder andere in het leven heeft geroepen om de buurtomgeving nauwer bij de milieuproblematiek van het bedrijf te betrekken, is het organiseren van info-avonden voor de buurtbewoners. Daarnaast heeft BASF een soort hulplijn in het leven geroepen. Bij overlast kunnen de mensen naar een oproepnum-mer bellen.”, vertelt Ronny. “Klopt,” vervolgt Wim, “en daar wordt vaak gebruik van gemaakt. Dat kan gaan van geluidshinder tot lichthinder. Vooral als onze fakkel serieus brandt, kunnen mensen van beide last hebben. En er dient gezegd te worden dat BASF hier altijd serieus op ingaat. Zo kan het gebeuren dat de ‘cyclonen’ (stofafscheiders) uitvallen, bij de mest-productie. Dan onstaat er een soort witte neerslag, die niet schadelijk, maar wel hinderlijk. Dit kan bv. op de was van buurtbewoners terechtkomen. In dat geval betaalde BASF bijvoorbeeld het bonnetje van de wasserij terug”, aldus Wim.

MobiliteitGezien BASF met openbaar vervoer (noch lijnbus,

noch trein) niet bereikbaar is, beschikt BASF al sedert zijn ontstaan over gratis busvervoer voor zijn mede-werkers. “Men zou het een mobiliteitsplan “avant la lettre” kunnen noemen”, stelt Ronny. “Spijtig genoeg moeten we vaststellen dat steeds minder medewerkers van deze service gebruik maken.”

Dat de medewerkers verkiezen om met de eigen wagen te komen heeft meerdere redenen.

“Voor mij persoonlijk is de bus wel handig, omdat ik op slechts 200 meter van de halte woon,” vervolgt

Wim. “Maar ik begrijp de mensen die het niet zien zitten om eerst een aantal kilometer af te leggen naar de dichtste halte, en na hun werk vervolgens terug 20 minuten moeten wachten eer er een bus op de stelplaats staat. Dat scheelt heel wat tijd op een dag. Het kan gebeuren dat je 8 uur moet werken, maar meer dan 11u van huis weg bent. Zo’n regeling doet mensen al snel naar de auto grijpen.”

“Uiteraard gaan wij ervan uit dat, na een onder-zoek om het gratis personeelsvervoer terug aantrek-kelijker te maken, er genoeg verbeteringspotentieel voorhanden zal zijn om een succesvolle promotie-campagne ten gunste te kunnen opzetten.”, aldus Ronny

“In het begin van het jaar heb ik bij het jaarac-tieplan voorgesteld om toch een fi etsvergoeding te bekomen, maar daar had men geen oren naar. Jammer, want nu zijn het enkel de sportievelingen die fi etsen, terwijl mensen vanuit Berendrecht of Zandvliet perfect met de fi ets zouden kunnen komen, maar ze worden hier nu niet voor beloond, en dus kiezen ze voor de auto.”, aldus Wim.

“Het is vooral in de hoofden van de mensen dat er iets moet veranderen”, zegt Ronny, “een mentali-teitsverandering is nodig om echt zaken te realiseren op dat vlak.”

Toch doet BASF reeds serieuze inspanningen op milieuvlak, aldus Wim: “Het is frustrerend steeds te horen dat je als chemische sector niets goed kunt doen op milieuvlak, maar als je thuis je patatjes zo dun kunt schillen als wij onze vervuiling reduceren, dan ben je echt een krak!”, besluit Wim, waarbij hij verwijst naar de cijfers van het milieujaarverslag van BASF dat op internet* te vinden is.

Thijs CaluEducatief medewerker Arbeid en Milieu

Nuttige links:Website milieubeleid BASF:

http://www.basf.be/nl/milieu/* milieujaarverslag BASF:

http://www.basf.be/nl/milieu/basant/milieu-verslag.html

Ronny Janssens (BBTK)

Thijs Calu (Arbeid en Milieu)

Page 15: AM_2008_4_def

15 &ARBEID MILIEU

BEDRIJFSDOSSIER

AAct Now!Elk jaar vindt een opvolgingsconferentie van het

internationale klimaatverdrag en het Kyoto protocol plaats. Dit jaar gaat deze conferentie door in Poznan (Polen). Milieuministers van meer dan 170 landen komen daar samen om een nieuw klimaatakkoord uit te werken. Dat akkoord zou volgend jaar (op

Klimaatactiedag 6 december 2008

De klimaatcoalitie is een samenwerkingsverband tussen een 70-tal middenveldorganisaties,

waaronder de milieubeweging en de vakbonden. De coalitie roept de politici op om werk te maken van

een klimaatbeleid, dat in overeenstemming is met de bevindingen van de klimaatwetenschappers.

Om die eisen kracht bij te zetten, organiseerde de coalitie op 6 december 2008 een klimaatactiedag

in Brussel.

de klimaatconferentie van Kopenhagen) afgerond moeten worden. En er is nog een lange weg af te leggen. Daarom organiseerde de klimaatcoalitie op 6 december 2008 een klimaatactiedag, met een klare boodschap voor onze politici: ACT NOW! Ga voor ambitieuze klimaatdoelstellingen die in overeen-stemming zijn met het ‘veilige’ scenario van klimaat-panel! Investeer massaal in rationeel energiegebruik en hernieuwbare energie! Want dit is rendabel en dus goed voor onze economie en de creatie van werkgelegenheid. Bovendien maken hernieuwbare energie en rationeel energiegebruik ons een stuk minder afhankelijk van de import van eindige fossiele energie. Tegelijkertijd plukken we de voordelen van schonere lucht voor de volksgezondheid.

Zwaarste klappen in het ZuidenEen internationaal klimaatakkoord zal slechts

mogelijk zijn indien de landen in het Zuiden kun-nen rekenen op steun van het Noorden. De ontwik-kelingslanden zullen de negatieve gevolgen van klimaatverandering immers het eerst en het meest voelen. Bovenop de voorziene bijdragen voor ont-wikkelingshulp, zullen de westerse landen nog geld moeten vrijmaken voor aanpassingsmaatregelen in het Zuiden. Het gaat dan bijvoorbeeld om hulp bij in-frastructuurwerken om overstromingen te vermijden, hulp aan de familiale landbouw om zich weerbaarder te maken tegen ongunstige klimaatomstandighe-den, hulp aan gezondheidszorg om uitbreiding van ziektes tegen te gaan, noodhulp om klimaatvluch-telingen op te vangen, …

Tegelijkertijd heeft de bevolking in het Zuiden ook recht op ontwikkeling en toegang tot energiedien-sten. Daarbovenop is het juist in die landen dat er vaak veel meer mogelijkheden zijn om gebruik te maken van hernieuwbare energie: de zon, de wind, waterkracht of duurzaam gebruik van biomassa. De geïndustrialiseerde landen moeten de ontwikke-lingslanden helpen in deze ‘schone’ ontwikkeling, via vele kleinschalige projecten die in eerste plaats ten goede komen aan de lokale gemeenschappen. Via fi nanciële ondersteuning voor duurzaam bosbe-heer, moeten de laatste arealen tropisch regenwoud beschermd worden en moet elders aan herbebossing worden gedaan .

