zorg

58 6-2008 > zorg & financiering

Traumahelikopters worden te weinig ingezetbij ongelukken waarbij slachtoffers ernstig let-sel hebben of waarbij kinderen moeten wordengereanimeerd. Dit terwijl de inzet van een trau-mahelikopter de kans op overlijden van een ern-stig traumapatiënt kan halveren.

Dat meldt het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskundein een onderzoek. Onderzocht werd de inzet vantraumahelikopters in de periode 2002-2005 inde 24 regio’s van ons land van waaruit een meld-kamer de ambulancezorg coördineert.In de onderzochte periode werd gemiddeld2.664 keer per jaar de hulp ingeroepen van eentraumahelikopter. Deze mobiele teams hebbenals thuisbasis de universitair medische centra inRotterdam, Groningen, Nijmegen en Amster-dam. Deze vier centra kunnen door de anderetwintig meldkamers worden ingeschakeld.

Aantal oproepen verschilt

Het gemiddelde aantal oproepen per meld-kamer bedroeg 110. Opvallend is dat het aantaloproepen per regio enorm verschilt. Zo deed eenregio maar twee oproepen in een jaar tijd, terwijleen andere regio 403 keer het mobiele teaminzette. Maar de regio’s zijn niet helemaal verge-lijkbaar: het inwonertal verschilt, het aantal ver-keersongelukken per 100.000 inwoners is nietoveral gelijk (varieert van 179-319) en ook hetaantal spoedritten door ambulances per 100.000

inwoners verschilt (van 1.364-3.587). De vierregio’s waarin de thuisbasis van de mobieleteams ligt, zetten echter veel vaker een mobielteam in dan de andere regio’s. ‘Als beschikbaretraumahelikopters ten onrechte niet wordenopgeroepen, kan dit gevolgen hebben voor dekwaliteit en het resultaat van de hulpverleningaan patiënten’, aldus de onderzoekers.Volgens de onderzoekers zetten sommige meld-kamercentralisten minder frequent de vliegendeartsen in dan op grond van de criteria mag wor-den verwacht. Ook houden de onderzoekers hetvoor mogelijk dat het oproepen van een trauma-helikopter onvoldoende deel uitmaakt van dedagelijkse gang van zaken. De zeer lage inzet-frequentie door bepaalde meldkamers wijst opeen hoge inzetdrempel.

Geannuleerd

Bovendien komt het volgens de artsen steedsvaker voor dat een opgeroepen en al aanvliegen-de helikopter wordt geannuleerd door de ambu-lance die de plaats van het ongeluk als eerste be-reikt, omdat het allemaal leek mee te vallen. Ditterwijl ook minder ernstig gewonde slachtoffersbaat hebben bij behandeling door het vliegendetraumateam. Gemiddeld werd 43,8 procent vanalle oproepen geannuleerd. De vier regio’s die demobiele zorg coördineerden, annuleerden min-der vluchten dan de andere regio’s.Bron: NTvG, 9 mei 2008<

> ambulancezorg

753 traumahelikopter te weinig ingezet

Bij maar liefst 37 procent van verstandelijkgehandicapten die slechtziend zijn, wordt geenbril voorgeschreven wegens terughoudendheid

bij artsen en verzorgers. Dit terwijl een bril dekwaliteit van leven kan verhogen door een betercontact met de omgeving. Van de ernstig gehan-

> gehandicaptenzorg

754 gehandicapten zonder bril door terughoudendheid artsen

ZenF-0608 cyaan.qxd 9-6-2008 14:38 Pagina 58

gehandicaptenzorg

59zorg & financiering > 6-2008

dicapten die een oogoperatie moeten onder-gaan, wordt bij slechts 55 procent de ingreepdaadwerkelijk uitgevoerd.

Dat meldt het Nederlands Tijdschrift voorGeneeskunde in een onderzoek. In de periode1993-2003 werden 5.205 verstandelijk gehandi-capten onderzocht met een gemiddelde leeftijdvan 39 jaar. Uit het oogonderzoek bleek dat 39procent licht slechtziend was, 31 procent ernstigslechtziend, tien procent zeer ernstig slecht-ziend en vier procent was zelfs blind. Zowelslechtziendheid als blindheid komt bijNederlanders met een verstandelijke beperkingouder dan achttien jaar tien keer zo vaak voor alsbij mensen zonder verstandelijke beperking.Volgens de onderzoekers is een mogelijke ver-klaring van de terughoudendheid bij artsen hetfeit dat veel gehandicapten niet kunnen lezen enhun slechte zien daardoor niet opvalt. ‘Tochkunnen ze baat hebben bij een bril tijdens dag-activiteiten’, aldus de oogdeskundigen.Bij tien procent van de totale groep werd een

cataract geconstateerd, een afwijking die opera-tief kan worden verholpen. ‘Maar gezien de han-dicap moet deze operatie onder narcoseplaatsvinden. De instellingen waar refractiechi-rurgie plaatsvindt, hebben echter meestal geenmogelijkheid om ingrepen uit te voeren ondernarcose.’ Bij slechts 55 procent van de verstan-delijk gehandicapten die werden doorverwezenvoor een dergelijke operatie, werd de ingreepook daadwerkelijk uitgevoerd.De onderzoekers pleiten ervoor in kaart te bren-gen wat de beweegredenen zijn van artsen enverzorgers om geen bril voor te schrijven of eenoogoperatie te verrichten. Ook moet wordenonderzocht hoe de kwaliteit van leven verbetertna behandeling.Nederland heeft de groep verstandelijk gehandi-capten expliciet als doelgroep opgenomen in hetWHO-project ‘Vision 2020’. Dit project isgericht op het uitbannen van vermijdbare slecht-ziendheid en blindheid in de wereld.Bron: NTvG, 30 april 2008<

755 ggz nederland biedt haar leden code kindermishandeling aan

We gaan van ‘zwijgen tenzij’ naar ‘spreken ten-zij’. Je moet als hulpverlener een heel goedereden hebben om niet te spreken als je het ver-moeden hebt dat een kind mishandeld wordt.We kunnen niet garanderen dat een kind nooitmeer mishandeld zal worden maar we kunnener wel voor zorgen dat er eerder aan de belgetrokken wordt. Dit is de kern van de code dieGGZ Nederland, brancheorganisatie voor degeestelijke gezondheidszorg en verslavings-zorg, in samenspraak met haar leden ontwik-keld heeft.

Met de ‘Code voor het melden van kindermis-handeling voor de ggz’ wil de ggz niet alleen eenbijdrage leveren aan de bescherming van kwets-bare kinderen maar ook aan de hulpverlener diegaat spreken over mogelijke kindermishande-

ling. We bieden met deze code een mogelijkheidom de deuren open te zetten, zonder de privacyvan de cliënt onnodig te schenden.

Draagvlak voor de code

De ontwikkeling van vaardigheden om kinder-mishandeling te signaleren en om het probleembespreekbaar te maken, wordt in elke ggz-instelling en waar mogelijk samen met anderebetrokken instanties, zoals Bureau Jeugdzorg ofde regionale huisartsen en jeugdartsen al jaren-lang gestimuleerd. ‘Ons voornaamste doel ishet creëren van breed draagvlak voor de code,waardoor de kans dat de code door het veldwordt overgenomen zo groot mogelijk wordt’,zegt Marleen Barth, voorzitter van GGZNederland.

ZenF-0608 cyaan.qxd 9-6-2008 14:38 Pagina 59