7] het zelf als persoon met intenties en een vrije wil...het 'nieuwe denken' stelt dat de natuur...

13
62 7] het 'zelf ' als persoon met intenties en een vrije wil ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ de 'vrije wil' wordt vaak aangevoerd als datgene wat de mens onderscheidt van de rest van de natuur het speelt de hoofdrol in het verschil dat we maken tussen menselijk en dierlijk (of beestachtig) gedrag dieren en kinderen kennen geen goed of kwaad, zijn spontaan, onbezonnen, onbevangen, en in die zin vrij aan de andere kant zijn zij onderworpen aan impulsen, driften, emoties, instincten: aan 'wetten der natuur' het concept van de 'vrije wil' is waarschijnlijk al zo oud als dat er wetten en straffen bestaan een voorbeeld uit de ± 7 e eeuw v.Chr: de boom van kennis van goed en kwaad (Genesis 2:16-17 & 3:22) voor de zondeval gold er een duidelijke regel: "gij zult niet eten van de boom" met de zondeval verloor de mens zijn onschuld, en heeft hij kennis van goed en kwaad "en de Heer zei: de mens is nu als Wij geworden, want nu weet hij wat goed en kwaad is" (Genesis 3:22) m.a.w: het eten van de appel heeft de mens tot moreel wezen gemaakt, verheven boven de natuur dit veronderstelt bewust handelen, geweten, en een gevoel van schuld / schaamte de zondeval maakt de mens vrij: hij kan/moet kiezen tussen goed & kwaad, en is verantwoording schuldig verantwoordelijkheid vereist rede (reflexiviteit) en moed (karakter); beide vinden we in vele religies en culturen maar dat geldt ook voor het idee dat de natuur zijn eigen wetten (logos / dharma / natuurwetten) heeft in alle religies en filosofie (ook het christendom) is determinisme een belangrijk thema zo zien we door de eeuwen heen diverse opvattingen over determinisme / vrije wil de revue passeren: Epicurus: de mens heeft een vrije wil de stoa: de mens heeft geen vrije wil katholicisme: de mens heeft een vrije wil, maar is getekend door de erfzonde protestantisme: de mens heeft geen vrije wil, want is voorbeschikt Descartes: de mens heeft een vrije wil Newton / Laplace (mechanicisme / determinisme): de mens heeft geen vrije wil Kant: de mens heeft een vrije wil (vanuit transcendentaal perspectief) Huxley / sociaal-darwinisme: de mens heeft geen vrije wil (vooral de onderklasse niet) Nietzsche: de vrije wil is uitgevonden om mensen schuld te laten ervaren, en ze zo te disciplineren Sartre: de mens is gedoemd vrij te zijn 1 ; verwijzen naar de 'natuur' is een vorm van kwade trouw Immanuel Kant (1724-1804) deze tegenstelling tussen gedetermineerde natuur en menselijke vrijheid noemde Kant antinomie een antinomie is een tegenspraak die geen paradox is 2 , maar die ontstaat door het denkraam als de zuivere rede zijn principes toepast op de fenomenen, stuit hij onvermijdelijk op tegenspraken Kant onderscheid 4 antinomieën; zijn 3 e antinomie is: these: er bestaan oorzaken die uit (keuze)vrijheid voortspruiten antithese: vrijheid bestaat niet, alles wordt gedetermineerd door natuur(wetten) deze antinomieën kunnen alleen opgelost worden door de fenomenen niet aan te zien voor het Ding an sich deze kwestie speelt nog altijd, en is sinds de opkomst van de genetica en neurologie hoogst actueel wij hebben maar weinig te zeggen over de structuren en chemische huishouding in het brein als wij bepaald worden door genetische en neurologische factoren, waar blijft dan de vrije wil?

Transcript of 7] het zelf als persoon met intenties en een vrije wil...het 'nieuwe denken' stelt dat de natuur...

  • 62

    7] het 'zelf ' als persoon met intenties en een vrije wil

    ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

    de 'vrije wil' wordt vaak aangevoerd als datgene wat de mens onderscheidt van de rest van de natuur

    het speelt de hoofdrol in het verschil dat we maken tussen menselijk en dierlijk (of beestachtig) gedrag

    dieren en kinderen kennen geen goed of kwaad, zijn spontaan, onbezonnen, onbevangen, en in die zin vrij

    aan de andere kant zijn zij onderworpen aan impulsen, driften, emoties, instincten: aan 'wetten der natuur'

    het concept van de 'vrije wil' is waarschijnlijk al zo oud als dat er wetten en straffen bestaan

    een voorbeeld uit de ± 7e eeuw v.Chr: de boom van kennis van goed en kwaad (Genesis 2:16-17 & 3:22)

    voor de zondeval gold er een duidelijke regel: "gij zult niet eten van de boom"

    met de zondeval verloor de mens zijn onschuld, en heeft hij kennis van goed en kwaad

    "en de Heer zei: de mens is nu als Wij geworden, want nu weet hij wat goed en kwaad is" (Genesis 3:22)

    m.a.w: het eten van de appel heeft de mens tot moreel wezen gemaakt, verheven boven de natuur

    dit veronderstelt bewust handelen, geweten, en een gevoel van schuld / schaamte

    de zondeval maakt de mens vrij: hij kan/moet kiezen tussen goed & kwaad, en is verantwoording schuldig

    verantwoordelijkheid vereist rede (reflexiviteit) en moed (karakter); beide vinden we in vele religies en culturen

    maar dat geldt ook voor het idee dat de natuur zijn eigen wetten (logos / dharma / natuurwetten) heeft

    in alle religies en filosofie (ook het christendom) is determinisme een belangrijk thema

    zo zien we door de eeuwen heen diverse opvattingen over determinisme / vrije wil de revue passeren:

    Epicurus: de mens heeft een vrije wil

    de stoa: de mens heeft geen vrije wil

    katholicisme: de mens heeft een vrije wil, maar is getekend door de erfzonde

    protestantisme: de mens heeft geen vrije wil, want is voorbeschikt

    Descartes: de mens heeft een vrije wil

    Newton / Laplace (mechanicisme / determinisme): de mens heeft geen vrije wil

    Kant: de mens heeft een vrije wil (vanuit transcendentaal perspectief)

    Huxley / sociaal-darwinisme: de mens heeft geen vrije wil (vooral de onderklasse niet)

    Nietzsche: de vrije wil is uitgevonden om mensen schuld te laten ervaren, en ze zo te disciplineren

