Actualiteitscollege 24 November 2015 - De nieuwe rendementsgarantie - actualiteitscollege van de...
-
Upload
pensiontalk -
Category
Documents
-
view
357 -
download
7
description
Transcript of Actualiteitscollege 24 November 2015 - De nieuwe rendementsgarantie - actualiteitscollege van de...
De nieuwe rendementsgarantie
Prof. dr. Yves Stevens
Actualiteitscollege Leergang Pensioenrecht
Dinsdag 24 november 2015 ‐ 18u30
Faculteit Rechtsgeleerdheid Tiensestraat 41 3000 Leuven
Lokaal DV1 01.56
Actualiteitscollege LEERGANG PENSIOENRECHT
“De nieuwe rendementsgarantie” Inhoudsopgave
1. Akkoord Wet Aanvullende Pensioenen
2. CV De heer Patrick Marien
De heer Pieter Gillemon
3. Presentaties De heer Patrick Marien De heer Pieter Gillemon
4. Deelnemerslijst
5. Collegerooster Leergang Pensioenrecht
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 1 of 10
I. Aanvullende pensioenen
I. Pensions complémentaires
De sociale partners stellen voor dat de Wet Aanvullende Pensioenen (WAP) wordt enkel aangepast in de volgende zin: 1. De garantie moet op een verzekerbaar
niveau gebracht worden en tegelijkertijd toch een voldoende opbrengst waarborgen zodat zowel werkgever als werknemer het vertrouwen in de 2de pijler herwinnen. De garantie is van toepassing op alle toezeggingstypes (sectoraal, bedrijfsplan, …). Toepassingsgebied garantie: huidige regeling blijft onveranderd1. De rentevoet die van toepassing is op de werknemersbijdragen is gelijk aan de rentevoet die van toepassing is op de werkgeversbijdragen.
2. De rendementsgarantie is variabel.
De rentevoet van de garantie wordt bepaald volgens onderstaande formule: Vanaf 2016: rendementsgarantie (RG) = 65% x gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden (24 maanden = 2014 + 2015). Vanaf 2018: rendementsgarantie (RG) = 75% x gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden (24 maanden = 2016 + 2017)*. Vanaf 2020: rendementsgarantie (RG) =
Les partenaires sociaux proposent que la Loi sur les Pensions complémentaires (LPC) soit uniquement modifiée de la manière suivante : 1. La garantie doit être ramenée à un niveau
assurable et en même temps garantir un revenu suffisant pour que tant le travailleur que l’employeur retrouvent confiance dans le 2e pilier. La garantie est d’application à tous les types d’engagement (sectoriels, plans d’entreprises, …). Champ d’application garantie : le régime actuel reste inchangé3. Le taux qui est applicable aux cotisations personnelles est égal au taux qui est applicable aux cotisations patronales.
2. La garantie de rendement est variable. Le taux de la garantie est déterminé selon la formule suivante : A partir de 2016 : garantie de rendement (GR) = 65% x rendement moyen des OLO 10 ans sur 24 mois (24 mois = 2014 + 2015). A partir de 2018 : garantie de rendement (GR) = 75% x rendement moyen des OLO 10 ans sur 24 mois (24 mois = 2016 + 2017)*. A partir de 2020 : garantie de rendement
1 De rendementsgarantie is van toepassing op de werkgevers‐ en persoonlijke bijdragen in het kader van een toezegging
van het type ‘DC’ of ‘cash balance’. In een ‘DB’ plan is de garantie enkel van toepassing op de persoonlijke bijdragen. De garantie is niet van toepassing op eventuele vrijwillige persoonlijke bijdragen van de werknemer. De garantie is evenmin van toepassing op de ‘inkomende’ reserves, dat wil zeggen de reserves die van de pensioeninstelling van de voormalige werkgever worden overgedragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever of naar een opvangstructuur. 3 La garantie s’applique aux cotisations patronales et personnelles dans les engagements de types ‘DC’ ou ‘cash balance’.
Dans un plan ‘DB’, la garantie s’applique uniquement aux cotisations personnelles. La garantie n’est pas applicable aux éventuelles cotisations personnelles volontaires du salarié. La garantie ne s’applique pas non plus aux réserves ‘entrantes ‘, c’est‐à‐dire les réserves transférées de l’organisme de pension de l’ancien employeur vers l’organisme de pension du nouvel employeur ou vers une structure d’accueil.
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 2 of 10
85% x gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden (24 maanden = 2018 + 2019)*. *=telkens mits positief advies van de toezichthouder over de verzekerbaarheid.
De rentevoet wordt automatisch op 1 januari van elk jaar aangepast. Om te vermijden dat de rentevoet te vaak varieert, verandert hij alleen bij een wezenlijk verschil (+/‐ 0,25 bp.)
3. Er wordt in een bandbreedte voorzien:
1,75% minimum; 3,75% maximum.
4. In geval van verandering van de RG wordt
de impact op de reeds gestorte premies op dezelfde wijze verwerkt als vandaag reeds het geval is. Concreet betekent dit dat er voor de bestaande pensioenfondsen resp. groepsverzekeringen niets wijzigt. Daarom dient in de WAP het volgende opgenomen te worden:
In geval van verandering van de RG zullen beide methodes (horizontale en verticale) naast elkaar bestaan, met een default keuze: inrichters die hebben geopteerd voor
een resultaatsverbintenis (verzekeraar tak 21) volgen per definitie de horizontale benadering voor de minimumwaarborg;
inrichters die hebben geopteerd voor een middelenverbintenis (verzekeraar tak 23 of pensioenfonds) volgen per definitie de verticale benadering voor de minimumwaarbord.
Enkel bij invoering van een nieuw pensioenplan kan de werkgever beslissen om af te wijken van deze “default”2 en een andere benaderingswijze volgen voor de
(GR) = 85% x rendement moyen des OLO 10 ans sur 24 mois (24 mois = 2018 + 2019)*. *=chaque fois moyennant avis positif de l’autorité de contrôle sur l’assurabilité.
Le taux est adapté automatiquement le 1er janvier de chaque année. Pour éviter que le taux varie trop souvent, le taux n’est adapté qu’en cas d’écart significatif (+/‐ 0,25 pb.).
3. Une fourchette est prévue : 1,75% minimum; 3,75% maximum.
4. En cas de modification de la GR, l’impact sur les primes déjà versées est le même qu’aujourd’hui. Concrètement, ceci signifie que rien ne change pour les fonds de pension et les assurances groupes existantes. C’est pourquoi il convient de mentionner ce qui suit dans la LPC : En cas de changement de GR, les deux méthodes (horizontale et verticale) vont coexister avec un choix par défaut : les organisateurs qui ont opté pour une
obligation de résultat (assureur branche 21) suivent par définition l’approche horizontale pour la garantie minimum ;
les organisateurs qui ont opté pour une obligation de moyens (assureur branche 23 ou fonds de pension) suivent par définition l’approche verticale pour la garantie minimum.
En cas d’introduction d’un nouveau plan de pension uniquement, l’employeur peut décider de déroger à ce choix par défaut et
2 Pensioenplannen die uitbreiden qua toepassingsgebied of hun plan verbeteren vormen geen nieuw pensioenplan.
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 3 of 10
minimumgarantie. Onverminderd het voorgaande, zal de evolutie van de rendementsgarantie de contractuele afspraken (type 1, type 2, type 3 – cfr. bijlage 1) tussen pensioeninstellingen en de inrichters respecteren.
5. Principes voor een minimum overlijdensdekking voor nieuwe slapers*:
1) Terugbetaling van de reserves (default)
a. Zonder medisch onderzoek; b. Financiering door de slaper via de
reserve; c. Te bepalen collectief tarief dat
gunstiger is dan het individueel tarief.
2) Geen overlijdensdekking (expliciete
keuze binnen een periode van 1 jaar volgend op het einde van de arbeidsovereenkomst).
*nieuwe slaper = aangeslotene die slaper wordt vanaf de inwerkingtreding van de wet (01.01.2016)
6. Deze regeling treedt in werking op 1 januari
2016.
de suivre une autre approche pour la garantie minimum4. Sans préjudice de ce qui précède, l’évolution de la garantie de rendement respectera les engagements contractuels (type 1, type 2, type 3 – cf. annexe 1) entre les organismes de pensions et les organisateurs.
5. Principes d’une couverture décès minimum pour tous les nouveaux dormants* : 1) Remboursement des réserves (par
défaut) a. Sans examen médical ; b. Payable par l’affilié dormant sur ses
réserves ; c. Tarif collectif à déterminer, plus
avantageux que le tarif individuel. 2) Pas de couverture décès (choix explicite
dans un délai de 1 an suivant la fin du contrat de travail).
*nouveau dormant = affilié qui devient dormant à partir de l’entrée en vigueur de la loi (01.01.2016)
6. Cette réglementation entre en vigueur le 1
janvier 2016.
Daarnaast zullen de sociale partners op eigen initiatief een advies in de NAR uitbrengen omtrent de volgende aspecten: 1. Bijsturingen, teneinde ongewenste effecten
te vermijden, in het kader van de vooropgestelde verhoging van de opnameleeftijd voor de tweede pijler:
De mogelijkheid van uitkering van de
prestatie (liquidatie) uitbreiden tot werknemers die verder blijven werken ook al vervullen zij de voorwaarden om
En outre, les partenaires sociaux remettront d’initiative un avis au CNT concernant les aspects suivants: 1. Des propositions de modifications dans le
cadre de la proposition de relèvement de l’âge à partir duquel les prestations du deuxième pilier peuvent être liquidées, et ce afin d’éviter des effets pervers :
Etendre la possibilité d’octroyer les
prestations (liquidation) aux travailleurs qui continuent de travailler alors qu’ils remplissent les conditions pour partir
4 Les plans de pension dont le champ d’application est étendu ou qui sont améliorés ne constituent pas de nouveaux plans
de pension.
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 4 of 10
in vervroegd pensioen te gaan;
De mogelijkheid om het aanvullend pensioenkapitaal vanaf 60 jaar op te nemen, uitbreiden naar alle werknemers die in of vόόr 1958 zijn geboren (58 jaar in 2016);
De mogelijkheid om het aanvullend pensioenkapitaal vanaf 60 jaar op te nemen, uitbreiden naar alle werknemers die ontslagen zijn met het oog op SWT vanaf ten vroegste 55 jaar, in het kader van een sociaal plan dat vόόr 1 oktober 2015 is afgesloten en neergelegd;
SWT gelijkstellen met werkloosheid om te genieten van het belastingtarief van 10% in geval van liquidatie van het kapitaal op 65 jaar (in plaats van 16,5%).
