Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren...

37
Veiligheid en gezondheid beleid

Transcript of Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren...

Page 1: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Veiligheid en gezondheid beleid

Page 2: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

2 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

1. Inleiding blz. 1

Introductie

2. Missie, visie en doel blz. 1

3. Kleine risico’s en omgang met kleine risico’s blz. 1 t/m 4

4. Grote risico’s en omgang met grote risico’s blz. 4

5. Veiligheidsrisico en maatregelen per ruimte blz. 4 t/m 18

6. Gezondheidsrisico’s en maatregelen per ruimte blz. 19 t/m 34

7. Thema’s uitgelicht blz. 34 t/m 36 7.1 Grensoverschrijdend gedrag 7.2 Vier ogenprincipe 7.3 Achterwachtregeling 7.4 Privacy en veiligheid

8. EHBO blz. 36

9. Beleidscyclus blz. 36 9.1 Welke maatregelen worden genomen? 9.2 Hoe worden maatregelen geëvalueerd?

10 Communicatie en afstemming intern en extern blz. 37

Page 3: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

3 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

INLEIDING Introductie Werken met kinderen is en blijf een gevoelig onderwerp omdat er gewerkt wordt met schatten van iemand anders. Door middel van dit plan maken wij voor u inzichtelijk hoe wij op onze locatie werken. Het doel is

de kinderen en medewerkers een zo gezond en veilig mogelijke werk/speel en leeromgeving te bieden, waarbij kinderen leren omgaan met kleine risico’s en ze tegen grote risico’s te beschermen. Deze beleidsplan geldt vanaf 1 januari 2018. Het is tot stand gekomen na diverse overleggen met het team. Waar nodig zijn maatregelen getroffen ter verbetering. Evalueren en actualiseren zijn hierbij belangrijke sleutelwoorden. De vestigingsmanager is eindverantwoordelijk voor het

beleidsplan veiligheid en gezondheid. Echter zijn alle medewerkers betrokken geweest bij tot stand

komen van het beleid, zodat het ook door het hele team uitgedragen zal worden. Om scherp te blijven zal het thema veiligheid en gezondheid in elk teamoverleg besproken worden, waarna dit beleid waar nodig aangepast zal worden. Zo blijven we monitoren of de maatregelen effectief blijken en kunnen we dit bijsturen waar nodig is.

MISSIE, VISIE EN DOEL Onze visie op het beleidsplan veiligheid en gezondheid is dat we kinderen opvangen in een veilige

en gezonde leefomgeving. We proberen kinderen zo veel mogelijk af te schermen voor grote risico`s zonder dat hun eigen ontdekkingsvaardigheden die erg belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een kind hierin geremd worden.

De belangrijkste aandachtspunten voor het beleid van de vestiging zijn de bewustwording van mogelijke risico’s, het voeren van een goed beleid op de grote risico’s en het bespreken van de mogelijke risico’s. Dit heeft als doel een veilige en gezonde omgeving te creëren.

KLEINE RISICO’S EN OMGANG MET KLEINE RISICO’S Onder kleine risico’s verstaan we situaties waarbij een kind zich kan bezeren zonder dat daarbij ernstig lichamelijk letsel ontstaat. Kinderen ontwikkelen zich door te experimenteren, door te ontdekken. Ze gaan onbekende dingen proberen en nemen hierbij onbewust risico's. Zelfvertrouwen is de basis voor veilig gedrag. Door het kind te stimuleren, dingen zelf te doen, zorg je ervoor dat het kind zelfvertrouwen kan ontwikkelen. Naast dat stimuleren, stellen we wel

duidelijke regels en grenzen. Op deze manier kunnen we de kinderen leren met kleine risico’s om

te gaan. De medewerkers brengen de regels tijdens het spel voortdurend op een speelse manier onder de aandacht van de kinderen, zodat ook zij zich er bewust van worden en ernaar gaan handelen.

• Kinderen krijgen de ruimte om te leren door ervaringen op te doen waar een verantwoord

risico aan zit.

• Leidsters geven het goede voorbeeld.

• Leidsters kijken naar waar een kind wel en niet zelfstandig toe in staat is.

• Leidsters houden voortdurend toezicht en nemen de nodige maatregelen om ongelukken te

voorkomen.

• Leidsters vragen de kinderen (peuterleeftijd) om oplossingen voor moeilijke situaties te

bedenken.

• Wanneer het gedrag te gevaarlijk is, vertellen de leidsters aan de kinderen de regels en

grenzen; ze vertellen hen wat ze wel en niet mogen en waarom iets gevaarlijk is.

Page 4: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

4 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s

Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine) veiligheidsrisico’s. Door uit te leggen waarom we

met elkaar bepaalde afspraken hebben gemaakt en ze te leren hoe we risico’s op incidenten

kunnen beperken, maken we ons verblijf nog veiliger.

We leren kinderen:

• Dat hij/zij niet met deuren mogen spelen.

• Dat hij/zij niet met elektriciteit, zoals stopcontacten en snoeren mogen spelen.

• Dat er in de hal en in de groepsruimten niet gerend mag worden.

• Dat speelgoed waarmee niet (meer) gespeeld wordt, wordt opgeruimd.

• Er mag niet met spullen gegooid worden tenzij dit voor een activiteit gewenst is.

• We stoeien niet bij ramen en deuren.

• We houden rekening met elkaar.

• Aan te geven wanneer hij/zij iets niet leuk of gepast vinden.

• We leren ze welke gedrag wel en niet gepast of gewenst is.

• Wat hij/zij moeten doen bij een ontruiming/alarm.

• Dat als hij/zij gemorst hebben met drinken, dit bij de groepsleiding te melden of op te

ruimen.

• Dat hij/zij niet in de volgende ruimten mogen komen: sanitaire voorziening voor

volwassenen, kantine, kantoor en de opbergruimtes/schoonmaakruimtes. Deze ruimtes zijn

beveiligd doordat de klinken er hoog zitten zodat de kinderen er niet bij kunnen.

GROTE RISICO’S EN OMGANG MET GROTE RISICO’S

Onder grote risico’s verstaan we risico’s die ontstaan, doordat we kinderen in een situatie plaatsen, die gevolgen kan hebben voor de veiligheid en gezondheid van kinderen. Samen met onze medewerkers is een inventarisatie gemaakt van de grote risico’s, waar we binnen De

Droomengeltjes mee te maken kunnen hebben. Om de kinderen op een adequate manier tegen deze risico’s te beschermen nemen wij de maatregels waarmee wij de risico’s willen voorkomen en tevens hoe te handelen in geval van ongezonde en /of onveilige situatie. Met het teamoverleg bespreken wij over de maatregels die genomen zijn en/of het tot gewenste effect heeft gebracht en/of het bijgesteld dient te worden.

VEILIGHEID RISICO EN MAATREGELS PER RUIMTE Entree/gang;

➢ Kapstokhaken zijn afgeschermd

➢ Sluit entree deur altijd direct

➢ Deur is voorzien van dranger waardoor kinderen deze lastig openkrijgen

➢ Voor de ingangsdeur is er een rubber/tapijtmat, kinderen, ouders en medewerkers

stampen/vegen altijd eerst schoenen.

➢ Ouders moeten tevens in de entree/ gang overschoentje aantrekken doen

➢ Bij de ingang altijd voeten droogvegen

➢ Bij nat weer wordt vloer gedroogd wanneer alle kinderen weer binnen zijn

➢ Er wordt gelopen in de gang en entree

➢ Plaats geen onnodige objecten in de entree/ gang

➢ Plaats geen objecten in de looproute

➢ Kinderen mogen niet gooien met voorwerpen

Page 5: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

5 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Leefruimtes;

➢ Plaats afvalbakken buiten bereik van kinderen

➢ Sluit groepsdeur altijd zodat kinderen niet ongezien van de groep af kunnen

➢ Scheidt loop en speelruimtes van elkaar

➢ Creëer voldoende loopruimte rondom de meubels

➢ Verwijder overbodige objecten uit de ruimte

➢ Scherpe randen en punten aan meubels zijn afgeschermd of voorzien van ronde hoek

➢ Meubels dagelijks controleren op gebreken, bij gebrek meubel verwijderen van groep

Regels omtrent speelgoed;

➢ Controleer het speelgoed van jonge kinderen dagelijks bij het opruimen en gooi het weg als

het kapot is. Losse onderdelen met een doorsnede kleiner dan 3,5 cm kunnen

verstikkingsgevaar opleveren voor kinderen beneden de drie jaar. Ook knuffels op naden

en draden controleren.

➢ Controleer speelgoed waar magneetjes in zitten regelmatig of deze magneetjes goed

vastzitten. Het inslikken van meerdere magneetjes kan zeer gevaarlijk zijn.

➢ Laat jonge kinderen niet alleen met (on opgeblazen) ballonnen spelen in verband met

verstikkingsgevaar.

➢ Laat kinderen geen speelgoed met harde geluiden dicht tegen het oor aanhouden.

➢ Leer kinderen om speelgoed na gebruik op te ruimen. Kinderen kunnen over

rondslingerend speelgoed struikelen.

➢ Speelgoed ligt niet in de looproute.

➢ Zet speelgoed niet te hoog zodat kinderen er goed bij kunnen.

➢ In verticale groepen zorg dat kleine kinderen apart van de grotere spelen. De grotere

kinderen kunnen bijvoorbeeld aan de tafel spelen, zodat de kleintjes er niet bij kunnen.

➢ Als er speelgoed is waar de jongste echt niet aan mag komen, laat de oudste er dan mee

spelen als de jongste naar bed is.

➢ Als groot en klein samenspelen, dan met speelgoed van de jongste of speel zelf mee.

➢ Laat grotere kinderen hun speelgoed na gebruik goed opruimen.

➢ Koortjes mogen nooit langer zijn dan 22 cm eventueel koortjes verwijderen

➢ Poppenhuizen, garage etc. altijd op een stevige ondergrond plaatsen, dicht bij de grond.

Maatregelen m.b.t. speentjes;

➢ Vervang spenen om de 3 maanden, bij intensief gebruik 6 weken

➢ Controleer spenen dagelijks op gebreken voor het aanbieden aan een kind, gooi spenen

weg wanneer deze scheuren of andere beschadigheden tonen

Regels omtrent commode;

➢ Laat het kind nooit alleen op de commode, zorg ervoor dat er altijd lichamelijk contact is

met het kind op de commode.

➢ Zorg dat kinderen die erg bewegelijk zijn afgeleid worden (door bv. Een liedjes te zingen)

➢ Zorg dat alle benodigdheden binnen handbereik zijn alvorens je gaat verschonen.

➢ Controleer dagelijks de commode op gebreken zoals roest, houtrot, instabiliteit. Los

gebreken direct op of laat leverancier het gebrek oplossen.

➢ Neem de commode bij onstabiliteit niet meer in gebruik.

➢ Plaats geen opstapjes voor de commode.

➢ Kinderen mogen niet zonder begeleiding op de trap.

➢ Til of help kinderen die geen goede klimvaardigheden hebben.

➢ Laat kinderen op de billen van het trappetje af komen.

➢ Berg trappetje na gebruik meteen op.

➢ Vervang het verschoonkussen zodra deze scheuren vertoont.

➢ Houdt toezicht op de trap, kind mag niet zonder begeleiding op de trap.

➢ Leg zware materialen onder in de commode

➢ Reinig het verschoonkussen na elk kind dat je verschoond hebt met schoonmaakspray en

papieren doekje.

➢ Gebruik nooit schoonmaakmiddelen of doekjes (zoals verschoondoekjes) die vettig zijn.

Page 6: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

6 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Regels omtrent kinderstoelen en box;

➢ Gebruik een stoel met hoge rugleuning.

➢ Gebruik een stoelverkleiner bij (kleine) kinderen zodat zij niet wegglijden als ze in de stoel

zitten.

➢ Vervang of repareer de stoelen die niet stabiel zijn.

➢ Houd voldoende afstand tussen de kinderstoel en de tafel, zodat het kind zich niet kan

afzetten tegen de tafel

➢ Begeleid de kinderen bij het in en uit de stoel/bank gaan

➢ Plaats beweeglijke kinderen in een stoel naast de medewerker.

➢ Zorg dat een kind goed in de kinderstoel zit, met aan iedere kant van de kruisband een

been

➢ Haal speelgoed dat als opstapmogelijkheid kan dienen uit de box

➢ Zet oudere kinderen die uit de box kunnen klimmen (vanaf 1,5 jaar) niet meer hierin

Kasten en bergruimtes;

➢ Kasten worden niet in smalle looproutes geplaats

➢ Kasten zijn stabiel en geschraagd

➢ Plaats geen zware voorwerpen boven in een kast

➢ Kinderen mogen niet in de bergruimtes komen

Wasmachines en droger;

➢ De ruimte van de wasmachines en drogers is altijd gesloten

➢ Kinderen mogen deze ruimte niet betreden

➢ De deurtjes van de wasmachine en droger zijn altijd gesloten

Vloeren;

➢ Verwijder afval en vuil direct van de grond

➢ Maak natte vloeren direct droog

➢ Vloerkleden beschikken altijd over antislip en is aan de ene kant bevestigt aan kast of

onder de bank

➢ Laat geen onnodige voorwerpen, speelgoed of snoeren op de grond liggen

➢ Kinderen mogen niet rennen binnen

➢ De vloeren worden goed onderhouden waardoor deze stroef blijven

Deuren;

➢ Alle deuren zijn voorzien van veiligheidstrips tot minimaal 1.20 m

➢ Bij deuren die open mogen blijven staan wordt gebruik gemaakt van een deurklem

➢ Veiligheidstrips worden wekelijks gecontroleerd door de pedagogisch medewerkers

➢ Op deuren die toegang verschaffen naar buiten zit een deurdranger.

Elektriciteit;

➢ Wandcontactdozen worden beveiligd met stopcontactbeveiligers, wanneer mogelijk boven

de 1.50m gemonteerd.

➢ Controleer wekelijks alle stopcontactbeveiligers

➢ Losse snoeren worden opgeknoopt buiten handbereik van kinderen

➢ Electrische apparaten worden geplaats buiten kind bereik, bv.CD speler.

➢ Lampen worden beschermd door armatuur

Page 7: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

7 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Verbranding en verwarming;

➢ Radiatoren hebben geen scherpen randjes/ hoekjes.

➢ Buizen zijn afgeschermd met isolatiemateriaal

➢ Er is altijd voldoende loopruimte rondom de radiatoren

➢ Gebruik van lucifers en aanstekers is verboden

➢ Bewaar hete dranken in gesloten thermoskan/beker

➢ Bereid geen hete dranken in de buurt van kinderen

➢ Meng thee aan met koud water als je deze op de groep drinkt

➢ Drink geen thee/ warme dranken wanneer er een kind op schoot zit of tijdens een

activiteit

➢ Plaats kopjes thee/ warme dranken hoog en buiten bereik van kinderen

➢ Plaats geen thee/ warme dranken op een placemat of tafelkleed

Muur;

➢ Verwijder oneffenheden onder de 1.35m

➢ Verwijder schroeven, punaises en spijker direct bij het weghalen van bv-schilderijtjes

➢ Scherm uitstekende delen op muren af Ramen en ruiten

➢ Alle ramen zijn voorzien van raambeveiligers

➢ Plaats geen objecten voor het raam die een kind als klimobject of opstapje kan gebruiken

➢ Belangrijke werkafspraak

➢ Kinderen mogen niet wild spelen in de buurt van ramen, met name lage ramen en deuren

➢ Glas in het pand is veiligheidsglas/ dubbelglas

EHBO;

➢ Er zijn EHBO-spullen en gif wijzers aanwezig in ons kinderdagverblijf.

