2016 Jaarrekening KU Leuven - Repertorium Rechtspersonenafzonderlijke behandeling en rapportering...

1

KU LEUVEN

Jaarrekening 2016

Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de KU Leuven op 21 maart 2017

2

INHOUD

Inleiding …………………………………………………………………………………………………...... 3 Deel 1 Resultatenrekening – synthese ………..….……………………………………………………. 7 Deel 2 Balans .…………………………………………………………………………………………….. 24 1. Algemeen …………………………………………………..……………………………….. 25 2. Activa .………………………………………………………………………………………... 25 3. Passiva ………………………………………………………………………………………. 31 Deel 3 Resultatenrekening per afdeling ………………………………………………………………... 37 Afdeling I Werking …………………………………………………………………………… 38 Afdeling II Investeringen …………………………………………………………………….. 51 Afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten ………………………………….…….. 57 Afdeling IV Onderzoeksfondsen …………....................................................................... 63 Afdeling IV.1: Bijzonder onderzoeksfonds ……………………………………. 63 Afdeling IV.2: Andere onderzoeksfondsen …………………………………… 70 Afdeling V Patrimonium ……………………………………………………………………… 82 Afdeling VI Voor orde …………………………………………………………………………. 90 Afdeling VII Interne technische afdeling – pro memorie …………………………………… 90 Afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling ………………………………………………….. 93 Deel 4 Interacties KU Leuven – UZ Leuven …………………………………………………………. 101 Deel 5 Jaarrekening – Tabellen conform het boekhoudbesluit van 21 december 2007……..……... 104 A. Documenten voorgelegd aan de bedrijfsrevisor………....………………………………...105 B. Verklaring van de bedrijfsrevisor…………..………………………………………………... 134 Bijlage 1: Samenvatting van de toegepaste waarderingsregels …………………………………….. 142 Bijlage 2: ESR rapportering 2016 …………………….…………………..……………………………….149 Bijlage 3: Beleidsbegroting 2016 – Finale controle …………………..…………...……………….…..213

3

INLEIDING

4

1. Algemeen Voorliggend document bespreekt de jaarrekening 2016 voor de boekhoudkundige entiteit KU Leuven, d.i. de rechtspersoon KU Leuven zonder UZ Leuven. De Universitaire Ziekenhuizen die een eigen beheersstructuur hebben en onderworpen zijn aan andere wetgeving, voeren een afzonderlijke boekhouding en stellen een eigen jaarrekening op. Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, wordt in hetgeen volgt met de term KU Leuven steeds de boekhoudkundige entiteit KU Leuven bedoeld. De KU Leuven voert haar algemene boekhouding voornamelijk in SAP. De schaalgrootte en de veelheid aan uiteenlopende activiteiten die worden ontwikkeld, noodzaken binnen dit systeem een gedifferentieerde aanpak. Daarom worden de activiteiten van de KU Leuven uit financieel-administratief oogpunt in eerste instantie ondergebracht in twee entiteiten met een eigen SAP-bedrijfsnummer, één voor de universiteit (SAP company code UNIV) en één voor de Kinderdagverblijven (SAP company code KDVB). De exploitatie Kinderdagverblijven die 6 erkenningsnummers bij Kind en Gezin groepeert, is onderworpen aan een eigen regelgeving van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het activiteitenpallet van deze exploitatie is zo verschillend dat de eisen inzake financieel-administratieve opvolging niet adequaat kunnen worden voldaan binnen de SAP-bedrijfsentiteit voor de universiteit. Voorts worden er om verschillende redenen binnen het SAP-bedrijfsnummer UNIV nog meerdere SAP business areas onderscheiden. - Het gemengd BTW-plichtige statuut van de KU Leuven impliceert minstens 2 business areas: één

volledig niet BTW-plichtige business area voor BTW-vrijgestelde activiteiten (business area KULC) en één volledig BTW-plichtige business area voor KU Leuven Research & Development (business area LRD). KU Leuven Research & Development staat als entiteit voor onderzoeksvalorisatie binnen de KU Leuven in voor een actieve transferpolitiek van onderzoeksresultaten naar de industrie, de handel en andere sectoren.

- BTW-plichtige activiteiten die niet thuishoren bij KU Leuven Research & Development omwille van het ontbreken van het onderzoeksvalorisatiekarakter worden ondergebracht in KULB als tweede BTW-plichtige business area.

- De Universitaire Pers Leuven (UPL), die als wetenschappelijke uitgeverij de resultaten van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek alsook handboeken en monografieën voor universitair en hoger onderwijs publiceert, heeft nood aan een eigen balans en wordt daarom eveneens ondergebracht in een eigen business area.

- Ook de activiteiten van de Dienst Studentenvoorzieningen worden omwille van hun specificiteit in een eigen business area opgevolgd (business area STVZ). Deze aanpak waarborgt een afzonderlijke behandeling en rapportering van de betreffende geldstromen.

De jaarrekening van de KU Leuven bestaat in de eerste plaats uit de consolidatie van de boekhoudingen van de twee SAP-bedrijfsnummers (UNIV en KDVB), incl. de vijf business areas (KULC, LRD, KULB, UPL en STVZ). Deze consolidatie gebeurt volledig binnen SAP met uitzondering van de samenvoeging van de twee SAP-bedrijfsnummers UNIV en KDVB die extracomptabel wordt uitgevoerd. Daarnaast dient nog één andere component van de universiteit te worden meegenomen. Rekening houdend met BTW-verplichtingen en vooruitlopend op de integratie van de academiserende opleidingen van de hogescholen binnen de universiteit, besliste de Raad van Bestuur van de vzw Associatie KU Leuven reeds op 14 november 2008 om de praktische uitvoering van een aantal van haar decretale opdrachten te laten verlopen binnen de rechtspersoon KU Leuven. Hiertoe werd met de KU Leuven een raamcontract gesloten. Teneinde passend te kunnen rapporteren over de betreffende associatieactiviteiten werden deze binnen de KU Leuven ondergebracht in een afzonderlijke subentiteit: de Coördinatie Associatie KU Leuven. Financieel-administratief wordt deze subentiteit momenteel buiten SAP opgevolgd met het boekhoudpakket Vero, waardoor de consolidatie ook hier extracomptabel dient te gebeuren.

5

Onderstaande tabel geeft een beeld van de relatieve aandelen van de KU Leuven-activiteiten die binnen en buiten SAP worden opgevolgd en geconsolideerd. Tabel 0.1: Verdeling entiteiten binnen en buiten SAP

2. Regelgeving Op 21 december 2007 keurde de Vlaamse Regering het besluit goed betreffende de boekhouding, de jaarrekening, het rekeningenstelsel en de controle voor de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. Conform dit besluit zijn de universiteiten vanaf boekjaar 2008 gehouden om een financiële administratie te voeren die een volwaardige bedrijfseconomische view geeft op de financiële data, op basis van opbrengsten en kosten. Gezien de specificiteit, de meerledigheid en de complexiteit van de universitaire opdrachten, is het door de regelgever wenselijk/noodzakelijk geacht om naast deze bedrijfseconomische view, ook de analytische opvolging van de middelen naar hun herkomst per afdeling te behouden op basis van een cashview (in termen van inkomsten en uitgaven). Deze aanpak heeft belangrijke consequenties. - Wat de begrotingsafdelingen I tot VI betreft, blijven de boekhoudprincipes en -praktijk die golden

onder het boekhoudbesluit van 8 februari 1995, in grote mate behouden. - Teneinde de brug te slaan tussen de cashview van de begrotingsafdelingen I tot VI en de

bedrijfseconomische view over alle afdelingen heen, wordt er een afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling gebruikt waarbinnen de niet-kasopbrengsten en de niet-kaskosten worden geboekt.

Tevens schrijft het BVR van 21 december 2007 voor dat de jaarrekening, aanvullend op de controles door het Rekenhof, de Regeringscommissaris en de Afgevaardigde van Financiën, geattesteerd moet worden door een bedrijfsrevisor. De verslaggeving van EY Bedrijfsrevisoren ter zake is terug te vinden in deel 5, onder punt B. In voorliggend dossier zijn de gevolgen verwerkt voor de KU Leuven van het decreet betreffende de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten (zoals aangenomen door het Vlaams Parlement op 5 juli 2012 en bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 13 juli 2012. Deze gevolgen worden, waar relevant, punctueel toegelicht. Op 8 juli 2011 werd door de Vlaamse Regering het decreet bekrachtigd houdende de regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan en de controle door het Rekenhof (ook Rekendecreet genoemd). Het decreet van 23 december 2011 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 voegde in artikel 165 de KU Leuven toe aan de lijst van de Vlaamse rechtspersonen bedoeld in artikel 4. §2 van het Rekendecreet. Zodoende werden artikel 37. §1, artikel 46. §2 en artikel 50. §2 van het Rekendecreet van toepassing verklaard op de KU Leuven. Deze nieuwe beschikking impliceert dat de universiteit vanaf boekjaar 2012 haar jaarrekening, aanvullend op de bestaande voorschriften (cf. het universitair boekhoudbesluit van 21 december 2007), ook in ESR-termen1 ter beschikking moet stellen. Op 9 oktober 2015 (BS 12/11/2015) heeft de Vlaamse Regering het besluit bekrachtigd betreffende de controle en single audit die van toepassing zijn op de universiteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse gemeenschap. Dit besluit

1 ESR staat voor “Europees Systeem van nationale en regionale Rekeningen in de Europese Unie”.

(in euro)

Balanstotaal

31/12/2016%

Kosten

2016%

Opbrengsten

2016%

UNIV in SAP (*) 1.921.741.993 99,49% 947.382.692 98,85% 1.007.160.481 98,82%

KDVB in SAP 8.427.082 0,44% 5.657.976 0,59% 6.538.349 0,64%

Coördinatie Associatie KU Leuven in Vero 1.346.477 0,07% 5.410.198 0,56% 5.474.409 0,54%

TOTAAL 1.931.515.551 100,00% 958.450.867 100,00% 1.019.173.239 100,00%

(*) bedragen na eliminaties uitgevoerd buiten SAP

6

komt voor de instellingen van het hoger onderwijs in de plaats van het BVR betreffende controle en single audit van 7 september 2012 dat aanvankelijk gold voor alle rechtspersonen vermeld in artikel 4. §1 en §2 van het Rekendecreet (en dus ook voor de instellingen van het hoger onderwijs). Het BVR van 7 september 2012 voerde vanaf de opmaak van de jaarrekening 2012 twee extra controleverplichtingen in. Overeenkomstig artikel 9. §5 van dit BVR moest de bedrijfsrevisor een verslag opmaken waarin hij een oordeel geeft over het feit of de uitvoering van de begroting en de aansluiting van de uitvoering van de begroting bij de jaarrekening correct zijn opgesteld. Artikel 9. §6 van dit BVR schreef voor dat de jaarlijkse ESR rapportering van de KU Leuven gecertificeerd moest worden door de bedrijfsrevisor. Het BVR van 9 oktober 2015 herziet deze bepalingen ten dele. Vanaf boekjaar 2015 moet de bedrijfsrevisor niet langer een oordeel geven over de uitvoering van de begroting. Desondanks opteert de KU Leuven ervoor om - conform de eigen begrotingscyclus - het document van de definitieve controle op de beleidsbegroting 2016 (zonder de weggevallen attestering door de bedrijfsrevisor), te behouden als onderdeel van de beleidsinformatie en het als informatieve bijlage toe te voegen aan het dossier van de jaarrekening. De certificeringsplicht door de bedrijfsrevisor van de jaarlijkse ESR rapportering blijft wel behouden (zie artikel 7. §5 van het BVR van 9 oktober 2015). De ESR-rapportering wordt in voorliggend dossier behandeld in bijlage 2. Onder punt B van deze bijlage worden de documenten opgenomen die aan EY-Bedrijfsrevisoren ter controle zijn voorgelegd. Punt C bevat het door EY afgeleverde certificaat. 3. Tijdskader Het boekjaar 2016 loopt zoals de voorgaande boekjaren van 1 januari tot en met 31 december.

7

DEEL 1

Resultatenrekening - synthese

8

De resultatenrekening 2016 van de KU Leuven wordt behandeld in twee delen, Deel 1 en Deel 3. Deel 1 beoogt een totaalbeeld te geven, conform de bedrijfseconomische view zoals voorgeschreven door het boekhoudbesluit van 21 december 2007. Dit totaalbeeld wordt weergegeven in tabel 1.3. De cijfers 2016 worden erin vergeleken met 2015. Omdat de resultaten maar correct kunnen worden geïnterpreteerd in relatie met de begrotingsafdelingen waarbinnen ze zijn tot stand gekomen, wordt aanvullend, in tabel 1.4, het globaal bedrijfseconomisch resultaat op een hoog aggregatieniveau verbijzonderd naar de afdelingen. In Deel 3 worden de gedetailleerde resultatenrekeningen per begrotingsafdeling besproken. 1. Bedrijfsopbrengsten In 2016 heeft de KU Leuven bedrijfsopbrengsten gerealiseerd voor €1,001 miljard. Dit is een stijging met 1,3% ten opzichte van 2015. Van dit totaalbedrag hebben €920,3 miljoen of 91,9% betrekking op onderwijs, onderzoek en dienstverlening, €2,7 miljoen of 0,3% op waardewijzigingen op projecten in uitvoering, €13,2 miljoen of 1,3% op giften, schenkingen en legaten en €65,1 miljoen of 6,5% op andere bedrijfsopbrengsten (o.a. recuperaties kosten van derden en huuropbrengsten niet-sociale sector). Binnen de opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening kan een verder onderscheid worden gemaakt naar de verschillende geldstromen. De 1ste geldstroom betreft voor €357,0 miljoen de werkingsuitkeringen die hoofdzakelijk worden geregeld door “Deel III Financiering” uit de Codex Hoger Onderwijs d.d.11 oktober 2013, voor €11,7 miljoen de investeringstoelage en voor €9,2 miljoen de sociale toelage. Aanvullend ontvangt de universiteit jaarlijks een uitkering van DGD (Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking) om de opleidingskosten te financieren van studenten uit landen in ontwikkeling, die bedroeg in 2016 €1,5 miljoen. De 2de geldstroom heeft betrekking op de overheidsbijdragen voor fundamenteel onderzoek. De belangrijkste componenten hierin zijn de BOF-middelen (€64,0 miljoen), de projectfinanciering van het FWO (€50,8 miljoen), de middelen voor de Interuniversitaire attractiepolen (IUAP voor €6,8 miljoen) en de bench fees in het kader van de specialisatiebeurzen van het IWT (€0,9 miljoen). De overheidsbijdragen ontvangen binnen het toegepast wetenschappelijk onderzoek (zowel van nationale als internationale overheden) worden onder de 3de geldstroom gecatalogeerd en bedragen €135,6 miljoen. De 4de geldstroom betreft contractonderzoek met de privésector en de wetenschappelijke dienstverlening voor €195,2 miljoen. De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen €87,7 miljoen en betreffen hoofdzakelijk de reguliere en andere inschrijvingsgelden (€43,1 miljoen), de huuropbrengsten van de sociale sector (€9,6 miljoen), de ingehouden bedrijfsvoorheffingen op bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (€17,9 miljoen vervat in code 7045), bepaalde onderwijstoelagen (€9,6 miljoen vervat in code 7045), de sponsoring in kader van onderwijs en onderzoek (€1,8 miljoen onder code 7045), de verkoop van proefdieren (€1,4 miljoen onder code 7045) en de opbrengsten in het kader van de Economische herstelwet d.d. 27 maart 2009 (B.S. 07.04.2009 / €1,1 miljoen vervat in code 7045). De waardewijziging projecten in uitvoering bedraagt €2,7 miljoen. De giften, schenkingen en legaten bedragen €13,1 miljoen. De andere bedrijfsopbrengsten bedragen €65,1 miljoen en betreffen hoofdzakelijk de verhuring en facilitaire dienstverlening buiten de sociale sector (€11,6 miljoen), de recuperatie personeelskosten (€10,5 miljoen), de recuperatie nutsvoorzieningen (€9,9 miljoen), diverse recuperaties zoals o.a.

9

fotokopijen, administratiekosten en recuperaties van studenten (€7,9 miljoen), de omzet van de Kinderdagverblijven (€6,5 miljoen), diverse subsidies zoals o.a. subsidies van de Vlaamse Gemeenschap m.b.t. het archievendecreet en de premies ontvangen in het kader van onroerende investeringen (€5,8 miljoen), de omzet van de Coördinatie Associatie (€4,7 miljoen), de BTW-recuperatie (€3,9 miljoen), en de verkoop van sportkaarten en vergoedingen voor deelname aan sportactiviteiten (€1,0 miljoen). In 2016 liggen de totale bedrijfsopbrengsten €13,3 miljoen of 1,3% hoger dan in 2015. Zoals meer in detail toegelicht onder afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen, is het voor een correcte interpretatie van de evolutie van de bedrijfsopbrengsten over de jaren heen ook van belang om de strikt boekhoudkundige view op de bedrijfsopbrengsten uit tabel 1.3 te verfijnen met de resultaten van de matching oefening2. Daartoe worden in tabel 1.1 de matching-boekingen op jaareinde 2016 die in globaliteit ingeschreven staan op code 71 Waardewijziging projecten in uitvoering, extracomptabel aangerekend op de opbrengstensoorten van de betreffende projecten. Eenzelfde oefening gebeurde op de cijfers 2015 met de matching-boekingen op jaareinde 2015. Tabel 1.1: Bedrijfsopbrengsten na matching - 2016 versus 2015 - Samenvatting

Samengevat zien de opbrengsten 2016 er na matching en in vergelijking met 2015 als volgt uit : 2016 2015 - 1ste geldstroom 37,9% 38,0% - 2de geldstroom 12,4% 12,6% - 3de geldstroom 13,6% 13,4% - 4de geldstroom 19,6% 18,9% - Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs,

onderzoek en dienstverlening 8,7% 9,8% - Giften, schenkingen en legaten 1,3% 1,4% - Andere bedrijfsopbrengsten 6,5% 5,9% - Totaal 100,0% 100,0%

2 De matching-oefening van onderzoeksprojecten wordt voorgeschreven in artikelen 75 en 76 van het boekhoudbesluit voor de universiteiten d.d. 21 december 2007 en beoogt een correcte toewijzing van opbrengsten en kosten aan de boekjaren, conform het boekhoudkundig overeenstemmingsprincipe en overeenkomstig de completed contract methode. Ze richt zich specifiek op onderzoeks- en dienstverleningscontracten van bepaalde duur die langer lopen dan 31 december en waarvoor aan het einde van jaar n geen tussentijdse afrekening wordt gemaakt. Voor de KU Leuven impliceert de matching concreet dat in de jaren dat de totale gefactureerde en derhalve geboekte bedrijfsopbrengsten, groter zijn dan de reeds gemaakte kosten, het netto surplus van de bedrijfsopbrengsten als negatieve bedrijfsopbrengst in een extra boeking wordt gecomptabiliseerd onder code 71 Waardewijziging van projecten in uitvoering, met als tegenpost code 46 Ontvangen vooruitbetalingen op projecten, op het passief van de balans. In de jaren dat een omgekeerde situatie zich voordoet (meer bedrijfskosten dan bedrijfsopbrengsten) wordt het netto surplus van de bedrijfskosten als positieve bedrijfsopbrengst in een extra boeking ingeschreven onder code 71 Waardewijziging van projecten in uitvoering, met als tegenpost code 37 Projecten in uitvoering, op het actief van de balans.

Boekjaar 2016

(1)

Matching 2016

(2)

2016 na Matching

(3)=(1)+(2)

Boekjaar 2015

(4)

Matching 2015

(5)

2015 na Matching

(6)=(4)+(5)

Afwijkingen 2016 -2015 na matching

(7)=(3)-(6)

A.1. 1° geldstroom 379.400.774 0 379.400.774 375.872.296 0 375.872.296 3.528.478

A.2. 2° geldstroom 122.487.819 1.466.652 123.954.471 127.858.318 -3.425.621 124.432.696 -478.225

A.3. 3° geldstroom 135.559.757 590.822 136.150.579 127.519.443 4.892.346 132.411.789 3.738.790

A.4. 4° geldstroom 195.168.846 667.788 195.836.634 189.003.597 -2.767.613 186.235.985 9.600.650

A.5. Andere opbrengsten van onderw ijs, onderzoek en dienstverlening 87.671.905 0 87.671.905 97.159.461 0 97.159.461 -9.487.555

B. Waardew ijziging projecten in uitvoering 2.725.262 -2.725.262 0 -1.300.888 1.300.888 0 0

D. Giften, schenkingen en legaten 13.129.930 0 13.129.930 14.057.372 0 14.057.372 -927.442

E. Andere bedrijfsopbrengsten 65.132.700 0 65.132.700 57.836.264 0 57.836.264 7.296.436

Totaal bedrijfsopbrengsten 1.001.276.994 0 1.001.276.994 988.005.863 0 988.005.863 13.271.131

(in euro)

10

Tabel 1.5 (zie het einde van dit deel) geeft een verdere detaillering van tabel 1.1. De varianties na matching kunnen als volgt worden verklaard. - Stijging in de eerste geldstroom met €3,5 miljoen. Hierin zijn de belangrijkste ontwikkelingen:

� Stijging van de werkingsuitkeringen met €2,5 miljoen, d.i. + 0,7% (code A.1.1):

o +€2,7 miljoen door de decretaal ingestelde groeipaden binnen de basistoelage (+€1,2 miljoen) en de Aanvullende onderzoeksmiddelen (+€1,5 miljoen);

o +€1,6 miljoen door een beperkte enveloppe-indexering3 waarbij enkel de looncomponent geïndexeerd werd aan 0,55%;

o +€0,7 miljoen ingevolge een daling van de verlegging van werkingsuitkeringen (d.i. een opbrengst met een negatief teken) Ter vergoeding van de gemengde kosten voor de geïntegreerde academische activiteiten die gedragen worden door de hogescholen van herkomst, vindt een verrekening plaats. Deze verrekening gebeurt door een verlegging van werkingsmiddelen van de universiteit naar de hogescholen. Het bedrag van de verlegging voor alle hogescholen samen neemt tussen 2015 en 2016 af als gevolg van nieuwe werkafspraken en de overname door de KU Leuven van een aantal activiteiten die voorheen door de hogescholen werden uitgevoerd.

o -€1,8 miljoen ingevolge een netto-daling van de KU Leuven-marktaandelen binnen de basistoelage (-€1,4 miljoen) en binnen de nevenenveloppen (-€0,4 miljoen);

o -€0,4 miljoen als gevolg van de bijkomende besparingen die in 2016 ingesteld werden op de Aanvullende onderzoeksmiddelen (-€0,2 miljoen) en de Brusselmiddelen (-€0,2 miljoen); zie ook lager;

o -€0,3 miljoen door een lagere aangroei van de vordering vakantiegeld. Voor een correcte interpretatie van de realiteit is het aangewezen om de stijging van de werkingsuitkeringen 2016 versus 2015, aanvullend op bovenstaande gedetailleerde variantieanalyse, te belichten vanuit een breder perspectief. Zoals besproken onder afdeling I Werking van voorliggend dossier heeft de Vlaamse overheid in 2015 op de werkingsmiddelen van het hoger onderwijs op Vlaams niveau (excl. BOF en STUVO) €52,4 miljoen besparingen doorgevoerd waarvan €12,7 miljoen gedragen zijn door de KU Leuven. Deze besparingen van 2015 werken volledig door in 2016 en zijn verder uitgebreid tot een totaalbedrag van €89,0 miljoen voor het ganse hoger onderwijs in Vlaanderen en tot €23,0 miljoen voor de KU Leuven. Van het totaal van de besparingen voor de KU Leuven heeft in 2015, respectievelijk 2016, €6,2 miljoen, respectievelijk €16,2 miljoen, betrekking op gederfde groei (desindexering en klik-sprong) die niet tot uiting komt in een variantieanalyse 2016 versus 2015. Anderzijds worden in 2015, respectievelijk 2016, ook voor €6,5 miljoen, respectievelijk €6,9 miljoen, effectieve besparingen doorgevoerd die leiden tot een daling van de werkingsuitkeringen in jaar N versus jaar N-1. Vermist van de €6,9 miljoen besparingen uit 2016 reeds €6,5 miljoen voorkwamen in 2015, komen in bovenstaande variantieanalyse 2016 versus 2015 “slechts” €0,4 miljoen besparingen tot uiting. Zie ook hoger. E.e.a. doet echter geen afbreuk aan het feit dat de totale besparingen vanwege de Vlaamse overheid op de werkingsmiddelen van de KU Leuven (excl. BOF en STUVO) in 2016 €23,0 miljoen bedragen, wat een niet geringe aantasting (met meer dan 6%) inhoudt van de bestedingscapaciteit van de universiteit inzake werkingsmiddelen. Bij de bespreking van de besparingen van de Vlaamse overheid op de werkingsuitkeringen dient ook de aandacht te worden gevestigd op artikel III. 58 van de Codex Hoger Onderwijs (voorheen Artikel 41 van het financieringsdecreet). Dit artikel voorziet in de compensatieregeling voor de hogere wettelijke en conventionele werkgeversbijdragen bij de vrije universiteiten in vergelijking met de publieke universiteiten. Op basis van de bepalingen uit de Codex Hoger Onderwijs diende de Vlaamse overheid de betreffende uitkering in 2013 te

3 Indexering van 0,44% (=80% * 0,55%) voor alle enveloppes m.u.v. de wettelijke en conventionele werkgeversbijdrage die geïndexeerd werd aan 0,55% (=100% * 0,55%).

11

evalueren, met het oog op een actualisatie voor de periode 2014-2018 overeenkomstig de reële kostenhandicap. Tot op heden werd hiertoe nog geen compensatie ontvangen; een eerste beperkte opstap (circa €0,7 miljoen) is voorzien in 2017.

� De DGD-uitkeringen (code A.1.2.) blijven behouden op het peil van 2015.

� Stijging van de investeringstoelage met €0,2 miljoen (code A.1.3.) Deze evolutie wordt verklaard door elkaar deels compenserende bewegingen: o +€0,3 miljoen door de decretaal voorziene graduele toename van de investeringstoelagen

voor de geïntegreerde opleidingen (dit betreft de vroegere AGION middelen); o -€0,1 miljoen door een daling van de investeringstoelage voor KU Leuven in strikte zin

ingevolge een daling van het KU Leuven-marktaandeel conform de gehanteerde verdeelsleutel.

� Stijging van de sociale toelagen (code A.1.4) met €0,8 miljoen, in hoofdzaak door een demping

van de in 2015 doorgevoerde besparingsmaatregelen (waarbij de eerder voorziene maar bevroren groeipaden opnieuw uitgevoerd worden) en het toepassen van een beperkte indexering met 0,28%.

- Afname in de 2de geldstroom met €0,5 miljoen. Deze mutatie wordt verklaard door volgende bewegingen: � een daling van de FWO-inkomsten met €2,2 miljoen. De daling wordt verklaard door

besparingen op Vlaams niveau waardoor de totale FWO-projectbudgetten teruglopen, en dit terwijl het KU Leuven-marktaandeel in de FWO-projecttoekenningen stijgt van 44,63% in 2015 naar 47,59% in 2016;

� de afname van de IWT bench fees (specialisatiebeurzen) met €0,3 miljoen. Deze bench fees faseren geleidelijk aan uit als gevolg van de overname van dit financieringskanaal door het FWO tengevolge van de integratie van het IWT in het Agentschap Ondernemen tot het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO);

� de afname van de BOF-middelen met €0,2 miljoen als gevolg van de besparingsmaatregelen binnen het hoger onderwijs die zijn opgenomen in het Vlaams Regeerakkoord. Hiervan heeft €0,1 miljoen betrekking op de Methusalem-financiering en €0,1 miljoen op de overige BOF-toelagen;

� de stijging van de overheidsbijdragen voor de Interuniversitaire attractiepolen (IUAP) met €2,2 miljoen t.o.v. de inkomsten in 2015. Omwille van het feit dat deze projecten in de loop van 2017 eindigen, treedt er in 2016 een inhaalbeweging op in de uitgaven en bijgevolg ook in de inkomsten na matching.4

- Toename in de 3de geldstroom met €3,7 miljoen vooral te verklaren door:

� hogere andere bijdragen van de Vlaamse Gemeenschap (+€3,0 miljoen) door hogere inkomsten vanwege FWO ter financiering van middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur;

� hogere inkomsten voor toegepast onderzoek vanwege FWO en VLAIO (+€1,2 miljoen) waarbij de grootste opbrengstenstijging zich voordoet bij de TETRA- en SIM-projecten, de innovatiemandaten en het éénmalige project VIND (Vlaamse Impulsfinanciering voor Netwerken voor Dementieonderzoek);

� hogere inkomsten van de federale overheid excl. IUAP (+€0,7 miljoen) door de BRAIN-onderzoeksprogramma’s;

� hogere bijdragen van steden en provincies (+€0,7 miljoen) als gevolg van de cofinanciering in Interreg-projecten die zijn opgestart in 2016;

� gestegen inkomsten voor projecten vanwege de Europese Unie die na een vertraagde opstart in 2014 en het op kruissnelheid komen in 2015, dit jaar een verdere groei kennen bij de ERC en Marie-Curie programma’s (+€0,5 miljoen);

4 Noteer dat het IUAP-programma vanaf 2018 vervangen wordt door het nieuw op te starten EOS-programma (waarbij EOS staat voor “The Excellence of Science”). Het EOS-programma wil gezamenlijk fundamenteel wetenschappelijk onderzoek tussen onderzoekers van de Vlaamse en Franstalige gemeenschap promoten door het financieren van vierjarige onderzoeksprojecten in alle wetenschapsdomeinen. De betrokken Vlaamse instellingen zullen hun financiering ontvangen via het FWO; de betrokken Franstalige instellingen via het FNRS.

12

� de toegenomen inkomsten vanwege internationale instellingen (+€0,5 miljoen) als gevolg van hogere inkomsten in het kader van de US Federal Funding en van projecten toegekend door het European Space Agency.

Deze meeropbrengsten worden gedeeltelijk gecompenseerd door lagere bijdragen vanwege de Vlaamse Gemeenschap ingevolge lagere inkomsten m.b.t. de Steunpunten (-€3,2 miljoen) en overige, kleinere mutaties die mekaar gedeeltelijk compenseren (+€0,3 miljoen).

- Toename in de 4de geldstroom met €9,6 miljoen. Deze inkomsten stijgen vooral door meer contractonderzoek met de privésector (+€7,5 miljoen) en door hogere valorisatieopbrengsten binnen KU Leuven Research & Development (+€3,9 miljoen). De stijgingen worden gedeeltelijk gecompenseerd door lagere opbrengsten uit contractonderzoek met de privésector met overheidssteun (-€1,1 miljoen) en door minder wetenschappelijke dienstverlening zonder contract omdat zowel binnen KU Leuven Research & Development als bij de bedrijven steeds meer, ook voor kleinere bedragen, contracten worden afgesloten (-€0,7 miljoen).

- Afname van de andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening met

€9,5 miljoen. � De afname met €10,9 miljoen onder rubriek A.5.6 Andere betreft vooral:

o lagere ingehouden bedrijfsvoorheffing ingevolge de opheffing vanaf 1/4/2016 van de regeling m.b.t. de niet door te storten bedrijfsvoorheffing in het kader van de wet d.d. 17 mei 2007 (B.S. 19.06.2007) en de Economische herstelwet d.d. 27 maart 2009 (B.S. 07.04.2009), de zogenaamde IPA-korting, in het kader van de federale taks shift (-€3,9 miljoen);

o lagere ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (-€3,7 miljoen). Deze daling wordt verklaard door hogere geregistreerde over te dragen opbrengsten in het kader van de excellentie- en programmafinanciering (impact op de opbrengsten: -€3,4 miljoen) en door iets lagere ontvangen defiscalisatiemiddelen ingevolge de uitstroom van OP2-medewerkers van het integratiekader (-€0,3 miljoen);

o lagere onderwijstoelagen (-€2,1 miljoen) vooral vanwege (1) Vlir-UOS waarvoor de onderwijstoelagen terugvallen naar een “normaal” peil nadat in 2015 toelagen voor allebei de jaren 2014 en 2015 waren geïnd en (2) minderopbrengsten via de UHasselt in het kader van de gemeenschappelijke opleidingsinitiatieven;

o lagere opbrengsten uit de verkoop van proefdieren (-€0,5 miljoen). � De reguliere studiegelden nemen af met €0,2 miljoen ingevolge een daling van het aantal niet-

beursgerechtigde studenten in de initiële bachelor- en masteropleidingen. � De andere inschrijvingsgelden nemen toe met €0,6 miljoen. Deze inkomsten zijn vrij volatiel

want ze zijn functie van het al dan niet doorgaan van specifieke initiatieven. � De huurinkomsten in de sociale sector nemen toe met €1,0 miljoen in de residenties

Arenbergwoonwijk, Camilo Torres, Pius X college en Holleberg. - De giften, schenkingen en legaten nemen af met €0,9 miljoen, mede door hogere over te dragen

opbrengsten van leerstoelen voor hetzelfde bedrag. - De toename van de andere bedrijfsopbrengsten met €7,3 miljoen betreft:

� hogere huuropbrengsten en inkomsten uit facilitaire dienstverlening buiten de sociale sector o.a. ingevolge de ingebruikname vanaf academiejaar 2015-2016 van 2 nieuwe studentenresidenties (Rega en Waterview) en de uitbreiding van de residentie Studax (+€2,1 miljoen);

� diverse andere subsidies zoals o.a. de subsidies van de Vlaamse Gemeenschap m.b.t. het archievendecreet en de ontvangen subsidies en premies in het kader van onroerende investeringen (+€1,2 miljoen);

� hogere omzet van de Kinderdagverblijven (+€1,2 miljoen) o.a. door de hogere ontvangsten van subsidies met betrekking tot voorgaande jaren;

13

� hogere recuperatie van nutsvoorzieningen (+€0,7 miljoen); � hogere doorrekeningen door Technische diensten (+€0,7 miljoen); � hogere recuperatie personeelskosten (+€0,5 miljoen); � hogere BTW-recuperatie op algemene kosten als gemengd BTW-belastingplichtige (+€0,5

miljoen); � hogere omzet voor lidmaatschapsgelden vooral ingevolge de recuperatie van

lidmaatschapsgelden in het kader van het netwerk Klinische paden (+€0,4 miljoen). 2. Bedrijfskosten De bedrijfskosten bedragen in 2016 €954,7 miljoen en nemen in vergelijking met 2015 toe met €21,0 miljoen of 2,3%. Deze stijging ligt hoger dan de 1,3%-stijging van de bedrijfsopbrengsten. Wanneer de toename van de voorzieningen voor risico’s en kosten echter buiten beschouwing wordt gelaten, bedraagt de stijging van de bedrijfskosten nog 1,2%, in lijn met de evolutie van de bedrijfsopbrengsten. Uiteraard dienen we bij de verschillen tussen de evolutie bedrijfsopbrengsten versus bedrijfskosten ook rekening te houden met de impact van de besparingen in 2015 en 2016, die in 2017 niet verder zullen toenemen. Gedetailleerd naar kostensoorten zien de bedrijfskosten er als volgt uit: Miljoenen € % - aankoop goederen 5,9 0,6% - diensten en diverse goederen 234,0 24,5% - bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 585,3 61,3% - afschrijvingen 53,1 5,6% - waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen 0,2 0,0% - voorzieningen voor risico’s en kosten 46,0 4,8% - andere bedrijfskosten 30,2 3,2% Totaal 954,7 100,0% De €21,0 miljoen toename van de bedrijfskosten versus 2015 wordt verklaard door volgende bewegingen. Bij de interpretatie ervan dient rekening te worden gehouden met het feit dat de mix tussen de kostensoorten van jaar tot jaar verschilt in functie van de aard van de onderzoeks- en andere projectactiviteiten die worden uitgevoerd. De aankopen van goederen nemen in 2016 af met €6,4 miljoen of 51,9% door de hogere waardering van de ijzeren voorraad uitrusting en meubilair op balans ingevolge de vijfjaarlijkse prijsherziening, conform de waarderingsregels. Deze hogere waardering op balans vertaalt zich in het jaar van de prijsherziening in een kost voor aankopen goederen met een negatief teken voor hetzelfde bedrag. De diensten en diverse goederen nemen in 2016 toe met €1,1 miljoen of 0,5% vooral ingevolge hogere kosten voor informaticadiensten. De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen stijgen in 2016 met €12,4 miljoen of 2,2%: - +€5,5 miljoen betreft een VTE-toename met 81,7 eenheden, van 8.549,3 in 2015 tot 8.631,0 in

20165; zie verder voor aanvullende toelichting/duiding; - +€5,5 miljoen wordt verklaard door de indexering van de lonen in juli 2016; - +€1,5 miljoen is het gevolg van de lagere niet-verschuldigde loonmatigingsbijdrage, als kost met

een negatief teken, voornamelijk door het wegvallen in 2016 van de eenmalige inhaalbeweging van 2015;

- +€0,5 miljoen betreft de toename van de uitvindersaandelen en bijwedden;

5 Noteer dat deze VTE-cijfers uitsluitend betrekking hebben op verbruiks-VTE voor bezoldigde personeelsleden.

14

- +€0,5 miljoen betreft de RSZ-werkgeversbijdragen door correcties met terugwerkende kracht van het RSZ-werknemerskengetal 675 (tijdelijk ZAP met zicht op vaste aanstelling) naar 491 (tijdelijk ZAP);

- +€0,4 miljoen is het gevolg van de toename van de kosten (door indexering en volumestijgingen) van de groepsverzekering voor het ATP, de groepsverzekering voor het BAP (onderzoekskader) en de overlijdensverzekering voor jonge ZAP-leden;

- +€2,3 miljoen betreft wijzigingen in de mix van het personeelsbestand, als gevolg van de in- en uitstroom van medewerkers, tredeverhogingen en promoties;

- de stijgingen worden voor -€3,8 miljoen gecompenseerd door lagere kosten ingevolge de maatregelen in het kader van de federale taks shift: � een daling van de personeelskosten door de bijstelling door de overheid van de

berekeningsparameters voor de RSZ-werkgeversbijdragen (-€5,3 miljoen)6; � een stijging van de personeelskosten voor de bursalen onderworpen aan RSZ door de

aanpassing van de brutolonen aan de gewijzigde schalen voor bedrijfsvoorheffing per 1/1/2016 (+€1,5 miljoen)7.

De stijging van het aantal VTE (+81,7 eenheden) situeert zich vooral binnen het ATP (+55,6 VTE), AAP/BAP/OP1&2 (+9,8 VTE), de bursalen onderworpen aan RSZ (+9,5 VTE), de gastprofessoren (8,0 VTE) en het ZAP/OP3 (+5,4 VTE, cf. het groeipad ZAP). Er treedt een kleine daling op bij het contractueel ATP (-6,2 VTE) en het contractueel AP (-0,4 VTE). De toename bij het ATP betreft: - de gewijzigde invulling en de hogere benuttingsgraad van de RE/VTE-enveloppen (+20,4 VTE); - de uitvoering van de groeipaden zoals voorzien in de “RE-normering” bij de geïntegreerde

campussen, de overname van personeelsleden van de hogescholen n.a.v. de afbouw van de gemengde lijsten en de overname vanaf academiejaar 2015-2016 van de STUVO-activiteiten van de Antwerpse campussen Carolus en Sint-Andries (samen +12,8 VTE);

- de omzetting van praktijkassistenten naar het ATP-onderwijsverzorgend kader (+11,2 VTE); - bijkomende aanstellingen op competitief verworven middelen en op beleidsruimte (+10,1 VTE); - de uitbouw van de gezamenlijke opleiding Handelswetenschappen in Hasselt (+1,1 VTE). De afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa bedragen in 2016 €53,1 miljoen en worden geboekt conform de waarderingsregels. Ze nemen toe met €1,3 miljoen t.o.v. 2015 vooral ingevolge de aanzienlijke investeringen binnen het Vijfjarenplan onroerende investeringen van de voorbije jaren. De waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen nemen in 2016 toe met €0,3 miljoen. De voorzieningen voor risico’s en kosten bedragen in 2016 €46,0 miljoen, d.i. een toename met €9,9 miljoen t.o.v. 2015.

6 De €5,3 miljoen kostendaling wordt verklaard door volgende bijstellingen van de parameters m.b.t. de RSZ-werkgeversbijdragen vanaf 1/4/2016:

- Voor personeel dat niet ten laste van de werkingstoelagen wordt gefinancierd dalen, met uitzondering van de jobstudenten en de bursalen met beperkte RSZ, de bijdragepercentages vanaf 1/4/2016 van ±34,2% naar ±31,9%. De bijgestelde aanpak resulteert in een minkost t.o.v. 2015 van circa -€3,1 miljoen;

- Voor het personeel binnen afdeling I Werking dalen, met uitzondering van het vast ZAP, het vast integratiekader en de jobstudenten, de bijdragepercentages vanaf 1/4/2016 van ±26,6% naar ±24,4%. Dit resulteert in een minkost t.o.v. 2015 van circa -€2,1 miljoen;

- De nieuwe berekeningswijze voor de structurele bijdragevermindering bestaat enerzijds in een verlaging van de forfaitaire korting en anderzijds in een relatieve toename van de lage lonencomponent. Dit resulteert in een beperkte daling van de personeelskosten t.o.v. 2015 met circa -€0,1 miljoen.

7 In het kader van de federale taks shift verhoogt vanaf 1 januari 2016 het nettoloon van werknemers, waarbij het bedrag van de verhoging afhangt van de hoogte van het brutoloon. Daarnaast trad vanaf 1 januari 2015 een verhoogde forfaitaire aftrek voor beroepskosten in werking, waardoor werknemers vanaf 1/1/2015 maandelijks tot 12,5 euro netto extra ontvangen; vanaf 1/1/2016 wordt dat 25 euro extra. Het brutoloon van de doctoraatsbursalen, waarop geen bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden, wordt zo bepaald dat het nettoloon van de doctoraatsbursaal vergelijkbaar is met dat van een assistent (barema 43) met dezelfde anciënniteit, dezelfde gezinssituatie, ... Om in overeenstemming met bovenvermelde maatregelen de verhoging van het nettoloon te bewerkstelligen werden de brutolonen van de doctoraatsbursalen per 1/1/2016 verhoogd.

15

De voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen nemen op balansniveau toe met €2,6 miljoen t.o.v. 2015, wat zich vertaalt in een kost van het boekjaar voor hetzelfde bedrag. Deze kost wordt vooral verklaard door: - de voorziening aangelegd voor polis 53003065, d.i. de groepsverzekering met te bereiken doel voor

ATP-medewerkers. Deze voorziening neemt in 2016 op balansniveau toe van €57,2 miljoen eind 2015 tot €60,8 miljoen eind 2016, d.i. een toename met €3,7 miljoen ingevolge een bijstelling van de actualisatievoet (van 2,20% in 2015 naar 1,35% in 2016), uit voorzichtigheidsoverwegingen en teneinde rekening te houden met de lagere rendementen op vastrentende beleggingsproducten (impact op de kosten 2016: +€3,7 miljoen);

- het volledig terugnemen in 2016 van de voorziening voor de terbeschikkingstelling (TBS) van personeel van het integratiekader, omwille van de beslissing van de Vlaamse overheid om voor deze uitdovende vorm van vervroegd uitstappen voorafgaand aan het pensioen, extra financiering ter beschikking te stellen van de universiteit (impact op de kosten 2016: -€0,9 miljoen);

- de afname op balansniveau van de voorziening voor verplichtingen inzake pensioenrechten tot 1971 van €0,6 miljoen in 2015 naar €0,4 miljoen in 2016. Deze voorziening betreft overlevingspensioenen die nog uitgekeerd worden aan weduwen van ZAP-leden die voor 1971 met pensioen waren (impact op de kosten 2016: -€0,2 miljoen).

De voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken die in 2012 voor de eerste maal werden aangelegd, nemen op balansniveau toe met €32,6 miljoen tot €122,2 miljoen eind 2016. Deze voorzieningen zijn inclusief grote herstellings- en onderhoudswerken binnen de geïntegreerde (technologie-)campussen. Voor 2016 wordt een toevoeging geboekt van €47,6 miljoen en een gedeeltelijke terugname in functie van de gemaakte kosten van -€15,0 miljoen. Totale netto-impact op de voorzieningen 2016: +€32,6 miljoen. Per einde 2016 staat op het passief van de balans een totale voorziening ingeschreven voor een bedrag dat gelijk is aan de geraamde kosten voor grote herstellings- en onderhoudswerken voor de komende 5 jaren. De voorzieningen voor veiligheid- en milieuverplichtingen nemen op balansniveau af met €1,4 miljoen t.o.v. 2015: - de voorziening asbest- en bodemsanering neemt in 2016 op balansniveau af van €9,6 miljoen in

2015 naar €8,1 miljoen in 2016 (impact op de kosten 2016: -€1,5 miljoen); - de VGM-voorziening neemt in 2016 op balansniveau toe van €2,9 miljoen in 2015 naar €3,0 miljoen

in 2016 (impact op de kosten 2016: +€0,1 miljoen). De voorzieningen voor overige risico’s en kosten nemen op balansniveau toe met €12,2 miljoen t.o.v. 2015 ingevolge enkele tegengestelde bewegingen: - er wordt een nieuwe voorziening aangelegd ten bedrage van €7,4 miljoen voor de mogelijk geachte

verliezen binnen de EFRO/Interreg-projecten ten gevolge van mogelijke, verwachte interpretaties van de staatssteunregelgeving door de Europese autoriteiten (impact op de kosten 2016: +€7,4 miljoen);

- de voorziening voor uit te keren uitvindersaandelen neemt op balansniveau toe van €18,5 miljoen eind 2015 tot €23,6 miljoen eind 2016 ingevolge de hogere inkomsten uit de verschillende licenties afgesloten binnen KU Leuven Research & Development (impact op de kosten 2016: +€5,1 miljoen);

- de overige wijzigingen betreffen kleinere mutaties die elkaar deels compenseren (-€0,3 miljoen). De andere bedrijfskosten bedragen in 2016 €30,2 miljoen en nemen toe met €2,3 miljoen door de hogere roerende voorheffing op valorisatie-inkomsten. 3. Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten 2016 bedragen €15,3 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: - intresten en dividenden uit financiële vaste activa voor €0,2 miljoen (zie code 750); - intresten op geldbeleggingen voor €8,9 miljoen (zie code 751); - gerealiseerde meerwaarden op de verkopen van geldbeleggingen voor €3,3 miljoen, inbrengen in

natura in spin-offs voor €1,3 miljoen, gerealiseerde positieve wisselkoersverschillen voor €1,2 miljoen en ontvangen retrocessies op aangehouden aandelenfondsen bij vermogensbeheerders voor €0,4 miljoen (zie code 752/9).

16

De daling van €2,6 miljoen t.o.v. 2015 (of -14,5%) betreft volgende, elkaar deels compenserende evoluties: - lagere opbrengsten uit obligaties (-€1,6 miljoen) door de combinatie van het huidige lage rentepeil

en lagere couponontvangsten wegens het in voorgaande jaren op eindvervaldag komen van een aantal obligaties die in afwachting van een toekomstige rentestijging belegd worden op korte termijn;

- lagere meerwaarden bij de realisatie van geldbeleggingen (-€1,3 miljoen); - gedaalde opbrengsten uit liquide middelen en termijnrekeningen (-€1,1 miljoen) ingevolge de lage

rentestand; - hogere inbrengen in natura in spin-off bedrijven (+€0,9 miljoen); - hogere gerealiseerde positieve wisselkoersverschillen (+€0,5 miljoen). De financiële kosten bedragen -€0,4 miljoen (kosten met negatief teken) en betreffen hoofdzakelijk: - de intresten op de EIB-lening voor het financieren van projecten uit het Vijfjarenplan onroerende

investeringen voor €0,6 miljoen (zie code 650); - de terugname van niet gerealiseerde waardeverminderingen op geldbeleggingen voor -€1,6 miljoen

(kosten met negatief teken) in functie van de beurskoersen op 31 december 2016 (zie code 651); - gerealiseerde negatieve wisselkoersresultaten voor €0,4 miljoen en bank- en beheerskosten voor

€0,2 miljoen (zie code 652/9). De financiële kosten dalen met €3,9 miljoen t.o.v. 2015 hoofdzakelijk door de evolutie van de niet gerealiseerde waardeverminderingen op vlottende activa ingevolge gestegen beurskoersen. 4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De uitzonderlijke opbrengsten bedragen in 2016 €2,6 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: - de terugname van waardeverminderingen op financiële vaste activa (code 761 voor €2,6 miljoen); - de uitzonderlijke resultaten op de verkoop van aandelen in spin-offs (code 763 voor -€2,1 miljoen,

d.i. een opbrengst met een negatief teken en dient samen bekeken te worden met de code 761). Zodoende realiseert KU Leuven Research & Development over 2016 meerwaarden op de verkoop van spin-off participaties voor €0,5 miljoen;

- de gespreide verkoop van een terrein n.a.v. de ontwikkeling van de site Hertogendal in samenwerking met Resiterra (code 763 voor €0,1 miljoen);

- de ontvangen FFEU-middelen (middelen uit het Financierings-Fonds Eenmalige Uitgaven van de Vlaamse Overheid) in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringweg rond de Health Science Campus – Gasthuisberg (€2,0 miljoen – zie code 764/9); er is eenzelfde bedrag aan uitzonderlijke kosten geboekt (zie hieronder).

Er werden in 2016 €4,1 miljoen uitzonderlijke kosten geboekt, hoofdzakelijk voor: - de afwaardering van participaties in financiële vaste activa (€2,1 miljoen – code 661); - de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences Campus – Gasthuisberg

(€2,0 miljoen – code 664/8 - zie ook de uitzonderlijke opbrengsten hierboven). 5. Inkomende en uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen Inkomende en uitgaande verrekeningen en overschrijvingen betreffen interne KU Leuven transacties die elkaar op instellingsniveau compenseren. De bespreking ervan is enkel relevant binnen de afdelingen. 6. Overschot (tekort) van het boekjaar Zoals blijkt uit onderstaande tabel boekt de KU Leuven in 2016 in de bedrijfseconomische view een overschot van het boekjaar van €60,7 miljoen, d.i. €9,3 miljoen minder dan in 2015.

17

Tabel 1.2: Vergelijking resultaat van het boekjaar 2016 versus 2015

Het totaalresultaat in de cash view neemt toe met €22,8 miljoen tegenover 2015 terwijl het resultaat in de Bedrijfseconomische afdeling VIII daalt met €32,0 miljoen. De stijgers in de cashview zijn: - afdeling I Werking (+€1,4 miljoen); spijts de (bescheiden) verbetering van het resultaat die mede

verklaard wordt door de nieuwe inkomende overschrijving van de verhoogde inschrijvingsgelden uit afdeling V Patrimonium (€10,0 miljoen), blijft het resultaat in afdeling I Werking negatief, als gevolg van de besparingen vanwege de Vlaamse overheid op het hoger onderwijs en het uitblijven van de actualisatie van de compensatieregeling voor de hogere wettelijke en conventionele werkgeversbijdragen bij de vrije universiteiten in vergelijking met de publieke universiteiten (cf. artikel III. 58 van de Codex Hoger Onderwijs, voorheen Artikel 41 van het financieringsdecreet);

- afdeling II Investeringen (+€10,4 miljoen) vooral ingevolge lagere cash-uitgaven inzake onroerende investeringen overeenkomstig het Vijfjarenplan onroerende investeringen (FOI) in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten;

- afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten (+€0,8 miljoen); - afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds (+€2,0 miljoen) vooral ingevolge een lager

uitgavenpatroon dat sterk afhankelijk is van de aard van de projecten die worden uitgevoerd; - afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen (+€1,4 miljoen) ingevolge hogere valorisatie-inkomsten

waarvan de resultaatsimpact gedeeltelijk gecompenseerd wordt door lagere realisaties van financiële vaste activa en hogere bedrijfskosten/verrekeningen;

- afdeling VI Voor orde (+€11,9 miljoen) door toegenomen ontvangsten van onderzoeksmiddelen die alsnog moeten doorgestort worden aan derden.

Afdeling V Patrimonium is de enige daler in de cash view (-€4,9 miljoen). Het resultaat daalt vooral door volgende bewegingen: - de hogere uitgaande overschrijvingen overeenkomstig de genomen beleidsbeslissingen voor een

totaalbedrag van -€16,8 miljoen; deze extra overschrijvingen betreffen voornamelijk €10,0 miljoen naar afdeling I Werking (cf. de verhoogde inschrijvingsgelden - zie supra) en €5,3 miljoen naar afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen (o.a. voor de aankoop van kleinere onderzoeksinfrastructuur en voor het opzetten van een pool van onderzoeksadviseurs binnen de Groep Humane Wetenschappen);

- de lagere uitzonderlijke opbrengsten (impact op het resultaat van de afdeling: -€3,0 miljoen) vooral ingevolge lagere realisaties bij de financiële vaste activa.

Deze factoren die negatief inwerken op het resultaat van de afdeling worden deels gecompenseerd door de lagere aankopen van goederen in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten van het Vijfjarenplan onroerende investeringen (impact op het resultaat van de afdeling: +€9,9 miljoen) en door de hogere bedrijfsopbrengsten (impact op het resultaat van de afdeling: +€5,9 miljoen).

18

De afname van het resultaat binnen afdeling VIII (-€32,0 miljoen) wordt hoofdzakelijk verklaard door: - de netto afname van de bedrijfsopbrengsten (impact op het resultaat van de afdeling: -€20,3

miljoen) vooral ingevolge de netto bijboeking op balans van de nog door te storten bedragen aan partner-instellingen in het kader van gezamenlijke onderzoeksactiviteiten en de legaten geïnd in 2016 die via afdeling VIII uit resultaat worden gehaald om op het eigen vermogen van de balans te worden geplaatst;

- de hogere toevoeging aan de voorzieningen voor risico’s en kosten (impact op het resultaat van de afdeling: -€9,9 miljoen). De grootste toevoegingen betreffen de voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken aan gebouwen van de KU Leuven, de aanleg van de nieuwe voorziening voor EFRO/Interreg projecten en de hogere voorziening voor uit te keren uitvindersaandelen binnen KU Leuven Research & Development.

Het globaal overschot van het boekjaar 2016 in de bedrijfseconomische view (€60,7 miljoen) resulteert, samen met de registraties op het eigen vermogen (€9,0 miljoen), in een aangroei van het eigen vermogen van €1.336 miljoen op 31 december 2015 tot €1.406 miljoen einde 2016, waarbij de bestemde fondsen stijgen van €1.335 miljoen naar €1.404 miljoen (zie Deel 2 Balans)8. Bij de interpretatie van dit resultaat en van de evolutie van het eigen vermogen en van de bestemde fondsen moet uitermate grote voorzichtigheid worden aan de dag gelegd. De overschotten van het boekjaar, het eigen vermogen en de bestemde fondsen vertegenwoordigen immers geen vrije beleidsruimte voor het universiteitsbestuur. Via eerder genomen punctuele beslissingen en de contractuele engagementen aangegaan tegenover een veelheid aan opdrachtgevers en projectfinanciers zijn deze middelen reeds bestemd. Bovendien overtreffen de bestemmingen substantieel de bestemde fondsen, waardoor reeds invulling is gegeven aan de toekomstige inkomsten. Met de brief d.d. 8 februari 2013 van de Regeringscommissaris aan de Rector vraagt de Vlaamse Overheid aan de universiteit om vanaf boekjaar 2012 bij de jaarrekening een lijst te voegen met de welomschreven, kwantificeerbare bestemmingen in het kader van de onderwijs-, onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten. De schaal van de KU Leuven en de veelheid aan concrete bestemmingen die zijn geïdentificeerd en geconcretiseerd via toekenningen van middelen op meer dan 90.000 individuele kredieten, maakt dat het geven van een dergelijke exhaustieve/gedetailleerde lijst minder aangewezen is. Een benadering op basis van samenvattende staten is meer opportuun. Zoals blijkt uit de tabel 1.4 verschillen de bestemmingen van de fondsen sterk van begrotingsafdeling tot begrotingsafdeling. Vandaar dat de problematiek van de resultatenverwerking en van de samenstelling van de bestemde fondsen aanvullend en meer in detail wordt toegelicht bij de bespreking van de resultatenrekeningen per afdeling. De analyse van de bestemmingen op 31 december 2016, conform de aanpak die in voege is sinds 2009, geeft het volgende beeld van de bestemde fondsen voor alle begrotingsafdelingen samen:

Bovenstaande tabel toont een netto afname van het bestemd fonds voor onroerende investeringen (-€13,1 miljoen), waarbij de extra toevoegingen aan het fonds voor de uitvoering van het Vijfjarenplan onroerende investeringen meer dan gecompenseerd worden door de opname van een deel van het fonds in de voorziening voor groot onderhoud en herstellingen. De bestemde fondsen voor wetenschappelijk onderzoek, andere goedgekeurde middelen voor initiatieven van groepen/departementen/faculteiten/diensten/professoren en studentenvoorzieningen nemen in 2016 toe met respectievelijk €72,0 miljoen, €9,0 miljoen en €1,8 miljoen.

8 Noteer dat het eigen vermogen in 2016 kapitaalsubsidies bevat ter waarde van €2,1 miljoen m.b.t. het pand De Kabouterberg en de nieuwbouw Babyhome.

(in euro) code 31/12/2015 Mutatie 2016 via resultaten-

verwerking

Mutatie 2016 via eigen

vermogen31/12/2016 Verschil

Bestemde fondsen 13 1.334.531.615 60.722.372 8.990.463 1.404.244.451 69.712.836

Onroerende investeringen 408.623.395 -13.148.056 0 395.475.339 -13.148.056

Wetenschappelijk onderzoek 741.699.808 70.498.816 1.504.000 813.702.624 72.002.816Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren 170.643.402 1.543.139 7.486.463 179.673.004 9.029.602

Studentenvoorzieningen 13.565.011 1.828.474 0 15.393.484 1.828.474

19

Aanvullende kanttekening bij de bestemde fondsen: Tijdens 2016 worden €9,0 miljoen bestemde fondsen rechtstreeks op het eigen vermogen van de balans geregistreerd, gezien deze fondsen het totale vermogen van de KU Leuven doen toenemen zonder dat zij het gevolg zijn van een economische transactie: - €1,5 miljoen wordt toegevoegd aan het bestemd fonds “Wetenschappelijk onderzoek” ingevolge

legaten geïnd binnen afdeling IV.2; - €7,5 miljoen wordt toegevoegd aan het bestemd fonds “Andere goedgekeurde middelen voor

initiatieven van groepen/departementen/faculteiten/diensten/professoren” ingevolge legaten geïnd binnen afdeling V.

Aan de Raad van Bestuur wordt gevraagd om de bestemmingen zoals hier voorgesteld in het kader van de opmaak van de jaarrekening 2016 en de resultatenverwerking 2016 te bevestigen.

20

Tabel 1.3: Resultatenrekening 2016 – bedrijfseconomische view – totaalbeeld KU Leuven (1/2)

(in euro) codes Boekjaar

2016 Boekjaar

2015

70/74 1.001.276.994 988.005.863

70 920.289.102 917.413.115

700 379.400.774 375.872.296

7000 356.995.677 354.523.403

7001 1.474.664 1.471.422

7002 11.725.167 11.549.152

7003 9.205.266 8.328.319

7004 0 0

701 122.487.819 127.858.318

7010 64.003.300 64.191.000

7011 6.815.245 6.816.984

7012 50.765.324 55.422.008

7013 903.949 1.428.325

702 135.559.757 127.519.443

7020 6.915.331 5.123.000

7021 73.977.557 75.224.975

70210 13.595.072 15.457.477

70211 25.854.655 25.832.954

70212 12.245.381 12.361.968

70213 11.468.166 8.867.535

70214 10.814.282 12.705.040

7022 1.472.543 780.940

7023 52.992.305 46.343.009

70230 49.108.344 42.525.007

70231 3.883.947 3.714.400

70232 14 103.602

7024 202.020 47.519

703 195.168.846 189.003.597

7030 53.579.105 49.227.796

70300 22.622.373 21.662.631

70301 30.956.732 27.565.164

703010 27.827.580 24.848.457

703011 0 0

703012 2.809.036 2.459.889

703013 320.116 256.819

7031 13.693.539 15.069.926

7032 5.276.613 5.990.393

7033 122.619.588 118.715.483

704 87.671.905 97.159.461

7040 34.845.896 35.065.531

7041 8.288.434 7.649.857

7042 9.609.559 8.583.521

7043 0 0

7044 193.758 193.857

7045 34.734.258 45.666.695

71 2.725.262 -1.300.888

72 0 0

73 13.129.930 14.057.372

74 65.132.700 57.836.264

60/64 954.695.349 933.704.721

60 5.913.775 12.288.301

61 233.930.643 232.824.600

62 585.264.794 572.854.762

620 164.974.126 160.529.710

621 143.745.936 142.839.720

622 194.948.004 190.435.608

623 4.380.690 3.551.982

624 231.101 248.925

625 3.065.527 3.023.471

626 73.919.410 72.225.345

630 53.115.905 51.780.624

631/3 236.901 -92.076

634/9 46.042.600 36.135.619

640/9 30.190.730 27.912.891

70/64 46.581.645 54.301.141

A.1.4. Sociale toelagen

A.1.3. Investeringsuitkeringen

D. Afschrijvingen en w aardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XI, B)

F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -) (toelichting XI, A3 en C)

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

A.1.2. Uitkeringen DGD

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting XI, A2)

C.1. ZAP

C.2. AAP/BAP

C.3. ATP

C.4. Gastprofessoren

A.1.1. Werkingsuitkeringen

C.5. Contractueel AP

C.6. Contractueel ATP

C.7. Bursalen onderw orpen aan RSZ

I. Bedrijfsopbrengsten (+)

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en w etenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector

A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties

A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - pre klinisch

A.4.1.2.3. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase I & II

A.4.1.2.4. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase III en IV

A. Opbrengsten verbonden aan onderw ijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisf inanciering (1ste geldstroom)

A.2.1. BOF

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)

A.3. Overheidsbijdragen toegepast w etenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast w etenschappelijk onderzoek

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderw ijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6. Andere

B. Waardew ijziging projecten in uitvoering

C. Geproduceerde vaste activa

D. Giften, schenkingen en legaten

E. Andere bedrijfsopbrengsten

II. Bedrijfskosten (-)

A. Aankoop goederen

B. Diensten en diverse goederen

21

Tabel 1.3: Resultatenrekening 2016 – bedrijfseconomische view – totaalbeeld KU Leuven (2/2)

(in euro) codes Boekjaar 2016 Boekjaar 2015

IV. Financiële opbrengsten (+) 75 15.296.940 17.888.251

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 170.867 57.619

B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 8.858.446 11.646.681

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 6.267.628 6.183.952

V. Financiële kosten (-) 65 -353.141 3.542.892

A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 625.290 658.759

B. 651 -1.541.870 2.310.132

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 563.439 574.002

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 62.231.726 68.646.500

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 2.599.305 3.204.502A. 760 0 0B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 2.620.879 2.490.453

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 762 0 0

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 -1.967.493 714.049

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A) 764/9 1.945.919 0

VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 4.108.659 1.859.879

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa660 30.331 341.682

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 2.107.909 1.102.218

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke ris ico's en kosten 662 0 0

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 663 24.500 415.979

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 1.945.919 0

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-) 669 0 0

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) 9 145.555.609 121.084.450

A. Verrekeningen 93 81.105.212 73.428.175

B. Overschrijvingen 94 64.450.397 47.656.275

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) 8 145.555.609 121.084.450

A. Verrekeningen 83 81.105.212 73.428.175

B. Overschrijvingen 84 64.450.397 47.656.275

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 60.722.372 69.991.123

Resultatenverwerking codes Boekjaar 2016 Boekjaar 2015

A. Te bestemmen overschot (te verwerken tekort)

1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 60.722.372 69.991.123

2. Te verwerken tekort van het boekjaar 66/70 0 0

3. Overgedragen overschot van het vorige boekjaar 790 0

4. Overgedragen tekort van het vorig boekjaar 690

B. Onttrekking aan de eigen middelen (+)

1. aan het gevormd vermogen 791

2. aan de bestemde fondsen 792 13.148.056 18.933.296

- onroerende investeringen 13.148.056 0

- wetenschappelijk onderzoek 0 0

- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 0 18.933.296

- studentenvoorzieningen 0 0

C. Toevoeging aan de eigen middelen (-)

1. aan het gevormd vermogen 691

2. aan de bestemde fondsen 692 73.870.429 88.924.419

- onroerende investeringen 0 4.296.853

- wetenschappelijk onderzoek 70.498.816 83.858.869

- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 1.543.139 0

- studentenvoorzieningen 1.828.474 768.697

D. Over te dragen overschot (tekort) 693/793 0 0

Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste

Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E. (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XII, D)

22

Tabel 1.4: Resultatenrekening 2016 versus 2015 – totaalbeeld KU Leuven verbijzonderd naar de afdelingen

++

(in euro) Afdeling I

Werking Afdeling II

Investeringen

Afdeling IIISoc. Voorz. voor

Studenten

Afdeling IV.1Bijzonder

Onderzoeksfonds

Afdeling IV.2Andere

Onderzoeksfondsen

Afdeling VPatrimonium

Afdeling VIVoor Orde

Totaal Cashview Afdeling VIII

Bedrijfsecon. afdelingTotaal Bedrijfsecon. View

Bestemde fondsen - einde boekjaar 2015 26.522.651 5.505.276 13.565.010 73.525.142 558.183.954 386.126.345 18.364.256 1.081.792.634 235.203.781 1.316.996.415

Bedrijfsopbrengsten 358.287.588 14.630.025 21.319.044 64.006.073 397.601.701 149.819.146 7.870.518 1.013.534.095 -12.257.102 1.001.276.994

Bedrijfskosten 368.758.464 15.834.113 18.286.282 47.796.921 304.754.949 176.572.731 0 932.003.460 22.691.889 954.695.349

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -10.470.876 -1.204.087 3.032.762 16.209.152 92.846.752 -26.753.586 7.870.518 81.530.636 -34.948.991 46.581.645

Financiële opbrengsten 0 312.268 170.050 0 166.424 14.333.687 0 14.982.429 314.511 15.296.940

Financiële kosten 40.936 2.718 256.450 0 533.836 4.199.774 0 5.033.715 -5.386.856 -353.141

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -10.511.812 -894.538 2.946.362 16.209.152 92.479.340 -16.619.673 7.870.518 91.479.350 -29.247.624 62.231.726

Uitzonderlijke opbrengsten 0 2.065.451 0 0 156.906 92.036 0 2.314.393 284.913 2.599.305

Uitzonderlijke kosten 0 0 0 0 0 24.500 0 24.500 4.084.159 4.108.659

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 32.024.341 8.332.407 4.586.333 6.860.402 -5.284.528 99.036.654 0 145.555.609 0 145.555.609

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 25.638.219 558.903 5.704.221 20.170.524 16.768.128 76.715.614 0 145.555.609 0 145.555.609

Overschot (tekort) van het boekjaar -4.125.690 8.944.417 1.828.474 2.899.030 70.583.591 5.768.903 7.870.518 93.769.242 -33.046.870 60.722.372


Onroerende investeringen 0 14.449.693 0 0 0 66.594.739 0 81.044.432 311.766.107 392.810.539

Wetenschappelijk onderzoek 0 0 0 76.424.172 628.767.545 165.803.349 26.234.774 897.229.840 -90.696.217 806.533.622

Andere goedgekeurde middelen voor verw orven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren 22.396.961 0 0 0 0 159.497.159 0 181.894.120 -18.605.042 163.289.078

Studentenvoorzieningen 0 0 15.393.484 0 0 0 0 15.393.484 -307.936 15.085.548

(in euro) Afdeling I

Werking Afdeling II

Investeringen

Afdeling IIISoc. Voorz. voor

Studenten

Afdeling IV.1Bijzonder

Onderzoeksfonds

Afdeling IV.2Andere

Onderzoeksfondsen

Afdeling VPatrimonium

Afdeling VIVoor Orde

Totaal Cashview Afdeling VIII

Bedrijfsecon. afdelingTotaal Bedrijfsecon. View


Bedrijfsopbrengsten 355.821.082 13.396.074 18.739.306 64.194.235 387.795.728 143.955.501 -3.984.333 979.917.593 8.088.270 988.005.863

Bedrijfskosten 362.034.079 23.239.213 18.502.104 49.009.545 290.306.805 185.523.493 0 928.615.239 5.089.482 933.704.721

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -6.212.998 -9.843.140 237.202 15.184.690 97.488.923 -41.567.992 -3.984.333 51.302.353 2.998.788 54.301.141

Financiële opbrengsten 0 275.246 189.006 0 255.357 17.896.079 0 18.615.689 -727.438 17.888.251

Financiële kosten 42.099 5.887 318.442 0 906.037 4.648.897 0 5.921.363 -2.378.470 3.542.892

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -6.255.097 -9.573.780 107.766 15.184.690 96.838.244 -28.320.810 -3.984.333 63.996.680 4.649.820 68.646.500

Uitzonderlijke opbrengsten 0 1.273.535 307.936 0 2.731.631 3.093.550 0 7.406.653 -4.202.151 3.204.502

Uitzonderlijke kosten 0 0 0 0 375.833 40.146 0 415.979 1.443.900 1.859.879

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 21.238.969 7.362.781 4.790.987 6.044.474 -13.829.777 95.477.016 0 121.084.450 0 121.084.450

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 20.467.996 504.255 4.130.056 20.342.957 16.141.846 59.497.339 0 121.084.450 0 121.084.450

Overschot (tekort) van het boekjaar -5.484.124 -1.441.719 1.076.634 886.207 69.222.419 10.712.272 -3.984.333 70.987.355 -996.232 69.991.123


Onroerende investeringen 0 5.505.276 0 0 0 68.609.139 0 74.114.415 331.844.180 405.958.595

Wetenschappelijk onderzoek 0 0 0 73.525.142 558.183.954 167.174.771 18.364.256 817.248.123 -81.213.316 736.034.807

Andere goedgekeurde middelen voor verw orven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren 26.522.651 0 0 0 0 150.342.435 0 176.865.086 -15.119.146 161.745.939

Studentenvoorzieningen 0 0 13.565.010 0 0 0 0 13.565.010 -307.936 13.257.074

BOEKJAAR 2016

BOEKJAAR 2015

23

Tabel 1.5: Bedrijfsopbrengsten na matching – 2016 versus 2015 – detaillering

(in euro) Boekjaar 2016 (1) Matching 2016 (2)2016 na Matching

(3)=(1)+(2)Boekjaar 2015 (4) Matching 2015 (5)

2015 na Matching

(6)=(4)+(5)

Afwijkingen 2016 - 2015 na matching

(7)=(3)-(6)

I. Bedrijfsopbrengsten (+) 1.001.276.994 0 1.001.276.994 988.005.863 0 988.005.863 13.271.131

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 920.289.102 2.725.262 923.014.364 917.413.115 -1.300.888 916.112.227 6.902.137

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom) 379.400.774 0 379.400.774 375.872.296 0 375.872.296 3.528.478

A.1.1. Werkingsuitkeringen 356.995.677 0 356.995.677 354.523.403 0 354.523.403 2.472.275

A.1.2. Uitkeringen DGD 1.474.664 0 1.474.664 1.471.422 0 1.471.422 3.242

A.1.3. Investeringsuitkeringen 11.725.167 0 11.725.167 11.549.152 0 11.549.152 176.014

A.1.4. Sociale toelagen 9.205.266 0 9.205.266 8.328.319 0 8.328.319 876.947A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies 0 0 0 0 0 0 0

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 122.487.819 1.466.652 123.954.471 127.858.318 -3.425.621 124.432.696 -478.225

A.2.1. BOF 64.003.300 0 64.003.300 64.191.000 0 64.191.000 -187.700

A.2.2. IUAP 6.815.245 841.121 7.656.366 6.816.984 -1.358.722 5.458.262 2.198.103

A.2.3. FWO 50.765.324 347.632 51.112.957 55.422.008 -2.094.984 53.327.024 -2.214.068A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) 903.949 277.899 1.181.848 1.428.325 28.085 1.456.410 -274.561

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 135.559.757 590.822 136.150.579 127.519.443 4.892.346 132.411.789 3.738.790

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP 6.915.331 470.191 7.385.522 5.123.000 1.523.665 6.646.665 738.857

A.3.2. Vlaamse gemeenschap 73.977.557 5.580.514 79.558.071 0 3.003.975 78.228.950 1.329.121A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap 13.595.072 -1.169.192 12.425.880 15.457.477 148.307 15.605.784 -3.179.904

A.3.2.2. IWT 25.854.655 -186.926 25.667.729 25.832.954 -1.391.842 24.441.112 1.226.617

A.3.2.3. IOF 12.245.381 0 12.245.381 12.361.968 0 12.361.968 -116.587

A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisaties 11.468.166 -136.995 11.331.171 8.867.535 2.015.363 10.882.899 448.272

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap 10.814.282 7.073.628 17.887.910 12.705.040 2.232.147 14.937.187 2.950.723A.3.3. Steden en provincies 1.472.543 3.368 1.475.911 780.940 41.123 822.062 653.849

A.3.4. Internationale organen 52.992.305 -5.396.878 47.595.426 0 254.496 46.597.505 997.921

A.3.4.1. Europese Unie 49.108.344 -5.221.494 43.886.851 42.525.007 910.047 43.435.054 451.797

A.3.4.2. Internationale instellingen 3.883.947 -218.143 3.665.804 3.714.400 -564.291 3.150.109 515.695A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden 14 42.758 42.771 103.602 -91.261 12.342 30.429

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek 202.020 -66.372 135.648 47.519 69.087 116.606 19.042

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)195.168.846 667.788 195.836.634 189.003.597 -2.767.613 186.235.985 9.600.650

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 53.579.105 1.073.047 54.652.152 0 -2.102.859 47.124.936 7.527.216

A.4.1.1 Contractonderzoek - non profit organisaties 22.622.373 1.679.957 24.302.330 21.662.631 -1.342.258 20.320.373 3.981.957A.4.1.2 Contractonderzoek - vennootschappen 30.956.732 -606.910 30.349.822 0 -760.601 26.804.563 3.545.258

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen 27.827.580 -606.910 27.220.670 24.848.457 -760.601 24.087.856 3.132.814

A.4.1.2.2. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - pre klinisch 0 0 0 0 0 0 0

A.4.1.2.3. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase I & II 2.809.036 0 2.809.036 2.459.889 0 2.459.889 349.148A.4.1.2.4. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase III en IV 320.116 0 320.116 256.819 0 256.819 63.297

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun 13.693.539 -405.259 13.288.281 15.069.926 -664.753 14.405.172 -1.116.892

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) 5.276.613 0 5.276.613 5.990.393 0 5.990.393 -713.780

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten 122.619.588 0 122.619.588 118.715.483 0 118.715.483 3.904.106A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 87.671.905 0 87.671.905 97.159.461 0 97.159.461 -9.487.555

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden 34.845.896 0 34.845.896 35.065.531 0 35.065.531 -219.635

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden 8.288.434 0 8.288.434 7.649.857 0 7.649.857 638.578

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector 9.609.559 0 9.609.559 8.583.521 0 8.583.521 1.026.038

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants 0 0 0 0 0 0 0A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen 193.758 0 193.758 193.857 0 193.857 -99

A.5.6. Andere 34.734.258 0 34.734.258 45.666.695 0 45.666.695 -10.932.437

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 2.725.262 -2.725.262 0 -1.300.888 1.300.888 0 0

C. Geproduceerde vaste activa 0 0 0 0 0 0 0D. Giften, schenkingen en legaten 13.129.930 0 13.129.930 14.057.372 0 14.057.372 -927.442

E. Andere bedrijfsopbrengsten 65.132.700 0 65.132.700 57.836.264 0 57.836.264 7.296.436

24

DEEL 2

Balans

25

1. Algemeen De totale balanswaarde van de KU Leuven bedraagt eind 2016 €1,932 miljard versus €1,807 miljard einde 2015, d.i. een stijging met €124,7 miljoen of 6,9%. Dit bedrag omvat eveneens de vermogensmutaties tussen de hogescholen van de Associatie KU Leuven en de KU Leuven ten gevolge van de integratie van de academische hogeschoolactiviteiten in de universiteit. 2. Activa Op 31 december 2016 maken de materiële vaste activa 29,9% uit van de totale balanswaarde, de vorderingen op ten hoogste één jaar 6,1% en de geldbeleggingen 61,7%. De overige posten zijn goed voor 2,3% van de totale balanswaarde. 2.1 Vaste activa De vaste activa bedragen eind 2016 €592,3 miljoen en nemen toe met €17,9 miljoen of 3,1% tegenover 2015. De stijging doet zich vooral voor bij de materiële vaste activa (+€16,2 miljoen) als gevolg van belangrijke nieuwe investeringen. De immateriële vaste activa bedragen €0,7 miljoen en stijgen met €0,1 miljoen ten opzichte van 2015. De afschrijvingen van het boekjaar bedragen €0,4 miljoen terwijl er €0,5 miljoen nieuwe investeringen werden geboekt. De materiële vaste activa bedragen €576,8 miljoen en nemen toe met €16,2 miljoen of 2,9% ten opzichte van 2015. De toename van de materiële vaste activa is vooral terug te vinden onder de rubriek terreinen en gebouwen, die stijgt van €408,3 miljoen op 31 december 2015 naar €425,9 miljoen einde 2016 (+€17,6 miljoen of + 4,3%). De rubriek installaties, machines en uitrusting neemt toe van €59,8 miljoen in 2015 tot €71,2 miljoen in 2016 (+€11,4 miljoen of +19,2%). De rubriek vaste activa in aanbouw daalt van €49,8 miljoen op 31 december 2015 naar €36,4 miljoen einde 2016 (-€13,4 miljoen of -26,9%). De aanschaffingen en de overboekingen vanuit activa in aanbouw m.b.t. terreinen en gebouwen bedragen in 2016 €44,6 miljoen, de afschrijvingen van het boekjaar €27,0 miljoen. De belangrijkste nieuwe investeringen binnen de terreinen en gebouwen betreffen9: - de inhuizing en de verdere investeringen in de nieuwbouw van het Rega-Instituut, een interfacultair

laboratoriumgebouw met labo’s en cleanrooms op Campus Gasthuisberg (€32,3 miljoen); - de inhuizing en de verdere investeringen in de nieuwbouw studentenresidentie Spoelberg te Kortrijk

(+€3,7 miljoen); - de verbouwing van Gebouw A van Campus Kortrijk, vnl. de labo's wetenschappen en de hal van

het gebouw (+€1,7 miljoen); - de verdere investeringen in de nieuwbouw van het scheikundig laboratoriumgebouw Leuven

Chem&Tech (voorheen Corelab) voor het departement Chemie, de afdeling COK en het departement CIT (€1,1 miljoen);

- de elektriciteitswerken en investeringsuitgaven voor verwarming, ventilatie en koeling bij de nieuwbouw en de uitbreiding van het Elektrotechnisch Instituut voor ESAT (€0,8 miljoen);

- de ombouw en de herbestemming van de voormalige Regaschool tot een niet-gesubsidieerde studentenresidentie (€0,7 miljoen);

- de verdere investeringen in het Leuven Nanocentre (voorheen Hotellabo EZ Core-faciliteit Nanotechnologie) in Arenberg III, (€0,6 miljoen);

9 Deze bedragen kunnen afwijken van de bedragen vermeld onder code 60 Aankopen van goederen binnen de afdelingen II, III en V om volgende redenen: (1) BTW-recuperaties op onroerende investeringen worden in mindering gebracht van de balanswaarde van het betreffend actief en (2) onroerende werken die gestart zijn in een vorig boekjaar en geregistreerd werden onder de activa in aanbouw worden het jaar van inhuizing - samen met de uitgaven van het huidige boekjaar - geregistreerd onder gebouwen en terreinen.

