KU LEUVEN Jaarrekening 2018 - Vlaanderen · €12,7 miljoen de investeringsuitkeringen en voor...

KU LEUVEN

Jaarrekening 2018

Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de KU Leuven op 22 maart 2019

3

INHOUD INLEIDING ........................................................................................................................................... 4

DEEL 1 Resultatenrekening - synthese ................................................................................................ 8

DEEL 2 Balans ................................................................................................................................... 27

Algemeen ............................................................................................................................... 28

Activa ...................................................................................................................................... 28

Passiva ................................................................................................................................... 35

DEEL 3 Resultatenrekening per afdeling ............................................................................................ 41

WERKING ................................................................................................................. 42

INVESTERINGEN .................................................................................................... 54

SOCIALE VOORZIENINGEN VOOR STUDENTEN ................................................ 60

ONDERZOEKSFONDSEN ..................................................................................... 66

AFDELING IV.1: BIJZONDER ONDERZOEKSFONDS ............................................................... 66

AFDELING IV.2: ANDERE ONDERZOEKSFONDSEN ............................................................... 73

PATRIMONIUM ....................................................................................................... 85

VOOR ORDE .......................................................................................................... 94

INTERNE TECHNISCHE AFDELING – PRO MEMORIE ....................................... 94

BEDRIJFSECONOMISCHE AFDELING ............................................................... 97

DEEL 4 Interacties KU Leuven & UZ Leuven ................................................................................... 105

DEEL 5 Jaarrekening Tabellen conform het boekhoudbesluit van 21 december 2007 .................... 108

A. DOCUMENTEN VOORGELEGD AAN DE BEDRIJFSREVISOR ............................................. 109

B. VERKLARING VAN DE BEDRIJFSREVISOR .......................................................................... 138

Bijlage 1: Samenvatting van de toegepaste waarderingsregels ....................................................... 150

Bijlage 2: ESR Rapportering 2018 ................................................................................................... 157

Bijlage 3: Beleidsbegroting 2018 - Finale controle .......................................................................... 254

4

INLEIDING

5

1. Algemeen Voorliggend document bespreekt de jaarrekening 2018 voor de boekhoudkundige entiteit KU Leuven, d.i. de rechtspersoon KU Leuven zonder UZ Leuven. De Universitaire Ziekenhuizen die een eigen beheersstructuur hebben en onderworpen zijn aan andere wetgeving, voeren een afzonderlijke boekhouding en stellen een eigen jaarrekening op. Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, wordt in hetgeen volgt met de term KU Leuven steeds de boekhoudkundige entiteit KU Leuven bedoeld. De KU Leuven voert haar algemene boekhouding voornamelijk in SAP. De schaalgrootte en de veelheid aan uiteenlopende activiteiten die worden ontwikkeld, noodzaken binnen dit systeem een gedifferentieerde aanpak. Daarom worden de activiteiten van de KU Leuven uit financieel-administratief oogpunt in eerste instantie ondergebracht in twee entiteiten met een eigen SAP-bedrijfsnummer, één voor de universiteit (SAP company code UNIV) en één voor de Kinderdagverblijven (SAP company code KDVB). De exploitatie Kinderdagverblijven die 6 erkenningsnummers bij Kind en Gezin groepeert, is onderworpen aan een eigen regelgeving van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het activiteitenpalet van deze exploitatie is zo verschillend dat de eisen inzake financieel-administratieve opvolging niet adequaat kunnen worden voldaan binnen de SAP-bedrijfsentiteit voor de universiteit. Voorts worden er om verschillende redenen binnen het SAP-bedrijfsnummer UNIV nog meerdere SAP business areas onderscheiden. - Het gemengd BTW-plichtige statuut van de KU Leuven impliceert minstens 2 business areas: één

volledig niet BTW-plichtige business area voor BTW-vrijgestelde activiteiten (business area KULC) en één volledig BTW-plichtige business area voor KU Leuven Research & Development (business area LRD). KU Leuven Research & Development staat als entiteit voor onderzoeksvalorisatie binnen de KU Leuven in voor een actieve transferpolitiek van onderzoeksresultaten naar de industrie, de handel en andere sectoren.

- BTW-plichtige activiteiten die niet thuishoren bij KU Leuven Research & Development omwille van het ontbreken van het onderzoeksvalorisatiekarakter worden ondergebracht in KULB als tweede BTW-plichtige business area.

- De Universitaire Pers Leuven (UPL), die als wetenschappelijke uitgeverij de resultaten van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek alsook handboeken en monografieën voor universitair en hoger onderwijs publiceert, heeft nood aan een eigen balans en wordt daarom eveneens ondergebracht in een eigen business area.

- Ook de activiteiten van de Dienst Studentenvoorzieningen worden omwille van hun specificiteit in een eigen business area opgevolgd (business area STVZ). Deze aanpak waarborgt een afzonderlijke behandeling en rapportering van de betreffende geldstromen.

De jaarrekening van de KU Leuven bestaat in de eerste plaats uit de consolidatie van de boekhoudingen van de twee SAP-bedrijfsnummers (UNIV en KDVB), incl. de vijf business areas (KULC, LRD, KULB, UPL en STVZ). Deze consolidatie gebeurt volledig binnen SAP met uitzondering van de samenvoeging van de twee SAP-bedrijfsnummers UNIV en KDVB die extracomptabel wordt uitgevoerd. Daarnaast dient nog één andere component van de universiteit te worden meegenomen. Rekening houdend met BTW-verplichtingen en vooruitlopend op de integratie van de academiserende opleidingen van de hogescholen binnen de universiteit, besliste de Raad van Bestuur van de vzw Associatie KU Leuven reeds op 14 november 2008 om de praktische uitvoering van een aantal van haar decretale opdrachten te laten verlopen binnen de rechtspersoon KU Leuven. Hiertoe werd met de KU Leuven een raamcontract gesloten. Teneinde passend te kunnen rapporteren over de betreffende associatieactiviteiten werden deze binnen de KU Leuven ondergebracht in een afzonderlijke subentiteit: de Coördinatie Associatie KU Leuven. Financieel-administratief wordt deze subentiteit momenteel buiten SAP opgevolgd met het boekhoudpakket Vero, waardoor de consolidatie ook hier extracomptabel dient te gebeuren.

6

Onderstaande tabel geeft een beeld van de relatieve aandelen van de KU Leuven-activiteiten die binnen en buiten SAP worden opgevolgd en geconsolideerd.

Tabel 0.1: Verdeling entiteiten binnen en buiten SAP

2. Regelgeving Op 21 december 2007 keurde de Vlaamse Regering het besluit goed betreffende de boekhouding, de jaarrekening, het rekeningenstelsel en de controle voor de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. Conform dit besluit zijn de universiteiten vanaf boekjaar 2008 gehouden om een financiële administratie te voeren die een volwaardige bedrijfseconomische view geeft op de financiële data, op basis van opbrengsten en kosten. Gezien de specificiteit, de meerdeligheid en de complexiteit van de universitaire opdrachten, is het door de regelgever wenselijk/noodzakelijk geacht om naast deze bedrijfseconomische view, ook de analytische opvolging van de middelen naar hun herkomst per afdeling te behouden op basis van een cashview (in termen van inkomsten en uitgaven). Deze aanpak heeft belangrijke consequenties. - Wat de begrotingsafdelingen I tot VI betreft, blijven de boekhoudprincipes en -praktijk die golden

onder het boekhoudbesluit van 8 februari 1995, in grote mate behouden. - Teneinde de brug te slaan tussen de cashview van de begrotingsafdelingen I tot VI en de

bedrijfseconomische view over alle afdelingen heen, wordt er een afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling gebruikt waarbinnen de niet-kasopbrengsten en de niet-kaskosten worden geboekt.

Tevens schrijft het BVR van 21 december 2007 voor dat de jaarrekening, aanvullend op de controles door het Rekenhof, de Regeringscommissaris en de Afgevaardigde van Financiën, geattesteerd moet worden door een bedrijfsrevisor. De verslaggeving van EY Bedrijfsrevisoren ter zake is terug te vinden in deel 5, onder punt B. In voorliggend dossier zijn de gevolgen verwerkt voor de KU Leuven van het decreet betreffende de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten (zoals aangenomen door het Vlaams Parlement op 5 juli 2012 en bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 13 juli 2012). Deze gevolgen worden, waar relevant, punctueel toegelicht. Op 8 juli 2011 werd door de Vlaamse Regering het decreet bekrachtigd houdende de regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan en de controle door het Rekenhof (ook Rekendecreet genoemd). Het decreet van 23 december 2011 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 voegde in artikel 165 de KU Leuven toe aan de lijst van de Vlaamse rechtspersonen bedoeld in artikel 4. §2 van het Rekendecreet. Zodoende werden artikel 37. §1, artikel 46. §2 en artikel 50. §2 van het Rekendecreet van toepassing verklaard op de KU Leuven. Deze nieuwe beschikking impliceert dat de universiteit vanaf boekjaar 2012 haar jaarrekening, aanvullend op de bestaande voorschriften (cf. het universitair boekhoudbesluit van 21 december 2007), ook in ESR-termen1 ter beschikking moet stellen. Op 9 oktober 2015 (BS 12/11/2015) heeft de Vlaamse Regering het besluit bekrachtigd betreffende de controle en single audit die van toepassing zijn op de universiteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse gemeenschap. Dit besluit

1 ESR staat voor “Europees Systeem van nationale en regionale Rekeningen in de Europese Unie”.

(in euro)Balanstotaal 31/12/2018

%Kosten2018

%Opbrengsten

2018%

UNIV in SAP (*) 2 075 207 879 99,49% 955 437 668 98,77% 1 004 467 650 98,83%

KDVB in SAP 9 330 510 0,45% 6 082 180 0,63% 6 121 215 0,60%

Coördinatie Associatie KU Leuven in Vero 1 312 084 0,06% 5 778 517 0,60% 5 777 887 0,57%

TOTAAL 2 085 850 473 100,00% 967 298 365 100,00% 1 016 366 753 100,00%

(*) bedragen na eliminaties uitgevoerd buiten SAP

7

kwam voor de instellingen van het hoger onderwijs in de plaats van het BVR betreffende controle en single audit van 7 september 2012 dat aanvankelijk gold voor alle rechtspersonen vermeld in artikel 4. §1 en §2 van het Rekendecreet (en dus ook voor de instellingen van het hoger onderwijs). Het BVR van 7 september 2012 voerde vanaf de opmaak van de jaarrekening 2012 twee extra controleverplichtingen in. Overeenkomstig artikel 9. §5 van dit BVR moest de bedrijfsrevisor een verslag opmaken waarin hij een oordeel geeft over het feit of de uitvoering van de begroting en de aansluiting van de uitvoering van de begroting bij de jaarrekening correct zijn opgesteld. Artikel 9. §6 van dit BVR schreef voor dat de jaarlijkse ESR-rapportering van de KU Leuven gecertificeerd moest worden door de bedrijfsrevisor. Het BVR van 9 oktober 2015 herzag deze bepalingen ten dele. De certificeringsplicht door de bedrijfsrevisor van de jaarlijkse ESR rapportering bleef steeds behouden (zie artikel 7. §5 van het BVR van 9 oktober 2015); echter vanaf boekjaar 2015 moest de bedrijfsrevisor niet langer een oordeel geven over de uitvoering van de begroting. Intussen is deze uitzonderingsregeling die gold voor het hoger onderwijs terug ongedaan gemaakt door de nota “Afspraken over single audit: audit rekeningen 2018 Vlaamse overheid” die is goedgekeurd door de Vlaams minister van Begroting, Financiën en Energie, de Voorzitter van het Rekenhof en de Voorzitter van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zodat de begrotingsuitvoering vanaf 2018 opnieuw in scope is voor de certificeringsopdracht van de bedrijfsrevisor. In bijlagen 2 en 3 van voorliggend dossier worden onder de punten B de documenten opgenomen die aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren ter controle zijn voorgelegd m.b.t. de ESR rapportering 2018 respectievelijk m.b.t. de uitvoering van de begroting 2018. Punten C van bijlagen 2 en 3 bevatten de door EY afgeleverde certificaten. 3. Tijdskader Het boekjaar 2018 loopt zoals de voorgaande boekjaren van 1 januari tot en met 31 december.

8

DEEL 1

Resultatenrekening - synthese

9

De resultatenrekening 2018 van de KU Leuven wordt behandeld in twee delen, Deel 1 en Deel 3. Deel 1 beoogt een totaalbeeld te geven, conform de bedrijfseconomische view zoals voorgeschreven door het boekhoudbesluit van 21 december 2007. Dit totaalbeeld wordt weergegeven in tabel 1.3. De cijfers 2018 worden erin vergeleken met 2017. Omdat de resultaten maar correct kunnen worden geïnterpreteerd in relatie met de begrotingsafdelingen waarbinnen ze zijn tot stand gekomen, wordt aanvullend, in tabel 1.4, het globaal bedrijfseconomisch resultaat op een hoog aggregatieniveau verbijzonderd naar de afdelingen. In Deel 3 worden de gedetailleerde resultatenrekeningen per begrotingsafdeling besproken.

Bedrijfsopbrengsten In 2018 heeft de KU Leuven bedrijfsopbrengsten gerealiseerd voor €1,002 miljard. Van dit totaalbedrag hebben €940,2 miljoen of 93,8% betrekking op onderwijs, onderzoek en dienstverlening, -€21,6 miljoen of -2,2% op waardewijzigingen op projecten in uitvoering, €19,1 miljoen of 1,9% op giften, schenkingen en legaten en €65,0 miljoen of 6,5% op andere bedrijfsopbrengsten (o.a. recuperaties kosten van derden en huuropbrengsten niet-sociale sector). Binnen de opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening kan een verder onderscheid worden gemaakt naar de verschillende geldstromen. De 1ste geldstroom (€412,3 miljoen) betreft voor €389,5 miljoen de werkingsuitkeringen die hoofdzakelijk worden geregeld door “Deel III Financiering” uit de Codex Hoger Onderwijs d.d.11 oktober 2013, voor €12,7 miljoen de investeringsuitkeringen en voor €9,9 miljoen de sociale toelagen. Aanvullend heeft de universiteit in 2018 een sociale toelage ontvangen van DGD (Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp) ter waarde van €0,2 miljoen. De 2de geldstroom (€141,3 miljoen) heeft betrekking op de overheidsbijdragen voor fundamenteel basisonderzoek. De belangrijkste componenten hierin zijn de BOF-middelen (€71,2 miljoen), de projectfinanciering van het FWO (€63,5 miljoen), de middelen voor het aflopend Interuniversitair attractiepolen–programma en het vervangende “Excellence of Science” (EOS)-programma (IUAP / EOS voor €6,4 miljoen) en de (uitdovende) bench fees in het kader van de specialisatiebeurzen van het IWT (€0,2 miljoen). De overheidsbijdragen ontvangen binnen het toegepast wetenschappelijk onderzoek (zowel van nationale als internationale overheden) worden onder de 3de geldstroom gecatalogeerd en bedragen €152,6 miljoen. De 4de geldstroom betreft contractonderzoek met de privésector en de wetenschappelijke dienstverlening voor €135,4 miljoen. De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen €98,6 miljoen en betreffen hoofdzakelijk de reguliere en andere inschrijvingsgelden (€48,4 miljoen), de huuropbrengsten van de sociale sector (€8,6 miljoen), bepaalde onderwijstoelagen (€16,8 miljoen vervat in code 7045), de ingehouden bedrijfsvoorheffingen op bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (€16,7 miljoen vervat in code 7045), de sponsoring in kader van onderwijs en onderzoek (€2,1 miljoen onder code 7045) en de verkoop van proefdieren (€1,8 miljoen onder code 7045). De waardewijziging projecten in uitvoering bedraagt -€21,6 miljoen, waarbij -€16,2 miljoen betrekking heeft op de matching van de onderzoeksprojecten en -€5,4 miljoen op de matching van de onderwijsprojecten. De giften, schenkingen en legaten bedragen €19,1 miljoen. De andere bedrijfsopbrengsten bedragen €65,0 miljoen en betreffen hoofdzakelijk de verhuring en facilitaire dienstverlening buiten de sociale sector (€13,9 miljoen), de recuperatie van personeelskosten

10

(€10,7 miljoen), de recuperatie van nutsvoorzieningen (€9,1 miljoen), diverse recuperaties zoals o.a. fotokopijen, administratiekosten, informatica-infrastructuur en recuperaties van studenten (€7,7 miljoen), diverse subsidies zoals o.a. de subsidies van de Vlaamse Gemeenschap m.b.t. het archievendecreet en de premies ontvangen in het kader van onroerende investeringen (€6,8 miljoen), de omzet van de Kinderdagverblijven (€6,1 miljoen), de omzet van de Coördinatie Associatie (€5,8 miljoen), de recuperatie van BTW op algemene kosten als gemengd BTW-belastingplichtige (€2,8 miljoen), de verkoop van sportkaarten en vergoedingen voor deelname aan sportactiviteiten (€1,1 miljoen), magazijnverkopen en klein onderhoud door de Technische Diensten (€1,0 miljoen). In 2018 liggen de totale bedrijfsopbrengsten €22,6 miljoen of 2,3% hoger dan in 2017. Zoals meer in detail toegelicht onder afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen, is het voor een correcte interpretatie van de evolutie van de bedrijfsopbrengsten over de jaren heen van belang om de strikt boekhoudkundige view op de bedrijfsopbrengsten uit tabel 1.3 te verfijnen met de resultaten van de matching oefening2. Daartoe worden in tabel 1.1 de matching-boekingen op jaareinde 2018 die in globaliteit ingeschreven staan op code 71 Waardewijziging projecten in uitvoering, extracomptabel aangerekend op de opbrengstensoorten van de betreffende onderzoeks- en onderwijsprojecten. Eenzelfde oefening gebeurde op de cijfers 2017 met de matching-boekingen op jaareinde 2017.

Tabel 1.1: Bedrijfsopbrengsten na matching - 2018 versus 2017 - Samenvatting

Samengevat zien de opbrengsten 2018 er na matching en in vergelijking met 2017 als volgt uit : 2018 2017 - 1ste geldstroom 41,1% 40,6% - 2de geldstroom 13,1% 13,6% - 3de geldstroom 14,6% 13,9% - 4de geldstroom 13,5% 15,2% - Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs,

onderzoek en dienstverlening 9,3% 8,7% - Giften, schenkingen en legaten 1,9% 1,7% - Andere bedrijfsopbrengsten 6,5% 6,3% - Totaal 100,0% 100,0%

2 De matching-oefening van onderzoeks- en onderwijsprojecten wordt voorgeschreven in artikelen 75 en 76 van het boekhoudbesluit voor de universiteiten d.d. 21 december 2007 en beoogt een correcte toewijzing van opbrengsten en kosten aan de boekjaren, conform het boekhoudkundig overeenstemmingsprincipe en overeenkomstig de completed contract methode. Ze richt zich specifiek op onderzoeks-, onderwijs- en dienstverleningscontracten van bepaalde duur die langer lopen dan 31 december en waarvoor aan het einde van jaar n geen tussentijdse afrekening wordt gemaakt. Voor de KU Leuven impliceert de matching concreet dat in de jaren dat de totale gefactureerde, en derhalve geboekte, bedrijfsopbrengsten groter zijn dan de reeds gemaakte kosten, het netto surplus van de bedrijfsopbrengsten als negatieve bedrijfsopbrengst in een extra boeking wordt gecomptabiliseerd onder code 71 Waardewijziging van projecten in uitvoering, met als tegenpost code 46 Ontvangen vooruitbetalingen op projecten, op het passief van de balans. In de jaren dat een omgekeerde situatie zich voordoet (meer bedrijfskosten dan bedrijfsopbrengsten) wordt het netto surplus van de bedrijfskosten als positieve bedrijfsopbrengst in een extra boeking ingeschreven onder code 71 Waardewijziging van projecten in uitvoering, met als tegenpost code 37 Projecten in uitvoering, op het actief van de balans.

(in euro) Boekjaar 2018

(1)

Matching 2018

(2)

2018 na Matching(3)=(1)+(2)

Boekjaar 2017

(4)

Matching 2017

(5)

2017 na Matching(6)=(4)+(5)

Afwijkingen 2018 - 2017

na matching(7)=(3)-(6)

A.1. 1° geldstroom 412.324.978 0 412.324.978 397.998.935 0 397.998.935 14.326.044A.2. 2° geldstroom 141.330.663 -10.154.793 131.175.870 119.812.259 13.555.008 133.367.268 -2.191.398A.3. 3° geldstroom 152.634.062 -6.358.816 146.275.246 143.149.486 -7.351.892 135.797.594 10.477.653A.4. 4° geldstroom 135.379.965 293.280 135.673.245 152.439.183 -3.018.559 149.420.625 -13.747.380A.5. Andere opbrengsten van onderwijs, onderzoek en dienstverlening 98.569.617 -5.381.933 93.187.683 85.369.092 0 85.369.092 7.818.592B. Waardewijziging projecten in uitvoering -21.602.262 21.602.262 0 3.184.557 -3.184.557 0 0D. Giften, schenkingen en legaten 19.074.923 0 19.074.923 16.706.130 0 16.706.130 2.368.793E. Andere bedrijfsopbrengsten 65.042.779 0 65.042.779 61.461.772 0 61.461.772 3.581.007

Totaal bedrijfsopbrengsten 1.002.754.725 0 1.002.754.725 980.121.414 0 980.121.414 22.633.311

11

Tabel 1.5 (zie het einde van dit deel) geeft een verdere detaillering van tabel 1.1. De varianties na matching kunnen als volgt worden verklaard. - Stijging in de eerste geldstroom met €14,3 miljoen. Hierin zijn de belangrijkste ontwikkelingen:

Stijging van de werkingsuitkeringen met €13,5 miljoen, d.i. + 3,6% (code A.1.1):

o +€5,9 miljoen door het uitvoeren van de klik binnen de basistoelage. Conform Art. III.6 van de Codex Hoger Onderwijs wordt in 2018 een klik uitgevoerd m.b.t. de universitaire enveloppe;

o +€4,8 miljoen door een enveloppe-indexering3 waarbij enkel de looncomponent geïndexeerd werd aan 1,5%;

o +€4,1 miljoen door de decretaal ingestelde groeipaden binnen de basistoelage (+€1,6 miljoen) en binnen de aanvullende onderzoeksmiddelen (+€2,5 miljoen);

o +€0,7 miljoen door een stijging van de uitkering werkgeversbijdrage. In uitvoering van Art.III.58 uit de Codex hoger onderwijs wordt de enveloppe van de werkgeversbijdrage net zoals in 2017 op Vlaams niveau verhoogd met €1,0 miljoen, waarvan €0,7 miljoen toekomt aan de KU Leuven. De compensaties in de jaren 2017 en 2018 komen tegemoet aan een reële nood en hebben zodoende een positief effect op het resultaat; ze zijn echter wel nog ontoereikend om het volledig competitief nadeel m.b.t. de hogere wettelijke en conventionele werkgeversbijdragen weg te werken. Het cumulatief tekort ten nadele van de KU Leuven wordt geraamd op €66,8 miljoen in 2018, waarbij het geraamd jaarlijks tekort voor 2018 €8,0 miljoen bedraagt;

o +€0,7 miljoen ingevolge de bijstelling van de vordering vakantiegeld op basis van de finale cijfers voor de personeelskosten;

o +€0,4 miljoen ingevolge een daling van de verlegging van werkingsuitkeringen (d.i. een opbrengst met een negatief teken). Ter vergoeding van de kosten van de geïntegreerde academische activiteiten die gedragen worden door de hogescholen van herkomst, vindt een verrekening plaats (de zogenaamde “gemengde bijdrage”). Deze verrekening gebeurt door een verlegging van werkingsmiddelen van de universiteit naar de hogescholen. Het bedrag van de verlegging voor alle hogescholen samen neemt tussen 2017 en 2018 af als gevolg van nieuwe werkafspraken en de overname door de KU Leuven van een aantal activiteiten (en bijhorende kosten) die voorheen door de hogescholen werden uitgevoerd;

o +€0,3 miljoen ingevolge de bijkomende toekenning voor Ecocheques in het kader van de Vlaamse CAO V voor de personeelsleden in KU Leuven statuten;

o -€3,4 miljoen ingevolge een netto-daling van de KU Leuven-aandelen binnen de basistoelage en de nevenenveloppen.

Voor een correcte interpretatie van de realiteit is het aangewezen om de stijging van de werkingsuitkeringen 2018 versus 2017, aanvullend op bovenstaande gedetailleerde variantieanalyse, te belichten vanuit een breder perspectief: o sinds 2011 wordt er door de Vlaamse Overheid op de basistoelage een lineaire besparing

toegepast. In 2018 bedraagt deze besparing voor de KU Leuven €3,9 miljoen. Bijkomend is er vanaf 2015 een extra lineaire besparing (“haircut”) ingesteld op de basistoelage waarvan de KU Leuven in 2018 €6,2 miljoen draagt. De overige besparingsmaatregelen ingesteld in 2015 en 2016, met name de generieke besparing op de Aanvullende onderzoeksmiddelen en de Brusselmiddelen en de vertraging op de groeipaden binnen de basistoelage en de Aanvullende onderzoeksmiddelen werken ook onverkort door in 2018;

o daarnaast werd in 2018 de 80%-looncomponent van de enveloppe geïndexeerd op basis van de evolutie van de gezondheidsindex van 1,50%. Volgens de mededeling van het Federaal Planbureau d.d. 8 januari 2019 bedraagt de reële evolutie van de gezondheidsindex 1,77% voor 2018, wat zou resulteren in een enveloppe-indexering van 1,42% (i.e. indexering van de 80% looncomponent aan 1,77%). Ingevolge deze lagere aanname van de evolutie van de gezondheidsindex derft de KU Leuven €0,8 miljoen aan werkingsmiddelen. Tot slot betekent het niet indexeren van het werkingsgedeelte van de enveloppe (art.III.5§9 - 20% aan 75% van de evolutie van de gezondheidsindex) een bijkomende systematische besparing op de werkingsuitkeringen. Alleen reeds voor 2018 ontvangt KU Leuven hierdoor €1,0 miljoen minder werkingsuitkeringen.

3 Indexering van 1,2% (=80% * 1,5%) voor alle enveloppes met uitzondering van de wettelijke en conventionele werkgeversbijdrage die geïndexeerd werd aan 1,50% (=100% * 1,50%).

12

Stijging van de investeringsuitkeringen met €0,4 miljoen (code A.1.3.). Deze evolutie wordt verklaard door de indexering van de investeringstoelagen (+€0,2 miljoen), de decretaal voorziene graduele toename van de investeringstoelagen voor de geïntegreerde opleidingen (dit zijn de vroegere AGION middelen; +€0,3 miljoen) en de kleine negatieve impact van de evolutie van het KU Leuven-aandeel in de investeringstoelagen voor de universiteiten in strikte zin (d.i. voorafgaand aan de integratie van de academische hogeschoolactiviteiten) van 38,92% in 2017 naar 38,79% in 2018 (-K€38).

Stijging van de sociale toelagen met €0,4 miljoen (code A.1.4).

Deze toename wordt voor €0,1 miljoen verklaard door de indexering met 0,75%4. Bijkomend wordt er voor €0,8 miljoen middelen voor het Geïntegreerd Onderwijs (GON) toegevoegd aan de enveloppe voor alle universiteiten samen, waarvan €0,3 miljoen toekomt aan de KU Leuven.

- Afname in de tweede geldstroom met €2,2 miljoen als gevolg van:

een toename van de BOF-middelen met €2,3 miljoen. Deze stijging wordt verklaard door twee

tegengestelde bewegingen. Enerzijds is de globale Vlaamse enveloppe van het BOF toegenomen met €7,0 miljoen ingevolge een reële aangroei en een indexering; van dit bedrag komt €2,8 miljoen toe aan de KU Leuven. Anderzijds is het aandeel van de KU Leuven (cf. de BOF-sleutel) afgenomen van 40,35% in 2017 naar 40,04% in 2018, wat resulteert in een daling van de toelage met €0,5 miljoen;

een toename van de FWO-inkomsten met €2,1 miljoen. Deze stijging wordt verklaard door een toename van het totaal beschikbaar FWO-projectbudget op Vlaams niveau, gedeeltelijk afgezwakt door een daling van het KU Leuven-aandeel in de projecttoekenningen van 49,13% in 2017 naar 46,05% in 2018;

een daling van de overheidsbijdragen voor het EOS-IUAP programma (-€6,2 miljoen). De overheidsbijdragen voor de Interuniversitaire attractiepolen (IUAP) bedragen in 2018 voor de KU Leuven nog slechts €0,5 miljoen, wat een daling betekent van €7,7 miljoen t.o.v. de inkomsten in 2017, als gevolg van het definitief eindigen van de IUAP-projecten per 31 december 2017. Het IUAP-programma werd vanaf 2018 vervangen door het “Excellence of Science” (EOS) programma. Zoals zijn voorloper wil dit programma gezamenlijk fundamenteel wetenschappelijk onderzoek tussen onderzoekers van de Vlaamse en Franstalige gemeenschap promoten5. In 2018 bedragen de KU Leuven-inkomsten vanwege het EOS-programma €1,5 miljoen;

een afname van de IWT bench fees (specialisatiebeurzen) met €0,4 miljoen. Deze bench fees faseren geleidelijk aan uit als gevolg van de overname van dit financieringskanaal door het FWO na de integratie van het IWT in het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).

- Toename in de derde geldstroom met €10,5 miljoen. Deze toename is vooral te verklaren door

volgende tegengestelde bewegingen: de hogere inkomsten vanwege internationale organen (+€5,6 miljoen) als gevolg van:

o de gestegen inkomsten vanwege de Europese Unie (+€5,1 miljoen), hoofdzakelijk door een stijging van de inkomsten m.b.t. H2020-projecten (+€11,9 miljoen) en Efro/Interreg-subsidies (+€1,0 miljoen) terwijl er voor het uitfaserende FP7-programma een daling genoteerd wordt van €8,1 miljoen. De grootste omzetstijgingen binnen de H2020-projecten worden gerealiseerd bij de ERC-contracten (+€3,8 miljoen) en bij de Marie-Curie dossiers (+€2,1 miljoen);

o de toegenomen inkomsten vanwege internationale instellingen (+€0,5 miljoen), hoofdzakelijk door de hogere inkomsten afkomstig van de US federal & private funding organisaties (+€0,4 miljoen) en de hogere subsidies ontvangen vanwege diverse internationale instellingen zoals het IFPRI (+€0,2 miljoen). De inkomsten toegekend door het European Space Agency dalen licht (-€0,1 miljoen);

4 Indexering van de component personeel (50%) met 1,5%= 0,75%. 5 De betrokken Vlaamse instellingen ontvangen hun financiering via het FWO; de betrokken Franstalige instellingen via het FNRS.

13

de toename van de inkomsten afkomstig van de Vlaamse Gemeenschap (+€2,3 miljoen), vooral door de combinatie van: o hogere inkomsten voor toegepast onderzoek vanwege FWO en VLAIO met €3,9 miljoen.

Deze stijging wordt enerzijds verklaard door hogere omzetcijfers bij de SBO- en TBM-projecten (+€3,0 miljoen), bij de contracten afgesloten met de speerpuntclusters SIM en Catalisti (+€1,0 miljoen) en met het departement EWI (+€0,8 miljoen). Anderzijds zijn er omzetdalingen voor het TETRA-programma (-€0,4 miljoen), de FISCH-dossiers (-€0,2 miljoen) en de uitdovende TGO-dossiers (-€0,2 miljoen);

o de afname in inkomsten van andere Vlaamse intermediaire organisaties (-€1,9 miljoen). Dit is de resultante van volgende tegengestelde bewegingen: º lagere inkomsten vanwege imec/iMinds (-€2,0 miljoen) en SIM (-€0,3 miljoen). Als

gevolg van de onderhandelingen aangaande de nieuwe raamovereenkomst met imec, verschuiven een deel van deze inkomsten naar begin 2019;

º hogere inkomsten vanwege VIB (+€0,1 miljoen) en Flanders Make (+€0,3 miljoen); hogere inkomsten van de federale overheid excl. IUAP (+€1,9 miljoen). Deze stijging wordt

verklaard door: o een toename in de inkomsten vanwege VLIR-UOS (+€2,2 miljoen), ingevolge de verdere

ontplooiing van het in 2017 reeds opgestarte Global Minds6 programma (+€0,7 miljoen) en de overdracht in 2018 van het reeds geruime tijd lopende VLIR Beurzenprogramma van afdeling V, onder code A.5.6 Andere, naar afdeling IV.2, onder code A.3.1 van de derde geldstroom (+€1,5 miljoen)7;

o een afname van €0,2 miljoen in de subsidies voor wetenschappelijk onderzoek vanwege verschillende Federale overheidsdiensten, zoals de FOD Volksgezondheid, de Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de FOD Justitie, het RIZIV,……

o een lichte daling in de inkomsten vanwege het Federaal Wetenschapsbeleid (-€0,1 miljoen); de toename in de inkomsten van steden en provincies (+€0,7 miljoen). Zowel bij de

cofinanciering in Efro/Interreg-projecten als bij de andere subsidies toegekend door diverse steden en provincies wordt een omzettoename opgetekend (respectievelijk +€0,6 miljoen en +€0,1 miljoen).

- Afname in de vierde geldstroom met €13,7 miljoen. De vierde geldstroom daalt vooral door lagere valorisatie-opbrengsten binnen KU Leuven Research & Development (-€15,2 miljoen), als gevolg van het aflopen sinds mei 2017 van het licentiecontract met Gilead voor de Tenofovir producten. De licentie-inkomsten voor de opvolgproducten gebaseerd op TAF liggen zoals verwacht en eerder begroot lager dan voor de Tenofovir producten. De daling wordt versterkt door de lagere opbrengsten uit contractonderzoek met de privé-sector met overheidssteun hoofdzakelijk bij de O&O-projecten (-€1,5 miljoen) en in mindere mate bij de VIS- en MIP-programma’s (-€0,6 miljoen). Hogere opbrengsten uit contractonderzoek met non-profitorganisaties en uit wetenschappelijke dienstverlening zonder contract compenseren gedeeltelijk voor de dalingen (respectievelijk +€3,4 miljoen en +€0,2 miljoen).

- Toename van de andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

met €7,8 miljoen. Deze stijging wordt hoofdzakelijk verklaard door volgende bewegingen: de toename met €6,2 miljoen onder code A.5.6 Andere ingevolge:

o een stijging in de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldiging van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek met €5,0 miljoen, waarvan: º +€9,2 miljoen door de lagere registratie van over te dragen opbrengsten in het kader

van de excellentie- en programmafinanciering; º -€3,9 miljoen ten gevolge van de wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016

voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers krachtens art. 275, §1 WIB 92, voor een totaalbedrag

6 Global Minds heeft als doel om de capaciteit en kennis van de Vlaamse universiteiten m.b.t. ontwikkelingssamenwerking uit te bouwen en uit te diepen door in te zetten op strategische niches/thema’s relevant voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking. 7 Deze overdracht vond plaats om compliance redenen en is erop gericht de opvolging van het VLIR Beurzenprogramma te optimaliseren door gebruik te maken van de meest performante tools voor financiële projectopvolging die beschikbaar zijn binnen afdeling IV.2 en niet binnen afdeling V.

14

van €4,3 miljoen. Van dit totaalbedrag betreft €3,9 miljoen de verschuldigde hoofdsom (geregistreerd onder code 7045) en €0,4 miljoen nalatigheidsintresten (geregistreerd onder code 652/9 – zie verder). De KU Leuven gaat volstrekt niet akkoord met de door de fiscale administratie gebruikte argumenten en betwist derhalve de extra aanslag voor 2016 (en de te verwachten extra aanslagen voor 2017 en 2018) met klem en ten gronde. De universiteit neemt alle mogelijke/nodige administratieve en juridische stappen om haar gelijk te bewijzen en haar belangen te vrijwaren8;

º -€0,3 miljoen door minder ontvangen defiscalisatiemiddelen ingevolge de VTE-daling9 bij de statuten die in aanmerking komen voor de defiscaliseringsmaatregel (-€0,2 miljoen), de indexering van de lonen (+€0,3 miljoen) en overige factoren waaronder de gewijzigde schalen voor bedrijfsvoorheffing in het kader van de federale taks shift (-€0,4 miljoen);

o hogere inkomsten uit sponsoring voor onderwijs en onderzoek (+€0,2 miljoen); o diverse andere mutaties o.a. met betrekking tot een veelheid aan kleine, ad hoc

dienstverleningscontracten (+€1,0 miljoen); de toename in opbrengsten uit de reguliere studiegelden (+€1,1 miljoen) door de indexering

van de studiegelden met 1,8% (+€0,6 miljoen) en de aangroei van de studentenpopulatie (+€0,4 miljoen);

de stijging van de inkomsten uit andere inschrijvingsgelden (+€1,1 miljoen). Deze inkomsten zijn vrij volatiel want ze zijn functie van het al dan niet doorgaan van specifieke initiatieven;

de daling van de huuropbrengsten van de sociale sector (-€0,6 miljoen) ingevolge de onderbezetting van wooneenheden in het kader van renovatiewerken o.a. in de studentenresidenties het Meisjescentrum, het Rijschool complex en Camillo Torres en door de variabiliteit van de huurinkomsten binnen de sociale sector die mede beïnvloed worden door het niveau van de beroepsinkomsten van de ouders.

- Toename van de inkomsten uit giften, schenkingen en legaten met €2,4 miljoen. - Stijging in de andere bedrijfsopbrengsten met €3,6 miljoen. Deze toename wordt o.a. verklaard

door volgende tegengestelde bewegingen: +€3,0 miljoen stijging in diverse andere subsidies, zoals o.a. een subsidie van Sport

Vlaanderen ter ondersteuning van de bouw van de topsporthal (€1,8 miljoen) en van het Klimaatfonds om gebouwen van de universiteit energiezuiniger te maken (€0,8 miljoen);

+€1,3 miljoen toename in de opbrengsten uit verhuring en facilitaire dienstverlening, vooral ingevolge het exclusief gebruik door de Alamire Foundation vzw10 van het gebouw De Norbertuspoort van de Abdij van Park in het kader van Library of Voices11 (+€0,8 miljoen), de hogere verhuur van lokalen in het universitair centrum Groot Begijnhof (+€0,3 miljoen) en de verhuur vanaf 2018 van lokalen en infrastructuur van Campus Brugge aan de hogeschool Vives in het kader van de opleidingen m.b.t. industriële wetenschappen en technologie (+€0,2 miljoen);

-€0,4 miljoen lagere recuperaties van personeelskosten; -€0,3 miljoen minder btw-recuperatie op algemene kosten als gemengd BTW-

belastingplichtige.

Bedrijfskosten De bedrijfskosten bedragen in 2018 €953,3 miljoen en nemen in vergelijking met 2017 toe met €19,4 miljoen of +2,1%. Deze procentuele toename ligt iets lager dan de stijging van de bedrijfsopbrengsten (+2,3%).

8 Voorzichtigheidshalve en anticiperend op de te verwachten rechtlijnige toepassing door de fiscale administratie van dezelfde – door de KU Leuven betwiste – argumenten voor de jaren 2017 en 2018, is aanvullend op de boeking van de gedeeltelijk verworpen vrijstelling voor 2016 binnen afdeling V, volgens dezelfde logica een voorziening voor risico’s en kosten gedimensioneerd en aangelegd binnen afdeling VIII voor in totaal €8,3 miljoen m.b.t. de boekjaren 2017 en 2018. Zie verder. 9 Dit volume-effect is het resultaat van een daling van het AAP/BAP en van de uitstroom van OP2-medewerkers van het integratiekader. 10 Internationaal centrum voor de studie van de muziek in de Lage Landen. 11 Library of Voices is een hedendaagse ontmoetingsplek waarin boek, digitaal beeld en (gregoriaanse en polyfone) muziek zijn ondergebracht en met de nieuwste technieken worden ontsloten.

15

Gedetailleerd naar kostensoorten zien de bedrijfskosten er als volgt uit: Miljoenen € % - aankoop goederen 10,5 1,1% - diensten en diverse goederen 250,3 26,3% - bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 616,7 64,7% - afschrijvingen 59,5 6,2% - waardeverminderingen op

voorraden en handelsvorderingen 0,9 0,1% - voorzieningen voor risico’s en kosten -0,6 -0,1% - andere bedrijfskosten 16,0 1,7% Totaal 953,3 100,0% De €19,4 miljoen toename van de bedrijfskosten versus 2017 wordt verklaard door volgende bewegingen. Bij de interpretatie ervan dient rekening te worden gehouden met het feit dat de mix tussen de kostensoorten van jaar tot jaar verschilt in functie van de aard van de onderzoeks- en andere projectactiviteiten die worden uitgevoerd. De aankopen van goederen nemen in 2018 af met €0,7 miljoen, voornamelijk door lagere aankopen van meubilair. De diensten en diverse goederen stijgen met €10,0 miljoen of 4,2%. Deze mutatie wordt vooral verklaard door hogere kosten m.b.t. groot onderhoud en herstellingen, overeenkomstig het Vijfjarenplan en in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten (+€4,3 miljoen), hogere erelonen (+€2,3 miljoen), hogere personeelsgerelateerde kosten zoals verblijfs- en verplaatsingskosten / aankoop van boeken en tijdschriften / opleidingen en seminaries / catering en restaurant, …(+€1,4 miljoen), hogere aankopen van kleine uitrusting (+€1,3 miljoen) en hogere kosten m.b.t. asbestsanering ingevolge de beslissing uit 2017 om het Instituut Scheikunde en Navorsing af te breken, de asbest te verwijderen en aansluitend te investeren in een nieuwbouw (+€1,2 miljoen) naast andere kleinere mutaties (-€0,5 miljoen). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen stijgen in 2018 met €13,0 miljoen of 2,1%: - +€9,5 miljoen betreft een VTE-toename met 219,3 eenheden, van 8.781,9 in 2017 tot 9.001,2 in

201812. Zie verder voor aanvullende toelichting/duiding; - +€8,4 miljoen wordt verklaard door het doorwerken van de indexering van de lonen in juli 2017 en

de indexering van de lonen in oktober 2018; - +€0,6 miljoen betreft de maatregelen ter verhoging van de koopkracht in het kader van de CAO V

voor het Hoger Onderwijs: de verhoogde toekenning van Ecocheques en de verhoging van de barema’s van het integratiekader13;

- +€0,6 miljoen is het gevolg van de toename van de kosten (door indexering en volumestijgingen) van de groepsverzekering voor het ATP, de groepsverzekering voor het BAP (onderzoekskader) en de overlijdensverzekering voor jonge ZAP-leden;

- deze stijgingen worden deels gecompenseerd door lagere kosten ingevolge: een lagere uitbetaling van uitvindersaandelen en bijwedden (-€6,1 miljoen); de verdere bijstelling van de RSZ-parameters in het kader van de federale taks shift (-€1,4

miljoen);14

12 Noteer dat deze VTE-cijfers uitsluitend betrekking hebben op verbruiks-VTE voor bezoldigde personeelsleden. 13 Beide maatregelen ter verhoging van de koopkracht gaan in voege op 1/9/2018. De verhoging van de barema’s van het integratiekader bedraagt 0,3%. Voor de andere personeelsstatuten gebeurt de koopkrachtverhoging via een verhoogde toekenning van Ecocheques, van €9 naar €17 per persoon en per maand. 14 Deze mutatie betreft volgende bijstellingen van de parameters m.b.t. de RSZ-werkgeversbijdragen vanaf 1/1/2018: - voor personeel dat niet ten laste van de werkingstoelagen wordt gefinancierd dalen, met uitzondering van de jobstudenten

en de bursalen met beperkte RSZ, de bijdragepercentages vanaf 1/1/2018 van ±31,9% naar ±26,8%. De bijgestelde aanpak resulteert in een minkost t.o.v. 2017 van circa -€9,3 miljoen;

- voor het personeel binnen Afdeling I Werking dalen, met uitzondering van het vast ZAP, het vast integratiekader en de jobstudenten, de bijdragepercentages vanaf 1/1/2018 van ±24,4% naar ±21,6%. Dit resulteert in een minkost t.o.v. 2017 van circa -€3,5 miljoen;

- de nieuwe berekeningswijze voor de structurele bijdragevermindering vanaf 1/1/2018 betreft voornamelijk het wegvallen van de forfaitaire korting. Dit resulteert in een toename van de personeelskosten t.o.v. 2017 met circa +€11,4 miljoen.

16

lagere RSZ-werkgeversbijdragen door het wegvallen in 2018 van een inhaalbeweging in 2017 in de wijzigende Dmfa-aangiftes voor 2014 en 2015 (-€0,6 miljoen).

Het saldo van de variantie (+€2,0 miljoen of +0,3%) betreft overige mutaties en wijzigingen in de mix van het personeelsbestand, als gevolg van de in- en uitstroom van medewerkers, tredeverhogingen en promoties. De stijging van het aantal VTE (+219,3 eenheden) situeert zich vooral bij de bursalen onderworpen aan RSZ (+144,3 VTE), het ATP (+76,8 VTE), het contractueel ATP (+11,9) en de gastprofessoren (+6,7 VTE). Er treedt een daling op bij het AAP/BAP/OP1&2 (-14,1 VTE) en bij het ZAP/OP3 (-6,3 VTE). De toename bij de bursalen onderworpen aan RSZ (+144,3 VTE) betreft hoofdzakelijk bijkomende aanstellingen op competitief verworven middelen (+124,4 VTE), op eigen middelen (+17,6 VTE) en op beleidsruimte (+2,3 VTE). De toename bij het ATP (+76,8 VTE) is als volgt samengesteld: - een verhoging van de RE-enveloppen met 15 RE (+12,5 VTE) voor de noodzakelijke

capaciteitsuitbreiding binnen de opleiding geneeskunde; - de uitbreidingen bij de geïntegreerde campussen:

+6,9 VTE in uitvoering van de groeipaden zoals voorzien in de “RE-normering” ingesteld in 2015;

+6,3 VTE ingevolge de toevoeging van 30 RE aan de RE-enveloppen vanaf 1/10/2018 als invulling van de groei van de aanvullende onderzoeksmiddelen;

+15,1 VTE door de omzetting naar RE van middelen die in 2017 overgeschreven werden naar Afdeling IV.2 m.b.t. IOF/BAM;

- de uitbreiding van de VTE-enveloppe bij de algemene en ondersteunende diensten (+11,5 VTE); - de bijkomende personeelsinzet bij de studentenadviesdiensten en het studentengezondheids-

centrum, samen met een hogere invulling van het personeelskader bij de studentenvoorzieningen (+6,7 VTE);

- bijkomende aanstellingen op eigen middelen (+15,6) en op competitief verworven middelen (+4,9 VTE).

Het saldo van de variantie (-2,7 VTE) betreft de gewijzigde invulling van de RE/VTE-enveloppen en overige beperkte bijstellingen van de RE/VTE-enveloppen. De daling bij het AAP/BAP/OP1&2 (-14,1 VTE) betreft in hoofdzaak de omzetting binnen afdeling I Werking van praktijkassistenten (-16,1 VTE) naar het ATP-onderwijsverzorgend kader (zie ook hoger) en een beperkte toevoeging aan dit personeelssegment (+2,0 VTE). De volumedaling bij het ZAP/OP3 (-6,3 VTE) heeft volgende samenstelling: - de toename van het reguliere ZAP-kader (+19,7 VTE); - de uitbreiding van de Tenure Track mandaten (+5,4 VTE); - de toename van het ZAP in het kader van het ZAP-groeipad uit het integratiedecreet (+1,9 VTE); - de daling bij het regulier OP3-kader (-30,0 VTE); - het lagere FWO/BOFZAP-volume (-3,3 VTE). De afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa bedragen in 2018 €59,5 miljoen en worden geboekt conform de waarderingsregels. Ze nemen toe met €3,1 miljoen t.o.v. 2017 vooral ingevolge de aanzienlijke investeringen binnen het Vijfjarenplan onroerende investeringen van de voorbije jaren. De waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen bedragen in 2018 €0,9 en nemen toe met €0,8 miljoen als gevolg van een voorzichtig debiteurenbeheer. De voorzieningen voor risico’s en kosten bedragen in 2018 -€0,6 miljoen, d.i. een afname met €2,6 miljoen t.o.v. 2017. De voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen nemen op balansniveau af met €11,6 miljoen t.o.v. 2017. Dit wordt vooral verklaard door: - de voorziening aangelegd voor polis 53003065, d.i. de groepsverzekering met te bereiken doel voor

ATP-medewerkers. Deze voorziening neemt op balansniveau af van €55,9 miljoen eind 2017 tot €44,4 miljoen eind 2018 (impact op de kosten 2018: -€11,5 miljoen). Deze afname is te verklaren

17

door een bijstelling van de actualisatievoet - rekening houdend met de evolutie van het rentepeil en van de gemiddelde looptijd van de verplichtingen - (resulterend in een stijging van 1,35% naar 1,60% in 2018) en door de daling van het aantal aangeslotenen binnen de gesloten groep;

- de voorziening voor verplichtingen inzake pensioenrechten tot 1971 blijft in 2018 op balansniveau in lijn met 2017 (€0,3 miljoen). Deze voorziening betreft overlevingspensioenen die nog uitgekeerd worden aan weduwen van ZAP-leden die voor 1971 met pensioen waren (impact op de kosten 2018: -K€20);

- de afname op balansniveau van de SWT-voorziening (waarbij SWT staat voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) van €0,4 miljoen in 2017 naar €0,3 miljoen in 2018 (impact op de kosten 2018: -€0,1 miljoen).

In 2018 wordt voor de eerste maal een voorziening voor belastingen aangelegd ter waarde van €8,3 miljoen (impact op de voorziening op balans en op de kosten 2018: +€8,3 miljoen). Einde 2018 heeft de KU Leuven voor een bedrag van €4,3 miljoen een wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016 voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers krachtens art. 275, §1 WIB 92 (cf. defiscalisatiemaatregel). Voorzichtigheidshalve en anticiperend op de te verwachten rechtlijnige toepassing door de fiscale administratie van dezelfde – door de KU Leuven betwiste – argumenten voor de jaren 2017 en 2018, is aanvullend op de boeking van de gedeeltelijk verworpen vrijstelling voor 2016 binnen afdeling V, volgens dezelfde logica in afdeling VIII een voorziening voor risico’s en kosten gedimensioneerd en aangelegd voor in totaal €8,3 miljoen m.b.t. de boekjaren 2017 en 2018. De KU Leuven gaat volstrekt niet akkoord met de door de fiscale administratie gebruikte argumenten en betwist derhalve de extra aanslag voor 2016 en de te verwachten extra aanslagen voor 2017 en 2018 met klem en ten gronde. De universiteit neemt alle mogelijke/nodige administratieve en juridische stappen om haar gelijk te bewijzen en haar belangen te vrijwaren. De voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken die in 2012 voor de eerste maal werden aangelegd, nemen op balansniveau toe met €9,4 miljoen tot €148,5 miljoen eind 2018 (impact op de kosten 2018: +€9,4 miljoen). Onderliggend werd een toevoeging geboekt van €31,4 miljoen en een gedeeltelijke terugname in functie van de gemaakte kosten van -€22,0 miljoen. Vanaf einde 2016 staat op het passief van de balans een totale voorziening ingeschreven voor een bedrag dat gelijk is aan de geraamde kosten voor grote herstellings- en onderhoudswerken voor de komende 5 jaren. Noteer voorts dat de voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken ook betrekking hebben op de grote herstellings- en onderhoudswerken voor de geïntegreerde (technologie-) campussen en dat de voorziening voor asbest en bodemsanering vanaf 2017 volledig is toegevoegd aan de voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken. De voorzieningen voor veiligheid en milieu verplichtingen nemen op balansniveau af met K€59 t.o.v. 2017 naar €2,9 miljoen in 2018 (impact op de kosten 2018: -K€59). De voorzieningen voor overige risico’s en kosten nemen op balansniveau af met €6,5 miljoen t.o.v. 2017 ingevolge enkele tegengestelde bewegingen: - de voorziening voor uit te keren uitvindersaandelen neemt op balansniveau af van €19,7 miljoen

eind 2017 tot €12,4 miljoen eind 2018 ingevolge een verwachte lagere uitkering voor de uitvinderslonen in het kader van valorisatie- en onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development ten gevolge van de gerapporteerde evoluties inzake licentie-inkomsten (impact op de kosten 2018: -€7,3 miljoen);

- de voorziening voor verliezen binnen de EFRO/Interreg - projecten ten gevolge van de mogelijke ongunstige interpretatie van de staatssteunregelgeving door de Europese autoriteiten neemt op balansniveau toe van €9,3 miljoen in 2017 tot €10,5 miljoen in 2018 (impact op de kosten 2018: +€1,2 miljoen);

- de overige wijzigingen betreffen kleinere mutaties die elkaar deels compenseren (-€0,4 miljoen). De andere bedrijfskosten bedragen in 2018 €16,0 miljoen en nemen af met €4,3 miljoen in hoofdzaak door de lagere roerende voorheffing op de valorisatie-inkomsten binnen KU Leuven Research & Development.

18

Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten 2018 bedragen €7,8 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: - intresten en dividenden uit financiële vaste activa voor €0,2 miljoen (code 750); - intresten op geldbeleggingen voor €5,1 miljoen (code 751); - gerealiseerde meerwaarden op de verkopen van geldbeleggingen voor €1,4 miljoen (code 752/9).

Het betreft hoofdzakelijk meerwaarden gerealiseerd bij de verkoop van meerdere aandelenfondsen waarvan de koersen een gunstige evolutie hebben doorgemaakt t.o.v. de oorspronkelijke aankoopprijs. De meerwaarden werden gerealiseerd gedurende het eerste semester van 2018;

- gerealiseerde positieve wisselkoersverschillen voor €0,4 miljoen (code 752/9). Deze mutatie wordt deels gecompenseerd door negatieve wisselkoersverschillen (zie lager);

- inbrengen in natura in spin-offs voor €0,2 miljoen, ontvangen retrocessies op aangehouden aandelenfondsen bij vermogensbeheerders voor €0,3 miljoen en interesten op toegekende leningen voor €0,1 miljoen (code 752/9).

De daling met €9,7 miljoen t.o.v. 2017 betreft hoofdzakelijk volgende evoluties: - lagere meerwaarden bij de realisatie van geldbeleggingen (-€6,3 miljoen); - lagere opbrengsten uit obligaties (-€1,7 miljoen) door de combinatie van het huidig laag rentepeil

en lagere couponontvangsten wegens het in voorgaande jaren op eindvervaldag komen van een aantal obligaties die in afwachting van een toekomstige rentestijging gedeeltelijk belegd worden op korte termijn;

- lagere inbrengen in natura in spin-off bedrijven (-€0,8 miljoen); - lagere gerealiseerde positieve wisselkoersverschillen (-€0,7 miljoen). De financiële kosten bedragen €8,7 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: - de intresten op de EIB-lening voor het financieren van projecten uit het Vijfjarenplan onroerende

investeringen voor €0,6 miljoen (code 650); - niet gerealiseerde waardeverminderingen op geldbeleggingen voor €6,3 miljoen in functie van de

beurskoersen op 31 december 2018, waarbij hoofdzakelijk de aandelenmarkten fors zijn gedaald doorheen 2018 (code 651);

- gerealiseerde waardeverminderingen op geldbeleggingen voor €0,8 miljoen (code 652/9); - nalatigheidsinteresten m.b.t. de defiscalisatie-navordering voor €0,4 miljoen (code 652/9). - gerealiseerde negatieve wisselkoersresultaten voor €0,2 miljoen (zie ook hoger), bank- en

beheerskosten voor €0,2 miljoen (code 652/9) en niet-gerealiseerde negatieve wisselkoersverschillen voor €0,2 miljoen.

De financiële kosten stijgen met €5,5 miljoen t.o.v. 2017 vooral door de evolutie van de niet gerealiseerde waardeverminderingen op vlottende activa ingevolge gedaalde beurskoersen van meerdere aandelenfondsen (+€5,9 miljoen) en de nalatigheidsinteresten aangerekend door de fiscale administratie op de verworpen defiscalisatie-inkomsten (+€0,4 miljoen). Deze varianties worden deels gecompenseerd door de lagere gerealiseerde negatieve wisselkoersverschillen (-€0,6 miljoen), een daling van de gerealiseerde minwaarden (-€0,1 miljoen) en de daling van de niet-gerealiseerde negatieve wisselkoersverschillen (-€0,1 miljoen).

Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De uitzonderlijke opbrengsten bedragen in 2018 €5,8 miljoen en betreffen volgende elementen: - €0,8 miljoen terugname van waardeverminderingen op financiële vaste activa (code 761); - €1,5 miljoen gerealiseerde meerwaarde bij de verkoop van spin-offs (code 763). Vermits

participaties in spin-offs bij aanschaf steeds volledig worden afgewaardeerd, moet bij de verkoop ook de eerder aangelegde waardevermindering worden teruggenomen. Dit gebeurt onder code 761 (zie ook lager);

- €3,5 miljoen ontvangen FFEU-middelen (middelen uit het Financierings-Fonds Eenmalige Uitgaven van de Vlaamse Overheid) in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringweg rond de Health Science Campus – Gasthuisberg (code 764/9). Er is eenzelfde bedrag aan uitzonderlijke kosten geboekt (onder code 664/8 - zie lager).

19

De uitzonderlijke kosten bedragen €5,3 miljoen en bestaan voornamelijk uit: - uitzonderlijke afschrijvingen op gebouwen, afschrijvingen ingevolge de afbraakwerken van het

Instituut Scheikunde en Navorsing en de buitengebruikstellingen van uitrusting n.a.v. de jaarlijkse inventarisoefening (€0,3 miljoen – code 660);

- de afwaardering van participaties in financiële vaste activa (€1,4 miljoen – code 661); - €3,5 miljoen kosten voor de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences

Campus – Gasthuisberg (code 664/8). Er is eenzelfde bedrag aan uitzonderlijke opbrengsten geboekt (onder code 764/8 - zie hoger).

Inkomende en uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen Inkomende en uitgaande verrekeningen en overschrijvingen betreffen interne KU Leuven transacties die elkaar op instellingsniveau compenseren. De bespreking ervan is enkel relevant binnen de begrotingsafdelingen.

Overschot (tekort) van het boekjaar Zoals blijkt uit onderstaande tabel boekt de KU Leuven in 2018 in de bedrijfseconomische view een overschot van het boekjaar van €49,1 miljoen, d.i. €21,9 miljoen minder dan in 2017.

Tabel 1.2: Vergelijking resultaat van het boekjaar 2018 versus 2017

Het totaalresultaat in de cash view daalt met €17,7 miljoen tegenover 2017; het resultaat in de Bedrijfseconomische afdeling VIII neemt eveneens af met €4,2 miljoen. De stijgers in de cashview zijn: - Afdeling VI Voor orde (+€16,5 miljoen) gezien er in 2018, in tegenstelling tot 2017, meer gelden

voor derden zijn ontvangen van financiers dan dat er doorgestort zijn aan partners; - Afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten (+€2,6 miljoen) vooral ingevolge lagere

aanrekeningen door de Technische Diensten voor investeringsprojecten aan studentenrestaurants en –residenties in 2018 t.o.v. 2017.

De dalers in de cashview zijn: - afdeling V Patrimonium (-€13,8 miljoen). Deze daling is toe te schrijven aan verschillende factoren,

waarvan de belangrijkste zijn: een daling in de uitzonderlijke opbrengsten (-€16,7 miljoen) vooral door de lagere eenmalige verkoopopbrengst m.b.t. campus Oostende in 2018 versus 2017, een daling in financiële opbrengsten omwille van lagere meerwaarden bij de realisatie van geldbeleggingen (-€6,3 miljoen) en een daling in uitgaande overschrijvingen naar afdeling IV.2 omwille van het wegvallen in 2018 van niet–recurrente beleidsbeslissingen van 2017 (+€11,8 miljoen);

- afdeling IV.2 AOF (-€10,7 miljoen) ingevolge lagere valorisatie-inkomsten (-€39,3 miljoen), een daling in de inkomende overschrijvingen van afdeling V Patrimonium (-€11,8 miljoen; zie hoger) en

2018 2017I Werking 541.606 2.261.595 -1.719.990II Investeringen 402.062 9.735.491 -9.333.429III Sociale voorzieningen voor studenten 2.299.998 -315.892 2.615.890IV.1 BOF 1.817.044 3.147.232 -1.330.188IV.2 AOF 50.942.940 61.598.973 -10.656.032V Patrimonium 9.858.246 23.647.334 -13.789.088VI Voor orde 13.325.313 -3.146.406 16.471.719Totaal cashview 79.187.209 96.928.327 -17.741.118VIII Bedrijfseconomische afdeling -30.118.821 -25.960.603 -4.158.218Totaal bedrijfseconomische view 49.068.388 70.967.724 -21.899.336

Afdelingen (in euro)Resultaat van het boekjaar

Verschil

20

hogere overheadbijdragen naar afdeling V Patrimonium (-€2,7 miljoen). Deze dalingen worden deels gecompenseerd door hogere inkomsten uit de tweede en derde geldstroom voor matching (+€33,1 miljoen) en lagere roerende voorheffing ingevolge de afname van de royalty-inkomsten (+€10,1 miljoen);

- afdeling II Investeringen (-€9,3 miljoen) vooral ingevolge hogere cash-uitgaven inzake onroerende investeringen overeenkomstig het Vijfjarenplan onroerende investeringen FOI, in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten (-€3,9 miljoen), lagere uitzonderlijke opbrengsten uit de verkoop van het pand gelegen te Kapucijnenvoer 10 op de Sint-Rafaël site tijdens 2017 (-€3,1 miljoen) en hogere uitzonderlijke kosten voor de aanleg van de ringweg rond de Health Sciences Campus (-€1,8 miljoen);

- afdeling I Werking (-€1,7 miljoen). Het resultaat van afdeling I Werking is in 2018 licht positief (€0,5 miljoen) maar is met €1,7 miljoen gedaald t.o.v. 2017. Deze daling wordt verklaard door volgende factoren: een stijging in personeelskosten vooral door de VTE-toename en de indexering van de lonen (-€11,8 miljoen) en een stijging in de kosten voor diensten en diverse goederen (-€3,2 miljoen), o.a. omwille van hogere kosten m.b.t. onroerende goederen zoals kosten voor bewaking en klein onderhoud en herstellingen van gebouwen en terreinen. Deze kostenstijgingen wordt deels gecompenseerd door de toename in werkingstoelagen (+€13,5 miljoen) ingevolge de klik binnen de basistoelage, de enveloppe-indexering en de decretaal ingestelde groeipaden binnen de basistoelage en de aanvullende onderzoeksmiddelen. Ondanks de toename van de werkingsuitkeringen is de inkomende overschrijving van de verhoogde inschrijvingsgelden uit afdeling V Patrimonium (€10,0 miljoen) blijvend nodig voor het behalen van een positief resultaat;

- afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds (-€1,3 miljoen). Deze afname is vooral toe te schrijven aan de stijging in personeelskosten m.b.t. bursalen onderworpen aan RSZ (-€2,0 miljoen) en het wegvallen van de inkomende overschrijving van afdeling V waartoe tot 2017 is beslist ter compensatie van de besparingen door de Vlaamse overheid op de BOF enveloppen (-€1,8 miljoen). Deze afnamen worden deels gecompenseerd door de toename in BOF-toelage t.o.v. 2017 (+€2,3 miljoen) vooral ingevolge de reële aangroei van de BOF-basistoelage (incl. BOF ZAP).

De daling van het resultaat binnen afdeling VIII (-€4,2 miljoen) wordt hoofdzakelijk verklaard door volgende tegengestelde bewegingen: - de toename van de financiële kosten (-€7,3 miljoen) vooral door de toename van niet-gerealiseerde

waardeverminderingen op vlottende activa in functie van de gedaalde beurskoersen per 31 december 2018;

- de toename van de bedrijfskosten (-€6,4 miljoen) hoofdzakelijk door de daling van de te betalen roerende voorheffing op licentie-inkomsten;

- de toename van de uitzonderlijke opbrengsten t.o.v. 2017 (+€10,5 miljoen) vooral m.b.t. het uit resultaat halen (en rechtstreeks op het eigen vermogen boeken) van de binnen afdeling V gerealiseerde opbrengsten uit de verkoop van de campus Oostende die in 2017 aanzienlijk hoger waren dan in 2018.

Het globaal overschot van het boekjaar 2018 in de bedrijfseconomische view (€49,0 miljoen) resulteert, samen met de rechtstreekse registraties op het eigen vermogen (€4,6 miljoen), in een aangroei van de bestemde fondsen op de balans met €53,6 miljoen, van €1.492 miljoen einde 2017 naar €1.546 miljoen einde 2018. Deze aangroei van de bestemde fondsen met €53,6 miljoen, samen met de licht gedaalde kapitaalsubsidies (-€0,1 miljoen), resulteren globaal in een aangroei van het eigen vermogen van €1.495 miljoen op 31 december 2017 tot €1.549 miljoen einde 2018 (zie deel 2 Balans)15. Bij de interpretatie van dit resultaat en van de evolutie van het eigen vermogen en van de bestemde fondsen moet uitermate grote voorzichtigheid worden aan de dag gelegd. De overschotten van het boekjaar, het eigen vermogen en de bestemde fondsen vertegenwoordigen immers geen vrije beleidsruimte voor het universiteitsbestuur. Via eerder genomen punctuele beslissingen, via de contractuele engagementen aangegaan tegenover een veelheid aan opdrachtgevers en projectfinanciers evenals via de goedgekeurde engagementen voor onroerende investeringen zijn deze middelen reeds bestemd. Bovendien overtreffen de bestemmingen substantieel de bestemde fondsen, waardoor reeds invulling is gegeven aan de toekomstige inkomsten.

15 Noteer dat het eigen vermogen in 2018 kapitaalsubsidies bevat ter waarde van €2,7 miljoen m.b.t. het pand De Kabouterberg, De Villa en de nieuwbouw Babyhome.

21

Met de brief d.d. 8 februari 2013 van de Regeringscommissaris aan de Rector vraagt de Vlaamse Overheid aan de universiteit om vanaf boekjaar 2012 bij de jaarrekening een lijst te voegen met de welomschreven, kwantificeerbare bestemmingen in het kader van de onderwijs-, onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten. De schaal van de KU Leuven en de veelheid aan concrete bestemmingen die zijn geïdentificeerd en geconcretiseerd via toekenningen van middelen op meer dan 100.000 individuele kredieten, maakt dat het geven van een dergelijke exhaustieve/gedetailleerde lijst minder aangewezen is. Een benadering op basis van samenvattende staten is meer opportuun. Zoals blijkt uit de tabel 1.4 verschillen de bestemmingen van de fondsen sterk van begrotingsafdeling tot begrotingsafdeling. Vandaar dat de problematiek van de resultatenverwerking en van de samenstelling van de bestemde fondsen aanvullend en meer in detail wordt toegelicht bij de bespreking van de resultatenrekeningen per afdeling. De analyse van de bestemmingen op 31 december 2018, conform de aanpak die in voege is sinds 2009, geeft het volgende beeld van de bestemde fondsen voor alle begrotingsafdelingen samen:

Bovenstaande tabel toont een netto afname van het bestemd fonds voor onroerende investeringen (-€2,2 miljoen), waarbij de extra toevoegingen aan het fonds voor de uitvoering van het Vijfjarenplan onroerende investeringen en voor de rechtstreekse boeking op het eigen vermogen (zie ook verder) meer dan gecompenseerd worden door de opname van een deel van het fonds in de voorziening voor groot onderhoud en herstellingen. De bestemde fondsen voor het wetenschappelijk onderzoek , andere goedgekeurde middelen voor initiatieven van groepen/departementen/faculteiten/diensten/professoren en voor studenten-voorzieningen nemen in 2018 toe met respectievelijk €49,7 miljoen, €3,8 miljoen en €2,3 miljoen. Aanvullende kanttekening bij de bestemde fondsen: Tijdens 2018 worden €4,6 miljoen bestemde fondsen rechtstreeks op het eigen vermogen van de balans geregistreerd, gezien deze fondsen het totale vermogen van de KU Leuven doen toenemen zonder dat zij het gevolg zijn van een economische transactie. Dit bedrag wordt volledig toegevoegd aan het bestemd fonds voor onroerende investeringen en betreft de laatste schijf van het KU Leuven-aandeel in de verkoopopbrengst van campus Oostende. Aan de Raad van Bestuur wordt gevraagd om de bestemmingen zoals hier voorgesteld in het kader van de opmaak van de jaarrekening 2018 en de resultatenverwerking 2018 te bevestigen.

code 31/12/2017Mutatie 2018 via

resultaten-verwerking

Mutatie 2018 via eigen vermogen

31/12/2018 Verschil

Bestemde fondsen 13 1.492.280.291 49.068.388 4.564.251 1.545.912.932 53.632.638

Onroerende investeringen 387.204.523 -6.731.952 4.564.251 385.036.822 -2.167.701

Wetenschappelijk onderzoek 858.885.308 49.660.391 0 908.545.699 49.660.391

Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren 231.112.868 3.839.952 0 234.952.820 3.839.952

Studentenvoorzieningen 15.077.593 2.299.998 0 17.377.590 2.299.998

(in euro)

22

Tabel 1.3: Resultatenrekening 2018 - bedrijfseconomische view - totaalbeeld KU Leuven (1/2)

(in euro) codes Boekjaar 2018 Boekjaar 2017

I. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 1.002.754.725 980.121.414

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 70 940.239.285 898.768.955

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom) 700 412.324.978 397.998.935

A.1.1. Werkingsuitkeringen 7000 389.528.776 376.023.187

A.1.2. Uitkeringen DGD 7001 149.302 165.388

A.1.3. Investeringsuitkeringen 7002 12.708.068 12.258.357

A.1.4. Sociale toelagen 7003 9.938.831 9.552.002

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies 7004 0 0

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 141.330.663 119.812.259

A.2.1. BOF 7010 71.186.800 68.929.900

A.2.2. EOS/IUAP 7011 6.394.317 1.806.988

A.2.3. FWO 7012 63.504.397 48.379.718

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) 7013 245.148 695.653

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 152.634.062 143.149.486

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP 7020 11.557.764 7.292.574

A.3.2. Vlaamse gemeenschap 7021 77.134.361 82.025.089

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap 70210 13.359.814 13.929.732

A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO 70211 27.847.159 26.820.741

A.3.2.3. IOF 70212 15.103.437 14.908.983

A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisaties 70213 9.932.455 12.181.126

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap 70214 10.891.496 14.184.508

A.3.3. Steden en provincies 7022 1.927.655 712.755

A.3.4. Internationale organen 7023 61.966.577 53.090.151

A.3.4.1. Europese Unie 70230 56.938.715 48.203.098

A.3.4.2. Internationale instellingen 70231 4.912.791 4.785.729

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden 70232 115.072 101.324

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek 7024 47.705 28.917

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 703 135.379.965 152.439.183

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 7030 61.214.471 60.696.861

A.4.1.1 Contractonderzoek - non profit organisaties 70300 26.901.830 28.866.054

A.4.1.2 Contractonderzoek - vennootschappen 70301 34.312.641 31.830.807

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen 703010 30.649.120 27.903.130

A.4.1.2.2. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - pre klinisch 703011 0 0

A.4.1.2.3. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase I & II 703012 3.461.694 3.761.511

A.4.1.2.4. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase III en IV 703013 201.827 166.166

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun 7031 11.906.611 14.445.603

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) 7032 5.498.000 5.356.318

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten 7033 56.760.883 71.940.401

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 98.569.617 85.369.092

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden 7040 38.430.232 37.367.890

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden 7041 10.000.660 8.851.460

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector 7042 8.575.777 9.166.094

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants 7043 0 0

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen 7044 195.720 196.568

A.5.6. Andere 7045 41.367.228 29.787.081

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 71 -21.602.262 3.184.557

C. Geproduceerde vaste activa 72 0 0

D. Giften, schenkingen en legaten 73 19.074.923 16.706.130

E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 65.042.779 61.461.772

II. Bedrijfskosten (-) 60/64 953.275.732 933.862.107

A. Aankoop goederen 60 10.484.407 11.150.270

B. Diensten en diverse goederen 61 250.281.059 240.250.146

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting XI, A2) 62 616.702.692 603.747.217

C.1. ZAP 620 159.851.416 163.720.493

C.2. AAP/BAP 621 149.322.853 149.840.436

C.3. ATP 622 215.836.900 206.713.390

C.4. Gastprofessoren 623 5.266.438 4.507.649

C.5. Contractueel AP 624 180.132 179.114

C.6. Contractueel ATP 625 3.648.173 3.314.755

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 82.596.779 75.471.380

D. 630 59.526.774 56.386.054

E. 631/3 864.332 41.739

F. 634/9 -571.538 2.010.765

G. Andere bedrijfskosten 640/9 15.988.006 20.275.915

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 49.478.993 46.259.307

Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -)(toelichting XI, B)

Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -)(toelichting XI, A3 en C)

23

Tabel 1.3: Resultatenrekening 2018 - bedrijfseconomische view - totaalbeeld KU Leuven (2/2)


IV. Financiële opbrengsten (+) 75 7.763.951 17.420.367

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 238.400 243.076

B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 5.147.668 6.838.721

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 2.377.883 10.338.570

V. Financiële kosten (-) 65 8.747.109 3.253.648

A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 564.331 593.619

B. 651 6.345.247 486.005

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 1.837.531 2.174.023

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 48.495.835 60.426.027

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 5.848.077 15.462.250

A. 760 0 0

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 772.321 984.013

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 762 0 0

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 1.537.851 11.559.359

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A) 764/9 3.537.905 2.918.878

VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 5.275.523 4.920.571

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materië 660 337.605 36.486

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 1.400.013 1.965.207

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 662 0 0

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 663 0 0

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 3.537.905 2.918.878

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-) 669 0 0

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) 9 131.483.234 150.373.391

A. Verrekeningen 93 72.805.119 80.049.254

B. Overschrijvingen 94 58.678.115 70.324.137

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) 8 131.483.234 150.373.373

A. Verrekeningen 83 72.805.119 80.049.235


XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 49.068.388 70.967.724

Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa

Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E. (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XII, D)

Resultatenverwerking codes Boekjaar 2018 Boekjaar 2017

A. Te bestemmen overschot (te verwerken tekort)

1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 49.068.388 70.967.724

2. Te verwerken tekort van het boekjaar 66/70 0 0

3. Overgedragen overschot van het vorige boekjaar 790 0

4. Overgedragen tekort van het vorig boekjaar 690

B. Onttrekking aan de eigen middelen (+)

1. aan het gevormd vermogen 791

2. aan de bestemde fondsen 792 6.731.952 25.523.674

- onroerende investeringen 6.731.952 25.207.782

- wetenschappelijk onderzoek 0 0

- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / pro 0 0

- studentenvoorzieningen 0 315.892

C. Toevoeging aan de eigen middelen (-)



- onroerende investeringen 0 0

- wetenschappelijk onderzoek 49.660.391 45.182.684

- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / pro 3.839.952 51.308.714

- studentenvoorzieningen 2.299.998 0

D. Over te dragen overschot (tekort) 693/793 0 0

24

Tabel 1.4: Resultatenrekening 2018 versus 2017 - totaalbeeld KU Leuven verbijzonderd naar de afdelingen

Afdeling I WerkingAfdeling II

Investeringen

Afdeling III Soc. Voorz. voor Studenten

Afdeling IV.1 Bijzonder

Onderzoeksfonds

Afdeling IV.2 Andere Onderzoeks-

fondsen

Afdeling V Patrimonium

Afdeling VI Voor Orde

Totaal CashviewAfdeling VIII

Bedrijfsecon. afdeling

Totaal Bedrijfsecon. View

Bestemde fondsen - einde boekjaar 2017 24.658.554 24.185.186 15.077.593 79.571.403 690.366.518 415.542.581 23.088.368 1.272.490.202 176.196.308 1.448.686.510

Bedrijfsopbrengsten 389.529.983 14.958.037 20.497.845 71.204.750 372.687.747 147.946.309 13.358.788 1.030.183.460 -27.428.735 1.002.754.725

Bedrijfskosten 399.995.319 19.120.408 18.725.913 53.580.588 293.490.040 171.662.214 0 956.574.482 -3.298.750 953.275.732

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -10.465.336 -4.162.371 1.771.933 17.624.162 79.197.707 -23.715.905 13.358.788 73.608.978 -24.129.985 49.478.993

Financiële opbrengsten 0 197.907 104.594 0 73.619 7.836.747 0 8.212.867 -448.916 7.763.951

Financiële kosten 42.570 14.888 249.761 0 1.337.984 5.711.421 0 7.356.625 1.390.484 8.747.109

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -10.507.905 -3.979.353 1.626.765 17.624.162 77.933.343 -21.590.579 13.358.788 74.465.220 -25.969.385 48.495.835

Uitzonderlijke opbrengsten 0 2.918.878 0 0 1.975.247 4.984.176 -33.475 9.844.826 -3.996.750 5.848.077

Uitzonderlijke kosten 0 5.122.837 0 0 0 0 0 5.122.837 152.686 5.275.523

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 32.962.146 7.275.124 5.119.158 5.113.692 -10.399.420 91.412.536 0 131.483.234 0 131.483.234

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 21.912.635 689.749 4.445.925 20.920.809 18.566.230 64.947.886 0 131.483.234 0 131.483.234

Overschot (tekort) van het boekjaar 541.606 402.062 2.299.998 1.817.044 50.942.940 9.858.246 13.325.313 79.187.209 -30.118.821 49.068.388


Onroerende investeringen 24.587.248 46.607.845 71.195.093 289.675.712 360.870.805

Wetenschappelijk onderzoek 81.388.447 741.309.458 169.256.339 36.413.680 1.028.367.924 -126.991.229 901.376.696

Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren

25.200.160 209.536.644 234.736.804 -16.299.060 218.437.743

Studentenvoorzieningen 17.377.590 17.377.590 -307.936 17.069.654

(in euro)

Boekjaar 2018

Afdeling I WerkingAfdeling II

Investeringen

Afdeling III Soc. Voorz. voor Studenten


Onderzoeksfonds

Afdeling IV.2 Andere Onderzoeks-

fondsen


Afdeling VI Voor Orde

Totaal CashviewAfdeling VIII

Bedrijfsecon. afdeling



Bedrijfsopbrengsten 376.023.187 14.790.124 20.743.838 68.941.053 378.952.522 149.248.916 -3.179.881 1.005.519.759 -25.398.345 980.121.414

Bedrijfskosten 383.332.230 15.197.672 19.220.515 51.954.783 303.880.449 169.925.622 0 943.511.272 -9.649.165 933.862.107

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -7.309.043 -407.548 1.523.323 16.986.270 75.072.072 -20.676.706 -3.179.881 62.008.487 -15.749.180 46.259.307

Financiële opbrengsten 0 242.043 132.926 0 203.273 16.887.527 0 17.465.768 -45.401 17.420.367

Financiële kosten 38.830 1.817 252.677 0 1.118.858 7.768.669 0 9.180.852 -5.927.204 3.253.648

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -7.347.873 -167.322 1.403.572 16.986.270 74.156.487 -11.557.849 -3.179.881 70.293.403 -9.867.377 60.426.027

Uitzonderlijke opbrengsten 0 5.980.833 0 0 2.202.236 21.698.226 33.475 29.914.770 -14.452.520 15.462.250

Uitzonderlijke kosten 0 3.279.864 0 0 0 0 0 3.279.864 1.640.706 4.920.571

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 31.775.586 7.767.842 5.040.020 6.880.800 3.717.331 95.191.813 0 150.373.391 0 150.373.391

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 22.166.117 565.997 6.759.484 20.719.837 18.477.081 81.684.856 0 150.373.373 0 150.373.373

Overschot (tekort) van het boekjaar 2.261.595 9.735.491 -315.892 3.147.232 61.598.973 23.647.334 -3.146.406 96.928.327 -25.960.603 70.967.724


Onroerende investeringen 24.185.184 47.401.317 71.586.501 296.016.254 367.602.755

Wetenschappelijk onderzoek 79.571.403 690.366.518 164.339.968 23.088.368 957.366.255 -105.649.951 851.716.305


24.658.556 203.801.294 228.459.850 -13.862.058 214.597.792

Studentenvoorzieningen 15.077.593 15.077.593 -307.936 14.769.657

(in euro)

Boekjaar 2017

25

Onderstaand, de aansluiting tussen de bestemde fondsen geregistreerd via de resultatenrekening zoals opgenomen in tabel 1.4: resultatenrekening 2018 versus 2017 - totaalbeeld ku leuven verbijzonderd naar de afdelingen en het totaal van bestemde fondsen zoals opgenomen op het passief van de balans – zie tabel 2.3.

