Afval = voedsel - Nederlandse VrouwenRaad_nr._4,_versla… · 2007 ging over deze filosofie en...
Transcript of Afval = voedsel - Nederlandse VrouwenRaad_nr._4,_versla… · 2007 ging over deze filosofie en...
7e jaargang verschijnt 4 maal per jaar
Benoordenhoutseweg 23 | 2596 BA Den Haag | T + 31 (0)70 3469304 | F + 31 (0)70 3459346 | E [email protected] | www.nederlandsevrouwenraad.nl
NUMMER 4 december 2007
De DO-Koerier is een uitgave van de Commissie Duurzame Ontwikkeling van de Nederlandse Vrouwen Raad
Themanummer: NVR-congres Duurzaam consumeren en produceren
Afval = voedselAfval moet de grondstof vormen voor een nieuw product. Het is voedsel voor iets anders. Dat is het idee achter cradle2cradle. Zoals vallende bladeren de bodem voeden, zo kan afval de basis zijn voor een aardbei-enplant of een nieuwe schoen.
“Duurzaamheid is niet genoeg. Het wordt tijd dat mensen echte aardbewoners
worden. Dat we andere soorten blij maken met onze aanwezigheid hier. Dat we
producten maken die leven voortbrengen en niet alleen maar slecht zijn.” Aan
het woord is Michael Braungart, chemicus en geestelijk vader van het principe
cradle2cradle (van wieg tot wieg). Ofwel: elk product moet volledig en zonder
kwaliteitsverlies hergebruikt kunnen worden, onschadelijk zijn voor mens en dier
en het liefst nog iets toevoegen aan de aarde. Ons afval moet als voedsel dienen
voor iets anders.
Afval=voedsel voor aardbeienMichael Braungart en zijn zakenpartner William McDonough staan centraal in
de documentaire ‘Afval=voedsel’. De documentaire laat een paar sterke staaltjes
zien van hun kunnen. Braungart stimuleerde een Zwitserse textielfabrikant om
biologisch afbreekbare stoffen te produceren en die te verven met milieu-
onschadelijke kleurstoffen. Het enige afval dat de Zwitserse fabriek nog produ-
ceert is vilt. Maar het vilten afval is weer voedsel voor aardbeien. Lokale boeren
kopen het op om in koude tijden hun aardbeienplantjes mee af te dekken. In de
loop van de tijd vergaat het vilt en dient het als mest.
Nog zo’n voorbeeld: een Nederlandse voedselfabrikant ontwikkelt een ijsverpak-
king die een toegevoegde waarde heeft voor de natuur. De verpakking is in be-
vroren toestand een gewone ijswikkel die lijkt op plastic folie. Maar als de wikkel
in de prullenbak belandt, smelt deze wikkel langzaam weg. Wie de ijsverpakking
in de berm gooit, verspreidt zaden van zeldzame planten. Die stopt de voedsel-
fabrikant in de verpakking. Helemaal volgens het cradle2cradle-principe.
van de redactie
Cradle2cradle, het credo van de toekomstWerken aan een wereld met toekomst
is de uitdaging van de 21e eeuw. Wat
is er mooier dan te kunnen leven van-
uit het gevoel dat wij de wereld iets
goeds nalaten? In de filosofie van de
toekomst: cradle2cradle oftewel ‘van
wieg tot wieg’, kan de kracht van con-
sument en producent het verschil ma-
ken. Het NVR-congres op 11 oktober
2007 ging over deze filosofie en bracht
de bezoekers ideeën en inspiratie voor
duurzaam consumeren en produceren
in de eigen omgeving.
Dit nummer van de DO Koerier is
nagenoeg geheel gewijd aan (de
verslaglegging van) de NVR-congres-
dag.
Het congres werd mede mogelijk ge-
maakt met subsidie van het Ministerie
van VROM
Tijdens de congresdag stonden deze wiegjes
vervaardigd van afval (oude kranten en dozen) op
het podium als symbool van de filosofie van de
toekomst.
2 DO-Koerier
joen dollar bespaard. McDonough liet
bijvoorbeeld de daken bedekken met
een grasmat. Dat kost een aardige
duit, maar de levensduur is eindeloos
en de kosten voor airconditioning en
verwarming gaan omlaag.
