256 Verschillen In Voorschrijfgedrag Tussen Huisartsen

2
huisartsen 67 zorg & financiering > 3-2008 Een van de speerpunten in het nieuwe jaar is patiëntveiligheid, met bijzondere aandacht voor farmacotherapiebeleid. Het NHG-Standpunt ‘Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg’ moet een belangrijke impuls geven aan de acti- viteiten op dit terrein. In dit standpunt wordt de centrale rol van de huisarts beschreven bij het geneesmiddelengebruik en bij de afstemming en samenwerking met andere professionals in de zorg. Het farmacotherapiebeleid is volgens het standpunt gebaseerd op de grondregel: liever medicatie waarmee ervaring opgedaan is, die bewezen effectief is en zo min mogelijk bij- werkingen heeft, dan meegaan met de nieuwste mode. Het NHG gaat in 2008 ook meewerken aan de ontwikkelingen van diverse richtlijnen en pro- jecten met betrekkingen tot farmacotherapie en medicatieveiligheid. Doelstelling bij het tweede speerpunt is dat eind 2008 75 procent van de huisartsengroepen een getraind erkend kwaliteitsconsulent (EKC) heeft. Daarnaast moet het EKC-netwerk operationeel zijn, dat betekent dat er geaccordeerde functie- profielen van de verschillende betrokkenen moeten zijn, gestructureerd overleg, nascho- lingsplannen, adresbestanden, een communi- catienetwerk en een mailingsysteem. In het geval van de huisartsgeneeskunde voor ouderen is het de bedoeling dat het NHG, samen met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), de huisartsen zo veel mogelijk inhoude- lijk en randvoorwaardelijk faciliteert om de aan- bevelingen in het Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg ‘Huisartsgeneeskunde voor ouderen’ te kunnen uitvoeren. Dit kan bijvoor- beeld door een NHG-PraktijkWijzer en andere middelen en materialen uit te brengen. Het laatste speerpunt betreft de preventie in de huisartspraktijk. Het NHG ontwikkelt, in overleg met de LHV, een checklist voor een preventieconsult. In 2008 zal worden bekeken of en welke producten in aansluiting hierop ontwikkeld dienen te worden. Ook zal het NHG-Preventiebeleid worden geactualiseerd. Bron: www.mednet.nl, 24 december 2007< Voor het tweede achtereenvolgende jaar heeft DGV, Nederlands instituut voor verantwoord medicijngebruik, de benchmark over het voor- schrijfgedrag van huisartsen uitgevoerd. Voor veel indicatoren bestaan grote regionale ver- schillen. Bij maagzuurremmers en cholesterol- verlagers is nog veel winst te behalen – zowel op kwaliteit van de zorg als op kosten – wan- neer huisartsen meer volgens de richtlijnen van hun eigen beroepsgroep zouden voorschrijven. Hetzelfde geldt voor antibiotica, antidepressiva en slaapmiddelen. DGV ontwikkelde voor de benchmark negentien prestatie-indicatoren die betrekking hebben op veel voorgeschreven geneesmiddelgroepen. De essentie van het voorschrijven volgens de richt- lijnen van het Nederlands Huisartsen Genoot- schap (NHG) is in deze indicatoren meegeno- men. Per indicator is het landelijk gemiddelde en de te behalen winst berekend. Binnen de groep maagzuurremmers valt de meeste winst te behalen. Bij maagklachten wordt te vaak voor een protonpompremmer gekozen en binnen de groep protonpompremmers te vaak voor een relatief duur merkmiddel. Ook de drie indicatoren voor cholesterolverlagers laten een grote ruimte voor verbetering zien. De keuze voor de cholesterolverlagers simvastatine of pravastatine bij nieuwe gebruikers blijft achter bij de aanbevelingen van de NHG-standaarden. Daarnaast zijn de dosering van de statines en het aantal diabetespatiënten dat een statine voorgeschreven krijgt nog vaak te laag. 256 verschillen in voorschrijfgedrag tussen huisartsen ZenF-0308-cyaan.qxd 12-3-2008 13:33 Pagina 67

