ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces...

58
29 maart 2017 Omnisport Apeldoorn KVLO - Goed leren bewegen - 2017 ABSTRACTBOEK

Transcript of ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces...

Page 1: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

29 maart 2017 Omnisport Apeldoorn

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

ABSTRACTBOEK

Page 2: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Colofon

KVLO - Dag voor LO - 2017

DAG VOOR LO 2017ABSTRACTBOEK

KVLO - KONINKLIJKE VERENIGING VOOR LICHAMELIJKE OPVOEDINGMAART 2017

POSTBUS 398, 3700 AJ ZEIST

VORMGEVING:

Page 3: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Inhoud

Colofon 2 .............................................................................................................................................................

Voorwoord | ’Goed leren bewegen: basis voor een leven lang bewegen’ 4 .........................................

Keynote | Goed leren bewegen - met dagelijkse school acHviteiten voor een gezonde leefsHjl 5

Keynote | Leren: tussen ExperHse en InnovaHe 7 .....................................................................................

Themasessie | Kinderen met een beperking, hoe leren ze bewegen en hoe help je ze daarbij? 9 .

Themasessie | Evalueren om te Leren: moHverend beoordelen bij lichamelijke opvoeding 10 ......

Themasessie | SHmuleren AcHeve LeefsHjl op school: Bewegen met de SALVO-aanpak 12 ..........

Themasessie | Smart moves: jongleren en rekenen in het klaslokaal 14 .............................................

Themasessie | Waarderen en rapporteren in 'verantwoord' bewegingsonderwijs 15 .......................

Themasessie | PrakHjkgericht onderzoek binnen het lectoraat Bewegen, School & Sport 16 ........

Themasessie | Het meten van motorische vaardigheden met het AS-beweegparcours 18 .............

Themesessie | De bijdrage van Lichamelijke Opvoeding in de bijdrage van een fysiek acHeve levenssHjl: evidenHe en strategieën 21 ........................................................................................................

Themasessie | De combinaHefuncHonaris sport-onderwijs: wat zijn de factoren voor een succesvolle inzet? 22 ........................................................................................................................................

Themasessie | Op weg naar systemaHsch bijdragen aan de persoons- en sociale vorming in en door bewegingsonderwijs 23 .........................................................................................................................

Themasessie | Freesport in het curriculum van de toekomst 26 ...........................................................

Themasessie | De gouden kansen van het bewegingsonderwijs 27 ......................................................

Themasessie | Samen basketballen, is basketballen met teamafspraken? 29 ......................................

Themasessie | De relaHe bewegen en cogniHe, zowel in de gymles als daarbuiten 31 ....................

PresentaHe | BalanSAR; beter leren balanceren met behulp van augmented reality 33 ...................

PresentaHe | Hoezo derde uur? Hoezo vakleerkrachten? We doen toch al genoeg? 34 ..................

PresentaHe | Leerlingvolgsystemen en formaHef toetsen: een goede match? 35 ..............................

PresentaHe | Door meer bewegen sterkere bocen? 36 ...........................................................................

PresentaHe | Goed bewegen; wat is goed genoeg? 38 .............................................................................

PresentaHe | Leren kogelstoten in de gymles met zelfgestuurde videofeedback 40 .........................

PresentaHe | MulHmedia en peer assessment in het zwemonderwijs 42 ............................................

PresentaHe | Goalkeeper! Het toepassen van zelfregulaHe in de gymles en mentorles 43 .............

PresentaHe | Schoolzwemmen, waar gaat het naar toe? 45 ..................................................................

PresentaHe | Het bewegingsonderwijs op prakHjkscholen 47 ..............................................................

PresentaHe | Motorische vaardigheden en zelf-ervaren motorische competenHe; relaHes en interacterende variabelen 48 ..........................................................................................................................

PresentaHe | Sport en Bewegingsonderwijs (SBO) Hjdens de ramadan 50 .........................................

PresentaHe | Jeugdartsen en Gymleerkrachten samen aan de slag! 52 ................................................

AlfabeHsch overzicht abstracts 54................................................................................................................

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 4: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Voorwoord | ’Goed leren bewegen: basis voor een leven lang bewegen’

Voor het eerst vindt dit jaar een Dag voor LO plaats. De KVLO wil met deze dag de uitwisseling bevorderen tussen de onderwijsprakHjk en onderzoek naar het bewegingsonderwijs in Nederland.

Het abstractboek geej in het kort een beschrijving van het onderzoek dat op de Dag voor LO wordt gepresenteerd en daarmee van het palet aan onderzoeksacHviteiten anno 2017 naar het bewegingsonderwijs en sport op school.

Het iniHaHef voor de Dag voor LO past in de ontwikkeling van de KVLO als kenniscentrum op het gebied van Goed leren bewegen. De KVLO prijst zich gelukkig dat de acHeve hogescholen – sinds kort verenigd in een NWO Plalorm Sport en Bewegen – hun medewerking aan deze dag verlenen. Het is een uiHng van de gevoelde noodzaak tot afstemming en krachtenbundeling in de kennisontwikkeling voor het vak. Een noodzaak die ook doorklinkt in verschillende kennisagenda’s die recent zijn verschenen op het terrein van bewegen en sport, zoals de NaHonale Kennisagenda Sport en Bewegen - Van traplopen tot podium. Daarin wordt het belang van bewegingsonderwijs als onderzoeksterrein onderstreept. Bewegingsonderwijs dat een basis legt voor de competenHes waardoor jongeren leren en blijven (parHciperen in) sporten en bewegen en zo bijdraagt aan een vitale samenleving waarin een acHeve levenssHjl vanzelfsprekend is. Deze actuele kennisagenda sluit aan op de thema’s die als prioriteit zijn aangemerkt in de KVLO Kennisagenda Goed leren bewegen 2015-2020: het leggen van een accent op verdiepend onderzoek naar de leeropbrengst van het vak lichamelijke opvoeding, het volgbaar maken daarvan (onder meer via leerlingvolgsystemen) en het vaststellen van de bepalende factoren voor resultaatgericht vakonderwijs. De KVLO wil de kennisbasis voor professionals die zich op en rond scholen bezighouden met goed leren bewegen verbeteren. Zij ondersteunt het proces van groeiende belangstelling voor de kennisontwikkeling voor en onderzoek naar het bewegingsonderwijs van harte. Onder meer door het iniHaHef tot een bijzondere leerstoel aan de Universiteit Utrecht die op inspirerende wijze door KrisHne De Martelaer wordt ingevuld. Om te bevorderen dat de verworven inzichten ook in de prakHjk terechtkomen is zij als valorisaHepartner bij onderzoek betrokken en biedt zij ruimte tot kennisverspreiding via Lichamelijke Opvoeding Magazine en landelijke studiedagen. Via haar peilingen onder de KVLO-leden wordt de behoeje die bij de leerkrachten leej naar meer kennis regelmaHg gepeild. In 2016 kwam bijvoorbeeld naar voren dat door de invoering van passend onderwijs het lesgeven moeilijker wordt; meer inzicht in dit proces zou nuog zijn. Deze vorm van het ophalen van kennisvragen onder de leden kan ertoe bijdragen dat onderzoekers hierop met prakHjkgerichte projecten beter kunnen gaan inspelen. De KVLO is ervan overtuigd dat goed leren bewegen als basis voor een leven lang bewegen en sporten een aparte kennisdag verdient, naast anders georiënteerde dagen, zoals de Dag voor het Sportonderzoek. Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n 150 deelnemers en ruim 70 sessieleiders en presenters geej deze eerste ediHe alle vertrouwen in de toekomst.

Projectleider Dag voor LO 2017 – Jo Lucassen

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 5: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Keynote | Goed leren bewegen - met dagelijkse school activiteiten voor een gezonde leefstijl

Prof.dr. Roland Naul, Senior Professor European Studies in Physical EducaHon & Youth Sport, Secretaris-Generaal Conseil Européen des Recherches en EducaHon Physique et Sport; Universiteit van Münster. School-based physical educaHon has almost a history of about 200 years in Europe, for instance in countries like Denmark and Sweden.

Basic concepts of teaching PE in the 19th century originated with: • Turnen and gymnasHcs in Germany and Sweden • Games and sports in the UK,

These main concepts of PE were step by step assimilated and accommodated across Europe. But with some very mixed naHonal approaches as a part of the PE curriculum or/and for extra-curricular acHviHes at school.

Countries like Belgium and the Netherlands developed their own unique systems for school-based PE in the early decades of the 20th century. This was when e.g. the Austrian School of Natural GymnasHcs was brought to the Netherlands by Karl Gaulhofer`s employment at the ALO in Amsterdam in 1932.

It became the root for a special Dutch development in PE later via Buijtendijk, Rijsdorp, Gordijn, Tamboer and other successors. In the 1960s a very common system and tradiHonal structure of PE was visible across Europe. This became more diverse in 1970s and 1980s when ‘teaching and training sports’ changed the tradiHonal PE system in many countries, even in Scandinavia, but sHll less in the Netherlands up to the year 2000.

In many EU countries, the so called ‘golden years of PE’ in the 1970s declined up to the 1990s. The term of ‘crisis in PE’ became popular ajer the year 2000, more or less documented with different EU-based and world-wide audits of PE.

Beside the so called ‘crisis in PE’ an even more severe ‘crises in children’ occurred in the last 20 years by the outcome of health related studies of young people with increased obesity. Caused by malnutrion, extended screen Hme and reduced physical acHviHes at school and outside school.

Peaks of obesity development and physical inacHvity seem to be outside the Netherlands in countries like the UK, Spain, Italy, Greece and nowadays also in Hungary and Slovenia. In the Netherlands, Dutch children with a non-western background (Moroccans and Turks) living in big ciHes remain an important and even growing target group for necessary health care and promoHon of physical acHvity.

New efforts in school-based physical educaHon with extended Hme slots a week for PE (2+1 hrs, 3+1+1 hrs) to realize daily physical acHviHes with up to 45, 60 and more minutes are in progress in some naHonal PE curricula in the EU. In the Netherlands for instance as a part of new built local partnerships with community networks.

Pagina � van �5 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 6: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

There exist a variety of projects in the Netherlands with local and regional associaHons, working for about one decade with different strategic and sustainable concepts in the West and the East of the Netherlands, but also with different short cuts and ambivalent outcomes for obesity and health protecHon.

Longitudinal projects with at least up to three years mulH-component intervenHons are rare across Europe. However, the gkgk-project (gkgk = gezonde kinderen in een gezonde kindomgeving) in the East of the Netherlands is one which showed evidenced-based outcome of reduced prevalence of overweight and obesity, with reduced amount of screen Hme and a possible significant development of basic motor abiliHes and aerobic fitness for all children.

These results closer the gap between very sporHve children and former less acHve children. To promote an acHve lifestyle seems to be one of the most important targets in the future of our school subject – for the children to develop, for the teachers to teach, for the parents to educate, and for ciHzens to build the country.

Cross-border and comparaHve studies in the EU about the development of new PE quality concepts (QPE) and health enhanced physical acHviHes (HEPA) in children and adolescents underpin, finally, the need for more cross-disciplinary and internaHonal network cooperaHon in research and applicaHon of research findings in school-based intervenHon projects.

A new founded European commicee (CEREPS) is currently working in this direcHon to build more collaboraHve partnerships across Europe between PE associaHons (EUPEA, KVLO; AIESEP; FIEP), Youth Sport AssociaHons (ENGSO Youth) and HEPA Europe.

If policy makers, researchers, teachers, and pracHoneers want to achieve a revival of the so called ‘golden years of PE’ at school in the future, more common Hes to create new local sustainable partnerships with the incorporaHon of modern media and permanent self-monitoring of good teaching and healthy learning are overdue on local level - of course not only in the Netherlands.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �6 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 7: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Keynote | Leren: tussen Expertise en Innovatie

prof. dr. Jan van Tartwijk, hoogleraar EducaHe en Pedagogiek, directeur Graduate School of Teaching; Universiteit Utrecht

Begin jaren negenHg deden David Berliner en zijn collega’s onderzoek naar docenten die door hun collega’s als expert werden beschouwd. Ze gingen na waarin deze experts nu eigenlijk precies verschilden van hun beginnende collega’s door beide groepen te laten kijken naar een video-opname van een klas. Vervolgens vroegen ze hen wat aan die opname opviel. Terwijl beginners veel verschillende zaken noemden, viel de expert-docenten hetzelfde op: Een leerling achter in de klas die zich merkwaardig gedroeg. Blijkbaar waren ze beter dan beginners in staat om het ‘normale’ patroon in een klas te onderscheiden van wat afwijkt. Dat sluit aan bij wat bekend is over andere experts. Zo zijn schaakgrootmeesteres in staat om in een oogopslag te herkennen met wat voor type stelling ze te maken hebben en waar kansen en risico’s liggen.

Bovendien weten ze beter hoe kansen te benucen en risico’s te vermijden. Om expert te worden is niet alleen veel ervaring noodzakelijk. Het gaat er ook om heel gericht eigen ervaringen en die van anderen te analyseren en vervolgens gericht te werken aan wat nog beter kan. Een belangrijke uitdaging daarbij is om flexibel te blijven wanneer de context verandert. Voor beroepsopleidingen zoals de geneeskunde– en de lerarenopleiding zijn de resultaten van dit onderzoek van groot belang. In de key-note wordt onderzoek naar experHse en de ontwikkeling daarvan gepresenteerd.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �7 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 8: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Pagina � van �8 58

THEMASESSIES

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 9: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Kinderen met een beperking, hoe leren ze bewegen en hoe help je ze daarbij?

