Alles voor niets? Een beoordeling van het proces tegen Milosevic
Click here to load reader
-
Upload
jan-kruidhof -
Category
Documents
-
view
488 -
download
2
Transcript of Alles voor niets? Een beoordeling van het proces tegen Milosevic
Alles voor niets? Beoordeling van het proces tegen Slobodan Milošević
Docent Prof. dr. H. Renner
Student Jan Kruidhof
Studentnummer 1535498
Studie-onderdeel Geschiedenis van de Politieke Cultuur
Werkcollege Conflicthaarden in Midden- en Oost-Europa
Inleverdatum 13 januari 2006
INHOUDSOPGAVE
Pagina 3 Een rechtszaak zonder vonnis
Pagina 4 De historische achtergrond
Pagina 6 Het tribunaal en de vrienden
Pagina 8 De aanklagers
Pagina 10 De zieke verdachte en het einde
Pagina 11 Conclusie
Pagina 12 Literatuurlijst
Pagina 14 Bijlage: interview met prof. Jhr. mr. Michaïl Wladimiroff
F
F
F
EEN RECHTSZAAK ZONDER VONNIS
Elf maart 2006 stierf Slobodan Milošević in zijn Haagse cel. Het proces tegen hem, waarin
tweehonderd en vijftig miljoen euro was geïnvesteerd, zou niet afgesloten worden met een vonnis.
Ondanks de honderd en vierentwintig getuigen die de aanklagers hadden gepresenteerd om de schuld
van de voormalig president van de Federale Republiek van Joegoslavië te bewijzen, zouden de
slachtoffers van de oorlogsmisdaden in voormalig Joegoslavië hun voormalig president nooit
veroordeeld zien. Jarenlang hadden aanklagers en verdediging een juridische strijd geleverd om de
verantwoordelijkheid van “Slobo”. Was al deze moeite voor niets, zoals de voormalig advocaat van
Milošević zei?1 Zowel voor, tijdens als na het proces was er kritiek naar aanleiding van het Milošević-
proces. Zowel het Joegoslavië Tribunaal2 zelf als de aanklagers en de verdediging van de verdachte
kregen het zwaar te verduren. Wat voor kritiek kregen zij en hoe terecht was dit commentaar? De
beoordeling van de kritieken leidt uiteindelijk tot de vraag: was het proces tegen Slobodan Milošević
een succes of een mislukking?
Het proces tegen Milošević is niet te volgen voor wie geen weet heeft van de gebeurtenissen tijdens
de Joegoslavische oorlogen. Daarom volgt allereerst een korte inleiding in de voorgeschiedenis van
het proces. Daarna zal de kritiek op het Joegoslavië Tribunaal en medewerkers van het Tribunaal
behandeld worden. Vervolgens worden de aanklagers en de getuigen die zij aandroegen behandeld.
Wat deden zij goed en wat kon beter? Vervolgens wordt aandacht besteed aan de ziekte van Milošević
en de manier waarop de rechters hiermee omgingen. Tenslotte wordt in de conclusie antwoord
gegeven op de vraag of het proces een succes dan wel een mislukking was.
1 Nicole Lucas en Gertie Schouten, ‘Alles is voor niets geweest. Proces-Milošević’, Trouw (07-12-2006).
2 De officiële naam van het Joegoslavie Tribunaal luidt ‘International Tribunal for the Prosecution of Persons Responsible for
Serious Violations of International Humanitarian Law Committed in the Territory of the Former Yugoslavia since 1991’, wat
afgekort wordt als ‘International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia’ (ICTY).
´ Joegoslavië was zo´n mooi land, niemand had er problemen. Maar toen Milošević kwam,
begon iedereen problemen te maken. Ik vond het ongelofelijk.
Dat dit kon gebeuren in Europa. Dat zo´n idioot het zo vernielde.’
IZMED GRABIC, VLUCHTTE IN 1995 UIT BOSNIË NAAR NEDERLAND3
DE HISTORISCHE ACHTERGROND
Na de Tweede Wereldoorlog regeerde Josip Broz, bijgenaamd ‘maarschalk Tito’, met strakke hand
over de communistische Federale Volksrepubliek van Joegoslavië.4 Deze federatie bestond uit zes
republieken: Servië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Slovenie, Macedonie en Montenegro. Door
nationalistische sentimenten hardhandig te onderdrukken beperkte de Tito conflicten tussen de
verschillende bevolkingsgroepen tot een minimum. Vanaf de jaren zestig voerde hij een steeds
liberaler communistisch beleid. De Servische provincies Vojvodina en Kosovo kregen vergaande
autonomie. In Kosovo werd driekwart van de bevolking gevormd door Albanezen, die hun
nieuwverworven zelfbestuur ten volle benutten.
De ontevredenheid en angst van Kosovaarse Serviërs over deze Albanese emancipatie werden
duidelijk in het SANU-Memorandum van 1986. In dit pamflet beklaagde de Servische intellectuele
elite zich over de Albanese autonomie en ‘fysieke, politieke, juridische en culturele genocide van de
Servische bevolking van Kosovo en Metohija’5. In heel Joegoslavië zorgde het Memorandum voor
onrust en toenmalig president Stambolic veroordeelde het nationalistische document dan ook
onmiddellijk. Milošević, destijds hoofd van de Servische Communistische Partij, steunde de Serviërs
wel in hun klacht. Via een politiek machtsspel6 bewerkstelligde hij het aftreden van Stambolic – tot die
tijd zijn beste vriend – en in 1989 werd hij zelf president. Het jaar daarop winnen de
onafhankelijkheidspartijen bij de verkiezingen in Slovenië en Kroatië. Wanneer zij zich in 1991
onafhankelijk verklaren, grijpt het door Serviërs gedomineerde federale leger in. De oorlog tegen
Slovenië duurt tien dagen en in Kroatië duurt de oorlog tot begin 1992. In beide gevallen verliest de
federale overheid.
Nadat in april 1992 ook Bosnie-Herzegovina zich onafhankelijkheid verklaart komen Bosnische
Serviërs in verzet. In datzelfde jaar noemde de staatssecretaris van de Verenigde Staten namen van
vermoedelijke oorlogsmisdadigers die voor een oorlogstribunaal gebracht zouden moeten worden.
Ook Slobodan Milošević werd genoemd. In februari 1993 werd besloten tot het oprichten van wat later 3 Jan Kruidhof, Kosovo (Groningen 2005) 25.
