Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

28
Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids Periode 1 UTRECHT, juni 2015 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Transcript of Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

Page 1: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids

Periode 1

UTRECHT, juni 2015

Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Page 2: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

2

Voordat je begint met lezen… De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere gids, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie

Page 3: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

3

Voorwoord

Lieve Biologen, Terwijl jij nu nog aan het leren bent in de bieb om jouw laatste vakken van het jaar binnen te slepen, spoken er natuurlijk andere gedachten door je hoofd. Wanneer kan ik eindelijk deze bieb uit om op het zonnige grasveld te liggen? Wanneer is de volgende barbecue weer? Hoeveel terrasjes ga ik dit weekend pakken? Ga ik naar de Beschaving? Welke festivals ga ik uberhaupt allemaal bezoeken? Ga ik op één vakantie of misschien toch nog die tweede spontane vakantie ook meepakken? Hoeveel korte broekjes moet ik meenemen op vakantie? Ga ik nog een vakantiebaantje zoeken of alleen maar chillen?

Stop hier maar gewoon mee. Want voordat je aan die prangende vragen kan denken, is er eerst een andere vraag die jij jezelf moet stellen. Welke vakken ga ik volgen in de eerste periode van het nieuwe studiejaar? Deze vraag zit nu waarschijnlijk al in je hoofd, je leest immers deze studiegids. Hoe ga jij de eerste periode van aankomend studiejaar indelen?

Misschien mag je nu voor het eerst wel een hele periode in plannen met vakken die jezelf mag kiezen, kijk dan vooral naar welke vakken bij jouw studiepad van intresse aansluiten. Vergeet ook niet dat je eerst 2 niveau 2 vakken gehaald moet hebben voordat je je voor een niveau 3 vak in mag schrijven.

Maar zelfs als je een doorgewinterde bachelorstudent bent die zijn studietijd nóg een jaartje oprekt en zich niks aan trekt van het nieuwe leenstelsel, dan vind je hier natuurlijk ook weer alle informatie in de je hartje maar kan begeren.

Ik hoop dat je met deze gids de juiste keuze kunt gaan maken en ik zie jullie allemaal weer in het nieuwe studiejaar!

Veel liefs,

Emma van Deelen

Page 4: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

4

Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing. Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus vermeld. Deze slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen. Daarnaast worden sinds kort ook gemiddelde beoordelingen die uit de OAC-B onderwijsenquêtes zijn gekomen onder elke cursus vermeld. Dit geeft een algemeen beeld van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquête in te vullen! Volg je deze periode cursussen bij Biologie? Of volg je een cursus bij een andere studie waar meer biologen over zouden moeten horen? En wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar [email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Brigit van Brenk Denise Groeneweg Emma van Deelen Iris Hameleers Jonas Jonker

Koen Vriends Mark Bouwmeester Marloes Leeflang Milou Arts

Page 5: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

1

Inhoudsopgave

Voorwoord 2

Toelichting 4

Blokjesrooster 2

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen 3

De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) 4

Studieadviespaden 5

Periode 1 - timeslot A + D - 6 - Niveau 2 - 6

De Cel (B-B2CEL09) 6

Theoretische ecologie (B-B2THEC05) 7

Plantenfysiologie (B-B2PLFY09) 8

- Niveau 3 – 9 Genoombiologie (B-B3GENB09) 9

Gedragseccologie (B-B3GECO09) 10

Cellen en Weefsels (B-B3CEWE) 11

Periode 1 - timeslot B + C - 12 - Niveau 2 – 12

Ontwikkelingsbiologie (B-B2OBI07) 12

Microbiële interacties (B-B2MINT10) 13

Mariene Wetenschappen 2 (B-B2MAWE14) 14

- Niveau 3 - 15 Endocrinologie (B-B3ENDO10) 15

Periode 1 - timeslot A + D of B + C - 16 - Niveau 3 - 16

Scriptiecursus (B-B3AFST05) 16

Periode 1 - Fulltime - 17 - Niveau 3 – 17

Biodiversiteit en Landschap (B-B3BILA10) 17

Onderzoeksproject (B-B3ONPR09) 18

Vakken buiten Biologie 19

UBV-cursussen 19 Entomologie 19 Mycologie 20

Dankwoord 21

Page 6: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

2

Blokjesrooster

Page 7: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

3

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 bepaalt, staat: art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 45 studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen. De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepunt/naslag/oer/Pages/default.aspx

Page 8: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

4

De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken?

- Tentamenbank op internet - Tentamenbundel voor eerstejaars - Alternatieve studiegidsen - Alternatieve mastergids - Stagebank - Studie-informatie

De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar het kopje commissies. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen naar [email protected] of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij!

Zin om te helpen met het maken van deze gids?

Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn?

Kom de OcUBV versterken!

Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan

NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar [email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen profijt van!

