Aanbesteden in het onderwijs
-
Upload
pro-mereor-inkoopkenniscentrum -
Category
Documents
-
view
1.112 -
download
2
Embed Size (px)
Transcript of Aanbesteden in het onderwijs

1
het bereik van deze gids, derhalve zal hier verder geen aandacht
aan besteed worden.
Het Bao is de implementatie van de Algemene Richtlijn16. Bij
het opstellen heeft de nationale wetgever zoveel mogelijk
aansluiting geprobeerd te vinden bij de Algemene richtlijn.
Daarom zijn de teksten uit de Richtlijn zoveel mogelijk letterlijk
overgeschreven. De Nederlandse wetgever heeft voor de
modellen voor aankondigingen17 en de drempelbedragen gebruik
gemaakt van de methode van verwijzing naar de Algemene
richtlijn. De volgorde van de artikelen van het Bao wijkt
nagenoeg niet af van de Algemene richtlijn. Waar het voor de
duidelijkheid van de verplichtingen noodzakelijk werd geacht, is
van de tekst en volgorde van de richtlijn afgeweken18.
Aanbestedende diensten moeten bij
overheidsaanbestedingen het Bao in acht nemen.
Het is raadzaam bij de interpretatie van het Bao ook de
richtlijntekst te betrekken. Bij eventuele strijdigheid tussen het
Bao en de richtlijntekst prevaleert de richtlijntekst.
Naast de Bao en Bass besluiten, is er specifiek voor werken door
de zogenaamde bouwministeries een Aanbestedingsreglement
aangenomen (ARW 2005). Het doel van het ARW 2005 is het
creëren van een eenduidig kader van aanbestedingen voor zowel
de aanbestedende dienst als de
inschrijvende partijen.
De rijksoverheid is verplicht het ARW 2005 toe te passen bij
aanbestedingen voor werken, voor overige aanbestedende
diensten is dit een keuze. Echter,
indien men besluit het ARW 2005 van toepassing te verklaren
op een aanbesteding kan men hiervan niet meer afwijken.
Tevens is met ingang van 19 februari 2010 de Wet
implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden
(Wira) van kracht. Deze wet implementeert de Europese
Rechtsbeschermingsrichtlijn19 en geeft ondernemers een
betere rechtspositie bij bepaalde onrechtmatigheden bij
aanbestedingen. Dit betekent dat aanbestedende diensten hun
besluiten goed en volledig moeten motiveren.
De ‘nieuwe’ aanbestedingswet
Naar aanleiding van de aanbevelingen van de parlementaire
enquête naar de bouwfraude20 is besloten een nieuwe
Aanbestedingswet op te stellen. Op 20 september 2006
heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel.
Het wetsontwerp is uiteindelijk in 2008 in de Eerste Kamer
gesneuveld. Het ministerie van Economische zaken heeft
vervolgens een nieuw wetsvoorstel opgesteld. Eind 2009 is
de Ministerraad akkoord gegaan met dit voorstel, waarop het
voorstel is verzonden naar de Raad van State voor advies. Begin
2010 heeft de Raad van State kort samengevat het volgende
geconcludeerd:
• In de toelichting ontbreekt een degelijke analyse van
de oorzaken van de slechte naleving van de bestaande
aanbestedingsregels, waardoor niet beoordeeld kan worden
of de juiste instrumenten worden toegepast om de naleving te
verbeteren.
• Indien blijkt dat de slechte naleving van de
aanbestedingsregels het gevolg is van een gebrek aan
duidelijkheid lost dit wetsvoorstel dat probleem niet op.
• Een gedegen analyse, die aantoont dat het noodzakelijk is
aanbestedingen met een pure nationale dimensie te regelen,
ontbreekt.
• Een uiteenzetting, waaruit blijkt dat de regels voor
aanbestedingen met een nationale dimensie een
Verklaring: Inkoop en duurzaamheid63 Tendernieuwsbrief maart 2010, Duurzaam inkopen,
we beginnen nu pas echt.
64 De meest actuele versie van de criteriadocumenten
vindt u op www.pianoo.nl
65 Voormalig SenterNovem
66 Moet rechtstreeks verband houden met de aard c.q.
voorwerp van de opdracht.
67 of vergelijkbaar.
68 De Duurzame Database (http://www.duurzamedatabase.nl/index.
php?subpage=23) maakt de duurzaamheid van producten inzichtelijk aan
de hand van een transparante set van criteria, die in samenwerking met
onafhankelijke organisaties en instituten worden vastgesteld.
69 www.pianoo.nl
70 http://ec.europa.eu/environment/gpp/index_en.htm.
71 http://ec.europa.eu/environment/gpp/pdf/buying_green_handbook_nl.pdf.
Wegwijzer ‘ Aanbesteden in het onderwijs’
Een praktische handleiding voor onderwijsinstellingen
die werk maken van inkopen. Ontdek ook hoe u
voordeel kunt behalen met (Europees) aanbesteden.
Met ervaringen en praktische tips van collega’s
en deskundigen uit alle onderwijssectoren.

