afscheidslezing_baumeistersplijtstof

download afscheidslezing_baumeistersplijtstof

of 17

Transcript of afscheidslezing_baumeistersplijtstof

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    1/17

    Splijtstof Jaargang 37, nummer 2

    Kerstnummer 2008

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    2/17

    Colofon

    Splijtstof Een uitgave van de Faculteit der FilosoeRadboud Universiteit NijmegenISSN 0928-8139

    Niets uit deze of eerdere uitgaven mag zonder toestemming van deredactie worden overgenomen.

    Splijtstof is verkrijgbaar bij de koffienis van de Faculteit der Filoso-e (E.15) en in het universiteitsliaal van boekhandel Dekker vande Vegt. Het blad kost twee euro. Studenten betalen n euro.

    Redactieadres:

    Postbus 91036500 HD [email protected] kopij per mail aan te leveren.Splijtstof heeft tevens een postvakje bij hetAlgemeen Secretariaat (E.15.30).

    Omslag: Jorrit KielIllustraties: Rob Compaijen

    Redactie:Carli Coenen (hoofdredacteur)Nynke Boef (secretaris)Luuk Geurts (penningmeester)Alex Dijk (eindredacteur)Anco Peeters (webmaster)Monique ter Brugge, Anouta de Groot,Jorrit Kiel, Femke Kok, Judith Martens,Bart van Oost, Paulien Snellen, JudithSteenkamer, Karin van der Zwan

    Splijtstof is het faculteitsblad van de Faculteit der Filosoe en ver-schijnt drie keer per jaar. 15 september 1972 werd het opgericht alsmaandblad van de Filosofenbond.

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    3/17

    14

    Thomas Baumeister

    Over de vrijheid van de wil

    I. Vrheid b Hume

    De vraag naar de vrheid van de wil, de vraag wat deze vrheid is en of ze be-staat, de vraag van wat gebeurtenissen van handelingen onderscheidt, wanneervan vrwilligheid en verantwoordelkheid sprake is, al deze vragen zn nietopgehouden om mensen bezig te houden. Dat geldt niet slechts voor theoreticien losofen, maar voor iedereen die over onze morele praktken nadenkt. Datw mensen verwten maken, ze przen en ze lof toezwaaien, ze beschuldigenen veroordelen en verantwoordelk stellen, al dat schnt de vrheid van de wil te vooronderstellen, namelk het vermogen anders te handelen dan w deden .Recentelk hebben experimenten en beweringen uit de neurowetenschappen deaandacht van bredere kringen getrokken. Vooral de op een vr smalle, experi-menterende basis stoelende aanname dat de vrheid van de wil niet bestaat endat overal strikte causale noodzakelkheid heerst wordt vaak niet zonder eengevoel van een bevrediging vernomen en zelfs toegejuicht. Ik heb het toch altdgeweten, vrheid bestaat niet, of Ik ben het niet geweest, mn hersenen hebben

    zo beslist, hoort men dan de mensen met graagte zeggen.Nu is de vooronderstelling dat de hersenprocessen volledig causaal gedetermi-neerde processen zn, tot nu toe onbewezen. Vooral dienen w ons af te vragenwat hier eigenlk als weerlegd en bewezen beschouwd wordt. Wat betekent ber-haupt wilsvrheid? Hebben w met een helder en consistent begrip te maken, ofbehelst deze notie tegenstrdigheden, die zoals sommige losofen menen, onsnoodzaken het hele begrip overboord te gooien? Whatever denition we maygive of liberty, schrijft David Hume in zijn Enquiries , we should be careful toobserve two requisite circumstances; rst, that it be consistent with plain mat-ter of fact; secondly that it be consistent with it self. 2 Voordat w ons met debeweringen van de neurowetenschappen inlaten, is het dus van centraal belangom tot een consistente notie van wilsvrheid te komen.

    Sommige neurowetenschappers vertrekken in hun weerlegging van de wilsvr-heid graag van Kants denitie van de zogenaamde transcendentale vrheid , diebzonder makkelk te weerleggen schnt. Vrheid namelk als het vermogen omeen reeks van veranderingen spontaan dat wil zeggen van zelf, als het ware vanuitniets te beginnen. Deze denitie is slechts n mogelke invulling van dit begripnaast anderen en vaak wordt ook over het hoofd gezien dat voor Kant deze de-nitie niet het laatste woord is. Want b licht bezien is deze spontaneteit b Kant

    niet vr van voorwaarden, in tegendeel: een vre spontane wil is voor Kant eenredelke wil, zelfs een zuiver redelke wil, een opvatting die uiteraard ook weerproblemen tot gevolg heeft.

    Gedachten aansluitend bij het boek van Peter Bieri:Das Handwerk der Freiheit 1

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    4/17

    15

    Hoe kunnen w berhaupt tot een consistente notie van de vrheid van dewil komen en ons een weg door de jungle van theorien en lososche literatuurbanen? Ik nam een recent boek van Peter Bieri als uitgangspunt, met de nogaltherapeutisch klinkende titel: Das Handwerk der Freiheit. ber die Entdeckung

    des eigenen Willens .3 Het boek leest vr goed, ook omdat de auteur als in eendialoog mogelke tegenwerpingen ontzenuwt en hun genese tracht te achterhalen.De lezer ziet zich door Bieris plastische presen-tatie van de toedracht enerzds tot tegenspraakuitgedaagd en ziet zich anderzds steeds door devraag achtervolgt: Heeft Bieri niet tenslotte tochgelk? Het boek is vr van technische details, wathet betoog overzichtelk maakt maar soms tot tegrote vereenvoudiging leidt. Hoewel de auteur de term determinisme vermdt,

    verdedigt h een deterministische opvatting van de wilsvrheid , wat reeds zeerparadoxaal klinkt. Of, en in hoeverre deze opvatting overtuigend is wil ik hier be-spreken. Peter Bieris visie herinnert in talrke opzichten aan David Hume ener-zds en ze is anderzds tamelk representatief voor een hedendaagse tendens. Ikzal de opvatting van Bieri daarom soms ook een neo-Humeaanse positie noemen.

