Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon®...

62
Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde voltijd - deeltijd Hogeschool Utrecht

Transcript of Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon®...

Page 1: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde voltijd - deeltijd Hogeschool Utrecht

Page 2: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde voltijd - deeltijd CROHO nr. 34421 Hogeschool Utrecht

Hobéon® Certificering BV december 2008 Auditteam: Dhr. drs. W.G. van Raaijen Dhr. prof. dr. ir. J. E. van Aken Mw . dr. ir. N.W. Schipper Dhr. D. P. Gijsbertse Secretaris: Mw. drs. M.S. Bijkerk

Scheveningseweg 46

2517 KV Den Haag

T (070) 30 66 800

F (070) 30 66 870

I www.hobeon.nl

E [email protected]

Page 3: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 1.1. Functie van het rapport 1 1.2. Bereik van de beoordeling 1 1.3. Karakteristiek van de opleiding 1 1.4. Visitatierapport 2002 2 1.5. Aanpak 3 1.5.1. Beoordelingsprocedure en werkwijze 3 1.5.2. Beslisregels 6 1.5.3. Auditteam 7 1.5.4. Deelnemers visitatie 7 1.5.5. Programma visitatie technische bedrijfskunde op 15 mei 2008 en 20 juni 2008 7 2. BEVINDINGEN EN BEOORDELING 8

Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding 8 Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen 8 Facet 1.2. Niveau Bachelor 11 Facet 1.3. Oriëntatie HBO 13 Onderwerp 2: Programma 15 Facet 2.1. Eisen HBO 15 Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma 19 Facet 2.3. Samenhang Programma 21 Facet 2.4. Studielast 23 Facet 2.5. Instroom 25 Facet 2.6. Duur 27 Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud 28 Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing 30 Onderwerp 3: Inzet van Personeel 32 Facet 3.1. Eisen HBO 32 Facet 3.2. Kwantiteit Personeel 34 Facet 3.3. Kwaliteit Personeel 35 Onderwerp 4: Voorzieningen 37 Facet 4.1. Materiële Voorzieningen 37 Facet 4.2. Studiebegeleiding 38 Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg 41 Facet 5.1. Evaluatie Resultaten 41 Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering 43 Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld 44 Onderwerp 6: Resultaten 45 Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau 45 Facet 6.2. Onderwijsrendement 47

3. SAMENVATTEND OORDEEL 49 3.1. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde vt en dt 49 3.2. Integraal oordeel/ advies aan NVAO 50 Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 15 mei 2008 en 20 juni 2008

Page 4: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 1

1. INLEIDING 1.1. Functie van het rapport Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO bachelor opleiding. 1.2. Bereik van de beoordeling 1.2.1. De Hogeschool Utrecht, in casu faculteit Natuur en Techniek verzorgt de HBO bachelor opleiding Technische bedrijfskunde. Het onderhavige rapport heeft betrekking op Technische bedrijfskunde, voltijd crohonummer 34421 Technische bedrijfskunde, deeltijd crohonummer 34421

1.2.2. Hobéon Certificering heeft zijn oordeel over de voltijd/deeltijd van de opleiding Technische Bedrijfskunde in één rapport samengevat omdat beide varianten gericht zijn op dezelfde eindkwalificaties en binnen één gemeenschappelijk beleids- en uitvoeringskader aangeboden worden. Niettemin wordt in het rapport, daar waar nodig, het onderscheid tussen de twee varianten zichtbaar gemaakt. 1.2.3. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review van de opleiding Technische Bedrijfskunde voltijd en deeltijd van 28 maart 2008. 1.3. Karakteristiek van de opleiding De faculteit Natuur en Techniek (FNT) van de Hogeschool Utrecht is met ongeveer 5200 studenten en 500 personeelsleden een van de grootste technische faculteiten in het Nederlandse HBO. Binnen de faculteit richten vijf instituten zich op het verzorgen van onderwijs. Daarnaast verzorgen twee centra parttime opleidingen en cursussen voor werkende professionals en leveren drie kennisinstituten expertise aan bedrijven. De opleiding Technische Bedrijfskunde is ondergebracht in het Cluster Business Engineering. De opleiding leidt op tot de Bachelor Business Engineering. De opleiding kent twee varianten, een voltijdvariant en een deeltijdvariant die dezelfde eindtermen hebben en via dezelfde inhoudelijke thema’s opleiden voor dezelfde functies en hetzelfde diploma. Er zijn echter ook verschillen tussen de twee varianten. Zo bestaat de voltijd-groep uit studenten in de leeftijdscategorie van ongeveer 18 tot 25 jaar, terwijl de leeftijd van de deeltijdstudenten varieert van begin 20 tot begin 50 jaar. Dit brengt verschillen op het gebied van levens- en werkervaring met zich mee en een andere context (studie combineren met werk en gezin of studie als hoofdbezigheid). Dit vraagt om een benadering die aansluit op de verschillen in behoefte van de twee groepen. Dat komt in de deeltijd tot uiting in een andere didactische benadering, de mogelijkheid om een afwijkende volgorde van de modules te volgen en in het gebruik van voorzieningen als EVC-procedures. Bij de invulling van het Utrechtse TBK-profiel heeft de opleiding ervoor gekozen zich te richten op twee kerntaken:

Het ontwerpen van bedrijfsprocessen; Het initiëren en ondersteunen van het bijbehorende veranderproces.

Page 5: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 2

Aan het begin van 2007 had de studie 533 studenten, 302 voltijd en 231 deeltijd. De studie heeft in totaal een landelijk marktaandeel van 12%, de voltijd-opleiding 8,8% en de deeltijdopleiding 25,5%. Technische Bedrijfskunde biedt drie minoren aan, te weten Technisch Commercieel Ingenieur (TCI), Innovatie Management (IM) en Supply Chain Management (SCM). De minor TCI is bedoeld voor studenten die een Technische opleiding volgen en heeft tot doel hen bedrijfskundige en commerciële competenties bij te brengen. De beroepsproducten omvatten een productinnovatie en een marktplan. Er nemen ca. 60 studenten per jaar deel aan deze minor TCI. Het programma kent een samenwerking met CUBE, het businessincubatie project van FNT en andere stakeholders. De minoren IM en SCM zijn gelijk aan het voltijdprogramma van semester 5 en 6. Deze laatste twee worden dit jaar voor het eerst als minor aangeboden. De minoren zijn allen opgezet volgens het 4C/ID model. Het lectoraat Extended Enterprise Studies (EES) is gestart per 15 december 2002 en is ondergebracht in het Kenniscentrum voor Procesinnovatie. De doelstellingen van het lectoraat zijn het verrichten van praktijkgericht onderzoek in de domeinen van Enterprise Construction, Business Process Management en ERP / e-business, professionalisering van docenten en studenten door hen te betrekken bij onderzoek en projecten i.s.m. met het bedrijfsleven en kennisuitwisseling en ontwikkeling met (MKB-) bedrijven in de regio Utrecht. 1.4. Visitatierapport 2002 1.4.1. Tijdens de visitatie in 2002 heeft de visitatiecommissie een aantal prestatieonderwerpen als matig of onvoldoende beoordeeld. De opleiding scoorde matig of onvoldoende op de volgende punten: gebrek aan het specifiek technische aspect in het beroepsprofiel; onduidelijkheid bij de studenten over de beroepsrollen; gebrek aan regelmatig contact met alumni, werkgevers en beroepenveldcommissie; een te lage studiebelasting; onvoldoende begeleiding van studenten tijdens de stages; weinig uitwisseling met relevante wetenschapsdisciplines; onvoldoende personeelsbeleid; evaluaties en klachten van studenten leiden niet structureel tot actieplannen.

1.4.2. De opleiding TBK heeft in de tijd na de visitatie in 2002 een periode doorgemaakt die zich kenmerkt door verandering. Dit verbeterbeleid is getoetst door de Onderwijsinspectie via de Evaluatie Bestuurlijke Hantering en is afgesloten met de terugkoppeling dat alle verbeterpunten uit de visitatie door de opleiding zijn gerealiseerd, met uitzondering van het internationaliseringbeleid. De ontwikkelingen binnen de faculteit gaven aanleiding voor de vorming van het Institute for Business Engineering, waardoor de opleiding fysiek en organisatorisch op een andere plek in de organisatie is ondergebracht. Daarnaast kende de opleiding in de eerste jaren na de visitatie een sterk wisselend management. De strategische heroriëntatie in het afdelingsmeerjarenplan en de verandering van het curriculum die in 2003 in gang is gezet met het veranderplan ‘’Sprong Vooruit TBK’’ betekende uiteindelijk een systematische en brede benadering van de samenhangende verbeterpunten. In het vervolg op ‘’Sprong Vooruit TBK’’ zijn de volgende innovatieprojecten geïnitieerd: 2005 t/m/ 2007 ‘’Join’’ (HU innovatieproject): De kwaliteit van de competentieontwikkeling in

praktijkopdrachten;

Page 6: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 3

2006 het innovatieproject ‘’Wielewaal’’ (FNT innovatieproject): de relatie met de buitenwereld centraal; 2007 ‘’Door Rollen’’ (FNT innovatieproject): Het herformuleren van de competenties zodat de

competentieontwikkeling beter gevolgd kan worden. Hierbij is gebruik gemaakt van het in Join ontwikkelde model. In het document Door Rollen zijn deze ontwikkelingen vastgelegd;

2008 ‘’Door Rollen’’ (FNT): Kwaliteit van begeleiden en toetsen van opdrachten verbeteren aan de hand van ‘’Join competentiemodel’’.

1.4.3 Tijdens de interne audit in 2006 heeft de commissie wederom vastgesteld dat een aantal prestatieonderwerpen niet aan de norm voldeed. Onderstaande facetten werden beoordeeld als onvoldoende: facet 1.1 en 1.2 in deeltijd: domein specifieke eisen en niveau bachelor; facet 1.3: oriëntatie HBO; facet 2.2 en 2.3 in deeltijd: relatie doelstelling en inhoud programma en samenhang in het

opleidingsprogramma; facet 2.8: beoordeling en toetsing; facet 5.2: maatregelen tot verbetering van kwaliteit; facet 5.3: betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld bij de kwaliteitszorg; facet 6.1: gerealiseerd niveau van de eindkwalificaties.

Voor zover de opleiding zich kon herkennen in de kritiek van het auditteam, heeft de opleiding een verbeterplan opgesteld. De andere punten van kritiek waren het gevolg van hogeschoolbreed beleid en de interne werkwijze tijdens de audit, dat minder passend was voor een opleiding die substantiële veranderprocessen doormaakt, zoals TBK. Deze punten heeft de opleiding in een managementletter weerlegd, dan wel heeft de opleiding extra informatie aangeleverd, waardoor er bij het auditteam een compleet beeld van de betreffende onderwerpen kon ontstaan. 1.5. Aanpak 1.5.1. Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende opleidingsvarianten voltijd en deeltijd is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De opleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. (Zie onder facet 1.1.: “Domeinspecifieke Eisen”). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een Technische Bedrijfskunde opleiding op HBO-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1.

Page 7: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 4

De Hogeschool Utrecht heeft een set van ijkpunten (EVINAC) ontwikkeld, die (o.a.) dienen als de instellingsspecifieke vertaling van het NVAO-accreditatiekader en die op een aantal aspecten een eigen (streef-)norm bevatten. De opleiding heeft in haar Management Review aangegeven hoe zij zich tot deze normstelling verhoudt. Ook dit instellingsspecifieke kader heeft het auditteam in zijn beoordeling betrokken. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door Technische Bedrijfskunde aangeleverde schriftelijke informatie: Management Review – MR; Studiegids; Onderwijs- en Examen Reglement – OER; Visitatierapport 2002; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld:

- strategische keuzen en de positie in de markt, - interne organisatie, - de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne

managementrapportages en verbetermaatregelen, - ontwikkelingen in het beroepenveld, - beroeps- en opleidingsprofielen, - (validatie) eindkwalificaties, - curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, - werkvormen, - toetsing en beoordeling, - kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, - internationalisering, - instroombeleid, - studiebegeleiding, - onderwijsrendement.

Op basis van de door TBK aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de twee opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de betreffende opleiding(-en) op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten meerdere externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van het werkveld technische bedrijfskunde, één student, één lead auditor vanuit Hobéon Certificering en één secretaris, eveneens vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie

1 Visitatie heeft op 15 mei 2008 plaatsgevonden.

Page 8: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 5

beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten.

Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma/de opleidingsprogramma’s en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Aanvullende audit De audit op 15 mei 2008 gaf voor het auditteam aanleiding om een aanvullende audit uit te voeren. Reden hiervoor was dat de groep voltijd studenten waarmee tijdens de audit op 15 mei 2008 gesproken is, geen representatieve afspiegeling van de studentenpopulatie van de opleiding was omdat deze studenten allemaal lid waren van diverse studentengremia binnen de opleiding. Op 20 juni heeft een deel van het auditteam een aanvullende audit uitgevoerd en gesproken met een representatief studentenpanel van de opleiding. Dit aanvullende onderzoek leidde niet tot andere conclusies dan naar voren kwamen uit het gesprek met de door de opleiding voorgedragen studenten. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding(-en) werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.

Page 9: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 6

1.5.2. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp

A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’.

B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord

en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft

gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet

D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die

slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.

Extra aantekening

E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’

hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2

een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord;

een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.

2 Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding.

Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.

Page 10: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 7

1.5.3. Auditteam Het auditteam was als volgt samengesteld: Voorzitter: Dhr. drs. W.G. van Raaijen

Dhr. prof. dr. ir. J. E. van Aken (vakdeskundige) Mw . dr. ir. N.W. Schipper (werkvelddeskundige)

Leden:

Dhr. D. P. Gijsbertse (student)

Secretaris: Mw. drs. M.S. Bijkerk

Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding technische bedrijfskunde noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein).

De werkvelddeskundige mevrouw Schipper heeft zich in haar beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien heeft zij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. Mevrouw Schipper heeft op grond van haar ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan technische bedrijfskundigen op HBO-niveau.

De vakdeskundige, de heer Van Aken heeft in zijn loopbaan in het bedrijfsleven en als hoogleraar aan de TUE een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBO-opleidingen gesteld worden.

De heer Gijsbertse is na het afronden van zijn studie Technische Bedrijfskunde aan de Haagse Hogeschool begonnen met een studie Business Administration aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Als student-lid van het auditteam heeft hij zijn studie-ervaringen kunnen inbrengen en die kunnen spiegelen aan de opleiding Technische Bedrijfskunde van de Hogeschool Utrecht.

