849 Grotere Rol Gemeenten In Jeugdbeleid

2
verslavingszorg/jeugdzorg 93 zorg & financiering > 6-2006 steeds meer de aandacht. Vaak beginnen jonge- ren tussen hun elfde en veertiende met drinken. Ondanks een wettelijk verbod kunnen jongeren onder de zestien jaar gemakkelijk aan alcohol komen. In 2004 gaf een kwart van de 12-16-jari- gen aan wel eens alcohol te kopen. Van de circa 1,2 miljoen probleemdrinkers in Nederland zoekt slechts een klein deel hulp bij de verslavingszorg. In 2004 zijn 30.000 cliënten behandeld voor een primair alcoholprobleem. Dat is tien procent meer dan in 2003. Ook in zie- kenhuizen is een toename van het aantal opna- mes zichtbaar vanwege alcoholproblemen: van 3900 in 2001 naar 4500 in 2004. Roken Voor roken is er, net als in de jaren negentig, opnieuw sprake van een dalende trend. Tussen 2003 en 2004 nam het percentage rokers in de bevolking van vijftien jaar en ouder af van 30 naar 28 procent. Ook het percentage zware rokers (20 of meer sigaretten per dag) daalde in 2004 weer iets: zeven tegenover acht procent in 2003 (en 10% in 2000). Onder jongeren wordt niet-roken steeds meer de sociale norm. Toch blijft roken in Nederland nog steeds de belang- rijkste oorzaak van voortijdige sterfte. In 2004 overleden ruim 19.000 mensen aan de directe gevolgen van roken. Van hen stierven er achtdui- zend aan longkanker. Bron: persbericht Trimbos Instituut, 15 mei 2006< > jeugdzorg 849 grotere rol gemeenten in jeugdbeleid Gemeenten krijgen een grotere rol in het jeugd- beleid. Alle jongeren die met ‘licht ambulante hulp’ uit de problemen kunnen komen, moeten bij gemeentelijke centra voor Jeugd en Gezin terecht kunnen. Op 6 juli jl. stemde de laatste ministerraad van Balkenende II in met deze kabinetsreactie op het advies van commissaris Jeugd- en jongerenbe- leid Steven van Eijck. Er is veel kritiek op het jeugdbeleid, dat over vele departementen en instanties versnipperd is. Van Eijck had voorge- steld om de rol van de gemeenten te versterken, omdat het lokaal bestuur het dichtst bij de pro- blematiek staat. Het kabinet neemt dat advies over. Zo worden taken op het gebied van opvoed- en opgroei- ondersteuning gebundeld in Centra voor Jeugd en Gezin. Dit worden de instanties voor alle jon- geren die met licht ambulante hulp – ofwel zon- der opgenomen te hoeven worden – al goed uit de problemen kunnen komen. De gemeente wordt niet alleen bestuurlijk eind- verantwoordelijk voor deze centra, maar ook voor de Zorg- en Adviesteams waarin alle rele- vante uitvoerende partijen samenwerken. De meerderheid van scholen en gemeenten vindt dat deze ZAT’s adequaat optreden. Verder komt er voor de geïndiceerde (jeugd)zorg en het speciaal onderwijs één geïntegreerde indicatiestellingsprocedure. Dit voorkomt dat kinderen en ouders een opeenstapeling van bureaucratische procedures moeten doorlopen. Overigens zal het kabinet gemeenten tevens meer invloed geven op de inzet van geïndiceerde zorg. Lokale partijen kunnen immers het beste aangeven welke kinderen in de problemen komen als zorg niet snel geboden wordt. Ook op elektronisch gebied valt er nog veel te winnen. Eind dit jaar komt er een verwijsindex om een betere informatie-uitwisseling in de jeugdketen te verwezenlijken. En ook krijgen alle kinderen vanaf 1 januari 2008 een elektro- nisch kinddossier jeugdgezondheidszorg.

