Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net...

16
Algemene gegevens Naam cursist: Manon Kessels Datum: 31-10-2013 Vak: Functionele Anatomie I Onderwerp: Enkel Onderwijsvorm: Practicum Duur van de les: 90 minuten Lesgroep: Bewegingstechnologie jaar 1 Groepsgrootte: 16 studenten Lokaal: Vivo-lokaal met smartboard Leerdoelen De module-, les- en procesdoelen zijn in beeld gebracht en geclassificeerd met behulp van een taxonomie (Romiszowski). Moduledoelen 1 De student kan de botten, gewrichten en spieren van de onderste extremiteit benoemen in de anatomische terminologie F 2 De student kan de kinematica van de onderste extremiteit analyseren tijdens het gaan 1 Rc 3 De student kan een oriënterend bewegingsonderzoek uitvoeren met betrekking tot bewegingsuitslagen in de gewrichten van de onderste extremiteit Rpm In de bijlagen van de studiehandleiding is een lijst opgenomen met de botten/botpunten, gewrichten en spieren die aan bod zullen komen in deze module. Ook staat er per les aangegeven welke structuren behandeld worden. Lesdoelen 1 De student kan de botten en gewrichten in de regio enkel benoemen in de anatomische terminologie F 2 De student kan de botten en gewrichten in de regio enkel palperen in vivo Rpm 3 De student kan beredeneren welke bewegingen er (in termen van lichaamsvlakken, lichaamsassen en bewegingsrichtingen) plaats vinden in de enkel tijdens het gaan 1 Rc Procesdoelen 1 De student kan aan medestudenten uitleg geven over de locatie, inspectie en palpatie van een botstructuur in de regio enkel in de anatomische terminologie Rc Het geven van uitleg over de locatie, inspectie en palpatie van een botstructuur moet gezien worden als een presentatievorm. De student moet hierbij de opgedane kennis toepassen. Echter zou het ook een vorm van les geven kunnen zijn. In dit geval is het een reproductief interactief doen. In dit practicum is dit procesdoel geclassificeerd als een Rc-doel. Interne consistentie Het thema van dit blok is het voortbewegen van de mens. De onderste extremiteit is hiervoor belangrijk en zal daarom behandeld worden tijdens het vak ‘functionele anatomie I’. 1 Met ‘het gaan’ wordt lopen bedoeld; anatomische terminologie

Transcript of Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net...

Page 1: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

Algemene gegevens

Naam cursist: Manon Kessels

Datum: 31-10-2013

Vak: Functionele Anatomie I

Onderwerp: Enkel

Onderwijsvorm: Practicum

Duur van de les: 90 minuten

Lesgroep: Bewegingstechnologie jaar 1

Groepsgrootte: 16 studenten

Lokaal: Vivo-lokaal met smartboard

Leerdoelen

De module-, les- en procesdoelen zijn in beeld gebracht en geclassificeerd met behulp van een

taxonomie (Romiszowski).

Moduledoelen

1 De student kan de botten, gewrichten en spieren van de onderste extremiteit benoemen in de anatomische terminologie

F

2 De student kan de kinematica van de onderste extremiteit analyseren tijdens het gaan1 Rc

3 De student kan een oriënterend bewegingsonderzoek uitvoeren met betrekking tot bewegingsuitslagen in de gewrichten van de onderste extremiteit

Rpm

In de bijlagen van de studiehandleiding is een lijst opgenomen met de botten/botpunten, gewrichten

en spieren die aan bod zullen komen in deze module. Ook staat er per les aangegeven welke

structuren behandeld worden.

Lesdoelen

1 De student kan de botten en gewrichten in de regio enkel benoemen in de anatomische terminologie

F

2 De student kan de botten en gewrichten in de regio enkel palperen in vivo Rpm

3 De student kan beredeneren welke bewegingen er (in termen van lichaamsvlakken, lichaamsassen en bewegingsrichtingen) plaats vinden in de enkel tijdens het gaan1

Rc

Procesdoelen

1 De student kan aan medestudenten uitleg geven over de locatie, inspectie en palpatie van een botstructuur in de regio enkel in de anatomische terminologie

Rc

Het geven van uitleg over de locatie, inspectie en palpatie van een botstructuur moet gezien worden

als een presentatievorm. De student moet hierbij de opgedane kennis toepassen. Echter zou het ook

een vorm van les geven kunnen zijn. In dit geval is het een reproductief interactief doen. In dit

practicum is dit procesdoel geclassificeerd als een Rc-doel.

Interne consistentie

Het thema van dit blok is het voortbewegen van de mens. De onderste extremiteit is hiervoor

belangrijk en zal daarom behandeld worden tijdens het vak ‘functionele anatomie I’.

1 Met ‘het gaan’ wordt lopen bedoeld; anatomische terminologie

Page 2: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

2

Het eerste lesdoel is het hebben van feitelijk kennis van de botten en gewrichten in de regio enkel.

Dit doel draagt bij aan het moduledoel waarbij de gehele onderste extremiteit benoemd (ook

feitelijke kennis) moet kunnen worden. De palpatie van de botten en gewrichten van de enkel is een

reproductief psychomotorisch doel. Het is nodig dat de studenten dit kunnen om een

bewegingsonderzoek uit te kunnen voeren (moduledoel 3, ook een Rpm-doel). Studenten hebben

hiervoor kennis over de ligging van de gewrichten nodig, wat op zijn beurt weer kennis van de botten

vraagt. Het kennen van de bewegingen in de enkel (lesdoel 3) is een Rc-doel, dat nodig is voor het

analyseren van de kinematica tijdens het gaan (Rc-doel).

