2010-2011 Studiegids CO

download 2010-2011 Studiegids CO

of 215

Transcript of 2010-2011 Studiegids CO

Studiegids Instituut voor Communicatie & Media 2010-2011

OPLEIDING COMMUNICATIE

Tekst: Sabrina Loves Marja Spakman Omslagontwerp: Paul Kimkes Eindredactie: Marja Spakman

Groningen, zomer 2010

1

De studiegids wordt uitgereikt aan eerstejaars studenten. Ouderejaars studenten kunnen de studiegids afhalen bij het Onderwijsbureau. Er is een digitale versie van de studiegids beschikbaar op Blackboard. Aan deze studiegids kunnen geen rechten worden ontleend. Met dank aan alle docenten en medewerkers ICM

2

Voorwoord

Beste studenten, medewerkers en overige belangstellenden, We zijn er trots op jullie de Studiegids 2009-2010 te kunnen presenteren van het Instituut voor Communicatie en Media. De studiegids vormt een belangrijke bron van informatie over onderwijsprogrammas, studiebegeleiding, examenregelingen en organisatiestructuur van elke opleiding en het gehele instituut. Het is een gids, spoorboek en wetboek in n en daarom zo belangrijk om voortdurend bij de hand te hebben. Je kunt de studiegids raadplegen als gids om een beeld te krijgen van de competenties, die nodig zijn voor het beroep en alle onderwijsprogrammas verplicht en keuze - , die er aan bijdragen om deze competenties te verwerven. Zo kun je vorm geven aan je eigen studieloopbaan, individueel en samen met andere studenten, onder begeleiding van deskundige en inspirerende docenten. In die zin vormt het onderwijs vaak een CO-Productie, niet voor niks de naam van het strategisch beleidsplan van ons instituut. De studiegids vormt een spoorboek als je precies wilt weten wat wanneer is gepland om zo optimaal je eigen studie te kunnen plannen en tot slot fungeert de studiegids ook als een soort van wetboek waarin is vastgelegd welke regels en afspraken gelden voor het komende studiejaar. Onmisbare informatie dus, die voor alle betrokkenen op elk moment te raadplegen moet zijn. Daarom hebben we er voor gekozen om naast de digitale versie op Blackboard een mooi vormgegeven gids te ontwikkelen, die als blikvanger kan fungeren op je bureau! We zijn trots op het resultaat en danken allen, die hieraan hebben bijgedragen. We bedanken vooral Marja Spakman en alle teamleiders, die hebben zorggedragen voor productie en vormgeving van het binnenwerk. Op een inspirerend en productief studiejaar! Drs. Maja Gadourek Dean Instituut voor Communicatie & Media

3

Inhoudsopgave

1 1.1 1.2 1.3 2 2.1 2.2

INSTITUUT VOOR COMMUNICATIE EN MEDIA ................ 8 HET INSTITUUT EN DE MISSIE ....................................................... 8 ONDERWIJSVISIE ......................................................................... 9 HET DIPLOMA: BACHELOR OF COMMUNICATION....................... 12 DE STUDIE ................................................................................... 14 DE OPBOUW VAN DE STUDIE ...................................................... 14 DE KONINKLIJKE ROUTE ............................................................ 15Afwijken van de koninklijke route in jaar 3 en 4 ..................... 16 Alternatieve afstudeermogelijkheden ................................. 17 Honoursprogramma IC.................................................... 17 DE MAJORS ............................................................................... 17 Communicatie ............................................................. 17 International Communication ........................................... 19 Communicatiesystemen .................................................. 20 IDM / Media & Informatiemanagement ................................ 23

2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4

2.3

3 3.1

DE KEUZEMOGELIJKHEDEN ................................................ 25Minor ....................................................................... 26 Extra specialisatie ........................................................ 27 Internationalisering ...................................................... 27 Schakelprogramma RUG ................................................. 28 Andere mogelijkheden ................................................... 28 Vrijstelling voor de vrije ruimte ........................................ 30 3.2 DE PRAKTIJKSTAGE ................................................................... 30 3.3 DE SPECIALISATIE ..................................................................... 31 3.3.1 CO-specialisaties .......................................................... 313.3.1.1 3.3.1.2 3.3.1.3 3.3.1.4 3.3.1.5 Politieke en Overheidscommunicatie ............................................ 31 Communicatie en Bedrijf .......................................................... 32 Mediastiek ............................................................................ 33 Strategische Communicatie ....................................................... 33 IC-specialisaties ..................................................................... 34

3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6

DE VRIJE RUIMTE ....................................................................... 25

3.3.23.3.2.1 3.3.2.2 3.3.2.3

CS-specialisaties .......................................................... 35Multimedia Design & Brandmanagement ........................................ 35 Game Design & Development ..................................................... 35 Web & Mobile services .............................................................. 36

3.3.33.3.3.1 3.3.3.2

IDM specialisaties ......................................................... 37Information services ................................................................ 37 Business Information ................................................................ 38

3.3.43.3.4.1 3.3.4.2 3.3.4.3

IC-specialisaties ........................................................... 39International Business Communication .......................................... 40 European Public Affairs ............................................................ 41 Selective specialization honours .................................................. 42

3.4 3.5

DE AFSTUDEEROPDRACHT ......................................................... 43 INTERNATIONAAL TRAJECT VAN EEN JAAR ................................ 44

4

4 4.1 4.2 4.3 4.4 5 5.1 5.2 6 6.1

PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING ..... 46 PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING JAAR 1 ........... 47 PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING JAAR 2 ........... 48 PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING JAAR 3 ........... 48 PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING JAAR 4 ........... 48 DE PLANNING ............................................................................. 49 VAKANTIES EN FEESTDAGEN 2010-2011 VOOR DE STUDENT: .... 49 JAARPLANNING VOOR DE STUDENT: .......................................... 50 TOELATING EN INSTAPVOORWAARDEN ......................... 51Toelatingsonderzoek ..................................................... 52 Vrijstellingsregelingen ................................................... 53 6.2 DOORSTROOM NAAR JAAR 2 (HOOFDFASE) ................................ 55 6.2.1 Vijf categorien: .......................................................... 55 6.2.2 Regeling Bindend Studieadvies in de Propedeuse .................... 56 6.3 INSTAPVOORWAARDEN JAAR 3 .................................................. 60 6.4 INSTAPVOORWAARDEN JAAR 4 .................................................. 61 6.5 INSTAPVOORWAARDEN HONOURSPROGRAMMA IC JAAR 1 ........ 63 6.6 OVERSTAPPEN NAAR ANDERE MAJOR ........................................ 64 6.7 TOELATING TOT LESSEN & KEUZEVAKKEN ................................ 65 6.8 DOORSTUDEREN ........................................................................ 66 6.1.1 6.1.2

TOELATING TOT JAAR 1 ............................................................. 51

7 7.1 7.2 7.3 7.4 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5

EXAMENS EN TENTAMENS .................................................... 68 STAPPENPLAN SUCCESVOL TENTAMENS DOEN........................... 68 ONDERWIJS & EXAMEN REGLEMENT (OER) ............................. 69 BEZWAARSCHRIFTEN & VERZOEKEN ......................................... 76 HET AFSLUITENDE EXAMEN....................................................... 76 WEGWIJS BINNEN HET INSTITUUT .................................... 78 BELANGRIJKE ADRESSEN ........................................................... 78 MANAGEMENTTEAM ................................................................. 78 HELO ....................................................................................... 79 EERSTE AANSPREEKPUNTEN ...................................................... 79Onderwijsbureau.......................................................... 80

8.4.1 8.5.1 8.5.2 8.5.3 8.5.4 8.5.5 8.5.6

VOOR BIJZONDERE ZAKEN ......................................................... 82Themacordinatoren ..................................................... 82 Specialisatiecordinatoren .............................................. 84 Stagecordinatoren....................................................... 84 Teamleiders Onderwijs .................................................. 85 Examencommissie ........................................................ 85 Samenstelling Opleidingscommissie .................................... 86

5

Studentendecanen ........................................................ 86 ICM International Student Office ....................................... 89 8.6 MEDIATHEEK ............................................................................ 91 8.7 ONDERWIJSORGANEN ................................................................ 92 8.7.1 Medezeggenschapsraad .................................................. 92 8.7.2 Adviesraad ICM ............................................................ 94 8.8 STUDENTENORGANISATIES ........................................................ 95

8.5.7 8.5.8

9 10 11

ALFABETISCHE LIJST MEDEWERKERS ............................ 97 EXAMENREGELING HOOFDSTUK 4 EN 5......................... 106 DE OPLEIDING ......................................................................... 123 COMMUNICATIE ...................................................................... 123 BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES ....................................... 124

11.1 11.2 12 13

HBO-KWALIFICATIES ........................................................... 135 STUDIEPUNTENTABELLEN .................................................. 140 JAARPROGRAMMA PROPEDEUSE JAAR 1................................... 140 JAARPROGRAMMA PROPEDEUSE FEBRUARI-INSTROOM ............ 141 COV JAAR 1 THEMABLOKKEN ................................................. 142 JAARPROGRAMMA HOOFDFASE JAAR 2 .................................... 143 JAARPROGRAMMA HOOFDFASE JAAR 2 INTERNAT SEMESTER.. 145 JAARPROGRAMMA HOOFDFASE JAAR 3 .................................... 146 JAARPROGRAMMA HOOFDFASE JAAR 4 .................................... 147 JAARPROGRAMMA MINORS ...................................................... 148 JAARPROGRAMMA KEUZEVAKKEN .......................................... 150

13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6 13.7 13.8 13.9 14

BOEKENLIJSTEN ..................................................................... 151 PROPEDEUSE CO ..................................................................... 151 HOOFDFASE CO ...................................................................... 152

14.1 14.2 15

ONDERWIJSPROGRAMMA ................................................... 15715.1.1 15.1.2 15.1.3 15.1.4 15.1.5 15.1.6

15.1

SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling....................... 157 CMV ....................................................................... 158 Publiciteit en Nieuws................................................... 161 Huisstijl .................................................................. 164 Beeldtaal CO ............................................................ 168 Event ..................................................................... 171 15.2 STUDIEJAAR 2.......................................................................... 173 15.2.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling....................... 173 15.2.2 De verandering (interne communicatie) ............................. 174 15.2.3 Naam en faam (externe communicatie) ............................. 178

STUDIEJAAR 1.......................................................................... 157

6

Meten is weten (Communicatieonderzoek) ......................... 182 Combusters (Communicatieplanning) ................................ 185 Communication research .............................................. 188 The Campaign (alleen voor internationale semester) ............. 192 15.3 STUDIEJAAR 3.......................................................................... 195 15.3.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling....................... 195 15.3.2 Stage ..................................................................... 196 15.4 STUDIEJAAR 4.......................................................................... 197 15.4.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling....................... 197 15.4.2 Specialisatie Communicatie en Bedrijf .............................. 198 15.4.3 Politiek en overheidscommunicatie .................................. 204 15.4.4 Mediastiek ............................................................... 208 15.4.5 Afstudeeropdracht ...................................................... 213

