512922 EB BK voorwerkeconomischbekeken.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/...• Eindtoets Hoofdstuk 4...

34
Economisch BEK€KEN VMBO-BK ONDERBOUW LEERWERKBOEK Johan Huitema Leo Peters www.economischbekeken.nl Zevende druk Malmberg ’s-Hertogenbosch

Transcript of 512922 EB BK voorwerkeconomischbekeken.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/...• Eindtoets Hoofdstuk 4...

EconomischBEK€KEN

VMBO-BK • ONDERBOUWLEERWERKBOEK

Johan HuitemaLeo Peters

www.economischbekeken.nl

Zevende drukMalmberg ’s-Hertogenbosch

512922_EB_BK_voorwerk.indd 1512922_EB_BK_voorwerk.indd 1 24-9-10 16:2024-9-10 16:20

Colofon

Fotografi e: Aliby Production/Alamy, AVTG/iStockphoto, Martijn Beekman/Hollandse Hoogte, Amsterdam, Dave Bevan/Alamy, Andreas Bock/

Picture Press/Hollandse Hoogte, Amsterdam, Ton Borsboom/ANP Photo, Rijswijk, Rob Bouwman/iStockphoto, Phil Cooper/iStockphoto, Corbis Pre-

mium AF/Alamy, Corus Group, Velsen-Noord, Cultura/Alamy, Sigrid Dauth/Alamy, Mark Edwards/Liniair, GFC Collection/Alamy, Christian Goupi/AGE/

ANP Photo, Rijswijk, Peter Hilz/Hollandse Hoogte, Amsterdam, Paul D. van Hoog/AGE/ANP Photo, Rijswijk, Marcel van Hoorn/ANP Photo, Rijswijk,

Vincent Jannink/ANP Photo, Rijswijk, Marion Kaplan/Alamy, Michael Kooren/Hollandse Hoogte, Amsterdam, Kramp + Grolling/Picture Press/Holland-

se Hoogte, Amsterdam, Lex van Lieshout/ANP Photo, Rijswijk, Lou Linwei/Alamy, Lonely Planet Images, Alamy, Mars Nederland BV, Veghel, Julian

Niuman/Alamy, Ed Oudenaarden/ANP Photo, Rijswijk, Marcus Peters/Hollandse Hoogte, Amsterdam, Picture Partners/Alamy, Sean Prague/Border-

lands/Alamy, Vikram Raghuvanshi/iStockphoto, Robert Harding Picture Library/Alamy, Frank Rotthouse/iStockphoto, Pim Rusch Fotografi e, Leiden,

Bram Saeys/Hollandse Hoogte, Amsterdam, Sven Torfi nn/Hollandse Hoogte, Amsterdam, Harish Tyagi/EPA/ANP, VidiPhoto/ANP Photo, Rijswijk, Wim

van Vossen/ANP Photo, Rijswijk, vts Politie Nederland, Apeldoorn, Wu Wei/Hollandse Hoogte, Amsterdam

Met dank aan: Albert Heijn, Zaandam, ANBO, Utrecht, ANVR, Baarn, Asfalteerbedrijf J&A Kortekaas, Warmond, Batavus, Heerenveen, BMW

Nederland BV, Rijswijk ZH, Boekhandel Selexyz Kooyker, Leiden, Bosch Bedden, Leiden, Cementbouw, Leiden, CNV Dienstenbond, Hoofddorp, Cool-

blue, Capelle a/d IJssel, De Droomfabriek, Leiden, De Geschillencommissie, ‘s Gravenhage, De GSM Winkel, Leiden, De Hooykist, Leiden, De Rooij

Lederwaren, Leiden, Dierenkliniek Moens, Leiden, D-reizen, Hoofddorp, Feyenoord Fan Shop Stadion, Rotterdam, FNV Bondgenoten, Utrecht, Foot

Locker, Leiden, Free Record Shop Holding BV, Capelle a/d IJssel, Gemeente Leiden, Afdeling Handhaving, H2O Autowas, Leiderdorp, HABO GWW BV,

’s Gravenhage, Heijmans Bouw, Capelle a/d IJssel, Henny’s Rits, Leiden, Het Motorhuis, Leiden, Hogenboom vakantieparken, Uithoorn, HTM Rail, ’s

Gravenhage, Huisman Service Stations, Leiden, Huisman Tweewielers BV, Leiden, IKEA BV Nederland, Amsterdam, Jumbo Supermarkten BV, Veghel,

Kimberley-Clark Nederland BV, Ede, Kinderdagverblijf Prikkebeen/B4Kids, Leiden, Koninklijke Peijnenburg BV, Geldrop, Koninklijke Philips Electro-

nics NV, Amsterdam, Kruyt BV, Leiden, Kwekerij De Zijl Bedrijven, Leiden, Landelijke StichtingTegenZinloosGeweld, Noordwijk, McDonald’s Nederland

BV, Amsterdam, Mercedes-Benz Nederland BV, Utrecht, Milieustraat Gemeente Leiden, Milieustraat Gemeente Leiden, Milieutelefoon Zuid-Holland,

Mols Groep BV, Etten-Leur, Moto Tricolore BV/Aprilia NL, Vianen, Nieuwenburg Bloem & Lifestyle, Leiden, Nike Nederland BV, Leusden, NS Business

Services, Utrecht, NVB, Amsterdam, Paradigit Computers, Leiden, Perry Sport, Leiden, Politie Hollands Midden, Leiderdorp, Polleke, Leiden, Rabo-

bank, Utrecht, Rabobank Groep, Utrecht, Ranzijn Tuin en Dier, Leiderdorp, Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp, ROC Leiden/Innovam Groep, Nieuwegein,

Rock Palace BV, ‘s Gravenhage, Rock Palace BV, ’s Gravenhage, Selyn Exports Ltd, Kurunegala, Sri Lanka, Shell Mediacontacten, ’s Gravenhage, SIRE,

Amstelveen, Sloos & Zn BV Grond- en Straatwerken, Leiden, Smederij en constructiebedrijf H. Pelgrim BV, Leiden, Spar, Leiden, Stichting Max Have-

laar, Utrecht, Stichting Voedingscentrum Nederland, ‘s Gravenhage, Stork Fokker, Papendrecht, Tandartsenpraktijk Nautilus, Leiderdorp, The Body

Shop Benelux, Almere, UWV Werkbedrijf Leiden, Van Vliet Personenauto’s BV, Nieuwerkerk a/d IJssel, Verhoog Echte Bakker, Voorschoten, Vlietland

College, Leiden, Vlietlijn Wellness Center, Leiden, www.benetton.com, Zaailing Natuurvoeding, Leiden

Het is de uitgever, ondanks vele inspanningen, niet gelukt alle rechthebbenden te achterhalen. Denkt men rechthebbende te zijn, dan kan men zich

wenden tot de uitgever.

512922

ISBN 978 90 345 6482 5

Zevende druk, eerste oplage

© Malmberg ’s-Hertogenbosch, 2010

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar

gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaan-

de schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet

1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient

men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het over-

nemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de

uitgever te wenden.2

Ontwerp: Uitgeverij Malmberg, ’s-Hertogenbosch

Opmaak: Provo, Gierle (B)

Redactie: Bureau Sproet, Zutphen; Ivonne Hermens, Eindhoven

Beeldresearch: Pim Rusch Fotografi e, Leiden; Uitgeverij Malm-

berg, ’s-Hertogenbosch

Technisch tekenwerk: Herman Sittrop, Nijmegen

Illustraties: Bobby Pola, Den Haag

Beeldverwerving: Pim Rusch Fotografi e, Leiden

512922_EB_BK_voorwerk.indd 2512922_EB_BK_voorwerk.indd 2 24-9-10 16:2024-9-10 16:20

Voorwoord

Economie gaat over geld verdienen, rondkomen van

je geld, consumeren en andere gewone dingen. Maar

economie gaat ook over bedrijven die met elkaar

concurreren, over belastingen en uitkeringen, over werk

en werkloosheid en meer van dat soort onderwerpen.

Je weet er al iets van, maar je komt er veel meer over te

weten met dit leerwerkboek van Economisch bekeken.

Het is goed om economische kennis te vergaren, want

die kennis zal je in je leven vaak van pas komen.

We vertrouwen erop dat je met dit vernieuwde

leerwerkboek plezierig kunt werken. De thema’s

zijn met zorg gekozen en ze sluiten aan bij wat je al

weet. De teksten zijn gemakkelijk leesbaar omdat de

ingewikkelde vaktaal zo veel mogelijk is weggelaten.

De afbeeldingen voegen veel informatie toe over de

economische thema’s, en daarnaast zijn ze plezierig

om naar te kijken.

Er is bij de indeling van de lesstof in hoofdstukken,

paragrafen en kolommen op gelet dat ze allemaal

ongeveer evenveel nieuwe lesstof bevatten. Dat merk

je bijvoorbeeld aan de omvang van een paragraaf,

die steeds bestaat uit zes kolommen met daarin

telkens een afbeelding, een leertekst en een aantal

verwerkingsvragen.

Je leert de nieuwe lesstof beter door van een kolom

eerst de tekst te lezen en de afbeelding te bekijken,

en daarna de bijhorende verwerkingsvragen te

maken. De antwoorden op deze vragen zoek je op in

de tekst en in de afbeelding. Door het maken van de

verwerkingsvragen begrijp je de lesstof beter.

