Hoe Hans leerde stoppen: Een ambulante behandeling van ADHD

Uit Kind en Adolescent Praktijk

Charlotte De Meyer – Word-opdracht Informatie Vaardigheden

2

InhoudONDERWERPSVERKENNING...................................................................................................................3

Opdracht............................................................................................................................................3

Details................................................................................................................................................3

Korte Info...........................................................................................................................................4

Auteur................................................................................................................................................4

Structuur............................................................................................................................................4

Opdracht deel 2..................................................................................................................................5

INHOUD VAN LIJSTEN EN SYNTHESEN....................................................................................................6

Opdracht............................................................................................................................................6

Essentiële begrippen:.........................................................................................................................7

Specialisten:.......................................................................................................................................7

Interessante bronnen:........................................................................................................................7

Organisatie:........................................................................................................................................7

Kenmerken.........................................................................................................................................7

BESCHIKKING KRIJGEN EN MEER ZOEKEN..............................................................................................8

Opdracht............................................................................................................................................8

Publicatietabel....................................................................................................................................8

Extra info over onderwerp.................................................................................................................9

Opdracht deel 2..................................................................................................................................9

CONTEXTUALISEREN.............................................................................................................................12

Opdracht..........................................................................................................................................12

Beoordelen van de site.....................................................................................................................12

Statistieken.......................................................................................................................................12

Opdracht deel 2................................................................................................................................13

Juridische context.............................................................................................................................13

AFWERKING..........................................................................................................................................15

Bronnenlijst......................................................................................................................................15

Persoonlijk besluit............................................................................................................................16

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

3

ONDERWERPSVERKENNING

Opdracht

1. Bekijk en beschrijf de onmiddellijke context(-kenmerken) van het artikel. Wat is het geheel rond het artikel [uit welk vak-tijdschrift komt het precies, welke organisatie geeft dit uit, voor welke doelgroep / professionelen is het geschreven, …]. Merk op : deze context-elementen zijn eigenlijke de bouwstenen, de identiteitsgegevens van het artikel / de bijdrage nodig voor het opstellen van een referentie / bronvermelding.

2. De auteur Ga na : a. Wie schreef het artikel ? Wordt er in het artikel zelf informatie gegeven over de auteur(s) ? b. Wat vind je verder op internet over deze auteur(s) ? Dit kan via een algemene zoekmachine, maar probeer gerichter te werken en zeker ook de site van zijn werkplek te (be-)zoeken ! c. Wat vertellen de catalogi / databanken over de auteur(s); met andere woorden wat heeft deze auteur nog geschreven ?

3. De structuur : beschrijf kort, dat mag gerust opsommend, hoe het artikel globaal is opgedeeld. a. Kent het een duidelijke structuur, is die logisch; of is het één lange doorlopende tekst ? b. Zijn er veel of weinig tussentitels ? c. Hoe worden de referenties opgemaakt respectievelijk in de tekst en in de bronnenlijst ? d. Wat valt je verder nog op inzake structuur ?

4. Neem het artikel verder strikt vormelijk door. Verlies je niet in de inhoud. Daar is het niet om te doen. Onderlijn of breng kleur aan volgens een eigen logisch systeem. Maak onderscheid in de diversiteit aan informatie van je artikel. Zo kan je bij voorbeeld verwijzingen naar gedrukte en digitale bronnen onderlijnen, specialisten rood kleuren, essentiële begrippen, definities en moeilijke woorden geel, namen van instellingen of organisaties kleur je groen, vermeldingen van wetteksten krijgen een oranje kleur (slechts een voorbeeld uiteraard; neem eigen kleuren of tekens om al deze zaken aan te duiden; denk functioneel en stip vooral die zaken aan die je in de volgende deelstappen van de opdracht nodig hebt).