    Om mn betoog overzichtelk te houden wil ik eerst een stap in de geschie-denis terug doen en op David Hume, de stamvader van deze opvattingen terug-grpen. H beheerste de kunst om in een aantal paginas elegant en bondig tepresenteren waarvoor anderen een heel boek nodig hebben. Dus laten w Humezelf aan het woord. Section VIII van zn Enquiries handelt Of Liberty and Neces-sity , over vrheid en natuurnoodzakelkheid. H wil hier laten zien dat menselkhandelen aan dezelfde noodzakelkheid onderworpen is als de processen in dematerile natuur.

    It is universally allowed that matter in all its operations is actuated bynecessary force and that every natural effect is so precisely determined bythe same energy of its cause that no other effect, in such particular circum-stances could possibly have resulted from it. (Hume, 82)

    Het natuurgebeuren is dus beheersd door een necessary connection van causes

    and effects. Wat is nu een necessary connection? Hume is op dit punt zeer be-scheiden en terughoudend. Hij schrijft:

    Beyond the constant conjunction of similar objects and the consequentinference from one to the other we have no notion of any necessity or con-nection. (Hume, 82)

    Noodzakelke verbanden bestaan dus in de constante opeenvolging van gebeur-tenissen: op een gebeurtenis van het type A volgt steeds een gebeurtenis van hettype B, waardoor de geest de gewoonte vormt om van het bestaan van A tot

    het bestaan van B te concluderen. W zien dus slechts een constante associatie,een tamelk losse verbinding en geen dwingende band tussen twee verschillendegebeurtenissen. Hume schnt dit zelfs met een zekere opluchting te constateren,

    Wat betekentberhaupt

    wilsvrheid?

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    5/17

    16

    O

    omdat het op die manier makkelker lkt om natuurnoodzakelkheid met vr-heid te verzoenen (to reconcile).Wat zegt h nu over vrheid, liberty?

    By liberty we can only mean a power of acting or not acting, accordingto the determinations of the will: that is if we chose to remain at rest, wemay; if we chose to move, we also may. Now this hypothetical liberty isuniversally allowed to belong to every one who is not a prisoner and inchains. (Hume, 95)

    Vrheid is voor Hume dus handelingsvrheid . Het toonbeeld van vrheid is voorhem de vre man of vrouw, die niet door uitwendig geweld, door ketenen ofgevangenismuren wordt gehinderd om dat te doen wat h of z wil. Maar is dewil zelf ook vr? Waar komen de determinations of the will, die ons handelenleiden, vandaan: berusten ze op andere determinanten of ontspringen ze uit onzevre keuze? En waarop is die dan gegrond? Kunnen w ons willen zelf naar ge-lieve en in onbeperkte ongebondenheid zelf bepalen en in zekere richting leiden?Hume zal het bestaan van een dergelke vrheid van de wil ontkennen.

    H steunt hierb op twee argumenten. (1) op onze kennis van de menselkenatuur en (2) op de innerlke onmogelkheid van de vrheid van de wil, in dezin van absolute ongebondenheid.

    Over het eerste argument het volgende: Onze ervaringen van mensen lerenons dat in hun handelen dezelfde wetmatigheid heerst als die w in alle andere

    natuurverschnselen kunnen waarnemen. Hume schrijft: The same motives al-ways produce the same actions. The same events follow from the same causes.Ambition, avarice, self-love, vanity, friendship, generosity, public spirit (Hume,83); dat zn en zullen altd de drfveren van menselk handelen zn.

    Thus it appears () that the conjunction between motives and voluntaryactions is as regular and uniform as that between cause and effect in anypart of nature. (Hume, 88)

    Menselk handelen is in hoge mate berekenbaar en voorspelbaar, waardoor elke

    vorm van menselke interactie van politiek en van sociaal en economisch han-delen pas mogelk wordt. Natuurlk kunnen w niet ieder gedrag met precisievoorspellen, evenmin als w in de natuur het weer met exactheid kunnen voor-spellen. Maar dat neemt niet weg, aldus Hume, dat menselk gedrag evenzeer alshet weer aan constante natuurwetten gehoorzaamt.

    Over het tweede argument: Hume verstaat onder een absolute wil absolute on-gebondenheid, een vermogen van onvoorwaardelke zelfbepaling. H noemt dezevrheid ook liberty of indifference, de vrheid om onze wil in deze of gene rich-ting te bepalen, ongeacht welke (it makes no difference). Onze zelfwaarneming,meent Hume, zou ons het bestaan van een dergelke vrheid kunnen voorspiege-len. Want onze verbeelding ontwerpt steeds handelingsmogelkheden, waaruit deonjuiste opvatting ontstaat dat deze mogelkheden voor ons daadwerkelk openzouden staan.

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    6/17

    17

    T B

    Maar waarin bestaat nu de interne onmogelkheid van een dergelke libertyof indifference? De liberty of indifference hebben w blkbaar nodig om hetverantwoordelk-zn van de handelende veilig te stellen en te verklaren. Wantslechts iemand die ook anders had kunnen handelen zo lkt het althans kanvoor zn daden verantwoordelk worden gesteld. Echter juist de liberty of indif-ference ondergraaft aldus Hume de verantwoordelkheid. Want een dergelkeunbedingte, van elke voorwaarde onafhankelke vrheid, is een onpersoonlke,een volstrekt bepalingsloze vrheid die van de bzonderheid, van het karakter ende wezensaard en de motieven van het individu is losgekoppeld.

    When actions do not proceed from some cause in the character and dis-position of the person who performed them they can never redound to hishonour, if good, nor infamy, if evil. The actions themselves may be blame-

    able; they may be contrary to all the rules of morality and religion: Butthe person is not answerable for them; and as they proceeded from nothingin him that is durable and constant and leave nothing of that nature be-hind them, it is impossible he can, upon their account, become the objectof punishment or vengeance. According to the principle therefore, whichdenies necessity, and consequently causes, a man is as pure and untaintedafter having committed the most horrid crime, as at the rst moment ofhis birth, nor is his character anywise concerned in his actions, since theyare not derived from it, and the wickedness of the one can never be usedas a proof of the depravity of the other. (Hume, 98)

    Als de daad niet in het karakter van een persoon, haar motieven en beweeg-redenen verankerd is, dan kan de persoon niet voor de daad verantwoordelkgemaakt worden.