4 In het vervolg: Joegoslavië. Van 1963 tot 1992 veranderde de naam in Socialistische Federale Republiek van Joegoslavië.
De Federale Republiek van Joegoslavië, die van 1992 tot 2003 bestond, omvatte alleen Servië en Montenegro. 5 Adam LeBor, Slobodan Milošević (Amsterdam 2002) 110.
6 Milosevic vroeg in een vergadering van de Joegoslavische regering stemming aan over Dragisa Pavlovic, een medestander
van Stambolic die had geprobeerd de Servische nationalisten een halt toe te roepen. Milosevic beschuldigd hem – en zo
indirect Stambolic – van het in gevaar brengen van de “ideologische eenheid”. Vervolgens wordt Pavlovic weggestemd,
waarop Stambolic moet aftreden.
bekend zou worden als het Joegoslavië Tribunaal. Een jaar later werden in Sarajevo vierennegentig
burgers gedood door Servische mortiergranaten en in juli 1995 vallen Bosnische Serviërs zogenaamde
safe areas vol burgers aan. De safe area Srebrenica moet worden beschermd door Nederlandse VN-
soldaten, maar zij kunnen niet voorkomen dat zevenduizend ongewapende mannen en jongens
geëxecuteerd worden. Nadat in augustus bij nieuwe bombardementen in Sarajevo zevenendertig
moslims omgekomen waren, reageerden de Verenigde Staten met een bombardement op Servische
doelen. Hierna werd in het Amerikaanse Dayton onderhandeld, waarna ondermeer door Milošević
vredesverdragen werden getekend.7
Ondertussen was het in Kosovo nog steeds onrustig. Het Albanese Uhstria Çlimrimtare Kosovës,
ofwel Kosovo Bevrijdingsleger, vermoordde hier in 1998 tientallen Servische ambtenaren. De Serviërs
reageerden ondermeer met de executie van vijfenveertig burgers in het Kosovaarse Racak, wat in het
Westen voor veel opschudding zorgde. Bij de hierop volgende vredesonderhandelingen ondertekenden
de Kosovaren wel een vredesverdrag, maar dit weigerden de Serviërs. Van maart tot juni 1999
bestookte de NAVO Joegoslavië vervolgens met bombardementen. In het midden van deze reeks
bombardementen werd Milošević aangeklaagd door het Joegoslavië Tribunaal. Hem werd verdrijving
van zevenhonderd en veertig Kosovaren voor en tijdens de Kosovo-oorlog ten laste gelegd, alsmede
de moord op vijfhonderd tweeënzeventig Kosovo-Albanezen. Nog geen maand later stemde hij toe in
de terugtrekking van het Servische leger uit Kosovo en liet hij NAVO-troepen toe tot het gebied.
In september 2000 verloor Milošević de presidentsverkiezingen van Vojislav Kostunica, die hem in
april 2001 liet arresteren. De Verenigde Staten beloonden Kostunica hiervoor met vijftig miljoen
dollar aan hulpmiddelen. Maar Kostunica weigerde zijn voorganger over te dragen aan het Joegoslavië
Tribunaal. In het geheim beval premier Djindjic toen politietroepen Milošević de vervoeren naar een
Amerikaanse luchtbasis in Bosnië. Hieruit werd de voormalig president op achtentwintig juni 2001
werd Milošević overgevlogen naar Den Haag en overgedragen aan het Joegoslavië Tribunaal. In dit
jaar werd Milošević ook aangeklaagd voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in
Bosnië en Kroatië. Bovendien werd hij in de Bosnië-aanklacht beschuldigd van genocide, het zwaarste
verwijt dat het Tribunaal kende.
7 Michael P. Scharf en William A. Schabas, Slobodan Milošević on trial. A companion (New York en Londen 2002) 13-38.
Rechter Richard May: ‘Do you want to have the indictment read out or not?’
Slobodan Milošević: ‘That’s your problem.’8
VOORGELEIDING, 3 JULI 2001
HET TRIBUNAAL EN DE VRIENDEN
Agressief en fel protesterend trad Milošević de rechters van het Joegoslavië Tribunaal tegemoet tijdens
hun eerste ontmoeting in de rechtszaal. Zowel het Tribunaal als de aanklacht tegen hem beschouwde
hij als ‘nep’.9 Het Tribunaal was immers niet opgericht door de algemene vergadering van de
Verenigde Naties, betoogde hij. Voor het overige zei de ex-president weinig inhoudelijks en weigerde
hij schuldig dan wel onschuldig te pleiten. Een advocaat ontbrak bij dit alles aan zijn zijde, want die
meende Milošević niet te hoeven benoemen voor een ‘illegaal tribunaal’. Op ingeving van de
Nederlandse advocaat Michaïl Wladimiroff10 besloten de rechters vervolgens tot aanstelling van drie
zogenaamde amici curiae, ‘vrienden van het hof’. Dit drietal bestond naast Wladimiroff uit zijn
respectievelijk Britse en Servische collegae Steven Kay en Branislav Tapuskovic. Zij moesten erop
toezien dat de verdachte een zo eerlijk mogelijk proces zou krijgen. Ties Prakken, hoogleraar
strafprocesrecht in Maastricht, was niet te spreken over de figuur van amicus curiae. ‘Een gedrocht dat
legitimatie voor zijn eigen positie ontbeert’, noemde hij het.11 Ook Milošević leek niet tevreden met de
amici. ‘Het is uw vriend, niet de mijne’12, zei hij tegen de rechters over Jhr. mr. Wladimiroff, die zelf
overigens tevreden was over het optreden van de amici. Ondanks de lastige positie van waaruit zij hun
werk moesten doen en het ontbreken van Milošević’ medewerking is het gebrek aan evenwicht
volgens hem bescheiden gecompenseerd. ‘En alles is beter dan niets.’13
De Britse amicus Steven Kay was eerder advocaat geweest van Boris Tadic, de eerste verdachte die
aan het Tribunaal was voorgeleid. In deze zaak had Kay gepleit dat het Tribunaal onwettig was, om
dezelfde redenen die Milošević bij zijn voorgeleiding ook zou noemen. In de zaak-Tadic hadden de
rechters zelf geoordeeld dat ze wel bevoegd waren verdachten van oorlogsmisdaden te berechten,
maar hier namen de amici curiae in de zaak-Milošević geen genoegen mee. Het leek hun beter de
geldigheid van het Tribunaal voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof, het hoogste juridische
orgaan van de Verenigde Naties. De rechters waren het hier niet mee eens, net zoals zij de andere
8 International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 010703IA. Milošević (IT-54-02) “Kosovo, Croatia, and
Bosnia Hercegovina” (03-07-2001) 2.; Milosevic noemt tribunaal onwettig. Ex-president Joegoslavie voorgeleid’, NRC
Handelsblad (03-07-2001) 1. 9 ICTY, Transcript 010703IA, 2.
