Nbtp magazine ons brein

21
Update NBTP projecten Jaargang 1 Ψ Nummer 3 Ψ September 2013 Ons brein waarschuwt ons voor gevaar. Ook voor gevaarlijke mensen. Hoe komt het dan dat sommigen verliefd worden op mensen die hen schaden. En hoe begeleid je deze mensen? In trends en ontwikkelingen kan je meer lezen over meditatie, psychotrauma en een nieuwe meldcode die van kracht is gegaan. In dit artikel beschrijf ik vijf zogenaamde ‘sleutels’ die de deuren openen naar een effectiever studiebrein. Mijn studietips voor psychologie studenten! Brein verslaafd 4 Help je studiebrein 7 Trends 19 In dit nummer: Van de redactie 2 Van de voorzitter 2 Koopgedrag beïnvloeden 3 Het brein verslaafd aan liefde 4 Help je studiebrein 7 Een nieuwe weg inslaan 10 Worden wie je bent 12 TP-er @ work 15 Lichaamsgericht traumatherapie 17 Gedeeld, gezocht en gevonden 18 Trends & Ontwikkeling 19 Boekbespreking 20 Inspire! 21 - In oktober vindt het derde congres van de NBTP plaats. Kaarten kopen kan via www.nbtp.nl/boxoffice . - De geheel vernieuwde website van de NBTP is per 1 september online! Neem een kijkje op www.nbtp.nl . Vragen kan je stellen via de NBTP helpdesk op www.nbtp.nl/support of via e-mail: [email protected] . - De projectgroep online magazine is altijd op zoek naar schrijvers. Heb jij een leuk item dat binnen het thema past? Mail naar [email protected] en ontvang meer informatie. - Een eerste opzet van de beroepscode en het beroepsprofiel is gemaakt. 1 januari 2014 staat er een definitieve versie. Er is nauw contact met het LOOTP. - NBTP werkt aan een kwaliteitsregister. De structuur is in grote lijnen al bepaald. NBTP is nu nog bezig met de inhoud. - De eerste intervisie bijeen- komsten hebben op verschillende locaties in Nederland plaats gevonden. Momenteel kijkt de NBTP voor uitbreidings- mogelijkheden. - Er start op korte termijn een projectgroep ZZP & Verzekeringen, waar de NBTP collectieve kortings- afspraken met verzekeraars wil maken. Ben je ZZP’er en wil je aanhaken? Mail naar [email protected] en vermeld daarbij ‘ZZP & Verzeker- ingen’. We nemen contact met je op! Tot nu toe blijkt dat 90% van onze beslissingen onbewust gebeurt. De neuro- wetenschapper is bezig met de vraag: Hoe kan men dit onbewuste beïnvloeden? Koopgedrag 3 Thema: Ons brein De NBTP een nieuwe website heeft? De NBTP een nieuw congres organiseert? Het congres Inspire heet? Er drie workshops gegeven gaan worden? Deze drie workshops Positieve Psychologie, Het Juiste CV en Netwerken zijn? De Algemene Leden Vergadering zal plaats- vinden na de workshops? Wist je Dat... Op 10 Oktober a.s. organiseert de NBTP het congres:

description

Het online Magazine voor Toegepast Psychologen!

Transcript of Nbtp magazine ons brein

Page 1: Nbtp magazine ons brein

Update NBTP projecten

Jaargang 1 Ψ Nummer 3 Ψ September 2013

Ons brein waarschuwt ons voor gevaar. Ook voor gevaarlijke mensen. Hoe komt het dan dat sommigen verliefd worden op mensen die hen schaden. En hoe begeleid je deze mensen?

In trends en ontwikkelingen kan

je meer lezen over meditatie,

psychotrauma en een nieuwe

meldcode die van kracht is

gegaan.

In dit artikel beschrijf ik vijf

zogenaamde ‘sleutels’ die de

deuren openen naar een

effectiever studiebrein. Mijn

studietips voor psychologie

studenten!

Brein verslaafd 4 Help je studiebrein 7 Trends 19

In dit nummer:

Van de redactie 2

Van de voorzitter 2

Koopgedrag beïnvloeden

3

Het brein verslaafd aan liefde

4

Help je studiebrein 7

Een nieuwe weg inslaan 10

Worden wie je bent 12

TP-er @ work 15

Lichaamsgericht traumatherapie

17

Gedeeld, gezocht en gevonden

18

Trends & Ontwikkeling 19

Boekbespreking 20

Inspire! 21

- In oktober vindt het derde congres van de NBTP plaats. Kaarten kopen kan via www.nbtp.nl/boxoffice. - De geheel vernieuwde website van de NBTP is per 1 september online! Neem een kijkje op www.nbtp.nl. Vragen kan je stellen via de NBTP helpdesk op www.nbtp.nl/support of via e-mail: [email protected]. - De projectgroep online magazine is altijd op zoek

naar schrijvers. Heb jij een leuk item dat binnen het thema past? Mail naar [email protected] en ontvang meer informatie. - Een eerste opzet van de beroepscode en het beroepsprofiel is gemaakt. 1 januari 2014 staat er een definitieve versie. Er is nauw contact met het LOOTP. - NBTP werkt aan een kwaliteitsregister. De structuur is in grote lijnen al bepaald. NBTP is nu nog bezig met de inhoud. - De eerste intervisie bijeen-

komsten hebben op verschillende locaties in Nederland plaats gevonden. Momenteel kijkt de NBTP voor uitbreidings-mogelijkheden.

- Er start op korte termijn een projectgroep ZZP & Verzekeringen, waar de NBTP collectieve kortings-afspraken met verzekeraars wil maken. Ben je ZZP’er en wil je aanhaken? Mail naar [email protected] en vermeld daarbij ‘ZZP & Verzeker-ingen’. We nemen contact met je op!

Tot nu toe blijkt dat 90% van onze beslissingen onbewust gebeurt. De neuro-wetenschapper is bezig met de vraag: Hoe kan men dit onbewuste beïnvloeden?

Koopgedrag 3

Thema: Ons brein

De NBTP een nieuwe

website heeft?

De NBTP een nieuw

congres organiseert?

Het congres Inspire heet?

Er drie workshops gegeven

gaan worden?

Deze drie workshops

Positieve Psychologie, Het

Juiste CV en Netwerken

zijn?

De Algemene Leden

Vergadering zal plaats-

vinden na de workshops?

Wist je Dat...

Op 10 Oktober a.s. organiseert de NBTP het congres:

Page 2: Nbtp magazine ons brein

Dit nummer heeft als thema het brein. Een erg breed onderwerp, want veel van ons denken, doen en voelen wordt door deze ‘black-box-bovenkamer’ aange-

stuurd. Er is nog erg veel onbekend over ons brein. Tijd om er dieper in te duiken, om zo meer duidelijkheid te verschaffen. Hoe zit het met verliefd-heid en het brein? Welke stofjes maken we aan wanneer we in de staat van verliefdheid verkeren? Mirella Brok

schrijft hier meer over. En een heel andere invalshoek is de brug naar lichaamsgerichte therapie bij psycho-trauma. Deze vorm begint ook in Nederland steeds meer aandacht te krijgen. Je leest het in een casus van Joost Burger. Hij leerde hier meer over in Engeland en Zwitserland. Verder vind je in dit nummer natuurlijk ook columns, een boekbespreking en informatie over recente ontwikkelingen binnen ons vakgebied. Ik wens je veel leesplezier!

Hoofdredacteur

Hans van Doremalen en Annette Beuze-

Silvester

Projectleider

Sophie de Haan

Redactie

Annette Beuze-Silvester, Mirella Brok,

Hans van Doremalen, Jiska Duurkoop,

Amber van Es, Sophie de Haan, Paulien

van der Krift en Magda Slimmens-Bos.

Gastschrijvers

Joost Burger, Mirella Duiven en

Lex Goos

Art director/ Cartoonist

Amber van Es / Bas van Elk

Bestuur

André Lollinga (voorzitter), Jenny

Schoonbeek (secretaris), Hans Weijmer

(penningmeester), Sophie de Haan,

Monique Korpershoek, Elout van

Leeuwen en Magda Slimmens-Bos.

Website

www.nbtp.nl

Onderwerper logo

Anne Sesink en Joost Snel

Lidmaatschap

Wil je je gegevens wijzigen of kan je niet

meer inloggen op Mijn NBTP van http://

mijn.nbtp.nl, neem dan contact op met

[email protected]. Wil je je

uitschrijven? Je kan je uitschrijven via

mijn.nbtp.nl/uitschrijven. Uitschrijving

dient minimaal één maand voor het

einde lidmaatschap plaats te vinden.

Lid worden? Dat kan via mijn.nbtp.nl

Contributie

De contributie voor het jaar 2013 is

vastgesteld op 10 euro voor

studentleden en 25 euro voor leden.

Niets uit deze uitgave mag, noch geheel,

noch gedeeltelijk, worden overgenomen

en/of vermenigvuldigd zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming.

We zijn niet aansprakelijk voor fouten,

verkeerde interpretatie te gevolge van

de uitgave van de NBTP Magazine. Aan

deze uitgifte kunnen geen rechten

worden ontleend. Het kopiëren of

vermenigvuldigen van de NBTP

Magazine is niet toegestaan, zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming.

P a g i n a 2 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Colofon Ons brein

Van de redactie

Van de voorzitter

Het derde magazine al

weer. Zo vliegen de

maanden voorbij en zien

wij het magazine steeds

professioneler worden.

Zo zie ik ook de

vereniging en de TP’ers

in het werkveld ook steeds

professioneler worden.

Als vereniging zijn we natuurlijk

constant bezig met professionalisering

aangezien dit de tweede van onze drie

peilers is. Daarom een korte update

wat jullie kunnen merken op dit gebied

bij de NBTP. We zijn enorm trots op de

ontwikkelde beroepscode, het beroeps-

profiel, het kwaliteitsregister, bijscho-

lingsmogelijkheden bij RINO en ECP

(registratie voor declaratie zorg-

verzekeraars). Meer over deze

fantastische ontwikkelingen op het

congres en ALV van 10 oktober!

Graag maak ik van deze gelegenheid

gebruik om nu ook alle vrijwilligers

alvast te bedanken voor de uren aan

werk die zij hebben ingezet om deze

aspecten van professionalisering tot dit

hoge niveau te krijgen! Geweldig!

Onze relatie tot jou

Sophie de Haan

André Lollinga

NBTP zoekt nieuwe bestuursleden!

Page 3: Nbtp magazine ons brein

Is ons koopgedrag te beïnvloeden?

P a g i n a 3 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Hoe beïnvloedbaar is ons koopgedrag? Hoe werkt dit in onze ‘bovenkamer’? Gelukkig weten we steeds meer over hoe het er ‘daar’ aan toe gaat door de vele onderzoeken die hiernaar worden gedaan middels MRI, EEG, ECG, enzo-voorts. De tijd van de Frenologie ligt al weer een tijdje achter ons. Waarschijn-lijk weet je als Toegepast Psycholoog wel waar ons ‘genotscentrum’, (Nucleus accumbens) zich in onze her-senen bevindt. Hier lijkt de marketing-strategie zich op te baseren. Maar wanneer wordt dit centrum nou eigenlijk geactiveerd? De geur van appeltaart en vers brood

“Je moet appeltaart bakken als ze je

huis komen bezichtigen!” Een aantal

jaren geleden was dit helemaal ‘hot’.