➢ We streven ernaar dat er minimaal 1 pedagogisch medewerkster met BHV en kinder EHBO

aanwezig is.

Verstikking/ beknelling;

➢ Plastic zakken worden in gesloten kast bewaard

➢ Sieraden zijn niet toegestaan

➢ Controleer dagelijks of het kind geen sieraad draagt, waarmee het zich kan bezeren.

➢ Ouders vragen om sieraden thuis te laten.

➢ Koortje mogen niet langer zijn dan 22 cm

➢ Kind gepaste voeding geven op leeftijd.

➢ Voeding in kleine stukjes aanbieden.

➢ Kinderen leren dat zij niet mogen proppen.

➢ Koordjes van kinderen hun kleding opknopen/ verwijderen.

Vergiftiging;

➢ Ruim na schoonmaakwerkzaamheden de middelen direct op

➢ Ruim medicatiemiddelen op buiten bereik van kinderen.

➢ Er is een “Gif wijzer” aanwezig op het kinderdagverblijf, waarin staat wat te doen bij het

innemen van gevaarlijke stoffen. Bij vergiftiging, belt de leidster 112

➢ Maak gebruik van schoonmaakmiddelen wanneer kinderen nog niet aanwezig zijn.

➢ Ruim bij binnenkomst tas direct op.

➢ Attendeer ouder erop hun tas niet onbewaakt achter te laten.

➢ Lotion, alcohol etc. opruimen in bak op hoge plank boven commode na gebruik ook direct

opruimen.

➢ Eten niet naast schoonmaakmiddel etc. opbergen maar in de daarvoor bestemde plekken

alleen voor eten

Page 8: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

8 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Keuken;

➢ Allereerst is het van belang dat kinderen nooit alleen in de keuken ruimte aanwezig mogen

zijn. Daarnaast zijn er diverse maatregelen genomen om de veiligheid in de keuken te

waarborgen.

➢ Keukendeur moet altijd op slot m.u.v. pauze tijd

➢ Kinderen mogen nooit zonder aanwezigheid van pedagogisch medewerkers in de keuken.

➢ De kastdeuren en lades van de keuken zitten altijd dicht.

➢ Plaats de waterkoker zo dat kinderen er niet bij kunnen, bindt snoer eventueel op.

➢ Laat de handvaten van pannen naar achteren wijzen tijdens het koken.

➢ Maak zoveel mogelijk gebruik van de achterste pitten op de kookplaat.

➢ Sluit de vaatwasser goed af, zorg dat deze altijd dicht zit.

➢ Sluit het kinderhekje/ deur naar keuken af zodat kinderen niet alleen in de keuken kunnen

zijn.

Extra maatregelen met betrekking tot keukenblok in leefruimte;

➢ Plaats de waterkoker zo dat kinderen er niet bij kunnen, bindt snoer eventueel op

➢ Plaats geen opstapje voor de keuken

➢ Berg scherpe messen op in afgesloten lade of hoog

Kantoor;

➢ Sluit de deur-kantoorruimte altijd af.

➢ Berg scherpe kantoorartikelen op in afgesloten kast of lade

➢ Laat kinderen niet in kantoor.

Buitenspelen;

Voor wij naar buiten gaan:

❖ Voor het buitenspelen is er voor elk kind een toiletmoment.

❖ De pedagogisch medewerker neem de volgende spullen mee naar buiten

- De presentielijst

- De EHBO doos

- Vochtige doekjes

❖ Voordat de kinderen naar buiten gaan om te spelen, lopen de pedagogische medewerkers

het speelgebied af ter controle van;

- Gevaarlijk zwerfvuil

- Defect aan omheining,

- Kuilen onder omheining,

- Oneffenheden van de grond,

- Natte of gladde ondergrond of defect aan buitenspelmateriaal zoals bv. Splinters en

klein materiaal wordt verwijderd

- Defect materiaal wordt verwijderd of afgezet

- Kuilen onder de omheining worden direct gedicht.

- Oneffenheden aan grond verwijderen of afzetten

- Natte of gladde plekken direct oplossen door schrobben of zout strooien

- Controleer de buitenspeelplaats op wespennesten, mierenhopen en bijenkorven,

laat kinderen bij ontdekking niet in de buurt spelen. Zorg dat dit probleem wordt

opgelost door externe.

- Mochten defecten of problemen niet direct opgelost kunnen worden zorg dan voor

een goede afzetting en stel houder op de hoogte zodat er een externe ingehuurd

kan worden om het defect te verhelpen

Page 9: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

9 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

❖ Kinderen Buitenspelen

- Met de kinderen wordt afgesproken, waar ze mogen spelen. Daarbij wordt kinderen

geleerd dat zij niet van het speelterrein af mogen.

- Bij het buitenspelen moet er te allen tijde minimaal twee medewerkster aanwezig

zijn

- De pedagogische medewerkers staan tijdens het spelen op strategische punten om

toezicht te houden, hand en spandiensten te verrichten of een spel te begeleiden

- In geval van de buitenschoolse opvang mag een medewerker alleen met de

kinderen naar buiten maar we streven om met twee medewerkers naar buiten te

gaan.

- Mocht er een kind hoognodig weer naar binnen, bijvoorbeeld om te toiletteren, dan

zorgt deze ervoor dat er een vervangende medewerker wordt geroepen of dat alle

kinderen weer naar binnen gaan.

- In geval van twee medewerkers gaat een medewerker met het kind teruglopen.

- Kinderen die een allergie hebben niet te lang buiten laten spelen. Met name in de

“hooikoorts” tijden kinderen beperkt buiten laten spelen wanneer zij gevoelig zijn -

- Kinderen leren naar voren te kijken tijdens spel en rekening houden met elkaar

- Druk en rustig spel scheiden op de buitenspeelplaats

- Plaats geen opstapjes voor het hek

- Zorg voor begeleiding tijdens het fietsen, met name kinderen die nog niet

voldoende fietsvaardigheden hebben

- Pak zelf het speelmateriaal voor de kinderen

- Na afloop altijd alle gebruikte materialen weer opruimen. De kinderen die dit

kunnen mogen meehelpen

- Houd in de gaten of alle kinderen het buiten naar hun zin hebben, grijp tijdig in bij

conflicten

- Beperk in de tuin zoet eten en drinken, doe dit zoveel mogelijk binnen met de

kinderen. Zo voorkom je de aantrek van wespen en mieren

- Pedagogische werker ziet erop toe dat bij binnenkomst de vloer weer wordt aan

gebezemd met name bij nat weer en veel zand

- Plaats geen objecten midden in de loopruimte

❖ Buiten spelen met warm weer:

- Beperk de duur van buitenspelen bij extreme hitte;

- Wanneer de temperatuur binnen en buiten oploopt boven de 25°C, treedt het

warmte protocol in;

- Gebruik petjes en T-shirts met lange mouwen om hoofd, nek en armen tegen de

zon te beschermen;

- Smeer kinderen in met een voor hun leeftijd bedoelde zonnebrandcrème, maar

doch minimaal factor 30

- Smeer kinderen ruim een half uur voorafgaand aan het buitenspelen in. Herhaal dit

iedere twee uur en indien nodig eerder

- Smeer gevoelige zones zoals neus, oren, nek, en voeten extra in.

- Herhaal het insmeren wanneer kinderen met water spelen. Waterproof producten

zullen toch voor een deel verdwijnen bij het afdrogen of tijdens het spelen met

water en zand. Smeer kinderen daarom ook als je waterproof producten gebruikt

elke twee uur in.

- Creëer speelplekken in de schaduw. Zorg voor voldoende schaduw door gebruik te

maken van parasols en schaduwdoek/zonnezeil.

- Vermijd de zon tussen 12.00 en 15.00 uur zoveel mogelijk

- Zorg dat badjes en zandbakken altijd in de schaduw zijn geplaats

- Kinderen jonger dan zes maanden zetten we helemaal niet in de zon.

- Laat kinderen op zonnige dagen zoveel mogelijk in de schaduw spelen. Stimuleer

kinderen om in de schaduw te spelen

- Pas het spel aan, om grote inspanning te vermijden

- Voorkom plakkerige handen of monden bij buiten spelende kinderen door water of

vochtige doekjes te gebruiken

Page 10: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

10 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

- Als de kinderen met water gaan spelen zullen zij hun zwemkleding aan trekken.

- Laat kinderen bij hoge temperaturen extra drinken. Bij warm weer krijgen de

kinderen meer drinken aangeboden dan normaal. Er zal om de 1 - 1,5 uur een

drink moment zijn en de kinderen mogen om extra drinken vragen bij de

groepsleiding.

- De groepsleiding benoemt dit duidelijk naar de kinderen toe.

❖ Extra veiligheidsmaatregelen bij gebruik van waterspeeltafel/zwembadjes

- Bij het gebruik van waterspeeltafel in de zomer moet bij tussentijdse vervuiling het

water gedurende de dag ververst worden.

- Bij zichtbare vervuiling direct verschonen.

- Wanneer een zwembad wordt opgezet, staat hierin een klein laagje water

- We gaan niet met de kinderen naar het openbare zwembad

- Indien er gebruik wordt gemaakt van een waterspeeltafel, wordt na gebruik het

water verwijderd en droog opgeborgen.

- Gebruik zwemluiers bij gebruik van zwembaadjes. Mocht er toch ontlasting in het

water komen het water direct verschonen

- Gebruik waterspeelgoed dat niet uitnodigt tot drinken.

- Leer kinderen dat zij niet van het zwemwater mogen drinken.

❖ Extra veiligheidsmaatregelen zandbak

- Er wordt voorkomen dat kinderen eten of drinken in de zandbak

- Groepsleiding ziet erop toe dat kinderen hun handen wassen na het spelen in het

zand

- Zandbak is afgedekt zodat dieren geen toegang hebben tot zand.

- Kinderen wassen de handen na het spelen in de zandbak bij binnenkomst

❖ Buiten spelen met koud weer:

- Beperk de duur van het buitenspelen bij extreem lage temperaturen

- Inspecteer bij vrieskou altijd eerst de speelplaats op gladde plekken alvorens de

kinderen naar buiten te laten gaan, strooi zo nodig eerst zout.

- Zorg dat kinderen altijd alle buitenkleding dragen die zij hebben meegekregen,

denk hierbij aan muts, wanten en sjaal

- Kinderen die met onvoldoende warme kleding zijn gebracht, reservekleding

aantrekken, anders kunnen ze niet mee naar buiten

❖ Extra veiligheidsmaatregelen met betrekking tot Insectenbeten

- Zorg dat kinderen bij wandeling in bossen/ gras/ park beschermde kleding dragen.

- Controleer kinderen bij binnenkomst op tekenbeten.

- Teken worden zo snel mogelijk verwijderd met behulp van een tekenpincet of

tekenlepel

- Na het verwijderen van een teek wordt het wondje direct gedesinfecteerd.

- Beperk zoet drinken of eten in buiten ruimte. Plakkerige handen en gezichten

worden direct schoongemaakt.

- Bij het buiten drinken, kinderen uit rietje of afgesloten beker laten drinken.

- Bij overlast van insecten worden er maatregelen genomen om te voorkomen dat

insecten naar binnen gaan zoals een hor voor raam en deur

❖ Verontreiniging en vergiftiging

- Vermijd het gebruik van voor kinderen schadelijke bestrijdingsmiddelen

- Indien het noodzakelijk is bestrijdingsmiddelen te gebruiken, zet het bewerkte deel

van de tuin dan af zodat het terrein niet voor kinderen toegankelijk is voor

minstens 48 uur.

- Inspecteer de speelruimte altijd op zwerfvuil, ongedierte of sporen die wijzen op de

aanwezigheid van (huis-)dieren alvorens de kinderen naar buiten gaan.

❖ Buiten speelregels voor kinderen

- Pedagogisch medewerkers geven duidelijk aan waar ze mogen spelen, kinderen

dienen binnen deze ruimte te blijven.

- Wij mogen niet klimmen op tafel, stoelen of objecten tenzij deze daarvoor zijn

bestemd;

- Wij mogen niet met zwerfvuil mogen spelen;

Page 11: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

11 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

- Wij spelen lief samen

- Wij wachten altijd met naar het toilet gaan tot de pedagogisch medewerkers mee

kan.

- Na het buitenspelen ruimen wij samen op.

- Voordat wij naar binnen gaan stamepen wij onze schoenen, onze schoenen doen

wij uit voor het betreden van de groepsruimte. De jassen hangen wij op, sloffen

aan en wij wassen onze handen.

- Wij mogen niet op, onder of met de hekken spelen

- Wij fietsen op de plekken waar dit mag van de Pedagogisch medewerkers, hierbij

kijken wij goed uit voor de andere kinderen

Buiten spelen met de Buitenschoolse opvang;

Uiteraard is het voor de BSO ook erg fijn om een buitenspeelruimte te hebben waar meer ruimte is

voor voetballen, meer speeltoestellen staan die de lichamelijk ontwikkeling van het kind uitdagen

en meer ruimte is voor andere bewegingsactiviteiten. Om deze reden kan de BSO ook gebruik

maken van de buitenspeelruimte speeltuin Charlois. Deze buitenspeelruimte ligt op steenworp

afstand, waarbij de kinderen een veilige route ernaar toe kunnen lopen. Gezien het een openbare

buitenspeelruimte is, de ruimte niet aangrenzend is en wij er heen moeten lopen geleden er naast

bovengenoemde regels een aantal uitzonderingen en toevoegingen.

➢ Indien er speelmateriaal kapot is, dien je ter plaatse de afspraak met kinderen te maken

dat zij die dag niet gebruik mogen maken van dat specifieke deel van de buitenruimte.

➢ Indien mogelijke kun je ervoor kiezen het deel af te zetten

➢ Stel het speeltuin Charlois zo spoedig mogelijk op de hoogte van het gebrek zodat zij voor

reparatie kunnen zorgen.

➢ Zorg ervoor dat je altijd een EHBO kist, presentielijst, mobiel, telefoonnummers van

locaties en vochtige doekjes bij je hebt

➢ Hanteer voor het lopen naar de buitenspeelruimte altijd dezelfde route en de

veiligheidsafspraken omtrent lopen

➢ Probeer indien mogelijk met twee volwassenen buiten te gaan spelen. Mocht er onverhoopt

iets gebeuren kan er altijd één volwassenen met het kind teruggaan naar locatie voor

eventuele nodige zorg.

➢ Plaats voor ouders een brief op de deur dat je bent gaan buiten spelen op de

buitenspeelruimte van de speeltuin zodat zij hun kind daar kunnen ophalen.

➢ Maak duidelijke afspraken met de kinderen waar zij mogen spelen, dat zij niet buiten de

hekken mogen.

