AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

25
AALTENSE MUSEA Aaltense Musea • Markt 12-16 • 7121 CS Aalten • www.aaltensemusea.nl LETTERDOEKEN MET EEN VERHAAL 25 MEI T/M 15 SEPTEMBER 2013 Openingstijden: di t/m za 10-17 uur - zo 13-17 uur

description

http://aaltensemusea.nl/images/stories/pdf_files/AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus.pdf

Transcript of AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

Page 1: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

A A LT E N S E M U S E A

Aaltense Musea • Markt 12-16 • 7121 CS Aalten • www.aaltensemusea.nl

LETTERDOEKEN MET EEN VERHAAL25 MEI T/M 15 SEPTEMBER 2013Openingstijden: di t/m za 10-17 uur - zo 13-17 uur

Page 2: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

2 3

Ten Geleide

De merklap vormt een belangrijk deel van ons cultureel erfgoed. Het

ambacht werd van moeder op dochter doorgegeven maar de merklap is

persoonlijk en vertelt iets over het leven van de maker, haar kunnen, haar

verwachting en haar bestaan. In exposities gaat de aandacht vooral naar het

ambacht. Wij wilden juist het verhaal en de betekenis van de merklap

aandacht geven. We deden daarvoor een oproep waar massaal op werd

gereageerd. Het overweldigende aanbod wordt daarom nu door het gehele

museum getoond (zie schema).

In deze catalogus zijn alle werken van deze euregionale gelegenheids-

tentoonstelling, -soms met foto- opgenomen. De werken uit de eigen

collectie zijn genummerd met een T. Er is min of meer thematisch geordend,

in Markt 12, bijvoorbeeld de werken die in de oorlog zijn gemaakt of gaan

over de oorlog. Men kan genieten van het ambacht in oefenlapjes,

litterdooken, merklappen, pronklappen; gemaakt door jong of oud,

eenvoudig of heel complex, klein of groot, lang geleden of recent

gemaakt, goed verzorgd of aangetast door de tand des tijds, werken waar

men zeer trots op is als pronkstuk uit de kamer tot ‘lag nog op zolder’.

Bij de meeste doeken hoort een ‘geschiedenis’ waardoor het werk gaat ‘leven’.

Door de vele verhalen, de grote variatie in herkomst, stijl en ouderdom,

wordt een bezoek aan het museum een spannende reis door de

geschiedenis van de (eu)regio!

De ‘Kruissteekroute’ inspireert ook om de eigen geschiedenis met naald en

draad vast te leggen. Er zijn daarvoor diverse artikelen en patronen te koop.

In de zomerperiode worden er rondleiding gegeven in de vorm van een

Achterhoekse Theevisite (zie ook de achterfl ap). We raden u aan snel te

reserveren want vol = vol!

Wij danken allen die ons hun bijzondere doek hebben toevertrouwd en

wensen u een aangename rondgang!

Expositiegroep Aaltense Musea

MUSEUMBALIE

TRAP

EXPOSITIERUIMTE

FRERIKSSCHURE

HUISKAMER

LIFT

INGANG

EN

TR

EE

VVVBALIE

MARKT14

MARKT12

PROJECT RUIMTE

MARKTKAMER

Page 3: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

4 5

Opvallende zaken bij de inzendingen

voor GEMERKT Aalten

X Er is massaal gereageerd op de oproep en het leveren van een verhaal.

X De merklappen die zijn aangeleverd zijn voor het merendeel afkomstig

van boerenfamilies. Werden ze door de burgers in het dorp niet bewaard?

X De traditie van de merklap werd vroeger via de vrouwelijke lijn

doorgegeven. Toch is duidelijk dat de merklap vaak op de boerderij bleef

en werd doorgegeven door degene die er bleef wonen, vaak een zoon,

maar ook dikwijls een (ongehuwde) dochter of zelfs een stiefzoon….

X Bij de oude merklappen gaat het vooral om jonge meisjes, meestal van

12 of jonger, een enkeling is tussen de 20 en 30, relatief weinig ouderen

(3 of 4).

X Bij de nieuwe merklappen is het juist omgekeerd; behalve de kleine

schoollapjes (tot jaren 70) zijn het volwassen vrouwen die dit als hobby

hebben.

X Vaak worden oude merklappen niet weggegooid, maar ook niet

bijzonder gewaardeerd. Ze liggen op zolder, slecht bewaard, niet

gerestaureerd.

X Soms zijn de verhalen over/rondom een aangeleverde merklap goed

bewaard en overgeleverd, vaak ook helemaal niet of nauwelijks.

X Onze conclusie is dat hier veel meer mee zou moeten gebeuren:

als belangrijk vrouwelijk erfgoed in ons land.

Algemene achtergrondinformatie

over merklappenWaar we in de tentoonstelling vooral het verhaal achter de merklap hebben

willen benadrukken, kunnen we niet voorbijgaan aan de techniek van het

ambacht. De merklap is een belangrijk deel van ons cultureel erfgoed.

Handwerken was vroeger geen tijdverdrijf maar noodzaak en behoorde bij

het dagelijkse leven van meisjes en vrouwen. Alles moest met de hand

genaaid, gemerkt, versierd, gestopt en versteld worden. De meisjes leerden

AANVULLENDE INFORMATIE BIJ DE TENTOONSTELLINGINHOUDSOPGAVE

Plattegrond 2

Ten Geleide 3

Opvallende zaken 5

Betekenis van enkele gebruikte symbolen 9

Expositieruimte 11

Hal 22

Markt 14 Beneden - Hal 25

- Marktkamer 26

- Gang 31

- Klaslokaaltje 31

- Trap naar boven 31

Markt 14 Boven - Gang 32

- Angang 34

- Hoornkamer 35

- Kamer Archeologie 36

Freriksschure - Deel 37

- Huiskamer 38

Markt 12 - Keuken 39

- Huiskamer 41

- Scheveningenkamer 42

- Overloop en trap 43

Projectruimte 44

- 1e Vitrine 45

- 2e Vitrine 46

Page 4: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

6 7

Vanaf de 17e eeuw werd het mode om een grens te borduren aan

merklappen. Midden 17e eeuw werd het alfabet een van de meest

voorkomende patronen op merklappen, tezamen met religieuze en morele

voorstellingen.

Ter lering en vermaakRond 1800 zag je voor het eerst wollen merklappen die als een soort

schilderij aan de wand werden gehangen. Vooral dames van goede komaf

hadden tijd om grote doeken mooi uit te werken. In het begin van de 19e

eeuw, worden vaak lappen gemaakt met geborduurde en werden de

motieven worden symmetrisch gerangschikt. Hierop is niet altijd een alfabet

geborduurd. Men spreekt dan van een ‘borduurlap’. In de stekenlappen

worden diverse borduursteken en borduurtechnieken geoefend, veelal in

wol op grof stramien. Deze dateren veelal van na 1850, toen de wol (vanuit

Berlijn) erg populair werd. Na de schoolwet van 1880 werd aan de lagere

scholen onderwijs in ‘fraaie handwerken voor meisjes’ een verplicht

onderdeel. Dat was ook de aanzet voor de welbekende rode schoollapjes.

Het is opvallend dat tot het eind van de 1e Wereldoorlog de patronen

weelderig en vrij waren terwijl -wellicht door het ‘schoolse onderricht-daarna

meer in geometrische motieven wordt geborduurd. Tot in de jaren 60

maakten meisjes rond hun 10e op de lagere school een merklap. In de jaren

70 en 80 kwamen er veel oude patronen op de markt die exact werden

nagemaakt. Tegelijkertijd zien we ook werken waarin men zeer creatief

gebruik maakt van de vrijheid in motieven en vormgeving en zo een heel

persoonlijk werk maakt dat betekenis heeft voor de maker en zijn familie.

Ook zien we dan dat incidenteel mannen ook naald en draad oppakken.

De belangstelling voor merklappen is eigenlijk nooit verdwenen en oude

motieven worden nog steeds in nieuwe merklap patronen opgenomen. Op

internet zijn veel patronen te vinden en er worden workshops gegeven.

Materialen die worden gebruikt zijn onder andere aida cloth, even-weave en

linnen. Die breedheid in verscheidenheid is in de expositie GEMERKT in

Aalten vertegenwoordigd.

borduren om later hun linnengoed te kunnen merken, letteren en versieren.

Ze gebruikten (weefden) een lap linnen en borduurden deze met

kruissteken, met randen, een alfabet, letters, symbolen, dieren, een jaartal,

een voornaam (die van de borduurster). Een merklap is persoonlijk en vertelt

iets over het leven van de maker en haar wensen voor de toekomst. Via de

merklap kon ook basiskennis (alfabet en tot tien tellen) vastgelegd. De

doeken die nu nog worden gemaakt memoreren vaak een heuglijke mijlpaal

van de maker. Van generatie op generatie vertelt de merklap zo de

familiegeschiedenis.

Lange traditieHet staat wel vast dat eigenlijk alle meisjes leerden borduren - arm en rijk. De

oudste bewaard gebleven merklappen dateren uit de 15e en 16e eeuw. Deze

zijn vaak gemaakt met meerdere borduurstijlen daar er door verschillende

generaties aan is gewerkt. Deze merklappen werden voornamelijk in

kruissteekjes geborduurd, maar op sommige lappen zie je ook het gebruik

van platstiksteek, koninginnensteek, vetergatsteek en Spaanse oogjes. De

merklappen werden vaak onder moeders leiding gemaakt. Later vaak door

de vrouw van de schoolmeester. Het maken van een letterdoek had vooral

een praktische betekenis. Meisjes moesten, als ze eenmaal volwassen waren,

in staat zijn hun linnengoed te merken. Al in 1540 eisten linnenblekers dat

hun klanten hun eigendom van eigendomskenmerken voorzagen. Linnen

was erg kostbaar dus was het belangrijk dat iedereen zijn eigen spullen

terugkreeg. Voor letterdoeken werd voornamelijk gebleekt linnen gebruikt.

Het linnen werd op het gras uitgespreid en bleekte door de straling van de

zon. Het gebruikte borduurgaren is een indicatie voor de rijkdom van de

familie waaruit een meisje afkomstig was. Lappen waarop veel verschillende

kleuren zijde zijn gebruikt, duiden op welvaart. Een werkstuk met

voornamelijk garen in blauwtinten -linnen was lastig te verven- is

waarschijnlijk gemaakt door een arm meisje. Als er dan een paar letters

uitsprongen, was er vaak zijde gebruikt. Misschien een restje, misschien

gekregen van een vriendin. Oude merklappen zijn vaak nog terug te vinden

in musea, zo ook in de collectie van de Aaltense Musea.

Page 5: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

8 9

Betekenis van enkele gebruikte symbolen

X Doorboord hart met anker en kruis: geloof, hoop en liefde

X Achthoek: acht is het getal van de volmaaktheid

X Levensboom: grootheid, kracht, bescherming voor mens en dier

X De grafzerk met de treurwilg: het leven is eindig

X Appelboom: het verhaal van de zondeval, appel, malus: het boze

X Geklede en ongeklede Adam en Eva: de schepping en de zondeval

X Hart: (Goddelijke) liefde

X Kandelaar of de brandende lamp: actieve vroomheid

X Kaars: Christus

X Monstrans (reliekhouder): verwijzing naar de schepper

X Kroon en krans, ring of cirkel: eeuwigheidssymbolen

X Kroon met engelen: symbool voor de eeuwigheid; engelen

X Ladder: kruisiging

X Vaas met bloemen: voorspoed

X Roos: liefde tussen man en vrouw

X Twee druivendragers met een tros druiven: verwijzing naar het Bijbels

beeld waarin de komst van Christus wordt weergegeven als teken van

geluk dat wacht

X Pauwen: pronkzucht, hoogmoed, weelde, onsterfelijkheid

X Poezen: behaagzucht, luiheid

X Honden: trouw

X Duiven: vrede

Voor meer informatie zie www.aaltensemusea.nl/www.merklap.nl

of www.afkesmerklap.nl

Symbolen Veel motieven vertellen iets over de toekomstige rol van de maker. Voor een

meisje was dat vaak het huwelijk en een deugdzaam leven. Vaak wordt er

gekozen voor symbolen als hoop en liefde, geboorte en sterven, met hart,

sleutel, kroon en engelen. De motieven hebben vaak een religieuze

oorsprong zoals het Adam en Eva, de hemelpoort, slang, appelboom, het

Lam Gods, kruis, monstrans en kandelaar. De levensboom is door de eeuwen

heen één van de voornaamste motieven. Hij komt in allerlei vormen voor, al

af niet gefl ankeerd door dieren, mensen, bloemen, initialen, met een hart in

het midden, de kruin omgeven door vogels. De levensbomen worden

dikwijls vereerd of bewaakt door twee fi guren, hetzij dieren, hetzij mensen.