De geur zou de potentiële kopers gega-

randeerd over de streep trekken.

Tegenwoordig hoor ik weer andere

strategieën om een huis te verkopen,

waarbij het fenomeen geur en emotie

steeds weer opduikt. Was er niet een

onderzoek van een supermarkt die

beweerde dat mensen meer kochten

als ze de geur van versgebakken brood

in de winkel konden ruiken? Ineens

komt in mij op dat ze hierin wel eens

gelijk kunnen hebben. Want welke

grote supermarkt heeft tegenwoordig

geen eigen afbak-afdeling? Maar het

gaat natuurlijk niet om geur alleen.

Naast gebruik te maken van al onze

zintuigen, en daarmee het activeren

van ons geluksgevoel, worden tal van

andere stategiën op de welwillende

consument losgelaten, zoals blijkt uit

het onderzoek van Robert Cialdini (zie

kader). Gelukkig (of misschien jammer

genoeg) hebben we ook nog zoiets als

een ‘geweten’ (insula). Hierdoor laten

we ons niet altijd door alle verkoop-

trucs van de marketingafdelingen

leiden; Maar neuro-wetenschappers

zijn hard op weg naar het vinden van

onze motivatie rondom ons koop-

gedrag, oftewel het raadsel rondom

ons besluitvormingsproces. Sommige

consumenten vinden dit toch wel een

beetje ‘eng’. Men is bang dat anderen

controle krijgen over hun gedachten…

Zelf denk ik dat ons gedrag niet

helemaal voor 100% voorspelbaar is.

Naar mijn idee laat ik mij zeker wel

beïnvloeden, maar ik denk dat ik niet

overal gevoelig voor ben. Het ligt ook

aan de omstandigheden waarin ik mij

bevindt, mijn gemoedstoestand, tal van

andere aspecten die mee wegen, en

natuurlijk ook aan mijn persoonlijkheid

of dit al dan niet gebeurt. Tenminste,

zo ervaar ik het zelf.

Neuromarketing

Tot nu toe blijkt dat 90% van onze

beslissingen onbewust gebeurt. De

neuro-wetenschapper is bezig met de

vraag: Hoe kan men dit onbewuste

beïnvloeden? Maar wat als we het

eens van de andere kant gaan

bekijken? De kant van de koper. Als je

als consument al weet hoé de over-

tuigingsprincipes werken, dan is men

zich er toch (meer) van bewust? Kan

het zijn dat men daardoor juist minder

beïnvloedbaar is? Volgens psycholoog

Maud Ebbink in haar column ‘het

geheim van het winkelbrein’ in de Tele-

graaf is dit wel dé truck. Ken de trucks

van Cialdini, en herken je eigen val-

kuilen, dan gaat het niet meer zo snel

‘mis’. Of denk je als lezer hier toch

anders over? Reacties zijn van harte

welkom! Het kost bijna niets! Verder

heb ik nog een kleine selectie interes-

sante boeken voor je, mocht je er meer

willen weten over of ‘onze eigen vrije

wil’ nu eigenlijk wel bestaat...

Annette Beuze-Silvester

- Wederkerigheid: Het krijgen en teruggeven. Dit zijn vaak de gratis weggevertjes of extraatjes. Velen zijn dan sneller geneigd iets te kopen, bij wijze van ‘teruggeven’. - Schaarste: De meest voorkomende onderbewuste prikkel. Men koopt sneller iets als het ‘bijna op’ is, of als er nog maar één exemplaar van is. - Autoriteit: We vertrouwen op de kennis van een expert. Zo kopen we sneller iets als een kenner zegt dat het een goed product is, of als de Consumentengids het aanprijst. - Sociale bewijskracht: Mensen willen zich identificeren met leeftijdsgenoten en vrienden. We kopen dus sneller iets als onze ‘kring’ dit ook doet, of als je weet dat 80% van je leeftijdsgenoten het koopt. - Sympathie: Mensen zeggen eerder ‘ja’ tegen een product als ze de verkoper aardig vinden of het bedrijf sympathiek. - Consistentie en binding: Mensen zijn graag consequent. Als we eerder ‘ja’ tegen een product zeiden, neigen we dat in de toekomst ook te doen. Dit geldt voornamelijk voor abonnementen en donaties.

De zes verleidingsgeheimen volgens Cialdini -De vijfde revolutie - omdat

hersenwetenschap onze wereld gaat

veranderen - Lone Frank

-Genot als kompas - David J. Linden.

-Ben ik dat? : wat hersenonderzoek

vertelt over onszelf - Mark Mieras, Rita

Jager

-De vrije wil bestaat niet - over wie er

echt de baas is in het brein - Victor

Lamme

-Neuromarketing ; understanding the

“buy button” in your customer’s

brain - Patrick Renvoisé

-De sites http://www.consumpsy.nl/info/in-de-media.html - En http://www.martinlindstrom.com/books-by-martin-lindstrom/

Leestips

Page 4: Nbtp magazine ons brein

Neurotransmitters bij verliefdheid

Opwinding, positief of negatief, maakt

adrenaline aan. Hierdoor voelen wij ons

levendig. Het biedt op de korte termijn

een geweldige ontsnappingsmogelijk-

heid. Deze beloning werkt verslavend.

Liefde lijkt wel verslavend. Er zijn drie

soorten liefdesverslaafden (Vingerhoets

& Van Tilburg, 2005).

‘Nemers’; Zij geven geen liefde en zijn

niet geïnteresseerd in de persoon die

hen liefde geeft. Het gaat hen om het

ontvangen van affectie, genegenheid,

bevestiging.

‘Relatiehoppers’; Het gaat hen om de

kick van de verliefdheid.

‘Gevers’; Zij willen anderen veel liefde

geven, ook al is de relatie slecht. In

plaats dat dit een reden is om weg te

gaan, is dit een reden om te blijven. ‘Als

ik nog meer mijn best doe, zal het

anders zijn’. Over hen gaat de rest van

het artikel.

Je brein verslaafd aan liefde

Om te overleven voelen mensen angst,

wantrouwen en achterdocht. Deze

gevoelens laten ons weten dat er

gevaar dreigt. De amygdala in de

hersenen zorgt ervoor dat we vluchten

of vechten. Toch zijn er mensen die

tegen deze natuurwetten in, een ge-

vaarlijke relatie aangaan. Hoe werkt

dat? Ik beantwoord die vraag door te

schrijven over de fysiologische en de

mentale processen van verliefdheid.

Verliefde hersenen zijn anders dan

liefdeshersenen

Het is lastig om nuchter te denken met

verdoofde hersenen. Verliefde

hersenen lijken op hersenen onder

invloed van cocaïne. De hersengebie-

den, die zorgen voor een geluksgevoel,

lichten op. Hersengebieden verbonden

met slechte stemmingen worden uit-

geschakeld (Bartels en Zeki in Kast,

2006). Het lichaam vertoont ook

biochemische gelijkenissen met dwang-

neuroses (daling van serotonine in het

bloed) (Marazziti in Kast, 2006).

Onze hersenen belonen verliefdheid

met hormonen (Precht, 2010 en Kast,

2006). Wanneer men het ‘shot’ liefde

niet meer krijgt, kan een afgewezen

verliefde lijden onder de afwijzing,

zoals een drugsverslaafde lijdt (Roberts

& Padgett-Yawn, 1998). De verliefde wil

zijn ‘shot’ liefde hebben en raakt daar-

van in een ‘roes’ verliefdheid. De

belangrijkste gedachten van een

verliefde; hoe arrangeer ik een nieuwe

ontmoeting met mijn lief. Eenmaal ver-

slaafd wil men de negatieve effecten

van stoppen met de liefde – ook wel

‘eenzaamheid’ genoemd - vermijden.

Verliefde

mensen voelen zich levenslustig omdat

zij zich snel ontwikkelen. Door met hun

partner te praten en een deel van

elkaar te worden, ontplooien zij zichzelf

op speelse wijze (Aron in Kast, 2006).

Bij verliefd worden hoort het zien van

mogelijkheden, heftigere motieven,

verlangens en begeerte. De verliefd-

heid is op z’n heftigst wanneer deze

wederzijds is (Vingerhoets & Van

Tilburg, 2005).

Verliefdheid heeft iets weg van een

psychiatrische stoornis, aangezien het

de normale waarneming- en besluitvor-

mingvermogen aantast (Vingerhoets &

Van Tilburg, 2005 en Precht, 2010).

Vroeger behandelde artsen een heftige

verliefdheid als obsessieve stoornis.

Obsessie is een angst waarbij men

steeds bezig is met dezelfde gevoelens

en gedachten. In dit geval onze gelief-

de. Een obsessie zegt meer over de

geestestoestand van de geobsedeerde

dan de waarde van de relatie

(Vingerhoets & Van Tilburg, 2005). Of

de relatie goed voor ons is, lijkt dus

ondergeschikt belang. Een relatie die

begint met obsessie, is eenzijdig en

onrealistisch (Roberts & Padgett-Yawn,

1998). Een zekere mate van obsessie is

goed, omdat het een aanzet is tot

romantische liefde. Het zorgt voor een

introductieperiode waarin we de ander

willen leren kennen om goed te kunnen

bepalen of we een relatie aan willen

gaan (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005).

Mirella Brok

P a g i n a 4 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Hoofdartikel

“Verliefdheid heeft iets weg

van een psychiatrische

stoornis.”

Page 5: Nbtp magazine ons brein

Je brein verslaafd aan liefde (Vervolg)

Psychologische verklaringen voor

liefdesverslaafde ‘Gevers’

Verliefd zijn is niet alleen iets van de

hersenen. Het is ook een psychologisch

proces waarbij we een ander willen

zien in het licht van onze verlangens.

Desnoods vervormen we de ander

(Vansteenwegen, 1992 & 2009).

Volgens Norwood (2006) komen veel

‘Gevers’ uit een gezin dat problemen

ontkent. Er wordt niet voorzien in de

emotionele behoeften van het kind. De

‘Gever’ leert eigen waarnemingen en

gevoelens te ontkennen. Het patroon

van liefhebben van emotioneel niet

beschikbare geliefden en deze pijn als

liefde te zien herhaalt zich bij partners.

Kinderen (ook volwassen kinderen) zijn

loyaal naar hun ouders toe. Vanuit deze

loyaliteit ontstaan soms patronen die

we lastig loslaten (Michielsen e.d.

2010). Een bevestiging van het patroon

lijkt belangijker dan een daadwerkelijk

goede relatie.

Naast bevestiging in ons patroon is

bevestiging in ons zelfbeeld belangrijk.