Page 9: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

5

Studieadviespaden

De Bachelor Biologie kent momenteel 12 studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen in een bepaalde richting en bevat cursussen van zowel niveau 1, 2 als 3 met toenemende complexiteit en specialisatie. Vaak is het zo dat bepaalde cursussen binnen een studieadviespad een ingangseis vormen voor een cursus met een hoger niveau uit hetzelfde studieadviespad. Het is verstandig om deze ingangseisen regelmatig te checken want ze kunnen worden aangepast. De verschillende cursussen binnen een studieadviespad worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd zodat er geen onnodige overlap is tussen cursussen. Bovendien wordt de verwerving van voldoende academische vaardigheden bij de verschillende (combinaties van) studieadviespaden gegarandeerd. Uiteraard kun je meerdere studieadviespaden combineren, maar afhankelijk van het aantal cursussen dat je bij biologie volgt, de grootte van de studieadviespaden en de gekozen combinatie is het niet altijd mogelijk om alle cursussen uit de gekozen studieadviespaden te volgen. Het volgen van studieadviespaden is niet verplicht maar is wel aan te raden omdat het je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s. Maar let op, het volgen van een studieadviespad is geen garantie om toegelaten te worden tot een bepaalde master. Zorg dus dat je ruim van tevoren uitzoekt wat de toelatingseisen zijn voor de masters waar jij in geïnteresseerd bent.

Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen uit periode 4. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids.

Studieadviespad Afkorting Bijbehorende cursussen Niveau 2 Niveau 3

Celbiologie CB De cel Cellen en Weefsels Ecologie en natuurbeheer EN Theoretische ecologie Biodiversiteit en Landschap

Educatie, communicatie en management

ECM - -

Evolutiebiologie EV - Biodiversiteit en Landschap

Gedragsbiologie GB Theoretische ecologie Gedragsecologie Endocrienologie

Mariene Biologie MW Mariene wetenschappen 2 -

Microbiologie MB De cel Microbiële interacties

Genoombiologie Cellen en Weefsels

Neurobiologie NB - Gedragsecologie Endocrienologie

Ontwikkelingsbiologie OB De cel Ontwikkeligsbiologie

Genoombiologie Cellen en Weefsels

Plantenbiologie PB Plantenfysiologie -

Theoretische biologie TB Theoretische ecologie -

Toxicologie TX - -

Page 10: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

6

Periode 1 - timeslot A + D -

- Niveau 2 -

De Cel (B-B2CEL09)

De Cel is een cursus die past in de studiepaden Celbiologie en Ontwikkelingsbiologie. De cursus is een vervolg op de cursus moleculaire biologie uit jaar 1, en wordt gegeven door Jan Andries Post, Adri Thomas, Fons Cremers en Anna Akhmanova. Aan het begin van de cursus krijg je de mogelijkheid om op blackboard ‘snippers’ terug te kijken. Dit zijn korte fragmenten van hoorcolleges van het vak moleculaire biologie uit jaar 1, die je kunt gebruiken om je basiskennis nog eens op te frissen. De colleges worden gegeven door Jan Andries Post, Adri Thomas en Anna Akhmanova, en zijn allemaal heel goed te volgen en zeer nuttig voor het tentamen. De stof van de eerste acht weken van de cursus wordt getoetst in drie deeltentamens die op de computer gemaakt worden. Het eerste deeltentamen betreft de colleges van Adri Thomas, die gaan over transcriptie en translatie. Voor deeltoetsen twee en drie betreft de leerstof de colleges die gegeven worden door Jan Andries Post en Anna Akhmanova, en opgenomen stukken college van Fons Cremers die je thuis moet kijken. Deze gaan over onderwerpen zoals signaaltransductie, celcyclus en celdood, vesiculair transport en het cytoskelet.

Voornamelijk de colleges die op de universiteit gegeven worden zijn heel belangrijk om te volgen. De tentamens behandelen alleen de stof uit de colleges, waardoor het boek naar mijn mening minder belangrijk is voor het voorbereiden van tentamens dan de collegeslides. Als je iets niet helemaal begrijpt, is het boek wel een heel goed naslagwerk om dingen nog eens na te lezen. De snippers van Fons Cremers die je moet bekijken zijn helaas iets minder compleet, en hierbij is het wel noodzakelijk om ook het boek goed door te lezen. Verder bevat de cursus een aantal werkcolleges en COO’s waarin je onder begeleiding van de docenten vragen maakt die betrekking hebben op de behandelde stof. Ook deze werkcolleges zijn belangrijk om te volgen, omdat in de tentamens soms vragen zaten die sterk overeenkwamen met vragen uit de werkcolleges.

De laatste twee weken van de cursus zijn volledig gewijd aan het voorbereiden van een presentatie. Hierbij moet je in groepen van maximaal acht studenten aan de hand van een primair artikel een presentatie voorbereiden van ongeveer 30 minuten. Door het grote aantal studenten per groep was dit best een uitdaging, maar uiteindelijk ook heel leerzaam. Bij het behandelen van het artikel word je als groepje begeleid door één van de docenten, en kom je als groepje ook samen met je begeleider om het artikel helemaal door te spreken. Dit hielp enorm bij het verwerken van de grote hoeveelheid stof.

Alles bij elkaar genomen was de cursus leuk en leerzaam om te volgen. Per tentamen is het veel stof om te verwerken, maar als je de colleges goed volgt en bijhoudt en de lastige onderdelen nog eens naleest in het boek is het goed te doen. Als je geïnteresseerd bent in de moleculaire kant van de biologie, dan raad ik zeker aan om deze cursus te volgen!