De voorzitter van het auditteam richt zich vooral op de kwaliteit van de doelstellingen, organisatie, personeel en resultaten van de opleiding. De heer drs. W.G. van Raaijen is al lange tijd actief in het hoger onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie en combineert die kennis met jarenlange ervaring op het gebied van certificering en audits.

Mevrouw drs. M.S. Bijkerk heeft in dit team de rol van secretaris vervuld. Mevrouw Bijkerk studeerde kunst- en cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, afstudeerrichting beleid en management. Na het afronden van haar studies is zij een aantal jaren werkzaam geweest binnen de culturele sector. Sinds enige tijd is zij voor Hobéon werkzaam op het gebied van kunsteducatie en de accreditatie van hoger beroepsopleidingen.

Voor de curricula vitae: zie Bijlage I. 1.5.4. Deelnemers visitatie Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding(en): management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II. 1.5.5. Programma visitatie technische bedrijfskunde op 15 mei 2008 en 20 juni 2008 Zie Bijlage II.

Page 11: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 8

2. BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO. Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten

en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)?

Bevindingen

De opleiding Technische Bedrijfskunde is in de periode 2004 – 2006 ingrijpend vernieuwd. Het beroepsprofiel van de studie TBK is in 2004 gebaseerd op het zogenaamde CLUB-document uit 2002, dat tot stand gekomen is binnen het clusteroverleg Bedrijfskunde en landelijk erkend binnen de HTNO. Het beroepsprofiel is vervolgens ook getoetst aan het Landelijke Engineering profiel. Dit beroepsprofiel en het onderwijsmodel zijn in het project “Sprong Vooruit TBK” (2004) competentiegericht gemaakt. Dit ingrijpende proces is geëvalueerd met (klankbord)groepen van studenten, enquêtes, individuele opmerkingen en overleg tussen docenten. Het bleek dat de manier waarop de eindcompetenties in 2004 waren vastgesteld zich niet zo goed leende om de ontwikkeling van competenties bij te houden. In 2005 zijn de opleidingen Digitale Communicatie en Technische Bedrijfskunde daarom samen gaan werken in het HU tenderproject Join. Doel van dit project is het verbeteren van de kwaliteit van projectwerk en het matchen, monitoren en ‘’assessen’’ van de competenties die een student ermee verwerft. Gaandeweg is daaruit het Join model van competentieontwikkeling aan het ontstaan. Met behulp van het Join model zijn de competenties van de opleiding TBK zo herschreven dat ze zich wel lenen om de ontwikkeling van de competenties inzichtelijk te maken. Hieruit komt de volgende beschrijving van de Ingenieur Technische Bedrijfskunde voort: een integrale benadering: kan verschillende disciplines integreren, kan helicopteren; kan op

verschillende niveaus in een organisatie denken en werken, kan eenvoudig schakelen tussen niveaus en kan een probleem vanuit meerdere invalshoeken bekijken;

vakkennis: kennis van en inzicht in de bedrijfsprocessen afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang; analytische vaardigheden: kan problemen met betrekking tot de bedrijfsvoering herkennen, formuleren

en analyseren; communicatieve vaardigheden: weet draagvlak te ontwikkelen voor ideeën en kan deze professioneel

presenteren; adequate sociale vaardigheden: kan werken in teams, bestaande uit mensen van verschillend niveau en

met verschillende achtergrond; professioneel pragmatisme: kan praktische oplossingen bedenken en invoeren op basis van

bedrijfskundige methoden en technieken. Bij de invulling van het Utrechtse profiel voor de studie TBK heeft de opleiding ervoor gekozen zich te richten op twee kerntaken:

Page 12: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 9

het ontwerpen van bedrijfsprocessen; het initiëren en ondersteunen van de bijbehorende veranderprocessen.

De keuze voor deze kerntaken is mede tot stand gekomen in nauw overleg met de lector ‘’Extended Enterprise Studies’’ van het kennisinstutuut voor Procesinnovatie van de FNT en met de lector “Integraal Ontwerpen”, ondergebracht in het kenniscentrum voor Productontwikkeling van de FNT. In samenwerking met deze lectoren zijn de ideeën over de profilering getoetst bij relevante contacten in het beroepenveld. De beroepsvraagstukken vallen uiteen in één of meer van de domeinen Operational Excellence (efficiëntie van de processen), Customer Intimacy (klantgerichtheid van de processen), Product Leadership (innovatie processen), Technical Process en Extended Enterprise (samenwerkingsprocessen). De volgende overwegingen vormen de basis voor het Utrechtse TBK profiel in 2003/2004: bedrijven worden steeds vaker procesgeoriënteerd ingericht; in de Utrechtse regio zijn vele project- en adviesbureaus actief die zich met het herinrichten van

bedrijfsprocessen bezig houden; de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomie stelt toenemend eisen aan het opleidingsniveau

van medewerkers in organisaties. Er is hiervoor veel potentieel bij MBO’ers die werkzaam zijn in de technische productie of dienstverlening en willen doorgroeien;

managers en ondernemer zijn geen startfunctie voor een voltijdstudent; de keuze voor de domeinen is gebaseerd op de behoefte de bedrijfsprocessen centraal te stellen.

Om deze vraagstukken op te lossen is vanzelfsprekend vakkennis nodig en de benodigde vakkennis volgt zo op een natuurlijke wijze uit de beroepsproblemen.

Het College van Toezicht, waarin vertegenwoordigers uit het werkveld zitting hebben, toetst periodiek de actualiteit van het beroepsprofiel. Tot 2007 had de faculteit een beroepenveldcommissie, maar deze bleek een te brede doelstelling te hebben en is opgeheven. Er wordt nu gewerkt aan de oprichting van een opleidingsspecifieke beroepenveldcommissie. Het auditteam is er voorstander van dat de opleiding de contacten met het werkveld verder verstevigt in de vorm van een opleidingseigen beroepenveldcommissie waar op structurele basis contact mee onderhouden wordt. Het auditteam vindt de keuze, die de HU gemaakt heeft met betrekking tot de profilering van de Utrechtse Ingenieur zinvol en is van mening dat het profiel goed aansluit op de behoeften uit de markt. Het auditteam is wel van mening dat deze omschrijving op het ogenblik nog te veel intern gebruikt wordt en de opleiding deze karakterisering in de toekomst nog beter kan gebruiken om zich extern te profileren. De internationale oriëntatie in het curriculum blijkt o.a. uit het feit dat in toenemende mate Engelstalige literatuur voorgeschreven wordt, internationale cases worden behandeld, studenten via de mediatheek internationale bronnen kunnen raadplegen, en de opleiding een Engelstalig semester omvat. Deelname aan buitenlandse minoren wordt gestimuleerd. In het afgelopen jaar hebben vijf studenten een periode in het buitenland doorgebracht, o.a. voor een stage of afstudeerproject of deelname aan een minor. Hiermee is een aanzet gegeven tot internationalisering van de opleiding met de mogelijkheid voor het verder ontwikkelen hiervan.

Page 13: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 10

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De beroepscompetenties van de afgestudeerde aan de opleiding Technische Bedrijfskunde is tot stand

gekomen binnen het clusteroverleg Bedrijfskunde en landelijk erkend binnen de HTNO. Deze visie is vastgelegd in het CLUB-document in 2002;

Het auditteam vindt de keuze, die de HU gemaakt heeft met betrekking tot de profilering van de Utrechtse Ingenieur zinvol en is van mening dat het profiel goed aansluit op de behoeften uit de markt. Het auditteam is wel van mening dat deze omschrijving op het ogenblik nog te veel intern gebruikt wordt en de opleiding deze karakterisering in de toekomst nog beter kan benutten om zich extern te profileren;

Het College van Toezicht toetst periodiek het beroepenprofiel en heeft een adviserende rol hierin; Er is op verschillende punten een duidelijke aanzet gemaakt tot internationalisering.

Page 14: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 11

Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde

beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor?

Bevindingen Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding geanalyseerd om te bepalen of deze kwalificaties beantwoorden aan het niveau ‘bachelor’ zoals weergegeven in de zogeheten Dublin Descriptoren. In de Dublin Descriptoren worden vijf dimensies onderscheiden, bij elk waarvan hieronder een beschrijving wordt gegeven in relatie tot de respectieve eindkwalificaties. De descriptoren zijn (evenals de generieke HBO-competenties) opgenomen in de beschrijving van de opleidingscompetenties. De TBK resultatenmatrix dekt de Dublin Descriptoren en de generieke HBO kwalificaties als volgt af:

1. Kennis en inzicht Kennis mobiliseren 2. Toepassen kennis en inzicht Produceren 3. Oordeelsvorming Organiseren 4. Communicatie Interactie 5. Leervaardigheden Hele matrix vooral rij reflecteren

De dimensies van de Dublin Descriptoren Kennis en inzicht Te mobiliseren kennis: concepten (concepten, modellen, theorieën die de ‘view of the world’ of de thematiek belichamen); methoden kennis: kennis over de aanpak van problemen en de realisatie van oplossingen; oplossingen kennis: kennis over werkzame oplossingen, en hun beperkingen; context kennis: kennis over de praktijkcontext en daarin voorkomende problemen.

Reflecteren op kennis

Reflecteren

Realiseren

Aanpak kiezen

Oriënteren

Feedback op

Interactie

Kennis

Beoordelen

Evalueren

overdragen

Producten

Beoordelen

Doen met

verstand

Toepassen Kwaliteit

uitvoering

Uitvoeren

Interactie

strategie

Vinden Plan met

draagvlak

Ontwerpen

Actoren in

beeld

Vragen Verwerven

opdracht

Inzicht

krijgen

Interactie Kennis mobiliseren

Organiseren Produceren

Proces Product

Dienst Kennis Impact Resultaat

Page 15: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 12

Toepassen Kennis en inzicht (in JOIN resultatenmatrix ‘produceren’) probleemanalyse en –formulering; probleemoplossing ontwerpen; uitvoeren en plannen van ontwerp; rapportage en evaluatie.

Oordeelsvorming (in JOIN resultatenmatrix ‘organiseren’) afweging van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijk of ethische aspecten; het opstellen van een plan voor een project of afdeling; het bewaken van de kwaliteitszorg; in staat zijn prioriteiten te stellen; in staat zijn een team aan te sturen en resultaatgericht te werken; reflecteren op verloop project en behaalde resultaten.

Communicatie (in JOIN resultatenmatrix ‘interactie’) potentiële opdrachtgevers kunnen vinden en benaderen; positie van de stakeholders kunnen bepalen; in staat zijn een effectieve interactiestrategie te ontwikkelen; ontvangen en verwerken van feedback.

Leervaardigheden Door te leren werken met de resultatenmatrix wordt aan deze kwalificaties voldaan. Bij het ontwerpen van de JOIN resultatenmatrix en het model van competentieontwikkeling hebben vele factoren een rol gespeeld. De kiem ligt bij de idee dat studenten moeten leren in een steeds veranderende wereld een actieve bijdrage te leveren zodat zij hun brood kunnen verdienen en de kenniseconomie welvarend houden. Daaruit volgen contouren van de Kenniswerker en het Leren = werken = leren concept. (van Weert ea 2005). Het auditteam heeft in het document ‘Door Rollen’ kunnen lezen hoe de opleiding de relatie tussen de Dublin Descriptoren en de opleidingscompetenties heeft gelegd. Het auditteam is van mening dat de eindkwalificaties van de opleiding voldoen aan het niveau Bachelor zoals weergegeven in de Dublin Desciptoren. Tijdens de audit heeft het auditteam in gesprekken met docenten en studenten vast kunnen stellen dat de resultatenmatrix bij iedereen bekend was en als een zeer bruikbaar en zinvol instrument gezien wordt. Voor de studenten is de resultatenmatrix een goed middel om hun studieontwikkeling en –doelen in het oog te houden.

Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft een relatie gelegd tussen de Dublin Descriptoren en de opleidingscompetenties; De opleiding heeft de opleidingscompetenties zeer duidelijk gestructureerd in een resultatenmatrix; De resultatenmatrix, waarin de opleidingscompetenties verwerkt zijn, is bekend bij zowel studenten als

medewerkers en is voor iedereen een werkbaar model.

Page 16: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 13

Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het

relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend

beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is?

Bevindingen “Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. 1.3.1. Hoger onderwijs Het beroepprofiel en de daarmee samenhangende eindkwalificaties van de TBK-opleiding beschrijven een hoog niveau van beroepsuitoefening (zie onder facet 1.1) en sluiten aantoonbaar aan (zie onder facet 1.2) bij de beschrijving van het bachelorniveau van de Dublin Descriptoren. Daarmee is aangegeven dat de TBK-opleiding gerekend kan worden tot het hoger onderwijs. 1.3.2. Beroepsonderwijs De eindkwalificaties van de TBK-opleiding zijn geformuleerd in termen van competenties die aantoonbaar (zie facet 1.1) in samenspraak met het beroepenveld zijn opgesteld en door dat beroepenveld zijn gevalideerd. Daarmee is op het niveau van opleidingsdoelen de oriëntatie op het voor de TBK-er relevante werkveld geborgd. 1.3.3. Voor het overige blijkt de ‘Oriëntatie HBO’ ook uit het programma van beide varianten. Zie daarvoor de bevindingen onder facet 2.1.

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De beroepscompetenties van de afgestudeerde aan de opleiding Technische Bedrijfskunde zijn tot stand

gekomen binnen het clusteroverleg Bedrijfskunde en landelijk erkend binnen de HTNO; Het auditteam is van mening dat hoewel het profiel goed aansluit op de behoeften uit de markt, de

profilering vooralsnog voornamelijk een intern herkend begrip is; De opleiding heeft een relatie gelegd tussen de Dublin Descriptoren en de opleidingscompetenties; De opleiding heeft de opleidingscompetenties zeer duidelijk gestructureerd en de resultatenmatrix is

voor iedereen binnen de opleiding herkenbaar en werkbaar.

SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE

Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ”Doelstellingen Opleiding” voor beide opleidingsvarianten als voldoende. De beroepscompetenties van de afgestudeerde aan de opleiding Technische Bedrijfskunde is tot stand

gekomen binnen het clusteroverleg Bedrijfskunde en landelijk erkend binnen de HTNO. Deze visie is vastgelegd in het CLUB-document in 2002;

Het auditteam is van mening dat hoewel het profiel goed aansluit op de behoeften uit de markt, de profilering vooralsnog voornamelijk een intern herkend begrip is.

Page 17: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 14

In een interne audit bevestigden de studenten dat eindkwalificaties van de opleiding corresponderen met de kerntaken van een beginnende beroepsbeoefenaar.

De opleiding heeft een relatie gelegd tussen de Dublin Descriptoren en de opleidingscompetenties. De opleiding heeft de opleidingscompetenties zeer duidelijk gestructureerd en de resultatenmatrix is

voor iedereen binnen de opleiding herkenbaar en werkbaar.

