20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis....

25
« INNOVATIEVE REFERENTIEZORG VOOR IEDEREEN » AZ SINT-JAN BRUGGE - OOSTENDE AV 20 09 JAARVERSLAG 2009

Transcript of 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis....

Page 1: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

«InnovatIeve referentIezorg

voor Iedereen

»

az sInt-jan brugge - oostende av

2009 Jaarverslag 2009

Page 2: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

12

Voorwoord

Inhoud

voorwoord 1

verder bouwen aan onze ambItIe 2

de “noK” nu! 4

LogoPedIe en audIoLogIe 6

oogheeLKunde 8

CentraLe sterILIsatIe 10

behandeLen en vermIjden van Lymfoedeem 12

nIeuwe uItdagIngen voor de LaboratorIa 14

sPeCt/Ct 16

mobIeLe equIPe 18

PatIëntvrIendeLIjKheId 20

marKante gebeurtenIssen 22

ProfIeL van de medewerKer 24

het sPortmedIsCh advIesCentrum 28

nIerfunCtIe-vervangende theraPIeën 30

PaLLIatIeve zorgeenheId 32

PatIëntenPortaaL 34

eLeKtronIsCh medICatIevoorsChrIft 35

verbouwIngen 36

de zorg In CIjfers 40

mIddeLen 42

CoLofon 45

1

Met enige fierheid presenteren wij u opnieuw het jaarverslag van ons ziekenhuis. Net zoals

de vorige jaren worden er een aantal facetten van de ziekenhuiswerking toegelicht aan de

hand van korte artikels en dit zowel voor wat de zorgaspecten van het ziekenhuis als voor

wat de zorgondersteunende aspecten betreft. Het document bevat zoals elk jaar een aantal

kengetallen.

Toch is er wat veranderd. Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys

ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

van een huwelijk tussen twee partners. En zoals u ziet is het een vruchtbaar huwelijk, want na

één jaar kunnen we u al een verslag van de vruchten van dit huwelijk meegeven.

Zoals in elk huwelijk - tenzij er een lange tijd van vrijage of cohabitie aan voorafgaat, wat in ons

geval niet zo was - is het eerste jaar een jaar van kennismaking. Een jaar waarin beide partners

elkaars sterkten en zwakten verkennen en plaatsen, waar ze mekaar leren kennen “tout court”.

De uitdaging is nu om stap voor stap het goede van beide werelden samen te brengen om te

komen tot een eenheid waardoor beide partners versterkt worden. Het samenbrengen van de

organisatie van twee ziekenhuizen die elk hun eigen cultuur, traditie en geschiedenis hebben

is een grote uitdaging. Dit vergt een grote inspanning van alle medewerkers die opnieuw hun

plaats moeten vinden in het grotere geheel. Dit kan enkel wanneer we allen openstaan voor

onze nieuwe omgeving, en met respect voor mekaar en met vereende krachten werken aan

de nieuwe uitdaging. Het doet me dan ook veel plezier dat er na amper één jaar een enorme

weg is afgelegd in onze samenwerking. Niet alleen hebben we mekaar leren kennen, er zijn

ook al concrete resultaten geboekt. Weinig bedrijven kunnen er prat op gaan al duidelijke

vooruitgang geboekt te hebben in de voorbije twaalf maanden. Getuige hiervan vindt u verder in

dit jaarverslag.

Om de vergelijking met het huwelijk verder te zetten moeten we opletten niet te snel te willen

gaan. We moeten ons kind (versta de fusie) de kans en de nodige tijd geven om te leren: eerst

kruipen, dan stappen, daarna lopen. Dit zal gepaard gaan met vele malen vallen, tegen de

muur botsen, soms wordt misschien zelfs een “potje gebroken”, vloeien er traantjes en zijn we

gefrustreerd omdat het allemaal niet snel genoeg of niet goed genoeg gaat. We zullen moeten

leren van onze fouten en telkens de moed moeten hebben om terug rechtop te staan en met

vernieuwde bezieling verder te gaan. Het kind zal dan na het leerproces en de moeilijkheden

van de puberteit losgelaten worden om op eigen benen te staan. Pas in dit laatste stadium zal de

fusie haar volle betekenis krijgen en wordt uit twee identiteiten een nieuwe eenheid herboren.

In naam van alle directieleden wens ik alle medewerkers van ons ziekenhuis te bedanken voor

hun onvermoeibare inzet, ook in deze veeleisende tijden. We zullen er samen met u alles aan

doen om dit uitdagende fusieproces tot een voorbeeld te maken waar we allen fier kunnen op

zijn met als enige doel onze patiënten de best mogelijk zorg te verlenen.

Hans Rigauts

directeur-generaal

Page 3: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

3

verder bouwen aan onze ambitie

VERDER bOuWEN aaN ONZE aMbITIE

De fusie tussen het AZ Sint-Jan AV

en het Henri Serruys ziekenhuis

ligt in het verlengde van de visie en

de missie van het ziekenhuis.

Het ziekenhuis staat voor innovatieve referentiezorg voor iedereen. Dit betekent dat het

haar expertise wil ter beschikking stellen van de regio om zo samen met andere partners,

sterk gespecialiseerde zorgaspecten en -functies te kunnen aanbieden. De verbreding van

het patiëntenaanbod moet ertoe leiden de nodige turn-over en ervaring te behouden om

kwaliteit van zorg te blijven garanderen. Zowel het Henri Serruys ziekenhuis als het

AZ Sint-Jan AV zijn openbare ziekenhuizen. Dit betekent dat we open staan voor alle

patiënten ongeacht ras, stand of financiële draagkracht en dat iedereen moet toegang

krijgen tot alle zorgaspecten. Deze rijke traditie die teruggaat tot in de middeleeuwen

willen we blijven verderzetten. Het blijven handhaven van een gezond evenwicht tussen

betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg met het aanbieden van nieuwe - soms dure

en nog niet door de overheid terugbetaalde - zorgacts, is hierbij de uitdaging.

Kwaliteit van zorg(verleners)Kwaliteit van zorg gaat niet alleen over

hightech maar evenzeer - en niet in het minst -

om de zorgverleners zelf. Ook hier wil de fusie

een toegevoegde waarde betekenen.

Een groot ziekenhuis waar een breed aanbod

van verschillende functies en rollen is, moet

aantrekkelijk zijn voor al onze medewerkers.

In de eerste plaats voor onze artsen,

maar ook voor verpleegkundigen, paramedici,

en medewerkers van de ondersteunende

diensten. In het huidig maatschappelijk bestel

waar het vinden van artsen steeds moeilijker

wordt, willen we aantrekkelijk blijven door

naast gespecialiseerde ziekenhuisgenees-

kunde ook subspecialistische zorg aan

te bieden. Dit laatste zowel door gericht

te investeren in geavanceerde en soms

ook nieuwe methoden en technieken, als

door de nodige ondersteuning te bieden

om een uitgebreide ervaring op te doen

in subdomeinen van de gespecialiseerde

geneeskunde. Een andere belangrijke groep

in de zorgverlening zijn de verpleegkundigen

en paramedici. Het wordt steeds moeilijker

om jongeren te vinden die zich willen inzetten

voor dit zorgberoep. Het ten dienste staan

van anderen, zorg dragen voor de zieken

en zwakken onder ons, wordt vandaag

de dag niet meer als “cool” aanzien. Men

wil manager worden, computerspecialist,

webdesigner, game ontwikkelaar of elk ander

beroep dat in onze huidige maatschappij

als “hip” wordt beschouwd. De tijd dat men

in de maatschappij opkeek naar beroepen

in de zorg (artsen, verpleegkundigen en

paramedici) ligt steeds verder achter ons.Toch

zijn deze jobs onmisbaar in een samenleving

32

Hans Rigauts

directeur-generaal

Peter Lauwyck

adjunct directeur-generaal

die haar grenzen wat betreft de gemiddelde

levensverwachting steeds verder verlegt. Het

zorgberoep is bovendien een zwaar beroep.

Het is zowel fysisch als psychisch sterk

belastend. Ook hier hebben we de huidige

maatschappelijke teneur niet mee. Meer

en meer wordt gekozen voor de weg van de

minste weerstand, voor het “gemakkelijke”.

Het behalen van zoveel mogelijk “winst” met

zo weinig mogelijk inzet wordt het credo. En

tot wat dit kan leiden hebben we ondertussen

aan den lijve ondervonden in de voorbije

financieel-economische crisis. Misschien staan

we hier te weinig bij stil, want het slachtoffer

hiervan zijn we uiteindelijk mogelijk allemaal.

Ooit zullen ook wij zorg nodig hebben en

moeten kunnen rekenen op mensen die zich

dagdagelijks om ons bekommeren. We willen

dan ook als fusieziekenhuis alles in het werk

stellen om de zorgverleners alle kansen te

geven om zich te kunnen ontplooien. Een grote

organisatie geeft hierbij meer mogelijkheden

tot carrièreplanning. In de eerste plaats

door een breed aanbod aan zorgaspecten

en –functies, zodat elkeen zijn gading vindt

en tijdens de loopbaan ook kan veranderen

van en groeien in zijn functie. bovendien

biedt het fusieziekenhuis een uitgebreid

intern en extern vormingsprogramma aan.

