MOVISIES 13: Decentralisaties AWBZ, WWNV, Jeugdzorg

16
Algemeen MOVISIE in 2012 2 Nederland in 2040 3 Bent u al WNS-proof 4 Kwetsbare groepen Straks ben je geen cliënt meer 5 Artsen geen visie diversiteit 5 Leefbaarheid Gezonder in een groene wijk 6 Wonen, welzijn en zorg toekomstgericht 7 Mens en organisatie Rotterdam zoekt nieuwe verbindingen 8 Beroepsontwikkeling Welzijnsmanager niet vergeten 9 Werken aan vitaliteit 9 Huiselijk en seksueel geweld Aanpak Kindermishandeling schiet te kort 10 Utrecht en Eindhoven en seksueel geweld 11 Vrijwillige inzet en mantelzorg Toekomstagenda vrijwilligerswerk 13 Geef de mantelzorger meer lucht 14 Diversiteit Coaching op de werkvloer 15 MOVISIES Relatieblad over maatschappelijke ontwikkeling * februari 2012 * nr 13 Gemeenten, kom tot cocreatie! D e kerngedachte van de drie decentra- lisaties - Wet werken naar vermogen, AWBZ en Jeugdzorg - is dat burgers meer mogelijkheden krijgen om hun eigen leven te sturen. Marjet van Houten staat hier helemaal achter. “Afgelopen decennia is het systeem van maatschappelijke ondersteuning heel ingewikkeld geworden in Nederland. De wegen naar hulp zijn ondoorgrondelijk, voor van alles is een indicatie nodig, het is vaak te individueel gericht, er is dubbel aanbod en er is allerlei aanbod dat niet aansluit bij de vraag. Ik ken gezinnen met 26 professionals die hun steun niet op elkaar afstemmen en tegengestelde adviezen geven. Ik verbaas me ook over het legertje dienstverleners burgers de regie te geven. Voor gemeenten is dit het moment om serieus werk te maken van het verbinden van de drie beleidsterreinen werk, zorg en welzijn. Stel je open voor de expertise binnen welzijnsorganisaties, het SW-bedrijf, zorgorganisaties en cliëntenorganisaties. Ontwik- kel met elkaar een visie.” Meest kwetsbaren Als die visie er is, kan een plan worden gemaakt, inclusief praktische afspraken. “Bottomline afspraken over wat je voor welke burgers minimaal biedt. Dergelijke afspraken zijn vooral nodig voor kwetsbare burgers die bang zijn dat ze door alle bezuinigingen geen uitkering of hulpmiddelvoorziening meer krijgen. Tegelijk met de decentralisaties wordt er immers fors bezuinigd. Die bezuinigingen zijn onvermijdelijk, hoewel ze heel erg groot zijn en het tempo enorm hoog is.” Volgens Marjet van Houten dwingen de bezuinigingen gemeenten om de regie daadwerkelijk bij mensen terug te leggen In dit nummer: Tussen nu en 2016 krijgen gemeenten drie decentralisaties voor hun kiezen. “De decentralisaties zijn een feit. Grijp als gemeente deze kans om de maatschappelijke steun in Nederland te vernieuwen”, is de oproep van Marjet van Houten van MOVISIE. “Dit is het moment om burgers zelf de touwtjes in handen te geven op alle terreinen: zorg, werk en welzijn. Niemand wil immers afhankelijk zijn.” dat mensen helpt om bijvoorbeeld een uitkering of hulpmiddel aan te vragen. Ondanks alle hulp voelen kwetsbare mensen zich lang niet altijd goed geholpen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.” Eerst de visie De decentralisaties stimuleren gemeenten om zorg, welzijn en sociale zaken opnieuw te organiseren. “Ik wil alle gemeenten oproepen om tot cocreatie te komen. De decentralisaties bieden een kans om de maatschappelijke steun anders te organiseren, samen met alle betrokkenen. Het vraagt creativiteit en lef om op een andere manier te kijken naar burgers, om Decentralisaties: AWBZ, WWNV en Jeugdzorg en om alleen die mensen te helpen die dat niet altijd zelf kunnen. “Ik denk aan de meest kwets- bare groep, mensen met een opeenstapeling van problemen: psychische problemen, schulden, chronische lichamelijke klachten. Veel gemeenten kennen deze mensen al. Ze zien ze bij zorg, bij sociale zaken en soms ook bij welzijn.” Nee zeggen Het decentralisatieproces kan alleen slagen als gemeenten, organisaties en burgers een echte omslag in het denken maken. “Je wilt dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid nemen en zelf de regie voeren over hun leven. Dat betekent dat je als gemeente en ondersteunende organisaties vanuit burgers moet gaan denken. Wat hebben zij nodig om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functione- ren? Wie kan daarbij ondersteunend zijn? Op deze manier kan het systeem voor maatschappelijke Je wilt dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid nemen en zelf de regie voeren over hun leven. Dat betekent dat je als gemeente en ondersteunende organisaties vanuit burgers moet gaan denken. lees verder op pagina 2 >> Dit is het moment om werk, zorg en welzijn te verbinden.

description

Relatiekrant van MOVISIE met in deze editie de drie decentralisaties centraal: AWBZ, WWNV, en Jeugdzorg.

Transcript of MOVISIES 13: Decentralisaties AWBZ, WWNV, Jeugdzorg

Algemeen

MOVISIE in 2012 2Nederland in 2040 3Bent u al WNS-proof 4

Kwetsbare groepen

Straks ben je geen cliënt meer 5Artsen geen visie diversiteit 5

Leefbaarheid

Gezonder in een groene wijk 6Wonen, welzijn en zorg toekomstgericht 7

Mens en organisatie

Rotterdam zoekt nieuwe verbindingen 8

Beroepsontwikkeling

Welzijnsmanager niet vergeten 9Werken aan vitaliteit 9

Huiselijk en seksueel geweld

Aanpak Kindermishandeling schiet te kort 10Utrecht en Eindhoven en seksueel geweld 11

Vrijwillige inzet en mantelzorg

Toekomstagenda vrijwilligerswerk 13Geef de mantelzorger meer lucht 14

Diversiteit

Coaching op de werkvloer 15

moVisiesRelatieblad over maatschappelijke ontwikkeling * februari 2012 * nr 13

Gemeenten, kom tot cocreatie!

De kerngedachte van de drie decentra-

lisaties - Wet werken naar vermogen,

AWBZ en Jeugdzorg - is dat burgers

meer mogelijkheden krijgen om hun eigen leven

te sturen. Marjet van Houten staat hier helemaal

achter. “Afgelopen decennia is het systeem van

maatschappelijke ondersteuning heel ingewikkeld

geworden in Nederland. De wegen naar hulp

zijn ondoorgrondelijk, voor van alles is een

indicatie nodig, het is vaak te individueel gericht,

er is dubbel aanbod en er is allerlei aanbod dat

niet aansluit bij de vraag. Ik ken gezinnen met

26 professionals die hun steun niet op elkaar

afstemmen en tegengestelde adviezen geven. Ik

verbaas me ook over het legertje dienstverleners

burgers de regie te geven. Voor gemeenten is

dit het moment om serieus werk te maken van

het verbinden van de drie beleidsterreinen werk,

zorg en welzijn. Stel je open voor de expertise

binnen welzijnsorganisaties, het SW-bedrijf,

zorgorganisaties en cliëntenorganisaties. Ontwik-

kel met elkaar een visie.”

Meest kwetsbarenAls die visie er is, kan een plan worden gemaakt,

inclusief praktische afspraken. “Bottomline

afspraken over wat je voor welke burgers

minimaal biedt. Dergelijke afspraken zijn vooral

nodig voor kwetsbare burgers die bang zijn dat

ze door alle bezuinigingen geen uitkering of

hulpmiddelvoorziening meer krijgen. Tegelijk

met de decentralisaties wordt er immers fors

bezuinigd. Die bezuinigingen zijn onvermijdelijk,

hoewel ze heel erg groot zijn en het tempo

enorm hoog is.” Volgens Marjet van Houten

dwingen de bezuinigingen gemeenten om de

regie daadwerkelijk bij mensen terug te leggen

In dit nummer:

Tussen nu en 2016 krijgen gemeenten drie decentralisaties voor

hun kiezen. “De decentralisaties zijn een feit. Grijp als gemeente

deze kans om de maatschappelijke steun in Nederland te

vernieuwen”, is de oproep van Marjet van Houten van MOVISIE.

“Dit is het moment om burgers zelf de touwtjes in handen te

geven op alle terreinen: zorg, werk en welzijn. Niemand wil

immers afhankelijk zijn.”

dat mensen helpt om bijvoorbeeld een uitkering

of hulpmiddel aan te vragen. Ondanks alle

hulp voelen kwetsbare mensen zich lang niet

altijd goed geholpen. Dat kan natuurlijk niet de

bedoeling zijn.”

Eerst de visieDe decentralisaties stimuleren gemeenten om

zorg, welzijn en sociale zaken opnieuw te

organiseren. “Ik wil alle gemeenten oproepen

om tot cocreatie te komen. De decentralisaties

bieden een kans om de maatschappelijke

steun anders te organiseren, samen met alle

betrokkenen. Het vraagt creativiteit en lef om op

een andere manier te kijken naar burgers, om

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

en om alleen die mensen te helpen die dat niet

altijd zelf kunnen. “Ik denk aan de meest kwets-

bare groep, mensen met een opeenstapeling

van problemen: psychische problemen, schulden,

chronische lichamelijke klachten. Veel gemeenten

kennen deze mensen al. Ze zien ze bij zorg, bij

sociale zaken en soms ook bij welzijn.”

Nee zeggenHet decentralisatieproces kan alleen slagen als

gemeenten, organisaties en burgers een echte

omslag in het denken maken. “Je wilt dat burgers

hun eigen verantwoordelijkheid nemen en zelf de

regie voeren over hun leven. Dat betekent dat je als

gemeente en ondersteunende organisaties vanuit

burgers moet gaan denken. Wat hebben zij nodig

om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functione-

ren? Wie kan daarbij ondersteunend zijn? Op deze

manier kan het systeem voor maatschappelijke

Je wilt dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid nemen en zelf de regie voeren over hun leven. Dat betekent dat je als gemeente en ondersteunende organisaties vanuit burgers moet gaan denken.

lees verder op pagina 2 >>

Dit is het moment om werk, zorg en welzijn te verbinden.

Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke

ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt

gemeenten en lokale organisaties.

Algemeen

ondersteuning eenvoudiger worden en daarmee

goedkoper en effectiever. Professionals zullen meer

op zelfsturing en zelfregie ingespeeld moeten

raken. Dit betekent dat gemeenten keuzes gaan

maken op basis van samen met burgers gemaakte

afspraken. En soms zal een gemeente moeten leren

nee zeggen.”

Wat biedt MOVISIE?MOVISIE kan als landelijk kennisinstituut

gemeenten helpen bij het uitwerken van een

visie en ondersteuning geven in het proces van

decentralisatie. Marjet van Houten: “We hebben

op alle aspecten van de decentralisaties kennis

in huis. We helpen de vraag te analyseren en

het aanbod in beeld te brengen. Daarnaast

ondersteunen we in het proces niet alleen het

‘wat’ maar ook het ‘hoe’. We denken altijd

vanuit mensen, niet vanuit systemen, instituties

en belangen. Het gaat steeds om de vraag: hoe

kunnen we zorgen dat kwetsbare mensen zo

goed mogelijk kunnen participeren en wat is

daarvoor nodig? We hebben ook een brede blik:

we zien de kracht van professionals, maar ook

van vrijwilligers en mantelzorgers. En als geen

ander zien we hoe die drie beleidsterreinen -

werk, zorg, welzijn - op elkaar ingrijpen.”

Meer informatie: Marjet van Houten ([email protected] of 030 789 20 74).

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

>> vervolg pagina 1

Wat gaat moVISIE in 2012 doen?2012 is een spannend jaar. Er staat veel onder druk: bezuinigingen

bij gemeenten, met name op welzijn en de ggz, de decentralisaties,

en de vragen of de zorg en participatie van kwetsbare groepen

overeind blijft. "Thema's waar MOVISIE veel kennis over

in huis heeft en veel in kan betekenen voor gemeenten en

maatschappelijke instellingen", zegt Marijke Steenbergen van

MOVISIE. "We gaat onze landelijke kennisfunctie versterken om

juist in deze tijd meer impact te kunnen maken."

mOVISIE werkt in 2012 vanuit vier

programma’s in plaats van zeven. “We

willen meer focus en samenhang in onze

activiteiten, zodat we meer impact kunnen realise-

ren en beter kunnen aansluiten bij ontwikkelingen

in het werkveld”, legt Marijke Steenbergen uit.

“Dat is juist nu belangrijk. De sociale sector heeft

te maken met minder geld waarmee hetzelfde

en soms zelfs meer moet worden gedaan. Het is

belangrijk dat we slimme combinaties maken en

dat de middelen effectief worden ingezet.”

Kernprogramma‘Effectiviteit en vakmanschap’ is niet voor niets

het kernprogramma van MOVISIE. Marijke

Steenbergen: “Met dit programma gaan we

ervoor zorgen dat professionals meer en beter

gebruik gaan maken van onderbouwde kennis

met een bewezen effectiviteit. We willen graag

vaker het verschil maken met onze kennisfunctie.

We merken dat er in de sector meer behoefte is

aan gedreven en bedreven professionals die op

effectieve wijze maatschappelijke vraagstukken

aanpakken. Daarom vormt dit programma het

hart van MOVISIE.”

KennisfundamentMOVISIE werkt komende jaren aan een stevig

kennisfundament en vakmanschap voor de

sociale sector. “Dat gaan we samen doen met

welzijnsinstellingen, gemeenten en vrijwilligers-

organisaties. We gaan ook nadrukkelijk inzetten

op visieontwikkeling, debat en agendering. Uit

de in 2011 uitgevoerde evaluaties van MOVISIE

blijkt dat onze klanten en stakeholders dit graag

willen”, aldus Marijke Steenbergen.

Inhoudelijke programma’s Naast het kernprogramma werkt MOVISIE

vanaf 2012 met drie inhoudelijke programma’s:

‘Participatie en actief burgerschap’, ‘Sociale zorg’

en ‘Huiselijk en seksueel geweld’. “We willen

dat iedereen naar vermogen mee kan doen in

de maatschappij. Daarom hebben we een apart

programma ‘Participatie en actief burgerschap’.

Bij het programma ‘Sociale zorg’ gaat het erom

dat mensen met zorg- of hulpvragen zoveel

mogelijk zelfredzaam zijn en zeggenschap hebben

over hun eigen leven. Een belangrijk programma

onderdeel is gebiedsgericht werken, waarin de

focus ligt op de eigen verantwoordelijkheid van

burgers in hun eigen leefgebied. Met het derde

inhoudelijke programma gaan we meer inzetten

op de preventie van geweld in relaties en werken

aan een veilig leefklimaat in instellingen.”

Kleiner en scherperDit jaar bestaat MOVISIE vijf jaar. Is er veel veranderd?

“Vergeleken met vijf jaar terug is er nu meer

aandacht voor thema’s als zelfregie, eigen kracht,

burgerparticipatie en veiligheid. Tegelijk heeft de

sector te maken met minder middelen en ja, dat

geldt ook voor MOVISIE. Na jaren van groei vallen

er in 2012 door de bezuinigingen ook bij MOVISIE

gedwongen ontslagen en worden we kleiner.

Maar voor MOVISIE geldt wat voor de hele sociale

sector geldt: we gaan nog scherper en inventiever

worden en we blijven investeren in kwaliteit en

vernieuwing!”

De meerjarenstrategie 2012-2015 en het werkprogramma 2012 zijn te vinden op www.movisie.nl.

Vanaf 2013 worden gemeenten verantwoordelijk

voor cliënten met extramurale begeleiding op

grond van de Wet maatschappelijke ondersteu-

ning (Wmo). Gemeenten moeten o.a. keuzes

maken of zij dit individueel of collectief gaan

aanbieden, of ze met welzijn- of zorgaanbieders

in zee gaan, of ze via aanbesteding of subsidiering

willen werken en of zij lokaal opereren of via

regionale samenwerking.

Welzijns – en zorginstellingen moeten hun

aanbod helder maken en nieuwe cliënten vanuit

een andere manier benaderen, waarbij de

zelfredzaamheid van de cliënt centraal staat.