De interne consistentie is groot omdat alle lesdoelen nodig zijn om de moduledoelen te behalen en

de classificaties tussen module- en lesdoelen goed op elkaar aansluiten.

Door elkaar uitleg te geven (procesdoel, Rc-doel) komen studenten er achter of ze de lesstof echt

begrijpen en kunnen toepassen. Het is dus een manier om de opgedane kennis en vaardigheden

meteen te toetsen. Op deze manier blijven de studenten betrokken bij de les en wordt de lesstof

vaak ook beter onthouden.

Beginsituatie

Situationele gegevens

De les wordt ’s ochtends in lesweek 3 van periode 1 gegeven aan een groep van 16 studenten. In het

vivo-lokaal is een smartboard aanwezig waarop een PowerPoint getoond zal worden. Er staan 12

behandelbanken met 2 krukken per bank. Op iedere bank ligt een skeletmodel van de onderste

extremiteit.

Student

Cognitieve beginsituatie

De studenten in deze les komen rechtstreeks van de middelbare school (HAVO/VWO) (13 studenten)

of van de Leidse Instrumentmakers School (MBO-techniek) (3 studenten) . Hierdoor hebben ze nog

niet te maken gehad met de anatomie van het lichaam zoals dat bij bewegingstechnologie aan bod

komt. Algemene benamingen als knie, enkel, scheenbeen, kuitbeen, etc. zijn bekend maar de

anatomische terminologie ontbreekt nog. De studenten hebben bij aanvang van de module geen tot

weinig begripsmatige en feitelijke voorkennis.

De dag voorafgaand aan dit werkcollege hebben de studenten een hoorcollege gehad over de

theorie met betrekking tot de enkel. Bij aanvang van dit practicum is dus al enige begripsmatige en

feitelijke kennis over de regio van de enkel aanwezig. De Latijnse woorden als talus, calcaneus, os

naviculare, etc. hebben ze al gehoord maar er is bekend dat studenten moeite hebben dit direct te

onthouden en te kunnen toepassen in het practicum. Hier wordt op ingegaan door een afwisselende

les te geven door enerzijds centrale uitleg en anderzijds het uitvoeren van opdrachten. Deze

afwisseling is goed voor het concentratievermogen van de studenten. Door uit te leggen wat de

relevantie voor de praktijk is, zullen studenten gemotiveerd worden om de stof tot zich te nemen om

dit later in de praktijk goed te kunnen toepassen. Structuur en concrete voorbeelden zullen bijdragen

aan motivatie en concentratie. In de les zal de stof vaak herhaald worden waardoor de student de

kennis en vaardigheden zich eigen kan maken.

Studenten van bewegingstechnologie hebben een brede interesse in zowel de mens als de techniek.

Zowel biomedische als techniek/ontwerpvakken worden aangeboden om uiteindelijk een

bewegingstechnoloog te worden. Als dit toegepast wordt op de theorie van Kolb (Kallenberg (2009)

Page 3: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

3

Leren (en) doceren in het hoger onderwijs, p. 30-36) dan heeft de algemene bewegingstechnoloog

een combinatie van verschillende leerstijlen (denken, ontwerper, beslisser en doener). Deze

verschillende leerstijlen en daardoor brede inzetbaarheid van een bewegingstechnoloog in het

werkveld wordt als pluspunt gezien. Een student bewegingstechnologie kan zelf bepalen waar hij/zij

meer affiniteit mee heeft en welke kant hij/zij op wil. De individuele leerstijl zal hier veel invloed op

hebben. In het practicum zal hier rekening mee gehouden worden door verschillende leerprincipes

toe te passen.

De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag

zal zijn. Als docent zijde houdt dit in dat er in de les steeds verteld moet worden wat de bedoeling is

en wat de studenten moeten gaan doen. Structuur en praktijkvoorbeelden zullen er voor zorgen dat

de studenten gemotiveerd blijven. Volgens het model van Vermunt hebben de studenten

bewegingstechnologie een toepassingsgerichte leerstijl (Kallenberg (2009) Leren (en) doceren in het

hoger onderwijs, p. 37-39).

Affectieve beginsituatie

De motivatie van de studenten voor de gehele opleiding zal met name intrinsiek zijn; studeren uit

interesse. Ze zijn geïnteresseerd in de mens en techniek en willen in dit vakgebied gaan werken. Ze

hebben uit het diverse aanbod van HBO-opleidingen een keuze gemaakt voor bewegingstechnologie.

In de anatomieles zal rekening mee gehouden worden met deze intrinsieke motivatie door structuur

te houden en concrete praktijkvoorbeelden te geven.

In dit practicum zijn geen recidivisten waardoor er geen negatieve leerervaringen zijn. Ook is dit de 1e

periode waardoor de studenten ook geen ervaringen hebben uit andere vakken. Omdat er nog geen

leerervaringen zijn, zal het duidelijk moeten zijn voor de studenten wat er van hun verwacht wordt.

Dit zal gedaan worden door de doelstellingen bij het begin van de les te noemen. Achteraf kan

besproken worden wat de student van de lesstof moet weten voor het tentamen zodat hij weet wat

er van hem verwacht wordt. Ook de toegankelijkheid tot de docent zal makkelijk moeten zijn zodat

studenten eenvoudig hun vragen kunnen stellen.

De groep voor dit practicum is samengesteld uit 3 projectgroepen met in totaal 16 studenten. Voor

anatomie in vivo is dit redelijk veel maar er wordt in 2- of 4-tallen gewerkt waardoor de groep weer

kleiner is. Er is een open sfeer waarbij studenten makkelijk de kans krijgen om vragen te stellen. Dit

kan bij een centrale uitleg maar ook individueel.