We houden er dus aan onze medewerkers

alle mogelijke kansen aan te bieden opdat

zij zich goed voelen in onze organisatie. De

tevredenheid van onze medewerkers werd

dan ook expliciet ingeschreven in de missie

van het fusieziekenhuis. We zijn dan ook

trots bij te dragen aan een groot deel van de

werkgelegenheid in onze regio. De zorgsector

wordt te dikwijls vergeten als grote en stabiele

werkgever. Geen onbelangrijk gegeven in een

tijd waar werkgelegenheid een kostbaar goed

is. Denk hierbij aan de massale bedreiging

van jobs in de auto-industrie of de distributie

en voedingsindustrie. De doelstelling van het

fusieziekenhuis is dus het aanbieden van een

breed kwalitatief hoogstaand zorgaanbod dat

toegankelijk is voor iedereen en dit met een

groep gemotiveerde medewerkers die zich

goed en thuis voelt in onze organisatie.

Het fusieziekenhuis heeft drie campussen.

Campus Sint-Jan brugge zal acute zorg

huisvesten en dit zowel voor ambulante als

voor gehospitaliseerde patiënten. De sterk

gespecialiseerde en hoogtechnologische

zorg zal in campus Sint-Jan plaatsvinden.

Campus Henri Serruys in Oostende behoudt

haar rol als lokaal algemeen ziekenhuis en

zal acute gehospitaliseerde en ambulante

zorg aanbieden en ondersteund worden door

onderlinge kruisbestuiving met campus Sint-

Jan. Campus SFX zal subacute zorg huisvesten

voor wat gehospitaliseerde patiënten betreft,

samen met enkele gespecialiseerde functies.

Campus SFX zal ook een duidelijke plaats

krijgen in de ambulante zorg.

afstemmen van processenZoals in de inleiding van dit jaarrapport

vermeld, zullen we stapsgewijs bouwen aan

onze ambitie. In het eerste jaar van de fusie

werden een belangrijk aantal processen

al op mekaar afgestemd. De logistieke en

administratieve diensten werken samen en

worden waar mogelijk gecentraliseerd. Er

werd één aankoopprocedure opgemaakt

en de bestellingen verlopen waar mogelijk

al gemeenschappelijk. De fusie leidde tot

een gezamenlijk financieel beheer in het

algemeen en van facturatie-, thesaurie-

en debiteurenbeheer in het bijzonder. De

financiële gegevens werden ondergebracht in

één beheersysteem (boekhouding, tarificatie

en facturatie). Er werd een financieel plan

opgemaakt en goedgekeurd door onze

bestuursorganen en de vakorganisaties dat

bestemmingen toekent aan het financiële

resultaat. Informaticatechnisch worden de

verschillende softwarepakketten op mekaar

afgestemd en geïntegreerd. De netwerken

werden samengebracht met één intranetsite

en digitaal communicatieplatform tot

gevolg. De eenheid van patiëntenidentificatie

werd verwezenlijkt. Er werd een nieuw

personeelsstatuut voor het fusieziekenhuis

opgemaakt en goedgekeurd door de sociale

partners. Selectieprocedures, bevorderings- en

aanwervingsvoorwaarden en het mutatiebeleid

werden uitgewerkt. Verpleegkundige

procedures worden op elkaar afgestemd en de

eerste stappen naar een gemeenschappelijk

beleid en overlegplatform werden gezet.

Er is een uitwisseling van de expertise van

artsen binnen de dienst algemene heelkunde,

fertiliteit, urologie, oftalmologie en oncologie.

Meerdere medische diensten hebben een vorm

van overleg zij het op wetenschappelijke fora,

zij het via regelmatige patiëntenbesprekingen.

Er werd één gemeenschappelijke Medische

Raad opgericht. De bestuursorganen

(algemene Vergadering en Raad van bestuur)

en de directie zijn ééngemaakt en functioneren

al een jaar voor het fusieziekenhuis. Er is

één dienst ziekenhuishygiëne. De apotheek

en dienst centrale sterilisatie zijn op een jaar

tijd ver gevorderd in een gemeenschappelijke

visie en werking. Voor alle medewerkers werd

een gedragscode opgesteld en deze wordt nu

verder onderhandeld.

Tussen al deze werkzaamheden door heeft het

fusieziekenhuis zich daarenboven voorbereid

op de audit van de Vlaamse overheid die begin

2010 zou plaatsvinden. Het is voor iedereen

duidelijk dat dit niet evident is in een prille

fusie. Wij kunnen u nu reeds meedelen dat de

signalen van deze eerste externe toetsing van

onze werkzaamheden positief zijn. Hier komen

we in 2010 zeker nog op terug.

bij het overlopen van het bovenstaande

wordt duidelijk dat de medewerkers van het

fusieziekenhuis niet bij de pakken zijn blijven

zitten. We zijn dan ook fier over het reeds

gerealiseerde. Toch mogen we niet blind

blijven voor de uitdagingen die ons te wachten

staan. In de eerste plaats is er de opmaak

van een nieuwe algemene Regeling, medisch

reglement en de financiële regeling met de

artsen. Het zal een belangrijke opdracht zijn

om in een open samenwerking met de artsen

tot een goed resultaat te komen. We zullen

hiervoor de nodige tijd nemen om samen

tot een resultaat te komen waar elkeen zich

in kan vinden. De verdere integratie van de

verschillende functies en diensten van het

ziekenhuis blijft een grote opdracht. We

willen dit doen met de ziekenhuisvisie voor

ogen, doch met respect voor ieders eigenheid

en mening. We willen niet in de val lopen

te snel bepaalde aspecten te forceren. Een

open communicatie en stappenplan naar een

uiteindelijk gemeenschappelijk doel is de

opdracht.

Zoals u ziet, hebben we nog veel werk voor

de boeg. Doch dit maakt de uitdaging des te

interessanter. We zijn dan ook vastberaden

om samen met al onze medewerkers dit

fusieverhaal tot een goed einde te brengen.

We willen dit in de eerste plaats voor onze

patiënten doen en dit samen met onze partners

van de eerste, tweede en derde lijn.

Page 4: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

5

De NOK nu!

DE NOK Nu!

De dienst neus-keel-oor,

gelaats- en halschirurgie.

Zoals in alle specialismen, is de NKO-diagnostiek en -behandeling gedurende deze eeuw

enorm verbeterd door de introductie van nieuwe technologieën en inzichten. Traditioneel

spant onze dienst zich in om aan deze continue ontwikkeling mee te werken en soms zelfs

primeurs af te leveren. Een recent voorbeeld hiervan is de introductie van de robot in de

hoofd-hals chirurgie.

anno 2010 moet een dienst NKO, die wil

groeien en bloeien, een grote klinische

ervaring combineren met een uitgebreide

wetenschappelijke kennis en technologische

innovaties. Dit kan alleen maar door doorge-

dreven subspecialisatie van alle medewerkers,

nauwe samenwerking met andere medische

disciplines en een warm patiëntencontact.

sterk toegespitstNeus-Keel-Oor omvat ondertussen veel ver-

schillende deelgebieden met elk zijn eigen ex-

pertise en accenten. Een greep uit het aanbod:

pediatrische neus-oor-keelziekten, rhinologie

en allergologie, ronchopathie, esthetische

gelaatschirurgie, otologie en audiologie, ves-

tibulogie, foniatrie, revalidatie in de gehoor-,

spraak- en taalstoornissen en hoofd-hals

chirurgie/oncologie.

De dienst NOK van het aZ Sint-Jan brugge-

Oostende heeft traditioneel een sterk uitge-

bouwde (para)medische en verpleegkundige

subspecialisatie. Een dergelijk uitgewerkte

taakverdeling schept een gunstig klimaat

om de hoogste kwaliteit van zorg te leveren in

de talrijke deelgebieden. Dit uit zich finaal op

chirurgisch gebied. In de afgelopen jaren zien

we hierdoor bijvoorbeeld op onze dienst een

belangrijke verschuiving van kinderheelkunde

(mede door de denataliteit) naar complexere

operaties. Door deze subspecialisatie krijgen

ook de grenzen van het NKO-gebied de volle

aandacht, dit altijd in intense samenwerking

met de andere orgaanspecifieke diensten van

het ziekenhuis. Denken we maar aan schedel-

basis- en traankanaalchirurgie, opticus de-

compressie, complexe hoofd-hals reconstruc-

ties in partnership met de diensten mond-,

kaak- en aangezichtschirurgie, neurochirurgie

en oftalmologie.

hoogtechnologischIn de geschiedenis van het NKO-specialisme

zien we telkens een sterke vooruitgang wan-

neer nieuw instrumentarium ons toelaat beter

te visualiseren, te inspecteren en te behande-

len. Ook op onze dienst wordt er aanhoudend

op zoek gegaan naar de nieuwste en beste

diagnostische en therapeutische methoden.