2 3
Voorwoord | Jos Plattel 7
‘Massa is niet altijd kassa’ | Sander Beek en Herman Bunt (duo) 9
1 Inleiding (Europees) aanbesteden 101.1 Fundamentele beginselen van de Europese interne markt 101.2 Geschiedenis Europees aanbesteden in vogelvlucht 101.3 Huidige richtlijnen geïmplementeerd in Nederland 101.4 Nederlandse ontwikkelingen: De ‘nieuwe’ Aanbestedingswet 111.5 Europese ontwikkelingen: Herziening richtlijnen 12
2 Onderwijsinstellingen aanbestedingsplichtig? 142.1 Het begrip Aanbestedende dienst 142.2 Onderwijsinstellingen 15
‘Zoek de samenwerking’ | Gertjan van Midden (PO-Raad) 17
3 Wanneer is er sprake van een aanbestedingsplichtige opdracht? 183.1 Overheidsopdracht 183.2 Raamovereenkomst 183.2.1 Verschillende soorten raamovereenkomsten 183.2.2 Looptijd raamovereenkomst 193.3 Concessie 193.4 Prijsvraag 203.5 Typen opdrachten: werken, leveringen en diensten 203.5.1 Werken 203.5.2 Leveringen 203.5.3 Diensten 203.6 Gemengde opdrachten 213.7 Drempelbedragen 213.8 Berekenen van de waarde van de opdracht 223.9 Splitsen van de opdracht 233.10 Percelenregeling 233.11 CPV-code 243.12 Aanbestedingsplicht bij opdrachten beneden de drempelbedragen 25
‘Miljoenen euro’s bespaard’ | John Schreijer (Quadraam) 27
4 De rechtsbeginselen en inkopen 284.1 Gelijkheidsbeginsel/non-discriminatie ofwel level playing field 284.2 Transparantiebeginsel 294.3 Proportionaliteitsbeginsel 304.4 Wederzijdse erkenning 304.5 Inkoop en rechtsbeginselen 30
5 Procedures en termijnen 325.1 Openbare procedure 325.2 Niet-openbare procedure 335.3 Concurrentiegerichte dialoog 335.4 Onderhandelingsprocedures 335.4.1 Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking 345.4.2 Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking 34
Inhoudsopgave

4 5
5.5 Dynamisch aankoopsysteem 345.6 Elektronische veiling 355.7 Onderhandse procedure 355.8 Termijnen openbare en niet-openbare procedure 35
6 Europese aanbesteding: de start 386.1 Europese aanbesteding: project 386.1.1 De projectleider 386.1.2 Het project- of inkoopteam 386.2 Start van het Europese aanbestedingsproject 396.3 De planning 396.4 Het aanbestedingsdocument 416.5 Contractvoorwaarden 416.6 Publicatie van de aanbesteding 41
‘Stel een goed projectteam samen’ | Ferrie v.d. Putte (VU Amsterdam) 45
7 Europese aanbesteding: informatiefase 46
‘Voorfase is heel belangrijk’ | Hennie de Mik (ROC Albeda college) 49
8 Europese aanbesteding: inschrijvings- en beoordelingsfase 508.1 Ontvangst van de aanbieding (inschrijving/aanvraag tot deelname) 508.2 Opening 508.3 Beoordeling 518.4 Vormvereisten en volledigheid 518.5 Beoordeling van aanbieders (selectie) 518.5.1 Uitsluitingsgronden 518.5.2 Geschiktheidseisen58 (selectiecriteria59) 528.5.2.1 Financiële en economische draagkracht60 52
8.5.2.2 Technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid62 53
8.5.3 Niet-openbare procedure – Selectiecriteria 548.6 Beoordeling van de aanbieding (product) 558.6.1 Programma van eisen (minimumeisen) 558.6.2 Gunningcriterium 568.6.2.1 (Sub)gunningcriterium Prijs: hoe uitvragen en beoordelen 568.6.2.2 Prijzenblad 588.6.2.3 (Sub)gunningscriteria Kwaliteit 59
‘Aanbesteden is sympathiek systeem’ | Jeroen van Oort (VSNU) 63
9 Europese aanbesteding: afwijzing en gunning en start contract 649.1 Voorgenomen gunning en afwijzing 649.2 Definitieve gunning en contractondertekening 659.3 Start van de opdracht 659.4 Evaluatie 659.5 Dossiervorming 659.6 Publicatie 65
10 Rechtsbescherming 6610.1 Tijdens de aanbestedingsprocedure 6610.2 Na de aanbestedingsprocedure 66
11 Duurzaamheid 6811.1 Duurzaamheid in geschiktheidseisen (selectiecriteria) 6811.2 Duurzaamheid in gunningscriteria 6911.3 Keurmerken 6911.4 Contractvoorwaarden 7011.5 Ontwikkelingen op het gebied van duurzaam inkopen 70
12 Traditionele en innovatieve contracten bij werken 72
13 Tot besluit 74
Bijlage 1 76 Checklist Project uitvoeren Europese aanbesteding 76
Bijlage 2 78 Eigen verklaring Uitsluitingsgronden 78
Bijlage 3 80 Voorbeeld voorlopige gunningsbrief 80
Bijlage 4 81 Voorbeeld afwijzingsbrief 81
14 Colofon 83

6 7
Eigenlijk is dit goed nieuws. Als het onderwijs de mogelijkheden
van Europees aanbesteden goed benut, valt er veel voordeel te
behalen. Niet alleen financieel voordeel door besparingen, maar
ook voordelen van efficiencyverbetering en kwaliteitsverbetering.
