aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met...

12
ALEID WOLFSEN: ‘ICT IS CRUCIAAL OM BURGERS GOED TE FACILITEREN’ 14

Transcript of aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met...

Page 1: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

aleid WolFSen:

‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te FaCiliteRen’

14

Page 2: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

De Domstad is niet alleen de ‘slimste stad’

van Nederland (bron: Atlas voor Gemeenten)

maar ook een van de snelst groeiende

agglomeraties. De teller staat inmiddels op

ruim 316.000 inwoners en de kans is groot

dat de ‘magische’ 400.000 grens al rond 2035

wordt gepasseerd. Een belangrijke reden voor

deze snelle groei? Utrecht heeft met Leidsche

Rijn de grootste nieuwbouw- en Vinex-locatie

binnen de gemeentegrenzen.

15

Page 3: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

“In Leidsche Rijn wordt een stad gerealiseerd die in omvang

vergelijkbaar is met Leiden of Leeuwarden, inclusief een

aantrekkelijk stadshart, diverse winkelcentra en een volwaardig

station”, vertelt burgemeester Aleid Wolfsen. “Daarnaast

besluiten veel studenten na hun studie in Utrecht te blijven

wonen, bijvoorbeeld vanwege de centrale ligging en de

aantrekkelijke voorzieningen. Dat we in absolute getallen de

snelst groeiende stad van Nederland zijn, is ook terug te zien

aan de ontwikkeling van de huizenprijzen. Er is weliswaar

sprake van een lichte daling, maar de markt is hier beduidend

stabieler dan elders.”

MeegolvenHoewel groei doorgaans positief wordt uitgelegd, brengt

het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De

aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder om

daaraan mee te mogen werken – is een complex en dynamisch

proces. Je probeert constant op behoeften te anticiperen en

mee te golven met de tijd. We willen bovendien een enorme

variëteit creëren. Zo vind je in Leidsche Rijn straks eengezins-

woningen en appartementen, maar ook gebieden die door

externe ontwikkelaars op een unieke manier zijn ingericht.

En die variëteit geldt ook voor de voorzieningen. Er trekken

natuurlijk veel jonge gezinnen naar deze locatie, maar het is

zeker niet de bedoeling dat er alleen ‘jongeren’ komen te

wonen. Enerzijds worden er dus veel voorzieningen voor

jongeren gerealiseerd, variërend van scholen tot Centra voor

Jeugd en Gezin. Anderzijds houden we rekening met de

behoeften van de oudere generatie door te zorgen voor

voldoende geschikte woonvormen. En vorig jaar heeft de

eerste begrafenisondernemer zich in Leidsche Rijn gevestigd.

Ook daar bestaat behoefte aan.”

Utrecht vergroent De influx van jonge gezinnen betekent dat vergrijzing in

Utrecht een minder groot issue is dan in de meeste andere

gemeenten. Wolfsen: “We zijn een van de weinige Nederlandse

steden die ‘vergroent’. Ruwweg een derde van onze inwoners

is jonger dan 27 jaar. En dat aantal neemt zelfs nog iets toe.

Bovendien is het aandeel 65-plussers afgenomen van twaalf

procent in 2001 tot ongeveer tien procent nu. Waar we ons

tegelijkertijd sterk van bewust zijn, is dat we de vergroening

niet moeten aangrijpen om aan de behoeften van ouderen

voorbij te gaan. Tien procent 65-plussers betekent dat er nog

altijd ruim 30.000 ouderen in de gemeente wonen. En al die

mensen hebben recht op extra aandacht en ondersteuning.”

Krachtig aanmoedigenDe vergroening heeft uiteraard gevolgen voor de keuzes

die er worden gemaakt. Zo ondersteunt de gemeente

kansrijke initiatieven voor jonge ondernemers. “Denk aan

multifunctionele gebouwen met gemeenschappelijke voor-

zieningen waar startende ondernemers flexibel kunnen

werken. Hoewel die ontwikkelingen vaak door het bedrijfs-

leven worden geïnitieerd, kunnen we ze als gemeente

krachtig aanmoedigen en faciliteren, bijvoorbeeld door

bestemmingsplannen aan te passen. Soms betalen we er ook

een klein stukje aan mee. Zo leveren we een financiële

bijdrage aan een incubatorgebouw van de Universiteit van

Utrecht. Ik vind dat belangrijk, want voldoende werkgelegen-

heid is een voorwaarde voor duurzame groei.”