➢ Zorg ervoor dat alle kinderen op de hoogte zijn van de afspraken die gelden.

➢ Kinderen van BSO De Droomengeltjes mogen geen gebruik maken van fietsen, skatebord,

steps etc. van buurtkinderen. Dit om eventuele ongelukken maar ook zeker ‘ruzies’ te

voorkomen.

Voorbereiding van een uitstapje;

Om de veiligheid tijdens een uitstapje de garanderen is een goede voorbereiding van belang. De

pedagogisch medewerker zijn verantwoordelijk voor het voorbereiden van het uitstapje en het

klaarleggen van alle benodigde materialen. De volgende stappen moeten ondernomen worden voor

het uitstapje;

➢ Wat voor uitje er gepland is, zorg dat de eindbestemming kind veilig is.

➢ Hoe is het vervoer geregeld is (overzicht reisschema).

➢ Zorg ook dat je collega’s op de hoogte zijn van het reisschema en looproutes

➢ De kostenberekening van het uitje. Zorg dat je vooraf voldoende geld meeneemt.

➢ Een lijst met welke kinderen er meegaan;

➢ Een lijst welke pedagogisch medewerker er verantwoordelijk is (mentor) van welk kind

➢ Klaarmaken van de uitjes tas, in deze tas moeten de volgende spullen zitten:

➢ Zorg dat je het ‘Protocol vermiste kinderen’ bij je hebt tijdens de uitjes.

➢ Presentielijst § Kind informatie (allergieën, telefoonnummers ouders etc.)

➢ Gecontroleerde EHBO-Doos

➢ Toiletpapier + plastic pedaalemmerzak + snoetendoekjes + luiers

Page 12: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

12 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

➢ Drinken en eten voor de kinderen

➢ Mobiele telefoon

➢ Reserve kleding

➢ Indien nodig zonnebrandcrème

➢ Alle kinderen eerst laten plassen en handen wassen

➢ De kinderen met jas en schoenen laten verzamelen op de groep of in de entree.

➢ De pedagogisch medewerker maakt de groepjes bekend bij de kinderen

➢ De pedagogisch medewerker maakt de regels van het uitje aan de kinderen bekend

➢ De kinderen maken een rij 2 aan 2

➢ De pedagogisch medewerker neemt uitje-tas mee en mobiele telefoon mee

➢ Alle kinderen en pedagogische medewerkers trekken opvallende hesjes met logo en tel.nr

van de opvang

Kind-leidsterratio

Tijdens uitstapje is er een aangepast kind- leidsterratio. Tijdens uitstapjes worden andere

volwassenen zoals bijvoorbeeld groepshulp, stagiaires en hulpouders ook meegenomen. Het

uitgangspunt hierbij is dat er altijd voldoende gediplomeerde pedagogisch medewerkers aanwezig

zijn volgens het kind leidster ratio op de stamgroep. Het volgende Kind-leidsterratio wordt

aangehouden tijdens uitstapjes;

➢ 0-1 jaar - 3 kinderen per volwassenen

➢ 1-2 jaar - 2 kinderen per volwassenen

➢ 2-4 jaar - 4 kinderen per volwassenen

➢ 4-6 jaar - 7 kinderen per volwassenen

➢ 6-8 jaar - 9 kinderen per volwassenen

➢ 8-12 jaar - 10 kinderen per volwassenen

Wijze van vervoer

Tijdens uitstapjes verplaatsen wij ons lopend of met openbaar vervoer of een auto’s. In het geval

voor een uitstapje een personenauto wordt ingezet, is er een ongevallen inzittenden verzekering

afgesloten, daarbij wordt indien de lengte van het kind dit vereist gebruik gemaakt van

kinderzitjes. Bij het gebruik van het openbaar vervoer, worden kinderen in het openbaarvervoer

allemaal bij elkaar geplaats op stoelen. Mochten er niet voldoende zitplekken zijn vraag overige

personen dan om op te staan voor de veiligheid van de kinderen.

Tijdens het instappen en uitstappen worden kinderen geteld. Daarnaast gaat er 1 volwassenen als

eerste het vervoer in deze helpt de kinderen te gaan zitten en 1 volwassenen als laatste. Dit geldt

ook tijdens het uitstappen. Ouders worden bij uitstapjes ruim van tevoren geïnformeerd over de

wijze van vervoer

Afspraken omtrent lopen

Tijdens het uitstapje moet er gelopen worden naar het vervoersmiddel en naar de locatie van de

activiteit. Hiervoor zijn diverse regels zodat deze momenten veilig en geordend kunnen

plaatsvinden:

➢ Kinderen lopen in een rij twee aan twee naar de opvang, er loop één pedagogisch

medewerker vooraan en één pedagogisch medewerker achteraan.

➢ Kinderen als één groep de weg laten oversteken, bij voorkeur bij een stoplicht. Mocht deze

niet aanwezig zijn bij een zebrapad.

➢ Kinderen mogen nooit oversteken tussen auto’s.

➢ De pedagogisch medewerker bepaalt wanneer de kinderen over mogen steken, niet de

kinderen!

➢ Kinderen mogen niet vooruit rennen.

➢ Mocht je onderweg obstakels tegenkomen, verschoven stoeptegels etc. Attendeer kinderen

hierop en laat de groep hier om heen lopen.

➢ Kinderen die nieuw zijn of moeite hebben met de deelname aan verkeersituatie geven de

pedagogisch medewerkers een hand.

➢ We dragen eventuele tassen op de rug, Let goed op je eigen tas Op de plek van

bestemming:

➢ Wij lopen met z’n allen naar een “meeting point”

Page 13: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

13 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

➢ Er worden duidelijke afspraken gemaakt tussen de pedagogisch medewerkers, volwassenen

en kinderen onderling die betrekking hebben op het samenkomen, eten, het samenlopen

van de subgroepen, het toiletteren en de vertrektijden.

➢ Een andere volwassenen (ongediplomeerd) loopt altijd onder begeleiding van een

gediplomeerde medewerker.

➢ De groepjes mogen afzonderlijk de plek verkennen.

Overige afspraken

➢ Raakt er een kindje kwijt dan treedt protocol vermissing in werking

➢ Raakt er een kindje gewond dan treedt protocol ongevallen en wondverzorging in werking

➢ Zorg dat je kinderen geregeld telt (om de 10 a 15 minuten)

➢ Zorg voor voldoende drink, eet en plasmomenten

➢ Ga gezamenlijk naar de toilet

➢ Leer kinderen dat hij/zij niet met vreemde mee mogen gaan, geen snoep aan mogen

nemen van vreemden en dat zij hun kaartje moeten tonen aan een volwassenen wanneer

zij de pedagogisch medewerker kwijt zijn. Maak duidelijke afspraken met kinderen over

waar ze mogen spelen en wat de regels zijn.

➢ Mogen kinderen in bijvoorbeeld een speeltuintje vrij spelen, zorg dan dat je voldoende

verspreid op de speelplaats staat.

➢ Houdt uitgangen extra goed in de gaten.

➢ Hanteer de grote lijnen van protocol buitenspelen

➢ De terugreis dient altijd dezelfde route te zijn als de heenreis.

Vergiftiging;

➢ Ruim na schoonmaakwerkzaamheden de middelen direct op, op de daarvoor bestemde

plek in de kast.

➢ Ruim medicatiemiddelen op buiten bereik van kinderen.

➢ Er is een “Gif wijzer” aanwezig op het kinderdagverblijf, waarin staat wat te doen bij het

innemen van gevaarlijke stoffen. Bij vergiftiging, belt de leidster 112

➢ Maak gebruik van schoonmaakmiddelen wanneer kinderen nog niet aanwezig zijn.

➢ Ruim bij binnenkomst tas direct op.

➢ Attendeer ouder erop hun tas niet onbewaakt achter te laten.

➢ Lotion, alcohol etc. opruimen in bak op hoge plan boven commode na gebruik ook direct

opruimen.

➢ Eten niet naast schoonmaakmiddel etc. opbergen maar in de daarvoor bestemde plekken

alleen voor eten.

Keuken;

➢ Gezien de keuken tevens gebruik wordt als onderdeel van de leefruimte is het belangrijk de

veiligheidsmaatregelen goed in het oog te houden. Allereerst is het van belang dat

kinderen nooit alleen in de ruimte aanwezig zijn. Daarnaast zijn er diverse maatregelen

genomen om de veiligheid in de keuken te waarborgen.

➢ Kinderen mogen nooit zonder aanwezigheid van pedagogisch medewerkers in de keuken.

➢ De kastdeuren en lades van de keuken zitten altijd dicht.

➢ Plaats de waterkoker zo dat kinderen er niet bij kunnen, bindt snoer eventueel op.

➢ Laat handgrepen van pannen naar achteren wijzen tijdens het koken.

➢ Maak zoveel mogelijk gebruik van de achterste pitten op de kookplaat.

➢ Sluit de vaatwasser goed af, zorg dat deze altijd dicht zit.

➢ Sluit het kinderhekje/ deur naar keuken af zodat kinderen niet alleen in de keuken kunnen

zijn.

➢ Plaats geen opstapje voor de keuken

➢ Berg scherpe messen op in afgesloten lade of hoog

Kantoor;

➢ Sluit de deur-kantoorruimte altijd af.

➢ Berg scherpe kantoorartikelen op in afgesloten kast of lade

➢ Laat kinderen niet in kantoor.

Page 14: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

14 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Veilig slapen;

De Droomengeltjes vinden het van belang dat alle kinderen de mogelijkheid krijgen om rustig te

slapen. Op de babygroep hebben we een slaapkamer met 8 bedden, voor elk kind is een bedje

aanwezig. Op de groep hebben we ook twee boxen voor de kleine baby’s. Op de verticale groepen

zijn er slaapkamer met 8 en 12 bedden, op de peuter groep zijn er 8 bedden aanwezig. De

kinderen die wakker zijn (baby’s en de oudste peuters) kunnen in de verticale groep

ontwikkelingsgerichte activiteiten of vrijspelen. Daarnaast is er altijd de mogelijkheid om met deze

kinderen naar buiten te gaan indien de weersomstandigheden dit toelaten.

Veiligheidsmaatregelen om de kans op wiegendood te voorkomen;

➢ Controleer bedjes dagelijks op defecte van bedbodem en stabiliteit van bevestigingspunten,

hekjes en sluiting, spijlen, dakjes of gevaarlijke scherpe randen.

➢ Leg grote kinderen in de onderbedje (2,5), leg kleine kinderen in de boven bedjes.

➢ Kinderen die jonger zijn dan 1,5 jaar slapen in een babyslaapzak.

➢ Maak geen gebruik van dekentje bij kinderen onder de 1,5 jaar.

➢ Bij gebruik van deken na 1,5 jaar kort opmaken, voeten van het kind onder aan het bed,

deken tot maximaal borsthoogte.

➢ Kinderen die wakker zijn uit bed halen.

➢ Controleer om de 15 minuten of de kinderen nog goed liggen.

➢ Zorg dat er voldoende licht is zodat leidster en kinderen zich niet in het donker stoten

➢ Kinderen mogen niet in bed gelegd worden met wijde kleding, met een capuchon,

speenkoortjes, haarspeldjes of haarelastiekjes.

➢ Leg geen speelgoed en/ of knuffels in bed die als opstapje gebruikt kunnen worden

➢ Zorg ervoor dat er geen onnodige materialen in de slaapkamer zijn, verwijder indien dit het

geval is.

➢ Geen speelgoed of ander losliggende materialen op de grond, controleer dit dagelijks.

➢ Elke dag wordt de slaapkamer gelucht. Eind van de dag de slaapkamerdeur open laten

staan.

Gezond slapen;

Voor gezond en veilig slapen hanteren wij protocol veilig slapen en wiegendoodpreventie.

➢ Zorg voor een goed tempratuur in de slaapkamer tussen de 15 en 17 graden

➢ Zet de verwarming hoger of lager bij verkeerde tempratuur en open zo nodig de deur voor

koude luchttoevoer.

➢ Verschoon zichtbaar vuil beddengoed meteen

➢ Was dekens 1 keer per week

➢ Was hoeslakens en slaapzakken min 1 keer per week op 60 graden

Wiegendood;

Wiegendood is het onverwacht tijdens het slaap overlijden van een kindje van nul tot twee jaar.

Voordat het kind overleed waren er vooraf geen duidelijke ziekteverschijnselen. Onderzoek naar de

mogelijke oorzaken van het overlijden levert vaak geen duidelijk antwoord op. Tegenwoordig

neemt men algemeen aan dat wiegendood in de regel meerder oorzaken tegelijkertijd heeft. Die

worden onderscheiden in uitwendige en inwendige factoren.

Bekende uitwendige en doorgaans vermijdbare factoren zijn:

• Slapen in buikligging

• Luchtweginfectie

• Passief roken

• Warmtestuwing

• Rebreathing

• Uitwendige adembelemmering

• Vermoeienis

• Sederende medicatie

De meest bekende inwendige factoren zijn:

• Licht geboortegewicht

Page 15: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

15 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Helaas komt het in Nederland af en toe voor dat een baby tijdens de kinderopvang overlijdt onder

het beeld van wiegendood. Aandacht voor preventie en voorzorgsmaatregelen kunnen het risico

dat in het bijzonder voor jonge baby’s tussen de 3 en 9 maanden relatief hoger blijkt uit te vallen

dan in thuissituaties tot het uiterste bepreken.

Wat kunnen wij doen om de veiligheid te bevorderen

➢ Een baby op de buik te slapen leggen maakt het risico van wiegendood wel vier tot vijf

maal groter dan gemiddeld. Bij een verkouden baby nog iets meer. Wij leggen een baby

alleen op de buik als de baby ouder is dan 5 maanden en met schriftelijke en expliciete

toestemming van ouders.

➢ Omdat veranderingen in routine onmiskenbaar een risico verhogend effect hebben is het

aan te raden om een baby die bij het slapen gaan aan een fopspeen is gewend, die ook op

het dagverblijf consequent voor het slapen te geven. Het is raadzaam het gebruik van een

fopspeen na de leeftijd van 10 maanden af te bouwen.

Voorkom dat een baby te warm ligt

De factor warmtestuwing speelt een waarneembare rol onder de baby’s die onder het beeld van

wiegendood overlijden. Zo lang de voetjes (iets meer betrouwbaar dan het nekje) van een baby in

bed prettig aanvoelen, heeft die het niet te koud. Een baby die zweet heeft het al gevaarlijk warm!

Wij voelen regelmatig of de baby het niet te warm heeft.

➢ Wij zorgen dat het niet te warm is of wordt in de slaapvertrekken. De aanbevolen

slaapkamertemperatuur is 15 tot 17 graden. Er hangen thermometers in de slaapkamers.

➢ Wij gebruiken geen dekbedden voor baby’s

➢ Wij combineren zomers geen slaapzak met ander beddengoed. In de winter krijgen de

kinderen een dikke slaapzak aan en indien nodig een dunne deken.

➢ Wij laten een baby ook nooit met bedekt hoofd slapen!

➢ Kinderen met koorts worden extra gecontroleerd en niet warm afgedekt

➢ Zorg voor veiligheid in het bed

➢ Te zachte matrassen zijn blijkens vele onderzoeken een duidelijk verhoogd risico. Wij

gebruiken voor de bedjes goedgekeurde matrassen.

