3D bestemmingsplannen & BIM: Showcase van beschikbare 3D ...
3D Bril Verslag
-
Upload
scienceugent -
Category
Documents
-
view
76 -
download
5
Transcript of 3D Bril Verslag
FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Vakgroep Onderwijskunde Lerarenopleiding
Uitgevoerd door: Koen D’Hulster & Emiel Baeke In het kader van Didactiek wetenschappen Academiejaar 2011-2012
Onderzoeksproject
Hoe ver moet je de twee beelden uit elkaar schuiven om een goed 3D- beeld te verkrijgen?
1
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Inhoud 0 Voorbereiding onderzoek ................................................................................................................ 2
0.1 Vorming van het team ............................................................................................................. 2
0.2 Keuze onderzoeksthema ......................................................................................................... 2
0.3 Afbakenen onderzoeksonderwerp .......................................................................................... 2
0.4 Plan van aanpak ....................................................................................................................... 2
0.4.1 Logboek ........................................................................................................................... 2
0.4.2 Opzoeken van informatie ................................................................................................ 2
Deel Vooronderzoek
1 Inleiding ........................................................................................................................................... 3
1.1 De anatomie van het oog ........................................................................................................ 3
1.2 Zien met twee ogen en samenwerking tussen de ogen .......................................................... 4
2 Hoe werkt een 3D- bril .................................................................................................................... 4
2.1 Anaglyph .................................................................................................................................. 4
2.2 Polarizer ................................................................................................................................... 5
Deel Onderzoeksproef
3 Inleiding ........................................................................................................................................... 7
4 Voorbereiding .................................................................................................................................. 7
4.1 Probleem ................................................................................................................................. 7
4.2 Principe opstelling ................................................................................................................... 8
4.3 Praktisch opstelling ................................................................................................................. 9
5 Metingen ....................................................................................................................................... 10
5.1 Eerste reeks metingen ........................................................................................................... 10
5.2 Tweede reeks metingen ........................................................................................................ 10
5.3 Verwerken van de foto’s ....................................................................................................... 11
6 Resultaten...................................................................................................................................... 11
7 Besluiten ........................................................................................................................................ 13
Bijlage A: Afbeeldingingen..................................................................................................................... 14
2
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
0 Voorbereiding onderzoek
0.1 Vorming van het team
Het team bestaat uit Koen D'hulster en Emiel Baeke.
0.2 Keuze onderzoeksthema
Gebaseerd op het volgende artikel hebben wij gekozen voor de 3D bril als thema. http://www.newscientist.com/article/dn20286-why-glassesfree-3d-is-going-to-be-a-smallscreen-hit.html
0.3 Afbakenen onderzoeksonderwerp
De onderzoeksvraag: Hoe ver moet je de twee beelden uit elkaar schuiven om een goed 3d-beeld te verkrijgen? Bijvragen : - Hoe werkt een 3d bril? - Wat is de invloed van achtergrond als je een 3d beeld tekent?
0.4 Plan van aanpak
0.4.1 Logboek
0.4.2 Opzoeken van informatie
http://www.mostert.org/3dindepraktijk/3dbril.php
http://nl.wikipedia.org/wiki/Polarisatiefilter
http://www.aankoopkennis.nl/televisies/3d-tv-informatie/technieken-polarisatie.html
http://www.physicsclassroom.com/class/light/u12l1e.cfm
Logboek : Datum / Plaats
Agendapunten Uitvoering Afspraken
22/02/2012 mail
Bepalen groep
03/03/2012 mail
Uitwisselen artikels zoeken onderwerp
Artikels bekijken
05/03/2012 mail
Top 3 bepalen en onderwerp kiezen
Onderwerp doormailen
30/04/2012 Verslag: Voorstudie Aanmaken eerste deel verslag
07/05/2012 Uitvoering proef Uitvoeren van de proef en verwerken van de gegevens
14/05/2012 Verslag: Proef Afwerken verslag
3
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Vooronderzoek
1 Inleiding Bij het vooronderzoek hebben we gezocht naar wat we konden vinden over hoe onze ogen iets zien en hoe het komt dat wij dieptezicht hebben. Verder hebben we gekeken naar een aantal methoden die tegenwoordig gekend zijn om foto's of films in 3D te bekijken. Het oog
Het oog is het zintuig, dat beelden doorgeeft aan de hersenen. Het oog is te vergelijken met een fotocamera. Door de pupil valt licht in het oog op het netvlies. Deze lichtprikkels worden doorgeleid naar de hersenen, waar herkenning van het beeld plaatsvindt.
