603.50.932 NL RADIO MP3 · 2006-10-13 · De vast ingebouwde autoradio is voorzien van een...

FIATSTRADA

603.50.932 NLRADIO MP3

1

INLEIDING ............................................................................... 3TIPS ............................................................................................... 3VERKEERSVEILIGHEID ............................................................. 3ONTVANGSTOMSTANDIGHEDEN ................................... 3VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD ....... 3COMPACT DISC ....................................................................... 4AUTORADIO MET CD-SPELER/MP3 CD-SPELER ................................................................... 5BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL ............ 5ALGEMENE INFORMATIE ...................................................... 10DIEFSTALBEVEILIGING ........................................................... 11VOORZORGSMAATREGELEN ............................................. 12VERKLARING ............................................................................. 13FUNCTIES EN INSTELLINGEN ............................................. 14RADIO (TUNER) ................................................................... 18MENU ............................................................................................ 23MOGELIJKE INSTELLINGEN .................................................. 24CD-SPELER .............................................................................. 27WERKING CD-WISSELAAR ............................................. 29MP3-SPELER ............................................................................ 32TECHNISCHE GEGEVENS ............................................. 37

INHOUD

3

INLEIDING

De vast ingebouwde autoradio isvoorzien van een CD-speler of MP3CD-speler (autoradio met CD-spe-ler/MP3 CD-speler). De vormgevingen specificaties van het systeem zijnaangepast aan het interieur en sluitenaan bij het ontwerp van het dash-board.

De autoradio is op een ergonomi-sche positie gemonteerd voor zowelde bestuurder als de passagier enmet de symbolen op het front kun-nen snel de eenvoudig te gebruikenbedieningsorganen worden herkend.

Hieronder zijn tips en aanwijzingenopgenomen. Het verdient aanbeve-ling deze aandachtig te lezen.

BELANGRIJK De werking vanenkele in dit instructieboekje behan-delde onderwerpen, hangt af van dedoor de radiozenders en/of -stationsgebruikte technologieën. Deze kun-nen niet werkzaam zijn in bepaaldeperiodes en/of ontvangstgebieden.

TIPS

Verkeersveiligheid

Voordat u gaat rijden, raden wij uaan om vertrouwd te raken met deverschillende functies van de autora-dio (bijv. het opslaan van stations).

Ontvangstomstandigheden

Tijdens het rijden wisselen de ont-vangstomstandigheden voortdurend.De ontvangst kan gestoord wordendoor de aanwezigheid van bergen,gebouwen of bruggen, vooral als uver verwijderd bent van de zenderwaarnaar u luistert.

BELANGRIJK Bij verkeersinfor-matie kan het volume aanzienlijk toe-nemen in vergelijking tot de normaleweergave.

Voorzorgsmaatregelen enonderhoud

Zonder dat er speciale voorzorgs-maatregelen nodig zijn, is een langelevensduur van de speciaal ontwor-pen autoradio gegarandeerd. Wendtu bij storingen tot de Fiat-dealer.

Maak het frontpaneel alleen meteen zachte en antistatische doekschoon. Schoonmaak- en glansmid-delen kunnen het front beschadigen.

Een te hoog volume tij-dens het rijden kanzowel uw leven als het

leven van anderen in gevaarbrengen. Wij raden u dan ookaan om het volume altijd zo teregelen dat geluiden van buiten(claxons, sirenes van ambulan-ce, brandweer, politie e.d.)hoorbaar blijven.

4

Compact disc

Vuil, krassen of vervormingen kun-nen sprongen in de geluidsweergavetot gevolg hebben en hebben eennegatieve invloed op de geluidskwali-teit. Voor een perfecte weergavegeven wij u de volgende tips:

– gebruik alleen CD’s met hetmerkteken:

– verwijder vingerafdrukken en stofvan het CD-oppervlak met een zach-te doek. Houd de CD bij de randenvast en reinig vanuit het midden naarde randen;

– gebruik voor het schoonmakennooit chemische producten (bijv.antistatische sprays of thinner)omdat hierdoor het oppervlak vande CD kan worden beschadigd;

Voor een optimale weergave radenwij aan originele CD’s te gebruiken.Een goede werking is niet gegaran-deerd bij het gebruik van een CDR/RW die op een afwijkend formaatis beschreven en/of een maximumcapaciteit heeft groter dan 650 MB.

BELANGRIJK Gebruik geen in dehandel verkrijgbare beschermfoliesvoor CD’s of CD’s met stabilisato-ren enz., omdat deze kunnen vastlo-pen in het inwendige mechanisme ende CD kunnen beschadigen.

BELANGRIJK Als u CD’sgebruikt die beschermd zijn tegenkopiëren, kan het enkele secondenduren voordat de CD wordt weer-gegeven.

Nieuwe CD’s kunnen oneffenhe-den hebben rondom de randen.

Als u deze CD’s gebruikt, kunnenze niet worden weergegeven of kanhet geluid overspringen. Verwijderde oneffenheden aan de randen metbehulp van een ballpoint enz.

– berg na het beluisteren de CDweer op in het doosje om te voor-komen dat er vlekken of krassenontstaan die de weergave kunnenverstoren;

– stel de CD’s niet bloot aan warm-tebronnen, zonnestraling of vochtom te voorkomen dat de CD’s ver-vormen;

– plak geen stickers op het CD-oppervlak en schrijf nooit met eenpen of potlood op het weergave-oppervlak van de CD.

Neem de CD uit het doosje doorin het midden van het doosje tedrukken en de CD aan de randomhoog te trekken.

Pak de CD altijd bij de rand vast.Raak nooit het oppervlak aan.

Verwijder eventuele vingerafdruk-ken en stof van het CD-oppervlakm.b.v. een zachte doek. Houd de CDbij de randen vast en reinig de CDvanuit het midden naar de randen.

Gebruik geen CD’s met krassen,barsten of vervormingen, enz. Hetgebruik van dergelijke CD’s kan sto-ringen of schade veroorzaken.

5

fig. 1P4E02910

AUTORADIO MET CD-SPELER/MP3 CD-SPELER

BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL

1

2

3

4

5

6

7

8

9

6

˚

SRC

˜

SCAN

÷

6 RND

5 RPT

4 DISP

AUDIO DSP

Eject Audiobron selecteren

Volgende rechts

Automatisch scannen

Vorige links

Voorkeuzestation 6

Voorkeuzestation 5/muziekstuk herhalen

Voorkeuzestation 4

Audio-instellingen

Eject (CD)CD, RADIO, CD-wisselaar (indien aangesloten)FM: Zoeken + / MAN +AM: Zoeken + / MAN +PTY: Volgend programma selecte-ren/ automatisch zoeken (in hetprogramma)Alle stations op de geselecteerdegolfband kort beluisterenFM: Zoeken – / MAN – AM: Zoeken – / MAN –PTY: Volgend programma selecte-ren/ automatisch zoeken (in hetprogramma)FM/AM/PTY:voorkeuzestation 6 oproepen

FM/AM/PTY:voorkeuzestation 5 oproepen

FM/AM/PTY:voorkeuzestation 4 oproepen

Bass (B)Treble (T)Fader (F)Balance (B)

Alle te ontvangen stations op de ge-selecteerde golfband kort beluisteren

FM/AM: voorkeuzestation 6 opslaanPTY: programma opslaan


FM/AM: voorkeuzestation 4 opslaanPTY: programma opslaanToegang tot de Equalizer

Toets Toetsen en frontpaneel

Letter of symbool Functie

RADIO

Kort indrukken Langer dan 2 sec. indrukken

7

Snel vooruitspoelen (continu)

Snel terugspoelen (continu)

Toegang tot de Equalizer

CD-WISSELAAR


Snel vooruitspoelen (continu)weergave nummer map en nummer en naamvan het muziekstuk

Snel terugspoelen (continu)

Weergave op het display instellen

Toegang tot de Equalizer

Eject (CD)

CD, RADIO, CD-wisselaar (indien aangesloten)

Volgend muziekstuk selecteren

Alle muziekstukken op de CD kort beluisteren

Vorig muziekstuk selecteren

In-/uitschakelen willekeurige weergave MP3-muziekstuk op CD of willekeurige weergaveMP3-muziekstukken in map

In-/uitschakelen herhaalfunctie MP3-muziekstukop CD, herhaalfunctie MP3-muziekstukken inmap of herhaalfunctie gehele MP3-CD

Weergave van bestandsnaam, nummer en naamvan de map, zanger, album en muziekstuk


MP3 CD-speler


Eject (CD)

CD, RADIO, CD-wisselaar (indien aangesloten)

Volgend muziekstuk selecteren

Alle muziekstukken op de CD kort beluisteren

Vorig muziekstuk selecteren

In-/uitschakelen willekeurige weergave muziek-stuk op CD

In-/uitschakelen herhaalfunctie muziekstukkenop CD


10

11

12

13

14

15

16

17

18

Toetsen en frontpaneel

Letter of symbool Functie

RADIO


8

3

2 CD *–

1 CD *+

VOL ON/OFF

z/II/˙TA

AF PTY

BAND AS

MENU RDS

Voorkeuzestation 3

Voorkeuzestation 2

Voorkeuzestation 1

In-/uitschakelen autoradioVolumeregeling

Mute

Verkeersinformatie

Alternatieve frequentie/Programmatype

Golfband selecteren

Menufunctie

FM/AM/PTY: voorkeuzestation 3 oproepen



In-/uitschakelen: indrukkenVolumeregeling:naar links draaien: verlagennaar rechts draaien: verhogen