5. Maak ruwweg, vanuit deze globale verkenning en visuele structurering, lijsten met (zie vervolg ook Stap 3)

1. interessante bronnen die je nog wil doornemen (tip : mix van sociaal-wetenschappelijke, juridische en statistische bronnen)

2. met organisaties betrokken bij het thema (tip : denk eerst eens na of je er reeds kent en ga dan pas het internet op)

3. met specialisten4. definities en moeilijke woorden5. wetteksten

Details

Titel: Hoe Hans leerde stoppen: Een ambulante behandeling van ADHD

Auteur/maker: Loykens, Ellen

Is onderdeel van: Kind en Adolescent Praktijk, 2002, Vol.2(2), pp.72-78

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

4

Beschrijving: In dit artikel wordt een behandeling van een jongen me ADHD beschreven, gebaseerd op cognitief-gedragstheoretische uitgangspunten. Samen met de cliënt worden de omgangsproblemen, die door de omgeving als onoplosbaar worden gezien, in kaart ge bracht en worden oplossingen bedacht. Schema's en cartoons vormen een belangrijk hulp middel om het kind tot actieve medewerking te stimuleren en zo een gedragsverandering te bereiken. De behandeling vindt plaats vanuit een ambulante setting en is gericht op de thuis- en de schoolsituatie. Naast de jongen zelf worden ook zijn ouders en de leer kracht met behulp van de schema's en opdrachten betrokken bij de behandeling. Laatstgenoemden krijgen op deze manier inzicht in het gedrag van het kind en worden, waar nodig, gestimuleerd om ondersteunend op te treden.

Taal: Nederlands

Bron: Springer Science & Business Media B.V.

Identificatiecode: ISSN: 1571-4136 ; E-ISSN: 1875-7065 ; DOI: 10.1007/BF03059482

Korte Info

Het artikel is uitgegeven in het vaktijdschrift ‘Kind en Adolescent Praktijk’. Het artikel is zowel in de database van Springer als in die van Pubmed opgenomen.

De doelgroep is heel divers, zowel de gewone opvoeder (ouders) kunnen dit lezen als professionelen in het vakgebied pedagogiek.

Auteur

Het artikel is geschreven door Ellen Loykens. In voetnoot wordt meegegeven dat zij orthopedagoog/GZ-pydloloog is van opleiding en is Directrice behandelzaken in de ambulante instelling Molendrift te Nederland.

Via een algemene zoekmachine (Google) is ook nog weer te vinden dat ze al verschillende taken gehad heeft als orthopedagoog. Ze studeerde aan de Universiteit van Leiden en van Groningen. (http://www.linkedin.com/in/ellenloykens)

Op de catalogus van Limo zijn nog enkele andere werken van haar terug te vinden, steeds in hetzelfde vakgebied

Structuur

Samenvatting - De aanmelding – Methode - Discussie

De tekst is heel erg logisch opgebouwd. Het is een doorlopende tekst met verschillende illustraties van de gebruikte methodes. Er zijn niet veel tussentitels maar wel meerdere alinea’s.

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

5

In de tekst wordt in de verkorte APA-methode gerefereerd, in de bronnenlijst staan de bronnen geordend op basis van voorkomen.

Opdracht deel 2

Maak tot slot een synthese van je tekst. Die synthese of een interpretatie verwerk je elk in een PowerPoint van ongeveer 10 dia’s. Zoek illustratief materiaal op het internet om in je voorstelling op te nemen (vergeet je bron niet te vermelden) of maak het zelf aan. Origineel materiaal wordt hoger gewaardeerd. Zorg dat je presentatie vanzelf en logisch loopt bij aanklikken. Zorg voor animaties binnen minimaal één dia. Sla je presentatie op als Klas_naam_voornaam.ppt. Praktisch nut (onder meer) : via deze digitale presentaties kan je snel zicht krijgen van de inhoud van de artikels van je groepsleden.

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

6

INHOUD VAN LIJSTEN EN SYNTHESEN

Opdracht

1. Vooraf en algemeen : deze "lijsten" moeten duidelijk als afzonderlijke pagina's binnen jullie wiki terug te vinden zijn (al dan niet met subpagina's, afhankelijk van de eigen gekozen structuur van jullie wiki). Concreter gezegd met een voorbeeld over trefwoorden : iedere student zal er een aantal gevonden hebben en in zijn eigen werkdocument hebben ingetikt; elke student zal dan op een (sub)pagina "trefwoorden" zijn gevonden woorden plaatsen (en uiteraard zal dan terug wat lay-out, ordening ….nodig zijn).

2. Zorg voor een trefwoordenlijst (vaktermen) over jullie thema : opnieuw gaat elk eerst zelf op zoek; voeg daarna alle lijstjes van de projectleden samen tot één handige alfabetische lijst.