Page 18: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 15

Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing. Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk

ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de

discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk?

Bevindingen 2.1.1. In het curriculum nemen kennisontwikkeling via de 4C/ID methode en de focus op de beroepspraktijk een centraal punt in. Door de opbouw van het curriculum wordt de continuïteit van de beroepsontwikkeling van de student geborgd. De opleiding werkt constructief met opdrachten, casuïstiek en simulaties. Studenten maken per programma kennis met meerdere vergelijkbare cases bij het gegeven beroepsvraagstuk. De opdrachten in het programma vormen een weerspiegeling van actuele ontwikkelingen en relevante vraagstukken uit de beroepspraktijk. De ondersteunende informatie zoals literatuur en andere broninformatie zijn actueel en relevant en voor een deel Engelstalig. Het auditteam heeft kennisgenomen van het door de opleiding gehanteerde studiemateriaal en heeft geconstateerd dat dit relevant, actueel, werkvelddekkend en op HBO-niveau is. Tevens heeft het auditteam geconstateerd dat er gebruik gemaakt kan worden van databanken en (digitale) vaktijdschriften voor de meest actuele informatie op het gebied van TBK. De voltijd studenten en de deeltijd studenten ervaren de gehanteerde literatuur als relevant en passend. 2.1.2. Studenten krijgen gedurende de semesters een diversiteit aan opdrachten in toenemende complexiteit aangeboden waardoor zij zich de specifieke beroepsvaardigheden van de TBK’er eigen kunnen maken. in semester 1 tot en met 3 werkt de student aan de hand van projecten aan interne opdrachten. In

semester 3 werken studenten bijvoorbeeld aan de CRM-case welke is ontwikkeld in samenwerking met het bedrijfsleven. Voor de deeltijd geldt dat vanaf het begin van de studie aansluiting wordt gezocht met de eigen beroepspraktijk en die van collega studenten.

in semester 4 tot en met 8 werken studenten aan externe opdrachten. Semester 5 is in samenwerking met het voormalige lectoraat Integraal ontwerpen en in samenwerking met het lectoraat van de FEM (G. Sylvius) ontwikkeld (minor Innovatie Management). Het programma EES dat in de voltijd Engelstalig wordt gedoceerd, is in samenwerking met het lectoraat EES opgezet.

in semester 8 werken studenten aan externe opdrachten en volgen daarnaast colleges van consultants uit de beroepspraktijk.

De verbinding met de beroepspraktijk is als volgt: de binnenschoolse situatie is zoveel mogelijk een afspiegeling van de beroepspraktijk wat betreft de

omgangsvormen, faciliteiten, opdrachten, rollen en onderlinge relaties. de opdrachten vormen in het programma een weerspiegeling van actuele ontwikkelingen en

vraagstukken uit de beroepspraktijk. Opdrachten zijn direct ontleend uit de beroepspraktijk en in de

Page 19: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 16

hoofdfase werken studenten in beide varianten aan actuele en reële opdrachten uit het bedrijfsleven. Op basis van het didactisch ontwerp is de kennisontwikkeling van studenten systematisch op meerdere bronnen (literatuur, praktijkcasuïstiek en -interactie) gebaseerd.

er is ruimte voor toegepast onderzoek, zowel in het projectwerk als in stage en afstuderen. Studenten kunnen deelnemen aan twee Honneurs programma’s, het programma “Design” van het kenniscentrum Productontwikkeling van de FNT en het bedrijfskundig programma “Topclass” van het Kenniscentrum

Innovatie en Business van de faculteit Economie en Management studenten kunnen in het kader van een projectopdracht in de hoofdfase, een Minor of een

afstudeeropdracht ook participeren in kenniskringen van de diverse lectoraten van de FNT. elk semester in de voltijd start met een kick-off waarbij bedrijven een expertvoorbeeld presenteren (dit

voorjaar een directielid van Accenture over OE en een consultant van Rijnconsult over EE), er zijn excursies en simulaties, er zijn praktijkonderzoeksopdrachten, en de beoordeling vindt mede plaats door mensen uit de beroepspraktijk.

30 EC’S van de opleiding wordt besteed aan een individuele afstudeeropdracht, waaraan eisen worden gesteld met betrekking tot integrale aanpak van het beroepsvraagstuk, de zorgvuldige en methodische analyse ervan, de kwaliteit van de onderbouwing van de geformuleerde adviezen en het draagvlak voor implementatie ervan. De afstudeerwerkstukken vormen reële praktijkvraagstukken die op locatie van de opdrachtgever uitgevoerd worden. Studenten worden vanuit de opleiding begeleid door professionele ervaren consultants en vanuit de bedrijven door bedrijfsbegeleiders op locatie.

de semesterteams onderhouden contacten met het beroepenveld ten behoeve van gastsprekers en bedrijfsbezoeken.

Het auditteam heeft kennisgenomen van de opzet van het curriculum, de praktijkcomponent die er is binnen het curriculum met o.a. in het eerste tot derde semester aan de beroepspraktijk ontleende projecten. In de semesters vier tot zeven werken de studenten aan externe opdrachten en in het achtste semester werken de studenten in bedrijven aan hun afstudeeropdrachten. Op basis hiervan en op basis van de gesprekken die het auditteam voerde met het managementteam en de docenten over de contacten met bedrijven en de grote vraag die er vanuit die bedrijven naar de opleiding komen is het auditteam van mening dat de verbanden met de actuele ontwikkelingen in het vakgebied en de mogelijkheid om beroepsvaardigheden te ontwikkelen binnen het programma door de opleiding goed wordt geborgd. 2.1.3. De gehanteerde literatuur is voor een deel Engelstalig. Het zesde semester wordt nagenoeg geheel in het Engels gegeven, inclusief programmamateriaal en de literatuur. 2.1.4. De beroepshouding en -vaardigheden worden ontwikkeld door een geleidelijke kennismaking met de beroepspraktijk: eerst op bezoek gaan, vervolgens workshops, stages en tot slot het afstuderen. De vaardigheden worden getraind (via 4C/ID) via workshops en trainingen en geoefend in simulaties. Via het 4C/ID ontwerp krijgt de student opdrachten en ondersteunende informatie en training op vaardigheden om de beroepstaken in toenemende complexiteit uit te kunnen voeren. In de deeltijdopleiding wordt niet gewerkt met de 4C/ID methode maar de opbouw en de structuur van het onderwijs is wel op deze methode gebaseerd. De opleiding had met het gebruik van de 4C/ID methode een voortrekkersrol binnen de HU. Intussen nemen steeds meer opleidingen dit model over. Het auditteam heeft kennisgenomen van de implementatie van de 4C/ID methode in het curriculum van de opleiding en is van mening dat dit een goede voorbereiding biedt op het toekomstige werk.

Page 20: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 17

2.1.5. In de samenstelling van het docententeam kiest de opleiding bewust voor een substantieel aandeel “personeel niet in loondienst”. Op deze wijze kan zij docenten aan zich binden die naast hun betrokkenheid bij de opleiding actief zijn in de beroepspraktijk. De meerwaarde van deze externe collega’s is dat zij een actueel beeld van de beroepspraktijk inbrengen en de relevantie van curriculumonderdelen weten te evalueren vanuit de praktijk. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de docenten die niet in loondienst zijn een vaste plek hebben binnen de opleiding en zich verbonden voelen aan de opleiding. Doordat zij ook meewerken aan de ontwikkeling van het curriculum wordt de band tussen de opleiding en het beroepenveld verstevigd. 2.1.6. Docenten werken in teams, waarin ook parttime docenten met actuele ervaringen in de beroepspraktijk participeren. Voltijd teams onderhouden bedrijfscontacten met voor hun onderwijsthema relevante partners, ten behoeve van gastcolleges, co-beoordelingen en de ontwikkeling van het opleidingsmateriaal. Docenten onderhouden ook contacten met het bedrijfsleven door het begeleiden van stages (voltijd) en afstudeerprojecten (voltijd en deeltijd). In de semesters is deze integratie zichtbaar door het gebruik van expertvoorbeelden, door gastsprekers en het uitvoeren van externe opdrachten Docenten participeren in de kenniskringen van de lectoraten en/of er worden docenten ingehuurd vanuit de lectoraten. Dit laatste geldt bijvoorbeeld voor een van de cursussen van semester 6 (EES). Daarnaast beschikken de docenten individueel over een netwerk in het werkveld, dat zij inzetten bij het ontwikkelen van het lesmateriaal en bij de uitvoering van het onderwijs via gastsprekers, excursies, kick-offs en dergelijke. Zij worden daarbij ondersteund door het praktijkbureau. Het auditteam is van mening dat het contact met het beroepenveld in toekomst structureler vorm kan krijgen, bij voorbeeld door het inrichten van een beroepenveldcommissie. Dit, naast het werkend mechanisme van onder andere het praktijkbureau. 2.1.7. De opleiding houdt gestructureerd contact met het werkveld via het Praktijkbureau. In dit Praktijkbureau worden contacten onderhouden met stage- en afstudeerbedrijven. Het praktijkbureau beheert de databases met gegevens van stage- en afstudeerbedrijven en van de deeltijdbedrijven. Zij stelt ten behoeve van docenten, kennisinstituten en management analyses op over de aard van afstudeeropdrachten en kenmerken van het bedrijvennetwerk en is het contactpunt voor deeltijstudenten en alumni. Daarnaast organiseert het Praktijkbureau twee keer per jaar een bedrijvendag waarop een aantal bedrijven waarmee de opleiding een goede band heeft, de mogelijkheid krijgen zich te presenteren. Daarnaast is er binnen de faculteit een Partnership medewerker werkzaam, die als taak heeft contacten te leggen met relevante bedrijven uit de Utrechtse regio. Omdat deze medewerker echter een aanstelling heeft van 2 dagen per week en faculteitbreed werkt, schat het auditteam zijn invloed als gering in.

Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De gehanteerde vakliteratuur is actueel, relevant, werkvelddekkend en op HBO-niveau. In het curriculum nemen kennisontwikkeling via de 4C/ID methode en de focus op de beroepspraktijk

een centraal punt in. Studenten krijgen gedurende de semesters een diversiteit aan opdrachten in toenemende complexiteit

aangeboden waardoor zij zich de specifieke beroepsvaardigheden van de TBK’er eigen kunnen maken. De binnenschoolse situatie is zoveel mogelijk een afspiegeling van de beroepspraktijk wat betreft de

Page 21: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 18

omgangsvormen, faciliteiten, opdrachten, rollen en onderlinge relaties en de opdrachten vormen in het programma een weerspiegeling van actuele ontwikkelingen en vraagstukken uit de beroepspraktijk

De opleiding borgt de verbanden met de actuele ontwikkeling in het vakgebied en de mogelijkheid om beroepsvaardigheden te ontwikkelen in het programma. Dit doet zij met een praktijkcomponent die er is binnen dit curriculum met o.a. aan de praktijk ontleende opdrachten en stages en afstudeeropdrachten in bedrijven.

De opleiding kiest bewust voor een substantieel deel personeel niet in loondienst om de band met het beroepenveld te verstevigen. Zij zijn ook betrokken bij de begeleiding van afstudeertrajecten.

Docenten in loondienst krijgen de mogelijkheid om door middel van stages op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in het werkveld.

De opleiding onderhoudt structureel contact met het werkveld door middel van het Praktijkbureau.

Page 22: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 19

Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en

domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde

eindkwalificaties te bereiken? Bevindingen De basis van het programma wordt gevormd door de uitgewerkte beroepscompetenties van de Technische Bedrijfskundige. De TBK opdrachten laten zich beschrijven aan de hand van de rol, het domein en het niveau van de resultaten. Dit model vormt het raamwerk van het opleidingsprogramma TBK voltijd en deeltijd. Het onderwijs is georganiseerd rond domeinen, die een blok of een semester in beslag nemen. Er worden de volgende domeinen onderscheiden:

OE: Operational Excellence (efficiëntie van de processen), vanuit logistiek en financieel perspectief; CI: Customer Intimacy (klantgerichtheid van de processen); PL: Productleadership (product innovatie en proces innovatie); TP: Technical Process; EE: Extended Enterprise (samenwerkingsprocessen), met aandacht voor internationalisering.

Hoewel in elk blok een domein centraal staat, worden de vorige behandelde domeinen meegenomen. Dit wil zeggen dat in het blok rond het domein CI in de praktijkopdracht ook elementen van Operational Excellence zitten. In de studieopzet worden met betrekking tot de competenties uit de eerder genoemde resultatenmatrix 4 niveaus onderscheiden. Grofweg liggen de opdrachten in de eerste drie semesters op niveau 1 of 2. Vanaf semester vier liggen de cursusopdrachten op niveau 2 of 3 en de praktijkopdrachten op niveau 3 of 4. De rollen die de studenten TBK aan kunnen nemen zijn: TBK projectleider, TBK adviseur, TBK manager of TBK ondernemer. In de voltijd zijn de rollen van adviseur en projectleider verplicht, in de deeltijd is ook de managementrol verplicht. Voor het geven van vorm en inhoud aan de ontwikkeling van de beroepscompetenties werkt de student aan opdrachten waardoor hij/zij zich deze competenties eigen kan maken. De opdrachten worden in complexiteit opgebouwd waarbij er geschakeld wordt tussen de domeinen. Elk semester bepaalt de student in overleg met zijn studieloopbaanbegeleider aan welke competenties hij/zij wil werken. Via teamontwikkel-plannen leggen studenten deze rol-afspraken vast en wordt het resultaat na afloop na het project geëvalueerd. In de themaboeken wordt per cursus inzichtelijk gemaakt aan welke rol(len), domein(en) en niveaus gewerkt kan worden, wat wanneer ingeleverd moet worden en hoe de beoordeling verloopt. Het auditteam heeft kennisgenomen van de relatie die de opleiding legt tussen de beroepscompetenties en de leerdoelen in de vorm van rol, domeinen en niveau. Het auditteam is op basis hiervan van mening dat de onderscheiden programma onderdelen tezamen de eindkwalificaties bestrijken. Daarmee biedt het programma de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken.