    Sartre: de mens is gedoemd vrij te zijn 1; verwijzen naar de 'natuur' is een vorm van kwade trouw

    Immanuel Kant (1724-1804)

    deze tegenstelling tussen gedetermineerde natuur en menselijke vrijheid noemde Kant antinomie

    een antinomie is een tegenspraak die geen paradox is 2, maar die ontstaat door het denkraam

    als de zuivere rede zijn principes toepast op de fenomenen, stuit hij onvermijdelijk op tegenspraken

    Kant onderscheid 4 antinomieën; zijn 3e antinomie is:

    these: er bestaan oorzaken die uit (keuze)vrijheid voortspruiten

    antithese: vrijheid bestaat niet, alles wordt gedetermineerd door natuur(wetten)

    deze antinomieën kunnen alleen opgelost worden door de fenomenen niet aan te zien voor het Ding an sich

    deze kwestie speelt nog altijd, en is sinds de opkomst van de genetica en neurologie hoogst actueel

    wij hebben maar weinig te zeggen over de structuren en chemische huishouding in het brein

    als wij bepaald worden door genetische en neurologische factoren, waar blijft dan de vrije wil?

  • 63

    biologisch determinisme en het 'nieuwe denken'

    de bio-wetenschappen hebben de afgelopen decennia enorme vooruitgang geboekt,

    vooral door nieuwe scan-methoden en gebruik van computers bij het verwerken van enorme hoeveelheden data

    genetica: rond de eeuw-wisseling was het menselijk genoom grotendeels in kaart gebracht

    neurologie: scan-technologie (PET, CT, MRI) levert grote bijdragen aan medische wetenschappen

    hierdoor maken het biologisch determinisme en wetenschappelijk reductionisme een come-back

    het nieuwe millennium lijkt in het teken van een nieuw denken over de mens te staan

    Dick Swaab: Wij zijn ons brein; van baarmoeder tot alzheimer (2010) 3

    Victor Lamme: De vrije wil bestaat niet; over wie er echt de baas is in het brein (2010)

    nieuwe inzichten hebben geleid tot nieuwe technologieën, nieuwe farmaceutica, nieuwe therapieën, etc.

    maar deze technologieën hebben consequenties ver buiten de kliniek: in het klaslokaal, de politiek, etc.

    hierdoor oefenen ze grote invloed uit op ons wereldbeeld, mensbeeld en zelfbeeld

    humanistische idealen die gekoesterd werden vanaf de Verlichting t/m de jaren '70 maken plaats voor wetenschap:

    vrije wil / autonomie is een fabel, en de invloed van nurture is overschat door babyboom-generatie

    het 'nieuwe denken' stelt dat de natuur (het DNA, het brein) ons leven bepaalt (determineert);

    niet 'wij', maar 'stofjes in de hersenen' en ons 'genetisch bouwplan' maken ons tot wat / wie we zijn 4

    "Weg met de Psychologie" (Vroon, Lamme) en het sociaal werk, leve de harde wetenschap, wordt het motto

    invloed van genetische achtergrond op

    persoonlijkheidskenmerken en karakter-

    trekken, alsmede op de aanleg van een

    aantal psychiatrische ziektebeelden

    (Victor Lamme, 2010, p.144)

    determinisme & vrije wil: non-compatibilisme

    determinisme & vrije wil lijken met elkaar in strijd: waar alles bepaald is is geen vrije wil, is de gedachte

    non-compatibilisten menen dat determinisme en vrije wil (en daarmee verantwoordelijkheid) elkaar uitsluiten

    vrije wil wordt dan gezien als meta-fysische (letterlijk) instantie die niet bepaald wordt door nature of nurture

    naturalisten beroepen zich op de natuurwetenschappen en stellen dat de vrije wil theoretisch onhoudbaar is

    dualisten beroepen zich op de niet-reduceerbaarheid of onafhankelijkheid van het mentale / spirituele

    maar wat betekent 'gedetermineerd' of 'bepaald'? onderhevig aan wetten / wetmatigheden?

    stel: Klaas is een vrije, spontane, onbevangen jongen, plukt de dag, en geniet van het leven

    ik ben een behaviouristisch antropoloog, en volg Klaas in alles wat hij doet

    ik inventariseer en analyseer zijn gedrag en ik "ontdek" vele wetmatigheden

    maakt dat Klaas' gedrag gedetermineerd? heeft hij dan minder vrije wil?

  • 64

    biologisch / neurologisch determinisme plaatst de oorzaak van gedrag buiten de actor, in het verleden

    vrije wil veronderstelt een bewustzijn dat causaal los staat van externe factoren, en is onwetenschappelijk

    onze genetische opmaak (erfelijkheid) + neurologische opmaak + context bepalen hoe wij handelen

    voordat wij ons bewust worden van onze keuzes zijn ze op onbewust niveau al gemaakt door hersenprocessen

    we interpreteren onze keuzes pas achteraf; keuzes zijn rationalisaties / legitimeringen van ons handelen

    onze hersenen zijn sneller dan 'wij', de keuze is al gemaakt voor we ons ervan bewust worden

    Schopenhauer: "de mens kan doen wat hij wil, maar niet willen wat hij wil"

    Nietzsche: de vrije wil is als de verliezer die door zijn opponent gevloerd is: "ik wil hier liggen!"

    aan de natuur-wetenschappelijke benadering kleven echter enkele bezwaren:

    in hoeverre zijn mensen te reduceren tot / begrijpen vanuit het perspectief van de natuur- of bio-wetenschap?

    spelen ideeën, intenties, motivatie, persoonlijkheid, etc. niet ook rol in ons zelfbegrip?

    in hoeverre kan deze harde (bio)-wetenschap worden vertaald naar dagelijkse begrippen / omgangstaal?

    is het niet misleidend om neurologie en genetica te populariseren d.m.v. gebruik van alledaagse termen?

    kritiek op de toenemende invloed van wetenschap op ons leven bestaat als sinds de 19e eeuw, maar:

    de laatste jaren is er specifiek kritiek op de invloed van de bio-wetenschappen (m.n. genetica en neurologie)

    deze kritiek betreft de dominantie van de bio-wetenschappen op diverse aspecten van ons leven:

    gezondheidszorg, psychiatrie, pedagogiek / educatie, verzekeringswezen, voeding, justitie, etc.

    we passen begrippen en ideeën uit de (m.n. medische) wetenschap steeds meer toe in ons leven

    we hebben het over genetische aanleg, stofjes in de hersenen, ADHD, PDD-NOS etc.

    in hoeverre zijn inzichten uit de (bio)-wetenschappen een aanwinst voor ons zelfbeeld, of eerder een gevaar?

    is er plaats voor een notie van het ‘zelf ’ of de vrije wil, en bijgevolg de moraal, in een dergelijk wereldbeeld?

    in de ethiek / moraal gaat het om inter-subjectiviteit, in de wetenschap om objectiviteit

    ethiek / moraal is normatief, terwijl de wetenschap waardevrij tracht te zijn

    in de moraal staat de notie van vrije wil centraal, maar is daar in de neurologie wel plaats voor?

    misdaad & straf

    de 'vrije wil' is ook een belangrijk vraagstuk voor de rechtspraak: op grond waarvan bestraffen we misdaden?