3. Zorg voor een lijst van specialisten (deskundigen, ervaringsdeskundigen, sleutelfiguren) die bezig zijn met dit onderwerp. Noteer van een viertal specialisten de naam, de voornaam, hoe je ze op het spoor kwam, de functie, de contactgegevens, eventuele publicaties. Contacteer ze niet, maar bedenk een drietal vragen die je hen kan stellen.

4. Zorg voor een lijst van organisaties / voorzieningen die zich met jullie thema inlaten (zie ook Stap 5). Zoek zeker aanknopingspunten in je basistekst, maar grasduinen in je eigen kennis kan ook, en het hanteren van de sociale kaart een must (en/of info uit het vak Sociale instituties).

5. (deels nieuw; vervolg in Stap 4 ) Zorg voor een bronnenlijst. In de tekst onderlijnde je de verwijzingen naar publicaties. Selecteer vijf tot tien referenties door middel van uitsluiting [b.v. Indien mogelijk sluit je publicaties uit waar de auteur niet direct naar verwijst, publicaties met een algemene gedachte, publicaties die moeilijk op te sporen zijn, publicaties die de methoden, technieken of het onderzoek verantwoorden of publicaties van gewaardeerde vakgenoten]. Let vooral op de auteurs die in je artikel meer dan eens worden aangehaald . Doorgaans zijn deze ‘sterauteurs’ relevant voor je onderwerp, voor het zoeken naar bijkomende informatie. Wat je overhoudt neem je op in een (automatische) APA-bronnenlijst in je eigen tekstdocument (verken de functie bronnenbeheer in tabblad Verwijzingen; let wel : is op zich handige functie, maar werkt niet steeds voldoende juist). Daarna breng je die bronnen over op een geschikte pagina van jullie wiki. De referenties dienen uiteraard volledig, correct en consequent te zijn (zie basisprincipes van refereren).

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

7

Essentiële begrippen:

- Cognitief gedragstherapeutische behandeling: zowel de manier van denken en interpreteren van de cliënt beïnvloeden, als diens manier van doen en laten. Soms ligt de nadruk meer op denken, soms meer op doen en laten. In andere gevallen werkt men gelijktijdig met beide aspecten. (http://www.vgct.nl/over-cgt/wat-is-cgt)

- Signaleringsvaardigheid: Het aanvoelen of opmerken van gedrag

Specialisten:

- R.A. Barkley: Een autoriteit op het vlak van ADHD en ADD bij kinderen en volwassenen. Hij is klinisch professor in de psychiatrie en pediatrie. (http://www.russellbarkley.org/)

- J.A. Landsheer: Nederlands professor in de Maatschappijwetenschappen. Hij heeft 2 eigen publicaties en tal van bijdragen in verzamelwerken.

Interessante bronnen:

- Gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen van Prins P.J.M- Ernstige leer- en gedragsproblemen op school P. Chesquière- Statistiek leerlingen met ADHD in BuO

Organisatie:

- Molendrift- ADHD-behandelcentrum

In het behandelcentrum wordt gewerkt aan de hand van de hulpvraag van de jongeren. Er wordt samengewerkt met de ouders en de jongere zelf. Het centrum heeft uitleg aan de jongeren over ADHD en proberen om met verschillende behandelingsmethodes de jongeren meer zelfvertrouwen te geven en indien nodig ook de ouders te ondersteunen. (Charlotte)

Kenmerken

//Vaktijdschrift//: Kind en Adolescent Praktijk //Artikel//: Hoe Hans leerde stoppen: Ambulante behandeling van ADHD //Doelgroep//: orthopedagogen , psychiaters, psychologen en andere professionals

die werken met kinderen en jongeren. //Type artikel//: Onderzoeksbeschrijving

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

8

BESCHIKKING KRIJGEN EN MEER ZOEKEN

Opdracht

1. Zoek uit of er van de auteur(s) van je artikel andere werken aanwezig zijn in minstens twee voor jou bereikbare bibliotheken. Noteer titels verwant met het thema.

2. Ga van de publicaties in de bronnenlijst van je basisartikel na of ze ter beschikking zijn in je campusbibliotheek, andere bibliotheken binnen Limo, de openbare bibliotheek in de buurt van de school of deze van je gemeente. Als je een publicatie vindt in de campusbibliotheek, herneem je de zoekactie niet in een andere bieb. Je eindigt met voor elke bron een vindplaats overzichtelijk in een tabel (binnen je werkdocument, in Word, NIET in excel) weer te geven. Combineer deze opdracht met 4 hier net onder (= bij het maken van deze opdracht 2 krijg je meteen ook informatie die je kan gebruiken in opdracht 4; namelijk, noteer bij het vinden van de publicaties meteen over welk soort bron het gaat; strikt gezien kan je ook aan de vorm van de bronvermelding zien over welke soort bron het gaat).