Docent

Cognitieve en affectieve beginsituatie

De docent is erg enthousiast over de les die ze gaat geven en hoopt dit over te kunnen brengen op de

studenten. Echter heeft de docent weinig ervaring in het geven van lessen waardoor er wat spanning

is. Ze heeft daarom gekozen voor een standaard werkvorm. De vakinhoudelijke kennis is aanwezig

wat zorgt voor meer zekerheid. De docent hoopt dat ze een duidelijk verhaal kan houden waar

structuur in zit zodat de studenten het goed kunnen volgen. Hiervoor heeft ze de opbouw van de les

al een aantal keren doorgenomen. Ook heeft ze praktische voorbeelden bedacht die de lesstof

ondersteunen. Op een briefje staan belangrijke punten die zeker niet vergeten mogen worden. Dit

dient als geheugensteuntje.

In de vivo-lessen wordt veel besproken en moeten de studenten zelf ook veel gaan doen. Daarom

krijgt de docent hulp van 2 studentassistenten die vragen van studenten beantwoorden en kunnen

controleren of de studenten het goede gepalpeerd hebben.

Page 4: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

4

Belangrijke aspecten voor de docent in de beginsituatie zijn de voorkennis en motivatie van de

studenten. Door rekening te houden met de voorkennis kan de les afgesteld worden op de studenten

en zullen ze meer opsteken van de les wat vaak ten goede komt aan de motivatie.

Voorbereidingsopdracht

In de studiehandleiding staat de volgende opdracht beschreven:

Ter voorbereiding op dit practicum dient de bouw van het skelet van de onderste extremiteit goed

bestudeerd te worden. Ga aan de hand van de vivo-lijst na welke botstukken gepalpeerd kunnen

worden in de regio enkel.

Zelfstudie:

- De leerstof voor dit practicum bestaat uit ‘Anatomie in vivo van het bewegingsapparaat’

(Gerritsen, B & Heerkens, Y.) hoofdstuk 6, §6.2.4 (vanaf regio enkel) t/m §6.2.6 en afbeelding

2.6.

- Accenten volgens hoorcollege + werkboekvragen 900, 903, 906, 907 – 909, 916 – 921.

Onder ‘zelfstudie’ wordt het bestuderen van de lesstof verstaan. Dit is bekend bij de studenten.

In de bijlage van dit LVF staat de vivo-lijst die nodig is ter voorbereiding op het practicum (zie

opdracht). De botstructuren en gewrichten die hier op staan komen overeen met de paragrafen in

het boek ‘Anatomie in vivo van het bewegingsapparaat’ en de werkboekvragen. In dit boek wordt

duidelijk uitgelegd om welke structuur het gaat, hoe deze er uit ziet (ligging t.o.v. andere structuren),

wat de functie van de structuur is en hoe deze gepalpeerd kan worden. Het studiemateriaal is ook

geschikt voor zelfstudie en heeft daarom een goed instapniveau voor deze studenten.

De voorbereidingsopdracht sluit goed aan op de lesdoelen voor dit practicum. De botten en

gewrichten worden voorafgaande aan het practicum bestudeerd en in de les om de beurt besproken

waarna de studenten zelf aan de slag gaan om deze te lokaliseren, inspecteren en te palperen in vivo.

Het is dus erg zinvol voor studenten om de voorbereidingsopdracht uit te voeren. De studenten

zullen zo al bekend zijn met de terminologie en locatie van de botstructuren en gewrichten (lesdoel 1,

F-doel). In het practicum zal de student zich zo meer kunnen focussen op het palperen van de

structuren (lesdoel 2, Rpm-doel). In dit geval zal het een deel herhaling zijn wat uiteindelijk besparing

van studie-uren oplevert voor het tentamen. Als de studenten de voorbereidingsopdracht niet

hebben uitgevoerd zullen ze het lastiger vinden om dit uit te voeren.

Er is gekozen voor deze voorbereiding zodat de studenten al voorkennis hebben als ze beginnen met

het practicum. In de les wordt ingegaan op de hoofdzaken omdat alles bespreken niet mogelijk is in

verband met de tijd. Het is de bedoeling dat de anatomische theorie toegepast gaat worden in vivo

waardoor voorbereiding het geheel vergemakkelijkt. Door lesdoel 1 (benoemen botten en

gewrichten) en lesdoel 3 (bewegingen in de enkel) al deels als voorbereiding te laten doen, blijft er

meer tijd over voor lesdoel 2 (palperen van botten en gewrichten).

Aspecten uit de beginsituatie van de student die aandacht krijgen in de les zijn de terminologie van

de botten en gewrichten en de relevantie van anatomische kennis voor de praktijk. Als de studenten

weten wat er in de praktijk mee gedaan wordt, hebben ze meer motivatie om de opdracht uit te

voeren. Een voorbeeld is het verrichten van onderzoek of behandelen van de patiënt. Hiervoor is

anatomische kennis vereist. Als daarbij duidelijk gemaakt wordt dat communicatie met andere

Page 5: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

5

professionals (met daarbij de terminologie) belangrijk kan zijn, kunnen studenten zich beter

voorstellen waarom ze dit moeten leren.

Docent- en studentactiviteiten

In de bijlage staat de PowerPoint van dit practicum.