Scholen/onderwijsinstellingen kopen veel in en vaak in grote
volumes. Het gaat zowel om de inkoop van goederen, zoals
drukwerk, kantoorbenodigdheden en - in primair en voortgezet
onderwijs - schoolboeken, maar ook om de inkoop van diensten
als catering, schoonmaak, tuinonderhoud en beveiliging.
Een grote post is ook energie. In de praktijk blijkt dat door
gezamenlijke inkoopprojecten de energiekosten drastisch
lager worden.
Er hebben zich de afgelopen jaren meerdere wettelijke wijzingen
voorgedaan die tot doel hadden het aanbestedingsrecht
overzichtelijker en transparanter te maken. Grotendeels is
dat ook gelukt. Door tal van omstandigheden, zoals wijziging
wetgeving, media-aandacht, publicaties in vakbladen,
rechtmatigheidscontrole door de accountants en seminars,
heeft het fenomeen ‘aanbesteden’ zich de laatste jaren
kunnen wortelen in het bewustzijn van de aanbestedende
diensten als rijksoverheid en gemeentelijke overheden. Maar
ook andere organisaties die aanbestedingsplichtig zijn, zoals
onderwijsinstellingen, worden zich steeds bewuster van
de aanbestedingsregels. Deze wegwijzer is geschreven om
onderwijsinstellingen een hulpmiddel te geven bij het (Europees)
aanbesteden. Europees staat hierbij met opzet tussen haakjes
omdat de tips uit deze wegwijzer ook nuttig zijn bij andere
vormen van aanbesteden.
Pro Mereor, expertisecentrum op het gebied van aanbesteden,
biedt u deze wegwijzer graag aan, om u te helpen de weg te
vinden in de wereld van aanbestedingen.
Het onderwijs kan er zijn voordeel mee doen!
Jos Plattel,
Directeur Pro Mereor,
Arnhem, oktober 2011
Voorwoord
Inkopen is alles waar een factuur tegenover staat en aanbesteden is een vorm
van inkopen. Europees aanbesteden is een internationale vorm van aanbesteden.
Onderwijsinstellingen krijgen steeds vaker te maken met Europees aanbesteden.
Dat komt onder meer door de (bestuurlijke) schaalvergrotingen in het onderwijs,
waardoor (grote) schoolbesturen sneller de drempelbedragen halen, maar ook
doordat de drempelbedragen gestaag lager worden.
jos plattel (directeur pro mereor)
‘ Haal uw voordeel uit aanbesteden’

8 9
‘Massa is niet altijd kassa’. Dat zeggen Sander Beek en Herman Bunt, die voor
het ministerie van OCW leiding geven aan het project Inkoopprofessionalisering
Onderwijsinstellingen. Hun tip is helder: ‘Laat niet alleen de laagste prijs
de doorslag geven bij het gunnen van een opdracht, maar kijk ook naar de
voorwaarden. En: veel winst is al te behalen met een efficiencyslag binnen
de eigen organisatie.’
‘Massa is niet altijd kassa’
Het tweejarige project van de Dienst Uitvoering Onderwijs
(DUO) is in juli 2011 afgelopen, maar verlengd tot 1 januari
2012. Beek en Bunt, respectievelijk projectleider en adviseur
inkoop bij DUO, hebben hun eerste doel al eerder bereikt: het
voortgezet onderwijs bewust maken van de mogelijkheden van
professionalisering van de inkoop. Er is zelfs meer gebeurd: ook
het primair onderwijs is er al mee bezig. ‘Onze workshops zijn
gericht op het voortgezet onderwijs, maar er komen ook veel
mensen uit het primair onderwijs. En dan verkopen wij geen
nee’.
Een tweede doel van het project is de ontwikkeling van kennis
van (Europees) aanbesteden. ‘Het is belangrijk dat de mensen in
het onderwijs zelf weten welke kansen er zijn op het gebied van
inkoop. Natuurlijk bieden adviesbureaus prima ondersteuning,
en dat is soms ook nodig, maar een aantal dingen kunnen
schoolbesturen zeker zelf. Door zich te verdiepen in de materie
worden ze ook betere gesprekspartners. Wij vinden het belangrijk
dat adviesbureaus mondige klanten krijgen.’
Het eerste advies wat Beek en Bunt steevast aan scholen geven,
is: ‘Analyseer de geldstromen’. Zo’n analyse houdt in dat nagegaan
wordt wát er allemaal ingekocht wordt, bij welke leveranciers
en met welk doel. Bunt: ‘Soms blijkt dan dat op verschillende
vestigingen dezelfde dingen worden ingekocht tegen
verschillende prijzen. Bundel die vraag en beding korting bij de
leverancier. Kijk ook eens of alles wat ingekocht wordt, ook écht
nodig is. Kijk of bijvoorbeeld trainingen efficiënter kunnen. Sander
Beek knikt: ‘Zo’n analyse resulteert al gauw in een efficiencyslag
waarmee 10 procent wordt bespaard. Gaat de school vervolgens
meer centraal inkopen, dan is een besparing van 60 procent op
sommige onderdelen haalbaar.’
Alert zijn
Dan hebben de heren het nog niet eens over het aanbesteden
zelf. ‘Klopt, want het gaat ons vooral om efficiënt inkopen.
Aanbesteden is een manier om dat te bereiken.