Bestemd fonds op balans 31/12/2018

Mutaties via resultatenrekening

Mutaties rechtsreeks via eigen vermogen

1.545.912.930 1.497.754.898 48.158.032

Onroerende investeringen 385.036.821 360.870.803 24.166.018

Wetenschappelijk onderzoek 908.545.699 901.376.696 7.169.003

Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren 234.952.820 218.437.744 16.515.076

Studentenvoorzieningen 17.377.590 17.069.655 307.935

(in euro)

26

Tabel 1.5: Bedrijfsopbrengsten na matching - 2018 versus 2017 – detaillering

(in euro) Boekjaar 2018 (1) Matching 2018 (2)2018 na Matching

(3)=(1)+(2)Boekjaar 2017 (4) Matching 2017 (5)

2017 na Matching

(6)=(4)+(5)

Afwijkingen 2018 -2017 na matching

(7)=(3)-(6)

I. Bedrijfsopbrengsten (+) 1.002.754.725 0 1.002.754.725 980.121.414 0 980.121.414 22.633.311

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 940.239.285 -21.602.262 918.637.023 898.768.955 3.184.557 901.953.512 16.683.511

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom) 412.324.978 0 412.324.978 397.998.935 0 397.998.935 14.326.044

A.1.1. Werkingsuitkeringen 389.528.776 0 389.528.776 376.023.187 0 376.023.187 13.505.589

A.1.2. Uitkeringen DGD 149.302 0 149.302 165.388 0 165.388 -16.086

A.1.3. Investeringsuitkeringen 12.708.068 0 12.708.068 12.258.357 0 12.258.357 449.711

A.1.4. Sociale toelagen 9.938.831 0 9.938.831 9.552.002 0 9.552.002 386.829

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies 0 0 0 0 0 0 0

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 141.330.663 -10.154.793 131.175.870 119.812.259 13.555.008 133.367.268 -2.191.398

A.2.1. BOF 71.186.800 0 71.186.800 68.929.900 0 68.929.900 2.256.900

A.2.2. EOS/IUAP 6.394.317 -4.337.914 2.056.403 1.806.988 6.464.832 8.271.820 -6.215.417

A.2.3. FWO 63.504.397 -6.070.339 57.434.058 48.379.718 6.932.298 55.312.016 2.122.042

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) 245.148 253.461 498.609 695.653 157.879 853.532 -354.923

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 152.634.062 -6.358.816 146.275.246 143.149.486 -7.351.892 135.797.594 10.477.653

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP 11.557.764 -942.243 10.615.521 7.292.574 1.443.959 8.736.533 1.878.989

A.3.2. Vlaamse gemeenschap 77.134.361 -744.072 76.390.289 82.025.089 -7.980.021 74.045.068 2.345.221

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap 13.359.814 -243.341 13.116.473 13.929.732 -934.747 12.994.985 121.488

A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO 27.847.159 -626.257 27.220.901 26.820.741 -3.491.658 23.329.082 3.891.819

A.3.2.3. IOF 15.103.437 0 15.103.437 14.908.983 0 14.908.983 194.454

A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisaties 9.932.455 322.446 10.254.901 12.181.126 -84.580 12.096.546 -1.841.645

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap 10.891.496 -196.919 10.694.577 14.184.508 -3.469.036 10.715.472 -20.895

A.3.3. Steden en provincies 1.927.655 -50.217 1.877.438 712.755 507.752 1.220.507 656.931

A.3.4. Internationale organen 61.966.577 -4.686.058 57.280.519 53.090.151 -1.399.212 51.690.939 5.589.580

A.3.4.1. Europese Unie 56.938.715 -4.867.420 52.071.295 48.203.098 -1.196.739 47.006.359 5.064.936

A.3.4.2. Internationale instellingen 4.912.791 185.546 5.098.337 4.785.729 -221.822 4.563.907 534.430

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden 115.072 -4.184 110.888 101.324 19.349 120.673 -9.785

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek 47.705 63.774 111.479 28.917 75.629 104.546 6.933

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de gelds 135.379.965 293.280 135.673.245 152.439.183 -3.018.559 149.420.625 -13.747.380

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 61.214.471 -241.797 60.972.674 60.696.861 -3.143.643 57.553.218 3.419.456

A.4.1.1 Contractonderzoek - non profit organisaties 26.901.830 903.390 27.805.220 28.866.054 -4.484.247 24.381.807 3.423.413

A.4.1.2 Contractonderzoek - vennootschappen 34.312.641 -1.145.187 33.167.455 31.830.807 1.340.604 33.171.411 -3.957

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen 30.649.120 -1.145.187 29.503.933 27.903.130 1.340.604 29.243.734 260.199

A.4.1.2.2. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - pre klin 0 0 0 0 0 0 0

A.4.1.2.3. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase I & 3.461.694 0 3.461.694 3.761.511 0 3.761.511 -299.817

A.4.1.2.4. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase II 201.827 0 201.827 166.166 0 166.166 35.661

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun 11.906.611 535.077 12.441.688 14.445.603 125.084 14.570.687 -2.129.000

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) 5.498.000 0 5.498.000 5.356.318 0 5.356.318 141.682

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten 56.760.883 0 56.760.883 71.940.401 0 71.940.401 -15.179.519

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 98.569.617 -5.381.933 93.187.683 85.369.092 0 85.369.092 7.818.592

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden 38.430.232 0 38.430.232 37.367.890 0 37.367.890 1.062.342

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden 10.000.660 0 10.000.660 8.851.460 0 8.851.460 1.149.201

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector 8.575.777 0 8.575.777 9.166.094 0 9.166.094 -590.317

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants 0 0 0 0 0 0 0

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen 195.720 0 195.720 196.568 0 196.568 -848

A.5.6. Andere 41.367.228 -5.381.933 35.985.294 29.787.081 0 29.787.081 6.198.214

B. Waardewijziging projecten in uitvoering -21.602.262 21.602.262 0 3.184.557 -3.184.557 0 0

C. Geproduceerde vaste activa 0 0 0 0 0 0 0

D. Giften, schenkingen en legaten 19.074.923 0 19.074.923 16.706.130 0 16.706.130 2.368.793

E. Andere bedrijfsopbrengsten 65.042.779 0 65.042.779 61.461.772 0 61.461.772 3.581.007

27

DEEL 2

Balans

28

Algemeen De totale balanswaarde van de KU Leuven bedraagt eind 2018 €2,086 miljard versus €2,016 miljard einde 2017, d.i. een stijging met €69,7 miljoen of 3,5%. Dit bedrag omvat eveneens de vermogensmutaties tussen de hogescholen van de Associatie KU Leuven en de KU Leuven ten gevolge van de integratie van de academische hogeschoolactiviteiten in de universiteit.

Activa Op 31 december 2018 maken de materiële vaste activa 28,3% uit van de totale balanswaarde, de vorderingen op ten hoogste één jaar 5,0 % en de geldbeleggingen 64,3%. De overige posten zijn goed voor 2,4% van de totale balanswaarde. 2.1 Vaste activa De vaste activa bedragen eind 2018 €609,5 miljoen en nemen toe met €4,8 miljoen of 0,8% tegenover 2017. De stijging is vooral toe te schrijven aan de financiële vaste activa (+€2,6 miljoen) en de materiële vaste activa (+€2,1 miljoen). De immateriële vaste activa bedragen €0,7 miljoen en stijgen met €0,2 miljoen ten opzichte van 2017. De afschrijvingen van het boekjaar bedragen €0,4 miljoen terwijl er €0,6 miljoen nieuwe investeringen werden geboekt. De materiële vaste activa bedragen in 2018 €591,0 miljoen en nemen toe met €2,0 miljoen of 0,3% ten opzichte van 2017. De toename van de materiële vaste activa is vooral terug te vinden onder de rubriek vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen, die stijgt van 13,2 miljoen op 31 december 2017 naar 21,5 miljoen eind 2018 (+€8,3 miljoen, of +62,8%). De rubriek meubilair en rollend materieel neemt toe van €20,0 miljoen einde 2017 naar 20,5 miljoen op 31 december 2018 (+€0,5 miljoen, of +2,8%). Deze stijgingen worden deels gecompenseerd door dalingen in de rubrieken terreinen en gebouwen van €466,8 miljoen naar €462,9 miljoen (-€3,9 miljoen of -0,84%), installaties, machines en uitrusting van €72,7 miljoen einde 2017 naar €70,7 miljoen einde 2018 (-€2,0 miljoen of -2,7%), vaste activa in leasing of op grond van soortgelijk recht van €11,2 miljoen op 31 december 2017 naar €10,9 miljoen op 31 december 2018 (-€0,3 miljoen of -3,0%) en de rubriek andere materiële vaste activa van €5,0 miljoen einde 2017 naar €4,4 miljoen einde 2018 (-€0,6 miljoen of -11,3%). De aanschaffingen en de overboekingen vanuit activa in aanbouw m.b.t. terreinen en gebouwen bedragen in 2018 €26,1 miljoen, de afschrijvingen van het boekjaar €29,4 miljoen; de buitengebruikstellingen bedragen €0,6 miljoen. De belangrijkste nieuwe investeringen binnen de terreinen en gebouwen betreffen16: ‐ de uitbreiding van de sportinfrastructuur met de bouw van een “state of the art” trainingshal voor

balsporten om uit te groeien tot een excellent academisch sportcentrum (€8,5 miljoen); ‐ de oprichting van een logistiek platform te Gasthuisberg inclusief een fietsenstalling en parkeertoren

(€3,1 miljoen); ‐ de aankoop van een aantal parkeerplaatsen en de fietsenstalling in het parkeergebouw van imec te

Heverlee (€2,1 miljoen); ‐ de grondige herinrichting van de 2de verdieping van het hoofdgebouw van het Landbouwinstituut

voor de afdelingen Gentechnologie en Bodem- en Waterbeheer (1,7 miljoen); ‐ de aankoop van een gebouw in de Parijsstraat 72A (€1,0 miljoen); 16 Deze bedragen kunnen afwijken van de bedragen vermeld onder code 60 Aankopen van goederen binnen de afdelingen II, III en V, en dit om volgende redenen: (1) BTW-recuperaties op onroerende investeringen worden in mindering gebracht van de balanswaarde van het betreffend actief en (2) onroerende werken die gestart zijn in een vorig boekjaar en geregistreerd werden onder de activa in aanbouw worden het jaar van inhuizing - samen met de uitgaven van het huidige boekjaar - geregistreerd onder gebouwen en terreinen.

29

‐ de overname door KU Leuven van het opstalrecht in een kantoorgebouw genaamd Technologiecentrum Limburg, campus Diepenbeek (€1,0 miljoen);

‐ de verdere inrichting van het scheikundig laboratoriumgebouw Leuven Chem&Tech (voorheen Corelab) binnen het departement Scheikunde, de afdeling COK en het departement CIK (€0,9 miljoen);

‐ de opwaardering van de buiteninfrastructuur Arenberg I (€0,8 miljoen); ‐ de oprichting en inrichting van een nieuwbouw studentenrestaurant en leercentrum op de campus

Gasthuisberg (€0,8 miljoen); ‐ de inrichting van de Library of Voices17 in het gebouw De Norbertuspoort van de Abdij van Park

(€0,7 miljoen); ‐ de aankoop van een gebouw in de Hoogstraat 39 te Gent als bijkomende atelierruimte voor de

Gentse architectuuropleidingen (€0,7 miljoen); ‐ de herinrichting van de linkervleugel van het Sint-Jan-Berchmansgebouw voor de centrale

Personeelsdienst (€0,5 miljoen); ‐ de inrichting van 10 bijkomende boxen voor de opleiding Mondzorg in het gebouw Kuithoek (€0,5

miljoen); ‐ de herinrichting van de departementen Metaalkunde en Materiaalkunde (€0,5 miljoen); ‐ de verdere investeringen in het Leuven Nanocenter (voorheen Hotellabo EZ Core-faciliteit

Nanotechnologie) in Arenberg III (€0,4 miljoen). De aanschaffingen en overboekingen van installaties, machines en uitrusting bedragen in 2018 €25,4 miljoen, de afschrijvingen van het boekjaar €25,1 miljoen; de buitengebruikstellingen bedragen €2,3 miljoen. De belangrijkste nieuwe investeringen binnen installaties, machines en uitrusting betreffen18: ‐ NMR Spectrometer Avance HD III 800 met een waarde van €2,1 miljoen (Departement Microbiële

en Moleculaire Systemen); ‐ Tier 2 Cost Investment Machine met een waarde van €2,0 miljoen (ICTS - Administratief en Logistiek

Gebouw); ‐ Audiovisuele uitrusting voor de opwaardering van poollokalen gebruikt voor curriculaire activiteiten

ter waarde van €1,6 miljoen; ‐ NovaSeq 6000 Sequencing System met een waarde van €0,9 miljoen (Departement Menselijke

Erfelijkheid); ‐ Helios NanoLab G3 CX met een waarde van €0,7 miljoen (Departement Natuurkunde en

Sterrenkunde); ‐ Scintillartiedetectoren met een waarde van €0,4 miljoen (Departement Natuurkunde en

Sterrenkunde); ‐ Tetra+ System FLIPR Tetra Base System met een waarde van €0,3 miljoen (Departement

Microbiologie, Immunologie en Transplantatie); ‐ Imaging flow cytometer for fully analysis of cells met een waarde van €0,3 miljoen (Departement

Beeldvorming en Pathologie); ‐ Hotcells met een waarde van €0,3 miljoen (Departement Farmaceutische en Farmacologische

Wetenschappen); ‐ Multifunctionele X-Ray Xeuss 2.0C 300K met een waarde van €0,3 miljoen (Departement

Chemische Ingenieurstechnieken); ‐ Nexera X2 LC + Qtrap 6500 met een waarde van €0,2 miljoen (Departement Oncologie). De vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen bedragen einde 2018 €21,5 miljoen en zijn €8,3 miljoen hoger dan in 2017. Deze netto stijging wordt o.a. verklaard door volgende bewegingen: ‐ de ruwbouwwerken voor de nieuwbouw van een laboratoriumgebouw voor de departementen

Oncologie en Klinische Experimentele Geneeskunde, genaamd Onderwijs en Navorsing 5 (+€7,2 miljoen);

17 Library of Voices is een hedendaagse ontmoetingsplek ontwikkeld door de Alamire Stichting waarin boek, digitaal beeld en (gregoriaanse en polyfone) muziek zijn ondergebracht en met de nieuwste technieken worden ontsloten. 18 Deze bedragen kunnen afwijken van de bedragen vermeld onder code 60 Aankopen van goederen binnen de afdeling IV.2 om volgende redenen: (1) de financiering van de installaties, machines en uitrusting kan plaatsvinden binnen verschillende begrotingsafdelingen en (2) voorschotfacturaties geregistreerd in een vorig boekjaar worden het jaar van ingebruikname - samen met de uitgaven van het huidige boekjaar - geregistreerd onder installaties, machines en uitrusting.

30

‐ de nieuwbouw van het gebouw van ‘Onderwijs en Navorsing 1 bis’ voor de verdere expansie van de groep Biomedische Wetenschappen en voor het overbrengen van Anatomie naar campus Gasthuisberg (+€5,6 miljoen);

‐ de nieuwbouw van het Quadrivium-gebouw met als bestemming een onderwijsgebouw, een ontmoetingscentrum en het decanaat voor de faculteit Wetenschappen (€2,0 miljoen);

‐ de voorbereidende werken voor de nieuwbouw “Bioscience”, waar de nieuwbouw voor Moleculaire Microbiologie en de herinrichting voor Biologie in het vroegere Instituut Scheikunde en Navorsing worden samengevoegd (+€0,1 miljoen);

‐ een aantal ingebruiknemingen: een “state of the art” trainingshal voor balsporten om uit te groeien tot een excellent academisch

sportcentrum (-€2,6 miljoen); een aantal parkeerplaatsen en de fietsenstalling in het parkeergebouw van imec te Heverlee (-

€0,7 miljoen); de verdere inrichting van het nieuw onderwijs- en onderzoeksgebouw op de campus Brugge (-

€0,4 miljoen); het kinderdagverblijf ‘De Villa’ (-€0,3 miljoen); de verdere inrichting van het nieuw studentenrestaurant en leercentrum op de campus

Gasthuisberg (-€0,3 miljoen); de inrichting van diverse poollokalen gebruikt voor curriculaire activiteiten (-€0,3 miljoen);

‐ lagere ontvangen voorschotfacturaties (-€1,4 miljoen); ‐ lagere te ontvangen vorderingsstaten van aannemers (-€0,6 miljoen). De financiële vaste activa bedragen op jaareinde 2018 €17,8 miljoen en stijgen met €2,6 miljoen. Ze staan op de balans ingeschreven onder drie rubrieken (Verbonden entiteiten, Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en Andere financiële vaste activa) en bestaan uit participaties (deelnemingen en aandelen), vorderingen en borgtochten. Onderstaande tabel detailleert de samenstelling.

Tabel 2.1: Detaillering samenstelling financiële vaste activa 2018

Participaties (€16,3 miljoen) Participaties (deelnemingen en aandelen) hebben verschillende waarderingsregels al naargelang ze aangehouden worden in spin-offs of in andere ondernemingen (o.a. risicokapitaalverschaffers). Participaties in spin-offs worden vanuit het voorzichtigheidsprincipe in het jaar van aanschaffing volledig afgewaardeerd. De overige participaties worden initieel aan aanschaffingswaarde opgenomen, met boeking van een waardevermindering als de marktwaarde op jaareinde lager is dan deze aanschaffingswaarde. De €16,3 miljoen participaties op 31 december 2018 hebben uitsluitend betrekking op ondernemingen, andere dan spin-offs. Samenstelling in € Verbonden ondernemingen ‐ Salve Mater nv, een projectontwikkelingsmaatschappij om de site 3.300.000

Groot Park Sint André uit te bouwen Aandeelhouders: KU Leuven en ViRiX nv

Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat ‐ Holding Wetenschapspark Waterschei nv, een vennootschap opgericht 2.625.000

voor het ontwikkelen en exploiteren van infrastructuurprojecten Aandeelhouders: KU Leuven, AGB Genk en NV MIJNEN

‐ Bio-incubator nv, een vennootschap opgericht voor de 1.910.000 uitbouw en de exploitatie van een incubatiecentrum in Heverlee Aandeelhouders: KU Leuven, AVEVE, VIB en Life Science Research Partners (LSRP)

Deelnemingen Aandelen Subtotaal

Verbonden entiteiten 3.300.000 3.300.000 822.922 4.122.922

Andere rechtspersonen waarmee een

deelnemingsverhouding bestaat 4.635.000 4.635.000 345.563 4.980.563

Andere financiële vast activa 8.341.976 8.341.976 69.573 245.066 8.656.615

Totaal 7.935.000 8.341.976 16.276.976 1.238.058 245.066 17.760.100

(in euro)Participaties Vorderingen Borgtochten Totaal

31

‐ International School of Leuven, een vzw met als doel het aanbieden van 100.000 internationaal onderwijs in Leuven Oprichters: KU Leuven, Stad Leuven, VIB, imec

Andere financiële vaste activa ‐ V-Bio Ventures Fund nv, een investeringsfonds voor levenswetenschappen dat 1.549.556

zich concentreert op investeringen in de (bio)farmacie, de diagnostica en landbouwkundige verbeteringen Aandeelhouders: KU Leuven, Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), het Europese Investeringsfonds (EIF), de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV), het investeringsfonds Korys en private investeerders

‐ Innovation Fund nv, legt zich toe op investeringen in projecten in de chemie en 1.275.000 life sciences. De vakgebieden materiaalkunde, procestechnologie, cosmetica en hygiëne, biowetenschappen en recyclage behoren tot haar investeringsfocus Aandeelhouders: KU Leuven, Total, Solvay, BASF, Carmeuse, Sioen, Recticel, Soudal, Domo, FPIM, SRIW, Sambrinvest, Meusinvest, ING, PMV, Sofipôle, IMBC, Arkema France, Officium (CFEP), Ravago, Nomainvest, LMCL en diverse private Investeerders

‐ Imec.xpand Comm.VA, een investeringsfonds met als doel het investeren en 1.180.992 participeren in ideeën en projecten die verband houden met nanotechnologie Beherende Vennoot: XPAND Partners Stille Vennoten: Fidimec, FPIM, Samsung Oak Holdings Inc., Applied Materials Europe B.V., KU Leuven, UGent, Alfineon, BNP Paribas Fortis Private Equity Belgium, SK Hynix Inc.

‐ Capricorn Health-tech Fund (CHF) nv, een Leuvens risicokapitaalfonds 800.000 met focus op investeringen in de gezondheidstechnologie Aandeelhouders: KU Leuven, FPIM, SRIW, Dexia Verzekeringen, PMV en Gesval

‐ Fund+ nv, een Leuvens risicokapitaalfonds dat investeert in ondernemingen 751.000 actief in life sciences, waaronder biowetenschappen, medische wetenschappen en alle daarmee gerelateerde technologieën, ontwikkelingen en toepassingen Aandeelhouders: KU Leuven, Désiré Collen Stichting, Life Science Research Partners (LSRP), SRIW, VF Capital, Multifin en private investeerders

‐ Smile Invest nv, een investeringsmaatschappij die tot doel heeft te investeren in 625.000 innovatieve groeiondernemingen die actief zijn in volgende sectoren: “software en technologie”, “gezondheidszorg” en “consumptiegoederen en –diensten”, waarbij de hoofdvestiging en het centrum van de voornaamste belangen in de EER, en in het bijzonder in België, Luxemburg en Nederland zijn gelegen Aandeelhouders: VF Capital, Maelvest, Mithos, KU Leuven, Jonelinvest, Diepensteyn, Lintrust, Omnivale, Mavico Investments, Matexi Group, COVA-INVEST, Embros, Safe, Kint Projects, Bewatt, ARO en diverse private ondernemers

‐ Orsi Services cvba, een vennootschap die focust op het bevorderen van kennis en 499.999 expertise op gebied van minimaal invasieve chirurgie in diverse medische domeinen en op het organiseren van of deelnemen aan opleidingen, wetenschappelijke studies en congressen Aandeelhouders: Orsi Academy, Alexandre Mottrie, KU Leuven – UZ Leuven, UGent

‐ Capricorn Sustainable Chemistry Fund (CSCF) nv , een Leuvens risicokapitaalfonds 500.000 dat focust op het identificeren en financieren van ondernemingen met hoge groeien rendabiliteitspotentie die actief zijn in de sector van de duurzame chemie om zo te komen tot duurzame efficiëntie- en productiviteitsstijging in materialen, in de landbouw en de marine sector of bij te dragen aan de volgende generatie van grondstoffen, processen en afgewerkte producten Aandeelhouders: Quest for Growth, Arkimedes-Fonds II, Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, PMV, Sofipôle, Capricorn Sustainable Chemistry Partners comm.v., P.E.I.X., Capricorn Venture Partners, J.B.P. International, SCG Chemicals Company Ltd., Diepensteyn, Toyobo Co Ltd., Belfius Insurance, ASR Levensverzekering NV, KU Leuven

‐ Vesalius Biocapital II nv, een risicokapitaalfonds voor investeringen in early en 494.000 later stage bedrijven actief in de sectoren life science en nutrition Aandeelhouders: KU Leuven, ING, PMV, SRIW, Diepensteyn en private investeerders

‐ Capricorn ICT Arkiv Fund (CICT) nv, een Leuvens risicokapitaalfonds dat focust 330.000

32

op het identificeren en financieren van innovatieve ICT start-ups met een focus op digital healthcare en/of big data Aandeelhouders: KU Leuven, FPIM, ARKimedes-Fonds II, AG Insurance, Quest for Growth, J.B.P. International en Biover II

‐ Vesalius Biocapital III nv, een risicokapitaalfonds voor investeringen in later stage 300.000 European Life science companies die actief zijn in de sector van de biotechnologie. Aandeelhouders: KU Leuven, FPIM, LRM, Diepensteyn, IFD Portugal en private Investeerders

‐ Andere aandelen (vooral van coöperatieven actief in landen tuinbouw) 36.429 Het totaalbedrag van de participaties neemt in 2018 toe met €2,9 miljoen door volgende bewegingen: ‐ nieuwe participaties in Capricorn Sustainable Chemistry Fund (+€0,5 miljoen) en Orsi Services cvba

(+€0,5 miljoen); ‐ bijkomende stortingen voor de participaties in imec.xpand (+€0,5 miljoen) en V-Bio Ventures Fund

(+€0,3 miljoen); ‐ volstorting in V-Bio Ventures Fund (+€0,5 miljoen), Innovation Fund (+€0,3 miljoen), Vesalius

Biocapital II (+€0,2 miljoen) en Capricorn ICT Arkiv Fund (+€0,1 miljoen); ‐ (terugname van) waardeverminderingen in V-Bio Ventures Fund (+€0,2 miljoen) en imec.xpand (-

K€28); ‐ kapitaalvermindering in Capricorn ICT Arkiv Fund (-€0,1 miljoen) en Vesalius Biocapital II (-€0,1

miljoen). De uitstaande vorderingen op ondernemingen waarin participaties (deelneming of aandelen) worden aangehouden, bedragen per einde boekjaar €1,2 miljoen. De daling met €0,3 miljoen ten opzichte van 2017 wordt vooral verklaard door de conversie van de vordering t.a.v. Remynd nv in aandelen. Gezien Remynd nv een investering is in een spin-off wordt, conform de waarderingsregels, deze conversie in aandelen volledig afgewaardeerd. Borgtochten (€0,2 miljoen) Borgtochten omvatten vooral waarborgen bij de Deposito- en Consignatiekas, gestort voor lopende projecten bij de Vlaamse Gemeenschap waar de KU Leuven als opdrachtnemer optreedt. 2.2 Vlottende activa De vlottende activa stijgen in 2018 met €64,9 miljoen of 4,6% tot €1,476 miljard, als resultante van verschillende ontwikkelingen: ‐ de toenamen van de geldbeleggingen met €62,8 miljoen tot €1,341 miljard (het betreft middelen die

volledig bestemd zijn in het kader van de onderzoeksprojecten, initiatieven van groepen/ departementen/faculteiten/diensten/professoren, de sociale voorzieningen en de onroerende investeringen), van de vorderingen op ten hoogste één jaar (+€1,8 miljoen, van €102,2 miljoen einde 2017 naar €104,0 miljoen einde 2018), van de liquide middelen (+€0,4 miljoen, van €22,1 miljoen einde 2017 naar €22,5 miljoen einde 2018) en van de overlopende rekeningen van het actief (+€0,3 miljoen van €5,5 miljoen einde 2017 naar €5,8 miljoen einde 2018);

‐ de afnamen van de vorderingen op meer dan één jaar (-€0,4 miljoen, van €2,3 miljoen in 2017 naar €1,9 miljoen einde 2018) en van de voorraden (-K€55).

De overige vorderingen op meer dan één jaar bedragen eind 2018 €1,9 miljoen en bestaan hoofdzakelijk uit leningen toegekend aan vzw’s en andere gerelateerde partijen (€1,7 miljoen) en uit studieleningen (€0,2 miljoen). Ze dalen met €0,4 miljoen t.o.v. 2017 door de normale jaarlijkse herclassificatie van de vorderingen van lange naar korte termijn en door lagere, openstaande studieleningen. De voorraden en projecten in uitvoering bedragen op 31 december 2018 €1,1 miljoen en zijn quasi ongewijzigd ten opzichte van 2017. De handelsvorderingen op ten hoogste één jaar bedragen €60,8 miljoen en liggen in lijn met 2017. Het aantal dagen klantenkrediet bedraagt einde 2018 60 dagen en ligt op hetzelfde niveau als in 2017 (61 dagen). Aanvullend kan worden opgemerkt dat de handelsvorderingen op ten hoogste één jaar in

33

grote mate het voorwerp uitmaken van facturaties in het kader van onderzoek en maatschappelijke dienstverlening, waarbij de inning functie is van de inhoudelijke rapporteringen en de contractuele bepalingen. Deze handelsvorderingen hebben deels ook betrekking op publieke overheden en non-profit organisaties waarvan het betalingsgedrag maar moeilijk kan worden beïnvloed. De overige vorderingen op ten hoogste één jaar stijgen in 2018 met €1,7 miljoen tot €43,2 miljoen per einde 2018. De toename is de resultante van volgende bewegingen: ‐ de toename met €1,2 miljoen van de vordering ten aanzien van de Vlaamse Overheid m.b.t.

vakantiegeld, vooral door indexering (+€0,7 miljoen) en VTE-toename (+€0,5 miljoen). Deze vordering wordt opgezet als compensatie voor het in kost boeken van het vakantiegeld dat zal uitbetaald worden in 2019 op de prestaties van 2018. Ze betreft het dubbel vakantiegeld voor personeelsleden ten laste van de werkingstoelagen die recht hebben op staatsvakantiegeld, en het enkel en dubbel vakantiegeld en de RSZ op enkel vakantiegeld voor personeelsleden die recht hebben op privévakantiegeld ten laste van de formatie op afdeling I Werking en afdeling III Sociale Voorziening voor studenten;

‐ de toename met €1,1 miljoen van de vordering ten aanzien van de Vlaamse Gemeenschap in het kader van de IOF-toelage;

‐ de toename met €0,7 miljoen van de vordering ten aanzien van UZ Leuven in het kader van de gemeenschappelijke BTW-aangifte door KU Leuven;

‐ de afname met €1,0 miljoen van de vordering ten aanzien van de BTW-administratie. De overige bewegingen compenseren elkaar grotendeels (netto afname van €0,3 miljoen). De geldbeleggingen stijgen met €62,8 miljoen of 4,9% van €1,278 miljard naar €1,341 miljard op 31 december 2018. De geldbeleggingen worden voorzichtig beheerd conform het strategisch kader voor het beheer van de financiële middelen van de KU Leuven, van KU Leuven Research & Development en van UZ Leuven zoals initieel goedgekeurd op de Raad van Bestuur van 19 juli 2005 en laatst geactualiseerd op de Raad van Bestuur van 26 juni 2018. Dit beheer gebeurt onder toezicht van het gezamenlijk Beleggings- en Thesauriecomité van KU Leuven, KU Leuven Research & Development en UZ Leuven dat is ingesteld door de Raad van Bestuur van de universiteit op 22 februari 2005. Het voorzichtig beheer blijkt uit de asset-allocatie van de beleggingsportefeuille, zoals geïllustreerd in onderstaande tabel.

Tabel 2.2: Asset-allocatie geldbeleggingen KU Leuven – 2018 versus 2017

De beperkte stijging van het pakket staatsobligaties in absolute termen (+€2,4 miljoen) is het gevolg van het voorzichtig herinvesteren van meerdere in het verleden op eindvervaldag gekomen posities. Gegeven het aanhoudend, historisch laag rentepeil, de hoge obligatiekoersen en de potentiële renterisico’s die hiermee samengaan, worden de op eindvervaldag gekomen middelen slechts stapsgewijs herbelegd in OLO’s. Daarnaast wordt, mede om redenen van diversificatie, de fractie staatsobligaties deels herbelegd in obligaties van andere overheden met zeer goede kredietwaardigheid. Ook het hoog niveau van de cashfondsen en de termijnrekeningen wordt verklaard door het aanhoudend laag rentepeil en het potentieel renterisico. Met deze beleggingen op korte termijn wil de universiteit voorbereid zijn op een rentestijging die verwacht wordt, maar waarvan het tijdstip nog onzeker blijft. De toename van de cashfondsen in absolute termen (+€13,3 miljoen) en de daling van de termijnrekeningen (-€16,7 miljoen) zijn niet structureel van aard, maar worden verklaard door korte termijn geldbewegingen op jaareinde.

in euro % in euro %

Staatsobligaties 185.848.199 13,87% 183.364.409 14,35%

Schatkistcertificaten 71.467.510 5,33% 78.845.364 6,17%

Cashfondsen 522.495.017 38,96% 509.153.698 39,83%

Termijnrekeningen 375.172.545 27,98% 391.846.430 30,66%

Bedrijfsobligaties 75.501.042 5,63% 30.502.160 2,39%

Aandelen, aandelenfondsen en vastgoedcertificaten 110.525.055 8,24% 84.453.911 6,61%

Totaal 1.341.009.368 100,00% 1.278.165.972 100,00%

20172018

34

De schatkistcertificaten tonen een daling (-€7,4 miljoen) die eveneens niet structureel van aard is. Het aanhouden van schatkistcertificaten beoogt een zekere diversificatie van de portefeuille en is mede ingegeven door de geringe tot zelfs negatieve rendementen die gelden voor bepaalde geldmarktfondsen en liquide middelen. De bedrijfsobligaties zijn gestegen door meerdere aankopen met een korte duratie, waarbij gestreefd wordt naar een gepaste risicospreiding in de portefeuille (+€45,0 miljoen). De aandelenfractie is eveneens gestegen, wegens het aankopen van meerdere fondsen waarbij werd ingespeeld op de koersdaling van bepaalde activa (+€26,1 miljoen). Er wordt, conform het strategisch kader, slechts voor een relatief kleine fractie van de portefeuille belegd in risicodragende aandelenbeleggingen. De liquide middelen bedragen eind 2018 €22,5 miljoen. Ook de stijging met €0,4 miljoen versus 2017 is niet structureel van aard, maar wordt verklaard door korte termijn geldbewegingen op jaareinde. Gezien het laag rentepeil was het niet mogelijk om de liquide middelen die kort voor jaareinde zijn ontvangen alsnog met een positief rendement onder te brengen bij de geldbeleggingen. De overlopende rekeningen van het actief bedragen op 31 december 2018 €5,8 miljoen en stijgen met €0,3 miljoen t.o.v. jaareinde 2017, hoofdzakelijk door hogere over te dragen kosten ingevolge een momentopname op balansdatum.

35

Passiva De passiva bestaan voor 74,2% uit eigen vermogen, 11,7% uit voorzieningen voor risico’s en kosten, 4,9% uit schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten, 2,8% uit ontvangen vooruitbetalingen op projecten en 1,4% uit financiële schulden op meer dan een jaar. De overige posten zijn goed voor 5,0% van de totale balanswaarde. 3.1 Eigen vermogen Tabel 2.3 vergelijkt het eigen vermogen van de KU Leuven op 31 december 2018 met 2017. Zoals reeds besproken bij de behandeling van Deel I Resultatenrekening – synthese is dit eigen vermogen volledig bestemd. Buiten de kapitaalsubsidies, betreffen de bestemde fondsen vier specifieke finaliteiten: Onroerende investeringen (€385,0 miljoen), Wetenschappelijk onderzoek (€908,5 miljoen), Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/ departementen/faculteiten/diensten/professoren (€235,0 miljoen) en Studentenvoorzieningen (€17,4 miljoen). Deze bestemmingen zijn het gevolg van eerder genomen punctuele beslissingen en engagementen aangegaan tegenover een veelheid van opdrachtgevers en projectfinanciers. Ze worden in het kader van de resultatenverwerking bij de opmaak van de jaarrekening bevestigd door de Raad van Bestuur. Aanvullende technische kanttekening De benaming van code 13 IV. Aangelegde fondsen uit het standaardformaat voor de passiva volgens het boekhoudbesluit voor de universiteiten van 21 december 2007, werd door de KU Leuven vanaf boekjaar 2009 gewijzigd in IV. Bestemde fondsen. Deze alternatieve voorstellingswijze stemt overeen met de aanpak uit het boekhoudbesluit voor de hogescholen en met de algemene boekhoudreglementering voor vzw’s. In opvolging van het vergelijkend onderzoek van het Rekenhof m.b.t. de toepassing van het boekhoudbesluit van 21 december 2007 is op VLIR-niveau afgesproken dat ook de andere Vlaamse universiteiten vanaf de opmaak van de jaarrekening 2010 de term “bestemde fondsen” zouden hanteren. Zowel het Rekenhof als voormalig minister van Onderwijs Pascal Smet hebben deze aanpassing gesteund. Er staan op 31 december 2018 €2,7 miljoen kapitaalsubsidies geregistreerd voor de gebouwen De Kabouterberg, Babyhome en De Villa. De afbouw van de subsidies pro rata de afschrijvingen op de betreffende activa bedraagt in 2018 €0,1 miljoen. 3.2 Voorzieningen voor risico’s en kosten De voorzieningen zijn opnieuw geïnventariseerd en gewaardeerd na een grondige, universiteitsbrede consultatieronde die erop gericht is om de volledigheid zo goed mogelijk te waarborgen en die er moet voor zorgen dat de boekhoudkundige gegevens een getrouwe weergave zijn van de economische realiteit. In totaal nemen de voorzieningen op jaareinde 2018 in vergelijking met 2017 af met €0,6 miljoen tot €244,0 miljoen. Hierna volgt een meer gedetailleerde bespreking. Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen voor een bedrag van €45,0 miljoen ‐ De voorziening, aangelegd voor polis 53003065, de groepsverzekering met te bereiken doel voor

ATP-medewerkers, beantwoordt aan de som van de verplichtingen van de KU Leuven die op jaareinde nog niet afgefinancierd zijn bij de verzekeraar en die slaan op de reeds gepresteerde dienstjaren van de aangeslotenen. In technische termen gesteld, is dit het verschil tussen de actuele waarde van de verplichtingen voor verleden diensttijd (DBO) en de beschikbare assets. De voorziening die einde 2018 €44,4 miljoen bedraagt, is gevalideerd en becijferd rekening houdend met een gemiddelde jaarlijkse inflatievoet, een jaarlijkse gemiddelde baremieke loonstijging en een marktconforme actualisatievoet.

‐ De voorziening voor pensioenrechten tot 1970 betreft overlevingspensioenen die nog uitgekeerd worden aan weduwen van ZAP-leden die vóór 1971 met pensioen waren. Vanaf 1971 zijn de

36

pensioenverplichtingen voor ZAP-leden overgenomen door de overheid. ZAP-leden die toen echter reeds met pensioen waren, worden verder doorbetaald door de KU Leuven. Om discriminatie te vermijden, is destijds beslist om voor beide groepen dezelfde pensioenrechten te waarborgen. De verwachte uitkeringen worden gebaseerd op de actuele levensverwachtingen per geslacht verhoogd met twee jaren, rekening houdend met een gemiddelde jaarlijkse inflatievoet en geactualiseerd aan een gemiddeld rendement op 10-jarige OLO’s. Eind 2018 bedraagt de voorziening €0,3 miljoen.

‐ De voorziening voor SWT (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) wordt berekend aan de hand van de geraamde uitkeringen in de komende jaren, rekening houdend met een gemiddelde jaarlijkse inflatievoet en geactualiseerd aan een gemiddeld rendement op 10-jarige OLO’s. Op 31 december 2018 bedraagt de betreffende voorziening €0,3 miljoen.

De voorzieningen voor belastingen zijn in 2018 voor de eerste maal aangelegd voor een bedrag van €8,3 miljoen. Einde 2018 heeft de KU Leuven voor een bedrag van €4,3 miljoen een wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016 voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers krachtens art. 275, §1 WIB 92 (cf. defiscalisatiemaatregel). Voorzichtigheidshalve en anticiperend op de te verwachten rechtlijnige toepassing door de fiscale administratie van dezelfde – door de KU Leuven betwiste – argumenten voor de jaren 2017 en 2018, is aanvullend op de boeking van de gedeeltelijk verworpen vrijstelling voor 2016 binnen afdeling V, volgens dezelfde logica in afdeling VIII een voorziening voor risico’s en kosten gedimensioneerd en aangelegd voor in totaal €8,3 miljoen m.b.t. de boekjaren 2017 en 2018. De KU Leuven gaat volstrekt niet akkoord met de door de fiscale administratie gebruikte argumenten en betwist derhalve de extra aanslag voor 2016 en de te verwachten extra aanslagen voor 2017 en 2018 met klem en ten gronde. De universiteit neemt alle mogelijke/nodige administratieve en juridische stappen om haar gelijk te bewijzen en haar belangen te vrijwaren. De voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken die in 2012 voor de eerste maal werden aangelegd, nemen op balansniveau toe met €9,4 miljoen tot €148,5 miljoen eind 2018. Vanaf einde 2016 staat op het passief van de balans een totale voorziening ingeschreven voor een bedrag dat gelijk is aan de geraamde kosten voor grote herstellings- en onderhoudswerken voor de komende 5 jaren. Noteer dat de voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken ook betrekking hebben op de grote herstellings- en onderhoudswerken binnen de geïntegreerde (technologie-) campussen en dat de voorziening voor asbest en bodemsanering vanaf 2017 volledig is toegevoegd aan de voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken. Voor de Dienst VGM (Veiligheid-Gezondheid-Milieu) is de voorziening voor verplichtingen inzake veiligheid en milieu aangelegd van €2,9 miljoen m.b.t. het nucleair passief. Betreffende voorziening is onderbouwd met een gedetailleerde berekening en toelichting op basis van criteria en parameters van het NIRAS (Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen). Voorzieningen voor overige risico’s en kosten voor een bedrag van €39,3 miljoen ‐ De nog uit te keren uitvindersaandelen binnen KU Leuven Research & Development bedragen op

31 december 2018 €12,4 miljoen. Van de inkomsten of voordelen die uit de exploitatie van onderzoeksresultaten worden verworven (bvb. via licentie, overdracht of inbreng van rechten) is voor de onderzoekers een billijk aandeel in de geldelijke opbrengsten voorzien conform artikel 169ter van het universiteitsdecreet d.d. 12 juni 1991 (Codex Hoger Onderwijs art. IV.48) en overeenkomstig het intern KU Leuven reglement betreffende intellectuele rechten op onderzoeksresultaten. Het recht op een billijk aandeel in de geldelijke opbrengsten kan door de betrokken onderzoeker opgevraagd worden gedurende vijf jaar nadat de universiteit de inkomsten of voordelen ontvangen heeft. Na afloop van deze termijn vervalt dit recht en komen deze opbrengsten toe aan de universiteit.

‐ De voorziening voor verliezen binnen de EFRO/Interreg - projecten ten gevolge van de mogelijke ongunstige interpretatie van de staatssteunregelgeving door de Europese autoriteiten bedraagt eind 2018 €10,5 miljoen.

‐ Gebaseerd op het decreet van 22 februari 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening door de universiteiten of de hogescholen en betreffende de relaties van de universiteiten en de hogescholen met andere rechtspersonen, heeft de universiteit een intern reglement opgesteld dat voorziet in de mogelijkheid van uitkering van een persoonlijke vergoeding aan de personeelsleden die een dienstverleningscontract of postacademische vormingsactiviteit hebben uitgevoerd (Codex Hoger Onderwijs art. IV.77 en art. V.39). Vermits het

37

hier gaat om opvraagbare vergoedingen wordt er een voorziening aangelegd voor de opvraagbare bijwedden die nog niet werden uitbetaald. Eind 2018 bedraagt de betreffende voorziening €8,4 miljoen. Dit bedrag komt overeen met het totaal van de uitbetaalde bijwedden van de voorbije 5 jaren.

‐ De voorziening voor de hogere RSZ-last ingevolge de niet-benoeming van alle Tenure Track mandaten bedraagt eind 2018 €3,3 miljoen.

‐ Bij de uitbouw van de Health Sciences Campus op Gasthuisberg dient een ringweg te worden aangelegd. Het betreft een eenmalige, noodzakelijke en onvermijdbare uitgave die niet alternatief aanwendbaar is en waar UZ Leuven en de KU Leuven geen autonome beslissingsbevoegdheid over hebben ten gevolge van o.a. wensen/eisen van de Vlaamse Gemeenschap, de stad Leuven en De Lijn. Vermits deze verplichting op vandaag onomstotelijk vaststaat en niet in aanmerking komt voor activering, wordt ze zowel in de rekeningen van UZ Leuven als in deze van KU Leuven, ieder voor zijn aandeel, ingeschreven als een voorziening. Het aandeel van de KU Leuven in de ringweg op de Health Sciences Campus bedraagt €1,6 miljoen.

‐ De Juridische Dienst houdt een gedetailleerd overzicht bij van alle hangende juridische geschillen binnen de KU Leuven. Dit overzicht is de basis voor het aanleggen van de overeenkomstige voorziening van €0,8 miljoen. Betreffend bedrag werd door de eigen Juridische Dienst geraamd op basis van de claims van de tegenpartijen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid dat deze geschillen in het nadeel van de KU Leuven zouden worden beslecht.

‐ Binnen KU Leuven Research & Development wordt in 2018 een voorziening aangelegd met betrekking tot de risico’s verbonden aan het niet-volstort deel van participaties in spin-offs voor €0,8 miljoen.

‐ De voorziening in het kader van de verplichtingen t.a.v. personeelsleden gefinancierd op externe fondsen met een contract van onbepaalde duur bedraagt eind 2018 €0,7 miljoen.

‐ De voorziening voor overige risico’s en kosten bedraagt eind 2018 €0,8 miljoen en betreft o.a. overige personeelskosten, de voorziening ter dekking van de potentiële claim op de ingehouden bedrijfsvoorheffing van wetenschappelijke medewerkers ingezet in het kader van Interreg en EFRO-dossiers, ...

De daling van de voorzieningen met €0,5 miljoen versus einde 2017 is de resultante van volgende tegengestelde bewegingen: ‐ de afname van de voorziening aangelegd voor polis 53003065, de groepsverzekering met te

bereiken doel voor ATP-medewerkers (-€11,5 miljoen). Deze afname wordt verklaard door een bijstelling van de actualisatievoet - rekening houdend met de evolutie van het rentepeil en van de gemiddelde looptijd van de verplichtingen - (resulterend in een stijging van 1,35% naar 1,60% in 2018), en door de daling van het aantal aangeslotenen binnen de gesloten groep;

‐ de daling in de voorziening voor uit te keren uitvindersaandelen in het kader van de evolutie van de valorisatie- en onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development (-€7,3 miljoen);

‐ de afname in de voorziening voor hangende juridische geschillen (-€0,5 miljoen); ‐ de aangroei van de voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken aan gebouwen van

de KU Leuven (+€9,4 miljoen); ‐ de aanleg van de nieuwe voorziening voor belastingen (+€8,3 miljoen) in gevolge de lopende

defiscalisatiebetwisting; ‐ de aangroei van de voorziening voor mogelijk zelf te financieren middelen binnen de EFRO/Interreg-

projecten ingeval een herkwalificatie van deze projecten naar staatssteun (+€1,2 miljoen); ‐ overige kleine wijzigingen (-€0,1 miljoen). 3.3 Schulden De schulden op meer dan één jaar bedragen op jaareinde 2018 €29,1 miljoen. Deze schulden bestaan uit: ‐ financiële schulden ten aanzien van kredietinstellingen voor €21,4 miljoen. Deze betreffen de EIB-

lening voor het financieren van projecten uit het Vijfjarenplan onroerende investeringen (voor €19,9 miljoen) en de leningen bij de ex-ASLK (huidige BNP Paribas Fortis) ter financiering van de Studentenvoorzieningen (voor €1,5 miljoen);

‐ leasingschulden voor €7,7 miljoen. Deze betreffen de huurkoop van het Collegium Pro America Latina (Copal) voor €0,7 miljoen en de erfpachten van: het Vesaliusgebouw (i.e. het voormalig Groep-T hogeschoolgebouw) voor €3,3 miljoen;

38

Campus Carolus – Zusters van Liefde voor €3,2 miljoen; Campus Carolus – Kerkfabriek Parochie Sint Carolus Borromeus voor €0,4 miljoen; Technologiecentrum Diepenbeek voor €0,1 miljoen.

De schulden op meer dan één jaar nemen af met €1,4 miljoen door de jaarlijkse herclassificaties van de schulden van lange naar korte termijn. De schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen bedragen €1,7 miljoen en betreffen: ‐ de externe EIB-lening voor €1,1 miljoen en de bestaande leningen bij de ex-ASLK (huidige BNP

Paribas Fortis) voor €0,2 miljoen; ‐ initiatieven in het kader van onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development

voor €0,2 miljoen; ‐ de leasingschulden voor €0,2 miljoen m.b.t. het Vesaliusgebouw (K€46), Campus Carolus – Zusters

van Liefde (K€72), Copal (K€62), Campus Carolus – Kerkfabriek Parochie Sint Carolus Borromeus (K€9) en Technologiecentrum Diepenbeek (K€3).

De afname van €0,7 miljoen t.o.v. vorig boekjaar is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de schulden m.b.t. initiatieven in het kader van onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development. De handelsschulden nemen af met €2,1 miljoen of 7,0%, van €30,2 miljoen in 2017 tot €28,1miljoen in 2018. Deze afname betreft een momentopname op balansdatum. Het aantal dagen leverancierskrediet bedraagt 39 dagen in 2018 (versus 44 dagen in 2017). Het globale overschot aan opbrengsten ten opzichte van kosten betreffende onderzoeks- en dienstverleningscontracten van bepaalde duur waarbij geen jaarlijkse facturatie plaatsvindt per einde boekjaar, wordt conform artikel 62 van het boekhoudbesluit van 21 december 2007 opgenomen onder ontvangen vooruitbetalingen op projecten. Vanaf boekjaar 2018 wordt artikel 62 van het boekhoudbesluit eveneens toegepast op het overschot aan opbrengsten ten opzichte van kosten voor onderwijsprojecten. Het totale saldo bedraagt op jaareinde 2018 €58,8 miljoen, wat een toename betekent van €21,6 miljoen in vergelijking met 2017. De matching-oefening van kosten en opbrengsten m.b.t. projecten in uitvoering kwam uit op een netto overschot aan ontvangen vooruitbetalingen op projecten van €43,4 miljoen binnen LRD en van €15,4 miljoen binnen KULC. De toename heeft voor €16,3 miljoen betrekking op onderzoeks- en dienstverleningscontracten en voor €5,4 miljoen op de onderwijsprojecten. De schulden m.b.t. belastingen betreffen te betalen BTW, roerende en onroerende voorheffing, rechtspersonenbelasting en bedrijfsvoorheffing. Deze schulden dalen van €36,7 miljoen einde 2017 naar €25,6 miljoen op jaareinde 2018. De daling met €11,1 miljoen is vooral toe te schrijven aan een daling in de te betalen roerende voorheffing ingehouden op ontvangen royalties (-€9,1 miljoen) en een daling in verschuldigde BTW (-€2,0 miljoen). De schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten bedragen eind 2018 €75,7 miljoen en zijn licht gestegen ten opzichte van vorig boekjaar (+€1,2 miljoen of 1,6%) ingevolge een hogere provisie vakantiegeld door de indexering van de lonen en door de VTE-toename. De overige schulden bedragen einde 2018 €39,4 miljoen, d.i. een aangroei met €13,4 miljoen ten opzichte van 2017. De stijging is nagenoeg volledig toe te schrijven aan de toename van de nog door te storten bedragen aan partners in het kader van de contractuele onderwijs- en onderzoeksactiviteiten. De overlopende rekeningen van het passief bedragen €34,8 miljoen per einde boekjaar 2018 en bestaan uit over te dragen opbrengsten en toe te rekenen kosten. De afname met €4,1 miljoen t.o.v. 2017 wordt vooral verklaard door lagere over te dragen opbrengsten van onderwijsprojecten. Tot vorig boekjaar werd het boekhoudkundig overeenstemmingsprincipe voor onderwijsprojecten toegepast via over te dragen opbrengsten. Vanaf 2018 wordt voor deze onderwijsprojecten (naar analogie van de onderzoekscontracten in afdeling IV.2) de completed contract methode toegepast, incl. matching via code 46 ontvangen vooruitbetaling op projecten (zie ook hoger).

39

Tabel 2.3: Balans KU Leuven op 31 december 2018 (1/2)

ACTIVA (in euro) codes Eindbalans 2018 Eindbalans 2017

VASTE ACTIVA 20/28 609.498.233 604.679.686

I. Oprichtingskosten (toelichting I) 20 0 0

II. Immateriële vaste activa (toelichting II) 21 741.361 566.099

III. Materiële vaste activa (toelichting III) 22/27 590.996.772 588.936.803A. Terreinen en gebouwen 22 462.900.748 466.810.390

B. Installaties, machines en uitrusting 23 70.731.316 72.706.649

C. Meubilair en rollend materieel 24 20.527.258 19.973.469

D. Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht 25 10.895.772 11.235.179

E. Andere materiële vaste activa 26 4.438.084 5.004.518

F. Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen 27 21.503.593 13.206.598

IV. Financiële vaste activa (toelichting IV) 28 17.760.100 15.176.785A. Verbonden entiteiten 280/1 4.122.922 4.212.769

1. deelnemingen 280 3.300.000 3.300.000

2. vorderingen 281 822.922 912.769

B. Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 282/3 4.980.563 5.170.932

1. deelnemingen 282 4.635.000 4.635.000

2. vorderingen 283 345.563 535.932

C. Andere financiële vaste activa 284/8 8.656.615 5.793.084

1. aandelen 284 8.341.976 5.436.260

2. vorderingen en borgtochten in contanten 285/8 314.639 356.823

VLOTTENDE ACTIVA 29/58 1.476.352.240 1.411.456.326

V. Vorderingen op meer dan een jaar 29 1.947.465 2.346.996A. Handelsvorderingen 290 0 0

B. Overige vorderingen 291 1.947.465 2.346.996

VI. Voorraden en projecten in uitvoering (toelichting V) 30/37 1.098.396 1.153.438A. Voorraden 30 1.098.396 1.153.438

B. Projecten in uitvoering 37 0 0

VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 40/41 103.998.945 102.196.816A. Handelsvorderingen 40 60.772.026 60.716.937

B. Overige vorderingen 41 43.226.919 41.479.878

VIII. Geldbeleggingen (toelichting VI) 51/53 1.341.009.368 1.278.165.972

IX. Liquide middelen 54/58 22.492.788 22.105.193

X. Overlopende rekeningen (toelichting VII) 490/491 5.805.278 5.487.912

TOTAAL DER ACTIVA 2.085.850.473 2.016.136.012

40

Tabel 2.3: Balans KU Leuven op 31 december 2018 (2/2)

PASSIVA (in euro) codes Eindbalans 2018 Eindbalans 2017

EIGEN VERMOGEN 10/15 1.548.619.944 1.495.117.125

I. Gevormd vermogen 10 0 0

III. Herwaarderingsmeerwaarden 12 0 0

IV. Bestemde fondsen 13 1.545.912.931 1.492.280.291Onroerende investeringen 385.036.821 387.204.522

Wetenschappelijk onderzoek 908.545.699 858.885.308

234.952.820 231.112.868

Studentenvoorzieningen 17.377.590 15.077.593

V. Overgedragen overschot (overgedragen tekort) 14 0 0

VI. Kapitaalsubsidies 15 2.707.014 2.836.834

VOORZIENINGEN 16 243.966.731 244.538.268

VII. Voorzieningen voor risico's en kosten 160/5 243.966.731 244.538.268A. pensioenen en soortgelijke verplichtingen 160 44.988.795 56.629.185

B. belastingen 161 8.279.515 0

C. grote herstellings- en onderhoudswerken 162 148.537.822 139.175.432

D. sociaal passief 163 0 0

E. veiligheid en milieu verplichtingen 164 2.853.107 2.911.715F. overige risico's en kosten (toelichting VIII) 165 39.307.492 45.821.936

SCHULDEN 17/49 293.263.798 276.480.619

VIII. Schulden op meer dan een jaar (toelichting IX) 17 29.132.646 30.526.937A. Financiële schulden 170/4 29.132.646 30.526.937

1. achtergestelde leningen 170 0 0

2. niet achtergestelde obligatieleningen 171 0 0

3. leasingschulden en soortgelijke schulden 172 7.687.065 7.807.490

4. kredietinstellingen 173 21.445.581 22.719.447

5. overige leningen 174 0 0

B. Handelsschulden 175 0 0

C. Overige schulden 178/9 0 0

IX. Schulden op ten hoogste één jaar (toelichting IX) 42/48 229.341.725 207.035.273A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 42 1.716.346 2.422.935

B. Financiële schulden 43 0 0

1. kredietinstellingen 430/8 0 02. overige leningen 439 0 0

C. Handelsschulden 44 28.089.932 30.218.216

D. Ontvangen vooruitbetalingen op projecten 46 58.810.588 37.208.326

E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 45 101.285.264 111.173.523

1. belastingen 450/3 25.593.532 36.699.948

2. bezoldigingen en sociale lasten. 454/9 75.691.731 74.473.575

F. Overige schulden 48 39.439.596 26.012.274

X. Overlopende rekeningen (toelichting X) 492/3 34.789.426 38.918.408

TOTAAL DER PASSIVA 2.085.850.473 2.016.136.012

Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen /

41

DEEL 3

Resultatenrekening per afdeling

42

WERKING

Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten binnen afdeling I Werking behoren nagenoeg volledig tot de overheidstoelagen en subsidies – basisfinanciering (1ste geldstroom). Ze worden in hoofdzaak geregeld door de decretale bepalingen uit hoofdstuk 1 “Werkingsuitkeringen” en hoofdstuk 2 “Aanvullende uitkeringen” van Deel 3 Financiering uit de Codex Hoger Onderwijs d.d. 11 oktober 2013. De bedrijfsopbrengsten van de KU Leuven in Afdeling I Werking stijgen tussen 2017 en 2018 van €376,0 miljoen naar €389,5 miljoen. Dit is een toename van 3,59% die hoofdzakelijk toe te schrijven is aan de klik, het doorwerken van de groeipaden en de indexering van de enveloppe. Tabel 3.1 verbijzondert de bedrijfsinkomsten van de 1ste geldstroom binnen afdeling I Werking naar de reeks samenstellende componenten.

Tabel 3.1: Werkingsuitkeringen van de 1ste geldstroom in afdeling I Werking verbijzonderd naar samenstellende componenten

(in euro) 2017 2018 Evolutie

Basistoelage 341.657.018 350.432.920 8.775.902 2,57%

Werkgeversbijdrage19 19.485.114 20.494.776 1.009.662 5,18%

Specifieke lerarenopleiding 2.099.717 2.245.398 145.680 6,94%

Vormingsfonds 173.550 174.797 1.247 0,72%

Aanvullende onderzoeksmiddelen 25.075.740 27.605.626 2.529.886 10,09%

Brusselnorm 1.285.870 1.271.820 ‐14.051 ‐1,09%

Vordering vakantiegeld 536.956 1.186.900 649.944 121,04%

Verlegging van werkingsuitkeringen ‐14.290.778 ‐13.883.460 407.318 ‐2,85%

TOTAAL 376.023.187 389.528.776 13.505.589 3,59% De toename (+€13,5 miljoen) is de resultante van volgende bewegingen: - een stijging in de basistoelage (+€8,8 miljoen), de aangroei van de aanvullende

onderzoeksmiddelen (+€2,5 miljoen), de toename in de werkgeversbijdrage (+€1,0 miljoen), de hogere vordering vakantiegeld (+€0,7 miljoen) en de stijging van de SLO toelage (+€0,1 miljoen);

- de afname van de verlegging van de werkingsuitkeringen (+€0,4 miljoen - opbrengst met een negatief teken).

19 KU Leuven heeft dit jaar €20.494.776,74 aan werkgeversbijdrage geïnd. De toekenningsbrief van Ahovoks van 10/12/2018 kent €23,33 meer toe of €20.494.799,07. Ahovoks bevestigt op 29/01/2019 dat dit een minimale bijstelling betreft om de begroting van deze toelage over alle instellingen heen niet te overschrijden.

43

De evolutie voor de belangrijkste component, de basistoelage, wordt verder gedetailleerd in tabel 3.2.

Tabel 3.2: Detaillering van de evolutie in de basistoelage van 2017 naar 2018

De basistoelage van de KU Leuven is in 2018 toegenomen met €8,8 miljoen of 2,57% versus 2017. De evoluties van de marktaandelen hebben een effect van -€3,2 miljoen. Tabel 3.3 gaat dieper in op de marktaandelen voor de onderwijs- en onderzoeksprestaties van de KU Leuven.

Tabel 3.3: Prestaties van de KU Leuven 2017 versus 2018

In de onderwijssokkel ziet de KU Leuven haar aandeel dalen met 0,12%. Deze daling is het gevolg van de gehanteerde degressieve weging van de onderwijsprestaties. Het aandeel in het variabel onderwijsdeel daalt in 2018 met 0,20% van 41,62% naar 41,42%. Vanaf 2017 wordt de enveloppe van het Variabel onderwijsdeel, conform Art.III.11 §7-8 uit de Codex Hoger Onderwijs opgesplitst in drie deelenveloppes: - Variabel onderwijsdeel geneeskunde: 14,01% van de enveloppe van het Variabel onderwijsdeel

wordt verdeeld op basis van het aantal uitgereikte diploma’s in de bachelor- en masteropleidingen in de geneeskunde, de huisartsgeneeskunde en de specialistische geneeskunde in het 5-jarig tijdsvenster t-7/t-6 tot t-3/t-2. De prestaties van alle universiteiten, met uitzondering van deze van

Marktaandeel index klik

Bijkomende

middelen

integratienota

Evolutie

Onderwijssokkel 13.252.452 ‐52.608 158.398 0 0 105.790 0,80% 13.358.242

Variabel onderwijsdeel 213.700.449 ‐1.039.461 2.593.529 3.277.177 1.052.082 5.883.327 2,75% 219.583.776

Onderzoekssokkel 24.425.343 ‐296.531 289.546 0 0 ‐6.986 ‐0,03% 24.418.357

Variabel onderzoeksdeel 99.046.498 ‐1.774.912 1.167.363 2.636.184 514.480 2.543.115 2,57% 101.589.614

Theoretische werkingsuitkering 350.424.742 ‐3.163.512 4.208.836 5.913.361 1.566.562 8.525.247 2,43% 358.949.989

Besparing (‐) ‐3.873.504 ‐16.598 0,43% ‐3.890.102

Haircut (‐) ‐6.141.743 ‐26.318 0,43% ‐6.168.061

Verhoging EJT + ecocheques 1.104.770 ‐7.587 ‐0,69% 1.097.183

Bijkomende toekenning CAO V 320.083 100,00% 320.083

Opstartfinanciering 142.753 ‐18.925 ‐13,26% 123.828

Basistoelage 341.657.018 8.775.902 2,57% 350.432.920

2017

Verklarende evolutie 2017 vs 2018

Evolutie% 2018

2017 2018 Evolutie

Onderwijssokkel 29,51% 29,39% ‐0,12%

Variabel Onderwijsdeel 41,62% 41,42% ‐0,20%

Geneeskunde 50,79% 49,69% ‐1,10%

Onderzoeksmaster 100,00% 100,00% 0,00%

Overige 40,12% 40,05% ‐0,07%

Onderzoekssokkel 21,80% 21,54% ‐0,26%

Variabel Onderzoeksdeel 41,58% 40,83% ‐0,75%

Academische diploma's uitgereikt in de Associatie 42,35% 41,61% ‐0,74%

Doctoraten 40,41% 39,38% ‐1,03%

Publicaties 41,53% 41,15% ‐0,38%

Citaties 44,18% 43,40% ‐0,78%

Diversiteits‐ en mobiliteitscoëfficient 40,03% 40,16% 0,13%

44

UHasselt20, worden in rekening gebracht. In deze deelenveloppe daalt het aandeel van KU Leuven met 1,10% van 50,79% in 2017 naar 49,69% in 2018.

- Variabel onderwijsdeel onderzoeksmaster: dit betreft een voorafname vanuit het variabel onderwijsdeel ter financiering van de (specifieke) onderzoeksmasters. Voor wat betreft de enveloppe 2018 worden enkel de onderzoeksmaster “Advanced Studies in Theology & Religion” en de onderzoeksmaster “Philosophy” van de KU Leuven in rekening gebracht. Hiervoor ontvangt de KU Leuven een bedrag van K€185. Vermits de KU Leuven de enige instelling is waar onderzoeksmasters georganiseerd werden in de gehanteerde tijdsvensters, bedraagt het KU Leuven-aandeel hier 100%.

- Variabel onderwijsdeel overige: de resterende enveloppe wordt verdeeld op basis van het reguliere verdelingsmechanisme waarbij de prestaties voor geneeskunde, met uitzondering van deze van UHasselt, niet meer weerhouden worden. Het KU Leuven aandeel binnen deze deelenveloppe daalt met 0,07% van 40,12% in 2017 naar 40,05% in 2018.

Het aandeel in de onderzoekssokkel daalt ten opzichte van 2017 met 0,26%, van 21,80% in 2017 naar 21,54% in 2018. Dit is het gevolg van de degressieve opbouw van het sokkelmechanisme, waardoor de universiteiten die het sokkel-verzadigingspunt nog niet hebben bereikt hun groei vergoed zien ten koste van de universiteiten die dit punt wel reeds hebben bereikt. Enkel de UHasselt heeft de maximale weging nog niet bereikt waardoor het aandeel van de overige universiteiten, inclusief de KU Leuven, afneemt ten gunste van een aangroei bij UHasselt. Het variabel onderzoeksdeel toont een daling van het marktaandeel van KU Leuven met 0,75%, van 41,58% in 2017 naar 40,83% in 2018. De daling doet zich voor op alle in rekening gebrachte parameters met uitzondering van de diversiteits- en mobiliteitscoëfficiënt: - Het aandeel van de KU Leuven in de doctoraatsparameter, de publicatie- en citatieparameter, en

de diplomaparameter daalt met respectievelijk 1,03% (aantal uitgereikte doctoraten), 0,78% (citaties), 0,74% (diploma’s) en 0,38% (publicaties). Voor deze onderzoeksparameters geldt dat het volume van de KU Leuven weliswaar in absolute termen stijgt, maar dat het aandeel van KU Leuven daalt als gevolg van een relatief sterkere stijging bij de andere Vlaamse universiteiten.

- Het aandeel van KU Leuven in de diversiteits- en mobiliteitsparameter kent een stijging van 0,13%. Deze parameter handelt over relatief beperkte aantallen (eerste aanstellingen die voldoen aan bepaalde voorwaarden), waardoor het aandeel van de verschillende instellingen volatiel is. Bovendien is het aandeel van deze parameter in de financieringsmotor beperkt.

De enveloppe-indexering met 1,2%21 (i.e. indexering van de 80%-looncomponent aan 1,5%) geeft aanleiding tot een stijging van de basistoelage met €4,2 miljoen. Conform Art. III.6 van de Codex Hoger Onderwijs wordt in 2018 een klik uitgevoerd m.b.t. de universitaire enveloppe. Het doorvoeren van de klik geeft aanleiding tot een stijging van €5,9 miljoen binnen de basistoelage. Aanvullend stijgen de enveloppes van het variabel onderwijsdeel en het variabel onderzoeksdeel ook ten gevolge van de ingestelde groeipaden in de Codex Hoger Onderwijs Art. III.5 § 13 (zie kolom “Bijkomende middelen Integratienota” in tabel 3.2). Binnen de basistoelage wordt in 2018 een reële groei van de werkingsuitkeringen voor alle universiteiten in Vlaanderen voorzien van €3,7 miljoen onder de vorm van het groeipad ZAP (+€ 2,7 miljoen) en het groeipad OBE voor de geïntegreerde opleidingen (+€1,0 miljoen). Het aandeel van de KU Leuven hierin bedraagt €1,6 miljoen.

20 De prestaties van de UHasselt worden niet in rekening gebracht in het Variabel onderwijsdeel geneeskunde omdat in deze deelenveloppe enkel de prestaties worden weerhouden voor de universiteiten die zowel de bacheloropleiding als masteropleiding in de geneeskunde en de masteropleiding in de huisartsgeneeskunde en in de specialistische geneeskunde aanbieden. De geneeskunde-prestaties voor UHasselt (exclusief prestaties m.b.t. de specialistische geneeskunde) worden verwerkt in de rest-enveloppe binnen het variabel onderwijsdeel en ondergaan derhalve niet de effecten van de gesloten enveloppe die voor het Variabel onderwijsdeel geneeskunde gehanteerd wordt. 21 De indexering is gebaseerd op de evolutie van de gezondheidsindex van 1,50% voor 2018; enkel de 80%-looncomponent van de enveloppe wordt geïndexeerd (80%*1,50%=1,20%). Volgens de mededeling van het Federaal Planbureau d.d. 8 januari 2019 bedraagt de reële evolutie van de gezondheidsindex 1,77% voor 2018, wat zou resulteren in een enveloppe-indexering van 1,42% (80%*1,77%=1,42%). Ingevolge deze lagere aanname van de evolutie van de gezondheidsindex derft de KU Leuven €0,8 miljoen aan werkingsmiddelen. Aanvullend betekent het niet indexeren van het werkingsgedeelte van de enveloppe (art.III.5§9 - 20% aan 75% van de evolutie van de gezondheidsindex) een bijkomende onderindexering van €1,0 miljoen in 2018.

45

Sinds 2011 wordt er door de Vlaamse Overheid op de basistoelage een lineaire besparing toegepast. In 2018 bedraagt deze besparing 1,08% op de basistoelage. Voor de KU Leuven betekent dit een minopbrengst van €3,9 miljoen in 2018. Bijkomend wordt er vanaf 2015 een extra lineaire besparing van €26,6 miljoen ingesteld op de basistoelage voor alle Vlaamse universiteiten samen, in tabel 3.2 aangeduid als “Haircut”. Door de indexering loopt het bedrag van deze besparing in 2018 op tot €27,3 miljoen of 1,74% op de totale Vlaamse basistoelage, waarvan KU Leuven €6,2 miljoen draagt. In het kader van CAO IV worden er vanaf 2014 extra middelen voorzien binnen de basistoelage voor de verhoging van de eindejaarstoelage (voor de personeelsleden van het integratiekader) en Ecocheques (voor de personeelsleden in de statuten van “KU Leuven strikt”). De KU Leuven ontvangt in 2018 in dit verband €1,1 miljoen. Aanvullend wordt de toekenning voor Ecocheques (voor de personeelsleden in de statuten van “KU Leuven strikt”) in 2018 verhoogd in uitvoering van de nieuwe CAO V22. Het aandeel van KU Leuven in deze verhoging bedraagt €0,3 miljoen. De opstartfinanciering die is toegekend in het kader van de integratie van de academische hogeschoolopleidingen neemt jaarlijks af met 10% conform de decretale bepalingen (Art. III.19 van de Codex Hoger Onderwijs) en bedraagt in 2018 nog K€124. De evoluties van de andere toelagen kunnen als volgt worden verklaard (zie tabel 3.1): - Wettelijke en conventionele werkgeversbijdrage

Het bedrag van deze uitkering is decretaal vastgelegd en evolueert op basis van de evolutie van de gezondheidsindex (conform Artikel III.58 van de Codex Hoger Onderwijs). AHOVOKS gaat volgens de mededeling van 10 december 2018 uit van een evolutie in de gezondheidsindex van 1,5%. Als gevolg hiervan stijgt de werkgeversbijdrage met €0,3 miljoen. In het kader van de uitvoering van Art.III.58 uit de Codex hoger onderwijs (cf. artikel 41 van het Financieringsdecreet) wordt net zoals in 2017 op Vlaams niveau een extra schijf van €1,0 miljoen toegevoegd aan de enveloppe in 2018, waarvan €0,7 miljoen toekomt aan KU Leuven. De werkgeversbijdrage bedraagt hierdoor €20,5 miljoen in 201823. Niettegenstaande deze positieve evolutie zijn de reële tekorten (historisch en actueel) die de KU Leuven draagt hiermee nog niet aangezuiverd.

- Specifieke lerarenopleiding De middelen voor de specifieke lerarenopleiding worden verdeeld over de universiteiten conform Artikel III.32 e.v. van de Codex Hoger Onderwijs. Deze verdeling gebeurt op basis van het aantal verworven credits in het academiejaar (t-3/t-2). Het gebruik van een eenjarig tijdsvenster voor deze telling veroorzaakt jaarlijks mogelijks een grotere volatiliteit. Het aandeel van de KU Leuven stijgt in 2018 van 41,00% naar 43,32%. De totale stijging van de SLO toelage van K€146 is voor K€121 het gevolg van de wijziging in het marktaandeel van de KU Leuven en is voor K€25 toe te schrijven aan de indexering van de enveloppe. De SLO toelage voor onze universiteit bedraagt in 2018 €2,2 miljoen.

- Vormingsfonds Conform de bepalingen uit Artikel III.34 uit de Codex Hoger Onderwijs worden de middelen uit het Vormingsfonds vanaf 2015 toegevoegd aan de opbrengsten binnen afdeling I Werking. Deze toekenning bedraagt €0,2 miljoen in 2018 en is quasi in lijn met het niveau 2017.

22 Ter financiering van de verhoging van de Ecocheques van 9 tot 17 euro vanaf 1 september 2018 (paragraaf 2.2.1 in de CAO V). 23 De compensaties in de jaren 2017 en 2018 komen tegemoet aan een reële nood en hebben zodoende een positief effect op het resultaat binnen afdeling I Werking; ze zijn echter wel nog ontoereikend om het volledig competitief nadeel m.b.t. de hogere wettelijke en conventionele werkgeversbijdrage weg te werken. Het cumulatief tekort ten nadele van de KU Leuven wordt einde 2018 geraamd op €66,8 miljoen; het geraamd tekort voor 2018 bedraagt €8,0 miljoen.

46

- Aanvullende onderzoeksmiddelen

De verdeling van de Aanvullende onderzoeksmiddelen wordt geregeld in artikel III.39 van de Codex Hoger Onderwijs. Voor de KU Leuven bedraagt het aandeel in deze middelen €27,6 miljoen. De stijging met €2,5 miljoen ten opzichte van 2017 is de resultante van: een reële stijging van de enveloppe door het ingestelde groeipad (+€2,5 miljoen); de indexering van de enveloppe met 1,2% (+€0,3 miljoen); een daling in de relatieve prestaties (-€0,3 miljoen).

- Brusselnorm

De verdeling van de Brusselmiddelen wordt geregeld in Art III.41 van de Codex hoger onderwijs. Het KU Leuven aandeel van €1,3 miljoen kent in 2018 een beperkte daling van K€14 als gevolg van een daling van het marktaandeel binnen deze deelenveloppe (-K€32), die deels gecompenseerd wordt door de indexering van de deelenveloppe met 1,2% (+K€18).

- Vordering vakantiegeld In 2018 neemt de mutatie in de vordering vakantiegeld toe met €0,7 miljoen ten opzichte van 2017 tot €1,2 miljoen. Deze evolutie is het gevolg van de evolutie van de personeelskosten binnen Afdeling I Werking.

- Verlegging werkingsuitkering

Ter vergoeding van de kosten voor de geïntegreerde academische activiteiten die alsnog gedragen worden door de hogescholen van herkomst, vindt een verrekening plaats (de zogenaamde “gemengde bijdrage”). Deze verrekening gebeurt door een verlegging van werkingsmiddelen van de universiteit naar de hogescholen en bedraagt eind 2018 -€13,9 miljoen (opbrengst met een negatief teken). Tussen 2017 en 2018 neemt het bedrag van de verlegging voor alle geïntegreerde campussen samen af met €0,4 miljoen, als gevolg van nieuwe werkafspraken en de overname door de KU Leuven van een aantal activiteiten (en bijhorende kosten) die voorheen door de hogescholen werden uitgevoerd.

De andere bedrijfsopbrengsten bedragen K€1 en betreffen gewaarborgd loon inzake arbeidsongevallen dat vergoed is door Axa Verzekeringen.

Bedrijfskosten De bedrijfskosten binnen afdeling I Werking bedragen in 2018 €400,0 miljoen. Dit betekent een stijging met €16,7 miljoen of 4,35% ten opzichte van 2017. Zoals hoger aangegeven, stijgen de bedrijfsopbrengsten met +3,59% t.o.v. vorig jaar. De uitgaven stijgen derhalve iets sneller dan de inkomsten. De aankopen van goederen bedragen in 2018 €6,7 miljoen, ten opzichte van €5,0 miljoen in 2017. Deze uitgaven hebben betrekking op: - uitrusting (€5,4 miljoen); - meubilair (€0,6 miljoen); - boeken en tijdschriften aangekocht door de universiteitsbibliotheken (€0,4 miljoen); - software (€0,3 miljoen).

De stijging met €1,7 miljoen wordt vooral verklaard door hogere aankopen van uitrusting (+€2,0 miljoen) en lagere aankopen van meubilair (-€0,3 miljoen). De hogere aankopen van uitrusting betreffen vooral de aankoop van audiovisuele uitrusting voor de opwaardering van de poollokalen gebruikt voor curriculaire activiteiten, de aankoop van een FAS8200 hybrid storage system en de upgrade van het IT-basisnetwerk met o.a. de vernieuwing van de backbone, de wifi-controllers, het Datacenter Core en de

47

installatie van DWDM Dense Wavelength Division Multiplexing tussen de datacenters in Leuven en Heverlee. De aankopen van goederen worden in eerste instantie ten laste gelegd van de afdeling I Werking om nadien, conform de waarderingsregels, via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling waar nodig uit resultaat te worden gehaald en op de balans te worden geplaatst als investeringen. De diensten en diverse goederen bedragen in 2018 €56,3 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: - €15,1 miljoen kosten m.b.t. onroerende goederen (hoofdzakelijk schoonmaak en bewaking door

derden en klein onderhoud en herstellingen aan gebouwen en terreinen); - €14,6 miljoen personeelsgerelateerde kosten (hoofdzakelijk boeken, tijdschriften, restaurant en

catering en verplaatsingskosten); - €8,1 miljoen kosten m.b.t. roerende goederen (klein onderhoud en herstelling van uitrusting,

huurkosten m.b.t. informatica en kleine uitrusting); - €3,6 miljoen marketing, publiciteit en beurzen; - €3,6 miljoen nutsvoorzieningen; - €2,8 miljoen leveringen van informaticadiensten; - €2,6 miljoen erelonen; - €1,8 miljoen ter beschikking gesteld personeel; - €1,0 miljoen onderzoeksmateriaal en –producten; - €0,9 miljoen kosten m.b.t. afvaltransport en –verwerking; - €0,7 miljoen verzekeringskosten; - €0,6 miljoen subsidies of toelagen toegekend aan partners in het kader van onderwijsactiviteiten. De stijging van de post diensten en diverse goederen met €3,2 miljoen of 5,95% ten opzichte van 2017 is toe te schrijven aan hogere kosten m.b.t. onroerende goederen (+€1,2 miljoen) en roerende goederen (+€0,9 miljoen), hogere erelonen (+€0,6 miljoen) en hogere kosten voor ter beschikking gesteld personeel (+€0,5 miljoen). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen in 2018 €336,6 miljoen en bestaan uit kosten m.b.t. het ZAP/OP3 (43,40%), het ATP (42,10%), het AAP/OP1&2 (12,84%) en andere (1,66%). In 2018 zijn de kosten gestegen met €11,8 miljoen of 3,63% t.o.v. 2017. Deze toename is toe te schrijven aan de toegenomen kosten voor het ATP (+€8,5 miljoen), het ZAP/OP3 (+€2,2 miljoen), de gastprofessoren (+€0,8 miljoen), het contractueel ATP (+€0,2 miljoen) en het AAP/OP1&2 (+€0,1 miljoen). De stijging van de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen van het ZAP/OP3 (+€2,2 miljoen) is het resultaat van volgende tegengestelde bewegingen24: - het doorwerken van de indexering van de lonen van juli 2017 en de indexering van de lonen van

oktober 2018 (+€2,1 miljoen); - een volumedaling van 6,3 VTE (-€0,6 miljoen) met volgende samenstelling:

een daling bij het reguliere OP3-kader (-30,0 VTE, -€2,8 miljoen); het lagere FWO/BOFZAP-volume (-3,3 VTE, -€0,4 miljoen); een toename bij het reguliere ZAP (+19,7 VTE, +€ 2,0 miljoen); een uitbreiding van de Tenure Track mandaten (+5,4 VTE, +€0,4 miljoen); een toename van het ZAP in het kader van het ZAP-groeipad uit het integratiedecreet (+1,9

VTE, +€0,2 miljoen). - een duurdere mix ingevolge het bevorderings- en excellentiebeleid en overige factoren (+€0,7

miljoen). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen van het ATP nemen toe met €8,5 miljoen. Deze evolutie wordt vooral verklaard door: - een volumestijging met 54,5 VTE (+€3,4 miljoen) als gevolg van:

de omzetting van praktijkassistenten naar het ATP-onderwijsverzorgend kader (+16,1 VTE - zie ook verder);

24 In Tabel 3.5 is het integratiekader-OP3 opgenomen bij het zelfstandig academisch personeel onder code 620.

48

een verhoging van de RE-enveloppen met 15 RE (+12,5 VTE) voor de noodzakelijke capaciteitsuitbreiding binnen de opleiding geneeskunde;

de omzetting naar rekeneenheden van middelen die in 2017 overgeschreven werden naar Afdeling IV.2 m.b.t. IOF/BAM (+15,1 VTE);

de uitbreiding van de VTE-enveloppe bij de algemene en ondersteunende diensten (+11,5 VTE);

de uitvoering van de groeipaden bij de geïntegreerde campussen, zoals voorzien in de “RE-normering” ingesteld in 2015 (+6,9 VTE);

de toevoeging van 30 RE aan de RE-enveloppen van de geïntegreerde campussen vanaf 1/10/2018 als invulling van de groei van de aanvullende onderzoeksmiddelen (+6,3 VTE);

het saldo (-13,9 VTE) betreft: o gewijzigde invullingen van de RE/VTE-enveloppen, hoofdzakelijk ingevolge de lagere

benuttingsgraad (-15,6 VTE), een verschuiving van ATP op Afdeling V GBP naar Afdeling I Werking (+5,0 VTE) en overige (-0,5 VTE);

o overige bijstellingen van de RE-enveloppen (-2,8 VTE); - de indexering van de lonen in juli 2017 en oktober 2018 (+€1,8 miljoen); - de bijstelling door de overheid van de berekeningsparameters voor de RSZ-werkgeversbijdragen in

het kader van de federale taks shift (+€1,0 miljoen)25; - een toename van de kost voor de Ecocheques (+€0,5 miljoen, waarvan +€0,3 miljoen betrekking

heeft op de verhoogde toekenning van Ecocheques in het kader van CAO V)26; - een toename van de kost voor de groepsverzekering (+€0,4 miljoen); - het saldo van de toename (+€1,4 miljoen) wordt hoofdzakelijk verklaard door wijzigingen in de mix

van het personeelsbestand als gevolg van de in- en uitstroom van medewerkers, tredeverhogingen en promoties.

De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen van het AAP/OP1&2 nemen toe met €0,1 miljoen. Deze evolutie wordt verklaard door volgende tegengestelde bewegingen: - het doorwerken van de indexering van de lonen in juli 2017 en de indexering van de lonen in oktober

2018 (+€0,6 miljoen); - een volumedaling met -9,1 VTE (-€0,6 miljoen);

een daling binnen “KU Leuven strikt” ingevolge de verdere omzetting van praktijkassistenten naar het ATP-onderwijsverzorgend kader, conform de artikelen V.31. en V.53. van de Codex Hoger Onderwijs (-16,1 VTE / zie ook hoger);

een gewijzigde invulling van de RE-enveloppen (+7,0 VTE), onder meer door een verschuiving in de mix van personeelsleden aangerekend op Afdeling V Patrimonium naar Afdeling I Werking;

- de bijstelling door de overheid van de berekeningsparameters voor de RSZ-werkgeversbijdragen in het kader van de federale taks shift (+€0,2 miljoen)25;

- overige mix-elementen (-€0,1 miljoen). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen van de gastprofessoren nemen toe met €0,8 miljoen, hoofdzakelijk door een volumetoename met 7,8 VTE (+€0,7 miljoen) en de indexevolutie (+€0,1 miljoen). De toename van de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen van het contractueel ATP met €0,2 miljoen wordt verklaard door een groter aantal jobstudenten (+6,8 VTE). In overeenstemming met het artikel IV.19 van de Codex Hoger Onderwijs mogen de personeelskosten van de globale formatie verhoogd met de gastprofessoren maximaal 80% van de jaarlijkse werkingsuitkering uitmaken. De KU Leuven blijft met een 80/20-verhouding van 79,66% binnen de

25 Dit betreft volgende bijstellingen van de parameters m.b.t. de RSZ-werkgeversbijdragen vanaf 1/1/2018: Voor het personeel binnen Afdeling I Werking dalen, met uitzondering van het vast ZAP, het vast integratiekader en de jobstudenten, de bijdragepercentages vanaf 1/1/2018 van ±24,4% naar ±21,6%. Dit resulteert in een minkost t.o.v. de 2017 van circa -€3,3 miljoen, hoofdzakelijk bij het AAP (-€0,7 miljoen) en het ATP (-€2,6 miljoen); de nieuwe berekeningswijze voor de structurele bijdragevermindering vanaf 1/1/2018 betreft voornamelijk het wegvallen van de forfaitaire korting (de IPA-korting). Dit resulteert in een toename van de personeelskosten binnen Afdeling I Werking t.o.v. 2017 met circa +€4,5 miljoen, waarvan +€0,9 miljoen bij het AAP en +€3,6 miljoen bij het ATP. 26 De toekenning van Ecocheques verhoogt in het kader van de CAO V voor het Hoger Onderwijs van €9 naar €17 per persoon en per maand, vanaf 01/09/2018.