Een voorbeeld hiervan is de introductie van de

robot in de hoofd-hals chirurgie. Het aZ Sint-

Jan brugge-Oostende kan op dit vlak van mini-

maal invasieve chirurgie twee mooie primeurs

voorleggen. als eerste in belgië kunnen er

schildklieroperaties uitgevoerd worden via een

oksel (!)insnede en dit zonder één enkele spier

door te snijden. Daarnaast kunnen we, ook al

als eerste in Vlaanderen, de robot transoraal

inzetten in de strijd tegen moeilijk bereikbare

tumoren van pharynx en larynx. De genezing 4

Dr. Tom Vauterin

staflid NOK

campus Sint-Jan

mede namens alle stafleden NOK van aZ Sint-Jan brugge-Oostende aV

van de patiënt verloopt zo vlotter en met de

best mogelijke cosmetische resultaten.

andere recente bewijzen van de onafgebroken

implementatie en verbetering van NKO-tech-

nologie zijn: endoscopische sinuschirurgie,

cochleaire implantatie (een reguliere behan-

deling voor herstellen van de gehoorfunctie

bij kinderen en volwassenen die geen of een

beperkt restgehoor hebben), plaatsen van een

botverankerd hoortoestel, gehoorscreening,

videonystagmografie (een methode om even-

wichtsstoornissen beter te visualiseren en ge-

past te behandelen), laryngotracheoscopische

documentatie en archivering, radiologische

hoofd-hals investigaties, laser stemchirurgie

en hemostatische operatieve methodes.

nauwe samenwerkingmet andere disciplinesDoor haar centrale plaats in het lichaam en

door ziektes die jong en oud, man en vrouw

treffen heeft de NKO-specialiteit doorgaans

raakvlakken met nagenoeg alle andere

medische disciplines. De dienst NOK van het

aZ Sint-Jan brugge-Oostende streeft daarom

aanhoudend naar intensieve samenwerking

met verschillende andere medische diensten

(multidisciplinariteit), dit zowel voor frequent

voorkomende als voor complexere aandoe-

ningen. Sommige samenwerkingsverbanden

zijn op zeer regelmatige basis, waaronder de

gemeenschappelijke raadplegingen oncologie

met de dienst radiotherapie en het overleg in

verband met snurkpathologie, schildklieraf-

wijkingen en pediatrische luchtwegproble-

matiek. andere partnerships werden zelfs

reeds geïnstitutionaliseerd: de stemkliniek,

het neuro-otologisch en implantcentrum , het

oncologisch hoofd-hals centrum en het schisis

& craniofaciaal centrum. alle vormen van

samenwerking blijven natuurlijk altijd een

proces in beweging.

voortdurend groeiendDe belangrijkste activiteitenparameters blijven

stijgen. Zo steeg bijvoorbeeld in 2009 het

aantal nieuwe raadplegingen voor het vijfde

jaar op rij. Sedert 2005 laat zich hiermee een

globale stijging van bijna 50% patiënt-arts

contacten optekenen. We hopen met de komst

van een vijfde staflid aan deze toenemende

zorgvraag te kunnen blijven voldoen.

warm contactHet streven naar een warm onthaal voor de

patiënt en een comfortabele werkatmosfeer

blijven uitermate belangrijk. De wachtzaaltij-

den worden doelgericht zo kort mogelijk ge-

houden en programma’s worden ingesteld om

tegemoet te komen aan de bekommernissen

van de patiënt. Het programma waarbij ouders

bij het kind blijven in de operatiezaal loopt

intussen vlekkeloos. Tevens wordt geprobeerd

om de kwaliteit van bepaalde doelstellingen te

controleren door middel van klinische paden

(o.a. thyroïdectomie) en database beheer (o.a.

oncologische data).

globaliserendIn een mondialiserende wereld is het cruciaal

om verder te kijken dan eigen ziekenhuis en

regio. De stafleden zijn allen lid van verschil-

lende nationale en internationale verenigingen.

Ze spreken op, nemen deel aan en organiseren

geregeld congressen en symposia. Op deze

manier voelen we dat onze dienst ook wordt

gewaardeerd ver buiten ons eigen ziekenhuis

en buiten de regio. Getuige hiervan is bij-

voorbeeld de recent hernieuwde ministeriële

erkenning tot een volledige opleiding van 3

kandidaat geneesheer-specialisten NKO.

eén van de vele voorbeelden van verbeterde nKo-technologie

Cochleaire implantatie is in belgië een

reguliere behandeling voor kinderen en

volwassenen die geen of een beperkt

restgehoor hebben. De mate waarin deze

behandeling succesvol is, neemt door

technologische ontwikkelingen nog steeds

toe. Cochleaire implantatie blijkt door

het herstellen van de gehoorfunctie een

duidelijke, positieve impact te hebben op

de levenskwaliteit van haar gebruikers.

Een cochleair implantaat is een elektro-

nisch implantaat dat geluid omzet in elek-

trische pulsen die de gehoorzenuw direct

stimuleren. De elektroden in het toestel

nemen de functie van buiten-, midden- en

binnenoor inclusief de trilhaartjes in de

cochlea (slakkenhuis) over.

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

8.2728.918

9.88610.897

11.728 11.917

2004 2005 2006 2007 2008 2009

De robot bewijst ook zijn nut in de hoofd- en halschirurgie.

«ER WORDT aaNHOuDEND OP ZOEK

GEGaaN NaaR DE NIEuWSTE EN bESTE

DIaGNOSTISCHE EN THERaPEuTISCHE

METHODEN

»

TOTAAL AANTAL BEZOEKEN NOK

Page 5: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

77

LOGOPEDIE EN auDIOLOGIE

Met elkaar informatie uitwisselen,

behoeften kenbaar maken, meningen delen,

luisteren naar verhalen, spreken en horen,

schrijven en lezen, het lijkt

allemaal zo evident.

De vanzelfsprekendheid van communicatie, het wezenlijke kenmerk van ons mens-zijn,

slaat ons echter met verbazing wanneer we geconfronteerd worden met mensen wiens

communicatievermogen verstoord of zelfs volledig afwezig is. Hetzelfde geldt ook voor

samen van een maaltijd genieten, zich voeden, proeven, … ook dit lijkt allemaal zo logisch,

maar is het zeker niet voor mensen die niet of nog maar moeilijk kunnen slikken. Voor de

dienst logopedie en audiologie is het een missie om het communiceren en/of het slikken te

optimaliseren binnen de gegeven beperkingen van het individu.

2d … diversiteit en dynamiek Vooreerst telt de dienst vier logopedisten:

samen zorgen zij voor het klinisch onder-

zoek en de behandeling van allerhande taal-,

spraak-, stem- en slikstoornissen die zich in

het ziekenhuis aandienen. Deze stoornissen

kunnen een neurologische oorzaak hebben

(bvb. cerebrovasculair accident, dementie,

perifeer neurologische problemen, ...), van

structurele aard zijn (bvb. bij oncologische

processen in het hoofd- en halsgebied, cheilo-

gnato-palatoschisis, ...) of louter functioneel

zijn (bvb. mutationele falsetstem, bepaalde

articulatiestoornissen, ...). Het aanbod is

bijgevolg zeer divers en vergt een gespeciali-

seerde aanpak.

Daarnaast beschikt de dienst ook over twee

audiologen: zij doen in eerste instantie aan

gehooronderzoek en beschikken hiervoor

over tal van audiometrische testprocedures

om de ernst van gehoordaling te meten. Ze

zijn tevens betrokken bij het pre-, peri- en

postoperatieve beleid inzake cochleaire

implantatie. Daarnaast zijn ze ook bedreven in

het onderzoek van het perifere evenwichtsor-

gaan en in de behandeling van voornamelijk

positiegebonden duizeligheid.

De activiteiten (met als kerncijfer het aantal

prestaties per jaar, zie grafiek) binnen zowel

logopedie als audiologie tonen een duidelijk

stijgende trend, met 2009 als echt topjaar.

We kunnen hiervoor verschillende verklarin-

gen aanreiken. Zo was er in september 2008

de indiensttreding van een nieuwe voltijdse

audiologe. Daarenboven is er de laatste jaren

ook meer audiologische activiteit in het kader

van de cochleaire en andere implantaties,

en ook ten gevolge van de forse toename in

het aantal NOK-raadplegingen. bovendien

blijft de expertise van de audiologen inzake

het otovestibulair onderzoek een jaarlijks

hoger aantal doorverwijzingen voor perifeer

vestibulair bilan teweegbrengen. bij logopedie

is er weliswaar geen personeel bijgekomen,

maar we zien ook hier een globaal toene-

mende activiteit. Zo zijn er sedert augustus

2009 meer consultaties op de geriatrische

verpleegeenheden. Daarnaast mondt de rol

van een logopediste als care-manager binnen

het brugs oncologisch hoofd-halscentrum uit

in een verhoogd aantal patiënten die gespe-

cialiseerde logopedische zorgen krijgen in de

context van hun chirurgie, radiotherapie en/

of chemotherapie. bovendien heeft de dienst

vele lansen gebroken voor evidence-based

onderzoek en behandeling van slikstoornis-

sen en voor betere mondhygiëne bij diverse

patiëntengroepen. Daarnaast wordt de dienst

frequent ingeschakeld om rTMS-ondersteun-

de taaltherapie te geven. Dit zijn allemaal

voorbeelden van vrij gespecialiseerde functies

die laten blijken dat we een dynamische

dienst zijn, met de focus op vernieuwing en

vooruitgang.