Sociale rechtvaardigheidHet uit te stippelen klimaatbeleid moet ook meer

sociale rechtvaardigheid met zich meebrengen. Anders wordt het niet gedragen door grote delen van de bevolking en is het op voorhand gedoemd tot mislukken. Een internationaal klimaatakkoord zal moeten uitgaan van de lange termijnvisie dat iedere burger een gelijk recht heeft op het gebruik

Page 16: AM_2008_4_def

16&ARBEID MILIEU

BEDRIJFSDOSSIER

van de atmosfeer. Geen enkele langetermijnstrategie voor het klimaatprobleem kan dit ethische aspect negeren.

Sociale rechtvaardigheid in het klimaatbeleid betekent dat iedere bewoner van de aarde het recht heeft op een kwaliteitsvolle huisvesting, waar diensten zoals verwarming, koeling, verlichting en een minimale elektriciteitslevering gegarandeerd zijn; dat iedereen het recht heeft op basismobiliteit zodat hij kan deelnemen aan het sociaal leven, en dat iedereen het recht heeft op een gezonde en evenwichtige voeding.

De uitdaging bestaat erin om aan deze basisrech-ten tegemoet te komen, zonder de draagkracht van de aarde te overschrijden. Het positieve nieuws is dat de technologie hiervoor bestaat. De vele toepassin-gen van hernieuwbare energie en rationeel energie-gebruik moeten beschikbaar gemaakt worden voor iedereen. Via een herwaardering van de familiale landbouw in Noord een Zuid kan gezonde voeding beschikbaar worden voor elk van ons.

Energie-armoedeToch stellen we vast dat de laagste inkomens

sterker worden getroffen door de stijgende energie-prijzen. Een groter aandeel van hun beperkt budget gaat immers naar de energierekening, terwijl ze niet over een kwaliteitsvolle huisvesting beschikken en de middelen niet hebben om maatregelen van rationeel energiegebruik te fi nancieren. Bestaande maatregelen zoals premies en fi scale aftrekbaarheid komen deze gezinnen te weinig ten goede. Steeds meer gezinnen leven in energie-armoede en hebben moeite om hun energierekening tijdig te betalen. Deze gezinnen hebben geen boodschap aan de on-doorzichtige liberalisering van de energiemarkt.

Het klimaatbeleid houdt kansen in om het pro-bleem van energie armoede grondig aan te pakken. Via een grootschalig energierenovatieprogramma moet de kwaliteit van de huisvestingen drastisch verhoogd worden. Gezinnen moeten beroep kun-nen doen op een energiedienstenbedrijf, dat hen onder de vorm van een uniek loket helpt bij zowel de sociale als de energiebesparende maatregelen. Dit bedrijf zou specifi ek voor de lagere inkomens moeten instaan voor de volgende dienstverleningen:• budgetbegeleiding in geval van schulden;• gratis energie-audit van de woning;• gratis uitvoering van eenvoudige energiebe-

sparende maatregelen (in samenwerking met de 'sociale economie') zoals het vervangen van gloeilampen door spaarlampen, aanbrengen van buisisolatie of tochtstrips…;

• een premie, renteloze lening en/of derde betaler systeem voor energiebesparende investeringen, waarbij ook de eigenaar van huurwoning geres-ponsabileerd wordt;

• levering van elektriciteit, aardgas (of stookolie) aan sociale tarieven.

De bestaande subsidieregeling dient vereenvou-digd en hervormd te worden, zodat gezinnen via een directe premie geholpen worden op het moment dat zij de energiebesparende investering doen. De priori-teit moet gaan naar de meest effi ciënte maatregelen zoals het plaatsten van isolatie, het vervangen van enkel glas door superisolerend glas of het vervangen van weinig effi ciënte verwarmingssystemen door een installatie met hoog rendement.

En de vakbonden?Het klimaatbeleid houdt kansen en bedreigingen in

voor de werkgelegenheid in België. Het klimaatbeleid zal onvermijdelijk gepaard gaan met verschuivingen in werkgelegenheid. De grootste verschuivingen zul-len zich echter voordoen binnen sectoren. Daarom moet het middenveld en meer in het bijzonder de vakbonden, pro- actief betrokken worden in dit herstructureringsproces. Nu al stellen we een gebrek aan goed opgeleide werknemers vast voor de groei-sectoren zoals energierenovatie in de bouwsector of de sector van de hernieuwbare energie. Vorming en opleiding, ook op de werkvloer, moet hier tijdig op inspelen. Werknemers moeten kunnen rekenen op een robuust systeem van sociale bescherming, als hun job in gevaar zou komen ten gevolge van het klimaatbeleid. Dan pas kunnen de bedreigingen omgezet worden in nieuwe kansen. In dat geval kan er gesproken worden van een rechtvaardige transitie. Programma’s van ‘rechtvaardige transitie” dienen via sociale dialoog en overleg tussen overheid, werk-gevers en werknemers opgesteld te worden. Ook op het niveau van de onderneming kunnen vakbonden collectieve overeenkomsten sluiten ter vergroening van de werkplaats.

Tom WillemsStudiedienst ACV

Tom Willems (ACV)

Page 17: AM_2008_4_def

17&ARBEID MILIEU

H

WEBSITE VAN DE MAAND

Hou onze aarde cool “Te zachte winters, herhaalde stormen, het gat

in de ozonlaag... De industrie doet er wat aan! Op greencompanies.be, vindt u spitstechnologie om minder energie te verbruiken en groene energie te produceren.”

Naast deze veelbelovende intro vinden we op de homepage enkele interessante fi lmpjes terug, waaronder ook ‘Climate changes: the impacts’, een fi lmpje op Youtube van Advancing Science Serving Society (ASSA), waarin het klimaatprobleem wordt toegelicht door Amerikaanse wetenschappers. Agoria wenst dus duidelijk de bezoekers van de website te sensibiliseren over het klimaatprobleem, en de noodzaak tot actie.

Doel en opbouw“Het doel van www.greencompanies.be is om

de schijnwerpers te richten op de diensten, tech-nologieën en initiatieven van de bedrijven om ons energieverbruik terug te dringen. Agoria wil er dan ook een uitstalraam van maken dat voor alle on-dernemingen toegankelijk is.” aldus Jean-Francois.Bodarwé van Agoria (foto)

Bedrijven kunnen via een online invulformulier zelf hun energieprestaties of -producten uploaden op greencompanies.be. De website staat open voor ALLE bedrijven. Agoria deelt op de pagina Companies bedrijven in in drie categorieën:

www.greencompanies.beAgoria, de federatie van de ondernemingen van de technologische industrie,

lanceerde in 2008 een opmerkelijke website: www.greencompanies.be. Agoria wenst in de toekomst meer aandacht te besteden aan milieubescherming en

groene technologieën. Arbeid en Milieu nam deze website onder de loupe, en kwam tot volgende bevindingen.