49

vooropgestelde norm.27 De beperkte toename van de 80/20-verhouding in 2018 vergeleken met 2017 is het gevolg van de verhoogde aanwending voor personeel van de groeipaden op de werkingstoelagen.

Tabel 3.4: 80/20-norm m.b.t. de personeelskost van de globale formatie28

De berekening van deze 80/20-verhouding wordt uitgevoerd conform het rondschrijven van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel d.d. 20 maart 2012. In deze aanpak wordt rekening gehouden met de opbrengsten ingevolge de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering van het wetenschappelijk onderzoek (ook defiscalisatiemiddelen genoemd). De andere bedrijfskosten bedragen in 2018 €0,4 miljoen en hebben betrekking op rechtspersonenbelasting, roerende voorheffing, onroerende voorheffing, radio- en TV-taks, Sabam, Reprobel en overige belastingen. De kosten in 2018 liggen in lijn met deze van 2017.

Financiële opbrengsten en kosten Er zijn geen financiële opbrengsten binnen afdeling I Werking. De financiële kosten zijn in lijn met 2017 en bedragen K€43. Ze bestaan hoofdzakelijk uit bankkosten.

Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Er zijn geen uitzonderlijke opbrengsten of kosten binnen afdeling I Werking.

27 Indien de overschrijving van €10,0 miljoen inschrijvingsgelden van afdeling V naar afdeling I in rekening wordt gebracht, daalt de 80/20-verhouding van de KU Leuven naar 77,81%. Deze overschrijving werd ingesteld als compensatie voor de besparingsmaatregelen 2015-2016 van de Vlaamse Overheid op de werkingstoelagen. Deze besparingen werken onverkort door in 2018. 28 Noteer dat onder de “Werkingsuitkeringen incl. Lerarenopleiding” in de noemer van de 80/20-verhouding voor de jaren 2014 e.v. voor de geïntegreerde campussen de werkingsuitkeringen zijn in rekening gebracht inclusief het deel dat bestemd wordt als bijdrage gemengd (d.i. vóór overdracht van deze bijdrage naar de UC’s). Ter compensatie worden in de teller, onder de lijn “Uitgaven Detacheringen art. V.17/ V.223 Codex Hoger Onderwijs”, de personeelskosten mee in rekening gebracht die met deze bijdrage gemengd (vanwege de geïntegreerde campussen) gedragen/betaald worden door de UC’s, via het sociaal secretariaat voor Onderwijs van de Vlaamse overheid.

Boekjaar 2018 Boekjaar 2017

Uitgaven Zelfstandig Academisch Personeel 146 093 552 143 833 317

Uitgaven Assisterend Academisch Personeel 43 211 032 43 135 085

Uitgaven Administratief en Technisch Personeel 141 714 305 133 209 146

Uitgaven Gastprofessoren 4 528 213 3 753 725

Uitgaven Detacheringen art. V.17/ V. 223 Codex Hoger Onderw ijs 6 738 265 6 346 915

Subtotaal (1) 342 285 367 330 278 188

20% inkomsten art. III 58 Codex Hoger Onderw ijs 4 098 955 3 897 023

Inkomsten Detacheringen art. V.17/ V. 223 Codex Hoger Onderw ijs 255 267 276 356

Subtotaal (2) 7 340 666 7 136 832

TOTAAL TELLER 334 944 701 323 141 356

Financiering BOFZAP en overhead vanuit afdeling BOF 14 932 219 14 817 266

Defiscaliseringsmiddelen afdeling Werking 3 496 149 3 666 191

TOTAAL NOEMER 420 478 907 408 086 916

80% NORM 79,66% 79,18%

20% f inanciering BOFZAP art. 20/21 BOF besluit

Werkingstoelage incl. Lerarenopleiding

2 986 444

402 050 539

2 963 453

389 603 460

50

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen in 2018 €3,1 miljoen en betreffen vooral diverse recuperaties inzake wetenschappelijke dienstverlening, administratieve dienstverlening, informatica-infrastructuur, permanente vorming, ... De stijging met €1,1 miljoen t.o.v. 2017 betreft vooral hogere recuperaties voor wetenschappelijke dienstverlening. De inkomende overschrijvingen bedragen in 2018 €29,8 miljoen en zijn afkomstig van afdeling IV.I Bijzonder Onderzoeksfonds (€18,7 miljoen) en afdeling V Patrimonium (€11,1 miljoen). De overschrijvingen afkomstig van afdeling IV.1 BOF omvatten: - €13,7 miljoen inzake de financiering van personeelsuitgaven voor ZAP-leden met in hoofdzaak een

onderzoeksopdracht (d.i. het BOFZAP), conform art. 21 van het BOF-besluit; - €3,8 miljoen voor de personeelsuitgaven van de Tenure Track docenten; - €1,2 miljoen overheadbijdrage. Van afdeling V Patrimonium wordt €11,1 miljoen ontvangen: - €10,0 miljoen heeft betrekking op de verhoogde inschrijvingsgelden die worden overgeschreven als

gedeeltelijke compensatie voor de besparingsmaatregelen van de Vlaamse overheid; - €0,7 miljoen betreft de compensatie voor de kosten van de personeelsleden gefinancierd op

afdeling I Werking in het kader van de gemeenschappelijke opleiding Rechten aan UHasselt; - €0,3 miljoen wordt overgeschreven ten gunste van Campus Kortrijk; - €0,1 miljoen betreft de terugbetaling door de Vlaamse overheid van de kosten voor TBS

voorafgaand aan het rustpensioen m.b.t. 2017. Deze inkomsten komen toe in Afdeling V en worden d.m.v. een overschrijving ingebracht in Afdeling I Werking, waar ook de corresponderende kosten gedragen worden.

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen in 2018 €11,9 miljoen en bestaan hoofdzakelijk uit: - €6,6 miljoen uitgaven m.b.t. nutsvoorzieningen; - €0,9 miljoen leveringen van informatica-infrastructuur; - €0,8 miljoen administratiekosten en administratieve dienstverlening; - €0,7 miljoen marketing, publiciteit en beurzen; - €0,6 miljoen aankopen bij de interne magazijnen en klein onderhoud door de Technische Diensten; - €0,5 miljoen doorrekening van personeelsgerelateerde kosten; - €0,3 miljoen doorrekeningen door de Technische Diensten. De afname met €0,3 miljoen ten opzichte van 2017 is vooral te verklaren door lagere interne doorrekeningen door de Technische Diensten. De uitgaande overschrijvingen bedragen €10,0 miljoen. Ze betreffen voor €4,2 miljoen overschrijvingen naar afdeling II Investeringen; het saldo van €5,8 miljoen gaat naar afdeling IV.I Bijzonder Onderzoeksfonds en betreft de verplichte overschrijving volgens art. 19 van het BOF-besluit.

Overschot (tekort) van het boekjaar Het overschot van het boekjaar bedraagt €0,5 miljoen. De bestemde fondsen die binnen afdeling I Werking zijn opgebouwd, bedragen op jaareinde €25,2 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). Deze fondsen worden alle toegewezen aan de bestemming “Andere goedgekeurde middelen voor initiatieven van groepen/departementen/faculteiten/diensten/ professoren”. Dit saldo bestaat immers uit residu’s op de bedragen die jaarlijks via de middelenbegroting worden toegekend aan enerzijds de Groepen en anderzijds de Algemene en Ondersteunende Diensten. De toekenningen aan de Groepen worden bepaald op basis van het intern allocatiemodel. De bedragen voor de Algemene en Ondersteunende Diensten worden toegekend in de jaarlijkse begrotingsrondes. Deze residu’s worden door de betreffende entiteiten aangewend voor eigen bestedings- en

51

investeringsnoden. Noteer dat de residu’s van de Algemene en Ondersteunende Diensten in rekening gebracht worden bij de volgende begrotingsronde, in tegenstelling tot wat met de residu’s bij de Groepen e.a. gebeurt. Consequentie m.b.t. de resultatenverwerking: het overschot van het boekjaar 2018 op afdeling I Werking verhoogt de bestemde fondsen voor “Andere goedgekeurde middelen voor initiatieven van groepen/departementen/faculteiten/diensten/professoren”. In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling I Werking verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

Mede ten gevolge van interne leningen voor €40,0 miljoen (€30,0 miljoen in 2003 en €10,0 miljoen in 2005) vanuit afdeling I Werking aan afdeling II Investeringen, ter compensatie van de ontoereikende investeringstoelagen, is er in de praktijk binnen afdeling I Werking €53,8 miljoen meer toegekend op krediet (= vastgelegde bestemmingen) dan het bedrag van de bestemde fondsen (€25,2 miljoen).

31/12/2018 31/12/2017

Bestemde fondsen 25.200.163 24.658.557

79.004.022 74.830.146

- Andere goedgekeurde middelen voor verw orven projecten van groepen/fac/diensten/professoren 79.004.022 74.830.146

Groep Wetenschap en Technologie 16.132.070 15.645.727

Groep Humane Wetenschappen 14.947.340 13.031.461

Groep Biomedische Wetenschappen 9.774.113 9.889.149

Groepsoverschrijdende instituten 92.911 188.173

Geïntegreerde campussen 6.262.481 5.808.594

Algemene en Ondersteunende Diensten (universiteitsbrede initiatieven) 31.795.107 30.267.042

Detaillering bestemmingen

52

Tabel 3.5: Resultatenrekening 2018 - afdeling I: Werking (1/2)


I. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 389.529.983 376.023.187



A.1.1. Werkingsuitkeringen 7000 389.528.776 376.023.187

A.1.2. Uitkeringen DGD 7001 0 0

A.1.3. Investeringsuitkeringen 7002 0 0

A.1.4. Sociale toelagen 7003 0 0


A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 0 0

A.2.1. BOF 7010 0 0

A.2.2. EOS/IUAP 7011 0 0

A.2.3. FWO 7012 0 0

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) 7013 0 0

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 0 0

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP 7020 0 0

A.3.2. Vlaamse gemeenschap 7021 0 0

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap 70210 0 0

A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO 70211 0 0

A.3.2.3. IOF 70212 0 0

A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisaties 70213 0 0

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap 70214 0 0

A.3.3. Steden en provincies 7022 0 0

A.3.4. Internationale organen 7023 0 0

A.3.4.1. Europese Unie 70230 0 0

A.3.4.2. Internationale instellingen 70231 0 0

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden 70232 0 0

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek 7024 0 0

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 703 0 0

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 7030 0 0

A.4.1.1 Contractonderzoek - non profit organisaties 70300 0 0

A.4.1.2 Contractonderzoek - vennootschappen 70301 0 0

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen 703010 0 0


A.4.1.2.3. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase I & II 703012 0 0

A.4.1.2.4. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase III en IV 703013 0 0

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun 7031 0 0

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) 7032 0 0

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten 7033 0 0

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 0 0

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden 7040 0 0

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden 7041 0 0

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector 7042 0 0


A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen 7044 0 0

A.5.6. Andere 7045 0 0

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 71 0 0


D. Giften, schenkingen en legaten 73 0 0

E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 1.207 0





C.1. ZAP 620 146.093.552 143.833.317

C.2. AAP/BAP 621 43.211.032 43.135.085

C.3. ATP 622 141.714.305 133.209.146

C.4. Gastprofessoren 623 4.528.213 3.753.725

C.5. Contractueel AP 624 180.132 179.114

C.6. Contractueel ATP 625 911.583 727.687

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 0 0

D. 630 0 0

E. 631/3 0 0

F. 634/9 0 0

G. Andere bedrijfskosten 640/9 400.633 383.606

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 -10.465.336 -7.309.043




53

Tabel 3.5: Resultatenrekening 2018 - afdeling I: Werking (2/2)



IV. Financiële opbrengsten (+) 75 0 0

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 0 0

B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 0 0

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 0 0

V. Financiële kosten (-) 65 42.570 38.830

A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 0 0

B. 651 0 0

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 42.570 38.830

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 -10.507.905 -7.347.873

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 0 0

A. 760 0 0

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 0 0


D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 0 0

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A) 764/9 0 0

VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 0 0

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste a 660 0 0

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 0 0



E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 0 0



A. Verrekeningen 93 3.122.970 2.054.964



A. Verrekeningen 83 11.930.031 12.252.135


XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 541.606 2.261.595





1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 541.606 2.261.595


3. Overgedragen overschot van het vorige boekjaar 790




2. aan de bestemde fondsen 792 0 0

- onroerende investeringen

- wetenschappelijk onderzoek

- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 0 0

- studentenvoorzieningen



2. aan de bestemde fondsen 692 541.606 2.261.595



- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 541.606 2.261.595



54

INVESTERINGEN Om haar kerntaken passend te kunnen blijven vervullen en de expansie van het onderzoek te kunnen blijven ondersteunen, voert de KU Leuven een actief investeringsbeleid op basis van een ambitieus investeringsplan voor onroerende goederen dat continu wordt aangepast aan de nieuwe noden. Dit investeringsplan wordt gerealiseerd deels binnen afdeling II Investeringen met de investeringstoelagen van de Vlaamse Overheid en inkomende overschrijvingen vanuit afdeling I Werking en afdeling V Patrimonium en deels binnen afdeling V Patrimonium waar, gelet op de structurele ontoereikendheid van de investeringstoelage van de Vlaamse overheid, aanvullend een belangrijk deel van de eigen inkomsten voor investeringsdoeleinden wordt ingezet.

Bedrijfsopbrengsten In 2018 bedragen de overheidstoelagen en subsidies – basisfinanciering (1ste geldstroom) van de afdeling II Investeringen €12,7 miljoen, zoals bevestigd door de Vlaamse Overheid op 10 december 2018. De investeringstoelage dekt over de jaren heen slechts een fractie (circa 19%) van de behoeften en plannen m.b.t. het geheel van de onroerende investeringen. De toelage bestaat uit twee componenten: (1) de toelage voor de KU Leuven in strikte zin (d.i. exclusief de geïntegreerde academische hogeschoolactiviteiten) voor €11,5 miljoen29, en (2) het gradueel opbouwend deel van de vroegere AGION-middelen dat aan de universiteiten wordt toegekend voor de geïntegreerde academische hogeschoolactiviteiten voor €1,2 miljoen. De investeringstoelage voor de KU Leuven in strikte zin ligt met €11,5 miljoen circa €0,2 miljoen hoger dan de toelage 2017. De toelage op Vlaams niveau wordt verdeeld over de universiteiten volgens een verdelingsmechanisme waarbij een basisbedrag (35%) volgens een vaste verdeling wordt toegewezen aan de universiteiten (zie Art. III. 54§3 uit de Codex Hoger Onderwijs); de overige middelen (65%) worden verdeeld op basis van het aantal unieke studenten in de academische basisopleidingen in het jaar t-3/t-2, zonder rekening te houden met de geïntegreerde opleidingen. In deze tweede verdelingspijler daalt het aandeel van de KU Leuven van 37,10% in 2017 naar 36,90% in 2018. Als gevolg hiervan daalt het aandeel van de KU Leuven in de investeringstoelage voor KU Leuven in strikte zin van 38,92% in 2017 naar 38,79% in 2018 (impact 2018 versus 2017: -K€38). Sinds 2015 ontvangt de KU Leuven een bijkomende investeringstoelage ingevolge de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten (vroegere AGION-middelen – Art. III.54/1 uit de Codex Hoger Onderwijs). Deze toelage komt geleidelijk over van de hogescholen naar de universiteiten over de periode 2015-2024 in 10 gelijke stappen. Hoofdzakelijk hierdoor stijgt de toelage van €0,9 miljoen in 2017 naar €1,2 miljoen in 2018. Conform de bepalingen uit de Codex Hoger onderwijs Art. III.54 §2 en Art. III.54/1 §3 worden beide investeringstoelagen van de universiteiten jaarlijks geïndexeerd. Voor 2018 wordt een indexeringspercentage van 1,44%30 toegepast. Dit resulteert in een stijging van de investeringstoelagen voor de KU Leuven als geheel met €0,2 miljoen, waarvan K€163 voor de investeringstoelage voor KU Leuven in strikte zin en K€13 voor de investeringstoelage ingevolge de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten. De andere bedrijfsopbrengsten binnen afdeling II Investeringen bedragen in 2018 €2,2 miljoen en bestaan enerzijds uit externe huurinkomsten (€1,1 miljoen) en anderzijds uit ontvangen subsidies en premies voor energiebesparende maatregelen vanwege de Vlaamse Overheid en restauratiepremies hoofdzakelijk vanwege het agentschap Onroerend Erfgoed (€1,1 miljoen). De andere bedrijfsopbrengsten liggen in lijn met 2017.

29 KU Leuven heeft €11.465.860,99 aan investeringsuitkeringen voor de KU Leuven in strikte zin ontvangen, d.i. €557,46 meer dan voorzien in de toekenningsbrief van Ahovoks d.d. 10/12/2018 (€11.465.303,53). Ahovoks heeft op 30/01/2019 bevestigd dat het hoger uitbetaalde bedrag het gevolg is van een afrondingsverschil bij de afrekening van de begrotingen voor het hoger onderwijs op macro niveau. 30 In realiteit bedraagt de evolutie van de ABEX index 1,46% (gemiddelde jaarlijkse evolutie van de ABEX index in de periode 2012-2016). De impact van de onderindexering met 0,02% blijft in 2018 beperkt tot enkele duizenden euro’s.

55

Bedrijfskosten De aankopen van goederen (€7,4 miljoen) betreffen uitgaven voor investeringsprojecten, in overeenstemming met het Vijfjarenplan onroerende investeringen. De belangrijkste projecten 2018 (inclusief hun respectievelijke uitgaven) zijn de volgende31: ‐ de nieuwbouw van het Quadrivium-gebouw met als bestemming een onderwijsgebouw, een

ontmoetingscentrum en het decanaat van de faculteit Wetenschappen (€2,0 miljoen); ‐ de grondige herinrichting van de 2de verdieping van het hoofdgebouw van het landbouwinstituut

voor de afdeling Gentechnologie en Bodem- en Waterbeheer (€1,8 miljoen); ‐ de verdere inrichting van het scheikundig laboratoriumgebouw Leuven Chem&Tech (voorheen

Corelab) binnen het departement Scheikunde, de afdeling COK en het departement CIK (€0,9 miljoen);

‐ overname door KU Leuven van het opstalrecht in een kantoorgebouw genaamd Technologie-centrum Limburg, campus Diepenbeek (€0,9 miljoen);

‐ de herinrichting van de linkervleugel van het Sint-Jan-Berchmansgebouw voor de centrale Personeelsdienst (€0,5 miljoen);

‐ de inrichting van 10 bijkomende boxen voor de opleiding Mondzorg in het gebouw Kuithoek (€0,5 miljoen);

‐ de herinrichting van de departementen Metaalkunde en Materiaalkunde (€0,5 miljoen); ‐ de verdere functionele inrichting van het leercentrum Agora (€0,2 miljoen); ‐ de verdere uitwerking van het huisvestingsplan van O&N (€0,1 miljoen). De stijging onder de rubriek aankoop van goederen met €3,6 miljoen in 2018 versus 2017 betreft geen structurele bedrijfseconomische toename van het kostenpeil, maar weerspiegelt enkel hogere cash-uitgaven in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten. De uitgaven voor investeringen worden, in overeenstemming met de waarderingsregels, via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling, uit resultaat gehaald en geactiveerd op de balans. De diensten en diverse goederen bedragen in 2018 in totaal €11,7 miljoen en stijgen met €0,3 miljoen ten opzichte van 2017. Deze kosten betreffen vooral groot onderhoud en herstellingen uitgevoerd in overeenstemming met het Vijfjarenplan onroerende investeringen. De belangrijkste onderhoudsprojecten 2018 (inclusief hun respectievelijke uitgaven) zijn de volgende: ‐ de duurzame vernieuwing van de verwarming en de ventilatie van het Erasmushuis (€0,9 miljoen); ‐ de restauratie van de daken en het buitenschrijnwerk van het BAC-Atelier als werken broedplaats

voor kunst aan KU Leuven (€0,9 miljoen); ‐ de renovatie binnen diverse gebouwen van poollokalen gebruikt voor curriculaire activiteiten (€0,5

miljoen); ‐ de herinrichting van de buitenruimte van De Valk (€0,4 miljoen). Daarnaast werd in 2018 nog €8,7 miljoen uitgegeven voor projecten van groot onderhoud en herstellingen met een eenheidswaarde lager dan €0,4 miljoen en €0,3 miljoen voor voorbereidende werken van onroerende investeringen.

Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen €0,2 miljoen en dalen licht ten opzichte van 2017. Ze bestaan uit opbrengsten van obligaties en uit ontvangen dividenden van financiële vaste activa. Er werden in 2018 voor K€15 financiële kosten geboekt. Dit bedrag is samengesteld uit een kleine minderwaarde bij de realisatie van een fonds en uit bankkosten.

31 De hier vermelde bedragen kunnen afwijken van de bedragen vermeld bij de bespreking van code 22 Terreinen en gebouwen van de balans, en dit om volgende redenen: (1) BTW-recuperaties op onroerende investeringen worden in mindering gebracht van de balanswaarde van het betreffend actief en (2) onroerende werken die gestart zijn in een vorig boekjaar en geregistreerd werden onder de activa in aanbouw worden het jaar van inhuizing - samen met de uitgaven van het huidige boekjaar - geregistreerd onder terreinen en gebouwen.

56

Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Er zijn in 2018 binnen afdeling II Investeringen €2,9 miljoen uitzonderlijke opbrengsten geboekt. Deze opbrengsten betreffen de middelen die de KU Leuven in 2018 ontvangen heeft uit het Financierings-Fonds Eenmalige Uitgaven (FFEU) voor de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences Campus – Gasthuisberg waarvoor een overeenkomst is gesloten tussen het Vlaams Gewest (AWV - Agentschap voor Wegen en Verkeer) en de rechtspersoon KU Leuven. Het project voor de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences Campus – Gasthuisberg loopt tot 2020 en wordt voor €20,0 miljoen gefinancierd door de Vlaamse Overheid met FFEU-middelen en voor €3,5 miljoen door het AWV. Het saldo moet worden gedragen door UZ Leuven en KU Leuven. In 2010 werd in de boekhouding van de KU Leuven reeds een uitzonderlijke voorziening voor risico’s en kosten aangelegd van €1,6 miljoen ter dekking van deze KU Leuven bijdrage. De kosten van het gehele project lopen, op uitzondering van de kosten die gefinancierd worden met de AWV-middelen en de kosten die gedragen worden door UZ Leuven, over de boekhouding van de KU Leuven en worden geregistreerd onder de andere uitzonderlijke kosten (code 664/8). Ter compensatie van deze kosten worden de FFEU-middelen zoveel mogelijk opgevraagd (zie andere uitzonderlijke opbrengsten onder code 764/9). Er werden in 2018 binnen afdeling II voor €5,1 miljoen uitzonderlijke kosten geregistreerd voor de aanleg van de ringweg rond de Health Sciences Campus. De timingverschillen tussen inkomsten en uitgaven met betrekking tot de aanleg van de Health Sciences Campus worden in Afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling compenserend verwerkt, zodat de opbrengsten en de kosten worden geregistreerd met een correcte toepassing van het boekhoudkundig overeenstemmingsprincipe.

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen in 2018 €0,9 miljoen. Ze hebben betrekking op de eigen inbreng van o.a. diensten/faculteiten/departementen voor bepaalde investeringsprojecten (€0,6 miljoen) en op de interne verhuur (€0,3 miljoen). De inkomende verrekeningen liggen €2,0 miljoen lager dan in 2017 vooral ingevolge de lagere eigen inbreng voor bepaalde investeringsprojecten. Er werden in 2018 voor €6,3 miljoen inkomende overschrijvingen geregistreerd. Het gaat om middelen die worden toegevoegd aan afdeling II Investeringen vanuit: afdeling I Werking (€4,2 miljoen): €2,7 miljoen m.b.t. de afspraak gemaakt tijdens het conclaaf van Epernay en €1,5 miljoen overeenkomstig het aandeel in de toegenomen overheadinkomsten; afdeling V Patrimonium (€2,1 miljoen): €1,8 miljoen bijdrage voor de uitvoering van investeringen m.b.t. rationeel energieverbruik (REG) in functie van goedgekeurde businessplannen en €0,3 miljoen BTW-recuperatie op investeringen.

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen €0,7 miljoen. Ze betreffen hoofdzakelijk dienstverlening m.b.t. klein onderhoud en liggen in lijn met 2017. Er zijn geen uitgaande overschrijvingen binnen afdeling II Investeringen.

57

Overschot (tekort) van het boekjaar Het overschot van het boekjaar bedraagt in 2018 €0,4 miljoen. Dit overschot betreft geen structureel bedrijfseconomisch resultaat maar een toevallig cash-resultaat in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten. Het totaal bestemd overschot van afdeling II Investeringen stijgt tot €24,6 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). Dit bedrag moet in relatie gezien worden tot het Vijfjarenplan Onroerende Investeringen 2019-2023 dat deel uitmaakt van de Beleidsbegroting 2019-2023, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de universiteit op 13 november 2018. Hierin worden voor de periode 2019-2023 in afdeling II werken voorzien voor €150,6 miljoen.32 46% van deze geraamde uitgaven zullen gefinancierd worden met toekomstige investeringstoelagen, de rest met de bestemde fondsen einde 2018, met overschrijvingen tussen de afdelingen en met interne leningen. Consequentie m.b.t. de resultatenverwerking: het overschot van het boekjaar op afdeling II Investeringen d.d. 31 december 2018 wordt toegevoegd aan de bestemde fondsen voor “onroerende investeringen”. In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling II Investeringen verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

Hieruit blijkt dat op 31 december 2018 de vastgelegde bestemmingen binnen afdeling II Investeringen €126,1 miljoen hoger liggen dan het bedrag van het bestemd fonds (€24,6 miljoen). De detaillering van het Vijfjarenplan FOI is opgenomen in het begrotingsdossier 2019-2023 zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 13 november 2018.

32 Daarnaast worden in afdeling V Patrimonium nog eens €215,9 miljoen werken voorzien, inclusief werken binnen de geïntegreerde (Technologie)campussen.

31/12/2018 31/12/2017

24.587.245 24.185.183

150.642.662 149.264.831

- Onroerende investeringen

150.642.662 149.264.831

Bestemde fondsen


Vijf jarenplan Onroerende Investeringen 2019-2023 goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de universiteit op 13 november 2018

58

Tabel 3.6: Resultatenrekening 2018- afdeling II: Investeringen (1/2)





A.1.1. Werkingsuitkeringen 7000 0 0


A.1.3. Investeringsuitkeringen 7002 12.708.068 12.258.357




A.2.1. BOF 7010 0 0

A.2.2. EOS/IUAP 7011 0 0

A.2.3. FWO 7012 0 0







A.3.2.3. IOF 70212 0 0


























A.5.6. Andere 7045 0 0



D. Giften, schenkingen en legaten 73 0 226.835





C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting XI, A2) 62 0 0

C.1. ZAP 620 0 0

C.2. AAP/BAP 621 0 0

C.3. ATP 622 0 0

C.4. Gastprofessoren 623 0 0

C.5. Contractueel AP 624 0 0

C.6. Contractueel ATP 625 0 0


D. 630 0 0

E. 631/3 0 0

F. 634/9 0 0

G. Andere bedrijfskosten 640/9 0 0

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 -4.162.371 -407.548




59

Tabel 3.6: Resultatenrekening 2018- afdeling II: Investeringen (2/2)


IV. Financiële opbrengsten (+) 75 197.907 242.043


B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 106.907 158.043




B. 651 153 644


VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 -3.979.353 -167.322


A. 760 0 0



D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 0 3.061.955


VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 5.122.837 3.279.864





E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 5.122.837 3.279.864



A. Verrekeningen 93 952.394 2.913.232


X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) 8 689.749 565.997

A. Verrekeningen 83 689.749 565.997

B. Overschrijvingen 84 0 0

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 402.062 9.735.491





1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 402.062 9.735.491









- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof.





- onroerende investeringen 402.062 9.735.491





60

SOCIALE VOORZIENINGEN VOOR STUDENTEN

Bedrijfsopbrengsten De overheidstoelagen en subsidies – basisfinanciering (1ste geldstroom) 2018 bedragen €10,1 miljoen en liggen 3,8% hoger dan in 2017. De stijging is hoofdzakelijk het gevolg van de toevoeging van een enveloppe voor het Geïntegreerd Onderwijs (GON).

Tabel 3.7: Evolutie van de eerste geldstroom in afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten 2018 versus 2017

De sociale toelage wordt bepaald conform artikel III.70 uit de Codex Hoger Onderwijs33. De sociale toelage stijgt in 2018 met €0,4 miljoen t.o.v. 2017 of 3,8%. Er worden voor €0,8 miljoen GON-middelen toegevoegd aan de enveloppe voor alle universiteiten samen, waarvan €0,3 miljoen toekomt aan de KU Leuven. Bijkomend wordt €0,1 miljoen van de variantie verklaard door de indexering van de sociale toelage met 0,75%34. De KU Leuven heeft in 2018 een uitkering DGD ontvangen van €0,1 miljoen voor socio-culturele hulp aan studenten uit landen in ontwikkeling. Deze uitkering wijkt in beperkte mate af van het cijfer voor 2017. Ter compensatie van de provisie vakantiegeld die wordt aangelegd voor de ATP-medewerkers betaald ten laste van de sociale toelage, wordt een vordering vakantiegeld ingeschreven t.a.v. de Vlaamse overheid. Een aangroei van deze vordering (+K€32 in 2018) in functie van de evolutie van de personeelskosten vertaalt zich in een opbrengst. De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen in 2018 €8,6 miljoen en bestaan in essentie uit de huurinkomsten van betoelaagde studentenkamers, studio’s en appartementen. De daling van deze opbrengsten met €0,6 miljoen ten opzichte van 2017 wordt vooral verklaard door een onderbezetting van wooneenheden in het kader van renovatiewerken o.a. in de studentenresidenties het Meisjescentrum, het Rijschool complex en Camillo Torres en door de variabiliteit van de huurinkomsten binnen de sociale sector die mede beïnvloed worden door het niveau van de beroepsinkomsten van de ouders. De andere bedrijfsopbrengsten bedragen in 2018 €1,8 miljoen en liggen in lijn met 2017. Ze omvatten o.a. overige ontvangen subsidies zoals sociale bijdragen van UC Leuven (€0,6 miljoen) en van Luca School of Arts (€0,2 miljoen) in het kader van de regionale samenwerking op associatieniveau, diverse recuperaties van studenten zoals medische honoraria (€0,6 miljoen) en inkomsten uit voeding en drank (€0,2 miljoen).

Bedrijfskosten De aankopen van goederen bedragen in 2018 K€52 en bestaan grotendeels uit aankopen van uitrusting en meubilair (K€45). De daling met €0,1 miljoen in vergelijking met 2017 is het gevolg van lagere investeringsuitgaven. 33 De hogescholen die ook na de integratie nog instaan voor het verstrekken van de sociale voorzieningen aan de studenten van de geïntegreerde opleidingen krijgen de sociale toelagen die de KU Leuven ontvangt voor deze studenten doorgestort, na afhouding van een consolidatiebijdrage (K€14 in 2018). 34 Indexering van de component personeel (50%) met 1,5%= 0,75%.

(in euro) 2018 2017

Sociale toelage overheid 9.906.654 9.498.397 408.257 4,30%

Toekenning DGD 149.302 165.388 ‐16.086 ‐9,73%

Vordering vakantiegeld 32.177 53.605 ‐21.427 ‐39,97%

TOTAAL 10.088.134 9.717.390 370.744 3,8%

Evolutie

61

Alle investeringsuitgaven worden in eerste instantie ten laste gelegd van de afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten, om nadien, conform de waarderingsregels, via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat te worden gehaald en geactiveerd op de balans. De diensten en diverse goederen bedragen in 2018 €10,0 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: ‐ €4,8 miljoen toegekende toelagen o.a. aan Alma vzw (€2,7 miljoen), aan de Leuvense

Studentenraad Loko voor haar studentenwerking (€0,4 miljoen) en aan de hogescholen die ook na de integratie nog instaan voor het verstrekken van de sociale voorzieningen aan de studenten van de geïntegreerde opleidingen (€1,6 miljoen) conform de afgesloten protocollen;

‐ €1,2 miljoen groot onderhoud en herstellingen uitgevoerd aan o.a. de studentenresidenties Home Vesalius, Justus Lipsius, de Snek, de Waag binnen de studentenwijk Arenberg, Holleberg, De Viking …;

‐ €0,9 miljoen personeelsgerelateerde kosten, waaronder verblijf- en verplaatsingskosten, kantinebenodigdheden en catering;

‐ €0,7 miljoen kosten m.b.t. roerende goederen: kleine uitrusting, klein onderhoud en herstelling van uitrusting, huurkosten uitrusting en informatica, …. ;

‐ €0,7 miljoen kosten m.b.t. onroerende goederen zoals o.a. schoonmaak, klein onderhoud en herstellingen en huur van terreinen en gebouwen;

‐ €0,5 miljoen toegekende toelagen aan studenten voor studiefinanciering; ‐ €0,4 miljoen kosten m.b.t. ter beschikking gesteld personeel; ‐ €0,2 miljoen erelonen; ‐ €0,2 miljoen nutsvoorzieningen; ‐ €0,2 miljoen kosten m.b.t. marketing, publiciteit en beurzen. De daling van de post diensten en diverse goederen met €1,1 miljoen t.o.v. 2017 is hoofdzakelijk de resultante van lagere uitgaven voor groot onderhoud en herstellingen (-€2,2 miljoen), in combinatie met hogere kosten voor roerende goederen zoals kleine uitrusting (+€0,4 miljoen), ter beschikking gesteld personeel (+€0,3 miljoen), erelonen (+€0,1 miljoen) en hogere toegekende toelagen (+€0,1 miljoen). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen in 2018 €8,5 miljoen en bestaan in hoofdzaak uit kosten voor ATP personeel voor €8,3 miljoen; de resterende €0,2 miljoen betreffen kosten voor jobstudenten. De stijging van 2017 naar 2018 met €0,6 miljoen is het gevolg van de bijkomende inzet van 6,7 VTE (+€0,4 miljoen), de indexering van de lonen in juli 2017 en oktober 2018 (+€0,1 miljoen) en de mix (+€0,1 miljoen). De toename van het personeelsvolume wordt enerzijds verklaard door de gedeeltelijke inzet van de GON-middelen35 bij de studentenadviesdiensten en anderzijds door een versterking van het personeelskader zoals voorzien in het meerjarenplan van STVZ-Leuven36. De andere bedrijfskosten (€0,2 miljoen) blijven beperkt en betreffen hoofdzakelijk roerende voorheffing en taksen geheven op de verhuur van studentenkamers.

Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen in 2018 €0,1 miljoen en zijn licht gedaald t.o.v. 2017 ingevolge het wegvallen van interesten uit in 2017 verkochte posities. De financiële inkomsten worden hoofdzakelijk gegeneerd uit obligaties. De financiële kosten bedragen in 2018 €0,2 miljoen en betreffen vooral aflossingen van leningen aan kredietinstellingen. De variantie met het cijfer van 2017 is beperkt.

35 De extra middelen voor geïntegreerd onderwijs (GON) van het stuvo-decreet worden toegekend vanaf academiejaar 2017-2018, maar worden pas vanaf 2018 gefaseerd ingezet. 36 Het meerjarenplan voor STVZ-Leuven werd goedgekeurd op de Deelstuvoraad STVZ-Leuven van 2 juli 2018 en betreft een gefaseerde uitbreiding van het personeelskader in 2018 en 2019.

62

Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Er zijn in 2018 geen uitzonderlijke opbrengsten en kosten binnen afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten.

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen in 2018 €0,6 miljoen en betreffen vooral recuperaties van kosten voor het administreren van de overeenkomsten met jobstudenten voor de gehele universiteit (€0,2 miljoen) en inkomsten van interne verhuur (€0,2 miljoen). De daling met €0,3 miljoen t.o.v. vorig boekjaar is toe te schrijven aan het wegvallen in 2018 van de eenmalige subsidies en andere inkomsten die in 2017 werden geïnd inzake de zorgcoördinatie voor studenten. Er werden in 2018 voor €4,5 miljoen inkomende overschrijvingen geboekt vanuit afdeling V Patrimonium m.b.t.: de inbreng van eigen middelen van de universiteit voor de studentenvoorzieningen Leuven en voor de mobiliteit van studenten die zich verplaatsen met De Lijn (€4,4 miljoen); de tussenkomst in de studentenvoorzieningen Kortrijk (€0,1 miljoen).

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen in 2018 €4,4 miljoen en betreffen hoofdzakelijk de rente- en kapitaalaflossingen m.b.t. interne leningen (€1,7 miljoen), nutsvoorzieningen (€1,1 miljoen), diverse doorrekeningen door de Technische Diensten (€0,4 miljoen), informatica infrastructuur (€0,3 miljoen), ter beschikking gesteld personeel (€0,3 miljoen), huur en facilitaire dienstverlening (€0,2 miljoen) en interne magazijnaankopen (€0,2 miljoen). De afname met €2,3 miljoen wordt vooral verklaard door de lagere aanrekeningen door de Technische Diensten voor projecten die in 2017 werden uitgevoerd, zoals de herinrichting van de studentenrestaurants Gasthuisberg en Groep-T en de verbouwing van de studentenresidentie Rijschool. Er zijn geen uitgaande overschrijvingen binnen afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten.

Overschot (tekort) van het boekjaar In 2018 wordt binnen afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten een overschot gerealiseerd van €2,3 miljoen. Dit overschot verhoogt het bestemd fonds “Studentenvoorzieningen” dat hierdoor stijgt van €15,1 miljoen einde 2017 tot €17,4 miljoen einde 2018 (zie Deel 1, tabel 1.4). De besteding van deze middelen valt onder de eigen bevoegdheden/verantwoordelijkheden van de Raad voor Studentenvoorzieningen die paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van de studenten, van de academische overheid en van leden van het personeel van de sector Studentenvoorzieningen.

63

In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

Hieruit blijkt dat de bestemde fondsen binnen afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten op 31 december 2018 volledig zijn toegekend op kredieten en derhalve een vastgelegde bestemming hebben gekregen.

31/12/2018 31/12/2017

17.377.590 15.077.593

17.377.590 15.077.594

- Studentenvoorzieningen 17.377.590 15.077.594

Gealloceerde middelen voor :

huisvesting 12.160.346 10.733.387

voeding 1.133.358 882.806

medische en psychologische dienstverlening 967.579 670.996

sociale dienstverlening 833.279 961.031

studentenw erking 529.004 416.336

vervoer 138.495 114.407

Studiefinanciering 931.027 1.008.436

Initiatieven binnen Kulak andere dan huisvesting 684.503 290.194

Bestemde fondsen


64

Tabel 3.8: Resultatenrekening 2018 - afdeling III: Sociale voorzieningen voor studenten (1/2)






A.1.2. Uitkeringen DGD 7001 149.302 165.388


A.1.4. Sociale toelagen 7003 9.938.831 9.552.002



A.2.1. BOF 7010 0 0

A.2.2. EOS/IUAP 7011 0 0

A.2.3. FWO 7012 0 0







A.3.2.3. IOF 70212 0 0























A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector 7042 8.558.719 9.147.090



A.5.6. Andere 7045 7.665 0






A. Aankoop goederen 60 52.298 178.054



C.1. ZAP 620 0 0

C.2. AAP/BAP 621 0 0

C.3. ATP 622 8.266.788 7.660.199





D. 630 0 0

E. 631/3 0 0

F. 634/9 0 0






65

Tabel 3.8: Resultatenrekening 2018 - afdeling III: Sociale voorzieningen voor studenten (2/2)




B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 104.557 130.746

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 37 2.180


A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 116 2.014

B. 651 338 468




A. 760 0 0













A. Verrekeningen 93 582.032 879.250



A. Verrekeningen 83 4.445.925 6.759.484


XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 2.299.998 -315.892





1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 2.299.998 0

2. Te verwerken tekort van het boekjaar 66/70 0 -315.892





2. aan de bestemde fondsen 792 0 315.892




- studentenvoorzieningen 0 315.892



2. aan de bestemde fondsen 692 2.299.998 0




- studentenvoorzieningen 2.299.998 0


66

ONDERZOEKSFONDSEN AFDELING IV.1: BIJZONDER ONDERZOEKSFONDS

Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten binnen afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds bedragen in 2018 €71,2 miljoen en bestaan hoofdzakelijk uit overheidsbijdragen fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom). De overheidsbijdragen binnen het BOF worden sinds 2013 verdeeld op basis van het Besluit van de Vlaamse regering van 21 december 2012 betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap (verder aangeduid als het BOF-besluit). Tabel 3.9 splitst de overheidstoelagen 2018 van de KU Leuven uit over 3 deelcomponenten en vergelijkt de cijfers voor 2018 met 2017.

Tabel 3.9: Evolutie van de overheidstoelagen binnen afdeling IV.1 Bijzondere onderzoeksfonds per deelcomponent – 2018 versus 2017

De BOF-toelage van de KU Leuven bedraagt in 2018 €71,2 miljoen, d.i. een stijging met €2,3 miljoen ten opzichte van 2017. De evoluties van de overheidstoelagen binnen het BOF worden in grote mate verklaard door: de positieve evolutie van de globale Vlaamse enveloppe die over alle instellingen wordt verdeeld; de onderzoeksprestaties van de KU Leuven; deze onderzoeksprestaties worden aangeduid als de BOF-sleutel en geven weer welk aandeel van de volledige Vlaamse enveloppe wordt toegekend aan de KU Leuven. Tabel 3.10 detailleert de factoren die instaan voor de stijging van de BOF-toelagen.

Tabel 3.10: Verklaring van de evolutie van de BOF-toelagen van de KU Leuven 2017-2018

De globale Vlaamse enveloppe van het BOF neemt in 2018 toe met €7,0 miljoen versus 2017. Deze enveloppestijging op Vlaams niveau is het gevolg van: een indexering met 1,20% waardoor de globale BOF-toelage stijgt met €2,0 miljoen. Van deze stijging komt €0,8 miljoen toe aan KU Leuven (zie ook (3) in tabel 3.11); een reële aangroei van de BOF-basistoelage (incl. BOF ZAP) met €5,0 miljoen waarvan €2,0 miljoen bij de KU Leuven (zie (4) in tabel 3.11). Verder evolueert de BOF-toelage van de KU Leuven als gevolg van de evolutie van de BOF-sleutel. In 2018 bedraagt de BOF-sleutel van de KU Leuven, met bijpassing van de ingestelde minima ten voordele van de kleine en middelgrote universiteiten in Vlaanderen, 40,04%. Ten opzichte van de BOF-sleutel van 2017 (40,35%) is dit een daling met 0,31%. De BOF-sleutel is een gewogen som van de

(in euro) 2018 2017

Basistoelage 59.930.300 57.720.300 2.210.000 3,83%

Tenure Track 3.774.600 3.758.600 16.000 0,43%

Methusalem 7.481.900 7.451.000 30.900 0,41%

TOTAAL 71.186.800 68.929.900 2.256.900 3,27%

Evolutie

Marktaandeel Index Aangroei enveloppe Totale evolutie

(1) (2) (3) (4) (5)=(2)+(3)+(4) (6)=(1)+(5)

Basistoelage 57.720.300 ‐443.500 651.500 2.002.000 2.210.000 59.930.300

Tenure Track 3.758.600 ‐28.900 44.900 0 16.000 3.774.600

Methusalem 7.451.000 ‐57.200 88.100 0 30.900 7.481.900

TOTAAL 68.929.900 ‐529.600 784.500 2.002.000 2.256.900 71.186.800

2017 2018

Verklaring evoluties

(in euro)

67

marktaandelen van een instelling op verschillende parameters die haar onderzoeksoutput ten opzichte van het geheel van de onderzoeksoutput van de instellingen meten. De evolutie van de BOF-sleutel geeft daarom in eerste instantie een beeld van de relatieve onderzoeksprestaties van een instelling ten opzichte van het geheel van de Vlaamse universiteiten. Daarbij dient tevens rekening gehouden met de gegarandeerde aandelen voor bepaalde instellingen zoals verder wordt toegelicht. Tabel 3.11 toont de evolutie van de onderzoeksparameters van de BOF-sleutel voor de KU Leuven tussen 2017 en 2018, samen met de gehanteerde gewichten voor de betreffende marktaandelen.

Tabel 3.11: Evolutie van de marktaandelen37 van de KU Leuven op de verschillende onderzoeksparameters van de BOF-sleutel, 2017-2018

De marktaandelen van de KU Leuven zorgen (na weging) voor een daling van de theoretische BOF-sleutel in 2018 versus 2017 met 0,36%. Deze daling situeert zich voornamelijk bij de citaties (-0,78%), de uitgereikte doctoraten (-0,73%) en de publicaties (-0,39%). Hoewel de absolute prestaties van de KU Leuven voor deze parameters toenemen, stijgen de prestaties bij de overige universiteiten sterker, waardoor het marktaandeel van de KU Leuven daalt. Voor wat betreft de publicaties en de citaties tonen UGent, UHasselt en VUBrussel een relatief sterkere groei, bij de doctoraten is er een relatief hogere groei waar te nemen bij UGent en UHasselt. Sinds 2013 wordt er voor de zogenaamde kleine en middelgrote universiteiten voorzien in een gegarandeerde minimumsleutel, zodat deze instellingen gezamenlijk een gegarandeerd aandeel hebben van 27,5% van de BOF-enveloppen in 2017 en 2018. Deze bepaling heeft een negatieve impact op de sleutel van de twee grote universiteiten, KU Leuven en UGent. De KU Leuven-sleutel werd ingevolge de gegarandeerde minima bijgesteld met -0,79% in 2017 en -0,74% in 2018. Finaal vertalen deze evoluties in de meting en de weging van de onderzoeksprestaties van de KU Leuven zich in een afname van de BOF-toelagen van 2017 naar 2018 met €0,5 miljoen (zie (2) in Tabel 3.11).

37 Noteer dat voor het bepalen van het variabel onderzoeksdeel van de werkingsuitkeringen in afdeling I Werking eveneens gewerkt wordt met vergelijkbare onderzoeksparameters. De marktaandelen uit beide toelagen verschillen echter, door onderstaande verschillen in de berekeningswijze: - in tegenstelling tot afdeling I Werking worden binnen het BOF enkel de bachelor-diploma’s in rekening genomen van

opleidingen waarvoor de betreffende instelling geen onderwijsbevoegdheid heeft voor het aanbieden van de aansluitende masteropleiding;

- voor de academische diploma’s en voor de doctoraatsparameter wordt een andere tijdsafbakening gehanteerd (4-jarig tijdsvenster binnen het BOF versus 5-jarig tijdsvenster binnen de basistoelage van afdeling I Werking);

- er wordt met een verschillende verrekening van de VABB-publicaties gewerkt, waardoor de publicatieparameters binnen het BOF en binnen de basistoelage van afdeling I Werking verschillen;

- voor de diversiteits- en mobiliteitsparameter worden een andere definitie en tijdsafbakening (4-jarig tijdsvenster binnen het BOF; 5-jarig tijdsvenster binnen de basistoelage van afdeling I Werking) gehanteerd;

- de citatie-parameter is in beide berekeningen identiek.

gewicht

23% 23% 0%

35% 35% 0%

2% 2% 0%

23,40% 23,40% 0%

16,60% 16,60% 0%

Theoretische BOF Sleutel

Bijstellingen als gevolg van ingestelde minimumsleutels

BOF Sleutel

39,04%

40,20%

41,13%

43,40%

41,21%

Marktaandeel% 2017 2018

Evoluties

2018 vs 2017

44,18%

Uitgereikte bachelor‐ en initiële masterdiploma's

Uitgereikte doctoraten

Diversiteitscoëficient

Publicaties

Citaties

40,76%

39,77%

40,04%

41,52%

0,45%

‐0,73%

0,16%

‐0,39%

‐0,78%

40,35% 40,04% ‐0,31%

41,14% 40,78% ‐0,36%

‐0,79% ‐0,74% 0,05%

68

Bedrijfskosten en uitgaande verrekeningen De bedrijfskosten en de uitgaande verrekeningen worden naar herkomst van de middelen (BOF, Methusalem en Onderwijsinitiatieven) gegroepeerd en samen besproken. Deze benadering sluit aan bij de opvolgings- en onderzoekspraktijk binnen de bevoegde diensten en onderzoeksgroepen. Noteer dat, in overeenstemming met de waarderingsregels, de uitgaven voor investeringen in afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds, via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat worden gehaald en geactiveerd op de balans.

Tabel 3.12: Bedrijfskosten en uitgaande verrekeningen binnen afdeling IV.1 gegroepeerd naar herkomst van de middelen – 2018 versus 2017

Uitgaven BOF (= BOF in enge zin) De uitgaven m.b.t. personeel, werking, uitrusting en verrekeningen binnen BOF bedragen in 2018 €48,5 miljoen versus €46,5 miljoen vorig jaar. De toename van €2,0 miljoen wordt verklaard door hogere personeelskosten (+€1,3 miljoen), hogere aankopen van goederen (+€0,3 miljoen), hogere diensten en diverse goederen (+€0,2 miljoen) en hogere uitgaande verrekeningen (+€0,2 miljoen). Verbijzonderd naar kostensoorten geeft dit het volgende beeld. De aankopen van goederen bedragen €1,4 miljoen en betreffen hoofdzakelijk uitrusting. De toename met €0,3 miljoen ten opzichte van vorig jaar is volledig toe te schrijven aan de stijging in aankopen van uitrusting. De diensten en diverse goederen bedragen €9,6 miljoen. Deze kosten hebben hoofzakelijk betrekking op bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (€2,8 miljoen), personeelsgerelateerde kosten zoals reis- en verblijfkosten en kosten voor opleiding en seminaries (€2,6 miljoen), kosten voor onderzoeksmateriaal (€2,1 miljoen), kosten voor roerende goederen zoals klein onderhoud en herstellingen en kleine uitrusting (€0,7 miljoen), kosten voor personeel t.b.v. KU Leuven (€0,5 miljoen) en erelonen (€0,5 miljoen). De toename van de rubriek diensten en diverse goederen (+€0,2 miljoen) is vooral te verklaren door hogere kosten van onderzoeksmateriaal. De personeelskosten bedragen €35,8 miljoen en bestaan uit bursalen onderworpen aan volledige RSZ (€24,1 miljoen), BAP (€9,5 miljoen), ATP (€2,1 miljoen) en overige statuten (gastprofessoren en contractueel ATP voor €0,1 miljoen). De personeelskosten 2018 stijgen met €1,3 miljoen in vergelijking met 2017. Deze stijging wordt verklaard door een volumetoename (+21,1 VTE; +€0,8 miljoen) en de indexevolutie (+€0,5 miljoen). De VTE-uitbreiding betreft nagenoeg uitsluitend bursalen onderworpen aan volledige RSZ (+20,4 VTE). De uitgaande verrekeningen bedragen €1,7 miljoen en zijn licht gestegen ten opzichte van het vorige boekjaar (+€0,2 miljoen). Ze zijn vooral samengesteld uit interne aanrekeningen m.b.t. proefdieren, wetenschappelijke en andere dienstverlening en personeelsgerelateerde kosten.

(in euro) 2018 2017

Personeel/werking en uitrusting/verrekeningen BOF 48 493 739 46 534 689 1 959 051 4,21%

Personeel/werking en uitrusting/verrekeningen Methusalem 7 298 435 7 562 909 -264 475 -3,50%

Personeel/werking en uitrusting/verrekeningen onderwijsinitiatieven 2 404 1 156 1 248 107,92%

Totaal #60/64 plus #83 55 794 578 54 098 755 1 695 824 3,13%

Evolutie

69

Uitgaven Methusalem M.b.t. Methusalem is er een daling in de totale uitgaven met €0,3 miljoen tot €7,3 miljoen in 2018. Deze daling wordt vooral verklaard door lagere aankopen van goederen (-€0,5 miljoen), diensten en diverse goederen (-€0,5 miljoen) en uitgaande verrekeningen (-€0,1 miljoen), gedeeltelijk gecompenseerd door een toename in personeelskosten (+€0,8 miljoen). De aankopen van goederen bedragen €0,3 miljoen in 2018 en dalen met €0,5 miljoen ingevolge lagere aankopen van uitrusting. De diensten en diverse goederen (€1,6 miljoen) kennen een daling van €0,5 miljoen ten opzichte van 2017. Deze afname is toe te schrijven aan lagere kosten voor ter beschikking gesteld personeel (-€0,4 miljoen tot €0,2 miljoen in 2018) en voor onderzoeksmateriaal (-€0,1 miljoen tot €0,3 miljoen in 2018). Andere belangrijke kostensoorten zijn personeelsgerelateerde kosten, zoals verblijf- en verplaatsingsonkosten, catering, opleiding, … (€0,5 miljoen), bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (€0,4 miljoen) en kosten m.b.t. roerende goederen zoals klein onderhoud en herstellingen… (€0,2 miljoen). De personeelskosten 2018 bedragen €4,8 miljoen t.o.v. €4,0 miljoen in 2017. Ze betreffen hoofdzakelijk bursalen onderworpen aan volledige RSZ (€2,6 miljoen), BAP (€1,6 miljoen), ATP (€0,5 miljoen) en overige statuten (gastprofessoren en contractueel ATP voor €0,1 miljoen). De stijging van de personeelskosten met €0,8 miljoen is het gevolg van een volumetoename (+17,7 VTE; +€0,7 miljoen) en de indexevolutie (+€0,1 miljoen). De volumetoename is volledig toe te schrijven aan de bursalen onderworpen aan volledige RSZ. De uitgaande verrekeningen 2018 (€0,6 miljoen) zijn licht gedaald t.o.v. 2017 (-€0,1 miljoen). De verrekeningen bestaan vooral uit kosten m.b.t. proefdieren (€0,4 miljoen) en wetenschappelijke dienstverlening (€0,1 miljoen). De daling van de uitgaande verrekeningen wordt vooral verklaard door lagere kosten m.b.t. proefdieren. Uitgaven voor onderzoeksprojecten m.b.t. onderwijs De uitgaven voor onderzoeksprojecten m.b.t. onderwijs bedragen K€2. Sinds 2010 worden geen extra middelen voor onderwijsinitiatieven meer aan het BOF toegevoegd, waardoor de uitgaven zeer beperkt blijven en uitdoven.

Financiële opbrengsten en kosten Er zijn geen financiële opbrengsten en kosten binnen afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds.

Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Er zijn geen uitzonderlijke opbrengsten en kosten binnen afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds.

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen Alle overhead (behalve de 2% overhead op BOF-middelen die conform artikel 21 van het BOF-besluit naar afdeling I Werking wordt overgeschreven) wordt geregistreerd op de inkomende verrekeningen. Zodoende kunnen de onderzoeksafdelingen die overhead afdragen aan afdeling V Patrimonium per saldo negatieve inkomende verrekeningen tonen. De negatieve inkomende verrekeningen 2018 voor afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds betreffen de overhead op Methusalem-inkomsten (€0,7 miljoen) die naar afdeling V Patrimonium wordt overgedragen.

70

De inkomende overschrijvingen op afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds bedragen €5,8 miljoen en zijn afkomstig van afdeling I Werking voor de verplichte overschrijving naar het BOF conform art. 19 van het BOF-besluit.

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen (€2,2 miljoen) werden besproken onder punt 2. Bedrijfskosten. De uitgaande overschrijvingen bedragen €18,7 miljoen en betreffen uitsluitend overschrijvingen naar afdeling I Werking: - €13,7 miljoen ter financiering van personeelsuitgaven voor ZAP-leden met in hoofdzaak een

onderzoeksopdracht (BOF ZAP) conform art. 21 van het BOF-besluit; - €3,8 miljoen voor de Tenure Track docenten; - €1,2 miljoen als overheadbijdrage.

Overschot (tekort) van het boekjaar Het overschot van het boekjaar bedraagt in 2018 €1,8 miljoen. Dit overschot wordt toegevoegd aan de bestemde fondsen voor “Wetenschappelijk onderzoek”. Hierdoor stijgt het bestemde fonds voor wetenschappelijk onderzoek m.b.t. het BOF einde 2018 tot €81,4 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). Tegenover dit saldo van €81,4 miljoen staan op basis van alle goedgekeurde projecttoekenningen, een veelheid aan verbintenissen en toekomstige verplichtingen die dit bedrag ruimschoots overstijgen. In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling IV.1 Bijzonder Onderzoeksfonds verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

Hieruit blijkt dat op 31 december 2018 de netto toekenningen op kredieten (= vastgelegde bestemmingen) binnen afdeling IV.1 Bijzonder Onderzoeksfonds €48,9 miljoen hoger liggen dan het bedrag van het bestemd fonds.

31/12/2018 31/12/2017

81.388.449 79.571.404

130.303.115 118.886.722

- Wetenschappelijk onderzoek 130.303.115 118.886.722

Netto toekenningen op onderzoeksprojecten in het kader van Bijzonder onderzoeksfonds 109.950.507 103.496.421




Diensten 5.784.805 1.208.033

KULAK en groepsoverschrijdende instituten 3.420.478 2.540.376

Geïntegreerde campussen 7.352.811 5.044.361

Netto toekenningen op onderzoeksprojecten in het kader van Methusalemfinanciering 20.352.607 15.390.300




Bestemde fondsen


71

Tabel 3.13: Resultatenrekening 2018 – afdeling IV.1: Bijzonder onderzoeksfonds (1/2)




A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom) 700 0 0







A.2.1. BOF 7010 71.186.800 68.929.900

A.2.2. EOS/IUAP 7011 0 0

A.2.3. FWO 7012 0 0







A.3.2.3. IOF 70212 0 0


























A.5.6. Andere 7045 0 0




E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 17.950 11.153





C.1. ZAP 620 0 0

C.2. AAP/BAP 621 11.042.831 11.022.135

C.3. ATP 622 2.617.552 2.484.560

C.4. Gastprofessoren 623 65.958 113.841




D. 630 0 0

E. 631/3 0 0

F. 634/9 0 0






72

Tabel 3.13: Resultatenrekening 2018 – afdeling IV.1: Bijzonder onderzoeksfonds (2/2)






V. Financiële kosten (-) 65 0 0


B. 651 0 0

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 0 0



A. 760 0 0













A. Verrekeningen 93 -673.371 -670.590



A. Verrekeningen 83 2.213.990 2.143.971


























73

AFDELING IV.2: ANDERE ONDERZOEKSFONDSEN

Bedrijfsopbrengsten38 De totale bedrijfsopbrengsten binnen afdeling IV.2 bedragen in 2018 €372,7 miljoen en zijn als volgt samengesteld: 2° geldstroom voor €70,1 miljoen; 3° geldstroom voor €154,8 miljoen; 4° geldstroom voor €131,2 miljoen; en overige (andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening, giften, schenkingen en legaten en andere bedrijfsopbrengsten) voor €16,6 miljoen. De totale bedrijfsopbrengsten die in 2017 €379,0 miljoen bedroegen, zijn derhalve met €6,3 miljoen of 1,7% afgenomen. Voor een goed begrip van deze cijfers is volgende methodologische toelichting van belang. Een deel van de bedrijfsopbrengsten die in afdeling IV.2 worden geboekt, heeft betrekking op onderzoekscontracten die langer lopen dan 31 december en waarbij aan het einde van het jaar geen tussentijdse afrekening wordt gemaakt. Voor de boekhoudkundige registratie van deze contracten werken de universiteiten, overeenkomstig artikelen 75 en 76 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de begroting en de boekhouding voor de universiteiten d.d. 21 december 2007, met een jaarlijkse matching van kosten en opbrengsten, overeenkomstig de completed contract methode. Voor de KU Leuven impliceert dit concreet dat in de jaren dat de totale gefactureerde en derhalve geboekte bedrijfsopbrengsten voor de betreffende projecten groter zijn dan de reeds gemaakte kosten, het netto surplus van de bedrijfsopbrengsten als negatieve bedrijfsopbrengst in een extra boeking wordt geregistreerd onder code 71 Waardewijziging van projecten in uitvoering binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling, met als tegenpost code 46 Ontvangen vooruitbetalingen op projecten, op het passief van de balans. In de jaren dat een omgekeerde situatie zich voordoet (meer bedrijfskosten dan bedrijfsopbrengsten) wordt het netto surplus van de bedrijfskosten als positieve bedrijfsopbrengst in een extra boeking ingeschreven onder code 71 Waardewijziging van projecten in uitvoering binnen afdeling VIII, met als tegenpost code 37 Projecten in uitvoering op het actief van de balans. Jaarlijks wordt de matching-boeking van het voorgaande jaar tegen geboekt (“terugval” genoemd), met als gevolg dat het jaarlijks netto resultaat ingevolge matching gelijk is aan het verschil tussen de matching van het huidige jaar en de matching van het vorige jaar. Concreet staat voor 2018 op code 71 Waardewijziging projecten in uitvoering binnen afdeling VIII een bedrag ingeschreven van -€21,6 miljoen (kost). D.i. het verschil tussen -€53,4 miljoen, de matching m.b.t. 2018 en -€37,2 miljoen, de matching m.b.t. 2017 binnen afdeling IV.2, aangevuld met de matching voor onderwijstoelagen binnen afdeling V voor een bedrag van -€5,4 miljoen die in 2018 voor de eerste maal wordt geregistreerd. Tot vorig boekjaar werd het boekhoudkundig overeenstemmingsprincipe voor de onderwijstoelagen, geregistreerd in afdeling V, binnen afdeling VIII toegepast via de overlopende rekeningen (cf. over te dragen te opbrengsten). Teneinde bij de analyse van de cijfers van afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen een duidelijk beeld te geven van de bedrijfseconomische realiteit is het aangewezen om de basisdata m.b.t. de bedrijfsopbrengsten samen te voegen met de resultaten van de matching-oefening uit begrotingsafdeling VIII. Daartoe worden de matching-boekingen 2018 die in globaliteit ingeschreven staan op code 71 Waardewijziging projecten in uitvoering (afdeling VIII) extracomptabel aangerekend op de opbrengstensoorten van de betreffende projecten (afdeling IV.2). Eenzelfde oefening gebeurt op de cijfers 2017 met de matching-boekingen 2017. Tabel 3.14 presenteert de bedrijfsopbrengsten van afdeling IV.2 voor de KU Leuven overeenkomstig deze principes en vergelijkt de cijfers 2018 met 2017. De relevante kolommen zijn (3), (6) en (7) die betrekking hebben op 2018, respectievelijk 2017, en op de reële afwijking tussen beide jaren. Na toepassing van deze principes bedraagt de reële afwijking in de bedrijfsopbrengsten van afdeling IV.2 tussen 2018 en 2017 dus -€25,7 miljoen.

38 De inkomsten die terug te vinden zijn onder de bedrijfsopbrengsten (code 70/74) zijn de bruto bedragen die worden ontvangen van de verschillende financiers. De overeenkomstige overhead is als negatieve opbrengst terug te vinden onder de inkomende verrekeningen (code 93).

74

Tabel 3.14: Bedrijfsopbrengsten afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen, inclusief matching – 2018 versus 201739

39 Noteer dat Tabel 3.14 de bedrijfsopbrengsten na matching van afdeling IV.2 weergeeft. Tabel 1.1 en Tabel 1.5 binnen Deel I Resultatenrekening – synthese betreffen de bedrijfsopbrengsten na matching van alle begrotingsafdelingen. Zodoende wijken deze weergaves van elkaar af.

(in euro) Boekjaar 2018 (1)Matching 2018 + terugval 2017 (2)

2018netto bedrag

(3)=(1)+(2)Boekjaar 2017 (4)

Matching 2017+ terugval 2016

(5)

2017 netto bedrag (6)=(4)+(5)

Reële afwijking 2018 - 2017na matching

(7)=(3)-(6)

I. Bedrijfsopbrengsten (+) RBI116 70/74 372.687.747 -16.220.329 356.467.419 378.952.522 3.184.557 382.137.079 -25.669.660A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening RBI124 70 358.928.820 -16.220.329 342.708.492 367.797.022 3.184.557 370.981.580 -28.273.088

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom) RBI1115 700 0 0 0 0 0 0 0

A.1.1. Werkingsuitkeringen RBI1120 7000 0 0 0 0 0 0 0

A.1.2. Uitkeringen DGD RBI1121 7001 0 0 0 0 0 0 0

A.1.3. Investeringsuitkeringen RBI1122 7002 0 0 0 0 0 0 0

A.1.4. Sociale toelagen RBI1123 7003 0 0 0 0 0 0 0

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies 7004 0 0 0 0 0 0 0

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) RBI1116 701 70.143.863 -10.154.793 59.989.070 50.882.359 13.555.008 64.437.368 -4.448.298

A.2.1. BOF RBI1125 70100 0 0 0 0 0 0 0

A.2.2. EOS/IUAP RBI1126 70110 6.394.317 -4.337.914 2.056.403 1.806.988 6.464.832 8.271.820 -6.215.417

A.2.3. FWO RBI1127 70120 63.504.397 -6.070.339 57.434.058 48.379.718 6.932.298 55.312.016 2.122.042

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) RBI1128 70130 245.148 253.461 498.609 695.653 157.879 853.532 -354.923

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) RBI1117 702 154.804.679 -6.358.816 148.445.863 140.928.098 -7.351.892 133.576.206 14.869.657

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP RBI1129 70200 11.557.764 -942.243 10.615.521 7.292.574 1.443.959 8.736.533 1.878.989

A.3.2. Vlaamse gemeenschap RBI1130 7021 79.304.977 -744.072 78.560.906 79.803.701 -7.980.021 71.823.680 6.737.225

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap RBI1165 70210 13.359.814 -243.341 13.116.473 13.929.732 -934.747 12.994.985 121.488

A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO RBI1166 70211 27.847.159 -626.257 27.220.901 26.820.741 -3.491.658 23.329.082 3.891.819

A.3.2.3. IOF RBI1167 70212 15.103.437 0 15.103.437 14.908.983 0 14.908.983 194.454

A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisaties RBI1168 70213 12.103.071 322.446 12.425.518 9.959.738 -84.580 9.875.158 2.550.360

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap RBI1169 70214 10.891.496 -196.919 10.694.577 14.184.508 -3.469.036 10.715.472 -20.895

A.3.3. Steden en provincies RBI1131 70220 1.927.655 -50.217 1.877.438 712.755 507.752 1.220.507 656.931

A.3.4. Internationale organen RBI1132 7023 61.966.577 -4.686.058 57.280.519 53.090.151 -1.399.212 51.690.939 5.589.580

A.3.4.1. Europese Unie RBI1170 70230 56.938.715 -4.867.420 52.071.295 48.203.098 -1.196.739 47.006.359 5.064.936

A.3.4.2. Internationale instellingen RBI1171 70231 4.912.791 185.546 5.098.337 4.785.729 -221.822 4.563.907 534.430

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden RBI1172 70232 115.072 -4.184 110.888 101.324 19.349 120.673 -9.785

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek RBI1133 70240 47.705 63.774 111.479 28.917 75.629 104.546 6.933

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstrooRBI1118 703 131.154.330 293.280 131.447.610 173.005.882 -3.018.559 169.987.324 -38.539.714

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector RBI1134 7030 60.934.372 -241.797 60.692.575 61.149.480 -3.143.643 58.005.837 2.686.738

A.4.1.1 Contractonderzoek - non profit organisaties RBI1173 70300 26.818.264 903.390 27.721.654 28.970.053 -4.484.247 24.485.806 3.235.849

A.4.1.2 Contractonderzoek - vennootschappen RBI1174 70301 34.116.107 -1.145.187 32.970.921 32.179.427 1.340.604 33.520.031 -549.111

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen RBI1175 703010 30.452.586 -1.145.187 29.307.399 28.251.750 1.340.604 29.592.354 -284.955

A.4.1.2.2. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - pre klinis RBI1176 703011 0 0 0 0 0 0 0

A.4.1.2.3. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase I & II RBI1177 703012 3.461.694 0 3.461.694 3.761.511 0 3.761.511 -299.817

A.4.1.2.4. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase III enRBI1178 703013 201.827 0 201.827 166.166 0 166.166 35.661

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun RBI1135 70310 11.906.611 535.077 12.441.688 14.445.603 125.084 14.570.687 -2.129.000

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) RBI1136 70320 5.564.988 0 5.564.988 5.356.318 0 5.356.318 208.671

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten RBI1137 70330 52.748.359 0 52.748.359 92.054.482 0 92.054.482 -39.306.123

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening RBI1119 704 2.825.949 0 2.825.949 2.980.683 0 2.980.683 -154.734

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden RBI1140 7040 0 0 0 0 0 0 0

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden RBI1141 7041 0 0 0 0 0 0 0

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector RBI1142 7042 0 0 0 0 0 0 0

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants 7043 0 0 0 0 0 0 0

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen RBI1144 7044 0 0 0 0 0 0 0

A.5.6. Andere RBI1145 7045 2.825.949 0 2.825.949 2.980.683 0 2.980.683 -154.734

B. Waardewijziging projecten in uitvoering RBI181 71 0 0 0 0 0 0 0

C. Geproduceerde vaste activa RBI182 72 0 0 0 0 0 0 0

D. Giften, schenkingen en legaten RBI183 73 12.889.664 0 12.889.664 10.358.970 0 10.358.970 2.530.694

E. Andere bedrijfsopbrengsten RBI184 74 869.263 0 869.263 796.530 0 796.530 72.734

codes

75

De overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) is afkomstig van de IUAP- en EOS-projecten, het FWO en de uitdovende IWT bench fees en bedraagt in 2018 €60,0 miljoen, wat een daling van €4,4 miljoen inhoudt ten opzichte van de inkomsten in 2017. De overheidsbijdragen voor de Interuniversitaire attractiepolen (IUAP) bedragen in 2018 nog slechts €0,5 miljoen, wat een daling betekent van €7,7 miljoen t.o.v. de inkomsten in 2017, als gevolg van het definitief eindigen van de IUAP projecten per 31 december 2017. Het IUAP-programma werd vanaf 2018 vervangen door het “Excellence of Science” (EOS) programma. Net zoals zijn voorloper wil dit programma gezamenlijk fundamenteel wetenschappelijk onderzoek tussen onderzoekers van de Vlaamse en Franstalige gemeenschap promoten40. In 2018 bedragen de inkomsten vanwege het EOS programma €1,5 miljoen. De FWO-inkomsten kennen een toename met €2,1 miljoen (van €55,3 miljoen in 2017 naar €57,4 miljoen in 2018). Deze stijging wordt verklaard door een toename van het totaal beschikbare FWO-projectbudget op Vlaams niveau en dit voor het tweede jaar op rij. Ze wordt gedeeltelijk afgezwakt door een daling van het KU Leuven-marktaandeel in de FWO-projecttoekenningen van 49,13% in 2017 naar 46,05% in 2018. De IWT bench fees bedragen in 2018 €0,5 miljoen, wat een daling betekent met €0,4 miljoen t.o.v. 2017. Ze betreffen een vast bedrag dat jaarlijks aan de IWT-bursalen ter beschikking wordt gesteld voor het dekken van kosten die in het kader van hun doctoraatsonderzoek worden gemaakt. Deze rubriek faseert geleidelijk aan uit als gevolg van de overname van dit financieringskanaal door het FWO. De overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) nemen in 2018 versus 2017 toe met €14,9 miljoen (+11,1%) tot €148,4 miljoen. De inkomsten van de Federale overheid excl. IUAP bedragen in 2018 €10,6 miljoen, wat een stijging betekent van €1,9 miljoen t.o.v. 2017. Ze zijn als volgt samengesteld: ‐ De inkomsten vanwege VLIR-UOS bedragen €6,4 miljoen in 2018, d.i. een toename met €2,2

miljoen t.o.v. 2017. Deze inkomsten betreffen subsidies voor universitaire ontwikkelings-samenwerking waarvan de diverse programma’s (zoals o.a. IUS, Zuidinitiatieven, Team- en Congoprojecten, …) erop gericht zijn universiteiten in het Zuiden te ondersteunen opdat zij, in hun eigen regio en land, motoren voor ontwikkeling kunnen zijn. De toename van €2,2 miljoen kan toegeschreven worden aan de verdere ontplooiing van het in 2017 reeds gestarte Global Minds programma41 (+€0,7 miljoen) en aan de overdracht in 2018 van het reeds geruime tijd lopende VLIR Beurzenprogramma van afdeling V naar afdeling IV.2 (+€1,5 miljoen).42

‐ Het Federaal Wetenschapsbeleid zet nationale en internationale meerjarige onderzoeksacties op om het Belgisch wetenschappelijk en technisch potentieel te versterken. De KU Leuven-inkomsten vanwege deze financier bedragen in 2018 €3,3 miljoen, d.i. een lichte daling van €0,1 miljoen t.o.v. 2017.

‐ Daarnaast ontvangt de KU Leuven jaarlijks subsidies voor wetenschappelijk onderzoek vanwege verschillende Federale overheidsdiensten zoals de FOD Volksgezondheid, de Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de FOD Justitie, het RIZIV,… De inkomsten vanwege deze diensten bedragen in 2018 €0,9 miljoen, d.i. een afname met €0,2 miljoen ten opzichte van 2017 die gespreid is over diverse projecten.

De inkomsten van de Vlaamse Gemeenschap bedragen in 2018 €78,5 miljoen, een stijging van €6,7 miljoen ten opzichte van 2017. ‐ €13,1 miljoen hiervan betreft hoofdzakelijk:

diverse subsidies gefinancierd door het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse Overheid voor een bedrag van €3,0 miljoen, o.a. voor het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (€1,8 miljoen), het Trefpunt Zelfhulp (€0,3 miljoen), het Expertisecentrum Valpreventie (€0,3 miljoen), het INTEGO-netwerk (€0,3 miljoen), e.a.;

40 De betrokken Vlaamse instellingen ontvangen hun financiering via het FWO; de betrokken Franstalige instellingen via het FNRS. 41 Global Minds heeft als doel om de capaciteit en kennis van de Vlaamse universiteiten m.b.t. ontwikkelingssamenwerking uit te bouwen en uit te diepen door in te zetten op strategische niches/thema’s relevant voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking. 42 Deze overdracht vond plaats om compliance redenen en is erop gericht de opvolging van het VLIR Beurzenprogramma te optimaliseren door gebruik te maken van de meest performante tools voor financiële projectopvolging die beschikbaar zijn binnen afdeling IV.2 en niet binnen afdeling V.

76

diverse subsidies vanwege het departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Overheid voor een totaal van €2,9 miljoen die o.a. bestemd zijn voor de periodieke peilingen van leerlingen in het leerplichtonderwijs (€1,5 miljoen), het Steunpunt Beleidsgericht Onderwijsonderzoek (€0,8 miljoen), de ICCS-projecten (€0,1 miljoen), e.a.;

diverse subsidies gefinancierd door het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) voor een bedrag van €2,3 miljoen, voor het Steunpunt Werk (€1,4 miljoen), ESF-projecten (€0,8 miljoen) en VIONA-projecten (€0,1 miljoen);

het Expertisecentrum Onderzoek en Ontwikkelingsmonitoring (ECOOM), d.i. het voormalig Steunpunt O&O-indicatoren, met als missie het ontwikkelen en onderhouden van een performant systeem van O&O- en innovatie-indicatoren voor de Vlaamse regio; in 2018 bedragen de inkomsten €1,3 miljoen;

de interfacesubsidie toegekend door het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI), ter ondersteuning van de valorisatie-activiteiten aan de Vlaamse universiteiten, en dus ook van KU Leuven Research & Development als Technology Transfer Office, voor een bedrag van €1,2 miljoen;

middelen toegekend aan de Vlaamse universiteiten voor het organiseren van activiteiten ter ondersteuning van jonge onderzoekers (YouReCa en JuMo) voor €0,9 miljoen;

het Steunpunt Wonen voor een bedrag van €0,8 miljoen, gefinancierd door het departement Binnenlands Bestuur;

middelen toegekend aan de Vlaamse universiteiten ter ondersteuning van de activiteiten van de Expertisecellen Wetenschapscommunicatie voor €0,2 miljoen;

middelen voor het Nedbox-project van de Vlaamse Overheid, voor een bedrag van €0,1 miljoen. ‐ De subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO bedragen €27,2 miljoen en ondersteunen

innovatie in Vlaanderen door financiële steun aan bedrijven, onderzoeksinstellingen en andere innovatie-actoren.

‐ De inkomsten vanwege het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) bedragen €15,1 miljoen. Zowel de IOF-inkomsten als de Interfacesubsidie (zie supra de Vlaamse Gemeenschap) passen in het ruimere geheel van overheidsinspanningen om de wisselwerking tussen de instellingen voor hoger onderwijs en het economisch werkveld te versterken.

‐ Andere Vlaamse intermediaire organisaties, met name Flanders Make, imec (incl. iMinds), VIB, het Strategisch Initiatief Materialen (SIM) en Flanders Food leveren bijdragen voor toegepast wetenschappelijk onderzoek voor €12,4 miljoen.

‐ De andere bijdragen Vlaamse Gemeenschap (€10,7 miljoen) hebben vooral betrekking op: middelen ontvangen van het FWO (en voorheen de Herculesstichting) voor de financiering van

middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur t.b.v. €9,7 miljoen. De Herculesstichting was een door de Vlaamse Overheid opgericht agentschap voor de financiering van middelzware en zware infrastructuur voor fundamenteel en strategisch basisonderzoek in alle wetenschappelijke disciplines. Deze stichting werd in 2016 ontbonden en haar activiteiten werden overgedragen aan het FWO;

de cofinanciering in Efro en Interreg projecten voor €0,7 miljoen. De toename van de inkomsten vanwege de Vlaamse Gemeenschap met €6,7 miljoen in 2018 t.o.v. 2017 wordt vooral verklaard door: ‐ De toename van de inkomsten voor toegepast onderzoek vanwege FWO en VLAIO met €3,9

miljoen van €23,3 miljoen in 2017 naar €27,2 miljoen in 2018, hoofdzakelijk als gevolg van volgende tegengestelde bewegingen: een omzetstijging bij de SBO- en TBM-projecten (+€3,0 miljoen) alsook bij de contracten

afgesloten met de speerpuntclusters SIM en Catalisti (+€1,0 miljoen) en met het departement EWI (+€0,8 miljoen);

omzetdalingen voor het TETRA-programma (-€0,4 miljoen), de FISCH-dossiers (-€0,2 miljoen) en de TGO-dossiers (-€0,2 miljoen).

‐ De stijging van de inkomsten vanwege andere Vlaamse intermediaire organisaties met €2,5 miljoen van €9,9 miljoen in 2017 naar €12,4 miljoen in 2018 is de resultante van: een stijging in de opbrengsten vanwege VIB (+€4,5 miljoen) en Flanders Make (+€0,3 miljoen).

De stijging van de VIB-opbrengsten in afdeling IV.2 wordt hoofdzakelijke verklaard door het feit dat in 2018 binnen deze afdeling zowel de overhead voor 2017 als voor 2018 staat geregistreerd. In de loop van 2017 werd met het VIB de nieuwe raamovereenkomst

77

onderhandeld voor de periode 2017-2021. Hierdoor kon de facturatie van de overhead voor 2017 pas begin 2018 plaatsvinden;43

lagere inkomsten vanwege imec/iMinds (-€2,0 miljoen) en SIM (-€0,3 miljoen). Als gevolg van de onderhandelingen aangaande de nieuwe raamovereenkomst met imec, verschuiven een deel van deze inkomsten naar begin 2019.

De inkomsten van steden en provincies bedragen in 2018 €1,9 miljoen, wat een stijging betekent van €0,7 miljoen ten opzichte van 2017. Zowel bij de cofinanciering in Efro/Interreg-projecten als bij de andere subsidies toegekend door diverse steden en provincies wordt een omzettoename opgetekend (respectievelijk +€0,6 miljoen en +€0,1 miljoen). De inkomsten uit internationale organen bedragen in 2018 €57,2 miljoen en bestaan hoofdzakelijk uit: ‐ inkomsten vanwege de Europese Unie (€52,1 miljoen); ‐ inkomsten vanwege andere internationale instellingen en buitenlandse overheden zoals ESA, NIH,

EIF,… (€5,1 miljoen). De toename van de inkomsten uit internationale organen met €5,6 miljoen in 2018 wordt verklaard door: ‐ gestegen inkomsten vanwege de Europese Unie (+€5,1 miljoen). Dit is hoofdzakelijk een gevolg

van een stijging van de inkomsten m.b.t. H2020-projecten (+€11,9 miljoen) en Efro/Interreg-subsidies (+€1,0 miljoen), terwijl er voor het uitfaserende FP7-programma een daling van €8,1 miljoen wordt genoteerd44. De grootste omzetstijgingen van de H2020-projecten worden gerealiseerd bij de ERC-contracten (+€3,8 miljoen) en Marie-Curie dossiers (+€2,1 miljoen).

‐ toegenomen inkomsten vanwege internationale instellingen (+€0,5 miljoen), vooral door een hogere omzet in het kader van de US federal & private funding (+€0,4 miljoen) en hogere subsidies ontvangen vanuit diverse internationale instellingen zoals het IFPRI (+€0,2 miljoen), terwijl de inkomsten voor projecten toegekend door het ESA licht dalen (-€0,1 miljoen).

Het contractonderzoek met de privésector en de wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) bedraagt in 2018 €131,4 miljoen en daalt met €38,5 miljoen of 22,7% ten opzichte van 2017. ‐ De inkomsten van het contractonderzoek – non-profit organisaties bedragen in 2018 €27,7 miljoen,

wat een toename betekent met €3,2 miljoen ten opzichte van 2017. De omzet heeft betrekking op diverse contracten afgesloten met non-profit instellingen en verschillende overheidsinstanties in binnen- en buitenland.

‐ Het contractonderzoek - vennootschappen vertegenwoordigt inkomsten voor €33,0 miljoen en kent een daling van €0,5 miljoen t.o.v. 2017, zowel bij de binnenlandse en buitenlandse vennootschappen (-€0,3 miljoen) als bij de klinische trials (-€0,2 miljoen).