Deze decentralisatie/transitie van AWBZ-taken

biedt kansen om ondersteuning bij zelfredzaam-

heid en participatie op lokaal niveau, dichter bij

de burger te organiseren. U kunt de eigen kracht

en mogelijkheden van burgers én hun sociale

netwerk aan spreken en in de directe omgeving

maatwerk realiseren. De gemeente kan verbinding

leggen met andere Wmo-voorzieningen en

gemeentelijke domeinen, zoals re-integratie, de

bijstand en het woonbeleid. De instellingen gaan

zorg, welzijn en participatie met elkaar verbinden.

MOVISIE is ervaren en deskundig in de ondersteu-

ning op deze nieuwe terreinen en kan adviseren

van plan tot uitvoering.

MOVISIE kan ondersteuning bieden

op o.a. de volgende terreinen:

• Maatschappelijk agenderen voor Welzijn

Nieuwe Stijl in 5 stappen

• Cliëntprofielen leren opstellen – voor

Gemeenten + Welzijn- en Zorginstellingen

• Als u de zorgbehoefte en specifieke kenmerken

van een cliënt kent, dan kunt u een welzijn/

zorgaanbod ontwikkelen dat goed aansluit én

hoe die het beste wordt bereikt.

• Zicht op de ondersteuningsbehoeften

mantelzorgers

• Handreiking maatschappelijke steunsystemen

• Professionaliteit Verankerd: goede

praktijkvoorbeelden samenwerking en

burgerparticipatie

• Het participatiewiel: de participatieladder 3.0

• Regievoering op welzijn en zorg door

gemeenten

• Keuzes en inrichting procedure via

aanbesteding of subsidiëring

In de bij MOVISIES bijgesloten folder vindt u een

uitgebreidere selectie uit ons ondersteuningsaan-

bod. Voor ons complete aanbod kunt u terecht op

www.movisie.nl/decentralisatie, daar vindt u

meer dan 70 ondersteuningstrajecten voor de

decentralisatie.

Decentralisatie AWBZ en gemeentelijke Wmo-taken

moVISIE ondersteuningsaanbod voor gemeenten, welzijn- en zorgaanbieders

CO

LUM

N

Wouter Rustmanager Hulpverlening en activering MOVISIE

Kwetsbare burger

Gemeenten staan voor een enorme uitdaging: de extramurale AWBZ-begeleiding wordt

vanaf 2013 gedecentraliseerd en valt dan onder de compensatieplicht van de Wmo. Een van

de belangrijkste dingen die gemeenten moeten doen, is zich verdiepen in de doelgroep en

proberen vast te stellen wat hun behoefte aan ondersteuning is. Dat is niet eenvoudig. Want

het gaat om bijna 200.000 mensen met een matige of ernstige problematiek die onderling

sterk verschillen. Het enige dat deze mensen gemeenschappelijk hebben, is hun grote

kwetsbaarheid.

Hoe kun je als gemeente de ondersteuningsbehoefte van deze mensen vastleggen? Dit

zal per doelgroep of soms zelfs per geval moeten gebeuren. Een alleenstaande man van

tachtig jaar met longproblemen, een hartkwaal en nagenoeg geen sociaal netwerk heeft

een andere ondersteuningsbehoefte dan een jonge vrouw van dertig met een syndroom van

Down of iemand met een niet aangeboren hersenletsel. En kinderen met een verstandelijke

handicap hebben een andere vorm van ondersteuning nodig dan een volwassene met een

psychiatrische stoornis.

Wat een gemeente in ieder geval niet moet doen: het eigen beleid leidend laten zijn bij het

bepalen van de behoefte aan ondersteuning. Wijkgericht werken bijvoorbeeld kan heel

waardevol zijn, maar is geen panacee voor alle klachten. De ondersteuningsbehoefte van

een paar duizend mensen met een zintuiglijke handicap, die ook nog eens onderscheidende

cliëntkenmerken hebben, is niet gebaat bij wijkgericht werken maar bij een bovenregionale

of zelfs landelijke voorziening. En het is maar zeer de vraag of het gemeentelijk inkoopbeleid

- ingericht op de inkoop van kantoorartikelen of de catering van de bedrijfskantine - ook

adequaat is voor de inkoop van ondersteuning voor kinderen met een meervoudige complexe

handicap. Daarom is mijn boodschap aan iedere gemeente: stel de ondersteuningsbehoefte

van de kwetsbare burger centraal.

2

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

moVISIE-partner aan het woord

Hoe ziet Nederland er in 2040 uit?

Wat doet u met MOVISIE?“Onlangs hebben we MOVISIE uitgenodigd voor een

visiebijeenkomst binnen onze gemeente over de drie transities,

dus de AWBZ, de Jeugdzorg en de Wet werken naar vermogen.

Het was een interne bijeenkomst, voor het managementteam

en de betrokken beleidsmedewerkers. MOVISIE heeft daar een

beeld geschetst van wat er op ons afkomt en waar de overlap

zit. We hebben aan de hand van casuïstiek het participatiewiel

ingevuld. Ja, op zo’n moment wordt die overlap heel duidelijk.

Dan zie je bijvoorbeeld dat een gezin met negen kinderen met drie

verschillende domeinen van de gemeente te maken kan hebben.”

Waarom werkt u met MOVISIE?“Ik ben erg gecharmeerd van het participatiewiel. Dat vind ik een

mooi instrument waarmee je integraal leert kijken. Er zijn allerlei

participatieladders, maar die zijn recht toe recht aan. Juist zo’n wiel

laat de integraliteit zien. En die presentatie van MOVISIE was heel

inspirerend.”

Wat vindt u van de decentralisaties?“Ik vind ze wel een uitdaging. Er zitten natuurlijk twee kanten aan:

aan de ene kant zit er een bezuiniging op, aan de andere kant is het

een kans om kwetsbare burgers meer integraal te benaderen. Bij de

transities zijn twee afdelingen van de gemeente betrokken en drie

wethouders. Naar aanleiding van de visiebijeenkomst maken we nu

één visie. De schotten moeten ertussenuit. Door die ontschotting

hopen we ook met de bezuinigingen uit de voeten te kunnen.”

Hoe ziet 2012 er voor uw gemeente uit?“Het wordt een heel druk voorjaar! In de afgelopen maanden

hebben we gewerkt aan de visie, vanaf dit jaar gaan we de

decentralisaties concreet uitwerken. Dat wordt een klus. We hebben

alleen al 86 aanbieders van AWBZ-begeleiding en in 2013 staan de

eerste klanten voor de deur. Maar het gaat ons lukken hoor!”

in 2013 staan de eerste klanten bij de gemeente voor de deur.Paula van Oostrum is beleidsadviseur

bij de gemeente Culemborg, afdeling

stadsontwikkeling.

In februari 2012 brengt MOVISIE de MO uit: een eenmalig

magazine over de toekomst van maatschappelijke

ondersteuning. Vijf kopstukken van buiten de sector laten in

dit magazine hun licht schijnen over 2040. Een aanrader voor

iedereen die met kwetsbare groepen werkt!

Waarom een magazine over 2040?“De directe aanleiding is dat de Wmo

op 1 januari 2012 vijf jaar bestaat.

Dat geldt trouwens ook voor MOVISIE.

In die vijf jaar is de participatie van

kwetsbare mensen een hot issue

geworden. Maar hoe zit dat in 2040?

Met dit magazine geven we beleids-

makers die werken aan maatschap-

pelijke ondersteuning een kijkje in

de toekomst. Hoe ziet de toekomst

van maatschappelijke ondersteuning

eruit en wat betekent dat voor jouw

werk?”

Wat staat erin?“Het magazine bevat de toekomst-

verkenningen van vijf invloedrijke

Nederlanders die niet in onze sector

zitten. De vijf verkenningen zijn

allemaal verschillend, van concreet tot

heel abstract. We hebben hun verhalen

tijdens een diner pensant voorgelegd

aan zeven promovendi. Ook dat staat

in het magazine, het levert een mooie

inhoudelijke blik op de toekomst.”

Wat spreekt jou aan?“De verkenning van Stefano Marzano.

Dat is ook het meest verstrekkende

verhaal. Hij zegt dat we in heel veel

verschillende crisissen leven en dat dit

nog zeker honderd jaar gaat duren.

We zijn nu aan het experimenteren

met nieuwe vormen en zo zal er

langzaam een nieuwe orde komen.

Met zijn verhaal geeft hij aan dat

er op dit moment geen pasklare

oplossingen zijn, bijvoorbeeld voor

de eurocrisis. Ik word daar rustig van,

het relativeert. We hoeven dus niet zo

snel mogelijk oplossingen te vinden.”

Hoe ziet MOVISIE er in 2040 uit?“Ja, daarover is Stefano Marzano

ook heel duidelijk. Hij zegt dat een

organisatie als MOVISIE een grote rol

kan spelen in het experimenteren met

nieuwe vormen, omdat MOVISIE niet

vastzit in de huidige systemen. Zijn

dringende advies aan MOVISIE is om

internationaal te gaan samenwerken

met soortgelijke organisaties. Dit staat

trouwens niet in het magazine, dat

was niet de bedoeling ervan.”

Visie van vijf NederlandersIris Meerts, directeur Stichting

Zelforganisatie: “In 2040 verbinden

mensen zich in communities en

bedenken samen oplossingen

voor problemen. Gelijkgestemden

organiseren zich op deze manier

snel en goedkoop rondom specifieke

thema’s. Ouderen en gehandicapten

wonen in appartementen bij elkaar en

hebben zelf hun thuiszorg geregeld.

Velen hebben een eigen zorgnetwerk

van vrienden, familieleden, buren en

vrijwilligers opgebouwd. Anderen

hebben een inwonende thuishulp.”

Anne-Rose Abendanon, programma-

manager diversiteit Cordaan: “In 2040

dragen ouderen hun steentje bij in

buurthuizen, ze helpen de buurvrouw,

organiseren uitstapjes. Dankzij vooral

de Aziatische cultuur, met zijn nadruk

op rituelen en processen, raakt het

‘tijd nemen voor’ meer ingebed in

Nederland. We ontdekken dat we het

onszelf moeilijk maken als we teveel

op de klok letten.”

Maarten Hajer, directeur Planbureau

voor de Leefomgeving: “Er zal veel

meer een beroep worden gedaan op

mensen die we nu afdanken. We zijn

heel erg slordig met ons menselijk

kapitaal, omdat we het ons nog

kunnen veroorloven. Maar als de

overheid minder te verdelen heeft,

dan moet er wel slimmer gebruik

worden gemaakt van mensen. Ik heb in

Engeland meegemaakt hoe mensen uit

achterstandswijken op spraakles zaten

om de telefoon aan te kunnen nemen.

Daar gaan wij ook naartoe.”

Alexander Rinnooy Kan, voorzitter

SER: “Voor de mensen die echt niet

anders kunnen, zijn en blijven we een

beschaafd land. Zij moeten te allen

tijde geholpen worden.”

Stefano Marzano, voormalig hoofd

Philips Design: “Alles is al eens

verteld. Er is niks dat we nog moeten

ontdekken. Het komt nu aan op de

uitvoering, op het doen. En daar

hebben we leiderschap voor nodig.”

Meer informatie: Aletta Winsemius ([email protected] of 030 789 20 66).

5 jaar Wmo, 5 jaar MOVISIE

We gaan vaker een beroep doen op mensen die we nu afdanken.

“We gaan naar een nieuwe orde.”

De toekomst van maatschappelijke ondersteuning

Met o.aAlexander Rinnooy KanMaarten HajerAnne-Rose Abendanon Stefano Marzano Iris Meerts

Bezet de toekomst met sterke verhalen

Vooruitblikken daagt ons uit

Doorschieten in afwezigheid

Ee

nm

ali

ge

uit

ga

ve |

fe

bru

ari

20

12

Bestellen?

De MO is te bestellen via

movisie.nl/publicaties. U

betaalt alleen een bijdrage

in de verzend - en handlings-

kosten van € 2,50.

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

3

vertrekken vanuit het burgerperspectief.

Cocreatie, oftewel gemeenschappelijke

samenwerking van gemeenten, burgers,

maatschappelijke organisaties en hun

professionals, is het sleutelwoord.

Op aanvraag van de afdeling Welzijn

heeft MOVISIE voor de gemeente

Medemblik een teamdag georganiseerd.

Op deze dag is een visie op welzijn

voor de gemeente geformuleerd en

is een verdere vertaling gemaakt naar

Algemeen

Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke

ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt

gemeenten en lokale organisaties.

Breng de situatie in kaartDe eerste stap is dat u de gemeen-

telijke situatie in kaart brengt,

bijvoorbeeld via een digitale enquête.

Hoeveel mensen in uw gemeente

maken gebruik van begeleiding? En

welke aanbieders zijn er? U kunt op

www.ciz.nl een overzicht opvragen van

het aantal afgegeven indicaties. Het

zorgkantoor kan u informeren over de

aanbieders die in uw regio begeleiding

bieden. Deze aanbieders kunt u

vervolgens vragen om aantallen en

kenmerken van de inwoners die zorg

ontvangen.

Ga praten met cliëntenWat voor begeleiding krijgen cliënten

momenteel in uw gemeente en lost

dat hun probleem op? Hebben ze

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Gemeenten bereiden zich voor op 2013 In 2013 vervalt de functie begeleiding in de AWBZ

voor thuiswonenden. Daarmee krijgen gemeenten

de verantwoordelijkheid over een groep cliënten

met een complexe en vaak levenslange vraag.

Hoe bereid je je als gemeente hierop voor vanuit

een ‘gekantelde’ benadering? MOVISIE heeft een

brochure uitgebracht met informatie en tips.

behoefte aan andere ondersteuning?

Ga praten met cliënten, individueel of

groepsgewijs via aanbieders.

Overleg met aanbieders Eén gemeente heeft vaak met tiental-

len aanbieders van ondersteuning te

maken. Wat bieden zij en voor welke

cliënten? Wat maakt hun aanbod

uniek? Met wie werken ze samen?

Allemaal vragen die aan bod komen

als u in gesprek gaat met de aanbie-

ders in uw gemeente. Denk daarbij

niet alleen aan de huidige aanbieders,

maar ook aan welzijnsorganisaties

en organisaties die actief zijn in de

vrijwillige zorg.

Maak een plan Als de feitelijke situatie helder is, is het

tijd voor een analyse en vervolgens een

plan. Wat wilt u behouden en wat wilt

u veranderen? Organiseer cocreatie-

sessies met cliënten en aanbieders en

ontwikkel ideeën over vernieuwende

arrangementen. Maak de verordening

pas echt als u een beeld heeft van het

aanbod dat u wilt voortzetten en van

de haalbare innovatieve arrangemen-

ten. Leg de uitwerkingen vervolgens

voor aan de aanbieders en vraag hun

om op basis daarvan een offerte te

maken.

Zet financiën op een rij Wat kiest u: zelf ondersteuning

inkopen of de mogelijkheid bieden

voor een persoonsgebonden budget?

Als u zelf inkoopt, bedenk dan dat u

als gemeente niet per se hoeft aan

te besteden. U kunt ook subsidie

verstrekken aan aanbieders of u

kunt een groep aanbieders vragen

om gezamenlijk een plan te maken.

Nog een tip: reserveer wat geld voor

speciale gevallen, bijvoorbeeld een

cliënt die een specialistische vorm van

ondersteuning krijgt van een aanbieder

elders uit het land.

Train de gespreksvoerders Rust de gespreksvoerders toe op nieuwe

vaardigheden. Gespreksvoerders

moeten een aanvrager op het gekan-

telde spoor zetten en tegelijk bewaken

dat mantelzorgers niet worden over-

vraagd. Ook moet de gespreksvoerder

alert zijn op vraagverlegenheid: cliënten

durven en willen vaak niet te vragen wat

ze nodig hebben.

Meer informatie: Anne-Marie van Bergen ([email protected] of 030 789 20 67) en Anne Lucassen ([email protected] of 030 789 20 93).

een gemeente hoeft echt niet per se aan te besteden.

Uitgangspunten Welzijn Nieuwe stijl omgezet naar gemeentelijke werkwijze.

Cocreatie MOVISIE begeleidt gemeenten en

welzijnsorganisaties bij het werken

aan een krachtige samenleving waarin

burgers zelfredzaam zijn. Burgers krijgen

een toenemende verantwoordelijkheid

voor hun eigen welzijn en buurt, terwijl

tegelijkertijd op gemeentelijk niveau

flinke bezuinigingen spelen. MOVISIE

ziet deze ontwikkelingen als een kans

om te herinvesteren in een sterke lokale

samenleving. Hierbij staat centraal:

het juiste doen in de juiste context én

het beleid en de rol van de gemeente.