Soms houden we van iemand, omdat

die persoon ons bevestigt in ons zelf-

beeld (Sternberg, 1998). Een negatief

gevoel, voortkomend uit de relatie, kan

passen bij een negatief zelfbeeld

(Precht, 2010). Dit is bij veel ‘Gevers’

het geval. ‘Gevers’ zijn ook veel meer

bezig met wat anderen van hen vinden

dan dat zij zich afvragen; wat vind ik

eigenlijk van een ander? Uiteindelijk

wordt de ander en diens gedrag/

emoties de barometer van de emoties

van de ‘Gever’. Dit en gebrek aan

sociale steun, zorgt er voor dat de

‘Gever’ geïsoleerd raakt (Norwood,

2006). In staat zijn tot een gezonde

liefde vraagt dus om een gezond zelf-

beeld en bewustwording van het einde

van zichzelf en het begin van de ander.

De liefde van een rijp persoon is minder

chaotisch, dramatisch, onzeker, ver-

slavend en meer vriendschappelijk en

betrokken. ‘Gevers’ zijn emotioneel

onvolwassen. Zij worden vaak sneller,

heftiger en vaker verliefd. (Roberts &

Padgett-Yawn, 1998).

‘Gevers’ kampen met een aantal denk-

fouten. Allereerst meten ze de mate

van hun liefde af aan de mate van de

kwellingen. Het is dan ook eigenlijk te

gek voor woorden dat iemand niet van

je houdt, terwijl je jezelf zo moedig en

onbaatzuchtig opoffert, de partner

MOET wel van de ‘Gever’ houden,

toch? (Norwood, 2006) Externe en

interne attributie is de volgende denk-

fout. De ‘Gevers’ draaien de attributie

precies om. Slecht gedrag van de ander

leggen zij uit aan de hand van externe

factoren en eigen slecht gedrag aan de

P a g i n a 5 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Neurotransmitter Uitleg

Aan

trekking &

verliefdh

eid

Dopamine Obsessie, focus, doelgerichtheid, verlangen, geluksgevoel, vernauwd aandacht. Aangemaakt bij verliefdheid en uitstel van plezier.

Noradrenaline Snel veel informatie over elkaar leren & uitbundige gevoelens. Antidepressiva verhogen noradrena-line. Dit verstoord verliefdheid.

Serotonine Serotonine daalt door dopamine en noradrenaline. Het zorgt voor nutteloos dagdromen, idealise-ren, getreuzel, concentratieverlies, peinzen en praten over geliefde. Serotonine is belangrijk voor optimisme, zelfvertrouwen, ontspanning. Een daling zorgt voor somberheid en halsstarrigheid (De Bel, 2011).

Testosteron Tijdens verliefd zijn daalt dit bij mannen en stijgt bij vrouwen. Alsof de natuur ons tijdens deze fase dichter bij elkaar wil brengen.

In d

e relatie - G

ehech

the

id

Oxytocine Stuurt hechtingsgedrag aan bij vrouwen, zorgt voor rust en verlaagt angst, stimuleert de neiging tot knuffelen (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005 en Vonk, 2007). Aangemaakt tijdens weeën. Gestimu-leerd door seks. Bij zowel mannen als vrouwen verhoogt de oxytocine bij lichamelijk contact en extreem bij het orgasme – veroorzaakt de spiercontractie bij het orgasme van de vrouw wat het zaad opzuigt (Precht, 2010) . De hoogte van oxytocine correleert positief met het genot dat een vrouw ervaart. (Kast, 2006). Uiteindelijk daalt oxytocine en blijft de liefde nadat we hebben ‘leren’ houden van iemand. Oxytocine en vasopressine verlagen dopamine en noradrenaline.

Vasopressine Stuurt hechtingsgedrag aan bij mannen. Gestimuleerd door seks. Bij de man verhoogt vasopressine wanneer hij opgewonden is (Kast, 2006).

Neurotransmitters bij verliefdheid (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005)

Page 6: Nbtp magazine ons brein

P a g i n a 6 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Je brein verslaafd aan liefde (Vervolg)

hand van interne factoren (Norwood,

2006). Dit is een denkfout die niet-

liefdesverslaafden niet maken (Vonk,

2007). De laatste denkfout zit in het

investeren. Geen enkele relatie kan

altijd slecht zijn. Net wanneer de

‘Gever’ genoeg heeft van alle drama en

wil vertrekken, dan beloont de partner

het gedrag van de ‘Gever’. Weggaan is

dan natuurlijk zonde, na alles dat

geïnvesteerd is. Hoe minder frequent

beloning en straf, hoe beter we leren

(Rombouts, 1992). En de ‘Gever’ leert

dat investeren iets opleverde. Dus gaat

zij verder met nog beter haar/zijn best

doen.

Weer terug naar onze hersenen. De

hersenen (vooral van mannen) kunnen

de emoties, die voortkomen uit de

situatie, toekennen aan een persoon.

Deze misattributies van ons gevoel

wordt verklaard door de Two factor

theory of emotion. Al onze gevoelens

hebben een lichamelijke prikkel met

een daarbij horende of misplaatste

interpretatie. Angst bevordert verliefd-

heid. Mits je de persoon al aardig vindt

voordat je angstig werd, anders werkt

het averechts (Dutton en Aron in

Vingerhoets & Van Tilburg, 2005, en

Vonk, 2007 en Vansteenwegen, 1992

en Precht, 2010).

Samenvattend lijkt het dus juist de

angst te zijn die liefdesverslaafde

‘Gevers’ in een ongezonde relaties

houdt. Alsof de amygdala de ‘Gevers’

waarschuwt en hen laat vechten.

Vechten om loyaal te blijven aan hun

ouderlijk gezin (contextuele psycho-

logie) en hun zelfbeeld

(ontwikkelpsychologie). Vechten voor

hun beloning (leerpsychologie) en hun

gelijk (cognitieve psychologie).

Vechtend op een cocktail van

hormonen en opwinding

(verslavingpsychologie). Hoe stop je als

toegepast psycholoog het gevecht?

Begeleidt je cliënt(systeem) op je eigen

kennisgebied. Op intra-psychisch

niveau leer je cliënt(en) zichzelf te (her)

ontdekken, emoties te ervaren,

erkennen, begrijpen en ontwikkelen.

Op systemisch niveau toon je het

koppel/de cliënt de dynamiek van het

patroon, het eigen aandeel en het

aandeel van de ander. Leer de koppels

te communiceren over grenzen. Op

contextueel niveau geef je psycho-

educatie over een rechtvaardige

balans. Onderzoek met het koppel/de

cliënt of er roulerende rekeningen,

parentificatie, destructief recht zijn.

Verwijs hen eventueel naar een

Norwood hulpgroep.

Bel, S. de (2011) Het relatieparadijs voor singles, vrijheidsstrijders en tortelduifjes.

Utrecht: Saskia de Bel en Kosmos Uitgevers B.V.

Dowrick, S. (2001) Single; Intimiteit & Alleen zijn. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij

Contact.

Kast, B. (2006) De liefde. En waar de hartstocht vandaan komt. Amsterdam:

Uitgeverij Wereldbibliotheek

Michielsen, M., Mulligen. W. van, Hermkens, L. (2010). Leren over leven in

loycaliteit. Over contextuele hulpverlening. Leuven: Uitgeverij Acco.

Norwood, R. (2006) Als hij maar gelukkig is – Vrouwen die te veel in de liefde

investeren. Amsterdam: Anthos

Precht, R.D. (2010) Liefde voor gevorderden. Schiedam: Scriptum, Lannoo.

Roberts, A., Padgett-Yawn, B. (1998) Liefde en seksualiteit. Keulen: Könemann

Verlagsgesellschaft mbH

Rombouts, H. (1992) Echt verliefd – Analyse van een emotie. Amsterdam: Boom

Sternberg, R.J. (1998) Cupid’s Arrow – the course of love through time. Cambridge:

Cambridge university press.

Vansteenwegen, A. (2009) Vreemdgaan met je partner. Tielt: Uitgeverij Lannoo

Vansteenwegen, A. (1992) De ongedroomde eenheid – Liefde na verschil. Tielt:

Uitgeverij Lannoo

Vingerhoets, A., Tilburg, M. van (2005) De ondragelijke lichtheid van de liefde.

Antwerpen: Standaard Uitgeverij NV

Vonk, R. (2007) Sociale psychologie. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv

Page 7: Nbtp magazine ons brein

Ik kan me het moment nog goed

herinneren, de eerste keer dat ik dat

paarse boek in handen kreeg. Het was

mijn eerste studieboek voor

Toegepaste Psychologie. Psychologie,

een inleiding heette het. Een informatie

-pakket met piepkleine letters gepropt

in 725 pagina’s. Na de fase van

enthousiasme, zonk de gedachte in:

hoe ga ik dat allemaal in hemelsnaam

uit mijn hoofd leren?

Het antwoord vond ik in de educatieve

kaders met de titel ‘Psychologie

gebruiken om psychologie te leren’. Het

brein kan bij tentamens de ergste

vijand of de beste vriend van studenten

zijn. Eerst moet alle stof binnenkomen

en daarna moeten we het ook nog

correct zien op te halen. Mijn mede-

studenten hebben me vaak gevraagd

hoe ik het doe. Middels dit artikel

probeer ik antwoord te geven op die

vraag en zal ik studietips delen met

mijn medepsychologiestudenten.

Hoe werkt het geheugen ook al weer?

Ons geheugen bestaat grofweg uit drie

delen: het sensorisch geheugen, het

werkgeheugen en het langetermijn-

geheugen. De bestemming voor de

lesstof is het langetermijngeheugen:

het eindeloze warenhuis met

onbeperkte opslagruimte. Het werk-

geheugen daarentegen, is beperkt in

zowel ruimte als tijd. Informatie vast-

houden in het werkgeheugen kan

werken als je gebruik maakt van het

befaamde ‘laatste moment’, maar het

grote nadeel is dat het hoogstwaar-

schijnlijk onvoldoende is. Je brein kan

niet alle noodzakelijke informatie

opnemen én ordenen én correct

opslaan in zo’n korte tijd.

Vandaar dat we ons richten op het

langetermijngeheugen. Hoe ging dat

ook al weer, informatie sluizen door

het werkgeheugen en vervolgens

verankeren voor lange termijn? Zodra

je nieuwe informatie binnenkrijgt

probeert je brein dit te coderen. Het

langetermijngeheugen kun je zien als

een archiefkast met verschillende

mappen, waarbij alles zorgvuldig is

gesorteerd en geordend. Succesvol

coderen betekent dat nieuwe infor-

matie in de juiste mappen terecht

komt. Eenmaal geslaagd betekent dit

ook dat je de informatie later makke-

lijker kunt terughalen. Vergelijk dit

maar met een kast in onze (woon)

kamer: als je kast overzichtelijk is

ingericht, je de mappen op de juiste

plek wegzet en papieren in de juiste

mappen stopt, kun je ze ook makke-

lijker terugvinden.

De vijf sleutels tot het geheugen

Toen ik net aan de opleiding begon en

deze samenwerking met mijn geheugen

officieel maakte, heb ik vijf sleutels tot

me genomen waarmee ik mijn studie-

brein een handje kon helpen. Ik noem

ze ‘sleutels’ omdat deze strategieën

symbolisch gezien de deuren openen

naar het langetermijngeheugen. Per

sleutel zal ik uitleggen wat het inhoudt

en hoe ze het studiebrein moeten

helpen.