➢ Wij gebruiken nooit een kussen, zachte hoofd en zijwandbeschermers, zeiltjes, tuigjes,

koorden of voorwerpen van zacht plastic in het bedje.

➢ Er mag geen koordje aan de fopspeen zitten

➢ In het gehele gebouw mag niet worden gerookt. Houd voldoende toezicht

➢ Wij kijken telkens als we een kindje naar bed brengen even in de andere bedjes

➢ Wij contoleren elk 15 min. in de slaapkamer of de kinderen nog goed liggen

➢ Wij houden nieuwkomers/ jonge baby’s extra in het oog.

➢ Wij maken gebruik van babyfoons

De pedagogisch medewerkers zijn verantwoordelijk voor het toepassen van deze regels. Zij worden

geacht eventuele problemen in praktijk te signaleren. Van belangrijke gebeurtenissen – ongelukken

of bijna-ongelukken wordt de directie direct op de hoogte gesteld.

Als er ondanks alle voorzorgen toch een baby in slechte conditie wordt aangetroffen, prikkel het

kind dan door het aan te tikken en wat te bewegen en zie of het zich herstelt. Zo niet, sla dan

alarm (112 bellen) en begin met reanimatie en mond op mondbeademing. De andere leidsters

worden te hulp geroepen, maar de andere kinderen worden niet zonder toezicht gelaten. De

directie wordt gewaarschuwd en zij neemt contact op met de ouders en met de medische

instanties. Het is van belang om van begin af aan feiten te noteren zoals het tijdstip, de

omstandigheden en de betrokkenen. In dergelijke gevalleen treedt protocol ongevallen in werking.

Hiervoor heeft de BHV-er of diens plaatsvervanger de eindverantwoording. De te hulp geroepen

arts dient in het belang van de diagnostiek ook zo spoedig mogelijk de temperatuur van de baby

op te nemen.

Page 16: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

16 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Vermissing;

In dit protocol staan de richtlijnen voor de handelswijze die de medewerkers van De

Droomengeltjes volgen wanneer een kind vermist wordt tijdens de opvang, tijdens een uitstapje,

tijdens het ophalen van school of tijdens het alleen naar de opvang of huis lopen voor BSO

kinderen.

Een persoon (kind) is vermist als:

➢ Er sprake is van een plotselinge en onverwachte afwezigheid

➢ De regels gelden zowel tijdens verblijf op De Droomengeltjes als tijdens uitstapjes.

➢ De pedagogisch medewerkers weet ten alle tijden hoeveel kinderen er op de groep zijn.

Doe dit o.a. door het bijhouden van de presentielijst waar alle kinderen op staan. Wanneer

een kind is gebracht of gehaald, moet je het nieuwe aantal kinderen weten. De kans dat

een kind wegloopt of door een onbekende wordt meegenomen is het grootst tijdens de

haal- en brengtijden.

➢ Let op dat de entreedeur en het hek bij buitenspelen altijd goed dicht zijn.

➢ Let op openstaande deuren, zowel de groepsdeur als de entreedeur.

➢ Wanneer een ouder de deur laat openstaan, wijs de ouder daar op.

➢ Attendeer oudere kinderen erop dat zij niet de deuren zelf open mogen doen.

➢ Check of de entreedeur dicht is, wanneer de groepsruimte wordt verlaten samen met de

kinderen.

Vermissing tijdens de opvang;

Wanneer je ontdekt dat je een kind uit de groep mist kun je een aantal dingen doen die helpen het

vermiste kind op te sporen. Dit betreft niet alleen het zelf zoeken naar het vermiste kind, maar ook

het verzamelen van informatie over het kind en over de omstandigheden van de vermissing.

Onderneem de volgende stappen:

1. Meld bij je naaste collega van de groep dat je een kind mist. Draag de zorg van de andere

kinderen over aan je collega, zodat je je kan richten op het vermiste kind.

2. Blijf kalm, denk helder na. Wanneer heb je het kind voor het laatst gezien? Wat was het

kind aan het doen? Waar zou het mis kunnen zijn gegaan?

3. Bekijk eerst goed alle groepsruimtes en gangen van het kindercentrum. Roep ondertussen

het kind. Kijk ook op plaatsen waar kinderen zich kunnen verbergen. Het kan voorkomen

dat een kind zich verstopt en dan in slaap valt.

4. Schakel meerdere collega’s in om te helpen zoeken. Vraag eventueel ook ouders die op

dat moment aanwezig zijn.

5. Een andere collega die niet aan het zoeken is brengt de directie van het kindercentrum op

de hoogte

6. Als het kind niet in het gebouw te vinden is, ga dan buiten zoeken. Neem als het kan een

foto van het kind mee. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent mocht een

collega het kind vinden.

7. Zoek buiten eerst op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water, putten,

verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.)

8. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.

9. Na 15 minuten zoeken bel je de politie: 0900 – 8844

10. Noteer de naam van de politiefunctionaris die gesproken hebt en zodra dat bekend is, de

naam van de politiefunctionaris die als je contactpersoon aangewezen is.

11. De politie zal gaan ondervragen naar de situatie en het signalement van het vermiste kind.

12. Houd contact met de locatie en werk goed samen met de politie.

13. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s) wanneer het kind na

15 minuten zoeken nog niet gevonden is

Page 17: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

17 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Vermissing tijdens een activiteit buiten De Droomengeltjes

Je kunt hierbij denken aan uitstapjes naar een kinderboerderij, het park of een speeltuin in de

buurt. Er is een protocol uitstapjes opgesteld om het maken van uitstapjes zo veilig mogelijk te

maken. Echter kan er nooit worden uitgesloten dat er tijdens een uitstapje een kind wordt vermist.

Indien een kind wordt vermist tijdens het uitstapje worden de volgende stappen ondernomen:

1. Meld je collega dat je een kind mist. Draag de zorg van de andere kinderen over aan je

collega, zodat je je kan richten op het vermiste kind.

2. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent mocht het kind weer terecht zijn.

3. Blijf kalm, denk helder na. Wanneer heb je het kind voor het laatst gezien? Wat was het

kind aan het doen? Waar zou het mis kunnen zijn gegaan?

4. Bekijk eerst goed alle plekken van de locatie waar je bent. Roep ondertussen het kind. Kijk

ook op plaatsen waar kinderen zich kunnen verbergen of op plekken waar het kind erg

enthousiast over was. Het kan voorkomen dat een kind zich verstopt en dan in slaap valt.

5. Zoek vervolgens buiten op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water,

putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.) Roep de naam van het kind tijdens het

zoeken.

6. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.

7. Na 15 minuten zoeken wordt de politie gebeld: 0900 – 8844.

8. Noteer de naam van de politiefunctionaris en zodra dat bekend is, de naam van de

politiefunctionaris die als contactpersoon aangewezen is

9. Blijf zoeken naar het kind en hou in de gaten of je de politie ziet.

10. De politie zal gaan ondervragen naar de situatie en het signalement van het vermiste kind.

11. Houd contact met je collega’s en de locatie. Werk goed samen met de politie.

12. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s). Wanneer het kind na

15 minuten zoeken nog niet gevonden is.

13. Tijdens een uitstapje zal één of meerdere personen vanuit de locatie worden gestuurd om

de andere kinderen mee terug te nemen naar het kindercentrum. Er blijven ten alle tijden

minstens twee leidsters achter om het kind te zoeken

Vermissing tijdens het ophalen van kinderen van school;

De Droomengeltjes haalt de kinderen op van school. Soms kan het gebeuren dat kinderen om

onduidelijke redenen niet aanwezig zijn of niet naar de afgesproken verzamelplaats komen. De

pedagogisch medewerker heeft ten alle tijden een kloppend ophaalschema bij zich met daarbij

afmeldingen voor de desbetreffende dag. Het is van uiterst groot belang om te weten waar het

kind is en of het kind veilig is alvorens de pedagogisch medewerker en kinderen de school verlaten.

Indien een kind wordt vermist tijdens het ophalen uit school worden de volgende stappen

ondernomen:

1. Meld je collega dat je een kind mist.

2. Draag de zorg van de andere kinderen over aan je collega, zodat je je kan richten op het

vermiste kind. Indien je alleen de kinderen ophaalt worden de kinderen meegenomen terwijl

je de stappen doorloopt.

3. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent mocht het kind weer terecht zijn

4. Vraag de leerkracht van het desbetreffende kind of het kind op school is geweest die dag.

Soms zijn kinderen ziek gemeld op school maar is de buitenschoolse opvang niet op de

hoogte gesteld. De samenwerking tussen leerkracht en pedagogisch medewerkers is

cruciaal. Vraag de leerkracht of hij/ zij het kind heeft horen praten over een

verjaardagfeestje, het ophalen door opa / oma of het spelen bij andere kinderen

5. Indien mogelijk; vraag vriendjes en vriendinnetje van het kind op school of zij weten waar

het kindje is

6. Vraag de leerkrachten om te helpen zoeken.

7. Bekijk eerst goed alle plekken van de locatie waar je bent. Roep ondertussen het kind. Kijk

ook op plaatsen waar kinderen zich kunnen verbergen. Het kan voorkomen dat een kind

zich verstopt en dan in slaap valt.

8. Zoek vervolgens buiten op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water,

putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.) Roep de naam van het kind tijdens het

zoeken.

Page 18: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

18 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

9. Bel ouders om te vragen of het kind wellicht door iemand anders is opgehaald. Vertel tevens

dat je ouders op de hoogte zal houden van de situatie

10. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.

11. Na 15 minuten zoeken wordt de politie gebeld: 0900 – 8844.

12. Noteer de naam van de politiefunctionaris en zodra dat bekend is, de naam van de

politiefunctionaris die als contactpersoon aangewezen is.

13. Blijf zoeken naar het kind en hou in de gaten of je de politie ziet.

14. De politie zal gaan ondervragen naar de situatie en het signalement van het vermiste kind

15. Houd contact met je collega’s en de locatie. Werk goed samen met de politie.

16. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s). wanneer het kind na

15 minuten zoeken nog niet gevonden is.

17. Tijdens het ophalen zal één of meerdere personen vanuit de locatie worden gestuurd om de

andere kinderen mee terug te nemen naar het kindercentrum. Er blijven ten alle tijden

minstens twee leidsters achter om het kind te zoeken.

Vermissing tijdens het alleen lopen van school naar De Droomengeltjes of het alleen

lopen van De Droomengeltjes naar huis;

Wanneer ouders hier schriftelijk en expliciet toestemming voor geven mogen kinderen boven de 9

jaar van De Droomengeltjes alleen naar de opvang lopen of alleen naar huis lopen. Dit brengt

echter wel risico’s met zich mee, er is minder oog voor vermissing, wanneer het is gebeurd en

welke locatie. Dit maakt het zoeken van een kinderen lastiger. Belangrijk is dat wanneer een kind

alleen van school naar de kinderopvang mag lopen het zich eerst dient te melden bij de

pedagogisch medewerker alvorens hij/ zij gaat lopen naar de opvang.

Indien een kind wordt tijdens het alleen lopen worden de volgende stappen ondernomen:

1. Meld je collega dat je een kind mist. Draag de zorg van de andere kinderen over aan je

collega, zodat je je kan richten op het vermiste kind.

2. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent mocht het kind weer terecht zijn.

3. Indien mogelijk; vraag vriendjes en vriendinnetje van het kind op school of op het

buurtspeeltuintje of zij weten waar het kindje is.

4. Loop de route van het kind zelf. Roep ondertussen het kind. Kijk ook op plaatsen waar

kinderen zich kunnen verbergen. Het kan voorkomen dat een kind zich verstopt en dan in

slaap valt

5. Zoek vervolgens buiten de route op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen

(water, putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.) Roep de naam van het kind tijdens

het zoeken. Kijk vervolgens op plekken waar het kind heen gelopen kan zijn, een plek waar

hij vaker speelt of vriendjes en vriendinnetjes heeft.

6. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.

7. Na 15 minuten zoeken wordt de politie gebeld: 0900 – 8844

8. Noteer de naam van de politiefunctionaris en zodra dat bekend is, de naam van de

politiefunctionaris die als contactpersoon aangewezen is

9. Blijf zoeken naar het kind en hou in de gaten of je de politie ziet.

10. De politie zal gaan ondervragen naar de situatie en het signalement van het vermiste kind

11. Houd contact met je collega’s en de locatie. Werk goed samen met de politie.

12. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s). Wanneer het kind na

15 minuten zoeken nog niet gevonden is.

Wanneer het kind gevonden is:

➢ Informeer je de politie als deze ingeschakeld is.

➢ Informeer je vervolgens alle andere betrokkenen die weten dat het kind vermist is.

➢ Is het belangrijk om na te gaan wat de reden voor de vermissing was, zodat een herhaling voorkomen kan word

Page 19: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

19 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

GEZONDHEIDSRISICO EN MAATREGELEN PER RUIMTE

Wat is hygiëne?

Met het woord hygiëne bedoelen wij: de zorg voor het in stand houden van de gezondheid.

Daarnaast is gezondheid een toestand van optimaal lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk

werk.

Waarom is goede hygiëne in de kinderopvang belangrijk?

Jonge kinderen vormen een kwetsbare groep. Hun afweersysteem is nog volop in ontwikkeling. Via

de andere kinderen en bijvoorbeeld door gebruik van gezamenlijk speelgoed komen zij vaker en op

jongere leeftijd in contact met allerlei ziekteverwerkers (micro hebben opgebouwd) hierdoor

hebben kinderen die een kinderdagverblijf bezoeken een grotere kans om een infectieziekte op te

lopen dan kinderen die thuisblijven.

Wat zijn micro-organismen?

Micro-organismen zijn voor het blote oog onzichtbaar. Tot de micro-organisme behoren virussen,

schimmels en gisten.

Micro-organisme komen overal voor: op de huid, op meubelen, gebruiksvoorwerpen, in de lucht,

water, op en in voedsel. De meeste zijn onschuldig, sommige zijn juist weer nuttig. Een aantal

micro-organisme is ziekteverwekkend. Als de mens hiermee in aanraking komt kan hij/zij ziek

worden. Alleen of iemand ziek wordt hangt af van een aantal factoren. Allereerst zijn de

hoeveelheid micro-organisme waarmee iemand besmet wordt van belang. Verder speelt het

ziekmakend vermogen van het micro-organisme een belangrijke rol. Of besmetting uiteindelijk tot

een infectie leidt is mede afhankelijk van de conditie van de persoon. Een bepaalde besmetting kan

bij de ene mens ziekte veroorzaken, de andere voelt zich niet lekker en een derde heeft nergens

last van. Baby’s en jonge kinderen hebben een verminderd weerstandsvermogen en zijn hierdoor

gevoeliger voor infecties dan volwassenen. Ze worden doorgaans niet alleen eerder ziek, de

gevolgen kunnen ook veel ernstiger zijn.

Onder gunstige omstandigheden kunnen micro-organisme uitgroeien tot grote aantallen. Om zich

te vermeerderen hebben ze vocht en voedsel nodig (bv. vuil, huidschilfers, stof). De snelheid

waarmee ze zich vermenigvuldigen is afhankelijk van de temperatuur. Bij een temperatuur tussen

de 10 en 50 graden zijn de omstandigheden ideaal.

