Agentschap Wegen en Verkeer · e ens tu d ib rf ol g w a v ; e envrk s u dig t omcha pl x,...

Web-versie

Agentschap Wegen en Verkeer Afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant

Algemene offerteaanvraag

Aanneming van diensten

Bestek nr. 1M3D8F/08/10 Prijs : 5 EUR

Opening van de offertes : donderdag 22 mei 2008 te 11 uur Via-Vitagebouw - Magnelzaal - gelijkvloers Luchthavenlaan 4 - 1800 VILVOORDE

Dossiernr. : X21/A4/9

Studieopdracht voor het ontwerp

van een nieuw complex op de A4/E411 ter hoogte van de Brabandtlaan

in Overijse.

Bestek 1M3D8F/08/10 2

Web-versie Dossiernummer X21/A4/9

DEEL I. ALGEMENE INFORMATIE

I. 1. AANBESTEDENDE OVERHEID

Deze opdracht wordt uitgeschreven door de Vlaamse Overheid, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, voor wie optreedt de Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur.

De administratieve entiteit die met de opvolging van deze opdracht is belast, is:

Vlaamse Overheid Agentschap Wegen en Verkeer Afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant Luchthavenlaan 4, 1800 Vilvoorde Tel: 02/257.23.11 – Fax: 02/257.23.80

Alle briefwisseling m.b.t. deze opdracht moet naar deze entiteit worden gestuurd.

Inzage documenten op bovenstaand adres: alle werkdagen van 9 tot 12 uur.

Verkoop (en inzage) documenten (alle werkdagen van 10 tot 16 uur):

Kantoor voor Inzage en Verkoop der Bestekken Wetstraat 51- bus 7 - verdieping -1, 1040 Brussel Tel: 02-790.51.61 (hoofdlijn) - 02-790.51.60 - 62 - 63 of 64 – Fax: 02-290.19.64 E-mail: [email protected] Postrekening: 679-2005826-60

Prijs voor bestek + inschrijvingsbiljet: 5 EUR

Gestanddoeningstermijn: 120 kalenderdagen

Uitvoeringstermijn: art.69 §3 en §4, opgelegd in verschillende deeltermijnen

Erkenning: n.v.t.

Registratie: n.v.t.

I. 2. VOORWERP EN CLASSIFICATIE VAN DE OPDRACHT

Het betreft: ‘Technisch advies op het gebied van architectuur, werktuigbouw, bouw, en dergelijke’ (CPV-code 74200000-1).

Deze opdracht is een opdracht voor aanneming van diensten in de zin van art. 5 van de Wet van 24 december 1993.

De inschrijver verbindt er zich toe in naam en voor rekening van de opdrachtgever in de hierna vermelde voorwaarden, de bescheiden en plannen op te stellen, om de studieopdracht zoals hierna omschreven te realiseren.

I. 3. DOEL VAN DE AANNEMING

In de streefbeeldstudie R0-E411-N4 (maart 2006) is voor de E411 voorgesteld het knooppunt van Jezus-Eik enkel nog toegankelijk te houden vanaf de autosnelweg voor het openbaar voervoer. Een nieuwe aansluiting op de E411 dient gerealiseerd te worden in de omgeving van de huidige brug van de Brabandtlaan over de autosnelweg. Omdat deze locatie verder verwijderd is van het Leonardkruispunt en de invoeg- en weefbewegingen uit elkaar getrokken worden, zal dit de doorstroming en de verkeersveiligheid op de A4/E411 ten goede komen. Het centrum van Jezus-



Eik wordt meteen ook gevrijwaard van de grote doorgaande verkeersstromen naar het huidige op- en afrittencomplex, wat kansen biedt op de uitwerking en de realisatie van een ruimtelijk kwalitatief en leefbaar concept voor deze kern.

Het is de bedoeling dat dit nieuwe (of beter verschoven) op- en afrittencomplex alleen functioneert voor (auto)verkeer dat afkomstig is van of bestemming heeft in het gebied dat grosso modo ten noorden van de Ijsevallei gelegen is. Omdat de Brabandtlaan zelf noch de bestaande brug in deze straat geschikt zijn om deze functie te vervullen, is de realisatie van een nieuwe of heraangelegde weg en brug noodzakelijk. Deze studieopdracht omvat de ontwerpstudie van dit complex met inbegrip van de aansluiting op de N4 (zie liggingsplan).

Tegelijk suggereert het streefbeeld voor het openbaar vervoer een nieuwe oprit naar de A4/E411 richting Brussel. De huidige oprit wordt vervangen door een oprit vanop de brug over de A4/E411 naar een ‘nieuwe’ linkerrijstrook op de A4/E411. Hierdoor heeft het openbaar vervoer een rechtstreekse verbinding met de tunnelkoker onder het Leonardkruispunt, waar de vrije busbaan start. De gevaarlijke weefbewegingen vanaf de huidige oprit over verschillende rijstroken naar de tunnelkoker die zeker in de ochtendspits voor aanzienlijke vertragingen voor het openbaar vervoer zorgt, worden hierdoor vermeden.

De dienstopdracht omvat de volledige studieopdracht voor:

� Het onderzoeken van de meeste optimale locatie voor het nieuwe op- en afrittencomplex op basis van het concept uitgewerkt in de streefbeeldstudie R0-E411-N4, en voor de aansluiting op de N4. De alternatieven uit het streefbeeld worden – samen met eventuele eigen voorstellen – tegen elkaar afgewogen: verkeerskundig, technisch, stedenbouwkundig, landschappelijk, … om tot de meest gewenste en gedragen inplanting te komen. Het onderzoeken van de haalbaarheid van de oprit voor het openbaarvervoer vanop de brug over de A4/E411 in Jezus-Eik;

� Het opmaken van een voorontwerp en ontwerp, zowel voor het nieuwe op- en afrittencomplex in de omgeving van de Brabandtlaan als voor de aanpassingen voor het openbaar vervoer aan het bestaande op- en afrittencomplex Jezus-Eik;

Het (voor)ontwerp dient te voldoen aan al de eisen en voorschriften van alle betrokken partijen op technisch, verkeerstechnisch, landschapskundig, stedenbouwkundig, architecturaal en budgettair vlak voor de vermelde zone;

� Het aanleveren van de nodige gegevens voor het opmaken van de studie van de kunstwerken door de afdeling Betonstructuren (ABS) en/of de afdeling Metaalstructuren (AMS) van het departement MOW volgens dienstorder LI96/46. ABS (en/of AMS) zal de stabiliteitsstudie van de kunstwerken uitvoeren, de plannen (bekistingsplannen, wapeningsplannen, uitvoeringsdetails) opmaken in Autocad (2000) en technische bepalingen en meetstaatposten leveren in Word. De dienstverlener dient in te staan voor het verwerken van deze studie in het globale bijzondere bestek der werken;

� Het opmaken en verzamelen van alle nodige aanbestedingsplannen voor de wegenis inclusief rioleringen, aanplantingen, detailplannen en aanbestedingsdocumenten (bestekteksten, beschrijvende en samenvattende meetstaat, raming) voor bovenvermelde zaken en incorporeren van de gegevens van ABS (en/of AMS) voor de bouwkundige constructies.

Tevens dient het voorontwerp zowel qua “infrastructureel en landschappelijk ontwerp” als qua technisch en architecturale vormgeving voor de kunstwerken (tunnels, bruggen,…) voorgelegd te worden aan de Vlaamse Bouwmeester. Er dient rekening gehouden te worden met verschillende aanpassingen tijdens het voorontwerp (zie bijgevoegde artikels 4 en 6).

Aangezien er een RUP dient opgemaakt te worden, zal een planMER opgemaakt worden. De opmaak van dit planMER zal zoveel mogelijk gelijktijdig met deze studieopdracht gebeuren. De (voor)ontwerpplannen dienen dan ook uitgewerkt en aangepast te worden volgens de voorstellen en conclusies in deze studie, zowel aanpassingen aan het ontwerp om bepaalde effecten te verminderen als de inpassing van mitigerende maatregelen om bepaalde gevolgen in te perken..



Na de afwerking van de ontwerpstudie zal het ontwerp ook afgetoetst worden aan de regelgeving voor projectMER. Ook hierdoor zijn (beperkte) aanpassingen aan het ontwerp of inpassing van milderende maatregelen in het ontwerp mogelijk.