Bij binnenkomst worden de namen van de studenten genoteerd omdat dit practicum verplicht is. De

studenten nemen in 2-tallen plaats bij een behandelbank en pakken de atlas en het boek ‘anatomie

in vivo van het bewegingsapparaat’ voor zich. De 2-tallen mogen ze zelf kiezen. Er is hiervoor

gekozen omdat het ‘in vivo gedeelte’ toch best spannend is voor de studenten uit het 1e jaar. Bij de

studenten is bekend dat dit alleen in deze periode zo zal zijn, de volgende periode wordt er opgelet

dat iedereen steeds een andere partner heeft. Hierbij wordt ook aangegeven dat ze in het werkveld

werken met patiënten waarbij je ook alle structuren moet kunnen voelen. De studenten moeten dus

wel ervaring opdoen op meerdere personen. In het 1e blok mogen ze echter zelf kiezen wie hun

partner in de les is.

Aan het begin van de les worden de studenten kort in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen

over de vorige les. Herhaling van de stof zorgt ervoor dat de stof beter blijft hangen.

Daarna volgt er een inleiding op de les; vandaag de botten en gewrichten in de regio enkel. De

lesdoelen worden besproken omdat het voor de studenten dan duidelijk is wat er van ze verwacht

wordt en wat ze moeten kunnen aan het einde van de les. Dit wordt getoond in de PowerPoint maar

ook gezegd.

De docent gaat in op de voorbereidingsopdracht; het bestuderen van de regio enkel. Met behulp van

een skeletmodel worden de botten en gewrichten (art. talocruralis en art. talocalcaneonaviculare)

besproken. De docent zal het niet directe uitleg geven maar door middel van het stellen van vragen

aan de studenten worden de gewrichten kort besproken (leergesprek) . De bewegingen worden

besproken in termen van vlakken en assen.

Het is belangrijk dat het voor de student duidelijk is waarom kennis van de enkel vereist is voor de

bewegingstechnoloog. Om dit duidelijk te maken wordt er kort een filmpje getoond:

http://www.youtube.com/watch?v=WOe32vI5www (afspelen van 0.00 – 0.15 en van 1.20-1.35). De

vraag die na het filmpje gesteld kan worden is ‘Welke beweging zagen jullie hier in de enkel

optreden?’. De docent geeft aan dat de studenten uiteindelijk moeten kunnen achterhalen welke

structuur aangedaan is in dit geval. De communicatie in de praktijk gaat volgens de anatomische

terminologie. Het is dus van belang dat de studenten de structuren en de terminologie leren die

hoort bij de regio enkel.

Na de inleiding worden de talus en calcaneus besproken. Ook dit wordt gedaan aan de hand van een

skeletmodel en de PowerPoint . Nadat de docent de punten op het skelet heeft aangewezen doen de

studenten het op hun skeletmodel. De docent en studentassistenten lopen daarbij een rondje om te

controleren of de studenten het allemaal goed hebben.

Na deze uitleg gaan de studenten zelf aan de slag om de botpunten te lokaliseren en te palperen

(opdracht 1). Dit gebeurt in 2-tallen. Hierbij lopen de docent en studentassistenten rond om te

helpen en vragen te beantwoorden. Het beantwoorden van een vraag kan ook gedaan worden door

juist een wedervraag te stellen zodat studenten weer verder moeten denken. De docent zal een

Page 6: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

6

goede indruk krijgen over de makkelijke en moeilijke punten bij de palpatie. In de nabespreking van

de opdracht kan de docent deze kort benoemen.

Vervolgens worden de overige botten van de tarsus uitgelegd. Dit gaat op dezelfde manier als bij de

talus en calcaneus; uitleg met skeletmodel en presentatie waarna de studenten zelf de botpunten

weer gaan palperen (opdracht 2). Ook hier zal de docent de makkelijke en moeilijke punten van de

palpatie benoemen.

Nadat alle botpunten van de tarsus aan bod zijn gekomen worden de gewrichten besproken. De

botten zijn een onderdeel van de te bespreken gewrichten waardoor dit maar kort hoeft. Hierbij

moet weer gelet worden op de lichaamsvlakken en –assen. De studenten gaan hier weer mee aan de

slag (opdracht 3) en de docent en studentassistenten lopen rond. Ook hier volgt een nabespreking

met aandachtspunten voor de palpatie van gewrichten.

Als laatste worden er 2 kleine opdrachten uitgevoerd. Hiermee kunnen de studenten zien of ze de

lesstof begrijpen. Opdracht 5 komt in alle vivo-lessen terug en is dus al bekend bij de studenten. Dit is

daarbij ook een deel van de evaluatie.

Opdracht 4: middenin het vivo-lokaal is een catwalk aanwezig waarover 2 studenten gaan lopen. De

overige studenten gaan kijken wat voor bewegingen ze kunnen zien in de besproken gewrichten.

Hierbij is het belangrijk dat ze ook kijken naar de bewegingsvlakken en –assen, maar ook in welke

fase van het gaan de beweging plaats vindt. De docent zal de studenten begeleiden in het

beredeneren van de beweging; welke bewegingen zijn mogelijk in de sagittale as? Wanneer zie je

deze bewegingen tijdens het gaan? De student-assistenten hebben in dit deel van de les geen functie.

Opdracht 5: in een groepje van 4 studenten gaat één student de overige studenten uitleg geven over

een botstructuur of gewricht. Van deze methode is bekend dat als je het zelf kan uitleggen, je het

ook echt snapt. Deze opdracht zal elke vivo-les gedaan worden waardoor alle studenten minimaal

één keer aan bod komen om uitleg te geven. Per groep zal een docent en/of student-assistent

meeluisteren of de informatie die verteld wordt ook juist is. Hierbij zal ook gelet worden op het

gebruik van de juiste terminologie. Dit zullen ze ook laten weten aan de uitvoerende student. Om

organisatorische redenen zal de docent bij 2 groepen meekijken.