Ook zijn de uitgangspunten van

Welzijn Nieuwe Stijl omgezet naar de

gemeentelijke werkwijze in Medemblik.

Samen met de gemeenten Roermond

en Oude IJsselstreek heeft MOVISIE

een nieuwe beleidsopdracht voor de

welzijnsorganisaties ontwikkeld, waarin

de formulering van inhoudelijke kaders

en gewenste maatschappelijke effecten

centraal staat. De welzijnsinstelling heeft

vervolgens bepaald welke door burgers

gewenste welzijnsvoorzieningen worden

aangeboden.

AdviestrajectIn het adviestraject van MOVISIE wordt

gewerkt vanuit de beleidscyclus van

gemeenten. De focus ligt op het ver-

sterken van de samenwerking tussen

gemeenten, burgers en maatschap-

pelijke organisaties tijdens de verschil-

lende fasen van beleidsontwikkeling.

Zo worden gemeenten in de fase van

maatschappelijk agenderen geholpen

om met verschillende spelers te

komen tot een breed maatschappelijk

gedragen agenda. MOVISIE biedt ook

advies in de fase van afspraken maken

over het optimaliseren van de rol van

opdrachtgever en opdrachtnemer. In de

uitvoeringsfase kunnen professionals

Bent u al WNS-proof?MOVISIE heeft ruime ervaring met trainings- en

adviestrajecten rondom Welzijn Nieuwe Stijl (WNS).

In 2012 verbreden wij het aanbod. De adviseurs van

MOVISIE passen zelf ook de acht bakens van Welzijn

Nieuwe Stijl toe. Dat wil zeggen, dat er goed wordt

geluisterd naar de vraag en gericht wordt gewerkt

aan het gewenste resultaat.

Aanbod voor gemeenten

worden getraind op de gewenste

competenties en het participeren

van burgers. Tot slot wordt in de

evaluatie- en verantwoordingsfase

geadviseerd over hoe de gemeente

haar beleid meer horizontaal kan

verantwoorden.

Meer informatie: Sophie Straatman ([email protected] of 030 789 20 77) en Saskia van Grinsven ([email protected] of 030 789 21 02), www.movisie.nl/welzijnnieuwestijl.

MOVISIE is mede-uitvoerder van het stimuleringsprogramma Welzijn

Nieuwe Stijl en heeft een breed ondersteuningsaanbod voor

gemeenten en welzijnsinstellingen. Een kleine greep uit ons aanbod:

• Verkenningstocht Organiseren Nieuwe Stijl. Hoe krijgt u grip op

horizontale ketensamenwerking en netwerksturing?

• Hoe stel je een maatschappelijke agenda op? Werken met de

5 V’s van ‘waarderend organiseren’ met het veld.

• Workshop Relatie opdrachtgever-opdrachtnemer. Hoe werken

gemeente en welzijnsorganisatie samen? En hoe betrekt u de

burger Welzijn Nieuwe Stijl.

• Workshop Formeel - informeel in balans. Hoe krijg je als gemeente

de formele en de informele werkers met elkaar aan tafel?

• Workshop Zichtbaarheid van resultaten. Gemeenten willen weten

wat het maatschappelijk effect is van een interventie, welzijns-

instellingen kijken meer naar de resultaten van de interventie.

Hoe verbind je dat?

• Ondersteuning en advies bij Zelfregieversterkend werken. Wat is

zelfregie eigenlijk en op welke manier wordt er aan gewerkt?

• Teamdag Welzijn Nieuwe Stijl. Met de afdelingen Welzijn en Wmo

van gemeenten werken aan uw visie en implementatie van de

nieuwe ontwikkelingen.

• Inspiratiebijeenkomst Welzijnswerker Nieuwe Stijl. Inzicht en

ideeën om met Welzijn Nieuwe Stijl aan de slag te gaan.

• Workshop Netwerken leefbaarheid in wijken en gebieden. Samen

met burgers, maatschappelijke organisaties, politie, welzijn, zorg

en verschillende gemeente-afdelingen.

Meer informatie: www.movisie.nl/welzijnnieuwestijl

en Training & Advies 030 789 22 22 of [email protected]

Met cocreatie kun je zorgen voor ondersteuning op maat.

4

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

Kwetsbare groepen

Sommige burgers kunnen zich niet op eigen kracht in de

samenleving redden. MOVISIE besteedt veel aandacht aan de

hulpverlening en activering van deze kwetsbare groepen.

1. Wat gaat er voor cliënten veranderen?

Linda Mook: “Cliënten die nu

begeleiding krijgen, zullen heel

concreet merken dat het niet meer

vanzelfsprekend is dat ze dezelfde

begeleiding houden. De gemeenten

moeten bezuinigen en voor minder

geld hetzelfde doen. Bovendien

wordt er bij gemeenten heel anders

gedacht dan in de zorg. Cliënten

worden vooral als burger benaderd.

De gemeente gaat met jou aan de

keukentafel overleggen wat jij wilt en

welke oplossingen er mogelijk zijn.

Daarbij wordt gekeken naar je eigen

mogelijkheden, naar wat mensen om

opgepakt moet worden. Ieder jaar

komen er weer nieuwe onderwerpen

bij. Ik kan me voorstellen dat

sommige raden om die reden zeggen:

we kijken alleen naar het effect voor

onze zorginstelling. Of we richten ons

alleen op die en die gemeenten. Als je

kiest voor de Wmo, zet dan jezelf in

de kijker. Nodig een paar raadsleden

uit en laat zien hoe de begeleiding

er in de praktijk uitziet en wat je als

cliëntengroep nodig hebt. Gemeenten

zullen uit zichzelf dat contact niet snel

zoeken. Maar er worden straks wel

door gemeenten besluiten genomen

die een deel van de achterban echt

raakt in hun dagelijkse leven. Stel een

werkgroep samen van mensen die hier

mee te maken krijgen. Die kan voor

de cliëntenraad het voorwerk doen.”

Meer informatie: Karin Sok ([email protected] of 030 789 20 76).

Straks ben je geen cliënt meer

“Artsen hebben geen visie op diversiteit.” De nieuwe publicatie ‘Aan het woord’ van MOVISIE

portretteert ervaringsdeskundigen op allerlei

terreinen. Zij vertellen hoe ze hun ervaringskennis

hebben omgezet in ervaringsdeskundigheid.

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Als de functie begeleiding in 2013 in de Wmo komt, kan dit gevolgen

hebben voor 50.000 mensen met een verstandelijke beperking, 55.000

GGZ-cliënten en 30.000 mensen met een lichamelijke beperking. En ook:

wat betekent de decentralisatie voor cliëntenraden? Linda Mook van het

landelijk steunpunt medezeggenschap LSR geeft antwoord op drie veel

gestelde vragen van cliëntenraden.

Eén van hen is Mehmet Uygun,

drijvende kracht achter Stichting

Allochtonen en Kanker, wiens zoon Ali

zeven jaar lang tegen kanker streed.

Tijdens het ziekteproces van zijn zoon

deed Uygun twee ontdekkingen. Ten

eerste dat specialisten, ziekenhuizen

en patiëntenorganisaties nauwelijks

investeren in diversiteit. Veel instanties

zijn volgens hem voor allochtonen

onbereikbaar en vice versa. Informatie

in bijvoorbeeld het Turks of Marok-

kaans is vrijwel niet beschikbaar.

In zijn eigen gemeenschap blijken

mensen weinig te weten over hun

eigen lichaam. Daardoor herkennen

ze bepaalde symptomen niet of

interpreteren deze verkeerd. Vrouwen

onderzoeken bijvoorbeeld niet snel hun

borsten op knobbeltjes. De stichting

je heen voor je kunnen betekenen,

of er vrijwilligers zijn. Verder kunnen

cliënten minder aanspraak doen op

gespecialiseerde voorzieningen. Ook is

het inkoopbeleid van gemeenten heel

anders dan in de zorg.”

2. Wat verandert er voor cliëntenraden?

Linda Mook: “Cliëntenraden krijgen

er een nieuw terrein bij waar ze

zich in moeten verdiepen en waar

ze cliënten over zullen moeten

informeren. Cliëntenraden verliezen

soms ook een stuk zeggenschap. Het is

namelijk niet gezegd dat bijvoorbeeld

dagbesteding, begeleid zelfstandig

het informeren van professionals,

zet hij zijn ervaringskennis om in

ervaringsdeskundigheid. Hij is daarmee

een voorbeeld van de vele personen die

in deze publicatie hun eigen, soms heel

vervelende, levenservaringen weten te

overstijgen en erin slagen die om te

zetten in initiatieven die bijdragen aan

het verbeteren van de positie van

andere mensen.

‘Aan het woord. Portretten van

ervaringsdeskundigen’, Anna van Deth,

Anouk Poll en Henk Beltman.

ISBN 978-90-8869-076-1.

Meer informatie over Stichting Allochtonen en Kanker: www.stichtingak.nl.

heeft daarom een folder gemaakt

over hoe een vrouw dit kan doen.

Uygun: “Als ik op een congres een

wetenschapper vraag naar een goed

praktijkvoorbeeld over allochtonen,

krijg ik nooit een onderbouwd

antwoord. Artsen en ziekenhuizen

hebben geen visie op diversiteit. Ze

gebruiken de smoes dat allochtonen

hen niet begrijpen. En patiëntenorga-

nisaties zeggen dat ze allochtonen niet

kunnen bereiken. Maar dat komt niet

alleen door de taalkwestie.”

Mehmet Uygun gebruikt zijn

ervaringen om andere mensen te

helpen die hetzelfde meemaken. Door

op te komen voor de belangen

van allochtone patiënten, via het

geleiden naar de juiste instantie en

Aan het woordPortretten van ervaringsdeskundigen

Anna van DethHenk Beltman Anouk Poll

Nieuwsbrief & werksessiesMOVISIE heeft een

nieuwsbrief uitgebracht

met een overzicht van

de decentralisaties en de

gevolgen daarvan voor

cliënten en de medezeggen-

schap. Verder organiseert

MOVISIE hierover werkses-

sies. Op 22 september 2011

was er zo’n sessie voor de

RIBW-cliëntenraden, op

13 december 2011 voor de

cliëntenraden van organisa-

ties in de gehandicaptenzorg

in samenwerking met het

LSR en op 20 december 2011

voor de WSW/WWB-raden.

De uitkomsten van deze

sessies zijn binnenkort te

vinden op www.movisie.nl/

clientenparticipatie.

Nodig een paar raadsleden uit en zet jezelf in de kijker.

wonen en kortdurend verblijf onder

dezelfde voorwaarden bij dezelfde

organisatie blijven. Ik verwacht dat

cliëntenraden meer zullen gaan

samenwerken met andere partijen. Met

andere zorgaanbieders bijvoorbeeld

maar ook met Wmo-adviesraden,

patiëntenorganisaties en MEE. Samen

kun je voorlichting geven. En je kunt

samen optrekken naar de gemeente

en aangeven aan welke criteria

goede begeleiding moet voldoen.

Samen met het kennisprogramma

Cliëntenparticipatie van MOVISIE

oriënteren we ons op die gevolgen van

de decentralisaties voor de medezeg-

genschap en hoe cliëntenraden daar op

kunnen inspelen.”

3. Wat kunnen cliënten- raden nu al doen?

Linda Mook: “Ik raad cliëntenraden

aan om keuzes maken. De Wmo is

één van de vele onderwerpen die

Ook cliëntenraden gaan de effecten van de decentralisatie merken: zij moeten actiever de gemeente opzoeken.

U wilt zich goed voorbereiden op de veranderingen in de functie

begeleiding? MOVISIE biedt workshops en presentaties voor

zorgaanbieders in de GGZ en de verstandelijk gehandicaptenzorg.

De veranderingen vragen een enorme omslag in de manier van

werken, de inhoud, locatie en organisatie van het aanbod. Dit geldt

zeker voor aanbieders met een uitgebreid aanbod op het gebied van

dagbesteding en individuele (woon)begeleiding. Hoe gaat u daarmee

om? En hoe gaat u zich positioneren tegenover collega-aanbieders

op het gebied van zorg en welzijn? In 2011 heeft MOVISIE hierover

een lezing gehouden tijdens een werkconferentie van Altrecht Talent

voor beleidsmedewerkers van de regiogemeenten uit de provincie

Utrecht. Bij Philadelphia vinden binnenkort twee sessies plaats: een

met de regiodirecteuren en een met de accountmanagers.

Ook iets voor uw instelling? Neem contact op met: Anne-Marie van Bergen ([email protected] of 030 789 20 67).

Tip voor zorgaanbieders

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

5

Leefbaarheid

MOVISIE mobiliseert alle partijen om samen te werken aan het oplossen van lokale

sociale problemen. Burgers, organisaties en gemeenten kunnen zelf het leefklimaat

van hun eigen buurt, wijk, dorp of stad verbeteren.

Projectleider Bianca de Vos van

de GGD Hart voor Brabant is

ervan overtuigd. “Een groene

woonomgeving levert een bijdrage

aan de gezondheid. Je gaat eerder

naar buiten, je beweegt meer en er

zit minder fijnstof in de lucht.” Uit de

Brabantse Gezondheidsmonitor blijkt

dat de gezondheid in de Tilburgse

achterstandswijken minder goed is

dan in andere wijken. “Mensen in

een groene omgeving gaan minder

vaak naar de huisarts. Er zijn minder

kinderen met overgewicht en de kans

op depressie is dertig procent kleiner.”

De wijk in Bianca de Vos leidt het project

‘Wijkgezondheidswerk Tilburg’ waarbij

gezondheidswerkers in vier Tilburgse

wijken activiteiten uitvoeren die

passen bij de wijk, al dan niet samen

met opbouwwerkers. “Afgelopen

tien jaar hebben we in Tilburg veel

ervaring opgedaan met wijkgericht

werken. Daardoor kennen we de

wijken in Tilburg en we weten dat

in achterstandswijken relatief veel

mensen wonen met een slechtere

gezondheid en ongezondere leefstijl.

Met dit project willen we de gezond-

Je voelt je gezonder in een groene wijkIn vier Tilburgse impulswijken zijn welzijn, zorg

en groen gekoppeld. De GGD Hart voor Brabant

werkt hierbij samen met het opbouwwerk,

wooncorporaties, de thuiszorg en de scholen.

De eerste drie wijkmoestuinen zijn hiervan een

voorbeeld. “Dit is goed voor de leefbaarheid en

goed voor de gezondheid.”

heid van wijkbewoners stimuleren en

de gezondheidsverschillen tussen de

wijken kleiner maken.”

Samen Groot verschil met tien jaar terug

is dat de GGD nu kiest voor een

(community) bottom up benadering.

“Dit project wordt gedragen door

de bewoners”, knikt Bianca. “Alle

activiteiten worden vanuit de beleving

en behoeften van bewoners ontwik-

keld. Als gezondheidsdienst heb je

toch de neiging om met gezondheid

onder je arm een wijk binnen te

banjeren. Door deze werkwijze

hebben we veel meer contact met

bewoners. Het lukt ook beter om

samen te werken met de organisaties

die al in de wijk actief zijn, zoals

het opbouwwerk, scholen, politie,

huisartsen en sportorganisaties.”

KindertuinIn iedere wijk heeft de GGD een wijk-

gezondheidswerker ingezet die samen

met de bewoners activiteiten van de

grond tilt. Zo is er een cursus span-

ningsklachten opgezet vanuit en voor

Marokkaanse vrouwen. Er zijn inmiddels

allerlei moestuinen, kindertuinen en

wijktuinen te bewonderen die door de

bewoners worden bijgehouden. Ook bij-

zonder: sommige bewoners hebben hun

voortuin groen ingericht op kosten van

hun woningcorporatie. En verder zijn

er opruimacties waarbij wijkbewoners

met elkaar hun wijk opruimen. “Vooral

kinderen zijn hiervoor te porren”, vertelt

Bianca. “Zeker als we een prijsje geven

per strekkende meter afval.”

Meer informatie: Chris Veldhuysen ([email protected] of 030 789 22 28) , www.movisie.nl/samenlevingsopbouw

"Dit project wordt gedragen door de inwoners."

Verder lezenIn het winternummer van het

tijdschrift MO/Samenlevings-

opbouw staat een artikel

over de samenwerking

tussen GGD, opbouwwerk,

bewoners en groene

organisaties op wijkniveau,

geschreven door MOVISIE en

Zet-Brabant.