15.2.4 15.2.5 15.2.6 15.2.7

7

11.1

Instituut voor Communicatie en MediaHet instituut en de missie Het Instituut voor Communicatie en Media (ICM) biedt 6 majors voor ruim 2000 studenten binnen de drie opleidingen -Communicatie (CO) -Communicatiesystemen (CS) en -Informatiedienstverlening en -Management (IDM). De opleiding Communicatie heeft 2 majors: -Communicatie (CO) -International Communication (IC) (Engelstalig) De opleiding Communicatiesystemen (CS) heeft 3 majors: -Multimedia Design & Branding -Game Design & Development -Web & Mobile Services De opleiding Informatiedienstverlening en -management (IDM) heeft n major: -Media & informatiemanagement (M&I)

Verschil opleiding en major

Iedere opleiding werkt toe naar voor die opleiding bepaalde competenties. Een major is daarbinnen een samenhangend pakket van blokken die de student de mogelijkheid geeft zich te verdiepen in een onderscheidend deel van het vakgebied om zich beter te kunnen voorbereiden op het latere beroep Alle afgestudeerden van het Instituut voor Communicatie en Media krijgen de titel Bachelor of Communication Daarnaast staat op het diploma de naam van de opleiding en de naam van de major. Deze majors richten zich op verschillende aspecten van het Domein Communicatie, een veelomvattend veld van disciplines die allemaal op de n of andere manier met communicatie te maken hebben. Op het diploma van de afgestudeerden van ons instituut staat dan ook Bachelor of Communication.8

Diplomatekst

Domein

Missie

De missie van de school is richtinggevend voor al onze activiteiten: Het Instituut voor Communicatie & Media leidt ondernemende, maatschappelijk verantwoordelijke en internationaal georinteerde professionals op voor beroepen op het gebied van communicatie, informatie en media en draagt bij aan kenniscirculatie en innovatie op (inter)nationaal niveau. Dit betekent dat het onderwijs zo moet worden ingericht dat alle studenten de gelegenheid krijgen zich te ontwikkelen tot maatschappelijk verantwoordelijk en internationaal georinteerde professionals en dat ook alle studenten de mogelijkheid krijgen eigen keuzes te maken om zich individueel te kunnen profileren. Dit doet het instituut door binnen het onderwijsprogramma een professionele context te scheppen waarbinnen je de competenties kan ontwikkelen die jij nodig hebt voor je toekomstige beroep.

Student centraal

Bij dit alles sta jij als individuele student - centraal. Jij moet je kunnen ontplooien en keuzes maken die voor jouw toekomst belangrijk zijn. Om dit mogelijk te maken, leggen wij de nadruk op flexibiliteit en individualisering van het onderwijs. Jij wordt daardoor voor een groot deel medeverantwoordelijk voor de inhoud van je studie. 1.2 Onderwijsvisie De onderwijsvisie reflecteert de missie en de waarden van de gehele school. De onderwijsvisie is samen te vatten in de volgende punten: leren is een proces van competentieontwikkeling beroepstaken staan centraal onderwijs staat in directe verbinding met de praktijk studenten leren individueel en samenwerkend studenten profileren zich docenten inspireren docenten en studenten zijn partners in onderwijs en kwaliteitzorg de HG biedt een effectieve onderwijsomgeving

Competentieontwikkeling

Het onderwijs concentreert zich niet zozeer op het aanleren van afzonderlijke kenniseenheden en vaardigheden maar plaatst de student in een professionele context waarin complexe competenties aangeleerd en getoetst worden. Dit betekent dat vooral de adequate9

toepassing van kennis en vaardigheden belangrijk is. We onderscheiden beroepspecifieke competenties en HBOkwalificaties. De beroepsspecifieke competenties zijn eigen aan een major terwijl de algemene HBO-kwalificaties voor alle HBOopleidingen in Europa dezelfde zijn. Samen zijn deze competenties en kwalificaties richtinggevend voor de ontwikkeling van het onderwijsprogramma; studenten die na vier jaar hun diploma in ontvangst nemen, hebben deze competenties en kwalificaties verworven. Beroepsspecifieke competenties Voor elke major van het ICM zijn beroepsspecifieke competenties opgesteld. De lijst omvat die competenties over welke alle (beginnende) professionals dienen te beschikken. De specifieke beroepscompetenties worden uitgebreid beschreven in hoofdstuk 11 van deze studiegids. Alle HBO-afgestudeerden dienen, ongeacht de major die ze volgen, daarnaast ook te kunnen beschikken over zogenaamde HBOkwalificaties. Deze zijn voor alle bacheloropleidingen in Europa dezelfde: methodisch en reflectief denken en handelen creativiteit en complexiteit in handelen probleemgericht werken multidisciplinaire en multiprofessionele integratie transfer en brede inzetbaarheid brede professionalisering (wetenschappelijke) toepassing sociaal communicatieve bekwaamheid mondeling sociaal communicatieve bekwaamheid schriftelijk basiskwalificering voor managementfuncties t.a.v. leidinggeven basiskwalificering voor managementfuncties t.a.v. managen besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid besef van intercultureel en internationaal perspectief Zie voor uitgebreide beschrijving hoofdstuk 12. Beroepstaken centraal Hoe verwerven studenten de competenties die zij nodig hebben voor het functioneren als professionals op de (internationale) arbeidsmarkt? Het onderwijs binnen het ICM is gecentreerd rond complexe beroepstaken, die voor beginnende professionals belangrijk zijn. Het uitvoeren van deze beroepstaken is de motor van het onderwijs;10

HBOkwalificaties

theorielessen en workshops in vaardigheden bieden de voedingsbodem waar de student uit kan putten voor het goed uit kunnen voeren van de beroepstaak. Enkele voorbeelden van beroepstaken zijn: het maken van een website, het creren van een communicatiecampagne, het opzetten van een database, het schrijven van een communicatieadvies. Directe verbinding met beroepenveld Het beroepsveld wordt zoveel mogelijk actief betrokken bij het onderwijs. Dat gebeurt op verschillende manieren. Opdrachten en beoordelingscriteria worden direct aan de praktijk ontleend en waar mogelijk fungeren bedrijven of instellingen als opdrachtgever. Daarnaast worden zoveel mogelijk gastsprekers uitgenodigd om met de studenten van gedachten te wisselen. Verder heeft iedere opleiding een adviesraad, waarvan de leden uit een breed spectrum van organisaties en bedrijven afkomstig zijn. Deze raad volgt de ontwikkeling binnen de major en fungeert als klankbord en bron van inspiratie. Studeren is meer dan in je eentje in een hoekje zitten met een boekje. Samenwerken om een probleem op te lossen is minstens zo belangrijk. In ieder onderwijsblok komt zowel individueel als groepswerk voor (en toetsing), in een 50%-50% verhouding. Je bent bij het ICM voor een groot deel regisseur van je eigen studieloopbaan. Omdat het ICM samen met 17 andere instituten deel uitmaakt van de Hanzehogeschool, kan je uit een breed onderwijsaanbod een aanzienlijk deel van je studie zelf samenstellen. Je bent daarbij mede verantwoordelijk voor je eigen leerweg en leerproces. Je kunt je op verschillende manieren profileren via de invulling van de zogenaamde vrije ruimte, bijvoorbeeld ter verbreding van de major (met een minor) of juist verdieping binnen de major (met een specialisatie). Er bestaat een breed scala aan keuzemogelijkheden. Bovendien kan je zelf initiatieven ontplooien, die kunnen bijdragen aan je competentieontwikkeling. De rol van de docent is de laatste jaren ingrijpend veranderd. De docent is niet alleen specialist op het eigen vakgebied en draagt als specialist zijn kennis over, maar hij/zij is ook de coach en inspirator die je begeleidt bij je eigen ontwikkeling. In deze rol verklapt hij/zij het juiste antwoord niet, maar begeleidt je in het maken van je eigen afwegingen zodat jij eventueel samen met je team tot een gemotiveerde oplossing van een professioneel probleem kunt komen.

Individueel en samenwerkend leren

Individuele profilering

Rol van de docent

11

Partners in onderwijs

Onderwijs is een co-productie tussen student en docent. Wij nodigen en dagen je uit het onderwijs mede vorm te geven. De relatie tussen jou en je docenten zal in de loop van je studie uitgroeien tot een professionele relatie waarbij jij de beginnende professional bent en je docent de senior. Zo kunnen kenniskringen worden gevormd in het vierde jaar waarbij jij samen met je medestudenten en de docenten samenwerkt aan het analyseren van problemen en aan het scheppen van mogelijke oplossingen. 1.3 Het diploma: Bachelor of Communication Nog niet zo lang geleden bestond er in Europa een wirwar aan diplomas en titels waar niemand wijs uit kon worden. De EU besloot dat er een Europese standaard gemaakt moest worden zodat diplomas in Europa vergelijkbaar zouden zijn. In Europees verband zijn afspraken gemaakt over het onderwijs in Europa in de zogenoemde Bolognaverklaring: het bachelor-mastersysteem werd geboren. Het bama-systeem, zoals het vaak genoemd wordt, heeft voor het Nederlandse onderwijsveld de volgende gevolgen: studenten kunnen bij een universiteit en een hogeschool in Nederland een bachelor van respectievelijk drie en vier jaar volgen. Na succesvolle afronding ontvangen studenten de titel van Bachelor. Dit diploma geeft toegang tot allerlei masteropleidingen in binnen- en buitenland. Let wel, een instituut (bijna alle Nederlandse universiteiten) kan voor een masteropleiding instroomeisen hanteren, met bijvoorbeeld een schakelprogramma. Op je diploma komt te staan: BACHELOR OF COMMUNICATION Daarnaast komt op het diploma van IC ook major international communication te staan. Op het internationaal diplomasupplement, dat een onderdeel is van je diploma, staat vermeld: de major de specialisatie een minor (indien van toepassing) De major is je hoofdvak: verreweg de meeste studiepunten van je opleiding verwerf je binnen je major. In je vrije ruimte (in het derde jaar) kun je er voor kiezen een minor of bijvak te doen van 29 credits (en 1 studieloopbaan-credit): dit is een semester interdisciplinair onderwijs met studenten van meerdere studierichtingen in een breed thema, aangeboden door het ICM of

Bachelors en masters

Diploma en diploma supplement

Majors en minors

12

een van de andere instituten. Voorbeelden van minors zijn: Doel(groep)gericht communiceren (een Nederlandstalig minor) en de Engelstalige minoren Journalism, Game ON (Eng) en, International Aid & Developement (De minor is ervoor bedoeld, om je in de breedte op HBO-niveau te orinteren en te scholen.) Specialisatie Je specialisatie, als onderdeel van je major, volg je in het vierde jaar en bestaat uit 29 credits en 1 studieloopbaan-credit. In principe kun je twee specialisaties volgen, de zogenaamde dubbele specialisatie. Je gebruikt je vrije ruimte dan niet voor orintatie in de breedte maar voor verdieping in de major. Voorbeelden van specialisaties zijn: Brand & Design management, Mediastiek of Business Information.