Het gekozen voorontwerp wordt door de opdrachtnemer in 3D opgemaakt. Het door de dienstverlener in 3D opgemaakte voorontwerp dient getoetst te worden met een audiovisuele, dynamische en fotorealistische visualisatietechniek (zie bijgevoegd artikel 7).

In de opdracht is eveneens begrepen:

� de studie van alle deelaspecten en bijhorende prestaties en diensten, zoals bijkomende topografische opmetingen, diepsonderingen, handboringen en milieuhygiënische bodemonderzoeken, aanvullend aan de onderzoeken die reeds door het opdrachtgevend bestuur werden uitgevoerd;

� een studie betreffende de rioleringen en waterafvoer;

� een verkeerskundige studie omtrent de inrichting en de capaciteit van het complex, de aansluiting op de N4 en van het functioneren van het omliggende wegennetwerk. De door de dienstverlener voorgelegde studie wordt door hem getoetst een dynamische simulatie. Hiervoor kan de dienstverlener verder bouwen op en gebruik maken van de dynamische simulaties, die gemaakt werden bij de opmaak van het streefbeeld;

� het leveren van de nodige begeleidende ondersteuning tijdens overlegvergaderingen tussen de aanbestedende overheid (Vlaams Gewest, afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant) en andere betrokken openbare instanties, private bedrijven, nutsmaatschappijen, evenals tijdens openbare hoor- en informatievergaderingen,…;

� het uitvoeren van de coördinatie-opdracht ontwerp en coördinatie-opdracht verwezenlijking;

� het opstellen van overzichtsplannen van de bestaande nutsleidingen en de te vernieuwen leidingen;

� het opstellen van grensbepalingen, rooilijnplannen, afbakening bouwvrije stroken en onteigeningsplannen;

� het zoeken naar maatregelen om de verkeershinder te beperken en het opmaken van plannen met omleidingen in verschillende werkfasen: werfsignalisatie ter plaatse en omleidingen;

� het opmaken van een volledig dossier voor het aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning met bijbehorende machtigingen per uitvoeringsopdracht;

� het technisch ondersteunen van de uitvoering van de werken;

� het afpalen na uitvoering van de grenzen openbaar domein.



Liggings- en situatieplan (uit het streefbeeld)



I. 4. GUNNINGSWIJZE EN OPENING VAN DE OFFERTES

De gunning van deze opdracht geschiedt bij wijze van algemene offerteaanvraag.

Voor de datum en plaats van de opening van de offertes verwijzen wij naar het titelblad.

I. 5. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN EN DOCUMENTEN

Op de overeenkomst zijn van toepassing, voor zover er door de voorschriften van dit bestek niet van afgeweken wordt, de bepalingen en voorwaarden: 1.1. - de wet van 24 december 1993 (B.S. van 22/01/1994) betreffende de

overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

- de wet van 4 augustus 1996 (B.S. van 18/09/1996) betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 (B.S. van 26/01/1996) betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 (B.S. van 18/10/1996) houdende vaststelling van de algemene aannemingsvoorwaarden van de overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten.

- het ministerieel besluit van 7 mei 1999 (B.S. van 21/05/1999) betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

- alle latere wijzigingen en aanvullingen betreffende deze wetten en besluiten, voor zover zij gepubliceerd waren op datum van de verzending van het publicatiebericht voor deze aanneming.

1.2. - onderhavig bestek en bijbehorende offerteformulieren

- alle wettelijke bepalingen, reglementeringen, normen en richtlijnen waarnaar in dit bestek verwezen wordt.

I. 6. OVERIGE ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN

Als dit bestek spreekt over gunnings- of aanbestedingsdocumenten, dan bedoelt het daarmee het bestek, de plannen en alle bijhorende documenten die gediend hebben als basis voor het indienen van de offertes.

I. 7. BEPALINGEN VAN DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN WAARVAN WORDT AFGEWEKEN

De bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan dit bestek afwijkt, zijn de artikelen, van de bijlage van het KB 26/9/1996:

� art 5, §1 (bedrag van de borgtocht);

� art 75 (boete wegens laattijdige uitvoering).



DEEL II. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN

A. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KB VAN 08/01/1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN, EN DE WIJZIGINGEN VERVAT IN HET KB VAN 8/11/1998 EN HET KB VAN 25/3/1999

ART. 69, 69bis, 70 en 71. KWALITATIEVE SELECTIE

Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in artikel 69.

Voor de Belgische inschrijver vraagt de aanbestedende overheid het RSZ-attest via elektronische weg op, conform art. 72 § 5.

Tevens wordt ook het attest inzake BTW, het attest jaarrekeningen en het attest van niet–faillissement opgevraagd.

De buitenlandse inschrijver voegt bij zijn offerte een attest of een verklaring volgens de bepalingen van art. 69bis, §2.

De aanbestedende overheid zal, op grond van de verplicht voor te leggen onderstaande documenten, overgaan tot de kwalitatieve selectie van de inschrijvers. Enkel de offertes van de geselecteerde inschrijvers zullen verder onderzocht worden op basis van de gunningcriteria. Dit wil zeggen dat de uiteindelijke gunning zal gebeuren na een tweedelige selectie. Eerst zal een kwalitatieve selectie onder de inschrijvers doorgevoerd worden, vervolgens zal onder de geselecteerde inschrijvers gegund worden aan deze inschrijver die het best scoort volgens de vooropgestelde gunningcriteria.

Aan de criteria voor de kwalitatieve selectie - i.c. bezitten van voldoende financiële en economische draagkracht en technische knowhow - kan voldaan worden door het voorleggen van volgende documenten:

� de bovenvermelde vier attesten die het Bestuur zelf zal opvragen;

� passende bankverklaringen waaruit een gezonde financiële toestand blijkt of het bewijs van verzekering tegen beroepsrisico's;

� een document met de gemiddelde jaaromzet van 3 miljoen EURO of meer in de laatste drie boekjaren. De omzet wordt gecertificeerd door een bedrijfsrevisor of een erkende accountant. In geval van tijdelijke vereniging wordt dit cijfer verhoogd tot 4,5 miljoen EURO met 2 partners of tot 6 miljoen EURO met 3 partners;

� een document (voldoende inhoudelijk gedetailleerde referentielijst), waaruit blijkt dat de inschrijver gedurende de laatste drie jaren ten minste drie gelijkaardige en gelijkwaardige studieopdrachten heeft uitgevoerd op een vergelijkbaar schaalniveau (werken van minimum 3.000.000 EURO met opmaken aanbestedingsdocumenten i.v.m. wegenis en riolering). De inschrijver voegt een attest bij van de opdrachtgevers met de aard en het bedrag van de studie(s) en waaruit blijkt dat zij tot complete voldoening van de opdrachtgever is (zijn) uitgevoerd. In geval van een tijdelijke vereniging wordt geëist dat minstens één van de partners een dergelijke ervaring heeft. Deze ervaring wordt op de hierboven beschreven wijze aangetoond;

� een lijst met de bezetting en de studie- en beroepskwalificaties van al het tewerkgestelde personeel, een volledig gedetailleerde beschrijving, inbegrepen organigram van het bedrijf (organisatie) met inbegrip van de infrastructuur en de



technische middelen en mogelijkheden om de opdracht naar behoren en kwaliteitsvol te kunnen uitvoeren.

Enkel de inschrijvers welke voldaan hebben aan de eisen vooropgesteld in de hierboven vermelde punten en die alle documenten hebben bijgevoegd, worden voor verder onderzoek (zie art. 115) in aanmerking genomen.

ART. 78. ONVERENIGBAARHEDEN

Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden, zoals bedoeld in dit artikel.

De inschrijver dient ook kennis genomen te hebben van artikel 10 van de wet van 14 december 1993 en geeft de verzekering dit artikel strikt na te leven.

De inschrijver bevestigt zelf niet deel te nemen aan de procedure tot gunning van de aanneming der werken, voorwerp van onderhavig studiecontract.

Indien de opdrachtgever een inbreuk vaststelt tegen de voormelde voorschriften, dan brengt die de nietigheid van het onderhavig studiecontract met zich mede met als gevolg dat geen studiekosten, zelfs niet voor de geleverde prestaties, zullen verschuldigd zijn en dat de opdrachthouder reeds betaalde sommen zal moeten terugstorten.

Niettemin zal de opdrachtgever vrij kunnen beschikken, zonder enige vorm van vergoeding, over de reeds gedane studie.