Audio Mute

TA ON/OFF

AF ON/OFF

FM1,FM2,FM3,FMAST, LW,MW,AMAST

In-/uitschakelen handmatig stations zoekenIn-/uitschakelen NEWSIn-/uitschakelen bevestigingssignaal functies(BEEP)SENS DX/LOSVC (Speed Volume)In-/uitschakelen LOUDNESSInschakelen EON TACD CompressionTPM (Track Program Memory)CD Naming




TA-volume instellen

Programmatype selecterenPTY: weergave geselecteerd programmaty-pe

Automatisch opslaan op geselecteerdegolfband. Afstemmen op FMAST.P1 of AMAST.P1

Weergave RDS ClockIn-/uitschakelen Audio Clip DetectIn-/uitschakelen automatisch zoekenIn-/uitschakelen volumeregeling telefoon

Maximaal volume bij inschakeling van hetapparaat

Toets

CD-WISSELAAR


MP3 CD-speler


9

TA-volume instellen

Weergave RDS ClockIn-/uitschakelen Audio Clip DetectInstellen inschakelwijze autoradioIn-/uitschakelen volumeregeling telefoon


TA-volume instellen

Weergave RDS ClockIn-/uitschakelen Audio Clip DetectInstellen inschakelwijze autoradioIn-/uitschakelen volumeregeling telefoon


Muziekstukken en/of mappen van de CD snelselecteren (met de toets/draaiknop 10 (VOL ON/OFF)

Vorige map selecteren

Volgende map selecteren


Pauze/weergave/Audio Mute

TA ON/OFF

CD-speler uitschakelenOp laatst geselecteerde golfband afstemmen

In-/uitschakelen NEWSIn-/uitschakelen bevestigingssignaal functies(BEEP)SVC (SPEED VOLUME)In-/uitschakelen LOUDNESSInschakelen EON TACD CompressionIn-/uitschakelen (ON/OFF) namen muziekstukken/mappen doorlopen(NAME SCROLL) of naam van map één keer (ONCE) doorlopen

CD –

CD +


Pauze/weergave/Audio Mute

TA ON/OFF

CD-speler uitschakelenOp laatst geselecteerde golfband afstemmen

In-/uitschakelen NEWSIn-/uitschakelen bevestigingssignaal functies(BEEP)SVC (SPEED VOLUME)In-/uitschakelen LOUDNESSInschakelen EON TA DX/LOCD CompressionTPM (Track Program Memory)

10

ALGEMENE INFORMATIE

Het apparaat heeft de volgendefuncties:

Radio

– PLL-tuner voor de golfbandenFM/AM;

– RDS (Radio Data System) metTA-functie (verkeersinformatie) -PTY (Program Type);

– AF: zoeken naar alternatieve frequenties in RDS;

– Automatische/handmatigeafstemming op stations;

– handmatig opslaan van 30 stations: 18 op de FM-golfband (6 opFM1, 6 op FM2, 6 op FM3) en 12 opde AM-golfband (6 op AM1 en 6 opAM2);

– automatisch opslaan (AUTO-STORE-functie) van 6 stations op deFM-golfband (FMAST) en 6 stationsop de AM-golfband (AMAST);

– DX-functie (Distant: maximumgevoeligheid bij het zoeken vanradiostations) en LO (Local: mini-mum gevoeligheid bij het zoeken vanradiostations);

– Scan-functie (opgeslagen stationskort beluisteren): elk opgeslagen station wordt ongeveer 10 secondenweergegeven;

– automatische stereo/mono-weer-gave.

BELANGRIJK De RDS-functie isalleen actief binnen het zendbereik vande stations die met RDS uitzenden.

CD-speler

– CD direct selecteren;

– muziekstuk selecteren(vooruit/achteruit);

– muziekstukken snel vooruit-/terugspoelen;

– Repeat-functie (laatste muziek-stuk herhalen);

– Scan-functie (muziekstukken opCD kort beluisteren; ieder muziek-stuk wordt ongeveer 7 secondenweergegeven);

– RaNDom-functie (RND) (willekeurige weergave van muziek-stukken);

– Fast Track (snel scannen)

– CD Compression-functie (volume-begrenzing op basis van de sterkte vanhet ingangssignaal vanaf de CD-speler)

Op multimedia-CD’szijn naast audiosporenook gegevens opgesla-

gen. Het afspelen van dit typeCD’s kan piepgeluiden op eenzodanig volume opleveren, datniet alleen de verkeersveiligheidin gevaar komt, maar waardoorook de eindversterker en deluidsprekers beschadigd kunnenworden.

BELANGRIJK De RDS-functie isbeschikbaar in de gebieden waar uit-gezonden wordt met dit systeem. Deinformatie die door het RDS-sys-teem wordt uitgezonden, valt onderde volledige verantwoordelijkheidvan het lokale zendstation.

11

Audiosysteem

– Mute/Pauze-functie;

– Loudness-functie;

– 5-bands grafische equalizer;

– gescheiden regeling bassen/hoge tonen;

– balansregeling kanalen rechts/links en voor/achter;

– Audio Clip Detect-functie;

– Soft Mute-functie.

Als de autoradio op de voedingwordt aangesloten en de autoradiowordt niet herkend, verschijnt ophet display het opschrift “RADIOM-CODE——”.

De geheime code bestaat uit viercijfers. Elk streepje staat voor eencijfer.

Druk voor het invoeren van heteerste cijfer op de betreffende voor-keuzetoets (tussen 1 en 4). Voerm.b.v. de voorkeuzetoetsen 1-4(toetsen 12, 11, 10 en 8) de cijfers(tussen 0 en 9) van de geheime codein.

Een autoradio die in een auto geïn-stalleerd is geweest, kan niet in eenandere auto worden geïnstalleerd.

Druk op toets 7 (5 RPT) om deingevoerde code te bevestigen.

Iedere keer als een verkeerde codewordt ingevoerd, wordt de wachttijdgeleidelijk verhoogd.

DIEFSTALBEVEILIGING

De autoradio is uitgerust met eendiefstalbeveiliging die bestaat uit eengeheime 4-cijferige code. De diefstal-beveiliging zorgt ervoor dat de auto-radio onbruikbaar wordt als hij ineen andere auto wordt gemonteerd.

De geheime code wordt samenmet de Fiat CODE-card geleverd.

BELANGRIJK De activering isalleen nodig als de autoradio voorhet eerst wordt aangesloten. Als deautoradio op de juiste wijze is geïn-stalleerd, blijft hij gekoppeld aan deelektrische installatie van de auto.Als de autoradio uit de auto is ver-wijderd en vervolgens opnieuwwordt geïnstalleerd, voert het elek-trische systeem een herkennings- enactiveringsprocedure uit.

12

Wachttijden

Om te voorkomen dat de anti-dief-stalcode door het invoeren vanreeksen willekeurige codes kan wor-den uitgeschakeld en de autoradiokan worden geactiveerd, zijn er spe-cifieke wachttijden (tussen eenpoging en de volgende) voorzien. Indeze tijdsintervallen kunt u de auto-radio in- of uitschakelen, maar niet inwerking stellen.

Tijdens de wachttijd mag de auto-radio niet worden ingeschakeld.

De autoradio moet aangeslotenblijven op een gelijkspanning van+12V.

De wachttijd stopt als op hetdisplay het opschrift “RADIOM-CODE——” verschijnt.

De volgende tabel geeft de wacht-tijden aan tussen een poging en devolgende.

BELANGRIJK Bewaar dit docu-ment zorgvuldig, zodat u bij diefstalvan de autoradio de gegevens aan debevoegde instantie kunt overleggen.Wendt u bij verlies van de geheimecode tot de Fiat-dealer.

VOORZORGSMAATREGELEN

Gebruik de verschillende bedienings-organen van de autoradio zorgvuldig.

Als de temperatuur in de auto laagis en de CD-speler kort na hetinschakelen van de verwarmingwordt gebruikt, kan zich op de CDof op de optische componenten vande speler condens vormen, waar-door de weergave niet optimaal kanzijn. Na ongeveer een uur zal de con-dens verdwenen zijn en is de norma-le werking van het systeem hersteld.

Door het rijden op een slecht weg-dek, waarbij hevige trillingen optre-den, kunnen er tijdens de werkingonderbrekingen ontstaan in de weer-gave van de muziekstukken van deCD.

Mislukte pogingen (op het display)

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

De wachttijd loopt terug als deautoradio ingeschakeld blijft. Als deautoradio wordt uitgeschakeld envervolgens weer wordt ingeschakeld,gaat de wachttijd opnieuw in.

CODE-card

Dit document is het eigendomsbe-wijs van de autoradio. Op dit docu-ment staan het model, het serienum-mer en de geheime code van de autoradio aangegeven.

Wachttijd(ongeveer)

1 minuut

2 minuten

4 minuten

8 minuten

16 minuten

30 minuten

1 uur

2 uur

4 uur

8 uur

16 uur

24 uur

13

VERKLARING

AF (Alternative Frequency)

Met deze functie blijft de radio afge-stemd op het gekozen FM-station,waarbij eventueel op een anderezenderfrequentie van hetzelfde sta-tion wordt afgestemd als het signaalte zwak wordt.

Het RDS-systeem controleert desterkte en de kwaliteit van het ont-vangen signaal en zoekt automatischnaar een zender met een sterker sig-naal.

AutoSTore

Met deze functie kunnen automa-tisch stations worden opgeslagen.

Balance (Balansregeling kana-len)

Deze functie regelt de volumever-houding tussen de linker en rechterluidsprekers.

Bass (Lage tonen)

Functie voor het regelen van delage tonen.

Loudness

Deze functie versterkt automatischde lage en hoge tonen bij het luiste-ren op een laag geluidsvolume. Defunctie schakelt uit bij een maximaalgeluidsvolume.

Mute

Met deze functie kan het volumevan de ingeschakelde bron op nulworden gezet.