13

2

De studieIn dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de zes majors die het Instituut voor Communicatie & Media aanbiedt. Alle majors van het ICM hebben met elkaar gemeen dat communicatie bekeken wordt vanuit een strategisch perspectief. Om dit te kunnen doen is gedegen onderzoek nodig. Het Gronings accent omvat deze twee kernbegrippen: onderzoek en strategie. Om een beter zicht te krijgen op hoe de majors in elkaar zitten, beginnen we met een beschrijving van de opbouw van de opleidingen, die er in principe voor elke major hetzelfde uitziet. Vervolgens wordt elke major besproken, op inhoudelijke aspecten, beroepsperspectieven en specialisaties.

2.1

De opbouw van de studie Elke major binnen het ICM bestaat uit twee fases: de propedeuse (jaar 1) en de hoofdfase (jaar 2, 3 en 4). Ieder jaar is onderverdeeld in 4 blokken van 10 weken, in totaal 40 weken per studiejaar. In de eerste twee jaar staat tijdens ieder blok een bepaald thema centraal.

Propedeuse

Het propedeusejaar is bedoeld als orinterend en inleidend jaar waarin je kennismaakt met de basisbegrippen van de major. Je volgt in het eerste jaar twee inleidende ICM-brede themablokken. Binnen deze themas werk je aan basiskennis en vaardigheden die voor studenten van belang zijn. Voorbeelden hiervan zijn voor CO en CS studenten: beeldtaal huisstijl Dit jaar is erop gericht dat je aan het eind een gefundeerd besluit kan nemen over het al dan niet voortzetten van deze major. Aan het eind van het jaar heb je ook inzicht in je kansen op succes. De hoofdfase bestaat uit het tweede, derde en vierde jaar. In deze hoofdfase ontwikkel je je steeds verder door je eigen studiepad uit te zetten. In het tweede jaar volg je vier themablokken in de gekozen major.

Hoofdfase

14

2.2

De koninklijke route Vanaf het derde jaar kan, naar gelang de individuele invulling van de student, de onderwijsplanning variren. In principe volg je de onderdelen van jaar 3 en 4 volgens de koninklijke route, die hieronder wordt beschreven.Deze route wordt zo genoemd omdat wij uit ervaring weten dat studenten, die deze route nemen: de minste studievertraging oplopen beter gebruik kunnen maken van de keuzemogelijkheden een betere synergie vinden tussen de onderdelen van de studie In het derde jaar doe je praktijkervaring op door middel van een praktijkstage. Vervolgens stel je je eigen studieprogramma samen voor de vrije ruimte. In het vierde jaar volg je een afstudeerspecialisatie. Vervolgens wordt de hoofdfase afgesloten met een afstudeeropdracht. Hieronder volgt een overzicht van de opbouw van de studie, als je de koninklijke route volgt.

Studiefase Onderdeel Propedeuse Blok 1 ICM-breed thema Beeldtaal Blok 2 ICM-breed thema Huisstijl Blok 3 Major themablok Blok 4 Major themablok Hoofdfase jaar 2 Blok 1 Major themablok Blok 2 Major themablok Blok 3 Major themablok Blok 4 Major themablok Hoofdfase jaar 3 Praktijkstage Studieloopbaan Conflicthantering Vrije Ruimte Studieloopbaan Hoofdfase jaar 4 Specialisatie major Studieloopbaan Afstudeeropdracht Examengesprek Studieloopbaan Advisering

Aantal ec 15 15 15 15 15 15 15 15 29 1 29 1 29 1 28 1 1

15

2.2.1 Afwijken van de koninklijke route in jaar 3 en 4 Hoewel we ervan uitgaan dat de meeste studenten de koninklijke route volgen, kan in een uitzonderlijk geval van die route worden afgeweken. In alle gevallen dien je plannen voor afwijkingen van de koninklijke route rst aan je SLBer ter accordering voor te leggen. Soms (als instapvoorwaarden een belemmering vormen voor deelname aan een studieonderdeel) moet je ook nog toestemming hebben van de examencommissie. Een eerste situatie waarin je kunt vragen van de koninklijke route te mogen afwijken, doet zich voor als de specialisatie van jouw voorkeur niet wordt aangeboden op het moment dat je er volgens de standaardplanning (de koninklijke route) aan toe bent. Een voorbeeld: je wilt in periode 1 en 2 je specialisatie doen, maar die specialisatie wordt alleen inperiode 3 en 4 aangeboden. In dat geval vraag je aan je SLBer of je de vrije ruimte en de specialisatie mag omkeren. Als je SLBer akkoord gaat, doe je studiejaar 3 en 4 in deze volgorde: stage specialisatie vrije ruimte afstudeeropdracht Wie in de vrije ruimte kiest voor het volgen van een extra specialisatie, kan ook voor een volgordeprobleem komen te staan, bijvoorbeeld omdat beide specialisaties (de reguliere en die in de vrije ruimte) in dezelfde periode vallen. Er zijn nu twee mogelijkheden. Als beide specialisaties in periode 1 en 2 zitten, dan is de route: specialisatie stage specialisatie (vrije ruimte) afstudeeropdracht Als beide specialisaties in periode 3 en 4 zitten, dan is de route: stage specialisatie (vrije ruimte) afstudeeropdracht specialisatie Vanwege het feit dat deze routes inbreuk maken op de instapvoorwaarden van de specialisaties (in het eerste geval) of van de afstudeeropdracht (in het laatste geval), is voor deze routes16

toestemming nodig van zowel de SLBer als de Examencommissie. Wellicht zijn er nog andere situaties denkbaar die om een afwijking van de koninklijke route vragen; in al die gevallen zal een keuze moeten worden gemaakt uit de drie hierboven geschetste alternatieve routes, uiteraard weer met toestemming van de SLBer en/of examencommissie.2.2.2 Alternatieve afstudeermogelijkheden

Bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen en onder strikte voorwaarden is het mogelijk om af te studeren via bijvoorbeeld een afstudeerassessment, waarbij je in de gelegenheid wordt gesteld ten overstaan van een speciale commissie aan te tonen dat je alle competenties hebt verworven om te kunnen afstuderen. Enkelen van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het afleggen van dat assessment zijn dat je in de eindfase van je studie zit, minimaal 1 jaar werkervaring op niveau hebt opgedaan in het verwante beroepenveld; ook een portfolio en een zelfevaluatie, voorzien van minimaal 2 brieven van aanbeveling van beroepsbeoefenaren uit het werkveld, waarmee je je in die praktijk verworden competenties aantoont, behoren tot de vereisten. 2.2.3 Honoursprogramma IC De major IC kent sinds schooljaar 08/09 een Engelstalig honoursprogramma gericht op verdieping en verbreding, aanvullend op het reguliere programma. De studiebelasting van dit programma is 30 ec extra, verdeeld over alle studiejaren. Het programma omvat verschillende onderdelen, zoals extra theorie, gastcolleges, workshops en het uitvoeren van opdrachten voor externe opdrachtgevers. Studenten IC kunnen solliciteren naar een plaats in het programma aan het eind van blok 2 van jaar 1, CO studenten kunnen instromen bij de start van jaar 2, onder dezelfde voorwaarden ( zie instapvoorwaarden hoofdstuk 6). 2.3 De Majors

2.3.1 Communicatie In t kort De gemiddelde Nederlander komt per dag honderden keren in aanraking met communicatie op allerhande manieren: radio- en tvcommercials, advertenties, billboards, folders, websites, busreclame etc. Voor bedrijven en organisaties is het steeds belangrijker om professioneel te communiceren, zowel met eigen medewerkers als

17

met de buitenwereld. Veel werk dus voor specialisten. In onze samenleving is het aantal mogelijkheden om te communiceren sterk toegenomen. Organisaties en bedrijven beseffen dat communicatie een onmisbaar onderdeel van hun activiteiten is geworden. Er zijn vakmensen nodig die de kennis en vaardigheden hebben om die communicatie gestalte te geven. Beroepsperspectief CO Groningen wil brede communicatieprofessionals opleiden die in staat zijn hun kennis toe te passen in uiteenlopende werkvelden en omstandigheden. Waneer je kiest voor de major Communicatie, word je opgeleid tot communicatieprofessional. Je leert in theorie en praktijk hoe je communicatiebeleid ontwikkelt, cordineert, plant en regelt. Je leert hoe je kunt adviseren en hoe je de public relations, voorlichting, publiciteit, reclame, marketingcommunicatie, evenementenorganisatie, public affairs en sponsoring organiseert, vormgeeft en uitvoert. Voorbeelden van functies zijn: communicatieadviseur, communicatiemanager, PR-medewerker, voorlichter, reclamecordinator, event-manager, webredacteur. Overzicht Propedeuse jaar 1 Beeldtaal Huisstijl Event Publiciteit en Nieuws Hoofdfase jaar 2 De Verandering (interne communicatie) Naam en Faam (externe communicatie) Meten is Weten (communicatieonderzoek) Combusters (communicatieplanning) Hoofdfase jaar 3 Praktijkstage Studieloopbaan Conflicthantering Vrije ruimte Studieloopbaan Hoofdfase jaar 4 Strategische Communicatie Politieke en Overheidscommunicatie Mediastiek Communicatie en Bedrijf Studieloopbaan Afstudeeropdracht

15 15 15 15 15 15 15 15 29 1 29 1 29 29 29 29 1 28

18

Examengesprek Studieloopbaan Adviseren

1 1

Minors Doel(groep)gerichte Communicatie Journalism (Engelstalig) 2.3.2 International Communication In t kort Graduates of the School of Communication and Media know how to research and analyze issues crucial to communication and they are able to articulate their own view on the international communication profession. Students learn how to strategically plan communication, how to produce different means of communications. They can communicate effectively within different cultural contexts. After graduating students will have a broad understanding of international communication and the basic skills needed for a starting position in a wide range of international careers in public relations corporate communication or public affairs in both public and private sector organizations. Graduates fulfill positions as international communication manager, event manager, communication advisor, intercultural consultant, mediator and spokesperson. Propedeuse year 1 Introduction to Intercultural Communication Professional orientation Media and the Money The Event Mainphase year 2 Communication research The Communication Campaign The Transition (Internal Communication) The Crisis (External Communication) Mainphase year 3 Study abroad including language preparation / electives Academic Counseling Internship Academic Counseling, Conflict management Mainphase year 4 29 29