    1] compensatie / boete / genoegdoening / wraak (voor de nabestaanden / samenleving)

    2] stellen van een voorbeeld (voor toekomstige daders)

    3] voorkoming door incapacitatie (isolatie, opsluiting, castratie, handen afhakken)

    4] rehabilitatie /lering / operante conditionering

    1 & 2 hebben een sociaal-maatschappelijke functie

    3 is wegnemen van de oorzaak buiten de vrije wil van de misdadiger om

    4 is een poging de wil van de misdadiger om te vormen (gevangenis als 'correction centre')

    in vervlogen tijden golden voornamelijk kriterium 1 & 2, en was vrije wil geen kriterium:

    "als een os een man of een vrouw met de horens doodt, moet de os worden gestenigd en

    mag niemand het vlees ervan eten, maar de eigenaar van de os gaat vrijuit" (Exodus 21:28)

    ook in de middeleeuwen werden er soms dieren terechtgesteld, maar zelfs nog in de 20e eeuw:

    in 1916 werd circus-olifant Mary gelynched (opgehangen) als straf voor het doden van haar dompteur

  • 65

    maar sinds de Verlichting worden uitsluitend mensen veroordeeld voor hun handelen

    aanname: dieren vertonen gedrag, maar handelen niet vanuit bewuste intenties / hebben geen vrije wil

    mensen daarentegen hebben een vrije wil, kunnen keuzes maken in hun handelen

    gedrag komt voort uit causaliteit, maar handelen veronderstelt intenties, bewustzijn en vrije wil

    maar waar is deze aanname op gebaseerd? plegen mensen misdaden vanuit vrije wil?

    en vanaf welke leeftijd is er sprake van vrije wil? in de V.S. zijn er 13-jarigen die 'levenslang' hebben

    3% van de Amerikanen is delinquent, waarvan ⅔ niet-blank, en ⅔ recidiveert binnen 3 jaar

    representeren deze cijfers de keuzes die bepaalde bevolkingsgroepen maken vanuit vrije wil?

    "free will is a universal and persistant assumption" (U.S. Supreme Court)

    Sam Harris (The moral landscape, 2010 - Free Will, 2012 - Waking up: spirituality without religion, 2014)

    de naieve opvatting van vrije wil is dat het wij de auteur / regisseur zijn van ons handelen

    waarvan we niet de regisseur zijn is niet ons 'ik': niet ik, maar mijn lichaam maakt hemoglobine aan

    maar dat idee van vrije wil is gebaseerd op ongefundeerde aannames (folk-psychology)

    op basis van dat onjuiste idee hebben we onze hele samenleving en rechtssysteem ingericht

    i.p.v. folk-psychology zouden we ons moeten richten tot de wetenschap (o.a. de evolutie-theorie)

    het idee van een vrije wil is onhoudbaar, en we houden onszelf ermee voor de gek

    erger: we straffen anderen voor dingen waarvoor we ze nauwelijks verantwoordelijk kunnen houden

    er zijn genetische factoren, neurale factoren en sociaal-pedagogische factoren die de mens vormen

    we zijn niet de regisseurs van ons gedrag, de script-schrijvers van ons leven, hooguit de biografen ervan

    je kiest niet wat je kiest, wat je kiest, etc; ergens verdwijnt de vrijheid in onbewustzijn en causaliteit

    deze kritische bevraging van het concept vrije wil kreeg een nieuwe impuls door neurologisch onderzoek

    Deecke & Kornhuber ontdekten in 1964 dat aanstalten tot gedrag vooraf gingen aan de 'bewuste keuze'

    dit Bereitschaftspotential / pre-motor potential / readiness potential = de voorbereiding op actie

    oftewel: de mate van neurale activiteit in de motor cortex voorafgaand aan vrijwillige spier-beweging

    Benjamin Libet (Unconscious cerebral initiative and the role of conscious will in voluntary action, 1985)

    meet neurale activiteit 0,35 seconden voorafgaand aan gerapporteerde bewustwording van de intentie

    bewustzijn lijkt een passieve getuige van wat er in het brein boven komt drijven (een epi-fenomeen)

    de vrije wil bestaat er volgens hem in dat het bewustzijn dient om deze processen te 'veto-en'

    het bewustzijn initieert geen handelingen vanuit 'vrije wil', maar corrigeert het resulterende gedrag

    reeds aanwezige cognities moeten ongewenste neigingingen in de kiem smoren

    stel dat er geen tijdsinterval zou zijn, en dat de readiness potential samenviel met de bewuste keuze

    dan nog: als het brein een gedetermineerd fysiologisch proces is, is er geen plaatst voor vrijheid

    Pierre-Simon de Laplace (1749-1827)

    "We kunnen de huidige toestand van het heelal beschouwen als het gevolg van het verleden en als de

    oorzaak van de toekomst. Als er een intelligentie zou zijn die, op een gegeven moment, alle krachten

    zou kennen die op de materie inwerken, alsook de exacte situatie van elk onderdeel van alle materie,

    dan zou deze alle bewegingen van de grootste hemellichamen tot het kleinste atoom kunnen omvatten,

    en zou er niets meer onzeker zijn voor deze intelligentie; het verleden net als de toekomst worden voor

    hem zichtbaar gemaakt." (Pierre Simon Laplace: a philosophical essay on probabilities, 1814)

    op de vraag van Napoleon waar God in zij theorie inpaste zou hij hebben geantwoord:

    "Sire, die hypothese heb ik niet nodig in mijn theorie"

  • 66

    hetzelfde had hij kunnen zeggen over de vrije wil: "die hypothese hebben we niet nodig"

    ook het spaarzaamheidsprincipe van Ockham en de 1e wet van de thermodynamica gelden hier:

    in de causale keten van oorzaak en gevolg is er geen behoefte aan, noch plaats voor de vrije wil

    maar wat als we nou eens uitgaan van een ongedetermineerd fysiologisch proces?