Sleutel 1: Hersendelen activeren

Studeren voor tentamens omvat meer

dan alleen boeken lezen en proberen

de informatie in te stampen. In feite

worden al je zintuigen geprikkeld

tijdens studeren en gebruiken we meer

hersengebieden dan dat je misschien

zou denken.

Bij het luisteren tijdens hoorcolleges en

door de lesstof na te bespreken,

activeer je de auditieve gebieden in de

Help je studiebrein een handje: Studietips Paulien van der Krift

Hersendelen activeren

Tip 1

Overzicht en schematisering

Tip 2

Chunking en elaboratie

Tip 3

Toegang GEWEIGERD

Tip 4

Studentzijnde

Tip 5

P a g i n a 7 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Page 8: Nbtp magazine ons brein

P a g i n a 8 2 0 1 3 , N u m m e r 3

temporaalkwabben (belangrijk bij het

vormen van auditieve herinneringen).

Door ondersteunende tabellen, filmpjes

en foto’s te bekijken, activeer je delen

van de occipitale en de pariëltale kwab-

ben, die betrokken zijn bij het vormen

van visuele en ruimtelijke herinne-

ringen. Door samenvattingen of aan-

tekeningen te maken, gebruik je de

motorische cortex van de

frontaalkwabben. Door na te denken

over welke vragen op het tentamen

gesteld kunnen worden en zelf vragen

te bedenken, activeer je gebieden in de

frontaalkwabben die betrokken zijn bij

probleemoplossend denken (Zimbardo,

Johnson & McCann, 2009). Dit laatste

kun je doen door de kopteksten in je

samenvatting in vraagvorm te stellen,

waarbij de paragraaf dient als het

antwoord.

Door al deze hersengebieden te betrek-

ken bij het studeren, wordt je lesstof

multidimensioneel en sta je het studie-

brein toe gemakkelijker informatie te

koppelen aan het geheugennetwerk.

Slechts staren naar het boek helpt je

brein niet. Kortom: lees, luister, kijk,

schrijf, praat en bezin!

Sleutel 2: Overzicht en schematisering Zoals ik eerder zei, is het langetermijn-geheugen gebaseerd op ordening van informatie. Zorg er daarom voor dat je de lesstof op ‘orde’ hebt. Richt je samenvatting overzichtelijk en logisch in, door gebruik te maken hoofdstuk-ken en paragrafen met kopteksten. Zorg ook voor overzicht in je aan-tekeningen. Chaos is ‘killing’ voor het studiebrein. Je lesstof wordt opgeslagen in het semantische deel van het declaratief geheugen. Dit geheugen gebruikt schema’s om herinneringen op te slaan. Dat zijn clusters van gerelateerde infor-matie. In Psychologie, een inleiding

staat een simpel voorbeeld: als je denkt aan ‘verjaardag’, denk je automatisch aan een taart, gelach, bier, slingers, enzovoorts. ‘Verjaardag’ is hierbij een schema die met bijbehorende details in je geheugen ligt opgeslagen (Zimbardo, Johnson & McCann, 2009). Om het voor je brein makkelijker te maken herinne-ringen te vormen van de lesstof, kun je die informatie alvast schematiseren. Daarvoor kun je gebruik maken van bijvoorbeeld de mindmap-strategie. Door hoofdzaken en bijzaken te scheiden en te koppelen, maak je je studiebrein duidelijk hoe de cluster in het semantisch geheugen eruit moet zien. Tegelijkertijd activeer je met een

mindmap het visueel geheugen. Je maakt immers een afbeelding van de lesstof! Je brein onthoudt dan niet alleen de woorden die je opschrijft, maar maakt ook een ‘foto’ van je schema. Sleutel 3: Chunking en elaboratie

Rijtjes stampen, wie kent het niet? Je

moet een lijst aan symptomen

onthouden of alle stappen van een

psychologisch model kunnen noemen

en omschrijven. Rijtjes moeten eerst de

reis door het werkgeheugen overleven.

En die heeft gemiddeld maar ruimte

voor zeven ‘items’ tegelijk. Een truc is

om informatie samen te voegen, zodat

het wel in het werkgeheugen past.

Deze methode wordt chunking ge-

noemd (Zimbardo, Johnson & McCann,

2009). Bijvoorbeeld: zeg eens je

telefoonnummer hardop op. Je zult

merken dat je die niet in één keer

opzegt, maar in delen, te beginnen met

‘nul zes’. In plaats van tien cijfers,

wordt je telefoonnummer verdeeld in

ongeveer vijf chunks.

Om rijtjes te onthouden maak ik

gebruik van chunking, door begrippen

af te korten. Bijvoorbeeld wanneer ik

de kenmerken van een depressieve

episode moet onthouden:

1) Gewichtstoename of –afname

2) Teveel of te weinig slapen

3) Vertraagde bewegingsreacties

4) Vermoeidheid en energieverlies

5) Gevoel van waardeloosheid

6) Verminderde concentratie

7) Terugkerende gedachten aan dood/

suïcide

Het zijn zeven ‘items’, maar door de

bijvoeglijkheden neemt het meer

ruimte van het werkgeheugen in

beslag. De afkorting wordt

GSBVWCGDS, vervolgens verdeeld in

chunks: GS/BV/WC/GDS.

De chunks zijn beter te onthouden, als

je gerelateerde begrippen aan elkaar

koppelt. In dit geval komen

‘vermoeidheid’ en ‘vertraagde

bewegingsreacties’ bij elkaar in de

buurt, vandaar de chunk BV. Ook zijn

afkortingen zoals BV en WC ons al

bekend en daardoor voor het studie-

brein toegankelijker.

Door middel van repeteren – droog

Help je studiebrein een handje (Vervolg)

Page 9: Nbtp magazine ons brein

We halen de lesstof van verschillende

vakken door elkaar en weten niet meer

wat waarbij hoort. Ineens tijdens het

tentamen kunnen we maar niet op dat

ene begrip komen!

Het geheugen wordt geblokkeerd door

wat we interferentie noemen. Dit is

vergelijkbaar met de interferentie uit

de natuurkunde: twee signalen uit

tegengestelde richting botsen en

kunnen elkaar versterken of – in dit

geval – uitdoven. Op momenten waar-

op we ‘moeten’ leren maar niet

‘willen’, ontstaat interferentie. Hier-

door is het geheugen niet in staat

nieuwe herinneringen te vormen of een

bestaande herinnering op te halen

(Zimbardo, Johnson & McCann, 2009).

Daarom is mijn tip: neem je tijd! Ook

leren met weerstand is ‘killer’ voor je

studiebrein. Niet alleen blokkeer je het

geheugen, maar je geeft jezelf ook nog

eens op je kop omdat je vindt dat je

‘moet’. Begin desnoods een paar

weken eerder, zodat je jezelf de tijd kan

gunnen om een keer geen zin te

hebben.

Ook geef ik als tip om met één vak

tegelijk bezig te zijn en eerst pauze te

nemen voordat je van vak wisselt. Leer

voor aanvang van tentamen A niet voor

tentamen B. Op die manier voorkom je

dat je de stof door elkaar haalt en daar-

mee je geheugen blokkeert.

Sleutel 5: Studentzijnde

Lange nachten en meters bier maken

voor velen het studentenleven

compleet. En hoewel dit geen

probleem hoeft te zijn, kan het wel –

ook onbewust – invloed hebben op je

geheugenprestaties. Ook slaaptekort en

te veel alcohol zijn ‘killer’ voor het

studiebrein. Te weinig slaap leidt tot

concentratieproblemen, verminderde

reactiesnelheid en minder

‘breincreativiteit’. Maar hierdoor loop

je ook het risico sneller in de stress te

schieten en je onzeker te voelen. Een

avondje veel drinken tijdens een

tentamenperiode kan de natrap zijn,

omdat niet alleen je langetermijn-

geheugen er aanzienlijk slechter door

gaat functioneren, maar ook de kwali-

teit van je slaap neemt af! En dat terwijl

je studiebrein juist goede slaap nodig

heeft om herinneringen te kunnen

verwerken en op te slaan (Zimbardo,

Johnson & McCann, 2009).

En hoewel deze tips in het algemeen

gelden, is iedereen anders. Mijn tip:

gun jezelf een fit studiebrein, leer je

geheugen kennen en vind je eigen weg.

Geniet van je studie!

herhalen door op te zeggen – houden

we de rijtjes vast in ons werkgeheugen.

Maar om ze door te sluizen naar het

langetermijngeheugen is actieve

elaboratie nodig. Dat betekent actief

nadenken en verbanden leggen.

Onthoud dat je geheugen een ‘netwerk’

is: informatie die niet wordt verbonden

valt weg. Je kunt verbanden leggen

door te bedenken dat te veel of te

weinig slaap kan leiden tot gewichts-

problemen. Vermoeidheid kan leiden

tot minder concentratie. Depressie

wordt gekenmerkt door bedroefdheid,

wat in verband staat met een gevoel

van waardeloosheid. Verlies van

energie zal te maken hebben met

vertraagde bewegingen.

Stel vervolgens jezelf de vraag: wat zijn

de zeven kenmerken van een depres-

sieve episode? Door de combinatie van

chunks en actieve elaboratie, wurmt de

informatie zich door de deur naar het

langetermijngeheugen en verankert

zich.

Sleutel 4: Toegang geweigerd!

We kennen allemaal die momenten

waarop de lesstof er maar niet in

gestampt wil worden. Het wil niet

blijven hangen. We hebben niet altijd

zin om te leren, we vertonen weer-

stand en tegelijkertijd ‘moeten’ we wel.

Help je studiebrein een handje (Vervolg)

P a g i n a 9 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Mindmap

De Mindmap wordt gebruikt om alle informatie die in de hersenen zijn opgeslagen

eenvoudig te vertalen naar een overzichtelijk schema op papier. Dit is een manier dat

de mogelijkheid schept om verder te denken dan normaal. De mogelijkheid om nieuwe

verbanden te zien en creatievere oplossingen te bedenken. Een Mindmap maken is

helemaal niet moeilijk en wordt via deze site stap voor stap uitgelegd.

Zimbardo, P.G., Johnson, R.L., &

McCann, V. (2009). Psychologie, een

inleiding. Amsterdam: Pearson

education Benelux.

Page 10: Nbtp magazine ons brein

P a g i n a 1 0 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Een nieuwe weg inslaan

Het geheugen van een mens wordt van

jongs af aan gevormd door onze

perceptie. Het legt namelijk niet enkel

de werkelijkheid vast en het is zeker

niet waarheidsgetrouw. Het geheugen

van de mens is een constructief

systeem dat de binnenkomende

informatie interpreteert en in

betekenisvolle patronen reorganiseert.

Het geheugen werkt het beste bij

informatie waar we veel aandacht aan

besteden, bij informatie die ons

interesseert, bij informatie die ons

emotioneel raakt, bij informatie die

aansluit bij eerdere ervaringen en bij

informatie die we vaak herhalen.