Als onderdeel van het project analyseert Herman Bunt alle
aanbestedingen die het onderwijs sinds 1 januari 2010 heeft
gedaan. ‘Het beeld dat oprijst, is dat er veel opdrachten
worden gegund op het criterium laagste prijs. Daar maak
ik me zorgen over, want dan haalt de aanbesteder niet het
maximale uit zijn contracten. Het gaat ook om visie en
voorwaarden. Een mooi voorbeeld is de schoonmaakdienst.
Stel hier eens een resultaatverplichting als eis, in plaats van
een inspanningsverplichting. Dat levert meer op, want het gaat
uiteindelijk om het resultaat: een schone school.’
Beek en Bunt realiseren zich dat de specialisten in aanbestedingen
die scholen kunnen helpen vaak duur zijn, met name voor het
primair onderwijs. Daarom op de valreep nog een tip: ‘Denk eens
aan al die studenten facility management in het hbo, die stage-
adressen zoeken. Zij kunnen ook die spendanalyse maken!’
sander beek en herman bunt (duo)
‘ Analyseer de geldstromen’

10 11
1.1 Fundamentele beginselen van de Europese interne markt
Overheidsinstellingen in de lidstaten van de Europese Unie (EU)
zijn voor al hun handelen, ook het plaatsen van opdrachten,
onderworpen aan de basisbepalingen van het Verdrag
betreffende de Europese Unie (EU-Verdrag) en het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU). Het gaat
hier voornamelijk om de zogenaamde ‘vrij verkeersbepalingen’.
Deze bepalingen gelden alleen ten aanzien van de
gemeenschappelijke markt1 en EU-burgers2. De meest relevante
bepalingen zijn:
• Vrij verkeer van goederen (artikel 34 VwEU3).
• Vrij verkeer van werknemers (artikel 45 VwEU4).
• Vrijheid van vestiging (artikel 49 VwEU5).
• Vrij verkeer van diensten (artikel 56 VwEU6).
De bepalingen dragen bij aan het realiseren van mededinging op
de gemeenschappelijke markt; ofwel zoals het EU-Verdrag het
verwoordt: ‘een Europese sociale markteconomie met een groot
concurrentievermogen’7.
1.2 Geschiedenis Europees aanbesteden in vogelvlucht
De EU bestaat inmiddels uit 27 lidstaten8 met elk hun eigen
rechtsstelsels. Dit leidt tot veel onderlinge verschillen in
wetgevingen. Eén van de manieren die de EU ter beschikking
heeft om discrepanties te voorkomen is het harmoniseren van
wetgevingen. Dit doet zij door middel van het uitvaardigen van
richtlijnen. Een Europese richtlijn is een besluit waarin regeringen
van lidstaten wordt verzocht/opgedragen om bepaalde
wetgeving aan te nemen c.q. aan te passen, zodat de nationale
wetgeving in lijn is met de inhoud van de Europese richtlijn.
Op het gebied van overheidsinkopen is in 1971 de eerste richtlijn
aangenomen. In hetzelfde jaar is ook het eerste Nederlandse
Uniforme Aanbestedingsreglement (UAR) tot stand gekomen.
Zowel de richtlijn als de UAR had alleen betrekking op opdrachten
voor werken. Regelgeving voor overheidsopdrachten voor
leveringen en diensten volgde eind jaren zeventig. In 1996 is
met het Groenboek9 ‘De overheidsopdracht in de Europese Unie:
beschouwingen over een toekomstig beleid’10 een ingrijpend
proces tot herziening van de aanbestedingsrichtlijnen ingezet,
welke in 2004 heeft geleid tot één richtlijn voor werken,
leveringen en diensten voor overheidsopdrachten en één richtlijn
voor specifieke sectoren nutsbedrijven.
In de jaren tachtig zijn zgn. rechtsbeschermingsrichtlijnen
vastgesteld, welke in 2007 zijn herzien.
De rechtsbeschermingsrichtlijnen beschermen ondernemers
tegen onrechtmatig handelen bij overheidsinkopen door de
aanbestedende dienst en regelen de acties die ondernemers in
het geval van vermeend onrechtmatig handelen kunnen instellen.
1.3 Huidige richtlijnen geïmplementeerd in Nederland
In 2004 zijn de huidige richtlijnen11 tot stand gekomen.
De Nederlandse wetgever had zich inmiddels, mede door de
bouwfraudeaffaire12, gerealiseerd dat de aanbestedingsregels
aangescherpt en verhelderd moesten worden. De wetgever
kon, voor de verwezenlijking van haar ambities, meeliften op
de door Europa aangekondigde veranderingen, waaronder de
verplichting om de Europese richtlijnen te implementeren in
nationale wetgeving. De nationale ambities hebben geleid
tot twee besluiten, te weten het Bao13 en Bass14 die werden
gekoppeld aan de reeds bestaande Raamwet EEG-voorschriften
aanbestedingen15. Een bespreking van het Bass valt buiten het
bereik van deze wegwijzer, derhalve wordt hier verder geen
aandacht aan besteed.
Het Bao is de implementatie van de Algemene Richtlijn16.
Bij het opstellen van het Bao heeft de nationale wetgever
zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de Algemene richtlijn.
Daarom zijn de teksten uit de richtlijn zoveel mogelijk letterlijk
overgenomen. De Nederlandse wetgever heeft voor de modellen
voor aankondigingen17 en de drempelbedragen gebruik gemaakt
van de methode van verwijzing naar de Algemene richtlijn.
