530 Traumacentra Intensiveren Ketenoverleg Acute Zorg

1
zorg 86 4-2006 > zorg & financiering totaal. In 1997 was dit aandeel vijftien procent. Dat deze stijging ten koste zou zijn gegaan van het aantal patiëntgebonden functies is niet juist. Uit de cijfers van het CBS blijkt immers dat het aandeel van deze patiëntgebonden functies iets is toegenomen: van 58 procent in 1997 tot zestig procent in 2004 van het totale aantal voltijdba- nen. Inclusief medici in vrije beroepen is dat aandeel in 2004 zelfs 65 procent. De inzet van het facilitaire personeel is met twee procent gedaald in de periode 1997-2004. Dit zijn functies in de linnenkamer, de wasserij, de keuken, enzovoort. Dit komt doordat ziekenhui- zen anders zijn gaan werken, waardoor de ver- blijfsduur van patiënten is afgenomen in de periode 1997 tot en met 2004 van gemiddeld negen ligdagen naar 6,6 ligdagen. In ziekenhui- zen is de gemiddelde verblijfsduur dus verkort en heeft er een verschuiving plaatsgevonden van meerdaagsverblijf naar dagbehandelingen wat productiviteitsgroei betekent. Voor 2004 bere- kende Prismant een productiviteitsgroei van 6,2 procent in de ziekenhuizen. Balans Waar de juiste balans ligt tussen ondersteunen- de en patiëntgebonden functies, is op basis van de cijfers van het CBS niet te geven. Hoogervorst vindt dat beide functies bijdragen aan de zorg- verlening aan patiënten. Ook is hij van mening dat er nog efficiencywinst is te boeken. Om die reden heeft hij in 2004 een prestatiecontract gesloten met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en met Zorgverzekeraars Nederland (ZN), waarin inzet op doelmatig- heidsverbeteringen is vastgelegd. Het is goed dat de stelselwijziging van de gezondheidszorg de zorgverzekeraars aanzet om in overleg en onderhandeling met zorgaan- bieders afspraken te maken over verbeteringen in de bedrijfsvoering. Zo kunnen zorgverzeke- raars ook ziekenhuizen aansporen om nóg effi- ciënter te gaan werken. Er is altijd nog efficiencywinst te behalen, aldus de Minister. Bron: brief van de Minister van VWS aan de Tweede Kamer, 10 april 2006< Acute zorg in Nederland moet een nog soepeler werkend netwerk worden dat 7 × 24 uur be- schikbaar is. Dit schrijft Minister Hoogervorst van VWS in zijn Beleidsvisie traumazorg 2006-2010, die op 19 april jl. naar de Tweede Kamer is gestuurd. Belangrijk hierbij is dat de diverse schakels in de acute zorg ook bij calamiteiten, crises en ram- pen hun zorgverlening kunnen ‘opschalen’, in goede afstemming met de openbare gezond- heidszorg (GGD). Traumacentra gaan nog intensiever samenwerken met de 25 veiligheids- regio’s. Met rampenopvangplannen en reële praktijkoefeningen bereiden ziekenhuizen zich nu al voor op deze ‘opgeschaalde’ situatie. In de Beleidsvisie traumazorg nemen de ziekenhui- zen met een traumacentrum op basis van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) het initiatief afspraken te maken met alle zorgverleners in de gehele keten van acute zorg. Traumazorg is zorg aan mensen die het slacht- offer zijn van een ongeval met ernstig lichame- lijk letsel. Vanwege de bijzondere aard en noodzakelijke kwaliteit is deze zorg in Neder- land geconcentreerd in elf ziekenhuizen. De afgelopen vijf jaar hebben zorgverleners in de hele acute zorgketen al afspraken gemaakt, zodat slachtoffers snel in het juiste ziekenhuis behandeld kunnen worden. De beleidsvisie is tot stand gekomen op basis van de evaluatie en aanbevelingen in het CVZ- rapport Voorbij het gouden uur en op basis van veldraadplegingen en is te downloaden van http://www.minvws.nl/images/cz- 2671397b_tcm10-86446.pdf. Bron: persbericht Ministerie van VWS, 19 april 2006< 530 traumacentra intensiveren ketenoverleg acute zorg