76

Youri Maryn

hoofd logopedie

campus Sint-Jan

logopedie en audiologieZeg het maar... we luisteren!

0

2.000

4.000

6.000

8.000

2005 2006 2007 2008 2009

«DE DIENST VOOR

LOGOPEDIE EN auDIOLOGIE

IS EEN aCTIEVE EN DYNaMISCHE

DIENST MET DE FOCuS OP INHOuD

EN KWaLITaTIEVE ZORG

aaN HET INDIVIDu.

»

aaNTaL PRESTaTIES LOGOPEDIE EN auDIOLOGIE

LOGOPEDIE AUDIOLOGIE

zo breed als het ziekenhuisIn 2009 waren de logopedisten actief op 22

zorgvloeren doorheen het ziekenhuis.

De belangrijkste groep patiënten komt over-

duidelijk uit de neurologische hoek: vasculaire

neurologie, neurochirurgie, algemene neuro-

logie, verlengde neurologische revalidatie, en

bij extensie ook intensieve zorgen en midcare.

Dit zorgt ervoor dat patiënten met afasie (een

verworven neurologische taalstoornis, bvb. na

een cerebrovasculair accident), dysartrie (een

verworven neurologische spraakstoornis, ten

gevolge van bijvoorbeeld een hersentumor) en

neurologische dysfagie (een slikstoornis, bij

iemand met bijvoorbeeld multiple sclerose)

de meest prominente logopedische doelgroep

vormt. Een tweede belangrijke doelgroep

bestaat uit patiënten die werden doorver-

wezen vanuit de dienst voor neus-, keel- en

oorziekten & gelaats- en halschirurgie en de

dienst voor mond-, kaak- en aangezichtschi-

rurgie. Het betreft hier in hoofdzaak patiënten

met stem-, spraak- en slikstoornissen in de

context van chirurgie, radiotherapie en/of che-

motherapie in het hoofd- en halsgebied. We

kunnen in dit verband denken aan patiënten

met een totale laryngectomie, partiële laryng-

ectomie, partiële glossectomie, parotidecto-

mie, halsklierevidement, ... Een derde grote

groep wordt gevormd door de geriatrische

patiënten. Het betreft hier in hoofdzaak het

oppuntstellen van een optimale voedings- en

sliksituatie, om zo veilig mogelijk te slikken

en de kans op bijvoorbeeld aspiratiepneumo-

nie of malnutritie te minimaliseren. Spora-

disch komen ook stem, spraak en taal aan

bod in de logopedische begeleiding. Tenslotte

verlenen we, weliswaar minder frequent doch

telkens op medisch voorschrift, zorgen op tal

van andere verpleegvloeren, zoals bijvoor-

beeld pneumologie.

zowel buiten als binnenNaast logopedie bij gehospitaliseerde pati-

enten leveren we ook een aanzienlijk aantal

ambulante onderzoeken en behandelingen;

bijna één derde of 29,7% in 2009 om exact te

zijn. Dit is meteen het hoogste percentage

van de laatste vijf jaren. Deze ambulante

logopedie houdt voornamelijk het volgende

in: de verdere behandeling van mensen die

tijdens hun opname reeds door ons werden

opgevolgd in het kader van hun neurologische

of oncologische hoofd- en halsproblematiek;

de follow-up van kinderen met een lip-kaak-

verhemeltespleet in het kader van het schisis

& craniofaciaal centrum; en de screening, het

onderzoek en de behandeling van mensen

met een stemstoornis en/of een articulatie-

stoornis. Recent nog resulteerde doctoraat-

sonderzoek van de logopedist hoofd van de

dienst, in de ontwikkeling van de zogenaamde

‘acoustic Voice Quality Index’, een objectieve

maat om de ernst van heesheid te kwantifi-

ceren en de outcome van stemtherapie op te

volgen.

Page 6: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

9

Oog voor zorg

OOGHEELKuNDE

De oogheelkunde:

een “kleine “medische discipline

met oog voor subspecialisatie.

Oogheelkunde of oftalmologie is een medische discipline die zich bezighoudt met

aandoeningen van het visueel systeem. Het betreft uiteraard het oog, maar ook de visuele

banen en de oogadnexen zoals oogleden, oogkas en traanwegen.

Oogartsen dragen, door hun continue zorg voor het bewaren van een goed zicht,

in belangrijke mate bij tot het behoud van de levenskwaliteit van het individu.

Gezien de huidige evolutie in de oogheelkunde, met gerichte subspecialisatie, doen ze dit

hedentendage als nooit tevoren.

Oogheelkunde heeft een sterke evolutie

gekend, vooral de laatste decennia.

Ontwikkeling van gesofisticeerde

diagnostische apparatuur, verfijning van

het chirurgisch armentarium en innovatieve

nieuwe medicaties hebben geleid tot een

ongeziene vooruitgang in het behandelen van

oogproblemen allerhande.

Op de dienst oogheelkunde van de campus

Sint-Jan boden zich in 2009 niet minder dan

17.877 patiënten aan voor een raadpleging,

4.537 hiervan waren nieuwe patiënten.

Patiënten komen op eigen initiatief in het

kader van naam en faam van de dienst en

het ziekenhuis of worden doorverwezen door

huisartsen of door specialisten van diverse

disciplines van het ziekenhuis.

Subspecialisatie onder oogartsen heeft ertoe

geleid dat patiënten meer en meer worden

doorverwezen door oogartsen uit de brede

regio. Op deze manier profileert de dienst zich

als derdelijnscentrum.

subspecialisaties binnen oogheelkunde…

voorste oogsegmentheelkundeoogartsen binnen deze discipline houden

zich bezig met de behandeling van cataract

en aandoeningen van het voorste deel van

het oog. Cataract is een vertroebeling van de

ooglens waardoor het zicht wazig wordt en de

kleuren minder intens worden.

De behandeling van cataract bestaat uit een

operatie waarbij de ooglens wordt vervangen

door een kunstlens. De ingreep gebeurt via

daghospitalisatie onder lokale verdoving.

Via een kleine insnede wordt de lens door

middel van ultrasonen in kleine stukjes

verbrijzeld en opgezogen. Dit noemt men de

phaco-emulsificatietechniek. Een plooibare

kunstlens wordt nadien ingebracht.

Glaucoom is een subdiscipline binnen

de voorste oogsegmentheelkunde. Het

is een verzamelnaam voor een aantal

oogaandoeningen die als gemeenschappelijk

kenmerk hebben dat ze kunnen leiden tot

blindheid door afsterven van de oogzenuw.

Verhoogde druk speelt hierin een voorname

rol en de behandeling zal voornamelijk

gericht zijn op het verlagen van de oogdruk.

achterste oogsegmentheelkunde of chirurgische retina is een subspecialiteit

binnen de oogheelkunde die zich bezighoudt

met heelkunde van het netvlies en het

glasvocht. Chirurgische retina is een moeilijke

discipline en legt zich voornamelijk toe op

urgent te behandelen aandoeningen zoals

netvliesloslating en glasvochtbloeding.

medische retinaDeze subspecialisatie houdt zich bezig

met onderzoek en behandeling van

netvliesziekten. Verfijnde beeldvorming-

technieken zoals “fluorescentie- angiografie”

98

Dr. anne Dewachter

diensthoofd oogziekten

campus Sint-Jan

en “optical coherence tomografie” worden

gehanteerd om de structuur van het netvlies

en zijn bloedvaten beter aan te tonen.

Vaak volgt laserbehandeling of injectie van

medicatie in het glasvocht. Medische retina

kende de laatste jaren een sterke groei door

toename van het aantal diabetespatiënten en

door een exponentiële toename van bejaarde

patiënten met maculadegeneratie, gezien de

nu voorhanden nieuwe antivasculair growth

medicatie.

oculoplastische en orbita

Dit deelgebied van de oogheelkunde

behandelt afwijkingen ter hoogte van de

oogleden, traanwegen en oogkas. Het

betreft hier o.a. heelkundige correctie voor

een afhangend ooglid, een naar binnen

(=entropion) of naar buiten (=ectropion)

gekanteld ooglid, ooglidtumoren, esthetische

correctie van oogleden (=blefaroplastie), ...

bij een tranend oog probeert men de

bestaande afvoerkanalen te verbeteren (via

sondage of siliconeslangintubatie) of dient

een nieuw kanaal chirurgisch te worden

aangemaakt (=dacryocystorhinostomie).