Onze hersenen zoeken de makkelijkste

en meest gebruikte verbindingen in de

hersenen. En hoe vaker jij een bepaalde

denkwijze hanteert of hoe vaak jij je op

een bepaalde manier gedraagt des te

makkelijker wordt het voor jou als

mens om je op dezelfde manier te

blijven gedragen. Je bent het nou een-

maal gewend en dus blijf je het zo

doen. Dit kan natuurlijk in je voordeel

werken, maar ook in je nadeel. Want

ook slecht gedrag of negatieve denk-

wijzen blijven zich herhalen. Hierbij is

de simpele formule: zolang je doet wat

je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.

Het is daarom ook lastig om een

bepaalde houding, gedraging of denk-

wijze af te leren omdat onze hersenen

de verbinding zo hebben gelegd in de

afgelopen jaren. Je kunt dit vergelijken

met de stroming van het water in een

rivier. De rivier heeft hoogopstaande

oevers en hoewel deze door de

bochten in de rivier wel wat zullen

slijten, blijft het water door de jaren

heen via dezelfde weg naar beneden

stromen. Water kiest gewoon de

makkelijkste weg naar beneden. Als je

het pad van de rivier drastisch wilt ver-

anderen zul je een flinke dam op

moeten werpen en een nieuwe geul

moeten graven om het water de

nieuwe weg te wijzen waarbij ze weer

zal kiezen voor de weg van de minste

weerstand. Bij het ontstaan van de

bron is dit pad veel makkelijker te

veranderen dan als de rivier al jaren,

decennia of eeuwen hetzelfde pad

vormt. Zo werkt het bij de mensen ook.

Ons DNA is de rivier die al eeuwen het-

zelfde pad vormt, dit DNA is enkel te

veranderen doordat de rivier

meandert. Hierdoor krijgt de rivier door

slijtage heel langzaamaan een ander

pad.

Maar nu blijkt dat de omgeving een

veel grotere rol bij de totstandkoming

van ons gedrag speelt dan voorheen

werd aangenomen (Lipton, 2007). Een

bewuste geest is blijkbaar in staat om

voorgeprogrammeerd gedrag stil te

zetten en een nieuwe reactie te

creëren. We zijn dus geen slachtoffers

van onze programmering. Door gebruik

te maken van de omgeving ben je in

staat om een dam op te werken en de

rivier een andere route te laten nemen.

Maar daar is wel een andere aanpak

voor nodig. Want zoals net al is verteld:

zolang je doet wat je altijd deed, krijg je

wat je altijd kreeg. En om te verande-

ren zal je dus ook de omgeving moeten

veranderen.

Ons geheugensysteem vervult drie

essentiële functies. Informatie coderen,

opslaan en terughalen. Bij de codering

wordt nieuwe informatie gekoppeld

aan informatie die reeds in je geheugen

ligt opgeslagen. De reeds bestaande

verbindingen worden hierdoor steeds

sterker en waardevoller. En ons

geheugen berust juist op deze

betekenisvolle verbindingen. Het

opslaan van informatie gaat het beste

als de nieuwe informatie gekoppeld kan

worden aan eerder opgeslagen

informatie. Als dat niet kan, dan zal de

nieuwe informatie waarschijnlijk ver-

loren gaan. Als de informatie goed is

opgeslagen, zul je in de toekomst de

informatie weer op kunnen halen uit je

geheugen. Nieuwe informatie komt

binnen via ons sensorisch geheugen en

een klein deel wordt verwerkt in ons

werkgeheugen. De capaciteit van dit

werkgeheugen is bij een

gemiddeld persoon zeven (plus of min

twee). In dit werkgeheugen probeer je

zoveel mogelijk verbindingen te leggen

tussen oude en nieuwe informatie want

daarmee wordt de kans groter dat je de

informatie later weer op kunt halen uit

je geheugen. Hiervoor is interactie

nodig tussen het kortetermijngeheugen

(=werkgeheugen) en het langetermijn-

geheugen (Zimbardo, Weber &

Johnson, 2005).

Als het om leren gaat dan kijken we

regelmatig bij anderen af. We noemen

dat leren door imitatie of sociaal leren.

We kijken hoe iemand anders zich

gedraagt en gaan dit nadoen. De grote

hoeveelheid geweld in de media speelt

immers een rol in het toenemende

“Wat zou er gebeuren als jongeren

veel meer positiviteit zien in de

media? Of als er spelcomputer games

gespeeld kunnen worden waarbij je

punten krijgt door creatieve

oplossingen aan te dragen aan

maatschappelijke problemen?”

Lex Goos

Gastcolumn

Page 11: Nbtp magazine ons brein

P a g i n a 1 1 2 0 1 3 , N u m m e r 3

geweld in de maatschappij. Daarnaast

zorgt het zien van geweld in de media

ook voor mentale afstomping. Simpel

gezegd doet het geweld ons niet zo

veel meer. We raken er aan gewend.

Je kunt je dus ook voorstellen hoe dit

op een positieve manier om te draaien

is. Wat zou er gebeuren als jongeren

veel meer positiviteit zien in de media.

Als er voorbeelden te zien zijn van men-

sen die positieve initiatieven onder-

nemen en goede dingen doen voor

anderen. Als jongeren op hun spelcom-

puter games kunnen spelen waarbij je

punten krijgt door creatieve oplos-

singen aan te dragen om maatschap-

pelijke problemen aan te pakken.

We zijn met zijn allen ook heel goed in

het opplakken van stempels. Daar

houden we van. Het geeft ons duidelijk-

heid. Het is goed om je bewust te zijn

van het effect van zo’n stempel. Een

beperkend stempel kan namelijk de

ontwikkeling enorm afremmen. Het

stempel wordt namelijk beschouwd als

een definitief iets. Vanaf dat moment

ontstaat de overtuiging dat er niks

meer aan veranderd kan worden. Ook

hierbij kan het ten positieve worden

omgedraaid. In een onderzoek werd

onderzocht of de verwachtingen van

een leraar van invloed waren op de

prestaties van de leerlingen. Welk

onderzoek? Korte toelichting! Hiervoor

werd valse informatie gegeven aan de

leraren over de leercapaciteiten van

een deel van de klas. De leraren werd

verteld dat sommige leerlingen super-

snel waren en dat ze naar alle verwach-

ting enorm goed zouden gaan

presteren. In werkelijkheid waren deze

slimme leerlingen helemaal niet veel

slimmer dan andere leerlingen. Ze

waren willekeurig geselecteerd. Enigs-

zins tot de verbazing van de onder-

zoekers scoorden de ‘slimme’

leerlingen inderdaad veel beter in het

daaropvolgende jaar. Volgens de leraar

waren deze leerlingen nieuwsgieriger

en hadden ze meer kans op succes in

het leven. Ze waren volgens de leraar

gelukkiger, flexibeler en gevoeliger dan

andere leerlingen. Een jaar later maak-

te deze groep kinderen een IQ-test en

toen bleek het IQ van de groep behoor-

lijk te zijn gestegen. Uit het onderzoek

komt dus naar voren dat mensen hun

leven zo inrichten dat hun verwacht-

ingen wel moeten uitkomen. De

verwachting stuurt dus het gedrag van

mensen. Ook in dit geval kun je dus

maar beter overtuigingen creëren voor

jezelf die ondersteunend zijn. Want je

zult jouw leven zo gaan inrichten dat je

verwachtingen bewaarheid worden. Je

creëert dus je eigen waarheid. Henry

Ford zei het lang geleden al: “Als je

denkt dat je het niet kunt, heb je gelijk.

En als je denkt dat je het kunt, heb je

ook gelijk”. In de psychologie is dit ook

wel bekend als de zichzelf waarmaken-

de voorspelling.

Als toegepast psychologen zijn we

begonnen met het inslaan van een

nieuwe weg. We willen gebruik maken

van onderzoek en dit toepassen in de

praktijk. Laten we er met z’n allen voor

zorgen dat we vanaf de oorsprong de

juiste weg bewandelen. In een later

stadium wordt het moeilijker de geko-

zen richting bij te stellen.

Een nieuwe weg inslaan (vervolg)

Lipton, B. H. (2007). De biologie

van de overtuiging. Deventer:

Uitgeverij Ankh-Hermes B.V.

Zimbardo, P. G., Weber, A. L., &

Johnson, R. L. (2005). Psychologie,

een inleiding. Amsterdam: Pearson

Education Benelux

Page 12: Nbtp magazine ons brein

P a g i n a 1 2 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Jiska ten burele!

Een eerste column in het online magazine van NBTP en dan ook nog in het themanummer ‘Brein’. Mijzelf quasinonchalant en luchtig voorstellen is er meteen niet meer bij. De authen-ticiteit van mijn geest, gedachten en gedrag ontrafelen en verwoorden tot een pakkende introductie is nog lang zo makkelijk niet. Wie bén ik eigenlijk? Ik laat mij meevoeren door mijn hersen-golven. Bestemming? Onbekend.

Ben ik mijn brein? Worden wij allen van geboorte tot dood volledig gecontro-leerd door onze bovenkamer, zoals de Swaabiaanse bestseller bepleit? En had Murray dan gelijk met zijn ‘personologie’: zijn onze persoons-kenmerken direct te herleiden naar specifieke hersenstructuren? De Franse filosoof René Descartes was er in ieder geval uit: Cogito Ergo Sum. Maar zijn wij ook wat wij denken? Opgeleid zijn

om na te denken en daarbij ook nog eens in een staat van continue verwon-dering verkeren, zou dan wel eens het stempel ‘hyperactieveling’ of zelfs ‘gespleten geest’ kunnen opleveren! In een tijd waarin kookshows hoogtij vieren en de "ware ik" veel gevonden lijkt te worden in de gastronomie, is het ook niet gek om je af te vragen: Ben ik wat ik eet? Mijn eetpatroon is gevarieerd doch weinig mindful te noemen. Wat impliceert dit met betrekking tot mijn persoonlijkheid? De uitspraak ‘in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst’, doet mij ook al twijfelen aan of ik per se ben wat ik doe of heb gepresteerd. In dit licht gezien ben ik er ook niet volledig van overtuigd dat onze identiteit wordt gedefinieerd door ons geheugen. En niet te vergeten: ben ik (al) wie ik wil zijn? Mijn ambities zijn talrijk, deze op schrift vangen geeft een trilogie van formaat. Is er wel een dergelijk ijkpunt te hanteren met betrekking tot een dynamisch en gelaagd iets als persoonlijkheid? Nu al meer vragen dan antwoorden, en garde!

Persoonlijkheid: ‘Ctrl+ find’

Wat maakt een persoon uniek? Een snelle toetsing aan de empirie leert dat wij ons vaak profileren in termen van professie. Je identificeert je met een beroep dat je met vele anderen deelt. Niet bepaald onderscheidend dus. En daarbij: maakt dat wat we doen wie we

zijn? Ik neem de proef op de som met mijn eigen (studie)loopbaan.