ART. 86 EN 88. PRIJSBEPALING EN PRIJSONDERZOEK

Art. 86. De opdracht is een opdracht tegen ereloonpercentage, waarbij het op het offerteformulier in te vullen percentage een korting is op het ereloonpercentage van de KVIV barema I (infrastructuur) voor werken van klasse 2 volgens de uitgave van het jaar 2008. Het aldus bekomen percentage voor barema I is forfaitair.

Het ereloonpercentage omvat alle mogelijke vergoedingen en kosten zonder uitzondering, die voortvloeien uit de uitvoering van de prestaties.

Art. 88. Op verzoek van de aanbestedende overheid verstrekt de inschrijver alle nodige inlichtingen om het prijsonderzoek van zijn offerte mogelijk te maken.

De aanbestedende overheid kan ofwel zelf overgaan tot ofwel een persoon aanduiden voor het uitvoeren van alle verificaties van de boekhoudkundige stukken en alle onderzoeken ter plaatse, teneinde de juistheid na te gaan van de gegevens die de inschrijver in het raam van het prijsonderzoek heeft verstrekt.

ART. 89 EN 90. VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE

Art. 89. De aandacht van de inschrijver wordt er op gevestigd dat hij zijn offerte moet invullen op het bij het bestek behorende formulier.

Op elke offerte of inventaris die op een ander document is opgemaakt, moet de inschrijver bovenaan ieder document de volgende verklaring vermelden:

"Ik, ondergetekende ....., verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens volstrekt overeenstemmen met de vermeldingen van het bij het bestek behorende formulier en inventaris en neem daarvoor de volledige verantwoordelijkheid op."



Art. 90. Alle documenten en nota’s die bij de offerte worden gevoegd, moeten worden gedateerd en ondertekend onder de vermelding: "Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij zijn offerte van heden" of dienen minstens te worden geïnventariseerd.

De inschrijver moet bij zijn inschrijving minstens de volgende documenten voegen: � het offerteformulier, behoorlijk ingevuld, getekend en gedagtekend; � een bewijs van volmacht (door kopie van een uittreksel uit het B.S. waaruit de

volmacht blijkt van diegene die het offerteformulier ondertekent); � alle documenten nodig voor de kwalitatieve selectie; � alle documenten nodig voor de beoordeling van de gunningscriteria.

De offerte wordt in één origineel exemplaar ingediend. Van de documenten en nota’s nodig voor de beoordeling van de gunningscriteria (zie art.115) worden 4 kopieën, waarvan 1 losbladig, aan de (originele) offerte toegevoegd.

ART. 100. PRIJSOPGAVE

De belasting over de toegevoegde waarde wordt afzonderlijk vermeld en bij de prijs van de offerte gevoegd.

ART. 102. TAALGEBRUIK

De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met de aanbestedende overheid.

Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan het bestuur een, desgevallend beëdigde, vertaling eisen.

ART. 104. INDIENEN VAN DE OFFERTE

De offertes worden toegezonden of neergelegd op het adres van de aanbestedende overheid. De offertes moeten op dit adres toegekomen zijn vóór de opening van de zitting. De offerte dient in een omslag gestoken, waarop volgende gegevens aangebracht worden: de datum van de zitting voor de opening van de offertes en het besteknummer. In geval van verzending per post, onder aangetekende zending of gewoon, wordt deze omslag in een tweede omslag gestoken, die het in het bestek vermelde adres en het besteknummer vermeldt.



ART. 115. GUNNINGSCRITERIA EN VRIJE VARIANTEN

Bij de toewijzing van de opdracht zal volgende procedure gevolgd worden:

Om tot een objectieve evaluatie van de verschillende offertes te komen, zal een jury van minimum 3 ambtenaren (2 ambtenaren van AWV en 1 ambtenaar van MOW) worden samengesteld. Deze juryleden zullen de offertes beoordelen op de verschillende criteria zoals hieronder beschreven.

1. Prijs (Px, quotering op 40 punten)

Px = P(a)x + P(b)x

a) P(a)x Het opgegeven gewenste ereloonpercentage als korting of vermeerdering op het vigerende (zie A art. 86 en 87 en B.1 art. 4 ) KVIV –ereloonpercentage: quotering op 35 punten.

De quotering wordt als volgt berekend:

� Aan de laagste offerte wordt het maximum van 35 punten toegekend.

� De punten voor de hoogste offerte worden berekend met de formule:

Ph = 35 * h

l

pp

� De punten van de andere offertes worden binnen deze grenzen lineair berekend met de volgende formule:

P(a)x = 35 + ( ) ( )

lh

lxh

ppppP

−−− *35

waarin: Ph = waarde of puntentotaal voor de hoogste inschrijver P(a)x = waarde of puntentotaal voor inschrijver X pl = De inschrijvingsprijs van de laagste regelmatige inschrijver ph = De inschrijvingsprijs van de hoogste inschrijver. px = De inschrijvingsprijs van inschrijver X:.

In de formule worden de inschrijvingsprijzen berekend op basis van het opgegeven forfaitair percentage (k%x = korting of vermeerdering) op de KVIV-barema I klasse 2 (6,39 %). Voor de inschrijvingsprijs van inschrijver X (px) wordt dus genomen:

Ofwel

px = (1-k%x) x 7,12% x 5.000.000 = 356.000 x (1-k%x) bij korting

Ofwel

px = (1+ k%x) x 7,12% x 5.000.000 = 356.000 x (1+ k%x) bij vermeerdering

De inschrijver moet het ereloonpercentage voor de studie berekenen op basis van de aanpak en methodologie uit punt 2 hierna en minstens uitsplitsen per deeltermijn (zie art 69 § 3 en 4 verder). De prijsbepaling voor elk van die deeltermijnen wordt opgegeven op basis van een raming van het aantal nodige mandagen voor elk van de categorieën ingezette medewerkers en eventuele andere kosten, volgens een geraamde hoeveelheid per deeltermijn.

b) P(b)x De volledigheid van de prijsopgave en de prijsdetailleringen die ook zullen gehanteerd worden voor eventuele bijkomende prestaties: quotering op 5 punten

Voor de prijsdetaillering moet de inschrijver een nota opstellen, die omvat:

• Enerzijds de prijsdetailleringen, uitgedrukt in mandagen voor senior en junior consultant, en van eventueel andere in de totale prijs begrepen kostenfactoren die zijn gehanteerd bij het opstellen van de offerte. Deze zullen gehanteerd worden bij eventuele bijkomende opdrachten in het kader van een af te sluiten bijakte.



• Anderzijds een gedetailleerde lijst van prestaties die zijn inbegrepen. Prestaties, die het gevolg zijn van de eigen voorstellen inzake o.m. visie op het vervullen van de opdracht, methodologie, proces- en kwaliteitsbepaling, worden mee vermeld. Indien de inschrijver sommige daarvan niet in de opgegeven totaalprijs heeft begrepen, geeft hij er hier uitdrukkelijk een aparte offerte voor op.

De puntenverdeling voor dit onderdeel zal gebeuren op basis van de volledigheid en de overzichtelijkheid van de prijsdetaillering.

2. Infrastructurele, architecturale en stedenbouwkundige kwaliteit (aanpak en methodologie): quotering op 50 punten

De inschrijvers dienen bij hun offerte een nota te voegen, die de te volgen aanpak en methodologie voor de uitvoering van de studie omvat. Deze nota zal tevens de conceptuele, creatieve en inventieve visies bevatten, die de inschrijver vooropstelt om dit project om te zetten in een concreet uitvoerbaar bestek (of eerder bestekken) en zal tevens de garanties bevatten voor een vlotte samenwerking met het opdrachtgevend bestuur en alle betrokken partijen, inzonderheid op vlak van bereikbaarheid, de wijze van overleg met de aanbestedende overheid en de projectorganisatie. De nota dient ook blijk te geven van terreinkennis, kennis van de historiek van de weg, de mogelijke knelpunten in de studie enz. De inschrijvers dienen inzicht in de aard van de opdracht te tonen, de mogelijke knelpunten te situeren en een oplossingsmethodiek (niet alleen technisch, maar ook een manier van aanpakken om tot een voor iedereen aanvaardbare oplossing te komen) summier voorop te stellen.