Page 23: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 20

In gesprekken met studenten werd tijdens de audit werd geconstateerd dat op sommige competenties met name bij aanvang van de studie nadruk ligt en vervolgens niet meer uitgebreid aan bod komen. Dit leidt er voor de studenten toe dat eerder opgedane kennis tijdens het afstuderen niet meer voldoende paraat is. De inhoudelijke invulling van het onderwijs gebeurt in multidisciplinaire docententeams waarin ook docenten participeren die ook werkzaam zijn in de beroepspraktijk. Op die manier kan het curriculum actueel gehouden worden. Structureel wordt 20% van het werkbudget van een team gereserveerd voor actualisering en verbetering van het programma. Op basis van teamevaluaties, studentenfeedback, input vanuit de kenniskringen en nieuwe kennis van teamleden wordt het programma jaarlijks bijgesteld. Deze verbeterplannen maken deel uit van het clusterjaarplan. Individuele docenten besteden structureel 10% van hun aanstelling aan deskundigheidsbevordering. Dit is een belangrijke basis voor de continue verbetering en actualisering van het onderwijs. In de werving van nieuwe medewerkers ( 6 in de afgelopen 2 jaar) is ervaring in het beroepenveld een belangrijk selectiecriterium. Het auditteam heeft kennisgenomen van de wijze waarop de opleiding input krijgt uit het werkveld om het programma actueel te houden en waar nodig bij te stellen. Het auditteam is van mening dat de opleiding de actualiteit op voldoende wijze borgt. Binnen de faculteit is het aantal aangeboden minoren de afgelopen jaren gegroeid van 3 naar 16. In het afgelopen studiejaar (2007-2008) hebben 180 studenten een van die minoren gevolgd. Studenten van de opleiding kunnen HUbreed en aan andere hogescholen minoren volgen. Daarnaast is het ook mogelijk om een minor in het buitenland te volgen. De bedoeling is dat de minor verdiepend, dan wel verbredend werkt. Het volgen van een minor binnen de eigen opleiding wordt niet gestimuleerd. Studenten die hun studie na het afronden van TBK aan een universiteit voort willen zetten, worden gestimuleerd om een pré-master aan een Technische Universiteit te volgen. Het auditteam heeft kennis genomen van de opzet van het minoren-deel van het programma en is van mening dat hiermee duidelijk inhoud wordt gegeven aan de mogelijkheden voor studenten om te differentiëren en zich te specialiseren. Door de pré-master minor aan de technische universiteiten een duidelijke positie te geven binnen het minorenbeleid bereidt de opleiding de studenten goed voor op de voortzetting van hun studie aan een universiteit.

Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De TBK opdrachten zijn duidelijk gestructureerd op het gebied van de rol die de student aanneemt, het

domein waarbinnen gewerkt wordt en het niveau waarop aan de competenties gewerkt wordt. De leerdoelen voor de curriculumonderdelen zijn een directe voorbereiding op de eindkwalificaties.

Voor elke module zijn prestatie-indicatoren geformuleerd. De opleiding krijgt input voor het bijstellen van het programma door de inbreng van docenten die ook

in het beroepenveld werkzaam zijn. Via het minoren-deel van het programma wordt duidelijk inhoud gegeven aan de mogelijkheden voor

studenten om te differentiëren, dan wel zich te specialiseren.

Page 24: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 21

Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend?

Bevindingen Binnen het opleidingsmodel van TBK is sprake van zowel horizontale als verticale samenhang tussen de verschillende programmaonderdelen. Ieder blok kent een parallelle programmering van elkaar ondersteunende onderdelen, welke zijn geordend rond een van de bovengenoemde domeinen. De 4C/ID methodiek borgt de samenhang tussen de verschillende leerprocessen tijdens de competentieontwikkeling van de student. Dit model is vastgelegd in het document “competentieontwikkeling TBK door rollen” uit 2007 en toegelicht in de Studiegids Technische Bedrijfskunde 2007/2008. De verticale samenhang wordt zichtbaar in de opbouwende complexiteit, het schakelen tussen de domeinen en de ontwikkeling van generieke vaardigheden. Beroepsprofiel en beroepstaak zijn steeds uitgangspunt van het leerproces. De verticale samenhang in het curriculum wordt onderbouwd met het matrixmodel door de onderscheiden kolommen Kennis mobiliseren, Produceren, Organiseren en Interactie. Het auditteam heeft kennisgenomen van het document “competentieontwikkeling TBK door rollen” en van de beschrijving van de leerinhouden. Het auditteam is van mening dat het programma een duidelijke verticale en horizontale samenhang vertoont. De samenhang tussen het binnen- en buitenschoolse leren krijgt vanaf het vierde semester vorm in stageopdrachten op basis van reeds verworven kennis en door de verbinding van stage en studieloopbaanbegeleiding. Voorafgaand aan de stage in het vierde semester wordt de student voorbereid op de stage aan de hand van de Studieloopbaanontwikkeling (SLO)-leerlijn. Naast de SLO leerlijn zijn er tijdens de stageperiode terugkomdagen voor intervisie en consultancyvragen aan docenten. De resultaten van de stageprojecten worden aan de medestudenten gepresenteerd en samengevat in een stagekrant. In de deeltijdopleiding krijgt het praktijkleren en de samenhang tussen intern en extern curriculum vorm door de praktijkprojecten in de leerlijn Integrale Beroepsontwikkeling en in de leerlijn Persoonlijke Competentieontwikkeling. De deeltijdstudenten ervaren een goede balans tussen de theorie en het praktijkgericht werken. Het auditteam heeft kennisgenomen van het buitenschoolse programma en ziet hierin een duidelijke verticale opbouw van oriënterend niveau naar zelfstandig werken. Tussen het binnen- en buitenschools leren ziet het auditteam een duidelijk verband via de programmatische voorbereiding, periodieke tussentijdse terugkoppeling en programmatische follow-up. Voor de semesters 1,2,3 en 5 geldt steeds dezelfde basisopbouw van een blok, conform het 4C/ID concept: - Per blok twee of drie cursussen die gedurende 7 weken worden aangeboden; - De eerste zeven weken tot 6 dagdelen per week; 2 dagdelen project en 1 dag roostervrij; - De indeling van de cursus, het moment van toetsing, de spreiding over de weken en de intensiteit of timing kan per cursus verschillend zijn; - week 8 is een werkweek voor de projecten - In week 9 worden de opdrachten ingeleverd, beoordeeld, geëvalueerd, gepresenteerd en verwerkt in SLO/portofolio. In deze week vinden ook de herkansingen van het semester ervoor plaats.

Page 25: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 22

Het onderwijs wordt verzorgd door teams van docenten. Binnen ieder semesterteam hebben verschillende docenten coördinerende rollen, zoals bv aansturing van het project, bewaking van de kennisbasis en afstemming met de mediatheek, voorlichting, inrichting digitale leeromgeving etc. Docenten met dezelfde rol in de verschillende teams stemmen zaken verticaal af. Onderwijsteams evalueren hun resultaten en stellen gezamenlijk een verbeterplan op. Tijdens de audit werd in de gesprekken met de docenten de bovenstaande samenwerking benadrukt. Het auditteam is van mening dat de opleiding een inhoudelijk samenhangend programma aanbiedt.

Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: Binnen het opleidingsmodel van TBK is sprake van zowel horizontale als verticale samenhang tussen de

verschillende programmaonderdelen. Een horizontale samenhang is te herkennen in de blokken van elkaar ondersteunende onderdelen, die

zijn geordend rond een van opleidingsdomeinen. De verticale samenhang wordt zichtbaar in de opbouwende complexiteit in de opleiding, het schakelen

tussen de domeinen en de ontwikkeling van generieke vaardigheden. De samenhang tussen het binnen- en buitenschoolse leren krijgt vanaf het vijfde semester vorm in

stageopdrachten en afstudeeropdrachten. De duidelijke structuur van de semesteropbouw en de onderlinge afstemming van de lesstof door de

docenten geeft blijk van een consequent doorgevoerde leerlijn-structuur.

Page 26: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 23

Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die

de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen?

Bevindingen Uitdagend onderwijs wordt door de opleiding geformuleerd in termen van de verhouding tussen studielast en rendement. Bij ieder thema wordt de studielast geëvalueerd en besproken tijdens het klankbordoverleg met voltijd studenten en “kantinegesprekken” met deeltijd studenten. De studielast van de opleiding is gelijkmatig over de weken verdeeld. Het jaar is in 4 blokken van 10 weken verdeeld. Per blok worden 3 cursussen gegeven (3 EC’s per cursus) en een project. In week 1 t/m week 6 wordt de cursus gegeven en het project opgestart. Week 7 is toetsweek, herkansingen van tentamens zijn mogelijk in week 7 van het daaropvolgende blok. Week 8 t/m 10 worden besteed aan het betreffende project. Het aantal contacturen van de voltijdopleiding bedraagt ca. 18 uur per week in de propedeuse en in het derde jaar, in het tweede en vierde jaar is het aantal contacturen door buitenschoolse activiteiten wat lager. Voor de deeltijdopleiding is dit vier uur per week voor de leerlijn Integrale Beroepsontwikkeling. Daarnaast voeren studenten per blok ‘’ontwikkelgesprekken’’ en volgen zij vaardigheidstrainingen in het kader van de Professionele Competentieontwikkeling (contacttijd 8 uur per semester). Ook via de digitale leeromgeving onderhouden docenten en studenten contact. Studenten mogen pas in een volgende fase een project volgen bij het met goed gevolg afsluiten van een vorige fase. Dit stimuleert de studenten bij de eerste toets te presteren. Het is wel altijd mogelijk om cursussen uit het volgende blok te volgen. Bij tegenvallende studieprestaties kan de opleiding remediërende maatregelen nemen, b.v. in de vorm van een standaard schakelcursus voor het verbeteren van de wiskundige vaardigheden en een cursus Engels. Ambitieuze studenten kunnen een verzwaard programma volgen, de zogeheten Honneurstrajecten. Binnen een honneursprogramm volgt de student extra onderwijs voor een totaal van 30 EC over 2 a 2,5 studiejaar. In de deeltijdvariant is een semester verdeeld in twee perioden van 9 weken die binnen de IBO (Integrale BeroepsOntwikkeling) staan voor een totaal van 18 studiepunten. Daarnaast behalen studenten per semester 12 studiepunten in de PCO-leerlijn. De studeerbaarheid in de deeltijdvariant is bevorderd doordat de studenten minder naar school komen, en het werken via een digitale werkomgeving gestimuleerd wordt. De studenten hebben op een vaste avond per week college, hetgeen de studeerbaarheid bevordert. In het studenttevredenheidsonderzoek uit 2007 spreken de studenten zich positief uit over de studielast. Tijdens de audit bevestigden de studenten deze conclusie. De voltijdstudenten besteden gemiddeld 25 tot 30 uur per week aan hun studie, de deeltijdstudenten gemiddeld 15 uur per week. De meeste tijd per week besteden de studenten aan projecten en stages.

Page 27: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 24

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De verdeling van de studielast is gelijkmatig en inzichtelijk voor de studenten. De studenten worden gestimuleerd om zo veel mogelijk bij te blijven in het studieprogramma. Er zijn diverse bijscholingscursussen voor studenten beschikbaar om hen te helpen achterstanden weg

te werken.

Page 28: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 25

Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten:

vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek?

Bevindingen In samenwerking met de faculteit voert de opleiding een actief wervingsbeleid waarbij in voorlichtingscampagnes een reëel beeld geschetst wordt van het beroep en de opleiding TBK. Voorlichting aan potentiële deeltijdstudenten vindt met name plaats via gesprekken met de studieadviseur. Voor de instroom gelden de regels zoals opgenomen in het Onderwijs- en Examen Reglement (OER) en weergegeven in de studiegids. Voor de voltijd opleiding wordt aangesloten bij de 21+ regeling van de Faculteit Economie en Management. Het auditteam heeft kennisgenomen van de toelatingseisen die de opleiding heeft beschreven in de OER en de documenten die onderdeel uitmaken van de toelatingsprocedure. Het auditteam is van mening dat de opleiding hierin duidelijk maakt aan welke voorwaarden een student moet voldoen. Het auditteam is van mening dat de opleiding voldoende maatregelen treft om de potentiële studenten van te voren zo goed mogelijk voor te lichten over de opzet en de inhoud van de opleiding. De voltijd opleiding richt zich op een brede groep potentiële instromers, met minimaal opleidingsniveau HAVO of MBO. Het uitgangspunt van het programma is gebaseerd op een HAVO vooropleiding. De opleiding biedt MBO-studenten met een technische vooropleiding de mogelijkheid versneld te studeren. De opleiding heeft contact met toeleverende MBO- instellingen in de regio om de aansluiting in de onderwijsketen verder te verbeteren. Voor studenten (voltijd en deeltijd) met relevante ervaring heeft de opleiding EVC-vrijstellingen. Studenten met een kort HBO diploma van de Opleiding voor Bedrijfskader (120 EC’s) kunnen na het afronden van een schakelprogramma doorstromen in het derde jaar van de opleiding. Studenten die niet voldoen aan het instroomniveau op het gebied van Nederlands en wiskunde moeten aanvullend onderwijs volgen. De opleiding verzorgt aanvullende werkcolleges, parallel aan het vaste curriculum en verwijst studenten ook naar studietrainers op het web. Studenten die menen een deficiëntie te hebben met betrekking tot. Engels kunnen cursussen volgen bij het Centre of Culture and Languages van de HU. Deeltijdstudenten moeten ook voldoen aan de landelijke instroomeisen en stromen in eerste instantie in in de propedeuse. Met veel studenten wordt er een intakegesprek gevoerd om de aansluiting tussen opleiding, vooropleiding en werkervaring te bespreken. Potentiële studenten die niet voldoen aan de reguliere instroomeisen maar zich in de praktijk tot MBO-4 niveau hebben weten te ontwikkelen, kunnen instromen op basis van een toelatingsonderzoek. De opleiding kent in de deeltijd-variant een procedure om studenten met relevante werkervaring studie-versnelling te bieden. De in de praktijk verworven competenties worden door middel van een portfolio en assesment getoetst en leiden tot studieversnelling van 30 EC per onderzoek, met een maximum van 1,5 jaar. Het auditteam heeft kennisgenomen van de toelatingseisen die de opleiding heeft beschreven in de OER en in de studiegids. Het auditteam is van mening dat de opleiding hierin duidelijk maakt aan welke voorwaarden een student moet voldoen en op welke manier eventuele vrijstellingen geregeld zijn.

Page 29: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 26

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding hanteert toelatingseisen die zijn vastgelegd in het Onderwijs- en Examen Reglement en de

documenten die horen bij de toelatingsprocedure. Daarin maakt de opleiding duidelijk aan welke voorwaarden een student moet voldoen.

De opleiding speelt op een adequate wijze in op het niveau van de studenten. De opleiding heeft contact met MBO-opleidingen om de aansluiting van het MBO op de opleiding te

verbeteren. Door de studenten met name in de propedeuse intensieve studiebegeleiding te bieden en de

studieresultaten nauwlettend in het oog te houden, borgt de opleiding dat zij het studieverloop goed kan volgen en tijdig kan ingrijpen als er iets mis dreigt te gaan.