‐ Het contractonderzoek met de privésector met overheidssteun kent een afname van €2,1 miljoen naar €12,4 miljoen in 2018. Deze daling situeert zich hoofdzakelijk bij de O&O-projecten (-€1,5 miljoen) en in mindere mate bij de VIS- en MIP-programma’s (-€0,6 miljoen).

‐ De wetenschappelijke dienstverlening zonder contract bedraagt in 2018 €5,6 miljoen wat een toename betekent van €0,2 miljoen t.o.v. 2017.

‐ De valorisatie onderzoeksresultaten neemt af met €39,3 miljoen van €92,0 miljoen in 2017 naar €52,7 miljoen in 2018. De valorisatie van onderzoeksresultaten betreft hoofdzakelijk inkomsten uit de verschillende licenties afgesloten binnen KU Leuven Research & Development. De daling is het gevolg van het aflopen sinds mei 2017 van het licentiecontract met Gilead voor de Tenofovir producten. De licentie-inkomsten voor de opvolgproducten gebaseerd op TAF liggen zoals verwacht en eerder begroot lager dan voor de Tenofovir producten.

Binnen afdeling IV.2 worden er naast de supra besproken items nog voor €16,6 miljoen overige opbrengsten gerealiseerd. Deze opbrengsten kennen een toename van €2,4 miljoen t.o.v. 2017. De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen €2,8 miljoen en kennen hiermee in 2018 een lichte daling van €0,1 miljoen t.o.v. 2017. Ze hebben vooral betrekking op de verkoop van proefdieren voor onderzoeksdoeleinden (€1,7 miljoen). Daarnaast bevat deze rubriek

43 Noteer dat in 2017 m.b.t. de VIB-overhead voor 2017 een bedrag van €2,2 miljoen aan te innen opbrengsten werd geboekt in afdeling VIII teneinde het effect van de vertraging in de facturatie op het bedrijfseconomisch resultaat van de KU Leuven over alle begrotingsafdeling heen, te neutraliseren. Deze te innen opbrengst werd in 2018, eveneens in afdeling VIII, tegengeboekt. 44 Het laatste FP7-project loopt af eind januari 2020.

78

ook andere opbrengsten zoals auteursrechten, sponsoring, wetenschappelijke prijzen in het kader van onderzoek en inkomsten van opleidingen. De giften, schenkingen en legaten bedragen in 2018 €12,9 miljoen en nemen toe met €2,5 miljoen t.o.v. 2017, zowel bij de legaten (+€1,9 miljoen) als bij de giften (+€0,6 miljoen). De andere bedrijfsopbrengsten bedragen in 2018 €0,9 miljoen en liggen in lijn met 2017. Deze rubriek betreft diverse recuperaties.

Bedrijfskosten Binnen afdeling IV.2 Andere onderzoekfondsen bedragen de bedrijfskosten in 2018 €293,5 miljoen, dit is een daling van €10,4 miljoen ten opzichte van het vorige boekjaar (€303,9 miljoen). De mix tussen de kostensoorten verschilt van jaar tot jaar en is sterk afhankelijk van de aard van de onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd. De aankopen van goederen bedragen in 2018 €20,7 miljoen t.o.v. €23,4 miljoen in 201745. De belangrijkste aankopen betreffen: ‐ uitrusting in het kader van de onderzoeksactiviteiten voor €19,5 miljoen. Enkele items ter illustratie:

Tier 2 Cost Investment Machine met een waarde van €1,9 miljoen (ICTS - Administratief en Logistiek Gebouw);

NMR Spectrometer Avance HD III 800 met een waarde van €1,5 miljoen (Departement Microbiële en Moleculaire Systemen);

NovaSeq 6000 Sequencing System met een waarde van €0,9 miljoen (Departement Menselijke Erfelijkheid);

Tetra+ System FLIPR Tetra Base System met een waarde van €0,3 miljoen (Departement Microbiologie, Immunologie en Transplantatie);

Imaging flow cytometer for fully analysis of cells met een waarde van €0,3 miljoen (Departement Beeldvorming en Pathologie);

Voorschotfacturatie van een Raster-tunnel microscoop voor metingen in ultra-hoogvacuüm tot bij vloeibare heliumtemperaturen met een waarde van €0,3 miljoen (Departement Cellulaire en Moleculaire Geneeskunde);

Multifunctionele X-Ray Xeuss 2.0C 300K met een waarde van €0,3 miljoen (Departement Chemische Ingenieurstechnieken);

Nexera X2 LC + Qtrap 6500 met een waarde van €0,2 miljoen (Departement Oncologie); Elektroforce Biodynamic 5270 met een waarde van €0,2 miljoen (Departement Ontwikkeling en

Regeneratie); Scintillartiedetectoren met een waarde van €0,2 miljoen (Departement Natuurkunde en

Sterrenkunde); Hotcells met een waarde van €0,2 miljoen (Departement Farmaceutsche en Farmacologische

Wetenschappen); 4-column servo hydraulic testing machine met een waarde van €0,2 miljoen (Technologiecluster

Bouw, Campus De Nayer Sint-Katelijne-Waver); X stralen diffractometer met een waarde van €0,2 miljoen (Departement Microbiële en

Moleculaire Systemen); Tweedehands Solar GI HRM Systeem (Halt-Kamer) met een waarde van €0,2 miljoen

(Technologiecluster Esat Campus Brugge); ‐ software voor €1,0 miljoen; ‐ meubilair voor €0,1 miljoen; ‐ rollend materieel voor €0,1 miljoen.

45 Deze bedragen kunnen afwijken van de bedragen vermeld onder code 23 installaties, machines en uitrusting om volgende redenen: (1) de financiering van de installaties, machines en uitrusting kan plaatsvinden binnen verschillende begrotingsafdelingen en (2) voorschotfacturaties geregistreerd in een vorig boekjaar worden het jaar van ingebruikname - samen met de uitgaven van het huidige boekjaar - geregistreerd onder code 23 installaties, machines en uitrusting.

79

De uitgaven voor investeringen worden in overeenstemming met de waarderingsregels via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat gehaald en geactiveerd op de balans. De diensten en diverse goederen bedragen €84,9 miljoen en zijn gestegen met €3,1 miljoen ten opzichte van 2017. De kosten betreffen hoofdzakelijk: ‐ onderzoeksmateriaal en -producten (€21,5 miljoen); ‐ diverse erelonen van hoofdzakelijk adviesbureaus, laboratoria en octrooibureaus (€16,2 miljoen); ‐ verblijf- en verplaatsingskosten (€10,6 miljoen); ‐ opleiding, seminaries, catering en andere personeelsgerelateerde kosten (€8,4 miljoen); ‐ bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (€8,0 miljoen); ‐ kosten roerende goederen (€7,6 miljoen) o.a. kleine uitrusting, klein onderhoud en herstellingen

voor uitrusting en huur informatica; ‐ door derden ter beschikking gesteld personeel aan de KU Leuven (€4,5 miljoen); ‐ marketing, publiciteit en beurzen (€2,0 miljoen); ‐ leveringen van informaticadiensten (€1,3 miljoen); ‐ kosten onroerende goederen (€1,2 miljoen) zoals huur terreinen en gebouwen, bewaking, klein

onderhoud en herstellingen voor terreinen en gebouwen; ‐ aanrekeningen m.b.t. proefdieren (€1,1 miljoen); ‐ transportkosten van goederen (€0,7 miljoen); ‐ vergoedingen aan proefpersonen (€0,3 miljoen); ‐ studiebeurzen (€0,3 miljoen); ‐ subsidies en toelagen in het kader van onderzoek (€0,2 miljoen). De stijging van €3,1 miljoen of 3,8% versus 2017 is hoofdzakelijk de resultante van de volgende bewegingen: ‐ hogere personeelsgerelateerde kosten, zoals verblijf- en verplaatsingskosten, opleidingen en

seminaries, catering en restaurant en de aankoop van boeken en tijdschriften (+€1,0 miljoen); ‐ hogere kosten voor levering van informaticadiensten (+€0,7 miljoen); ‐ hogere aankopen van onderzoeksmateriaal en -producten (+€0,5 miljoen); ‐ hogere aankopen van kleine uitrusting (+€0,4 miljoen); ‐ hogere kosten voor marketing en publiciteit (+€0,4 miljoen); ‐ hogere kosten voor onroerende goederen, zoals de huur van terreinen en gebouwen (+€0,3

miljoen); ‐ hogere kosten voor bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (+€0,3 miljoen); ‐ lagere uitgaven voor erelonen (-€0,3 miljoen); ‐ lagere uitgaven voor software en licenties (-€0,3 miljoen). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen in 2018 €174,5 miljoen en bestaan uit ZAP-kosten (€13,6 miljoen, meer bepaald uitvindersaandelen en bijwedden aangezien de ZAP-salariskosten volledig in afdeling I Werking worden geregistreerd), BAP-kosten (€81,8 miljoen), bursalen volledig onderworpen aan RSZ (€49,8 miljoen), ATP-kosten (€27,6 miljoen), contractueel ATP (€1,2 miljoen) en gastprofessoren (€0,5 miljoen). De personeelskosten dalen met €0,7 miljoen of 0,4% t.o.v. 2017. Deze afname is de resultante van volgende tegengestelde bewegingen: ‐ daling van de personeelskosten ingevolge:

lagere uitvindersaandelen en bijwedden bij het ZAP: -€6,2 miljoen; de verdere bijstelling door de overheid van de berekeningsparameters voor de RSZ-

werkgeversbijdragen in het kader van de federale taks shift (-€1,6 miljoen)46; ‐ hogere personeelskosten ingevolge:

volumetoename bij de bursalen onderworpen aan RSZ: +€3,3 miljoen of +84,1 VTE; indexering van de lonen in juli 2017 en oktober 2018: +€2,3 miljoen; volumetoename bij het BAP: +€1,0 miljoen of +15,9 VTE;

46 Deze mutatie is het resultaat van de volgende bijstellingen van de parameters m.b.t. de RSZ-werkgeversbijdragen vanaf 1/1/2018: Voor personeel dat niet ten laste van de werkingstoelagen wordt gefinancierd dalen, met uitzondering van de jobstudenten en de bursalen met beperkte RSZ, de bijdragepercentages vanaf 1/1/2018 van ±31,9% naar ±26,8%. De bijgestelde aanpak resulteert in een minkost t.o.v. 2017 van circa -€5,6 miljoen; De nieuwe berekeningswijze voor de structurele bijdragevermindering vanaf 1/1/2018 betreft voornamelijk het wegvallen van de forfaitaire korting. Dit resulteert in een toename van de personeelskosten t.o.v. 2017 met circa +€4,0 miljoen.

80

volumetoename bij het ATP: +€0,2 miljoen of +4,3 VTE; volumetoename bij het contractueel ATP (jobstudenten): +€0,2 miljoen of +8,4 VTE; meerkost voor de groepsverzekeringen van het onderzoekskader en het ATP: +€0,1 miljoen.

De andere bedrijfskosten bedragen in 2018 €13,4 miljoen versus €23,5 miljoen in 2017. De daling van €10,1 miljoen heeft volledig betrekking op lagere roerende voorheffing ingevolge de daling van de royalty inkomsten.

Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen in 2018 €0,1 miljoen en betreffen vooral ontvangen dividenden van financiële vaste activa, ontvangen intresten op toegekende leningen en gerealiseerde positieve wisselkoersresultaten. De financiële kosten bedragen in 2018 €1,3 miljoen en stijgen met €0,2 miljoen ten opzichte van 2017. Ze hebben vooral betrekking op inbrengen in contanten in spin-offs binnen KU Leuven Research & Development. Deze uitgaven worden via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat gehaald en geactiveerd op de balans. Ze worden aansluitend vanuit het voorzichtigheidsprincipe op hetzelfde tijdstip ook afgewaardeerd binnen afdeling VIII.

Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De uitzonderlijke opbrengsten bedragen in 2018 €2,0 miljoen ten opzichte van €2,2 miljoen in het vorige boekjaar. De opbrengsten 2018 betreffen gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van financiële vaste activa binnen KU Leuven Research & Development. Er zijn in 2018 geen uitzonderlijke kosten binnen afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen.

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen -€22,6 miljoen (opbrengst met negatief teken). Ze bevatten voor -€33,6 miljoen overhead (ingevolge de overboeking naar afdeling V Patrimonium) en voor +€11,0 miljoen interne verrekeningen in het kader van onderzoek. De inkomende overschrijvingen vanuit afdeling V Patrimonium bedragen €12,2 miljoen en betreffen: ‐ €9,5 miljoen voor de lopende programmafinanciering (uit de middelen van de federale

defiscalisatiemaatregel); ‐ €1,5 miljoen voor het Gebu-initiatief betreffende de aankoop van kleinere onderzoeksinfrastructuur

(eveneens uit de middelen van de federale defiscalisatiemaatregel); ‐ €0,4 miljoen als vervolgfinanciering vanwege de geïntegreerde campussen voor projecten opgestart

vanuit het impulsfonds (zie hieronder); ‐ €0,3 miljoen voor het impulsfonds. Dit bedrag moet dienen om bijkomende onderzoekscapaciteit te

creëren binnen de geïntegreerde academische opleidingen; ‐ €0,2 miljoen als toevoeging aan afdeling IV.2 van gerecupereerde BTW die moet dienen om niet-

recupereerbare BTW te dragen op EU-projecten zonder valorisatietraject (ERC, Marie-Curie en Buiten Kader projecten);

‐ €0,1 miljoen voor het DOC-aandeel in het lidgeld voor EIT KIC’s47; ‐ K€90 als impuls voor BAEF fellows48; ‐ K€63 als impuls voor het onderzoek in het domein van de vakdidactiek; ‐ K€57 als impuls voor Fullbright Fellows.

47 Waarbij EIT Kic’s staat voor European Institute of Innovation & Technology – Knowledge and Innovation Community. 48 Waarbij BAEF staat voor de Belgian American Educational Foundation.

81

De afname van de inkomende overschrijvingen vanuit afdeling V Patrimonium met €11,8 miljoen versus 2017 wordt verklaard door onderstaande, niet-structurele beleidsbeslissingen van 2017: ‐ €5,0 miljoen voor de bijkomende programmafinanciering; ‐ €3,0 miljoen voor goedgekeurde onderzoeksmatige beleidsprojecten van de drie groepen; ‐ €2,0 miljoen als bijdrage tot het Open Access beleid; ‐ €1,1 miljoen als inbreng van aanvullende onderzoeksmiddelen voor de financiering van IOF BAM

bursalen; ‐ €0,7 miljoen voor de aankoop van het Lirias-systeem voor de academische bibliografie, in het kader

van de implementatie van het Open Access beleid.

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen €18,6 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: kosten met betrekking tot wetenschappelijke dienstverlening (€5,0 miljoen), proefdieren (€4,6 miljoen), diverse aanrekeningen (€2,8 miljoen), doorrekeningen van ter beschikking gesteld personeel (€1,9 miljoen), personeelsgerelateerde kosten (€0,7 miljoen), diverse administratiekosten en administratieve dienstverlening (€0,7 miljoen), aanrekeningen van informatica-infrastructuur (€0,6 miljoen), aankopen van magazijngoederen (€0,5 miljoen), doorrekeningen door de Technische Diensten (€0,4 miljoen), verrekeningen in het kader van marketing, publiciteit en beurzen (€0,3 miljoen), aankopen van kleine uitrusting (€0,3 miljoen), erelonen (€0,2 miljoen), interne leningen (€0,1 miljoen) en verzekeringen (€0,1 miljoen). De uitgaande verrekeningen 2018 liggen in lijn met vorig jaar. Er zijn geen uitgaande overschrijvingen binnen de afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen.

Overschot (tekort) van het boekjaar Het overschot van het boekjaar bedraagt in 2018 €50,9 miljoen. Zoals voor afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds is dit resultaat, gezien de veelheid aan genomen engagementen naar de financierende opdrachtgevers toe, volledig bestemd voor “Wetenschappelijk onderzoek”. Na toevoeging van het resultaat 2018, bedragen de bestemde fondsen voor onderzoek van afdeling IV.2 €741,3 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). Hier tegenover staan de concrete projectengagementen en -verplichtingen die door de verschillende opdrachtnemers aan de KU Leuven (i.e. professoren en onderzoekers) worden gegarandeerd aan hun opdrachtgevers en financiers. Met de resultaten uit de valorisatie van het onderzoek worden nieuwe onderzoeksinitiatieven opgestart, met bijhorende investeringen en aanwervingen van nieuwe leden van het onderzoekskader. In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen verder gedetailleerd in onderstaande tabel:

82

Hieruit blijkt dat op 31 december 2018 de netto toekenningen op kredieten (= vastgelegde bestemmingen) binnen afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen €430,3 miljoen hoger liggen dan het bedrag van het bestemd fonds.

31/12/2018 31/12/2017

741.309.458 690.366.518

1.171.632.051 1.090.122.661

- Wetenschappelijk onderzoek 1.171.632.051 1.090.122.661

223.873.591 188.658.862

128.169.353 121.020.643

44.852.044 38.782.481

43.905.896 31.397.688

31.718.960 38.643.076

24.559.873 23.337.836

18.964.791 19.603.203

18.048.778 19.706.847

15.545.855 18.214.487

15.213.020 11.300.456

12.814.825 9.582.144

9.715.375 8.478.784

8.400.125 4.985.430

7.927.058 5.411.546

6.333.099 6.464.972

5.785.581 5.732.107

4.318.765 7.344.801

4.288.819 2.709.357

4.284.250 3.787.330

4.113.659 8.125.756

3.963.116 4.741.498

3.295.108 3.000.652

3.029.199 3.812.675

2.819.004 2.987.435

1.731.250 2.603.251

1.449.835 1.734.887

1.315.044 2.107.133

1.213.890 2.208.431

1.084.367 1.051.784

1.024.654 846.750

958.924 499.632

563.806 726.109

345.759 665

277.244 39.326

243.827 507.842

194.254 204.042

181.543 219.230

153.443 153.443

143.981 425.486

124.382 179.018

50.561 142.392

37.966 97.151

36.575

Andere onderzoeksopbrengsten : betreft een veelheid van getekende contracten w aar engagememten tegenover staan 514.560.599 488.546.027

Depeartement leefmilieu en infrastructuur

Brussels Gew est

Non Profit Organisaties Buitenland

Projecten TTO

Internationale Instellingen

Associatie KULeuven

Run EU-hefboomfonds

Binnenlands bestuurd, inburgering en w onen

Ministerie van Tew erkstelling en Arbeid

IOF Hogescholen

Diversen Federale Overheid

US federal funding

SOC'S


Bestemde fondsen

F.W.O. - Vlaanderen

Europese Unie

I.W.T.

Onderzoeksinkomsten Binnenland

Excellentie financiering

Federaal Wetenschapsbeleid

Hercules

Non Profit Organisaties Binnenland

Tender Binnenland

EFRO

I.W.T. Bilaterale

Industrieel Onderzoeksfonds

Onderzoeksinkomsten Buitenland

VLIR - Vlaamse Interuniversitaire Raad

Waals gew est

Convenanten Vlaamse Gemeenschap

Nationale Bank van België

Tender Buitenland

Wetenschappelijke Dienstverlening

Royalties, licenties

Departement Onderw ijs

IBBT project

Departement Coördinatie

Economie, w erkgelegenheid en ...

Impulsfonds

Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur

Volksgezondheid en Leefmilieu

Koning Boudew ijnstichting

Binnenlandse zaken en openbaar ambt

B.L.O.S.O.

83

Tabel 3.15: Resultatenrekening 2018 - afdeling IV.2: Andere onderzoeksfondsen (1/2)











A.2.1. BOF 7010 0 0

A.2.2. EOS/IUAP 7011 6.394.317 1.806.988

A.2.3. FWO 7012 63.504.397 48.379.718

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) 7013 245.148 695.653

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 154.804.679 140.928.098

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP 7020 11.557.764 7.292.574

A.3.2. Vlaamse gemeenschap 7021 79.304.977 79.803.701

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap 70210 13.359.814 13.929.732

A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO 70211 27.847.159 26.820.741

A.3.2.3. IOF 70212 15.103.437 14.908.983

A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisaties 70213 12.103.071 9.959.738

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap 70214 10.891.496 14.184.508

A.3.3. Steden en provincies 7022 1.927.655 712.755

A.3.4. Internationale organen 7023 61.966.577 53.090.151

A.3.4.1. Europese Unie 70230 56.938.715 48.203.098

A.3.4.2. Internationale instellingen 70231 4.912.791 4.785.729

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden 70232 115.072 101.324


A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 703 131.154.330 173.005.882

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 7030 60.934.372 61.149.480

A.4.1.1 Contractonderzoek - non profit organisaties 70300 26.818.264 28.970.053

A.4.1.2 Contractonderzoek - vennootschappen 70301 34.116.107 32.179.427

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen 703010 30.452.586 28.251.750


A.4.1.2.3. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase I & II 703012 3.461.694 3.761.511

A.4.1.2.4. Contractonderzoek vennootschappen - klinische trials - fase III en IV 703013 201.827 166.166

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun 7031 11.906.611 14.445.603

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) 7032 5.564.988 5.356.318

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten 7033 52.748.359 92.054.482







A.5.6. Andere 7045 2.825.949 2.980.683




E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 869.263 796.530





C.1. ZAP 620 13.617.369 19.778.944

C.2. AAP/BAP 621 81.841.142 80.945.766

C.3. ATP 622 27.552.947 27.019.534



C.6. Contractueel ATP 625 1.199.016 969.285


D. 630 0 0

E. 631/3 0 0

F. 634/9 0 0

G. Andere bedrijfskosten 640/9 13.373.286 23.505.497





84

Tabel 3.15: Resultatenrekening 2018 - afdeling IV.2: Andere onderzoeksfondsen (2/2)




B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 1.813 37

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 13.228 150.661



B. 651 0 0




A. 760 0 0



D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 1.975.247 2.202.236









IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) 9 -10.399.420 3.717.331

A. Verrekeningen 93 -22.591.441 -20.319.415



A. Verrekeningen 83 18.566.230 18.477.081


























85

PATRIMONIUM Voorafgaande opmerking Naast de gewone patrimoniumverrichtingen zijn binnen deze afdeling ook de inkomsten en uitgaven opgenomen van het Pooled Fund en het Voorzorgsfonds. Het Pooled Fund bevat reserves, giften, schenkingen en legaten (in hoofdzaak aan faculteiten, departementen, onderzoeksgroepen en onderzoekers) waarvan bepaald is dat het kapitaal als een fonds moet bewaard blijven en waarvan de jaaropbrengsten gebruikt mogen worden voor de financiering van onderzoeks- of onderwijsactiviteiten. Het Voorzorgsfonds dient om een reeks pensioenverplichtingen te dekken.

Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten bedragen in 2018 €147,9 miljoen en dalen met €1,3 miljoen of 0,9% in vergelijking met vorig jaar. Ze bestaan uit andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening (€81,8 miljoen), giften, schenkingen en legaten (€5,9 miljoen) en andere bedrijfsopbrengsten (€60,2 miljoen). De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening (€81,8 miljoen) betreffen: - reguliere inschrijvingsgelden voor €38,4 miljoen; - andere inschrijvingsgelden voor €10,0 miljoen; - verkopen van boeken en cursussen voor €0,2 miljoen; - andere opbrengsten (code 7045) voor €33,2 miljoen, samengesteld uit o.a.:

€17,5 miljoen ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (cf. de defiscalisatiemaatregel);

€10,7 miljoen diverse onderwijstoelagen o.a. voor EU-onderwijsprojecten; €1,7 miljoen sponsoring; €0,3 miljoen permanente vorming.

De reguliere studiegelden bedragen in 2018 €38,4 miljoen en nemen in vergelijking met 2017 toe met €1,0 miljoen of 2,8% door de indexering van de studiegelden met 1,8% (+€0,6 miljoen) en de aangroei van de studentenpopulatie (+€0,4 miljoen). De andere inschrijvingsgelden stijgen in 2018 met €1,1 miljoen tot €10,0 miljoen. Deze inkomsten zijn vrij volatiel, gezien zij functie zijn van het al dan niet doorgaan van specifieke initiatieven. De andere opbrengsten (code 7045) bedragen €33,2 miljoen en dalen met €5,3 miljoen of 13,8% ten opzichte van vorig boekjaar hoofdzakelijk door volgende bewegingen: - lagere niet door te storten bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke

medewerkers ter stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (-€0,3 miljoen). Deze afname wordt verklaard door de indexering van de lonen (+€0,3 miljoen), de VTE-daling49 bij de statuten die in aanmerking komen voor de defiscaliseringsmaatregel (-€0,2 miljoen) en overige factoren waaronder de gewijzigde schalen voor bedrijfsvoorheffing in het kader van de federale taks shift (-€0,4 miljoen);

- aanvullend op het vorige punt m.b.t. de defiscaliseringsmaatregel heeft de KU Leuven einde 2018 voor een bedrag van €4,3 miljoen een wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016 voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers krachtens art. 275, §1 WIB 92. Van dit totaalbedrag betreft €3,9 miljoen de verschuldigde hoofdsom (geregistreerd onder code 7045) en €0,4 miljoen nalatigheidsintresten (geregistreerd onder code 652/9 – zie verder). De KU Leuven gaat volstrekt niet akkoord met de door de fiscale administratie gebruikte argumenten en betwist derhalve de extra aanslag voor 2016 (en de te verwachten extra aanslagen voor 2017 en 2018) met klem en ten gronde. De universiteit

49 Dit volume-effect is het resultaat van een daling van het AAP/BAP en van de uitstroom van OP2-medewerkers van het integratiekader.

86

neemt alle mogelijke/nodige administratieve en juridische stappen om haar gelijk te bewijzen en haar belangen te vrijwaren;50

- lagere diverse onderwijstoelagen (-€1,5 miljoen). Deze daling is deels toe te schrijven aan de overdracht in 2018 van de opvolging van het reeds geruime tijd lopende VLIR-UOS Beurzenprogramma van afdeling V naar afdeling IV.2 (-€0,6 miljoen – zie ook de bespreking van afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen).51 Anderzijds werden er in 2018 ook lagere onderwijstoelagen ontvangen vanwege Audiovisuele Media en Cultuur van de Europese Unie (-€2,2 miljoen) en het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (-€0,6 miljoen). Deze dalingen worden deels gecompenseerd door een toename in de subsidies vanwege EPOS vzw (+€0,7 miljoen), verschillende KIC–projecten52 (+€0,6 miljoen) en diverse andere financiers (+€0,6 miljoen);

- hogere diverse opbrengsten in het kader van onderwijs en dienstverlening (+€0,7 miljoen). De giften, schenkingen en legaten bedragen in 2018 €5,9 miljoen en zijn licht gedaald ten opzichte van 2017 (-€0,3 miljoen). Deze inkomsten zijn door hun aard volatiel. De andere bedrijfsopbrengsten (code 74) bedragen in 2018 €60,2 miljoen. Ze betreffen hoofdzakelijk: - verhuur en facilitaire dienstverlening in de niet-sociale sector (€13,5 miljoen) waarvan €10,6 miljoen

betrekking heeft op de verhuur van studentenkamers, studio’s en appartementen op Patrimonium. Het saldo heeft betrekking op de verhuur van andere gebouwen, geïnde inschrijvingsrechten, facilitaire dienstverlening van lokalen, …;

- recuperaties van personeelskosten (€10,7 miljoen); - recuperaties van nutsvoorzieningen (€8,5 miljoen); - overige recuperaties voor o.a. administratiekosten en administratieve dienstverlening, fotokopijen,

recuperaties van studenten, doorrekeningen door de Technische Diensten, …(€6,4 miljoen); - de omzet van de Kinderdagverblijven (€6,1 miljoen); - de omzet van de Coördinatie Associatie (€5,8 miljoen); - diverse andere subsidies zoals o.a. subsidies van de Vlaamse Gemeenschap m.b.t. het

archievendecreet en ontvangen subsidies en premies in het kader van onroerende investeringen (€4,8 miljoen);

- recuperatie van BTW op algemene kosten, als gemengd BTW-belastingplichtige (€2,8 miljoen); - inkomsten uit de verkoop van sportkaarten en sportactiviteiten (€1,1 miljoen). De andere bedrijfsopbrengsten stijgen met €2,1 miljoen of 3,7% t.o.v. 2017. Deze toename is te verklaren door volgende bewegingen: - +€3,0 miljoen hogere diverse andere subsidies. In 2018 is een subsidie ontvangen van Sport

Vlaanderen ter ondersteuning van de bouw van de topsporthal voor €1,8 miljoen en van het Klimaatfonds om gebouwen van de universiteit energiezuiniger te maken voor €0,8 miljoen;

- +€1,8 miljoen hogere opbrengsten uit verhuur en facilitaire dienstverlening, vooral ingevolge het exclusief gebruik door de Alamire Foundation vzw53 van het gebouw De Norbertuspoort van de Abdij van Park in het kader van Library of Voices54 (+€0,8 miljoen), de hogere verhuur van lokalen in het universitair centrum Groot Begijnhof (+€0,3 miljoen) en de verhuur vanaf 2018 van lokalen en infrastructuur van Campus Brugge aan de hogeschool Vives in het kader van de opleidingen m.b.t. industriële wetenschappen en technologie (+€0,2 miljoen);

- +€0,2 miljoen toename van de diverse recuperaties van studenten, zoals recuperaties van informatica-infrastructuur, administratieve kosten, …;

- -€2,4 miljoen lagere recuperatie van nutsvoorzieningen ingevolge een gewijzigde facturatiekalender aan imec. In 2017 werd de periode oktober 2016 tot november 2017 aangerekend, in 2018 de periode december 2017 tot oktober 2018. Binnen afdeling VIII werden de compenserende cut-off boekingen geregistreerd;

- -€0,3 miljoen lagere recuperatie van BTW op algemene kosten; - -€0,2 miljoen lagere recuperatie van personeelskosten aan UZ Leuven. 50 Voorzichtigheidshalve en anticiperend op de te verwachten rechtlijnige toepassing door de fiscale administratie van dezelfde – door de KU Leuven betwiste – argumenten voor de jaren 2017 en 2018, is aanvullend op de boeking van de gedeeltelijk verworpen vrijstelling voor 2016 binnen afdeling V, volgens dezelfde logica een voorziening voor risico’s en kosten gedimensioneerd en aangelegd binnen afdeling VIII voor in totaal €8,3 miljoen m.b.t. de boekjaren 2017 en 2018. 51 Deze overdracht vond plaats om compliance redenen en is erop gericht de opvolging van het VLIR Beurzenprogramma te optimaliseren door gebruik te maken van de meest performante tools voor financiële projectopvolging die beschikbaar zijn binnen afdeling IV.2 en niet binnen afdeling V. 52 Waarbij KIC staat voor Knowledge and Innovation Community. 53 Internationaal centrum voor de studie van de muziek in de Lage Landen. 54 Library of Voices is een hedendaagse ontmoetingsplek waarin boek, digitaal beeld en muziek zijn ondergebracht en met de nieuwste technieken worden ontsloten.

87

Bedrijfskosten De bedrijfskosten bedragen in 2018 €171,7 miljoen en nemen toe met €1,7 miljoen of 1,0% ten opzichte van 2017. De aankopen van goederen bedragen in 2018 €36,5 miljoen, met volgende samenstelling: - onroerende goederen (€29,2 miljoen, d.i. na aftrek van de BTW-recuperatie ingevolge de

toepassing van het bijzonder verhoudingsgetal op de investeringsuitgaven 2018); - uitrusting (€3,5 miljoen); - aankopen van magazijnartikelen (€2,2 miljoen); - rollend materieel (€0,9 miljoen); - meubilair (€0,4 miljoen); - boeken en tijdschriften aangekocht door de universiteitsbibliotheken (€0,2 miljoen); - software (€0,1 miljoen). Belangrijkste investeringen in onroerende goederen met hun uitgaven in 201855: - de oprichting van een nieuw laboratoriumgebouw voor de departementen Oncologie en Klinische

Experimentele Geneeskunde – Onderwijs en Navorsing 5 (€7,4 miljoen); - de uitbreiding van de sportinfrastructuur met de bouw van een ‘state of the art’ trainingshal voor

balsporten om uit te groeien tot een excellent academisch sportcentrum (€6,0 miljoen); - de nieuwbouw van ‘Onderwijs en Navorsing 1 bis’ voor de verdere expansie van de groep

Biomedische Wetenschappen en voor het overbrengen van Anatomie naar Campus Gasthuisberg (€5,7 miljoen);

- de oprichting van een logistiek platform te Gasthuisberg inclusief een fietsenstalling en parkeertoren (€3,2 miljoen);

- de aankoop van een aantal parkeerplaatsen en de fietsenstalling in het parkeergebouw van imec te Heverlee (€1,4 miljoen);

- de aankoop van een gebouw in de Parijsstraat 72A (€1,0 miljoen). In overeenstemming met de waarderingsregels worden de aankopen van goederen - waar nodig - via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat gehaald en geactiveerd op de balans. De aankopen van goederen zijn gedaald met €1,3 miljoen t.o.v. 2017 wat de resultante is van volgende bewegingen: - lagere investeringen in uitrusting (-€1,5 miljoen euro); - beperkt lagere onroerende investeringen conform het vijfjarenplan onroerende investeringen van

het patrimonium (FOIP) (-€0,6 miljoen); - hogere investeringen in rollend materieel vooral te verklaren door de aankoop van elektrische KU

Leuven 2WD fietsen56 (+€0,7 miljoen); - hogere aankopen van magazijnartikelen (+€0,1 miljoen). De kosten voor diensten en diverse goederen bedragen in 2018 €77,6 miljoen. De belangrijkste uitgavenposten zijn: - nutsvoorzieningen (€18,7 miljoen); - kosten m.b.t. onroerende goederen, hoofdzakelijk voor klein onderhoud en herstelling van terreinen

en gebouwen, groot onderhoud, schoonmaak door derden, huur terreinen en gebouwen,… (€16,9 miljoen);

- personeelsgerelateerde kosten, hoofdzakelijk verblijfs- en verplaatsingskosten, catering en restaurant, aankoop van boeken en tijdschriften, opleidingen en seminaries (€13,8 miljoen);

- bursalen niet (volledig) onderworpen aan RSZ (€4,6 miljoen); - kosten voor roerende goederen zoals o.a. aankopen van kleine uitrusting, huur informatica, klein

onderhoud en herstellingen van uitrusting (€4,0 miljoen); - erelonen van adviesbureau’s, productiefirma’s en consultants (€3,9 miljoen); - marketing, publiciteit en beurzen (€2,8 miljoen); 55 Deze bedragen kunnen afwijken van de bedragen vermeld bij de bespreking van code 22 Terreinen en gebouwen op de balans, en dit om volgende redenen: (1) BTW-recuperaties op onroerende investeringen worden in mindering gebracht van de balanswaarde van het betreffend actief en (2) onroerende werken die gestart zijn in een vorig boekjaar en geregistreerd werden onder de activa in aanbouw worden het jaar van inhuizing - samen met de uitgaven van het huidige boekjaar - geregistreerd onder gebouwen en terreinen. 56 2WD fietsen voor Woon-Werkverkeer en korte verplaatsingen van Dienst naar Dienst, vandaar de afkorting '2WD'.

88

- subsidies en toelagen (€2,6 miljoen); - toegekende studiebeurzen aan studenten (€2,5 miljoen); - ter beschikking gesteld personeel (€1,8 miljoen); - onderzoeksmateriaal en -producten (€1,7 miljoen); - kosten m.b.t. proefdieren (€1,7 miljoen); - leveringen van informaticadiensten (€0,7 miljoen); - verzekeringskosten (€0,4 miljoen). De kosten voor diensten en diverse goederen zijn toegenomen met €3,9 miljoen of 5,3% t.o.v. 2017, hoofdzakelijk als de resultante van volgende tegengestelde bewegingen: - hogere kosten m.b.t. groot onderhoud en herstellingen (+€4,3 miljoen); - hogere kosten m.b.t. asbestsanering (+€1,2 miljoen) aansluitend op de beslissing genomen in 2017

om het Instituut Scheikunde en Navorsing af te breken, de asbest te verwijderen en aansluitend te investeren in een nieuwbouw;

- lagere uitgaven voor erelonen van adviesbureaus (-€1,2 miljoen); - lagere uitgaven voor beurzen aan bursalen niet volledig onderworpen aan RSZ (-€0,6 miljoen). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen in 2018 €56,5 miljoen. Ze bestaan uit personeelskosten voor ATP (€35,7 miljoen), BAP (€13,2 miljoen), bursalen onderworpen aan RSZ (€6,1 miljoen), jobstudenten (€1,2 miljoen, geregistreerd onder code 625) en overige (€0,3 miljoen). De personeelskosten nemen in vergelijking met 2017 af met €0,9 miljoen of -1,5%. Deze daling is de resultante van enkele bewegingen: ‐ -€0,6 miljoen voor de RSZ-werkgeversbijdragen door het wegvallen in 2018 van de inhaalbeweging

uit 2017 m.b.t. de wijzigende Dmfa-aangiftes57 voor 2014 en 2015; ‐ -€0,4 miljoen ingevolge de bijstelling van de RSZ-parameters in het kader van de federale taks

shift58; ‐ -€0,4 miljoen door een gewijzigde mix van statuten in combinatie met een globale VTE-toename

met 8,0 eenheden: -21,6 VTE bij het BAP (-€1,5 miljoen); +21,9 VTE bij de bursalen onderworpen aan RSZ (+€0,8 miljoen); +8,6 VTE bij het ATP (+€0,4 miljoen) en -0,9 VTE bij de overige statuten (-€0,1 miljoen);

‐ -€0,1 miljoen lagere kosten voor de hospitalisatieverzekering ingevolge gunstigere prijsvoorwaarden;

‐ +€0,8 miljoen door de indexering van de lonen in juli 2017 en oktober 2018; ‐ -€0,2 miljoen door overige factoren. De andere bedrijfskosten bedragen in 2018 €1,0 miljoen en liggen in lijn met 2017. Ze hebben betrekking op diverse belastingen en taksen.

Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen in 2018 €7,8 miljoen. Ze hebben betrekking op: ‐ opbrengsten uit financiële vaste activa binnen KU Leuven Research & Development voor K€89

(code 750); ‐ interesten op obligaties, liquide middelen en schatkistcertificaten voor een totaalbedrag van €5,6

miljoen (code 751); ‐ gerealiseerde meerwaarden voor €1,4 miljoen (code 752/9). Het betreft hoofdzakelijk meerwaarden

gerealiseerd bij de verkoop van aandelenfondsen waarvan de koersen een gunstige evolutie hebben doorgemaakt t.o.v. de oorspronkelijke aankoopprijs. De meerwaarden werden gespreid gerealiseerd gedurende het eerste semester van 2018;

‐ gerealiseerde positieve wisselkoersverschillen voor €0,4 miljoen (code 752/9);

57 Dmfa staat voor is een afkorting voor Déclaration multifonctionnelle / multifunctionele Aangifte en vervangt vanaf het eerste kwartaal van 2003 de RSZ-kwartaalaangifte. 58 Dit betreft de resultante van de volgende bijstellingen van de parameters m.b.t. de RSZ-werkgeversbijdragen vanaf 1/1/2018: - Voor personeel dat niet ten laste van de werkingstoelagen wordt gefinancierd dalen, met uitzondering van de jobstudenten

en de bursalen met beperkte RSZ, de bijdragepercentages vanaf 1/1/2018 van ±31,9% naar ±26,8%. De bijgestelde aanpak resulteert in een minkost t.o.v. 2017 van circa -€1,8 miljoen;

- De nieuwe berekeningswijze voor de structurele bijdragevermindering vanaf 1/1/2018 betreft voornamelijk het wegvallen van de forfaitaire korting. Dit resulteert in een toename van de personeelskosten t.o.v. 2017 met circa +€1,4 miljoen.

89

‐ ontvangen retrocessies voor €0,3 miljoen (code 752/9) en ontvangen interesten uit leningen voor €0,1 miljoen (code 752/9).

De daling in 2018 ten opzichte van 2017 (-€9,1 miljoen) wordt verklaard door volgende evoluties: ‐ de dalende trend van de ontvangen intresten uit geldbeleggingen die zich ook in 2018 doorzet

wegens het aanhoudend laag rentepeil (-€2,1 miljoen onder code 751); ‐ lagere meerwaarden bij de realisatie van geldbeleggingen (-€6,3 miljoen onder code 752/9); ‐ lagere gerealiseerde positieve wisselkoersresultaten (-€0,7 miljoen onder code 752/9). De financiële kosten bedragen in 2018 €5,7 miljoen en bestaan uit: ‐ interesten op de EIB-lening (€0,6 miljoen – code 650); ‐ niet-gerealiseerde waardeverminderingen op vlottende activa (€0,1 miljoen – code 651); ‐ inbrengen in contanten in spin-offs en overige bedrijven (€2,9 miljoen - code 652/9); ‐ kapitaalaflossing van de EIB lening (€1,1 miljoen – code 652/9); ‐ minderwaarden bij de realisatie van geldbeleggingen, hoofdzakelijk op geldmarktfondsen waarvan

de koersen door het lage rentepeil een negatieve evolutie vertoonden (€0,7 miljoen – code 652/9); ‐ nalatigheidsinteresten aangerekend door de fiscale administratie op de verworpen

defiscalisatieinkomsten (€0,4 miljoen – code 652/9 zie ook hoger). De daling met €2,0 miljoen t.o.v. 2017 is toe te schrijven aan: ‐ lagere niet-gerealiseerde waardeverminderingen op geldbeleggingen (-€0,1 miljoen onder code

651); ‐ lagere inbrengen in contanten in spin-offs en overige bedrijven (-€1,2 miljoen onder code 652/9); ‐ lagere gerealiseerde negatieve wisselresultaten (-€0,6 miljoen onder code 652/9); ‐ lagere minderwaarden gerealiseerd op geldbeleggingen (-€0,1 miljoen onder code 652/9).

Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De uitzonderlijke opbrengsten bedragen in 2018 €5,0 miljoen en zijn samengesteld uit: ‐ de laatste schijf van het KU Leuven-aandeel in de verkoopopbrengst van campus Oostende (€4,6

miljoen onder code 764/9). Deze opbrengst wordt aangewend ter financiering van de nieuwbouw van campus Brugge. Ze wordt via Afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit het resultaat van het boekjaar gehaald om rechtstreeks aan het eigen vermogen te worden toegevoegd;

‐ de gerealiseerde verkoopopbrengsten binnen KU Leuven Research & Development op de spin-off en venture capital portefeuille (€0,4 miljoen onder code 763). 59

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De inkomende verrekeningen bedragen €91,4 miljoen. Ze bestaan voor €34,2 miljoen uit overheadinkomsten. De andere inkomende verrekeningen betreffen o.a. recuperaties van nutsvoorzieningen (€9,2 miljoen), inkomsten uit magazijnverkopen en klein onderhoud door de Technische Diensten (€7,2 miljoen), aflossingen van interne leningen (€4,9 miljoen), wetenschappelijke dienstverlening (€4,2 miljoen), overige interne dienstverlening (€4,2 miljoen), interne verkopen m.b.t. proefdieren (€3,7 miljoen), recuperaties van personeelskosten (€3,6 miljoen), aanrekeningen van administratieve dienstverlening (€2,5 miljoen), aanrekeningen van informatica-materiaal (€2,5 miljoen), eigen inbreng van diensten/faculteiten/departementen/ … voor investeringsprojecten en overige aanrekeningen door de Technische Diensten (€2,2 miljoen), aanrekeningen van permanente vorming (€1,3 miljoen), aanrekeningen van kosten m.b.t. onderzoeks- en labomateriaal (€1,1 miljoen), aanrekeningen van verzendingskosten (€1,0 miljoen), aanrekeningen van studiegelden en -beurzen

59 Bij de verkoop van participaties uit de spin-off en venture capital portefeuille wordt de gerealiseerde prijs 100% toegerekend aan het resultaat van het boekjaar binnen afdelingen IV.2 en/of V. Aansluitend wordt het actief aan aanschaffingswaarde uit de boeken gehaald met als tegenpost code 763 binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling. Zodoende wordt het effect van de transactie op de geconsolideerde resultatenrekening gelimiteerd tot de effectief gerealiseerde meerwaarde. Vermits participaties in spin-offs bij aanschaf steeds volledig worden afgewaardeerd, moet bij de verkoop, eveneens in afdeling VIII, de eerder aangelegde waardevermindering worden teruggenomen (dit gebeurt onder code 761). Zie ook de bespreking onder afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling.

90

(€1,0 miljoen), aanrekeningen van fotokopies (€0,7 miljoen), interne verhuur en facilitaire dienstverlening (€0,5 miljoen), … De daling van de inkomende verrekeningen met €3,8 miljoen in 2018 versus 2017 wordt vooral verklaard door een lagere inbreng van diensten/faculteiten/afdelingen/… voor investeringsprojecten en overige aanrekeningen door de Technische Diensten (-€5,0 miljoen), lagere recuperaties van nutsvoorzieningen (-€0,6 miljoen), lagere interne magazijnverkopen (-€0,6 miljoen). Deze dalingen worden deels gecompenseerd door hogere overheadinkomsten (+€2,7 miljoen). Er zijn geen inkomende overschrijvingen binnen afdeling V Patrimonium.

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen De uitgaande verrekeningen bedragen €35,0 miljoen en betreffen vooral: doorstortingen naar afdeling IV.2 van gerealiseerde interestinkomsten overeenkomstig de belegde fondsen (€6,0 miljoen), interne aankopen bij de magazijnen en klein onderhoud door de Technische Diensten (€5,3 miljoen), aflossingen van interne leningen (€3,1 miljoen), interne dienstverlening (€2,4 miljoen), aanrekeningen door de Technische Diensten (€1,8 miljoen), doorrekeningen van administratiekosten en administratieve dienstverlening (€1,6 miljoen), doorrekeningen van kosten m.b.t. marketing, publiciteit en beurzen (€1,6 miljoen), personeelsgerelateerde kosten (€1,5 miljoen), kosten in het kader van wetenschappelijke dienstverlening (€1,5 miljoen), uitgaven m.b.t. nutsvoorzieningen (€1,4 miljoen), doorrekeningen van informatica-infrastructuur (€0,8 miljoen), ter beschikking gesteld personeel (€0,8 miljoen), interne huur en facilitaire dienstverlening (€0,7 miljoen), doorgerekende voorbereidende werken uitgevoerd door de Technische Diensten (€0,5 miljoen), doorrekening van kosten m.b.t. proefdieren (€0,4 miljoen), belastingen en taksen (€0,2 miljoen), … De uitgaande verrekeningen dalen in 2018 met €4,9 miljoen t.o.v. 2017. De daling is in grote mate toe te schrijven aan de daling in de aanrekeningen door de Technische Diensten die functie zijn van uitgevoerde investeringsprojecten voor diverse diensten/faculteiten/ departementen/…. De uitgaande overschrijvingen bedragen in 2018 €29,9 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: ‐ €12,2 miljoen naar afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen; ‐ €11,1 miljoen naar afdeling I Werking; ‐ €4,5 miljoen naar afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten; ‐ €2,1 miljoen ten behoeve van het investeringsplan FOI binnen afdeling II Investeringen. Voor meer details over deze uitgaande overschrijvingen wordt verwezen naar de bespreking van de resultaten van de ontvangende afdelingen. De uitgaande overschrijvingen dalen in 2018 met €11,8 miljoen versus 2017 door lagere overschrijvingen naar afdeling IV.2 inzake specifieke niet-structurele beleidsbeslissingen van 2017; voor meer details verwijzen we naar de bespreking van de inkomende overschrijvingen binnen afdeling IV.2.

Overschot (tekort) van het boekjaar Het overschot van het boekjaar bedraagt in 2018 €9,9 miljoen. Het totaal van de bestemde fondsen binnen afdeling V Patrimonium neemt hiermee toe tot €425,4 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). In antwoord op de vraag van de Regeringscommissaris d.d. 8 februari 2013 worden de bestemde fondsen van afdeling V Patrimonium verder gedetailleerd in onderstaande tabel. Hieruit blijkt dat op 31 december 2018 de vastgelegde bestemmingen binnen afdeling V Patrimonium €258,5 miljoen hoger liggen dan het bedrag van de bestemde fondsen.

91

De detaillering van het Vijfjarenplan FOIP is opgenomen in het begrotingsdossier 2019-2023 zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 13 november 2018.

31/12/2018 31/12/2017Bestemde fondsen 425.400.827 415.542.581

- Onroerende investeringen 46.607.847 47.401.319

- Wetenschappelijk onderzoek 169.256.339 164.339.968

- Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/dep/fac/diensten/professoren 209.536.641 203.801.294

683.897.194 643.504.858

- Onroerende investeringen 205.303.420 186.506.262

205.303.420 186.506.262

- Wetenschappelijk onderzoek 172.662.430 167.746.029Onderzoeksondersteunende middelen 70.108.622 70.531.682Toegekende middelen in het kader van strategisch onderzoeksbeleid 79.839.247 71.947.989Toekenningen in het kader van onderw ijsgerelateerde projecten 13.007.776 13.214.819Defiscalisatiemiddelen (fractie bestemd binnen Patrimonium) ingezet voor onderzoek conform w etgevend kader 9.706.786 12.051.539

- Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/dep/fac/diensten/professoren 305.931.343 289.252.56799.718.522 93.404.109


Groep Humane Wetenschappen 27.635.577 27.102.366 Groep Wetenschap en Technologie 18.897.965 16.742.593 Geïntegreerde campussen 8.140.586 6.804.464 Groepsoverschrijdende instituten 1.543.454 1.387.819

55.224.597 48.776.82546.314.058 45.912.62963.703.829 59.841.05938.995.601 39.343.209

Algemene en Ondersteunende Diensten 19.059.542 19.868.236 Groep Humane Wetenschappen 6.775.668 6.304.264 Groep Wetenschap en Technologie 6.170.786 5.683.751 Groep Biomedische Wetenschappen 6.106.356 6.105.142 Geïntegreerde campussen 773.277 1.312.645 Groepsoverschrijdende instituten 109.972 69.172

1.974.735 1.974.735Toekenningen voor specif ieke entiteiten zoals Kinderdagverblijven en Coördinatie Associatie

Gelden bestemd in het kader van de Middelenbegroting

Initiatieven in het kader van maatschappelijke dienstverlening en postacademische vorming die uit hoofde van de verw erver bestemd


Gelden belegd in het "Pooled fund"Gelden belegd in het "Voorzorgsfonds" (ter f inanciering van pensioenverplichtingen)Werkkapitaal voor dienstverlening van de Algemene en Ondersteunende Diensten

Vijf jarenplan Onroerende Investeringen 2019-2023 goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de universiteit op 13 november 2018

92

Tabel 3.16: Resultatenrekening 2018 - afdeling V: Patrimonium (1/2)











A.2.1. BOF 7010 0 0

A.2.2. EOS/IUAP 7011 0 0

A.2.3. FWO 7012 0 0







A.3.2.3. IOF 70212 0 0





















A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden 7040 38.430.232 37.367.890

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden 7041 9.990.832 8.851.460



A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen 7044 195.720 196.568

A.5.6. Andere 7045 33.172.116 38.500.466









C.1. ZAP 620 140.495 108.232

C.2. AAP/BAP 621 13.227.848 14.737.450

C.3. ATP 622 35.685.309 36.339.951



C.6. Contractueel ATP 625 1.152.475 1.193.403


D. 630 0 0

E. 631/3 96.630 82.484

F. 634/9 0 0






93

Tabel 3.16: Resultatenrekening 2018 - afdeling V: Patrimonium (2/2)


IV. Financiële opbrengsten (+) 75 7.836.747 16.887.527


B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 5.593.633 7.650.901

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 2.154.293 9.130.124


A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 585.292 612.138

B. 651 80.332 229.337




A. 760 0 0



D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 419.925 4.630.110










A. Verrekeningen 93 91.412.536 95.191.813



A. Verrekeningen 83 34.959.194 39.850.567












- onroerende investeringen 793.472 19.193.420

- wetenschappelijk onderzoek 0 1.463.381

- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 0 0

- studentenvoorzieningen 0





- wetenschappelijk onderzoek 4.916.371 0

- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 5.735.347 44.304.135

- studentenvoorzieningen 0 0




94

VOOR ORDE De afdeling VI Voor orde handelt vooral over de samenwerkingscontracten afgesloten met externe partijen in het kader van onderzoek. De coördinatoren van projecten krijgen de middelen van de financiers en storten de gelden die bestemd zijn voor de andere contractpartners door op basis van de bepalingen uit het contract. Per eind 2018 werden over 2018 €13,3 miljoen meer middelen ontvangen dan doorgestort. Het totaalbedrag dat per eind 2018 nog niet is doorgestort aan partners bedraagt €36,4 miljoen (zie Deel 1, tabel 1.4). Het wordt via afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling uit resultaat gehaald en overgebracht naar de balans als schuld onder code 48. De aard van de transacties binnen deze afdeling en de momentopname per 31/12/2018 maken dat vergelijkingen over de jaren heen minder relevantie hebben.

INTERNE TECHNISCHE AFDELING – PRO MEMORIE Over afdeling VII wordt niet gerapporteerd. Het betreft een technische afdeling waarvan het saldo aan het einde van het boekjaar wordt overgeboekt naar de relevante balans- en resultatenrekeningen.

95

Tabel 3.17: Resultatenrekening 2018 – afdeling VI: Voor orde (1/2)


I. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 13.358.788 -3.179.881

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 70 12.144.316 -4.872.977







A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 -471.754 -225.569

A.2.1. BOF 7010 0 0

A.2.2. EOS/IUAP 7011 -471.754 -212.095

A.2.3. FWO 7012 0 -13.474


A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 8.688.917 -5.883.417

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP 7020 -70.428 639.486

A.3.2. Vlaamse gemeenschap 7021 280.671 -2.627.270

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap 70210 323.183 -2.535.387

A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO 70211 79.773 31.702

A.3.2.3. IOF 70212 0 0


A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap 70214 -122.285 -123.585

A.3.3. Steden en provincies 7022 -14.924 22.406

A.3.4. Internationale organen 7023 8.493.598 -3.952.705

A.3.4.1. Europese Unie 70230 8.688.757 -4.422.367

A.3.4.2. Internationale instellingen 70231 136.599 140.437

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden 70232 -331.758 329.225

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek 7024 0 34.667

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 703 3.068.260 678.416

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 7030 3.065.260 678.416

A.4.1.1 Contractonderzoek - non profit organisaties 70300 2.432.541 720.359

A.4.1.2 Contractonderzoek - vennootschappen 70301 632.719 -41.943

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen 703010 632.719 -41.943






A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten 7033 3.000 0

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 858.894 557.593


A.5.2. Andere inschrijvingsgelden 7041 -70 5.698




A.5.6. Andere 7045 858.964 551.895



D. Giften, schenkingen en legaten 73 -201.653 273.382


II. Bedrijfskosten (-) 60/64 0 0

A. Aankoop goederen 60 0 0

B. Diensten en diverse goederen 61 0 0


C.1. ZAP 620 0 0

C.2. AAP/BAP 621 0 0

C.3. ATP 622 0 0





D. 630 0 0

E. 631/3 0 0

F. 634/9 0 0

G. Andere bedrijfskosten 640/9 0 0

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 13.358.788 -3.179.881




96

Tabel 3.17: Resultatenrekening 2018 – afdeling VI: Voor orde (2/2)






V. Financiële kosten (-) 65 0 0


B. 651 0 0

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 0 0

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 13.358.788 -3.179.881

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 -33.475 33.475

A. 760 0 0



D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 -33.475 33.475









IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) 9 0 0

A. Verrekeningen 93 0 0


X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) 8 0 0



XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 13.325.313 -3.146.406





1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 13.325.313 0

2. Te verwerken tekort van het boekjaar 66/70 0 -3.146.406





2. aan de bestemde fondsen 792 0 3.146.406


- wetenschappelijk onderzoek 0 3.146.406





2. aan de bestemde fondsen 692 13.325.313 0


- wetenschappelijk onderzoek 13.325.313 0




97

BEDRIJFSECONOMISCHE AFDELING Binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling wordt door het registreren van een reeks niet-kasopbrengsten en niet-kaskosten, de brug geslagen tussen de cashview binnen de afdelingen I tot VI en de bedrijfseconomische view voor de universiteit als geheel. Dit is in voorliggend dossier gebeurd overeenkomstig de waarderingsregels goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de universiteit op 19 december 2006 en laatst gewijzigd op 25 maart 2014. Inleidende beschouwing Het boekhoudbesluit voor de universiteiten trad in zijn huidige vorm in werking vanaf boekjaar 2008. Het legt een bedrijfseconomische view op voor de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening. Op niveau van de afdelingen I tot VI wordt, zoals in het verleden, hoofdzakelijk gewerkt op basis van een cashview. Dit houdt in dat binnen deze afdelingen in eerste instantie wordt gewerkt met inkomsten en uitgaven, terwijl de Bedrijfseconomische afdeling VIII deze view bijstelt naar opbrengsten en kosten. Op deze regel zijn enkele uitzonderingen, waarbij niet-kasopbrengsten en niet-kaskosten toch binnen de afdelingen I tot VI worden geregistreerd: ‐ de provisies vakantiegeld en eindejaarspremie. Betreffende provisies worden geregistreerd binnen

de afdeling waar het personeelslid wordt gefinancierd, teneinde de doorrekening van deze kosten op de onderzoekscontracten correct te laten verlopen. In 2018 werd in totaal voor €57,7 miljoen provisie vakantiegeld geboekt versus €56,8 miljoen in 2017;

‐ de vordering ten aanzien van de Vlaamse Overheid m.b.t. het vakantiegeld die einde 2018 €33,4 miljoen bedraagt en die via afdelingen I Werking en III Sociale voorzieningen voor studenten wordt opgezet als compensatie voor het in kosten boeken van het vakantiegeld dat zal uitbetaald worden in 2019 op de prestaties van 2018. De vordering vakantiegeld betreft het dubbel vakantiegeld voor personeelsleden ten laste van de werkingstoelagen die recht hebben op staatsvakantiegeld, en het enkel en dubbel vakantiegeld en de RSZ op enkel vakantiegeld voor personeelsleden ten laste van de formatie die recht hebben op privévakantiegeld;

‐ de vorderingen m.b.t. de diverse overheidstoelagen die per jaareinde nog niet ontvangen waren (€4,3 miljoen in 2018). Betreffende verrichtingen worden in de respectievelijke afdelingen geboekt om een eenvoudige aansluiting met de op jaarbasis toegezegde toelagen mogelijk te maken;

‐ de amortisatie van het verschil tussen de nominale waarde en de aanschafwaarde op vastrentende effecten in de geldbeleggingen die worden aangekocht boven pari (€0,1 miljoen in 2018). De registratie vindt plaats in de desbetreffende afdeling omdat dit financieel resultaat als gerealiseerd wordt aanzien;

‐ de afwaardering van de voorraden (€0,1 miljoen in 2018). De behandeling binnen afdeling V Patrimonium is vereist om technische redenen binnen de Materials management module (MM) van SAP.

Noteer ook dat m.b.t. de inkomende en uitgaande geld-, goederen- en dienstenstromen binnen de afdelingen I t.e.m. VI een inkomst wordt geregistreerd van zodra ze is gefactureerd en als vordering op de balans is geboekt. Een analoge benadering geldt voor de uitgaven die binnen de afdelingen I t.e.m. VI worden geregistreerd van zodra de factuur is ingeboekt en als schuld op de balans staat. In dezelfde lijn worden ook de opbrengsten m.b.t. de recuperatie van BTW op investeringen en algemene kosten als gemengd BTW-belastingplichtige ingeschreven in afdeling V Patrimonium, van zodra de vordering wordt geregistreerd.

98

Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten bedragen -€27,4 miljoen (opbrengsten met een negatief teken) en betreffen naar hun aard: ‐ de netto kost 2018 voor de matching van onderzoeks- en onderwijsprojecten60 (-€21,6 miljoen); ‐ de tegenpost binnen afdeling VIII van de netto bijboeking op balans (situatie 31/12/2018 versus

31/12/2017) van de nog door te storten bedragen aan partner-instellingen in verband met onderzoek (-€13,3 miljoen);

‐ de tegenpost binnen afdeling VIII van de netto lagere te innen opbrengsten andere dan royalty’s op balans (situatie 31/12/2018 versus 31/12/2017; -€1,5 miljoen);

‐ de tegenpost binnen afdeling VIII van de netto bijboeking op balans (situatie 31/12/2018 versus 31/12/2017) van de over te dragen opbrengsten in het kader van de excellentie- en programmafinanciering (-€1,2 miljoen);

‐ de tegenpost binnen afdeling VIII van de netto lagere over te dragen opbrengsten op balans andere dan voor excellentie- en programmafinanciering, vooral door de gewijzigde methodiek voor het toepassen van het boekhoudkundig overeenstemmingsprincipe van de onderwijstoelagen60 (situatie 31/12/2018 versus 31/12/2017; +€5,6 miljoen);

‐ de tegenpost binnen afdeling VIII van de netto hogere te innen opbrengsten op balans (situatie 31/12/2018 versus 31/12/2017) voor royalty’s m.b.t. het vierde kwartaal (LRD) (+€4,0 miljoen);

‐ overige kleine mutaties (+€0,6 miljoen).

Bedrijfskosten Aankopen van goederen (-€62,6 miljoen; kosten met een negatief teken) De waarderingsregels leggen op dat alle investeringen m.b.t. onroerende goederen en civiele uitrusting onroerend door bestemming, individueel moeten worden geactiveerd ongeacht de aanschaffingsprijs. Alle overige investeringen met een stukprijs groter dan €8.500 excl. BTW worden eveneens individueel geactiveerd. Additioneel wordt gewerkt met een ijzeren voorraad voor basisuitrusting en voor specifieke ruimtes. De investeringsuitgaven van het boekjaar die ten laste vallen van de afdelingen I tot V en die conform de waarderingsregels op de activazijde van de balans moeten komen, worden als een kost met negatief teken geregistreerd onder de aankopen goederen in afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling. Voor een gedetailleerde beschrijving van de investeringen tijdens 2018, wordt verwezen naar de balans (immateriële en materiële vaste activa) en naar de rubriek aankopen van goederen van de verschillende begrotingsafdelingen. De recuperatie van BTW op (on)roerende investeringen die als kost met een negatief teken in afdeling V Patrimonium staat ingeschreven onder aankopen van goederen, wordt tegengeboekt in afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling om zo in mindering te worden gebracht van de (im)materiële vaste activa op de balans.

60 Noteer dat de onderwijsprojecten van afdeling V vanaf boekjaar 2018 boekhoudkundig behandeld worden zoals de onderzoekscontracten van afdeling IV.2. Tot vorig boekjaar werd het boekhoudkundig overeenstemmingsprincipe voor deze onderwijsprojecten toegepast via de overlopende rekeningen, door het boeken van over te dragen opbrengsten op de desbetreffende opbrengstenrekening van de onderwijstoelagen binnen afdeling VIII. Concreet betekent de nieuwe aanpak dat de universiteiten voortaan, overeenkomstig artikelen 75 en 76 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de begroting en de boekhouding voor de universiteiten d.d. 21 december 2007, met een jaarlijkse matching van kosten en opbrengsten werken, overeenkomstig de completed contract methode. Voor de onderwijstoelagen betekent dit dat de opbrengsten die betrekking hebben op volgend boekjaar als negatieve bedrijfsopbrengst in een extra boeking wordt geregistreerd onder code 71 Waardewijziging van projecten in uitvoering binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling, met als tegenpost code 46 Ontvangen vooruitbetalingen op projecten, op het passief van de balans. Voor 2018 staat er op code 71 Waardewijziging projecten in uitvoering m.b.t. de onderwijsprojecten uit afdeling V een bedrag ingeschreven van -€5,4 miljoen; samen met de code 71 Waardewijziging projecten in uitvoering m.b.t. de onderzoekscontracten uit afdeling IV.2 (-€16,2 miljoen – zie ook tabel 3.15), geeft dit een totaalbedrag van -€21,6 miljoen voor code 71 binnen afdeling VIII.

99

De evolutie van de kosten met een negatief teken onder aankopen goederen van -€61,0 miljoen in 2017 naar -€62,6 miljoen in 2018 (impact op het kostenpeil binnen afdeling VIII: -€1,6 miljoen) wordt verklaard door volgende bewegingen: ‐ -€3,0 miljoen door hogere uitgaven binnen het Vijfjarenplan onroerende investeringen. Deze

toename is functie van de uitvoerings- en facturatiekalender van de lopende projecten; ‐ -€0,9 miljoen door de hogere waardestijging van de ijzeren voorraad voor uitrusting ingevolge de

toename van het aantal personeelsleden werkzaam binnen de laboratoria van de groepen Biomedische Wetenschappen en Wetenschap & Technologie. De ijzeren voorraad, waarvan het prijzenpeil conform de waarderingsregels om de vijf jaar wordt herzien, blijft in 2018 gewaardeerd aan hetzelfde prijzenpeil als einde 2016 (d.i. het tijdstip van de meest recente prijsherziening);

‐ +€2,3 miljoen wordt vooral verklaard door lagere activeringsbedragen voor andere uitrustingsgoederen over alle cash-afdelingen heen en in het bijzonder binnen afdeling IV.2. Deze afname betreft geen structurele reductie maar is functie van de aard van de onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd.

De diensten en diverse goederen bedragen in 2018 -€1,5 miljoen (kosten met een negatief teken) versus -€2,4 miljoen in 2017. Betreffende boekingen beogen de correcte toerekening van kosten aan boekjaar 2018, respectievelijk 2017. De afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa bedragen in 2018 €59,5 miljoen en worden geboekt conform de waarderingsregels. Ze nemen toe met €3,1 miljoen t.o.v. 2017 ingevolge de aanzienlijke investeringen binnen FOI en FOIP van de voorbije jaren. De waardeverminderingen op handelsvorderingen bedragen €0,8 miljoen als gevolg van een voorzichtig debiteurenbeheer. De voorzieningen voor risico’s en kosten bedragen in 2018 -€0,6 miljoen in afdeling VIII, d.i. een afname met €2,6 miljoen t.o.v. 2017. De voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen nemen op balansniveau af met €11,6 miljoen t.o.v. 2017. Dit wordt vooral verklaard door: ‐ de voorziening aangelegd voor polis 53003065, d.i. de groepsverzekering met te bereiken doel voor

ATP-medewerkers. Deze voorziening neemt op balansniveau af van €55,9 miljoen eind 2017 tot €44,4 miljoen eind 2018 (impact op de kosten 2018: -€11,5 miljoen). Deze afname is te verklaren door een bijstelling van de actualisatievoet - rekening houdend met de evolutie van het rentepeil en van de gemiddelde looptijd van de verplichtingen - (resulterend in een stijging van 1,35% naar 1,60% in 2018) en door de daling van het aantal aangeslotenen binnen de gesloten groep.

‐ de voorziening voor verplichtingen inzake pensioenrechten tot 1971 blijft in 2018 op balansniveau in lijn met 2017 (€0,3 miljoen). Deze voorziening betreft overlevingspensioenen die nog uitgekeerd worden aan weduwen van ZAP-leden die voor 1971 met pensioen waren (impact op de kosten 2018: -K€20);

‐ de afname op balansniveau van de SWT-voorziening (waarbij SWT staat voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) van €0,4 miljoen in 2017 naar €0,3 miljoen in 2018 (impact op de kosten 2018: -€0,1 miljoen).

In 2018 wordt voor de eerste maal een voorziening voor belastingen aangelegd ter waarde van €8,3 miljoen (impact op de voorziening op balans en op de kosten 2018: +€8,3 miljoen). Einde 2018 heeft de KU Leuven voor een bedrag van €4,3 miljoen een wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016 voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers krachtens art. 275, §1 WIB 92 (cf. defiscalisatiemaatregel). Voorzichtigheidshalve en anticiperend op de te verwachten rechtlijnige toepassing door de fiscale administratie van dezelfde – door de KU Leuven betwiste – argumenten voor de jaren 2017 en 2018, is aanvullend op de boeking van de gedeeltelijk verworpen vrijstelling voor 2016 binnen afdeling V, volgens dezelfde logica in afdeling VIII een voorziening voor risico’s en kosten gedimensioneerd en aangelegd voor in totaal €8,3 miljoen m.b.t. de boekjaren 2017 en 2018. De KU Leuven gaat volstrekt niet akkoord met de door de fiscale administratie gebruikte argumenten en betwist derhalve de extra aanslag voor 2016 en de te verwachten extra aanslagen voor 2017 en 2018 met klem en ten gronde. De universiteit neemt alle mogelijke/nodige administratieve en juridische stappen om haar gelijk te bewijzen en haar belangen te vrijwaren.

100

De voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken die in 2012 voor de eerste maal werden aangelegd, nemen op balansniveau toe met €9,4 miljoen tot €148,5 miljoen eind 2018 (impact op de kosten 2018: +€9,4 miljoen). Onderliggend werd een toevoeging geboekt van €31,4 miljoen en een gedeeltelijke terugname in functie van de gemaakte kosten van -€22,0 miljoen. Vanaf einde 2016 staat op het passief van de balans een totale voorziening ingeschreven voor een bedrag dat gelijk is aan de geraamde kosten voor grote herstellings- en onderhoudswerken voor de komende 5 jaren. Noteer voorts dat de voorzieningen voor grote herstellings- en onderhoudswerken ook betrekking hebben op de grote herstellings- en onderhoudswerken binnen de geïntegreerde (technologie-) campussen en dat de voorziening voor asbest en bodemsanering vanaf 2017 volledig is toegevoegd aan de voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken. De voorzieningen voor veiligheid en milieu verplichtingen nemen op balansniveau af met K€59 t.o.v. 2017 naar €2,9 miljoen in 2018 (impact op de kosten 2018: -K€59). De voorzieningen voor overige risico’s en kosten nemen op balansniveau af met €6,5 miljoen t.o.v. 2017 ingevolge enkele tegengestelde bewegingen: de voorziening voor uit te keren uitvindersaandelen neemt op balansniveau af van €19,7 miljoen eind 2017 tot €12,4 miljoen eind 2018 ingevolge een verwachte lagere uitkering voor de uitvinderslonen in het kader van valorisatie- en onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development ten gevolge van de gerapporteerde evoluties inzake licentie-inkomsten (impact op de kosten 2018: -€7,3 miljoen); de voorziening voor verliezen binnen de EFRO/Interreg - projecten ten gevolge van de mogelijke ongunstige interpretatie van de staatssteunregelgeving door de Europese autoriteiten neemt op balansniveau toe van €9,3 miljoen in 2017 tot €10,5 miljoen in 2018 (impact op de kosten 2018: +€1,2 miljoen); de overige wijzigingen betreffen kleinere mutaties die elkaar deels compenseren (-€0,4 miljoen). De andere bedrijfskosten bedragen +€1,1 miljoen en nemen toe met €5,7 miljoen. De verklaring ligt ook hier in de correcte toerekening van kosten aan boekjaar 2018, respectievelijk 2017.

Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen in 2018 –€0,5 miljoen (opbrengsten met negatief teken) en betreffen volgende tegengestelde bewegingen: ‐ de netto afname op balans (situatie 31/12/2018 versus 31/12/2017) van de verworven en nog niet

ontvangen opbrengsten uit vlottende activa (-€0,7 miljoen - code 751) ingevolge het lage rentepeil en het relatief korte termijn profiel van de beleggingsportefeuilles;

‐ de inbreng in natura in spin-off bedrijven (€0,2 miljoen - code 752/9), als tegenpost voor de registratie van deze inbreng op het actief van de balans. Uit voorzichtigheidsoverwegingen wordt de waarde van deze activacomponent aansluitend op nul gebracht door het boeken van een waardevermindering, eveneens binnen afdeling VIII (zie verder).

De financiële kosten 2018 bedragen €1,4 miljoen en betreffen hoofdzakelijk: ‐ de netto toename van niet-gerealiseerde waardeverminderingen op vlottende activa in functie van

de gedaalde beurskoersen op 31 december 2018 (+€6,3 miljoen - code 651); ‐ de netto toename van de niet-gerealiseerde wisselkoersverschillen (+€0,5 miljoen – code 652/9); ‐ de overboeking naar de actiefzijde van de balans van inbrengen in cash in spin-offs en in andere

bedrijven (-€4,1 miljoen – code 652/9 – kost met een negatief teken); ‐ de aflossingen van leningen die initieel binnen afdelingen III en V geboekt zijn en die via afdeling

VIII uit resultaat gehaald worden en in mindering worden gebracht van het passief van de balans (-€1,3 miljoen – code 652/9 – kost met een negatief teken).

101

Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De uitzonderlijke opbrengsten 2018 bedragen -€4,0 miljoen (opbrengsten met een negatief teken) en betreffen volgende tegengestelde bewegingen: ‐ -€4,6 miljoen betreft het uit resultaat halen van de binnen afdeling V gerealiseerde opbrengsten uit

de verkoop van de campus Oostende (code 764/9) met als tegenpost het eigen vermogen op het passief van de balans;

‐ -€0,8 miljoen balanswaarde bij de verkoop van financiële vaste activa (code 763). Bij de verkoop van participaties uit de spin-off en venture capital portefeuille wordt de gerealiseerde prijs 100% toegerekend aan het resultaat van het boekjaar binnen afdelingen IV.2 en/of V. Aansluitend wordt het actief aan aanschaffingswaarde uit de boeken gehaald met als tegenpost code 763 binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling. Zodoende wordt het effect van de transactie op de geconsolideerde resultatenrekening (bedrijfseconomische view) herleid tot de effectief gerealiseerde meerwaarde. Vermits participaties in spin-offs bij aanschaf steeds volledig worden afgewaardeerd, moet bij een verkoop ook de eerder aangelegde waardevermindering worden teruggenomen. Dit gebeurt onder code 761 (zie verder).

‐ +€0,6 miljoen te innen opbrengsten in het kader van de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences Campus – Gasthuisberg (code 764/9);

‐ +€0,8 miljoen terugnemingen van waardeverminderingen op financieel vaste activa (code 761 – zie eerder).

De uitzonderlijke kosten 2018 bedragen €0,2 miljoen en zijn samengesteld uit volgende tegengestelde posten: ‐ €0,3 miljoen uitzonderlijke afschrijvingen ingevolge de afbraakwerken van het Instituut Scheikunde

en Navorsing en de buitengebruikstellingen van uitrusting n.a.v. de jaarlijkse inventarisoefening (code 660) ;

‐ €1,4 miljoen afwaarderingen van financiële vaste activa (code 661); ‐ -€1,5 miljoen betreft de tegenboeking in 2018 van de in 2017 geboekte te ontvangen factuur met

betrekking tot de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences Campus – Gasthuisberg (code 664/8 – kost met een negatief teken).

Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen Er zijn geen inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling.

Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen Er zijn geen uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling.

Overschot (tekort) van het boekjaar In 2018 eindigt afdeling VIII met een tekort van het boekjaar van €30,1 miljoen. Het totaal van de bestemde fondsen van afdeling VIII neemt hierdoor af van €176,2 miljoen op 31 december 2017 tot €146,1 miljoen einde 2018 en is als volgt samengesteld: “Onroerende investeringen” (€289,7 miljoen), “Wetenschappelijk onderzoek” (-€127,0 miljoen), “Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/departementen/faculteiten/ diensten/professoren”(-€16,3 miljoen) en “Studentenvoorzieningen” (-€0,3 miljoen). Het bedrag bestemd voor “Onroerende investeringen” van €289,7 miljoen beantwoordt in essentie

102

aan de tegenpost van de nog af te schrijven onroerende investeringen. Dat deze middelen intussen daadwerkelijk voor onroerende investeringen nodig zijn, mag blijken uit een vergelijking van de bestemmingen voor onroerende investeringen per afdeling met de investeringsplannen van de Technische Diensten. Het geheel van de bestemmingen voor “Onroerende investeringen” op 31/12/2018 ziet er als volgt uit: In miljoenen € ‐ Afdeling II Investeringen 24,6 ‐ Afdeling V Patrimonium 46,6 ‐ Afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling 289,7 ‐ Totaal 360,9 De meest recente investeringsplannen van de Technische Diensten, goedgekeurd op de Raad van Bestuur d.d. 13 november 2018, bestaan uit een zesjarig tijdsvenster geraamde FOI(-P) investeringsprojecten (2018 als lopend jaar en 2019 tot 2023 als meerjarenbegroting), aangevuld met een raming van projecten in een verdere tijdshorizon. Intussen is 2018 afgerond en is niet langer een volwaardig zesjarig tijdsvenster beschikbaar. Binnen de Technische Diensten is men dan ook druk bezig met een actualisering van het investeringsprogramma, met het oog op goedkeuring door de Raad van Bestuur op 25 juni 2019. In afwachting is er in onderstaande cijfers van uitgegaan dat het uitgavenpatroon in 2024 zal liggen op het begrote peil van 2019 en dat de uitgaven na de zesjarige horizon 2019-2024 op hetzelfde peil zullen blijven als in het begrotingsdossier 2019-2023. Rekening houdend met deze hypothesen, liggen de concrete investeringsnoden die geraamd worden op €512,6 miljoen substantieel hoger dan het in voorliggend dossier voorgesteld bestemd fonds voor onroerende investeringen van €360,9 miljoen. In miljoenen € ‐ Vijfjarenplan FOI 2019-2023 (*) 66,4 ‐ Raming FOI-projecten 2024-2028 116,9 ‐ Vijfjarenplan FOI-P 2019-2023 (*) 167,9 ‐ Raming FOI-P-projecten 2024-2028 90,4 ‐ Subtotaal 441,6 ‐ Raming FOI-projecten 2024=begroting 2019 31,1 ‐ Raming FOI-P projecten 2024 = begroting 2019 39,9 ‐ Totaal 512,6 (*) Bedragen excl. de verwachte uitgaven voor groot onderhoud 2019, 2020, 2021, 2022 en 2023 waarvoor een voorziening is aangelegd en waarmee derhalve geen rekening meer moet worden gehouden bij het bepalen van het bestemd fonds. -€127,0 miljoen bestemde middelen voor “Wetenschappelijk onderzoek” betreffen per saldo een pakket niet-kaskosten en niet kas-opbrengsten met een negatief teken die inherent verbonden zijn aan de wetenschappelijke activiteit van de universiteit en die een legitiem beslag leggen op de bestemde middelen voor wetenschappelijk onderzoek zoals deze binnen de andere begrotingsafdelingen zijn geïdentificeerd. Het gaat hierbij onder meer om de aangelegde voorzieningen voor uitvindersaandelen en bijwedden, de overgedragen defiscalisatiemiddelen, de matching van onderzoeks- en onderwijsprojecten, de bedragen bestemd voor doorstorting aan partners,... -€16,3 miljoen bestemde fondsen van afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling zijn bestemd voor “Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/departementen/ faculteiten/diensten/professoren”. Dit bedrag beantwoordt aan een pakket niet-kaskosten, na aftrek van verwante niet-kasopbrengsten, dat beslag legt op middelen die in de cashafdelingen bestemd werden voor “Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen/departementen/ faculteiten/diensten/professoren”. -€0,3 miljoen bestemde middelen voor “Studentenvoorzieningen” betreffen de in 2015 geïnde academische vermogenscomponenten binnen afdeling III in het kader van de integratie met als tegenpost het eigen vermogen op het passief van de balans.

103

Tabel 3.18: Resultatenrekening 2018 - afdeling VIII: Bedrijfseconomische afdeling (1/2)


I. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 -27.428.735 -25.398.345

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 70 -4.700.914 -25.147.399







A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 471.754 225.569

A.2.1. BOF 7010 0 0

A.2.2. EOS/IUAP 7011 471.754 212.095

A.2.3. FWO 7012 0 13.474


A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 -10.859.533 8.104.805

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP 7020 70.428 -639.486

A.3.2. Vlaamse gemeenschap 7021 -2.451.288 4.848.658

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap 70210 -323.183 2.535.387

A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO 70211 -79.773 -31.702

A.3.2.3. IOF 70212 0 0

A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisaties 70213 -2.170.617 2.221.388

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap 70214 122.285 123.585

A.3.3. Steden en provincies 7022 14.924 -22.406

A.3.4. Internationale organen 7023 -8.493.598 3.952.705

A.3.4.1. Europese Unie 70230 -8.688.757 4.422.367

A.3.4.2. Internationale instellingen 70231 -136.599 -140.437

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden 70232 331.758 -329.225

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek 7024 0 -34.667

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 703 1.157.375 -21.245.115

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 7030 -2.785.161 -1.131.034

A.4.1.1 Contractonderzoek - non profit organisaties 70300 -2.348.975 -824.357

A.4.1.2 Contractonderzoek - vennootschappen 70301 -436.185 -306.677

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen 703010 -436.185 -306.677





A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) 7032 -66.988 0

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten 7033 4.009.524 -20.114.080

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 4.529.490 -12.232.658


A.5.2. Andere inschrijvingsgelden 7041 9.898 -5.698

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector 7042 17.058 19.003



A.5.6. Andere 7045 4.502.534 -12.245.964

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 71 -21.602.262 3.184.557


D. Giften, schenkingen en legaten 73 443.232 -406.321

E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 -1.568.791 -3.029.182

II. Bedrijfskosten (-) 60/64 -3.298.750 -9.649.165

A. Aankoop goederen 60 -62.599.909 -60.977.051

B. Diensten en diverse goederen 61 -1.472.277 -2.390.115


C.1. ZAP 620 0 0

C.2. AAP/BAP 621 0 0

C.3. ATP 622 0 0





D. 630 59.526.774 56.386.054

E. 631/3 767.703 -40.745

F. 634/9 -571.538 2.010.765

G. Andere bedrijfskosten 640/9 1.050.496 -4.638.072





104

Tabel 3.18: Resultatenrekening 2018 - afdeling VIII: Bedrijfseconomische afdeling (2/2)


IV. Financiële opbrengsten (+) 75 -448.916 -45.401


B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 -659.242 -1.101.005

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 210.326 1.055.604

V. Financiële kosten (-) 65 1.390.484 -5.927.204

A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 -21.077 -20.532

B. 651 6.264.424 255.556

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 -4.852.863 -6.162.228


VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 -3.996.750 -14.452.520

A. 760 0 0

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 772.321 984.013


D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 -823.846 1.631.583

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A) 764/9 -3.945.225 -17.068.116

VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 152.686 1.640.706

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste a 660 337.605 36.486

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 1.400.013 1.965.207



E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 -1.584.933 -360.986


IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) 9 0 0



X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) 8 0 0



XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 -30.118.821 -25.960.603



1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 0 0

2. Te verwerken tekort van het boekjaar 66/70 -30.118.821 -25.960.603






- onroerende investeringen 6.340.543 15.749.853


- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 2.437.001 0




2. aan de bestemde fondsen 692 0 4.742.984



- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 0 4.742.984





105

DEEL 4

Interacties KU Leuven & UZ Leuven

106

In 2018 heeft de KU Leuven een bedrag van €12,7 miljoen uitgaven geboekt die werden doorgerekend door UZ Leuven. De belangrijkste uitgaven zijn als volgt gespreid over de afdelingen: Afdeling V Patrimonium €4.918.095 38,7% Afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen €4.724.478 37,2% Afdeling I Werking €1.408.844 11,1% Afdeling II Investering €571.176 4,5% Afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds €557.535 4,4% Het bedrag van €4,9 miljoen in afdeling V Patrimonium betreft vooral investeringsuitgaven van ruwbouwwerken voor het logistiek platform Gasthuisberg (€3,2 miljoen) en kosten van ter beschikking gesteld personeel (€1,1 miljoen). Het bedrag van €4,7 miljoen in afdeling IV.2 Andere onderzoekfondsen betreft in hoofdzaak ter beschikking gesteld personeel, met name de doorrekening van de loonkost van geneesheren en verpleegkundigen op specifieke KU Leuven onderzoeksprojecten (€3,6 miljoen) en erelonen van laboratoria (€0,6 miljoen). Binnen afdeling I Werking vinden de €1,4 miljoen uitgaven hoofdzakelijk hun oorsprong in klein onderhoud en herstellingen van terreinen en gebouwen (€1,2 miljoen). Het bedrag van €0,6 miljoen in afdeling II Investering betreft vooral de aankoop van vast meubilair (€0,3 miljoen) en kosten voor groot onderhoud en herstellingen (€0,2 miljoen). De doorrekeningen vanwege UZ Leuven binnen afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds (€0,6 miljoen) hebben voor €0,5 miljoen betrekking op ter beschikking gesteld personeel. Anderzijds heeft de KU Leuven in 2018 een bedrag van €6,7 miljoen aan inkomsten ontvangen van UZ Leuven, waarvan €6,5 miljoen binnen afdeling V Patrimonium. Deze inkomsten betreffen in hoofdzaak recuperaties van personeelskosten vooral inzake KU Leuven - UZ Leuven overkoepelende dienstverlening (€3,1 miljoen), recuperaties van elektriciteit (€1,6 miljoen) en overige recuperaties (€1,4 miljoen).