Tevens is het ook zeer belangrijk een visie te krijgen op enerzijds het infrastructurele en landschappelijk concept en anderzijds op het technisch en architecturaal concept van de kunstwerken. (zie bijgevoegd artikel 6)

De inschrijver beperkt zijn nota tot acht blz. A4 eventueel aangevuld met relevant grafisch materiaal en met één of twee A3-timings(faserings)plannetjes. Het bestuur behoudt zich evenwel ten allen tijde het recht voor om te interveniëren in de te volgen werkwijze en er eventueel wijzigingen aan te brengen tijdens de uitvoering van de studie.

3. De profielen en deskundigheid van de personeelsbezetting die ingezet worden voor het project: (quotering op 10 punten)

De inschrijver stelt het leidende multidisciplinair team (niet het volledige organigram van het bedrijf met de CV’ s van alle personeelsleden!) voor, verantwoordelijk voor dit project. Belangrijk hierbij is dat er een deskundige in het team aanwezig is voor elk van de aan bod komende disciplines in deze opdracht (planmeting, CAD CAM (tekenaars en programmatuur), wegenbouwkundige aspecten, stedenbouwkundige aspecten, verkeerskundige aspecten, landschapsarchitectuur, veiligheid en milieu, geluidsproblematiek, …).

De inschrijver vermeldt in een lijst de naam van de projectleider en de andere teamleden (kolom 1), hun functie binnen het bureau (kolom 2), (relevante) diploma’s (kolom 3), jaren ervaring (kolom 4), een beknopte omschrijving van de belangrijkste gelijkaardige projecten (aanneming meer dan 3 miljoen EURO) waaraan hij / zij heeft meegewerkt gedurende de laatste drie jaren (kolom 5) en overzicht van de technische middelen (software waarmee deze persoon kan werken) waarover deze persoon beschikt (kolom 6).

Opmerking:

De aangeduide mensen dienen dan ook effectief beschikbaar te zijn en dienen effectief deze studie uit te voeren en de gevraagde documenten op te stellen. Bij eventuele niet beschikbaarheid van de aangeduide uitvoerders ingevolge overmacht, dient de inschrijver vervangers aan te duiden met een gelijkwaardige opleiding en diploma.



Indien beroep wordt gedaan op onderaannemers dienen hun opdracht en hun kwalificaties eveneens nominatief meegedeeld te worden. Het is de inschrijver verboden, na toewijzing van de opdracht, nog wijzigingen aan te brengen aan de voorgestelde onderaannemers, tenzij na instemming van de aanbestedende overheid op basis van een gemotiveerde schriftelijke aanvraag.

In ieder geval duidt de inschrijver een projectleider aan, die gedurende het ganse project zal fungeren als aanspreekpunt voor het opdrachtgevend bestuur.

De toewijzing zal gebeuren aan de inschrijver met het hoogste aantal punten op de som van de criteria 1, 2 en 3.

Indien blijkt dat er verschillende inschrijvers zijn die hetzelfde aantal punten behalen, zal die inschrijver gekozen worden die de hoogste score behaalt op het criterium 2) inzicht in de aard van de opdracht.

ART. 116. GESTANDDOENINGSTERMIJN VOOR DE INSCHRIJVERS

De inschrijvers blijven gebonden aan hun offerte gedurende een termijn van honderdtwintig (120) kalenderdagen, ingaand de dag na de zitting voor de opening van de offertes.



B. KB VAN 26/09/1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE BIJ DIT BESLUIT (ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMINGEN VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN), EN DE WIJZIGINGEN VERVAT IN KB VAN 29/4/1999

B.1. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KB VAN 26/09/1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN.

ART. 2. TOEPASSELIJKE DOCUMENTEN

Naast wettelijke en reglementaire voorschriften, zijn van toepassing:

� Het Standaardbestek 250 voor de Wegenbouw; versie 2.1

� AOSO bestekteksten voor kunstwerken, uitgegeven door de Administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur.

� Het “Mobiliteitshandboek - Praktische Gids bij de Mobiliteitsconvenants” (uitgave Kluwer Editorial)

� Vademecum Verkeersvoorzieningen in bebouwde omgeving en de bijhorende omzendbrief OW 98/ 2 d.d. 20 mei 1998

� Besluit van de Vlaamse Regering van 4 november 1997 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning

� Besluit van de Vlaamse regering van 05 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester

� Omzendbrief RO/98/01 : Handleiding bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 november 1997 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning

� De vigerende milieuwetgeving: Vlarem, Vlarea , Vlarebo,…

� De vigerende veiligheidswetgeving

� De vigerende stedebouwkundige wetgeving

� Omzendbrieven en dienstorders zoals o.m.: � 512-107 en 107 bis praktische leidraad ter voorkoming van schade aan

ondergrondse installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken � 514-A/1, A/3 en A/11: beproevingslaboratoria � LI 93/50 richtlijnen voor het beheer van kunstwerken � LI 93/70 nutsleidingen op kunstwerken � OW/96/01 Kostenschaal aannemersmateriaal CMK-93, berekenen van de uurkost

van aannemersmaterieel � LI 96/56 signalisatie van werken � LI 96/46 Gegevens nodig voor het opmaken van ontwerpen van kunstwerken door

de afdelingen Betonstructuren en Metaalstructuren van de administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten.



� LIN/AWV 2002/8 Extra beveiliging tegen aanrijding op de staart van de files bij wegwerkzaamheden op autosnelwegen

� LIN/AWV 2004/3 KB dd 25.01.2001 – Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Veiligheids- en gezondheidsplan, coördinatiedagboek en postinterventiedossier

� De bij het bestek horende basis voor ontwerpgegevens.

� De ruimtelijke structuurplannen, gewestplannen en BPA’s

� Het provinciaal fietsroutenetwerk

� Studie ‘Regionet Brabant-Brussel’

� Vademecum Natuurtechniek

� MER-richtlijnen boek 1997 (cel MER-AMINAL)

� Streefbeeldstudie R0-E411-N4

� MER studie (dient nog opgemaakt te worden)

� Opmetingsplan Brabandtlaan.

Al deze documenten liggen ter inzage bij de afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant of worden op eenvoudig verzoek (indien beschikbaar digitaal) bezorgd.

ART. 3, § 1. LIJST VAN DE BEPALINGEN VAN DE ALGEMENE AANNEMINGS-VOORWAARDEN WAARVAN WORDT AFGEWEKEN

Artikel 78§1

ART. 4 EN 5. BETALINGSMODALITEITEN EN VOORSCHOTTEN

De betalingen gebeuren, in overeenstemming met III. Technische Bepalingen van dit bestek, in percentsgewijze schijven als volgt:

� 25 % van het ereloon wordt betaald na goedkeuring van het totaal voorontwerp volgens art. III.3.2. en III.3.3. en op basis van de raming van de werken overeenkomstig het goedgekeurde voorontwerp;

� tot 50 % van het ereloon wordt betaald na goedkeuring van het (deel) ontwerp volgens art. III.3.4. en op basis van de raming van de werken overeenkomstig het goedgekeurde (deel) ontwerp, mits aftrok van het reeds verworven ereloon dat betrekking heeft op dit (deel) ontwerp.

Voor het in aanbesteding stellen, is de verdere betaling van de erelonen als volgt :

� tot 70 % van het ereloon wordt betaald na de ontvangst van het desbetreffende bundel van de aanbestedings-bescheiden en bouwaanvraagdocumenten volgens art. III.3.5. en op basis van de raming van de werken;

� tot 80 % van het ereloon wordt betaald na het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning en de betekening van de goedkeuring aan de aannemer, die belast wordt met de uitvoering der werken, op basis van de goedgekeurde inschrijving.

� Tot 85 % van het ereloon wordt betaald na beëindiging van één derde (1/3) van de uitvoeringstermijn opgelegd in het bestek der werken op basis van de goedgekeurde inschrijving.

� Tot 90 % van het ereloon wordt betaald na beëindiging van twee derde (2/3) van de uitvoeringstermijn opgelegd in het bestek der werken op basis van de goedgekeurde inschrijving.



� Tot 95 % van het ereloon wordt betaald na opmaak van het proces-verbaal van beëindiging der werken op basis van de werkelijke kostprijs van de uitgevoerde werken (exclusief prijsherzieningen).

� Het saldo van het ereloon wordt betaald na opmaak van het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de werken. Het saldo wordt berekend op basis van de werkelijke kostprijs van de uitgevoerde werken, incl. de eventuele goedgekeurde verrekeningen maar excl. De prijsherzieningen.