Beroepsperspectief

Overzicht

15 15 15 15 15 15 15 15 29 1 29 1

19

International Business Communication (IBC) Europe Public Affairs (EPA) Selective specialization honours Academic Counseling: Consulting Graduation assignment Oral examination Academic Counseling Minors International Aid & Development Creating an International Event Creating a communication campaign

29 29 29 1 28 1 1 29 29 29

2.3.3 Communicatiesystemen In t kort Onder communicatiesystemen verstaan we het geheel van digitale uitwisseling van informatie tussen organisaties en hun klanten. Een eenvoudig voorbeeld van een communicatiesysteem is een website, een iets complexer systeem is een website met een webwinkel en een online order volgsysteem of een educatieve interactieve CD ROM die de prestaties van de cursisten bijhoudt. Een nog complexer systeem kan een content management systeem zijn met personalisatie en output naar diverse media vanuit n bron. De opleiding Communicatiesystemen focust op drie aspecten. Enerzijds is dat de behoefte van een organisatie, in de tweede plaats zijn dat de mogelijkheden en behoeften van de gebruiker en in de derde plaats de eisen aan de informatie en de infrastructuur. Op het grensvlak van organisatie en gebruiker maak je gebruik van kennis uit de communicatie en marketing waar het gaat om hoe boodschappen worden beleefd en hoe producten in de markt worden gezet. Hoe zorg je ervoor dat de boodschappen worden begrepen en dat de doelen worden gehaald? Op het grensvlak van gebruiker en techniek put je uit kennis over vormgeving, user interfaces, navigatieontwerp. Hoe geef je informatie zodanig vorm dat ze correct wordt begrepen? Op het grensvlak van organisatie en techniek hebben we te maken met kennis over infrastructuren, implementatie en project management. Hoe zorg je ervoor dat de invoering van een nieuwe website een succes wordt en financieel binnen de begroting blijft?

20

Bij de productie van systemen, of dat nu uit websites of games of videoboodschappen of andere media bestaat, gaat het bij Communicatiesystemen altijd om een bedoeling. Dat kan zijn voorlichtend of puur commercieel. Als communicatiesystemenstudent kies je voor n van de drie stromen: Multimedia Design & Branding, Game Design & Development of Web & Mobile Services. Beroepsperspectief De afgestudeerde van Communicatiesystemen kan op junior niveau worden ingezet in generieke beroepsrollen als een ontwerper of ontwikkelaar. Na enkele jaren werkervaring en aanvullende scholing kan hij/zij doorgroeien naar rollen als informatieanalist, projectleider of adviseur. Afhankelijk van je toekomstplannen en belangstelling kun je op allerlei verschillende plekken terecht komen. Multimedia kom je tegenwoordig op grote schaal tegen in het bedrijfsleven, de medische wereld, culturele instellingen en in het onderwijs. Propedeuse Beeldtaal Huisstijl Professionele Website Dynamische Website Hoofdfase jaar 2 Educatieve Multimedia Web Content Management Richting Game Design & Development Interaction Design & Usability Gaming Richting Web & Mobile Services Innoveren met ICT Interaction Design & Usability Richting Brand Design & Management Innoveren met ICT Concept ontwikkeling en campagnes Hoofdfase jaar 3 Praktijkstage Studieloopbaanbegeleiding Conflicthantering Vrije ruimte Studieloopbaanbegeleiding Hoofdfase jaar 4 Studieloopbaanbegeleiding 15 15 15 15 15 15 15 15 29 1 29 1 121

Overzicht

15 15 15 15

Specialisatie Multimedia Vormgever / Ontwikkelaar Game Design & development Specialisatie Variant Multimedia Ontwikkelaar / Manager Web &Mobile Services Specialisatie Multimedia Vormgever / Manager Brand & Designmanagement Hoofdfase jaar 4 vervolg Afstudeeropdracht Examengesprek Studieloopbaanbegeleiding Advisering Minor Game On Studieloopbaanbegeleiding

29 29 29 28 1 1 29 1

22

2.3.4 IDM / Media & Informatiemanagement In t kort Informatie speelt een centrale rol in onze wereld. Mensen wisselen onderling informatie uit via websites, Wikis, discussiefora, chatboxen etc. Bedrijven en non-profit organisaties hebben informatie nodig om te kunnen overleven. Informatie over trends, producten, concurrenten, marktontwikkelingen etc. Met de opkomst van het internet, het world wide web en alle andere toepassingen is informatie overal en in allerlei vormen (videos, fotos, documenten etc.) om ons heen en in ons dagelijks leven. Informatie speelt een centrale rol in onze samenleving. Omroepen, evenementenorganisaties, musea, bedrijven en overheden functioneren met behulp van een adequate informatievoorziening. Een goed georganiseerde informatievoorziening is van groot belang voor iedere organisatie! De IDM-er speelt in de organisatie van de informatievoorziening een cruciale rol. De informatiespecialist (afgestudeerde IDM-er) zorgt hiervoor: hij/zij overlegt met klanten, speurt, selecteert en verzamelt informatie. Deze informatie wordt toegankelijk gemaakt en verspreid onder klanten. De IDM-er heeft ook een rol als adviseur, projectleider op het gebied van informatievoorziening of juist als manager van het informatiecentrum. Hij/zij is strategisch onderlegd, kan adviseren en managen en speelt in alle gevallen een belangrijke rol in het speelveld. Hierbij komen allerlei aspecten aan de orde. Hoe zorg je ervoor dat belangrijke bedrijfsinformatie niet verloren gaat? Hoe vang je signalen uit de markt op? Welke zoekstrategien kun je het beste toepassen en welke informatiebronnen zijn handig om te raadplegen?. En hoe zorg je er voor dat de informatie snel wordt gedeeld met klanten of je collegas middels intranet, intelligence cockpits, corporate Wikipedias etc.? Kortom, informatie is voor veel mensen en organisaties van levensbelang maar niet vanzelfsprekend zomaar geregeld. En hiermee komt het belang van het beschikken over een goede informatiespecialist binnen de organisatie in beeld.

Beroepsperspectief

Er is veel vraag naar afgestudeerde IDM-ers. Sterker nog: er dreigt de komende jaren een groot tekort aan informatiespecialisten. IDM staat al enkele jaren hoog genoteerd als een studie met een prima arbeidsmarktperspectief.

23

De studie IDM / Media & Informatiemanagement leidt op voor een veelheid aan functies waarin alles draait rondom informatie in de breedste zin des woords. Voorbeelden van functies zijn deskresearcher, web- en intranetmanager, kennismanager, intelligence officer, adviseur informatievoorziening maar ook bibliothecaris en collectie- en documentatiebeheerder. Informatiespecialisten zijn te vinden bij reclame- en marketingadviesbureaus, omroepen, gemeenten, advocatenkantoren, politie- en veiligheidsdiensten, defensie, rechtbanken, multinationals, ministeries, musea en universiteits- en openbare bibliotheken. Studiefase Onderdeel Propedeuse Huisstijl Professionele website Marketing Intelligence (Graven in Gegevens) Communicatiemiddelen en boodschappen Hoofdfase jaar 2 Kennismanagement Kennis is Macht Media & Informatievaardigheden Beyond Google Content management Content is King Business Intelligence Speuren naar Sporen Hoofdfase jaar 3 Praktijkstage Studieloopbaan Conflicthantering Vrije ruimte Studieloopbaan Hoofdfase jaar 4 Business Information Information services Studieloopbaan Afstudeeropdracht Examengesprek Studieloopbaan Advisering Aantal ec 15 15 15 15 15 15 15 15

Overzicht

29 1 29 1 29 29 1 28 1 1

24

3

De keuzemogelijkhedenHoe verder je komt in de studie, hoe meer je zelf richting gaat geven aan de inhoud van je studie. Deze keuzes die je maakt, staan voor een deel op het diploma, het internationaal diplomasupplement en eventueel het statement internationaal traject. Je zult steeds bewuster je keuzes maken door een relatie te leggen met je professionele ambities. Je profileert je in: de vrije ruimte de praktijkstage de specialisatie de afstudeeropdracht het internationaal traject (minimaal 2 semesters) BELANGRIJK: Je moet je voor alle keuzeonderdelen via de Digitale Onderwijs Planner (DOP) registreren. Zie het ICMplanningsdocument op Blackboard voor de deadlines.

3.1

De vrije ruimte De vrije ruimte is een onderdeel van het derde studiejaar en heeft een omvang van 29 credits. De vrije ruimte kan op allerlei verschillende manieren worden ingevuld, bijvoorbeeld met het volgen van een extra specialisatie binnen de eigen major of keuzevakken bij het eigen of een ander instituut van de Hanzehogeschool, bij de universiteit of met een half jaar studeren in het buitenland bij een van onze partnerinstellingen. De belangrijkste keuze in de vrije ruimte is tussen: minor (29 ec) extra specialisatie (29 ec) internationalisering: studie in het buitenland of international semester losse keuzeonderdelen (van 3 of 15 ec) major-blok uit andere variant Minors en extra specialisaties worden apart vermeld op je diplomasupplement. Als je het complete internationale traject met goed gevolg volgt, ontvang je een statement bij je diploma. Als je er voor kiest verschillende onderdelen te doen, dan wordt dit niet apart vermeld.

25

Informatiegids ICM

Elk jaar wordt rond maart een Informatiegids ICM uitgegeven, waarin alle keuzemogelijkheden voor het erop volgende jaar worden vermeld. Aan de hand van deze Informatiegids kun je je voor de verschillende keuzevakken inschrijven via de DOP (Digitale Onderwijs Planner). In de DOP kan je ook de beschrijvingen van alle (keuze-)onderdelen vinden. NB: Een keuzeonderdeel gaat pas definitief door als er voldoende studenten zich hebben ingeschreven. Bij onvoldoende aanmelding wordt een onderdeel dus geschrapt. 3.1.1 Minor In je vrije ruimte kun je er voor kiezen een minor of bijvak te doen van ongeveer 29 credits: een geheel semester interdisciplinair onderwijs (29 ec) met studenten van meerdere studierichtingen in een breed thema, aangeboden door het ICM of een van de andere instituten. De ICM minors zijn: CO: -Doel(groep)gerichte communicatie -Journalism (in het Engels) CS: -Game-On (in het Engels) IC: -Creating an International Event -International Aid & Development (in het Engels) -Creating a Communication Campaign /International Semester for CO year 2 De minor is bedoeld zodat je je ook in de breedte op HBOniveau kunt orinteren en scholen.

Vol? Meld het bij je SLB-er!!

Soms vis je achter het net bij het kiezen van een minor. Kijk dan ook eens op www.kiesopmaat.nl. ,misschien vind je daar nog iets van je gading. Als iets vol is en je maakt daarom een andere keuze, is het handig om dat even aan je SLB-er te laten weten. Op die manier krijgen we beter inzicht in de vraag van studenten.