Economisch bekeken biedt ook leermogelijkheden op

de computer, bijvoorbeeld door gebruik te maken van

je ePack. In Leerroute op bladzijde 4 lees je over alle

mogelijkheden.

We wensen je succes en veel plezier met het leren uit

Economisch bekeken.

De auteurs3

512922_EB_BK_voorwerk.indd 3512922_EB_BK_voorwerk.indd 3 24-9-10 16:2024-9-10 16:20

Leerroute

WERKEN MET DE METHODE

Economisch bekeken bestaat uit een leerwerkboek en

een methodesite. Je hebt toegang tot de methodesite,

www.economischbekeken.nl, via het ePack. Vanuit het

leerwerkboek word je gewezen op de ICT-onderdelen

die op je ePack staan. Maar start je de les via de

methodesite, dan lees je daar welke onderdelen je in

het boek vindt. Je kunt dus je les op twee manieren

starten: vanuit je leerwerkboek of vanaf je computer.

LeerwerkboekHet leerwerkboek is ingedeeld in acht hoofdstukken

met elk vijf of zes paragrafen. Elke paragraaf bestaat uit

de volgende onderdelen:

• Leren en toepassen: drie bladzijden waar je de

theorie leert en opdrachten maakt. Na het maken van

de laatste opdracht kun je de extra opdrachten van de

Rekentrainer bij deze paragraaf maken.

• Aantekeningen: deze ruimte kun je gebruiken om

belangrijke zaken te noteren, een eigen samenvatting

te maken of om voorbeelden op te schrijven.

• Samenvatting en begrippen: een korte samenvatting

van de leerstof uit de paragraaf en een uitleg van de

begrippen in de paragraaf.

• Economie in de praktijk: dit zijn leuke actieve

opdrachten die je kunt maken wanneer je de

paragraaf hebt geleerd. De opdracht en werkbladen

hiervoor vind je op je ePack. Elk hoofdstuk heeft ook

één project of computerles die de paragraaf vervangt.

Je ziet dat aan de ster aan het begin van de paragraaf.

• Rekentrainer: in elke paragraaf wordt verwezen

naar de Rekentrainer aan het einde van het hoofd-

stuk. Hierin oefen je de rekenvaardigheden uit de

paragrafen.

• Aan het eind van elke paragraaf vind je

verwijzingen naar je ePack. Je kunt daar de oefentoets

bij de paragraaf maken en de werkbladen van

Economie in de praktijk vinden. Na de laatste

paragraaf vind je ook een verwijzing naar de advies-

en eindtoets.

Het ePackOp je ePack vind je bij elk hoofdstuk een leerroute.

Een leerroute bestaat uit de volgende onderdelen:

• de paragrafen: hier zie je wat je moet doen in je

leerwerkboek, maak je de oefentoets bij de paragraaf

en vind je het werkblad van Economie in de praktijk.

Je vindt hier ook de vervangende les.

• de adviestoets: deze maak je nadat je alle leerstof

van het hoofdstuk hebt geleerd en je de oefen-

toetsen hebt gemaakt. Je kunt deze toets maar één

keer maken.

• computerles: wanneer je op een onderdeel

onvoldoende score hebt, dan moet je een

herhalingsles maken op de computer. Deze les of

lessen worden automatisch voor je klaar gezet.

• extra en plusopdrachten: wanneer je op een

onderdeel een voldoende score hebt, kun je extra of

zelfs plusopdrachten maken. Overleg met je docent

welke opdrachten je maakt.

• de eindtoets: deze toets maak je wanneer je alle

onderdelen van het hoofdstuk hebt gedaan. Maak

de toets in overleg met je docent. Wanneer je deze

toets hebt gemaakt, kun je verder met het volgende

hoofdstuk.

4

512922_EB_BK_voorwerk.indd 4512922_EB_BK_voorwerk.indd 4 24-9-10 16:2024-9-10 16:20

HOOFDSTUK 3

De winkel in

1 Winkelen 64

2 Vakken vullen en ander werk 68

3 Een kijkje achter de schermen 72

4 Tel uit je winst 76

5 Kijk op cijfers 80

6 Groen winkelen 84

• Rekentrainer 88

• Adviestoets en vervolg leerroute

• Eindtoets Hoofdstuk 3

HOOFDSTUK 4

Kopen een kunst

1 Smaken verschillen 92

2 Het geheim van reclame 96

3 De beste keus 100

4 Op de koop toe 104

5 Het lijndiagram 108

• Rekentrainer 112

• Adviestoets en vervolg leerroute

• Eindtoets Hoofdstuk 4

HOOFDSTUK 1

Van zakgeld naar inkomen

1 Inkomsten in soorten 8

2 Per week en per maand 12

3 Getallen op een rij 16

4 Bijverdienen 20

5 De bank betaalt 24

6 Reuzen en dwergen 28

• Rekentrainer 32

• Adviestoets en vervolg leerroute

• Eindtoets Hoofdstuk 1

HOOFDSTUK 2

Thuis en buitenshuis

1 Geen muziek zonder productie 36

2 Een etentje thuis 40

3 De taken verdeeld 44

4 De productie van behang 48

5 De drukkerij 52

6 Productie en milieu 56

• Rekentrainer 60

• Adviestoets en vervolg leerroute

• Eindtoets Hoofdstuk 2

5

512922_EB_BK_voorwerk.indd 5512922_EB_BK_voorwerk.indd 5 24-9-10 16:2024-9-10 16:20

HOOFDSTUK 7

De arbeidsmarkt

1 Vraag en aanbod 172

2 Het UWV WERKbedrijf 176

3 De kans op werk 180

4 Werkloos 184

5 Na het mbo 188

6 Een baan 192

• Rekentrainer 196

• Adviestoets en vervolg leerroute

• Eindtoets Hoofdstuk 7

HOOFDSTUK 8

Het buitenland

1 Over de grens 200

2 Een interlandwedstrijd 204

3 De productie van chocolade 208

4 De smidse van Migual Rojas 212

5 Samenwerking en handel 216

• Rekentrainer 220

• Adviestoets en vervolg leerroute

• Eindtoets Hoofdstuk 8

HOOFDSTUK 5

Rondkomen

1 Inkomsten en uitgaven 116

2 Vast of incidenteel 120

3 Sparen en interen 124

4 Budgetteren 128

5 Lenen en betalen 132

6 Lottes levensloop 136

• Rekentrainer 140

• Adviestoets en vervolg leerroute

• Eindtoets Hoofdstuk 5

HOOFDSTUK 6

De ambtenaar

1 De straat 144

2 Het stadspark 148

3 Zeker van je inkomen 152

4 Werken voor de overheid 156

5 Blauwe enveloppen 160

6 Prinsjesdag 164

• Rekentrainer 168

• Adviestoets en vervolg leerroute

• Eindtoets Hoofdstuk 6

6

512922_EB_BK_voorwerk.indd 6512922_EB_BK_voorwerk.indd 6 24-9-10 16:2024-9-10 16:20

7

1 Inkomsten in soorten 8

2 Per week en per maand 12

3 Getallen op een rij 16

4 Bijverdienen 20

5 De bank betaalt 24

6 Reuzen en dwergen 28

• Rekentrainer 32

• Adviestoets en vervolg leerroute

• Eindtoets Hoofdstuk 1

1VAN ZAKGELDNAAR INKOMEN

BLZ.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 7512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 7 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

8

2 Een lippenstift

Krista verdient als oppas meer dan alleen geld. De

buren zorgen namelijk voor chips en frisdrank en

soms krijgt ze de Fancy. Ze heeft ook wel eens een

lippenstift gekregen.

De dingen die Krista krijgt zijn inkomsten in natura.

1 Welk baantje heeft Krista?

Ze is babyoppas. 2 Waarom heeft ze dat baantje?

Ze komt niet uit met haar zakgeld. 3 Let op de klok in de tekening.

Hoe laat komen de buren thuis?

Half elf. 4 Krista is om half acht met oppassen begonnen.

Hoeveel uur heeft ze opgepast?

3 uur. 5 Hoeveel geld verdient ze op deze avond?

3 × € 3 = € 9 6 Krista werkt zes avonden per maand. Ze werkt

gemiddeld drie uur per avond. Hoeveel verdient

ze per maand?

6 × 3 × € 3 = € 54 7 Krista gaat € 3,50 per uur verdienen. Hoeveel

verdient ze extra als ze één avond oppast?

3 × € 0,50 = € 1,50

1 Oppassen

Krista komt niet uit met haar zakgeld. Daarom heeft

ze een baantje bij de buren als babyoppas. Ze

verdient daarmee 3 euro per uur. Haar zakgeld en

haar loon als babyoppas zijn haar inkomsten in geld.

8 Krista verdient niet alleen geld. Wat krijgt ze nog

meer als ze oppast?

Chips, frisdrank, de Fancy, een lippenstift. 9 Tot welke soort inkomsten horen deze extra’s?

Inkomsten in natura. 10 Stel, je helpt een vriend of vriendin. Hij of zij wil

jou in natura betalen. Wat zou jij als beloning

aannemen?

Bijv. je gaat samen naar de film en je vriend of vriendin betaalt alles.

11 Krista krijgt af en toe iets van haar oma. Bekijk

de afbeeldingen hierboven van de dingen die ze

krijgt. Hoe heten deze inkomsten?

Inkomsten in natura. 12 Hoeveel zijn deze inkomsten bij elkaar waard?