Opmerkingen:

1. Het totale ereloon van de studieopdracht wordt dus berekend op basis van ramingen (voorontwerp en ontwerp) of op basis van het goedgekeurd inschrijvingsbedrag (aanbesteding).

Elk berekend totaalbedrag in euro wordt desgevallend afgerond naar de hogere of lagere tweede decimaal, al naargelang de derde decimaal minstens 5 of minder bedraagt.

2. Verrekeningen in meer met betrekking tot de uitvoering van de werken, te wijten aan fouten in de studie en de aanbestedingsbescheiden geven geen recht op betaling van ereloon. Aanvullende studies, berekeningen en opmaak van plannen tijdens de uitvoering der werken, dewelke normaal hadden moeten gebeuren voor de start der werken (maar die over het hoofd gezien werden) geven eveneens geen recht op verdere uitbetaling van erelonen.

Wat betreft gerechtvaardigde meerwerken: Voor de betaling van ‘meerwerken’ dient de gedagtekende en ondertekende schuldvordering uitdrukkelijk te verwijzen naar het geschreven bevel van de aanbestedende overheid tot uitvoering der (meer)werken.



B. 2. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN DE BIJLAGE: ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN

ART. 1. OMSCHRIJVING VAN DE LEIDING EN HET TOEZICHT OP DE UITVOERING

Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat enkel uit:

a) de technische en administratieve opvolging van de diensten tot en met de oplevering;

b) het nazicht van de schuldvorderingen en facturen;

c) het opstellen van de processen-verbaal;

d) de oplevering van de studieopdracht;

e) het instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van onderrichtingen, telkens wanneer het bestek of de gunningsdocumenten onvolledig of onduidelijk zijn

Leidend ambtenaar voor deze opdracht is Ing. Jozef Steppe, behorende tot de afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant van het Agentschap Wegen en Verkeer, contactpersoon is ir. Raf Van den Broeck.

Voor de stuurgroep, die deze studieopdracht begeleidt, worden minstens vertegenwoordigers van de volgende actoren uitgenodigd:

� Agentschap Wegen en Verkeer:

- afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant

� Departement Mobiliteit en Openbare Werken:

- afdeling Betonstructuren en/of afdeling Metaalstructuren

- afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid – cel Vlaams-Brabant

� Departement Leefmilieu, Natuur en Energie

- afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid – dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

� Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed:

- afdeling Ruimtelijke Planning

� Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen:

- Afdeling R.O. Vlaams-Brabant

� Provincie Vlaams-Brabant

� De Lijn Vlaams-Brabant

� De gemeenten Overijse en Hoeilaart

De stuurgroep kan uitgebreid worden met ad hoc-leden.



ART. 4, § 1. 3 PLANNEN, DOCUMENTEN EN VOORWERPEN

In verband met de voorwaarden voor het gebruik van de plannen, documenten en voorwerpen van de opdracht wordt verduidelijkt dat de aanduidingen op de tekeningen betreffende de bestaande toestand slechts bij wijze van inlichting gegeven worden.

De dienstverlener is verplicht zich vooraf persoonlijk te vergewissen omtrent de uitvoeringsvoorwaarden van zijn diensten.

ART. 5, § 1. BEDRAG VAN DE BORGTOCHT

Voor deze opdracht wordt een borgtocht geëist van 5% van de oorspronkelijke aannemingssom, exclusief BTW. Het bewijs van de borgstelling moet, binnen de 30 kalenderdagen na de betekening van de opdracht, opgestuurd worden naar het adres van de aanbestedende overheid.

ART. 9. VRIJGAVE VAN DE BORGTOCHT

De helft van de borgtocht wordt vrijgegeven na de betekening van de goedkeuring aan de aannemer die belast wordt met de uitvoering der werken van de laatste deelopdracht.

De andere helft na opmaak en betekening van het proces-verbaal van voorlopige oplevering aan de aannemer die belast wordt met de uitvoering der werken van de laatste deelopdracht.

ART. 13, § 2. PRIJSHERZIENING

Voor deze opdracht wordt geen prijsherziening toegepast.

ART. 14. INTELLECTUELE RECHTEN

De inschrijver dient alle maatregelen te treffen om het confidentiële karakter van de gegevens en onderzoeksresultaten te doen bewaren door hemzelf en door eenieder die er toegang toe heeft.

Alle documenten en alle informatie, die in het kader van deze overeenkomst door de opdrachtgevende partijen aan de ontwerper worden geleverd of waarvan deze tijdens de uitvoering van zijn opdracht kennis heeft gekregen, zullen door de inschrijver enkel voor dit doel worden gebruikt.

De inschrijver zal er zorg voor dragen dat derden geen toegang krijgen tot deze documenten en informatie. Deze geheimhoudingsverplichting geldt zowel tijdens als na de overeenkomst.

Alle door de inschrijver opgestelde documenten, plannen en digitale bestanden in het kader van deze overeenkomst worden bij de oplevering volle eigendom van de opdrachtgever.

De opdrachtnemer mag geen grafische of geschreven elementen uit zijn studie publiceren of laten publiceren zonder toelating van de opdrachtgever.

ART. 15. BETALINGEN

a) De betalingsbescheiden (betalingsaanvragen en facturen) dienen opgesteld op naam van de Vlaamse Overheid en geadresseerd aan de aanbestedende overheid:

Vlaamse Overheid Agentschap Wegen en Verkeer Afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant



De betaling geschiedt binnen de 50 kalenderdagen na ontvangst van een correcte factuur. De verschuldigde bedragen zullen gestort worden op het rekeningnummer vermeld op het inschrijvingsbiljet.

b) Eventuele betalingen aan de aanbestedende overheid worden uitgevoerd op rekeningnummer 091-2206029-84 van Dexia geopend op naam van:

Vlaamse Overheid Agentschap Wegen en Verkeer Afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant

ART. 15 § 4. INTREST VOOR ACHTERSTALLIGE BETALINGEN.

Onderhavig bijzonder bestek wijkt uitdrukkelijk af van de bepalingen van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake de toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dan ook bij voorrang toegerekend worden op de hoofdsommen en pas daarna op de interesten.

ART. 15 § 5. ONDERBREKING DOOR DE AANBESTEDENDE OVERHEID

De dienstverlener heeft geen recht op schadevergoeding of termijnverlenging voor onderbrekingen bevolen door het Bestuur als gevolg van een slechte uitvoering. In dit geval stelt de dienstverlener zich onmiddellijk in verbinding met de leidende ambtenaar om zijn voorstellen over te maken.

ART. 18. RECHTSVORDERINGEN

Elke rechtsvordering van de dienstverlener wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding.

ART. 19. §1 OPLEVERINGEN

De oplevering van deze studieopdracht wordt gegeven na de betekening van het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de aannemer die belast werd met de uitvoering der werken van de laatste deelopdracht.

ART. 20, § 4. STRAFFEN

a) Ongerechtvaardigde afwezigheid op vergaderingen geeft aanleiding tot een straf van 250 EURO per afwezigheid. Het opsturen van verslagen na 7 kalenderdagen na de datum van de vergadering geeft eveneens aanleiding tot bovenvermelde straf.

b) De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als de inbreuk is gepleegd.

De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de dienstverlener niet juist kan worden bepaald.

Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven bepaald, vermenigvuldigd met het aantal malen dat deze inbreuk werd vastgesteld.

Deze afwijking van de AAV wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende dienstverlener mogelijk is.



ART. 67: ELEMENTEN DIE IN DE PRIJZEN ZIJN BEGREPEN

Zie Technische voorschriften.

ART. 69, § 3 en 4. UITVOERINGSTERMIJNEN

De studie wordt in volgende deeltermijnen uitgesplitst:

� Deeltermijn 1 voor het verzamelen van de basisgegevens, het onderzoeken en afwegen van de varianten en alternatieven en het opmaken van het voorontwerp bedraagt 6 kalendermaanden te rekenen vanaf de dag volgend op het aanvangsbevel van deze termijn.

� Deeltermijn 2 voor het opmaken van het uitvoeringsontwerp bedraagt 4 kalendermaanden te rekenen vanaf de dag volgend op het aanvangsbevel van deze termijn.