26

3.1.2 Extra specialisatie Je kunt kiezen voor een extra specialisatie. Specialisaties bestaan uit 29 credits. Het is soms mogelijk een specialisatie te volgen bij een andere dan de eigen major. Let op: er gelden instapvoorwaarden specialisaties, zie o.a. 6.3: toelating tot de specialisaties. De specialisaties die het ICM aanbiedt, staan per major vermeld in paragraaf 3.3 van deze studiegids. 3.1.3 Internationalisering De vrije ruimte kent veel verschillende internationaliseringsmogelijkheden: verschillende internationale minoren in Groningen studeren in het buitenland een internationaal semester binnen het reguliere CO-programma een taal studeren in het talencentrum Internationaal semester in Groningen Je kunt in je vrije ruimte deelnemen aan n van de vijf internationale minoren die het ICM aanbiedt: Creating an International Event Creating a Communication Campaign Game-On International Aid and Development Journalism Deze minoren worden in het Engels gegeven; je volgt de lessen samen met studenten uit de hele wereld. Deze minoren zijn onderdeel van het Internationale traject. Uiteraard geldt een studie in het buitenland ook als mogelijkheid om de vrije ruimte in te vullen. De school heeft contacten met een groot aantal partnerinstellingen over de hele wereld, waar je kunt studeren. Studeren in het buitenland is onderdeel van het Internationaal traject (zie 3.5). Andere scholen binnen de HG bieden ook internationale minoren aan. Zie ook de minor-markt, kijk in de DOP of kijk op Hanze.nl.

Studeren in het buitenland

27

3.1.4 Schakelprogramma RUG Als je na het behalen van je titel Bachelor of Communication de masteropleiding Communicatie en Informatiewetenschappen wilt studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen, dan moet je eerst een 1-jarig schakelprogramma volgen. Daarna volg je een 1-jarige masteropleiding. Het is mogelijk al een deel (de helft) van het schakelprogramma te volgen in de vrije ruimte van je HBObachelor (versneld HBO-doorstroomprogramma). Je volgt dan een half jaar colleges bij de Rijksuniversiteit Groningen. Na het afronden van je HBO-bachelor volg je het laatste halfjaar van het schakelprogramma. De meest recente informatie vind je op www.rug.nl/let/ciw. Je kunt zelf een afspraak maken met de studieadviseur van Communicatie- en Informatiewetenschappen mevrouw Kirsten van Ophem: drs K.J. van Ophem (Master en HBO-instromers) (CIW) 050 3637413, [email protected] kamer 1312-411, Harmoniecomplex. Ook kun je eerst voor meer informatie contact opnemen met de studieadviseur van ICM, mevrouw drs. V.H.A. (Vicky) Mulder tel: 050-5952665 [email protected] kamer F305, Zernikeplein 7 3.1.5 Andere mogelijkheden ICM Keuzevakken ICM heeft zijn eigen aanbod van vrije-ruimteonderdelen. Voor een overzicht van het complete aanbod van (specialisaties en) vrije ruimtemogelijkheden van alle majors binnen het ICM verwijzen wij naar de Informatiegids ICM, die elk jaar rond maart uitkomt. Tevens staan alle onderdelen in de DOP en op de Blackboard site van ICM. Keuzevakken, die uitsluitend voor de vrije ruimte aangeboden worden, zijn bijvoorbeeld: Fotografie 3D in interactieve toepassingen Creatief Schrijven

28

Thema-blokken uit jaar 1 en 2

Digitale recherche Neuro Linguistic Programmeren

Er kunnen themas uit het reguliere onderwijs van jaar 1 en 2 van andere majors binnen het ICM worden gevolgd. Informatie daarover is te vinden in de desbetreffende studiegidsen en in DOP (Digitale Onderwijs Planner). Overleg vooraf met de teamleider van de major of er voldoende plaats is. Als je een project in de vrije ruimte uitvoert, is dit anders dan binnen het reguliere programma. Je voert de opdracht zelfstandig met je projectgroep uit, uiteraard heeft de begeleidend docent een coachende rol. Met gemiddeld vier of vijf studenten ga je aan de slag voor een externe opdrachtgever, je analyseert het probleem en komt met een oplossing of advies. Er zijn verschillende projectopdrachten met vaak voor ieder wat wils. Deze projectopdrachten komen binnen via het projectbureau van het Instituut voor Communicatie en Media. In de vrije ruimte kunnen tevens studiepunten worden behaald door middel van vrije activiteiten die extern worden uitgevoerd (bijv. het organiseren van een evenement voor een organisatie, het voorzitterschap van een studentenvereniging, de planning en uitvoering van de communicatie voor verenigingen, etc., tot een maximum van 15 credits). Soms worden ook door het projectbureau klussen aangeboden die gelden als vrije activiteit. Voorbeelden zijn: het maken van communicatiemiddelen (webs, films, folders etc.); het organiseren en/of begeleiden van: de introductieweek, excursies, de voorlichting tijdens de open dagen. Juist bij vrije activiteiten is het van belang dat je (achteraf) het vereiste HBO-niveau, de studielast en de kwaliteit van de uitvoering kunt verantwoorden. Als je voor een vrije activiteit kiest, overleg dan eerst met je studieloopbaanbegeleider! Gebruik hiervoor het Aanvraagformulier vrije activiteit (zie Blackboard: ORGANIZATIONS > INSTITUUT VOOR COMM. & MEDIA > FORMULIEREN | FORMS > FORMULIEREN VRIJSTELLING & VRIJE RUIMTE / EXEMPTION FORMS & ELECTIVES).

Het uitvoeren van een project

Vrije activiteiten

29

Vakken bij een ander HG-instituut

Bij andere instituten van de Hanzehogeschool kunnen ook vakken worden gevolgd. Informatie over het onderwijs kan je vinden in de DOP. Het inschrijven op deze onderdelen gebeurt ook via de DOP. Wie omvangrijker onderdelen buiten de HG wil volgen (bijv. een half jaar aan een universiteit of andere hogeschool) dient de weg van de tweede inschrijving te bewandelen: de student schrijft zich bij de IB-groep dan niet alleen in voor de eerste major maar k voor de (tweede) major. Aan een tweede inschrijving zijn kosten verbonden. De inschrijving geeft recht op toegang tot die major. Wie zich wil inschrijven via de weg van de tweede inschrijving zal dat helemaal zelf moeten regelen. D.w.z. dat het Instituut voor Communicatie en Media daarin geen ondersteuning kan bieden. 3.1.6 Vrijstelling voor de vrije ruimte Studenten met vrijstellingen zitten voor wat betreft de vrije ruimte in een andere positie dan de doorsnee student, die immers altijd 29 credits vrije ruimte moet invullen. De student met een vrijstelling in de vrije ruimte hoeft slechts dat deel in te vullen dat niet door een vrijstelling wordt gedekt. 3.2 De praktijkstage In het derde jaar gaan alle ICM studenten voor vijf maanden op praktijkstage. De praktijkstage laat zich als volgt omschrijven: het in een externe leersituatie ontwikkelen van beroepsspecifieke en algemene competenties. De stage kan in Nederland, maar ook in het buitenland worden doorgebracht. Uitgangspunt is dat je de volledige werkweek doorbrengt binnen de stagebiedende organisatie en verschillende soorten opdrachten vervult waarbij je meer of minder zelfstandig te werk gaat. Naast de meewerkcomponent, werk je ook aan een wat meer omvangrijke specifieke opdracht, waarbinnen je de kans krijgt je probleemoplossend vermogen en vermogen tot plannen te toetsen en te versterken. Tijdens je tweede jaar bereid je je met de studieloopbaanbegeleider al voor op deze stage. Je hebt30

Vakken bij een andere instelling

dan al een behoorlijk idee van het beroepenveld en het is zaak om bewust op zoek te gaan naar een stage die het beste bij je past. De school hanteert een aantal randvoorwaarden, maar daarbinnen ben je in principe vrij om het bedrijf (en het land) te kiezen. Het is de eerste keer dat je jezelf waar moet maken in het beroepsveld. Het is ook een goede manier om aan je eigen netwerk te bouwen. Een mooie aanbevelingsbrief is nooit weg als je later gaat solliciteren. 3.3 De specialisatie De specialisatie is een verdieping die je voorbereidt op de individuele afstudeerperiode. Je werkt voor de laatste keer in een schoolse omgeving aan een complex probleem. De keuze voor je specialisatie is waarschijnlijk, samen met de afstudeeropdracht, de belangrijkste manier om kleur te bekennen. Hieronder volgt een korte beschrijving van alle specialisaties. Zie voor verdere inhoudelijke beschrijvingen van en vakken binnen de specialisaties de studiegids van de desbetreffende major. 3.3.1 CO-specialisaties3.3.1.1

Politieke en Overheidscommunicatie

Bob jij of bob ik? De boze burger. Stamtafeldemocratie. Spindoctor. De communicatieoorlog. Communicatie = bestuur. Zomaar wat termen die in deze specialisatie aan de orde komen. Overheidscommunicatie in Nederland is erg ver ontwikkeld. Toch is er veel wantrouwen tegenover de overheid. Geen bedrijf hoeft zoveel openbaar te maken, geen andere organisatie heeft zulke diverse en complexe taken. Deze specialisatie mikt op studenten die durven nadenken over maatschappelijke dilemmas, over algemeen belang en die dat kunnen vertalen naar communicatie met ballen. In de specialisatie werken we met vakken, projecten en we zorgen voor minstens 20 gastcollege d.m.v. 3

31

werkbezoeken. We bezoeken een gemeente, zijn 2 dagen in Den Haag te gast bij ministerie, parlement en communicatieadviesbureaus en enkele dagen bij de Europese Instellingen in Brussel. De docenten hebben hun sporen in het openbaar bestuur verdiend. Instapvoorwaarden CMO2 Communicatieonderzoek ECM2 Overheidscommunicatie ECM3 Communicatietheorie (openbaar maken, raken) Joost Eskes3.3.1.2

3/tt 2/tt 2/tt

Contactpersoon

Communicatie en Bedrijf

In de specialisatie Communicatie en Bedrijf wordt aan de hand van communicatietheoretische en marketingcommunicatieperspectieven, onderzoek en organisatiekunde een programma gepresenteerd dat studenten voorbereidt om met behulp van die verworven communicatiekennis, -kunde en -vaardigheden strategische marketingcommunicatieve bijdragen te leveren om de doelen van een organisatie te bereiken. In aansluiting op wat in de stam is onderwezen over formele (functionele) communicatie, denk aan: public relations, (overheids)voorlichting, reclame journalistiek en promotie, worden deze verschijningsvormen, afzonderlijk zowel als gentegreerd, in het kader van openbaar maken en openbaar raken belicht als bijdragen aan een continue (re)creatie van gedeelde betekenis en algemeen begrip over de organisatie. Niet alleen wordt vanuit het (instrumentele) perspectief van de zender de (gewenste) effecten van formele communicatie beschouwd, er wordt ook aandacht besteed aan niet-beoogde gevolgen, en aan gewenste en nietgewenste gevolgen van die communicatie, voor de feitelijke ontvangers. Daarnaast worden de korte-termijneffecten zowel als de lange-termijn effecten en typen van reactie, dat wil zeggen: emotioneel, rationeel en/of bepaald gedrag, beschouwd op hun consequenties voor de openbaarheid, in casu: organisatie.

