900e vergadering Vastgesteld d.d. College ter Beoordeling van … · 900e Collegevergadering | 14...
Transcript of 900e vergadering Vastgesteld d.d. College ter Beoordeling van … · 900e Collegevergadering | 14...
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 1
Vastgesteld d.d. Openbaar verslag van de 900e vergadering van het
7 juni 2018 College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, woensdag 14 maart 2018 te Utrecht
DATUM AANPASSING VERSIE
27-06-2018 Eerste versie openbaar verslag 1
29-07-2020 Definitieve versie openbaar verslag. Aanpassing betreft de
agendapunten: 6.2.a, 7.a, 7.b, 7.c, 10.c, 10.d, 10.e, 10.f, 10.h, 10.i, 10.j en 10.k.
definitief
1 Opening
2 Belangenconflicten
3 Vaststellen agenda 4 Mededelingen, Actuele zaken, Tour de table, Persberichten 5 Collegeverslagen
6 Geneesmiddelenbewaking 6.1 Geneesmiddelenbewaking: nationaal, of waarvoor NL=(Co-) Rapporteur of
NL=RMS 6.2 Geneesmiddelenbewaking: NL=concerned of NL=CMS 6.2.a Naproxen
naproxen Pijn, koorts en ontsteking
7 Productgebonden zaken nationaal of waarvoor NL=(Co-)Rapporteur of
NL=RMS 7.a Opdivo
nivolumab
Oncologie 7.b Piperacilline Tazobactam
piperacilline en tazobactam Infectieziekten
7.c Qtern dapagliflozine en saxagliptine Diabetes mellitus
8 Bezwaarschriften 9 Beleidszaken, inclusief richtsnoeren (note for guidance) 10 Productgebonden zaken waarvoor NL=concerned of NL=CMS
10.a Agendapunt vervallen 10.b Agendapunt vervallen
10.c Briviact brivaracetam Neurologie
10.d Darzalex
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 2
daratumumab Oncologie
10.e Dropizol opiumtinctuur Gastro-intestinaal
10.f Iluvien fluocinolone Oogheelkunde
10.g Agendapunt vervallen
10.h Nucala mepolizumab Luchtwegen
10.i Paclitaxel
paclitaxel Oncologie
10.j Rxulti brexpiprazol Psychiatrie
10.k Terlipressin terlipressine Gastro-intestinaal
10.l Timloze
abaloparatide Orthopedie
10.m Agendapunt vervallen 10.n Kanjinti
trastuzumab
Oncologie 10.o Rubraca
rucaparib Oncologie
11 Drug Regulatory Science / Wetenschappelijke zaken 12 Agenda’s en verslagen van comités en werkgroepen ter bespreking
12.a Agendapunt vervallen 12.c PRAC – verslag 5-8 maart 2018 13 Zaken ter informatie 13.1 Zaken door voorzitter afgehandeld
13.2 Actiepuntenlijst
13.3 Overzicht bezwaar- en beroepszaken en Wob verzoeken 13.4 Overzicht perscontacten 13.5 Wetenschappelijke adviezen
13.6 Pediatrische onderzoeksplannen 13.7 Overige zaken 13.8 Agenda’s en verslagen van comités en werkgroepen ter informatie
14 Rondvraag 15 Sluiting
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 3
Agendapunt 1 Opening De voorzitter opent de 900e Collegevergadering en heet alle aanwezigen welkom.
Een speciaal welkom is er voor dhr. Van den Broek en dhr. Lednor die voor het eerst deelnemen aan de Collegevergadering. Dhr. Van den Broek werkt als Regulatory Project Officer (RPO) voor de afdeling Regulatoir Informatie Centrum (RIC) van het CBG. Dhr. Lednor werkt voor De ArgumentenFabriek die trainingen ‘Helder denken’ geeft aan CBG medewerkers.
Agendapunt 2 Belangenconflicten Collegevoorzitter De Boer meldt ten aanzien van agendapunt 10.h dat hij in het verleden subsidie heeft ontvangen van de betreffende firma. Op basis van het integriteitbeleid wordt besloten dat sprake is van een belangenconflict. Dhr. De Boer
zal niet deelnemen aan de discussie, slotberaadslaging en eventuele stemming over dit agendapunt. Gedurende de bespreking van agendapunt 10.h is Collegelid Van
Zwieten de voorzitter. Collegelid Sonke meldt ten aanzien van agendapunt 10.n dat hij betrokken is geweest bij studies met dit geneesmiddel. Op basis van het integriteitbeleid besluit de voorzitter dat er sprake is van een belangenconflict. Collegelid Sonke mag wel deelnemen aan de discussie, maar niet aan de slotberaadslaging en eventuele stemming over dit agendapunt. Collegelid Sonke meldt ten aanzien van agendapunt 10.o dat hij betrokken is bij een
concurrerend geneesmiddel. Op basis van het integriteitbeleid besluit de voorzitter dat er sprake is van een belangenconflict. Collegelid Sonke mag wel deelnemen aan de discussie, maar niet aan de slotberaadslaging en eventuele stemming over dit agendapunt.
Agendapunt 3 Vaststellen agenda
De agenda volgorde is gewijzigd. Gestart wordt met de agendapunten 7.a, 10.d, 10.i en 10.n. Vervolgens worden de agendapunten 6.2.a, 7.b en 7.c besproken. Daarna volgen de agendapunten 10.c, 10.j, 10.f, 10.e, 10.k, 10.h en 10.l. Met inachtneming van deze wijzigingen wordt de agenda vastgesteld.
Agendapunt 4 Mededelingen, Actuele zaken, Tour de table, Persberichten Afmeldingen Collegelid Van Rensen is verhinderd.