Cradle2cradle conceptBraungart en McDonough dragen uit
dat je alles kunt produceren zonder
afval te maken. Afval moet juist voe-
dingsstoffen bieden voor de natuur,
of te hergebruiken zijn zonder dat
de kwaliteit afneemt. Wie iets produ-
ceert, moet daarom tijdens het maken
en ontwerpen van het product al re-
kening houden met het moment dat
het wordt weggegooid. Dat gaat een
stap verder dan het ‘zoveel mogelijk
beperken van de milieubelasting’. Je
pakt een probleem aan bij de basis:
een product weggooien betekent een
bijdrage leveren aan de groei van een
boom of de productie van een nieuwe
televisie.
Het cradle2cradle concept:• Materialen zijn te hergebruiken
in de bio- of de technosfeer
• Producten zijn onschadelijk
voor mens en dier
• Onderdelen van een product
zijn makkelijk uit elkaar te halen
(bevordert hergebruik)
Braungart en McDonough zijn opti-
misten. Ze gaan gewoon aan de slag
en laten zien dat het kan. En dat je niet
iedereen direct hoeft te overtuigen:
“Met vijf procent van de mensen kun
je al een verandering teweeg brengen,
de rest hoeft niet te begrijpen waar
het over gaat. We zijn vrij om dingen
te herscheppen.”
De documentaire Afval=voedsel is terug te
zien op www.tegenlicht.vpro.nl. Of lees het
boek Cradle2Cradle: afval = voedsel, waarin
Braungart en McDonough uitleggen hoe je
producten kunt ontwerpen van materialen
die steeds weer opnieuw voedsel zijn voor
technische of biologische kringlopen.
Een gebouw als een boomVan het cradle2cradle-team is Braun-
gart de chemicus, McDonough de
architect. Hij ziet een gebouw graag
“als een boom die zuurstof produ-
ceert en van kleur verandert met het
seizoen.” Een goed gebouw is als een
boom: het moet ademen, van ge-
zonde natuurlijke materialen gemaakt
zijn (om het sick building syndrome
te voorkomen) en bij voorkeur meer
energie produceren dan het verbruikt.
Het is McDonough al gelukt om zo’n
gebouw neer te zetten.
Zijn gebouwen zijn niet alleen pret-
tig voor de natuur, maar ook voor de
mensen die er gebruik van maken.
Een directeur van een meubelfabriek
vertelt dat zijn nieuwe productiehal
“respect heeft voor de mensen die
erin werken”. En dat pakt positief
uit: er is minder ziekteverzuim en er
heerst een goede werksfeer. Bij een
autofabrikant heeft de herinrichting
van het productieterrein zelfs 35 mil-
In Nederland heeft de Kamer van
Koophandel van Limburg-Noord het
cradle2cradle-principe omarmd én in de
praktijk gebracht. De Limburgers zien
economische potentie: met cradle2cradle
kun je het imago van de regio verster-
ken.
“Je moet de guts hebben om te
veranderen,” vindt Bert Kaumo van
de Kamer van Koophandel Limburg-
Noord. “We zijn gewend om dingen
weg te gooien, maar op onze aarde
is er geen ‘weg’.” Na het zien van de
documentaire ‘Afval=voedsel’ zochten
Bert Kaumo en zijn collega’s contact
met William McDonough, een van de
grondleggers van het cradle2cradle-
principe. Er stonden grote projecten
op stapel in de regio en het idee om
duurzaam te vernieuwen landde in
vruchtbare aarde.
In 2012 is de Limburgse stad Venlo
gastheer voor de wereldtuinbouw-
tentoonstelling Floriade. McDo-
nough denkt inmiddels mee over
het ontwerp en de inrichting. Tege-
lijkertijd krijgt een gebied van 1500
hectare een herstructurering op
Cradle2cradle in Nederlandcradle2cradle-wijze. Gekoppeld hier-
aan werken de Kamer van Koophan-
del, de lokale overheid en bedrijven
aan een onderzoekscentrum dat
cradle2cradle in de regio kan onder-
steunen en verspreiden.