De volgorde van de artikelen van het Bao wijkt nagenoeg niet
af van de Algemene richtlijn. Waar het voor de duidelijkheid van
de verplichtingen noodzakelijk werd geacht, is van de tekst en
volgorde van de richtlijn afgeweken18.
Aanbestedende diensten moeten bij overheidsaanbestedingen
het Bao in acht nemen. Het is raadzaam bij de interpretatie
van het Bao ook de richtlijntekst te betrekken. Bij eventuele
strijdigheid tussen het Bao en de richtlijntekst prevaleert de
tekst van de richtlijn.
Naast het Bao en Bass, is er specifiek voor werken door de
bouwministeries het Aanbestedingsreglement Werken 2005
(ARW 2005) opgesteld. Het doel van het ARW 2005 is het creëren
van een eenduidig kader van aanbestedingsregels voor zowel de
aanbestedende dienst als de inschrijvende partijen.
De rijksoverheid is verplicht het ARW 2005 toe te passen bij
aanbestedingen voor werken. Voor overige aanbestedende
diensten is dit een keuze. Indien men besluit het ARW 2005 van
toepassing te verklaren op een aanbesteding, kan men hiervan
niet meer afwijken.
De herziene rechtbeschermingsrichtlijn19 is met ingang van
19 februari 2010 door middel van de Wet implementatie
rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden (Wira) van kracht
geworden in Nederland. Deze wet geeft ondernemers een
betere rechtspositie bij bepaalde onrechtmatigheden bij
aanbestedingen. Dit betekent onder meer dat aanbestedende
diensten hun besluiten goed en volledig moeten motiveren.
1.4 Nederlandse ontwikkelingen:
De ‘nieuwe’ Aanbestedingswet
Naar aanleiding van de aanbevelingen van de parlementaire
enquête naar de bouwfraude20 is besloten een nieuwe
Aanbestedingswet op te stellen. Het was de bedoeling dat
deze wet de Raamwet en Bao en Bass zou vervangen.
Op 20 september 2006 heeft de Tweede Kamer ingestemd met
het wetsvoorstel. Het wetsontwerp is uiteindelijk in 2008 in de
Eerste Kamer gesneuveld.
Het ministerie van Economische zaken heeft vervolgens een
nieuw wetsvoorstel opgesteld. In het wetsvoorstel worden
maatregelen opgenomen die: de totstandkoming van optimale
concurrentie bevorderen, de lasten van het aanbesteden
verminderen, de aanbestedingspraktijk waar nodig uniformeren
en de klachtenafhandeling vergemakkelijken. Het wetsvoorstel
biedt daarbij ruimte aan maatwerk zodat opdrachtgevers
kunnen inspelen op de diversiteit in de aanbestedingswereld en
het innovatievermogen van het bedrijfsleven optimaal kunnen
benutten. Het voorstel heeft betrekking op overheidsopdrachten
voor werken, leveringen en diensten, ònder en bóven de
Europese drempelbedragen van alle aanbestedende diensten.
Het wetsvoorstel moet bijdragen aan een verdere
professionalisering van inkoop en aanbesteden.
Inleiding (Europees) aanbesteden1

12 13
Het wetsvoorstel heeft een duidelijke indeling:
• Deel 1: Algemene beginselen (gelden ook onder de drempel)
• Deel 2: Overheid en overheidsinstellingen
• Deel 3: Nutssectoren
• Deel 4: Rechtsbescherming
Eind 2009 is de Ministerraad akkoord gegaan met dit voorstel,
waarop het voorstel is verzonden naar de Raad van State
voor advies. Begin 2010 heeft de Raad van State advies
met aanbevelingen uitgebracht. Op 25 juni 2010 heeft de
toenmalige minister van Economische zaken het voorstel aan
de Tweede Kamer verzonden. Het voorstel is behandeld in
de vaste Kamercommissie die een veelheid van vragen heeft
gesteld. In het voorjaar 2011 heeft de minister van Economische
zaken, landbouw en Innovatie, een nota van wijziging op het
wetsvoorstel ingediend. Met deze nota van wijzigingen wordt
meer toegankelijkheid voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB)
in aanbestedingsprocedures beoogd. Hiertoe is onder meer het
proportionaliteitsbeginsel aangescherpt, wordt de mogelijkheid
tot het clusteren van opdrachten beperkt en komt er een uniform
kader voor inkopen onder de Europese drempelwaarden.
Het verlichten van de administratieve lasten voor het
bedrijfsleven vindt plaats door gebruik te maken van een
Eigen Verklaring. De Gedragsverklaring Aanbesteden die in
de plaats komt van de VOGrp krijgt een geldigheidsduur van
twee jaar en is breder dan de bestaande VOGrp-verklaring.
Naar verwachting treedt de Aanbestedingswet 20xx in werking
op 1 juli 2012. Het is de bedoeling dat de Aanbestedingswet 20xx
de huidige Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen, het Bao,
het Bass en de Wira vervangt.
De exacte invulling van de Aanbestedingswet 20xx vindt plaats
aan de hand van flankerend beleid. De beginselen van gelijke
behandeling, transparantie en proportionaliteit zijn in de wet
vastgelegd. Alle beginselen gelden voor alle aanbestedingen
zowel boven als onder de drempelbedragen en in alle fasen van
het aanbestedingsproces, zoals: de keuze voor een bepaalde
procedure, de keuze voor criteria en termijnen en de keuze van
de contractvoorwaarden.