2. Monitoring
De sociale partners vragen aan de autoriteiten belast met de prudentiële controle om, zonder te raken aan de regels van Solvency II, een monitoring van bovenstaande afspraken te organiseren en daartoe desgevallend de nodige instrumenten te ontwikkelen.
en pension anticipée ;
Etendre la possibilité de prendre son capital pension complémentaire à partir de 60 ans à tous les travailleurs nés en ou avant 1958 (58 ans en 2016) ;
Etendre la possibilité de prendre son
capital pension à partir de 60 ans à tous les travailleurs licenciés en vue d’un RCC au plus tôt à 55 ans, dans le cadre d’un plan social conclu et déposé avant le 1er octobre 2015 ;
Assimiler les RCC à du chômage pour
bénéficier du taux d’imposition de 10% en cas de liquidation du capital à 65 ans (au lieu de 16,5%).
2. Monitoring
Les partenaires sociaux demandent aux autorités en charge du contrôle prudentiel d’organiser un monitoring des accords prévus ci‐dessus et de développer, le cas échéant, les instruments nécessaires à cet effet, sans porter atteinte aux règles de Solvency II.
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 5 of 10
II. Dossiers RVA
II. Dossiers ONEM
1. Outplacement Voor de toepassing van cao 82 (werknemers ≥ 45 jaar) of in geval van herstructurering maken de sociale partners de onderstaande afspraken inzake beschikbaarheid en outplacement. Zij vragen dat de regelgeving daarmee in overeenstemming wordt gebracht. Het is aan de werknemer om een attest aan de RVA van zijn/haar stelsel van beschikbaarheid te vragen en mee te delen aan de werkgever. Deze kennisgeving vormt het vertrekpunt van de verdere procedure (termijnen en sanctie). Rechten/plichten inzake outplacement: A. In geval van geen beschikbaarheid geen rechten noch plichten.
B. In geval van volledige beschikbaarheid
inclusief DISPO (= actieve beschikbaarheid): verplichting voor de werkgever om
vervolgens outplacement aan te bieden; verplichting voor de werknemer om een
aanbod te vragen (zo de werkgever dit niet automatisch doet);
verplichting voor de werknemer om outplacement te volgen.
C. In geval van aangepaste of passieve
beschikbaarheid: vanaf 60 jaar (vanaf 2017/18 62 jaar)
geen automatisch aanbod outplacement, maar wel op uitdrukkelijk verzoek; tegenover die kost en plicht voor de werkgever moet dan ook de plicht voor de werknemer staan om daarop in te gaan en effectief naar behoren het outplacement te volgen;
vóór 60 jaar (vanaf 2017/18 62 jaar) gelden dezelfde regels als voor punt B.
Voor de punten B en C geldt dat aan de
1. Outplacement Pour l’application de la CCT 82 (travailleurs ≥ 45 ans) ou en cas de restructuration, les partenaires sociaux concluent les accords suivants en matière de disponibilité et d’outplacement. Ils demandent que la réglementation soit alignée sur ceux‐ci. Il appartient au travailleur de demander à l’ONEm une attestation de son régime de disponibilité et de la communiquer à l’employeur. Cette communication constitue le point de départ de la suite de la procédure (délais et sanction). Droits/obligations en matière d’outplacement : A. En cas de non disponibilité ni droits ni obligations.
B. En cas de disponibilité complète y compris
DISPO (= disponibilité active) : obligation pour l’employeur d’offrir
ensuite un outplacement ; obligation pour le travailleur de
demander une offre (si l’employeur ne le fait pas automatiquement) ;
obligation pour le travailleur de suivre l’outplacement.
C. En cas de disponibilité adaptée ou passive :
à partir de 60 ans (à partir de 2017/18 62
ans) pas d’offre automatique d’outplacement, mais bien sur demande expresse ; en contrepartie de ce coût et de cette obligation pour l’employeur, le travailleur doit avoir l’obligation d’y répondre et de suivre effectivement l’outplacement ;
avant 60 ans (à partir de 2017/18 62 ans), les règles prévues au point B sont d’application.
Pour les points B et C, des sanctions sont associées aux obligations et aux droits
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 6 of 10
verplichtingen en de rechten respectievelijk in hoofde van de werkgever en de werknemer sancties gekoppeld zijn. In geval van een tewerkstelling minder dan halftijds, blijft outplacement in toepassing van cao 82 enkel mogelijk op uitdrukkelijk verzoek van de werknemer (dus zoals nu geen automatisch recht).
respectifs de l’employeur et du travailleur. En cas d’emploi inférieur à un mi‐temps, l’outplacement en application de la CCT 82 n’est possible qu’à la demande expresse du travailleur (comme c’est le cas actuellement, il n s’agit donc pas d’un droit automatique).
2. Controle op beschikbaarheid IGU
Inzake de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt van deeltijdse werknemers die een IGU genieten, maken de sociale partners volgende afspraken. Zij vragen dat de regelgeving daarmee in overeenstemming wordt gebracht.
A. Voor IGU’ers met een contract minder dan
een halftijdse betrekking geldt gedurende de eerste 12 maanden actieve beschikbaarheid; nadien geldt de aangepaste beschikbaarheid zoals geformuleerd onder punt B.
B. Voor IGU’ers met een contract dat minstens een halftijdse betrekking bedraagt, geldt de aangepaste beschikbaarheid, maar dan met minstens éénmaal per 24 maanden controle.
C. Voor alle IGU’ers die op 1 oktober 2015 55 jaar of ouder zijn, geldt de passieve beschikbaarheid.
2. Contrôle de la disponibilité AGR
En ce qui concerne la disponibilité pour le marché du travail des travailleurs à temps partiel qui bénéficient d’une AGR, les partenaires sociaux concluent les accords suivants. Ils demandent que la réglementation y soit conformée.
A. Pour les bénéficiaires d'une AGR dont
le contrat est inférieur à un mi‐temps,
la disponibilité active s'applique durant
les 12 premiers mois ; ensuite
s’applique la disponibilité adaptée telle
que formulée au point B.
B. Pour les bénéficiaires d'une AGR dont
le contrat est supérieur ou égal à un mi‐
temps, la disponibilité adaptée
s'applique, mais avec un contrôle au
moins une fois par 24 mois.
C. Pour tous les bénéficiaires d’une AGR
âgés de 55 ans ou plus au 1er octobre
2015, la disponibilité passive
s’applique.
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 7 of 10
III. Dossiers verder af te werken
III. Dossiers à clôturer
1. Beperking aantal dagen tijdelijke werkloosheid
De regering wil een besparing realiseren door een maximum aantal dagen economische werkloosheid voor arbeiders per jaar en per werkgever op te leggen. De sociale partners zullen daaromtrent een gezamenlijk alternatief voorstel uitwerken, met de bedoeling om daarover met de bevoegde minister in overleg te treden en tot een gedragen oplossing te komen.
1. Limitation du nombre de jours de chômage temporaire
Le gouvernement veut réaliser des économies en imposant un nombre maximum de jours de chômage économique pour les ouvriers par an et par employeur. Les partenaires sociaux vont élaborer une proposition alternative commune, dans le but d'engager la concertation avec le ministre compétent et de parvenir dans ce dossier à une solution largement soutenue.
2. Werkhervatting na twee maanden arbeidsongeschiktheid (RIZIV)
De sociale partners vernemen dat aangepaste
voorstellen zullen worden voorgelegd. Zij zullen
deze voorstellen bekijken en daaromtrent een
gezamenlijk voorstel uitwerken, met de
bedoeling om daarover met de bevoegde
ministers in overleg te treden en tot een
gedragen oplossing te komen.
2. Reprise du travail après deux mois d’incapacité de travail (INAMI)
Les partenaires sociaux apprennent que des
propositions adaptées vont être présentées. Ils
examineront ces propositions et élaboreront
une proposition commune, dans le but
d'engager la concertation avec les ministres
compétents et de parvenir dans ce dossier à
une solution largement soutenue.
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 8 of 10
IV. Nog te regelen praktische modaliteiten
IV. Modalités pratiques restant à régler
1. Refertejaar voorwaarden tijdelijke werkloosheid voor bedienden
De sociale partners vragen dat het referentiepunt voor de invulling van de voorwaarden om beroep te doen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid voor bedienden als volgt wordt aangepast: mogelijkheid om een daling van 10% (verlies aan omzet, bestellingen, …) aan te tonen ten opzichte van:
ofwel het kalenderjaar 2008; ofwel het kalenderjaar KJ‐1 of KJ‐2; ofwel om een gemotiveerde aanvraag
in te dienen bij de bevoegde minister. Bedrijven die momenteel een erkenning hebben, moeten geen nieuwe erkenningsprocedure doorlopen.
1. Année de référence conditions du chômage temporaire pour employés
Les partenaires sociaux demandent que le point de référence pour satisfaire aux conditions permettant de recourir au régime de chômage temporaire pour les employés soit adapté comme suit : possibilité de démontrer une baisse de 10% (perte de chiffre d’affaires, commandes…) par rapport à :
soit l’année calendrier 2008 ;
soit l’année calendrier AC‐1 ou AC‐2 ;
soit permettre le dépôt d'une
demande motivée auprès du ministre
compétent.
Les entreprises actuellement reconnues ne doivent pas se soumettre à une nouvelle procédure de reconnaissance.
2. Praktische problemen (kader)cao’s SWT NAR
In het licht van de nieuwe regelgeving inzake SWT stellen zich een aantal praktische problemen voor de toepassing van de (kader)cao’s die gesloten zijn in de NAR (m.b.t. de bijzondere regimes lange loopbaan en zware beroepen en de cao’s SWT op 60 jaar gesloten vóór 30 juni 2015). Om daaraan tegemoet te komen zullen zij een aantal reglementaire wijzigingen voorstellen in een gezamenlijk advies.
2. Problèmes pratiques CCT (cadres) RCC du CNT
Dans le cadre de la nouvelle réglementation sur le RCC, un certain nombre de problèmes pratiques se posent pour l'application des CCT (cadres) qui ont été conclues au CNT (concernant les régimes particuliers longues carrières et métiers lourds et les CCT RCC à 60 ans conclues avant le 30 juin 2015). Pour remédier à ces problèmes, ils proposeront plusieurs modifications réglementaires dans un avis commun.