Vaak borduurde men ook een stichtelijke Bijbeltekst er bij. Andere motieven

zijn louter decoratief, zoals bloemen of een geometrisch motief. Ook worden

motieven uit het dagelijkse leven gekozen, zoals een linnenkast, of een

wiegje, of de dorpskerk en familiewapens. Altijd worden de initialen van de

maker en haar echtgenoot, ouders of kinderen verwerkt, soms ok het

ouderlijk huis. Hoewel de meisjes de 26 letters van het alfabet in hun ABC-

boekjes leerden, werden er meestal maar 24 letters op de doeken toegepast.

de I en J werden met de letter I aangegeven. De U, de V en soms ook de W

met een V.

T2630

Page 6: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

10 11

EXPOSITIERUIMTE

81 ‘Na meer dan 60 jaar weer boven water’

Gemaakt in 1929 door Hanna Bussink, Lintelo, Aalten op de Christelijk

Nationale School in Lintelo; 9 jaar oud is ze dan. De lap is bestemd voor

haar moeder. Lang woont ze aan de Schooldijk in Lintelo op de boerderij

naast het gebouw Willemina, tegenwoordig het Kultuurhuus.

In 1933 brandt de boerderij grotendeels af en de lap verdwijnt uit zicht.

Wie schetst echter de verbazing als de merklap meer dan 60 jaar later, in

de jaren ’90 van de 20e eeuw, weer boven water komt tijdens een grote

verbouwing van de boerderij.

Hanna heeft de merklap weer ontvangen, deze gewassen, ingelijst en aan de

muur gehangen. Na het overlijden van Hanna Lubbers-Bussink op 3 maart

2011 is de lijst met doek naar haar stiefdochter Annie Navis-Lubbers in

Lintelo gegaan. Op dit moment hangt de lap in Tiel bij kleindochter Anneke.

Aangeleverd door Tineke Bussink-Donselaar, Varsseveld.

16 ‘Alles heeft een betekenis’

Gemaakt in 1910 door Lina Harmeling, Bocholt-Spork, Duitsland. Lina was

15 jaar toen ze de lap borduurde als proefwerk voor het vak Handwerken

voor het eindexamen van de Volksschule in de Spork, net over de grens bij

Dinxperlo.

Uit de initialen lezen wij: Johann Harmeling, De Spork en Johanna

Geertruida Apenhorst, De Heurne, Dinxperlo, de ouders van de maakster:

Wenzelina Harmeling (initialen tussen het ouderlijk huis), onder in de lap.

Wenzelina, ‘Lina’, trouwt met Harmelink en woont in Ratum, Winterswijk,

tot haar overlijden in 1975. De lap komt dan terecht bij dochter Dina

Meinen-Harmelink en na haar overlijden, bij kleindochter Thea Ros-

Meinen, dochter van Dina. Bij Thea hangt de lap in de woonkamer. De

kinderen van Thea hebben geen behoefte aan de merklap. Thea heeft de

lap vervolgens toegezegd aan het Heimatmuseum in de Spork.

Opvallend en heel bijzonder is dat van elke afbeelding op de merklap de

betekenis is overgeleverd:

Bovenaan links en rechts rozen: de ouderlijke boerderij heette Rozenslag.

Kruis met bloemen in het midden van het borduursel: de familie was heel

godsdienstig.

Man met bazuin: vader was lid van het blaasorkest van de protestantse

kerk in Süderwick.

T5610

T2624

T2624

Page 7: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

12 13

78C ‘Nog zo één’

Gemaakt in 1861 door Antje Vonderhorst, Silvoldsche Buurt, Silvolde, 13 jaar.

De molen, de 2 pauwen en de levensboom vallen op in deze merklap.

Als initialen zien we: AVH: Antje VonderHorst (1848-1917), maakster.

HIVH: Hendrik Jan Vonderhorst (1806-?), vader van Antje.

HDSH: HenDrina SeinHorst, (1811-1871), moeder van Antje.

Opvallend is de wijze van initialen-gebruik

In 1875 trouwt Antje met Hendricus Westerveld in Breedenbroek en

verhuist, mét de merklap, naar de Küper in Breedenbroek. Zoon Bernardus

Westerveld, blijft op de boerderij en trouwt met Berendina Lammers

(maakster van merklap 78b.) Kleinzoon Hendrik Westerveld blijft ook op de

boerderij wonen en huwt Sina Wisseling van de Heelweg (1918-), de huidige

eigenaar van de merklap. Bij een eerdere tentoonstelling van deze merklap,

zegt een onbekende tegen haar, dat deze merklap ook op de Küper hangt.

Blijkt dat zijn oma precies dezelfde merklap gemaakt heeft en een zus is van

de maaktster van deze merklap. De merklap hangt sinds de jaren 80 in haar

woonkamer; deze lap is trouwen wel goed de wasbeurt doorgekomen.

Aangeleverd door Sina Westerveld-Wisseling, Breedenbroek.

79 ‘Uit de brand gered’

Gemaakt in 1899 door Johanna Louisa Sondern, De Heurne, Dinxperlo. Ze

is 12 jaar als ze deze merklap maakt met vooral motieven uit haar directe

omgeving: hond, kat etc.

Ze woont op Giebink, De Heurne. Vader Sondern kwam van de Spork,

Duitsland, en was in 1898 Nederlander geworden.

Als initialen zien we JLS: Johanna Louisa Sondern (1887- 1959) GJS: Gerhard

Johann Sondern (1853-1924) JTG: Johanna Theodora Giebink (1859-1920).

De drie zussen van Johanna Louisa komen niet voor op de lap.

In 1911 trouwt ze met Derk Willem Ormel van Kamershuus in de Heurne en

hangt de merklap daar op. Wanneer de boerderij afbrandt aan het eind

van de oorlog, grist ze de lijst ‘in de vlog’ van de muur. En is deze lap één

van de weinige dingen die ze uit de brand hebben overgehouden.

Achteraf spreekt ze er wel ‘ns wat spijtig over; er was immers zoveel

nuttigers om uit de brand te redden….

Na haar overlijden in 1959 wil niemand van de 7 kinderen de lap hebben.

Uiteindelijk neemt dochter Jetta te Voortwis-Ormel de ingelijste merklap

mee naar Seinhorst in Breedenbroek en hangt ‘m daar boven aan de trap:

“Ach zoiets doe’j toch ok niet zo maor weg”, zei ze wel ‘ns. Dochter

Willemien krijgt de lap bij een volgende boedelverdeling in 2002, waar ie

de laatste tijd overigens weer op zolder staat. Al met al een merklap met

zeer wisselende waardering.

Aangeleverd door Willemien Venderbosch-te Voortwis, Varsseveld.

Vrouw met mand fruit/bloemen: moeder hield van werken in de tuin.

Hond centraal op de merklap: Lina’s geliefde hond heette Prinz. Met

daarnaast een mand met bloemen en een poes met rood bandje (de

huispoes). Verder zien we dieren van de boerderij: paard, haan, koe. Ook

een reebok: rond de boerderij was vaak wild te zien.

Aangeleverd door Thea Ros-Meinen, Winterswijk.

83 ‘Door meerdere generaties gemaakt’

Er hebben verschillende generaties aan deze merklap gewerkt over een

lange tijdspanne. De startdatum is onzeker. De schoonmoeder van huidige

eigenaar, Dine Brethouwer-Obbink die op boerderij ‘De Luthe’ in Barlo

woont, heeft haar verteld dat voorouder Alberdina Helders met de

merklap is begonnen. Zij was in 1803 gehuwd met Jan Brethouwer en

overleed in 1849; de merklap was toen niet af. Deze is een tijd blijven

liggen en door Dina Jolink, de vrouw van kleinzoon Gerrit-Jan, weer

opgepakt. Helaas kon ook zij het werk niet afmaken; zij stierf jong.

Johanna Aleida Hoornenborg, de 2e echtgenote van kleinzoon Gerrit-Jan,

heeft het werk uiteindelijk voltooid in 1895.

Het stramien waarop is geborduurd is zeer oud. Op de merklap zijn

duidelijk stijlverschillen te zien. De sierlijke letters bovenin en ook het

motief van de grote vlinder komen overeen met soortgelijke merklappen

in Oost-Nederland uit het midden van de 19e eeuw. De grote letters

JGMVS kunnen niet meer herleid worden. Rechtsboven zijn de symbolen

te zien van hoop en liefde, geboorte en sterven. De lap heeft duidelijk niet

de samenhang qua ontwerp en uitvoering van andere lappen. De initialen

GJB en JAH onder het jaartal zijn de initialen van G.J. Brethouwer (1855-

1930) en J.A. Hoornenborg (1868-1946). Deze letters zijn heel anders

vormgegeven dan de sierlijke letters daarboven. Zij komen overeen met

letters op kleine rode merklappen, die vanaf 2 helft 19e eeuw op school

gemaakt werden. Deze letters en ook de laatste twee letters van het jaartal

1895 zijn geborduurd door Janna Aleida Hoornenborg. Mogelijk zijn de

geometrische motieven onderaan ook door haar gemaakt.

De merklap heeft altijd in de ‘grote kökken’ gehangen. Zomers was het

daar heet en ’s winters werd deze ruimte niet verwarmd, behalve als er

bezoek was. Dan werd er stevig gestookt en gerookt. Vochtvlekken en

restanten van motvlinders sieren nu eveneens het doek. De familie durfde

zich tot nu toe niet aan restauratie te wagen, bevreesd voor uit elkaar

vallen van het doek. Gerrit Jan en Aleida Hoornenborg zijn de overgroot-

ouders van Gerda Brethouwer.

Aangeleverd door Dine Brethouwer-Obbink, Aalten.

Page 8: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

14 15

78A ‘Met lust bijna dit werk volbragt’

Gemaakt in 1884 door Aleida Hoftijzer, Heelweg, Varsseveld. Ze komt te

overlijden terwijl ze nog met deze merklap bezig is. Ze is dan nog geen 13

jaar oud.

De naaister, zo is het verhaal, heeft later in zwart geborduurd “met lust

bijna dit werk volbragt”. Dezelfde hand borduurt ook de namen van de

vader en moeder van Aleida voluit. Het valt op dat de beginletters van

deze namen volgens het officiële patroon van de merklap geborduurd zijn

terwijl de rest vrij geborduurd is.

Waarschijnlijk had Aleida de initialen van haar vader en moeder nog klaar

gekregen en borduurt de naaister de namen alsnog voluit. Waarom

eigenlijk?

Als initialen zien we: AHT: Aleida Hoftijzer (1871-1884). De namen van de

ouders zijn al voluit geschreven: niet gangbaar. De initiaal HT verwijst naar

HofTijzer, een opvallende wijze van weergeven. Rechts staan 4 initialen

eindigend op HT: broers en zussen van Aleida.

De broer van Aleida bleef op de boerderij (met de merklap dus) wonen.

Hij is de overgrootvader van huidige eigenaar die hem ook aanleverde:

Anja Arentsen-Westerveld, Varsseveld.

78B ‘Met vreugd gerestaureerd’

Gemaakt in 1895 door de dan 11-jairge Berendina Johanna Lammers,

Breedenbroek, met motieven uit haar directe leefomgeving. Links

beneden in de hoek zien we een zichtbaar foutje, wellicht opzettelijk.

De volgende initialen: BJL: Berendina Johanna Lammers (1884- ?),

maakster. JWL: Jan Willem Lammers (1848-?), vader. En DJD: Dina Johanna

Doornink, (1861- ?), moeder.

Berendina trouwt in 1913 met Westerveld van de Küper in Breedenbroek

en neemt de merklap mee. Schoon- en kleindochter herinneren zich niet

dat ze de lap ooit in de kamer of keuken van oma/schoonmoeder hebben

zien hangen.

Op een gegeven moment, in de jaren 80 van de 20e eeuw, komt de lap met

nog twee andere merklappen (78a en 78c) te voorschijn, gevonden in een

baktrog op de zolder van de boerderij. Voorzichtig worden ze gewassen. De

kleuren van deze lap vloeiden door het wassen echter nogal uit. Een

mevrouw van het Openluchtmuseum in Arnhem heeft hem in die jaren voor

een zacht prijsje gerestaureerd en zelfs van een nieuwe lijst voorzien.

Sindsdien hangt de lap vaak aan de muur, maar staat ook regelmatig in de

kast of op zolder bij kleindochter van maakster, Rini Westerveld, Arnhem.

Zij heeft hem ook aangeleverd.

48 ‘Een zwaar leven’

Gemaakt in 1884 door Johanna Gesina Rensink, Aalten op 28 jarige leeftijd.