Goed voor het milieu kan ook goed
zijn voor de economie. De Kamer van
Koophandel ziet in cradle2cradle een
uitgelezen kans om het imago van
de regio te versterken. “We willen de
werfkracht op bedrijven en individuen
vergroten.” Milieuvriendelijk gedrag
wordt daarbij gebruikt als regio-
(ken)merk.
Het vervolg op de documentaire
Afval=voedsel gaat in op Nederlandse
cradle2cradle-initiatieven in Amsterdam,
Almere en Venlo. Bekijk de documentaire via
www.tegenlicht.vpro.nl.
DO-Koerier 3
‘De beste dakgoot is een houten dakgoot’
“De vinexwijken van nu, zijn de krotten-
wijken van morgen.” Karel van Mourik van
de Stichting VIBA Expo (SVE), is stellig in
zijn beweringen. SVE is een organisatie
die de kwaliteit en gezondheid van de
gebouwde omgeving wil bevorderen. Een
permanente tentoonstelling van ecolo-
gisch getoetste bouwproducten, energie-
en waterbesparende installaties geeft een
indruk van wat er allemaal mogelijk is. Of
zoals Van Mourik zelf zou zeggen: hoe het
allemaal beter kan. In de vinexwijken is
het lang zoeken naar deze duurzame ma-
terialen. Economische belangen stonden
bij het bouwen voorop.
SVE-expositieHet NVR congres over duurzaam pro-
duceren en consumeren vindt plaats
in de SVE-expositieruimte. Een toepas-
selijke en bijzondere locatie. “Mensen
uit China, Japan en Amerika komen hier
speciaal voor deze tentoonstelling naar
toe, dus het is iets bijzonders,” zegt Van
Mourik. Op houten panelen hangen
foto’s van bouwprojecten die duurzaam
zijn uitgevoerd. Veel kantoorpanden.
De meeste zien er vrij doorsnee uit en
doen niet onder voor de gemiddelde
vinex architectuur. Behalve dat kantoor-
pand met een buitenmuur van houten
planken. De ramen hebben luiken van
hetzelfde materiaal. Zijn de luiken ge-
sloten, dan lijkt het gebouw een grote
tuinschutting. In een andere ruimte
heeft de tentoonstelling de sfeer van
een bouwmarkt: verfstalen, sanitair en
vloerbedekking zetten de toon. Alles is
duurzaam.
“Veertig procent van de normale bouw-
materialen komt niet door de toets die
wij aan deze materialen opleggen. Dat
zegt wat over de materialen die ze in de
bouw gebruiken.” Van Mourik weet hoe
het beter kan, maar constateert dat de
grote bouwondernemingen daar niet in
geïnteresseerd zijn. Hij houdt demon-
stratief een boek omhoog. Het is lich-
telijk stukgelezen. De hoeken krullen
om en zijn een beetje smoezelig. “In dit
boek staan een aantal producten die ze
in de bouw gebruiken. En van elk pro-
duct vertellen ze wat het beste en wat
het slechtste is. De beste dakgoot is de
houten dakgoot. De op een na beste is
van koper. De op een na slechtste is van
polyester, de slechtste van pvc. Als ik dit
aan bouwvakkers vertel, beginnen ze
allemaal te lachen. Pvc wordt namelijk
het meeste toegepast.”
Zaken slimmer organiserenVan Mourik is ervan overtuigd dat platte
economische principes de vooruitgang
in de bouw tegenhouden. Maar er zijn
meer oorzaken. Onwetendheid bijvoor-
beeld. Of een ontbrekend gevoel van
urgentie. “Ik kan geen zonneboiler op
mijn woning plaatsen. Mijn huis is niet
goed georiënteerd. Waarom? De archi-
tect vond het mooier als de straten in
de wijk loodrecht op de dijk stonden!”
SVE is een vereniging die een verande-
ring in gang wil zetten. De organisatie
verspreidt kennis en informatie over
duurzaam bouwen bij woningcoö-
peraties en bouwondernemingen,
stimuleert innovaties en doet aan
beleidsbeïnvloeding. Uitgangspunten
zijn: kwaliteit en gezondheid in de ge-
bouwde omgeving, gebruik maken van
duurzame, liefst hernieuwbare grond-
stoffen (cradle2cradle) en het energie-
verbruik van gebouwen zoveel mogelijk
reduceren. Vaak is het een kwestie van
de zaken net wat slimmer organiseren:
“Waarom gooien we regenwater in het
smerige riool en laten we het daarna op
onze kosten schoonmaken!”