Agendapunt 5 Collegeverslagen Er zijn geen Collegeverslagen geagendeerd.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 4
Agendapunt 6 Geneesmiddelenbewaking
Agendapunt 6.2 Geneesmiddelenbewaking: NL=concerned of NL=CMS Agendapunt 6.2.a Naproxen
Productnaam Naproxen
Werkzaam bestanddeel
naproxen
Farmaceutische
vorm en sterkte
diversen
Indicatiegebied Pijn, koorts en ontsteking
ATC-code M01AE02, M02AA12
Procedure Centrale procedure LMS = Italië
RVG-nummer --
Zaaknummer 622934
Het betreft een PSUSA (Periodic Safety Update Single Assessment) voor naproxen. Een actief bestanddeel of dezelfde combinatie van actieve bestanddelen van een geneesmiddel dat in meer dan één lidstaat is geregistreerd, wordt beoordeeld volgens het principe van de Europese enkele beoordeling; de zogenaamde ‘single assessment’. Een dergelijke beoordeling betreft een uitgebreide kritische analyse van
bestaande of nieuwe risico’s en het eventuele effect daarvan op de benefit/risk balans van de producten die het betreffende actieve bestanddeel bevatten. Ook
wordt gekeken of vervolgens verder onderzoek nodig is en of de handelsvergunning moet worden aangepast (bijvoorbeeld door het aanpassen van de productinformatie). In de periode van deze PSUSA is een meta-analyse gepubliceerd. Volgens de LMS
wijst de meta-analyse (Bally et al 2017) uit dat naproxen geen lager risico geeft op myocardinfarct en beroerte dan andere Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs (NSAIDs). De LMS is daarom van mening dat de zin “Although data suggest that the use of naproxen (1000 mg daily) may be associated with a lower risk, some risk cannot be excluded” moet worden verwijderd uit rubriek 4.4 (speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik) van de bijsluiter voor arts en apotheker (SmPC) van naproxen bevattende geneesmiddelen.
Het College deelt deze zienswijze niet, en wijst erop dat het totaal aan beschikbare data moet worden meegewogen en niet alleen deze meta-analyse. De betreffende zin
is in 2007 opgenomen in de SmPC, nadat de cardiovasculaire veiligheid van NSAIDs in 2006 was geëvalueerd in een arbitrageprocedure. Toen werd op basis van de beschikbare data geconcludeerd dat het cardiovasculaire risico over langere termijn significant lager is bij naproxen dan bij Cyclo-oxygenase (COX)-2 remmers.
Het College vindt dat de meta-analyse op zichzelf onvoldoende aanleiding geeft voor het verwijderen van de betreffende zin. Verder stelt de LMS voor in rubrieken 4.4 en 4.5 (interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie) van de SmPC op een waarschuwing op te nemen dat naproxen de bloedplaatjesremming van laag gedoseerd acetylsalicylzuur (ASA) vertraagd. Aanleiding hiervoor zijn data van een
klinische studie waarin naproxen en ASA gelijktijdig werden toegediend. Deze waarschuwing is al opgenomen in de productinformatie van een aantal NSAIDs. Het College is het in principe eens met deze voorgestelde aanpassing, maar is van
mening dat dit risico moet worden bediscussieerd in de context van de bekende interactie tussen ibuprofen en laag gedoseerd ASA. Voor ibuprofen werd besloten informatie over de interactie op te nemen in rubrieken 4.5 en 5.1 (farmacodynamische eigenschappen) van de SmPC. Daarbij is vermeld dat bij
kortdurend gebruik het niet waarschijnlijk is dat ibuprofen van invloed is op de werkzaamheid van laag gedoseerd ASA. Volgens het College zou voor naproxen dezelfde lijn moeten worden gehanteerd.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 5
Agendapunt 7 Productgebonden zaken nationaal of waarvoor NL=(Co-)Rapporteur of NL=RMS
Agendapunt 7.a Opdivo
Productnaam Opdivo
Werkzaam bestanddeel
nivolumab
Farmaceutische vorm en sterkte
geconcentreerde oplossing for infusie: 10mg/ml
Indicatiegebied Oncologie
ATC-code L01XC17
Procedure Centrale procedure: Rapporteur = Spanje, Co-Rapporteur = Nederland
RVG-nummer 116214
Zaaknummer 621262
Het betreft de 2e ronde van een variatie via de centrale procedure voor een
uitbreiding van de indicatie met: “Adjuvant treatment of adults and adolescents 12 years of age and older with melanoma with involvement of lymph nodes or metastatic disease who have undergone complete resection.” De huidige goedgekeurde indicatie is: “Melanoma, Non-Small Cell Lung Cancer (NSCLC), Renal Cell Carcinoma (RCC), Classical Hodgkin lymphoma (cHL). Colorectal Cancer (CRC).” Dit is een verkorte weergave van de huidige goedgekeurde
indicatie. De 1e ronde van de variatie is besproken in de 894e Collegevergadering (d.d. 21
december 2017). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College is negatief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel. Major objections resteren over de werkzaamheid, veiligheid en de indicatie.” Klinische onderzoeken
• In de vorige ronde werd vastgesteld dat ten opzichte van ipilimumab een positieve trend wordt gezien op Recurrence-Free Survival (RFS). De mediaan was echter nog niet bereikt en ook waren er geen Overall Survival (OS) data beschikbaar, waardoor geen uitspraken kunnen worden gedaan over de werkzaamheid over langere termijn. In onderhavige ronde zijn bijgewerkte RFS en Distant Metastasis Free Survival (DMFS) data beschikbaar gekomen. Deze data wijzen in de richting van een positief effect maar zijn ook nog immatuur.
Benadrukt wordt dat het doel van adjuvante therapie het bewerkstelligen van een langdurige klinische verbetering en genezing is. Hoewel de beschikbare data in de
goede richting wijzen is de follow-up periode te kort om uitspraken te kunnen doen over de daadwerkelijke effectgrootte en het effect overleving over langere termijn. De firma wordt daarom verzocht OS data te overleggen.
• Door de firma is nog onvoldoende bediscussieerd of de risico’s van onderhavige
adjuvante behandeling gerechtvaardigd zijn bij een patiëntenpopulatie waarvoor in Europa de huidige Standard of Care (SoC) observatie is.