3. Let vooral op de auteurs die in je artikel meer dan eens worden aangehaald . Doorgaans zijn deze ‘sterauteurs’ relevant voor je onderwerp.

4. Maak de Excel-oefening die je hier onderaan vindt. Het is een combinatie van het onderscheiden van soorten bronnen en eenvoudig werken in een rekenblad.

5. Kies één van de publicaties uit je bronnenlijst die je fysiek binnen handbereik hebt (dichtbije bieb). Ga deze effectief opzoeken, even ontlenen is sterk aan te raden. Bestudeer het colofon en voor- en achterflap van de publicatie. Beschrijf kort wat je respectievelijk in het colofon en op de flappen vindt. Neem verder uit colofon en flappen enkele trefwoorden / vaktermen en voeg ze toe aan je trefwoordenlijst.

6. …check7. Zoek van twee van je 'sterauteurs' van de bronnenlijst van je basisartikel (zie

vorige Stap 3) uit of er andere (dan vermeld in de bronnenlijst) werken aanwezig zijn van hen in minstens één voor jou bereikbare bibliotheken. Noteer titels verwant met het thema.

Je hebt de bronnenlijst uit jouw artikel uitgeplozen naar vindplaats en je gaat nu "meer" zoeken over jullie thema. Je had al zeer specifieke, wetenschappelijke informatie uit je basisartikel en je spoort nu andere soorten / vormen informatiebronnen op aangaande het thema. Noteer telkens de referentie van wat je bij de opdrachten hieronder vindt in APA-stijl.

Publicatietabel

Barkley R.A. (1997) VIVES Campus Kortrijk eerste verd.376.52Beschikbaar / Normale uitleenAanvraag niet mogelijk

Kendall P.C. (1993) VIVES Campus KortrijkLandsheer J.A. (1993) TM campus Lier ( Bib Info)

Van de andere bronnen is geen fysiek exemplaar terug te vinden in omringende bibliotheken.

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

9

Als fysieke publicatie bekeek ik het werk van Barkley R.A.: Op de voorkaft en achterkaft zijn niet onmiddellijk moeilijke woorden terug te vinden. Vaktermen die terug te vinden waren, zijn al uiteengezet op onze wiki.

Extra info over onderwerp

1. A. C. Frans-Veenstra, E. H. M. Loykens. (04/2012). Leergedrag Beïnvloeden Met Computerspellen. 9(3):126-131. DOI:10.1007/BF03088878

Bij deze publicatie is een samenvatting terug te vinden van het artikel. Om het volledige artikel te bekijken is er wel de mogelijkheid om je aan de melden.

2. WebTracker. (01 december 2013). Druk kind of ADHD. Webtracker.3. De Spiegeleir, Y. (30 november 2013). Ik help je orde in je leven te scheppen. Het Laatste

Nieuws.4. Vekeman, C. (20 november 2013). Hij bedoelde het heel zeker niet goed. De Morgen.5. Vanheusden, K. (16 november 2013). ADHD wordt niet meer ernstig genomen. Gazet van

Antwerpen.6. Van Den Heuvel, R. (16 november 2013). Meer dan een modegrill. Gazet van Antwerpen.7. Antrop, I., Roeyers, H., De Schamphelaere, D. (1997). Evaluatie van de sociale competenties

bij kinderen met ADHD. //Kind en Adolescent Praktijk//, 18(4), pp. 1-78. Scholte, E.M., Van der Ploeg, J.D. (1999). De ontwikkeling en toetsing van de ADHD-

vragenlijst. //Kind en Adolescent Praktijk//, 20(2), p. 79. Dr. N.J. Rommelse, Prof. Dr. J. Oosterlaan (2009). Klinische manifestatie van ADHD. In Dr. N.