26

- de grondige verbouwing van het Van Dalecollege (€0,6 miljoen); - de eerste fase van de werken van de daken, gevels en buitenschrijnwerk van het Arenbergkasteel

(oostvleugel en deel westvleugel) (€0,5 miljoen). De aanschaffingen en overboekingen van installaties, machines en uitrusting bedragen in 2016 €34,6 miljoen, de afschrijvingen van het boekjaar €17,9 miljoen; de buitengebruikstellingen bedragen €5,3 miljoen. De belangrijkste nieuwe investeringen binnen installaties, machines en uitrusting betreffen10: - HPC Tier 1 (supercomputer) hardware met een waarde van €4,9 miljoen (Administratief en Logistiek

Gebouw); - toename van de ijzeren voorraad met €4,6 miljoen ingevolge de vijfjaarlijkse prijsverhoging conform

de waarderingsregels; - LEAP 4000X HR atom probe met een waarde van €2,9 miljoen (Afdeling Kern-en Stralingsfysica); - Transmissie elektronenmicroscoop (TEM) met een waarde van €1,8 miljoen (Departement

Materiaalkunde); - Magnetic Resonance Imaging - Bio Spec 70/30 USR met een waarde van €1,2 miljoen

(Departement Beeldvorming en Pathologie); - Multimodaal fluorescentie microscopie en nanoscopie platform met een waarde van €1,2 miljoen

(Departement Chemie); - HiSeq 4000 Sequencing System en cBot 2 Cluster met een waarde van €0,9 miljoen (Departement

Menselijke Erfelijkheid); - HPC Tier 2 uitbreiding met een waarde van €0,7 miljoen (Dienst Centrale ICTS Infrastructuur); - Massaspectrometer met ultra hogedrukchromatografie met een waarde van €0,6 miljoen

(Departement Microbiologie en Immunologie); - Automated DNA extraction platform en een sequencing library preparation platform met een waarde

van €0,6 miljoen (Laboratorium Moleculaire Bacteriologie – Rega Instituut).

De vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen bedragen einde 2016 €36,4 miljoen en zijn €13,4 miljoen lager dan in 2015. Deze daling wordt verklaard door volgende, tegengestelde bewegingen: - de inhuizing van de nieuwbouw van het Rega-instituut, een interfacultair laboratoriumgebouw met

labo’s en cleanrooms (-€21,5 miljoen); - lagere te ontvangen vorderingsstaten van aannemers (-€5,1 miljoen); - lagere ontvangen voorschotfacturaties (-€2,6 miljoen); - de inhuizing van een nieuwbouw studentenresidentie Spoelberg te Kortrijk (-€0,8 miljoen); - de oprichting van een nieuw onderwijs- en onderzoeksgebouw voor de campus Brugge, in

hoofdzaak voor de huisvesting van de faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (+€8,5 miljoen);

- de oprichting van een nieuwbouw studentenrestaurant en leercentrum op de campus Gasthuisberg (+€5,5 miljoen);

- het optrekken van een nieuw auditorium, een handelspand en een ondergrondse parking op de site Vesalius (+€0,7 miljoen);

- de nieuwbouw van het gebouw ‘Onderwijs en Navorsing 1 bis’ voor de verdere expansie van de groep Biomedische Wetenschappen en voor het overbrengen van Anatomie naar Campus Gasthuisberg (+€0,5 miljoen);

- de erelonen voor de nieuwbouw van een laboratoriumgebouw voor de departementen Oncologie en Klinische Experimentele Geneeskunde, genaamd Onderwijs en Navorsing 5 (+€0,4 miljoen);

- de erelonen voor de nieuwbouw van het Quadrivium-gebouw met als bestemming een onderwijsgebouw, ontmoetingscentrum en decanaat voor de faculteit Wetenschappen (+€0,3 miljoen);

- de uitbreiding van de sportinfrastructuur: de bouw van een "state of the art" trainingshal voor balsporten om uit te groeien tot een excellent academisch sportcentrum (+€0,2 miljoen);

- de opwaardering van didactische en audiovisuele uitrusting in het Erasmushuis (+€0,2 miljoen); - meerdere, kleine mutaties (+€0,3 miljoen).

10 Deze bedragen kunnen afwijken van de bedragen vermeld onder code 60 Aankopen van goederen binnen de afdeling IV.2 om volgende redenen: (1) de financiering van de installaties, machines en uitrusting kan plaatsvinden binnen verschillende begrotingsafdelingen en (2) voorschotfacturaties geregistreerd in een vorig boekjaar worden het jaar van ingebruikname - samen met de uitgaven van het huidige boekjaar - geregistreerd onder installaties, machines en uitrusting.

27

De financiële vaste activa bedragen op jaareinde 2016 €14,7 miljoen en stijgen met €1,7 miljoen. Ze staan op de balans ingeschreven onder drie rubrieken (Verbonden entiteiten, Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en Andere financiële vaste activa) en bestaan uit participaties (deelnemingen en aandelen), vorderingen en borgtochten. Onderstaande tabel detailleert de samenstelling. Tabel 2.1: Detaillering samenstelling financiële vaste activa 2016

(in euro) Participaties

Vorderingen Borgtochten Totaal Deelnemingen Aandelen Subtotaal

Verbonden entiteiten 3.300.000 3.300.000 1.000.000 4.300.000 Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 4.123.399

4.123.399 1.007.665

5.131.063

Andere financiële vaste activa 4.594.556 4.594.556 404.530 263.738 5.262.824

Totaal 7.423.399 4.594.556 12.017.954 2.412.194 263.738 14.693.887

Participaties (€12,0 miljoen) Participaties (deelnemingen en aandelen) hebben verschillende waarderingsregels al naargelang ze aangehouden worden in spin-offs of in andere ondernemingen (o.a. risicokapitaalverschaffers). Participaties in spin-offs worden vanuit het voorzichtigheidsprincipe in het jaar van aanschaffing volledig afgewaardeerd. De overige participaties worden initieel aan aanschaffingswaarde opgenomen, met boeking van een waardevermindering als de marktwaarde op jaareinde lager is dan deze aanschaffingswaarde. De €12,0 miljoen participaties op 31 december 2016 hebben uitsluitend betrekking op ondernemingen, andere dan spin-offs. Samenstelling in € Verbonden ondernemingen - Salve Mater nv, een projectontwikkelingsmaatschappij om de site 3.300.000

Groot Park Sint André uit te bouwen Aandeelhouders: KU Leuven en ViRiX nv

Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat - Holding Wetenschapspark Waterschei nv, een vennootschap opgericht 2.625.000

voor het ontwikkelen en exploiteren van infrastructuurprojecten Aandeelhouders: KU Leuven, AGB Genk en NV MIJNEN

- Bio-incubator nv, een vennootschap opgericht voor de 1.260.000 uitbouw en de exploitatie van een incubatiecentrum in Heverlee Aandeelhouders: KU Leuven, AVEVE, VIB en Life Science Research Partners (LSRP)

- Capricorn II Partner Participations (CIIPP) nv, een Leuvens risicokapitaalfonds 138.399 Aandeelhouders: KU Leuven, KBC-Groep en Harbourvest

- International School of Leuven vzw heeft tot doel het aanbieden van internationaal onderwijs in Leuven 100.000 Oprichters: KU Leuven, Stad Leuven, VIB, Imec

Andere financiële vaste activa - Capricorn Health-tech Fund (CHF) nv, een Leuvens risicokapitaalfonds 1.524.395

met focus op investeringen in de gezondheidstechnologie Aandeelhouders: KU Leuven, FPIM, SRIW, Dexia Verzekeringen, PMV en Gesval

- Fund+ nv, een Leuvens risicokapitaalfonds dat investereert in ondernemingen 1.000.000 actief in life sciences, waaronder biowetenschappen, medische wetenschappen en alle daarmee gerelateerde technologieën, ontwikkelingen en toepassingen Aandeelhouders: KU Leuven, Désiré Collen Stichting, Life Science Research Partners (LSRP), SRIW, VF Capital, Multifin en private investeerders

- Vesalius Biocapital II nv, een risicokapitaalfonds voor investeringen in early en 839.675 later stage bedrijven actief in de sectoren life science en nutrition Aandeelhouders: KU Leuven, ING, PMV, SRIW, Diepensteyn en private investeerders

- V-Bio Ventures Fund nv, een investeringsfonds voor levenswetenschappen dat 514.001 zich concentreert op investeringen in de (bio)farmacie, de diagnostica en landbouwkundige verbeteringen Aandeelhouders: KU Leuven, Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), het Europese

28

Investeringsfonds (EIF), de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) en investeringsfonds Korys

- Innovation Fund nv, legt zich toe op investeringen in projecten in de chemie en 500.000 life sciences. De vakgebieden materiaalkunde, procestechnologie, cosmetica en hygiëne, biowetenschappen en recyclage behoren tot haar investeringsfocus Aandeelhouders: KU Leuven, Total, Solvay, BASF, Carmeuse, Sioen, Recticel, Soudal, Domo, FPIM, SRIW, Sambrinvest, Meusinvest, ING en PMV

- Capricorn ICT Fund (CICT) nv, een Leuvens risicokapitaalfonds dat focust op het 180.000 identificeren en financieren van innovatieve ICT start-ups met een focus op digital healthcare en/of big data Aandeelhouders: KU Leuven, FPIM, ARKimedes-Fonds II en AG Insurance

- Andere aandelen (vooral van coöperatieven actief in landen tuinbouw) 36.485 Het totaalbedrag van de participaties neemt in 2016 toe met €1,4 miljoen door volgende tegengestelde bewegingen: - de kapitaalsverhoging in de Holding Wetenschapspark Waterschei nv (+€0,6 miljoen); - de volstortingen in Capricorn Health-tech Fund nv (+€0,4 miljoen), in Innovation Fund nv (+€0,3

miljoen) en in V-Bio Ventures Fund nv (+€0,2 miljoen); - de bijkomende participatie in Innovation Fund nv (+€0,1 miljoen); - een waardevermindering op de aangehouden participaties, niet spin-offs, conform de

waarderingsregels en overeenkomstig de geauditeerde netto-actiefwaarde per aandeel (-€0,2 miljoen).

De uitstaande vorderingen op ondernemingen waarin participaties (deelneming of aandelen) worden aangehouden, bedragen per einde boekjaar €2,4 miljoen. De toename met €0,2 miljoen wordt vooral verklaard door een nieuwe lening toegekend aan de spin-off Remynd nv (+€0,1 miljoen). Borgtochten (€0,3 miljoen) Borgtochten omvatten vooral waarborgen bij de Deposito- en Consignatiekas, gestort voor lopende projecten bij de Vlaamse Gemeenschap waar de KU Leuven als opdrachtnemer optreedt. 2.2 Vlottende activa De vlottende activa stijgen in 2016 met €106,7 miljoen of 8,7% tot €1,339 miljard, als resultante van verschillende ontwikkelingen: - de toenamen van de geldbeleggingen met €123,1 miljoen tot €1,192 miljard (het betreft middelen

die volledig bestemd zijn in het kader van onderzoeksprojecten, initiatieven van groepen/ departementen/faculteiten/diensten/professoren, sociale voorzieningen en onroerende investeringen), van de liquide middelen (+€12,0 miljoen, van €6,1 miljoen einde 2015 naar € 18,1 miljoen einde 2016), en van de handelsvorderingen op ten hoogste één jaar (+€3,3 miljoen, van €75,1 miljoen einde 2015 naar €78,4 miljoen einde 2016);

- de afnamen van de overige vorderingen op ten hoogste één jaar (-€30,2 miljoen), van de overige vorderingen op meer dan een jaar (-€0,6 miljoen), van de overlopende rekeningen van het actief (-€0,8 miljoen) en van de voorraden (-€0,1 miljoen).

De overige vorderingen op meer dan één jaar bedragen eind 2016 €2,5 miljoen en bestaan hoofdzakelijk uit leningen toegekend aan vzw’s en andere gerelateerde partijen (€2,1 miljoen) en uit studieleningen (€0,4 miljoen). Ze dalen met €0,6 miljoen t.a.v. 2015 ingevolge de normale jaarlijkse herclassificatie van de vorderingen van lange naar korte termijn. De studieleningen blijven in lijn met vorig jaar. De voorraden en projecten in uitvoering bedragen einde 2016 €1,0 miljoen en liggen €0,1 miljoen lager dan op 31 december 2015 ingevolge de verdere afbouw van de magazijnen. De handelsvorderingen op ten hoogste één jaar nemen eind 2016 in vergelijking met 31 december 2015 toe met €3,3 miljoen of 4,4% tot €78,4 miljoen. Deze toename wordt vooral verklaard door hogere te innen opbrengsten op jaareinde. Het aantal dagen klantenkrediet bedraagt einde 2016 70 dagen en ligt in lijn met het cijfer voor 2015 (69 dagen). Aanvullend kan worden opgemerkt dat de handelsvorderingen op ten hoogste één jaar in grote mate het voorwerp uitmaken van facturaties in het

29

kader van onderzoek en maatschappelijke dienstverlening, waarbij de inning functie is van de inhoudelijke rapporteringen en contractuele bepalingen. Deze handelsvorderingen hebben deels ook betrekking op publieke overheden en non-profit organisaties waarvan het betalingsgedrag maar moeilijk kan worden beïnvloed. De overige vorderingen op ten hoogste één jaar nemen af met €30,2 miljoen of 42,8% van €70,5 miljoen einde 2015 tot €40,3 miljoen op 31 december 2016. Belangrijkste verklaringen: - afname met €25,6 miljoen van de vordering ten aanzien van de Vlaamse Gemeenschap –

AHOVOKS (Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen) m.b.t. de werkingsuitkeringen. Anders dan in 2015 heeft AHOVOKS de laatste schijf van de werkingsuitkeringen voor 2016 reeds gestort in de maand december van 2016;

- afname met €2,4 miljoen van de vordering ten aanzien van UZ Leuven in het kader van de gemeenschappelijke BTW-aangifte door KU Leuven, ingevolge een hoger geïnd voorschot van UZ Leuven t.o.v. vorig jaar;

- afname met €1,2 miljoen van de vordering ten aanzien van de BTW-administratie in het kader van de gemeenschappelijke BTW-aangifte door KU Leuven;

- afname met €0,8 miljoen van de vordering ten aanzien van het IOF (Industrieel Onderzoeksfonds). De overige bewegingen compenseren elkaar grotendeels (netto afname van €0,2 miljoen). De geldbeleggingen stijgen met €123,1 miljoen of 11,5% van €1,069 miljard naar €1,192 miljard op 31 december 2016. De geldbeleggingen worden voorzichtig beheerd conform het strategisch kader voor het beheer van de financiële middelen van de KU Leuven, van KU Leuven Research & Development en van het UZ Leuven zoals goedgekeurd op de Raad van Bestuur van 19 juli 2005 en geactualiseerd op de Raad van Bestuur van 26 november 2013. Dit beheer gebeurt onder toezicht van het Beleggings- en Thesauriecomité KU Leuven, KU Leuven Research & Development en UZ Leuven dat is ingesteld door de Raad van Bestuur van de universiteit op 22 februari 2005. Het voorzichtig beheer blijkt uit de assetallocatie van de beleggingsportefeuille, zoals geïllustreerd in onderstaande tabel. Tabel 2.2: Assetallocatie geldbeleggingen KU Leuven – 2016 versus 2015

De daling van het pakket staatsobligaties zowel in absolute als in relatieve termen is het gevolg van het op eindvervaldag komen van meerdere posities. Gezien het aanhouden van de historisch lage rendementen op OLO’s, de hoge obligatiekoersen die ermee samengaan en het potentieel renterisico, werden de op eindvervaldag gekomen middelen niet herbelegd in staatsobligaties. Ook de daling van de termijnrekeningen valt te verklaren door de sterk gedaalde rentevoeten die op deze beleggingsvorm van toepassing zijn. De stijging van de schatkistcertificaten, zowel absoluut als relatief, beoogt een zekere diversificatie van de portefeuille, maar is anderzijds ook ingegeven door de geringe tot zelfs negatieve rendementen die gelden voor bepaalde geldmarktfondsen en liquide middelen. De stijging van de cashfondsen is niet structureel van aard, maar wordt verklaard door korte termijn geldbewegingen op jaareinde. Bovendien werden middelen die zijn verkregen uit op vervaldag gekomen geldbeleggingen - ook nu omwille van het lage renteklimaat en in afwachting van een rentestijging - tijdelijk geplaatst in cashfondsen.

in euro % in euro %

211.924.082 17,78% 250.128.123 23,40%

81.045.650 6,80% 62.605.441 5,86%

497.545.676 41,75% 307.563.907 28,78%

295.528.932 24,80% 351.966.734 32,93%

14.503.279 1,22% 15.941.531 1,49%

91.270.363 7,66% 80.537.964 7,54%

1.191.817.982 100,00% 1.068.743.701 100,00%

Bedrijfsobligaties

Aandelen, aandelenfondsen en vastgoedcertif icaten

Totaal

Assetallocatie op rekening

Staatsobligaties

Schatkistcertif icaten

Cashfondsen

Termijnrekeningen

2016 2015

30

De bedrijfsobligaties zijn licht afgenomen ten gevolge van het op eindvervaldag komen van meerdere posities. De aandelen en de aandelenfondsen daarentegen zijn gestegen middels de uitvoering van een beperkt aantal aankooptransacties. Er wordt enkel in risicodragende producten (vooral indexmatige aandelenfondsen) belegd voor een relatief kleine fractie van de bestemde fondsen van afdeling V Patrimonium (binnen de Algemene Thesaurie, het Voorzorgsfonds en het Pooled Fund van KULC11 en binnen LRD). De liquide middelen bedragen eind 2016 €18,1 miljoen. De toename met €12,0 miljoen versus 2015 is niet structureel van aard, maar wordt verklaard door korte termijn geldbewegingen op jaareinde. Gezien het laag rentepeil was het niet mogelijk om de liquide middelen die kort voor jaareinde zijn ontvangen alsnog met een positief rendement onder te brengen bij de geldbeleggingen. De overlopende rekeningen van het actief bedragen op 31 december 2016 €7,0 miljoen en nemen af met €0,8 miljoen t.o.v. jaareinde 2015, hoofdzakelijk door lagere nog te ontvangen intresten op de beleggingsportefeuille, in lijn met de huidige portefeuillesamenstelling en het lage rentepeil.

1 Het Voorzorgsfonds dient om een reeks beperkte en uitdovende pensioenrechten van vóór 1971 te dekken. Het Pooled Fund bevat reserves, giften, schenkingen en legaten waarvan bepaald is dat het kapitaal als een fonds moet bewaard blijven en waarvan de jaaropbrengsten gebruikt mogen worden voor de financiering van onderzoeks- of onderwijsactiviteiten.

31

3. Passiva De passiva bestaan voor 72,8% uit eigen vermogen, 12,6% uit voorzieningen voor risico’s en kosten, 1,7% uit financiële schulden op meer dan een jaar, 2,1% uit ontvangen vooruitbetalingen op projecten en 6,1% uit schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten. De overige posten zijn goed voor 4,7% van de totale balanswaarde. 3.1 Eigen vermogen Tabel 2.3 vergelijkt het eigen vermogen van de KU Leuven op 31 december 2016 met 2015. Zoals reeds besproken bij de behandeling van Deel I Resultatenrekening – synthese is dit eigen vermogen volledig bestemd. Buiten de kapitaalsubsidies, betreffen deze bestemmingen vier specifieke finaliteiten: Onroerende investeringen, Wetenschappelijk onderzoek, Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/departementen/faculteiten/diensten/professoren en Studentenvoorzieningen. Deze bestemmingen zijn het gevolg van eerder genomen punctuele beslissingen en engagementen aangegaan tegenover een veelheid van opdrachtgevers en projectfinanciers. Ze worden in het kader van de resultatenverwerking bij de opmaak van de jaarrekening door de Raad van Bestuur bevestigd. Aanvullende technische kanttekening De benaming van code 13 IV. Aangelegde fondsen uit het standaardformaat voor de passiva volgens het boekhoudbesluit voor de universiteiten van 21 december 2007, werd door de KU Leuven vanaf boekjaar 2009 gewijzigd in IV. Bestemde fondsen. Deze alternatieve voorstellingswijze stemt overeen met de aanpak uit het boekhoudbesluit voor de hogescholen en met de algemene boekhoudreglementering voor vzw’s. In opvolging van het vergelijkend onderzoek van het Rekenhof m.b.t. de toepassing van het boekhoudbesluit van 21 december 2007 is op VLIR-niveau afgesproken dat ook de andere universiteiten vanaf de opmaak van de jaarrekening 2010 de term “bestemde fondsen” zouden hanteren. Zowel het Rekenhof als voormalig minister van Onderwijs Pascal Smet hebben deze aanpassing gesteund. Er staan op 31 december 2016 €2,0 miljoen kapitaalsubsidies geregistreerd voor het gebouw De Kabouterberg en de nieuwbouw Babyhome. De afbouw van de subsidies bedraagt in 2016 €0,1 miljoen, pro rata de afschrijvingen op de betreffende activa. 3.2 Voorzieningen voor risico’s en kosten De voorzieningen zijn opnieuw geïnventariseerd en gewaardeerd na een grondige, universiteitsbrede consultatieronde die erop gericht is om de volledigheid zo goed mogelijk te waarborgen en die er moet voor zorgen dat de boekhoudkundige gegevens een getrouwe weergave zijn van de economische realiteit. In totaal nemen de voorzieningen op jaareinde 2016 in vergelijking met 2015 toe met €46,0 miljoen tot €242,5 miljoen. Hierna volgt een meer gedetailleerde bespreking. Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen voor een totaal van €61,7 miljoen - De voorziening, aangelegd voor polis 53003065, de groepsverzekering met te bereiken doel voor

ATP-medewerkers, beantwoordt aan de som van de verplichtingen van de KU Leuven die op jaareinde nog niet afgefinancierd zijn bij de verzekeraar en die slaan op de reeds gepresteerde dienstjaren van de aangeslotenen. In technische termen gesteld, is dit het verschil tussen de actuele waarde van de verplichtingen voor verleden diensttijd (DBO) en de beschikbare assets. De voorziening die einde 2016 €60,8 miljoen bedraagt, is becijferd rekening houdend met een gemiddelde jaarlijkse inflatievoet, een jaarlijkse gemiddelde baremieke loonstijging en een marktconforme actualisatievoet.

- De voorziening voor SWT (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) wordt berekend aan de hand van de geraamde uitkeringen in de komende jaren, rekening houdend met een gemiddelde jaarlijkse inflatievoet en geactualiseerd aan een gemiddeld rendement op 10-jarige OLO’s. Op 31 december 2016 bedraagt de betreffende voorziening €0,5 miljoen.

32

- De voorziening voor pensioenrechten tot 1970 betreft overlevingspensioenen die nog uitgekeerd worden aan weduwen van ZAP-leden die vóór 1971 met pensioen waren. Vanaf 1971 zijn de pensioenverplichtingen voor ZAP-leden overgenomen door de overheid. ZAP-leden die toen echter reeds met pensioen waren, worden verder doorbetaald door de KU Leuven. Om discriminatie te vermijden, is destijds beslist om voor beide groepen dezelfde pensioenrechten te waarborgen. De verwachte uitkeringen worden gebaseerd op de actuele levensverwachtingen per geslacht verhoogd met twee jaren, rekening houdend met een gemiddelde jaarlijkse inflatievoet en geactualiseerd aan een gemiddeld rendement op 10-jarige OLO’s. Eind 2016 bedraagt de voorziening €0,4 miljoen.

Voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken voor een totaal van €122,2 miljoen De voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken die in 2012 voor de eerste maal werden aangelegd, nemen in 2016 toe met €32,6 miljoen t.o.v. 2015 tot €122,2 miljoen. Deze voorziening is inclusief grote herstellings- en onderhoudswerken binnen de (technologie)campussen. Voorzieningen voor verplichtingen inzake veiligheid en milieu voor een totaal van €11,1 miljoen - De verwachte uitgaven m.b.t. asbest- en bodemsanering die zijn opgenomen in het Vijfjarenplan

Onroerende Investeringen worden voorzien voor €8,1 miljoen. - Voor de Dienst VGM (Veiligheid-Gezondheid-Milieu) is een voorziening aangelegd van €3,0 miljoen

m.b.t. het nucleair passief. Betreffende voorziening is onderbouwd met een gedetailleerde berekening en toelichting op basis van criteria en parameters van het NIRAS (Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen).

Voorzieningen voor overige risico’s en kosten voor een totaal van €47,5 miljoen - De nog uit te keren uitvindersaandelen binnen KU Leuven Research & Development bedragen op

31 december 2016 €23,6 miljoen. Van de inkomsten of voordelen die uit de exploitatie van onderzoeksresultaten worden verworven (bvb. via licentie, overdracht of inbreng van rechten) is voor de onderzoekers een billijk aandeel in de geldelijke opbrengsten voorzien conform artikel 169ter van het universiteitsdecreet d.d. 12 juni 1991 (Codex Hoger Onderwijs art. IV.48) en overeenkomstig het intern KU Leuven reglement betreffende intellectuele rechten op onderzoeksresultaten. Het recht op een billijk aandeel in de geldelijke opbrengsten kan door de betrokken onderzoeker opgevraagd worden gedurende vijf jaar nadat de universiteit de inkomsten of voordelen ontvangen heeft. Na afloop van deze termijn vervalt dit recht en komen deze opbrengsten toe aan de universiteit.

- Gebaseerd op het decreet van 22 februari 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening door de universiteiten of de hogescholen en betreffende de relaties van de universiteiten en de hogescholen met andere rechtspersonen, heeft de universiteit een intern reglement opgesteld dat voorziet in de mogelijkheid van uitkering van een persoonlijke vergoeding aan de personeelsleden die een dienstverleningscontract of postacademische vormingsactiviteit hebben uitgevoerd (Codex Hoger Onderwijs art. IV.77 en art. V.39). Vermits het hier gaat om opvraagbare vergoedingen wordt er een voorziening aangelegd voor de opvraagbare bijwedden die nog niet werden uitbetaald. Eind 2016 bedraagt de betreffende voorziening €8,3 miljoen. Dit bedrag komt overeen met het totaal van de uitbetaalde bijwedden van de voorbije 5 jaren.

- EFRO (Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling) en Interreg zijn financieringskanalen die als doel hebben de economische, sociale en territoriale cohesie binnen de Europese Unie te vergroten en bestaande onevenwichtigheden tussen de regio’s terug te dringen. KU Leuven gaat ervan uit dat de betrokken projecten geen staatssteun betreffen en onder de kaderregeling voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (O&O&I) vallen. Het Directoraat Generaal Concurrentie (DG Competition) van de Europese Commissie heeft echter aangegeven in de huidige programma-periode intensief te zullen controleren op het onrechtmatig toekennen van staatssteun in het kader van onderzoeksprojecten. De Vlaamse instanties belast met de controle van de projecten, geven daarenboven aan dat de Europese Commissie e.e.a. zeer strikt/specifiek interpreteert. Indien een project als staatssteun wordt gelabeld, heeft dit tot gevolg dat de steun vanuit publieke middelen beperkt wordt. Publieke steun is nog mogelijk, maar dan volgens de modaliteiten van een andere regeling, de Algemene Vrijstellingsverordening (AGVV). Voor Industrieel onderzoek beperkt dit zich tot 50% publieke middelen zoals bepaald in artikel 25. Op grond van deze bevindingen wordt einde 2016 een voorziening aangelegd voor de mogelijk geachte verliezen binnen deze EFRO/Interreg-projecten ten bedrage van €7,4 miljoen; zijnde het bedrag dat KU Leuven zou moeten financieren uit eigen, niet-publieke middelen bij de her-kwalificatie van deze projecten naar staatssteun.

33

- De voorziening voor de hogere RSZ-last ingevolge de niet-benoeming van alle Tenure Track mandaten bedraagt eind 2016 €3,1 miljoen.

- Bij de uitbouw van de Health Sciences Campus op Gasthuisberg dient een ringweg te worden aangelegd. Het betreft een eenmalige, noodzakelijke en onvermijdbare uitgave die niet alternatief aanwendbaar is en waar UZ Leuven en de KU Leuven geen autonome beslissingsbevoegdheid over hebben ten gevolge van o.a. wensen/eisen van de Vlaamse Gemeenschap, de stad Leuven en De Lijn. Vermits deze verplichting op vandaag onomstotelijk vaststaat en niet in aanmerking komt voor activering, wordt ze zowel in de rekeningen van UZ Leuven als in deze van KU Leuven, ieder voor zijn aandeel, ingeschreven als een voorziening. Het aandeel van de KU Leuven in de ringweg op de Health Sciences Campus bedraagt €1,6 miljoen.

- De Juridische Dienst houdt een gedetailleerd overzicht bij van alle hangende juridische geschillen binnen de KU Leuven. Dit overzicht is de basis voor het aanleggen van de overeenkomstige voorziening van €1,4 miljoen. Betreffend bedrag werd door de eigen Juridische Dienst geraamd op basis van de claims van de tegenpartijen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid dat deze geschillen in het nadeel van de KU Leuven zouden worden beslecht.

- Binnen KU Leuven Research & Development wordt in 2016 een voorziening aangelegd met betrekking tot de risico’s verbonden aan het niet-volstort deel van participaties in spin-offs voor €0,8 miljoen.

- De voorziening in het kader van de verplichtingen t.a.v. personeelsleden gefinancierd op externe fondsen met een contract van onbepaalde duur bedraagt eind 2016 €0,6 miljoen.

- De voorziening voor de ingeschatte overhead over te dragen aan iMinds, conform het mechanisme bepaald in de samenwerkingsovereenkomst tussen KU Leuven en iMinds bedraagt einde 2016 €0,5 miljoen.

- De voorziening voor overige personeelskosten bedraagt einde 2016 €0,1 miljoen. - De voorziening ter dekking van de potentiële claim op de ingehouden bedrijfsvoorheffing van

wetenschappelijke medewerkers ingezet in het kader van Interreg en EFRO-dossiers bedraagt eind 2016 €0,1 miljoen.

De toename van de voorzieningen met €46,0 miljoen versus einde 2016 wordt verklaard door: - de aangroei van de voorziening voor grote herstellings-en onderhoudswerken aan gebouwen van

de KU Leuven (+€32,6 miljoen); - de aanleg van de nieuwe voorziening voor EFRO/Interreg projecten (impact: +€7,4 miljoen); - de hogere voorziening voor uit te keren uitvindersaandelen binnen KU Leuven Research &

Development ingevolge de hogere inkomsten uit de verschillende licenties afgesloten binnen KU Leuven Research & Development (+€5,1 miljoen);

- de hogere voorziening aangelegd voor polis 53003065, de groepsverzekering met te bereiken doel voor ATP-medewerkers, vooral ingevolge een bijstelling van de gehanteerde actualisatievoet van 2,20% in 2015 naar 1,35% in 2016, rekening houdend met het structureel lage rentepeil en gedimensioneerd in dialoog met EY Bedrijfsrevisoren op basis van actuele benchmark-data (+€3,7 miljoen);

- de afname van de voorziening voor asbest-en bodemsanering (-€1,5 miljoen); - het volledig terugnemen in 2016 van de voorziening voor de terbeschikkingstelling (TBS) van

personeel van het integratiekader, omwille van de beslissing van de Vlaamse overheid om voor deze uitdovende vorm van vervroegd uitstappen voorafgaand aan het pensioen extra financiering ter beschikking te stellen van de universiteit (-€0,9 miljoen);

- overige kleine wijzigingen die elkaar grotendeels compenseren (-€0,4 miljoen). 3.3 Schulden De schulden op meer dan één jaar bedragen €32,7 miljoen op jaareinde 2016. Deze schulden bestaan uit: - financiële schulden ten aanzien van kredietinstellingen voor €24,0 miljoen; deze betreffen de EIB-

lening voor het financieren van projecten uit het Vijfjarenplan onroerende investeringen (voor €22,0 miljoen) en de leningen bij de ex-ASLK (huidige BNP Paribas Fortis) ter financiering van Studentenvoorzieningen (voor €2,0 miljoen);

- leasingschulden voor €8,0 miljoen. Deze betreffen de huurkopen van: � het Vesaliusgebouw (i.e. het voormalig Groep T hogeschoolgebouw) voor €3,4 miljoen; � Campus Carolus – Zusters van Liefde voor €3,3 miljoen;

34

� het Collegium Pro America Latina (Copal) voor €0,9 miljoen; � Campus Carolus – Kerkfabriek Parochie Sint Carolus Borromeus voor €0,4 miljoen;

- diverse schulden in het kader van onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development voor €0,7 miljoen.

De schulden op meer dan één jaar nemen af met €2,2 miljoen door de jaarlijkse herclassificaties van de schulden van lange naar korte termijn. De schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen bedragen €2,7 miljoen en betreffen: - initiatieven in het kader van onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development

voor €1,3 miljoen; - de externe EIB-lening voor €1,0 miljoen en de bestaande leningen bij de ex-ASLK (huidige BNP

Paribas Fortis) voor €0,2 miljoen; - de leasingschulden voor €0,2 miljoen m.b.t. het Vesaliusgebouw (K€46), Campus Carolus – Zusters

van Liefde (K€72), Copal (K€62) en Campus Carolus – Kerkfabriek Parochie Sint Carolus Borromeus (K€9).

De afname van €2,0 miljoen t.o.v. vorig boekjaar is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de initiatieven in het kader van onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development. De handelsschulden nemen af met €3,6 miljoen of 10,1%, van €35,2 miljoen in 2015 tot €31,6 miljoen in 2016. Deze afname betreft een momentopname op balansdatum en wordt vooral verklaard door lagere te ontvangen facturen t.o.v. vorig jaar. Het aantal dagen leverancierskrediet bedraagt 48 dagen in 2016 (versus 52 dagen in 2015). Het globale overschot aan opbrengsten ten opzichte van kosten betreffende onderzoeks- en dienstverleningscontracten van bepaalde duur waarbij geen jaarlijkse facturatie plaatsvindt per einde boekjaar, wordt conform artikel 62 van het boekhoudbesluit van 21 december 2007 opgenomen onder ontvangen vooruitbetalingen op projecten. Dit saldo bedraagt op jaareinde 2016 €40,4 miljoen, wat een afname betekent van €2,8 miljoen in vergelijking met 2015. De matching-oefening van kosten en opbrengsten m.b.t. projecten in uitvoering kwam uit op een netto overschot aan ontvangen vooruitbetalingen op projecten van €34,2 miljoen binnen LRD en van €6,2 miljoen binnen KULC. De schulden m.b.t. belastingen betreffen te betalen BTW, roerende en onroerende voorheffing, rechtspersonenbelasting en bedrijfsvoorheffing. Deze schulden stijgen van €38,8 miljoen einde 2015 naar €44,1 miljoen op jaareinde 2016. De toename met €5,3 miljoen wordt hoofdzakelijk verklaard door hogere roerende voorheffing ingehouden op ontvangen royalty’s. De schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten bedragen €74,1 miljoen eind 2016 en stijgen ten opzichte van vorig boekjaar (+€6,0 miljoen of 8,8%). De toename is vooral te verklaren door de hogere te betalen RSZ op jaareinde, na het betalen van lagere RSZ-voorschotten tijdens 2016. De overige schulden bedragen €28,8 miljoen; de toename met €7,2 miljoen t.o.v. 2015 wordt verklaard door volgende tegengestelde bewegingen: - de hogere nog door te storten bedragen aan partners in het kader van contractuele onderwijs- en

onderzoeksactiviteiten (+€7,9 miljoen); - overige, kleine mutaties (-€0,7 miljoen). De overlopende rekeningen van het passief bedragen €28,2 miljoen per einde boekjaar en bestaan uit over te dragen opbrengsten en toe te rekenen kosten. De toename met €1,1 miljoen t.o.v. 2015 wordt vooral verklaard door hogere over te dragen opbrengsten.

35

Tabel 2.3: Balans KU Leuven op 31 december 2016 (1/2)

36

Tabel 2.3: Balans KU Leuven op 31 december 2016 (2/2)

37

DEEL 3

Resultatenrekening

per afdeling

38

AFDELING I: WERKING 1. Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten binnen afdeling I Werking behoren alle tot de overheidstoelagen en subsidies – basisfinanciering (1ste geldstroom). Ze worden in hoofdzaak geregeld door de decretale bepalingen uit hoofdstuk 1 “Werkingsuitkeringen” en hoofdstuk 2 “Aanvullende uitkeringen” van Deel 3 Financiering uit de Codex Hoger Onderwijs d.d. 11 oktober 2013. In totaal stijgen de bedrijfsopbrengsten van de KU Leuven in afdeling I Werking tussen 2015 en 2016 van €355,8 miljoen naar €358,3 miljoen, d.i. een toename met 0,7%. De werkingsuitkeringen 2015 en 2016 worden in belangrijke mate beïnvloed door besparingen die ingesteld werden door de Vlaamse Overheid. Gelet op de belangrijke impact van deze besparingsmaatregelen, worden ze in wat volgt in meer detail toegelicht, alvorens verder in te gaan op de evolutie van de bedrijfsopbrengsten. Binnen het hoger onderwijs in Vlaanderen heeft de Vlaamse regering in 2016 voor €89,0 miljoen besparingen doorgevoerd op de werkingsmiddelen zoals origineel voorzien in het Integratiedecreet van 2012. Dit betreft voor €75,1 miljoen reeds in 2015 aangekondigde besparingsmaatregelen, en voor €13,9 miljoen bijkomende besparingen die in 2016 zijn ingevoerd. Als gevolg van de ingestelde besparingen derft de KU Leuven in 2016 €23,0 miljoen aan decretaal verwachte werkingsmiddelen. Deze derving betreft voor €16,2 miljoen het niet doorvoeren van voorziene groei en voor €6,8 miljoen het instellen van besparingen die een afname van de werkingsmiddelen t.o.v. 2015 impliceren (effectieve besparingen). Tabel 3.1 geeft een overzicht van de besparingsmaatregelen in het hoger onderwijs in 2015 en 2016 en de impact hiervan voor de KU Leuven. Tabel 3.1: Besparingen 2015 en 2016 in het Hoger Onderwijs en impact voor de KU Leuven

(in euro) Vlaanderen KU Leuven Vlaanderen KU Leuven

Besparingsmaatregelen 2015 52.383.195 12.695.002 75.065.765 18.359.792

Derving van groei 24.304.553 6.216.546 46.987.123 11.931.495

Desindexering 2.044.798 552.410 2.052.319 552.517

Kliksprong 22.259.755 5.664.136 44.934.803 11.378.979

Effectieve besparing 28.078.642 6.478.456 28.078.642 6.428.296

Aanvullende onderzoeksmiddelen 939.000 372.496 939.000 368.830

Brusselnorm 196.000 30.732 196.000 29.964

PWO 329.000 0 329.000 0

Lineaire besparing 26.614.642 6.075.228 26.614.642 6.029.503

Extra besparingsmaatregelen 2016 0 0 13.945.413 4.654.093

Derving van groei 0 0 12.380.737 4.279.416

Desindexering 7.796.737 2.161.640

Vertraging groeipaden 0 0 4.584.000 2.117.776

Basistoelage 0 0 1.924.000 800.596

AOM 0 0 2.660.000 1.317.180

Effectieve besparing 0 0 1.564.676 374.677

Aanvullende onderzoeksmiddelen 0 0 564.676 221.799

Brusselnorm 0 0 1.000.000 152.878

Totaal besparingsmaatregelen 52.383.195 12.695.002 89.011.177 23.013.885

2015 2016

39

Derving van groei Een eerste element van de besparingen betreft het niet (volledig) doorvoeren van de voorziene indexering van de enveloppe-financiering. Volgens de decretale bepalingen uit de Codex Hoger Onderwijs Art III.5 §9 worden de werkingsuitkeringen jaarlijks als volgt geïndexeerd: - 80% volgt de evolutie van de gezondheidsindex; deze fractie wordt beschouwd als de component

“lonen”; - 20% volgt 75% van de evolutie van de gezondheidsindex; deze fractie betreft de component

“werking”. In 2015 werd er geen indexering toegepast op de component “werking”, daar waar een indexering met 0,16%12 verwacht kon worden overeenkomstig de decretale bepalingen. Deze niet-indexering gaf in 2015 aanleiding tot een derving van werkingsuitkeringen voor de KU Leuven van €0,5 miljoen. In 2016 werkt deze niet-indexering uit 2015 voor hetzelfde bedrag verder door. De enveloppe 2016 werd conform de mededeling van AHOVOKS d.d. 10 mei 2016 geïndexeerd aan 0,44%13. Bij volledige toepassing van de decretale bepalingen zou een indexering met 1,03%14 mogen verwacht worden. Er is derhalve sprake van een extra onder-indexering in 2016 die leidt tot een derving aan werkingsuitkeringen voor de KU Leuven van €2,2 miljoen. Samen zorgen de niet-indexering van de component “werking” in 2015 en 2016 en de onder-indexering van de component “lonen” in 2016 voor een derving aan werkingsuitkeringen in 2016 van €9,8 miljoen in Vlaanderen, waarvan €2,7 bij de KU Leuven. Gelet op de reële stijging van de personeels- en werkingskosten, leidt deze maatregel tot een erosie van de bestedingscapaciteit van de instelling. Een tweede element van de besparingen betreft het niet toepassen van het klikmechanisme. Volgens de decretale bepalingen uit de Codex Hoger Onderwijs (Art. III.6) neemt het bedrag van het betreffende variabel onderwijsdeel met 2% af of toe in vergelijking met het voorgaande jaar, wanneer het aantal opgenomen studiepunten dat in rekening moet worden genomen, afneemt of toeneemt met minstens 2% ten opzichte van het referentiepunt. Volgens Art. III.5 §3 uit de Codex Hoger Onderwijs dient daarenboven de financiering voor het onderwijs (onderwijssokkel + variabel onderwijsdeel) en voor het onderzoek (onderzoekssokkel + variabel onderzoeksdeel) binnen de basistoelage van de universiteiten in een 55% / 45%-verhouding te staan. Wanneer het variabel onderwijsdeel positief klikt, dan neemt het bedrag van het variabel onderzoeksdeel voor de universiteiten hierdoor overeenkomstig toe. De te verwachten kliks in het variabel onderwijs- en het variabel onderzoeksdeel werden in 2015 en 2016 niet doorgevoerd, als onderdeel van de besparingsmaatregelen waartoe in 2015 werd beslist. De impact van deze kliksprongen bedraagt in 2015 voor het hele hoger onderwijs in Vlaanderen €22,3 miljoen, waarvan €5,7 miljoen voor de KU Leuven. In 2016 stijgt de gederfde groei door het niet toekennen van deze kliks tot €44,9 miljoen voor het hele hoger onderwijs in Vlaanderen en tot €11,4 miljoen voor de KU Leuven. Een derde element van de besparingen betreft de vertraging van de groeipaden die vanaf 2016 doorgevoerd wordt op de Aanvullende Onderzoeksmiddelen en de basistoelage. Het groeipad op de Aanvullende onderzoeksmiddelen voor Vlaanderen werd in 2016 afgeroomd met €2,7 miljoen. Gelet het KU Leuven-aandeel binnen deze enveloppe in 2016 van ca. 50%, draagt de KU Leuven €1,3 miljoen

12 De stijging van de gezondsheidsindex in 2015 bedraagt 1,05%, wat een stijging van de component “werking” van de werkingsuitkeringen veronderstelt met 0,16% (=1,05%*0,75%*20%). De indexering van de component “lonen” van de werkingsuitkeringen werd in 2015 niet doorgevoerd. Dit betreft echter geen extra besparing, omdat de indexsprong van de lonen die op federaal niveau is beslist ervoor heeft gezorgd dat het loonkostenpeil in 2015 niet is gestegen, zodat er voor het hoger onderwijs ook geen compenserende toename aan opbrengstenzijde vereist was. 13 De component “lonen” binnen de werkingstoelagen bedraagt 80%, wat zorgt voor een indexering van de enveloppe met 0,44% (80%*0,55%=0,44%). Ook in 2016 wordt de component “werking” van de werkingsuitkeringen niet geïndexeerd. 14 Op basis van de mededeling van het Planbureau d.d. 3 januari 2017 steeg de gezondheidsindex in 2016 met 2,08%; de gecumuleerde stijging 2015-2016 bedraagt 3,15%. Als gevolg van de federale indexsprong van de lonen, waardoor de personeelskosten in 2015 niet geïndexeerd werden, is het billijk om niet de volledige aangroei van de gezondheidsindex in rekening te brengen voor het bepaling van de indexering van de werkingsuitkeringen in 2016, maar het cijfer van de gezondheidsindex 2016 te vermenigvuldigen met een factor 0,98 (ter eliminatie van de 2% federale indexsprong van de lonen in 2015). Hierdoor wordt de stijging van de gezondheidsindex voor de indexering van de werkingsuitkeringen benaderend bepaald op 1,08% (=103,15%*0,98) wat, conform de decretale bepalingen uit de Codex Hoger Onderwijs Art III.5 §914, aanleiding zou geven tot een enveloppe-indexering van 1,03% (voor de componenten “lonen” en “werking” samen).

40

van deze besparingsmaatregel. Bijkomend werden de groeipaden binnen de basistoelage zoals bepaald in Art. III.5 §13 van de Codex Hoger Onderwijs vertraagd met €1,9 miljoen. Het gaat hierbij om een besparing op Vlaams niveau van €1,4 miljoen op het voorziene groeipad voor de uitbreiding van het ZAP-kader en een besparing van €0,5 miljoen op het groeipad voor de bijstelling van de OBE-factoren voor de geïntegreerde academische opleidingen. Het aandeel van de KU Leuven in deze besparingen op de basistoelage bedraagt €0,8 miljoen, d.i. €0,6 miljoen m.b.t. het groeipad ZAP en €0,2 miljoen m.b.t. het groeipad OBE. Effectieve besparingen Merk op dat het niet doorvoeren van de decretaal voorziene indexerings- en klikmechanismen en de vertraging van de groeipaden een derving van groei impliceren. Deze besparingsmaatregelen leiden derhalve niet tot een afname van werkingsmiddelen t.o.v. 2015 (derving van groei). In wat volgt worden de overige besparingsmaatregelen besproken, die alle een afname van werkingsmiddelen t.o.v. 2015 impliceren (effectieve besparing). De effectieve besparingsmaatregelen ingevoerd in 2015 werken onverminderd door in 2016; enkel de beperkte fluctuaties in de marktaandelen van KU Leuven verklaren de bescheiden evolutie van de cijfers t.o.v. 2015. Voor de volledigheid worden hierna de effectieve besparingsmaatregelen 2015 in herinnering gebracht: - een generieke besparing van 10% op het werkingsgedeelte van de enveloppe van de Aanvullende

onderzoeksmiddelen (AOM), de middelen uit de Brusselnorm en PWO (dit betreft een totale besparing van circa 2% op deze enveloppes). Deze besparing bedroeg in 2015 in Vlaanderen €0,9 miljoen voor de Aanvullende Onderzoeksmiddelen, €0,2 miljoen voor de Brusselmiddelen en €0,3 miljoen voor de PWO-middelen. De KU Leuven derft hierdoor €0,4 miljoen per jaar voor de Aanvullende onderzoeksmiddelen en K€30 per jaar voor de middelen uit de Brusselnorm. Daar de PWO-middelen betrekking hebben op de professionele opleidingen, hebben de PWO-besparingen geen impact op de Vlaamse universiteiten;

- om de beoogde besparingen op Vlaams niveau te realiseren werd in 2015 bijkomend een lineaire besparing ingesteld op de basistoelage voor het Hoger Onderwijs van €26,6 miljoen. In 2016 werd deze besparing niet geïndexeerd en blijft deze gelijk voor Vlaanderen. Het aandeel van de KU Leuven hierin bedraagt €6,0 miljoen.

Bovenop de in 2015 ingestelde effectieve besparingsmaatregelen wordt in 2016 een extra besparing van 1% ingesteld op de enveloppe van de Aanvullende onderzoeksmiddelen voor de academische en de kunstopleidingen; deze maatregel impliceert een besparing van €0,6 miljoen op Vlaams niveau, waarvan €0,2 miljoen door KU Leuven gedragen wordt. Bijkomend werd in 2016 een extra besparing van €1,0 miljoen ingesteld op de middelen uit de Brusselnorm. Het aandeel van KU Leuven hierin bedraagt €0,2 miljoen. Bovengenoemde besparingen worden deels gecompenseerd door de verhoging van het inschrijvingsgeld vanaf academiejaar 2015-201615. De impact van de verhoogde inschrijvingsgelden bedraagt circa €10,0 miljoen per jaar die worden geïnd in Afdeling V Patrimonium en via een inkomende overschrijving worden ingezet in afdeling I Werking. In wat volgt wordt de evolutie van de bedrijfsopbrengsten in meer detail besproken. Tabel 3.2 verbijzondert de bedrijfsinkomsten van afdeling I Werking naar de reeks samenstellende componenten. De evolutie voor de belangrijkste component, de basistoelage, wordt verder gedetailleerd in tabel 3.3.

15 Voor niet-beursstudenten met een programma van 60 studiepunten steeg het inschrijvingsgeld vanaf 2015 van €620 naar €890 per academiejaar. Het inschrijvingsgeld voor beursstudenten werd behouden op €105; voor bijna-beursstudenten werd het inschrijvingsgeld opgetrokken van €410 naar €470 voor een programma van 60 studiepunten.

41

Tabel 3.2: Werkingsuitkeringen in afdeling I Werking verbijzonderd naar samenstellende componenten

Tabel 3.3: Detaillering van de evolutie in de basistoelage van 2015 naar 2016

De basistoelage van de KU Leuven ligt in 2016 €1,2 miljoen of 0,38% hoger dan in 2015. De evoluties van de marktaandelen hebben een effect van -€1,4 miljoen. Tabel 3.4 gaat dieper in op de marktaandelen voor de onderwijs- en onderzoeksprestaties van de KU Leuven.

Tabel 3.4: Prestaties van de KU Leuven 2016 versus 2015

(in euro) 2015 2016

Basistoelage 326.876.732 328.122.800 1.246.068 0,38%

Werkgeversbijdrage 18.319.680 18.420.432 100.752 0,55%

Specifieke lerarenopleiding 2.320.182 2.028.416 -291.766 -12,58%

Vormingsfonds 173.852 180.494 6.642 3,82%

Aanvullende onderzoeksmiddelen 20.829.444 22.042.614 1.213.170 5,82%

Brusselnorm 1.461.329 1.278.523 -182.805 -12,51%

Vordering vakantiegeld 872.221 583.131 -289.090 -33,14%

Uitkeringen DGD 1.297.679 1.291.911 -5.768 -0,44%

Verlegging van werkingsuitkeringen -16.330.037 -15.660.733 669.304 -4,10%

TOTAAL 355.821.082 358.287.588 2.466.507 0,69%

Evolutie

Marktaandelen Index

Bijkomende middelen

integratienota Totaal Evolutie(%)

(1) (2) (3) (4) (6)=(2)+(3)+(4) (7)=(6)/(1)

Onderwijssokkel 13.215.825 -147.996 57.498 0 -90.497 -0,68% 13.125.327

Variabel onderwijsdeel 204.343.226 -1.179.827 894.341 594.183 308.697 0,15% 204.651.923

Onderzoekssokkel 24.464.040 108.114 106.799 -299.660 -84.747 -0,35% 24.379.293

Variabel onderzoeksdeel 93.403.139 -166.061 412.856 887.474 1.134.269 1,21% 94.537.409

Theoretische werkingsuitkering 335.426.229 -1.385.770 1.471.495 1.181.997 1.267.722 0,38% 336.693.951

Besparing (-) -3.814.769 12.054 -0,32% -3.802.715

Haircut (-) -6.075.228 45.726 -0,75% -6.029.503

Verhoging EJT + ecocheques 1.160.499 -60.137 -5,18% 1.100.363

Opstartfinanciering 180.000 -19.296 -10,72% 160.704

Effectieve werkingsuitkering 326.876.732 1.246.068 0,38% 328.122.800

2015 2016

Verklaring evoluties 2015 vs 2016

2016 2015 Evolutie

Onderwijssokkel 29,67% 30,01% -0,34%

Variabel onderwijsdeel 41,48% 41,72% -0,24%

Onderzoekssokkel 21,82% 21,72% 0,10%

Academische diploma's uitgereik t in de Associatie 42,66% 42,28% 0,38%

Doctoraten 40,75% 41,27% -0,52%

Publicaties 42,08% 42,68% -0,60%

Citaties 44,55% 45,35% -0,80%

Diversiteits-en mobiliteitscoëfficiënt 39,46% 35,73% 3,74%

Variabel onderzoeksdeel 41,87% 41,95% -0,07%

42

In de onderwijssokkel en het variabel onderwijsdeel ziet de KU Leuven haar aandeel in 2016 versus 2015 dalen met respectievelijk 0,34% en 0,24%. De daling in de onderwijssokkel is het gevolg van de gehanteerde degressieve weging van de onderwijsprestaties. Bijkomend duidt de daling in het variabel onderwijsdeel op een relatieve achteruitgang van de onderwijsprestaties ten opzichte van de andere universiteiten. Het aandeel in de onderzoekssokkel toont ten opzichte van 2016 een beperkte groei van 0,1%. Achterliggend spelen twee, elkaar deels compenserende, effecten: - de sokkelforfait voor de UGent wordt, zoals bepaald in Art.III.21.4 van de Codex Hoger Onderwijs,

afgebouwd waardoor het relatief aandeel van de overige universiteiten stijgt (effect voor KU Leuven: +0,27%);

- het aandeel van de KU Leuven daalt als gevolg van de degressieve opbouw van het sokkelmechanisme, waardoor de kleine universiteiten die het sokkel-verzadigingspunt nog niet hebben bereikt hun groei vergoed zien ten koste van de grote universiteiten (impact voor KU Leuven: -0,17%). Enkel de UHasselt heeft de bovengrens van deze degressieve opbouw nog niet bereikt, waardoor het aandeel van de overige universiteiten, inclusief KU Leuven, afneemt ten gunste van een aangroei bij UHasselt.

Het variabel onderzoeksdeel toont een daling van het marktaandeel met -0,07% ten opzichte van 2015. De daling doet zich voor bij de parameters doctoraten, publicaties en citaties, en wordt deels gecompenseerd door een stijging van het marktaandeel in de diploma-parameter en de diversiteits- en mobiliteitscoëfficiënt: - de aandelen van KU Leuven in de doctoraatsparameter, de publicatieparameter en citatieparameter

dalen met respectievelijk 0,52% (aantal uitgereikte doctoraten), 0,60% (publicaties) en 0,80% (citaties). Voor deze onderzoeksparameters geldt dat de volumes van de KU Leuven weliswaar nog steeds in absolute termen stijgen, maar dat de KU Leuven-aandelen dalen als gevolg van relatief sterkere stijgingen bij de overige universiteiten;

- het aandeel van KU Leuven in de diplomaparameter stijgt met 0,38% ingevolge een relatief sterkere stijging van het aantal uitgereikte academische diploma’s in de “Associatie KU Leuven” –sinds de integratiedeadline van 1/10/2013 betreft dit de geïntegreerde opleidingen. Binnen de diversiteits- en mobiliteitsparameter kent de KU Leuven een stijging van 3,74%. Deze parameter handelt over relatief beperkte aantallen (eerste aanstellingen die voldoen aan bepaalde voorwaarden), waardoor het aandeel van de verschillende instellingen over de jaren heen volatiel is. Bovendien is het aandeel van deze parameter in de financieringsmotor beperkt.

De indexering van de enveloppes met 0,44% (indexering van de 80%-looncomponent aan 0,55%, zie ook hoger) geeft aanleiding tot een stijging van de basistoelage met €1,5 miljoen. Aanvullend stijgen de enveloppes van het variabel onderwijsdeel en het variabel onderzoeksdeel ook ten gevolge van de ingestelde groeipaden uit het integratiedecreet (zie kolom “Bijkomende middelen Integratienota” in tabel 3.3). Ondanks de vertraging van de voorziene groeipaden, wordt er binnen de basistoelage in 2016 een reële groei van de werkingsuitkeringen voor alle universiteiten in Vlaanderen voorzien van €2,1 miljoen onder de vorm van het groeipad ZAP (+€1,6 miljoen) en het groeipad OBE voor academiserende opleidingen (+€0,5 miljoen). Het aandeel van de KU Leuven hierin bedraagt €1,2 miljoen. Sinds 2011 wordt er door de Vlaamse Overheid op de basistoelage een lineaire besparing toegepast. In 2016 bedraagt deze besparing 1,13% op de basistoelage. Voor de KU Leuven betekent dit een minopbrengst van €3,8 miljoen in 2016. Bijkomend wordt er vanaf 2015 een extra lineaire besparing van €26,6 miljoen ingesteld op de basistoelage, in tabel 3.3 aangeduid als “Haircut”. In 2016 draagt de KU Leuven €6,0 miljoen van deze lineaire besparing (zie ook tabel 3.1 en de bespreking van de doorgevoerde besparingen). In het kader van CAO IV worden er vanaf 2014 extra middelen voorzien binnen de basistoelage voor de verhoging van de eindejaarstoelage (personeelsleden van het integratiekader) en Ecocheques (personeelsleden van de KU Leuven “in strikte zin”). De KU Leuven ontvangt in 2016 in dit verband circa €1,1 miljoen, of €0,1 miljoen minder dan in 2015.

43

De opstartfinanciering in het kader van de integratie van de academische hogeschoolopleidingen neemt jaarlijks af met 10% conform de decretale bepalingen (Art. III.19 van de Codex Hoger Onderwijs) en bedraagt in 2016 €0,2 miljoen. De evoluties binnen de andere toelagen kunnen als volgt worden verklaard (zie tabel 3.2):

- Wettelijke en conventionele werkgeversbijdrage Het bedrag van deze uitkering is decretaal vastgelegd en evolueert enkel op basis van de evolutie van de gezondheidsindex (conform Artikel III.58 van de Codex Hoger Onderwijs). AHOVOKS gaat volgens de mededeling van mei 2016 uit van een evolutie in de gezondheidsindex van 0,55%, waardoor de werkgeversbijdrage in 2016 stijgt met €0,1 miljoen tot €18,4 miljoen. Op basis van de bepalingen uit de Codex Hoger Onderwijs diende de Vlaamse overheid de betreffende uitkering in 2013 te evalueren, met het oog op een actualisatie voor de periode 2014-2018. Een eerste beperkte opstap hieromtrent werd opgenomen in het voorontwerp van het programmadecreet en wordt verwacht in 2017. In 2016 werd hieromtrent nog geen compensatie ontvangen wat voor de KU Leuven een bijkomende erosie van de bestedingscapaciteit betekent.

- Specifieke lerarenopleiding De middelen voor de specifieke lerarenopleiding worden verdeeld over de universiteiten conform Artikel III.32 e.v. van de Codex Hoger Onderwijs. Deze verdeling gebeurt op basis van het aantal verworven credits in het academiejaarjaar (t-3/t-2). Het gebruik van een eenjarig tijdsvenster voor deze telling veroorzaakt jaarlijks mogelijks een grote volatiliteit. Het aandeel van de KU Leuven daalt in 2016 van 46,20% naar 40,21%. Als gevolg hiervan daalt de KU Leuven-toelage met €0,3 miljoen t.o.v. 2015 tot €2,0 miljoen in 2016.

- Vormingsfonds Conform de bepalingen uit Artikel III.34 uit de Codex Hoger Onderwijs worden de middelen uit het Vormingsfonds vanaf 2015 toegevoegd aan de opbrengsten binnen afdeling I Werking. Deze toekenning bedraagt €0,2 miljoen in 2016, in lijn met het niveau 2015.

- Aanvullende onderzoeksmiddelen De verdeling van de Aanvullende onderzoeksmiddelen wordt geregeld in artikel III.39 van de Codex Hoger Onderwijs. Voor de KU Leuven bedraagt het aandeel in deze middelen €22,0 miljoen in 2016. De stijging met €1,2 miljoen ten opzichte van 2015 is de resultante van: � een reële stijging van de enveloppe door het ingestelde groeipad (+€1,5 miljoen); � de indexering van de enveloppe met 0,44% (+€0,1 miljoen); � een daling in de relatieve prestaties (-€0,2 miljoen); � de extra generieke besparing van 1% op de enveloppe van de aanvullende

onderzoeksmiddelen ingesteld in 2016 (-€0,2 miljoen).

- Brusselnorm De verdeling van de Brusselmiddelen wordt geregeld in Art III.41 van de Codex hoger onderwijs. Het KU Leuven-deel neemt tussen 2015 en 2016 af van €1,5 miljoen naar €1,3 miljoen, als gevolg van de extra besparing van €1,0 miljoen op Vlaams niveau op de Brusselmiddelen (impact voor de KU Leuven: -€0,2 miljoen) en een beperkte daling van het aandeel van de KU Leuven in de gehanteerde prestatieparameters (-K€36).

- Vordering vakantiegeld In 2016 neemt de vordering vakantiegeld op balans toe met €0,6 miljoen ten opzichte van 2015. Deze evolutie is het gevolg van de evolutie van de personeelskosten binnen Afdeling I Werking.

- Uitkering DGD (geboekt onder code 7001 voor €1,3 miljoen)

Tot 2016 is door DGD (Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking) een generieke toelage ter beschikking gesteld van de Vlaamse universiteiten voor de financiering van de opleidingskosten van studenten uit landen in ontwikkeling. De verdeling over de universiteiten gebeurt op basis van

44

gewogen studentenaantallen. In 2016 blijft deze toelage behouden op het peil van 2015 en bedraagt ze €1,3 miljoen.16

- Verlegging werkingsuitkering Ter vergoeding van de kosten voor de geïntegreerde academische activiteiten die alsnog gedragen worden door de hogescholen van herkomst, vindt een verrekening plaats (de zogenaamde gemengde bijdrage). Deze verrekening gebeurt door een verlegging van werkingsuitkeringen van de universiteit naar de hogescholen, in 2016 voor een bedrag van -€15,7 miljoen (opbrengst met een negatief teken). Het bedrag van de verlegging voor alle geïntegreerde campussen samen neemt tussen 2015 en 2016 derhalve af met €0,7 miljoen, als gevolg van nieuwe werkafspraken en de overname door de KU Leuven van een aantal activiteiten die voorheen door de hogescholen werden uitgevoerd.

2. Bedrijfskosten De bedrijfskosten binnen afdeling I Werking bedragen in 2016 €368,8 miljoen. Dit betekent een stijging met €6,7 miljoen of 1,9% ten opzichte van 2015. De aankopen van goederen bedragen €6,1 miljoen, ten opzichte van €6,8 miljoen in 2015. Deze kosten bestaan uit: - uitrusting (€3,5 miljoen); - meubilair (€1,3 miljoen); - boeken en tijdschriften aangekocht door de 11 universiteitsbibliotheken (€0,8 miljoen); - software (€0,2 miljoen); - rollend materieel (€0,2 miljoen); - vast meubilair (€0,1 miljoen). De daling met €0,6 miljoen ten opzichte van vorig boekjaar wordt vooral verklaard door lagere aankopen van uitrusting. De aankopen van goederen worden in eerste instantie ten laste gelegd van de afdeling I Werking om nadien, conform de waarderingsregels, via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling waar nodig uit resultaat te worden gehaald en op de balans te worden geplaatst als investeringen. De diensten en diverse goederen bedragen in 2016 €44,7 miljoen, wat een stijging betekent van €0,3 miljoen of 0,8% ten opzichte van 2015. Deze stijging situeert zich vooral binnen de leveringen van informaticadiensten (+€0,5 miljoen) en van boeken en tijdschriften (+€0,4 miljoen), terwijl de kosten m.b.t. onroerende goederen dalen (-€0,7 miljoen). De belangrijkste uitgaven voor diensten en diverse goederen betreffen in 2016: - €13,3 miljoen personeelsgerelateerde kosten (hoofdzakelijk boeken, tijdschriften, restaurant en

catering en verplaatsingskosten); - €7,6 miljoen kosten m.b.t. onroerende goederen (hoofdzakelijk schoonmaak, klein onderhoud en

herstellingen aan gebouwen en terreinen, verhuiskosten, bewaking); - €6,3 miljoen kosten m.b.t. roerende goederen (klein onderhoud en herstelling van uitrusting,

huurkosten m.b.t. informatica); - €3,8 miljoen leveringen van informaticadiensten; - €3,0 miljoen marketing, publiciteit en beurzen; - €2,8 miljoen nutsvoorzieningen; - €2,1 miljoen erelonen; - €1,4 miljoen ter beschikking gesteld personeel; - €1,0 miljoen onderzoeksmateriaal en –producten; - €1,0 miljoen verzekeringskosten; - €1,0 miljoen kosten m.b.t. afvaltransport en –verwerking; - €0,7 miljoen subsidies of toelagen toegekend aan partners in het kader van onderwijsactiviteiten.

16 Noteer dat vanaf begrotingsjaar 2017 de generieke DGD-uitkering voor opleidingskosten komt te vervallen en wordt vervangen door een

projectsubsidie die zal geadministreerd worden buiten afdeling I Werking (cf. Global Minds, het nieuwe interventietype in het Noord-

programma van de Vlaamse universitaire ontwikkelingssamenwerking).

45

Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bestaan uit kosten m.b.t. het ZAP/OP3 (44,5%), het ATP (40,1%), het AAP/OP1&2 (14,0%) en andere (1,4%). De kosten 2016 zijn gestegen met €7,5 miljoen of 2,4% versus 2015. Deze toename wordt verklaard door toegenomen kosten voor het ZAP/OP3 (+€4,0 miljoen), het ATP (+€3,8 miljoen) en de gastprofessoren (+€0,5 miljoen) enerzijds en een daling bij het AAP/OP1&2 (-€0,8 miljoen) anderzijds. De toename van de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen van het ZAP/OP3 (+€4,0 miljoen) is het resultaat van volgende tegengestelde bewegingen: - de indexering van de lonen van juli 2016 (+€1,3 miljoen); - de lagere niet-verschuldigde loonmatigingsbijdrage, als kost met een negatief teken, hoofdzakelijk

door het wegvallen in 2016 van de eenmalige inhaalbeweging inzake de loonmatigingsbijdrage van 2015 (+€0,8 miljoen);

- een volumestijging met 5,43 VTE (+€0,5 miljoen). Deze volumestijging is het gevolg van: � de toename van het ZAP in het kader van het ZAP-groeipad uit het integratiedecreet (+19,8

VTE, +€1,8 miljoen); � een uitbreiding van de BOFZAP-mandaten en Tenure track mandaten (+1,03 VTE, +€0,1

miljoen); � de daling bij het reguliere OP3-kader (-15,4 VTE, -€1,4 miljoen);

- een toename van de RSZ-werkgeversbijdragen (+€0,5 miljoen) door omzettingen met terugwerkende kracht van het RSZ-werknemerskengetal 675 (tijdelijk ZAP met zicht op vaste aanstelling) naar 491 (tijdelijk ZAP);

- +€0,1 miljoen toename van de overlijdensverzekering voor jong ZAP; - een duurdere mix (+€0,8 miljoen), mede ingevolge het bevorderings- en excellentiebeleid.

De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen van het AAP/OP1&2 nemen af met €0,8 miljoen. Deze evolutie wordt vooral verklaard door: - een volumedaling met -18,48 VTE (-€1,2 miljoen);

� een daling bij KU Leuven “in strikte zin” ingevolge de omzetting van praktijkassistenten naar het ATP-onderwijsverzorgend kader, conform de artikelen V.31. en V.53. van de Codex Hoger Onderwijs (-11,19 VTE);

� een gewijzigde invulling van de RE-enveloppen, vooral door een verschuiving in de mix van personeelsleden aangerekend op afdeling I Werking naar afdeling V Patrimonium (-7,29 VTE).

- de bijstelling door de overheid van de berekeningsparameters voor de RSZ-werkgeversbijdragen in het kader van de federale taks shift (-€0,4 miljoen)17;

- de indexering van de lonen in juli 2016 (+€0,4 miljoen); - de lagere niet-verschuldigde loonmatigingsbijdrage, als kost met een negatief teken, vooral door

het wegvallen in 2016 van de eenmalige inhaalbeweging inzake de loonmatigingsbijdrage van 2015 (+€0,2 miljoen);

- overige mix-elementen (+€0,2 miljoen). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen van het ATP nemen toe met €3,8 miljoen. Deze evolutie wordt verklaard door volgende tegengestelde bewegingen: - een volumestijging met 39,93 VTE (+€2,5 miljoen) als gevolg van:

� de omzetting van praktijkassistenten naar het ATP-onderwijsverzorgend kader (+11,19 VTE - zie ook supra);

� de uitvoering van de groeipaden zoals voorzien in de “RE-normering” bij de geïntegreerde campussen, de overname van personeelsleden van de hogescholen n.a.v. de afbouw van de gemengde lijsten en de start van de gezamenlijke opleiding Handelswetenschappen met UHasselt (+8,37 VTE);

17 Dit betreft volgende bijstellingen van de parameters m.b.t. de RSZ-werkgeversbijdragen vanaf 1/4/2016:

- Voor het personeel binnen afdeling I Werking dalen, met uitzondering van het vast ZAP, het vast integratiekader en de jobstudenten, de bijdragepercentages vanaf 1/4/2016 van ±26,6% naar ±24,4%. Dit resulteert in een minkost t.o.v. 2015 van circa -€2,1 miljoen, als volgt verdeeld over de statuten:

o -€0,4 miljoen bij AAP; o -€1,6 miljoen bij het ATP; o -€0,1 miljoen bij ZAP en GTP;

- De nieuwe berekeningswijze voor de structurele bijdragevermindering bestaat enerzijds in een verlaging van de forfaitaire korting en anderzijds in een relatieve toename van de lage lonencomponent. Dit resulteert binnen afdeling I Werking in een beperkte toename van de personeelskosten t.o.v. 2015 met circa +€0,2 miljoen, vooral bij het ATP.

46

� overige factoren (+20,37 VTE), enerzijds door een gewijzigde invulling en een hogere benuttingsgraad van de RE/VTE-enveloppen en anderzijds door overige beperkte bijstellingen van de RE- en VTE-enveloppen;

- de indexering van de lonen in juli 2016 (+€1,3 miljoen); - de lagere niet-verschuldigde loonmatigingsbijdrage, als kost met een negatief teken, vooral door

het wegvallen in 2016 van de eenmalige inhaalbeweging inzake de loonmatigingsbijdrage van 2015 (+€0,5 miljoen);

- een toename van de kost voor de groepsverzekering (+€0,1 miljoen); - de bijstelling door de overheid van de berekeningsparameters voor de RSZ-werkgeversbijdragen in

het kader van de federale taks shift (-€1,4 miljoen); - het saldo van de toename (+€0,8 miljoen) wordt hoofdzakelijk verklaard door wijzigingen in de mix

van het personeelsbestand als gevolg van de in- en uitstroom van medewerkers, tredeverhogingen en promoties.

De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen van de gastprofessoren nemen toe met €0,5 miljoen, hoofdzakelijk door een volumetoename met 3,81 VTE (+€0,4 miljoen). In overeenstemming met artikel IV.19 van de Codex Hoger Onderwijs mogen de personeelskosten van de globale formatie verhoogd met de gastprofessoren maximaal 80% van de jaarlijkse werkingsuitkering uitmaken. De KU Leuven overschrijdt met een 80/20-verhouding van 81,00% de vooropgestelde norm. De stijging van de 80/20-verhouding in 2016 vergeleken met 2015 is het gevolg van de besparingen door de Vlaamse overheid op de werkingsuitkeringen waardoor de stijgingen aan de inkomstenzijde niet in verhouding staan tot het toenemende kostenpeil. De besparingsmaatregelen van de Vlaamse overheid worden deels gecompenseerd door de verhoging van de inschrijvingsgelden (zie ook de toelichting m.b.t. de besparingen). Indien deze toename van de inschrijvingsgelden (+€10,0 miljoen) in rekening wordt gebracht, blijft de KU Leuven met een 80/20-verhouding van 78,98% binnen de vooropgestelde norm. Als bijkomend de te verwachten extra compensatie voor de werkgeversbijdragen (cf. Art. III. 58 uit Codex Hoger Onderwijs) wordt verrekend, daalt de 80/20-verhouding nog verder. Tabel 3.5: 80/20-norm m.b.t. de personeelskost van de globale formatie18

De berekening van deze 80/20-verhouding wordt uitgevoerd conform het rondschrijven van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel d.d. 20 maart 2012. In deze aanpak wordt rekening gehouden met de opbrengsten ingevolge de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de

18 Noteer dat onder de “Werkingsuitkeringen incl. Lerarenopleiding” in de noemer van de 80/20-verhouding voor de jaren 2014 e.v. voor de geïntegreerde campussen de werkingsuitkeringen zijn in rekening gebracht inclusief het deel dat bestemd wordt als bijdrage gemengd (d.i. vóór overdracht van deze bijdrage naar de UC’s). Ter compensatie worden in de teller, onder de lijn “Uitgaven Detacheringen art. V.17/ V.223 Codex Hoger Onderwijs,” de personeelskosten mee in rekening gebracht die met deze bijdrage gemengd (vanwege de geïntegreerde campussen) gedragen/betaald worden door de UC’s, via het sociaal secretariaat voor Onderwijs van de Vlaamse overheid.

Boekjaar 2016 Boekjaar 2015

Uitgaven Zelfstandig Academisch Personeel 141.464.599 137.502.579

Uitgaven Assisterend Academisch Personeel 44.280.236 45.035.001

Uitgaven Administratief en Technisch Personeel 127.510.076 123.743.076

Uitgaven Gastprofessoren 3.535.302 3.041.975

Uitgaven Detacheringen art. V.17/ V. 223 Codex Hoger Onderwijs 7.400.941 7.777.674

Subtotaal (1) 324.191.153 317.100.307

20% inkomsten art. 41 financieringsdecreet 3.684.086 3.663.936

20% financiering BOFZAP art. 20/21 BOF besluit 2.899.505 2.902.825

Subtotaal (2) 6.888.589 6.857.649

TOTAAL TELLER 317.302.564 310.242.658

Financiering BOFZAP en overhead vanuit afdeling BOF 14.497.524 14.514.124

Inkomsten DGD 1.291.911 1.297.679

Defiscaliseringsmiddelen afdeling Werking 4.054.830 4.418.536

TOTAAL NOEMER 391.737.050 390.037.706

80% NORM 81,00% 79,54%

Werkingstoelage incl. Lerarenopleiding

Inkomsten Detacheringen art. V.17/ V. 223 Codex Hoger Onderwijs

371.892.785

304.997

369.807.366

290.888

47

bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering van het wetenschappelijk onderzoek (verder defiscaliseringsmiddelen genoemd). De andere bedrijfskosten bedragen €0,3 miljoen en hebben betrekking op rechtspersonenbelasting, roerende voorheffing, onroerende voorheffing, radio- en TV taks, Sabam, Reprobel en overige belastingen. Ze nemen af met €0,5 miljoen t.o.v. 2015: - omdat in 2016 geen aanslagbiljet inzake rechtspersonenbelasting werd ontvangen, terwijl in 2015

de aanslagbiljetten werden ontvangen voor 2014 en 2015 (-€0,3 miljoen); - door de lagere onroerende voorheffing (-€0,2 miljoen); 3. Financiële opbrengsten en kosten Er zijn geen financiële opbrengsten binnen afdeling I Werking. De financiële kosten zijn in lijn met 2015 en bedragen K€41. Ze bestaan hoofdzakelijk uit bankkosten. 4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Er zijn geen uitzonderlijke opbrengsten of kosten binnen afdeling I Werking.

5. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen €2,6 miljoen, d.i. een stijging met €0,6 miljoen versus 2015. Ze betreffen vooral diverse recuperaties. De inkomende overschrijvingen bedragen in totaal €29,4 miljoen en zijn afkomstig van afdeling IV.I Bijzonder onderzoeksfonds (€18,2 miljoen) en afdeling V Patrimonium (€11,2 miljoen). De overschrijvingen afkomstig van afdeling IV.1 omvatten: - €13,4 miljoen inzake de financiering van personeelsuitgaven voor ZAP-leden met in hoofdzaak een

onderzoeksopdracht, conform art. 21 van het BOF-besluit; - €3,8 miljoen voor de personeelsuitgaven voor de Tenure Track docenten; - €1,0 miljoen overheadbijdrage. Van afdeling V Patrimonium wordt €11,2 miljoen ontvangen: - €10,0 miljoen heeft betrekking op de verhoogde inschrijvingsgelden die worden overgeschreven als

gedeeltelijke compensatie voor de besparingsmaatregelen van de Vlaamse overheid; - €0,7 miljoen betreft de compensatie voor de kosten voor de personeelsleden gefinancierd op

afdeling I Werking in het kader van de gemeenschappelijke opleiding Rechten aan de UHasselt; - €0,3 miljoen wordt overgeschreven ten gunste van Campus Kortrijk; - €0,2 miljoen betreft de terugbetaling door de Vlaamse overheid van de kosten voor TBS

voorafgaand aan het rustpensioen m.b.t. 2014 en 2015. Deze inkomsten komen toe in Afdeling V en worden d.m.v. overschrijving ingebracht in Afdeling I Werking, waar ook de corresponderende kosten gedragen worden.

6. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen €15,8 miljoen en bestaan hoofdzakelijk uit: - €9,8 miljoen uitgaven m.b.t. nutsvoorzieningen; - €1,1 miljoen leveringen van informatica-infrastructuur; - €0,7 miljoen marketing, publiciteit en beurzen; - €0,7 miljoen administratiekosten; - €0,6 miljoen aankopen bij de interne magazijnen; - €0,4 miljoen personeelsgerelateerde kosten;

48

- €0,3 miljoen eigen inbreng van o.a. diensten/faculteiten/departementen/ … voor bepaalde investeringsprojecten.

De toename met €5,1 miljoen ten opzichte van 2015 is vooral te verklaren door hogere interne aanrekeningen van elektriciteit en gas. De uitgaande overschrijvingen bedragen €9,8 miljoen. Ze betreffen voor €4,2 miljoen overschrijvingen naar afdeling II Investeringen; het saldo van €5,6 miljoen gaat naar afdeling IV.I Bijzonder Onderzoeksfonds en betreft de verplichte overschrijving volgens art. 19 van het BOF-besluit. 7. Overschot (tekort) van het boekjaar Het tekort van het boekjaar bedraagt €4,1 miljoen. De bestemde fondsen die binnen afdeling I Werking zijn opgebouwd, bedragen op jaareinde €22,4 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). Deze fondsen worden alle toegewezen aan de bestemming “Andere goedgekeurde middelen voor initiatieven van groepen/departementen/faculteiten/diensten/ professoren”. Dit saldo bestaat immers uit residu’s op de bedragen die jaarlijks via de middelenbegroting worden toegekend aan enerzijds de Groepen en anderzijds de Algemene en Ondersteunende Diensten. De toekenningen aan de Groepen worden bepaald op basis van het intern allocatiemodel. De bedragen voor de Algemene en Ondersteunende Diensten worden toegekend in de jaarlijkse begrotingsrondes. Deze residu’s worden door de betreffende entiteiten aangewend voor eigen bestedings- en investeringsnoden. Noteer dat de residu’s van de Algemene en Ondersteunende Diensten in rekening gebracht worden bij de volgende begrotingsronde, in tegenstelling tot wat met de residu’s bij de Groepen e.a. gebeurt. Consequentie m.b.t. de resultatenverwerking: het tekort van het boekjaar 2016 op afdeling I Werking komt in mindering van de bestemde fondsen voor “Andere goedgekeurde middelen voor initiatieven van groepen/departementen/faculteiten/diensten/professoren”. In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling I Werking verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

Mede ten gevolge van interne leningen voor €40,0 miljoen (€30,0 miljoen in 2003 en €10,0 miljoen in 2005) vanuit afdeling I Werking aan afdeling II Investeringen, ter compensatie van de ontoereikende investeringstoelagen, is er in de praktijk binnen afdeling I Werking €41,4 miljoen meer toegekend op krediet (= vastgelegde bestemmingen) dan het bedrag van de bestemde fondsen (€22,4 miljoen).