Page 30: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 27

Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 ECTS) m.b.t. de omvang van het curriculum van een

HBO bachelor opleiding?

Bevindingen Het curriculum van de voltijdopleiding omvat vier jaar, het aantal studiepunten per jaar bedraagt 60 ECT’s. . Daarmee bedraagt blijkens de programmabeschrijving het totaal aantal studiepunten van de voltijdvariant 240 ECT’s. Het curriculum van de deeltijdopleiding omvat vier jaar, het aantal studiepunten per jaar bedraagt 60 ECT’s. . Daarmee bedraagt blijkens de programmabeschrijving het totaal aantal studiepunten van de deeltijdvariant 240 ECT’s. Daarmee voldoen beide varianten van de opleiding aan de formele, kwantitatieve eis die aan HBO bachelor opleidingen wordt gesteld.

Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat beide varianten een omvang hebben van 240 ECTS, reden dit facet voor beide varianten als voldoende te kwalificeren.

3 In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.

Page 31: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 28

Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept?

Bevindingen Het aangeboden onderwijs is conform het beleid van de Hogeschool competentiegericht, waarbij praktijkrelevante opdrachten centraal staan, de student heeft de regie over zijn leerproces en de docent vervult voornamelijk een coachende en vervolgens beoordelende rol. De kennisontwikkeling van de voltijd student vindt plaats door een gedefinieerde ontwikkeling van het kennisniveau via het 4C/ID-ontwerp. Een competente TBK’er kan op een adequate manier taken uitvoeren, oplossingen vinden en realiseren in de dagelijkse beroepspraktijk. Voor de inrichting van de onderwijsprogramma’s betekent dit het volgende: 1. Het onderwijs is gericht op het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en

houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd. 2. Het onderwijs bevordert actief en zelfstandig leren. 3. De docent ondersteunt en coacht het leerproces van de student. 4. De docent is inhoudelijk expert op een bepaald terrein. 5. Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij opdrachten zijn afgeleid

van beroepstaken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van moderne media (ICT). 6. Het onderwijs is gebaseerd op de beroepspraktijk. 7. Studenten werken samen: met elkaar, de docent en professionals uit de praktijk. 8. Toetsen zijn bedoeld om vast te stellen welk niveau van de competenties is bereikt en de student inzicht

te geven in de vorderingen in het eigen leerproces. Deeltijd De deeltijd kent een verbijzondering van deze uitgangspunten doordat de beroepspraktijk van de student centraal gesteld wordt: 9. Kennisontwikkeling vindt plaats via conceptontwikkeling, toepassing in de eigen beroepspraktijk en

onderlinge vergelijking van beroepservaringen (conceptontwikkeling via reflectie). 10. Kennisintegratie krijgt vorm in projecten in de eigen beroepsomgeving. Studenten werken voor een

belangrijk deel op basis van gestructureerde zelfstudie en via uitwisseling van leerervaringen via de digitale leeromgeving, ondersteund met wekelijkse studiebijeenkomsten.

11. In de deeltijd wordt de studieloopbaanontwikkeling gekoppeld met de evaluatie van het praktijkleren. Via intervisie en loopbaangesprekken wordt gewerkt aan ontwikkeling van leervermogen en verantwoording van praktijkleren. Daarnaast is er profileringsruimte in een keuzeaanbod managementvaardigheden.

Het onderwijs werkt met de metafoor van training en de wedstrijd. Studenten worden getraind tijdens de cursussen. De blokken kennen een systematische opbouw waarbij op onderdelen via specifieke cursussen deelcompetenties op een toenemend niveau ontwikkeld worden. De programma’s kennen meerdere werkvormen waaronder werkcolleges en groepswerk in zelfsturende studentengroepen. In die opbouw staan de beroepsopdrachten centraal. Opdrachten beginnen met het grote beroepsprobleem waarbij eerst aan de hand van aanvulopdrachten delen van het probleem opgelost worden. Routinematige aspecten worden door middel van deeltaken geautomatiseerd. Tijdens stages voert de student voltijd reële beroepsopdrachten uit. Hierbij worden zij op afstand gevolgd en geëvalueerd.

Page 32: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 29

Daarnaast worden de studenten in SLO-leerlijn intensief begeleid. De intensiteit van de begeleiding neemt in de loop van de studie af en wordt meer vraaggestuurd. In de deeltijd is er een wekelijks 3,5 uur contact met de leermanager voor minicolleges en begeleiding bij projecten. Daarnaast is er contact via e-mail en de elektronische leeromgeving en hebben de studenten onderling regelmatig contact. Twee keer per semester worden er met de deeltijdstudenten coachingsgesprekken gevoerd. Het deeltijdonderwijs is niet ontworpen volgens de 4C/ID-methode maar is er wel op gebaseerd. Zo is onder andere de terminologie van de methode overgenomen. De opleidingen hanteert vaste formats voor het beschrijven van de programma’s, cursussen en projecten. De vormgeving van het leerproces wordt per themaboek beschreven. Per blok wordt elk studieonderdeel geëvalueerd met de facultaire onderwijsmodule- en blokenquêtes. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verschillende werkvormen in de themaboeken en is op basis hiervan van mening dat de werkvormen aansluiten bij het didactisch concept van het competentiegericht onderwijs. Het auditteam is van mening dat met dit competentiegerichte curriculum wordt aangesloten op de actuele onderwijskundige inzichten. Het auditteam is op basis van hetgeen hij gezien heeft van mening dat de opleiding onderwijsstijlen hanteert die ervoor zorgdragen dat de student aan het eind van zijn studie de door de opleiding gestelde beroepscompetenties heeft kunnen verwerven. Tijdens de audit gaven de studenten die het auditteam sprak aan, tevreden te zijn met de opbouw van het curriculum en met de studiebegeleiding. De studenten verwachten goed voorbereid te zijn op hun toekomstige werk. Zij baseren dit onder andere op hun stage-ervaring.

Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding werkt met competentiegericht leren volgens het 4C/ID-ontwerp. Met dit competentiegerichte curriculum wordt aangesloten op de actuele onderwijskundige inzichten. De werkvormen die de opleiding hanteert, sluiten aan bij het didactische concept van het

competentiegerichte onderwijs. De opbouw van het curriculum en de onderwijsstijlen die de opleiding hanteert, dragen er zorg voor dat

de studenten aan het eind van zijn studie de door de opleiding gestelde beroepscompetenties heeft kunnen verwerven.

Studenten zijn tevreden over de bijdrage van het onderwijs aan de vergroting van kennis en vaardigheden.

Page 33: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 30

Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de

leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd?

Bevindingen Een belangrijk uitgangspunt bij het toetsbeleid van de opleiding is dat begeleiden (formatief toetsen) en beoordelen (summatief toetsen) op één lijn horen te liggen. Een tweede uitgangspunt is dat er met verschillende toetsvormen gewerkt moet worden. Verder is het belangrijk dat de studenten in de loop van de opleiding leren hoe ze zelf aan kunnen tonen dat hun werk aan professionele criteria voldoet. Per cursus en project staat beschreven wat de te behalen competenties zijn, de manier van toetsen en de toetscriteria. De cursussen worden getoetst door middel van groepsopdrachten, schriftelijke tentamens of individuele opdrachten. De toetsmomenten zijn evenredig verdeeld over het jaar. Er wordt gewerkt in een 10-wekelijkse cyclus van onderwijs, projecten en toetsing. Toetsing vindt altijd plaats in de onderwijsvrije weken. Tijdens de projecten zijn er meerdere toetsmomenten, namelijk aan het begin als het plan van aanpak beoordeeld wordt en aan het einde, tijdens de presentatie van het eindresultaat. In de STO 2007 geven de studenten in de hoofdfase een 2.7 op een schaal van 5 op de vraag: “de beoordeling van toetsen (inclusief werkstukken) gebeurt aan de hand van duidelijke criteria”. In het jaar 2007/2008 is het nieuwe competentieprofiel ingevoerd en is er nadrukkelijk aandacht besteed aan het formuleren van beoordelingscriteria met behulp van de matrix. In het voorjaarssemester 2008 staan er wekelijks docentenbijeenkomsten gepland getiteld ‘begeleiden en beoordelen van opdrachten met de matrix’, met name gericht op het toepassen van de matrix als beoordelingskader in het afstudeerproces. Het auditteam heeft kennisgenomen van het beleid met betrekking tot de beoordeling en toetsing en is van mening dat het duidelijk en inzichtelijk is, wanneer en wat getoetst wordt en dat er adequaat getoetst kan worden of de studenten de gestelde leerdoelen hebben bereikt. Binnen de deeltijdopleiding werken de studenten met de Integrale Beroeps Ontwikkeling, waarbij de focus ligt op het ontwerpen van beroepsproducten. De te behalen competenties van een thema zijn beschreven door de combinatie van rol/domein/niveau van de beroepsopdrachten. Studenten leren deze te realiseren in een thema van 20 weken dat geen aparte cursussen kent. Studenten werken voor een belangrijk deel op basis van zelfstudie en via uitwisseling van leerervaring via de digitale leeromgeving, ondersteund met wekelijkse studiebijeenkomsten. Het auditteam is van mening dat de wijze van beoordeling en toetsing van studenten in de deeltijd opleiding duidelijk en inzichtelijk is en dat er adequaat getoetst kan worden of de studenten de gestelde leerdoelen hebben bereikt. De opleiding kent een examencommissie die verantwoordelijk is voor het toetsbeleid en de uitvoering. Dit beleid wordt geconcretiseerd door het semesterteam, dat de competenties samenhangend toetst. In de studiegids en in de OER is vastgelegd hoe studenten bezwaar kunnen maken tegen beoordelingen.

Page 34: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 31

Tijdens de audit concludeerde het auditteam dat het soms voorkomt dat het voorbereiden en nakijken van tentamens maar door één persoon gedaan wordt en daar geen controle op is. Door een aanpassing in het reglement wordt dat nu voorkomen. In het gesprek dat het auditteam had met de examencommissie kwam naar voren dat er zeer weinig klachten zijn over de beoordeling. Veel klachten worden door de studenten opgelost met de docenten zelf. Het bleek ook tijdens de audit dat een deel van de examencommissie meerdere petten op heeft als lid van de examencommissie, als lid van het management en/of als docent. Naar aanleiding van de audit is ter voorkoming van hieruit voortvloeiende problemen een aanvulling gemaakt op de facultaire OER.

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Per onderdeel zijn de te toetsen competenties duidelijk omschreven. De cursussen worden getoetst door middel van groepsopdrachten, schriftelijke tentamens of individuele

opdrachten. De toetsmomenten zijn gelijkmatig over het jaar verdeeld, op basis van het jaarrooster is voor de

studenten duidelijk wanneer er toetsen afgenomen worden. De opleiding heeft haar toetsbeleid vastgelegd in de OER.

SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE

Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor beide varianten als voldoende. Het door de opleiding gehanteerde studiemateriaal is relevant, actueel, werkvelddekkend en op HBO-

niveau. Databanken en vaktijdschriften zijn te raadplegen voor de meest actuele informatie op het gebied van Technische Bedrijfskunde. Met de praktijkcomponent in het curriculum in de vorm van opdrachten, stages en afstuderen, borgt de opleiding de verbanden met de actuele ontwikkelingen in het vakgebied en de mogelijkheid om beroepsvaardigheden te ontwikkelen binnen het programma. Er wordt regelmatig gewerkt met gastdocenten en de opleiding kiest bewust voor een substantieel aandeel docenten dat niet in loondienst is.

De opleiding heeft een consequent doorgevoerde leerlijn-structuur. De horizontale samenhang van het programma is te herkennen in blokken van elkaar ondersteunende onderdelen, de verticale opbouw wordt zichtbaar in de toenemende complexiteit van de opleiding en het schakelen tussen domeinen. De opdrachten binnen het curriculum zijn duidelijk gestructureerd op het gebied van de rol van de student, het domein waarbinnen gewerkt wordt, het niveau en de competenties. De leerdoelen van de opdrachten zijn een directe voorbereiding voor de eindkwalificaties. De opleiding werkt met competentiegericht leren volgens de 4C/ID methode, waarmee aangesloten wordt op de actuele onderwijskundige inzichten.

De verdeling van de studielast is voor de studenten inzichtelijk en gelijkmatig en niet te zwaar. De opleiding hanteert duidelijke toelatingseisen en speelt op adequate wijze in op de verschillende instroomniveaus van de studenten. Het toetsbeleid is duidelijk omschreven en is vastgelegd in de OER.

Page 35: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 32

Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel. Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt

tussen de opleiding en de beroepspraktijk?

Bevindingen De opleiding kiest bij de samenstelling van het docententeam voor een substantieel aandeel “personeel niet in loondienst” (PNIL). Binnen de opleiding is de verhouding tussen PNIL en PIL in FTE ¼ PNIL en ¾ PIL. Op die wijze kan zij docenten aan zich binden die naast hun betrokkenheid bij de opleiding actief zijn in de beroepspraktijk. Over het algemeen heeft de opleiding een langdurige relatie met de PNIL’ers. Ook met de PNIL’ers worden regelmatig (1 keer per jaar) evaluatie- en beoordelingsgesprekken gevoerd. In de voltijd-opleiding verzorgen de PNIL’ers eigen onderwijsmodules, in de deeltijdopleiding treden zij op als leermanagers en studieloopbaanbegeleiders. De keuze tussen de inzet van een PNIL’er en een PIL’er wordt gemaakt op basis van beschikbaarheid en inhoudelijke competenties. De opleiding stimuleert nadrukkelijk externe activiteiten van docenten. Er is de mogelijkheid om als docent via stage ervaring op te doen in de beroepspraktijk, onder andere op het gebied van bedrijfskundige advisering. Daarnaast vervullen docenten externe taken als loopbaancoaching en projectleiderschap op het gebied van kennisontwikkeling. De opleiding zet regelmatig externe contacten, anders dan PNIL’ers, in voor het verzorgen van gastlessen en als medebeoordelaars van projectpresentaties en afstudeerprojecten. Het auditteam heeft kennisgenomen van het personeelsbeleid en de CV’s van de docenten. Het auditteam is van mening dat de opleiding in haar visie op het personeelsbeleid duidelijk heeft vastgelegd hoe zij de koppeling met de beroepspraktijk wil realiseren en een weloverwogen keuze maakt in het aantrekken van docenten. Het auditteam ziet echter in het algemeen het risico dat PNIL’ers de aansluiting met de recentste (wetenschappelijke) ontwikkelingen op hun vakgebied missen en wil de opleiding adviseren er op toe te zien dat de PNIL’ers zich bijscholen op hun vakgebied, bij voorbeeld in de vorm van literatuuronderzoek. De ambitie van de faculteit en de opleiding is erop gericht zowel docenten als studenten een uitdagende leer-werkomgeving te bieden. Docenten worden op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in hun vakgebied door informatie uit kenniscentra. Daarnaast worden zij gemotiveerd om te participeren in deze kenniscentra. Er wordt onder andere samengewerkt met: Kenniscentrum voor Proces Innovatie en de lector Extended Enterprise Studies; Kenniscentrum Gebouwde Omgeving; Kenniscentrum 700. Hierin zijn de lectoraten m.b.t. Ontwerpmethoden en Microsysteemtechnologie

ondergebracht. Docenten zijn betrokken geweest bij kennisontwikkeling en een deel van het honneursprogramma Design wordt verzorgd door een docent van de opleiding;

Kenniscentrum Innovatie en Business, Lectoraat “Business, ICT en Innovatie” van de Faculteit Economie en Management.