1.1 De anatomie van het oog
Het oog bestaat uit het hoornvlies (cornea), de harde oogrok (sclera), de voorste oogkamer, gekleurd regenboogvlies (iris), de pupil, de achterste oogkamer, de lens, het glasvocht, het netvlies (retina) en de oogzenuw (nervus opticus). Het hoornvlies en de ooglens vormen samen het lenzenstelsel van ‘de fotocamera’; de pupil is het diafragma en het netvlies het fotorolletje.
Figuur 1 Doorsnede van het oog
De pupil is de opening in het midden van het regenboogvlies (iris). De pupil regelt de hoeveelheid licht die het oog binnenkomt. In fel licht wordt de pupil verkleind en in het donker wordt de pupil vergroot, waardoor er meer licht binnen kan komen. De harde oogrok geeft stevigheid aan het oog. De oogrok is wit, maar heeft aan de voorkant een doorzichtig gedeelte, het hoornvlies. De ooglens is een heldere lens, die de lichtstralen afbuigt naar het netvlies. De ooglens kan van sterkte veranderen door boller of platter te worden. Hierdoor kunnen we zowel dichtbij als veraf scherp zien. Dit verschijnsel wordt ook wel accommoderen/accommodatie genoemd. Op latere leeftijd kan de lens troebel worden; dit wordt staar (cataract) genoemd. Het netvlies is de lichtgevoelige zenuwvezellaag die zich aan de achterzijde van het oog bevindt. Het licht komt terecht op de cellen van het netvlies. Via de oogzenuw wordt deze informatie naar de hersenen gezonden. De oogzenuw is het eerste gedeelte van de zenuwbaan. Deze bevindt zich aan de achterzijde van de oogbol. De oogzenuw mondt in het netvlies uit in de papil. Met dit kleine gedeelte van het netvlies kunnen we niet zien (blinde vlek).
4
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
De gele vlek (macula) is een klein gedeelte op het netvlies waar zich een hoge concentratie van kleurgevoelige netvliescellen (kegeltjes) bevindt. Hiermee kunnen we heel fijne details zien. Buiten de macula zitten voornamelijk ‘staafjes’. Deze netvliescellen zorgen er met name voor dat we in het donker kunnen waarnemen. Het glasachtig lichaam is een heldere geleiachtige massa die wordt omgeven door een dun vlies. Het bevat vezels die zorgen voor elasticiteit en stevigheid, waardoor het oog ‘op spanning’ blijft. In principe kunnen wij met één oog de wereld om ons heen waarnemen. Onze hersenen geven meestal door ervaring de juiste interpretatie voor afstanden (dieptezien). Voor een echte dieptewaarneming zijn echter twee ogen die goed samenwerken zeer belangrijk. Een rechte oogstand is belangrijk voor de ontwikkeling van de samenwerking tussen de ogen, het zien en het dieptezien. Iemand die dus niet recht, maar scheel kijkt zal dan ook geen optimaal dieptezien ontwikkelen. Deze ontwikkeling vindt plaats in de eerste 2 jaar van het leven.
1.2 Zien met twee ogen en samenwerking tussen de ogen
Door met twee ogen te kijken, zorg je ervoor dat het gebied dat je ziet met twee ogen groter is dan
dat je met één oog zou kijken. Tussen de twee beelden, die onze ogen aan de hersenen doorgeven,
zijn heel kleine verschillen. Als je met één oog kijkt, zul je het beeld niet helemaal goed zien. Dat
komt doordat de ogen van een mens ongeveer 6.5 centimeter uit elkaar staan en dat elk oog het
beeld net op een iets andere plaats ziet. Hierdoor is men, als de ogen goed samenwerken, in staat
tegelijkertijd twee iets verschoven beelden waar te nemen. De hersenen vergelijken de twee beelden
van de twee ogen en voegen deze beelden samen tot een volledig beeld en hierdoor kunnen we de
afstand tot datgene wat we zien inschatten. Deze manier van dieptezien wordt ‘driedimensionaal
dieptezien’ of ‘stereoscopisch zien’ genoemd.