Het ARW 2005 wordt gehandhaafd. Voor opdrachten voor
leveringen en diensten worden vergelijkbare reglementen
opgesteld om te komen tot uniforme procedures.
In de nieuwe Aanbestedingswet 20xx is een aparte plek
ingeruimd voor TenderNed21.
TenderNed is een marktplein voor aanbestedingen in Nederland.
TenderNed ondersteunt het volledige aanbestedingsproces,
van vooraankondiging tot en met gunning. Wanneer de
Aanbestedingswet 20xx van kracht is, zijn alle overheden
verplicht om hun aankondigingen van zowel hun nationale
als Europese opdrachten op TenderNed te publiceren.
TenderNed biedt aanbestedende diensten en ondernemers
de mogelijkheid om het volledige aanbestedingsproces te
digitaliseren. Dit maakt de drempel om deel te nemen aan een
aanbestedingsprocedure lager en vermindert de administratieve
lasten.
1.5 Europese ontwikkelingen: Herziening richtlijnen
Begin 2011 is de Europese Commissie een consultatie gestart
door publicatie van het Groenboek ‘Modernisering van openbare
aanbestedingen in de EU’. De EU wil in 2012 de regels voor
aanbesteden wijzigen. De resultaten van de consultatie worden
besproken en meegenomen in toekomstige wetsvoorstellen23 van
de Europese Commissie.
Verklaring:
1 Ook wel bekend als de Europese interne markt. Artikel 26 lid 2 VwEU:
‘een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen,
personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd’ (oud artikel 14 EG-Verdrag).
2 Onder EU-burgers vallen ook rechtspersonen die zijn opgericht naar het
recht van één van de 27 lidstaten en welke statutair gevestigd zijn in een
lidstaat.
3 Oud artikel 28 EG.
4 Oud artikel 39 EG.
5 Oud artikel 43 EG.
6 Oud artikel 49 EG.
7 Artikel 3 EU-Verdrag.
8 Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Portugal, Italië,
Griekenland, Oostenrijk, Denemarken, Zweden, Finland, Polen, Tsjechië,
Slowakije, Slovenië, Hongarije, Bulgarije, Roemenië, Malta, Cyprus, Verenigd
Koninkrijk, Ierland, Letland, Estland, Litouwen.
9 Een groenboek is een door de Europese Commissie gepubliceerd document
dat tot doel heeft over een bepaald onderwerp een Europese discussie te
bevorderen.
10 http://ec.europa.eu/internal_market/publicprocurement/docs/green-
papers/com-96-583/com-96-583_nl.pdf.
11 Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart
2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen
van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (Algemene
Richtlijn) en Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het
plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening,
vervoer en postdiensten (Richtlijn Nutssectoren).
12 2001-2002 illegale afspraken tussen bedrijven in de bouwnijverheid in
Nederland bij opdrachten van de overheid.
13 Besluit van 16 juli 2005, houdende regels betreffende de procedures voor het
gunnen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten.
14 Besluit van 16 juli 2005, houdende regels betreffende de procedures voor
het gunnen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening,
vervoer en postdiensten.
15 Wet van 31 maart 1993 tot uitvoering van EEG-maatregelen inzake het
plaatsen van opdrachten voor de levering van producten, de uitvoering van
werken en de verrichting van diensten.
16 Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart
2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van
overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten.
17 Publicatie van de overheidsopdrachten.
18 Paragraaf 4 van de Memorie van Toelichting op het Bao.
19 2007/66/EG
20 Kamerstuk 28 244 nr. 6 ‘Eindrapport parlementaire enquêtecommissie
bouwnijverheid’, 12 december 2002.
21 www.TenderNed.nl
22 Nieuwe Europese richtlijnen of aanpassing van de huidige
Europese richtlijnen.

14 15
Uitsluitend organisaties die kunnen worden gekenmerkt als
aanbestedende dienst zijn onderworpen aan de regels van het
aanbestedingsrecht bij hun inkoop van werken, leveringen en
diensten. Onderwijsinstellingen vallen binnen de definitie van
aanbestedende dienst.
2.1 Het begrip Aanbestedende dienst
Het Bao geeft het wettelijk kader weer waarbinnen moet worden
beoordeeld of een bepaalde instelling een aanbestedende
dienst is. De Staat, provincies, gemeenten, waterschappen,
publiekrechtelijke instellingen (of samenwerkingsverbanden
van deze overheden of publiekrechtelijke instellingen) worden
aangewezen als aanbestedende dienst.
Sommige onderwijsinstellingen vallen rechtstreeks onder een
gemeente. Dit zijn voornamelijk instellingen in het primair
onderwijs welke bestuurd worden door een, door het College van
Burgemeester en Wethouders aangewezen, bestuurscommissie.
Andere onderwijsinstellingen vallen niet rechtstreeks onder
gemeenten, maar onder andere rechtspersonen, zoals
verenigingen en stichtingen voor het primair en/of het voortgezet
onderwijs. Deze onderwijsinstellingen vallen binnen de reikwijdte
van het begrip ‘publiekrechtelijke instelling’.