Initialen, de genealogie dus, zijn een belangrijk onderdeel van de lap: JGR:

Johanna Gesina Rensink (1856- 1910), maakster GJB: Gerrit Jan Beunk

(1840-1889), echtgenoot en vader.

JKB, DEB, BB, AJB, HWB: kinderen uit het eerste huwelijk van Gerrit. JHB:

dchter uit het 2e huwelijk van Gerrit.

Het is een lap met vooral idyllische tafereeltjes. 3 jaar eerder, in 1881, is

Gesina met Gerrit Buenk (met vijf kinderen) getrouwd, 2 jaar na het

overlijden van z’n eerste vrouw; de 8 jaar oudere zus van Johanna Gesina.

Blijkbaar heeft ze toch tijd gevonden om deze mooie merklap te borduren.

Ze krijgt namelijk nog 3 kinderen, voordat Gerrit Jan in 1889 overlijdt, haar

op 33 jarige leeftijd met 9 kinderen achterlatend.

Als haar 1e eigen dochter in 1905 trouwt, verhuist ze met de getrouwde

dochter, diens man en de twee nog ongetrouwde dochters naar een

nieuwe woonstee. Was haar leven wel zo lieflijk als de merklap wil doen

geloven? De merklap lijkt in elk geval achter te blijven op de boerderij.

In 1971 is de merklap op boerderij Groot-Gussinklo aan de Vellegendijk en

is tot dan in bezit van Hendrika Johanna Berkelder (1883- ?), de vrouw van

Arend Jan Beunk (één van de stiefzonen van de maakster van de merklap),

waar Inge Kämink-Monasso ‘m koopt. Zij is het die de merklap aanlevert

voor de tentoonstelling.

57 ‘Onwillige druivenranken’

Gemaakt in 1865 door Betje Jansen (1852-1940), Doetinchem. Haar

merklap komt af in 1865, nog geen 13 jaar is ze dan. Ze woont op boerderij

‘de Vinkenborg’, gelegen tussen de Slangenburg en Doetinchem.

De initialen op de lap zijn van haar zelf, van vader en moeder Jansen-

Weenink en haar drie broers en zussen.

Als de lap eenmaal hangt blijkt tot haar grote ontsteltenis dat de druiven-

ranken die de buitenranden van de merklap vormen, alles doen, behalve

hangen. Haar hele leven is ze er op aangesproken, met name door haar

schoonmoeder. Zo meldt huidige eigenaar Ineke Wassink, die via haar

moeder (Betje Klumper) achterkleindochter is van deze Berendina

Elisabeth Jansen.

Betje Jansen trouwt in 1889 met Herman Klumper, afkomstig uit Zelhem.

Ze blijven wonen op den Vinkenborg. Later wordt gemeld dat hij

boswachter is. Op hoge leeftijd overlijdt ze in 1940. Heel lang heeft ze zich

dus kunnen ergeren aan die onwillige druivenranken.

De wijnrank wordt veel gebruikt in merklappen, verwijzend naar de

Bijbeltekst Johannes 15:1 en 5: Ik ben de ware wijnstok, en mijn vader is de

landman…..want zonder mij kunt u niets doen.

Aangeleverd door Ineke Wassink, Rekken.

Page 9: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

16 17

76 ‘De 5e generatie‘

Gemaakt in 1828 door Johanna Elisabeth Keuper, Megchelen, met initiaal:

JEK: Johanna Elisabeth Keuper (22 april 1814- 1889). Johanna heeft de

merklap op haar 14e “met lust volbragt”.

In het alfabet geeft Johanna Elisabeth de letters J , Q en Y weer. Een aantal

jaren eerder waren deze letters nog geen onderdeel van het geborduurde

alfabet.

De levensboom is een beetje een kromme, een beeld dat z’n ontstaan in

de Romantiek gehad zal hebben. We zien de verspieders van Kanaän , een

regelmatig terugkerend oud merklappenmotief; gezamenlijk dragen deze

verspieders de ‘wonderbare druiventros’, die staat voor Christus zelf. Verder

een kerkje, een hartje met een pijl, hondjes, een paardje (?) in een krans…

was dit haar lievelingspaard?

Na het overlijden van de maakster is de merklap altijd naar een vrouwelijk

familielid overgegaan met tenminste de namen Johanna Elisabeth.

De eerste bij wie de lap terecht komt is , naar alle waarschijnlijkheid,

Johanna Elisabeth Keuper, die de overleden Elsken Kets (merklap 82B) was

opgevolgd als echtgenote van Berend Wentink. In haar huis, boerderij

Hoppenbroek op de Wals, hebben de 2 merklappen derhalve al ‘ns bij

elkaar in de buurt gehangen.

Heel bijzonder en toevallig dus dat de twee merklappen op deze

tentoonstelling opnieuw bij elkaar zijn gekomen.

De merklap is nu in bezit van de 5e generatie: Joke (Johanna Elisabeth)

Veerbeek, Aalten. Twee nieuwe generaties Johanna Elisabeth zijn al

beschikbaar en de derde lijkt er aan te komen (dus de 8e).

Aangeleverd door Joke Veerbeek, Aalten.

73 ‘Uit de vuilnisbak gevist’

Gemaakt door EH(?) in 1783, Friesland. Aan intialen zien we EH: ? maakster,

GH: ?, vader of moeder VH: ? vader of moeder.

In de alfabet-reeksen ontbreken de J, de Q, de U.

Het werkstuk is ongetwijfeld gemaakt door een jong meisje, gezien het

borduurwerk. Behalve strakke patronen zien we ook knoopsgat-oefenwerk

en kinderlijk vrij borduurwerk: kinderwagentje, een wiegje, hondje,

molentje, vogeltjes. Het gele borduurgaren is verbleekt met de jaren.

De merklap was in bezit van een uit Friesland afkomstige mevrouw

Bonnema, getrouwd met Peters. Huidige bezitster was bevriend met de

familie, waar deze dame inwoonde: “Groot was mijn verbijstering toen ik

op zeker moment bij mijn vriendin kwam en hoorde dat omaatje

overleden was; ik had geen bericht ontvangen, terwijl ik zo op haar gesteld

was”.

82B ‘Wat de merklap niet vertelt’

Gemaakt in 1889 door Gerritjen Navis, Lintelo, Aalten, bijna 14 jaar oud. We

zien de volgende initialen: GJN: GerritJen Navis (1875-1942), maakster, Lintelo.

JK: Jantjen Keizer (1839 - ?), Heidehoek, Zelhem, de moeder en JT: Jan

Tuenter (1844 -?), Wisch. Maar dat is niet de achternaam van haar vader.

In 1875 wordt haar moeder weduwe van Gerrit Navis (1833 -1875), de

vader van Gerritjen. In dat jaar wordt ook het vierde kind Gerritjen

geboren en hertrouwt de moeder met Jan Tuenter uit Wisch.

Gerritjen trouwt in 1902 met Evert Jan Hengeveld van Aornshuus op

Sinderen en de merklap gaat mee naar Sinderen. Na hun overlijden in

1937 en 1942, blijft dochter Grada in het ouderlijk huis wonen. Bij haar

latere verhuizing naar Dinxperlo neemt ze de merklap mee en hangt ‘m op

in de gang van haar huis. Grada bestemt de merklap voor Wim Hengeveld

(1944 - ), zoon van haar vroeg overleden broer Hendrik Willem en Johanna

Geertruida Ansink uit Aalten.

Sinds een aantal jaren hangt de merklap weer op Sinderen, naast de

merklap die een stuk geschiedenis van zijn vrouw vertelt (merklap 82A).

Beide lappen zijn nog niet zo lang geleden wat opgeknapt en van een

nieuwe lijst voorzien.

Aangeleverd door Wim en Rietha Hengeveld-Wentink, Sinderen.

82A ‘Initialen raadsel’

Gemaakt in 1868 door Elsken Kets, Steenderen op twaalfjarige leeftijd.

We zien een reeks initialen. EK : Elsken Kets (1856-1895), maakster : in een

lauwerkrans.

HK en CG: Hendrik Kets (1828-1876) en Catharina Garritsen (1828-1905),

vader en moeder in een gelijke omlijsting.

Verder zien we nog de initialen GTK, en KK, daaronder GG, GK, en

daaronder GK, AK, HFK.

Er zijn 5 broers en zussen bekend van Elske: Garrit, Geertruid, Geurt,

Catharina en Heintje Kets. De namen corresponderen niet zomaar met de 7

initialen. Hebben ze wellicht andere roepnamen gehad? Of verwijzen deze

initialen naar andere familieleden? Een klein raadsel.

In 1885 trouwt Elske trouwt met Bernard Wentink uit Hummelo. Ze gaan

wonen op boerderij Hoppenbroek, op de Wals in Gendringen. Sinds dat

moment hangt de merklap op deze boerderij. Ze krijgen 1 zoon,

Lambertus. Elske overlijdt in 1895, 39 jaar oud.

Binnen het jaar hertrouwt vader Wentink met Johanna Elisabeth Keuper

(zie merklap hiernaast, nr 76). Achterkleinkind Rietha Hengeveld-Wentink

erft begin deze eeuw de lap en hangt ‘m op in haar woonkamer op

Sinderen. Zij leverde de merklap aan voor de tentoonstelling.

Page 10: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

18 19

Dagmar, Erika Fuss-Auster, wordt de nieuwe bezitster. Dagmar krijgt hem

later van haar cadeau. En de tocht van de merklap gaat door. Van Berlijn

naar Hamburg waar ze huwt en dan naar Kempen-Niederrhein,

Johannesburg Zuid-Afrika, Hamburg, Steenbergen, en uiteindelijk Aalten

in 2004. En altijd is de merklap meegegaan.

Aangeleverd door Dagmar Bronnenberg-Auster, Aalten.

77A ‘De hof van Gethsemane’

Gemaakt in 1891 door Geertruida Weenink, Sinderen op 22/23 jarige

leeftijd.

Een bijbelse scene wordt uitgebeeld. Als initialen zien we GW: Geertruida

Weenink (1868-1835) van Klein Salemink, Sinderen.

In 1894 huwt ze met Frederik Bernard Rosegaar uit Zelhem. Het echtpaar

gaat op de Meine op Sinderen wonen, gelegen naast Klein Salemink, rond

1875/1880 gebouwd van de restanten van kasteel Sinderen.

Zoon Bertus Rosegaar blijft op de boerderij wonen en trouwt nadat zijn

vader op 90-jarige leeftijd in 1948 overlijdt. Het echtpaar blijft kinderloos

Kleinzoon van de maakster Geertruida, Wim Boland (Aaldershuus,

Dinxperlo) neemt begin jaren zestig geleidelijk aan het bedrijf van zijn

oom over en trouwt met Sien Gesink. De merklap hangt op de Meine tot

het moment dat Sien en Wim met het bedrijf stoppen en verhuizen.

In 1966 repareert Drika Boland-Roosegaar (van Aaldershuus, Dinxperlo)

dochter van de maakster de merklap op diverse plaatsen, zoals nog

enigszins te zien is.

Aangeleverd door huidige bezitster Sien Boland-Gesink, Varsseveld.

65B Z.t.

Gemaakt in 1893 op de Lagere School in Ratum, niet bekend door wie.

Aangeleverd door W. Beernink, Winterswijk.

27A ‘Zelfs initialen van leerkrachten’

Gemaakt in 1884 door Dina Willems (1872 -) op de lagere school. Ze was

toen 12 jaar oud.

In het kransje staan haar initialen. Daaronder de namen van haar vader,

Egbert Willems, en van haar moeder, Niesje van Ankum.

Bijzonder aan deze oefenlap is dat er initialen van leerkrachten opstaan,

waarvan de namen de huidige bezitster, kleindochter van mevrouw

Willems, onbekend zijn.

Een verkeerde wasbeurt heeft de kleuren helaas doen verbleken.

Aangeleverd door Rita Baron-Monasso, Aalten, kleindochter van Dina Willems.

Ondanks dat omaatje haar wat beloofd had, was alles weggegooid.

Bij de vuilnisbak stond nog een doos met lappen, waaruit ze deze merklap

als herinnering viste. Verder is slechts bekend dat de familie, en dus ook de

merklap, uit Friesland komt.

Enig genealogisch onderzoek op internet levert wel wat familiebanden op

van mevrouw Bonnema , maar niet tot de periode 1760/1770 met

mogelijke familieleden met EH, GH en VH als initialen.

Aangeleverd door Frouwkje Hering, Silvolde.

23 ‘Altijd in beeld’

Gemaakt in 1892 door Aaltje Weijenberg (geb.1879-1928), Voorst bij

Zutphen. Aaltje is dan dus 12/13 jaar. Op de lap zien de volgende initialen:

AWB in de krans: Aaltje WeijenBerg.

WWB: Willem WijenBerg, vader. GP: Gerritje Peters, haar moeder.