� Deeltermijn 3 voor het opmaken van de aanbestedingsdocumenten volgens art. III.-3.5. bedraagt 2 kalendermaanden voor het opmaken en indienen van de definitieve versie van de aanbestedingsdocumenten te rekenen vanaf de dag volgend op het aanvangsbevel.

Iedere deeltermijn vangt aan bij schriftelijk bevel en eindigt met het afleveren van de in de betreffende deeltermijn voorziene en door het Bestuur aanvaarde bescheiden.

De tijdsspanne tussen de deeltermijnen 1 en 2 kan niet vooraf worden vastgelegd, maar kan minimum 2 maanden bedragen (o.a. voor de visualisatie die de opdrachtnemer dient uit te voeren, en voor de resultaten van de planMER die in het ontwerp dienen opgenomen te worden). De tijdspanne tussen de deeltermijnen 2 en 3 kan echter meerdere maanden en meer bedragen.

Tussen de deeltermijnen zal het studiebureau deelnemen aan vergaderingen ter bepaling van het uitvoeringsontwerp.

De termijnen van technische opvolging van de uitvoering zijn dezelfde als de uitvoeringstermijnen van de verschillende deelbestekken.

Zowel gedurende de vermelde uitvoeringstermijnen als tijdens de tussenperiodes dient het studiebureau bereid te zijn om aanpassingen en bijsturingen te doen aan het voorontwerp, het ontwerp en aan de aanbestedingsdocumenten. De termijnen voor deze aanpassingen zullen in wederzijds overleg tussen het Bestuur en de opdrachtnemer bepaald worden. De opdrachtnemer kan voor aanpassingen aan het voorontwerp, het uitvoeringsontwerp en het bestek geen extra kosten aanrekenen.

Als de uitvoeringstermijn tijdelijk geschorst wordt door de opdrachtgever kan de opdrachtnemer hiervoor geen kosten aanrekenen noch schadevergoeding eisen.

ART. 74, §2 OPLEVERING

De oplevering gebeurt zoals beschreven in deel II. Administratieve voorschriften, B.2. onder ART.9. BORGTOCHT

ART. 75, § 1. BOETEN WEGENS LAATTIJDIGE UITVOERING

Indien het indienen van de bescheiden niet gebeurt binnen de voorziene termijnen, wordt een boete toegepast van 125 EURO per kalenderdag vertraging. Deze boetes zijn van rechtswege verschuldigd louter door het verstrijken van de termijn. De totale boete mag de 5 % van het globale ereloon (excl. BTW) niet overschrijden.

De vastgelegde termijnen worden opgeschort tijdens de jaarlijkse bouwverlofperiode, dewelke de ontwerper bij zijn inschrijving schriftelijk dient kenbaar te maken.



DEEL III. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

ART. 1 ONTWERPGEGEVENS + TAKEN VAN DE OPDRACHTGEVER (ZIE OOK ART 1 IN §BII)

Volgende gegevens en documenten maken integraal deel uit van aanbestedingsbescheiden voor het uitvoeren van de opdracht:

� de basisteksten van de Administratie Wegen en Verkeer voor het opmaken van het bestek in toepassing van het standaardbestek 250;

� de ter beschikking gestelde plannen:

� opmeting A4/E411 – omgeving Brabandtlaan: randen middenberm en zijberm en grenzen openbaar domein voor zover in kaart gebracht (dwg-file, excl. riolering): grondplan ter inzage.

Dit plan wordt gratis ter beschikking gesteld aan de dienstverlener en ligt ter inzage voor alle inschrijvers op de afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant. Het plan kan eveneens in digitaal formaat (dwg- of dxf-formaat) ter beschikking gesteld worden aan de dienstverlener.

Volgende zaken behoren tot de taak van het opdrachtgevend Bestuur:

� Het vervullen van de nodige formaliteiten voor de aanbesteding der werken, zoals de aankondiging, de openbare zitting, het onderzoek der offertes (Bestuur behoudt zich wel het recht om advies te vragen aan het studiebureau; eveneens dient de coördinator – ontwerp de volgens art. 30 van het KB van 25.01.01 de door de aannemers bij de offerte te voegen bescheiden na te kijken en te evalueren: alle taken van veiligheidscoördinator – ontwerp zijn vermeld in art. 11 van KB van 25.01.01) en de toewijzing der werken;

� Het opmaken van een veiligheids – en gezondheidsplan;

� Het laten uitvoeren van een geotechnisch grondonderzoek indien nodig;

� Het laten uitvoeren van een milieuhygiënisch grondonderzoek;

� Het toezicht op de uitvoering der werken en het voeren van de algemene leiding der werken;

� Het toekennen of weigeren van de voorlopige en definitieve oplevering.

ART. 2 OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT

De opdracht omvat hoofdzakelijk:

1) het uitvoeren van bijkomende topografische verrichtingen met het oog op de opmaak van de volledige opdracht;

2) het uitvoeren van het vooronderzoek, het inwinnen van ontbrekende gegevens, en opmaken van plans met aanduiding van bestaande nutsleidingen

3) het opmaken van voorontwerpen dwarsprofieltekeningen

4) het uitvoeren van een studie betreffende de rioleringen en de waterafvoer;

5) het uitvoeren van een studie betreffende de groenvoorzieningen, signalisatie, grondkeringen, enz.…

6) het verlenen van de nodige ondersteuning tijdens overlegvergaderingen met de aanbestedende overheid en andere betrokken instanties in het kader van de besprekingen



van het voorontwerp, incl. de vergaderingen van de provinciale auditcommissie, infovergaderingen en hoorzittingen;

7) het opstellen van de nodige dossiers voor de bespreking in de provinciale auditcommissie en voor het aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning en bijbehorende machtigingen;

8) het aanpassen van de voorontwerptekeningen, het opstellen en nadien bespreken van definitieve ontwerpplannen;

9) het opmaken van architecturale ontwerpvoorstellen voor de verschillende kunstwerken (bruggen, tunnels,….) ter bespreking met de Vlaamse bouwmeester;

10) het opmaken van de aanbestedingsbescheiden: de gedetailleerde signalisatie- en uitvoeringsplans, administratieve en technische bepalingen van het bestek met inbegrip van beschrijvende en samenvattende opmeting en kostenraming;

11) adviesverlening vanaf de voorbereiding van de aanbesteding tot en met de aanbesteding van de werken.

12) de technische ondersteuning bij de uitvoering van de opdracht (omvat niet de algemene werfleiding en het dagelijks toezicht op de uitvoering van de werken)

13) het opmaken van rooilijn- (bouwvrije stroken) en onteigeningsplannen;

14) het overleggen met ABS/AMS teneinde de ontwerpplannen op elkaar af te stemmen, het leveren van de nodige gegevens volgens dienstorder LI 96/46, bij het ontwerp van de wegenis overleggen over de constructiehoogte aan de kunstwerken.

ART. 3 UITVOERING VAN DE OPDRACHT

3.1. Algemeen

De studie en plans worden opgemaakt

� volgens de regels van goed vakmanschap, op basis van de huidige geldende normen, methoden, ervaringen en wetenschap met het doel een goede realisatie van het ontwerp mogelijk te maken overeenkomstig de specifieke technische aspecten van het project;

� volgens de toepasselijke documenten opgenomen in artikel 2 van II.-B.1. van dit bestek;

� volgens de ontwerpgegevens die hem door de aanbestedende overheid ter beschikking worden gesteld en de richtlijnen van de leidende ambtenaar.

Tijdens de studiefase zullen onder voorzitterschap van de leidende ambtenaar stuurgroep- en andere overleg- en infovergaderingen worden belegd, waaraan de betrokken partijen en ook de dienstverlener zullen deelnemen. De dienstverlener treedt tevens op als verslaggever van de vergaderingen.

De dienstverlener is ertoe gehouden, op elk ogenblik van de uitvoering van de opdracht, zijn voorstellen, plans en andere documenten aan te passen volgens de wijzigingen en/of aanvullingen die de leidende ambtenaar noodzakelijk acht zoals hierna beschreven. De dienstverlener bezorgt steeds de meest actuele plannen aan de opdrachtgever en andere betrokken partijen op verzoek van de opdrachtgever.

3.2. Basisgegevens voor het opmaken van het (voor)ontwerp

Na de gunning van de opdracht, zal de dienstverlener volgende opdrachten uitvoeren als basis voor het opstellen van het voorontwerp en het ontwerp:

� eventuele bijkomende topografische verrichtingen en opmaken van opmetingsplans (zie onder art 1 hierboven), volgens beschrijving in het bijgevoegd artikel 1.