J. Rommelse (red.), //Het ADHD bij kinderen Formularium// (pp. 14-21). 10. Decrock, G., Devesse, A. (2004). //ADHD Anders bekeken// [Eindwerk]. Brussel: EHSAL

Campus Nieuwland – studiegebied gezondheidszorg, 2004.11. Haeseldonckx, G. (2005). //Diagnostiek van ADHD-kenmerken: literatuurstudie en empirisch

onderzoek// [Eindwerk]. Leuven: K.U. Leuven. Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen.

Opdracht deel 2

Opdracht excel 1 : Elke student maakt een tabel over het soort bronnen dat in zijn basisartikel (met name in de bronnenlijst) te vinden zijn. Maak deze oefening gelijktijdig met de opdracht 2 hierboven (bronnen van je artikel weten te vinden). In de tabel onderscheid je :

Soort bronnen Aantal Procent

Boeken

Tijdschriften

Verzamelwerk

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

10

Websites

Grijze literatuur (folders, rapporten, …)

Andere

Totaal Som 100%

1.1. Vul dus eerst de tabel (de aantallen) in op basis van je eigen artikel. Zorg voor een sobere doch duidelijke lay-out van je tabel (b.v. opmaak lettertype, arcering, passende titel bovenaan de tabel, ….)

1.2. Bepaal op een correcte manier (formule !) som en procenten.

1.3. Maak van je tabel twee grafieken :

1. Een grafiek van het type "kolom" (daarbinnen mag je kiezen, maar kies een passende) 2D : stel de kolom met aantal hiermee voor (niet kolom %). Zorg voor gepaste titels (grafiek, horizontale as, verticale as), labels op de staven en wat bijkomende lay-out naar keuze.

2. Een cirkel 3D met uitgelichte segmenten. Zorg ook voor gepaste titels en labels met (automatische) procenten.

Opdracht excel 2 : Jaartallen van de bronnen / referenties; in de bronnenlijst van je artikel ga je ook het jaartal van elke bron na.

2.1. Turf het aantal bronnen op een kladlijstje en breng daarna de aantallen per periode over in een nieuwe tabel (neem een nieuw werkblad en noem dit oefening 2; het eerste werkblad noem je oefening 1) . De tabel heeft onderstaande indeling (merk op : je mag eventueel een andere onderverdeling maken, zeker als bepaalde klassen geen enkele bron bevat; maar zorg voor meerdere klassen). Geef de tabel een aangepaste lay-out.

Periode Aantal

vroeger dan 2000

2000 - 2005

2006 - 2009

2010 - 2013

Totaal Som

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

11

2.2. Maak nu een 'staaf van cirkel' met de (automatische) procenten. In de deel-grafiek rechts (in de staaf) plaats je via “aangepast” de twee klassen / rubrieken met het laagste percentage !

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

12

CONTEXTUALISEREN

Opdracht

In Stap 3 staat reeds de opdracht om organisaties op te zoeken. Elke student zoekt minstens één organisatie / voorziening die met deze thematiek bezig is. Zoek online via de Sociale Kaart. Bezoek de website van de betrokken organisatie en bespreek die in maximaal 350 woorden. Laat automatisch het aantal woorden tellen (functie in MSWord) en noteer het aantal woorden in een voetnoot. Gebruik bij de beschrijving van de website van de gekozen voorziening het tekstkritiekmodel (paragraaf Evalueren).

Beoordelen van de site

De site van het centrum ziet op het eerste zicht erg overzichtelijk uit. Er wordt gewerkt met verschillende tabbladen en de uitleg is kort en bondig maar toch voldoende. Er is een goede bronvermelding wanneer er extra informatie gegeven wordt. Bij het lezen van de site zijn bijna geen schrijffouten terug te vinden en ook de taal is erg verzorgd.

Er worden op de site meerdere afbeeldingen gebruikt waardoor het onmiddellijk een heel uitnodigende aanblik krijgt. Ook de algemene lay-out van de site en het gebruik van terugkerende kleurschema’s is erg aantrekkelijk.

Ook de mogelijkheid tot contact wordt op de site voorzien, hierdoor kunnen ouders makkelijk een antwoord krijgen op hun vragen.