- Ondernemingen die intern concrete maatregelen hebben genomen om hun energie-effi ciëntie te verbeteren of hernieuwbare energie te gebruiken. Best practices

- Ondernemingen die diensten of technologieën aanbieden voor de productie van hernieuwbare energie

- Ondernemingen die diensten of technologieën aanbieden voor een betere energie-effi ciëntie

Green VisionOp deze pagina komen we meer te weten over

de standpunten en de milieuthema’s die Agoria verdedigt. “Energie is een vast agendapunt in ondernemingen, of het nu gaat om de kosten van energie of om investeringen om minder energie te verbruiken. Energie duikt ook op in de context van andere problemen: concurrentievermogen, opleiding van medewerkers, innovatie, ... En dan hebben we het nog niet over het probleem van klimaatveran-dering waar niemand aan ontsnapt. ... Vaak zijn besparingen van 20% en meer mogelijk met relatief eenvoudige maatregelen, zoals energieaudits en be-sparende ingrepen....” aldus Agoria-voorzitter Francis Verheughe op het Zero Emission Event.

Op diezelfde pagina vinden we enkele artikelen, die bewijzen dat Agoria deze visie ook vertaalt in concreet beleid. Enkele voorbeelden:

Ook voertuigen gaan voor light. Flanders’ Drive is intensief aan het zoeken naar manieren om voertuigen lichter te maken. Energie besparen op andermans kosten. Hier promoot Agoria het systeem van derde-partijfi nanciering, dat investeringen energiebespa-ring toegankelijk moet maken voor alle inkomens.Wees niet te zuinig op zuinige motoren. Hier roept Agoria de bedrijven op om niet te wachten tot Europa normen oplegt voor energie-effi ciëntere motoren, en zich kortzichtig niet te laten afschrikken door de ho-gere aankoopprijs. Als vakbond en milieubeweging moeten we hier dus vaststellen dat Agoria op deze website de juiste keuzes maakt, en daar kunnen we uiteraard alleen maar blij om zijn.

Welke bedrijven worden vermeld?

In totaal worden ongeveer 90 bedrijven bespro-ken, verdeeld over de 3 categorieën. Telkens wordt kernachtig weergegeven om welke technologie of toepassing het gaat, en kan je doorklikken naar een apart venster met meer uitleg over het duurzaam-

Jean François Bodarwé, web content manager van greencompanies.be

Page 18: AM_2008_4_def

18&ARBEID MILIEU

WEBSITE VAN DE MAAND

heidsbeleid van het bedrijf. Voor de meerderheid van de besproken bedrijven zijn hun groene inspannin-gen inderdaad de moeite om te leren kennen.

Het is onmogelijk om hier alle bedrijven te bespre-ken, daarom hebben we er enkele uitgepikt.

Reynaers Aluminium: dit bedrijf heeft op het dak van het nieuwe magazijn van haar wereldwijd distributiecentrum in Duffel eind 2007 meer dan 3000 zonnepanelen geïnstalleerd op een totale op-pervlakte van 16.000 m².

Océ Software Laboratories (OSL): dit bedrijf uit Namen wil de CO2-uitstoot van zijn vliegtuigreizen volledig compenseren. OSL heeft beroep gedaan op de kennis van CO2logic en zijn door de Verenigde Na-ties gecertifi ëerde projecten om CO2 te reduceren.

Philips: maakte in september 2007 zijn programma EcoVision4 bekend, dat tegen 2012 een verdubbeling van de verkoop van groene producten nastreeft tot 30% van de totale omzet.

PhilipsDat Philips op deze website in de bloemetjes wordt

gezet, doet toch onze wenkbrauwen fronsen. Volgens de milieuranglijst voor electronicaproducenten van Greenpeace heeft Philips immers een bijzonder slechte beurt gemaakt. De score van Philips is na-melijk van 5,3 (versie 8) naar 4,3 gezakt (versie 9, oktober 2008) Dit is volgens Greenpeace te verklaren door de agressieve lobbycampagne van Philips bij de Europese Unie tegen het principe van de Individuele Producenten Verantwoordelijkheid.

Verder scoort Philips volgens Greenpeace on-dermaats op de meeste criteria inzake electronisch afval, zoals het vrijwillig terugnemen van afgedankte producten. In een persbericht van Greenpeace van 16 oktober 2008 staat hierover1: “Rusland is een van de snelst groeiende markten voor Philips, maar de multinational bekommert zich niet om de afge-dankte apparaten. Greenpeace roept het bedrijf op om wereldwijd te zorgen voor een goede inzameling en recyclage van Philipsproducten.”

Wil je meer weten of zelf zien hoe goed of slecht electronicaproducenten (Nokia, Dell, Microsoft, Apple, Toshiba, Nintendo, ...) scoren op ecolo-gisch vlak, dan kun je via http://www.green-peace.org/raw/content/belgium/nl/press/re-ports/ranking8.pdf het rapport downloaden.

Financiële instellingenVan de 12 besproken bedrijven in de rubriek Best

Practices zijn er 2 fi nanciële instellingen, KBC en Dexia. Bij Dexia wordt vermeld: “Dexia wordt de eerste bank die werk maakt van een beleid van koolstofneutraliteit dankzij de aankoop van een windmolenpark in Basse-Normandie” en bij KBC lezen we: “Er worden richtlijnen opgesteld om nieuwbouwprojecten zoveel mogelijk CO2-neutraal te maken. Tegen 2010 wil KBC in België immers een CO2-neutraal bedrijf zijn.” Dit zijn uiteraard stappen in de goede richting, die op deze website in de verf mogen worden gezet.

Alleen begrijpen we niet waarom Triodos geen eervolle vermelding krijgt in deze rubriek Best Practices. Uit een onderzoek van Test-Aankoop van maart 2008 blijkt dat er namelijk één bank bovenuit steekt inzake duurzaamheid, namelijk Triodos Bank. Het onderzoek betrof het duurzaam beleid en het aanbod van de banken in het algemeen en niet enkel hun als ‘groen’ of ‘duurzaam’ gemerkte producten. Bovendien is Triodos al jaren gespecialiseerd in het fi nancieren van hernieuwbare energieprojecten, en grote institutionele beleggers2 weten die ervaring te waarderen.

Hoe ‘Groen’ zijn deze Companies?

Vaak gaat het om één aspect van de onderneming waarmee men zich als groen bedrijf wil profi leren. Daarom is het misleidend om de bedrijven besproken op deze website onmiddellijk te verheffen tot een ‘Green Company’.