3. Beschikbaarheid en vastkliksysteem SWT Werknemers die in tempore non suspecto gebruik hebben gemaakt van het vastkliksysteem voor wat betreft het behoud van de toegang tot SWT (instapvoorwaarden) en aldus het engagement namen om langer te blijven werken, genieten niet van dit vastkliksysteem voor wat de regels inzake de beschikbaarheid betreft. Die regels zijn intussen gewijzigd en verstrengd, waardoor deze werknemers dreigen te worden gestraft voor de keuze die zij maakten om langer te werken. Daarom vragen de sociale partners aan de
3. Disponibilité et système de cliquet RCC Les travailleurs qui ont, in tempore non suspecto, recouru au système de cliquet pour maintenir l'accès au RCC (conditions d'entrée) et se sont donc engagés à travailler plus longtemps ne bénéficient pas de ce système de cliquet pour ce qui est des règles en matière de disponibilité. Ces règles ont entre‐temps été modifiées et rendues plus strictes. Par conséquent, ces travailleurs risquent d'être sanctionnés pour avoir choisi de travailler plus longtemps.
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 9 of 10
regering om het vastkliksysteem ook te laten gelden voor de toepassing van de regels inzake de beschikbaarheid. Werknemers die gebruik hebben gemaakt van het vastkliksysteem voor de instapvoorwaarden voor SWT, zouden dan ook kunnen blijven genieten van het regime inzake beschikbaarheid dat op het ogenblik van het vastklikken van toepassing was.
C'est la raison pour laquelle les partenaires sociaux demandent au gouvernement d'étendre le système de cliquet à l'application des règles relatives à la disponibilité. Les travailleurs qui ont recouru au système de cliquet pour les conditions d'entrée dans le RCC pourraient dès lors continuer à bénéficier du régime de disponibilité qui était d'application au moment du cliquet.
ONTWERPAKKOORD – PROJET D’ACCORD 15.10.15 – 18h30
Page 10 of 10
Bijlage 1: Formulering type contracten in aanvullende pensioenen
Annexe 1: Formulation des types de contrats en matière de pensions complémentaires
3 types van contracten tussen de inrichter en de pensioeninstelling te onderscheiden
Il faut distinguer trois types de contrats entre l’organisateur et l’organisme de pension.
Type 1 Een contract waarbij een tariefgarantie wordt geboden op de opgebouwde reserves. In dit type van contract weet de aangeslotene welk verwacht pensioenkapitaal staat t.o.v. de opgebouwde reserve (het tarief ligt immers vast). Bij een wijziging van het tarief heeft dit enkel impact op de toekomstige premies.
Type 1 Un contrat offrant une garantie tarifaire sur les réserves acquises. Dans ce type de contrat, l’affilié sait quel est le capital de pension attendu par rapport à la réserve acquise (le taux est en effet fixe). Une éventuelle modification du taux n’a d’impact que sur les primes futures.
Type 2 Een contract waarbij een tariefgarantie wordt geboden op zowel de opgebouwde reserves als op de toekomstige premies. In dit type van contract weet de aangeslotene welk verwacht pensioenkapitaal staat t.o.v. de opgebouwde reserve en t.o.v. elke nieuw gestorte premie (het tarief ligt immers vast). Bij een wijziging van het tarief heeft dit enkel impact op het extra deel van de toekomstige premies dat hoger ligt dan de premie op het moment van wijziging.
Type 2 Un contrat offrant une garantie tarifaire tant sur les réserves acquises que sur les primes futures. Dans ce type de contrat, l’affilié sait quel est le capital de pension attendu par rapport à la réserve acquise et par rapport à chaque nouvelle prime versée (le taux est en effet fixe). Une éventuelle modification du taux n’a d’impact que sur la partie supplémentaire des primes futures qui dépasse la prime au moment de la modification.
Type 3 Een contract zonder enige tariefgarantie. De premies worden geïnvesteerd. De rendementen op deze investeringen worden volgens afgesproken regels (cfr. contract/beheersovereenkomst) verdeeld.
Type 3 Un contrat sans aucune garantie tarifaire. Les primes sont investies. Les rendements sur ces investissements sont répartis selon les règles convenues (cf. contrat / contrat de gestion).
Curriculum Vitae Patrick Marien
Patrick Marien is meer dan 25 jaar actief in de sector van de aanvullende pensioenen en
is actuaris van opleiding. Sinds 2007 werkt hij bij Aon Hewitt. Patrick heeft ervaring in de
verzekeringssector en met pensioenfondsen. Hij voert studies uit in het kader van de
financiering, de omvorming en de boekhoudkundige verwerking van pensioenplannen en
is aangewezen actuaris voor een aantal pensioenfondsen. Patrick is lector in de Leergang
Pensioenrecht en geeft de cursus rond actuariële aspecten.
Curriculum Vitae Pieter Gillemon
Pieter werkt voor PwC sinds 1999. Zijn focus ligt op het vakgebied van de pensioenen, en
dit zowel in een nationale als een internationale context. Zijn werkveld omvat onder
meer het fiscale en juridische kader van de wettelijke en aanvullende pensioenen, het
traceren van risico’s inzake bedrijfspensioenregelingen in het licht van fusies en
overnames van ondernemingen, harmoniseringstrajecten, de overgang van DB naar DC,
verzekerde oplossingen versus pensioenfondsen, derisking van pensioenverplichtingen,
pensioen‐regelingen voor internationaal mobiele werknemers, etc.
In dit kader besteedt hij bijzondere aandacht aan aangepaste begeleiding, ondersteuning
en communicatie ten aanzien van de verschillende stakeholders.
Pieter heeft een masterdiploma in de rechten en tevens een masterdiploma in de
handelswetenschappen. Hij heeft ook een bachelor in de fiscale wetenschappen (Fiscale
Hogeschool) en hij volgde de Leergang Pensioenrecht (KU Leuven). Sinds 2005 is hij
erkend belastingconsulent (IAB).
Actualiteitscollege
“De nieuwe rendementsgarantie”
24 november 2015
2
TEN GELEIDERendementsgarantie
verzekerbaarheid koopkrachtbehoud%
De nieuwe rendementsgarantie
Actualiteitscollege Leergang Pensioenrecht
24 november 2015
Patrick Marien
Aon Hewitt | HR Solutions 4
Te bereiken doel plannen: 23%
Vaste lasten plannen: 74%
Evolutie plantypes doorheen de jarenBron: Aon Hewitt, Pension Survey 2014
70%
30%
0%
23%
74%
3%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Te bereiken doel Vaste lasten Cash balance
1996
1998
2000
2002
2004
2007
2010
2013
AlgemeenVaste bijdragen
Aon Hewitt | HR Solutions 5
Algemeen
De WAP-garantie betreft de relatie tussen de werkgever en de werknemer.
Daarnaast is er de relatie tussen de werkgever en de pensioeninstelling (PI)
Jaar StortingWG
1 100
2 100
3 100
4 100
5 100
6 100
7 100
8 100
9 100
10 100
Jaar Opbouwaan 1% bij PI
1 101
2 203
3 306
4 410
5 515
6 621
7 729
8 837
9 946
10 1057
Jaar
WAP-garantie3,25%
1 103
2 210
3 320
4 434
5 551
6 672
7 797
8 926
9 1060
10 1197
BijkomendWG
1197
(1057)
140
Geen rekening gehouden met kosten
Aon Hewitt | HR Solutions 6
WAP-garantieAnno 2015
Artikel 24 §1 WAP
– Werknemer
– 3,75%
Artikel 24 §2 WAP
– Werkgever
– Na 5 jaar: 3,25% (*)
– Aftrek van verbruik voor de dekking van het overlijdens- en invaliditeitsrisico vóór de pensionering
– Aftrek van de dekking van de kosten beperkt tot 5% van de stortingen
Wanneer: bij overdracht van de verworven reserves in kader van uittreding, pensionering of bij opheffing van de pensioentoezegging
Voor de berekening van de minima wordt, in geval van wijziging van de vermelde rentevoet, op de bijdragen, die voor die wijziging werden gestort, de oude rentevoeten toegepast tot op het ogenblik van die wijziging en vanaf de wijziging, de nieuwe rentevoet.
De werkgever zuivert de tekorten ten opzicht van de WAP-garantie aan
(*) Binnen 5 jaar na de aansluiting: indexering van de stortingen (max. 3,25%)
Aon Hewitt | HR Solutions 7
Akkoord G10 - Algemeen
De garantie moet op een verzekerbaar niveau gebracht worden en tegelijkertijd toch een voldoende opbrengst waarborgen zodat zowel werkgever als werknemer het vertrouwen in de tweede pijler herwinnen.
Verzekerbaarheid Koopkracht
Aon Hewitt | HR Solutions 8
Akkoord G10 - Toepassing
De garantie is van toepassing op alle toezeggingstypes (sectoraal, bedrijfsplan, …)
Toepassingsgebied garantie: huidige regeling blijft onveranderd:
– Op persoonlijke bijdragen ongeacht het type pensioentoezegging, dus ook in vaste prestatie (defined benefit)
– Op de patronale bijdragen:
• Vaste bijdragen (defined contribution)
• Cash balance
– Ongeacht de pensioeninstelling: IBP (Pensioenfonds) of verzekerd
– De garantie is niet van toepassing op:
• Eventuele vrijwillige persoonlijke bijdragen van de werknemer
• “inkomende” reserves, reserves die van de pensioeninstelling van de voormalige werkgever worden overgedragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever of naar een opvangstructuur.
Aon Hewitt | HR Solutions 9
Akkoord G10 – welke rentevoet?
De rentevoet die van toepassing is op de werknemersbijdragen is gelijk aan de rentevoet die van toepassing is op de werkgeversbijdragen
De rendementsgarantie is variabel.
De rentevoet van de garantie wordt bepaald volgens de formule:
(*) telkens mits positief advies van de toezichthouder over de verzekerbaarheid
Rendementsgarantie (RG)
Vanaf 2016 65% x gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden
Vanaf 2018 75% x gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden (*)
Vanaf 2020 85% x gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden (*)
Aon Hewitt | HR Solutions 10
Akkoord G10 – welke rentevoet?
(*) telkens mits positief advies van de toezichthouder over de verzekerbaarheid
Rendementsgarantie (RG)
Vanaf 2016
65% x gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden
Vanaf 2018
75% x gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden (*)
Vanaf 2020
85% x gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden (*)
?
Aon Hewitt | HR Solutions 11
Akkoord G10 – welke rentevoet?
De rentevoet wordt automatisch op 1 januari van elk jaar aangepast.
– Mechanisme uitwerken
Om te vermijden dat de rentevoet te vaak varieert, verandert hij alleen bij een wezenlijk verschil (+/-0,25%)
Er wordt een bandbreedte voorzien:
– 1,75% minimum;
– 3,75% maximum.