Beoordeling(door 31 van de 74 deelnemers): 7.7 Slagingspercentage(voor de herkansing): 67%

Page 11: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

7

Theoretische ecologie (B-B2THEC05) Theoretische ecologie is een vak dat de eerstejaarscursus theoretische biologie opvolgt. Het volgt dezelfde principes van het eerstejaars vak (prooi-predator functies ed), maar in plaats van alleen het analyseren van formules leer je ook hoe je deze ook zelf op kunt stellen. Het vak is opgedeeld in twee delen: in het eerste deel van de cursus ben je vooral zelf met het analyseren van functies en functies opstellen op basis van situaties in de ecologie. Je krijgt telkens een college gevolgd door een aansluitend werkcollege. De colleges zijn duidelijk en de studentenassistenten weten alles goed uit te leggen tijdens de werkcolleges. Het eerste tentamen is voor velen toch nog best pittig aangezien je al snel punten verliest als je antwoord niet 100% juist is, maar als de eerstejaarscursus systeembiologie je een beetje goed af ging is het wel goed te doen. In de tweede helft van de cursus lees je telkens voorafgaand aan een college een wetenschappelijk artikel waar gebruik gemaakt wordt van formules die herkenbaar zijn van de eerste helft. Deze worden dan telkens tijdens het college behandeld. Dit wordt afgewisseld met gastcolleges van mensen die theoretische biologie in hun onderzoek gebruiken. Ook ben je in de tweede helft bezig in groepjes met het verder uitpluizen van één van deze artikelen. Hier gebruik je het programma GRIND voor, dit is hetzelfde programma dat bij systeembiologie gebruikt wordt. Aan het einde van de cursus presenteert elk groepje zijn resultaten. Dit project kan voor stress zorgen omdat het werken met GRIND in eerste instantie nogal verwarrend kan zijn, maar toch lukt het iedereen wel om aan het einde van de cursus tot een goede conclusie te komen. Het tentamen van de tweede helft is een open boek tentamen. De cursus heeft geen boek, maar dit betekent vooral dat je de handout met de artikelen erbij mag houden. In het tentamen worden namelijk vragen gesteld over de artikelen en de gastcolleges. In principe zijn alle vragen die gesteld worden ook behandeld in de colleges dus als je alles bij houdt is dit tentamen goed te doen en kan het ook goed compenseren voor het eerste tentamen mocht dat nodig zijn.

Beoordeling(door 16 van de 46 deelnemers): 7.1 Slagingspercentage(voor de herkansing): 83%

Page 12: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

8

Plantenfysiologie (B-B2PLFY09) Plantenfysiologie is een cursus die in zijn geheel wordt gegeven door Marcel Proveniers. Marcel is een erg enthousiaste docent met veel passie voor zijn vakgebied en dit laat hij goed merken in zijn colleges. Hij haalt er veel praktijkvoorbeelden bij, wat het leuk maakt, maar waardoor het soms moeilijk te bepalen is of iets belangrijk is of niet. De cursus begint met een korte herhaling over (algemene) signaaltransductie, maar gaat snel over op de groei en ontwikkeling van planten. Daarna worden er een aantal fotoreceptoren behandeld en later een aantal plantenhormonen, die bijna alles regelen in de plant. Na ieder hoorcollege wordt er een werkcollege gegeven over de behandelde stof. De werkcolleges worden aan het begin van ieder hoorcollege uitgedeeld en tijdens het hoorcollege kan je dus meeschrijven. Thuis kan je werkcolleges nog maken aan de hand van de slides of het boek. Daarnaast moet je in een klein groepje een essay schrijven over een onderwerp uit de Groene Revolutie en later nog een presentatie aan de hand van een artikel. Het boek is niet verplicht, maar wordt wel aangeraden. Het is niet nodig om het boek te kopen als je naar ieder college gaat, maar sommige slides bevatten alleen afbeeldingen en geen tekst, waardoor je dingen niet makkelijk terug kan zoeken. Er is geen dictaat. Als je alle hoorcolleges volgt en ieder werkcollege goed voorbereid, dan hoef je naast de hoorcolleges niet veel te studeren. Herhaling van de hoor- en werkcolleges is voor de tentamens voldoende. De cursus heeft twee deeltentamens. Het eerste tentamen ging over de eerste helft van de stof en was voor veel studenten moeilijker dan gedacht, omdat men niet zo goed wist wat men moest verwachten. Het tweede tentamen gaat over alle stof en ging bij de meesten ook een stuk beter. Het is een interessante cursus als je geïnteresseerd bent in planten, maar ook als je denkt dat planten saai zijn. De cursus geeft een goed beeld dat planten helemaal niet saai zijn en een stuk complexer dan je op het eerste gezicht zou denken. Leuke en interessante cursus dus!