Nieuwe ‘aandachtswijken’Van Mourik kan nog steeds niet geloven
dat de politiek het duurzaam bouwen
niet hoger op de prioriteitenlijst heeft
staan. Wie duurzaam bouwt, hoeft ook
minder te slopen en voorkomt een af-
valprobleem. Daar wordt iedereen beter
van. Gaan we door op dezelfde voet,
dan blijven we ‘aandachtswijken’ hou-
den. Wijken die snel en goedkoop ge-
bouwd zijn en in eerste instantie prima
voldoen, maar met de jaren aftakelen
tot een erbarmelijk niveau. Nu heten die
wijken nog Slotervaart en Kruiskamp,
maar over 30 jaar zijn dat Leidsche Rijn,
Nieuwland en Ypenburg.
Meer informatie of de tentoonstelling van SVE
bezoeken? Kijk op www.sveweb.nl.
In de wandelgangenDe biologische lunch werd in papieren
draagtasjes verstrekt, zodat deelnemers
met de lunch in de hand de SVE-ex-
positie konden bekijken en de ‘kraam-
pjes’ (o.m.Wereldwinkel, Albert Heijn,
Vakkledinghuis) die speciaal voor de
congresdag in de wandelgangen waren
neergezet.
4 DO-Koerier
Wat vindt de politiek De workshops op het NVR-congres leverden een aantal stellingen op waar twee vrouwen uit de politiek op reageerden
Marianne Thieme,
fractievoorzitter Partij voor de Dieren
“Burgers willen graag worden aangesproken op duur-
zaam gedrag, maar ze eisen ook een actieve overheid
omdat ze als individuele burger te weinig macht hebben.
Ik denk dat er vanuit de overheid meer verplichtingen
moeten komen.“
“Minder dan vijf procent van de mensen is bereid om
naar de groene slager te rijden. Producten die wij niet
willen hebben, moeten er gewoon niet zijn. Je kunt fout
vlees ook in een hoger btw-tarief stoppen, zodat het aan-
trekkelijker wordt om voor biologisch voedsel te kiezen.”
“De bedrijven in die landen zijn vaak westerse bedrijven.
Dan denk ik: we hebben gewoon bloed aan ons handen.
We zijn die mensen aan het uitbuiten. De afgelopen tien
jaar is alle verantwoordelijkheid bij de burger gelegd. Ik
wil een actieve overheid die zelf initiatief gaat nemen.”
“Ontwikkelingshulp moet zich vooral richten op duur-
zame energie. Nederland heeft veel kennis op het gebied
van milieutechnologie en kan daarvoor zorgen. Verder
moeten lokale initiatieven door de mensen zelf worden
bedacht. En dan ligt het er maar aan welke behoeften ze
hebben.”
Hester Maij, vice-voorzitter CDA Vrouwenberaad
“De overheid mag best meer stimuleren, zowel financieel
als in goed gedrag. Zorg dat er op de begrotingen geld
gereserveerd wordt voor milieu. In Amsterdam hebben
we gewoon een bedrag apart gehouden om waterme-
ters te plaatsen.”
“Ik doe elke zaterdag boodschappen en het verbaast
mij dat niemand de etiketten leest. Je moet zelf goed
opletten, maar tegelijkertijd kan je de overheid om
betere etiketten vragen zodat je niet de fout ingaat.”
“Je kunt als consument druk leggen op de producent,
maar dan ben je misschien te klein om echt effect te
hebben. Ik denk dat we deze discussie ook op Europees
niveau moeten voeren en onze parlementariërs daarop
moeten aanspreken.“
“We moeten zeker onze houding veranderen. Hoe kun-
nen wij als energievreters onze energiebehoefte naar be-
neden brengen en tegelijkertijd innovatie gebruiken om
schonere energie te stimuleren? Dat is de vraag. Begin bij
jezelf, bij Europa en wijs daarna pas met je vinger naar de
rest van de wereld.”