Drs. Eralt Boers, Projectmedewerker project Meedoen met Sport; Radboud Universiteit Nijmegen Sandra van Cappellen MSc., Onderzoeker project Meedoen met Sport; Radboud Universiteit Nijmegen

Korte beschrijvingKinderen zijn verschillend. Ook als het gaat om leren. Het éne kind leert liever al doende, terwijl het andere kind graag eerst specifieke beweeginstrucHes krijgt. Het huidige bewegingsonderwijs is vooral ingericht op expliciete manieren van leren, waarbij onderwijzers veel instrucHe en feedback geven over hoe kinderen lichaamsbewegingen het best kunnen uitvoeren. Dat, terwijl veel kinderen baat kunnen hebben bij impliciete leermethoden, waarbij ze minder bewust nadenken over de manier waarop een beweging moet worden uitgevoerd. We kennen al de termen spelenderwijs leren en ervaringsleren die hier mee te maken hebben. In deze workshop werken we vanuit de principes van motorisch leren concrete voorbeelden uit hoe impliciet leren nadrukkelijker in het bewegingsonderwijs gebruikt kan worden door een andere inrichHng van de oefeningen, externe focus van aandacht, leren met behulp van een analogie en foutloos leren. Ter illustraHe worden recente onderzoeksresultaten besproken in relaHe tot impliciet en expliciet leren.

LiteratuurVan Abswoude, F., Santos-Vieira, B., van der Kamp, J. & Steenbergen, B. (2015). The influence of errors during pracHce on motor learning in young individuals with Cerebral Palsy. Van Casteren, A.M. (2015). Sport op Maat voor Kinderen met een Motorische Beperking: Impliciet- en Expliciet Leren in het Bewegingsonderwijs en in de Sport.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �9 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 10: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Evalueren om te Leren: motiverend beoordelen bij lichamelijke opvoeding

Dr. Lars Borghouts, Docent-onderzoeker lectoraat Move to Be; Fontys Sporthogeschool Dr. Menno Slingerland, Docent-onderzoeker lectoraat Move to Be; Fontys Sporthogeschool Gwen Weeldenburg MSc., Opleidingsdocent lectoraat Move to Be; Fontys Sporthogeschool Christa Krijgsman MSc., Promovendus Evalueren om te leren; Universiteit Utrecht Gijan Koedood, Docent lichamelijke opvoeding VO; Kalsbeek College Woerden Hans Barmentlo, Docent lichamelijke opvoeding VO; Heerbeeck College

InleidingToetsing en beoordelen zijn een belangrijk onderdeel van het onderwijsleerproces. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de formaHeve funcHe van beoordelen, ojewel evalueren om te leren. Meer nog dan bij andere vakken worstelen docenten LO met de ‘afrekencultuur’ op scholen waarbij leerlingen bijvoorbeeld worden geselecteerd op basis van het gemiddelde rapportcijfer. In deze themasessie wordt ingegaan op hoe het moHvaHoneel klimaat in de les LO beïnvloed kan worden door leerlingbeoordeling, en welk onderzoek er in de Nederlandse context naar gedaan wordt. Tevens worden ‘good pracHces’ gepresenteerd van vernieuwende manieren van beoordelen op scholen. Er wordt afgesloten met een plenaire discussie op basis van stellingen welke inhoudelijk aansluiten bij het gepresenteerde.

MethodeSessieleider: Lars Borghouts (Fontys Sporthogeschool)

Inleiding: ‘Een Punt voor Gym’ – Menno Slingerland (Fontys Sporthogeschool)

Het project ‘Een Punt voor Gym’ is direct of indirect de aanleiding geweest voor de projecten en ontwikkelingen die in deze sessie worden gepresenteerd. In vogelvlucht worden de opbrengsten en inzichten uit dit project gepresenteerd.

MoAvaAoneel klimaat bij LO – Gwen Weeldenburg, (Fontys Sporthogeschool) De twee binnen het LO-onderzoek meest gangbare moHvaHetheorieën worden toegelicht: Self DeterminaHon Theorie en Achievement Goal Theory. Er wordt tevens inzicht gegeven in het startend promoHe-onderzoek naar moHvaHoneel klimaat binnen de lessen Spel.

De invloed van beoordelen op moAvaAe bij LO – Christa Krijgsman, (Universiteit Utrecht, Universiteit Gent, Sint-Janslyceum Den Bosch) De moHvaHonele impact van beoordelen in de les LO wordt onderzocht in een lopend promoHe-onderzoek, dat hier zal worden gepresenteerd.

Beoordelen bij LO in Niveauklassen - Gijan Koedood (Kalsbeek College, Woerden) Leerlingen worden in het middelbaar onderwijs in klassen ingedeeld op cogniHef niveau. Op het Kalsbeek College in Woerden is er echter bij LO voor gekozen om leerlingen bij LO in sommige gevallen te herindelen op motorisch niveau. De ervaringen hiermee, alsmede een onderzoek naar de invloed ervan, worden met het publiek gedeeld.

Pagina � van �10 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 11: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Beoordelingscriteria voor LO - Hans Barmentlo (Heerbeeck College) Vaak wordt er bij LO een cijfer gegeven voor bewegingsvaardigheid, zonder dat voor de leerlingen inzichtelijk is hoe dat cijfer tot stand komt. Op het Heerbeeck College in Best zijn niet alleen voor motorische vaardigheden, maar ook voor omgangsvaardigheden, regelvaardigheden en zelfreflecHe beoordelingscriteria geformuleerd. Deze criteria en de ervaringen met het werken ermee worden toegelicht.

Plenaire discussie – Lars Borghouts (Fontys Sporthogeschool) Aan de hand van enkele prikkelende stellingen wordt de discussie gevoerd over (moHverend) beoordelen bij LO.

ResultatenMet deze sessie willen wij graag deelnemers aan het denken zecen over de plaats die beoordelen heej, of kan hebben, binnen de LO. Door vanuit onderzoek de (potenHële) impact ervan op leerlingmoHvaHe te presenteren, en alternaHeven te laten zien voor de huidige prakHjk, hopen we verder bij te dragen aan een omslag in de ‘toetscultuur’ op scholen. Met als uiteindelijke doel dat leerlingen niet alleen goed leren bewegen, maar ook gemoHveerd worden voor een acHeve leefsHjl.

LiteratuurBorghouts, L.B. & Slingerland, M. (2014,april). Kwaliteit van beoordeling binnen LO. Lichamelijke opvoeding,

102(4), 12-13.

Borghouts, L.B., Dokkum, G. van & Slingerland, M. (2014,april). Beoordelen in de lichamelijke opvoeding.

Lichamelijke opvoeding, 102(4), 6-8.

Borghouts, L.B., Slingerland, M. & Haerens, L. (2013). 'Een punt voor gym?!'. Toetsing binnen de lichamelijke

opvoeding.

Krijgsman, C (2012,november). Binnen beginnen, buiten winnen?. Fysieke acAviteiten Ajdens de pauze. De effecten van sAmulerend docentgedrag. Lichamelijke Opvoeding, 100(10), 26-29.

Weeldenburg, G., Zondag, E. en F. de Kok (2016) Spelinzicht. Een speler- en spelgecentreerde didacAek van

spelsporten. Zeist/Nieuwegein: Jan LuiAng Fonds/Arko Sports Media.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �11 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 12: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Stimuleren Actieve Leefstijl op school: Bewegen met de SALVO-aanpak

Leren bewegen vanuit eigen passies, beleving en naar eigen vermogen Dr. John Dierx, Docent-onderzoeker Sport & Bewegen ; Hogeschool van Arnhem Nijmegen Drs. Gwendolijn Boonekamp, Docent Sport & Bewegen; Hogeschool van Arnhem Nijmegen Pepijn van Hove MSc., Docent Sport & Bewegen; Hogeschool van Arnhem Nijmegen Huib van de Kop MSc., Docent-onderzoeker Sport & Bewegen; Hogeschool van AmsterdamHiske Blom, Adviseur Gezonde School; GGD Gelderland-Zuid Heino van Groeningen, Docent Sport & Bewegen, Hogeschool van Arnhem Nijmegen

InleidingAl een aantal jaren is er onder jongeren een afname te zien in lichamelijke acHviteit. Vooral onder vmbo-leerlingen is een daling in sportparHcipaHe zowel in als buiten school te zien. TegelijkerHjd neemt onder deze leerlingen het percentage overgewicht toe en nemen de leerprestaHes af. Van zowel overgewicht als leerprestaHe is bekend dat beweging hier een posiHef effect op heej. Hoewel er door diverse organisaHes de nodige energie is gestoken om sportaanbod op het vmbo te ontwikkelen, is dit niet effecHef gebleken. Alle georganiseerde acHviteiten binnen en buiten school lijken niet te beklijven omdat ze niet aansluiten op de beleving van vmbo-leerlingen. Daarnaast heej Kenniscentrum Sport (KC Sport, voorheen NISB) aangetoond dat het organiseren van af en toe losse acHviteiten minder effecHef is dan een mix van intervenHes.

In 2013 is gestart met het door ZONMW gesubsidieerde project ‘SHmuleren AcHeve LeefsHjl vmbo-Onderwijs’ (SALVO). In dit project wordt uitgegaan van de belevingswereld van de vmbo-leerling. Vervolgens zijn de leerlingen gesHmuleerd om zelf acHviteiten te gaan ontwikkelen in en buiten school. Dit project heej plaatsgevonden op vijf vmbo-scholen in Nijmegen en zes in Amsterdam en heej inmiddels geresulteerd in onder andere de SALVO-aanpak waarbij de rol van docenten, en vooral de docenten LO, zeer belangrijk is gebleken.

MethodeDe workshop, geleid door John Dierx (projectleider SALVO), bestaat uit twee delen. Allereerst gaan we met vier presentaHes van elk 15 minuten in op de verschillende onderdelen van de SALVO-aanpak: 1. ‘Triple-I: acHverende methode om de belevingswereld en assets van leerlingen in beeld te krijgen’ (Gwendolijn Boonekamp & Pepijn van Hove, HAN S&B Nijmegen). Er is voor het SALVO-project een methode ontwikkeld om met, voor en door vmbo-leerlingen hun assets in beeld te brengen.

2. ‘Elementen die effecHef zijn in sHmuleren van jongeren tot acHviteiten: een internaHonale literatuurreview’ (Huib van de Kop & Tim Kernebeek, HvA Amsterdam). In een uitgebreide literatuurstudie naar intervenHes zijn diverse werkzame principes naar voren gekomen met betrekking tot duurzame acHvering van jongeren.

3. EffecHeve elementen in bestaande beweegintervenHes uit de ‘EffecHef AcHef’ database. (Hiske Blom & Heino van Groeningen, KC Sport). De huidige beweegintervenHes voor vmbo-jongeren in de database ‘EffecHef AcHef’ zijn geanalyseerd naar effecHeve elementen en op een andere manier gerangschikt samengevat in een nieuwe matrix.

Pagina � van �12 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 13: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

4. Handboek/leerlijn Bewegen en AcHeve LeefsHjl: Vertaalslag van leerplankader naar leerlijn per school (John Dierx & Pepijn van Hove, HAN S&B Nijmegen). Vanuit de ervaringen van SALVO en het leerplankader Gezondheid en Bewegen is een vertaalslag gemaakt waarmee scholen in hun eigen context vorm kunnen geven aan een eigen (schoolgezondheids)beleid en leerlijn Bewegen en AcHeve LeefsHjl.

Vervolgens delen docenten van deelnemende vmbo-scholen hun ervaringen met de SALVO-aanpak. In dit onderdeel van 30 minuten nodigen we de deelnemers van de workshop nadrukkelijk uit om te parHciperen in deze discussie. Daarbij vragen we vooral om kriHsch mee te denken met de SALVO-aanpak en eigen prakHjkvoorbeelden, ervaringen, aanpak en werkvormen te delen om een acHeve leefsHjl te sHmuleren en te delen.

Verwachte opbrengst workshop Alle aanwezigen hebben nieuwe ideeën, inspiratie en kennis over beweegstimulering bij jongeren en speciaal jongeren op het vmbo.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �13 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 14: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Smart moves: jongleren en rekenen in het klaslokaal

Chris Hazelebach, Onderwijsadviseur; KVLO Drs. Corine Visser, Onderwijsadviseur; KVLO Annet Komen, Masterstudent Human Movement Sciences; Vrije Universiteit

Korte beschrijvingIn het project ‘Smartmoves’ wordt onderzocht wat de relaHe is tussen bewegen en cogniHe. De voorlopige uitkomsten van dit onderzoek worden in deze workshop gepresenteerd. Er loopt op dit moment een nieuw onderzoek naar de relaHe tussen ‘leren jongleren en het automaHseren van de rekentafels’. De bedoeling van de workshop is de deelnemers mee te nemen in de problemaHek die we ervaren hebben bij het ontwikkelen en opzecen van dit onderzoek. We proberen in de workshop de theorie achter het onderzoek in de prakHjk van de workshop toe te passen. Tensloce willen we fantaseren over de mogelijkheden en gevaren van dit soort onderwijsprogramma's voor het basis- en voortgezet onderwijs. We hopen in deze sessie de deelnemers enthousiast te maken voor nieuwe onderwijsprojecten waarbij bewegen en andere schoolvaardigheden voor de kinderen op een zinvolle wijze gecombineerd worden. LiteratuurTeam Onderwijs KVLO (2017, maart) Bewegen als noodzakelijk doel en krachAg middel. Lichamelijke

Opvoeding Magazine, 105 (2) 44-46.

Berg, V. van den, Saliasi, E., Groot, R.H.M. de, Jolles, J., Chinapaw, M.J.M. & Singh, A.S.(2016) Physical acAvity in the school seing. CogniAve performance is not affected by three different types of acute

exerciseFronAers in Psychology, (17 mei 2016), . doi: 10.3389/fpsyg.2016.00723.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �14 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 15: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Waarderen en rapporteren in 'verantwoord' bewegingsonderwijs

(deze themasessie vervalt op 29 maart) Peter Heij, Opleidingsdocent Calo; Hogeschool Windesheim

InleidingIn deze workshop staat het evalueren van leerlinggedrag in het bewegingsonderwijs centraal. Vaak wordt gesproken over ‘beoordelen’. Wij spreken liever over ‘waarderen & rapporteren’. We waarderen leerlinggedrag (we kennen er een waarde aan toe), vervolgens rapporteren we hierover.