Toch vinden we dit initiatief van Agoria lovens-waardig. Het is immers een signaal naar de tech-nologische bedrijven dat wie vandaag niet inzet op groene technologieën, morgen uit de markt wordt geconcurreerd in een geglobaliseerde economie. Voor het behoud van de tewerkstelling in eigen regio hebben vakbonden dus alle baat bij deze omschake-ling naar duurzame producten en diensten. Anders zullen buitenlandse bedrijven deze snelgroeiende markt inpalmen. Het is bovendien de taak van vak-bonden om erover te waken dat deze transitie sociaal rechtvaardig gebeurt.

Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu

1. Bron: http://www.greenpeace.org/belgium/nl/news/philips-russia

2. Sinds 2007 beheert Triodos Bank het Ampèrefonds, een beleg-gingsfonds dat tot 500 miljoen eur kan investeren in duurzame energieprojecten. De structurele beleggers in dit fonds zijn twee van de grootste Nederlandse pensioenfondsen, AGP en PGGM. Zij kozen voor Triodos Bank omwille van haar expertise in de sector. (bron: Triodos magazine, herfst 2008, blz.15)

Page 19: AM_2008_4_def

19 &ARBEID MILIEU

W

BEDRIJVEN

Wat in deze discussie meteen opvalt is dat zowel de milieubeweging als de vakbonden een regelgeving voor de uitstoot van CO2 bij auto’s wenselijk vinden. De nuances liggen soms anders, maar zowel ACV, ABVV als ACLVB zijn voorstander van een krachtdadig beleid op korte of middellange termijn.

“In juni van dit jaar onderschreven wij in een opiniestuk samen met Greenpeace de oproep om de doelstellingen inzake de reductie van CO2 voor 2012 te behouden”, aldus Frans Biebaut (ABVV Metaal).

CO2-regelgeving voor auto’sStandpunt van de vakbonden

In het vorige A&M magazine deed Joeri Thijs (Greenpeace) uit de doeken hoe hij aankijkt tegen

de nakende CO2-regelgeving voor auto’s van de Europese Unie. Nu krijgen de vakbonden de kans

om hierop te reageren en hun eigen standpunt uit de doeken te doen. Op het moment van schrijven

liggen de normen en termijnen nog niet vast. Terwijl jullie dit lezen, zou dit wel zo moeten zijn.

Na de stemming in de Milieucommisie van het Europees Parlement, dat het voorstel van de

Europese Commissie volgde (namelijk een CO2-uitstoot van 120g/km tegen 2012), moest de

Europese Raad van Ministers in december immers de knoop doorhakken.

Over de argumententatie van de autolobby – om de deadline uit te stellen tot 2015 – is Frans niet te spreken: “Hun argumenten snijden geen hout. Het vaakst hoort men nog altijd dat zij niet genoeg tijd krijgen om hun productiecyclus aan te pas-sen, nochtans is de auto-industrie sinds 1995 op de hoogte van de Europese ambities om de CO2-uitstoot te reduceren”.

Ook Kurt Marysse, Nationaal Sectoraal Verant-woordelijke bij ACLVB, is die mening toegedaan. “De ACLVB is geen voorstander om de autoconstructeurs nog verder uitstel toe te kennen, maar verwacht van de Europese Commissie eindelijk eens een krachtda-dig optreden.”, aldus Kurt. “We zijn wel voorstander van een diepgaande studie naar de gevolgen voor de werkgelegenheid, bij de constructeurs maar vooral bij de toeleveranciers. Op dit moment zijn we er echter van overtuigd dat onderzoek en ontwikkeling van innoverende technieken en procédés kunnen bij-dragen tot een toenemende tewerkstelling bij zowel de constructeurs als de toeleveranciers. Door alert op de strengere regels inzake veiligheid en CO2-uitstoot te anticiperen kunnen de Europese autobouwers im-mers reeds een impressionant innoverd vermogen ten opzichte van de rest van de wereld opbouwen. De alarmerende berichten die door de autolobby worden gelanceerd als zouden de maatregelen leiden tot massale afdankingen, zijn dus misleidend.”

Guido Nelissen (ACV Metaal) stelt dat de CO2-discussie helemaal niet zo gemakkelijk is voor de vakbonden. “Enerzijds steunt het Europees Vak-verbond het Commissievoorstel, maar dat is onder druk van de Europese ondermingsraden beginnen te kantelen. Onze militanten zijn nu in de eerste plaats bezorgd om het feit of ze morgen al of niet een job zullen hebben, en lobbyen in de praktijk dus voor een geleidelijke invoering van de norm tussen 2012 en 2015. Dit is waarschijnlijk ook het standpunt dat door de Europese Raad van Ministers zal goedge-keurd worden.”

Als de constructeurs niet aan de normen voldoen, wordt voorzien in een boetesysteem van €20 per g/km/auto het eerste jaar (2012), €35 in het tweede en €60 in het derde. Over deze boetes verschillen ABVV en Greenpeace echter wel van mening. Voor Greenpeace zijn de boetes niet streng genoeg, maar zover gaat het ABVV niet. “De strenge boetes in com-binatie met de strenge norm zouden wel eens voor een sociaal bloedbad kunnen zorgen. Dit is echter

Page 20: AM_2008_4_def

20&ARBEID MILIEU

volledig aan de fi nanciële crisis te wijten, en niet aan de voorziene Europese regelgeving. Dit is dus een discussie naast de kwestie”, zegt Frans.

“Voor ACV Metaal zijn de boetes simpelweg te streng”, stelt Guido. “In deze tijden van crisis kunnen de torenhoge boetes niet door de beugel. Onze men-sen zijn terecht bezorgd om hun job en vrezen dat de hoge boetes daarbovenop nog eens op hen verhaald zullen worden. Bovendien zetten ze een rem op R&D investeringen die nodig zijn om de CO2-doelstelling te halen. Dit is trouwens ook het algemene standpunt van de Europese ondernemingsraden in de sector. Overigens is het CO2-debat gedeeltelijk achter-haald omwille van de technologische doorbraak op vlak van lithium-ion batterijen. Vanaf 2010 zullen elektrische wagens geleidelijk de plaats innemen van wagens aangedreven door fossiele brandstof-fen. We moeten alles op alles zetten om tegen 2050 het hele wagenpark om te schakelen naar CO2-vrije elektrische auto’s”, aldus Guido.

Over het idee om de noodlijdende autosector via steunmaatregelen uit het slop te halen wil Greenpeace niets horen, wegens absurd gezien de autolobby de CO2-wetgeving reeds sterk heeft afgezwakt.

De 2 grote vakbonden zijn het over deze steun-maatregelen fundamenteel oneens. “Terwijl de auto-industrie jarenlang winst gemaakt heeft, werknemers in onzekerheid omtrent hun tewerkstelling heeft gelaten en hun productie stelselmatig verschoven hebben naar lage loonlanden, hebben zij vandaag nog het lef om de fi nanciële crisis aan te grijpen om bij Europa te pleiten voor een lening van 40 miljard € tegen een lage rente, in functie van de ontwikkeling van brandstofeffi ciënte wagens”, stelt Frans.