• De indicatie is nog steeds niet in lijn met de onderzochte patiëntenpopulatie. De voorgestelde indicatie behelst ook kinderen in de leeftijd van 12 jaar en ouder, terwijl in de studie alleen patiënten van 18 jaar en ouder waren geïncludeerd. De in de vorige ronde geformuleerde major objection blijft daarom van kracht.
Conclusie Het College is nog niet overtuigd van en positieve benefit/risk balans van dit
geneesmiddel met deze indicatie. Hoewel de beschikbare RFS en DMFS data een positieve trend laten zien, zijn OS data nodig om te kunnen vaststellen of daadwerkelijk sprake is van een gunstig effect over langere termijn.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 6
Agendapunt 7.b Piperacilline Tazobactam
Productnaam Piperacilline Tazobactam
Werkzame bestanddelen
piperacilline en tazobactam
Farmaceutische vorm en sterkte
poeder voor oplossing voor infusie: 4 g/0,5 g
Indicatiegebied Infectieziekten
ATC-code J01CR05
Procedure Decentrale procedure: RMS = Nederland
RVG-nummer 120094
Zaaknummer 553267
Het betreft de 3e ronde van een aanvraag via de decentrale procedure voor de indicatie: “Adults and adolescents. • Severe pneumonia including hospital-acquired and ventilator-associated
pneumonia • Complicated urinary tract infections (including pyelonephritis)
• Complicated intra-abdominal infections • Complicated skin and soft tissue infections (including diabetic foot infections) Treatment of patients with bacteraemia that occurs in association with, or is suspected to be associated with, any of the infections listed above. <Piperacillin/Tazobactam> may be used in the management of neutropenic patients with fever suspected to be due to a bacterial infection.”
Kwaliteit
Eerder in de procedure werd een major objection geformuleerd over de berekening van de batch formula. Deze berekening bevatte fouten. Dergelijk fouten kunnen resulteren in een onjuiste samenstelling van het eindproduct. Inmiddels is duidelijk geworden dat de fouten theoretisch van aard zijn, en dat deze niet hebben geresulteerd in een onjuiste samenstelling van het eindproduct. Op 15 maart vindt
een breakout sessie plaats waarin de firma verder wordt bevraagd over deze kwestie. Het College vindt het zorgelijk dat dergelijke fouten worden gemaakt in een registratietraject. Dit roept vragen op over de mate waarin de firma controle heeft over de gang van zaken, en dan met name over de relatie tussen de locatie waar het geneesmiddel wordt geproduceerd en de uiteindelijke registratiehouder. De zorg van het College zal in de breakout sessie kenbaar worden gemaakt.
Non-klinische onderzoeken & Klinische onderzoeken Er zijn geen aanvullende opmerkingen.
Conclusie Het College is positief ten aanzien van dit geneesmiddel, indien in de breakout
sessie voldoende opheldering wordt gegeven over de herkomst van de theoretische fouten in de berekening van de batch formula en er geen nieuwe onzekerheden ontstaan. In principe is voldoende aannemelijk gemaakt dat de fouten in de berekening van de batch formula louter theoretisch van aard zijn en niet hebben geleid tot een onjuiste samenstelling van het eindproduct.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 7
Agendapunt 7.c Qtern
Productnaam Qtern
Werkzaam bestanddeel
dapagliflozine en saxagliptine
Farmaceutische vorm en sterkte
filmomhulde tabletten: 5 mg/10 mg
Indicatiegebied Diabetes mellitus
ATC-code A10BD21
Procedure Centrale procedure: Rapporteur = Nederland, Co-Rapporteur = België
RVG-nummer 117357
Zaaknummer 634719
Het betreft de 1e ronde van een variatie via de centrale procedure voor een uitbreiding van de huidige goedgekeurde indicatie met: “Qtern, fixed dose combination of saxagliptin and dapagliflozin, is indicated in adults aged 18 years and older with type 2 diabetes mellitus: • to improve glycaemic control when metformin, with or without sulphonylurea
(SU), does not provide adequate glycaemic control, and where any additional oral monotherapy is unlikely to bring patients to target
• to improve glycaemic control when metformin and/or sulphonylurea (SU) and one of the monocomponents of QTERN do not provide adequate glycaemic control when already being treated with the free combination of dapagliflozin and saxagliptin.”
Toe te voegen tekst is onderstreept.
Kwaliteit & Non-klinische onderzoeken Er zijn geen aanvullende opmerkingen. Klinische onderzoeken In de eerste klinische studie is de veiligheid en werkzaamheid van dapagliflozine +
metformine en saxagliptine + metformine vergeleken met de werkzaamheid en veiligheid van Sulfonyl Ureum (SU)-derivaten + metformine bij de betreffende patiëntengroep. In een tweede studie is de werkzaamheid en veiligheid van saxagliptine + dapagliflozine vergeleken met de werkzaamheid en veiligheid van insulin glargine. Door het ontwerp van beide studies kan niet worden vastgesteld of gelijktijdige add-on behandeling met Qtern beter is dan sequentiële add-on behandeling met
dapagliflozine en saxagliptine. Hierover is een major objection geformuleerd. Het College behoudt een sterke voorkeur voor sequentiële add-on behandeling boven
gelijktijdige add-on behandeling. Reden hiervoor is dat het enige aangetoonde voordeel van gelijktijdige add-on behandeling een HbA1c verlaging is waarbij niet duidelijk is wat de negatieve effecten zijn maar waarbij wel sprake is van een risico op overbehandeling.
Conclusie Het College is negatief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel. Er is niet aangetoond dat gelijktijdige add-on behandeling met Qtern beter is dan sequentiële add-on behandeling met dapagliflozine en saxagliptine en dit is een major objection.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 8
Agendapunt 8 Bezwaarschriften Er zijn geen bezwaarschriften geagendeerd.