Methode1. Naast tradiHonele vormen van assessment zien we in toenemende mate ook alternaHeve vormen van evalueren (López-Pastor, Kirk, Lorente-Catalán, MacPhail & Macdonald, 2013). We laten enkele hiervan de revue passeren en introduceren in het navolgende een wijze van waarderen die recht wil doen aan (verschillen tussen) kinderen. 2. Evalueren is direct gekoppeld aan doelen. Het heej pas zin na te denken over evalueren als je duidelijk hebt wat je met je onderwijs wilt bereiken en het daarop hebt ingericht. Vanuit een pedagogisch perspecHef wordt een pleidooi gevoerd voor 'verantwoord' bewegingsonderwijs met een doelstelling die daarbij past. Hierbij zullen we ook sHlstaan bij het thema van deze conferenHe 'Goed leren bewegen', met name bij de vraag: Maar wat is 'goed'?

3. Na dit (essenHële) inleidende deel over doelstellingen vervolgen we met het zoeken naar bijpassende wijzen van waarderen van leerlinggedrag. Als je vanuit een pedagogische insteek gericht bent op ontwikkeling van de bewegingscompetenHe van leerlingen, dan zal het je bij de evaluaHe gaan om de vorderingen van de individuele leerlingen waarbij je ze vergelijkt met henzelf. Als je eerlijk (pedagogisch) wilt zijn, waardeer je niet de mate van aanleg (de sporHeve genen van de ouders); iedereen moet gelijke (faire) kansen hebben op een posiHeve waardering. Leerlingen hebben ten aanzien van jouw waardering recht op een gelijke startposiHe (ook al verschillen ze wat aanleg en niveau betrej)! 4. Sinds het onderzoek naar 'verantwoord' bewegingsonderwijs dat ten grondslag ligt aan deze workshop (Heij, 2006) is op de opleiding gezocht naar prakHsche vertaalslagen. Op grond daarvan wordt een vijjal waarderingsindicatoren voorgesteld en toegelicht. Dit zijn kijkwijzers en aandachtsgebieden met behulp waarvan we individueel leerlinggedrag willen waarderen (evalueren). 5. De deelnemers aan de workshop worden gevraagd mee te denken over de prakHsche haalbaarheid en toepasbaarheid van de voorgestelde waarderingsindicatoren: hoe kunnen deze gebruikt worden in het bewegingsonderwijs? We proberen hierbij oplossingen te vinden voor de spanning tussen een goede, eerlijke waardering (met bijbehorende rapportage) en de prakHsche uitvoerbaarheid daarvan.

ResultatenEen prakHsch toepasbaar 'beoordelingskader' op basis van bewegingsonderwijs waarin recht wordt gedaan aan leerlingen.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �15 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 16: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Praktijkgericht onderzoek binnen het lectoraat Bewegen, School & Sport

Dr. Ivo van Hilvoorde, Lector School, Bewegen en Sport; Hogeschool Windesheim Corina van Doodewaard MSc., Opleidingscoördinator Physical EducaHon and Sport Pedagogy; Hogeschool Windesheim Jeroen Koekoek MSc., Docent Physical EducaHon and Sport Pedagogy; Hogeschool Windesheim Niek Pot, Docent-onderzoeker School, Bewegen en Sport; Hogeschool Windesheim

Korte beschrijvingOnderzoek dat wordt uitgevoerd op hogescholen (binnen lectoraten en Masteropleidingen) wordt vaak aangeduid als ‘prakHjkgericht’. Het lijkt duidelijk wat daar onder wordt verstaan, namelijk onderzoek dat zinvol is voor de prakHjk, in dit geval de lichamelijke opvoeding. Ondanks deze nadruk op prakHjkgerichtheid, is niet ieder onderzoek (direct) relevant voor de prakHjk, en de vraag is ook of dit alHjd haalbaar en noodzakelijk is. In deze themasessie bespreken we deze prakHjkgerichtheid aan de hand van drie thema’s, die momenteel onderwerp van onderzoek zijn binnen het lectoraat Bewegen, School en Sport: (1) SporHef Vermogen, (2) Digitalisering en (3) Physical literacy.

(1) In Utrecht loopt sinds het voorjaar 2016 het project SporHef Vermogen. Doel van dit project is een gemeenschappelijke basis te formuleren van waaruit verschillende sport- en beweegprofessionals op school en in de wijk samenwerken aan de ontwikkeling van kinderen. Het idee hierachter is dat sport en bewegen een unieke bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van sociale competenHes van kinderen. Dit onderzoek heej geleid tot een leerlijn die professionals handvacen moet geven om het contact met andere professionals te vergroten en in hun les te werken aan het sporHef vermogen van kinderen. We bespreken in deze sessie welke kansen er voor kinderen ontstaan als deze samenwerking tot stand komt en hoe de pedagogische kwaliteit van de LO-docent het netwerk kan versterken.

(2) Al enkele jaren is er een sterke toename in aandacht voor en gebruik van digitale middelen in de gymles. Steeds meer gymleraren integreren digitale technologie in hun lesprakHjk. Zij doen dat vooral om didacHsche processen te opHmaliseren of het leren bewegen (en regelen) van leerlingen te verbeteren. Met de groei van deze digitale mogelijkheden wordt het voor gymleraren ook steeds belangrijker om goede keuzes te maken uit het aanbod. Welke technologie is geschikt en toepasbaar en welke niet (of minder) in het perspecHef van het behalen van de kerndoelen van het bewegingsonderwijs? PrakHjkgericht onderzoek kan helpen bij het kiezen van geschikte technologie en het verzamelen van kennis, waardoor het beter afgestemd wordt op het curriculum en het didacHsche handelen van de leerkracht. In deze presentaHe wordt aan de hand van het TPACK-model getoond op welke wijze resultaten uit prakHjkonderzoek de integraHe van digitale technologie met de lesgeefprakHjk kan plaatsvinden. Het TPACK-model geej inzicht in het geïntegreerde onderzoeksproces en laat zien dat door de samensmelHng van ‘technological’ en ‘pedagogical content knowledge’ ook nieuwe (of aangepaste) didacHek wordt ontwikkeld.

Pagina � van �16 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 17: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

(3) Wetenschappelijk onderzoek wordt steeds vaker ingezet om te meten wat er terecht komt van de doelen die de wereld van de lichamelijke opvoeding zichzelf stelt. Er is vraag naar evidenHe voor de doelstelling dat het bewegingsonderwijs ertoe moet dienen om een zo breed mogelijk palet aan beweegvaardigheden aan te leren. Een begrip dat hierbij nauw lijkt aan te sluiten en derhalve ook op toenemende steun kan rekenen, is Phyisical Literacy (PL). Aan de hand van een inhoudelijke en conceptuele analyse van recente literatuur bespreken we dit concept, met speciale aandacht voor de relaHe tussen PL en de doelstellingen van de LO. We zullen aantonen dat het begrip in haar oorspronkelijke betekenis waardevol kan zijn om de opbrengsten en doelstellingen van de LO te benoemen. Daarnaast plaatsen we kancekeningen bij de veronderstelling dat PL kan worden gemeten door het testen van ‘fundamentele beweegvaardigheden’ (Fundamental Movement Skills).

LiteratuurKoekoek, J. Van der Mars, H., Van der Kamp, J., Walinga, W., & Van Hilvoorde, I. (2017). Aligning Digital Video

Technology With Game Pedagogy in Physical EducaAon. Journal of Physical EducaAon, RecreaAon & Dance (in

press).

Pot, N., van Hilvoorde, I. (2013). A criAcal consideraAon of the use of physical literacy in the Netherlands.

Journal of Sport Science and Physical EducaAon, 65, 312-319.

Projectgroep SporAef Vermogen (2017). SporAef vermogen. Verbinden van pedagogische intenAes in een

leerlijn voor sport en bewegen. Gemeente Utrecht/Calo-Windesheim.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �17 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 18: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Het meten van motorische vaardigheden met het AS-beweegparcours

Joris Hoeboer MSc., Docent-onderzoeker lectoraat Gezonde LeefsHjl in een SHmulerende Omgeving; Haagse Hogeschool Michiel Krijger MSc., Docent-onderzoeker lectoraat Gezonde LeefsHjl in een SHmulerende Omgeving; Haagse Hogeschool Jan Kalter, Docent lichamelijke opvoeding PO; SHchHng De Haagse Scholen

InleidingDocenten lichamelijke opvoeding (LO) leren kinderen goed bewegen en dragen bij aan een goede basis voor een acHeve leefsHjl. Dat is belangrijk, want kinderen zijn beduidend minder fit, motorisch minder vaardig en zwaarder dan zo’n 30 jaar geleden. Er is op dit moment weinig bekend over de bijdrage van het bewegingsonderwijs aan de motorische ontwikkeling van kinderen (Reijgersberg, Werff & Lucassen, 2013), terwijl dit een belangrijke voorspeller is van een meer acHeve leefsHjl op latere leejijd (Bernard, 2014; D'Hondt et al., 2014; Lloyd et al., 2014). Om meer inzicht te krijgen in de motorische vaardigheid van kinderen, is een prakHsch toepasbaar meeHnstrument ontwikkeld – het AthleHc Skills (AS) beweegparcours – gebaseerd op de 'coordinaHve abiliHes' binnen het AthleHc Skills Model (ASM) (Wormhoudt, Teunissen, & Savelsbergh, 2012).

Tussen 2014 en 2016 zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd op meer dan 100 basisscholen waar meer dan 100 vakleerkrachten en 10.000 kinderen (leejijd 4-12 jaar) aan hebben deelgenomen. Uit de onderzoeksresultaten is naar voren gekomen dat het AS-beweegparcours een prakHsch toepasbare, valide en betrouwbare test is om de motorische vaardigheid van kinderen (4-12 jaar) van één totale klas binnen één reguliere gymles te meten.

Het resultaat van de test levert de docent lichamelijke opvoeding meer inzicht op in de beheersing van de fundamentele motorische vaardigheden die cruciaal zijn in de ontwikkeling van kinderen tot acHeve individuen (Clark and Metcalfe, 2002; Hoeboer et al., 2014). Door periodiek te meten met het AS-beweegparcours wordt mogelijk om objecHef te screenen, monitoren, benchmarken en evalueren (Hoeboer et al., 2016).

• Screening: straHficaHe van motorische vaardigheid (risicogroepen t/m talentgroepen). • Monitoring: motorische ontwikkeling van individuen en subgroepen over de Hjd. • Benchmarking: vergelijking van groepen en scholen op de motorische vaardigheid van kinderen. • EvaluaHe: evaluaHe van intervenHes ter verbetering van de motorische vaardigheid van

kinderen.

In deze themasessie word je op de hoogte gebracht van de laatste kennis over de motorische ontwikkeling van kinderen, het meten van de motorische vaardigheden van kinderen in de gymles en ga je prakHsch aan de slag met het AS-beweegparcours.

Pagina � van �18 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 19: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

MethodeDe themasessie bestaat uit vier delen. In deel één wordt de huidige kennis rondom het thema motorische vaardigheid van kinderen en het meten van motorische vaardigheden gepresenteerd.

In het tweede, interacHeve deel wordt aan de hand van filmbeelden gediscussieerd over het objecHef beoordelen van de motorische vaardigheid van kinderen.

In deel drie gaan de deelnemers in de zaal aan de slag met het meten van motorische vaardigheid van kinderen met het AS-beweegparcours.

In het vierde deel wordt door middel van een discussieronde nagedacht over het meten van motorische vaardigheden en wat dat betekent voor de lichamelijke opvoeding. De gekozen werkvorm leidt tot een one-minute pitch per groepje van vier.

Resultaten • Meer inzicht verschaffen voor de deelnemers in de ontwikkeling van motorische vaardigheid

(vanuit onderzoek). • Inzicht verschaffen in de relaHes die motorische vaardigheidsontwikkeling heej met ander

domeinen (vanuit onderzoek). • Inzicht verschaffen in het meten van motorische vaardigheid (vanuit onderzoek / prakHjk). • Inzicht verschaffen in de ontwikkeling van het AS-beweegparcours (onderzoek). • Leren hanteren van het AS-beweegparcours (prakHjk).

Goed leren bewegenDe deelnemers nemen de stand van zaken mee rondom motorische vaardigheidsontwikkeling in de breedste zin van het woord. De motorische vaardigheid als basis voor goed leren bewegen is hierbinnen de essenHe van de workshop. Daarnaast leren ze het AS-beweegparcours hanteren.

LiteratuurBernard, K. (2014). Long-Term Importance of Fundamental Motor Skills: A 20-Year Follow-Up Study. Apaq,

31(1), 31-67.

Clark, J. E., & Metcalfe, J. S. (2002). The mountain of motor development: A metaphor. Motor development:

Research and reviews, 2, 163-190.

D'Hondt, E., Deforche, B., GenAer, I., Verstuyf, J., Vaeyens, R., Bourdeaudhuij, I., Lenoir, M.(2014). A

longitudinal study of gross motor coordinaAon and weight status in children. Obesity (Silver Spring), 22(6),

1505-1511.

Hoeboer, J., Krijger, M., Savelsbergh, G., & de Vries, S. (2014). De bijdrage van LO aan de motorische

ontwikkeling van kinderen. Lichamelijke Opvoeding, 9, 49-51.

Hoeboer, J., De Vries, S., Krijger-Hombergen, M., Wormhoudt, R., Drent, A., Krabben, K., & Savelsbergh, G.

(2016). Validity of an AthleAc Skills Track among 6-to 12-year-old children. Journal of sports sciences, 34(21),

2095-2105.

Hildebrandt, V. H., Bernaards, C. M., & Stubbe, J. H. (2013). Trendrapport bewegen en gezondheid,

2010/2011: TNO Leiden.

Pagina � van �19 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 20: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Lloyd, M., Saunders, T. J., Bremer, E., & Tremblay, M. S. (2014). Long-term importance of fundamental motor

skills: A 20-year follow-up study. Adapted physical acAvity quarterly, 31(1), 67-78.

Reijgersberg, N., Werff, H. v. d., & Lucassen, J. (2013). NulmeAng bewegingsonderwijs: onderzoek naar de

organisaAe van het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Utrecht: Mulier InsAtuut.