Ter afsluiting zal er een korte samenvatting gegeven worden van de belangrijkste punten uit de les.

Ook hebben de studenten nog tijd voor het stellen van vragen. De docent kan zo bekijken of de

studenten ook bekend zijn met de lesstof.

Voor- en nadelen van deze werkvormen

Dit practicum bestaat deels uit centrale uitleg (doceerles) maar de studenten gaan vooral zelf aan de

slag om botpunten en gewrichten te palperen (werkcollege/2-tallen).

De doceerles als werkvorm wordt gebruikt om goed gestructureerde informatie over te dragen (F-

doel). De docent kan flexibel inspelen op de studenten. Studenten kunnen daarna snel zelf aan de

slag met de opdrachten waardoor bereidheid voor luisteren afgewisseld wordt met het toepassen

van de informatie. Hiermee kan ook gecontroleerd worden of de studenten werkelijk geluisterd

hebben. Een nadeel van deze werkvorm is dat als een aantal studenten het niet begrijpen ze meteen

vastlopen en direct begeleiding nodig hebben. Dit zal extra tijd kosten waardoor de docent direct

moet anticiperen op de studenten door de planning aan te passen (zie anticiperen op kwetsbare

onderwijsleersituaties).

Page 7: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

7

Door het laten zien van een video wordt de spanning (emotie) even weggehaald bij studenten en zijn

ze meer ontspannen maar wordt er toch informatie doorgegeven. Door op verschillende manieren

informatie aan te bieden onthouden de studenten uiteindelijk meer.

Het lokaliseren en palperen van botten en gewrichten in 2-tallen zorgt ervoor dat studenten de

kennis gaan toepassen (Rc-doel). Het actief oefenen en concreet ervaren zijn een echt voordeel bij

deze werkvorm. De voorbereidingsopdracht is hierbij wel belangrijk omdat de studenten dan

makkelijker en sneller door de lesstof heen gaan.

Door aan het einde van de les elkaar uitleg te geven (Rc-doel) wordt de stof nogmaals herhaald maar

kunnen de studenten ook kijken of ze de kennis en vaardigheden van palpatie hebben. De

uitvoerende student komt er achter of hij/zij alles begrijpt. De overige studenten observeren de

uitvoerende student en kunnen achteraf reflecteren of de opdracht goed is uitgevoerd (dus moeten

ook de kennis en vaardigheden weten).

Door de afwisseling van doceerles en werkcollege is het een practicum waar theorie en praktijk

samen komen. Als er gekeken wordt naar de gestelde lesdoelen dan lijkt dit een geschikte

combinatie van werkvormen. Voor het benoemen en palperen van botten en gewrichten is feitelijke

kennis nodig die uitgelegd wordt tijdens de doceerles. Het toepassen (palpatie) komt in het

werkcollege aan bod. Door gebruik te maken van de catwalk wordt ook het laatste lesdoel behaald.

Het procesdoel komt naar voren in het uitleg geven aan elkaar.

Docent- en studentactiviteiten in de les

Inleiding:

- Noteren namen en vragen vorige les Docent - Inleiding les: lesdoelen en voorbereidingsopdracht Docent

Kern:

- Instructie opdrachten 1 t/m 3 Docent (student) - Uitvoering opdrachten 1 t/m 4 Student

Slot:

- Uitvoering opdracht 5 Student - Afsluiting Docent

Per opdracht wordt een inleiding en nabespreking gehouden. Hierin worden aandachtspunten

besproken waar de studenten op moeten letten.

Voor een uitgebreide planning van activiteiten in de les zie het lesschema (p. 11).

Onderwijsvisie

Anatomie in vivo maakt deel uit van de theoretische en trainingsleerlijn die bestaat uit hoorcolleges

en practica. De trainingen zijn gericht op het daadwerkelijk doen waarbij er een koppeling is tussen

theorie en praktijk (methodische transfer). Het vak is een onderdeel in het leerproces van

beroepsspecifieke trainingen die nodig zijn om een multidisciplinaire bewegingstechnoloog te

worden. Door zowel hoorcolleges als practica aan te bieden wordt er rekening gehouden met

verschillende leerstijlen. Dit komt ook duidelijk terug in de aanpak van het practicum.

De opleiding bewegingstechnologie gaat uit van actief leren (zelfsturing stimuleren). Dit komt terug

in de les in de vorm van de voorbereidingsopdracht. De studenten moeten zelf aan de slag gaan met

de stof zodat de hoorcolleges en practica bijdragen aan het leren.

Het feit dat de opleiding beroepsgericht is, wordt behandeld in de les door de praktijk te bespreken.

Het tonen van het filmpje levert hier een bijdrage aan. Ook het leggen van verbanden met andere

vakken en modules wordt hierbij besproken. Omdat deze les gegeven wordt aan studenten van het

Page 8: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

8

1e jaar is het lastiger om deze verbanden op te vatten voor studenten want zij zijn nog minder

bekend met de werkelijke inhoud van de modules.

Het is belangrijk dat de studenten gemotiveerd blijven tijdens de opleiding. Door enthousiast maar

gestructureerd uitleg te geven wordt geprobeerd student gemotiveerd te houden. Ook het gebruik

maken van filmpjes en praktijkvoorbeelden draagt hier aan bij. De gekozen werkvorm sluit hier goed

bij aan.