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Wat werkt wel en wat niet?MOVISIE biedt een databank met ruim zestig effectieve methoden. Zoekt u

een geschikte methode die helpt bij de transities? Kijk dan in de databank,

vergelijk de methoden en kies er één die bij uw lokale situatie en burgers past.

Dit biedt de databankDe databank bevat ruim zestig

methoden die elders met succes zijn

toegepast. Ze zijn gratis beschikbaar

voor alle gemeenten en professionals

in de sociale sector. Elke methode kent

vier delen: een beschrijving, onderbou-

wing van de methode, praktijk-

ervaringen en uitkomsten van eventu-

eel wetenschappelijk effectonderzoek.

Zo vindt u wat u zoektU kunt op drie manieren naar een

methode zoeken: op alfabetische

volgorde, op trefwoord en op thema.

De tien thema’s zijn: buurtontwikkeling,

culturele diversiteit, eenzaamheid, huise-

lijk geweld, maatschappelijke activering,

maatschappelijke opvang, mantelzorg-

ondersteuning, ouderenparticipatie,

seksueel geweld en vrijwillige inzet.

Aan de slag De databank is te vinden op www.

movisie.nl/effectievesocialeinterventies.

Databank met 60 effectieve methoden

Activerend huisbezoek‘Activerend huisbezoek’ bij ouderen is een methode om de zelfred-

zaamheid van zelfstandig thuiswonende 55-plussers te verbeteren.

Uit praktijkervaringen blijkt dat activerend huisbezoek voorziet in

een behoefte: ouderen krijgen lucht als ze de zaken op een rijtje

kunnen zetten. Wel wordt benadrukt dat activerend huisbezoek een

vorm van gespecialiseerd vrijwilligerswerk is, waarbij met opleiding

en begeleiding flink in de vrijwilligers geïnvesteerd moet worden.

Effectonderzoek geeft goede aanwijzingen voor de effectiviteit van

huisbezoeken in het algemeen. Door de opzet van de onderzoeken

valt helaas nog niets te zeggen over de effecten van activerende

huisbezoeken.

Werk: een zorg minder! ‘Werk: een zorg minder!’ is een methode voor het activeren van

langdurig werklozen met multiproblematiek. Centraal staat het bezig

zijn met werk in en vanuit een activeringscentrum. De methode is het

resultaat van twee jaar lang experimenteren in vier gemeenten. De

praktijkervaringen zijn positief. De deelnemers geven aan dat ze door

deze vorm van activering op eigen tempo positief zijn veranderd.

Uit effectmeting blijkt dat na afloop van het traject de overgrote

meerderheid geactiveerd is, terwijl in de controlegroep het overgrote

deel van de cliënten nog steeds in een rusttraject zit.

OntmoetingscentraBij de methode ‘Ontmoetingscentra’ geeft een vast team begeleiders

ondersteuning aan mantelzorgers en mensen met dementie. Dit

gebeurt onder één dak, op een laagdrempelige plek in de wijk. In

1993 is het eerste ontmoetingscentrum in Amsterdam geopend,

inmiddels zijn er 51. Een grote meerderheid van de cliënten is zeer

tevreden: de centra leiden tot uitbreiding van het sociale netwerk

en daarmee tot een vermindering van de druk op verzorgers. Uit de

diverse effectonderzoeken blijkt een positief effect op de gedrags-

problemen van de dementerenden en uitstel van opname.

Als u met een methode aan de slag

wilt dan kunt u met de ontwikkelaar

contact opnemen voor een handboek

of soms zelfs een training.

Heeft u ook een methode? U kunt uw methode aanmelden voor

opname in de databank. Voorwaarden:

• De methode beschikt over een

handboek of handleiding.

• De methode kent minimaal twee jaar

praktijkervaring.

• De methode wordt door minimaal

twee organisaties gebruikt.

Meer informatie: Peter Rensen ([email protected] of 030 789 22 64).

Een groene woonomgeving levert een bijdrage aan de gezondheid.

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

6

meer dan tachtig gemeenten en een

groot aantal organisaties hebben

deelgenomen aan diverse trajecten

van ‘W+W+Z=Maak het samen!’, in de vorm

van praktijkwerkplaatsen en workshops. Het

stimuleringsprogramma is uitgevoerd door drie

kennisinstituten: Vilans, Aedes-Actiz Kenniscen-

trum Wonen-Zorg en MOVISIE. Hierdoor was het

mogelijk om een uitgebreid netwerk in te zetten

én de kennis te bundelen, om te kunnen ingaan

op een diversiteit aan vraagstukken. Dit heeft

geleid tot verheldering en versterking van de

eigen regievoering van de deelnemende

gemeenten. Ook heeft het programma diverse

publicaties opgeleverd als inspiratie voor andere

gemeenten. Op de website wwzmaakhetsamen.nl

staan voorbeelden en methoden voor het

vormgeven van de regiefunctie.

LastigIn veel gemeenten zijn overlegorganen waar de

stakeholders op WWZ-terrein elkaar tegenkomen.

Het beeld dat organisaties en gemeente van elkaar

hebben, is wisselend. Het gesprek aangaan, het

uitspreken van verwachtingen om te komen tot

een effectievere organisatie, is niet eenvoudig. De

binnen het programma ontwikkelde ‘Thermometer

Wonen Welzijn Zorg’ biedt hierbij uitkomst. De

thermometer is door verschillende partijen digitaal

in te vullen. Hij geeft de stand van zaken weer rond

de samenwerking en maakt de lastige gesprekspun-

ten inzichtelijk en bespreekbaar. “Met de thermo-

meter ontdekten we hoe verschillend we denken

over de doelen. Het hielp ons structuur te geven

aan waar we met z’n allen naar toe willen. Dit is

de basis geworden voor een stevig vervolg.”

Scenario-denkenHoe behoudt u in financieel krappe tijden een

duurzaam stelsel aan voorzieningen wanneer er

een toenemende vraag is naar ondersteuning?

Deze vraag stond centraal in de praktijkwerkplaats

‘Toekomstscenario’s regie en organisatie WWZ’,

waar onder andere de gemeenten Nieuwegein

en Zaanstad aan deelnamen. Inzicht in trends

op lange en korte termijn vormt de basis voor

het organiseren van een toekomstgerichte

WWZ-organisatie. Een van de leerpunten is het

belang van het benoemen van beïnvloedbare

en niet beïnvloedbare ontwikkelingen. Voor een

duurzaam stelsel is het essentieel u goed voor

te bereiden op verschillende scenario’s waarbij

uw visie leidend is. Scenario-denken is een

handvat bij het maken van keuzes in economisch

zware tijden. De ervaringen binnen deze

praktijkwerkplaats hebben geleid tot de publicatie

Scenariodenken in de WWZ-praktijk.

Eind 2011 stopt ‘W+W+Z=Maak het samen!’ Het programma

moest de regiefunctie en de samenwerking tussen lokale

partijen versterken en gemeenten ondersteunen. Wat heeft het

opgebracht en hoe gaan we verder?

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Wonen, welzijn en zorg toekomstgericht

De thermometer WWZ is ontwikkeld door Bureau

HHM en te vinden op www.wwzmaakhetsamen.nl

Meer informatie: Anita Peters ([email protected] of 030 789 20 64) en Hilde van Xanten ([email protected] of 030 789 21 67), www.wwzmaakhetsamen.nl

Unieke Leergang in 2012Bent u ook een partner in community arts of

wilt u dat worden? ‘Partners in Community Arts’

is een unieke leergang voor zowel sociale als

culturele professionals die zich bezighouden met

de ontwikkeling en uitvoering van community

arts-projecten.

Op 2 maart 2012 start de leergang ‘Artistieke

verbeeldingskracht als antwoord op maatschap-

pelijke vraagstukken’. Deze leergang, al drie

keer met succes georganiseerd, bestaat uit

zes bijeenkomsten en projectopdrachten. Het

geeft u inzicht in uw rol bij het opzetten en

uitvoeren van community arts-projecten.

Cocreatie staat hierbij centraal. Cursisten kunnen

rekenen op inspirerende gastdocenten, krijgen

feedback op hun projectplan en intervisie. De

leergangen zijn door eerdere deelnemers als

“zeer inspirerend” ervaren.

De eerste leergang start op 2 maart 2012

in Arnhem. Deze wordt verzorgd door KCG,

Edu-art, INHOLLAND Academy, Community

Arts Lab XL en MOVISIE. Saskia van Grinsven

van MOVISIE en Sikko Cleveringa van CAL-XL

zijn de docenten. Cursisten krijgen na afronding

een certificaat van de INHOLLAND Academy.

Aanmelden kan tot 10 februari 2012 via

www.kcg.nl > theater.

Meer informatie: Elsbeth Rozenboom, senior kunsteducatie ([email protected] of 026 351 90 29) en Saskia van Grinsven ([email protected] of 030 789 21 02).

Achttien vrouwen vertellen in ‘Duizend en één Sterren’ hoe

zij een steentje bijdragen aan de samenleving. Het boekje

is één van de opbrengsten van ‘Duizend en één Kracht’: een

programma waarbij gemeenten, vrijwilligersorganisaties,

vrijwilligerscentrales, vrouwenorganisaties en migranten-

organisaties intensief samen hebben gewerkt aan de

maatschappelijke participatie van allochtone vrouwen.

De sterren van Duizend en één Kracht

Congres 20 maart 2012

Een goede regievoering is bedoeld

om de burger beter te bedienen met

een efficiëntere inzet van middelen.

Dit is ook de kern bij gebiedsgericht

werken en dat krijgt vorm in woon-

servicegebieden. In een programma

van de SEV (Stuurgroep Experimenten

Volkshuisvesting) is daar met tien

proeftuinen verder aan gewerkt. De

uitkomsten worden gepresenteerd op

het Landelijke Congres Woonservice-

gebieden op 20 maart 2012.

“Ik kan mijn droom nu realiseren.”Op haar zestiende kwam Cigdem Aygun vanuit

Turkije naar Nederland. Cigdem was dolblij dat

zij in contact kwam met Proteion Thuiszorg in

Venlo. “Ik wilde altijd al in de zorg werken,

maar omdat ik niet gestudeerd heb, was de kans

klein dat dat zou lukken. Wonder boven wonder

kwam ik via een kennis terecht bij Proteion en

hun project ‘Allochtone vrouwen in de zorg’.

Hier mocht ik een snuffelstage lopen. Vanaf dat

moment is er een wereld voor me open gegaan.

Naast het feit dat ik veel ervaringen rijker ben,

heb ik me ook gerealiseerd dat je nooit te oud

bent om te leren. En dankzij dit project kan ik

in de toekomst mijn droom realiseren: werken in

de zorg.”

“Ik voel me een stuk beter.”Ruim drie jaar geleden kwam Fartuun Maha-

muud als asielzoeker uit Somalië. Sinds kort

loopt ze stage bij ‘Meer! met elkaar’, onderdeel

van welzijnsonderneming Divers in Den Bosch.

Het project helpt geïsoleerde vrouwen op weg

in de Nederlandse maatschappij, onder andere

door hun passend vrijwilligerswerk te bieden.

De stage betekent veel voor Fartuun: “Nu ik

dit werk doe, voel ik me een stuk beter. De

hele dag thuiszitten vind ik saai. Ik heb nieuwe

mensen leren kennen. Ook na mijn stage spreek

ik met ze af. Ze komen bij me op bezoek en

soms koken we met elkaar.”

Gratis boekjeDe verhalen van de sterren uit vier jaar Duizend en

één Kracht zijn te lezen in het boekje ‘Duizend en

één Sterren. 18 succesverhalen uit Duizend en

één Kracht’. Het eerste exemplaar is tijdens de

Grote Finale op 9 december uitgereikt aan H.K.H.

Prinses Maxima.

Meer informatie: Annemarie van Hinsberg ([email protected] of 030 789 21 14), www.duizendeneenkracht.nl.

Cigdem Aygun liep stage bij Proteion Thuiszorg. Fartuun Mahamuud loopt stage bij Divers in Den Bosch.

Prinses Maxima tijdens de Grote Finale van Duizend en één Kracht op 9 december

7

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

mens en organisatie

MOVISIE adviseert en ondersteunt maatschappelijke organisaties en

overheden bij vragen op het gebied van organisatieversterking en

organisatieverandering. Uitgangspunt is het vinden van evenwicht

tussen organisatiedoelen, resultaten en de motivatie van mensen.

Rotterdam is in één deelgemeente gestart

met het gebiedsgericht organiseren, als

proeftuin. Wethouder Florijn: “Waarom

deze kanteling? In het leven van mensen gaat

het er niet om uit welk financiële potje iets komt,

maar hoe je een steuntje in de rug krijgt zodat

je mee kunt blijven doen in de maatschappij.

Per gebied kijken we wat voor ondersteunings-

structuur er in dat gebied nodig is. De diversiteit

in Rotterdam is namelijk groot, in Kralingen is

het anders dan in Feijenoord. We zijn op zoek

naar een systeem dat meer vertrouwen legt

bij de zorgprofessional en dat zorginstellingen

aanspreekt op het leveren van resultaten. In deze

omslag proberen we aan te sluiten op wijk- en

buurtniveau.”

BegeleidingParallel aan deze ontwikkeling heeft Rotterdam

net als elke andere gemeente te maken met de

decentralisatie van de extramurale begeleiding.

Florijn: “Het gaat in Rotterdam om 8.000

kwetsbare mensen. Dat is een grote groep die

uiteenvalt in een aantal subgroepen. Van mensen

met een beperking tot dak- en thuislozen, maar

bijvoorbeeld ook kwetsbare jongeren. Je ziet

in een grote stad als Rotterdam dat er meer

kwetsbaren zijn en dat de problematiek ook

zwaarder is. We hebben in Rotterdam dus een

grote opgave die ook nog eens met minder

geld gedaan moet worden. Dit moeten we dus

zorgvuldig aanpakken.”

AfsprakenZo’n vijfendertig organisaties bieden begeleiding,

telt de wethouder. Er is een budget mee gemoeid

van tussen de 75 en 100 miljoen euro. “We zijn

nu bezig met het opstellen van een uitgangsno-

titie. In maart 2012 gaan we die bespreken met

alle betrokkenen: instellingen, patiëntengroepen

en natuurlijk de mensen zelf. We willen afspraken

maken over waar we gebiedsgerichte verbindin-

gen kunnen leggen en wat we stedelijk gaan

doen, bijvoorbeeld heel specialistische begeleiding

aan zintuiglijk gehandicapten of zwaar gehandi-

capte kinderen.”

FocusDe kanteling vraagt ook van zijn mensen bij de

gemeente om een andere werkwijze. “Ik wil dat

ze de praktijk opzoeken, dat ze weten wat er per

deelgemeente gebeurt en waar de pareltjes zitten,

dat ze weten hoe de organisaties hierin staan. Zijn

we flexibel of zitten ze in de weerstand?” Een van

zijn grootste uitdagingen is hoe hij in Rotterdam

de verbinding kan leggen tussen de portefeuilles

werk & inkomen en zorg. “Met de bezuinigingen

op het participatiebudget en de invoering van

de Wet werken naar vermogen moet Rotterdam

zich opnieuw oriënteren op hoe we omgaan

met mensen die een zeer grote afstand tot de

arbeidsmarkt hebben. Dat heeft een grote link

met de huidige dagbesteding in de AWBZ.

“Daarom leg ik de focus in het re-integra-

tiebeleid niet alleen op betaald werk, maar

ook op preventie en participatie. En daarom

geloof ik ook in een gezamenlijke aanpak

met de zorgverzekeraars. In de toekomst zijn

gemeenten en zorgverzekeraars verantwoordelijk

voor de zorginkoop.” Vanuit het programma

WWZ Maak het samen volgt MOVISIE het

proces in Rotterdam. We doen dit vanuit het

vraagstuk samenwerking en regievoering bij

decentralisering.

Meer informatie: Anita Peters ([email protected] of 030 789 20 64) en Marjoke Verschelling ([email protected] of 030 789 22 42).

Wethouder Rotterdam zoekt nieuwe verbindingen Rotterdam is bezig om zorg en welzijn gebiedsgericht te

organiseren. Volgens wethouder Marco Florijn is dit voor

Rotterdam een hele nieuwe aanpak waarbij het versterken

van de zelfredzaamheid van mensen centraal staat.