Voorkeuzestations

Aantal radiostations dat met de handof automatisch kan worden opgesla-gen.

PTY (Program Type)

Met deze functie kan een keuzeworden gemaakt uit een bepaaldprogrammatype, zoals nieuws enactualiteiten, muziek, sport.

RaNDom

Voor willekeurige weergave vanmuziekstukken van verschillendeCD’s.

CD-wisselaar

Speler voor meerdere CD’s.

Distant/Local (Sens Dx/Lo)

Hiermee kan de ontvangstgevoelig-heid op twee niveaus worden aange-past.

1) Distant (maximum gevoelig-heid) voor het afstemmen op allestations, waarvan een signaal kanworden ontvangen.

2) Local (minimum gevoeligheid)voor het afstemmen op stations,waarvan het signaal sterk is, zoalslokale stations.

EON (Enhanced Other Network)

Functie waarbij automatisch wordtafgestemd op een ander station, ophet moment dat door het anderestation verkeersinformatie wordtuitgezonden.

Fader

Deze functie regelt de volumever-houding tussen de luidsprekers vooren achter.

14

RDS (Radio Data System)

Dit is een informatiesysteem datgebruik maakt van de 57 kHz draag-golf bij normale FM-uitzendingen.

Met deze functie kan verschillendeinformatie worden ontvangen, zoalsde naam van het station waarop isafgestemd, de alternatieve ontvangst-frequenties, de automatische afstem-ming op verkeersinformatie of opbepaalde programma’s die met dePTY-functie geselecteerd zijn.

De functies die gekoppeld zijnaan het RDS-systeem kunnenniet in alle zendgebieden actiefzijn, omdat ze afhankelijk zijnvan de zendstations.

REG (ontvangst van regionaleuitzendingen)

Functie voor het afstemmen oplokale (regionale) stations.

Speed volume

Functie die automatisch het volumeregelt op basis van de snelheid vande auto, zodat de verhouding methet achtergrondgeluid in de autoonveranderd blijft.

Repeat (Muziekstuk herhalen)

Met deze functie wordt het laatstweergegeven muziekstuk van de CDcontinu herhaald.

Scan

Met deze functie wordt steedsenige seconden van de opgeslagenradiostations of van het begin vanalle muziekstukken op een CD weer-gegeven.

TA (Verkeersinformatie)

Functie voor het weergeven vanverkeersinformatie via de aangeslo-ten stations, ook als op een anderstation is afgestemd of naar een CDwordt geluisterd.

Treble (Hoge tonen)

Functie voor het regelen van dehoge tonen.

Tuner (Radio)

Afstemunit (FM/AM).

FUNCTIES EN INSTELLINGEN

Autoradio inschakelen

Druk kort op toets/draaiknop 13(VOL ON/OFF).

Als u de autoradio inschakelt ter-wijl de contactsleutel in stand STOPstaat, dan schakelt hij automatisch nacirca 20 minuten uit.

BELANGRIJK De autoradio kanook met de contactsleutel wordenin- en uitgeschakeld, als de menu-optie “Auto switch” is ingesteld opON (ingeschakeld).

15

1) sleutel in MAR: autoradio wordtingeschakeld;2) sleutel in STOP: autoradio

wordt uitgeschakeld.De autoradio heeft een elektroni-

sche beveiliging, waardoor het sys-teem automatisch uitschakelt als ude motor start, onafhankelijk van defunctie “Auto switch”, en vervolgensterugkeert naar de status van voorhet starten.Hierdoor kunnen gedurende enke-

le seconden onderbrekingen bij hetlezen (CD/CDC) ontstaan.

Autoradio uitschakelen

Druk op toets/draaiknop 13 (VOLON/OFF).

Functies Radio/CD-spelerselecterenDruk herhaaldelijk kort op toets 2

(SRC) om achtereenvolgens de vol-gende functies te selecteren:– TUNER (Radio);– CD (CD-speler) (alleen als een

CD geladen is);– CDC (CD-wisselaar) (indien

geïnstalleerd).

Telkens als van audiobron is gewis-seld, wordt de gekozen functie ophet display weergegeven: TUNERof CD.De niet te selecteren functies (bijv.

“CD” als geen CD is geladen) wor-den automatisch overgeslagen.

Pauze-functie (II)

Druk om de CD-speler in depauze-stand te zetten, kort op toets14 (z / II / )̇. Op het display ver-schijnt het opschrift “CD PAUSE”.

Druk om de weergave te hervat-ten opnieuw op toets 14 (z / II / )̇.

Volumeregeling

Stel het volume in met toets/draai-knop 13 (VOL ON/OFF).

Als u de knop rechtsom/linksomdraait, wordt het volume respectie-velijk verhoogd/verlaagd.

Op het display verschijnt hetopschrift “VOLUME 00” …“VOLUME 34”.

Mute-functie (volume op nul zetten)

Druk voor het inschakelen van deMute-functie, kort op toets 14 (z / II / )̇. Het volume neemt geleidelijkaf (Soft Mute-functie) en op het dis-play verschijnt de geselecteerdefunctie, gevolgd door de indicatieMUTE (bijv.: “TUNER MUTE” als deRadio is geselecteerd).

Druk voor het uitschakelen van deMute-functie, opnieuw kort optoets 14 (z / II / )̇. Het volumewordt geleidelijk verhoogd (SoftMute-functie) tot op het niveau datwas ingesteld voor het inschakelenvan de Mute-functie.

Door de toets/draaiknop 13 (VOLON/OFF) te draaien, kunt u deMute-functie ook uitschakelen.

Bij ingeschakelde Mute-functiezijn alle andere functies bruikbaar;als er verkeersinformatie wordt uit-gezonden (als de TA-functie is inge-schakeld), wordt de Mute-functiegenegeerd.

16

Toonregeling (bassen/hogetonen)

Ga als volgt te werk:

– druk herhaaldelijk kort op toets 9(AUDIO DSP), totdat het opschrift“BASS” of “TREBLE” (regelingLage of Hoge tonen) op het displayverschijnt;

– draai toets/draaiknop 13 (VOLON/OFF) naar rechts om de bas-sen/hoge tonen te versterken of naarlinks om ze te verminderen.

Op het display verschijnen enigeseconden de instellingen van de bas-sen/hoge tonen.

Enkele seconden na de instelling ver-schijnt het hoofdscherm weer op hetdisplay van de radio.

Equalizerinstellingen (alleen bijingeschakelde equalizer)

Om de equalizer in te schakelen,moet u toets 9 (AUDIO DSP) lan-ger dan 2 seconden ingedrukt hou-den. Draai toets/draaiknop 13 (VOLON/OFF) om een van de volgendeinstellingen te selecteren:

– “PRESET” (vooraf vastgesteldeinstelling van de equalizer)

– “CLASSIC” (vooraf vastgesteldeinstelling van de equalizer)

– “JAZZ” (vooraf vastgesteldeinstelling van de equalizer)

– “ROCK” (vooraf vastgesteldeinstelling van de equalizer)

– “CUSTOMER” (afstellen van de5 banden van de equalizer door degebruiker)

Druk bij “CUSTOMER” herhaal-delijk kort op toets 5 (÷) of 3(˜) om de gewenste band te selec-teren en verhoog/verlaag mettoets/draaiknop 13 (VOL ON/OFF) het niveau van het geselec-teerde frequentiebereik.

Balansregeling


– druk herhaaldelijk kort op toets 9(AUDIO DSP), totdat op het dis-play het opschrift “BALANCE”(functie Balans) verschijnt;

– draai toets/draaiknop 13 (VOLON/OFF) naar rechts om het geluiduit de rechter luidsprekers te ver-sterken of naar links om het geluiduit de linker luidsprekers te verster-ken.

Op het display verschijnt enigeseconden de balansinstelling.Voorbeeld: van ˙+10 tot ¯-10 (˙ =rechts,¯ = links). Enkele secondenna de instelling verschijnt het hoofd-scherm weer op het display van deradio.

17

Faderregeling


– druk herhaaldelijk kort op toets 9(AUDIO DSP), totdat op het dis-play het opschrift “FADER” (functieFader) verschijnt;

– draai toets/draaiknop 13 (VOLON/OFF) naar rechts om het geluiduit de luidsprekers voor te verster-ken of naar links om het geluid uit deluidsprekers achter te versterken.

Enkele seconden na de instellingverschijnt het hoofdscherm weer ophet display van de radio.

Loudness-functie

Met de Loudness-functie verbetertde geluidsweergave op een laaggeluidsniveau, omdat de bassen enhoge tonen versterkt worden. Defunctie schakelt uit bij een maximaalgeluidsvolume.

Voor het in-/uitschakelen van defunctie, moet u toegang hebben tothet MENU; druk hiervoor herhaal-delijk kort op toets 18 (MENURDS). De status van de functie (in-of uitgeschakeld) wordt op het dis-play weergegeven met het opschrift“LOUDNESS: ON” (loudnessingeschakeld) of

“LOUDNESS: OFF” (loudnessuitgeschakeld), die te selecteren zijnmet toets 3 (˜) of 5 (÷).

18

RADIO (TUNER)

Als u de autoradio inschakelt, danwordt de audiobron ingeschakeld dievoor het uitschakelen beluisterdwerd (Radio of CD-speler).

Druk om de Radio te selecteren tij-dens het luisteren naar een CD, her-haaldelijk kort op toets 2 (SRC),totdat de radio wordt weergegeven.

Druk bij ingeschakelde Radio her-haaldelijk kort op toets 17 (BAND-AS) om de gewenste golfband teselecteren.

Telkens als u op toets 17 (BANDAS) drukt, worden de golfbandengeselecteerd in de volgorde: “FM1”,“FM2”, “FM3”, “FMAST”, “AM1”,“AM2” en “AMAST”.