Beoordeling(door 15 van de 83 deelnemers): 7.1 Slagingspercentage(voor de herkansing): 70%

Page 13: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

9

- Niveau 3 –

Genoombiologie (B-B3GENB09) De cursus genoombiologie sluit goed aan op het studiepad Moleculaire Levenswetenschappen en andere vakken als de Cel of Moleculaire Genetische Onderzoekstechnieken. Dit vak heeft geen boek, maar wel een reader die aan het begin van de cursus gekocht kan worden. Daarnaast worden alle colleges opgenomen en de dia’s worden op blackboard gezet. De cursus wordt gegeven door slechts twee docenten: Guido van den Ackerveken en Berend Snel, elk met zijn eigen onderwerpen. De focus van Guido’s colleges ligt vooral op de moleculair genetische aspecten van genomen. Denk hierbij aan onderwerpen als de opbouw en architectuur van chromosomen, epigenetica en sequencingtechnieken. Berend geeft minder colleges en de nadruk ligt op de bioinformatische en systeembiologische kijk op genoombiologie. Onderwerpen die in dit deel gecovered worden zijn functional genomics, interpretatie van bioinformatische data en evolutie van genomen. Het bioinformatische deel van de cursus is wat minder samenhangend en aansluiting op de rest van de stof en is soms niet helemaal duidelijk. Daarnaast wordt verwerking van microarray data vrij uitvoerig behandeld, maar is tegenwoordig al verouderd. Deze cursus bestaat naast hoorcolleges ook uit twee tentamens, twee debatten (waarvan één een oefendebat en de ander voor een cijfer) en een werkstuk. De tentamens zijn over het algemeen redelijk te doen, maar de vragen in de toets zijn niet altijd even duidelijk gesteld, waardoor het soms onduidelijk is wat er als antwoord van verwacht wordt. Voor de debatten bereid je een onderwerp/stelling voor in groepen van zo’n zes mensen. Afhankelijk van de groep ben je voor of tegen de stelling. De stelling moet verdedigd of ontkracht worden aan de hand van een primair artikel. Dit is geen moeilijke opdracht, maar de hoeveelheid benodigde tijd wordt al snel onderschat. Het laatste onderdeel waar je een cijfer voor krijgt is een werkstuk waarin de nadruk ligt op genoomanalyse. Hiervoor moet je als een drie of vier man tellende groep een werkstuk schrijven over een onderwerp die je uit een lijst moet kiezen. Ook moet je een peer review van het werkstuk van een andere groep maken. Alhoewel genoombiologie soms wel een drukke cursus kan zijn, zelfs met vrij weinig contacturen, is het toch zeer de moeite waard. De docenten zijn bedreven in hun vakgebied, je gaat vrij actief om met de stof en de colleges zijn vaak zeer interessant.

Beoordeling(door 17 van de 44 deelnemers): 7.4

Slagingspercentage(voor de herkansing): 89%

Page 14: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

10

Gedragseccologie (B-B3GECO09) Bij gedragsecologie leer je hoe het gedrag van dieren voortkomt uit interne en externe stimuli. Aan bod komt o.a. het mannen-vrouwen conflict, het ouder conflict, de speltheorie, mating systems, evolutionary arm races en natuurlijke selectie. Vooral de ecologie staat centraal, niet de biologie. Ondanks dat ik veel ecologische vakken heb gevolgd moest ik bij dit vak echt even op een ander niveau nadenken omdat er veel theorie uit verschillende vakgebieden samenkomt. Dat maakt het ook weer interessant en uitdagend. De cursus is opgebouwd uit colleges en een praktisch deel. De colleges worden de eerste 5 weken gegeven door Gerard Driessen en de andere 5 door Marie-José Duchateau, die elk afgesloten worden met een tentamen. Beide docenten zijn erg behulpzaam en toegankelijk en willen vooral graag dat iedereen een 10 haalt voor zijn/haar tentamen. Ze willen alles er uit halen wat er in zit en lijken daarom soms een beetje streng. Maar je kunt hier heel veel van leren. Je moet wel hard werken en de planning is strak maar te doen. Tijdens het praktische deel, dat wordt afgewisseld met de colleges, kun je kiezen uit Nasonia’s of Drosophila’s. Op deze organismen ga je proeven doen die bij de Nasonia’s betrekking hebben tot de sexratio van het nageslacht. Aan het einde van de cursus geef je met beide groepen een posterpresentatie. Het praktische deel is een mini stage omdat je zelf de hele onderzoekscyclus doorloopt, met enige steun van Marie-José of Gerard. Op deze manier ervaar je hoe onderzoek verloopt in de gedragsbiologie. Ben je geïnteresseerd in gedrag en ecologie en wil je graag meer ervaring in het doen van onderzoek? Dan raad ik je deze cursus zeker aan.

Beoordeling(door 9 van de 38 deelnemers): 7.9 Slagingspercentage(voor de herkansing): 84%