€ 7,30 + € 20 + € 3,75 + € 10 = € 41,05

1 Inkomsten in soortenIn deze paragraaf leer je verschillende soorten inkomsten kennen.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 8512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 8 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

9

1 Inkomsten in alle soorten

18 Bekijk de afbeelding hierboven. Hoeveel zakgeld

krijgt Krista van haar ouders?

€ 10 + € 10 + € 2 + € 2 + € 1 = € 25

19 Hoe noem je inkomsten waar je niets voor doet?

Inkomsten zonder tegenprestatie. 20 Wat zijn inkomsten met tegenprestatie en wat

zijn inkomsten zonder tegenprestatie? Zet een

kruisje in de juiste kolom.

Krista krijgt:

Soorten inkomstenmet tegen-prestatie

zonder tegen-prestatie

€ 9 als ze oppast

X

€ 25 zomaar X€ 4 voor een buskaart

X€ 5 voor een goed rapport

X

Ga verder met kolom 5 op de volgende bladzijde.

4 Zakgeld

Krista krijgt zakgeld van haar ouders. Ze krijgt haar

zakgeld uitbetaald in munten en bankbiljetten. Ze

legt van dat geld 5 euro opzij en de rest geeft ze uit.

Krista hoeft voor haar zakgeld niets te doen. Het zijn

inkomsten zonder tegenprestatie.

13 Soms is het een tijdje stil op de babykamer. Wat

doet Krista dan?

Kijken of de baby lekker slaapt. 14 Soms huilt de baby van de honger. Wat doet ze

dan?

Ze geeft een flesje voeding. 15 Soms heeft de baby een vieze luier. Wat doet ze

dan?

Ze verschoont de luier. 16 Krista doet iets voor haar geld. Hoe noem je dit

soort inkomsten?

Inkomsten met tegenprestatie.

17 Stel, je zoekt extra inkomsten. Je wilt er iets

voor doen. Welke tegenprestatie wil en kun jij

leveren?

Bijv. je helpt thuis in het huishouden.

3 Een luier verschonen

Krista moet wel wat doen tijdens het oppassen. Ze

kijkt af en toe of de baby lekker slaapt. Ze geeft een

flesje voeding en als het nodig is, verschoont ze de

luier. Krista werkt voor het geld en de extra’s. Alles

wat ze verdient zijn inkomsten met tegenprestatie.

1 Inkomsten in soorten

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 9512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 9 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

10

25 De vader van Krista heeft werkkleding gekregen

van zijn baas. Hoe noem je deze inkomsten?

Inkomsten in natura. 26 Bekijk het bankafschrift hierboven. Welke twee

inkomsten in geld staan erop?

Loon en kinderbijslag. 27 Hoeveel zijn deze inkomsten bij elkaar?

€ 1.502 + € 311,22 = € 1.813,22

28 Welke inkomsten met tegenprestatie hebben zij?

Loon en werkkleding. 29 Welke inkomsten zijn zonder tegenprestatie?

Kinderbijslag. 30 Hoeveel zijn die inkomsten zonder tegen-

prestatie?

€ 311,22 31 Hoe noem je hun inkomsten bij elkaar?

Hun inkomen.

Maak rekentrainer 1.1 op bladzijde 32.

6 Het inkomen

Ook Krista’s ouders hebben inkomsten in geld en

inkomsten in natura. Deze inkomsten vormen bij

elkaar hun inkomen. Ze hebben inkomsten zonder

tegenprestatie, maar het grootste deel van hun

inkomen bestaat uit inkomsten met tegenprestatie.

Streep bij vraag 21 en 22 de foute woorden door.

21 Welke inkomsten telt Krista bij haar zakgeld?

Inkomsten zonder tegenprestatie – inkomsten

met tegenprestatie – inkomsten in natura.

22 Welke inkomsten telt Jelle bij zijn zakgeld?

Inkomsten zonder tegenprestatie – inkomsten

met tegenprestatie – inkomsten in natura.

23 Welke inkomsten telt Eva bij haar zakgeld?

Al haar inkomsten in geld en al haar inkomsten in natura.

24 Welke inkomsten tel jij bij jouw zakgeld? Zet de

kruisjes volgens jouw idee.

onderdelen van mijn zakgeld wel nietinkomsten zonder tegenprestatie

inkomsten met tegenprestatie

inkomsten in natura

5 Welles-nietes

‘Alleen het geld dat ik zomaar krijg, is zakgeld,’ zegt

Krista. Haar vriend Jelle noemt het geld dat hij

verdient ook zakgeld. En haar vriendin Eva noemt ál

haar inkomsten in geld zakgeld, en ook de waarde

van de dingen die ze krijgt. Dat mag, want wat je

zakgeld noemt, dat maak je zelf uit.

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 10512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 10 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

11

134890 7Aantekeningen

1 Inkomsten in soorten

134890 7Samenvatting en begrippen

134890 7Economie in de praktijk

Een inkomen bestaat uit verschillende inkomsten.

Een indeling van de inkomsten is:

• inkomsten in geld;

• inkomsten in natura.

Een andere indeling van de inkomsten is:

• inkomsten met tegenprestatie;

• inkomsten zonder tegenprestatie.

inkomsten in naturaOntvangsten van iets anders dan geld.

inkomsten met tegenprestatieOntvangsten waarvoor je iets doet.

inkomsten zonder tegenprestatieOntvangsten waar je niets voor doet.

inkomenOntvangsten in geld en in natura.

Maak de oefentoets bij deze paragraaf.

Je weet vast wel wat een sponsor is: een sponsor is

iemand waar je geld van krijgt. Je gaat een overzicht

maken van jouw sponsors. Dat kunnen je ouders

zijn, andere familieleden, buren en kennissen

en misschien zelfs een baas. Je schrijft op welke

sponsors een tegenprestatie van je verlangen, en

welke niet. Over je belangrijkste sponsor schrijf je

wat meer.

Gebruik werkblad vmbo-bk 1.1 onderbouw.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 11512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 11 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

12

8 Bekijk de afbeelding hierboven. Eva krijgt

€ 22,10 zakgeld per maand. Hoe vaak krijgt ze

zakgeld in een jaar? Tip: tel het aantal maanden

in een jaar.

Twaalf keer. 9 Roy krijgt elke vrijdag € 5,40 zakgeld. In de

afbeelding staat het aantal vrijdagen per maand.

Hoe vaak krijgt hij zakgeld in een jaar? Tip:

bereken het aantal vrijdagen in een jaar.

8 X 4 + 4 X 5 = 52 vrijdagen. 10 Welk bedrag is hoger: het weekbedrag of het

maandbedrag?

Het maandbedrag. 11 Kun je de bedragen die ze krijgen zomaar

vergelijken?

Nee. 12 Wanneer kun je hun zakgeld wel vergelijken?

Als de bedragen over dezelfde periode gaan.

2 Dezelfde periode

Eva krijgt minder vaak zakgeld dan Roy, maar

zij krijgt wel iedere keer een hoger bedrag. Wie

krijgt het meeste zakgeld? Je kunt het zakgeld van

Roy en Eva niet zomaar vergelijken. Dat kan wel

met bedragen die over dezelfde periode gaan,

bijvoorbeeld het zakgeld van Roy en Eva in een jaar.

1 Waarom hebben Roy en Eva hun zakgeld geteld?

Ze willen hun zakgeld vergelijken. 2 Bekijk de afbeelding hierboven. Hoeveel zakgeld

krijgt Eva?

€ 20 + € 2 + € 0,10 = € 22,10 3 Hoeveel zakgeld krijgt Roy?

€ 5 + € 0,20 + € 0,20 = € 5,40 4 Wie krijgt het hoogste bedrag?

Eva. 5 Na hoeveel tijd krijgt Roy weer zakgeld?

Na een week. 6 Na hoeveel tijd krijgt Eva weer zakgeld?

Na een maand. 7 Hoe vaak krijg jij zakgeld?

A Ik krijg onregelmatig zakgeld.

B Ik krijg eens per week zakgeld.

C Ik krijg eens per maand zakgeld.

D Ik krijg geen zakgeld.

1 Meer of minder zakgeld?

Roy en Eva willen hun zakgeld vergelijken. Ze hebben

de bedragen die ze aan zakgeld krijgen opgeteld.

Eva krijgt een hoger bedrag dan Roy, maar Roy krijgt

zijn bedrag elke week en Eva krijgt haar bedrag elke

maand.

In deze paragraaf leer je hoe je wekelijkse ontvangsten kunt vergelijken met maandelijkse ontvangsten.

2 Per week en per maand

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 12512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 12 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

13

2 Per week en per maand

19 Roy krijgt zijn zakgeld per week. Hoe vaak krijgt

hij zakgeld in een jaar?

52 keer. 20 Roy rekent uit hoeveel zakgeld hij in een jaar

krijgt. Met welk getal vermenigvuldigt hij zijn

wekelijkse zakgeld?

Met 52. 21 Hierboven staat Roy’s rekensom op de reken-

machine. Hoe schrijf je deze som op papier?

€ 5,40 × 52 = € 280,80 22 Roy vergelijkt zijn zakgeld met dat van Eva. Krijgt

hij meer of minder zakgeld?

Meer. 23 Kim krijgt per week € 5,50 zakgeld. Hoeveel

krijgt zij in een jaar?

€ 5,50 × 52 = € 286 24 Sander krijgt per week € 8 zakgeld. Hoeveel

krijgt hij in een jaar?