    Het lkt er echter op dat door Humes visie de persoonlke verantwoordelk-heid evenzeer ondergraven wordt als in de door hem bevochten opvatting van deindeterminist. Als alles wat er bestaat, ook het karakter van de handelende endus ook de determinations of his will, een causale voorgeschiedenis heeft, dievastlegt hoe een handeling moet verlopen, dan verschuift ook de verantwoorde-lkheid weg van de persoon naar de causale antecedenten, tenslotte naar God alsde eerste beweger van alles.

    Humes antwoord op dit bezwaar kan hier niet in detail worden besproken.Slechts zoveel: Hume meent dat dat soort metafysische vragen voor de mens nietbeantwoordbaar zn. De mens aldus Hume, has to return, with suitable mod-esty, to her true and proper province, the examination of common life (Hume,103). W dienen ons op de bodem van de levenservaring en van het controleerba-re te houden. Dit alles is zeker zeer behartigenswaardig, met betrekking tot onsprobleem kan dit antwoord echter niet bevredigen. Want de vragen: In hoeverreben ik vr en verantwoordelk? en Had ik berhaupt anders kunnen handelen

    dan ik deed?, ontstaan immers juist uit onze reectie op common life en com-mon opinion. Hieruit komt immers de zojuist besproken moeilkheid vandaan,

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    7/17

    18

    O

    dat noch de aanname van een liberty of indifference, noch de doctrine of neces-sity ons tevreden kan stellen.

    Ik zal Hume nu niet verder volgen en hem slechts als een springplank ge-

    bruiken om de stelling te lanceren dat b de explicitering van de noties vrheiden verantwoordelkheid, b vele losofen een structureel conict optreedt, hetconict tussen bepaaldheid en onbepaaldheid , van determinateness en indeter-minateness , van bepaald worden (of zn) en zelfbepaling. De noties van vrheiden verantwoordelkheid leiden tot een begrippelke collisie tussen twee vereisten,zodat w zoals sommige losofen voorstellen, de notie van wilsvrheid maarbeter berhaupt overboord kunnen gooien, een radicale stap die ook niet echtbevallen kan. 4 W komen dus in een cirkelbeweging terecht, van Unbedingtheidworden w naar Bedingtheid gestuurd en van hier naar Unbedingtheid adinnitum

    .II. Grnde

    Hoe kan men zelfbepaling en bepaald-zn met elkaar verzoenen? Deze vraagklinkt buitengewoon abstract. Misschien is het de ongenuanceerde terminologie:onbepaald, zelfbepaald, bepaald, gedetermineerd en niet-gedetermineerd, die eenoplossing of een bevredigende beschrving van de situatie tegenhoudt. 5 Men doeter daarom goed aan zich niet op deze begrippen blind te staren maar ze terug teplaatsen in de context waaruit ze voortgekomen zn: het menselke handelen.

    Vooral dient men de vraag te stellen of bepaald met betrekking tot menselkhandelen werkelk hetzelfde betekent als bepaald b natuurprocessen.Om het kort te houden zal ik b de klassieke traditie van de handelingstheorie

    aanknopen, waar niet de begrippen bepaald of onbepaald, maar het verbandtussen handeling en redenen, het verband van redenering , b zich of met elkaar terade gaan , beslissing en uitvoering van het besluit centraal staat. In de klassieketraditie van de handelingstheorien van Aristoteles, Thomas van Aquino, Descar-tes, Spinoza, Kant, Hegel en ook b recente auteurs, treffen w telkens het ver-band van handeling en rationaliteit, van handeling en redenen en redeneren aan.Menselk handelen is in centraal opzicht door redenen geleid. Het wordt verklaard door naar redenen te verwzen en gerechtvaardigd of kritisch in ogenschouw ge-

    nomen door naar de redenen van de handelende terugte gaan. Deze redenen kunnen expliciet bewust zn,of tot gewoonte verworden zn en zich in de vorm vangevoel en een soort intutief oordeelsvermogen uiten.En, het is de notie van redenen , redenen die somsvolstrekt inzichtelk, soms meer of minder inzichtelk

    kunnen zn, die het mogelk maakt zelfbepaling met bepaald-zn te verzoenen.Want wie vanuit eigen inzicht handelt is zo lkt het zowel bepaaldals ook zelf-

    bepaaldzonder in lege willekeur te vervallen. Ook al erkennen w dat w in hogemate door anderen bepaald zn, door maatschappelke conventies, door normendie ons kunnen verblinden en bevoogden en ons aan eigen overwegingen kunnen

    Menselkhandelen is

    door redenengeleid

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    8/17

    19

    T B

    hinderen, zo verliest toch, zo meen ik, de notie: uit eigen inzicht handelen niethaar betekenis. Hoe beperkend voorgegeven kaders ook mogen zn, ze openen ookpas de ruimte waarin willen, eigen besluiten en eigen overwegingen mogelk zn.Praktisch redeneren heeft betrekking op: (1) doelstellingen, namelk of ze inhet licht van andere doelstellingen, verstandig of niet verstandig zn, (2) hetgebruik van middelen, of ze wel geschikt zn om het doel te bereiken en (3) nor-men, op waardenopvattingen, of een bepaalde doelstellingen b een persoon past.In het verband van dit college kan ik slechts zeer summier op de natuur vanredenen (raisons, reasons, Grnde, ragioni) wzen. Toch denk ik dat w op diemanier beter uitgerust zn om naar het boek van Bieri te kken en ons probleemvan de wilsvrheid wat nader tot een oplossing te brengen.1. Tussen vrheid en een speelruimte van overleg, van afweging van redenen

    bestaat een hecht verband. Voor vrheid en ook voor de vrheid van de wil iseen speelruimte van mogelke overwegingen voorondersteld. Waar een mensniet over voldoende gezichtspunten voor overleg beschikt, wegens gebrek aanervaring, gebrek aan intelligentie en verbeelding, wegens dronkenheid, ver-moeidheid, paniek, verslaving, zware neurotische storingen, door vooroor-delen, door opvoeding enzovoorts, is zn speelruimte van vrheid beperkt.Menselk handelen is natuurlk niet altd per se redelk handelen, noch zner altd expliciete redeneringen, soms zn er helemaal geen redeneringen inhet spel, zoals bvoorbeeld: Ik eet nu een sje. Maar het beweegt zich, ookb triviale zaken en b handelingen uit gewoonte, in de ruimte van redenen ,in the space of reasons .