De FM-band is onderverdeeld in:FM1, FM2, FM3 en FMAST. DeFMAST-golfband is gereserveerdvoor stations die automatisch met defunctie AutoSTore zijn opgeslagen(de golfband wijzigt automatisch inFMAST) (zie het hoofdstuk“AutoSTore”-functie).

De AMAST-golfband is gereser-veerd voor stations die automatischmet de functie AutoSTore zijnopgeslagen (de voorgaande golfban-den met de vastgelegde stations blij-ven behouden) (zie hoofdstuk“AutoSTore-functie”).

De radio is altijd ingesteld op deontvangst van RDS-stations (RadioData System).

Voorkeuzetoetsen

De toetsen met de symbolen van 1tot 6 (“12”, “11”, “10”, “8”, “7”,“6”) maken de volgende voorkeuze-instellingen mogelijk:

– 24 stations op de FM-band (6 opFM1, 6 op FM2, 6 op FM3, 6 opFMAST);

– 18 stations op de AM-band (6 opAM1, 6 op AM2 en 6 op AMAST).

Kies voor het oproepen van eenvoorkeuzestation, de gewenste golf-band en druk vervolgens kort op debetreffende voorkeuzetoets (tussen1 en 6).

Op het display verschijnen de naam(indien beschikbaar) van het voor-

keuzestation, de bijbehorende fre-quentie en het voorkeuzenummer.

Laatst beluisterde stationopslaan

De radio onthoudt automatischnaar welk station op de diverse golf-banden is geluisterd. Op dit stationwordt afgestemd als de radio wordtingeschakeld of wanneer van golf-band wordt gewisseld.

Automatische afstemming (Tuning Seek: Auto)

De stations worden automatischop de geselecteerde golfbandgezocht. Deze functie is beschikbaarin het MENU (RDS).

Druk kort op toets 5 (÷) of 3(˜) om automatisch in de gekozenrichting te zoeken naar het eerstvol-gende te ontvangen station.

Als de frequentie van het stationwaarop is afgestemd, overeenkomtmet een station dat al is opgeslagenonder een voorkeuzetoets, ver-schijnt het nummer van de voorkeu-zetoets op het display.

19

Stations kort beluisteren (Scan-functie)

Als u op toets 4 (SCAN) drukt,worden de stations op de geselec-teerde golfband (FM, AM) kortweergegeven. Ieder gevonden sta-tion wordt enkele seconden weerge-geven en de frequentie verschijnt ophet display. Tijdens het zoeken ver-schijnt op het display het opschrift“TUNER SCAN”.

Als de SCAN-functie wordt inge-schakeld, worden alle andere func-ties uitgeschakeld.

De SCAN-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken:

– als opnieuw op toets 4 (SCAN)wordt gedrukt;

– als de autoradio wordt uitge-schakeld;

– als van audiobron (Radio, CD-speler) wordt gewisseld;

– als van golfband (of geheugen-blok) wordt gewisseld;

– als op een van de voorkeuzetoet-sen wordt gedrukt;

– als de AutoSTore-functie (auto-matisch opslaan) wordt ingeschakeld.

Voorkeuzestations kort beluisteren

Houd toets 4 (SCAN) langer dan 2seconden ingedrukt om de voor-keuzestations op de geselecteerdegolfband kort te beluisteren:

– FM: FM1, FM2, FM3, FMAST

– AM: AM1, AM2, AMAST

Ieder voorkeuzestation wordtenkele seconden weergegeven en defrequentie verschijnt op het display.

De SCAN-functie wordt in de volgende gevallen onderbroken:


– als de autoradio wordt uitge-schakeld;

– als op een van de voorkeuze-toetsen wordt gedrukt;

– als de AutoSTore-functie (auto-matisch opslaan) wordt ingeschakeld;

– als van audiobron (Radio, CD-speler) wordt gewisseld;

– als de FM-band of de geselecteer-de golfband wordt gewijzigd.

Handmatige afstemming(Tuning Seek: Manual)

Om handmatig op stations af testemmen. Deze functie is beschik-baar in het MENU (RDS).


– selecteer de golfband met toets17 (BAND AS): FM1, FM2, FM3, FMAST, AM1, AM2 of AMAST;

– druk kort op toets 5 (÷) of 3(˜).

Als toets 5 (÷) of 3 (˜) langerwordt ingedrukt, wordt er snel naarstations gezocht. Als de toets wordtlosgelaten, stopt het zoeken.

Als de frequentie van het stationwaarop is afgestemd, overeenkomtmet een station dat al is opgeslagenonder een van de zes voorkeuze-toetsen, verschijnt het nummer vande voorkeuzetoets op de ondersteregel op het display.

20

AutoSTore-functie (auto-matische stationopslag)

Voor het inschakelen van de“Autostore”-functie, moet u toets 17(BAND AS) indrukken en ingedrukthouden. Met deze functie wordenautomatisch de stations met hetsterkste signaal (in volgorde van afne-mende sterkte) op de FMAST-golf-band opgeslagen (de golfband wijzigtautomatisch in FMAST).

BELANGRIJK Als de AutoSTore-functie wordt ingeschakeld, wordende reeds op de FMAST opgeslagenstations gewist (op de andere ban-den blijven de opgeslagen stationsbehouden).

Tijdens de automatische stationop-slag verschijnt op het display hetopschrift “TUNER FM AST” of“TUNER AM AST”. Om deAutoSTore-functie te onderbreken,moet opnieuw op toets 17 (BANDAS) worden gedrukt: er wordt afge-stemd op het station waarnaar u luis-terde, voordat de AutoSTore-functie werd ingeschakeld.

Opgeslagen stations beluisteren


– selecteer de gewenste golfband(FM1, FM2, FM3, FMAST, AM1,AM2, AMAST);

– druk kort op een van de zesvoorkeuzetoetsen.

Het display toont de naam van hetstation (indien beschikbaar via RDS)en de frequentie; op de ondersteregel van het display verschijnt hetopschrift “Pn” waar “n” staat voorhet actieve voorkeuzenummer.

Op de FM1-, FM2- en FM3-golfbandwordt, als de ontvangst niet goed isen de AF-functie (zoeken naar alter-natieve frequentie) is ingeschakeld,automatisch gezocht naar een sta-tion met het sterkste signaal dat het-zelfde programma uitzendt.

Handmatig opslaan van een station

Het station waarnaar u luistert, kanworden opgeslagen onder een van dezes voorkeuzetoetsen.

Houd een van deze zes toetsen lan-ger dan 2 seconden ingedrukt. Als hetstation is opgeslagen, toont het dis-play het nummer van de toets waar-onder het station is opgeslagen enklinkt er ter bevestiging een akoes-tisch signaal.

21

AF-functie (zoeken naar alternatieve frequentie)Voor het in-/uitschakelen van de AF-

functie (zoeken naar alternatieve fre-quentie) op de geselecteerde golfband,moet u kort op toets 16 (AF PTY)drukken. Als de functie is ingeschakeld,verschijnt op het display het opschrift“AF SWITCHING: ON”:

– “AF SWITCHING: ON” = zoe-ken naar alternatieve frequentie inge-schakeld.

– “AF SWITCHING: OFF” =zoeken naar alternatieve frequentie uit-geschakeld.

Als het signaal van het RDS-stationzwakker wordt, zijn er twee mogelijk-heden:– Bij “AF SWITCHING: ON” en

ingeschakeld RDS-systeem, wordt, bijstations die deze functie ondersteunen,automatisch afgestemd op de optimalefrequentie van het geselecteerde sta-tion; er wordt dus automatisch afge-stemd op het station met het sterkstesignaal, dat hetzelfde programma uit-zendt. Tijdens het rijden kunt u zo blij-ven luisteren naar het geselecteerdestation, zonder dat u op een anderefrequentie hoeft af te stemmen als u ineen ander gebied komt. Uiteraardmoet het station ontvangen kunnenworden in het betreffende gebied.

BELANGRIJK Met betrekking totde radiouitzendingen die als “alterna-tief” beschouwd worden, is hetradiostation volledig verantwoorde-lijk voor de beschikbaarheid van delijst met alternatieve frequenties.

– Bij “AF SWITCHING: OFF”wordt niet automatisch op het stationafgestemd met het sterkste signaal enmoet handmatig gezocht worden naarhet sterkste station met behulp van deafstemtoetsen.

TA-functie (verkeersinformatie)

Enkele stations op de FM-golfband(FM1, FM2, FM3 en FMAST) zendenook verkeersinformatie uit. Tijdensde uitzending van de verkeersinfor-matie verschijnt op het display hetopschrift“TRAFFIC INFO”, afge-wisseld met de huidige weergave(bijv.: naam van het station).

Druk voor het in-/uitschakelen vande TA-functie (verkeersinformatie),kort op toets 15 ( TA). Als defunctie ingeschakeld is, verschijnt ophet display het opschrift “TA-D”.

Druk voor het regelen van het TA-volume, langer dan 2 seconden optoets 15 ( TA); op het display ver-schijnt het opschrift “TA VOLUMEX” (X = ingesteld volume). Hetvolume kan geregeld worden met dedraaiknop.Als bij ingeschakelde TA-functie

verkeersinformatie wordt uitgezon-den, dan wordt prioriteit gegevenaan het station dat het TA-signaaluitzendt en wordt daar op afge-stemd. In dat geval wordt de huidigeuitzending of de weergave van deCD tijdelijk onderbroken. De TA-informatie wordt alleen uitgezondenals deze functie is verbonden met deEON-functie.

BELANGRIJKVerkeersinformatie en onderbrekin-gen worden doorgegeven door hetzendstation, dat hiervoor dan ookvolledig verantwoordelijk is.