31/12/2016 31/12/2015

Bestemde fondsen 22.396.961 26.522.651

63.778.528 66.012.483

- Andere goedgekeurde middelen voor verw orven projecten van groepen/fac/diensten/professoren 63.778.528 66.012.483

Groep Wetenschap en Technologie 15.517.385 15.465.754

Groep Humane Wetenschappen 11.899.355 11.389.383

Groep Biomedische Wetenschappen 9.996.644 9.715.620

Groepsoverschrijdende instituten 152.036 186.798

Geïntegreerde campussen 5.132.011 3.835.607

Algemene en Ondersteunende Diensten (universiteitsbrede initiatieven) 21.081.096 25.419.321

Detaillering bestemmingen

49

Tabel 3.6: Resultatenrekening 2016 - afdeling I: Werking (1/2)

50

Tabel 3.6: Resultatenrekening 2016 - afdeling I: Werking (2/2)

51

AFDELING II: INVESTERINGEN Om haar kerntaken passend te kunnen blijven vervullen en de expansie van het onderzoek te kunnen blijven ondersteunen, voert de KU Leuven een actief investeringsbeleid op basis van een ambitieus investeringsplan voor onroerende goederen dat continu wordt aangepast aan de nieuwe noden. Dit investeringsplan wordt gerealiseerd deels binnen afdeling II Investeringen met de investeringstoelagen van de Vlaamse Overheid en inkomende overschrijvingen vanuit afdeling I Werking en afdeling V Patrimonium en deels binnen afdeling V Patrimonium waar noodgedwongen, gelet op de structurele ontoereikendheid van de investeringstoelage van de Vlaamse overheid, aanvullend een belangrijk deel van de eigen inkomsten voor investeringsdoeleinden wordt ingezet. 1. Bedrijfsopbrengsten In 2016 bedragen de overheidstoelagen en subsidies – basisfinanciering (1ste geldstroom) van de afdeling II Investeringen €11,7 miljoen, zoals bevestigd door de Vlaamse Overheid op 10 mei 2016. De investeringstoelage dekt over de jaren heen slechts een fractie (circa 20%) van de behoeften en plannen m.b.t. onroerende investeringen. De toelage bestaat uit twee componenten: (1) de toelage voor de KU Leuven in strikte zin (d.i. exclusief de geïntegreerde academische hogeschoolactiviteiten) voor €11,1 miljoen en (2) het gradueel opbouwend deel van de vroegere AGION-middelen dat aan de universiteiten wordt toegekend voor de geïntegreerde academische hogeschoolactiviteiten voor €0,6 miljoen. De investeringstoelage 2016 voor de KU Leuven in strikte zin (€11,1 miljoen) ligt €0,1 miljoen lager dan in 2015. De toelage op Vlaams niveau wordt verdeeld over de universiteiten volgens een verdelingsmechanisme waarbij een basisbedrag (35%) aan de universiteiten wordt toegewezen volgens een vaste verdeling (zie Art. III. 54§3 uit de Codex Hoger Onderwijs); de overige middelen (65%) worden verdeeld op basis van het aantal unieke studenten in de academische basisopleidingen (zonder rekening te houden met de geïntegreerde opleidingen) in het jaar t-3/t-2. Binnen deze tweede verdelingspijler daalt het aandeel van de KU Leuven van 37,65% in 2015 naar 36,97% in 2016. Als gevolg hiervan daalt het aandeel van de KU Leuven in de universitaire investeringstoelage pre-integratie van 39,27% in 2015 naar 38,83% in 2016. Vanaf 2015 ontvangt de KU Leuven een bijkomende investeringstoelage ingevolge de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten (vroegere AGION-middelen – Art. III.54/1 uit de Codex Hoger Onderwijs). Deze toelage bedroeg in 2015 €0,3 miljoen en groeit in 2016 aan tot €0,6 miljoen19. Conform de bepalingen uit de Codex Hoger onderwijs Art. III.54 §2 en Art. III.54/1 §3 zouden de investeringstoelagen van de universiteiten jaarlijks geïndexeerd moeten worden in lijn met de evolutie van de ABEX-index (voor 2016 dient de gemiddelde jaarlijkse evolutie van de ABEX-index in de periode 2010-2014 gehanteerd te worden: 1,92%). Dit indexeringsmechanisme is echter in 2016 niet toegepast; hierdoor derft de KU Leuven €0,2 miljoen aan investeringsmiddelen. De andere bedrijfsopbrengsten bedragen in 2016 €2,9 miljoen en bestaan uit ontvangen subsidies en premies in het kader van onroerende investeringen (€1,6 miljoen) en uit huurinkomsten (€1,3 miljoen). Ze liggen €1,1 miljoen hoger dan in 2015 ingevolge hogere ontvangen subsidies en premies (+€0,8 miljoen) en hogere huurinkomsten (+€0,3 miljoen).

19 De investeringstoelagen m.b.t. de geïntegreerde opleidingen zullen over de periode 2015-2024 geleidelijk, in 10 gelijke stappen,

overkomen van de hogescholen naar de universiteiten.

52

2. Bedrijfskosten De aankopen van goederen (€6,4 miljoen) betreffen uitgaven voor investeringsprojecten, in overeenstemming met het Vijfjarenplan onroerende investeringen. De belangrijkste projecten (inclusief hun respectievelijke uitgaven) in 2016 zijn de volgende20: - de volledige verbouwing van Gebouw A van Campus Kortrijk, vnl. de labo’s van de wetenschappen

en de hal van het gebouw (€1,8 miljoen); - de nieuwbouw van het scheikundig laboratoriumgebouw Leuven Chem&Tech (voorheen Corelab)

binnen het departement Scheikunde, de afdeling COK en het departement CIK (€1,2 miljoen); - de investeringsuitgaven voor verwarming, ventilatie en koeling en voor de elektriciteitswerken bij de

nieuwbouw en de uitbreiding van het Elektrotechnisch Instituut voor ESAT (€0,8 miljoen); - de eerste fase van de werken aan de daken, gevels en buitenschrijnwerk van het Arenbergkasteel

(oostvleugel en deel westvleugel) (€0,5 miljoen); - de uitgaven voor erelonen en voor elektriciteitswerken in het interieur van het Hoger Instituut voor

Wijsbegeerte – woning President (€0,4 miljoen); - de erelonen voor de nieuwbouw van het Quadrivium-gebouw met als bestemming een

onderwijsgebouw, een ontmoetingscentrum en het decanaat voor de faculteit Wetenschappen (€0,3 miljoen);

- de herbestemming en volledige restauratie van de voorbouw van het College van Premonstreit - Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (€0,3 miljoen).

De terugval onder de rubriek aankoop van goederen met €7,7 miljoen in 2016 versus 2015 betreft geen structurele bedrijfseconomische reductie van het kostenpeil in afdeling II, maar weerspiegelt enkel de lagere cash-uitgaven in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten. De uitgaven voor investeringen worden, in overeenstemming met de waarderingsregels, via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat gehaald en geactiveerd op de balans. De diensten en diverse goederen bedragen €9,5 miljoen en betreffen vooral groot onderhoud. Ze nemen licht toe met €0,3 miljoen t.o.v. 2015. 3. Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen €0,3 miljoen, in lijn met 2015. Ze bestaan voor €0,2 miljoen uit opbrengsten van obligaties en €0,1 miljoen uit ontvangen dividenden van financiële vaste activa. Er werden in 2016 voor K€3 financiële kosten geboekt, dit zijn hoofdzakelijk waardeverminderingen op vlottende activa. 4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Er zijn in 2016 binnen afdeling II Investeringen €2,1 miljoen uitzonderlijke opbrengsten geboekt. Deze opbrengsten betreffen: - voor €0,1 miljoen de gespreide verkoop van een terrein n.a.v. de ontwikkeling van de site

Hertogendal in samenwerking met Resiterra; - voor €2,0 miljoen de middelen die de KU Leuven in 2016 ontvangen heeft uit het Financierings-

Fonds Eenmalige Uitgaven (FFEU) voor de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences Campus – Gasthuisberg waarvoor een overeenkomst is gesloten tussen het Vlaams Gewest (AWV - Agentschap voor Wegen en Verkeer) en de rechtspersoon KU Leuven.

20 Deze bedragen kunnen afwijken van de bedragen vermeld onder code 22 Terreinen en gebouwen om volgende redenen: (1) BTW-recuperaties op onroerende investeringen worden in mindering gebracht van de balanswaarde van het betreffend actief en (2) onroerende werken die gestart zijn in een vorig boekjaar en geregistreerd werden onder de activa in aanbouw worden het jaar van inhuizing - samen met de uitgaven van het huidige boekjaar - geregistreerd onder gebouwen en terreinen.

53

Het project voor de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences Campus – Gasthuisberg loopt tot 2020 en wordt voor €20,0 miljoen gefinancierd door de Vlaamse Overheid met FFEU-middelen en voor €3,5 miljoen door het AWV. Het saldo moet worden gedragen door UZ Leuven en KU Leuven. In 2010 werd in de boekhouding van de KU Leuven reeds een uitzonderlijke voorziening voor risico’s en kosten aangelegd van €1,6 miljoen ter dekking van deze KU Leuven bijdrage. De kosten van het gehele project lopen, op uitzondering van de kosten die gefinancierd worden met de AWV-middelen en de kosten die gedragen worden door UZ Leuven, over de boekhouding van de KU Leuven en worden geregistreerd onder de andere uitzonderlijke kosten (code 664/8). Ter compensatie van deze kosten worden de FFEU-middelen zoveel mogelijk opgevraagd (zie andere uitzonderlijke opbrengsten onder code 764/9). In boekjaar 2016 werden geen uitzonderlijke kosten geregistreerd. 5. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen in 2016 €1,4 miljoen. Ze hebben grotendeels betrekking op de eigen inbreng van o.a. diensten/faculteiten/departementen/ … voor bepaalde investeringsprojecten (€1,1 miljoen) en op de interne verhuur (€0,3 miljoen). De inkomende verrekeningen liggen €0,3 miljoen hoger dan in 2015 vooral ingevolge de hogere eigen inbreng voor bepaalde investeringsprojecten. Er werden in 2016 voor €6,9 miljoen inkomende overschrijvingen geregistreerd. Het gaat om middelen die worden toegevoegd aan afdeling II Investeringen vanuit: - afdeling I Werking (€4,2 miljoen): €2,7 miljoen m.b.t. de afspraak gemaakt tijdens het conclaaf van

Epernay en €1,5 miljoen overeenkomstig de toegenomen overheadinkomsten; - afdeling V Patrimonium (€2,7 miljoen): €1,5 miljoen BTW-recuperatie op investeringen en €1,2

miljoen bijdrage voor de uitvoering van investeringen m.b.t. rationeel energieverbruik (REG) in functie van goedgekeurde businessplannen.

6. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen €0,6 miljoen. Ze betreffen hoofdzakelijk dienstverlening m.b.t. klein onderhoud en liggen in lijn met 2015. Er zijn geen uitgaande overschrijvingen binnen afdeling II Investeringen. 7. Overschot (tekort) van het boekjaar Het overschot van het boekjaar bedraagt in 2016 €8,9 miljoen. Dit overschot betreft geen structureel bedrijfseconomisch resultaat maar een toevallig cash-resultaat in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten. Het totaal bestemd overschot van afdeling II Investeringen stijgt tot €14,5 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). Dit bedrag moet in relatie gezien worden tot het Vijfjarenplan Onroerende Investeringen 2017-2021 dat deel uitmaakt van de Beleidsbegroting 2017-2021, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de universiteit op 15 november 2016. Hierin worden voor de periode 2017-2021 in afdeling II werken voorzien voor €146,1 miljoen.21 44% van deze geraamde uitgaven zullen gefinancierd worden met toekomstige investeringstoelagen, de rest met de bestemde fondsen einde 2016, met overschrijvingen tussen de afdelingen en met interne leningen.

21 Daarnaast worden in afdeling V Patrimonium nog eens €170,2 miljoen werken voorzien, inclusief werken binnen de geïntegreerde (Technologie)campussen.

54

Consequentie m.b.t. de resultatenverwerking: het overschot van het boekjaar op afdeling II Investeringen d.d. 31 december 2016 wordt toegevoegd de bestemde fondsen voor “onroerende investeringen”. In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling II Investeringen verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

Hieruit blijkt dat op 31 december 2016 de vastgelegde bestemmingen binnen afdeling II Investeringen €131,7 miljoen hoger liggen dan het bedrag van het bestemd fonds.

De detaillering van het Vijfjarenplan FOI is opgenomen in het begrotingsdossier 2017-2021 zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 15 november 2016.

31/12/2016 31/12/2015

14.449.692 5.505.276

146.118.508 128.629.780

- Onroerende investeringen

146.118.508 128.629.780

Bestemde fondsen


Vijfjarenplan Onroerende Investeringen 2017-2021 goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de universiteit op 15 november 2016

55

Tabel 3.7: Resultatenrekening 2016- afdeling II: Investeringen (1/2)

56

Tabel 3.7: Resultatenrekening 2016 - afdeling II: Investeringen (2/2)

57

AFDELING III: SOCIALE VOORZIENINGEN VOOR STUDENTEN 1. Bedrijfsopbrengsten De overheidstoelagen en subsidies – basisfinanciering (1ste geldstroom) 2016 bedragen €9,4 miljoen en liggen 10,42% hoger dan in 2015. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van de uitvoering van de voorziene groeipaden en de demping van de in 2015 doorgevoerde lineaire besparingen. Tabel 3.8: Evolutie van de eerste geldstroom in afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten

2016 versus 2015

De sociale toelage wordt bepaald conform artikel III.70 uit de Codex Hoger Onderwijs en stijgt in 2016 met €0,8 miljoen t.o.v. 2015. In 2015 werd er een lineaire besparing van 5% ingesteld op de STUVO-enveloppe en werd het voorziene groeipad afgeroomd. Conform de mededeling van AHOVOKS dd. 30/06/2016 wordt deze lineaire besparing in 2016 gedempt tot 2% van de STUVO-enveloppe en worden de eerder voorziene groeipaden (€1,0 miljoen in 2016) opnieuw uitgevoerd. Bijkomend wordt een beperkte indexering van 0,28%22 toegepast. Aanvullend dient opgemerkt dat er vanaf 2016 een nieuwe verdelingslogica toegepast wordt waarbij de universitaire enveloppe wordt samengevoegd met de enveloppe van de geïntegreerde opleidingen23. Deze totale enveloppe wordt voortaan verdeeld over de universiteiten op basis van de opgenomen studiepunten na integratie (universitaire opleidingen + geïntegreerde opleidingen). De ingestelde minima24 blijven ook na toepassing van het nieuwe verdelingsmechanisme van kracht, al worden ze vanaf nu wel licht gedempt. Er werd in 2016 een uitkering DGD ontvangen van €0,2 miljoen voor socio-culturele hulp aan studenten uit landen in ontwikkeling. Ter compensatie van de provisie vakantiegeld die wordt aangelegd voor het ATP ten laste van de sociale toelage, wordt een vordering vakantiegeld ingeschreven t.a.v. de Vlaamse overheid. Een aangroei van deze vordering (+€0,1 miljoen in 2016) door gestegen personeelskosten (zie verder) vertaalt zich in een opbrengst voor hetzelfde bedrag. De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen in 2016 €10,0 miljoen. Ze stijgen met €1,4 miljoen in vergelijking met 2015 door toegenomen huurinkomsten in de sociale sector (+€1,0 miljoen; vooral in de residenties Arenbergwoonwijk, Camilo Torres, Pius X college, Holleberg) en hogere waarborgen (+€0,4 miljoen). De €9,0 miljoen van de andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening (d.i. 90%) betreffen huurinkomsten van studentenkamers, studio’s en appartementen. Het saldo (€1,0 miljoen) betreft andere huurinkomsten, zoals o.a. waarborgen, geïnde inschrijvingsrechten en inkomsten van parking. De andere bedrijfsopbrengsten bedragen in 2016 €1,9 miljoen en nemen toe met €0,2 miljoen. Ze omvatten o.a. diverse aanrekeningen aan studenten, zoals medische honoraria (€0,6 miljoen), inkomsten uit voeding en drank (€0,2 miljoen) en overige ontvangen subsidies zoals sociale bijdragen van UC Leuven-Limburg (€0,7 miljoen) en van Luca School of Arts (€0,1 miljoen) in het kader van de regionale samenwerking op associatieniveau in Leuven.

22 Indexering van de component personeel (50%) met 0,55% = 0,275% 23 Tot en met 2015 werden de toelagen voor de universitaire opleidingen en de geïntegreerde opleidingen als aparte enveloppen beschouwd en verdeeld op basis van de opgenomen studiepunten binnen de betreffende deelenveloppen. 24 De sociale toelage die een universiteit ontvangt in het begrotingsjaar t kan niet lager zijn dan 98 % van de sociale toelage die haar in het begrotingsjaar t-1 is toegekend.

(in euro) 2016 2015

Sociale toelage overheid 9.133.947 8.319.536 814.411 9,79%

Toekenning DGD 182.753 173.743 9.010 5,19%

Vordering vakantiegeld 71.319 8.783 62.536 712,02%

TOTAAL 9.388.019 8.502.062 885.957 10,42%

Evolutie

58

2. Bedrijfskosten De aankopen van goederen bedragen €0,5 miljoen en bestaan uit investeringen in onroerende goederen aan het Van Dalecollege voor €0,4 miljoen en uit aankopen van meubilair voor €0,1 miljoen. Alle investeringsuitgaven worden in eerste instantie ten laste gelegd van de afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten, om nadien, conform de waarderingsregels, via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat te worden gehaald en geactiveerd op de balans. De aankopen van goederen nemen licht toe met €0,1 miljoen. De diensten en diverse goederen bedragen €10,2 miljoen en betreffen vooral: - €4,9 miljoen toegekende toelagen, vooral €2,6 miljoen aan Alma vzw, €1,8 miljoen aan de UC’s die

ook na integratie nog instaan voor het verstrekken van de sociale voorzieningen aan de studenten op de geïntegreerde campussen25 en €0,4 miljoen aan de Leuvense Studentenraad Loko voor hun studentenwerking;

- €2,4 miljoen groot onderhoud en herstellingen uitgevoerd aan o.a. de studentenresidenties de Arenbergwoonwijk, Andreas Vesalius, Camilo Torres, Sint Catharina, Holleberg, Justus Lipsiuscollege, …;

- €0,8 miljoen personeelsgerelateerde kosten, waaronder verblijf- en verplaatsingskosten, kantinebenodigdheden en catering;

- €0,5 miljoen kosten m.b.t. onroerende goederen zoals o.a. schoonmaak, klein onderhoud en herstellingen en bewaking door derden;

- €0,5 miljoen toegekende toelagen aan studenten voor studiefinanciering; - €0,3 miljoen kosten m.b.t. roerende goederen: kleine uitrusting, klein onderhoud en herstelling van

uitrusting, huurkosten m.b.t. rollend materieel, informatica, …. ; - €0,2 miljoen nutsvoorzieningen. De daling van de diensten en diverse goederen met €0,9 miljoen t.o.v. 2015 wordt vooral verklaard door lagere kosten voor groot onderhoud en herstellingen. De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen €7,4 miljoen en bestaan voornamelijk uit ATP kosten voor €7,2 miljoen; de resterende €0,2 miljoen betreft jobstudenten. De stijging van 2015 naar 2016 met €0,5 miljoen, is het gevolg van de bijkomende inzet van 5,61 VTE (+€0,3 miljoen), de indexering van de lonen in juli 2016 (+€0,1 miljoen) en een duurdere mix (+€0,1 miljoen). Vanaf academiejaar 2015-2016 heeft de KU Leuven de STUVO-activiteiten van de Antwerpse campussen (Campus Carolus en Campus Sint-Andries) overgenomen, wat deels de toename van het personeelsvolume verklaart. De andere bedrijfskosten (€0,1 miljoen) blijven beperkt en hebben hoofdzakelijk betrekking op de taksen geheven op de kamerverhuur.

3. Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen €0,2 miljoen in 2016. Ze liggen in lijn met vorig jaar en betreffen hoofdzakelijk opbrengsten uit obligaties. De financiële kosten bedragen €0,3 miljoen in 2016. Ze betreffen hoofdzakelijk de aflossingen van de leningen aan kredietinstellingen. Ook voor deze rubriek blijft de variantie met de cijfers van 2015 beperkt.

25 De sociale toelagen die de KU Leuven ontvangt voor de studenten op de geïntegreerde campussen worden sinds 2014, na afhouding van de consolidatiebijdrage (K€14 in 2016), overgedragen aan de vzw’s hogescholen die, ook na de integratie, nog instaan voor het verstrekken van de sociale voorzieningen aan deze studenten.

59

4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Er zijn in 2016 geen uitzonderlijke opbrengsten en kosten binnen afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten. 5. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen €0,5 miljoen in 2016 en liggen in lijn met vorig jaar. Ze betreffen vooral de recuperatie van kosten voor het administreren van de overeenkomsten met jobstudenten voor de gehele universiteit (€0,2 miljoen), inkomsten van interne verhuur (€0,1 miljoen) en inkomsten van interne dienstverlening (€0,1 miljoen). Er werden in 2016 voor €4,1 miljoen inkomende overschrijvingen geboekt vanuit afdeling V Patrimonium: - inbreng van eigen middelen van de universiteit voor de studentenvoorzieningen Leuven (€3,7

miljoen); - inbreng van eigen middelen van de universiteit voor de mobiliteit van studenten die zich verplaatsen

met De Lijn (€0,3 miljoen); - tussenkomst in de studentenvoorzieningen Kortrijk (€0,1 miljoen). 6. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen in 2016 €5,7 miljoen en betreffen hoofdzakelijk de rente en kapitaalaflossingen m.b.t. interne leningen (€2,6 miljoen), aanrekeningen vanwege de Technische diensten voor onderhoudswerken (€1,2 miljoen), nutsvoorzieningen (€1,3 miljoen), bijdragen voor verzekeringskosten (€0,1 miljoen), personeelsgerelateerde kosten (€0,1 miljoen), ... De toename met €1,6 miljoen t.o.v. vorig jaar betreft vooral een stijging van de rente en kapitaalaflossingen m.b.t. interne leningen met €1,0 miljoen en een stijging van de aanrekeningen vanwege de Technische diensten voor onderhoudswerken met €0,3 miljoen. Er zijn geen uitgaande overschrijvingen binnen afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten. 7. Overschot (tekort) van het boekjaar In 2016 wordt binnen afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten een overschot geboekt van €1,8 miljoen. Dit overschot wordt toegevoegd aan het bestemd fonds “Studentenvoorzieningen” dat hierdoor stijgt van €13,6 miljoen einde 2015 tot €15,4 miljoen einde 2016 (zie Deel 1, tabel 1.4). De besteding van deze middelen valt onder de eigen bevoegdheden/verantwoordelijkheden van de Raad voor Studentenvoorzieningen die paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van de studenten, van de academische overheid en van leden van het personeel van de sector Studentenvoorzieningen. In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

60

Hieruit blijkt dat de bestemde fondsen binnen afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten op 31 december 2016 volledig zijn toegekend op kredieten en derhalve een vastgelegde bestemming hebben gekregen.

31/12/2016 31/12/2015

15.393.484 13.565.011

15.393.484 13.565.011

- Studentenvoorzieningen 15.393.484 13.565.011

Gealloceerde middelen voor :

huisvesting 10.524.642 9.272.907

voeding 1.701.901 1.398.844

medische en psychologische dienstverlening 594.222 569.013

sociale dienstverlening 806.317 619.912

studentenw erking 257.705 170.454

vervoer 64.523 64.197

Studief inanciering 962.042 891.321

Initiatieven binnen Kulak andere dan huisvesting 482.132 578.363

Bestemde fondsen


61

Tabel 3.9: Resultatenrekening 2016 - afdeling III: Sociale voorzieningen voor studenten (1/2)

62

Tabel 3.9: Resultatenrekening 2016 - afdeling III: Sociale voorzieningen voor studenten (2/2)

63

AFDELING IV: ONDERZOEKSFONDSEN AFDELING IV.1: BIJZONDER ONDERZOEKSFONDS 1. Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten binnen afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds bestaan hoofdzakelijk uit overheidsbijdragen fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom). Deze bedragen in 2016 €64,0 miljoen. De andere bedrijfsopbrengsten bedragen K€3. De overheidstoelagen binnen het BOF worden sinds 2013 verdeeld op basis van het Besluit van de Vlaamse regering van 21 december 2012 betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap (verder aangeduid als het BOF- besluit). Tabel 3.10 splitst de overheidstoelagen 2016 van de KU Leuven uit over 4 deelcomponenten en vergelijkt de cijfers voor 2016 met 2015. Tabel 3.10: Evolutie van de overheidstoelagen binnen afdeling IV.1 Bijzondere onderzoeksfonds

per deelcomponent – 2016 versus 2015

De BOF toelage van de KU Leuven bedraagt in 2016 €64,0 miljoen of €0,2 miljoen minder dan in 2015. Vanaf 2016 wordt de extra toelage voor BOF ZAP samengevoegd met de BOF-basistoelage. Om deze reden worden de BOF basistoelage en de extra toelage voor BOF ZAP in onderstaande toelichting samen besproken. De evoluties van de inkomstencategorieën binnen het BOF worden in grote mate verklaard door: - de evolutie van de globale Vlaamse enveloppe die over alle instellingen wordt verdeeld; - de onderzoeksprestaties van de KU Leuven; deze onderzoeksprestaties worden aangeduid als de

BOF-sleutel en geven weer welk aandeel van de volledige Vlaamse enveloppe wordt toegekend aan de KU Leuven.

Tabel 3.11 detailleert de factoren die instaan voor de daling van de BOF toelagen. Tabel 3.11: Evolutie van de BOF-toelagen van de KU Leuven 2015-2016

Marktaandeel Index Aangroei enveloppe Totale evolutie

(in euro) (1) (2) (3) (4) (5)= (2)+(3)+(4) (6)=(1)+(5)

Basistoelage incl. BOF ZAP 52.897.000 -689.000 230.900 369.000 -89.100 52.807.900

Tenure Track 3.787.000 -49.000 15.900 0 -33.100 3.753.900

Methusalem 7.507.000 -98.000 32.500 0 -65.500 7.441.500

TOTAAL 64.191.000 -836.000 279.300 369.000 -187.700 64.003.300

2015

Verklaring evoluties

2016

64

De globale Vlaamse enveloppe van het BOF stijgt tussen 2015 en 2016 met €1,6 miljoen als gevolg van: - een indexering met 0,44% waardoor de globale BOF-toelage stijgt met €0,7 miljoen; van deze

stijging komt €0,3 miljoen toe aan KU Leuven (zie ook (3) in tabel 3.11); - een reële aangroei van de BOF-basistoelage (incl. BOF ZAP) met €0,9 miljoen waarvan €0,4 miljoen

bij KU Leuven (zie (4) in tabel 3.11). Verder evolueert de BOF toelage van de KU Leuven als gevolg van de evolutie van de BOF-sleutel. De BOF-sleutel is een gewogen som van de marktaandelen van een instelling op verschillende parameters die de onderzoeksoutput meten. Tabel 3.12 toont de evolutie van de onderzoeksparameters van de BOF-sleutel voor de KU Leuven tussen 2015 en 2016, samen met de gehanteerde gewichten voor de betreffende marktaandelen. Tabel 3.12: Evolutie van de marktaandelen26 van de KU Leuven op de verschillende

onderzoeksparameters van de BOF-sleutel, 2015-2016

De marktaandelen van de KU Leuven zorgen (na weging) voor een daling van de theoretische BOF-sleutel in 2016 versus 2015 met -0,53% (i.e. de BOF-sleutel zonder de toepassing van de gegarandeerde minima). Deze daling situeert zich voornamelijk bij de uitgereikte doctoraten (-0,78%), bij de publicaties (-0,45%) en bij de citaties (-0,80%). Hoewel de absolute prestaties van de KU Leuven toenemen voor deze parameters, nemen de prestaties bij de andere instellingen sterker toe, waardoor het marktaandeel van de KU Leuven daalt. Voor wat betreft de doctoraten tonen de UAntwerpen, UHasselt en VUB een relatief sterkere groei; bij de publicaties en citaties is er een relatief hogere groei waar te nemen bij UGent, UHasselt en VUB. Sinds 2013 wordt er voor de kleine en middelgrote universiteiten voorzien in een gegarandeerde minimumsleutel met een gegarandeerd groeipad, zodat deze instellingen gezamenlijk gegarandeerd groeien tot 27,5% van de BOF-enveloppen. Deze bepaling heeft een negatieve impact op de sleutel van de twee grote universiteiten, KU Leuven en UGent. De KU Leuven sleutel werd ingevolge dit gegarandeerde groeipad bijgesteld met -0,57% in 2015 en met -0,58% in 2016.

26 Noteer dat voor het bepalen van het variabel onderzoeksdeel van de werkingsuitkeringen in afdeling I Werking eveneens gewerkt wordt met vergelijkbare onderzoeksparameters. De marktaandelen uit beide toelagen verschillen echter, door onderstaande verschillen in de berekeningswijze: - in tegenstelling tot afdeling I Werking worden binnen het BOF enkel de bachelor-diploma’s in rekening genomen van opleidingen waarvoor de betreffende instelling geen onderwijsbevoegdheid heeft voor het aanbieden van de aansluitende masteropleiding; - voor de academische diploma’s en voor de doctoraatsparameter wordt een andere tijdsafbakening gehanteerd (4-jarig tijdsvenster binnen het BOF versus 5-jarig tijdsvenster binnen de basistoelage van afdeling I Werking); - er wordt met een verschillende verrekening van de VABB-publicaties gewerkt, waardoor de publicatieparameters binnen het BOF en binnen de basistoelage van afdeling I Werking verschillen; - voor de diversiteits- en mobiliteitsparameter wordt een andere definitie en tijdsafbakening (tevens 4-jarig tijdsvenster binnen het BOF; 5-jarig tijdsvenster binnen de basistoelage van afdeling I Werking) gehanteerd. De citatie-parameter is in beide berekeningen identiek.

gewicht

24% 23% -1%

35% 35% 0%

2% 2% 0%

22,81% 23,40% 0,59%

16,19% 16,60% 0,41%

Finale BOF sleutel 41,45% 40,91% -0,54%

Theoretische BOF Sleutel 42,02% 41,49% -0,53%

Bijstelling als gevolg van ingestelde minimumsleutels -0,57% -0,58% -0,01%

Publicaties 42,58% 42,13% -0,45%

Citaties 45,35% 44,55% -0,80%

Uitgereikte doctoraten 41,14% 40,36% -0,78%

Diversiteitscoëfficiënt 40,29% 40,11% -0,18%

Marktaandeel% 2015 2016Evolutie

2016 vs 2015

Uitgereikte bachelor- en initiële masterdiploma's 40,68% 40,50% -0,18%

65

Zodoende bedraagt de BOF-sleutel van de KU Leuven, met bijpassing van ingestelde minima ten voordele van de kleine en middelgrote universiteiten in Vlaanderen, 40,91%. Ten opzichte van de BOF-sleutel van 2015 (41,45%) is dit een daling met 0,54%. Finaal vertalen deze evoluties in de meting en de weging van de onderzoeksprestaties van de KU Leuven zich in een afname van de BOF-toelagen van 2015 naar 2016 met €0,8 miljoen (zie (2) in tabel 3.11). 2. Bedrijfskosten en uitgaande verrekeningen De bedrijfskosten en de uitgaande verrekeningen worden naar herkomst van de middelen (BOF, Methusalem en Onderwijsinitiatieven) gegroepeerd en samen besproken. Deze benadering sluit aan bij de opvolgings- en onderzoekspraktijk binnen de bevoegde diensten en onderzoeksgroepen. Noteer dat, in overeenstemming met de waarderingsregels, de uitgaven voor investeringen in afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds, via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat worden gehaald en geactiveerd op de balans. Tabel 3.13: Bedrijfskosten en uitgaande verrekeningen binnen afdeling IV.1 gegroepeerd naar

herkomst van de middelen – 2016 versus 2015

Uitgaven BOF De uitgaven m.b.t. personeel/werking en uitrusting/verrekeningen binnen het BOF bedragen in 2016 €42,9 miljoen versus €43,9 miljoen vorig jaar. De afname met €1,0 miljoen wordt verklaard door lagere diensten en diverse goederen (-€1,2 miljoen) en hogere aankopen van uitrusting (+€0,2 miljoen). Verbijzonderd naar kostensoorten geeft dit het volgende beeld. De aankopen van goederen bedragen €1,2 miljoen en betreffen hoofdzakelijk uitrusting. De stijging ten opzichte van vorig jaar (+€0,2 miljoen) is ook volledig het gevolg van hogere aankopen van uitrusting. De diensten en diverse goederen bedragen €7,9 miljoen. Ze hebben hoofdzakelijk betrekking op bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (€2,3 miljoen), onderzoeksmateriaal en -producten (€1,6 miljoen), verblijf- en verplaatsingskosten (€1,5 miljoen), personeelsgerelateerde kosten (€1,1 miljoen), kosten m.b.t. roerende goederen zoals klein onderhoud, herstelling van uitrusting, huurkosten m.b.t. rollend materieel en informatica, … (€0,5 miljoen), erelonen (€0,2 miljoen), drukwerk en advertenties (€0,2 miljoen) en ter beschikking gesteld personeel van de KU Leuven (€0,2 miljoen). De afname van de diensten en diverse goederen (-€1,2 miljoen) is vooral te verklaren door lagere uitgaven m.b.t. bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (-€0,3 miljoen), erelonen (-€0,3 miljoen), onderzoeksmateriaal (-€0,3 miljoen) en personeelsgerelateerde kosten (-€0,2 miljoen). De personeelskosten bedragen €32,6 miljoen en bestaan uit: bursalen onderworpen aan volledige RSZ (€22,4 miljoen), BAP (€8,4 miljoen), ATP (€1,5 miljoen), contractueel ATP (€0,2 miljoen) en gastprofessoren (€0,1 miljoen). De personeelskosten 2016 blijven op hetzelfde peil als in 2015.

De uitgaande verrekeningen bedragen €1,3 miljoen en liggen in lijn met 2015. Ze bestaan vooral uit interne aanrekeningen m.b.t. proefdieren, wetenschappelijke en andere dienstverlening, interne aankopen bij magazijnen en personeelsgerelateerde kosten.

66

Uitgaven Methusalem Op Methusalem daalt het uitgavenpatroon met €0,4 miljoen tot €6,7 miljoen in 2016. Deze afname wordt vooral verklaard door lagere aankopen van goederen (-€0,2 miljoen); verder dalen eveneens de kosten m.b.t. bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-€0,1 miljoen) en de uitgaande verrekeningen (-€0,1 miljoen). De aankopen van goederen bedragen €0,2 miljoen in 2016 en betreffen hoofdzakelijk uitrusting. De afname met €0,2 miljoen ten opzichte van 2015 wordt verklaard door lagere aankopen van uitrusting. De diensten en diverse goederen (€1,9 miljoen) liggen in lijn met 2015. De voornaamste kostensoorten zijn onderzoeksmateriaal en -producten (€0,6 miljoen), personeelsgerelateerde kosten zoals verblijf- en verplaatsingskosten, boeken, tijdschriften, … (€0,4 miljoen), bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (€0,3 miljoen), kosten m.b.t. roerende goederen zoals klein onderhoud, herstelling van uitrusting, huurkosten m.b.t. informatica, … (€0,2 miljoen) en ter beschikking gesteld personeel van de KU Leuven (€0,2 miljoen). De personeelskosten bedragen €4,0 miljoen (-€0,1 miljoen versus 2015); ze betreffen ook hier hoofdzakelijk bursalen onderworpen aan volledige RSZ (€1,6 miljoen), BAP (€1,5 miljoen), ATP (€0,8 miljoen) en overige statuten (gastprofessoren en contractueel ATP voor €0,1 miljoen). De uitgaande verrekeningen (€0,6 miljoen) bestaan vooral uit kosten m.b.t. proefdieren en liggen €0,1 miljoen onder het peil van vorige boekjaar. Uitgaven voor onderzoeksprojecten m.b.t. onderwijs De uitgaven voor onderzoeksprojecten m.b.t. onderwijs bedragen K€81. Aangezien vanaf 2010 geen extra middelen voor onderwijsinitiatieven meer aan het BOF worden toegevoegd, blijven de uitgaven zeer beperkt. 3. Financiële opbrengsten en kosten Er zijn geen financiële opbrengsten en kosten binnen afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds. 4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Er zijn geen uitzonderlijke opbrengsten en kosten binnen afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds. 5. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen Alle overhead (behalve de 2% overhead op BOF-middelen die conform artikel 21 van het BOF-besluit naar afdeling I Werking wordt overgeschreven) wordt geregistreerd op de inkomende verrekeningen. Zodoende kunnen de onderzoeksafdelingen die overhead afdragen aan afdeling V Patrimonium per saldo negatieve inkomende verrekeningen tonen. De negatieve inkomende verrekening 2016 voor afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds betreft de overhead op Methusalem-inkomsten (€0,7 miljoen) die naar afdeling V Patrimonium wordt overgedragen. De inkomende overschrijvingen op afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds bedragen €7,5 miljoen en zijn afkomstig van: - afdeling I Werking voor de verplichte overschrijving naar het BOF conform art. 19 van het BOF-

besluit (€5,6 miljoen); - afdeling V Patrimonium ter compensatie van de besparingen door de Vlaamse regering op de

BOF-enveloppen (€1,8 miljoen); - afdeling V Patrimonium ter financiering van de FLOF-bursalen voor HUB-KUB (€0,1 miljoen).

67

6. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen (€1,9 miljoen) werden besproken onder punt 2. Bedrijfskosten. De uitgaande overschrijvingen bedragen €18,3 miljoen en betreffen uitsluitend overschrijvingen naar afdeling I Werking conform art. 21 van het BOF-besluit: - €13,4 miljoen ter financiering van personeelsuitgaven voor ZAP-leden met in hoofdzaak een

onderzoeksopdracht (BOF ZAP); - €3,8 miljoen voor de Tenure Track docenten; - €1,1 miljoen als overheadbijdrage. 7. Overschot (tekort) van het boekjaar

Het overschot van het boekjaar bedraagt in 2016 €2,9 miljoen. Dit overschot wordt toegevoegd aan de bestemde fondsen voor “Wetenschappelijk onderzoek”. Hierdoor stijgt het bestemde fonds voor wetenschappelijk onderzoek m.b.t. het BOF einde 2016 tot €76,4 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). Tegenover dit saldo van €76,4 miljoen staan op basis van alle goedgekeurde projecttoekenningen, een veelheid aan verbintenissen en toekomstige verplichtingen die dit bedrag ruimschoots overstijgen. In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling IV.1 Bijzonder Onderzoeksfonds verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

Hieruit blijkt dat op 31 december 2016 de netto toekenningen op kredieten (= vastgelegde bestemmingen) binnen afdeling IV.1 Bijzonder Onderzoeksfonds €42,6 miljoen hoger liggen dan het bedrag van het bestemd fonds.

31/12/2016 31/12/2015

76.424.172 73.525.142

118.984.813 121.935.804

- Wetenschappelijk onderzoek 118.984.813 121.935.804

Netto toekenningen op onderzoeksprojecten in het kader van Bijzonder onderzoeksfonds 102.920.180 103.567.293




Diensten 1.492.845 1.506.459

KULAK en groepsoverschrijdende instituten 3.301.438 2.780.298

Geïntegreerde campussen 3.478.103 3.350.873

Netto toekenningen op onderzoeksprojecten in het kader van Methusalemfinanciering 16.064.633 18.368.511





Bestemde fondsen

68

Tabel 3.14: Resultatenrekening 2016 – afdeling IV.1: Bijzonder onderzoeksfonds (1/2)

69

Tabel 3.14: Resultatenrekening 2016 – afdeling IV.1: Bijzonder onderzoeksfonds (2/2)

70

AFDELING IV.2: ANDERE ONDERZOEKSFONDSEN 1. Bedrijfsopbrengsten27 De totale bedrijfsopbrengsten binnen afdeling IV.2 bedragen in 2016 €397,6 miljoen en zijn als volgt verdeeld: - 2° geldstroom: €58,5 miljoen; - 3° geldstroom: €135,6 miljoen; - 4° geldstroom: €190,3 miljoen; - overige (andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening, giften,

schenkingen en legaten en andere bedrijfsopbrengsten): €13,2 miljoen. De totale bedrijfsopbrengsten die in 2015 €387,8 miljoen bedroegen, zijn derhalve met €9,8 miljoen of 2,5% toegenomen. Voor een goed begrip van deze cijfers is volgende methodologische toelichting van belang. Een deel van de bedrijfsopbrengsten die in afdeling IV.2 worden geboekt, heeft betrekking op onderzoekscontracten die langer lopen dan 31 december en waarbij aan het einde van jaar n geen tussentijdse afrekening wordt gemaakt. Voor de boekhoudkundige registratie van deze contracten werken de universiteiten, overeenkomstig artikelen 75 en 76 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de begroting en de boekhouding voor de universiteiten d.d. 21 december 2007, met een jaarlijkse matching van kosten en opbrengsten, overeenkomstig de completed contract methode. Voor de KU Leuven impliceert dit concreet dat in de jaren dat de totale gefactureerde en derhalve geboekte bedrijfsopbrengsten voor de betreffende projecten groter zijn dan de reeds gemaakte kosten, het netto surplus van de bedrijfsopbrengsten als negatieve bedrijfsopbrengst in een extra boeking wordt gecomptabiliseerd onder code 71 Waardewijziging van projecten in uitvoering binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling, met als tegenpost code 46 Ontvangen vooruitbetalingen op projecten, op het passief van de balans. In de jaren dat een omgekeerde situatie zich voordoet (meer bedrijfskosten dan bedrijfsopbrengsten) wordt het netto surplus van de bedrijfskosten als positieve bedrijfsopbrengst in een extra boeking ingeschreven onder code 71 Waardewijziging van projecten in uitvoering binnen afdeling VIII, met als tegenpost code 37 Projecten in uitvoering op het actief van de balans. Jaarlijks wordt de matching-boeking van het voorgaande jaar tegen geboekt (“terugval” genoemd), met als gevolg dat het jaarlijks netto resultaat ingevolge matching gelijk is aan het verschil tussen de matching van het huidige jaar en de matching van het vorige jaar. Concreet staat voor 2016 op code 71 Waardewijziging projecten in uitvoering binnen afdeling VIII een bedrag ingeschreven van €2,7 miljoen (opbrengst). D.i. het verschil tussen -€40,4 miljoen, het resultaat van de matching m.b.t. 2016 en +€43,1 miljoen, de tegenboeking van de matching m.b.t. 2015. Teneinde bij de analyse van de cijfers van afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen een duidelijk beeld te geven van de bedrijfseconomische realiteit is het van belang om de basisdata m.b.t. de bedrijfsopbrengsten samen te voegen met de resultaten van de matching-oefening uit begrotingsafdeling VIII. Daartoe worden de matching-boekingen 2016 die in globaliteit ingeschreven staan op code 71 Waardewijziging projecten in uitvoering (afdeling VIII) extracomptabel aangerekend op de opbrengstensoorten van de betreffende projecten (afdeling IV.2). Eenzelfde oefening gebeurt op de cijfers 2015 met de matching-boekingen 2015. Tabel 3.15 presenteert de bedrijfsopbrengsten van afdeling IV.2 voor de KU Leuven overeenkomstig deze principes en vergelijkt de cijfers 2016 met 2015. De relevante kolommen zijn (3), (6) en (7) die betrekking hebben op 2016, respectievelijk 2015, en op de reële afwijking tussen beide jaren. Na toepassing van deze principes bedraagt de reële afwijking in de bedrijfsopbrengsten tussen 2016 en 2015 dus +€13,8 miljoen.

27 De inkomsten die terug te vinden zijn onder de bedrijfsopbrengsten (code 70/74) zijn de bruto bedragen die worden ontvangen van de verschillende financiers. De overeenkomstige overhead is als negatieve opbrengst terug te vinden onder de inkomende verrekeningen (code 93).

71

Tabel 3.15: Bedrijfsopbrengsten afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen, inclusief matching – 2016 versus 201528

28 Noteer dat tabel 3.15 de bedrijfsopbrengsten na matching van afdeling IV.2 weergeeft. Tabellen 1.1 en 1.5 binnen Deel I Resultatenrekening – synthese betreffen de bedrijfsopbrengsten na matching van alle begrotingsafdelingen. Zodoende wijken deze weergaves van elkaar af.

72

De overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) is afkomstig van de IUAP, het FWO en de IWT bench fees en bedraagt in 2016 €60,0 miljoen wat een daling van €0,3 miljoen inhoudt ten opzichte van de inkomsten in 2015. De overheidsbijdragen voor de Interuniversitaire attractiepolen (IUAP) hebben tot doel steun te verlenen aan netwerken van excellerende teams voor fundamenteel onderzoek uit de verschillende Gemeenschappen van het land die in netwerk opereren. De door de KU Leuven ontvangen overheidsbijdrage bedraagt in 2016 €7,7 miljoen wat een stijging betekent van €2,2 miljoen t.o.v. de inkomsten in 2015. Omwille van het feit dat deze projecten in de loop van 2017 eindigen, treedt er in 2016 een inhaalbeweging op in de uitgaven en bijgevolg ook in de inkomsten na matching t.o.v. 2015.29 De FWO-inkomsten daarentegen kennen een daling met €2,2 miljoen (van €53,3 miljoen in 2015 naar €51,1 miljoen in 2016). De daling wordt verklaard door besparingen op Vlaams niveau waardoor de totale FWO-projectbudgetten teruglopen, en dit terwijl het KU Leuven-marktaandeel in de FWO-projecttoekenningen stijgt van 44,63% in 2015 naar 47,59% in 2016. De IWT bench fees bedragen in 2016 €1,2 miljoen wat een daling betekent van €0,3 miljoen t.o.v. 2015. Ze betreffen een vast bedrag dat jaarlijks aan de IWT-bursalen ter beschikking wordt gesteld voor het dekken van kosten die in het kader van hun doctoraatsonderzoek worden gemaakt. Deze rubriek faseert geleidelijk aan uit als gevolg van de overname van dit financieringskanaal door het FWO. De overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) nemen in 2016 versus 2015 toe met €4,3 miljoen (+3,2%) tot €136,2 miljoen. De inkomsten van de Federale overheid excl. IUAP bedragen in 2016 €7,3 miljoen, wat een stijging betekent t.o.v. 2015 met €0,7 miljoen. Ze zijn als volgt samengesteld: - De inkomsten vanwege VLIR-UOS bedragen €3,7 miljoen in 2016 wat quasi gelijk is aan 2015.

Deze inkomsten betreffen subsidies voor universitaire ontwikkelingssamenwerking waarvan de diverse programma’s (zoals IUS, Eigen Initiatieven, Zuidinitiatieven, Congoprojecten, …) erop gericht zijn universiteiten in het Zuiden te ondersteunen opdat zij, in hun eigen regio en land, motoren voor ontwikkeling kunnen zijn.

- Het Federaal Wetenschapsbeleid zet nationale en internationale meerjarige onderzoeksacties op om het Belgisch wetenschappelijk en technisch potentieel te versterken. De KU Leuven-inkomsten vanwege deze financier bedragen in 2016 €2,7 miljoen, d.i. een toename met €0,9 miljoen t.o.v. 2015. Deze toename situeert zich voornamelijk op het niveau van de BRAIN- (+€1,1 miljoen) en Stereo III- onderzoeksprogramma’s (+€0,1 miljoen); het programma gericht op duurzame ontwikkeling kent een daling (-€0,3 miljoen).

- Daarnaast ontvangt de KU Leuven jaarlijks subsidies voor wetenschappelijk onderzoek vanwege verschillende Federale overheidsdiensten zoals de FOD Volksgezondheid, de Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de FOD Justitie, het RIZIV,… De inkomsten vanwege deze diensten bedragen in 2016 €0,9 miljoen, d.i. een geringe afname met €0,2 miljoen ten opzichte van 2015, die zich voornamelijk situeert binnen de projecten toegekend door de FOD Volksgezondheid.

De inkomsten van de Vlaamse Gemeenschap bedragen in 2016 €79,6 miljoen, een stijging met €1,9 miljoen ten opzichte van 2015. - €12,4 miljoen hiervan is afkomstig van de Vlaamse Gemeenschap en betreft hoofdzakelijk:

� de Steunpunten (opgericht door diverse Vlaamse departementen) met als opdracht het verzamelen, analyseren en ontsluiten van beleidsrelevante gegevens voor de Vlaamse overheid en regering. De betreffende inkomsten 2016 bedragen €1,7 miljoen. Ze hebben alle betrekking op de sinds 2012 opgestarte Steunpunten. In 2016 werd het programma stopgezet

29 Noteer dat het IUAP-programma vanaf 2018 vervangen wordt door het nieuw op te starten EOS-programma (waarbij EOS staat voor “The Excellence of Science”). Het EOS-programma wil gezamenlijk fundamenteel wetenschappelijk onderzoek tussen onderzoekers van de Vlaamse en Franstalige gemeenschap promoten door het financieren van vierjarige onderzoeksprojecten in alle wetenschapsdomeinen. De betrokken Vlaamse instellingen zullen hun financiering ontvangen via het FWO; de betrokken Franstalige instellingen via het FNRS.

73

conform de beslissing van de Vlaamse regering, waarna de mogelijke verderzetting van de Steunpunten werd gedecentraliseerd om beheerd te worden per beleidsdomein ook wat hun financiering betreft (voor cijfers per beleidsdomein zie verder);

� diverse subsidies vanwege het departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Overheid voor een totaal van €3,0 miljoen die o.a. bestemd zijn voor de periodieke peilingen van leerlingen in het leerplichtonderwijs (€1,4 miljoen), de ICCS-projecten (€0,3 miljoen), het Steunpunt Beleidsgericht Onderwijsonderzoek (€0,3 miljoen), de School of Education (€0,2 miljoen), Loopbanen in het Secundair Onderwijs (€0,2 miljoen) e.a.;

� het Expertisecentrum Onderzoek en Ontwikkelingsmonitoring (ECOOM), d.i. het voormalig Steunpunt O&O-indicatoren, met als missie het ontwikkelen en onderhouden van een performant systeem van O&O- en innovatie-indicatoren voor de Vlaamse regio; in 2016 bedragen de inkomsten €1,3 miljoen;

� middelen toegekend aan de Vlaamse universiteiten voor het organiseren van activiteiten ter ondersteuning van jonge onderzoekers (YouReCa en JuMo) voor €1,3 miljoen;

� de interfacesubsidie toegekend door het departement Economie, Werkgelegenheid en Innovatie (EWI), ter ondersteuning van de valorisatieactiviteiten aan de Vlaamse universiteiten, en dus ook van KU Leuven Research & Development als Technology Transfer Office, voor een bedrag van €1,2 miljoen;

� diverse subsidies gefinancierd door het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse Overheid voor een bedrag van €1,3 miljoen, o.a. voor het Trefpunt Zelfhulp (€0,3 miljoen), het Expertisecentrum Valpreventie (€0,3 miljoen) en Motiverend Coachen (€0,2 miljoen), het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (€0,2 miljoen);

� diverse subsidies gefinancierd door het departement Economie, Werkgelegenheid en Innovatie (EWI) voor een bedrag van €1,3 miljoen, onder meer voor ESF-projecten (€0,6 miljoen) en het Steunpunt Werk (€0,6 miljoen);

� het Steunpunt Wonen voor een bedrag van €0,4 miljoen, gefinancierd door het departement Binnenlands Bestuur.

- De subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO bedragen €25,7 miljoen en ondersteunen innovatie in Vlaanderen door financiële steun aan bedrijven, onderzoeksinstellingen en andere innovatie-actoren. Noteer dat het IWT in 2016 werd ontbonden en dat de activiteiten werden overgedragen aan enerzijds het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en anderzijds het FWO.

- De inkomsten vanwege het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) bedragen €12,2 miljoen. Zowel de IOF-inkomsten als de Interfacesubsidie (zie supra Vlaamse Gemeenschap) passen in het ruimere geheel van overheidsinspanningen om de wisselwerking tussen de instellingen voor hoger onderwijs en het economisch werkveld te versterken.

- Andere Vlaamse intermediaire organisaties, met name Imec (incl. iMinds), VIB, Flanders Food, Flanders Make en het Strategisch Initiatief Materialen (SIM), leveren bijdragen voor toegepast wetenschappelijk onderzoek voor €11,4 miljoen.

- De andere bijdragen Vlaamse Gemeenschap (€17,9 miljoen) hebben vooral betrekking op: � middelen ontvangen van het FWO (en voorheen de Herculesstichting) voor de financiering van

middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur t.b.v. €17,2 miljoen. De Herculesstichting was een door de Vlaamse Overheid opgericht agentschap voor de financiering van middelzware en zware infrastructuur voor fundamenteel en strategisch basisonderzoek in alle wetenschappelijke disciplines. Deze stichting werd in 2016 ontbonden en haar activiteiten werden overgedragen aan het FWO;

� ontvangen subsidies vanwege de Vlaamse overheid zoals o.a. het Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse Landmaatschappij (€0,2 miljoen);

� de cofinanciering in Efro en Interreg projecten voor €0,3 miljoen.

De toename van de inkomsten vanwege de Vlaamse Gemeenschap met €1,9 miljoen in 2016 t.o.v. 2015 is het gevolg van verschillende factoren. - Een netto afname van de inkomsten vanwege de Vlaamse Gemeenschap met €3,2 miljoen tot €12,4

miljoen, te verklaren door: � een afname van de inkomsten m.b.t. de Steunpunten (-€3,2 miljoen), YouReCa/JuMo middelen

(-€0,5 miljoen), middelen voor Naschoolse Projecten (-€0,2 miljoen) en voor de School of Education (-€0,2 miljoen);

74

� een toename van de middelen voor ICCS-projecten (+€0,2 miljoen), voor de periodieke peilingen van leerlingen in het leerplichtonderwijs (+€0,2 miljoen), voor Loopbanen in het Secundair Onderwijs (+€0,2 miljoen), voor ESF-projecten (+€0,2 miljoen) en voor het Expertisecentrum Valpreventie (+€0,1 miljoen).

- De toename van de inkomsten voor toegepast onderzoek vanwege FWO en VLAIO met €1,2 miljoen van €24,5 miljoen in 2015 naar €25,7 miljoen in 2016, waarbij de grootste omzetstijging zich voordoet bij de TETRA- en SIM-projecten, de innovatiemandaten alsook het éénmalige project VIND (Vlaamse Impulsfinanciering voor Netwerken voor Dementieonderzoek).

- De afname in de ontvangsten van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) met €0,1 miljoen van €12,4 miljoen in 2015 naar €12,3 miljoen in 2016 door de combinatie van een geringe toename in de te verdelen IOF-middelen op Vlaams niveau (impact voor KU Leuven: +€0,1 miljoen) en een lichte afname in het marktaandeel van KU Leuven van 45,76% in 2015 naar 45,12% in 2016 (-€0,2 miljoen).

- De stijging van de inkomsten vanwege andere Vlaamse intermediaire organisaties met €1,0 miljoen van €10,4 miljoen in 2015 naar €11,4 miljoen in 2016 door volgende tegengestelde bewegingen: een stijging van inkomsten vanwege VIB (+€0,5 miljoen), Imec/iMinds (+€0,5 miljoen) en Flanders Make (+€0,2 miljoen) en een daling van de inkomsten vanwege SIM (-€0,1 miljoen) en Flanders Food (-€0,1 miljoen).

- De toename van de andere bijdragen Vlaamse Gemeenschap met €3,0 miljoen van €14,9 miljoen in 2015 naar €17,9 miljoen in 2016, als gevolg van hogere inkomsten vanwege het FWO m.b.t. de financieringen voor middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur (+€3,2 miljoen) en van lagere inkomsten voor de cofinanciering in Efro/Interreg projecten (-€0,2 miljoen).

De inkomsten van steden en provincies bedragen €1,5 miljoen in 2016, wat een toename betekent van €0,7 miljoen ten opzichte van 2015, hoofdzakelijk als gevolg van de cofinanciering in Interreg-projecten opgestart in 2016. De inkomsten uit internationale organen bedragen in 2016 €47,6 miljoen en bestaan uit: - inkomsten vanwege de Europese Unie (€43,9 miljoen); - inkomsten vanwege andere internationale instellingen zoals ESA, NIH,… (€3,7 miljoen). De toename van de inkomsten uit internationale organen met €1,0 miljoen in 2016 wordt verklaard door: - de gestegen inkomsten vanwege de Europese Unie (+€0,5 miljoen). Na een vertraagde opstart in

2014 en het op kruissnelheid komen in 2015 kent het kaderprogramma H2020 in 2016 een zeer sterke groei, vnl. bij de ERC- en Marie-Curie projecten;

- de toegenomen inkomsten vanwege internationale instellingen (+€0,5 miljoen) hoofdzakelijk als gevolg van hogere inkomsten in het kader van de US Federal Funding (+€0,2 miljoen) en van projecten toegekend door het European Space Agency (+€0,2 miljoen).

Het contractonderzoek met de privésector en de wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) bedraagt in 2016 €191,0 miljoen en stijgt met €8,9 miljoen of 4,9% ten opzichte van 2015. - Het contractonderzoek - non profit organisaties kent een toename van €3,9 miljoen tot €24,5 miljoen

in 2016. Het betreft een grote hoeveelheid ad hoc contracten met zowel binnenlandse als buitenlandse non-profit organisaties en diverse overheidsinstanties waardoor de inkomsten sterk kunnen fluctueren van jaar tot jaar. In 2016 valt vooral een toename te noteren van de inkomsten van de Stichting tegen Kanker en van Kom op tegen Kanker (+€2,2 miljoen).

- Het contractonderzoek - vennootschappen vertegenwoordigt inkomsten voor €28,4 miljoen en kent een daling van €1,1 miljoen t.o.v. 2015. De omzetafname is de resultante van een daling in de inkomsten vanwege diverse binnenlandse en buitenlandse vennootschappen (-€1,5 miljoen), gecombineerd met een omzetstijging bij de klinische trials (+€0,4 miljoen).

- Het contractonderzoek met de privésector met overheidssteun kent een afname van €1,1 miljoen naar €13,3 miljoen in 2016 voornamelijk als gevolg van de inkanteling van het IWT in het Agentschap Innoveren en Ondernemen.

- De wetenschappelijke dienstverlening zonder contract bedraagt in 2016 €5,3 miljoen wat een daling is van €0,7 miljoen t.o.v. 2015. Zowel bij KU Leuven Research & Development als bij de bedrijven bestaat steeds meer de tendens om ook voor kleinere omzetbedragen contracten af te sluiten.

- De valorisatie onderzoeksresultaten neemt toe met €7,9 miljoen van €111,6 miljoen in 2015 naar €119,5 miljoen in 2016. Deze inkomsten betreffen hoofdzakelijk inkomsten uit de verschillende licenties afgesloten binnen KU Leuven Research & Development.

75

Binnen afdeling IV.2 zijn er naast de supra besproken items nog voor €13,2 miljoen overige opbrengsten. Deze opbrengsten kennen een toename van €0,9 miljoen t.o.v. 2015. De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen €2,4 miljoen en kennen hiermee in 2016 een daling (-€0,5 miljoen) t.o.v. 2015. Ze zijn hoofdzakelijk afkomstig van de verkoop van proefdieren voor onderzoeksdoeleinden (€1,4 miljoen). Daarnaast bevat deze rubriek ook andere opbrengsten zoals auteursrechten, Kadoc-subsidies alsook sponsoring en wetenschappelijke prijzen in het kader van onderzoek. De giften, schenkingen en legaten bedragen €10,0 miljoen en nemen toe met €1,6 miljoen t.o.v. 2015, hoofdzakelijk ingevolge hogere ontvangen legaten en giften in 2016. De andere bedrijfsopbrengsten dalen licht t.o.v. 2015 (-€0,2 miljoen) en bedragen €0,8 miljoen in 2016. Deze rubriek betreft diverse recuperaties. 2. Bedrijfskosten Binnen afdeling IV.2 Andere onderzoekfondsen bedragen de bedrijfskosten in 2016 €304,8 miljoen, d.i. een stijging van €14,5 miljoen (of 5%) ten opzichte van het vorige boekjaar. De mix tussen de kostensoorten verschilt van jaar tot jaar en is sterk afhankelijk van de aard van de onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd. De aankopen van goederen bedragen in 2016 €28,1 miljoen t.o.v. €24,0 miljoen in 201530. De belangrijkste aankopen betreffen: - uitrusting in het kader van de onderzoeksactiviteiten voor €26,6 miljoen. Enkele items ter illustratie:

� HPC hardware TIER 1 met een waarde van €4,8 miljoen (Administratief en Logistiek Gebouw ICTS);

� HiSeq 4000 Sequencing System met een waarde van €1,6 miljoen (Departement Menselijke Erfelijkheid);

� Multimodaal fluorescentie microscopie en nanoscopie platform met een waarde van €1,1 miljoen (Departement Chemie);

� HPC hardware TIER 2 met een waarde van €0,7 miljoen (Administratief en Logistiek Gebouw ICTS);

� Massaspectrometer ultra hoge druk chromatografie met een waarde van €0,6 miljoen (Departement Microbiologie en Immunologie);

� Magnetic Resonance Imaging met een waarde van €0,6 miljoen (Departement Beeldvorming & Pathologie);

� Smartcoater for Mebrance Coating met een waarde van €0,4 miljoen (Departement Microbiële en Moleculaire Systemen);

� Automated DNA extraction platform en een sequencing library preparation platform met een waarde van €0,4 miljoen (Departement Menselijke erfelijkheid);

� Emerald Engine HP - Basic Version – DUO met een waarde van €0,3 miljoen (Departement Microbiële en Moleculaire Systemen);

� SFA14K Embedded Configuration met een waarde van €0,3 miljoen (Administratief & Logistiek Gebouw ICTS);

� Nanotom m device (NanoCT) met een waarde van €0,3 miljoen (Departement Ontwikkeling en Regeneratie);

� Ultra-Performance Liquid Chromatography met een waarde van €0,3 miljoen (Departement Klinische en Experimentele Geneeskunde).

- software voor €1,2 miljoen;

30 Deze bedragen kunnen afwijken van de bedragen vermeld onder code 23 installaties, machines en uitrusting om volgende redenen: (1) de financiering van de installaties, machines en uitrusting kan plaatsvinden binnen verschillende begrotingsafdelingen en (2) voorschotfacturaties geregistreerd in een vorig boekjaar worden het jaar van ingebruikname - samen met de uitgaven van het huidige boekjaar - geregistreerd onder code 23 installaties, machines en uitrusting.

76

- meubilair voor €0,2 miljoen; - rollend materieel voor €0,1 miljoen. De uitgaven voor investeringen worden in overeenstemming met de waarderingsregels via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat gehaald en geactiveerd op de balans. De diensten en diverse goederen bedragen €79,1 miljoen en zijn gestegen met €2,5 miljoen ten opzichte van 2015. De kosten betreffen hoofdzakelijk: - onderzoeksmateriaal en –producten (€19,8 miljoen); - diverse erelonen van hoofdzakelijk adviesbureaus, laboratoria en octrooibureaus (€16,1 miljoen); - verblijf- en verplaatsingskosten (€9,8 miljoen); - opleiding, seminaries, catering en andere personeelsgerelateerde kosten (€7,5 miljoen); - bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (€7,1 miljoen); - kosten roerende goederen (€6,9 miljoen) o.a. kleine uitrusting, klein onderhoud en herstellingen

voor uitrusting en huur informatica; - door derden ter beschikking gesteld personeel aan de KU Leuven (€4,8 miljoen); - marketing, publiciteit en beurzen (€2,1 miljoen); - aanrekeningen m.b.t. proefdieren (€1,1 miljoen); - leveringen van informaticadiensten (€1,1 miljoen); - kosten onroerende goederen (€1,0 miljoen) zoals huur terreinen en gebouwen, verhuiskosten en

klein onderhoud en herstellingen voor terreinen en gebouwen; - transportkosten van goederen (€0,5 miljoen); - vergoedingen aan proefpersonen (€0,3 miljoen); - subsidies en toelagen in het kader van onderzoek (€0,2 miljoen). De stijging van €2,5 miljoen of 3,2% ten aanzien van 2015 is de resultante van volgende tegengestelde bewegingen: - hogere door derden ter beschikking gesteld personeel aan de KU Leuven (+€1,3 miljoen); - hogere kosten roerende goederen, zoals aankopen van kleine uitrusting, klein onderhoud en

herstellingen van uitrusting,… (+€1,0 miljoen); - hogere aankopen van onderzoeksmateriaal en –producten (+€0,6 miljoen); - hogere uitgaven voor marketing en publiciteit (+€0,6 miljoen); - hogere personeelsgerelateerde kosten (+€0,3 miljoen); - lagere erelonen (-€1,3 miljoen). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen in 2016 €169,8 miljoen en bestaan uit ZAP-kosten (€23,3 miljoen, uitsluitend uitvindersaandelen en bijwedden aangezien de ZAP-salariskosten volledig in afdeling I Werking worden geregistreerd), BAP-kosten (€75,5 miljoen), bursalen volledig onderworpen aan RSZ (€44,8 miljoen), ATP-kosten (€24,8 miljoen), contractueel ATP (€0,9 miljoen) en gastprofessoren (€0,5 miljoen). De personeelskosten nemen toe met €3,8 miljoen of 2,3% t.o.v. 2015. Deze stijging is de resultante van volgende tegengestelde bewegingen: - hogere personeelskosten ingevolge:

� indexering van de lonen in juli 2016: +€1,4 miljoen; � volumetoename bij het BAP: +€1,2 miljoen of +17,79 VTE; � volumetoename bij de bursalen onderworpen aan RSZ: +€0,9 miljoen of +22,39 VTE; � hogere uitvindersaandelen en bijwedden binnen het ZAP: +€0,6 miljoen; � volumetoename bij de gastprofessoren: +€0,3 miljoen of +2,96 VTE; � duurdere mix: +€0,3 miljoen; � volumetoename bij het ATP: +€0,1 miljoen of +0,88 VTE; � meerkost voor de groepsverzekering van het onderzoekskader: +€0,1 miljoen;

- daling van de personeelskosten ingevolge: � de maatregelen in het kader van de federale taks shift (-€1,0 miljoen). Dit betreft enerzijds een

daling van de personeelskosten ingevolge de bijstelling door de overheid van de berekeningsparameters voor de RSZ-werkgeversbijdragen (-€2,0 miljoen)31 en anderzijds een

31 Dit betreft de resultante van volgende bijstellingen van de parameters m.b.t. de RSZ-werkgeversbijdragen vanaf 1/4/2016:

77

kostenstijging door de aanpassing van de brutolonen van de bursalen aan de gewijzigde schalen voor bedrijfsvoorheffing per 1/1/2016 (+€1,0 miljoen) 32;

� de volumedaling bij het contractueel ATP (jobstudenten): -€0,1 miljoen of -3,91 VTE. De andere bedrijfskosten bedragen in 2016 €27,8 miljoen versus €23,7 miljoen in 2015. De stijging heeft hoofdzakelijk betrekking op hogere roerende voorheffing ingevolge gestegen royalty-inkomsten. 3. Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen €0,2 miljoen en betreffen vooral gerealiseerde positieve wisselkoersresultaten. De financiële kosten bedragen in 2016 €0,5 miljoen en dalen met €0,4 miljoen ten opzichte van 2015. Ze hebben vooral betrekking op inbrengen in contanten in spin-offs binnen KU Leuven Research & Development. Deze uitgaven worden via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat gehaald en geactiveerd op de balans. Ze worden aansluitend vanuit het voorzichtigheidsprincipe op hetzelfde tijdstip ook afgewaardeerd binnen afdeling VIII.

4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De uitzonderlijke opbrengsten bedragen in 2016 €0,2 miljoen ten opzichte van €2,7 miljoen in het vorige boekjaar. Deze opbrengsten zijn in 2016 uitsluitend gerelateerd aan gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van financiële vaste activa, en betreffen vooral de spin-off Cartagenia binnen KU Leuven R&D. Er zijn in 2016 geen uitzonderlijke kosten binnen afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen. 5. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen -€21,7 miljoen (opbrengst met negatief teken). Ze bevatten voor -€31,3 miljoen overhead (ingevolge de overboeking naar afdeling V Patrimonium) en voor +€9,6 miljoen interne verrekeningen in het kader van onderzoek. De inkomende overschrijvingen vanuit afdeling V Patrimonium bedragen €16,4 miljoen en betreffen: - de programmafinanciering voor €8,5 miljoen (uit de middelen van de federale

defiscalisatiemaatregel); - het Gebu-initiatief betreffende de aankoop van kleinere onderzoeksinfrastructuur voor €3,5 miljoen; - het impulsfonds voor €2,0 miljoen. Dit bedrag moet dienen om bijkomende onderzoekscapaciteit

te creëren binnen de geïntegreerde academische opleidingen; - de inbreng van €1,1 miljoen patrimoniummiddelen voor de financiering van bursalen die

voorafgaand aan de integratie werden gefinancierd op aanvullende onderzoeksmiddelen (cf. IOF/BAM-bursalen);

- het opzetten van een pool van onderzoeksadviseurs binnen Humane Wetenschappen voor €1,0 miljoen;

- Voor personeel dat niet ten laste van de werkingstoelagen wordt gefinancierd dalen, met uitzondering van de

jobstudenten en de bursalen met beperkte RSZ, de bijdragepercentages vanaf 1/4/2016 van ±34,2% naar ±31,9%. De bijgestelde aanpak resulteert in een minkost t.o.v. 2015 van circa -€1,8 miljoen;

- De nieuwe berekeningswijze voor de structurele bijdragevermindering bestaat enerzijds in een verlaging van de forfaitaire korting en anderzijds in een relatieve toename van de lage lonencomponent. Dit resulteert in een beperkte daling van de personeelskosten t.o.v. 2015 met circa -€0,2 miljoen.

32 In het kader van de federale taks shift verhoogt vanaf 1 januari 2016 het nettoloon van werknemers, waarbij het bedrag van de verhoging afhangt van de hoogte van het brutoloon. Daarnaast trad vanaf 1 januari 2015 een verhoogde forfaitaire aftrek voor beroepskosten in werking, waardoor werknemers vanaf 1/1/2015 maandelijks tot 12,5 euro netto extra ontvangen; vanaf 1/1/2016 wordt dat 25 euro/maand extra. Het brutoloon van de doctoraatsbursalen, waarop geen bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden, wordt zo bepaald dat het nettoloon van de doctoraatsbursaal vergelijkbaar is met dat van een assistent (barema 43) met dezelfde anciënniteit, dezelfde gezinssituatie, enz. Om in overeenstemming met bovenvermelde maatregelen de verhoging van het nettoloon te bewerkstelligen werden de brutolonen van de doctoraatsbursalen per 1/1/2016 verhoogd.

78

- een toevoeging aan afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen van €0,2 miljoen gerecupereerde BTW die moet dienen om niet-recupereerbare BTW op EU-projecten zonder valorisatietraject te dragen (ERC, Marie-Curie en Buiten Kader projecten);

- de projecten die vanuit de Coördinatie Associatie worden toegekend aan de KU Leuven m.b.t. het Onderwijsontwikkelingsfonds (K€7) en m.b.t. het onderzoeksplatform Kunsten (K€70). Vermits de Coördinatie Associatie financieel opgevolgd wordt binnen afdeling V Patrimonium, worden de financiële stromen m.b.t. de Coördinatie Associatie als interne verrichtingen opgenomen in de rekeningen van de KU Leuven;

- de impuls voor het onderzoek in het domein van vakdidactiek voor K€63; - het DOC-aandeel in het lidgeld voor EIT KIC’s voor K€56.

6. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen €16,8 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: aanrekeningen m.b.t. proefdieren (€5,3 miljoen), wetenschappelijke dienstverlening (€2,6 miljoen), doorrekening van personeelskosten (€2,6 miljoen), administratiekosten en administratieve dienstverlening (€0,8 miljoen), aanrekening van informatica-infrastructuur (€0,6 miljoen), personeelsgerelateerde kosten (€0,6 miljoen), aankopen van magazijngoederen (€0,4 miljoen), erelonen (€0,3 miljoen), aankopen van kleine uitrusting (€0,3 miljoen), marketing/publiciteit/beurzen (€0,2 miljoen) en interne huur en facilitaire dienstverlening (€0,1 miljoen). De uitgaande verrekeningen liggen €0,6 miljoen hoger dan in 2015 o.a. ingevolge hogere doorrekeningen van personeelskosten, wetenschappelijke dienstverlening en kosten m.b.t. proefdieren. Er zijn geen uitgaande overschrijvingen binnen de afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen.

7. Overschot (tekort) van het boekjaar Het overschot van het boekjaar bedraagt in 2016 €70,6 miljoen. Zoals voor afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds is dit resultaat, gezien de veelheid aan genomen engagementen naar de financierende opdrachtgevers toe, volledig bestemd voor “Wetenschappelijk onderzoek”. Na toevoeging van het resultaat 2016, bedragen de bestemde fondsen voor onderzoek van afdeling IV.2 €628,8 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). Hier tegenover staan de concrete projectengagementen en -verplichtingen die door de verschillende opdrachtnemers aan de KU Leuven (i.e. professoren en onderzoekers) aan hun opdrachtgevers en financiers worden gegarandeerd. Met de resultaten uit de valorisatie van het onderzoek worden nieuwe onderzoeksinitiatieven opgestart, met bijhorende investeringen en aanwervingen van nieuwe leden van het onderzoekskader. In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

79

Hieruit blijkt dat op 31 december 2016 de netto toekenningen op kredieten (= vastgelegde bestemmingen) binnen afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen €382,5 miljoen hoger liggen dan het bedrag van het bestemd fonds.

31/12/2016 31/12/2015

628.767.545 558.183.954

1.011.227.397 916.695.858

- Wetenschappelijk onderzoek 1.011.227.397 916.695.858

159.454.554 135.220.912

119.360.102 109.177.213

44.658.897 59.014.114

34.679.544 29.841.284

25.345.652 25.020.780

18.566.923 17.234.799

16.542.963 5.427.747

16.249.181 14.411.066

15.400.002 21.436.700

13.661.768 17.549.706

13.411.318 12.414.702

11.978.776 12.791.278

10.625.383 7.967.715

10.359.047 8.489.612

5.549.005 5.485.166

5.479.740 5.239.790

4.837.565 2.885.214

4.522.127 4.822.459

4.350.370 6.222.534

4.241.045 533.675

3.451.843 1.069.267

3.446.861 3.143.644

2.864.213 5.425.133

2.446.994 2.818.436

2.073.551

1.804.971 907.467

1.736.291 317.566

1.547.333 1.809.594

983.238 1.323.379

829.755 1.139.366

562.989 251.546

449.627 518.094

440.072 415.871

410.640 412.497

284.935 320.291

259.614

188.319

173.076 162.659

153.443 248.772

99.561 270.002

85.453 123.579

447.660.658 394.832.231

IBBT project

Excellentie f inanciering

Federaal Wetenschapsbeleid

Hercules

Non Profit Organisaties Binnenland

Tender Binnenland

EFRO

IOF Hogescholen

SOC'S

Andere onderzoeksopbrengsten : betreft een veelheid van getekende contracten w aar engagememten tegenover staan


Bestemde fondsen

F.W.O. - Vlaanderen

Europese Unie

I.W.T.

Onderzoeksinkomsten Binnenland

I.W.T. Bilaterale

Industrieel Onderzoeksfonds

Koning Boudew ijnstichting

Diversen Federale Overheid

US federal funding

Convenanten Vlaamse Gemeenschap

Nationale Bank van België

Tender Buitenland

Wetenschappelijke Dienstverlening

Royalties, licenties

Departement Onderw ijs

Departement Coördinatie

Economie, w erkgelegenheid en ...

Impulsfonds

Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur

Volksgezondheid en Leefmilieu

Binnenlandse zaken en openbaar ambt

Onderzoeksinkomsten Buitenland

VLIR - Vlaamse Interuniversitaire Raad

B.L.O.S.O.

Depeartement leefmilieu en infrastructuur

Brussels Gew est

Non Profit Organisaties Buitenland

Projecten TTO

Internationale Instellingen

Associatie KULeuven

Run EU-hefboomfonds

Binnenlands bestuurd, inburgering en w onen

80

Tabel 3.16: Resultatenrekening 2016 - afdeling IV.2: Andere onderzoeksfondsen (1/2)

81

Tabel 3.16: Resultatenrekening 2016 - afdeling IV.2: Andere onderzoeksfondsen (2/2)

82

AFDELING V: PATRIMONIUM Voorafgaande opmerking Naast de gewone patrimoniumverrichtingen zijn binnen deze afdeling ook de inkomsten en uitgaven opgenomen van het Pooled Fund en het Voorzorgsfonds. Het Pooled Fund bevat reserves, giften, schenkingen en legaten (in hoofdzaak aan faculteiten, departementen, onderzoeksgroepen en onderzoekers) waarvan bepaald is dat het kapitaal als een fonds moet bewaard blijven en waarvan de jaaropbrengsten gebruikt mogen worden voor de financiering van onderzoeks- of onderwijsactiviteiten. Het Voorzorgsfonds dient om een reeks pensioenverplichtingen te dekken. 1. Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten bedragen in 2016 €149,8 miljoen en nemen toe met €5,9 miljoen of 4,1% in vergelijking met vorig jaar. Ze bestaan uit andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening (€78,7 miljoen), giften, schenkingen en legaten (€12,6 miljoen) en andere bedrijfsopbrengsten (€58,5 miljoen). De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening (€78,7 miljoen) betreffen: - reguliere inschrijvingsgelden voor €34,9 miljoen; - andere inschrijvingsgelden voor €8,3 miljoen; - verkopen van boeken en cursussen voor €0,2 miljoen; - andere opbrengsten voor €35,3 miljoen waarvan o.a.:

� €21,2 miljoen ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (d.i. de defiscaliseringsmaatregel);

� €1,1 miljoen ingehouden bedrijfsvoorheffing in het kader van de wet d.d. 17 mei 2007 (B.S. 19.06.2007) en de Economische herstelwet d.d. 27 maart 2009 (B.S. 07.04.2009);

� €9,4 miljoen diverse onderwijstoelagen o.a. voor EU-onderwijsprojecten; � €1,5 miljoen sponsoring.

De reguliere studiegelden nemen in 2016 af met €0,2 miljoen (-0,7%). Deze afname wordt verklaard door een daling van het aantal niet-beursgerechtigde studenten in de initiële bachelor- en masteropleidingen. De andere inschrijvingsgelden stijgen met €0,6 miljoen. Deze inkomsten zijn vrij volatiel, want functie van het al dan niet doorgaan van specifieke initiatieven. De andere opbrengsten dalen met €6,6 miljoen of 15,7% ten opzichte van vorig boekjaar; vooral door volgende bewegingen: - lagere ingehouden bedrijfsvoorheffing ingevolge de opheffing vanaf 1/4/2016 van de regeling m.b.t.

de niet door te storten bedrijfsvoorheffing in het kader van de wet d.d. 17 mei 2007 (B.S. 19.06.2007) en de Economische herstelwet d.d. 27 maart 2009 (B.S. 07.04.2009), de zogenaamde IPA-korting, in het kader van de federale taks shift (-€3,9 miljoen);

- lagere geïnde onderwijstoelagen (-€1,4 miljoen) vooral inzake Vlir-uos; deze onderwijstoelagen vallen terug naar een “normaal” peil nadat in 2015 toelagen voor de jaren 2014 en 2015 waren geïnd;

- lagere ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (-€0,3 miljoen); deze daling is nagenoeg volledig toe te schrijven aan de uitstroom van OP2-medewerkers van het integratiekader;

- lagere ontvangsten in het kader van sponsoring (-€0,3 miljoen). De giften, schenkingen en legaten bedragen €12,6 miljoen en stijgen met €7,4 miljoen t.o.v. vorig boekjaar door hogere legaat-ontvangsten in 2016. Ook deze inkomsten zijn door hun aard volatiel.

83

De andere bedrijfsopbrengsten bedragen in 2016 €58,5 miljoen. Ze betreffen hoofdzakelijk: - verhuring en facilitaire dienstverlening niet-sociale sector (€10,4 miljoen) waarvan €8,2 miljoen

betrekking heeft op de verhuring van studentenkamers, studio’s en appartementen op Patrimonium; - recuperaties van personeelskosten (€10,3 miljoen); - recuperaties van nutsvoorzieningen (€9,1 miljoen); - overige recuperaties voor o.a. administratiekosten en administratieve dienstverlening, fotokopijen,

recuperaties van studenten, doorrekeningen door Technische Diensten, …(€6,7 miljoen); - de omzet van de Kinderdagverblijven (€6,5 miljoen); - de omzet van de Coördinatie Associatie (€4,7 miljoen); - recuperatie van BTW op algemene kosten, als gemengd BTW-belastingplichtige (€3,9 miljoen); - diverse andere subsidies zoals o.a. subsidies van de Vlaamse Gemeenschap m.b.t. het

archievendecreet en ontvangen subsidies en premies in het kader van onroerende investeringen (€3,1 miljoen);

- inkomsten uit sportkaarten en sportactiviteiten (€1,0 miljoen); - externe magazijnverkopen en klein onderhoud door de Technische diensten (€0,9 miljoen); - bibliotheekinkomsten (€0,3 miljoen); - recuperatie verzekeringen (€0,4 miljoen). De andere bedrijfsopbrengsten nemen toe met €4,6 miljoen of 8,6% t.o.v. 2015 ingevolge: - hogere huuropbrengsten van studentenkamers, studio’s en appartementen op patrimonium (+€1,6

miljoen) o.a. ingevolge de ingebruikname vanaf academiejaar 2015-2016 van 2 nieuwe studentenresidenties (Rega en Waterview) en de uitbreiding van de residentie Studax;

- hogere omzet van de Kinderdagverblijven (+€1,2 miljoen) vooral door hogere ontvangsten van subsidies met betrekking tot voorgaande jaren;

- hogere BTW-recuperatie op algemene kosten als gemengd BTW-belastingplichtige (+€0,5 miljoen); - hogere omzet voor lidmaatschapsgelden; dit betreft de recuperatie van lidmaatschapsgelden in het

kader van het netwerk Klinische paden (+€0,5 miljoen); - hogere overige recuperaties (niet-personeel of nutsvoorzieningen) zoals administratiekosten,

administratieve dienstverlening, fotokopijen, recuperaties studenten, doorrekeningen door Technische diensten, enz. (+€0,3 miljoen)

- overige kleine mutaties (+€0,5 miljoen). 2. Bedrijfskosten De bedrijfskosten bedragen €176,6 miljoen en nemen in 2016 af met €9,0 miljoen of 4,8% in vergelijking met vorig jaar. De aankopen van goederen bedragen €37,6 miljoen, met volgende samenstelling: - onroerende goederen (€31,3 miljoen, d.i. na aftrek van de BTW-recuperatie ingevolge de

toepassing van het bijzonder verhoudingsgetal op de investeringsuitgaven 2016); - uitrusting (€3,1 miljoen); - aankopen van magazijnartikelen (€2,1 miljoen); - meubilair (€0,4 miljoen); - boeken en tijdschriften aangekocht door de 11 universiteitsbibliotheken (€0,3 miljoen); - software (€0,2 miljoen); - rollend materieel (€0,2 miljoen). Belangrijkste investeringen in onroerende goederen met hun uitgaven in 201633: - de installaties voor verwarming, ventilatie en koeling, vast labomeubilair, elektriciteit en andere

werken bij de nieuwbouw van het Rega-instituut, een interfacultair laboratoriumgebouw met labo’s en cleanrooms (€11,1 miljoen);

33 Deze bedragen kunnen om volgende redenen afwijken van de bedragen vermeld onder code 22 Terreinen en gebouwen bij de bespreking van de balans: (1) BTW-recuperaties op onroerende investeringen worden in mindering gebracht van de balanswaarde van het betreffend actief en (2) onroerende werken die gestart zijn in een vorig boekjaar en geregistreerd werden onder de activa in aanbouw worden het jaar van inhuizing - samen met de uitgaven van datzelfde jaar - geregistreerd onder gebouwen en terreinen.