Wormhoudt, R., Teunissen, J. W., & Savelsbergh, G. J. P. (2012). AthleAc skills model. Nieuwegein: Arko Sports

Media.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �20 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 21: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themesessie | De bijdrage van Lichamelijke Opvoeding in de bijdrage van een fysiek actieve levensstijl: evidentie en strategieën

Peter Iserbyt MSc., Docent Bewegings- en revalidaHewetenschappen; KU Leuven Rosalie Coolkens MSc., Promovendus Bewegings- en revalidaHewetenschappen; KU Leuven Hannelore Drijvers MSc., Promovendus Bewegings- en revalidaHewetenschappen; KU Leuven

Korte beschrijvingIn deze themasessie staan we sHl bij de rol die Lichamelijke Opvoeding (LO) kan spelen in de ontwikkeling van een fysiek acHeve levenssHjl. We gaan na wat de evidenHe is voor deze claim en waarom de bewijslast zo goed als onbestaand is. Voor het grootste deel van het seminarie focussen we op strategieën die leraren en schooldirecHes kunnen toepassen om een transfer te realiseren vanuit de les Lichamelijke Opvoeding naar daarbuiten.

Deze strategieën worden geïllustreerd met prakHjkvoorbeelden en onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek. Speciale aandacht gaat naar de link tussen LO en het aanbod van sport op school. Na het volgen van deze themasessie zullen deelnemers strategieën kunnen toepassen om de effecHviteit van LO te verhogen in termen van transfer naar het dagelijks leven.

LiteratuurIserbyt, P. en R. Coolkens (2017, maart) Vijf strategieen als basis voor levenslange acAviteit. LO Magazine 105

(2) 16-18.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �21 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 22: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | De combinatiefunctionaris sport-onderwijs: wat zijn de factoren voor een succesvolle inzet?

Drs. Caroline van Lindert, Onderzoeker; Mulier InsHtuut Stefan van Veen, CombinaHefuncHonaris; S-Sport Kids ‘s-Hertogenbosch Patricia van Alst, CombinaHefuncHonaris; S-Sport Kids ‘s-Hertogenbosch Peter Kool, Teamleider Sport en Bewegen KIDS; S-Sport Kids ‘s-Hertogenbosch

InleidingSinds 2008 mogen gemeenten met co-financiering van het Rijk combinaHefuncHonarissen en buurtsportcoaches aanstellen in hun gemeente. Op dit moment zijn dat er zo’n 4.500 in het hele land. Het merendeel is nog acHef in de combinaHe sport-onderwijs. Zij zecen zich in voor kinderen en jongeren op en rondom school. Het programma ’S-PORT Kids in ’s-Hertogenbosch is een goed voorbeeld van een gemeente- brede aanpak die werkt.

MethodeWe starten de themasessie met een korte, visuele presentaHe van het programma ’S-PORT Kids. Aan de hand van prakHsche succesfactoren in ’s-Hertogenbosch en bevindingen uit onderzoek koppelen we theorie en prakHjk. Via een interacHef vragenspel kunnen de deelnemers ook hun eigen inbreng en vragen naar voren brengen. In gesprek met de deelnemers (combinaHefuncHonarissen, teamleiders, beleidsmakers, onderzoekers) zoeken we naar antwoorden op onderstaande vragen.

• Voor welk(e) doel(en) worden combinaHefuncHonarissen in het onderwijs zoal ingezet? • Welke aanpakken (acHviteiten, werkwijzen, etc.) werken daarbij wel en niet? • Zijn er eigenlijk geijkte methodes om ‘moeilijke’ groepen kinderen te bereiken? • En hoe zorg je ervoor dat de resultaten van die aanpakken ook zichtbaar worden?

Beter Leren BewegenDoel van de themasessie is om inspiraHe op te doen door succesverhalen van anderen en ervaringen en kennis uit te wisselen. De deelnemers nemen een zak vol goede ideeën mee naar huis, die ze zelf nog moeten vertalen naar hun eigen situaHe.

E-mail: [email protected] t

Pagina � van �22 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 23: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Op weg naar systematisch bijdragen aan de persoons- en sociale vorming in en door bewegingsonderwijs

Drs. Anne Luderus, Docent-onderzoeker lectoraat Jeugd en Opvoeding; Haagse Hogeschool Frank Jacobs, Docent-onderzoeker lectoraat Jeugd en Opvoeding; Haagse HogeschoolKatrijn Opstoel MSc., Promovendus Pedagogiek en Onderwijskunde van de lichamelijke opvoeding; Universiteit Utrecht

InleidingHet belang en de betekenis van goed leren bewegen is als volgt benadrukt in het Eindadvies Onderwijs2032 van de commissie Schnabel: “Het gaat erom dat ze vaardiger worden in bewegen en dat ze het belang van bewegen waarderen. Deelname aan sport- en bewegingssituaHes draagt bij aan groeps- en persoonsvorming en leert leerlingen samenwerken en omgaan met compeHHe.”Het belang en de betekenis, beschreven in met name de laatste zin van dit citaat, staat centraal in deze themasessie: persoons- en sociale vorming. Wetenschappers geven aan dat contexten waarin bewogen wordt, seongs zijn met grote potenHe voor persoons- en sociale vorming (Coakley, 2011; Lauer & Dieffenbach, 2013; Turnidge et al, 2014). Het blijkt dat met name de manier waarop er interacHe plaatsvindt in de bewegingssituaHes, goede mogelijkheden schept tot persoonlijk en sociaal leren (Holt, 2008; 2009). Persoonlijk en sociaal gedrag, geleerd in seongs van sport en bewegen, wordt door de bewegers ook vertaald naar en gebruikt in andere niet-beweeg contexten, zoals in de school, op het schoolplein, op het werk of bijvoorbeeld thuis (Fraser-Thomas, Côté en Deakin, 2005). Onderzoek onder de leden van de KVLO (2016) geej aan dat veel docenten bewegingsonderwijs hun vak geschikt vinden om in de toekomst meer aandacht aan persoonsvorming en sociale vorming te besteden. Ook uit onderzoek van Jacobs, Knoppers en Webb (2013) komt naar voren dat docenten bewegingsonderwijs vinden dat hun vak grote potenHe heej om aan de persoonsvorming en sociale vorming bij te dragen. Veel docenten vinden dat het bijdragen aan de persoonlijke en de sociale ontwikkeling de belangrijkste funcHe van hun vak is. De docenten geven aan niet op systemaHsche wijze aan de persoonlijke en sociale vorming van hun leerlingen te werken. Zij handelen op grond van hun eigen inzicht, gebaseerd op hun eigen geschiedenis (ervaringen): opvoeding, hun eigen sportverleden en hun opleiding. Opvallend is dat de docenten aangeven geen specifieke methode te hebben geleerd in hun opleiding tot docent bewegingsonderwijs om op systemaHsche wijze de persoons- en sociale vorming te sHmuleren. Vandaar deze sessie. In deze sessie zal kennis en ervaring worden uitgewisseld over manieren om op systemaHsche wijze aan de persoons- en sociale vorming bij te dragen, al dan niet met internaHonaal beschikbare modellen.

MethodeDeze themasessie bevat vijf gedeelten: 1. Inleiding: korte schets van de uitdaging waar het bewegingsonderwijs voor staat. 2. Een inventarisaHe van de huidige stand van zaken in de prakHjk van het bewegingsonderwijs.

InventarisaHe van good-pracHces. 3. Een kort informaHef deel: het model van Hellison zal worden geïntroduceerd. 4. Discussie over en toepassing van (nieuwe) methoden gericht op het sHmuleren van persoonsvorming

en sociale vorming. Ontwerpen van nieuwe oefensituaHes. 5. AfsluiHng.

Pagina � van �23 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 24: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

ToelichHng:In deel 1 schetst de sessieleiding de uitdaging waar het bewegingsonderwijs voor staat richHng 2032. Tijd: deze opening en opstart van deel 2 zal in hooguit 10 minuten plaatsvinden. In deel 2 wordt op interacHeve wijze via gesprekken in subgroepen de huidige stand van zaken geïnventariseerd. De volgende vragen zullen worden bediscussieerd. • Op welke wijze besteden de docenten bewegingsonderwijs aandacht aan de brede ontwikkeling

van het persoonlijke en het sociale? En welke waarden staan daarin centraal? • Worden er specifieke curricula of modellen of methodieken gebruikt? Wat werkt?

En, indien er ook docenten van de ALO’s aanwezig zijn: • Op welke wijze komt de bijdrage van het bewegingsonderwijs aan de persoons- en sociale vorming

van leerlingen in de ALO-opleidingen aan bod?

In deel 3 geven sessie-leiders een korte inleiding over een internaHonaal veel gebruikt model in bewegingsonderwijs en sport: ‘Teaching Personal en Social Responsibility through Physical AcHvity’ (TPSR). De waarden die centraal staan en de fasering die het model kent, worden toegelicht. Opbrengsten en effecten van het model in andere landen zullen worden geschetst.

In deel 4 willen we mogelijkheden bediscussiëren voor (nieuwe) methoden in het bewegingsonderwijs waarmee op systemaHsche wijze aan de persoons- en sociale vorming bijgedragen kan worden. In dit gedeelte zullen de aanwezigen ook creaHef aan de slag gaan met de opbrengsten uit deel 2 en deel 3. Methoden om oefensituaHes te arrangeren gericht op persoons- en sociale vorming in het bewegingsonderwijs zullen worden toegepast. Nieuwe bewegingsonderwijsleersituaHes zullen worden ontworpen.

AfsluiHng: de themasessie zal worden samengevat. Een overzicht van de opbrengsten zal worden gegeven.

ResultatenInventarisaHe van mogelijkheden om op systemaHsche wijze aan de persoons- en sociale vorming te werken in het bewegingsonderwijs.

Wat neemt men (de aanwezigen in de themasessie) mee:

• bewustwording van de manier waarop men zelf bezig is met de persoons- en sociale vorming in de prakHjk van het bewegingsonderwijs

• kennis van een internaHonaal gebruikt en bewezen model/methode: TPSR • meerdere kant-en-klare arrangementen om op gerichte wijze aan de persoons- en sociale vorming

te werken in de prakHjk van het bewegingsonderwijs • daarnaast brengt de sessie de deelnemers een methode op om zelf in de toekomst nieuwe

oefensituaHes te creëren gericht op persoonlijke- en sociale ontwikkeling • aÖankelijk van de deelname van ALO-docenten aan deze themasessie, zal ook enige informaHe

worden meegenomen over het onderwijs dat er momenteel op de verschillende ALO’s wordt gegeven met betrekking tot persoons- en sociale vorming.

Pagina � van �24 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 25: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

LiteratuurJacobs, F.M. & Luderus, A. (2007,april)Het belang van het pedagogisch klimaat voor de prakAjk van het bewegingsonderwijs (1) Lichamelijke opvoeding, 95(5), 6-8.

Jacobs, F.M. & Luderus, A. (2009,februari) Draagt sportbeoefening bij aan sociale ontwikkeling van kinderen en jeugdigen?Lichamelijke opvoeding, 97(2), 6-9.

Jacobs, F.M. (2009,meiSociale en morele ontwikkeling in het bewegingsonderwijs. Mogelijkheden vanuit het perspecAef van de

docentLichamelijke opvoeding, 97(6), 14-17.

Jacobs, F.M. (2016)Adressing and navigaAng the social domain in sport. Coaches and physical educaAon teachers Utrecht: Universiteit Utrecht.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �25 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 26: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Freesport in het curriculum van de toekomst

Drs. Ger van Mossel, Leerplanontwikkelaar bewegingsonderwijs & Sport; SLOEric Swinkels, Leerplanontwikkelaar bewegingsonderwijs & Sport; SLODrs. Marco van Berkel, Leerplanontwikkelaar bewegingsonderwijs & Sport; SLODrs. Berend Brouwer, Leerplanontwikkelaar bewegingsonderwijs & Sport; SLO

Korte beschrijvingFreesport of leefsHjlsporten zijn populair bij kinderen en jongeren. Er zijn allerlei iniHaHeven om freesport veilig en toegankelijk te maken voor bewegingsonderwijs, zie bijvoorbeeld de leerlijnen freerunnning en freebiking op www.freesport.slo.nl. Op scholen worden steeds vaker freesporten aangeboden, bijvoorbeeld beachtennis, pannavoetbal en streetbasketbal. Bij freesport gaan leerlingen op eigen speelse wijze in op de bewegingsuitdaging van de landschappelijke, stedelijke of sporHeve omgeving. Bij freesport geej de leerling zelf betekenis aan de acHviteiten. Welke kansen biedt freesport voor het curriculum van de toekomst? Hoe verhoudt freesport zich tot de drie doeldomeinen van Onderwijs2032: kwalificaHe, socialisaHe en persoonsvorming? Bij kwalificaHe gaat het om overdracht en verwerving van kennis en vaardigheden. Bij socialisaHe gaat het om vorming in normen, waarden, tradiHes en prakHjken, meer in de betekenis van persoonlijkheidsvoming. Bij persoonsvorming (of subjecHficaHon - Biesta, 2010) gaat het om het ondersteunen van kinderen en jongeren om als vrij, verantwoordelijk en volwassen subject in de wereld te staan. In deze interacHeve workshop vormen de drie doeldomeinen en de relaHe met freesport het onderliggend model. Dit model gebruikt SLO bij de vakontwikkeling op scholen.

Samen met de deelnemers zoeken we naar ervaringen vanuit de prakHjk en verzamelen we bouwstenen voor het curriculum voor de toekomst. Waarin onderscheidt freesport zich van reguliere acHviteiten? Hoe kunnen we freesport-principes vertalen naar de meer tradiHonele acHviteitsgebieden? Welke kansen biedt freesport voor de persoonsvorming? Hoe kunnen we onderwijsleersituaHes zo inrichten dat de leerlingen zelf betekenis onderkennen, zelf betekenissen ontdekken? Wat betekent dit voor het programma, de keuzemogelijkheden voor de leerling en de evaluaHe en toetsing? En wat betekent dit voor het pedagogisch handelen van de docent LO?

LiteratuurBiesta, G.J.J. (2010). Good educaAon in an age of measurement: Ethics, poliAcs, democracy. Boulder, Co:

Paradigm Publishers.