32

Instapvoorwaarden

CMO2 Communicatieonderzoek CMO4 Communicatietheorie CPL2 marketingcommunicatie en financin Sip Sixma3.3.1.3

3/tt 3/tt 3/tt

Contactpersoon

Mediastiek

Als student met de specialisatie MEDIASTIEK ben je een half jaar lang medewerker in dienst van het productiehuis Mediastiek. Je gaat daar - als lid van een projectplatform aan de slag om voor externe opdrachtgevers uiteenlopende (cross)mediale producten te maken. Daarmee gaat het om een brede specialisatie met aandacht voor zowel de betekenis en de inhoud van media, als voor de toepassingen en het gebruik van media binnen de wereld van de communicatie. Vier mediatoepassingen vormen de pijlers van de specialisatie: Tekst Beeld Geluid Web Naast vaardighedenworkshops rond deze pijlers kunnen er ook inhoudelijke -afhankelijk van het project- workshops worden aangeboden. Instapvoorwaarden CMO2 Communicatieonderzoek ECM3 Communicatietheorie (openbaar maken, raken) CPL1B tools & mediamix 3/tt 2/tt 4/opd

Contactpersoon

Wiggele Wouda3.3.1.4

Strategische Communicatie

In de specialisatie Strategische Communicatie bereidt de student zich voor om strategische communicatieve bijdragen te leveren om organisatiedoelen te bereiken. Aan de hand van communicatietheorie, -onderzoek en organisatiekunde (hoe communiceren bijv. moderne organisaties in het bedrijfsleven en bij de overheid) verwerft de student kennis, -kunde en vaardigheden. Algemene begrippen en verschijningsvormen in de communicatie zoals branding, public relations, public affairs,33

(overheids)voorlichting, reclame, journalistiek en promotie, worden afzonderlijk zowel als gentegreerd belicht. Het zijn bijdragen aan een continue (re)creatie van gedeelde betekenissen en een algemeen begrip over de moderne organisaties van deze tijd. Er wordt ook in het bijzonder aandacht besteed aan beoogde en niet-beoogde gevolgen en aan gewenste en niet-gewenste gevolgen van de communicatie voor de feitelijke ontvangers. Door middel van het uitvoeren van zoekstrategien, een simulatie spel, het verzamelen en bestuderen van literatuur, het schrijven van een boek en van een adviesnota, wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een visie op communicatie. Door het goed afronden van deze specialisatie blijven veel mogelijkheden open voor verdere ontwikkelingen in het communicatievak op zon breed mogelijk terrein. Als je van plan bent om een studie via de Universiteit te vervolgen dan is deze specialisatie een goede mogelijkheid om je studie te vervolgen op Masterniveau. Instapvoorwaarden CMO2 Communicatieonderzoek CMO4 Communicatietheorie ECM3 Communicatietheorie (openbaar maken, raken) 3/tt 4/tt 2/tt

Contactpersoon

Henk Lameijer (cordinator)3.3.1.5

IC-specialisaties

CO studenten kunnen ook IC specialisaties volgen (mits ze aan de instapvoorwaarden voldoen; dit bestaat minimaal uit het internationaal traject waarvan een half jaar in het buitenland. Daarnaast is goede Engelse taalvaardigheid een vereiste).

34

3.3.2 CS-specialisaties3.3.2.1

Multimedia Design & Brandmanagement

Steeds meer bedrijven realiseren zich dat de vormgeving van producten en de bijbehorende communicatie niet langer van de (productie)techniek kan worden aangestuurd maar dat merkidentiteit leidend wordt. Sleuteltermen zijn designmanagement en strategie en branding; kwaliteitscriteria voor ontwerp en vormgeving en passende inzet van middelen. Thema is het onderzoeken van de kernwaarden van de Nederlandse (toegepaste) vormgeving (in een aantal nader te specificeren deelgebieden, zoals architectuur, meubelontwerp, grafisch ontwerp industrieel ontwerp). Het doel is te komen tot een advies voor het Merk Nederland en de vertaling naar sfeermodellen en interactieontwerp voor een digitaal platform voor het Merk Nederland op de volgende wereldtentoonstelling. Een advies bevat: merkenanalyse, kwaliteitscriteria, strategie, implementatie, fasering, financile paragraaf, meetmomenten voor criteria. Concepten: Designmanagement, branding, kwaliteitscriteria. Vaardigheden: kwalitatief onderzoek en adviseren.

Instapvoorwaarden

CCO3A en 3B (Project CCO) MTM1 (Concepten) INN 1A (Analyse en ontwerp)) Herman ten Kate3.3.2.2

5 / opd 2 / opd 2 / tt

Contactpersoon

Game Design & Development Games nemen een steeds prominentere rol in onze samenleving in. Naast als puur vermaak worden games ook steeds vaker ingezet voor andere doeleinden zoals marketing, educatie en training: serious games. In de specialisatie Game Design & Development leer je hoe een game van concept tot markt ontwikkeld wordt. Hierbij wordt aandacht besteed aan de creatieve, technologische en commercile vaardigheden die benodigd zijn; bovendien

35

wordt de achterliggende theorie met betrekking tot games, game design, game development en marketing behandeld. De rode draad door de specialisatie wordt gevormd door het in teams projectmatig ontwikkelen van een game in het algemeen in opdracht van een organisatie of bedrijf. De specialisatie is verdeeld over twee perioden: in periode n ontwikkel je een concept voor een game in de vorm van een design document en plan van aanpak; in periode twee ontwikkel je het voorgestelde concept (gedeeltelijk). Gedurende beide periodes wordt in teamverband gewerkt. Instapvoorwaarden IDU 1 (Interactieontwerp Iteraties en Prototype MTM2 (Tools) GAM 3A en GAM 3B (Project GAM) 3 / opd 4 / opd 6 /opd

Contactpersoon

Eelco Braad3.3.2.3

Web & Mobile services

Veel organisaties hebben momenteel hun bedrijfsprocessen onvoldoende ingericht op het gebruik van internet als medium. Veel informatie is nog steeds niet digitaal beschikbaar en ook van hergebruik is weinig sprake mocht informatie al wel digitaal beschikbaar zijn. Daar komt sinds een aantal jaren ook het mobiele kanaal bij zoals een smartphone of netbook. Hierdoor kunnen naast deze web services ook mobiele services aangeboden worden waarbij o.a. gebruik kan worden gemaakt van de locatie van de eindgebruiker. Navigatietoepassingen zijn hier een voorbeeld van maar ook Augmented Reality (Layar en Funda). In het eerste semester van jaar vier gaan we in projectvorm aandacht besteden o.a. aan bedrijfstoepassingen op het terrein van Augmented Reality. Het via de digitale en mobiele weg aanbieden van goederen en diensten, het inwinnen van gegevens en het verstrekken van informatie biedt voor veel profit en non-profit organisaties mogelijkheden en moeilijkheden; kansen en bedreigingen. Voor dienstverlenende organisaties duikt de volgende vraag op: Hoe moet deze dienstverlening georganiseerd worden zodat er optimaal op de wensen van de burger en de klant

36

ingespeeld wordt? Tijdens deze specialisatie word je bewust gemaakt van deze problematiek en wordt er vanuit verschillende invalshoeken een antwoord gegeven op deze vraag zoals architectuur, content management, tooling, innovatie en implementatie. Verder besteden we ook aandacht aan onderzoek, projectmanagement (Scrum) en stakeholder management. Instapvoorwaarden CME 1B (Cont. Man en XML) IDU 2 (ond Meth en usab test INN 3 (Project Jelle de Boer 2 /opd 4 /opd 5 /opd

Contactpersoon

3.3.3 IDM specialisaties3.3.3.1

Information services

You will learn how to advise organisations about information services for their customers (external customers or customers within their organization). The semester consist of: - A kick-off week with an integrated assignment. - A module with the focus on new technology trends - Capita selecta weeks to explore the work field and to exchange knowledge. - A project integrating skills and knowledge. - Training concerning the organisation of interactive workshops. - Cooperation activities with students and staff of the University of Applied Sciences Potsdam, with a visit to Potsdam and Berlin (subject to change!). Costs for the visit are approximately between 60 and 120 euros. The attendance is compulsory. - Lectures concerning current developments in the field. - Attending and actively participating in the three day BOBCATSSS Conference (subject to change!) on 25-27 of January 2010 in Parma (Italy), where we will present our findings and research to a few hundred information sciences specialists and students from all over Europe. The theme of this symposium will be Bridging the digital divide. Costs for the conference are approximately between 120 and 18037

euros. The attendance at the conference is compulsory. The program is very student-centered: -as a group we will select most of the subjects -you will be teaching students or staff and each other in interactive sessions on capita selecta -you will have a training in providing interactive workshops -we will cooperate with the students of the Fachhochschule Potsdam (near Berlin) and have some activities together, in Groningen and Potsdam -you will prepare a conference poster, paper or workshop -you will work on a project with an organization outside the Hanzehogeschool like an internet service for students, an international organization, a museum or archive -you will invite guest speakers to talk about specific hot topics and recent trends. Instapvoorwaarden Students should be advanced students majoring in information or communication science Students should have knowledge of desk research, basic knowledge of internet technology and marketing. Students of the major IDM must have knowledge of retrieval, system development and document management. Students should have English language competencies at B2 level. MEI3, Project Smart met info MEI4, Intercultural competencies SNS1B Onderzoekstechnieken & Datamining 5 / opd 2 / opd 2 / tt

Instapvoorwaarden

Contactpersonen

Josef Sennekool en Roel Hoving

3.3.3.2

Business Information Wil jij bedrijven helpen klaar te zijn voor de toekomst? Organisaties (zoals bedrijven, overheden etc.) kunnen niet zonder een optimale informatievoorziening. Informatie is nodig om werkprocessen goed te ondersteunen, te communiceren en om producten en diensten te ontwikkelen en aan te bieden aan klanten. Maar informatie is ook essentieel in de concurrentenstrijd, om te innoveren en uiteindelijk te overleven. Je speelt in de organisatie van de informatievoorziening een