Page 36: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 33

Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding kiest bij de samenstelling van het docententeam weloverwogen voor een substantieel

aandeel “personeel niet in loondienst” (PNIL). De opleiding heeft over het algemeen langdurige relaties met het personeel niet in loondienst en zij

worden ingezet als volwaardige docenten. De opleiding stimuleert nadrukkelijk externe activiteiten van docenten. In het praktijkbureau wordt op gestructureerde wijze de contacten met het werkveld met betrekking tot

stages en afstuderen bijgehouden. Er wordt samengewerkt met diverse kenniscentra, waarin docenten en studenten kunnen participeren.

Page 37: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 34

Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen?

Bevindingen De facultaire student-staf ratio voor onderwijzend personeel is 1 OP per 26 studenten. Deze norm is inclusief coördinatie van het onderwijs. De personeelsinformatie wordt steeds per studiejaar vastgesteld. In de directe onderwijsuitvoering wordt ten behoeve van de voltijd gepland op basis van 1/30 en voor de deeltijd op basis van 1/38. Het auditteam is van mening dat deze ratio voldoende is. Elke docent heeft de mogelijkheid om 10% van zijn aanstelling te besteden aan deskundigheidsbevordering in de vorm van cursussen, opleidingen en stages. Daarnaast wordt 10% van de aanstelling gereserveerd voor indirecte uren. Tweejaarlijks wordt een werkbelevingsonderzoek (WBO) gehouden onder het personeel, waarvan het laatste eind 2007 gehouden is. Het onderzoek toonde aan dat de medewerkers van de opleiding een hoge werkdruk ervaren met diverse piekmomenten tijdens het jaar. Deze zitten vooral op de overgangen tussen de blokken. De werk-thuisbalans wordt genoemd als stressfactor. Parttime werkende docenten merken dat het lastig kan zijn de werktijd goed af te bakenen. Aan de andere kant zijn er hoge scores voor de autonomie van de docenten, de samenwerking met andere docenten en de ondersteuning en coaching van docenten onderling. De mobiliteit binnen het TBKteam neemt toe vanwege de inzet van docenten op projecten en externe activiteiten en vanwege de grote inzet van personeel niet in loondienst. In 2003-2005 is ca. 4 FTE per jaar aangewend voor de onderwijsinnovatie, in 2006 en 2007 ca. 2,5 FTE per jaar. De ondersteuning van het onderwijsproces gebeurt voor een belangrijk deel op het onderwijsbureau en bij andere ondersteunende diensten, zoals mediatheek en shared services centra. Deze zijn locatie-, faculteit- of hogeschoolbreed georganiseerd. De opleiding TBK beschikt over 3,14 FTE aan ondersteuning. Om in de toekomst bij de verschillende semesters genoeg basiscapaciteit en continuïteit te kunnen bieden is formatiegroei nodig. Het auditteam heeft kennisgenomen van het personeelsbeleid en is van mening dat de opleiding het beleid duidelijk inzichtelijk formuleert.

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De facultaire student-staf ratio voor onderwijzend personeel is 1 OP per 26 studenten Elke docent kan 10% van zijn aanstelling besteden aan deskundigheidsbevordering Er worden regelmatig Werkbelevingsonderzoeken gehouden binnen de faculteit.

Page 38: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 35

Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische

realisatie van het programma?

Bevindingen Als basiscompetenties van een TBKdocent zijn benoemd: het proces- en systeemdenken, projectmatig werken, inzicht in algemene principes achter technische processen en het vermogen om in een team te kunnen werken. Op basis hiervan en op basis van de kennis van het werkveld, worden nieuwe docenten geselecteerd. De docentfuncties zijn gebaseerd op de functieprofielen uit het in 2006 ontwikkelde en in 2007 ingevoerde nieuwe Functiehuis. Deze profielen bieden aanknopingspunten om op verschillende taakgebieden tot resultaatafspraken te komen. HU-breed is met ingang van 2006 de RGA (Resultaat Gerichte Afspraken)-cyclus ingevoerd, waarin leidinggevenden individueel met docenten afspraken maken over hun resultaten en hun ontwikkeling. Jaarlijks worden met iedere medewerker ontwikkelafspraken gemaakt die aansluiten bij zijn/haar taken en ambities en de daaruit volgende gewenste competentieontwikkeling. Docenten leggen hun ambities vast in een meerjarig persoonlijk ontwikkelplan (POP). De bewaking van de resultaat- en ontwikkelafspraken geschiedt in tussentijdse functioneringsgesprekken en de opleiding ondersteunt de medewerker in de realisatie. De opleiding evalueert systematisch per blok al haar onderwijsactiviteiten, zowel op inhouds- als op docentniveau. De docentevaluaties worden met de individuele docenten besproken in de RGA cyclus. Ter ondersteuning van de onderwijsinnovatie zijn diverse scholingsactiviteiten georganiseerd, zoals rond de onderwijsvisie en –methodiek 4C/ID en rond inhoudelijk nieuwe onderwerpen. Daarnaast organiseren de diverse semesterteams hun eigen deskundigheidsbevordering en nemen docenten regelmatig deel aan cursussen en congressen. Ieder jaar wordt 2,5% van het personele budget gereserveerd voor cursuskosten, 10% van de docentformatie is gereserveerd voor bij- en nascholing. Beginnende docenten krijgen bij aanvang een aangepast takenpakket. Ook volgen zij in het eerste jaar van hun aanstelling een cursus didactiek. Tijdens de audit spraken de studenten zich over het algemeen zeer positief uit over de inhoudelijke kennis van de docenten. Qua overdracht van de lesstof sluiten de jongere docenten iets beter aan bij de belevingwereld van de studenten. Het auditteam was onder de indruk van het enthousiasme, motivatie en saamhorigheid van het docententeam van de opleiding. Het auditteam heeft inzage gehad in de cv’s van de docenten en de verslagen van de gesprekken die gevoerd zijn in het kader van de RGA-cyclus en is op basis hiervan van mening dat de opleiding verzorgd wordt door bekwame docenten en dat de opleiding investeert in de verdere ontwikkeling van de docenten.

Page 39: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 36

Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft duidelijke vakinhoudelijk, didactische en sociale eisen aan (nieuwe) docenten.

Op basis hiervan kan de opleiding borgen dat het gekwalificeerd personeel inzet voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.

De studenten spreken zich positief uit over de didactische en inhoudelijke kwaliteit van de docenten en het docententeam straalt enthousiasme, motivatie en saamhorigheid uit.

Uit de verslagen van functioneringsgesprekken blijkt dat deze gesprekken op regelmatige basis plaatsvinden. Afspraken uit de RGA-cyclus zijn duidelijk vastgelegd.

Beginnende docenten worden intensief begeleid.

SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE

Het auditteam kwalificeert voor beide opleidingsvarianten het Onderwerp “Inzet van Personeel” als voldoende. De facultaire student-staf ratio voor onderwijzend personeel is 1 OP per 26 studenten. Elke docent kan

10% van zijn aanstelling besteden aan deskundigheidsbevordering. Er worden binnen de faculteit regelmatig Werkbelevingsonderzoeken gehouden.

De opleiding heeft duidelijke vakinhoudelijk, didactische en sociale eisen aan (nieuwe) docenten. Op basis hiervan kan de opleiding borgen dat het gekwalificeerd personeel inzet voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Beginnende docenten worden intensief begeleid.

De studenten spreken zich positief uit over de didactische en inhoudelijke kwaliteit van de docenten en het docententeam straalt enthousiasme, motivatie en saamhorigheid uit.

Uit de verslagen van functioneringsgesprekken blijkt dat deze gesprekken op regelmatige basis plaatsvinden. Afspraken uit de RGA-cyclus zijn duidelijk vastgelegd.

Extra aantekening: Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel twee van de drie facetten van het onderwerp ‘Doelstellingen Opleiding’ als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit is reden voor het auditteam om de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.

Page 40: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 37

Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding. Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren?

Bevindingen Huisvesting en materiële voorzieningen worden op facultair niveau vastgesteld en locatiegebonden georganiseerd. Een aantal centrale voorzieningen, zoals collegezalen en mediatheek zijn op de locatie van de opleiding ondergebracht. De opleiding heeft haar eigen multifunctionele onderwijsruimtes die flexibel zijn ingericht en voorzien zijn van moderne technologie, zoals Smartboards, PC’s en wireless internet. Voor studentenprojectgroepen zijn eigen projectwerkplekken met wireless netwerk ingericht. Op de locatie bevinden zich een OCT-steunpunt en een ICT-steunpunt. De mediatheek is voorzien van variabele werkplekken en de studenten hebben toegang tot internationale bibliotheekdatabases, de catalogi van de TU’s en vaktijdschriften via databanken. Op facultair niveau is een project voor de invoering van Sharepoint gestart, dat voorziet in een goede informatievoorziening aan studenten. Daarnaast maakt de opleiding gebruik van Blackboard, dat de studenten de mogelijkheid biedt om optimaal gebruik te maken van groepsleren en afstandsleren. In het MR wordt opgemerkt dat er tijdens piektijden voor voltijdstudenten weinig ruimte beschikbaar is voor groepswerk. Dit werd tijdens de audit door de studenten bevestigd. Dit probleem geldt alleen voor studenten die niet beschikken over een laptop. Het auditteam is op basis van hetgeen hij gezien heeft tijdens de audit van mening dat de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend zijn om het programma te realiseren. Er zijn voldoende en gevarieerde werkplekken beschikbaar voor het individueel en in groepen werken. In de gesprekken met de studenten tijdens de audit kwam naar voren dat studenten tevreden zijn over de voorzieningen. Uit het STO blijkt dat de studenten met name tevreden zijn over de bibliotheek.

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding beschikt over voldoende en goed ingerichte werkplekken en het hele gebouw is voorzien

van moderne techniek zoals wireless internet. De mediatheek beschikt over toegang tot alle belangrijke (internationale) databases. Studenten en docenten hebben via Blackboard en Sharepoint toegang tot actuele informatie en

programma’s betreffende hun opleiding De studenten zijn tevreden over de voorzieningen.

Page 41: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 38

Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op

de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van

de studenten?

Bevindingen Tijdens de studie worden de studenten begeleid in de Studie Loopbaanontwikkeling (SLO)-leerlijn. De studievoortgang wordt onder andere vastgelegd in faselijst, waardoor iedere student nauwkeurig gemonitord kan worden en individueel begeleiding kan krijgen. Wanneer er studieproblemen worden gesignaleerd bij studenten, worden die besproken en wordt de student zo nodig verwezen naar de decaan. Met studenten die tussentijds uitstromen wordt een exitgesprek gevoerd. De studiebegeleiding vindt plaats in de vorm van Studieloopbaanontwikkeling (SLO). Aan de SLO-leerlijn (voltijd) wordt jaarlijks 3 EC’s toegekend. Binnen de studieloopbaanbegeleiding staan drie doelen voorop: de student leren reflecteren, de student ondersteunen in de keuzes die hij in zijn studie kan maken en het signaleren van studieoverstijgende problematiek. Op individueel niveau werkt de student aan een persoonlijk ontwikkelplan (POP) en in teamverband werken studenten aan een team ontwikkelplan (TOP). Bij tegenvallende prestaties kan de opleiding remediërende maatregelen nemen. Dit geldt bijvoorbeeld bij de invoering van een standaard schakelcursus voor het verbeteren van de wiskundige vaardigheden van studenten. Bij een vooropleiding mts kan een vrijstelling verkregen worden voor een groot deel van het blok Technische Processen en het blok Integraal Ontwerpen. Deze verkorte route betekent dat de student de studie Technische Bedrijfskunde in 3 jaar kan afronden. In de loopbaanbijeenkomsten wordt de studievoortgang besproken. Studenten die nog niet over een propedeusediploma beschikken, ontvangen halfjaarlijkse (voorlopige) studieadviezen. Wanneer de studieloopbaanbegeleider studievertraging of studiebelemmerende omstandigheden signaleert, worden afspraken gemaakt over herstel en zo nodig wordt verwezen naar de decaan. Met deze vorm van begeleiding sluit de opleiding aan bij het facultair beleid. De professionaliteit van de studieloopbaanbegeleiders is gewaarborgd door een certificeringtraject. De kwaliteit van de studieloopbaanbegeleider wordt op facultair niveau geëvalueerd. Er is heel bewust voor gekozen om de SLO-begeleider ook projectbegeleider te maken. Via het studentvolgsysteem Osiris kan een student de eigen studievoortgang monitoren. Daarnaast hanteert de opleiding een faselijst, waarin alle gegevens van de studenten opgenomen worden. Hierin is onder andere informatie over het studieverloop, stages en afstuderen, namen van begeleiders etc. te vinden. In de examencommissie wordt het overallbeeld van de studievoortgang besproken. De bevindingen worden teruggekoppeld naar het opleidingsmanagement. De studentdecaan heeft een onafhankelijke positie binnen de opleiding en kan de student informeren ten aanzien van studiekeuze, bijzondere voorzieningen en vervolgopleidingen. Daarnaast kunnen studenten gebruik maken van het HU-brede beleid inzake vertrouwenspersonen, studentenarts, Bureau Studenten-psychologen, international office, bijzondere voorzieningen bij topsport e.d.