Een goede hygiëne is erop gericht om besmetting te voorkomen en het aantal schade micro-

organisme tot een minimum te beperken.

Hoe verspreiden micro-organisme zich?

Micro-organisme kunnen zich op de volgende manieren verspreiden:

➢ Via de handen

➢ Via de lucht (via druppels door aan hoesten, huidschilfers of stof)

➢ Via voedsel en water

➢ Via voorwerpen zoals speelgoed, deurkruk, beddengoed

➢ Via lichaamsvloeistoffen zoals speeksel, braaksel, ontlasting of bloed

➢ Via dieren zoals huisdieren en insecten

Page 20: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

20 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Hoe kunnen gezondheidsrisico’s worden beperkt?

Door extra aandacht te besteden aan hygiëne, kunnen gezondheidsrisico’s worden beperkt. Het

gaat daarbij niet alleen om een schone leefomgeving en een goede persoonlijke hygiëne, maar ook

om het voorkomen van risicovol gedrag, waardoor micro-organisme zich kunnen vermenigvuldigen.

Om te voorkomen dat kinderen ziek worden is een gezonde leefomgeving van het binnen en buiten

milieu van belang. Hierdoor blijft het aantal ziektekiemen tot een minimum beperkt. Daarnaast

moet verantwoorde manier met voeding worden omgegaan. Wanneer er toch sprake is van een

verhoogd risico op besmetting, door bijvoorbeeld zieke kinderen, besmet voedsel of een ongeluk

met een open wond, moet er op een juiste manier door onze pedagogisch medewerkers gehandeld

worden.

Wij besteden bij Kinderdagverblijf De Droomengeltjes extra aandacht aan hygiëne:

➢ Persoonlijke Hygiëne

➢ Voeding & Hygiëne

➢ Hygiëne Gebouwen

➢ Verschonen en Toiletgang

Protocol persoonlijke hygiëne;

Iedere mens draagt ontelbare al dan niet ziekmakende micro-organismen bij zich. Om de

verspreiding van deze micro-organismen naar andere mensen tegen te gaan is een goede

persoonlijke hygiëne belangrijk. Dit geldt voor iedereen. Leidsters in de kinderopvang kunnen

bovendien bij de verzorging van de kinderen de micro-organismen van het ene kind via hun

handen overbrengen naar een ander kind. Daarom is voor hen een goede persoonlijke hygiëne

extra belangrijk.

Handhygiëne

Veel micro-organismen worden via de handen overgedragen. Een goede handhygiëne door

leidsters, maar ook voor en door de kinderen. Is een van de meest effectieve manieren om

besmettingen te voorkomen.

Wanneer moeten de handen worden gewassen

Handen wassen behoort plaats te vinden voor:

• Het begin van de werkzaamheden

• Het aanraken en bereiden van voedsel

• Het eten of het helpen bij eten

• Voor het aanbrengen van zalf of crème

Handen wassen behoort plaats te vinden na:

• Iedere zichtbare verontreiniging van de handen

• Hoesten, niezen en snuiten

• Spelen in de zandbak

• Toiletgebruik

• Het verschonen van een kind

• Contact met lichaamsvochten zoals traanvocht, speeksel, snot, braaksel, urine, ontlasting,

bloed

• Het dragen van handschoenen

• Schoonmaakwerkzaamheden

Page 21: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

21 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Hoe moeten de handen worden gewassen

• Draai de kraan open, zodanig dat de temperatuur van het water handwarm is

• Maak de handen nat en voorzie ze van een beetje vloeibare zeep uit een zeeppompje

• Was de handen ongeveer 10 seconden: wrijf de handen over elkaar, vingertoppen, duimen,

gebieden tussen de vingers en de polsen moeten worden ingewreven

• Spoel af onder flink stromend water, waarbij het water van de pols naar de vingertoppen

toe moet stromen

• Droog de handen af met, bij voorkeur, een papieren handdoek, ook tussen de vinger en de

polsen

• Belangrijk bij dikwijls handen wassen is het gebruik van een enigszins vette handcrème,

zodat de handen gaaf blijven ondanks het frequente wassen

• Desinfectie van de handen is in principe niet nodig. Een uitzondering geldt bij bloederige

diarree en als er bloed op de handen is gekomen. Dan moeten de handen na het wassen

worden gedesinfecteerd met handalcohol

• Indien er geen papieren maar katoenen handdoeken gebruik worden, moeten deze

minstens elk dagdeel vervangen worden, als de handdoek vuil of nat geworden is vaker

Wegwerphandschoenen

Draag altijd wegwerphandschoenen als er een kans bestaat dat je in aanraking komt met bloed of

eventueel besmet lichaamsvocht. Wegwerphandschoenen hoeven niet steriel te zijn. Na gebruik

van wegwerphandschoenen altijd de handen wassen.

Persoonlijke verzorging

Wondjes

Zorg dat wondjes altijd zijn afgedekt met een waterafstotende pleister. Draag bij verzorgende

handelingen en wondjes aan de handen ook nog handschoenen.

Nagelverzorging

Zorg dat de nagels kortgeknipt en schoon zijn. Draag geen kunstnagels. Onder lange nagels en

geschilferde of gebrokkelde nagellak kunnen micro-organismen zich hechten en vermeerderen. Ook

onder kunstnagels kunnen micro-organismen lang in leven blijven, ondanks regelmatig handen

wassen.

Sieraden

Normale situatie: bij voorkeur geen hand- en armsieraden dragen. Het dragen van ringen,

polshorloges en armbanden bemoeilijkt goed handenwassen (en denk ook aan de veiligheid!) als er

een infectieziekte heerst, geen ringen, polshorloges en armbanden dragen

Haarverzorging

De haren moeten schoon zijn, verder geen bijzondere maatregelen. Draag lang haar bij voorkeur in

een staart of opgestoken.

Kleding

Kleding moet schoon zijn.

Wat doe je bij ziekte van een leidster

Wanneer een personeelslid een (mogelijk) besmettelijke ziekte heeft zoals diarree of huiduitslag

moet er contact worden opgenomen met de bedrijfsarts. De bedrijfsarts beoordeelt dan of het

personeelslid wel of niet mag blijven werken en onder welke voorwaarden. Hierbij houdt hij/zij

rekening met het risico van besmetting van anderen.

Page 22: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

22 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Hoest- en niesdiscipline

Micro-organismen uit de neus, mond en keel kunnen zich op verschillende manieren verspreiden.

Een van de verspreidingswegen is via de lucht. Bij niezen en hoesten ontstaan kleine

vochtdruppeltjes die in de lucht blijven zweven. In deze vochtdruppeltjes kunnen micro-

organismen zitten. Als deze vochtdruppeltjes door een ander worden ingeademd, nestelen de

micro-organismen zich bij deze persoon in de neus, mond of keel met mogelijk ziekte tot gevolg.

Een andere verspreidingsweg is via snot of slijm. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een kind dat een

snottebel wegveegt en speelgoed vastpakt wat direct daarna weer door een ander kind vastgepakt

wordt. Het andere kind krijgt het snot aan de handen, steekt de hand in de mond en wordt zo

besmet met de micro-organismen uit de neus van het eerste kind.

Wat kun je doen

De volgende maatregelen kunnen ook aan de kinderen geleerd worden:

• Niet hoesten of niezen in de richting van een ander. Leer de kinderen het hoofd weg te

draaien of het hoofd te buigen

• Leer kinderen te hoesten of niezen in de elleboogholte

• Wanneer er gehoest, geniest wordt met de hand voor de mond, of na snuiten de handen

wassen

• Zorg dat de kinderen op tijd de neus snuiten, om snottebellen te voorkomen

• Daarnaast is het belangrijk de ruimten voldoende te ventileren en te luchten

Zakdoeken en washandjes en ander textiel

Met het snuiten van de neus komen er micro-organismen op de zakdoek en de handen. Gebruik

altijd papieren zakdoeken of tissues om de neus te snuiten en gooi die meteen na gebruik weg, in

een afsluitbare afvalbak.

Voorkom dat meerdere handen of monden met een washandje schoongemaakt worden en gooi

gebruikte washandjes meteen in de was. Dit geldt ook voor slabben, spuugdoekjes, handdoeken na

afdrogen van een kind, etc. wassen worden gedraaid op 60 graden.

Andere maatregelen

Verder kan overdracht van ziektekiemen door het nemen van de volgende maatregelen voorkomen

worden:

• Laat een ziek kind een eigen handdoek gebruiken

• Geef een ziek kind eigen speelgoed

• Reinig dit speelgoed voordat andere kinderen dit krijgen

• Laat een ziek kind na krabben aan wondjes en/of blaasjes de handen wassen

• Laat kinderen hun eigen bestek, beker, fles, speen, etc. gebruiken

• Fopspenen van kinderen worden opgeborgen in een bakje met aparte vakken

• Voorkom dat het kind met bijvoorbeeld een koortslip anderen zoent

• Er worden zoveel mogelijk tubes crème in plaats van potjes gebruikt

• Voor het aanbrengen van crème worden doekjes of handschoenen gebruikt

• Na het aanbrengen van crème altijd de handen wassen

Hoe om te gaan met blaasjes en wondjes

• Dep het pus/vocht regelmatig met bijvoorbeeld een wattenstaafje

• Dek de wond af

• Dek een loopoor af met een steriel gaasje

• Stip open waterwratjes met jodium aan en dek ze af

• Materialen en oppervlakken die verontreinigd zijn met pus of vocht goed schoon maken

• Was de handen na aanraking met pus of vocht

Page 23: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

23 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Hoe om te gaan met bloed

Welke maatregelen kun je nemen om bloed overdraagbare aandoeningen te voorkomen.

• Algemene hygiënemaatregelen

• Specifieke maatregelen zoals:

➢ Geen gezamenlijk gebruik van tandenborstels, nagelschaartjes of vijltjes

➢ Wegwerphandschoenen dragen bij elk contact met bloed, wondvocht of

lichaamsvochten die zichtbaar met bloed zijn vermengt

➢ Wondjes afdekken met een waterafstotende pleister

➢ Verwijderen van gemorst bloed: met handschoenen aan bloed opnemen met een

papieren tissue, de ondergrond schoonmaken met water en zeep en daarna

desinfecteren met alcohol 70%

➢ Met bloed bevuilde kleding en linnengoed wassen op 60 graden

Wat moet je doen als er toch bloedcontact is geweest

• Wond goed uitspoelen en desinfecteren met Betadine jodium

• GGD bellen met de vraag of er aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn

Bijten

Ook als een kind een ander kind tot bloedens toe bijt is er een klein risico op het overdragen van

bloed overdraagbare aandoeningen. Dit geldt hetzelfde advies:

• Wond goed uitspoelen en desinfecteren met Betadine jodium. (geen jodium gebruikten in

de mond)

• GGD bellen met de vraag of er aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn

Hoe gaan wij om met ziek zijn/medicatie toediening

Kinderdagverblijf & BSO De Droomengeltjes geeft geen medicijnen.

Wanneer een kind medicijn toegediend moet krijgen verzoeken wij ouders om een overeenkomst

“medicijnenformulier” in te vullen en ondertekenen. Dit geldt ook voor homeopathische

geneesmiddelen en zelfzorgmiddelen. Zo geven wij geen paracetamol aan een kind als zij/hij

koorts heeft, ook mag het kind niet komen, wanneer er eerder al paracetamol is toegediend, dit om

koortsstuipen te voorkomen.

Wij verwachten van ouders dat onze medewerkers worden geïnformeerd bij ziekte van een kind

en/of (eerder) toegediende medicatie. Mocht het nodig zijn, dan zullen wij contact opnemen met de

GGD. (Bijv. in geval van een besmettelijke ziekte) Alle ouders zullen, bij besmettelijke ziektes,

direct op de hoogte worden gebracht. Ouders kunnen dan extra alert zijn bij hun eigen kinderen.

Mocht een kind niet lekker in zijn vel zitten of een lichaamstemperatuur hebben boven de 38,5,

dan zullen wij te allen tijde contact opnemen met de ouders en ouders worden gevraagd om

haar/zijn kind op te halen of regel de ouder ook een betrouwbaar iemand die in zijn /haar plaats

dat doet. Kinderen die besmettingsrisico voor anderen opleveren mogen De Droomengeltjes niet

bezoeken.

Ouder gaat akkoord met de volgende voorwaarden:

➢ Het medicijn zit in de originele verpakking ➢ PM maakt een kopie van bijsluiter en maakt het vast aan de ingevulde medicijn

toedieningsformulier ➢ Er zit een bijsluiter in de verpakking ➢ Medicijn is eerder thuis gegeven aan kind

➢ De naam van het kind is vermeld op het doosje, tubetje etc. ➢ Ondergetekende is verantwoordelijk voor het bewaken van de houdbaarheidsdatum

➢ Ondergetekende is verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen; in die gevallen wordt een nieuw formulier gebruikt

➢ Ondertekende geeft duidelijk door op welke wijze en in welke frequentie het medicijn gegeven /bewaard moet worden

➢ PM noteren in de agenda tijd en eventueel opmerking bij het geven van medicijn ➢ Ondergetekende neemt per keer dat het kind op het kinderdagverblijf komt de medicijn

mee en weer terug naar huis.

Page 24: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

24 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

➢ Ondergetekende weet dat als er iets met het kind gebeurt dat in relatie staat tot bovenstaand medicijn, KDV/BSO De Droomengeltjes of de locatie en/of de betrokken pedagogisch medewerker van De Droomengeltjes niet verantwoordelijk of aansprakelijk gesteld kan worden.

Desinfecteren

Wanneer desinfecteren

Desinfecteren alleen wanneer daar een reden voor is. Onnodig desinfecteren werkt resistentie in de

hand. Dit betekent dat bacteriën en virussen beter bestand worden tegen desinfecteermiddelen.

Desinfecteren is nodig:

• Als er sprake is van bloedige diarree of

• Als er op een andere wijze sprake is van bloedcontact (bijvoorbeeld bloedneus, wondjes,

etc.)

• De thermometer waarmee koorts rectaal gemeten is, dient na gebruik altijd

gedesinfecteerd te worden. De oor thermometer moet voor ieder gebruik voorzien worden

van een schoon hoesje

Wat desinfecteren

• Desinfecteer alle oppervlakken die in aanraking zijn gekomen met het bloed of bloederige

diarree. Dit kan zijn: de toiletruimte, de toiletpot, het verschoonkussen maar eventueel ook

de kraan, wastafel, doorspoelknop

• Textiel. Speelmateriaal, meubilair, vloer

• Vergeet na afloop niet de eigen handen schoon te maken: bij het dragen van

handschoenen, is het voldoende de handen na afloop te wassen met water en zeep

• Wanneer er geen handschoenen zijn gedragen, moeten de handen na afloop worden

gewassen met water en zeep en daarna gedesinfecteerd worden met handalcohol

Waarmee desinfecteren

• Kleine oppervlakken (max. ½ m2, bijvoorbeeld aankleedkussen, speelgoed, thermometer)

alcohol 70%

• Het is niet te verwachten dat er sprake zal zijn van zoveel bloed of bloederige diarree dat

een ander middel dan alcohol 70% noodzakelijk is. Mochten er toch twijfels bestaan neem

dan contact op met de GGD

• Voor handen: huiddesinfectans, bijvoorbeeld handalcohol 70%

• Textiel en speelgoed kunnen in de wasmachine, minimaal 60 graden

• Serviesgoed en eventueel andere materialen kunnen in de afwasmachine, minimaal 60

graden.