2 Hoe werkt een 3D- bril In dit deeltje worden een aantal methoden besproken om het stereoscopisch te kunnen zien aan de
hand van een 3D bril.
2.1 Anaglyph
Wanneer u naar een foto kijkt ziet u geen diepte. Dit komt omdat een normale foto maar uit één
afbeelding bestaat. Dit is het gevolg van het feit dat een fotocamera ook maar één lens heeft. Om
toch dieptewerking in afbeeldingen te creëren, zijn er verschillende methoden bedacht, waarvan de
zogenoemde anaglyph-afbeelding er één is. Deze (oude) methode kent bijna iedereen dankzij het
gebruik van de grappige brilletjes met de gekleurde glazen.
Figuur 2 3D bril
Hierbij wordt een beeld vastgelegd met één camera voorzien van twee lenzen. Vervolgens worden de
twee beelden met een computer bewerkt. De ene afbeelding krijgt een rode kleur en de andere
afbeelding een blauwe kleur. Hierna worden de afbeeldingen samengevoegd tot één afbeelding.
5
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Wanneer u deze afbeelding bekijkt zonder bril, ziet u een onscherp beeld met een kleurzweem. Als u
het brilletje opzet krijgt u een beeld te zien met diepte. Hoe werkt dat?
Wanneer u met uw linkeroog door het rode glas naar de samengestelde afbeelding kijkt, ziet u alleen
de blauwe afbeelding, omdat het rode glas de rode afbeelding weg filtert. Uw rechteroog kijkt door
het blauwe glas en ziet alleen de rode afbeelding, omdat de blauwe afbeelding wordt weggefilterd.
Wat u uiteindelijk ziet zijn de twee afzonderlijke afbeeldingen. Dit is voor de hersenen voldoende
informatie om een beeld met diepte te vormen.
Figuur 3 Principe anaglyph
Naast de bril met rood en blauw kun je ook nog werken met diverse andere kleuren zoals rood en
groen of rood en cyaan.
Figuur 4 Soorten3D- brillen
Colorcode 3D
Een ander soort bril is de colorcode 3d bril; het linker glas is bruin / amber kleurig, het rechterglas is
donkerblauw. Dit is een relatief donker systeem. Het idee achter Colorcode is dat je ook zonder bril
de film / 3D afdruk nog goed kan bekijken zonder zeer storende dubbele beelden te zien. Deze
beelden zijn moeilijker te maken.
2.2 Polarizer
Een groot nadeel van het gebruik van stereoscopie aan de hand van kleurenfilters is dat je geen
natuurlijke kleuren meer kan waarnemen. In de cinema wordt van deze methode dan ook geen
gebruik meer gemaakt. Er wordt gebruik gemaakt van enkele eigenschappen van het licht namelijk
gepolariseerd licht.
Om te weten wat gepolariseerd licht is moet je iets weten over licht en de eigenschappen van licht.
Licht dat bijvoorbeeld door de zon wordt uitgezonden zijn allemaal stralen dat je voor de uitleg als
golven mag beschouwen. Die golven worden in alle richtingen uitgezonden en men spreekt van
ongepolariseerd licht. Dit is te zien in Figuur 5 Ongepolariseerd licht.
6
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Figuur 5 Ongepolariseerd licht
Om ervoor te zorgen dat de oriëntatie van de lichtgolf enkel nog in één richting wordt voortgepland,
kan men gebruikmaken van een polarisator. De polarisator zal alle invallende (ongepolariseerde)
lichtgolven tegenhouden behalve de lichtgolf die georiënteerd is volgens de richting van de
polarisator. Dit is te zien in Figuur 6 Lineair polariseren van licht
Figuur 6 Lineair polariseren van licht
Met het blote oog is niet te zien hoe het licht gepolariseerd is. Daarvoor heb je een filter, een
polarisatiefilter, nodig die enkel het licht doorlaat die enerzijds ongepolariseerd licht doorlaat maar
ook lineair licht georiënteerd in dezelfde richting als de filter.