Transcript of 530 Traumacentra Intensiveren Ketenoverleg Acute Zorg

Page 1: 530 Traumacentra Intensiveren Ketenoverleg Acute Zorg

zorg

86 4-2006 > zorg & financiering

totaal. In 1997 was dit aandeel vijftien procent.Dat deze stijging ten koste zou zijn gegaan vanhet aantal patiëntgebonden functies is niet juist.Uit de cijfers van het CBS blijkt immers dat hetaandeel van deze patiëntgebonden functies ietsis toegenomen: van 58 procent in 1997 tot zestigprocent in 2004 van het totale aantal voltijdba-nen. Inclusief medici in vrije beroepen is dataandeel in 2004 zelfs 65 procent.De inzet van het facilitaire personeel is met tweeprocent gedaald in de periode 1997-2004. Ditzijn functies in de linnenkamer, de wasserij, dekeuken, enzovoort. Dit komt doordat ziekenhui-zen anders zijn gaan werken, waardoor de ver-blijfsduur van patiënten is afgenomen in deperiode 1997 tot en met 2004 van gemiddeldnegen ligdagen naar 6,6 ligdagen. In ziekenhui-zen is de gemiddelde verblijfsduur dus verkorten heeft er een verschuiving plaatsgevonden vanmeerdaagsverblijf naar dagbehandelingen watproductiviteitsgroei betekent. Voor 2004 bere-kende Prismant een productiviteitsgroei van 6,2procent in de ziekenhuizen.

Balans

Waar de juiste balans ligt tussen ondersteunen-de en patiëntgebonden functies, is op basis vande cijfers van het CBS niet te geven. Hoogervorstvindt dat beide functies bijdragen aan de zorg-verlening aan patiënten. Ook is hij van meningdat er nog efficiencywinst is te boeken. Om diereden heeft hij in 2004 een prestatiecontractgesloten met de Nederlandse Vereniging vanZiekenhuizen (NVZ) en met ZorgverzekeraarsNederland (ZN), waarin inzet op doelmatig-heidsverbeteringen is vastgelegd.Het is goed dat de stelselwijziging van degezondheidszorg de zorgverzekeraars aanzetom in overleg en onderhandeling met zorgaan-bieders afspraken te maken over verbeteringenin de bedrijfsvoering. Zo kunnen zorgverzeke-raars ook ziekenhuizen aansporen om nóg effi-ciënter te gaan werken. Er is altijd nogefficiencywinst te behalen, aldus de Minister.Bron: brief van de Minister van VWS aan de TweedeKamer, 10 april 2006<

Acute zorg in Nederland moet een nog soepelerwerkend netwerk worden dat 7 × 24 uur be-schikbaar is. Dit schrijft Minister Hoogervorstvan VWS in zijn Beleidsvisie traumazorg 2006-2010,die op 19 april jl. naar de Tweede Kamer isgestuurd.

Belangrijk hierbij is dat de diverse schakels in deacute zorg ook bij calamiteiten, crises en ram-pen hun zorgverlening kunnen ‘opschalen’, ingoede afstemming met de openbare gezond-heidszorg (GGD). Traumacentra gaan nogintensiever samenwerken met de 25 veiligheids-regio’s. Met rampenopvangplannen en reëlepraktijkoefeningen bereiden ziekenhuizen zichnu al voor op deze ‘opgeschaalde’ situatie.In de Beleidsvisie traumazorg nemen de ziekenhui-zen met een traumacentrum op basis van de Wet

toelating zorginstellingen (WTZi) het initiatiefafspraken te maken met alle zorgverleners in degehele keten van acute zorg.Traumazorg is zorg aan mensen die het slacht-offer zijn van een ongeval met ernstig lichame-lijk letsel. Vanwege de bijzondere aard ennoodzakelijke kwaliteit is deze zorg in Neder-land geconcentreerd in elf ziekenhuizen. Deafgelopen vijf jaar hebben zorgverleners in dehele acute zorgketen al afspraken gemaakt,zodat slachtoffers snel in het juiste ziekenhuisbehandeld kunnen worden.De beleidsvisie is tot stand gekomen op basisvan de evaluatie en aanbevelingen in het CVZ-rapport Voorbij het gouden uur en op basis vanveldraadplegingen en is te downloaden vanhttp://www.minvws.nl/images/cz-2671397b_tcm10-86446.pdf.Bron: persbericht Ministerie van VWS, 19 april 2006<

530 traumacentra intensiveren ketenoverleg acute zorg

ZenF-0406 cyaan.qxd 16-5-2006 9:14 Pagina 86