Programmatypen (PTY)

De PTY-service (Program Type)voor de FM-golfband (FM1, FM2,FM3 en FMAST) is alleen op enkeleradiostations beschikbaar. Bijvoor-beeld de stations die informatie/-nieuws uitzenden, geven als PTY-code het opschrift “NEWS” weer.

22

ROCK M RockmuziekEASY M Easy listeningLIGHT M Licht-klassieke muziekCLASSICS Klassieke muziekOTHER M Andere muziekWEATHER WeerberichtenFINANCE Economisch nieuwsCHILDREN Kinderprogramma’sSOCIAL Sociale informatieRELIGION Religieuze/filosofi-

sche programma’sPHONE IN Inbel-programma’s

(anders dan de func-tie “Phone In” diealleen kan wordeningeschakeld als ereen handsfree mobie-le telefoon is aange-sloten die niet bij deauto is geleverd)

TRAVEL Toeristische info.LEISURE Vrije tijd en hobby’sJAZZ JazzmuziekCOUNTRY CountrymuziekNATION M Nationale muziek

(MPB)OLDIES Golden OldiesFOLK M FolkmuziekDOCUMENT Radiodocumentaires

PTY-functie (programmatypeselecteren)

1. Programmatype instellenDruk langer dan 2 seconden op

toets 16 (AF PTY); op het displayverschijnt de PTY-code van hetbeluisterde station. Als niet metPTY-code wordt uitgezonden, ver-schijnt “NONE”. Selecteer degewenste PTY-code door toets/-draaiknop 13 (VOL ON/OFF) tedraaien. Druk nu op toets 5 (÷) of3 (˜) om het automatisch zoekennaar stations met de geselecteerdePTY-code te activeren.Het automatisch zoeken stopt als

een station is gevonden dat het gese-lecteerde programmatype biedt; ophet display verschijnt het program-matype (bijv.: “POP”) en hetopschrift “PTY” knippert.BELANGRIJK Als geen enkel sta-

tion het geselecteerde programma-type uitzendt, verschijnt een berichtdat het niet gevonden is (NOTFOUND) op het display; er wordtafgestemd op het laatst beluisterdestation en de PTY-functie wordt uit-geschakeld.

BELANGRIJK De PTY-informa-tie valt onder de volledige verant-woordelijkheid van de zender.

Bij de PTY-functie wordt een zoek-filter ingeschakeld, waardoor alleenop stations wordt afgestemd die pro-gramma’s uitzenden met vooraf vast-gestelde PTY-code (bijv.: “POP”).

Om de PTY-functie in te schakelen,moet u langer dan 2 seconden optoets 16 (AF PTY) drukken. Draaibij ingeschakelde functie toets/draai-knop 13 (VOL ON/OFF) om hetprogrammatype te zoeken.

De programmatypen die door eenstation kunnen worden geleverd zijn:NONE Zonder PTY-informatieNEWS Nieuws en actualiteitenAFFAIRS Politiek en achtergr.INFO Informatieve progr.SPORT SportuitzendingenEDUCATE Educatieve progr.DRAMA Hoorspelen en

lezingenCULTURE Culturele progr.SCIENCE Wetenschappelijke

programma’sVARIED Diverse andere progr.POP M Popmuziek

23

2. PTY-functie uitschakelen

Als bij ingeschakelde PTY-functieongeveer 5 seconden geen enkelehandeling wordt uitgevoerd, wordtautomatisch afgestemd op de daar-voor beluisterde bron.

EON-functie (Enhanced Other Network)

In enkele landen zijn netwerkengeformeerd van meerdere stationsdie verkeersinformatie uitzenden.Als dit het geval is, wordt het pro-gramma van het station waarnaar uluistert tijdelijk onderbroken voorverkeersinformatie (alleen bij inge-schakelde TA-functie), op hetmoment dat een van de stations vanhetzelfde netwerk verkeersinforma-tie uitzendt.

MENU

Functies van de toets “MENU”

Druk voor het inschakelen van deMenufunctie, kort op toets 18(MENU RDS). U krijgt nu toegangtot het Hoofdmenu. Om toegang tekrijgen tot het Submenu, moet utoets 18 (MENU RDS) langer dan 2seconden indrukken.

Druk voor het doorlopen van deMenufuncties, herhaaldelijk op toets18 (MENU RDS).

De functies van het Hoofdmenuzijn:

1) TUNING SEEK - AUTO/-MANUAL (beschikbaar bij ingescha-kelde Radio): handmatig of automa-tisch zoeken naar stations.

2) SENSITIVITY - DISTANT/-LOCAL (beschikbaar bij ingeschakel-de Radio): ontvangstgevoeligheidinstellen. Local: stations met eensterk signaal, Distant: stations meteen zwak signaal.

3) NEWS - ON/OFF (beschikbaarbij ingeschakelde Radio/CD-speler):informatieprogramma’s in-/uitscha-kelen.

4) SPEED - VOLUME (beschikbaarals op de FM-band is afgestemd of bijingeschakelde CD-speler): snelheids-afhankelijke volumeregeling (SVC)(0…7/OFF).

5) TRAFFIC - DISTANT/LOCAL(beschikbaar als op de FM-band isafgestemd of bij ingeschakelde CD-speler): afstemmen op verkeersin-formatie (EON TA).

6) LOUDNESS - ON/OFF bassenen hoge tonen regelen.

7) COMPRESSION - ON / OFF(beschikbaar bij ingeschakelde CD-speler): volumebegrenzing afhanke-lijk van het uitgangssignaal van deCD-speler in-/uitschakelen.

De functies van het Hoofdmenukunnen worden bediend met detoetsen 5 (÷) en 3 (˜).

De functies van het Submenu zijn:

1) RDS CLOCK - (beschikbaar alsop de FM-band is afgestemd of bijingeschakelde CD-speler): weergavevan de tijd via het beluisterde RDS-station (indien beschikbaar). Met detoetsen 5 (÷) en 3 (˜).

24

MOGELIJKE INSTELLINGEN

Functies van het Hoofdmenu

1) handmatig zoeken naar sta-tions in-/uitschakelen (TUNINGSEEK)

Met deze functie kan handmatig(MANUAL) of automatisch (AUTO)naar stations op de golfband wordengezocht.

Met de toetsen 5 (÷) en 3 (˜)kunt u de zoekwijze veranderen, vanhandmatig naar automatisch enomgekeerd.

Op het display verschijnt de huidigestatus van de functie:

– “TUNING SEEK: AUTO”automatisch zoeken ingeschakeld

– “TUNING SEEK: MANUAL”handmatig zoeken ingeschakeld.

2) ontvangstgevoeligheid in-stellen (SENSITIVITY DIS-TANT/LOCAL)

Met deze functie kunt u de ont-vangstgevoeligheid voor het automa-tisch zoeken naar stations wijzigen.Als “SENSITIVITY: LOCAL” isingeschakeld, wordt alleen naar sta-tions gezocht met een goede ont-vangst (sterk signaal); als “SENSITI-VITY: DISTANT” is ingeschakeld,wordt naar alle stations gezocht. Alsu zich echter in een gebied bevindtwaarin vele stations uitzenden en ualleen die stations wilt selecterenmet het sterkste signaal, moet deontvangstgevoeligheid “SENSITI-VITY: LOCAL” worden ingesteld.

De functie kan worden in-/uitge-schakeld met de toetsen 5 (÷) en 3(˜).


– “SENSITIVITY: LOCAL”voor het afstemmen op stations meteen sterk signaal

– “SENSITIVITY: DISTANT”voor het afstemmen op stations meteen zwak signaal.

2) CLIP DETECT - ON/OFF(beschikbaar bij ingeschakeldeRadio/CD-speler): “dynamische ver-vormingsbegrenzer” in-/uitschake-len. Met de toetsen 5 (÷) en 3(˜).

3) MAX VOLUME - (beschikbaarbij ingeschakelde Radio/CD-speler):maximaal volume instellen. Mettoets/draaiknop 13 (VOL ON/OFF)(10…33/OFF).4) PHONE LEVEL - (beschikbaar

bij ingeschakelde Radio/CD-speler):volumeregeling van het handsfree-systeem (optional) (1…3/OFF). Mettoets/draaiknop 13 (VOL ON/OFF).5) AUTO SWITCH - ON/ OFF

(beschikbaar bij ingeschakeldeRadio/CD-speler): autoradio afhan-kelijk/onafhankelijk van contactsleu-tel in-/uitschakelen.AUTO ON: afhankelijk van de

contactsleutel.AUTO OFF: onafhankelijk van de

contactsleutel.Met de toetsen 5 (÷) en 3 (˜).

BELANGRIJK Iedere keer als ueen instelling wijzigt, wordt dezeinstelling opgeslagen en de voorgaan-de gewist.

25

3) informatieprogramma’s in-/uitschakelen (NEWS)Deze functie is gelijk aan de TA-

functie: als op een FM-station is afge-stemd en het programmatype NEWSis ingeschakeld, gebeurt het volgendeals er nieuws wordt uitgezonden:– VOL TA: minimaal 5– overgang van CD-speler (indien

ingeschakeld) naar TUNER methetzelfde volume als voor de TA-functie.Bij ingeschakelde TUNER moet de

autoradio op een FM-station zijnafgestemd dat met de PTY-codeNEWS uitzendt.De functie kan worden in-/uitgescha-

keld met toets 5 (÷) of 3 (˜).

Op het display verschijnt de huidigestatus van de functie:– “NEWS: ON” functie inge-

schakeld– “NEWS: OFF” functie uitge-

schakeld.Het volume keert terug naar het

daarvoor ingestelde volume als u eenwillekeurige toets van de autoradioindrukt of als de TA-uitzending eindigt.