De decentralisatie betekent voor gemeenten dat zij aan de slag

moeten met relatief onbekende doelgroepen en aanbieders.

Maar er is meer: hoe verhoudt de decentralisatie zich tot

de kanteling? MOVISIE-adviseur Christine Kuiper belicht de

veranderingen vanuit organisatorisch perspectief.

Een goede visie voorkomt reparaties

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

De decentralisatie is lastig voor gemeenten“Er is inderdaad nog veel onzeker: het precieze

budget, de kosten van de uitvoering en het aantal

mensen over wie het gaat. Bovendien vraagt de

decentralisatie tijd, nieuwe competenties en kennis

van beleidsadviseurs en uitvoerende medewerkers.

Hierdoor kunnen kleinere gemeenten zich genood-

zaakt zien om gezamenlijk diensten in te kopen. Dit

beperkt de beleidsvrijheid van deze gemeenten.”

Minder beleidsvrijheid“Je moet je afvragen wat dit voor effect heeft

op de gewenste kanteling naar de participatiesa-

Gebiedsgericht werken is een nieuwe aanpak voor de gemeente Rotterdam, waarbij de zelfredzaamheid van mensen centraal staat.

menleving. De gemeente kan door gezamenlijke

inkoop lokaal minder maatwerk leveren. Burgers

hebben daarmee via de gemeentepolitiek minder

invloed op het beleid. Dit is van invloed op de

betrokkenheid van burgers bij het gemeentelijk

beleid. Het is belangrijk dat gemeenten de voor-

en nadelen van gezamenlijke inkoop helder aan

burgers communiceren.”

Tips voor gemeenten“De kunst is om de betrokkenheid van

organisaties en burgers niet uit het oog te

verliezen. Juist zij zijn essentieel om de kanteling

vorm te geven. Betrek hen vanaf dag één en

De methode van de vijf V’s

Waarderend organiseren werkt volgens de methode van de 5 V’s:

1. Verwoorden: In deze fase werkt u als gemeente samen met maatschappelijke organi-

saties en cliënten/burgers (hierna ‘partners’ genoemd) de vraagstukken, dilemma’s en

ideeën uit en vertaalt u deze in heldere onderwerpen en vraagstukken.

2. Verdiepen: Samen met de partners brengt u in kaart waar u in uw gemeente al suc-

cesvolle voorbeelden van decentralisatie ziet. U benoemt de succesfactoren en positieve

ervaringen. Door het uitwisselen en zichtbaar maken van positieve voorbeelden

ontstaat vertrouwen in het veranderproces en creëert u betrokkenheid.

3, Verbeelden: Samen met de partners ‘droomt’ u over wat zou kunnen zijn, waardoor

een visie op de toekomst ontstaat.

4. Vormgeven: Hoe kunt u de visie realiseren? Deze stap levert een overzicht van elemen-

ten die nodig zijn om te verwezenlijken wat er bedacht is.

5. Verwezenlijken: Wie doet wat? Deze fase leidt tot een concreet plan van aanpak,

waarbij acties worden toegekend aan degenen die het meest kundig en gepassioneerd

zijn om ermee aan de slag te gaan.

formuleer samen met hen een visie. ‘Waarderend

organiseren’, ook wel appreciative inquiry, is een

goede methodiek daarvoor. Hierbij staat niet het

probleem centraal, maar ga je uit van de kracht

van de betrokkenen en de ambities voor de

toekomst. De weg van waarderend organiseren

vraagt misschien meer tijd in de beginfase, maar

voorkomt reparaties achteraf.”

Meer informatie: Christine Kuiper ([email protected] of 030 789 21 03).

8

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

Beroepsontwikkeling

Het werk van de sociale professional verandert permanent, omdat maatschappij en

beleid voortdurend in beweging zijn. MOVISIE vertaalt deze veranderingen naar de

werkvloer in zorg en welzijn.

Waarom aandacht voor welzijnsmanagers?Sonja Liefhebber: “De sector zorg

en welzijn is sterk in beweging.

Door de ontwikkelingen verandert

niet alleen de relatie tussen

opdrachtgevers en opdrachtnemers.

Ook de relatie tussen organisaties,

mogelijke samenwerkingspartners

en concurrenten én de relatie

tussen de welzijnsprofessionals en

de burger verandert. Stilstand is

achteruitgang. We leven in een tijd

waarin een organisatie voortdurend

wordt uitgedaagd tot verbetering en

verandering. Ook na de introductie

van Welzijn Nieuwe Stijl en de

decentralisatie van begeleiding zullen

nieuwe veranderingen zich aandienen.

De manager moet ervoor zorgen dat

de organisatie en de medewerkers

permanent in beweging blijven.”

Waar ligt de sleutel?Judith van de Haterd: “Veranderingen

blijken vaak moeizaam van de grond te

komen en leiden lang niet altijd tot het

beoogde resultaat. Het zijn de profes-

sionals die het moeten doen en het is

de kunst van de manager om ze zo te

ondersteunen dat zij de verandering

zelf in gang zetten. Te vaak nog wordt

gedacht dat het genoeg is om één

bijeenkomst te organiseren waar het

management een nieuwe visie presen-

teert. Of dat de manager vooral aan de

slag gaat: hij gaat zijn visie uitdragen,

maakt een mooi implementatieplan en

vitaliteitstrainers van MOVISIE: “Het is

eigenlijk gek dat mensen hier weinig

aandacht aan besteden. Vooral nu met

bezuinigingen staan mensen erg onder

druk en is het behoud van vitaliteit

een noodzaak. Door te investeren in

vitaliteit, kun je als organisatie beter

inspelen op het verloop en de vergrijzing

van personeel. Het zorgt namelijk niet

alleen voor blije, betrokken en produc-

tieve medewerkers, maar ook voor lager

verzuim en een beter imago.”

HRMAandacht voor vitaliteit is niet alleen

in het belang van medewerkers.

Maryse den Hollander ziet ook een rol

weggelegd voor managers en HRM-

functionarissen. “Een manager kan

een vitaliserende werking hebben op

medewerkers. Bijvoorbeeld door oog

te hebben voor kwaliteiten van mede-

Bij vitaliteit draait het om levenskracht,

het bruisen van energie en je fit voelen.

Vitaliteit is een basisbehoefte. Elk mens

wil zich prettig en energiek voelen.

Maryse den Hollander, een van de

Werken aan vitaliteit is helemaal niet moeilijk

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

De decentralisatie lijkt vooral een uitdaging voor gemeenten, maar hoe zit

dat met managers van welzijnsorganisaties? Volgens Judith van de Haterd

en Sonja Liefhebber, adviseurs bij MOVISIE, is hun rol onderbelicht. Terwijl zij

cruciaal zijn bij het slagen van het transitieproces.

Vergeet de welzijnsmanager niet

Vitale mensen hebben meer plezier in hun werk,

presteren beter en zijn minder vaak ziek. Het

afgelopen jaar heeft MOVISIE dan ook hard gewerkt

om meer vitaliteit in zorg en welzijn te brengen. Er

zijn trainingen en publicaties voor medewerkers,

HRM-functionarissen en managers.

Nieuw profiel in de maakSonja Liefhebber en Judith van de Haterd werken aan het nieuwe

profiel van de professionele manager in welzijn en maatschappelijke

dienstverlening waarin de volledige breedte van het vak wordt

belicht. Voor meer informatie www.movisie.nl/beroepsontwikkeling.

gaat mensen motiveren om te verande-

ren.” Liefhebber: “Hierin ligt een klas-

sieke denkfout. Mensen zijn namelijk

niet te veranderen, dat kunnen ze alleen

zelf. Mensen zijn uit zichzelf betrokken

en gemotiveerd, kunnen zelf analyses

maken en zoeken naar passende oplos-

singen. Maar er moet wel ruimte zijn

om het verleden te duiden, het oude

los te laten en in gesprek te gaan met

elkaar over de vernieuwing. De kunst is

vertrouwen te hebben in de kennis en

inzichten van de medewerkers, dit naar

boven te halen. Experimenteer hiermee

en leer ervan."

Wat vraagt dit van de manager?Judith van de Haterd: “Er is een ander

type leiderschap nodig, gericht op het

managen van relaties, ondernemer-

schap en kennis van veranderkunde.

De manager moet een intern onderne-

werkers en te stimuleren dat zij zich

ontwikkelen. Een HRM-functionaris

kan met een vitaliteitsbril kijken naar

verzuimcijfers, medewerkerstevreden-

heid of opleidingsresultaten. Waar

valt verbetering te halen door vanuit

de organisatie actief aandacht te

besteden aan vitaliteit? Of organiseer

een workshop voor medewerkers

waarin zij zich bewust worden van

vitaliteit. Werken aan vitaliteit hoeft

niet moeilijk te zijn. Het kan ook met

kleine stappen.”

AanbodMOVISIE heeft diverse materialen

en trainingen ontwikkeld om

mersklimaat creëren en zelf persoonlijk

ondernemerschap bezitten. De focus

van organisaties mag hierbij niet alleen

gericht zijn op kortetermijnresultaten.

Om in veranderende tijden bij te blijven,

moeten managers de kennis, ervarin-

gen, innovaties en ideeën vanuit het

uitvoerend werk mobiliseren en vertalen

naar de strategie en producten.”

En hoe doe je dat?Sonja Liefhebber: “Kennis van de wijk

of stad, de doelgroep en ervaringen

uit andere gemeenten en sectoren

over (beleids)ontwikkelingen moet hij

samen met de medewerkers en burgers

kunnen verbinden met het uitvoerend

werk. Nieuwe ideeën verder verrijken en

verder ontwikkelen. Hierbij past een die-

nende managementstijl. Ruimte geven,

waarderen en vertrouwen bieden.”

Meer informatie: Sonja Liefhebber ([email protected] of 030 789 21 26) en Judith van de Haterd (j.vandehaterd@ movisie.nl of 030 789 2122).

eén bijeenkomst waar een manager een nieuwe visie presenteert is niet genoeg.

MOVISIE is gestart met het

project Body of Knowledge. Dit

is gericht op het versterken en

herijken van het kennisfundament

voor het sociaal werk op basis

van de urgente vragen die op

dit moment in de samenleving

klinken. Het project Body of

Knowledge kent drie delen:

sociaal wetenschappelijke

grondslagen, moreel-ethische

en normatieve fundamenten

en methodieken en methoden

voor sociaal werk. Samen met

hogescholen, de lectoraten

van het hoger sociaal-agogisch

onderwijs en het werkveld

is een groslijst gemaakt van

onderwerpen die een plek moeten

krijgen in de Body of Knowledge.

Hiervoor zijn gesprekken gevoerd

met sleutelpersonen in de sociale

sector. In een expertmeeting

is een eerste schifting in de

groslijst aangebracht. Eind 2012

is de Body of Knowledge via

een website beschikbaar. De

centrale redactie van het Body

of Knowledge ligt bij Hans van

Ewijk, Margot Scholte en Ard

Sprinkhuizen. Coördinerend

projectleider is Gery Lammersen.

Meer informatie: Gery Lammersen ([email protected] of 030 789 2125) of kijk op: www.sociaalwerkindewijk.nl

HRM-functionarissen, managers en

medewerkers te helpen stappen

te zetten. Voor medewerkers is

er de training en het werkboek

‘Tijd voor Vitaliteit’. Hierin gaan

beroepskrachten aan de slag met hun

eigen vitaliteit. Wat zijn energiegevers

en -vreters en hoe kom je meer in

balans? Managers krijgen handvatten

voor de begeleiding van medewerkers.

Voor hen is er daarnaast een

kaartenset met zeven werkende

principes van vitaal leidinggeven. In

de training voor HRM-functionarissen

ligt de nadruk meer op wat vitaliteit

oplevert en welke instrumenten een

organisatie kan inzetten. Daarnaast

kunnen zij aan de slag met een vitaal

instrumentenboek.

Kijk voor meer informatie over de materialen en trainingen op www.movisie.nl/vitaliteit.

Nieuw: Body of Knowledge

9

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

Huiselijk en seksueel geweld

Huiselijk geweld is het meest voorkomende geweldsdelict in

Nederland. MOVISIE ondersteunt overheid en uitvoerders bij

signalering, preventie en het effectief aanpakken van huiselijk

en seksueel geweld.

Jaarlijks zijn meer dan 118.000 kinderen slachtoffer van kindermishandeling.

In slechts 817 gevallen wordt aangifte gedaan. Opvallend: professionals doen

nauwelijks aangifte van kindermishandeling. Hoe de aanpak van kinder-

mishandeling kan verbeteren, staat in een advies dat op 23 november 2011

is aangeboden aan de Kinderombudsman. MOVISIE is één van de opstellers.

Aanpak kindermishandeling schiet tekort

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Als organisatie of instelling voor mensen met een verstandelijke beperking

is niets zo fijn als kunnen zeggen dat je je zaakjes goed op orde hebt. Daar

hoort ook bij dat de fysieke, sociale en emotionele veiligheid gegarandeerd is,

zowel voor professionals en vrijwilligers als voor cliënten en bezoekers. Vanaf

februari 2012 zijn er een toolkit en train-de-trainer beschikbaar waarmee u

kunt werken aan de sociale veiligheid.

Toolkit voor organisaties voor mensen met een verstandelijke beperking

De toolkit en de train-de-trainer zijn de

opbrengsten van het project ‘Werken

aan sociale veiligheid’. Vier organisaties

hebben een jaar lang gewerkt aan het

verbeteren van de sociale veiligheid

in hun organisaties, begeleid door

MOVISIE en Vilans. De vier organisaties,

Daelzicht, Humanitas, Odion en

Reinaerde, hebben ook meegewerkt

aan de instrumenten die nu in de

toolkit te vinden zijn.

Belangrijkste reden om aan de slag

te gaan met dit materiaal is dat

mensen met een verstandelijke

beperking extra kwetsbaar zijn voor

grensoverschrijdend gedrag, doordat

ze afhankelijk zijn van een organisatie

of instelling. Organisaties hebben

daarmee een grote verantwoordelijk-

heid voor de veiligheid van hun

cliënten en van hun medewerkers,

professionals en vrijwilligers. Een

tweede reden is dat werken aan sociale

veiligheid naadloos aansluit bij de

ontwikkeling en implementatie van het

Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg.

Jongste cijfers Er zijn grote verschillen tussen

gemeenten en regio’s bij het registreren

van cijfers en bij het bieden van hulp

aan mishandelde kinderen en hun

gezinnen. Dat blijkt uit het onlangs

verschenen rapport ‘Kinderen in tel’

van het Verwey-Jonker Instituut. De

onderzoekers constateren dat deze

verschillen niet alleen te verklaren

zijn uit verschillend registratiebeleid.

Kindermishandeling komt in bepaalde

regio’s daadwerkelijk meer voor. De

meest voorkomende vormen zijn:

verwaarlozing en het getuige zijn van

huiselijk geweld.

Verder blijkt dat er in Nederland nog

weinig specifieke hulp is voor getrau-

matiseerde slachtoffers van kinder-

mishandeling. Er is beslist geen sprake

van landelijke dekking als het gaat om

effectieve aanpak van mishandelde

kinderen. Wat voor behandeling een

kind krijgt, wisselt van stad tot stad.

In de toekomst worden die verschillen

vermoedelijk alleen maar groter omdat

gemeenten volledig verantwoordelijk

worden voor de jeugdzorg, voorspellen

de onderzoekers. Nu ligt die taak nog

deels bij provincies.

Hoe het beter kan?De Kinderombudsman heeft MOVISIE

en vijf andere partijen gevraagd

om advies hoe de aanpak van

kindermishandeling in Nederland kan

worden verbeterd. Op 23 november

2011 is het rapport ‘Vóór veilig en

verder’ aangeboden. Hierin stellen

de experts voor om de aanpak van

kindermishandeling op drie onderdelen

te versterken:

Impuls 1: activering van de

samenleving

Burgers moeten worden gestimuleerd

om samen de verantwoordelijkheid

te dragen voor een veilig opvoed- en

opgroeiklimaat voor kinderen. Niet

Vooral de domeinen cliëntveiligheid,

lichamelijk en psychisch welbevinden,

interpersoonlijke relaties, deelname aan

de samenleving bieden de organisaties

mogelijkheden voor implementatie van

de bevindingen uit het project ‘Werken

aan sociale veiligheid’.