Het principe van het polariseren van licht kan gebruikt worden om het stereoscopisch effect te
verkrijgen. Men zal zorgen dat het beeld bedoeld voor het linker oog verticaal gepolariseerd is en het
beeld voor het rechteroog horizontaal gepolariseerd. Om er vervolgens voor te zorgen dat enkel het
juiste beeld door het linker of het rechter oog gezien wordt, maakt men gebruik van een bril. De
glazen van deze bril hebben voor het linkeroog een verticaal gepolariseerde filter en voor het
rechteroog een horizontaal gepolariseerde filter. Op die manier komt het juiste beeld enkel terecht
op het juiste oog. Dit wordt geïllustreerd in Figuur 7 Stereoscopie m.b.v. lineaire polarisatie.
Figuur 7 Stereoscopie m.b.v. lineaire polarisatie
ngepolariseerd licht
vooraanzicht zijaanzicht
ngepolariseerd licht
olarisator ineair gepolariseerd licht
7
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Onderzoeksproef
3 Inleiding Met dit onderzoek zal worden nagegaan wat de ideale afstand is tussen de foto genomen voor het
rechter oog en de foto genomen voor het linker oog (Zie Figuur 8 Afstand Foto Rechts –Foto Links).
Om conclusies te kunnen trekken, wordt de meting telkens overgedaan voor verschillende afstanden
tussen het fototoestel en het object (Zie Figuur 8 Afstand Fototoestel – Object).
...
Afs
tan
d
Foto
toe
ste
l - O
bje
ct
Afstand Foto Rechts – Foto links
Object
Figuur 8 Principe van de proef
4 Voorbereiding
4.1 Probleem
Om de ideale afstand te bepalen gaan er verschillende metingen gedaan moeten worden. Tijdens
één meting wordt een vaste afstand genomen tussen fototoestel en object. Als de afstand tussen
fototoestel en object vast ligt wordt een foto genomen voor het rechter oog. Daarna worden de
foto’s genomen voor het linker oog. Dit wil zeggen dat we het fototoestel op dezelfde afstand
houden ten opzichte van het object maar het toestel één cm naar links gaan verschuiven. Het
verschuiven wordt een aantal keren herhaald zodat er verschillende foto’s zijn voor het linker oog.
8
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Na het nemen van een aantal foto’s voor het linker oog, zal de afstand tussen het fototoestel en het
object vergroot worden en er worden opnieuw een aantal foto’s genomen.
Tot slot zullen de foto’s door middel van een programma dat stereoscopische beelden kan maken,
verwerkt worden en daarna geanalyseerd.
Om op een objectieve manier de beelden te kunnen analyseren zal ervoor gezorgd moeten worden
dat bij een vaste afstand tussen fototoestel en object, de foto voor het rechteroog en de foto’s voor
het linkeroog telkens met een zelfde afstand veranderd wordt. Om dit te kunnen verwezenlijken
worden een aantal hulpstukken gemaakt.
4.2 Principe opstelling
Om ervoor te zorgen dat voor elke afstand tussen object en fototoestel dezelfde afstand worden
gebruikt voor de foto voor het linkeroog en de foto’s voor het rechteroog, is een soort van 3D- lat
gemaakt.
Figuur 9 Links 3D- lat vooraanzicht, rechts3D-lat perspectief
Bij de 3D- lat is een bijhorende cameravoet gemaakt die te zien is in Figuur 10. Deze voet is gemaakt
zodat ze perfect op de 3D- lat past.
Figuur 10 Links camera en Rechts Cameravoet
Met de Lat en de Cameravoet is het de bedoeling dat voor de verschillende metingen waarbij de
afstand tussen fototoestel en object vergroot wordt, de foto genomen voor het linkeroog en de
foto’s voor het rechteroog telkens met dezelfde afstanden tussen de verschillende foto’s wordt
genomen. Dit wordt geïllustreerd in Figuur 11.
1cm
10cm
6cm
10cm
9
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Figuur 11 Illustratie van opstelling. Bovenaan beginpositie, midden 7
e positie en onder perspectief
4.3 Praktisch opstelling
Aan de hand van het idee van een proefopstelling besproken in deel 4.1, is de proefopstelling
verwezenlijkt.
Figuur 12 Links: 3D- lat, Rechts camerahouder met voet
In Figuur 12 Links: 3D- lat, Rechts camerahouder met voet is de 3D- lat te zien met de camerhouder
en voet. Deze maken het mogelijk om voor elke afstand object-fototoestel dezelfde afstand te
behouden voor de foto’s voor het linkeroog en voor het rechteroog.