€ 8 × 52 = € 416

Ga verder met kolom 5 op de volgende bladzijde.

4 Van week naar jaar

Roy krijgt per week 5,40 euro zakgeld. Hij rekent uit

hoeveel zakgeld hij in een jaar krijgt. Een jaar heeft

52 weken, dus krijgt hij in een jaar 52 keer zakgeld.

Dat is bij elkaar € 5,40 × 52 = € 280,80. Nu hij dit

weet, kan hij zijn zakgeld vergelijken met dat van Eva.

13 Bekijk het postzegelvel hierboven. Er is voor elke

maand een andere postzegel. Hoeveel maanden

zitten er in een jaar?

Twaalf maanden. 14 Hoeveel kost dit postzegelvel?

12 × € 0,44 = € 5,28 15 Eva krijgt in een jaar € 265,20 aan zakgeld. Hoe

rekent ze dit bedrag uit?

€ 22,10 × 12 16 Mirjam krijgt per maand € 27 zakgeld. Hoeveel

zakgeld krijgt zij in een jaar?

€ 27 × 12 = € 324 17 Marcus krijgt per maand € 16 zakgeld. Hoeveel

zakgeld krijgt hij in een jaar?

€ 16 × 12 = € 192 18 Jordi krijgt twee keer per maand € 14 zakgeld.

Hoeveel zakgeld krijgt hij in een jaar?

€ 14 × 12 × 2 = € 336

3 Van maand naar jaar

Eva krijgt per maand 22,10 euro zakgeld. Ze rekent

uit hoeveel zakgeld ze per jaar krijgt. Een jaar heeft

twaalf maanden, dus ze krijgt in een jaar twaalf keer

zakgeld. Dat is bij elkaar € 22,10 × 12 = € 265,20.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 13512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 13 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

14

32 Roy krijgt per week € 5,40 zakgeld. Hoeveel

zakgeld krijgt hij dan in een jaar?

€ 5,40 × 52 = € 280,80 33 Hoeveel is zijn zakgeld omgerekend per maand?

€ 280,80 : 12 = € 23,40 34 Hierboven staat een rekensom op de reken-

machine. Hoe schrijf je deze som op papier?

€ 5,40 × 52 : 12 = € 23,40 35 Benno krijgt € 4,80 zakgeld per week. Hoeveel

krijgt hij omgerekend per maand?

€ 4,80 × 52 : 12 = € 20,80 36 Guus krijgt € 4,50 zakgeld per week. Hoeveel

krijgt hij omgerekend per maand?

€ 4,50 × 52 : 12 = € 19,50 37 Liz krijgt € 6,75 zakgeld per week. Hoeveel krijgt

ze omgerekend per maand?

€ 6,75 × 52 : 12 = € 29,25

Maak rekentrainer 1.2 op bladzijde 32.

6 Van week naar maand

Roy krijgt zijn zakgeld per week. Hij wil dat liever per

maand krijgen. Dat mag van zijn ouders, maar zijn

zakgeld blijft evenveel als 5,40 euro per week. Hij

rekent uit: € 5,40 × 52 = € 280,80 per jaar, dus dat is

€ 280,80 : 12 = € 23,40 per maand.

25 Hoeveel zakgeld krijgt Eva in een jaar?

€ 22,10 × 12 = € 265,20 26 Hoeveel is dit bedrag omgerekend per week?

€ 265,20 : 52 = € 5,10 27 Hierboven staat een rekensom op de reken-

machine. Hoe schrijf je deze som op papier?

€ 22,10 × 12 : 52 = € 5,10 28 Tom krijgt € 26 zakgeld per maand. Hoeveel

krijgt hij omgerekend per week?

€ 26 × 12 : 52 = € 6 29 Rachel krijgt € 39 zakgeld per maand. Hoeveel

krijgt zij omgerekend per week?

€ 39 × 12 : 52 = € 9 30 Roos verdient € 35,75 per maand. Hoeveel

verdient zij omgerekend per week?

€ 35,75 × 12 : 52 = € 8,25 31 Fatima krijgt € 22,75 zakgeld per maand.

Hoeveel krijgt ze omgerekend per week?

€ 22,75 × 12 : 52 = € 5,25

5 Van maand naar week

Eva krijgt 22,10 euro zakgeld per maand. Ze krijgt

haar zakgeld liever per week. Het bedrag blijft dan

hetzelfde, maar het wordt verdeeld in kleinere

porties. Ze rekent uit: € 22,10 × 12 = € 265,20 per

jaar, dus dat is € 265,20 : 52 = € 5,10 per week.

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 14512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 14 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

15

134890 7Aantekeningen 1

34890 7Samenvatting en begrippen

Ontvangsten kun je vergelijken als ze over dezelfde

periode gaan. Je kunt een bedrag omrekenen van de

ene periode naar een andere periode.

Zo reken je van een maand naar een jaar:

• maandbedrag × 12 = jaarbedrag

Zo reken je van een week naar een jaar:

• weekbedrag × 52 = jaarbedrag

Zo reken je van een week naar een maand:

• weekbedrag × 52 : 12 = maandbedrag

Zo reken je van een maand naar een week:

• maandbedrag × 12 : 52 = weekbedrag

Maak de oefentoets bij deze paragraaf.

Misschien krijg je regelmatig een vast bedrag aan zakgeld. Of krijg je misschien de ene keer een laag bedrag, soms niets en soms een hoog bedrag aan zakgeld? Je gaat onderzoeken hoeveel zakgeld je in een jaar krijgt. Je rekent uit hoeveel dat gemiddeld per maand en per week is. Voor de uitwerking heb je de jaarkalender uit je schoolagenda nodig.

Gebruik werkblad vmbo-bk 1.2 onderbouw.

134890 7Economie in de praktijk

2 Per week en per maand

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 15512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 15 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

16

Gewerkte uren door plukkers (op vrijdag)Aram 2 uur

Hans 3 uur

Frieda 4 uur

Mike 3 uur

8 Bekijk de tabel hierboven. Wie schrijft de

werktijden in deze tabel?

De tuinder. 9 Wanneer gebruikt hij die gegevens?

Als hij de lonen betaalt. 10 Over welke dag gaat de tabel?

Vrijdag. 11 Hoeveel uur werken de plukkers samen op die

dag?

2 + 3 + 4 + 3 = 12 uur 12 Hoe staan de getallen in een tabel?

A Ze staan netjes onder en naast elkaar.

B Ze staan kriskras door elkaar.

2 De tabel

Frieda plukt samen met Aram, Hans en Mike. De

tuinder houdt hun werktijden bij. Hij telt de uren

per dag en schrijft de getallen in een overzicht. Zo’n

overzicht noem je een tabel. Hij gebruikt de tabel als

hij de lonen betaalt.

1 Welk baantje heeft Frieda na schooltijd?

Bessen plukken. 2 Waarom is dit werk geschikt voor scholieren?

Bijv. je hoeft er geen opleiding voor te volgen.

3 Wat is haar uurloon?

€ 3 per uur. 4 Bekijk Frieda’s agenda hierboven. Hoeveel uur

heeft ze deze week gewerkt?

4 + 3 = 7 uur 5 Hoeveel geld heeft ze daarmee verdiend?

7 × € 3 = € 21 6 Welke plukkers krijgen een hoger uurloon?

Plukkers die ouder zijn. 7 Welke plukkers krijgen een lager uurloon?

Plukkers die jonger zijn.

1 Bessen plukken

Frieda (zestien jaar) heeft op vrijdag en zaterdag tijd

over. Ze gaat bessen plukken en verdient daarmee

3 euro per uur. Sommige plukkers hebben een hoger

uurloon, omdat zij ouder zijn dan Frieda. Andere

plukkers hebben een lager uurloon, omdat zij jonger

zijn dan Frieda.

In deze paragraaf leer je hoe je gegevens opzoekt in een tabel.3 Getallen op een rij

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 16512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 16 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

* Pauzes zijn géén werktijd.

Dit is de titel van de tabel.

Deze kolom gaat over plukkers van 16 jaar.

Deze rij gaat over plukkers die drie uur werken.

Dit is een toelichting op de tabel.

Daglonen van plukkers

gewerkte uren* leeftijd

13/14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar

1 € 2,25 € 2,60 € 3 € 3,40

2 € 4,50 € 5,20 € 6 € 6,80

3 € 6,75 € 7,80 € 9 € 10,20

4 € 9 € 10,40 € 12 € 13,60

5 € 11,25 € 13 € 15 € 17

6 € 13,50 € 15,60 € 18 € 20,40

7 € 15,75 € 18,20 € 21 € 23,80

8 € 18 € 20,80 € 24 € 27,20

17 jaar

€ 3,40 € 3,40

€ 6,80

€ 10,20

€ 13,60

€ 17

€ 23,80

€ 27,20€ 27,20

6 € 13,50 € 15,60 € 18 € 20,40

17

3 Getallen op een rij

18 Gebruik de tabel hierboven. In hoeveel

kolommen staan de daglonen vermeld?

Vier. 19 Wat betekenen de getallen in de eerste kolom?

De daglonen voor dertien- en veertienjarigen.

20 In hoeveel rijen staan de daglonen vermeld?

Acht. 21 Wat betekenen de getallen in de onderste rij?

De daglonen voor acht gewerkte uren.

22 Let op de lonen: € 18, € 20,80, € 24 en € 27,20.

Staan deze lonen in een kolom of in een rij?

