Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

16
INSPELEN OP KINDEREN Actief leren

description

 

Transcript of Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Page 1: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

INSPELEN OP KINDEREN

Actief leren

Page 2: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Hoe inspelen op kinderen?

Hoe voor afwisseling zorgen?Hoe rekening houden met verschillen tussen

kinderen? Interesses -> graag doen Bekwaamheden -> goed kunnen Stijl van aanpak -> wijze van leren

Meervoudige Intelligentie

Leerstijlen

Page 3: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

HOWARD GARDNER

Meervoudige intelligentie

Page 4: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Doe de test!

Wat doe je graag en kan je goed?

Plaats bij elke uitspraak een kruisje in de juiste kolom. Neen: je bent niet akkoord met de uitspraak. Soms: de uitspraak is soms juist voor jou. Ja: de uitspraak past volledig bij jou.

Dan maak je de totaalscore per blokje. Na alle acht blokjes te hebben afgewerkt, vul je het

laatste rooster in. Daarop zie je ook waarin jij slim bent.

Page 5: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Meervoudige Intelligentie

Intelligentie betekent volgens Gardner:

De bekwaamheid om te leren, om problemen op te lossen.

Dit kan volgens hem op verschillende (meervoudige) manieren.

Dit betekent dat je op sommige manieren meer intelligent bent dan op andere.

Page 6: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Lichaamslim

Woordslim

Natuurslim

Zelfslim

Mensenslim

MuziekslimBeeldslim

Getalslim

Meervoudige Intelligentie

Page 7: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011
Page 8: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Niemand is dom!!!

Als je laag op een IQ test scoort, betekent dit volgens Gardner dus niet dat je niet intelligent bent!

Het betekent alleen dat je niet verbaal/linguïstisch, logisch/mathematisch en/of visueel/ruimtelijk

intelligent bent.

(In onze samenleving betekent dit jammer genoeg dat je minder schoolslim bent…)

Op één van de andere manieren kan je wel erg intelligent zijn en heel erg uitblinken en daardoor zelfs heel succesvol worden.

Page 9: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Hoe in de klas?

http://toymachine.nl/image/mi.swf

http://webje.yurls.net/

Page 10: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Hoe stimuleer je meervoudige intelligenties in de klas?

Als leerkracht stimuleer je de verbaal- linguïstische intelligentie door: -          elke dag tijd vrij te maken in het rooster om een verhaal (voor) te lezen of te vertellen. -          Te zorgen voor verhalen die ergens over gaan, zoals fabels, sagen en legenden. -          De verhalen beeldend en levendig te maken, door ze bijvoorbeeld na te spelen. -          Verhalen aan te bieden met een open einde of alleen een einde, de kinderen kunnen er dan verbaal op

reageren. -          De kinderen al vroeg te laten wennen aan het improviseren op verhalen. Het gaat daarbij om de activiteit op

zich, dus niet om uitgebreide verhalen. -          Mogelijkheden te creëren waarbij de kinderen gezamenlijk verhalen kunnen lezen met eigen rollen. -          Boekenhoeken te maken, waarin verschillende soorten boeken te vinden zijn (ook gedichtenbundels). -          Een verhalenschrijver of dichter in de klas te halen of door zelf verhalen en/of gedichten te maken. -          De schoolkrant actief te gebruiken als middel om de kinderen hun verhalen en gedichten te laten presenteren. -          Te denken aan opvoeringen van toneelstukken, musicals, voordrachten, enz. Als leerkracht stimuleer je de logisch- mathematische intelligentie door: -          de kinderen van jongs af aan te leren denken in oorzaak-gevolgredeneringen. -          De kinderen gebruik te leren maken van ‘mind-mappen’, woordspinnen en andere oplossingstrategieën. -          Aandacht te besteden aan sorteer- en classificeeroefeningen en patroonherkenning. -          Te laten oefenen in verschillende soorten denk- en oplossingsstrategieën. -          Te werken met structuren en herhalingen in de groep, zoals ritmekaarten, die later in de hogere groepen worden