    2. Handelingsredenen behoren in de meest ruime zin van het woord tot het rkder oorzaken. Maar redenen en gronden verschillen in belangrk opzicht vannatuuroorzaken, van gewone oorzaken. Redenen kunnen goed of slecht zn,min of meer of in hoge mate inzichtelk , einleuchtend, min of meer plausi-bel, doordacht, juist, gerechtvaardigd, overtuigend, begrpelk , acceptabel, nate voltrekken . Redenen zn aanvechtbaar , ze kunnen discutabel, twfelachtig enzovoorts zn, allemaal bepalingen die op natuuroorzaken (natural causes)niet van toepassing zn. Deze zn dat wat ze zn , maar nooit overtuigend ofonovertuigend, inzichtelk of oninzichtelk.3. Verder: Tussen redenen, overwegingen en besluiten en doen of uitvoeren be-staat een verband dat eerder verwant is met de relatie tussen premissen enconclusies in een syllogisme dan met de relatie tussen oorzaak en werkingin natuurprocessen. Logische verbanden in strikte zin bestaan uiteraard al-leen tussen uitspraken, proposities en niet tussen proposities en handelingen.Maar zo veel is duidelk dat het because , het om wille van , het weil, pour-quoi , een omdat in logische zin is en niet een omdat in zuiver causale zin.(De sneeuw smelt omdat het warm wordt. Dat het warm wordt is voor desneeuw zeker niet een grond, een reden om tot smelten over te gaan.) Het isdeze quasi logische relatie die sinds Aristoteles onder de titel van het prakti-sche syllogisme bediscussieerd wordt, een discussie waarop w hier niet zulleningaan.

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    9/17

    20

    O

    4. Natuurlk volgen handelingen niet automatisch uit het inzicht. Het inzichtveroorzaakt de lichamelke beweging niet. De mens moet zichzelf in bewe-ging zetten. Bovendien: de evidentie kan verbleken, de overtuiging kan aanhet wankelen raken, andere belangen kunnen tot twfel leiden enzovoorts,waardoor men af kan dwalen of genoodzaakt is om opnieuw te reecteren.Het vermogen om te reecteren als zodanig, denk maar aan Hamlet, is uiter-aard niet voldoende om tot handeling te komen. Mensen moeten iets willen,dit wil zeggen nadrukkelk belang hechten aan iets, pas hierdoor krgt deruimte van overweging gerichtheid en orintering.

    5. W hadden het zojuist over inzichtelk, over volstrekt inzichtelkof overmeer en minder overtuigend. Met andere woorden er bestaan gradaties vanzekerheid, van certainty met betrekking tot de goedheid, de juistheid, dewenselkheid van handelingswzen en van de overtuigingskracht van hande-

    lingsredenen. Sommige redenen en overwegingen, bvoorbeeld die van moreleaard, kunnen tegen elk twfel bestand zn. Anderen zn in mindere of meer-dere mate aanvechtbaar. Met de woorden van Anthony Kenny: reasons aredefeasible. En nu komt mn stelling het is deze defeasibility, aanvecht-baarheid, revideerbaarheid van redenen, het ontbreken van een laatste zeker-heid waardoor keuzes, beslissingen in een emfatische zin van het woord , datwil zeggen een initiatief van de kant van het subject nodig worden.6

    Kiezen heeft te maken met afwegen (maar misschien ook met gewicht geven aaniets) in situaties die meer of minder transparant zn en die dus het initiatief vande handelende, besluitvaardigheid nodig maken. Durf en de bereidheid tot risiconemen zn in verschillende mate vereist. De ongewisheid opent een speelruimtewaardoor onvermdelk, de liberum abitrium , een moment van het arbitraire inhet spel komt. Veel losofen, waaronder ook Peter Bieri zien in deze rest van ar-bitrariteit, het spookbeeld van de boven besproken absolute vrheid, de libertyof indifference optreden, die zich aan elke redenering onttrekt en in strikte zingrondeloos is. Wat h niet ziet is dat deze speelruimte structureel met het we-zen van Grnden, redenen tot handelen samenhangt, omdat juist op dit gebiedgraden van inzichtelkheid, van plausibiliteit en overtuigingskracht mogelk zn.

    Wat aanvankelk goed leek kan in het licht van verdere overwegingen en van degevolgen, een problematische kant laten zien, twfelachtig worden, waardoor demens op zn keuzevrheid wordt aangesproken. Hier is mn interventie, mninitiatief gevraagd, mn bereidheid om risicos op m te nemen, juist omdat desituatie zich niet volledig laat doorzien.

    III. Peter Bieri

    Laten w nu het boek van Peter Bieri bekken. 7 Zn beeld van de wilsvrheid

    orinteert h aan nogal melodramatische voorbeelden: de chef van de Rsistancedie, tussen plicht en neiging, besluit omwille van het goede doel zn geliefde doodte schieten. De emigrant die tussen zelfbehoud en loyaliteit aan zn familie moet

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    10/17

    21

    T B

    kiezen. Kortom, het gaat om de grote keuzes waarvoor een mens kan komen testaan. Het grote gebied van de alledaagse beslissingen en handelingen, die vaakveel dieper gaande consequenties hebben, blft onderbelicht.

    De handelingstheorie die achter Bieris beschouwingen staat is bovendien zeersummier en globaal, zoals h zelf zegt en soms de dingen zelfs vertekenend.(Bieri,40). Bieri spreekt veel over redenen, overwegingen, afwegingen enzovoorts, maarop het specieke karakter van redenen in onderscheid met andere soorten vanoorzaken gaat h niet in. Hierdoor ontgaat hem dat redenen graden van over-tuigingskracht kunnen hebben, hetgeen zn weerslag op Bieris conceptie vanwilsvrheid heeft, zoals nog zal blken.