Een rij. 23 Zoek de daglonen voor zeventienjarigen. Kleur

de kolom met deze lonen.

24 Zoek de daglonen voor zes gewerkte uren. Kleur

de rij met deze lonen.

Ga verder met kolom 5 op de volgende bladzijde.

4 Kolommen en rijen

De tabel van de tuinder gaat over daglonen. Er zijn

vier kolommen met daglonen. De derde kolom is

oranje gekleurd, de betekenis van de kolom staat

erbij. Er zijn acht rijen met daglonen. De derde rij is

geel gekleurd, de betekenis van de rij staat erbij.

13 Wat is de titel van de tabel?

Daglonen van plukkers in euro’s. 14 Waarom rekent de tuinder geen lonen uit?

Dat hoeft niet, want ze staan in de tabel.

15 Wat voor soort loon staat er in de tabel?

A Dagloon.

B Jaarloon.

C Maandloon.

D Weekloon.

16 Wie verdienen deze lonen?

A Plukkers.

B Scholieren.

C Tuinders.

17 Wat stellen de getallen in de tabel voor?

A Eurocenten.

B Euro’s.

C Kilo’s geplukte bessen.

D Procenten.

3 De titel van de tabel

Als haar werktijd erop zit, krijgt Frieda haar loon. De

tuinder hoeft haar loon niet uit te rekenen. Hij zoekt

het bedrag op in de tabel hierboven. De tabel staat

vol getallen. De betekenis van die getallen staat in de

titel. De titel staat boven in de tabel.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 17512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 17 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

18

Minimumjeugdlonenleeftijd per maand per week per uur19 jaar € 725,15 € 167,35 € 4,40

18 jaar € 628,45 € 145,05 € 3,82

17 jaar € 545,55 € 125,90 € 3,31

16 jaar € 476,50 € 109,95 € 2,89

15 jaar € 414,35 € 95,60 € 2,52

* Deze bedragen gelden in 2009.

30 Wat is het minimumjeugdloon?

Het loon waar jongeren recht op hebben.

31 Welk minimumuurloon geldt voor Frieda?

€ 2,89 32 Hoeveel verdient Frieda?

A Het minimumjeugdloon.

B Meer dan het minimumjeugdloon.

C Minder dan het minimumjeugdloon.

33 Floris, Gerlof, Julia en Zakaria werken in de

vakantie. Zij verdienen alle drie het minimum-

jeugdloon. Kleur de volgende lonen in de tabel

hierboven.

• het weekloon van Floris (zeventien jaar)

• het maandloon van Gerlof (achttien jaar)

• het uurloon van Julia (vijftien jaar)

• het uurloon van Zakaria (negentien jaar)

Maak rekentrainer 1.3 op bladzijde 33.

6 Zoeken in de tabel

Frieda verdient 3 euro per uur. Ze vergelijkt dit loon

met het minimumjeugdloon. Dat is het loon waar

jongeren recht op hebben. De bedragen staan in de

tabel hierboven. Frieda zoekt de rij met haar leeftijd

(zestien jaar). En ze zoekt de kolom waarin het loon

per uur staat. Op de kruising van deze rij en deze

kolom staat 2,89. Voor Frieda is 2,89 euro het

minimumuurloon.Daglonen van plukkersgewerkte uren*

leeftijd13/14 jaar

15 jaar 16 jaar 17 jaar

1 € 2,25 € 2,60 € 3 € 3,40

* Pauzes zijn géén werktijd.

25 Bekijk de tabel hierboven. Het is een deel van

de tabel van de tuinder. Op welke plaats staat er

een sterretje in de tabel?

Linksboven achter gewerkte uren. 26 Op welke plek staat de betekenis van het

sterretje?

Onder de tabel. 27 Wat betekent het sterretje?

Pauzes zijn géén werktijd. 28 Frieda was 3,5 uur op haar werk. Een half uur van

die tijd was pauze. Hoeveel uur krijgt ze betaald?

Drie uur. 29 Bekijk de tabel van de minimumjeugdlonen

rechtsboven. Kleur met een stift de toelichting.

5 De toelichting

In de tabel die de tuinder gebruikt, staat een

sterretje achter ‘gewerkte uren’. Dat sterretje staat

ook onder de tabel. Bij dat sterretje staat een

toelichting. Er staat hoe de gewerkte uren worden

berekend, de pauzes horen niet bij de werktijd. Bij

veel tabellen staat een toelichting.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 18512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 18 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

19

134890 7Aantekeningen 1

34890 7Samenvatting en begrippen

1 Inkomsten in alle soorten

19

3 Getallen op een rij

In een tabel staan de gegevens in kolommen en rijen.

De betekenis van deze gegevens staat in:

• de titel;

• de tekst boven in elke kolom;

• de tekst links in iedere rij;

• de toelichting.

Zo zoek je naar gegevens in een tabel:

• let op de plaats waar de juiste rij en de juiste

kolom elkaar kruisen.

tabelOverzicht van gegevens in kolommen en rijen.

minimumjeugdloonHet loon waar jongeren volgens de wet recht op

hebben.

Maak de oefentoets bij deze paragraaf.

De meeste scholieren krijgen zakgeld. Daarnaast krijgen sommigen kleedgeld, reisgeld, extraatjes of loon omdat ze een bijbaan hebben. Je gaat de inkom-sten onderzoeken van vier jongens en vier meisjes in je klas. En je zoekt uit of de inkomsten van de meis-jes afwijken van die van de jongens.

Gebruik werkblad vmbo-bk 1.3 onderbouw.

134890 7Economie in de praktijk

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 19512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 19 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

20

Maximale werktijden voor scholieren (tijdens een schoolweek)

13/14 jaar 15 jaar 16/17 jaarper schooldag 2 uur 2 uur 9 uur*

op zaterdag 6 uur 8 uur 9 uur

per schoolweek 12 uur 12 uur 45 uur*

* Dit is schooltijd en werktijd bij elkaar.

8 Welk baantje in de supermarkt is vrij?

Vakken vullen op vrijdagmiddag. 9 Daan zou dat baantje graag willen hebben. Is

werken op vrijdag verboden voor scholieren?

Nee. 10 Waarom krijgt hij dat baantje niet?

Hij mag op een schooldag maximaal twee uur werken.

11 Gebruik de tabel hierboven. Vanaf welke leeftijd

mag Daan wel op vrijdagmiddag vier uur vakken

vullen?

Zestien jaar. 12 Monica (veertien jaar) wil op een manege

werken. Mag ze dat vijf uur doen op zaterdag?

Ja. 13 Jayden (zeventien jaar) heeft zes uur les gehad.

Mag hij daarna vier uur pizza’s bezorgen?

Nee.

2 Maximaal twee uur

Er is een baantje vrij in de supermarkt. Het gaat om

vakken vullen op vrijdagmiddag en het is vier uur

werk. Daan heeft op vrijdagmiddag geen school. Hij

solliciteert, maar hij wordt niet aangenomen

omdat hij vijftien jaar is. Vijftienjarigen mogen op een

schooldag maximaal twee uur een baantje hebben.

1 Bij welk bedrijf werkt Daan?

Bij een supermarkt. 2 Wat doet hij voor dat bedrijf?

Folders rondbrengen. 3 Op welke dag van de week doet hij dat werk?

Op donderdag. 4 Op welk tijdstip van de dag werkt hij?

Na schooltijd. 5 Op welke leeftijd mag een scholier een baantje

hebben?

Vanaf dertien jaar. 6 Op welke tijden mag een scholier werken?

Buiten schooltijd. 7 De supermarkt heeft een schoonmaker nodig.

Waarom mogen scholieren dit werk niet doen?

Bijv. zij mogen alleen licht werk doen.

1 Folders rondbrengen

Daan heeft een betaald baantje. Hij brengt folders

rond voor een supermarkt. Hij doet dat elke

donderdag na schooltijd. Scholieren mogen een

bijbaan hebben. Ze mogen alleen buiten schooltijd

werken en alleen licht werk doen. En ze moeten

minstens dertien jaar oud zijn.

Deze paragraaf gaat over regels voor scholieren met een bijbaantje.

4 BijverdienenIn plaats van blz. 20 t/m 22, mag je ook Economie in de praktijk op blz. 23 maken. Overleg hierover met je docent.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 20512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 20 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

21

4 Bijverdienen

18 Daan wordt aangenomen als krantenbezorger.

Wie is zijn werkgever?

Het krantenbedrijf. 19 Wie is de werkgever van meneer Penterman?

Het krantenbedrijf. 20 Bekijk de twee werknemers hieronder. Wie zijn

hun werkgevers?

1 2

Foto 1: Een zieken- Foto 2: De spoor- huis. wegen.

Ga verder met kolom 5 op de volgende bladzijde.

4 Werkgever

Daan solliciteert als krantenbezorger. Hij heeft een

gesprek met meneer Penterman. Daan hoort wat zijn

werktijden zijn en wat zijn beloning is. Meneer

Penterman werkt voor het krantenbedrijf. Het

krantenbedrijf is zijn werkgever. Dit bedrijf wordt ook

Daans werkgever als hij wordt aangenomen.

14 Wat is spannend en leuk werk, volgens Daan?

Een steiger bouwen. 15 Vanaf welke leeftijd mag hij dit werk doen?

Vanaf achttien jaar. 16 Bekijk de tekening hierboven. Waarom mogen

jongeren geen steigers bouwen?