Page 15: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

11

Cellen en Weefsels (B-B3CEWE) De cursus ‘Cellen en weefsels’ is een nieuwe cursus voor zowel biologiestudenten als studenten van Molecular Life Sciences (MLS). De instroomeisen voor deze cursus zijn verschillend. MLS studenten zijn toelaatbaar na succesvol doorlopen van het eerste jaar. Biologiestudenten moeten de cursussen ‘Metabolisme’ en ‘The cell’ hebben gedaan. Als gevolg hiervan wordt deze cursus gegeven voor MLS studenten in de eerste periode van het tweede jaar en voor biologiestudenten in de eerste periode van jaar 3. In deze cursus wordt de werking van de dierlijke cel uitgelegd vanaf het moleculaire niveau tot en met het functioneren van cellen in de weefsels van levende organismen. Principes van informatie-uitwisseling tussen en in cellen zal worden uitgelegd. In de cel wordt informatie uitgewisseld door middel van transport, zowel passief (diffusie) als actief transport via het cytoskelet. Informatie-uitwisseling tussen de cellen vindt plaats via extracellulaire signaalmoleculen die via receptoren hun effect hebben op het functioneren van de cel. Aandacht zal ook besteed worden aan de processen waarbij deze informatie-uitwisseling verkeerd is gegaan zoals bij kanker. In het eerste overwegend technische deel van deze cursus zal de werking en toepassing van twee microscopische technieken worden behandeld: licht- en elektronen microscopie. Dit zijn essentiële technieken om het functioneren van de moleculen te bestuderen in de levende cel (licht microscopie) en bij hoge resolutie (elektronen microscopie). In het tweede deel zal het functioneren van de cel besproken worden terwijl in het laatste deel de samenwerking van de cellen in weefsels behandeld gaat worden. Tijdens deze cursus wordt ook aandacht besteed aan het leren lezen en presenteren van onderzoeksliteratuur. Je theoretische kennis wordt op twee momenten in deze cursus getoetst. Daarnaast wordt je beoordeeld op je blackboardopdrachten en je literatuurpresentatie. Uiteindelijk zal je met deze cursus een vrijwel compleet, moleculair inzicht krijgen in de werking van de levende cel in hun context van het levende organisme.

Beoordeling: n.v.t Slagingspercentage(voor de herkansing):n.v.t.

Page 16: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

12

Periode 1 - timeslot B + C -

- Niveau 2 –

Ontwikkelingsbiologie (B-B2OBI07) De cursus ontwikkelingsbiologie is een niveau twee cursus gegeven door Wim Dictus en Adri Thomas. De docenten kunnen erg enthousiast over de stof vertellen. Daarnaast geven ze erg duidelijk college, maar het tempo ligt hoog. De colleges worden niet opgenomen, dus het is raadzaam om het boek aan te schaffen. In de cursus wordt de ontwikkeling van een aantal modeldiere, zoals de kip en het zebravisje behandeld. Hierbij gaat het vooral om het moleculaire mechanisme erachter, bijvoorbeeld hoe cellen met elkaar interacteren. Naast hoorcolleges heb je veel practica. Deze zijn erg nuttig, omdat ze het boek aanvullen en je veel praktische vaardigheden in het lab opdoet. Op elk tentamen komen vragen die in de practica behandeld zijn terug. De practica zijn niet alleen nuttig, maar ook erg leuk. Naast de practica met secties van hamster-, kippen- en zebravisjes embryo’s, ga je werken met levende embryo’s. Zo ga je bijvoorbeeld het kraakbeen van kippenembryo’s kleuren. Aan het eind van het practica mag je deze gekleurde embryo’s mee naar huis nemen. Je moet drie tentamens afleggen over stof uit de hoorcolleges en practica. Deze zijn best pittig, omdat de hoeveelheid stof niet meevalt en omdat je de stof best gedetailleerd moet kennen. Daarnaast moet je samen met drie anderen een essay schrijven over een van de 25 mijlpalen in de ontwikkeling. Naast het schrijven van je eigen essay, moet je de essays van andere groepjes beoordelen en je eigen beoordeelde versie inleveren. Al met al is het geen gemakkelijke, maar wel zeer interessante cursus. Er wordt in rap tempo veel stof behandeld. Door de afwisselende onderwijsvormen en enthousiaste docenten en assistenten wordt de stof op een leuke en leerzame manier gebracht. Het is dan ook een aanrader om deze leerzame en leuke cursus te volgen.

Beoordeling(door 36 van de 88 deelnemers): 7.9 Slagingspercentage(voor de herkansing): 72%

Page 17: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

13

Microbiële interacties (B-B2MINT10) De cursus Microbiële interacties bestaat eigenlijk uit twee delen. Het eerste deel wordt gegeven door Margot Koster en gaat over de interacties met mensen en bacteriën. Het tweede deel wordt begeleid door Peter Bakker en gaat over de interacties tussen planten en micro-organismen. In het eerste deel gaat het dus vooral over de interacties tussen bacteriën en de mens. Denk hierbij aan pathogene bacteriën en schimmels maar ook het humane microbioom. In dit deel van de cursus komen veel technieken uit de cursus biotechnologie ter sprake, maar heb je geen biotech gevolgd is het ook makkelijk te volgen. Verder zijn er in het eerste deel verschillende practica en maak je samen met een groepje van 5 à 6 personen een literatuur onderzoek, hierbij schrijf je een kort artikel en geef je een presentatie. Het tweede deel wordt afwisselend begeleid door Peter Bakker en Corné Pietersen hierbij gaat het dus over de interacties tussen planten en micro-organismen, pathogene-bacteriën en -schimmels en mycorrhiza. Ook worden er een aantal gast colleges gegeven in dit onderdeel. Je gaat ook een middag de botanische tuinen in op zoek naar planten ziekten. Over de gezonde ziekte maak je weer samen met een groepje van 5 à 6 personen een kort verslag en geef je een presentatie. Verder zijn er practica over mycorrhiza en pathogene bacteriën . Ook dit deel is makkelijk te volgen. In totaal zijn er twee tentamens één over het eerste deel en één over het tweede deel van de cursus. Er is geen reader of boek , maar de colleges worden wel opgenomen. Alle tentamen stof komt dus van de slides. Vaak sta je voor de ingeroosterde practica de hele middag ingeroosterd maar ben je na een paar uur al klaar. Als je naar alle colleges gaat en aantekeningen maakt is het vak goed te doen.