Mossel, G. van (2014). Beweegplezier! Freesport in VO. Lichamelijke Opvoeding, 102, (4), 36-39.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �26 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 27: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | De gouden kansen van het bewegingsonderwijs

SebasHaan Platvoet, Docent-onderzoeker lectoraat Herkennen en Ontwikkelen van Sporcalent; Hogeschool Arnhem Nijmegen Jasper de Greef, Docent-onderzoeker lectoraat Herkennen en Ontwikkelen van Sporcalent; Hogeschool Arnhem Nijmegen Dr. Johan Pion, Lector Herkennen en Ontwikkelen van Sporcalent; Hogeschool Arnhem Nijmegen Dr. Marije Elferink-Gemser, Universitair docent Centrum voor Bewegingswetenschappen; Rijksuniversiteit Groningen Dayenne L'abée, Adviseur; Kenniscentrum Sport

InleidingHoe mooi zou de wereld eruit zien als ieder kind zijn of haar talent kan ontplooien? Het Centre of ExperHse Sport & Talent werkt vanuit deze droom. Het onderwijs zien we als dé omgeving waar het talent van elk kind kan worden herkend en ontwikkeld, ook in sport en bewegen. Bewegingsonderwijs is de omgeving waar kinderen goed moeten en kunnen leren bewegen. Ook kan het bewegingsonderwijs kinderen helpen in het oriënteren welke sport te kiezen.

Om goed te leren bewegen, dienen kinderen te worden uitgedaagd (Stodden e.a. 2008). Doelgericht leren lijkt daarbij een zeer effecHef middel. Doelgericht leren kan worden gesHmuleerd door doelgerichte instrucHe, doelgerichte oefeningen en individuele mogelijkheden om te oefenen (Platvoet e.a., 2016).

Het is vervolgens een uitdaging voor een docent bewegingsonderwijs om alle kinderen nog beter te laten bewegen, ook die kinderen die al op een hoog niveau kunnen bewegen. Aandacht voor excellenHe is een relaHef nieuw fenomeen in het bewegingsonderwijs. Huidige programma’s dagen de betere bewegers te weinig uit (De Greef & Theunissen, 2016). Bewegingsonderwijs is niet alleen de plek waar alle kinderen leren bewegen. Het kan ook een rol spelen om kinderen te helpen een passende sportkeuze te maken. De docent bewegingsonderwijs (of combinaHefuncHonaris) kan hierin een belangrijke rol vervullen.

MethodeIn een interacHeve sessie waarin theorie en prakHjk elkaar vinden, zullen de deelnemers ervaren hoe:

1. alle kinderen via een doelgerichte intervenHe goed kunnen leren bewegen 2. hoe excellente bewegers van groep 3 t/m 8 kunnen worden herkend en worden uitgedaagd nog

beter te leren bewegen en 3. hoe leerkrachten bewegingsonderwijs kinderen kunnen helpen bij het maken van een passende

sportkeuze.

Deelnemers zullen de programma’s en testen uitgelegd krijgen en ‘beleven’. In een open gesprek zal gediscussieerd worden over de (on)mogelijkheden voor implementaHe in de dagelijkse prakHjk.

Pagina � van �27 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 28: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Resultaten1. Deelnemers ervaren en raken bekend met het doelgericht leren. 2. Deelnemers kennen de methodiek om excellente bewegers van groep 3 t/m 8 te herkennen en te

helpen ontwikkelen. 3. Deelnemers raken bekend met het Vlaams Sportkompas en de mogelijkheden om kinderen via testen

te helpen in het maken van een passende sportkeuze.

Goed leren bewegenDe dag na de themasessie kunnen docenten het geleerde in de prakHjk toepassen. Daarvan kunnen ook alle kinderen op school profiteren, om nog beter te leren bewegen en om geholpen te worden in het maken van een goede sportkeuze. Naast docenten bewegingsonderwijs is deze sessie ook interessant voor combinaHefuncHonarissen.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �28 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 29: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | Samen basketballen, is basketballen met teamafspraken?

Ivo van der Spek, Docent-onderzoeker lectoraat Gezonde LeefsHjl in een SHmulerende Omgeving; Haagse Hogeschool

InleidingOpvallend is dat op het voortgezet onderwijs (VO) jongens significant acHever zijn door compeHHeve spelvormen (basketbal, voetbal etc.) Hjdens de lessen LO dan meisjes. Mogelijkerwijs verhindert de dominanHe van jongens Hjdens spelvormen dat meisjes in een les LO even acHef kunnen zijn als jongens. Dit is een serieuze beperking gezien het feit dat ongeveer 60% van het Nederlandse LO-curriculum uit (veelal compeHHeve) spelvormen bestaat (Slingerland, 2014). Er zijn veel geziene oplossingen hiervoor, maar zijn ze ook alle even effecHef?Dat iedereen een keer aan de bal moet komen voordat er gescoord mag worden, doet volgens velen aáreuk aan de essenHe van het spel. Een minder vaardige leerling beschermd balbezit geven, is ook een pedagogische oplossing, maar past waarschijnlijk niet alHjd in het pedagogisch klimaat van de klas. Een aangepast arrangement (de bal ontvangen binnen haalbaar schotafstand van de basket) en de meest eenvoudige spelprincipes (man-to-man, insnijden na een pass en insnijden bij overspeeld zijn met oogcontact) zijn Hjdens basketbal in de gymles omgezet in ‘teamafspraken’. Ze kunnen de voorspelbaarheid van de speel-acHes (onderwijsdifferenHaHe) verhogen en het blijj recht doen aan de essenHes van het basketbalspel (Van der Spek, 2012). Het blijkt na onderzoek dat spelen met teamafspraken leidt tot meer bewegen, passes en balcontacten. Vooral meisjes en minder vaardige leerlingen binnen een klas blijken hiervan te profiteren, omdat in hun beleving het de betrokkenheid en gevoelens van competenHe verhoogt.

MethodeHet laten spelen en observeren van 4 tegen 4 basketbal (half veld met recht van aanval) zonder teamafspraken vergeleken met het spelen van 4 tegen 4 basketbal met teamafspraken. Welke instellingen en personen zullen de sessie invullen, hoe is hun rolverdeling. De Haagse Hogeschool en twee studenten. Zij geven les in teamafspraken en laten resultaten zien van onderzoek naar teamafspraken.

ResultatenVolgens Smit (2014) wordt door docenten LO meer nadruk gelegd op de fundamentele bewegingsvaardigheden van het individu in plaats van de fundamentele spelvaardigheden. Daarbij komt dat een groot deel van de docenten LO een lesprogramma hanteert dat zwaar leunt op compeHHeve spelvormen en normaHeve evaluaHes (Slingerland, 2014). Teamafspraken kunnen dit tegengaan. Het houdt rekening met verschillen in geslacht en motorische vaardigheden van leerlingen. Bovendien kan het de basis zijn van een alternaHeve vorm van evaluaHe. Het doel is om de deelnemers met elkaar in gesprek te brengen over teamafspraken en de toepassingsmogelijkheden in de onderwijsprakHjk te bespreken.

Pagina � van �29 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 30: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Goed leren bewegen!De docenten in het bewegingsonderwijs kunnen direct aan de slag in hun onderwijsprakHjk. Dit prakHjkonderzoek naar teamafspraken kan als aanjager fungeren voor de doelstellingen (samenbrengen van spelwaardering, leren en plezier) van ‘Teaching Games for Understanding’ om veranderingen Hjdens het spelen van basketbal in de gymles in het VO op gang te brengen. De link naar onze InforMoHon is daarbij zeer bruikbaar: hcps://www.youtube.com/watch?v=HQRJIxcp2Q

LiteratuurSlingerland, M. (2014). Physical EducaAon\'s ContribuAon to levels of physical acAvity in children and

adolescents. Fontys Sporthogeschool en Maastricht University, 129-130.

Smit, W. (2014). Fundamental movement skills and fundamental games skills are complementary pairs and

should be taught in complementary ways at all stages of skill development. Sport, EducaAon an Society, 1-13.

Spek, I. v. (2012). Basketbal: aanvallen \'in moAon\' in het voortgezet onderwijs. Koninklijke Vereniging van

Lichamelijke Opvoed, 22-25.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �30 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 31: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Themasessie | De relatie bewegen en cognitie, zowel in de gymles als daarbuiten

Prof. dr. Chris Visscher, Directeur Centrum voor Bewegingswetenschappen; Rijksuniversiteit Groningen Dr. Esther Hartman, Universitair hoofddocent Centrum voor Bewegingswetenschappen; Rijksuniversiteit Groningen Luuk Janssen MSc., Ontwikkelaar lessenreeks Slim door Gym, kwaliteitsmedewerker peiling Bewegingsonderwijs; Rijksuniversiteit GroningenSilke van Ginkel, Masterstudent Sport Sciences

Korte beschrijvingI. Kort overzicht van wat er tot nu toe wereldwijd echt bekend is over de samenhang tussen

bewegen/sport en cogniHe/schoolprestaHes en de door ons uitgevoerde onderzoeken in de gymzaal en daarbuiten

II. Het project Slim door Gym; uitleg en demonstraHe van lessen(reeks)

Slim door Gym is een bewegingsintervenHe van 14 weken met vier lessen bewegingsonderwijs per week voor kinderen van groep 5 en 6. Er doen 23 scholen in Noord- en West-Nederland mee. Er zijn twee verschillende intervenHeprogramma’s (dus beide van 14 weken en dus beide in totaal 56 lessen, dus samen ruim 100 lessen). De ene intervenHe is wat meer gericht op fitheid en de andere wat meer op complexe motorische vaardigheden. We meten effecten op motorische vaardigheden, fitheid, cogniHeve funcHes en schoolprestaHes. Uniek aan Slim door Gym is dat bij een deel van de kinderen ook effecten op de hersenen wordt onderzocht. Dat gebeurt met behulp van hersenscans die bij een deel van de kinderen voor en na de intervenHe worden afgenomen.

Uitleg en demonstraHe van de lessen en bijbehorende doelen gebeurt door Luuk Jansen en Silke van Ginkel, die een belangrijke rol hebben gespeeld in het ontwerpen van de lessen maar ze ook beiden voor een deel hebben gegeven op de scholen en dus ook goed de prakHsche waarde, hoe het gaat in de les, kunnen toelichten

LiteratuurChris Visscher, Marije Elferink-Gemser en Esther Hartman, “Bewegingsonderwijs een ongelofelijk belangrijk

schoolvak” Lichamelijke opvoeding -9, 28 oktober 2011.

Esther Hartman en Chris Visscher ”Beter leren door beter bewegen bij kinderen op de basisschool”

Lichamelijke Opvoeding -9, 28 oktober2011.

Marieke Westendorp, Cor van Alff, Esther Hartman en Chris Visscher “Beter ballen en beter nadenken”

Lichamelijke Opvoeding -8, september 2013.

Mullender-Wijnsma, M., Hartman, E., de Greeff, JW., Doolaard, S., Bosker,RJ., Visscher,C,. “ Physically AcAve

Math and Language lessons Improve Academic Acievement: A cluster Randomized Controlled Trial”.

Pediatrics, 2016 mar 137 (3).

E-mail: [email protected]

Pagina � van �31 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 32: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Pagina � van �32 58

PRESENTATIES

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 33: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | BalanSAR; beter leren balanceren met behulp van augmented reality

Michel Bosman, Docent-onderzoeker lectoraat Gezonde LeefsHjl in een SHmulerende Omgeving; Haagse Hogeschool

InleidingBalanceren is één van de essenHële motorische vaardigheden voor het bereiken en onderhouden van een acHeve levenssHjl voor kinderen en volwassenen. Op dit moment leren kinderen veelal op tradiHonele manieren balanceren in de gymles. De visuele waarneming, de verschillende fases in het leerproces en de beleving van kinderen zijn belangrijke factoren bij het leren bewegen. Hieraan kan nog meer aandacht worden besteed in het bewegingsonderwijs. Een technologie die hier voor ingezet kan worden, is SpaHal Augmented Reality (SAR), de projecHe van (interacHeve) animaHes op driedimensionale oppervlakken.

MethodeDe projecHe van interacHeve animaHes Hjdens het balanceren kan de visuele waarneming van kinderen Hjdens het balanceren beïnvloeden en het motorisch leerproces bevorderen. Om dit te onderzoeken worden verschillende concepten van balanceeropstellingen ontworpen in samenwerking met kinderen en experts op het gebied van motorisch leren, (sensor)technologie en gymtoestellen.

ResultatenEr zijn verschillende concepten ontworpen die iteraHef worden doorontwikkeld. De eerste playtests van deze concepten laten zien dat BalanSAR een bijdrage levert aan de beleving en moHvaHe van kinderen Hjdens balanceeroefeningen.

Discussie en conclusieBalanSAR heej in 2016 de SporHnnovator prijs ontvangen. Door de ontwikkeling van en onderzoek naar de BalanSAR verkrijgen we kennis over motorisch leren van kinderen. Het project zal uiteindelijk leiden tot een gebruiksvriendelijk, intuïHef en efficiënt product met een toegevoegde waarde voor het bewegingsonderwijs.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �33 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 34: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Hoezo derde uur? Hoezo vakleerkrachten? We doen toch al genoeg?

Prof. dr. Koen Breedveld, Directeur en onderzoeker; Mulier InsHtuut Nienke LammerHnk, Onderzoeker; Mulier InsHtuut

Korte beschrijvingVanuit de poliHek zijn voorstellen ingediend, door SP en VVD, om te investeren in het bewegingsonderwijs. Daarbij wordt gekeken naar meer inzet van vakleerkrachten én naar uitbreiding van het aantal uren bewegingsonderwijs.

In dit paper kijken we naar de moHvaHe van schooldirecteuren om in die ontwikkeling mee te gaan, of dat juist niet te willen. We baseren ons daarbij op uitkomsten uit twee grote cijfermaHge onderzoeken onder scholen, alsmede op uitkomsten van vraaggesprekken met 18 leidinggevenden (in het primair onderwijs).