De oogkaschirurgie richt zich dan weer op

tumoren rond het oog en op het corrigeren

van te sterk naar voor staande ogen bij

schildklierpathologie (Graves).

wat cijfermateriaal en…oog voor toekomstige zorg

Het oogartsenteam van het de campus Sint-

Jan brugge heeft zich vooral geprofileerd in

voorste oogsegmentheelkunde

(727 cataracten in 2009), chirurgische

retina (202 netvlies-vitrectomiën in 2009) en

medische retina (891 intravitreale injecties,

770 angiografiën,en 867 optical coherence

tomografieën in 2009). Oculoplastische

heelkunde is in volle groei gezien een oogarts

met specifieke bekwaming werkzaam

is binnen het team. Glaucoom wordt nu

uitgebouwd als subspecialisatie teneinde

deze “blinding disease” tijdig gericht te

behandelen.

Gezien de vergrijzing is er een te verwachten

gestage groei van het aantal patiënten met

cataract, glaucoom, diabetische retinopathie,

maculadegeneratie en netvliesproblemen.

Opvang van deze doelgroep blijft een

continue uitdaging en wordt gerealiseerd

niet alleen door de knowhow en ervaring van

de artsen binnen het team maar ook door

de competentie en continue inzet van de

medewerkers. Verpleegkundige medewerkers

assisteren niet alleen dagdagelijks bij

diagnostische procedures en ingrepen maar

hebben ook kennis bij de bediening van de

gevarieerde, technische apparatuur.

Oogartsen beseffen ten volle dat geen enkele

patiënt de kans op behoud van bruikbaar

zicht kan onthouden worden. De recente

evoluties op cardiovasculair en oncologisch

gebied hebben gezorgd voor een hogere

levensverwachting bij onze mensen. Dit langer

leven moet ook een kwaliteitsvol leven zijn.

Individuele zelfredzaamheid met bruikbaar

zicht is vooral ook voor de bejaarde patiënt

primordiaal. In die zin mogen we stellen dat

oogheelkunde als “kleine specialiteit” grootse

dingen realiseert en dit dank zij teamwerk en

gerichte subspecialisatie met steeds oog voor

nieuwe ontwikkelingen.

Subspecialisatie van artsen, gesofisticeerde apparatuur en technieken

en nieuwe medicatie maakt van de dienst een derdelijnscentrum.

Page 7: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

10 11

Centrale sterilisatie

CENTRaLE STERILISaTIE

De centrale sterilisatieafdeling

start met een campusoverschrijdende

samenwerking.

De centrale sterilisatieafdeling (CSA) staat in voor de centrale behandeling (reiniging,

desinfectie en sterilisatie) van alle instrumenten die bij de verzorging van de patiënt of bij

een chirurgische ingreep gebruikt worden. Ook de distributie van het instrumentarium

behoort tot het takenpakket.

Zonder een goed functionerende

CSa blokkeren de activiteiten in het

operatiekwartier, kunnen de kleine

interventies op de diverse poliklinieken

moeilijk doorgaan en worden de

verpleegeenheden niet tijdig van steriele

medische hulpmiddelen voorzien.

sterilisatie van Louis Pasteur tot nu behandeling van het instrumentarium

gebeurde vroeger op de plaats waar

het gebruikt werd. Vanaf de jaren ‘50

vond - onder druk van economische

factoren - een delokalisatie plaats. Naast

een kostenbesparing door het efficiënter

inzetten van de toestellen, was er een

kwaliteitsverhoging doordat speciaal

opgeleide medewerkers het instrumentarium

behandelden.

Europese normen krijgen meer en meer

impact op de centrale sterilisatieafdeling.

Er zijn de eisen van ziekenhuishygiëne en

preventie van ziekenhuisinfecties. Ziektes als

Creutzfeldt-Jacob, HIV, SaRS, hepatitis C, ...

drukken hun stempel op de werking van

dit departement. Zo is de invoering van een

strikte scheiding van de diverse zones een

must geworden. bij de vernieuwing van de

brugse afdeling in 2003 werd daar ten volle

rekening mee gehouden.

meer dan steriliserenInstrumentarium stop je niet zomaar in een

sterilisator. Het moet vooraf degelijk gereinigd

en gedesinfecteerd worden, om het resultaat

van het proces te kunnen garanderen

en om de medewerker te beschermen.

Spoeltoestellen en ultrasoontoestellen zijn

noodzakelijk voor een goede voorreiniging.

Daarnaast beschikken we over vijf was- en

desinfecteertoestellen.

Tussen het reinigen en de eigenlijke

sterilisatie gebeurt het verpakken,

verschillend naargelang het een individueel

instrument of een complexe instrumentenset

betreft. Zo blijft het gesteriliseerd instrument

tot op het moment van gebruik opgeslagen.

Sterilisatie met stoom bij 134 °C gedurende

vijf minuten is nog altijd de belangrijkste

sterilisatiemethode. In brugge beschikt de

afdeling over drie autoclaven van 950 l en een

autoclaaf van 190 l. Hulpmiddelen die deze

hitte niet verdragen, gaan bij 54 °C in één

van de 3 ethyleenoxide(gas)sterilisatoren of

in de ultramoderne gasplasmasterilisator

(waterstofperoxide).

De dienst sterilisatie staat ook in voor

het – arbeidsintensief- transport van de

gesteriliseerde goederen naar de klant.

Omwille van de ziekenhuishygiëne gebeurt

dit in een afgesloten wagen. En elke

transportwagen met vuil instrumentarium

wordt gewassen en gedesinfecteerd in een

speciaal ontworpen wagenwas. Dezelfde

wagen gaat later met steriele goederen terug

naar het operatiekwartier.

1110

Yvan De baere

hoofdverpleegkundige centrale sterilisatie

campus Sint-Jan

Op de campus brugge telt de afdeling 25

personeelsleden (~22 FTE), in Oostende 11

medewerkers (~7,50 FTE). De apotheker is

verantwoordelijk voor de geleverde kwaliteit.

Hij doet dit in nauwe samenwerking met

de hoofdverpleegkundige, die ook de

personeelsaangelegenheden coördineert.

Teamleiders staan in voor de opvolging van de

dagelijkse activiteiten. 80% van de activiteit

is voor het operatiekwartier. Elk van de

consultaties, medisch-technische diensten en

verpleegeenheden behoort tot onze klanten.

mee met de tijdIn het ontwerp van de afdeling kreeg

ergonomie de nodige aandacht. alle

controle- en inpaktafels zijn bijvoorbeeld in

de hoogte verstelbaar. De controle van het

instrumentarium en de samenstelling van

de sets kan de medewerker zittend doen.

Wat de stoomsterilisatoren betreft, is er

bewust gekozen voor het type “vloerlader”:

de transportwagen met de te steriliseren

goederen rijdt de autoclaaf gewoon binnen.

Zo moet de medewerker minder tillen en

verkleint het risico op beschadiging van

verpakkingen.

Ook de informatica kreeg haar

rol met de ontwikkeling van een

instrumentenvolgsysteem, met als resultaat

een performant kwaliteitssysteem. We weten

nu welke sets aan welke dienst toebehoren.

Door barcode-scanning is het mogelijk om op

ieder ogenblik op te sporen waar een set zich

bevindt. bij de samenstelling van een set kan

de medewerker op correcte inhoudslijsten en

fotomateriaal steunen. In het operatiekwartier

scant de OK-verpleegkundige sets bij het

begin van de operatie zodat we elke gebruikte

set aan een patiënt kunnen koppelen.

Continu komen er nieuwe uitdagingen op ons

af. De doorbraak van de dagchirurgie leidde

tot meer sets en heeft het werkaanbod in de

CSa in de tijd verplaatst. De kleinere ingrepen

gebeuren vaak in de voormiddag met een

snelle behandeling van instrumentensets tot

gevolg. Zwaardere ingrepen vinden later op

de dag plaats zodat een aanpassing van de

uurroosters nodig werd. Een ander gegeven

is dat het instrumentarium steeds complexer

en fragieler wordt. Dit houdt ook verband met

de toename van de endoscopische ingrepen

en met de robotchirurgie. De opleiding van

het personeel met aandacht voor permanente

vorming is hier een erg belangrijk item. Het

opleidingsniveau bij aanvang van de job is nog

steeds een discussiepunt.

Csa maakt zich klaar voor meer campusoverschrijdende werkingHet campusoverschrijdende projectteam

CSa heeft in 2009 de verschillen tussen

de brugse en Oostends campus op gebied

van architectuur, infrastructuur,

werkprocedures, logistieke processen,

personeelsomkadering, … geïnventariseerd.

De directie en het projectteam willen op beide

campussen de hoogste kwaliteit bereiken,

daar hebben zowel de gebruiker van een

medisch hulpmiddel als de patiënt recht op.

Vanaf 2010 komen er gemeenschappelijke,

campusoverschrijdende werkprocedures.

Hiertoe wordt er op de campus Oostende in

de afdeling geïnvesteerd ter verhoging van

de kwaliteit (efficiëntie en effectiviteit), de

werkomstandigheden alsook de service naar

de interne klanten.

Het is duidelijk dat zo’n samenwerkings-

project van verschillende partijen heel

wat tijd en energie vraagt en ook veel

uitdagingen inhoudt. De eerste stap is gezet

en constructief bouwen we samen verder aan

een kwaliteitsvolle dienstverlening.