Er onder staan nog 7 initialen, verwijzend naar de broers en zussen

Weijenberg. Een overleden zusje staat er niet op.

Aaltje en haar man (Nijenhuis-Weijenberg) overlijden als de enige dochter

14 jaar oud is en haar broers 17 en 11. Deze dochter trouwt in 1939 met

Nijman. Vanaf dat moment hangt de merklap bij haar thuis, ‘boven den

bozem’ in Harfsen. Ze was er zeer aan gehecht. Toen ze naar het

verzorgingshuis in Eefde ging, ging de merklap mee en hing ook daar weer

aan de muur tot 2001, het jaar van haar overlijden.

Via loting is de merklap is, na moeder’s dood, naar één van de zes kinderen

gegaan: dochter Gerda. En hangt ook bij haar weer aan de muur.

Aangeleverd door Gerda Demkes-Nijman, Aalten, kleindochter van de maakster.

50 ‘Reizende Mustertuch ‘

Gemaakt in 1860 door tienjarige Olga Grünwitzki (1850-1938), West-Pruisen.

Op de lap zijn o.a. een konijntje, een wortel, een sleutel (?), het

verspieders-Kanaän-motief te zien, naast allerlei oefenletters, waaronder

Gotisch-geïnspireerde letters.

Al heel jong verliest Olga haar moeder en krijgt een hardvochtige

stiefmoeder. Ze is weinig gelukkig wanneer ze met deze lap bezig is. Olga

is de overgrootmoeder van moederskant van Dagmar Bronneberg-Auster,

de huidige bezitster van deze ‘Mustertuch’.

De merklap is voortdurend op reis geweest. Olga trouwt met Paul Hinz en

woont in Heubude bij Danzig (Gdansk). Dochter Gertrud , de oma van

Dagmar krijgt de merklap als ze rond 1910 trouwt met Herbert Fuss, een

astronoom. De merklap gaat mee naar Kiel, vervolgens naar de

Sterrenwacht Babelsberg in Potsdam en Potsdam zelf.

In 1950 komt oma in West-Berlijn wonen bij de ouders van Dagmar, die in

1943 geboren is. De merklap komt uiteraard mee en de moeder van

Page 11: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

20 21

67 Z.t.

Gemaakt door Marietje te Loo, op de Openbare lagere School, Aalten.

Aangeleverd door G. Grooten, Groenlo.

30b Z.t.

Gemaakt in 1935 door Dina Jansen (geb. 1925) in de Heurne. Later zou ze

trouwen met te Beest en op Teubenhuus wonen.

Aangeleverd door dochter Betsie Wisman-te Beest (1956), Dinxperlo.

41 Z.t.

Gemaakt in 1922 door Mina Navis op de Christelijk Nationale School in

Lintelo, op de ‘Breischole’. Mina was toen 9 jaar oud en afkomstig van

boerderij de Marode in Lintelo.

Aangeleverd door D. Geurink-Brus, Aalten, dochter van maakster.

47A Z.t.

Gemaakt in 1950.

Aangeleverd door Ellen ter Maat, Winterswijk.

70 ’Herinnering aan een Onbekende’

Gemaakt in 1898 , waarschijnlijk voor Paula Kronenberg met speciale

aandacht voor de datum: 12 oktober en de tekst “Zum Andenken”. De

huidige eigenaar heeft uitgezocht dat er een Paula Kronenberg, geboren

rond 1870, in Bocholt woonde. Verder onbekend.

Aangeleverd door de eigenaar, Herbert Philips, Borken, Duitsland.

71 ‘Een kleine ‘Mustertuch’

Gemaakt door mevrouw Philips rond 1918, Duitsland. Als meisje van

ongeveer 14 jaar oud maakt ze deze ‘Mustertuch’ op de huishoudschool.

De tweede letterreeks bestaat uit geborduurde letters die je niet vaak op

Nederlandse letterdoeken tegenkomt waarschijnlijk geïnspireerd op

gotisch-schrift uitgevoerde letters.

De oefenlap is in bezit ván en aangeleverd dóór kleinzoon van maakster,

Herbert Philips, Borken Duitsland.

26C ‘Terug te vinden’

Gemaakt in 1884, door Cahterina te Kronnie (1872-1957), te Bredevoort.

We lezen de initialen KTK, de maakster (naast het jaartal), en HITK en IHL.

Vader is Hendrik Jan te Kronnie. Moeder is JoHanna Lammers, deze

initialen kloppen ook, of worden wel vaker op deze wijze weergegeven.

We zien een molentje, de hoorn des overvloeds, een hartje. De letterreeks

wordt steeds kleiner. Niet goed uitgeteld bij de voorbereiding. Ook is de

letter S verkeerd geborduurd.

Catharina trouwt in 1895 met Gerrit Hendrik Lensink, de opa en oma van

Wim Lensink, en moeder van Gradus Lensink de radmaker die elders in het

museum te zien is.

Aangeleverd door Wim en Ineke lensink , huidige bezitters van de merklap.

66A Z.t.

Gemaakt in 1908 door mevrouw Rexwinkel-Rutgers. Ze heeft de lap

gemaakt toen ze ging trouwen.

Aangeleverd door J. Kruisselbrink, Miste, Winterswijk.

15 ‘Familie Harmeling en de wereldgeschiedenis’

Gemaakt door Erna Lachmann-Harmeling rond 1980, Bocholt. Het enorme

doek toont geborduurd de geschiedenis van de familie van Lydia’s moeder

in relatie tot de algemene geschiedenis in de regio, beginnend in 1430 in

Zieuwent en eindigend in Bocholt en de rest van de wereld. De 80-jarige

oorlog, heksenproeven in Breedevoort, de Franse periode, de 1e en 2

wereldoorlog en de gevolgen daarvan passeren de revue, tot de jaren ’80

van de vorige eeuw. Bij het doek hangt een uitgebreidere beschrijving.

Aangeleverd door Lydia Lachmann/Sonja Rexwinkel, Lage/Spork, Duitsland.

75 ‘De achterkant telt’

Gemaakt in 1930 door Sien Toebes, Vragender. Ze is dan 10 jaar oud als ze

de lap op school maakt. De merklap hangt bij haar thuis tot aan haar dood

in 2005.

Bij de inboedelverdeling komt het lijstje van de muur. Dan pas lezen de

kinderen wat er op de achterkant geschreven staat:

“Deze merklap is na mijn leven voor Annet, opgetekend 28 maart 1992”. Sindsdien hangt de ingelijste merklap hangt bij dochter Annet Wentink in

Aalten aan de muur. En zij is er heel, heel blij mee. Aangeleverd door Annet

Wentink, Aalten.

Page 12: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

22 23

20C ‘Byzantijns kruis’

Gemaakt in 1993 door Jan Houtman, Aerdt. Op deze merklap staat het

kruis centraal en valt op door zijn gouden kleur. Het is opgebouwd in

ronde motieven met een strakke lijn erom heen zodat het er Byzantijns

uitziet. Boven het kruis borduurde Jan Houtman de woorden Geloof,

Liefde en Hoop in de symbolen die daarvoor staan. Deze staan niet in de

gebruikelijke volgorde, omdat maker gewoon eens verandering in de

gangbare volgorde wilde aanbrengen. Onderaan is zoals op veel

merklappen van Jan Houtman, zijn adres geborduurd: Hofstede De

Haemaeker en tussen hartjes Anno 1781 als symbool dat hij van dit huis

houdt, en tot slot de letter H van Houtman.

Aangeleverd door Theo Spaan, Aerdt.

20D ‘Tijd’

Gemaakt in 1997 door Jan Houtman en Sarah Polak, Aerdt. Op deze

merklap lezen we wensen omtrent het thema “Tijd”. De wensen zijn

omgeven door een raam van groene ruiten met paarse harten erin. In het

midden staan bovenaan de letters Jan Houtman en Theo Spaan met een

hart ertussen als symbool van hun liefde en onderaan in het midden van

het raam de letters Geert van Breevoort en Sarah Polak , vrienden van Jan

en Theo.

We zien ook “Zevenaar”, staan, de woonplaats van Sarah Polak en Geert van

Breevoort. Deze merklap is speciaal, niet alleen door Jan Houtman maar

samen met Sarah Polak geborduurd is. Jan Houtman pleegde zijn

merklappen overigens leeslappen te noemen.

Aangeleverd door Theo Spaan, Aerdt.

18B Gemaakt en aangeleverd door Bärbel Kollenberg, Laer. Deze merklap

vertelt heel duidelijk z’n eigen verhaal.

29A Gemaakt in 1956 door mevr. J. Migchelbrink , Doetinchem. Ze was 10 jaar

oud toen ze deze merklap tijdens handwerkles maakte op de Openbare

Lagere School Hagen in Doetinchem.

Aangeleverd door mevr. J. Migchelbrink, Silvolde.

30A Gemaakt in 1910 door Bertha Jansen-Heusinkveld, Varsseveld. Ze was 10 a

11 jaar oud toen ze het lapje maakte. Aangeleverd door kleindochter Betsie

Wisman-te Beest, Dinxperlo.

30C Gemaakt in 1965 door Betsie te Beest, De Heurne, Dinxperlo. Ze was toen 9

jaar oud.

Aangeleverd door Betsie Wisman-te Beest, Dinxperlo.

HAL

T2630 ‘De affiche-lap’

Gemaakt in 1860. Verder geen informatie bekend. De engeltjes zijn

prachtig prominent aanwezig. De maakster had niet kunnen drómen dat

haar lap ooit nog als affiche een nieuw leven zou gaan leiden. Eigen

collectie.

55 Gemaakt in 2007 en aangeleverd door Ineke Wassink, Rekken. Gemaakt als

hobby.

20B ’11 September 2001’

Gemaakt in 2001 door Jan Houtman, Aerdt, ter herinnering aan de

aanslagen op 11 september 2001 in New York, Verenigde Staten van

Amerika. In het bovenste gedeelte van de merklap, midden onder de

Romeinse cijfers zie je heel vaag de Twin Towers van het World Trade

Center staan. Rechts daarvan staat een “ereveld” met kruisen in

verschillende kleuren. Ze staan voor de meer dan 2.900 doden van

verschillende religies en nationaliteiten.

Links van de Twin Towers een motieventrap die omhoog voert als symbool

dat de wereld na de aanslagen even stil stond, maar vervolgens ook weer

doorging.

Links van de motieventrap een Latijns kruis en daaronder de symbolen

voor Geloof, Hoop en Liefde. Het symbool voor Geloof, het Maltezer kruis,

werd door de Ridders van de Johannieter Orde gedragen en staat hier voor

de hulpverlening aan de slachtoffers. Onder de Twin Towers is het Onze

Vader in de oecumenische versie verwoord.

Tot slot zien we ‘God zegent de wereld’, omdat Jan Houtman van mening

was dat God de hele wereld zegent en niet alleen America (‘God bless

America’) . Tussen 2 engelen staan plaats en datum van de ramp vermeld.

De merklap is geborduurd in de kleuren die deze dag bepaalden: het

blauw van de lucht, het goud van de zon, grijs en bruin voor de rook en de

as en het zwart voor de dood. Aangeleverd door Theo Spaan, Aerdt.

Page 13: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

24 25

38 ‘Nog snel een randje’

Gemaakt in 1983 door 3 dochters en 3 schoondochters van Bertus Derk

Wisselink en Theodora Johanna Wilhelmina Overbeek, Halle-Heide, ter

gelegenheid van hun 45 jarig huwelijk (1938-1983). Zij waren bekend als

Bertus en Doortje van ‘de Heidesmid’. Vandaar het aambeeld en de

karabijnhaak op de lap, attributen waarmee de kinderen opgroeiden op

wat toen nog boerderij, winkel en smederij in een was.

Elke dochter en schoondochter, en ook de vrouw van de toen reeds

overleden zoon Theo, borduurde een lapje, met eigen kenmerken. Toen

het grote geheel bij de lijstenmaker werd gebracht, vond deze dat een

geborduurde rand het geheel beter zou doen uitkomen.

De dames kochten snel wat borduurgaren en gingen fl ink aan het werk,

zodat de lap toch nog dezelfde dag ingelijst kon worden.

Vader en moeder waren heel blij en verrast met dit cadeau. Na hun

overlijden is de lap verloot onder de kinderen en hangt nu bij dochter

Gerda thuis boven de schoorsteenmantel.

Aangeleverd door Gerda te Pas-Wisselink, Halle.

9 ‘Was je eigen rug’

Gemaakt in 2000 door mevr. T.C. Zollinger-ten Wolde in 2000, Gaanderen,

deels op basis van voorbeelden maar geheel naar eigen inzicht en met

veel eigen ideeën ontworpen .