Het werk is zwaar en gevaarlijk. 17 Mag iemand van vijftien de werkzaamheden

hieronder doen? Kruis de juiste hokjes aan.

werk wel nietloslopende stieren verzorgen

Xvakken vullen Xmachinaal hout-bewerken

Xverhuizen bij een verhuisbedrijf

Xafwassen in de spoel-keuken

X

3 Verboden voor jongeren

Er wordt een steiger opgebouwd. Daan vindt dat

spannend en leuk, maar voorlopig mag hij dat soort

werk niet doen. Jongeren tot achttien jaar mogen

geen zwaar werk doen. Ze mogen ook geen gevaarlijk

werk doen of werk dat schadelijk is voor hun

gezondheid.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 21512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 21 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

22

Vergoedingen van krantenbezorgersomschrijvingbezorgvergoeding (per 100 kranten)

€ 3,80 per dag

fietsvergoeding € 1 per dag

gratis krant € 250 per jaar

28 Welk loon in natura krijgt Daan?

Elke dag een gratis krant. 29 Bekijk de tabel hierboven. Hoeveel is de bezorg-

vergoeding per honderd kranten per dag?

€ 3,80 30 Hoeveel bezorgvergoeding krijgt Daan per dag?

€ 3,80 : 100 × 110 = € 4,18 31 Daan bezorgt de krant zes dagen per week.

Hoeveel is zijn bezorgvergoeding per week?

€ 4,18 × 6 = € 25,08 32 Hoeveel is zijn fietsvergoeding per week?

€ 1 × 6 = € 6 33 Hoeveel geld verdient hij bij elkaar per week?

€ 25,08 + € 6 = € 31,08 34 Hoeveel verdient hij omgerekend per maand?

€ 31,08 × 52 : 12 = € 134,68

Maak rekentrainer 1.4 op bladzijde 33.

6 Loon

Daan bezorgt de krant bij 110 adressen. Hij krijgt

een extra krant mee, die is voor hemzelf. Deze gratis

krant is loon in natura. Daarnaast krijgt hij loon in

geld. Zijn belangrijkste vergoedingen zijn de bezorg-

vergoeding en de fietsvergoeding.

21 Bekijk de tekening hierboven. Waar halen de

bezorgers hun kranten?

Bij het verdeelpunt. 22 Wat doen de bezorgers voordat ze op pad gaan?

Bijv. de kranten natellen. 23 Hoe laat moeten de kranten bezorgd zijn?

7.00 uur. 24 Op welke manier vervoeren de meeste bezorgers

hun kranten?

Bijv. op de fiets, in fietstassen. 25 Bij welk bedrijf heeft Daan deze baan?

Bij een krantenbedrijf. 26 Hoe heten de mensen die in dienst zijn van een

bedrijf?

Werknemers. 27 Een taxibedrijf heeft chauffeurs in dienst. Deze

chauffeurs zijn:

A Werknemer.

B Werkgever.

5 Werknemer

Daan is werknemer in dienst van het krantenbedrijf.

’s Ochtends vroeg haalt hij de kranten op bij het

verdeelpunt. Hij moet alle kranten voor 7.00 uur

bezorgen bij de opgegeven bezorgadressen.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 22512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 22 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

23

Jongeren mogen werken vanaf dertien jaar.

Regels voor scholieren tot achttien jaar zijn:

• zwaar, gevaarlijk en ongezond werk mag niet;

• werken onder schooltijd mag niet;

• de werktijden zijn beperkt.

De regels zijn soepeler als je ouder bent.

134890 7Aantekeningen

134890 7Samenvattingen en begrippen

1 Inkomsten in alle soorten

23

4 Bijverdienen

Bij elke baan is er sprake van:

• een werkgever (een bedrijf of instelling);

• een werknemer (in dienst van de werkgever).

Werknemers kunnen beloond worden in de vorm van:

• loon in geld;

• loon in natura.

werkgeverEen bedrijf of instelling waar één of meer mensen in

dienst zijn.

werknemerIemand in dienst van een bedrijf of instelling.

loon in naturaAlles wat een werknemer met zijn werk verdient,

behalve geld.

loonWat een werknemer met zijn werk verdient.

Maak de oefentoets bij deze paragraaf.

Heb je deze paragraaf in het boek gemaakt, dan mag je Economie in de praktijk overslaan.

Vanaf dertien jaar mogen jongeren werken voor geld.

Maar de regels die hiervoor gelden zijn streng. Veel

jongeren hebben een baantje in een supermarkt. Je

gaat bekijken hoe lang zij mogen werken. Jongeren

mogen niet alle werkzaamheden uitvoeren. Wat mag

wel en wat mag niet, en waarom niet?

Maak de computerles bij deze paragraaf.

134890 7Economie in de praktijk

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 23512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 23 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

24

5 Welke uitgave wil Leonie doen?

Ze wil een keyboard kopen. 6 Waarom is dat voor haar een grote uitgave?

Ze heeft er geen geld voor. 7 Wat doet ze om het keyboard te kunnen betalen?

Ze gaat ervoor sparen. 8 Leonie spaart € 33 per maand. Hoe is ze op dit

bedrag gekomen?

€ 198 : 6 = € 33 9 Waarom deelt ze het bedrag dat ze wil sparen

door zes?

Ze wil het bedrag in zes maanden bij elkaar sparen.

10 Wesley wil € 210 sparen in zeven maanden.

Hoeveel moet hij per maand opzij leggen?

€ 210 : 7 = € 30 11 Voor welke soort uitgaven sparen veel mensen?

Grote, dure uitgaven.

2 Grote uitgaven

Leonie wil een keyboard kopen. Dit kost 198 euro. Ze

moet sparen voor dat bedrag, want ze heeft dat geld

niet. Ze wil het bedrag over zes maanden bij elkaar

hebben gespaard. Dan moet ze € 198 : 6 = € 33 per

maand sparen. Veel mensen sparen voor grote

uitgaven, zoals voor een bruiloft of voor een reis.

1 Bekijk de afbeelding hierboven. Hoeveel spaart

Leonie per maand?

€ 75 – € 50 = € 25 2 Hoeveel spaart ze dan in drie maanden?

3 × € 25 = € 75 3 Veel mensen leggen geld opzij. Wanneer willen

ze dat geld uitgeven?

Bijv. ze willen dat geld pas later uitgeven.

4 Hoeveel sparen de vijf scholieren hieronder?

Schrijf de antwoorden in de tabel.

Inkomsten en uitgaven per maandnaam inkomsten uitgaven spaarbedragHenriëtte € 30 € 22,50 € 7,50 Wilco € 36 € 29 € 7 Carolien € 48 € 37 € 11 Wim € 62 € 39,50 € 22,50 Sjaak € 12,50 € 10 € 2,50

1 Sparen

De inkomsten van Leonie zijn 75 euro per maand. Ze

geeft er maar 50 euro van uit. Ze houdt daardoor elke

maand geld over. Dat noem je sparen. Veel mensen

leggen iets van hun inkomsten opzij. Ze willen dat

geld pas later uitgeven.

In deze paragraaf leer je over sparen bij de bank.5 De bank betaalt

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 24512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 24 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

25

5 De bank betaalt

19 Bekijk de afbeeldingen hierboven. Waarom is

geld bij de bank veiliger dan thuis?

Het is beter beschermd tegen diefstal en brand.

20 Welke vergoeding krijgt Leonie van de bank?

Rente. 21 Waarom krijgt ze deze vergoeding?

De bank mag haar geld weer uitlenen.22 Welk voordeel mist de thuisspaarder?

Hij krijgt geen rente. 23 Voor welke drie doelen sparen mensen? Tip: let

op de titels van kolom 2, 3 en 4.

1 Voor grote uitgaven, 2 de opvang van tegenvallers, 3 de rente.

24 Welke spaarders kunnen van de rente leven?

Spaarders met heel veel spaargeld.

Ga verder met kolom 5 op de volgende bladzijde.

4 Rente

Leonie spaart bij de bank. Haar spaargeld is daar

veiliger dan thuis en bovendien krijgt ze rente

vergoed. Dat komt doordat de bank haar geld weer

mag uitlenen aan anderen. Veel mensen sparen

vanwege de rente. Iemand met heel veel spaargeld

kan zelfs van de rente leven.

12 Welke tegenvaller heeft Leonie?

Ze is haar iPhone kwijtgeraakt. 13 Van welk geld betaalt Leonie de nieuwe iPhone?

Van haar spaargeld. 14 Veel mensen houden rekening met tegenvallers.

Waarmee kunnen zij een tegenvaller opvangen?

Met spaargeld. 15 Hoe komen ze aan dat geld?

Ze leggen elke maand geld opzij. 16 Hierboven staan afbeeldingen van tegenvallers.

Welke tegenvallers zijn dit?

A Een kapotte printer, B een gestolen fiets.

17 Wat is jouw laatste financiële tegenvaller?

Bijv. een zoekgeraakte cd. 18 Hoe groot was de financiële schade van deze

tegenvaller?

Eigen antwoord.

3 Tegenvallers

Leonie is haar iPhone kwijtgeraakt. Ze koopt een

nieuwe en die betaalt ze van haar spaargeld. Ze

vangt deze tegenvaller dus op met haar spaargeld.

Veel mensen houden rekening met tegenvallers en

leggen daarom elke maand wat geld opzij.

BA BA

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 25512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 25 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

26

29 Welke soort spaarrekening heeft Leonie?

Een jongerenrekening. 30 Welke soort spaarrekening heeft John?