10 Cees Banning en Petra de Koning, ‘Balkan aan de Noordzee. Over het Joegoslavië-tribunaal, over recht en onrecht’
(Amsterdam en Rotterdam 2005) 229. 11
Sluiter, Göran, ‘Vervolging van Milosevic door het Joegoslavië Tribunaal’, Nederlandsch Juristenblad 74.26 (1999) 1198. 12
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 021003ED. Milošević (IT-54-02) “Kosovo, Croatia, and
Bosnia Hercegovina” (03-10-2002) 10787. 13
Aldus prof. jhr. mr. M. Wladimiroff in een interview dat in zijn geheel in de bijlage te vinden is.
bezwaren14 van de amici niet honoreerden. Een van die bezwaren was dat de immuniteit van Milošević
als voormalig staatshoofd geschonden was. Volgens de amici was er geen precedent voor
internationale berechting van een ex-staatshoofd. De rechters vonden hun bezwaren echter niet terecht
en oordeelden dat Milošević wel berecht kon worden. In januari 2007 liet voormalig amicus
Wladimiroff blijken het met de rechters eens te zijn wat betreft de ontkenning van Milošević’
immuniteit. Hij legde uit dat Milošević allereerst geen staatshoofd was tijdens zijn berechting en dat
over de berechting van voormalig staatshoofden geen regels bestaan. Wel was het de vraag of je een
ex-staatshoofd kan berechten voor de periode dat hij wel staatshoofd was.15 Ook met inachtneming
van het formeel, materieel, nationaal en internationaal recht en de manier waarop Milošević is
overgedragen kon Milošević echter wel degelijk berecht worden, aldus Jhr. mr. Wladimiroff. Waarom
hij de immuniteit dan toch aandroeg als amicus curiae was volgens hem simpel: ‘Dat is in dat geval je
functie. Het verweer oppoetsen met nieuwe elementen. Alles doen om Milošević te helpen. Dat
hebben wij als amici curiae gedaan door te proberen de internationale jurisprudentie om te buigen.’
Het bleek tevergeefs en het proces ging verder. Gedurende het proces werden de amici Wladimiroff en
Tapuskovic ontslagen uit hun functie. Vervolgens werd Kay gevraagd advocaat te worden van
Milošević. Na in eerste instantie geweigerd te hebben, aanvaarden Steven Kay en medewerkster
Gillian Higgins in september 2004 toch de functie van advocaat van Milosevic. Wladimiroff heeft het
hier lang met beiden over gehad. ‘De rechters waren sowieso van plan een raadsman voor Milošević
aan te stellen. Een nieuweling zou maanden nodig hebben gehad om zich in te werken in het dossier.
Steven Kay kende de stukken al en zodoende was zijn aanstelling het meest effectief. Het was de
minst slechte oplossing.’ Hij bestrijdt de kritiek van hoogleraar strafrecht Taru Spronken – een
vriendin van hem – dat de aanstelling van Kay als advocaat ‘in strijd met een eerlijke rechtsgang’ en
‘niet in het belang van de verdediging, maar van een snelle voortgang van het proces’ was.16 ‘Als zij
dit zo gezegd heeft, ben ik het niet met haar eens. De onevenwichtigheid tussen de aanklagers en
Milošević moest zoveel mogelijk gecompenseerd worden. Milošević was nooit advocaat geweest, hij
zou de juridische problemen nooit goed gezien hebben.’
14
Behalve de genoemde bezwaren over het Tribunaal kaarten de amici curiae de volgende onderwerpen aan.
Onafhankelijkheid: Milosevic vindt het Tribunaal een verlengstuk van de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten. Het
Tribunaal wil doorgaans geen politieke argumenten toelaten. Milosevic zou dat recht wel moeten hebben, om het gebrek
aan onafhankelijkheid van het Tribunaal aan te tonen.
Publiciteit: De hoofdaanklaagster en de president van het Tribunaal hebben in het openbaar verklaringen afgelegd over de
zaak-Milosevic. Milosevic mag echter geen interviews geven, hoewel hij belang heeft bij het verdedigen van zijn reputatie
en het naar buiten brengen van zijn opvattingen over het proces. De rechters hebben het interview-verbod onterecht
overgenomen van de Verenigde Naties-gevangenis in Scheveningen.
Immuniteit: Immuniteit van (voormalige) staatshoofden voor strafrechtelijke vervolging is internationaal gewoonterecht. Er
is geen precedent voor internationale berechting van een (ex-) staatshoofd.
Jurisdictie: Het Joegoslavie-Tribunaal behandelt slechts misdaden die sinds 1991 in ex-Joegoslavie zijn gepleegd. Deze
territoriale beperking van het hof vindt Milosevic willekeurig en discriminerend en een 'politieke keus' van de
Veiligheidsraad. (Trouw 29-10-2001) 15
Aldus prof. jhr. mr. M. Wladimiroff in een interview dat in zijn geheel in de bijlage te vinden is. 16
[Redactie], ‘Milosevic krijgt twee advocaten’, NRC Handelsblad (04-09-2004).