De uitkomsten maken duidelijk dat voeding en bewegen inmiddels een belangrijke plaats innemen in het denken van schooldirecteuren en dat schooldirecteuren overtuigd zijn van de meerwaarde van de inzet van vakleerkrachten. Tegelijk blijkt dat dat nog niet voor iedere schooldirecteur betekent dat men ook overgaat op uitbreiding van het lesuren bewegingsonderwijs of alleen nog vakleerkrachten in dienst neemt. Redenen om hier niet op in te zecen hangen samen met de betrokken kosten, de benodigde accommodaHes en organisatorische uitdagingen, maar ook met visies op onderwijs alsmede met het feit dat bewegingsonderwijs niet de enige wijze is waarop de school zijn verantwoordelijkheid inzake gezondheidsbevordering kan nemen. De persoonlijke affiniteit en betrokkenheid van de betreffende schooldirecteur lijkt hier een grote rol in te spelen. Verder lijken creaHviteit en vindingrijkheid belangrijke randvoorwaarden om op dit vlak successen te boeken, al lijkt de cultuur van het onderwijs niet bevorderend om aan die voorwaarden te kunnen voldoen.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �34 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 35: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Leerlingvolgsystemen en formatief toetsen: een goede match?

(deze presentaHe vervalt op 29 maart) Eveline Dollee, Trainee; Mulier InsHtuut

InleidingDit onderzoek richt zich op leerlingvolgsystemen en formaHef toetsen, waarbij de nadruk wordt gelegd op het primair onderwijs en het bewegingsonderwijs. Doel van dit onderzoek was om meer informaHe te krijgen over hoe leerlingvolgsystemen gebruikt en ingezet kunnen worden voor formaHef toetsen. Het secundaire doel was om de leerlingvolgsystemen binnen het primair onderwijs op het gebied van bewegingsonderwijs te inventariseren om deze onder te gaan brengen in een databank.

MethodeEr is deskresearch uitgevoerd naar leerlingvolgsystemen in het primair onderwijs die zich specifiek richten op het bewegingsonderwijs. In totaal zijn 29 leerlingvolgsystemen gevonden. 16 leerlingvolgsystemen zijn specifiek ontwikkeld voor het bewegingsonderwijs en 14 leerlingvolgsystemen zijn gericht op het primair onderwijs. Tevens zijn interviews gehouden met de ontwikkelaars van vier leerlingvolgsystemen in het primair onderwijs op het gebied van bewegingsonderwijs. Gesproken is met de ontwikkelaars van de volgende leerlingvolgsystemen: ‘Volg Mij’, ‘MQ Schooltest’, ‘Bewegen en Spelen’ en het ‘BeweegABC’.

ResultatenAan de hand van de inventarisaHe van de leerlingvolgsystemen is gebleken dat de leerlingvolgsystemen onderling veel van elkaar verschillen. Verschil is te zien in bijvoorbeeld de mate van gebruik en de aspecten die gemeten worden. De ontwikkelaars van de vier leerlingvolgsystemen gaven elk een andere beweegreden op voor het ontwikkelen van een nieuw leerlingvolgsysteem. Met betrekking tot het formaHef toetsen gaven alle vier de ontwikkelaars unaniem aan dat het mogelijk is om een leerlingvolgsysteem in te zecen voor opbrengstgericht werken (OGW). De ontwikkelaars hebben daarentegen minder overeenstemming over het feit of het mogelijk is om leerlingvolgsystemen te gebruiken voor assessment for learning (AFL). Tot slot gaven alle ontwikkelaars van de leerlingvolgsystemen, op één na, aan dat het mogelijk is om een leerlingvolgsysteem in te zecen voor diagnosHsch toetsen.

Conclusie Naar aanleiding van dit onderzoek lijkt het erop dat de vier leerlingvolgsystemen deels ingezet kunnen worden voor formaHef toetsen.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �35 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 36: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Door meer bewegen sterkere botten?

Emer. Prof. Dr. Han Kemper, Emeritus Hoogleraar Gezondheidskunde; Vrije Universiteit

InleidingDe laatste kwart eeuw is de dagelijkse hoeveelheid lichaamsbeweging van onze jeugd sterk gedaald. Niet alleen spieren, longen en hart ontwikkelen zich daardoor minder maar ook het skelet. De vraag is of meer lichaamsbeweging en in het bijzonder Hjdens de lessen sport en bewegen ook de groei en ontwikkeling van het skelet van jeugdigen kunnen verbeteren. (Kemper, 2011).

MethodenDe ontwikkeling van het skelet kan veilig gemeten worden met behulp van DEXA (Dual X-ray AbsorpHometry). Bot bestaat uit dicht corHcaal bot (bijv. ribben) en sponsachHg trabeculair bot met een netwerk van botbalkjes (bijv. pijpbeenderen). De botminerale dichtheid (BMD) is een maat voor de sterkte van de botmassa.

Uit dier-experimenteel onderzoek (met hanen en racen) is eerder bewezen dat vooral kortdurende gewichtsdragende lichaamsbeweging met een hoge mechanische belasHng ( bij voorbeeld touwtjespringen) effecHef is ter vergroHng van de botmassa.

Resultaten Er zijn op scholen diverse RCT’s (Randomized Controlled Trials) uitgevoerd bij zowel jongens als meisjes (Hind en Burrows, 2007). Daarbij worden schoolklassen vergeleken die wel of geen extra gewichtsdragende lichaamsbeweging kregen. De resultaten laten zien dat na een schooljaar de botmassa in de intervenHe schoolklassen met 1-5% meer is toegenomen dan in de controle klassen. Dit betrej kinderen uit Australië, USA en Canada. In Nederland heej het Amsterdamse Groei- en Gezondheidsonderzoek aangetoond dat over een leejijdsperiode van 12 tot 28 jaar de hoeveelheid mechanische belasHng een sterke posiHeve relaHe vertoont met de botminerale dichtheid op 28-jarige leejijd( Groothausen et al 1997). Recent longitudinaal onderzoek in Zweden (Fritz et al, 2016) bij jongens en meisjes van 8 jaar laat zien dat hun botmassa na een periode van zeven jaar door een verhoging van de lessen sport en bewegen van 60 naar 200 minuten per week met ongeveer 5% meer was toegenomen dan in de controlegroep.

ConclusieKortdurende gewichtsdragende lichaamsbeweging Hjdens de lessen sport en bewegen resulteert in een grotere botmassa van jeugdigen. Deze sterkere botmassa blijj aanwezig tot volwassen leejijd. Hierdoor is lichaamsbeweging, in casus lessen sport en bewegen, op jonge leejijd een belangrijk prevenHef middel tegen latere osteoporose.

Pagina � van �36 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 37: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

LiteratuurFritz J, Duckham RL, Rantalainen T, Rosengren BE, Karlsson MG, Daly RM. Influence of a school-based

physical acAvity intervenAon on corAcal bone mass distribuAon: a 7-year intervenAon study. Calcif Tissue Int,

2016; 99: 443-453.

Groothausen J, Siemer H, Kemper HCG, Twisk JWR, Welten DC. Influence of peak strain on lumbar bone

mineral density: an analysis of 15 year physical acAvity in young males and females. Pediatric Exercise

Science,1997; 9: 59-73.

Hind K, Burrows M. Weight-bearing exercise and bone mineral accrual in children and adolescents: a review

of controlled trials. Bone 2007; 40:14-27.

Kemper HCG. Hoofdstuk 9 : Bewegen in de jeugd: meer bot op de bank. In: Fite kinderen, sporAeve Aeners,

over de invloed van bewegen en sport op de gezondheid van jongeren. Elsevier Gezondheidszorg, Amsterdam,.

2011; 9: 191-204. ISBN 978 9035232419.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �37 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 38: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Goed bewegen; wat is goed genoeg?

Tim van Kernebeek MSc., Onderzoeker en Promovendus lectoraat Bewegingswetenschappen; Hogeschool van AmsterdamMarlou de Kroon, Docent Gezondheidswetenschappen Jeugd; Rijksuniversiteit Groningen Antoine de Schipper, Onderzoeksmedewerker lectoraat Bewegingswetenschappen; Hogeschool van Amsterdam Huub Toussaint, Lector Bewegingswetenschappen; Hogeschool van Amsterdam

InleidingIn Nederland is de 4-Vaardighedenscan een veelgebruikt screeningsinstrument om de grof-motorische vaardigheden Hjdens gymlessen in kaart te brengen (Van Gelder & Stroes, 2010). Echter, over hoe de uitkomst van deze scan geïnterpreteerd kan worden bestaat onduidelijkheid. Doel van deze studie is het vaststellen van aäapwaarden om daarmee een stoplichtmodel te ontwikkelen: groen= normale motorische ontwikkeling, oranje= waarschijnlijk licht motorisch probleem, rood= afwijkende motorische ontwikkeling.

Methode212 leerlingen (zes tot twaalf jaar) van acht Amsterdams basisscholen namen deel aan deze studie. Leerlingen deden in de gymzaal de 4-Vaardighedenscan, de MABC-2 en werden door experts beoordeeld op hun motoriek Hjdens het doorlopen van een hindernisbaan. Uitslagen van de 4-Vaardighedenscan werden vergeleken met uitslagen op de MABC-2 en met het oordeel van experts. Pearson correlaHes en ROC-curves zijn de gebruikte analysemethodes geweest.

ResultatenDe correlaHe tussen de uitkomst van de 4-Vaardighedenscan en het oordeel van de experts was maHg posiHef (Pearson r=0.47, p<0.01). De correlaHe tussen de uitkomsten op de 4-Vaardighedenscan en de MABC-2 was ook maHg posiHef (Pearson r=0.54, p<0.01). Daarnaast kunnen op basis van expertoordelen aäapwaarden gevonden worden van -1,36 (groen-oranje) en -2,32 (oranje-rood) jaar. Op basis van de MABC-2 classificaHe worden aäapwaarden van -0,71 (groen-oranje) en -1,30 (oranje-rood) gevonden.

Discussie/conclusiesHoewel de verschillende onderzoeksmethoden tot uiteenlopende aäapwaarden komen, kunnen op basis van deze studie aanbevelingen worden gedaan voor de bepaling van definiHeve aäapwaarden voor de 4-Vaardighedenscan.

Beter leren bewegen!Door het bepalen van aäapwaarden wordt duidelijk hoe scores op de 4-Vaardighedenscan geïnterpreteerd kunnen worden. Dit geej duidelijkheid voor gymdocenten, die dit instrument veel gebruiken, maar ook voor andere professionals in het werkveld waarmee gecommuniceerd wordt, zoals jeugdartsen en kinderfysiotherapeuten (Willems et al., 2016). De gevonden score dient alHjd in combinaHe met de lastvraag geïnterpreteerd te worden. OverdiagnosHcering dient daarmee voorkomen te worden. Door middel van extra begeleiding (gerichte prevenHe) Hjdens gymlessen levert de gymdocent bovendien een bijdrage aan demedicalisaHe van gezondheidsbevordering.

Pagina � van �38 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 39: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

LiteratuurVan Gelder, W., & Stroes, H. (2010). Leerlingvolgsysteem bewegen en spelen. Over observeren, registeren en

extra zorg (2e druk). Amsterdam, The Netherlands: Elsevier.

Willems, W. A. J. J., Erken, I. E., Johannes, M., van Kernebeek, W. G., de Schipper, A., & Toussaint, H. M. (2016).

Goed bewegen van basisschoolleerlingen is onze zorg: Samen aan de slag met de gymleraar. JGZ Tijdschriu

voor jeugdgezondheidszorg, 48(4), 72–77. htps://doi.org/10.1007/s12452-016-0066-6.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �39 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 40: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Pagina � van �40 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 41: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Leren kogelstoten in de gymles met zelfgestuurde videofeedback

Drs. Marjan Kok, Docent-Onderzoeker Sport en Zorg (Onderwijs); Vrije Universiteit Laurien van Capelleveen, Masterstudent Human Movement Sciences; Vrije UniversiteitAnnet Komen, Masterstudent Human Movement Sciences; Vrije UniversiteitDr. John van der Kamp, Docent – Onderzoeker Motor Learning and Performance; Vrije Universiteit

InleidingBij zelfgestuurde videofeedback bepaalt de beweger zélf wanneer hij/zij feedback krijgt. Die kijkt dan terug met daarbij meestal mondelinge feedback van een begeleider. Zelfgestuurde videofeedback leidde in verschillende studies tot een beter motorisch leerresultaat, (1-2) een hogere eigen effecHviteitsverwachHng en hogere moHvaHe (2) vergeleken met videofeedback waarbij de Hming en frequenHe van terugkijken werd opgelegd door de begeleider. Wij onderzochten of zelfgestuurde videofeedback ook in de gymles leidt tot een beter leerresultaat, een hogere eigen effecHviteitsverwachHng en taakmoHvaHe dan opgelegde (video)feedback.

MethodeZesenvijjig vmbo/havo brugklasleerlingen leerden kogelstoten. Tijdens de pretest, oefenperiode, poscest en retenHetest werden bewegingsprestaHe (stootafstand en kwaliteit van de techniek), eigen effecHviteitsverwachHng en taakmoHvaHe bepaald. Tijdens de oefenperiode (drie lessen van elk 10 pogingen) oefenden drie klassen op verschillende manieren: met zelfgestuurde videofeedback (ZVF), opgelegde videofeedback (OVF) en tradiHonele mondelinge feedback (TRAD). Hierbij keken ZSF en OVF pogingen terug met een medeleerling. TRAD kreeg mondelinge feedback van de vakdocent.

ResultatenDe leerlingen presteerden (afstand en techniek) na de oefenperiode beter dan daarvoor. Ook de eigen effecHviteitsverwachHng was hoger na de oefenperiode. TaakmoHvaHe veranderde niet. Voor de eigen effecHviteitsverwachHng gold dat ZVF en TRAD hoger scoorden, OVF daarentegen niet.

Discussie/conclusieDe oefenmethoden zorgen voor motorisch leren, waarbij zelfsturing toegevoegde waarde heej voor de eigen effecHviteitsverwachHng. Zelfstandig oefenen met videofeedback zonder feedback van de docent (ZVF) was even effecHef als de tradiHonele les, waarin de docent feedback geej.