1,75%
3,75%
Aon Hewitt | HR Solutions 12
Akkoord G10 – welke rentevoet?
De rentevoet die van toepassing is op de werknemersbijdragen is gelijk aan de rentevoet die van toepassing is op de werkgeversbijdragen
Persoonlijk Patronaal
3,75% -> variabel (bandbreedte)
3,25% -> variabel (bandbreedte)
(Kosten beperkt tot 5%)
(Dekking overlijdens- en invaliditeitsrisico)
wijzigingen
?
Aon Hewitt | HR Solutions 13
Akkoord G10 – welke rentevoet?
Referentietarief van de OLO’s (rendementen gebaseerd op een vaste resterende looptijd van 10 jaar)
Wijziging in 2017 is hoogst onwaarschijnlijk
Wijziging vanaf
– 1,75% + 0,25% = 2,00%
– Gemiddeld rendement van de OLO 10 jaar over 24 maanden: meer dan 3%Bron: NBB
2015M1 0,72%
2015M2 0,60%
2015M3 0,46%
2015M4 0,40%
2015M5 0,86%
1015M6 1,21%
2015M7 1,16%
2015M8 1,03%
2015M9 1,04%
2015M10 0,90%
Aon Hewitt | HR Solutions 14
Toegepaste methode (horizontale en verticale)
In geval van verandering van de RG wordt de impact op de reeds gestorte premies op dezelfde wijze verwerkt als vandaag reeds het geval is. Concreet betekent dit dat er voor de bestaande pensioenfondsen resp. groepsverzekeringen niets wijzigt. Daarom dient in de WAP het volgende opgenomen te worden:
In geval van verandering van de RG zullen beide methodes naast elkaar bestaan, met een default keuze:
– Horizontale benadering: inrichters die hebben geopteerd voor een resultaatsverbintenis (verzekeraar tak 21)
– Verticale benadering: inrichters die hebben geopteerd voor een middelenverbintenis (verzekeraar tak 23 of pensioenfonds)
De evolutie van de rendementsgarantie zal de contractuele afspraken (type 1, type 2, type 3) tussen pensioeninstellingen en de inrichters respecteren
Aon Hewitt | HR Solutions 15
Contractuele afspraakTak 21 – Type 1 – Garantie op opgebouwde reserves
Reserve op ogenblik
van wijziging
Toekomstige premies
Premie op ogenblik van wijziging van tarief garantie
Aon Hewitt | HR Solutions 16
Contractuele afspraakTak 21 – Type 2 – Garantie op opgebouwde reserves en toekomstige premies
Reserve op ogenblik
van wijziging Toekomstige premies
Premie op ogenblik van wijziging van tarief garantie
Aon Hewitt | HR Solutions 17
Contractuele afspraakTak 23 / Pensioenfondsen - Type 3
Een contract zonder enige tarief garantie
De premies worden geïnvesteerd
De rendementen op deze investeringen worden volgens afgesproken regels verdeeld
Spaarboekjesprincipe
Aon Hewitt | HR Solutions 18
WAP - garantieHorizontaal – garantie op de reserves
2015
2016
2017
2018
2019
105
110
115
…
1,75%
1,75%
?
Reserve 2015 100
3,25%
Aon Hewitt | HR Solutions 19
WAP - garantieHorizontaal – met toekomstgarantie op de premies
2015
2016
2017
2018
2019
100
100
100
…
3,25%
3,25%
3,25%
Reserve 2015 10
0
3,25%
5
5
5
1,75%
1,75%
?
51,75%
51,75%
51,75%
Aon Hewitt | HR Solutions 20
WAP - garantieVerticaal
Reserve 2015
100
105
1,75%
1,75%
110
? %
…
Spaarboekjesprincipe
Aon Hewitt | HR Solutions 21
Toegepaste methode (horizontale en verticale)
In geval van verandering van de RG zullen beide methodes naast elkaar bestaan, met een default keuze:
– Horizontale benadering: inrichters die hebben geopteerd voor een resultaatsverbintenis (verzekeraar tak 21)
– Verticale benadering: inrichters die hebben geopteerd voor een middelenverbintenis (verzekeraar tak 23 of pensioenfonds)
EvolutieHorizontaal Verticaal
WAP % 1000 10002016 1,75% 1032,50 1017,502017 1,75% 1066,06 1035,312018 3,00% 1100,70 1066,372019 3,00% 1136,48 1098,362020 3,25% 1173,41 1134,052021 3,25% 1211,55 1170,912022 3,25% 1250,92 1208,962023 2,50% 1291,58 1239,192024 2,50% 1333,55 1270,172025 2,50% 1376,89 1301,92
Geen aftrek van kosten meegenomen in de
berekeningen
Opgebouwde reserves bedragen 1.000 op 31/12/2015
Aon Hewitt | HR Solutions 22
Toegepaste methode (horizontale en verticale)
Horizontaal – met garantie op de reserves
premie Evolutie
WAP % 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 20252016 100 1,75% 101,75 103,53 105,34 107,19 109,06 110,97 112,91 114,89 116,90 118,942017 105 1,75% 106,84 108,71 110,61 112,55 114,51 116,52 118,56 120,63 122,742018 110 3,00% 113,30 116,70 120,20 123,81 127,52 131,35 135,29 139,342019 115 3,00% 118,45 122,00 125,66 129,43 133,32 137,32 141,442020 120 3,25% 123,90 127,93 132,08 136,38 140,81 145,392021 125 3,25% 129,06 133,26 137,59 142,06 146,682022 130 3,25% 134,23 138,59 143,09 147,742023 135 2,50% 138,38 141,83 145,382024 140 2,50% 143,50 147,092025 145 2,50% 148,63
1403,37
Aon Hewitt | HR Solutions 23
Toegepaste methode (horizontale en verticale)
premie premie- 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025verhoging
2016 100 0 3,25% 103,25 209,86 319,93 433,57 550,91 672,07 797,16 926,32 1059,67 1197,362017 105 5 1,75% 5,09 10,26 15,53 20,89 26,34 31,89 37,54 43,28 49,132018 110 5 3,00% 5,15 10,45 15,92 21,55 27,34 33,31 39,46 45,802019 115 5 3,00% 5,15 10,45 15,92 21,55 27,34 33,31 39,462020 120 5 3,25% 5,16 10,49 16,00 21,68 27,55 33,602021 125 5 3,25% 5,16 10,49 16,00 21,68 27,552022 130 5 3,25% 5,16 10,49 16,00 21,682023 135 5 2,50% 5,13 10,38 15,762024 140 5 2,50% 5,13 10,382025 145 5 2,50% 5,13
1445,84
Horizontaal - met garantie op de reserves en op de toekomstige premies
Aon Hewitt | HR Solutions 24
Toegepaste methode (horizontale en verticale)
Premie
2016 100 1,75% 101,752017 105 1,75% 210,372018 110 3,00% 329,982019 115 3,00% 458,332020 120 3,25% 597,122021 125 3,25% 745,592022 130 3,25% 904,052023 135 2,50% 1065,032024 140 2,50% 1235,152025 145 2,50% 1414,66
Verticale methode
Aon Hewitt | HR Solutions 25
Toegepaste methode (een vergelijking)
Horizontaal –garantie op
reserves en op premies
Horizontaal –garantie op
reserveVerticaal
Reserve op 1/1/2016
1.376,89 1.376,89 1.301,92
Premies vanaf 1/1/2016
1.445,84 1.403,37 1.414,66
Totaal 2.822,73 2.780,26 2.716,58
Aon Hewitt | HR Solutions 26
Keuze / Default
Enkel bij de invoering van een nieuw pensioenplan kan de werkgever beslissen om af te wijken van de “default” en een andere berekeningswijze volgen voor de minimumgarantie.
– Pensioenplannen die uitbreiden qua toepassingsgebied of een planverbetering vormen geen nieuw pensioenplan
Wat met een verandering van vb. Tak 21 naar Tak 23 / pensioenfonds?
Aon Hewitt | HR Solutions 27
Nieuw pensioenplanKeuze / Default
Horizontaal –garantie op
reserves en op premies
Horizontaal –garantie op
reserveVerticaal
Premies vanaf 1/1/2016
1.349,96 1.403,37 1.414,66
Evolutie
WAP %
2016 1,75%2017 1,75%2018 3,00%2019 3,00%2020 3,25%2021 3,25%2022 3,25%2023 2,50%2024 2,50%2025 2,50%
Aon Hewitt | HR Solutions 28
Overlijdensdekking voor slapers
Problematiek indien er geen overlijdensdekking is
Principe is om een minimum overlijdensdekking te voorzien voor wie slaper wordt vanaf de inwerkingtreding van de wet (01.01.2016)
Default is terugbetaling van de reserves
– Zonder medisch onderzoek
– Financiering door de slaper via de reserve
– Te bepalen collectief tarief dat gunstiger is dan het individueel tarief
– Geen overlijdensdekking: expliciete keuze binnen een periode van 1 jaar volgend op het einde van de arbeidsovereenkomst
Aon Hewitt | HR Solutions 29
Overlijdensdekking voor de slapers
Financiering door de slaper via de reserve
– Koopsom
– Periodieke premie
– Omzetting van de combinatie (“sterftetafel uit tarief halen”)
Wat gebeurt er met de tarificatie “pensioenkapitaal”
– Blijven de garanties behouden
Pensioenfondsen
Aon Hewitt | HR Solutions 30
De boekhoudkundige kost
Under IAS 19, the Post-employment benefit plans are classified as either defined contribution plans or defined benefit plan:
Defined contribution plans are post-employment benefit plans under which an entity pays fixed contributions into a separate fund and will have no legal or constructive obligation to pay further contributions if the fund does not hold sufficient assets to pay all employee benefits relating to employee service in the current and prior periods
Defined benefit plans
= All other plans
Aon Hewitt | HR Solutions 31
De boekhoudkundige kost – Defined ContributionStudie FSMA
Jaarrekeningen 2013
In kaart brengen van de visies van ondernemingen en audit-kantoren betreffende IAS 19
Steekproef
– 44 genoteerde ondernemingen
– Financieringswijze
• 81% verzekeringsondernemingen
• 5% pensioenfondsen
• 14% combinatie van beide
Aon Hewitt | HR Solutions 32
De boekhoudkundige kost – Defined ContributionStudie FSMA
Methodologie
– Intrinsieke waarde: 85% steekproef
– IAS 19 – methodologie (PUC): 15% steekproef
• “Backloading”: leidt dienstverband van een werknemer in latere jaren tot beduidend hogere vergoedingen
X% S / X% S1+Y%S2; moeten salarisverhogingen in aanmerking genomen worden om te bepalen of een plan al dan niet “backloaded” is
In dat geval lineaire toewijzing
Aon Hewitt | HR Solutions 33
De boekhoudkundige kost – Defined ContributionGewijzigde WAP-garantie
Voor 2016
Intrinsieke waarde 85%
IAS 19 – methodologie (PUC)
15%
Na 2016
Intrinsieke waarde
IAS 19 – methodologie (PUC)
?