‘Don't bother me and make me listen for hours on end to the reading of
texts written at the intellectual level of a seven-year-old child – or rather,
let me correct myself – a retarded seven-year-old.’17
MILOŠEVIĆ OVER DE AANKLACHTEN, 30 OKTOBER 2001
DE AANKLAGERS
Als eerste kregen de aanklagers gelegenheid de schuld van Milošević te bewijzen. Zoals vermeld
hadden zij hem in totaal drie keer aangeklaagd. Een paar maanden voordat het proces begon
verzochten de aanklagers om samenvoeging van deze drie zaken tot een groot proces. Maar de rechters
bevalen dat er eerst een proces voor Kosovo zou komen en daarna een tweede proces voor Kroatië en
Bosnië samen. De Kamer van Beroep maakte dit besluit vervolgens ongedaan en zo kon op 12 februari
2002 het proces toch beginnen met een grote aanklacht tegen Milošević.18 Een te grote aanklacht,
volgens voormalig amicus curiae Steven Kay. Volgens hem was de schaal van het proces oneerlijk en
was geen advocatenteam ooit in staat om beschuldigingen van deze omvang te weerleggen. De
aanklagers waren echter bezorgd dat bij opsplitsing van het proces delen van de aanklacht niet meer
behandeld zouden worden. Milošević zou dan mogelijk niet reageren op de genocide-aanklacht en er
zou geen veroordeling komen die recht deed aan de slachtoffers. Anderen meenden dat de uitgebreide
aanklachten nodig waren om te voorkomen dat iemand ooit nog zou kunnen ontkennen wat op de
Balkan is gebeurd. Volgens Steven Kay was het echter niet aan de aanklagers om geschiedenis te
schrijven. ‘Daar is het strafrechtsysteem niet voor.’19
Dat hoofdaanklaagster Carla del Ponte besloot genocide op te nemen in de Bosnië-aanklacht, zorgde
zelfs in haar eigen burelen voor verbazing. Del Ponte zei dat haar medewerkers zich geen zorgen
hoefden te maken, want het bewijs zou gauw genoeg gevonden en gepresenteerd worden. Del Ponte
verwachtte dat de verantwoordelijkheid ondermeer duidelijk zou worden in de verklaringen van de
ruim tweehonderd en vijftig getuigen die zij had opgeroepen. Getuigen waren in het proces-Milošević
uiterst belangrijk. In het proces kon, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de processen van het
Neurenberg-tribunaal, nauwelijks gebruik gemaakt worden van originele documenten, aangezien daar
nauwelijks iets van overgebleven was. Wanneer een getuige vervolgens zou vertellen dat Milošević
hem had opgedragen bevolkingsgroepen uit de weg te ruimen, zou dit grote invloed hebben op de
overtuigingskracht van de aanklagers. Getuigenissen van deze insiders waren voor de aanklagers dus
van uiterst belang. Maar hoe dichter iemand in de oorlog bij wijze van spreken bij het vuur had
gezeten, des te groter was de kans dat hij ook zelf zijn vingers had gebrand aan het plegen van
17
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 011030SC. Milošević (IT-54-02) “Kosovo, Croatia, and
Bosnia Hercegovina” (30-10-2001) 64. 18
Algemeen Nederlands Persbureau, ‘Alle partijen tegen splitsingsidee Milosevic–rechters’. Reformatorisch Dagblad (28-07-
2004). 19
Lucas en Schouten, ‘Alles is voor niets geweest’.
misdaden.20 Hoe ver de aanklagers gingen in hun pogingen deze personen te laten getuigen, bleek toen
in februari 2003 Dragan Vasiljkovic voor de rechters verscheen. Vasiljkovic – alias ‘kapitein Dragan’
– had in Kroatie het Servische verzet aangevoerd tegen het bewind van de Kroatische leider
Tudjman.21 Na het afnemen van de eed verraste hij de rechters door te melden dat hij van de
aanklagers een papier had ontvangen waarop vermeld stond, dat niets wat hij zou zeggen tegen hem
gebruikt kon worden. Vasiljkovic had dit niet willen ondertekenen, omdat hij geen enkele vorm van
bescherming door het Tribunaal nodig meende te hebben.22 Op deze manier beschermden de
aanklagers oorlogscriminelen, zei hij later. ‘De getuige kan zeggen: “Ik heb zoveel gezinnen
vermoord” en vervolgens krijgt hij bescherming.’23
Nog rampzaliger voor de aanklagers was de getuigenis van Radomir Markovic in juli 2002.
Markovic was tijdens de oorlog in Kosovo hoofd van de staatsveiligheidsdienst en vice-minister van
Binnenlandse Zaken. Tijdens zijn voorarrest in Belgrado had hij een zijn handtekening gezet onder een
verklaring dat Milošević opdracht had gegeven om sporen van oorlogsmisdaden in Kosovo te
verbergen. Tijdens het kruisverhoor bleek dat ook Markovic bescherming was toegezegd. Hij erkende
dat hem een nieuwe identiteit, een nieuw thuisland en geld voor hem en zijn gezin voor de rest van
hun leven was beloof, wanneer hij tegen Milošević zou getuigen. Milošević vroeg hem: ‘Klopt het dat
ze dreigden met zes maanden cel en een proces als jij mij niet valselijk wilde beschuldigen?’ Markovic
antwoordde dat hij gewezen was op zijn netelige positie en wat voor gevolgen die voor hem kon
hebben. ‘Het alternatief was dat ik Milošević zou aanwijzen van dat strafbare feit. Hiermee zou ik mij
onttrekken aan rechtsvervolging.’ Toen Milošević hem vervolgens meedeelde dat de behandeling die
Markovic had ondergaan uitdrukkelijk werd verboden in een VN-verklaring tegen marteling, werd hij
door rechter May afgekapt. Dit was ‘volstrekt niet relevant voor de verklaring die de getuige had
afgelegd.’24 Behalve door zijn uitlatingen over zogenaamde marteling bracht Markovic de aanklagers
in problemen door te ontkennen dat er een plan was om Kosovo etnisch te zuiveren van Albanezen.
Bovendien betwiste hij de bewering van de aanklagers dat Servische politie en militairen de
massamoorden probeerden te verdoezelen door massagraven te ontruimen. 'Daar weet ik niks van en
dat behoort tot de categorie westerse propaganda.'25
Bovenstaande voorvallen zijn slechts een selectie uit de momenten waarop Milošević de
betrouwbaarheid van de aanklagers en hun getuigen in twijfel wist te trekken. Er waren echter ook
getuigen die verklaringen aflegden waar Milošević weinig tegenin kon brengen. Zo vertelde voormalig
20
Zoals strafrechtdeskundige H. Verrijn Stuart zei: 'Het probleem met die insider-getuigen is dat 99 procent van hen zelf
ook vuile handen heeft gemaakt.’; Eric Arends, 'Getuigen hebben vaak zelf vuile handen', de Volskrant (05-06-2002). 21
[Redactie], ‘Getuige steunt bij tribunaal Milouevic’, NRC Handelsblad (21-02-2003). 22
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 030219ED. Milošević (IT-54-02) “Kosovo, Croatia, and
Bosnia Hercegovina” (19-02-2003) 16443. 23
Jos de Putter, ‘De zaak Milošević. Deel 2’, Tegenlicht (uitgezonden 28-09-2003) 5e tot 13
e minuut.