4) SPEED VOLUME snelheids-afhankelijke volumeregeling

Met de functie Speed Volumewordt automatisch het volume van deradio verhoogd als de snelheid toe-neemt, waardoor het radiovolumewordt aangepast aan het achter-grondgeluid in het interieur.

Als u op toets 5 (÷ ) of 3(˜) drukt, wijzigt de SVC-instellingvan OFF naar een hoger niveau (tus-sen 1 en 7). Hoe hoger de waardedes te groter is de toename van hetvolume als de snelheid van de autostijgt.


– “SPEED VOLUME OFF” func-tie uitgeschakeld

– “SPEED VOLUME” (bijvoor-beeld: +3) functie ingeschakeld enweergave van het niveau.

5) afstemmen op verkeers-informatie (TRAFFIC) (EON TADX/LO)

Met deze functie kunt u de ont-vangstgevoeligheid wijzigen voor hetzoeken naar stations die verkeers-informatie uitzenden.

De functie kan worden in-/uitge-schakeld met toets 5 (÷) of 3 (˜).


– “TRAFFIC: LOCAL” sterkesignalen (lokaal)

– “TRAFFIC: DISTANT” zwak-ke signalen (ver verwijderd).

6) loudness in-/uitschakelen(LOUDNESS)

Met de Loudness-functie verbetertde geluidsweergave, omdat de bas-sen en hoge tonen versterkt wor-den.


26

voor het weergeven van de tijd diedoor het beluisterde RSD-stationwordt doorgegeven (als de informa-tie beschikbaar is).2) “dynamische vervormings-

begrenzer” (AUDIO CLIPDETECT) in-/uitschakelen2e functie van het submenu -

deze functie vermindert automatischhet uitgangssignaal van de radio bijovermatige vervorming, zodatbeschadiging van de luidsprekerswordt voorkomen.De functie kan worden in-/uitge-

schakeld met toets 5 (÷) of 3 (˜).

Op het display verschijnt de huidigestatus van de functie:– “CLIP DETECT: ON” functie

ingeschakeld– “CLIP DETECT: OFF” functie

uitgeschakeldDe weergave dooft na ongeveer 5

seconden.3) maximaal volume bij inscha-

keling instellen (MAX VOLUME)3e functie van het submenu -

met deze functie kunt u het maxima-le volume instellen (tussen 10 en 33)bij inschakeling van de autoradio.

Regel het volume door toets/draai-knop 13 (VOL ON/OFF) te draaien.Het display toont het ingestelde

volume (bijv.: MAX VOLUME:25).De weergave dooft na ongeveer 5

seconden.4) volume van de telefoon

instellen (PHONE LEVEL)4e functie van het submenu -

met deze functie kunt u het volumevan de telefoon instellen (tussen 1 en3) of uitschakelen (OFF).Regel het volume door toets/draai-

knop 10 (VOL ON/OFF) te draaien.Op het display verschijnt de huidige

status van de functie:– “PHONE LEVEL 1” functie inge-

schakeld en volume ingesteld op 1– “PHONE LEVEL OFF” functie

uitgeschakeldDe weergave dooft na ongeveer 5

seconden.5) functie AUTO SWITCH

instellen5e functie van het submenu -

met deze functie kan de autoradioafhankelijk of onafhankelijk van decontactsleutelstand worden in-/uit-geschakeld.

Op het display verschijnt de huidigestatus van de functie:– “LOUDNESS: ON” Loudness

ingeschakeld– “LOUDNESS: OFF” Loudness

uitgeschakeldHoe hoger het volume, hoe lager

het Loudness-niveau.7) COMPRESSION in-/uitscha-

kelenDe functie verbetert de geluids-

weergave afhankelijk van het muziek-genre tijdens de weergave van eenCD.De functie kan worden in-/uitge-

schakeld met toets 5 (÷) of 3 (˜).

Op het display verschijnt de huidigestatus van de functie: – “COMPRESSION: ON”

functie ingeschakeld– “COMPRESSION: OFF”

functie uitgeschakeld

Functies van het Submenu

1) weergave van de tijd via hetRDS-station (RDS CLOCK)

1e functie van het submenu(langer dan 2 seconden indrukken) -

27

CD-SPELER

De autoradio is uitgerust met eenCD-speler voor weergave van eenaudio-CD (niet geschikt voor gege-vens-CD’s).

Een servo-bekrachtigd systeemzorgt voor het automatischladen/uitwerpen van de CD.

CD-speler selecteren

Om de in het apparaat geïntegreer-de CD-speler in te schakelen, moetu, bij een geladen CD, de autoradioinschakelen door op toets/draaiknop13 (VOL ON/OFF) te drukken;druk vervolgens herhaaldelijk kortop toets 2 (SRC) om de audiobron“CD” te selecteren. De beschikbareaudiobronnen zijn: TUNER (FM ofAM) of CD.

Laden/uitwerpen van de CD

Steek de CD voorzichtig in de ope-ning, zodat de CD automatisch en opde juiste wijze in de speler wordtgeladen.

Druk bij ingeschakeld apparaat optoets 1 (˚) voor het automatisch uit-werpen van de CD.

Meldingen op het displayAls de CD-speler is ingeschakeld,

verschijnen de volgende meldingenop het display:“CD”: geeft aan dat de CD-speler

is ingeschakeld“TRACK 12”: geeft het nummer

aan van het muziekstuk op de CD“1:10”: geeft de verstreken speel-

duur aan vanaf het begin van hetmuziekstuk.

Muziekstuk selecteren (voor-uit/achteruit)

Druk kort op toets 3 (˜) om hetvolgende muziekstuk op de CD tebeluisteren en op toets 5 (÷) omhet vorige muziekstuk te beluisteren.

Als het muziekstuk al meer dan 2seconden wordt weergegeven en optoets 5 (÷) wordt gedrukt, wordthet muziekstuk vanaf het begin her-haald. Als u in dat geval het vorigemuziekstuk wilt beluisteren, moettoets 5 (÷ ) twee maal na elkaarworden ingedrukt.

Als u de autoradio ook bij uitgezet-te motor wilt gebruiken, moet u optoets/draaiknop 13 (VOL ON/OFF)drukken; de autoradio wordt dan 60minuten ingeschakeld (maximaletijdsduur om de accu niet uit te put-ten).

Als de functie is uitgeschakeld, danblijft bij het uitzetten van de motor,de eventueel ingeschakelde auto-radio ingeschakeld.


Op het display verschijnt de huidi-ge status van de functie:

– “AUTO SWITCH: ON” functie ingeschakeld

– “AUTO SWITCH: OFF” functie uitgeschakeld

De weergave dooft na ongeveer 5seconden.

BELANGRIJK Als de functiewordt ingeschakeld, schakelt deautoradio automatisch uit.

28

– van het weergegeven muziekstuktot het laatste muziekstuk op de CD;

– van het eerste muziekstuk op deCD tot het muziekstuk dat werdweergegeven toen de Scan-functiewerd ingeschakeld.

De Scan-functie wordt in de vol-gende gevallen onderbroken:

– als de autoradio wordt uitgescha-keld;


– als van audiobron wordt gewis-seld.

Muziekstuk herhalen (Repeat-functie)

Druk kort op toets 7 (5 RPT): ophet display verschijnt het opschrift“CD REPEAT TRACK”.

Druk opnieuw op toets 7 (5 RPT)om de Repeat-functie uit te schake-len: op het display verschijnt hetopschrift “CD REPEAT OFF”.

Als een andere audiobron wordtgekozen, wordt de functie uitge-schakeld.

BELANGRIJK Als u de Repeat-functie inschakelt, wordt de SCAN-functie uitgeschakeld.

Willekeurige weergave vanmuziekstukken (RaNDom-functie)

Om de willekeurige weergave vande muziekstukken op de CD te star-ten, moet u kort (minder dan 1seconde) op toets 6 (6 RND) druk-ken. Op het display verschijnt hetopschrift “CD RANDOM DISC”.

Druk opnieuw op toets 6 (6 RND)om de functie uit te schakelen; ophet display verschijnt het opschrift“CD RANDOM OFF”.

Als de Random-functie is ingescha-keld, worden alle muziekstukken opde CD in willekeurige volgordeweergegeven (door op toets 5 (÷)of 3 (˜) te drukken.


Muziekstukken snel vooruit-/terugspoelen

Houd toets 3 (˜) ingedrukt omhet geselecteerde muziekstuk snelvooruit te spoelen en houd toets 5(÷ ) ingedrukt om het muziekstuksnel terug te spoelen. Het snel voor-uit-/terugspoelen wordt onderbro-ken als u de toets loslaat.

Pauze-functie

Druk om de weergave van een CDte onderbreken, op toets 14 (z / II /

)̇ Op het display verschijnt het opschrift“CD PAUSE”.

Druk om de weergave te hervatten,opnieuw op toets 14 (z / II / )̇.

Muziekstukken op CD kortbeluisteren (Track Scan-functie)

Met deze functie kan het begin vanalle muziekstukken op de CD kortbeluisterd worden.

Houd toets 4 (SCAN) ingedrukt;alle muziekstukken op de CD wor-den 7 seconden weergegeven.

Weergavevolgorde van de muziek-stukken:

29

WERKING VAN DE CD-WISSELAAR (indien aangesloten)

De autoradio is voorbereid op hetaansturen van compatibele CD-spe-lers (opgenomen in het FiatLineaccessori-programma).

Wendt u voor de instal-latie en de bijbehorendeaansluiting uitsluitend

tot de Fiat-dealer.

De CD-speler uit het FiatLineaccessori-programma is voor-zien van een wisselaar waarin 5 CD’skunnen worden geplaatst.