Het Bao definieert het begrip publiekrechtelijke instelling als
volgt24:
• een instelling welke is opgericht met het specifieke doel te
voorzien in behoeften van algemeen belang, niet zijnde van
industriële of commerciële aard,
• die rechtspersoonlijkheid bezit, en
1. waarvan de activiteiten in hoofdzaak door de staat, een
provincie, een gemeente, een waterschap of een andere
publiekrechtelijke instelling worden gefinancierd;
2. het beheer onderworpen is aan toezicht door de staat, een
provincie, een gemeente, een waterschap of een andere
publiekrechtelijke instelling, of;
3. waarvan de leden van het bestuur, het leidinggevend of het
toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door de
staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of andere
publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen.
Om als aanbestedende dienst te worden aangemerkt hoeft
een organisatie slechts aan één van de laatste drie criteria te
voldoen. Dit betekent dat een instelling die aan de eerste twee
vereisten en aan één van de drie genoemde criteria, bijvoorbeeld
financiering, voldoet, valt binnen het begrip ‘publiekrechtelijke
instelling’. Wordt aan elk van de criteria niet geheel maar
gedeeltelijk voldaan, dan kan vanuit een functionele interpretatie
toch sprake zijn van een publiekrechtelijke instelling. Volgens
het Hof van Justitie van de Europese Unie25 (HJEU) dient de term
‘aanbestedende dienst’ ruim en functioneel te worden uitgelegd.
Met andere woorden: er moet van geval tot geval ‘feitelijk en
rechtens’ worden bekeken of er sprake is van een aanbestedende
dienst 26.
Ook de zinsnede ‘die rechtspersoonlijkheid bezit’ moet niet strikt
worden geïnterpreteerd. De positie van iedere instelling met
eigen rechtspersoonlijkheid moet zelfstandig worden beoordeeld.
Instellingen zonder rechtspersoonlijkheid worden geïdentificeerd
met de rechtspersoon waaronder zij ressorteren.
2.2 Onderwijsinstellingen
Wanneer we de criteria voor publiekrechtelijke instellingen
toepassen op onderwijsinstellingen blijkt doorgaans dat zij
een publiekrechtelijke instelling en dus een aanbestedende
dienst zijn.
Additioneel geeft Bijlage III, van de richtlijn EG/2004/18, een
duidelijke aanwijzing door een niet-uitputtende opsomming
van publiekrechtelijke instellingen per lidstaat weer te geven.
De huidige lijst voor Nederland is zeer uitgebreid en vermeldt
onder meer de NOS, Staatsbosbeheer en Instituut voor
toetsontwikkeling. In de bijlage onder X, Nederland, onder het
kopje ‘Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen’,
‘Algemene omschrijvingen’, staan veel onderwijs-instellingen
genoemd:
• de openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere
scholen voor basisonderwijs in de zin van de Wet op het primair
onderwijs;
• de openbare of uit de openbare kas bekostigde scholen voor
speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs, dan wel
instellingen voor speciaal en voortgezet onderwijs in de zin van
de Wet op de expertisecentra;
• de openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere
scholen of inrichtingen voor voortgezet onderwijs in de zin van
de Wet op het Voortgezet Onderwijs;
• de openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere
instellingen in de zin van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs;
• de openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere
scholen in de zin van de Experimentenwet Onderwijs;
• de bekostigde universiteiten en hogescholen, de
Open Universiteit, en de academische ziekenhuizen, bedoeld in
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,
alsmede de instellingen voor internationaal onderwijs voor zover
zij voor meer dan 50% van overheidswege worden bekostigd
Wetenschappelijk Onderzoek;
• schoolbegeleidingsdiensten in de zin van de Wet op het primair
onderwijs of de Wet op de expertisecentra;
• landelijke pedagogische centra in de zin van de Wet subsidiëring
landelijke onderwijsondersteunende activiteiten;overige
organisaties en instellingen op het terrein van onderwijs, cultuur
en wetenschappen die voor meer dan 50% door OC&W worden
bekostigd.
In tegenstelling tot wat je uit bovenstaande opsomming
zou verwachten, wordt opgemerkt dat niet de school of
onderwijsinstelling afzonderlijk valt onder het begrip
publiekrechtelijke instelling en aanbestedingsplichtig is, maar
het bevoegd gezag waar de school of onderwijsinstelling onder
valt. Dat kan vergaande gevolgen hebben voor de wijze waarop
inkoop en aanbesteding binnen het bevoegd gezag georganiseerd
moet worden. Daar waar in deze wegwijzer gesproken wordt over
‘onderwijsinstelling’ dient gelezen te worden ‘het bevoegd gezag
van de onderwijsinstelling’.
Verklaring:
24 Artikel 1 sub q Bao
25 Zie onder andere HvJ EG, zaak C-31/87, 1988 (Beentjes)en HvJ EG ,
C-360/96, 1998 ( ARA/BFI).
26 HvJ EG 27 februari 2003, zaak C-373/00 (Adolf Truley).
Onderwijsinstellingen aanbestedingsplichtig?
2

84
het bereik van deze gids, derhalve zal hier verder geen aandacht
aan besteed worden.
Het Bao is de implementatie van de Algemene Richtlijn16. Bij
het opstellen heeft de nationale wetgever zoveel mogelijk
aansluiting geprobeerd te vinden bij de Algemene richtlijn.