24 De Putter, ‘De zaak’, 25
e tot 31
e minuut.
25 [Redactie], ‘Markovic ontkent etnische zuivering’, NRC Handelsblad (27-07-2002).
NAVO-genraal Klaus Naumann dat Milošević hem had gezegd dat de Serviërs met de Kosovaarse
Albanezen hetzelfde doen als wat ze na de Tweede Wereldoorlog met hen hadden gedaan. ‘We hebben
ze toen samengedreven en doodgeschoten’, zei Milošević.26 Aan de biograaf van Milošević vertelde
Naumann ook, dat Momcilo Perisic – de stafchef van het Joegoslavische leger – hem had verteld dat
Milošević opperbevelhebber was over alles wat gebeurde en dat alle besluiten hierop gebaseerd waren.
Alle besluiten waren hierop gebaseerd, volgens Perisic.27
Half maart legde de Britse oud-politicus lord ‘Paddy’ Ashdown een verklaring af. Als Hoge
Afgezant voor de VN had hij in 1998 een ontmoeting met Milošević. Hij had toen tegen Milošević
gezegd dat Servische troepen in Kosovo de Conventies van Genève schonden. Dat zou stoppen, had
Milošević hem beloofd, en de daders zouden worden gestraft. Hiermee toonde hij aan te weten dat in
Kosovo misdaden werden gepleegd. Maar in werkelijkheid had hij niets gedaan om daar een eind aan
te maken. Ashdown herinnerde Milošević eraan dat hij hem had gewaarschuwd dat hij voor het
Tribunaal zou eindigen. ‘En daar bent u dan.’28
In de loop van het proces bleek het voor de aanklagers erg moeilijk genocide te bewijzen. In maart
2004 dienden de amici curiae daarom een verzoekschrift in, met het verzoek Milošević vrij te spreken
van genocide. Er zou onvoldoende bewijs zijn voor de aanklacht.29 De rechters waren het hier niet mee
eens. De amici onderschatten volgens hen het bewijsmateriaal van de aanklagers en de aanklacht werd
niet geschrapt. De aanklagers waren blij dat hun aanklacht behouden was, maar het bleef moeilijk
genocide te bewijzen. Gelukkig voor hen hadden ze nog een troef in handen. Dit was hun aantijging
dat Milošević’ deel had genomen aan een joint criminal enterprise (JCE). Hiermee bedoelden zij, dat
Milošević als lid van “zijn criminele onderneming” op de hoogte kon zijn geweest van de genocidale
bedoelingen van andere leden en niets had gedaan om hen daarvan te weerhouden. Dat hij zelf
mogelijk geen genocidale bedoeling had gehad was irrelevant. Hoogleraar internationaal strafrecht
Göran Sluiter noemt de ontwikkeling van JCE een belangrijke bijdrage in de ontwikkeling van de
internationale strafrechtelijke aansprakelijkheid en meent enerzijds dat de rechters bewondering
verdienen voor hun voortvarende aanpak,30 maar noemt het anderzijds veelzeggend dat in Tribunaal-
kringen gekscherend ook wel gesproken wordt over de JCE-afkorting als just convict everyone.31 Maar
Milošević kon moeilijk beweren dat hij niets wist van genocide-plannen van enkele anderen uit “zijn
onderneming”. Voorafgaand aan het conflict in Bosnië kondigde de Bosnisch-Servische leider
Radovan Karadzic bijvoorbeeld herhaaldelijk bloedbaden aan.32
26
Banning en De Koning, Balkan aan de Noordzee, 233. 27
LeBor, Slobodan Milošević 364. 28
Noordzee, 233.; Lebor, 412. 29
Algemeen Nederlands Persbureau, 'Onvoldoende bewijs voor genocide Milosevic', de Volkskrant (06-03-2004). 30
Göran Sluiter, ‘Het Joegoslavië Tribunaal. Een voorlopige balans’, Justitiële Verkenningen 32.4 (2006) 9-26, aldaar 19. 31
Sluiter, ‘Het Joegoslavië Tribunaal’ 23. 32
Bob de Graaff, ‘Oordeel over Srebrenica was lastig geweest. Dood van Slobodan Milosevic verlost Tribunaal van
verlegenheidsoplossing’ NRC Handelsblad (13-03-2006) 7.
‘It is my deep conviction that the doctors on this matter
have also been manipulated.’33
MILOŠEVIĆ OVER DE ARTSEN DIE HEM ONDERZOCHTEN, 21 OKTOBER 2004
DE ZIEKE VERDACHTE EN HET EINDE
‘Milošević heeft griep’, meldde het Algemeen Nederlands Persbureau in maart 2002.34 Toen de dan
eenenzestigjarige Milošević na twee weken nog steeds ziek was, gelaste het Tribunaal een medisch
onderzoek van de zieke verdachte. Milošević’ had een te hoge bloeddruk en alle cardiologen die
Milošević onderzoeken noemden de kans dat het mis zou gaan met Milošević groot. Hij rookte en had
overgewicht en stress van het proces.35 De patiënt kreeg medicatie voorgeschreven, maar ook in het
verloop van het proces was hij vaak ziek. Gevangenisarts dr. Falke vermoedde dat zijn patiënt de
voorgeschreven medicatie liet staan. De arts liet de directeur van de gevangenis weten niet langer te
kunnen instaan voor de gezondheid van Milosevic. De directeur was het met Falke eens en liet dat
weten aan de griffier van het Tribunaal. "I and therefore you cannot take responsibility for the health
of Mr. Milosevic."36 De rechters stonden voor een dilemma. Enerzijds was Milošević echt ziek en kon
hij slechts moeizaam deelnemen aan het proces. Anderzijds werkte hij zijn herstel tegen door
medicatie te negeren. De rechters besloten Milošević geregeld rust te gunnen, maar niet altijd gehoor
te geven aan verzoeken om Milošević rust te gunnen en het proces stil te leggen. De rustperiodes
mogen niet baten. Elf maart 2006 wordt Slobodan Milošević dood aangetroffen in zijn cel. Hij heeft
een hartaanval gehad. Bij onderzoek van zijn worden sporen gevonden van rifampicine, een middel
dat wordt gebruikt tegen tuberculose. Rifampicine heeft als bijwerking, dat medicijnen tegen hoge
bloeddruk niet meer werken.