“ICT is cruciaal”Wolfsen ziet in het Utrecht van overmorgen een grote rol voor

ICT weggelegd. “ICT is cruciaal om burgers goed te faciliteren.

We investeren er dan ook fors in. Zo treffen we voorbereidingen

om de gemeentelijke intranetomgeving compleet te ver-

nieuwen. Een ander goed voorbeeld is Burgerzaken. Mensen

kunnen nu heel makkelijk afspraken inplannen via de

gemeentesite. Als je midden in de nacht beslist dat je de

volgende ochtend je paspoort wilt ophalen, dan kun je daar

direct een afspraak voor maken, zodat je direct wordt

geholpen bij binnenkomst. Maar ook het aanvragen van

vergunningen verloopt dankzij de introductie van

e-formulieren een stuk eenvoudiger.” Dat er behoefte aan

digitale dienstverlening bestaat, blijkt overigens ook uit de

cijfers. “In 2010 ontvingen we ongeveer 39.000 aanvragen via

de website. Vorig jaar was dat al opgelopen tot 100.000.

Ik denk bovendien dat ICT niet alleen de serviceverlening

‘Werkgelegenheid is een voorwaarde voor groei’

16

Page 4: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

richting onze burgers optimaliseert, maar dat het ook efficiency-

voordelen oplevert. Je kunt de personele inzet namelijk veel

beter op de vraag afstemmen.”

TrendbreukDe focus op digitale dienstverlening past volgens Wolfsen

goed bij de identiteit van de stad. “We afficheren ons als de

stad van kennis en cultuur. Vergeet ook niet dat Utrecht vol-

gens de Atlas voor Gemeenten inmiddels de hoogst opgeleide

stad van Nederland is. Dat is ook vertaald naar de behoeften

van onze burgers; steeds meer mensen willen digitale

diensten gebruiken en het is aan ons om dat mogelijk te

maken. Daarbij wil ik wel aantekenen dat ICT wat mij betreft

nadrukkelijk facilitair moet zijn. We willen ons niet door de

technologische ontwikkelingen laten leiden, maar ICT

inzetten op die momenten dat het meerwaarde heeft. In het

verleden was de techniek nog wel eens leidend. Dat blijkt niet

goed te werken. Bovendien willen we graag worden

ontzorgd, bijvoorbeeld door het bedrijfsleven. Het is niet aan

ons om het wiel uit te vinden.” Wolfsen verwacht dat de

overgang naar een nieuw stadskantoor in 2013 – nu beschikt

de gemeente nog over ongeveer twintig verschillende

locaties, straks worden die grotendeels samengevoegd – een

nieuwe ICT-impuls zal betekenen. “We groeien toe naar een

paperless office. Binnen het college is de verhouding nu

ongeveer 50/50. De helft van de mensen leest stukken op de

iPad, de andere helft werkt nog met papieren dossiers. Dat zal

steeds meer verschuiven richting tablets. Bovendien betekent

de overgang naar het nieuwe pand dat we kiezen voor

‘het Nieuwe Werken’. Medewerkers kunnen straks dus plaats-

en tijdonafhankelijk aan de slag. Dat is een beleidsmatige

trendbreuk die noodzakelijk is als je flexibiliteit en efficiency

wilt bevorderen. ICT is dus echt cruciaal.”

