stelsel

42 7-2008 > zorg & financiering

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is genood-zaakt aanvullende voorwaarden te stellen aande budgetaanvragen 2008 van de blinden- endoveninstellingen. Het is het tweede jaar datdeze instellingen onvoldoende inzichtelijkmaken welke prestaties zij leveren voor hetAWBZ-budget (Algemene wet bijzondere ziekte-kosten) dat zij ontvangen. De instellingen heb-ben met de NZa en Zorgverzekeraars Nederland(ZN) duidelijke afspraken gemaakt en een planvan aanpak opgesteld. Dit heeft niet de afge-sproken transparantie over de kosten opgele-verd. De NZa ziet zich nu gedwongen achtmiljoen euro te reserveren van de aanvragen2008. Lukt het de instellingen niet om met eenafdoende verklaring te komen, dan wordt dezereservering ingehouden op het budget.

Sinds januari 2007 geldt er een nieuw bekosti-gingssysteem voor de zintuiglijke instellingen.Anders dan voor 2007 is die gebaseerd op uit-sluitend direct cliëntgebonden tijd. De NZa iszich er van bewust dat de bekostiging van deblinden- en dovenzorg gecompliceerder is dande reguliere AWBZ-zorg, omdat er meer geldgemoeid is met niet-zorggerelateerde zaken,

zoals de landelijke expertisefunctie. Om te voor-komen dat de instellingen bij de wijziging vanhet bekostigingssysteem er in budget ineensfors op achteruit zouden gaan, is afgesprokendat het verschil tot uitdrukking komt in éénbedrag. Dit zogenaamde lumpsumbedrag bevatde kosten voor niet-zorggerelateerde bedragenzoals onderwijs en onderzoek en moet voor deinvoering van de zorgzwaartepakketten in 2009te zijn verklaard of afgebouwd.Uit de budgetafspraken van 2008 bleek echterdat de instellingen, evenals in 2007, onvoldoen-de verantwoording afleggen over de afbouw vandit bedrag. De zorgkantoren kunnen nauwelijksvoor akkoord van de budgetaanvragen tekenen,omdat zij onvoldoende inzicht hebben in delumpsum. Omdat de blinden- en doveninstel-lingen zich bij de beoordeling van de budget-aanvragen 2008 niet aan de afspraken hebbengehouden, zoals inzicht in de wijze van deafbouw van de lumpsum en het overleggen vaneen accountantsverklaring, ziet de NZa zichgenoodzaakt om tot aanvullende voorwaardenen een budgetkorting over te gaan.Bron: NZa, 20 mei 2008<

854 correctie dreigt voor blinden- en doveninstellingen

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verwachtdat er voldoende groeiruimte is om de indica-tiestijging in de Algemene wet bijzondere ziek-tekosten (AWBZ) landelijk op te vangen. Degroeiruimte van 175 miljoen euro plus de noggereserveerde 25 miljoen euro herverdelings-gelden moeten voldoende zijn om de indicatie-stijging in de extramurale zorg landelijk op tevangen. De NZa verwacht daardoor deze zomergeen regionale knelpunten. De groei van indi-

catiebesluiten van de afgelopen jaren is in 2007en begin 2008 sterk afgezwakt.

De gemiddelde groei van drie procent per jaarover 2006-2007 is beduidend minder dan degemiddelde tien procent van voorafgaandejaren. De daling komt vooral door minder nieu-we indicaties, maar ook door een verlaging vanhet aantal zorguren per indicatie. De functiepersoonlijke verzorging laat wel een stijgingzien. Volgens de NZa komt dat mede door de

> indicatiestelling

855 nza: geen zomerknelpunten in de awbz

ZenF-0708 cyaan.qxd 16-7-2008 9:34 Pagina 42

indicatiestelling/jurisprudentie

43zorg & financiering > 7-2008

onduidelijke omschrijving wat hier preciesonder valt. De NZa en het Centrum Indicatie-stelling Zorg (CIZ) adviseren de staatssecretarisom de functie persoonlijke verzorging zo spoe-dig mogelijk aan te scherpen. De NZa stelt voor de 25 miljoen euro herverde-lingsmiddelen tijdens de julironde per zorgkan-toorregio te verdelen volgens de indicatiecijfersvan 2007 tot en met het eerste kwartaal 2008.Ook stelt de NZa nadere regels op voor beteresturing op onderproductie in de regio om knel-punten te voorkomen.De NZa voorziet dat er voor nieuwe aanvragenextreme zorgbehoefte gehandicaptenzorg teweinig middelen in de contracteerruimte 2008beschikbaar zijn gesteld. De NZa vraagt destaats secretaris om daar een voorziening voorte treffen.

In 2008 is de contracteerruimte door de staats-secretaris verlaagd om bezuinigdoelstellingen tehalen. Deze bezuinigingen betekenen dat erscherpe productieafspraken dienen te wordengemaakt op de hoeveelheid en de prijs van de televeren zorg. De NZa heeft op basis van de bud-getronde van april 2008 een eerste analyse vanhet inkoopbeleid van zorgkantoren en het decla-ratiegedrag van zorgaanbieders gemaakt. Als debestaande zorgproductie van 2007 wordt voort-gezet, betekent dit gezien de bezuinigingsyste-matiek dat er minder ruimte in de regiobeschikbaar is. De NZa waarschuwt ervoor dathierdoor later in het jaar alsnog druk op debeschikbare AWBZ-middelen kan ontstaan.Bron: NZa, 18 juni 2008<

Het College voor zorgverzekeringen adviseerdeop 25 maart 2008, onder nummer 28008992, ineen geschil tussen een verzekerde en haar zorg-verzekeraar over de vergoeding van rekeningenvoor zorg van diverse aard in verband mettransseksualiteit. Verzoekster betrekt de ver-schillende zorgonderdelen bij individuele zorg-aanbieders. De zorgverzekeraar wees de ver-goeding af, omdat de zorg niet werd verrichtconform de in Nederland gebruikelijke maniervan zorg voor genderproblematiek, namelijkdoor een multidisciplinair genderteam.

Het College stelde allereerst vast dat de verschil-lende deelbehandelingen in verband met eengendertransitie op zich voldoen aan de stand

van de wetenschap en praktijk. Bij de behande-ling en indicatiestelling is het essentieel dat ersprake is van een centrale regie door een des-kundige psychiater/psycholoog. Dit is in over-eenstemming met de internationale richtlijn, deStandard of Care (SOC) van de World Profes-sional Association of Transgender Health (voor-heen HBIGDA). Volgens het CVZ zijn geen‘evidence-based’ richtlijnen gevonden die multi-disciplinaire samenwerking in één centrumadviseren. Vervolgens toetste het College de ver-schillende zorgonderdelen aan de polisvoor-waarden. De haartransplantatie en de ontha-ringsbehandelingen kwamen niet voor vergoe-ding in aanmerking. Ook voor de psychologi-sche behandeling had verzoekster geen recht op

> jurisprudentie

856 de verschillende deelbehandelingen in verband met een gendertransitie voldoen op zich aan de stand van de wetenschap en praktijk. bij de behandeling en indicatiestellingis een centrale regie door een deskundige psychiater/psycholoog essentieel. multidisciplinaire samenwerking in één centrum is niet vereist

ZenF-0708 cyaan.qxd 16-7-2008 9:34 Pagina 43