Page 8: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

1313

Behandelen en vermijden van lymfoedeem

MICROCHIRuRGISCHE LYMFOVENEuZE DERIVaTIE

Lymfoedeem ontstaat door een

onderbreking van de lymfe-afvoer

ter hoogte van arm of been.

Iedereen heeft het al ooit gezien: mensen die een bruine armkous dragen, dikwijls met

handschoen maar toch nog met een zichtbare zwelling van de vingers. Ze lijden aan

lymfoedeem, wat als zeer handicaperend wordt ervaren. Lymfoedeem ontstaat door

een onderbreking van de lymfe-afvoer ter hoogte van arm of been. Het gevolg is dat het

lymfevocht niet meer kan doorstromen van de arm naar de bloedcirculatie achter het

sleutelbeen, of vanuit de onderste ledematen naar de buik toe. Armoedeem is bijna altijd

het gevolg van het wegnemen van aangetaste okselklieren bij borstkanker. Lymfoedeem

van de onderste ledematen kan aangeboren zijn (te weinig of geen lymfeklieren in de lies of

buikholte), kan ontstaan na een heelkundige ingreep waarbij lymfeklieren verwijderd zijn,

of na een trauma met onderbreking van de lymfecirculatie.

Patiënten met borstkanker bij wie de

okselklieren werden weggenomen

hebben 30% kans op het ontwikkelen van

lymfoedeem. Dit kan reeds kort na de ingreep

optreden, maar ook jaren later. Er is nog geen

verklaring voor het feit dat de ene patiënt wel

en de andere geen lymfoedeem ontwikkelt.

Vermoedelijk volgt het lymfevocht een

alternatieve route zodat er geen lymfoedeem

ontstaat. Deze alternatieve routes kunnen

moeilijk in kaart gebracht worden:

lymfebanen zijn maar 0,5 mm tot 1 mm “dik”

en er is geen enkel (radiologisch) onderzoek

om deze te visualiseren.

Kinesitherapie helpt niet steedsLymfoedeem in de ledematen kan zeer

uitgesproken zijn met volumeverschillen

van 1500 ml t.o.v. de “gezonde“ zijde. Het

gevolg is een zwaar gevoel, het onmogelijk

kunnen heffen van zware voorwerpen,

bewegingsbeperking, slechts kleine afstanden

kunnen stappen, zonder het te hebben over

het esthetisch aspect van een “dikke” arm

of been.

De hoeksteen in de behandeling van

lymfoedeem blijft in eerste instantie de

kinesitherapeutische aanpak: een combinatie

van manuele lymfedrainage, meerlagig

12

Dr. Roel Venken

staflid algemene heelkunde

campus Henri Serruys

bandageren, pressotherapie en het dragen

van compressiekledij. Eiwitarm dieet?

Nutteloos. Vochtafdrijvers? Mogen slechts

korte tijd gebruikt worden en bestendigen het

lymfoedeem bij langdurig gebruik.

Wat als er na 3 tot 6 maanden conservatieve

behandeling geen beterschap optreedt?

Lange tijd stond de chirurgievrij machteloosIn het verleden zijn er verschillende

chirurgische technieken beschreven met zeer

wisselend succes. Zijden draden werden in

het onderhuids vetweefsel geïmplanteerd

en via de huid naar buiten gebracht om

overtollig lymfevocht te laten wegvloeien.

uitgebreide elliptische resecties van

overtollige huid en onderhuids vetweefsel

werd toegepast met uitgesproken littekens

en met risico op contracturen met pijn en

bewegingsbeperkingen tot gevolg. Plastisch

chirurgen passen nog steeds liposucties

toe met wegzuigen van de oedemateuze

onderhuidse weefsels. Nadeel is dat deze

patiënten levenslang een compressiekous of

–mouw moeten dragen.

Met de intrede van de microchirurgie konden

lymfebanen en lymfeklieren peroperatief

beter gevisualiseerd worden en ontwikkelden

er zich microchirurgische technieken.

Lymfeklieren werden op aders gemonteerd

maar zonder afdoend resultaat. Lymfebanen

werden in aders gebracht maar ook deze

verbindingen waren geen lang leven

beschoren want er was rechtstreeks contact

tussen het uiteinde van de lymfebanen met

de bloedcirculatie waardoor hoog risico op

klontervorming en dus blokkeren van de

lymfe-afvloei.

microchirurgische lymfoveneuze derivatie voor de behandeling van een bestaand lymfoedeem

Een tiental jaar geleden kwam een

Italiaanse chirurg op het lumineuze idee

om een verbinding te maken tussen

lymfebanen en aders zónder risico op

klontervorming. Hij maakt gebruik van

het unieke kleppensysteem in de aders

waardoor bloed maar in één richting kan

stromen. Lymfebanen worden in de aders

geïmplanteerd zonder rechtstreeks contact

tussen het uiteinde van de lymfebanen en

de bloedcirculatie. Lymfevocht vloeit door

de verbinding terwijl het bloed niet kan

terugstromen naar de verbinding, precies

door dit uniek unidirectioneel klepsysteem in

de aders.

Na een intensieve opleiding in Genua passen

wij deze techniek, “de microchirurgische

lymfoveneuze derivatie”, in het Henri

Serruysziekenhuis toe sinds eind 2003.

Sindsdien hebben vele patiënten uit heel

Vlaanderen en zelfs Nederland de weg

gevonden naar onze kliniek. De gemiddelde

volumereductie bedraagt 60% maar is sterk

afhankelijk van het tijdstip waarop de patiënt

zich aanmeldt: hoe sneller het oedeem

behandeld wordt, hoe beter de resultaten.

Zowel arm- (insnede ter hoogte van

bovenarm) als beenoedeem (insnede ter

hoogte van lies of onderbeen) komt voor deze

microchirurgische techniek in aanmerking.

Is lymfoedeem te vermijden bij een volledige okselklieruitruiming?Tot enkele jaren terug ging oncologische

borstchirurgie systematisch gepaard

met een klassieke okselklieruitruiming

(wegnemen van 10 tot 15 lymfeklieren),

ongeacht tumorgrootte of al dan niet

aantasting van de lymfeklieren. Ondertussen

maakten okselsparende technieken opgang

(schildwachtersklier of sentinel node).

De nieuwe okselsparende technieken

vermijden onderbreking van de lymfe-afvloei

van de arm en dus ook lymfoedeem, een

heuglijke evolutie. Een klassieke volledige

okselklieruitruiming blijft echter nodig als

de okselklieren zijn aangetast. bij deze

patiënten blijft het risico op het ontwikkelen

van lymfoedeem bestaan. Sinds twee

jaar wordt protectieve microchirurgische

lymfoveneuze derivatie van de oksel

uitgevoerd, reeds tijdens de borstoperatie

met okselklierwegname. Zoals hierboven al

beschreven, worden lymfebanen in de aders

geïmplementeerd en wel om lymfoedeem te

vermijden. De ingreep vindt dus niet plaats

ter hoogte van de bovenarm zoals bij een

bestaand lymfoedeem, maar in de oksel op

het moment van de okselklierwegname. Er

is dus geen onderbreking in de lymfe-afvloei

die ontstaat door de okselklierwegname.

afhankelijk van de patiënt wordt dus de

chirurgische techniek aangepast, zodat er

ofwel okselsparing is, ofwel lymfoedeem

wordt vermeden.

«Na DE INGREEP VOLGENS

DEZE uNIEKE TECHNIEK

IS ER EEN VOLuMEREDuCTIE

VaN GEMIDDELD 60%

»

Page 9: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

15

Nieuwe uitdagingen voor de laboratoria

LabORaTORIa

Een geschiedenis van explosieve groei. Toen in 1976 het laboratorium in het nieuwe AZ Sint-Jan de eerste monsters ontving, bood

het een mooie werkomgeving en uitdaging aan 4 biologen en 78 medewerkers. Klinische

biologie was in volle evolutie: de automatisatie van chemische analyses ontwikkelde zich

met rasse schreden en het uitbreidend spectrum van medische specialiteiten eiste van het

laboratorium steeds meer specifieke onderzoeken.

Onze voorgangers kozen voor investering

in mensen, techniek, apparatuur en

superspecialisatie. Consequent bouwden

dokters Spincemaille en blaton, Van Landuyt

en Criel, hun respectievelijke diensten voor

scheikunde, microbiologie en hematologie

uit, en ontplooide mevrouw Rosseneu met het

Simon Stevin onderzoekscentrum een heel

bijzondere ambitie naar wetenschappelijk

onderzoek. Deze strategie bleek succesvol,

want tussen 1976 en 1990 werden de

laboratoria van het aZ Sint-Jan zowel

technologisch als medisch toonaangevend

voor universitaire en niet-universitaire

ziekenhuizen. bij de milleniumwissel stonden

de laboratoriumdiensten voor microbiologie,

scheikunde en hematologie nog steeds aan

de top en hadden 8 artsen, méér dan 100

technologen en 7 universitaire medewerkers

een echte onderneming opgebouwd die in 2008

méér dan 320.000 monsters verwerkte en een

omzet van 18,3 miljoen euro realiseerde. Naast

de zogenaamde basis-biologie waren nieuwe

en sterk klinisch georiënteerde vakgebieden

uitgebouwd om de steeds toenemende

specialistische geneeskunde in ons ziekenhuis

te ondersteunen: oncologische hematologie,

infectieziekten, ziekenhuisinfectiebeheersing,

toxicologie, in vitro fertilisatie, hormonologie en

lipiden-onderzoek, alsook de meest moderne

aspecten van transfusiegeneeskunde. Sinds

het jaar 2001 is het deelgebied typering HLa

(Humaan Leukocyten antigeen) erkend door

de European Federation for Immunogenetic,

zonder dewelke stamceltransplantatie in ons

ziekenhuis onmogelijk zou geweest zijn.