Na het VWO heb ik aan de universiteit Taal- en Communicatiewetenschap gestudeerd. Mijn onderzoek naar het fenomeen ‘Straattaal’ heeft mij op veel mooie plekken gebracht en interes-sante mensen doen ontmoeten. Les-geven in het elementair zwemonder-wijs, een zeer dankbare hobby, is in de tussentijd bekroond met een diploma en uit-gegroeid tot een bron van inkomsten. De afgelopen jaren heb ik mij toegelegd op de studie Toegepaste Psychologie en ben ik communicatie-adviseur bij de overheid geweest. Een zeer gevarieerd studie-en beroeps-profiel en hiermee ook een hersen-kraker. Want wortelt mijn ‘ik’ in dan in mijn Taal & Communicatieachtergrond of juist in mijn grenzeloze fascinatie voor de menselijke psyche? Of is juist mijn ervaring als zweminstructrice of mijn voorliefde voor het geschreven woord iets dat mij ‘Jiska’ maakt? Jezelf definiëren in termen van ‘wat ik wil zijn of nog wil gaan doen’, kan natuurlijk ook. Dan zou ik in navolging van functionalisten als William James mijn persoonsprofiel vervolledigen met het streven ‘psychologie toepassen om het menselijk leven te verbeteren’. Jezelf presenteren als iets wat je nog aan het worden bent, is anno nu helemaal niet zo gek. Denk aan het predicaat ‘functienaam, in opleiding’, dat zo nu en dan een LinkedInprofiel siert.

Nieuw en verrassend onderzoek naar neuroanatomische basis van Big Five!

De menselijke persoonlijkheid is volgens onderzoekers aan de Universiteit van Minho te herleiden specifieke

neuroanatomische structuren. Uit recent onderzoek op het snijvlak van neuropsychologie en neurofysiologie komt naar

voren dat Big Five persoonlijkheidsdimensies als ‘Open’, ‘Consciëntieus’ en ‘Neurotisch’ aantoonbaar verband te houden

met activiteit in de pariëtale cortex (hersenschors).

Tipje van de sluier

Worden wie je bent

Column

Jiska Duurkoop

Jiska Duurkoop

Page 13: Nbtp magazine ons brein

P a g i n a 1 3 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Me, myself and the eye of the beholder

De persoonlijkheid wordt wel eens uit-

gelegd als ‘zichtbaar aspect van

iemands karakter zoals deze wordt

waargenomen door de omgeving’

(Schultz en Schultz, 2009, p. 9). ‘De

ander’ lijkt soms inderdaad veel beter

in staat te duiden wat ‘jou jij maakt’

dan jijzelf. Denk maar aan de momen-

ten waarop iemand je ongevraagd een

haarscherpe karaktertypering ‘cadeau

doet’. Dit kan zeer confronterend zijn.

In het kader van research doe ik een

korte rondvraag. Prompt vliegen om-

schrijvingen als leergierig, eigenwijs

(niet, hoezo?), behulpzaam, integer,

spontaan, ondernemend en analytisch

mij om de oren. Dat is duidelijk, 'de

ander' beschrijven dat gaat relatief

makkelijk! Psycholoog Tim Wilson gaat

nog verder. Zijn visie in een notendop is

dat wij eigenlijk vreemdelingen voor

onszelf zijn, ‘we kennen onszelf niet

écht’. We kunnen ons dan ook beter

richten op wat we doen dan op alle –

weinig representatieve – redenen die

we er zelf bij bedenken (Vonk red.

2006, p. 126). We kunnen het volgens

hoogleraar Sociale Psychologie Roos

Vonk ook niet helpen: ‘Wij vormen ons

automatisch ‘quick and dirty’ een beeld

van de ander, waarbij er verscheiden

stereotypes worden geactiveerd’. Zij

licht verder toe: ‘mensen die zeggen

dat ze niet meteen een oordeel over

een andere hebben vergissen zich.

Iedereen heeft meteen een beeld van

een andere persoon, zo zit ons brein in

elkaar’. Dit indelen op basis van

bepaalde kenmerken, (sociale)

categorisatie of classificatie, helpt ons

namelijk ‘objecten’ uit de fysieke en

sociale omgeving snel thuis te brengen

(Van Oudenhoven, 2002, p. 158). Dit is

evolutionair bepaald: een snel oordeel

kan het verschil betekenen tussen

leven en dood. Of zoals LeDoux ooit

wijs sprak: ‘Er zijn twee soorten dieren,

de ‘quick and the dead’(Vonk.red.,

2004, p. 175-176).

Je wordt steeds meer wie je bent

In mijn beleving treedt met betrekking

tot het vormen en uiten van je

persoonlijkheid een soort ‘natuurlijk

convergentieproces’ op. Je wordt

steeds meer wie je bent. De Duitse

filosoof Martin Heidegger verwoordt

dit heel mooi: ‘Every man is born as

many men and dies as a single one’. In

de loop der tijd leer je je eigen

persoonlijkheid steeds beter kennen én

accepteren. Inclusief je eigenaardig-

heden: Zo heb ik de neiging om oever-

loos te oreren over dingen die mij ver-

wonderen. Neem 'neurale plasticiteit'.

Neuronen die in staat zijn om nieuwe

hersenverbindingen aan te maken of- in

geval van letsel- oude ter

herstellen...ongekend!

Om nog maar te zwijgen over ons inge-

nieuze taalcentrum, welke meestal aan

de linkerkant van het brein zetelt, dat

tijdens de taal-verwerving meer mega-

bytes te ver-werken krijgt dan een ge-

middelde megacomputer bij de NASA.

Dat ik blij word van hersenstructuren

als de

basale ganglia die ondervangen dat je

dingen als fietsen en autorijden

verleert, komt gelukkig goed uit voor

het thema van dit magazine.

Tot besluit een dwarsdoorsnede geven van mijn persoonlijkheid blijft echter een uitdaging. Wat ik wel weet is dat ik in ontwikkeling ben en nog lang hoop te blijven. Daarbij kijk ik er naar uit om mij samen met jullie voor het NBTP magazine onder te dompelen in de wondere wereld van de toegepaste psychologie. Aangenaam kennis te maken!

Worden wie je bent (Vervolg)

Page 14: Nbtp magazine ons brein

Intro

Na een loopbaan in de Taal & Commu-

nicatie (specialisme ‘Straattaal’), heb ik

een paar jaar geleden een doorstart

gemaakt in de vorm van de studie

Toegepaste Psychologie. Dit werkveld

staat in mijn ogen voor psychologie

gebruiken om menselijk leven te ver-

beteren. Mensen en ideeën samen

brengen, is iets wat ik graag doe. Loop-

baanbegeleiding, (studie)coaching en

counseling zijn deelgebieden waar ik

mij graag verder in ontwikkel. Met mijn

schrijven in het NBTP magazine hoop ik

de lezer te kunnen bedienen met een

uniek en kleurrijk feuilleton waarin

actualiteiten zich verweven met diverse

psychologiestromingen, mijn persoon-

lijke beleving en de wervelende ontwik-

keling van het werkveld TP. Momenteel

ben ik op zoek naar mogelijkheden om

ervaring op te doen in het psycho-

diagnostisch werkveld.

Duurkoop, J.N. (2008). Straattaal: Je weet zelluf! Stageverslag, Universiteit Utrecht.

Duurkoop, J.N. (2008). Straatpraat: Straattaal belicht vanuit drie verschillende perspectieven. Bachelorscriptie,

Universiteit Utrecht.

Coutinho, J., Gonçalves, O.F., Sampaio, A., Soares, J.M. & Sousa, N.(2013) The Big Five default brain: functional evidence.

Verkregen op 2 augustus, 2013, via http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23881294

Nederlandse Beroepsvereniging voor Toegepaste Psychologie. (2013) NBTP Magazine: Relaties. Geraadpleegd op 30 juli

2013, van http://issuu.com/nbtpmagazine/docs/nbtp_magazine_relatie?e=7703321/3735403

Oudenhoven, Van. (2002). Crossculturele psychologie. De zoektocht naar verschillen en overeenkomsten tussen culturen.

Bussum: Uitgeverij Coutinho b.v.

Schultz, D.P., & S.E. Schultz (2009). Theories of Personality (9e ed). Belmont, CA: Wadsworth Cengage Learning.

Vonk, R. (2004) Sociale Psychologie. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V.

P a g i n a 1 4 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Worden wie je bent (Vervolg)

Column

Een blik op onze nieuwe website! Meld je aan als lid via www.nbtp.nl

WELKOM bij de Nederlandse Beroepsvereniging voor Toegepaste Psychologie. Wij zijn een jonge

beroepsvereniging voor HBO & WO Psychologen. Wij denken cross-functioneel. Wij zijn

divers en hebben ieder ons eigen puzzelstukje. Wij delen. Wij verbinden.

Page 15: Nbtp magazine ons brein

Psychologisch medewerker oudereninstelling

Wie ben je en wat doe je?

Mijn naam is Mirella Duiven en ik ben werkzaam als psychologisch mede-werker. Ik heb twee deeltijdbanen bij twee verschillende ouderenzorg-instellingen.

Bij wat voor organisatie werk je?

Beide organisaties bieden wonen, zorg en behandeling voor ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen of die thuis extra hulp nodig hebben. Binnen de instellingen zijn er verschillende afdelingen. Afdelingen voor cliënten met dementie die op een gesloten afdeling wonen, cliënten die tijdelijk in de instelling zijn ter revalidatie na bijvoorbeeld een beroerte, en cliënten die zijn opgenomen in een verpleeghuis omdat ze lichamelijke beperkingen hebben.

Wat zijn jouw taken?

Als psychologisch medewerker besteed ik een groot deel van mijn tijd aan psychodiagnostische onderzoeken. Voornamelijk neuropsychologische onderzoeken. Dit wordt veelal verricht bij cliënten bij wie een vorm van dementie wordt vermoed of die een beroerte hebben gehad. Dan willen wij weten hoeveel zorg en begeleiding een cliënt nodig heeft en welke woonvorm het meest passend is.

Een kleiner deel van mijn tijd besteed ik aan begeleiding en behandeling van cliënten. Ik kan individuele- en groeps-

behandeling bieden. Bij meer complexe klachten neemt de psycholoog de behandeling voor zijn rekening. Soms schrijft de specialist ouderengenees-kunde medicatie voor.

Waar heb jij je opleiding TP gevolgd en wat is je specialisatie?

Ik volgde de opleiding Toegepaste Psychologie bij Saxion in Deventer met als specialisatie ‘Neuropsychologie’. Daarnaast volgde ik de minor ‘Klinische psychologie’.

Wat voor meerwaarde heeft de opleiding TP in jouw baan?

De specialisatie ‘Neuropsychologie’ is in mijn sector nodig om de diagnostiek te kunnen verrichten en bij behandeling te begrijpen wat de invloed is van de verschillende ziektebeelden op het functioneren van de cliënt. De minor ‘Klinische Psychologie’ is ook erg fijn omdat stemmings- en angstklachten en persoonlijkheidsproblematiek voor komen bij de bewoners. Wat ik verder fijn vind aan de opleiding is de praktische manier waarop ik ben opgeleid.

Ik vind mijn vak een aanvulling op de WO opgeleide psychologen omdat je als ‘sparringpartner’ elkaar kunt versterken. Een theoretische blik en een praktische blik op de diagnostiek en behandeling. Daarnaast sluit ik door de uitgebreide training in gespreksvaar-digheden goed aan bij de diverse cliënten.