Een merklap waarop veel te zien is. Zo zien we :

Een vermenigvuldigings- en optel-reeks. Een schaars geklede Adam en Eva

onder de boom, Adam met vrij lang haar. Spreuken, zoals: ‘Blijf onaf-

hankelijk, was je eigen rug’. Een stuk alfabet maar dan in omgekeerde

volgorde.

Aangeleverd door mevr. T.C. Zollinger-ten Wolde.

MARKT 14 - BENEDEN HAL4A ‘In 1978 in de Libelle’

Gemaakt door Alie Wensink in 1953, De Heurne, Dinxperlo. Alie maakte als

elfjarige deze oefenlap op de Hervormde School in de Heurne, onder

begeleiding van juffrouw Heinen . Het lapje gaat in de kast bij een

gebreide slab en een luierbroekje….

Totdat ze het in 1978 opstuurt, als Libelle daartoe een oproep doet. En er

een foto in de Libelle komt (Heeft iemand die Libelle nog?...).

Sinds dat moment is het lapje met de twee gele kuikentjes ingelijst en

hangt het in de woonkamer.

Aangeleverd door Alie Maandag-Wensink, Dinxperlo.

39 ‘Door moeder of oma?’

Volgens dochter/kleindochter is deze merklap gemaakt door Moeder of

Oma te Hennepe. Precieze datum is niet bekend. Moeder heette Johanna

Geertruida te Hennepe (1901-1987)

Oma heette Berendina Geertruida te Hennepe (1871-1948).

De letter J ontbreekt nog in het alfabet. Dat is vrij gangbaar vóór 1900.

Het zou dus zeer wel kunnen zijn dat oma de lap gemaakt heeft als meisje

van 10/12 jaar oud. Aangeleverd door mevr. Stoltenborg, Aalten

8209 Gemaakt in 1942 door mevr. Scholten, toen nog met haar meisjesnaam.

Verdere informatie onbekend. Eigencollectie.

Page 14: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

26 27

Verder zien we het huis waar ze woonden, Deventer waar August werkte,

de woorden Justitia die duiden op z’n werk als rechtzoekende advocaat.

Het muziekteken verwijst naar de muzikaliteit van August; het draaiorgel

stond dichtbij z’n kantoor op de Markt. August is eind jaren ’80 overleden

en Gerda eind jaren ’90. Dochter Karin gaf de merklap aan de familie

Philips als aandenken aan haar moeder.

Aangeleverd door Akka Philips-Molenaar, Middelie (NH).

69 ‘Een periode in mijn leven’

Gemaakt in 2001 door Anne Mieke Diepersloot, Aalten, met een ontwerp

van eigen hand, geïnspireerd door het werk van Jan Houtman, haar grote

voorbeeld.

We zien oude motieven: het hart, de duif, het viooltje, de anjelier. Ze staan

voor zaken als liefde, huwelijkstrouw, eenvoud, ootmoed, droefheid. Ze

zijn dan ook doelbewust door maakster gekozen.

Anne Mieke maakte deze merklap namelijk in een periode waarin haar

man onder behandeling was voor kanker. Ondertussen zijn ze 12 jaar

verder en is hij volledig genezen verklaard.

Aangeleverd door Anne Mieke Diepersloot, Aalten.

51 Z.t.

Gemaakt in 2000 door Dagmar Bronneberg, Aalten.

Aangeleverd door Dagmar Bronneberg, Aalten.

63 ‘Letters’

Gemaakt in 1999 door mevr. J te Brake, Aalten. De letters staan voor de

voorletters van de kinderen.

Aangeleverd door mevr. J. te Brake, Aalten.

10C ‘Geboorte van zoon Philips’

Gemaakt in 1969 door Akka Philips-Molenaar, Middelie, (NH).

De initialen staan voor vader, moeder en zoon Simon Maurits Philips.

Daaronder een huwelijkssymbool en de plaats van het huwelijks feest op 3

mei 1967. Daaronder zien we hun 1e huis op de Singel in Amsterdam en

hun 3 poezen. Links daarvan Ivy met z’n geliefde glas rode wijn, Akka met

een vredesduif, en er tussenin hun zoon Simon met een kroontje. Verder

zien we hun boerderij in Schoonoord, Drente. Er staat ‘Drenten’ omdat de

zoon dat altijd zo zei. Links beneden zien we het 3e huis van de familie in

Bosch en Duin waar de merklap in 1986 afgemaakt werd. Onder het

rozenpoortje nog de kater die daar was komen aanlopen.

Aangeleverd door Sonja Rexwinkel/Akka Philips.

MARKT 14 - BENEDEN MARKTKAMER

LINKERMUUR

65 ‘De Plattelandsvrouwen’

Gemaakt in 1996 door Annie Beernink-Grotenhuis, Winterswijk op een

cursus van de Plattelandsvrouwen. Aangeleverd door maakster.

44B ‘Vroeger ook al hobbies’

Gemaakt in 2004 door Jo Kalf-Schreurs, Aalten, als aandenken voor het

nageslacht, om te laten zien dat ouders ook al hobbies hadden.

Aangeleverd door Ria ter Haar, Aalten.

4C ‘Een eigen verhaal’

Gemaakt in 1982 door mevr. Dina Johanna Maandag-Houwer.

Aangeleverd door mevr. Maandag-Wensink, Dinxperlo.

30D ‘Oude motieven’

Gemaakt in 2003 door Betsie Wisman-te Beest (1956), Dinxperlo.

Geborduurd volgens oude motieven, in kleuren dichtbij het origineel. Niet

alleen kruissteken, maar ook platsteek en v-steek gebruikt. Aangeleverd

door Betsie Wisman-te Beest, Dinxperlo.

47D ‘Symbolisch of gewoon mooie motieven?’

Gemaakt in 1985 door Ellen ter Maat in 1985, Aalten/Winterswijk.

De lap is door haarzelf ontworpen en bestaat uit oude en nieuwe

motieven. Opvallend is dat twee van de vier (liefdes)engeltjes nadrukkelijk

aan touwtjes trekken die haar initialen omspannen.

Engeltjes zie je vaak rondom namen, maar niet dat ze aan de touwtjes

trekken… Aangeleverd door Ellen ter Maat, Winterswijk

10K ‘Bij een nieuw begin’

Gemaakt in 1980 door Gerda Vromen-Harenberg.

Ivy, de man van Akke Philips, was voogd van Karin Vromen, dochter van

Gerda uit haar huwelijk met Iv’s vriend (5 mei 1945!). Deze man kwam op

een gegeven moment defi nitief in een inrichting terecht, o.a door wat hij

had meegemaakt in de oorlog.

In 1980 ging Gerda met een nieuwe man wonen, August Heinrich Schmidt

(initialen staan bovenin de merklap). Bij de initialen van Gerda zien we ook

de letter V van Vromen, de naam van haar 1e man. Zij heeft zich nooit laten

scheiden van hem.

Page 15: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

28 29

11 ‘Een mooi cadeau’

Gemaakt in 1988 door mevr. T. Engels, Dinxperlo, ter ere van het 25-jarig

huwelijk van haar vrienden Gisela Huitink en Harry Schuurman.

In het midden zien we de namen van hun vier kinderen met hun

geboortejaar. Het geboortejaar 1973 moet 1974 zijn; het foutje is nooit

hersteld. Onder deze namen een boom met de letters H en G voor vader

en moeder Harry en Gisela.

Het beeld van de koffi etafel verwijst naar Gisela die elke maandag samen

met alle vrouwelijke familieleden bij een tante in Süderwick op de koffi e

uitgenodigd was.

Boven de koffi etafel zien we de 2e hond van het echtpaar. Hun eerste

hond, Zora, is in het midden van de merklap geborduurd.

Rechts beneden is de kerk van Dinxperlo te zien, waar ze in 1963 getrouwd

zijn.

Het zeilschip boven de dorpskerk, verwijst naar Harry als dienst plichtig

militair bij de marine toen Gisela en hij verkering kregen. Aangeleverd door

Gisela Schuurman-Huitink, Dinxperlo.

32a ‘De grote hobby’

Gemaakt in 1997 door mevr. Ruesink-Lammers (1920-2012), borduren was

haar grote hobby.

Aangeleverd door Joke Meyerman, Zelhem.

33 ‘Zomaar’

Gemaakt in 2002 door mevr. Geers, Heelweg, Varsseveld. Een eigen

ontwerp, niet voor een speciale gelegenheid of onder bijzondere

omstandigheid. Aangeleverd door de maakster.

53 ‘Drie dochters en een schoondochter’

Gemaakt in 1976, door Janny Slijkhuis-van der Hart, Wil Dijkgraaf-van der

Hart, Ineke Molewijk-van der Hart en Jennie van der Hart-van der Kamp,

ter gelegenheid van het 35 jarig huwelijk van hun ouders Jo van der Hart

en Truus van der Hart-van de Wetering. Ziet u verschil in borduurstijlen?

Aangeleverd door Ineke Molewijk-van der Hart, Wehl.

45A ‘Met de handschoen’

Waarschijnlijk gemaakt door mevr. Gorsseling in 1949. Dit kleine merk lapje

verwijst naar haar trouwdatum in 1949, toen ze met de handschoen

huwde. Maakster heeft ook de merklap aangeleverd.

4B Z.t.

Gemaakt door mevr. Maandag in 1983.

Aangeleverd door mevr. Maandag-Wensink, Dinxperlo.

32B Z.t.

Gemaakt door mevr. D. Ruesink-Lammers (1920-2012) in 1989, Dinxperlo.

Borduren was de grote hobby van mevrouw Ruesink.

Aangeleverd door Joke Meijerman, Zelhem.

10B ‘Naar een voorbeeld uit 1826’

Gemaakt in 1999 door Akka Philips-Molenaar, Middelie, (NH) naar het

patroon van een merklap uit 1826 uit het Stickmuseum in Celle, Duitsland.

Akka heeft een paar veranderingen in het patroon aangebracht: in de 2e

regel boven heeft ze haar naam geborduurd, rechts van de zon. Ook heeft

ze aan de rechterkant haarzelf, haar man Ivy, haar 2 poezen en nog

twee vogels geborduurd. Aan de bovenkant van het patroon, zien we nóg

twee vogels en 1999.

Aangeleverd door Sonja Rexwinkel/ Akka Philips.

RECHTERMUUR

85 ‘Achteraf’

Gemaakt eind jaren ’80 door Jan Derk Lammers, Winterswijk. Jan (1940-

1990) had al heel jong grote problemen met z’n longen. Regelmatig lag hij

lang in het ziekenhuis, waar hij de vader van Anneke te Grotenhuis

ontmoette toen die ook vaak in het ziekenhuis lag. Z’n dagen vulde hij met

borduren. Voor de vader en moeder van Anneke heeft hij deze lap

geborduurd. Van 1987 tot aan z’n dood in 1990 bezocht Anneke’s vader

hem wekelijks.

Moeder schreef een boodschap op het liturgieblaadje van de uitvaart van

Jan en plakte dat achter op het geborduurde schilderij (zoals ze het

noemde) en hing het weer op: “als jullie dit ooit lezen, zullen wij er niet

meer zijn. Daarom schrijf ik dit hier op als dank aan een heel moedig

mens.” Pas veel later zou Anneke dit bericht inderdaad te zien krijgen en

weten wie het gemaakt heeft.

Aangeleverd door Anneke te Grotenhuis, Dinxperlo.

14B ‘Breed bruikbaar’

Gemaakt in 1989 door mevr. Th. W. Doornink-te Pas, ter gelegenheid van

het 25-jarig huwelijk van Gerrit Jan Willem Doornink en Johanna

Geertruida Lankhof op 3 juli 1989.

Aangeleverd door Gerrit Doornink, de Heurne, Dinxperlo.

Page 16: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

30 31

MARKT 14 - BENEDEN GANG

18A ‘Goed te lezen’

Gemaakt en aangeleverd door Bärbel Kollenberg, Laer, Duitsland.

De merklap spreek voor zich en leest heel gemakkelijk en begrijpelijk.

44A ‘Stille wens’

Gemaakt in 1999 door Jo Kalf-Schreurs, Aalten. Speciaal voor het huis van

dochter Ria bedacht en gemaakt. Jo heeft er met veel plezier en passie aan

gewerkt. Voor Ria een waardevol iets, een stille wens die vervuld werd.

Aangeleverd door Ria ter Haar-Kalf, Aalten.

MARKT 14 - BENEDEN KLASLOKAALTJE

T5611 Een merklap uit eigen collectie, geen informatie bekend.

MARKT 14 - BENEDEN TRAP NAAR BOVEN

26A ‘Kinderkamermerklap

Gemaakt in 1996 door Ineke Lensink-Toebes, Varsseveld, ter gelegenheid

van de geboorte van de tweeling Dagmar en Tymen in 1990. Op een

zijrand staat de naam J.H. Toebes en aan de andere kant het jaar 1996.