2009, een belangrijk jaarZoals vele bedrijven, stuitte ook het

laboratorium vervolgens op uitdagingen

die exponentiële groei steevast met zich

meebrengen: stroomlijnen van een steeds

complexer productieproces, uitbouwen van een

betere communicatie onder alsmaar sterker

afgelijnde eilanden van laboratoriumactiviteit,

kiezen voor de meest geschikte investeringen

binnen een evenwichtige ontwikkeling onder

de verschillende activiteiten, uitbouw van

een kwaliteitssysteem doorheen de gehele

laboratoriumorganisatie, ... Een externe

audit bracht in 2008 de vinger aan de pols en

adviseerde een nieuwe laboratoriumstructuur,

die in 2009 werd uitgewerkt na een

beheerskundig proces waarbij missie,

toekomstgerichte visie en strategie werden

ontwikkeld en vastgelegd.

van drie laboratoria naar één dienst voor laboratoriumgeneeskundeDe klassieke departementstructuur van

4 diensten en 4 diensthoofden (klinische

scheikunde, hematologie, microbiologie,

logistiek en coördinatie) wordt verlaten en

vervangen door een tweelagige structuur,

waarbij medisch-strategische en operationele

opdrachten duidelijk van elkaar worden

losgemaakt en respectievelijk toevertrouwd

aan een medisch diensthoofd-directeur en aan

een operationeel hoofd.

bij deze herstructurering mocht de verworven

medische expertise van de vroegere diensten

niet verloren gaan, integendeel, deze wordt nog

meer uitgebouwd.1514

Dr. bart Gordts

medisch hoofd - directeur dienst laboratoriumgeneeskunde

campus Sint-Jan

Er worden daarom, in de plaats van de

vroegere laboratoriumdiensten en eerder

vanuit de invalshoek van ziektebeelden en

klanten, nieuwe medische deelgebieden

gedefinieerd zoals endocrinologie, hema-

tologische oncologie, reproductieve genees-

kunde, infectieziekten/antibiotherapie, cardio-

vasculaire diagnostiek en risicobepaling, ...

In elk van deze deelgebieden kiest één

verantwoordelijk klinisch bioloog voor de

beste analytische methodes, bepaalt de

kwaliteitsvereisten en verzorgt de medische

vertaling naar voorschrijver en patiënt. De

omvorming naar medische deelgebieden

creëert een grote herkenbaarheid naar de

klant door rechtstreekse communicatie tussen

de gespecialiseerde klinisch bioloog en de

voorschrijver en verhoogt de impact van de

laboratoriumresultaten op de outcome van de

patiënt. Daarenboven bereidt het laboratorium

zich hierdoor beter voor op integratie in

zorgpaden.

Een laboratorium kan maar economisch en

kwalitatief succesvol zijn indien het totale

productieproces geoptimaliseerd is. Daarom

wordt het gehele analytische proces in een

tweede dimensie en los van de medische

deelgebieden, ingedeeld in operationele

entiteiten. binnen elke operationele entiteit

voeren laboratoriumtechnologen met bepaalde

technieken en automaten onder de leiding van

één operationeel hoofd (arts - klinisch bioloog),

analyses uit in opdracht van de verschillende

medische deelgebieden.

missie, visie en strategieDe core-business van het laboratorium

bestaat er in om de meest geschikte in-vitro

analyses uit te voeren, de resultaten medisch

te interpreteren en dit alles accuraat te

communiceren. Op die manier is de dienst

laboratoriumgeneeskunde een medische

partner van de artsen-specialisten van het

aZ Sint-Jan brugge-Oostende en daarbuiten,

die hen bijstaat om de diagnose van hun

patiënten vast te stellen en de behandeling

op te volgen.

Vernieuwen en anticiperen enerzijds en

zorgexcellentie anderzijds zijn de kernpunten

van de laboratoriumstrategie om vanuit zijn

domein bij te dragen tot de ziekenhuisvisie

“innovatieve referentiezorg voor iedereen”.

Immers is de belangrijkste uitdaging voor de

ziekenhuislaboratoria om zowel basis- als

zeer gespecialiseerde analyses blijvend aan

te bieden in een kader van gegarandeerde

en gecontroleerde kwaliteit, tegen de meest

economische prijs en met een medische

meerwaarde over externe, industriële

laboratoria. Daarvoor is procesoptimalisatie

van de core-business nodig en professioneel

management in nauwe samenwerking met

het ziekenhuisbeheer. Daardoor zal het

laboratorium van het aZ Sint-Jan brugge-

Oostende campus brugge het voortouw blijven

nemen en bepalen waar de belgische norm

voor laboratoriumgeneeskunde moet en

kan liggen.

Professioneel personeelsbeleidWeinig andere sectoren in en buiten ons

ziekenhuis realiseerden in de laatste 20 jaar,

tegen de trend van toenemende forfaitarisering

in, een omzetstijging van meer dan 600% met

een personeelstoename van (slechts) 38%,

gecombineerd met ongeziene vereisten voor

accreditering, externe controles en supervisie

door de overheid.

Succesvolle en kwalitatieve dienstverlening

kan slechts bereikt en behouden worden door

een goed personeelsbeleid. De professionele

“excellentie” van de medewerkers vertaalt

zich in hun adequate opleiding en bijscholing

maar evenzeer in hun sterke betrokkenheid

bij het dagelijkse kwaliteitsdoel in ruime zin.

automatisatie is de boodschap, maar niet als

vervanging van competente medewerkers.

Zo koos het aZ Sint-Jan aV ervoor om MRSa

op te sporen bij alle patiënten in het begin

van hun opname. als eerste in belgië maakte

ons laboratorium daarvoor gebruik van

hoog-technologische robotisatie zodat meer

dan 30.000 bijkomende bacteriologische

onderzoeken gerealiseerd worden door

het bestaand en bijgeschoold team van

technologen.

Tevens boekte het laboratorium in 2009 ook

andere belangrijke successen: het bekwam

accreditatie door de bevoegde overheid voor

nieuwe moleculaire biologische technieken en

FISH (bELaC), voor de banken van menselijk

lichaamsmateriaal (FaGG), en bekwam een

uitbreiding van erkenning voor neonatale

screening van metabole aandoeningen

voor 2 jaar.

verdere uitdagingenDe herstructurering van de laboratoria is

niet afgewerkt en belangrijke investeringen

in mensen en middelen kondigen zich

verder aan. De inplanting van het nieuw

laboratoriumgebouw boven de dienst

spoedgevallen verplicht de dienst om het

productieproces verder in vraag te stellen

en te optimaliseren. aanwerving en continue

bijscholing van medewerkers zijn, naast

economisch verantwoorde innovatieve

investeringen, de succesfactor bij uitstek voor

de afwerking van een streng maar efficiënt

kwaliteitssysteem dat alle interne en externe

audits kan doorstaan en de noodzakelijke

erkenningen voor klinische topdiensten van

ons ziekenhuis garandeert. Het ontbreekt

m.a.w. niet aan verdere uitdagingen.

Page 10: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

17

sPeCT/CTop de campus Henri serruys

Het Henri Serruysziekenhuis

was in januari 2008 het eerste ziekenhuis

in Vlaanderen dat een SPECT/CT-toestel

met diagnostische CT heeft aangeschaft.

De SPECT/CT biedt een belangrijke meerwaarde voor onderzoeken van het skelet,

hersenen en schildklier, het zijn dan ook deze toepassingen die het grootste deel van de

onderzoeken omvat. Het toenemende aantal externe verwijzingen voor deze toepassingen,

alsook de verworven knowhow gedurende de voorbije twee jaar, heeft de dienst nucleaire

geneeskunde de mogelijkheid gegeven om zich te profileren als referentiecentrum inzake

hybride beeldvorming binnen de conventionele nucleaire geneeskunde.

16

Dr. Kristoff Muylle

diensthoofd nucleaire geneeskunde

campus Henri Serruys

SPECT/CT

SPECT/CT biedt een belangrijke meerwaarde voor onderzoeken

van skelet, hersenen en schildklier.