IN UTRECHT IS 1/3 VAN DE BEWONERS JONGER DAN 27 JAAR

17

Page 5: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

wie? dr. Paul Depla

wat? Burgemeester van de gemeente Heerlen en

lid van het dagelijks bestuur van Parkstad

Limburg

waar? In de voormalige Oostelijke Mijnstreek

waarom? Omdat Heerlen binnen krimpregio Parkstad

Limburg een centrumgemeente is die heeft

bewezen dat ‘de krimp’ wel degelijk te

keren is

18

Page 6: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

De afgelopen twee decennia kromp het inwonersaantal van Heerlen van zo’n 100.000 naar 90.000

inwoners. Dat is uiteraard een forse afname. Toch constateert burgemeester Paul Depla dat de

situatie minder ernstig is dan deze cijfers doen vermoeden: “Ja, er is een periode geweest dat het

bevolkingsaantal echt met duizend mensen per jaar afnam, maar die ontwikkeling heeft zich niet

voortgezet. Sterker nog, we hebben de ‘verhuiswagenkrimp’ – rijden er meer verhuiswagens de stad

in of uit? – een halt weten toe te roepen. Wat resteert is de ‘lijkwagenkrimp’.”

Lijkwagenkrimp? Depla: “Je kunt in principe twee vormen van

krimp onderscheiden. De verhuiswagenkrimp zegt iets over

de aantrekkelijkheid en concurrentiepositie van een gebied.

Daar heb je als bestuurder invloed op. Dat geldt niet voor de

lijkwagenkrimp, die een direct gevolg is van demografische

ontwikkelingen. Het Zuiden is van oudsher natuurlijk een

katholiek gebied, waar je nogal wat grote gezinnen aantrof.

Maar de gezinsgrootte neemt af en de nieuwe aanwas is

onvoldoende om de sterftecijfers te compenseren. Tenzij je

gelooft in een vorm van geboortepolitiek – wat mij betreft

geen instrument waar je als overheid je vingers aan moet

willen branden – heb je daar dus geen invloed op. Het is

simpelweg een demografisch gegeven.”

paul depla:

‘ SoMS heB ik Wel eenS het idee dat MenSen zich te geMakkelijk achter de kriMp verSchuilen’

Heerlen?

Heerlen (onder Limburgers beter bekend als Heële, Haelder of Haerle) is met bijna 90.000

inwoners veruit de grootste gemeente van Parkstad Limburg en de op drie na grootste

gemeente in de provincie. Hoewel Heerlen tot een krimpregio behoort, heeft de gemeente

in het verleden ook een explosieve groei doorgemaakt. Tussen 1900 en 1930 – de bloei-

periode van de steenkolenmijnbouw – nam het aantal inwoners namelijk toe van circa

6.500 naar ruim 32.000. Heerlen had tot een jaar of tien geleden bepaald geen goede

reputatie (Paul Depla: “We hebben de binnenstad terugveroverd op de junks”) maar dat

is volledig rechtgezet. Inmiddels is de aantrekkingskracht weer op orde en maakt

Heerlen zelfs een ‘culturele lente’ door...

19

Page 7: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

Push & pullHoewel Heerlen officieel nog tot een krimpregio behoort,

daalt het inwonersaantal nauwelijks meer. Depla: “De afgelopen

drie jaar was zelfs sprake van een vestigingsoverschot. Er

reden dus meer verhuiswagens de gemeente binnen dan er

vertrokken. Onze investeringen in het verbeteren van de leef-

baarheid betalen zich blijkbaar uit. Grofweg kun je stellen dat

er drie factoren in het spel zijn. Ten eerste de veiligheid.