In welke volgorde desinfecteren

1. Trek handschoenen aan om de eigen handen te beschermen

2. Voor het desinfecteren, moet altijd eerst huishoudelijk schoongemaakt worden. Dit is nodig

omdat vuil het desinfecteermiddel onwerkzaam maakt

3. Gebruik voor het desinfecteren bij voorkeur een schoonmaakdoekje dat na gebruik

weggegooid wordt.

4. Een alcohol 70% oplossing is direct klaar voor gebruik. Meng geen desinfecteer en

schoonmaakproducten door elkaar, dit kan gevaarlijk zijn

5. Desinfecteer het oppervlak met de alcohol 70% oplossing en laat dit aan de lucht drogen

6. Na het desinfecteren het schoonmaakdoekje weggooien

7. Wees alert dat het desinfecterend middel buiten bereik van kinderen blijft

Page 25: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

25 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

N.B.-gebruik in principe geen chloor, behalve als de GGD dit adviseert. Chloor is slecht voor het

milieu. Glorix is geen desinfectans maar een huishoudelijk schoonmaakmiddel

• Bleekwater is inactief, het is geen goedgekeurd desinfecteermiddel en kan dus beter niet

gebruik worden

• Ook lysol en lyortol mogen niet worden gebruikt

• Bij het uitbreken van hepatitis A is desinfecteren niet nodig maar volstaat schoonmaken

met een huishoudelijk schoonmaakmiddel.

Protocol Voeding en hygiëne

Tafelmomenten

Ongeveer 09:30 drinken met cornflakes of crackers

Ongeveer 11:30 5 dagen in de week warme maaltijden, zoals macaroni, lasagne,

stamppot

Ongeveer 15:00 drinken met fruit

Algemene regels bij eten en drinken

• Eten en drinken doen we aan tafel. Er wordt niet gelopen met eten of drinken in de mond

• Handen wassen voor het aan tafel gaan

• We wachten op elkaar met eten

• Zolang er wordt gegeten, blijf iedereen aan tafel zitten

• Kinderen worden niet gedwongen om te eten of drinken, hooguit gestimuleerd

• Er wordt niet gepropt

• We kletsen gezellig tijdens het eten, maar met een lege mond

Fruit(hap)

Kinderen krijgen minimaal eenmaal per dag fruit aangeboden. Voor de oudere kinderen zijn dit

stukjes fruit; appel, banaan, kiwi, mandarijn, peer, peer, meloen etc. Het is de bedoeling dat

kinderen ongeveer 1-2 stukjes fruit eten. Voor de jongere kinderen wordt van de verse fruit een

fruithapje gemaakt die bewaard wordt in de koelkast.

Drinken

Er kunnen grote verschillen zijn in de drinkgewoonten van kinderen: de één vraagt nooit om

drinken en de ander drinkt zoveel dat het ten koste gaat van de eetlust. Het is daarom goed alert

te zijn op een goede verhouding tussen drinken en vast voedsel. Voldoende drinken is een

wezenlijk onderdeel van een gezonde voeding. En wij bieden ook tussen de dag extra

drinkmomenten aan de kinderen.

Bij Kinderdagverblijf De Droomengeltjes drinken kinderen tijdens de vaste tafelmomenten, water,

water met fruit of thee zonder suiker. Bij de ontbijt drinken kinderen melk of water en in overleg

met ouders eventueel iets anders, dit geven ouders dan van thuis mee. Tussendoor wordt water of

fruit water aangeboden.

Tussendoortjes

Iets lekkers tussendoor hoort in een kindermenu. Het is wel de kunst om deze extraatje niet de

overhand te laten krijgen, waardoor de voeding uit balans raakt. Dit geldt voor alle leeftijden,

zowel peuter, kleuter als het oudere kind.

De peuter is vaak een kleine eter en dan kan voor tussendoor beter worden gekozen voor

broodvarianten en fruit, dan voor koek of snoep. Vooral als de hoofdmaaltijden nog klein zijn, is

het belangrijk dat de tussendoortjes ook een bijdrage leveren aan de voorziening met

voedingstoffen.

Geschikte tussendoortjes zijn: fruit, crackers, soepstengel, (volkoren) biscuit, plakje ontbijtkoek.

Page 26: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

26 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Bij Kinderdagverblijf De Droomengeltjes hebben we variatie van bovengenoemde tussendoortjes in

huis. In principe krijgen de kinderen buiten vaste tafelmomenten weinig tussendoortjes

aangeboden. Kinderen die later gehaald worden kunnen rond 17:00 nog een rijstewafels of

soepstengel aangeboden krijgen.

Verjaardag en traktaties

Traktaties horen bij verjaardagen van kinderen! Bij Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

verplichten we ouder(s)/verzorger(s) niet tot een bepaald soort traktaties, maar we kunnen ze wel

helpen met ideeën en tips.

Afwijkende voeding

Het kan zijn dat kinderen bepaalde voedingstoffen niet mogen eten i.v.m. allergieën, cultuur of

godsdienst. Hierbij worden de richtlijnen en wensen van ouder(s)/verzorger(s) gevolgd. Deze zijn

te vinden bij de kind gegevens.

Voorraad

Bij voorraad van voedingsmiddelen is te vinden in de voorraadkast. De voorraad wordt bijgehouden

en aangevuld door de gastvrouw. Wensen kunnen door pedagogisch medewerkers doorgegeven

worden aan de gastvrouw.

Voedingsschema’s

Baby’s en jongere kinderen hebben hun eigen voedingsschema. Bij dit schema worden de wensen

en richtlijnen van ouder(s)/verzorger(s) aangehouden. De schema’s zijn te vinden bij de kind

gegevens.

Zuigelingenvoeding

Zuigelingenvoeding kan bestaan uit borst- of kunstvoeding. Zuigelingenvoeding wordt bij

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes altijd uit een fles gegeven, tenzij moeder op de locatie komt

om te voeden. Ouder(s)/verzorger(s) geven zelf een fles en speen mee.

Borstvoeding

Borstvoeding wordt meegegeven door de ouder. Bij kamertemperatuur (maximaal 25C) kan

borstvoeding maximaal 4 uur bewaard worden. In de koelkast maximaal 2 dagen (temperatuur

maximaal 4C). indien borstvoeding ingevroren wordt, kan deze 6 maanden in de diepvriezer

bewaard worden. Het ontdooien van moedermelk geschiedt bij voorkeur langzaam in de koelkast,

niet in de magnetron. Eenmaal ontdooide voeding moet binnen 24 uur gebruikt worden en mag

niet opnieuw ingevroren worden.

Opwarmen kan in de flessenwarmer of in de magnetron. Bij verwarming in de magnetron

halverwege en na afloop de fles schudden om onnodig verlies van beschermde stoffen te

voorkomen. Moedermelk wordt nooit aangelengd met Nutrilon of andere kunstvoeding.

Kunstvoeding

Kunstvoeding variëren onderling door de verschillende grondstoffen en productiemethodes die door

de diverse fabrikanten gebruik worden. Ondanks dat er verschillende tussen zitten, is de ene soort

niet beter dan de andere.

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes biedt Nutrilon en Hero 1 en 2 aan. We bieden geen

kunstvoeding aan die specifiek is voor zuigelingen met problemen als allergieën of spugen.

Ouder(s)/verzorger(s) die gebruik maken van andere voeding dan Nutrilon of Hero 1 of 2 dienen

dit zelf mee te geven van thuis.

Page 27: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

27 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Het klaarmaken en opwarmen van de flesvoeding

Uitgangspunten:

• Ieder kind heeft een eigen fles en speen

• De plaats waar de flesvoeding wordt klaargemaakt moet strikt gescheiden zijn van de

verschoonplek

• Hygiëne is bij flesvoeding erg belangrijk. Een baby heeft meer kans op dunne ontlasting als

de flessen en spenen niet goed schoon zijn. Ook de spullen waarmee de voeding wordt

klaargemaakt, moeten goed schoon zijn.

• Restjes babyvoeding niet bewaren: melkproducten bederven makkelijk

• Voeg nooit meer voeding toe dan voorgeschreven

• Maak voeding per fles klaar

Stappen:

• Was voor het klaarmaken van een voeding goed de handen met water en zeep.

• Droog de handen met schone, het liefst papieren handdoeken

• Het leidingwater in Nederland is van een goede kwaliteit en staat onder voortdurende

controle. Het kan dan ook goed worden gebruikt voor flesvoeding. Er moet wel altijd

gewerkt worden met leidingwater dat rechtstreeks, koud uit de kraan komt en deze koken

wij en laten het dan weer afkoelen.

• De voeding kan opgewarmd tot lichaamstemperatuur, 37 graden. Dit kan met behulp van

een flessenwarmer of in een maatbeker met heet water. Na gebruik van de flessenwarmer

het water hieruit weggooien.

Opwarmen in de magnetron is ook mogelijk op de volgende wijze:

• Bij voorkeur in de plastic fles

• De fles niet afsluiten, de speen pas na het verwarmen op de fles zetten

• Tijdsduur is afhankelijk van hoeveelheid voeding en vermogen van de magnetron

• Goed omschudden voor gebruik om warmte te verdelen, want de voeding is binnenin de

fles heter dan aan de buitenkant!

• De temperatuur van de voeding altijd controleren. Druppel een beetje voeding op de

binnenkant van de pols of handrug. De voeding dient net zo warm te zijn als de huid

Reinigen van flessen en spenen

• Een nieuwe fles en speen voor het eerste gebruik goed uitkoken. (fles en speen 3 minuten)

tenzij anders op de verpakking staat aangegeven

• Spoel direct na het drinken de fles en speen om met koud water

• Was de fles en speen na elke voeding in een fles en speen koker in de magnetron op

minimaal 9 minuten of maak in heet sop de fles en speen goed schoon met een

flessenborstel

• Zet de fles en speen ondersteboven op een droge, schone doek te drogen

• Spenen het liefst iedere 3 weken vervangen. Flessen vervangen afhankelijk van gebruik en

de staat waarin ze verkeren

Het geven van flesvoeding

• Neem de tijd om de baby rustig en ongestoord te voeden. Al pratend en knuffelend kan

tijden de voeding een band opgebouwd worden met de baby

• Dring de baby nooit voeding op, maar let op de reacties. Als de baby genoeg heeft, zal het

niet meer zuigen, een speen spugen, in slaap vallen of juist onrustig worden

• Wees er alert op dat de speen is aangepast aan de leeftijd en de zuigkracht van de baby

• Houd er bij de keuze van de speen(stand) rekening mee dat de baby ongeveer 15 minuten

drinkt (niet langer dan een half uur)

• Drinkt de baby sneller, dan is de honger gestild, maar zijn zuigbehoefte nog niet bevredigd.

Een fopspeen kan dan geen kwaad

• Let er tijdens het voeden op dat de fles zo gegeven wordt, dat de speen al vol is als die in

het mondje komt. En ook steeds vol blijven tijdens het drinken. Anders zuigt de baby te

veel lucht naar binnen

Page 28: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

28 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

• Hapt de baby toch veel lucht naar binnen dan kan er halverwege even gestopt worden voor

een boertje

Boodschappen en hygiëne

Let bij het kopen of het ontvangen van de boodschappen op de volgende dingen:

• Is de houdbaarheidsdatum niet (bijna) verstreken

• Is de verpakking schoon en niet kapot

• Is de temperatuur van het product goed

• De temperatuur van koude producten, zoals vlees en melk, moeten 7C zijn. Wanneer

boodschappen worden gebracht, moet dit steekproefsgewijs gecontroleerd worden met een

speciale voedselthermometer

• Neem eventueel een koeltas mee bij het boodschappen doen, ga direct na het

boodschappen doen naar de opvanglocatie terug, koude en diepgevroren producten mogen

niet te lang buiten de koelkast/vriezer blijven

• Ruim de boodschappen direct na binnenkomst of na het boodschappen doen op

Bewaren van voedsel

Controleer regelmatig de temperatuur van de koelkast en vriezer. In de koelkast en vriezer moet

een thermometer liggen. Temperatuur koelkast is maximaal 7C, bij voorkeur 4C. temperatuur

van de vriezer is -18C.

Op alle producten moet een houdbaarheidsdatum staan. Wanneer er zelf eten klaar gemaakt wordt

of een verpakking geopend, dan moet de bereidingsdatum of openingsdatum op het product gezet

worden, bijvoorbeeld met een zwarte stift. Verpakkingen omtrent zuivelproducten zijn na opening

maximaal 4 dagen houdbaar. Bewaar zelf ingevroren producten niet langer dan 3 maanden.

Zet producten met de kortste houdbaarheidsdatum vooraan, zodat ze het eerste worden gebruikt

(first in first out)

Zet de magazijn/koelkast/vriezer niet te vol. Bestel niet te veel. Houdt het overzichtelijk

Zorg dat alle verpakkingen goed gesloten zijn. Eten in de koelkast goed afdekken met

huishoudfolie of overdoen in koelkastdozen. Laat geen eten in conservenblikjes staan.

Let op een goede scheiding tussen rauwe en bereide producten: rauwe producten onder in de

koelkast en bereide producten boven in de koelkast zetten om te voorkomen dat bacteriën uit

rauwe producten op bereide producten kunnen druppelen.

Koelkast eenmaal per 2 weken schoon maken. Vriezer eenmaal per 3 maanden ontdooien en

schoonmaken. Voorraadkast viermaal per jaar schoonmaken.

Lunch en hygiëne

Hygiëne

• Was voor het eten klaarmaken goed de handen met water en (vloeibare)zeep

• Zorg voor schone materialen. Zorg dat de etenstafel goed schoon is

• Voorkom over en weer besmetting van bacteriën (kruisbesmetting)

• Etensresten worden in een gesloten zak bewaard en kruimels worden opgeruimd.

• Afval wordt in een gesloten container opgeborgen

Temperatuur

• Haal de producten zo kort mogelijk van tevoren uit de koeling

• Zet alle producten op tafel. Maak de porties niet te groot

• Gebruik voor het pakken van kaas of vlees een schone vork die alleen daarvoor gebruikt

wordt. Gebruik voor smeerbaar beleg een schoon mes

• Melkproducten niet te lang op tafel laten staan (maximaal een half uur buiten de koeling)

• Meer over hygiëne en voeding vindt je in de voeding beleid

Page 29: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

29 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Voeding van thuis

Zet koele producten (bijvoorbeeld melk, melkproducten, brood met kaas en/of vleeswaren) direct

na binnenkomst in de koelkast

Opruimen en afwassen

Zet eten en drinken dat koel bewaard moet worden na gebruik terug in de koelkast

Alle gebruikte materialen (pannen, messen, etc.) direct na het eten in de afwasmachine zetten

(indien aanwezig), anders aan een zijde van het aanrecht neerzetten

Verwijder etensrestjes van de borden, eventueel voorspoelen met handwarm water

Afwas met de hand: afwassen in een heet sopje met een afwasborstel (geen sponsje) afdrogen

met een schone theedoek, schone vaat opruimen en afwasborstel na gebruik schoonmaken en

drogen. Theedoeken en vaatdoekje na gebruik in de was.