uitgewerkt naar meer schematische overzichten. -          Origami als werkvorm in de groep te gebruiken, door deze werkvorm worden structuren en patronen gekoppeld

aan handelingen. -          Ervoor te zorgen dat er altijd overzicht en geordendheid in de groep is. -          In de uitleg gebruik te maken van schema’s en diagrammen. -          Regelmatig de groep te observeren en de mate van logisch- mathematische intelligentie in de groep waar te

nemen. Als leerkracht stimuleer je de visueel- ruimtelijke intelligentie door: -          gebruik te maken van veel kijkmateriaal. -          Het stimuleren van opdrachten waarbij de kinderen goed moeten kijken en/of moeten observeren. -          Te praten over wat je ziet en wat je ermee kunt doen. -          Een instructie te geven waar het bord goed bij wordt gebruikt en tekeningen, schema’s en stoomdiagrammen

worden aangeboden. -          Kinderen te leren omschrijven wat zij zien. -          Oefeningen en spelletjes te doen waarbij verschillende (innerlijke) voorstellingen worden gemaakt. -          Aandacht te besteden aan vormen, kleuren en patronen. -          Met de kinderen aan kunstbeschouwing te doen. -          Mensen van buitenaf in de klas te halen, die samen met de kinderen de kunst gaan verkennen. Als leerkracht stimuleer je de tactiel- motorische intelligentie door: -          gebruik te maken van bewegingsspelletjes om dingen aan te leren, begrippen kunnen bijv. worden aangeleerd

d.m.v. een liedje en een beweging. -          Materialen te gebruiken in de klas, waarmee kinderen kunnen ontdekken dat elk materiaal zijn/haar specifieke

eigenschappen heeft. -          Begrippen uit te beelden d.m.v. bewegingen of uitbeeldingen met het eigen lichaam. -          Letters van allerlei verschillende soorten materialen te maken, bijv. schuurpapier, klei of in het zand. Of door te

werken met een voeldoos. -          Het schrijven in de lucht te oefenen en het tellen te ondersteunen met je vingers. -          De topografie aan te bieden op een driedimensionale kaart, de kinderen kunnen de plaatsen echt voelen. -          Bij expressie de aandacht te besteden hoe je gemoedsstemmingen kunt uitdrukken. -          Als verwerking op een aardrijkskundeles kun je de kinderen van kosteloos materiaal allerlei bouwwerken laten

maken. -          Kinderen een opdracht te geven waarbij zij handelend en uitvoerend te werk moeten gaan. Als leerkracht stimuleer je de muzikale intelligentie door: -          allerlei (lichamelijke) activiteiten te bedenken waarbij het gaat om maat, ritme en melodie. -          Veel liedjes met de kinderen te zingen. -          Veel te rijmen met de kinderen, dit kun je bij oudere kinderen uitbreiden naar het bespreken van gedichten en

vertellen op rijm. -          Na een wereldoriëntatieles, te luisteren naar muziek uit andere landen of culturen. Als leerkracht stimuleer je de naturalistisch- ecologische intelligentie door: -          een dag in de week aandacht te besteden aan het weer: kijken, bespreken, een liedje aanleren of een verhaaltje

vertellen en inventariseren wat voor bloemen er groeien. Op die manier stimuleer je de kinderen te laten kijken en letten op wat er te zien is.

-          In het voorjaar samen met de kinderen zaadjes te zaaien en samen te kijken wat eruit komt of door te kijken hoe kuikentjes uit een ei komen.