Als een stad niet veilig is, bijvoorbeeld omdat de binnenstad

door junks wordt geregeerd of omdat je het idee hebt dat je

kinderen niet veilig naar school kunnen, dan is dat een push-

factor. Heerlen heeft die veiligheid een jaar of tien geleden

een impuls gegeven met Operatie Hartslag; een traject dat de

stad nieuwe energie en nieuw elan heeft gegeven. Daarnaast

zijn er twee positieve factoren – pullfactors – waar je op kunt

sturen. Enerzijds de stedelijke dynamiek. In Heerlen hebben

we bijvoorbeeld besloten om niet op cultuur te bezuinigen,

maar er juist in te investeren. Zo is een culturele lente op gang

gekomen die voor veel dynamiek zorgt. Voorbeelden zijn de

herontwikkeling van Het Glaspaleis, een cultureel centrum dat

staat als een huis, en de diverse festivals die veel jongeren

trekken. De derde factor is het economisch perspectief. Kun

je binnen de regio in je inkomen voorzien? Om dat te

stimuleren, moet je investeren in het vestigingsklimaat

voor bedrijven. In Heerlen zijn er bijvoorbeeld clusters van

administratieve dienstverleners gevormd. Maar je moet

mensen ook uitdagen om breder te denken. Het ‘Heerlen-

perspectief’ is geen eindpunt, want steden als Maastricht en

Sittard liggen binnen een straal van twintig kilometer. Dat zijn

dus afstanden van niks. Vaak denken mensen bij Zuid-Limburg

aan een ongerept, glooiend landschap waar af en toe een

eenzame wielrenner doorheen rijdt. Maar de waarheid is

dat het een verstedelijkte regio is. De uitgangssituatie is dus

wezenlijk anders dan in krimpregio’s als Oost-Groningen en

Zeeland.”

Rol van technologieHoewel Heerlen binnen Parkstad Limburg een duidelijke

centrumfunctie heeft en dus een aanzienlijke regionale

pullfactor heeft, blijft het lastig om met de Randstad de

concurreren. Depla: “Ik denk dat de inzet van technologie

wat dat betreft meerwaarde kan hebben. In Heerlen heb je

in de hele binnenstad bijvoorbeeld toegang tot draadloos

internet. Zo stellen we mensen in staat om tijd- en plaats-

onafhankelijk te werken. Als de ontwikkeling richting

thuiswerken doorzet, betekent dit dus dat je best in

Heerlen kunt blijven wonen als je een baan bij een bedrijf

in Amsterdam of Den Haag vindt. Dat maakt de noodzaak

om te verhuizen net weer wat minder groot. Ik besef terdege

dat mensen ‘de afstand’ als een complicerende factor

beschouwen, maar met dit soort initiatieven proberen we

die afstand te verkleinen, zodat we de concurrentieslag met

bijvoorbeeld Noord-Brabant beter aankunnen.”

Genuanceerd verschijnselDepla benadrukt dat krimp een verschijnsel is dat genuan-

ceerd moet worden beoordeeld. “Vaak wordt aangenomen

dat krimp zich vooral voordoet binnen bepaalde regio’s, maar

het is een veel breder verschijnsel. Zo was ook in groeistad

Nijmegen, waar ik tien jaar wethouder was, sprake van krimp,

namelijk in bepaalde stadsdelen. En dat geldt ook voor een

gemeente als Amsterdam. Je hebt altijd te maken met

krimpende en met groeiende stadsdelen. Dat betekent

dat ook groeigemeenten met krimpvraagstukken worden

geconfronteerd, zoals wat krimp voor scholen, winkelvoor-

zieningen, sportcomplexen en de kwaliteit van zorg betekent.

Dat is het risico van geaggregeerde cijfers. Een stad kan

als geheel wel groeien, maar dat sluit krimp in bepaalde

delen niet uit. Bovendien moet je rekening houden met de

verschillende vormen van krimp. Als je constateert dat verhuis-

wagens bij wijze van spreken in de file staan om een bepaald

de afgelopen twee decennia kromp het inwoners-aantal van heerlen van zo’n 100.000 naar 90.000 inwoners

100.00090.000

20

Page 8: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

stadsdeel te verlaten, dan is dat een wezenlijk ander

vraagstuk dan wanneer je wordt geconfronteerd met

demografi sche krimp. De verhoudingen in een stad of gebied

veranderen continu. Daar moet je dus ook continu op

anticiperen, zodat de voorzieningen op de realiteit zijn

afgestemd. Vergeet ook niet dat de krimpregio van vandaag

de groeiregio van overmorgen kan zijn. Je kunt dus niet

volstaan met een ‘netto’ oordeel over een stad of regio. Dan

snij je jezelf in de vingers.”