ActualiteitscollegeLeergang Pensioenrecht
24 november 2015
www.pwc.com
Pieter Gillemon +32 (0)2 710 73 [email protected]
PwC
Waarover ik het met u wil hebben
Basis = het ontwerpakkoord van de sociale partners van 15/10/15
De nieuwe rendementsgarantie vanuit fiscaal perspectief
Bijsturingen bij de geplande verhoging van de opnameleeftijd voor de tweede pijler
Belasting van de uitkering
2
PwC
De nieuwe rendementsgarantie
vanuit fiscaal perspectief
Fiscaliteit van de 2de pensioenpijlerDe fiscus komt op verschillende ogenblikken langs
Bijdrage Uitkering
PwC 37
Persoonlijke bijdrage: belastingvermindering ?
Werkgeversbijdrage: aftrekbaar ?
Belastingheffing bij overdracht / uitkering ?
PwC
De fiscale aftrekbaarheid van pensioenbijdragen wordt geregeld in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen
De wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen naar aanleiding van de pensionering, uitgedrukt in jaarlijkse renten, mogen niet meer bedragen dan 80 pct van de laatste normale brutojaarbezoldiging en moeten worden berekend op basis van de normale duur van een beroepswerkzaamheid. (art. 59, §1, 2°, eerste lid WIB92)
5
Fiscale begrenzing: ‘80% regel’
PwC
Fiscale begrenzing: ‘80% regel’
39
Pensioen-
instelling
WerknemersWerkgever
Fiscale aftrek-baarheid van de pensioenbijdragen
Geprojecteerd aanvullend pensioen + raming wettelijk pensioen
Hoger dan 80% van het loon?
Aftrekbareberoepskost?
Hoger dan 80% van het loon?
PwC
Vereenvoudigd rekenvoorbeeld - ‘80% regel’
40
80 %Berekening van de fiscale grens:
Aanvullend pensioen ≤ (80% x €50.000 – €25.000) x 40/40 = €15.000
Pensioenkapitaal op 65 jaar ≤ €15.000 x 16,1004 = €241.506
Uitgangspunten:
Gehuwde werknemer
Bruto jaarwedde: €50.000
Pensioenbijdrage: €6.000 / jaar
Pensioenkapitaal op 65 jaar: €300.000
Carrière in de onderneming: 40 jaar
Beperking van de fiscale aftrek van de bijdrage:
Aftrekbare pensioenbijdrage: €6.000 x €241.506 / €300.000 = €4.830,12
Niet aftrekbare pensioenbijdrage: €6.000 - €4.830,12 = €1.169,88
PwC
De ‘80% regel’ in een vastebijdrageplan
41
Wettelijk pensioen
Aanvullendpensioen
Pensioen-kapitaal op eindleeftijd
Laat
ste
norm
ale
inko
men
80 %
(80 % JW – WP) x N / 40
Pensioenbijdragen
0mzettings-factor
• Hoe lang wordt de bijdrage betaald?
• Welk rendementwordt er behaald?
PwC
Wat de overeenkomsten betreft die geen toezeggingen van het type "vaste prestatie" zijn, worden de daaraan verbonden bovenwettelijke uitkeringen vastgesteld door rekening te houden met de eigenschappen van de overeenkomst, de aan de overeenkomst verbonden verworven reserves en de volgende parameters:
- het verhogingspercentage van de bezoldigingen, indexeringinbegrepen;
- het percentage van kapitalisatie dat moet worden toegepast op deverworven reserves;
- het percentage van de deelnemingen in de winst.
(art. 59, §1, 2°, tweede lid WIB92)
9
In het wetboek van de Inkomstenbelastingen vinden we specifieke regels voor een vastebijdrageplan
• Deze bepalingen zijn ingevoerd met ingang vanaf 2007• De berekeningsparameters moeten concreet worden vastgelegd• Dat gebeurde tot op heden niet …
PwC
Bij gebrek aan concrete berekeningsparameters dringt een pragmatische benadering zich op...
Rechtsonzekerheid...43
• op basis van de huidige bezoldiging, zonder projectie
• in een tak 21 verzekering op basis van het verzekerde kapitaal dat bekomen wordt met het gewaarborgde rendement
• de winstdeling wordt forfaitair op 20% van het verzekerde kapitaal geraamd
In de praktijk gebeurt de berekening vaak:
Rendementsprognose tak 23: een heikele kwestie
Uniforme 20% benadering: is dat nog realistisch? Productontwikkeling: verschillende tarief-rendementen, verschillende types winstdeling, etc.
PwC
Welk rendementsprognose zou kunnen gebruikt worden om de fiscale grens te berekenen ?
Of zijn er andere aanknopingspunten ... ?
44
Gaan we voor de plannen ten gunste van werknemers de nieuwe WAP rendementsgarantie (art. 24) gebruiken?
?
PwC
Waar vinden we nog pensioenramingen op basis van een rendementsprognose ?
45
In de regelgeving met betrekking tot de levensverzekeringen
• art. 50 van de wet betreffende de verzekeringen
In de regelgeving met betrekking tot de pensioenfiche en de elementen die aan DB2P moeten meegedeeld worden
• art. 26, § 1, 1°, punt 3 van de WAP
• art. 48, § 1, 1°, punt 3 van de WAPZ
• art. 39, § 1, 1°, punt 3 van de WAPBL
In de regelgeving met betrekking tot het door de inrichter te waarborgen rendement
• art. 24 en art. 26, § 1, 1°, punt 1 van de WAP
PwC
Rendementsprognoses in de wet betreffende de verzekeringen
46
Wanneer de verzekeraar bij de offerte projecties over winstdeling verstrekt, moet hij dat doen op basis van een berekening bij drie verschillende rentepercentages
De verzekeraar moet duidelijk informeren dat de modelberekening slechts een voorbeeld is, dat is gebaseerd op theoretische aannamen, en dat de verzekeringnemer uit de modelberekening geen contractuele aanspraken mag afleiden
Indien de verzekeraar projecties met betrekking tot de winstdeling heeft verstrekt, wijst hij de verzekeringnemer bovendien jaarlijks op afwijkingen tussen de feitelijke ontwikkeling en de aanvankelijke gegevens
PwC
Zouden deze rendementsprognoses bij levensverzekeringen een basis kunnen vormen voor de fiscale begrenzing?
47
De wetgever wil vermijden dat de verzekeringnemer zich rijk zou (laten) rekenen op basis van onrealistische rendementsprognoses Het doel is bescherming van de verzekeringnemer
Wanneer zijn deze regels toepasselijk?• In principe bij alle levensverzekeringen, ook 2de pijler• Maar welke verzekeraar maakt prognoses over winstdeling bij
een groepsverzekering ?• In de praktijk zien we wel dikwijls rendementsprognoses bij
individuele pensioentoezeggingen en VAPZ• Er zijn veel meer pensioentoezeggingen dan enkel de
verzekerde, welke regels daar dan toepassen?
Er is hier sprake van maar liefst 3 prognoses
PwC
Rendementsprognoses in de pensioenfiche en DB2P (WAP, WAPZ en WAPBL)
Het bedrag van de prestatie op de pensioenleeftijd op 1 januari van het betrokken jaar, berekend op basis van de volgende veronderstellingen :
a. de aangeslotene blijft in dienst tot aan de pensioenleeftijd;
b. de persoonlijke gegevens en de parameters van het aanvullend pensioen die beschikbaar zijn op de laatste herberekeningsdatum bepaald in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst. De herberekeningsdatum wordt vermeld, alsook in voorkomend geval het rendement.
Er wordt bepaald dat het gaat om een raming die geen kennisgeving van een recht op een aanvullend pensioen inhoudt.
15
PwC
Zouden deze rendementsprognoses op de pensioenfiche een basis kunnen vormen voor de fiscale begrenzing?
49
Pensioenbijdrage
Aanvullend pensioen
Wettelijk pensioen
• Het rendement conservatief ramen = fiscaal agressief• Het rendement agressief ramen = fiscaal conservatief
Bedenking: mag de maximaal aftrekbare pensioenbijdrage afhangen van prognoses van een inrichter of een pensioeninstelling?
Laat
ste
norm
ale
inko
men80 %
Paradox:
PwC
Zou de nieuwe WAP rendementsgarantie (art. 24) een basis kunnen vormen voor de fiscale begrenzing?
De nieuwe WAP rendementsgarantie als fiscale “bandbreedte” naar voor schuiven ?
Het echte rendement kan niet lager liggen dan 1,75% maar het zou (ooit wel eens) hoger kunnen liggen dan 3,25%
50
De nieuwe WAP rendementsgarantie (horizontaal <> verticaal) doortrekken naar fiscale berekeningen ?
Fiscaal ongelijke behandeling
Hoe gaan we dan om met pensioenplannen die voorzien in een beperking van de bijdragen “tot aan het fiscaal plafond”??
PwC
Dringt zich naast die bestaande rendementsprognoses nog een bijkomende “pro fisco” raming van het rendement op ?
Ofwel rendementsprognoses helemaal buiten de fiscale grens houden en rekenen op basis van reserves in plaats van (verwachte) prestaties (?)
51
• Bij voorkeur simpel houden a.u.b.
• Bijkomende berekeningen impliceren bijkomende kosten voor het beheer
• Coherentie tussen fiscale en niet-fiscale rendementsprognoses
• Transparantie en duidelijkheid voor de fiscus en de inrichter
• Hoe zal de aangeslotene nog weten welk pensioen hij mag verwachten bij zo veel (verschillende) rendementsprognoses?
Tsunami van rendementsprognoses...
Werknemersbijdragen
Werknemers-bijdragen
In te houden op het netto inkomen en afzonderlijk op
loonfiche
Belasting-vermindering van
30%
52PwC
Ook hier wordt het WAP rendement aangepast
?Hoe zal er fiscaal omgegaan worden met het aangekondigde VAP voor werknemers en de 2de pijler voor zelfstandigen natuurlijke personen?