� het uitvoeren van het vooronderzoek, het inwinnen van ontbrekende gegevens en opstellen van plannen met aanduiding van bestaande nutsleidingen, met inbegrip van het opmaken van voorstellen voor verplaatsing van nutsleidingen voor zover als nodig voor de uitvoering van het ontwerp. Onder “nutsleidingen” wordt verstaan: alle leidingen en installaties van openbare nut. Het verkrijgen van de nodige inlichtingen bij openbare en privaatrechtelijke instanties in verband met de nutsleidingen en kadastrale gegevens, is een last van de dienstverlener. De aanbestedende overheid zal, indien nodig, ondersteuning verlenen om deze gegevens binnen de afgesproken timing te bekomen.

3.3. Voorontwerp

� Het opmaken van architecturale ontwerpvoorstellen van de kunstwerken (brug) ter bespreking met de Vlaamse Bouwmeester (in samenwerking met ABS/AMS). De esthetische en architectonische vormgeving dient uitgewerkt te worden en voorgelegd aan de Vlaamse Bouwmeester, zoals beschreven in het Besluit van de Vlaamse regering van 05 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester (zie bijgevoegd artikel 6).

� Het verder uitwerken van de schetsontwerpen (zie bijgevoegde artikels) o.a. dmv 3-dimensionale tekeningen, teneinde de verschillende keuzes beter tov elkaar te kunnen beoordelen. Deze voorontwerpen voorstellen op verschillende vergaderingen (bvb. RUP, planMER, PAC,…)

� Het weerhouden voorontwerp zal door de opdrachtnemer getoetst worden met een audiovisuele, dynamische en fotorealistische visualisatietechniek (zie bijgevoegd artikel 7).

� Het uitvoeren van een studie betreffende de rioleringen en de gescheiden waterafvoer volgens de code van goede praktijk rioleringen, inclusief nodige hydraulische computersimulaties;

� Studie voor het verbeteren van de waterafvoer;

� Een verkeerskundige studie omtrent de inrichting en de capaciteit van het complex, de aansluiting op de N4 en van het functioneren van het omliggende wegennetwerk. De door de dienstverlener voorgelegde studie wordt door hem getoetst een dynamische simulatie. Hiervoor kan de dienstverlener verder bouwen op en gebruik maken van de dynamische simulaties, die gemaakt werden bij de opmaak van het streefbeeld;

� Het opmaken van voorontwerptekeningen; opmaken van een inplantingsplan, dwarsprofielen van de bestaande toestand en de te realiseren toestand.

� Het verlenen van de nodige ondersteuning tijdens overlegvergaderingen van de aanbestedende overheid met privé – bedrijven (en eventueel personen) en andere betrokken instanties o.a. het instaan voor de verslaggeving van vergaderingen allerhande.

� Het opstellen van de voorlopige raming (volgens posten SB 250).

Het voorontwerp wordt opgemaakt overeenkomstig de besluiten en beslissingen, getroffen door het Vlaams Gewest in samenspraak met de andere instanties en omvat volgende bescheiden:

� situatieplan op schaal 1/10.000;

� assenplan(s) op schaal 1/500;

� grondplan(s) op schaal 1/500 van de bestaande toestand met aanduiding van de bestaande nutsleidingen;

� grondplan(s) op schaal 1/500 van het voorontwerp over het gehele studiegebied;



� type-dwarsprofielen op schaal 1/50;

� details op aangepaste schalen van de waterafvoer en aanhorigheden;

� een gedetailleerde kostenraming volgens het voorontwerp;

� gegevens noodzakelijk voor het ontwerpen van kunstwerken (LI 96/46)

Het uiteindelijke voorontwerp, met bijhorende verantwoordingsnota, wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de provinciale auditcommissie. De verantwoordingsnota, grondplannen en type dwarsprofielen dienen aan alle leden van de provinciale auditcommissie (15-tal) door de dienstverlener verstuurd te worden na bekendmaking van de datum van de vergadering.

3.4. Ontwerp:

Na goedkeuring van het voorontwerp, wordt overgegaan tot het opstellen van de definitieve ontwerpplans en onteigeningsplannen.

Het ontwerp omvat onder meer:

� het verder detailleren van de voorontwerpplannen;

� het volledig en zo gedetailleerd mogelijk uitwerken en uittekenen van de tekeningen en plans van het ontwerp, inbegrepen de nodige detailtekeningen;

� het opstellen van grensbepalingsplannen, nieuwe rooilijnplannen, plannen bouwvrije stroken en onteigeningsplannen: inclusief alle onderzoeken qua grensbepalingen, op te zoeken bij het Kadaster en opzoeken van de nodige notariële aktes: zie omschrijving technische voorwaarden in bijgevoegd artikel. De onteigeningsplannen dienen voor aanvraag van het MB in 25 exemplaren volgens de onderrichtingen overgemaakt te worden.

� het opmaken en uitwerken van de omleidings- en signalisatieplans tijdens de uitvoering van de werken en uitwerken van maatregelen om de hinder zo minimaal mogelijk te maken;

� het opstellen van een kostenraming (volgens posten SB250) in het bestand ‘bestekmaker’;

� opstellen van definitieve signalisatieplannen;

� het opstellen van het dossier voor de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning en eventuele bijhorende machtigningen;

� het uitvoeren van de coördinatie-opdracht ontwerp en coördinatie-opdracht verwezenlijking (conform het KB van 25 januari 2001 betreffende tijdelijke en mobiele bouwplaatsen). Dit houdt o.a. in:

� het opstellen van een veiligheids- en gezondheidsplan, incl. het coördinatiedagboek en postinterventiedossier;

� het adviseren van het opdrachtgevend bestuur inzake het document (zie art. 30 van het KB) dat door de kandidaten voor de uitvoering van het werk bij hun offertes wordt gevoegd en waarin wordt beschreven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met het veiligheids- en gezondheidsplan;

� Overeenkomstig dienstorder LIN AWV 2004/3 stelt de coördinator-ontwerp, als aanvulling op het SVGP, het Bijzonder Veiligheids- en Gezondheidsplan (BVGP) op. Ook voor dit Bijzonder Veiligheids- en Gezondheidsplan werd, voor het bevorderen van de eenvormigheid en de herkenbaarheid, een standaard opgemaakt. Dit document dient door de coördinator-ontwerp te worden gebruikt voor het opmaken van het ontwerp-VGP. In het BVGP wordt regelmatig verwezen naar de desbetreffende artikels van het SVGP. De bedoeling van deze twee documenten, zijnde het SVGP en het BVGP, is dat het SVGP de documenten bevat die steeds



van toepassing zijn en het BVGP specifiek gericht is op het uit te voeren project. Dit houdt in dat het BVGP ontdaan is van alle algemeenheden waardoor het volume van dit document tot het essentiële wordt beperkt. Beide documenten vormen één geheel voor het project.

� opstellen overzichtsplannen van te vernieuwen nutsleidingen en voorzitten van coördinatievergaderingen met de maatschappijen van de nutsleidingen, aanduiding op plan welke leidingen dienen verplaatst te worden zodanig dat het opdrachtgevend bestuur de verplaatsingsopdrachten eenduidig kan opmaken,

Tegelijkertijd stelt de dienstverlener een volledig dossier samen op basis van het ontwerp conform de richtlijnen met betrekking tot de samenstelling van een dossier voor de aanvraag om een stedenbouwkundige vergunning in 6-voud in te dienen, met bijhorende machtigingen.

Het ontwerp omvat volgende bescheiden:

� situatieplan op schaal 1/10.000;

� assenplan(s) op schaal 1/500;

� gedetailleerde grondplans van de bestaande toestand op schaal 1/500 met aanduiding van de bestaande en de te verplaatsen nutsleidingen;

� gedetailleerde grondplans van het ontwerp op schaal 1/500;

� gedetailleerde plans op schaal 1/50 van de te verwezenlijken type-dwarsprofielen;

� lengteprofielen en dwarsprofielen op aangepaste schalen;

� plans op schaal 1/500 van de waterafvoer;

� gedetailleerde plans in verband met beplantingen, grondkeringen, beveiligingsconstructies en aan te brengen wegsignalisatie en/of markeringen;

� voorstellen tot een gefaseerde uitvoering der werken;

� technische bepalingen van het bestek op basis van het standaardbestek 250;

� samenvattende opmeting van de uit voeren werken op basis van de genormaliseerde posten volgens het standaardbestek 250;

� raming van de werken volgens het ontwerp.