Agendapunt 9 Beleidszaken, inclusief richtsnoeren (note for guidance) Er zijn geen beleidszaken geagendeerd.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 9
Agendapunt 10 Productgebonden zaken waarvoor NL=concerned of NL=CMS
Agendapunt 10.c Briviact
Productnaam Briviact
Werkzaam
bestanddeel
briviaracetam
Farmaceutische vorm en sterkte
filmomhulde tabletten: 10 mg, 25 mg, 50 mg, 75 mg en 100 mg
Indicatiegebied Neurologie
ATC-code N03AX23
Procedure Centrale procedure:
Rapporteur = Zweden Co-Rapporteur = Italië
RVG-nummer 116757
Zaaknummer 604308
Het betreft de 2e ronde van een variatie via de centrale procedure voor een uitbreiding van de huidige goedgekeurde indicatie: “Briviact is indicated as adjunctive
therapy in the treatment of partial-onset seizures with or without secondary generalisation in adults and, adolescents patients from 16 years of age and children from 4 years of age with epilepsy.” Toe te voegen tekst is onderstreept. De 1e ronde van de variatie is besproken in de 889e Collegevergadering (d.d. 4 oktober 2017). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College is nog niet overtuigd van een positieve benefit/risk balans bij deze indicatie voor dit
geneesmiddel. Er is voldoende aangetoond dat de werkzaamheid kan worden geëxtrapoleerd vanuit de volwassen patiëntenpopulatie, maar de geschiktheid van de
doseerspuit voor de beoogde patiëntenpopulatie is onvoldoende onderbouwd en het lange termijn veiligheidsprofiel moet worden opgehelderd.” Kwaliteit & Non-klinische onderzoeken De bezwaren die in de vorige ronde werden geformuleerd over de geschiktheid van
de toedieningsvorm zijn in onderhavige ronde opgelost. Klinische onderzoeken In de vorige ronde merkte het College op dat het lange termijn veiligheidsprofiel voor de beoogde patiëntenpopulatie nadere discussie behoeft. Inmiddels is duidelijk geworden dat additionele veiligheidsdata beschikbaar zullen komen vanuit een lopende studie naar de lang termijn veiligheid. Deze studie geeft inzicht in groei,
endocriene functie en neuro- en cognitieve ontwikkeling. Het College vindt dit positief maar vindt de relatief hoge incidentie van zelfmoordgedachten bij adolescenten
zorgelijk, mede gelet op de waargenomen toename in agressief gedrag. Hierover dient een waarschuwing te worden opgenomen in de rubrieken 4.4 (bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruikt) en 4.8 (bijwerkingen). Hierover is een other concern geformuleerd.
Conclusie Het College is positief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel, op voorwaarde dat in rubrieken 4.4 en 4.8 van de SmPC voldoende wordt gewaarschuwd voor de relatief hoge incidentie van zelfmoordgedachten en de mogelijke toename in agressief gedrag.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 10
Agendapunt 10.d Darzalex
Productnaam Darzalex
Werkzaam bestanddeel
daratumumab
Farmaceutische vorm en sterkte
concentraat voor oplossing voor infusie: 20mg/ml
Indicatiegebied Oncologie
ATC-code L01XC24
Procedure Centrale procedure: Rapporteur = Denemarken, Co-Rapporteur = Spanje
RVG-nummer 18021, 118033
Zaaknummer 628008
Het betreft de 1e ronde van een variatie via de centrale procedure voor een uitbreiding van de huidige goedgekeurde indicatie: “Darzalex is indicated: • as monotherapy for the treatment of adult patients with relapsed and refractory
multiple myeloma, whose prior therapy included a proteasome inhibitor and an immunomodulatory agent and who have demonstrated disease progression on the
last therapy. • in combination with lenalidomide and dexamethasone, or bortezomib and
dexamethasone, for the treatment of adult patients with multiple myeloma who have received at least one prior therapy
• in combination with bortezomib, melphalan and prednisone (VMP) for the treatment of adult patients with newly diagnosed multiple myeloma who are
ineligible for autologous stem cell transplant.” Toe te voegen tekst is onderstreept.
Klinische onderzoeken De indicatie-uitbreiding wordt onderbouwd met de resultaten van een fase III studie waarin de werkzaamheid en veiligheid van daratumumab + VMP is vergeleken met de werkzaamheid en veiligheid van alleen VMP bij de beoogde patiëntenpopulatie.
De studieresultaten wijzen op werkzaamheid bij de voorgestelde indicatie. In de studie is geen her-randomisatie gedaan bij aanvang van de onderhoudsbehandeling met daratumumab monotherapie. Daarom is het niet mogelijk om het effect van de onderhoudsbehandeling met daratumumab monotherapie te onderscheiden van dat van de combinatiebehandeling. Additionele data met betrekking tot de duur van de Minimal Residual Disease (MRD) zouden hier meer inzicht in kunnen bieden. De firma wordt verzocht deze data te overleggen. Ook wordt de firma verzocht de event rates
in de VMP en in de D-VMP arm separaat te overleggen voor de eerste 12 maanden en na deze 12 maanden. Deze vragen zijn geformuleerd als other concerns.
Conclusie Het College positief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel, op
voorwaarde dat de bijdrage van de onderhoudsbehandeling aan de werkzaamheid beter wordt onderbouwd.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 11
Agendapunt 10.e Dropizol
Productnaam Dropizol
Werkzaam bestanddeel
opiumtinctuur
Farmaceutische vorm en sterkte
druppels voor oraal gebruik: 10 mg/ml
Indicatiegebied Gastro-intestinaal
ATC-code A07DA02
Procedure Wederzijdse erkenningsprocedure: RMS = Denemarken
RVG-nummer 122163
Zaaknummer 624875
Het betreft de 2e ronde van een aanvraag via de wederzijdse erkenningsprocedure voor de indicatie: “Dropizol is indicated for severe diarrhoea such as diarrhoea caused by cytostatic medication, radiation or neuroendocrine tumours when use of other anti-diarrhoea treatments have not given sufficient effect.” Deze aanvraag heeft als wettelijke basis 10a (Well-Established Use WEU); de firma
dient geen eigen (non-)klinische studies in, maar onderbouwt de werkzaamheid en veiligheid op basis van literatuurgegevens. De 1e ronde van de aanvraag is besproken in de 898e Collegevergadering (d.d. 14 februari 2018). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College is negatief ten aanzien van dit geneesmiddel. WEU is onvoldoende aangetoond. Tevens worden vraagtekens gezet bij de geschiktheid van dit geneesmiddel voor
deze indicatie gelet op het risico op bijwerkingen en afhankelijkheid.”