Ondanks dat hiermee duidelijk is geworden dat Milošević opzettelijk zijn eigen genezingsproces
saboteerde, wond zijn voormalig advocaat Kay zich eind 2006 in de media op over de aanpak van de
rechters. Tijdens proces had hij herhaaldelijk gezegd dat Milošević te ziek was om berecht te worden.
‘Hij is gestorven, dus ik denk dat ik bewezen heb dat ik gelijk had’, zei hij. Strafrecht-hoogleraar
Sluiter noemde deze bewering ‘een gotspe’. In het geval van zeer ernstige beschuldigingen dient de
fragiele gezondheidssituatie van de verdachte volgens hem niet te gemakkelijk te resulteren in het
afbreken van een berechting. Daarnaast stapte Kay volgens Sluiter heen over de eigen
verantwoordelijkheid van Milošević. Voormalig amicus Wladimiroff beaamde de kritiek van zijn
vriend Kay niet volmondig, maar erkende wel dat er vraagtekens geplaatst kunnen worden bij het
optreden van de rechters. ‘Ik weet ook niet of ik hetzelfde had gedaan als zij.’
33
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 041021DR. Milošević (IT-54-02) “Kosovo, Croatia, and
Bosnia Hercegovina” (21-10-2004) 46. 34
Algemeen Nederlands Persbureau, ‘Milosevic heeft griep, zittingen afgelast’, 21-03-2002. Volkskrant. 35
[Auteur onbekend, waarschijnlijk redactie], ‘Ziektebeeld (hoog risico, geen klachten)’, KRO-Reporter
http://reporter.kro.nl/dossiers/milosevic/ziektebeeld.aspx. 36
Dit citaat is overgenomen uit de verzameling documenten over de medische toestand van Milošević die via de redactie
van het KRO-programma Reporter verkrijgbaar is.
CONCLUSIE
Voor alle betrokkenen was de rechtszaak tegen Slobodan Milošević uiterst ingewikkeld. Een oordeel
uitspreken over een proces waar zoveel deskundigen bij betrokkenen waren is op zijn zachtst gezegd
gedurfd. Naar aanleiding van bovengenoemde kritieken en argumenten is het echter toch mogelijk een
weloverwogen oordeel uit te spreken over deze rechtszaak.
Wat allereerst positief is aan het proces, is dat de hoofdverantwoordelijke tijdens de gruwelijke
misdaden is gehoord. Daarnaast zijn bij de legitimiteit van de oprichtingswijze van het Joegoslavië
Tribunaal vraagtekens te zetten, maar niet over de rechtmatigheid van haar handelen zelf. Kritiek op
aspecten van hun handelen, zoals het rechtspreken over een voormalig staatshoofd, werden niet
overtuigend gestaafd. Ook hun besluit tot het aanstellen van amici curiae en later een advocaat voor
Milošević berusten op een goede argumentatie.
Geen goede argumentatie was te vinden voor de wijze waarop de aanklagers getuigen overhaalden
tot een getuigenis. Zij balanceerden in sommige gevallen op de rand van het toelaatbare. Daarnaast
heeft Jhr. mr. Wladimiroff gelijk met zijn kritiek op de grootte van de aanklacht. Dat hadden de
aanklagers beter aan moeten pakken.
Dat de verdachte stierf voor het vonnis werd uitgesproken is van uiterst belang voor de beoordeling
van de rechtszaak. Het geeft voor mij de doorslag om het proces geen succes te noemen. Een proces
zonder vonnis kán niet geslaagd worden genoemd. Het proces tegen Milošević was echter ook geen
mislukking, want het had de potentie om te worden afgesloten met een rechtvaardig vonnis. Het was
dan wel een proces zijn geweest waar fouten niet ontkenbaar waren, maar dat desondanks een succes
genoemd kon worden. En daarom is het proces, ondanks dat het geen succes was, ook geen
mislukking.
LITERATUUR
Monografieën en artikelen
Algemeen Nederlands Persbureau, ‘Milosevic heeft griep, zittingen afgelast’, de Volkskrant (21-03-
2002).
Algemeen Nederlands Persbureau, 'Onvoldoende bewijs voor genocide Milosevic', de Volkskrant (06-
03-2004).
Algemeen Nederlands Persbureau, ‘Alle partijen tegen splitsingsidee Milosevic–rechters’,
Reformatorisch Dagblad (28-07-2004).
Arends, Eric, 'Getuigen hebben vaak zelf vuile handen', de Volskrant (05-06-2002).
Banning, Cees en Petra de Koning, ‘Balkan aan de Noordzee. Over het Joegoslavië-tribunaal, over
recht en onrecht’ (Amsterdam en Rotterdam 2005).
Banning, Cees, ‘Alsnog een soort uitspraak tegen Milošević. Deskundigen 'voltooien' in Ierland het
proces tegen overleden Joegoslavische leider’, NRC Handelsblad (01-05-2006).
Graaff, Bob de, ‘Oordeel over Srebrenica was lastig geweest. Dood van Slobodan Milosevic verlost
Tribunaal van verlegenheidsoplossing’ NRC Handelsblad (13-03-2006).
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 010703IA. Milošević (IT-54-
02) “Kosovo, Croatia, and Bosnia Hercegovina” (03-07-2001).
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 011030SC. Milošević (IT-54-
02) “Kosovo, Croatia, and Bosnia Hercegovina” (30-10-2001).
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 021003ED. Milošević (IT-54-
02) “Kosovo, Croatia, and Bosnia Hercegovina” (03-10-2002).
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 021010ED. Milošević (IT-54-
02) “Kosovo, Croatia, and Bosnia Hercegovina” (10-10-2002).
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 030219ED. Milošević (IT-54-
02) “Kosovo, Croatia, and Bosnia Hercegovina” (19-02-2003).
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 041021DR. Milošević (IT-54-
02) “Kosovo, Croatia, and Bosnia Hercegovina” (21-10-2004).
Kruidhof, Jan, Kosovo (Groningen 2005).