Beoordeling(door 21 van de 58 deelnemers): 7.4

Slagingspercentage(voor de herkansing): 83%

Page 18: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

14

Mariene Wetenschappen 2 (B-B2MAWE14) De cursus Mariene Wetenschappen II gaat voornamelijk over kustgebieden en hun geologische en morfologische aspecten, maar ook over de ecosystemen en mariene organismen die erin leven. Voornamelijk algen en plankton zullen veel besproken worden. De eerste weken van de cursus leer je veel over de plaattektoniek de koolstofcyclus in de oceaan. Daarna ga je specifieker kijken naar verschillende kustgebieden en de ecosystemen van deze kustgebieden. Zo is er ook een excursie naar de Zandmotor, een zandbank neergelegd voor onderzoek aan de Nederlandse kust. Dit was een erg leerzame en leuke dag. De cursus wordt voornamelijk gegeven door prof. Appy Sluijs en Francesca Sangiorgi, maar daarnaast zijn er vele gastdocenten en sprekers waar je ook college van krijgt. Ze komen dan voornamelijk vertellen over hun vakgebied en specialisme. Appy Sluijs is een fijne docent om naar te luisteren en weet je aandacht er vaak goed bij te houden. De docenten herhalen hier en daar wel wat Mariene Wetenschappen I stof die bekend wordt geacht, deze herhaling was soms ook wel storend in de cursus. Mocht je Mariene I wetenschappen niet gevolgd hebben, is dit geen probleem, doordat er dingen herhaald worden in de colleges mis je niet veel. De werkvormen zijn vooral werk en hoorcolleges en hier en daar een practicum. Ook moet je met een groep een essay schrijven voor deze cursus. De practica waren meer COO’s dan dat je in het lab bezig bent. Je zal dus niet veel praktisch bezig zijn in deze cursus. Het eindcijfer van de cursus is ook opgebouwd uit het essay en het tentamen over de stof. Er wordt met een boek gewerkt, maar de stof die in het boek staat wordt ook in de colleges behandeld Het is wel een handig naslagwerk om wat extra in te lezen. De cursus is goed te behappen als je, je best doet en naar de colleges gaat. Verder zou ik de cursus zeker aanraden als je meer over Mariene Biologie wilt weten omdat er veel verschillende aspecten van aan bod komen.

Beoordeling(door 12 van de 70 deelnemers): 6.6 Slagingspercentage(voor de herkansing): 86%

Page 19: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

15

- Niveau 3 -

Endocrinologie (B-B3ENDO10) De cursus endocrinologie gaat over de hormoonhuishouding van dieren. Het eerste gedeelte gaat voornamelijk over de rol die hormonen spelen bij de bepaling en de ontwikkeling van het geslacht. In het tweede gedeelte wordt er verder ingegaan op de werking van endocrine klieren zoals de alvleesklier, de bijnier en de schildklier.

De cursus bestaat uit colleges en practica. De colleges worden voornamelijk gegeven door Rüdiger Schultz, die erg prettig les geeft. Hij heeft een fijne, rustige stem om naar te luisteren, en een duidelijke structuur die elk college terug komt. Het laatste was erg prettig bij het maken van aantekeningen. De resterende colleges worden gegeven door Jan Bogerd, die de ontwikkeling van de geslachtsdelen behandeld, en gastdocenten. Ook de colleges van Jan Bogerd zijn erg goed te volgen, ondanks dat er veel stof wordt behandeld.

Tijdens de practica vergelijk je coupes van klieren van controle dieren met die van behandelde dieren, waar bepaalde mechanismen van het hormoonstelsel niet meer werken. Dit is een erg prettige manier om deze mechanismen te leren, omdat je ze kunt onthouden aan de hand van een histologisch beeld. De practica worden begeleid door Rüdiger, zonder studenten assistenten. Rüdiger is erg bevlogen, en kan alle vragen goed beantwoorden. Omdat hij in zijn eentje staat behandeld hij vaak een vraag klassikaal, waardoor je eigenlijk nooit hoeft te wachten op een antwoord op een vraag. Vaak ben je veel eerder klaar met de practica dan op de roosters staat.

Het boek dat voor het vak aanbevolen wordt, heb ik eigenlijk niet gebruikt. Tijdens de colleges komen de plaatjes die in het boek staan al aan bod, en ik heb zelf weinig behoefte gehad om ze in het boek nog een keer te bekijken, hoewel het een erg mooi boek is.

Het cijfer wordt bepaald aan de hand van twee tentamens, en een groepsopdracht. Voor deze opdracht moet je een research proposal schrijven, en die van je medestudenten reviewen. De tentamens worden op de computer afgenomen, en bestaan uit meerkeuze vragen en open vragen. Het eerste tentamen omvat meer stof dan de tweede, en is daarom iets moeilijker. Het is dus belangrijk dat je aan het begin van de cursus alles goed bijhoud. Het vak is prima te doen, en ik heb het heel leuk gevonden.