Transcript of 256 Verschillen In Voorschrijfgedrag Tussen Huisartsen

huisartsen

67zorg & financiering > 3-2008

Een van de speerpunten in het nieuwe jaar ispatiëntveiligheid, met bijzondere aandacht voorfarmacotherapiebeleid. Het NHG-Standpunt‘Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg’moet een belangrijke impuls geven aan de acti-viteiten op dit terrein. In dit standpunt wordt decentrale rol van de huisarts beschreven bij hetgeneesmiddelengebruik en bij de afstemmingen samenwerking met andere professionals inde zorg. Het farmacotherapiebeleid is volgenshet standpunt gebaseerd op de grondregel:liever medicatie waarmee ervaring opgedaan is,die bewezen effectief is en zo min mogelijk bij-werkingen heeft, dan meegaan met de nieuwstemode.Het NHG gaat in 2008 ook meewerken aan deontwikkelingen van diverse richtlijnen en pro-jecten met betrekkingen tot farmacotherapie enmedicatieveiligheid.

Doelstelling bij het tweede speerpunt is dat eind2008 75 procent van de huisartsengroepen eengetraind erkend kwaliteitsconsulent (EKC) heeft.Daarnaast moet het EKC-netwerk operationeel

zijn, dat betekent dat er geaccordeerde functie-profielen van de verschillende betrokkenenmoeten zijn, gestructureerd overleg, nascho-lingsplannen, adresbestanden, een communi-catienetwerk en een mailingsysteem.In het geval van de huisartsgeneeskunde voorouderen is het de bedoeling dat het NHG,samen met de Landelijke Huisartsen Vereniging(LHV), de huisartsen zo veel mogelijk inhoude-lijk en randvoorwaardelijk faciliteert om de aan-bevelingen in het Standpunt ToekomstvisieHuisartsenzorg ‘Huisartsgeneeskunde voorouderen’ te kunnen uitvoeren. Dit kan bijvoor-beeld door een NHG-PraktijkWijzer en anderemiddelen en materialen uit te brengen.Het laatste speerpunt betreft de preventie inde huisartspraktijk. Het NHG ontwikkelt, inoverleg met de LHV, een checklist voor eenpreventieconsult. In 2008 zal worden bekekenof en welke producten in aansluiting hieropontwikkeld dienen te worden. Ook zal het NHG-Preventiebeleid worden geactualiseerd.Bron: www.mednet.nl, 24 december 2007<

Voor het tweede achtereenvolgende jaar heeftDGV, Nederlands instituut voor verantwoordmedicijngebruik, de benchmark over het voor-schrijfgedrag van huisartsen uitgevoerd. Voorveel indicatoren bestaan grote regionale ver-schillen. Bij maagzuurremmers en cholesterol-verlagers is nog veel winst te behalen – zowelop kwaliteit van de zorg als op kosten – wan-neer huisartsen meer volgens de richtlijnen vanhun eigen beroepsgroep zouden voorschrijven.Hetzelfde geldt voor antibiotica, antidepressivaen slaapmiddelen.

DGV ontwikkelde voor de benchmark negentienprestatie-indicatoren die betrekking hebben opveel voorgeschreven geneesmiddelgroepen. Deessentie van het voorschrijven volgens de richt-

lijnen van het Nederlands Huisartsen Genoot-schap (NHG) is in deze indicatoren meegeno-men. Per indicator is het landelijk gemiddeldeen de te behalen winst berekend. Binnen degroep maagzuurremmers valt de meeste winstte behalen. Bij maagklachten wordt te vaakvoor een protonpompremmer gekozen enbinnen de groep protonpompremmers te vaakvoor een relatief duur merkmiddel. Ook de drieindicatoren voor cholesterolverlagers laten eengrote ruimte voor verbetering zien. De keuzevoor de cholesterolverlagers simvastatine ofpravastatine bij nieuwe gebruikers blijft achterbij de aanbevelingen van de NHG-standaarden.Daarnaast zijn de dosering van de statines enhet aantal diabetespatiënten dat een statinevoorgeschreven krijgt nog vaak te laag.