De beginsituatie van de student sluit op de werkvormen aan omdat de studenten zo gemotiveerd

worden om zich te verdiepen in de stof. De lesdoelen worden duidelijk uitgelegd met daarbij de

aanpak/uitvoering van de doelen. De voorbereidingsopdracht zal er voor zorgen dat er wat

voorkennis aanwezig is, maar uit ervaring blijkt dat dit lastig is voor de student. Het is daarom van

belang dat de uitleg tijdens de doceerles duidelijk en gestructureerd is. Hier heeft de docent zich op

voorbereid door de les een aantal keren door te nemen en op een briefje belangrijke punten te

schrijven. Er zal veel sturing zijn doordat er opdrachten geformuleerd zijn en de les ondersteund

wordt door 2 student-assistenten. Binnen de groep zullen er verschillende leerstijlen zijn. Hierop kan

ingespeeld worden door verschillende voorbeelden te geven voor de praktijk. Op deze manier zullen

alle studenten zich wel iets kunnen voorstellen bij de situatie in het werkveld. Bij de centrale uitleg

wordt gebruik gemaakt van PowerPoint. Dit in combinatie met het skeletmodel en het leergesprek

zal ervoor zorgen dat studenten geconcentreerd en gemotiveerd blijven omdat ze betrokken worden

bij de uitleg.

Evaluatie

De evaluatie begint aan het einde van de les met het uitleg geven over de locatie, inspectie en

palpatie van botten en gewrichten aan medestudenten (opdracht 5). Hierdoor kan de student kijken

of hij/zij de lesstof voldoende heeft begrepen en of hij/zij de vaardigheden kan toepassen. Hiermee

worden lesdoelen 1 en 2, het benoemen en palperen van botten en gewrichten, geëvalueerd. De

docent kan in dit geval ook kijken of de stof die zij heeft uitgelegd, ook over is gekomen.

Het procesdoel, het uitleg geven aan medestudenten over de locatie, inspectie en palpatie van een

botstructuur in de regio enkel, wordt geëvalueerd met een kort reflectieverslag. De medestudenten

geven feedback op de student die uitleg heeft gegeven en deze student kan een reflectieverslag

schrijven over deze opdracht waarbij hij/zij reflecteert op het eigen handelen. Het schrijven van een

reflectieverslag is een onderdeel van het vak Communicatie & Management. De docent kan hieruit

ook evalueren of deze werkvorm geschikt is voor anatomie in vivo.

Lesdoel 1 en 2 en procesdoel 1 komen ook terug in de deeltoets (praktijktoets). Hierbij moeten ze

botstructuren kunnen benoemen en kunnen palperen bij een medestudent. Ook moeten ze hierbij

uitleg kunnen geven over de locatie, inspectie en palpatie. Dit is bij de studenten bekend maar kan

nogmaals benoemd worden tijdens de afsluiting. De opdrachten (werkvormen) en lesdoelen sluiten

daarmee goed aan op de deeltoets.

Tijdens de afsluiting zal de docent aan de studenten vragen wat ze van de werkvormen vonden. De

studenten zijn ook in de gelegenheid om vragen te stellen.

Lesdoel 3, het benoemen van bewegingen in de enkel tijdens het gaan, zal in de volgende les

geëvalueerd worden door in het begin in te gaan op deze les. Tijdens een practicum van Beweging &

Analyse (ook onderdeel van Functionele Anatomie I) zal geëvalueerd worden of de studenten over

voldoende voorkennis beschikken want dit practicum staat in het teken van moduledoel 2. Een ander

practicum van Beweging & Analyse staat in het teken van het bewegingsonderzoek van de onderste

Page 9: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

9

extremiteit (moduledoel 3). Hierbij zullen ook deze lesdoelen geëvalueerd worden omdat de kennis

van dit practicum nodig is bij het practicum van Beweging & Analyse.

Anticiperen op kwetsbare onderwijsleersituaties

In dit gedeelte worden kwetsbare lesmomenten met alternatieven besproken. Deze alternatieven

zullen gemotiveerd worden.

- Teveel of te weinig vragen over vorige les

Indien er erg veel vragen komen over stof uit de vorige les dan kan de docent inventariseren

of dit veelal dezelfde vragen zijn of diverse vragen. Het onderwerp uit de voorgaande lessen

(knie en heup) hebben niet direct invloed op de stof van deze les. De docent zal hierop terug

komen in de volgende les (hoorcollege, einde van de week). Op deze manier kan de docent

daar rekening mee houden in de tijdsplanning. Als de docent alle vragen in dit practicum zou

gaan bespreken zullen er zeer waarschijnlijk problemen komen in de tijdsplanning waardoor

de lesdoelen niet behaald zullen worden.

Indien er te weinig vragen komen kan de docent vragen gaan stellen aan de studenten.

Hiermee kan de docent direct controleren of de lesstof ook werkelijk bekend is bij de

studenten.

- Voorbereidingsopdracht niet uitgevoerd

Als de studenten zich niet voorbereid hebben dan zal dit snel genoeg blijken in de les. De

docent zal namelijk simpele vragen stellen over de botten en gewrichten. Zij zal snel genoeg

merken dat er weinig responsie vanuit de groep komt. De docent zal de studenten

aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Aan het einde van de les zal dit weer terugkomen.

Afhankelijk van de hoeveelheid studenten die zich niet voorbereid hebben, kan de docent

opdracht geven om in 2-tallen de botten en gewrichten te gaan bestuderen. Hierdoor zal de

indeling van de les gewijzigd worden en zal de docent haar flexibiliteit moeten laten zien.