Voor ACV Metaal is het echter de verantwoorde-lijkheid van de overheid om de gevolgen van de fi nanciële crisis te neutraliseren. “De dramatische terugval in de autoverkoop en de kredietschaarste maken het constructeurs en toeleveranciers moeilijk om hun dagelijkse activiteiten te blijven fi nancie-ren. Bovendien legt het een zware hypotheek op de

ambitieuze plannen om de automobielsector naar duurzame producten om te schakelen. En als de au-toverkoop volgend jaar inderdaad met 20% terugvalt zoals voorspeld wordt, dan zullen de sociale drama’s niet uitblijven. ACV Metaal kan niet aanvaarden dat onverantwoord gedrag en hebzucht in de fi nanciële sector de jobs en bestaanszekerheid van modale ar-beiders en hun gezinnen in het gedrang brengt. Het rekent dan ook op een gepaste reactie van overheden op alle niveau’s.”, aldus Guido.

Ook Kurt Marysse is voorstander van leningen tegen een lage interestvoet: “ACLVB vraagt dat de Europese Commissie echter ook de toeleveranciers niet uit het oog zou verliezen. Zij kampen im-mers door de dalende vraag naar nieuwe wagens – meer nog dan de autoconstructeurs – met groteliquiditeitsproblemen. De werkgelegenheid en het inkomen van vele gezinnen staat hierdoor dan ook op het spel. ACLVB verzoekt de overheden zodoende om ook voor de toeleveranciers speciale steunmaatregelen te voorzien. De steun mag ech-ter niet onvoorwaardelijk zijn. Er moeten strikte voorwaarden komen, onder andere op vlak van lonen, investeringen en opleiding en vorming van de werknemers”

Frans vindt de eisen van ACEA (de koepel van de autoconstructeurs) echter hoogst merkwaardig. “De autolobby weet dat de steun gekoppeld is aan zware voorwaarden. Bovendien lijkt het ons niet zuiver op de graat dat er nu nog budgetten moeten worden binnengehaald voor onderzoek & ontwikkeling van modellen die tegen 2015 brandstofeffi ciënt van de band moeten lopen.”, stelt Frans.

Hopelijk is er op dit moment eindelijk een Europese CO2-regelgeving voor auto’s in voege. En laat ons daarbij ook maar hopen dat ze geen bijkomende druk op ons milieu zet, zonder dat daarom jobs moeten sneuvelen of onze koopkracht verder daalt.

Thijs CaluEducatief medewerker Arbeid & Milieu

BEDRIJVEN

Guido Nelissen (ACV Metaal)Frans Biebaut (ABVV Metaal) Kurt Marysse (ACLVB)

Page 21: AM_2008_4_def

21&ARBEID MILIEU

P

ONBEGRIP

PM 10? PM 2,5? Fijn stof bestaat zoals het woord zegt uit fi jne stof-

deeltjes, die door verschillende oorzaken vrijkomen. Deze stofdeeltjes kunnen vloeibaar of vast zijn en ook de samenstelling en afmetingen van de deeltjes kunnen veel verschillen.

PM 10 of PM 2,5 zijn afkortingen die vaak terugke-ren, maar wat betekenen ze nu juist? PM staat voor particulate matter, wat de diameter van de deeltjes aangeeft. Bij de fi jnstofdeeltjes van PM 2,5 horen alle deeltjes die groter of gelijk zijn aan 2,5 µm (micro-meter; 1/1000 van een millimeter). Bij PM 10 geldt hetzelfde principe voor deeltjes van 10 µm.

Een groot deel van ons fi jn stof komt vanuit het

buitenland, maar, maar het zijn onze eigen auto-

wegen en onze eigen fabrieken die verantwoordelijk zijn voor de roetdeeltjes, die ultraklein (van PM 0,1 tot PM 2,5) en vermoedelijk ook het gevaarlijkst zijn. De grootste concentraties fi jn stof worden dan ook op-gemeten in de nabijheid van drukke verkeersaders.

Het grootste deel van het fi jn stof dat we inademen mag dan al van het buitenland afkomstig zijn, toch exporteren we nog steeds veel meer fi jn stof dan er wordt geïmporteerd.

Het gros van de roetdeeltjes is hoogst waarschijnlijk van het verkeer afkomstig, en dan vooral uit (oude) dieselmotoren. Maar niet alleen onze autowegen zijn verantwoordelijk voor de uitstoot van fi jn stof. Ook industriële activiteiten, woningen (bv. open haard), elektriciteitscentrales, zeezout, bodemstof, ... veroorzaken fi jn stof-problemen.

Fijn stofDe laatste tijd is fijn stof niet meer uit de media weg te slaan. Denk maar aan de bouw

van de Lange Wapper – de brug die de Oosterweelverbinding zou moeten realiseren - waarbij fijn stof één van de grootste discussiepunten is. Maar wie is deze sluipende

moordenaar nu eigenlijk? Wat zijn de gevaren voor de mens? Hoe ziet de fijn stof-huishouding in Vlaanderen eruit? VMM, de Vlaamse Milieumaatschappij, deed onlangs onderzoek naar de samenstelling van het fijn stof in Vlaanderen, via het zogenaamde

Chemkar PM 10 project. Hieronder bespreken we een aantal van de belangrijkste conclusies, maar we starten met wat algemene uitleg rond het fenomeen.

Page 22: AM_2008_4_def

22&ARBEID MILIEU

ONBEGRIP

Gevolg voor mens en milieu?

De ultrakleine roetdeeltjes zoals hierboven be-sproken, zijn het gevaarlijkst omdat ze tot diep in de longblaasjes en zelfs tot in de bloedbaan kunnen doordringen. Fijn stof kan op die manier acute lucht-wegenaandoeningen veroorzaken of verergeren. De grotere fi jnstofdeeltjes (PM 10) worden door de neus vastgehoudenen uitgescheiden via het slijmvlies.

Verder is fijn stof verantwoordelijk voor een groot deel luchtwegenaandoeningen en op lange termijn tast het de longfunctie aan. Daarnaast zou de levensverwachting - volgens sommige studies – verminderen. Zwarte rook (fi jn stof van roetdeel-tjes), tenslotte is daarnaast ook nog eens schadelijk voor het milieu.

Chemkar PM 10Het project Chemkar PM 10 van de Vlaamse Milieu-

maatschappij staat voor ‘Chemische karakterisering PM 10’ en onderzoekt de samenstelling en herkomst van fi jnstofdeeltjes kleiner dan 10 µg in Vlaanderen. Doel van dit onderzoek was om de bronnen van het fi jn stof te kennen, alsook de gezondheidseffecten.