107

INTERACTIES TUSSEN KU LEUVEN EN UZ LEUVEN IN 2018

Geldstromen van KU Leuven 7 naar UZ Leuven 1 2 3 41 42 5 6

III. Sociale IV.1. Bijzonder IV.2. Andere

VAN AFDELING I. Werking II. Investeringen voorzieningen onderzoeks- onderzoeks- V. Patrimonium VI. Orde TOTAAL

voor studenten fonds fondsen

TOTAAL 1.408.844 571.176 106.015 557.535 4.724.478 4.918.095 406.483 12.692.626

procentueel aandeel in totaal 11,10% 4,50% 0,84% 4,39% 37,22% 38,75% 3,20% 100,00%

Geldstromen van UZ Leuven 7 naar KU Leuven 1 2 3 41 42 5 6

III. Sociale IV.1. Bijzonder IV.2. Andere

NAAR AFDELING I. Werking II. Investeringen voorzieningen onderzoeks- onderzoeks- V. Patrimonium VI. Orde TOTAAL

voor studenten fonds fondsen

TOTAAL 0 0 2.803 0 234.178 6.482.296 6.278 6.725.555

procentueel aandeel in totaal 0,00% 0,00% 0,04% 0,00% 3,48% 96,38% 0,09% 100,00%

108

DEEL 5

Jaarrekening Tabellen conform het

boekhoudbesluit van 21 december 2007

109

A. DOCUMENTEN VOORGELEGD AAN DE BEDRIJFSREVISOR

110

Vol 1. bis

LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN (vervolg van de vorige bladzijde)

Em. prof. dr. Herman Daems, voorzitter Raad van Bestuur en Inrichtende Overheid van de KU Leuven

Kruisbooglaan 20 - 3210 Lubbeek

Prof. dr. Luc Sels, rector van de KU Leuven

Tervuursevest 160 - 3000 Leuven

Prof. dr. Bart Raymaekers, vicerector Humane Wetenschappen van de KU Leuven

Onze-lieve-vrouwstraat 18 - 3020 Herent

Prof. dr. Gerard Govers, vicerector Wetenschap & Technologie van de KU Leuven

Penitentienenstraat 22 - 3000 Leuven

Prof. dr. Christel Van Geet, vicerector Biomedische Wetenschappen van de KU Leuven

Groenstraat 35 - 3221 Nieuwrode

Prof. dr. Koenraad Debackere, algemeen beheerder van de KU Leuven

Alfons Stesselstraat 8 - 3012 Leuven

De heer Luc Bertrand, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Ackermans & van Haaren nv

Goevernementsweg 67 - 1150 Sint-Pieters-Woluwe

De heer Lieven Danneels, CEO Televic nv

Modest Huyslaan 18 - 8500 Kortrijk

Mevrouw Ann Demeulemeester, Algemeen directeur Familiehulp vzw, voorzitter Raad van Bestuur Odisee vzw

Vlaamse-Hefboomweg 4 - 9031 Drongen

Em. prof. Dr Sebastiaan Kortmann, hoogleraar burgerlijk recht en gewezen rector magnificus van Radboud Universiteit Nijmegen

Groesbeekseweg 230 - 6523 PG Nijmegen NEDERLAND

Prof. dr. Hilde Laga, voorzitter Gimv nv

Wolvendreef 26D - 8500 Kortrijk

De Heer Ludo Lauwers, voorzitter Raad van Bestuur Thomas More Kempen vzw en Thomas More Mechelen-Antwerpen vzw

Mussenburglei 120 - 2650 Edegem

Mevrouw Anne Leclercq, Director Treasury & Capital Markets, Agentschap van de Schuld

Herhout 62 - 1570 Tollembeek

De heer Paul Maertens, Director Powering +

Desguinlei 90/15K, 2018 Antwerpen

Prof. dr. Emmo Meijer, emeritus professor aan de Technische Universiteit Eindhoven en voorzitter Bestuurscomité KU Leuven R&D,

voormalig directeur R&D van DSM, Unilever en FrieslandCampina

Tevens voorzitter van de Raad van Toezicht van de Universiteit Utrecht en lid van de Adviesraad voor

Wetenschap, Technologie en Innovatie van de Nederlandse regering

Gerbergaplansoen 25, NL-6231 KL Meerssen (Nederland)

Prof. dr. Mark Waer, voorzitter Bestuurscomité UZ Leuven

Waversebaan 263 - 3001 Heverlee

Franciskus Baron van Daele, voormalig diplomaat en voormalig Kabinetschef van de Koning, zaakvoerder Muydersluys BVBA

Hagedoornlaan 72 - 1180 Brussel

De heer Urbain Vandeurzen, voorzitter en oprichter Smile Invest, mede-oprichter en gewezen voorzitter-CEO van LMS International nv,

ere-voorzitter Voka, voorzitter Flanders Make, voorzitter Opening the future en Mission Lucidity en voorzitter diverse technologie ondernemingen

Jachthuislaan 19 - 3210 Linden

De heer Herman Van Rompuy, voormalig voorzitter van de Europese Raad, voorzitter European Policy Centre

Hoevestraat 41 - 1640 Sint-Genesius-Rode

Mevrouw Inge Vervotte, Gedelegeerd bestuurder vzw Emmaüs

Koningin Astridlaan 45 - 2800 Mechelen

De Heer Robbe Van Hoof, student-bestuurder

Kanunnik Davidlaan 55, bus 3 - 2500 Lier

De Heer Sander Vanmaercke, student-bestuurder

Bruineveld 84 - 3010 Kessel-Lo

111

Vol. 2

1. BALANS

ACTIVA codes Boekjaar Vorig boekjaar

VASTE ACTIVA 20/28 609.498.233 604.679.686I. Oprichtingskosten (toelichting I) 20 0 0II. Immateriële vaste activa (toelichting II) 21 741.361 566.099III. Materiële vaste activa (toelichting III) 22/27 590.996.772 588.936.803

A. Terreinen en gebouwen 22 462.900.748 466.810.390B. Installaties, machines en uitrusting 23 70.731.316 72.706.649C. Meubilair en rollend materieel 24 20.527.258 19.973.469D. Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht 25 10.895.772 11.235.179E. Andere materiële vaste activa 26 4.438.084 5.004.518F. Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen 27 21.503.593 13.206.598

IV. Financiële vaste activa (toelichting IV) 28 17.760.100 15.176.785A. Verbonden entiteiten 280/1 4.122.922 4.212.769

1. deelnemingen 280 3.300.000 3.300.0002. vorderingen 281 822.922 912.769

B. Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 282/3 4.980.563 5.170.9321. deelnemingen 282 4.635.000 4.635.0002. vorderingen 283 345.563 535.932

C. Andere financiële vaste activa 284/8 8.656.615 5.793.0841. aandelen 284 8.341.976 5.436.2602. vorderingen en borgtochten in contanten 285/8 314.639 356.823

VLOTTENDE ACTIVA 29/58 1.476.352.240 1.411.456.326V. Vorderingen op meer dan een jaar 29 1.947.465 2.346.996

A. Handelsvorderingen 290 0 0B. Overige vorderingen 291 1.947.465 2.346.996

VI. Voorraden en projecten in uitvoering (toelichting V) 30/37 1.098.396 1.153.438A. Voorraden 30 1.098.396 1.153.438B. Projecten in uitvoering 37 0 0

VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 40/41 103.998.945 102.196.816A. Handelsvorderingen 40 60.772.026 60.716.937B. Overige vorderingen 41 43.226.919 41.479.878

VIII. Geldbeleggingen (toelichting VI) 51/53 1.341.009.368 1.278.165.972IX. Liquide middelen 54/58 22.492.788 22.105.193X. Overlopende rekeningen (toelichting VII) 490/491 5.805.278 5.487.912TOTAAL DER ACTIVA 2.085.850.473 2.016.136.012

112

Vol. 3

1. BALANS

PASSIVA codes Boekjaar Vorig boekjaar

EIGEN VERMOGEN 10/15 1.548.619.944 1.495.117.125I. Gevormd vermogen 10 0 0III. Herwaarderingsmeerwaarden 12 0 0IV. Aangelegde fondsen 13 1.545.912.931 1.492.280.291

A. Onbeschikbare fondsen 130 0 0B. Bestemde fondsen 131 1.545.912.931 1.492.280.291

Onroerende investeringen 385.036.821 387.204.522Wetenschappelijk onderzoek 908.545.699 858.885.308

234.952.820 231.112.868

Studentenvoorzieningen 17.377.590 15.077.593V. Overgedragen overschot (overgedragen tekort) 14 0 0VI. Kapitaalsubsidies 15 2.707.013 2.836.834VOORZIENINGEN 16 243.966.731 244.538.268VII. Voorzieningen voor risico's en kosten 160/5 243.966.731 244.538.268

A. pensioenen en soortgelijke verplichtingen 160 44.988.795 56.629.185B. belastingen 161 8.279.515 0C. grote herstellings- en onderhoudswerken 162 148.537.822 139.175.432D. sociaal passief 163 0 0E. veiligheid en milieu verplichtingen 164 2.853.107 2.911.715F. overige risico's en kosten (toelichting VIII) 165 39.307.492 45.821.936

SCHULDEN 17/49 293.263.798 276.480.619VIII. Schulden op meer dan een jaar (toelichting IX) 17 29.132.646 30.526.937

A. Financiële schulden 170/4 29.132.646 30.526.9371. achtergestelde leningen 170 0 02. niet achtergestelde obligatieleningen 171 0 03. leasingschulden en soortgelijke schulden 172 7.687.065 7.807.4904. kredietinstellingen 173 21.445.581 22.719.4475. overige leningen 174 0 0

B. Handelsschulden 175 0 0C. Overige schulden 178/9 0 0

IX. Schulden op ten hoogste één jaar (toelichting IX) 42/48 229.341.725 207.035.273A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 42 1.716.346 2.422.935B. Financiële schulden 43 0 0

1. kredietinstellingen 430/8 0 02. overige leningen 439 0 0

C. Handelsschulden 44 28.089.932 30.218.216D. Ontvangen vooruitbetalingen op projecten 46 58.810.588 37.208.326E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 45 101.285.264 111.173.523

1. belastingen 450/3 25.593.532 36.699.9482. bezoldigingen en sociale lasten. 454/9 75.691.731 74.473.575

F. Overige schulden 48 39.439.596 26.012.274X. Overlopende rekeningen (toelichting X) 492/3 34.789.426 38.918.408TOTAAL DER PASSIVA 2.085.850.473 2.016.136.012


113

Vol. 4

2. RESULTATENREKENING

codes Boekjaar Vorig boekjaar

I. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 1.002.754.725 980.121.414A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 70 940.239.285 898.768.955

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom) 700 412.324.978 397.998.935A.1.1. Werkingsuitkeringen 7000 389.528.776 376.023.187A.1.2. Uitkeringen DGD 7001 149.302 165.388A.1.3. Investeringsuitkeringen 7002 12.708.068 12.258.357A.1.4. Sociale toelagen 7003 9.938.831 9.552.002A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies 7004 0 0

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 141.330.663 119.812.259A.2.1. BOF 7010 71.186.800 68.929.900A.2.2. IUAP 7011 6.394.317 1.806.988A.2.3. FWO 7012 63.504.397 48.379.718A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) 7013 245.148 695.653

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 152.634.062 143.149.486A.3.1. Federale overheid excl. IUAP 7020 11.557.764 7.292.574A.3.2. Vlaamse gemeenschap 7021 77.134.361 82.025.089

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap 70210 13.359.814 13.929.732A.3.2.2. IWT 70211 27.847.159 26.820.741A.3.2.3. IOF 70212 15.103.437 14.908.983A.3.2.4. Andere Vlaamse intermediaire organisaties 70213 9.932.455 12.181.126A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap 70214 10.891.496 14.184.508

A.3.3. Steden en provincies 7022 1.927.655 712.755A.3.4. Internationale organen 7023 61.966.577 53.090.151

A.3.4.1. Europese Unie 70230 56.938.715 48.203.098A.3.4.2. Internationale instellingen 70231 4.912.791 4.785.729A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden 70232 115.072 101.324


703 135.379.965 152.439.183

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector 7030 61.214.471 60.696.861A.4.1.1Contractonderzoek - non profit organisaties 70300 26.901.830 28.866.054A.4.1.2Contractonderzoek - vennootschappen 70301 34.312.641 31.830.807

703010 30.649.120 27.903.130

703011 0 0

703012 3.461.694 3.761.511

703013 201.827 166.166

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun 7031 11.906.611 14.445.603A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) 7032 5.498.000 5.356.318A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten 7033 56.760.883 71.940.401

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 98.569.617 85.369.092A.5.6. Andere Reguliere inschrijvingsgelden 7040 38.430.232 37.367.890A.5.6. Andere Andere inschrijvingsgelden 7041 10.000.660 8.851.460A.5.6. Andere Huuropbrengsten sociale sector 7042 8.575.777 9.166.094A.5.6. Andere Opbrengsten studentenrestaurants 7043 0 0A.5.6. Andere Opbrengsten boeken en cursussen 7044 195.720 196.568A.5.6. Andere Andere 7045 41.367.228 29.787.081

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 71 -21.602.262 3.184.557C. Geproduceerde vaste activa 72 0 0D. Giften, schenkingen en legaten 73 19.074.923 16.706.130E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 65.042.779 61.461.772II. Bedrijfskosten (-) 60/64 953.275.732 933.862.107A. Aankoop goederen 60 10.484.407 11.150.270B. Diensten en diverse goederen 61 250.281.059 240.250.146C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting XI, A2) 62 616.702.692 603.747.217

C.1. ZAP 620 159.851.416 163.720.493C.2. AAP 621 149.322.853 149.840.436C.3. ATP 622 215.836.900 206.713.390C.4. Gastprofessoren 623 5.266.438 4.507.649C.5. Contractueel AP 624 180.132 179.114C.6. Contractueel ATP 625 3.648.173 3.314.755C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 82.596.779 75.471.380

D.

630 59.526.774 56.386.054E.

631/3 864.332 41.739F.

634/9 -571.537 2.010.765G. Andere bedrijfskosten 640/9 15.988.006 20.275.915III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 49.478.993 46.259.307


A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening(4de geldstroom)

A.4.1.2.1. Contractonderzoek vennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoek vennootschappen- klinische trials - pre klinisch

A.4.1.2.3. Contractonderzoek vennootschappen- klinische trials - fase I & II

A.4.1.2.4. Contractonderzoek vennootschappen- klinische trials - fase III en IV

Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activaWaardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XI, B)

114

Vol. 5codes Boekjaar Vorig boekjaar

IV. Financiële opbrengsten (+) 75 7.763.951 17.420.367A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 238.400 243.076B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 5.147.668 6.838.721C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 2.377.883 10.338.570V. Financiële kosten (-) 65 8.747.109 3.253.648A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 564.331 593.619B.

651 6.345.247 486.005C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 1.837.531 2.174.023VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 48.495.835 60.426.027VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 5.848.077 15.462.250A. 760 0 0B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 772.321 984.013C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 762 0 0D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 1.537.851 11.559.359E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A) 764/9 3.537.905 2.918.878VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 5.275.523 4.920.571A.

660 337.605 36.486B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 1.400.013 1.965.207C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 662 0 0D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 663 0 0E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 3.537.905 2.918.878F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-) 669 0 0XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 49.068.388 70.967.724

Resultatenverwerking codes Boekjaar Boekjaar

A. Te bestemmen overschot (te verwerken tekort)1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 49.068.388 70.967.7242. Te verwerken tekort van het boekjaar 66/70 0 03. Overgedragen overschot van het vorige boekjaar 790 0 04. Overgedragen tekort van het vorig boekjaar 690 0 0

B. Onttrekking aan de eigen middelen (+)1. aan het gevormd vermogen 791 0 02. aan de bestemde fondsen 792 6.731.952 25.523.674 - onroerende investeringen 6.731.952 25.207.782 - wetenschappelijk onderzoek 0 0

0 0 - studentenvoorzieningen 0 315.892

C. Toevoeging aan de eigen middelen (-)1. aan het gevormd vermogen 691 0 02. aan de bestemde fondsen 692 55.800.341 96.491.398 - onroerende investeringen 0 0 - wetenschappelijk onderzoek 49.660.391 45.182.684

3.839.952 51.308.714- studentenvoorzieningen 2.299.998 0


dan bedoeld onder II.E. (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XII, D)

g g j gwaardeverminderingen op immateriële en materiële

waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa



115

3. TOELICHTING Vol. 6

BedragenI. STAAT VAN DE OPRICHTINGSKOSTEN (post 20 van de activa)

Netto boekwaarde per einde van het vorige boekjaar

Mutatie tijdens het boekjaar :- Nieuwe kosten van het boekjaar- Afschrijvingen (-)- Andere (+)(-)

Netto boekwaarde per einde van het boekjaar

waarvan :- Kosten van oprichting, inbreng en andere oprichtingskosten- Herstructureringskosten

116

Vol. 7

3. TOELICHTING

II. STAAT VAN DE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA (post 21 van de activa)

1. Kosten van 2. Concessiesonderzoek en octrooien,ontwikkeling licenties, enz.

a) AANSCHAFFINGSWAARDEPer einde van het vorige boekjaar 6.324.198

Mutaties tijdens het boekjaar :- Aanschaffingen, met inbegrip van de 434.208 geproduceerde vaste activa- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -20.560- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) 183.167

Per einde van het boekjaar 6.921.013

c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGENPer einde van het vorige boekjaar 5.758.099

Mutaties tijdens het boekjaar :- Geboekt 442.113- Teruggenomen want overtollig (-)- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -20.560- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-)

Per einde van het boekjaar 6.179.652

d) NETTO-BOEKWAARDE 741.361per einde van het boekjaar (a) - (c)

3. Goodwill 4. Vooruit-betalingen

a) AANSCHAFFINGSWAARDEPer einde van het vorige boekjaar

Mutaties tijdens het boekjaar :- Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-)- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-)

Per einde van het boekjaar

c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGENPer einde van het vorige boekjaar

Mutaties tijdens het boekjaar :- Geboekt- Teruggenomen want overtollig (-)- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-)- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-)


d) NETTO-BOEKWAARDEper einde van het boekjaar (a) - (c)

117

Vol. 8

3. TOELICHTING

II.bis STAAT VAN DE CONCESSIES, OCTROOIEN, LICENTIES, enz VERMELDEN PER SOORT

Concessies

Octrooien 650

Licenties 111 56.760.882,56 53.625.000,00

verwachte royalties volgend boekjaaraantal royalties boekjaar

118

Vol. 9

3. TOELICHTING

III. STAAT VAN DE MATERIËLE VASTA ACTIVA (post 22 tot 27 van de activa)

1.Terreinen en 2. Install.mach. 3. Meubilair &gebouwen & uitrusting roll.materieel(post 22) (post 23) (post 24)

a) AANSCHAFFINGSWAARDEPer einde van het vorige boekjaar 849.256.657 230.481.670 23.663.021

Mutaties tijdens het boekjaar :- Aanschaffingen, met inbegrip van de 21.146.059 22.705.336 1.042.325 geproduceerde vaste activa- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -629.045 -2.282.778 -59.313- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) 4.992.341 2.683.255

Per einde van het boekjaar 874.766.012 253.587.483 24.646.033

b) MEERWAARDENPer einde van het vorige boekjaar

Mutaties tijdens het boekjaar :- Geboekt- Afgeboekt (-)- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-)


c) Afschrijvingen en waardeverminderingenPer einde van het vorige boekjaar 382.446.268 157.775.021 3.689.552

Mutaties tijdens het boekjaar :- Geboekt 29.940.296 27.110.469 488.536- Teruggenomen want overtollig (-)- Verworven van derden- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -521.300 -2.029.323 -59.313- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-)


d) NETTO-BOEKWAARDE per einde van het boekjaar '(a)+(b)-(c) 462.900.748 70.731.316 20.527.258

119

Vol. 10

3. TOELICHTING

III. STAAT VAN DE MATERIËLE VASTA ACTIVA (post 22 tot 27 van de activa)

4. Leasing & 5. Ov. mater. 6. Act.in aanb.soortg. recht. vaste activa & vooruitbet.(post 25) (post 26) (post 27)


Mutaties tijdens het boekjaar :- Aanschaffingen, met inbegrip van de 0 639.519 16.155.759 geproduceerde vaste activa- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) 0 0 0- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) 0 -7.858.763



Mutaties tijdens het boekjaar :- Geboekt- Afgeboekt (-)- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-)


c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGENPer einde van het vorige boekjaar 1.599.820 20.996.551 0

Mutaties tijdens het boekjaar :- Geboekt 339.407 1.205.954- Teruggenomen want overtollig (-)- Verworven van derden- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen 0 0 0- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-)

Per einde van het boekjaar 1.939.227 22.202.504 0

d) NETTO-WAARDE per einde van het boekjaar (a)+(b)- (c) 10.895.772 4.438.084 21.503.593waarvan :- terreinen en gebouwen 10.895.772- installaties, machines en uitrusting 0- meubilair en rollend materieel 0

120

Vol. 11

3. TOELICHTING

IV. STAAT VAN DE FINANCIËLE VASTE ACTIVA (post 28 van de activa)

1.Verbonden 2.Deelname 3. Andereentiteiten in and. rechtsp. rechtspers.(post 280) (post 282) (post 284)

1. DEELNEMINGEN EN AANDELEN


Mutaties tijdens het boekjaar :- Aanschaffingen 1.177.839 6.186.386- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -343.367 -613.955- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) -974.949 974.949



Mutaties tijdens het boekjaar :- Geboekt- Verworven van derden- Afgeboekt (-)- Overboekingen van een post naar een andere (+)(-)


c) WAARDEVERMINDERINGENPer einde van het vorige boekjaar 520.024 15.892.296 4.573.135

Mutaties tijdens het boekjaar :- Geboekt 1.177.839 421.662- Teruggenomen want overtollig (-) 0 -199.487- Verworven van derden 0 0- Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen -343.367 -428.955- Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) -974.949 974.949

Per einde van het boekjaar 520.024 15.751.819 5.341.303

d) NIET OPGEVRAAGDE BEDRAGENPer einde van vorig boekjaar 0 750.000 11.121.604

Mutaties tijdens het boekjaar (+)(-) 0 2.873.496

Per einde van het boekjaar 0 750.000 13.995.100

Netto boekwaarde per einde van het boekjaar (a) + (b) - (c) - (d) 3.300.000 4.635.000 8.341.976

2. VORDERINGEN (post 281) (post 283) (post 285/8)

NETTO BOEKWAARDEPer einde van het vorige boekjaar 912.769 535.932 356.823

Mutaties tijdens het boekjaar :- Toevoegingen 367.910 119.401- Terugbetalingen (-) -89.847 -558.279 -161.585- Geboekte waardeverminderingen (-)- Teruggenomen waardeverminderingen- Wisselkoersverschillen (+)(-)- Overige (+)(-)

NETTO BOEKWAARDEPer einde van het boekjaar 822.922 345.563 314.639

GECUMULEERDE WAARDEVERMIND. OP VORDERINGEN 7.595per einde van het boekjaar

121

Vol. 12

3. TOELICHTING

IV.bis DEELNEMINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE RECHTEN IN ANDERE RECHTSPERSONEN

Naam, adres v/d zetel Maatsch.rechten gehouden door Gegevens geput uit de laatst beschikbare jaarrek.en zo het een rechtsp. Jaarrek. Munteenh. Eigen verm. Netto result.naar Belgisch recht dochters per (+) of (-)betreft, het ond.nummer Aantal % % in duizend munteenh.

METALOGIC NVWingepark 433110 RotselaarBelgië0444.184.576Aandelen klasse B 2.830 50,04 0,00 31/12/2017 Euro 1.354 88

@MIRE NVGaston Geenslaan 143001 Leuven België0886.066.294Aandelen klasse B 149.856 13,03 0,00 30/06/2018 Euro 2.043 344

AQUA4C NVStokstormestraat 49770 KruishoutemBelgië0541.596.530Aandelen klasse D 2.880.163 22,68 0,00 31/12/2017 Euro 1.024 -849

BETTER3FRUIT NVWillem de Croylaan 423001 LeuvenBelgië0472.418.605Aandelen klasse A 37.838 26,13 0,00 31/12/2017 Euro 2.943 72

BIO-INCUBATOR LEUVEN NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0876.605.232Gewone aandelen 1.910.000 23,26 0,00 31/12/2017 Euro 7.096 -293

BIORICS NVTechnologielaan 33001 LeuvenBelgië0880.194.826Aandelen klasse A 350.112 14,42 0,00 31/12/2017 Euro 24 -415

BLCC NVPresident Kennedylaan 9B8500 KortrijkBelgië0443.702.348Aandelen klasse D 92 29,11 0,00 31/12/2017 Euro 154 243

CUSTOM8 NVRomeinse straat 183001 LeuvenBelgië0474.773.230Aandelen klasse B 15.750 14,00 0,00 31/12/2017 Euro -309 -121

Hieronder worden de rechtspersonen vermeld waarin de boekhoudkundige entiteit een deelneming bezit (opgenomen in de posten 280 en 282 van de activa), alsmede de andere rechtspersonen waarin de boekhoudkundige entiteit maatschappelijke rechten bezit (opgenomen in de posten 284 en 51/53 van de activa) ten belope van ten minste 10% van het geplaatste kapitaal.

de bkh. entiteitrechtstreeks

122

Vol. 12

3. TOELICHTING



DNAME-IT NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0506.754.823Aandelen klasse C 178.500 13,73 0,00 31/12/2017 Euro 612 -21

ECONCORE NVAmbachtenlaan 253001 LeuvenBelgië0878.425.664Aandelen klasse B 82.061 21,53 0,00 31/03/2018 Euro 3.864 694

ELIMITY NVMotstraat 302800 MechelenBelgië0673.876.618Aandelen klasse B 9.319 12,50 0,00 31/12/2017 Euro 77 31

FALEX TRIBOLOGY NVWingepark 23B3110 RotselaarBelgië0466.260.885Gewone aandelen 12.800 20,00 0,00 31/12/2017 Euro 1.471 64

FORMAC PHARMACEUTICALS NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0892.914.395Aandelen klasse B 3.636.488 34,09 0,00 31/12/2017 Euro 816 -82

FOX DIAGNOSTICS NVVeldstraat 1209140 TemseBelgië0653.744.366Aandelen klasse B 7.895 28,39 0,00 31/12/2017 Euro 98 -94

GEMMA FRISIUS-FONDS KU LEUVEN NVWaaistraat 63000 LeuvenBelgië0477.960.372Aandelen klasse C 2.000 20,00 0,00 31/12/2017 Euro 15.330 -336

HAMMER-IMS NVKempische steenweg 2933500 HasseltBelgië0648.896.643Aandelen klasse B 51.821 10,82 0,00 31/12/2017 Euro 435 -354,6



123

Vol. 12

3. TOELICHTING



Hit Discovery Constance (HDC) GmbHByk-GuldenStrasse 278467 Konstanz, DortmundDuitslandHRB 23518Gewone aandelen 3.750 15,00 0,00 31/12/2017 Euro 421 -54

IFAST NVKoutergat 21760 OLV LombeekBelgië0842.279.704Aandelen klasse D 790.500 20,35 0,00 31/12/2017 Euro 1.449 -209

INMANTA NVKapeldreef 603001 LeuvenBelgië0647.518.055Aandelen klasse C 131.418 13,16 0,00 31/12/2017 Euro 48 -20

INSTRUMEN NVDubbeekstraat 1123200 AarschotBelgië0845.961.843Aandelen klasse B 325.701 16,16 0,00 31/12/2015 Euro 183 -220

INTERNATIONAL SCHOOL OF LEUVEN VZWProfessor Van Overstraetenplein 13000 LeuvenBelgië0525.726.934 NA 25,00 0,00 NA

INSPYRO NVKapeldreef 603001 LeuvenBelgië0810.136.575Aandelen klasse C 65.561 25,49 0,00 31/12/2017 Euro 162 39

INTIGRITI NVParklaan 133 bus 89300 AalstBelgië0660.623.646Aandelen klasse C 500 25,01 0,00 31/12/2017 Euro -109,08 -427,38



124

Vol. 12

3. TOELICHTING



MAGICS INSTRUMENTSEricastraat 52400 MolBelgië0634.891.526Aandelen klasse B 28.728 16,86 0,00 31/12/2017 Euro 558 62

MAGNETS FOR EMULSIONS NVNijverheidsstraat 348020 OostkampBelgië0869.954.792Aandelen klasse B 85.060 10,52 0,00 31/12/2017 Euro -238 -82

MatchID NVDeinsesteenweg 949031 DrongenBelgië0563.512.491Aandelen klasse C 674 11,15 0,00 31/12/2017 Euro 618 67

MINDCET NVRomeinse Straat 10 bus 83001 LeuvenBelgië0840.120.364Aandelen klasse C 6.818 14,57 0,00 31/12/2017 Euro 628 150

OKSIGEN IMPACTHOLDING NVJozef II-straat 201000 BrusselBelgië0647.780.351Aandelen klasse B 14.069 11,00 0,00 31/12/2017 Euro 2.101 -321

PYXIMA NVWinkelom 77 bus 22440 GeelBelgië0809.149.353Aandelen klasse B 48.416 40,21 0,00 31/12/2017 Euro 74 -183

QAELUM NVGaston Geenslaan 93001 LeuvenBelgië0840.884.387Aandelen klasse C 473.411 31,27 0,00 31/12/2017 Euro 2.225 -259

de bkh. entiteit


rechtstreeks

125

Vol. 12

3. TOELICHTING



REMYND NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0476.910.101Aandelen klasse C 646.932 23,82 0,00 31/12/2017 Euro 1.341 2.868

REWIND THERAPEUTICS NVGaston Geenslaan 23001 LeuvenBelgië0682.626.216Aandelen klasse A 14.844 22,85 0,00 NA

SALVE MATER NVKeizershoek 350A2550 KontichBelgië0807.852.523Aandelen 33.000 50,00 0,00 31/12/2017 Euro 8.480 724

TRANSPORT & MOBILITY LEUVEN NVDiestsesteenweg 573010 LeuvenBelgië0476.966.024Aandelen klasse A 114.828 47,52 0,00 31/12/2017 Euro 801 238

TUSK IC NVQuellinstraat 492018 AntwerpenBelgië0688.725.140Aandelen klasse C 26.540 10,83 0,00 NA

VERSASENSE NVKroegberg 33000 LeuvenBelgië0652.964.408Aandelen klasse B 248.230 40,58 0,00 31/12/2017 Euro 113,33 -153,17

HOLDING WETENSCHAPSPARK WATERSCHEI NVStadsplein 13600 GenkBelgië0837.304.196Aandelen klasse B 2.625 20,49 0,00 31/12/2017 Euro 12.783 -3

ZEOPORE NVPeperkoren 99120 Beveren-WaasBelgië0687.492.151Aandelen klasse B 14.880 41,03 0,00 NA



126

Vol. 13

3. TOELICHTING

IV.ter VORDERINGEN OP ANDERE RECHTSPERSONEN

Naam, adres v/d zetel en zo het een rechtsp. Nominale Waardenaar Belgisch recht betreft, het ond.nummer

AQUA4C NVHogeweg 1609000 GentBelgië0541.596.530 Euro 73.897

CUSTOM8 NVRomeinse straat 183001 LeuvenBelgië0474.773.230 Euro 51.000

DNAME-IT NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0506.754.823 Euro 30.096

FACULTY CLUB VZWGroot Begijnhof 143000 LeuvenBelgië0860.258.455 Euro 822.922

FORMAC PHARMACEUTICALS NVGaston Geenslaan 13001 LeuvenBelgië0892.914.395 Euro 38.964

FOX DIAGNOSTICS NVVeldstraat 1209140 TemseBelgië0653.744.366 Euro 150.000,00

MAGNETS FOR EMULSIONS NVTeerlingstraat 149190 Stekene België0869.954.792 Euro 9.201

Hieronder worden de rechtspersonen vermeld waarop de boekhoudkundige entiteit een vordering heeft (opgenomen in de posten 281 en 283 van de activa), alsmede de andere rechtspersonen waarop de boekhoudkundige entiteit een vordering heeft of een borgtocht in contanten (opgenomen in de posten 285/8 van de activa) ten belope van ten minste 10% van het geplaatste kapitaal.

127

Vol. 14

3. TOELICHTING

V. VOORRADEN EN PROJECTEN IN UITVOERING (post 30/37 van de activa)

Voorraden (post 30), uitsplitsing van deze post indien daaronder belangrijke bedragen zijn opgenomen, als volgt :

Boekjaar Vorig boekj.Handelsgoederen 1.098.396 1.153.438

Projecten in uitvoering (post 37) :Kosten Opbrengsten

saldo

128

Vol. 15

3. TOELICHTING

VI. GELDBELEGGINGEN (post 51/53 van de activa)Boekjaar Vorig boekj.

Aandelen 110.525.055 84.453.911

Boekwaarde verhoogd met het niet opgevraagde bedragNiet opgevraagd bedrag (-)

Vastrentende effecten 855.311.768 801.865.631

waarvan uitgegeven door kredietinstellingen 43.182.524 28.055.285

Termijnrekeningen bij kredietinstellingen 375.172.545 391.846.430

Hierboven niet opgenomen overige geldbeleggingen

VII. OVERLOPENDE REKENINGENBoekjaar

Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa indien daaronder eenbelangrijk bedrag voorkomt.

Verlopen rente op geldbeleggingen 2.304.222

129

Vol. 16

3. TOELICHTING

VIII. VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO'S EN KOSTENBoekjaar

Uitsplitsing van de post 165 van de passiva indien daaronder een belangrijkbedrag voorkomt.

Provisies - Uitvindersaandelen 12.401.947Provisies - EFRO / INTERREG 10.463.115Provisies - Bijwedden 8.426.450Provisies - Overige personeelskosten 4.293.214Provisies - Aandeel van de KU Leuven in de ringweg op de health sciences campus 1.629.780Provisies - Hangende geschillen 818.179Provisies - Nog te volstorten kapitaal in spinoff bedrijven 792.600Provisies - Provisie overhead iMinds 452.545Provisies - Ingehouden bedrijfsvoorheffing wetenschappelijke medewerkers 29.661

130

Vol. 17

3. TOELICHTING

IX. STAAT VAN DE SCHULDEN

A. UITSPLITSING V/D SCHULDEN MET EEN OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAAR GELANG HUN 1. Hoogst. 2. Meer dan 3. Meer danRESTERENDE LOOPTIJD. één jaar 1 jaar doch 5 jaar

hoogst 5 jr.(post 42) (post 17)

Financiële schulden 1.466.346 6.153.896 22.978.7501. Achtergestelde leningen2. Niet achtergestelde obligatieleningen3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 192.480 766.710 6.920.3554. Kredietinstellingen 1.273.866 5.387.186 16.058.3955. Overige leningen

Handelsschulden 0

Overige schulden 250.000

TOTAAL 1.716.346 6.153.896 22.978.750

B. GEWAARBORGDE SCHULDEN (begrepen in de posten 17 en 42/48 van de passiva) 1. Belgische 2. Zakelijke zekerheden gesteld

overheids of onherroepelijk beloofd opinstellingen activa van de boekhoudkundige

entiteitFinanciële schulden 1.729.677

1. Achtergestelde leningen2. Niet achtergestelde obligatieleningen3. Leasingschulden en soortgelijke schulden4. Kredietinstellingen 1.729.6775. Overige leningen

Handelsschulden

Ontvangen vooruitbetalingen op projecten

Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten1. Belastingen2. Bezoldigingen en sociale lasten

Overige schulden

TOTAAL 1.729.677

Schuld met resterende looptijd van

Schulden (of delen ervan) gewaarborgd door

131

Vol. 18

3. TOELICHTING

IX. STAAT VAN DE SCHULDEN

C. ONTVANGEN VOORUITBETALINGEN OP PROJECTEN Kosten Opbrengsten659.501.806 718.312.394

saldo 58.810.588OVERIGE VOORUITBETALINGEN

D. SCHULDEN M.B.T. BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN Boekjaar

1. Belastingen (post 450/3 van de passiva) a) Vervallen belastingschulden b) Niet vervallen belastingschulden 20.813.575 c) Geraamde belastingschulden 4.779.9572. Bezoldigingen en sociale lasten (post 454/9 van de passiva)

b) Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten 75.691.731

X. OVERLOPENDE REKENINGENBoekjaar

Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt.

Over te dragen opbrengsten 34.427.995

132

Vol. 19

3. TOELICHTING

XI. BEDRIJFSRESULTATENBoekjaar Vorig boekj.

A.1. GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND (in VTE)1. ZAP 1.423,50 1.429,972. AAP 2.085,86 2.099,963. ATP 3.249,74 3.172,924. Gastprofessoren 63,42 56,555. Contractueel AP 2,84 2,886. Contractueel ATP 132,78 120,867. Bursalen onderworpen aan RSZ 2.043,03 1.898,77

Totaal 9.001,17 8.781,91

A.2. PERSONEELSKOSTEN (post 62)1. Bezoldigingen 454.813.190 444.919.7342. Werkgeversbijdragen en sociale verzekeringen 81.427.883 79.379.6893. Rechtstreekse sociale voordelen 63.382.578 63.027.3434. Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen 13.743.807 13.212.5915. Andere personeelskosten 3.131.854 2.966.2306. Pensioenen 203.380 241.630

Boekjaar Vorig boekj.A.3. VOORZIENINGEN VOOR PENSIOENEN (begrepen in de post 634/9)

Toevoegingen (+) 68.027 98.116 Bestedingen en terugnemingen (-) -11.708.417 -5.153.795

B. WAARDEVERMINDERINGEN (post 631/3)1. Op voorraden - geboekte 96.630 82.484 - teruggenomen (-)2. Op handelsvorderingen - geboekte 898.542 254.877 - teruggenomen (-) 130.840 295.622

C. VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN (post 634/9)Toevoegingen 52.004.340 63.216.999Bestedingen en terugnemingen (-) -52.575.877 -61.206.234

(c) bij sommige personeelscategorieën wordt er niet gewerkt met een contractueel VTE: bijv. bijz. emeriti, jobstudenten, sportmonitoren maar kennen wel een verbruik.

De Totale VerbruiksVTE bestaat uit alle werkelijk geleverde normale prestaties, alle gelijkgestelde prestaties van een personeelslid, en de (eventuele) totale verbrekingsvergoeding, uitgedrukt in voltijds equivalenten. Alle bezoldigde personeelsleden hebben een VerbruiksVTE.

VerbruiksVTE wijkt af van de Contractuele VTE op het vlak van:(a) afwezigheden die niet gelijkgesteld zijn met prestaties(b) onvolledige start of stop-maand

(d) in statistieken over contractuele VTE zitten ook bepaalde onbezoldigde personeelscategorieën: bijv. gedetacheerde en bijzondere navorsers (FWO...)

Noot in verband met bovenstaande tabel: (1) Bursalen met beperkte RSZ bezitten een contractueel VTE en VerbruiksVTE maar zijn niet opgenomen in deze VerbruiksVTE tabel.

(2) Enkel bezoldigde Gastprofessoren zitten in de VerbruiksVTE tabel. In bepaalde statistieken over contractuele VTE zitten meestal geen Gastprofessoren. Indien deze toch opgenomen zijn, worden zowel de contractuele VTE's van bezoldigde als onbezoldigde Gastprofessoren opgenomen.

133

Vol. 20

3. TOELICHTING

XII. FINANCIËLE RESULTATENBoekjaar Vorig boekj.

A. ANDERE FINANCIËLE OPBRENGSTEN (post 752/9)Door de overheid toegekende subsidies, aangerekend op het resultaat- kapitaalsubsidies- interestsubsidiesUitsplitsing van de overige financiële opbrengsten, indien het belangrijke bedragen betreft.

Meerwaarde bij de realisatie geldbeleggingen 1.402.377 7.698.410Gerealiseerde positieve wisselresultaten 400.920 1.134.055Inbreng in natura in spin-off bedrijven 218.219 1.050.424

B. AFSCHRIJVINGEN VAN KOSTEN BIJ UITGIFTE VAN LENINGEN EN DISAGIO

C. GEACTIVEERDE INTERESTEN

D. WAARDEVERMINDERINGEN OP VLOTTENDE ACTIVA (post 651)- Geboekt 7.560.083 1.421.887- Teruggenomen (-) -1.214.834 -935.882

E. ANDERE FINANCIËLE KOSTEN (post 652/9)Bedrag van het disconto ten laste van de boekhoudkundige entiteit bij deverhandeling van vorderingen.

F. VOORZIENINGEN MET FINANCIEEL KARAKTERGevormdAangewend en teruggenomen (-)

Uitsplitsing van de overige financiële kosten, indien het belangrijkebedragen betreft.

Gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoersverschillen 379.587 1.071.948Minderwaarde bij de realisatie van geldbeleggingen 762.536 867.779Bankkosten en commissielonen 206.889 162.950

XIII. UITZONDERLIJKE RESULTATENBoekjaar Vorig boekj.

A. Uitsplitsing van de ANDERE UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN (post 764/9),indien het belangrijke bedragen betreft.

FEU middelen (middelen uit het Financierings-Fonds Eenmalige Uitgaven) van 3.537.905 2.918.878de Vlaamse Overheid in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringwegrond de Health Science Campus - Gasthuisberg

B. Uitsplitsing van de ANDERE UITZONDERLIJKE KOSTEN (post 664/8),indien het belangrijke bedragen betreft.

Uitgaven in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringweg rond de 3.537.905 2.918.878Health Science Campus - Gasthuisberg

XIV. BELASTING OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN

Boekjaar Vorig boekj.A. De belasting op de toegevoegde waarde in rekening gebracht :

1. aan de boekhoudkundige entiteit (aftrekbaar) 28.613.531 24.352.4122. door de boekhoudkundige entiteit 53.052.824 53.159.439

B. De ingehouden bedragen ten laste van derden bij wijze van :1. bedrijfsvoorheffing 104.306.343 104.831.7392. roerende voorheffing 14.571.160 18.565.421

134

Vol. 21

3. TOELICHTING

XV. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGENBoekjaar

Persoonlijke zekerheden die door de boekhoudkundige entiteit werden gesteld of onherroepelijkbeloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van derdenwaarvan :- de door de boekhoudkundige entiteit geëndosseerde handelseffecten in omloop- de door de boekhoudkundige entiteit getrokken of voor aval getekende handelseffecten- het maximumbedrag ten belope waarvan andere verplichtingen van derden door de boekhoudkundige entiteit zijn gewaarborgd

PM : Patronaatsverklaring KU Leuven ten voordele van de associatiepartner HUB-KUB vzw.

1. vd bkh ent 2. van derden Hypotheken - Boekwaarde van de bezwaarde activa 0 - Bedrag van de inschrijving 2.640.000 Pand op andere activa - Boekwaarde van de in pand gegeven activa Zekerheden op de nog door de boekhoudkundige entiteit te verwerven activa : - Bedrag van de betrokken activa

De goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico vande boekhoudkundige entiteit, voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijnopgenomen.

................................................................................

................................................................................

................................................................................

Belangrijke verplichtingen tot aankoop van vaste activa

Belangrijke verplichtingen tot verkoop van vaste activa................................................................................................................................................................................................................................................

Termijnverrichtingen - Gekochte (te ontvangen) goederen - Verkochte (te leveren) goederen - Gekochte (te ontvangen) deviezen - Verkochte (te leveren) deviezen 0

Verplichtingen die voortvloeien uit de technische waarborgen verbonden aan reeds gepresteerde verkopen of diensten................................................................................................................................................................................................................................................

Belangrijke hangende geschillen en andere belangrijke verplichtingen................................................................................

In voorkomend geval, een beknopte beschrijving van de regeling inzake het aanvullend rust- of overlevingspensioenten behoeve van de personeels- of directieleden, met opgave van de genomen maatregelen om de daaruitvoortvloeiende kosten te dekken

Pensioenen die door de boekhoudkundige entiteit zelf worden gedragen: boekjaar- geschat bedrag van de verplichtingen die voortvloeien uit reeds gepresteerd werkwijze waarop dit bedrag wordt berekend

Zakelijke zekerheden die door de boekhoudkundige entiteit werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar i t i

als waarborg voor schulden en verplichtingen

135

Vol. 22

3. TOELICHTING

XVI. BETREKKINGEN MET VERBONDEN ENTITEITEN EN MET ENTITEITEN WAARMEE EEN DEELNEMINGSVERHOUDING BESTAAT

1. Verbonden entiteiten 2. Entiteiten waarmee een deelnemingsverhouding bestaat

boekjaar vorig boekj boekjaar vorig boekj1. FINANCIELE VASTE ACTIVA

Deelnemingen 3.300.000 3.300.000 4.635.000 4.635.000Vorderingen achtergestelde andere 822.922 912.769 345.563 535.932

2. VORDERINGENOp meer dan één jaarOp hoogstens één jaar

3. GeldbeleggingenAandelenVorderingen

4. SchuldenOp meer dan één jaarOp hoogstens één jaar

boekjaar vorig boekj5. - Door de boekhoudkundige entiteit gestelde of onherroepelijk beloofde

persoonlijke en zakelijke zekerheden als waarborg voor schulden of verplichtingen van verbonden entiteiten- Door de verbonden entiteiten gestelde of onherroepelijk beloofde persoonlijke en zakelijke zekerheden als waarborg voor schulden of verplichtingen van de boekhoudkundige entiteit

6. Andere betekenisvolle financiële verplichtingen

7. Financiële resultatenOpbrengsten uit financiële vaste activaOpbrengsten uit vlottende activaAndere financiële opbrengstenKosten van schuldenAndere financiële kosten

8. Realisatie van vaste activaVerwezenlijkte meerwaardenVerwezenlijkte minderwaarden

Verbonden entiteiten

136

Vol. 23

3. TOELICHTING

XVII. FINANCIELE BETREKKINGEN MET

A. BestuurdersB. Natuurlijke of rechtspersonen die de onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks controleren zonder verbonden entiteit te zijnC. Andere entiteiten die door de onder B. vermelde personen rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd worden.

boekjaar1. Uitstaande vorderingen op deze personen2. Waarborgen toegestaan in hun voordeel3. Andere betekenisvolle verplichtingen aangegaan in hun voordeel

Voornaamste voorwaarden betreffende 1, 2 en 3

boekjaar4. Rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen en ten laste van de resultatenrekening toegekende pensioenen, voor zover deze vermelding niet uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op de toestand van een enkel identificeerbaar persoon: 66.223

- aan bestuurders of zaakvoerders (*) - aan oud-bestuurders en oud-zaakvoerders

(*) het bedrag betreft de zitpenningen van de externe bestuurders

D. De bedrijfsrevisor(-en) en de personen met wie hij (zij) verbonden is (zijn)

ESR-codes BoekjaarBezoldiging bedrijfsrevisor(en) 9505 84.251

Andere controleopdrachten 9506 123.105

Belastingadviesopdrachten 9507

Andere opdrachten buiten revisorale opdrachten 9508 1.665

137

Vol. 23

3. TOELICHTING

XVIII. AFGELEIDE FINANCIELE INSTRUMENTEN NIET GEWAARDEERD OP BASIS VAN DE REELE WAARDE

In voorkomend geval, een schatting van de reële waarde voor elke categorie afgeleide financiële instrumenten die nietgewaardeerd worden op basis van de waarde in het economisch verkeer, met opgave van de omvang en de aard van deinstrumenten.

Bedragen................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Aanvullende opmerkingen

De BTW-correcties geregistreerd op de onroerende goederen ingevolge de toepassing van het bijzonder verhoudingsgetal worden afgeschreven.

(d.w.z. komen in mindering van de afschrijvingslast) over de resterende looptijd van de betreffende activa, en leiden dus tot lagere afschrijvingen.

Mutatie eigen vermogen 2017-2018

De voorzieningen voor grote herstellings-en onderhoudswerken werden in 2012 voor de eerste maal aangelegd. De provisie bedraagt eind 2018 €148,5 miljoen.

GroepsverzekeringVoor de groepsverzekering polis 53003065 (GVZ/GRD), een defined benefit plan, is beslist om een voorziening te boeken ter dekking van de nog niet-gefinancierde verplichtingen van KU Leuven op het einde van het boekjaar. Deze voorziening stemt overeen met het verschil tussen de actuele waardevan de verplichtingen voor verleden diensttijd (Defined Benefit Obligation) en de beschikbare activa.De voorziening is berekend door een externe actuaris conform de projected unit credit (PUC) methode, gebaseerd op de MR/FR mortaliteit tabellen en eenactualisatievoet van 1,60% op 31 december 2018.Op 31 december 2018 bedraagt deze voorziening €44,4 miljoen.De ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (opgenomen onder code A.5.6. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening – andere)

Tijdens 2011 werden voor de eerste maal, conform het boekhoudkundig overeenstemmingsprincipe, de betreffende ingehouden bedrijfsvoorheffingen die nog niet waren uitgegeven op de programmafinanciering, via de overlopende rekeningen van het passief overgedragen naar het volgende boekjaar.

Bedrag 2018= €30,4 miljoen

Tijdens 2018 worden €4,5 miljoen bestemde fondsen rechtstreeks op het eigen vermogen van de balans geregistreerd, gezien deze fondsen het totale vermogen van de KU Leuven doen toenemen zonder dat zij het gevolg zijn van een economische transactie: - €4,5 miljoen wordt toegevoegd aan het bestemd fonds voor onroerende investeringen ingevolge het KU Leuven-aandeel in de verkoopopbrengst van campus Oostende;

Deze voorzieningen zijn inclusief grote herstellings- en onderhoudswerken binnen de geïntegreerde (technologie-)campussen. Voor 2018 wordt een toevoeging geboekt van €31,4 miljoen en een gedeeltelijke terugname in functie van de gemaakte kosten van -€22,0 miljoen. Totale netto-impact op de voorzieningen 2018: +€9,4 miljoen.

Buiten balans verplichting

Verplichting in het kader van onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development van €20 miljoen met een optie tot bijkomend €10 miljoen. Hiervan werd reeds €4,4 miljoen toegewezen. Kosten worden in resultaat van het boekjaar geboekt op moment van prestaties; conform advies CBN 2011/17 betreffende onderzoeksfondsen.

Het totaal van de overheidswaarborgen bedraagt €9,6 miljoen. Het totaal van de bankgaranties bedraagt €0,2 miljoen.

De analyse van de bestemmingen op 31 december 2018, conform de aanpak die in voege is sinds 2009, geeft het volgende beeld van de bestemde fondsen voor alle begrotingsafdelingen samen:

De voorzieningen voor belastingen zijn in 2018 voor de eerste maal aangelegd voor een bedrag van €8,3 miljoen. Einde 2018 heeft de KU Leuven voor een bedrag van €4,3 miljoen een wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016 voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers krachtens art. 275, §1 WIB 92 (cf. defiscalisatiemaatregel). Voorzichtigheidshalve en anticiperend op de te verwachten rechtlijnige toepassing door de fiscale administratie van dezelfde – door de KU Leuven betwiste – argumenten voor de jaren 2017 en 2018, is aanvullend op de boeking van de gedeeltelijk verworpen vrijstelling voor 2016 binnen afdeling V, volgens dezelfde logica in afdeling VIII een voorziening voor risico’s en kosten gedimensioneerd en aangelegd voor in totaal €8,3 miljoen m.b.t. de boekjaren 2017 en 2018. De KU Leuven gaat volstrekt niet akkoord met de door de fiscale administratie gebruikte argumenten en betwist derhalve de extra aanslag voor 2016 en de te verwachten extra aanslagen voor 2017 en 2018 met klem en ten gronde. De universiteit neemt alle mogelijke/nodige administratieve en juridische stappen om haar gelijk te bewijzen en haar belangen te vrijwaren.

code 31/12/2017Mutatie 2018 via

resultaten-verwerking

Mutatie 2018 via eigen vermogen

31/12/2018 Verschil

Bestemde fondsen 13 1.492.280.291 49.068.388 4.564.251 1.545.912.932 53.632.638

Onroerende investeringen 387.204.523 -6.731.952 4.564.251 385.036.822 -2.167.701

Wetenschappelijk onderzoek 858.885.308 49.660.391 0 908.545.699 49.660.391

Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren 231.112.868 3.839.952 0 234.952.820 3.839.952

Studentenvoorzieningen 15.077.593 2.299.998 0 17.377.590 2.299.998

(in euro)

138

B. VERKLARING VAN DE BEDRIJFSREVISOR

150

Bijlage 1:

Samenvatting van de toegepaste waarderingsregels

157

Bijlage 2:

ESR Rapportering 2018

158

Inhoud A. Situering ................................................................................................................................ 160

B. Documenten zoals voorgelegd aan de bedrijfsrevisor ........................................................... 161

C. Verklaring van de bedrijfsrevisor ........................................................................................... 242

159

........... 242

D. Verschillenanalyses .............................................................................................................. 245

160

A. Situering Op 8 juli 2011 werd door de Vlaamse Regering het decreet bekrachtigd houdende de regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan en de controle door het Rekenhof (ook Rekendecreet genoemd). Het decreet van 23 december 2011 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 voegde in artikel 165 de KU Leuven toe aan de lijst van de Vlaamse rechtspersonen bedoeld in artikel 4. §2 van het Rekendecreet. Zodoende werden artikel 37. §1, artikel 46. §2 en artikel 50. §2 van het Rekendecreet van toepassing verklaard op de KU Leuven. Deze nieuwe beschikking impliceert dat de universiteit vanaf boekjaar 2012 haar jaarrekening, aanvullend op de bestaande voorschriften (cf. het universitair boekhoudbesluit van 21 december 2007), ook in ESR-termen61 ter beschikking moet stellen. Op 9 oktober 2015 (BS 12/11/2015) heeft de Vlaamse Regering het besluit bekrachtigd betreffende de controle en single audit die van toepassing zijn op de universiteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse gemeenschap. Dit besluit komt voor de instellingen van het hoger onderwijs in de plaats van het BVR betreffende controle en single audit van 7 september 2012 dat aanvankelijk gold voor alle rechtspersonen vermeld in artikel 4, §1 en §2 van het Rekendecreet (en dus ook voor de instellingen van het hoger onderwijs). De certificeringsplicht door de bedrijfsrevisor van de jaarlijkse ESR rapportering blijft behouden in het BVR van 9 oktober 2015 en staat vermeld onder artikel 7.§5. In nauwe samenwerking tussen het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS), de Vlaamse universiteiten en EY Financial Accounting Advisory Services werd in de periode 2017-2018 een ESR-afsprakenkader opgesteld met als doel een consistente rapportering te bewerkstelligen over alle Vlaamse universiteiten heen en tegemoet te komen aan de sectoreigen vragen en noden. Dit afsprakenkader bevat volgende onderdelen: - de algemene werkwijze die borg moet staan voor een consistente invulling van de ESR-rapportering

door alle Vlaamse universiteiten; - een aantal aannamen teneinde zoveel mogelijk de één-op-één relatie tussen de

grootboekrekeningen en de ESR-codes te bewaren; - de ESR-concordantietabel die de ESR-classificatie linkt aan het rekeningstelsel voor de Vlaamse

universiteiten zoals opgenomen in het boekhoudbesluit van 21 december 2007; - de COFOG-rapportering. Aanvullend gaat het afsprakenkader in op een specifiek, verwant thema, met name de VABN-adviezen en op een gezamenlijke vertaalslag naar de sector-eigen regelgeving. Op 30 januari 2019 werd het ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten dat reeds was aangenomen door de VLIR-Commissie financiële directeuren op 20 december 2018, goedgekeurd door de VLIR-Raad. De VLIR-Commissie financiële directeuren maakte aanvullend de afspraak om het nieuwe ESR-afsprakenkader onmiddellijk, d.i. van bij de opmaak van de Jaarrekening 2018, toe te passen. Het afsprakenkader zal in de toekomst jaarlijks voor het zomerreces worden geactualiseerd op VLIR-niveau. De eerste actualisatie zal plaatsvinden in juni-juli 2019. In voorliggende bijlage worden onder punt B de documenten opgenomen die aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren ter controle zijn voorgelegd. Punt C bevat het door EY afgeleverd certificaat. Punt D geeft drie verschillenanalyses: - “Jaarrekening 2018” versus “Originele begroting 2018”62 zoals goedgekeurd door de RvB op 14

november 2017 en rekening houdend met de bijstelling van de verlegging van de werkingsuitkeringen zoals overgemaakt aan AHOVOKS d.d. 05/09/2018;

- “Jaarrekening 2018” versus “Voorlopige uitvoering 2018 (2de controle)”63 zoals goedgekeurd door de RvB op 13 november 2018 en overgemaakt aan AHOVOKS op 15/11/2018;

“Jaarrekening 2018” versus “Prefiguratie 2018” rekening houdend met de mutaties zoals overgemaakt aan AHOVOKS d.d. 21/01/2019.64

61 ESR staat voor “Europees Systeem van nationale en regionale Rekeningen in de Europese Unie”. 62 De originele begrotingscijfers 2018 werden omwille van de vergelijkbaarheid aangepast aan het nieuwe ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten zoals goedgekeurd door de VLIR-Raad op 30/01/2019 en zoals voor de eerste maal gevolgd door de Vlaamse universiteiten bij de opmaak van de Jaarrekening 2018. 63 Ook de cijfers van de “Voorlopige uitvoering 2018 (2de controle)” werden omwille van de vergelijkbaarheid aangepast aan het nieuwe ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten. 64 Zowel de “Jaarrekening 2018” als de “Prefiguratie 2018” werden onmiddellijk opgesteld overeenkomstig het nieuwe ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten.

161

B. Documenten zoals voorgelegd aan de bedrijfsrevisor Entiteit KU Leuven ‐ Katholieke Universiteit Leuven UITVOERING VAN DE BEGROTING IN ESR

ESR BA 2018 Originele begroting

RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

0 NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN 160.876.908 200.506.438 200.506.438 0 0% 06 Ontvangsten te verdelen over hoofdgroepen 1 tot en met 9 0 0 0

06.00 Ontvangsten te verdelen over hoofdgroepen 1 tot en met 9 08 Interne verrichtingen 160.876.908 200.506.438 200.506.438 0 0%

08.10 Diverse interne verrichtingen en opnemingen uit reservefondsen 08.10.1 Diverse interne verrichtingen 08.10.2 Opnemingen uit reservefondsen

08.2 Verrekeningen met andere dienstjaren 160.876.908 200.506.438 200.506.438 0 0% 08.21 Overgedragen overschot vorige boekjaren 160.876.908 200.506.438 200.506.438 0 0% 08.22 Over te dragen tekort van het boekjaar

1 LOPENDE ONTVANGSTEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEBESTEDINGEN) 211.378.520 251.686.554 250.940.184 -746.369 0%

16 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten 211.378.520 251.686.554 250.940.184 -746.369 0% 16.1 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere

sectoren dan de overheidssector 211.378.520 251.686.554 250.940.184 -746.369 0% 16.11 Aan bedrijven 79.562.690 82.389.897 90.052.498 7.662.601 9% 16.12 Aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen 74.044.016 86.942.885 81.251.577 -5.691.308 -7%

65 Rekening houdend met de bijstelling van de verlegging van werkingsuitkeringen 2018 voor LUCA School of Arts t.w.v. 31.712€ (cf. de rapportering aan AHOVOKS d.d. 05/09/2018) en conform het ESR‐afsprakenkader

voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten zoals goedgekeurd door de VLIR‐raad op 30/01/2019. Dit impliceert echter dat de ESR BA 2018 (originele begroting 2018) zoals hier voorgesteld, afwijkt van de ESR‐

begroting zoals goedgekeurd door de RvB d.d. 14/11/2017.

162

Entiteit KU Leuven ‐ Katholieke Universiteit Leuven UITVOERING VAN DE BEGROTING IN ESR


RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

16.13 Aan het buitenland 57.771.814 82.353.772 79.636.109 -2.717.663 -3% 16.2 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de

overheidssector 16.20 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de

overheidssector 18 Ontvangsten afkomstig van wegen- en waterbouwkundige

werken 18.10 Ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector 18.20 Ontvangsten binnen de overheidssector

19 Productie van investeringsgoederen in eigen beheer 19.00 Productie van investeringsgoederen in eigen beheer

2 RENTEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM 5.386.385 6.143.341 5.264.371 -878.969 -14%

26 Rente van overheidsvorderingen 5.386.385 5.890.845 5.264.371 -626.474 -11% 26.10 Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector 5.386.385 1.099.264 5.264.371 4.165.108 379% 26.20 Rente-ontvangsten binnen de overheidssector 4.791.581 -4.791.581 -100%

27 Exploitatiewinsten van overheidsbedrijven 27.10 Niet-financiële overheidsbedrijven met rechtspersoonlijkheid 27.20 Niet-financiële overheidsbedrijven zonder rechtspersoonlijkheid 27.30 Overheidskredietinstellingen met rechtspersoonlijkheid 27.40 Overheidskredietinstellingen zonder rechtspersoonlijkheid 27.50 Overheidsverzekeringsmaatschappijen

163



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

28 Overige opbrengsten uit vermogen 0 252.496 0 -252.496 -100% 28.10 Concessies 28.20 Ontvangen dividenden 252.496 -252.496 -100% 28.30 Huurgelden van gronden

3 INKOMENSOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN 115.986.803 126.243.022 118.318.047 -7.924.975 -6%

36 Indirecte belastingen en heffingen 0 0 0 36.10 Invoerrechten 36.20 Accijnzen en andere verbruiksbelastingen 36.30 Belasting op de toegevoegde waarde 36.40 Registratierechten 36.50 Winsten van fiscale overheidsmonopolies of van openbare

bedrijven met een monopolistisch karakter 36.60 Verkeersbelasting 36.70 Milieuheffingen 36.80 Heffingen en belastingen op onroerende goederen, met

uitzondering van de onroerende voorheffing 36.90 Diverse belastingen

37 Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekeringsinstellingen

37.10 Directe belastingen ten laste van bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen

164



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

37.20 Directe belastingen ten laste van gezinnen en vzw's t.b.v. de gezinnen

37.30 Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werkgevers - overheid 37.40 Socialezekerheidsbijdragen ten laste van andere werkgevers 37.50 Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werknemers 37.60 Bijdragen voor het Fonds voor Overlevingspensioenen 37.70 Andere verplichte bijdragen

38 Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, vzw's t.b.v. de gezinnen en van gezinnen 55.557.837 60.587.323 61.441.090 853.767 1%

38.10 Van bedrijven 15.325.466 13.393.363 14.015.115 621.752 5% 38.20 Van kredietinstellingen 38.30 Van verzekeringsmaatschappijen 38.40 Van vzw's t.b.v. de gezinnen 38.50 Van gezinnen 1.354.000 7.142.041 7.142.041 0 0% 38.60 Ontvangen subsidies 38.878.371 40.051.919 40.283.934 232.015 1%

39 Inkomensoverdrachten van het buitenland 60.428.966 65.655.700 56.876.957 -8.778.743 -13% 39.10 Van EU-instellingen 56.378.966 60.446.475 51.625.298 -8.821.177 -15% 39.20 Van lidstaten van de EU (overheden) 39.30 Van lidstaten van de EU (niet-overheden) 39.40 Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen 4.050.000 5.209.224 5.251.659 42.435 1% 39.50 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)

165



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

39.60 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)

4 INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE

OVERHEIDSSECTOR 704.954.806 620.816.987 619.975.131 -841.855 0% 46 Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep 672.192.854 590.591.287 590.271.227 -320.059 0%

46.10 Van de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 479.608.640 484.538.768 484.218.708 -320.059 0% 46.20 Van niet-organieke begrotingsfondsen 46.30 Van een DAB 46.40 Van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 46.50 Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 46.60 Van vzw's van de overheid 46.70 Van andere eenheden van de overheid 96.292.107 106.052.519 106.052.519 0 0%

Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO) - stichting openbaar nut (SON) 96.292.107 106.052.519 106.052.519 0 0%

47 Inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen

47.10 Ouderdom, overlijden, nabestaanden 47.20 Ziekte 47.30 Invaliditeit en handicap 47.40 Werkloosheid 47.50 Gezinslasten

166



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

47.60 Arbeidsongevallen en beroepsziekten 47.70 Beroepsopleiding voor volwassenen 47.80 Overige inkomensoverdrachten van de

socialezekerheidsinstellingen

48 Inkomensoverdrachten van lokale overheden 1.890.457 1.877.438 1.612.024 -265.414 -14% 48.1 Van provincies 1.890.457 1.877.438 1.612.024 -265.414 -14%

48.11 Algemene bijdragen 1.890.457 1.877.438 1.612.024 -265.414 -14% 48.12 Specifieke bijdragen

48.2 Van gemeenten 48.21 Algemene bijdragen 48.22 Specifieke bijdragen

48.4 Van vzw's van de lokale overheden 48.40 Van vzw's van de lokale overheden

48.5 Van overige lokale overheden 48.51 Politiezones 48.52 OCMW's 48.53 Intercommunales van de sector S13.13 48.54 Hulpverleningszones 48.59 Overige lokale overheden

167



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

49 Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 30.871.496 28.348.262 28.091.880 -256.382 -1%

49.1 Inkomensoverdrachten van de gemeenschapscommissies 49.11 Franse Gemeenschapscommissie 49.12 Vlaamse Gemeenschapscommissie 49.13 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

49.2 Inkomensoverdrachten van de gemeenschappen 49.24 Franse Gemeenschap 49.25 Vlaamse Gemeenschap 49.26 Duitstalige Gemeenschap

49.3 Inkomensoverdrachten van de gewesten 168.519 111.479 120.000 8.521 8% 49.34 Waals gewest 49.35 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 168.519 111.479 120.000 8.521 8%

49.4 Inkomensoverdrachten van de federale overheid 30.702.977 28.236.783 27.971.880 -264.903 -1% 49.40 Federale overheid 30.702.977 28.236.783 27.971.880 -264.903 -1%

49.5 Inkomensoverdrachten van interregionale eenheden 49.50 Interregionale eenheden

5 KAPITAALOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN 556 0 556 556

56 Vermogensheffingen 56.10 Van bedrijven

168



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

56.20 Van kredietinstellingen 56.30 Van verzekeringsmaatschappijen 56.40 Van vzw's t.b.v. de gezinnen 56.50 Van gezinnen

57 Kapitaaloverdrachten van bedrijven en financiële instellingen (exclusief vermogensheffingen) 556 0 556 556

57.20 Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven 556 0 556 556 57.30 Overige kapitaaloverdrachten van kredietinstellingen 57.40 Overige kapitaaloverdrachten van verzekeringsmaatschappijen

58 Kapitaaloverdrachten van vzw's t.b.v. de gezinnen en van gezinnen (exclusief vermogensheffingen)

58.10 Van vzw's t.b.v. de gezinnen 58.20 Van gezinnen

59 Kapitaaloverdrachten van het buitenland 59.11 Van EU-instellingen: investeringsbijdragen 59.12 Van EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten 59.21 Van lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen 59.22 Van lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten

59.30 Van lidstaten van de EU (niet-overheden): overige

kapitaaloverdrachten 59.41 Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen:

investeringsbijdragen

169



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

59.42 Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten

59.51 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen

59.52 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten

59.60 Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden): overige kapitaaloverdrachten

6 KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR 12.707.511 15.323.872 15.323.314 -557 0%

66 Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep 12.707.511 15.323.872 15.323.314 -557 0% 66.11 Investeringsbijdragen van de institutionele overheid 12.707.511 13.498.872 15.323.314 1.824.443 14% 66.12 Overige kapitaaloverdrachten van de institutionele overheid 66.21 Investeringsbijdragen van niet-organieke begrotingsfondsen 66.22 Overige kapitaaloverdrachten van niet-organieke

begrotingsfondsen 66.31 Investeringsbijdragen van een DAB 66.32 Overige kapitaaloverdrachten van een DAB 66.41 Investeringsbijdragen van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 0 1.825.000 0 -1.825.000 -100%

SPORT Vlaanderen (BLOSO) 1.825.000 -1.825.000 -100% 66.42 Overige kapitaaloverdrachten van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en

EV

170



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

66.51 Investeringsbijdragen van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid

66.52 Overige kapitaaloverdrachten van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid

66.61 Investeringsbijdragen van vzw's van de overheid 66.62 Overige kapitaaloverdrachten van vzw's van de overheid 66.71 Investeringsbijdragen van andere eenheden van de overheid 66.72 Overige kapitaaloverdrachten van andere eenheden van de

overheid 67 Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen

67.00 Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen

68 Kapitaaloverdrachten van lokale overheden 68.11 Investeringsbijdragen van provincies 68.12 Overige kapitaaloverdrachten van provincies 68.21 Investeringsbijdragen van gemeenten 68.22 Overige kapitaaloverdrachten van gemeenten 68.41 Investeringsbijdragen van vzw's van de lokale overheden 68.42 Overige kapitaaloverdrachten van vzw's van de lokale overheden 68.51 Politiezones 68.52 OCMW's 68.53 Intercommunales van de sector S13.13 68.54 Hulpverleningszones

171



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

68.59 OverigeLokale overheden 69 Kapitaaloverdrachten van andere institutionele groepen

(federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)

69.1 Kapitaaloverdrachten van de gemeenschapscommissies 69.11 Franse Gemeenschapscommissie 69.12 Vlaamse Gemeenschapscommissie 69.13 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

69.2 Kapitaaloverdrachten van de gemeenschappen 69.24 Franse Gemeenschap 69.25 Vlaamse Gemeenschap 69.26 Duitstalige Gemeenschap

69.3 Kapitaaloverdrachten van de gewesten 69.34 Waals Gewest 69.35 Brussels Hoofdstedelijk gewest

69.4 Kapitaaloverdrachten van de federale overheid 69.40 Federale overheid

69.5 Kapitaaloverdrachten van de interregionale eenheden 69.50 Interregionale eenheden

172



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

7 DESINVESTERINGEN 85.030 70.429 93.079 22.650 32% 76 Verkoop van onroerende goederen in het binnenland 0 0 27.500 27.500

76.1 Verkoop van gronden 76.11 Binnen de overheidssector 76.12 Aan andere sectoren dan de overheidssector

76.2 Verkoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken 76.21 Binnen de overheidssector 76.22 Aan andere sectoren dan de overheidssector

76.3 Verkoop van bestaande gebouwen 27.500 27.500 76.31 Binnen de overheidssector 76.32 Aan andere sectoren dan de overheidssector 27.500 27.500

77 Verkoop van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen 85.030 70.429 65.579 -4.850 -7%

77.10 Verkoop van vervoermaterieel 85.030 8.240 65.579 57.339 696% 77.20 Verkoop van overig materieel 62.189 -62.189 -100% 77.30 Verkoop van patenten, octrooien en andere immateriële goederen 77.40 Verkoop van waardevolle voorwerpen 77.50 Verkoop van teeltgoederen (planten en dieren) 77.70 Verkoop van duurzame militaire goederen 77.80 Verkoop inzake onderzoek en ontwikkeling

78 Voorraadverminderingen 78.00 Voorraadverminderingen

173



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

8 KREDIETAFLOSSINGEN EN VEREFFENINGEN VAN DEELNEMINGEN; ANDERE FINANCIËLE PRODUCTEN 215.000 4.140.980 2.392.566 -1.748.414 -42%

86 Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten 0 3.532.627 2.177.566 -1.355.061 -38%

86.10 Kredietaflossingen door bedrijven 3.532.627 2.177.566 -1.355.061 -38% 86.20 Kredietaflossingen door kredietinstellingen 86.30 Kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen 86.40 Vereffeningen van deelnemingen in bedrijven 86.50 Vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen 86.60 Vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen 86.70 Andere financiële producten

87 Kredietaflossingen door vzw's t.b.v. de gezinnen en door gezinnen 15.000 138.431 15.000 -123.431 -89%

87.10 Kredietaflossingen door vzw's t.b.v. de gezinnen 15.000 15.000 15.000 0 0% 87.20 Kredietaflossingen door gezinnen 123.431 -123.431 -100%

88 Kredietaflossingen door en vereffening van deelnemingen in het buitenland

88.1 Kredietaflossingen door het buitenland 88.11 Door EU-instellingen 88.12 Door lidstaten van de EU (overheden) 88.13 Door lidstaten van de EU (niet-overheden) 88.14 Door internationale instellingen andere dan de EU-instellingen

174



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

88.15 Door landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) 88.16 Door landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) 88.17 terugbetaling van de EU in het kader van de geprefinancierde

uitgaven door de entiteit 88.2 Vereffeningen van deelnemingen in het buitenland

88.21 In EU-instellingen 88.22 In lidstaten van de EU (niet-overheden) 88.23 In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen 88.24 In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)

89 Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector 200.000 469.922 200.000 -269.922 -57%

89.1 Kredietaflossingen binnen een institutionele groep (MVG + IVAzrp)

200.000 200.000 200.000 0 0% 89.11 Van de institutionele overheid en IVAzrp 89.12 Van niet-organieke begrotingsfondsen 89.13 Van een DAB 89.14 Van een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 89.15 Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 200.000 200.000 200.000 89.16 Van vzw's van de overheid 89.17 Van andere eenheden van de overheid

89.2 Kredietaflossingen door socialezekerheidsinstellingen 89.20 Kredietaflossingen door socialezekerheidsinstellingen

89.3 Kredietaflossingen door lokale overheden

175



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

89.31 Door provincies 89.32 Door gemeenten 89.34 Door vzw's van de lokale overheden 89.35 Door overige lokale overheden

89.4 Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs 89.40 Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs

89.5 Kredietaflossingen door andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 0 269.922 0 -269.922 -100%

89.50 Kredietaflossingen door andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 269.922 -269.922 -100%

89.6 Vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector 89.61 Binnen de institutionele groep (MVG-IVAzrp) 89.62 Sociale Zekerheid 89.63 Lokale overheden 89.64 Gesubsidieerd autonoom onderwijs 89.65 Andere institutionele groepen

9 OVERHEIDSSCHULD 0 48.223.765 0 -48.223.765 -100%

96 Opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan één jaar 0 48.223.765 0 -48.223.765 -100%

96.10 Opbrengst van leningen in euro 48.151.710 -48.151.710 -100%

176



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

96.20 Opbrengst van leningen in vreemde valuta 96.30 Opbrengst van leningen binnen de overheidssector 96.70 Opbrengst van leningen inzake financiële leasings 72.055 -72.055 -100%

97 Aanmuntingen 97.00 Aanmuntingen

98 Verhoging van het eigen vermogen 98.00 Verhoging van het eigen vermogen

TOTAAL ONTVANGSTEN 1.211.591.518 1.273.155.387 1.212.813.687 -60.341.700 -5%

0 NIET- VERDEELDE UITGAVEN 159.101.709 305.210.463 243.447.140 -61.763.322 -20%

01 Uitgaven te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9 0 0 0 0 01.00 Niet verdeeld 0

03 Interne verrichtingen 159.101.709 305.210.463 243.447.140 -61.763.322 -20% 03.10 Diverse interne verrichtingen en spijzigen van reservefondsen 0 0 0 0

03.10.1 Diverse interne verrichtingen 0 03.10.2 Spijzigen van reservefondsen 0

03.2 Verrekeningen met andere dienstjaren 159.101.709 305.210.463 243.447.140 -61.763.322 -20% 03.21 Overgedragen tekort vorige boekjaren 0 03.22 Over te dragen overschot van het boekjaar 159.101.709 305.210.463 243.447.140 -61.763.322 -20%

04 Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings 0 0 0 04.00 Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings

177



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

1 LOPENDE UITGAVEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEBESTEDINGEN) 872.620.424 886.174.584 890.539.415 4.364.831 0%

11 Lonen en sociale lasten 597.751.068 616.702.692 616.010.427 -692.265 0% 11.1 Eigenlijke lonen 597.751.068 516.388.143 616.010.427 99.622.284 19%

11.11 Bezoldiging volgens weddeschalen 597.751.068 446.180.776 616.010.427 169.829.651 38% 11.12 Overige bezoldigingselementen 70.207.367 -70.207.367 -100%

11.2 Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen 0 99.189.609 0 -99.189.609 -100%

11.20 Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen 99.189.609 -99.189.609 -100%

11.3 Overige sociale lasten van de werkgever 0 173.554 0 -173.554 -100% 11.31 Directe toelagen 11.32 Doorbetaling van loon 11.33 Pensioenen van het overheidspersoneel 173.554 -173.554 -100%

11.4 Lonen in natura 0 951.385 0 -951.385 -100% 11.40 Lonen in natura 951.385 -951.385 -100%

12 Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten 274.869.356 269.471.893 274.528.988 5.057.096 2% 12.1 Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de

overheidssector 262.504.311 250.844.630 256.731.596 5.886.966 2% 12.11 Algemene werkingskosten 257.732.774 245.084.834 251.362.601 6.277.767 3% 12.12 Huurgelden van gebouwen 4.771.537 5.759.796 5.368.995 -390.802 -7%

12.2 Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector 1.724.381 2.790.964 2.068.377 -722.587 -26% 12.21 Algemene werkingskosten 1.724.381 2.790.964 2.068.377 -722.587 -26%

178



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

12.22 Huurgelden van gebouwen 12.5 Belastingen betaald aan sub-sectoren van de overheidssector 10.640.665 15.836.298 15.729.016 -107.283 -1%

12.50 Belastingen betaald aan sub-sectoren van de overheidssector 10.640.665 15.836.298 15.729.016 -107.283 -1% 14 Herstel en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen-

en waterbouwkundige werken 14.10 Kosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector 14.20 Kosten vergoed binnen de overheidssector

2 RENTEN EN HUURGELDEN VAN GRONDEN 572.445 570.460 572.445 1.985 0% 21 Interestlasten 572.445 570.460 572.445 1.985 0%

21.10 Interestlasten op overheidsschuld in euro 8.571 465 8.571 8.107 1745% 21.20 Interestlasten op overheidsschuld in vreemde valuta 21.30 Interestlasten op schuld binnen de overheidssector 563.874 563.874 563.874 21.40 Rente op commerciële schuld 6.121 -6.121 -100% 21.50 Rente op financiële leasings 21.60 Andere rente

24 Huurgelden van gronden 24.10 Betalingen aan andere sectoren dan de overheidssector 24.20 Betalingen binnen de overheidssector

25 Uitbetaalde dividenden 25.00 Uitbetaalde dividenden

179



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

3 INKOMENSOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN 8.327.411 8.930.902 8.496.700 -434.202 -5% 31 Exploitatiesubsidies

31.1 Rentesubsidies 31.11 Rentesubsidies aan overheidsbedrijven 31.12 Rentesubsidies aan andere bedrijven

31.2 Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven 31.21 Prijssubsidies aan overheidsbedrijven 31.22 Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven

31.3 Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven

31.31 Prijssubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven 31.32 Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan

overheidsbedrijven 31.4 Vermindering van werkgeversbijdragen voor bepaalde doelgroepen

31.40 Vermindering van werkgeversbijdragen voor bepaalde doelgroepen 32 Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan

bedrijven en financiële instellingen 8.327.411 8.237.834 8.496.700 258.866 3% 32.00 Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan

bedrijven en financiële instellingen 8.327.411 8.237.834 8.496.700 258.866 3% 33 Inkomensoverdrachten aan vzw's t.b.v. de gezinnen

33.00 Inkomensoverdrachten aan vzw's t.b.v. de gezinnen 34 Inkomensoverdrachten aan gezinnen 0 693.068 0 -693.068 -100%

34.1 Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel

180



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

34.10 Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel 34.2 Oorlogspensioenen

34.20 Oorlogspensioenen 34.3 Overige sociale uitkeringen

34.31 Geldelijke uitkeringen 34.32 Uitkeringen in natura

34.4 Overige uitkeringen aan gezinnen als verbruikers 0 693.068 0 -693.068 -100% 34.41 Geldelijke uitkeringen 693.068 -693.068 -100% 34.42 Uitkeringen in natura

34.5 Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten 34.50 Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten

35 Inkomensoverdrachten aan het buitenland 35.10 Aan EU-instellingen 35.20 Aan lidstaten van de EU (overheden) 35.30 Aan lidstaten van de EU (niet-overheden) 35.40 Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen 35.50 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) 35.60 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)

181



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

4 INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR 0 0 0 0

41 Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep 41.10 Aan de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 41.20 Aan niet-organieke begrotingsfondsen 41.30 Aan een DAB 41.40 Aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 41.50 Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 41.60 Aan vzw's van de overheid 41.70 Aan andere eenheden van de overheid