De site behaalt volgens mij een vrij goede score doordat er voor alle criteria meerdere positieve kenmerken terug te vinden zijn.

http://www.adhdbehandelcentrum.nl/

Statistieken

Zijn er aangaande het onderwerp statistieken te vinden ? Let op: noteer niet de cijfergegevens maar de verwijzing naar die gegevens. Met andere woorden: welke statistieken zijn er rond je onderwerp te vinden [benoem ze] en waar zijn ze te vinden. Overheidsdiensten stellen steeds vaker statistieken ter beschikking via hun website. De federale overheid doet dit via www.statbel.fgov.be, de Vlaamse overheid via www.vlaanderen.be en de lokale overheid via www.lokalestatistieken.be. Andere databanken kunnen gerust ook (zie - telkens weer eigenlijk - ons vademecum bronnenonderzoek). Tip : wellicht moet je hier voldoende ruim en creatief zijn bij het zoeken naar statistieken. Uiteraard bestaan er niet over enkel onderwerp cijfers, maar denk aan de trefwoorden, vaktermen die je ondertussen bent tegengekomen en hebt gebruikt in de vorige stappen. Denk ook aan aanverwante zaken, contexten, voorzieningen, …. waarmee je thema te maken heeft.

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

13

Opdracht deel 2

Werk verder in je excelbestand van opdracht 1 en 2 (zie Stap 4). Maak deze oefening op een nieuw werkblad(en) en geef dan een passende naam.Ga via bovenstaande of andere websites op zoek naar statistieken over het bestudeerde onderwerp. Selecteer hieruit gegevens over verschillende provincies, gewesten, groepen of jaren (dus in ieder geval verschillende reeksen). Denk voldoende ruim (trefwoorden, vaktermen, …) om cijfermateriaal te vinden (zie 'tip' hierboven).

1. Breng deze gegevens onder in een tabel.

2. Stel deze gegevens visueel voor via een zinvolle grafiek naar keuze; zorg voor passende titels en wat lay-out.

3. Toon aan de hand van de reeksnamen aan dat je kan filteren, sorteren en subtotalen maken (datamatrix; werk via het excel-tabblad - menu - "Gegevens").

Juridische context

Welke wetteksten, reglementen, decreten, parlementaire documenten, omzendbrieven,… bestaan er aangaande je onderwerp ? Gebruik de zoekfunctie van het Belgisch Staatsblad of via juridische databanken (o.a. Juriwel, juridat, jura,…). Een overzicht vind je via www.rechtslinks.be en in ons vademecum bronnenonderzoek.

Politieke context (maatschappelijk / beleid / visie )

Wat vind je omtrent je onderwerp aangaande de verantwoordelijke minister en het bevoegde departement ? Of (ook) : welke maatschappelijke organisaties (middenveld, belangen- of gebruikersgroepen en andere) zijn actief rond jullie thema ?

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

14

Elke student bespreekt indien mogelijk kort een standpunt van één partij of van een bekende maatschappelijke groepering.

Zorg dat deze 'context'-rubrieken ook gestructureerd terug te vinden zijn binnen jullie wiki.

Het onderwerp ADHD is moeilijk te associëren in een juridische en politieke context. De verschillende instituties die zich bezighouden met mensen met een beperking hebben niet onmiddellijk speciale maatregelen of extra's voor mensen met ADHD. Via google vonden we een tijdschrift over de rechten van de cliënt. Klik hier voor de voorpagina van het tijdschrift

ADHD is een erkende handicap en dus is de bevoegdheid in Vlaanderen. Momenteel is Jo Vandeurzen, minister van Welzijn, hiervoor bevoegd. Via het VAPH (Vlaams agentschap voor personen met een handicap) kunnen mensen die ernstige beperkingen ondervinden in het dagelijkse leven op verschillende manieren hulp aangeboden krijgen. Hiervoor moet wel eerst een aanvraag ingediend worden. Ook mensen met ADHD kunnen dit, het gebeurt echter zelden dat zij extra hulp krijgen aangezien zij vaak nog goed kunnen functioneren binnen de maatschappij.Meer info over het VAPH vindt u hier

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

15

AFWERKING

Bronnenlijst

Literatuur

1. A. C. Frans-Veenstra, E. H. M. Loykens. (04/2012). Leergedrag Beïnvloeden Met Computerspellen. 9(3):126-131. DOI:10.1007/BF03088878

2. Antrop, I., Roeyers, H., De Schamphelaere, D. (1997). Evaluatie van de sociale competenties bij kinderen met ADHD. Kind en Adolescent Praktijk, 18(4), pp. 1-7

3. Decrock, G., Devesse, A. (2004). ADHD Anders bekeken [Eindwerk]. Brussel: EHSAL Campus Nieuwland – studiegebied gezondheidszorg, 2004.