Kwaliteit & Non-klinische onderzoeken Er zijn geen aanvullende opmerkingen. Klinische onderzoeken Het College blijft bij zijn standpunt uit de vorige ronde.
• De firma heeft onvoldoende aangetoond dat de fysisch-chemische eigenschappen van Dropizol voldoende overeenkomen met de fysisch-chemische eigenschappen van de producten in de overlegde literatuur. Ook is de literatuur afkomstig van buiten de Europese Unie (EU). Dit is niet in lijn met de vereisten voor een WEU aanvraag.
• Het voordeel van de toepassing van onderhavige tinctuur (een combinatie van opium en codeïne) bij deze indicatie is niet aangetoond.
• Opiumtinctuur geeft een hoger risico op bijwerkingen en afhankelijkheid dan de huidige beschikbare behandelopties bij deze indicatie.
Conclusie Het College is negatief ten aanzien van dit geneesmiddel. WEU is onvoldoende
aangetoond en opiumtinctuur geeft een hoger risico op bijwerkingen en afhankelijkheid dan de huidige beschikbare behandelopties bij deze indicatie.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 12
Agendapunt 10.f Iluvien
Productnaam Iluvien
Werkzaam bestanddeel
fluocinolone
Farmaceutische vorm en sterkte
intravitreaal implantaat in applicator: 190 microgram
Indicatiegebied Oogheelkunde
ATC-code S01BA15
Procedure Wederzijdse erkenningsprocedure: RMS = Verenigd Koninkrijk
RVG-nummer 115058
Zaaknummer 632466
Het betreft de 1e ronde van een variatie via de wederzijdse erkenningsprocedure voor een uitbreiding van de huidige goedgekeurde indicatie: “Vision impairment associated with chronic diabetic macular oedema considered insufficiently responsive to available therapies. Treatment of recurrent and persistent non-infectious uveitis affecting the posterior segment (NIU-PS) of the eye.”
Toe te voegen tekst is onderstreept. Klinische onderzoeken De indicatie-uitbreiding wordt onderbouwd met de resultaten van twee fase III studies waarin de werkzaamheid en veiligheid van fluocinolone gedurende 36 maanden is onderzocht bij 282 patiënten. Het College heeft een aantal bezwaren.
• Het primaire eindpunt is een samengesteld eindpunt. Op basis van dit eindpunt is werkzaamheid aangetoond, maar om de consistentie van het effect vast te
kunnen stellen moeten de individuele componenten waaruit het primaire eindpunt bestaat separaat worden geëvalueerd. Verder ontbreken lange termijn veiligheids- en werkzaamheidsdata. Deze data zijn essentieel voor de onderbouwing van de rationale van dit implantaat.
• Aanbevolen wordt na 12 maanden een tweede implantaat in te brengen. Deze
aanbeveling wordt niet onderbouwd met data. Volgens het College brengt de herhaaldelijke toepassing van dit implantaat een veiligheidsrisico met zich mee, aangezien het implantaat niet afbreekbaar is. De firma wordt verzocht de risico’s te bediscussiëren. Ook moet worden bediscussieerd of er een maximaal aantal implantaten is dat over een langere termijn kan worden ingebracht.
Over deze kwesties zijn major objections geformuleerd.
Conclusie
Het College is negatief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel. Major objections resteren over de werkzaamheid en veiligheid op de lange termijn.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 13
Gedurende de bespreking van agendapunt 10.h is de voorzitter mw. Van Zwieten, vanwege de rol van dhr. De Boer in de procedure.
Agendapunt 10.h Nucala
Productnaam Nucala
Werkzaam bestanddeel
mepolizumab
Farmaceutische vorm en sterkte
poeder voor oplossing voor injectie
Indicatiegebied Luchtwegen
ATC-code R03DX09
Procedure Centrale procedure: Rapporteur = Verenigd Koninkrijk, Co-Rapporteur = Ierland
RVG-nummer 116501
Zaaknummer 627777
Het betreft de 1e ronde van een variatie via de centrale procedure voor een
uitbreiding van de huidige goedgekeurde indicatie: “Nucala is indicated as an add-on treatment for severe refractory eosinophilic asthma in adults, adolescents and children aged 6 years and older patients (see section 5.1). Toe te voegen tekst is onderstreept. Klinische onderzoeken
De indicatie-uitbreiding wordt onderbouwd met de resultaten van een klinische studie met adolescenten die worden geëxtrapoleerd naar kinderen op basis van een
farmacokinetiek (PK)/ farmacodynamiek (PD) studie. Deze aanpak is goedgekeurd door de Paediatric Committee (PDCO) van de European Medicines Agency (EMA). Het College vindt deze aanpak acceptabel en is van mening dat werkzaamheid bij kinderen voldoende is aangetoond. Wel zijn er nog onduidelijkheden ten aanzien van de doseringsstrategie die moeten worden opgehelderd. Ook is een aantal other
concerns geformuleerd over de veiligheid, aangezien het veiligheidsprofiel over langere termijn nog onvoldoende in kaart is gebracht en er sprake is van een relatief hoge incidentie van exacerbaties en anti-mepolizumab antilichamen. Conclusie Het College is positief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel, op
voorwaarde dat de openstaande other concerns voldoende worden beantwoord.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 14
Agendapunt 10.i Paclitaxel
Productnaam Paclitaxel
Werkzaam bestanddeel
paclitaxel
Farmaceutische vorm en sterkte
concentraat voor oplossing voor infusie: 6 mg/ml
Indicatiegebied Oncologie
ATC-code L01DC01
Procedure Decentrale procedure: RMS = Portugal
RVG-nummer 115421
Zaaknummer 402985
Deze procedure is doorverwezen naar de Co-ordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures (CMDh). Een arbitrageprocedure wordt gestart indien één of meerdere Concerned Member States (CMS) de beoordeling van de Reference Member State (RMS) niet kan/kunnen erkennen. Het dossier wordt vervolgens besproken in de CMDh.