42 Inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen

42.10 Ouderdom, overlijden, nabestaanden 42.20 Ziekte 42.30 Invaliditeit en handicap 42.40 Werkloosheid 42.50 Gezinslasten 42.60 Arbeidsongevallen en beroepsziekten 42.70 Beroepsopleiding voor volwassenen 42.80 Globale rijkstoelage aan de sociale zekerheid 42.90 Overige inkomensoverdrachten aan de

socialezekerheidsinstellingen

182



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

43 Inkomensoverdrachten aan lokale overheden

43.1 Aan provincies 43.11 Algemene bijdragen 43.12 Specifieke bijdragen 43.13 Bijdragen voor rentelasten 43.14 Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel 43.15 Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel 43.16 Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs

43.2 Aan gemeenten 43.21 Algemene bijdragen 43.22 Specifieke bijdragen 43.23 Bijdragen voor rentelasten 43.24 Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel 43.25 Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel 43.26 Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs

43.4 Aan vzw's van de lokale overheden 43.40 Aan vzw's van de lokale overheden

43.5 Aan overige lokale overheden 43.51 Politiezones 43.52 OCMW's

183



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

43.53 Intercommunales van de sector S13.13 43.54 Hulpverleningszones 43.59 Overige lokale overheden

44 Inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs

44.10 Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel 44.20 Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel 44.30 Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs 44.40 Bijdragen voor rentelasten van het onderwijs

45 Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)

45.1 Inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies 45.11 Franse Gemeenschapscommissie 45.12 Vlaamse Gemeenschapscommissie 45.13 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

45.2 Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen 45.24 Franse Gemeenschap 45.25 Vlaamse Gemeenschap 45.26 Duitstalige Gemeenschap

45.3 Inkomensoverdrachten aan de gewesten 45.34 Waals Gewest 45.35 Brussel Hoofdstedelijk Gewest

184



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

45.4 Inkomensoverdrachten aan de federale overheid 45.40 Federale overheid

45.5 Inkomensoverdrachten aan de interregionale eenheden 45.50 Interregionale eenheden

5 KAPITAALOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN 0 0 0

51 Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen

51.1 Investeringsbijdragen

51.11 Investeringsbijdragen aan overheidsbedrijven 51.12 Investeringsbijdragen aan privébedrijven

51.2 Overige kapitaaloverdrachten aan bedrijven 51.21 Overige kapitaaloverdrachten aan overheidsbedrijven 51.22 Overige kapitaaloverdrachten aan privébedrijven

51.3 Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen 51.30 Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen

51.4 Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen 51.40 Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen

52 Kapitaaloverdrachten aan vzw's t.b.v. de gezinnen 52.10 Investeringsbijdragen aan vzw's t.b.v. de gezinnen 52.20 Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's t.b.v. de gezinnen

185



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

53 Kapitaaloverdrachten aan gezinnen 53.10 Investeringsbijdragen aan gezinnen 53.20 Overige kapitaaloverdrachten aan gezinnen

54 Kapitaaloverdrachten aan het buitenland 54.11 Aan EU-instellingen: investeringsbijdragen 54.12 Aan EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten 54.21 Aan lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen 54.22 Aan lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten

54.31 Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): investeringsbijdragen 54.32 Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): overige

kapitaaloverdrachten 54.41 Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen:

investeringsbijdragen 54.42 Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen:

overige kapitaaloverdrachten 54.51 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden):

investeringsbijdragen 54.52 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden):

overige kapitaaloverdrachten 54.61 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden):

investeringsbijdragen 54.62 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden):

overige kapitaaloverdrachten

186



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

6 KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR 0 0 0 61 Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep

61.11 Investeringsbijdragen aan de institutionele overheid (MVG + IVAzrp)

61.12 Overige kapitaaloverdrachten aan de institutionele overheid (MVG + IVAzrp)

61.21 Investeringsbijdragen aan niet-organieke begrotingsfondsen 61.22 Overige kapitaaloverdrachten aan niet-organieke

begrotingsfondsen 61.31 Investeringsbijdragen aan een DAB 61.32 Overige kapitaaloverdrachten aan een DAB 61.41 Investeringsbijdragen aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 61.42 Overige kapitaaloverdrachten aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en

EV 61.51 Investeringsbijdragen aan onderwijsinstellingen van de

institutionele overheid 61.52 Overige kapitaaloverdrachten aan onderwijsinstellingen van de

institutionele overheid 61.61 Investeringsbijdragen aan vzw's van de overheid 61.62 Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's van de overheid 61.71 Investeringsbijdragen aan andere eenheden van de overheid 61.72 Overige kapitaaloverdrachten aan andere eenheden van de

overheid

187



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

62 Kapitaaloverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen

62.10 Investeringsbijdragen 62.20 Overige kapitaaloverdrachten

63 Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden 63.11 Investeringsbijdragen aan provincies 63.12 Overige kapitaaloverdrachten aan provincies 63.21 Investeringsbijdragen aan gemeenten 63.22 Overige kapitaaloverdrachten aan gemeenten 63.41 Investeringsbijdragen aan vzw's van de lokale overheden 63.42 Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's van de lokale overheden 63.51 Politiezones 63.52 OCMW's 63.53 Intercommunales v an de sector S.1313 63.54 Hulpverleningszones 63.59 Overige lokale overheden

64 Kapitaaloverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs

64.10 Investeringsbijdragen 64.20 Overige kapitaaloverdrachten

188



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

65 Kapitaaloverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)

65.1 Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschapscommissies 65.11 Franse Gemeenschapscommissie 65.12 Vlaamse Gemeenschapscommissie 65.13 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

65.2 Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen 65.24 Franse Gemeenschap 65.25 Vlaamse Gemeenschap 65.26 Duitstalige Gemeenschap

65.3 Kapitaaloverdrachten aan de gewesten 65.34 Waals Gewest 65.35 Brussels Hoofdstedelijk Gewest

65.4 Kapitaaloverdrachten aan de federale overheid 65.40 Federale overheid

65.5 Kapitaaloverdrachten aan de interregionale eenheden 65.50 Interregionale eenheden

7 INVESTERINGEN 69.496.855 62.123.207 62.827.953 704.746 1%

71 Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland 25.762.855 17.197.933 20.471.063 3.273.131 19% 71.1 Aankoop van gronden

189



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

71.11 Binnen de overheidssector 71.12 In andere sectoren dan de overheidssector

71.2 Aankoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken 71.21 Binnen de overheidssector 71.22 In andere sectoren dan de overheidssector

71.3 Aankoop van bestaande gebouwen 25.762.855 17.197.933 20.471.063 3.273.131 19% 71.31 Binnen de overheidssector 1.737.547 71.32 In andere sectoren dan de overheidssector 24.025.308 17.197.933 20.471.063 3.273.131 19%

72 Nieuwbouw van gebouwen 18.444.653 17.237.463 18.444.653 1.207.190 7% 72.00 Nieuwbouw van gebouwen 16.849.031 17.237.463 18.444.653 1.207.190 7% 72.90 Werken in onroerende staat uitgevoerd in eigen beheer

73 Wegen- en waterbouwkundige werken 73.10 Wegenbouwkundige werken 73.20 Waterbouwkundige werken 73.30 Pijplijnen 73.40 Overige werken 73.90 Infrastructuurwerken uitgevoerd in eigen beheer

74 Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen 25.289.347 27.687.811 23.912.237 -3.775.575 -14%

74.10 Aankoop van vervoermaterieel 356.999 941.190 940.326 -864 0% 74.22 Verwerving van overig materieel 24.630.375 26.129.246 22.684.717 -3.444.529 -13% 74.30 Overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen

190



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

74.40 Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen 301.972 617.376 287.194 -330.182 -53%

74.50 Verwerving van waardevolle voorwerpen 74.60 Verwerving van teeltgoederen (planten en dieren) 74.70 Verwerving duurzame militaire goederen 74.80 Verwerving inzake onderzoek en ontwikkeling 74.90 Roerende investeringen uitgevoerd in eigen beheer

75 Voorraadtoename 0 0 0 75.00 Voorraadtoename

8 KREDIETVERLENINGEN EN DEELNEMINGEN; ANDERE

FINANCIËLE PRODUCTEN 4.450.312 8.672.641 4.757.098 -3.915.543 -45% 81 Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en

financiële instellingen en andere financiële producten 4.450.312 8.353.968 4.757.098 -3.596.869 -43% 81.11 Kredietverleningen aan overheidsbedrijven 81.12 Kredietverleningen aan privébedrijven 9.817 502.430 -502.430 -100% 81.21 Kredietverleningen aan openbare kredietinstellingen 81.22 Kredietverleningen aan privékredietinstellingen 81.31 Kredietverleningen aan openbare verzekeringsmaatschappijen 81.32 Kredietverleningen aan privéverzekeringsmaatschappijen 81.41 Deelnemingen in overheidsbedrijven 81.42 Deelnemingen in privébedrijven 4.440.495 7.851.537 4.757.098 -3.094.439 -39% 81.51 Deelnemingen in openbare kredietinstellingen

191



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

81.52 Deelnemingen in privékredietinstellingen 81.61 Deelnemingen in openbare verzekeringsmaatschappijen 81.62 Deelnemingen in privéverzekeringsmaatschappijen 81.70 Andere financiële producten

82 Kredietverleningen aan vzw's t.b.v. de gezinnen 82.00 Kredietverleningen aan vzw's t.b.v. de gezinnen

83 Kredietverleningen aan gezinnen 0 48.752 0 -48.752 -100% 83.00 Kredietverleningen aan gezinnen 48.752 -48.752 -100%

84 Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland

84.1 Kredietverleningen aan het buitenland

84.11 Aan EU-instellingen 84.12 Aan lidstaten van de EU (overheden) 84.13 Aan lidstaten van de EU (niet-overheden) 84.14 Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen 84.15 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden) 84.16 Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) 84.17 Prefinanciering in het kader van de Europese subsidies

84.2 Deelnemingen in het buitenland 84.21 In EU-instellingen 84.22 In lidstaten van de EU (niet-overheden) 84.23 In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen

192



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

84.24 In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden) 85 Kredietverleningen en deelnemingen binnen de

overheidssector 0 269.922 0 -269.922 -100% 85.1 Kredietverleningen binnen een institutionele groep

85.11 Aan de institutionele overheid (MVG + IVAzrp) 85.12 Aan niet-organieke begrotingsfondsen 85.13 Aan een DAB 85.14 Aan een VOI, IVArp, EVApr, SAR en EV 85.15 Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid 85.16 Aan vzw's van de overheid 85.17 Aan andere eenheden van de overheid

85.2 Kredietverleningen aan socialezekerheidsinstellingen 85.20 Kredietverleningen aan socialezekerheidsinstellingen

85.3 Kredietverleningen aan lokale overheden 85.31 Aan provincies 85.32 Aan gemeenten 85.34 Aan vzw's van de lokale overheden 85.35 Aan overige lokale overheden

85.4 Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs 85.40 Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs

85.5 Kredietverleningen aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 0 269.922 0 -269.922 -100%

193



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

85.50 Kredietverleningen aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) 269.922 -269.922 -100%

85.6 Deelnemingen binnen de overheidssector 85.61 Binnen de institutionele groep (MVG + IVAzrp) 85.62 Sociale zekerheid 85.63 Lokale overheden 85.64 Gesubsidieerd autonoom onderwijs 85.65 Andere institutionele groepen

9 OVERHEIDSSCHULD 2.325.879 1.473.129 2.172.935 699.806 48%

91 Aflossingen van leningen met een looptijd van meer dan één jaar 2.325.879 1.473.129 2.172.935 699.806 48%

91.10 Aflossingen van de schuld in euro 863.403 241.076 913.209 672.133 279% 91.20 Aflossingen van de schuld in vreemde valuta 91.30 Aflossingen van de schuld binnen de overheidssector 1.069.974 1.042.301 1.069.974 27.673 3% 91.70 Aflossingen bij financiële leasings 392.502 189.752 189.752 0 0%

92 Ontmuntingen 92.00 Ontmuntingen

93 Verlaging van het eigen vermogen 93.00 Verlaging van het eigen vermogen

194



RvB 14/11/201765

ESR JR 2018

ESR Prefiguratie

2018 Zending naar

AHOVOKS d.d. 21/01/2019

(1)

Delta

Delta %

Uitvoering jaar (2)

(1) - (2)

TOTAAL UITGAVEN 1.117.046.332 1.273.155.387 1.212.813.687 -60.341.700 -5%

Evenwicht Totale Ontvangsten vs Uitgaven: moet 0 zijn 0 0 0

ESR-ontvangsten 365.599.246 414.369.046 404.320.142 ‐10.048.904 ‐2%

ESR-uitgaven 949.421.512 957.799.154 962.436.513 4.637.360 0%

ESR-vorderingensaldo -583.822.266 -543.430.108 -558.116.372 ‐14.686.264 3%

* Rekening houdend met de bijstelling van de verlegging van werkingsuitkeringen 2018 voor LUCA School of Arts t.w.v. 31.712€ (cf. de rapportering aan AHOVOKS d.d. 05/09/2018) en conform het ESR‐afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten zoals goedgekeurd door de VLIR‐raad op 30/01/2019. Dit impliceert echter dat de ESR BA 2018 (originele begroting 2018) zoals hier voorgesteld, afwijkt van de ESR‐begroting zoals goedgekeurd door de RvB d.d. 14/11/2017.

195

Nr. 419052173 VO 17

KRUISTABEL ESR-COFOG OVER DE UITVOERINGSREKENING VAN DE UITGAVENBEGROTING VAN HET JAAR

ESR / COFOG

00000

01.71.0 Verrichtingen

i.v.m. interestlasten

overheidsschuld

01.72.0 Aflossing en

opneming van schuld in euro

10.40.0 GEZIN EN KINDEREN

09.40.0 Tertiair onderwijs

(algemeen)

01.40.0 Zuiver wetenschappelijk

onderzoek in enge zin

TOTAAL

01.00 03.10 03.21 03.22 305.210.463 305.210.46304.00 11.11 4.965.212 163.924.393 277.291.172 446.180.77611.12 23.343.532 46.863.834 70.207.36711.20 30.481.850 68.707.759 99.189.60911.31 11.32 11.33 95.455 78.099 173.55411.40 325.185 626.200 951.38512.11 669.047 70.482.059 173.933.727 245.084.83412.12 2.562.129 3.197.667 5.759.79612.21 1.104.242 1.686.722 2.790.96412.22 12.50 1.350.689 14.485.609 15.836.298

196

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

14.10 14.20 21.10 465 46521.20 21.30 563.874 563.87421.40 6.121 6.12121.50 21.60 24.10 24.20 25.00 31.11 31.12 31.21 31.22 31.31

197

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

31.32 31.40 32.00 4.411.422 3.826.412 8.237.83433.00 34.20 34.31 34.32 34.41 213.666 479.402 693.06834.42 34.50 35.10 35.20 35.30 35.40 35.50 35.60 41.10

198

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

41.20 41.30 41.40 41.50 41.60 41.70 42.10 42.20 42.30 42.40 42.50 42.60 42.70 42.80 42.90 43.11

199

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

43.12 43.13 43.14 43.15 43.16 43.21 43.22 43.23 43.24 43.25 43.26 43.40 43.51 43.52 43.53 43.54 43.59

200

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

44.10 44.20 44.30 44.40 45.11 45.12 45.13 45.24 45.25 45.26 45.34 45.35 45.40 45.50 51.11 51.12 51.21

201

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

51.22 51.30 51.40 52.10 52.20 53.10 53.20 54.11 54.12 54.21 54.22 54.31 54.32 54.41 54.42 54.51 54.52

202

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

54.61 54.62 61.11 61.12 61.21 61.22 61.31 61.32 61.41 61.42 61.51 61.52 61.61 61.62 61.71 61.72

203

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

62.10 62.20 63.11 63.12 63.21 63.22 63.41 63.42 63.51 63.52 63.53 63.54 63.59 64.10 64.20 65.11 65.12

204

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

65.13 65.24 65.25 65.26 65.34 65.35 65.40 65.50 71.11 71.12 71.21 71.22 71.31 71.32 435.551 9.219.310 7.543.072 17.197.93372.00 9.480.604 7.756.858 17.237.46372.90 73.10

205

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

73.20 73.30 73.40 73.90 74.10 517.654 423.535 941.19074.22 18.938 14.360.669 11.749.639 26.129.24674.30 74.40 339.557 277.819 617.37674.50 74.60 74.70 74.80 74.90 75.00 81.11 81.12 276.337 226.094 502.43081.21

206

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

81.22 81.31 81.32 81.41 81.42 4.318.345 3.533.192 7.851.53781.51 81.52 81.61 81.62 81.70 82.00 83.00 26.813 21.938 48.75284.11 84.12 84.13 84.14 84.15

207

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

84.16 84.17 84.21 84.22 84.23 84.24 85.11 85.12 85.13 85.14 85.15 85.16 85.17 85.20 85.31 85.32 85.34

208

Nr. 419052173 VO 17


ESR / COFOG

00000



overheidsschuld





(algemeen)



TOTAAL

85.35 85.40 85.50 148.457 121.465 269.92285.61 0 85.62 85.63 85.64 85.65 91.10 241.076 241.07691.20 0 91.30 1.042.301 1.042.30191.70 189.752 189.75292.00 93.00

TOTAAL 305.210.463 570.460 1.473.129 6.088.748 336.982.371 622.830.216 1.273.155.387

209

419052173 VO 19

AANSLUITING ECONOMISCH MET BEGROTINGSRESULTAAT

gebaseerd op art. 45, 4° van het Rekendecreet

code Boekjaar

Te bestemmen bedrijfseconomisch resultaat (+/-) 9905 49.068.388

Verrichtingen zonder impact op het begrotingsresultaat

Afschrijvingen en waardeverminderingen op vast activa (+) 630 59.526.774 Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (+) 631/4 864.332

Voorzieningen voor risico's en kosten (+) 635/8 -571.538 Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa (-)

760 0

Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten (-)

7620 0

Terugneming van waardevermindering op financiële vaste activa(-) 761 -971.809

Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke financiële risico's en kosten (-)

7621 0

Niet-recurrente afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa (+)

660 337.605

Voorzieningen voor uitzonderlijke bedrijfsrisico's en -kosten: toevoegingen (bestedingen) (+)/(-)

6620 0

Waardeverminderingen op fin vaste activa (+) 661 1.599.501

Voorzieningen voor uitzonderlijke financiële risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen) (+)/(-)

6621 0

Meerwaarden bij de realisatie van immateriële en materiële vaste activa (-)

7630 0

Meerwaarden bij de realisatie van financiële vaste activa (-) 7631 -1.537.851

Minderwaarden bij de realisatie van immateriële en materiële vaste activa (+)

6630 0

Minderwaarden bij de realisatie van financiële vaste activa (+) 6631 0

Meerwaarde op de courante realisatie van materiële vaste activa (-) 741 -70.429

Minderwaarde op de courante realisatie van materiële vaste activa (+)

641 0

Mutatie Provisie niet-opgenomen vakantiedagen (+/-) VO 6.9 0 Verrekening kapitaalsubsidies eigen investeringen in resultaat genomen kapitaalsubsidie (-) 753 -129.820

Andere (nader toe te lichten)

Waardevermindering vlottende activa 6.345.247

CCM FWO 11.999.390

Vordering vakantiegeld -1.219.077

Inbreng in natura in spin-off bedrijven -218.219

Niet gerealiseerd wisselkoersverschil einde periode 155.174

…………………………..

210

Verrichtingen met uitsluitend impact op het begrotingsresultaat (niet op het bedrijfseconomisch resultaat)

Investeringen in immateriële en materiële vaste activa (-) ESR 71/4 -62.123.207 Kapitaalverstrekkingen van het boekjaar en aankopen van aandelen en obligaties (-) ESR 81/5 -8.672.641

Correctie op ESR 81.70 mbt Rente op SWAPs (+) ESR 81.70 0

Verkopen op materiële en immateriële vaste activa (+) ESR 76/7 70.429

Terugbetalingen van Kapitaalverstrekkingen van het boekjaar en verkopen van aandelen en obligaties (+) ESR 86/9 4.140.980

Correctie op ESR 86.70 mbt Rente op SWAPs (-) ESR 86.70 0

Nieuw aangegane leningen van het boekjaar (+) ESR 96 48.223.765

Afbetaling kapitaalgedeelte lening (-) ESR 91 -1.473.129

Aangaan kapitaalverhoging in cash (+) ESR 98 0

Terugbetalingen kapitaal of uitgiftepremies in cash (-) ESR 93 0 Diverse interne verrichtingen en opnemingen uit reservefondsen (+) ESR 08.10 0

Diverse interne verrichtingen en spijzigen van reservefondsen (-) ESR 03.10 0

Nieuw toegekende kapitaalsubsidies eigen investeringen (+) VO 6.8 0

Andere (nader toe te lichten)

Gerealiseerde minderwaarde op FVA 762.536

Gerealiseerde meerwaarde op FVA -1.402.377

Begrotingsresultaat

berekend na aansluiting 104.704.025

Begrotingssaldo: opbouw (+) / intering (-) 104.704.025

211

KU Leuven – Jaarrekening 2018 – Link tussen de codes van de balans en de ESR-codes

GRB GRB Omschrijving Jaarrekening

2018 ESR - code

ESR 2018

13101100 EIGEN VERMOGEN UNIV + KDVB + Associatie -1.545.912.930,64 02.99 -53.632.639,27

15000000 ONTVANGEN KAPITAALSUBSIDIES KDVB -4.453.502,70 02.99 0,00

15009900 AFSCHRIJVING KAPITAALSUBSIDIES KDVB 1.678.990,61 02.99 144.147,60

15009900 AFSCHRIJVING KAPITAALSUBSIDIES KDVB 67.498,18 02.99 -14.327,87

16001000 PROVISIES - BRUGPENSIOENEN -273.820,00 02.99 115.034,56

16002000 PROVISIES - VERPLICHTINGEN PENSIOENRECHTEN < 1971 -291.304,60 02.99 20.117,49

16003000 PROVISIES - GROEPSVERZEKERING GVZ GRD -44.423.670,30 02.99 11.505.238,46

16101000 PROVISIES - BELASTINGEN -8.279.515,25 02.99 -8.279.515,25

16200000 PROVISIES - GROTE HERSTELLINGS- & ONDERHOUDSWERKEN -148.537.822,37 02.99 -9.362.390,25

16401000 PROVISIES - MILIEU & VEILIGHEID -2.853.106,67 02.99 58.607,93

16501000 PROVISIES - HANGENDE GESCHILLEN -818.178,91 02.99 459.180,75

16502000 PROVISIES - UITVINDERSAANDELEN -12.401.946,73 02.99 7.335.760,48

16503000 PROVISIES - BIJWEDDEN -8.426.450,12 02.99 25.467,92

16504000 PROVISIES - OVERIGE -2.874.925,00 02.99 -22.155,22

16505000 PROVISIES - OVERIGE PERSONEELSKOSTEN -4.293.214,38 02.99 -107.544,51

16506000 PROVISIES - DEFISCALISATIE -29.661,14 02.99 45.462,35

16507000 PROVISIES - EFRO/INTERREG -10.463.115,22 02.99 -1.221.727,07

17210000 LEASINGSCHULDEN EN SOORTGELIJKE -7.687.065,04 91.70 189.751,66

17306000 KREDIETINSTELLINGEN - ASLK SOCIALE SECTOR -1.525.784,74 91.10 203.892,42

17306001 SCHULDEN EIB LANGE TERMIJN -19.919.796,48 91.30 1.069.973,85

21100000 SOFTWARE - AW 6.921.013,39 74.40 617.375,94

21190000 SOFTWARE - GEB.AFSCHR -6.179.652,43 02.99 -442.113,49

22000000 TERREINEN - AW 5.129.656,20 71.12 0,00

22100000 GEBOUWEN NIEUWBOUW KDVB 6.135.569,74 71.32 0,00

22100000 GEBOUWEN - AW 806.859.559,04 71.32 16.762.381,83

22100001 GEBOUWEN - AW 72.00 8.541.182,60

22101000 GEBOUWEN-KEUKEN KDVB 26.239,28 02.99 0,00

22101900 AFSCHRIJV.KEUKEN KDVB -26.239,28 02.99 0,00

22109900 AFSCHRIJV.GEBOUWEN KDVB -2.652.350,22 02.99 -179.408,03

22110000 GEBOUWEN OMBOUW KDVB 1.424.646,90 71.32 834.835,13

22119900 AFSCHRIJV.OMBOUW KDVB -298.354,85 02.99 -66.291,78

22190000 GEBOUWEN - GEB.AFSCHR -408.888.319,60 02.99 -30.305.458,14

22200000 BEBOUWDE TERREINEN - AW 55.190.341,10 02.99 503.117,12

23100000 KANTOORMACH.,-MAT. KDVB 27.987,86 74.22 2.454,14

23109900 AFSCHRIJV.KANTOORMACHINES KDVB -21.350,76 02.99 -2.747,79

23110000 UITRUSTING KDVB 316.711,32 74.22 15.576,29

23119900 AFSCHRIJVING UITRUSTING KDVB -219.684,03 02.99 -19.020,66

23200010 UITRUSTING - AW Associatie 02.99 -317,50

212


2018 ESR - code

ESR 2018

23200010 UITRUSTING - AW 219.523.071,86 74.22 25.370.560,47

23200020 UITRUSTING - IJZERENVOORRAAD 33.716.847,44 02.99 1.271.132,13

23290010 UITRUSTING - GEB.AFSCHR -182.612.267,29 02.99 -28.612.970,06

24000010 MEUBILAIR - AW Associatie 10.894,39 02.99 -1.904,41

24000010 MEUBILAIR - AW 352.598,51 74.22 74.218,26

24000020 MEUBILAIR - IJZERENVOORRAAD 19.069.926,05 74.22 26.009,60

24090010 MEUBILAIR - GEB.AFSCHR -160.339,43 02.99 -91.288,33

24100000 MEUBILAIR EN MATERIEEL KDVB 262.971,34 74.22 907,50

24100000 ROLLEND MATERIAAL - AW 4.941.492,82 74.10 941.189,68

24109900 AFSCHRIJVING MEUBILAIR EN MATERIEEL KDVB -235.486,88 02.99 -6.049,20

24190000 ROLLEND MATERIAAL - GEB.AFSCHR -3.714.798,81 02.99 -389.294,06

25000000 LEASING TERREINEN - AW 1.634.575,61 02.99 0,00

25000010 LEASING GEBOUWEN - AW 11.200.424,07 02.99 0,00

25090010 LEASING GEBOUWEN - GEB.AFSCHR -1.939.227,23 02.99 -339.406,75

26000010 BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN - AW 24.686.129,95 74.22 639.519,46

26000040 OVERIGE MVA GEBOUWEN - AW 289.800,00 02.99 0,00

26000050 OVERIGE MVA BEBOUWDE TERREINEN - AW 1.664.658,07 02.99 0,00

26900010 BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN - GEBOEKTE AFSCHRIJVINGEN -22.202.504,40 02.99 -1.205.953,75

27000000 VASTE ACTIVA IN AANBOUW 19.519.467,65 72.00 8.696.280,07

27000002 VORDERINGSSTATEN 654.196,53 02.99 1.366.311,09

27100000 MATERIELE VASTE ACTIVA IN AANBOUW KDVB 715,63 71.32 -399.284,37

27100000 VOORSCHOTFACTURATIE VA 1.329.213,40 02.99 -1.366.311,09

28000000 VERBONDEN ENTITEITEN - AW 3.820.023,59 02.99 0,00

28090000 VERBONDEN ENTITEITEN - GEB.WVERM. -520.023,59 02.99 0,00

28100000 VORD OP VERBONDEN ENTITEITEN - OP REKENINGEN 822.922,07 02.99 -89.847,42

28200000 DEELNEMINGEN - AW 21.136.818,94 81.42 1.177.839,10

28210000 DEELNEMINGEN - NOG TE STORTEN BEDRAGEN -750.000,00 02.99 0,00

28290000 DEELNEMINGEN - GEB. WVERM- -15.751.818,94 02.99 -1.177.839,10

28300000 VORD.OP DEELNEMINGEN-OP REKENINGEN 345.562,90 81.42 367.910,47

28370000 DEELNEMINGEN - DUBIEUZE DEBITEUREN 7.595,00 02.99 -558.279,39

28390000

DEELNEMINGEN - WAARDEVERMINDERINGEN OP VORDERINGEN -7.595,00 02.99 0,00

28400000 ANDERE AANDELEN - AW 27.678.379,84 81.42 6.186.386,49

28410000 ANDERE AANDELEN - NOG TE STORTEN BEDRAGEN -13.995.100,11 02.99 -2.512.501,73

28490000 ANDERE AANDELEN - GEB. WVERM- -5.341.303,37 02.99 -768.168,85

28500000 OVERIGE VORDERINGEN - VORDERINGEN OP REKENING 69.572,59 81.42 119.401,09

28800000 BETAALDE WAARBORGEN KDVB 74,36 81.12 0,00

28800100 BORGTOCHTEN BETAALD IN CONTANTEN 244.991,93 02.99 -161.585,45

213


2018 ESR - code

ESR 2018

29106101 STUDIEFINANCIERING STUDENTEN FICA 657.084,85 87.20 -29.763,76

29106110 STUDIEFINANCIERING BINNENLANDSE STUDENTEN -396.517,73 87.20 0,00

29106330 LENING WETENSCHAPSPARK 550.232,20 81.12 9.816,74

29106354 LENING VZW ALAMIRE FOUNDATION LT 90.000,00 87.10 -15.000,00

29106355 LENING VZW COMENIUS LT 1.000.000,00 89.15 -200.000,00

29106400 DIVERSE LENINGEN 50.000,00 02.99 0,00

29191000 OVERIGE GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN -3.334,00 02.99 13.693,31

30010000 CENTRAAL MAGAZIJN - MM 903.124,96 02.99 6.610,75

30020000 MAGAZIJN CDE 11.850,34 02.99 621,82

30030000 MAGAZIJN CASP 1.074,48 02.99 722,73

30400000 BOEKENVOORRAAD UPL 182.346,05 02.99 -62.997,39

40000000 DEBITEUREN KDVB 51.907,12 02.99 -143.584,27

40010000 EXTERNE DEBITEUREN Associatie 705,00 02.99 650,00

40010000 EXTERNE DEBITEUREN 40.685.732,47 02.99 -2.949.863,20

40010090 EXTERNE DEBITEUREN-FX VALIDERING EINDE PERIODE -4.443,00 02.99 9.715,35

40013000 EXTERNE DEBITEUREN - CMA 19,42 02.99 19,42

40014000 EXTERNE DEBITEUREN - PCS 1.284,59 02.99 862,94

40016000 EXTERNE DEBITEUREN - UPL 60.255,57 02.99 -13.823,57

40020000 EXTERNE DEBITEUREN FI-CA STUDIEGELDEN 1.423.181,72 02.99 -16.704,22

40020001 EXTERNE DEBITEUREN - FI-CA HUISVESTING 149.261,94 02.99 -95.428,71

40020002 EXTERNE DEBITEUREN FICA RECHTZETTING -201.229,55 02.99 -129.925,95

40090000 V<J - HANDELSVORD. - MANUELE BOEKINGEN KDVB 50.551,72 02.99 55.715,68

40090000 V<J - HANDELSVORD. - MANUELE BOEKINGEN 846.418,66 02.99 287.608,68

40400000 TE INNEN OPBRENGSTEN 17.669.097,12 02.99 3.104.212,36

40700000 DUBIEUZE DEBITEUREN KDVB 5.142,36 02.99 -21,60

40700000 DUBIEUZE DEBITEUREN 1.708.979,15 02.99 769.727,90

40900000 GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN KDVB -5.142,36 02.99 21,60

40900000 GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN -1.669.695,89 02.99 -824.093,76

41010000 VORDERING OP KIND EN GEZIN KDVB 158.867,38 02.99 -48.942,26

41100000 TERUG TE VORDEREN BTW NATIONAAL 2.914.956,17 02.99 -1.023.750,45

41310000 DEBITEUR FCUD KDVB 33.481,93 02.99 -2.777,77

41400000 OVERIGE TE INNEN OPBRENGSTEN 11.764,02 02.99 1.796,27

41603500 TOELAGEN KADOC 204.243,70 02.99 5.908,70

41604500 TOELAGEN IOF 4.062.599,16 02.99 1.080.802,57

41606000 VORDERING VLAAMSE GEMEENSCHAP VAKANTIEGELD 33.408.177,61 02.99 1.219.077,20

41606100 STUDIEFINANCIERING BINNENLANDSE STUDENTEN 396.517,73 83.00 0,00

41606101 STUDIEFINANCIERING STUDENTEN FICA 273.941,79 87.20 -47.644,86

214


2018 ESR - code

ESR 2018

41606243 INTERNE R/C KUL-C OP KDVB KULC Interacties -413.983,27 02.99 -17.546,65

41606243 INTERNE R/C KUL-C OP KDVB 413.643,52 02.99 17.399,85

41606290 R/C BTW KULC OP UZ 1.457.840,26 02.99 727.063,04

41606291 R/C BTW KULC OP ASSOCIATIE 339,75 02.99 146,80

41606354 LENING VZW ALAMIRE FOUNDATION KT 15.000,00 02.99 0,00

41606355 LENING VZW COMENIUS KT 200.000,00 02.99 0,00

41606400 DIVERSE LENINGEN 1.712,34 86.10 -5.000,00

41609100 BEZOLDIGINGEN - TERUG TE VORDEREN VIA LOON 13.066,15 87.20 -6.488,63

41609200 BEZOLDIGINGEN - TERUG TE VORDEREN VIA AFBET. PLAN 19.931,08 87.20 -1.556,87

41691000 TE ONTVANGEN KAPITAALSUBSIDIES KDVB 116.553,68 02.99 -349.661,04

41900000 OVERIGE GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN -61.734,20 02.99 19.938,05

42210000 LEASINGSCHULDEN & SOORTGELIJKE -192.479,81 96.70 -72.055,15

42306000 SCHULDEN ASLK SOCIALE SECTOR -203.892,42 91.10 37.184,01

42306001 SCHULDEN EIB KORTE TERMIJN -1.069.973,85 91.30 -27.673,08

42994000 DIVERSE SCHULDEN >1 JAAR <1 JAAR VERVALLEN -250.000,00 02.99 699.806,45

44000000 LEVERANCIERS Associatie -6.989,26 02.99 38.371,37

44000000 LEVERANCIERS KDVB 31.979,26 02.99 -34.586,82

44000000 CREDITEUREN KDVB -35.451,89 02.99 42.026,63

44000000 LEVERANCIERS -20.748.733,42 02.99 4.864.338,68

44000090 LEVERANCIERS-FX VALIDERING EINDE PERIODE 1.028,41 02.99 -2.601,71

44090000 LEVERANCIERS - MANUELE BOEKINGEN -359.937,73 02.99 -4.835.890,45

44400000 TE ONTVANGEN FACTUREN KDVB -61.783,75 02.99 27.012,51

44401000 TE ONTVANGEN FACTUREN CENTRAAL MAGAZIJN -148.587,43 02.99 -51.382,00

44403000 TE ONTVANGEN FACTUREN CASP 462,91 02.99 336,24

44404000 TE ONTVANGEN FACTUREN PC-SHOP -28.431,98 02.99 812,80

44406000 TE ONTVANGEN FACTUREN PM 213,61 02.99 0,00

44407000 TE ONTVANGEN FACTUREN UPL -14.706,92 02.99 21.935,83

44408000 TE ONTVANGEN FACTUREN -6.718.993,98 02.99 2.057.910,92

45100000 TE BETALEN BTW KDVB 2.181,61 02.99 1.210,32

45100000 TE BETALEN BTW KDVB -2.181,61 02.99 -1.210,32

45190000 TE BETALEN BTW - REKENING COURANT (R/C) 0,00 02.99 2.037.059,33

45210000 TE BETALEN ROERENDE VOORHEFFING -17.124.495,67 02.99 9.037.971,46

45220000 TE BETALEN ONROERENDE VOORHEFFING -503.487,43 02.99 -38.197,20

45250000 TE BETALEN BELGISCHE BELASTINGEN & TAKSEN -490.022,12 02.99 43.301,75

45300002 INGEHOUDEN BEDRIJFSVOORHEFFING BUITENLAND -3.267,09 02.99 -3.018,63

45399999 TE BETALEN BEDRIJFSVOORHEFFING -7.472.260,15 02.99 29.298,83

45400002 RSZ BUITENLAND -18.121,16 02.99 -23.211,81

215


2018 ESR - code

ESR 2018

45499999 TE BETALEN RSZ -15.902.456,64 02.99 -85.050,80

45500000 TE BETALEN LONEN KDVB 411.461,91 02.99 16.189,53

45500000 TE BETALEN LONEN KDVB -411.461,91 02.99 -16.189,53

45600017 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2017 - ZAP 0,00 02.99 10.084.973,67

45600018 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2018 - ZAP -10.215.452,19 02.99 -10.215.452,19

45609017 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2017 - ZAP 0,00 02.99 -395.417,22

45609018 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2018 - ZAP 337.915,68 02.99 337.915,68

45610017 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2017 - AAP 0,00 02.99 17.226.656,23

45610018 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2018 - AAP -17.101.166,37 02.99 -17.101.166,37

45619017 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2017 - AAP 0,00 02.99 -3.592.038,65

45619018 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2018 - AAP 3.786.747,86 02.99 3.786.747,86

45620017 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2017 - ATP 0,00 02.99 23.547.851,64

45620018 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2018 - ATP -24.816.862,27 02.99 -24.816.862,27

45629017 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2017 - ATP 0,00 02.99 -921.833,55

45629018 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2018 - ATP 982.777,69 02.99 982.777,69

45630017 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2017 - GTP 0,00 02.99 555.369,84

45630018 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2018 - GTP -667.684,69 02.99 -667.684,69

45639017 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2017 - GTP 0,00 02.99 -80.543,16

45639018 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2018 - GTP 65.845,58 02.99 65.845,58

45640017 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2017 - BUR 0,00 02.99 5.465.909,50

45640018 VAKANTIEGELD - PROVISIE 2018 - BUR -5.839.051,73 02.99 -5.839.051,73

45649017 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2017 - BUR 0,00 02.99 -1.010.012,15

45649018 VAKANTIEGELD - UITBETALING 2018 - BUR 995.007,55 02.99 995.007,55

45650017 VAKANTIEGELD - PROVISIE RSZ ENKEL VAK. GELD 2017 0,00 02.99 6.557.777,98

45650018 VAKANTIEGELD - PROVISIE RSZ ENKEL VAK. GELD 2018 -5.809.587,07 02.99 -5.809.587,07

45659017 VAKANTIEGELD - UITBETALING RSZ ENKEL VG 2017 0,00 02.99 -805.670,12

45659018 VAKANTIEGELD - UITBETALING RSZ ENKEL VG 2018 717.022,85 02.99 717.022,85

45910117 VERZEKERING AO - PROVISIE OP VAKANTIE GELD 2017 0,00 02.99 138.004,05

45910118 VERZEKERING AO - PROVISIE OP VAKANTIE GELD 2018 -131.753,19 02.99 -131.753,19

45910917 VERZEKERING AO - AFBOUW OP VAKANTIE GELD 2017 0,00 02.99 -625,58

45910918 VERZEKERING AO - AFBOUW OP VAKANTIE GELD 2018 573,38 02.99 573,38

45940000 TUSSENKOMST PERSONEEL OPENBAAR VERVOER -334.813,86 02.99 -29.906,12

45940002 WETSVERZEKERING -150.000,00 02.99 100.000,00

45940005 ZIEKTE & INVALIDITEITSVERZEKERING -65.143,94 02.99 -32.452,04

45940009 GROEPSVERZEKERING - GRD -107.769,68 02.99 -3.964,77

45940010 GROEPSVERZEKERING - CBP -569.716,01 02.99 -59.992,28

45940011 GROEPSVERZEKERING - CBP TAKSEN -22.728,48 02.99 -2.260,39

45940012 GROEPSVERZEKERING - CBP RISICOPREMIE OVERL/INVALID -83.443,05 02.99 -45.924,70

216


2018 ESR - code

ESR 2018

45940013 GROEPSVERZEKERING - CBP TAKSEN OP RISICOPREMIE O/I -3.671,49 02.99 -2.020,68

45940020 GROEPSVERZEKERING - ONDERZOEKSKADER -84.932,65 02.99 48.810,44

45940021 GROEPSVERZEKERING - ONDERZOEKSKADER TAKSEN -3.432,88 02.99 1.972,87

45940099 HOSPITALISATIEVERZEKERING -91.884,45 02.99 158.985,44

45940101 PROVISIE ECOCHEQUES -557.950,00 02.99 -374.610,50

45940102 ECOCHEQUES 0,00 02.99 56.733,09

46001000 ONTVANGEN VOORUITBET. OP PROJECTEN IN UITVOERING -10.658.878,00 02.99 26.549.447,58

46001010 ONTVANGEN VOORUITBET EU PROJECTEN IN UITVOERING -5.402.454,73 96.10 -5.402.454,73

46001100 ONTVANGEN VOORUITBET. ANDERE -42.749.254,87 96.10 -42.749.254,87

48800000 BORGTOCHTEN ONTV.IN KONT. KDVB -164.925,00 02.99 -2.850,00

48801000 HUURWAARBORGEN GROOT BEGIJNHOF -255.591,70 87.20 -12.096,57

48801010 HUURWAARBORGEN PAUSCOLLEGE -73.110,00 87.20 -680,00

48801020 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE GROENVELD -80.930,00 87.20 -3.990,00

48801040 HUURWAARBORGEN H-GEEST COLLEGE -50.220,00 87.20 -780,00

48801050 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE DONDEYNE -59.700,00 87.20 -3.780,00

48801060 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE DON BOSCO -32.460,00 87.20 1.260,00

48801070 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE LEO XIII -39.840,00 87.20 -570,00

48801080 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE CRUYSBERGHS -64.970,00 87.20 -2.690,00

48801090 HUURWAARBORGENRES.ZWARTE ZUSTERS KLOOSTER -13.830,00 87.20 -1.080,00

48801100 HUURWAARBORGEN UNIVERSITAIRE PAROCHIE LEUVEN -5.920,00 83.00 600,00

48801111 HUURWAARBORGEN RESIDENTIE VIVES -8.580,00 83.00 7.890,00

48801113 HUURWAARBORGEN AMERIKAANS COLLEGE -63.090,00 83.00 1.940,00

48801114 HUURWAARBORGEN REGA -65.650,00 87.20 -2.680,00

48801115 HUURWAARBORGEN WATERVIEW -166.920,00 83.00 9.510,00

48801116 HUURWAARBORGEN STUDAX -100.650,00 87.20 -10.890,00

48801200 HUURWAARBORGEN STVZ -368.483,90 83.00 21.084,90

48801300 OVERIGE WAARBORGEN -575.056,81 83.00 7.726,89

48950000 OVERHEADSCHULD LRD AAN UZ -839.779,59 02.99 -106.902,49

48993001 STUDIEFINANCIERING STUDENTEN FICA -23,00 02.99 -3.032,00

48997000 DOORSTORTINGEN AAN PARTNERS -36.409.865,64 02.99 -13.325.312,70

49000000 OVER TE DRAGEN KOSTEN Associatie 02.99 -27.274,14

49000000 OVER TE DRAGEN KOSTEN KDVB 2.374,35 02.99 289,85

49000000 OVER TE DRAGEN KOSTEN 3.155.750,13 02.99 1.063.610,46

49010100 VERKR.OPBR. KAS CENTRAAL MAGAZIJN - CASH & CHEQUE 1.503,03 02.99 501,27

49020100 VERKR.OPBR. KAS MAGAZIJN CDE - CASH & CHEQUE 86,42 02.99 29,90

217


2018 ESR - code

ESR 2018

49040100 VERKR.OPBR. KAS MAGAZIJN PC-SHOP - CASH & CHEQUE -826,63 02.99 -525,19

49040200 VERKR.OPBR. KAS MAGAZIJN PC-SHOP - BANCONTACT 1.361,61 02.99 339,57

49060100 VERKR.OPBR. KAS MAGAZIJN UPL - CASH & CHEQUE -320,70 02.99 -320,70

49100000 TOE TE REKENEN OPBRENGSTEN KDVB 762,06 02.99 71,19

49110000 VERKREGEN OPBRENGSTEN 2.644.614,32 02.99 -719.354,61

49200000 TOE TE REKENEN KOSTEN KDVB -647,84 02.99 -448,91

49200000 TOE TE REKENEN KOSTEN - R.V. -7.673,61 02.99 -855,29

49210000 TOE TE REKENEN KOSTEN -432.486,09 02.99 25.633,83

49310000 OVER TE DRAGEN OPBRENGSTEN -34.042.667,56 02.99 4.452.494,27

49399998 OVER TE DRAGEN OPBRENGSTEN Associatie -385.327,74 02.99 33.753,34

49399998 KULC Interacties 132.398,97 02.99 220.544,42

49650000 HERWAARDERING BELEGGINGEN NR FX RATE EINDE PERIODE -257.973,43 02.99 -214.893,97

49920000 AMEXCO 79.108,59 02.99 -56.994,82

49920001 AMEXCO AFSLUITING BOEKJAAR -79.108,59 02.99 56.994,82

49921000 EUROCARD 152.432,12 02.99 38.974,08

49921001 EUROCARD AFSLUITING BOEKJAAR -152.432,12 02.99 -38.974,08

49923000 VISA 1.089.084,59 02.99 122.396,64

49923001 VISA AFSLUITING BOEKJAAR -1.089.084,59 02.99 -122.396,64

49936010 KHBO - ONTV INSCHRIJVINGSGELD OPLEIDINGINGSCHEQUES 500,00 02.99 0,00

49939999 INTERNE ONTVANGSTEN M4000 53.813,25 02.99 10.543,90

49940000 INTERNE DEBITEUREN -169,72 02.99 -169,72

49940000 INTERNE DEBITEUREN 4.294.977,31 02.99 103.027,30

49940100 INTERNE DEBITEUREN CASP 0,00 02.99 -364,92

49940200 INTERNE DEBITEUREN CDE 1.008,37 02.99 -373,36

49940300 INTERNE DEBITEUREN CMA 4.473,15 02.99 4.011,00

49940400 INTERNE DEBITEUREN PCS 11.088,59 02.99 -2.599,46

49940600 OPEN INTERNE DEBITEUREN DV/SD EINDE JAAR -4.353.540,30 02.99 -365.226,47

49950000 INTERNE LEVERANCIERS 127,63 02.99 -3.109,69

49950001 INTERNE LEVERANCIER UPL PRODUKTIEHUIS 29,57 02.99 29,57

49970000 OMREKENINGSVERSCHILLEN 360.356,03 02.99 6.556,22

49990000 DIVERSE TRANSFERTEN 0,00 02.99 -22.183,85

49992006 INSCHRIJVINGSGELDEN - PARKEREN -3.835,92 02.99 -2.900,02

49993000 WACHTREKENING KREDIETKAARTEN KULC -505,00 02.99 -505,00

49999050 DOOR TE STORTEN BEDRAGEN -163.962,25 02.99 -112.653,05

49999652 CBA BC-PROTON KAS 0,00 02.99 -34,50

49999654 KSKE BC-MC-VI KAS 570,50 02.99 -706,50

49999662 ETEW BC-PROTON KAS 0,00 02.99 -55,00

49999712 SPORTCOMITE BC-PROTON KAS 20,00 02.99 -52,00

218


2018 ESR - code

ESR 2018

49999732 STVZ MEDISCH CENTRUM - BC PROTON KAS 0,00 02.99 -479,99

49999900 TEGENREKENING HEROPENING KDVB -27,00 02.99 -2,00

51000000 CASHFONDS KDVB 4.107.185,15 02.99 122.053,06

51001000 AANDELEN - AANSCHAFFINGSWAARDE 0,00 02.99 -73.500,00

51011000 CASHFONDS - AANSCHAFFINGSWAARDE 520.088.060,24 02.99 14.058.212,35

51011010 CASHFONDS - FX VALIDERING EINDE PERIODE -28.051,07 02.99 40.878,13

51012000 OBLIGATIEFONDS - AANSCHAFFINGSWAARDE 19.339.501,90 02.99 4.295.328,73

51012010 OBLIGATIEFONDS - FX VALIDERING EINDE PERIODE 70.480,04 02.99 70.480,04

51014000 AANDELENFONDS - AANSCHAFFINGSWAARDE 115.994.844,95 02.99 31.284.527,12

51014010 AANDELENFONDS - FX VALIDERING EINDE PERIODE 25.354,82 02.99 165.687,62

51015000 REAL ESTATE FUND - AANSCHAFFINGSWAARDE 175.267,51 02.99 0,00

51901000 AANDELEN - WAARDEVERMINDERING EINDE PERIODE 0,00 02.99 53.088,00

51911000 CASHFONDS - WAARDEVERMINDERING EINDE PERIODE -1.672.177,50 02.99 -879.824,79

51912000 OBLIGATIEFONDS - WAARDEVERMINDERING EINDE PERIODE -125.015,27 02.99 -118.020,62

51914000 AANDELENFONDS - WAARDEVERMINDERING EINDE PERIODE -5.670.412,58 02.99 -5.358.658,78

52010000 SCHATKISTCERTIFICAAT - AANSCHAFFINGSWAARDE 71.467.510,10 02.99 -7.377.853,95

52020000 OVERHEIDSOBLIGATIE - AANSCHAFFINGSWAARDE 166.782.581,27 02.99 -1.544.649,05

52020010 OVERHEIDSOBLIGATIE - FX VALIDERING EINDE PERIODE -216.578,93 02.99 -216.578,93

52030000 BEDRIJFSOBLIGATIE - AANSCHAFFINGSWAARDE 75.501.041,81 02.99 44.998.881,58

52920000 OVERHEIDSOBLIGATIE - WAARDEVERMIND. EINDE PERIODE -2.769,59 02.99 -2.769,59

53299009 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING 271.764.124,07 02.99 -21.079.590,20

53299709 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING 103.408.364,86 02.99 4.405.704,81

53299999 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING 55,86 02.99 0,00

55010000 AT KBC 432-0000011-57EUR Associatie 1.282.424,67 02.99 -30.146,41

55010000 KDPT FORTIS BANK 230-0340181-22EUR KDVB 13.430,14 02.99 5.626,68

55010000 AT KBC 432-0000011-57EUR 8.215.747,38 02.99 -1.790.315,57

55010080 AT KBC 734-0217999-49 EUR BIBLIOTHEKEN 3.021,09 02.99 2.519,70

55010100 AT KBC 432-0000251-06 EUR 100,00 02.99 0,00

55010110 AT KBC 432-0001281-66 EUR 184,43 02.99 34,68

55010160 AT KBC 432-0000581-45 EUR UNIVERSITAIRE PAROCHIE 7,45 02.99 -0,75

55010190 AT KBC 432-0000701-68 ILT -84,35 02.99 -0,75

55010230 AT KBC 432-0001971-77 MAGAZIJNEN 7,45 02.99 -0,75

55010240 AT KBC 432-0000361-19 KADOC 64.298,54 02.99 -73.974,62

219


2018 ESR - code

ESR 2018

55010250 AT KBC 734-0265952-84 EUR CRUYSBERGHS FICA 597,82 02.99 548,38

55010260 AT KBC 734-0265953-85 EUR ZWARTZUSTERS FICA -21,27 02.99 -3,29

55010270 AT KBC 734-0265954-86 EUR DON BOSCO FICA 869,66 02.99 892,40

55010300 AT KBC 460-0196031-34 EUR KT -6,80 02.99 -3,00

55010780 VF KBC 432-0000301-56EUR 3.267,83 02.99 -23.215,41

55010820 VF KBC 744-0366407-31 CALL32 EUR 20.000.119,70 02.99 0,00

55010980 BB KBC 432-0000311-66EUR 153,17 02.99 -9.314,24

55011700 AT KBC 432-0001271-56 EUR UPL 148.379,51 02.99 65.086,42

55011770 AT KBC 432-0001271-56 USD UPL 5.527,29 02.99 2.171,40

55017000 LRD KBC 432-0016591-50EUR 1.099.543,94 02.99 -976.704,72

55017090 LRD KBC 734-0194474-95 EUR BELEGGINGSREKENING 474.271,42 02.99 420.705,43

55017100 LRD KBC 734-0194474-95 USD BELEGGINGSREKENING 141.741,66 02.99 87.339,45

55017120 LRD KADOC KBC 734-0243014-38 EUR 116.156,33 02.99 -207,60

55017130 LRD KBC 744-0362612-19 EUR CALL32C BELEGGINGSREK 10.000.192,27 02.99 0,00

55019020 ST KBC STVZL 432-0000761-31 EUR 788,07 02.99 -1.222,51

55019030 ST KBC SF-STVZL 432-0000751-21 EUR 127.539,38 02.99 127.776,91

55019040 ST KBC STVZ 744-0361917-03 EUR 55,86 02.99 0,00

55020000 KDKA FORTIS BANK 001-5796251-92 EUR KDVB 696,61 02.99 499,20

55020000 AT FORTIS 230-0476000-41 EUR -664.074,98 02.99 -685.378,14

55020010 AT FORTIS 230-0476000-41USD 1.341,02 02.99 60,71

55020080 AT FORTIS 230-0474700-02 EUR 31.029,22 02.99 3.379,07

55020090 AT FORTIS 230-0190190-90 EUR 96.583,44 02.99 -55.086,45

55020120 AT FORTIS 285-0213329-55 EUR 64.680,23 02.99 -8.282,57

55020900 BB FORTIS 230-0476001-42 EUR 574,46 02.99 58,18

55021500 EB FORTIS 230-0476003-44 EUR 9.686,74 02.99 71,08

55027000 LRD FORTIS 230-0476006-47 EUR 584.074,06 02.99 509.170,89

55027080 LRD FORTIS 230-0476006-47 NOK BELEGGINGSREKENING 0,00 02.99 -0,01

55029000 ST FORTIS 230-0048930-62 EUR 51.917,01 02.99 -106.769,89

55029010 ST FICA FORTIS 001-5824679-02 EUR 23.639,70 02.99 1.836,78

55030000 KDDV FORTIS BANK 230-0343200-34EUR KDVB 3.013,33 02.99 -165,85

55030000 AT ING 330-0012100-29EUR -33.719,07 02.99 -224.807,41

55030120 AT ING 330-0710579-11 BELEGGINGSREKENING 5.600.815,80 02.99 5.362.422,01

55030130 AT ING 330-0710579-11-003-0-084 BUSINESS ACCOUNT 9.527.151,92 02.99 -5.472.848,08

55037000 LRD ING 330-0633504-51EUR 461.561,54 02.99 276.127,22

55037080 LRD ING 363-0859036-44 EUR BELEGGINGSREKENING 2.325.968,99 02.99 2.276.919,00

55037090 LRD ING 363-0859036-44-003-0-084 BUSINESS ACCOUNT 15.000.000,00 02.99 0,00

220


2018 ESR - code

ESR 2018

55040000 KDKB FORTIS BANK 230-0343850-05EUR KDVB 20.165,77 02.99 16.381,72

55040000 AT DEXIA 550-3270000-26EUR 68.885,52 02.99 68.859,20

55040500 FOI DEXIA 551-3917900-42EUR 9.364,64 02.99 -13.596,61

55040900 BB DEXIA 558-3912600-27 EUR 7.743,67 02.99 2.057,31

55047000 LRD DEXIA 551-3778100-19EUR 42.666,00 02.99 -33.508,90

55049000 ST DEXIA STVZK 550-3354300-33 EUR 94,78 02.99 -31.341,20

55050000 KDGP FORTIS BANK 230-0344200-64EUR KDVB 2.460,18 02.99 369,99

55050010 AT FORTIS 001-5027231-88 BELEGGINGSREKENING 851,63 02.99 851,63

55050030 AT FORTIS 001-8159129-50 32D+REKENING EUR 86.759.461,46 02.99 -21.067.590,32

55059000 ST FORTIS 001-3725785-91 EUR 344.965,07 02.99 259.252,49

55060000 KVMC FORTIS BANK 001-4581428-97 EUR KDVB 26.871,87 02.99 24.212,44

55060000 AT DEXIA 091-0117813-84EUR 94.127,65 02.99 64.800,99

55060030 AT DEXIA 091-0175001-42 BELEGGINGSREKENING 0,00 02.99 -9.173,15

55060060 AT DEXIA 091-0193916-42 THESAURIE+ SPECIAL EUR 30.000.000,00 02.99 -5.035,60

55060070 AT BELFIUS BE86 0910 1968 3450 AT1 EUR 20.000.000,00 02.99 -2.221,01





55060920 PF DEXIA 068-2480501-44 EUR BELEGGERSREKENING 42,28 02.99 2.988,83

55060940 PF BELFIUS SPECIAL BE31 0910 1968 3955 EUR 20.004.399,28 02.99 4.152,28

55067000 LRD DEXIA 068-2425742-90 EUR -3.999.442,13 02.99 -4.834.979,71

55067010 LRD DEXIA 088-2486735-38 EUR 2.604.077,70 02.99 2.599.987,30

55067020 LRD BELFIUS 091-0195215-80 EUR BELEGGINGSREKENING 4.092.166,09 02.99 1.540.485,54

55067030 LRD BELFIUS 091-0195216-81 EUR BELEGGINGSREKENING 20.000.000,00 02.99 0,00

55067040 LRD BELFIUS 091-0211335-01 EUR BELEGGINGSREKENING 20.000.000,00 02.99 0,00

55067050 LRD BELFIUS BE32 0882 7561 6502 FIDELITY 10 MA 9.999.977,86 02.99 -10,70

55067060 LRD BELFIUS BE32 0882 7561 6603 FIDELITY 12 MA 9.999.977,86 02.99 -10,70

55067070 LRD BELFIUS BE74 0910 2152 2107 EUR TREASURY OPS 18.408.216,87 02.99 4.405.726,21

55090010 AT KBC 734-0066615-82 EUR INSCHRIJVINGSGELD. KULAK 1.697,70 02.99 1.597,70

55090090 AT KBC 734-0189278-40 BELEGGINGSREKENING 163.908,84 02.99 164.113,44

55090100 AT KBC 734-0193417-08 ONDERZOEKSINKOMSTEN 35.734,20 02.99 -2.915.079,30

55090110 AT KBC 734-0066603-70 PAV-INKOMSTEN 12.370,45 02.99 3.345,75

221


2018 ESR - code

ESR 2018

55090120 AT KBC 734-0194177-89 INKOMSTEN VAN GIFTEN 205.115,40 02.99 143.966,55

55090130 AT KBC 734-0195117-59 GROENVELD FICA -151,35 02.99 -4,40

55090150 AT KBC 734-0291384-05 LEO XIII FICA -5,76 02.99 -640,01

55090160 AT KBC 734-0291385-06 PAUS COLLEGE FICA -18,15 02.99 -1,38

55090170 AT KBC 734-0291386-07 HEILIGE GEESTCOLLEGE FICA 323,12 02.99 329,05

55090180 AT KBC 734-0291390-11 DONDEYNEHUIS FICA 354,12 02.99 -687,01

55090190 AT KBC 734-0291391-12 UNIV PAROCHIE FICA 6,19 02.99 -0,56

55090200 AT KBC 734-0291392-13 VIVES FICA 6,68 02.99 -259,58

55090210 AT KBC 734-0324003-32 GROOT BEGIJNHOF FICA 1.184,82 02.99 1.188,19

55090250 AT KBC 734-0337249-86 EUR ONKOSTVERG GASTSTUD/PROF 40.766,58 02.99 -27.053,93

55090260 AT KBC 744-0366405-29 EUR CALL32 EUR 143,63 02.99 0,00

55090270 AT KBC BE24 7340 3852 1638EUR AMERIKAANS COLL FICA -35,74 02.99 -61,87

55090280 AT KBC BE85 7310 3971 4906EUR WATERVIEW FICA 14.310,36 02.99 -147.450,15

55090290 AT KBC BE30 7310 3971 5411EUR REGA FICA 2.362,52 02.99 -48.222,58

55090300 AT KBC BE05 7310 4060 4575EUR STUDAX FICA 1.301.162,53 02.99 1.293.816,89

55090510 FOI KBC 734-0329098-83 EUR -117,99 02.99 -117,99

55097000 LRD KBC 734-3324000-13EUR 1.027.539,56 02.99 89.419,22

55097090 LRD KBC 734-0098174-19 USD 33.167,31 02.99 -1.080.286,85

55099000 ST KBC STVZ-KULAK 734-0195116-58 FICA EUR 42,85 02.99 -335,00

55140010 AT VL 521-0550145-78 EUR 5,15 02.99 -73,85

55147000 LRD VAN LANSCHOT 521-0552065-58 EUR BELEGGINGSREK 434.254,97 02.99 -1.006,62

55150000 AT DEGROOF 676-0966101-44 483.702,18 02.99 233.490,67

55157000 LRD DEGROOF 676-0969701-55 EUR BELEGGINGSREKENING 98.100,83 02.99 -488.473,76

55160010 AT TRIODOS 523-0804321-72 INKOMSTEN VAN GIFTEN 54.786,72 02.99 2.232,19

55160020 AT TRIODOS BE27 5230 8043 2273 BELGGERSREK EUR 4.837,86 02.99 -36,81

55170010 AT KBC 734-0369967-18 UC KUL -TC OOST BRUGGE 906,50 02.99 919,30

55170020 AT KBC 734-0369968-19 UC KUL -CAR STA ANTW 850,60 02.99 863,40

55170030 AT KBC 734-0369970-21 UC KUL -TC DE NAYER 797,70 02.99 11,30

55170040 AT KBC 734-0369972-23 UC KUL -TC GEEL 769,20 02.99 408,80

55170060 AT KBC 734-0369974-25 UC KUL -GROEP T -15,80 02.99 -3,00

55170070 AT KBC 734-0369975-26 UC KUL -TC GENT AALST -15,80 02.99 -3,00

55170080 AT KBC 734-0369976-27 UC KUL -BRUSSEL 2.056,50 02.99 614,42

222


2018 ESR - code

ESR 2018

55170090 AT KBC 734-0369977-28 UC KUL -SINT-LUCAS 383,60 02.99 396,40

55187000 LRD LOMBARD ODIER BE23 5481 1303 0091 BELEGGINGEN 488.069,39 02.99 -10.788,06

55990099 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING -271.764.124,07 02.99 21.079.590,20

55997099 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING -103.408.364,86 02.99 -4.405.704,81

55999999 OVERBOEKING NAAR GELDBELEGGING -55,86 02.99 0,00

56100000 VOORSCHOTTEN DE POST 119.086,90 02.99 4.355,29

57000000 LEUVEN KAS 289,79 02.99 58,75

57000030 KAS SHOP CAMPUS BRUSSEL 263,00 02.99 37,00

57000032 KAS SHOP CAMPUS CAROLUS 300,00 02.99 -152,00

57000034 KAS SHOP CAMPUS SINT-ANDRIES 300,00 02.99 -106,00

57000036 KAS SHOP CAMPUS GEEL 884,50 02.99 107,70

57000038 KAS SHOP CAMPUS DE NAYER 463,00 02.99 53,00

57000040 KAS SHOP CAMPUS GENT 0,00 02.99 -54,00

57000044 KAS LEERCENTRUM CAMPUS BRUGGE 268,30 02.99 18,30

57000048 KSCO COCOON 2440 166,30 02.99 166,30

57000100 INSCHRIJVINGSGELDEN KAS 1.383,50 02.99 137,60

57000400 KULAK KAS ALGEMEEN BEHEER 1.496,78 02.99 -524,14

57007080 CRUYSBERGHS KAS 36,11 02.99 -657,77

57007090 ZWARTZUSTERKLOOSTER KAS 307,59 02.99 -77,65

57008010 GROOT BEGIJNHOF KAS 8.731,18 02.99 1.406,21

57008020 SPORTCOMITE KAS 2.131,26 02.99 88,07

57008030 PAUSCOLLEGE KAS 144,72 02.99 -173,60

57008040 GROENVELD KAS 1.142,15 02.99 -991,31

57008050 LEO XIII KAS 109,25 02.99 30,53

57008060 H GEESTCOLLEGE KAS 306,34 02.99 82,34

57008070 DONDEYNEHUIS KAS 132,99 02.99 -145,56

57008090 DON BOSCO KAS 244,65 02.99 179,78

57008120 UPL KAS 254,30 02.99 38,32

57008130 UNIVERSITAIRE PAROCHIE KAS 689,58 02.99 -374,06

57008170 COPAL KAS 365,75 02.99 253,56

57008190 AMERIKAANS COLLEGE MATER DEI KAS 110,40 02.99 71,31

57008201 WATERVIEW KAS 42,92 02.99 -12,99

57008211 REGA KAS 175,00 02.99 66,87

57008221 STUDAX KAS 32,45 02.99 -239,14

57009010 STVZ PANGAEA KAS 1.940,84 02.99 832,99

57009020 STVZ ALGEMENE DIENSTEN KAS 8.459,59 02.99 697,98

57009032 STVZ GROEP ARENBERG FICA KAS 1.807,63 02.99 -3.377,06

57009040 STVZ MEDISCH CENTRUM KAS 1.292,80 02.99 -361,29

57009060 STVZ FICA STUDIEFINANCIERING KAS 1.011,80 02.99 614,80

57009072 STVZ STUDENTENHUISVESTING FICA KAS 889,64 02.99 -733,36

57009073 STVZ STUDENTENHUISVESTING 2 KAS 233,59 02.99 -200,38

57009080 KULAK KAS STVZ 4.461,51 02.99 425,93

223


2018 ESR - code

ESR 2018

57009091 STVZ DE VIKING KAS 550,00 02.99 480,00

57009093 STVZ ANTWERPEN KAS 1.205,83 02.99 1.160,51

57010000 KAS Peutertuin KDVB 138,68 02.99 -24,37

57010010 CBA KAS 2.583,18 02.99 -216,56

57010020 CBIB KAS 4.143,81 02.99 -2.027,41

57010030 ETEW KAS 546,00 02.99 -486,01

57010040 FBIB KAS 218,00 02.99 -343,19

57010050 GBIB KAS 649,05 02.99 -302,13

57010060 KULAK KAS BIB 964,26 02.99 537,60

57010080 MGAS KAS 1.862,86 02.99 -289,18

57010090 PBIB KAS 326,92 02.99 46,00

57010100 RBIB KAS 8,50 02.99 -541,77

57010110 SBIB KAS 312,01 02.99 -11,29

57010120 ILT STUDENTENSECR KAS 326,58 02.99 -717,01

57010130 ILT TD KAS 7.805,58 02.99 6.837,00

57010150 KULAK KAS STUDENTEN PAROCHIE 921,63 02.99 -261,25

57010200 KAS ASRO 39,00 02.99 39,00

57010210 KAS TECHN DIENST 4.968,47 02.99 -1.780,90

57010230 KAS WERKTUIGKUNDE 837,67 02.99 -533,89

57010240 KUNST & ERFGOED KAS 9.335,50 02.99 40,50

57030000 KAS De villa KDVB 16,12 02.99 -57,56

57040000 KAS Kabouterberg KDVB 495,81 02.99 306,20

57050000 KAS 'T Groot park KDVB 114,42 02.99 -406,77

58010003 AT KBC 432-0000011-57EUR 0,00 02.99 3.399.232,82

58997001 LRD WACHTREK. INKOMSTEN VIA BANK -565.607,67 02.99 73.869,44

58997002 LRD WACHTREK. UITGAVEN VIA BANK 352.930,59 02.99 352.930,59

224

KU Leuven – Jaarrekening 2018 – Link tussen de codes van de resultatenrekening en de ESR-codes


2018 ESR - code

ESR 2018

60400000 AANKOOP HANDELSGOEDEREN 2.159.027,18 12.11 2.159.027,18

60600000 AANKOOP HG KULC interacties -453.581,19 12.11 -453.581,19

60610000 UITRUSTING 6.713.073,00 12.11 6.713.073,00

60620000 MEUBILAIR 937.102,78 12.11 937.102,78

60621000 ROLLEND MATERIEEL 47.502,56 12.11 47.502,56

60630000 SOFTWARE 1.025.166,12 12.11 1.025.166,12

60633000 LEASING UITRUSTING 1.074,10 12.11 1.074,10

60900000 VOORRAADWIJZIGING 55.042,09 12.11 55.042,09

61000010 HUUR TERREINEN EN GEBOUWEN 5.759.796,31 12.12 5.759.796,31

61000020 LEASING TERREINEN EN GEBOUWEN (ENKEL ERFPACHT) 0,00 12.12 0,00

61001010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - TERREINEN & GEBOUWEN 7.545.484,64 12.11 7.545.484,64

61002010 DIV KOST MBT WERKEN 182.586,63 12.11 182.586,63

61004000 BEWAKING DOOR DERDEN 1.393.129,36 12.11 1.393.129,36

61005000 SCHOONMAAK DOOR DERDEN 8.031.304,44 12.11 8.031.304,44

61006000 VERHUISKOSTEN 194.738,66 12.11 194.738,66

61007000 BODEM- EN GRONDONDERZOEK 1.219,75 12.11 1.219,75

61008000 VOORBEREIDENDE WERKEN 364.552,58 12.11 364.552,58

61008100 BODEMSANERING 171.961,17 12.11 171.961,17

61008200 ASBESTVERWIJDERING 1.254.254,21 12.11 1.254.254,21

61008300 GROOT ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN 20.587.421,26 12.11 20.587.421,26

61009000 BEPLANTINGSWERKEN 104.883,70 12.11 104.883,70

61009500 FACILITAIRE DIENSTEN 8.483,54 12.11 8.483,54

61009600 VERGOEDING HUUR & FACILITAIRE DIENSTEN UZ LEUVEN 839.779,59 12.11 839.779,59

61100010 HUUR UITRUSTING 975.265,61 12.11 975.265,61

61101010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - UITRUSTING 4.597.405,05 12.11 4.597.405,05

61101020 DIVERSE KOSTEN MBT DIDACTISCHE UITRUSTING 431.081,69 12.11 431.081,69

61110010 HUUR MEUBILAIR 49.852,69 12.11 49.852,69

61111010 KLEIN ONDERH.&HERSTELL.-MEUBILAIR 15.365,99 12.11 15.365,99

61111020 DIVERSE KOSTEN MBT CIVIELE UITRUSTING 41.116,22 12.11 41.116,22

61120010 HUUR ROLLEND MATERIEEL - BEDRIJFSWAGENS 1.144.811,11 12.11 1.144.811,11

61130010 HUUR ROLLEND MATERIEEL - ANDERE DAN BEDRIJFSWAGENS 97.059,74 12.11 97.059,74

61131010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - ROLLEND MATERIEEL 434.818,28 12.11 434.818,28

61140010 HUUR INFORMATICA: SOFTWARE & LICENTIES 3.149.207,05 12.11 3.149.207,05

61150010 HUUR KUNSTWERKEN 4.846,27 12.11 4.846,27

61151010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - KUNSTWERKEN 107.783,16 12.11 107.783,16

61160010 HUUR BOEKEN BIBLIOTHEKEN 9.177,37 12.11 9.177,37

61161010 KLEIN ONDERH. & HERSTELL. - BOEKEN BIBLIOTHEKEN 80.426,01 12.11 80.426,01

61170010 KLEINE UITRUSTING 9.488.237,71 12.11 9.488.237,71

225


2018 ESR - code

ESR 2018

61170020 FISCAAL GEVOELIGE ARTIKELEN 202.417,77 12.11 202.417,77

61201001 LEVERINGEN - WATER 1.966.385,91 12.11 1.966.385,91

61201002 LEVERINGEN - GAS 2.586.580,52 12.11 2.586.580,52

61201003 LEVERINGEN - ELEKTRICITEIT 17.474.755,29 12.11 17.474.755,29

61201004 LEVERINGEN - STOOKOLIE 588.839,92 12.11 588.839,92

61201005 LEVERINGEN - ONDERHOUDSPRODUCTEN 450.576,93 12.11 450.576,93

61201006 LEVERINGEN - LINNEN & KLEDIJ: AANKOOP & ONDERHOUD 257.925,99 12.11 257.925,99

61201007 LEVERINGEN - BRANDSTOF VOERTUIGEN 132.731,34 12.11 132.731,34

61201008 LEVERINGEN - ONDERZOEKSMATERIAAL & PRODUCTEN LABO 26.580.806,07 12.11 26.580.806,07

61201009 LEVERINGEN - LITURGIE 8.667,00 12.11 8.667,00

61201010 LEVERING INFORMATICADIENSTEN 4.487.710,20 12.11 4.487.710,20

61210000 KOSTEN M.B.T. PROEFDIEREN 2.820.512,21 12.11 2.820.512,21

61210001 KOSTEN M.B.T. LANDBOUWPRODUCTEN 51.301,34 12.11 51.301,34

61299300 DOORSTORTING AAN PARTNERINSTELLINGEN 50.000,00 12.11 50.000,00

61299310 SAMENWERKING MET PARTNERINSTELLINGEN 289.786,26 12.11 289.786,26

61300000 FORFAITAIRE ONKOSTENVERGOEDING HOGER KADER 4.452,00 12.11 4.452,00

61300100 STUDIEBEURZEN 2.900.872,40 12.11 2.900.872,40

61300200 BTW TE RECUPEREREN VOLGENS VERHOUDINGSGETAL 87.214,92 12.11 87.214,92

61300300 PRIJZENGELD BETAALD AAN DERDEN 67.272,91 12.11 67.272,91

61300400 AUTEURSRECHTEN 137.624,33 12.11 137.624,33

61300500 VRIJGESTELDE VERGOEDING VRIJWILLIGERS 148.270,38 12.11 148.270,38

61300600 VRIJGESTELDE VERGOEDING PROEFPERSONEN 433.107,47 12.11 433.107,47

61300601 VERGOEDINGEN AAN KUNSTENAARS 85.577,01 12.11 85.577,01

61300602 PRESENTIEGELDEN 1.865,50 12.11 1.865,50

61300603 ANDERE FORFAITAIRE VERGOEDINGEN 57.023,15 12.11 57.023,15

61300700 TERUGBETALING FRANCHISEKOSTEN 4.600,00 12.11 4.600,00

61300800 VERGOEDING STAGEMENTOREN 49.825,00 12.11 49.825,00

61310100 ERELONEN ADVOCATEN 452.259,39 12.11 452.259,39

61310200 ERELONEN OCTROOI / PATENTBUREAU'S 637.647,84 12.11 637.647,84

61310300 ERELONEN LABORATORIA 2.788.107,89 12.11 2.788.107,89

61310400 ERELONEN ADVIESBUR. ASSOCIATIE Associatie 551.660,82 12.11 551.660,82

61310400 ERELONEN ADVIESBUR. ELIMINATIE KULC interacties -1.601.839,66 12.11 -1.601.839,66

61310400 ERELONEN ADVIESBUREAUS-PRODUCTIEFIRMAS-CONSULTANTS 19.398.827,50 12.11 19.398.827,50

61310401 VERGOEDINGEN EXTERNE 973.759,30 12.11 973.759,30

61312000 KANTOORBENODIGDHEDEN 1.582.959,68 12.11 1.582.959,68

61313000 ADMINISTRATIEKOSTEN -62,28 12.11 -62,28

61313500 ADMINISTRATIEVE KOST 442.025,94 12.11 442.025,94

61314000 KREDIETKAART-UITGAVEN 104.375,91 12.11 104.375,91

61315000 OPLEIDING - SEMINARIES - CONFERENTIES 5.025.720,47 12.11 5.025.720,47

61316000 MEDISCHE KOSTEN 1.039.767,09 12.11 1.039.767,09

226


2018 ESR - code

ESR 2018

61320000 BOEKEN - TIJDSCHR. - KRANTEN - LIDMAATSCH. BIJDR. 10.636.449,17 12.11 10.636.449,17

61321000 TUSSENKOMST PERSONEELSVERENIGINGEN 17.769,00 12.11 17.769,00

61322000 SOCIO-CULTURELE UITGAVEN 112.022,98 12.11 112.022,98

61330000 GESCHENKEN AAN NIET-PERSONEELSLEDEN 341.801,38 12.11 341.801,38

61331000 GESCHENKEN AAN PERSONEEL (VRIJGESTELD) 220.943,69 12.11 220.943,69

61332000 GIFTEN & LIBERALITEITEN 693.068,40 34.41 693.068,40

61333000 SPONSORING (EXTERN) 298.590,41 32.00 298.590,41

61334000 SUBSIDIES - TOELAGEN 7.939.243,48 32.00 7.939.243,48

61340000 GERECHTSKOSTEN & KOSTEN WETTELIJKE PUBLICATIES 3.227,92 12.11 3.227,92

61360000 WAARBORGEN 19.524,23 12.11 19.524,23

61360001 SCHADEVERGOEDINGEN 17.827,12 12.11 17.827,12

61361000 VOORSCHOTTEN -130.656,22 12.11 -130.656,22

61361500 VOORSCHOTTEN KLEINE KAS 41,34 12.11 41,34

61370000 TELEFOON - GSM - FAX 604.647,07 12.11 604.647,07

61371000 INTERNET & TV 170.733,34 12.11 170.733,34

61372000 VERZENDINGS- & FRANKEERKOSTEN POST 833.036,54 12.11 833.036,54

61380000 DRUKWERK & ADVERTENTIES 5.951.496,95 12.11 5.951.496,95

61380001 DRUKWERKEN & PUBLICATIES UPL 75,82 12.11 75,82

61381000 CATERING&RESTAURANT KDVB KDVB -174.416,38 12.11 -174.416,38

61381000 ADMINISTRATIEKOSTEN KDVB 1.682,17 12.11 1.682,17

61381000 AFVALVERWIJDERING KDVB 15.999,55 12.11 15.999,55

61381000 BEREIDE MAALTIJDEN KDVB 299.599,86 12.11 299.599,86

61381000 BOEKEN EN ABONNEMENTEN KDVB 991,89 12.11 991,89

61381000 BOEKHOUDING KDVB 68.323,32 12.11 68.323,32

61381000 BRANDVERZEKERING KDVB 4.474,55 12.11 4.474,55

61381000 BUREELBENODIGDHEDEN KDVB 5.637,38 12.11 5.637,38

61381000 CONTROLE- EN KEURINGSORGANISMEN KDVB 678,88 12.11 678,88

61381000 DIENST VOOR INFORMATIEVERWERKING KDVB 9.743,88 12.11 9.743,88

61381000 ELEKTRICITEIT KDVB 9.873,88 12.11 9.873,88

61381000 EXT.VERZORG.& INTERIMK. KDVB 17.018,51 12.11 17.018,51

61381000 FARMACEUTISCHE PRODUCTEN KDVB 1.290,31 12.11 1.290,31

61381000 FOTO'S EN VIDEO'S KDVB 762,25 12.11 762,25

61381000 GAS KDVB 5.286,10 12.11 5.286,10

61381000 GIFTEN EN LIBERALITEITEN KDVB 0,00 12.11 0,00

61381000 HERSTELLING MEUBILAIR EN MATERIEEL KDVB 2.570,26 12.11 2.570,26

61381000 HERSTELLINGEN GEBOUWEN KDVB 81.476,70 12.11 81.476,70

61381000 HUUR KDVB 0,00 12.11 0,00

61381000 KLEIN MATERIAAL KDVB 12.783,67 12.11 12.783,67

61381000 LIDGELDEN KDVB 6.625,97 12.11 6.625,97

61381000 LUIERS KDVB 60.504,62 12.11 60.504,62

61381000 ONDERHOUDSPRODUCTEN KDVB 9.825,02 12.11 9.825,02

61381000 ONTSPANNING EN FEESTJES KDVB 18.725,20 12.11 18.725,20

227


2018 ESR - code

ESR 2018

61381000 SPEELGOED EN KNUTSELGERIEF KDVB 10.455,29 12.11 10.455,29

61381000 STOOKOLIE KDVB 10.471,84 12.11 10.471,84

61381000 TELEFOON, FAX KDVB 5.904,23 12.11 5.904,23

61381000 TEXTIEL EN WASPRODUCTEN KDVB 8.045,95 12.11 8.045,95

61381000 TOILET EN OPSCHIK KDVB 4.821,32 12.11 4.821,32

61381000 UITGEGEVEN SCHOONMAAK KDVB 76.088,49 12.11 76.088,49

61381000 VERGOEDINGEN EN ERELONEN KDVB 0,00 12.11 0,00

61381000 VERPLAATSINGEN KDVB 1.062,85 12.11 1.062,85

61381000 VERZEK.BURGERL.AANSPRAK. KDVB 1.330,94 12.11 1.330,94

61381000 VERZENDINGSKOSTEN KDVB 395,19 12.11 395,19

61381000 VOEDING KDVB 65.693,64 12.11 65.693,64

61381000 WATER KDVB 17.325,17 12.11 17.325,17

61381000 WEGWERPGOEDEREN KDVB 5.231,02 12.11 5.231,02

61381000 CATERING & RESTAURANT 11.200.303,48 12.11 11.200.303,48

61382000 KANTINEBENODIGDHEDEN PERSONEELSREFTER 869.771,58 12.11 869.771,58

61383000 BEURZEN - TENTOONSTELLINGEN 657.613,89 12.11 657.613,89

61391000 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - BEURZEN 13.663.888,35 12.11 13.663.888,35

61391003 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - RSZ 2.096.901,36 12.11 2.096.901,36

61391004 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - ONGEVALLENVERZ. 18.047,15 12.11 18.047,15

61391005 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - WERKKLEDIJ 8.268,00 12.11 8.268,00

61391006 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - TSS.K. OPENB. VERV. 46.255,27 12.11 46.255,27

61391007 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - ZIEKTE-&INVAL.VERZ. 2.191,48 12.11 2.191,48