‘Alles ligt aan de krimp’Nog afgezien van de risico’s die een ‘cijfermatige tunnelvisie’

met zich meebrengt, constateert Depla dat krimp soms wat al

te eenvoudig als oorzaak van bepaalde ontwikkelingen wordt

aangewezen. “Neem Parkstad Limburg. Hier staan woningen

relatief lang te koop. Dan wordt al snel gezegd dat de

krimp daar ‘schuldig’ aan is. Maar dat is wel een heel

eendimensionale benadering, want je gaat dan voorbij aan de

economische crisis en het gegeven dat we in heel Nederland

met een kopersstaking te maken hebben. Alsof er in de Rand-

stad momenteel geen bouwprojecten in de ijskast worden

gezet! Krimp is een factor, maar geen overkoepelende one-

size-fi ts-all verklaring voor alles wat er in een bepaald gebied

gebeurt. Bovendien – maar dat gaf ik eerder ook al aan –

is sprake van verschillen binnen krimpregio’s. In delen van

Heerlen zijn de huizen bijvoorbeeld niet in waarde gedaald,

maar juist duurder geworden. Soms heb ik wel eens het idee

dat mensen zich te gemakkelijk achter de krimp verschuilen.

Als het regent, ligt het aan de krimp. Krimp mag geen reden

zijn om je niet zelfbewust en positief-kritisch op te stellen.

Wat dat betreft is Heerlen misschien een voorbeeld voor

andere krimpregio’s; wij hebben aangetoond dat het wel

degelijk mogelijk is om de verhuiswagenkrimp om te buigen.

Of die trend zich doorzet, weet ik uiteraard niet, maar het

bewijst in ieder geval dat je jezelf niet ‘zomaar’ bij krimp

hoeft neer te leggen.”

‘Ook groeigemeenten worden met krimp

geconfronteerd’

21

Page 9: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

De eerste afspraak met Mirjam Clermonts-Aretz werd wegens drukte verzet.

Ook nu komt de burgemeester van Onderbanken weer rechtstreeks uit een

vergadering. “Iedereen heeft het druk tegenwoordig. Ik zei het net nog tegen

mijn MT; als je het niet druk hebt, tel je in deze maatschappij eigenlijk niet

meer mee.” Gelukkig geldt dat niet voor gemeenten, want anders zou het

krimpende Onderbanken – toch al geen drukbevolkt stukje Nederland – op

termijn buitenspel komen te staan. En dat zou zonde zijn, want de opvallend

groene gemeente heeft bewoners én bezoekers veel te bieden...

“Dat groene karakter is een van de aantrekkelijke aspecten van onze

gemeente. Tussen de vier kernen tref je een landelijk, glooiend gebied”,

vertelt Clermonts-Aretz, “waar je prachtige wandelingen en fietstochten

kunt maken. Die rust is een strategische beleidskeuze, want we zetten in

op extensieve recreatie. Je vindt bij ons dus geen grote toeristische

trekpleisters, zoals pretparken of tropische zwembaden. In aangrenzende

gemeenten, zoals Brunssum, wordt juist wel voor intensieve recreatie

gekozen. Daar liggen op dit moment bijvoorbeeld plannen voor

Nature Wonderworld, een attractiepark met groene signatuur. Wij willen

daar complementair aan zijn en mensen een schitterend uitloopgebied

bieden.”

Zien jullie ‘groen’ als een pullfactor voor eventuele nieuwe bewoners? “Zeker! Dat is ook een onderdeel van onze branding. Je kunt hier voor

nog geen tweeënhalve ton in een mooi jarendertigpand wonen met je

wie? Mirjam Clermonts-Aretz

wat? Burgemeester van de gemeente

Onderbanken en lid van het dage-

lijks bestuur van Parkstad Limburg

waar? In het Limburgse ‘groene hart’, op

een steenworp afstand van de

Duitse grens

waarom? Omdat Onderbanken de kleinste

krimpgemeente binnen Parkstad

Limburg is en dus met unieke

‘krimpuitdagingen’ wordt gecon-

fronteerd

mirjam clermonts-aretz:

‘ Slopen doet pijn’

36

Page 10: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

37

Page 11: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

grote teen in Duitsland en je kleine teen in België. En dat in een

natuurlijke omgeving, waar je ook nog eens voldoende

scholen, inclusief een prima universiteit vindt en waar de

gezondheidszorg in orde is. Toch is dat niet per defi nitie

genoeg, want we moeten er natuurlijk ook voor zorgen dat er

genoeg banen zijn voor de mensen die naar het gebied komen.