Figuur 13 Meetopstelling
1cm
10cm
10
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Om de foto’s te zien met het stereoscopisch effect is een 3D bril nodig. Deze is gemaakt met blauw
en rood doorschijnende PVC en is te zien links in Figuur 14. Om na te gaan of de bril werkt, is een
testafbeelding gezocht.
Figuur 14 Links 3D- bril, rechts testafbeelding
5 Metingen
5.1 Eerste reeks metingen
Bij de eerste metingen is één object genomen, de diabolo, om onze foto’s van te nemen. Al snel zal
blijken dat het erg moeilijk
Figuur 15 Object voor de eerste meting
Er zal dus op zoek gegaan moeten worden naar een beter opstelling van de objecten.
5.2 Tweede reeks metingen
Om het probleem van de eerste metingen te verhelpen, is voor de tweede metingen gekozen om
met meerdere objecten te werken. Het stereoscopisch effect is vooral duidelijk bij voorwerpen die
op een verschillende afstand van elkaar staan. Daarom is geopteerd om twee kegels te achter elkaar
te plaatsen.
11
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Figuur 16 Object voor de tweede reeks metingen
5.3 Verwerken van de foto’s
m de foto’s te verwerken is gebruik gemaakt van het computerprogramma 3DJournal (vrij te
gebruiken versie). Het gebruik van dit programma is erg eenvoudig. De gebruiker voegt eerst de
linkerfoto en de rechterfoto toe (rechts te zien in Figuur 17) en moet dan enkel op de knop Create 3D
Image klikken. Het programma zal dan de twee beelden verwerken waardoor een stereoscopische
afbeelding wordt gecreëerd.
Figuur 17: 3DJournal
De bewerkte foto’s van de verschillende metingen zijn terug te vinden in Bijlage A: Afbeeldingingen.
6 Resultaten Om de verschillende resultaten te beoordelen is per afstand foto-object een quotering gebeurd op
de verschillende foto’s.
De resultaten van onze beoordeling voor elke foto is terug te vinden in Tabel 1. De tabel is als volgt
opgesteld. In de eerste kolom (cm) staat telkens de afstand object- fototoestel met daarvoor een
index E (Emiel), K (Koen) en Gem (Gemiddelde). In de volgende kolommen (foto 1 tot foto 7) wordt
12
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
telkens een quotering gegeven. Hierbij staat foto 1 voor 1cm afstand tussen linkeroog en rechteroog,
foto 2 voor 2cm tussen linkeroog en rechteroog, enzovoort.
De puntenschaal is van één tot tien maar is vooral bedoeld om betere resultaten van mindere
resultaten te onderscheiden. Met andere woorden: een foto met quotering 8 is veel beter dan een
quotering 2 en dit voor eenzelfde afstand object-fototoestel.
Tabel 1 Beoordeling van de bewerkte foto's.
Om snel een duidelijk beeld te krijgen van de resultaten zijn in Figuur 18 de resultaten te zien in
grafiekvorm.
Figuur 18 Grafieken met de resultaten van de verschillende metingen. Per grafiek is een vaste afstand genomen voor object en fototoestel.
cm foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 foto 5 foto 6 foto 7
E 120 2 6 6 7 8 5 -
K 120 3 5 6 7 7 5 -
Gem 120 2,5 5,5 6 7 7,5 5 -
160 4 4 7 6 6 5 5
160 4 4 6 6 6 5 4
Gem 160 4 4 6,5 6 6 5 4,5
E 200 5 8 9 8 7 - -
K 200 5 7 8 7 7 - -
Gem 200 5 7,5 8,5 7,5 7 - -
E 270 0 2 5 7 8 7 6
K270 1 2 4 6 7 7 6
Gem 270 0,5 2 4,5 6,5 7,5 7 6
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 foto 5 foto 6 foto 7
Pu
nte
n o
p 1
0 Metingen op 120 cm
Emiel
Koen
Gemiddeld
0
1
2
3
4
5
6
7
8
foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 foto 5 foto 6 foto 7
Pu
nte
n o
p 1
0 Metingen op 160 cm
Emiel
Koen
Gemiddeld
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 foto 5 foto 6 foto 7
Pu
nte
n o
p 1
0 Metingen op 200 cm
Emiel
Koen
Gemiddeld
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 foto 5 foto 6 foto 7
Pu
nte
n o
p 1
0 Metingen op 270 cmEmiel
Koen
Gemiddeld
13
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
7 Besluiten Een eerste moeilijkheid die we ondervonden hebben was de keuze en opstelling van de te
fotograferen objecten. Bij de eerste waarbij maar één voorwerp is gebruikt, konden we moeilijk (lees
niet) het stereoscopisch effect vastleggen op de bewerkte foto’s. De oplossing om meerdere
voorwerpen voor elkaar te plaatsen, gaf veel betere resultaten.