LeBor, Adam, Slobodan Milošević (Amsterdam 2002).
Lucas, Nicole en Gertie Schouten, ‘Geen partij, maar wat een zaak’, Trouw (09-01-2002).
Lucas, Nicole en Gertie Schouten, ‘Alles is voor niets geweest. Proces-Milošević’, Trouw (07-12-
2006).
‘Milosevic noemt tribunaal onwettig. Ex-president Joegoslavie voorgeleid’, NRC
Handelsblad (03-07-2001).
‘Markovic ontkent etnische zuivering’, NRC Handelsblad (27-07-2002).
‘Getuige steunt bij tribunaal Milošević’, NRC Handelsblad (21-02-2003).
‘Milosevic krijgt twee advocaten’, NRC Handelsblad (04-09-2004).
Scharf. Michael P. en William A. Schabas, Slobodan Milošević on trial. A companion (New York en
Londen 2002).
Sluiter, Göran, ‘Vervolging van Milosevic door het Joegoslavië Tribunaal’, Nederlandsch
Juristenblad 74.26 (1999).
Sluiter, Göran, ‘Het Joegoslavië Tribunaal. Een voorlopige balans’, Justitiële Verkenningen 32.4
(2006).
Spronken, Taru e.a., Iets bijzonders. Liber amicorum. Aangeboden aan Mischa Wladimiroff ter
gelegenheid van zijn 30-jarig jubileum als advocaat (Den Haag 2002).
Websites
‘Ziektebeeld (hoog risico, geen klachten)’, KRO-Reporter,
http://reporter.kro.nl/dossiers/milosevic/ziektebeeld.aspx.
Televisie-uitzendingen
Jos de Putter, ‘De zaak Milosevic’ VPRO Tegenlicht (september 2003): tweedelige documentaire
waarin kanttekeningen bij het proces tegen Milosevic worden opgetekend.
Overige
- De redactie van het KRO-programma Reporter heeft bovengetekende een verzameling documenten
gestuurd met allerlei medische documenten over Slobodan Milošević. Hierin zijn ook de uitspraken te
vinden van de arts en de directeur van Milošević’ gevangenis, die hierboven aangehaald worden.
- Er heeft een vraaggesprek plaatsgevonden tussen prof. Jhr. mr. Michaïl Wladimiroff en
bovengetekende. Het verslag daarvan is hieronder te lezen.
BIJLAGE | INTERVIEW MET PROF. JHR. MR. MICHAÏL WLADIMIROFF
‘Een juridische duizendpoot’ en ‘een waarachtig meester’ op verschillende rechtsgebieden.37 Vol
lof spreken vrienden over Jhr. mr. Michaïl Wladimiroff. Een van zijn rechtsgebieden was het
Joegoslavië Tribunaal, waar hij als een van de amici curiae optrad. Over het optreden van deze
‘vrienden van het hof’ is hij niet ontevreden. Het proces zelf was volgens hem echter geen succes.
‘Als al iets positief te noemen valt aan het proces, is dat het feit dat de hoogst verantwoordelijke ter
verantwoording is geroepen. Maar je kunt het geen geslaagde rechtszaak noemen. Allereerst duurde
het te lang. De aanklacht was te omvangrijk, te gedetailleerd, kortom: te log. Daarnaast is onvoldoende
evenwicht ontstaan tussen de mogelijkheden die de verdediging heeft en de mogelijkheden die de
aanklagers hebben. Dit kwam doordat de aanklagers mogelijkheden benutten die vrijkwamen toen
Milošević verkoos zichzelf te verdedigen. Deze manier van verdedigen is door de rechters overigens
niet consistent tegemoet getreden en dat bleek achteraf onverstandig. Tenslotte is door overlijden van
Milošević het proces nooit afgesloten met een uitspraak.’
Wladimiroffs oordeel over het proces-Milošević is duidelijk. Samen met zijn Britse collega en
vriend Steven Kay en de Serviër Branislav Tapuskovic werd hij in 2001 amicus curiae – een ‘vriend
van het hof’ – in zaak IT-02-54. De opdracht voor het drietal: erop toezien dat de verdachte een zo
eerlijk mogelijk proces zou krijgen. Regels voor wat wel en niet mocht en een strikte omschrijving van
hun taak ontbraken volgens Wladimiroff.38 Milošević’ reageerde afstandelijk op het trio. ‘Het is uw
vriend, niet de mijne’, zei hij tegen de rechters over Wladimiroff.39 Toch kijkt deze tevreden terug op
het optreden van de amici. ‘De marges waren klei. Wij moesten verweerpunten bedenken, maar er was
niemand die ons iets vertelde. Doordat Milošević ons niet hielp werden de marges nog kleiner. Maar
het gebrek aan evenwicht is bescheiden gecompenseerd en alles is beter dan niets.’ In hun eerste
optredens beschuldigden de amici het Tribunaal van het schenden van de immuniteit die Milošević als
voormalig staatshoofd genoot. Vandaag de dag erkent Wladimiroff dat Milošević ook met
inachtneming van het formeel, materieel, (inter)nationaal recht en de manier waarop hij is
overgedragen echter wel degelijk kon worden berecht. Waarom hij de immuniteit dan toch aandroeg
als amicus curiae was volgens hem simpel: ‘Dat is in dat geval je functie. Het verweer oppoetsen met
nieuwe elementen. Alles doen om Milošević te helpen. Dat hebben wij als amici curiae gedaan door te
proberen de internationale jurisprudentie om te buigen.’
De voormalig hoogleraar economisch strafrecht spreekt kalm en weegt zijn woorden voorzichtig. Dit
laatste is niet overbodig, aangezien uitspraken die in de pers aan hem werden toegeschreven in oktober
37
Taru Spronken e.a., Iets bijzonders. Liber amicorum. Aangeboden aan Mischa Wladimiroff ter gelegenheid van zijn 30-
jarig jubileum als advocaat (Den Haag 2002) VII. 38
Nicole Lucas en Gertie Schouten, ‘Geen partij, maar wat een zaak’, Trouw (09-01-2002). 39
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 021003ED. Milošević (IT-54-02) “Kosovo, Croatia, and
Bosnia Hercegovina” (03-10-2002) 10787.