-          In de zomer te kijken wat voor temperatuur het is en samen te bepalen of we zonder jas naar buiten kunnen. -          In de herfst de bladeren te gaan bekijken en vergelijken. -          Door in de winter te kijken of je ergens nog dingen ziet groeien of ontwikkelen. -          De aandacht bij activiteiten vooral te richten op groei en ontwikkeling, op kleur, op vorm en op de verschillen in

de natuur. -          De kinderen observaties en waarnemingen te laten vastleggen. -          Met de kinderen te gaan praten over dingen buiten de leefomgeving, dus dingen die niet direct waarneembaar

zijn. -          Het aanbod bij de wat oudere kinderen uit te breiden naar meer abstractere begrippen en verschijnselen, zoals

het heelal. -          Het niveau geleidelijk op te bouwen van concreetheid naar abstractie. Als leerkracht stimuleer je de interpersoonlijke intelligentie door: -          bij het bespreken van ideeën vooral gebruik te maken van doeactiviteiten. Als leerkracht richt je allerlei situaties

in, die je aan de kinderen aanbiedt, waarin zij gezamenlijk aan de slag gaan. -          Bij expressie te denken aan: toneel, mime, volksdansen, samen zingen en muziek maken. -          In de spelsfeer te denken aan allerlei gezelschapsspelen, bewegingsspelen en teamsporten. -          Bij cognitieve activiteiten te denken aan: kringgesprekken, discussierondes, verhaalkringen, gezamenlijke

interviews, muurkranten, het maken van schoolkranten, enz. -          Het accent te leggen op interactie met anderen buiten de school, zoals: het schrijven van brieven met andere

scholen of het opzetten van adoptieprojecten. -          Een programma aan de kinderen aan te bieden, waar het leren van sociale vaardigheden centraal staat. Als leerkracht stimuleer je de intrapersoonlijke intelligentie door: -          voor deze kinderen een rustmoment in de aanbod en de verwerking van de stof in te bouwen. Dit is belangrijk

omdat het kind dan de mogelijkheid krijgt om nog eens na te denken over de aangeboden stof of de verwerking daarvan.

-          De kinderen dagboeken bij te laten houden. -          De kinderen uit te laten zoeken hoe hun familiestamboom eruitziet. -          De kinderen af en toe een zelfevaluatie te laten uitvoeren, ‘Heb ik goed gewerkt?’, ‘Wat had ik anders kunnen

doen?’ en ‘Hoe kan ik het de volgende keer anders doen?’.

Page 11: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

DAVID A . KOLB

NODIG: 4 TELLERS…

Leerstijlen

Page 12: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Je moet je computer in elkaar steken. Van losse hardware tot installeren van alle software...

Wat doe je:A) Je belt iemand om te helpenB) Je gebruikt de gebruiksaanwijzing met zeer

concrete richtlijnen (20p)C) Je gebruikt de Handleiding (335p)D) Je probeert zelf wel.

Leerstijlen

Page 13: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Leercirkel van KOLB

Zelf uitproberen, experimenteren Bekijken en nadoen

BedenkenErvaren

D

CB

A

Page 14: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Leerstijlen

Concreet ervaren of ondervindend leren. Leren door het te doen. Zonder vooroordelen met een zeker inlevingsvermogen openstaan voor

nieuwe ervaringen. Reflectief observeren of reflecterend leren.

Leren door te kijken en dan na te doen. Je kijkt naar iemand en je aandacht wordt getrokken door allerlei bedoelde

of niet-bedoelde effecten van de handeling. Hierop reflecteren en dan het zelf proberen.

Abstract conceptualiseren of conceptualiserend leren. Leren door zelf te bedenken (vanuit gegeven principes of regels) Vanuit de theorie een concreet plan bedenken (vb ik wil een blokkentoren

h Actief experimenteren of experimenterend leren.

Leren door zelf uit te proberen – trial and error Je leert uit je fouten, je probeert ze steeds te verbeteren.

Page 15: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

TOT SLOT

Inspelen op kinderen

Page 16: Actief leren inspelen_op_kinderen_1011

Voor elke activiteit…

Ervaren

Conceptualiseren

Experimenteren

Observeren

Zelfslim

Mensenslim

Muziekslim sprookjeslied

Natuurslim De dikte van water

Lichaamslim

Beeldslim Activiteit 5

Woordslim

Getalslim