84

- de oprichting van een nieuw onderwijs- en onderzoeksgebouw te Brugge, in hoofdzaak voor de huisvesting van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (€8,7 miljoen);

- de oprichting van een nieuwbouw studentenrestaurant en leercentrum op de campus Gasthuisberg (€5,7 miljoen);

- ruwbouwwerken voor een nieuwbouw studentenresidentie Spoelberg te Kortrijk (€3,1 miljoen); - het optrekken van een nieuw auditorium, een handelspand en ondergrondse parking op de site

Vesalius (€0,7 miljoen); - de nieuwbouw van een multifunctioneel en flexibel onderzoeksgebouw met topapparatuur en

voorzieningen voor een breed scala van gebruikers, genaamd Leuven Nanocentre (voorheen Hotellabo EZ Core-faciliteit Nanotechnologie) in Arenberg III (€0,6 miljoen);

- de nieuwbouw van ‘Onderwijs en Navorsing 1 bis’ voor de verdere expansie van de groep Biomedische Wetenschappen en het overbrengen van Anatomie naar Campus Gasthuisberg (€0,5 miljoen);

- de erelonen voor de nieuwbouw van een laboratoriumgebouw voor de departementen Oncologie en Klinische Experimentele Geneeskunde - Onderwijs en Navorsing 5 (€0,5 miljoen);

- de ombouw en herbestemming van de voormalige Regaschool tot een niet-gesubsidieerde studentenresidentie (€0,4 miljoen).

In overeenstemming met de waarderingsregels worden de aankopen van goederen waar nodige via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat gehaald en geactiveerd op de balans. De aankopen van goederen liggen €9,9 miljoen lager dan in 2015. Deze afname bestaat hoofdzakelijk uit de volgende bewegingen: - -€9,6 miljoen op de investeringscomponent ingevolge;

� de uitvoering van het Vijfjarenplan onroerende investeringen van het patrimonium (FOIP) (-€8,5 miljoen);

� lagere aankopen van uitrusting (-€0,6 miljoen), meubilair (-€0,3 miljoen), boeken en tijdschriften (-€0,2 miljoen);

- -€0,3 miljoen door lagere aankopen van magazijnartikelen ingevolge de verdere afbouw van de voorraden aangehouden binnen de magazijnen.

De kosten voor diensten en diverse goederen bedragen in 2016 €84,0 miljoen. De belangrijkste uitgavenposten zijn: - nutsvoorzieningen (€22,6 miljoen); - kosten m.b.t. onroerende goederen, hoofdzakelijk voor klein onderhoud en herstelling van terreinen

en gebouwen, groot onderhoud, schoonmaak door derden, huur terreinen en gebouwen,… (€15,8 miljoen);

- personeelsgerelateerde kosten, hoofdzakelijk verblijf- en verplaatsingen, boeken/tijdschriften, opleidingen/seminaries/conferenties en catering/restaurant (€14,5 miljoen);

- bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (€5,7 miljoen); - kosten roerende goederen zoals o.a. aankopen van kleine uitrusting, huur informatica, klein

onderhoud en herstellingen van uitrusting (€5,0 miljoen); - erelonen (€4,7 miljoen); - marketing, publiciteit en beurzen (€3,2 miljoen); - onderzoeksmateriaal en –producten (€2,2 miljoen); - toegekende studiebeurzen aan studenten (€2,1 miljoen); - subsidies en toelagen (€2,0 miljoen); - kosten m.b.t. proefdieren (€1,7 miljoen); - ter beschikking gesteld personeel (€1,2 miljoen); - leveringen van informaticadiensten (€0,7 miljoen); - verzekeringskosten (€0,6 miljoen).

De diensten en diverse goederen stijgen in 2016 met €0,5 miljoen of 0,6% ten aanzien van 2015. De varianties situeren zich hoofdzakelijk op volgende kostensoorten: - hogere uitgaven voor onroerende goederen (+€2,1 miljoen), vooral hogere huurkosten van de niet-

gesubsidieerde studentenresidentie Waterview (huurkost voor 12 maanden in 2016 versus 4 maanden in 2015), de huurkosten voor Sint-Andries te Antwerpen (voorheen verrekend via de bijdrage gemengd) en de huur van het onderzoekscentrum EnergyVille;

- hogere personeelsgerelateerde kosten (+€0,5 miljoen), vooral inzake aankopen van boeken en tijdschriften;

- lagere uitgaven voor nutsvoorzieningen (-€1,6 miljoen) vooral voor gas en elektriciteit;

85

- lagere uitgaven voor bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (-€0,6 miljoen). Zoals binnen afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen, verschilt ook binnen afdeling V Patrimonium de mix tussen de kostensoorten van jaar tot jaar mede in functie van de aard van de activiteiten die worden uitgevoerd. De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen in 2016 €53,9 miljoen. Ze bestaan uit personeelskosten voor ATP (€33,2 miljoen), BAP (€14,1 miljoen), bursalen onderworpen aan RSZ (€5,1 miljoen), jobstudenten (€1,1 miljoen) en overige (€0,4 miljoen). De personeelskosten nemen in vergelijking met 2015 toe met €0,7 miljoen of 1,4%. Deze toename is de resultante van enkele tegengestelde bewegingen: - +€1,4 miljoen door een VTE-toename met 25,18 eenheden die als volgt verdeeld is over de

verschillende statuten: +17,05 VTE bij het ATP (+€0,9 miljoen); +4,56 VTE bij het BAP (+€0,4 miljoen); +3,50 VTE bij de bursalen onderworpen aan RSZ (+€0,1 miljoen) en +0,07 VTE bij de overige statuten;

- +€0,5 miljoen door de indexering van de lonen in juli 2016; - de maatregelen in het kader van de federale taks shift (-€0,6 miljoen); dit betreft enerzijds een daling

van de personeelskosten door de bijstelling door de overheid van de berekeningsparameters voor de RSZ-werkgeversbijdragen (-€0,7 miljoen)34 en anderzijds een kostenstijging door de aanpassing van de brutolonen van de bursalen aan de gewijzigde schalen voor bedrijfsvoorheffing per 1/1/2016 (+€0,1 miljoen)35;

- -€0,1 miljoen door de daling van de bijwedden in het kader van de permanente vorming; - -€0,5 miljoen door overige factoren met een gezamenlijk gunstig effect op het kostenpeil. De waardeverminderingen op voorraden bedragen €0,1 miljoen en blijven in lijn met 2015. De andere bedrijfskosten bedragen €0,9 miljoen in 2016 en hebben betrekking op diverse belastingen en taksen. Ze liggen €0,3 miljoen lager dan in 2015 vooral ingevolge lagere roerende voorheffing op interesten en lagere rechtspersonenbelasting. 3. Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen €14,3 miljoen. Ze hebben vooral betrekking op: - interesten op obligaties, termijnrekeningen, liquide middelen en zicht- en spaarrekeningen voor een

totaalbedrag van €9,5 miljoen (code 751); - gerealiseerde meerwaarden voor €3,3 miljoen (code 752/9); - een positief wisselresultaat voor €1,1 miljoen (code 752/9); - ontvangen retrocessies voor €0,4 miljoen (code 752/9). De daling in 2016 ten opzichte van 2015 (-€3,6 miljoen) wordt hoofdzakelijk verklaard door volgende, elkaar deels compenserende evoluties: - de dalende trend van de ontvangen intresten uit geldbeleggingen die zich ook in 2016 doorzet

wegens de verdere daling van zowel het algemeen rentepeil als van de meest bepalende rentevoeten binnen het eurogebied (-€2,8 miljoen);

- lagere meerwaarden bij de realisatie van geldbeleggingen (-€1,3 miljoen); - hogere gerealiseerde positieve wisselkoersverschillen (+€0,5 miljoen).

34 D.i. de resultante van volgende bijstellingen van de parameters m.b.t. de RSZ-werkgeversbijdragen vanaf 1/4/2016:

- Voor personeel dat niet ten laste van de werkingstoelagen wordt gefinancierd dalen, met uitzondering van de jobstudenten en de bursalen met beperkte RSZ, de bijdragepercentages vanaf 1/4/2016 van ±34,2% naar ±31,9%. De bijgestelde aanpak resulteert in een minkost t.o.v. 2015 van circa -€0,7 miljoen;

- De nieuwe berekeningswijze voor de structurele bijdragevermindering bestaat enerzijds in een verlaging van de forfaitaire korting en anderzijds in een relatieve toename van de lage lonencomponent. De impact binnen afdeling V is verwaarloosbaar.

35 In het kader van de federale taks shift verhoogt vanaf 1 januari 2016 het nettoloon van werknemers, waarbij het bedrag van de verhoging afhangt van de hoogte van het brutoloon. Daarnaast trad vanaf 1 januari 2015 een verhoogde forfaitaire aftrek voor beroepskosten in werking, waardoor werknemers vanaf 1/1/2015 maandelijks tot 12,5 euro netto extra ontvangen; vanaf 1/1/2016 wordt dat 25 euro extra. Het brutoloon van de doctoraatsbursalen, waarop geen bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden, wordt zo bepaald dat het nettoloon van de doctoraatsbursaal vergelijkbaar is met dat van een assistent (barema 43) met dezelfde anciënniteit, dezelfde gezinssituatie, ... Om in overeenstemming met bovenvermelde maatregelen de verhoging van het nettoloon te bewerkstelligen, werden de brutolonen van de doctoraatsbursalen per 1/1/2016 verhoogd.

86

De financiële kosten bedragen €4,2 miljoen in 2016 en bestaan hoofdzakelijk uit: - inbrengen in contanten in spin-offs en overige bedrijven (€1,5 miljoen - code 652/9); - aflossingen van de EIB lening (€1,0 miljoen – code 652/9); - interesten en kosten op leningen (€0,6 miljoen – code 650); - gerealiseerde negatieve wisselkoersverschillen (€0,5 miljoen - code 652/9); - waardeverminderingen op vlottende activa (€0,4 miljoen – code 651); - bankkosten (€0,1 miljoen - code 652/9). De daling met €0,4 miljoen t.o.v. 2015 is de resultante van lagere inbrengen in contanten in spin-offs en overige bedrijven (-€0,7 miljoen) en een hoger gerealiseerd negatief wisselresultaat (+€0,3 miljoen). 4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De uitzonderlijke opbrengsten bedragen €0,1 miljoen en zijn uitsluitend gerelateerd aan de gerealiseerde meerwaarde op financiële vaste activa.36 Er werden in 2016 voor K€25 uitzonderlijke kosten geboekt, dit zijn minderwaarden bij de realisatie van financiële vaste activa. 5. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen €99,0 miljoen. Ze bestaan voor €31,9 miljoen uit overheadinkomsten. De andere inkomende verrekeningen betreffen o.a. recuperaties van nutsvoorzieningen (€10,6 miljoen), de eigen inbreng van o.a. diensten/faculteiten/departementen/ … voor bepaalde investeringsprojecten (€8,8 miljoen), inkomsten uit magazijnverkopen en klein onderhoud door de Technische diensten (€8,5 miljoen), diverse recuperaties (€7,8 miljoen), aflossingen van interne leningen (€5,4 miljoen), interne verkopen m.b.t. proefdieren (€4,3 miljoen), recuperaties personeelskosten (€4,2 miljoen), wetenschappelijke dienstverlening (€2,5 miljoen), aanrekeningen van informatica-materiaal (€2,5 miljoen), overige doorrekeningen zoals verzekeringen, permanente vorming (€2,3 miljoen), administratieve dienstverlening (€2,2 miljoen), aanrekeningen van kosten m.b.t. onderzoeks- en labomateriaal (€1,2 miljoen), doorrekening van werken in onroerende staat (€1,0 miljoen), interne dienstverlening m.b.t. groot onderhoud (€0,5 miljoen), … De stijging van de inkomende verrekeningen met €3,6 miljoen in 2016 versus 2015 wordt vooral verklaard door hogere aflossingen van interne leningen (+€2,3 miljoen), hogere recuperaties van personeelskosten (+€0,7 miljoen) en hogere verkopen van proefdieren (+€0,5 miljoen). Er zijn geen inkomende overschrijvingen binnen afdeling V Patrimonium. 6. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen €40,3 miljoen en betreffen vooral: aanrekeningen door Technische Diensten (€9,5 miljoen), interne aankopen bij de magazijnen en klein onderhoud door de Technische diensten (€5,9 miljoen), doorstortingen naar afdeling IV.2 van gerealiseerde interestinkomsten overeenkomstig de belegde fondsen (€4,0 miljoen), interne leningen (€2,8 miljoen), personeelsgerelateerde kosten (€1,5 miljoen), subsidies (€1,3 miljoen), administratiekosten en

36 Bij de verkoop van spin-off participaties wordt de gerealiseerde prijs 100% toegerekend aan het resultaat van het boekjaar binnen afdelingen IV.2 en/of V. Aansluitend wordt het actief aan aanschaffingswaarde uit de boeken gehaald met als tegenpost code 763 binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling. Zodoende wordt het effect van de transactie op de geconsolideerde resultatenrekening gelimiteerd tot de effectief gerealiseerde meerwaarde. Vermits participaties in spin-offs bij aanschaf steeds volledig worden afgewaardeerd, moet bij de verkoop, eveneens in afdeling VIII, de eerder aangelegde waardevermindering worden teruggenomen (dit gebeurt onder code 761). Zie ook de bespreking onder afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling.

87

administratieve dienstverlening (€1,1 miljoen), doorrekening werken onroerende staat (€1,0 miljoen), ter beschikking gesteld personeel (€0,9 miljoen), wetenschappelijke dienstverlening (€0,9 miljoen), interne huur en facilitaire dienstverlening (€0,7 miljoen), marketing, publiciteit en beurzen (€0,7 miljoen), uitgaven m.b.t. nutsvoorzieningen (€0,5 miljoen), kosten m.b.t. proefdieren (€0,4 miljoen), interne dienstverlening m.b.t. groot onderhoud (€0,3 miljoen), verzekeringen (€0,3 miljoen), … De stijging met €0,4 miljoen in 2016 versus 2015 wordt verklaard door volgende tegengestelde bewegingen: - hogere aanrekeningen door Technische Diensten (+€1,6 miljoen), interne leningen (+€1,3 miljoen),

subsidies (+€1,1 miljoen), doorrekeningen werken onroerende staat (+€0,7 miljoen), wetenschappelijke dienstverlening (+€0,4 miljoen), personeelsgerelateerde kosten (+€0,3 miljoen);

- lagere aanrekeningen van gas en elektriciteit (-€5,0 miljoen). De uitgaande overschrijvingen bedragen €36,4 miljoen en betreffen: - €16,5 miljoen naar afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen; - €11,2 miljoen naar afdeling I Werking; - €4,1 miljoen naar afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten; - €2,7 miljoen ten behoeve van het investeringsplan FOI binnen afdeling II Investeringen; - €1,9 miljoen naar afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds. Voor meer details over deze uitgaande overschrijvingen, wordt verwezen naar de bespreking van de resultaten van de ontvangende afdelingen. 7. Overschot (tekort) van het boekjaar Het overschot van het boekjaar bedraagt €5,8 miljoen. Het totaal van de bestemde fondsen binnen afdeling V Patrimonium neemt hiermee toe tot €391,9 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling V Patrimonium verder gedetailleerd in onderstaande tabel. Hieruit blijkt dat op 31 december 2016 de vastgelegde bestemmingen binnen afdeling V Patrimonium €212,0 miljoen hoger liggen dan het bedrag van de bestemde fondsen.

De detaillering van het Vijfjarenplan FOIP is opgenomen in het begrotingsdossier 2017-2021 zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 15 november 2016.

31/12/2016 31/12/2015Bestemde fondsen 391.895.248 386.126.345

- Onroerende investeringen 66.594.739 68.609.139- Wetenschappelijk onderzoek 165.803.349 167.174.771

- Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/dep/fac/diensten/professoren 159.497.159 150.342.435

603.910.806 603.107.123

- Onroerende investeringen 170.241.430 193.730.567

170.241.430 193.730.567

- Wetenschappelijk onderzoek 157.917.930 159.867.247

Onderzoeksondersteunende middelen 69.505.465 70.170.150

Toegekende middelen in het kader van strategisch onderzoeksbeleid 67.550.296 65.335.577

Defiscalisatiemiddelen (fractie bestemd binnen Patrimonium) ingezet voor onderzoek conform w etgevend kader 20.862.168 24.361.520

- Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/dep/fac/diensten/professoren 275.751.446 249.509.30987.056.729 80.133.869


Groep Humane Wetenschappen 24.292.101 22.697.628 Groep Wetenschap en Technologie 15.478.857 13.966.978 Geïntegreerde campussen 5.679.742 5.128.372 Groepsoverschrijdende instituten 1.328.923 1.329.672

47.213.120 46.936.86743.398.019 42.400.71952.360.916 42.266.62032.649.873 25.499.026

Algemene en Ondersteunende Diensten 17.951.178 13.454.556 Groep Humane Wetenschappen 4.665.353 4.015.675 Groep Wetenschap en Technologie 4.354.306 3.707.579 Groep Biomedische Wetenschappen 4.908.251 3.636.519 Geïntegreerde campussen 752.214 479.196 Groepsoverschrijdende instituten 18.572 205.501

11.098.054 10.297.4731.974.735 1.974.735

Toekenningen in het kader van onderw ijsgerelateerde projectenToekenningen voor specif ieke entiteiten zoals Kinderdagverblijven en Coördinatie Associatie

Gelden bestemd in het kader van de Middelenbegroting

Initiatieven in het kader van maatschappelijke dienstverlening en postacademische vorming die uit hoofde van de verw erver bestemd zijn


Gelden belegd in het "Pooled fund"Gelden belegd in het "Voorzorgsfonds" (ter f inanciering van pensioenverplichtingen)Werkkapitaal voor dienstverlening van de Algemene en Ondersteunende Diensten

Vijfjarenplan Onroerende Investeringen 2017-2021 goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de universiteit op 15 november 2016

88

Tabel 3.17: Resultatenrekening 2016 - afdeling V: Patrimonium (1/2)

89

Tabel 3.17: Resultatenrekening 2016 - afdeling V: Patrimonium (2/2)

90

AFDELING VI: VOOR ORDE De afdeling VI Voor orde handelt voornamelijk over de samenwerkingscontracten afgesloten met externe partijen in het kader van onderzoek. De coördinatoren van projecten krijgen de middelen van de financiers en storten het deel voor de andere contractpartners door op basis van de bepalingen uit het contract. Tijdens 2016 werd €7,9 miljoen meer ontvangen dan doorgestort tijdens hetzelfde jaar. Het totaalbedrag dat per eind 2016 nog niet werd doorgestort aan partners (€26,2 miljoen) wordt via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat gehaald en overgebracht naar de balans als schuld onder code 48. Dit bedrag verschijnt derhalve niet in Tabel 3.18. De aard van de transacties binnen deze afdeling en de momentopname per 31/12/2016 maken dat vergelijkingen over de jaren heen minder relevantie hebben. AFDELING VII: INTERNE TECHNISCHE AFDELING – PRO MEMORIE Over afdeling VII wordt niet gerapporteerd. Het betreft een technische afdeling waarvan het saldo aan het einde van het boekjaar wordt overgeboekt naar de relevante balans- en resultatenrekeningen.

91

Tabel 3.18 : Resultatenrekening 2016 – afdeling VI: Voor orde (1/2)

92

Tabel 3.18 : Resultatenrekening 2016 – afdeling VI: Voor orde (2/2)

93

AFDELING VIII: BEDRIJFSECONOMISCHE AFDELING Binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling wordt de brug geslagen tussen de cashview binnen de afdelingen I tot VI en de bedrijfseconomische view voor de universiteit als geheel, door het registreren van een reeks niet-kasopbrengsten en niet-kaskosten. Dit is in voorliggend dossier gebeurd overeenkomstig de waarderingsregels goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de universiteit op 19 december 2006 en laatst gewijzigd op 25 maart 2014. Inleidende beschouwing Het boekhoudbesluit voor de universiteiten trad in zijn huidige vorm in werking vanaf boekjaar 2008. Het legt een bedrijfseconomische view op voor de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening. Op niveau van de afdelingen I tot VI wordt, zoals in het verleden, hoofdzakelijk gewerkt op basis van een cashview. Dit houdt in dat binnen deze afdelingen wordt gewerkt met inkomsten en uitgaven, terwijl de Bedrijfseconomische afdeling VIII deze view bijstelt naar opbrengsten en kosten. Op deze regel zijn enkele uitzonderingen, waarbij niet-kasopbrengsten en niet-kaskosten toch binnen de afdelingen I tot VI worden geregistreerd: - de provisies vakantiegeld en eindejaarspremie; betreffende provisies worden geregistreerd binnen

de afdeling waar het personeelslid wordt gefinancierd, teneinde de doorrekening van deze kosten op de onderzoekscontracten correct te laten verlopen; in 2016 werd in totaal voor €54,7 miljoen provisie vakantiegeld geboekt versus €53,4 miljoen in 2015;

- de vordering ten aanzien van de Vlaamse Overheid m.b.t. vakantiegeld die einde 2016 €31,6 miljoen bedraagt en die via afdelingen I Werking en III Sociale voorzieningen voor studenten wordt opgezet als compensatie voor het in kost boeken van het vakantiegeld dat zal uitbetaald worden in 2016 op de prestaties van 2015; de vordering vakantiegeld betreft het dubbel vakantiegeld voor personeelsleden ten laste van de werkingstoelagen die recht hebben op staatsvakantiegeld, en het enkel en dubbel vakantiegeld en de RSZ op enkel vakantiegeld voor personeelsleden ten laste van de formatie die recht hebben op privévakantiegeld;

- de vorderingen m.b.t. de diverse overheidstoelagen die per jaareinde nog niet ontvangen waren (€2,6 miljoen in 2016); betreffende verrichtingen worden in de respectievelijke afdelingen geboekt om een eenvoudige aansluiting met de op jaarbasis toegezegde toelagen mogelijk te maken;

- de amortisatie van het verschil tussen de nominale waarde en de aanschafwaarde op vastrentende effecten in de geldbeleggingen (€0,4 miljoen in 2016); de registratie vindt plaats in de desbetreffende afdeling omdat dit financieel resultaat als gerealiseerd wordt aanzien;

- de afwaardering van de voorraden (€0,1 miljoen in 2016); de behandeling binnen afdeling V Patrimonium is vereist om technische redenen binnen de Materials management module (MM) van SAP.

Noteer ook dat m.b.t. de inkomende en uitgaande geld-, goederen- en dienstenstromen binnen de afdelingen I t.e.m. VI een inkomst wordt geregistreerd van zodra ze is gefactureerd en als vordering op de balans is geboekt. Een analoge benadering geldt voor de uitgaven die binnen de afdelingen I t.e.m. VI worden geregistreerd van zodra de factuur is ingeboekt en als schuld op de balans staat. In dezelfde lijn worden ook de opbrengsten m.b.t. de recuperatie van BTW op investeringen en algemene kosten als gemengd BTW-belastingplichtige ingeschreven in afdeling V Patrimonium, van zodra de vordering wordt geregistreerd.

94

1. Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten bedragen -€12,3 miljoen en betreffen naar hun aard: - legaten geïnd in 2016 die via afdeling VIII uit resultaat worden gehaald om op het eigen vermogen

van de balans te worden geplaatst (-€9,0 miljoen); - de tegenpost binnen afdeling VIII van de netto bijboeking op balans (situatie 31/12/2016 versus

31/12/2015) van de nog door te storten bedragen aan partner-instellingen in verband met onderzoek (-€7,9 miljoen);

- de tegenpost binnen afdeling VIII van de netto bijboeking op balans (situatie 31/12/2016 versus 31/12/2015) van de over te dragen opbrengsten in het kader van de excellentie- en programmafinanciering (-€3,3 miljoen);

- de tegenpost binnen afdeling VIII van de hogere te innen opbrengsten op balans (situatie 31/12/2016 versus 31/12/2015) voor royalty’s m.b.t. het vierde kwartaal (LRD) (+€3,1 miljoen);

- de netto opbrengst 2016 voor de matching van onderzoeksprojecten (+€2,7 miljoen); - de tegenpost binnen afdeling VIII van de netto lagere over te dragen opbrengsten op balans (situatie

31/12/2016 versus 31/12/2015; +€1,4 miljoen); - de tegenpost binnen afdeling VIII van de netto hogere te innen opbrengsten op balans (situatie

31/12/2016 versus 31/12/2015; +€1,0 miljoen); - overige kleine mutaties (-€0,3 miljoen). 2. Bedrijfskosten Aankopen van goederen (-€74,3 miljoen – kosten met een negatief teken) De waarderingsregels leggen op dat alle investeringen m.b.t. onroerende goederen en civiele uitrusting onroerend door bestemming, individueel moeten worden geactiveerd ongeacht de aanschaffingsprijs. Alle overige investeringen met een stukprijs groter dan €8.500 excl. BTW worden eveneens individueel geactiveerd. Additioneel wordt gewerkt met een ijzeren voorraad voor basisuitrusting en voor specifieke ruimtes. De investeringsuitgaven van het boekjaar die ten laste vallen van de afdelingen I tot V - en die conform de waarderingsregels op de activazijde van de balans moeten komen - worden als een kost met negatief teken geregistreerd onder de aankopen goederen in afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling. Voor een gedetailleerde beschrijving van de investeringen tijdens 2016, wordt verwezen naar de balans (immateriële en materiële vaste activa) en naar de rubriek aankopen van goederen van de verschillende afdelingen. De recuperatie van BTW op (on)roerende investeringen die als kost met een negatief teken in afdeling V Patrimonium staat ingeschreven onder aankopen van goederen, wordt tegengeboekt in afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling om zo in mindering te worden gebracht van de (im)materiële vaste activa op de balans. De evolutie van de kosten met een negatief teken onder aankopen goederen van -€81,8 miljoen in 2015 tot -€74,3 miljoen in 2016 wordt vooral verklaard door volgende tegengestelde bewegingen: - lagere uitgaven binnen het Vijfjarenplan onroerende investeringen; deze daling betreft geen

structurele reductie van de uitgaven binnen het Vijfjarenplan maar is functie van de uitvoerings- en facturatiekalender van de lopende projecten (+€16,0 miljoen);

- de hogere waardering van de ijzeren voorraad uitrusting en meubilair op balans ingevolge de vijfjaarlijkse prijsherziening conform de waarderingsregels (-€6,2 miljoen);

- de hogere activeringsbedragen voor investeringen in vooral uitrusting en meubilair (-€2,3 miljoen). De diensten en diverse goederen bedragen in 2016 -€3,3 miljoen (kosten met een negatief teken) versus -€2,8 miljoen in 2015. Betreffende boekingen beogen de correcte toerekening van kosten aan boekjaar 2016, respectievelijk 2015.

95

De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen -K€37 (kosten met een negatief teken) in 2016 en -K€73 in 2015. Ook hier betreffen de registraties een correcte toerekening van kosten aan het overeenkomstige boekjaar. De afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa bedragen in 2016 €53,1 miljoen en worden geboekt conform de waarderingsregels. Ze nemen toe met €1,3 miljoen t.o.v. 2015 o.a. ingevolge de aanzienlijke investeringen binnen FOI en FOIP van de voorbije jaren. De waardeverminderingen op handelsvorderingen bedragen €0,1 miljoen. De voorzieningen voor risico’s en kosten bedragen in 2016 €46,0 miljoen in afdeling VIII, d.i. een toename met €9,9 miljoen t.o.v. 2015. De voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen nemen op balansniveau toe met €2,6 miljoen t.o.v. 2015. Dit wordt vooral verklaard door: - de voorziening aangelegd voor polis 53003065, d.i. de groepsverzekering met te bereiken doel voor

ATP-medewerkers. Deze voorziening neemt in 2016 op balansniveau toe van €57,2 miljoen eind 2015 tot €60,8 miljoen eind 2016, d.i. een toename met €3,7 miljoen ingevolge een bijstelling van de actualisatievoet (van 2,20% in 2015 naar 1,35% in 2016), uit voorzichtigheidsoverwegingen en teneinde rekening te houden met de lagere rendementen op vastrentende beleggingsproducten (impact op de kosten 2016: +€3,7 miljoen);

- het volledig terugnemen in 2016 van de voorziening voor de terbeschikkingstelling (TBS) van personeel van het integratiekader, omwille van de beslissing van de Vlaamse overheid om voor deze uitdovende vorm van vervroegd uitstappen voorafgaand aan het pensioen, extra financiering ter beschikking te stellen van de universiteit (impact op de kosten 2016: -€0,9 miljoen);

- de afname op balansniveau van de voorziening voor verplichtingen inzake pensioenrechten tot 1971 van €0,6 miljoen in 2015 naar €0,4 miljoen in 2016. Deze voorziening betreft overlevingspensioenen die nog uitgekeerd worden aan weduwen van ZAP-leden die voor 1971 met pensioen waren (impact op de kosten 2016: -€0,2 miljoen).

De voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken die in 2012 voor de eerste maal werden aangelegd, nemen op balansniveau toe met €32,6 miljoen tot €122,2 miljoen eind 2016. Deze voorzieningen zijn inclusief grote herstellings- en onderhoudswerken binnen de geïntegreerde (technologie-)campussen. Voor 2016 wordt een toevoeging geboekt van €47,6 miljoen en een gedeeltelijke terugname in functie van de gemaakte kosten van -€15,0 miljoen. Totale netto-impact op de voorzieningen 2016: +€32,6 miljoen. Per einde 2016 staat op het passief van de balans een totale voorziening ingeschreven voor een bedrag dat gelijk is aan de geraamde kosten voor grote herstellings- en onderhoudswerken voor de komende 5 jaren. De voorzieningen voor veiligheid en milieu verplichtingen nemen op balansniveau af met €1,4 miljoen t.o.v. 2015: - de voorziening asbest- en bodemsanering neemt in 2016 op balansniveau af van €9,6 miljoen in

2015 naar €8,1 miljoen in 2016 (impact op de kosten 2016: -€1,5 miljoen); - de VGM-voorziening neemt in 2016 op balansniveau toe van €2,9 miljoen in 2015 naar €3,0 miljoen

in 2016 (impact op de kosten 2016: +€0,1 miljoen). De voorzieningen voor overige risico’s en kosten nemen op balansniveau toe met €12,2 miljoen t.o.v. 2015 ingevolge enkele tegengestelde bewegingen: - er wordt een nieuwe voorziening aangelegd ten bedrage van €7,4 miljoen voor de mogelijk geachte

verliezen binnen de EFRO/Interreg-projecten ten gevolge van mogelijke, verwachte interpretaties van de staatssteunregelgeving door de Europese autoriteiten (impact op de kosten 2016: +€7,4 miljoen);

- de voorziening voor uit te keren uitvindersaandelen neemt op balansniveau toe van €18,5 miljoen eind 2015 tot €23,6 miljoen eind 2016 ingevolge de hogere inkomsten uit de verschillende licenties afgesloten binnen KU Leuven Research & Development (impact op de kosten 2016: +€5,1 miljoen);

- de overige wijzigingen betreffen kleinere mutaties die elkaar deels compenseren (-€0,3 miljoen).

De andere bedrijfskosten bedragen €1,1 miljoen en nemen met €1,0 miljoen af t.o.v. 2015. De verklaring ligt ook hier in de correcte toerekening van kosten aan het boekjaar 2016.

96

3. Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen in 2016 €0,3 miljoen en betreffen vooral: - de inbreng in natura in spin-off bedrijven (€1,3 miljoen - code 752/9), als tegenpost voor de

registratie van deze inbreng op het actief van de balans; uit voorzichtigheidoverwegingen wordt de waarde van deze activacomponent aansluitend op nul gebracht door het boeken van een waardevermindering, eveneens binnen afdeling VIII (zie verder);

- de netto afname op balans (situatie 31/12/2016 versus 31/12/2015) van de verworven en nog niet ontvangen opbrengsten uit vlottende activa (-€1,0 miljoen - code 751 – opbrengst met een negatief teken) ingevolge het lage rentepeil en het relatief korte termijn profiel van de beleggingsportefeuilles.

De financiële kosten in 2016 bedragen -€5,4 miljoen (kosten met negatief teken) en betreffen hoofdzakelijk: - de netto terugname van niet-gerealiseerde minderwaarden op vlottende activa in functie van de

beurskoersen op 31 december 2016 (-€2,0 miljoen - code 651); - de overboeking naar de actiefzijde van de balans van inbrengen in cash in spin-offs en andere

bedrijven (-€2,0 miljoen – code 652/9); - de aflossingen van leningen die initieel binnen afdelingen III en V geboekt zijn en die via afdeling

VIII uit resultaat gehaald worden en in mindering worden gebracht van het passief van de balans (-€1,2 miljoen – code 652/9).

4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De uitzonderlijke opbrengsten bedragen €0,3 miljoen: - €2,6 miljoen terugnemingen van waardeverminderingen op financiële vaste activa (code 761 - zie

eerder); - -€2,3 miljoen balanswaarde bij de verkoop van spin-offs (code 763); bij de verkoop van een spin-

off participatie wordt de gerealiseerde prijs 100% toegerekend aan het resultaat van het boekjaar binnen afdelingen IV.2 en/of V; aansluitend wordt het actief aan aanschaffingswaarde uit de boeken gehaald met als tegenpost code 763 binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling; zodoende wordt het effect van de transactie op de geconsolideerde resultatenrekening (bedrijfseconomische view) herleid tot de effectief gerealiseerde meerwaarde; vermits participaties in spin-offs bij aanschaf steeds volledig worden afgewaardeerd, moet bij verkoop ook de eerder aangelegde waardevermindering worden teruggenomen; dit gebeurt onder code 761.

De uitzonderlijke kosten bedragen €4,1 miljoen: - €2,1 miljoen afwaarderingen van financiële vaste activa; - €2,0 miljoen te ontvangen facturen in het kader van de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg

rond de Health Sciences Campus – Gasthuisberg. 5. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen Er zijn geen inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling.

97

6. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen Er zijn geen uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling. 7. Overschot (tekort) van het boekjaar In 2016 eindigt afdeling VIII met een tekort van het boekjaar van €33,0 miljoen. Het totaal van de bestemde fondsen van afdeling VIII neemt hierdoor af van €235,2 miljoen op 31 december 2015 tot €202,2 miljoen einde 2016 en is als volgt samengesteld: “Onroerende investeringen” (€311,8 miljoen), “Wetenschappelijk onderzoek” (-€90,7 miljoen) “Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/departementen/faculteiten/diensten/ professoren” (-€18,6 miljoen) en “Studentenvoorzieningen” (-€0,3 miljoen). Het bedrag bestemd voor “Onroerende investeringen” 37 van €311,8 miljoen beantwoordt in essentie aan de tegenpost van de nog af te schrijven onroerende investeringen. Dat deze middelen intussen daadwerkelijk voor onroerende investeringen nodig zijn, mag blijken uit een vergelijking van de bestemmingen voor onroerende investeringen per afdeling met de investeringsplannen van de Technische diensten. Het geheel van de bestemmingen voor “Onroerende investeringen” op 31/12/2016 ziet er als volgt uit: In miljoenen € - Afdeling II Investeringen 14,4 - Afdeling V Patrimonium 66,6 - Afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling 311,8 - Totaal 392,8 De meest recente investeringsplannen van de Technische diensten, goedgekeurd op de Raad van Bestuur d.d. 15 november 2017, bestaan uit een zesjarig tijdsvenster geraamde FOI(-P) investeringsprojecten (2016 als lopend jaar en 2017 tot 2021 als meerjarenbegroting), aangevuld met een raming van projecten in een verdere tijdshorizon. Intussen is 2016 afgerond en is niet langer een volwaardig zesjarig tijdsvenster beschikbaar. Binnen de Technische diensten is men dan ook druk bezig met een actualisering van het investeringsprogramma, met het oog op goedkeuring door de Raad van Bestuur op 27 juni 2017. In afwachting is er in onderstaande cijfers van uitgegaan dat het uitgavenpatroon in 2022 zal liggen op het begrote peil van 2017 en dat de uitgaven na de zesjarige horizon 2017-2022 op hetzelfde peil zullen blijven als in het begrotingsdossier 2017-2021. Rekening houdend met deze hypothesen, liggen de concrete investeringsnoden die geraamd worden op €510,0 miljoen substantieel hoger dan het in voorliggend dossier voorgesteld bestemd fonds voor onroerende investeringen van €392,8 miljoen.

37 Noteer dat codes 22 en 27 op het actief van de balans op 31 december 2016 in totaal €462,2 miljoen bedragen, terwijl het aandeel in het bestemd fonds voor Onroerende investeringen op de Bedrijfseconomische afdeling VIII “slechts” €311,8 miljoen bedraagt. Het verschil van €150,4 miljoen betreft voornamelijk de tegenwaarde van de voorziening voor groot onderhoud en herstellingen die is aangelegd in 2016 voor €122,2 miljoen en het op de balans plaatsen van de EIB-lening in 2014 (€25,0 miljoen; openstaand bedrag op 31/12/2016: €23,0 miljoen).

98

In miljoenen € - Vijfjarenplan FOI 2017-2021 (*) 74,7 - Raming FOI-projecten 2022-2026 146,4 - Vijfjarenplan FOI-P 2017-2021 (*) 149,1 - Raming FOI-P-projecten 2022-2026 84,5 - Subtotaal 454,7 - Raming FOI-projecten 2022=begroting 2017 25,9 - Raming FOI-P projecten 2022 = begroting 2017 29,4

Totaal 510,0 (*) Bedragen excl. de verwachte uitgaven voor groot onderhoud 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021 waarvoor een voorziening is aangelegd en waarmee derhalve geen rekening meer moet worden gehouden bij het bepalen van het bestemd fonds. -€90,7 miljoen bestemde middelen voor “Wetenschappelijk onderzoek” betreffen per saldo een pakket niet-kaskosten en niet kas-opbrengsten met een negatief teken die inherent verbonden zijn aan de wetenschappelijke activiteit van de universiteit en die een legitiem beslag leggen op de bestemde middelen voor wetenschappelijk onderzoek zoals deze binnen de andere begrotingsafdelingen zijn geïdentificeerd. Het gaat hierbij onder meer om de aangelegde voorzieningen voor uitvindersaandelen en bijwedden, de overgedragen defiscalisatiemiddelen, de matching van onderzoeksprojecten, de bedragen bestemd voor doorstorting aan partners,... -€18,6 miljoen bestemde fondsen van afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling zijn bestemd voor “Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/departementen/ faculteiten/diensten/professoren”. Dit bedrag beantwoordt aan een pakket niet-kaskosten, na aftrek van verwante niet-kasopbrengsten, dat beslag legt op middelen die in de cashafdelingen bestemd werden voor “Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/departementen/ faculteiten/diensten/professoren”. -€0,3 miljoen bestemde middelen voor “Studentenvoorzieningen” betreffen de in 2015 geïnde academische vermogenscomponenten binnen afdeling III in het kader van de integratie met als tegenpost het eigen vermogen op het passief van de balans.

99

Tabel 3.19: Resultatenrekening 2016 - afdeling VIII: Bedrijfseconomische afdeling (1/2)

100

Tabel 3.19: Resultatenrekening 2016 - afdeling VIII: Bedrijfseconomische afdeling (2/2)

101

DEEL 4

Interacties

KU Leuven & UZ Leuven

102

In 2016 heeft de KU Leuven een bedrag van €9,9 miljoen uitgaven geboekt die werden doorgerekend door UZ Leuven. De belangrijkste uitgaven zijn als volgt gespreid over de afdelingen: Afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen €5.725.127 57,7% Afdeling I Werking €1.473.181 14,9% Afdeling V Patrimonium €1.420.680 14,3% Afdeling II Investeringen €815.037 8,2% Het bedrag van €5,7 miljoen in afdeling IV.2 Andere onderzoekfondsen betreft in hoofdzaak: voor €4,1 miljoen ter beschikking gesteld personeel, voor €1,0 miljoen erelonen laboratoria en €0,2 miljoen leveringen van onderzoeksmateriaal en producten voor de labo’s. Binnen afdeling I Werking vinden de €1,5 miljoen uitgaven voornamelijk hun oorsprong in leveringen van elektriciteit (€1,2 miljoen), afvaltransport en -verwerking (€0,2 miljoen) en ter beschikking gesteld personeel (€0,1 miljoen). Het bedrag van €1,4 miljoen in afdeling V Patrimonium betreft vooral kosten van ter beschikking gesteld personeel (€0,9 miljoen) en leveringen van elektriciteit (€0,2 miljoen). De doorrekeningen vanwege UZ Leuven binnen afdeling II Investeringen (€0,8 miljoen) hebben voor €0,7 miljoen betrekking op grote onderhouds- en herstellingswerken. Anderzijds heeft de KU Leuven in 2016 een bedrag van €6,1 miljoen aan inkomsten ontvangen van UZ Leuven, waarvan €5,9 miljoen binnen afdeling V Patrimonium. Deze inkomsten betreffen in hoofdzaak: voor €3,1 miljoen recuperaties van personeelskosten, voor €1,3 miljoen recuperatie elektriciteit en €1,1 miljoen overige recuperaties.

103

INTERACTIES TUSSEN KU LEUVEN EN UZ LEUVEN IN 2016

Geldstromen van KU Leuven 7 naar UZ Leuven 1 2 3 41 42 5 6

III. Sociale IV.1. Bijzonder IV.2. Andere KDVB

VAN AFDELING I. Werking II. Investeringen voorzieningen onderzoeks- onderzoeks- V. Patrimonium VI. Orde TOTAAL

voor studenten fonds fondsen

TOTAAL 1.473.181,15 815.036,88 87.356,85 398.196,39 5.725.127,39 1.420.680,29 0,00 9.919.578,95

procentueel aandeel in totaal 14,85% 8,22% 0,88% 4,01% 57,72% 14,32% 0,00% 100,00%

Geldstromen van UZ Leuven 7 naar KU Leuven 1 2 3 41 42 5 6

III. Sociale IV.1. Bijzonder IV.2. Andere KDVB

NAAR AFDELING I. Werking II. Investeringen voorzieningen onderzoeks- onderzoeks- V. Patrimonium VI. Orde TOTAAL

voor studenten fonds fondsen

TOTAAL 0,00 0,00 0,00 0,00 146.963,90 5.933.613,70 0,00 6.080.577,60

procentueel aandeel in totaal 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 2,42% 97,58% 0,00% 100,00%

104

DEEL 5

Jaarrekening

Tabellen conform het boekhoudbesluit van 21 december 2007

105

A. DOCUMENTEN VOORGELEGD AAN DE BEDRIJFSREVISOR

Vol. 1

NAAM Katholieke Universiteit te LeuvenADRESStraat Oude Markt Nr 13 BusGemeente Leuven Postcode 3000ONDERNEMINGSNUMMER 0419.052.173

JAARREKENING goedgekeurd door het instellingsbestuur op

met betrekking tot het boekjaar dat de periode dekt van 1/01/2016 tot 31/12/2016

vorig boekjaar van 1/01/2015 tot 31/12/2015

De bedragen van het vorig boekjaar zijn identiek met die welke eerder openbaar werden gemaakt : ja

ERNST&YOUNG Bedrijfsrevisoren BCVBA 0446.334.711De Kleetlaan 2, 1831 Diegem, BelgiëFunctie: Commissaris-Bedrijfsrevisor Lidmaatschap: B00160Vertegenwoordigd door: Vermaelen Danielle

De Kleetlaan 2, 1831 Diegem, BelgiëCommissaris-BedrijfsrevisorLidmaatschap: A01164

Em. Professor Herman DAEMS, voorzitter raad van bestuur KU LeuvenKruisbooglaan 20 - 3210 Lubbeek

(eventueel vervolg op blz. Vol 1 bis)

Zijn gevoegd bij deze jaarrekening :- de verklaring van de bedrijfsrevisor

Totaal aantal neergelegde bladen : 30Nummers van de bladen van het standaardformulier die niet werden neergelegd omdat ze niet dienstig zijn : VOL 6

Handtekening Handtekening(naam en hoedanigheid) (naam en hoedanigheid)

JAARREKENING IN EURO'S

21/03/2017

VOLLEDIGE LIJST met naam, voornamen, beroep, woonplaats (adres, nummer, postnummer en gemeente)

106

Vol 1. bis

LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN (vervolg van de vorige bladzijde)

Professor Rik TORFS, rectorOude Godstraat 6 - 2220 Heist-op-den-Berg

Professor Danny PIETERS, vicerector Humane WetenschappenBrouwersstraat 33 - 3000 Leuven

Professor Georges GIELEN, vicerector Wetenschap & TechnologieEugeen Vanhoorenbekelaan 10 - 3010 Kessel-Lo

Professor Wim ROBBERECHT, vicerector Biomedische WetenschappenMaalderijweg 13 - 3300 Tienen

Professor Koenraad DEBACKERE, algemeen beheerderAlfons Stesselstraat 8 - 3012 Leuven

De heer Luc BERTRAND, gedelegeerd bestuurder en voorzitter bestuurscomité Ackermans & Van HaarenGouvernementsweg 67 - 1150 Sint-Pieters-Woluwe

Em. Professor Douwe BREIMER, ere-rector magnificus Universiteit LeidenWijttenbachweg 1 - 2341 VX Oegstgeest (Nederland)

De heer Lieven DANNEELS, CEO TelevicModest Huyslaan 18 - 8500 Kortrijk

De heer Filip DEWALLENS, Managing partner advocatenkantoor DEWALLENS & PARTNERSBrouwersstraat 7 - 3000 Leuven

De heer Kris HOFLACK, hoofdredacteur VTM NieuwsVesaliusstraat 26 - 3000 Leuven

Professor Hilde LAGA, voorzitter GIMV en stichter van het advocatenkantoor LagaWolvendreef 26D - 8500 Kortrijk

Mevrouw Anne LECLERCQ, Director Treasury & Capital Markets, Agentschap van de SchuldHerhout 62 - 1570 Tollembeek

De heer Paul MAERTENS, Head Energy Systems & Solutions bij AgoriaDesguinlei 90/15K - 2018 Antwerpen

Professor Emmo MEIJER, professor aan de Technische UniversiteitEindhoven en voorzitter Bestuurscomité KU Leuven R&D, voormaligdirecteur R&D van DSM, Unilever en Friesland CampinaGerbergaplansoen 25, NL-6231 KL Meerssen (Nederland)

Franciskus Baron van DAELE, Kabinetschef van de KoningHagedoornlaan 72 - 1180 Brussel

De heer Urbain VANDEURZEN, bestuurder Vanbreda Risk & Benefitsen Econopolis, mede-oprichter en gewezen CEO van LMS InternationalJachthuislaan 19 - 3210 Linden

De heer Herman VAN ROMPUY, voormalig voorzitter van de Europese RaadHoevestraat 41 - 1640 Sint-Genesius-Rode

Mevrouw Inge VERVOTTE, directeur VZW EmmaüsEuropalaan 22 bus 201 - 2800 Mechelen

Mevrouw Marie VANWING, student-bestuurderTrolieberg 6 - 3010 Kessel-Lo

De heer Pieter VAN DEN BERGHE, student-bestuurderHortensiadreef 1 - 2920 Kalmthout

107

Vol. 2

1. BALANS

ACTIVA codes Boekjaar Vorig boekjaar

VASTE ACTIVA 20/28 592.277.354 574.346.603I. Oprichtingskosten (toelichting I) 20 0 0II. Immateriële vaste activa (toelichting II) 21 747.002 641.354III. Materiële vaste activa (toelichting III) 22/27 576.836.466 560.684.845

A. Terreinen en gebouwen 22 425.859.225 408.343.663B. Installaties, machines en uitrusting 23 71.216.381 59.753.020C. Meubilair en rollend materieel 24 20.073.933 18.438.380D. Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht 25 11.574.586 11.913.993E. Andere materiële vaste activa 26 11.723.527 12.478.234F. Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen 27 36.388.814 49.757.555

IV. Financiële vaste activa (toelichting IV) 28 14.693.887 13.020.405A. Verbonden entiteiten 280/1 4.300.000 4.300.000

1. deelnemingen 280 3.300.000 3.300.0002. vorderingen 281 1.000.000 1.000.000

B. Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 282/3 5.131.063 4.377.0991. deelnemingen 282 4.123.399 3.498.3992. vorderingen 283 1.007.665 878.701

C. Andere financiële vaste activa 284/8 5.262.824 4.343.3051. aandelen 284 4.594.556 3.800.0252. vorderingen en borgtochten in contanten 285/8 668.268 543.281

VLOTTENDE ACTIVA 29/58 1.339.238.197 1.232.502.630V. Vorderingen op meer dan een jaar 29 2.462.834 3.026.907

A. Handelsvorderingen 290 0 0B. Overige vorderingen 291 2.462.834 3.026.907

VI. Voorraden en projecten in uitvoering (toelichting V) 30/37 1.043.878 1.177.781A. Voorraden 30 1.043.878 1.177.781B. Projecten in uitvoering 37 0 0

VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 40/41 118.728.952 145.622.567A. Handelsvorderingen 40 78.410.391 75.093.335B. Overige vorderingen 41 40.318.562 70.529.233

VIII. Geldbeleggingen (toelichting VI) 51/53 1.191.817.982 1.068.743.701IX. Liquide middelen 54/58 18.135.253 6.119.875X. Overlopende rekeningen (toelichting VII) 490/491 7.049.298 7.811.798TOTAAL DER ACTIVA 1.931.515.551 1.806.849.233

108

Vol. 3

1. BALANS

PASSIVA codes Boekjaar Vorig boekjaar

EIGEN VERMOGEN 10/15 1.406.307.406 1.336.686.907I. Gevormd vermogen 10 0 0III. Herwaarderingsmeerwaarden 12 0 0IV. Aangelegde fondsen 13 1.404.244.451 1.334.531.615

A. Onbeschikbare fondsen 130 0 0B. Bestemde fondsen 131 1.404.244.451 1.334.531.615

Onroerende investeringen 395.475.338 408.623.395Wetenschappelijk onderzoek 813.702.624 741.699.808

179.673.004 170.643.402

Studentenvoorzieningen 15.393.484 13.565.011V. Overgedragen overschot (overgedragen tekort) 14 0 0VI. Kapitaalsubsidies 15 2.062.956 2.155.292VOORZIENINGEN 16 242.527.503 196.484.903VII. Voorzieningen voor risico's en kosten 160/5 242.527.503 196.484.903

A. pensioenen en soortgelijke verplichtingen 160 61.684.864 59.043.675B. belastingen 161 0 0C. grote herstellings- en onderhoudswerken 162 122.217.257 89.590.533D. sociaal passief 163 0 0E. veiligheid en milieu verplichtingen 164 11.156.301 12.583.201F. overige risico's en kosten (toelichting VIII) 165 47.469.080 35.267.495

SCHULDEN 17/49 282.680.642 273.677.423VIII. Schulden op meer dan een jaar (toelichting IX) 17 32.650.066 34.895.268

A. Financiële schulden 170/4 32.000.066 33.446.2381. achtergestelde leningen 170 0 02. niet achtergestelde obligatieleningen 171 0 03. leasingschulden en soortgelijke schulden 172 7.997.241 8.186.9934. kredietinstellingen 173 24.002.825 25.259.2455. overige leningen 174 0 0

B. Handelsschulden 175 0 0C. Overige schulden 178/9 650.000 1.449.030

IX. Schulden op ten hoogste één jaar (toelichting IX) 42/48 221.839.854 211.692.627A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 42 2.730.067 4.724.923B. Financiële schulden 43 0 0

1. kredietinstellingen 430/8 0 02. overige leningen 439 0 0

C. Handelsschulden 44 31.616.570 35.202.725D. Ontvangen vooruitbetalingen op projecten 46 40.392.883 43.154.715E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 45 118.263.053 106.941.805

1. belastingen 450/3 44.130.127 38.785.2992. bezoldigingen en sociale lasten. 454/9 74.132.926 68.156.506

F. Overige schulden 48 28.837.280 21.668.459X. Overlopende rekeningen (toelichting X) 492/3 28.190.722 27.089.528TOTAAL DER PASSIVA 1.931.515.551 1.806.849.233

Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren

109

Vol. 4

2. RESULTATENREKENING

codes Boekjaar Vorig boekjaarI. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 1.001.276.994 988.005.863A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 70 920.289.102 917.413.115

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom) 700 379.400.774 375.872.296A.1.1. Werkingsuitkeringen 7000 356.995.677 354.523.403A.1.2. Uitkeringen DGD 7001 1.474.664 1.471.422A.1.3. Investeringsuitkeringen 7002 11.725.167 11.549.152A.1.4. Sociale toelagen 7003 9.205.266 8.328.319A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies 7004 0 0

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 122.487.819 127.858.318A.2.1. BOF 7010 64.003.300 64.191.000A.2.2. IUAP 7011 6.815.245 6.816.984A.2.3. FWO 7012 50.765.324 55.422.008A.2.4. IWT: bench fee (specialisat iebeurzen) 7013 903.949 1.428.325

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 135.559.757 127.519.443A.3.1. Federale overheid excl. IUAP 7020 6.915.331 5.123.000A.3.2. Vlaamse gemeenschap 7021 73.977.557 75.224.975

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap 70210 13.595.072 15.457.477A.3.2.2. IWT 70211 25.854.655 25.832.954A.3.2.3. IOF 70212 12.245.381 12.361.968A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisat ies 70213 11.468.166 8.867.535A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap 70214 10.814.282 12.705.040

A.3.3. Steden en provincies 7022 1.472.543 780.940A.3.4. Internationale organen 7023 52.992.305 46.343.009

A.3.4.1. Europese Unie 70230 49.108.344 42.525.007A.3.4.2. Internationale instellingen 70231 3.883.947 3.714.400A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden 70232 14 103.602

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek 7024 202.020 47.519

703 195.168.846 189.003.597

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 7030 53.579.105 49.227.796A.4.1.1Contractonderzoek - non profit organisat ies 70300 22.622.373 21.662.631A.4.1.2Contractonderzoek - vennootschappen 70301 30.956.732 27.565.164

703010 27.827.580 24.848.457

703011 0 0

703012 2.809.036 2.459.889

703013 320.116 256.819

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun 7031 13.693.539 15.069.926A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) 7032 5.276.613 5.990.393A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten 7033 122.619.588 118.715.483

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 87.671.905 97.159.461A.5.6. Andere Reguliere inschrijvingsgelden 7040 34.845.896 35.065.531A.5.6. Andere Andere inschrijvingsgelden 7041 8.288.434 7.649.857A.5.6. Andere Huuropbrengsten sociale sector 7042 9.609.559 8.583.521A.5.6. Andere Opbrengsten studentenrestaurants 7043 0 0A.5.6. Andere Opbrengsten boeken en cursussen 7044 193.758 193.857A.5.6. Andere Andere 7045 34.734.258 45.666.695

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 71 2.725.262 -1.300.888C. Geproduceerde vaste activa 72 0 0D. Giften, schenkingen en legaten 73 13.129.930 14.057.372E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 65.132.700 57.836.264II. Bedrijfskosten (-) 60/64 954.695.349 933.704.721A. Aankoop goederen 60 5.913.775 12.288.301B. Diensten en diverse goederen 61 233.930.643 232.824.600C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting XI, A2) 62 585.264.794 572.854.762

C.1. ZAP 620 164.974.126 160.529.710C.2. AAP 621 143.745.936 142.839.720C.3. ATP 622 194.948.004 190.435.608C.4. Gastprofessoren 623 4.380.690 3.551.982C.5. Contractueel AP 624 231.101 248.925C.6. Contractueel ATP 625 3.065.527 3.023.471C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 73.919.410 72.225.345

D.

630 53.115.905 51.780.624

E.631/3 236.901 -92.076

F.634/9 46.042.600 36.135.619

G. Andere bedrijfskosten 640/9 30.190.730 27.912.891III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 46.581.645 54.301.141

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening(4de geldstroom)

Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -)(toelichting XI, A3 en C)

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoek vennootschappen- klinische trials - pre klinisch

A.4.1.2.3. Contractonderzoek vennootschappen- klinische trials - fase I & II

A.4.1.2.4. Contractonderzoek vennootschappen- klinische trials - fase III en IV

Afschrijvingen en waardeverminderingen op opricht ingskosten, op immateriële en materiële vaste act iva

Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XI, B)

110

Vol. 5codes Boekjaar Vorig boekjaar

IV. Financiële opbrengsten (+) 75 15.296.940 17.888.251A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 170.867 57.619B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 8.858.446 11.646.681C. Andere financiële opbrengsten (toelicht ing XII, A) 752/9 6.267.628 6.183.952V. Financiële kosten (-) 65 -353.141 3.542.892A. Kosten van schulden (toelicht ing XII, B en C) 650 625.290 658.759B.

651 -1.541.870 2.310.132C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 563.439 574.002VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 62.231.726 68.646.500VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 2.599.305 3.204.502A. 760 0 0B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 2.620.879 2.490.453C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 762 0 0D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste act iva 763 -1.967.493 714.049E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelicht ing XIII, A) 764/9 1.945.919 0VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 4.108.659 1.859.879A.

660 30.331 341.682B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 2.107.909 1.102.218C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 662 0 0D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 663 24.500 415.979E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 1.945.919 0F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-) 669 0 0XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 60.722.372 69.991.123

Resultatenverwerking codes Boekjaar Boekjaar

A. Te bestemmen overschot (te verwerken tekort)1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 60.722.372 69.991.1232. Te verwerken tekort van het boekjaar 66/70 0 03. Overgedragen overschot van het vorige boekjaar 790 0 04. Overgedragen tekort van het vorig boekjaar 690 0 0

B. Onttrekking aan de eigen middelen (+)1. aan het gevormd vermogen 791 0 02. aan de bestemde fondsen 792 13.148.056 18.933.296 - onroerende investeringen 13.148.056 0 - wetenschappelijk onderzoek 0 0

0 18.933.296 - studentenvoorzieningen 0

C. Toevoeging aan de eigen middelen (-)1. aan het gevormd vermogen 691 0 02. aan de bestemde fondsen 692 73.870.429 88.924.419 - onroerende investeringen 0 4.296.853 - wetenschappelijk onderzoek 70.498.816 83.858.869

1.543.139 0- studentenvoorzieningen 1.828.474 768.697

D. Over te dragen overschot (tekort) 693/793 0 0

Terugneming van afschrijvingen en van

Waardeverminderingen op vlottende act iva andere dan bedoeld onder II.E. (toevoegingen +,

- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof.

- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof.

Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op opricht ingskosten, op

111

3. TOELICHTING Vol. 6

BedragenI. STAAT VAN DE OPRICHTINGSKOSTEN (post 20 van de activa)

Netto boekwaarde per einde van het vorige boekjaar

Mutat ie tijdens het boekjaar :- Nieuwe kosten van het boekjaar- Afschrijvingen (-)- Andere (+)(-)

Netto boekwaarde per einde van het boekjaar

waarvan :- Kosten van oprichting, inbreng en andere oprichtingskosten- Herstructureringskosten

112

Vol. 7

3. TOELICHTING

II. STAAT VAN DE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA (post 21 van de activa)

1. Kosten van 2. Concessiesontwikkeling licenties, enz.

a) AANSCHAFFINGSWAARDEPer einde van het vorige boekjaar 5.577.991

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Aanschaffingen, met inbegrip van de 658.732 geproduceerde vaste act iva- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -176.564- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-)

Per einde van het boekjaar 6.060.159

c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGENPer einde van het vorige boekjaar 4.936.637

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Geboekt 553.084- Teruggenomen want overtollig (-)- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -176.564- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-)

Per einde van het boekjaar 5.313.157

d) NETTO-BOEKWAARDE 747.002per einde van het boekjaar (a) - (c)

3. Goodwill 4. Vooruit-betalingen

a) AANSCHAFFINGSWAARDEPer einde van het vorige boekjaar

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste act iva- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-)- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-)

Per einde van het boekjaar

c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGENPer einde van het vorige boekjaar

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Geboekt- Teruggenomen want overtollig (-)- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-)- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-)


d) NETTO-BOEKWAARDEper einde van het boekjaar (a) - (c)

113

Vol. 8

3. TOELICHTING

II.bis STAAT VAN DE CONCESSIES, OCTROOIEN, LICENTIES, enz VERMELDEN PER SOORT

Concessies

Octrooien 525

Licenties 81 122.619.588 50.920.000

royalties boekjaaraantal verwachte royalties volgend boekjaar

114

Vol. 9

3. TOELICHTING

III. STAAT VAN DE MATERIËLE VASTA ACTIVA (post 22 tot 27 van de activa)

1.Terreinen en 2. Install.mach. 3. Meubilair &gebouwen & uitrusting roll.materieel(post 22) (post 23) (post 24)

a) AANSCHAFFINGSWAARDEPer einde van het vorige boekjaar 734.945.466 175.585.484 21.567.365

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Aanschaffingen, met inbegrip van de 22.299.060 34.470.631 2.004.007 geproduceerde vaste act iva- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -5.303.604 -86.145- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) 22.270.399 149.297

Per einde van het boekjaar 779.514.925 204.901.808 23.485.227

b) MEERWAARDENPer einde van het vorige boekjaar

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Geboekt- Afgeboekt (-)- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-)


c) Afschrijvingen en waardeverminderingenPer einde van het vorige boekjaar 326.601.803 115.832.465 3.128.985

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Geboekt 27.056.535 23.033.113 351.501- Teruggenomen want overtollig (-)- Verworven van derden- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -2.638 -5.180.151 -69.192- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-)


d) NETTO-BOEKWAARDE per einde van het boekjaar '(a)+(b)-(c) 425.859.225 71.216.381 20.073.933

115

Vol. 10

3. TOELICHTING

III. STAAT VAN DE MATERIËLE VASTA ACTIVA (post 22 tot 27 van de activa)

4. Leasing & 5. Ov. mater. 6. Act.in aanb.soortg. recht. vaste act iva & vooruitbet.(post 25) (post 26) (post 27)


Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Aanschaffingen, met inbegrip van de 0 1.027.557 9.050.954 geproduceerde vaste act iva- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) 0 0 0- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) -22.419.696



Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Geboekt- Afgeboekt (-)- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-)


c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGENPer einde van het vorige boekjaar 921.007 17.786.244 0

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Geboekt 339.407 1.782.264- Teruggenomen want overtollig (-)- Verworven van derden- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen 0 0 0- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-)

Per einde van het boekjaar 1.260.414 19.568.508 0

d) NETTO-WAARDE per einde van het boekjaar (a)+(b)- (c) 11.574.586 11.723.527 36.388.814waarvan :- terreinen en gebouwen 11.574.586- installaties, machines en uitrusting 0- meubilair en rollend materieel 0

116

Vol. 11

3. TOELICHTING

IV. STAAT VAN DE FINANCIËLE VASTE ACTIVA (post 28 van de activa)

1.Verbonden 2.Deelname 3. Andereentiteiten in and. rechtsp. rechtspers.(post 280) (post 282) (post 284)

1. DEELNEMINGEN EN AANDELEN


Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Aanschaffingen 2.364.352 750.722- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -2.401.085 -219.794- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) 0 0



Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Geboekt- Verworven van derden- Afgeboekt (-)- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-)


c) WAARDEVERMINDERINGENPer einde van het vorige boekjaar 520.024 15.831.442 4.110.362

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Geboekt 1.739.352 407.692- Teruggenomen want overtollig (-) 0- Verworven van derden 0 0- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen -2.401.085 -219.794- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) 0

Per einde van het boekjaar 520.024 15.169.710 4.298.260

d) NIET OPGEVRAAGDE BEDRAGENPer einde van vorig boekjaar 0 750.000 3.177.500

Mutat ies t ijdens het boekjaar (+)(-) 0 -451.501

Per einde van het boekjaar 0 750.000 2.725.999

Netto boekwaarde per einde van het boekjaar (a) + (b) - (c) - (d) 3.300.000 4.123.399 4.594.556

2. VORDERINGEN (post 281) (post 283) (post 285/8)

NETTO BOEKWAARDEPer einde van het vorige boekjaar 1.000.000 878.701 543.281

Mutat ies t ijdens het boekjaar :- Toevoegingen 0 158.964 124.987- Terugbetalingen (-) 0 -30.000- Geboekte waardeverminderingen (-)- Teruggenomen waardeverminderingen- Wisselkoersverschillen (+)(-)- Overige (+)(-)

NETTO BOEKWAARDEPer einde van het boekjaar 1.000.000 1.007.665 668.268

GECUMULEERDE WAARDEVERMIND. OP VORDERINGEN 7.595 16.267per einde van het boekjaar

117

Vol. 12

3. TOELICHTING

IV.bis DEELNEMINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE RECHTEN IN ANDERE RECHTSPERSONEN

Naam, adres v/d zetel Maatsch.rechten gehouden door Gegevens geput uit de laatst beschikbare jaarrek.en zo het een rechtsp. Jaarrek. Munteenh. Eigen verm. Netto result.naar Belgisch recht dochters per (+) of (-)betreft, het ond.nummer Aantal % % in duizend munteenh.

METALOGIC NVWingepark 433110 RotselaarBelgië0444.184.576Aandelen klasse B 2.830 50,04 0,00 31/12/2015 Euro 932 90

@MIRE NVEsperantolaan 43001 Leuven België0886.066.294Aandelen klasse B 149.856 13,03 0,00 30/06/2016 Euro 1.500 43

AQUA4C NVHogeweg 1609000 GentBelgië0541.596.530Aandelen klasse D 2.042.182 24,92 0,00 31/12/2015 Euro 2.167 -898

BETTER3FRUIT NVWillem de Croylaan 423001 LeuvenBelgië0472.418.605Aandelen klasse A 37.838 26,13 0,00 31/12/2015 Euro 3.171 559

BIO-INCUBATOR LEUVEN NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0876.605.232Gewone aandelen 1.260.000 20,97 0,00 31/12/2015 Euro 5.669 -342

BIORICS NVTechnologielaan 33001 LeuvenBelgië0880.194.826Aandelen klasse A 274.641 14,02 0,00 31/12/2015 Euro -29 8

BLCC NVPresident Kennedylaan 9B8500 KortrijkBelgië0443.702.348Aandelen klasse D 95 30,06 0,00 31/12/2015 Euro 333 98

CAPRICORN II PARTNER PARTICIPATIONS Comm. VALei 19, bus 63000 LeuvenBelgië0473.113.144Aandelen klasse B 3.193.386 30,53 0,00 31/03/2016 Euro 453 0

Hieronder worden de rechtspersonen vermeld waarin de boekhoudkundige entiteit een deelneming bezit (opgenomen in de posten 280 en 282 van de activa), alsmede de andere rechtspersonen waarin de boekhoudkundige entiteit maatschappelijke rechten bezit (opgenomen in de posten 284 en 51/53 van de activa) ten belope van ten minste 10% van het geplaatste kapitaal.

rechtstreeksde bkh. ent iteit

118

Vol. 12

3. TOELICHTING



CUSTOM8 NVRomeinse straat 183001 LeuvenBelgië0474.773.230Aandelen klasse B 15.750 14,00 0,00 31/12/2015 Euro -99 -169

DNAME-IT NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0506.754.823Aandelen klasse C 178.500 13,73 0,00 31/12/2015 Euro 1068 -232

DYNAVIC NVBorrekent 1339450 DenderhoutemBelgië0825.777.331Aandelen klasse B 1.903 20,66 0,00 31/12/2014 Euro -109 -161

ECONCORE NVAmbachtenlaan 253001 LeuvenBelgië0878.425.664Aandelen klasse B 82.061 21,53 0,00 31/03/2016 Euro 2558 47

FALEX TRIBOLOGY NVWingepark 23B3110 RotselaarBelgië0466.260.885Gewone aandelen 12.800 20,00 0,00 31/12/2015 Euro 1373 188

FORMAC PHARMACEUTICALS NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0892.914.395Aandelen klasse B 3.636.488 34,09 0,00 31/12/2015 Euro 1068 1249

GEMMA FRISIUS-FONDS KU LEUVEN NVWaaistraat 63000 LeuvenBelgië0477.960.372Aandelen klasse C 2.000 20,00 0,00 31/12/2015 Euro 15864 4002

HAMMER-IMS NVKempische steenweg 2933500 HasseltBelgië0648.896.643Aandelen klasse B 48.928 12,73 0,00 NA


de bkh. ent iteitrechtstreeks

119

Vol. 12

3. TOELICHTING



Hit Discovery Constance (HDC) GmbHByk-GuldenStrasse 278467 Konstanz, DortmundDuitslandHRB 23518Gewone aandelen 3.750 15,00 0,00 31/12/2014 Euro 1.385 -497

IFAST NVKoutergat 21760 OLV LombeekBelgië0842.279.704Aandelen klasse D 790.500 24,90 0,00 31/12/2015 Euro 1.527 -248

IMCYSE NVAvenue de l'Hôpital 14000 LuikBelgië0828.385.542Aandelen klasse B 70.027 10,88 0,00 30/06/2016 Euro 8.296 -673

INOPSYS NVVliegveldlaan 543800 Sint-TruidenBelgië0630.861.670Aandelen klasse C 13.689 13,68 0,00 NA

INMANTA NVKapeldreef 603001 LeuvenBelgië0647.518.055Aandelen klasse C 68.340 10,00 0,00 NA

INSTRUMEN NVDubbeekstraat 1123200 AarschotBelgië0845.961.843Aandelen klasse B 325.701 16,16 0,00 31/12/2015 Euro 183 -220

INTERNATIONAL SCHOOL OF LEUVEN VZWProfessor Van Overstraetenplein 13000 LeuvenBelgië0525.726.934 NA 25,00 0,00 NA

INSPYRO NVKapeldreef 603001 LeuvenBelgië0810.136.575Aandelen klasse C 65.561 25,49 0,00 31/12/2015 Euro 92 -19

de bkh. ent iteit


rechtstreeks

120

Vol. 12

3. TOELICHTING



MAGICS INSTRUMENTSEricastraat 52400 MolBelgië0634.891.526Aandelen klasse B 28.728 16,86 0,00 NA

MAGNETS FOR EMULSIONS NVNijverheidsstraat 348020 OostkampBelgië0869.954.792Aandelen klasse B 85.060 10,52 0,00 31/12/2015 Euro -50 -35

MatchID NVPoelstraat 1069820 MerelbekeBelgië0563.512.491Aandelen klasse C 674 11,15 0,00 31/12/2015 Euro 451 81

MINDCET NVEsperantolaan 43001 LeuvenBelgië0840.120.364Aandelen klasse C 6.818 14,57 0,00 31/12/2015 Euro 359 121

OKSIGEN IMPACTHOLDING NVHertogsstraat 391000 BrusselBelgië0647.780.351Aandelen klasse B 14.069 11,00 0,00 NA

PORPHYRIO NVWarotstraat 503020 HerentBelgië0521.856.832.Aandelen klasse B 2.367 12,15 0,00 31/12/2015 Euro 313 -488

PYXIMA NVNeerstraat 26 bus 0023980 TessenderloBelgië0809.149.353Aandelen klasse B 48.414 39,04 0,00 31/12/2015 Euro 226 -59

QAELUM NVKapeldreef 603001 LeuvenBelgië0840.884.387Aandelen klasse C 473.411 28,15 0,00 31/12/2015 Euro 752 -388



121

Vol. 12

3. TOELICHTING



REMYND NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0476.910.101Aandelen klasse C 599.201 34,05 0,00 31/12/2015 Euro 726 -2.062

SALVE MATER NVKeizershoek 350A2550 KontichBelgië0807.852.523Aandelen 33.000 50,00 0,00 31/12/2015 Euro 7.837 146

SOUNDTALKS NVKapeldreef 603001 LeuvenBelgië0840.960.405Gewone aandelen 25.380 14,14 0,00 31/12/2015 Euro 42 -94

TRANSPORT & MOBILITY LEUVEN NVDiestsesteenweg 573010 LeuvenBelgië0476.966.024Aandelen klasse A 114.828 47,52 0,00 31/12/2015 Euro 347 -129

TRIPHASE NVRomeinse straat 183001 LeuvenBelgië0884.066.710Aandelen klasse B 17.664 14,45 0,00 31/03/2016 Euro 770 87

VERSASENSE NVKroegberg 33000 LeuvenBelgië0652.964.408Aandelen klasse B 86.500 49,01 0,00 NA

VIROVET NVAmbachtenlaan 13001 LeuvenBelgië0634.891.328Gewone aandelen 12.500 17,95 0,00 NA

HOLDING WETENSCHAPSPARK WATERSCHEI NVStadsplein 13600 GenkBelgië0837.304.196Aandelen klasse B 2.625 20,49 0,00 31/12/2015 Euro 7.796 0



122

Vol. 13

3. TOELICHTING

IV.ter VORDERINGEN OP ANDERE RECHTSPERSONEN

Naam, adres v/d zetel en zo het een rechtsp. Nominale Waardenaar Belgisch recht betreft, het ond.nummer

AQUA4C NVHogeweg 1609000 GentBelgië0541.596.530 Euro 161.095

BIO-INCUBATOR LEUVEN NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0876.605.232 Euro 650.000

CUSTOM8 NVRomeinse straat 183001 LeuvenBelgië0474.773.230 Euro 31.000

FACULTY CLUB VZWGroot Begijnhof 143000 LeuvenBelgië0860.258.455 Euro 1.000.000

FORMAC PHARMACEUTICALS NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0892.914.395 Euro 38.964

MAGNETS FOR EMULSIONS NVTeerlingstraat 149190 Stekene België0869.954.792 Euro 9.201

REMYND NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0476.910.101 Euro 125.000

Hieronder worden de rechtspersonen vermeld waarop de boekhoudkundige entiteit een vordering heeft (opgenomen in de posten 281 en 283 van de act iva), alsmede de andere rechtspersonen waarop de boekhoudkundige entiteit een vordering heeft of een borgtocht in contanten (opgenomen in de posten 285/8 van de activa) ten belope van ten minste 10% van het geplaatste kapitaal.

123

Vol. 14

3. TOELICHTING

V. VOORRADEN EN PROJECTEN IN UITVOERING (post 30/37 van de activa)

Voorraden (post 30), uitsplitsing van deze post indien daaronder belangrijke bedragen zijn opgenomen, als volgt :

Boekjaar Vorig boekj.Handelsgoederen 1.043.878 1.177.781

Projecten in uitvoering (post 37) :Kosten Opbrengsten

saldo

124

Vol. 15

3. TOELICHTING

VI. GELDBELEGGINGEN (post 51/53 van de activa)Boekjaar Vorig boekj.

Aandelen 91.270.363 80.537.964

Boekwaarde verhoogd met het niet opgevraagde bedragNiet opgevraagd bedrag (-)

Vastrentende effecten 805.018.686 636.239.003

waarvan uitgegeven door krediet instellingen 11.108.250 11.039.450

Termijnrekeningen bij kredietinstellingen 295.528.933 351.966.734

Hierboven niet opgenomen overige geldbeleggingen

VII. OVERLOPENDE REKENINGENBoekjaar

Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa indien daaronder een

belangrijk bedrag voorkomt.

Verlopen rente op geldbeleggingen 4.064.469

125

Vol. 16

3. TOELICHTING

VIII. VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO'S EN KOSTENBoekjaar

Uitsplitsing van de post 165 van de passiva indien daaronder een belangrijkbedrag voorkomt.

Provisies - Uitvindersaandelen 23.568.894Provisies - Bijwedden 8.340.457Provisies - EFRO / INTERREG 7.375.192Provisies - Overige personeelskosten 3.890.003Provisies - Aandeel van de KU Leuven in de ringweg op de health sciences campus 1.629.780Provisies - Hangende geschillen 1.355.031Provisies - Nog te volstorten kapitaal in spinoff bedrijven 750.000Provisies - Provisie overhead iMinds 453.284Provisies - Ingehouden bedrijfsvoorheffing wetenschappelijke medewerkers 85.994Provisies - Risico gerelateerd aan correcties m.b.t. het EU-FP6 audits 20.445

126

Vol. 17

3. TOELICHTING

IX. STAAT VAN DE SCHULDEN

A. UITSPLITSING V/D SCHULDEN MET EEN OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAAR GELANG HUN 1. Hoogst. 2. Meer dan 3. Meer danRESTERENDE LOOPTIJD. één jaar 1 jaar doch 5 jaar

hoogst 5 jr.(post 42) (post 17)

Financiële schulden 1.446.172 5.949.960 26.050.1061. Achtergestelde leningen2. Niet achtergestelde obligat ieleningen3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 189.752 759.007 7.238.2354. Kredietinstellingen 1.256.420 5.190.954 18.811.8715. Overige leningen

Handelsschulden 0

Overige schulden 1.283.896 650.000

TOTAAL 2.730.067 6.599.960 26.050.106

B. GEWAARBORGDE SCHULDEN (begrepen in de posten 17 en 42/48 van de passiva) 1. Belgische 2. Zakelijke zekerheden gesteld

overheids of onherroepelijk beloofd opinstellingen activa van de boekhoudkundige

entiteitFinanciële schulden 2.211.830

1. Achtergestelde leningen2. Niet achtergestelde obligat ieleningen3. Leasingschulden en soortgelijke schulden4. Kredietinstellingen 2.211.8305. Overige leningen

Handelsschulden

Ontvangen vooruitbetalingen op projecten

Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten1. Belast ingen2. Bezoldigingen en sociale lasten

Overige schulden

TOTAAL 2.211.830

Schulden (of delen ervan) gewaarborgd door

Schuld met resterende looptijd van

127

Vol. 18

3. TOELICHTING

IX. STAAT VAN DE SCHULDEN

C. ONTVANGEN VOORUITBETALINGEN OP PROJECTEN Kosten Opbrengsten608.636.880 649.029.763

saldo 40.392.883OVERIGE VOORUITBETALINGEN 0

D. SCHULDEN M.B.T. BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN Boekjaar

1. Belast ingen (post 450/3 van de passiva) a) Vervallen belastingschulden b) Niet vervallen belastingschulden 35.747.324 c) Geraamde belastingschulden 8.382.8032. Bezoldigingen en sociale lasten (post 454/9 van de passiva) a) Vervallen schulden ten aanzien van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid b) Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten 74.132.926

X. OVERLOPENDE REKENINGENBoekjaar

Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt.