Beter leren bewegen! Zelfgestuurde videofeedback lijkt een effecHeve manier om leerlingen op zelfstandige wijze te leren bewegen, en het heej een posiHef effect op het geloof in eigen kunnen.

LiteratuurJanelle CM e.a., (1997). Maximizing performance feedback effecAveness through videotape replay and a self-

controlled learning environment. ResQuartExerc Sport, 68:269-279.

Ste-Marie DM e.a. (2013). Learner-controlled self-observaAon is advantageous for motor skill acquisiAon.

Front in Psychol 3: 556.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �41 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 42: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Multimedia en peer assessment in het zwemonderwijs

Prof. Dr. KrisHne De Martelaer, Hoogleraar EducaHe en Pedagogiek, Leerstoel Pedagogiek en onderwijskunde van lichamelijke opvoeding; Universiteit UtrechtKoen De Keersmaecke, Sportdocent; Sportwerk Vlaanderen Prof. Dr. Bart Soons, Leerlijn Pedagogiek-DidacHek: EHBO; Vrije Universiteit Brussel

InleidingDeze studie is een onderzoek naar efficiënte didacHsche werkvormen bij eerstejaars studenten Bachelor Lichamelijke Opvoeding & Bewegingswetenschappen en RevalidaHewetenschappen (fysiotherapie) aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Het doel was om na te gaan hoe mulHmedia, met name onderwaterbeelden van mede-studenten in combinaHe met leskaarten, kunnen gebruikt worden om de zwemles voor toekomsHge lesgevers interacHef en leerrijk te maken.

Methode De opdracht voor de parHcipanten (n =196) was om elkaar te beoordelen aan de hand van Hen aandachtspunten voor schoolslag, enerzijds op het droge van op de rand van het zwembad en anderzijds aan de hand van zelfgemaakte onderwaterbeelden. Na de les werden de beelden nagekeken door de onderzoekers en op het online plalorm geplaatst indien deze voldeden aan kwaliteitscriteria voor- en zijaanzicht. Aan de hand van die beelden, gaven de studenten nogmaals een score aan hun medestudenten. Om de betrouwbaarheid van de studenten onderling na te gaan, werden Cohen’s Kappa-analyses uitgevoerd om de percentages te vergelijken. Er werd daarvoor een gemiddelde gemaakt van de interbeoordelaars-betrouwbaarheid per aantal beoordelaars voor ieder aandachtspunt. De beoordelingen van de studenten werden tevens vergeleken met de beoordeling van een expert.

Resultaten78% van de studenten was in staat om kwaliteitsvolle onderwaterbeelden bij elkaar op te nemen bij schoolslag (90% vooraanzicht; 83% zijaanzicht). Vijf van de Hen aandachtspunten waren meer betrouwbaar wanneer ze van op de kant werden beoordeeld, de andere vijf waren beter te beoordelen op de onderwater- beelden. De beoordelingen van de studenten kwamen bij negen van de Hen aandachtspunten het best overeen met die van de expert wanneer de studenten van op de kant beoordeelden.

PraktijkwaardeDeze studie heej prakHsche inzichten gegeven in de mogelijkheid van eerstejaars studenten hoger onderwijs om beelden schoolslag te maken met behulp van eenvoudige onderwatercamera’s. Er is een gevalideerde versie van de leskaart beschikbaar en er werd inzicht verschaj in het vlot organiseren van peer assessment voor schoolslag. Het is een didacHsche werkvorm die bijdraagt tot beter leren bewegen, meer in het bijzonder in het zwemonderwijs. Voor KVLO (en BVLO in Vlaanderen) zijn dergelijke inzichten zinvol aangezien er vanuit de vakvereniging gezocht wordt naar de meerwaarde van het gebruik van mulHmedia in de lessen LO in het algemeen en voor het zwemmen in het bijzonder.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �42 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 43: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Goalkeeper! Het toepassen van zelfregulatie in de gymles en mentorles

Dr. Mombarg, Lector Bewegingsonderwijs en Jeugdsport; Hanzehogeschool Groningen Alien van der Sluis, Docent – Onderzoeker InsHtuut voor Sportstudies; Hanzehogeschool Groningen

InleidingLeerlingen in het vmbo ervaren minder plezier in het bewegingsonderwijs dan leerlingen van andere onderwijsniveaus. Zij hebben minder behoeje aan wedstrijdgerichte lessen en willen zelf invloed hebben op inhoud en de manier waarop de lessen aangeboden worden (Reeve, Ryan, Deci, Jan g,2007; Van Mossel & Stegeman, 2007). Het aanbieden van lessen waarin nadruk ligt op het sHmuleren van zelfregulaHe biedt mogelijk een oplossing. De sportcontext is uitermate geschikt omdat doelen in de sport tastbaar en meetbaar zijn. ZelfregulaHevaardigheden die leerlingen ontwikkelen in de gymles, zijn mogelijk domeinoversHjgend waardoor leerlingen ze onder bepaalde omstandigheden kunnen toepassen in andere domeinen, bv. onderwijs of leefsHjl.

MethodeHet Hanze InsHtuut voor Sportstudies, KVLO, GGD Groningen en een drietal vmbo-scholen hebben een zelfregulaHemethodiek ontwikkeld waarmee leerlingen aan sportdoelen werken in de gymles, en tegelijkerHjd aan leefsHjldoelen in de mentorlessen: Goalkeeper! De lesmethode maakt gebruik van moderne sporten zoals trickbiken, longboarden, bootcamp, maar ook van handbal en basketbal. In blokken van vier weken bepalen leerlingen hun startniveau voor een sport en werken vervolgens toe naar een voorgestructureerd doel. Dit doen ze aan de hand van niveaufilmpjes en een app gaat de intervenHe ondersteunen. Leerlingen werken veelal zelfstandig, de rol van de docent is die van ondersteuner en coach.

ResultatenDrie scholen voeren gedurende het schooljaar 2016-2017 de intervenHe uit en zijn nu halverwege de loopHjd van de intervenHe (viermaal vier weken). De eerste resultaten op docentgedrag en leerlinggedrag worden gepresenteerd in deze sessie. Aan het eind van de intervenHeloopHjd wordt het niveau van de zelfregulaHevaardigheden van de leerlingen, binnen de sportles en in de mentorlessen waarin gewerkt wordt aan leefsHjldoelen, bepaald.

Dicsussie/conclusieDiscussie vindt plaats over leerlinggedrag en docentgedrag binnen de intervenHe. De presentaHe wordt verzorgd door een docent-onderzoeker en door een docent die met de intervenHe werkt.

Beter leren bewegenDe intervenHe is na afloop van de loopHjd breed beschikbaar voor vmbo-scholen. De KVLO ondersteunt bij de verspreiding van de intervenHe.

Pagina � van �43 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 44: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

LiteratuurReeve, J., Ryan, R. M., Deci, E. L., & Jang, H. (2007). Understanding and promoAng autonomous self-

regulaAon: A self-determinaAon theory perspecAve. MoAvaAon and self-regulated learning: Theory, research,

and applicaAon, 223-244.

Mossel, G. van & Stegeman, H. (2007). VaksecAes LO en de ervaringen van hun leerlingen. In H. Stegeman

(red.). Naar beter bewegingsonderwijs. Over de kwaliteit van sport en bewegen op school (pp. 163-229). ’s-

Hertogenbosch: W.J.H. Mulier InsAtuut.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �44 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 45: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Schoolzwemmen, waar gaat het naar toe?

(deze presentaHe vervalt op 29 maart) Titeke Postma, Projectleider NL Zwemveilig; NaHonaal Plalorm Zwembaden | NRZ

Korte beschrijvingHet project NL Zwemveilig richt zich op het verzamelen van bestaande en nieuwe kennis over leren zwemmen om de zwemveiligheid van de Nederlandse bevolking op een zo hoog mogelijk niveau te krijgen. NL Zwemveilig wordt namens de zwembranche gecoördineerd door NaHonaal Plalorm Zwembaden | NRZ en wordt ondersteund door het ministerie van VWS.

Binnen NL Zwemveilig is door het Mulier InsHtuut onderzoek gedaan onder gemeenten en scholen naar schoolzwemmen. Uit de resultaten blijkt dat schoolzwemmen door 30% van de Nederlandse gemeenten wordt ondersteund. Vier jaar geleden was dat nog 43%. In grote gemeenten wordt vaker schoolzwemmen aangeboden dan in kleine gemeenten. Onderzoek onder scholen bevesHgt dat het aantal basisscholen dat schoolzwemmen aanbiedt, daalt.Het aanbod van schoolzwemmen verandert. 21% van de scholen die schoolzwemmen aanbieden, biedt het tradiHonele schoolzwemmen aan, gericht op het halen van een zwemdiploma. 48% biedt daarnaast ook programma’s aan die vallen onder ‘nace gymnasHek’. 31% biedt alleen die laatste vorm aan.

Het schoolzwemmen in Nederland verandert. In deze presentaHe worden de laatste onderzoeksresultaten en nieuwe verschijningsvormen van schoolzwemmen op een rij gezet. Aan de hand van stellingen wordt met de deelnemers gekeken wat deze veranderingen (kunnen) betekenen voor de zwemveiligheid van kinderen in Nederland.

Pagina � van �45 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 46: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Met elkaar wordt uitgewisseld over de vragen: ‘Is er een relaHe tussen schoolzwemmen en het aantal verdrinkingen dat ieder jaar weer plaatsvindt?’ Welke invloed hebben de ontwikkelingen binnen het schoolzwemmen op het voortbestaan van zwemmen als lifeHme acHviteit?’en ‘Blijj schoolzwemmen bestaan of moet het roer om?’

De presentaHe/workshop richt zich op vakleerkrachten LO in het primair onderwijs. Aan het eind kunnen deelnemers kriHsch meedenken over de betekenis van het schoolzwemmen en de mogelijkheden voor vernieuwingen in de nabije toekomst.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �46 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 47: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Het bewegingsonderwijs op praktijkscholen

(deze presentaHe vervalt op 29 maart) Vera Scholten, Onderzoeker; Mulier InsHtuut

InleidingOmdat een actueel en accuraat beeld van het aanbod voor bewegingsonderwijs en sport binnen deze onderwijsvormen ontbrak, heej het Mulier InsHtuut in mei 2016 een nulmeHng Lichamelijke Opvoeding uitgevoerd in onder andere het prakHjkonderwijs (Lucassen et al., 2016). Sportdeelname van kinderen en jongeren met een beperking en moeilijk lerende kinderen ligt lager dan die van hun leejijdsgenoten. Daarom is het van belang dat er aandacht is voor (kerngegevens van) het bewegingsonderwijs in het speciaal onderwijs en prakHjkonderwijs.

MethodeGegevens zijn in 2015 verzameld via een online vragenlijst onder een representaHeve steekproef van secHeleiders en schoolleiders. De vragenlijst bestond voornamelijk uit gesloten vragen en enkele open vragen. Gegevens van 92 scholen voor prakHjkonderwijs zijn verkregen (via 48 schoolleiders en 44 secHeleiders). De resultaten zijn gewogen naar schoolgrooce, regio en denominaHe.

Resultaten/discussie In het prakHjkonderwijs wordt zeker in de onderbouw relaHef veel lesHjd lichamelijke opvoeding gerealiseerd. In de bovenbouw van het prakHjkonderwijs is dit minder het geval en wordt de hoeveelheid lesHjd door de prakHjkscholen minder gunsHg beoordeeld dan door scholen voor speciaal of regulier onderwijs. In hun procesaanpak scoren de scholen voor prakHjkonderwijs op veel punten hoog, vooral bij het aanpassen van de les aan de mogelijkheden van leerlingen en het hanteren van regels voor veiligheid. Negen van de Hen scholen willen in de toekomst iets aan het aanbod op het vakgebied veranderen en wensen dan vooral meer lessen, meer accommodaHeruimte en een betere samenwerking met buitenschoolse instanHes.

Beter leren bewegen!Met dit onderzoek is een bijdrage geleverd aan het vergroten van het inzicht in het bewegingsonderwijs op prakHjkscholen. Doordat kinderen met een beperking minder bewegen dan leejijdsgenoten, is het van belang dat er aandacht is voor goed bewegingsonderwijs.

LiteratuurLucassen, J.M.H., Cevaal, A., Scholten, V. & Werff, H. van der (2016). Bewegingsonderwijs in het speciaal

onderwijs en prakAjkonderwijs. NulmeAng 2015. Utrecht: Mulier InsAtuut.

Scholten, V. (2015). Bewegingsonderwijs op prakAjkscholen. Een onderzoek naar de organisaAe van

bewegingsonderwijs op prakAjkscholen en de ervaring van betrokkenen (stagerapport). Utrecht/Wageningen:

Mulier InsAtuut/Wageningen Universiteit.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �47 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 48: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Motorische vaardigheden en zelf-ervaren motorische competentie; relaties en interacterende variabelen

Anne den Uil, Onderzoeker; Hogeschool van Amsterdam InleidingBeter leren bewegen staat centraal Hjdens de lessen lichamelijke opvoeding. Echter, tegenwoordig wordt bij veel kinderen een motorische achterstand geconstateerd, waarvan de oorzaken niet geheel duidelijk zijn. Om motorische achterstanden in de toekomst te kunnen reduceren en voorkomen, is het van belang de oorzaken hiervan te achterhalen. Stodden et al. (2008) suggereren dat de ontwikkeling van motorische vaardigheden mede wordt beïnvloed door de zelf-percepHe van motorische competenHe. In de basisschoolleejijd beseffen kinderen die competenHe en dan kan het een posiHef of negaHef effect hebben op het beter leren bewegen. Bijvoorbeeld, kinderen die niet zo competent zijn, beseffen dat op een gegeven moment en zullen ook sneller aÖaken. De vraag is of bewegingsonderwijs succesvol kan inspelen op dit gevoel van ‘bewust onbekwaam’ om zo kinderen over te halen acHef te blijven zodat ze beter leren bewegen.