38

cruciale rol. Je moet in staat zijn om op basis van de visie, missie en doelstellingen van een organisatie een analyse te maken van de informatiehuishouding van een organisatie. Belangrijke vragen zijn daarbij zijn: Wat zijn de kernactiviteiten en de strategie van een organisatie? Hoe zien de werkprocessen binnen de organisatie eruit? Welke informatie is cruciaal voor het aansturings- en innovatieproces van de organisatie? Hoe ziet de informatievoorziening eruit en welke sterke en zwakke punten heeft deze? Hoe wisselen medewerkers informatie met elkaar uit? Welke informatie- en communicatiesystemen worden gebruikt om informatie te wisselen? Met welke informatie- en communicatiesystemen kan de informatievoorziening zo optimaal mogelijk worden ingericht? Je speelt in de organisatie vooral een rol als adviseur, projectleider of juist als manager van het informatiecentrum. Je bent strategisch onderlegd, kan adviseren en managen en speelt in alle gevallen een belangrijke rol in het speelveld tussen de informatieconsument, communicatiemanager, de ICT-ers en het management van de organisatie. Deze afstudeerspecialisatie bekijkt informatie en informatievoorziening, en de rol daarvan voor de organisatie vanuit een bedrijfskundig en informatiekundig perspectief. Instapvoorwaarden SNS 1A en 1B KIM 1A en 1B Kees Westerkamp 3.3.4 IC-specialisaties NB: Deelname aan IC-specialisaties is verbonden aan instapvoorwaarden! Bovendien zijn er extra kosten voor de buitenlandse studiereis. Een maximum aantal deelnemers kan worden toegelaten. 5/opd/tt 6/opd/tt

Contactpersoon

39

3.3.4.1

International Business Communication

The role of the international communication professional has changed with the global expansion of business organizations. It has also grown with the enormous growth of expressive diversity (the new media) and the rise of participatory cultures. As a result, the areas of advertising, public relations and other forms of persuasive communication are merging. As future communication facilitators students must think strategically as well as be capable to integrate the disciplines of public relations and intercultural communication. As a result of globalization and its effects, political, economic, and cultural developments have become central to both international and local stakeholders. There is a great demand for international communication professionals who are capable of monitoring and forecasting global issues, economic and cultural trends and developments in both existing and emerging markets (China). The fourth year specialisation focuses on: 1. Monitoring and explaining global issues, developing scenarios; 2. Applying Strategic communication in a global context; 3. Integrating public relations/corporate promotion and intercultural communication; 4. Developing intercultural communication skills in the China-EU context. Who does culture define international communication? What determines success or failure in international endeavours between Europe and one of the rising markets? The theoretical framework of global pubic relations is applied to cases provided by clients who are active within the international context. Through problem-driven case studies and real life company assignments, students, staff and professionals alike will define and describe communication dilemmas facing these organisations and will gain insight in how these dilemmas should be solved. An international study trip is part of the curriculum. Prerequisites The internship should be successfully completed. A student that does not meet this requirement and nevertheless wishes to follow the specialisation, should discuss the

40

matter with his or her Academic Counsellor CO-students wishing to participate in IC-specialisation must have completed the full international track, i.e. 2 international semesters including a semester abroad. English language prerequisites apply and may be tested (C1 level). A maximum of 30 students will be admitted to this specialisation. IC-students will be admitted first. If there is still place left, interested CO-students (meeting requirements) can enter the specialisation. If necessary a selection procedure (based on quality and motivation criteria) will take place. Contact Erik Kostelijk

3.3.4.2

European Public Affairs

Prerequisites

Contact

Public Affairs is a function of corporate communication that plays a vital role in shaping public policy, public acceptance and public perception; necessary ingredients to help create a receptive environment that allows organisations to meet their objectives. What is the role communication plays in facilitating relationships and understanding between an organisation and its many stakeholders in the European environment? How do European organisations adapt communication activities to their many publics? PA practitioners operate in a dynamic political and societal context and are concerned with communication in a nonmarket environment. The main goal of this specialisation is that you develop a practical and informed understanding of what constitutes public affairs for the many stakeholders active in the European arena: EU institutions, businesses and non-profit organisations. A study trip to Brussels and participation in the EuroSim (the European Union Simulations) are part of this specialisation. Entry level-requirements: -propadeutic exam; -English proficiency: B2 dialang; -For non- IC students: intake interview is required Beata Kviatek-Simanska

41

3.3.4.3

Selective specialization honours

Many complain about mediocrity ruling the universities. This specialization of ICM aims at students demanding to get more out of their studies than a mere pass. Aiming to distinguish themselves in a competitive labor market in the near future. We will challenge you to give it all youve got. This specialization focuses on strategic aspects of communication resulting in a solid and feasible advise to your client. Because of the different backgrounds, be it IC, CO, CS or IDM, the course will be interdisciplinary and integrated. You will address real life issues of the professional work field, in an intercultural or/and international context. The emphasis will be on effective policy advising and the preparing of implementation, and less on implementation itself. We combine an academic approach with solutions to practical problems, which makes this specialization a perfect stepping stone for a Master study. You will be trained in the role of an advisor, requiring a high level of personal control, especially in an international context. You will need to combine research skills, knowledge of communication theory and organizational awareness to come up with sensible and applicable advise. Trends like social media and advanced stakeholder management will be introduced by guest lecturers. Different educational methods will be applied, for instance a simulation and intensive intervision. This specialization will be taught in English. Prerequisites CO- students need a 7 on average for CMO4 & ECM3, and no backlogs for year two IC-students: minimum 7 on average COM2 & COM5, and no backlogs for year two CS-students: minimum 7 for: BDM: CCO2, GDD en WMS: Project Onderzoeks-methoden & usability testen, and no backlogs for year two CS-students are obliged to take either the specialization of their major in their free electives semester, or do the selective spezialisation as their free electives or (if neither is

42

possible) combine the selective specialization with a core 5 credits of their major specialization. IDM-students: minimum 7 on average for: Onderzoekstechnieken & Organisatiekunde & Informatieanalyse and no backlogs for year two. Both CS and IDM students are strongly advised to take COM 5 in IC during their free electives. A motivational letter is required which will be discussed during a selection interview. Contact Vladimir Bartelds, Bart Nillesen

3.4

De afstudeeropdracht De afstudeeropdracht is de meesterproef van de aankomende professional, waarmee je aantoont dat zelfstandig een degelijke bijdrage kan worden geleverd aan de oplossing van een concreet probleem op het gebied van Communicatie, Informatie en Media. Het is de laatste grote opdracht voor je diplomering. De opdracht is als volgt te typeren: de opdracht is gericht op verbetering of ontwikkeling in een concrete situatie op het terrein van de communicatie, informatie en media het probleem leent zich voor een strategische, conceptuele benadering het probleem leent zich voor een theoretische onderbouwing het probleem leent zich voor praktijkgericht onderzoek de opdracht moet uit te voeren zijn in de daarvoor beschikbare tijd de opdracht moet qua aard en omvang in hoge mate zelfstandig te maken zijn. De keuze van de opdracht en het bedrijf zijn belangrijk, omdat dit niet alleen je visitekaartje is bij het solliciteren, maar ook laat zien wat jouw professioneel niveau is.

43

3.5

Internationaal traject van een jaar Het internationale traject biedt je de mogelijkheid je internationaal te orinteren en je voor te bereiden op de internationale arbeidsmarkt. Als je het internationale traject volgt, dan kies je voor tenminste 1 jaar internationale studieonderdelen, waaronder minimaal een semester in het buitenland.

Statement

Als je met goed gevolg het traject van een jaar inclusief een half jaar buitenland afsluit, ontvang je samen met je diploma een Statement, waarin de school verklaart dat je een substantieel deel van de studie in een internationale context hebt gedaan. Hieronder volgen de keuzemogelijkheden van het internationaal traject: CO: een semester van het tweede jaar bij IC, The Campaigns + Communication Research Minor Information Services Minor Creating a Communication Campaign CS: Minor Game-On Minor International Aid and Development CO: IC specialisatie Minor Creating an International Event Minor International Aid and Development Onderwijs in een vreemde taal Studie in het buitenland tijdens de vrije ruimte Praktijkstage in het buitenland Specialisatie in het buitenland Afstudeeropdracht in het buitenland of bij internationale organisatie in Nederland. International minor bij een van de andere scholen binnen de HG.

Voorwaarden en eisen: je moet er rekening mee houden dat sommige onderdelen van het traject instapvoorwaarden en een maximum aantal deelnemers hebben. Zie DOP beschrijvingen en studiegids voor details. Onderdelen die in Engels worden aangeboden kunnen een instaptoets eisen. De keuze voor het internationale traject is een standaard

44

onderdeel van de studieloopbaanbegeleiding. Meer informatie Neem voor meer informatie over het internationaal traject contact op met het Center for Student Initiatives / Bureau Externe betrekkingen en projecten van ICM in Kamer E 149 tel: 5952079. Blackboard > ORGANISATIONS > Instituut voor Communicatie & Media > ICM International

45

4Doel

Persoonlijke Professionele OntwikkelingPersoonlijke Professionele Ontwikkeling (PPO) heeft tot doel de student grip te leren krijgen op zijn studie. Je leert je studie te plannen, te reflecteren op je studie en je toekomstige beroep en je eigen competenties in dat verband. Je leert verbeterplannen te maken, keuzes te maken en accenten te leggen. Een centrale rol is weggelegd voor docenten die als studieloopbaanbegeleiders de student persoonlijk ondersteunen. Je krijgt voor vier jaar een studieloopbaanbegeleider (SLB-er) toegewezen, waarmee een direct en persoonlijk contact wordt onderhouden. De SLB-er informeert jou over de studiemogelijkheden en de onderwijsorganisatie. SLB-ers hebben tijd om hun studenten individueel te begeleiden, zij zijn er voor de studenten.

Studieovereenkomst

Student en SLB-er maken aan het begin van elk jaar afspraken met betrekking tot de studieloopbaan, welke vastgelegd worden in een persoonlijk ontwikkelingsplan en een studieovereenkomst (SOK). Door deze plannen op te stellen in overleg met een SLB-er, is voor de student duidelijk wat er van hem verwacht wordt en wat hij/zij kan verwachten van de opleiding. Persoonlijke Professionele Ontwikkeling en individuele ontwikkeling geven je de kans je op eigen wijze en naar eigen inzicht te profileren en je voor te bereiden op de toekomstige plek in het werkveld. Voor alle eerste en tweedejaarsstudenten zijn in het rooster studiebegeleidingsuren opgenomen. Deze uren kunnen bestaan uit door de studieloopbaanbegeleider geplande individuele-, groeps-, en klassikale bijeenkomsten.