Onder in de hoek zien we de naam Sybrecht.

Het is een vrolijke geboorte-lap, voor de kinderkamer, maar ook gevuld

met herinnering.

T3633 ‘De mot of een muisje?”

Gemaakt in 1896, geen verder informatie bekend. Eigen collectie.

28 ‘Van het eeuwige en het tijdelijke’

Gemaakt in 1990 door Mevr. Becking-Velthorst, Zelhem ter gelegen heid van

het huwelijk van haar neefj e Wim Bruggink en Dorien Houwers, die na het

huwelijk op ’t Hillo in Aalten gingen wonen.

We zien prachtige motieven, vol betekenis: De pauw in vol ornaat die staat

voor de onsterfelijkheid en de schoonheid. Een paar hoornen des

overvloeds. Twee hartjes, tulpen, en rozen, die naar liefde en schoonheid

verwijzen. Ook nog de ladder als kruisigingssymbool en het kruis. Verder

nog de sleutel die toegang geeft tot het hemelrijk, met er meteen onder

een anker, dat staat voor hoop. Daar weer onder, op een prominente plek,

het bekende plaatje van de grafzerk met de treurwilg. Gedenk te sterven.

Maar ook de A van Aalten waar Dorien vandaan komt en de Z van Zelhem

waar Wim geboren is.

Aangeleverd door Wim en Dorien Bruggink-Houwers, Aalten.

34c ‘Mooie druivenranken’

Gemaakt in 1988 door mevr. Montulet, Tilburg. Uit hobby gemaakt,

betekenissen onbekend. De druivenranken staan er prachtig bij. Vergelijk

ze ‘ns met die op merklap nr. 57 in de expositieruimte.

Aangeleverd door maakster, ’s Heerenberg.

62 ’De 9 litters’

Gemaakt in 2005 door mevr. J. te Brake, Aalten.

De ‘litters’ op deze lap verwijzen naar alle 9 kleinkinderen van haar.

Ook aangeleverd door maakster, Aalten.

25 ‘Zoek de verschillen 1’

Gemaakt in 1988/1990 door mevr. C. Pelle, Doetinchem.

De lap vertelt haar geschiedenis.

46A ‘Zoek de verschillen 2 ’

Gemaakt door G.J. Mateman, Aalten.

Aangeleverd door G.J. Mateman, Aalten.

8A ‘Overzicht ’

Gemaakt in 1980/1981 door Joke Staring-Mellendijk, Silvolde.

T: Theo (13-07-1955) en zijn ouders: TS, Theo Staring sr,

en WH, Willemien Harmsen.

J: Joke ( 09-11-1953) en haar ouders: MV, Mina Veldhorst,

en WM, Willem Mellendijk.

12-08-1976: trouwdatum van Joke en Theo.

Page 17: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

32 33

T6015 Gemaakt in ongeveer 1950, verdere informatie niet bekend.

Eigen collectie.

74B Gemaakt door Hanni Siebelink, Aalten, in de 3e klas van de lagere school.

Aangeleverd door Hanni Siebelink, Aalten.

T6017 Gemaakt in 1950. Geen verdere informatie bekend. Eigen collectie.

6B Gemaakt door Annie Mellendijk, Varsseveld, op de huishoudschool in

Varsseveld. Aangeleverd door Annie Radstaak-Mellendijk, Sinderen.

5B Gemaakt in 1967 door A. Broekman op de huishoudschool in Druten.

Aangeleverd door mevr. A. Jansen-Broekman, Mariënvelde

80A ‘Ode aan ‘oma’ ’

Gemaakt in 1955 door Riek te Voortwis, Breedenbroek,

Zie de initialen RtV: Riek te Voortwis (1946) Riek woont als kind op

Seinhorst in Breedenbroek. Vader en moeder hebben de boerderij

overgenomen van moeder’s kinderloze tante : Grada Tieltjes-Ormel (van

Kamershuus).

‘Oma’ was een bijzonder lieve en geduldige vrouw die zelf veel van

handwerken hield. Met dit merklapje heeft zij Riek de eerste beginselen

ván en de liefde vóór het handwerken bijgebracht. Riek is blijven borduren

en later vooral gaan weven.

Aangeleverd door Riek Bruggink-te Voortwis, Doetinchem.

43 Gemaakt in 1955 door J. Heusinkveld op de Meeneschool (Lagere School)

in Zelhem. Ze was toen 10 jaar oud.

Aangeleverd door mevr. J.E. Stronks-Heusinkveld, Aalten.

34B Gemaakt in 1956 door mevrouw Hoen in Doetinchem op de Lagere

School. Aangeleverd door mevr. Montulet, ’s Heerenberg.

32C Gemaakt door mevr. D. Ruesink-Lammers (1920-2012). Verder geen

informatie bekend. Aangeleverd door mevr. J. Meyerman, Zelhem

7 ‘ Toch bijzonder’

Gemaakt in 1951 door Riekie Rougoor, Dinxperlo. Ze was 11 a 12 jaar en

zat op de christelijke school in Dinxperlo. Ze had les van juff rouw

Heinen…1 middag per week. Ze was de enige van de klas was die vrije

fi guurtjes mocht borduren. Geen idee waarom. Ze maakte een ‘Hans-en-

Grietje-huisje’.

Altijd heeft ze het lapje bewaard, omdat het voor haar symbool stond voor

de kansen die ze toen niet kreeg. Ze was de oudste thuis en mocht en kon

na de lagere school niet verder leren. Moeder vond het overigens ook niet

zo nodig. Ze ging nog wel naar de 7e en 8e klas, maar vaak ook niet,

omdat ze veel thuis moest helpen.

Aangeleverd door Riek Tolkamp-Rougoor, Aalten.

T7013 Gemaakt in 1920, verder geen informatie. Eigen collectie.

3 ‘De Griekse rand’

Gemaakt in 1933 door meisje Wisselink op handwerkles op de

Wilhelminaschool in Winterswijk . Toen mevr. D.W. Geesink-Wisselink het

lapje kwam brengen, tekent ze nog even de ‘Griekse rand’ zoals ze die

toen had leren borduren….

T3830 Gemaakt in 1914 door Schoppers. Verder geen informatie bekend.

Eigen collectie.

T2624 Gemaakt in 1919 door Schoppers. Verder geen informatie bekend.

Eigen collectie.

T 3829 Gemaakt in 1922 door Schoppers. Verder geen informatie bekend.

Eigen collectie.

T6014 Gemaakt in 1950 . Verder geen informatie bekend. Eigen collectie.

T6016 Gemaakt in 1950. Verder geen informatie bekend. Eigen collectie.

47C Gemaakt in 1971 door Ellen ter Maat, Aalten, op ds. Stegemanschool bij

Juff rouw Doornink. Aangeleverd door Ellen ter Maat, Winterswijk.

MARKT 14 - BOVEN GANG

Page 18: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

34 35

T 2625 Gemaakt in 1818 door A. van Dijkema. Verder geen informatie bekend.

Eigen collectie.

2 Gemaakt door mevr. Wisselink-Freriks in 1909 op de lagere school in Barlo,

de handwerkles.

Aangeleverd door mevr. D.W. Geesink- Wisselink, Aalten.

46B Gemaakt door Willemien Luiten . Verder geen informatie bekend.

Aangeleverd door G.J. Mateman, Barlo, Aalten.

49 Gemaakt in 1962 door Ina Migchelbrink, op de ds. Stegemanschool te

Aalten. Ze had les van juff rouw Somsen. De naam was lang… kon niet op

één regel geborduurd worden.

Aangeleverd door B.J. Toebes-MIchelbrink, Aalten.

T3878 Gemaakt in 1918. Verder geen informatie bekend. Eigen collectie.

T 2626 Gemaakt ca 1920. Verder geen informatie bekend over deze merklap van

aidastof. Eigen collectie.

MARKT 14 - BOVEN HOORNKAMER

T2629 Gemaakt in 1887. Verder geen informatie bekend. Eigen collectie.

36 Gemaakt in 1985 door mevr. B.D.G. Stronks, Aalten.

Ook door haar aangeleverd.

21 ’Hart onder de riem’

Gemaakt in 1987 door Johana Luiten, Aalten. de moeder en

schoonmoeder van Henriëtte Luiten en Dick Wikkerink. In dat jaar was

Henriëtte nl. ernstig ziek geworden, hetgeen 8 jaar zou duren. Ook werd

haar man Dick in dat jaar ernstig ziek. Terwijl ze elkaar nog maar krap een

jaar kenden. Haar moeder maakte toen de merklap als hart onder de riem

voor hen beiden. De initialen van Dick en Henriëtte staan er op en het jaar

dat de lap tot stand is gekomen.

De lap kreeg nog veel meer waarde toen de moeder van Henriëtte

onverwachts op 57-jarige leeftijd overleed. Tot op heden hangt deze voor

hen zo speciale lap in de woonkamer

Aangeleverd door Dick Wikkerink en Henriëtte Luiten.

MARKT 14 - BOVEN ANGANG

1 Gemaakt in 1937 door Jo Eppink, Aalten op de Wilhelminaschool. Later heet ze

Jo Nijman-Eppink. Aangeleverd door Hannie Rutgers, Aalten.

29B Gemaakt in 1933 door Mien Brekveld (geb., 1922)op de Lagere School in

Hengelo (G), moeder van huidige bezitster Janny Migchelbrink, te Silvolde.

Ook door haar aangeleverd.

52 Gemaakt in 1907 door J.D. v.d. Veen. W.s. heeft de grootmoeder van de

huidige bezitter, W. Kappert, de lap van een vriendin gekregen. Zat in de

erfenis van de moeder (1912-2004). Aangeleverd door W. Kappert, Aalten.

T5283 Gemaakt in 1919 door Stien Ansink. Geen verdere informatie.

Eigen collectie.

T2632 Gemaakt in 1854. Verder geen informatie over deze linnen lap.

Eigen collectie.

T2631 Gemaakt in 1860. Verder geen informatie bekend. Eigen collectie.

GEEN NUMMER Hangt aan muur. Geen informatie. Eigen collectie.

T2628 Gemaakt in 1845. Verder geen informatie. Eigen collectie.

T2633 Gemaakt in ca 1850. Verder geen informatie bekend. Eigen collectie.

T2627 Gemaakt in 1860. Verder geen informatie bekend over deze linnen lap.

Eigen collectie.

T3979 Geen informatie bekend. Niet afgemaakte merklap. Eigen collectie.

31 Gemaakt in 1979 door Erika Prinsen-Rensink, Doetinchem. De lap was een

sinterklaascadeau voor haar ouders.

Aangeleverd door Erika Prnsen-Rensink, Doetinchem.

T2686 Gemaakt in 1915 door S.Vaags. Verder geen informatie bekend.

Eigen collectie.

T3632 Gemaakt in 1854. Verder geen informatie bekend. Eigen collectie.

Page 19: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

36 37

19 ‘Dagen tellen’

Gemaakt in 1979 door Niesje Haitsma-Hoogendoorn. De lap toont de 12

maanden van het jaar. Erboven zien we het echtpaar Haitsma in een huis,

in de twee wapens de initialen van dominee Jacob Haitsma en z’n vrouw

Niesje Haitsma-Hoogendoorn. Onderaan lezen we de bijbelse vermaning

“Leer ons alzo onze dagen tellen”.

Aangeleverd door dochter, Anneke van de Velde-Haitsma, Spork-Bocholt, Dld.

64 ‘Pronklap’

Gemaakt door Adriana Köhne in 1921-1924, Amsterdam.

Adriana Hendrika Maria Köhne is geboren in Haarlem, zo rond 1912. Ze

verhuist naar Amsterdam en gaat in de Pijp naar de lagere school. Het

resultaat van haar borduurwerk van de laatste paar jaar op de lagere school,

is deze pronklap. Een (mogelijke) klasgenoot vertelde: “Ik zat op de St.

Joannesschool van de Congregatie van de Dochters van Maria en Joseph.

Onze school (in Amsterdam) had drie afdelingen. Ik zat op de ‘burgerschool’,

met dertig kinderen in de klas. Er was een handwerkzuster, die kwam al in de

eerste klas. Ik geloof dat ze zuster Gratha heette. Ze had geen

lesbevoegdheid, maar ik heb haar alle jaren gehad. Dat handwerken was

niet zo moeilijk, kruissteekjes maken. Na elk jaar werd er een stukje tussen

gezet en dan borduurde je weer verder. In de zesde kreeg je op het eind een

voering voor de lap. Ik was als tweede klaar, kreeg daardoor een wat minder

mooie voering dan het meisje dat als eerste klaar was. Heb daar wel de pest

over in gehad.” Later is ze getrouwd met Reinoud Willem Jacobus Rats en

kreeg 4 zonen. Ze bleven in Amsterdam wonen. Zoon A.I.M Rats,

woonachtig in ’s Heerenberg bezit de lap nu en heeft deze aangeleverd.