Stelling: Duurzaam bouwen en wonen moet niet vrijblijvend zijn. De overheid moet stimuleren, prikkelen en waar nodig verplichten
Stelling: Op zaterdag kies je in de supermarkt toch weer voor gemak en goedkoop
Stelling: Een baan in de kledingproductie moet een leefbaar bestaan garanderen
Stelling: We hebben nieuwe definities nodig en nieuwe houdingen om de wereld te verbeteren
DO-Koerier 5
Eten van grond tot mondWorkshopleider: mw. Ika van de Pas,
MT-lid van de directie Voedselkwaliteit
en Diergezondheid, Ministerie van
Landbouw, Natuur en Voedselkwali-
teit
Op het ministerie van Landbouw, Na-
tuur en Voedselkwaliteit komt steeds
meer aandacht voor de intrinsieke
waarde van voedsel. Er is aandacht
voor dierenwelzijn, gezond voedsel
en de CO2-uitstoot van voedselpro-
ductie (ook wel ‘foodprint’). Het mi-
nisterie richt zich daarvoor op de hele
voedselketen, maar constateert dat
de consument de sleutel in handen
heeft voor duurzame consumptie.
Reden waarom het ministerie met
vrouwenorganisaties van gedachten
wil wisselen over het te ontwikkelen
voedselbeleid.
De overheid kan volgens de deelne-
mers een rol spelen in het stimuleren
van eenduidige, transparante infor-
matievoorziening over duurzame en
biologische producten. Ook kan de
overheid de consumptie van seizoens-
producten stimuleren. Natuurlijk
blijft er een rol voor (georganiseerde)
vrouwen, burgers en moeders. Ook zij
kunnen werken aan bewustwording.
Net als de media en het onderwijs.
En vergeet de markt niet: die heeft in
Engeland voor een wijdverbreid en
gevarieerd aanbod van biologische
producten gezorgd. Dat moet in Ne-
derland ook kunnen.
Congresgangers
José Verhallen, Katholieke Vrouwen Organisatie“Ik denk dat wij binnen onze organisa-
tie ook meer aandacht moeten geven
aan duurzaamheid. Zeker aan voeding
en kleding, want dat staat toch kort bij
je als vrouw. De film ‘Afval=voedsel’
gaf het inzicht dat er veel mogelijk is.”
Geja Roosjen, IVN – vereniging voor natuur en milieu-educatie“Cradle2cradle is een nieuw concept
voor mij, maar ik vind het heel inspi-
rerend om te zien hoe afval voedsel
kan zijn voor een nieuw product. Meer
bedrijven zouden zo moeten werken.”
Duurzame kleding zit goed
Workshopleider: mw. Christa de Bruyn, Schone Kleren Kampagne
Wat is het verhaal achter onze kleding. Wie maakt het? En onder welke omstan-
digheden? De film ‘China Blue’ geeft een mooi inkijkje. Je volgt de 16-jarige
Jasmine die komt te werken in een spijkerbroekenfabriek om losse draadjes te
knippen. Uit de film blijkt dat er in de kledingindustrie sprake is van uitbuiting. De
werkneemsters werken voor een laag loon en onder slechte omstandigheden. In
de fabriek is het te koud en de werkers zijn moe. Ze hangen wasknijpers aan hun
ogen om wakker te blijven. Het is geen uitzondering als zij onder tijdsdruk 17 tot
20 uur achter elkaar doorwerken. Ze hebben geen rechten en mogen zich niet
organiseren in vakbonden.
vervolg op pagina 6
6 DO-Koerier
Thuis in een duurzaam huisWorkshopleider: mw. Margriet Drijver, bestuurslid van Com.
wonen, een grote woningcorporatie in Rotterdam en lid van
de ledenraad van Aedes, de brancheorganisatie van wo-
ningcorporaties.
Margriet Drijver vertelt dat duurzaamheid een belangrijk
thema is in de woningsector. Van duurzame materialen en
grondstoffen tot energiebesparing. In nieuwe woningen is
dat allemaal niet zo moeilijk te realiseren, maar in bestaan-
de woningen heb je de medewerking van de bewoners
nodig, en dat maakt het soms lastig.