    Roger Penrose & Stuart Hameroff introduceren begin jaren '90 het concept van de quantum mind

    in The emperor's new mind (1989) baseert Penrose zich op Gödel's onvolledigheidsstellingen (1931)

    een formeel (logisch) systeem kan zijn eigen (in)consistentie niet bewijzen, maar logici kunnen dat wel

    logici / wiskundigen zijn dus geen 'formele systemen' zoals computer-programma's

    het brein is dus geen computer, werkt niet volgens algoritmen, en is dus van een andere orde

    "classical mechanics cannot explain consciousness"; vrije wil en bewustzijn zijn niet gedetermineerd

    de sleutel tot het mysterie van het brein is quantum mechanica, want dat gaat uit van probabiliteit

    in 2013 hebben ze hun Orchestrated Objective Reduction (Orch-OR)-theorie verder uitgewerkt

    vanwege de complexiteit kan ik hier niet op ingaan 5, maar de theorie blijkt empirisch niet succesvol

    "Pixie-dust in the synapses is about as explanatorily powerful as

    quantum coherence in the microtubules." (Patricia Churchland)

    Daniel Dennett (The intentional stance, 1987 - Consciousness explained, 1995 - Freedom Evolves, 2003)

    Dennett is van mening dat de hele geschiedenis van het mind-body-problem berust op misverstanden

    het grootste misverstand is het cartesiaans theater, een overblijfsel van het geest-lichaam dualisme

    in ‘Content and Consciousness’ (1969) behandelt hij intentionaliteit en bewustzijn als verschillende thema’s

    intentionaliteit = ‘aboutness’: gedachten, angsten, wensen, verlangens gaan over iets, hebben een inhoud

    ik ben bang voor die hond, ik heb zin in een ijsje, ik denk aan mijn oma, ik hoop op een goede afloop

    iets in mijn denken verwijst naar / heeft betrekking op iets buiten mijn denken

    maar: hoe kunnen hersen-toestanden naar iets buiten zichzelf verwijzen?

    wat zijn gedachten? wat betekent "betrekking hebben op" of "verwijzen naar"?

    bewustzijn = de subjectiviteit van onze ervaringen en gedachten

    waar we op de meest directe manier mee vertrouwd zijn (fenomenologie)

    Dennett meent dat we onszelf met die gedachte misleiden

    daarmee zadelen we de wetenschap op met een onoplosbaar, onnodig, probleem 6

    zijn onderzoeksprogramma is dan ook het de-mystificeren van de notie van bewustzijn,

    en het ‘terugbrengen’ (reduceren) van die notie tot iets dat wetenschappelijk onderzocht kan worden

    in Consciousness explained (1995) oppert hij zijn theorie van multiple drafts (meerdere klad-versies)

    dit houdt in dat ons bewustzijn niet uit het niets komt, maar een resultaat is van vele hersenprocessen

  • 67

    kritici dopen het boek Consciousness ignored (Ned Block) & Consciousness explained away (Merlin Donald)

    "alleen een theorie die het bewustzijn verklaart in termen van onbewuste gebeurtenissen,

    is in staat het bewustzijn te verklaren" (Dennett, Consciousness explained, p. 498)

    de menselijke ‘geest’ moet ingepast kunnen worden in het natuur-wetenschappelijke wereldbeeld

    qualia bestaan volgens Dennett dan ook niet, en helpen ons begrip van bewustzijn niet verder

    hij verbeeld zijn punt met een onderscheid tussen cranes en sky-hooks

    kranen staan op de grond, hemel-haken worden bevestigd ergens in het luchtledige

    een theorie die verwijst naar sky-hooks is geen wetenschappelijke theorie, maar bijgeloof

    maar: wij hebben toch subjectieve ervaringen en gedachten waartoe alleen wijzelf toegang hebben?

    hoe is dit in overeenstemming te brengen met een op objectiviteit gericht wetenschappelijk wereldbeeld?

    Dennett wil een hardnekkige intuïtie ondergraven: dat bewustzijn een subjectieve ‘ruimte’ in je hoofd is 7

    Dennett noemt dit het ‘cartesiaanse theater’: de film in je hoofd, waarvan je zelf de toeschouwer bent

    volgens Dennett is dit dit niet een ervaringsgegeven, maar een reconstructie van onze subjectieve ervaringen

    voorbeeld: het phi-effect / color phi: twee stippen met andere kleur verschijnen om en om op een scherm

    het lijkt alsof er een stip is, ergens tussen de plekken van de feitelijke stippen, die van kleur verandert

    subjecten rapporteren een bewegende stip te zien die ergens in het midden van het traject van kleur verschiet

    de hersenen kunnen pas ‘weten’ dat de blauwe stip halverwege naar rood verschiet wanneer de rode stip oplicht

    maar dat is later dan de subjectief waargenomen stip van kleur verandert

    conclusie: de ‘verschijning’ is geen echte verschijning, maar een constructie door het brein achteraf

    het cartesiaans theater is dus geen gegeven, maar bestaat bij de gratie van hoe wij denken over bewustzijn

    het verschil tussen bewustzijn en wat wij er over denken verdwijnt; bewustzijn bestaat in wat we erover denken

    uitspraken over bewuste innerlijke ervaringen en waarnemingen zijn dus geen observatie-rapporten,

    geen uitspraken over de primaire data waar bewustzijns-onderzoek over gaat;

    uitspraken over bewuste ervaringen zijn zelf de primaire data van bewustzijnsonderzoek

    daarmee wordt het wetenschappers gemakkelijker gemaakt:

    een mysterieus en bijna niet te onderzoeken gegeven wordt opeens prima objectief toegankelijk

    wat het subject waarneemt ‘verschijnt’ in het cartesiaanse theater dat wij ons bewustzijn noemen

    maar dat bewustzijn bestaat volgens Dennett niet, dus hoe lost hij dit op?