Tijdens de slotconferentie op 13

oktober 2011 bleek dat de vier

deelnemende organisaties aan de slag

gaan met het werken aan bewust-

wording, zowel op organisatieniveau

als op de werkvloer. Zij gaven alle

vier aan dat bewustwording op deze

niveaus heel belangrijk is. En ook

aandacht voor wat als grensoverschrij-

dend gedrag ervaren wordt vanuit het

perspectief van de cliënt. Daarnaast

hebben de vier organisaties behoefte

om verder te gaan met de instrumen-

ten uit de toolkit.

Toolkit en train-de-trainerFebruari 2012 is de toolkit beschikbaar.

Hierin zitten instrumenten voor

managers, kwaliteitsfunctionarissen

en beleidsmedewerkers (deel 1), en

voor teamleiders en professionals

(deel 2). De train-de-trainer is gericht

op gedragswetenschappers, opleiders

en senior begeleiders in de zorg.

Voor meer informatie: Kristin Janssens ( [email protected] of 030 789 22 29).

alleen de professional heeft dus een

taak, maar feitelijk iedereen. Burgers

kunnen signaleren, hulp aanbieden

en indien nodig een melding doen bij

professionals.

Impuls 2: gerichte en getrapte

preventie

Conform de principes van positief

opvoeden moeten alle gemeenten in

Nederland een gerichte en getrapte

preventiestrategie invoeren om kinder-

mishandeling te voorkomen. Niet meer

bieden dan nodig, maar ook niet minder.

Kindermishandeling kent vele vormen

en gradaties. Met getrapte preventie

bied je maatwerk aan gezinnen, ook als

het gaat om kindermishandeling.

Impuls 3: een integraal en

multidisciplinaire aanpak

Voor gezinnen met complexe, ernstige

vormen van kindermishandeling is

een integrale en multidisciplinaire

aanpak nodig. Op dit moment zijn

er twee proeftuinen in Haarlem en in

Leeuwarden die experimenteren met

deze aanpak.

De Kinderombudsman heeft inmiddels

een brandbrief aan de Tweede Kamer

geschreven waarin hij de drie impulsen

onderschrijft.

Het adviesrapport ‘Vóór veilig en

verder’ is te downloaden via

www.movisie.nl.

Meer informatie: Lou Repetur ([email protected] of 030 789 21 17).

Lou Repetur: “Waarom doet niemand iets?”

“Ik vind het ongelofelijk dat de morele paniek over kindermishandeling in Nederland zo minimaal is. We

hebben een rijksbrede aanpak loverboys en een nationaal rapporteur mensenhandel. Waarom hebben we dat

niet voor kindermishandeling? Bij kindermishandeling gaat het altijd om iemand die je kent en dat is in onze

samenleving blijkbaar veel moeilijker om mee om te gaan dan een loverboy, een soort vijand buitenshuis.

Ik heb volwassenen gesproken die als kind zijn mishandeld en zij zeggen allemaal hetzelfde: waarom deed

niemand iets? Voor mij is dat de belangrijkste boodschap van het advies: iedereen kan en moet iets doen!

Daarnaast vind ik dat kindermishandeling en huiselijk geweld in een rijksbrede aanpak meer aan elkaar

gekoppeld moeten worden als twee delen van een medaille.”

De Kinderombudsman met de vertegenwoordigers van o.a het Nederlands Jeugdinstituut, de Bernard van Leer Foundation, MOVISIE, Augeo Foundation, het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak en het Kinderrechtencollectief bij de aanbieding van de Brandbrief aan de Tweede Kamer.

10

De quickscan is onderdeel van een omvat-

tender actieplan om de regionale aanpak

van seksueel geweld te verbeteren. Te

beginnen met Utrecht en Eindhoven is het doel

om in alle 35 centrumgemeenten een soortgelijk

onderzoek uit te voeren en de gemeentelijke

ketenpartners een steuntje in de rug te geven bij

het formuleren en uitvoeren van verbeteracties.

Kennis ebt wegDe laatste jaren is veel kennis en ervaring

in het signaleren, bespreekbaar maken en

behandelen van slachtoffers van seksueel geweld

weggesijpeld. Ook is het hulpverleningsaanbod

verschraald en is met name lotgenotenhulp

moeilijk te krijgen. Eén van de redenen hiervoor

is dat preventie en hulpverlening na seksueel

geweld vanaf 2000 langzaam uit de aandacht

is verdwenen, nadat het in de jaren tachtig

juist hoog op de agenda van instellingen en

Utrecht en Eindhoven verbeteren aanpak seksueel geweldMOVISIE heeft een quickscan uitgevoerd naar de aanpak van

seksueel geweld in Utrecht en Eindhoven. De uitkomsten hebben

beide gemeenten tot actie gebracht. De gemeenten gaan zorgen

dat het hulpaanbod van de instellingen beter te vinden is.

Verder zullen ze het thema seksueel geweld expliciet opnemen

in bestaande overleggen. Ook deskundigheidsbevordering staat

in het verbeterplan van beide gemeenten.

overheden stond. Vanaf dat moment is ook

steeds minder geïnvesteerd in deskundigheid,

uitwisseling, samenwerking en zorgvernieuwing

rond seksueel geweld.

HofnarretjeHet is niet denkbeeldig dat de slinger weer de

andere kant opgaat. De onderzoeken van de

commissies Deetman en Samson naar seksueel

geweld in respectievelijk kerkelijke internaten en

jeugdinstellingen alsmede grote misbruikzaken

als ‘Het Hofnarretje’ drukken overheden en

hulpverleningsinstellingen met de neus op de

feiten. Seksueel geweld heeft grote impact op

de slachtoffers, hun omgeving en de samenle-

ving als geheel!

QuickscanDe quickscan in Utrecht en Eindhoven is

uitgevoerd in opdracht van het Partnership

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Aanpak Seksueel Geweld. Doel van dit samen-

werkingsverband is om gezamenlijk de preventie

en aanpak van seksueel geweld een impuls te

geven. Het samenwerkingsverband is opgericht

door Rutgers WPF, Fiom en MOVISIE en bestaat

nu uit zo’n twaalf organisaties waaronder GGD

Nederland, MOgroep, Federatie Opvang, de

politie en verschillende kenniscentra. MOVISIE

vervult de secretariaatsrol. Begin 2012 is de

projectsubsidie van VWS voor het Partnership

op en zal elders geld verworven moeten worden

voor activiteiten zoals de quickscan.

Meer weten over de quickscan, de verbeterplannen van Utrecht en Eindhoven of over het Partnership Aanpak Seksueel Geweld? Kijk op www.seksueelgeweld.info of neem contact op met Nicole Doornink ([email protected] of 030 789 20 85).

Op 20 december 2011 heeft minister Bijsterveld van

Onderwijs het startschot gegeven voor WE CAN

Young. In dit project gaan jongeren tussen de 14

en 18 jaar in vijftien gemeenten zelf aan de slag

om geweld tegen meiden en ongelijkheid tussen

jongens en meisjes aan te pakken. Het project is

een initiatief van Importante en MOVISIE en vormt

onderdeel van de campagne ‘WE CAN end all vio-

lence against women’. Doel: jongeren meer bewust

maken van geweld tegen vrouwen en ongelijkheid.

FacebookDe jongeren verzinnen zelf acties om anderen

aan het denken te zetten over ongelijkheid,

discriminatie van meisjes en geweld tegen meiden

en vrouwen. Hun plannen variëren van een

graffiti wall tot een debatmiddag, van filmpjes op

YouTube tot banners op Facebook. Projectleider

Charlot Pierik: "De jongeren bedenken welke

materialen er moeten komen, ze schrijven slogans

en maken zelf de ontwerpen. Hierbij krijgen ze

begeleiding van professionals. Een mooie kans om

mee te werken aan een goed doel en tegelijkertijd

hun cv te voorzien van een grote dosis ervaring

op het gebied van organisatie, samenwerken,

publiciteit en nieuwe media."

Meer informatie: Charlot Pierik ([email protected] of 030 789 2116) of kijk op: www.wecanyoung.nl

Mensen met een verstandelijke beperking zijn

vaker slachtoffer van seksueel geweld dan

mensen zonder beperking. Ook is het seksueel

geweld ernstiger, en zijn de plegers meestal

bekenden van het slachtoffer. Dit zijn een paar

resultaten van het onderzoek Beperkt

weerbaar van Rutgers WPF en MOVISIE dat

afgelopen november is verschenen.

Rutgers WPF en MOVISIE pleiten voor een actief

en adequaat beleid binnen instellingen, en de

daadwerkelijke implementatie daarvan. “De sector

is al actief met beleid, maar er is nog winst te

Jongeren pakken geweld tegen vrouwen aan

behalen in het vergroten van de signaalgevoelig-

heid bij alle betrokkenen, zeker de professionals,”

zegt Nico van Oosten, senior onderzoeker van

MOVISIE.

In het rapport worden aanbevelingen gedaan voor

instellingen, zorgprofessionals en de overheid.

Het onderzoeksrapport is te downloaden via

www.movisie.nl/seksueelgeweld.

Meer informatie: Nico van Oosten ([email protected] of 030 789 20 9)

WE CAN Young

Beperking maakt kwetsbaar voor seksueel misbruik

De Onderzoekscommissie Deetman deed van medio 2010 tot december 2011 onafhan-

kelijk onderzoek naar seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk

van 1945 tot 2010. MOVISIE heeft bijgedragen aan het eindrapport door het schrijven van

twee essays. Een over de geschiedenis van de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel

misbruik en een over de geschiedenis van de hulpverlening aan plegers van seksueel

misbruik. Daarnaast begeleidt MOVISIE begeleidt een project rond vroegsignalering en

preventie van seksueel misbruik in kerkelijke kring; door kerkelijk medewerkers én in

de gezinnen van de kerkgemeenschap zelf. Op de website van de Onderzoekscommissie

vindt u de samenvatting van het eindrapport en alle achterliggende documenten.

http://www.onderzoekrk.nl/

Meer informatie: Ina van Beek ([email protected] of 030 789 2082)

Verbetertraject commissie Deetman

11

Vrijwillige inzet en mantelzorg

In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers.

Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning

nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteits-

verbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.

In Zuid-Limburg is de grens niet in zicht, inte-

gendeel. Trajekt, een brede welzijnsorganisatie

in Maastricht en omstreken, zoekt op allerlei

manieren naar nieuwe samenwerkingsvormen

tussen beroepskrachten en vrijwilligers. In 2012

start Trajekt het project ‘Levensloopbestendige

buurten’. Jan Arts van Trajekt: “Het wordt een

driejarig project, maar we kijken tien jaar vooruit.

Ik verwacht dat de situatie over tien jaar helemaal

is omgedraaid. Dan sturen de vrijwilligers de

beroepskrachten aan in plaats van andersom.”

BuurtraadHet project, dat in drie buurten start, werkt zo. Elke

drie maanden is er per buurt een workshop. In één

middag maken de beroepskrachten en vrijwilligers

samen een analyse van de buurt. Wat zijn de pro-

blemen en welke drie gaan ze oppakken zodat er

over drie maanden voortgang is geboekt? Jan Arts:

“De vrijwilligers zijn bijvoorbeeld leden van een

buurtraad. Ze kennen de buurt en de problemen

en dat geldt ook voor de beroepskrachten. Na drie

maanden volgt een nieuwe workshop waarna weer

drie nieuwe problemen worden aangepakt.”

ToekomstplanOver tien jaar ziet Jan Arts levensloopbestendige

buurten voor zich met bewoners aan het stuur.

“Ik hoop dat we dan een kleinschalige, buurtge-

Projecten formuleren waarin doel, aanpak

en resultaten vaststaan, vrijwilligers zoeken,

projecten uitvoeren, verantwoorden en door

naar het volgende project. Niet alle burgers

spreekt dit aan en willen zich committeren aan

een organisatie. Mensen houden van ruimte en

vrijheid. Stap daarom eens uit de projectencar-

rousel. Maar de missie als bindend middel

nemen en verder alles loslaten levert veel vragen

op. Hoe weten we dan wie, wat, waar doet

en hoe houden we regie? Hoe beschermen we

onze cliënten? En hoe verantwoorden we de tijd,

kosten en mankracht die we er als organisatie

in investeren? Compleet loslaten is niet geschikt

voor alle missies, mensen, organisaties en

financiers. Want mensen houden van vrijheid én

van kaders, van stabiliteit én vernieuwing, van

orde én chaos. Mensen houden van paradoxen.

Als organisatie loont het om in paradoxen te

denken en te zorgen voor maximalisatie van

beiden uitersten. Zodra je loslaat dat je moet

kiezen tussen vrijheid en kaders stellen, opent

zich een wereld aan kansen.

Eigen initiatiefDeze paradoxale aanpak wint terrein, en met

succes. Voorbeelden zijn het KWF, Amnesty

International, het WNF, Prokkel en WE CAN. Zij

Beroepskrachten en vrijwilligers werken steeds meer samen.

Taken die eerst door beroepskrachten werden gedaan, worden nu

door vrijwilligers overgenomen. Grenzen verschuiven. Maar is er

wel een grens?

Waar ligt de grens?

richte organisatie hebben die geleid wordt door

burgers. Ik verwacht dat er heel veel inzet is van

allerlei mensen uit de buurt, eventueel aangevuld

met deskundige vrijwilligers van buiten de buurt

en met beroepskrachten.” In zijn toekomstplaatje

verdwijnt het woord vrijwilliger. “Het zijn burgers

die zelf aan het stuur staan.”

Eén beroepskrachtZover is het nog niet in Zuid-Limburg. Jan: “Maar

we zijn wel een eind op weg! We werken er nu

naartoe dat één beroepskracht samenwerkt met

een aantal vrijwilligers. In kleinere gemeenten

werken we bijvoorbeeld al met een betaalde

ouderenadviseur die vrijwillige ouderenadviseurs

aanstuurt. We hebben ook een ‘klapperproject’

waarbij één beroepskracht de coördinatie doet en

waarbij de vrijwilligers de ouderen helpen bij het op

orde brengen van hun papieren en formulieren.”

UitdagingGrote uitdaging voor Trajekt is om goede vrijwil-

ligers binnen te halen. Jan: “Je kunt niet alleen

werken met vrijwilligers uit de buurt, alleen al

omdat kwetsbare mensen niet altijd geholpen

willen worden door iemand uit de buurt. Maar

daarnaast willen we kwalitatief goede vrijwilligers

binnenhalen. Ik ben nu in overleg met bedrijven. Ik

wil kijken of de mensen die vanwege pensionering

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Denk ook eens in paradoxen

uitstromen als vrijwilliger voor ons willen gaan

werken.” Zelf is hij ook van plan om van stoel te

wisselen. “Trajekt heeft 185 beroepskrachten en

moet volgend jaar krimpen. Alle mensen boven de

zestig hebben een aanbod gekregen om vervroegd

uit te stromen. Ik denk er sterk over om dat aanbod

aan te nemen en zelf vrijwilliger te worden. Ik wil

meemaken of het echt gaat werken.”

Zorg beter met vrijwilligers‘Zorg beter met vrijwilligers’ is een project dat

zorgorganisaties helpt om beter om te gaan met

vrijwilligers. Vanuit dit project zijn handige gratis

materialen gemaakt, zoals ‘Samen sterk voor

welzijn’, een lesbrief over samenwerking tussen

beroepskrachten en vrijwilligers in de zorg.

Verder zijn er instrumenten over de verschillende

grenzen van vrijwilligers, zoals de handreiking

‘Grenzen’. Kijk op www.zorgbetermetvrijwil-

ligers.nl voor meer informatie en materialen. Het

impulspakket Samenspel gaat een stapje verder.

Hierin staat het samenspel tussen beroepskracht

én mantelzorger centraal.

Meer informatie: Anita Peters ([email protected] of 030 789 2064).

Over tien jaar sturen de vrijwilligers de beroepskrachten aan.

Gemeenten, welzijnsstichtingen en vrijwilligersorganisaties zijn

allemaal op zoek naar betrokkenheid en inzet van burgers bij

hun missie. De paradoxale aanpak wint terrein.

hebben een heldere missie, organiseren projec-

ten waar mensen zich voor kunnen inzetten,

maar daarnaast stimuleren ze ook dat mensen

hun eigen initiatief uitvoeren ten bate van de

missie. Of je nu een collecte, een sponsorloop,

Alpe d’HuZes of een feest organiseert, als jij je

betrokkenheid met de missie van het KWF wilt

omzetten in actie, zijn zij de eerste die met je

mee willen denken. Prokkel is ook zo’n inspire-

rend voorbeeld. Een Prokkel is een prikkelende

ontmoeting tussen mensen met en zonder een

beperking. Ontmoetingen moeten erop gericht

zijn dat de deelnemers zich bewust worden

van elkaars talenten. Hoe, door wie en waar de

ontmoeting wordt vormgegeven, staat de lokale

uitvoerders vrij. De Landelijke Prokkelorganisatie

zwengelt aan, ondersteunt en faciliteert, maar

neemt nooit over.