PwC
Bijsturingen bij de geplande verhoging
van de opnameleeftijd
voor de tweede pijler
PwC
De regering viseert de opname van het pensioenkapitaal voor het wettelijk pensioen
De regering zal maatregelen uitwerken die de vervroegde uittrede met aanvullende pensioenen ontmoedigen zodat het aanvullend pensioen niet opgenomen kan worden voor het wettelijk pensioen en zodat bepalingen in de pensioenreglementen die tot vroegtijdige pensionering aanzetten, worden verboden, mits overgangsmaatregelen. (Federaal regeerakkoord)
54
PwC
Opname van het aanvullend pensioen zou pas vanaf de wettelijke pensionering mogelijk zijn
Nog veel bestaande pensioenregelingen voorzien een lagere eindleeftijd
• Dit heeft verregaande technische en praktische gevolgen
• Ze vormen echter niet het onderwerp van onderhavige uiteenzetting
55
De normale wettelijke pensioenleeftijd wordt 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030
PwC
Daarnaast zullen de sociale partners op eigen initiatief een advies in de NAR uitbrengen omtrent de volgende aspecten
Bijsturingen, teneinde ongewenste effecten te vermijden, in het kader van de vooropgestelde verhoging van de opnameleeftijd voor de tweede pijler:
• De mogelijkheid van uitkering van de prestatie (liquidatie) uitbreiden tot werknemers die verder blijven werken ook al vervullen zij de voorwaarden om in vervroegd pensioen te gaan;
• De mogelijkheid om het aanvullend pensioenkapitaal vanaf 60 jaar op te nemen, uitbreiden naar alle werknemers die in of vόόr 1958 zijn geboren (58 jaar in 2016);
• De mogelijkheid om het aanvullend pensioenkapitaal vanaf 60 jaar op te nemen, uitbreiden naar alle werknemers die ontslagen zijn met het oog op SWT vanaf ten vroegste 55 jaar, in het kader van een sociaal plan dat vόόr 1 oktober 2015 is afgesloten en neergelegd;
• SWT gelijkstellen met werkloosheid om te genieten van het belastingtarief van 10% in geval van liquidatie van het kapitaal op 65 jaar (in plaats van 16,5%).
56
PwC
Opnemen zal dus kunnen vanaf het moment waarop vervroegd pensioen mogelijk is, ook als men blijft werken
57
• De mogelijkheid tot vervroegd wettelijk pensioen is functie van leeftijd en loopbaanduur, en hangt dus af van individuele elementen
• De pensioeninstelling die verantwoordelijk is voor de correcte uitbetaling van het aanvullend pensioen, kent die elementen niet
Men kan pas officieel aantonen dat vervroegde wettelijke pensionering mogelijk is, wanneer de RVP de pensioenbeslissing meldt
….maar wie blijft werken doet normaal nog geen pensioenaanvraag
Werknemers die tijdens een internationale loopbaan onder een buitenlands socialezekerheidsstelsel pensioenrechten hebben verworven, kunnen soms op andere leeftijden (dan de Belgische leeftijden) een wettelijk (vervroegd) pensioen ontvangen
PwC
Een latere pensioenleeftijd heeft ook een impact op de berekening van de 80% regel:
Aanvullend pensioen = (80% laatste normale jaarwedde – wettelijk pensioen) x loopbaanduur / 40
Maar misschien wordt de noemer van de loopbaanbreuk (40sten) ook wel opgetrokken
De financieringsduur wordt langer
Wat dan met de omzettingsfactor rente – kapitaal?
• Op een latere pensioenleeftijd zou die lager moeten zijn
• Maar omwille van de gestegen levensverwachting hoger
80% regel:
25
De loopbaanduur wordt mogelijk langer
PwC
Belasting van de uitkering
PwC
De aanslagvoeten bij uitbetaling van een kapitaal
Kapitaal opgebouwd met winstdeelname 0%
Kapitaal opgebouwd met werkgeversbijdragen
Opname vanaf 65 + actief tot 65 10%
Opname vanaf 62 jaar 16,5%
Opname op 61 jaar 18%
Opname op 60 jaar 20%
Kapitaal opgebouwd met werknemersbijdragen
Bijdragen gestort na 01/01/1993 10%
Bijdragen gestort voor 01/01/1993 16,5%
60
Tot eind 2015
soms16,5%}
PwC
Zal het binnenkort nog voorkomen dat kapitalen belast worden tegen 20% of 18 %? Neen (of toch…)
61
De verhoging van het belastingtarief tot 18% of 20% ligt in de lijn van de verhoging van de minimale pensioenleeftijd (vervroegde pensionering) tot 62 jaar en is dus slechts van toepassing wanneer de kapitalen en afkoopwaarden vóór die minimale leeftijd worden betaald of toegekend (Circulaire nr. Ci.RH.332/621.312 dd. 23.04.2013, Schema I, C.1.b, voetnoot 4)
Afzonderlijk belastbaar tegen 20% (code 245): de kapitalen…bij leven aan de begunstigde worden uitgekeerd
- op de leeftijd van 60 jaar, - naar aanleiding van zijn pensionering voor het bereiken van de leeftijd van 61 jaar,voor zover de begunstigde op het moment van uitkering zijn wettelijk pensioen nog niet heeft opgenomen(Bericht aan de werkgevers en aan de andere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten – Fiche 281.11)
Dus bij wettelijk pensioen op 60/61 jaar: 16,5%
Een opname vóór het bereiken van de minimale leeftijd voor wettelijk pensioen zal niet meer mogelijk zijn (tenzij de overgangsmaatregelen)
Dus in de praktijk geen belasting meer tegen 20% of 18 %
PwC
Zal het binnenkort nog voorkomen dat kapitalen belast worden tegen 20 of 18 %? (toch nog) Ja
62
Een aanvullend pensioenkapitaal uit een buitenlands plan dat wordt betaald aan een begunstigde die er in België belasting op moet betalen
Het afkoopverbod is Belgische wetgeving
Welk land de pensioenen mag belasten, wordt geregeld in de verdragen ter vermijding van dubbele belasting
PwC
De aanslagvoeten bij uitbetaling van een kapitaal
63
Vanaf 2016
}
Kapitaal opgebouwd met winstdeelname 0%
Kapitaal opgebouwd met werkgeversbijdragen
Opname vanaf 65 + actief tot 65 + SWT tot 65 jaar
10%
Opname vanaf 62 jaar 16,5%
Opname op 61 jaar 18%
Opname op 60 jaar 20%
Kapitaal opgebouwd met werknemersbijdragen
Bijdragen gestort na 01/01/1993 10%
Bijdragen gestort voor 01/01/1993 16,5%
bijna altijd 16,5%
Bedankt voor uw aandacht!
© 2015 PricewaterhouseCoopers. All rights reserved. “PricewaterhouseCoopers” refers to the network of member firms of PricewaterhouseCoopers International Limited, each of which is a separate and independent legal entity.
Vriendschapsglas
De deelnemerslijst werd afgesloten op 23 november om 19u30.
DEELNEMERSLIJST ACTUALITEITSCOLLEGE
24 november 2015 Aerts Charlotte Studente rechten KU Leuven
Apeltant Daniel Adviseur generaal Zenito, sociaal verzekeringsfonds
Asta Nicolo Executive Consultant AG Insurance
Baekeland Paul Zaakvoerder Verba bvba
Bauters Wim Business Development Manager NN Investment Partners Belgium S.A.
Bauwelinckx Thierry Actuaris Adviesbureau Infact NV
Bayart Christian Advocaat‐Vennoot Allen & Overy LLP
Beyens Jannick Commercieel & Productmanager Zenito Aanvullend Pensioen
Beyne Marian Actuaris EBCS
Billiet Thiery Principal Mercer (Belgium)
Blanpain Bruno Advocaat Advocaat
Boon Isabella Account manager KBC Verzekeringen NV
Bosmans Ilse Advocaat Allen & Overy LLP
Bostyn Jean‐Marie Productmanager Life & Pension JAMAN vof
Boulet Isabelle Bedrijfsjurist Belfius Bank
Burg Sebastian Advocaat Baker & McKenzie
Buyck Ignaas Zaakvoerder Decostere & C° BVBA
Bylle Björn Senior Consultant Aon Belgium bvba
Calewaert Ilse leidinggevende KBC Verzekeringen NV
Cammaert Yves Adviseur Fedustria
Carlier Edward Advocaat Advocatenkantoor Carlier‐Lysens BVBA
Caron Mark Interne auditor KV Groep P&V
Cassette François Head of Proposals, Legal&Product Port. EB/HC AG Insurance NV/SA
Cauwenberghs Steven Legal Consultant EB Vanbreda Risk & Benefits
Celis Fen Bediende Pensiontheker BVBA
Citters Katrien Commercieel coördinator 12th Man BVBA
Claeys Philip ‐ AXA
Cloetens Jo Tax & Legal Adviser EB/HC AG Insurance nv
Cole Koen General Manager Sales ‐ AG Employee Benefits
AG Insurance
Colombini Nathalie Bedrijfsjurist Ethias NV
Coucke Lizzie Manager R&D‐Marketing Public & Corporate insurance
Belfius Insurance
Coumans Wim Bestuurder ‐
Covemaeker Marjan Consultant Belgibo
Crombé Catherine Advocaat Younity CVBA
Cuppens Gert Advocaat Clifford Chance LLP
Daemen Luc Directeur Operations Leven Baloise Insurance
Dansercoer Paul Zaakvoerder BVBA LV CONSULT
De Bock Willem Manager Risk Vandelanotte Accountancy BV BVBA
Debusschere Miek Sr Consultant Simplex Employee Benefits NV
De Buyser Wim Bedrijfsjurist NN Insurance Belgium
De Caluwé Philippe Accountmanager Leven Baloise Insurance
De Clercq Luc Lid werkgroep pensioenen NCK
De deelnemerslijst werd afgesloten op 23 november om 19u30.