Over te dragen opbrengsten 26.759.105Herwaardering wisselkoers geldbeleggingen op jaareinde 1.270.947

128

Vol. 19

3. TOELICHTING

XI. BEDRIJFSRESULTATENBoekjaar Vorig boekj.

A.1. GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND (in VTE)1. ZAP 1.440,21 1.434,802. AAP 2.043,39 2.033,533. ATP 3.083,12 3.027,524. Gastprofessoren 54,88 46,885. Contractueel AP 3,50 3,906. Contractueel ATP 118,81 125,057. Bursalen onderworpen aan RSZ 1.887,08 1.877,60

Totaal 8.630,99 8.549,29

A.2. PERSONEELSKOSTEN (post 62)1. Bezoldigingen 431.948.936 420.455.2732. Rechtstreekse sociale voordelen 60.362.296 58.429.8103. Werkgeversbijdragen en sociale verzekeringen 77.308.595 78.637.0974. Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen 12.589.356 12.301.2885. Andere personeelskosten 2.770.911 2.687.8816. Pensioenen 284.700 343.413

Boekjaar Vorig boekj.A.3. VOORZIENINGEN VOOR PENSIOENEN (begrepen in de post 634/9)

Toevoegingen (+) 3.826.660 17.704.137 Bestedingen en terugnemingen (-) -1.185.471 -1.178.681

B. WAARDEVERMINDERINGEN (post 631/3)1. Op voorraden - geboekte 117.977 139.668 - teruggenomen (-)2. Op handelsvorderingen - geboekte 170.990 73.211 - teruggenomen (-) -52.065 -304.955

C. VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN (post 634/9)Toevoegingen 94.094.496 85.292.669Bestedingen en terugnemingen (-) -48.051.896 -49.157.050

(c) bij sommige personeelscategorieën wordt er niet gewerkt met een contractueel VTE: bijv. bijz. emerit i, jobstudenten, sportmonitoren maar kennen wel een verbruik.

Noot in verband met bovenstaande tabel:

(a) afwezigheden die niet gelijkgesteld zijn met prestat ies

De Totale VerbruiksVTE bestaat uit alle werkelijk geleverde normale prestat ies, alle gelijkgestelde prestaties van een personeelslid, en de (eventuele) totale verbrekingsvergoeding, uitgedrukt in voltijds equivalenten. Alle bezoldigde personeelsleden hebben een VerbruiksVTE.

(d) in stat istieken over contractuele VTE zitten ook bepaalde onbezoldigde personeelscategorieën: bijv. gedetacheerde en bijzondere navorsers (FWO...)

VerbruiksVTE wijkt af van de Contractuele VTE op het vlak van:

(2) Enkel bezoldigde Gastprofessoren zitten in de VerbruiksVTE tabel. In bepaalde stat istieken over contractuele VTE zitten meestal geen Gastprofessoren. Indien deze toch opgenomen zijn, worden zowel de contractuele VTE's van bezoldigde als onbezoldigde Gastprofessoren opgenomen.

(b) onvolledige start of stop-maand

(1) Bursalen met beperkte RSZ bezitten een contractueel VTE en VerbruiksVTE maar zijn niet opgenomen in deze VerbruiksVTE tabel.

129

Vol. 20

3. TOELICHTING

XII. FINANCIËLE RESULTATENBoekjaar Vorig boekj.

A. ANDERE FINANCIËLE OPBRENGSTEN (post 752/9)Door de overheid toegekende subsidies, aangerekend op het resultaat- kapitaalsubsidies- interestsubsidiesUitsplitsing van de overige financiële opbrengsten, indien het belangrijke bedragen betreft.

Meerwaarde bij de realisatie geldbeleggingen 3.266.101 4.541.287Gerealiseerde posit ieve wisselresultaten 1.247.553 797.523Inbreng in natura in spin-off bedrijven 1.265.284 366.266

B. AFSCHRIJVINGEN VAN KOSTEN BIJ UITGIFTE VAN LENINGEN EN DISAGIO

C. GEACTIVEERDE INTERESTEN

D. WAARDEVERMINDERINGEN OP VLOTTENDE ACTIVA (post 651)- Geboekt 1.320.219 3.268.170- Teruggenomen (-) -2.862.089 -958.038

E. ANDERE FINANCIËLE KOSTEN (post 652/9)Bedrag van het disconto ten laste van de boekhoudkundige entiteit bij deverhandeling van vorderingen.

F. VOORZIENINGEN MET FINANCIEEL KARAKTERGevormdAangewend en teruggenomen (-)

Uitsplitsing van de overige financiële kosten, indien het belangrijkebedragen betreft.

Bankkosten en commissielonen 159.294 156.900Gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoersverschillen 274.371 279.752Minderwaarde bij de realisatie van geldbeleggingen 76.148 69.113

XIII. UITZONDERLIJKE RESULTATENBoekjaar Vorig boekj.

A. Uitsplitsing van de ANDERE UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN (post 764/9),indien het belangrijke bedragen betreft.

FEU middelen (middelen uit het Financierings-Fonds Eenmalige Uitgaven) van 1.945.919 0de Vlaamse Overheid in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringwegrond de Health Science Campus - Gasthuisberg

B. Uitsplitsing van de ANDERE UITZONDERLIJKE KOSTEN (post 664/8),indien het belangrijke bedragen betreft.

Uitgaven in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringweg rond de 1.945.919 0Health Science Campus - Gasthuisberg

XIV. BELASTING OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN

Boekjaar Vorig boekj.A. De belast ing op de toegevoegde waarde in rekening gebracht :

1. aan de boekhoudkundige entiteit (aftrekbaar) 24.726.147 25.237.6132. door de boekhoudkundige entiteit 48.419.530 49.980.670

B. De ingehouden bedragen ten laste van derden bij wijze van :1. bedrijfsvoorheffing 100.619.116 95.701.3242. roerende voorheffing 28.779.283

130

Vol. 21

3. TOELICHTING

XV. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGENBoekjaar

Persoonlijke zekerheden die door de boekhoudkundige entiteit werden gesteld of onherroepelijkbeloofd als waarborg voor schulden of verplicht ingen van derdenwaarvan :- de door de boekhoudkundige entiteit geëndosseerde handelseffecten in omloop- de door de boekhoudkundige entiteit getrokken of voor aval getekende handelseffecten- het maximumbedrag ten belope waarvan andere verplichtingen van derden door de boekhoudkundige entiteit zijn gewaarborgd

PM : Patronaatsverklaring KU Leuven ten voordele van de associat iepartner HUB-KUB vzw.

1. vd bkh ent 2. van derden Hypotheken - Boekwaarde van de bezwaarde activa 0 - Bedrag van de inschrijving 2.640.000 Pand op andere activa - Boekwaarde van de in pand gegeven activa Zekerheden op de nog door de boekhoudkundige entiteit te verwerven act iva : - Bedrag van de betrokken activa

De goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico vande boekhoudkundige entiteit, voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijnopgenomen.

................................................................................

................................................................................

................................................................................

Belangrijke verplicht ingen tot aankoop van vaste activa

Belangrijke verplicht ingen tot verkoop van vaste activa................................................................................................................................................................................................................................................

Termijnverrichtingen - Gekochte (te ontvangen) goederen - Verkochte (te leveren) goederen - Gekochte (te ontvangen) deviezen - Verkochte (te leveren) deviezen 0

Verplichtingen die voortvloeien uit de technische waarborgen verbonden aan reeds gepresteerde verkopen of diensten................................................................................................................................................................................................................................................

Belangrijke hangende geschillen en andere belangrijke verplichtingen................................................................................

In voorkomend geval, een beknopte beschrijving van de regeling inzake het aanvullend rust- of overlevingspensioenten behoeve van de personeels- of direct ieleden, met opgave van de genomen maatregelen om de daaruitvoortvloeiende kosten te dekken

Pensioenen die door de boekhoudkundige entiteit zelf worden gedragen: boekjaar- geschat bedrag van de verplicht ingen die voortvloeien uit reeds gepresteerd werkwijze waarop dit bedrag wordt berekend

als waarborg voor schulden en verplicht ingenZakelijke zekerheden die door de boekhoudkundige entiteit werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar eigen act iva

131

Vol. 22

3. TOELICHTING

XVI. BETREKKINGEN MET VERBONDEN ENTITEITEN EN MET ENTITEITEN WAARMEE EEN DEELNEMINGSVERHOUDING BESTAAT

1. Verbonden entiteiten 2. Entiteiten waarmee een deelnemingsverhouding bestaat

boekjaar vorig boekj boekjaar vorig boekj1. FINANCIELE VASTE ACTIVA

Deelnemingen 3.300.000 3.300.000 4.123.399 3.498.399Vorderingen achtergestelde andere 1.000.000 1.000.000 1.007.665 878.701

2. VORDERINGENOp meer dan één jaarOp hoogstens één jaar

3. GeldbeleggingenAandelenVorderingen

4. SchuldenOp meer dan één jaarOp hoogstens één jaar

boekjaar vorig boekj5. - Door de boekhoudkundige entiteit gestelde of onherroepelijk beloofde

persoonlijke en zakelijke zekerheden als waarborg voor schulden of verplichtingen van verbonden entiteiten- Door de verbonden entiteiten gestelde of onherroepelijk beloofde persoonlijke en zakelijke zekerheden als waarborg voor schulden of verplichtingen van de boekhoudkundige entiteit

6. Andere betekenisvolle financiële verplichtingen

7. Financiële resultatenOpbrengsten uit financiële vaste activaOpbrengsten uit vlottende activaAndere financiële opbrengstenKosten van schuldenAndere financiële kosten

8. Realisatie van vaste activaVerwezenlijkte meerwaardenVerwezenlijkte minderwaarden

Verbonden entiteiten

132

Vol. 23

3. TOELICHTING

XVII. FINANCIELE BETREKKINGEN MET

A. BestuurdersB. Natuurlijke of rechtspersonen die de onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks controleren zonder verbonden entiteit te zijnC. Andere entiteiten die door de onder B. vermelde personen rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd worden.

boekjaar1. Uitstaande vorderingen op deze personen2. Waarborgen toegestaan in hun voordeel3. Andere betekenisvolle verplicht ingen aangegaan in hun voordeel

Voornaamste voorwaarden betreffende 1, 2 en 3

boekjaar4. Rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen en ten laste van de resultatenrekening toegekende pensioenen, voor zover deze vermelding niet uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op de toestand van een enkel identificeerbaar persoon: - aan bestuurders of zaakvoerders (*) 72.188 - aan oud-bestuurders en oud-zaakvoerders

(*) het bedrag betreft de zitpenningen van de externe bestuurders

D. De commissaris(sen) en de personen met wie hij (zij) verbonden is (zijn)boekjaar

Bezoldiging van de commissaris(sen) 59.307

134

B. VERKLARING VAN DE BEDRIJFSREVISOR

Verslag van de bedrijfsrevisor aan de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven over het boekjaar afgesloten op 31 december 2016

Overeenkomstig de reglementaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van bedrijfsrevisor. Dit verslag omvat ons oordeel over de balans op 31 december 2016, over de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk "de Jaarrekening") en omvat te\(ens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen.

Verklaring over de Jaarrekening- Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de controle uitgevoerd van de Jaarrekening van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven over het boekjaar afgesloten op 31december 2016, opgesteld overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van € 1.931.515.551 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een overschot van het boekjaar van € 60.722.372.

Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor het opstellen en de getrouwe weergave van de Jaarrekening

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelseL Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de Jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de bedrijfsrevisor

Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze Jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale auditstandaarden ("International Standards on Auditing"- "ISA's") uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de Jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de Jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de bedrijfsrevisor, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de Jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de bedrijfsrevisor de bestaande interne controle van de boekhoudkundige entiteit in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de boekhoudkundige entiteit van de Jaarrekening die een getrouw beeld geeft, ten einde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn, maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de bestaande interne controle van de boekhoudkundige entiteit. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde waarderingsregels en van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de Jaarrekening als geheel.

135

Verslag van de bedrijfsrevisor van 21 maart 2017 over de Jaarrekening van KU Leuven over het boekjaar afgesloten op 31 december 2016

(vervolg)

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de boekhoudkundige entiteit de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.

Oordeel

Naar ons oordeel geeft de Jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de boekhoudkundige entiteit per 31 december 2016, alsook van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelseL

Bijkomende vermeldingen

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de van toepassing zijnde bijkomende norm uitgegeven door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 28 augustus 2013 (de "Bijkomende Norm"), is het onze verantwoordelijkheid om bepaalde procedures uit te voeren aangaande de naleving, in alle van materieel belang zijnde opzichten, van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals gedefinieerd in de Bijkomende Norm. Op grond hiervan, doen wij de volgende bijkomende verklaringen die niet van aard zijn om de draagwijdte van ons oordeel over de Jaarrekening te wijzigen::

Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.

Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten zijn gedaan of genomen.

21 maart 2017

Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcv Bedrijfsrevisor vertegenwoordigd oor

17DV0599

136

Verslagen van de bedrijfsrevisor aan de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven in uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015.

Deze bundel bevat ons: Single audit verslag van de bedrijfsrevisor aan de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven over de Jaarrekening conform artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 betreffende het boekjaar afgesloten op 31 december 2016.

Single audit verslag van de bedrijfsrevisor aan de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven over de jaarlijkse ESR-rapportering conform artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 betreffende het boekjaar afgesloten op 31 december 2016.

Deze 2 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt.

SINGLE AUDIT VERSLAG VAN DE BEDRIJFSREVISOR AAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE BOEKHOUDKUNDIGE ENTITEIT KU LEUVEN OVER DE JAARREKENING BETREFFENDE HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2016 CONFORM ARTIKEL 7 VAN HET BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 9 OKTOBER 2015

Overeenkomstig artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 brengen wij u verslag uit in het kader van onze opdracht van bedrijfsrevisor. Dit verslag omvat ons oordeel over de Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 en tevens de vereiste bijkomende vermeldingen. De Jaarrekening bevat de balans op 31 december 2016, en de resultatenrekening voor het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting. De Jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit volgens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007.

Verslag over de Jaarrekening - oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de controle uitgevoerd van de Jaarrekening van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven over het boekjaar afgesloten op 31 december 2016, opgesteld op grond van het besluit van 21 december 2007, met een balanstotaal van € 1.931.515.551 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een positief saldo van het boekjaar van € 60.722.372.

Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor het opstellen van de Jaarrekening

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007, alsook voor het implementeren van de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de Jaarrekening conform het rekendecreet en de uitvoeringsbesluiten die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.


Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015, het Rekendecreet van 8 juli 2011 en de uitvoeringsbesluiten tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale auditstandaarden ("International Standards on Auditing"- "ISA's") uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de Jaarrekening conform het rekendecreet en de uitvoeringsbesluiten geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de bedrijfsrevisor met inbegrip van diens inschatting van de risico's op een afwijking van materieel belang in de Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 die het gevolg is van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting hebben wij het aangepast karakter en de werking van de administratieve en boekhoudkundige organisatie, gericht op de productie van financiële rapportering in aanmerking genomen zonder een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit tot uitdrukking te brengen. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen, alsmede het evalueren van de presentatie van de Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 als geheel.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de personen die aangesteld zijn door de entiteit de voor onze controle vereiste toelichtingen en informatie verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.

Oordeel zonder voorbehoud

Naar ons oordeel geeft de Jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven per 31december 2016, alsook van diens resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 daarvan.

Bepaling inzake financiële verslaggeving

Aangezien de Jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 en in het kader van de doelstellingen van dit referentiekader, is de Jaarrekening niet geschikt voor andere doeleinden.

Verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het naleven van de statuten en van de bepalingen uit het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007, alsmede van de statuten en van de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van de boekhouding.

In het kader van onze opdracht, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende vermeldingen die niet van aard zijn om de draagwijdte van ons oordeel over de Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 te wijzigen:

- Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding

gevoerd in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007.

- Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de bepalingen uit het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007, of van de statuten van de entiteit zijn gedaan of genomen.

Overige aangelegenheid

De boekhoudkundige entiteit KU Leuven heeft tevens een Jaarrekening opgesteld voor het boekjaar afgesloten op 31december 2016, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, waarover wij het hierbij gevoegd afzonderlijk verslag zonder voorbehoud hebben uitgebracht aan de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven dd 21maart 2017.

Diegem, 21maart 2017

Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba Bedrijfsrevisor vertegenwoordigd door

17DV0600

SINGLE AUDIT VERSLAG VAN DE BEDRIJFSREVISOR AAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE BOEKHOUDKUNDIGE ENTITEIT KU LEUVEN OVER DE JAARLIJKSE ESR-RAPPORTERING BETREFFENDE HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2016 CONFORM ARTIKEL 7 VAN HET BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 9 OKTOBER 2015

Overeenkomstig artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015, hebben wij de jaarlijkse ESR-rapportering betreffende het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 gecontroleerd. De budgettaire rapportering is door de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven opgesteld volgens het Europees Systeem van Rekeningen 2010 (ESR 2010), zoals uitgewerkt in de Handleiding over de Boekhoudregels, in de versie die van toepassing is op het gecontroleerde boekjaar, zoals opgesteld door het Departement Financiën en Begroting, afdeling Jaarrekening en Certifiëring, in uitvoering van de principes beschreven in de Europese verordening betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen 2010 (ESR 2010) en in het Handboek van het Instituut voor de Nationale Rekeningen.

Verslag over de jaarlijkse ESR-rapportering -oordeel zonder voorbehoud

Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor de ESR-rapportering

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de opmaak van de budgettaire rapportering volgens het rapporteringssjabloon zoals vervat in de Handleiding over de Boekhoudregels, in de versie die van toepassing is op het gecontroleerde boekjaar, opgesteld door het Departement Financiën en Begroting, afdeling Jaarrekening en Certifiëring, ("ESR-rapportering"), hierin begrepen de aansluiting van deze rapportering met de Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007. De raad van bestuur is tevens verantwoordelijk voor de boekhoudkundige organisatie zoals voorgeschreven door het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015. De raad van bestuur is eveneens verantwoordelijk voor het implementeren van de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de budgettaire rapportering die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.


Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze ESR-rapportering tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale auditstandaarden ("International Standards on Auditing"- "ISA's") uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij ethische voorschriften naleven alsook de audit plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de vraag of de ESR-rapportering geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de ESR- rapportering opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werk zaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de bedrijfsrevisor, met inbegrip van diens inschatting van de risico's op een afwijking van materieel belang in de ESR-rapportering die het gevolg is van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de bedrijfsrevisor de interne beheersing van de entiteit in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de entiteit van de budgettaire rapportering opgesteld in overeenstemming met de ESR-regels, teneinde controlewerkzaamheden

141

op te zetten die in de gegeven omstandigheden passend zijn, maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen, alsmede het evalueren van de presentatie van de budgettaire rapportering als geheel.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.

Naar ons oordeel is de ESR-rapportering van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven per 31december 2016 in alle van materieel belang zijnde opzichten opgesteld in overeenstemming met het Europees Systeem van Rekeningen 2010 (ESR 2010), zoals uitgewerkt in de Handleiding over de Boekhoudregels, in de versie die van toepassing is op het gecontroleerde boekjaar, zoals opgesteld door het Departement Financiën en Begroting, afdeling Jaarrekening en Certifiëring, in uitvoering van de principes beschreven in de Europese verordening betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen 2010 (ESR 2010) en in het Handboek van het Instituut voor de Nationale Rekeningen. Deze ESR-rapportering sluit op consequente wijze aan bij de andere elementen van de Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007.


De boekhoudkundige entiteit KU Leuven heeft tevens een Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21december 2007 opgesteld voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016, waarover wij in het eerste deel van deze bundel een afzonderlijk verslag hebben uitgebracht aan de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven dd 21 maart 2017.

Diegem, 21 maart 2017

Ernst & Young Bedrijfsrevisoren Bedrijfsrevisor vertegenwoordigd door

17DV0600

142

BIJLAGE 1

Samenvatting van de toegepaste waarderingsregels

143

WAARDERINGSREGELS KU Leuven

Waarde Afschrijvingen Waardeverminderingen Herwaarderingen Buitengebruikstellingen Realisatie

Aanschaffingsprijs : ♦ Uitzonderlijk resultaat ♦ Bedrijfsresultaat

♦ aankoopprijs

♦ installatiekosten

♦ niet terugbetaalbare belastingen

♦ vervoerskosten

♦ software ♦ 33%

Startactiva software die voor 1 januari 2007 gekocht werden, worden uitgeboekt in het jaar dat ze volledig afgeschreven zijn

Voorschotfacturen bij aankoop van immateriële vaste activa worden geactiveerd als 'vooruitbetaling'

De waarderingsregels zijn opgesteld volgens het besluit van de Vlaamse regering d.d. 21 december 2007 betreffende de boekhouding, de jaarrekening, het rekeningenstelsel en de controle voor universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. Indien er geen aparte regels vermeld worden, zijn het de waarderingsregels zoals bepaald in bovenstaand besluit die van toepassing zijn. Indien bepaalde exploitaties, die worden samengevoegd in de jaarrekening van de KU Leuven, afwijkende waarderingsregels hanteren (opgelegd door andere overheden) die evenwel geen materiële afwijkingen als gevolg hebben, dan blijven de rekeningen van deze exploitaties in de samenvoeging ongewijzigd.

♦ kosten voor onderzoek en ontwikkeling

Activa / Passiva

Uitzonderingen

Jaarlijkse lineaire afschrijvingen (boeking op maandbasis) bij vaste activa met beperkte levensduur volgens onderstaand percentage

♦ Historische aanschaffingsprijs

1. Niet activeren

Herwaarderingen op advies van de Raad van Bestuur

Individuele activering, opvolging en inventarisatie van alle immateriële vaste activa met stukprijs > € 8.500 excl. BTW

Waardeverminderingen bij vaste activa met onbeperkte levensduur op advies van de Raad van Bestuur

Globaal startactief per boekjaar voor niet volledig afgeschreven software verworven vóór 1 januari 2007

♦ Historisch afschrijvingsplan2. Specifieke regels

OPRICHTINGSKOSTEN

IMMATERIELE VASTE ACTIVA

In voorkomend geval worden oprichtingskosten ten laste genomen van het boekjaar waarin ze zich voordoen.

♦ octrooien en licenties

Algemene regel

♦ zelf ontwikkelde software

144


Aanschaffingswaarde : ♦ Uitzonderlijk resultaat♦ aanschaffingsprijs

♦ vervaardigingsprijs

♦ inbrengwaarde

♦ installaties, machines en uitrusting ♦ aanschaffingsprijs cfr IVA ♦ 33% ♦ Bedrijfsresultaat

♦ rollend materieel ♦ aanschaffingsprijs cfr IVA ♦ 20% ♦ Bedrijfsresultaat♦ meubilair ♦ aanschaffingsprijs cfr IVA ♦ 10% ♦ Bedrijfsresultaat

Terreinen Aanschaffingsprijs : ♦ Uitzonderlijk resultaat♦ aankoopprijs

♦ algemene kosten♦ notariskosten♦ opmetingskosten

♦ schattingskosten

♦ Uitzonderlijk resultaat

Gebouwen Aanschaffingsprijs : ♦ 3% ♦ Uitzonderlijk resultaat♦ aankoopprijs

♦ algemene kosten♦ notariskosten

♦ opmetingskosten♦ schattingskosten

♦ 3%

♦ 3% ♦ Uitzonderlijk resultaat

Vervaardigingsprijs :♦ Uitzonderlijk resultaat

♦ 3%

♦ 5%

♦ overige ♦ 10%

Aanschaffingsprijs : ♦ 10% ♦ Uitzonderlijk resultaat♦ aankoopprijs



♦ vervoerskosten

Grote herstellings- en onderhoudswerken uitgevoerd vóór 2012 worden voor hun netto-boekwaarde verder afgeschreven over de resterende looptijd, conform de voorheen geldende afschrijvingspercentages.

Inbrengwaarde (marktwaarde op het moment van schenking)

Aangekocht

Verworven door schenking

Aanschaffingsprijs cfr aangekochte terreinen

Activa / Passiva

Aangekocht

Individuele activering, opvolging en inventarisatie van alle materiële vaste activa met stukprijs > € 8.500 excl. BTW

MATERIELE VASTE ACTIVA

Jaarlijkse lineaire afschrijvingen (boeking op maandbasis) bij vaste activa met beperkte levensduur volgens onderstaand percentage

Waardeverminderingen bij vaste activa met onbeperkte levensduur op advies van de Raad van Bestuur


Algemene regel

2. Niet activeren

Civiele uitrusting onroerend door bestemming

Uitzonderingen

Verworven door erfpacht, opstal, vruchtgebruik

♦ constructie wind- en waterdicht, vaste vloerbekleding en metaalwerken

♦ kunstwerken

Verworven door erfpacht, opstal, vruchtgebruik

Nieuwbouwprojecten en volledige renovatieprojecten TD in eigendommen en gehuurde gebouwen

♦ Bedrijfsresultaat of uitzonderlijk resultaat

1. Activeren zonder drempel

♦ magazijngoederen (cfr Voorraden)

♦ fauna en flora

Verworven door schenking

Aanschaffingsprijs cfr aangekochte gebouwen

♦ sanitair, verwarming, ventilatie, koeling, liften

Inbrengwaarde (marktwaarde op het moment van schenking)

♦ klein onderhoud

145


Aanschaffingsprijs : ♦ 20%♦ Bedrijfsresultaat

♦ aankoopprijs



♦ vervoerskosten


♦ aankoopprijs



♦ vervoerskosten

♦ Historische aanschaffingsprijs ♦ Historisch afschrijvingsplan♦ Bedrijfsresultaat

Waarde : prijs x aantal

♦ aantal wordt jaarlijks aangepast

Aanschaffingsprijs : ♦ 33% ♦ Bedrijfsresultaat

♦ aankoopprijs



♦ vervoerskosten

cfr Gebouwen ♦ Uitzonderlijk resultaat


♦ aankoopprijs



♦ vervoerskosten

Aanschaffingsprijs :

♦ aankoopprijs♦ installatiekosten


♦ vervoerskosten

Uitzonderlijk resultaat

Nominale waarde Uitzonderlijk resultaat

Uitzonderlijk resultaat

Nominale waarde Uitzonderlijk resultaat

Aanschaffingswaarde inclusief bijkomende kosten

Deelnemingen in andere venture capital fondsen

Deelnemingen in spin-offs en eigen venture capital fondsen en vorderingen

Waardevermindering bij onzekerheid over betaling op vervaldag

Volledige afwaardering in het boekjaar van verwerving


FINANCIELE VASTE ACTIVA

Voorschotfacturen bij aankoop van roerende goederen worden geactiveerd als 'vooruitbetaling'

Waardevermindering als marktwaarde lager is dan aanschaffingswaarde

Van geassembleerde activa worden enkel de individuele componenten boven de € 8.500 excl. BTW geactiveerd

IJzerenvoorraad voor basisuitrusting en specifieke ruimtes

♦ prijs wordt vijfjaarlijks geïndexeerd

Activa / Passiva

Globale startactiva voor alle materiële vaste activa verworven vóór 1 januari 2007, behalve voor gebouwen en terreinen

Een globale installatie van didactisch en audiovisueel materiaal wordt geactiveerd en afgeschreven van zodra de installatie volledig is voltooid. Zolang de installatie niet afgewerkt is, wordt zij weergegeven bij de "vaste activa in aanbouw" en niet afgeschreven

Vorderingen

Deelnemingen Aanschaffingswaarde of inbrengwaarde inclusief bijkomende kosten

Nieuwbouwprojecten worden geboekt als 'vast actief in aanbouw' zolang het gebouw niet in gebruik is genomen

Globale activa per boekjaar per bibliotheek voor de aangekochte boeken, tijdschriften en documentatie van de universiteitsbibliotheken beheerd door Libis

3. Specifieke regels

Globale startactiva uitrusting, meubilair, rollend materieel en boeken en tijdschriften die voor 1 januari 2007 gekocht werden, worden uitgeboekt in het jaar dat ze volledig afgeschreven zijn.

Globale activa per boekjaar van de 2WD-fietsen


Borgtochten betaald in contanten

146


Nominale waarde Bedrijfsresultaat

Externe projectdebiteuren inclusief Hiva (401-debiteuren) Individuele waardevermindering indien de inning op vervaldag onzeker isIndividuele waardevermindering van 100% bij faillissement of gerechtelijk akkoord of indien de inning op vervaldag onzeker is

Globale waardevermindering (excl. individueel afgewaardeerde vord) volgens onderstaande percentages :

♦ vervallen > 180 dagen: 10%♦ vervallen > 360 dagen: 30%♦ vervallen > 720 dagen: 100%Individuele waardevermindering indien de inning op vervaldag onzeker is

Individuele waardevermindering indien de inning op vervaldag onzeker isGlobale waardevermindering (excl. individueel afgewaardeerde vord) volgens onderstaande percentages :

♦ vervallen > 180 dagen: 10%♦ vervallen > 360 dagen: 30%♦ vervallen > 720 dagen: 100%Individuele waardevermindering indien de inning op vervaldag onzeker isGlobale waardevermindering (excl. individueel afgewaardeerde vord) volgens onderstaande percentages :

♦ vervallen > 180 dagen: 10%

♦ vervallen > 360 dagen: 30%♦ vervallen > 720 dagen: 100%

Nominale waarde Individuele waardevermindering indien de inning op vervaldag onzeker is

Bedrijfsresultaat

Voortschrijdend gemiddelde BedrijfsresultaatVolledige afwaardering van stock indien geen beweging in de voorbije x jaar :

♦ 5 jaar♦ 3 jaar♦ 3 jaar

♦ 3 jaarBijkomende waardeverminderingen voor beschadigde goederen

Jaarlijkse waardevermindering van 20% vanaf het jaar ná publicatie

Overschot aan kosten ten opzichte van opbrengsten betreffende onderzoeks- en dienstverleningscontracten van bepaalde duur waarbij geen jaarlijkse facturatie gebeurt

♦ PC shop

Externe facturatie door studentenvoorzieningen (408-debiteuren), Universitaire Pers Leuven (409-debiteuren), debiteuren binnen FICA (SAP-submodule Financial Contract Accounting)

VORDERINGEN OP MEER EN MINDER DAN EEN JAAR

♦ CASP

Overige vorderingen op meer en minder dan één jaar

Voorraden

Externe niet-projectdebiteuren (403-debiteuren)

VOORRADEN EN PROJECTEN IN UITVOERING

Activa / Passiva

Projecten in uitvoering

♦ Universitaire Pers Leuven

Interne debiteuren (402-, 404-, 406-, O-, P-debiteuren)

Externe facturatie door LRD voor projecten en niet-projecten (405-debiteuren)

♦ Centraal magazijn

♦ CDE

Handelsvorderingen op minder dan één jaar

Externe facturatie door niet-gesubsidieerde residenties (407-debiteuren)

147


Aanschaffingswaarde Waardeverminderingen worden per effect geregistreerd. Dit gebeurt in alle gevallen waarin de realisatiewaarde op de datum van jaarafsluiting lager is dan de aanschaffingswaarde

Financieel resultaat

♦ vastrentende effecten Het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde wordt pro rata temporis voor de resterende looptijd van de effecten lineair in resultaat genomen

Specifiek

Specifiek

Specifiek

Nominale waarde

Overschot aan opbrengsten ten opzichte van kosten betreffende onderzoeks- en dienstverleningscontracten van bepaalde duur waarbij geen jaarlijkse facturatie gebeurt.

Voorziening groepsverzekering GVZ/GRD (polis 53003065) conform de projected unit credit (PUC)- methode

SCHULDEN OP MEER EN MINDER DAN EEN JAAR

Schulden

Vooruitbetalingen op projecten

Er wordt vanaf 1/1/2012 een voorziening aangelegd voor grote herstellings- en onderhoudswerken.

Kapitaalsubsidies worden opgenomen aan nominale waarde. De jaarlijkse investeringsuitkering en de overige subsidies ontvangen van overheidswege voor investeringen in vaste activa worden jaarlijks in opbrengst geregistreerd

EIGEN VERMOGEN

Jaarlijks worden bij de opmaak van de jaarrekening de bestemde fondsen en het bestemd karakter van het resultaat van het boekjaar geëvalueerd.De Raad van Bestuur neemt de passende bestemmingsbeslissingen

KAPITAALSUBSIDIES

De kosten verbonden aan de verkrijging of vervreemding van beleggingen worden in kosten genomen

Verkopen worden geregistreerd op basis van FIFO-principe

Activa / Passiva

Algemene regel Er worden voorzieningen voor risico's en kosten aangelegd om duidelijk omschreven verliezen of kosten te dekken die op balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, maar waarvan het bedrag niet vaststaat

Algemene regel

GELDBELEGGINGEN EN LIQUIDE MIDDELEN

VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN

148


Nominale waarde

Nominale waarde

OMREKENING VAN IN VREEMDE VALUTA UITGEDRUKTE BEZITTINGEN, SCHULDEN EN VERPLICHTINGEN

♦ vorderingen op meer en minder dan één jaar

♦ geldbeleggingen

♦ liquide middelen

♦ overlopende rekeningen van het actief en het passief

♦ voorzieningen voor risico’s en kosten

♦ schulden op meer en minder dan één jaar.

De slotkoers is de koers op de laatste werkdag van het afgesloten jaar zoals gepubliceerd op website NBB.

De niet monetaire balansposten worden geboekt aan historische koers.

De positieve wisselkoersverschillen worden opgenomen onder de overlopende rekeningen.

De negatieve wisselkoersverschillen worden in financiële kost geboekt.

Bij de afsluiting van het boekjaar worden de monetaire posten geboekt aan slotkoers. Met monetaire posten worden volgende posten bedoeld :

De boekhouding van de KU Leuven gebeurt in euro. Alle verrichtingen in vreemde valuta worden omgezet in euro.

Bedrijfskosten- en opbrengsten

Pro rata van de financiële kosten en opbrengsten die betrekking hebben op het lopende boekjaar

Financiële kosten en opbrengsten

Pro rata van de bedrijfskosten en -opbrengsten die betrekking hebben op het lopende boekjaar voor zover ze substantieel zijn (een maximale grenswaarde van € 50.000) en niet recurrent

OVERLOPENDE REKENINGEN VAN HET ACTIEF EN HET PASSIEF

Activa / Passiva

149

BIJLAGE 2

ESR rapportering 2016

150

INHOUD

ESR rapportering …..…………………………………………………………………………………….… 149 A. Situering……………………………………………………………………..………………………. 151 B. Documenten voorgelegd aan de bedrijfsrevisor………....……………………………………... 152 C. Verklaring van de bedrijfsrevisor…………..……………………………………………….......... 206 D. Verschillenanalyses …………..…………………………………………………………………... 208

151

A. SITUERING Op 8 juli 2011 werd door de Vlaamse Regering het decreet bekrachtigd houdende de regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan en de controle door het Rekenhof (ook Rekendecreet genoemd). Het decreet van 23 december 2011 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 voegde in artikel 165 de KU Leuven toe aan de lijst van de Vlaamse rechtspersonen bedoeld in artikel 4. §2 van het Rekendecreet. Zodoende werden artikel 37. §1, artikel 46. §2 en artikel 50. §2 van het Rekendecreet van toepassing verklaard op de KU Leuven. Deze nieuwe beschikking impliceert dat de universiteit vanaf boekjaar 2012 haar jaarrekening, aanvullend op de bestaande voorschriften (cf. het universitair boekhoudbesluit van 21 december 2007), ook in ESR-termen38 ter beschikking moet stellen. Op 9 oktober 2015 (BS 12/11/2015) heeft de Vlaamse Regering het besluit bekrachtigd betreffende de controle en single audit die van toepassing zijn op de universiteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse gemeenschap. Dit besluit komt voor de instellingen van het hoger onderwijs in de plaats van het BVR betreffende controle en single audit van 7 september 2012 dat aanvankelijk gold voor alle rechtspersonen vermeld in artikel 4, §1 en §2 van het Rekendecreet (en dus ook voor de instellingen van het hoger onderwijs). De certificeringsplicht door de bedrijfsrevisor van de jaarlijkse ESR rapportering blijft behouden in het BVR van 9 oktober 2015 en staat vermeld onder artikel 7. §5. In voorliggende bijlage worden onder punten B de documenten opgenomen die aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren ter controle zijn voorgelegd. Punt C bevat het door EY afgeleverd certificaat. Punt D geeft twee verschillenanalyses: Jaarrekening 2016 versus Originele begroting 2016 (zoals goedgekeurd door de RvB op 10 november 2015) en Jaarrekening 2016 versus Prognose 2016 (zoals goedgekeurd door de RvB op 15 november 2016).

38 ESR staat voor “Europees Systeem van nationale en regionale Rekeningen in de Europese Unie”.

152

B. DOCUMENTEN VOORGELEGD AAN DE BEDRIJFSREVISOR

153

KU Leuven VOL.24

UITVOERING VAN DE BEGROTING IN ESRInitiële begroting Laatst goedgekeurde

begrotingUitvoeringsrekening

begroting 1° sem.Uitvoeringsrekening

begroting jaar AfwijkingAbsoluut

AfwijkingProcentueel

0 NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN 0 72.681.277 36.340.639 72.681.277 0 0%06 Ontvangsten te verdelen over hoofdgroepen 1 tot en met 9

0 0 0 0 006.00 Ontvangsten te verdelen over hoofdgroepen 1 tot en met 9 0 0

08 Interne verrichtingen 0 72.681.277 36.340.639 72.681.277 0 0%08.1 Diverse interne verrichtingen en opnemingen uit reservefondsen 0 0 0 0 0

08.10.1 Diverse interne verrichtingen 0 008.10.2 Opnemingen uit reservefondsen 0 0

08.2 Verrekeningen met andere dienstjaren 0 72.681.277 36.340.639 72.681.277 0 0%08.21 Overgedragen overschot vorige boekjaren 72.681.277 36.340.639 72.681.277 0 0%08.22 Over te dragen tekort van het boekjaar 0

1 LOPENDE ONTVANGSTEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEBESTEDINGEN) 275.548.713 300.203.050 157.434.705 314.869.410 14.666.360 5%

16 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten 275.548.713 300.203.050 157.434.705 314.869.410 14.666.360 5%16.1 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere

sectoren dan de overheidssector 275.548.713 300.203.050 157.434.705 314.869.410 14.666.360 5%16.11 Aan bedrijven 193.893.760 217.372.234 110.178.687 220.357.374 2.985.140 1%16.12 Aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen 70.309.390 72.078.768 39.390.630 78.781.261 6.702.492 9%16.13 Aan het buitenland 11.345.563 10.752.048 7.865.388 15.730.776 4.978.728 46%16.2 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de

overheidssector 0 0 0 0 016.20 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de

overheidssector 0 018 Ontvangsten afkomstig van wegen- en waterbouwkundige

werken 0 0 0 0 018.10 Ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector 0 018.20 Ontvangsten binnen de overheidssector 0 0

19 Productie van investeringsgoederen in eigen beheer 0 0 0 0 019.00 Productie van investeringsgoederen in eigen beheer 0 0

2 RENTEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM 9.401.602 9.414.575 5.421.377 10.842.755 1.428.180 15%26 Rente van overheidsvorderingen 9.401.602 9.414.575 5.297.344 10.594.689 1.180.113 13%

26.10 Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector 9.401.602 9.414.575 5.297.344 10.594.689 1.180.113 13%26.20 Rente-ontvangsten binnen de overheidssector 0 0

27 Exploitatiewinsten van overheidsbedrijven 0 0 0 0 027.10 Niet-financiële overheidsbedrijven met rechtspersoonlijkheid 0 027.20 Niet-financiële overheidsbedrijven zonder rechtspersoonlijkheid 0 027.30 Overheidskredietinstellingen met rechtspersoonlijkheid 0 027.40 Overheidskredietinstellingen zonder rechtspersoonlijkheid 0 027.50 Overheidsverzekeringsmaatschappijen 0 0

28 Overige opbrengsten uit vermogen 0 0 124.033 248.066 248.06628.10 Concessies 0 028.20 Ontvangen dividenden 85.433 170.867 170.86728.30 Huurgelden van gronden 38.600 77.200 77.200

154

KU Leuven VOL.24






3 INKOMENSOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN 63.389.864 68.972.421 35.859.353 71.718.705 2.746.284 4%36 Indirecte belastingen en heffingen 0 0 0 0 0

36.10 Invoerrechten 0 036.20 Accijnzen en andere verbruiksbelastingen 0 036.30 Belasting op de toegevoegde waarde 0 036.40 Registratierechten 0 036.50 Winsten van fiscale overheidsmonopolies of van openbare

bedrijven met een monopolistisch karakter 0 036.60 Verkeersbelasting 0 036.70 Milieuheffingen 0 036.80 Heffingen en belastingen op onroerende goederen, met

uitzondering van de onroerende voorheffing 0 036.90 Diverse belastingen 0 0

37 Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekeringsinstellingen 0 0 0 0 0

37.10 Directe belastingen ten laste van bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen 0 0

37.20 Directe belastingen ten laste van gezinnen en vzw's t.b.v. de gezinnen 0 0

37.30 Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werkgevers - overheid 0 037.40 Socialezekerheidsbijdragen ten laste van andere werkgevers 0 037.50 Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werknemers 0 037.60 Bijdragen voor het Fonds voor Overlevingspensioenen 0 037.70 Andere verplichte bijdragen 0 0

38 Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, vzw's t.b.v. de gezinnen en van gezinnen 16.531.348 17.657.982 9.363.200 18.726.400 1.068.418 6%

38.10 Van bedrijven 15.631.348 15.057.982 8.684.786 17.369.573 2.311.591 15%38.20 Van kredietinstellingen 0 0 038.30 Van verzekeringsmaatschappijen 0 0 038.40 Van vzw's t.b.v. de gezinnen 0 0 038.50 Van gezinnen 900.000 2.600.000 678.414 1.356.827 -1.243.173 -48%

39 Inkomensoverdrachten van het buitenland 46.858.516 51.314.439 26.496.152 52.992.305 1.677.866 3%39.10 Van EU-instellingen 0 0 039.20 Van lidstaten van de EU (overheden) 46.858.516 51.314.439 26.496.152 52.992.305 1.677.866 3%39.30 Van lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 0 039.40 Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen 0 0 039.50 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) 0 0 039.60 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 0 0

155

KU Leuven VOL.24






4 INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR622.956.252 610.567.981 300.401.929 600.803.858 -9.764.123 -2%

46 Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep 579.266.274 563.823.488 283.413.112 566.826.223 3.002.735 1%46.10 Van de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 500.743.975 484.478.242 243.826.212 487.652.424 3.174.182 1%46.20 Van niet-organieke begrotingsfondsen 0 046.30 Van een DAB 0 0 0 0 046.40 Van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 78.522.299 27.041.336 13.379.302 26.758.605 -282.731 -1%46.50 Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0 0 0 046.60 Van vzw's van de overheid 0 0 0 0 046.70 Van andere eenheden van de overheid 0 52.303.910 26.207.597 52.415.195 111.285 0%

47 Inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen

0 0 0 0 047.10 Ouderdom, overlijden, nabestaanden 0 047.20 Ziekte 0 047.30 Invaliditeit en handicap 0 047.40 Werkloosheid 0 047.50 Gezinslasten 0 047.60 Arbeidsongevallen en beroepsziekten 0 047.70 Beroepsopleiding voor volwassenen 0 047.80 Overige inkomensoverdrachten van de

socialezekerheidsinstellingen0 0

48 Inkomensoverdrachten van lokale overheden 544.498 2.543.718 736.272 1.472.543 -1.071.175 -42%48.1 Van provincies 544.498 2.543.718 736.272 1.472.543 -1.071.175 -42%

48.11 Algemene bijdragen 544.498 2.543.718 736.272 1.472.543 -1.071.175 -42%48.12 Specifieke bijdragen 0 048.2 Van gemeenten 0 0 0 0 0

48.21 Algemene bijdragen 0 048.22 Specifieke bijdragen 0 048.4 Van vzw's van de lokale overheden 0 0 0 0 0

48.40 Van vzw's van de lokale overheden 0 048.5 Van overige lokale overheden 0 0 0 0 0

48.51 Politiezones 0 048.52 OCMW's 0 048.53 Intercommunales van de sector S1313 0 048.54 Hulpverleningszones 0 048.59 Overige lokale overheden 0 0

156

KU Leuven VOL.24






49 Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 43.145.481 44.200.775 16.252.546 32.505.091 -11.695.684 -26%

49.1 Inkomensoverdrachten van de gemeenschapscommissies 0 0 0 0 049.11 Franse Gemeenschapscommissie 0 049.12 Vlaamse Gemeenschapscommissie 0 049.13 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie 0 049.2 Inkomensoverdrachten van de gemeenschappen 0 0 0 0 0

49.24 Franse Gemeenschap 049.25 Vlaamse Gemeenschap 049.26 Duitstalige Gemeenschap 0 049.3 Inkomensoverdrachten van de gewesten 140.936 154.520 101.010 202.020 47.500 31%

49.34 Waals Gewest 049.35 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 140.936 154.520 101.010 202.020 47.500 31%49.4 Inkomensoverdrachten van de federale overheid 43.004.545 44.046.255 16.151.535 32.303.071 -11.743.184 -27%

49.40 Federale Overheid 43.004.545 44.046.255 16.151.535 32.303.071 -11.743.184 -27%49.5 Inkomensoverdrachten van de interregionale eenheden 0 0 0 0 0

5 KAPITAALOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN 1.410 124 37.902 75.805 75.681 61038%56 Vermogensheffingen 0 0 0 0 0

56.10 Van bedrijven 0 056.20 Van kredietinstellingen 0 056.30 Van verzekeringsmaatschappijen 0 056.40 Van vzw's t.b.v. de gezinnen 0 056.50 Van gezinnen 0 0

57 Kapitaaloverdrachten van bedrijven en financiële instellingen (exclusief vermogensheffingen) 1.410 124 37.902 75.805 75.681 61038%

57.20 Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven 1.410 124 37.902 75.805 75.681 61038%57.30 Overige kapitaaloverdrachten van kredietinstellingen 0 057.40 Overige kapitaaloverdrachten van verzekeringsmaatschappijen 0 0

58 Kapitaaloverdrachten van vzw's t.b.v. de gezinnen en van gezinnen (exclusief vermogensheffingen) 0 0 0 0 0

58.10 Van vzw's t.b.v. de gezinnen 0 058.20 Van gezinnen 0 0

59 Kapitaaloverdrachten van het buitenland 0 0 0 0 059.11 Van EU-instellingen: investeringsbijdragen 0 059.12 Van EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten 0 059.21 Van lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen 0 059.22 Van lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten

0 059.30 Van lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 059.41 Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen:

investeringsbijdragen 0 059.42 Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen:

overige kapitaaloverdrachten 0 0

157

KU Leuven VOL.24






59.51 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen 0 0

59.52 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten 0 0

59.60 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 06 KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR

0 11.725.167 5.862.583 11.725.167 0 0%66 Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep 0 11.725.167 5.862.583 11.725.167 0 0%

66.11 Investeringsbijdragen van de institutionele overheid 0 11.725.167 5.862.583 11.725.167 0 0%66.12 Overige kapitaaloverdrachten van de institutionele overheid 0 0 0 0 066.21 Investeringsbijdragen van niet-organieke begrotingsfondsen 0 066.22 Overige kapitaaloverdrachten van niet-organieke

begrotingsfondsen 0 066.31 Investeringsbijdragen van een DAB 0 0 0 0 066.32 Overige kapitaaloverdrachten van een DAB 0 0 0 0 066.41 Investeringsbijdragen van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 0 0 0 0 066.42 Overige kapitaaloverdrachten van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en

EV 0 0 0 0 066.51 Investeringsbijdragen van onderwijsinstellingen van de

institutionele overheid 0 0 0 0 066.52 Overige kapitaaloverdrachten van onderwijsinstellingen van de

institutionele overheid 0 0 0 0 066.61 Investeringsbijdragen van vzw's van de overheid 0 0 0 0 066.62 Overige kapitaaloverdrachten van vzw's van de overheid 0 0 0 0 066.71 Investeringsbijdragen van andere eenheden van de overheid 0 0 0 0 066.72 Overige kapitaaloverdrachten van andere eenheden van de

overheid 0 0 0 0 067 Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen

0 0 0 0 067.00 Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen 0 0

68 Kapitaaloverdrachten van lokale overheden 0 0 0 0 068.11 Investeringsbijdragen van provincies 0 068.12 Overige kapitaaloverdrachten van provincies 0 068.21 Investeringsbijdragen van gemeenten 0 068.22 Overige kapitaaloverdrachten van gemeenten 0 068.41 Investeringsbijdragen van vzw's van de lokale overheden 0 068.42 Overige kapitaaloverdrachten van vzw's van de lokale overheden 0 068.51 Politiezones 0 068.52 OCMW's 0 068.53 Intercommunales van de sector S.1313 0 068.54 Hulpverleningszones 0 068.59 Overige lokale overheden 0 0

158

KU Leuven VOL.24






69 Kapitaaloverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 0 0 0 0 0

69.1 Kapitaaloverdrachten van de gemeenschapscommissies 0 0 0 0 069.11 Franse Gemeenschapscommissie 0 069.12 Vlaamse Gemeenschapscommissie 0 069.13 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie 0 069.2 Kapitaaloverdrachten van de gemeenschappen 0 0 0 0 0

69.24 Franse Gemeenschap 0 069.25 Vlaamse Gemeenschap 0 069.26 Duitstalige Gemeenschap 0 069.3 Kapitaaloverdrachten van de gewesten 0 0 0 0 0

69.34 Waals Gewest 0 069.35 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0 069.4 Kapitaaloverdrachten van de federale overheid 0 0 0 0 0

69.40 Federale overheid 069.5 Kapitaaloverdrachten van de interregionale eenheden 0 0 0 0 0

69.50 Interregionale eenheden 0 07 DESINVESTERINGEN 0 188.089 141.910 283.819 95.730 51%

76 Verkoop van onroerende goederen in het binnenland 0 105.301 59.766 119.532 14.231 14%76.1 Verkoop van gronden 0 105.301 59.766 119.532 14.231 14%

76.11 Binnen de overheidssector 105.301 0 -105.301 -100%76.12 Aan andere sectoren dan de overheidssector 59.766 119.532 119.53276.2 Verkoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken 0 0 0 0 0

76.21 Binnen de overheidssector 0 076.22 Aan andere sectoren dan de overheidssector 0 076.3 Verkoop van bestaande gebouwen 0 0 0 0 0

76.31 Binnen de overheidssector 0 076.32 Aan andere sectoren dan de overheidssector 0 0

77 Verkoop van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen 0 82.788 82.144 164.288 81.500 98%

77.10 Verkoop van vervoermaterieel 82.788 10.000 20.000 -62.788 -76%77.20 Verkoop van overig materieel 72.144 144.288 144.28877.30 Verkoop van patenten, octrooien en andere immateriële goederen

0 077.40 Verkoop van waardevolle voorwerpen 0 077.50 Verkoop van teeltgoederen (planten en dieren) 0 077.70 Verkoop van duurzame militaire goederen 0 077.80 Verkoop inzake onderzoek en ontwikkeling 0 0

159

KU Leuven VOL.24






78 Voorraadverminderingen 0 0 0 0 078.00 Voorraadverminderingen 0 0

8 KREDIETAFLOSSINGEN; VEREFFENINGEN VAN DEELNEMINGEN; ANDERE FINANCIËLE PRODUCTEN 2.029.458 2.335.342 2.641.295 5.282.591 2.947.248 126%

86 Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten 1.789.458 740.925 2.508.795 5.017.591 4.276.666 577%

86.10 Kredietaflossingen door bedrijven 1.789.458 740.925 2.508.795 5.017.591 4.276.666 577%86.20 Kredietaflossingen door kredietinstellingen 0 086.30 Kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen 0 086.40 Vereffeningen van deelnemingen in bedrijven 0 086.50 Vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen 0 086.60 Vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen 0 086.70 Andere financiële producten 0 0

87 Kredietaflossingen door vzw's t.b.v. de gezinnen en door gezinnen 40.000 40.000 32.500 65.000 25.000 63%

87.10 Kredietaflossingen door vzw's t.b.v. de gezinnen 40.000 40.000 32.500 65.000 25.000 63%87.20 Kredietaflossingen door gezinnen 0 0

88 Kredietaflossingen door en vereffening van deelnemingen in het buitenland 0 0 0 0 0

88.1 Kredietaflossingen door het buitenland 0 0 0 0 088.11 Door EU-instellingen 0 088.12 Door lidstaten van de EU (overheden) 0 088.13 Door lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 088.14 Door internationale instellingen andere dan de EU-instellingen 0 088.15 Door landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) 0 088.16 Door landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 088.2 Vereffeningen van deelnemingen in het buitenland 0 0 0 0 0

88.21 In EU-instellingen 0 088.22 In lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 088.23 In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen 0 088.24 In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 0

89 Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector 200.000 1.554.418 100.000 200.000 -1.354.418 -87%

89.1 Kredietaflossingen binnen een institutionele groep (MVG + IVAzrp)

200.000 1.554.418 100.000 200.000 -1.354.418 -87%89.11 Van de institutionele overheid en IVAzrp 0 089.12 Van niet-organieke begrotingsfondsen 0 089.13 Van een DAB 0 089.14 Van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 0 089.15 Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 200.000 1.554.418 100.000 200.000 -1.354.418 -87%

160

KU Leuven VOL.24

UITVOERING VAN DE BEGROTING IN ESR

Initiële begrotingLaatst goedgekeurde



begroting jaarAfwijkingAbsoluut


89.16 Van vzw's van de overheid 089.17 Van andere eenheden van de overheid 089.2 Kredietaflossingen door de

socialezekerheidsinstellingen 0 0 0 0 089.20 Kredietaflossingen door de

socialezekerheidsinstellingen 089.3 Kredietaflossingen door lokale overheden 0 0 0 0 0

89.31 Door provincies 089.32 Door gemeenten 089.34 Door vzw's van de lokale overheden 089.35 Door overige lokale overheden 089.4 Kredietaflossingen door het gesubsidieerd

autonoom onderwijs 0 0 0 0 089.40 Kredietaflossingen door het gesubsidieerd

autonoom onderwijs 089.5 Kredietaflossingen door andere institutionele

groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 0 0 0 0 0

89.50 Kredietaflossingen door andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 0

89.6 Vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector 0 0 0 0 0

89.61 Binnen de institutionele groep (MVG + IVAzrp) 089.62 Sociale Zekerheid 089.63 Lokale overheden 089.64 Gesubsidieerd autonoom onderwijs 089.65 Andere institutionele groepen 0

9 OVERHEIDSSCHULD 0 0 0 0 096 Opbrengst van leningen met een looptijd van

meer dan één jaar 0 0 0 0 096.10 Opbrengst van leningen in euro 096.20 Opbrengst van leningen in vreemde valuta 096.30 Opbrengst van leningen binnen de

overheidssector 096.70 Opbrengst van leningen inzake financiële

leasings 097 Aanmuntingen 0 0 0 0 0

97.00 Aanmuntingen 098 Verhoging van het eigen vermogen 0 0 0 0 0

98.00 Verhoging van het eigen vermogen 0

TOTAAL ONTVANGSTEN 973.327.299 1.076.088.026 0 1.088.283.386 12.195.361 1%

161

KU Leuven VOL.24







89.16 Van vzw's van de overheid 089.17 Van andere eenheden van de overheid 089.2 Kredietaflossingen door de

socialezekerheidsinstellingen 0 0 0 0 089.20 Kredietaflossingen door de

socialezekerheidsinstellingen 089.3 Kredietaflossingen door lokale overheden 0 0 0 0 0

89.31 Door provincies 089.32 Door gemeenten 089.34 Door vzw's van de lokale overheden 089.35 Door overige lokale overheden 089.4 Kredietaflossingen door het gesubsidieerd

autonoom onderwijs 0 0 0 0 089.40 Kredietaflossingen door het gesubsidieerd

autonoom onderwijs 089.5 Kredietaflossingen door andere institutionele


89.50 Kredietaflossingen door andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 0

89.6 Vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector 0 0 0 0 0

89.61 Binnen de institutionele groep (MVG + IVAzrp) 089.62 Sociale Zekerheid 089.63 Lokale overheden 089.64 Gesubsidieerd autonoom onderwijs 089.65 Andere institutionele groepen 0

9 OVERHEIDSSCHULD 0 0 0 0 096 Opbrengst van leningen met een looptijd van

meer dan één jaar 0 0 0 0 096.10 Opbrengst van leningen in euro 096.20 Opbrengst van leningen in vreemde valuta 096.30 Opbrengst van leningen binnen de

overheidssector 096.70 Opbrengst van leningen inzake financiële

leasings 097 Aanmuntingen 0 0 0 0 0

97.00 Aanmuntingen 098 Verhoging van het eigen vermogen 0 0 0 0 0

98.00 Verhoging van het eigen vermogen 0

TOTAAL ONTVANGSTEN 973.327.299 1.076.088.026 0 1.088.283.386 12.195.361 1%

162

KU Leuven VOL.24






14 Herstel en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen- en waterbouwkundige werken 0 0 0 0 0

14.10 Kosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector 0 014.20 Kosten vergoed binnen de overheidssector 0 0

2 RENTEN, HUURGELDEN VAN GRONDEN EN UITBETAALDE DIVIDENDEN 631.661 631.661 312.882 625.764 -5.897 -1%

21 Interestlasten 631.661 631.661 312.882 625.764 -5.897 -1%21.10 Interestlasten op overheidsschuld in euro 631.661 631.661 312.645 625.290 -6.370 -1%21.20 Interestlasten op overheidsschuld in vreemde valuta 0 0 021.30 Interestlasten op schuld binnen de overheidssector 0 0 021.40 Rente op commerciële schuld 237 473 47321.50 Rente op financiële leasings 0 0 021.60 Andere rente 0 0 0

24 Huurgelden van gronden 0 0 0 0 024.10 Betalingen aan andere sectoren dan de overheidssector 0 024.20 Betalingen binnen de overheidssector 0 0

25 Uitbetaalde dividenden 0 0 0 0 025.00 Uitbetaalde dividenden 0 0

3 INKOMENSOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN 8.214.376 8.331.519 4.584.042 9.168.084 836.565 10%31 Exploitatiesubsidies 0 0 0 0 0

31.1 Rentesubsidies 0 0 0 0 031.11 Rentesubsidies aan overheidsbedrijven 0 031.12 Rentesubsidies aan andere bedrijven 0 031.2 Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven 0 0 0 0 0

31.21 Prijssubsidies aan overheidsbedrijven 0 031.22 Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven 0 031.3 Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan

overheidsbedrijven 0 0 0 0 031.31 Prijssubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven 0 031.32 Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan

overheidsbedrijven 0 032 Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn,

aan bedrijven en financiële instellingen 8.214.376 8.331.519 4.584.042 9.168.084 836.565 10%32.00 Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan

bedrijven en financiële instellingen 8.214.376 8.331.519 4.584.042 9.168.084 836.565 10%33 Inkomensoverdrachten aan vzw's t.b.v. de gezinnen 0 0 0 0 0

33.00 Inkomensoverdrachten aan vzw's t.b.v. de gezinnen 034 Inkomensoverdrachten aan gezinnen 0 0 0 0 0

34.1 Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel 0 0 0 0 034.10 Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel 0 034.2 Oorlogspensioenen 0 0 0 0 0

34.20 Oorlogspensioenen 0 034.3 Overige sociale uitkeringen 0 0 0 0 0

163

KU Leuven VOL.24






34.31 Geldelijke uitkeringen 0 034.32 Uitkeringen in natura 0 034.4 Overige uitkeringen aan gezinnen als verbruikers 0 0 0 0 0

34.41 Geldelijke uitkeringen 0 034.42 Uitkeringen in natura 0 034.5 Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten 0 0 0 0 0

34.50 Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten 0 035 Inkomensoverdrachten aan het buitenland 0 0 0 0 0

35.10 Aan EU-instellingen 0 035.20 Aan lidstaten van de EU (overheden) 0 035.30 Aan lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 035.40 Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen 0 035.50 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) 0 035.60 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 0

4 INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR0 0 0 0 0

41 Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep 0 0 0 0 041.10 Aan de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 0 0 0 0 041.20 Aan niet-organieke begrotingsfondsen 0 041.30 Aan een DAB 0 0 0 0 041.40 Aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 0 0 0 0 041.50 Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0 0 0 041.60 Aan vzw's van de overheid 0 0 0 0 041.70 Aan andere eenheden van de overheid 0 0 0 0 0

42 Inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen 0 0 0 0 0

42.10 Ouderdom, overlijden, nabestaanden 0 042.20 Ziekte 0 042.30 Invaliditeit en handicap 0 042.40 Werkloosheid 0 042.50 Gezinslasten 0 042.60 Arbeidsongevallen en beroepsziekten 0 042.70 Beroepsopleiding voor volwassenen 0 042.80 Globale rijkstoelage aan de sociale zekerheid 0 042.90 Overige inkomensoverdrachten aan de 0 0

43 Inkomensoverdrachten aan lokale overheden 0 0 0 0 043.1 Aan provincies 0 0 0 0 0

43.11 Algemene bijdragen 0 043.12 Specifieke bijdragen 0 043.13 Bijdragen voor rentelasten 0 0

164

KU Leuven VOL.24






43.14 Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel 0 043.15 Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel 0 043.16 Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs 0 043.2 Aan gemeenten 0 0 0 0 0

43.21 Algemene bijdragen 0 043.22 Specifieke bijdragen 0 043.23 Bijdragen voor rentelasten 0 043.24 Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel 0 043.25 Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel 0 043.26 Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs 0 043.4 Aan vzw's van de lokale overheden 0 0 0 0 0

43.40 Aan vzw's van de lokale overheden 0 043.5 Aan overige lokale overheden 0 0 0 0 0

43.51 Politiezones 0 043.52 OCMW's 0 043.53 Intercommunales van de sector S.1313 0 043.54 Hulpverleningszones 0 043.59 Overige lokale overheden 0 0

44 Inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs 0 0 0 0 0

44.10 Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel 0 044.20 Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel 0 044.30 Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs 0 044.40 Bijdragen voor rentelasten van het onderwijs 0 0

45 Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 0 0 0 0 0

45.1 Inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies 0 0 0 0 045.11 Franse Gemeenschapscommissie 0 045.12 Vlaamse Gemeenschapscommissie 0 045.13 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie 0 045.2 Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen 0 0 0 0 0

45.24 Franse Gemeenschap 0 045.25 Vlaamse Gemeenschap 0 045.26 Duitstalige Gemeenschap 0 045.3 Inkomensoverdrachten aan de gewesten 0 0 0 0 0

45.34 Waals Gewest 0 045.35 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0 045.4 Inkomensoverdrachten aan de federale overheid 0 0 0 0 0

45.40 Inkomensoverdrachten aan de federale overheid 0 045.5 Inkomensoverdrachten aan de interregionale eenheden 0 0 0 0 0

45.50 Interregionale eenheden 0 0

165

KU Leuven VOL.24






5 KAPITAALOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN 350.799 187.497 128.559 257.118 69.621 37%51 Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële

instellingen 350.799 187.497 128.559 257.118 69.621 37%51.1 Investeringsbijdragen 0 0 0 0 0

51.11 Investeringsbijdragen aan overheidsbedrijven 0 051.12 Investeringsbijdragen aan privébedrijven 0 051.2 Overige kapitaaloverdrachten aan bedrijven 350.799 187.497 128.559 257.118 69.621 37%

51.21 Overige kapitaaloverdrachten aan overheidsbedrijven 0 051.22 Overige kapitaaloverdrachten aan privébedrijven 350.799 187.497 128.559 257.118 69.621 37%51.3 Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen 0 0 0 0 0

51.30 Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen 0 051.4 Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen 0 0 0 0 0

51.40 Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen 0 052 Kapitaaloverdrachten aan vzw's t.b.v. de gezinnen 0 0 0 0 0

52.10 Investeringsbijdragen aan vzw's t.b.v. de gezinnen 0 052.20 Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's t.b.v. de gezinnen 0 0

53 Kapitaaloverdrachten aan gezinnen 0 0 0 0 053.10 Investeringsbijdragen aan gezinnen 0 053.20 Overige kapitaaloverdrachten aan gezinnen 0 0

54 Kapitaaloverdrachten aan het buitenland 0 0 0 0 054.11 Aan EU-instellingen: investeringsbijdragen 0 054.12 Aan EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten 0 054.21 Aan lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen 0 054.22 Aan lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten

0 054.31 Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): investeringsbijdragen 0 054.32 Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): overige 0 054.41 Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen:

investeringsbijdragen 0 054.42 Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen:

overige kapitaaloverdrachten 0 054.51 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden):

investeringsbijdragen 0 054.52 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden):

overige kapitaaloverdrachten 0 054.61 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden):

investeringsbijdragen 0 054.62 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden):

overige kapitaaloverdrachten 0 0

166

KU Leuven VOL.24






6 KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR89.081 92.337 46.168 92.337 0 0%

61 Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep 89.081 92.337 46.168 92.337 0 0%61.11 Investeringsbijdragen aan de institutionele overheid (MVG +

IVAzrp) 89.081 92.337 46.168 92.337 0 0%61.12 Overige kapitaaloverdrachten aan de institutionele overheid (MVG

+ IVAzrp) 0 0 0 0 061.21 Investeringsbijdragen aan niet-organieke begrotingsfondsen 0 061.22 Overige kapitaaloverdrachten aan niet-organieke

begrotingsfondsen 0 061.31 Investeringsbijdragen aan een DAB 0 0 0 0 061.32 Overige kapitaaloverdrachten aan een DAB 0 0 0 0 061.41 Investeringsbijdragen aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 0 0 0 0 061.42 Overige kapitaaloverdrachten aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en

EV 0 0 0 0 061.51 Investeringsbijdragen aan onderwijsinstellingen van de

institutionele overheid 0 0 0 0 061.52 Overige kapitaaloverdrachten aan onderwijsinstellingen van de

institutionele overheid 0 0 0 0 061.61 Investeringsbijdragen aan vzw's van de overheid 0 0 0 0 061.62 Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's van de overheid 0 0 0 0 061.71 Investeringsbijdragen aan andere eenheden van de overheid 0 0 0 0 061.72 Overige kapitaaloverdrachten aan andere eenheden van de

overheid 0 0 0 0 062 Kapitaaloverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen

0 0 0 0 062.10 Investeringsbijdragen 0 062.20 Overige kapitaaloverdrachten 0 0

63 Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden 0 0 0 0 063.11 Investeringsbijdragen aan provincies 0 063.12 Overige kapitaaloverdrachten aan provincies 0 063.21 Investeringsbijdragen aan gemeenten 0 063.22 Overige kapitaaloverdrachten aan gemeenten 0 063.41 Investeringsbijdragen aan vzw's van de lokale overheden 0 063.42 Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's van de lokale overheden 0 063.51 Politiezones 0 063.52 OCMW's 0 063.53 Intercommunales van de sector S.1313 0 063.54 Hulpverleningszones 0 063.59 Overige lokale overheden 0 0

167

KU Leuven VOL.24






64 Kapitaaloverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs 0 0 0 0 0

64.10 Investeringsbijdragen 0 064.20 Overige kapitaaloverdrachten 0 0

65 Kapitaaloverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 0 0 0 0 0

65.1 Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschapscommissies 0 0 0 0 065.11 Franse Gemeenschapscommissie 0 065.12 Vlaamse Gemeenschapscommissie 0 065.13 Gemeenschappellijke Gemeenschapscommissie 0 065.2 Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen 0 0 0 0 0

65.24 Franse Gemeenschap 0 065.25 Vlaamse Gemeenschap 0 065.26 Duitstalige Gemeenschap 0 065.3 Kapitaaloverdrachten aan de gewesten 0 0 0 0 0

65.34 Waals Gewest 0 065.35 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0 065.4 Kapitaaloverdrachten aan de federale overheid 0 0 0 0 0

65.40 Federale overheid 0 065.5 Kapitaaloverdrachten aan de interregionale eenheden 0 0 0 0 0

65.50 Interregionale eenheden 0 07 INVESTERINGEN 65.978.440 68.856.092 34.755.471 69.510.942 654.850 1%

71 Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland 26.504.958 26.828.512 11.149.530 22.299.060 -4.529.452 -17%71.1 Aankoop van gronden 0 0 0 0 0

71.11 Binnen de overheidssector 0 071.12 In andere sectoren dan de overheidssector 0 071.2 Aankoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken 0 0 0 0 0

71.21 Binnen de overheidssector 0 071.22 In andere sectoren dan de overheidssector 0 071.3 Aankoop van bestaande gebouwen 26.504.958 26.828.512 11.149.530 22.299.060 -4.529.452 -17%

71.31 Binnen de overheidssector 26.504.958 26.828.512 11.149.530 22.299.060 -4.529.452 -17%71.32 In andere sectoren dan de overheidssector 0 0

72 Nieuwbouw van gebouwen 18.350.953 17.309.041 2.689.719 5.379.438 -11.929.602 -69%72.00 Nieuwbouw van gebouwen 18.350.953 17.309.041 2.689.719 5.379.438 -11.929.602 -69%72.90 Werken in onroerende staat uitgevoerd in eigen beheer 0 0

73 Wegen- en waterbouwkundige werken 0 0 0 0 073.10 Wegenbouwkundige werken 0 073.20 Waterbouwkundige werken 0 073.30 Pijplijnen 0 073.40 Overige werken 0 073.90 Infrastructuurwerken uitgevoerd in eigen beheer 0 0

168

KU Leuven VOL.24






74 Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen 21.122.529 24.718.540 20.916.222 41.832.444 17.113.904 69%

74.10 Aankoop van vervoermaterieel 280.623 279.902 211.077 422.153 142.251 51%74.22 Verwerving van overig materieel 20.479.560 24.085.081 20.375.779 40.751.559 16.666.478 69%74.30 Overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen

0 0 074.40 Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële

goederen362.346 353.556 329.366 658.732 305.175 86%

74.50 Verwerving van waardevolle voorwerpen 0 074.60 Verwerving van teeltgoederen (planten en dieren) 0 074.70 Verwerving van duurzame militaire goederen 0 074.80 Verwerving inzake onderzoek en ontwikkeling 0 074.90 Roerende investeringen uitgevoerd in eigen beheer 0 0

75 Voorraadtoename 0 0 0 0 075.00 Voorraadtoename 0 0

8 KREDIETVERLENINGEN; DEELNEMINGEN; ANDERE FINANCIËLE PRODUCTEN 2.325.000 2.114.466 2.033.797 4.067.594 1.953.127 92%

81 Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten 2.325.000 2.114.466 1.985.936 3.971.872 1.857.406 88%

81.11 Kredietverleningen aan overheidsbedrijven 0 081.12 Kredietverleningen aan privébedrijven 30.229 60.459 60.45981.21 Kredietverleningen aan openbare kredietinstellingen 0 0 081.22 Kredietverleningen aan privékredietinstellingen 0 0 081.31 Kredietverleningen aan openbare verzekeringsmaatschappijen 0 0 081.32 Kredietverleningen aan privéverzekeringsmaatschappijen 0 0 081.41 Deelnemingen in overheidsbedrijven 0 0 081.42 Deelnemingen in privébedrijven 2.325.000 2.114.466 1.955.707 3.911.414 1.796.947 85%81.51 Deelnemingen in openbare kredietinstellingen 0 0 081.52 Deelnemingen in privékredietinstellingen 0 0 081.61 Deelnemingen in openbare verzekeringsmaatschappijen 0 0 081.62 Deelnemingen in privéverzekeringsmaatschappijen 0 0 081.70 Andere financiële producten 0 0

82 Kredietverleningen aan vzw's t.b.v. de gezinnen 0 0 12.500 25.000 25.00082.00 Kredietverleningen aan vzw's t.b.v. de gezinnen 12.500 25.000 25.000

83 Kredietverleningen aan gezinnen 0 0 35.361 70.721 70.72183.00 Kredietverleningen aan gezinnen 35.361 70.721 70.721

84 Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland0 0 0 0 0

84.1 Kredietverleningen aan het buitenland 0 0 0 0 084.11 Aan EU-instellingen 0 084.12 Aan lidstaten van de EU (overheden) 0 084.13 Aan lidstaten van de EU (niet-overheden) 0 084.14 Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen 0 084.15 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) 0 0

169

KU Leuven VOL.24







84.16 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) 0

84.2 Deelnemingen in het buitenland 0 0 0 0 084.21 In EU-instellingen 084.22 In lidstaten van de EU (niet-overheden) 084.23 In internationale instellingen andere dan de EU-

instellingen 084.24 In landen andere dan de lidstaten van de EU

(niet-overheden) 085 Kredietverleningen en deelnemingen binnen

de overheidssector 0 0 0 0 085.1 Kredietverleningen binnen een institutionele

groep 0 0 0 0 085.11 Aan de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 085.12 Aan niet-organieke begrotingsfondsen 085.13 Aan een DAB 085.14 Aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 085.15 Aan onderwijsinstellingen van de institutionele

overheid 085.16 Aan vzw's van de overheid 085.17 Aan andere eenheden van de overheid 085.2 Kredietverleningen aan de

socialezekerheidsinstellingen 0 0 0 0 085.20 Kredietverleningen aan de

socialezekerheidsinstellingen 085.3 Kredietverleningen aan lokale overheden 0 0 0 0 0

85.31 Aan provincies 085.32 Aan gemeenten 085.34 Aan vzw's van de lokale overheden 085.35 Aan overige lokale overheden 085.4 Kredietverleningen aan het gesubsidieerd

autonoom onderwijs 0 0 0 0 085.40 Kredietverleningen aan het gesubsidieerd

autonoom onderwijs 085.5 Kredietverleningen aan andere institutionele


85.50 Kredietverleningen aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 0

85.6 Deelnemingen binnen de overheidssector 0 0 0 0 085.61 Binnen de institutionele groep (MVG + IVAzrp) 085.62 Sociale Zekerheid 085.63 Lokale overheden 085.64 Gesubsidieerd autonoom onderwijs 085.65 Andere institutionele groepen 0

9 OVERHEIDSSCHULD 4.107.172 4.724.922 0 4.240.027 -484.895 -10%91 Aflossingen van leningen met een looptijd van

meer dan één jaar 4.107.172 4.724.922 0 4.240.027 -484.895 -10%91.10 Aflossingen van de schuld in euro 3.667.420 4.285.171 3.800.275 -484.895 -11%91.20 Aflossingen van de schuld in vreemde valuta 0 091.30 Aflossingen van de schuld binnen de

overheidssector 0 091.70 Aflossingen bij financiële leasings 439.752 439.752 439.752 0 0%

92 Ontmuntingen 0 0 0 0 092.00 Ontmuntingen 0 0

93 Verlaging van het eigen vermogen 0 0 0 0 093.00 Verlaging van het eigen vermogen 0 0

TOTAAL UITGAVEN 973.327.299 1.076.088.026 0 1.088.283.386 12.195.361 1%

170

KU Leuven VOL.24







BEREKENING ESR-VORDERINGENSALDOTotaal ontvangsten 973.327.299 1.076.088.026 - 1.088.283.386 12.195.361 1%Leningen (ESR-code 96) - - - - - KVD (ESR-code 8) 2.029.458 2.335.342 - 5.282.591 2.947.248 126%Dotaties MVG (ESR-code 46.1 en 66.1) 500.743.975 496.203.409 - 499.377.591 3.174.182 1%Dotaties DAB, VOI(ESR-code 46.3, 4, 6, 7 en 66.3, 4, 6, 7) 78.522.299 79.345.246 - 79.173.799 -171.446 0%

Overgedragen overschot (ESR-code 08.21)Over te dragen tekort (ESR-code 08.22) - 72.681.277 - 72.681.277 -0 0%

Interne verrichtingen (ESR-code 08.10) - - - - - Totaal ESR-gecorrigeerde ontvangsten 392.031.568 425.522.752 - 431.768.129 6.245.377 1%

Totaal uitgaven 973.327.299 1.076.088.026 - 1.088.283.386 12.195.361 1%Aflossing schuld (ESR-code 91) 4.107.172 4.724.922 - 4.240.027 -484.895 -10%KVD (ESR-code 8) 2.325.000 2.114.466 - 4.067.594 1.953.127 92%Dotaties MVG (ESR-code 41.1 en 61.1) 89.081 92.337 - 92.337 0 0%Dotaties DAB, VOI(ESR-code 41.3, 4, 6, 7 en 61.3, 4, 6, 7) - - - - -

Over te dragen overschot (ESR-code 03.22)Over gedragen tekort (ESR-code 03.21)

35.085.944 129.856.777 - 155.600.251 25.743.474 20%

Interne verrichtingen (ESR-code 03.10) - - - - - Totaal ESR-gecorrigeerde uitgaven 931.720.103 939.299.523 - 924.283.178 -15.016.345 -2%Saldo: opbouw (+) / intering (-) 35.085.944 57.175.500 - 82.918.974 25.743.474 45%ESR-VORDERINGENSALDO -539.688.535 -513.776.772 - -492.515.050 21.261.722 4%

171

KU Leuven VOL.25

UITSPLITSING INTERRELATIES

Initiële begroting

Laatst goedgekeurde

begroting

Uitvoering1ste semester

Uitvoeringjaar

1 ONTVANGSTEN

46.1 Inkomensoverdrachten van de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 500.743.975 484.478.242 243.826.212 487.652.424uitsplitsen als volgt:

46.10.11 Basisbedrag (werkingsdotatie) (BO of laatste BC) 417.703.668 365.546.493 182.773.246 365.546.49346.10.12 Index 046.10.13 Nationale loterij 046.10.14 VIA 046.10.20 Andere dotaties die een specifieke link hebben met de begroting van het MVG 0

EB0-1EEG2HO-IS // EWI - onderzoek 75.969.381 38.124.341 76.248.681Diversen 83.040.307 42.962.368 22.928.625 45.857.250

46.10.30 Ontvangen dotaties m.b.t. vorige jaren 0Het betreft een uitsplitsing van voorwaardelijk gegeven projectdotaties 0

nieuwe lijn per dotatie voorzien 0

46.3 Inkomensoverdrachten van een DAB 0 0 0 0verder uitsplitsen per DAB van wie iets verkregen wordt als volgt: 0

nieuwe lijn per DAB voorzien 0DAB Audit Vlaanderen 0DAB Audit Vlaanderen 0

46.4 Inkomensoverdrachten van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 78.522.299 27.041.336 13.379.302 26.758.605verder uitsplitsen per VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV van wie iets verkregen wordt als volgt:

Diversen 78.522.299 27.041.336 13.379.302 26.758.605Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn) 0Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn) 0

46.5Inkomensoverdrachten van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0 0 0verder uitsplitsen per onderwijsinstelling van wie iets verkregen wordt:

nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien 0Artesis - Plantijn 0Artesis - Plantijn 0

46.6 Inkomensoverdrachten van vzw's van de overheid 0 0 0 0verder uitsplitsen per vzw van wie iets verkregen wordt:

nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien 0Beheer Kunstsite 0Beheer Kunstsite 0

46.7 Inkomensoverdrachten van andere eenheden van de overheid 0 52.303.910 26.207.597 52.415.195verder uitsplitsen per andere eenheid van wie iets verkregen wordt:

FONDS WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK - VLAANDEREN (FWO) 52.303.910 26.207.597 52.415.195ADV NV (algemene diensten vennootschap) 0ADV NV (algemene diensten vennootschap) 0

66.1 Kapitaaloverdrachten van de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 0 11.725.167 5.862.583 11.725.16766.11 Investeringsdotatie van de institutionele overheid 0 11.725.167 5.862.583 11.725.167

66.11.1 Investeringsdotatie van het begrotingsjaarFD0-1FGE2AI-IS // HZS/onroerende invest. 11.121.504 5.560.752 11.121.504FD0-1FGE5AI-IS // Investeringsmachtiging 603.662 301.831 603.662

66.11.2 Investeringsdotaties voorgaande begrotingsjarennieuwe lijn per investeringsdotatie voorzien

172

KU Leuven VOL.25


Initiële begroting

Laatst goedgekeurde

begroting


Uitvoeringjaar

66.12 Overige kapitaalsoverdrachten van de institutionele overheid 0 0 0 066.12.1 Investeringsdotaties doorgeefluik 0

nieuwe lijn per investeringsdotatie voorzien 066.12.2 Kapitaalsinbreng van de institutionele overheid 066.12.3 Voorwaardelijk ontvangen projectdotaties van het begrotingsjaar 0

nieuwe lijn per dotatie voorzien 066.12.4 Voorwaardelijk ontvangen projectdotaties van voorgaande begrotingsjaren 0

66.3 Kapitaaloverdrachten van een DAB 0 0 0 066.31 Investeringsdotatie van een DAB 0 0 0 0


66.32 Overige kapitaalsoverdrachten van een DAB 0 0 0 0nieuwe lijn per DAB voorzien 0DAB Audit Vlaanderen 0DAB Audit Vlaanderen 0

66.4 Kapitaaloverdrachten van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 0 0 0 066.41 Investeringsdotatie van een VOI, IVArp, EVApr, SAR, EV 0 0 0 0

nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien

Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn)Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn)

66.42 Overige kapitaalsoverdrachten van een VOI, IVArp, EVApr, SAR, EV 0 0 0 0nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien

Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn)Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn)

66.5 Kapitaaloverdrachten van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0 0 066.51 Investeringsdotatie van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0 0 0


Artesis - Plantijn 0Artesis - Plantijn 0

66.52 Overige kapitaalsoverdrachten van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0 0 0nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien

Artesis - Plantijn 0Artesis - Plantijn 0

66.6 Kapitaaloverdrachten van vzw's van de overheid 0 0 0 066.61 Investeringsdotatie van vzw 's van de overheid 0 0 0 0


Beheer Kunstsite 0Beheer Kunstsite 0

66.62 Overige kapitaalsoverdrachten van vzw's van de overheid 0 0 0 0nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien

Beheer Kunstsite 0Beheer Kunstsite 0

66.7 Kapitaaloverdrachten van andere eenheden van de overheid 0 0 0 066.71 Investeringsdotatie van andere eenheden van de overheid 0 0 0 0


ADV NV (algemene diensten vennootschap) 0ADV NV (algemene diensten vennootschap) 0

66.72 Overige kapitaalsoverdrachten van andere eenheden van de overheid 0 0 0 0nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien


173

KU Leuven VOL.25


Initiële begroting

Laatst goedgekeurde

begroting


Uitvoeringjaar

2 UITGAVEN

41.1 Inkomensoverdrachten aan de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 0 0 0 041.10.11 Terugbetaling werkingsdotatie41.10.20 Terugbetaling van de andere dotaties die een specifieke link

hebben met de begroting van het MVGnieuwe lijn per dotatie voorzien 0

41.3 Inkomensoverdrachten aan een DAB 0 0 0 0verder uitsplitsen per DAB aan wie iets gegeven wordt als volgt:


41.4 Inkomensoverdrachten aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 0 0 0 0

verder uitsplitsen per VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV aan wie iets gegeven wordt als volgt:nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien 0Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn) 0Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn) 0

41.5Inkomensoverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0 0 0verder uitsplitsen per onderwijsinstelling aan wie iets gegeven wordt:

Artesis - PlantijnArtesis - Plantijn 0

41.6 Inkomensoverdrachten aan vzw's van de overheid 0 0 0 0verder uitsplitsen per vzw aan wie iets gegeven wordt:

Beheer Kunstsite

Beheer Kunstsite 041.7 Inkomensoverdrachten aan andere eenheden van de overheid 0 0 0 0

verder uitsplitsen per eenheid aan wie iets gegeven wordt: ADV NV (algemene diensten vennootschap)

ADV NV (algemene diensten vennootschap) 061.1 Terugbetaling investeringsdotatie aan de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 89.081 92.337 46.168 92.337

61.11 Terugbetaling investeringsdotatie aan de institutionele overheid 89.081 92.337 46.168 92.33761.11.1 Terugbetaling investeringsdotatie van het begrotingsjaar 89.081 92.337 46.168 92.33761.11.2 Terugbetaling investeringsdotaties van voorgaande begrotingsjaren

nieuwe lijn per investeringsdotatie voorzien 061.12 Overige kapitaaloverdrachten aan de institutionele overheid 0 0 0 0

61.12.1 Investeringsdotaties doorgeefluiknieuwe lijn per investeringsdotatie voorzien 0

61.12.2 Terugbetaling investeringsdotatie doorgeefluiknieuwe lijn per investeringsdotatie voorzien 0

61.12.3 Voorwaardelijk ontvangen projectdotaties nieuwe lijn per dotatie voorzien 0

61.3 Kapitaaloverdrachten aan een DAB 0 0 0 061.31 Investeringsdotatie aan een DAB

DAB Audit Vlaanderen 0DAB Audit Vlaanderen 0

61.32 Overige kapitaalsoverdrachten aan een DABDAB Audit Vlaanderen 0DAB Audit Vlaanderen 0

61.4 Kapitaaloverdrachten aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 0 0 0 061.41 Investeringsdotatie aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR, EV

Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn)Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn) 0

61.42 Overige kapitaalsoverdrachten aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR , EVAgentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn) 0Agentschap voor Infrastructuur in het onderwijs (AGIOn) 0

174

KU Leuven VOL.25


Initiële begroting

Laatst goedgekeurde

begroting


Uitvoeringjaar

61.5 Kapitaaloverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0 0 061.51 Investeringsdotatie aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid

nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien 0Artesis - Plantijn 0Artesis - Plantijn 0

61.52 Overige kapitaalsoverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheidnieuwe lijn per rechtspersoon voorzien 0Artesis - Plantijn 0Artesis - Plantijn 0

61.6 Kapitaaloverdrachten aan vzw's van de overheid 0 0 0 061.61 Investeringsdotatie aan vzw's van de overheid

nieuwe lijn per rechtspersoon voorzien 0Beheer Kunstsite 0Beheer Kunstsite 0

61.62 Overige kapitaalsoverdrachten aan vzw's van de overheidnieuwe lijn per rechtspersoon voorzien 0Beheer Kunstsite 0Beheer Kunstsite 0

61.7 Kapitaaloverdrachten aan andere eenheden van de overheid 0 0 0 061.71 Investeringsdotatie aan andere eenheden van de overheid


61.72 Overige kapitaalsoverdrachten aan andere eenheden van de overheidADV NV (algemene diensten vennootschap) 0ADV NV (algemene diensten vennootschap) 0

175

KU Leuven VOL.27

KRUISTABEL ESR-COFOG OVER DE UITVOERINGSREKENING VAN DE UITGAVENBEGROTING VAN HET JAAR

ESR / COFOG

00000

01.71 Verrichtingen in

verband met interestlasten van

de overheidsschuld

01.72 Aflossing en opneming van schuld in

euro

10.4 GEZIN EN KINDEREN

09.70 Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van

onderwijs (algemeen)

09.4 TERTIAIR ONDERWIJS

TOTAAL0 155.600.251 0 0 0 0 0 155.600.251

01

03 155.600.251 0 0 0 0 0 155.600.25103.10 0 0 0 0 0 0 0

03.10.1 003.10.2 0

03.20 155.600.251 0 0 0 0 0 155.600.25103.21 003.22 155.600.251

04

1 0 0 0 5.182.745 571.170.763 268.367.762 844.721.27111 0 0 0 4.571.736 374.807.411 205.885.648 585.264.794

11.1 0 0 0 4.571.736 309.155.539 176.661.829 490.389.10411.11 4.571.736 254.545.336 154.911.12511.12 54.610.203 21.750.70411.2 64.515.815 28.375.17711.3 0 0 0 0 111.809 136.656 248.465

11.31

11.32

11.33 111.809 136.65611.4 1.024.249 711.986

12 0 0 0 611.010 196.363.352 62.482.115 259.456.47712.1 0 0 0 610.823 167.543.137 61.198.476 229.352.436

12.11 610.823 165.147.711 59.424.96612.12 2.395.426 1.773.51012.2 0 0 0 0 0 0 0

12.21

12.22

12.5 187 28.820.215 1.283.63914 0 0 0 0 0 0 0

14.10

14.20

2 0 625.764 0 0 0 0 625.76421 0 625.764 0 0 0 0 625.764

21.10 625.29021.20 021.30 021.40 47321.50 021.60 0

24 0 0 0 0 0 0 024.10

24.20

25 0 0 0 0 0 0 025.00

176

KU Leuven VOL.27


ESR / COFOG

00000



de overheidsschuld


euro





TOTAAL3 0 0 0 0 4.674.231 4.493.853 9.168.084

31 0 0 0 0 0 0 031.1 0 0 0 0 0 0 0

31.11

31.12

31.2 0 0 0 0 0 0 031.21

31.22

31.3 0 0 0 0 0 0 031.31

31.32

32 4.674.231 4.493.85333

34 0 0 0 0 0 0 034.1

34.2

34.3 0 0 0 0 0 0 034.31

34.32

34.4 0 0 0 0 0 0 034.41

34.42

34.5

35 0 0 0 0 0 0 035.10

35.20

35.30

35.40

35.50

35.60

4 0 0 0 0 0 0 041 0 0 0 0 0 0 0

41.10 041.20 041.30 041.40 041.50 041.60 041.70 0

42 0 0 0 0 0 0 042.10

42.20

42.30

42.40

42.50

42.60

177

KU Leuven VOL.27


ESR / COFOG

00000



de overheidsschuld


euro





TOTAAL42.70

42.80

42.90

43 0 0 0 0 0 0 043.1 0 0 0 0 0 0 0

43.11

43.12

43.13

43.14

43.15

43.16

43.2 0 0 0 0 0 0 043.21

43.22

43.23

43.24

43.25

43.26

43.4

43.5 0 0 0 0 0 0 043.51

43.52

43.53

43.54

43.59

44 0 0 0 0 0 0 044.10

44.20

44.30

44.40

45 0 0 0 0 0 0 045.1 0 0 0 0 0 0 0

45.11

45.12

45.13

45.2 0 0 0 0 0 0 045.24

45.25

45.26

45.3 0 0 0 0 0 0 045.34

45.35

45.4 045.5 0

178

KU Leuven VOL. 27


ESR / COFOG

00000



de overheidsschuld

01.72 Aflossing en opneming van schuld in euro


09.70 Onderzoek en ontwikkeling op

het gebied van onderwijs

(algemeen)


TOTAAL

5 0 0 0 1.597 114.984 140.536 257.11851 0 0 0 1.597 114.984 140.536 257.118

51.1 0 0 0 0 0 0 0

51.11

51.12

51.2 0 0 0 1.597 114.984 140.536 257.118

51.21

51.22 1.597 114.984 140.536

51.3

51.4

52 0 0 0 0 0 0 0

52.10

52.20

53 0 0 0 0 0 0 0

53.10

53.20

54 0 0 0 0 0 0 0

54.11

54.12

54.21

54.22

54.31

54.32

54.41

54.42

54.51

54.52

54.61

54.62

6 92.337 0 0 0 0 0 92.33761 92.337 0 0 0 0 0 92.337

61.11 92.337

61.12 0

61.21 0

61.22 0

61.31 0

61.32 0

61.41 0

61.42 0

61.51 0

61.52 0

179

KU Leuven VOL.27


ESR / COFOG

00000



de overheidsschuld


euro





TOTAAL61.61 061.62 061.71 061.72 0

62 0 0 0 0 0 0 062.10

62.20

63 0 0 0 0 0 0 063.11

63.12

63.21

63.22

63.41

63.42

63.51

63.52

63.53

63.54

63.59

64 0 0 0 0 0 0 064.10

64.20

65 0 0 0 0 0 0 065.11

65.12

65.13

65.24

65.25

65.26

65.34

65.35

65.40

65.50

7 0 0 0 57.240 31.254.166 38.199.536 69.510.94271 0 0 0 1.480 10.033.911 12.263.669 22.299.060

71.1 0 0 0 0 0 0 071.11

71.12

180

KU Leuven VOL.27


ESR / COFOG

00000



de overheidsschuld


euro





TOTAAL71.2 0 0 0 0 0 0 0

71.21

71.22

71.3 0 0 0 1.480 10.033.911 12.263.669 22.299.06071.31 1.480 10.033.911 12.263.66971.32

72 0 0 0 39.447 2.402.996 2.936.995 5.379.43872.00 39.447 2.402.996 2.936.99572.90

73 0 0 0 0 0 0 073.10

73.20

73.30

73.40

73.90

74 0 0 0 16.313 18.817.259 22.998.872 41.832.44474.10 189.969 232.18474.22 16.313 18.330.861 22.404.38574.30 0 074.40 296.429 362.30274.50

74.60

74.70

74.80

74.90

74 0 0 0 0 0 0 075.00

8 0 0 0 0 1.830.417 2.237.177 4.067.59481 0 0 0 0 1.787.343 2.184.530 3.971.872

81.11 0 081.12 27.206 33.25281.21 0 081.22 0 081.31 0 081.32 0 081.41 0 081.42 1.760.136 2.151.27781.51 0 081.52 0 081.61 0 081.62 0 0

181

KU Leuven VOL.27


ESR / COFOG

00000



de overheidsschuld


euro





TOTAAL81.70 0

82 11.250 13.75083 31.825 38.89784 0 0 0 0 0 0 0

84.1 0 0 0 0 0 0 084.11

84.12

84.13

84.14

84.15

84.16

84.2 0 0 0 0 0 0 084.21

84.22

84.23

84.24

85 0 0 0 0 0 0 085.1 0 0 0 0 0 0 0

85.11 085.12 085.13 085.14 085.15 085.16 085.17 085.2

85.3 0 0 0 0 0 0 085.31

85.32

85.34

85.35

85.4 085.5 085.6 0 0 0 0 0 0 0

85.61 085.62

85.63

85.64

85.65

182

KU Leuven VOL. 27


ESR / COFOG

00000



de overheidsschuld

01.72 Aflossing en opneming van schuld in euro


09.70 Onderzoek en ontwikkeling op

het gebied van onderwijs

(algemeen)


TOTAAL

9 0 0 4.240.027 0 0 0 4.240.02791 0 0 4.240.027 0 0 0 4.240.027

91.10 3.800.275

91.20 0

91.30 0

91.70 439.752

92 0

93 0

TOTAAL 155.692.587 625.764 4.240.027 5.241.582 609.044.562 313.438.864 1.088.283.386

183

KU Leuven VOL.29

AANSLUITING ECONOMISCH- MET BEGROTINGSRESULTAAT EN ESR-VORDERINGENSALDOgebaseerd op art. 45, 4° van het Rekendecreet

Bedrag

Te bestemmen economisch resultaat (+/-) 60.722.372

Verrichtingen zonder impact op het begrotingsresultaat

Afschrijvingen op vast activa (+) 53.146.236Terugneming van afschrijvingen (-) 0Waardeverminderingen op vaste activa (+) 842.625Waardeverminderingen op voorraden en bestellingen (+) 117.977Terugneming van waardeverminderingen (-) -2.630.062Voorzieningen voor uitgaven die nog niet vast staan (+) 46.042.600Verrekening van voorzieningen voor uitgaven die nog niet vast staan (-)Voorraadwijziging (+/-)Provisie niet-opgenomen vakantiedagen (+/-)Verrekening kapitaalsubsidies eigen investeringen (-)Andere (nader toe te lichten) Bankkosten -190.787Verkoopprijs vaste activa i.p.v. meerwaarde bij de verkoop 2.421.654Waardeverminderingen op vlottende activa, andere dan

voorraden -1.532.688

Verrichtingen met uitsluitend impact op het begrotingsresultaat (niet op bedrijfseconomisch resultaat)

Investeringen in immateriële en materiële vaste activa (-) -69.510.942Financiële vaste activa (deelnemingen en andere) (-) -3.810.765Opname van leningen (+) 0Afbetaling kapitaalgedeelte leningen (-) -2.606.910Aangaan kapitaalverhoging in cash (+) 0Terugbetaling kapitaal of uitgiftepremies in cash (-)Reservefondsbewegingen (+/-)Kapitaalsubsidies eigen investeringen (+) -92.337Andere (nader toe te lichten)

Begrotingsresultaatberekend na aansluiting 82.918.974

volgens uitvoeringsrekening 82.918.974

184

KU LEUVEN VOL.30

TOELICHTING

In een afzonderlijk Word- en/of Excelbestand komt conform artikel 31, 4° en artikel 45, 5° van het Rekendecreet van 8 juli 2011 de toelichting bij de balans, resultatenrekening en uitvoeringvan de begroting.

De toelichting moet commentaar bevatten waarin een getrouw beeld wordt gegeven van gang vanzaken van het boekjaar, daaraan toegevoegd, gebeurtenissen na balansdatum tot en met indiening.Doelstellingen:· Feiten en gebeurtenissen in ruimere dan financiële context plaatsen;· Werkelijk beeld geven van gebeuren binnen onderneming.Verder wordt bij de vermelde gegevens in vol 1. tot en met vol. 4 additionele informatie, uitleg ofverklaringen gegeven voor zover de ertoe behorende detaillering in vol. 5 tot en met vol. 29 dit nogniet bevat.

Graag verwijzen we naar de Jaarrekening 2016 - document ten behoeve van de Raad van Bestuur 21 maart 2017

185

GRB Omschrijving Jaarrekening 2016 ESR-code ESR 2016

13100000 EIGEN VERMOGEN UNIV + KDVB + Associatie -1.404.244.451 EUR 02.99 -69.712.836 EUR

15000000 KAPITAALSUBSIDIES KDVB -2.062.956 EUR 61.11 92.337 EUR

16001000 PROVISIES - BRUGPENSIOENEN -458.412 EUR 02.99 868.276 EUR

16002000 PROVISIES - VERPLICHTINGEN PENSIOENRECHTEN < 1971 -385.378 EUR 02.99 159.186 EUR

16003000 PROVISIES - GROEPSVERZEKERING GVZ GRD -60.841.074 EUR 02.99 -3.668.651 EUR

16200000 PROVISIES - GROTE HERSTELLINGS- & ONDERHOUDSWERKEN -122.217.257 EUR 02.99 -32.626.725 EUR

16401000 PROVISIES - MILIEU & VEILIGHEID -3.030.283 EUR 02.99 -143.859 EUR

16402000 PROVISIES - ASBEST- & BODEMSANERING -8.126.018 EUR 02.99 1.570.758 EUR

16501000 PROVISIES - HANGENDE GESCHILLEN -1.355.031 EUR 02.99 180.075 EUR

16502000 PROVISIES - UITVINDERSAANDELEN -23.568.894 EUR 02.99 -5.041.951 EUR

16503000 PROVISIES - BIJWEDDEN -8.340.458 EUR 02.99 -451.214 EUR

16504000 PROVISIES - OVERIGE -2.853.509 EUR 02.99 -266.846 EUR

16505000 PROVISIES - OVERIGE PERSONEELSKOSTEN -3.890.003 EUR 02.99 572.730 EUR

16506000 PROVISIES - DEFISCALISATIE -85.994 EUR 02.99 180.813 EUR

16507000 PROVISIES - EFRO/INTERREG -7.375.192 EUR 02.99 -7.375.192 EUR

17210000 LEASINGSCHULDEN EN SOORTGELIJKE -7.997.241 EUR 96.70 0 EUR

17306000 KREDIETINSTELLINGEN - ASLK SOCIALE SECTOR -1.970.754 EUR 96.10 0 EUR

17306001 SCHULDEN EIB LANGE TERMIJN -22.032.071 EUR 96.10 0 EUR

17994000 DIVERSE SCHULDEN > 1 JAAR -650.000 EUR 96.10 0 EUR

21100000 SOFTWARE - AW 6.060.159 EUR 74.40 658.732 EUR

21190000 SOFTWARE - GEB.AFSCHR -5.313.157 EUR 02.99 -376.520 EUR

22000000 TERREINEN - AW 5.054.236 EUR 71.11 0 EUR

22100000 GEBOUWEN - AW 718.904.861 EUR 71.31 0 EUR

22100000 GEBOUWEN - AW 0 EUR 71.31 22.297.580 EUR

22100000 GEBOUWEN KDVB - AW 7.136.433 EUR 71.31 1.480 EUR

22190000 GEBOUWEN - GEB.AFSCHR -350.686.629 EUR 02.99 -26.833.035 EUR

22190000 GEBOUWEN KDVB - GEB.AFSCH -2.969.072 EUR 02.99 -247.102 EUR

22200000 BEBOUWDE TERREINEN - AW 48.419.395 EUR 71.11 0 EUR

23200010 INST,MACH. KDVB -A.W. 416.055 EUR 74.22 16.313 EUR

23200010 INST,MACH. ASSOCIATIE -A.W. 2.864 EUR 74.22 0 EUR

23200010 UITRUSTING - AW 172.515.975 EUR 74.22 34.454.318 EUR

23200020 UITRUSTING - IJZERENVOORRAAD 31.966.914 EUR 74.22 0 EUR

23290010 INST,MACH. KDVB-AFSCHR. -300.305 EUR 02.99 -20.828 EUR

23290010 INST,MACH. ASSOCIATIE-AFSCHR. -2.229 EUR 02.99 -318 EUR

23290010 UITRUSTING - GEB.AFSCHR -133.382.892 EUR 02.99 -17.831.817 EUR

24000010 MEUBILAIR KDVB - AW 340.274 EUR 74.22 0 EUR

24000010 MEUBILAIR ASSOCIATIE - AW 19.044 EUR 74.22 4.676 EUR

24000010 MEUBILAIR - AW 244.458 EUR 74.22 1.577.178 EUR

24000020 MEUBILAIR - IJZERENVOORRAAD 19.109.870 EUR 74.22 0 EUR

24090010 MEUBILAIR KDVB - GEB.AFSC -312.752 EUR 02.99 -5.750 EUR

24090010 MEUBILAIR ASSOCIATIE - GEB.AFSC -4.341 EUR 02.99 -1.904 EUR

24090010 MEUBILAIR - GEB.AFSCHR -103.353 EUR 02.99 -24.446 EUR

24100000 ROLLEND MATERIAAL - AW 3.771.581 EUR 74.10 422.153 EUR

24190000 ROLLEND MATERIAAL - GEB.AFSCHR -2.990.848 EUR 02.99 -250.209 EUR

25000000 LEASING TERREINEN - AW 1.634.576 EUR 71.11 0 EUR

25000010 LEASING GEBOUWEN - AW 11.200.424 EUR 71.31 0 EUR

25090010 LEASING GEBOUWEN - GEB.AFSCHR -1.260.414 EUR 02.99 -339.407 EUR

26000010 BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN - AW 23.340.534 EUR 74.22 1.027.557 EUR

26000040 OVERIGE MVA GEBOUWEN - AW 1.968.572 EUR 71.31 0 EUR

26000050 OVERIGE MVA BEBOUWDE TERREINEN - AW 5.982.930 EUR 71.11 0 EUR

26900010 BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN - GEBOEKTE AFSCHRIJVINGEN -19.568.509 EUR 02.99 -1.782.264 EUR

27000000 VASTE ACTIVA IN AANB KDVB 39.447 EUR 72.00 39.447 EUR

27000000 VASTE ACTIVA IN AANBOUW 32.358.551 EUR 72.00 5.339.991 EUR

27000002 VORDERINGSSTATEN 319.300 EUR 72.00 0 EUR

27100000 VOORSCHOTFACTURATIE VA 3.671.516 EUR 74.22 3.671.516 EUR

KU Leuven - Jaarrekening 2016 - Link tussen de codes van de balans en de ESR-codes

186


28000000 VERBONDEN ENTITEITEN - AW 3.820.024 EUR 81.42 0 EUR

28090000 VERBONDEN ENTITEITEN - GEB.WVERM. -520.024 EUR 02.99 0 EUR

28100000 VORD OP VERBONDEN ENTITEITEN - OP REKENINGEN 1.000.000 EUR 81.42 0 EUR

28200000 DEELNEMINGEN - AW 20.043.109 EUR 81.42 2.364.352 EUR

28210000 DEELNEMINGEN - NOG TE STORTEN BEDRAGEN -750.000 EUR 81.42 0 EUR

28290000 DEELNEMINGEN - GEB. WVERM- -15.169.710 EUR 02.99 661.732 EUR

28300000 VORD.OP DEELNEMINGEN-OP REKENINGEN 1.007.665 EUR 81.42 158.964 EUR

28370000 DEELNEMINGEN - DUBIEUZE DEBITEUREN 7.595 EUR 02.99 -24.500 EUR

28390000 DEELNEMINGEN - WAARDEVERMINDERINGEN OP VORDERINGEN -7.595 EUR 02.99 24.500 EUR

28400000 ANDERE AANDELEN - AW 11.618.814 EUR 81.42 750.722 EUR

28410000 ANDERE AANDELEN - NOG TE STORTEN BEDRAGEN -2.725.999 EUR 81.42 451.501 EUR

28490000 ANDERE AANDELEN - GEB. WVERM- -4.298.260 EUR 02.99 -187.898 EUR

28500000 OVERIGE VORDERINGEN - VORDERINGEN OP REKENING 404.530 EUR 81.42 85.226 EUR

28570000 OVERIGE VORDERINGEN - DUBIEUZE DEBITEUREN 16.267 EUR 02.99 0 EUR

28590000 OVERIGE VORDERINGEN - GEB.WVERM. -16.267 EUR 02.99 0 EUR

28800100 BORGTOCHTEN BETAALD IN CONTANTEN 263.664 EUR 81.12 39.761 EUR

28800100 BORGTOCHTEN BETAALD IN CONTANTEN KDVB 74 EUR 86.10 0 EUR

29106101 STUDIEFINANCIERING STUDENTEN FICA 691.066 EUR 83.00 25.206 EUR

29106110 STUDIEFINANCIERING BINNENLANDSE STUDENTEN -257.647 EUR 87.20 0 EUR

29106330 LENING WETENSCHAPSPARK 530.791 EUR 81.12 9.436 EUR

29106353 LENING VZW FLANDERS BUSINESS SCHOOL 0 EUR 87.10 -50.000 EUR

29106354 LENING VZW ALAMIRE FOUNDATION LT 120.000 EUR 87.10 -15.000 EUR

29106355 LENING VZW COMENIUS LT 1.400.000 EUR 89.15 -200.000 EUR

29191000 OVERIGE GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN -21.375 EUR 02.99 -7.547 EUR

30010000 CENTRAAL MAGAZIJN - MM 843.245 EUR 02.99 -82.729 EUR

30020000 MAGAZIJN CDE 12.593 EUR 02.99 -47 EUR

30030000 MAGAZIJN CASP 463 EUR 02.99 303 EUR

30400000 BOEKENVOORRAAD UPL 187.577 EUR 02.99 -51.430 EUR

40010000 EXTERNE DEBITEUREN 42.166.459 EUR 02.99 -842.584 EUR

40010000 EXTERNE DEBITEUREN KDVB 177.816 EUR 02.99 324 EUR

40010000 EXTERNE DEBITEUREN ASSOCIATIE 1.625 EUR 02.99 -12.018 EUR

40010090 EXTERNE DEBITEUREN-FX VALIDERING EINDE PERIODE 45.759 EUR 02.99 -423.431 EUR

40014000 EXTERNE DEBITEUREN - PCS 2.574 EUR 02.99 2.419 EUR

40016000 EXTERNE DEBITEUREN - UPL 61.605 EUR 02.99 -20.919 EUR

40020000 EXTERNE DEBITEUREN FI-CA STUDIEGELDEN 1.169.745 EUR 02.99 274.820 EUR

40020001 EXTERNE DEBITEUREN - FI-CA HUISVESTING 322.014 EUR 02.99 280.704 EUR

40020002 EXTERNE DEBITEUREN FICA RECHTZETTING -179.927 EUR 02.99 -117.463 EUR

40090000 V<J - HANDELSVORD. - MANUELE BOEKINGEN 462.562 EUR 02.99 31.543 EUR

40400000 TE INNEN OPBRENGSTEN 34.111.723 EUR 02.99 4.134.147 EUR

40700000 DUBIEUZE DEBITEUREN 755.688 EUR 02.99 -75.091 EUR

40900000 GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN -687.252 EUR 02.99 84.606 EUR

41100000 TERUG TE VORDEREN BTW NATIONAAL 5.163.896 EUR 02.99 -1.239.264 EUR

41400000 OVERIGE TE INNEN OPBRENGSTEN 11.399 EUR 02.99 4.678 EUR

41600000 TOELAGEN MINISTERIE VLAAMSE GEMEENSCHAP 0 EUR 02.99 -25.576.512 EUR

41601000 TOELAGEN DGD 0 EUR 02.99 -35.873 EUR

41603500 TOELAGEN KADOC 194.690 EUR 02.99 -1.306 EUR

41604500 TOELAGEN IOF 2.449.076 EUR 02.99 -847.449 EUR

41606000 VORDERING VLAAMSE GEMEENSCHAP VAKANTIEGELD 31.598.540 EUR 02.99 654.450 EUR

41606100 STUDIEFINANCIERING BINNENLANDSE STUDENTEN 257.647 EUR 83.00 45.515 EUR

41606101 STUDIEFINANCIERING STUDENTEN FICA 270.976 EUR 83.00 0 EUR

41606243 INTERNE R/C KUL-C OP KDVB 366.391 EUR 02.99 23.011 EUR

41606290 R/C BTW KULC OP UZ -392.993 EUR 02.99 -2.351.219 EUR

41606291 R/C BTW KULC OP ASSOCIATIE 20 EUR 02.99 -81 EUR

41606353 LENING VZW FLANDERS BUSINESS SCHOOL 50.000 EUR 82.00 25.000 EUR

41606354 LENING VZW ALAMIRE FOUNDATION KT 15.000 EUR 87.10 0 EUR

41606355 LENING VZW COMENIUS KT 200.000 EUR 89.15 0 EUR

41606400 DIVERSE LENINGEN 328.532 EUR 86.10 -1.353.953 EUR

41606401 DIVERSE LENINGEN KDVB 181.379 EUR 02.99 171.737 EUR

41606401 DIVERSE LENINGEN ELIMINATIE -366.411 EUR 02.99 -22.929 EUR

187


41609100 BEZOLDIGINGEN - TERUG TE VORDEREN VIA LOON 32.603 EUR 02.99 -2.841 EUR

41609200 BEZOLDIGINGEN - TERUG TE VORDEREN VIA AFBET. PLAN 16.177 EUR 02.99 -1.626 EUR

41700000 OVERIGE DUBIEUZE DEBITEUREN 0 EUR 02.99 -30.289 EUR

41900000 OVERIGE GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN -58.360 EUR 02.99 211 EUR

42210000 LEASINGSCHULDEN & SOORTGELIJKE -189.752 EUR 91.70 439.752 EUR

42306000 SCHULDEN ASLK SOCIALE SECTOR -241.076 EUR 91.10 241.076 EUR

42306001 SCHULDEN EIB KORTE TERMIJN -1.015.343 EUR 91.10 989.083 EUR

42994000 DIVERSE SCHULDEN >1 JAAR <1 JAAR VERVALLEN -1.283.896 EUR 91.10 2.570.116 EUR

44000000 LEVERANCIERS -27.179.355 EUR 02.99 -80.046 EUR

44000000 LEVERANCIERS KDVB -101.290 EUR 02.99 17.006 EUR

44000000 LEVERANCIERS ASSOCIATIE -49.533 EUR 02.99 -41.091 EUR

44000090 LEVERANCIERS-FX VALIDERING EINDE PERIODE -12.232 EUR 02.99 36.168 EUR

44090000 LEVERANCIERS - MANUELE BOEKINGEN 5.555.089 EUR 02.99 760.713 EUR

44401000 TE ONTVANGEN FACTUREN CENTRAAL MAGAZIJN -68.477 EUR 02.99 50.068 EUR

44402000 TE ONTVANGEN FACTUREN CDE 0 EUR 02.99 13 EUR

44403000 TE ONTVANGEN FACTUREN CASP -1.419 EUR 02.99 40 EUR

44404000 TE ONTVANGEN FACTUREN PC-SHOP -28.337 EUR 02.99 -2.798 EUR

44406000 TE ONTVANGEN FACTUREN PM 214 EUR 02.99 0 EUR

44407000 TE ONTVANGEN FACTUREN UPL -32.197 EUR 02.99 -10.655 EUR

44408000 TE ONTVANGEN FACTUREN -9.664.032 EUR 02.99 2.762.570 EUR

44500000 OP TE MAKEN CREDIT NOTA'S -35.000 EUR 02.99 94.168 EUR

45190000 TE BETALEN BTW - REKENING COURANT (R/C) -264.385 EUR 02.99 1.426.329 EUR

45210000 TE BETALEN ROERENDE VOORHEFFING -35.350.079 EUR 02.99 -5.574.261 EUR

45220000 TE BETALEN ONROERENDE VOORHEFFING -151.655 EUR 02.99 -3.424 EUR

45250000 TE BETALEN BELGISCHE BELASTINGEN & TAKSEN -346.033 EUR 02.99 43.065 EUR

45300002 INGEHOUDEN BEDRIJFSVOORHEFFING BUITENLAND -3.603 EUR 02.99 -2.239 EUR

45399999 TE BETALEN BEDRIJFSVOORHEFFING -8.014.374 EUR 02.99 -1.234.298 EUR

45400002 RSZ BUITENLAND -15.012 EUR 02.99 819 EUR

45499999 TE BETALEN RSZ -17.708.928 EUR 02.99 -5.608.149 EUR

45590003 BIJWEDDEN 0 EUR 02.99 595 EUR

45590004 BEZOLDIGINGEN OVERIGE 0 EUR 02.99 36.127 EUR

45600015 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2015 - ZAP 0 EUR 02.99 9.660.742 EUR

45600016 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2016 - ZAP -9.962.637 EUR 02.99 -9.962.637 EUR

45609015 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2015 - ZAP 0 EUR 02.99 -269.544 EUR

45609016 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2016 - ZAP 318.003 EUR 02.99 318.003 EUR

45610015 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2015 - AAP 0 EUR 02.99 16.010.232 EUR

45610016 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2016 - AAP -16.466.588 EUR 02.99 -16.466.588 EUR

45619015 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2015- AAP 0 EUR 02.99 -3.168.260 EUR

45619016 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2016- AAP 3.479.153 EUR 02.99 3.479.153 EUR

45620015 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2015 - ATP 0 EUR 02.99 21.329.631 EUR

45620016 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2016 - ATP -22.215.519 EUR 02.99 -22.215.519 EUR

45629015 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2015 - ATP 0 EUR 02.99 -853.805 EUR

45629016 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2016 - ATP 861.395 EUR 02.99 861.395 EUR

45630015 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2015 - GTP 0 EUR 02.99 407.457 EUR

45630016 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2016 - GTP -543.432 EUR 02.99 -543.432 EUR

45639015 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2015 - GTP 0 EUR 02.99 -32.606 EUR

45639016 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2016 - GTP 60.741 EUR 02.99 60.741 EUR

45640015 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2015 - BUR 0 EUR 02.99 5.170.144 EUR

45640016 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2016 - BUR -5.345.432 EUR 02.99 -5.345.432 EUR

45649015 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2015 - BUR 0 EUR 02.99 -747.699 EUR

45649016 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2016 - BUR 739.980 EUR 02.99 739.980 EUR

45650015 VAKANTIEGELD - PROVISIE RSZ ENKEL VAK. GELD 2015 0 EUR 02.99 6.530.991 EUR

45650016 VAKANTIEGELD - PROVISIE RSZ ENKEL VAK. GELD 2016 -6.250.800 EUR 02.99 -6.250.800 EUR

45659015 VAKANTIEGELD - UITBETALING RSZ ENKEL VG 2015 0 EUR 02.99 -783.715 EUR

45659016 VAKANTIEGELD - UITBETALING RSZ ENKEL VG 2016 744.873 EUR 02.99 744.873 EUR

45900001 TE STORTEN PERS. BIJDR. WEDUWEN & WEZEN 0 EUR 02.99 796.028 EUR

45910115 VERZEKERING AO - PROVISIE OP VAKANTIE GELD 2015 0 EUR 02.99 123.873 EUR

45910116 VERZEKERING AO - PROVISIE OP VAKANTIE GELD 2016 -128.032 EUR 02.99 -128.032 EUR

45910915 VERZEKERING AO - AFBOUW OP VAKANTIE GELD 2015 0 EUR 02.99 -356 EUR

188


45910916 VERZEKERING AO - AFBOUW OP VAKANTIE GELD 2016 438 EUR 02.99 438 EUR

45940000 TUSSENKOMST PERSONEEL OPENBAAR VERVOER -271.698 EUR 02.99 -12.356 EUR

45940002 WETSVERZEKERING -400.000 EUR 02.99 -200.000 EUR

45940005 ZIEKTE & INVALIDITEITSVERZEKERING -8.655 EUR 02.99 88.217 EUR

45940009 GROEPSVERZEKERING - GRD -53.100 EUR 02.99 11.331 EUR

45940010 GROEPSVERZEKERING - CBP -420.052 EUR 02.99 78.435 EUR

45940011 GROEPSVERZEKERING - CBP TAKSEN -18.482 EUR 02.99 3.451 EUR

45940012 GROEPSVERZEKERING - CBP RISICOPREMIE OVERL/INVALID -33.084 EUR 02.99 -3.812 EUR

45940013 GROEPSVERZEKERING - CBP TAKSEN OP RISICOPREMIE O/I -1.456 EUR 02.99 -168 EUR

45940020 GROEPSVERZEKERING - ONDERZOEKSKADER -80.363 EUR 02.99 162.097 EUR

45940021 GROEPSVERZEKERING - ONDERZOEKSKADER TAKSEN -3.536 EUR 02.99 7.132 EUR

45940099 HOSPITALISATIEVERZEKERING -184.376 EUR 02.99 -1.063 EUR

45940101 PROVISIE ECOCHEQUES -226.328 EUR 02.99 -4.332 EUR

46001000 ONTVANGEN VOORUITBET. OP PROJECTEN IN UITVOERING -40.392.883 EUR 02.99 2.725.262 EUR

46001100 ONTVANGEN VOORUITBET. ANDERE 0 EUR 02.99 36.570 EUR

48801000 HUURWAARBORGEN GROOT BEGIJNHOF -230.843 EUR 86.10 -32.888 EUR

48801010 HUURWAARBORGEN PAUSCOLLEGE -73.260 EUR 86.10 -2.930 EUR

48801020 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE GROENVELD -72.534 EUR 86.10 -2.284 EUR

48801040 HUURWAARBORGEN H-GEEST COLLEGE -55.240 EUR 86.10 -5.060 EUR

48801050 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE DONDEYNE -59.880 EUR 81.12 6.240 EUR

48801060 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE DON BOSCO -29.379 EUR 81.12 1.111 EUR

48801070 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE LEO XIII -39.215 EUR 81.12 1.105 EUR

48801080 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE CRUYSBERGHS -59.639 EUR 86.10 -2.979 EUR

48801090 HUURWAARBORGENRES.ZWARTE ZUSTERS KLOOSTER -13.260 EUR 81.12 480 EUR

48801100 HUURWAARBORGEN UNIVERSITAIRE PAROCHIE LEUVEN -6.165 EUR 81.12 355 EUR

48801111 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE VIVES -10.449 EUR 81.12 1.641 EUR

48801112 HUURWAARBORGEN FATHER DAMIEN COMMUNITY 0 EUR 81.12 330 EUR

48801113 HUURWAARBORGEN AMERIKAANS COLLEGE -62.390 EUR 86.10 -330 EUR

48801114 HUURWAARBORGEN REGA -54.650 EUR 86.10 -9.840 EUR

48801115 HUURWAARBORGEN WATERVIEW -154.970 EUR 86.10 -27.440 EUR

48801116 HUURWAARBORGEN STUDAX -29.040 EUR 86.10 -29.040 EUR

48801200 HUURWAARBORGEN STVZ -420.510 EUR 86.10 -30.020 EUR

48801300 OVERIGE WAARBORGEN -554.168 EUR 86.10 -27.533 EUR

48950000 OVERHEADSCHULD LRD AAN UZ -530.119 EUR 02.99 -105.710 EUR

48993001 STUDIEFINANCIERING STUDENTEN FICA -991 EUR 02.99 -991 EUR

48994000 DIVERSE SCHULDEN 0 EUR 02.99 1.000.000 EUR

48994000 DIVERSE SCHULDEN KDVB -149.620 EUR 02.99 -32.520 EUR

48997000 DOORSTORTINGEN AAN PARTNERS -26.230.959 EUR 02.99 -7.870.518 EUR

49000000 OVER TE DRAGEN KOSTEN 2.494.669 EUR 02.99 348.239 EUR

49010100 VERKR.OPBR. KAS CENTRAAL MAGAZIJN - CASH & CHEQUE 1.309 EUR 02.99 1.309 EUR

49020100 VERKR.OPBR. KAS MAGAZIJN CDE - CASH & CHEQUE 86 EUR 02.99 -37 EUR

49040100 VERKR.OPBR. KAS MAGAZIJN PC-SHOP - CASH & CHEQUE 0 EUR 02.99 195 EUR

49040200 VERKR.OPBR. KAS MAGAZIJN PC-SHOP - BANCONTACT -49 EUR 02.99 296 EUR

49110000 VERKREGEN OPBRENGSTEN 4.522.350 EUR 02.99 -1.112.929 EUR

49110000 VERKREGEN OPBRENGSTEN KDVB 3.157 EUR 02.99 356 EUR

49110000 VERKREGEN OPBRENGSTEN ASSOCIATIE 27.777 EUR 02.99 71 EUR

49200000 TOE TE REKENEN KOSTEN - R.V. -13.486 EUR 02.99 131.573 EUR

49200000 TOE TE REK KOSTEN KDVB -6.180 EUR 02.99 -6.180 EUR

49210000 TOE TE REKENEN KOSTEN -478.155 EUR 02.99 16.564 EUR

49310000 OVER TE DRAGEN OPBRENGSTEN ASSOCIATIE -433.942 EUR 02.99 64.932 EUR

49310000 OVER TE DRAGEN OPBR. ELIMINATIE -55.185 EUR 02.99 -2.921 EUR

49310000 OVER TE DRAGEN OPBRENGSTEN -26.318.983 EUR 02.99 -1.562.836 EUR

49650000 HERWAARDERING BELEGGINGEN NR FX RATE EINDE PERIODE -1.270.947 EUR 02.99 -226.375 EUR

49920000 AMEXCO 79.037 EUR 02.99 7.228 EUR

49920001 AMEXCO AFSLUITING BOEKJAAR -79.037 EUR 02.99 -7.228 EUR

49921000 EUROCARD 115.137 EUR 02.99 28.241 EUR

49921001 EUROCARD AFSLUITING BOEKJAAR -115.137 EUR 02.99 -28.241 EUR

49923000 VISA 914.038 EUR 02.99 -58.936 EUR

49923001 VISA AFSLUITING BOEKJAAR -914.038 EUR 02.99 58.936 EUR

189


49936003 ONTVANGSTEN INSCHRIJVINGSGELD OPLEIDINGSCHEQUES 500 EUR 02.99 500 EUR

49936004 ONTVANGEN INSCHRIJVINGSGELD NOG TOE TE WIJZEN -3.210 EUR 02.99 0 EUR

49936010 KHBO - ONTV INSCHRIJVINGSGELD OPLEIDINGINGSCHEQUES 500 EUR 02.99 500 EUR

49939999 INTERNE ONTVANGSTEN M4000 20.930 EUR 02.99 -5.360 EUR

49940000 INTERNE DEBITEUREN 2.268.433 EUR 02.99 -2.047.357 EUR

49940100 INTERNE DEBITEUREN CASP 5.094 EUR 02.99 3.698 EUR

49940200 INTERNE DEBITEUREN CDE 2.820 EUR 02.99 2.459 EUR

49940300 INTERNE DEBITEUREN CMA 6.039 EUR 02.99 -3.017 EUR

49940400 INTERNE DEBITEUREN PCS 27.469 EUR 02.99 2.845 EUR

49940600 OPEN INTERNE DEBITEUREN DV/SD EINDE JAAR -2.115.438 EUR 02.99 2.056.007 EUR

49950000 INTERNE LEVERANCIERS -7.902 EUR 02.99 -2.511 EUR

49970000 OMREKENINGSVERSCHILLEN 293.963 EUR 02.99 523.310 EUR

49992006 INSCHRIJVINGSGELDEN - PARKEREN -753 EUR 02.99 633 EUR

49992010 NIET TOEWIJSBARE INSCHRIJVINGSGELDEN LEUVEN 2.166 EUR 02.99 -51 EUR

49992011 NIET TOEWIJSBARE INSCHRIJVINGSGELDEN KORTRIJK 6 EUR 02.99 0 EUR

49992015 TRANSFERT INSCHRIJVINGSGELDEN OPLEIDINGSCHEQ-BANK -145 EUR 02.99 0 EUR

49992017 INSCHRIJVINGSGELDEN-CULTUURKAARTEN 0 EUR 02.99 -85 EUR

49992041 TM ANTWERPEN - TF INSCHR.GELD OPLEIDINGSCHEIDING 0 EUR 02.99 -5 EUR

49992046 KH SINT-LIEVEN - TF INSCHR.GELD OPLEIDINGSCHEIDI 0 EUR 02.99 -1.125 EUR

49992047 HUB - TF INSCHR.GELD OPLEIDINGSCHEIDINGSCHEQUES 0 EUR 02.99 -250 EUR

49992908 NOG TOE TE WIJZEN STORTINGEN HUISVESTING PAUS COLL 505 EUR 02.99 505 EUR

49999050 DOOR TE STORTEN BEDRAGEN -116.715 EUR 02.99 -46.152 EUR

49999652 CBA BC-PROTON KAS 28 EUR 02.99 5 EUR

49999654 KSKE BC-MC-VI KAS 695 EUR 02.99 695 EUR

49999657 CBIB BC-PROTON KAS 0 EUR 02.99 -452 EUR

49999711 SPORTCOMITE TRANSFERTREKENING KAS 0 EUR 02.99 -1.751 EUR

49999721 LEUVEN TRANSFERTREKENING KAS 717 EUR 02.99 717 EUR

49999732 STVZ MEDISCH CENTRUM - BC PROTON KAS 245 EUR 02.99 0 EUR

49999733 STVZ STUDENTEN HUISVESTING - BC PROTON KAS 0 EUR 02.99 298 EUR

49999812 ILT STUDENTENSECR BC-PROTON KAS 210 EUR 02.99 0 EUR

49999921 WERKTUIGKUNDE TRANSFERTREKENING KAS 0 EUR 02.99 -6 EUR

51001000 AANDELEN - AANSCHAFFINGSWAARDE 73.500 EUR 02.99 0 EUR

51011000 CASHFONDS - AANSCHAFFINGSWAARDE 494.284.792 EUR 02.99 189.128.774 EUR

51011000 CASHFONDS KDVB - AW 3.524.692 EUR 02.99 1.035.677 EUR

51012000 OBLIGATIEFONDS - AANSCHAFFINGSWAARDE 12.117.309 EUR 02.99 507.341 EUR

51014000 AANDELENFONDS - AANSCHAFFINGSWAARDE 90.396.126 EUR 02.99 8.445.693 EUR

51014010 AANDELENFONDS - FX VALIDERING EINDE PERIODE 1.264.537 EUR 02.99 253.256 EUR

51015000 REAL ESTATE FUND - AANSCHAFFINGSWAARDE 178.920 EUR 02.99 -22.517 EUR

51901000 AANDELEN - WAARDEVERMINDERING EINDE PERIODE -58.674 EUR 02.99 -10.164 EUR

51911000 CASHFONDS - WAARDEVERMINDERING EINDE PERIODE -263.807 EUR 02.99 -182.682 EUR

51914000 AANDELENFONDS - WAARDEVERMINDERING EINDE PERIODE -584.046 EUR 02.99 2.064.362 EUR

51915000 REAL ESTATE FUND - WAARDEVERMINDER. EINDE PERIODE 0 EUR 02.99 1.769 EUR

52010000 SCHATKISTCERTIFICAAT - AANSCHAFFINGSWAARDE 81.045.650 EUR 02.99 18.440.209 EUR

52020000 OVERHEIDSOBLIGATIE - AANSCHAFFINGSWAARDE 199.806.772 EUR 02.99 -38.756.472 EUR

52030000 BEDRIJFSOBLIGATIE - AANSCHAFFINGSWAARDE 14.503.279 EUR 02.99 -1.667.471 EUR

52030010 BEDRIJFSOBLIGATIE - FX VALIDERING EINDE PERIODE 0 EUR 02.99 201.215 EUR

52920000 OVERHEIDSOBLIGATIE - WAARDEVERMIND. EINDE PERIODE 0 EUR 02.99 45.090 EUR

52930000 BEDRIJFSOBLIGATIE - WAARDEVERMIND. EINDE PERIODE 0 EUR 02.99 28.004 EUR

53200000 TERMIJNREKENING - AANSCHAFFINGSWAARDE 10.041.413 EUR 02.99 -341.892.031 EUR

53200010 TERMIJNREKENING - FX VALIDERING EINDE PERIODE 0 EUR 02.99 -33.290 EUR

53299009 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING 201.487.463 EUR 02.99 201.487.463 EUR

53299709 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING 84.000.000 EUR 02.99 84.000.000 EUR

53299999 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING 56 EUR 02.99 56 EUR

55010000 AT KBC 432-0000011-57EUR 7.796.609 EUR 02.99 7.528.617 EUR

55010080 AT KBC 734-0217999-49 EUR BIBLIOTHEKEN 7.788 EUR 02.99 6.730 EUR

55010100 AT KBC 432-0000251-06 EUR 2.930 EUR 02.99 890 EUR

55010110 AT KBC 432-0001281-66 EUR 4.283 EUR 02.99 4.183 EUR

55010160 AT KBC 432-0000581-45 EUR UNIVERSITAIRE PAROCHIE 30 EUR 02.99 -69 EUR

55010190 AT KBC 432-0000701-68 ILT -38 EUR 02.99 -138 EUR

190


55010220 AT KBC 432-0000921-94 PC SHOP 104.709 EUR 02.99 -360 EUR

55010230 AT KBC 432-0001971-77 MAGAZIJNEN 31 EUR 02.99 -69 EUR

55010240 AT KBC 432-0000361-19 KADOC 25.021 EUR 02.99 1.484 EUR

55010250 AT KBC 734-0265952-84 EUR CRUYSBERGHS FICA 379 EUR 02.99 -795 EUR

55010260 AT KBC 734-0265953-85 EUR ZWARTZUSTERS FICA 5 EUR 02.99 -90 EUR

55010270 AT KBC 734-0265954-86 EUR DON BOSCO FICA 1 EUR 02.99 -335 EUR

55010300 AT KBC 460-0196031-34 EUR KT 19 EUR 02.99 -81 EUR

55010780 VF KBC 432-0000301-56EUR 36.116 EUR 02.99 36.107 EUR

55010820 VF KBC 744-0366407-31 CALL32 EUR 20.000.120 EUR 02.99 19.999.579 EUR

55010980 BB KBC 432-0000311-66EUR 677 EUR 02.99 -9.445 EUR

55011700 AT KBC 432-0001271-56 EUR UPL 176.842 EUR 02.99 86.331 EUR

55011770 AT KBC 432-0001271-56 USD UPL 992 EUR 02.99 -5.836 EUR

55017000 LRD KBC 432-0016591-50EUR 1.501.236 EUR 02.99 158.631 EUR

55017090 LRD KBC 734-0194474-95 EUR BELEGGINGSREKENING 133.670 EUR 02.99 45.866 EUR

55017120 LRD KADOC KBC 734-0243014-38 EUR 116.569 EUR 02.99 -75 EUR

55017130 LRD KBC 744-0362612-19 EUR CALL32C BELEGGINGSREK 192 EUR 02.99 -39.616 EUR

55019020 ST KBC STVZL 432-0000761-31 EUR 1.880 EUR 02.99 -3.824 EUR

55019030 ST KBC SF-STVZL 432-0000751-21 EUR 201.420 EUR 02.99 188.917 EUR

55019040 ST KBC STVZ 744-0361917-03 EUR 56 EUR 02.99 -268 EUR

55020000 AT FORTIS 230-0476000-41 EUR 243.607 EUR 02.99 106.862 EUR

55020010 AT FORTIS 230-0476000-41USD 1.457 EUR 02.99 1.457 EUR


55020090 AT FORTIS 230-0190190-90 EUR 75.973 EUR 02.99 -24.139 EUR

55020110 AT FORTIS 230-0474082-63 EUR 27.065 EUR 02.99 758 EUR


55020900 BB FORTIS 230-0476001-42 EUR 467 EUR 02.99 -1.396 EUR

55021500 EB FORTIS 230-0476003-44 EUR 9.547 EUR 02.99 69 EUR

55027000 LRD FORTIS 230-0476006-47 EUR 105.713 EUR 02.99 53.519 EUR

55029000 ST FORTIS 230-0048930-62 EUR 106.159 EUR 02.99 78.701 EUR

55029010 ST FICA FORTIS 001-5824679-02 EUR 20.426 EUR 02.99 20.025 EUR

55030000 AT ING 330-0012100-29EUR 317.227 EUR 02.99 252.551 EUR

55030120 AT ING 330-0710579-11 BELEGGINGSREKENING 98.086 EUR 02.99 12.788 EUR

55030130 AT ING 330-0710579-11-003-0-084 BUSINESS ACCOUNT 15.000.000 EUR 02.99 15.000.000 EUR

55037000 LRD ING 330-0633504-51EUR 40.359 EUR 02.99 10.725 EUR

55037080 LRD ING 363-0859036-44 EUR BELEGGINGSREKENING 151.576 EUR 02.99 25.041 EUR

55037090 LRD ING 363-0859036-44-003-0-084 BUSINESS ACCOUNT 15.000.000 EUR 02.99 15.000.000 EUR

55040000 AT DEXIA 550-3270000-26EUR 643 EUR 02.99 -357 EUR

55040500 FOI DEXIA 551-3917900-42EUR 1.645 EUR 02.99 1.394 EUR

55040900 BB DEXIA 558-3912600-27 EUR 5.084 EUR 02.99 3.873 EUR

55047000 LRD DEXIA 551-3778100-19EUR 78.963 EUR 02.99 25.274 EUR

55049000 ST DEXIA STVZK 550-3354300-33 EUR 30.992 EUR 02.99 444 EUR

55050010 AT FORTIS 001-5027231-88 BELEGGINGSREKENING 1.596 EUR 02.99 1.596 EUR

55059000 ST FORTIS 001-3725785-91 EUR 22.325 EUR 02.99 16.096 EUR

55060000 AT DEXIA 091-0117813-84EUR 153.729 EUR 02.99 75.815 EUR

55060040 AT DEXIA 091-0185596-64 THESAURIE+ 0 EUR 02.99 -1.267 EUR

55060050 FOI DEXIA 091-0185967-47 THESAURIE+ 0 EUR 02.99 -120 EUR

55060060 AT DEXIA 091-0193916-42 THESAURIE+ SPECIAL EUR 50.000.000 EUR 02.99 50.000.000 EUR

55060070 AT BELFIUS BE86 0910 1968 3450 AT1 EUR 20.000.000 EUR 02.99 20.000.000 EUR





55060920 PF DEXIA 068-2480501-44 EUR BELEGGERSREKENING 24.941 EUR 02.99 18.173 EUR

55060940 PF BELFIUS SPECIAL BE31 0910 1968 3955 EUR 16.487.200 EUR 02.99 16.487.199 EUR

55067000 LRD DEXIA 068-2425742-90 EUR 130.813 EUR 02.99 76.279 EUR

55067010 LRD DEXIA 088-2486735-38 EUR 4.099 EUR 02.99 -12 EUR

55067020 LRD BELFIUS 091-0195215-80 EUR BELEGGINGSREKENING 786.142 EUR 02.99 720.335 EUR

55067030 LRD BELFIUS 091-0195216-81 EUR BELEGGINGSREKENING 20.000.000 EUR 02.99 20.000.000 EUR

55067040 LRD BELFIUS 091-0211335-01 EUR BELEGGINGSREKENING 20.000.000 EUR 02.99 20.000.000 EUR

191


55067050 LRD BELFIUS BE32 0882 7561 6502 FIDELITY 10 MA 10.000.000 EUR 02.99 10.000.000 EUR

55067060 LRD BELFIUS BE32 0882 7561 6603 FIDELITY 12 MA 10.000.000 EUR 02.99 10.000.000 EUR

55067070 LRD BELFIUS BE74 0910 2152 2107 EUR TREASURY OPS 9.000.000 EUR 02.99 9.000.000 EUR

55090010 AT KBC 734-0066615-82 EUR INSCHRIJVINGSGELD. KULAK 100 EUR 02.99 0 EUR

55090090 AT KBC 734-0189278-40 BELEGGINGSREKENING 572 EUR 02.99 572 EUR

55090100 AT KBC 734-0193417-08 ONDERZOEKSINKOMSTEN 151.270 EUR 02.99 116.812 EUR

55090110 AT KBC 734-0066603-70 PAV-INKOMSTEN 14.804 EUR 02.99 -5.836 EUR

55090120 AT KBC 734-0194177-89 INKOMSTEN VAN GIFTEN 44.288 EUR 02.99 -181.179 EUR

55090130 AT KBC 734-0195117-59 GROENVELD FICA -102 EUR 02.99 -447 EUR

55090150 AT KBC 734-0291384-05 LEO XIII FICA 443 EUR 02.99 -1.140 EUR

55090160 AT KBC 734-0291385-06 PAUS COLLEGE FICA 1.273 EUR 02.99 743 EUR

55090170 AT KBC 734-0291386-07 HEILIGE GEESTCOLLEGE FICA 17 EUR 02.99 -2.245 EUR

55090180 AT KBC 734-0291390-11 DONDEYNEHUIS FICA 365 EUR 02.99 -2.255 EUR

55090190 AT KBC 734-0291391-12 UNIV PAROCHIE FICA 30 EUR 02.99 -69 EUR

55090200 AT KBC 734-0291392-13 VIVES FICA 2.618 EUR 02.99 738 EUR

55090210 AT KBC 734-0324003-32 GROOT BEGIJNHOF FICA -340 EUR 02.99 -708 EUR

55090220 AT KBC 734-0325124-86 EUR PETER KINDEKENS FUND 0 EUR 02.99 -203 EUR

55090250 AT KBC 734-0337249-86 EUR ONKOSTVERG GASTSTUD/PROF 67.461 EUR 02.99 28.880 EUR

55090260 AT KBC 744-0366405-29 EUR CALL32 EUR 144 EUR 02.99 -433 EUR

55090270 AT KBC BE24 7340 3852 1638EUR AMERIKAANS COLL FICA 323 EUR 02.99 -512 EUR

55090280 AT KBC BE85 7310 3971 4906EUR WATERVIEW FICA 1.631 EUR 02.99 -1.770 EUR

55090290 AT KBC BE30 7310 3971 5411EUR REGA FICA 5.517 EUR 02.99 5.867 EUR

55090300 AT KBC BE05 7310 4060 4575EUR STUDAX FICA 172.969 EUR 02.99 172.969 EUR

55090510 FOI KBC 734-0329098-83 EUR 306 EUR 02.99 -53.642 EUR

55097000 LRD KBC 734-3324000-13EUR 657.911 EUR 02.99 467.949 EUR

55097090 LRD KBC 734-0098174-19 USD 1.560.969 EUR 02.99 1.257.825 EUR

55099000 ST KBC STVZ-KULAK 734-0195116-58 FICA EUR -6 EUR 02.99 -1.424 EUR

55147000 LRD VAN LANSCHOT 521-0552065-58 EUR BELEGGINGSREK 436.675 EUR 02.99 436.464 EUR

55150000 AT DEGROOF 676-0966101-44 16.008 EUR 02.99 -245.551 EUR

55157000 LRD DEGROOF 676-0969701-55 EUR BELEGGINGSREKENING 21.127 EUR 02.99 -8.158 EUR

55160010 AT TRIODOS 523-0804321-72 INKOMSTEN VAN GIFTEN 48.225 EUR 02.99 649 EUR

55160020 AT TRIODOS BE27 5230 8043 2273 BELGGERSREK EUR 4.911 EUR 02.99 -36 EUR

55170010 AT KBC 734-0369967-18 UC KUL -TC OOST BRUGGE 795 EUR 02.99 695 EUR

55170020 AT KBC 734-0369968-19 UC KUL -CAR STA ANTW 10 EUR 02.99 -2.449 EUR

55170030 AT KBC 734-0369970-21 UC KUL -TC DE NAYER 514 EUR 02.99 -179 EUR

55170040 AT KBC 734-0369972-23 UC KUL -TC GEEL 10 EUR 02.99 -90 EUR

55170060 AT KBC 734-0369974-25 UC KUL -GROEP T 10 EUR 02.99 -497 EUR

55170070 AT KBC 734-0369975-26 UC KUL -TC GENT AALST 375 EUR 02.99 275 EUR

55170080 AT KBC 734-0369976-27 UC KUL -BRUSSEL 5.243 EUR 02.99 -1.624 EUR

55170090 AT KBC 734-0369977-28 UC KUL -SINT-LUCAS 10 EUR 02.99 -3.714 EUR

55187000 LRD LOMBARD ODIER BE23 5481 1303 0091 BELEGGINGEN 1.000.000 EUR 02.99 1.000.000 EUR

55990099 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING -201.487.463 EUR 02.99 -201.487.463 EUR

55997099 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING -84.000.000 EUR 02.99 -84.000.000 EUR

55999999 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING -56 EUR 02.99 -56 EUR

55999999 LIQUIDE MIDDELEN KDVB 189.226 EUR 02.99 -216.607 EUR

55999999 LIQUIDE MIDDELEN ASSOCIATIE 1.301.736 EUR 02.99 63.897 EUR

56100000 VOORSCHOTTEN DE POST 92.719 EUR 02.99 17.125 EUR

57000000 LEUVEN KAS 371 EUR 02.99 44 EUR

57000100 INSCHRIJVINGSGELDEN KAS 1.482 EUR 02.99 -148 EUR

57000400 KULAK KAS ALGEMEEN BEHEER 728 EUR 02.99 -144 EUR

57007080 CRUYSBERGHS KAS 452 EUR 02.99 353 EUR

57007090 ZWARTZUSTERKLOOSTER KAS 798 EUR 02.99 401 EUR

57008010 GROOT BEGIJNHOF KAS 5.737 EUR 02.99 4.763 EUR

57008020 SPORTCOMITE KAS 2.727 EUR 02.99 -2.260 EUR

57008030 PAUSCOLLEGE KAS 554 EUR 02.99 549 EUR

57008040 GROENVELD KAS 3.269 EUR 02.99 2.414 EUR

57008050 LEO XIII KAS 265 EUR 02.99 169 EUR

57008060 H GEESTCOLLEGE KAS 100 EUR 02.99 -763 EUR

57008070 DONDEYNEHUIS KAS 206 EUR 02.99 -208 EUR

192


57008090 DON BOSCO KAS 186 EUR 02.99 87 EUR

57008120 UPL KAS 575 EUR 02.99 58 EUR

57008130 UNIVERSITAIRE PAROCHIE KAS 9 EUR 02.99 -51 EUR

57008170 COPAL KAS 322 EUR 02.99 -41 EUR

57008190 AMERIKAANS COLLEGE MATER DEI KAS 179 EUR 02.99 38 EUR

57008201 WATERVIEW KAS 46 EUR 02.99 -18 EUR

57008211 REGA KAS 323 EUR 02.99 -43 EUR

57008221 STUDAX KAS 59 EUR 02.99 59 EUR

57009010 STVZ PANGAEA KAS 1.253 EUR 02.99 134 EUR

57009020 STVZ ALGEMENE DIENSTEN KAS 1.436 EUR 02.99 -451 EUR

57009030 STVZ GROEP ARENBERG KAS 0 EUR 02.99 -4.206 EUR

57009032 STVZ GROEP ARENBERG FICA KAS 2.134 EUR 02.99 2.134 EUR

57009040 STVZ MEDISCH CENTRUM KAS 2.751 EUR 02.99 -37 EUR

57009060 STVZ STUDIEFINANCIERING KAS 483 EUR 02.99 483 EUR

57009070 STVZ STUDENTENHUISVESTING KAS 0 EUR 02.99 -2.269 EUR

57009072 STVZ STUDENTENHUISVESTING FICA KAS 414 EUR 02.99 414 EUR

57009073 STVZ STUDENTENHUISVESTING 2 KAS 1.783 EUR 02.99 328 EUR

57009080 KULAK KAS STVZ 5.528 EUR 02.99 -133 EUR

57009091 STVZ DE VIKING KAS 7.623 EUR 02.99 7.623 EUR

57009093 STVZ ANTWERPEN KAS 481 EUR 02.99 383 EUR

57010010 CBA KAS 5.416 EUR 02.99 -1.219 EUR

57010020 CBIB KAS 5.810 EUR 02.99 -4.292 EUR

57010030 ETEW KAS 1.015 EUR 02.99 -923 EUR

57010040 FBIB KAS 726 EUR 02.99 -636 EUR

57010050 GBIB KAS 482 EUR 02.99 -1.330 EUR

57010060 KULAK KAS BIB 571 EUR 02.99 -299 EUR

57010070 LBIB KAS 0 EUR 02.99 -2.156 EUR

57010080 MGAS KAS 5.327 EUR 02.99 774 EUR

57010090 PBIB KAS 334 EUR 02.99 -179 EUR

57010100 RBIB KAS 474 EUR 02.99 -966 EUR

57010110 SBIB KAS 519 EUR 02.99 -1.840 EUR

57010120 ILT STUDENTENSECR KAS 341 EUR 02.99 -47 EUR

57010130 ILT TD KAS 653 EUR 02.99 -67 EUR

57010150 KULAK KAS STUDENTEN PAROCHIE 970 EUR 02.99 -583 EUR

57010200 KAS ASRO 1.059 EUR 02.99 96 EUR

57010210 KAS TECHN DIENST 5.132 EUR 02.99 2.731 EUR

57010230 KAS WERKTUIGKUNDE 1.690 EUR 02.99 611 EUR

57010240 KUNST & ERFGOED KAS 400 EUR 02.99 400 EUR

57010262 THOMAS MORE ANTWERPEN FICA KAS 0 EUR 02.99 -1 EUR

58997001 LRD WACHTREK. INKOMSTEN VIA BANK -388.059 EUR 02.99 -345.096 EUR

193


60400000 AANKOOP HANDELSGOEDEREN 1.998.971 EUR 12.11 1.998.971 EUR

60400000 AANKOOP HG - ELIMINATIE -49.041 EUR 12.11 -49.041 EUR

60610000 UITRUSTING 2.325.636 EUR 12.11 2.325.636 EUR

60620000 MEUBILAIR 421.317 EUR 12.11 421.317 EUR

60621000 ROLLEND MATERIEEL 70.964 EUR 12.11 70.964 EUR

60630000 SOFTWARE 970.883 EUR 12.11 970.883 EUR

60633000 LEASING UITRUSTING 41.143 EUR 12.11 41.143 EUR

60900000 VOORRAADWIJZIGING 133.903 EUR 12.11 133.903 EUR

61000010 HUUR TERREINEN EN GEBOUWEN 4.168.936 EUR 12.12 4.168.936 EUR

61001010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - TERREINEN & GEBOUWEN 5.994.521 EUR 12.11 5.994.521 EUR

61002010 DIV KOST MBT WERKEN 1.111.570 EUR 12.11 1.111.570 EUR

61004000 BEWAKING DOOR DERDEN 1.207.349 EUR 12.11 1.207.349 EUR

61005000 SCHOONMAAK DOOR DERDEN 7.304.832 EUR 12.11 7.304.832 EUR

61006000 VERHUISKOSTEN 367.473 EUR 12.11 367.473 EUR

61007000 BODEM- EN GRONDONDERZOEK 3.708 EUR 12.11 3.708 EUR

61008000 VOORBEREIDENDE WERKEN 303.264 EUR 12.11 303.264 EUR

61008100 BODEMSANERING 44.907 EUR 12.11 44.907 EUR

61008200 ASBESTVERWIJDERING 102.964 EUR 12.11 102.964 EUR

61008300 GROOT ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN 14.911.921 EUR 12.11 14.911.921 EUR

61009000 BEPLANTINGSWERKEN 104.017 EUR 12.11 104.017 EUR

61009500 FACILITAIRE DIENSTEN 3.793 EUR 12.11 3.793 EUR

61009600 VERGOEDING HUUR & FACILITAIRE DIENSTEN UZ LEUVEN 530.119 EUR 12.11 530.119 EUR

61100010 HUUR UITRUSTING 950.009 EUR 12.11 950.009 EUR

61101010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - UITRUSTING 5.242.450 EUR 12.11 5.242.450 EUR

61101020 DIVERSE KOSTEN MBT DIDACTISCHE UITRUSTING 216.565 EUR 12.11 216.565 EUR

61110010 HUUR MEUBILAIR 76.689 EUR 12.11 76.689 EUR

61111010 KLEIN ONDERH.&HERSTELL.-MEUBILAIR 22.404 EUR 12.11 22.404 EUR

61111020 DIVERSE KOSTEN MBT CIVIELE UITRUSTING 11.931 EUR 12.11 11.931 EUR

61120010 HUUR ROLLEND MATERIEEL - BEDRIJFSWAGENS 1.172.378 EUR 12.11 1.172.378 EUR

61130010 HUUR ROLLEND MATERIEEL - ANDERE DAN BEDRIJFSWAGENS 73.887 EUR 12.11 73.887 EUR

61131010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - ROLLEND MATERIEEL 470.465 EUR 12.11 470.465 EUR

61140010 HUUR INFORMATICA: SOFTWARE & LICENTIES 3.208.676 EUR 12.11 3.208.676 EUR

61150010 HUUR KUNSTWERKEN 7.007 EUR 12.11 7.007 EUR

61151010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - KUNSTWERKEN 11.886 EUR 12.11 11.886 EUR

61160010 HUUR BOEKEN BIBLIOTHEKEN 18.420 EUR 12.11 18.420 EUR

61161010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - BOEKEN BIBLIOTHEKEN 106.736 EUR 12.11 106.736 EUR

61170010 KLEINE UITRUSTING 7.510.464 EUR 12.11 7.510.464 EUR

61170020 FISCAAL GEVOELIGE ARTIKELEN 43.790 EUR 12.11 43.790 EUR

61201001 LEVERINGEN - WATER 1.840.251 EUR 12.11 1.840.251 EUR

61201002 LEVERINGEN - GAS 3.011.376 EUR 12.11 3.011.376 EUR

61201003 LEVERINGEN - ELEKTRICITEIT 20.447.233 EUR 12.11 20.447.233 EUR

61201004 LEVERINGEN - STOOKOLIE 724.840 EUR 12.11 724.840 EUR

61201005 LEVERINGEN - ONDERHOUDSPRODUCTEN 330.779 EUR 12.11 330.779 EUR

61201006 LEVERINGEN - LINNEN & KLEDIJ: AANKOOP & ONDERHOUD 131.061 EUR 12.11 131.061 EUR

61201007 LEVERINGEN - BRANDSTOF VOERTUIGEN 97.732 EUR 12.11 97.732 EUR

61201008 LEVERINGEN - ONDERZOEKSMATERIAAL & PRODUCTEN LABO 25.260.749 EUR 12.11 25.260.749 EUR

61201009 LEVERINGEN - LITURGIE 8.769 EUR 12.11 8.769 EUR

61201010 LEVERING INFORMATICADIENSTEN 5.636.025 EUR 12.11 5.636.025 EUR

61210000 KOSTEN M.B.T. PROEFDIEREN 2.866.266 EUR 12.11 2.866.266 EUR

61210001 KOSTEN M.B.T. LANDBOUWPRODUCTEN 90.625 EUR 12.11 90.625 EUR

61299300 DOORSTORTING AAN PARTNERINSTELLINGEN -8.000 EUR 12.11 -8.000 EUR

61299310 SAMENWERKING MET PARTNERINSTELLINGEN 154.089 EUR 12.11 154.089 EUR

61300000 FORFAITAIRE ONKOSTENVERGOEDING HOGER KADER 4.452 EUR 12.11 4.452 EUR

61300100 STUDIEBEURZEN 2.328.799 EUR 12.11 2.328.799 EUR

61300200 KLEINE AANKOPEN VIA ONKOSTENNOTA (NIET OP BOEKEN!) 46.876 EUR 12.11 46.876 EUR

KU Leuven - Jaarrekening 2016 - Link tussen de codes van de resultatenrekening en de ESR-codes

194


61300300 PRIJZENGELD BETAALD AAN DERDEN 47.291 EUR 12.11 47.291 EUR

61300400 AUTEURSRECHTEN 106.703 EUR 12.11 106.703 EUR

61300500 VRIJGESTELDE VERGOEDING VRIJWILLIGERS 106.329 EUR 12.11 106.329 EUR

61300600 VRIJGESTELDE VERGOEDING PROEFPERSONEN 445.956 EUR 12.11 445.956 EUR

61300601 VERGOEDINGEN AAN KUNSTENAARS 54.816 EUR 12.11 54.816 EUR

61300602 PRESENTIEGELDEN 881 EUR 12.11 881 EUR

61300603 ANDERE FORFAITAIRE VERGOEDINGEN 54.572 EUR 12.11 54.572 EUR

61300700 TERUGBETALING FRANCHISEKOSTEN 5.993 EUR 12.11 5.993 EUR

61300800 VERGOEDING STAGEMENTOREN 88.200 EUR 12.11 88.200 EUR

61310100 ERELONEN ADVOCATEN 518.235 EUR 12.11 518.235 EUR

61310200 ERELONEN OCTROOI / PATENTBUREAU'S 750.809 EUR 12.11 750.809 EUR

61310300 ERELONEN LABORATORIA 3.734.018 EUR 12.11 3.734.018 EUR

61310400 ERELONEN ADVIESBUREAUS-PRODUCTIEFIRMAS-CONSULTANTS 16.484.961 EUR 12.11 16.484.961 EUR

61310400 ERELONEN ADVIESBUR. ASSOCIATIE 665.703 EUR 12.11 665.703 EUR

61310400 ERELONEN ADVIESBUR. ELIMINATIE -724.235 EUR 12.11 -724.235 EUR

61310401 VERGOEDINGEN EXTERNE 286.672 EUR 12.11 286.672 EUR

61312000 KANTOORBENODIGDHEDEN 1.664.336 EUR 12.11 1.664.336 EUR

61313000 ADMINISTRATIEKOSTEN 6.667 EUR 12.11 6.667 EUR

61313500 ADMINISTRATIEVE KOST 300.149 EUR 12.11 300.149 EUR

61314000 KREDIETKAART-UITGAVEN -23.468 EUR 12.11 -23.468 EUR

61315000 OPLEIDING - SEMINARIES - CONFERENTIES 4.747.620 EUR 12.11 4.747.620 EUR

61316000 MEDISCHE KOSTEN 842.229 EUR 12.11 842.229 EUR

61320000 BOEKEN - TIJDSCHR. - KRANTEN - LIDMAATSCH. BIJDR. 10.283.832 EUR 12.11 10.283.832 EUR

61321000 TUSSENKOMST PERSONEELSVERENIGINGEN 2.300 EUR 12.11 2.300 EUR

61322000 SOCIO-CULTURELE UITGAVEN 77.714 EUR 12.11 77.714 EUR

61330000 GESCHENKEN AAN NIET-PERSONEELSLEDEN 232.442 EUR 12.11 232.442 EUR

61331000 GESCHENKEN AAN PERSONEEL (VRIJGESTELD) 198.289 EUR 12.11 198.289 EUR

61332000 GIFTEN & LIBERALITEITEN 988.232 EUR 32.00 988.232 EUR

61333000 SPONSORING (EXTERN) 406.961 EUR 32.00 406.961 EUR

61334000 SUBSIDIES - TOELAGEN 7.772.890 EUR 32.00 7.772.890 EUR

61340000 GERECHTSKOSTEN & KOSTEN WETTELIJKE PUBLICATIES 6.249 EUR 12.11 6.249 EUR

61360000 WAARBORGEN 8.206 EUR 12.11 8.206 EUR

61360001 SCHADEVERGOEDINGEN 10.709 EUR 12.11 10.709 EUR

61361000 VOORSCHOTTEN 90.895 EUR 12.11 90.895 EUR

61361500 VOORSCHOTTEN KLEINE KAS 650 EUR 12.11 650 EUR

61370000 TELEFOON - GSM - FAX 627.425 EUR 12.11 627.425 EUR

61371000 INTERNET & TV 192.351 EUR 12.11 192.351 EUR

61372000 VERZENDINGS- & FRANKEERKOSTEN POST 953.857 EUR 12.11 953.857 EUR

61380000 DRUKWERK & ADVERTENTIES 5.248.920 EUR 12.11 5.248.920 EUR

61381000 CATERING & RESTAURANT 9.130.764 EUR 12.11 9.130.764 EUR

61381000 CATERING&RESTAURANT KDVB 608.826 EUR 12.11 608.826 EUR

61382000 KANTINEBENODIGDHEDEN PERSONEELSREFTER 1.391.489 EUR 12.11 1.391.489 EUR

61383000 BEURZEN - TENTOONSTELLINGEN 589.714 EUR 12.11 589.714 EUR

61391000 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - BEURZEN 13.189.172 EUR 12.11 13.189.172 EUR

61391003 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - RSZ 2.065.048 EUR 12.11 2.065.048 EUR

61391004 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - ONGEVALLENVERZ. 23.094 EUR 12.11 23.094 EUR

61391005 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - WERKKLEDIJ 9.046 EUR 12.11 9.046 EUR

61391006 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - TSS.K. OPENB. VERV. 35.882 EUR 12.11 35.882 EUR

61391007 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - ZIEKTE-&INVAL.VERZ. 1.276 EUR 12.11 1.276 EUR

61391013 BUR - REISKOSTEN 147.217 EUR 12.11 147.217 EUR

61391014 BUR - FAMILIALE TOESLAG 134.000 EUR 12.11 134.000 EUR

61391015 BUR - INSCHRIJVING 63.695 EUR 12.11 63.695 EUR

61391016 BUR - AANKOOP DIDACTISCH MATERIAAL 10.301 EUR 12.11 10.301 EUR

61391017 BUR - VERZEKERING DIDACTISCH MATERIAAL 19.255 EUR 12.11 19.255 EUR

61391018 BUR - BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 3.029 EUR 12.11 3.029 EUR

61391019 BUR - INSTALLATIEKOSTEN 57.772 EUR 12.11 57.772 EUR

61391300 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - HOSPITALISATIEVERZ 27.001 EUR 12.11 27.001 EUR