2002 nog aanleiding vormden voor zijn ontslag als amicus curiae. In twee interviews uit dat jaar werd
de indruk werd gewekt dat Wladimiroff overtuigd was van Milošević’ schuld aan een deel van de
aanklachten en meende dat de kans op vrijspraak minimaal was. Het mocht niet baten dat hij aan de
rechters van het Tribunaal uitlegde dat in het ene interview sprake was van foutieve citatie en dat de
auteur van het andere vraaggesprek zelf cruciale opmerkingen had toegevoegd aan Wladimiroffs
uitspraken.40 De rechters waren er niet van overtuigd dat hij zijn functie nog ‘with the required
impartiality’ zou kunnen vervullen en besloten ‘with much regret’41 tot zijn ontslag. Later werd ook
amicus Tapuskovic ontslagen en bleef Steven Kay alleen over.
Kay werd vervolgens gevraagd advocaat te worden van Milošević. Na in eerste instantie geweigerd
te hebben, aanvaarden Steven Kay en medewerkster Gillian Higgins in september 2004 toch de functie
van advocaat van Milosevic. Wladimiroff heeft het hier lang met beiden over gehad. ‘De rechters
waren sowieso van plan een raadsman voor Milošević aan te stellen. Een nieuweling zou maanden
nodig hebben gehad om zich in te werken in het dossier. Steven Kay kende de stukken al en zodoende
was zijn aanstelling het meest effectief. Het was de minst slechte oplossing.’ Hij bestrijdt de kritiek
van hoogleraar strafrecht Taru Spronken – een vriendin van hem – dat de aanstelling van Kay als
advocaat ‘in strijd met een eerlijke rechtsgang’ en ‘niet in het belang van de verdediging, maar van een
snelle voortgang van het proces’ was.42 ‘Als zij dit zo gezegd heeft, ben ik het niet met haar eens. De
onevenwichtigheid tussen de aanklagers en Milošević moest zoveel mogelijk gecompenseerd worden.
Milošević was nooit advocaat geweest, hij zou de juridische problemen nooit goed gezien hebben.’
Als hij zelf aanklager was geweest, had hij ondermeer de aanklacht anders aangepakt. ‘Die hadden
de aanklagers moeten inkorten. Neem de wijze waarop de Kosovo-dagvaarding is verwoord. Er wordt
een dorp genoemd en de misdaden die gepleegd zijn: “Die personen zijn gedood, dat is verwoest, die
en die zijn gedeporteerd”, enzovoort. Daarna worden op identieke wijze tientallen andere dorpen waar
misdaden zijn gepleegd behandeld. Tenslotte wordt Milošević voor die misdaden aansprakelijk
gesteld. Om hem gaat het, zijn aansprakelijkheid wil je als aanklager aantonen. Wat je dan beter kunt
doen, is vier á vijf dorpen kiezen die een goede indicatie geven van de gebeurtenissen en die
gemeenschappen behandelen. Wanneer je hierbij meldt dat er sprake is van een ‘constant patron’ is
duidelijk dat in de overige gemeenschappen op identieke wijze misdaden zijn gepleegd. Zo verminder
je de bewijslast en bespaar je tijd. Anders wordt het een monsterproject.’
Ook Steven Kay bekritiseerde onlangs de schaal van het proces. Daarnaast gaf hij felle kritiek op de
rechters van het Tribunaal. Hij vond dat Milošević te ziek was om te worden berecht.43 Wladimiroff:
’Milošević had hartklachten en kreeg daarvoor medicijnen. Maar hij heeft zelf ook zijn medicatie
gemanipuleerd en daarmee ook zijn beschikbaarheid voor het proces. Het is een eeuwige dilemma of
40
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 021003ED, 10791. 41
International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, Transcript 021010ED. Milošević (IT-54-02) “Kosovo, Croatia, and
Bosnia Hercegovina” (10-10-2002) 11441. 42
[Redactie], ‘Milosevic krijgt twee advocaten’, NRC Handelsblad (04-09-2004). 43
Lucas en Schouten, ‘Alles is voor niets geweest’.
je dan moet zeggen: ‘Eigen schuld, we zetten de rechtszaak voort’ of moet redeneren: ‘Hoe hij ook
ziek is geworden, hij is nu te zwak om te worden berecht’. Je kunt kritiek op de rechters hebben en ik
weet ook niet of ik hetzelfde had gedaan als zij.’ De advocaat reageert verrast, wanneer hij hoort over
het dossier met vertrouwelijke medische gegevens over Milošević dat via de redactie van het
televisieprogramma Reporter verkrijgbaar is. ‘Hoe kan dat in godsnaam mogelijk zijn?’ Hij maant
onmiddellijk tot voorzichtigheid. ‘Je moet goed oppassen met dit soort dossiers en ervoor wachten te
spreken over “het” medisch dossier van Milošević. Het is ook mogelijk dat het een verzameling
medische gegevens is, afkomstig van artsen die met Milošević van doen hebben gehad. Dat wil niet
zeggen dat dit ‘het’ medisch dossier over Milošević is.’ De dood van Milošević zorgde ervoor dat er
nooit een uitspraak kwam in zijn proces. Eerder dit jaar werd in Ierland het proces door diverse
deskundigen wel tot een fictief einde gebracht en kreeg Milošević zogenaamd dertig jaar cel.44
Volgens Wladimiroff kun je over de mogelijke uitspraak echter geen afgewogen oordeel over
uitspreken. ‘Op het moment dat Milošević overleed hadden alleen de aanklagers hun verhaal afgerond.
Zij hadden naar hun mening bewezen, dat de verdachte schuldig was. Maar de verdediging was nog
niet afgerond. We weten niet wat Milošević nog had aangedragen om zijn onschuld te bewijzen.’
44
Het overgrote deel van de deelnemers van deze door het Ierse Instituut voor humanitair recht georganiseerde
conferentie vond volkenmoord (genocide) in de Bosnië-aanklacht overigens niet bewezen. Ook hoofdaanklager Carla del
Ponte werd ‘bij verstek’ veroordeeld. Zij zou zich schuldig hebben gemaakt aan een slecht proces. Ze zou geen duidelijke
strategie hebben gehad en het bewijsmateriaal zeer rommelig gepresenteerd hebben.; Cees Banning, ‘Alsnog een soort
uitspraak tegen Milošević. Deskundigen 'voltooien' in Ierland het proces tegen overleden Joegoslavische leider’, NRC
Handelsblad (01-05-2006) 5.