    Handelingen denieert h als gebeurtenissen die door einen Willen geleid,voortgebracht of veroorzaakt worden. Met willen bedoelt h hier niet een zoge-naamd wilsvermogen, maar iets wat w in het Duits eerder Wollen zouden noe-

    men. Het willen, schnt h voornamelk als een bepaalde mentale episode, als een gebeurtenisop te vatten; het willen wordt door hem in zekere zin tot apartesubstantie gemaakt, en als factor in een gesloten causale keten gezien. Bieri neigtertoe handelen als een keten van gebeurtenissen, als een continue stroom vanGeschehnissen te begrpen, een stroom die ik weliswaar zelf ben, maar waarineigenlk geen ruimte voor een handelende te vinden is. Sein Willen setzt denRaskolnikoff in Bewegung. H wordt door zn willen vooruit gedreven tot znfatale daad. Dat zn voor Bieri zeer typerende formuleringen. (Bieri, 43)

    Bieris opvatting en zn argumenten herinneren aan Hume en h komt inzekere zin in dezelfde moeilkheid terecht. Ook h verdedigt de doctrine of ne-cessity. Volgens Bieri behoren handelingen tot de orde van het begrpelke; hetverstndliche. (Een volstrekt onbegrpelke handeling zullen w geen handelingwillen noemen.) Een handeling begrpen betekent ze vanuit haar oorzaken, haarvoorwaarden, Bedingungen, dus vanuit de wil, vanuit het willen te begrpen.

    Die Freiheit des Willens liegt [nicht in seiner Unbedingtheit, sondern]darin, dass er auf ganz bestimmte Weise bedingt ist: durch unser Denkenund Urteilen. (Bieri, 45)

    Ich knnte auch etwas anders wollen, wenn ich anders urteilte. (Bieri, 80)

    Toch zn w niet volstrekt onmachtig met betrekking tot dit wilsgebeuren.

    Wir knnen mit unseren Gedanken Einuss auf unseren Willen nehmen.berlegend knnen wir an unserem Willen arbeiten und darber bestim-men, wie er sein soll. (Bieri, 54)

    Of, hoe ik wil dat h zou zn.

    Die Freiheit des Willens, wie wir sie bisher beschrieben haben, liegt inder Gre der Phantasie und der Selbsterkenntnis. (Bieri, 70)

    Dit alles klinkt op het eerste gezicht vr acceptabel en verder niet aanstootge-vend in onze oren.

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    11/17

    22

    O

    Het verband tussen redenen en handelen, beschouwt Bieri ik zei het al alseen noodzakelk verband: de antecedenten van de handeling: gedachten en over-wegingen, zn voldoende gronden voor het optreden van de handeling. Over deaard van deze noodzakelkheid en over de vraag of redenen van andere soortenoorzaken onderscheiden zn, laat Bieri zich echter niet uit, wat nadelige gevolgenheeft, zoals nog zal blken. Toch is h blkbaar van mening dat er tussen rede-nen en zogenaamde natuuroorzaken in wezen geen principieel verschil bestaat.Ook overwegingen ontstaan niet uit het Niets, ze hebben een voorgeschiedenis,aldus Bieri, die vastlegt hoe zn handelen en besluiten uitvalt. Deze formulering:dat de wil door de voorgeschiedenis in het samenspel met tegenwoordige factorende toekomst, mn handelen vastlegtkomen w in Bieris boek heel vaak tegen.

    Hiermee komt h in dezelfde moeilkheid terecht die w ook b Hume za-gen opkomen. Bieri meet deze moeilkheid in een ctieve dialoog tussen Ras-

    kolnikoff en de rechter heel breed uit. Hoe kan er, als alles vastgelegd is, ber-haupt van verantwoordelkheid sprake zn? Bieriwil het conict oplossen door aan te tonen dat detoekenning van verantwoordelkheid en de stelling dat het wilsleven door en door bepaald/bedingt is,aan twee verschillende taalspelentoebehoren. Dedeterministische aanname is louter descriptief , ze

    beschrft een bepaalde stand van zaken . De toekenning van verantwoordelkheid,het iemand verantwoordelk stellen daarentegen, is helemaal geen descriptievetaaldaad. Veeleer wordt hier een bepaalde status verleent . Ich mache Sie verant-wortlich, zegt men in het Duits, Ik stel U verantwoordelk; en een dergelkverlenen van een status is nch waar, nch onwaar, evenmin als de uitspraak: Ikopen nu de zitting, waar of onwaar kan zn. En daarom kan men volgens Bierizonder tegenspraak allebei doen: beweren dat de wil door en door bepaald is. En,de persoon verantwoordelk stellen voor zn of haar daden.

    Wat is hierop te antwoorden? Welnu, dat toekenning van verantwoordelk-heid weliswaar niet waar of onwaar, maar wel gerechtvaardigd of ongerecht-vaardigd, juist of onjuist, verstandig of onverstandig, fair of unfair kan zn. Detwee niveaus, het descriptieve en het performatieve zn niet absoluut gescheiden,

    maar hangen nauw met elkaar samen. Want iemand moet de facto aan bepaaldevoorwaarden voldoen om berhaupt verantwoordelk gesteld te kunnen wordenen voor verantwoording in aanmerking te komen.

    Overtuigend is Bieris manoeuvre dus zeker niet en de vraag is, wat dwingthem om zich in deze moeilkheid te verstrikken? Zn hoofdwapen in de verdedi-ging van zn positie bestaat, zoals b Hume, in de weerlegging van een overspan-nen voorstelling van vrheid, in de kritiek van het fantasma van een absolutevrheid, van einem unbedingten Willen , een liberty of indifference. Zn argu-menten, die h heel uitvoerig presenteert, zn w in wezen al tegengekomen. Eenunbedingte, absoluut ongebonden wil, een volstrekt lege spontaneteit, is hele-maal geen bepaalde wil en berhaupt geen wil te noemen. Want willen is altdwillen van iets , het is gerichtzn op iets dat begerenswaardig of in een bepaald

    Willen isaltd willen

    van iets

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    12/17

    23

    T B

    opzicht als goed verschnt. Willen is altd intentioneel op toekomstige toestan-den, handelingen betrokken . Geen begeren zonder dat er iets begerenswaardig is,althans begerenswaardig lkt. Deze intentionaliteit van de wil is geen beperkingvan de vrheid van de wil, maar een voorwaarde om van willen en vrheid tekunnen spreken. Want voor vrheid, vrwilligheid in volle zin van het woord ishet zelfs noodzakelk dat mensen in iets genteresseerd zn en echt iets voor ietsover hebben.