De bewustwording op duurzaamheid is groeiende, weten
de workshopdeelnemers. In een wijk zijn er altijd wel een
paar mensen te vinden die mee willen doen. Die kunnen als
trekker fungeren naar de anderen toe; als een soort wijkam-
bassadeurs. Maak en houd deze mensen enthousiast! Wo-
ningcorporaties en overheden zijn verantwoordelijk voor
duidelijke informatie, informatie waar je ook enthousiast
van wordt.
De prikkel zit toch vaak in geld en daar kan de overheid
een voortrekkersrol in spelen. Bijvoorbeeld: minder over-
drachtsbelasting bij energiezuinige woningen, een energie-
hypotheek of een goede (én eenvoudige) subsidieregeling
voor energiebesparende maatregelen. En duurzaam wonen
hoeft niet meer alleen een kwestie van vrijblijvendheid te
zijn: de overheid mag best ook verplichtingen opleggen.
Ook de 3 P’s van duurzaamheid - People, Profit, Planet - waren symbolisch
aanwezig. Van afval en natuurlijk materiaal waren mensenpoppetjes gemaakt,
spaarpotten met dropgeld, en meloenen als de planeet.
Er werken in de lage lonenlanden zo’n 20 tot 30 miljoen
vrouwen in de kledingindustrie. Het is dus met recht een
vrouwenonderwerp dat over solidariteit gaat. Duidelijk is dat
de werknemers zich moeten kunnen organiseren in vakbon-
den zodat ze kunnen onderhandelen over de arbeidsom-
standigheden. Tegelijkertijd moeten ook kledingbedrijven
hun productie-eisen verlagen; zij stellen nu vaak onredelijke
eisen aan levertijden en kosten. Een eerste stap is om samen
met alle partijen gedragscodes en normen op te stellen die
handhaafbaar zijn door onafhankelijke controle. De overheid
kan meer doen om het consumentenbewustzijn te vergro-
ten door de productie van kleding inzichtelijk te maken via
‘labeling’.
Maar ook het individu kan een bijdrage leveren en de consu-
mentenmacht inzetten. Zij kunnen bij regeringen, NGO’s en
industrieën aandringen op het naleven van internationale
arbeidsnormen die er al zijn. Zij kunnen grote bedrijven
zoals Adidas aanschrijven en vragen stellen over hun ethisch
inzicht. Kortom: vragen stellen over de productie en zo zor-
gen voor een eerlijker verdeling van de winst over allen die
werkzaam zijn in de kledingproductieketen.
Bedrijfskleding van het vakkledinghuis in Den Bosch die volgens de principes
van de Fair Wear Foundation zijn gemaakt, d.w.z. dat de afspraken van de
International Labour Organisation (ILO) voor werkers in de kledingindustrie bij
de productie van deze uniformen zijn nageleefd.
vervolg van pagina 5
DO-Koerier 7
Congresgangers
Bert Schotanus, meegekomen met zijn vrouw“Ik heb de film ‘Afval=voedsel’ al drie
keer gezien en hij boeit me elke keer
weer. Ik woon helaas in een gemeente
die weinig doet op dit gebied. Ze gaan
een compleet nieuwe wijk bouwen
en houden geen rekening met duur-
zaamheid.”
Heleen van Binsbergen, Limburgse vrouwenraad“Ik ben enthousiast. Het mooiste van
de film vond ik om te zien wat je al-
lemaal met groen kunt doen. Daken
die begroeid zijn, dat is buitengewoon
interessant. Hier moeten we echt
wat mee gaan doen, het moet op de
agenda.”
‘Duurzame’ websitesWie duurzaam wil gaan consumeren
en meer wil weten over duurzame
producten kan op internet op tal van
websites terecht. Speciaal voor deze
congresdag is een groot aantal inte-
ressante websites verzameld over o.a.
kleding, voeding, wonen en werken.
Naast de lijst met websitenamen is
ook een lijst met titels en brochures
over dit onderwerp samengesteld.
Beide lijsten kunt u terugvinden op
www.nederlandsevrouwenraad.nl
onder Duurzame Ontwikkeling >
DuCoPro .
De NVR gaat duurzaamDe NVR gaat zich in de eigen gelede-
ren actief inzetten om duurzaam con-
sumeren en produceren te stimuleren.