Investeren in economische structuurversterking is de komende

jaren dan ook een heel belangrijk thema.”

Helder. Maar is het tij eigenlijk nog wel te keren?“Het is een gegeven dat binnen nu en tien jaar ongeveer

veertig procent van alle Nederlandse gemeenten met een vorm

van krimp te maken krijgt. Voor Parkstad Limburg geldt dat we

inmiddels hebben geaccepteerd dat krimp een realiteit is, dat

het niet zomaar weer kan worden omgebogen. Die acceptatie

is belangrijk, want als je iets accepteert, kun je er ook op

anticiperen. Ik denk dat we daar als Parkstad Limburg een

voortrekkersrol in kunnen vervullen, bijvoorbeeld door onze

best practices met andere gemeenten te delen. We hebben als

samenwerkingsverband van acht gemeenten behoorlijk

drastische keuzes gemaakt. Zo hebben we een gezamenlijk

woningbouwprogramma geformuleerd waar iedereen zich

aan committeert. Geen enkele Parkstad-gemeente zal out of

the blue een nieuw bouwproject initiëren. Bovendien heeft

iedere gemeente een eigen ‘envelop’ waar de sloopopgave in

is opgenomen. Want dat is natuurlijk ook een keiharde

realiteit; er moet worden gesloopt.”

Is dat – het slopen – het meest pijnlijke aspect van krimp?“Slopen doet inderdaad pijn. Aan de ene kant creëer je meer

groen, maar aan de andere kant heb je natuurlijk ook de

verplichting om te herstructureren. Stel dat we besluiten om

drie scholen samen te voegen tot een brede school die een

impuls betekent voor de leefbaarheid in een van de dorpen.

Dan is ieder schoolgebouw dat we slopen voorzien van een

rekening, al was het maar omdat de grond met gras moet

worden ingezaaid en de boel moet worden onderhouden. Dat

is dus een directe kostenpost. Bovendien kan er sprake zijn van

gebouwen met boekwaarde, zodat er misschien ook nog geld

nodig is om de panden te kunnen slopen.”

Over panden gesproken; ik kan me voorstellen dat jullie inwoners meer dan gemiddeld bezorgd zijn over dalende huizenprijzen... “Dat is een bron van zorg voor veel van onze burgers. Mensen

zijn er altijd van uitgegaan dat hun woning winst zou opleveren.

Dat is echter niet meer zo vanzelfsprekend. Bovendien geldt

voor het platteland dat de grond minder waard wordt. In onze

buitengebieden wonen een heleboel mensen die een fl inke lap

grond bezitten, bijvoorbeeld in de vorm van landerijen. Dat

leek een mooie oudedagsvoorziening. Maar als bouwgrond

ineens een agrarische bestemming krijgt, dan daalt de waarde

– vooropgesteld dat je er nog een koper voor weet te vinden –

fors en ben je ineens een groot deel van je ‘virtuele kapitaal’

kwijt. Overigens – en daar zijn we een voorloper in – zijn we

bezig om bouwtitels op grond die per 1 januari 2013 niet zijn

voorzien van een goedgekeurd bouwplan, aan de bouw-

bestemming te onttrekken. Daar worden vast nog wel een

aantal procedures over gevoerd, want dit soort beslissingen

leveren natuurlijk weerstand op, maar wat moet, dat moet. In

de categorie ‘gelijke monniken, gelijke kappen’: ook als

gemeente hebben we nog wat kavels die als opbrengsten in

onze begroting staan. En ook die kavels worden straks één op

één afgeschreven. We moeten allemaal ons verlies nemen.”