    Ook de andere argumenten treffen w reeds b Hume aan: een unbedingterWille is geen bepaalde wil, geen persoonlke wil , want het verband tussen dehandelende en de handeling is opgeheven. En als h toch mogelk zou zn danzou h een puur toevallige , een gekke , een onberekenbare een onbegrpelke wil zn. De onmogelkheid van een dergelke wil is het scharnier waar Bieris heleoverweging om draait. Omdat voor hem het alternatief tussen een volledig onbe-

    paalde wil en een volledig door antecedenten vastgelegde wil een compleet alterna-tief, een volledige disjunctie is, komen w in het dilemma van het begin terecht.Of w vatten wilsvrheid zo op als Bieri het doet met alle nadelen van dien, ofw zetten de notie van wilsvrheid helemaal overboord.

    IV. Moderate Unbedingtheit ?

    Is er echt geen derde mogelkheid om uit deze impasse te geraken? Bestaat erniet zoiets als een moderate Unbedingtheid, een gematigde vorm hiervan? Ook

    deze mogelkheid tracht onze auteur uit te sluiten, want de gematigde vrheidhaalt ons in zn ogen dezelfde moeilkheden op de hals als de onverantwoor-delke: de handeling wordt van de persoon en het rk der gronden gescheiden.

    Laten w de zaak van dichterb bekken. De verdediger van de gematigdeonvoorwaardelkheid, moderate Unbedingtheit, zal het volgende zeggen: hetgaat ons helemaal niet om een vrheid met een onbeperkte speelruimte vanmogelkheden. Was wir im Auge haben ist ein Spielraum von viel kleineremUmfang. Wir rumen natrlich ein, dass es fr den fraglichen Willen einen Rah-men von Bedingungen geben muss, der ihn zum Willen von jemandem und zueinem Willen macht, der auf eine bestimmte Situation antwortet. Doch dannkommt ein Punkt, [aldus de imaginaire tegenstander van Bieri], wo es trotz allerVorgeschichte offen ist, was der Betreffende wollen wird. Er kann so gut das einewie das Andere wollen. Es gibt nichts was eindeutig darber bestimmte, welcheses sein wird. Es ist diese Art von letzter Offenheit welche die Freiheit darstellt.(Bieri, 276-277)

    Bieri bestrdt dat het fenomeen hier juist beschreven is. H meent dat ookdeze rest van unbedingter Freiheit , dezelfde gebreken vertoont als de onbe-grensde Unbedingtheit. Namelk dat de binding aan redenen opgeheven is enhet gebied van het begrpelke verlaten wordt.

    H knoopt aan b zogenaamde substantile beslissingen waar het om de kernvan mn leven en mn identiteit gaat.

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    13/17

    24

    O

    Kann sich der Emigrant [die op het punt staat zijn familie in de steek te latenen in handen van de Gestapo te laten vallen] als jemanden verstehen, dessen Ent-scheidung so oder anders ausfallen kann, ohne dass es Dinge in ihm Erinnerun-gen, innere Bilder, berlegungen gibt, die schliesslich die Oberhand gewinnen

    und ihn fahren oder bleiben lassen? Kann er sich als jemanden sehen, der eineMnze wirft [zoals bij onbelangrijke dingen volgens Bieri mogelijk is] und alsodem Zufall berlsst? Er kann es nicht, jedenfalls dann nicht, wenn er sich als

    jemanden sehen will, der seine Freiheit ausbt. Wenn es nmlich so wre, dass derZufall darber bestimmte, was er wollen und tun wird, und nicht sein berlegen,dann handelte es sich gar nicht um eine Entscheidung und somit auch nicht umdie Ausbung von Freiheit. Und dieser begrifflichen Beobachtung entspricht auchetwas in der Erfahrung: Geradeweil der Emigrant aus Freiheit darber bestim-men mchte, was er tut, wird er so lange mit sich kmpfen, bis die einen innerenBedingungen den anderen gegenber die Oberhand gewonnen haben und den Wil-len nun festlegen. Erst wenn er den Eindruck hat, dass es jetzt kein Zufall mehrist, was er will, wird er im Bewusstsein der Freiheit zur Ruhe kommen. Wrdenihn die Umstnde zu einem Zeitpunkt zum Handeln zwingen, wo im Inneren nochalles in der Schwebe ist, sodass es fr ihn wie ein Zufall aussehen msste, was erwill und tut, so wre das eine Erfahrung von vereitelter Freiheit. (Bieri, 277-278)

    Het gaat Bieri dus om den Abschluss der Willensbildung , om de denitieve vast-legging door het tegen elkaar afwegen van alternatieven.

    Es gehrt zurLogik und zum Sinn des Entscheidungsprozesses, dass ich weiss:Am Ende werde ich nur das eine wollen und tun knnen. () das Nachdenken

    ber die Alternativen ist insgesamt ein Geschehen, dass mich zusammen mit mei-ner Geschichte, am Ende auf einen ganz bestimmten Willen festlegen wird ().Genau darin besteht die Freiheit der Entscheidung. (Bieri, 287-288)

    Bieri gelooft hiermee bewezen te hebben dat er in principe slechts n antwoordin de betreffende handelingssituatie mogelk en gerechtvaardigd is. Er kan onder ideale omstandigheden steeds een antwoord gevonden worden, die dewil bindt. Maar waarom zou dat zo zn? Uit de logica van beslissingsprocessenvolgt slechts, dat mensen naar n bevredigend antwoord streven en dat novertuigend antwoord niet b voorbaat uitgeslotenis, er volgt echter niet dat er

    daadwerkelk altd een dergelk antwoord bestaat. Misschien zn er meerdereantwoorden van hetzelfde gewicht, zoals de blik op het complexe landschap vanhet menselk handelen en de kunst van de tragedie, de komedie en de tragikome-die ons kunnen laten zien.

    Het wordt nu duidelk wat Bieris argumentatie bezielt: (1) H gelooft dat deaanname van gelkwaardige oplossingen ons naar het dilemma van de lege vr-heid terug zal voeren en dus daarom verworpen moet worden. (2) Onafhankelkhiervan leeft b Bieri blkbaar een rationalistisch vooroordeel, een rationalistischgrondvertrouwen (misschien ook een securiteitsverlangen), waardoor alle onrustin de wil tenslotte gekalmeerd wordt: voor elk handelingsprobleem is tenslottemaar n oplossing te vinden, waardoor de interventie van de persoon, het risicovan de beslissing in eigenlke emfatische zin van het woord overbodig wordt. Het

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    14/17

    25

    T B

    antwoord wst zich van zelf , als men lang genoeg over de alternatieven nadenkt,die de mens tenslotte op een oplossing vastleggen.