    Dennett's antwoord is hetero-fenomenologie: de rapportage van bewustzijn door de persoon

    we moeten het bewustzijn benaderen vanuit een externalistisch, 3e-persoons-perspectief

    dus: een behaviouristische beschrijving van fenomenologische claims

    het cartesiaans theater bestaat niet, er is geen ghost in the machine, er is in ons brein niemand thuis

    er is geen subject dat de stream of consciousness gade slaat, als een toeschouwer in het brein (homunculus)

    de homonculus verklaart niets, want dan moet het bewustzijn van die homunculus weer verklaard worden

    er is geen plaats in het brein waar alles samen komt; vertrouw niet op de fenomenologie van je bewustzijn

    je moet back-stage kijken naar hoe het werkt (neurologie)

    net als dat je bij een goochelaar de illusie achter je moet laten, en moet kijken naar hoe hij die truc uitvoert

    mensen zijn geneigd te zeggen dat échte magie (tovenarij) boven-natuurlijk is (verichten van wonderen),

    en dat de magie die de goochelaar / illusionist creëert niet echt is, maar nep, of bedrog

    Dennett stelt dat juist de trucs van de illusionist echt zijn, en dat de illusie niet echt is, maar schijn (bedrog)

  • 68

    later (1996, 2001, 2005) verving hij de multiple-drafts-metafoor met die van fame in the brain (faam in het brein)

    beroemd worden is niet een exact te dateren gebeurtenis (bijv. bij ‘De wereld draait door’ aan tafel zitten)

    ook de invloed van hersen-processen is een competitief gebeuren: niet alles kan bewust worden

    bewuste gewaarwordingen zijn een sequel (gevolg / restant) van een interne strijd in het brein om aandacht

    de logische eenheid van de stream of consciousness die wij denken te ervaren is een reconstructie daarvan

    ons bewustzijn is misschien niet zo ‘echt’ als concrete hersentoestanden, maar het is ook geen fictie

    Dennett maakt de vergelijking met het concept van een zwaartepunt uit de newtoniaanse fysica

    elk fysiek object heeft een zwaartepunt; maar is zo’n zwaartepunt echt? (neem bijv. een donut)

    het is een abstractie, maar het is wel echt in de zin dat het ons iets praktisch vertelt over de echte wereld

    psychologische toestanden zijn abstracta, maar ze helpen om gedragspatronen te benoemen en doorgronden

    Dennett is het eens met een criticus die zegt:

    i.p.v. "de keizer draagt geen kleren, is Dennett van mening dat er geen keizer onder de kleren is!"

    i.p.v. een huis waar je aan belt en ontvangen wordt door de gastheer die zich aan je voorstelt,

    is het brein eerder een fabriekshal met anonieme arbeiders waar niemand je te woord staat

    de angst voor deze visie heeft volgens Dennett te maken met autonomie, met "de vrije wil"

    maar Dennett verzekert ons dat alles wat je van dit concept wilt, verenigbaar is met zijn visie

    wat er niet mee verenigbaar is, is te hoog gegrepen (onsterfelijkheid van de ziel bijv.)

    "vrije wil" heeft volgens Dennett niets met fysica te maken, maar met evolutie

    evoluerende competenties hebben geleid tot de competentie om te representeren, en dus reflexief te zijn

    als je het bewuste subject ín je theorie laat, verklaar je het bewustzijn niet

    als je het subject weg-verklaart omzeil je de essentie van de vraag: wat is bewustzijn?

    Dennett is het alleen eens met het 1e

    van het 2e zegt hij: mensen willen niet dat je het verklaart, maar dat het een mysterie blijft,

    en daarom zal het nooit op een bevredigende manier verklaard worden

    Dennett over intentionaliteit

    in het dagelijks taalgebruik schrijven we gedachten, wensen, emoties, bewustzijn etc. aan elkaar toe

    maar we kunnen mensen (subjecten) op verschillende niveaus beschrijven:

    op het persoonlijke niveau (in termen van intenties, gedachten, wensen, emoties, bewustzijn, etc.)

    als complexe biologische organismen (in termen van organen, hersenprocessen, processen in cellen, etc.)

    psychologische karakteriseringen van gedrag moeten worden losgekoppeld van causale verklaringen

    natuurlijk blijft er wel een verband; het gaat immers om hetzelfde gedrag 8

    psychologische beschrijvingen brengen geen specifieke aannames met zich mee over de causale achtergrond

    dus als er wezens zijn die we met behulp van psychologische termen kunnen beschrijven en voorspellen,

    dan maakt dat die psychologische termen niet minder toepasselijk

    elk wezen wiens gedrag op een vruchtbare manier beschreven / voorspeld kan worden in psychologische termen,

    is een wezen met psychologische toestanden, een wezen met een ‘geest’ (ook al bestaat die niet ‘echt’)

    vgl. de Turing-test: als je geen onderscheid kan maken tussen mens en computer is er geen verschil

  • 69

    in 1987 introduceerde Dennett zijn theorie over de intentional stance (model met 3 interpretatie-niveau's)

    de physical stance = je beschouwt iets als een materieel ding met fysische eigenschappen

    interpreteert het gedrag van iets als het resultaat van natuurwetten

    de functional stance = je beschouwt iets als een ontwerp met een functie

    interpreteert het gedrag van iets als een ontwerp, met een functie (thermostaat)

    de intentional stance = je beschouwt iets als een persoon met bedoelingen

    interpreteert het gedrag van iets (iemand) als doel-bewust (vgl. theory of mind)

    het 1e werkt altijd, maar is zeer on-economisch; vergt veel details en rekenwerk

    het 2e werkt in biologie en bij artefacten: reduceert causaliteit tot doel / functie

    het 3e werkt bij complexe systemen (mensen, computers)

    of een systeem intentioneel is, hangt dus af van onze houding / interpretatie

    m.a.w: volgens Dennett is intentionaliteit niet iets dat in de realiteit, los van ons kan bestaan 9

    mensen beschouwen zichzelf en elkaar als intentionele systemen, niet als computers

    wat ons tot mens maakt is dat ons gedrag begrepen, verklaard en voorspeld wordt vanuit de intentional stance

    m.a.w: wij voldoen aan het verwachtings-patroon dat we van elkaar (incl. onszelf) hebben

    maar: ook het gedrag van een schaak-computer kan geinterpreteerd worden vanuit de intentional stance

    een houding die ik zou kunnen innemen is de natuurkundige houding; de ‘physical stance’

    m.b.v. natuurwetten (halfgeleiders, electromagnetisme, etc) kan ik bepalen wat er binnen het apparaat gebeurt

    maar de hoeveelheid berekeningen die aan die voorspelling voorafgaan is astronomisch

    om die berekeningen binnen de tijd te doen zou ik zelf een computer moeten zijn

    makkelijker is het daarom om de ‘design stance’ in te nemen: te kijken naar hoe het apparaat ontworpen is

    kennis van het ontwerp (bijv. termostaat of computer-programma) brengt je tot een accurate voorspelling

    de design stance is redelijk betrouwbaar, maar is nog steeds enorm complex

    in het geval van de schaak-computer moet ik de architectuur van het programma kennen

    als je de ‘intentional stance’ aanneemt benader je de computer als een systeem dat van je wil winnen

    op basis van die aanname is het gedrag van de computer redelijk te voorspellen (ook al wil de computer niets)

    niet zo accuraat als met de design- of physical stance, maar oneindig veel gemakkelijker (en dus efficiënter)

    mocht de intentional stance leiden tot slechte voorspellingen, dan kun je terugvallen op 2

    mocht de functional stance leiden tot slechte voorspellingen, dan kun je terugvallen op 1

    maar spreken in termen van vrijheid en vrije wil t.a.v. natuurlijke entiteiten is betekenisloos

    dingen, planten, dieren (incl. mensen) bestaan uit materie, beweging (gedrag), etc.