De doorverwezen procedure betreft een aanvraag decentrale procedure. Dit is een generieke aanvraag met Taxol als referentiegeneesmiddel. De firma vraagt dezelfde indicaties aan als voor Taxol zijn goedgekeurd: “Ovarian carcinoma, Breast carcinoma, Advanced non-small cell lung carcinoma (combination with cisplatin), AIDS-related Kaposi’s sarcoma.” Dit is een verkorte weergave van de indicatie.
Kwaliteit & Non-klinische onderzoeken Er zijn geen aanvullende opmerkingen.
Klinische onderzoeken Er kan geen bio-equivalentiestudie met het referentiegeneesmiddel worden uitgevoerd, aangezien deze niet meer beschikbaar is in de Europese Unie (EU). Daarom heeft de firma vergelijkende in vitro studies uitgevoerd met een ander
generiek geneesmiddel. Het College vindt dit niet acceptabel, aangezien het referentiegeneesmiddel een complex micellair product is waardoor een directie in vitro vergelijking (onderhavige geneesmiddel vs. referentiegeneesmiddel Taxol) vereist is. In de decentrale procedure formuleerde het College hierover een major objection. Aan het eind van de procedure heeft de firma op basis van publiek beschikbare literatuurdata over Taxol gepoogd bio-equivalentie aan te tonen. Hoewel dit volgens de regelgeving in principe mogelijk is, is het College in dit geval van
mening dat de literatuurdata incompleet, niet robuust en onvoldoende overtuigend zijn. Het College behoudt zijn eerder ingenomen negatieve standpunt.
Erkend wordt dat het niet langer beschikbaar zijn van het referentiegeneesmiddel problematisch is voor generieke aanvragen. Dit probleem dient op Europees niveau te worden bediscussieerd om zo tot een geharmoniseerde aanpak te komen voor dit soort gevallen.
Conclusie Het College is negatief ten aanzien van dit geneesmiddel. Op basis van de huidige beschikbare data is geen bio-equivalentie aangetoond.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 15
Agendapunt 10.j Rxulti
Productnaam Rxulti
Werkzaam bestanddeel
brexpiprazol
Farmaceutische vorm en sterkte
filmomhulde tabletten: 0,25 mg; 0,5 mg; 1 mg; 2 mg; 3 mg; 4 mg
Indicatiegebied Psychiatrie
ATC-code N05AX16
Procedure Centrale procedure: Rapporteur = Italië, Co-Rapporteur = Verenigd Koninkrijk
RVG-nummer 120775, 120776, 120777, 120778, 120779, 120780
Zaaknummer 579599
Het betreft de 2e ronde van een aanvraag via de centrale procedure voor de indicatie: “Treatment of schizophrenia in adult patients.” De 1e ronde van de aanvraag is besproken in de 882e Collegevergadering (d.d. 29 juni 2017). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College is negatief ten aanzien van dit geneesmiddel. Major objections resteren over de
kwaliteit, de werkzaamheid en over het gebrek aan data voor oudere patiënten.” Kwaliteit De geclaimde New Active Substance (NAS) status is nog niet volledig onderbouwd. Non-klinische onderzoeken
Er zijn geen aanvullende opmerkingen.
Klinische onderzoeken In onderhavige ronde staat de vraag centraal of het aangetoonde kleine effect, samen met het afwijkende bijwerkingenprofiel ten opzichte van andere atypische antipsychotica, voldoende basis biedt voor een positieve benefit/risk balans. Opgemerkt wordt dat brexpiprazole in theorie door het afwijkende
bijwerkingenprofiel als extra behandeloptie kan worden gezien in het huidige therapeutische arsenaal. Geconcludeerd wordt dat voor brexpiprazole op eigen merites veiligheid en werkzaamheid voldoende zijn aangetoond. In vergelijking met andere atypische antipsychotica is de effectgrootte echter inferieur, en dit is een zorgelijke trend die veel wordt gezien in recente handelsvergunningaanvragen voor nieuwe antipsychotica. Daarom moet er volgens het College op Europees niveau worden bediscussieerd of nog sprake kan zijn van een positieve benefit/risk balans
wanneer aangetoonde effectgroottes blijven afnemen en dit niet vergezeld gaat van een gunstiger veiligheidsprofiel in vergelijking met andere atypische antipsychotica.
Conclusie Het College is nog niet overtuigd van een positieve benefit/risk balans voor dit
geneesmiddel. De werkzaamheid is marginaal maar het bijwerkingenprofiel wijkt dusdanig af van de huidige geregistreerde atypische antipsychotica dat dit kan worden beschouwd als een potentieel nuttige toevoeging aan het behandelarsenaal. Op Europees niveau moet echter worden bediscussieerd of nog sprake kan zijn van een positieve benefit/risk balans wanneer aangetoonde effectgroottes blijven afnemen en dit niet vergezeld gaat van een gunstiger veiligheidsprofiel in vergelijking met andere atypische antipsychotica.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 16
Agendapunt 10.k Terlipressin
Productnaam Terlipressin
Werkzaam bestanddeel
terlipressine
Farmaceutische vorm en sterkte
oplossing voor injectie: 0,1 mg/ml
Indicatiegebied Gastro-intestinaal
ATC-code H01BA04
Procedure Decentrale procedure: RMS = Spanje
RVG-nummer 122011
Zaaknummer 619249
Het betreft de 1e ronde van een aanvraag via de decentrale procedure voor de indicatie: “Treatment of digestive hemorrhages from ruptured esophagogastric varices. Emergency treatment of type 1 hepatorenal syndrome, defined according to the criterion from ICA (International Club of Ascites).”
Dit is een generieke aanvraag met Glypressine als referentiegeneesmiddel. Het indicatievoorstel wijkt af van de indicatie die in Nederland is goedgekeurd voor terlipressine. In Nederland heeft terlipressine alleen de indicatie voor ‘digestive hemorrhages from ruptured of esophagogastric varices’. Kwaliteit & Non-klinische onderzoeken
Er zijn geen aanvullende opmerkingen.