    Ik denk dat Bieri niet voldoende oog heeft voor wat w reeds als de defeasi-bility of reasons zn tegen gekomen. Hierover straks en afsluitend nog een paaropmerkingen.

    Maar laat ik eerst nog in het kort b Bieris scenario het volgende zeggen:1. H gaat uit van de sterk gedealiseerde situatie waarin de mens ruim de td

    heeft om te kunnen nadenken. Mensen handelen echter vaak in stresssituaties;de td dringt, andere mensen dringen aan. Oordeelsvermogen, besluitvaar-digheid en bereidheid om kleine of grote risicos te nemen, zn hier vereist.Vooral door het laatste kan of moet zelfs er een moment van willekeur, van hetarbitraire, van de gok, het menselk handelen binnendringen. Nu zou Bierideze mogelkheid misschien toegeven, maar eerder als een uitzonderingsgeval

    beschouwen, en niet tot de alledaagse normaliteit van het wilsleven rekenen.8

    2. Bieri beschrft de moderate onvoorwaardelkheid reeds op tamelk tendenti-euze wze. Uitgaande van het geval dat iemand gelooft met gelkwaardige (enin een bepaalde situatie elkaar uitsluitende) handelingsmogelkheden te ma-ken te hebben, beschrft h de wil van de betreffende persoon als een volstrektongebonden, zelfs capricieuze wil, die zn verantwoordelkheid aan het toevalafstaat, waarvan het handelen het per-soonlke karakter en de begrpelkheidverliest en voor wie het niet uitmaaktwelke van de klemmende alternatievengerealiseerd worden. Er kann so gutdas eine wie das Andere wollen, schrftPeter Bieri. (Bieri, 277) Maar dat is nu

    juist niet de situatie van iemand die door elkaar uitsluitende of zelfs tragischealternatieven klem gezet wordt en de druk van de verantwoordelkheid op znschouders voelt. H kan immers niet anders dan zowel A als ook B willen , endat is juist het conict dat de handelende noodzaakt om zelf de beslissendestap te zetten, om zn lot en dat van anderen zelf in handen te nemen. Nietsof niemand kan je de beslissing afnemen, zegt men dan. Anders dan Bieri

    meent, is hier niet van een ont-personalisering sprake, maar juist van een hogemate van personalisering. Je moet de dingen tot je persoonlke aangelegen-heid maken, je moet karakter tonen, de verantwoordelkheid aanvaarden, ookvoor de negatieve, ongewenste consequenties van je besluiten en handelen. Kierkegaard, Heidegger, Sartre en anderen, hebben het verband van keuze enangst, sterk beklemtoont, misschien te eenzdig, want b Heidegger in Seinund Zeit en b de Sartre in Ltre et le Nant ontbreekt de notie van han-delingsredenen, van Grnden, van raisons. B Bieri met zn rationalistischgetint optimisme schnt de balans echter naar het andere extreem door teslaan. Er is b hem vaak van emoties sprake, maar de angst voor de keuze, hetgevoel van duizeling waardoor een mens, die voor een belangrke keuze staat,gegrepen kan worden, dat lkt m b hem te ontbreken.

    Misschien zner meerdere

    antwoorden vanhetzelfde gewicht

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    15/17

    26

    O

    En hoe staat het met Bieris verwt van de onbegrpelkheid van dat soort vrekeuze acten? Dat een mens met betrekking tot twee elkaar uitsluitende hande-lingsmogelkheden gengageerd is en daarom zelf het initiatief moet nemen, dat

    heeft zeker niets onbegrpelks in zich.Menselk handelen laat zich uiteindelk in de ogen van Bieri in een stroom vangebeurtenissen vertalen, een stroom die ik weliswaar zelf ben, maar waarin elkefase (hoe kunnen w fasen eigenlk berhaupt van elkaar onderscheiden?) dooreen voorafgaande fase gedetermineerd is. Natuurlk heeft onze neo-Humeaanselosoof daarin gelk dat niemand in het wilde weg wil kiezen. Mensen zoekennaar aanknopingspunten die de weegschaal naar de ene kant laten overslaan. Enzeker kan de twfel hoe te handelen ook overwonnen worden, zoals bvoorbeeldin Aischylos Danaden waar Pelasgos, de koning van Argos , na aanvankelkeaarzeling vastberaden kiest om zn verwanten te beschermen en het risico vaneen oorlog te nemen, een oorlog die, zoals uit het laatste, verloren deel van dezetrilogie bleek, hem en zn polis in de ondergang zal storten.

    Maar evengoed kan het gebeuren dat iemand in paniek in het wilde weg kiest;op grond van toevallige aanknopingspunten, momentane stemmingen, beelden engedachten stappen of misstappen zet.

    Mensen zoeken vaak naarstig naar aanknopingspunten om aan de ene mo-gelkheid meer gewicht te geven dan aan de andere. Maar soms zn dat meerbezweringen dan echte substantile gronden. Soms is het ook niet meer dan delaatste strohalm. Mensen proberen vaak zich zelf over te halen tot iets. Of ze

    proberen alvast voorbereidingen te treffen, waardoor de macht van de feiten dehandelende tot op zekere hoogte de beslissing uit handen neemt.Vaak is het moeilk uit te maken of een mogelkheid werkelk meer gewicht

    heeft, objectief of subjectief, of ze daadwerkelk zwaarder weegt ofwel meer ge-wicht krgt toebedeeld . Weighing is heel vaak ook weighting, zonder dat er beslis-sende, echt sterke redenen in de zin van Peter Bieri in het geding zn. Mensenproberen zich vaak van iets te overtuigen, praten zich iets aan, vaak is er hiereen moment van zelfbedrog in het spel en kiezen mensen dan voor iets, nolens,volens, met min of meer gemengde gevoelens.