    als we de mens bezien door natuurwetenschappelijke bril is er geen vrije wil

    we moeten onze alledaagse psychologische beschrijvingen van ons gedrag op het personele niveau houden

    gedrag beschrijven in termen van intenties is een efficiënte manier om gedrag te begrijpen en voorspellen

    maar we moeten die manier van begrijpen niet plakken op neuro-wetenschappelijke verklaringen

    neurowetenschap en alledaagse psychologie zijn gescheiden domeinen; verschillende beschrijvingsniveaus

    in Freedom Evolves (2003) Dennett hij dat de vrije wil evolueert: d.w.z. vrijer wordt door cognitie

    hij wil het probleem niet ontologisch / metafysisch benaderen, maar evolutionair / functionalistisch:

    een complex systeem dat zich moet handhaven, heeft enorm voordeel bij simplificatie (reductie) van informatie

    het herkennen van algemene patronen is minder accuraat, maar heeft voordelen in een complexe omgeving 10

    je kan het gedrag van iemand op een economischer manier voorspellen door het te reduceren tot intenties

  • 70

    gedeelde aandacht (shared intentions) & coöperatie

    het naturalisme gaat uit van een natuurlijk gegeven, waarnemer onafhankelijke, objectieve werkelijkheid

    deze is beschrijven vanuit een onafhankelijk perspectief en te vangen in mathematische modellen

    de natuurwetenschappelijke benadering gaat uit van het ideaal van objectiviteit: het 3e-persoons-perspectief

    daarmee heeft het een blinde vlek voor het 1e-persoons-perspectief: intentionaliteit, en inter-subjectiviteit

    zonder erkenning van subjectiviteit / intentionaliteit kunnen inter-subjectiviteit en cultuur niet begrepen worden

    intentionaliteit en bewustzijn zijn vrijwel synoniem: wij zijn ons altijd bewust van iets

    intentionaliteit is fenomenologisch: de mentale gerichtheid op iets, heeft een verwijzing of bedoeling (inhoud):

    een voorstelling hebben van iets, bang zijn voor iets, iets geloven, iets begeren, iets beoordelen, etc.

    bewustzijn en intentionaliteit zijn 1e-persoons-perspectief; niet te reduceren tot naturalistische beschrijvingen

    intentionaliteit kan ook betrekking hebben op de bewustzijns-inhoud van een ander (2e-orde intentionaliteit)

    en ook op het besef dat de ander zich bewust is van het feit dat ik me bewust ben van zijn intenties (3e-orde)

    er wordt dus onderscheid gemaakt tussen niveau's / levels van intentionaileit

    1e-orde intentionaileit = awareness: gerichtheid op een doel, gebeurtenis of object; voorwaarde voor bewustzijn

    ik richt mijn aandacht op iets (een ding, een gebeuren, een actie van iemand)

    2e-orde intentionaileit = een theory of mind 11 hebben, d.w.z. intentionaileit aan anderen toekennen

    ik leef mij in; besef dat die ander ook intentioneel is (zijn aandacht richt op iets)

    3e-orde intentionaileit = zelf-reflectie, zelf-objectivering, jezelf kunnen zien door de ogen van de ander

    beseffen dat anderen ook een theory of mind hebben: "ik weet dat jij weet dat ik..."

    ik besef dat die ander zich ook realiseert dat ik intentioneel mijn aandacht richt (op...)

    bijv: aap A ziet een banaan (1e-orde) aap A kijkt naar andere aap (B) of die de banaan ook ziet (2e-orde)

    aap A beseft dat zijn gedrag (kijken naar banaan) de andere aap (B) kan attenderen op de banaan (3e-orde)

    aap A leidt aap B af door de aandacht op iets anders te richten A gaat er vervolgens met de banaan vandoor

    dit kunnen we uitbreiden... zo ontstaat een gedeelde wereld / gedeelde voorstelling van de werkelijkheid

    shared / joint / collective intentionality creëert een sociale 'ruimte', een sfeer, een wereld (cultuur)

    deze wereld is een gedeelde werkelijkheid, kwalitatief verschillend van de 'objectieve' werkelijkheid

    dit is een voorwaarde voor zowel communicatie (en cultuur), alsook deceptie / liegen / vals spelen

    interessant fenomeen hierbij is de theorie over het menselijk oog: the cooperative eye hypothesis

    deze stelt dat mensen zo gericht zijn op / afhankelijk zijn van samenwerking dat misleiding ondergeschikt is

    wanneer groeps-genoten niet weten waar je aandacht op is gericht kan dat een voordeel zijn (zoals bij apen)

    apen hebben geheel zwarte ogen, en zien alleen waar een groeps-genoot naar kijkt als hij zijn hoofd draait

    maar bij mensen lijkt het contrast tussen iris en oogwit functioneel voor 3e-orde intentionaileit

    dit maakt misleiding moeilijker, maar gedeelde intentionaliteit gemakkelijker!

    m.a.w: mensen zien aan elkaars ogen waar ze intentioneel (al dan niet) op gericht zijn

    zelf-bewustzijn (selfhood) ontstaat als dieren groepsgenoten als actoren gaan beschouwen:

    elkaars gedrag gaan interpreteren, d.w.z. het gedrag van de ander in de nabije toekomst voorspellen,

    en er daarbij vanuit gaan dat de ander intenties en een perspectief heeft (theory of mind)

    hun eigen gedrag een andere kant op kunnen sturen dan hun directe impulsen ingeven