Wilt u als vrijwilligersorganisatie, welzijnsstichting

of gemeente paradoxen verkennen en betrokken-

heid genereren?

Meer informatie: Fraukje van Dijk ([email protected] of 030 789 2051) of Willem-Jan de Gast (w.degast@movisie of 030 789 2101) of kijk op www.movisie.nl/betrokkenheid

Vrijwilligers- management in de Wmo-raadHoewel Wmo-raden veelal op vrijwilligers draaien,

is er binnen die raden weinig aandacht voor vrijwil-

ligersmanagement. Een gemiste kans, want vrijwil-

ligersmanagement kan ervoor zorgen dat de Wmo-

raad over de juiste mensen beschikt en het werk

goed kan uitvoeren. Herkenbaar? MOVISIE heeft

een praktische handleiding opgesteld waarin u kunt

lezen wat vrijwilligersmanagement binnen Wmo-

raden inhoudt en hoe u ermee aan de slag kunt.

Hiervoor is gebruik gemaakt van de 5xB-methode

die stap voor stap met voorbeelden en instrumen-

ten is uitgewerkt. De brochure is een aanrader

voor Wmo-raden die bezig zijn nieuwe ambities en

rollen vorm te geven. Vrijwilligersmanagement kan

u helpen de gewenste samenstelling van de Wmo-

raad vorm te geven en de Wmo-raadsleden voor

langere tijd aan uw raad te binden.

De brochure ‘Vrijwilligersmanagement in de

Wmo-raad’ is te downloaden of te bestellen via

www.movisie.nl/publicaties.

Meer informatie: Vanessa Zondag ([email protected] of 030 789 22 59).

Onderzoek buurthulpHet project van Trajekt doet mee aan

een onderzoek naar de effectiviteit

van buurthulpmethoden, onderdeel

van het programma Sociaal Werken in

de Wijk. Kijk voor meer informatie op

www.movisie.nl.

Vrijwilligers kennen de buurt en de problemen.

Leestip‘Sturing en Ruimte. Een nieuw

managementconcept gebaseerd op de

filosofie van de paradox’, Leo van de

Vorst en Henk Roelofs (Kluwer, 2009).

12

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Vrijwilligersbranche heeft eigen agenda

De belangstelling vanuit studenten-

verenigingen voor vrijwilligerswerk

stijgt. Dat merkte MOVISIE tijdens de

congresweek Europese Tour. Studenten-

verenigingen hebben in veel gevallen

een maatschappelijke ambitie en stu-

denten willen best als vrijwilliger aan de

slag, zeker in de stad waar ze studeren.

Probleem is dat ze vaak niet weten hoe.

Ook organisaties weten vaak niet hoe ze

Vrijwilligerswerk door studenten

deze groep kunnen inzetten. MOVISIE

maakt zich sterk om studentenverenigin-

gen te helpen bij de uitwerking van hun

maatschappelijke aspiraties.

Meer informatie: Iris Kummeling ([email protected] of 030 789 21 45) of op www.vrijwilligerswerk.nl.

Congresweek Europese Tour: leerlingen interviewen minister Van Bijsterveldt (OCW) tijdens de bijeenkomst MaS in the Spotlight.

Congresweek Europese Tour: met deze intentieverklaring benadrukken bedrijven hun betrokkenheid bij MBO. De intentieverklaring werd getekend tijdens het eerste MBO Koplopersoverleg.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten (VWS) reikt samen met Ivo Niehe de landelijke meer dan handen awards uit. De uitreiking werd bijgewoond door Prinses Margriet.

Prinses Margriet poseert met de winnaars van de landelijke meer dan handen awards. De uitreiking vond plaats in het DeLaMar Theater in Amsterdam.

Optreden van Battle por fiesta tijdens de uitreiking van de landelijke meer dan handen awards.

Congresweek Europese Tour: studenten debatteren over de zin en onzin van vrijwillige inzet door studentenverenigingen tijdens een inspiratiearena.

Toekomstagenda De agenda van vrijwilligersorganisaties

liegt er niet om. Het vrijwilligerswerk

moderniseert en wil dat verder

doorvoeren door te bouwen aan

kennis over sociale media. Dit is één

van de nieuwe instrumenten voor het

vinden en binden van vrijwilligers dat

bovendien nieuwe vormen van vrijwil-

lige inzet creëert. Daarnaast willen de

organisaties hun vrijwilligers, besturen

en coördinatoren de kans geven om te

werken aan deskundigheid.

Op de ‘Toekomstagenda Vrijwil-

ligerswerk’ staat ook het instellen

van een goed opleidingsbeleid en het

erkennen van verworven competen-

ties. Dit maakt het vrijwilligerswerk

aantrekkelijker, hoewel de professio-

nalisering niet moet doorslaan, vinden

de organisaties. Geheel in lijn hiermee

gaan ze komende jaren actief aan de

slag met uitwisseling van kennis en

ervaring.

Nieuw is het initiatief om vrijwilligers

de kans te geven te ‘hoppen’ tussen

organisaties, om zo kennis te versprei-

den en competenties op te doen. Ook

het voornemen voor het vormen van

lokale coalities draagt bij aan kennis-

delen en aan de kwaliteit van de

dienstverlening. Een leuke ambitie is

het plan van vrijwilligersorganisaties

om ook zelf maatschappelijk verant-

woord te gaan ondernemen: Practice

what you preach! Een laatste punt op

de ‘Toekomstagenda Vrijwilligerswerk’

is het plan van vrijwilligersorganisaties

om overheden actiever te gaan

wijzen op het belang van een gunstig

vrijwilligersklimaat en de verantwoor-

delijkheid van de overheid hierin.

Manifest voor RutteDat laatste agendapunt sluit perfect

aan bij het manifest ‘Cement voor een

sterk gebouw’ van Vereniging NOV.

Zij roept premier Rutte en het kabinet

hierin op om verantwoordelijkheid te

nemen voor een brede vrijwilligers-

sector, dus een sector die niet alleen

gericht is op zorg. In het manifest

wordt gepleit voor een coördinerend

minister voor vrijwilligerswerk,

voor vrijwilligerswerkbeleid bij alle

departementen en voor een integrale

beleidsbrief vrijwilligerswerk. Er wordt

ook gevraagd om lastenverlichting,

het wegnemen van regeldruk en

het mogelijk maken dat giften

aan vrijwilligersorganisaties fiscaal

aftrekbaar zijn. Daar waar de

vrijwilligersorganisaties aangeven zelf

ook te willen investeren in de kwaliteit

en innovatie van het vrijwilligerswerk

en deskundigheidsbevordering van

het vrijwilligerswerk, vragen de

ondertekenaars van het manifest

aan de overheid dit actief te blijven

ondersteunen.

Het ministerie van VWS komt voorjaar

2012 met een nieuwe beleidsbrief

vrijwilligerswerk en mantelzorg.

DownloadsHet manifest Cement voor een sterk

gebouw: www.nov.nl.

De Toekomstagenda Vrijwilligerswerk:

www.movisie.nl.

Meer informatie: Mark Molenaar ([email protected] of 030 789 22 03).

13

2011 was het Europees jaar voor het vrijwilligerswerk. In heel Europa is

hard gewerkt aan het stimuleren van een gunstig vrijwilligersklimaat.

In de ‘Toekomstagenda Vrijwilligerswerk’ vertellen Nederlandse

vrijwilligersorganisaties hoe zij hiermee verder gaan. In het manifest

‘Cement voor een sterk gebouw’ roept Vereniging NOV premier Rutte op

om zijn verantwoordelijkheid te nemen.

In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers.

Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning

nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteits-

verbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.

Vrijwillige inzet en mantelzorg

Zorg vindt steeds vaker thuis plaats, met

mensen uit het eigen sociale netwerk.

Dat heeft alles te maken met de

veranderingen waar mensen met een chronische

ziekte of beperking mee te maken hebben. Zo

zijn de pakketmaatregelen van de AWBZ naar

de Wmo verschoven, komen cliënten alleen

nog in aanmerking voor een persoonsgebonden

budget als zij een indicatie voor verblijf hebben

en is kortdurend verblijf vanuit de AWBZ alleen

nog mogelijk als er permanent toezicht nodig

is. Maar hiermee is geen einde gekomen aan de

wijzigingen. Vanaf 2013 zullen namelijk nieuwe

aanvragen voor extramurale dagopvang vanuit de

Wmo worden opgevangen, vanaf 2014 geldt dit

voor alle aanvragen.

Druk op mantelzorgDoor alle bezuinigingen wordt de druk op

mantelzorgers groter. Mantelzorgers hebben een

eigen sociaal leven met bijbehorende activiteiten

BloemencorsoIn Gelderland en Overijssel worden verenigingen

vanuit de provincie aangemoedigd om hun man-

telzorgende leden ‘binnenboord te houden’. Ze

kunnen daarbij gebruik maken van een toolkit

met communicatiematerialen, handreikingen en

tips. Een mooi voorbeeld van een mantelzor-

gende vereniging is de bloemencorsovereniging

‘Veur Mekare’ in Lichtenvoorde. Eén van de

leden heeft een gehandicapt zoontje. Zijn andere

zoontje helpt graag mee met het bouwen van

de corsowagen. Maar dat kan niet altijd, omdat

de ouders vaak thuis moeten blijven voor hun

kind. Door de expliciete aandacht voor mantel-

zorgers zorgen de leden van ‘Veur Mekare’ er nu

voor nu dat één van hen het jongentje ophaalt,

op hem let tijdens het werken aan de wagen en

hem weer thuisbrengt.

Ideeënatelier Ook in Amersfoort ontwikkelen zich diverse

initiatieven om de mantelzorger sociaal

actief te houden. De gemeente heeft het

initiatief genomen om samen met verpleeg-

en verzorgingshuizen laagdrempelige dagopvang

te bieden waar burgers zonder indicatie terecht

kunnen. Samen met zorgverzekeraars Achmea

en Agis heeft de gemeente daarnaast twee

‘Ideeënateliers respijtzorg’ georganiseerd.

In tijden van bezuinigingen is het extra belangrijk om alert te

zijn op mantelzorgers. We hebben ze immers hard nodig!

Het vrijwilligerswerk anders organiseren zodat vrijwilligers

meer ruimte krijgen? Het kan, zo blijkt uit het adviesrapport dat

MOVISIE najaar 2011 maakte voor welzijnsstichting Haarlem

Effect. Zelfsturing door vrijwilligers biedt talrijke voordelen,

zoals grotere betrokkenheid van vrijwilligers en instroom van

een nieuw type vrijwilligers.

Geef de mantelzorger meer lucht

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Vrijwilligers willen graag meer invloed uit kunnen oefenen op activiteiten.

nodig om te kunnen ontspannen. Maar vanwege

de druk op het zorgen, zetten zij hun eigen

sociale activiteiten vaak op een laag pitje. Het

gevolg is dat het sociale netwerk slinkt en de

mantelzorger geen tijd heeft om nieuwe energie

op te doen. De kans op overbelasting wordt

hierdoor groter. En dat, terwijl we de mantelzorg

zo hard nodig hebben. Op diverse plekken in

Nederland zijn vernieuwende manieren van

gezamenlijk werken en denken ontstaan, die

leiden tot mooie alternatieve vormen van zorg

en ondersteuning.

Doel: verkennen of mantelzorgers in Amersfoort

meer mogelijkheden voor respijtzorg geboden

kan worden. Tijdens het atelier bleek dat de

thuiszorgorganisatie ‘Buurtzorg’ plannen had

voor een respijthuis en dat één van de instel-

lingen voor mensen met een beperking hierover

mee wilde denken en nog wel een locatie in het

centrum wist.

RespijtwijzerUit deze voorbeelden blijkt dat er verschillende

ideeën ontplooid worden om de mantelzorger

in tijden van bezuinigingen te ondersteunen en

sociaal betrokken te houden. Respijtzorg (tijdelijke

en volledige overname van de zorg) speelt

hierbij een belangrijke rol. Vele vernieuwende en

bestaande vormen van respijtzorg zijn te vinden

op www.respijtwijzer.nl.

Meer informatie: Roos Scherpenzeel ([email protected] of 030 789 20 65).

Amersfoort biedt dagopvang zonder

indicatie.

Willen vrijwilligers wel meer invloed?

“Zelfsturing door vrijwilligers is hot in het

vrijwilligerswerk”, merkt Vanessa Zondag

van MOVISIE. “Door alle bezuinigingen en

het wegvallen van beroepskrachten beseffen

organisaties dat ze het werk anders moeten

organiseren.” Het verzoek van welzijnsstichting

Haarlem Effect kwam dan ook niet als een

verrassing. “We willen de invloed van vrijwilligers

op een goede manier regelen, zodat ze weten

waar ze invloed op hebben en tevreden zijn over

de mate van invloed”, legt manager Moniek

Stricker van Haarlem Effect uit.

Digitaal MOVISIE heeft bij de welzijnsstichting een kort

digitaal onderzoek onder vrijwilligers gedaan naar

de huidige situatie in inspraak, medezeggenschap

en zelfsturing door vrijwilligers. Hebben vrijwilligers

invloed op bijvoorbeeld het activiteitenprogramma?

En is er ruimte voor eigen initiatief? Via interviews

met sleutelfiguren zijn de uitkomsten verder uitge-

werkt en gepresenteerd tijdens twee werksessies:

één met vrijwilligers en één met beroepskrach-

ten. Daar is ook een aantal vormen getoetst voor

de inspraak, medezeggenschap en zelfsturing

door vrijwilligers binnen Haarlem Effect. Vanessa

Zondag: “Het werkt goed om vrijwilligers

en beroepskrachten er in dit stadium al bij te

betrekken. Zo werken we meteen aan draagvlak

en eigenaarschap.”

UitkomstenUit het onderzoek blijkt dat vrijwilligers niet veelei-

send zijn. “Zij willen graag meer invloed uit kunnen

oefenen op activiteiten- en locatieniveau. Ze willen

ook meer duidelijkheid over hun bevoegdheden.

Iets meer dan de helft vindt het belangrijk om ook

mee te kunnen beslissen over vrijwilligerskwesties”,

vertelt Vanessa Zondag. “Professionele ondersteu-

ning blijft hierin belangrijk. Vrijwilligers hebben

namelijk vooral behoefte aan veiligheid en willen

het gevoel van rugdekking ervaren.” Moniek Stric-

ker is blij met het adviesrapport. “Heel verhelderend

als een derde partij zoals MOVISIE kritisch kijkt naar

dit onderdeel van het vrijwilligersbeleid. Met deze

uitkomsten kunnen we samen met de vrijwilligers

de inspraak, medezeggenschap en zelfsturing

vormgeven.”

Wilt u ook meer zelfsturing door vrijwilligers? Neem contact op met Vanessa Zondag ([email protected] of 030 789 22 59).

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

14

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

Nieuw kenniscentrum over maatschappelijke stage

Maatschappelijke stage is vanaf dit school-

jaar een exameneis voor alle leerlingen die

nu instromen in het voortgezet onderwijs.

Leerlingen kunnen geen eindexamen

doen als zij niet ten minste dertig uur

maatschappelijke stage hebben gedaan.

Maar nog lang niet alle scholen en

organisaties zijn er helemaal klaar voor om

maatschappelijke stage schoolbreed aan te

bieden of een maximaal leerresultaat uit

maatschappelijke stage te halen. Daarom

kunnen scholen, stagebieders en maat-

schappelijk makelaars vanaf nu terecht

bij het Kenniscentrum Maatschappelijke

Stage. Het kenniscentrum wordt bemand

door CPS Onderwijsontwikkeling en advies

en MOVISIE en is te bereiken via 06 31 02

63 63 of [email protected]. U kunt er terecht

voor informatie, advies op maat, onder-

steuning in de regio, trainingen, workshops

en intervisiebijeenkomsten. Natuurlijk kunt

u ook bij uw vertrouwde MOVISIE-adviseur

terecht met vragen. Kijk verder op

www.movisie.nl/maatschappelijkestage.