    Juist de door Bieri vaak aangehaalde Raskolnikoff kan dat heel goed illustre-ren. Overigens heeft Dostojewskis personage met Bieris beeld hiervan helemaalniets gemeen. B Bieri is h een koelbloedige, op geld beluste moordenaar, dieconsequent op zn doel aanstuurt en door zn willen onophoudelk voortgestuwdwordt . Dostojewskis Raskolnikoff daarentegen is een niet al te gezonde, jongeman, een student, vr sympathiek, grillig, genereus, tamelk in de war en zeereenzaam. Maar nog belangrker is dat h met zn overpeinzingen en wilsvor-ming volstrekt niet tot een afsluiting is gekomen. En juist omdat de hoofdzaakvoor hem niet duidelk is, begint h alvast met voorbereidingen van zn daad:een lus te maken in zn lange jas om het moordwapen te kunnen opbergen, een

    zogenaamde pand te prepareren, de situatie te verkennen enzovoorts. En het zndeze voorbereidingen, het toeval (een gesprek dat h toevallig op de markt be-luistert) en zn eigen bgelovigheid, die een eigen dynamiek ontvouwen en hem

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    16/17

    27

    T B

    met zich meesleuren als iemand die met zn jas in de spaken van een wiel, in dewielen van een kar terecht is gekomen, aldus Dostojewski. Raskolnikoff is nog inde fase van overleg, van afwegen, het is eerder een spel met mogelkhedenen door

    dit spel begint h zonder het te weten ook de gewichten te verschuiven die danin zn afwegen en handelen een bepalende rol zullen spelen. Reeds door td engedachten aan iets te besteden en een mogelkheid in overweging te nemen, zhet ook op speelse manier, wordt iets aan de situatie veranderd. Dus nadenkenen afwegen is zelf al een soort gewicht geven; weighing als weighting.

    Maar laten w afsluitend terugkken naar het hoofdpunt van Peter Bieri. Hzal erop wzen dat w nu toch weer in de opvatting van een grondeloze vrheid teruggevallen zn en dat wil zeggen het rk der redenen verlaten hebben. Tochherinneren w ons aan dat, wat w met Anthony Kenny, the defeasibility ofreasons genoemd hebben. Redenen zn aanvechtbaar, of beter gezegd, w kun-nen ze op een schaal ordenen, van onbetwfelbaar goed, absoluut goed, relatiefgoed, tot heel slecht. Bna elk handelingsproject, elke stand van zaken, die mente realiseren streeft, heeft meerdere kanten, een positieve, een chocoladekant,maar ook een schaduwkant, die min of meer zwaar weegt. Maar juist omdat hethandelen zich voor een groot deel op het gebied van het onzekere beweegt, is ervan de kant van de handelende, in meer of mindere mate, initiatief vereist, durfom beslissingen te nemen. Het rk der redenen wordt hier niet verlaten, want dezich hier opende speelruimte ligt juist in het wezen van redenen besloten.

    Ter bekrachtiging van deze opvatting kan ik hier nog afsluitend naar Thomas vanAquino verwzen. In zn Summa Theologiae , questio 13/6 bespreekt h de vraagof de mens uit noodzaak of vr kiest. H beantwoordt ze met: de mens kiest uitvrheid: homo eliget libere et non ex necessitate.

    Hij stelt: in any particular good it can attend to the goodness there, but alsoto the lack of some goodness; this has the nature of an evil () the perfect goodalone, which is beatitude cannot be apprehended as evil or as displaying anydefect. Hence of necessity a man wants to be happy and cannot will not to behappy or to be unhappy. Now since, as we have seen, choice is of the means, notthe end, it is of particular goods, not of the perfect good, which is happiness. Onthese grounds that choice is free, not necessary. Hence: 1. a conclusion does notalways follow of necessity from the principles, but only when they cannot be trueif it is not true. Likewise the end does not always necessitate the choosing of themeans, because they are not always such that the end cannot be gained withoutthem; or if they be such in reality, yet they are not seen in that light.

    Met andere woorden, de keuze heeft betrekking op middelen (die blkbaarsteeds particular goods zn, die dus ook een schaduwkant hebben). En omdattussen middelen en doel geen noodzakelk verband bestaat, in die zin dat hetdoel slechts door bepaalde middelen bereikt kan worden en gezien de mogelke

    nadelen die aan de middelen kleven (of schnen te kleven), is er een speelruimtevan keuzevrheid gegeven.

  • 7/22/2019 afscheidslezing_baumeistersplijtstof

    17/17

    Noten

    1 Dit is de ingekorte tekst van het afscheidscollege van Thomas Baumeister op woensdag 24september 2008 te Nmegen.

    2 David Hume, Enquiries, (1777) edited by Selby-Bigge, Oxford 1962, p. 95.3 Peter Bieri (Bern, 1944) Naast essays over scepticisme, waarnemingstheorie en een klassieke

    monograe Zeit und Zeiterfahrung: Exposition eines Problembereichs,Frankfurt amMain 1972, heeft Bieri grote verdiensten voor de receptie van de analytische losoe inDuitsland verworven. Recentelk is h ook als romancier bekend geworden.

    4 Zo ziet bv. Galen Strawson een conict tussen bepaald-worden door redenen en vrezelfbepaling. H beschouwt redenen blkbaar als iets dat vreemd is aan het zelf.Galen Strawson: Libertarianism, Action and Selfdetermination in: Agents Causes, andEvents. Essays on Indeterminism and Free Will, ed. by Timothy OConnor. OxfordU.P. 1995.

    5 De term bepaald-zn kan hier reeds voor verwarring zorgen, h roept snel het beeld opvan twee gegevens, dingen, waarvan de ene de andere bepaalt, beweegt, in de zin vaneen quasi fysiek contact, van een causale benvloeding enz. Namelk alsof er een zelf door iets anders , iets wat vreemd is aan het zelf bewogen, geraakt, (affiziert, affected)wordt. Het gegeven echter, dat m een licht opgaat , dat m iets inzichtelkwordt endat ik op grond van dit inzicht handel kan door deze quasi-ruimtelke, mechanistischebeelden niet adequaat beschreven worden. En doet men dat toch, dan komt men al snelin de bovenbeschreven cirkel van bepalen en bepaald-zn terecht.

    6 Cf. Anthony Kenny: Will, Freedom and Power , Oxford 1975, pp. 97-121.7 Peter Bieri: Das Handwerk der Freiheit. ber die Entdeckung des eigenen Willens , Mnchen

    2001.8 Zie zn hoofdstuk over den getriebenen Willen.