Daarom ondertekende de NVR op 11
oktober een intentieverklaring. Voor-
zitter Dieny Scheffer: “We gaan een
prikkel- en horzelfunctie hebben. Wat
er in de wieg komt, moet groot worden
en ook weer een wieg kunnen klaar-
maken voor de volgende.”
De intentieverklaring is te vinden op www.
nederlandsevrouwenraad.nl onder Duur-
zame Ontwikkeling > DuCoPro.
Redactie Sandra Boes, Edith van der Meulen, Pauline Fransen, Rianne Meester-Broertjes Redactiesecretariaat Bep den Ouden Redactieadres NVR Commissie Duurzame
Ontwikkeling , Benoordenhoutseweg 23 2596 BA Den Haag T 070 346 93 04 F 070 345 93 46 E [email protected] W www.genderenduurzaamheid.nl
De DO-Koerier verschijnt vier maal per jaar. Aanmelding voor gratis abonnement: zie redactieadres. Sponsor Ministerie van VROM Teksten Marije van Dodeweerd,
Sandra Boes (workshop wonen), Margaretha Bakker (workshop voedsel), Lies Visscher-Endeveld (workshop kleding) Fotografie Marije van Dodeweerd, Lesha
Witmer, SVE, Sandra Boes Standpunten via ingezonden artikelen vallen buiten de verantwoordelijkheid van de Commissie. Overname van artikelen is
toegestaan, mits met bronvermelding en melding aan de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor om kopij in te korten, te bewerken of niet op
te nemen. Lay-out Buro voor design, Den Haag Druk Drukkerij Aktief, Den Haag.
Volgende DO KoerierIn de volgende DO Koerier willen we
aandacht besteden aan het onderwerp
Sanitatie.
Uw bijdragen zijn van harte welkom.
Ook aankondigingen en verslagen van
bijeenkomsten kunt u altijd opsturen.
Kopij inleveren voor 15 februari 2008
De redactie en de NVR Commissie
Duurzame Ontwikkeling wensen
u fijne feestdagen en een
voorspoedig 2008.
8 DO-Koerier
Oproep Vrouwenvertegenwoordiger UNUN Commission on Sustainable Development (CSD 16 -17)
Nederland heeft een lange traditie vanvrouwenvertegenwoordigers in de regeringsdelegaties naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) en naar andere wereld topcon-ferenties en VN-bijeenkomsten. De se-lectie, de voordracht aan Buitenlandse Zaken en de inhoudelijke begeleiding van deze vrouwenvertegenwoordigers wordt georganiseerd door de Neder-landse Vrouwen Raad (NVR).
Sinds 2004 maakt een vrouwenvertegen-woordiger deel uit van de Nederlandse dele-gatie naar de VN-Commissie voor duurzame ontwikkeling (CSD). De CSD is belast met de uitvoering van de internationale afspraken op het gebied van mondiale duurzame ontwikke-ling. Voor nadere informatie over CSD 16 zie: www.un.org/esa/sustdev/csd/review.htm.Het is de bedoeling tijdens de komende CSD-cyclus 16+17 (2008 en 2009) over landbouw, plattelandsontwikkeling, land, droogte, verwoestijning en Afrika wederom een verte-genwoordiger van de vrouwenorganisaties af te vaardigen*. Het betreft een onbezoldigde functie. Reis- en onkosten worden vergoed. Deskundige vrouwen worden van harte uit-genodigd te solliciteren voor de functie van vrouwenvertegenwoordiger. De Nederlandse Vrouwen Raad (NVR) verzorgt de selectie en de voordracht aan het ministerie van Buiten-landse Zaken en organiseert de inhoudelijke begeleiding.
Functie De vrouwenvertegenwoordiger in de rege-ringsdelegatie heeft een tweeledige functie. Zij is de intermediair tussen overheid en de major group vrouwen. Ze bewaakt het genderperspectief en brengt de inhoudelijke prioriteiten en intrinsieke kennis van haar achterban in ten behoeve van het beleids-proces. Anderzijds draagt zij bij aan de betrokkenheid van de Nederlandse vrouwen bij het internationale beleid op het vlak van duurzame ontwikkeling, armoedebestrijding en gender, en thema’s van CSD16+17 in het bijzonder.