Machinale afwas: afwasmachine vullen (niet te vol zetten en zo indelen dat nergens water in kan

blijven staan) afwasmachine instellen op minimaal 60C, na afloop de schone vaat uit laten

dampen en opruimen. Afwasmachine na gebruik schoonmaken.

Schoonmaken van de keuken

Maak de keuken schoon volgens het schoonmaakschema (zie schoonmaakschema)

Protocol hygiëne in en om de gebouwen

Risico-inventarisatie

Jaarlijks wordt, door de directie, een inventarisatie gezondheid gemaakt. We gaan dan na welke

mogelijke gevaren er op het gebied van hygiëne voor een kind in een ruimte zijn. We maken

afspraken met elkaar om de kans dat er iets mis gaat zo klein mogelijk te maken.

Schoonmaak

Er wordt schoongemaakt op onze locatie volgens de schoonmaakschema’s voor leidsters en de

schema voor de gastvrouw. Er wordt zoveel mogelijk schoongemaakt wanneer kinderen niet

aanwezig zijn in de ruimtes. Dagelijks wordt er gedweild en gestofzuigd. Zichtbaar verontreinigd

ruimte/ plek wordt direct schoongemaakt.

Om stof te vermijden is zoveel mogelijk gekozen voor meubilair op poten waartussen het

gemakkelijk schoonmaken is, of voor constructies die op de vloer aansluiten. Bij de inrichting is

zoveel mogelijk gelet op de mogelijkheden tot stofnesten.

Handdoeken en vaatdoeken worden minimaal 2 keer per dag vervangen en een dweil word 1 x per

week gewassen in de wasmachine op 60C. Daarnaast worden zij vervangen bij zichtbare

verontreiniging en na vieze klusjes.

Speelmateriaal

Ook het speelmateriaal wordt schoongemaakt volgens het schoonmaakschema. Verder nemen wij

maatregelen om zo hygiënisch mogelijk met speelgoed om te kunnen gaan:

• Speelgoed dat niet in gebruik is, word(en) opgeborgen

• Zichtbaar verontreiniging speelgoed wordt meteen schoongemaakt

• Speelgoed dat uitnodigt om in de mond te nemen (bijvoorbeeld een plastic boterham)

wordt dagelijks schoongemaakt

• Babyspeelgoed wordt dagelijks schoongemaakt

• Beschadigde speelgoed wordt direct weggegooid

• Speelgoed voor binnen en buiten wordt gescheiden gehouden

Page 30: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

30 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

• Stoffen speelgoed en verkleedmateriaal moet op 60C-gewassen kunnen worden en wordt

maandelijks gewassen (of na zichtbare verontreiniging en na contact met ziektekiemen)

• Bij sprake van zieke kinderen, knuffels en verkleedkleding worden gelijk gewassen.

Zandbakken

Ligging

Zandbakken liggen niet in een donkere hoek of op een vochtig plaats. Het zand blijft dan vochtig

waardoor de kinderen er niet in kunne spelen en er meer groei van micro-organismen is.

Afdekken van de zandbakken

De zandbak moet afgeschermd kunnen worden met een fijnmazig net of gaas om te voorkomen

dat honden en katten het zand bevuilen met uitwerpselen. Het net moet strak gespannen zijn

zodat het niet op het zand ligt. Let erop dat de haken waar het net aan vastzit op een zodanige

plaats zitten dat de kinderen zich er niet aan kunnen bezeren. Naast vervuiling door honden- en

kattenpoep heb je meer soorten vervuiling zoals glas, sigarettenpeuken, bladeren, planten,

schimmels, etc. De zandbakken worden voor gebruik gecontroleerd op verontreiniging en zonodig

wordt dit eerst verwijderd. Zon, regen en wind zorgen voor een natuurlijke reiniging van het zand.

Geschikt zand

• Meestal wordt duinzand of bergzand gebruikt als meest ideale zand om mee te spelen

• Het zand moet goed vormbaar zijn bij een zekere mate van vochtigheid

• Het zand mag niet geel afgeven aan handen en kleren

Verversen van het zand

Het zand moet minimaal eenmaal per jaar ververst of gestoomd worden, bij voorkeur voor het

begin van het speelseizoen.

Extra maatregelen

• niet eten en drinken in de zandbak

• kleding uitkloppen na het spelen in de zandbak

• apart speelgoed voor de buitenzandbak. Speelgoed niet in de zandbak laten liggen, maar

na het spelen opbergen in de berging ruimte binnen. Buitenspeelgoed viermaal per jaar

schoonmaken

• na spelen in de zandbak handen wassen

Zwembadjes

Bij hoge temperaturen kunnen de zwembadjes opgezet worden. Om hierbij zo hygiënisch mogelijk

te werk te gaan, worden de volgende maatregelen genomen:

• het water wordt dagelijks verschoond

• bij tussentijdse vervuiling wordt het water ook verschoond

• kinderen mogen niet eten of drinken in het badje

• badjes worden droog opgeruimd

Allergenen en huisstofmijten

Kinderen kunnen in aanraking komen met allergenen of huisstofmijten via de stoffering en

aankleding van de gebouwen. Maar ook via verkleedkleren, knuffels en ander speelmateriaal van

stof. Om de kans hierop zo klein mogelijk te maken, hebben wij de volgende maatregelen

genomen:

• stoffen speelgoed en verkleedmateriaal moet op 60C gewassen kunnen worden en wordt

maandelijks gewassen (of na zichtbare verontreiniging en na contact met ziektekiemen)

• de stoffering van ruimte met tapijt en vloerkleden is zoveel mogelijk beperkt

• losse vloerkleding zijn kortpolig

• vloerkleding wordt volgens de schoonmaakschema gewassen

• tijdens het opmaken van de bedden zijn de kinderen niet aanwezig in de slaapkamerruimte

en de slaapkamerdeuren zijn open

Page 31: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

31 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

• de wasgoed wordt opgevouwen door de gastvrouw (in de keuken of tijdens een rustige

moment bv. als kinderen slapen ) dan in de groep

Planten

Om allergische reacties te voorkomen, worden binnen zo min mogelijk planten neergezet. Indien er

planten neergezet worden, wordt gekozen voor planten die allergeen arm zijn en geen planten met

harige bladeren. Voor de buitenbeplanting is zoveel mogelijk gekozen voor planten die zo min

mogelijk allergeen stuifmeel verspreiden. Drogen bloemen (knutselwerkjes) worden binnen 1

maand verwijderd.

Plantbak wordt jaarlijks gereinigd.

Schadelijke stoffen

Om kinderen zo min mogelijk met schadelijke stoffen in aanraking te laten komen, zijn de volgende

maatregelen genomen:

• er worden geen spuitbussen (verf, haarlaken luchtverfrissers) in ruimtes met kinderen

gebruikt

• we gebruiken lijn op waterbasis

• er wordt geen gebruik gemaakt van wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere

chemicaliën met oplosmiddelen waar kinderen bij zijn

• er wordt geen verf, vlekkenwater of boenwas gebruikt, want die kunnen veel vluchtige

stoffen afgeven

• er worden geen sterk geurende producten/planten gebruikt

• op de buitenspeelplaats worden geen schadelijke bestrijdingsmiddelen gebruikt

• bij vermoeden van chemisch vervuilde grond of verontreinigde buitenlucht wordt het op de

hoogte gebracht en eventueel een deskundige ingeschakeld.

• CO2 wordt dagelijks gemeten in alle speel/slaap ruimte

Schoenen en sloffen

Omdat er op de opvanglocatie kinderen op de grond kruipen en spelen, doen de kinderen hun

schoenen uit (liefst sloffen aan) en de volwassenen die binnen komen in de groepen doen

overschoenen aan. De werknemers dragen binnen schoenen.

Ventileren

Waarom ventileren

Als er een infectieziekte in het kindercentrum heerst, probeer er dan voor te zorgen dat er niet

meer kinderen geïnfecteerd raken. Een maatregel die genomen kan worden, is te zorgen voor

frisse goed geventileerde ruimten. Als er bijvoorbeeld kinkhoest heerst dan verspreidt deze

bacterie zich via kleine, in de lucht zwevende vochtdruppeltjes die afkomstig zijn uit de neus en

mond van het zieke kind. Hoe meer er gehoest wordt, hoe hoger het aantal bacteriën in de lucht.

Door gebruikte lucht met bacteriën af te voeren naar buiten en in plaats daarvan verse lucht naar

binnen te laten, wordt het aantal bacteriën binnen verlaagd, waardoor de kans op besmetting van

de andere kinderen afneemt. Daarnaast is ventilatie ook belangrijk voor het afvoeren van

hinderijke geuren en anderszins schadelijke stoffen. Voor mensen met luchtwegproblemen is

ventilatie extra belangrijk. Tenslotte is ventilatie belangrijk bij oplopende temperaturen en bij veel

activiteit/bewegingsspel.

Hoe zelf ventileren

➢ als er ventilatieroosters in de ruimte aanwezig zijn, zorg dan dat deze altijd open staan en

goed schoon zijn. Roosters stoffen of roesten naar verloop van tijd vaak dicht. Open

ventilatieroosters alleen geven echter te weinig luchtverversing en moeten daarom altijd

gebruikt worden in combinatie met andere ventilatiemethoden

➢ pas zo mogelijk dwarsventilatie toe. Dit is het openzetten van twee tegenover elkaar

gelegen ventilatieopeningen. Openingen kunnen bijvoorbeeld ramen, brede spleten onder

deuren of roosters zijn. Let er wel op dat er geen tocht ontstaat. Tocht kun je voorkomen

door hooggeplaatste ventilatieopeningen te kiezen, zoals een bovenlicht bij een raam.

Page 32: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

32 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

➢ Lucht de ruimte als er geen of weinig kinderen zijn, bijvoorbeeld tijden het buitenspelen en

slapen. Luchten is het gedurende ongeveer 5 minuten helemaal openzetten van buitendeur

en/of ramen. Hierdoor wordt alle lucht in de gehele ruimte ververst terwijl de temperatuur

redelijk contact blijft. In de meeste gevallen is de temperatuur binnen 10 minuten weer op

peil

➢ Langer luchten dan 5 minuten heeft geen zin omdat de lucht al helemaal ververst is. Het

kan alleen nog een negatief effect hebben op de temperatuur.

➢ Dagelijks CO2 meter in de gaten houden, noteren en actie ondernemen indien het nodig is

➢ Bij het sprake van droge lucht zetten wij schone natte doeken over de verwarming

➢ Airco aanzetten tijdens het warme dagen tussen de 07.00-08.30 in alle ruimte

➢ Airco aanzetten tijdens het buiten spelen

➢ Airco aanzetten als kinderen aan het slapen zijn en groep leeg is

➢ Tijdens het slapen moet de airco uit in de slaapkamers

Legionella

Wat is legionella

Legionella is de naam van een bacterie die een ernstige vorm van longontsteking kan veroorzaken.

Deze bacterie bevindt zich in kleine aantallen in de grond, in oppervlaktewater en ook in

drinkwater. Dit is op zich geen probleem. Legionella gaat pas een probleem vormen als de bacterie

de kans krijgt om zich te vermenigvuldigen. Dit gebeurt in water met een temperatuur tussen de

25 en 55C. als vervolgens dit met grote aantallen legionellabacteriën besmette water wordt

verneveld (bijvoorbeeld in een douche) en ingeademd kan dit tot ernstige longontsteking leiden.

Legionella preventie

Bij temperaturen boven de 60C wordt de bacterie gedood. De legionellabacterie kan zich

vermenigvuldigen in een warmwatertoestel met een voorraadvat, zoals boilers en bepaalde typen

combiketels, waarin de temperatuur te laag is afgesteld. De temperatuur moet minimaal op 60C

zijn afgesteld. Houdt te allen tijde rekening met de veiligheid van de kinderen. De temperatuur van

het water dat uit de kraan komt mag nooit hoger zijn dan 40C. dit kan betekenen dat er extra

aanpassingen aan het watersysteem nodig zijn zoals thermostaatkranen.

Maatregelen:

➢ Let erop dat het water dat uit de kraan komt niet te heet is!

➢ Douches die weinig gebruikt worden voor gebruik 10 minuten doorspoelen, bij voorkeur

met zo warm mogelijk water. Tijdens het doorspoelen moet er goed geventileerd worden.

➢ Na het weekend de kranen voor het gebruik 5 minuten laten stromen, tijdens het

doorspoelen moet er goed geventileerd worden.

➢ In een brandslang kan water blijven staan, gebruik deze daarom liefst alleen bij brand.

Indien de brandslag toch voor een ander doel gebruikt wordt deze eerst 10 minuten

doorspoelen. Tijdens het doorspoelen moet er goed geventileerd worden

➢ Waterbakjes aan radiatoren vormen geen gevaar voor een legionellabesmetting

➢ Het gebruik van waterbakjes wordt echter afgeraden in verband met andere bacteriegroei

➢ Bij een warmwatertoestel moet de temperatuur afgesteld worden op minimaal 60 graden

Huisdieren en ongedierte

Ook via dieren en ongedierte kunnen micro-organismen zich verspreiden. Naast het overbrengen

van ziekten kunnen dieren ook andere problemen veroorzaken (bijvoorbeeld muggen- en

wespensteken) Ook zijn veel kinderen allergisch voor dieren.

Huisdieren

Om overdracht van micro-organismen en allergische reacties bij kinderen te voorkomen mogen er

in het kinderdagverblijf geen husdieren worden gehouden. De enige uitzondering hierop zijn vissen,

mits het water goed wordt schoongehouden. In het water kunnen namelijk allerlei micro-

organismen groeien, in het bijzonder schimmels.

Page 33: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

33 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Teken

Teken zijn kleine spinachtige beestjes die vooral in bomen en struiken zitten. Ze variëren in grootte

van een halve tot enkele millimeter. Ze worden zelden groter dan een centimeter. Teken zijn

parasieten. Ze leven van bloed dat ze opzuigen bij mensen en dieren. Sommige teken zijn besmet

met een bacterie, die via een beet kan worden overgebracht op mensen. Op deze manier kan men

de ziekte van Lyme oplopen.

Om het risico op een teek te verminderen; wijk zo min mogelijk van de wandelpaden af en vermijd

contact met struikgewas en hoog gras. Zorg ervoor dat alle lichaamsdelen bedekt zijn. Controleer

na verblijf in de natuur de huid op de aanwezigheid van teken. Indien een teek gevonden wordt,

moet deze altijd verwijderd worden m.b.v. een speciale tekentang.

Vliegen

Vliegen zijn vooral een probleem in de keuken. Vliegen kunnen micro-organismen meebrengen op

de pootjes en deze overbrengen op eten wanneer ze daarop zitten, wees hier alert op. Wanneer er

veel vliegen zijn, overleg dan of er eventueel maatregelen genomen moeten worden. (te denken

valt aan horren, vliegenlampen, kleefstrips, etc.)