  • 71

    beide aspecten hangen nauw met elkaar samen, en maken strategisch handelen mogelijk

    complexere samenwerking met gedeelde intentionaliteit en wederkerigheid zien we alleen bij mensen 12

    experimenten van Michael Tomasello tonen aan dat peuters dingen kunnen die (mens)-apen niet kunnen

    mensen-kinderen zijn al op zeer vroege leeftijd in staat tot coöperatie (2e & 3e-orde intentionaileit)

    daarbij zijn zij niet alleen uit op de (fysieke) beloning, maar lijkt samenwerking een doel op zich

    ook bonobo's kunnen samenwerken om voedsel te bemachtigen, maar degene die het voedsel krijgt houdt het

    peuters werken samen, en delen de buit vervolgens ook samen: egoïsme wordt ervaren als onrechtvaardig!

    kinderen lijken al op vroege leeftijd veel socialer dan apen ooit lijken te kunnen worden!

    de Waal noemt zijn model van de evolutie van het inlevingsvermogen het matroesjka-model

    het evolutionair oudste niveau van empathie is reflexmatig (spiegelneuronen)

    je bent op neuraal niveau direct met de ander verbonden (= empathie)

    begrip van de reden van de emotie van een ander (reconstructie van de motivatie)

    innemen van het perspectief van de ander / je verplaatsen in de ander (= sympathie)

    moraliteit komt niet voort uit rationele belangen-afweging, maar maakt deel uit van het sociale systeem

    we zijn sociale wezens, levend in complexe sociale groepen

    overleven hangt af van onderlinge coördinatie en samenwerking

    taal geeft de mogelijkheid om verleden, heden, toekomst en fictieve scenario's in te beelden

    dit schept mogelijkheden het eigen gedrag te plannen en het gedrag van anderen te beïnvloeden

    mensen kunnen situaties gezamenlijk evalueren

    mensen bepalen (passief) hun eigen positie binnen die ruimte, en nemen daarmee (actief) een standpunt in

    de vrije wil is de mate waarin we in staat zijn om daarin bewust een zekere regie te voeren

    de vrije wil bestaat bij de gratie dat we onszelf en anderen zien als personen met een eigen perspectief / wil

    als we ons bewust zijn van het sociale / publieke domein, zullen we onze rol in dat spel spelen

    de mens is in die zin een sociaal-politiek (en democratisch) wezen: opgenomen in het ‘sociale gebeuren’

    de mens maakt voorstellingen van zijn omgeving (wereld), en gebeurtenissen daarin

    de mens evalueert zijn eigen gedrag en dat van anderen a.h.v. diverse kriteria (ook morele)

    m.b.t. de toekomst kan hij zich diverse scenario's voorstellen, waarin hijzelf een rol speelt

    en hij kan deze scenario's evalueren a.h.v. relevante criteria (waaronder morele)

    sommige mensen zijn minder in staat om hun hun wil te cultiveren (tot vrije wil) dan anderen

    dit kan genetische aanleg zijn, of een resultaat van gebrek aan opvoeding / training

    maar daar kan de samenleving slechts beperkt rekening mee houden (ontoerekeningsvatbaar)

    vrije wil is geen wetenschappelijk fenomeen, maar een formeel, regulatief begrip

    wij zijn ons brein? de vrije wil bestaat niet?

    shared / joint / collective intentionality creëert een gedeelde voorstelling van de werkelijkheid

    deze gedeelde voorstelling vormt de basis voor wat we cultuur / samenleving noemen

    deze culturele werkelijkheid wordt al duizenden jaren bestudeerd door wat vandaag de 'humaniora' heet

    'de werkelijkheid' is dus niet exclusief het terrein van de natuur-wetenschappen (het 3e-persoons-perspectief)

  • 72

    onze gedeelde werkelijkheid is kwalitatief verschillend van de wetenschappelijke 'objectieve' werkelijkheid

    in onze inter-subjectieve werkelijkheid bestaan 'dingen' als beloften, regenbogen, geld, personen en vrije wil

    onze taal zorgt ervoor dat deze 'dingen' blijvend deel uitmaken van onze cultuur

    maar het vertalen van begrippen uit onze omgangstaal naar wetenschap is vaak vruchteloos:

    de geest en de vrije wil treffen we evenmin in de hersenen aan als de regenboog aan de horizon

    natuur-wetenschap is geïntresseerd in objectieve beschrijvingen, wetmatigheden, kwantificeerbaarheid, etc.

    ontologie: "datgene wat via de empirische methode bewezen kan worden bestaat" (bijv. het Higgs-boson) 13

    mens-wetenschap is geïntresseerd in de inter-subjectieve dynamiek, het spel, het werkelijkheids-stichtende

    ontologie: "datgene waarnaar gehandeld wordt bestaat" (taal, moraal, geld, politiek, religie, etc) 14

    sciences (o.a. bio-wetenschappen) humanities (filosofie / pedagogiek / ethiek)

    'scientific image' 'manifest image'

    het positief waarneembare / meetbare bestaat datgene waarnaar gehandeld wordt bestaat

    objectief gegeven werkelijkheid gedeelde (virtuele) werkelijkheid / Umwelt / Lebenswelt

    Ding an sich / 'feiten' interpretaties

    3e-persoons perspectief 1e-persoons perspectief

    ervaring als empirie ervaring als beleving

    objectiviteit / wetenschappelijke distantie inter-subjectiviteit / collectieve intentionaliteit

    externalistisch / etic internalistisch / emic

    positivisme constructivisme

    kwantitatief kwalitatief

    Wilfrid Sellars (1912-1989) stelt dat deze 'dingen' alleen deel uitmaken van onze 'manifest image'

    volgens de 'scientific image' (naturalistisch paradigma) bestaat slechts dat wat ‘objectief aantoonbaar’ is

    scientific image: regenbogen bestaan niet, want kleuren bestaan niet, en de boog bestaat niet

    manifest image: 'datgene waarnaar gehandeld wordt bestaat': regenbogen, beloften, euro's, liefde

    beurshandelaren, rechters, museum-bezoekers, kerkgangers handelen alsof geld, recht, kunst, god bestaan

    we zien onze medemens als persoon (niet reduceerbaar tot genetica / neurologie / fysische eigenschappen)

    persoon = persona = masker = interface (vgl: de windows-interface & de computer-hardware)

    mensen zien elkaar als personen, en delen een virtuele, inter-actieve, sociale, morele 'ruimte'

    deze 'ruimte' bestaat alleen voor 'insiders' / deelnemers, en is niet zichbaar vanuit een buiten-perspectief

    vrije wil verwijst naar ons ik, het morele subject, dat want ons tot handelende actor maakt

    die vrijheid bevindt zich als het ware tussen sociale druk en natuurlijk / wetmatig determinisme

    en die vrijheid bestaat slechts bij de gratie van een geloof erin, en een handelen naar dat geloof

    net als alle andere zaken die natuurwetenschappelijk niet 'bestaan', maar sociaal-cultureel wel;

    dus alles wat we met onze taal aanduiden: hypotheken, beloftes, trouwerijen, ministers, geld, etc.