Klinische onderzoeken • De firma heeft de hepatorenal syndrome indicatie, die in Nederland nog niet is
goedgekeurd voor terlipressine, voldoende onderbouwd. Een bio-equivalentiestudie wordt niet nodig geacht aangezien zowel het referentiegeneesmiddel als Terlipressin oplossingen voor intraveneus gebruik zijn
met een gelijke kwalitatieve samenstelling. Tevens wordt opgemerkt dat terlipressine in Nederland in de klinische praktijk al wordt toegepast bij deze indicatie.
• De firma stelt voor om zwangerschap te contra-indiceren. Het College is het hier niet mee eens en formuleert een major objection. Erkend wordt dat behandeling met terlipressine negatieve gevolgen kan hebben voor de foetus, maar volgens het College moeten ook zwangere vrouwen kunnen worden behandeld voor deze
ernstige aandoening. • De term ‘digestive’ dient uit de indicatie te worden verwijderd. Dit is een
pleonasme. Conclusie
Het College is positief ten aanzien van dit geneesmiddel, op voorwaarde dat de contra-indicatie voor zwangerschap wordt verwijderd.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 17
Agendapunt 10.l Timloze
Productnaam Timloze
Werkzaam bestanddeel
abaloparatide
Farmaceutische vorm en sterkte
oplossing voor voorgevulde spuit: 80 mg/dosis
Indicatiegebied Orthopedie
ATC-code H05AA
Procedure Centrale procedure: Rapporteur = Denemarken, Co-Rapporteur = Zweden
RVG-nummer 118480
Zaaknummer 502507
Het betreft de 5e ronde van een aanvraag via de centrale procedure voor de indicatie: “Treatment of osteoporosis in postmenopausal women at increased risk of fracture (see section 5.1).” De 4e ronde van de aanvraag is besproken in de 893e Collegevergadering (d.d. 6 december 2017). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College
blijft negatief ten aanzien van dit geneesmiddel. Major objections resteren over de betrouwbaarheid van de studieresultaten, de werkzaamheid en de veiligheid.” Kwaliteit & Non-klinische onderzoeken Er zijn geen aanvullende opmerkingen.
Klinische onderzoeken In onderhavige ronde blijft het College van mening dat sprake is van een negatieve
benefit/risk balans. De waargenomen toename in hartslag blijft een punt van zorg en het College vindt een Post-Approval Safety Studie (PASS) geen geschikte oplossing. Vóór registratie dient een nieuwe actief gecontroleerde klinische studie te worden uitgevoerd met patiënten met een ernstigere vorm van osteoporose. De firma wordt gewezen op de ‘cardiovascular safety reflection
paper’(EMA/CHMP/50549/2015) waarin uiteen wordt gezet welke data nodig zijn voor de evaluatie van het cardiovasculaire risicoprofiel. Conclusie Het College blijft negatief ten aanzien van dit geneesmiddel. Major objections resteren over de betrouwbaarheid van de studieresultaten, de werkzaamheid en de
veiligheid.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 18
Agendapunt 10.n Kanjinti
Productnaam Kanjinti
Werkzaam bestanddeel
trastuzumab
Farmaceutische vorm en sterkte
poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie: 150 mg en 440 mg
Indicatiegebied Oncologie
ATC-code L01XC03
Procedure Centrale procedure: Rapporteur = Denemarken, Co-Rapporteur = Oostenrijk
RVG-nummer 120811
Zaaknummer 579768
Het betreft de 4e ronde van een aanvraag via de centrale procedure. Dit is een biosimilar aanvraag met Herceptin als referentiegeneesmiddel. De firma vraagt dezelfde indicaties aan als voor Herceptin zijn goedgekeurd : “HER2 positive metastatic breast cancer (MBC), HER2 positive early breast cancer (EBC) and HER2 positive gastric cancer (GC).” Dit is een verkorte weergave van de indicatie.
De 2e ronde van de aanvraag is besproken in de 891e Collegevergadering (d.d. 1 november 2017). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College blijft negatief ten aanzien van dit geneesmiddel. Biosimilarity is onvoldoende aangetoond.” Non-klinische onderzoeken
Er zijn geen aanvullende opmerkingen.
Kwaliteit & Klinische onderzoeken In onderhavige ronde komt het College tot de conclusie dat op basis van de huidige beschikbare data biosimilarity voldoende is aangetoond. • Ten aanzien van het overschrijden van de vooraf gedefinieerde equivalentiemarge
wordt opgemerkt dat in onderhavige setting de klinische data vooral bedoeld zijn
voor het vergelijken van de klinische prestaties van Kanjinti en het referentiegeneesmiddel. Ook is het zo dat bij voorafgaande procedures voor biosimilars van Herceptin de gehanteerde equivalentiemarges enigszins varieerden. Verder is het zo dat bij biosimilar aanvragen de klinische data in toenemende mate ondergeschikt worden beschouwd aan kwaliteitsdata. Een vergaande karakterisering op gebied van kwaliteit geeft in de meeste gevallen een beter inzicht in biosimilarity dan de relatief ongevoelige klinische studies.
• Ten aanzien van de werkzaamheid wordt opgemerkt dat het mogelijk is dat niet-productgerelateerde factoren invloed hebben gehad op de werkzaamheid en
hebben bijgedragen aan het waargenomen verschil in werkzaamheid tussen Kanjinti en het referentiegeneesmiddel. Er kan niet worden uitgesloten dat productgerelateerde factoren (bijvoorbeeld ADCC activiteit) een rol spelen, maar de kans hierop wordt gering geacht. De opzet van de klinische studie verhindert
een diepgaande analyse van deze factoren; zo werd een meerderheid van de patiënten in de Herceptin arm behandeld met batches met verschillende ADCC activiteiten.