De Cooman Luc HR Assistant ‐
Decoster Ina Actuaris‐Vennoot EBCS bvba
De Doncker Peter Corporate account manager KBC Verzekeringen NV
Dedroog Ghislain Compensation & Benefits Director Janssen Pharmaceutica
Deferm Pascal Teamleader Baloise Insurance
Degryse Johan Commercieel manager Van Dessel Insurance Brokers
De Lannoy Catherine Global Benefits Manager NV Bekaert SA
Delcon Imelda Advocaat Advocatenkantoor DELCON Imelda bvba
De Lepeleire Valérie Director Business Development Insurances SECUREX LEVEN
De Meirleir Danielle Compensation & Benefits Specialist Agfa‐Gevaert NV
De Messemaeker Jan Actuaris Ethias NV
Demol Philippe IA|BE Qualified Actuary IA|BE
De Reu Luc Pensioenadviseur AMONIS
De Ridder Marc Distribution BTB EB & Health Allianz Benelux nv
De Ridder Steffie Consultant Akkermans & Partners
De Roover Evy Advocaat Liedekerke
De Sadeleer Jeroen Attaché Interne Controle PDOS ‐ Pensioendienst voor de overheidssector
De Soete Jeroen Risk Manager De Soete Consulting
De Somviele Isabelle Senior Associate Claeys & Engels
Devos Ann Coördinator FSMA
De Vreese Jurgen Advocaat Lydian
Deweerdt Olaf Juridisch adviseur Acerta
De Wilde Sarah Senior tax consultant Deloitte Belgium
De Wilde Leen Accountant & belastingsconsulent Leen De Wilde BV ovv BVBA
de Wit Jan Zaakvoerder Life Plan
De wit Bart Economist ACV‐CSC Metea
De Witte Wim Juridisch fiscaal medewerker KBC Verzekeringen NV
Dierickx Trees Manager Productmanagement Leven Baloise Insurance
Dierickx Hilde Kadermedewerker 'HR Policies&Staff Relat.' FSMA
Dirix Tom Legal medewerker Acerta
Drees Jos Zaakvoerder Drees Life Services bvba
Driesen Guy Commercieel adviseur KBC Verzekeringen NV
Duquet Ziggy Adviseur Sociale Zekerheid ACLVB
Eeckhout Pascale Commercieel adviseur KBC Verzekeringen NV
Enokida Anzu Consultant in de verzekeringen Akkermans & Partners
Fevery Peter Legal Counsel Aon Belgium BVBA
Fiers Ellen Adviseur ACLVB
Fissette Michiel Technical Advisor Aon Hewitt
Foubert Ferdy Vennoot KPMG Belastingconsulenten
Fouquaert Marleen Account Manager EB VIVIUM
Fransolet Bernard Bedrijfsjurist Ethias SA
Frederickx Jan Operations Manager Pensioenfonds Metaal OFP
Gabriel Dirk Senior Account Executive Amonis OFP
Geens Renate Advocaat Tiberghien
Gerits Wivien Senior Legal Consultant PwC
Geukens Ivan Productbeheerder KBC Verzekeringen
De deelnemerslijst werd afgesloten op 23 november om 19u30.
Gielen Els Productbeheerder KBC Verzekeringen
Gieselink Gerhard Coördinator FSMA
Gillemon Pieter Director PwC
Gobeyn Alex Commercieel adviseur KBC Verzekeringen NV
Goossens Frank Productbeheerder KBC Verzekeringen
Goris Luc Advocaat Tilleman van Hoogenbemt
Guillaume François Senior Employee Benefits Consultant Gras Savoye
Haemhouts Kristof Boekhouder Adviesbureau Infact NV
Haerinck Jo EB Consultant Gras Savoye Consulting
Hayen Cédric Client Relationship Manager NN Investment Partners Belgium S.A.
Hendrickx Chantal Advocaat Vandendijk & Partners Advocaten
Hendrickx Koenraad Adviseur Commissie sociale zaken Federaal Parlement
Heymans Martine HR Local Expert Pensions & Insurances Siemens
Heyvaert Silke Legal Consultant Mercer Retirement
Higny Marc Deputy General Man. Bus. Dev. Sup. EB/HC AG Insurance NV/SA
Hulstaert Stijn Tax & Legal advisor AG Insurance
Huyghe Alain Partner Baker & McKenzie CVBA
Jans Frieda Directeur Hydralis
Janssen Steven Algemeen directeur Sigedis VZW
Janssens Gilva Juridisch adviseur Vlaams Parlement
Jonckers Sofie Medewerker Groepsverzekeringen KU Leuven ‐ Verzekeringsdienst
Kersters Elsa Legal Counsel AG Insurance
Keunen Toon Analist Conac
Knoops Sarah Juridisch fiscaal adviseur KBC Verzekeringen NV
Langenus Greg Bestuurder ‐ Directeur Akkermans & Partners
Lapin Didier Zaakvoerder Kantoor Cornelis & Partners
Lejeune Benoît Tax adviseur Belfius Insurance
Lens Marc Bedrijfsjurist Belfius Insurance
Leunen Hugo Zaakvoerder Ergo advieskantoor
Leurs André Juridisch adviseur ACV BIE
Lobelle Didier Secretaris‐generaal Werkgeversfederatie handel, vervoer, logistiek
Logghe Paul Director Retirement Solutions Towers Watson
Logist Sylvia Bediende Studiedienst
Loos Nancy Technisch Expert PM Leven Baloise Insurance
Loose Mathias Consultant Employee Benefits Aon
Lowyck Anneleen Juridisch fiscaal adviseur KBC Verzekeringen
Lysens Isabel Juriste sociaal recht Van Havermaet Groenweghe Consultants
Maes Sofie Consultant Akkermans en Partners
Mannaerts Birgit Legal advisor Aon Belgium bvba
Mariën Patrick Actuaris Aon Hewitt
Martens Sofie Bedrijfsjurist Ethias NV
Mathues Tania Adjunct diensthoofd KU Leuven Verzekeringdienst
Meulemeester Karen Accountmanager ADMB Verzekeringen nv
Moreau Gautier Actuaris Conac bv cvba
Mortier Arne Zaakvoerder Life Experts bvba
Mues Stijn Product & Marketing AG Insurance
De deelnemerslijst werd afgesloten op 23 november om 19u30.
Mulders Marc COE Pensions Volvo Group belgium
Nagels Laetitia Advocaat Younity CVBA
Nechelput David Zaakvoerder Adviceplus bvba
Nicolaï Veerle Raadgevend actuaris NICOLAÏ & PARTNERS
Niesten Noémie Expert social Agoria
Pacolet Jozef Hoofd Verzorgingsstaat en wonen HIVA
Pauwels Nathalie Commercieel adviseur KBC Verzekeringen NV
Peeters Rudy Specialist EB ADD nv
Persyn Aaron PM Leven Baloise Insurance
Philips Silke Bediende Adviceplus bvba
Pierreux Daniella Attaché FOD WASO
Pierssens Ilse Legal Assistant Linklaters llp
Piessens Kristien Commercieel adviseur KBC Verzekeringen NV
Pintelon Olivier Studiedienst BBTK‐ABVV BBTK‐ABVV
Pittoors Bart Sociaal Juridisch Adviseur Zenito Sociaal Verzekeringsfonds
Plas Peter Zaakvoerder Panseguro
Plas Nele Adviseur Fevia
Pollaris Kristien HR‐medewerker Sibelga
Pollet Jan Zaakvoerder FIDELIA BVBA
Potemans Fritz Expers Social Affairs Agoria
Prinsier Dirk Commercieel adviseur KBC Verzekeringen
Proesmans Jan Advocaat Stibbe
Provoost Griet Attaché‐jurist RSZ
Reekmans Valerie Adviseur pensioenen studiedienst N‐VA
Remerie Ann Afgevaardigd bestuurder Verzekeringskantoor Coenen
Reynders Tim Actuaris AG Insurance
Rietjens Frank Adviseur Levensverzekeringen Assuralia
Roels Paul Docent Leergang Pensioenrecht Procrea
Rogge Valérie Legal Advisor Advocatenkantoor Coolsaet
Rossey Nicolas Legal expert Towers Watson
Rossou Johan Zaakvoerder Life Plan
Rutten Mathieu Pensioendeskundige ‐
Ruttens Jan Senior Manager Aon Belgium bvba
Salden Karen Supervisor Aon Hewitt
Sanders Henk Unit manager ADMB Verzekeringen nv
Schoubben Jean Specialist EB ADD
Servaes Karolien Legal & Admin B‐sure Life
Sevens Johan Senior Legal Advisor Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen
Smets Sofie Juridisch adviseur KBC Verzekeringen NV
Snoeks Michel Consulting Actuary Aon Belgium bvba
Soetens Esther Advocate Van Olmen & Wynant
Somers Anne‐Mie Juriste Federale Verzekering
Sommerijns Lut Advocaat BVBA Lut Sommerijns
Stammen Jo Zaakvoerder Stammen Jo
Standaert Vinciane Senior Legal Expert Generali Belgium NV
Sterckx Ivo Zaakvoerder Tlatolli Consult
De deelnemerslijst werd afgesloten op 23 november om 19u30.
Stevens Yves Professor KU Leuven ‐ Instituut voor Sociaal Recht
Stryckers Annemie Productbeheerder leven ondernemers KBC Verzekeringen
Thienpont Astrid Adviseur Federaal ABVV
Thijs Hilde Risk Manager Employee Benefits Proximus
Thirion Florence Advocaat Linklaters llp
Tijhuis Giel Consultant Aon Belgium bvba
Timmerman Isabelle Advocaat ALTIUS CVBA
T'Jonck Greet Kadermedewerker 'Toezicht pensioenen' FSMA
Tomassetti Silvy Juridisch Adviseur Ethias NV
Torfs Filip Diensthoofd KBC Verzekeringen
Trienpont Maxime Bediende Pensiontheker BVBA
Tubeeckx Jan Bediende Pensiontheker BVBA
Tuttens Jurgen Verantwoordelijke leven Arachas Comm.V.
Ulens Miranda Federaal Secretaris ABVV
Vaes Jan Productbeheerder KBC Verzekeringen
Vaes Alain Employee benefits consultant Ethias NV
Vallaeys Jean‐Paul Market Management Life Allianz Benelux NV
Van Assche Leen Attaché ‐ Jurist RSZ
Van Ballaer Ann Commercieel adviseur KBC Verzekeringen NV
Van Beirendonck Filip Advocaat Eubelius
Vanbuylen Johan Verantwoordelijke Pensioenfondsen Non‐Profit
Van Calster Ivo Bediende ‐
Van Compernolle Marino Productbeheerder KBC Verzekeringen
Vancuyck Winnie Studente KU Leuven
Van Daele Gerrit Docent Ugent
Van de Calseyde Tony Advocaat Herman Buyssens B.V.B.A
Van den Bosch Marc Voorzitter directiecomité Sepia nv
Vandenbossche Jeroen Manager KPMG Tax & Legal Advisers
Vandenbriele Eddy Zaakvoerder Vervan Finvest
Van den Broeck Yann Actuaris Adviesbureau Infact NV
Van den Broeck Bart Zaakvoerder Assurex cvba
Van den Driessche Karen Advocaat Advocatenkantoor Van den Driessche Karen
Van den Eynde Olivier Zaakvoerder Benevista bvba
Vandenmeersche Lieven Zaakvoerder eLVee
Vandenplas Liesbet Advocate Eubelius
Vandeput Marc Hoofd Verzekeringsdienst KU Leuven ‐ Stafdiensten Algemeen Beheer
Vandergucht Sandra Stafmedewerker METEA ACV METEA
Vander Linden Philippe Employee Benefits Consultant Vander Linden Philippe
Vandermeiren Bart Adjunct‐Directeur Levensverzekeringen Assuralia
Vanderschelde François Lid Commissie Aanvullende Pensioenen
Vanderspikken Kris Accountmanager Baloise Insurance
Van Der Steen Tony Ombudsman Pensioenen Ombudsdienst Pensioenen
Vanderstraeten Sara Advocaat Baker & McKenzie CVBA
Vandevelde Caroline Kadermedewerker 'Toezicht pensioenen' FSMA
Vandeweghe Jo Adviseur Belgische Petroleum Federatie
Van de Weyer Inge Actuarial assistent EBCS bvba
De deelnemerslijst werd afgesloten op 23 november om 19u30.