    als we de 'persoon' (het 'ik'), of de 'vrije wil' zoeken in het brein, zullen we het niet vinden

    de 'persoon' en de 'vrije wil' bestaat allen als culturele entiteiten, net als €uro's en bruiloften en beloften

    het subject ('ik') bestaat niet los van andere subjecten ('ik'ken), maar alleen in relatie tot een 'jij'

    de 'persoon' en de 'vrije wil' bestaan in zoverre "ernaar gehandeld wordt"

  • 73

    en dat er naar gehandeld wordt blijkt uit experimenten, bijv. die van Kathleen Vohs & Jonathan Schooler

    2 groepen proefpersonen lazen 2 verschillende fragmenten uit The Astonishing Hypothesis (F. Crick, 1994)

    de groep die passages las over het niet-bestaan van een vrije wil fraudeerden meer dan de andere groep

    de erkenning van de vrije wil is geen claim over feitelijkheden, maar is een oproep tot ethisch handelen

    de vrije wil bestaat bij de gratie van dat er een beroep op wordt gedaan

    persoon zijn is dus niet synoniem met mens in de zin van lidmaatschap van homo sapiens

    "De vrije wil bestaat niet" (Lamme) is dus (natuurwetenschappelijk) waar, maar ook half betekenisloos

    god, geld, democratie, het koningshuis, mensenrechten, en Victor Lamme zelf bestaan evenmin

    de vrije wil is geen wetenschappelijk object, net zomin als liefde, rechtvaardigheid, etc.

    als we de mens bezien als lid van een cultuur waarin vrije wil bestaat, net zoals personen bestaan,

    dan moeten we vrije wil opvatten vanuit die sociale betekenis-context

    of de vrije wil al dan niet bestaat (in objectieve zin) is irrelevant, vrije wil wordt verondersteld

    het is dus meer een geloof / praxis dan een ding, en heeft kenmerken van een self fulfilling prophecy

    (net zoals Timothy een veer gebruikt om Dombo te laten geloven dat hij kan vliegen)

    "Wij zijn ons brein" (Dick Swaab, 2010) is daarom net zo half waar, half betekenisloos

    wij, ik en jij zijn geen wetenschappelijke objecten, maar krijgen betekenis in de sociale context

    en daarin gaat het om sociale verantwoording / legitimering t.a.v. de groep / samenleving

    vrije wil heeft betrekking op de vraag: sta je achter je handeling / gedrag / beslissing?

    oftewel: identificeer je jezelf met je gedrag? ben jij dat, die dat doet? dit vraagt om reflectie...

    verantwoordelijkheid koppelt de vrije wil aan noties als plicht en deugd

  • 74

    1 L'être et le néant, 1943 2 een paradox is een ogenschijnlijk tegenstrijdige situatie, die lijkt in te gaan tegen ons gevoel voor logica, verwachting of intuïtie; ogenschijnlijk, omdat de vermeende tegenstrijdigheid berust op een denkfout 3 Dick Swaab is actief in een stichting die pleit voor vrijwillige euthanasie: Uit Vrije Wil

    "Ik neem graag mijn eigen beslissingen, ik wil 'baas in eigen brein' zijn. Bij mijn conceptie en geboorte is me dat niet gelukt. Bij het einde van mijn leven eis ik dat recht onverkort op."

    bezien vanuit het perspectief van Wij zijn ons brein slaat deze redenering nergens op! en "zoals de nier urine produceert, zo produceert het brein de geest" (Wij zijn ons brein, p.24) suggereert dat de geest niet hetzelfde is als het brein; urine is immers ook niet hetzelfde als de nieren de geest zou dan een overtollig rest-product zijn dat het lichaam kwijt moet en wil uitscheiden... 4 determinisme is geen fatalisme, maar maakbaarheid: als je weet wat de determinanten zijn kun je ingrijpen - cultuur-determinisme wijst op de sociaal-maatschappelijke factoren die de mens vormen; en pleit voor ingrijpen op sociaal en persoonlijk (psychologisch) vlak - biologisch determinisme wijst op genetische en neurologische factoren; en pleit voor ingrijpen in de fysiologische en chemische opmaak van de hersenen en het DNA 5 de theorie veronderstelt kennis van quantum coherentie, wave function collapse, spacetime curvature, Planck length, quantum superposition, microtubules (bestaande uit tubulin proteine dimer sub-units), delocalized pi electrons, non- polar regions met indole ringen, quantum-entanglement, Bose–Einstein condensatie, en gap junctions tussen neuronen 6 je kan ook denken: als je de wetenschap opzadelt met een probleem, moet de wetenchap die uitdaging aangaan tenzij het een reeds opgelost probleem is, maar niet begrepen wordt; dan moet je het beter uitleggen wetenschap is geen dogmatische religie, zoals Dennett en de zijnen voortdurend benadrukken dus: misleiden we onszelf door de subjectiviteit van ons subjectieve bewustzijn als zodanig te ervaren? 7 Richard Rorty: "that great dumping ground of out-dated entities: the mind"

    8 vgl: wat is een magneet? 1: iets dat ijzer aantrekt 2: iets dat een fysische structuur heeft waardoor een veld ontstaat waarin ijzermoleculen zich zus & zo gedragen als we met 2 een verdere verklaring voor 1 willen hebben moet 1 niet in 2 terugkeren net zo met psychologische en neurale verklaringen voor gedrag 9 maar is functionaliteit dan wel iets dat in de realiteit, los van ons kan bestaan? en is het fysische dan iets dat in de realiteit, los van ons kan bestaan? uiteindelijk kom je tot idealisme / solipsisme: alles is een "stance", alles is interpretaite, realiteit = illusie = realiteit ditzelfde probleem dook al op in de 17e / 18e eeuw: rationalisten en empiristen kwamen tot soortgelijke conclusies 10 autisten kunnen dat niet en verzanden in het verwerken van een overload aan informatie over allerlei irrelevante details 11 David Premack & Guy Woodruff, 1978 12 Michael Tomasello: Origins of Human Collaboration and Shared Intentionality 13 etic = outsider account = vanuit het 3e-persoons-perspectief (wetenschap) = objectivistisch 14 emic = insider account = vanuit het 1e-persoon-perspectief (van de actor) = verstehend = folk psychology