Indien er tijdsgebrek ontstaat zal opdracht 4 vervallen. Juist deze opdracht zal komen te

vervallen omdat dit leer- en moduledoel ook tijdens een ander practicum (Beweging &

Analyse) aan bod komt. Mocht een enkele student zich niet voorbereid hebben dan komt dit

waarschijnlijk minder goed naar voren. In dit geval kan de docent alleen die student

aanspreken op zijn/haar gedrag.

- Tijd tekort

Zoals ook besproken bij ‘voorbereidingsopdracht niet uitgevoerd’, zal opdracht 4 vervallen

indien er tijdsgebrek ontstaan. Omdat het analyseren van het gangpatroon ook nog aan bod

komt in een practicum van Beweging & Analyse wordt dit module- en lesdoel toch behaald.

Deze opdracht en de daarbij behorende doelen zullen doorgeschoven worden naar een

ander practicum.

- Tijd over

Indien er tijd over is zal de docent moet anticiperen op deze situatie. Opties die de docent in

dit geval heeft kunnen zijn:

o Begin maken met volgende les

o Opdracht 5 herhalen met een andere botstructuur of gewricht meer oefening

o Structuren uit voorgaande lessen herhalen al voorbereiden op deeltoets 1

o Quiz petje op, petje af: vragen improviseren

- Splitsing les

Page 10: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

10

Hiermee wordt bedoeld dat een aantal studenten de stof heel goed oppakken en een aantal

andere studenten veel moeite hebben met de stof. In dit geval zal er een splitsing ontstaan in

de les. De docent kan hierop anticiperen door de student-assistenten in te zetten. Van de

student-assistenten wordt verwacht dat zij ook de stof beheersen. Zij kunnen in dit geval de

studenten gaan helpen die problemen hebben met de stof. De docent kan op deze manier

toch het overzicht bewaren en toch ook studenten begeleiden door rond te lopen en vragen

te beantwoorden van studenten. De docent kan bij de studenten, die meer hulp nodig

hebben, aangeven dat ze nog wat werk te doen hebben voor de deeltoets. Een ander

alternatief zou kunnen zijn dat een student die de stof goed op pakt een duo gaat vormen

met iemand die meer hulp nodig heeft. In dit geval helpt de ene student, de andere. Voor de

student die het makkelijk af gaat, is dit ook een goede werkvorm omdat deze student veel

kan leren door het uitleg geven.

- Studenten die te laat komen

Anatomie in vivo is een les met meestal een druk programma. Als studenten te laat komen

stoort dat de voortgang van de les. De docent zal de studenten goed aankijken mochten ze te

laat binnenkomen. Door de presentielijst is het duidelijk hoeveel en wie er te laat komen.

Zodra de studenten met de opdracht bezig zijn zal de docent naar deze student(en) gaan en

feedback geven op dit gedrag.

Page 11: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

11

Lesschema

Tijd Inhoud Leerdoel Werkvorm Ondersteunende middelen Leerprincipes

5 min Noteren namen studenten Vragen vorige les

Herhaling voor beter begrip lesstof Doceerles PowerPoint Herhaling Voorkennis activeren

10 min Inleiding: lesdoelen bespreken, voorbereidingsopdracht

Doceerles Leergesprek

PowerPoint Filmpje

Uitkomstgericht Zintuiglijk rijk leren Emotie

10 min Centrale uitleg talus en calcaneus Benoemen botten Doceerles Leergesprek

PowerPoint Skeletmodel

Creatie

10 min Lokalisatie en palpatie van botpunten in vivo Nabesprekeing

Palperen botten in vivo 2-tallen PowerPoint Skeletmodel Boek/atlas

Creatie Zintuiglijk rijk leren

5 min Centrale uitleg overige botten tarsus

Benoemen botten Doceerles Leergesprek

PowerPoint Skeletmodel

Creatie

10 min Lokalisatie en palpatie van botpunten in vivo Nabespreking

Palperen botten in vivo 2-tallen PowerPoint Skeletmodel Boek/atlas

Creatie Zintuiglijk rijk leren

3 min Centrale uitleg gewrichten Benoemen gewrichten Doceerles Leergesprek

PowerPoint Skeletmodel

Creatie

7 min Lokalisatie en palpatie van gewrichten in vivo Nabespreking

Palperen gewrichten in vivo 2-tallen PowerPoint Skeletmodel Boek/atlas

Creatie Zintuiglijk rijk leren

10 min Instructie en uitvoering opdracht 4 Nabespreking

Bewegingen in de enkel tijdens het gaan beredeneren

Werkcollege Herhaling Zintuiglijk rijk leren Creatie

2 min Instructie opdracht 5 Doceerles PowerPoint Herhaling

10 min Opdracht 5 uitvoeren Nabespreking

Medestudenten uitleg geven over de locatie, inspectie en palpatie van een botstructuur in de regio enkel

4-tallen PowerPoint Skeletmodel Boek/atlas

Herhaling Zintuiglijk rijk leren Creatie

8 min Afsluiting: benoemen belangrijkste punten Evaluatie

Herhaling voor beter begrip lesstof Doceerles PowerPoint Herhaling

Page 12: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

12

Bijlage: voorbereidingsopdracht

Functionele Anatomie I Practicum III Regio Enkel

Botten

Tibia:

malleolus medialis (C: U-vorm, de rand, opening in proximale richting)

Fibula:

caput fibulae (C)

malleolus lateralis (C: U-vorm, de rand, opening in proximale richting)