CD-wisselaar selecteren

Om de CD-wisselaar in te schake-len, moet u het apparaat inschakelen;druk vervolgens kort (minder dan 1seconde) en herhaaldelijk optoets/draaiknop 2 (SRC) om deaudiobron “CDC” (CD-wisselaar) teselecteren.

Eventuele foutmeldingen

Als de wisselaar geen enkele CDbevat, dan verschijnt op het displayhet opschrift “NO CD”. Als tenminste een CD aanwezig is, danwordt deze weergegeven.

Als de CD niet gelezen kan worden,wordt de volgende CD gekozen; alser geen andere CD’s in de wisselaarzitten of ook de andere CD’s nietgelezen kunnen worden, dan ver-schijnt op het display het opschrift“NO CD”. Ten slotte wordt eenandere audiobron weergegeven.

Werking

Om de CD’s in de CD-wisselaarweer te geven, moet u de functie“CDC” selecteren door kort enherhaaldelijk op toets 2 (SRC) tedrukken.

Als voor de eerste maal een CDwordt weergegeven, nadat de wisse-laar is geplaatst, dan begint de weer-gave met het eerste muziekstuk vande eerste CD in de wisselaar.

Tijdens de weergave toont het dis-play het nummer van het muziekstukdat wordt afgespeeld (bijv. “TRACK12” = twaalfde muziekstuk), de ver-streken speelduur vanaf het beginvan het muziekstuk (bijv. “11:10” =11 minuten en 10 seconden) en hetnummer van de geselecteerdeCompact Disc (bijv. “CDC3” =derde Compact Disc), afhankelijkvan de geselecteerde menufunctie.

Op multimedia-CD’szijn naast audiosporenook gegevens opgesla-

gen. Als dit type CD wordt afge-speeld kunnen er harde piep-geluiden ontstaan, waardoorniet alleen de verkeersveiligheidin gevaar komt, maar waardoorook de eindversterker en deluidsprekers beschadigd kunnenworden.

30

CD selecteren

Druk op toets 1122 ((11 CCDD **++)) omde volgende CD te selecteren of optoets 1111 ((22 CCDD **––)) om de vorigeCD te selecteren.

Als in de wisselaar op de gekozenplek geen CD aanwezig is, dan ver-schijnt op het display het opschrift““NNOO CCDD””; vervolgens wordt auto-matisch de volgende CD weergegeven.

Muziekstuk selecteren (vooruit/achteruit)

Druk kort op toets 3 (˜) om hetvolgende muziekstuk op de beluis-terde CD weer te geven.

Druk kort (minder dan 1 seconde)op toets 5 (÷) om het vorigemuziekstuk op de beluisterde CDweer te geven.

Muziekstukken snel vooruit-/terugspoelen

Houd toets 3 (˜) ingedrukt omhet geselecteerde muziekstuk snelvooruit te spoelen of houd toets 5(÷) ingedrukt om het muziekstuksnel terug te spoelen. Het snel voor-uit-/terugspoelen wordt onderbro-ken als u de toets loslaat.

Muziekstukken op CD kortbeluisteren (Scan-functie)

Met deze functie kunnen allemuziekstukken op de geselecteerdeCD kort beluisterd worden.

Houd toets 4 (SCAN) ingedrukt;alle muziekstukken op de CD wor-den 10 seconden weergegeven.Tijdens de weergave van het muziek-stuk verschijnen de gegevens van deCD-wisselaar (naam van de CD-wis-selaar, verstreken speelduur en num-mer van het weergegeven muziek-stuk) en het opschrift “SCAN” ophet display (bijv. “CDC3 SCANTK12 0.04”)

Als de SCAN-functie is ingescha-keld, dan worden de functiesREPEAT en MIX uitgeschakeld.

Weergavevolgorde van de muziek-stukken:

– van het weergegeven muziekstuktot het laatste muziekstuk op de CD

– van het eerste muziekstuk op deCD tot het muziekstuk dat werdweergegeven toen de Scan-functiewerd ingeschakeld.

31

De SCAN-functie wordt in de vol-gende gevallen onderbroken:

– als het apparaat wordt uitge-schakeld

– als opnieuw op toets 4 (SCAN)wordt gedrukt om de weergave vanhet huidige muziekstuk te hervatten

– na het indrukken van toets 3(˜) of 5 (÷) waardoor naar hetvolgende of vorige muziekstukwordt gegaan

– als op een van de voorkeuzetoet-sen wordt gedrukt

– als van audiobron wordt gewis-seld

– als op toets 18 (MENU RDS)wordt gedrukt.

Als de SCAN-functie niet wordtonderbroken, dan wordt na beëindi-ging van de Scan-functie het muziek-stuk weergegeven dat werd beluis-terd voordat de Scan-functie werdgestart.

Pauze-functie

Druk voor het onderbreken van deweergave, kort (minder dan 1 seconde)op toets 14 (z/II/˙). Op het display

verschijnt het opschrift “CDCMUTE”.

Druk om de weergave te hervatten,opnieuw op toets 14 (z/II/˙).

De pauze-functie wordt automa-tisch uitgeschakeld als van audiobronwordt gewisseld.

Muziekstuk herhalen (TrackRepeat-functie)

Druk kort (minder dan 1 seconde)op voorkeuzetoets 7 (5 RPT) omhet laatst beluisterde muziekstukcontinu te herhalen: op het displayverschijnt het opschrift “CDCREPEAT TRACK”.

Druk opnieuw op voorkeuzetoets7 (5 RPT) om de Repeat-functie uitte schakelen: op het display ver-schijnt het opschrift “CD REPEATOFF”.


BELANGRIJK Als de herhaalfunc-tie van het muziekstuk wordt inge-schakeld, dan worden de functiesSCAN en MIX uitgeschakeld.

Willekeurige weergave vanmuziekstukken (RaNDom-functie)

Om de willekeurige weergave vande muziekstukken op de geselecteer-de CD te starten, moet u op voor-keuzetoets 6 (6 RND) drukken. Erwordt een nieuw muziekstuk weer-gegeven en op het display verschijnthet opschrift “CDC RANDOMDISK”. Voor een willekeurige weer-gave van de muziekstukken van alleCD’s in de wisselaar, moet u voor-keuzetoets 6 (6 RND) nogmaalsindrukken; op het display verschijnthet opschrift “CDC RANDOMPACK”. Druk opnieuw op voorkeu-zetoets 6 (6 RND) om de functie uitte schakelen: op het display ver-schijnt het opschrift “CDC RAN-DOM OFF”.

Werking CD-speler uitschakelen

Druk op toets 1 (˚) of 2 (SRC)om weer naar de radio te luisteren.

32

MP3-SPELER

Naast het weergeven van normaleaudio-CD’s, kan de autoradio ookCD-ROM’s weergeven waarop MP3-bestanden zijn geregistreerd.

Lezen van een MP3-CD

Als u een CD-ROM laadt, gebeurthet volgende:

1) Alle sporen op de CD wordengescand met als doel audiobestandente vinden. Audiobestanden hebbenvoorrang boven andere bestanden.Bij de identificatie geeft de autoradioalleen deze bestanden weer. Op hetdisplay verschijnt de naam van hetmuziekstuk, gevolgd door de knippe-rende aanduiding “SCAN” (bijv.“MIDNIGHT MOTION SCAN”).

2) Alle MP3-muziekstukken wor-den gelezen met het doel de struc-tuur van de mappen en muziekstuk-ken te bepalen. Tijdens deze faseverschijnt op het display hetopschrift “READING DISC” (disclezen). Het lezen van een ingewikkel-de structuur van MP3-muziekstuk-ken op een CD-ROM (bestaande uitverschillende sessies met veel map-pen en muziekstukken), kan onge-veer 2 minuten duren.

Voor een optimale weergave radenwij het gebruik aan van geluids-dragers van goede kwaliteit die tij-dens het opnemen op de laagstmogelijke snelheid zijn beschreven.

Het lezen van de CD-ROM wordtin de volgende gevallen beëindigd:

– als de CD-ROM juist gelezenwordt en de MP3-bestanden zijn geïdentificeerd. In dat geval ver-schijnt op het display de icoon“MP3” en start de weergave van demuziekstukken vanaf het eerstemuziekstuk in de eerste map (zie devolgende paragraaf AFSPEELWIJZEMUZIEKSTUKKEN);

– als na 2 minuten het lezen van deCD-ROM niet is beëindigd. Op hetdisplay verschijnt ongeveer 5 secon-den het opschrift “CHECK DISC”(disc controleren). In dat gevalwordt overgeschakeld naar deTUNER (Radio).

– als geen enkel MP3-muziekstukwordt gevonden. In dat geval ver-schijnt op het display ongeveer 5seconden het opschrift “NO MP3FILES”. In dat geval wordt overge-schakeld naar de TUNER (Radio).

33

Afspeelwijze muziekstukken

Tijdens de weergave van een CD-ROM waarop MP3-bestanden zijngeregistreerd, verschijnen op het dis-play de naam en de speelduur vanhet muziekstuk (bijv. “MIDNIGHTMOTION 4:37”).

Tijdens de weergave kunnen devolgende handelingen worden uitge-voerd:

– naam van het muziekstuk éénkeer of continu doorlopen

– muziekstukken naar boven ofnaar beneden doorlopen (één keer,meerdere malen of continu)

– mappen naar boven of naar bene-den doorlopen (zie de volgendeparagraaf STRUCTUUR VAN DE MAPPEN)

DISP

Met deze functie kan de op het displayweergegeven CD-informatie wordengewijzigd (muziekstuk, map, naam artiest,naam album, enz.). Deze functie kan wor-den ingeschakeld door toets 8 (4 DISP)langer dan 2 seconden in te drukken; kiesvervolgens met toets/draaiknop 13(VOL ON/OFF) de gewenste weergave.