Page 42: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 39

Bij de deeltijdopleiding wordt de studievoortgang gevolgd binnen de PCO-lijn (Persoonlijke Competentie Ontwikkeling). Studenten hebben tweemaal per semester een gesprek met de PCO-coach, een afsprakengesprek en een evaluatiegesprek. De studieadviseur houdt centraal de cijferadministratie bij, signaleert stagnaties en roept studenten op wanneer de voortgang achterblijft. Even belangrijk is het signaleren en faciliteren van studieversnellingsmogelijkheden. Alle coaches die betrokken zijn bij de PCO-lijn zijn getraind en ervaren in het coachen en zij hebben in veel gevallen een eigen praktijk of bureau van waaruit ze als coach of trainer werkzaam zijn. De opleiding maakt gebruik van Sharepoint als communicatiemiddel met de studenten. Blackboard biedt studenten de mogelijkheid optimaal gebruik te maken van groepsleren en afstandsleren. Het auditteam heeft kennisgenomen van de systemen waarop de studenten begeleid worden en is op basis hiervan van mening dat deze begeleiding voor zowel studenten als docenten op een adequate en heldere wijze is opgezet. Het auditteam is van mening dat de structurele wijze van begeleiding van de studenten door de studie heen een goede is. De studenten die het auditteam gesproken heeft tijdens de audit spraken zich positief uit over de studiebegeleiding. Zij meldden dat de studiebegeleiding in het begin van de studie heel intensief is en in de loop van de studie in intensiteit af neemt. Stage- en afstudeerbegeleiding in het buitenland verloopt via e-mail en telefoon. De intensiteit hiervan beoordelen de studenten als voldoende. De studenten speken zich zeer positief uit over de toegankelijkheid en betrokkenheid van de docenten. Zij waarderen de kleinschaligheid van de opleiding en het feit dat de docenten de studenten bij naam kennen.

Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft duidelijk vastgelegd hoe de studiebegeleiding verloopt en wat er van de studenten

verwacht wordt. Deze begeleiding maakt op structurele wijze deel uit van het curriculum. De uitvoering van de studieloopbaanbegeleiding verloopt naar tevredenheid van de studenten. Het werken met de faselijst maakt de studievoortgang van de studenten heel inzichtelijk en op die

manier is het eenvoudig om een vinger aan de pols te houden. Ook de studieloopbaanbegeleiding voor deeltijdstudenten is op een structurele wijze vormgegeven.

De studenten worden gecoacht door begeleiders die vanuit het werkveld ervaring hebben met coachen. De kleinschaligheid van de opleiding en de betrokkenheid en toegankelijkheid van de docenten worden

positief gewaardeerd door de studenten.

SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE

Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Voorzieningen” voor beide opleidingsvarianten als voldoende. De huisvesting en de materiele voorzieningen zijn toereikend op het programma te realiseren.

De opleiding beschikt over voldoende en goed ingerichte werkplekken en het gebouw is voorzien van moderne techniek. Studenten en docenten hebben toegang tot actuele informatie en programma’s en tot alle belangrijke databases. De studenten zijn tevreden over de voorzieningen.

De opleiding heeft duidelijk vastgelegd hoe de studiebegeleiding in de verschillende leerjaren verloopt en wat er van de studenten verwacht wordt. Deze begeleiding maakt op structurele wijze deel uit van het curriculum en verloopt naar tevredenheid van de studenten. De opleiding beschikt over goede instrumenten om de studievoorgang van de studenten te monitoren en bij te sturen indien nodig.

Page 43: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 40

Extra aantekening: Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel één van de twee facetten van het onderwerp ‘Voorzieningen’ als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit is reden voor het auditteam om de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.

Page 44: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 41

Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld. Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen?

Bevindingen De opleiding participeert in het HU-kwaliteitssysteem. Op faculteitsniveau is een integraal kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld en geïmplementeerd (IKS FNT). Hiermee wordt een voortdurende verbetering van de organisatie nagestreefd om de missie en de doestellingen van de organisatie te realiseren. In het kader van de planning- en controlcyclus wordt per cluster een jaarplan opgesteld, waarin gewenste vernieuwingen en verbeteracties worden gedefinieerd om de kwaliteit te behouden of te verhogen. Het jaarplan richt zich op facultaire doelstellingen. Binnen de opleiding is verbeterbeleid structureel onderdeel van de aansturing via de verbeterbudgetten en -plannen van de semesterteams. De opleiding evalueert haar prestaties systematisch en formuleert gerichte verbeterdoelen. De opleiding kent een meerjarig verbeterbeleid via de innovatieprojecten Sprong Vooruit en haar opvolgers. De opleiding hanteert verschillende evaluatiesystemen: cursus- en docentevaluaties met behulp van HU-standaard cursusenquêtes. De studenten worden

bevraagd naar hun opvattingen over de informatie, de inhoud, de werkvormen en de toetsing van de cursussen en naar hun mening over de deskundigheid, praktijkgerichtheid en de didactiek van de docent. Ook het stage en afstudeerproces wordt systematisch geëvalueerd en vertaald naar verbeteragenda’s.

klankbordgroepen ter interpretatie van de cursusevaluaties en om de issues die bij studenten leven duidelijk op tafel te krijgen. Deze gesprekken vinden één maal per blokperiode plaats en zijn onderverdeeld per jaargang. In de deeltijdopleiding vindt dit plaats in de vorm van ‘’kantinegesprekken’’.

studententevredenheidsonderzoeken (STO) vinden jaarlijks HU-breed plaats. De opleiding analyseert de resultaten en formuleert per doelgroep de verbeterpunten. Ook de sterke punten die uit de STO naar voren komen worden naar docenten en studenten gecommuniceerd.

CHOICE-evaluaties, een onafhankelijke landelijke benchmark van vergelijkbare opleidingen. Exitgesprekken, die worden gevoerd met alle studenten die de opleiding tussentijd verlaten.

De eventuele trends die uit deze gesprekken naar voren komen, formuleert de decaan in haar jaaroverzicht.

op facultair niveau wordt deelname aan de HBO-monitor georganiseerd en worden resultaten per opleiding afgezet tegen een facultair gemiddelde.

op HU-niveau wordt tweejaarlijks een werkbelevingsonderzoek onder de medewerkers gehouden. In 2006 is een interne audit uitgevoerd aan de hand van het EVINAC-systeem. De feedback hiervan is

vertaald naar het clusterjaarplan 2007. Het auditteam heeft kennisgenomen van bovengenoemde evaluatiesystemen en is van mening dat deze voldoen om de kwaliteit van de opleiding te monitoren en voldoende input te krijgen voor bijsturing.

Page 45: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 42

Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding participeert in het HU-Kwaliteitssysteem; Daarnaast hanteert de opleiding diverse evaluatiesystemen, zoals cursus- en docentevaluaties,

klankbordgroepen (studenten), studenttevredenheidsonderzoeken en, op HU-niveau werkbelevingsonderzoeken.

Page 46: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 43

Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare

verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen?

Bevindingen De opleiding streeft in navolging van het facultair beleid naar een volledig gesloten PDCA-cyclus. De opleiding maakt hiervoor gebruik van de evaluatiesystematiek van de HU. De opleiding heeft haar verbeterbeleid vastgelegd in haar kwaliteitsbeleidplan. Taken en verantwoordelijkheden m.b.t. kwaliteitszorg hebben hierdoor hun plaats in de organisatie van de opleiding gekregen. De verbeterplannen komen tot stand op basis van de volgende bronnen: kwalitatieve evaluaties in het betrokken docententeam; rapportages op basis van de cursusevaluaties volgende de HU-systematiek; aandachtspunten uit de klankbordgroepen; interne audits.

De opleidingsmanagers voltijd en deeltijd stimuleren dit proces en bewaken dat er voldoende concrete en haalbare actieplannen worden opgesteld. Per cursus wordt standaard 20% van de formatie gereserveerd voor verbeteracties. De verbeterplannen worden concreet vertaald naar de inzetplanning voor de volgende onderwijsperiode. De trends uit de cursusevaluaties die vragen om verbeterbeleid op clusterniveau worden meegenomen in het clusterjaarplan. De opleiding heeft zichzelf voor de komende tijd de volgende doelen gesteld: communicatie met studenten verbeteren; betere en structurele relaties gaan onderhouden met bedrijven uit de omgeving de internationalisering nog verder uitbreiden; het onderzoeksaspect van de opleiding zal in toekomst verder uitgebreid worden.

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: De opleiding heeft duidelijk inzicht in haar verbeterpunten en heeft hiervoor concrete verbeterplannen.

Page 47: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 44

Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld

actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding?

Bevindingen Studenten zijn actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg via enquêtes en klankbordgroepen en via de opleidingscommissie. Naar aanleiding van de STO wordt met een breed studentenpanel gesprekken gevoerd over allerlei facetten van onderwijs en organisatie, gericht op het inventariseren van concrete verbetermogelijkheden. Medewerkers zijn actief betrokken bij de evaluatie van het onderwijs in hun rol als teamlid (voltijd) of leermanager (deeltijd). Zij stellen op basis van eigen evaluaties en kwaliteitsmetingen zelf de verbeteragenda’s op. De opleiding kent een veelheid aan relaties met het beroepenveld in het directe netwerk van docenten, waarbij de kwaliteit en de innovatie van de opleiding vaak onderwerp van gesprek zijn. De opleiding maakt regelmatig gebruik van externen uit het werkveld bij de beoordeling van stages en projecten, voor het geven van gastcolleges en, door middel van het College van Toezicht, bij de evaluatie en bijstelling van de opleiding. De opleiding blijft via de HBO-monitor op de hoogte van de ontwikkelingen van de alumni. Deze bevindingen worden meegenomen in het verbeterbeleid.

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Studenten en medewerkers zijn op een breed vlak betrokken bij de interne kwaliteitszorg. Het werkveld wordt bij de interne kwaliteitszorg betrokken door de beoordeling van producten van de

opleiding. De opleiding heeft geen eigen structuur om het contact met de alumni te onderhouden en krijgt geen

directe en persoonlijke input van hen op het verbeterbeleid, wel indirect via de hbo-monitor.

SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE

Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” voor beide opleidingsvarianten als voldoende. De opleiding participeert in het HU-Kwalitietssysteem en heeft daarnaast nog diverse eigen systemen om

de kwaliteit van de opleiding te toetsen, waaronder interne audits. De opleiding heeft duidelijk inzicht in haar verbeterpunten en heeft hiervoor concrete verbeterplannen. Studenten, medewerkers en het werkveld zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg.

Page 48: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 45

Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement. Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in

overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties?

Bevindingen De opleiding hecht er belang aan dat haar eindcompetenties in de beroepspraktijk worden herkend en worden gewaardeerd en zij bewaakt de realisatie van haar eindtermen systematisch. Dat afgestudeerden van de opleiding aan de actuele beroepsvereisten voldoen, blijkt vooral uit de afstudeerprojecten waarin de student aantoont over de eindkwalificaties van de Utrechtse TBK’er te beschikken. Tijdens deze afstudeerfase legt de student zelfstandig een proeve van bekwaamheid af door in een bedrijf een opdracht uit te voeren. de scriptie is praktijkgeoriënteerd, gebaseerd op een concreet probleem en uitmondend in uitvoerbare

aanbevelingen; de student brengt de specifieke probleemstelling op een zodanig abstractieniveau dat hij:

• toegang krijgt tot relevante vakliteratuur om deze, zo mogelijk, vervolgens te verwerken in procesaanpak en oplossingsvoorstellen;

• de oorspronkelijke probleemstelling kan reduceren tot een hanteerbaar kernprobleem; de student werkt op een zodanig abstractieniveau, dat hij oog heeft voor de interdisciplinaire aspecten

en consequenties van zijn werkzaamheden. De student dient aan strikte eisen te voldoen met betrekking tot verworven EC’s, alvorens hij mag starten met een afstudeeropdracht. De afstudeercoördinator is contactpersoon voor acquisitie van opdrachten. Via Blackboard worden vacatures aan studenten kenbaar gemaakt. Studenten zijn uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor het verwerven van een opdracht. De afstudeercommissie beoordeelt de potentie van de opdracht op het interdisciplinaire karakter, de context van de technische omgeving, de potentie van de vraagstelling en de voorwaarden waaronder deze kan worden uitgevoerd. Na goedkeuring door de afstudeercommissie krijgt de student een begeleider toegewezen. Deze zorgt voor een intensieve begeleiding. Een onafhankelijke 2de docent is medebeoordelaar van de conceptscriptie en het eindresultaat tijdens de afstudeerzitting. De instelling voert een beleid dat erop gericht is de student zo snel mogelijk te laten anticiperen op doorstroming naar een masteropleiding. Dit blijkt een succesvolle aanpak: 48% van de studenten neemt deel aan vervolgonderwijs (t.o.v. 34% van het landelijk gemiddelde). Voltijd: De marktpositie van de TBK’er is gunstig. Uit loopbaanbeschrijvingen van de alumni blijkt dat oud-studenten inderdaad een positie in de arbeidsmarkt als adviseur, projectleiders of ondernemer hebben verkregen. (Dit beeld wordt bevestigd door de HBO-monitor 2007). Deeltijd: Uit de HBO-monitor blijkt dat de alumni een goede positie op de arbeidsmarkt innemen. De beroepsgerichtheid van de deeltijdopleiding daarentegen scoort in de HBO monitor onder het landelijke gemiddelde. In de benchmark doen oud-studenten het afgezet tegen vergelijkbare opleidingen beter wanneer gekeken wordt naar de aspecten salariëring, aanstelling en verantwoordelijkheden. De alumnus van de HU kent de laagste werkloosheid en het hoogste bruto-loon.

Page 49: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 46

In de voorbereiding op, en tijdens de audit heeft het auditteam een representatieve selectie van afstudeerwerkstukken bestudeerd. De afstudeerwerkstukken waar het auditteam zelf inzage in heeft gehad,4 zijn wat betreft probleemstelling van voldoende diepgang en complexiteit en voor het realiseren ervan dienen de afstudeerders te beschikken over een kennisniveau en analytisch vermogen dat normaliter van HBO-studenten mag en moet worden geëist.

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleidingen als voldoende. Uit de HBO-monitor blijkt dat Utrechtse TBK’ers in voldoende mate op het toekomstige werk voorbereid

zijn en een goede marktpositie hebben. Eigen waarneming van de afstudeerwerkstukken en afstudeerverslagen alsmede de beoordelingen door

het werkveld leiden tot het oordeel dat het gemaakte werk van een voldoende, soms goede kwaliteit is.

4 Voorbeelden van afstudeerwerkstukken:

i. R. Kipperskuis: Toepassen van Strategisch Voorraadbeheer van de Service Parts bij Siemens Service Plant Zoetermeer

ii. G. van Vulpen: Goed gebouwd in Midwest

iii. J. Kaiser: Van invoering tot uitvoering

iv. W. van Wijngaarden: 'Reparatie Optimalisatie'

Page 50: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 47

Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in

vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers?