Wespen/bijen

Wespen en bijen veroorzaken nare steken. Controleer vooral de slaapruimten op wespen/bijen.

Wanneer er in de binnenruimte wespen of bijen zijn, dienen deze z.s.m. verjaagd te worden. Laat

kinderen niet buiten eten of drinken (ook geen ijsjes) controleer de kinderen voor het naar buiten

gaan op plakkerige handen en monden. Wanneer er veel wespen/bijen zijn, controleer op een

eventueel nest en schakel dan de ongediertebestrijding in.

Wanneer een kind gestoken is direct de angel verwijderen met een pincet en het gif uitzuigen met

een speciaal spuitje (verkrijgbaar bij de apotheek). Bij een wespensteek helpt het om azijn op het

wondje te deppen. Bij een bijensteek help het om verdunde ammoniak op het wondje te deppen.

Daarna eventueel een ijsblokje op het wondje leggen ter verkoeling. Er zijn ook verkoelende stiften

verkrijgbaar bij de apotheek. Sommige kinderen kunnen allergisch reageren op een wespen- of

bijensteek. Weest hier alert op.

Mieren

Om mieren te voorkomen moeten de ruimten goed zijn schoongemaakt. Zorg dat eten resten goed

verpakt en afgedekt zijn. Bij extreme overlast het mierenhol opzoeken en overgieten met heet

water en sop. Bij gebruik van mierenlokdoosjes erop letten dat deze altijd buiten bereik van

kinderen moeten zijn.

Zilvervisjes

Zilvervisjes houden van vochtige, donkere ruimten. Ze voeden zich met zetmeel houdende

producten en gedijen goed bij kamertemperatuur. Vaak zie je ze onder in aanrechtkastjes in

douches, etc. de enige remedie tegen zilvervisjes is de ruimte goed schoon en drooghouden. Zorg

voor voldoende ventilatie. De zilvervisjes doen overigens geen kwaad.

Muggen

Muggen veroorzaken nare steken. Controleer vooral de slaapruimte op muggen, smeer kinderen

eventueel- na overleg met de ouder/verzorger- in met anti-muggenmelk, dit is bij de apotheek of

drogist verkrijgbaar. Wanneer je kiest voor een muggenmelk meet deet als werkzaam bestanddeel

dan mag dit maximaal een 30% concentratie zijn.

Wanneer een kind gestoken is eventueel het gif uitzuigen met een speciaal spuitje en een

verzachtende crème aanbrengen (beide verkrijgbaar bij de apotheek)

Page 34: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

34 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

Muizen

Muizen kunnen micro-organismen verspreiden, voedselvoorraden bevuilen met uitwerpselen en

urine en knaagschade aanbrengen aan diverse producten en materialen. Muizen zijn alleseters,

maar kunnen lange tijd zonder drinken overleven. Om muizen te voorkomen, zorg dat

ventilatieopeningen maximaal 0,5cm breed zijn. Gaten en kieren in muren en wanden goed

dichten. Zorg dat er geen voedselresten achterblijven. Maak na afloop van het eten zorgvuldig

schoon. Leeg dagelijks de vuilniszakken.

THEMA’S UITGELICHT 7.1.Voorkomen van grensoverschrijdend gedrag

Hieronder beschrijven wij de maatregelen die wij hebben genomen met betrekking tot het risico

van grensoverschrijdend gedrag. In dit beleid staat hoe het risico op grensoverschrijdend gedrag

door zowel aanwezige volwassenen als kinderen zo veel als mogelijk wordt beperkt.

➢ Alle medewerkers hebben een VOG verklaring

➢ Het vierogen principe

- medewerkers kennen het vier ogen principe beleid

- het vier ogen principe wordt nageleefd

➢ er is een meldcode huiselijk geweld en stappen wat te doen bij kindermishandeling

➢ Wij hebben als afspraak dat een leidster een kind nooit op de mond kust. Op de bol mag

wel.

➢ Daarnaast is ieder kinderverblijf door de overheid verplicht om dit onderdeel met ingang

van 1 januari 2018 op te nemen.

➢ Open cultuur waarbij we elkaar durven aan te spreken Wij vinden het belangrijk dat we bij

(een vermoeden van) grensoverschrijdend gedrag elkaar hierop durven aan te spreken en

dit bespreekbaar maken met de leidinggevende.

➢ Tijdens iedere teamvergadering is het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag (van

kinderen en volwassenen) een vast onderdeel op de agenda.

➢ Medewerkers op de groep weten van elkaar altijd waar zij zijn. De medewerkers die samen

op een groep kinderen staan, weten van elkaar waar zij zijn en wat zij doen. We

communiceren veel met elkaar.

Kinderen en grensoverschrijdend gedrag

Een onderdeel van het pedagogisch beleid is het leren omgaan met waarden en normen. Rekening

houden met elkaar en weten wat wel en niet toelaatbaar is, voor volwassenen en kinderen, vormen

hierbij belangrijke aspecten. We doen er alles aan om kinderen mondig te maken en leren ze aan

te geven als zij bepaald gedrag niet wenselijk vinden. Ook leren wij ze welk (eigen) gedrag gepast

en ongepast is. Wij dragen de volgende waarden en normen over op de kinderen

➢ Respect voor elkaar hebben en hierbij zelf het goede voorbeeld geven

➢ Respect te hebben voor de dieren en de natuur.

➢ Open te zijn en verschillen te benoemen.

Grensoverschrijdend gedrag door beroepskrachten

Op de dagopvang vormt het 4 ogenprincipe een belangrijk onderdeel van het beperken van het

risico op grensoverschrijdend gedrag. Bij de BSO hanteren wij ook de 4 ogen principe ondanks dat

dit bij wet niet nodig is. Doel van dit principe is dat het risico op misbruik van kinderen wordt

beperkt, en wel door te voorkomen dat volwassenen zich binnen een kinderdagverblijf of een

peuterspeelzaal gedurende langere tijd ongehoord of ongezien kunnen terugtrekken met een kind.

7.2. Het vier-ogen-principe

Het vier-ogen-principe is een wettelijke regeling gericht op het veiliger maken van de

kinderopvang.

Het vier-ogen-principe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren

met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan. Zolang maar

op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. De

Page 35: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

35 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

opvang moet zodanig zijn georganiseerd dat vooraf invulling wordt gegeven aan het vier-ogen-

principe, rekening houdend met momenten waarop een beroepskracht (mogelijk) alleen staat op

de groep.

Op Kinderdagverblijf De Droomengeltjes wordt zorgvuldig gewerkt aan toepassing van het vier-

ogen-principe:

➢ Op onze locatie zijn op ieder moment van de dag minimaal twee medewerkers aanwezig.

Aan de randen van de dag wordt daar waar mogelijk met minimaal twee personen geopend

of afgesloten.

➢ Het management komt regelmatig alle groepen binnen om even iets door te geven, af te

geven, op te halen of na te vragen.

➢ Tevens hebben wij ook een gastvrouw die eveneens aanwezig is ter ondersteuning van alle

groepen.

➢ Op elke groepen, speelhal, gangen en buitenspeelplaats hebben wij camerabewaking

hangen, waardoor er op kantoor meegekeken kan worden op de groepen.

➢ Tevens heeft ons locatie veel transparante oppervlakten, zodat de groepen overzichtelijk

zijn.

➢ Alle deuren van de slaapruimtes hebben glas en zijn goed inzichtelijk vanuit de groep.

➢ Op het moment dat een baby op een slaapkamer naar bed wordt gebracht en in bed ligt

gebruiken we een babyfoon, die op de groep of buiten door de andere pedagogisch

medewerkster hoorbaar is.

➢ Wanneer er één pedagogisch medewerker een kind naar de slaapkamer brengt om op bed

te worden gelegd, blijft de slaapkamerdeur open.

➢ In de pauzes van een pedagogisch medewerkster blijft er minimaal 1 pedagogisch

medewerker op de groep met open deur.

➢ Een pedagogisch medewerkster is soms alleen buiten met een klein groepje kinderen. Van

binnenuit is de speelplaats overzichtelijk en houdt degenen die binnen zijn mede toezicht

op het buitenspelen.

➢ Omdat wij een kleinschalig kinderdagverblijf zijn, hebben wij vaak halve groepen op een

dag en dan hanteren wij een open deurbeleid.

➢ Binnen ons kinderdagverblijf maken we werk van een open en professioneel werkklimaat,

zodat de drempel om elkaar voor bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is.

Dit betekent ook, dat we regelmatig op een teambespreking elkaar feedback geven en

ontvangen van feedback.

➢ Wij hanteren een strenge werving- en selectieprocedure, waarin wij zowel meerdere

referenties opvragen als ook goed naar ons onderbuik gevoel luisteren. Ook worden

sollicitanten door meerdere medewerkers (zowel directie als pedagogisch medewerksters)

gesproken en draaien zij kort onder begeleiding op de groep mee. In de eerste weken zal

een nieuwe kracht nooit alleen op de groep staan.

➢ Van al onze pedagogisch medewerksters, invalkrachten, de managementleden hebben wij

een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) in ons bezit.

Al deze maatregelen en afspraken verkleinen de risico’s in de kinderopvang en hebben als doel om

de kinderen in een beschermde en veilige omgeving op te vangen. Wij beseffen ons dat ondanks

alle maatregelen uitsluiten van risico’s helaas niet mogelijk is. Alertheid bij alle medewerkers en

betrokkenen blijft te allen tijde van groot belang.

7.3. Achterwachtregeling

Ons kinderdagverblijf maakt gebruik van een achterwacht. Een achterwacht is iemand die in geval

van nood te allen tijde ingeschakeld kan worden. Wij openen en sluiten altijd met minimaal 2

personen van waar er altijd een is met EHBO certificaat.. Een achterwacht moet duidelijk geregeld

zijn, zodat een pedagogisch medewerker hierop terug kan vallen in geval van calamiteiten binnen

kinderdagverblijf De Droomengeltjes. Tijdens kantooruren is één van deze personen altijd

aanwezig. Na kantooruren is onze PM-er Sevgi Parlak altijd in de mogelijkheid om binnen 5-10

minuten bij het kinderdagverblijf te zijn. De personen die als achterwacht is, zijn allemaal in het

bezit van een kinder-EHBO diploma en een BHV diploma en op de hoogte van het calamiteitenplan.

Page 36: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

36 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

7.4. Veiligheid en privacy

Een belangrijk onderdeel binnen ons veiligheidsbeleid is het op een goede manier omgaan met en

het respecteren van de privacy van kinderen, ouders en medewerkers:

➢ Afbeeldingen of filmbeelden van kinderen worden nooit zonder toestemming van ouders /

verzorgers met buitenstaanders gedeeld, ook niet via het internet. Aan de ouders wordt

hiervoor toestemming gevraagd middels het toestemmingsformulier bij intake. Bij het

maken van foto’s wordt er rekening gehouden dat kinderen minimaal een hemd en

onderbroek of romper aanhebben. Er worden nooit naaktfoto’s of foto’s in alleen

onderbroek gemaakt en verstuurt.

➢ We doen er alles aan om een roddelcultuur te voorkomen en spreken elkaar hierop aan op

het moment dat dit toch plaatsvindt

➢ Wij verstrekken geen persoonlijke informatie aan andere ouders of derden zonder dat de

betreffende persoon hier toestemming voor heeft gegeven of dat hier echt noodzaak voor

is

BRANDVEILIGHEID/EHBO

Hieronder beschrijven wij naast de algemene risico’s en de veiligheidsrisico’s, de maatregelen die

wij hebben genomen met betrekking tot de brandveiligheid van het kinderdagverblijf.

➢ Uiteraard doen wij er alles aan om een brand te voorkomen. Zo maken wij geen gebruik

van onder andere kaarsen of snel ontbrandbare materialen

➢ Decoratiemateriaal of knutsels van kinderen zijn zoveel mogelijk aan de zijkanten (muren)

van het verblijf bevestigd of geïmpregneerd / brandvertragend gemaakt

➢ Alle aanwezige brandblusmiddelen en installaties worden conform de wettelijk eis periodiek

gecontroleerd en gekeurd

➢ Minimaal 4 maal per jaar organiseren wij een ontruimingsoefening zodat medewerkers en

kinderen weten wat zij moeten doen bij een (indicatie) van brand

➢ Op de locatie is er altijd een medewerker aanwezig die in het bezit is van een geldig

Kinder-EHBO en BHV certificaat

➢ Gangpaden en nooduitgangen zijn altijd goed doorgaan baar. Eventuele obstakels worden

direct verwijderd

➢ Mocht er toch een ongelukje of incident gebeuren, dan is er altijd een (volwassen)

medewerker binnen het kinderdagverblijf/BSO aanwezig die beschikt over een geldig kinder

EHBO certificaat dat erkend is

BELEIDSCYCLUS Onze beleidscyclus starten wij met een uitgebreide risico-inventarisatie. Op basis van de uitkomst

van de risico-inventarisatie maken wij een actieplan en een jaarplan op. De voorgang van beide plannen wordt regelmatig geëvalueerd tijdens het teamoverleg. Op basis van evaluaties wordt het beleidsplan Veiligheid en gezondheid bijgesteld. En bij veranderingen van situatie gelijk aangepast 9.1. Welke maatregelen worden genomen? De risico-inventarisatie geven de inzicht in de huidige stand van zaken ten aangezien van veiligheid en gezondheid. Na aanleiding van inventarisatie worden er actiepunten op de agenda gezet met als

doel kwaliteit van de opvang te verbeteren. 9.2. Hoe worden maatregelen geëvalueerd? Om te bepalen of de acties en maatregels hebben geleid dat er een veilige en gezonden opvang

kan worden geboden, evalueren wij per kwartaal de maatregels tijdens onze team overleg. indien die maatregel een positief effect heeft gehad, wordt het veiligheid -gezondheid beleid aangepast.

Page 37: Veiligheid en gezondheid beleid · Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018 Kinderen leren om te gaan met kleine risico’s Wij leren kinderen actief om te gaan met (kleine)

Kinderdagverblijf De Droomengeltjes

37 Veiligheid en gezondheid beleid versie april 2018

COMMUNICATIE EN AFSTEMMING INTERN/EXTERN Wij vinden het belangrijk dat iedereen binnen onze locatie op de hoogte is van het veiligheid en gezondheidsbeleid. Ook stagiaires worden op de hoogte gebracht van dit beleid. Wij zorgen voor een uitgebreide introductie van ons beleid, daarnaast is het beleid op een herkenbare plek inzichtelijk voor nieuwe medewerkers. Zo zijn alle aanwezige personen in staat om te handelen volgens onze afspraken. Tijdens ons teamoverleg is het bespreken van het veiligheid en

gezondheidsbeleid een vast agendapunt, zodat de cyclus blijft bestaan en we bijstellen waar dit nodig is. Een samenvatting hiervan wordt daarnaast ook opgenomen in de notulen van deze overleggen. Tijdens een rondleiding en/of het intake gesprek informeren we ouders over het veiligheid en gezondheidsbeleid. Via onze nieuwsbrieven en de notulen van de oudercommissie worden ouders op de hoogte gehouden van de voortgang en cyclus van het beleid.