Profielschets De taken van de vrouwenvertegenwoordiger CSD:• Vertegenwoordigen van de Nederlandse
vrouwenorganisaties tijdens de zitting van de Commission on Sustainable develop-ment in New Vork (5 mei t/m 16 mei 2008 en 2 weken in mei 2009);
• Bijwonen van de voorbereidingsbijeen-komsten met de leden van de Nederlandse delegatie en met de begeleidingsgroep;
• Bijwonen en een inhoudelijke bijdrage le-veren aan de (interactieve) bijeenkomsten georganiseerd door de NVR, lidorganisaties en andere maatschappelijke organisaties;
• Mede formuleren van documenten voor het CSD proces;
• Verslag uitbrengen via e-mail tijdens de CSD en schriftelijk verslag van de CSD na afloop voor de Algemene Vergadering van de NVR;
• Opgedane kennis en ervaring breed uitdragen via mondelinge en schriftelijke presentaties;
• Inwerken en begeleiden volgende vrouwenvertegenwoordiger.
Wat kunt u verwachten:• Een unieke kans mee te draaien en invloed
uit te oefenen tijdens het VN CSD proces• De gelegenheid betrokken en deskundige
vrouwen uit de hele wereld te ontmoeten • Ondersteuning door een begeleidingsgroep
met deskundige vrouwen en (oud) verte-genwoordigers
• Begeleiding door één van de voormalige vrouwenvertegenwoordigers
• Vergoeding van onkosten en reis- en verblijfskosten in New Vork.
Wat verwachten wij van de kandidaten:• kennis hebben van het nationale en inter-
nationale beleid, specifiek gericht op de onderwerpen die ter sprake komen op de CSD en de gender aspecten daarvan
• ervaring met en kennis van mogelijke rollen van vrouwen en hun organisaties op het gebied van landbouw, plattelandsont-wikkeling, land, droogte, verwoestijning en Afrika en in staat dit met voorbeelden te onderbouwen
• bekend zijn met en bij voorkeur betrokken zijn bij de (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van duurzame ontwikkeling
• ervaring met en kennis van genderaspecten in het algemeen en de CSD thematiek in het bijzonder
• aantoonbaar in staat zijn om de ideeën en belangen van (Nederlandse) vrouwen op macroniveau te vertalen en te vertegenwoordigen, dit naar beleids-voorstellen te vertalen, hiervoor te lobbyen en te onderhandelen.
• in staat zijn het Nederlandse beleid in een interna-tionaal kader te plaatsen en vice versa
• kennis van het functioneren van de VN en bij voorkeur ervaring hebben in/met internationale delegatie(s) en onderhandelingsprocessen op dit niveau
• over goede communicatieve en netwerkvaardig-heden beschikken, gewend in het openbaar te spreken en presentaties te geven
• aantoonbaar goede contacten met diverse maatschappelijke organisaties en overheden
• beschikken over voldoende tijd voor een gedegen voorbereiding, uitvoering en afronding van het vertegenwoordigerschap
• bereid en in staat zijn de opgedane kennis en ervaring breed uit te dragen
• teamspeler maar ook eigen initiatief • enthousiasmerend, overtuigingskracht, goede
en ervaren lobbyist en onderhandelaar• uitstekende mondelinge en schriftelijke beheersing
van de Engelse en Nederlandse taal
Procedure Vrouwen die zich herkennen in bovenstaand profiel worden van harte uitgenodigd te solliciteren. De sluitingsdatum is 14 januari 2008.Uw brief waarin motivatie wordt aangegeven en uw kort Curriculum Vitae kunt u richten aan:
Nederlandse Vrouwen Raad T.a.v. Benoemings Advies Commissie CSD Benoordenhoutseweg 23 2596 BA Den Haag of per fax: +31 (70) 3459346 of per e-mail: [email protected]
Door de Benoemingsadviescommissie geselecteerde kandidaten worden spoedig na de deadline uitgeno-digd voor een gesprek.Nadere informatie over de functie is te verkrijgen bij: Alice Bouman, algemeen secretaris ([email protected]) of Margaretha Bakker, beleidsmedewerker duurzame ontwikkeling ([email protected]) of telefonisch op +31 (70) 3469304.
*) Onder voorbehoud van financiering