Het project kwam tot een aantal interessante conclusies:

Ten eerste kwam men tot een top 5 van de belang-rijkste componenten, namelijk secundaire anorgani-sche ionen (sulfaat, nitraat en amonium)(41%), orga-nisch materiaal (20%), bodemstof (14%), zeezouten (9%) en elementair koolstof (roet) (4%).

De hierboven besproken roetdeeltjes zouden slechts 4% van ons fi jn stof uitmaken, maar die 4% vormt wel een zeer gevaarlijke fractie. Wetenschap-pers vermoeden dat roetdeeltjes de kans op astma, hartinfarcten, beroerten en kanker verhogen.

Een andere conclusie is dat zeezout – dat in Vlaanderen 9% van het fi jn stof uitmaakt – veel verder waait dan verwacht, zelfs tot in Limburg! Het zeezout in Limburg zou wel iets schadelijker werken, omdat het zout dat langdurig in contact is gekomen met lucht zich omvormt tot natriumnitraat, wat ir-riterender werkt.

Tot slot kwam men tot de vaststelling dat bodem-stof – in tegenstelling tot wat men vroeger aannam – niet in hoofdzaak afkomstig is van de landbouw, maar dat ook het verkeer en industriële activiteiten hier een minstens even grote rol in spelen.

Thijs CaluEducatief medewerker Arbeid en Milieu

Bronnen:• http://www.vmm.be/lucht/luchtkwaliteit/lucht-

vervuilende-stoffen/welke/fi jn_stof.html/• VMM, De verrekijker, oktober 2008, pp. 28 – 30.

Page 23: AM_2008_4_def

23 &ARBEID MILIEU

W

DOE-HET-ZELF

WaterSinds 1991 wordt de ‘Stockhom Water Prize’ jaarlijks

uitgereikt aan iemand die een bijdrage heeft gele-verd aan het conserveren, beschermen en verbeteren van de wereldwijde watervoorraden en -condities die kunnen bijdragen tot de gezondheid en het welzijn van de mens en de ecosystemen op aarde. Dit jaar viel Anthony John Allan in de prijzen. Deze Britse hoogleraar bedacht immers het concept van het ‘virtuele water’ waarbij de totale hoeveelheid water wordt berekend die nodig was voor de productie van een bepaald product.

Donderdag VeggiedagDit concept leert ons dat voor ons dagelijkse lapje

vlees letterlijk duizenden liter water vereist zijn. Zo is voor 1 kg rundvlees maar liefst 15.000 liter water vereist! Dit water wordt vooral gebruikt voor de pro-ductie van veevoedergewassen en als drinken voor de dieren. Wereldwijd staan onze watervoorraden echter ernstig onder druk, waardoor we het ons niet kunnen permitteren hier kwistig mee om te gaan.

Landgebruik en ontbossing: feiten en cijfers

De dieren die geslacht worden voor vleescon-sumptie, moeten natuurlijk ook allemaal gevoederd worden. 1/3 van alle vaste grond ter wereld wordt op die manier gebruikt voor de productie van vee-voedergewassen of om er dieren op te laten grazen. 40% van alle graan wordt aan dieren gevoederd, terwijl dit ook perfect door mensen als voedselbron kan worden aangewend. Vanuit deze optiek is de productie van vlees zeer ineffi ciënt. Een dier moet immers veel meer plantaardig voedsel eten dan het oplevert in de vorm van vlees (gemiddeld 7 kg graan/ kg vlees). Dit terwijl anno 2008 nog dagelijks 25.000 mensen wereldwijd sterven omdat ze geen toegang hebben tot betaalbaar en volwaardig voedsel.

Daarenboven is 70 % van de ontbossing van het Amazonewoud te wijten aan vleesproductie. We-reldwijd sneuvelt op die manier maar liefst 3 miljoen hectare bos!

KlimaatsveranderingVeeteelt is verantwoordelijk voor maar liefst 1/5

van de totale broeikasuitstoot. Vooral methaan en lachgas – beide sterke broeikasgassen – spelen hierbij een belangrijke rol. Bovendien mogen we door de opwarming van ons klimaat in de toekomst meer droge periodes verwachten waardoor onze water-voorraden nog meer in het gedrang komen.

Donderdag Veggiedag‘Donderdag Veggiedag’ is een campagne van

EVA vzw*, een organisatie die het brede publiek in-formeert over vegetarische voeding. Om je steentje bij te dragen aan een milieuvriendelijkere wereld, kun je overwegen om ten minste één keer per week – bv. de donderdag – vegetarisch te eten. Onlangs kreeg het project de ‘Award Voeding en Gezondheid’ toegekend.

Thijs Calu, educatief medewerker Arbeid & Milieu

Bron en info:www.donderdagveggiedag.bewww.vegetarisme.be

* EVA: Ethisch Vegetarisch Alternatief

Gevogelte of vis?

Let op met gevogelte en vis: Dit zijn in de meest gevallen zeker geen volwaardige alternatieven, zowel wat betreft waterverbruik, energiever-bruik en landgebruik als op ethisch vlak.

Voor vis vind je alvast een handige tool op www.goedevis.nl . Hier kom je te weten welke vis duurzaam gevangen of gekweekt wordt.

Op http://nl.youtube.com/watch?v=HtetVfxyFh4 vind je een pakkend fi lmpje over de uitwassen van onze drang naar vlees. Deze korte reportage toont hoe de ‘campesinos’ in Paraguay – arme kleinschalige boeren – de sproeimachines van braziliaanse boeren tegenhoudt.

Het gaat hier fundamenteel om de keuze tussen 2 verschillende manieren van landbouw: Tussen het behoud van een traditioneel en kleinschalig boerenbestaan enerzijds, en het aanzwengelen van een kapitaalsintensieve monoculturele exportagroindustrie anderzijds, die de staatskas op korte termijn misschien beter spekt, maar geen rekening houdt met de volks-gezondheid, de biodiversiteit of het lot van de miljoenen campesinos die zich bedreigd weten in hun traditionele bestaan.

Ben jij ook zo iemand die elke dag z’n lapje vlees nodig heeft? Geen schande natuurlijk, maar het

tempo waarin de Westerse mens vlees consumeert heeft zo z’n gevolgen voor ons milieu. Van

watergebruik tot CO2-uitstoot: onze drang naar een malse biefstuk heeft er zijn effect op.

Page 24: AM_2008_4_def

24&ARBEID MILIEU

D

DOE-HET-ZELF

De ruim 11.000 werknemers legden in mei 2008 samen 4,5 miljoen kilometers te voet, met de fi ets, het openbaar vervoer of via carpooling af. Dit leverde een besparing van 900 ton CO

2 op. De campagne staat

open voor werknemers die reeds milieuvriendelijk naar het werk komen. Zij geven het goede voorbeeld en worden hiervoor beloond. Maar ‘ik kyoto’ wil vooral automobilisten overtuigen om over te stappen naar een milieuvriendelijk alternatief. En dit is ge-lukt: bijna 2.000 werknemers maakten de overstap, grotendeels naar de fi ets. De evaluatie, drie maanden na de campagne, leert dat er een duurzaam effect is. Maar liefst 98% van de deelnemers kyotoot nog steeds naar het werk.