MethodeDe relaHes tussen motorische vaardigheden, zelf-ervaren motorische competenHe en fysieke acHviteit worden beschreven bij kinderen tussen 6 en 12 jaar, op basis van het model van Stodden et al. (2008). Door middel van een cross-sequenHeel onderzoeksdesign zullen zowel cross-secHonele als longitudinale analyses gedaan worden. Na het eerste onderzoeksjaar zijn dan cross-secHonele beschrijvingen mogelijk. Daarna worden de kinderen van 10 en 12 jaar gevolgd, zodat na drie jaar ook longitudinale analyses uitgevoerd worden. Motorische vaardigheden zullen worden gemeten Hjdens de gymles door middel van de Movement Scan (van Gelder & Stroes, 2010). Zelf-ervaren motorische competenHe zal in kaart gebracht worden door middel van een vragenlijst passend bij de leejijd van de leerlingen (Pictoriële schaal Harter&Pike/CBSK). Fysieke acHviteit zal gemeten worden met een vragenlijst en Fitbits. Analyses worden gedaan door middel van mulHlevel regressie en predicHemodellen.

ToepassingWanneer blijkt dat de ontwikkeling van een posiHef zeláeeld ten aanzien van bewegen en motorische vaardigheden van invloed is op de motorische vaardigheden van kinderen, kan hier in het bewegingsonderwijs meer nadruk op gelegd worden door bijvoorbeeld posiHeve feedback (Koka & Hein, 2008) of de lesorganisaHe (Steeman, 2004). Het kind leert om te gaan met de zelf ervaren motorische competenHe zodat het plezier in bewegen toeneemt en daarmee de mate van bewegen waardoor een vicieuze cirkel kan ontstaan waarin bewegen, zelf-ervaren motorische competenHe en motorische vaardigheden elkaar versterken.

Pagina � van �48 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 49: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

LiteratuurKoka, A., & Hein, V. (2005). The effect of perceived teacher feedback on intrinsic moAvaAon in physical

educaAon. InternaAonal Journal of Sport Psychology, 36(2), 91.

Van Gelder, W., & Stroes, H. (2010). Leerlingvolgsysteem bewegen en spelen. Over observeren, registeren en

extra zorg (2e druk). Amsterdam, The Netherlands: Elsevier. Steeman, J. (2004). PerspecAeven op lukken: over brede zorg in lessen bewegingsonderwijs. Lichamelijke

opvoeding, 102, 18 – 21.

Stodden, D.F., Goodway, J.D., Langendorfer, S.J., Roberton, M.A., Rudisill, M.E., Garcia, C., & Garcia, L.E.

(2008). A developmental perspecAve on the role of motor skill competence in physical acAvity: An emergent

relaAonship. Quest, 60(2), 290-306.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �49 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 50: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Sport en Bewegingsonderwijs (SBO) tijdens de ramadan

(Deze presentaHe vervalt op 29 maart) Niek van Venrooij, student bewegingswetenschappen; Universiteit van Maastricht

InleidingVoor docenten SBO is het soms lasHg te bepalen óf en hoe zij Hjdens de les SBO rekening moeten houden met leerlingen die deelnemen aan de ramadan. Dit onderzoek had als doel hiervoor prakHsche aanbevelingen te formuleren gebaseerd op SBO-ervaringen van islamiHsche leerlingen.

MethodeDoor middel van enquêtes zijn op islamiHsche (n=176) en niet-islamiHsche (n=122) scholen voor voortgezet onderwijs onder islamiHsche leerlingen de SBO-ervaringen Hjdens de ramadan in kaart gebracht. In de enquêtes is gevraagd naar fysieke ongemakken en ervaringen met de les SBO binnen en buiten de ramadanperiode. Ook de manier van aanbieden van de les Hjdens de ramadan is meegenomen. Voor alle resultaten zijn de verschillen tussen SBO Hjdens de ramadan vs. SBO buiten de ramadan in kaart gebracht. Ook zijn de resultaten getest op verschillen tussen islamiHsche en niet-islamiHsche scholen.

Pagina � van �50 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 51: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

ResultatenLeerlingen rapporteerden binnen de les SBO Hjdens de ramadan significant vaker fysieke ongemakken dan buiten de ramadan. Daarnaast werden lessen vaker als ‘zwaar’ en ‘minder leuk’ ervaren. Leerlingen van de islamiHsche school bleken posiHever over de lessen SBO Hjdens de ramadan dan leerlingen van de niet-islamiHsche scholen. Zwemmen en beoordelen van sportvaardigheden kan volgens leerlingen het beste worden gemeden Hjdens de ramadan. Daarnaast geven leerlingen Hjdens de ramadan de voorkeur aan de les SBO aan het begin of einde van de lesdag.

ConclusieDocenten wordt geadviseerd om voor islamiHsch leerlingen Hjdens de ramadan de intensiteit te verlagen door een gedifferenHeerd SBO-programma aan te bieden. Verder zou het vermijden van beoordelen en zwemmen Hjdens de ramadan en het plannen van SBO-lessen aan het begin of einde van de lesdag kunnen bijdragen aan een opHmale deelname. Het verspreiden van en handelen naar deze aanbevelingen zal de parHcipaHe van islamiHsche leerlingen aan het SBO opHmaliseren en de kans op het behalen van vaktechnische doelen verhogen.

E-mail: nç[email protected]

Pagina � van �51 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 52: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Presentatie | Jeugdartsen en Gymleerkrachten samen aan de slag!

Bevorderen van de beweging van basisschoolkinderen door samenwerking. Wil Willems, Arts Maatschappij en Gezondheid; GGD Amsterdam Lex van der Post, Docent lichamelijke opvoeding PO; SHchHng Openbaar Onderwijs Noord

InleidingBij basisschoolleerlingen worden door gymleerkrachten steeds meer motorische problemen gezien. Het volgen van lessen bewegingsonderwijs gaat daardoor moeilijker. Uit onderzoek blijkt de grofmotorische ontwikkeling bij ongeveer 15% van leerlingen tussen 4-12 jaar achterblijj en dat percentage neemt toe. Daardoor kunnen deze kinderen minder goed meekomen op cogniHef niveau en worden vaker gepest. Gymleerkrachten willen graag een goed vervolgtraject om deze gesignaleerde kinderen verder te helpen en hen de juiste zorg te bieden. Jeugdartsen hebben als taak om achterstanden in de motorische ontwikkeling van kinderen op te sporen. Door middel van de 4 Ssenscan, een grofmotorisch onderzoeksinstrument kan de gymleerkracht een gradaHe van achterblijvende motorische ontwikkeling vaststellen waarna de jeugdarts deze leerlingen kan oproepen en kan nagaan welke hulp verder nodig is om deze achterstand weg te werken. Hiervoor is een stappenplan ontwikkeld wat op scholen gaat worden uitgetest.

MethodeIn 2014 is er op 30 basisscholen in Amsterdam bij 4493 kinderen tussen de 6-12 jaar een 4 SSenscan afgenomen. Daarbij werd door speciaal getrainde medewerkers ook lengte en gewicht gemeten en de BMI berekend. De verdeling per jaarklasse was ongeveer gelijk evenals de verdeling van jongens en meisjes. Aan de hand van de 4 Ssenscan wordt een gemiddelde motorische leejijdsscore berekend.

ResultatenNa afname van de 4 Ssenscan op de verschillende leejijden bij deze 4493 leerlingen blijkt dat naarmate de leejijd toeneemt de gemiddelde motorische vaardigheid meer achterblijj dan op grond van de leejijd verwacht mag worden. Alleen voor de groep zesjarigen is dit leejijdsconform. Daarnaast blijkt de gemiddelde motorische vaardigheid bij kinderen met overgewicht en obesitas significant achter in de drie leejijdsgroepen, 6-7, 8-9 en 10-11 jaar.

In de groep zes- tot zevenjarigen met overgewicht is de gemiddelde motorische achterstand 67dagen, terwijl die 126 dagen bedraagt bij obesitas. Bij de groep Hen- tot elçarigen is de achterstand respecHevelijk 354 dagen en 596 dagen afgezet tegen kinderen met een normaal gewicht.

Het is nog niet wetenschappelijk aangetoond hoe een tekort aan bewegingsvaardigheden van invloed is op het overgewicht en omgekeerd. Anderzijds zijn er allerlei bewegingsprogramma’s voor kinderen met overgewicht waarbij niet de motorische vaardigheden worden gemeten.

Pagina � van �52 58

KVLO - Dag voor LO - 2017

Page 53: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

DiscussieDe gevonden resultaten lijken het vermoeden van gymleerkrachten te bevesHgen dat de motorische ontwikkeling van kinderen op de basisschool steeds meer achterloopt. Door een score te geven aan de achterstanden; bij voorbeeld een score groen bij minder dan één jaar motorische achterstand, een score oranje bij één tot twee jaar achterstand en een score rood bij meer dan twee jaar achterstand of een afwijkende motorische ontwikkeling kan er via een stappenplan een intervenHe worden ingezet. Bij score groen geej de gymleerkracht zijn gymlessen; bij score oranje kan, indien op school aanwezig, Motorische Remedial Teaching worden ingezet of in overleg met de jeugdarts kinderfysiotherapie en bij score rood komen de kinderen bij de jeugdarts die zo nodig een vervolgtraject richHng bij voorbeeld kinderarts of kinderneuroloog kan inzecen.

Beter leren bewegen!Zo kunnen gymleerkrachten en jeugdartsen en kinderfysiotherapeuten (beter) samen werken aan het verbeteren van de motorische vaardigheden van basisschoolkinderen zodat zij meer kansen krijgen op een gezonde en betere sociale ontwikkeling.

LiteratuurWillems, W. A. J. J., Erken, I. E., Johannes, M., van Kernebeek, W. G., de Schipper, A., & Toussaint, H. M. (2016).

Goed bewegen van basisschoolleerlingen is onze zorg: Samen aan de slag met de gymleraar. JGZ Tijdschriu

voor jeugdgezondheidszorg, 48(4), 72–77. htps://doi.org/10.1007/s12452-016-0066-6.

E-mail: [email protected]

Pagina � van �53 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017

Page 54: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Alfabetisch overzicht abstracts

ACHTERNAAM VOORNAAM PAGINA

U+>BQ%76- Y6B,?F?6 11

V6,C)-B+( \6-> 32

V),E)+Q%76- d6,F( 1[

V+(C \?>E) 31

V(),> L,6+B S

V((-)E6CN '/)-*(+?D- 31

V(,0G(KB> #6,> 32

V(>C6- d?FG)+ __

V,))*7)+* !()- _@

V,(K/), V),)-* 1[

86N)++)7))-Q%76- #6K,?)- @3

86NN)++)-Q%76- T6-*,6% S

8((+E)-> a(>6+?) 13

5?),M h(G- 31

5(++)) L7)+?-) _J

5((*)/66,*Q%76- 8(,?-6 3[

5,?D7),> \6--)+(,) 13

L+9),?-E&')C>), d6,?D) 14

'?-E)+Q%76- T?+E)% _3

',))9Q%76- h6>N), 14

',()-?-0)-Q%76- \)?-( 31

\6,BC6- L>BG), _3

\6I)+).6FG 8G,?> 3@

\)?D Y)B), 3J

\?+7((,*)Q%76- O7(% 3[

\().(), h(,?> 3]

\(7)Q%76- Y)N?D- 31

O>),.AB Y)B), 13

h6F(.> `,6-E 1_

h6->>)- #KKE _3

Y60?-6%* %76-%*+4 +,

!"#$%&%560%7((,%#$%&%1234

Page 55: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

ACHTERNAAM VOORNAAM PAGINA

!6+B), h6- 3]

!6CNQ%76-%*), h(G- @3

!)),>C6)FE),Q%*) !()- @1

!)CN), \6- _[

!),-).))EQ%76- P?C% _]

!()*((* '?D6- 32

!()E()E h),()- 3[

!(E d6,D6- @3

!(C)- U--)B @3

!((+ Y)B), 11

!(NQ%76-%*) \K?. 31

!,?D0), d?FG?)+ 3]

!,?D0>C6- 8G,?>B6 32

!,((-Q%*) d6,+(K _]

+XU.q) 56A)--) 14

#6CC),H-E i?)-E) _@

#?-*),BQ%76- 86,(+?-)% 11

#K*),K> U--) 1_

d6,B)+6),Q%*) !,?>H-) @1

d(C.6,0 a)C( @_

d(>>)+Q%76- '), 1[

i6K+ a(+6-* J

$N>B()+ !6B,?D- 1_

Y?(- h(G6- 14

Y+6B7()B T).6>H66- 14

Y(>BQ%76-%*), #)M J1

Y(>BC6 P?B)E) @J

Y(B i?)E 3[

TFG?NN),Q%*) U-B(?-) _]

TFG(+B)- "),6 @4

T+?-0),+6-* d)--( 32

T+K?>Q%76-%*), U+?)- @_

T((-> V6,B @1

Y60?-6%* %76-%*++ +,

!"#$%&%'()*%+),)-%.)/)0)-%&%1234

Page 56: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

ACHTERNAAM VOORNAAM PAGINA

TN)EQ%76-%*), O7(% 1S

T/?-E)+> L,?F 1[

P6,B/?DEQ%76- h6- 4

P(K>>6?-B \KK. _]

n?+Q%*)- U--) @]

"))-Q%76- TB)96- 11

")-,((?DQ%76- i?)E J2

"?>>FG), 8G,?> _3

"?>>), 8(,?-) 3@

W))+*)-.K,0 '/)- 32

W?++)C> W?+ J1

U+>BQ%76- Y6B,?F?6 11

V6,C)-B+( \6-> 32

Y60?-6%* %76-%*+- +,

!"#$%&%560%7((,%#$%&%1234

Page 57: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Pagina � van �57 58

Page 58: ABSTRACTBOEK - KVLO · 2020-03-22 · Deze Dag voor LO vormt een schakel in een ontwikkelingsproces waarbij onderwijsprakHjk en onderzoek dichter bij elkaar worden gebracht. Met zo’n

Pagina � van �58 58

KVLO - Goed leren bewegen - 2017