Welke vakken uit je studie zijn zinvol in je werk?

Vooral de vakken ‘ouderenpsychologie’, ‘neuropsychologische diagnostiek’, ‘cognitieve training’ en CCT (Coaching, Counseling en Training) leveren een

bijdrage bij het werken in de ouderen-zorg. Vakken zoals ‘toegepast onder-zoek’ en de diverse diagnostische vakken zorgden er mede voor dat ik mijn analytische blik heb ontwikkeld. Ook mijn afstudeeropdracht gaf mij de mogelijkheid om ouderen cognitief te trainen. Samen met mijn studiemaatje heb ik onderzoek gedaan naar het inzetten van een bestaand protocol (Omgaan met tijdsdruk). Met het protocol leren cliënten omgaan met mentale traagheid na een CVA (beroerte of hersenbloeding). Hiervan heb ik geleerd dat cognitieve strategie-training mogelijk is bij ouderen wanneer de training aangepast is op de individuele cliënt.

Hoe ziet een doorsnee dinsdag er voor jou uit?

Vaak zie ik een cliënt voor een onder-zoek in de ochtend en begin ik met voorbereiden: ik lees de gegevens en zoek de testen uit. Na het onderzoek werk ik observaties en het intake-gesprek uit. Soms score ik gelijk de test-resultaten. Op dinsdag lukt het mij niet om meteen het psychologische verslag te schrijven. ’s Middags draai ik samen met een collega van het maatschap-pelijk werk een gespreksgroep voor mensen met beginnende dementie. Met als doel de eigenwaarde en kracht

Mirella Duiven & Mirella Brok

P a g i n a 1 5 2 0 1 3 , N u m m e r 3

TP-er @ work

‘Als psychologisch medewerker

besteed ik een groot deel van mijn

tijd aan neuropsychologisch

onderzoek. ‘

‘In de ochtend zie ik een cliënt voor

een onderzoek en in de middag draai

ik samen met een collega een

gespreksgroep voor mensen met

beginnende dementie.’

Page 16: Nbtp magazine ons brein

P a g i n a 1 6 2 0 1 3 , N u m m e r 3

van thuiswonende mensen met dementie te versterken. Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn: ‘de diagnose dementie’, ‘niet meer mogen autorijden’, ‘niet goed kunnen rijden op bedienen van een scootmobiel’. De cliënten zijn vooral zelf aan het woord. Wij structureren het gesprek . Soms zien we hele mooie dingen gebeuren. Eigenwaarde wordt versterkt door te kijken naar wat nog wel kan. Ook creatieve oplossingen worden bedacht en gedeeld met elkaar. Zo heeft één van de cliënten geregeld dat hij met begeleiding op vakantie kan naar de Costa del Sol. Zo mooi!

Zijn ouderen leuk om mee te werken?

Ik kan volmondig ‘Ja!’ roepen. Ouderen hebben veel levenservaring. Dat maakt

het boeiend. Ook is het interessant om elke dag opnieuw te bestuderen hoe de hersenen werken tijdens normale veroudering en bij een ziekte zoals een dementieel syndroom. Voor de cliënt niet fijn, maar voor iemand die geïnteresseerd is in de werking van de hersenen wel. Bovenal is het fijn dat je kan bijdragen aan levenskwaliteit tijdens de laatste fase van het leven. Want ouder worden is niet altijd gemakkelijk, maar kan wel zo dragelijk mogelijk worden gemaakt.

Heb je nog tips of opmerkingen?

De opleiding is vrij nieuw en er is overlap met vele beroepsgroepen. Profilering is een verantwoordelijkheid van ons allemaal om onze beroeps-groep kansen op de arbeidsmarkt te geven. Allereerst moet je helder op je

netvlies hebben wat je competenties zijn; waar beginnen je mogelijkheden en waar houdt het op. Ik weet uit eigen ervaring dat het gemakkelijker gezegd dan gedaan is. Het heeft mij ook meerdere jaren gekost om mijn eigen functie vorm te geven. Mijn tips; bedenk waar je de verbinding met elkaar aan kunt gaan, elkaar kunt ondersteunen en waar ieders individuele kracht ligt. Denk ‘out of the box’, en motiveer collega’s ook ‘out of the box’ te denken. Want uiteindelijk is er één gezamenlijk en belangrijk doel: het welzijn van de cliënt.

Psychologisch medewerker oudereninstelling (Vervolg)

Page 17: Nbtp magazine ons brein

Lichaamsgerichte traumatherapie: De brug krijgt vorm.

De casus

Ik vind Matthias meteen al een opval-lende verschijning. Het is tijdens een training lichaamsgerichte trauma-therapie in Zwitserland dat ik met hem werk. Op die training kom ik nog terug. Matthias is de zestig gepasseerd en heeft een kleine praktijk als fysio-therapeut. Hij is van Joodse afkomst, vertelt hij me. Hij verhaalt onder meer over wat zijn ouders in de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Dat dit na de oorlog een buitengewoon zware wissel getrokken heeft op henzelf, op hun relatie en ook op zijn opvoeding van hun zoon. Matthias wijt zijn aanhoudende klachten van gespannenheid en slapeloosheid daar-aan. Hij is al langere tijd in psycho-therapie en zijn therapeut heeft hem onlangs gesuggereerd om, aanvullend op hun gesprekken, een lichaams-gerichte traumatherapie te overwegen.

Uitleg psychotrauma

Psychotrauma heeft invloed op de hersenprocessen en wordt volgens de DSM-IV gekenmerkt door intense psychische stress met symptomen als waakzaamheid, schrikachtigheid, irritatie,woede-uitbarstingen en moeite met slapen.

De lichamelijke verschijning Matthias

Matthias’ indringend bruine ogen maken een wat droevige indruk op me. Ze kijken me recht aan en houden mijn blik vast wanneer ze die ontmoeten. Matthias’ ademhaling lijkt kort en oppervlakkig. Dat zijn hulpvraag over gespannenheid gaat, komt me niet vreemd voor. Hij lijkt gevangen in een cirkel die typisch is voor wie aan-houdend probeert om zijn of haar ontregelde zenuwstelsel in het gareel te krijgen: Oppervlakkige ademhaling en weinig ruimte in de borst maken dat zijn lichaam eigenlijk continu te weinig lucht krijgt. Mijn observatie van Matthias’ bovenlichaam bevestigt dat beeld. Het wordt ingehouden en is zelfs wat verstard in zijn bewegingen, dit in tegenstelling tot de rest van zijn lichaam. Met Matthias ga ik een sessie in die draait om het verdiepen van zijn ademhaling.

Stromingen

Het voorbeeld van Matthias illustreert hoe een brug tussen psychotherapie en lichaamswerk de cliënt daadwerkelijk verder kan helpen. In de lichaams-gerichte traumatherapie valt inmiddels het nodige te kiezen: er zijn stromingen ontstaan met verschillende uitgangs-punten. De Amerikaanse psycho-therapeut Babette Rothschild wil met haar Somatic Trauma Therapy een brug slaan tussen de traditioneel verbaal georiënteerde psychotherapeuten en de lichaamsgerichte therapeuten [1]. Haar behandelstrategieën blijven betrekkelijk dicht bij die van de traditionele psychotherapie, zowel in opzet als in uitvoering. Ik werkte met haar in het Cambridge Body Psychotherapy Centre in Engeland. Gesprek is steevast de basis van de therapie, altijd vanuit een setting waar-in cliënt en therapeut face to face in een stoel zitten. Het lichaamsgerichte zit met name daarin dat Rothschild de therapeut aanmoedigt om de

lichamelijke uitingen van de cliënt te registreren, en die een prominente plek te geven in de therapie. Het draait er in de behandeling vooral om dat de cliënt zich bewust wordt van lichamelijke ervaringen en leert om aan die ervaringen betekenis te geven. Met het introduceren van bijvoorbeeld aanraking als interventie is ze beslist terughoudend. Rothschild onderbouwt haar aanpak met de fysiologie van trauma, stress en posttraumatische stress.

Haar werk refereert aan de benadering van Peter Levine, een Amerikaanse psycholoog die op dit moment ook in Nederland aan de weg timmert [2]. Hij noemt zijn methode Somatic Experiencing. Levine baseert zijn behandelingen op hoe dieren stress verwerken. De vecht-of-vlucht reactie van dieren brengt bij hen fysiologische reacties teweeg. Bekende reacties zijn de aanmaak van adrenaline en cortisol, stijgende bloeddruk en hartslag, aan-spannende spieren en aanscherpende zintuigen. Wanneer een dier eenmaal buiten gevaar is, gaat zijn lichaam vanzelf over tot ontlading, tot para-sympathische rust en herstel, met trillen, schudden, zuchten, en soms ook vechtgedrag. De ontlading brengt het zenuwstelsel terug naar een normaal functioneren, zoals dat voorafgaand aan de stresssituatie was. Levine beschouwt de ontlading als voorwaarde voor herstel na een stressvolle ervaring, en de crux is dat hij die voorwaarde ook betrekt op mensen. Levines benadering is dan ook om het lichaam van cliënten alsnog te laten afmaken en uitonderhandelen wat ooit in een traumatiserende situatie onverwerkt of onvoltooid is gebleven. En daarin wijkt hij dus af van Rothschild, die immers niet zozeer een accent legt op een lichamelijke verwerking als wel op verstandelijk betekenis toekennen aan fysieke ervaringen. Een tweede fundamenteel verschil met Rothschild

Gastartikel

Joost Burger

P a g i n a 1 7 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Joost Burger

lichaamsgericht therapeut en

trainer/coach

www.joostbeweegt.nl

Page 18: Nbtp magazine ons brein

is dat zij haar therapie uitsluitend toepast op cliënten die zich de trauma-tiserende gebeurtenis expliciet kunnen herinneren en verwoorden. Nog een bruggenbouwer is de Braziliaanse psycholoog en lichaams-werker Sônia Gomes. Zij noemt haar methode SOMA en het was in een recente training van Gomes dat ik werkte met Matthias. Gomes gaf onlangs ook haar eerste training in Nederland. Aan de ideeën van vooral Levine doet zij haar eigen bijdrage, en ze voegt daar nog haar expertise als Rolfer aan toe. Een Rolfer is, kort gezegd, een massage- en bewegings-therapeut die veel aandacht heeft voor de houding van de cliënt. Door die toevoeging maakt Gomes de brug tussen lichaamswerk en psychotherapie nog sterker en zichtbaarder. Ik heb Gomes indrukwekkend werk zien doen waarbij ze gesprekstherapie en lichaamswerk volledig integreerde, en waarin verbaal en fysiek contact, diepe weefselmassage en ademwerk tezamen de juiste interventies bleken om de getraumatiseerde cliënt zichtbaar een stap verder te helpen. Saillant verschil

met Rothschild en Levine is ook dat Gomes in haar theorie een nadruk legt op de polyvagale theorie van Stephen Porges [3] in plaats van op de werking van parasympathicus en sympathicus.