Studieproblemen of omstandigheden

Afgezien van de door de opleiding geplande activiteiten kan je altijd op eigen initiatief vragen stellen met betrekking tot je studie. Ook voor persoonlijke problemen of omstandigheden, bijvoorbeeld langdurige ziekte of bijzondere familieomstandigheden, die de voortgang van de studie negatief kunnen benvloeden, kan je bij de studieloopbaanbegeleider terecht. Daarbij is het van groot belang dat je niet wacht met het bespreken van dergelijke problemen maar die vroegtijdig kenbaar maakt, zodat wellicht problemen voorkomen kunnen worden. De studieoopbaanbegeleider kan je, afhankelijk van de aard van de problemen, doorverwijzen naar de decaan.46

4.1

Persoonlijke Professionele Ontwikkeling jaar 1 Tijdens de introductieweken ontmoet je je studieloopbaanbegeleider (SLB-er). Deze SLB-er nodigt je uit voor een kennismakingsgesprek tijdens de eerste drie collegeweken. Het is belangrijk je SLB-er goed te leren kennen. Hij/zij is je eerste aanspreekpunt tijdens je studie voor bijna alles. Omdat de SLB-er op gezette tijden ook individueel gesprekken met je zal voeren, is hij/zij meer dan een andere docent op de hoogte van hoe het met je gaat.

Studievoortgang

Wat doet een SLB-er zoal in het eerste jaar? In de eerste drie weken voer je met de SLB-er een kennismakingsgesprek, in periode 2, 3 en 4 voer je met je SLB-er een studievoortganggesprek. Je voert tenminste vier keer per jaar een individueel gesprek met je SLB-er. Zon gesprek richt zich op succesfactoren, op mogelijke oorzaken van eventuele minder goede prestaties, op mogelijke oplossingen en op de studieplanning i.v.m. herkansingen. Aan het eind van het propedeusejaar reflecteer je samen met je SLB-er het propedeusejaar en bespreek je de mogelijkheden voor de volgende jaren. Tijdens de klassikale bijeenkomsten wordt algemene informatie uitgewisseld tussen studenten en de SLB-er: informatie over de opleiding (bijvoorbeeld studielast, organisatie, docenten), informatie van de opleiding over bijvoorbeeld cijferregistratie, organisatie, communicatie, voorzieningen, keuzepunten, bindend studieadvies (zie paragraaf 6.2.2 in deze studiegids) etc. In de opleiding staan verschillende competenties (specifieke beroepscompetenties en HBO-competenties) centraal. Het proces van het verwerven van deze competenties vindt voortdurend en tijdens de hele opleiding plaats. Regelmatig blik je terug op je voortgang in het verwerven van deze competenties en maak je nieuwe plannen. De reflecties en studieplannen zijn belangrijke onderwerpen van gesprek tussen jou en je studieloopbaanbegeleider. Ook de keuzemogelijkheden waarvan je tijdens je studie gebruik zult maken, bespreek je met je studieloopbaanbegeleider. Tijdens je opleiding maak je je keuzes zelf. Begeleiding bij deze keuzes is een taak van de studieloopbaanbegeleider.

Informatie

Competenties

Keuzemogelijkheid

47

4.2

Persoonlijke Professionele Ontwikkeling jaar 2 De studiebegeleidingactiviteiten in de hoofdfase kenmerken zich door de orintatie op keuzemogelijkheden voor het derde en vierde jaar. Maar ook tijdens je tweede jaar komen studievoortgang en studieplanning en uitleg over de stagemogelijkheden aan de orde. De SLB-er bespreekt de instapvoorwaarden voor de stage, de handleiding stage en de plaatsingsprocedure etc. Als je je propedeuse nog niet helemaal hebt, dan is dit een belangrijk onderwerp van gesprek.

Stagevoorbereiding

Ongeveer een half jaar voor aanvang van de stage volg je de workshop solliciteren/assessment als voorbereiding op je stage. In de workshop wordt uitleg gegeven over de stagemogelijkheden, ,de instapvoorwaarden, de handleiding voor derdejaars, de plaatsingsprocedure etc. Ook voert de SLB-er motivatie/adviesgesprekken. In dit gesprek wordt ingegaan op persoonlijke interesse in (delen) van het werkveld, op eigen sterke en zwakke kanten, op de mondelinge en schriftelijke vaardigheid etc. In principe geeft de SLB-er een pr-advies zodat je al enigszins gericht kunt zoeken naar een stageplaats. Gedurende het hele zoekproces kun je terecht bij je SLB-er voor advies. 4.3 Persoonlijke Professionele Ontwikkeling jaar 3 Het SLB-traject van het derde jaar richt zich vooral op de keuze voor de specialisatie en de afstudeeropdracht in het vierde jaar. Je begint met het opbouwen van je netwerk en stelt op basis van je ervaringen binnen de stage en het invullen van je vrije ruimte een POP op. Je voert tenminste twee gesprekken met je SLB-er. 4.4 Persoonlijke Professionele Ontwikkeling jaar 4 Het SLB-traject van het vierde jaar kenmerkt zich door de orintatie op de arbeidsmarkt en de mogelijke vervolgopleidingen. Je ontwikkelt de beroepsspecifieke en HBO-competenties tot het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar Voorbereidend op je afstudeeropdracht volg je de training Adviseren.

Carrire-planning

Sollicitatie, afstuderen

48

5Indeling studiejaar

De planningElk onderwijsjaar is verdeeld in vier onderwijsperioden. Een periode bestaat uit 10 lesweken. De organisatie van lessen, opdrachten en tentamens kan per blok verschillen. Lesuur 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Tijdstip 08.30 09.30 09.30 10.30 10.30 11.30 11.30 12.30 12.30 13.30 13.30 14.30 14.30 15.30 15.30 16.30 16.30 17.30 17.30 18.30

Collegetijden

Planning van onderwijs en tentamens

De gedetailleerde up-to-date planning, waarin je belangrijke data aantreft zoals tentamendata, inzagedata, voorlichtingsdata etc., is altijd te vinden op Blackboard in het planningssysteem. Raadpleeg die planning voor de exacte data: www.helo.hanze.nl > Blackboard > Organisations > Instituut voor Communicatie en Media > ICM planningsysteem. 5.1 Vakanties en feestdagen 2010-2011 voor de student: Vakantie: Kerstvakantie Meivakantie Zomervakantie Nationale feestdagen: Kerstmis Jaarwisseling Goede vrijdag/Pasen Koninginnedag Hemelvaart Pinksteren Data: 20 december 31 december 2010 2 mei 6 mei 2011 18 juli 2 september 2011 25-26 december 2010 1 januari 2011 22-25 april 2011 30 april 2011 2 juni 2011 13 juni

49

5.2

Jaarplanning voor de student: Introductie week Periode 1 6 sep- 10 sep 13 sept 19 nov Lesweek Studieweek Lesweek Tentamen Lesweek Vakantie Lesweek Tentamen Week 36 Week 36-42 Week 43 Week 44 Week 45-46 Week 47-50 Week 51-52 Week 1-3 Week 4-5 Week 6 Week 7 Week 8 Week 9-14 Week 15-16 Week 17 Week 18 Week 19-24 Week 25-28

Periode 2

22 nov 4 feb

Introductie week Periode 3

7 feb 10 feb 14 feb 21 april Lesweek Studieweek Lesweek Tentamens Lesweek Vakantie Lesweek Tentamen

Periode 4

26 april 15 juli

Zomervakantie

18 juli 2 sep

50

66.1 Toelating naar vooropleiding CO, IC, CS

Toelating en instapvoorwaardenToelating tot jaar 1 Met de volgende diplomas kun je worden ingeschreven voor de verschillende opleidingen: Havo-diploma met profiel: Cultuur & Maatschappij: aanvullende eis: wiskunde-a of wiskunde-b Economie & Maatschappij Natuur & Gezondheid Natuur & Techniek VWO met profiel: Cultuur & Maatschappij Economie & Maatschappij Natuur & Gezondheid Natuur & Techniek

IDM

Havo diploma VWO diploma

MBO-niveau 4 Propedeuse en getuig-schriften

Andere toelatingsmogelijkheden: MBO-niveau 4: In bepaalde gevallen kan sprake zijn van aanvullende eisen propedeuse getuigschrift elders behaald door de minister aangewezen getuigschrift dat tenminste gelijkwaardig is aan een van de hierboven genoemde getuigschriften Studenten met een buiten Nederland afgegeven diploma dienen om te worden toegelaten aan de volgende eisen te voldoen: het diploma Staatsexamen NT2, niveau 2 (voor Nederlandstalige majors) een positief advies van het NUFFIC, de Informatie Beheer Groep of Compaz inzake het buitenlandse diploma, danwel het getuigschrift van het Voorbereidend Jaar van het Noorderpoortcollege met het juiste vakkenpakket een geldige verblijfsstatus voor het volgen van een studie in Nederland.

Buiten Nederland afgegeven diploma

51

Een negatieve beslissing over de toelating vindt niet eerder plaats dan nadat hierover advies is uitgebracht door de dienst studentendecanen. Vakkenpakketeisen Aanvullende eis voor de major IC: ruime voldoende voor Engels (HAVO en VWO) of Toefl 550 of IELTS 6.0.

6.1.1 Toelatingsonderzoek Doel van het onderzoek Het doel van het toelatingsonderzoek is het vaststellen van het recht op vrijstelling van de bij of krachtens de WHW vastgestelde vooropleidingseis, t.a.v. de majors CO, CS, IDM en IC, t.b.v. een aspirantstudent die de leeftijd van 21 jaren heeft bereikt en niet aan de genoemde vooropleidingseis voldoet. Uit het onderzoek dient te blijken of de aspirant-student al dan niet in staat kan worden geacht het onderwijs van de major te volgen. Inhoud Het onderzoek omvat: 1. een gesprek met de leden van de commissie, waarbij de bij het verzoek om toelating door de aspirant-student verstrekte gegevens het uitgangspunt vormen en waarin de commissie een beeld dient te krijgen van de aard en het niveau van algemene ontwikkeling van de aspirant-student, noodzakelijk voor het kunnen volgen van het onderwijs van de major (CO, CS, IDM, IC); 2. een schriftelijk onderzoek naar het begrip van en de vaardigheid in het gebruik van de Nederlandse taal; dit betreft het beantwoorden van vragen bij een tekst en het maken van een samenvatting (schriftelijk 180 min.) (CO, CS, IDM, IC); 3. een schriftelijk onderzoek naar het begrip van de Engelse taal; dit betreft het beantwoorden van vragen bij meerdere teksten (schriftelijk 150 min.) (CO, CS, IDM, IC); 4. deelname aan de toets Elementaire Wiskunde (verplicht) en de cursus (optioneel) in de periode juni/juli (+/- 8 dagdelen) (CO, CS, IC). De toelatingscommissie kan op grond van ervaring of getuigschriften van de aspirant-student vrijstelling verlenen voor n of meer van de in hierboven bedoelde onderdelen. Beoordeling Een kandidaat is geslaagd voor het toelatingsonderzoek indien: het cijfer voor de Nederlandse taal tenminste een volle 6 (zes) is; het cijfer voor de Engelse taal tenminste een volle 6 (zes) is;

52

en het cijfer voor wiskunde tenminste een 5,5 is

6.1.2 Vrijstellingsregelingen Studenten CO, CS en IDM