Een internetrekening. 31 Waardoor krijgt John meer rente dan Leonie?

Het rentepercentage op de internetrekening is hoger.

32 Bekijk de afbeelding hierboven. Hoeveel rente

per jaar krijgt spaarder 1?

€ 20.000 : 100 × 2 = € 400 33 Hoeveel rente per jaar krijgt spaarder 2?

€ 20.000 : 100 × 4 = € 800 34 Waardoor krijgt spaarder 2 meer rente?

A Deze spaarder heeft meer gespaard.

B Deze spaarder krijgt een hoger percentage.

Maak rekentrainer 1.5 op bladzijde 34.

6 Spaarrekeningen

Er zijn verschillende soorten spaarrekeningen.

Leonie heeft een jongerenrekening. Die geeft

3 procent rente per jaar. Haar vriend John heeft een

internetrekening, die 4 procent rente per jaar geeft.

John heeft net zo veel spaargeld als Leonie, maar hij

krijgt meer rente dan zij.

25 Na welke periode geeft de bank rente?

Na een jaar. 26 Hoeveel is 1% van € 1.250?

€ 1.250 : 100 = € 12,50 27 Hoeveel is 4% van € 1.400?

€ 1.400 : 100 × 4 = € 56 28 Hoeveel rente krijgen de scholieren hieronder?

Schrijf de antwoorden in de tabel.

Spaargeld en rentescholier spaar-

bedragrenteper-centage

rente per jaar

Nasim € 2.100 2,0% € 42 Lucia € 950 3,5% € 33,25 Ferdi € 3.250 4,1% € 133,25 Marcel € 1.280 2,6% € 33,28 Manisha € 9.540 4,5% € 429,30 Janneke € 6.200 3,2% € 198,40

5 Procenten

Leonie heeft 500 euro op de bank staan. Ze krijgt

daarover elk jaar 3 procent rente. Eén procent is een

honderdste deel. Je schrijft dat zo: 1%.

1% van € 500 is: € 500 : 100 = € 5

3% van € 500 is: 3 × € 5 = € 15

In één keer: € 500 : 100 × 3 = € 15

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 26512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 26 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

27

134890 7Aantekeningen 1

34890 7Samenvatting en begrippen

134890 7

1 Inkomsten in alle soorten

Spaarders sparen voor:

• grote uitgaven;

• het opvangen van tegenvallers;

• de rente.

Sparen bij de bank is voordelig, want:

• er wordt rente vergoed;

• het geld is veiliger dan thuis.

De rentevergoeding stijgt bij:

• een hoger spaarbedrag;

• een hoger rentepercentage.

De berekening van de rente over een jaar:

• neem 1% van het spaarbedrag;

• vermenigvuldig deze uitkomst met het rente-

percentage.

sparenHet opzijleggen van geld.

renteVergoeding voor het tijdelijk afstaan van geld.

Maak de oefentoets bij deze paragraaf.

Deze opdracht maak je met z’n tweeën. Bijna

iedereen heeft een bankrekening. Verzamel eerst

informatie over je eigen bankrekening. Vergelijk

daarna de informatie over jouw bankrekening met de

informatie over de bankrekening van een klasgenoot.

Jullie sluiten deze opdracht af met een vergelijking

van jullie bankrekeningen.

Gebruik werkblad vmbo-bk 1.5 onderbouw.

27

5 De bank betaalt

Economie in de praktijk

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 27512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 27 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

28

6 Wat voor baan heeft Manon?

Zij is trambestuurder. 7 Hoe laat staat zij op als zij vroege dienst heeft?

’s Ochtends om 5.00 uur. 8 Hoe kun je zien dat de trambestuurder op de foto

hierboven late dienst heeft?

De klok staat op 22.04 uur. 9 Hoe worden onregelmatige werktijden beloond?

Met een toeslag op het loon. 10 Bekijk de foto van de politieagent. Waarom

wordt dit werk extra beloond?

Veel politiewerk gebeurt ’s nachts. 11 Veel beroepen kennen onregelmatige

werktijden. Schrijf twee voorbeelden op van

deze beroepen.

Bijv. verpleegkundige, horeca- medewerker.

2 Avond- en nachtwerk

Manon is trambestuurder. Ze staat ’s ochtends om

5.00 uur op. Ze moet wel, want ze heeft vroege

dienst. Volgende week heeft ze late dienst. Dan komt

ze pas om 1.00 uur ’s nachts thuis. Bij de tram heb je

onregelmatige werktijden. Manon krijgt daarvoor een

toeslag op haar loon.

1 Jitske bezorgt per dag 120 kranten. Ze verdient

daarmee € 0,24 per krant per week. Hoeveel

verdient Jitske per week?

€ 0,24 × 120 = € 28,80 2 Damin bezorgt per dag tachtig kranten. Hij

verdient ook € 0,24 per krant per week. Hoeveel

verdient Damin per week?

€ 0,24 × 80 = € 19,20 3 Waarom verdient Jitske meer dan Danim?

Haar krantenwijk is groter dan de zijne.

4 Hoeveel verdient Jitske meer dan Danim?

€ 28,80 – € 19,20 = € 9,60 5 Ahmed en Amber zijn collega’s. Ze zijn even

oud en doen hetzelfde werk. Ahmed werkt halve

dagen en Amber hele dagen. Wie verdient het

meest?

Amber.

1 Langer werken

Damin en Jitske hebben allebei een krantenwijk.

Jitske werkt langer dan Damin, want haar krantenwijk

is groter dan de zijne. Daarom verdient ze ook meer.

Veel mensen werken 38 uur per week. Zij verdienen

meer dan de collega’s die minder uren werken.

In deze paragraaf leer je waardoor de lonen verschillen.6 Reuzen en dwergen

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 28512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 28 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

29

6 Reuzen en dwergen

19 Welk beroep is uitzonderlijk?

A Fietsenmaker.

B Kopman van een wielerploeg.

20 Waarom is dat beroep uitzonderlijk?

Er zijn maar weinig mensen met dat beroep.

21 Met welk beroep verdiende Peter het beste?

Kopman van een wielerploeg. 22 Peter is een bekende Nederlander. Door welk

beroep is hij bekend geworden?

Kopman van een wielerploeg. 23 Met welke beroepen doe je uitzonderlijk werk?

Streep de foute woorden door.

• een gemeenteambtenaar – minister

• een profvoetballer – verkoper sportartikelen

24 Wat verdient meestal beter: een uitzonderlijk

beroep of een gewoon beroep?

Een uitzonderlijk beroep.

Ga verder met kolom 5 op de volgende bladzijde.

4 Uitzonderlijk werk

Peter is profwielrenner geweest. Hij reed in de Tour

de France als de kopman van een wielerploeg. Hij

won zelfs een etappe. Nu is hij fietsenmaker. Als

kopman van de wielerploeg verdiende hij veel meer

dan nu als fietsenmaker.

12 Bij welk bedrijf werkt Gerlof?

Een callcenter. 13 Wat voor werk doet hij?

Hij stelt vragen aan mensen per telefoon.

14 Bij welk bedrijf werkte hij vroeger?

Een printshop. 15 Wat voor werk deed hij daar?

Kopieerwerk. 16 Welk werk vereist een hogere opleiding?

A Kopieerwerk.

B Mensen telefonisch vragen stellen.

17 Welk werk wordt beter betaald?

A Kopieerwerk.

B Mensen telefonisch vragen stellen.

18 Streep het foute woord door.

Hoe hoger de opleiding, hoe meer – minder je

verdient.

3 Een hogere opleiding

Gerlof werkt voor een callcenter. Hij stelt vragen

aan mensen per telefoon. Hij heeft een opleiding

gevolgd voor dit werk. Vroeger deed hij kopieerwerk

in een printshop. Dat was eenvoudiger werk. Gerlof

verdiende toen ook minder.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 29512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 29 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

30

31 Hoe denkt Amra over haar loon?

Ze is er tevreden mee. 32 Bekijk de afbeelding met de jaarlonen hierboven.

Wat verdient een bloemschikker per jaar?

€ 15.000 33 Hoeveel verdient Amra meer als ze schoonmaker

zou zijn?

€ 19.000 – € 15.000 = € 4.000 34 Waarom neemt ze de andere baan niet?

Ze vindt haar huidige werk leuker. 35 Stel, je hebt een leuke baan. Je kunt meer

verdienen met een andere baan. Neem je die

andere baan als je:

• langer moet werken? ja – nee

• onregelmatiger moet werken? ja – nee

• gevaarlijker werk moet doen? ja – nee

• langer naar school moet? ja – nee

Streep de foute woorden door.

Maak rekentrainer 1.6 op bladzijde 34.

6 Leuk werk

Amra is bloemschikker. Ze is tevreden met haar loon

en met haar baan. Ze kan meer verdienen als ze een

baan als schoonmaker neemt. Maar ze neemt de

beter betaalde baan niet. Ze vindt het werk als

bloemschikker leuker.

25 Bekijk de afbeelding met jaarlonen. Wat is het

laagste loon in de afbeelding?

€ 15.000 26 Met welk beroep verdien je dit jaarloon?

Bloemschikker. 27 Hoeveel verdient een verpleegkundige?

€ 30.000 28 Hoe vaak gaat het loon van een bloemschikker in

het loon van een verpleegkundige?