Het veld van de lichaamsgerichte traumatherapie, en ook dat van de lichaamsgerichte (psycho-)therapie in den brede, is duidelijk in ontwikkeling

en beweging. Een beweging die een brug slaat tussen lichaamswerk en psychotherapie, tussen twee werelden die elkaar sinds Freud weer terug moesten gaan vinden. De overeenkom-sten tussen de beschreven benaderingen lijken overigens zwaarder te wegen dan de verschillen, en dat geeft perspectief op een stevige brug.

Ben je op zoek naar een goed boek

over een bepaald thema? Ben je

zoekende naar een bepaalde

methode? Wil je inspiratie op doen of

een goed advies?

Heb je een goed thema gevonden voor

een volgende editie? Vind je een

bepaalde trend grappig of belangrijk?

Of heb je een mening over een psycho-

logische thema dat je graag met ons

deelt?

Schrijf het ons.

Dit stuk in het magazine geeft jullie de

ruimte om te zoeken en te vinden.

Stuur een mail naar

[email protected]

Wij lezen je mail en nemen de meest

intrigerende mails op in ons magazine.

NBTP Magazine zoekt: Schrijvers Wil jij je CV uitbreiden en je arbeids-marktkansen te vergroten? Werkgevers letten ook op publicaties die je hebt gedaan. Als je het leuk vindt om te schrijven, graag in een teamverband werkt, maar ook individueel kunt

werken, stuur ons dan een mailtje [email protected] Welke Toegepaste Psycholoog heeft ervaring met PGB Ik ben op zoek naar tips over het

Persoon Gebonden Budget. Mag een

HBO Toegepaste Psycholoog een PGB

aanvragen voor cliënten? Hoe werkt

dat dan? Zijn er tips bij het invullen? En

ook: heb je tips bij het schrijven van

een zorgcontract? Stuur je mailtje naar

[email protected]

Gezocht, gedeeld, gevonden

P a g i n a 1 8 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Lichaamsgerichte traumatherapie (Vervolg)

[1] Levine, Peter en Ann Frederick (1997). Waking the Tiger: Healing Trauma. Berkeley, Verenigde Staten van Amerika: North Atlantic Books.

[2] Rothschild, Babette (2000). The body remembers: the psychophysiology of trauma and trauma treatment. New York, Verenigde Staten van Amerika: W.W. Norton & Company.

[3] De bioloog en psycholoog Stephen Porges presenteerde in de jaren negentig zijn polyvagale theorie, die een relatie legt tussen de evolutie van sociaal gedrag bij de mens en de ontwikkeling van het autonome zenuwstelsel. Porges, Stephen (2011). The Polyvagal Theory. New York, Verenigde Staten van Amerika: W.W. Norton & Company.

De naam van Matthias is gefingeerd.

Page 19: Nbtp magazine ons brein

Meditatie

P a g i n a 1 9 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Neuromarketing

Steeds meer mensen maken gebruik van meditatie om te ontspannen, meer te leven vanuit compassie, en met aandacht aanwezig te zijn in het hier en nu. Om minder te denken en meer te zijn. Psychologen maken steeds meer gebruik van meditatie, omdat mensen er rustiger van worden. Beïnvloedt meditatie echt bepaalde mentale processen? Neurowetenschapper Richard Davidson onderzoekt de effecten van meditatie op het brein. Lees en zie hier meer over dit onderwerp.

Marketing als wetenschap? Volgens onderzoekers is van te voren al te meten of een reclame werkt. Annette Beuze-Silvester schrijft in dit magazine over koopgedrag. Onderzoekers menen dat de hersen-activiteit bepaalt of een campagne aanslaat. Wetenschappers van de UCLA zeggen te weten welk gedeelte van het brein reageert als een idee aanslaat bij een persoon. Ingewikkeld en interessant. Wil je meer weten? Kijk dan hier.

In mei 2013 is de nieuwe DSM gepresenteerd in Amerika na 13 jaar lang vergaderen. Dé ‘bijbel’ met alle psychische stoornissen. Hiermee kan je psychische problemen identificeren en een behandeling bepalen. Maar leidt de DSM niet ook tot medicalisering van 'gewone' levensproblematiek? Deze discussie treedt steeds vaker op. Zijn sommige ‘gewone’ problemen wel op te lossen met een pil, die op bepaalde neuro-transmitters werkt in het brein? Over de DSM-V is meer de lezen op de site van Wetenschap24. Met de komst van de nieuwe DSM-V ‘verdwijnen’ de stoornissen Syndroom van Asperger en PDD-NOS.

Psychotrauma

Het meemaken van een levensbedreigende stress-situatie kan diepe sporen nalaten. In je het dagelijks leven, maar ook in je hersenen door de afbraak van neuronen, las ik in het artikel van Jiska Duurkoop. De laatste tijd is er in ‘therapieland’ meer aandacht voor de lichaamsgerichte benaderingen ter behandeling van trauma en stress. Lees hier meer over in het artikel van Joost Burger.

Geen directe link met het brein maar desondanks belangrijk om te weten. Beroepskrachten zijn verplicht bij vermoedens van geweld in huiselijke kring de meldcode te gebruiken. Per 1 juli 2013 is de code van kracht. Kijk op de site van de Rijksoverheid voor meer informatie.

Meldcode huiselijk geweld bij kindermishandeling

DSM-V

Trends en Ontwikkelingen door Sophie de Haan

Page 20: Nbtp magazine ons brein

P a g i n a 2 0 2 0 1 3 , N u m m e r 3

Welk boek is interessant voor ons werk-

veld? Welke informatie is belangrijk,

interessant of vermakelijk? Dat leest u

hier. In iedere editie van het NBTP

Online Magazine staat een boek-

bespreking. Het boek heeft een samen-

hang met het editiethema. In deze

editie:

Het brein en emotionele intelligentie –

D. Goleman

Daniel Goleman is bekend om zijn

boeken over Emotionele Intelligentie.

Volgens Goleman is succes op de werk-

vloer en in het leven voornamelijk

afhankelijk van de Emotionele

Intelligentie (EI) van een persoon.

Volgens zijn model bestaat EI uit: zelf-

bewustzijn, zelfregulering, sociaal

bewustzijn en relatiemanagement. In

dit boek geeft hij geen uitleg over zijn

model. Wel beschrijft hij welke hersen-

gebieden samenhangen met

Emotionele Intelligentie.

In het boek lees je; over de manier

waarop wij keuzes maken met onze

onderbuik; hoe de juiste stemming je

helpt bij het uitvoeren van een taak;

over de neurale dynamiek van

creativiteit; de hersencircuits voor

motivatie; het versterken van de

hersentoestanden die prestaties

beïnvloeden; en het afstemmen op de

ander in interpersoonlijke relaties. Dit

alles beschrijft hij vlot en laag-

drempelig. Het boek is interessant,

vermakelijk en in een dag op je balkon

uit te lezen.

De tekeningen in het boek van onze

hersenen zijn helder. De pijlen bij het

desbetreffende hersengebied en de

korte uitleg, zorgen voor overzicht.

Toch mis ik structuur. Goleman begint

het boek met een kapstok van

Emotionele Intelligentie. Daarna

omschrijft hij, per onderwerp

gestructureerd, wat hij weet over het

brein. Hij hangt deze onderwerpen niet

op aan de kapstok. Daardoor ontbreekt

voor mij de samenhang. Zo schrijft

Goleman een hoofdstuk over creativi-

teit, de fases van creativiteit en het

aha-moment van het oplossen van

problemen. Het is een interessant

hoofdstuk om te lezen, maar ik kan het

onvoldoende plaatsen in het geheel.

Daardoor ga ik zelf (wellicht verkeerde)

verbanden trekken. Ik ben juist zo

nieuwsgierig naar de verbindingen die

onze expert Goleman zelf maakt. Het

laat mij achter met de vraag: wat kan ik

met deze informatie?

Toch is het boek een aanrader omdat

Goleman nadruk legt op de werking van

mindfulness en meditatie om de

zelfregulatie te versterken. Hij legt

duidelijk uit hoe je baat hebt bij deze

oefeningen. Dat is handig om cliënten

te overtuigen oefeningen te doen. Ook

word ik blij van het pleidooi dat

Goleman houdt om de ontwikkeling

van emotionele intelligentie in het

basisonderwijs op te nemen.

“…een gevestigde gewoonte om het

lichaam tot rust te brengen met een

goed geoefende methode kan een

enorm verschil maken.”

Het brein en EI Mirella Brok

Boekbespreking

Page 21: Nbtp magazine ons brein

Volgende editie: Interculturele Psychologie

De volgende editie van het NBTP Magazine zal uitkomen onder het thema Interculturele Psychologie. Deze zal op 21 december

a.s. verschijnen als online versie. Mocht je een interessant artikel hebben of willen schrijven, ben je van harte welkom om een

stuk in te dienen. Dit kan je mailen naar: [email protected].

Ben je een afgestudeerd Toegepast Psycholoog, heb je een interessante baan in het werkveld en wil je dit graag delen? Dan kan

je ook mailen met een korte samenvatting van jouw baan. Wie weet ben jij de volgende geïnterviewde TP-er @ Work!

Op 10 oktober a.s. vindt alweer het tweede congres plaats van de NBTP. Het congres zal gehouden worden in Connexionpoint in Amersfoort, Natriumweg 6. www.connexionpoint.nl

Wij nodigen alle leden en belangstellenden van harte uit om dit congres bij te wonen.

Meld je wel snel aan, want er is plek voor maximaal 200 mensen en de helft van de tickets is al verkocht!

Voor aanmelden en meer informatie over de inhoud van de workshops en de lezingen kun je de (vernieuwde!!) website bezoeken: www.nbtp.nl button: congres “inspire!”

Het programma is als volgt:

09.15 – 09.45 uur Ontvangst

09.45 – 10.00 uur Opening door André Lollinga, voorzitter NBTP

10.00 – 10.30 uur Spreker 1, Hans van Eck (directeur NIP), over de toekomst van de

HBO en WO psychologen op de arbeidsmarkt

10.30 – 11.15 uur Spreker 2, Fredrike Bannink over de positieve psychologie

11.15 – 11.45 uur Bezoek aan de beurs

11.45 – 12.45 uur Ronde 1 workshop 1, 2 en 3

(let op: vooraf inschrijven via de website!)

12.45 – 13.30 uur Lunch * + nogmaals mogelijkheid bezoeken beurs

13.30 – 14.30 uur Ronde 2 workshop 1, 2, en 3 **

14.30 – 14.45 uur Wisselmoment + mogelijkheid tot pakken koffie/thee

14.45 – 15.15 uur Spreker 3, Tessa Faber over personal branding

15.15 – 15.30 uur Kleine pauze

15.30 – 16.30 uur Algemene Ledenvergadering NBTP

16.30 – 17.30 uur A fsluiting met een drankje

* Wil je lunchen? Koop dan bij je aanmelding tevens een lunch bij via de website www.nbtp.nl button: congres “Inspire!”

** Je kunt twee workshops bijwonen. Vooraf inschrijven via de website www.nbtp.nl button: congres “Inspire!”.

Congres Inspire!