61391013 BUR - REISKOSTEN 320.212,32 12.11 320.212,32

61391014 BUR - FAMILIALE TOESLAG 48.539,10 12.11 48.539,10

61391015 BUR - INSCHRIJVING 164.960,10 12.11 164.960,10

61391016 BUR - AANKOOP DIDACTISCH MATERIAAL 69.745,00 12.11 69.745,00

61391017 BUR - VERZEKERING DIDACTISCH MATERIAAL 18.015,70 12.11 18.015,70

61391018 BUR - BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 2.781,75 12.11 2.781,75

61391019 BUR - INSTALLATIEKOSTEN 77.972,00 12.11 77.972,00

61391300 BUR NIET VOLLEDIG ONDERW RSZ - HOSPITALISATIEVERZ 18.918,39 12.11 18.918,39

61392000 STUDIEFINANC. - RECHTSTR. TOELAGE BELG. STUD. 483.455,22 12.11 483.455,22

61392001 STUDIEFINANC. - RECHTSTR. TOELAGE BUITENL. STUD. 1.157,40 12.11 1.157,40

61392002 STUDIEFINANC. - MEDICO SOC. DIENST BUITENL. STUD. 1.545,00 12.11 1.545,00

61392003 STUDIEFINANC. - MEDICO SOC. DIENST BELG. STUD. 26.429,49 12.11 26.429,49

61400000 BRANDVERZEKERING 689.413,86 12.11 689.413,86

61410000 VERZEKERING MEUBILAIR - UITRUSTING - KUNSTWERKEN 111.366,39 12.11 111.366,39

61420000 VERZEKERING ROLLEND MATERIEEL 258.544,70 12.11 258.544,70

61430000 VERZEKERING BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 210.669,91 12.11 210.669,91

228


2018 ESR - code

ESR 2018

61440000 VERZEKERING TRANSPORT GOEDEREN 3.922,51 12.11 3.922,51

61500000 VERBLIJF- & VERPLAATSINGSKOSTEN 18.510.901,97 12.11 18.510.901,97

61500001 OFFICIELE PER DIEMS 146.394,13 12.11 146.394,13

61510001 KILOMETERVERGOEDINGEN WAGEN INDIVIDUEEL GEBRUIK 1.080.848,62 12.11 1.080.848,62

61510002 KILOMETERVERGOEDINGEN WAGEN GEZAMELIJK GEBRUIK 209.243,92 12.11 209.243,92

61510003 KILOMETERVERGOEDINGEN FIETS IN DIENSTOPDRACHT 2.329,78 12.11 2.329,78

61520000 TRANSPORTKOST GOEDEREN 1.341.826,79 12.11 1.341.826,79

61530000 AFVALTRANSPORT & -VERWERKING 1.213.824,08 12.11 1.213.824,08

61700000 UITZENDKRACHTEN 498.606,00 12.11 498.606,00

61710000 TER BESCHIKK. GEST. PERSONEN - UZ LEUVEN 5.426.591,06 12.11 5.426.591,06

61711000 TER BESCHIKK. GEST. PERSONEN - DETACH. ART. 79/80 2.790.964,23 12.21 2.790.964,23

61888888 NIET GEBRUIKEN - DIVERSE UITGAVEN < 2008 -795.449,57 12.11 -795.449,57

61899999 DOORSTORTINGEN PERSONEEL 0,00 12.11 0,00

62010000 ZAP - WEDDEN 124.049.476,99 11.11 124.049.476,99

62010100 ZAP - UITVINDERSLOON 10.230.499,40 11.12 10.230.499,40

62020000 ZAP - OVERUREN & VERGOEDING HOGERE FUNCTIES 327.919,00 11.12 327.919,00

62021000 ZAP - EINDEJAARSPREMIE 5.425.774,26 11.12 5.425.774,26

62021001 ZAP - PROVISIE RSZ OP EINDEJAARSPREMIE 186.918,86 11.20 186.918,86

62022000 ZAP - PREMIES & GRATIFICATIES 722.725,90 11.12 722.725,90

62023000 ZAP - VOORDELEN IN NATURA 1.329,04 11.40 1.329,04

62024007 ZAP - PROVISIE RSZ OP ENKEL VAKANTIEGELD 7.359,61 11.20 7.359,61

62024008 ZAP - VAKANTIEGELD 8.524.811,16 11.12 8.524.811,16

62029000 ZAP - ANDERE SOCIALE VOORDELEN 17.903,99 11.12 17.903,99

62030000 ZAP - RSZ WEDDEN 7.827.798,16 11.20 7.827.798,16

62030100 ZAP - RSZ UITVINDERSLOON 1.151.355,66 11.20 1.151.355,66

62032000 ZAP - ONGEVALLENVERZ. 257.005,41 11.20 257.005,41

62032001 ZAP - ONGEVALLENVERZ. OP VAKANTIEGELD 16.834,84 11.20 16.834,84

62032002 ZAP - PROVISIE VERZ. AO OP EINDEJAARSPREMIE 15.104,37 11.20 15.104,37

62043000 ZAP - HOSPITALISATIEVERZEKERING 81.018,32 11.40 81.018,32

62043001 ZAP - OVERLIJDENSVERZEKERING 437.670,65 11.20 437.670,65

62051000 ZAP - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 473.736,46 11.12 473.736,46

62052000 ZAP - WERKKLEDIJ 25.038,00 11.40 25.038,00

62061000 ZAP - RUSTPENSIOENEN 71.135,96 11.33 71.135,96

62110000 AAP - WEDDEN 105.051.026,11 11.11 105.051.026,11

62120000 AAP - OVERUREN & VERGOEDINGEN HOGERE FUNCTIES 5.877,52 11.12 5.877,52

62121000 AAP - EINDEJAARSPREMIE 5.081.937,13 11.12 5.081.937,13

62121001 AAP - PROVISIE RSZ OP EINDEJAARSPREMIE 1.167.008,80 11.20 1.167.008,80

62122000 AAP - PREMIES & GRATIFICATIES 19.105,60 11.12 19.105,60

62124000 AAP - VAKANTIEGELD PRE 2007 -239.858,88 11.12 -239.858,88

62124007 AAP - PROVISIE RSZ OP ENKEL VAKANTIEGELD 332.983,38 11.20 332.983,38

229


2018 ESR - code

ESR 2018

62124008 AAP - VAKANTIEGELD 11.026.041,46 11.12 11.026.041,46

62129000 AAP - ANDERE SOCIALE VOORDELEN 185.516,74 11.12 185.516,74

62130000 AAP - RSZ WEDDEN 24.459.782,83 11.20 24.459.782,83

62132000 AAP - ONGEVALLENVERZ. 216.979,58 11.20 216.979,58

62132001 AAP - ONGEVALLENVERZ. OP VAKANTIEGELD 17.937,69 11.20 17.937,69

62132002 AAP - PROVISIE VERZ. AO OP EINDEJAARSPREMIE 13.885,43 11.20 13.885,43

62140000 AAP - GROEPSVERZ. & PENSIOENFONDS - GRD 300.617,41 11.20 300.617,41

62141000 AAP - ZIEKTE- & INVALIDITEITSVERZEKERING 45.895,08 11.20 45.895,08

62142100 AAP - GROEPSVERZ. & PENS.FONDS - ONDERZOEKSKADER 618.403,67 11.20 618.403,67

62143000 AAP - HOSPITALISATIEVERZEKERING 132.716,83 11.40 132.716,83

62151000 AAP - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 848.756,64 11.12 848.756,64

62152000 AAP - WERKKLEDIJ 38.240,00 11.40 38.240,00

62210000 ANDERE SOCIALE VOORDELEN KDVB 42.380,59 11.11 42.380,59

62210000 BRUGPENSIOENEN KDVB 29.826,00 11.11 29.826,00

62210000 DIVERSE ANDERE PERSONEELSKOSTEN KDVB 2.662,00 11.11 2.662,00

62210000 EINDEJAARSPREMIE KDVB 189.868,33 11.11 189.868,33

62210000 GROEPSVERZEKERING & PENSIOENFONDS-CBP KDVB 139.117,41 11.11 139.117,41

62210000 GROEPSVERZEKERING & PENSIOENFONDS-GRD KDVB 182.511,78 11.11 182.511,78

62210000 HAARD- & STANDPLAATSTOELAGE KDVB 20.934,89 11.11 20.934,89

62210000 HOSPITALISATIEVERZEKERING KDVB 7.589,30 11.11 7.589,30

62210000 ONGEVALLENVERZEKERING JOBSTUDENTEN KDVB 67,68 11.11 67,68

62210000 ONGEVALLENVERZEKERING KDVB 8.652,93 11.11 8.652,93

62210000 ONGEVALLENVERZEKERING OP VAKANTIEGELD KDVB 505,31 11.11 505,31

62210000 OPLEIDING EN BIJSCHOLING CENTRALE STAF KDVB 1.681,50 11.11 1.681,50

62210000 OPLEIDING EN BIJSCHOLING KDVB 553,09 11.11 553,09

62210000 OVERUREN & VERGOEDING HOGERE FUNCTIES KDVB 3.523,24 11.11 3.523,24

62210000 PROVISIE RSZ ENKEL VAKANTIEGELD KDVB -110,83 11.11 -110,83

62210000 PROVISIE RSZ OP EINDEJAARSPREMIE KDVB 50.576,14 11.11 50.576,14

62210000 PROVISIE VERZ AO OP EINDEJAARSPREMIE KDVB 518,87 11.11 518,87

62210000 RSZ WEDDEN JOBSTUDENTEN KDVB 1.466,04 11.11 1.466,04

62210000 RSZ WEDDEN KDVB 767.153,38 11.11 767.153,38

62210000 TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER KDVB 4.284,15 11.11 4.284,15

62210000 UITGAVEN VOOR PERSONEEL CENTRALE STAF KDVB 45,00 11.11 45,00

62210000 UITGAVEN VOOR PERSONEEL KDVB 10.063,07 11.11 10.063,07

62210000 VAKANTIEGELD JOBSTUDENTEN KDVB 127,68 11.11 127,68

62210000 VAKANTIEGELD KDVB 334.532,78 11.11 334.532,78

62210000 VAKANTIEGELD PRE 2007 KDVB -13.819,47 11.11 -13.819,47

62210000 WEDDEN JOBSTUDENTEN KDVB 25.068,30 11.11 25.068,30

62210000 WEDDEN KDVB 3.139.084,33 11.11 3.139.084,33

230


2018 ESR - code

ESR 2018

62210000 ZIEKTE & INVALIDITEITSVERZEKERING KDVB 16.348,27 11.11 16.348,27

62210000 ATP - WEDDEN 143.337.460,43 11.11 143.337.460,43

62211000 ATP - HAARD- & STANDPLAATSTOELAGE 169.210,99 11.12 169.210,99

62219998 BEZOLDIG. GLOBALE CORRECTIE ALLE STATUTEN 467.085,82 11.11 467.085,82

62219999 BEDR. VOORH. - GLOBALE CORRECTIE ALLE STATUTEN 12.827,20 11.20 12.827,20

62220000 ATP - OVERUREN & VERGOEDING HOGERE FUNCTIES 262.963,25 11.12 262.963,25

62221000 ATP - EINDEJAARSPREMIE 7.676.381,92 11.12 7.676.381,92

62221001 ATP - PROVISIE RSZ OP EINDEJAARSPREMIE 1.722.967,00 11.20 1.722.967,00

62222000 ATP - PREMIES & GRATIFICATIES 350.298,77 11.12 350.298,77

62223000 ATP - VOORDELEN IN NATURA 32.551,70 11.40 32.551,70

62224000 ATP - VAKANTIEGELD PRE 2007 -374.917,23 11.12 -374.917,23

62224007 ATP - PROVISIE RSZ OP ENKEL VAKANTIEGELD -108.641,38 11.20 -108.641,38

62224008 ATP - VAKANTIEGELD 13.222.851,13 11.12 13.222.851,13

62229000 ATP - ANDERE SOCIALE VOORDELEN 684.636,01 11.12 684.636,01

62230000 ATP - RSZ WEDDEN 30.214.226,60 11.20 30.214.226,60

62232000 ATP - ONGEVALLENVERZ. 294.981,27 11.20 294.981,27

62232001 ATP - ONGEVALLENVERZ. OP VAKANTIEGELD 19.013,44 11.20 19.013,44

62232002 ATP - PROVISIE VERZ. AO OP EINDEJAARSPREMIE 20.966,00 11.20 20.966,00

62239999 RSZ - GLOBALE CORRECTIE ALLE STATUTEN -32.901,22 11.20 -32.901,22

62240000 ATP - GROEPSVERZ. & PENSIOENFONDS - GRD 6.920.292,22 11.20 6.920.292,22

62241000 ATP - ZIEKTE- & INVALIDITEITSVERZEKERING 638.257,22 11.20 638.257,22

62241999 ZIEKTE- EN INVALIDITEIT - ALLE STATUTEN -17.036,84 11.20 -17.036,84

62242000 ATP - GROEPSVERZ. & PENSIOENFONDS - CBP 7.234.479,07 11.20 7.234.479,07

62242996 GROEPSVERZEKERING ALLE STATUTEN - GRD -3.412.454,32 11.20 -3.412.454,32

62242997 GROEPSVERZEKERING ALLE STATUTEN - CBP 143.859,95 11.20 143.859,95

62242998 GROEPSVERZEKERING ALLE STATUTEN - ONDERZOEKSKADER -41.202,69 11.20 -41.202,69

62243000 ATP - HOSPITALISATIEVERZEKERING 200.605,01 11.40 200.605,01

62251000 ATP - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 857.152,71 11.12 857.152,71

62252000 ATP - WERKKLEDIJ 273.356,00 11.40 273.356,00

62260000 ATP - BRUGPENSIOENEN 87.941,91 11.33 87.941,91

62261000 ATP - RUSTPENSIOENEN 14.476,17 11.33 14.476,17

62310000 GTP - WEDDEN 3.763.916,70 11.11 3.763.916,70

62320000 GTP - OVERUREN & VERGOEDING HOGERE FUNCTIES 2.597,00 11.12 2.597,00

62321000 GTP - EINDEJAARSPREMIE 180.854,66 11.12 180.854,66

62321001 GTP - PROVISIE RSZ OP EINDEJAARSPREMIE 34.061,62 11.20 34.061,62

62322000 GTP - PREMIES & GRATIFICATIES 1.840,95 11.12 1.840,95

62323000 GTP - VOORDELEN IN NATURA 581,46 11.40 581,46

62324007 GTP - PROVISIE RSZ OP ENKEL VAKANTIEGELD 5.094,75 11.20 5.094,75

62324008 GTP - VAKANTIEGELD 434.569,14 11.12 434.569,14

62329000 GTP - ANDERE SOCIALE VOORDELEN 660,55 11.12 660,55

62330000 GTP - RSZ WEDDEN 809.414,84 11.20 809.414,84

231


2018 ESR - code

ESR 2018

62332000 GTP - ONGEVALLENVERZ. 7.685,30 11.20 7.685,30

62332001 GTP - ONGEVALLENVERZ. OP VAKANTIEGELD 641,56 11.20 641,56

62332002 GTP - PROVISIE VERZ. AO OP EINDEJAARSPREMIE 463,30 11.20 463,30

62343000 GTP - HOSPITALISATIEVERZEKERING 5.695,43 11.40 5.695,43

62351000 GTP - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 18.265,15 11.12 18.265,15

62352000 GTP - WERKKLEDIJ 96,00 11.40 96,00

62410000 CWP - WEDDEN 180.131,88 11.11 180.131,88

62510000 CONTR. ATP - WEDDEN 153.645,07 11.11 153.645,07

62510700 JOBSTUDENTEN - WEDDEN 3.233.074,86 11.11 3.233.074,86

62524708 JOBSTUDENTEN - VAKANTIEGELD 38.567,07 11.12 38.567,07

62530700 JOBSTUDENTEN - RSZ WEDDEN 214.283,74 11.20 214.283,74

62530701 JOBSTUDENTEN - ONGEVALLENVERZ. 6.702,13 11.20 6.702,13

62551700 JOBSTUDENTEN - TUSSENKOMST IN OPENBAAR VERVOER 1.900,46 11.12 1.900,46

62610000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - WEDDEN 60.979.746,78 11.11 60.979.746,78

62620000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - OVERUREN&VERGOED.HOG.FIES 211,20 11.12 211,20

62621000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - EINDEJAARSPREMIE 1.661.680,50 11.20 1.661.680,50

62621001 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - PROV. RSZ OP EJ. PREMIE 487.996,74 11.20 487.996,74

62624007 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - PROV. RSZ ENKEL VAK. GELD 161.052,12 11.20 161.052,12

62624008 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - VAKANTIEGELD 3.505.802,31 11.12 3.505.802,31

62629000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - ANDERE SOCIALE VOORDELEN 39.865,46 11.12 39.865,46

62630000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - RSZ WEDDEN 14.980.169,76 11.20 14.980.169,76

62632000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - ONGEVALLENVERZ. 125.764,31 11.20 125.764,31

62632001 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - ONGEVALVERZ. OP VAK. GELD 6.403,02 11.20 6.403,02

62632002 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - PROV. AO. OP EJ. PREMIE 5.020,49 11.20 5.020,49

62643000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - HOSPITALISATIEVERZEKERING 109.423,48 11.40 109.423,48

62651000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - TSS. KOMST OPENB. VERVOER 482.908,89 11.12 482.908,89

62652000 BUR. VOLL. ONDERW. RSZ - WERKKLEDIJ 50.734,00 11.40 50.734,00

63011000 AFSCHRIJVINGEN OP SOFTWARE 442.113,49 02.99 442.113,49

63020000 AFSCHR.GEBOUWEN KDVB 245.699,81 02.99 245.699,81

63021000 AFSCHRIJVING OP INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUST. KDVB 21.768,45 02.99 21.768,45

63022000 AFSCHRIJVINGEN OP MEUBILAIR EN MATERIEEL KDVB 6.049,20 02.99 6.049,20

63022010 AFSCHRIJVINGEN OP GEBOUWEN 29.694.596,00 02.99 29.694.596,00

63023000 AFSCHRIJVINGEN OP UITRUSTING Associatie 2.221,91 02.99 2.221,91

63023000 AFSCHRIJVINGEN OP UITRUSTING 27.088.382,62 02.99 27.088.382,62

63024000 AFSCHRIJVINGEN OP MEUBILAIR 31.975,36 02.99 31.975,36

63024010 AFSCHRIJVINGEN OP ROLLEND MATERIEEL 448.607,03 02.99 448.607,03

63025010 AFSCHRIJVINGEN OP LEASING GEBOUWEN 339.406,75 02.99 339.406,75

232


2018 ESR - code

ESR 2018

63026010 AFSCHRIJVINGEN OP BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN 1.205.953,75 02.99 1.205.953,75

63100000 WVERM- OP VOORRADEN 96.629,55 02.99 96.629,55

63300000 TOEVOEGING WAARDEVERM- HANDELSVORDERINGEN < 1 JAAR KDVB 0,00 02.99 0,00

63300000 TOEVOEGING WAARDEVERM- HANDELSVORDERINGEN < 1 JAAR 898.542,39 02.99 898.542,39

63310000 TERUGNAME WAARDEVERM- HANDELSVORDERINGEN < 1 JAAR KDVB -21,60 02.99 -21,60

63310000 TERUGNAME WAARDEVERM- HANDELSVORDERINGEN < 1 JAAR -130.818,19 02.99 -130.818,19

63400000 PROVISIES - PENSIOENEN & SOORTGELIJKE - TOEVOEGING 68.026,90 02.99 68.026,90

63410000 PROVISIES - PENSIOENEN & SOORTGELIJKE - AFBOUW -11.708.417,41 02.99 -11.708.417,41

63500000 PROVISIES - BELASTINGEN - TOEVOEGING 8.279.515,25 02.99 8.279.515,25

63600000 PROVISIES - GROTE HERSTEL-ONDERHOUD - TOEVOEGING 31.376.026,89 02.99 31.376.026,89

63610000 PROVISIES - GROTE HERSTEL-ONDERHOUD - AFBOUW -22.013.636,64 02.99 -22.013.636,64

63800000 PROVISIES - MILIEU & VEILIGHEID - TOEVOEGING 32.260,46 02.99 32.260,46

63810000 PROVISIES - MILIEU & VEILIGHEID - AFBOUW -90.868,39 02.99 -90.868,39

63811000 PROVISIES - ASBEST-& BODEMSANERING - AFBOUW 0,00 02.99 0,00

63900000 PROVISIES - HANGENDE GESCHILLEN - TOEVOEGING 15.000,00 02.99 15.000,00

63901000 PROVISIES - UITVINDERSAANDELEN - TOEVOEGING 6.964.610,67 02.99 6.964.610,67

63902000 PROVISIES - BIJWEDDEN - TOEVOEGING 1.781.962,37 02.99 1.781.962,37

63903000 PROVISIES - OVERIGE - TOEVOEGING 42.600,00 02.99 42.600,00

63904000 PROVISIES - OVERIGE PERSONEELSKOSTEN - TOEVOEGING 837.350,20 02.99 837.350,20

63905000 PROVISIES - EFRO/INTERREG - TOEVOEGING 2.606.987,06 02.99 2.606.987,06

63910000 PROVISIES - HANGENDE GESCHILLEN - AFBOUW -474.180,75 02.99 -474.180,75

63911000 PROVISIES - UITVINDERSAANDELEN - AFBOUW -14.300.371,15 02.99 -14.300.371,15

63912000 PROVISIES - BIJWEDDEN - AFBOUW -1.807.430,29 02.99 -1.807.430,29

63913000 PROVISIES - OVERIGE - AFBOUW -20.444,78 02.99 -20.444,78

63914000 PROVISIES - OVERIGE PERSONEELSKOSTEN - AFBOUW -775.268,04 02.99 -775.268,04

63915000 PROVISIES - EFRO/INTERREG - AFBOUW -1.385.259,99 02.99 -1.385.259,99

64000000 VERKEERSBELASTING & BELAST. OP INVERKEERSTELL. 20.023,27 12.50 20.023,27

64001000 ONROERENDE VOORHEFFING 66.782,90 12.50 66.782,90

64003210 ROERENDE VOORHEFFING - ROYALTIES 14.303.839,43 12.50 14.303.839,43

64003500 ROERENDE VOORHEFFING - ANDERE DAN ROYALTIES 267.320,88 12.50 267.320,88

64010000 NIET AFTREKBARE BTW 19.239,91 12.50 19.239,91

64012000 SUCCESSIE- & SCHENKINGSRECHTEN 2.982,98 12.50 2.982,98

64013000 ZEGELRECHTEN & MET ZEGEL GELIJKGESTELDE TAKSEN 0,00 12.50 0,00

64014000 DOUANE & ACCIJNZEN 127.028,07 12.50 127.028,07

64015000 MILIEUTAKSEN, -BELASTINGEN EN - HEFFINGEN 48.142,52 12.50 48.142,52

233


2018 ESR - code

ESR 2018

64016000 RADIO- EN TV-TAKS, SABAM, REPROBEL 101.998,55 12.50 101.998,55

64020000 TAKSEN KAMERVERHUUR 357.088,20 12.50 357.088,20

64021000 HUISVUILTAKSEN 18.016,27 12.50 18.016,27

64030000 RECHTSPERSONENBELASTING 449.791,74 12.50 449.791,74

64040000 BOETES 1.548,47 12.50 1.548,47

64060000 DIVERSE ANDERE BELASTINGEN 52.495,28 12.50 52.495,28

64200000 MINDERWAARDE OP DE REALISATIE VAN HANDELSVORDERING 151.707,61 12.11 151.707,61

64999789 ERELONEN ADVIESBUR. ELIMINATIE KULC interacties -1.601.839,66 12.11 -1.601.839,66

64999789 ERELONEN ADVIESBUR. ELIMINATIE KULC interacties 1.601.839,66 12.11 1.601.839,66

65000001 INTREST & KOSTEN - LENINGEN > 1 JAAR 116,01 21.10 116,01

65000002 INTREST & KOSTEN - LENINGEN < OF = 1 JAAR 340,23 21.10 340,23

65000003 INTREST & KOSTEN - EIB LENING > 1 JAAR 563.874,45 21.30 563.874,45

65002000 DEBETINTRESTEN KDVB 8,32 21.10 8,32

65100000 TOEVOEGING WAARDEVERM- VLOTT. ACTIVA: VORDERINGEN 17.014,79 02.99 17.014,79

65101000 WAARDEVERMINDERING VLOTT. ACTIVA - AANDELEN -53.088,00 02.99 -53.088,00

65101200 WAARDEVERMINDERING VLOTT. ACTIVA - ANDERE FONDSEN 6.356.504,19 02.99 6.356.504,19

65102100 WAARDEVERMINDERING VLOTT. ACTIVA - OBLIGATIES 75.462,57 02.99 75.462,57

65110000 TERUGNAME WAARDEVERM- VLOTT. ACTIVA: VORDERINGEN -50.646,15 02.99 -50.646,15

65201000 MINDERWAARDE BIJ REALISATIE VAN AANDELEN 36.120,00 81.12 36.120,00

65201200 MINDERWAARDE BIJ REALISATIE VAN ANDERE FONDSEN 456.493,73 81.12 456.493,73

65202100 MINDERWAARDE BIJ REALISATIE VAN OBLIGATIES 269.922,00 85.50 269.922,00

65400000 WISSELRESULTATEN KDVB 284,83 12.11 284,83

65410000 NT GEREALISEERD WISSELKOERSVERSCHIL EINDE PERIODE 155.172,72 02.99 155.172,72

65450000 GEREALISEERD NEGATIEF WISSELRESULTAAT 238.584,54 12.11 238.584,54

65510000 NEGATIEF RESULTAAT UIT OMREKENING VREEMDE VALUTA -14.170,63 12.11 -14.170,63

65700000 BANKKOSTEN KDVB 2.479,01 12.11 2.479,01

65710000 VERWIJLINTRESTEN 6.121,40 21.40 6.121,40

65710001 BANKKOSTEN & COMMISSIELONEN OP TRANSACTIES 206.889,12 12.11 206.889,12

65710002 NEGATIEVE AFRONDINGSVERSCHILLEN&BETALINGSTEKORTEN 5.539,21 12.11 5.539,21

65710003 KOSTEN I.V.M. BORGSTELLING DOOR BANK 3.522,38 12.11 3.522,38

65710004 BEHEERLOON CASH POOL 26.793,12 12.11 26.793,12

65711000 NALATIGHEIDSINTERESTEN HR 412.845,68 12.11 412.845,68

65750000 DIVERSE ANDERE FINANCIËLE KOSTEN Associatie 207,60 12.11 207,60

65750000 DIVERSE ANDERE FINANCIËLE KOSTEN 30.717,90 12.11 30.717,90

66022010 UITZONDERLIJKE AFSCHRIJVINGEN OP GEBOUWEN 107.745,02 02.99 107.745,02

234


2018 ESR - code

ESR 2018

66023000 UITZONDERLIJKE AFSCHRIJVINGEN OP UITRUSTING 229.860,31 02.99 229.860,31

66100000 WVERM- OP FVA PARTICIPATIES 1.400.013,38 02.99 1.400.013,38

66101000 WVERM- OP FVA (NIET PARTICIPATIES) 0,00 02.99 0,00

66320000 UITZONDERLIJKE AFSCHR.GEBOUWEN KDVB 0,00 02.99 0,00

66321000 UITZONDERLIJKE AFSCHR. OP INSTALL, MACH & UITRUST. KDVB 0,00 02.99 0,00

66800000 UITZONDERLIJKE KOSTEN 3.537.904,52 12.11 3.537.904,52

69201100 RESULTAATSVERWERKING 402.063,39 02.99 402.063,39

69201200 RESULTAATSVERWERKING 1.817.044,48 02.99 1.817.044,48






70001100 VORDERING VAKANTIEGELD WERKINGSUITKERING -1.186.899,78 02.99 -1.186.899,78

70001200 WERKINGSUITKERING : BASISTOELAGE -

336.549.460,52 46.10 -

336.549.460,52

70001300 WERKINGSUITKERING : WERKGEVERSBIJDRAGE -20.494.775,74 46.10 -20.494.775,74

70001400 WERKINGSUITKERING : SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING -2.245.397,65 46.10 -2.245.397,65

70001702 WERKINGSUITKERING : AANVULLENDE ONDERZOEKSMIDDELEN -27.605.626,27 46.10 -27.605.626,27

70001703 WERKINGSUITKERING : BRUSSEL-MIDDELEN -1.271.819,61 46.10 -1.271.819,61

70001704 WERKINGSUITKERING : VORMINGSFONDS -174.796,90 46.10 -174.796,90

70013000 SOCIALE TOELAGE DGD (STVZ) -149.302,38 49.40 -149.302,38

70021000 INVESTERINGSUITKERING ARTIKEL 140 -11.465.860,99 66.11 -11.465.860,99

70021001 INVESTERINGSUITKERING GEINTEGREERDE OPLEIDINGEN -1.242.207,31 66.11 -1.242.207,31

70031000 TOELAGE SOCIALE VOORZIENINGEN STUDENTEN ART.140BIS -9.906.653,90 46.10 -9.906.653,90

70031100 VORDERING VAKANTIEGELD SOCIALE SECTOR -32.177,42 02.99 -32.177,42

70101100 BOF : BOF BASISTOELAGE -59.930.300,00 46.10 -59.930.300,00

70101400 BOF : TENURE TRACK -3.774.600,00 46.10 -3.774.600,00

70102000 BOF : METHUSALEM -7.481.900,00 46.10 -7.481.900,00

70110100 IUAP -1.777.843,25 49.40 -1.777.843,25

70110110 FWO EOS-PROJECTEN -4.616.473,96 46.70 -4.616.473,96

70120100 FWO -63.504.397,10 46.70 -63.504.397,10

70130100 IWT BENCH FEE -245.148,43 46.70 -245.148,43

70200100 FEDERALE OVERHEID EXCL. IUAP -11.557.764,49 49.40 -11.557.764,49

70210100 MINISTERIE VLAAMSE GEMEENSCHAP -13.359.814,23 38.60 -13.359.814,23

70211100 SUBSIDIES TOEGEPAST ONDERZOEK FWO EN VLAIO -27.847.158,59 46.70 -27.847.158,59

70212100 INDUSTRIEEL ONDERZOEKSFONDS -15.103.437,00 46.10 -15.103.437,00

70213100 ANDERE VLAAMSE INTERMEDIAIRE ORGANISATIES -9.932.454,57 38.60 -9.932.454,57

70214100 VLAAMSE GEMEENSCHAP - ANDERE -1.052.155,30 38.60 -1.052.155,30

70214200 IMPULSFINANCIERING ZWARE APPARATUUR -4.781.690,51 46.70 -4.781.690,51

235


2018 ESR - code

ESR 2018

70214210 FWO ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR -5.057.650,47 46.70 -5.057.650,47

70221000 STEDEN & PROVINCIES -1.927.655,06 48.11 -1.927.655,06

70230100 EU - ONDERZOEKSCONTRACTEN -56.938.714,75 39.10 -56.938.714,75

70231100 INTERNATIONALE INSTELLINGEN - ONDERZOEKSCONTRACTEN -4.912.790,66 39.40 -4.912.790,66

70232100 ANDERE BUITENLANDSE OVERHEDEN-ONDERZOEKSCONTRACTEN -115.071,88 39.40 -115.071,88

70249000 ANDERE OVERHEIDSBIJDRAGEN VOOR ONDERZOEK -47.704,68 49.35 -47.704,68

70300100 EU - CONTRACTONDERZOEK -188.806,89 16.13 -188.806,89

70300310 NON PROFIT ORG. - CONTR.ONDERZOEK - ASSOCIATIE KUL KULC interacties 16.11 0,00

70300310 NON PROFIT ORG. - CONTR.ONDERZOEK - ASSOCIATIE KUL RECLASS 16.11 0,00

70300310 NON PROFIT ORG. - CONTR.ONDERZOEK - ASSOCIATIE KUL 8.612,19 16.11 8.612,19

70300390 NON PROFIT ORG. - CONTR. ONDERZOEK - BNL -14.877.987,89 16.11 -14.877.987,89

70300490 NON PROFIT ORG. - CONTR. ONDERZOEK - BTL - ANDERE -6.746.686,83 16.13 -6.746.686,83

70300500 TENDER BINNENLAND -2.966.447,04 16.11 -2.966.447,04

70300510 TENDER BUITENLAND -2.130.513,04 16.13 -2.130.513,04

70301010 VENN.-CONTR.ONDERZ.(EXCL.KLINISCHE TRIALS) - BNL -13.406.829,20 16.11 -13.406.829,20

70301020 VENN.-CONTR.ONDERZ.(EXCL.KLINISCHE TRIALS) - BTL -14.489.640,35 16.13 -14.489.640,35

70301030 VENN.-CONTR.ONDERZ.-LEERSTOEL - BNL -2.260.150,37 16.11 -2.260.150,37

70301040 VENN.-CONTR.ONDERZ.-LEERSTOEL - BTL -492.500,00 16.13 -492.500,00

70301210 VENN.-CONTR.ONDERZ. - KLINISCHE TRIALS - 1&2 - BNL -3.067.616,09 16.11 -3.067.616,09

70301220 VENN.-CONTR.ONDERZ. - KLINISCHE TRIALS - 1&2 - BTL -394.078,01 16.13 -394.078,01

70301310 VENN.-CONTR.ONDERZ. - KLINISCHE TRIALS - 3&4 - BNL -187.273,57 16.11 -187.273,57

70301320 VENN.-CONTR.ONDERZ. - KLINISCHE TRIALS - 3&4 - BTL -14.553,69 16.13 -14.553,69

70311000 PRIVESECTOR - CONTRACTONDERZOEK MET IWT STEUN -10.162.230,30 16.11 -10.162.230,30

70311010 PRIVESECTOR - NON PROFIT-CONTR. MET IWT STEUN -1.744.380,77 16.11 -1.744.380,77

70321000 WETENSCH. DIENSTVERL. - GERECHTELIJKE EXPERTISES -569.133,84 16.11 -569.133,84

70322000 WETENSCH. DIENSTVERL. - VOORDRACHTEN & LEZINGEN -114.591,14 16.11 -114.591,14

70322100 VOORDRACHTEN & LEZINGEN : REIS-& VERBLIJFKOSTEN -74.334,96 16.11 -74.334,96

70325000 VENN. - WETENSCH. DIENSTVERL. ZONDER CONTRACT-BNL -1.594.196,15 16.11 -1.594.196,15

70326000 NON PROFIT ORG. - WTNSCH. DVL ZNDR CNTRCT - BNL -1.857.488,49 16.11 -1.857.488,49

70327000 VENN. - WTNSCH DIENSTVERL. ZONDER CONTRACT - BTL -462.938,82 16.13 -462.938,82

70328000 NON PROFIT ORG. - WTNSCH. DVL ZNDR CNTRCT - BTL -673.171,67 16.13 -673.171,67

70329000 ANDERE WETENSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING -152.145,28 16.11 -152.145,28

236


2018 ESR - code

ESR 2018

70331000 RECHTEN - ROYALTIES - LICENTIES -56.760.882,56 16.13 -56.760.882,56

70401000 STUDIEGELDEN -38.430.232,05 16.12 -38.430.232,05

70411000 BIJDRAGE BEKWAAMHEIDSONDERZOEK EVC (ART 68) -1.820,00 16.12 -1.820,00

70412000 INSCHRIJVINGSGELD CONGRESSEN -2.420.373,82 16.12 -2.420.373,82

70413000 INSCHRIJVINGSGELD ANDERE PERMANENTE VORMING 30,00 16.12 30,00

70413000 INSCHRIJVINGSGELD ANDERE PERMANENTE VORMING -7.578.496,43 16.12 -7.578.496,43

70421100 VERHURING STUDENTENKAMERS SOCIALE SECTOR -6.889.836,54 16.12 -6.889.836,54

70421200 VERHURING STUDIO'S/APPARTEMENTEN SOCIALE SECTOR -1.355.238,91 16.12 -1.355.238,91

70421300 INSCHRIJVINGSRECHTEN VERHURING SOCIALE SECTOR -42.540,27 16.12 -42.540,27

70421900 ANDERE VERHURING SOCIALE SECTOR -288.161,08 16.12 -288.161,08

70441000 VERKOOP BOEKEN & CURSUSSEN AAN STUDENTEN -195.720,20 16.12 -195.720,20

70451100 ONDERWIJSTOELAGEN - BNL KULC interacties 38.60 0,00

70451100 ONDERWIJSTOELAGEN - BNL -2.790.319,57 38.60 -2.790.319,57

70451200 ONDERWIJSTOELAGEN - EU -13.777.634,87 39.10 -13.777.634,87

70451900 ONDERWIJSTOELAGEN - ANDERE -237.987,00 38.60 -237.987,00

70452000 OPLEIDING BIJ DERDEN -405.694,03 16.12 -405.694,03

70453000 VERKOOP PUBLICATIES & ABONNEMENTEN -123.792,30 16.12 -123.792,30

70454000 AUTEURSRECHTEN -123.855,59 16.11 -123.855,59

70455000 WETENSCHAPPELIJKE PRIJZEN -69.110,64 16.11 -69.110,64

70456000 VERKOOP PROEFDIEREN -1.764.643,13 16.11 -1.764.643,13

70457000 SUBSIDIES - PERMANENTE VORMING -327.526,30 16.11 -327.526,30

70457100 SPONSORING - LEERSTOELEN NIET ONDERZOEK -48.750,00 16.11 -48.750,00

70457110 SPONSORING - LUF -711.069,76 16.11 -711.069,76

70457120 SPONSORING - PERMANENTE VORMING -717.939,60 16.11 -717.939,60

70457121 SPONSORING - ANDERE -669.675,31 16.11 -669.675,31

70457200 SUBSIDIES-ERFGOED -16.801,20 16.11 -16.801,20

70458000 ZAP - STIMULERINGSFONDSEN FEDERALE OVERHEID -455.909,88 49.40 -455.909,88

70458010 AAP - STIMULERINGSFONDSEN FEDERALE OVERHEID -20.019.102,56 49.40 -20.019.102,56

70458020 ATP - STIMULERINGSFONDSEN FEDERALE OVERHEID -109.218,18 49.40 -109.218,18

70458030 GTP - STIMULERINGSFONDSEN FEDERALE OVERHEID -294,74 49.40 -294,74

70458050 CONTR ATP - STIMULERINGSFONDSEN FEDERALE OVERHEID 3.855.368,24 49.40 3.855.368,24

70458100 ZAP - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE 0,00 49.40 0,00

70458110 AAP - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE 0,39 49.40 0,39

70458120 ATP - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE 14,56 49.40 14,56

70458151 JOB - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE 0,00 49.40 0,00

237


2018 ESR - code

ESR 2018

70458161 BVR - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE -4.411,35 49.40 -4.411,35

70458190 BOR - STRUCTURELE INTERPROFESSIONELE LOONCORRECTIE 4.411,35 49.40 4.411,35

70458220 ATP - VRIJSTELLING BV OVERUREN -54.921,99 49.40 -54.921,99

70459000 ANDERE OPBR. ONDERWIJS & DIENSTVERLENING -2.798.364,11 16.11 -2.798.364,11

71011000 IUAP - MATCHING 1.231.387,63 49.40 1.231.387,63

71011011 FWO EOS PROJECTEN - MATCHING 3.106.526,31 02.99 3.106.526,31

71012000 FWO - MATCHING 6.070.339,42 02.99 6.070.339,42

71013000 IWT BENCH FEE - MATCHING -253.460,71 02.99 -253.460,71

71020000 FEDERALE OVERHEID EXCLUSIEF IUAP - MATCHING 942.243,23 49.40 942.243,23

71021000 MINISTERIE VLAAMSE GEMEENSCHAP - MATCHING 243.341,34 38.60 243.341,34

71021100 IWT - MATCHING 626.257,45 02.99 626.257,45

71021300 AND. VLAAMSE INTERMED. ORGANISATIES - MATCHING -322.446,24 38.60 -322.446,24

71021400 ANDERE BIJDRAGEN VL. GEMEENSCHAP - MATCHING -2.252.808,06 38.60 -2.252.808,06

71021421 FWO ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR - MATCHING 2.449.727,35 02.99 2.449.727,35

71022000 STEDEN & PROVINCIES - MATCHING 50.217,19 48.11 50.217,19

71023000 EU - ONDERZOEKSCONTRACTEN - MATCHING 4.867.419,85 39.10 4.867.419,85

71023100 INTERNATION. INSTELL. - ONDERZ.CONTR. - MATCHING -185.546,24 39.40 -185.546,24

71023200 ANDERE BUITENL. OVERHDN. - ONDERZ.CONTR - MATCHING 4.184,29 39.40 4.184,29

71024000 AND. OVERH.BIJDR. TOEGEP.WTNSCH.ONDERZ. - MATCHING -63.774,31 49.35 -63.774,31

71030000 NON PROFIT ORG. - CONTRACTONDERZ - MATCHING -903.390,00 16.11 -903.390,00

71030100 VENN.-CONTRACTONDERZOEK-MATCHING 1.145.186,59 16.11 1.145.186,59

71031000 PRIVESECTOR CONTR.ONDERZ. MET IWT STEUN - MATCHING -535.076,50 16.11 -535.076,50

71045110 ONDERWIJSTOELAGEN BNL - MATCHING -20.521,30 38.60 -20.521,30

71045120 ONDERWIJSTOELAGEN EU - MATCHING 5.402.454,73 39.10 5.402.454,73

73100000 GIFTEN MET ATTEST -4.823.635,50 38.10 -4.823.635,50

73200000 GIFTEN MET ATTEST - LEERSTOELEN -2.681.903,28 38.10 -2.681.903,28

73200001 GIFTEN ZONDER ATTEST - LEERSTOELEN -180.000,00 38.10 -180.000,00

73200100 GIFTEN MET ATTEST - FONDSEN -1.880.439,65 38.10 -1.880.439,65

73300000 GIFTEN ZONDER ATTEST -2.366.903,17 38.10 -2.366.903,17

73400000 LEGATEN -7.142.041,25 38.50 -7.142.041,25

74010000 ANDERE SUBSIDIES VOOR ONROERENDE INVESTERINGEN -3.163.913,30 38.60 -548.109,77

74010000 ANDERE SUBSIDIES VOOR ONROERENDE INVESTERINGEN 66.41 -1.825.000,00

74010000 ANDERE SUBSIDIES VOOR ONROERENDE INVESTERINGEN 66.11 -790.803,53

74030000 SUBSIDIES VLAAMSE GEMEENSCHAP ARCHIEFDECREET -2.207.120,55 38.60 -2.207.120,55

74090000 SUBSIDIES - ANDERE -1.460.481,33 38.10 -1.460.481,33

74103000 MW+ OP COURANTE REALISATIE UITRUSTING -62.189,00 77.20 -62.189,00

238


2018 ESR - code

ESR 2018

74104010 MW+ OP COURANTE REALISATIE ROLLEND MATERIEEL -8.239,67 77.10 -8.239,67

74210000 MEERWAARDEN OP DE REALISATIE V HANDELSVORDERINGEN -37.756,90 16.11 -37.756,90

74320000 EXPLOITATIE TERREINEN -51.927,50 16.11 -51.927,50

74331000 VERHURING GEBOUWEN NIET SOCIALE SECTOR -2.129.684,83 16.12 -2.129.684,83

74332000 VERHURING STUDENTENKAMERS NIET SOCIALE SECTOR -8.626.920,58 16.12 -8.626.920,58

74333000 VERHURING STUDIO'S/APPARTEMENTEN NIET SOCIALE SECT -1.550.947,90 16.12 -1.550.947,90

74334000 INSCHRIJVINGSRECHTEN NIET-SOCIALE SECTOR -397.214,00 16.12 -397.214,00

74336000 INKOMSTEN ROERENDE GOEDEREN EXCL VERKOOP AA -97.470,02 16.11 -97.470,02

74339000 ANDERE VERHURING NIET SOCIALE SECTOR -222.120,02 16.12 -222.120,02

74370000 FACILITAIRE DIENSTVERLENING GEBOUWEN & LOKALEN -495.296,74 16.11 -495.296,74

74380000 (ERF)PACHT, OPSTAL, VRUCHTGEBRUIK, JACHTRECHT -308.162,48 16.11 -308.162,48

74400300 RECUPERATIE - PRODUCTIEKOSTEN UPL -35.853,09 16.11 -35.853,09

74500000 INKOMSTEN BIBLIOTHEKEN -273.798,00 16.12 -273.798,00

74601000 RECUPERATIE - VERZEKERING -3.606,98 16.11 -3.606,98

74602000 RECUPERATIE - INFORMATICA-INFRASTRUCTUUR -485.267,54 16.11 -485.267,54

74611000 RECUPERATIE - ELEKTRICITEIT -8.771.285,30 16.11 -8.771.285,30

74612000 RECUPERATIE - GAS -181.886,70 16.11 -181.886,70

74613000 RECUPERATIE - STOOKOLIE -6.011,72 16.11 -6.011,72

74614000 RECUPERATIE - WATER -132.642,55 16.11 -132.642,55

74620000 RECUPERATIE - TELEFOON/TELEKAARTEN -21.796,91 16.11 -21.796,91

74630000 RECUPERATIE - FOTOKOPIES -521.481,29 16.11 -521.481,29

74640000 RECUPERATIE - REISKOSTEN -13.115,54 16.11 -13.115,54

74640001 DOORREKENING REISKOSTEN ZONDER BTW OF OVERHEAD -30.174,54 16.12 -30.174,54

74641000 RECUPERATIE - OCTROOIKOSTEN -31.938,78 16.12 -31.938,78

74651000 RECUPERATIE - PERSONEELSKOSTEN - GEHANDIC.FONDS -432.488,22 16.12 -432.488,22

74652000 TOELAGE EDUCTATIEF VERLOF -141.439,70 49.40 -141.439,70

74653000 RECUPERATIE - PERSONEELSKOSTEN - UZ LEUVEN -3.135.141,42 16.11 -3.135.141,42

74654000 RECUPERATIE - PERSONEELSKOSTEN - E2WD PERS.BIJDR. -33.374,00 16.12 -33.374,00

74659000 RECUPERATIE - PERSONEELSKOSTEN - ANDERE -6.912.652,33 16.11 -6.912.652,33

74660000 RECUPERATIE - VOEDING & DRANK -301.770,48 16.12 -301.770,48

74670000 RECUPERATIE - POSTZEGELS & AND. VERZENDINGSKOSTEN -112.498,73 16.12 -112.498,73

74680000 RECUPERATIE - HONORARIA MEDISCH CENTRUM -638.383,51 16.12 -638.383,51

74691000 RECUPERATIE - NIET PERSONEEL - UZ LEUVEN -1.386.451,84 16.11 -1.386.451,84

74692000 RECUPERATIE - VISITING SCHOLARS - NIET UZ LEUVEN -37.390,03 16.12 -37.390,03

74693000 DIVERSE DOORREKENINGEN DOOR TECHNISCHE DIENSTEN -645.306,56 16.12 -645.306,56

74694000 MAGAZIJN VERKOPEN -781.496,82 16.12 -781.496,82

239


2018 ESR - code

ESR 2018

74694050 PM VERKOPEN -129.290,38 16.12 -129.290,38

74695000 ASSOCIATIE DIVERSE INTERNE DOORREKENINGEN -5.023.926,75 16.12 -5.023.926,75

74699000 RECUPERATIE - ANDERE - NIET UZ LEUVEN -1.671.721,96 16.12 -1.671.721,96

74699001 DOORREKENING DIVERSE KOSTEN ZONDER BTW OF OVERHEAD -40.329,06 16.12 -40.329,06

74710000 KINDERDAGVERBLIJVEN - RECUPERATIE PERSONEELSKOST -2.712,00 16.12 -2.712,00

74790000 KINDERDAGVERBLIJVEN-DIVERSE INTERNE DOORREKENINGEN -189.288,70 16.12 -189.288,70

74900100 VERHALEN KOSTEN T.L.V. VERZEKERINGEN -196.067,75 16.12 -196.067,75

74900200 SPORTKAARTEN & DEELNAME SPORTACTIVITEITEN -1.148.790,50 16.12 -1.148.790,50

74900201 STUDENTENBUSPAS -247.477,50 16.12 -247.477,50

74900300 LIDMAATSCHAPSGELDEN - ANDERE -277.965,00 16.12 -277.965,00

74900400 RECUP. ADMINISTR. KOSTEN & ADMINISTR. DIENSTVERL. -638.198,49 16.12 -638.198,49

74900600 SOCIO - CULTURELE ACTIVITEITEN -275.225,09 16.12 -275.225,09

74900700 DIVERSE RECUPERATIES STUDENTEN -1.140.976,39 16.12 -1.140.976,39

74900800 RELIGIEUZE ACTIVITEITEN EXCLUSIEF GIFTEN -25.757,54 16.12 -25.757,54

74900900 DIVERSE ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN Associatie -4.184.683,64 16.11 -4.184.683,64

74900900 DIVERSE ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN KULC interacties 5.652.991,04 16.11 5.652.991,04

74900900 DIVERSE ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN KDVB 8.635,17 16.11 8.635,17

74900900 DIVERSE ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN -701.822,89 16.11 -701.822,89

74900910 AFSCHRIJVING KAPITAALSUBSIDIES KDVB 14.327,87 02.99 14.327,87

74900910 ADMINISTRATIE- EN FACTURATIEKOSTEN KDVB -21.224,00 16.12 -21.224,00

74900910 AFSCHRIJVING KAPITAALSUBSIDIES KDVB 0,00 02.99 0,00

74900910 B.O. FLEXIBELE OPVANG KDVB -43.951,71 16.12 -43.951,71

74900910 BOETE LAATTIJDIG VERWITTIGEN KDVB -90,00 16.12 -90,00

74900910 COMPENSATIE PERS KU LEUVEN LEEGSTANDSVERGOEDING KDVB 0,00 16.12 0,00

74900910 COMPENSATIE UZ COLLECTIEVE SLUITING JOKERDAGEN KDVB -3.687,00 16.12 -3.687,00

74900910 DIVERSE BEDRIJFSOPBRENGSTEN KDVB -1.975,00 16.12 -1.975,00

74900910 FINANCIELE BIJDRAGE OUDERS KDVB -1.369.785,26 16.12 -1.369.785,26

74900910 FINANCIELE BIJDRAGE OUDERS ZIEKE KIND KDVB -3.247,50 16.12 -3.247,50

74900910 OPBRENGSTEN LUIERS KDVB -101.106,08 16.12 -101.106,08

74900910 OPVANGKOST ONWETTIG AFWEZIG KDVB -88.389,63 16.12 -88.389,63

74900910 RECUPERATIE PERSONEELSKOSTEN KDVB -317.646,32 16.12 -317.646,32

74900910 RECUPERATIE VAN DIVERSE KDVB -1.310,00 16.12 -1.310,00

74900910 THUISOPVANG ZIEKE KIND KDVB -5.350,00 16.12 -5.350,00

74900920 AFSCHRIJVING KAPITAALSUBSIDIES KDVB -144.147,60 02.99 -144.147,60

74900920 SUBS.DAC KIND EN GEZIN VORIG BOEKJAAR KDVB 0,00 38.60 0,00

74900920 SUBS.FCUD VORIG BOEKJAAR KDVB -5.397,76 38.60 -5.397,76

74900920 SUBS.KIND EN GEZIN VORIG BOEKJAAR KDVB 14.282,75 38.60 14.282,75

74900920 SUBSIDIES K&G VOOR FLEXIBELE OPVANG KDVB -32.970,87 38.60 -32.970,87

240


2018 ESR - code

ESR 2018

74900920 TOELAGE F.C.U.D. KDVB -200.000,00 38.60 -200.000,00

74900920 TOELAGE VLAAMS FONDS PERSONEN MET EEN HANDICAP KDVB -1.138,36 38.60 -1.138,36

74900920 WERKINGSSUBSIDIES K&G VIA4 KDVB -50.504,11 38.60 -50.504,11

74900920 WERKINGSSUBSIDIES K&G WERKDRUKVERMINDERING KDVB -93.362,86 38.60 -93.362,86

74900920 WERKINGSSUBSIDIES KDVB -3.664.527,74 38.60 -3.664.527,74

74901100 VERGOEDING RAAD VAN BESTUUR 0,00 16.12 0,00

74902000 RECUPERATIE BTW OP ALGEMENE KOSTEN -2.802.273,01 12.11 -2.802.273,01

75000000 DIVIDENDEN UIT FVA AANDELEN -228.342,92 28.20 -228.342,92

75001000 DIVIDENDEN UIT FVA VORDERINGEN -10.051,82 26.10 -10.051,82

75008000 DIVIDENDEN UIT FVA BORGTOCHTEN -5,52 26.10 -5,52

75101000 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA - AANDELEN -24.152,69 28.20 -24.152,69

75101200 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA - ANDERE FONDSEN -29.208,46 26.10 -29.208,46

75102000 OPBRENGSTEN UIT VLOTT. ACTIVA - SCHATKISTCERTIFIC. -42.003,43 26.10 -42.003,43

75102100 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA - OBLIGATIES -4.978.460,85 26.20 -4.791.581,32

75102100 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA - OBLIGATIES 26.10 -186.879,53

75103001 OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA -LIQUIDE MIDDELEN -78.144,40 26.10 -78.144,40

75109999 OPBR UIT VL. ACTIVA - DOORSTORTING (VG VOOR DERDE) 4.302,17 26.10 4.302,17

75201000 MEERWAARDE BIJ DE REALISATIE VAN AANDELEN -71.750,00 86.10 -71.750,00

75201200 MEERWAARDE BIJ DE REALISATIE VAN ANDERE FONDSEN -1.060.705,12 86.10 -1.060.705,12

75202100 MEERWAARDE BIJ DE REALISATIE VAN OBLIGATIES -269.922,00 89.50 -269.922,00

75240000 OPBRENGST UIT LIQUIDE MIDDELEN 114,73 26.10 114,73

75400000 WISSELRESULTATEN KDVB -12,97 16.12 -12,97

75450000 GEREALISEERD POSITIEF WISSELRESULTAAT -400.907,50 26.10 -400.907,50

75610000 ONTVANGEN INTEREST OP UITGEG. LENINGEN > 1 JAAR -75.639,84 26.10 -75.639,84

75700000 INBRENG IN NATURA IN SPIN-OFF BEDRIJVEN -218.219,29 02.99 -218.219,29

75900000 ANDERE FINANCIELE OPBRENGSTEN KDVB -0,99 16.11 -0,99

75970000 AFRONDINGSVERSCHILLEN -8.574,37 26.10 -8.574,37

75990000 DIVERSE ANDERE FINANCIËLE OPBRENGSTEN Associatie 26.10 0,00

75990000 DIVERSE ANDERE FINANCIËLE OPBRENGSTEN -272.265,97 26.10 -272.265,97

76100000 TERUGNAME WVERM- OP FVA AANDELEN 0,00 02.99 0,00

76101000 TERUGNAME WAARDEVERMINDERING OP FVA -772.321,48 02.99 -772.321,48

76302010 MW+ OP UITZONDERLIJKE REALISATIE VAN GEBOUWEN 0,00 02.99 0,00

76302020 MW+ OP UITZONDERLIJKE REALISATIE VAN BEB.TERREINEN 0,00 02.99 0,00

76310000 MW+ OP UITZONDERLIJKE REALISATIE VAN FVA AANDELEN -1.537.850,63 86.10 -2.395.172,11

76310000 MW+ OP UITZONDERLIJKE REALISATIE VAN FVA AANDELEN 02.99 857.321,48

241


2018 ESR - code

ESR 2018

76900000 UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN -3.537.904,52 38.60 -3.537.904,52

79201100 RESULTAATSVERWERKING -6.340.542,60 02.99 -6.340.542,60

79201100 RESULTAATSVERWERKING -793.472,21 02.99 -793.472,21


79201300 RESULTAATSVERWERKING 541.605,63 02.99 541.605,63


242

C. Verklaring van de bedrijfsrevisor

245

D. Verschillenanalyses Verduidelijking bij verschillenanalyse Voorliggend document geeft een korte beschrijving van bijgevoegde verschillenanalyses. Verschillenanalyse 1: "Jaarrekening 2018" versus "BA 2018 (Originele begroting)" Deze analyse bevat volgende kolommen: (1) ESR BA 2018 (Originele begroting), conform ESR2010, zoals goedgekeurd door de RvB van de KU

Leuven d.d. 14/11/2017 en rekening houdend met de bijstelling van de verlegging van werkingsuitkeringen zoals overgemaakt aan AHOVOKS d.d. 05/09/2018. De originele begrotingscijfers 2018 werden in bijgaande tabel, omwille van de vergelijkbaarheid, aangepast aan het nieuwe ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten zoals goedgekeurd door de VLIR-Raad op 30/01/2019 en zoals voor de eerste maal gevolgd door de Vlaamse universiteiten bij de opmaak van de Jaarrekening 2018.

(2) ESR Jaarrekening 2018, conform ESR2010 De gegevens zullen worden overgemaakt aan de Vlaamse overheid na goedkeuring door de RvB op 22/03/2019. De ESR Jaarrekening 2018 werd onmiddellijk opgesteld overeenkomstig het nieuwe ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten.

(3) Verschil tussen ESR Jaarrekening 2018 (kolom (2)) en ESR BA 2018 (Originele begroting) (kolom (1)) met toelichting van de belangrijkste mutaties.

Verschillenanalyse 2: "Jaarrekening 2018" versus "Voorlopige uitvoering 2018 (2de controle)”" Deze analyse bevat volgende kolommen: (1) ESR Voorlopige uitvoering 2018 (2de controle), zoals goedgekeurd op de RvB van KU Leuven d.d.

13/11/2018, opgesteld conform ESR2010 en overgemaakt aan AHOVOKS op 15/11/2018. Ook de cijfers van de Voorlopige uitvoering 2018 (2de controle) werden in bijgaande tabel, omwille van de vergelijkbaarheid, aangepast aan het nieuwe ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten.

(2) ESR Jaarrekening 2018, conform ESR2010, en rekening houdend met het nieuwe ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten.

(3) Verschil tussen ESR Jaarrekening 2018 (kolom (2)) en ESR Voorlopige uitvoering 2018 (2de controle) (kolom (1)) met toelichting van de belangrijkste mutaties.

Verschillenanalyse 3: "Jaarrekening 2018" versus "Prefiguratie 2018" Deze analyse bevat volgende kolommen: (1) ESR Prefiguratie 2018, rekening houdend met de mutaties zoals overgemaakt aan AHOVOKS d.d.

21/01/2019.

(2) ESR Jaarrekening 2018, conform ESR2010.

(3) Verschil tussen ESR Jaarrekening 2018 (kolom (2)) en ESR Prefiguratie 2018 (kolom (1)) met toelichting van de belangrijkste mutaties.

De Jaarrekening 2018 en de “Prefiguratie 2018” zijn onmiddellijk opgesteld overeenkomstig het nieuwe ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten.

246

Verschillenanalyse 1: "Jaarrekening 2018" versus "BA 2018 (Originele begroting)" (1/3)

* Rekening houdend met de bijstelling van de verlegging van werkingsuitkeringen 2018 voor LUCA School of Arts t.w.v. €31.712 (cf. de rapportering aan AHOVOKS d.d. 05/09/2018) en conform het ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten zoals goedgekeurd door de VLIR-raad op 30/01/2019.

(1) (2) (3) = (2) ‐ (1)

ESR BA 2018

Originele begroting ESR JR 2018 Verschil Toelichting Verschil

RvB 14/11/2017* RvB 22/03/2019

code Omschrijving ‐1 115 299 412 ‐1 273 155 387 ‐157 855 975

08.21 / 03.21 Overgedragen overschot/tekort vorige boekjaren ‐160 876 908 ‐200 506 438 ‐39 629 530 De stijging betreft het toegenomen uitvoeringsresultaat 2017 (‐€39,6 miljoen).

16.11 Verkoop van niet‐duurzame goederen en diensten ‐ aan bedrijven ‐79 562 690 ‐82 389 897 ‐2 827 207

De toename wordt vooral verklaard door hogere inkomsten uit contractonderzoek met de prive‐sector met overheidssteun en

contractonderzoek non profit organisaties deels gecompenseerd door lagere diverse recuperaties met bedrijven en contractonderzoek

vennootschappen binnenland.

16.12 Verkoop van niet‐duurzame goederen en diensten ‐ aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen ‐74 044 016 ‐86 942 885 ‐12 898 869

De toename betreft hoofdzakelijk hogere inschrijvingsgelden (verklaard door de indexering van de studiegelden en de aangroei van de

studentenpopulatie) verhuring en facilitaire dienstverlening door hogere niet‐structurele verhuur aan derden en hogere andere

bedrijfsopbrengsten deels gecompenseerd door lagere huuropbrengsten van de sociale sector verklaard door een onderbezetting van

de wooneenheden in het kader van renovatiewerken en door de variabiliteit van de huurinkomsten binnen de sociale sector die mede

beïnvloed worden door het niveau van de beroepsinkomsten van de ouders.

16.13 Verkoop van niet‐duurzame goederen en diensten ‐ aan het buitenland ‐57 771 814 ‐82 353 772 ‐24 581 958

De toename betreft hoofdzakelijk de hogere valorisatie inkomsten en hogere inkomsten uit contractonderzoek vennootschappen met

het buitenland, die deels gecompenseerd worden door lagere inkomsten uit contractonderzoek met de privé sector met

overheidssteun uit het buitenland.

26.10 Rente‐ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector ‐5 386 385 ‐1 099 264 4 287 121

26.20 Rente‐ontvangsten binnen de overheidssector ‐4 791 581 ‐4 791 581

28.20 Overige opbrengsten uit vermogen ‐ dividenden 0 ‐252 496 ‐252 496 immaterieel

38.10 Overige inkomensoverdrachten van bedrijven ten behoeve van de gezinnen ‐15 325 466 ‐13 393 363 1 932 103

De afname is deels te verklaren door de rapportering van de subsidie van Sport Vlaanderen ter ondersteuning van de bouw van de

topsporthal onder ESR‐code 66.41 "Investeringsbijdragen van een VOI, IVArp, EVArp, SAR en EV" en de rapportering van overige

subsidies in het kader van onroerende investeringen zoals restauratiepremies onder ESR‐code 66.11 "Investeringsbijdragen van de

institutionele overheid".

38.50 Overige inkomensoverdrachten van gezinnen ‐1 354 000 ‐7 142 041 ‐5 788 041 De toename betreft vooral hogere legaten.

38.60 Ontvangen subsidies ‐38 878 371 ‐40 051 919 ‐1 173 548

De toename betreft hogere andere bijdragen Vlaamse Gemeenschap, hogere inkomsten vanwege het Ministerie Vlaamse

Gemeenschap en hogere ontvangen FFEU‐middelen i.h.k.v. de aanleg van de ringweg rond campus Gasthuisberg. Deze toename wordt

deels gecompenseerd door een afname van de inkomsten van andere Vlaamse intermediaire organisaties en onderwijstoelagen

binnenland.

39.10 Inkomensoverdrachten van het buitenland ‐ van EU instellingen ‐56 378 966 ‐60 446 475 ‐4 067 509De toename is te verklaren door hogere EU‐inkomsten vooral door H2020 ‐ projecten (ERC‐contracten en Marie Curie dossiers) en

Efro/Interreg‐subsidies.

39.40 Inkomensoverdrachten van het buitenland ‐ Van internationale instellingen andere dan de EU‐instellingen ‐4 050 000 ‐5 209 224 ‐1 159 224 De toename betreft vooral hogere inkomsten vanwege internationale instellingen zoals IFPRI, ESA, NIH, EIF.

46.10 Inkomensoverdrachten van de institutionele overheid ‐479 608 640 ‐484 538 768 ‐4 930 127De toename betreft hogere BOF‐toelage, indexering van de werkingstoelagen, hogere toekenning voor ecocheques (zoals bepaald in

CAO V van toepassing voor de sector Hoger onderwijs) en hogere toekenning Methusalem en IOF.

46.70 Inkomensoverdrachten van andere eenheden van de overheid ‐96 292 107 ‐106 052 519 ‐9 760 412 De toename betreft hoofdzakelijk hogere inkomsten van FWO en VLAIO.

48.11 Inkomensoverdrachten van provincies‐algemene bijdragen ‐1 890 456 ‐1 877 438 13 019 immaterieel

49.35 Inkomensoverdrachten van de gewesten ‐168 519 ‐111 479 57 040 immaterieel

49.40 Overige inkomensoverdrachten van de federale overheid ‐30 702 977 ‐28 236 783 2 466 194

Het verschil ESR JR 2018 versus originele begroting is vooral te verklaren door de wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016

voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers; deze afname

wordt gedeeltelijk gecompenseerd door hogere inkomsten vanwege de Federale overheid.

57.20 Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven ‐556 0 556 immaterieel

66.11 Investeringsbijdragen van de institutionele overheid ‐12 707 511 ‐13 498 872 ‐791 361

Het verschil betreft de rapportering van overige subsidies in het kader van onroerende investeringen zoals restauratiepremies van ESR‐

code 38.10 "Overige inkomensoverdrachten van bedrijven ten behoeve van de gezinnen" (begroot) naar ESR‐code 66.11

"Investeringsbijdragen van de institutionele overheid" (jaarrekening).

66.41 Investeringsbijdragen van een VOI, IVArp, EVArp, SAR en EV ‐1 825 000 ‐1 825 000De toename wordt verklaard door de rapportering van de subsidie van Sport Vlaanderen ter ondersteuning van de bouw van de

topsporthal onder ESR‐code 66.41 "Investeringsbijdragen van een VOI, IVArp, EVArp, SAR en EV".

77.10 Verkoop van vervoermateriaal ‐85 030 ‐8 240 76 790 immaterieel

77.20 Verkoop van overig materieel 0 ‐62 189 ‐62 189 immaterieel

86.10 Kredietaflossingen door bedrijven 0 ‐3 532 627 ‐3 532 627 De toename betreft hoofdzakelijk de hoger gerealiseerde meerwaarden op financiële vaste activa.

86.40 Vereffeningen van deelnemingen in bedrijven 0 0

87.10 Kredietaflossingen door vzw's ten behoeve van de gezinnen ‐15 000 ‐15 000 0

87.20 Kredietaflossingen door gezinnen 0 ‐123 431 ‐123 431 immaterieel

89.15 Kredietaflossingen van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid ‐200 000 ‐200 000 0

89.50 Kredietaflossingen door andere institutionele groepen ‐269 922 ‐269 922 immaterieel

89.65 Andere institutionele groepen 0 0

96.10 opbrengsten van leningen in euro 0 ‐48 151 710 ‐48 151 710 De schuld t.o.v. de EU wordt per einde boekjaar opgenomen overeenkomstig VABN advies 2017/7 betreffende de behandeling van

Europese subsidies en dit conform ESR‐afsprakenkader zoals goedgekeurd door de VLIR‐raad op 30 januari 2019.

96.70 Opbrengst van leningen inzake financiële leasings 0 ‐72 055 ‐72 055 immaterieel

ESR ontvangsten

"Jaarrekening 2018" versus " BA 2018 (OB 2018)"

De toename gerapporteerd onder ESR‐code 26 betreft hogere intresten uit geldbeleggingen en hogere gerealiseerde

wisselkoerswinsten dan oorsponkelijk begroot.

247



(1) (2) (3) = (2) ‐ (1)

ESR BA 2018


RvB 14/11/2017* RvB 22/03/2019

code Omschrijving 956 197 703 967 944 924 11 747 221

11.11 Lonen en sociale lasten ‐ bezoldiging volgens weddeschalen 446 180 776

11.12 Lonen en sociale lasten ‐ overige bezoldigingselementen 70 207 367

11.20 Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen 99 189 609

11.31 Overige sociale lasten van de werkgever ‐ directe toelagen 0

11.33 Overige sociale lasten van de werkgever ‐ pensioenen en overheidspersoneel 173 554

11.40 Lonen in natura 951 385

12.11 Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector 257 732 774 245 084 834 ‐12 647 940De algemene werkingskosten zijn lager dan begroot ingevolge een voorzichtige raming hoofdzakelijk met betrekking tot kosten groot

onderhoud en nutsvoorzieningen.

12.12 Huurgelden van gebouwen 4 771 537 5 759 796 988 259 Het verschil betreft hogere kosten voor huur gebouwen.

12.21 Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector 1 724 381 2 790 964 1 066 584 De toename betreft hogere kosten m.b.t. personeel t.b.v. KU Leuven.

12.50 Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector 10 640 665 15 836 298 5 195 634 De toename betreft hoofdzakelijk hogere roerende voorheffing i.f.v. de hogere valorisatie inkomsten.

21.10 Rente op overheidsschuld 8 571 465 ‐8 106 immaterieel21.30 Interestlasten op schuld binnen de overheidssector 563 874 563 874 0

21.40 Rente op commerciële schuld 0 6 121 6 121 immaterieel

32.00 Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen 8 327 411 8 237 834 ‐89 577 immaterieel

34.41 Geldelijke uitkeringen 693 068 693 068De toename betreft de kosten m.b.t. giften. In de begroting werden deze opgenomen onder ESR code 12.11 "Algemene

werkingskosten".

71.31 Aankoop van bestaande gebouwen ‐ binnen de overheidssector 1 737 547 0 ‐1 737 547

71.32 Aankoop van bestaande gebouwen ‐ In andere sectoren dan de overheidssector 24 025 308 17 197 933 ‐6 827 376

72.00 Nieuwbouw van gebouwen 16 849 031 17 237 463 388 432

74.10 Aankoop van vervoermaterieel 356 999 941 190 584 191De toename wordt verklaard door hogere aankopen rollend materiaal ingevolge aankoop van elektrische KU Leuven fietsen voor het

personeel.

74.22 Verwerving van overig materieel 24 630 375 26 129 246 1 498 870 De toename betreft hogere aankopen uitrusting deels gecompenseerd door lagere aankopen meubilair.

74.40 Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen 301 972 617 376 315 404 immaterieel

81.12 Kredietverlening aan bedrijven 9 817 502 430 492 614 immaterieel

81.42 Deelnemingen in privébedrijven 4 440 495 7 851 537 3 411 042De hogere deelnemingen in privébedrijven zijn in grote mate het gevolg van nieuwe participaties en kapitaalverhogingen in bestaande

participaties.

83.00 Kredietverleningen aan gezinnen 0 48 752 48 752 immaterieel

85.50 Kredietverleningen aan andere institutionele groepen 269 922 269 922 immaterieel

91.10 Aflossingen van de schuld in euro 863 403 241 076 ‐622 327 De afname betreft lagere overige schulden.

91.30 Aflossingen van de schuld binnen de overheidssector 1 069 974 1 042 301 ‐27 673 immaterieel

91.70 Aflossingen bij financiële leasings 392 502 189 752 ‐202 750 immaterieel

03.22 / 08.22 Overschot/tekort van het boekjaar ‐159 101 709 ‐305 210 463 ‐146 108 754

De ESR codes 71.31, 71.32 en 72.00 dienen samen te worden bekeken en weerspiegelen de uitvoering van het Vijfjarenplan onroerende

investeringen.

ESR uitgaven


597 751 068 18 951 624

De hogere personeelskosten worden verklaard door:

‐ hogere personeelsvolumes

‐ hogere kosten voor uitvindersaandelen en bijwedden

‐ de indexering van de lonen in oktober 2018

‐ de hogere toekenning voor ecocheques (zoals bepaald in CAO V van toepassing voor de sector Hoger onderwijs)

‐ hogere kosten door de gewijzigde berekening van de eindejaarspremie voor het ATP‐IK en de contractueeel bedienden

‐ gecompenseerd door de lagere kosten voor de groepsverzekeringen van het ATP.

248



(1) (2) (3) = (2) ‐ (1)

ESR BA 2018


RvB 14/11/2017* RvB 22/03/2019

ESR‐ gecorrigeerde ontvangsten 365 599 246 414 369 046 48 769 799

De stijging van de ESR‐ontvangsten in de jaarrekening 2018 is hoofdzakelijk het gevolg van hogere inkomsten uit valorisatie (ESR‐code

16.13), hogere inschrijvingsgelden (ESR‐code 16.12), hogere inkomsten uit verhuring en fac. dienstverlening aan derden (ESR code

16.12), hogere inkomsten uit contractonderzoek met de prive‐sector en non profit organisaties (ESR‐code 16.11). hogere giften (ESR‐

code 38.10) en legaten (ESR code 38.50), hogere EU‐inkomsten en EU‐onderwijstoelagen (ESR‐code 39.10), hogere inkomsten vanwege

internationale instellingen (ESR‐code 39.40), hogere andere bijdragen Vlaamse Gemeenschap, hogere inkomsten vanwege het

Ministerie Vlaamse Gemeenschap en hogere ontvangen FFEU‐middelen i.h.k.v. de aanleg van de Ringweg rond campus Gasthuisberg

(ESR‐code 38.60). De toename wordt deels gecompenseerd door de wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016 voor de

gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers (ESR‐code 49.40) .

ESR‐gecorrigeerde betaaluitgaven 949 421 512 957 799 154 8 377 641

De stijging van de ESR‐uitgaven in de jaarrekening 2018 is hoofdzakelijk het gevolg van hogere personeelskosten (ESR‐code 11.11 tem

11.40) en hogere roerende voorheffing (ESR‐ code 12.50) hogere kosten m.b.t. personeel t.b.v. KU Leuven (ESR‐code 12.21), hogere

aankopen uitrusting (ESR‐code 74.22), deels gecompenseerd door lagere algemene werkingskosten (ESR‐code 12.11) en lagere

aankopen gebouwen (ESR‐code 71.31, 71.32 en 72.00).

ESR‐vorderingen‐saldo 583 822 266 543 430 108 ‐40 392 158

Vlaamse Overheid (46.10, 46.40, 46.70, 66.11, 66.41) 588 608 258 605 915 158 17 306 900

Weerslag ESR‐vorderingen‐saldo 4 785 992 62 485 050 57 699 058

Impact ESR vorderingensaldo Vlaamse Overheid


249

Verschillenanalyse 2: "Jaarrekening 2018" versus "Voorlopige uitvoering 2018 (2de controle)" (1/3)

* Conform het ESR-afsprakenkader voor toepassing binnen de Vlaamse universiteiten zoals goedgekeurd door de VLIR-raad d.d. 30/01/2019. Dit impliceert echter dat de ESR-begroting 2018 zoals hier voorgesteld afwijkt van de ESR-begroting zoals goedgekeurd door de RvB d.d. 13/11/2018.

(1) (2) (3) = (2) ‐ (1)

ESR Voorlopige uitvoering

2018

2de controle

ESR JR 2018 Verschil Toelichting Verschil

RvB 13/11/2018* RvB 22/03/2019


08.21 / 03.21 Overgedragen overschot/tekort vorige boekjaren ‐200 506 438 ‐200 506 438 0

16.11 Verkoop van niet‐duurzame goederen en diensten ‐ aan bedrijven ‐90 052 498 ‐82 389 897 7 662 601

De afname betreft hoofdzakelijk lagere diverse recuperaties, lagere inkomsten uit contractonderzoek vennootschappen, deels

gecompenseerd door hogere inkomsten uit contractonderzoek non profit organisaties, hogere inkomsten uit contractonderzoek met

de privé sector met overheidssteun, en hogere inkomsten uit sponsoring.

16.12Verkoop van niet‐duurzame goederen en diensten ‐ aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan

gezinnen‐78 453 698 ‐86 942 885 ‐8 489 187

De toename betreft hoofdzakelijk hogere inschrijvingsgelden (verklaard door de indexering van de studiegelden en de aangroei van

de studentenpopulatie) en hogere andere bedrijfsopbrengsten, deels gecompenseerd door lagere huuropbrengsten van sociale

sector verklaard door een onderbezetting van de wooneenheden in het kader van renovatiewerken en door de variabiliteit van de

huurinkomsten binnen de sociale sector die mede beïnvloed worden door het niveau van de beroepsinkomsten van de ouders.


De toename betreft hoofdzakelijk hogere valorisatie inkomsten, hogere inkomsten uit contractonderzoek non profitorganisaties en

vennootschappen buitenland, deels gecompenseerd door lagere inkomsten uit contractonderzoek met de privé sector met

overheidssteun en lagere inkomsten uit wetenschappelijke dienstverlening zonder contract met het buitenland.




38.10 Overige inkomensoverdrachten van bedrijven ten behoeve van de gezinnen ‐16 126 537 ‐13 393 363 2 733 174

De afname is vooral te verklaren door de rapportering van de subsidie van Sport Vlaanderen ter ondersteuning van de bouw van de

topsporthal onder ESR‐code 66.41 "Investeringsbijdragen van een VOI, IVArp, EVArp, SAR en EV", door de rapportering van overige

subsidies in het kader van onroerende investeringen zoals restauratiepremies onder ESR‐code 66.11 "Investeringsbijdragen van de

institutionele overheid

38.40 Van vzw's ten behoeve van de gezinnen 0 0 0

38.50 Overige inkomensoverdrachten van gezinnen ‐4 065 000 ‐7 142 041 ‐3 077 041 De toename is te verklaren door de hogere legaten.

38.60 Ontvangen subsidies ‐40 283 934 ‐40 051 919 232 015 immaterieel



39.40 Inkomensoverdrachten van het buitenland ‐ Van internationale instellingen andere dan de EU‐instellingen ‐5 251 659 ‐5 209 224 42 435 immaterieel

46.10 Inkomensoverdrachten van de institutionele overheid ‐484 218 708 ‐484 538 768 ‐320 059 immaterieel

46.70 Inkomensoverdrachten van andere eenheden van de overheid ‐101 130 436 ‐106 052 519 ‐4 922 083 De toename betreft hoofdzakelijk hogere inkomsten van FWO en VLAIO.

48.11 Inkomensoverdrachten van provincies‐algemene bijdragen ‐1 612 024 ‐1 877 438 ‐265 414 immaterieel


49.40 Overige inkomensoverdrachten van de federale overheid ‐34 586 353 ‐28 236 783 6 349 570

Het verschil ESR JR 2018 versus ESR voorlopige uitvoering 2018 2de controle betreft hoofdzakelijk de wijziging van aangifte ontvangen

m.b.t. boekjaar 2016 voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke

medewerkers; deze afname wordt gedeeltelijk gecompenseerd door hogere inkomsten vanwege EOS en vanwege de Federale

overheid.


66.11 Investeringsbijdragen van de institutionele overheid ‐12 707 511 ‐13 498 872 ‐791 361

Het verschil betreft de rapportering van overige subsidies in het kader van onroerende investeringen zoals restauratiepremies van

ESR‐code 38.10 "Overige inkomensoverdrachten van bedrijven ten behoeve van de gezinnen" (begroot) naar ESR‐code 66.11

"Investeringsbijdragen van de institutionele overheid" (jaarrekening).


topsporthal onder ESR‐code 66.41 "Investeringsbijdragen van een VOI, IVArp, EVArp, SAR en EV" (jaarrekening).

76.32 Verkoop van bestaande gebouwen aan andere sectoren dan de overheidssector ‐27 500 0 27 500 immaterieel



86.10 Kredietaflossingen door bedrijven ‐2 177 566 ‐3 532 627 ‐1 355 061 De toename betreft hoofdzakelijk de hoger gerealiseerde meerwaarden op financiële vaste activa.






Europese subsidies conform ESR‐afsprakenkader zoals goedgekeurd door de VLIR‐raad op 30 januari 2019.96.70 Opbrengst van leningen inzake financiële leasings 0 ‐72 055 ‐72 055 immaterieel

ESR ontvangsten

"Jaarrekening 2018" versus "Voorlopige uitvoering (C2 2018)"



250

Verschillenanalyse 2: "Jaarrekening 2018" versus " Voorlopige uitvoering 2018 (2de controle)"(2/3)


(1) (2) (3) = (2) ‐ (1)


2018

2de controle


RvB 13/11/2018* RvB 22/03/2019

code Omschrijving 976 279 374 967 944 924 ‐8 334 450









12.12 Huurgelden van gebouwen 5 368 995 5 759 796 390 802 immaterieel

12.21 Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector 2 068 377 2 790 964 722 587 De toename betreft hogere kosten m.b.t. personeel t.b.v. KU Leuven.

12.50 Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector 15 041 843 15 836 298 794 456 De toename betreft hoofdzakelijk hogere roerende voorheffing i.f.v. de hogere valorisatie inkomsten.

21.10 Interestlasten op overheidsschuld in euro 8 571 465 ‐8 107 immaterieel21.30 Interestlasten op schuld binnen de overheidssector 563 874 563 874 0

21.40 Rente op commerciële schuld 6 121 6 121 immaterieel



werkingskosten".

71.32 Aankoop van bestaande gebouwen ‐ In andere sectoren dan de overheidssector 22 071 063 17 197 933 ‐4 873 131

72.00 Nieuwbouw van gebouwen 18 444 653 17 237 463 ‐1 207 190

74.10 Aankoop van vervoermaterieel 940 326 941 190 864 immaterieel

74.22 Verwerving van overig materieel 22 684 717 26 129 246 3 444 529

De toename betreft hoofdzakelijk hogere kosten m.b.t. uitrusting ingevolge de aankoop van audiovisuele uitrusting voor de

opwaardering van de poollokalen gebruikt voor curriculaire activiteiten, de aankoop van een FAS8200 hybrid storage system en de

upgrade van het IT‐basisnetwerk met o.a. de vernieuwing van de backbone, de wifi‐controllers, het Datacenter Core en de installatie

van DWDM Dense Wavelength Division Multiplexing tussen de datacenters in Leuven en Heverlee.


81.12 Kredietverlening aan bedrijven 0 502 430 502 430 De toename betreft de kosten m.b.t. minderwaarde bij de realisatie van aandelen en andere fondsen.

81.42 Deelnemingen in privébedrijven 4 757 098 7 851 537 3 094 439De hogere deelnemingen in privébedrijven zijn in grote mate het gevolg van nieuwe participaties en kapitaalverhogingen in

bestaande participaties.

82.00 Kredietverlening aan vzw's ten behoeve van de gezinnen 0 0 0





91.70 Aflossingen bij financiële leasings 189 752 189 752 0


ESR uitgaven

622 010 427 ‐5 307 735

De lagere personeelskosten worden verklaard door:

‐ lagere kosten voor uitvindersaandelen en bijwedden

‐ lagere personeelsvolumes

‐ lagere kosten voor de groepsverzekeringenen van het ATP

‐ hogere kosten m.b.t. ecocheques (i.h.k.v. zoals bepaald in CAO V van toepassing voor de sector Hoger onderwijs) en de verhoging

van de barema's van het integratiekader

‐ lagere kosten voor de hospitalisatieverzekering en de overlijdensverzekering.

De ESR‐codes 71.32 en 72.00 dienen samen te worden bekeken en weerspiegelen de uitvoering van het Vijfjarenplan onroerende

investeringen.

251

Verschillenanalyse 2: "Jaarrekening 2018" versus " Voorlopige uitvoering 2018 (2de controle)" (3/3)


(1) (2) (3) = (2) ‐ (1)


2018

2de controle


RvB 13/11/2018* RvB 22/03/2019


De stijging van de ESR‐ontvangsten in de jaarrekening 2018 is hoofdzakelijk het gevolg van hogere inkomsten uit valorisatie (ESR‐code

16.13), hogere inschrijvingsgelden (ESR‐code 16.12), hogere inkomsten uit contractonderzoek met de prive‐sector en non profit

organisaties (ESR‐code 16.13). hogere giften (ESR‐code 38.10), hogere legaten (ESR‐code 38.50) en hogere EU‐inkomsten en EU‐

onderwijstoelagen (ESR‐code 39.10). De toename wordt deels gecompenseerd door de wijziging van aangifte ontvangen m.b.t.

boekjaar 2016 voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers

(ESR‐code 49.40) en lagere diverse recuperaties (ESR‐code 16.11).