4. De Spiegeleir, Y. (30 november 2013). Ik help je orde in je leven te scheppen. Het Laatste Nieuws.

5. Dr. N.J. Rommelse, Prof. Dr. J. Oosterlaan (2009). Klinische manifestatie van ADHD. In Dr. N. J. Rommelse (red.), Het ADHD bij kinderen Formularium (pp. 14-21).

6. Haeseldonckx, G. (2005). Diagnostiek van ADHD-kenmerken: literatuurstudie en empirisch onderzoek[Eindwerk]. Leuven: K.U. Leuven. Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen.

7. Ratio of girls to boys in primary and secondary education (%). Verkregen van http://www.gapminder.org/data/ op 19 december 2013.

8. Scholte, E.M., Van der Ploeg, J.D. (1999). De ontwikkeling en toetsing van de ADHD-vragenlijst. Kind en Adolescent Praktijk, 20(2), p. 7

9. Vekeman, C. (20 november 2013). Hij bedoelde het heel zeker niet goed. De Morgen.

10. Vanheusden, K. (16 november 2013). ADHD wordt niet meer ernstig genomen. Gazet van Antwerpen.

11. Van Den Heuvel, R. (16 november 2013). Meer dan een modegrill. Gazet van Antwerpen.

12. WebTracker. (01 december 2013). Druk kind of ADHD. Webtracker.

Websites1. Definitie van cognitieve gedragstherapie: http://www.vgct.nl/over-cgt/wat-is-cgt

2. Informatie over Ellen Loykens: http://www.linkedin.com/in/ellenloykens

3. Informatie over specialist: http://www.russellbarkley.org/

4. Informatie over voorziening: http://www.adhdbehandelcentrum.nl/

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3

16

Persoonlijk besluit

De sadan-opdracht is voor mij vrij goed verlopen. Ik ben iemand die graag erg georganiseerd werkt en ik heb dit bij deze opdracht echt wel als voordeel kunnen gebruiken. Ik heb de hele opdracht binnen de tijdspanne kunnen afwerken doordat ik er op tijd aan begonnen was. Ik ben ook steeds naar de momenten gekomen die voorzien waren om aan de opdracht te werken zodat ik indien nodig vragen kon stellen.

Ik vond het soms wel moeilijk om voldoende informatie te vinden over ons onderwerp. Er is heel erg veel info te vinden over ADHD maar het is heel erg moeilijk om daar de goede bronnen uit te halen. Ik heb heel wat databanken uit limo geprobeerd en ik heb ook via Pubmed gezocht. Ik heb iets minder via de gewone zoekmachines gezocht, dit had me misschien wel nog kunnen helpen om nieuwe linken te vinden.

Ik kan ondertussen al vrij goed en vlot werken met word en powerpoint en ook mijn doelstellingen voor excel zijn bijna bereikt. Ik heb enkel nog moeite met de uitzonderingen en de moeilijkere functies. Het refereren van bronnen kan ik, ik moet alleen nog werken aan de snelheid waarmee ik dit doe aangezien we op het examen geen hopen tijd hebben.

Ik ben erg goed in het opmaken van dingen en gelijk zetten. Ik kan ook erg goed met de wiki werken. Ik heb geen enkel probleem om iets te plaatsen op de wiki.

Ik heb vooral veel geleerd over het maken van een wiki en het opzoeken en beoordelen van bronnen. Iets wat natuurlijk heel erg nuttig zal zijn voor de komende jaren. Ook heel wat van de inhoud van de bronnen zal mij bijblijven. Het was een heel erg interessant onderwerp en ik ben heel wat dingen te weten gekomen die ik nog niet wist in verband met ADHD.

Ik denk dat het handig kan zijn om de verschillende stappen nog iets duidelijker onder te verdelen. Nu was er vaak verwarring doordat je bij het lezen van een lange tekst al snel iets over het hoofd ziet. Ook is het volgens mij belangrijk om heel wijde thema’s te nemen. Wij hadden eerst het thema inclusief speelplein en ik ben er vrij zeker van dat we over dat onderwerp nooit alle informatie hadden kunnen vinden om de opdracht volledig te maken.

Werkdocument Charlotte De Meyer 1BaOB3