Beoordeling(door 15 van de 55 deelnemers): 7.4 Slagingspercentage(voor de herkansing): 73%

Page 20: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

16

Periode 1 - timeslot A + D of B + C -

- Niveau 3 -

Scriptiecursus (B-B3AFST05) Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator een e-mail krijgen met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven. Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen tegemoet te komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals gedragsbiologie. De kans dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere vakgroepen en sta er dus niet van te kijken als je niet wordt ingeloot.

Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en zijn/haar manier van kijken zul je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden door de coördinator. Daarnaast is het boek “een leesbare scriptie” verplicht voor de cursus en er is ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks).

Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om. Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn. Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en RSI helemaal goed!

Beoordeling(door 1 van de 21 deelnemers): 8.0 Slagingspercentage(voor de herkansing): 100%

Page 21: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

17

Periode 1 - Fulltime -

- Niveau 3 –

Biodiversiteit en Landschap (B-B3BILA10) De cursus Biodiversiteit en Landschap (kortweg: BioLand) is een intensieve cursus waar je een volledige periode mee bezig bent. Je krijgt er dan ook 15 studiepunten voor, dus je volgt praktisch gezien nog steeds twee vakken. De reden dat de cursus de volledige periode beslaat is omdat je twee weken naar Terschelling gaat voor veldwerk. Dit uitstapje en de mogelijkheid om je eigen onderzoek uit te voeren maken dit vak zeker de moeite waard! Er zijn aardig wat docenten betrokken bij de cursus, de cursuscoördinator is Hans ter Steege. Daarnaast krijg je in het begin van de cursus veel colleges van Hans Persoon en Merel Soons. Beiden vond ik erg prettig en enthousiast college geven, en omdat ze allebei een compleet ander onderwerp behandelen was er veel afwisseling in informatie. Ook zijn er af en toe colleges van Edwin Pos, die ook erg enthousiast kan vertellen over zijn vakgebied. Het veldwerk op Terschelling gebeurt al vrij snel in de periode, week twee en drie zijn hiervoor gereserveerd. Je gaat met een groep van ongeveer 6 studenten je eigen onderzoeksresultaten verkrijgen door het uitzetten van plotjes en andere onderzoekmethoden. Daarnaast krijg je de eerste paar dagen op het eiland een spoedcursus planten herkennen. Die kennis is erg nuttig bij het doen van je veldwerk, zo kun je namelijk veel sneller je soorten inventariseren. Tijdens het veldwerk werden we erg goed begeleid door de docenten, elke avond was er op de camping een lab opgezet waar ze veel ondersteuning boden. De eerste weken na Terschelling zijn even wennen ten opzichte van de eerste paar cursusweken. Je gaat dan bezig met de stof voor het eindtentamen en die stof kan vrij pittig zijn. Daarnaast werk je met je groep aan het uitwerken van je onderzoeksresultaten. De combinatie van deze twee zorgt ervoor dat je dagen vrij vol zitten en je er niet vanuit kan gaan halve weken vrij te hebben. De stof voor het eindtentamen was vrij veel en behoorlijk pittig, maar gelukkig viel het eindtentamen mee en was het slagingspercentage erg hoog. Je eindcijfer wordt bepaald door het eindtentamen(40%), je planten determineer-toets op Terschelling(15%), je onderzoeksverslag(25%) en de presentatie hiervan(20%). Ik heb een ongelofelijk leuke tijd gehad tijdens deze cursus, doordat je zo intensief met een kleine groep studenten omgaat krijg je een leuke band met de groep en docenten. Het veldwerk op Terschelling is het absolute hoogtepunt van de cursus, een echte aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in Ecologie en Biodiversiteit.

Beoordeling(door 16 van de 49 deelnemers): 7.5 Slagingspercentage(voor de herkansing): 98%

Page 22: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

18

Onderzoeksproject (B-B3ONPR09) Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je wel degelijk.

Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken.

Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn. Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt.

Beoordeling(door 1 van de 21 deelnemers): 8.0 Slagingspercentage(voor de herkansing): 100%

Page 23: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

19

Vakken buiten Biologie Naast al deze leuke vakken bij Biologie is het ook mogelijk om je profileringsruimte te vullen met vakken die door andere studies worden aangeboden. De mogelijkheden zijn oneindig en de deuren van de universiteit staan wagenwijd voor je open! Maar dit maakt het uiteraard ook lastig om juist dat ene leuke vak te vinden dat zo perfect aansluit op de rest van je Bachelor. Om het voor jullie iets makkelijker te maken komen er voortaan in elke studiegids een aantal vakken buiten Biologie te staan. De stukjes worden geschreven door biologen uit Utrecht en de vakken sluiten goed aan op je huidige studie. Dit is natuurlijk geen compleet overzicht van de grote diversiteit aan cursussen die je zou kunnen volgen, en als een cursus niet in deze gids staat kan het evengoed een leuke cursus zijn. Maar hopelijk brengt het jullie op ideeën! En vraag gerust aan je studiegenoten welke vakken zij hebben gevolgd, want wie weet hebben ze nog een goede aanrader! Check voor je een cursus wilt gaan doen wel altijd goed de reguliere studiegids van de desbetreffende studie voor toelatingseisen en om na te gaan of de cursus dit jaar weer op dezelfde wijze gegeven wordt.