Transcript of 849 Grotere Rol Gemeenten In Jeugdbeleid

Page 1: 849 Grotere Rol Gemeenten In Jeugdbeleid

verslavingszorg/jeugdzorg

93zorg & financiering > 6-2006

steeds meer de aandacht. Vaak beginnen jonge-ren tussen hun elfde en veertiende met drinken.Ondanks een wettelijk verbod kunnen jongerenonder de zestien jaar gemakkelijk aan alcoholkomen. In 2004 gaf een kwart van de 12-16-jari-gen aan wel eens alcohol te kopen.Van de circa 1,2 miljoen probleemdrinkers inNederland zoekt slechts een klein deel hulp bijde verslavingszorg. In 2004 zijn 30.000 cliëntenbehandeld voor een primair alcoholprobleem.Dat is tien procent meer dan in 2003. Ook in zie-kenhuizen is een toename van het aantal opna-mes zichtbaar vanwege alcoholproblemen: van3900 in 2001 naar 4500 in 2004.

Roken

Voor roken is er, net als in de jaren negentig,opnieuw sprake van een dalende trend. Tussen2003 en 2004 nam het percentage rokers in debevolking van vijftien jaar en ouder af van 30naar 28 procent. Ook het percentage zwarerokers (20 of meer sigaretten per dag) daalde in2004 weer iets: zeven tegenover acht procent in2003 (en 10% in 2000). Onder jongeren wordtniet-roken steeds meer de sociale norm. Tochblijft roken in Nederland nog steeds de belang-rijkste oorzaak van voortijdige sterfte. In 2004overleden ruim 19.000 mensen aan de directegevolgen van roken. Van hen stierven er achtdui-zend aan longkanker.Bron: persbericht Trimbos Instituut, 15 mei 2006<

> jeugdzorg

849 grotere rol gemeenten in jeugdbeleid

Gemeenten krijgen een grotere rol in het jeugd-beleid. Alle jongeren die met ‘licht ambulantehulp’ uit de problemen kunnen komen, moetenbij gemeentelijke centra voor Jeugd en Gezinterecht kunnen.

Op 6 juli jl. stemde de laatste ministerraad vanBalkenende II in met deze kabinetsreactie op hetadvies van commissaris Jeugd- en jongerenbe-leid Steven van Eijck. Er is veel kritiek op hetjeugdbeleid, dat over vele departementen eninstanties versnipperd is. Van Eijck had voorge-steld om de rol van de gemeenten te versterken,omdat het lokaal bestuur het dichtst bij de pro-blematiek staat. Het kabinet neemt dat advies over. Zo wordentaken op het gebied van opvoed- en opgroei-ondersteuning gebundeld in Centra voor Jeugden Gezin. Dit worden de instanties voor alle jon-geren die met licht ambulante hulp – ofwel zon-der opgenomen te hoeven worden – al goed uitde problemen kunnen komen.

De gemeente wordt niet alleen bestuurlijk eind-verantwoordelijk voor deze centra, maar ookvoor de Zorg- en Adviesteams waarin alle rele-vante uitvoerende partijen samenwerken. Demeerderheid van scholen en gemeenten vindtdat deze ZAT’s adequaat optreden. Verder komt er voor de geïndiceerde (jeugd)zorgen het speciaal onderwijs één geïntegreerdeindicatiestellingsprocedure. Dit voorkomt datkinderen en ouders een opeenstapeling vanbureaucratische procedures moeten doorlopen.Overigens zal het kabinet gemeenten tevensmeer invloed geven op de inzet van geïndiceerdezorg. Lokale partijen kunnen immers het besteaangeven welke kinderen in de problemenkomen als zorg niet snel geboden wordt. Ook op elektronisch gebied valt er nog veel tewinnen. Eind dit jaar komt er een verwijsindexom een betere informatie-uitwisseling in dejeugdketen te verwezenlijken. En ook krijgenalle kinderen vanaf 1 januari 2008 een elektro-nisch kinddossier jeugdgezondheidszorg.