Bij ingeschakelde MP3-speler:

– worden alleen MP3-muziekstukkenweergegeven

– worden de muziekstukken van iederemap in alfabetisch-numerieke volgordeweergegeven (ook die zijn geordend vol-gens hetzelfde criterium) (het is raadzaameen nummer voor de bestandsnaam teplaatsen, bijv. “01”, “02” of “001”, “002”)

– wordt teruggekeerd naar het beginvan het laatst beluisterde muziekstuk,iedere keer als de autoradio weer wordtingeschakeld

Tijdens het selecteren van het muziek-stuk (zie paragraaf MUZIEKSTUK SELECTEREN(VOORUIT/ACHTERUIT), toont het displayhet nummer van de map en het nummeren de naam van het muziekstuk (bijv.“3/13 MIDNIGHT MOTION”).

Om het selecteren van het gewens-te muziekstuk te vergemakkelijken,onthoudt het systeem hoeveel keereen voorkeuzetoets (van 1 tot 6)wordt ingedrukt, en wordt directnaar het muziekstuk gesprongenalsof het een enkel verzoek is.BELANGRIJK Als de MP3-

muziekstukken geregistreerd zijnmet een variabele bitsnelheid, kan deop het display weergegeven speel-duur afwijkingen vertonen.BELANGRIJK De CD-speler kan

de meeste in de handel verkrijgbarecompressiesystemen lezen (bijv.LAME, BLADE, XING, FRAUNHOF-ER) maar, door de verdergaandeontwikkeling van dergelijke syste-men, kan het lezen van alle compres-sieformaten niet worden gegaran-deerd.Structuur van de mappenDe autoradio met MP3-speler:

– herkent alleen de mappen metMP3-bestanden– brengt, als de MP3-bestanden van

een CD-ROM zijn onderverdeeld inmeerdere “submappen”, de struc-tuur van de MP3-bestanden terug toteen structuur met een enkel niveau,of brengt de “submappen” terug naarhet niveau van hoofdmappen (zie hetvoorbeeld hierna).

34

Voorbeeld: Een CD met de vol-gende structuur:+ - MP3 collection - Volume 1* - Celine Dion

* - Falling into you

| - It’s all coming back tome now.mp3

| - Because you lovedme.mp3

* - Incognito

| - Incognito.mp3

| - Lolita.mp3

| - Delivre-Moi.mp3

* - Prodigy

* - Experience

| - Jericho.mp3

| - Wind it up.mp3

| - Out of space.mp3

* - The fat of the land

* - Favourite songs

| - Breathe.mp3

| - Firestarter.mp3

De autoradio herkent de map engaat vervolgens verder naar de vol-gende map:

* - Falling into you

* - Incognito

* - Experience

* - Favourite songs

De icoon * geeft aan dat de auto-radio bezig is de naam van de mapweer te geven. Iedere keer als demappen naar boven of naar benedenworden doorlopen, worden de naamen het nummer van de map weerge-geven (met een maximale lengte van15-18 tekens, afhankelijk van hetnummer van de map).

Als u met toets 18 (MENU RDS)de optie “ON” of “ONCE” selec-teert van de functie om de naam tedoorlopen (zie paragraaf NAMENMUZIEKSTUKKEN/MAPPEN DOORLOPEN),dan wordt de volledige naam van demap één keer doorlopen bij map-weergave, voordat wordt terugge-keerd naar de afgebroken weergave.

Volgende/vorige map selecte-ren

Druk kort (minder dan 1 seconde)op toets 1122 ((11 CCDD **++)) voor weer-gave van de muziekstukken in de vol-gende map.

Druk kort (minder dan 1 seconde)op toets 1111 ((22 CCDD **––)) voor weer-gave van de muziekstukken in de vorige map.

Op het display verschijnen het num-mer en de naam van de volgende/vo-rige map (bijv. “9 MISC COLLEC-TION”).

35

Muziekstukken herhalen (Folder Repeat-functie)

Druk kort (minder dan 1 seconde)op toets 7 (5 RPT) om de herhaal-functie van de muziekstukken te wij-zigen: op het display verschijnen, alsde toets steeds wordt ingedrukt, devolgende opschriften: “CD REPE-AT TRACK” -> “CD REPEATFOLDER” -> “CD REPEATDISC” -> “CD REPEAT OFF”.

Bij deze opschriften horen de vol-gende functies:

“CD REPEAT TRACK”: huidigemuziekstuk herhalen.

“CD REPEAT FOLDER”:muziekstukken van de geselecteerdemap herhalen.

“CD REPEAT DISC”: geheleMP3-CD herhalen.

“CD REPEAT OFF”: herhaal-functie muziekstukken uitschakelen.


Willekeurige weergave van de muziekstukken van eenmap (RaNDom-functie)

Om de willekeurige weergave vande muziekstukken op de CD te star-ten, moet u kort (minder dan 1seconde) op toets 6 (6 RND) druk-ken: op het display verschijnen, alsde toets steeds wordt ingedrukt, devolgende opschriften: “CD RAN-DOM FOLDER”-> “CD RAN-DOM DISC”-> “CD RANDOMOFF”.

Bij deze opschriften horen de vol-gende functies:

“CD RANDOM FOLDER”: wil-lekeurige weergave van de muziek-stukken van de geselecteerde map.

“CD RANDOM DISC”: willekeu-rige weergave van de muziekstukkenop de MP3-CD.

“CD RANDOM OFF”: willekeu-rige weergave van muziekstukkenuitschakelen.


Weergave van het nummer ende naam van de map op hetdisplay

Voor weergave op het display vanhet nummer en de naam van de map,moet u kort (minder dan 1 seconde)op toets 8 (4 DISP) drukken.

Als u opnieuw op toets 8 (4 DISP)drukt (of na ongeveer 5 seconden),wordt teruggekeerd naar de vorigeweergave.

36

Muziekstuk selecteren (voor-uit/achteruit)

Druk kort (minder dan 1 seconde)op toets 3 (˜) om het volgen-de muziekstuk op de CD-ROM tebeluisteren en op toets 5 (÷) omhet vorige muziekstuk te beluisteren.

Als u opnieuw op toets 3 (˜)drukt, kunt u handmatig het volgen-de gewenste muziekstuk zoeken.Het display toont het nummer vande map en het nummer en de naamvan het muziekstuk, gevolgd doorhet opschrift “TK SEEK” (muziek-stuk zoeken) (bijv. “3/13 TK SEEK+6”).

Als u opnieuw op toets 5 (÷)drukt, kunt u handmatig het vorigegewenste muziekstuk zoeken. Ookin dit geval toont het display hetnummer van de map en het nummeren de naam van het muziekstuk,gevolgd door het opschrift “TKSEEK” (muziekstuk zoeken) (bijv.“3/13 TK SEEK –4”).

Om de muziekstukken continu teselecteren, moet u de toets inge-drukt houden. Op het display wor-den het nummer van de map en hetnummer en de naam van het muziek-stuk weergegeven (bijv. “3/13 MID-NIGHT MOTION”).

Als het muziekstuk al meer dan 3seconden wordt weergegeven en optoets 5 (÷) wordt gedrukt, wordthet muziekstuk vanaf het begin her-haald. Als u in dat geval het vorigemuziekstuk wilt beluisteren, moettoets 5 (÷) twee maal na elkaarworden ingedrukt.

Muziekstuk snel selecteren(vooruit/achteruit)Druk kort (minder dan 1 seconde)

op toets 10 (3) voor een snelleselectie. Op het display verschijnthet opschrift “Fy TRx FAST-TRACK” (y geeft het nummer vande map aan, x het nummer van hetmuziekstuk).Draai toets/draaiknop 13 (VOL

ON/OFF) om het gewenstemuziekstuk te selecteren en bevestighet door de toets kort (minder dan1 seconde) in te drukken: de weer-gave van het gewenste muziekstukwordt gestart.

Namen van muziek-stukken/mappen doorlopen (NAME SCROLL-functie)

Druk kort (minder dan 1 seconde)op toets 18 (MENU RDS) om inhet menu het volledig doorlopen vande namen van de mappen in te scha-kelen / één keer in te schakelen / uitte schakelen.

Het display toont, afhankelijk vanhet geval:

“NAME SCROLL: ON” = conti-nu doorlopen van de volledigenamen van de muziekstukken / mappen

“NAME SCROLL: ONCE” =afzonderlijk doorlopen van de volle-dige naam van de map en daarnaweergave van 15/16 tekens

“NAME SCROLL: OFF” = vasteweergave van de eerste 15/16 tekensvan de naam van het muziekstuk/demap

37

TECHNISCHE GEGEVENS

ANTENNE

De auto is voorzien van een anten-ne op het dak.

VERMOGEN VAN DE AUTO-RADIO

– 4 x 35W

ZEKERING

De autoradio wordt beveiligd dooreen 10A-zekering (D-fig. 2).

fig. 2

P4E

0283

1

NOTITIES

Fiat Auto S.p.A.Quality - Assistenza Tecnica - Ingegneria Assistenziale

Importeur voor Nederland: Fiat Auto Nederland b.v. - Singaporestraat 92-100 -1175RA LijndenDruknummer 603.50.932NL - II/2006 - 1e editie - Printed by van Setten Kwadraat

NEDERLANDS

De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in dezepublicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot deFiat-dealer. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.

603.50.932 NL RADIO MP3 · 2006-10-13 · De vast ingebouwde autoradio is voorzien van een...

Documents

Transcript of 603.50.932 NL RADIO MP3 · 2006-10-13 · De vast ingebouwde autoradio is voorzien van een...