61392000 STUDIEFINANC. - RECHTSTR. TOELAGE BELG. STUD. 428.245 EUR 12.11 428.245 EUR

61392001 STUDIEFINANC. - RECHTSTR. TOELAGE BUITENL. STUD. 1.867 EUR 12.11 1.867 EUR

195


61392002 STUDIEFINANC. - MEDICO SOC. DIENST BUITENL. STUD. 2.928 EUR 12.11 2.928 EUR

61392003 STUDIEFINANC. - MEDICO SOC. DIENST BELG. STUD. 14.134 EUR 12.11 14.134 EUR

61400000 BRANDVERZEKERING 907.096 EUR 12.11 907.096 EUR

61410000 VERZEKERING MEUBILAIR - UITRUSTING - KUNSTWERKEN 105.195 EUR 12.11 105.195 EUR

61420000 VERZEKERING ROLLEND MATERIEEL 262.634 EUR 12.11 262.634 EUR

61430000 VERZEKERING BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 272.943 EUR 12.11 272.943 EUR

61440000 VERZEKERING TRANSPORT GOEDEREN 60.671 EUR 12.11 60.671 EUR

61500000 VERBLIJF- & VERPLAATSINGSKOSTEN 17.927.767 EUR 12.11 17.927.767 EUR

61510001 KILOMETERVERGOEDINGEN WAGEN INDIVIDUEEL GEBRUIK 1.131.649 EUR 12.11 1.131.649 EUR

61510002 KILOMETERVERGOEDINGEN WAGEN GEZAMELIJK GEBRUIK 222.641 EUR 12.11 222.641 EUR

61510003 KILOMETERVERGOEDINGEN FIETS IN DIENSTOPDRACHT 3.079 EUR 12.11 3.079 EUR

61520000 TRANSPORTKOST GOEDEREN 1.104.190 EUR 12.11 1.104.190 EUR

61530000 AFVALTRANSPORT & -VERWERKING 1.099.397 EUR 12.11 1.099.397 EUR

61700000 UITZENDKRACHTEN 215.509 EUR 12.11 215.509 EUR

61710000 TER BESCHIKK. GEST. PERSONEN - UZ LEUVEN 5.315.632 EUR 12.11 5.315.632 EUR

61711000 TER BESCHIKK. GEST. PERSONEN - DETACH. ART. 79/80 2.328.190 EUR 12.11 2.328.190 EUR

61888888 NIET GEBRUIKEN - DIVERSE UITGAVEN < 2008 -521.092 EUR 12.11 -521.092 EUR

61899999 DOORSTORTINGEN PERSONEEL -24 EUR 12.11 -24 EUR

62010000 ZAP - WEDDEN 119.316.646 EUR 11.11 119.316.646 EUR

62010100 ZAP - UITVINDERSLOON 19.393.486 EUR 11.12 19.393.486 EUR

62013000 ZAP - EINDEJAARSBOEKING -595 EUR 11.12 -595 EUR

62020000 ZAP - OVERUREN & VERGOEDING HOGERE FUNCTIES 348.593 EUR 11.12 348.593 EUR

62021000 ZAP - EINDEJAARSPREMIE 5.161.033 EUR 11.12 5.161.033 EUR

62021001 ZAP - PROVISIE RSZ OP EINDEJAARSPREMIE 178.671 EUR 11.20 178.671 EUR

62022000 ZAP - PREMIES & GRATIFICATIES 615.161 EUR 11.12 615.161 EUR

62024007 ZAP - PROVISIE RSZ OP ENKEL VAKANTIEGELD 18.223 EUR 11.20 18.223 EUR

62024008 ZAP - VAKANTIEGELD 8.286.619 EUR 11.12 8.286.619 EUR

62029000 ZAP - ANDERE SOCIALE VOORDELEN 17.180 EUR 11.12 17.180 EUR

62030000 ZAP - RSZ WEDDEN 8.095.948 EUR 11.20 8.095.948 EUR

62030100 ZAP - RSZ UITVINDERSLOON 2.166.498 EUR 11.20 2.166.498 EUR

62032000 ZAP - ONGEVALLENVERZ. 312.966 EUR 11.20 312.966 EUR

62032001 ZAP - ONGEVALLENVERZ. OP VAKANTIEGELD 18.149 EUR 11.20 18.149 EUR

62032002 ZAP - PROVISIE VERZ. AO OP EINDEJAARSPREMIE 13.980 EUR 11.20 13.980 EUR

62043000 ZAP - HOSPITALISATIEVERZEKERING 110.933 EUR 11.40 110.933 EUR

62043001 ZAP - OVERLIJDENSVERZEKERING 348.539 EUR 11.20 348.539 EUR

62051000 ZAP - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 434.006 EUR 11.12 434.006 EUR

62052000 ZAP - WERKKLEDIJ 21.898 EUR 11.40 21.898 EUR

62061000 ZAP - RUSTPENSIOENEN 116.193 EUR 11.33 116.193 EUR

62110000 AAP - WEDDEN 99.939.903 EUR 11.11 99.939.903 EUR

62120000 AAP - OVERUREN & VERGOEDINGEN HOGERE FUNCTIES 5.298 EUR 11.12 5.298 EUR

62121000 AAP - EINDEJAARSPREMIE 4.870.439 EUR 11.12 4.870.439 EUR

62121001 AAP - PROVISIE RSZ OP EINDEJAARSPREMIE 1.285.891 EUR 11.20 1.285.891 EUR

62122000 AAP - PREMIES & GRATIFICATIES 14.673 EUR 11.12 14.673 EUR

62124000 AAP - VAKANTIEGELD PRE 2007 -199.089 EUR 11.12 -199.089 EUR

62124007 AAP - PROVISIE RSZ OP ENKEL VAKANTIEGELD 545.091 EUR 11.20 545.091 EUR

62124008 AAP - VAKANTIEGELD 11.027.416 EUR 11.12 11.027.416 EUR

62129000 AAP - ANDERE SOCIALE VOORDELEN 244.383 EUR 11.12 244.383 EUR

62130000 AAP - RSZ WEDDEN 23.954.580 EUR 11.20 23.954.580 EUR

62132000 AAP - ONGEVALLENVERZ. 260.834 EUR 11.20 260.834 EUR

62132001 AAP - ONGEVALLENVERZ. OP VAKANTIEGELD 18.848 EUR 11.20 18.848 EUR

62132002 AAP - PROVISIE VERZ. AO OP EINDEJAARSPREMIE 12.651 EUR 11.20 12.651 EUR

62140000 AAP - GROEPSVERZ. & PENSIOENFONDS - GRD 304.854 EUR 11.20 304.854 EUR

62141000 AAP - ZIEKTE- & INVALIDITEITSVERZEKERING 38.546 EUR 11.20 38.546 EUR

62142100 AAP - GROEPSVERZ. & PENS.FONDS - ONDERZOEKSKADER 477.533 EUR 11.20 477.533 EUR

62143000 AAP - HOSPITALISATIEVERZEKERING 179.233 EUR 11.40 179.233 EUR

62151000 AAP - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 734.216 EUR 11.12 734.216 EUR

62152000 AAP - WERKKLEDIJ 30.636 EUR 11.40 30.636 EUR

62210000 ATP - WEDDEN 128.742.811 EUR 11.11 128.742.811 EUR

62210000 ATP-WEDDEN KDVB 4.571.736 EUR 11.11 4.571.736 EUR

196


62211000 ATP - HAARD- & STANDPLAATSTOELAGE 197.493 EUR 11.12 197.493 EUR

62219998 BEZOLDIG. GLOBALE CORRECTIE ALLE STATUTEN 1.499.948 EUR 11.11 1.499.948 EUR

62219999 BEDR. VOORH. - GLOBALE CORRECTIE ALLE STATUTEN 23.464 EUR 11.20 23.464 EUR

62220000 ATP - OVERUREN & VERGOEDING HOGERE FUNCTIES 305.070 EUR 11.12 305.070 EUR

62221000 ATP - EINDEJAARSPREMIE 6.784.900 EUR 11.12 6.784.900 EUR

62221001 ATP - PROVISIE RSZ OP EINDEJAARSPREMIE 1.802.492 EUR 11.20 1.802.492 EUR

62222000 ATP - PREMIES & GRATIFICATIES 373.807 EUR 11.12 373.807 EUR

62223000 ATP - VOORDELEN IN NATURA 34.053 EUR 11.40 34.053 EUR

62224000 ATP - VAKANTIEGELD PRE 2007 -273.643 EUR 11.12 -273.643 EUR

62224007 ATP - PROVISIE RSZ OP ENKEL VAKANTIEGELD 104.289 EUR 11.20 104.289 EUR

62224008 ATP - VAKANTIEGELD 11.742.704 EUR 11.12 11.742.704 EUR

62229000 ATP - ANDERE SOCIALE VOORDELEN 623.854 EUR 11.40 623.854 EUR

62230000 ATP - RSZ WEDDEN 27.022.711 EUR 11.20 27.022.711 EUR

62232000 ATP - ONGEVALLENVERZ. 337.676 EUR 11.20 337.676 EUR

62232001 ATP - ONGEVALLENVERZ. OP VAKANTIEGELD 19.333 EUR 11.20 19.333 EUR

62232002 ATP - PROVISIE VERZ. AO OP EINDEJAARSPREMIE 18.068 EUR 11.20 18.068 EUR

62239999 RSZ - GLOBALE CORRECTIE ALLE STATUTEN -796.399 EUR 11.20 -796.399 EUR

62240000 ATP - GROEPSVERZ. & PENSIOENFONDS - GRD 7.102.034 EUR 11.20 7.102.034 EUR

62241000 ATP - ZIEKTE- & INVALIDITEITSVERZEKERING 567.653 EUR 11.20 567.653 EUR

62241999 ZIEKTE- EN INVALIDITEIT - ALLE STATUTEN -35.987 EUR 11.20 -35.987 EUR

62242000 ATP - GROEPSVERZ. & PENSIOENFONDS - CBP 5.913.289 EUR 11.20 5.913.289 EUR

62242996 GROEPSVERZEKERING ALLE STATUTEN - GRD -3.233.485 EUR 11.20 -3.233.485 EUR

62242997 GROEPSVERZEKERING ALLE STATUTEN - CBP 72.299 EUR 11.20 72.299 EUR

62242998 GROEPSVERZEKERING ALLE STATUTEN - ONDERZOEKSKADER 12.210 EUR 11.20 12.210 EUR

62243000 ATP - HOSPITALISATIEVERZEKERING 257.070 EUR 11.40 257.070 EUR

62251000 ATP - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 736.223 EUR 11.12 736.223 EUR

62252000 ATP - WERKKLEDIJ 290.062 EUR 11.40 290.062 EUR

62260000 ATP - BRUGPENSIOENEN 101.739 EUR 11.33 101.739 EUR

62261000 ATP - RUSTPENSIOENEN 30.533 EUR 11.33 30.533 EUR

62310000 GTP - WEDDEN 3.068.818 EUR 11.11 3.068.818 EUR

62320000 GTP - OVERUREN & VERGOEDING HOGERE FUNCTIES 4.452 EUR 11.12 4.452 EUR

62321000 GTP - EINDEJAARSPREMIE 147.823 EUR 11.12 147.823 EUR

62321001 GTP - PROVISIE RSZ OP EINDEJAARSPREMIE 32.764 EUR 11.20 32.764 EUR

62322000 GTP - PREMIES & GRATIFICATIES 6.924 EUR 11.12 6.924 EUR

62324007 GTP - PROVISIE RSZ OP ENKEL VAKANTIEGELD 2.849 EUR 11.20 2.849 EUR

62324008 GTP - VAKANTIEGELD 358.190 EUR 11.12 358.190 EUR

62330000 GTP - RSZ WEDDEN 733.867 EUR 11.20 733.867 EUR

62332000 GTP - ONGEVALLENVERZ. 7.904 EUR 11.20 7.904 EUR

62332001 GTP - ONGEVALLENVERZ. OP VAKANTIEGELD 579 EUR 11.20 579 EUR

62332002 GTP - PROVISIE VERZ. AO OP EINDEJAARSPREMIE 358 EUR 11.20 358 EUR

62343000 GTP - HOSPITALISATIEVERZEKERING 6.664 EUR 11.40 6.664 EUR

62351000 GTP - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 9.327 EUR 11.12 9.327 EUR

62352000 GTP - WERKKLEDIJ 170 EUR 11.40 170 EUR

62410000 CWP - WEDDEN 231.101 EUR 11.11 231.101 EUR

62510000 CONTR. ATP - WEDDEN 159.188 EUR 11.11 159.188 EUR

62510700 JOBSTUDENTEN - WEDDEN 2.631.908 EUR 11.11 2.631.908 EUR

62524708 JOBSTUDENTEN - VAKANTIEGELD 59.743 EUR 11.12 59.743 EUR

62530700 JOBSTUDENTEN - RSZ WEDDEN 204.170 EUR 11.20 204.170 EUR

62530701 JOBSTUDENTEN - ONGEVALLENVERZ. 6.803 EUR 11.20 6.803 EUR

62551700 JOBSTUDENTEN - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 3.715 EUR 11.12 3.715 EUR

62610000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - WEDDEN 53.866.138 EUR 11.11 53.866.138 EUR

62620000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - OVERUREN&VERGOED.HOG.FIES 235 EUR 11.12 235 EUR

62621000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - EINDEJAARSPREMIE 1.495.739 EUR 11.12 1.495.739 EUR

62621001 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - PROV. RSZ OP EJ. PREMIE 525.709 EUR 11.20 525.709 EUR

62624007 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - PROV. RSZ ENKEL VAK. GELD 229.918 EUR 11.20 229.918 EUR

62624008 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - VAKANTIEGELD 3.014.682 EUR 11.12 3.014.682 EUR

62629000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - ANDERE SOCIALE VOORDELEN 38.371 EUR 11.12 38.371 EUR

62630000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - RSZ WEDDEN 14.014.529 EUR 11.20 14.014.529 EUR

62632000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - ONGEVALLENVERZ. 139.730 EUR 11.20 139.730 EUR

197


62632001 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - ONGEVALVERZ. OP VAK. GELD 5.972 EUR 11.20 5.972 EUR

62632002 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - PROV. AO. OP EJ. PREMIE 4.390 EUR 11.20 4.390 EUR

62643000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - HOSPITALISATIEVERZEKERING 137.788 EUR 11.40 137.788 EUR

62651000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - TSS. KOMST OPENB. VERVOER 402.334 EUR 11.12 402.334 EUR

62652000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - WERKKLEDIJ 43.874 EUR 11.40 43.874 EUR

63011000 AFSCHRIJVINGEN OP SOFTWARE 553.084 EUR 02.99 553.084 EUR

63022010 AFSCHRIJVINGEN OP GEBOUWEN 26.835.673 EUR 02.99 26.835.673 EUR

63022010 AFSCHR OP GEBOUWEN KDVB 247.440 EUR 02.99 247.440 EUR

63023000 AFSCHRIJVINGEN OP UITRUSTING 23.011.968 EUR 02.99 23.011.968 EUR

63023000 AFSCHR OP UITRUSTING ASSOCIATIE 2.222 EUR 02.99 2.222 EUR

63024000 AFSCHRIJVINGEN OP MEUBILAIR 24.446 EUR 02.99 24.446 EUR

63024010 AFSCHRIJVINGEN OP ROLLEND MATERIEEL 319.402 EUR 02.99 319.402 EUR

63025010 AFSCHRIJVINGEN OP LEASING GEBOUWEN 339.407 EUR 02.99 339.407 EUR

63026010 AFSCHRIJVINGEN OP BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN 1.782.264 EUR 02.99 1.782.264 EUR

63100000 WVERM- OP VOORRADEN 117.977 EUR 02.99 117.977 EUR

63300000 TOEVOEGING WAARDEVERM- HANDELSVORDERINGEN < 1 JAAR 168.831 EUR 51.22 168.831 EUR

63300000 WDVM HV < 1 JAAR - KDVB 1.597 EUR 51.22 1.597 EUR

63310000 TERUGNAME WAARDEVERM- HANDELSVORDERINGEN < 1 JAAR -51.504 EUR 57.20 -51.504 EUR

63400000 PROVISIES - PENSIOENEN & SOORTGELIJKE - TOEVOEGING 3.826.660 EUR 02.99 3.826.660 EUR

63410000 PROVISIES - PENSIOENEN & SOORTGELIJKE - AFBOUW -1.185.471 EUR 02.99 -1.185.471 EUR

63600000 PROVISIES - GROTE HERSTEL-ONDERHOUD - TOEVOEGING 47.538.498 EUR 02.99 47.538.498 EUR

63610000 PROVISIES - GROTE HERSTEL-ONDERHOUD - AFBOUW -14.911.773 EUR 02.99 -14.911.773 EUR

63800000 PROVISIES - MILIEU & VEILIGHEID - TOEVOEGING 150.834 EUR 02.99 150.834 EUR

63810000 PROVISIES - MILIEU & VEILIGHEID - AFBOUW -6.976 EUR 02.99 -6.976 EUR

63811000 PROVISIES - ASBEST-& BODEMSANERING - AFBOUW -1.570.758 EUR 02.99 -1.570.758 EUR

63901000 PROVISIES - UITVINDERSAANDELEN - TOEVOEGING 32.913.435 EUR 02.99 32.913.435 EUR

63902000 PROVISIES - BIJWEDDEN - TOEVOEGING 1.502.153 EUR 02.99 1.502.153 EUR

63903000 PROVISIES - OVERIGE - TOEVOEGING 266.846 EUR 02.99 266.846 EUR

63904000 PROVISIES - OVERIGE PERSONEELSKOSTEN - TOEVOEGING 520.877 EUR 02.99 520.877 EUR

63905000 PROVISIES - EFRO/INTERREG - TOEVOEGING 7.375.192 EUR 02.99 7.375.192 EUR

63910000 PROVISIES - HANGENDE GESCHILLEN - AFBOUW -180.075 EUR 02.99 -180.075 EUR

63911000 PROVISIES - UITVINDERSAANDELEN - AFBOUW -27.871.485 EUR 02.99 -27.871.485 EUR

63912000 PROVISIES - BIJWEDDEN - AFBOUW -1.050.939 EUR 02.99 -1.050.939 EUR

63914000 PROVISIES - OVERIGE PERSONEELSKOSTEN - AFBOUW -1.274.419 EUR 02.99 -1.274.419 EUR

64000000 VERKEERSBELASTING & BELAST. OP INVERKEERSTELL. 21.941 EUR 12.50 21.941 EUR

64001000 ONROERENDE VOORHEFFING 189.825 EUR 12.50 189.825 EUR

64003210 ROERENDE VOORHEFFING - ROYALTIES 28.666.742 EUR 12.50 28.666.742 EUR

64003500 ROERENDE VOORHEFFING - ANDERE DAN ROYALTIES 283.997 EUR 12.50 283.997 EUR

64003500 ROERENDE VOORHEFFING KDVB 187 EUR 12.50 187 EUR

64010000 NIET AFTREKBARE BTW 23.808 EUR 12.50 23.808 EUR

64011000 REGISTRATIE-, HYPOTHEEK- & GRIFFIERECHTEN 67 EUR 12.50 67 EUR

64012000 SUCCESSIE- & SCHENKINGSRECHTEN 321.432 EUR 12.50 321.432 EUR

64013000 ZEGELRECHTEN & MET ZEGEL GELIJKGESTELDE TAKSEN 25 EUR 12.50 25 EUR

64014000 DOUANE & ACCIJNZEN 129.662 EUR 12.50 129.662 EUR

64015000 MILIEUTAKSEN, -BELASTINGEN EN - HEFFINGEN 41.753 EUR 12.50 41.753 EUR

64016000 RADIO- EN TV-TAKS, SABAM, REPROBEL 122.277 EUR 12.50 122.277 EUR

64020000 TAKSEN KAMERVERHUUR 242.158 EUR 12.50 242.158 EUR

64021000 HUISVUILTAKSEN 22.615 EUR 12.50 22.615 EUR

64030000 RECHTSPERSONENBELASTING 31.957 EUR 12.50 31.957 EUR

64040000 BOETES 2.347 EUR 12.50 2.347 EUR

64060000 DIVERSE ANDERE BELASTINGEN 3.249 EUR 12.50 3.249 EUR

64200000 MINDERWAARDE OP DE REALISATIE VAN HANDELSVORDERING 86.689 EUR 51.22 86.689 EUR

65000001 INTREST & KOSTEN - LENINGEN > 1 JAAR 624.735 EUR 21.10 624.735 EUR

65000002 INTREST & KOSTEN - LENINGEN < OF = 1 JAAR 555 EUR 21.10 555 EUR

65100000 TOEVOEGING WAARDEVERM- VLOTT. ACTIVA: VORDERINGEN 46.808 EUR 02.99 46.808 EUR

65101000 WAARDEVERMINDERING VLOTT. ACTIVA - AANDELEN 10.164 EUR 02.99 10.164 EUR

65101200 WAARDEVERMINDERING VLOTT. ACTIVA - ANDERE FONDSEN -1.883.449 EUR 02.99 -1.883.449 EUR

65102100 WAARDEVERMINDERING VLOTT. ACTIVA - OBLIGATIES 293.790 EUR 02.99 293.790 EUR

65110000 TERUGNAME WAARDEVERM- VLOTT. ACTIVA: VORDERINGEN -9.183 EUR 02.99 -9.183 EUR

198


65201200 MINDERWAARDE BIJ REALISATIE VAN ANDERE FONDSEN 76.148 EUR 81.42 76.148 EUR

65410000 NT GEREALISEERD WISSELKOERSVERSCHIL EINDE PERIODE -190.787 EUR 02.99 -190.787 EUR

65450000 GEREALISEERD NEGATIEF WISSELRESULTAAT 494.175 EUR 12.11 494.175 EUR

65510000 NEGATIEF RESULTAAT UIT OMREKENING VREEMDE VALUTA -29.016 EUR 12.11 -29.016 EUR

65710000 VERWIJLINTRESTEN 473 EUR 21.40 473 EUR

65710001 BANKKOSTEN & COMMISSIELONEN OP TRANSACTIES 159.283 EUR 12.11 159.283 EUR

65710002 NEGATIEVE AFRONDINGSVERSCHILLEN&BETALINGSTEKORTEN 1.882 EUR 12.11 1.882 EUR

65710003 KOSTEN I.V.M. BORGSTELLING DOOR BANK 3.323 EUR 12.11 3.323 EUR

65710004 BEHEERLOON CASH POOL 23.568 EUR 12.11 23.568 EUR

65750000 DIVERSE ANDERE FINANCIËLE KOSTEN 22.235 EUR 12.11 22.235 EUR

65750000 DIV. AND. FIN..KOST KDVB 1.997 EUR 12.11 1.997 EUR

65750000 DIV. AND. FIN..KOST ASSOCIATIE 159 EUR 12.11 159 EUR

66022010 UITZONDERLIJKE AFSCHRIJVINGEN OP GEBOUWEN -2.638 EUR 02.99 -2.638 EUR

66023000 UITZONDERLIJKE AFSCHRIJVINGEN OP UITRUSTING 32.969 EUR 02.99 32.969 EUR

66100000 WVERM- OP FVA PARTICIPATIES 2.147.045 EUR 02.99 2.147.045 EUR

66101000 WVERM- OP FVA (NIET PARTICIPATIES) -39.136 EUR 02.99 -39.136 EUR

66301000 MINDERWAARDE OP REALISATIE VAN FVA 24.500 EUR 81.42 24.500 EUR

66800000 UITZONDERLIJKE KOSTEN 1.945.919 EUR 12.11 1.945.919 EUR

70001100 VORDERING VAKANTIEGELD WERKINGSUITKERING -583.131 EUR 16.11 -583.131 EUR

70001200 WERKINGSUITKERING : BASISTOELAGE -312.462.067 EUR 46.10 -312.462.067 EUR

70001300 WERKINGSUITKERING : WERKGEVERSBIJDRAGE -18.420.432 EUR 46.10 -18.420.432 EUR

70001400 WERKINGSUITKERING : SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING -2.028.416 EUR 46.10 -2.028.416 EUR

70001702 WERKINGSUITKERING : AANVULLENDE ONDERZOEKSMIDDELEN -22.042.614 EUR 46.10 -22.042.614 EUR

70001703 WERKINGSUITKERING : BRUSSEL-MIDDELEN -1.278.523 EUR 46.10 -1.278.523 EUR

70001704 WERKINGSUITKERING : VORMINGSFONDS -180.494 EUR 46.10 -180.494 EUR

70012000 OPLEIDINGSKOSTEN DGD (KULC) -1.291.911 EUR 49.40 -1.291.911 EUR

70013000 SOCIALE TOELAGE DGD (STVZ) -182.753 EUR 49.40 -182.753 EUR

70021000 INVESTERINGSUITKERING ARTIKEL 140 -11.121.504 EUR 66.11 -11.121.504 EUR

70021001 INVESTERINGSUITKERING GEINTEGREERDE OPLEIDINGEN -603.662 EUR 66.11 -603.662 EUR

70031000 TOELAGE SOCIALE VOORZIENINGEN STUDENTEN ART.140BIS -9.133.947 EUR 46.10 -9.133.947 EUR

70031100 VORDERING VAKANTIEGELD SOCIALE SECTOR -71.319 EUR 16.11 -71.319 EUR

70101100 BOF : BOF BASISTOELAGE -52.807.900 EUR 46.10 -52.807.900 EUR

70101400 BOF : TENURE TRACK -3.753.900 EUR 46.10 -3.753.900 EUR

70102000 BOF : METHUSALEM -7.441.500 EUR 46.10 -7.441.500 EUR

70110100 IUAP -6.815.245 EUR 49.40 -6.815.245 EUR

70120100 FWO -50.765.324 EUR 46.70 -50.765.324 EUR

70130100 IWT BENCH FEE -903.949 EUR 46.40 -903.949 EUR

70200100 FEDERALE OVERHEID EXCL. IUAP -6.915.331 EUR 49.40 -4.819.900 EUR

70200100 FEDERALE OVERHEID EXCL. IUAP 0 EUR 46.10 -2.095.431 EUR

70210100 MINISTERIE VLAAMSE GEMEENSCHAP -13.595.072 EUR 46.10 -13.595.072 EUR

70211100 IWT -25.854.655 EUR 46.40 -25.854.655 EUR

70212100 INDUSTRIEEL ONDERZOEKSFONDS -12.245.381 EUR 46.10 -12.245.381 EUR

70213100 ANDERE VLAAMSE INTERMEDIAIRE ORGANISATIES -11.468.166 EUR 46.10 -11.468.166 EUR

70214100 VLAAMSE GEMEENSCHAP - ANDERE -420.422 EUR 46.10 -420.422 EUR

70214200 IMPULSFINANCIERING ZWARE APPARATUUR -8.743.991 EUR 46.10 -8.743.991 EUR

70214210 FWO ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR -1.649.870 EUR 46.70 -1.649.870 EUR

70221000 STEDEN & PROVINCIES -1.472.543 EUR 48.11 -1.472.543 EUR

70230100 EU - ONDERZOEKSCONTRACTEN -49.108.344 EUR 39.20 -49.108.344 EUR

70231100 INTERNATIONALE INSTELLINGEN - ONDERZOEKSCONTRACTEN -3.883.947 EUR 39.20 -3.883.947 EUR

70232100 ANDERE BUITENLANDSE OVERHEDEN-ONDERZOEKSCONTRACTEN -14 EUR 39.20 -14 EUR

70249000 ANDERE OVERHEIDSBIJDRAGEN VOOR ONDERZOEK -202.020 EUR 49.35 -202.020 EUR

70300100 EU - CONTRACTONDERZOEK -250.461 EUR 16.13 -250.461 EUR

70300310 NON PROFIT ORG. - CONTR.ONDERZOEK - ASSOCIATIE KUL -16.666 EUR 16.11 -16.666 EUR

70300390 NON PROFIT ORG. - CONTR. ONDERZOEK - BNL -10.797.999 EUR 16.11 -10.797.999 EUR

70300490 NON PROFIT ORG. - CONTR. ONDERZOEK - BTL - ANDERE -7.044.578 EUR 16.13 -7.044.578 EUR

70300500 TENDER BINNENLAND -2.817.709 EUR 46.10 -2.817.709 EUR

70300510 TENDER BUITENLAND -1.694.960 EUR 16.13 -1.694.960 EUR

70301010 VENN.-CONTR.ONDERZ.(EXCL.KLINISCHE TRIALS) - BNL -11.236.932 EUR 16.11 -11.236.932 EUR

70301020 VENN.-CONTR.ONDERZ.(EXCL.KLINISCHE TRIALS) - BTL -13.848.900 EUR 16.11 -13.848.900 EUR

199


70301030 VENN.-CONTR.ONDERZ.-LEERSTOEL - BNL -2.394.248 EUR 16.11 -2.394.248 EUR

70301040 VENN.-CONTR.ONDERZ.-LEERSTOEL - BTL -347.500 EUR 16.13 -347.500 EUR

70301210 VENN.-CONTR.ONDERZ. - KLINISCHE TRIALS - 1&2 - BNL -2.015.381 EUR 16.11 -2.015.381 EUR

70301220 VENN.-CONTR.ONDERZ. - KLINISCHE TRIALS - 1&2 - BTL -793.655 EUR 16.11 -793.655 EUR

70301310 VENN.-CONTR.ONDERZ. - KLINISCHE TRIALS - 3&4 - BNL -184.159 EUR 16.11 -184.159 EUR

70301320 VENN.-CONTR.ONDERZ. - KLINISCHE TRIALS - 3&4 - BTL -135.958 EUR 16.11 -135.958 EUR

70311000 PRIVESECTOR - CONTRACTONDERZOEK MET IWT STEUN -11.925.865 EUR 16.11 -11.925.865 EUR

70311010 PRIVESECTOR - NON PROFIT-CONTR. MET IWT STEUN -1.767.674 EUR 16.11 -1.767.674 EUR

70321000 WETENSCH. DIENSTVERL. - GERECHTELIJKE EXPERTISES -538.451 EUR 16.11 -538.451 EUR

70322000 WETENSCH. DIENSTVERL. - VOORDRACHTEN & LEZINGEN -167.318 EUR 16.11 -167.318 EUR

70322100 VOORDRACHTEN & LEZINGEN : REIS-& VERBLIJFKOSTEN -71.244 EUR 16.11 -71.244 EUR

70325000 VENN. - WETENSCH. DIENSTVERL. ZONDER CONTRACT-BNL -1.395.567 EUR 16.11 -1.395.567 EUR

70326000 NON PROFIT ORG. - WTNSCH. DVL ZNDR CNTRCT - BNL -1.902.694 EUR 16.11 -1.902.694 EUR

70327000 VENN. - WTNSCH DIENSTVERL. ZONDER CONTRACT - BTL -460.770 EUR 16.11 -460.770 EUR

70328000 NON PROFIT ORG. - WTNSCH. DVL ZNDR CNTRCT - BTL -542.747 EUR 16.11 -542.747 EUR

70329000 ANDERE WETENSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING -197.821 EUR 16.11 -197.821 EUR

70331000 RECHTEN - ROYALTIES - LICENTIES -122.619.588 EUR 16.11 -122.619.588 EUR

70401000 STUDIEGELDEN -34.845.896 EUR 16.12 -34.845.896 EUR

70411000 BIJDRAGE BEKWAAMHEIDSONDERZOEK EVC (ART 68) -995 EUR 16.12 -995 EUR

70412000 INSCHRIJVINGSGELD CONGRESSEN -2.625.789 EUR 16.12 -2.625.789 EUR

70413000 INSCHRIJVINGSGELD ANDERE PERMANENTE VORMING -5.661.651 EUR 16.12 -5.661.651 EUR

70421100 VERHURING STUDENTENKAMERS SOCIALE SECTOR -7.473.703 EUR 16.12 -7.473.703 EUR

70421200 VERHURING STUDIO'S/APPARTEMENTEN SOCIALE SECTOR -1.500.065 EUR 16.12 -1.500.065 EUR

70421300 INSCHRIJVINGSRECHTEN VERHURING SOCIALE SECTOR -280.959 EUR 16.12 -280.959 EUR

70421900 ANDERE VERHURING SOCIALE SECTOR -354.834 EUR 16.12 -354.834 EUR

70441000 VERKOOP BOEKEN & CURSUSSEN AAN STUDENTEN -193.758 EUR 16.12 -193.758 EUR

70451100 ONDERWIJSTOELAGEN - BNL -2.802.666 EUR 16.11 -2.802.666 EUR

70451100 ONDERWIJSTOELAGEN - BNL - ELIMINATIE 10.000 EUR 16.11 10.000 EUR

70451200 ONDERWIJSTOELAGEN - EU -6.393.276 EUR 16.13 -6.393.276 EUR

70451900 ONDERWIJSTOELAGEN - ANDERE -441.359 EUR 16.11 -441.359 EUR

70452000 OPLEIDING BIJ DERDEN -391.927 EUR 16.12 -391.927 EUR

70453000 VERKOOP PUBLICATIES & ABONNEMENTEN -169.051 EUR 16.12 -169.051 EUR

70454000 AUTEURSRECHTEN -133.596 EUR 16.11 -133.596 EUR

70455000 WETENSCHAPPELIJKE PRIJZEN -134.340 EUR 16.11 -134.340 EUR

70456000 VERKOOP PROEFDIEREN -1.397.676 EUR 16.11 -1.397.676 EUR

70457000 SUBSIDIES - PERMANENTE VORMING -217.680 EUR 16.11 -217.680 EUR

70457100 SPONSORING - LEERSTOELEN NIET ONDERZOEK -65.000 EUR 16.11 -65.000 EUR

70457110 SPONSORING - LUF -560.587 EUR 16.11 -560.587 EUR

70457120 SPONSORING - PERMANENTE VORMING -475.151 EUR 16.11 -475.151 EUR

70457121 SPONSORING - ANDERE -689.514 EUR 16.11 -689.514 EUR

70457200 SUBSIDIES-ERFGOED -27.500 EUR 16.11 -27.500 EUR

70458000 ZAP - STIMULERINGSFONDSEN FEDERALE OVERHEID -420.609 EUR 49.40 -420.609 EUR

70458010 AAP - STIMULERINGSFONDSEN FEDERALE OVERHEID -17.434.778 EUR 49.40 -17.434.778 EUR

70458020 ATP - STIMULERINGSFONDSEN FEDERALE OVERHEID -68.300 EUR 49.40 -68.300 EUR

70458100 ZAP - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE -297.782 EUR 49.40 -297.782 EUR

70458110 AAP - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE -263.940 EUR 49.40 -263.940 EUR

70458120 ATP - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE -334.825 EUR 49.40 -334.825 EUR

70458130 GTP - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE -7.042 EUR 49.40 -7.042 EUR

70458151 JOB - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE -5.664 EUR 49.40 -5.664 EUR

70458161 BVR - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE -134.193 EUR 49.40 -134.193 EUR

70458190 BOR - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE -22.684 EUR 49.40 -22.684 EUR

70458220 ATP - VRIJSTELLING BV OVERUREN -44.504 EUR 49.40 -44.504 EUR

70459000 ANDERE OPBR. ONDERWIJS & DIENSTVERLENING -1.810.615 EUR 16.11 -1.810.615 EUR

71011000 IUAP - MATCHING -841.121 EUR 16.11 -841.121 EUR

71012000 FWO - MATCHING -347.632 EUR 16.11 -347.632 EUR

71013000 IWT BENCH FEE - MATCHING -277.899 EUR 16.11 -277.899 EUR

71020000 FEDERALE OVERHEID EXCLUSIEF IUAP - MATCHING -470.191 EUR 16.11 -470.191 EUR

71021000 MINISTERIE VLAAMSE GEMEENSCHAP - MATCHING 1.169.192 EUR 16.11 1.169.192 EUR

71021100 IWT - MATCHING 186.926 EUR 16.11 186.926 EUR

200


71021300 AND. VLAAMSE INTERMED. ORGANISATIES - MATCHING 136.995 EUR 16.11 136.995 EUR

71021400 ANDERE BIJDRAGEN VL. GEMEENSCHAP - MATCHING -5.199.229 EUR 16.11 -5.199.229 EUR

71021421 FWO ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR - MATCHING -1.874.398 EUR 16.11 -1.874.398 EUR

71022000 STEDEN & PROVINCIES - MATCHING -3.368 EUR 16.11 -3.368 EUR

71023000 EU - ONDERZOEKSCONTRACTEN - MATCHING 5.221.494 EUR 16.11 5.221.494 EUR

71023100 INTERNATION. INSTELL. - ONDERZ.CONTR. - MATCHING 218.143 EUR 16.11 218.143 EUR

71023200 ANDERE BUITENL. OVERHDN. - ONDERZ.CONTR - MATCHING -42.758 EUR 16.11 -42.758 EUR

71024000 AND. OVERH.BIJDR. TOEGEP.WTNSCH.ONDERZ. - MATCHING 66.372 EUR 16.11 66.372 EUR

71030000 NON PROFIT ORG. - CONTRACTONDERZ - MATCHING -1.679.957 EUR 16.11 -1.679.957 EUR

71030100 VENN.-CONTRACTONDERZOEK-MATCHING 606.910 EUR 16.11 606.910 EUR

71031000 PRIVESECTOR CONTR.ONDERZ. MET IWT STEUN - MATCHING 405.259 EUR 16.11 405.259 EUR

73100000 GIFTEN MET ATTEST -5.943.809 EUR 38.10 -5.943.809 EUR

73200000 GIFTEN MET ATTEST - LEERSTOELEN -2.707.050 EUR 38.10 -2.707.050 EUR

73200001 GIFTEN ZONDER ATTEST - LEERSTOELEN -244.152 EUR 38.10 -244.152 EUR

73200100 GIFTEN MET ATTEST - FONDSEN -1.268.110 EUR 38.10 -1.268.110 EUR

73300000 GIFTEN ZONDER ATTEST -1.609.981 EUR 38.10 -1.609.981 EUR

73400000 LEGATEN -2.860.827 EUR 38.50 -2.860.827 EUR

73400001 LEGATEN - ONDERZOEK 1.504.000 EUR 38.50 1.504.000 EUR

74010000 ANDERE SUBSIDIES VOOR ONROERENDE INVESTERINGEN -2.157.414 EUR 38.10 -2.157.414 EUR

74030000 SUBSIDIES VLAAMSE GEMEENSCHAP ARCHIEFDECREET -2.110.079 EUR 46.10 -2.110.079 EUR

74090000 SUBSIDIES - ANDERE -1.493.137 EUR 38.10 -1.493.137 EUR

74103000 MW+ OP COURANTE REALISATIE UITRUSTING -53.804 EUR 77.20 -144.288 EUR

74104010 MW+ OP COURANTE REALISATIE ROLLEND MATERIEEL -3.047 EUR 77.10 -20.000 EUR

74210000 MEERWAARDEN OP DE REALISATIE V HANDELSVORDERINGEN -24.301 EUR 57.20 -24.301 EUR

74320000 EXPLOITATIE TERREINEN -51.115 EUR 28.30 -51.115 EUR

74331000 VERHURING GEBOUWEN NIET SOCIALE SECTOR -1.980.628 EUR 16.12 -1.980.628 EUR

74332000 VERHURING STUDENTENKAMERS NIET SOCIALE SECTOR -6.696.628 EUR 16.12 -6.696.628 EUR

74333000 VERHURING STUDIO'S/APPARTEMENTEN NIET SOCIALE SECT -1.567.713 EUR 16.12 -1.567.713 EUR

74334000 INSCHRIJVINGSRECHTEN NIET-SOCIALE SECTOR -296.305 EUR 16.12 -296.305 EUR

74336000 INKOMSTEN ROERENDE GOEDEREN EXCL VERKOOP AA -184.508 EUR 16.11 -184.508 EUR

74339000 ANDERE VERHURING NIET SOCIALE SECTOR -243.702 EUR 16.12 -243.702 EUR

74370000 FACILITAIRE DIENSTVERLENING GEBOUWEN & LOKALEN -591.362 EUR 16.11 -591.362 EUR

74380000 (ERF)PACHT, OPSTAL, VRUCHTGEBRUIK, JACHTRECHT -26.085 EUR 28.30 -26.085 EUR

74400300 RECUPERATIE - PRODUCTIEKOSTEN UPL -9.488 EUR 16.11 -9.488 EUR

74500000 INKOMSTEN BIBLIOTHEKEN -296.162 EUR 16.12 -296.162 EUR

74601000 RECUPERATIE - VERZEKERING -22.753 EUR 16.11 -22.753 EUR

74602000 RECUPERATIE - INFORMATICA-INFRASTRUCTUUR -364.878 EUR 16.11 -364.878 EUR

74610000 RECUPERATIE - ENERGIE -12.225 EUR 16.11 -12.225 EUR

74611000 RECUPERATIE - ELEKTRICITEIT -9.593.922 EUR 16.11 -9.593.922 EUR

74612000 RECUPERATIE - GAS -159.379 EUR 16.11 -159.379 EUR

74613000 RECUPERATIE - STOOKOLIE -59.493 EUR 16.11 -59.493 EUR

74614000 RECUPERATIE - WATER -86.751 EUR 16.11 -86.751 EUR

74620000 RECUPERATIE - TELEFOON/TELEKAARTEN -26.425 EUR 16.11 -26.425 EUR

74630000 RECUPERATIE - FOTOKOPIES -452.057 EUR 16.11 -452.057 EUR

74640000 RECUPERATIE - REISKOSTEN -10.345 EUR 16.11 -10.345 EUR

74640001 DOORREKENING REISKOSTEN ZONDER BTW OF OVERHEAD -18.774 EUR 16.12 -18.774 EUR

74641000 RECUPERATIE - OCTROOIKOSTEN -224.317 EUR 16.12 -224.317 EUR

74651000 RECUPERATIE - PERSONEELSKOSTEN - GEHANDIC.FONDS -218.922 EUR 16.12 -218.922 EUR

74652000 TOELAGE EDUCTATIEF VERLOF -158.941 EUR 49.40 -158.941 EUR

74653000 RECUPERATIE - PERSONEELSKOSTEN - UZ LEUVEN -3.096.297 EUR 16.11 -3.096.297 EUR

74659000 RECUPERATIE - PERSONEELSKOSTEN - ANDERE -6.995.135 EUR 16.11 -6.995.135 EUR

74660000 RECUPERATIE - VOEDING & DRANK -274.113 EUR 16.12 -274.113 EUR

74670000 RECUPERATIE - POSTZEGELS & AND. VERZENDINGSKOSTEN -148.188 EUR 16.12 -148.188 EUR

74680000 RECUPERATIE - HONORARIA MEDISCH CENTRUM -563.054 EUR 16.12 -563.054 EUR

74691000 RECUPERATIE - NIET PERSONEEL - UZ LEUVEN -1.164.428 EUR 16.11 -1.164.428 EUR

74692000 RECUPERATIE - VISITING SCHOLARS - NIET UZ LEUVEN -65.179 EUR 16.12 -65.179 EUR

74693000 DIVERSE DOORREKENINGEN DOOR TECHNISCHE DIENSTEN -925.712 EUR 16.12 -925.712 EUR

74694000 MAGAZIJN VERKOPEN -638.412 EUR 16.12 -638.412 EUR

74694050 PM VERKOPEN -222.097 EUR 16.12 -222.097 EUR

201


74695000 ASSOCIATIE DIVERSE INTERNE DOORREKENINGEN -4.723.680 EUR 16.12 -4.723.680 EUR

74699000 RECUPERATIE - ANDERE - NIET UZ LEUVEN -1.294.065 EUR 16.12 -1.294.065 EUR

74699001 DOORREKENING DIVERSE KOSTEN ZONDER BTW OF OVERHEAD -22.434 EUR 16.12 -22.434 EUR

74710000 KINDERDAGVERBLIJVEN - RECUPERATIE PERSONEELSKOST -2.651 EUR 16.12 -2.651 EUR

74790000 KINDERDAGVERBLIJVEN-DIVERSE INTERNE DOORREKENINGEN -134.709 EUR 16.12 -134.709 EUR

74900100 VERHALEN KOSTEN T.L.V. VERZEKERINGEN -361.807 EUR 16.12 -361.807 EUR

74900200 SPORTKAARTEN & DEELNAME SPORTACTIVITEITEN -1.021.816 EUR 16.12 -1.021.816 EUR

74900201 STUDENTENBUSPAS -232.320 EUR 16.12 -232.320 EUR

74900300 LIDMAATSCHAPSGELDEN - ANDERE -543.850 EUR 16.12 -543.850 EUR

74900400 RECUP. ADMINISTR. KOSTEN & ADMINISTR. DIENSTVERL. -959.510 EUR 16.12 -959.510 EUR

74900600 SOCIO - CULTURELE ACTIVITEITEN -250.657 EUR 16.12 -250.657 EUR

74900700 DIVERSE RECUPERATIES STUDENTEN -1.331.920 EUR 16.12 -1.331.920 EUR

74900800 RELIGIEUZE ACTIVITEITEN EXCLUSIEF GIFTEN -21.134 EUR 16.12 -21.134 EUR

74900900 DIVERSE ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN -734.877 EUR 16.11 -734.877 EUR

74900900 DIV. AND. BEDR. OPBR KDVB -6.510.426 EUR 16.11 -1.904.046 EUR

74900900 DIV. AND. BEDR. OPBR KDVB_Ministerie 0 EUR 46.10 -4.606.380 EUR

74900900 DIV. AND. BEDR. OPBR ASSOCIATIE -4.757.320 EUR 16.11 -4.757.320 EUR

74900900 DIV. AND. BEDR. OPBR ELIMINATIE 5.007.349 EUR 16.11 5.007.349 EUR

74901100 VERGOEDING RAAD VAN BESTUUR -2.178 EUR 16.12 -2.178 EUR

74902000 RECUPERATIE BTW OP ALGEMENE KOSTEN -3.947.421 EUR 12.11 -3.947.421 EUR

75000000 DIVIDENDEN UIT FVA AANDELEN -158.697 EUR 28.20 -158.697 EUR

75001000 DIVIDENDEN UIT FVA VORDERINGEN -11.712 EUR 28.20 -11.712 EUR

75008000 DIVIDENDEN UIT FVA BORGTOCHTEN -457 EUR 28.20 -457 EUR

75101000 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA - AANDELEN -730 EUR 26.10 -730 EUR

75101200 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA - ANDERE FONDSEN -24.469 EUR 26.10 -24.469 EUR

75102000 OPBRENGSTEN UIT VLOTT. ACTIVA - SCHATKISTCERTIFIC. -83.173 EUR 26.10 -83.173 EUR

75102100 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA - OBLIGATIES -8.478.985 EUR 26.10 -8.478.985 EUR

75103000 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA - TERMIJNREKENING -70.621 EUR 26.10 -70.621 EUR

75103001 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA -LIQUIDE MIDDELEN -204.329 EUR 26.10 -204.329 EUR

75109999 OPBR UIT VL. ACTIVA - DOORSTORTING (VG VOOR DERDE) 4.308 EUR 26.10 4.308 EUR

75201200 MEERWAARDE BIJ DE REALISATIE VAN ANDERE FONDSEN -3.266.101 EUR 86.10 -3.266.101 EUR

75240000 OPBR. LIQ. MIDDELEN KDVB -516 EUR 26.10 -516 EUR

75450000 GEREALISEERD POSITIEF WISSELRESULTAAT -1.247.485 EUR 26.10 -1.247.485 EUR

75610000 ONTVANGEN INTEREST OP UITGEG. LENINGEN > 1 JAAR -71.749 EUR 26.10 -71.749 EUR

75610001 ONTVANGEN INTEREST OP UITGEG. LENINGEN < OF = 1 J 1.749 EUR 26.10 1.749 EUR

75700000 INBRENG IN NATURA IN SPIN-OFF BEDRIJVEN -1.265.284 EUR 02.99 -1.265.284 EUR

75970000 AFRONDINGSVERSCHILLEN -149 EUR 26.10 -149 EUR

75990000 DIVERSE ANDERE FINANCIËLE OPBRENGSTEN -418.540 EUR 26.10 -418.540 EUR

76101000 TERUGNAME WAARDEVERMINDERING OP FVA -2.620.879 EUR 02.99 -2.620.879 EUR

76302020 MW+ OP UITZONDERLIJKE REALISATIE VAN BEB.TERREINEN -119.532 EUR 76.12 -119.532 EUR

76310000 MW+ OP UITZONDERLIJKE REALISATIE VAN FVA AANDELEN 2.087.025 EUR 86.10 -227.192 EUR

76900000 UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN -1.945.919 EUR 38.10 -1.945.919 EUR

80604001 ERELONEN AA 46.423 EUR 02.99 46.423 EUR

80604004 DAKWERKEN AA 85.122 EUR 02.99 85.122 EUR

80604005 BUITENSCHRIJNWERK & TOEBEHOREN AA 52.061 EUR 02.99 52.061 EUR

80604007 ELEKTRICITEIT AA 51.548 EUR 02.99 51.548 EUR

80604009 VERWARMING, VENTILATIE EN KOELING 91.562 EUR 02.99 91.562 EUR

80604010 FLUIDA EN SANITAIR AA 82 EUR 02.99 82 EUR

80604012 ZACHTE VLOEREN AA 18.601 EUR 02.99 18.601 EUR

80604014 PLEISTERWERKEN AA 12.940 EUR 02.99 12.940 EUR

80604015 BINNENSCHRIJNWERK AA 248 EUR 02.99 248 EUR

80604016 SCHILDERWERKEN AA 19.733 EUR 02.99 19.733 EUR

80604018 BUITENAANLEG EXCL. BEPLANTINGSWERKEN AA 581.989 EUR 02.99 581.989 EUR

80610000 UITRUSTING AA 231 EUR 02.99 231 EUR

80620000 MEUBILAIR AA 1.000 EUR 02.99 1.000 EUR

81000010 HUUR TERREINEN EN GEBOUWEN 770.794 EUR 02.99 770.794 EUR

81001010 DIVERSE DOORREKENINGEN DOOR TECHNISCHE DIENSTEN 9.936.877 EUR 02.99 9.936.877 EUR

81008000 VOORBEREIDENDE WERKEN 22.412 EUR 02.99 22.412 EUR

81008300 GROOT ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN 451.412 EUR 02.99 451.412 EUR

202


81009500 FACILITAIRE DIENSTEN 117.649 EUR 02.99 117.649 EUR

81060000 MAGAZIJNAANKOPEN CMA 537.198 EUR 02.99 537.198 EUR

81060001 MAGAZIJNAANKOPEN PCS 507.057 EUR 02.99 507.057 EUR

81060002 MAGAZIJNAANKOPEN CASP 35.754 EUR 02.99 35.754 EUR

81060003 MAGAZIJNAANKOPEN CDE 77.895 EUR 02.99 77.895 EUR

81060004 MAGAZIJNAANKOPEN UPL 65.894 EUR 02.99 65.894 EUR

81061000 AANKOPEN PM 7.233.686 EUR 02.99 7.233.686 EUR

81100010 UITGAVEN ROERENDE GOEDEREN. EXCL. AANKOOP AA 18.435 EUR 02.99 18.435 EUR

81140010 INFORMATICA-INFRASTRUCTUUR 2.724.695 EUR 02.99 2.724.695 EUR

81170010 KLEINE UITRUSTING 352.485 EUR 02.99 352.485 EUR

81201001 LEVERINGEN - WATER 978.730 EUR 02.99 978.730 EUR

81201002 LEVERINGEN - GAS 2.076.024 EUR 02.99 2.076.024 EUR

81201003 LEVERINGEN - ELEKTRICITEIT 7.520.971 EUR 02.99 7.520.971 EUR

81201004 LEVERINGEN - STOOKOLIE 71.250 EUR 02.99 71.250 EUR

81201008 LEVERINGEN - ONDERZOEKS- & LABOMATERIAAL 1.171.769 EUR 02.99 1.171.769 EUR

81210000 KOSTEN M.B.T. PROEFDIEREN 5.320.050 EUR 02.99 5.320.050 EUR

81300100 STUDIEGELDEN + STUDIEBEURZEN 335.200 EUR 02.99 335.200 EUR

81300200 DIVERSE KOSTEN 13.036.628 EUR 02.99 13.036.628 EUR

81300400 AUTEURSRECHTEN 9.775 EUR 02.99 9.775 EUR

81310200 OCTROOIKOSTEN 360.363 EUR 02.99 360.363 EUR

81310400 WETENSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 3.753.304 EUR 02.99 3.753.304 EUR

81313000 ADMINISTRATIEKOSTEN + ADMINISTR. DIENSTVERLENING 2.726.300 EUR 02.99 2.726.300 EUR

81315000 OPLEIDING - SEMINARIES - CONFERENTIES 1.437.117 EUR 02.99 1.437.117 EUR

81316000 DIVERSE DOORREKENINGEN DOOR VGM 2.061 EUR 02.99 2.061 EUR

81320000 BOEKEN - TIJDSCHR. - KRANTEN - LIDMAATSCH. BIJDR. 446.031 EUR 02.99 446.031 EUR

81331000 DIVERSE DOORREKENINGEN DOOR PERSONEELSDIENST 47.575 EUR 02.99 47.575 EUR

81332000 SUBSIDIES - GIFTEN 1.361.446 EUR 02.99 1.361.446 EUR

81360000 WAARBORGEN 5.123 EUR 02.99 5.123 EUR

81370000 TELEFOON - GSM & FAX 35.870 EUR 02.99 35.870 EUR

81372000 VERZENDINGS- & FRANKEERKOSTEN POST 997.870 EUR 02.99 997.870 EUR

81380000 DRUKWERK & ADVERTENTIES 411.364 EUR 02.99 411.364 EUR

81382000 CATERING & RESTAURANT 78.885 EUR 02.99 78.885 EUR

81406000 BELASTINGEN EN TAKSEN 257.489 EUR 02.99 257.489 EUR

81430000 VERZEKERINGEN 523.551 EUR 02.99 523.551 EUR

81500000 REIS- & VERBLIJFKOSTEN 227.847 EUR 02.99 227.847 EUR

81711000 DOORREKENING PERSONEELSKOSTEN 3.693.174 EUR 02.99 3.693.174 EUR

81800000 OVERIGE BIJDRAGEN 522.318 EUR 02.99 522.318 EUR

82060621 TUSSENKOMST WOON-WERKVERKEER 2WD 487.126 EUR 02.99 487.126 EUR

84001002 OVERSCHRIJVING VAN AFDELING 1 NAAR 2 4.195.541 EUR 02.99 4.195.541 EUR

84001041 OVERSCHRIJVING VAN AFDELING 1 NAAR 4.1 5.632.822 EUR 02.99 5.632.822 EUR

84004101 OVERSCHRIJVING VAN AFDELING 4.1 NAAR 1 18.251.424 EUR 02.99 18.251.424 EUR






84005042 OVERSCH AFD 5 N 4.2 ASSOCIATIE 7.386 EUR 02.99 7.386 EUR

85000001 INTRESTEN INTERNE LENING 2.795.307 EUR 02.99 2.795.307 EUR

85630000 DIVERSE DOORREKENINGEN INTRESTEN LRD 4.000.000 EUR 02.99 4.000.000 EUR

85720000 KAPITAALAFLOSSING INTERNE LENING 2.600.908 EUR 02.99 2.600.908 EUR

92060621 TUSSENKOMST WOON-WERKVERKEER 2WD -487.126 EUR 02.99 -487.126 EUR

94001002 OVERSCHRIJVING VAN AFDELING 1 NAAR 2 -4.195.541 EUR 02.99 -4.195.541 EUR

94001041 OVERSCHRIJVING VAN AFDELING 1 NAAR 4.1 -5.632.822 EUR 02.99 -5.632.822 EUR

94004101 OVERSCHRIJVING VAN AFDELING 4.1 NAAR 1 -18.251.424 EUR 02.99 -18.251.424 EUR






203


94005042 OVERSCH AFD 5 N 4.2 ELIMINATIE -7.386 EUR 02.99 -7.386 EUR

95010001 BOF - OVERHEAD 595.320 EUR 02.99 595.320 EUR

95010002 BOF - OVERHEAD - CENTRAAL -595.320 EUR 02.99 -595.320 EUR

95011001 IUAP - OVERHEAD 324.260 EUR 02.99 324.260 EUR

95011002 IUAP - OVERHEAD - CENTRAAL -324.260 EUR 02.99 -324.260 EUR

95012001 FWO - OVERHEAD 1.321.344 EUR 02.99 1.321.344 EUR

95012002 FWO - OVERHEAD - CENTRAAL -1.317.430 EUR 02.99 -1.317.430 EUR

95012003 FWO - OVERHEAD - DECENTRAAL -3.914 EUR 02.99 -3.914 EUR

95020001 FEDERALE OVERHEID EXCL. IUAP - OVERHEAD 383.117 EUR 02.99 383.117 EUR

95020002 FEDERALE OVERHEID EXCL. IUAP - OVERHEAD - CENTR -383.117 EUR 02.99 -383.117 EUR

95021001 MINISTERIE VLAAMSE GEMEENSCHAP - OVERHEAD 886.045 EUR 02.99 886.045 EUR

95021002 MINISTERIE VLAAMSE GEMEENSCHAP - OVERHEAD - CENTR. -880.921 EUR 02.99 -880.921 EUR

95021003 MINISTERIE VLAAMSE GEMEENSCHAP - OVERHEAD - DECENT -5.124 EUR 02.99 -5.124 EUR

95021101 IWT - OVERHEAD 4.617.083 EUR 02.99 4.617.083 EUR

95021102 IWT - OVERHEAD - CENTRAAL -2.584.707 EUR 02.99 -2.584.707 EUR

95021103 IWT - OVERHEAD - DECENTRAAL -2.032.377 EUR 02.99 -2.032.377 EUR

95021301 ANDERE VLAAMSE INTERMEDIAIRE ORGANISATIES - OVERH 3.501.072 EUR 02.99 3.501.072 EUR

95021302 ANDERE VLAAMSE INTERMEDIAIRE ORGANIS - OVH - CENTR -3.087.748 EUR 02.99 -3.087.748 EUR

95021303 ANDERE VLAAMSE INTERMEDIAIRE ORGANIS-OVERH-DECENTR -413.324 EUR 02.99 -413.324 EUR

95021401 ANDERE BIJDRAGEN VL GEMEENSCH - OVERH 123.138 EUR 02.99 123.138 EUR

95021402 ANDERE BIJDRAGEN VL GEMEENSCH - OVERH - CENTR -122.167 EUR 02.99 -122.167 EUR

95021403 ANDERE BIJDRAGEN VL GEMEENSCH - OVERH - DECENTR -971 EUR 02.99 -971 EUR

95022001 STEDEN & PROVINCIES - OVERHEAD 150.238 EUR 02.99 150.238 EUR

95022002 STEDEN & PROVINCIES - OVERHEAD - CENTR -118.471 EUR 02.99 -118.471 EUR

95022003 STEDEN & PROVINCIES - OVERHEAD - DECENTR -31.767 EUR 02.99 -31.767 EUR

95023001 EU - ONDERZOEKSCONTRACTEN - OVERHEAD 8.720.150 EUR 02.99 8.720.150 EUR

95023002 EU - ONDERZOEKSCONTRACTEN - OVERHEAD - CENTR -6.175.948 EUR 02.99 -6.175.948 EUR

95023003 EU - ONDERZOEKSCONTRACTEN - OVERHEAD - DECENTR -2.544.201 EUR 02.99 -2.544.201 EUR

95023101 INTERNATIONALE INSTELLINGEN - ONDERZ.CONTR.-OVERH. 159.737 EUR 02.99 159.737 EUR

95023102 INTERNATIONALE INSTELL. - ONDERZCONTR-OVERH-CENTR. -157.805 EUR 02.99 -157.805 EUR

95023103 INTERNATION. INSTELL. - ONDERZCONTR-OVERH-DECENTR. -1.932 EUR 02.99 -1.932 EUR

95023201 ANDERE BTL OVERHDN - ONDERZCONTR - OVERHEAD 11.690 EUR 02.99 11.690 EUR

95023202 ANDERE BTL OVERHDN - ONDERZCONTR - OVERHEAD-CENTR -7.825 EUR 02.99 -7.825 EUR

95023203 ANDERE BTL OVERHDN -ONDERZCONTR-OVERHEAD-DECENTR -3.865 EUR 02.99 -3.865 EUR

95024001 AND.OVERH.BIJDR.TOEG.WTNSCH.ONDERZ - OVERHEAD 17.147 EUR 02.99 17.147 EUR

95024002 AND.OVERH.BIJDR.TOEG.WTNSCH.ONDERZ - OVERH - CENTR -17.147 EUR 02.99 -17.147 EUR

95030001 NON PROFIT ORGANIS. - CONTR.ONDERZ. - OVERHEAD 1.784.357 EUR 02.99 1.784.357 EUR

95030002 NON PROFIT ORGANIS. - CONTR.ONDERZ.-OVERHEAD-CENTR -1.769.890 EUR 02.99 -1.769.890 EUR

95030003 NON PROFIT ORGANIS.-CONTR.ONDERZ.-OVERHEAD-DECENTR -14.466 EUR 02.99 -14.466 EUR

95030101 VENN. - CONTR.ONDERZ. (EXCL. KL. TRIALS) - OVERH. 3.376.376 EUR 02.99 3.376.376 EUR

95030102 VENN.-CONTR.ONDERZ. (EXCL. KL. TRIALS)-OVERH-CENTR -3.231.505 EUR 02.99 -3.231.505 EUR

95030103 VENN.-CONTR.ONDERZ.(EXCL. KL. TRIALS)-OVERH-DECENT -144.871 EUR 02.99 -144.871 EUR

95030121 VENN.-CONTR.ONDERZ.-KL.TRIALS1&2-OVERHEAD 399.833 EUR 02.99 399.833 EUR

95030122 VENN.-CONTR.ONDERZ.-KL.TRIALS1&2-OVERHEAD-CENTR -399.833 EUR 02.99 -399.833 EUR

95030131 VENN.-CONTR.ONDERZ.-KL.TRIALS3&4-OVERHEAD 46.513 EUR 02.99 46.513 EUR

95030132 VENN.-CONTR.ONDERZ.-KL.TRIALS3&4-OVERHEAD-CENTR -46.513 EUR 02.99 -46.513 EUR

95031001 PRIVESECTOR CONTR.ONDERZ. MET IWT STEUN-OVERHEAD 2.443.924 EUR 02.99 2.443.924 EUR

95031002 PRIVESECTOR CONTR.ONDERZ. MET IWT ST-OVERH-CENTR -1.401.426 EUR 02.99 -1.401.426 EUR

95031003 PRIVESECTOR CONTR.ONDERZ. MET IWT ST-OVERH-DECENTR -1.042.498 EUR 02.99 -1.042.498 EUR

95032001 WTNSCH DIENSTVERL ZONDER CONTRACT - OVERHEAD 562.629 EUR 02.99 562.629 EUR

95032002 WTNSCH DIENSTVERL ZONDER CONTRACT - OVERHEAD-CENTR -529.562 EUR 02.99 -529.562 EUR

95032003 WTNSCH DIENSTVERL ZONDER CONTRACT-OVERHEAD-DECENTR -33.067 EUR 02.99 -33.067 EUR

95033001 VALORISATIE ONDERZOEKSRESULTATEN - OVERHEAD 8.050.210 EUR 02.99 8.050.210 EUR

95033002 VALORISATIE ONDERZOEKSRESULTATEN - OVERHEAD-CENTR -8.050.210 EUR 02.99 -8.050.210 EUR

95041001 ANDERE INSCHRIJVINGSGELDEN - OVERHEAD 380.436 EUR 02.99 380.436 EUR

95041002 ANDERE INSCHRIJVINGSGELDEN - OVERHEAD - CENTR -99.788 EUR 02.99 -99.788 EUR

95041003 ANDERE INSCHRIJVINGSGELDEN - OVERHEAD - DECENTR -280.648 EUR 02.99 -280.648 EUR

95045001 AND. OPBR. ONDERW.-ONDERZ.-DIENSTVERL.-OVERHEAD 490.500 EUR 02.99 490.500 EUR

95045002 AND. OPBR. ONDERW.-ONDERZ.-DIENSTVERL.-OVERH-CENTR -308.922 EUR 02.99 -308.922 EUR

204


95045003 AND OPBR ONDERW.-ONDERZ.-DIENSTVERL.-OVERH-DECENTR -181.578 EUR 02.99 -181.578 EUR

95300001 GIFTEN-SCHENKINGEN-LEGATEN - OVERHEAD 1.747.134 EUR 02.99 1.747.134 EUR

95300002 GIFTEN-SCHENKINGEN-LEGATEN - OVERHEAD - CENTR -910.602 EUR 02.99 -910.602 EUR

95300003 GIFTEN-SCHENKINGEN-LEGATEN - OVERHEAD - DECENTR -836.532 EUR 02.99 -836.532 EUR

95400001 BEDRIJFSSUBSIDIES & COMPENSERENDE BEDRAGEN - OVERH 7.962 EUR 02.99 7.962 EUR

95400002 BEDRIJFSSUBS. & COMPENS. BEDRAGEN - OVERH - CENTR -8.122 EUR 02.99 -8.122 EUR

95400003 BEDRIJFSSUBS. & COMPENS.BEDRAGEN - OVERH - DECENTR 160 EUR 02.99 160 EUR

95410001 MW+ COURANTE REALIS. VASTE ACTIVA - OVERHEAD 11.842 EUR 02.99 11.842 EUR

95410002 MW+ COURANTE REALIS. VASTE ACTIVA - OVERHEAD-CENTR -10.334 EUR 02.99 -10.334 EUR

95410003 MW+ COURANTE REALIS. VASTE ACTIVA-OVERHEAD-DECENTR -1.507 EUR 02.99 -1.507 EUR

95430001 ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN - OVERHEAD 503.919 EUR 02.99 503.919 EUR

95430002 ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN - OVERHEAD - CENTR -462.430 EUR 02.99 -462.430 EUR

95430003 ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN - OVERHEAD - DECENTR -41.489 EUR 02.99 -41.489 EUR

95500001 FINANCIËLE OPBRENGSTEN - OVH 218.798 EUR 02.99 218.798 EUR

95500002 FINANCIËLE OPBRENGSTEN - OVH - CENTR -218.798 EUR 02.99 -218.798 EUR

98008000 VOORBEREIDENDE WERKEN -22.412 EUR 02.99 -22.412 EUR

98008300 GROOT ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN -451.412 EUR 02.99 -451.412 EUR

98009500 FACILITAIRE DIENSTEN -98 EUR 02.99 -98 EUR

98032900 WETENSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING -3.753.304 EUR 02.99 -3.753.304 EUR

98040000 STUDIEGELDEN + STUDIEBEURZEN -335.200 EUR 02.99 -335.200 EUR

98041000 PERMANENTE VORMING + OPLEIDING PERSONEEL -1.437.117 EUR 02.99 -1.437.117 EUR

98045000 BENCH FEES -352.420 EUR 02.99 -352.420 EUR

98045300 BOEKEN - TIJDSCHR. - KRANTEN - LIDMAATSCH. BIJDR. -446.031 EUR 02.99 -446.031 EUR

98045400 AUTEURSRECHTEN -9.775 EUR 02.99 -9.775 EUR

98045600 VERKOOP PROEFDIEREN -5.320.050 EUR 02.99 -5.320.050 EUR

98160000 MAGAZIJNVERKOPEN CMA -537.198 EUR 02.99 -537.198 EUR

98160001 MAGAZIJNVERKOPEN PCS -507.057 EUR 02.99 -507.057 EUR

98160002 MAGAZIJNVERKOPEN CASP -35.754 EUR 02.99 -35.754 EUR

98160003 MAGAZIJNVERKOPEN CDE -77.895 EUR 02.99 -77.895 EUR

98160004 MAGAZIJNVERKOPEN UPL -65.894 EUR 02.99 -65.894 EUR

98161000 VERKOPEN PM -7.233.686 EUR 02.99 -7.233.686 EUR

98170010 KLEINE UITRUSTING -65 EUR 02.99 -65 EUR

98300000 SUBSIDIES - GIFTEN -1.361.446 EUR 02.99 -1.361.446 EUR

98380000 DRUKWERK & ADVERTENTIES -4.365 EUR 02.99 -4.365 EUR

98432000 VERHUUR TERREINEN EN GEBOUWEN -770.794 EUR 02.99 -770.794 EUR

98433500 WAARBORGEN -5.123 EUR 02.99 -5.123 EUR

98433600 INKOMSTEN ROERENDE GOEDEREN EXCL. VERKOOP AA -18.435 EUR 02.99 -18.435 EUR

98437000 FACILITAIRE DIENSTVERLENING GEBOUWEN & LOKALEN -117.551 EUR 02.99 -117.551 EUR

98460100 RECUPERATIE VERZEKERINGSPREMIES -523.551 EUR 02.99 -523.551 EUR

98460200 RECUPERATIE INFORMATICA-INFRASTRUCTUUR -2.724.695 EUR 02.99 -2.724.695 EUR

98460300 RECUPERATIE BELASTINGEN EN TAKSEN -257.489 EUR 02.99 -257.489 EUR

98461100 RECUPERATIE - ELEKTRICITEIT -7.520.971 EUR 02.99 -7.520.971 EUR

98461200 RECUPERATIE - GAS -2.076.024 EUR 02.99 -2.076.024 EUR

98461300 RECUPERATIE - STOOKOLIE -71.250 EUR 02.99 -71.250 EUR

98461400 RECUPERATIE - WATER -978.730 EUR 02.99 -978.730 EUR

98462000 RECUPERATIE - TELEFOON / TELEKAARTEN -35.870 EUR 02.99 -35.870 EUR

98463000 RECUPERATIE - FOTOCOPIE -406.999 EUR 02.99 -406.999 EUR

98464000 RECUPERATIE - REISKOSTEN -227.847 EUR 02.99 -227.847 EUR

98464100 RECUPERATIE - OCTROOIKOSTEN -360.363 EUR 02.99 -360.363 EUR

98464200 RECUPERATIE - ONDERZOEKS- & LABOMATERIAAL -1.171.769 EUR 02.99 -1.171.769 EUR

98465900 RECUPERATIE - PERSONEELSKOSTEN -3.693.174 EUR 02.99 -3.693.174 EUR

98466000 RECUPERATIE VOEDING / DRANK -78.885 EUR 02.99 -78.885 EUR

98467000 RECUPERATIE POSTZEGELS & AND. VERZENDINGSKOSTEN -997.870 EUR 02.99 -997.870 EUR

98469700 DIVERSE DOORREKENINGEN DOOR PERSONEELSDIENST -47.575 EUR 02.99 -47.575 EUR

98469800 DIVERSE DOORREKENINGEN DOOR VGM -2.061 EUR 02.99 -2.061 EUR

98469900 DIVERSE DOORREKENINGEN DOOR TECHNISCHE DIENSTEN -9.936.877 EUR 02.99 -9.936.877 EUR

98480000 OVERIGE BIJDRAGEN -522.318 EUR 02.99 -522.318 EUR

98490040 RECUP. ADMIN .KOSTEN + ADMINISTR. DIENSTVERLENING -2.726.300 EUR 02.99 -2.726.300 EUR

98490090 DIVERSE ONTVANGSTEN ANDERE -13.036.628 EUR 02.99 -13.036.628 EUR

205


98561000 INTRESTEN INTERNE LENING -2.795.307 EUR 02.99 -2.795.307 EUR

98562000 KAPITAALAFLOSSING INTERNE LENING -2.600.908 EUR 02.99 -2.600.908 EUR

98563000 DIVERSE DOORREKENINGEN INTRESTEN LRD -4.000.000 EUR 02.99 -4.000.000 EUR

98604001 ERELONEN AA -46.423 EUR 02.99 -46.423 EUR

98604004 DAKWERKEN AA -85.122 EUR 02.99 -85.122 EUR

98604005 BUITENSCHRIJNWERK & TOEBEHOREN AA -52.061 EUR 02.99 -52.061 EUR

98604007 ELEKTRICITEIT AA -51.548 EUR 02.99 -51.548 EUR

98604009 VERWARMING, VENTILATIE EN KOELING -91.562 EUR 02.99 -91.562 EUR

98604010 FLUIDA EN SANITAIR AA -82 EUR 02.99 -82 EUR

98604012 ZACHTE VLOEREN AA -18.601 EUR 02.99 -18.601 EUR

98604014 PLEISTERWERKEN AA -12.940 EUR 02.99 -12.940 EUR

98604015 BINNENSCHRIJNWERK AA -248 EUR 02.99 -248 EUR

98604016 SCHILDERWERKEN AA -19.733 EUR 02.99 -19.733 EUR

98604018 BUITENAANLEG EXCL. BEPLANTINGSWERKEN AA -581.989 EUR 02.99 -581.989 EUR

98610000 UITRUSTING AA -231 EUR 02.99 -231 EUR

98620000 MEUBILAIR AA -1.000 EUR 02.99 -1.000 EUR

206

C. VERKLARING VAN DE BEDRIJFSREVISOR

SINGLE AUDIT VERSLAG VAN DE BEDRIJFSREVISOR AAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE BOEKHOUDKUNDIGE ENTITEIT KU LEUVEN OVER DE JAARLIJKSE ESR-RAPPORTERING BETREFFENDE HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2016 CONFORM ARTIKEL 7 VAN HET BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 9 OKTOBER 2015

Overeenkomstig artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015, hebben wij de jaarlijkse ESR-rapportering betreffende het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 gecontroleerd. De budgettaire rapportering is door de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven opgesteld volgens het Europees Systeem van Rekeningen 2010 (ESR 2010), zoals uitgewerkt in de Handleiding over de Boekhoudregels, in de versie die van toepassing is op het gecontroleerde boekjaar, zoals opgesteld door het Departement Financiën en Begroting, afdeling Jaarrekening en Certifiëring, in uitvoering van de principes beschreven in de Europese verordening betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen 2010 (ESR 2010) en in het Handboek van het Instituut voor de Nationale Rekeningen.

Verslag over de jaarlijkse ESR-rapportering -oordeel zonder voorbehoud

Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor de ESR-rapportering

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de opmaak van de budgettaire rapportering volgens het rapporteringssjabloon zoals vervat in de Handleiding over de Boekhoudregels, in de versie die van toepassing is op het gecontroleerde boekjaar, opgesteld door het Departement Financiën en Begroting, afdeling Jaarrekening en Certifiëring, ("ESR-rapportering"), hierin begrepen de aansluiting van deze rapportering met de Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007. De raad van bestuur is tevens verantwoordelijk voor de boekhoudkundige organisatie zoals voorgeschreven door het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015. De raad van bestuur is eveneens verantwoordelijk voor het implementeren van de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de budgettaire rapportering die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.


Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze ESR-rapportering tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale auditstandaarden ("International Standards on Auditing"- "ISA's") uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij ethische voorschriften naleven alsook de audit plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de vraag of de ESR-rapportering geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de ESR- rapportering opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werk zaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de bedrijfsrevisor, met inbegrip van diens inschatting van de risico's op een afwijking van materieel belang in de ESR-rapportering die het gevolg is van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de bedrijfsrevisor de interne beheersing van de entiteit in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de entiteit van de budgettaire rapportering opgesteld in overeenstemming met de ESR-regels, teneinde controlewerkzaamheden

207

op te zetten die in de gegeven omstandigheden passend zijn, maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen, alsmede het evalueren van de presentatie van de budgettaire rapportering als geheel.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.

Naar ons oordeel is de ESR-rapportering van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven per 31december 2016 in alle van materieel belang zijnde opzichten opgesteld in overeenstemming met het Europees Systeem van Rekeningen 2010 (ESR 2010), zoals uitgewerkt in de Handleiding over de Boekhoudregels, in de versie die van toepassing is op het gecontroleerde boekjaar, zoals opgesteld door het Departement Financiën en Begroting, afdeling Jaarrekening en Certifiëring, in uitvoering van de principes beschreven in de Europese verordening betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen 2010 (ESR 2010) en in het Handboek van het Instituut voor de Nationale Rekeningen. Deze ESR-rapportering sluit op consequente wijze aan bij de andere elementen van de Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007.


De boekhoudkundige entiteit KU Leuven heeft tevens een Jaarrekening conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21december 2007 opgesteld voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016, waarover wij in het eerste deel van deze bundel een afzonderlijk verslag hebben uitgebracht aan de raad van bestuur van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven dd 21 maart 2017.

Diegem, 21 maart 2017

Ernst & Young Bedrijfsrevisoren Bedrijfsrevisor vertegenwoordigd door

17DV0600

208

D. VERSCHILLENANALYSES Verduidelijking bij verschillenanalyse Voorliggend document geeft een korte beschrijving van bijgevoegde verschillenanalyses. Verschillenanalyse 1: "Jaarrekening 2016" versus "Originele begroting 2016" Deze analyse bevat volgende kolommen:

(1) ESR Begroting 2016, zoals goedgekeurd door de RvB van de KU Leuven d.d. 10/11/2015, opgesteld conform ESR2010 en overgemaakt aan AHOVOKS op 15/12/2015.

(2) ESR Jaarrekening 2016, conform ESR2010

De gegevens zullen worden overgemaakt aan AHOVOKS na goedkeuring door de RvB op 21/03/2017.

(3) Verschil tussen ESR Jaarrekening 2016 (kolom (2)) en ESR Begroting 2016 (kolom (1)) met toelichting van de belangrijkste mutaties.

Merk op dat er in de loop van 2016 een aantal wijzigingen optraden in het ESR-sjabloon, die nog niet gekend waren ten tijde van de begrotingsopmaak. Dit betreft onderstaande mutaties:

- Het overgedragen resultaat vorige boekjaren wordt opgenomen als onder ESR code 08.22 / 08.21. Het uitvoeringsresultaat 2015 wordt onder deze code opgenomen als startsaldo (overgedragen) voor 2016;

- ESR code 48.30 “Inkomensoverdrachten van provincies en gemeenten – niet verdeeld” wordt toegewezen aan respectievelijk ESR code 48.11 “Inkomensoverdrachten van provincies” en ESR code 48.21 “Inkomensoverdrachten van gemeenten”. Code 48.30 houdt op te bestaan;

- ESR code 66.11 “Investeringsbijdragen van de institutionele overheid” bevat de investeringstoelage voor de KU Leuven in strikte zin en de bijkomende investeringstoelagen ingevolge de integratie van de academische hogeschoolopleidingen (de vroegere AGION-middelen). In de ESR Begroting 2016 werden deze middelen opgenomen onder ESR code 46.10 conform de toen geldende richtlijnen hieromtrent;

- In de ESR Begroting 2016 werden de FWO-inkomsten opgenomen onder ESR code 46.40 “Inkomensoverdrachten van administratieve openbare instellingen”. In de Jaarrekening 2016 worden de FWO-inkomsten gerapporteerd onder ESR code 46.70 “Inkomensoverdrachten van andere eenheden van de overheid”.

Verschillenanalyse 2: "Jaarrekening 2016" versus "Prognose 2016" Deze analyse bevat volgende kolommen:

(1) ESR Prognose 2016, zoals goedgekeurd op de RvB van KU Leuven d.d. 15/11/2016, opgesteld conform ESR2010 en overgemaakt aan AHOVOKS op 15/11/2016.

(2) ESR Jaarrekening 2016, conform ESR2010. (3) Verschil tussen ESR Jaarrekening 2016 (kolom (2)) en ESR Prognose 2016 (kolom (1)) met

toelichting van de belangrijkste mutaties. De wijzigingen in het ESR-sjabloon zoals geduid onder “Verschillenanalyse 1” werden reeds verwerkt in de ESR-prognose d.d. 15/11/2016; er werden geen bijkomende wijzigingen doorgevoerd.

209

KU Leuven - ESR rapporteringVerschillenanalyse 1: "Jaarrekening 2016 " versus "Originele begroting 2016 " (dd. 15/11/2015)

(1) (2) (3) = (2) - (1)

ESR B 2016 ESR JR 2016 Verschil Toelichting Verschil

RvB 10/11/2015 RvB 21/03/2017

Code Omschrijving -973.327.299 -1.088.283.386 -114.956.087

08.22 /21 Overgedragen overschot/tekort vorige boekjaren 0 -72.681.277 -72.681.277 Het uitvoeringsresultaat 2015 wordt overgedragen naar 2016.

16.11 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten - aan bedrijven -193.893.760 -220.357.374 -26.463.613De toename betreft hoofdzakelijk de hogere valorisatie onderzoeksresultaten, contractonderzoek vennootschappen en

recuperaties nutsvoorzieningen

16.12 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten - aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen -70.309.390 -78.781.261 -8.471.871De toename betreft hoofdzakelijk de hogere inkomsten uit verhuring en fac. dienstverlening aan derden, overige

bedrijfsopbrengsten, huuropbrengsten sociale sector en andere inschrijvingsgelden.

16.13 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten - aan het buitenland -11.345.563 -15.730.776 -4.385.212De toename betreft hoofdzakelijk de hogere resultaten contractonderzoek non profit organisaties, contractonderzoek

vennootschappen en onderwijstoelagen buitenland

26.10 Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector -9.401.602 -10.594.689 -1.193.087 De toename betreft hoofdzakelijk wisselkoerswinsten.

28.20 Overige opbrengsten uit vermogen - dividenden 0 -170.867 -170.867 immaterieel

28.30 Overige opbrengsten uit vermogen - huurgelden van gronden 0 -77.200 -77.200 immaterieel

38.10 Overige inkomensoverdrachten van bedrijven ten behoeve van de gezinnen -15.631.348 -17.369.573 -1.738.225De toename is te verklaren door hogere giften en uitzonderlijke opbrengsten (FFEU-middelen) deels gecompenseerd door lagere

diverse andere subsidies in het kader van onroerende investeringen.

38.50 Overige inkomensoverdrachten van gezinnen -900.000 -1.356.827 -456.827 immaterieel

39.20 Inkomensoverdrachten van het buitenland - van lidstaten van de EU (overheden) -46.858.516 -52.992.305 -6.133.789 De stijging is hoofdzakelijk te verklaren door de hogere EU-inkomsten.

46.10 Inkomensoverdrachten van de institutionele overheid -500.743.975 -487.652.424 13.091.551

De codes 46.10 en 66.11 moeten tesamen bekeken worden, aangezien in de initiële begroting de investeringsuitkeringen

gerapporteerd werden onder code 46.10 (i.t.t. code 66.10). De impact van indexatie en de overige stijgingen worden meer dan

gecompenseerd door een daling van de inkomsten vanwege de Vlaamse Gemeenschap.

46.40 Inkomensoverdrachten van administratieve openbare instellingen -78.522.299 -26.758.605 51.763.694

46.70 Inkomensoverdrachten van andere eenheden van de overheid -52.415.195 -52.415.195

48.11 Inkomensoverdrachten van provincies-algemene bijdragen -1.472.543 -1.472.543

48.30 Inkomensoverdrachten van provincies en gemeenten - niet verdeeld -544.498 544.498

49.35 Inkomensoverdrachten van de gewesten -140.936 -202.020 -61.084 immaterieel

49.40 Overige inkomensoverdrachten van de federale overheid -43.004.545 -32.303.071 10.701.474 De daling is te wijten aan de lagere inkomsten IUAP, defiscalisatie en IPA-korting (cf. taks shift)

57.20 Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven -1.410 -75.805 -74.395 immaterieel

66.11 Investeringsbijdragen van de institutionele overheid 0 -11.725.167 -11.725.167De codes 46.10 en 66.11 moeten tesamen bekeken worden, aangezien in de initiële begroting de investeringsuitkeringen

gerapporteerd werden onder code 46.10 i.pv. 66.11.

76.11 Verkoop van gronden binnen de overheidssector 0 0

76.12 Verkoop van gronden aan andere sectoren dan de overheidssector 0 -119.532 -119.532 immaterieel

76.31 Verkoop van bestaande gebouwen binnen de overheidssector 0 0

77.10 Verkoop van vervoermateriaal 0 -20.000 -20.000 immaterieel

77.20 Verkoop van overig materieel 0 -144.288 -144.288 immaterieel

86.10 Kredietaflossingen door bedrijven -1.789.458 -5.017.591 -3.228.133De gerealiseerde meerwaarden op verkoop geldbeleggingen en kredietaflossingen diverse leningen door bedrijven worden

voorzichtig geraamd.

87.10 Kredietaflossingen door vzw's ten behoeve van de gezinnen -40.000 -65.000 -25.000 immaterieel

87.20 Kredietaflossingen door gezinnen 0 0

89.15 Kredietaflossingen van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid -200.000 -200.000 0

96.10 Opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan een jaar 0 0

96.70 Opbrengst van leningen inzake financiële leasings 0 0

ESR ontvangsten

"Jaarrekening 2016" versus "Originele begroting 2016"

De codes 46.40 en 46.70 moeten tesamen bekeken worden, aangezien in de initiële begroting FWO werd opgenomen onder code

46.40 i.p.v. 46.70.

De stijging is te verklaren door hogere inkomsten FWO, deels gecompenseerd door lagere inkomsten IWT.