Bevindingen De opleiding streeft naar een goed rendement van haar onderwijs in termen van uitvalbeheersing en doorstroming. Zij hanteert daarbij de facultaire streefcijfers: uitval in P-fase maximaal 25%, uitval in hoofdfase maximaal 5%. Norm P-duur: 16 maanden, de gemiddelde studieduur moet lager zijn dan 4,5 jaar. De onderwijsrendementen van de opleiding TBK zijn de volgende:

jaar

aant

al in

stro

om

P-re

ndem

ent

nog

inge

schr

even

dip

lom

aren

dem

ent

Mog

elijk

dip

lom

aren

dem

ent

uitv

al to

taal

uitv

al m

et P

uitv

al z

onde

r P

2001 85 aantal 60 1 52 32 7 25

percent 71% 61% 62% 38% 8% 29%

verblijf * 17 51 24 14

2002 58 aantal 33 5 31 22 1 21

percent 57% 53% 62% 38% 2% 36%

verblijf * 16 44 60 13

2003 77 aantal 49 8 38 31 3 28

percent 64% 49% 60% 40% 4% 36%

verblijf * 16 44 16 11

2004 83 aantal 55 37 13 32 5 28

percent 66% 16% 60% 39% 6% 34%

verblijf * 17 35 14 9

2005 69 aantal 49 47 1 21 3 18

percent 71% 1% 70% 30% 4% 26%

verblijf * 17 29 16 11

2006 95 aantal 33 68 27 3 24

percent 35% 72% 28% 3% 25%

verblijf * 12 12 9

2007 104

De norm voor P-rendement van 75% wordt niet gerealiseerd. In exitinterviews is onderzocht wat de oorzaak van uitval was. Met name MBO-ers gaven aan de T van technisch te weinig te herkennen. In de voorlichting en in SLO wordt inmiddels nadrukkelijk aandacht besteed aan de plaats van T in de opleiding en beroepsprofiel en in het onderwijs wordt nadrukkelijk gezocht naar casuïstiek uit een technische context. De uitval zonder P onder havisten ligt structureel op 30%. De meeste studenten slagen erin hun P-certificaat ruim binnen de norm van 16 maanden te behalen.

Page 51: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 48

De norm voor het diplomarendement ligt op 70%. Deze wordt niet gerealiseerd door de tot nog toe hoge uitval in de P-fase. Feitelijk is er een lage uitval in de bovenbouw. De effecten van uitvalbestrijding in de P-fase zullen naar verwachting ook positief doorwerken op het diplomarendement. Het huidige beleid van de opleiding is dan ook met name gericht op uitvalbestrijding in de P-fase. Het auditteam heeft kennisgenomen van de kerngetallen en streefcijfers en rendementgegevens van de opleiding. Het auditteam is van mening dat de opleiding goed in beeld heeft wat de behaalde rendementen zijn en dat de verbeterplannen van de opleiding om het P-rendement te verhogen in voldoende mate er voor zullen zorgen dat het diplomarendement aan de door de faculteit gestelde normen gaat voldoen.

Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor beide varianten van de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: Op faculteitsniveau zijn kengetallen vastgelegd voor het studierendement. De opleiding heeft goed in beeld wat de behaalde rendementen zijn en waarom de opleiding daar op

het ogenblik niet aan voldoet. De opleiding borgt het behalen van de streefcijfers door middel van verbeteracties voldoende.

SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE

Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor beide opleidingsvarianten als voldoende. Uit de HBO-monitor blijkt dat Utrechtse TBK’ers goed op het toekomstige werk voorbereid zijn en een

goede marktpositie hebben. Eigen waarneming van de afstudeerwerkstukken en afstudeerverslagen alsmede de beoordelingen

leiden tot het oordeel dat het gemaakte werk van een voldoende, soms goede kwaliteit is. Op faculteitsniveau zijn kengetallen vastgelegd voor het studierendement. De opleiding heeft goed in

beeld wat de behaalde rendementen zijn. De opleiding borgt het behalen van de streefcijfers door middel van verbeteracties voldoende.

Page 52: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 49

3. SAMENVATTEND OORDEEL 3.1. Oordeelschema HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde vt en dt

HBO BACHELOR OPLEIDING TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE voltijd en deeltijd

Onderwerp / Facet Oordeel 1. Doelstellingen Opleiding V

1.1. Domeinspecifieke Eisen V

1.2. Niveau Bachelor G

1.3. Oriëntatie HBO V

2. Programma V

2.1. Eisen HBO G

2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma G

2.3. Samenhang Programma G

2.4. Studielast V

2.5. Instroom V

2.6. Duur V

2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud G

2.8. Beoordeling en Toetsing V

3. Inzet van Personeel V5

3.1. Eisen HBO G

3.2. Kwantiteit Personeel V

3.3. Kwaliteit Personeel G

4. Voorzieningen V6

4.1. Materiële Voorzieningen V

4.2. Studiebegeleiding G

5. Interne Kwaliteitszorg V

5.1. Evaluatie Resultaten G

5.2. Maatregelen tot Verbetering V

5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld V

6. Resultaten V

6.1. Gerealiseerd Niveau V

6.2. Onderwijsrendement V

Samenvattend oordeel V

5 Extra aantekening: goed. 6

Extra aantekening: goed.

Page 53: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 50

3.2. Integraal oordeel/ advies aan NVAO Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Hogeschool Utrecht in casu Faculteit Natuur en Techniek, verzorgde HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Conform de “Beslisregels Accreditatie”zoals vastgelegd in het NVAO accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel Twee van de drie facetten van onderwerp 3 (“Inzet van Personeel”) als goed, wat een kwalificatie ‘goed’

voor dit onderwerp rechtvaardigt; Één van de twee facetten van onderwerp 4 (“Voorzieningen”) als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor

dit onderwerp rechtvaardigt.

Page 54: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 51

BIJLAGE I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheids-verklaring auditoren Drs. W.G. (Willem) van Raaijen Drs. W.G. van Raaijen was jarenlang verbonden aan het Luzac College waar hij als rector actief was. Hij was daar voorzitter van de landelijke examencommissie, lid van de commissie voorbereiding Tweede Fase en voorzitter van de vakgroep Nederlands. Daarna was Van Raaijen Manager Opleidingen & Trainingen bij de holding waaronder het Luzac College destijds als een van de 25 werkmaatschappijen viel en werkte hij als Consultant Public Search voor de Interlace Group. Voor deze organisatie was hij werkzaam binnen de onderwijswereld, ministeries en gemeentes en bij organisaties die opereren op het snijvlak tussen publiek en privaat zoals bijvoorbeeld onderzoeksinstellingen en omroepen. Bij Hobéon houdt Van Raaijen zich bezig met organisatievraagstukken, marktonderzoek, accreditatie in het hoger (kunst-) onderwijs en certificering van ondermeer openbare bibliotheken en kunsteducatieve instellingen. Van Raaijen is partner van de Hobéon Groep en eerste aanspreekpunt voor Hobéon SKO, het bedrijf dat persoonscertificering in uiteenlopende beroepsgroepen uitvoert. Prof. dr. ir. J. E. (Joan) van Aken De heer Van Aken is sinds 1990 Hoogleraar Organisatiekunde aan de Technische Universiteit Eindhoven, faculteit Technologie Management. Zijn onderzoeksgebied betreft organisatieontwerp en verandering. Hij studeerde technische natuurkunde aan de TU Delft en haalde tevens het kandidaatsexamen economie. Voordat de heer Van Aken hoogleraar werd werkte hij vele jaren in het bedrijfleven op het gebied van Operational Research en later onder andere als organisatieadviseur en als manager van organisatieadviseurs op het gebied van strategie en structuur. Hij is ook jaren bestuurslid geweest van de Orde van Organisatiekundigen en –Adviseurs en was jaren voorzitter van de NOBEM (Netherlands Organisation for research in Business Economics and Management). Sinds 2007 is hij tevens in deeltijd hoofd onderzoek van de Nederlandse Defensie Academie. Dr. ir. N. W. (Nellie) Schipper Mevrouw Schipper is sinds 2007 werkzaam als kennismanager bij Volkerrail. Zij studeerde technische natuurkunde aan de TU Delft en promoveerde vervolgens aan de VU in Amsterdam met het proefschrift “Image Analyses of Gynecologic Tumors”. Vervolgens heeft zij gewerkt bij Becton Dickinson onder andere als R&D Director en Process Design Team Leader. Aansluitend werkte mevrouw Schipper bij TNO in Delft o.a. als hoofd van de afdeling Beeldbewerking, manager van Kenniscentra en tot slot als accountmanager Rail. D. P. (Daan) Gijsbertse De heer Gijsbertse studeerde aan de Haagse Hogeschool technische bedrijfskunde, afstudeerrichting commerciële technische bedrijfskunde. Sinds 2007 studeert hij Business Administration aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Drs. M. S. (Miriam) Bijkerk Mevrouw Bijkerk studeerde kunst- en cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, afstudeerrichting beleid en management. Daarnaast studeerde zij contrabas aan het Rotterdams Conservatorium. Na het afronden van haar studies is zij een aantal jaren werkzaam geweest binnen de culturele sector als o.a. docerend en uitvoerend musicus, projectcoördinator en reisleider. Sinds enige tijd is zij voor Hobéon werkzaam op het gebied van certificering van kunsteducatieve instellingen, accreditatie van hoger beroepsopleidingen en persoonscertificering.

Page 55: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 52

Page 56: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 53

Page 57: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 54

Page 58: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 55

Page 59: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 56

Page 60: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 57

BIJLAGE II: Programma Visitatie

Programma Accreditatie audit opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht donderdag 15 mei 2008. (en 20 juni 2008)

Tijd / lokaal Gesprekspartners Auditoren Onderwerpen

Vanaf 08.30

Auditteam: Dhr. van Raaijen (lead auditor) Dhr.Van Aken (vakdeskundige) Mw. Schipper (werkvelddeskudige) Dhr. Gijsbertse (student auditor) Mw. Bijkerk (secretaris)

Inloop door en ontvangst van het auditteam

08.45 – 09.15

Auditteam Voorbespreking auditteam

9.15 - 9.30 Directie Academie, MT en opleidingscoördinator

Auditteam Kennismaking en definitieve vaststelling van het programma

9.30 – 10.30

Annemarie Slootweg: Lid faculteitsdirectieteam Janine Verbers: Clustermanager Business Engineering Dan Greve: Teamleider Voltijd-variant Jaap Goedegebuur: Teamleider Deeltijd-variant

Auditteam Strategisch beleid, visie en missie Marktpositie, instroom, toelating, Vrijstellingen Relatie beroepenveld Kwaliteitsborging praktijkcomponent Internationalisering, Innovatie Kwaliteitszorg Personeel en scholing Resultaten en rendementen Alumnibeleid Bezwaar en beroep

10.30 – 11.15

Docenten voltijd Robert Huls Kars van der Kamp Daan Kuipers Johan Rijsbergen, Mireille Stout JanDik Zegel Pascal Ravensteijn

Auditteam Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling / curriculum Instroom havo, mbo, vwo, anderzins Aansluiting instroom en programma Samenhang programma Eindkwalificaties Praktijkcomponent, stages Internationalisering Toetsen en beoordelen, bezwaar en beroep Deskundigheidsbevordering, pop’s Studiebegeleiding

11.15-11.30 Auditteam Pauze/ intern overleg

Page 61: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 58

11.30- 12.15

Docenten deeltijd Robbert Bosch Margriet Veraart Cees de Lange Jan Mol Caroline Rijnbeek Frens Burgert Dietske Obbink Tjitske Cazemier

Auditteam Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling / curriculum Instroom havo, mbo, vwo, anderzins Aansluiting instroom en programma Samenhang programma Eindkwalificaties Praktijkcomponent, stages Internationalisering Toetsen en beoordelen, bezwaar en beroep Deskundigheidsbevordering, pop’s Studiebegeleiding

12.15-13.00 (parallel)

Studenten voltijd Rick Hermus Erwin Brantenaar Jac van Hout Bram van der Meer Thijs Lindhout Max Kranendijk Arjan Rienks Otman Amohammadi

Deel auditteam Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen

12.15-13.00 (parallel)

Studenten deeltijd Marco Molenaar Erik Zwaan Martijn Knippels Astrid van Utrecht Wankie Be

Deel auditteam Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding, toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding, incl. stages en afstuderen Praktijkcomponent in de opleiding Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen

13.00-13.45

Auditteam Lunch, interne terugkoppeling binnen het auditteam, verificatie

13.45-14.30 Rondleiding voorzieningen

Auditteam Verificatie voorzieningen: laboratoria, ict –omgeving, studielandschap

14.30-15.00 (parallel)

Examencommissie Dan Greve, Jaap Goedegebuur Kars van der Kamp Tjitske Cazemier

Dhr. van Raaijen, Mw. Bijkerk

Toetsen en beoordelen Bezwaar en beroep Vrijstellingen en EVC Onderwijsontwikkeling Studeerbaarheid, studielast Gerealiseerd niveau

14.30-15.00 (parallel)

Verificatie documenten

Deel auditteam Verificatie van afstudeerscripties + de beoordeling daarvan, CV’s docenten, verslagen functioneringsgesprekken, software, toetsen en beoordelen.

15.00-15.30 (parallel)

Kwaliteitszorg Janine Verbers Dietske Obbink

Dhr. van Raaijen, Mw. Bijkerk

Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld

Page 62: Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... HU hbo-ba Technische... · ©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding ... een landelijk marktaandeel

©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Technische Bedrijfskunde Hogeschool Utrecht 1.0 59

15.00-15.30 (parallel)

Verificatie documenten Deel auditteam (voortzetting verificatie)

15.30-15.45

Auditteam Interne terugkoppeling binnen het auditteam, verificatie en bepaling van ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen

15.45-16.00

Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)

(Deel) Auditteam Pending issues

16.00-17.00

Auditteam Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling

17.00-17.30

Alle gesprekspartners en genodigden

Auditteam Terugkoppeling voorlopige beoordeling

Voorzitter: Drs. W. G. van Raaijen, Hobéon Certificering Vakdeskundige: Prof. dr. ir. J. E. van Aken, Technische Universteit Eindhoven

Werkvelddeskundige: Dr. ir. N. W. Schipper, Volkerrail

Student: D. P. Gijsbertse, Rotterdam School of Management, studie Business Administration Secretaris: Drs. M.S. Bijkerk , Hobéon Certificering Aanvullende audit: Op 20 juni 2008 heeft er een aanvullend gesprek met een representatief panel van voltijdstudenten plaats gevonden. Hierbij aanwezig waren: Auditteam: Drs. W.G. van Raaijen, Hobéon Certificering Drs. M.S. Bijkerk, Hobéon Certificering Studenten: Rick Hermus Erwin Brantenaar Jac van Hout Bram van der Meer Thijs Lindhout Max Kranendijk Arjan Rienks Otman Amohammadi