• In onderhavige ronde kon een associatie tussen ADCC activiteit en werkzaamheid niet worden vastgesteld. Evenwel zullen door aanscherping van de specificaties van het referentiegeneesmiddel en Kanjinti toekomstige batches naar verwachting weinig verschillen laten zien in ADCC activiteit. Dit maakt dat het waargenomen
verschil in ADCC activiteit niet zwaar wordt meegewogen. Ook de verschillen die worden gezien in het bijwerkingenprofiel wegen minder zwaar, omdat deze absoluut klein van omvang zijn en binnen de bandbreedte vallen die in
vergelijkbare studies gezien is en geen trastuzumab-specifieke cardiale toxiciteit omvatten. Tevens worden op gebied van immunogeniciteit geen verschillen gezien tussen Kanjinti en het referentiegeneesmiddel.
Conclusie Het College is positief ten aanzien van dit geneesmiddel. Op basis van de huidige beschikbare data is biosimilarity voldoende aangetoond.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 19
Agendapunt 10.o Rubraca
Productnaam Rubraca
Werkzaam bestanddeel
rucaparib
Farmaceutische vorm en sterkte
filmomhulde tabletten: 200 mg, 250 mg en 300 mg
Indicatiegebied Oncologie
ATC-code L01XX
Procedure Centrale procedure: Rapporteur = Spanje, Co-Rapporteur = Verenigd Koninkrijk
RVG-nummer 120215-7
Zaaknummer 559498
Het betreft de 6e ronde van een aanvraag via de centrale procedure voor de indicatie: “Rubraca is indicated as monotherapy treatment of adult patients with platinum sensitive, relapsed or progressive, BRCA mutated (germline and/or somatic), high-grade epithelial ovarian, fallopian tube, or primary peritoneal cancer, who have been treated with two or more prior lines of platinum based chemotherapy,
and who are unable to tolerate further platinum based chemotherapy.” De 5e ronde van de aanvraag is besproken in de 898e Collegevergadering (d.d.14 februari 2018). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College is nog niet overtuigd van een positieve benefit/risk balans voor dit geneesmiddel met deze indicatie.”
Kwaliteit & Non-klinische onderzoeken Er zijn geen aanvullende opmerkingen.
Klinische onderzoeken In onderhavige rond zijn geen nieuwe inzichten opgedaan. Het College blijft bij zijn standpunt dat de beschikbare data niet erg overtuigend zijn; het betreft gepoolde data en een niet vooraf gespecificeerde subgroepanalyse afkomstig van twee
eenarmige, open label studies. Dit betekent dat de genoemde resultaten beperkte in- en externe validiteit hebben en dat de effectgrootte onbekend is. Volgens het College weegt het klinische voordeel voor deze specifieke patiëntenpopulatie niet op tegen de onzekerheden omtrent de kwaliteit van de data. Conclusie
Het College is negatief ten aanzien van dit geneesmiddel. Het klinische voordeel voor deze specifieke patiëntenpopulatie weegt niet op tegen de onzekerheden
omtrent de kwaliteit van de data.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 20
Agendapunt 11 Drug Regulatory Science / Wetenschappelijke zaken Er zijn geen wetenschappelijk zaken geagendeerd.
Agendapunt 12 Agenda’s en verslagen van comités en werkgroepen ter bespreking
Vertrouwelijke informatie weggelaten. De informatie betreft persoonlijke beleidsopvattingen ten behoeve van intern beraad en het betreft commercieel vertrouwelijke informatie.
Agendapunt 12.c PRAC – verslag 5-8 maart 2018
Het College heeft kennisgenomen van het verslag van de Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) en de daarin besproken onderwerpen. Graag verwijst
het College voor verdere informatie naar het openbare verslag van de PRAC op de website van de European Medicines Agency (EMA).
Artikel 20 arbitrageprocedure Xofigo De PRAC beveelt een contra-indicatie aan voor het prostaatkankergeneesmiddel Xofigo (radium-223-dichloride). Xofigo is gecontra-indiceerd in combinatie met Zytiga (abirateronacetaat) en prednison/prednisolon. Voorlopige resultaten uit klinisch onderzoek wijzen op een verhoogd risico op overlijden en botbreuken bij gebruik van deze combinatie.
De aanbeveling is naar de Europese Commissie gestuurd voor een wettelijk bindend besluit. Het gaat om een tijdelijke maatregel totdat de lopende herbeoordeling van Xofigo is afgerond.
Agendapunt 13 Zaken ter informatie
Agendapunt 13.1 Zaken door voorzitter afgehandeld Er zijn geen zaken geagendeerd.
Agendapunt 13.2 Actiepuntenlijst
Er zijn geen actiepunten geagendeerd.
Agendapunt 13.3 Overzicht bezwaar- en beroepszaken en Wob verzoeken Er is geen overzicht geagendeerd.
Agendapunt 13.4 Overzicht perscontacten Er is geen overzicht geagendeerd.
Agendapunt 13.5 Wetenschappelijke adviezen
Er zijn geen wetenschappelijke adviezen geagendeerd.
Agendapunt 13.6 Pediatrische onderzoeksplannen Er zijn geen onderzoeksplannen geagendeerd. Agendapunt 13.7 Overige zaken
Er zijn geen overige zaken geagendeerd. Agendapunt 13.8 Agenda’s en verslagen van comités en werkgroepen ter informatie
Er zijn geen agenda’s of verslagen geagendeerd.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 21
Agendapunt 14 Rondvraag Er zijn geen punten voor de rondvraag.
Agendapunt 15 Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering en bedankt alle aanwezigen voor hun inbreng.
Actiepuntenlijst
Er zijn geen actiepunten voortgekomen uit deze vergadering.
900e Collegevergadering | 14 maart 2018 - pagina 22
Presentielijst Collegeleden Prof. dr. A. de Boer Prof. dr. P.A. de Graeff Prof. dr. M.L. Bouvy Prof. dr. H.J. Guchelaar Dhr. Dr. G.S. Sonke Mw. prof. dr. J.M.W. Hazes
Mw. dr. B.J. van Zwieten-Boot Ondersteuning Mw. I.M.J. Kraaijkamp Auteur verslag Drs. Ing. A. Bergsma