ZenF-0606 cyaan.qxd 26-7-2006 10:11 Pagina 93

Page 2: 849 Grotere Rol Gemeenten In Jeugdbeleid

zorg

94 6-2006 > zorg & financiering

Ten slotte wil het kabinet meer zicht krijgen opde Nederlandse jeugd door de jeugdmonitor diein 2007 operationeel wordt en knelpunten inbeeld dient te brengen. De vraag van de bestuur-lijke eindverantwoordelijkheid voor de jeugd-zorg, die nu nog bij de provincies ligt, wordt

doorgeschoven naar een volgend kabinet. Deevaluatie van de Wet op de jeugdzorg is namelijkpas in het najaar gereed. Bronnen: Stcrt. 2006, nr. 130 en persbericht minister-raad, 7 juli 2006<

850 ross geeft 7,5 ton voor verdere invoering doorbraakmethodein jeugdzorg

Staatssecretaris Clémence Ross (VWS) steltruim 750.000 euro beschikbaar voor een verde-re invoering van de doorbraakmethode in dejeugdzorg. Dit naar aanleiding van gunstigeresultaten met deze methode bij de bureausjeugdzorg in Flevoland, Overijssel en Gronin-gen. In deze provincies slaagden de doorbraak-teams erin de doorlooptijd drastisch te verkor-ten.

Ross wil de andere provincies en grootstedelijkeregio’s de gelegenheid bieden de doorbraakme-thode ook te gaan hanteren. Hiervoor stelt ze7,5 ton beschikbaar. Dit maakte Gemma Tielen,directeur jeugdbeleid van VWS, bekend tijdensde manifestatie ‘Doorpakken’ in Amersfoort.Tijdens deze bijeenkomst mochten toegangs-teams en advies- en meldpunten kindermishan-deling (AMK) van de bureaus jeugdzorg vanFlevoland, Overijssel en Groningen uitleggenhoe de doorbraakmethode werkt. Door het werk

logistiek en inhoudelijk anders te organiserenzijn in die provincies doorlooptijden verkort enwordt er voor een groot deel zonder wachtlijstengewerkt. Teams binnen deze bureaus hebbenontdekt hoe de doorlooptijd van het indicatietra-ject en het onderzoekstraject merendeels binnentwee weken kan blijven. In het hele land gaan nunieuwe teams met deze ervaringen aan de slag(10 toegangsteams en 10 AMK’s).Eerder maakte Ross al afspraken met de provin-cies en grootstedelijke regio’s over het wegwer-ken van de wachttijden in het zorgaanbod. Af-spraak is dat alle kinderen met een jeugdzorg-indicatie aan het eind van het jaar binnen negenweken zorg krijgen. Tielen hield haar gehoorvoor dat het wegwerken van de wachttijden aande voorkant ook van belang is. ‘Het moet niet zozijn dat het maanden duurt voordat een kind eenindicatie krijgt.’ Bron: persbericht ministerie van VWS, 7 juni 2006<

851 inspectie wil tuchtrecht voor jeugdzorgmedewerkers

Hoofdinspecteur jeugdzorg Joke de Vries wildat er een tuchtcollege komt voor jeugdzorg-medewerkers. Nu kunnen jeugdzorgmedewer-kers die hun werk niet goed doen alleen via destrafrechter worden aangepakt. Dat meldt hetdagblad Trouw.

Welzijnsorganisaties belast met de zorg voorpsychiatrische patiënten, verslaafden of ex-

gevangenen moeten beter in kaart brengen of dekinderen van hun cliënten gevaar lopen. Deinspectie onderzoekt incidenten waarbij kinde-ren slachtoffer worden. Daaruit is gebleken dat organisaties zich vooralop de ouders richten, waardoor belangrijkeinformatie over de veiligheid van kinderen nietwordt gedeeld met de jeugdzorg of scholen. Volgens de inspectie moet het vanzelfsprekend

ZenF-0606 cyaan.qxd 26-7-2006 10:11 Pagina 94