Ook bleek dat het werken met anaglyphen niet altijd een mooi stereoscopisch effect gaf.
Waarschijnlijk zal ook de rol van het niet perfecte algoritme, gebruikt door het computerprogramma,
hierbij een rol gespeeld hebben.
Een tweede moeilijkheid was dat ondanks onze opstelling, waarbij we geprobeerd hebben om per
vaste afstand object-fototoestel telkens het fototoestel evenveel te verschuiven voor de links- rechts
foto’s, gaf toch nog een probleem. Zo bleek dat bij de ene foto het fototoestel iets meer naar boven
was gericht dan bij een andere foto. Deze verschuiving was minimaal maar zal waarschijnlijk wel
invloed gehad hebben op het resultaat van de bewerkte foto. Er bestaan in de handel toestellen die
ervoor zorgen dat je dit probleem niet hebt en de toestellen perfect horizontaal kunt verschuiven.
Het past echter niet in ons budget om zo een toestel te kopen. Er bestaan ook toestellen die de twee
foto's kunnen maken in één keer maar die zijn ook heel duur.
Tot slot hebben blijkt uit de meetresultaten dat de afstand van de linker en rechter foto weldegelijk
een rol speelt om een optimaal stereoscopisch effect te zien te krijgen. Hoewel er te weinig metingen
zijn om die afstand in cijfers vast te leggen, stellen we vast dat die afstand afhankelijk is van de
afstand tussen het te fotograferen object en het fototoestel. Om betere resultaten te bekomen
zouden we professioneler materiaal nodig hebben. Niettegenstaande dat we geen perfecte foto
hebben kunnen maken zijn we toch wel tevreden dat we op onze foto's het stereoscopisch effect
hebben kunnen zien.
Als je de literatuur of de media bekijkt zie je dat er nog een hele evolutie aan de gang is op het vlak
van 3D fotografie of film. We zijn benieuwd of we binnenkort echte 3D televisie gaan kunnen kijken
zonder dat we die vervelende bril nodig hebben. Hopelijk lukt het!
14
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Bijlage A: Afbeeldingingen Afstand fototoestel – object: 120cm
Afstand foto link en foto rechts: 1cm Afstand foto link en foto rechts: 2cm Afstand foto link en foto rechts: 3cm
Afstand foto link en foto rechts: 4 cm Afstand foto link en foto rechts: 5 cm Afstand foto link en foto rechts: 6 cm
Figuur 19: 120cm
15
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Afstand fototoestel – object: 160cm
Afstand foto link en foto rechts: Afstand foto link en foto rechts: Afstand foto link en foto rechts:
Afstand foto link en foto rechts: 4cm Afstand foto link en foto rechts: 5cm Afstand foto link en foto rechts: 6cm
16
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Afstand foto link en foto rechts: 7cm
Figuur 20: 160 cm
Afstand fototoestel – object: 200cm
Afstand foto link en foto rechts: 1cm Afstand foto link en foto rechts: 2cm Afstand foto link en foto rechts: 3cm
17
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Afstand foto link en foto rechts: 4cm Afstand foto link en foto rechts: 5cm
Figuur 21: 200 cm
Afstand fototoestel – object: 270cm
Afstand foto link en foto rechts: 1cm Afstand foto link en foto rechts: 2cm Afstand foto link en foto rechts: 3cm
18
Koen D’hulster & Emiel Baeke Onderzoeksproject Didactiek Wetenschappen
Afstand foto link en foto rechts: 4cm Afstand foto link en foto rechts: 5cm Afstand foto link en foto rechts: 6cm
Afstand foto link en foto rechts: 7cm
Figuur 22 270 cm