17B ‘Op de boerderij’

Gemaakt rond 1935 door Dora Tadema, Breedenbroek, tante van Peter

Tadema, Breedenbroek, Hij heeft de lap aangeleverd.

5A Z.t

Gemaakt in 1967 door A. Broekman, te Druten, op de huishoudschool.

Aangeleverd door mevr. A. Jansen-Broekman, Mariënvelde.

22B ‘Borduurwerk’

Gemaakt rond 1935 door Annie Gerritsen in Lichtenvoorde. Dit maakten ze

op school. Aangeleverd door schoondochter, H.J. te Boekhorst, Gendringen.

FRERIKSSCHURE DEELMARKT 14 - BOVEN KAMER ARCHEOLOGIE

26B Z.t.

Gemaakt in 1986 in Varsseveld door Ineke lensink-Toebes. Niet om een

speciale reden.

Aangeleverd door Ineke Lensink-Toebes, Varsseveld.

80B ‘De tweede versie’

Gemaakt in 1975 en in 1979 door Riek Bruggink-te Voortwis, Almelo.

De initialen zijn HGBtV: Hendrika Grada Bruggink – te Voortwis (1946 - ) en

CWB: Cornelis Willem Bruggink (1945- ).

In 1975 kreeg de merklap de vorm van één lange strook.

Wanneer in 1979 de 3e zoon uit Jakarta arriveert wordt de merklap

‘opgeknipt’ en de defi nitieve merklap ziet het licht. In het vrij komende

deel (rechts beneden)wordt het nieuwste gezinsdeel geborduurd. Zo zien

we:

- De 1e afspraak van Riek en Cor met een kleine levensboom

en een gestileerd rood hartje.

- De verlovingsdatum met een levensboom en eendjes en

scheepjes als symbolen van huwelijkse trouw en belofte.

De trouwdatum met het (huwelijks)bootje; het mannetje staat

aan het roer, het vrouwtje zit benedendeks. De vensterbank van

het nieuwe huis.

- De namen van de drie zoons. De verhuizing naar een huis met

(zeer gewenste) tuin. Het gedicht dat richting gaf aan de

opvoeding van hun kinderen. Een mooie levensboom met de

initialen van beide echtelieden.

Aangeleverd door Riek te Voortwis-Bruggink, Doetinchem.

Page 20: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

38 39

MARKT 12 KEUKEN

8B ‘Van tante Elizabeth’

Gemaakt in 1922 door Elizabeth Velthorst (1912-1942). Zij is een oudtante

van Joke Staring Mellendijk, Silvolde, die de lap aanleverde.

37 ‘Ontevreden oma’

Gemaakt in 1893 door Arendina Broshuis (Dina), in Borculo (1882-1962).

Arendina (Dina) was 11 jaar toen ze dit merklapje maakte. Toen kleindochter

Riek Schuitemaker - Vinkenborg op 8 jarige leeftijd op school een

merklapje in de kleuren blauw en geel borduurde (eigen keus), vond oma

dat niet goed. Een merklapje moest in rood geborduurd worden. Als

voorbeeld van hoe een merklap écht moest zijn, kreeg Riek de merklap van

haar oma cadeau. Nadat ie bij haar ouders aan de muur had gehangen, ging

de lap bij haar huwelijk in 1972 mee naar haar eigen huis, waar hij nog

steeds hangt. Haar eigen merklapje met de letters om en om in blauw en

geel is helaas kwijt geraakt.

Aangeleverd door mevr. Schuitemaker-Vinkenborg, Zelhem.

40A Z.t.

Gemaakt in 1904 door E.S. Wiebalda (geb 1896), in Engwirum (Friesland)

Aangeleverd door mevr. B. Romar, Aalten, de kleindochter van mevr. Wiebalda.

40B Z.t.

Gemaakt door E.S. Wiebalda (geb 1896), in Engwirum (Friesland)

Aangeleverd door mevr. B. Romar, Aalten, de kleindochter van mevr. Wiebalda.

45B ‘Familiestuk’

Onbekend door wie en wanneer het gemaakt is. Het lapje komt van

familie, maar niemand weet er nog iets over te zeggen.

Aangeleverd door mevr. Rutgers-Gorseling, Aalten.

59 Z.t.

Gemaakt in 1930 door Betje Klumper in Doetinchem. Ze maakte het lapje

op de Lagere School. Ze woonde op boerderij de Vinkenborg, dichtbij

Doetinchem, en trouwde later met Gerrit Jan Wassink. De lap is door hun

dochter, Ineke Wassink, uit Rekken aangeleverd.

66B Z.t.

Gemaakt in 1957 door J. Rexwinkel, Aalten, als schoolopdracht met 9 jaar.

Later trouwde ze met Heijnen.

Aangeleverd door mevr. R Kruisselbrink, Miste, Winterswijk

FRERIKSSCHURE HUISKAMER

13 ‘Schellekoord’

Gemaakt en aangeleverd door Rida Ruesink, Dinxperlo, als verjaardags-

cadeau voor haar schoonmoeder toen deze 80 werd. Op het koord zijn alle

beroepen weergegeven die de laatste generaties in de familie werden

uitgeoefend.

14A ‘Een bezige merklap’

Gemaakt in 1988/1989 door Jeanette Doornink, de Heurne, Dinxperlo, ter

gelegenheid van het 25 jarig huwelijk van haar ouders Jo Lankhof en

Gerrit Doornink.

In het midden van de merklap is het bruidspaar geborduurd met de

trouwdata. Links en rechts hiervan zien we twee wandelwagens en de

geboortedata van de vier kinderen.

De linkerkant van de lap is gewijd aan de vele bezigheden en hobby’s van

Jo, zoals radio luisteren, koffi e drinken, taart bakken, spelletjes doen, met

de hond wandelen, met de kinderen bezig enz.

De rechterkant van de lap staat vol met de bezigheden en hobby’s van

Gerrit, zoals tv kijken en telefoneren, rode wijn drinken, knutselen, voetbal

en zelfs vogels enz. In het midden van de hobby’s zien we de 1e auto van

de familie en de achterkant van hun huis in De Heurne.

Aangeleverd door Gerrit Doornink, De Heurne.

17A ‘Herinnering’

De maker en de datum zijn onbekend.

Aangeleverd door Peter Tadema, Breedenbroek.

82C ‘Een foutje moet er in zitten’

Gemaakt in 1981 door Rietha Hengeveld-Wentink, Sinderen, en vertelt het

verhaal van de familie Hengeveld-Wentink op dat moment, zoals 2

honden, 1 dochter, (de zoon werd later geboren), het nieuwe huis

Hageman (Sinderen).

Op het huis is het jaartal 1898 geborduurd. Bij het ophalen van de merklap

blijkt echter 1889 in het echt op de achterkant van het huis staan.

Verbazing bij echtgenoot: “Nooit e’zien!”

17c en 17d ‘Twee Onze Vaders’

Maker en jaar zijn niet bekend. Ze zijn in bezit van de Katholieke Kerk te

Breedenbroek.

Aangeleverd door Peter Tadema, Breedenbroek.

Page 21: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

40 41

77B en C ‘Oorlogsgaren in patroontjes’

Gemaakt rond 1950 door Sien Gesink (Stubbelder), Varsseveld. Er is

geborduurd met zgn ‘oorlogsgaren’: glanzend, vlossig, niet sterk garen mar

het enige garen dat in die tijd te krijgen was. Enkele strengetjes,

zogenoemd ‘oorlogsgaren’ hangen erbij.

Na de 7e klas en een jaar thuis op de boerderij werken begon Sien alsnog

op de huishoudschool in Varsseveld. Onder de bezielende leiding van

juffrouw Nauta kreeg Sien (1935- ) bij het maken van deze lap aardigheid

in het creatief bezig zijn.

Aangeleverd door Sien Boland-Gesink, Varsseveld.

MARKT 12 HUISKAMER

20A ’50 Jaar bevrijding’

Deze lap is in 1995 gemaakt door Jan Houtman (1929-2007) te Aerdt.

In Nederlands-Indië geboren als kind van een Duitse moeder en een

Nederlandse vader, verhuist de familie Houtman in 1937 naar Duitsland.

Wanneer ze na de bevrijding naar Nederland verhuizen, voelt hij zich

vreemd, ongelukkig en niet bijzonder welkom in het land van zijn vader.

50 jaar later is dat veranderd. Vandaar deze merklap.

Bovenaan, zoals op de meeste merklappen van Jan Houtman, zien we zijn

huis ‘De Haemaeker’ en zijn initialen. Daaronder in zwart twee belangrijke

data: 10 mei 1940, de inval van het Duitse leger in Nederland; en 7

december 1941, wanneer Pearl Harbour aangevallen wordt door de

Japanners. Vanaf dat moment is ook Nederlands-Indië in oorlog.

Daaronder een gekroonde Nederlandse leeuw tussen twee andere

belangrijke data: 6 juni 1944, D-Day en 15 augustus 1945, wanneer

Nederlands-Indië vrij komt. Daaronder nog de geboortedatum van Jan: 13

oktober 1929.

Centraal op de merklap staan de jaartallen 1945 en 1995 en in een kransje

ertussen 5 mei. Let op de initialen van Jan Houtman en Nederlands Indië.

Daaronder als slot van dit veld ‘50 jaar bevrijding’ : “Ik heb U lief mijn

Nederland”. Ook is daar de gekroonde W van Wilhelmina te zien en haar

regeringstijd 1898 tot 1948.

“Mijn Nederland waar de blanke top der duinen …..” werd na de oorlog

veel gezongen.

Al met al zien we veel feestelijk groen en oranje, trotse leeuwen en

vredesduiven en een flnke rood-wit-blauwe slinger.

De lap is aangeleverd door Theo Spaan, Aerdt.

T5609 Gemaakt in 1897 / Eigen collectie.

T5610 Gemaakt in 1937 / Eigen collectie.

T8019 Gemaakt in 1889 / Eigen collectie.

27B ´Winterswijkse wateroverlast´

Gemaakt in de zomer van 1945 door Rita Monasso, een jaar of tien oud.

Ze zit dan net weer op school, in klas 5 van “School C” te Winterswijk. Vanaf

september 1944 tot eind van de oorlog was de school gevorderd geweest

door de Duitsers.

In februari 1946 kreeg het centrum van Winterswijk flinke wateroverlast.

Ook in school C stond het water zo´n 70 cm. hoog. De kast waarin de

handwerkspullen werden bewaard, waaronder dit merklapje, kwam

eveneens onder water te staan.

Een metalen schaartje veroorzaakte toen roestvlekken… die er later nooit

helemaal uit zijn gegaan, zoals nog te zien.

Aangeleverd door Rita Baron-Monasso, Aalten.

6C ‘Net na de oorlog’

Gemaakt in 1946 door Annie Mellendijk op de lagere school Heelweg-

Oost, Varsseveld.

De stof voor de lap is niet gangbaar voor een merklap. Waarschijnlijk had

moeder Mellendijk noch de handwerkjuffrouw zo pas na de oorlog iets

beters beschikbaar.

Aangeleverd door Annie Radstaak-Mellendijk, Sinderen.

61 ‘Op een theedoek’

Gemaakt in 1948 door Alie ten Bokkel, de Haart, Aalten

Voor deze merklap is een kwart van een vooroorlogse theedoek met

ruitjesmotief gebruikt.

Na de oorlog was er een aantal jaren namelijk niet zomaar textiel te krijgen.

Alie (1936 - ) heeft dit in de 7e klas van de lagere school op de Haart

geborduurd.

Juffrouw Somsen, de handwerklerares, had van de nood een deugd

gemaakt en kwam met deze oplossing voor de meisjes. Alie was toen heel

blij dat ze toch leerde borduren.

Aangeleverd door Alie Voskuil-ten Bokkel, Miste, Winterswijk.

Page 22: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

42 43

OVERLOOP EN TRAP

T 3658 Gemaakt in 1907. Verder geen informatie. Eigen collectie.

34A Gemaakt in 1935 door mevr. Heskamp in Boyl. Verdere informatie niet

bekend. Aangeleverd door mevr. Montulet, ’s Heerenberg.

T 3881 Gemaakt in 1915. Verdere informatie niet bekend. Eigen collectie.

T3880 Gemaakt in 1918. Verdere informatie niet bekend. Eigen collectie.

68 Gemaakt in 1989 door mevr. G Heijs, Aalten voor Diny Drenthel ter ere van

haar huwelijk met dhr. Griffioen. Diny werkte toen in het bejaardenhuis

Beth San, waar deze mevrouw directrice was.