De codes 48.11 en 48.30 moeten tesamen worden bekeken, gelet op het feit dat ESR-code 48.30 niet meer opgenomen wordt in

JR2016. De stijging is te verklaren door hogere inkomsten vanwege provincies.

210

(1) (2) (3) = (2) - (1)


RvB 10/11/2015 RvB 21/03/2017

Uitgaven Omschrijving 938.241.356 932.683.136 -5.558.220

11.11 Lonen en sociale lasten - bezoldiging volgens weddeschalen 414.028.197

11.12 Lonen en sociale lasten - overige bezoldigingselementen 76.360.907

11.20 Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen 92.890.991

11.31 Overige sociale lasten van de werkgever - directe toelagen 0

11.33 Overige sociale lasten van de werkgever - pensioenen en overheidspersoneel 248.465

11.40 Lonen in natura 1.736.235

12.11 Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector 241.844.368 225.183.500 -16.660.869Lagere algemene werkingskosten worden hoofdzakelijk veklaard door lagere investeringen uitrusting, lagere kosten bursalen,

lagere kosten onderzoeksmateriaal en producten en personeelsgerelateerde kosten.

12.12 Huurgelden van gebouwen 2.143.739 4.168.936 2.025.197 Hogere kosten voor huurgelden gebouwen.

12.50 Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector 25.189.716 30.104.041 4.914.325 Dit betreft hoofdzakelijk hogere roerende voorheffing op de gestegen licentie-inkomsten

21.10 Rente op overheidsschuld 631.661 625.290 -6.370 immaterieel

21.40 Rente op commerciële schuld 0 473 473 immaterieel

32.00 Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen 8.214.376 9.168.084 953.708 Voornamelijk hogere giften en liberaliteiten

51.22 Overige kapitaaloverdrachten aan privébedrijven 350.799 257.118 -93.681 immaterieel

52.20 Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's t.b.v. gezinnen 0 0

61.11 Investeringsbijdragen aan de institutionele overheid 89.081 92.337 3.256 immaterieel

71.11 Aankoop van gronden en gebouwen in het buitenland - binnen de overheidssector 0 0

71.31 Aankoop van bestaande gebouwen - binnen de overheidssector 26.504.958 22.299.060

72.00 Nieuwbouw van gebouwen 18.350.953 5.379.438

74.10 Aankoop van vervoermaterieel 280.623 422.153 141.530 immaterieel

74.22 Verwerving van overig materieel 20.479.560 40.751.559 20.271.999Deze stijging is voornamelijk het gevolg hogere aankopen van uitrusting en een hogere waardering van de ijzeren voorraad

uitrusting en meubilair i.h.k.v. de vijfjaarlijkse prijsherziening conform de waarderingsregels

74.40 Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen 362.346 658.732 296.386 immaterieel

81.12 Kredietverlening aan bedrijven 0 60.459 60.459 immaterieel

81.42 Deelnemingen in privébedrijven 2.325.000 3.911.414 1.586.414De hogere deelnemingen zijn in grote mate het gevolg van kapitaalsverhogingen in bestaande participaties en een bijkomende

participatie

82.00 Kredietverlening aan vzw's ten behoeve van de gezinnen 0 25.000 25.000 immaterieel

83.00 Kredietverleningen aan gezinnen 0 70.721 70.721 immaterieel

85.15 Kredietverleningen aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0

91.10 Aflossingen van de schuld in euro 3.667.420 3.800.275 132.855 immaterieel

91.70 Aflossingen bij financiële leasings 439.752 439.752 0

Saldo (code 03.22 (overschot)

/code 08.22 (tekort))-35.085.944 -155.600.250 -120.514.307

(1) (2) (3) = (2) - (1)


RvB 10/11/2015 RvB 21/03/2017

ESR-ontvangsten 392.031.568 431.768.129 39.736.561

De jaarrekening 2016 bevat hogere inkomsten uit valorisatie, Europese Unie, contractonderzoek vennootschappen en non-profit

organisaties, inschrijvingsgelden, verhuring en fac. dienstverlening aan derden,wisselkoerswinsten en giften, Deze stijgingen

worden deels gecompenseerd door lagere inkomsten IUAP, onderwijstoelagen en het wegvallen van de IPA-korting.

ESR-uitgaven 931.720.103 924.283.178 -7.436.924

De jaarrekening 2016 bevat lagere personeelskosten, lagere algemene werkingskosten, lagere investeringen die deels

gecompenseerd worden door hogere verwerving overig materieel, hogere kosten voor roerende voorheffing en huurgelden

gebouwen.

Vorderingensaldo 539.688.535 492.515.050 -47.173.485

Vlaamse Overheid (46.10, 46.40, 46.70,66.11) 579.266.274 578.551.390 -714.883

Weerslag vorderingensaldo 39.577.739 86.036.340 46.458.601

De codes 71.11, 71.31 en 72.00 dienen samen bekeken te worden en weerspiegelen de uitvoering van de Vijfjarenbegroting

onroerende investeringen FOI en FOIP. -17.177.413

Impact ESR vorderingensaldo Vlaamse Overheid


ESR uitgaven


587.367.003 -2.102.209

Lagere personeelskosten worden verklaard door:

- lagere personeelsvolumes

- de maatregelen in het kader van de federale taks shift

- lagere kosten voor groepsverzekering, hospitalisatieverzekering en overlijdensverzekering;

Deze dalingen worden deels gecompenseerd door

- de indexering van de lonen in juli 2016 die niet voorzien was bij initiële begroting

- hogere kosten voor de uitvindersaandelen en bijwedden.

211

KU Leuven - ESR rapporteringVerschillenanalyse 2: "Jaarrekening 2016" versus "ESR Prognose 2016 " (dd. 15/11/2016)

(1) (2) (3) = (2) - (1)

ESR 2016 C2 ESR JR 2016 Verschil Toelichting Verschil

RvB 15/11/2016 RvB 21/03/2017

Code Omschrijving -1.076.088.026 -1.088.283.386 -12.195.360

08.22 /21 Overgedragen overschot/tekort vorige boekjaren -72.681.277 -72.681.277 0 Het uitvoeringsresultaat 2015 wordt overgedragen naar 2016.

16.11 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten - aan bedrijven -217.372.234 -220.357.374 -2.985.140 De toename betreft hoofdzakelijk de hogere valorisatie onderzoeksresultaten

16.12 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten - aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen -72.078.768 -78.781.261 -6.702.492De toename betreft hoofdzakelijk de hogere inkomsten uit verhuring en fac. dienstverlening aan derden en overige

bedrijfsopbrengsten.

16.13 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten - aan het buitenland -10.752.048 -15.730.776 -4.978.728De toename betreft hoofdzakelijk de hogere resultaten contractonderzoek non profit organisaties, contractonderzoek

vennootschappen en onderwijstoelagen buitenland.

26.10 Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector -9.414.575 -10.594.689 -1.180.113 De toename betreft hoofdzakelijk wisselkoerswinsten.

28.20 Overige opbrengsten uit vermogen - dividenden 0 -170.867 -170.867 immaterieel

28.30 Overige opbrengsten uit vermogen - huurgelden van gronden 0 -77.200 -77.200 immaterieel

38.10 Overige inkomensoverdrachten van bedrijven ten behoeve van de gezinnen -15.057.982 -17.369.573 -2.311.591De toename is te verklaren door hogere giften en uitzonderlijke opbrengsten (FFEU-middelen) gecompenseerd door lagere diverse

andere subsidies in het kader van onroerende investeringen.

38.50 Overige inkomensoverdrachten van gezinnen -2.600.000 -1.356.827 1.243.173 De daling is te verklaren door de lagere inkomsten uit legaten.

39.20 Inkomensoverdrachten van het buitenland - van lidstaten van de EU (overheden) -51.314.439 -52.992.305 -1.677.866 De stijging is hoofdzakelijk te verklaren door de hogere EU-inkomsten.

46.10 Inkomensoverdrachten van de institutionele overheid -484.478.242 -487.652.424 -3.174.182De toename betreft de hogere resultaten Federale overheid excl. IUAP, Ministerie Vl. Gemeenschap, tender binnenland en

subsidies Kinderdagverblijven, deels gecompenseerd door een daling van de inkomsten vanwege de Vlaamse Gemeenschap.

46.40 Inkomensoverdrachten van administratieve openbare instellingen -27.041.336 -26.758.605 282.731

46.70 Inkomensoverdrachten van andere eenheden van de overheid -52.303.910 -52.415.195 -111.285

48.11 Inkomensoverdrachten van provincies-algemene bijdragen -2.543.718 -1.472.543 1.071.175 De daling betreft de lagere inkomensoverdrachten van provincies.

48.30 Inkomensoverdrachten van provincies en gemeenten - niet verdeeld 0 0

49.35 Inkomensoverdrachten van de gewesten -154.520 -202.020 -47.500 immaterieel

49.40 Overige inkomensoverdrachten van de federale overheid -44.046.255 -32.303.071 11.743.184 De lagere inkomsten zijn hoofdzakelijk te verklaren door lagere inkomsten IUAP en defiscalisatie.

57.20 Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven -124 -75.805 -75.681 immaterieel

66.11 Investeringsbijdragen van de institutionele overheid -11.725.167 -11.725.167 0

76.11 Verkoop van gronden binnen de overheidssector -105.301 0 105.301 immaterieel

76.12 Verkoop van gronden aan andere sectoren dan de overheidssector 0 -119.532 -119.532 immaterieel

76.31 Verkoop van bestaande gebouwen binnen de overheidssector 0 0

77.10 Verkoop van vervoermateriaal -82.788 -20.000 62.788 immaterieel

77.20 Verkoop van overig materieel 0 -144.288 -144.288 immaterieel

86.10 Kredietaflossingen door bedrijven -740.925 -5.017.591 -4.276.666

De gerealiseerde meerwaarde bij verkoop geldbeleggingen worden steeds zeer voorzichtig geraamd. De "diverse leningen" werden

in de jaarrekening opgenomen onder code 86.10 i.p.v. code 89.15 (cf. begrotingscontrole), aangezien dit kredietaflossingen van

bedrijven zijn.

87.10 Kredietaflossingen door vzw's ten behoeve van de gezinnen -40.000 -65.000 -25.000 immaterieel

87.20 Kredietaflossingen door gezinnen 0 0 0

89.15 Kredietaflossingen van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid -1.554.418 -200.000 1.354.418De "diverse leningen" werden in de jaarrekening opgenomen onder code 86.10 i.p.v. code 89.15 (cf. begrotingscontrole), aangezien

dit kredietaflossingen van bedrijven zijn.

96.10 Opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan een jaar 0 0

96.70 Opbrengst van leningen inzake financiële leasings 0 0

ESR ontvangsten

"Jaarrekening 2016" versus "ESR Prognose 2016"

immaterieel

212

(2) (2) (3) = (2) - (1)


RvB 15/11/2016 RvB 21/03/2017

Uitgaven Omschrijving 946.231.249 932.683.136 -13.548.113

11.11 Lonen en sociale lasten - bezoldiging volgens weddeschalen 414.028.197

11.12 Lonen en sociale lasten - overige bezoldigingselementen 76.360.907

11.20 Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen 92.890.991

11.31 Overige sociale lasten van de werkgever - directe toelagen 0

11.33 Overige sociale lasten van de werkgever - pensioenen en overheidspersoneel 248.465

11.40 Lonen in natura 1.736.235

12.11 Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector 233.964.735 225.183.500 -8.781.235Lagere algemene werkingskosten. Lagere investeringen uitrusting, lagere personeelsgerelateerde kosten en lagere

kosten voor onderzoeksmateriaal en producten; gecompenseerd door hogere kosten onroerende goederen.

12.12 Huurgelden van gebouwen 2.693.724 4.168.936 1.475.212 Hogere kosten voor huurgelden gebouwen.

12.50 Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector 28.782.761 30.104.041 1.321.280 Dit betreft hoofdzakelijk hogere roerende voorheffing op de gestegen licentie-inkomsten

21.10 Rente op overheidsschuld 631.661 625.290 -6.370 immaterieel

21.40 Rente op commerciële schuld 0 473 473 immaterieel

32.00 Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen 8.331.519 9.168.084 836.565 Lagere kosten voor subsidies - toelagen.

51.22 Overige kapitaaloverdrachten aan privébedrijven 187.497 257.118 69.621 immaterieel

52.20 Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's t.b.v. gezinnen 0 0

61.11 Investeringsbijdragen aan de institutionele overheid 92.337 92.337 0

71.11 Aankoop van gronden en gebouwen in het buitenland - binnen de overheidssector 0 0

71.31 Aankoop van bestaande gebouwen - binnen de overheidssector 26.828.512 22.299.060 -4.529.452

72.00 Nieuwbouw van gebouwen 17.309.041 5.379.438 -11.929.602

74.10 Aankoop van vervoermaterieel 279.902 422.153 142.251 immaterieel

74.22 Verwerving van overig materieel 24.085.081 40.751.559 16.666.478Deze stijging is voornamelijk het gevolg hogere aankopen van uitrusting en een hogere waardering van de ijzeren

voorraad uitrusting en meubilair i.h.k.v. de vijfjaarlijkse prijsherziening conform de waarderingsregels

74.40 Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen 353.556 658.732 305.175 immaterieel

81.12 Kredietverlening aan bedrijven 0 60.459 60.459 immaterieel

81.42 Deelnemingen in privébedrijven 2.114.466 3.911.414 1.796.947 De hogere deelnemingen zijn in grote mate het gevolg van kapitaalsverhogingen / volstortingen in bestaande

participaties en een bijkomende participatie.

82.00 Kredietverlening aan vzw's ten behoeve van de gezinnen 0 25.000 25.000 immaterieel

83.00 Kredietverleningen aan gezinnen 0 70.721 70.721 immaterieel

85.15 Kredietverleningen aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 0 0 0

91.10 Aflossingen van de schuld in euro 4.285.171 3.800.275 -484.895 immaterieel

91.70 Aflossingen bij financiële leasings 439.752 439.752 0

Saldo (code 03.22 (overschot)

/code 08.22 (tekort))-129.856.777 -155.600.250 -25.743.474

(2) (2) (3) = (2) - (1)


RvB 15/11/2016 RvB 21/03/2017

ESR-ontvangsten 425.522.752 431.768.129 6.245.377

De jaarrekening 2016 bevat hogere inkomsten uit valorisatie, contractonderzoek non-profitorganisaties en

vennootschappen, hogere inkomsten uit verhuring en fac. dienstverlening aan derden, hogere wisselkoerswinsten

gecompenseerd door lagere inkomsten IUAP, onderwijstoelagen en defiscalisatie.

ESR-uitgaven 939.299.523 924.283.178 -15.016.345

De jaarrekening 2016 bevat lagere personeelskosten, lagere algemene werkingskosten en lagere investeringsuitgaven

gebouwen gecompenseerd door hogere huurgelden gebouwen, hogere roerende voorheffing op de gestegen licentie-

inkomsten en hogere aankopen uitrusting.

Vorderingensaldo 513.776.772 492.515.050 -21.261.722

Vlaamse Overheid (46.10, 46.40, 46.70,66.11) 575.548.655 578.551.390 3.002.735

Weerslag vorderingensaldo 61.771.883 86.036.340 24.264.457

Impact ESR vorderingensaldo Vlaamse Overheid


595.851.535 -10.586.741

De lagere personeelskosten worden verklaard door:

- lagere personeelsvolumes

- lagere uitvindersaandelen en bijwedden

- lagere kosten voor de groepsverzekering ingevolge een herziening van de GVZ/GRD-bijdrage 2016

- hogere RSZ-werkgeversbijdragen door omzetting met terugwerkende kracht van het RSZ-werknemerskengetal

- een stijging van de personeelskosten voor de bursalen onderworpen aan RSZ door aanpassing van de brutolonen aan

de gewijzigde schalen voor bedrijfsvoorheffing

- lagere kosten voor hospitalisatieverzekering en overlijdensverzekering voor jonge ZAP-leden

- diverse andere mutaties

De codes 71.11, 71.31en 72.00 dienen samen bekeken te worden en weerspiegelen de uitvoering van de

Vijfjarenbegroting onroerende investeringen FOI en FOIP.

ESR uitgaven


213

BIJLAGE 3

Beleidsbegroting 2016

Finale controle

214

Voorliggend document bespreekt de finale controle van de Beleidsbegroting 2016 van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven (excl. UZ Leuven). In deze analyse wordt de jaarrekening 2016 in detail vergeleken met begrotingscontrole 2016 zoals voorgelegd aan de RvB op 15 november 2016 en met de originele begroting 2016 zoals goedgekeurd door de RvB op 10 november 2015. 0. Overwegingen van methodologische aard • In het kader van de ESR-rapportering en de impact van het resultaat van de KU Leuven op de

volatiliteit van het begrotingsoverschot/-tekort van de Vlaamse overheid, wordt sinds het begrotingsdossier 2016 uitgegaan van zo realistisch mogelijke inschattingen van de toekomstige, verwachte opbrengsten en kosten op basis van informatie en projecties die op dat ogenblik in het bezit zijn van de diverse betrokken diensten. Deze werkwijze verschilt essentieel van de begrotingsrationale die in de voorgaande jaren is gevolgd, waarbij meer conservatieve inschattingen werden gemaakt en opbrengsten enkel in rekening werden gebracht nadat ze met zekerheid waren komen vast te staan, terwijl kosten werden geregistreerd van zodra ze zich met (beperkte) waarschijnlijkheid aandienden. De bijgestelde aanpak impliceert dat de geprojecteerde resultaten een meer realistische inschatting betreffen, maar dat de probabiliteit op een finaal resultaat dat lager ligt dan het geprojecteerde cijfer, gevoelig toeneemt.

• Op 9 oktober 2015 (BS 12/11/2015) heeft de Vlaamse Regering het besluit bekrachtigd betreffende de controle en single audit die van toepassing zijn op de universiteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse gemeenschap. Dit besluit komt voor de instellingen van het hoger onderwijs in de plaats van het BVR betreffende controle en single audit van 7 september 2012 dat aanvankelijk gold voor alle rechtspersonen vermeld in artikel 4, §1 en §2 van het Rekendecreet (en dus ook voor de instellingen van het hoger onderwijs). Het BVR van 7 september 2012 voerde vanaf de opmaak van de jaarrekening 2012 een extra controleverplichting in. Overeenkomstig artikel 9. §5 van dit BVR moest de bedrijfsrevisor een verslag opmaken waarin hij een oordeel geeft over het feit of de uitvoering van de begroting en de aansluiting van de uitvoering van de begroting bij de jaarrekening correct zijn opgesteld. Het BVR van 9 oktober 2015 schrapt deze attesteringsverplichting. Desondanks opteert de KU Leuven ervoor om - conform de eigen begrotingscyclus - het document van de definitieve controle op de beleidsbegroting 2016 (zonder de weggevallen attestering door de bedrijfsrevisor) te behouden als onderdeel van de beleidsinformatie en het als informatieve bijlage toe te voegen aan het dossier van de jaarrekening.

• Net zoals vorig jaar werd om redenen van eenvoudige vergelijkbaarheid van de cijfers per

opbrengstensoort, de matching van onderzoeksprojecten in de begrotingscijfers niet opgenomen onder de rubriek I.B Waardewijziging projecten in uitvoering, maar uitgesplitst over de overeenkomstige opbrengstenrekeningen van de 2de, 3de en 4de geldstroom. Ook in de cijfers van de jaarrekening is deze verbijzondering naar opbrengstensoorten doorgevoerd. Betreffende voorstellingswijze heeft geen resultaatsimpact en wordt gedocumenteerd in tabel 1.6.

215

1. Resultatenrekening 2016 KU Leuven (zie ook tabel 1.4) 1.1. Bedrijfsopbrengsten De finale bedrijfsopbrengsten 2016 bedragen €1.001,3 miljoen, d.i. €5,8 miljoen (of 0,6%) meer dan geraamd bij de laatste prognose van november 2016 en €37,4 miljoen (of 3,9%) meer dan initieel begroot. Verbijzonderd naar opbrengstensoorten geeft dit het volgende beeld. 1.1.1. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening De opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen in 2016 €923,0 miljoen. Dit bedrag ligt €0,9 miljoen hoger dan de laatste prognose 2016 (+0,1%) en €31,8 miljoen hoger dan origineel begroot (+3,6%). Onderstaande tabel articuleert de varianties. Tabel 1.1: Variantieanalyse opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en

dienstverlening

De eerste geldstroom (Overheidstoelagen en subsidies – basisfinanciering) bedraagt in 2016 €379,4 miljoen. Dit bedrag wijkt slechts zeer beperkt af van de laatste prognose 2016 (-€0,2 miljoen) en ligt €3,5 miljoen hoger dan de originele begroting. De daling van de 1ste geldstroom met €0,2 miljoen t.o.v. de controle van november 2016 (-0,06%) wordt vooral verklaard door de bijstelling van de aangroei van de vordering vakantiegeld. Ter compensatie van de provisie vakantiegeld die wordt aangelegd voor personeelsleden betaald ten laste van de werkingsuitkeringen wordt op de balans een vordering vakantiegeld ingeschreven t.a.v. de Vlaamse overheid. De beperkte daling van de provisie vertaalt zich in een lagere vordering en een lagere opbrengst in de resultatenrekening. Bij de begrotingscontrole van november 2016 werd de vordering vakantiegeld herberekend op basis van de gestegen personeelskosten. Op basis van de definitieve personeelskosten 2016 binnen Afdeling I Werking is de vordering vakantiegeld echter lager. De stijging van de 1ste geldstroom t.o.v. de originele begroting met €3,5 miljoen (+0,92%) betreft: - de indexering van de werkingsuitkeringen (impact: +€1,7 miljoen). In de mededeling van AHOVOKS

d.d. 5 oktober 2015 die is gebruikt bij de opmaak van de initiële begroting, werd er uitgegaan van een nul-indexering. Deze indexering werd in de loop van 2016 herzien naar 0,44%39;

- een stijging van de sociale toelage (impact: +€0,8 miljoen) door demping van de verwachte besparingen (dit betreft het opnieuw uitvoeren van de voorziene groeipaden en een bijstelling van de ingestelde lineaire besparing) en een beperkte indexering;

- stijging van de uitkering DGD (impact: +€0,4 miljoen); - een bijstelling van de verlegging van werkingsuitkeringen naar de hogescholen uit de Associatie

voor de afgesproken ondersteuning van de geïntegreerde opleidingen (impact: +€0,3 miljoen); - bijstellingen van de resultaten op basis van de prestatieparameters binnen het onderwijs- en

onderzoeksluik (impact: +€0,2 miljoen); dit betreft voornamelijk aanpassingen in de onderwijsprestaties voor de gezamenlijke opleidingen;

- de bijstelling van de vordering vakantiegeld (impact: +€0,2 miljoen) in lijn met de hogere personeelskosten;

39 De indexering is gebaseerd op de evolutie van de gezondheidsindex van 0,55%; enkel de 80%-looncomponent van de enveloppe wordt hierbij geïndexeerd (80%*0,55%=0,44%).

Boekjaar 2016 - Prognose nov 2016

Boekjaar 2016 - Originele begroting

2016

Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 923.014 922.116 891.231 898 31.783A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom) 379.401 379.612 375.926 -212 3.475A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 123.954 130.332 123.676 -6.377 278A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 136.151 133.450 133.688 2.700 2.462A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 195.837 185.448 164.294 10.388 31.542A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 87.672 93.273 93.647 -5.601 -5.975

Varianties

(in 000 euro)Boekjaar 2016

RvB 21 maart 2017Prognose nov 2016

RvB 15 nov 2016

Originele begroting 2016

RvB 10 nov 2015

216

- een bijstelling van de resultaten op basis van de prestatieparameters gehanteerd voor de verdeling van de investeringstoelage (impact: -€0,1 miljoen).

De tweede geldstroom (Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek) bedraagt in 2016 €124,0 miljoen. Dit is €6,4 miljoen lager dan in de laatste begrotingscontrole (-4,9%) en €0,3 miljoen hoger dan origineel begroot (+0,2%). De daling versus de controle van november 2016 betreft hoofdzakelijk de lagere opbrengsten IUAP (Interuniversitaire attractiepolen; -€5,6 miljoen) en FWO (-€1,2 miljoen) en wordt deels gecompenseerd door een stijging van de BOF-toelage (+€0,3 miljoen). De IUAP-projecten eindigen in de loop van 2017 waardoor er in de 2de controle een inhaalbeweging van de uitgaven verwacht werd. De reële uitgaven zijn echter minder hoog dan geraamd in de laatste begrotingscontrole. De daling van de opbrengsten FWO t.o.v. de laatste begrotingscontrole is het gevolg van de doorgevoerde besparingen op Vlaams niveau. De BOF-toelagen nemen toe t.o.v. de 2de controle, ingevolge de beperkte indexering van deze enveloppe. De beperkte stijging van de 2de geldstroom versus de originele begroting (+€0,3 miljoen) is het gevolg van: - een stijging van de FWO-opbrengsten (+€1,4 miljoen) door de hogere matching die gedeeltelijk

gecompenseerd wordt door de lagere bruto-opbrengsten ingevolge de besparingen op Vlaams niveau;

- een stijging van de BOF-toelage (+€0,5 miljoen) door een reële aangroei van de Vlaamse BOF-middelen en de indexering ervan met 0,44%. Deze twee mutaties worden deels gecompenseerd door een daling van het KU Leuven-marktaandeel;

- een daling van de opbrengsten IUAP (-€1,3 miljoen) door de lagere matching. De inhaalbeweging op de uitgaven ingevolge het eindigen van de IUAP-projecten in de loop van 2017 blijkt minder hoog te zijn dan initieel geraamd;

- een daling van de opbrengsten IWT bench fees (-€0,3 miljoen). Deze rubriek faseert geleidelijk aan uit als gevolg van de overname van dit financieringskanaal door FWO.

De middelen uit de 3de geldstroom (overheidsbijdrage toegepast wetenschappelijk onderzoek) bedragen in 2016 €136,2 miljoen, d.i. een toename met €2,7 miljoen (+2,0%) versus de begrotingscontrole van november en een toename met €2,5 miljoen (+1,8%) versus originele begroting. De stijging t.o.v. de begrotingscontrole (+€2,7 miljoen) is te verklaren door: - hogere inkomsten van de Vlaamse Gemeenschap (+€5,8 miljoen) door hogere inkomsten vanwege

het FWO m.b.t. de financieringen voor middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur, het gestegen uitgavenpatroon m.b.t. de FWO-inkomsten (VSC en TIER1) en de hogere inkomsten m.b.t. de Steunpunten, deels gecompenseerd door lagere inkomsten EFRO/Interreg, Imec/iMinds en SIM projecten;

- hogere inkomsten van de Federale overheid excl. IUAP (+€1,2 miljoen) door hogere inkomsten na matching m.b.t. VLIR UOS (projecten ontwikkelingssamenwerking) en hogere inkomsten uit Brain-projecten;

- lagere inkomsten van internationale organen (-€3,7 miljoen) door een verschuiving van inkomsten van de Europese Unie naar 2017;

- lager inkomsten vanwege steden en provincies (-€0,5 miljoen). De stijging t.o.v. de originele begroting (+€2,5 miljoen) is hoofdzakelijk toe te schrijven aan: - hogere inkomsten van steden en provincies (+€1,1 miljoen), voornamelijk ingevolge de

cofinanciering in een 15-tal Interreg-projecten; - hogere inkomsten van internationale organen (+€0,7 miljoen) door hogere inkomsten uit ERC- en

Marie-Curie projecten; - hogere inkomsten Federale overheid excl. IUAP (+€0,9 miljoen) door hogere inkomsten na matching

m.b.t. VLIR UOS projecten;

217

- lagere inkomsten van de Vlaamse Gemeenschap (-€0,3 miljoen). Dit betreft hogere inkomsten vanwege het FWO m.b.t. de financieringen voor middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur, het gestegen uitgavenpatroon m.b.t. de FWO-inkomsten (mede door VSC en TIER1), hogere inkomsten Imec/iMinds, Flanders Make en SIM, die meer dan gecompenseerd worden door lagere inkomsten vanwege EFRO/Interreg, lagere inkomsten van de nieuwe ronde van het Steunpuntenprogramma en lagere subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO. De lagere subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO zijn het gevolg van tijdsvertragingen door de inkanteling van het IWT in het Agentschap Ondernemen gekoppeld aan de overdracht van bepaalde IWT-activiteiten (SBO- en TBM-programma’s evenals de doctoraatsbeurzen strategisch basisonderzoek) naar het FWO.

De reële inkomsten van het contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) bedragen €195,8 miljoen. Dit is €10,4 miljoen meer dan geraamd in november 2016 en €31,5 miljoen meer dan oorspronkelijk begroot. De stijgingen zijn voornamelijk het gevolg van: • de hogere valorisatie-inkomsten binnen KU Leuven Research & Development (+€8,7 miljoen t.o.v.

de laatste prognose en +€20,3 miljoen t.o.v. originele begroting); • hogere inkomsten uit contractonderzoek met de privésector (+€2,8 miljoen en +€11,7 miljoen t.o.v.

de laatste prognose, respectievelijk de originele begroting); • lagere inkomsten uit contractonderzoek met de privésector met overheidssteun (-€1,2 miljoen

t.o.v.de laatste prognose en -€0,7 miljoen t.o.v. de originele begroting). De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen €87,7 miljoen. Ze zijn €5,6 miljoen lager dan in de laatste prognose en €6,0 miljoen lager dan in de originele begroting. De verschillen zijn vooral terug te vinden bij: • de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter

stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (d.i. de defiscaliseringsmaatregel) (-€3,5 miljoen t.o.v. de laatste prognose en -€3,7 miljoen t.o.v. de originele begroting); deze daling wordt verklaard door de hogere geregistreerde over te dragen opbrengsten in het kader van de excellentie- en programmafinanciering en de uitstroom van OP2- medewerkers van het integratiekader;

• de ingehouden bedrijfsvoorheffing in het kader van de Economische herstelwet d.d. 27 maart 2009 (B.S. 07.04.2009) (-€3,1 miljoen t.o.v. de originele begroting); de daling betreft een maatregel in het kader van de federale taks shift40;

• de onderwijstoelagen (-€2,4 miljoen t.o.v. de laatste prognose en -€1,5 miljoen t.o.v. de originele begroting) voornamelijk o.w.v. de verschuiving van inkomsten naar 2017;

• reguliere en andere inschrijvingsgelden (+€0,1 miljoen t.o.v. de laatste prognose en +€1,5 miljoen t.o.v. de originele begroting).

1.1.2. Waardewijzigingen projecten in uitvoering Zoals hierboven toegelicht, wordt de matching van onderzoeksprojecten niet getoond onder deze rubriek, maar uitgesplitst over de overeenkomstige opbrengsten van de 2de, 3de en 4de geldstroom. 1.1.3. Giften, schenkingen en legaten

40 Naast de bijstelling van de RSZ-werkgeversbijdragen omvat de federale taks shift ook de opheffing vanaf 1/4/2016 van de niet door te storten bedrijfsvoorheffing in het kader van de wet d.d. 17 mei 2007 (B.S. 19.06.2007) en de Economische herstelwet d.d. 27 maart 2009 (B.S. 07.04.2009), de zogenaamde IPA-korting.

218

De inkomsten uit giften, schenkingen en legaten bedragen in 2016 €13,1 miljoen. Dit resultaat is €0,5 miljoen hoger dan de laatste prognose en €2,8 miljoen hoger dan de originele begroting. Deze rubriek is moeilijk voorspelbaar en wordt daarom steeds voorzichtig geraamd/begroot. 1.1.4. Andere bedrijfsopbrengsten De andere bedrijfsopbrengsten bedragen €65,1 miljoen, d.i. €4,4 miljoen meer dan geraamd in november 2016 en €2,9 miljoen meer dan origineel begroot. Deze varianties kunnen hoofdzakelijk verklaard worden door: - hogere inkomsten uit verhuring en facilitaire dienstverlening aan derden (+€2,0 miljoen t.o.v. laatste

prognose en +€2,5 miljoen t.o.v. originele begroting) door de ingebruikname vanaf academiejaar 2015-2016 van 2 nieuwe studentenresidenties (Rega en Waterview) en de uitbreiding van de residentie Studax;

- hogere diverse andere bedrijfsopbrengsten (+€1,6 miljoen t.o.v. de laatste prognose en +€0,9 miljoen t.o.v. de initiële begroting) door ontvangen subsidies voor de Kinderdagverblijven m.b.t. voorgaande jaren;

- hogere diverse andere recuperaties (niet-personeel of nutsvoorzieningen) (+€1,2 miljoen t.o.v. de laatste prognose en +€1,3 miljoen t.o.v. de initiële begroting) zoals administratiekosten, administratieve dienstverlening, fotokopijen, recuperaties studenten,…;

- lagere diverse andere subsidies (-€1,3 miljoen t.o.v. de laatste prognose en -€2,1 miljoen t.o.v. de originele begroting) in het kader van de investeringsprogramma’s FOI en FOIP.

1.2. Bedrijfskosten De finale bedrijfskosten 2016 bedragen €954,7 miljoen, d.i. €10,4 miljoen (of 1,1%) minder dan geraamd bij de laatste prognose van november 2016 en €25,0 miljoen (of 2,7%) meer dan initieel begroot. Onderstaande bespreking verbijzondert de kostenevoluties naar de kostensoorten. Noteer dat bij de interpretatie van de bewegingen rekening moet worden gehouden met het feit dat de mix tussen de kostensoorten van jaar tot jaar verschilt in functie van de aard van de onderzoeks- en andere projectactiviteiten die worden uitgevoerd. 1.2.1. Aankoop goederen De rubriek “aankoop goederen” bedraagt in 2016 €5,9 miljoen versus €13,5 miljoen in de prognose van november en €13,2 miljoen in de originele begroting. De aankopen goederen bestaan uit twee componenten: de Niet-geactiveerde investeringsaankopen en de Externe magazijnaankopen en voorraadwijzigingen. Ze worden gedetailleerd onderstaande tabel. Tabel 1.2: Detail Aankoop goederen

Niet-geactiveerde investeringsaankopen De niet-geactiveerde investeringsaankopen zijn €7,3 miljoen lager dan de laatste begrotingscontrole van november 2016 en €5,8 miljoen lager dan de originele begroting hoofdzakelijk door de hogere waardering van de ijzeren voorraad uitrusting en meubilair op balans ingevolge de vijfjaarlijkse prijsherziening conform de waarderingsregels. Externe magazijnaankopen en voorraadwijzigingen

Boekjaar 2016 RvB 21 maart 2017

Prognose nov 2016 RvB 15 nov 2016

Originele begroting 2016 RvB 10 nov 2015

(1)-(2) (1)-(3)

(1) (2) (3)Niet-geactiveerde investeringsaankopen 3.781 11.069 9.571 -7.288 -5.790Externe magazijnaankopen en voorraadwijzigingen 2.133 2.453 3.610 -320 -1.478Totaal aankoop goederen 5.914 13.522 13.182 -7.608 -7.268

(in 000 euro)

219

De externe magazijnaankopen en voorraadwijzigingen dalen met €0,3 miljoen versus de begrotingscontrole van november 2016 en €1,5 miljoen versus de originele begroting. Beide dalingen worden verklaard door de verdere afbouw van de voorraden aangehouden binnen de magazijnen. 1.2.2. Diensten en diverse goederen De diensten en diverse goederen 2016 bedragen finaal €233,9 miljoen, d.i. €0,9 miljoen lager dan in de prognose van november 2016 en €6,4 miljoen lager dan initieel begroot. De daling t.o.v. de laatste prognose doet zich vooral voor bij de personeelsgerelateerde kosten (-€5,1 miljoen), bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (-€2,4 miljoen) en onderzoeksmateriaal en -producten (-€1,2 miljoen). Deze dalingen worden deels gecompenseerd door hogere kosten m.b.t. onroerende goederen (+€5,8 miljoen), kosten m.b.t. roerende goederen (+€1,4 miljoen) en hogere kosten t.b.v. personeel (+€0,7 miljoen). De daling t.o.v. de originele begroting (-€6,4 miljoen) wordt vooral verklaard door lagere personeelsgerelateerde kosten (-€4,3 miljoen), bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (-€4,3 miljoen) en onderzoeksmateriaal en –producten (-€1,3 miljoen) in combinatie met hogere kosten voor roerende goederen (+€3,6 miljoen). 1.2.3. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 2016 bedragen €585,3 miljoen. Dit is €10,6 miljoen of 1,78% minder dan vooropgesteld in november 2016 en €2,1 miljoen of 0,36% minder dan origineel begroot. De daling van de finale personeelskosten 2016 versus de laatste prognose (-€10,6 miljoen) wordt verklaard door: - lagere personeelsaantallen in de afdelingen IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds, IV.2 Andere

onderzoeksfondsen en V Patrimonium (exclusief subafdeling V GBP) (-155,61 VTE) die slechts in beperkte mate gecompenseerd worden door de volumetoename in afdeling I Werking en subafdeling V GBP ingevolge de gewijzigde invulling van de VTE- en RE-enveloppes41 enerzijds en in afdeling III Studentenvoorzieningen anderzijds (+16,59 VTE) (impact: -€7,3 miljoen);

- lagere uitvindersaandelen en bijwedden bij het ZAP (impact: -€3,4 miljoen); - lagere kosten voor de groepsverzekering (impact -€1,6 miljoen), ingevolge (1) een herziening van

de GVZ/GRD-bijdrage 2016 (cf. PUC-dotatie) en (2) een voorzichtige raming van de volumetoename op de groepsverzekering CBP;

- hogere RSZ-werkgeversbijdragen door omzetting met terugwerkende kracht van het RSZ-werknemerskengetal 675 (tijdelijk ZAP met zicht op vaste aanstelling) naar 491 (tijdelijk ZAP) (impact: +€0,5 miljoen);

- een stijging van de personeelskosten voor de bursalen onderworpen aan RSZ door de aanpassing van de brutolonen aan de gewijzigde schalen voor bedrijfsvoorheffing per 1/1/2016 (impact: +€1,6 miljoen)42.

- lagere kosten voor de hospitalisatieverzekering en de overlijdensverzekering voor jonge ZAP-leden (impact: -€0,1 miljoen);

- diverse andere mutaties (netto impact: -€0,3 miljoen).

41 Dit betreft onder meer de lagere invulling van het FLOF-moratorium op Afdeling 4.1 BOF (220,86 VTE reëel versus 270 VTE begroot), waardoor er meer personeel in afdeling I Werking en subafdeling V GBP wordt gefinancierd. 42 In het kader van de federale taks shift verhoogt vanaf 1 januari 2016 het nettoloon van werknemers, waarbij het bedrag van de verhoging afhangt van de hoogte van het brutoloon. Daarnaast trad vanaf 1 januari 2015 een verhoogde forfaitaire aftrek voor beroepskosten in werking, waardoor werknemers vanaf 1/1/2015 maandelijks tot 12,5 euro netto extra ontvangen; vanaf 1/1/2016 wordt dat 25 euro extra. Het brutoloon van de doctoraatsbursalen, waarop geen bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden, wordt zo bepaald dat het nettoloon van de doctoraatsbursaal vergelijkbaar is met dat van een assistent (barema 43) met dezelfde anciënniteit, dezelfde gezinssituatie, ... Om in overeenstemming met bovenvermelde maatregelen de verhoging van het nettoloon te bewerkstelligen werden de brutolonen van de doctoraatsbursalen per 1/1/2016 verhoogd.

220

De lagere personeelskosten t.o.v. de originele begroting 2016 (-€2,1 miljoen) zijn te wijten aan: - de indexering van de lonen in juli 2016 die niet voorzien was bij de opmaak van de originele

begroting 2016 (impact +€5,5 miljoen); - de lagere personeelsvolumes (-126,44 VTE) in de afdelingen IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds, IV.2

Andere onderzoeksfondsen en V Patrimonium (exclusief subafdeling V GBP) die slechts gedeeltelijk gecompenseerd worden door de volumetoename (+43,24 VTE) in afdeling I Werking en subafdeling V GBP (ingevolge de hogere benuttingsgraad van de VTE- en RE-enveloppes en de bijstelling van de enveloppes) en in afdeling III Studentenvoorzieningen (impact: -€3,7 miljoen);

- de maatregelen in het kader van de federale taks shift (impact:-€3,7 miljoen): � een daling van de personeelskosten door de bijstelling door de overheid van de

berekeningsparameters voor de RSZ-werkgeversbijdragen (-€5,3 miljoen)43; � een stijging van de personeelskosten voor de bursalen onderworpen aan RSZ door de

aanpassing van de brutolonen aan de gewijzigde schalen voor bedrijfsvoorheffing per 1/1/2016 (+€1,6 miljoen, zie hoger).

- de hogere kosten voor de uitvindersaandelen en bijwedden (impact: +€1,9 miljoen); - de lagere kosten voor de groepsverzekering (impact -€1,6 miljoen), ingevolge (1) een herziening

van de GVZ/GRD-bijdrage 2016 (cf. PUC-dotatie) en (2) een voorzichtige raming van de volumetoename op de groepsverzekering CBP;

- de lagere kosten voor hospitalisatieverzekering en overlijdensverzekering voor jonge ZAP-leden (impact: -€0,1 miljoen);

- hogere RSZ-werkgeversbijdragen door omzetting met terugwerkende kracht van het RSZ-werknemerskengetal 675 (tijdelijk ZAP met zicht op vaste aanstelling) naar 491 (tijdelijk ZAP) (impact: +€0,5 miljoen);

- een reeks andere mutaties met een gezamenlijk gunstig effect op de totale personeelskosten (impact: -€0,9 miljoen).

1.2.4. Afschrijvingen en waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa De afschrijvingen en waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa bedragen in 2016 €53,1 miljoen. Dit is €1,4 miljoen meer dan in de laatste prognose voornamelijk door afschrijvingen op uitrusting en €4,9 miljoen meer dan initieel begroot voornamelijk door afschrijvingen op gebouwen en uitrusting. De schommelingen tussen de begroting, de prognose en de finale cijfers zijn het gevolg van de wijzigende verwachtingen en de reële timing van de investeringsuitgaven. 1.2.5. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen De waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen bedragen in 2016 €0,2 miljoen. Deze rubriek werd bij de initiële begroting en de laatste prognose geraamd op €0,1 miljoen. 1.2.6. Voorzieningen voor risico’s en kosten

43 Dit betreft volgende bijstellingen van de parameters m.b.t. de RSZ-werkgeversbijdragen vanaf 1/4/2016:

- Voor personeel dat niet ten laste van de werkingstoelagen wordt gefinancierd dalen, met uitzondering van de jobstudenten en de bursalen met beperkte RSZ, de bijdragepercentages vanaf 1/4/2016 van ±34,2% naar ±31,9%. De bijgestelde aanpak resulteert in een minkost t.o.v. de originele begroting 2016 van circa -€3,1 miljoen;

- Voor het personeel binnen afdeling I dalen, met uitzondering van het vast ZAP, het vast integratiekader en de jobstudenten, de bijdragepercentages vanaf 1/4/2016 van ±26,6% naar ±24,4%. Dit resulteert in een minkost t.o.v. de originele begroting 2016 van circa -€2,1 miljoen;

- De nieuwe berekeningswijze voor de structurele bijdragevermindering bestaat enerzijds in een verlaging van de forfaitaire korting en anderzijds in een versterking van de lage lonencomponent. Dit resulteert in een beperkte daling van de personeelskosten t.o.v. de originele begroting 2016 met circa -€0,1 miljoen.

Naast de bijstelling van de RSZ-werkgeversbijdragen omvat de federale taks shift ook de opheffing vanaf 1/4/2016 van de niet door te storten bedrijfsvoorheffing in het kader van de wet d.d. 17 mei 2007 (B.S. 19.06.2007) en de Economische herstelwet d.d. 27 maart 2009 (B.S. 07.04.2009), de zogenaamde IPA-korting. Het wegvallen van de IPA-korting resulteert in een vermindering van de opbrengsten t.o.v. de originele begroting 2016 met €3,1 miljoen.

221

De voorzieningen voor risico’s en kosten bedragen in 2016 €46,0 miljoen. Het verschil met de laatste prognose bedraagt +€5,8 miljoen en wordt verklaard door: - de nieuwe voorziening aangelegd voor de mogelijke geachte verliezen binnen de EFRO/Interreg

projecten (+€7,6 miljoen); - een netto toename van de voorziening voor uitvinderslonen (+€4,8 miljoen) ingevolgde de hogere

inkomsten uit de verschillende licenties afgesloten binnen KU Leuven Research & Development; - een netto-afname van de voorziening m.b.t. de groepsverzekering met te bereiken doel voor ATP-

medewerkers (-€4,9 miljoen); - een netto-afname van de voorziening voor asbest-en bodemsanering (-€1,4 miljoen) aangezien er

beslist werd om het gebouw Instituut Scheikunde Navorsing af te breken in plaats van over te gaan tot asbestsanering;

- overige kleinere wijzigingen (-€0,3 miljoen). Het verschil met de initiële begroting bedraagt +€30,9 miljoen en wordt verklaard door: - een netto toename van de voorziening voor groot onderhoud en herstellingen (+€16,5 miljoen); - de nieuwe voorziening voor de mogelijk geachte verliezen binnen de EFRO/Interreg projecten ten

gevolge van mogelijke, verwachte interpretaties van de staatssteunregelgeving door de Europese autoriteiten (+€7,6 miljoen);

- een netto toename van de voorziening voor uitvinderslonen (+€5,0 miljoen) ingevolgde de hogere inkomsten uit de verschillende licenties afgesloten binnen KU Leuven Research & Development;

- een netto-toename van de voorziening m.b.t. de groepsverzekering met te bereiken doel voor ATP-medewerkers (+€3,2 miljoen);

- een netto-afname van de voorziening voor asbest-en bodemsanering (-€1,1 miljoen); - overige kleinere wijzigingen (-€0,3 miljoen). 1.2.7. Andere bedrijfskosten De andere bedrijfskosten bedragen €30,2 miljoen en betreffen voornamelijk de roerende voorheffing op royalty’s. De toenames t.o.v. de laatste prognose (+€1,4 miljoen) en de originele begroting (+€4,7 miljoen) zijn voornamelijk het gevolg van de gestegen opbrengsten uit valorisatie. 1.3. Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen in 2016 €15,3 miljoen. Dit is €4,3 miljoen hoger dan in de prognose van november 2016 en €3,1 miljoen hoger dan origineel begroot. Deze post wordt geraamd op basis van de financiële opbrengsten die op het tijdstip van de begrotingsopmaak of de -controle (onder overigens gelijkblijvende omstandigheden) vaststaan. De hogere financiële opbrengsten in vergelijking met de controle van november 2016 en met de initiële begroting worden vooral verklaard door hogere gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van geldbeleggingen (+€2,7 miljoen versus prognose en +€1,5 miljoen versus initiële begroting) en door wisselkoerswinsten (+€1,2 miljoen voor beide varianties). De financiële kosten bedragen in 2016 -€0,4 miljoen (kost met negatief teken). In de controle van november 2016 werden de financiële kosten geraamd op €0,7 miljoen. In de originele begroting werden ze begroot op €1,4 miljoen. De lagere reële financiële kosten zijn vooral te verklaren door een netto-terugname van niet-gerealiseerde waardeverminderingen op geldbeleggingen in functie van de beurskoersen op 31 december 2016. 1.4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De uitzonderlijke opbrengsten bedragen in 2016 €2,6 miljoen en betreffen:

222

- de terugname van de waardeverminderingen op financiële vaste activa (code 761 voor €2,6 miljoen)44;

- ontvangen FFEU-middelen (code 764/9 voor €1,9 miljoen); - het uitzonderlijk resultaat op de verkoop van aandelen in spin-offs (code 763 voor -€2,1 miljoen); - het uitzonderlijk resultaat op de gespreide verkoop van een terrein n.a.v. de ontwikkeling van de

site Hertogendal in samenwerking met Resiterra (code 763 voor €0,1 miljoen). In de originele begroting werden enkele de te ontvangen FFEU-middelen (code 764/9) begroot onder deze post (€1,9 miljoen). De initiële begroting werd tijdens de begrotingscontrole van november 2016 bijgesteld naar €0,3 miljoen, bestaande uit €0,2 miljoen meerwaarden op de verkoop van aandelen in spin-offs (code 763) en de gespreide verkoop van een terrein n.a.v. de ontwikkeling van de site Hertogendal in samenwerking met Resiterra voor €0,1 miljoen (code 763). Ten tijde van de begrotingscontrole werd geen ontvangst van FFEU-middelen in 2016 verwacht. Er werden in 2016 €4,1 miljoen uitzonderlijke kosten geboekt: - de afwaardering van participaties in financiële vaste activa (code 661 voor €2,1 miljoen); - te ontvangen facturen in het kader van de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de

Health Sciences Campus – Gasthuisberg (code 664/8 voor €1,9 miljoen). In de originele begroting werden €2,3 miljoen afwaarderingen van participaties in financiële vaste activa ingeschreven (code 661) en €1,9 miljoen uitgaven in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringweg (code 664/8). In de laatste prognose werden de afwaarderingen van participaties in financiële vaste activa bijgesteld tot €1,5 miljoen en werden er geen uitgaven verwacht in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringweg (code 664/8). De uitzonderlijke opbrengsten en kosten zijn omwille van hun aard moeilijk te ramen en te begroten. 1.5. Inkomende en uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen Inkomende en uitgaande verrekeningen en overschrijvingen betreffen interne KU Leuven transacties die elkaar op instellingsniveau compenseren. Een bespreking ervan op instellingsniveau is minder relevant.

1.6. Overschot (tekort) van het boekjaar Het overschot van het boekjaar 2016 bedraagt €60,7 miljoen, d.i. €21,2 miljoen meer dan geraamd bij de controle van november 2016 en €18,1 miljoen meer dan initieel begroot. Onderstaande tabel 1.3 verbijzondert dit resultaat naar de begrotingsafdelingen. Zie ook tabel 1.5 voor meer details. Het boekjaar 2016 toont in de cashview een positief eindresultaat van €93,8 miljoen wat hoger is dan de laatste prognose (+€44,0 miljoen) en dan initieel begroot (+€55,0 miljoen). Belangrijkste verklaringen: - de tekorten binnen afdeling I Werking lopen in beperkte mate terug door een voorzichtig

uitgavenbeleid; - het resultaat van afdeling II Investeringen neemt toe, vooral door lagere cash-uitgaven inzake

onroerende investeringen overeenkomstig het Vijfjarenplan onroerende investeringen (FOI) in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten

- afdeling IV.1 BOF realiseert een hoger resultaat ingevolge lagere uitgaven;

44 Bij de verkoop van spin-off participaties wordt de gerealiseerde prijs 100% toegerekend aan het resultaat van het boekjaar binnen afdelingen IV.2 en/of V. Aansluitend wordt het actief aan aanschaffingswaarde uit de boeken gehaald met als tegenpost code 763 binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling. Zodoende wordt het effect van de transactie op de geconsolideerde resultatenrekening gelimiteerd tot de effectief gerealiseerde meerwaarde. Vermits participaties in spin-offs bij aanschaf steeds volledig worden afgewaardeerd, moet bij verkoop, eveneens in afdeling VIII, de eerder aangelegde waardevermindering worden teruggenomen (dit gebeurt onder code 761).

223

- er wordt een groter overschot van het boekjaar gerealiseerd in afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen ingevolge de hogere valorisatie-inkomsten en de hogere inkomsten uit de 3de en 4de geldstroom;

- de positieve varianties versus prognose en begroting in afdeling V Patrimonium zijn vooral het gevolg van enerzijds hogere giften, schenkingen en legaten, andere bedrijfsopbrengsten, en financiële opbrengsten en anderzijds van lagere investeringsuitgaven;

- afdeling VI Voor orde toont een positief resultaat door ontvangsten van onderzoeksmiddelen die alsnog moeten doorgestort worden aan derden.

De Bedrijfseconomische afdeling boekt eind 2016 een tekort van -€33,0 miljoen versus een originele begroting van +€3,9 miljoen en een laatste prognose van -€10,2 miljoen. De terugval van het resultaat wordt vooral verklaard door de extra toevoegingen aan de voorzieningen, door het via afdeling VIII naar de balans brengen van door te storten bedragen aan partner-instellingen (als schuld) en het in eigen vermogen nemen van enkele legaten en door verschillen in de matching boekingen en in de boekingen van de overlopende rekeningen. Tabel 1.3: Vergelijking resultaat van boekjaar 2016 met begrotingscontrole RvB 15/11/2016 en

originele begroting (RvB 10/11/2015)

Bij de interpretatie van deze resultaten en van de evolutie van het eigen vermogen moet uitermate grote voorzichtigheid worden aan de dag gelegd. De overschotten van het boekjaar en het eigen vermogen vertegenwoordigen immers geen vrije beleidsruimte voor het universiteitsbestuur. Via eerder genomen beslissingen en toekenningen en via de engagementen aangegaan tegenover een veelheid aan opdrachtgevers en projectfinanciers zijn deze middelen reeds bestemd.

( in 000 euro)Boekjaar 2016


RvB 15 nov 2016Originele begroting 2016

RvB 10 nov 2015I Werking -4.126 -4.494 -6.234II Investeringen 8.944 7.698 1.846III Sociale voorzieningen voor studenten 1.828 2.028 -830IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds 2.899 1.435 -5.088IV.2 Andere onderzoeksfondsen 70.584 56.772 56.271V Patrimonium 5.769 -13.697 -7.157VI Voor orde 7.871Totaal Cashview 93.769 49.741 38.808VIII Bedrijfseconomische afdeling -33.047 -10.233 3.863Totaal Bedrijfseconomische view 60.722 39.507 42.671

224

Tabel 1.4: Begrotingscontrole 2016 – bedrijfseconomische view – totaalbeeld KU Leuven

(in 000 euro) codesBoekjaar 2016



RvB 10 nov 2015

I. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 1.001.277 995.481 963.879A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 70 923.014 922.116 891.231

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering + academiseringsmiddelen (1ste geldstroom) 700 379.401 379.612 375.926A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 123.954 130.332 123.676A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 136.151 133.450 133.688A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 703 195.837 185.448 164.294A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 87.672 93.273 93.647

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 71 0C. Geproduceerde vaste activa 72 0D. Giften, schenkingen en legaten 73 13.130 12.655 10.379E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 65.133 60.710 62.269II. Bedrijfskosten (-) 60/64 954.695 965.096 929.725A. Aankoop goederen 60 5.914 13.522 13.182B. Diensten en diverse goederen 61 233.931 234.821 240.286C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting XI, A2) 62 585.265 595.852 587.367

C.1. ZAP/OP 620 164.974 170.432 165.672C.2. AAP/BAP 621 143.746 146.424 143.999C.3. ATP 622 194.948 197.699 195.629C.4. Gastprofessoren 623 4.381 3.849 3.772C.5. Contractueel AP 624 231 204 337C.6. Contractueel ATP 625 3.066 2.925 3.036C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 73.919 74.319 74.923

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 630 53.116 51.690 48.241E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XI, B) 631/3 237 140 97F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -) (toelichting XI, A3 en C) 634/9 46.043 40.240 15.109G. Andere bedrijfskosten 640/9 30.191 28.831 25.443III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 46.582 30.385 34.154IV. Financiële opbrengsten (+) 75 15.297 10.960 12.191A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 171B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 8.859 8.640 8.445C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 6.268 2.319 3.746V. Financiële kosten (-) 65 -353 663 1.350A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 625 632 632B. Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E. (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XII, D) 651 -1.542 -546C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 563 578 718VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 62.232 40.681 44.996VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 2.599 301 1.946A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa 760B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 2.621C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 762D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 -1.967 301E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A) 764/9 1.946 1.946VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 4.109 1.475 4.271A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 660 30B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 2.108 1.475 2.325C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 662D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 663 25E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 1.946 0 1.946F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-) 669IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) 9 145.556 138.582 102.453A. Verrekeningen 93 81.105 73.139 42.103B. Overschrijvingen 94 64.450 65.443 60.350X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) 8 145.556 138.582 102.453A. Verrekeningen 83 81.105 73.139 42.103B. Overschrijvingen 84 64.450 65.443 60.350XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 60.722 39.507 42.671

Resultatenverwerking codesBoekjaar 2016



RvB 10 nov 2015A. Te bestemmen overschot (te verwerken tekort)

1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 60.722 39.507 42.6712. Te verwerken tekort van het boekjaar 66/70 0 0 03. Overgedragen overschot van het vorige boekjaar 7904. Overgedragen tekort van het vorig boekjaar 690

B. Onttrekking aan de eigen middelen (+)1. aan het gevormd vermogen 7912. aan de bestemde fondsen 792 13.148 29.864 12.615

- onroerende investeringen 13.148 7.738 0- wetenschappelijk onderzoek 0 0 0- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 0 22.126 11.784- studentenvoorzieningen 0 0 830

C. Toevoeging aan de eigen middelen (-)1. aan het gevormd vermogen 6912. aan de bestemde fondsen 692 73.870 69.372 55.285

- onroerende investeringen 0 0 316- wetenschappelijk onderzoek 70.499 67.344 54.969- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 1.543 0 0- studentenvoorzieningen 1.828 2.028 0

D. Over te dragen overschot (tekort) 693/793 0 -0 0

225

Tabel 1.5: Begrotingscontrole 2016 – totaalbeeld KU Leuven verbijzonderd naar de afdelingen

(in 000 euro)Afdeling I Werking

Afdeling II Investeringen

Afdeling III Sociale voorzieningen voor

studenten

Afdeling IV.1 Bijzonder

onderzoeksfondsAfdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen

Afdeling V Patrimonium Afdeling VI Voor orde

Totaal CashviewAfdeling VIII

Bedrijfseconomische afdeling

Totaal Bedrijfsecon. View

Bestemde fondsen - einde vorig boekjaar 26.523 5.505 13.565 73.525 558.184 386.126 18.364 1.081.793 235.204 1.316.996Bedrijfsopbrengsten 358.288 14.630 21.319 64.006 397.602 149.819 7.871 1.013.534 -12.257 1.001.277Bedrijfskosten 368.758 15.834 18.286 47.797 304.755 176.573 0 932.003 22.692 954.695

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -10.471 -1.204 3.033 16.209 92.847 -26.754 7.871 81.531 -34.949 46.582Financiële opbrengsten 312 170 166 14.334 14.982 315 15.297Financiële kosten 41 3 256 0 534 4.200 0 5.034 -5.387 -353

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -10.512 -895 2.946 16.209 92.479 -16.620 7.871 91.479 -29.248 62.232Uitzonderlijke opbrengsten 2.065 157 92 2.314 285 2.599Uitzonderlijke kosten 25 25 4.084 4.109Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 32.024 8.332 4.586 6.860 -5.285 99.037 0 145.556 145.556Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 25.638 559 5.704 20.171 16.768 76.716 145.556 0 145.556

Overschot (tekort) van het boekjaar -4.126 8.944 1.828 2.899 70.584 5.769 7.871 93.769 -33.047 60.722Bestemde fondsen - einde huidig boekjaar 22.397 14.450 15.393 76.424 628.768 391.895 26.235 1.175.562 202.157 1.377.719




studenten







Bestemde fondsen - einde vorig boekjaar 26.523 5.505 13.565 73.525 558.184 386.126 18.364 1.081.793 235.204 1.316.996Bedrijfsopbrengsten 358.520 14.688 20.130 63.738 387.003 141.061 985.142 10.339 995.481Bedrijfskosten 374.521 15.823 19.074 49.147 304.403 179.455 942.424 22.672 965.096

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -16.001 -1.135 1.056 14.591 82.600 -38.393 42.718 -12.333 30.385Financiële opbrengsten 164 156 9.819 10.140 820 10.960Financiële kosten 47 5 232 351 2.784 3.418 -2.755 663

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -16.048 -976 980 14.591 82.249 -31.358 49.439 -8.758 40.681Uitzonderlijke opbrengsten 105 145 51 301 301Uitzonderlijke kosten 0 0 1.475 1.475Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 30.354 8.568 4.421 7.310 -6.861 94.790 138.582 138.582Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 18.801 3.373 20.466 18.762 77.180 138.582 138.582

Overschot (tekort) van het boekjaar -4.494 7.698 2.028 1.435 56.772 -13.697 49.741 -10.233 39.507Bestemde fondsen - einde huidig boekjaar 22.028 13.203 15.593 74.960 614.956 372.429 18.364 1.131.533 224.971 1.356.504




studenten







Bestemde fondsen - einde vorig boekjaar 21.465 5.447 13.004 67.985 552.921 379.302 22.349 1.062.473 246.599 1.309.072Bedrijfsopbrengsten 355.534 14.487 19.170 63.508 370.031 142.144 964.875 -995 963.879Bedrijfskosten 373.062 20.453 20.849 55.306 287.393 176.691 933.755 -4.030 929.725

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -17.528 -5.966 -1.680 8.202 82.638 -34.547 31.120 3.034 34.154Financiële opbrengsten 153 212 11.007 11.372 819 12.191Financiële kosten 47 5 217 350 3.064 3.684 -2.334 1.350

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -17.575 -5.817 -1.686 8.202 82.288 -26.604 38.808 6.188 44.996Uitzonderlijke opbrengsten 1.946 1.946 1.946Uitzonderlijke kosten 1.946 1.946 2.325 4.271Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 30.141 7.663 4.317 7.392 -9.859 62.799 102.453 102.453Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 18.801 3.461 20.682 16.157 43.352 102.453 102.453

Overschot (tekort) van het boekjaar -6.234 1.846 -830 -5.088 56.271 -7.157 38.808 3.863 42.671Bestemde fondsen - einde huidig boekjaar 15.231 7.293 12.174 62.897 609.193 372.145 22.349 1.101.282 250.461 1.351.743

Boekjaar 2016 RvB 21 maart 2017

Prognose nov 2016 RvB 15 nov 2016

Originele begroting 2016 RvB 10 nov 2015

226

Tabel 1.6: Aangepaste voorstellingswijze van de definitieve cijfers 2016 m.b.t. matching

Matching onderzoeksprojecten De matching van onderzoeksprojecten wordt sinds boekjaar 2009 geboekt onder de rubriek “Waardewijziging projecten in uitvoering” (code 71). In de begroting en de begrotingscontroles wordt deze rubriek toegewezen aan de overeenkomstige opbrengsten van de 2de, 3de en 4de geldstroom. Voor de vergelijkbaarheid werd in voorliggend document dezelfde logica gevolgd bij de presentatie van de definitieve cijfers 2016.

(in 000 euro) codes Boekjaar 2016 MatchingBoekjaar 2016 na matching

I. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 1.001.277 0 1.001.277A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 70 920.289 2.725 923.014

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering + academiseringsmiddelen (1ste geldstroom) 700 379.401 379.401A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 122.488 1.467 123.954A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 135.560 591 136.151A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 703 195.169 668 195.837A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 87.672 87.672

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 71 2.725 -2.725 0C. Geproduceerde vaste activa 72 0 0D. Giften, schenkingen en legaten 73 13.130 13.130E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 65.133 65.133II. Bedrijfskosten (-) 60/64 954.695 0 954.695A. Aankoop goederen 60 5.914 5.914B. Diensten en diverse goederen 61 233.931 233.931C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting XI, A2) 62 585.265 585.265

C.1. ZAP/OP 620 164.974 164.974C.2. AAP/BAP 621 143.746 143.746C.3. ATP 622 194.948 194.948C.4. Gastprofessoren 623 4.381 4.381C.5. Contractueel AP 624 231 231C.6. Contractueel ATP 625 3.066 3.066C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 73.919 73.919

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 630 53.116 53.116E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XI, B) 631/3 237 237F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -) (toelichting XI, A3 en C) 634/9 46.043 46.043G. Andere bedrijfskosten 640/9 30.191 30.191III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 46.582 0 46.582IV. Financiële opbrengsten (+) 75 15.297 0 15.297A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 171 171B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 8.859 8.859C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 6.268 6.268V. Financiële kosten (-) 65 -353 0 -353A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 625 625B. Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E. (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XII, D) 651 -1.542 -1.542C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 563 563VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 62.232 0 62.232VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 2.599 0 2.599A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa 760 0B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 2.621 2.621C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 762 0D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 -1.967 -1.967E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A) 764/9 1.946 1.946VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 4.109 0 4.109A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 660 30 30B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 2.108 2.108C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 662 0D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 663 25 25E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 1.946 1.946F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-) 669 0IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) 9 145.556 0 145.556A. Verrekeningen 93 81.105 81.105B. Overschrijvingen 94 64.450 64.450X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) 8 145.556 0 145.556A. Verrekeningen 83 81.105 81.105B. Overschrijvingen 84 64.450 64.450XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 60.722 0 60.722

227

2. Balans KU Leuven op 31 december 2016 (zie ook tabellen 2.1 en 2.2) De totale balanswaarde per einde 2016 bedraagt €1,932 miljard. Dit is een stijging met €64,4 miljoen t.o.v. de begrotingscontrole van november 2016 en met €111,8 miljoen t.o.v. de initiële begroting. 2.1. Activa Op 31 december 2016 maken de materiële vaste activa 29,9% uit van de totale balanswaarde, de vorderingen op ten hoogste één jaar 6,1% en de geldbeleggingen 61,7%. De overige posten zijn goed voor 2,3% van de totale balanswaarde. 2.1.1. Vaste activa De vaste activa bedragen eind 2016 €592,3 miljoen. Dit cijfer ligt €0,1 miljoen hoger dan de laatste begrotingscontrole en €2,5 miljoen hoger dan de originele begroting. De terreinen en gebouwen vertegenwoordigen de grootste fractie binnen de vaste activa (77,9% inclusief de vaste activa in aanbouw). De varianties versus de prognose van november 2016 en de initiële begroting weerspiegelen het verloop van de uitvoering van de Vijfjarenplannen onroerende investeringen (FOI & FOI-P). De toename van de financiële vaste activa versus de initiële begroting (+€3,7 miljoen) wordt vooral verklaard door: - hogere andere financiële vaste activa (+€2,3 miljoen). Dit betreft nieuwe participaties Fund+ nv

(+€1 miljoen), V-Bio Ventures Fund nv (+€0,5 miljoen) en Innovation Fund nv (+€0,5 miljoen) en volstortingen in Capricorn Health-tech Fund (CHF) nv (+€0,5 miljoen) en Vesalius Biocapital II nv ( +€0,1 miljoen) en andere mutaties (-€0,3 miljoen);

- hogere vorderingen op verbonden ondernemingen (+€0,9 miljoen). Dit betreft de nieuwe lening toegekend aan Faculty Club vzw;

- hogere deelnemingen in andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat (+€0,5 miljoen). Dit betreft de gestegen investering in Holding Wetenschapspark Waterschei nv (+€0,6 miljoen) gecompenseerd door de afname van het aandeel in Capricorn II Partner Participations (CIPP) (-€0,1 miljoen).

De overige varianties versus initieel budget en laatste prognose blijven beperkt. 2.1.2. Vlottende activa De belangrijkste wijziging in de vlottende activa heeft betrekking op de geldbeleggingen (+€79,2 miljoen t.o.v. de begrotingscontrole van november en +€128,1 miljoen t.o.v. de originele begroting). Deze varianties zijn het gevolg van de gunstige evolutie van de netto-cashflow. De overige vorderingen op meer dan één jaar bedragen eind 2016 €2,5 miljoen. De daling met €1,7 miljoen t.o.v. de originele begroting wordt voornamelijk verklaard door de overboeking van lange termijn naar korte termijn van een vordering ingevolge de waarborgregeling bij de verkoop van de spin-off Layerwise (-€1,8 miljoen). De afname met €0,3 miljoen t.o.v. de prognose van november wordt eveneens verklaard door de overboeking van lange termijn naar korte termijn van een vordering ingevolge de waarborgregeling bij de verkoop van de spin-off Layerwise. De handelsvorderingen liggen €3,9 miljoen hoger dan in de laatste prognose en €7,3 miljoen hoger dan origineel begroot. Deze vorderingen betreffen een momentopname op balansdatum. De toename wordt verklaard door de lichte stijging van het aantal dagen klantenkrediet45 in combinatie met het toegenomen activiteitenpeil.

45 Het aantal dagen klantenkrediet in 2016 is 70 dagen t.o.v. 69 dagen in 2015.

228

De overige vorderingen zijn €31,3 miljoen lager dan origineel begroot en €30,0 miljoen lager dan de laatste prognose. Deze afwijkingen worden hoofdzakelijk verklaard door: - een lagere vordering ten aanzien van de Vlaamse Gemeenschap – AHOVOKS (Agentschap voor

Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen) m.b.t. de werkingsuitkeringen (-€27,3 miljoen t.o.v. originele begroting en -€27,7 miljoen t.o.v. de laatste prognose). Anders dan in 2015 heeft AHOVOKS de laatste schijf van de werkingsuitkeringen voor 2016 reeds gestort in de maand december van 2016;

- een verschil in de vordering ten aanzien van de Vlaamse Overheid m.b.t. het vakantiegeld (+€1 miljoen t.o.v. begroting en -€0,2 miljoen t.o.v. de laatste prognose);

- een verschil in de diverse leningen door de overboeking van lange termijn naar korte termijn van een vordering ingevolge de waarborgregeling bij de verkoop van de spin-off Layerwise (-€1,2 miljoen t.o.v. begroting en +€0,3 miljoen t.o.v. de laatste prognose);

- een verschil in de te recupereren BTW (-€2,1 miljoen t.o.v. de originele begroting en +€0,7 miljoen t.o.v. de laatste prognose);

- een afname van de vordering ten aanzien van DGD (Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking) m.b.t. de financiering van de opleidingskosten van studenten uit landen in ontwikkeling (-€0,5 miljoen t.o.v. de originele begroting);

- een afname van de vordering ten aanzien van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) (-€0,8 miljoen t.o.v. de laatste prognose);

- een afname van de vordering ten aanzien van UZ Leuven in het kader van de gemeenschappelijke BTW-aangifte door KU Leuven (-€0,8 miljoen t.o.v. originele begroting en -€2,4 miljoen t.o.v. de laatste prognose) ingevolge een hoger geïnd voorschot van UZ Leuven.

De overige varianties versus initieel budget en laatste prognose blijven beperkt. De overlopende rekeningen van het actief bedragen eind 2016 €7,0 miljoen en betreffen over te dragen kosten en verkregen opbrengsten. De lagere reële cijfers op 31/12/2016 in vergelijking met de originele begroting (-€1,9 miljoen) en de laatste prognose (-€0,6 miljoen) kunnen voornamelijk verklaard worden door lagere verkregen opbrengsten door de gewijzigde samenstelling van de effectenportefeuille ingevolge het historisch laag rentepeil. 2.2. Passiva De passiva bestaan voor 72,8% uit eigen vermogen, 12,6% uit voorzieningen voor risico’s en kosten, 1,7% uit financiële schulden op meer dan een jaar, 2,1% uit ontvangen vooruitbetalingen op projecten en 6,1% uit schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten. De overige posten zijn goed voor 4,7% van de totale balanswaarde. 2.2.1. Eigen vermogen Het eigen vermogen bedraagt €1,406 miljard. Dit is €30,2 miljoen hoger dan in de laatste begrotingscontrole en €33,6 miljoen hoger dan origineel begroot. De toename t.o.v. de 2de begrotingscontrole is een gevolg van de evolutie van het resultaat van het boekjaar zoals besproken onder punt 1 (+€21,2 miljoen) en de legaten die rechtstreeks aan het eigen vermogen toegevoegd werden (+€9,0 miljoen). 2.2.2. Voorzieningen voor risico’s en kosten De voorzieningen voor risico’s en kosten bedragen eind 2016 €242,5 miljoen. Dit is €5,8 miljoen meer dan in de laatste prognose en €56,0 miljoen meer dan origineel begroot. De verklaringen voor de afwijking t.o.v. de laatste prognose (+€5,8 miljoen) zijn: - het instellen van een provisie voor mogelijk geachte verliezen binnen de EFRO/Interreg projecten

(+€7,4 miljoen);

229

- een netto toename van de provisie voor uit te keren uitvindersaandelen binnen KU Leuven Research & Development (+€4,8 miljoen);

- een netto afname van de provisie voor groepsverzekering met te bereiken doel voor ATP-medewerkers (-€4,7 miljoen);

- een netto afname van de provisie voor asbest-en bodemsanering (-€1,4 miljoen); - overige mutaties die elkaar grotendeels compenseren (-€0,3 miljoen). De toename in voorzieningen voor risico’s en kosten van €56,0 miljoen t.o.v. de originele begroting wordt verklaard door: - de toename van de provisie voor de groepsverzekering met te bereiken doel voor ATP-

medewerkers met €21,2 miljoen, bestaande uit de toevoeging aan de voorziening in het kader van de opmaak van de jaarrekening 2015 (+€17,5 miljoen waarmee nog geen rekening was gehouden bij de begrotingsopmaak 2016) en de toevoeging in het kader van de opmaak van de jaarrekening 2016 (+€3,7 miljoen);

- een stijging van de voorziening voor groot onderhouden herstellingswerken (+€15,5 miljoen) overeenkomstig de bijstelling van de betreffende bestedingsplannen;

- een netto toename van de voorziening voor uit te keren uitvindersaandelen binnen KU Leuven Research & Development (+€14,4 miljoen);

- het instellen van de provisie voor mogelijk geachte verliezen binnen de EFRO/Interreg projecten (+€7,4 miljoen);

- een netto afname van de provisie voor asbest-en bodemsanering (-€1,1 miljoen); - een netto afname van de provisie voor SWT (stelsel voor werkloosheid met bedrijfstoeslag) (-€0,9

miljoen); - overige mutaties die elkaar grotendeels compenseren (-€0,5 miljoen). 2.3.3. Schulden De schulden bedragen €282,7 miljoen en liggen €28,4 miljoen hoger dan in de laatste prognose en €22,2 miljoen hoger dan origineel begroot. De handelsschulden bedragen eind 2016 €31,6 miljoen, dit is €4,0 miljoen lager dan geraamd in november 2016 en €0,8 miljoen lager dan origineel begroot. Deze schulden betreffen een momentopname op balansdatum. De afname wordt vooral verklaard door lagere te ontvangen facturen. De ontvangen vooruitbetalingen op projecten bedragen eind 2016 €40,4 miljoen. Ze werden bij de prognose van november 2016 geschat op €32,8 miljoen en in de initiële begroting geraamd op €47,1 miljoen. Deze ramingen evolueren in functie van de onderzoeksinkomsten in afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen. Ook deze post betreft een moeilijk voorspelbare momentopname. De belastingschulden bedragen in het definitieve cijfer 2016 €44,1 miljoen. De stijgingen met €8,5 miljoen t.o.v. de laatste prognose en met €13,2 miljoen t.o.v. de originele begroting worden vooral verklaard door de hogere roerende voorheffing ingehouden op valorisatie-inkomsten. Eind 2016 bedragen de schulden m.b.t. de bezoldigingen en sociale lasten €74,1 miljoen, dit is €7,7 miljoen hoger dan geraamd in november 2016 en €9,0 miljoen hoger dan origineel begroot. Ook hier betreft het een momentopname op balansdatum. De toename is vooral te verklaren door hogere te betalen RSZ op jaareinde, na het betalen van lagere RSZ-voorschotten tijdens 2016. De overige schulden (code 48) bedragen eind 2016 €28,8 miljoen. De verschillen met de laatste prognose 2016 (+€7,1 miljoen) en met de originele begroting (+€4,2 miljoen) worden vooral verklaard door fluctuaties in de doorstortingen aan partnerinstellingen. De overlopende rekeningen van het passief ten slotte bedragen eind 2016 €28,2 miljoen en betreffen over te dragen opbrengsten en toe te rekenen kosten. De hogere reële cijfers op 31/12/2016 in vergelijking met de laatste prognose (+€1,1 miljoen) en de originele begroting (+€2,7 miljoen) kunnen voornamelijk verklaard worden door hogere over te dragen opbrengsten.

230

Tabel 2.1: Begrotingscontrole balans KU Leuven (1/2)

ACTIVA (in 000 euro) codesBoekjaar 2016



RvB 10 nov 2015

VASTE ACTIVA 20/28 592.277 592.150 589.744I. Oprichtingskosten (toelichting I) 20II. Immateriële vaste activa (toelichting II) 21 747 509 516III. Materiële vaste activa (toelichting III) 22/27 576.836 577.983 578.243

A. Terreinen en gebouwen 22 425.859 441.953 450.243B. Installaties, machines en uitrusting 23 71.216 60.201 55.322C. Meubilair en rollend materieel 24 20.074 18.780 18.542D. Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht 25 11.575 11.575 11.392E. Andere materiële vaste activa 26 11.724 11.820 12.111F. Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen 27 36.389 33.655 30.633

IV. Financiële vaste activa (toelichting IV) 28 14.694 13.658 10.985A. Verbonden entiteiten 280/1 4.300 4.213 3.415

1. deelnemingen 280 3.300 3.300 3.3002. vorderingen 281 1.000 913 115

B. Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 282/3 5.131 5.102 4.6001. deelnemingen 282 4.123 4.223 3.6432. vorderingen 283 1.008 879 957

C. Andere financiële vaste activa 284/8 5.263 4.343 2.9711. aandelen 284 4.595 3.800 2.3222. vorderingen en borgtochten in contanten 285/8 668 543 649

VLOTTENDE ACTIVA 29/58 1.339.238 1.274.965 1.230.012V. Vorderingen op meer dan een jaar 29 2.463 2.762 4.130

A. Handelsvorderingen 290B. Overige vorderingen 291 2.463 2.762 4.130

VI. Voorraden en projecten in uitvoering (toelichting V) 30/37 1.044 1.178 1.289A. Voorraden 30 1.044 1.178 1.289B. Projecten in uitvoering 37

VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 40/41 118.729 144.735 142.731A. Handelsvorderingen 40 78.410 74.462 71.121B. Overige vorderingen 41 40.319 70.272 71.611

VIII. Geldbeleggingen (toelichting VI) 51/53 1.191.818 1.112.586 1.063.702IX. Liquide middelen 54/58 18.135 6.072 9.172X. Overlopende rekeningen (toelichting VII) 490/491 7.049 7.632 8.987TOTAAL DER ACTIVA 1.931.516 1.867.115 1.819.756

231

Tabel 2.1: Begrotingscontrole balans KU Leuven (2/2)

PASSIVA (in 000 euro) codesBoekjaar 2016



RvB 10 nov 2015

EIGEN VERMOGEN 10/15 1.406.307 1.376.102 1.372.750I. Gevormd vermogen 10III. Herwaarderingsmeerwaarden 12IV. Bestemde fondsen 13 1.404.244 1.374.039 1.370.788

Onroerende investeringen 395.475 400.885 419.846Wetenschappelijk onderzoek 813.703 809.044 778.381

179.673 148.517 160.131Studentenvoorzieningen 15.393 15.593 12.431

V. Overgedragen overschot (overgedragen tekort) 14 -0VI. Kapitaalsubsidies 15 2.063 2.063 1.962VOORZIENINGEN 16 242.528 236.725 186.538VII. Voorzieningen voor risico's en kosten 160/5 242.528 236.725 186.538

A. pensioenen en soortgelijke verplichtingen 160 61.685 66.560 41.548B. belastingen 161C. grote herstellings- en onderhoudswerken 162 122.217 122.217 106.713D. sociaal passief 163E. veiligheid en milieu verplichtingen 164 11.156 12.457 12.340F. overige risico's en kosten (toelichting VIII) 165 47.469 35.492 25.937

SCHULDEN 17/49 282.681 254.288 260.468VIII. Schulden op meer dan een jaar (toelichting IX) 17 32.650 32.650 32.731

A. Financiële schulden 170/4 32.000 32.000 32.0811. achtergestelde leningen 1702. niet achtergestelde obligatieleningen 1713. leasingschulden en soortgelijke schulden 172 7.997 7.997 8.0794. kredietinstellingen 173 24.003 24.003 24.0035. overige leningen 174

B. Handelsschulden 175C. Overige schulden 178/9 650 650 650

IX. Schulden op ten hoogste één jaar (toelichting IX) 42/48 221.840 194.548 202.296A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 42 2.730 2.245 2.133B. Financiële schulden 43

1. kredietinstellingen 430/82. overige leningen 439

C. Handelsschulden 44 31.617 35.667 32.364D. Ontvangen vooruitbetalingen op projecten 46 40.393 32.816 47.094E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 45 118.263 102.076 96.057

1. belastingen 450/3 44.130 35.663 30.9502. bezoldigingen en sociale lasten. 454/9 74.133 66.413 65.107

F. Overige schulden 48 28.837 21.744 24.647X. Overlopende rekeningen (toelichting X) 492/3 28.191 27.090 25.441TOTAAL DER PASSIVA 1.931.516 1.867.115 1.819.756

Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren

2016 Jaarrekening KU Leuven - Repertorium Rechtspersonenafzonderlijke behandeling en rapportering...

Documents

Transcript of 2016 Jaarrekening KU Leuven - Repertorium Rechtspersonenafzonderlijke behandeling en rapportering...