Ook gaf de campagne in zo’n 50 ‘ik kyoto’-bedrij-ven aanleiding tot het nemen van structurele maat-regelen zoals het invoeren van een fi etsvergoeding, plaatsen van een degelijke fi etsenstalling of het lid worden van de carpooldatabank. Bij de volgende

editie is het de bedoeling om het aantal overstap-pers, zij die “Van ikkiesoto naar ikkyoto”1 veranderen, gevoelig te verhogen. Hiervoor zal vooral een beroep gedaan worden op zij die reeds milieuvriendelijk pendelen. Zij zullen extra beloond worden als ze er in slagen om collega’s te doen overstappen.

Ingenium kyotoot mee voor minder CO2

Ingenium is een ingenieurs- en consultancybu-reau. Ingenium deed in 2008 een extra inspanning tijdens de campagne ‘ik kyoto’. Op die manier ver-laagt Ingenium ook de CO

2-uitstoot van hun woon-

werkverkeer. Bijna de helft van de 40 werknemers kozen voor de fi ets, carpooling en het gebruik van het openbaar vervoer.

Wouter Dossche, campagneverantwoordelijke, aan het woord: “Reeds meerdere jaren gebruiken onze medewerkers zoveel mogelijk de trein om zich te verplaatsen voor dienstverplaatsingen. Het is soms even wennen voor wie de auto gewoon is, maar de voordelen zijn snel duidelijk: op de trein worden vergaderingen voorbereid, verslagen getypt of ge-woon wat uitgerust. Op initiatief van het Energieteam kochten we heel recent een Brompton plooifi ets aan om zo veel mogelijk verplaatsingen met de wagen te vermijden. De plooifi ets, die we de Ingenium-mobiel hebben gedoopt, nemen we mee om ons in steden zoals Brussel en Antwerpen, vlot te verplaatsen tussen verschillende locaties en het station. Op de trein past de fi ets perfect tussen de zitplaatsen en tijdens de verplaatsingen werken we nog wat aan

Jij kyotoot toch ook? Meer dan 11.000 werknemers

van 348 bedrijven namen tijdens de Heen-en-weer-week 2008

deel aan ‘ik kyoto’. Bond Beter Leefmilieu zet met ‘ik kyoto’ zoveel

mogelijk werknemers aan om milieuvriendelijk naar het werk te

pendelen.

Heen-en-weer-week 2009

Ingenium team bij hun ‘Ingenium Mobiel’

Page 25: AM_2008_4_def

25&ARBEID MILIEU

DOE-HET-ZELF

onze conditie! Naast een handige oplossing voor het fi leprobleem en de extra lichaamsbeweging is dit een ideale manier om de CO2-uitstoot te verminderen.

Om nog meer mensen te stimuleren fi etsend naar het werk te komen, overwegen we bovendien om een douche te installeren. Fietsers kunnen heel dicht bij de ingang van Ingenium hun fi ets stallen en op 100 meter van het bedrijf is een bushalte. Op de laatste “ik kyoto” dag was er een lekker ontbijt voor alle kyotoërs. Na de consumptie van dit extra krachtvoer werd unaniem beslist om zo verder te doen en onze Kyoto-kilometers het hele jaar door vlijtig verder te zetten.”

Geïnteresseerd? Meld je aan op www.ikkyoto.be en je wordt verder op de hoogte gehouden. Vanaf februari ’09 kunnen werkgevers zich effectief in-schrijven. Alle ingeschreven bedrijven ontvangen in de loop van april ‘09 de nodige campagnematerialen en kunnen vanaf dan aan de slag om werknemers warm te maken om deel te nemen. Alle deelnemers maken kans op een mooi prijzenpakket.

Meer info: tel. 02 282 17 20, www.ikkyoto.beBram Dousselaere, campagnemedewerker BBL

1. Slogan van Trees Geeraerts, Stad Tienen

Ingenium team onderweg

Page 26: AM_2008_4_def

26&ARBEID MILIEU

B

DOE-HET-ZELF

Bedrijfshallen De productie en opslag gebeurt in vele bedrijven

in grote ruimtes, die niet altijd even effi ciënt ver-warmd worden. Eerst moet gekeken worden naar enkele specifi eke kenmerken van de ruimte die men wil verwarmen. Is er een hoog dak? Wordt er veel in en uit gelopen? …

Iedereen heeft het graag comfortabel warm op zijn werkplek. Dit verhoogt immers de arbeidskwaliteit

en zorgt voor een aangenamere sfeer. Bovendien is het hartje winter, dus de verwarmingsnood is hoog.

In kantoren en bedrijfshallen wordt echter veelal nogal kwistig omgesprongen met de verwarming.

In dit artikel geven we enkele concrete tips om bedrijfshallen en kantoorruimtes op een duurzame manier te verwarmen1. Vervolgens kijken we wat je

thuis kan doen om te besparen.

De meest traditionele manier om grote bedrijfs-hallen te verwarmen is stoom of warm water in een centrale stookplaats op te wekken en de warmte van daaruit te verdelen. Gecentraliseerde verwarming gaat echter gepaard met onvermijdbare warmte-verliezen in de stookplaats, in het distributienet en bij de eindtoepassing zelf.

Vanuit energetisch oogpunt is het beter om een groot aantal toestellen met klein vermogen te plaat-sen i.p.v. één enkel toestel met een groot vermogen. Door het plaatsen van directe verwarmingstoestel-len in de ruimte waar de warmte effectief nodig is, kan een energiebesparing tot 50% worden bereikt. Bovendien zal in de meeste gevallen het werkklimaat er aanzienlijk op verbeteren.

Bij de verwarming van grote industriële ruimten met een hoogte van tien meter of meer krijgt men te maken met het probleem van de stijging van de warme lucht naar het dak. In dat geval treden er grote warmteverliezen op. Twee manieren van ver-warming kunnen deze verspilling voorkomen door de warmte precies te sturen naar de te verwarmen zones, namelijk convectie en straling2.

KantorenAlvorens naar het verwarmingssysteem zelf te

kijken, is het aan te raden om zoveel mogelijk te besparen op verwarming, zonder comfortverlies. Dit kan door eenvoudige ingrepen:- Zorg voor een goede isolatie: zeker via het dak gaat

vaak veel warmte verloren- Stel de thermostaat en schakelklok correct in- Zorg dat ramen en deuren gesloten zijn als de

verwarming opstaat- Door de thermostaat een graad lager te zetten,

bespaart u gemiddeld 8% op uw energiegebruik voor verwarming.