U stipte daarstraks al de samenwerking binnen Parkstad Limburg aan. Welke rol speelt dat samenwerkings-

38

Page 12: aleid WolFSen: ‘ iCt is CRUCiaal oM BURGeRs Goed te ... · het wel bestuurlijke uitdagingen met zich mee. Wolfsen: “De aanleg van een ‘nieuwe stad’ – ik vind het heel bijzonder

verband bij het bestrijden of beperken van de krimp?“Ten eerste verkeren we in een vrij unieke situatie. Krimp doet

zich vaak in landelijk gebied voor, maar Parkstad Limburg is een

van de meest verstedelijkte regio’s van Nederland. Dat brengt

uiteraard andere kansen en uitdagingen met zich mee. Wat

we als Parkstad willen, is het vestigingsklimaat duurzaam

versterken. Dat kan op allerlei manieren. Zo heeft onze

centrumgemeente Heerlen ervoor gekozen om, geheel tegen

de stroom in, niet op cultuur te bezuinigen, maar er juist in te

investeren. Daardoor is een culturele lente op gang gekomen

die een positieve bijdrage levert aan het vestigingsklimaat.

Daarnaast willen we enorm insteken op snelle verbindingen,

bijvoorbeeld richting Eindhoven. Als het je lukt om ieder

kwartier een intercity naar Eindhoven te laten rijden die er

binnen drie kwartier is, dan is afstand ineens geen beperkende

factor meer. Door al dat soort zaken op te pakken, willen we

een leefbare regio creëren, waar het goed toeven is.”

Zien jullie daar ook een rol voor ICT in weggelegd?“De communicatie tussen overheid en burgers zal steeds verder

digitaliseren. Maar juist in een krimpgebied, waar sprake is van

een grote bovenlaag senioren – mensen die overigens in toe-

nemende mate met ICT overweg kunnen – zal de behoefte aan

één op één dienstverlening groot blijven. Als ik het breder trek,

zie ik vooral mogelijkheden tot opschaling en shared services.

Zo hebben we er met acht gemeenten al voor gekozen om de

gemeentelijke belastingen als shared service in te richten. De

inwoners van Onderbanken krijgen hun aanslag OZB via de

GBRD in Landgraaf. Dat werkt prima, want niemand ligt

wakker van het afzendadres op een envelop. Ik denk dat we

daar nog verder in kunnen gaan. Neem P&O. Moet je dat wel

volledig in eigen hand willen houden of kun je volstaan met

een vooruitgeschoven post binnen de eigen gemeente, terwijl

zaken als de salarisadministratie centraal zijn belegd? Wat voor

een kleine gemeente als Onderbanken in ieder geval belangrijk

is, is dat we op ICT-gebied worden ontzorgd, zodat we ons op

onze strategische taken kunnen concentreren. We zullen niet

snel de leading partner bij innovaties op ICT-gebied zijn – daar

zijn we gewoon te klein voor – maar we zijn wel geïnteresseerd

in nieuwe initiatieven, zowel vanuit de overheid als vanuit het

bedrijfsleven.”

onderBanken?

Onderbanken (in goed Limburgs De Óngerbenk) is in 1982 ontstaan door de samenvoeging van Bingelrade, Jabeek, Merkelbeek en

Schinveld. Hoewel de gemeente Onderbanken heet (“Dat was een salomonsoordeel”, aldus burgemeester Clermonts-Aretz) staat

het gemeentehuis ‘gewoon’ in de bekendste kern van de gemeente, namelijk Schinveld. De naam Onderbanken, die verwijst naar

een rechtsprekend college uit de Middeleeuwen, is nooit echt bij het grote publiek geland. Clermonts-Aretz: “Als ik een collega in

het land vertel dat ik burgemeester van Onderbanken ben, kijken ze me heel vreemd aan. Pas bij de naam Schinveld gaat er een

lampje branden, vooral vanwege de ophef rond de AWACS-vliegtuigen (Airborne Warning And Control System - red.) een paar jaar

geleden.” Onderbanken telt ongeveer 8.000 inwoners en is daarmee de kleinste gemeente binnen de plusregio Parkstad

Limburg.

39