Aangeleverd door Diny Griffioen-Drenthel, Aalten.

74A ’Aalten en Winterswijk’

Gemaakt in 1981 door Hanni Siebelink , Aalten, toen de ouders van

maakster 40 jaar getrouwd waren. Moeder, Berendina Johanna Vreeman, is

geboren in Aalten.

Vader, Johan Gerhard Siebelink, in Winterswijk. Daarom staan de

lindeboom en de hazewindhond boven. Verder zien we het raadhuis en de

trouwkapel. In het midden de boot, de hobby van beiden met de namen

van de kinderen er om heen geborduurd. Onder de boot is het huis

geborduurd, waar ze in 1941 zijn komen wonen en waar alle kinderen

geboren zijn.

Aangeleverd door Hanni Siebelink, Aalten.

18C ‘Exotisch’

Gemaakt en aangeleverd door Bärbel Kollenberg, Laer, Duitsland. De

merklap vertelt zichzelf heel duidelijk.

54 ‘Als dank’

Gemaakt door mevr. H.J. Molewijk-van der Hart, als dank voor een

weefklus die haar zus voor haar had gedaan. Op de merklap wordt het

gezin van deze zus weergegeven: getrouwd in 1968, twee kinderen. Haar

zus spint veel en naait, weeft en houdt van antiek. Haar man houdt van

volleybal,lezen en muziek en heeft bij de marine gewerkt.

Aangeleverd door mevr. H.J. Molewijk-van der Hart, Wehl.

MARKT 12 SCHEVENINGENKAMER

45C ‘Het concert des levens’

Gemaakt en aangeleverd door mevr. Rutgers-Gorseling, Aalten. Jaartal niet

bekend.

58 ‘Spreuk’

Gemaakt eind jaren ‘50/begin jaren ‘60 door Hermina Reinders (1893-

1969), in Doetinchem. Ineke Wassink, Rekken, die de merklap heeft

aangeleverd, is haar kleindochter.

72 ‘ Scheveningse evacué’

Gemaakt in 1943/1944 door Jacoba Plugge, Aalten. Zij was tijdens de

oorlog met haar moeder en grootouders vanuit Scheveningen in Aalten

geëvacueerd bij de familie ter Maat aan de Bredevoortsestraat. Haar vader

sneuvelde al in het begin van de oorlog tijdens gevechten bij Monster

(ZH). Jacoba (1933- ) gaat in Aalten naar de Gereformeerde Lagere School

en maakt daar deze merklap. Aangeleverd door Jacoba Verbaan-Plugge,

Scheveningen (via de dorpenband Scheveningen-Aalten).

MARKT 12 ZOLDER

T8084 ‘Met een onderduiknaam’

Gemaakt tijdens de oorlog

door Anita Waisvisz, Aalten.

Ze was toen een jaar of 9 en

was als joods meisje onder-

gedoken bij een Aaltense

Familie, maar leidde een vrij

normaal bestaan.

Ze ging bijvoorbeeld gewoon

naar school. Waar ze dit lapje

maakte… met haar onder-

duik naam natuurlijk.

Meer informatie bij de merk-

lap op de zolder van Markt 12.

Page 23: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

44 45

1E VITRINE

10A Gemaakt in 1942 door Hennie de Haan, Ilpendam, op de lagere school.

Aangeleverd door Akka Philips/Hennie de Haan, Middelie (NH).

10E en 10G

Gemaakt door Akka Molenaar op elfjarige leeftijd op de lagere school.

Aangeleverd door Akka Philips-Molenaar, Middelie (NH).

10J Gemaakt door Akke tijdens de leraressenopleiding voor Akte NA (naald-

vakken) in Rotterdam.

Het middenstuk was verplicht, de randjes erom heen mocht ze zelf

bedenken. Aangeleverd door Akke Philips, Middelie (NH).

8C Gemaakt in 1925 door Hermina Johanna Velthorst (1915-2004)

zus van Elizabeth Velthorst (8b). Hermina is dan 10 jaar.

Aangeleverd door Joke Staring-Mellendijk, Silvolde.

10D Gemaakt rond 1898 door Isaline Boissier, Sauve, Frankrijk. Ze was toen 9

jaar oud. Dit lapje is van linnen en er werd met katoenen garen

geborduurd. We zien het alfabet, decoratieve steken en dan weer wat

regels met schuine letters. Op regel 8 en 9 zien we de naam en de leeftijd

van Isaline : ’agee de 9 ans’.

Familie Philips vond het merklapje in het huis van Isaline, dat ze

4 jaar na haar overlijden hadden gekocht.

Aangeleverd door Akka Philips, Middelie (NH).

10F Gemaakt in 1948 door Akka Molenaar, op de lagere school.

Aangeleverd door Akka Philips-Molenaar, Middelie (NH).

10H Gemaakt in 1919 op school, door AA (Adriana Cornelia Aaldijk), de moeder

van Akka Philips-Molenaar. 9 Jaar oud was ze toen. Aangeleverd door Akka

Philips-Molenaar, Middelie (NH).

10I Gemaakt in 1924 door NA (Nel Aaldijk), 9 jaar oud en de jongere zuster van

de moeder van Akka Philips-Molenaar.

Aangeleverd door Akke Philips-Molenaar, Middelie, (NH).

47B Gemaakt door meisje S. Hoftijzer. Opvallend is dat het woord familie

verkeerd is geborduurd: ‘famieli’. De maakster hoefde het blijkbaar ook niet

uit te halen en overnieuw te borduren (hetgeen toch wel vaker

gebeurde….).

Aangeleverd door Ellen ter Maat, Winterswijk.

PROJECTRUIMTE

74C Gemaakt in 1967 en 1985 door Hanni Siebelink, Aalten. Ze had de akte K,

‘Nuttige handwerken’ behaald en startte in dat jaar met de opleiding Akte

U: ‘Fraaie vrouwelijke handwerken’. Deze merklap was de eerste opdracht.

Gemaakt in de modekleuren van die tijd, paars en oranje. Hanni maakte

deze opleiding niet af omdat het huiswerk veel te veel was naast haar werk

als handwerkjuf op de Openbare Lagere School ‘De Slinger’ in Aalten.

In 1985 heeft ze deze merklap pas afgemaakt.

Aangeleverd door Hanni Siebelink, Aalten.

T8209

T3880

Page 24: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

46 47

T3884 Gemaakt in 1915. Verdere informatie niet bekend. Eigen collectie.

T3882 Gemaakt in 1918. Verdere informatie niet bekend. Eigen collectie.

6A Gemaakt door HLH: Hendrik Louisa Hallerdijk, de moeder van Annie

Radstaak-Mellendijk, door haar ook aangeleverd vanuit Sinderen.

24 ‘ Zoek de verschillen’

Gemaakt in 1978 door Marijke Ebbers-Buil, Lichtenvoorde, als hobby. Ook

door haar aangeleverd. Zoek de verschillen met nr 27c en 42.

27C ‘Willekeurige cijfers’

Gemaakt in 1974 door Els Monasso-Bos, ter ere van de 40e verjaardag van

dochter Rita.

De initialen aan weerszijden van de slinger van de klok verwijzen naar de

echtgenoot van Rita, Gerrit Willem Baron en naar die van Rita Monasso zelf.

De andere intialen verwijzen naar de ouders en schoonouders van Rita

Monasso. De initialen onderaan de merklap verwijzen naar de twee

kinderen van Rita.

Opvallend is dat in het kroontje nog een keer de initialen van de moeder

van Rita staan, de maakster , Els Monasso-Bos. Volgens maakster had ze

indertijd geen tijd meer om van de cijfers de 4, 6 en de 0 nog te borduren.

Aangeleverd door Rita Baron-Monasso, Aalten.

42 Gemaakt in 1975 door Betsy Buesink-Wassink, Aalten. Alle initialen van de

vier kinderen staan er in geborduurd: D van Dolinda, B van Bettina, HE van

Henk-Elbert en D van Dagmar. In het midden zien we de initialen BB, de

namen van Betsy en Bernard, de ouders van Bettina Vreeman, die deze lap

heeft aangeleverd.

35 ‘Jezus aan een rood kruis’

Gemaakt in 1910 door Johanna Busscher, Tilligte, Twente. Johanna was toen

12 jaar. Ze woonden in Twente, in een katholieke omgeving.

Opvallend zijn de kleuren en het zeer aanwezige rode kruis met de

Christus/figuur erop genageld.

Toen de inboedel verdeeld werd, wilde niemand de merklap hebben. De

lijst vond overigens nog wel iemand aftrek. Daarop nam de huidige

bezitster, dochter van Johanna Busscher de lap (zonder de lijst) toch maar

mee en bewaart ´m sindsdien: ´Want je doet ´m toch ook niet weg´.

Aangeleverd door mevrouw van de Kemp, Silvolde.

2E VITRINE

12 ‘Een jongenslap’

Gemaakt in 1981 door Frank Liebrand, Bocholt-Spork, Duitsland. Hij

borduurde op 9-jarige leeftijd dit lapje voor zijn oma als cadeau voor

Moederdag. De letters Ha verwijzen naar Hanna, de naam van de oma. De

letter o verwijst naar Oma. Spork is de woonplaats van zijn oma, net over

de grens.

Aangeleverd door Franziska Liebrand, Bocholt-Spork, Dld.

84B Gemaakt en aangeleverd door Gerda Brethouwer, Barlo. Oefenlapje

84A Gemaakt in 1966 door Ina Brethouwer, Barlo, Aalten, op de lagere school

ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Beatrix en Claus von

Amsberg.

Ina : “Begin 1966 was ik 12 jaar oud en zat in de zesde klas van de lagere

school in Barlo. Mijn zus Hermien is anderhalf jaar jonger, zij zat toen in de

vijfde klas. Deze twee klassen kregen les in hetzelfde leslokaal. Alle meisjes

van deze twee klassen werden geacht deze merklap te maken. Hermien

heeft er dus ook één gemaakt. Onze handwerklerares was juffrouw

Wanders (leerkracht van klas 1 en 2). Er was geen inspraak qua ontwerp.

Dit was het en zo moest het gemaakt worden.

Drakensteyn sprak me op zich wel aan. Een prachtig klein wit kasteeltje

waar het paar zou gaan wonen. Romantisch! Ik herinner me nog wel dat

het motief mij niet bekoorde. De poppetjes vond ik tamelijk kinderachtig.

Die paal in het midden snapte ik niet. En de symboliek van Drakensteyn

zonder ramen of een deur ontging mij ook totaal. Mijn zus en ik kregen al

jaren lang een goed cijfer voor gedrag, vlijt en netheid. Dus wij

protesteerden niet, moesten op het laatst wel aanpezen om het af te

krijgen. Met dit resultaat. Toch ben ik achteraf wel een beetje trots. Via

deze lap komen de herinneringen aan die tijd weer boven.

Of deze merklap op meer scholen is gemaakt weet ik niet. Naderhand ben

ik deze nooit meer tegengekomen”.

Aangeleverd door Ina Brethouwer

56 Gemaakt door Ineke Wassink op de Julianaschool in Doetinchem. Ook door

Ineke aangeleverd vanuit Rekken.

Page 25: AaltenseMusea_Gemerkt_catalogus

48

De tentoonstelling GEMERKT bevat veel werken uit de eigen

collectie maar nog veel meer doeken die zijn ingebracht

na een oproep via de media. Het overweldigende aanbod

wordt door het museum getoond. Door de grote variatie

in herkomst, stijl en ouderdom, wordt een bezoek aan het

museum een spannende reis door de geschiedenis en de

(eu)regio. Er zijn daarnaast aanvullende activiteiten.

Achterhoekse theevisite in DorpsboerderijTijdens de expositie wordt er drie keer een Achterhoekse

theevisite georganiseerd. Men krijgt dan naast lekkernijen,

een lezing over de geschiedenis van de merklappen en een

rondleiding door het museum. De theevisites vinden plaats

van 14 - 17 uur op de laatste zondag van de zomermaanden:

30 juni, 28 juli en 25 augustus. Reserveren kan tot 2 dagen

van te voren (maximaal 30 personen, vol is vol!).

Kosten € 15,- per persoon.

‘Samenmaak’ merklap GEMERKT 2013Ter gelegenheid van de expositie kan men ook zelf aan de

slag en een lapje borduren en inleveren. De lapjes worden

samengevoegd tot de GEMERKT 2013 die uiteindelijk in de

collectie van het museum wordt opgenomen.

Hebbedingen in MuseumstreekwinkelMen kan in de Museumstreekwinkel terecht voor bijzondere

patronen en ‘hebbedingen’, zoals producten van de

Vereniging MERKWAARDIG en van Voortborduren.