UBV-cursussen

Entomologie De cursus entomologie is een van de UBV cursussen die je in de eerste periode van het jaar kan volgen. De cursus geeft je de basis kennis van insecten. Je mag basis kennis redelijk letterlijk nemen. In het begin van de cursus krijg je twee hoorcolleges die zeer enthousiast worden gegeven. De stof die je hierin opdoet is niet moeilijk en ook niet erg veel. Je leert de morfologie van insecten, voeding, hoe je ze op verschillende manieren kan vangen en de levenscyclus. De twee colleges worden niet heel erg interactief gegeven en zouden een beetje up to date gebracht moeten worden. Het niveau ligt niet hoger dan middelbaar onderwijs.

Na de twee theorie lessen begint het praktijk gedeelte. Hierin begin je met een college over de loep en binoculair. Dit wordt opnieuw op heel enthousiaste manier gebracht en is een zeer leerrijk college over hoe je beide het best kan gebruiken om insecten te bestuderen. Vanaf dan ga je vooral insecten determineren. Hiervoor heb je weinig informatie gekregen en het is ook zeer moeilijk om tot de juiste soort te geraken. Terwijl we hiermee bezig waren besefte ik dat er in de colleges misschien meer aandacht naar de indeling van het insecten rijk had moeten gaan en ook meer uitleg over kenmerken van bepaalde groepen nodig was. Vragen die er waren werden wel zeer goed beantwoordt door de begeleiding. Vervolgens gingen we insecten preparen. Dit was voor mij het leukste deel van de cursus, je krijgt een eindresultaat dat je ook mee naar huis mag nemen. Het merendeel van de cursus bestaat dus uit preparen. Op zich is dit heel leuk maar leer je er niet zoveel van. Het tentamen van de cursus entomologie is niet moeilijk. Een keer de kleine reader doorlezen is meer dan voldoende om te slagen. Het tentamen van dit jaar was vooral gebaseerd op inzicht vragen. Dit was redelijk onverwacht maar goed haalbaar.

Inhoudelijk moet er het een en ander aangepast worden om de cursus meer op niveau te krijgen en wat moderner en uitdagender te maken. Het is zeker een interessant vak dat vooral gericht is op het preparen van insecten en minder op kennis.

Page 24: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

20

Mycologie De mycologiecursus is één van de UBV-cursussen die je kunt kiezen als je de cursus Biologie in het werkveld volgt. Maar je kunt het natuurlijk ook doen zonder er studiepunten mee te verdienen. Uit je voorliefde voor paddenstoelen, je gebrek aan andere activiteiten, je hunkering naar kennis of omdat je de welbekende mycoloog Aldert Gutter altijd al een keer in levende lijven hebt willen ontmoeten. En net als alle andere UBV-cursussen zal je na de mycologiecursus hoe dan ook meer biologenpunten kunnen scoren als ze je op familieweekend weer eens vragen: "Jij bent hier de bioloog, welke paddenstoel is dat?"

De cursus bestaat uit ongeveer 10 avonden en twee dagexcursies in het weekend. Tijdens de avonden wordt de theorie behandeld door middel van kleinschalige hoorcolleges. Een aantal onderwerpen die langskomen zijn morfologie, ecologie, reproductie, vormgroepen en determineren van heel veel verschillende soorten paddenstoelen. Daarnaast leer je een aantal bijzondere verschijnselen die te maken hebben met paddenstoelen zoals witrot, bruinrot, ijshaar en guttatie. Dit staat allemaal overzichtelijk opgeschreven in een reader en op de laatste avond schriftelijk getoetst. Als je tijdens de theorie avonden en excursies goed oplet is dit met een paar extra uurtjes per week goed te doen.

Daarnaast moet voor iedere avond iemand anders paddenstoelen verzamelen en meenemen. Deze worden uitgebreid besproken en de verschillende determinatie kenmerken worden toegelicht. Sommige soorten komen vaker terug waardoor je de verschillende soorten en hun vormgroepen steeds beter gaat herkennen. Maar dit alles wordt natuurlijk pas écht leuk als je het ook in het veld gaat zien tijdens de excursies. Je gaat dan samen met Aldert het bos in en je zult versteld staan van de diversiteit aan paddenstoelen die je tegenkomt. En met een kleine groepje studenten en de grote hoeveelheid kennis van Aldert kun je onwijs veel leren op zo’n dag!

Kortom, een aanrader voor elke bioloog die graag zijn bergschoenen uit de kast haalt en niet vies is van een beetje beschimmelde kennis!

Page 25: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016

21

Dankwoord De Onderwijscommissie wil de volgende personen hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze gids: Arne Vermeer Femke Groeneveld Laurens Vennema Linde Berg Lisa van Doorn Luc Haverhals Myrddin Verheij Nynke ten Hoeve Ruben Vleeschouwers Simon Isphording Sybren Lochs Quincy Holzapfel

Bedankt!

Page 26: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016
Page 27: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016
Page 28: Alternatieve cursusgids periode 1 2015-2016