Daarom zijn de teksten uit de Richtlijn zoveel mogelijk letterlijk
overgeschreven. De Nederlandse wetgever heeft voor de
modellen voor aankondigingen17 en de drempelbedragen gebruik
gemaakt van de methode van verwijzing naar de Algemene
richtlijn. De volgorde van de artikelen van het Bao wijkt
nagenoeg niet af van de Algemene richtlijn. Waar het voor de
duidelijkheid van de verplichtingen noodzakelijk werd geacht, is
van de tekst en volgorde van de richtlijn afgeweken18.
Aanbestedende diensten moeten bij
overheidsaanbestedingen het Bao in acht nemen.
Het is raadzaam bij de interpretatie van het Bao ook de
richtlijntekst te betrekken. Bij eventuele strijdigheid tussen het
Bao en de richtlijntekst prevaleert de richtlijntekst.
Naast de Bao en Bass besluiten, is er specifiek voor werken door
de zogenaamde bouwministeries een Aanbestedingsreglement
aangenomen (ARW 2005). Het doel van het ARW 2005 is het
creëren van een eenduidig kader van aanbestedingen voor zowel
de aanbestedende dienst als de
inschrijvende partijen.
De rijksoverheid is verplicht het ARW 2005 toe te passen bij
aanbestedingen voor werken, voor overige aanbestedende
diensten is dit een keuze. Echter,
indien men besluit het ARW 2005 van toepassing te verklaren
op een aanbesteding kan men hiervan niet meer afwijken.
Tevens is met ingang van 19 februari 2010 de Wet
implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden
(Wira) van kracht. Deze wet implementeert de Europese
Rechtsbeschermingsrichtlijn19 en geeft ondernemers een
betere rechtspositie bij bepaalde onrechtmatigheden bij
aanbestedingen. Dit betekent dat aanbestedende diensten hun
besluiten goed en volledig moeten motiveren.
De ‘nieuwe’ aanbestedingswet
Naar aanleiding van de aanbevelingen van de parlementaire
enquête naar de bouwfraude20 is besloten een nieuwe
Aanbestedingswet op te stellen. Op 20 september 2006
heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel.
Het wetsontwerp is uiteindelijk in 2008 in de Eerste Kamer
gesneuveld. Het ministerie van Economische zaken heeft
vervolgens een nieuw wetsvoorstel opgesteld. Eind 2009 is
de Ministerraad akkoord gegaan met dit voorstel, waarop het
voorstel is verzonden naar de Raad van State voor advies. Begin
2010 heeft de Raad van State kort samengevat het volgende
geconcludeerd:
• In de toelichting ontbreekt een degelijke analyse van
de oorzaken van de slechte naleving van de bestaande
aanbestedingsregels, waardoor niet beoordeeld kan worden
of de juiste instrumenten worden toegepast om de naleving te
verbeteren.
• Indien blijkt dat de slechte naleving van de
aanbestedingsregels het gevolg is van een gebrek aan
duidelijkheid lost dit wetsvoorstel dat probleem niet op.
• Een gedegen analyse, die aantoont dat het noodzakelijk is
aanbestedingen met een pure nationale dimensie te regelen,
ontbreekt.
• Een uiteenzetting, waaruit blijkt dat de regels voor
aanbestedingen met een nationale dimensie een
Verklaring: Inkoop en duurzaamheid63 Tendernieuwsbrief maart 2010, Duurzaam inkopen,
we beginnen nu pas echt.
64 De meest actuele versie van de criteriadocumenten
vindt u op www.pianoo.nl
65 Voormalig SenterNovem
66 Moet rechtstreeks verband houden met de aard c.q.
voorwerp van de opdracht.
67 of vergelijkbaar.
68 De Duurzame Database (http://www.duurzamedatabase.nl/index.
php?subpage=23) maakt de duurzaamheid van producten inzichtelijk aan
de hand van een transparante set van criteria, die in samenwerking met
onafhankelijke organisaties en instituten worden vastgesteld.
69 www.pianoo.nl
70 http://ec.europa.eu/environment/gpp/index_en.htm.
71 http://ec.europa.eu/environment/gpp/pdf/buying_green_handbook_nl.pdf.
Wegwijzer ‘Aanbesteden in het onderwijs’Anno 2011 zijn het niet meer alleen heel grote instellingen zoals universiteiten,
die te maken hebben met (Europees) aanbesteden. In alle onderwijssectoren, van
het hoger onderwijs tot en met het primair onderwijs, worden schoolbesturen
geconfronteerd met de nieuwste wetgeving en drempels, die ertoe leiden dat ze
hun inkopen via (Europese) aanbestedingen moeten regelen.
Dit boek wijst onderwijsinstellingen heel pragmatisch de weg in het woud van
regelgeving. Niet alleen vindt u een toelichting op wetten en richtlijnen, maar ook
bevat het boek een duidelijke handleiding voor het opzetten van uw eigen
project Europees aanbesteden. Van de planning en de opstelling van het
aanbestedingsdocument, tot en met de beoordeling van de inschrijvingen en de wijze van
gunning: alles komt aan de orde, beschreven in een toegankelijke taal.
Met dit boek in de hand vindt u de weg en leert u het jargon kennen. Verspreid over
de hoofdstukken treft u bovendien een serie interviews met mensen uit de praktijk,
die vertellen over hun ervaringen met aanbesteden en hun beste tips doorgeven.
Voortaan heeft aanbesteden voor u geen geheimen meer. U zult ontdekken dat juist
onderwijsinstellingen door een professionele aanpak van hun inkopen veel voordeel
kunnen behalen: zowel financieel als organisatorisch.