Van Eesbeeck Paul Juridisch Adviseur ‐ Vennoot Vereycken & Vereycken Legal bvba
van Gastel Ann Senior EB Consultant Life Plan
Van Genechten Evy Assistente KU Leuven ‐ Instituut voor Sociaal Recht
Van Gysegem Jan Advocaat ‐ Vennoot Claeys & Engels
Van Gyseghem Sophie Productbeheerder KBC Verzekeringen
Vanhee Maaike Juridisch adviseur ACV BIE
Vanheuverzwijn Paul Consultant ‐
Van Hoof Alexander Advocaat Allen & Overy LLP
van Hoof Peter Senior risk expert Argenta Bank ‐ & Verzekeringsgroep n.v
Van Impe Marnik Actuaris Alrakis
Van Leeuwe Mieke Coördinator FSMA
Vanlulle Serge Verzekeringsmakelaar Wise consult
Van Maele Emmanuelle Tax & Legal Employee Benefits/Health Care AG Insurance
Van Nieuwenhuysen Filip Accountant‐belastingconsulent Ceres Management BVBA
Van Schoubroeck Liesbeth Advocaat Van schoubroeck advocatenkantoro bvba
Van Schoubroeck Caroline Hoogleraar KU Leuven
Van Seer Adri Employee benefits consultant Ethias NV
Vanspeybrouck Koen Employee Benefits Consultant AlliA Insurance Brokers
Van Steen Frank Analist National Bank Belgium
Van Tilborgh Iris Legal & Employee Relations Mgr Agfa‐Gevaert
Van Tricht Dirk Wealth Management Econopolis
Van Vlaenderen Hilde Head Market Devel. Business Life Insurance AG Insurance
Van Wassenhove Yves Jurist FSMA
Van Winkel Gerda ‐ ‐
Van Zeghbroeck Chris Stafmedewerker LBC‐NVK
Verbeek Casper Algemeen directeur Voorzorgskas advocaten, gerechtsdeurwaarders
Verbeke Koen Consultant Akkermans & Partners
Verbist Françoise Bedrijfsjuriste Zenito Sociaal Verzekeringsfonds
Verbrugghe Julie Consultant Akkermans & Partners
Verduyn Barbara Manager People Advisory Services Ernst&Young Tax Consultants BCVBA
Vereycken Luc Vennoot Vereycken & Vereycken
Vergote Kathleen Directeur Leven Techniek Baloise Insurance
Verhesen Eric Employee benefits consultant Ethias NV
Verhulst Pascal Account Manager Corporate Clients VIVIUM (KV groep P&V) nv
Verlinden Ann Senior Advisor Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen
Verlinden Jos Zaakvoerder M & P Consult bvba
Vermeulen Ludo Advocaat Vermeulen Heylen Michiels De Graeve
Vermeylen Yvo Actuaris / Partner Conac bv cvba
Vernaillen Jan Director Business Development 12th Man BVBA
Vervoort Jan Manager EB ‐ Actuaris VIVIUM
Vervoort Dirk Account Manager Akkermans & Partners
Verwimp Griet Productbeheerder KBC Verzekeringen
Vinckier Kris Commercieel Directeur EB VIVIUM (KV groep P&V) nv
Vinckx Gerda Manager J&J Pension Fund
Vindevogel Stijn Adviseur levensverzekeringen KBC Verzekeringen NV
Vuurstaek Valérie Advocaat Laga
De deelnemerslijst werd afgesloten op 23 november om 19u30.
Vuylsteke Laurent Head of Payroll, C&B Benelux/HQ Agfa Agfa
Vuyts Karla Advocaat Dechert LLP
Weckx Edwin EB consultant Wemps
Wellens Heidi Account Manager Corporate Clients VIVIUM (KV Groep P&V) NV
Welvaert Evelyne Analyst Global Benefits Aon Hewitt
Werbrouck Jakob Assistent KU Leuven ‐ Instituut voor Sociaal Recht
Wijns Dirk Director Acerta Consult
Willems Febe Student KU Leuven
Windmolders Wim Partner Actuary Nexyan
Winnen Jos Commercieel adviseur Leven Ondernemers KBC Verzekeringen
Witpas Geert Technisch Expert PM Leven Baloise Insurance
Collegerooster Leergang Pensioenrecht (academiejaar 2015-2016)
College Docent
Aan
tal u
ren
Co
llege
nu
mm
e
Data
Uren
1. Grondplan van het pensioenrecht
Yves Stevens
3
1
23/09/2015
17-20u
2. Ruimer kader
2.1. Pensioenen internationaal gekaderd Danny Pieters 2 2 29/09/2015 17-19u
2.2. Pensioenen sociologisch doorgelicht Hans Peeters 2 3 29/09/2015 19-21u
3. Wettelijke pensioenen
3.1. Werknemers Yves Stevens 6 4 10/10/2015 9-16u
3.2. Zelfstandigen Guido Van Limberghen 2 5 13/10/2015 17-19u
3.3. DIBISS Alex Burke 2 6 13/10/2015 19-21u
3.4. Overheidspersoneel Ria Janvier 4 7 20/10/2015 17-21u
4. IGO
Yves Stevens
1
8
10/11/2015
17-18u
5. Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag
Marc Morren
2
9
10/11/2015
18-20u
6. Aanvullende pensioenen in het algemeen
6.1. Algemeen grondplan van de aanvullende pensioenen Paul Roels 2 10 17/11/2015 17-19u
6.2. Actuariële aspecten Patrick Mariën 2 11 17/11/2015 19-21u
* Actualiteitscollege Docentenkorps 3 12 24/11/2015 18-21u
6.3. (Levens)verzekeringen: basisprincipes Caroline Van Schoubroeck 4 13 1/12/2015 17-21u
6.4. Pensioeninstellingen aanvullende pensioenen Lutgarde Sommerijns 3 14 8/12/2015 17-20u
6.6. Het lezen, begrijpen en opstellen van een pensioenreglement en -overeenkomst Paul Roels 2 15 15/12/2015 17-19u
6.7. Uittreding, afkoop en pensioenleeftijd Paul Roels & Jurgen Goyvaerts 2 16 15/12/2015 19-21u
6.5. Aansluiting en gelijke behandeling in aanvullende pensioenen Lutgarde Sommerijns 3 17 5/01/2016 17-20u
6.8. Verworven reserves en prestaties met inbegrip van de rendementsgarantie Paul Roels 3 18 12/01/2016 17-20u
Aansluiting en gelijke behandeling in aanvullende pensioenen (oefensessie) Lutgarde Sommerijns 1 12/01/2016 20-21u
6.9. Besluitvorming: inspraak, transparantie, voorlichting en informatieverschaffing Kim De Witte 4 19 19/01/2016 17-21u
6.10. CAO’s, paritaire comités en fondsen voor bestaanszekerheid Guy Cox 2 20 26/01/2016 17-19u
6.11. Besluitvorming en beheer in de praktijk Fritz Potemans 2 21 26/01/2016 19-21u
6.12. De controle-aspecten van de aanvullende pensioenen Caroline Vandevelde 4 22 2/02/2016 17-21u
6.13. Formeel- en procesrechtelijke aspecten bij aanvullende pensioenen Lutgarde Sommerijns 2 23 16/02/2016 17-19u
6.14. Aanvullende pensioenen en de loonkwalificatie Yves Stevens en Barbara Heylen 2 24 16/02/2016 19-21u
6.15. Arbeidsrechtelijke aspecten van aanvullende pensioenen Koen Magerman 2 25 23/02/2016 17-19u
6.16. Fiscaliteit aanvullende pensioenen werknemers Paul Van Eesbeeck 6 26 27/02/2016 9-16u
6.17. Aanvullende pensioenen, fiscaliteit en zelfstandigen Luc Vereycken 4 27 8/03/2016 17-21u
6.18. Aanvullende pensioenen en overheidspersoneel Yves Stevens 2 28 15/03/2016 17-19u
6.19. Aanvullende voorzorg, cafetaria, hospitalisatie en aanvullende sociale voordelen Luc Vereycken 2 29 15/03/2016 19-21u
* Actualiteitscollege Docentenkorps 3 30 22/03/2016 18-21u
7. Derde pensioenpijler: pensioensparen en individuele voorzieningen Michaël Mohr 4 31 12/04/2016 17-21u
8. Specifieke themata
8.1. Familiaal vermogensrecht en pensioen Nan Torfs 4 32 19/04/2016 17-21u
8.2. X. Karel Van Hulle 4 33 26/04/2016 17-21u
8.3. Internationale en grensoverschrijdende aspecten van het pensioenrecht
8.3.1. Europese coördinatie en grensoverschrijdend pensioenverkeer Paul Schoukens 4 34 3/05/2016 17-21u
8.3.2. De ex-pat, de grensarbeider en het pensioenrecht (mib DOSZ) Jan Goeman 4 35 10/05/2016 17-21u
8.3.3. Internationale aspecten van de fiscaliteit van de aanvullende pensioenen Koen Van Duyse 2 36 17/05/2016 17-19u
8.4. Eindeloopbaan Marc Morren 2 37 17/05/2016 19-21u
8.5. Verleden, heden en toekomst: welke ontwikkelingen Yves Stevens 2 38 24/05/2016 17-19u
EXAMEN 4 11/06/2016 9-13u
DELIBERATIE en PROCLAMATIE 25/06/2016 11u EXAMEN 4 20/08/2016 9-13uDELIBERATIE en PROCLAMATIE 3/09/2016 11u