- Leidingisolatie (20 mm rond een verwarmingsbuis van 22mm diameter) in onverwarmde ruimtes spaart in totaal ongeveer 3 kubieke meter gas per meter buislengte per jaar.

- hoogrendementsglas

Laat je ketel nakijkenEen goedwerkende CV-ketel gebruikt minder ener-

gie. Het loont dus om de ketel eens per jaar goed te laten nakijken. De exploitatie van een stookinstallatie staat gelijk aan een hinderlijke inrichting, in rubriek 43.1 van Vlarem-I ingedeeld als: “Verbrandingsin-richtingen zonder elektriciteitsproductie (stookin-stallatie3 e.d.)”

Verwarming:

Page 27: AM_2008_4_def

27 &ARBEID MILIEU

DOE-HET-ZELF

besparingstips

1

2

3

45

6

78

9

Verwarming thuisMaar ook bij jou thuis kan je nog wel wat bespa-

ren. Ziehier enkele tips (waarvan er enkele zijn die natuurlijk ook gelden voor je kantooromgeving)

De ketel: onderhouden?Oude stookinstallaties hebben gemiddeld een veel

lager rendement dan moderne stookinstallaties. Zorg ervoor dat je installatie het nodige onderhoud en controles krijgt. Voor verwarmingsinstallaties ouder dan 20 jaar wordt aangeraden de ketel te vervangen, ook al is de oude nog niet defect. Er is een federale belastingsvermindering voor het vervangen en on-derhouden van oude installaties.

De ketel: vervangen?Kies een verwarmingsinstallatie die aangepast is

aan de behoefte van de woning. De ervaring leert dat de meeste verwarmingsinstallaties nog steeds te zwaar zijn, wat een rendementsverlies met zich meebrengt. Koop een energiezuinige installatie. Deze kan je herkennen aan de labels. Energiezuinige in-stallaties op aardgas dragen een HR+ of HR-top label. Gebruik je stookolie, kijk dan uit naar het Optimaz of Optimaz-elite label.

Temperatuur: geprogrammeerd?Door de temperatuur met 1 graadje te verminderen,

kan je al snel 6% besparen. Een kamerthermostaat met instelbare timer is dus een must. Zo kan je de tempe-ratuur naar wens regelen. 15 à 16 °C ‘s nachts of als je afwezig bent, en 19 à 20 °C wanneer je thuis bent.

Thermostatische kranen: geïnstalleerd?Deze zorgen ervoor dat de temperatuur in elke

kamer behouden blijft en nooit overschreden wordt. Laat ze dus openstaat in de woonkamer. In de badka-mer hoef je de thermostatische kraan pas te openen 10 minuten voor je er moet zijn.

Verwarmingsbuizen: geïsoleerd?De leidingen voor verwarming en warm water

lopen deels door niet-verwarmde lokalen van de woning (kruipruimte, zolder, garage,…) warmte-verlies kan je vermijden door ze te bekleden met een isolatiemiddel.

Radiatoren: folie geplaatst en ontlucht?Achter de radiatoren kan je een refl ecterende ra-

diatorfolie bevestigen. Die weerkaatst een groot deel van de warmte die anders in de muur verdwijnt. Bij het begin van de winter is het ook aangeraden om uw radiatoren en convectoren te ontluchten en ze met een doek stofvrij te maken.

Lekken en tochtgaten?Kieren aan de onderkant van deuren, gaatjes aan

oude ramen ... laten veel koude binnenkomen. Houd de koude dus buiten door het kleven van tochtstrips, het leggen van een tochtrol, ...

IsolatieHoogrendementsbeglazing en dakisolatie zijn de

best renderende investeringen die je in je woning kan doen. Dit is ook in bestaande woningen gemakkelijk toepasbaar zonder grondige renovatie. Bovendien krijg je voor hiervoor een federale belastingsvermin-dering. Investeren in verwarming zonder te investe-ren in isolatie is hoe dan ook van weinig nut.

Energie prestatie certifi caatZowel bij verkoop als bij verhuur (dit vanaf 1/2009)

van een woning moet een energie prestatiecertifi caat worden afgeleverd. Zo heb je zicht op in hoeverre de woonst energievriendelijk is, en wat de implicaties zijn voor je rekening.

Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu

algemene info: http://www.energiesparen.beinfo over premies: http://www.premiezoeker.beover isoleren op: http://www.vibe.be

1. Bron: REG-maatregelen, handleiding VOKA: http://www.steekwattinjezak.be/

2. meer info over convectie en straling vind je in hoofdstuk 3 (REG-maatregelen) van de handleiding

3. Zowel de stookinstallaties, gevoed met vaste brandstoffen (hout of kolen), vloeibare brandstoffen (stookolie of mazout) als aardgas, behoren tot deze rubriek, zowel bij de verwarming van gebouwen als bij procesinstallaties (droogkamers, naver-brandingskamers,…)

Page 28: AM_2008_4_def

ANDERS OMGAAN

MET GELD

MAART - APRIL - MEI 2008

Magazine Netwerk Vlaanderen

verschijnt driemaandelijks, 26e jaargang, nr 1

België - Belgique

PB

1000 Brussel 1

1/1366

Verantwoord

investeren verovert de wereld

Afgiftekantoor 1000 Brussel 1, P2A8306 - Afzender: Netwerk Vlaanderen, Vooruitgangstraat 333/9, 1030 Brussel

200803-03 1

12-03-2008 15:28:44

ERS OMGAAOMGAANERS OMGAAOMGAANERS OMGAAMGAAN

METMETMMETMET GELDGELDGELDGELD

nt rdd oorrdwooost ennerere ert erreewwede e w d ld

A83006 - sel 1, P2A

1000 BBrussAfgiftekantoor 1

Afzender: Netwerk Vlaanderen, Vooruitgang

Af

straat 333/9, 1030 Brussel

ANDERS OMGAAN MET GELD

SEPTEMBER - OKTOBER - NOVEMBER 2008

Magazine Netwerk Vlaanderenverschijnt driemaandelijks, 26e jaargang, nr 3

België - BelgiquePB

1000 Brussel 11/1366

Schuld, macht, crisis en koopkracht- een special over geld - Afgiftekantoor 1099 Brussel X, P2A8306 - Afzender: Netwerk Vlaanderen, Vooruitgangstraat 333/9, 1030 Brussel

200809 1200809 1

10-09-2008

Een vangnet spannen voor onze fi nanciële instellingen is

niet voldoende. Er is nood aan fundamentele verandering

in de fi nanciële wereld. Het tijdschrift ‘Anders omgaan

met geld’ gaat dieper op deze zaken in, geeft kritische

analyses en reikt voorstellen aan voor verandering.

Meer weten? Kies dan voor een abonnement via

www.netwerkvlaanderen.be

B l ië Belgique

Hoe voorkomen we een volgende fi nanciële zeepbel?

A6 1 13/11/08 20:30