De definitieve plans worden in kleur opgemaakt en ter ondertekening voorgelegd bij de afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant en tevens in digitale vorm op CD-Rom, waarin het formaat en de layer structuur voldoen zoals beschreven in het bijgevoegd artikel.

Alle tekstdocumenten worden opgesteld in Microsoft-Word en tevens in digitale vorm ter beschikking gesteld. Opmetingen worden opgesteld met het informaticaprogramma DELTA-2001 in Microsoft-Excel dat gratis ter beschikking wordt gesteld door het opdrachtgevend bestuur. Enkel de opmetingen in deze vorm worden aanvaard, de dienstverlener dient zich te schikken naar de gebruiken van het opgemaakte programma voor de opmaak van de posten.

Na bespreking in de stuurgroep met de betrokken partijen en goedkeuring van het ontwerp worden deze documenten aangepast conform de opmerkingen die de aanbestedende overheid schriftelijk zal ter kennis brengen aan de dienstverlener.

3.5. Aanbestedingsdocumenten .

� Het opmaken van een volledig bijzonder bestek met administratieve bepalingen, technische bepalingen, beschrijvende opmeting, samenvattende opmeting en het offerteformulier en dit volgens de geplogendheden bij de administratie AWV;

� Het definitief uitwerken van de raming;



Volgende aanbestedingsdocumenten dienen geleverd te worden:

� alle documenten, opgesomd onder art. 3.4.;

� plans in verband met de fasering van de werken, gedetailleerde signalisatieplans en eventuele noodzakelijke verkeersomleidingen tijdens uitvoering van de werken;

� administratieve en technische bepalingen van het bestek op basis van het standaardbestek 250;

� de beschrijvende opmeting en samenvattende opmeting van de uit voeren werken op basis van de genormaliseerde posten volgens het standaardbestek 250;

� een gedetailleerde raming van de uit te voeren werken.

De aanbestedingsdocumenten worden in drievoud ingediend.

Na goedkeuring ervan wordt de volledige goedgekeurde versie van de aanbestedingsdocumenten aan de aanbestedende overheid overgemaakt en daarenboven geleverd op CD-Rom (bestek – opmeting volgens xls-programma ‘bestekmaker’ – plannen – …).

De aanbesteding en het aanbestedingsverslag (artikel plaatsen in bulletin der aanbestedingen, aanbesteding zelf en het nakijken van het aanbestedingsdossier) gebeurt door de opdrachtgever.

� Besteksteksten (administratief en technisch), teksten voor audits e.d.: Word.

� Meetstaat en raming worden opgesteld met het bestand ‘bestekmakers’, dewelke vlot omgevormd kan worden tot DELTA-2001 – bestanden. De opdrachthouder dient de nodige zaken op te vragen bij het Bestuur (i.v.m. opbouw raming en meetstaat)

� Alle plannen en besteksplannen worden opgesteld volgens het formaat en de layer structuur zoals beschreven in het bijgevoegd artikel.

3.6. Leveren van technische ondersteuning tijdens de uitvoering van de werken

� Bij de uitvoering der werken worden noodzakelijke technische instructies en detailtekeningen gegeven.

� De opdracht als coördinator-verwezenlijking hoort NIET tot deze studieopdracht :

� De dienstverlener organiseert de wekelijkse werfvergaderingen, hij roept de noodzakelijk geachte personen op, stelt een omstandig werfverslag op, zorgt voor de tijdige verdeling van het verslag en waakt erover dat de besproken punten worden gerealiseerd. Dit alles steeds in eng contact met de opdrachtgever die altijd deze vergaderingen zal voorzitten.

� De ontwerper geeft schriftelijk technisch advies over alle technische aangelegenheden van de werf, inclusief verrekeningen en proeven.

� Het geven van aanvullingen en verduidelijkingen bij de afgeleverde documenten: plannen, technische voorschriften en opmetingen

� Adviseren van wijzigingen voorgesteld door de aannemer

� Bestuderen van oplossingen voor niet voorziene toestanden (ondergrond, verhardingen, waterhuishouding, verkeerssituaties)

� Begeleiden van alle noodzakelijke technische controles: opstellen van de controleschema’s, opvolgen van staalnemingen en proeven, bijhouden en adviseren van de resultaten

� Opmaken van de plannen “zoals uitgevoerd”

� Voorlopige en definitieve aanvaarding De ontwerper adviseert op eventuele technische tekortkomingen die aanleiding geven tot herstelling, prijsverlaging of weigering van de aanvaarding.



� Indien na overleg met de leidende ambtenaar wijzigingen, opgelegd door het bestuur, aan de aanneming moeten worden doorgevoerd. Het opmaken van de nodige verantwoordingen en verrekeningsvoorstellen;

� Met het oog op de voorlopige oplevering de controle van het geheel van de uitgevoerde werken, de tijdige bepaling van het programma der uit te voeren proeven, de controle van de goede uitvoering ervan en de evaluatie van de resultaten. Op basis van zijn bevindingen stelt de dienstverlener een samenvattend verslag op ten behoeve van de leidende ambtenaar.

� de volledige afpaling op het terrein van de definitieve grenzen van het openbaar domein na beëindiging van de werken.

De opdracht omvat niet de algemene werfleiding en het dagelijks toezicht op de uitvoering van de werken.

ART. 4 TERMIJNEN EN VERPLICHTINGEN

De termijnen van uitvoering van elke deelopdracht zijn vermeld in art 69 van de algemene aannemingsvoorwaarden.

De deeltermijnen vangen aan volgens aanvangsbevel per aangetekend schrijven van het opdrachtgevend bestuur.

Wanneer de dienstverlener plans en/of documenten overmaakt die onvolledig en/of niet in overeenstemming zijn met de beschrijving van Art. 2, dan worden deze als onbestaand beschouwd.

Het opdrachtgevend bestuur behoudt zich het recht voor om, op gelijk welk ogenblik, wijzigingen en/of aanvullingen te vragen aan het voorontwerp, het definitieve ontwerp en de aanbestedingsdocumenten.

ART. 5. VERTRAGING,

Iedere vertraging uit hoofde van de opdrachtgever, te wijten aan een oorzaak onafhankelijk van de opdrachtnemer, zal recht geven op een verlenging van de contractuele termijn die overeenstemt met de duur van de vertraging. Om in aanmerking te komen moeten de oorzaken van deze vertraging door de opdrachtnemer per aangetekende brief aan de opdrachtgever gemeld worden binnen een termijn van 10 werkdagen vanaf de datum der feiten. De opdrachtgever doet een uitspraak over de rechtvaardigheid van deze oorzaken binnen een termijn van 10 werkdagen na ontvangst van de hiervoor vermelde aangetekende brief.

ART. 6. AANSPRAKELIJKHEID

De opdrachtnemer vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade voor zover deze door de uitvoering van de opdracht is toegebracht. Ter zake van de resultaten van het project vrijwaart de opdrachtgever de opdrachtnemer voor alle aansprakelijkheid jegens derden, behalve ingeval van grove schuld en/of opzet van de zijde van deze opdrachtnemer.

ART. 7. BETWISTINGEN

Iedere betwisting die zou kunnen rijzen bij de toepassing van de onderhavige overeenkomst en zijn bijlagen, valt onder de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van België.



DEEL IV. BIJGEVOEGDE ARTIKELS

OVERZICHT

BA 1 Technische bepalingen 3D – terreinopmetingen – 3D wegenontwerp – detailtekeningen.

BA 2 Technische voorwaarden voor opmaak rooilijn- en onteigeningsplan.

BA 3 Dienstorder LI 96/46 – Gegevens nodig voor het ontwerpen van kunstwerken door ABS en AMS van AOSO.

BA 4 Kunstwerken

BA 5 Gebruikshandleiding “bestek-maker”

BA 6 Algemene visie van de Vlaamse Bouwmeester op het concept

BA 7 Visualisatietechniek

Agentschap Wegen en Verkeer · e ens tu d ib rf ol g w a v ; e envrk s u dig t omcha pl x,...

Documents

Transcript of Agentschap Wegen en Verkeer · e ens tu d ib rf ol g w a v ; e envrk s u dig t omcha pl x,...