€ 30.000 : € 15.000 = 2 keer 29 Hoe vaak gaat het loon van een bloemschikker in

het loon van een piloot?

€ 150.000 : € 15.000 = 10 keer 30 Streep de foute woorden door.

• De meeste mensen verdienen

meer – minder dan twee keer het loon van

een bloemschikker.

• Het loon van een bankier komt

vaak – weinig voor.

5 Jaarlonen

In de afbeelding met beroepen hierboven zie je dat

een beveiliger 20.000 euro verdient en een bankier

750.000 euro. Dat is 37,5 keer het loon van een

beveiliger, want € 750.000 : € 20.000 = 37,5. Zo’n

verschil in loon is uitzonderlijk. De meeste mensen

verdienen per jaar 30.000 euro of minder.

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 30512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 30 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

31

134890 7Aantekeningen 1

34890 7Samenvatting en begrippen

134890 7Economie in de praktijk

6 Reuzen en dwergen

Redenen voor een hoger loon zijn bijvoorbeeld:

• langer werken;

• onregelmatiger werken;

• gevaarlijker werk doen;

• werk doen waarvoor een hogere opleiding nodig

is;

• uitzonderlijk werk doen.

Bij het kiezen van een baan zijn van belang:

• de hoogte van het loon;

• of het werk je bevalt.

Weinig mensen hebben een uitzonderlijk hoog loon.

Maak de oefentoets bij deze paragraaf.

Je weet vast wel een beroep dat je later zou willen

hebben. Misschien weet je ook al wat je daarmee

kunt verdienen. Als je dat niet weet, moet je dat

ergens te weten zien te komen. Dat kan bijvoorbeeld

op internet. Daarna teken je op je werkblad wat

je doet in dit beroep. Je kunt ook samen met je

klasgenoten net zo’n optocht van beroepen maken

als op de bladzijde hiernaast.

Gebruik werkblad vmbo-bk 1.6 onderbouw.

Maak de adviestoets bij dit hoofdstuk.

Maak in overleg met je docent de eindtoets bij dit hoofdstuk.

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 31512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 31 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

32

1.1 Volgorde van bewerkingen

De volgorde van bewerkingen is:• eerst vermenigvuldigen of delen;• dan optellen of aftrekken.

De rekenmachine doet dit automatisch.Voorbeeld: Krista krijgt € 25 zakgeld.Ze verdient met oppassen 3 keer € 3.Dat is samen € 25 + 3 × € 3 = € 34.

Maak hieronder de oefeningen.

4 × € 4 + € 5 = € 21 7 × € 5 + € 9 = € 44

19 × € 2 – € 4 = € 34 13 × € 8 – € 6 = € 98

45 × € 12 – € 500 = € 40

€ 7 + 8 × € 4 = € 39 € 5 + 3 × € 5 = € 20

€ 16 – 7 × € 2 = € 2 € 42 – 4 × € 8 = € 10

€ 164 – 12 × € 12 = € 20

€ 94 : 2 + € 12 = € 59 € 50 : 5 + € 75 = € 85 € 60 : 4 – € 6 = € 9

€ 50 : 2 – € 14 = € 11 € 174 : 3 – € 25 = € 33

€ 75 + € 50 : 5 = € 85 € 24 + € 15 : 3 = € 29 € 20 – € 14 : 2 = € 13 € 10 – € 12 : 3 = € 6

€ 143 – € 129 : 3 = € 100

1.2 Omrekenen van periodieke bedragen

• van maand naar jaarSanne krijgt € 26 per maand.Dat is in een jaar € 26 × 12 = € 312.

• van week naar jaarErik krijgt € 5,25 per week.Dat is in een jaar € 5,25 × 52 = € 273.

• van maand naar weekSanne krijgt € 26 per maand.Dat is per week € 26 × 12 : 52 = € 6.

• van week naar maandErik krijgt € 5,25 per week.Dat is per maand € 5,25 × 52 : 12 = € 22,75.

Maak hieronder de oefeningen.

€ 12,50 per maand = € 150 per jaar

€ 19,50 per maand = € 234 per jaar€ 25 per maand = € 300 per jaar

€ 5 per week = € 260 per jaar€ 6 per week = € 312 per jaar

€ 7,50 per week = € 390 per jaar

€ 13 per maand = € 3 per week€ 9,75 per maand = € 2,25 per week

€ 16,90 per maand = € 3,90 per week€ 11,70 per maand = € 2,70 per week

€ 4,50 per week = € 19,50 per maand€ 6,60 per week = € 28,60 per maand€ 4,80 per week = € 20,80 per maand€ 3,60 per week = € 15,60 per maand

Hoofdstuk 1 Van zakgeld naar inkomen

Rekentrainer

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 32512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 32 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

33

1.3 Zoeken in een tabel

Zakgeldontvangsten per periodeper week per maand per jaar

Sem € 5,25 € 22,75 € 273Sanne € 8,40 € 36,40 € 436,80Thomas € 3,60 € 15,60 € 187,20

Hoeveel zakgeld heeft Sanne per maand?De juiste rij is de gele rij.De juiste kolom is de blauwe kolom.Op de kruising van deze kolom en deze rij staat het antwoord: € 36,40.

Maak hieronder de oefeningen.

Soorten ontvangsten (per maand)zakgeld inkomsten

in naturaloon

januari € 25 € 29 € 14februari € 20 € 12 € 35maart € 23 € 32 € 24april € 10 € 4 € 40mei € 21 € 10 € 12juni € 19 € 17 € 0

Markeer de volgende bedragen in de tabel.• het zakgeld in mei• de inkomsten in natura in februari• het loon in juni• de inkomsten in natura in april• het loon in januari• het zakgeld in maart• het loon in april• de inkomsten in natura in juni• het zakgeld in januari

1.4 Herhaling

• Volgorde van bewerkingen (zie blz. 32)• Omrekenen van periodieke bedragen (zie

blz. 32)• Zoeken in een tabel (zie blz. 33)

Maak hieronder de oefeningen.

8 × € 7 + € 8 = € 64 20 × € 3 – € 9 = € 51

€ 9 + 9 × € 7 = € 72 € 50 – 5 × € 7 = € 15

€ 15 : 3 + € 24 = € 29 € 12 : 3 – € 4 = € 0

€ 60 + € 60 : 4 = € 75 € 60 – € 35 : 5 = € 53

Bereken de ontbrekende bedragen en vul ze hieronder in.

Ontvangsten per periodeper week per maand per jaar

Daan € 2,70 € 11,70 € 140,40

Tim € 6 € 26 € 312 Jayden € 3,90 € 16,90 € 202,80

Markeer de volgende bedragen in de tabel hieronder.• het zakgeld in juli• het loon in augustus• de inkomsten in natura in september

Soorten ontvangsten (per maand)zakgeld inkomsten

in naturaloon

juli € 20 € 16 € 10augustus € 15 € 12 € 25september € 10 € 35 € 50

Rekentrainer

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 33512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 33 24-9-10 16:0024-9-10 16:00

34

1.5 Sparen voor een uitgave

Sem gaat sparen voor een laptop.Dat apparaat kost € 360.Over twaalf maanden heeft hij genoeg gespaard.Hij spaart per maand € 360 : 12 = € 30.

Maak hieronder de oefeningen.

Welk bedrag per maand moet je sparen?aankoop-prijs

spaarperiode bedrag per maand

€ 600 12 maanden € 50 € 432 24 maanden € 18 € 504 36 maanden € 14 € 1.152 48 maanden € 24 € 112,50 9 maanden € 12,50

Na hoeveel maanden heb je genoeg gespaard?aankoop-prijs

spaarbedrag per maand

aantal maanden

€ 1.380 € 115 12 € 1.620 € 180 9 € 1.440 € 80 18 € 1.560 € 52 30 € 85,25 € 7,75 11

Hoeveel kun je uitgeven na de spaarperiode?spaarperiode spaarbedrag

per maandbeschikbaar bedrag

18 maanden € 75 € 1.350 42 maanden € 125 € 5.250 24 maanden € 25 € 600 60 maanden € 140 € 8.400 7 maanden € 12,95 € 90,65

1.6 Rente berekenen per jaar

Mark heeft € 900 op zijn spaarrekening.Hij krijgt per jaar 4% rente.1% rente is per jaar € 900 : 100 = € 9.4% rente is 4 × € 9 = € 36.In één keer: € 900 : 100 × 4 = € 36.

Maak hieronder de oefeningen.

Hoeveel is de rente per jaar?spaar-bedrag

rente % per jaar

rentebedrag

€ 600 4,0% € 24 € 4.000 2,4% € 96 € 2.000 3,5% € 70 € 800 2,0% € 16 € 400 3,0% € 12 € 3.500 2,7% € 94,50 € 3.300 2,8% € 92,40 € 1.100 4,1% € 45,10 € 275 4,0% € 11 € 2.300 3,4% € 78,20

Hoeveel is de rente na meer jaren?spaar-bedrag

rente % per jaar

aantal jaren

rentebedrag

€ 1.600 4,0% 2 € 128 € 850 2,0% 3 € 51 € 495 3,0% 2 € 29,70 € 5.000 2,4% 4 € 480 € 2.200 3,5% 5 € 385 € 3.100 2,7% 4 € 334,80 € 150 1,2% 3 € 5,40 € 2.650 3,4% 2 € 180,20

Rekentrainer

512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 34512922_EB_BK_Hoofdstuk1.indd 34 24-9-10 16:0024-9-10 16:00