256 verschillen in voorschrijfgedrag tussen huisartsen

ZenF-0308-cyaan.qxd 12-3-2008 13:33 Pagina 67

zorg

68 3-2008 > zorg & financiering

Verbetering

Behalve de onderwerpen waarop winst te beha-len valt, laat de benchmark ook zien in welkeregio’s de meeste ruimte voor verbeteringbestaat. Daarvoor zijn de resultaten van heelNederland onderverdeeld in regio’s, en zijn deindicatoren geclusterd in vijf thema’s. Het zui-den van Nederland scoort relatief slecht op declusters therapiekeuze en medicatieaanpassing,de Randstad scoort naar verhouding laag op the-rapiekeuze en risicomanagement. Het middenen oosten van Nederland scoren laag op risico-management en overbehandeling. Het noordenscoort relatief slecht op overbehandeling. Dezeresultaten kunnen als handvat dienen om opregionaal niveau verbeterprojecten te starten.

Uitkomsten per zorgverzekeraar

De uitkomsten van de Benchmark Voorschrijvenzijn ook per zorgverzekeraar bekeken. Ten op-zichte van vorig jaar zijn er weinig opvallendeverschuivingen: Salland, Agis en Univé vormende top drie. Voor het onderzoek is gebruikge-maakt van de gegevens van 1.177 openbare apo-theken, dat is 64 procent van alle apotheken inNederland. DGV voert dit onderzoek jaarlijks uitin opdracht van het ministerie van VWS, in hetkader van het programma ‘Een doelmatigergebruik van geneesmiddelen’.Bron: ZN Journaal, 2007, nr. 51/52<

De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) isverheugd dat in de adviezen van het rapport vande commissie-Klazinga het verlenen van medi-sche zorg aan (dreigend) uitgeprocedeerdeasielzoekers en illegale, onverzekerde vreemde-lingen als voornaamste uitgangspunt geldt.Aanleiding voor dit rapport waren de door art-sen zelf gesignaleerde knelpunten in de zorgaan asielzoekers en illegale vreemdelingen inrelatie tot het vreemdelingenbeleid.

Het rapport maakt duidelijk dat alle mensen inNederland recht hebben op dezelfde zorg.Artsen hebben de medische plicht om iederezieke mens verantwoorde zorg te bieden. Daar-bij mogen zij geen onderscheid maken. Ziekeasielzoekers die (dreigen te) worden uitgezethebben dit recht ook. Dit betekent dat artsenhun medische zorg bij uitzetting moeten kun-nen overdragen aan een arts in het land van her-komst. De politiek moet artsen de ruimte gevenom medisch professioneel te handelen. Ookonverzekerde illegalen hebben recht op medischverantwoorde zorg. Dit betekent dat iedere artsen ieder ziekenhuis illegalen moet helpen.

Onvoldoende duidelijk

Tot op heden waren de verantwoordelijkhedenvan artsen in de zorg voor deze groepen mensenonvoldoende duidelijk, waardoor huisartsenonvoldoende in staat waren een goede keuze temaken in de zorg die zij konden verlenen. DeLHV meent dat de adviezen van de commissie-Klazinga ten aanzien van verantwoorde en pas-sende zorg voldoende houvast bieden aan huis-artsen om adequaat medische zorg van goedekwaliteit aan te bieden. Die zorg is behoudensuitzonderingen gelijk aan de normale basiszorg.De LHV zal de adviezen van de commissie-Klazinga onder de aandacht van haar ledenbrengen om hen richting te geven in de dagelijk-se medische zorg aan deze kwetsbare groepen.Zij zal daarin samenwerken met de overigebetrokkenen bij het rapport-Klazinga. Tevenszal de LHV er bij de betrokken overheidsinstan-ties op aandringen de adviezen van de commis-sie over te nemen.Bron: www.lhv.nl, 19 december 2007<

257 medische zorg asielzoekers en illegalen staat voorop

ZenF-0308-cyaan.qxd 12-3-2008 13:33 Pagina 68