Diversiteit

De samenleving kent een grote verscheidenheid aan mensen. MOVISIE wil bijdragen

aan het verbinden van mensen en aan de participatie en het welzijn van burgers in

al hun diversiteit.

Leidinggevenden in zorg en

welzijn kennen het probleem:

allochtone vrouwen melden

zich regelmatig als vrijwilliger, maar

uiteindelijk haken ze vaak toch weer af.

Omdat de samenwerking niet soepel

loopt, omdat afspraken niet duidelijk

zijn en vanwege wederzijds onbegrip.

Dat is ook de ervaring van Sjoekie van

der Meer, projectleider van het project

‘Met Hart en Handen voor de Zorg’ en

ooit zelf leidinggevende in de zorg.

WervingZe ontwikkelde ‘Met Hart en Handen

voor de Zorg’, een eenjarig project in

Haarlem, waarbij twaalf professionals

zijn opgeleid die samen vijfentwintig

allochtone vrijwilligsters coachen. Een

mooi initiatief waar de gemeente, de

Vrijwilligerscentrale Haarlem en de

welzijnsinstelling DOCK alle drie warm

voor liepen. “We hebben de verschil-

lende rollen op elkaar aan laten sluiten

en zijn tot een alliantie gekomen. Daar

hadden we vanuit Duizend en één

Kracht ervaring mee opgedaan”, aldus

Jenny van Eyma van MOVISIE.

“We lezen regelmatig berichten van

meisjes die het leven niet meer zien

zitten”, vertelt Jasmina Nellestijn, pro-

jectleider bij Marokko Media, uitgever

van de populaire websites Marokko.

nl en Hababam.nl. Samen met Indian

Feelings, uitgever van de gelijknamige

website voor de Hindoestaanse gemeen-

schap, trok ze bij MOVISIE aan de bel.

“We maken ons echt bezorgd.”

Terecht, zo blijkt uit onderzoek. Jonge

Turkse en Hindoestaanse meiden

denken vier tot zes maal vaker aan

zelfmoord dan hun leeftijdgenoten.

Opvallend is dat het suïcidaal gedrag

van deze meisjes vaak te maken heeft

met de strenge regels thuis. “Ze kunnen

thuis meestal niet over hun gevoelens

Al jaren scoren meiden van Turkse en Hindoestaanse

afkomst veel hoger in de statistieken dan hun

leeftijdgenoten als het gaat om zelfmoordpogingen.

Hanneke Felten van MOVISIE maakte een

hulpgids: “Belangrijk is dat deze meiden op tijd

naar de hulpverlening stappen. Maar ook dat de

hulpverlening weet hoe ze kunnen helpen.”

praten, vooral niet als het gaat om zaken

als relaties, verliefdheid en seksualiteit.

En de angst voor roddel is enorm groot”,

vertelt Hanneke Felten. “Dezelfde

problemen gelden overigens ook voor

Marokkaanse meisjes, al doen zij minder

vaak een zelfmoordpoging.”

Je staat niet alleenSpeciaal voor deze meiden ontwikkelde

MOVISIE, samen met meiden uit de

doelgroep én Marokko Media en Indian

Feelings, de website www.jestaatnietal-

leen.nl. Felten: “We hebben gemerkt

dat de meisjes veel vooroordelen over

de hulpverlening hebben. Zo zijn ze

bang dat hun problemen onmiddellijk

aan hun ouders worden doorverteld, of

dat je bij wijze van spreken meteen in

een dwangbuis wordt gestopt. Internet

blijkt een veilige plek voor hen.”

Ook voor de andere kant was aandacht.

Felten: “We hebben de hulpverleners

achter de website getraind om beter

om te gaan met culturele verschillen.”

Daarnaast verscheen voor iedereen

die met jongeren werkt de publicatie

‘Als meiden geen uitweg meer zien’:

een praktisch gidsje met antwoord

op vragen als: hoe herken je suïcidaal

gedrag, hoe kun je deze meisjes helpen

en wat moet je juist niet doen?

Meer informatie: Hanneke Felten ([email protected] of 030 789 21 10) of kijk op www.jestaatnietalleen.nl

Afgelopen zomer zijn in Haarlem twaalf medewerkers uit vijf zorg- en

welzijnsinstellingen opgeleid om allochtone vrijwilligers op de werkvloer te

coachen. Voor de vrijwilligers blijkt dit een opstap naar werk. MOVISIE heeft

een trainingstraject ontwikkeld en traint de coaches.

Coaching op de werkvloer

Online hulp voor multiculturele meiden

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

TrainingstrajectIn de training hebben de medewerkers

de kneepjes van het coachen geleerd.

Ook is ingegaan op onderwerpen

als interculturele communicatie en

empowerment. Sjoekie: “Je ziet bij

coaches dat zij graag vrijwilligers

willen helpen. De training heeft de

coaches geleerd om open vragen te

stellen waardoor de vrijwilligers in hun

eigen kracht gaan geloven. Bijvoor-

beeld als ze een aanmelding krijgen

van een vrouw die vrijwilligerswerk

wil doen om punten te halen voor de

inburgering, niet omdat ze affiniteit

heeft met zorg of welzijn. In de

training stimuleren we coaches om

zo’n vrouw aan een vrijwilligersklus te

helpen waar wel haar hart bij ligt.”

Gemeente‘Met Hart en Handen voor de Zorg’ is

een mooi voorbeeld van een project

waarbij de gemeente Haarlem samen

met instellingen kwetsbare groepen

aan het werk helpt. Sjoekie: “Het is

een methodiek die overdraagbaar is

naar andere organisaties en ook in

te zetten in andere werksituaties.”

In Haarlem loopt het project januari

2012 af. Voorjaar 2012 is de

methodiek beschikbaar voor andere

gemeenten.

Meer informatie: Jenny van Eyma ([email protected] of 030 789 21 39).

Op 28 november 2011 maakte Jetta

Klijnsma de winnaar van de lustrum-

editie van de MOVISIE Diversiteitsprijs

bekend: OP STAP MET OMA van

Stichting Welzijn Innovatiegroep

Nederland. De Diversiteitsprijs bekroont

jaarlijks een project dat invulling geeft

aan diversiteit op lokaal, regionaal

of landelijk niveau. Het thema is dit

jaar ‘Ouderen, de generatie van de

toekomst?’ Uit het juryrapport: “Het

project brengt jong en oud samen.

Opa’s en oma’s doen immers altijd

leuke dingen en hebben extra aandacht

voor de jeugd. Jongeren vinden het

leuk om meer aandacht te hebben voor

(kwetsbare) ouderen.” De jury prijst de

oP STAP mET omA wint Diversiteitsprijs 2011

reikwijdte van het project: het bestrijdt

niet alleen eenzaamheid van ouderen,

maar ook van jongeren. De andere

genomineerden waren: ‘Dorpshulp’

(Bewonerscommissie Haskerdijken/

Nieuwebrug) en ‘Wat ik later wilde

worden’ (Stichting GetOud). Veertig

projecten hebben meegedongen naar

de prijs. Lees het juryrapport en bekijk

filmpjes over de drie genomineerde

projecten op www.movisie.nl/

diversiteitsprijs.

Meer informatie: Annie Oude Avenhuis ([email protected] of 030 789 21 15).

Coaches leren vrijwilligers om in hun eigen kracht te geloven.

Tien gemeenten onder de loepMOVISIE onderzoekt in 2012 in tien gemeenten wat hun beleid is

voor vrouwen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het onderzoek

is onderdeel van het landelijke programma ‘Eigen Kracht’ (het

vervolg op ‘Duizend en één Kracht’) waar het project ‘Met Hart en

Handen voor de Zorg’ onder valt. De uitkomsten komen beschikbaar

voor gemeenten die hun beleid en voorzieningen beter willen

toesnijden op de participatie van laagopgeleide vrouwen.

15

moVISIE kort

VERWACHT:

De gekantelde manier van werken, actiepunten voor gemeentenHoe bereidt de gemeente zich voor op de nieuwe AWBZ taken?

Uitgangspunt van beleid is de gekantelde manier van werken:

in een persoonlijk gesprek met betrokkenen bepalen wat nodig is.

Binnenkort op www.movisie.nl/decentralisatie

colofon

© MOVisie, Utrecht 2012

Jaargang 6, februari 2012, nummer 13

eindredactie: Communicatie MOVisie, i.s.m.

Tekstburo Gort

Teksten: MOVisie, Tekstburo Gort

Vormgeving en productie: suggestie & illusie, Utrecht.

Fotografie:

Hans van Rhoon, Bert spiertz, Friso spoelstra,

inge van Mill, Gerlo Beernink, Werry Crone en

Peter Hilz (Hollandse Hoogte), Harry de Fotograaf,

Joyce van Belkom

Overname van (delen van) artikelen is met

bronvermelding toegestaan.

issN: 1876-0422

MOVisie

Postbus 19129, 3501 DC Utrecht

Catharijnesingel 47, 3511 GC Utrecht

T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11

www.movisie.nl * [email protected]

Volg movisie op Twitter @movisie

inhoudelijke vragen:

[email protected] of 030 789 21 12.

Gratis abonnement op MOVISIES aanvragen of

beëindigen? Ga naar Mijn MOVISIE op www.movisie.nl

MOVisie is hét landelijke kennisinstituut en advies-

bureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden

toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de

aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van

welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. in ons

werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk &

seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid,

mantelzorg en vrijwillige inzet.

Chillen in het groenHet effect van van groen op hangplekken en

speelplaatsen op jongeren. Gratis te downloaden

via www.movisie.nl/publicaties

Decentralisaties:AWBZ, WWNV en Jeugdzorg

16

Vrijwilligers: vinden en binden van betrokken medewerkers (M&O)Hoe krijgt u de juiste vrijwil-

liger op de juiste plek? Hoe

kunt u ze waarderen en

belonen? En hoe zorgt u

dat vrijwilligers blijven? Te

bestellen voor € 8,50.

Als meiden geen uitweg meer zien 10 antwoorden over

suïcidaal gedrag onder

meiden van Turkse, Marok-

kaanse en Hindoestaanse

afkomst. Voor professionals

en vrijwilligers die werken

met meiden. Gratis te

downloaden of te bestellen

voor € 6,50.

Pleit voor vitaliteitEen vitale organisatie kent

een lager ziekteverzuim,

een beter imago en minder

ongewenst verloop. Voor

HRM-professionals.

Gratis te downloaden via

www.movisie.nl/vitaliteit.

Nieuwe publicaties Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl/publicaties.Prijzen zijn exclusief een bijdrage van € 2,50 in de verzendkosten.

hart

ziel

Een wegwijzer voor human resources

Pleit voor vitaliteit

GezondheidHoe gaat het met de gezondheid van homo’s en lesbo’s in Nederland?

In 2010 concludeerde het SCP dat homoseksualiteit steeds gewoner

is, maar nog altijd niet gewoon. Lesbische vrouwen, homomannen en

biseksuelen krijgen vaak te maken met onbegrip, discriminatie, afkeer,

uitsluiting, verbaal en fysiek geweld. Dat zorgt voor verschillende

gezondheidsklachten.

Handreiking homo-emancipatie

homo emancipatie gezondheid.indd 1 27-05-11 12:16

Handreiking homo-emancipatie

Gratis LHBT-beleidDeze handreiking biedt gemeenten handvatten om de

emancipatie van lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen

en transgenders (LHBT) te bevorderen zonder extra geld uit

te geven.

homo emancipatie Gratis LHBT-beleid.indd 3 14-10-11 16:06

Duizend en één sterrenIn Duizend en één Sterren

achttien van de vele,

inspirerende aanpakken

die voortkomen uit

Duizend en één Kracht.

Meer informatie: www.

duizendeneenkracht.nl

Krimp in beeld - De sociale gevolgen van demografische veranderingenIn een casestudy in de

gemeente Borger-Odoorn

in Drenthe wordt de

dagelijkse realiteit van het

wonen in een krimpgebied

geschetst. Gratis te

downloaden of te bestellen

voor € 5,-

Kr8! Met Kr8! hebben jongeren

in de begeleiding het heft

zelf in handen: zij worden

eigenaar en kiezen hun

eigen moment.

Gratis te downloaden of te

bestellen voor € 7,95

Profiel 'De zinvolle hulpverlener' Wat voor gedrag laat de

zinvolle hulpverlener zien?

Waar liggen zijn capacitei-

ten? Voor hulpverleners

die wat vaker stil willen

staan bij zingeving, van

cliënten, maar ook bij hun

eigen zingeving. Gratis te

downloaden.

Handreiking homo-emancipatie: gratis LHBT-beleidMet tips om de emancipatie

van lesbische vrouwen,

homomannen, biseksuelen

en transgenders (LHBT) te

bevorderen zonder extra

geld uit te geven. Gratis te

downloaden of te bestellen

voor € 5,00.

Handreiking homo-emancipatie: gezondheidLiteratuuronderzoek e

gezondheid van LHB’s

met aanbevelingen voor

gemeenten, instellingen

en professionals. Gratis te

downloaden of bestellen

voor € 7,00

De vitale leidinggevendeDeze kaartenset met ‘7

werkende principes van

vitaliteit’ biedt managers

inspiratie, tips en handvat-

ten voor meer vitaliteit.

Gratis te bestellen via

www.movisie.nl/vitaliteit.

KunstkrachtStem, beeld en verhaal van vrouwenKunstfactor presenteert

i.s.m. MOVISIE een

impressie van de

empowerende werking

van kunstbeoefening.

Zie www.kunstfactor.nl

VERWACHT:Hoe breng ik mensen in hun kracht?’Werken aan zelfregie betekent dat je klanten

ondersteunt bij het vinden van eigen oplossingen.

Voor werkers in hulp- en dienstverlening.

‘Kunst brengt…’Deze community arts-film

laat zien dat professionals

in Nederland en ontwikke-

lingslanden bezig zijn met

dezelfde maatschappelijke

en gezondheidsthema’s. Zie

www.movisie.nl/e-motive.

DuizenD en één Sterren

18 succesverhalen uit Duizend en één Kracht

1001sterren omslag.indd 2 24-11-11 16:04

De sociale gevolgen van demografische veranderingen

Krimp in beeld

omslag-Krimp.indd 1 12-12-11 14:33

Voor jongeren in begeleiding

Gulle gever of penningmeester?Doe de geldtype-test

De wondervraag als al je problemen opgelost zijn

Vrijheid, respect of roem…Wat vind jij belangrijk?

Ontdek je kracht met de

KR8-meter

kr8!-omslag.indd 1 28-10-11 16:09

De zinvolle hulpverlenerProfiel voor werken aan zingeving

6 februari 2012 – 4 dagdelen Kwartiermaken in een maatschappelijk steunnetwerkU maakt als professional Zorg en Welzijn kennis

met kwartiermaken in een maatschappelijk

steunnetwerk en de eigen rol daarin, zodat de

samenleving ontvankelijker wordt voor mensen

met een psychische beperking.

7 februari 2012 – 5 dagdelenCoaching VrijwilligersmanagementAls coördinator vrijwilligerswerk heeft u een

drukke baan. Op routine komt u een heel eind,

maar waar krijgt u energie van in uw werk? Wat

is het effect van uw inzet? Deze training gaat

hierop in.

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

TrainingenKijk voor het complete overzicht van onze trainingen op www.movisie.nl/trainingen. U kunt zich hier ook aanmelden voor een training.

Vitaal leidinggeven: 7 werkende principes

Op zoek naar het levende bewijs Evidence based werken

sluit aan bij de roep om

kwaliteitsverbetering. Ook

bij vrijwilligersorganisaties?

Gratis te downloaden of te

bestellen voor € 17,50.

Kees Penninx

Renske van der Zwet Op zoek naar het

levende bewijs

Een essay over evidence based werken

in de vrijwillige sector

7 februari – 4 dagdelenWNS-workshop Relatie opdrachtgever-opdrachtnemerIn deze workshop leert u hoe u als gemeente en

welzijnsorganisatie kunt samenwerken, maar ook

hoe u de burger betrekt bij het vormgeven van

Welzijn Nieuwe Stijl.

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Trainingsaanbod Welzijn Nieuwe StijlZijn professionals, organisaties en gemeenten

WNS-proof? Er zijn in 2012 nieuwe trainingen op

het gebied van Welzijn Nieuwe Stijl. Ga voor het

aanbod naar www.movisie.nl/trainingen.

10 vragen over suïcidaal gedrag onder meiden van

Turkse, Marokkaanse en Hindoestaanse afkomst

Als meiden geen uitweg meer zien