ESR‐gecorrigeerde betaaluitgaven 969 349 340 957 799 154 ‐11 550 187De daling van de ESR‐uitgaven in de jaarrekening 2018 is hoofdzakelijk het gevolg van lagere personeelskosten (ESR‐code 11.11 tem

11.40) en lagere algemene werkingskosten (ESR‐code 12.11).


Vlaamse Overheid (46.10, 46.40, 46.70, 66.11, 66.41) 598 056 655 605 915 158 7 858 503



252

Verschillenanalyse 3: "Jaarrekening 2018" versus "Prefiguratie 2018"(1/3)

(1) (2) (3) = (2) ‐ (1)

ESR Prefiguratie 2018 ESR JR 2018 Verschil Toelichting Verschil

Zending naar AHOVOKS

d.d. 21/01/2019RvB 22/03/2019


08.21 / 03.21 Overgedragen overschot/tekort vorige boekjaren ‐200 506 438 ‐200 506 438 0

16.11 Verkoop van niet‐duurzame goederen en diensten ‐ aan bedrijven ‐90 052 498 ‐82 389 897 7 662 601

De afname betreft hoofdzakelijk lagere recuperaties, lagere inkomsten uit contractonderzoek vennootschappen, deels

gecompenseerd door hogere inkomsten uit contractonderzoek non profit organisaties, hogere inkomsten uit contractonderzoek met

de privé sector met overheidssteun en hogere inkomsten uit sponsoring.

16.12Verkoop van niet‐duurzame goederen en diensten ‐ aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan

gezinnen‐81 251 577 ‐86 942 885 ‐5 691 308

De toename betreft hoofdzakelijk hogere andere bedrijfsopbrengsten deels gecompenseerd door lagere huuropbrengsten van de

sociale sector verklaard door een onderbezetting van de wooneenheden in het kader van renovatiewerken en door de variabiliteit

van de huurinkomsten binnen de sociale sector die mede beïnvloed worden door het niveau van de beroepsinkomsten van de

ouders.


De toename betreft hoofdzakelijk hogere inkomsten uit contractonderzoek non profitorganisaties en vennootschappen buitenland,

deels gecompenseerd door lagere inkomsten uit contractonderzoek met de privé sector met overheidssteun en lagere inkomsten uit

wetenschappelijke dienstverlening met het buitenland.




38.10 Overige inkomensoverdrachten van bedrijven ten behoeve van de gezinnen ‐14 015 115 ‐13 393 363 621 752 De afname is te verklaren door lagere subsidies in het kader van onroerende investeringen zoals restauratiepremies.

38.50 Overige inkomensoverdrachten van gezinnen ‐7 142 041 ‐7 142 041 0

38.60 Ontvangen subsidies ‐40 283 934 ‐40 051 919 232 015 immaterieel



39.40 Inkomensoverdrachten van het buitenland ‐ Van internationale instellingen andere dan de EU‐instellingen ‐5 251 659 ‐5 209 224 42 435 immaterieel

46.10 Inkomensoverdrachten van de institutionele overheid ‐484 218 708 ‐484 538 768 ‐320 059 immaterieel

46.70 Inkomensoverdrachten van andere eenheden van de overheid ‐106 052 519 ‐106 052 519 0

48.11 Inkomensoverdrachten van provincies‐algemene bijdragen ‐1 612 024 ‐1 877 438 ‐265 414 immaterieel


49.40 Overige inkomensoverdrachten van de federale overheid ‐27 971 880 ‐28 236 783 ‐264 903 immaterieel


66.11 Investeringsbijdragen van de institutionele overheid ‐15 323 314 ‐13 498 872 1 824 443De afname wordt verklaard door de rapportering van de subsidie van Sport Vlaanderen ter ondersteuning van de bouw van de




76.32 Verkoop van bestaande gebouwen aan andere sectoren dan de overheidssector ‐27 500 0 27 500 immaterieel



86.10 Kredietaflossingen door bedrijven ‐2 177 566 ‐3 532 627 ‐1 355 061 De toename betreft hoofdzakelijk de hoger gerealiseerde meerwaarden op financiële vaste activa.






Europese subsidies conform ESR‐afsprakenkader zoals goedgekeurd door de VLIR‐raad op 30 januari 2019.

96.70 Opbrengst van leningen inzake financiële leasings 0 ‐72 055 ‐72 055 immaterieel

ESR ontvangsten

"Jaarrekening 2018" versus "Prefiguratie 2018"



253


(1) (2) (3) = (2) ‐ (1)



d.d. 21/01/2019RvB 22/03/2019

code Omschrijving 969 366 547 967 944 924 ‐1 421 623









12.12 Huurgelden van gebouwen 5 368 995 5 759 796 390 802 immaterieel

12.21 Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector 2 068 377 2 790 964 722 587 De toename betreft hogere kosten m.b.t. personeel t.b.v. KU Leuven.

12.50 Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector 15 729 016 15 836 298 107 283 immaterieel

21.10 Interestlasten op overheidsschuld in euro 8 571 465 ‐8 107 immaterieel21.30 Interestlasten op schuld binnen de overheidssector 563 874 563 874 0 immaterieel21.40 Rente op commerciële schuld 6 121 6 121 immaterieel



werkingskosten".

71.32Aankoop van bestaande gebouwen ‐ In andere sectoren dan de overheidssector

20 471 063 17 197 933 ‐3 273 131

72.00 Nieuwbouw van gebouwen 18 444 653 17 237 463 ‐1 207 190

74.10 Aankoop van vervoermaterieel 940 326 941 190 864 immaterieel

74.22 Verwerving van overig materieel 22 684 717 26 129 246 3 444 529

De toename betreft hoofdzakelijk hogere kosten m.b.t. uitrusting ingevolge de aankoop van audiovisuele uitrusting voor de

opwaardering van de poollokalen gebruikt voor curriculaire activiteiten, de aankoop van een FAS8200 hybrid storage system en de

upgrade van het IT‐basisnetwerk met o.a. de vernieuwing van de backbone, de wifi‐controllers, het Datacenter Core en de installatie

van DWDM Dense Wavelength Division Multiplexing tussen de datacenters in Leuven en Heverlee.


81.12 Kredietverlening aan bedrijven 0 502 430 502 430 De toename betreft de kosten m.b.t. minderwaarde bij de realisatie van aandelen en andere fondsen.

81.42 Deelnemingen in privébedrijven 4 757 098 7 851 537 3 094 439De hogere deelnemingen in privébedrijven zijn in grote mate het gevolg van nieuwe participaties en kapitaalverhogingen in

bestaande participaties.





91.70 Aflossingen bij financiële leasings 189 752 189 752 0


ESR uitgaven

616 010 427 692 265 Een kleinere toename van personeelskosten in vergelijking met de raming op 21/01/2019.

De ESR codes 71.32 en 72.00 dienen samen te worden bekeken en weerspiegelen de uitvoering van het Vijfjarenplan onroerende

investeringen.

254


(1) (2) (3) = (2) ‐ (1)



d.d. 21/01/2019RvB 22/03/2019


De stijging van de ESR‐ontvangsten in de jaarekening 2018 is hoofdzakelijk het gevolg van hogere EU‐inkomsten en hogere EU‐

onderwijstoelagen (ESR‐code 39.10), hogere andere bedrijfsopbrengsten (ESR‐code 16.12), hogere inkomsten uit contractonderzoek

non profit organisaties en vennootschappen met het buitenland (ESR‐code 16.13), deels gecompenseerd door lagere diverse

recuperaties en contractonderzoek vennootschappen binnenland (ESR‐code 16.11).

ESR‐gecorrigeerde betaaluitgaven 962 436 513 957 799 154 ‐4 637 360

De daling van de ESR‐uitgaven in de jaarrekening 2018 is hoofdzakelijk het gevolg van lagere algemene werkingskosten (ESR‐code

12.11), lagere uitgaven i.h.k.v. de uitvoering van het Vijfjarenplan onroerende investeringen. (ESR‐code 71.32 en 72.00), deels

gecompenseerd door hogere uitgaven voor uitrusting (ESR‐code 74.22), hogere kosten m.b.t. personeel t.b.v. KU Leuven (ESR‐code

12.21), hogere kosten voor giften (ESR‐code 34.41) en hogere personeelskosten (ESR‐code 11.11 tem 11.40).


Vlaamse Overheid (46.10, 46.40, 46.70, 66.11, 66.41) 605 594 542 605 915 158 320 617



255

Bijlage 3:

Beleidsbegroting 2018 - Finale controle

256

Inhoud

A. Situering ................................................................................................................................ 257

B. Document voorgelegd aan de bedrijfsrevisor ........................................................................ 258

C. Verklaring van de bedrijfsrevisor ........................................................................................... 277

257

A. Situering Op 8 juli 2011 werd door de Vlaamse Overheid het decreet afgekondigd houdende de regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan en de controle door het Rekenhof (ook Rekendecreet genoemd). Het decreet van 23 december 2011 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 voegde in artikel 165 de KU Leuven toe aan de lijst van de Vlaamse rechtspersonen bedoeld in artikel 4. §2 van het Rekendecreet. Op 9 oktober 2015 (BS 12/11/2015) heeft de Vlaamse Regering het besluit bekrachtigd betreffende de controle en single audit die van toepassing zijn op de universiteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse gemeenschap. Dit besluit kwam voor de instellingen van het hoger onderwijs in de plaats van het BVR betreffende controle en single audit van 7 september 2012 dat aanvankelijk gold voor alle rechtspersonen vermeld in artikel 4. §1 en §2 van het Rekendecreet (en dus ook voor de instellingen van het hoger onderwijs). Het BVR van 7 september 2012 voerde vanaf de opmaak van de jaarrekening 2012 twee extra controleverplichtingen in. Overeenkomstig artikel 9. §5 van dit BVR moest de bedrijfsrevisor een verslag opmaken waarin hij een oordeel geeft over het feit of de uitvoering van de begroting en de aansluiting van de uitvoering van de begroting bij de jaarrekening correct zijn opgesteld. Artikel 9. §6 van dit BVR schreef voor dat de jaarlijkse ESR-rapportering van de KU Leuven gecertificeerd moest worden door de bedrijfsrevisor. Het BVR van 9 oktober 2015 herzag deze bepalingen ten dele. De certificeringsplicht door de bedrijfsrevisor van de jaarlijkse ESR rapportering bleef steeds behouden (zie artikel 7. §5 van het BVR van 9 oktober 2015); echter vanaf boekjaar 2015 moest de bedrijfsrevisor niet langer een oordeel geven over de uitvoering van de begroting. Intussen is deze uitzonderingsregeling die gold voor het hoger onderwijs terug ongedaan gemaakt door de nota “Afspraken over single audit: audit rekeningen 2018 Vlaamse overheid” die is goedgekeurd door de Vlaams minister van Begroting, Financiën en Energie, de Voorzitter van het Rekenhof en de Voorzitter van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zodat de begrotingsuitvoering vanaf 2018 opnieuw in scope is voor de certificeringsopdracht van de bedrijfsrevisor. In bijlage 3 van voorliggend dossier wordt onder punt B het document opgenomen dat aan EY ter controle is voorgelegd m.b.t. de uitvoering van de begroting 2018. Punt C bevat het door EY afgeleverd certificaat.

258

B. Document voorgelegd aan de bedrijfsrevisor

Voorliggend document bespreekt de finale controle van de Beleidsbegroting 2018 van de boekhoudkundige entiteit KU Leuven (excl. UZ Leuven). In deze analyse wordt de jaarrekening 2018 in detail vergeleken met de begrotingscontrole 2018 zoals voorgelegd aan de RvB op 13 november 2018 en met de originele begroting 2018 zoals goedgekeurd door de RvB op 14 november 2017. 0. Overwegingen van methodologische aard - In het kader van de ESR-rapportering en de impact van het resultaat van de KU Leuven op de

volatiliteit van het begrotingsresultaat en ESR-saldo van de Vlaamse Overheid, wordt sinds het begrotingsdossier 2016 uitgegaan van zo realistisch mogelijke inschattingen van de toekomstige, verwachte opbrengsten en kosten op basis van informatie en projecties die op dat ogenblik in het bezit zijn van de diverse betrokken diensten. Deze begrotingsaanpak impliceert dat de geprojecteerde resultaten een meer realistische inschatting betreffen, maar dat de probabiliteit op een finaal resultaat dat negatief afwijkt van het geprojecteerde cijfer, gevoelig toeneemt.

- Op 9 oktober 2015 (BS 12/11/2015) heeft de Vlaamse Regering het besluit bekrachtigd betreffende de controle en single audit die van toepassing zijn op de universiteiten, hogescholen en een aantal andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs in de Vlaamse gemeenschap. Dit besluit komt voor de instellingen van het hoger onderwijs in de plaats van het BVR betreffende controle en single audit van 7 september 2012 dat aanvankelijk gold voor alle rechtspersonen vermeld in artikel 4, §1 en §2 van het Rekendecreet (en dus ook voor de instellingen van het hoger onderwijs). Het BVR van 7 september 2012 voerde vanaf de opmaak van de jaarrekening 2012 een extra controleverplichting in. Overeenkomstig artikel 9. §5 van dit BVR moest de bedrijfsrevisor een verslag opmaken waarin hij een oordeel geeft over het feit of de uitvoering van de begroting en de aansluiting van de uitvoering van de begroting bij de jaarrekening correct zijn opgesteld. Het BVR van 9 oktober 2015 schrapte de attesteringsverplichting. Intussen is deze uitzonderingsregeling terug ongedaan gemaakt door de nota “Afspraken over single audit: audit rekeningen 2018 Vlaamse overheid” die is goedgekeurd door de Vlaams minister van Begroting, Financiën en Energie, de Voorzitter van het Rekenhof en de Voorzitter van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zodat de begrotingsuitvoering vanaf 2018 opnieuw in scope is voor de certificeringsopdracht van de bedrijfsrevisor.

- Net zoals vorig jaar werd om redenen van eenvoudige vergelijkbaarheid van de cijfers per

opbrengstensoort, de matching van onderzoeksprojecten in de begrotingscijfers niet opgenomen onder de rubriek I.B Waardewijziging projecten in uitvoering, maar uitgesplitst over de overeenkomstige opbrengstenrekeningen van de 2de, 3de en 4de geldstroom. Ook in de cijfers van de jaarrekening is deze verbijzondering naar opbrengstensoorten doorgevoerd. Betreffende voorstellingswijze heeft geen resultaatsimpact en wordt gedocumenteerd in tabel 1.6.

259

1. Resultatenrekening 2018 KU Leuven (zie ook tabel 1.4) 1.1. Bedrijfsopbrengsten De finale bedrijfsopbrengsten 2018 bedragen €1.002,8 miljoen, d.i. €5,5 miljoen (of 0,6%) meer dan geraamd bij de laatste prognose van november 2018 en €52,2 miljoen (of 5,5%) meer dan initieel begroot. Verbijzonderd naar opbrengstensoorten geeft dit het volgende beeld. 1.1.1. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening De opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen in 2018 €918,6 miljoen. Dit bedrag ligt €2,5 miljoen hoger dan de laatste prognose 2018 (+0,3%) en €44,5 miljoen hoger dan origineel begroot (+5,1%). Onderstaande tabel articuleert de varianties. Tabel 1.1: Variantieanalyse opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

De eerste geldstroom (Overheidstoelagen en subsidies – basisfinanciering) bedraagt in 2018 €412,3 miljoen. Dit bedrag wijkt slechts zeer beperkt af van de laatste prognose 2018 (+€0,6 miljoen) en ligt €2,3 miljoen hoger dan de originele begroting. De stijging van de 1ste geldstroom met €0,6 miljoen t.o.v. de controle van november 2018 (+0,15%) wordt verklaard door: - de bijstelling van de aangroei van de vordering vakantiegeld (+€0,3 miljoen). Ter compensatie van

de provisie vakantiegeld die wordt aangelegd voor personeelsleden betaald ten laste van de werkingsuitkeringen wordt op de balans een vordering vakantiegeld ingeschreven t.a.v. de Vlaamse Overheid. De stijging van de provisie vertaalt zich in een hogere vordering en een hogere opbrengst in de resultatenrekening;

- een hogere toekenning voor Ecocheques (+€0,3 miljoen) in uitvoering van cao V. De stijging van de inkomsten van de eerste geldstroom t.o.v. de originele begroting (+€2,3 miljoen) wordt verklaard door onderstaande factoren: - +€1,3 miljoen door een herziening van de enveloppe-indexering. In de mededeling van AHOVOKS

d.d. 29 september 2017 werd er uitgegaan van een enveloppe-indexering van 0,88%66. In de laatste mededeling d.d. 10 december 2018 is de indexering aangepast naar 1,20%67;

- +€0,6 miljoen ingevolge een actualisatie van de aangroei van de vordering vakantiegeld; - +€0,3 miljoen door een hogere toekenning voor Ecocheques in uitvoering van cao V; - +€0,1 miljoen door overige beperkte mutaties, met name een beperkte bijstelling van de verlegging

van werkingsuitkeringen conform de finale samenwerkingsovereenkomsten met de hogescholen van herkomst van de geïntegreerde academische activiteiten (opbrengst met negatief teken; +K€32), een beperkte bijstelling van de werkingsuitkeringen voor de onderzoeksmaster “Advanced Studies in Theology and Religion” (+K€36)68 en een beperkte mutatie van de finale toelage DGD voor socio-culturele ondersteuning van studenten uit landen in ontwikkeling (+K€6).

66 Deze indexering is gebaseerd op de evolutie van de gezondheidsindex van 1,10%; enkel de 80%-looncomponent van de enveloppe wordt hierbij geïndexeerd (80%*1,10%=0,88%). 67 Deze indexering is gebaseerd op de evolutie van de gezondheidsindex van 1,50%; enkel de 80%-looncomponent van de enveloppe wordt hierbij geïndexeerd (80%*1,50%=1,20%). De reële evolutie van de gezondheidsindex bedraagt conform de mededeling van het Federaal Planbureau d.d. 8 januari 2019 1,77% voor 2018, wat zou resulteren in een enveloppe-indexering van 1,42% (i.e. indexering van de 80% looncomponent aan 1,77%). Ingevolge de lagere aanname van de evolutie van de gezondheidsindex in de enveloppedoorrekening derft de KU Leuven €0,8 miljoen aan werkingsmiddelen. 68 Betreft de toekenning zoals voorzien in Art. III. 11 van de Codex Hoger Onderwijs.

(1)-(2) (1)-(3)

A.Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 918.637 916.166 874.162 2.471 44.475A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom) 412.325 411.714 410.027 611 2.298A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 131.176 130.777 127.385 399 3.791A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 146.275 147.757 140.279 -1.482 5.996A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 135.673 131.385 103.601 4.289 32.072A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 93.188 94.533 92.869 -1.346 318

Varianties

(in 000 euro)Boekjaar 2018

RvB 22 maart 2019(1)

Prognose nov 2018 RvB 13 nov 2018

(2)

Originele begroting 2018

RvB 14 nov 2017(3)

260

De tweede geldstroom (Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek) bedraagt in 2018 €131,2 miljoen. Dit is €0,4 miljoen hoger dan in de laatste begrotingscontrole (+0,3%) en €3,8 miljoen hoger dan origineel begroot (+3,0%). De stijging versus de controle van november 2018 wordt hoofdzakelijk verklaard door: - een hoger uitgavenpatroon voor FWO-projecten dat via de matching leidt tot hogere opbrengsten

(+€2,7 miljoen); - beperkt hogere opbrengsten voor IWT bench fees (+€0,2 miljoen). Deze rubriek faseert geleidelijk

aan uit als gevolg van de overname van dit financieringskanaal door FWO; - lagere opbrengsten (-€2,5 miljoen) voor het nieuwe EOS programma ingevolge de opstart en voor

IUAP door de uitfasering. De stijging van de 2de geldstroom versus de originele begroting (+€3,8 miljoen) wordt verklaard door: - een stijging van de FWO-inkomsten (+€7,0 miljoen) ingevolge de hogere omzet bij de

onderzoeksprojecten en het gestegen uitgavenpatroon dat zich via de matching vertaalt in hogere opbrengsten;

- een stijging van de BOF-toelage (+€3,2 miljoen) door een reële aangroei van de Vlaamse BOF-middelen (aandeel van de KU Leuven: +€2,0 miljoen), de indexering van de BOF toelage (+€0,8 miljoen) en een hoger dan geraamd aandeel van KU Leuven in de BOF sleutel (+€0,4 miljoen);

- beperkt hogere opbrengsten voor de uitdovende IWT bench fees (+€0,2 miljoen); - een daling van de EOS/IUAP-inkomsten (-€6,6 miljoen) door het lager budget op Vlaams niveau en

een lager aandeel voor de KU Leuven69, in combinatie met een lager uitgavenpatroon dat via de matching leidt tot lagere opbrengsten.

De middelen uit de 3de geldstroom (overheidsbijdrage toegepast wetenschappelijk onderzoek) bedragen in 2018 €146,3 miljoen, d.i. een daling met €1,5 miljoen (-1,0%) versus de begrotingscontrole van november en een toename met €6,0 miljoen (+4,3%) versus de originele begroting. De daling t.o.v. de begrotingscontrole (-€1,5 miljoen) is de resultante van volgende tegengestelde bewegingen: - lagere inkomsten van de Vlaamse Gemeenschap (-€6,9 miljoen). Dit wordt verklaard door het lager

uitgavenpatroon m.b.t. FWO-onderzoeksinfrastructuur (Ronde 5 en Ronde 6 projecten) dat zich via de matching vertaalt in lagere opbrengsten, lagere inkomsten van Herculesprojecten en het SALK-project (Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat), lagere inkomsten vanwege het Ministerie Buitenlandse zaken (YouReCa) en het Ministerie van Onderwijs en Vorming (SONO). De lagere omzet m.b.t. andere Vlaamse intermediaire organisaties is het gevolg van lagere inkomsten m.b.t. de uitdovende iMinds activiteiten;

- lagere inkomsten van de Federale overheid excl. IUAP (-€1,6 miljoen) ingevolge de verschuiving van subsidies uit het Energietransitiefonds van 2018 naar 2019;

- hogere inkomsten van internationale organen (+€6,8 miljoen) door hogere inkomsten uit ERC-en Marie-Curie projecten;

- hogere inkomsten van steden en provincies (+€0,3 miljoen). De stijging t.o.v. de originele begroting (+€6,0 miljoen) is hoofdzakelijk toe te schrijven aan: - internationale organen (+€4,3 miljoen) voornamelijk door hogere EU-inkomsten (ERC-en Marie-

Curie projecten) en inkomsten van internationale instellingen in het kader van de overeenkomst met EIF (Europees investeringsfonds) voor het CD3 project;

- de Federale overheid excl. IUAP (+€1,9 miljoen) door hogere inkomsten na matching m.b.t. VLIR- UOS projecten70;

- de Vlaamse Gemeenschap (-€0,2 miljoen) door lagere inkomsten van het SALK-project en iMinds die deels gecompenseerd worden door hogere subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO en hogere inkomsten vanwege Ministerie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (Steunpunt WVG, Intego

69 In de originele begroting 2018 werd uitgegaan van een budget over 4 jaar voor Vlaanderen van €115 miljoen, met een aandeel voor de KU Leuven van €46 miljoen (40%) of €11,5 miljoen per jaar, waarbij in 2018 een voorschot van €8,6 miljoen (75%) wordt ontvangen. De finale cijfers 2018 geven het volgende beeld: een budget over 4 jaar voor Vlaanderen en Wallonië samen van €118 miljoen, waarvan €65 miljoen voor Vlaanderen, met een aandeel voor de KU Leuven van €24,4 miljoen (37,54%) of €6,1 miljoen per jaar, waarbij in 2018 een voorschot van €4,6 miljoen (75%) wordt ontvangen. 70 Deze stijging is deels toe te schrijven aan het Beurzenprogramma dat vanaf 2018 wordt geadministreerd in afdeling IV.2 onder de 3de geldstroom (voorheen in afdeling V onder de andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening) en deels aan de stijging van het aantal toegekende IUS-, TEAM- en ZI-projecten.

261

en Valpreventie), Ministerie Economie, Wetenschap en Innovatie (Steunpunten Economie en Ondernemen, Werk en Summa en ESF-projecten) en Ministerie Kanselarij en Bestuur (Steunpunt Wonen).

De reële inkomsten van het contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) bedragen €135,7 miljoen. Dit is €4,3 miljoen meer dan geraamd in november 2018 en €32,1 miljoen meer dan oorspronkelijk begroot. De varianties zijn voornamelijk het gevolg van: - de hogere valorisatie-inkomsten binnen KU Leuven Research & Development (+€3,8 miljoen t.o.v.

de laatste prognose en +€23,3 miljoen t.o.v. originele begroting); - hogere inkomsten uit contractonderzoek met vennootschappen (+€0,3 miljoen t.o.v. de laatste

prognose en +€4,0 miljoen t.o.v. de originele begroting); - hogere inkomsten uit contractonderzoek met non-profit organisaties (+€2,4 miljoen t.o.v.de laatste

prognose en +€4,0 miljoen t.o.v. de originele begroting); - hogere inkomsten uit wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract) (+€0,2 miljoen t.o.v. de

laatste prognose en +€0,1 miljoen t.o.v. de originele begroting); - de inkomsten uit contractonderzoek met de privé-sector met overheidssteun (-€2,3 miljoen t.o.v. de

laatste prognose en +€0,8 miljoen t.o.v. de originele begroting). De andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening bedragen €93,2 miljoen. Ze zijn €1,3 miljoen lager dan geraamd in de laatste prognose en €0,3 miljoen hoger dan in de originele begroting. De verschillen zijn vooral terug te vinden bij: - de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke medewerkers ter

stimulering door de Belgische overheid van het wetenschappelijk onderzoek (d.i. de defiscaliseringsmaatregel; -€5,5 miljoen t.o.v. de laatste prognose en -€5,1 miljoen t.o.v. de originele begroting). Deze daling wordt voor -€1,6 miljoen t.o.v. de laatste prognose en -€1,2 miljoen t.o.v. de originele begroting verklaard door hogere overgedragen opbrengsten in het kader van de excellentie- en programmafinanciering, een VTE-daling71 bij de statuten die in aanmerking komen voor de defiscaliseringsmaatregel en overige factoren waaronder de gewijzigde schalen voor bedrijfsvoorheffing in het kader van de federale taks shift. Aanvullend heeft de KU Leuven einde 2018 voor een bedrag van €4,3 miljoen een wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016 voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers krachtens art. 275, §1 WIB 92. Van dit totaalbedrag betreft €3,9 miljoen de verschuldigde hoofdsom (geregistreerd onder code 7045) en €0,4 miljoen nalatigheidsintresten (geregistreerd onder code 652/9 – zie verder). De KU Leuven gaat volstrekt niet akkoord met de door de fiscale administratie gebruikte argumenten en betwist derhalve de extra aanslag voor 2016 (en de te verwachten extra aanslagen voor 2017 en 2018) met klem en ten gronde. De universiteit neemt alle mogelijke/nodige administratieve en juridische stappen om haar gelijk te bewijzen en haar belangen te vrijwaren;72

- de reguliere en andere inschrijvingsgelden (+€3,0 miljoen t.o.v. de laatste prognose en +€5,6 miljoen t.o.v. de originele begroting);

- de onderwijstoelagen (+€0,5 miljoen t.o.v. de laatste prognose en -€0,6 miljoen t.o.v. de originele begroting). Deze varianties worden verklaard door lagere onderwijstoelagen ingevolge de overdracht van het VLIR-UOS Beurzenprogramma naar de 3de geldstroom binnen Afdeling IV.2 Andere Onderzoeksfondsen, en door het gestegen uitgavenpatroon van EU-onderwijstoelagen dat zich via de matching vertaalt in hogere opbrengsten;

- de verkoop van proefdieren (+€0,3 miljoen t.o.v. de originele begroting); - sponsoring (+€0,6 miljoen t.o.v. de laatste prognose en +€0,8 miljoen t.o.v. de originele begroting); - de huuropbrengsten van de sociale sector (-€0,6 miljoen t.o.v. de laatste prognose en -€1,1 miljoen

t.o.v. de originele begroting). Deze varianties worden verklaard door lagere huuropbrengsten van de sociale sector ingevolge het masterplan-renovatie Studentenvoorzieningen;

- overige items (+€0,7 miljoen t.o.v. de laatste prognose en +€0,4 miljoen t.o.v. de originele begroting).

71 Dit volume-effect is het resultaat van een daling van het AAP/BAP en van de uitstroom van OP2-medewerkers van het integratiekader. 72 Voorzichtigheidshalve en anticiperend op de te verwachten rechtlijnige toepassing door de fiscale administratie van dezelfde – door de KU Leuven betwiste – argumenten voor de jaren 2017 en 2018, is aanvullend op de boeking van de gedeeltelijk verworpen vrijstelling voor 2016 binnen afdeling V, volgens dezelfde logica een voorziening voor risico’s en kosten gedimensioneerd en aangelegd binnen afdeling VIII voor in totaal €8,3 miljoen m.b.t. de boekjaren 2017 en 2018.

262

1.1.2. Waardewijzigingen projecten in uitvoering Zoals hierboven toegelicht, wordt de matching van onderzoeksprojecten niet getoond onder deze rubriek, maar uitgesplitst over de overeenkomstige opbrengsten van de 2de, 3de en 4de geldstroom. 1.1.3. Giften, schenkingen en legaten De inkomsten uit giften, schenkingen en legaten bedragen in 2018 €19,1 miljoen. Dit resultaat is €4,7 miljoen hoger dan de laatste prognose en €7,4 miljoen hoger dan de originele begroting. Deze rubriek is moeilijk voorspelbaar en wordt daarom steeds voorzichtig geraamd. 1.1.4. Andere bedrijfsopbrengsten De andere bedrijfsopbrengsten 2018 bedragen finaal €65,0 miljoen, d.i. €1,7 miljoen minder dan geraamd in november 2018 en €0,4 miljoen meer dan origineel begroot. Deze varianties kunnen hoofdzakelijk verklaard worden door: - lagere diverse andere subsidies in het kader van de investeringsprogramma’s FOI en FOIP (-€1,1

miljoen t.o.v. de laatste prognose en -€0,3 miljoen t.o.v. de originele begroting); - lagere recuperaties m.b.t. personeel en nutsvoorzieningen (-€0,7 miljoen t.o.v. de laatste prognose

en -€0,4 miljoen t.o.v. de originele begroting); - lagere diverse andere recuperaties, o.a. BTW op algemene kosten en verzekeringspremies (-€0,9

miljoen t.o.v. de laatste prognose en -€1,5 miljoen t.o.v. de originele begroting); - hogere inkomsten uit verhuring en facilitaire dienstverlening aan derden (+€0,9 miljoen t.o.v. laatste

prognose en +€2,2 miljoen t.o.v. originele begroting). Dit betreft hoofdzakelijk de verhuring van studentenkamers, studio’s en appartementen op Patrimonium;

- hogere interne doorrekeningen (+€0,2 miljoen t.o.v. de originele begroting); - hogere externe magazijnverkopen (+€0,1 miljoen t.o.v. de originele begroting); - overige kleinere mutaties (+€0,1 miljoen t.o.v. de laatste prognose en +€0,1 miljoen t.o.v. de

originele begroting). 1.2. Bedrijfskosten De bedrijfskosten 2018 bedragen finaal €953,3 miljoen, d.i. €9,2 miljoen (of 1,0%) minder dan geraamd bij de laatste prognose van november 2018 en €21,5 miljoen (of 2,3%) meer dan initieel begroot. Onderstaande bespreking verbijzondert de kostenevoluties naar de kostensoorten. Noteer dat bij de interpretatie van de bewegingen rekening moet worden gehouden met het feit dat de mix tussen de kostensoorten van jaar tot jaar verschilt in functie van de aard van de onderzoeks- en andere projectactiviteiten die worden uitgevoerd. 1.2.1. Aankoop goederen De rubriek “aankoop goederen” bedraagt in 2018 €10,5 miljoen versus €12,4 miljoen in de prognose van november en €14,2 miljoen in de originele begroting. De aankopen goederen bestaan uit twee componenten: de niet-geactiveerde investeringsaankopen en de externe magazijnaankopen en voorraadwijzigingen. Ze worden gedetailleerd in onderstaande tabel.

263

Tabel 1.2: Detail Aankoop goederen

Niet-geactiveerde investeringsaankopen De niet-geactiveerde investeringsaankopen zijn €2,0 miljoen lager dan de laatste begrotingscontrole van november 2018 en €3,4 miljoen lager dan de originele begroting, hoofdzakelijk door lagere niet-geactiveerde investeringen voor uitrusting en meubilair. Externe magazijnaankopen en voorraadwijzigingen De externe magazijnaankopen en voorraadwijzigingen wijken beperkt af van de laatste begrotingscontrole (+€0,1 miljoen) en liggen €0,3 miljoen lager dan de originele begroting door de afbouw van voorraden aangehouden binnen de magazijnen. 1.2.2. Diensten en diverse goederen De diensten en diverse goederen 2018 bedragen finaal €250,3 miljoen, d.i. €4,3 miljoen lager dan in de prognose van november 2018 en €8,7 miljoen lager dan initieel begroot. De daling t.o.v. de laatste prognose doet zich vooral voor bij kosten m.b.t. onroerende goederen (-€2,3 miljoen), nutsvoorzieningen (-€1,8 miljoen), te ontvangen facturen UZ (-€0,8 miljoen), subsidies en toelagen (-€0,6 miljoen), personeelsgerelateerde kosten (-€0,5 miljoen) en verzekeringen (-€0,5 miljoen). Deze dalingen worden deels gecompenseerd door hogere overige kosten (+€0,8 miljoen), personeel ter beschikking gesteld van de KU Leuven (+€0,7 miljoen) en kosten m.b.t. studiebeurzen (+€0,5 miljoen). De daling t.o.v. de originele begroting (-€8,7 miljoen) wordt vooral verklaard door lagere kosten m.b.t. onroerende goederen (-€5,6 miljoen) en nutsvoorzieningen (-€3,9 miljoen), overige kosten (-€2,0 miljoen), te ontvangen facturen UZ (-€0,8 miljoen), personeelsgerelateerde kosten (-€0,8 miljoen), kosten m.b.t. roerende goederen (-€0,7 miljoen) en marketing publiciteit en beurzen (-€0,5 miljoen) Deze dalingen worden deels gecompenseerd door hogere erelonen (+€3,5 miljoen), personeel t.b.v. KU Leuven (+€1,4 miljoen) en onderzoeksmateriaal en –producten (+€0,7 miljoen). 1.2.3. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 2018 bedragen €616,7 miljoen. Dit is €5,3 miljoen minder (-0,9%) dan vooropgesteld in november 2018 en €19,0 miljoen meer (+3,2%) meer dan origineel begroot. De daling versus de laatste prognose (-€5,3 miljoen) wordt verklaard door: - lagere uitvindersaandelen en bijwedden bij het ZAP (impact: -€2,7 miljoen); - lagere personeelskosten ingevolge de gewijzigde VTE-volumes bij de verschillende

personeelsstatuten (totale impact: -€1,3 miljoen): -15,5 VTE bij het ZAP (-€1,6 miljoen), -58,6 VTE bij het AAP/BAP (-€4,2 miljoen), +25,5 VTE bij het ATP (+€1,6 miljoen); +50,9 VTE bij de bursalen onderworpen aan RSZ (+€2,1 miljoen); +5,6 VTE bij de gastprofessoren (+€0,4 miljoen) en +15,2 VTE bij de overige statuten (hoofdzakelijk jobstudenten; +€0,4 miljoen). Hierbij worden de hogere personeelsvolumes in de onderzoeksafdelingen (+47,2 VTE), in de Afdeling V Patrimonium (exclusief subafdeling V GBP) (+7,0 VTE) en in Afdeling III Studentenvoorzieningen (+3,0 VTE) deels gecompenseerd door een volumedaling in Afdeling I Werking en subafdeling V GBP (-34,1 VTE)73;

- lagere kosten voor de groepsverzekeringen van het ATP (impact: -€1,3 miljoen);

73 De VTE-daling in Afdeling I Werking en subafdeling V GBP is het gevolg van beperkte bijstellingen en een gewijzigde invulling van de VTE- en RE-enveloppes. De gewijzigde invulling betreft enerzijds een lagere benuttingsgraad van de toegekende enveloppes en anderzijds de toename van inkomende detacheringen, waardoor er minder personeel in Afdeling I Werking en subafdeling V GBP wordt gefinancierd.

(in 000 euro)Boekjaar 2018

RvB 22 maart 2019(1)


(2)

Originele begroting 2018 RvB 14 nov 2017

(3)(1)-(2) (1)-(3)

Niet-geactiveerde investeringsaankopen 8.270 10.305 11.652 -2.035 -3.381Externe magazijnaankopen en voorraadwijzigingen 2.214 2.081 2.520 133 -305Totaal aankoop goederen 10.484 12.386 14.171 -1.901 -3.687

264

- hogere kosten door de maatregelen ter verhoging van de koopkracht in het kader van de cao V voor het Hoger Onderwijs, met name de verhoogde toekenning van Ecocheques en de verhoging van de barema’s van het integratiekader (impact: +€0,4 miljoen)74;

- lagere kosten voor de hospitalisatieverzekering en de overlijdensverzekering voor jonge ZAP-leden (impact: -€0,2 miljoen);

- diverse andere mutaties (netto impact: -€0,2 miljoen). De hogere personeelskosten t.o.v. de originele begroting 2018 (+€19,0 miljoen) zijn het gevolg van: - hogere personeelsvolumes (totale impact: +€8,7 miljoen) in de afdelingen IV.2 Andere

onderzoeksfondsen (+329,8 VTE), III Studentenvoorzieningen (+3,4 VTE) en V Patrimonium (exclusief subafdeling V GBP) (+3,2 VTE), waarbij deze stijgingen gedeeltelijk gecompenseerd worden door een volumedaling in Afdeling I Werking en subafdeling V GBP (-27,7 VTE)75 en afdeling IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds (-119,7 VTE);

- hogere kosten voor uitvindersaandelen en bijwedden (impact: +€7,3 miljoen); - de indexering van de lonen in oktober 2018 (impact: +€3,0 miljoen). In de initiële begroting werd

geen indexering van de lonen voorzien in 2018 en werd enkel rekening gehouden met het doorwerken van de loonindexering van juli 2017;

- lagere kosten voor de groepsverzekeringen van het ATP (impact: -€1,3 miljoen); - hogere kosten door de verhoogde toekenning van Ecocheques en de verhoging van de barema’s

van het integratiekader in het kader van de cao V voor het Hoger Onderwijs (impact: +€0,4 miljoen); - hogere kosten door de gewijzigde berekening van de eindejaarspremie voor het ATP-IK en de

contractueel bedienden die bij de integratie naar de KU Leuven zijn overgekomen (impact: +€0,2 miljoen)76;

- een reeks andere mutaties met een gezamenlijk opwaarts effect op de totale personeelskosten (impact: +€0,7 miljoen).

1.2.4. Afschrijvingen en waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa De afschrijvingen en waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa bedragen in 2018 €59,5 miljoen. Dit is €1,0 miljoen meer dan in de laatste prognose en €2,0 miljoen meer dan initieel begroot. De schommelingen tussen de begroting, de prognose en de finale cijfers zijn het gevolg van timingverschillen m.b.t. de investeringsuitgaven. 1.2.5. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen De waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen bedragen in 2018 €0,9 miljoen. Deze rubriek werd bij de initiële begroting en de laatste prognose geraamd op €0,1 miljoen. 1.2.6. Voorzieningen voor risico’s en kosten De netto-afbouw aan de voorzieningen voor risico’s en kosten bedraagt in 2018 -€0,6 miljoen. Het verschil met de laatste prognose bedraagt -€0,4 miljoen en wordt verklaard door volgende nieuwe ontwikkelingen: - een netto afname van de voorziening m.b.t. de groepsverzekering met te bereiken doel voor ATP-

medewerkers (-€11,6 miljoen). Deze afname is te verklaren door een bijstelling van de actualisatievoet - rekening houdend met de evolutie van het rentepeil en de gemiddelde looptijd

74 Beide maatregelen ter verhoging van de koopkracht gaan in voege op 1/9/2018. De verhoging van de barema’s van het integratiekader bedraagt 0,03%. Voor de andere personeelsstatuten gebeurt de koopkrachtverhoging via een verhoogde toekenning van Ecocheques, van €9 naar €17 per persoon en per maand. 75 De VTE-daling in Afdeling I Werking en subafdeling V GBP is het gevolg van beperkte bijstellingen en een gewijzigde invulling van de VTE- en RE-enveloppes. De gewijzigde invulling betreft enerzijds een lagere benuttingsgraad van de toegekende enveloppes en anderzijds de toename van inkomende detacheringen, waardoor er minder personeel in Afdeling I Werking en subafdeling V GBP wordt gefinancierd. 76 Voor medewerkers van het ATP-IK en de contractueel bedienden die bij de integratie naar de KU Leuven zijn overgekomen verloopt vanaf 2018 de berekening van de eindejaarspremie volgens de bepalingen vastgelegd in de cao voor het ATP van het integratiekader. Dit houdt in dat de eindejaarspremie voor deze medewerkers vanaf 2018 berekend wordt volgens de regels van toepassing op het corresponderende universitaire kader.

265

van de verplichtingen - (stijging van 1,35% naar 1,60% in 2018) en door de daling van het aantal aangeslotenen binnen de gesloten groep;

- een netto afname van de voorziening voor hangende geschillen (-€0,5 miljoen); - het voor de eerste maal aanleggen van een voorziening m.b.t. belastingen (+€8,3 miljoen) voor

een mogelijke wijziging van aangifte voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers krachtens art. 275, §1 WIB 92 (cf. defiscalisatiemaatregel). Einde 2018 heeft de KU Leuven voor een bedrag van €4,3 miljoen een wijziging van aangifte ontvangen m.b.t. boekjaar 2016. Voorzichtigheidshalve en anticiperend op de te verwachten rechtlijnige toepassing door de fiscale administratie van dezelfde – door de KU Leuven betwiste – argumenten voor de jaren 2017 en 2018, is aanvullend op de boeking van de gedeeltelijk verworpen vrijstelling voor 2016, volgens dezelfde logica, een voorziening voor risico’s en kosten gedimensioneerd en aangelegd voor in totaal €8,3 miljoen m.b.t. de boekjaren 2017 en 2018. De KU Leuven gaat volstrekt niet akkoord met de door de fiscale administratie gebruikte argumenten en betwist derhalve de extra aanslag voor 2016 en de te verwachten extra aanslagen voor 2017 en 2018 met klem en ten gronde. De universiteit neemt alle mogelijke/nodige administratieve en juridische stappen om haar gelijk te bewijzen en haar belangen te vrijwaren;

- een netto toename van de voorziening voor uitvinderslonen (+€2,4 miljoen) ingevolgde de hogere inkomsten uit de verschillende licenties afgesloten binnen KU Leuven Research & Development;

- een netto toename van de voorziening aangelegd voor de mogelijk geachte verliezen binnen de EFRO/Interreg projecten (+€1,0 miljoen).

Het verschil met de initiële begroting bedraagt +€6,9 miljoen en wordt verklaard door: - een netto toename van de voorziening voor groot onderhoud en herstellingen (+€16,8 miljoen); - het voor de eerste maal aanleggen van een voorziening m.b.t. belastingen (+€8,3 miljoen) voor

een mogelijke wijziging van aangifte voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstortingsplicht van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke medewerkers krachtens art. 275, §1 WIB 92 (cf. defiscalisatiemaatregel) betreffende de boekjaren 2017 en 2018 (zie hoger);

- een netto toename van de voorziening aangelegd voor de mogelijk geachte verliezen binnen de EFRO/Interreg projecten (+€1,2 miljoen);

- een netto afname van de voorziening m.b.t. de groepsverzekering met te bereiken doel voor ATP-medewerkers (-€11,6 miljoen; zie ook hoger);

- een netto afname van de voorziening voor uitvinderslonen (-€7,3 miljoen) in het kader van onderzoeksactiviteiten binnen KU Leuven Research & Development;

- een netto afname van de voorziening voor hangende geschillen (-€0,5 miljoen). 1.2.7. Andere bedrijfskosten

De andere bedrijfskosten bedragen €16,0 miljoen en betreffen voornamelijk de roerende voorheffing op royalty’s. De toenames t.o.v. de laatste prognose (+€0,9 miljoen) en de originele begroting (+€5,3 miljoen) zijn voornamelijk het gevolg van de gestegen opbrengsten uit valorisatie binnen KU Leuven Research & Development. 1.3. Financiële opbrengsten en kosten De financiële opbrengsten bedragen in 2018 €7,8 miljoen. Dit is €1,0 miljoen hoger dan in de prognose van november 2018 en €1,6 miljoen hoger dan origineel begroot. Deze post wordt geraamd op basis van de financiële opbrengsten die op het tijdstip van de begrotingsopmaak of de -controle (onder overigens gelijkblijvende omstandigheden) vaststaan. De hogere financiële opbrengsten in vergelijking met de controle van november 2018 en met de initiële begroting worden vooral verklaard door hogere gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van geldbeleggingen (+€0,4 miljoen versus prognose en +€1,4 miljoen versus initiële begroting) en door hogere gerealiseerde wisselkoerswinsten (+€0,4 miljoen voor beide varianties). De financiële kosten bedragen in 2018 €8,7 miljoen. In de controle van november 2018 werden de financiële kosten geraamd op €2,5 miljoen. In de originele begroting werden ze begroot op €1,2 miljoen. De hogere reële financiële kosten zijn vooral te verklaren door hogere niet gerealiseerde

266

waardeverminderingen op geldbeleggingen en gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoers-verliezen.

1.4. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten

De uitzonderlijke opbrengsten bedragen in 2018 €5,8 miljoen en betreffen: - de terugname van de waardeverminderingen op financiële vaste activa (code 761 voor €0,8

miljoen);77 - het uitzonderlijk resultaat op de verkoop van aandelen in spin-offs (code 763 voor €1,5 miljoen). - ontvangen FFEU-middelen (code 764/9 voor €3,5 miljoen) die de KU Leuven ontvangt uit het

Financierings-Fonds Eenmalige Uitgaven (FFEU) voor de vernieuwing en uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences Campus – Gasthuisberg waarvoor een overeenkomst is gesloten tussen het Vlaams Gewest (AWV - Agentschap voor Wegen en Verkeer) en de rechtspersoon KU Leuven. De uitvoering van de werken is terug te vinden bij de uitzonderlijke kosten.

In de originele begroting 2018 werden enkel de te ontvangen FFEU-middelen begroot als uitzonderlijke opbrengsten (code 764/9 voor €2,9 miljoen). Tijdens de begrotingscontrole van november 2018 werden de uitzonderlijke opbrengsten bijgesteld naar €4,1 miljoen, bestaande uit meerwaarden op de verkoop van aandelen in spin-offs voor €1,2 miljoen (code 763) en de verwachte FFEU-middelen voor €2,9 miljoen die constant werden gehouden op het peil van de initiële begroting (code 764/9).

Er werden in 2018 €5,3 miljoen uitzonderlijke kosten geboekt, bestaande uit: - de uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en

materiële vaste activa (code 660 voor €0,3 miljoen); - de afwaardering van participaties in financiële vaste activa (code 661 voor €1,4 miljoen); - kosten in het kader van de vernieuwing en de uitbreiding van de ringweg rond de Health Sciences

Campus – Gasthuisberg (code 664/8 voor €3,5 miljoen).

In de originele begroting werden €2,2 miljoen afwaarderingen van participaties in financiële vaste activa ingeschreven (code 661) en €2,9 miljoen uitgaven in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringweg (code 664/8). In de laatste prognose werden de afwaarderingen van participaties in financiële vaste activa bijgesteld tot €1,4 miljoen en werden er €2,9 miljoen uitgaven verwacht in het kader van de vernieuwing/uitbreiding van de ringweg (code 664/8).

De uitzonderlijke opbrengsten en kosten zijn omwille van hun aard moeilijk te ramen en te begroten.

1.5. Inkomende en uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen

Inkomende en uitgaande verrekeningen en overschrijvingen betreffen interne KU Leuven transacties die elkaar op instellingsniveau compenseren. Een bespreking ervan op instellingsniveau is minder relevant.

1.6. Overschot (tekort) van het boekjaar

Het overschot van het boekjaar 2018 bedraagt €49,1 miljoen, d.i. €10,1 miljoen meer dan geraamd bij de controle van november 2018 en €27,7 miljoen meer dan initieel begroot.

Ten opzichte van de begrotingscontrole van november 2018 neemt het resultaat toe met €10,1 miljoen voornamelijk door hogere gerealiseerde valorisatie-inkomsten, hogere giften, schenking en legaten, een

77 Bij de verkoop van spin-off participaties wordt de gerealiseerde prijs 100% toegerekend aan het resultaat van het boekjaar binnen afdelingen IV.2 en/of V. Aansluitend wordt het actief aan aanschaffingswaarde uit de boeken gehaald met als tegenpost code 763 binnen afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling. Zodoende wordt het effect van de transactie op de geconsolideerde resultatenrekening teruggebracht tot de effectief gerealiseerde meerwaarde. Vermits participaties in spin-offs bij aanschaf steeds volledig worden afgewaardeerd, moet bij de verkoop, eveneens in afdeling VIII, de eerder aangelegde waardevermindering worden teruggenomen (dit gebeurt onder code 761).

267

toename van de inschrijvingsgelden en door de afgeleiden van de bijstelling van het 5-jarenplan onroerende investeringen. Deze mutaties worden deels gecompenseerd door de afname van het financieel resultaat. De stijging ten opzichte van de originele begroting (+€27,7 miljoen) is voornamelijk het gevolg van: - de toename van het bedrijfsresultaat met €30,9 miljoen voornamelijk door hogere valorisatie-

inkomsten, hogere inkomsten en lagere uitgaven binnen het BOF, hogere giften, schenkingen en legaten, een toename van de inschrijvingsgelden en de afgeleiden van de bijstelling van het 5-jarenplan onroerende investeringen. Deze mutaties worden deels gecompenseerd door een kleinere netto afname van de voorzieningen;

- de toename van het uitzonderlijk resultaat met €2,7 miljoen (zie hoger); - de afname van het financieel resultaat met €5,9 miljoen door de waardeverminderingen op

geldbeleggingen (zie hoger). Onderstaande tabel 1.3 verbijzondert dit resultaat naar de begrotingsafdelingen. Zie ook tabel 1.5 voor meer details. Het boekjaar 2018 toont in de cashview een positief eindresultaat van €79,2 miljoen wat hoger is dan de laatste prognose (+€28,6 miljoen) en dan initieel begroot (+€60,0 miljoen). Belangrijkste verklaringen hiervoor: - het resultaat van Afdeling I Werking verbetert voornamelijk door de stijging in de

werkingsuitkeringen (wegens de indexering, de toekenning van Ecocheques en de bijstelling van de vordering vakantiegeld), in combinatie met een voorzichtig uitgavenbeleid;

- het resultaat van Afdeling II Investeringen neemt toe, vooral door lagere cash-uitgaven inzake onroerende investeringen overeenkomstig het Vijfjarenplan onroerende investeringen (FOI) in functie van de facturatiekalender en de uitvoering van de lopende projecten;

- Afdeling III Sociale voorzieningen voor studenten realiseert een groter overschot van het boekjaar ingevolge lagere interne verrekeningen vanwege de Technische Diensten voor projecten van groot onderhoud;

- Afdeling IV.1 BOF realiseert een hoger resultaat dan origineel begroot als gevolg van de hogere BOF-toelage in combinatie met uitgaven die lager uitvallen dan geraamd. Het finaal resultaat voor 2018 ligt nagenoeg in lijn met de laatste prognose;

- er wordt in Afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen een groter overschot van het boekjaar gerealiseerd dan verwacht bij de laatste prognose en dit ingevolge de hogere valorisatie-inkomsten, de hogere inkomsten uit de 4de geldstroom en de hogere giften, schenkingen en legaten;

- de positieve varianties versus prognose en begroting in Afdeling V Patrimonium zijn vooral het gevolg van hogere reguliere en andere inschrijvingsgelden, giften, schenkingen en legaten, financiële opbrengsten en uitzonderlijke opbrengsten en lagere uitgaven voor kosten m.b.t. onroerende goederen en nutsvoorzieningen;

- Afdeling VI Voor orde toont een positief resultaat (+€13,3 miljoen) door ontvangsten van onderzoeksmiddelen die alsnog moeten doorgestort worden aan derden.

De Bedrijfseconomische Afdeling VIII boekt eind 2018 een tekort van -€30,1 miljoen versus een originele begroting van +€2,2 miljoen en een laatste prognose van -€11,7 miljoen. De terugval van het resultaat wordt vooral verklaard door de extra toevoegingen aan de voorzieningen, door het via Afdeling VIII naar de balans brengen van door te storten bedragen aan partner-instellingen (als schuld), door het in eigen vermogen nemen van het KU Leuven-aandeel in de verkoopopbrengst van campus Oostende (initieel geboekt in Afdeling V Patrimonium), door verschillen in de matching boekingen en door verschillen in de boekingen van de overlopende rekeningen.

268

Tabel 1.3: Vergelijking resultaat van boekjaar 2018 met begrotingscontrole RvB 13/11/2018 en originele begroting (RvB 14/11/2017)

Bij de interpretatie van deze resultaten en van de evolutie van het eigen vermogen moet uitermate grote voorzichtigheid worden aan de dag gelegd. De overschotten van het boekjaar en het eigen vermogen vertegenwoordigen immers geen vrije beleidsruimte voor het universiteitsbestuur. Via eerder genomen beslissingen en toekenningen en via de engagementen aangegaan tegenover een veelheid aan opdrachtgevers en projectfinanciers zijn deze middelen reeds bestemd.

( in 000 euro)Boekjaar 2018

RvB 22 maart 2019Prognose nov 2018

RvB 13 nov 2018Originele begroting 2018

RvB 14 nov 2017I Werking 542 -2.667 -3.904II Investeringen 402 -1.655 -4.456III Sociale voorzieningen voor studenten 2.300 -1.583 -1.728IV.1 Bijzonder onderzoeksfonds 1.817 2.303 -5.583IV.2 Andere onderzoeksfondsen 50.943 47.545 52.792V Patrimonium 9.858 6.683 -17.952VI Voor orde 13.325Totaal Cashview 79.187 50.626 19.170VIII Bedrijfseconomische afdeling -30.119 -11.706 2.246Totaal Bedrijfseconomische view 49.068 38.921 21.416

269

Tabel 1.4: Begrotingscontrole 2018 – bedrijfseconomische view – totaalbeeld KU Leuven

(in 000 euro) codesBoekjaar 2018

RvB 22 maart 2019Prognose nov 2018 RvB 13 nov 2018


RvB 14 nov 2017I. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 1.002.755 997.263 950.509A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 70 918.637 916.166 874.162

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering + academiseringsmiddelen (1ste geldstroom) 700 412.325 411.714 410.027A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 131.176 130.777 127.385A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 146.275 147.757 140.279A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 703 135.673 131.385 103.601A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 93.188 94.533 92.869

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 71 0C. Geproduceerde vaste activa 72D. Giften, schenkingen en legaten 73 19.075 14.394 11.706E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 65.043 66.704 64.641II. Bedrijfskosten (-) 60/64 953.276 962.519 931.806A. Aankoop goederen 60 10.484 12.386 14.171B. Diensten en diverse goederen 61 250.281 254.579 259.024C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting XI, A2) 62 616.703 622.010 597.751

C.1. ZAP/OP 620 159.851 164.556 154.265C.2. AAP/BAP 621 149.323 153.169 146.266C.3. ATP 622 215.837 216.021 211.727C.4. Gastprofessoren 623 5.266 4.533 4.672C.5. Contractueel AP 624 180 166 243C.6. Contractueel ATP 625 3.648 3.325 3.273C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 82.597 80.241 77.306

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 630 59.527 58.482 57.495E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XI, B) 631/3 864 82 114F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -) (toelichting XI, A3 en C) 634/9 -572 -131 -7.453G. Andere bedrijfskosten 640/9 15.988 15.111 10.703III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 49.479 34.745 18.703IV. Financiële opbrengsten (+) 75 7.764 6.752 6.136A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 238B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 5.148 5.142 5.291C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 2.378 1.610 845V. Financiële kosten (-) 65 8.747 2.453 1.249A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 564 572 572B. Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E. (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XII, D) 651 6.345 737 1C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 1.838 1.144 675VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 48.496 39.043 23.591VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 5.848 4.146 2.919A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa 760B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 772C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 762D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 1.538 1.228E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A) 764/9 3.538 2.919 2.919VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 5.276 4.269 5.094A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 660 338B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 1.400 1.350 2.175C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 662D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 663E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 3.538 2.919 2.919F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-) 669IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) 9 131.483 138.556 141.052A. Verrekeningen 93 72.805 79.403 82.231B. Overschrijvingen 94 58.678 59.153 58.821X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) 8 131.483 138.556 141.052A. Verrekeningen 83 72.805 79.403 82.231B. Overschrijvingen 84 58.678 59.153 58.821XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 49.068 38.921 21.416

Resultatenverwerking codesBoekjaar 2018



RvB 14 nov 2017A. Te bestemmen overschot (te verwerken tekort)

1. Te bestemmen overschot van het boekjaar 70/66 49.068 38.921 21.4162. Te verwerken tekort van het boekjaar 66/70 0 0 03. Overgedragen overschot van het vorige boekjaar 7904. Overgedragen tekort van het vorig boekjaar 690

B. Onttrekking aan de eigen middelen (+)1. aan het gevormd vermogen 7912. aan de bestemde fondsen 792 6.732 15.801 15.518

- onroerende investeringen 6.732 13.503 7.675- wetenschappelijk onderzoek 0 0 0- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 0 715 6.115- studentenvoorzieningen 0 1.583 1.728

C. Toevoeging aan de eigen middelen (-)1. aan het gevormd vermogen 6912. aan de bestemde fondsen 692 55.800 54.721 36.934

- onroerende investeringen 0 0 0- wetenschappelijk onderzoek 49.660 54.721 36.934- andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / depart. / faculteiten / diensten / prof. 3.840 0 0- studentenvoorzieningen 2.300 0 0

D. Over te dragen overschot (tekort) 693/793 0 0 0

270

Tabel 1.5: Begrotingscontrole 2018 – totaalbeeld KU Leuven verbijzonderd naar de afdelingen

(in 000 euro)Afdeling I Werking Afdeling II

InvesteringenAfdeling III Sociale

voorzieningen voor studenten


onderzoeksfonds

Afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen


Afdeling VI Voor orde

Totaal Cashview Afdeling VIII Bedrijfseconomische

afdeling


Bestemde fondsen - einde vorig boekjaar 24.659 24.185 15.078 79.571 690.367 415.543 23.088 1.272.490 176.196 1.448.687Bedrijfsopbrengsten 389.530 14.958 20.498 71.205 372.688 147.946 13.359 1.030.183 -27.429 1.002.755Bedrijfskosten 399.995 19.120 18.726 53.581 293.490 171.662 0 956.574 -3.299 953.276

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -10.465 -4.162 1.772 17.624 79.198 -23.716 13.359 73.609 -24.130 49.479Financiële opbrengsten 198 105 74 7.837 8.213 -449 7.764Financiële kosten 43 15 250 1.338 5.711 0 7.357 1.390 8.747

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -10.508 -3.979 1.627 17.624 77.933 -21.591 13.359 74.465 -25.969 48.496Uitzonderlijke opbrengsten 2.919 1.975 4.984 -33 9.845 -3.997 5.848Uitzonderlijke kosten 5.123 5.123 153 5.276Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 32.962 7.275 5.119 5.114 -10.399 91.413 0 131.483 131.483Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 21.913 690 4.446 20.921 18.566 64.948 131.483 0 131.483

Overschot (tekort) van het boekjaar 542 402 2.300 1.817 50.943 9.858 13.325 79.187 -30.119 49.068Bestemde fondsen - einde huidig boekjaar 25.200 24.587 17.378 81.388 741.309 425.401 36.414 1.351.677 146.077 1.497.755Onroerende investeringen 0 24.587 0 0 0 46.608 0 71.195 289.676 360.871Wetenschappelijk onderzoek 0 0 0 81.388 741.309 169.256 36.414 1.028.368 -126.991 901.377Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren

25.200 0 0 0 0 209.537 0 234.737 -16.299 218.438

Studentenvoorzieningen 0 0 17.378 0 0 0 0 17.378 -308 17.070





onderzoeksfonds





afdeling


Bestemde fondsen - einde vorig boekjaar 24.659 24.185 15.078 79.571 690.367 415.543 23.088 1.272.490 176.196 1.448.687Bedrijfsopbrengsten 388.899 15.372 21.199 71.187 367.879 150.455 1.014.991 -17.728 997.263Bedrijfskosten 401.808 22.331 19.244 53.473 292.171 179.327 968.355 -5.837 962.519

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -12.909 -6.959 1.955 17.714 75.708 -28.872 46.636 -11.891 34.745Financiële opbrengsten 198 127 6.423 6.748 4 6.752Financiële kosten 41 5 255 996 5.102 6.400 -3.946 2.453

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -12.950 -6.767 1.827 17.714 74.712 -27.552 46.984 -7.940 39.043Uitzonderlijke opbrengsten 2.919 955 4.273 8.146 -4.000 4.146Uitzonderlijke kosten 4.504 4.504 -235 4.269Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 32.518 6.697 4.816 5.635 -9.879 98.770 138.556 138.556Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 22.235 8.225 21.046 18.243 68.808 138.556 138.556

Overschot (tekort) van het boekjaar -2.667 -1.655 -1.583 2.303 47.545 6.683 50.626 -11.706 38.921Bestemde fondsen - einde huidig boekjaar 21.992 22.530 13.495 81.874 737.911 422.226 23.088 1.323.116 164.491 1.487.607Onroerende investeringen 0 22.530 0 0 0 36.664 0 59.194 294.905 354.100Wetenschappelijk onderzoek 0 0 0 81.874 737.911 174.850 23.088 1.017.724 -111.114 906.610Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren

21.992 0 0 0 0 210.711 0 232.703 -18.993 213.711






onderzoeksfonds





afdeling


Bestemde fondsen - einde vorig boekjaar 20.209 22.050 15.494 79.576 682.247 398.030 26.235 1.243.840 181.629 1.425.469Bedrijfsopbrengsten 387.231 15.337 21.760 68.024 332.400 143.833 968.585 -18.076 950.509Bedrijfskosten 397.919 26.168 20.319 59.969 256.122 188.580 949.077 -17.270 931.806

Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) -10.688 -10.831 1.441 8.056 76.278 -44.747 19.508 -806 18.703Financiële opbrengsten 661 127 4.706 5.493 643 6.136Financiële kosten 41 5 255 749 4.782 5.832 -4.583 1.249

Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten -10.729 -10.175 1.313 8.056 75.529 -44.823 19.170 4.421 23.591Uitzonderlijke opbrengsten 2.919 2.919 2.919Uitzonderlijke kosten 2.919 2.919 2.175 5.094Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 32.096 5.720 4.362 7.041 -6.211 98.045 141.052 141.052Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen 25.271 7.403 20.680 16.525 71.173 141.052 141.052

Overschot (tekort) van het boekjaar -3.904 -4.456 -1.728 -5.583 52.792 -17.952 19.170 2.246 21.416Bestemde fondsen - einde huidig boekjaar 16.305 17.594 13.766 73.993 735.039 380.078 26.235 1.263.010 183.875 1.446.885Onroerende investeringen 0 17.594 0 0 0 35.066 0 52.660 340.356 393.016Wetenschappelijk onderzoek 0 0 0 73.993 735.039 169.481 26.235 1.004.749 -122.890 881.859Andere goedgekeurde middelen voor verworven projecten van groepen / departementen / faculteiten / diensten / professoren

16.305 0 0 0 0 175.531 0 191.836 -33.284 158.552


Boekjaar 2018 RvB 22 maart 2019


Originele begroting 2018 RvB 14 nov 2017

271

Tabel 1.6: Aangepaste voorstellingswijze van de definitieve cijfers 2018 m.b.t. matching

Matching onderzoeksprojecten De matching van onderzoeksprojecten wordt sinds boekjaar 2009 geboekt onder de rubriek “Waardewijziging projecten in uitvoering” (code 71). In de begroting en de begrotingscontroles wordt deze rubriek toegewezen aan de overeenkomstige opbrengsten van de 2de, 3de en 4de geldstroom. Voor de vergelijkbaarheid werd in voorliggend document m.b.t. de presentatie van de definitieve cijfers 2018 dezelfde logica gevolgd.

(in 000 euro) codesBoekjaar 2018

RvB 22 maart 2019Matching

Boekjaar 2018na matching

I. Bedrijfsopbrengsten (+) 70/74 1.002.755 0 1.002.755A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 70 940.239 -21.602 918.637

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering + academiseringsmiddelen (1ste geldstroom) 700 412.325 412.325A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom) 701 141.331 -10.155 131.176A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom) 702 152.634 -6.359 146.275A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom) 703 135.380 293 135.673A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening 704 98.570 -5.382 93.188

B. Waardewijziging projecten in uitvoering 71 -21.602 21.602 0C. Geproduceerde vaste activa 72 0D. Giften, schenkingen en legaten 73 19.075 19.075E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 65.043 65.043II. Bedrijfskosten (-) 60/64 953.276 0 953.276A. Aankoop goederen 60 10.484 10.484B. Diensten en diverse goederen 61 250.281 250.281C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting XI, A2) 62 616.703 616.703

C.1. ZAP/OP 620 159.851 159.851C.2. AAP/BAP 621 149.323 149.323C.3. ATP 622 215.837 215.837C.4. Gastprofessoren 623 5.266 5.266C.5. Contractueel AP 624 180 180C.6. Contractueel ATP 625 3.648 3.648C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 82.597 82.597

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 630 59.527 59.527E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XI, B) 631/3 864 864F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -) (toelichting XI, A3 en C) 634/9 -572 -572G. Andere bedrijfskosten 640/9 15.988 15.988III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort) 70/64 49.479 0 49.479IV. Financiële opbrengsten (+) 75 7.764 0 7.764A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 750 238 238B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 5.148 5.148C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A) 752/9 2.378 2.378V. Financiële kosten (-) 65 8.747 0 8.747A. Kosten van schulden (toelichting XII, B en C) 650 564 564B. Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E. (toevoegingen +, terugnemingen -) (toelichting XII, D) 651 6.345 6.345C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E) 652/9 1.838 1.838VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten 70/65 48.496 0 48.496VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+) 76 5.848 0 5.848A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa 760 0B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 761 772 772C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 762 0D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 763 1.538 1.538E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A) 764/9 3.538 3.538VIII. Uitzonderlijke kosten (-) 66 5.276 0 5.276A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 660 338 338B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 1.400 1.400C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten 662 0D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 663 0E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B) 664/8 3.538 3.538F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-) 669 0IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) 9 131.483 0 131.483A. Verrekeningen 93 72.805 72.805B. Overschrijvingen 94 58.678 58.678X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) 8 131.483 0 131.483A. Verrekeningen 83 72.805 72.805B. Overschrijvingen 84 58.678 58.678XI. Overschot (tekort) van het boekjaar 70/66 49.068 0 49.068

272

2. Balans KU Leuven op 31 december 2018 (zie ook tabel 2.1) De totale balanswaarde per einde 2018 bedraagt €2,086 miljard. Dit is een stijging met €22,0 miljoen t.o.v. de begrotingscontrole van november 2018 en een stijging met €51,0 miljoen t.o.v. de initiële begroting. 2.1. Activa Op 31 december 2018 maken de materiële vaste activa 28,3% uit van de totale balanswaarde, de vorderingen op ten hoogste één jaar 5,0% en de geldbeleggingen 64,3%. De overige posten zijn goed voor 2,4% van de totale balanswaarde. 2.1.1. Vaste activa De vaste activa bedragen eind 2018 €609,5 miljoen. Dit cijfer ligt €3,8 miljoen lager dan de laatste begrotingscontrole en €15,4 miljoen lager dan de originele begroting. De terreinen en gebouwen vertegenwoordigen de grootste fractie binnen de vaste activa (75,9% inclusief de vaste activa in aanbouw). De varianties versus de prognose van november 2018 en de initiële begroting weerspiegelen het verloop van de uitvoering van de Vijfjarenplannen onroerende investeringen (FOI & FOI-P). De afname van de financiële vaste activa versus de initiële begroting (-€1,3 miljoen) wordt vooral verklaard door lagere participaties en vorderingen m.b.t. andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat (-€4,7 miljoen) die deels gecompenseerd worden door hogere andere financiële vaste activa (+€3,4 miljoen). De afname van de financiële vaste activa versus de prognose (-€0,1 miljoen) is voor -€3,0 miljoen toe te schrijven aan lagere participaties en vorderingen m.b.t. andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en voor +€2,9 miljoen aan hogere andere financiële activa. 2.1.2. Vlottende activa De vlottende activa bedragen eind 2018 €1,476 miljard. Dit cijfer ligt €25,8 miljoen hoger dan de laatste begrotingscontrole en €66,4 miljoen hoger dan de originele begroting. De belangrijkste wijziging in de vlottende activa betreft de geldbeleggingen (+€41,9 miljoen t.o.v. de begrotingscontrole van november en +€64,4 miljoen t.o.v. de originele begroting). Deze varianties zijn het gevolg van de gunstige evolutie van de netto-cashflow. De overige vorderingen op meer dan één jaar bedragen eind 2018 €1,9 miljoen. De daling met €0,2 miljoen t.o.v. de originele begroting en de prognose van november wordt voornamelijk verklaard door overboekingen van lange naar korte termijn van studiefinancieringen. De handelsvorderingen liggen €18,1 miljoen lager dan in de laatste prognose en €3,7 miljoen lager dan in de originele begroting. Deze vorderingen betreffen een momentopname op balansdatum en zijn derhalve moeilijk te voorspellen. De overige vorderingen zijn €1,9 miljoen hoger dan origineel begroot en €1,0 miljoen hoger dan de laatste prognose. Deze afwijkingen worden hoofdzakelijk verklaard door: - een verschil in de vordering ten aanzien van de Vlaamse Overheid m.b.t. het vakantiegeld (+€0,4

miljoen t.o.v. de originele begroting en +€0,3 miljoen t.o.v. de laatste prognose); - een verschil in de te recupereren BTW (-€1,7 miljoen t.o.v. de originele begroting en -€0,8 miljoen

t.o.v. de laatste prognose); - een toename van de vordering m.b.t. het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) (+€1,1 miljoen t.o.v.

de originele begroting en +€1,0 miljoen t.o.v. de laatste prognose);

273

- een verschil in de vordering ten aanzien van UZ Leuven in het kader van de gemeenschappelijke BTW-aangifte door KU Leuven (+€1,9 miljoen t.o.v. de originele begroting en +€0,7 miljoen t.o.v. de laatste prognose);

- een verschil in de te innen opbrengsten (+€0,1 miljoen t.o.v. de originele begroting en -€0,4 miljoen t.o.v. de laatste prognose).

De overige varianties versus initieel budget en laatste prognose blijven beperkt. De overlopende rekeningen van het actief bedragen eind 2018 €5,8 miljoen en betreffen verkregen opbrengsten en over te dragen kosten. Het verschil tussen de reële cijfers op 31/12/2018 in vergelijking met de originele begroting (-€0,6 miljoen) en de laatste prognose (+€0,8 miljoen) worden voornamelijk verklaard door lagere nog te ontvangen intresten op de beleggingsportefeuille, in lijn met de huidige portefeuillesamenstelling en het lage rentepeil enerzijds en de hogere over te dragen kosten anderzijds. 2.2. Passiva De passiva bestaan voor 74,2% uit eigen vermogen, 11,7% uit voorzieningen voor risico’s en kosten, 4,9% uit schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten, 2,8% uit ontvangen vooruitbetalingen op projecten en 1,4% uit financiële schulden op meer dan een jaar. De overige posten zijn goed voor 5,0% van de totale balanswaarde. 2.2.1. Eigen vermogen Het eigen vermogen bedraagt einde 2018 €1,549 miljard en bestaat voor €1,546 miljard uit bestemde fondsen en voor €2,7 miljoen uit kapitaalsubsidies. De bestemde fondsen liggen €10,7 miljoen hoger dan in de laatste begrotingscontrole en €50,7 miljoen hoger dan origineel begroot. De toename t.o.v. de 2de begrotingscontrole wordt verklaard door de evolutie van het resultaat van het boekjaar (+€10,1 miljoen) en door de hogere boeking die rechtstreeks op het eigen vermogen werd ingeschreven (+€0,6 miljoen78). De toename van de bestemde fondsen t.o.v. de originele begroting is het gevolg van het hoger resultaat van het boekjaar voor 2017 (+€23,2 miljoen in jaarrekening 2017 t.o.v. de 2de controle 2017), het hoger resultaat van het boekjaar voor 2018 (+€27,7 miljoen versus de originele begroting) en het verschil in de boekingen die rechtstreeks zijn toegevoegd aan het eigen vermogen (-€4,8 miljoen in 2017 en €4,6 miljoen in 2018). 2.2.2. Voorzieningen voor risico’s en kosten De voorzieningen voor risico’s en kosten bedragen eind 2018 €244,0 miljoen. Dit is €0,4 miljoen minder dan in de laatste prognose en €5,6 miljoen meer dan origineel begroot. De afwijking t.o.v. de laatste prognose (-€0,4 miljoen) wordt verklaard door: - een afname van de provisie voor de groepsverzekering met te bereiken doel voor ATP-

medewerkers (-€11,6 miljoen); - de aanleg van een provisie voor belastingen (+€8,3 miljoen, onder code 161); - een toename van een provisie voor mogelijk geachte verliezen binnen de EFRO/Interreg projecten

(+€1,0 miljoen); - een toename van de provisie voor uit te keren uitvindersaandelen binnen KU Leuven Research &

Development (+€2,4 miljoen); - een afname van de provisie voor hangende geschillen (-€0,5 miljoen).

78 Er werd in 2018 €4,6 miljoen rechtstreeks op het eigen vermogen geboekt m.b.t. de gerealiseerde opbrengst uit de verkoop van campus Oostende. In de 2de begrotingscontrole werd deze rechtstreekse boeking op het eigen vermogen geraamd op €4,0 miljoen.

274

De toename in voorzieningen voor risico’s en kosten met €5,6 miljoen t.o.v. de originele begroting wordt verklaard door: - een stijging van de voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken (+€17,0 miljoen),

overeenkomstig de bijgestelde plannen van de Technische Diensten voor de komende 5 jaren; - de aanleg van een provisie voor belastingen (+€8,3 miljoen); - een toename van de provisie voor mogelijk geachte verliezen binnen de EFRO/Interreg projecten

(+€3,1 miljoen); - de afname van de provisie voor de groepsverzekering met te bereiken doel voor ATP-medewerkers

met -€16,7 miljoen; - een afname van de voorziening voor uit te keren uitvindersaandelen binnen KU Leuven Research

& Development (-€5,8 miljoen); - een afname van de provisie voor hangende geschillen (-€0,5 miljoen); - overige mutaties die elkaar grotendeels compenseren (+€0,2 miljoen). 2.2.3. Schulden De schulden bedragen €293,3 miljoen en liggen €11,8 miljoen hoger dan in de laatste prognose en €6,0 miljoen lager dan origineel begroot. De handelsschulden bedragen eind 2018 €28,1 miljoen, dit is €4,5 miljoen lager dan geraamd in november 2018 en €7,9 miljoen lager dan origineel begroot. Deze schulden betreffen een momentopname op balansdatum. De afname wordt vooral verklaard door lagere te ontvangen facturen. De ontvangen vooruitbetalingen op projecten bedragen eind 2018 €58,8 miljoen. Ze werden bij de prognose van november 2018 geschat op €54,9 miljoen en in de initiële begroting op €82,5 miljoen. Deze ramingen evolueren in functie van de betaalkalenders van de onderzoeksinkomsten in Afdeling IV.2 Andere onderzoeksfondsen. Ook deze post betreft een moeilijk voorspelbare momentopname. De belastingschulden bedragen einde 2018 €25,6 miljoen. De stijgingen met €1,9 miljoen t.o.v. de laatste prognose en met €8,7 miljoen t.o.v. de originele begroting worden vooral verklaard door de hogere roerende voorheffing ingehouden op valorisatie-inkomsten gedeeltelijk gecompenseerd door een lagere schuld m.b.t. te betalen BTW. Eind 2018 bedragen de schulden m.b.t. de bezoldigingen en sociale lasten €75,7 miljoen, dit is €1,2 miljoen hoger dan geraamd in november 2018 en €1,6 miljoen hoger dan origineel begroot. Ook hier betreft het een momentopname op balansdatum. De overige schulden (code 48) bedragen eind 2018 €39,4 miljoen. De verschillen met de laatste prognose 2018 (+€13,4 miljoen) en met de originele begroting (+€10,6 miljoen) worden vooral verklaard door fluctuaties in de doorstortingen aan partnerinstellingen. De overlopende rekeningen van het passief ten slotte bedragen eind 2018 €34,8 miljoen en betreffen over te dragen opbrengsten en toe te rekenen kosten. De afname in vergelijking met de laatste prognose (-€4,1 miljoen) en de toename t.o.v. de originele begroting (+€6,6 miljoen) worden voornamelijk verklaard door de wijzigingen in de over te dragen opbrengsten.

275

Tabel 2.1: Begrotingscontrole balans KU Leuven (1/2)

ACTIVA (in 000 euro) codesBoekjaar 2018



RvB 14 nov 2017

VASTE ACTIVA 20/28 609.498 613.306 624.888I. Oprichtingskosten (toelichting I) 20II. Immateriële vaste activa (toelichting II) 21 741 437 509III. Materiële vaste activa (toelichting III) 22/27 590.997 595.011 605.292

A. Terreinen en gebouwen 22 462.901 462.353 470.615B. Installaties, machines en uitrusting 23 70.731 67.799 69.015C. Meubilair en rollend materieel 24 20.527 21.051 21.165D. Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht 25 10.896 10.896 12.633E. Andere materiële vaste activa 26 4.438 4.668 5.209F. Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen 27 21.504 28.245 26.656

IV. Financiële vaste activa (toelichting IV) 28 17.760 17.857 19.087A. Verbonden entiteiten 280/1 4.123 4.123 4.123

1. deelnemingen 280 3.300 3.300 3.3002. vorderingen 281 823 823 823

B. Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 282/3 4.981 7.941 9.7011. deelnemingen 282 4.635 7.405 8.6932. vorderingen 283 346 536 1.008

C. Andere financiële vaste activa 284/8 8.657 5.793 5.2631. aandelen 284 8.342 5.436 4.5952. vorderingen en borgtochten in contanten 285/8 315 357 668

VLOTTENDE ACTIVA 29/58 1.476.352 1.450.523 1.409.965V. Vorderingen op meer dan een jaar 29 1.947 2.142 2.177

A. Handelsvorderingen 290B. Overige vorderingen 291 1.947 2.142 2.177

VI. Voorraden en projecten in uitvoering (toelichting V) 30/37 1.098 1.153 1.044A. Voorraden 30 1.098 1.153 1.044B. Projecten in uitvoering 37

VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 40/41 103.999 121.084 105.711A. Handelsvorderingen 40 60.772 78.867 64.433B. Overige vorderingen 41 43.227 42.217 41.277

VIII. Geldbeleggingen (toelichting VI) 51/53 1.341.009 1.299.099 1.276.591IX. Liquide middelen 54/58 22.493 22.053 18.087X. Overlopende rekeningen (toelichting VII) 490/491 5.805 4.992 6.355TOTAAL DER ACTIVA 2.085.850 2.063.828 2.034.853

276

Tabel 2.1: Begrotingscontrole balans KU Leuven (2/2)

PASSIVA (in 000 euro) codesBoekjaar 2018



RvB 14 nov 2017

EIGEN VERMOGEN 10/15 1.548.620 1.537.919 1.497.189I. Gevormd vermogen 10III. Herwaarderingsmeerwaarden 12IV. Bestemde fondsen 13 1.545.913 1.535.201 1.495.311

Onroerende investeringen 385.037 377.701 417.581Wetenschappelijk onderzoek 908.544 913.607 889.028

234.954 230.398 174.936

Studentenvoorzieningen 17.378 13.495 13.766V. Overgedragen overschot (overgedragen tekort) 14 0VI. Kapitaalsubsidies 15 2.707 2.718 1.878VOORZIENINGEN 16 243.967 244.407 238.389VII. Voorzieningen voor risico's en kosten 160/5 243.967 244.407 238.389

A. pensioenen en soortgelijke verplichtingen 160 44.989 56.629 61.685B. belastingen 161 8.280C. grote herstellings- en onderhoudswerken 162 148.538 148.538 131.543D. sociaal passief 163E. veiligheid en milieu verplichtingen 164 2.853 2.912 3.030F. overige risico's en kosten (toelichting VIII) 165 39.307 36.328 42.131

SCHULDEN 17/49 293.264 281.502 299.275VIII. Schulden op meer dan een jaar (toelichting IX) 17 29.133 29.063 31.043

A. Financiële schulden 170/4 29.133 29.063 30.3931. achtergestelde leningen 1702. niet achtergestelde obligatieleningen 1713. leasingschulden en soortgelijke schulden 172 7.687 7.618 8.9474. kredietinstellingen 173 21.446 21.446 21.4465. overige leningen 174

B. Handelsschulden 175C. Overige schulden 178/9 0 650

IX. Schulden op ten hoogste één jaar (toelichting IX) 42/48 229.342 213.520 240.042A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 42 1.716 1.714 1.666B. Financiële schulden 43

1. kredietinstellingen 430/82. overige leningen 439

C. Handelsschulden 44 28.090 32.629 36.013D. Ontvangen vooruitbetalingen op projecten 46 58.811 54.936 82.494E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 45 101.285 98.212 91.011

1. belastingen 450/3 25.594 23.739 16.8782. bezoldigingen en sociale lasten. 454/9 75.692 74.474 74.133

F. Overige schulden 48 39.440 26.029 28.857X. Overlopende rekeningen (toelichting X) 492/3 34.789 38.918 28.191TOTAAL DER PASSIVA 2.085.850 2.063.828 2.034.853


277

C. Verklaring van de bedrijfsrevisor

KU LEUVEN Jaarrekening 2018 - Vlaanderen · €12,7 miljoen de investeringsuitkeringen en voor...

Documents

Transcript of KU LEUVEN Jaarrekening 2018 - Vlaanderen · €12,7 miljoen de investeringsuitkeringen en voor...