TARSUS

Talus:

ventro-laterale hoek trochlea tali (P)

mediaal aspect caput tali (P)

lateraal aspect caput tali (P)

tuberculum mediale processus posterior tali (P) Calcaneus:

tuber calcanei (C: gekromde lijn, convex naar dorsaal, zowel lateraal als mediaal)

processus lateralis tuber calcanei (P)

sustentaculum tali (P) Os naviculare (C: dorsaal aanzicht rechthoek; mediaal aanzicht rechthoek)

tuberositas os naviculare (P) Os cuneiforme mediale (C: mediaal aanzicht vierkant, dorsaal aanzicht smal

‘vierkantje’)

Os cuneiforme intermedium (C: dorsaal aanzicht vierkantje)

Os cuneiforme laterale (C: dorsaal aanzicht vierkantje)

Os cuboideum (C: dorsolateraal aanzicht vierkantje)

De bovenstaande contouren van de voetwortelbeentjes worden aangegeven d.m.v. lijnen die de

geprojecteerde gewrichtsspleten vertegenwoordigen.

METATARSUS

Ossa metatarsalia I t/m V (C: omlijning metatarsaal)

basis ossis metatarsalis V o tuberositas ossis metatarsalis V (quinti) (C; ovaaltje)

Digiti (C)

Gewrichten

Regio Enkel

art.talocruralis

gewrichtsspleet art. talocruralis: Ventrale randen van de malleoli (L+L) en onderrand van de tibia(L). De totale projectie heeft de vorm van een ‘tafeltje’

projectie van de (gemiddelde) frontale as van de art. talocruralis: Door centra van de malleoli medialis en lateralis (P + P).

bewegingsmogelijkheden rond deze as moet je kunnen benoemen en demonstreren

Page 13: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

13

art.talocalcaneonaviculare

gewrichtsspleet van de art. talocalcaneonaviculare (L): Van mediaal aspect caput tali (P) naar lateraal aspect caput tali (P) proximaal van het os naviculare.

projectie van de compromis-as van de art. talocalcaneonaviculare: Door de processus lateralis tuber calcanei (P) en het tuberositas os naviculare (P).

bewegingsmogelijkheden rond deze as moet je kunnen benoemen en demonstreren

Legenda markering harde palpatie botten

P Punt, bijvoorbeeld m.b.v. het middelpunt van een symmetrisch figuur (rondje, kruisje)

L Lijn, weergave van een rand.

C Figuur, weergave van de contour of vorm

Stippellijn indien er geen sprake (meer) is van een harde palpatie

Legenda markering gewrichten (projecterend, identificerend of lokaliserend)

G Lijn, weergave van een gewrichtsspleet

GP Geprojecteerde gewrichtsas

Page 14: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

14

Page 15: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

15

Bijlage: PowerPoint practicum III

Functionele Anatomie I

Practicum III – Regio Enkel

Inleiding

Vragen vorige les?

Enkel

Benoemen en palperen van botten en gewrichten

Bewegingen tijdens het gaan

Voorbereiding

Filmpje

Opdracht I Botten

Talus

Ventro-laterale hoek trochlea tali (P)

Lateraal aspect caput tali (P)

Mediaal aspect caput tali (P)

Tuberculum mediale processus posterior tali (P)

Calcaneus

Tuber calcanei (C: gekromde lijn, convex naar dorsaal, zowel lateraal als mediaal)

Processus lateralis tuber calcanei (P)

Sustentaculum tali (P)

Opdracht 1 Botten

Opdracht 2 Botten

Os naviculare (C: dorsaal aanzicht rechthoek; mediaal aanzicht rechthoek)

Tuberositas os naviculare (P)

Os cuneiforme mediale (C: mediaal aanzicht vierkant, dorsaal aanzicht smal ‘vierkantje’)

Os cuneiforme intermedium (C: dorsaal aanzicht vierkantje)

Os cuneiforme laterale (C: dorsaal aanzicht vierkantje)

Os cuboideum (C: dorsolateraal aanzicht vierkantje)

Tuberositas ossis metatarsalis V (quinti) (C: ovaaltje)

Opdracht 2 Botten

Page 16: Algemene gegevens - Kopie beoordelingsportfolio 23-12 · De studenten in dit practicum zijn net gestart met een nieuwe opleiding waardoor de zelfsturing laag zal zijn. Als docent

16

Opdracht 3 Gewrichten

Art. talocruralis Ventrale randen van de malleoli (L+L) en

onderrand van de tibia(L). De totale L heeft

de vorm van een ‘tafeltje’

Projectie van de (gemiddelde) dorsaal- en

plantair flexie-as door de centra van de

malleoli (stippelP + stippelP)

Bewegingsmogelijkheden benoemen en

demonstreren

Opdracht 3 Gewrichten

Art. talocalcaneonaviculare Gewrichtsspleet (L) van mediaal aspect

caput tali (P) naar lateraal aspect caput tali

(P) proximaal van het os naviculare.

Projectie van de pro- en supinatie

compromis-as door de processus lateralis

tuber calcanei (P) en het tuberositas os

naviculare (P).

Bewegingsmogelijkheden benoemen en

demonstreren

Opdracht 4

Bewegingen in de enkel tijdens het gaan

Art. talocruralis

Art. talocalcaneonaviculare

Opdracht 5 Geef elkaar uitleg

Groep van 4 studenten

Uitleg

Lateraal en mediaal aspect van de caput tali

Projectie os naviculare

Bewegingsas art. talocruralis

Afsluiting

Belangrijkste punten

Tuberositas os naviculare

Tuberositas ossis metatarsale V

Art. talocruralis

Art. talocalcaneonaviculare

Bewegingen kunnen benoemen in vlakken en assen