Deze externe verwijzingen zijn de belangrijkste

groeipool en zijn ontegensprekelijk het

resultaat van de uitstekende service

door een sterk gemotiveerde equipe van

verpleegkundigen en artsen. Zowel de

dienstverlening naar de verwijzende artsen

en in het bijzonder naar de patiënten is een

topprioriteit. Het stokpaardje is de vriendelijke

en patiëntgerichte aanpak, waarbij getracht

wordt voldoende tijd te voorzien om patiënten

op hun gemak te stellen en de nodige

uitleg te geven betreffende de uitgevoerde

onderzoeken.

De significante toename van het aantal

onderzoeken laat de dienst nucleaire

geneeskunde toe om verder te investeren in

mensen en middelen. De capaciteit van de

dienst nucleaire geneeskunde op Campus

Henri Serruys is beperkt; de maximale

capaciteit van een SPECT/CT-toestel (met

behoud van hoge kwaliteit van de uitgevoerde

onderzoeken) is ongeveer 250 onderzoeken

per maand. Dit aantal werd reeds gehaald in

het laatste kwartaal van 2009 en het eerste

kwartaal van 2010. De actuele stijging van het

aantal onderzoeken kan op korte termijn (1-2

jaar) leiden tot wachtlijsten van een week of

meer tijdens piekmaanden.

De huidige ontwikkelingen in de nucleaire

geneeskunde spitsen zich voornamelijk toe op

ontwikkeling van nieuwe tracers voor PET en

therapeutische toepassingen.

Het fusieziekenhuis aZ Sint-Jan brugge-

Oostende aV biedt door de schaalvergroting

verscheidene opportuniteiten, zoals de

plaatsing van een PET/CT-toetsel (gezien de

mogelijke uitbreiding van het aantal erkende

PET/CT-installaties), alsook de ontwikkeling

van een radiofarmacie en het aanbieden van

meer gespecialiseerde

onderzoeken en behandelingen. Deze nieuwe

opportuniteiten en ontwikkelingen dienen

te worden vertaald in de ambitie van de

dienst nucleaire geneeskunde om via een

multidisciplinaire samenwerking met de

diensten oncologie, medische beeldvorming

en radiotherapie een referentiecentrum

voor moleculaire beeldvorming en therapie

uit te bouwen met de mogelijkheid tot

subspecialisatie in specifieke domeinen

binnen de nucleaire geneeskunde zoals

cardiologie, neurologie, oncologie, hemato-

oncologie en therapeutische toepassingen

(radionuclidentherapie, radio-embolisatie

en IMRT).

2008 2009

EVOLuTIE aaNTaL ONDERZOEKEN SPECT PER MaaND

0

50

100

150

200

250

300

We voorzien voldoende tijd om de patiënt op zijn gemak

te stellen en om uitleg te geven.

Page 11: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

‘Gefaseerde versterking’

Mobiele equipe op de campus sint-Jan

De mobiele equipe is door het KB van 15 februari 1999, art. 2 §12 voorzien in de

ziekenhuizen. De toepassing van deze wetgeving was in de ziekenhuizen zeer verschillend

en werd soms gebruikt om structurele tekorten op te vangen. De mobiele equipe kreeg vanaf

dan gestalte in verschillende ‘flexteams’ per sector, inzetbaar enkel in de vroegdienst.

De toewijzing aan een afdeling kon al dan niet van langere duur zijn.

Door het Kb mobiele equipe van van

19 september 2008 werd een gefaseerde

versterking met 2.309 voltijdse eenheden

voor belgië voorzien: de inzet van de mobiele

equipe dient om zieken op te vangen, om

onvoorziene perioden van drukte op te

vangen, om het bijwonen van bijscholing

of vergaderingen waar te maken. Het

gezond roosteren van het vaste team van

een verpleegeenheid zou daardoor beter

gerespecteerd kunnen worden. Er werd

een financiering in verschillende fases

voorzien (gekoppeld aan een pilootfase met

geselecteerde ziekenhuizen) en het aantal

VTE werd anders berekend. Voor de campus

brugge betekent dit 14,8 VTE op 1 juli 2009

(en 29,2 VTE tegen 1 januari 2011).

In 2008 werden op de campus Sint-Jan

verschillende stappen gezet om tot één

mobiele equipe te komen: aanstelling

van een hoofdverpleegkundige voor de

mobiele equipe; samenvoeging van het

bestaande ‘flexteam’; de verworven

uurregeling is gewaarborgd en er is respect

voor de eigenheid en de expertise van

verpleegkundigen die reeds in de mobiele

equipe werken.

In 2009 werden verdere stappen gezet voor de

realisatie van de mobiele equipe volgens het

Kb 19 september 2008: een interne vacature

voor de mobiele equipe; de beoordeling van de

kandidaten; mutatie naar de mobiele equipe

vanaf najaar 2009. Voor de verdere uitbouw

van het team is uitsluitend gekozen voor

verpleegkundigen met ervaring en dus geen

schoolverlaters. Ook de uurregeling werd

aangepast: geen nacht- en weekenddienst.

De mobiele equipe is inzetbaar op algemene

afdelingen chirurgie, inwendige geneeskunde,

gespecialiseerde diensten, operatiekwartier

en intensieve diensten.

Eind december 2009 bestond het team uit

15,45 VTE. Een geleidelijke uitbreiding van het

team wordt gerealiseerd tegen eind 2010.

organisatie voor de inzet van de mobiele equipe: uitgangspuntenDe hoofdverpleegkundige van de

mobiele equipe beschikt over een aantal

basisgegevens: het aantal VTE van

elke afdeling per maand, de normale

dagbestaffing van elke afdeling, een

18

Hans Declercq

hoofdverpleegkundige mobiele equipe

Els Vanblaere

verpleegkundig directeur

MObIELE EQuIPE

19

Eind 2009 telde de mobiele equipe van Brugge

al meer dan 15 voltijdse eenheden. Verwacht wordt dat dit aantal

begin 2011 een verdubbeling kent.

online activiteitenscherm met de actuele

bedbezetting en de in- en uitstroom van

patiënten. Er is maandelijks overleg tussen

de verpleegkundige directie en de hoofd-

verpleegkundige van de mobiele equipe om

een inschatting voor de volgende maand te

maken. Die inschatting gebeurt aan de hand

van de gegevens per afdeling, de nieuwe

verpleegkundigen, de mutaties, de geplande

vormingen of teamvergaderingen en de reeds

gekende zieken. Een aantal diensten krijgt in

functie van de eigen VTE in die maand voor

één maand x-aantal uren hulp toegekend. De

hulpvragen worden per maand ook opgevolgd

per afdeling. Er is een keuze gemaakt om

maximum aantal inzetbare krachten vrij te

houden voor acute vragen, dit in tegenstelling

tot vroeger. De acute vragen worden

gecentraliseerd bij de hoofdverpleegkundige.

Er is maandelijks ook een teamoverleg met

de leden van de mobiele equipe. Tijdens dit

overleg wordt informatie gegeven, worden

afspraken gemaakt, wordt onderling van

elkaar geleerd. Ook de opvolging van de

hulpvragen wordt besproken.

verwachtingen t.o.v. teamlidmobiele equipeDe verpleegkundige is geen expert met

betrekking tot de afspraken van de afdeling

en komt (mee)werken met het vaste team. De

medewerker kan expert zijn in een deelgebied

van verpleging en komt samenwerken om

de zorg op de afdeling te helpen realiseren.

Deze kracht is verantwoordelijk voor de eigen

gestelde verpleegkundige handelingen en

activiteiten. Het vast team van de afdeling

zorgt ervoor dat een teamlid van de mobiele

equipe vragen kan en mag stellen.

Positieve effectenDe hulpvragen worden gemiddeld voor 89%

ingevuld. De inzetbaarheid is verhoogd door

het toewijzen op dagbasis zodat een meer

stabiele dagbestaffing van verpleegkundigen

gerealiseerd wordt. Er is een uitbreiding

van hulp bieden in de ‘normale’ uren van

verpleegkundige zorg. Er wordt op meer

afdelingen hulp geboden. Door te werken met

één centraal nummer is de bereikbaarheid

hoger. Er is transparantie over de

inzetbaarheid van de mobiele equipe waardoor

hoofdverpleegkundigen van afdelingen

zelfcorrigerend werken inzake hulpvragen.

Er is een positief gevoel bij de medewerkers

van de mobiele equipe omdat ze effectief meer

hulp bieden. Er zijn nog kandidaten om te

muteren naar de mobiele equipe.

HULPVRAAG HULP BIEDEN

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

HuLPVRaaG VERSuS HuLP bIEDEN 2009 (PER MaaND)

Page 12: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

21

van strategische doelstellingnaar voelbare patiëntvriendelijkheid

PaTIëNTVRIENDELIJKHEID

Onze klanten zitten in een kwetsbare,

afhankelijke positie en staan frequent

onder emotionele spanning.

De manier waarop de patiënten als mens benaderd en behandeld worden kan de

ongemakken, onzekerheden en angsten van een ziekenhuisbezoek verzachten.

Zorgzaamheid, medeleven, begrip,… kunnen het verschil maken in de beleving

van de patiënt. Via allerlei initiatieven - gaande van het afnemen en bespreken van

patiënteninterviews tot het opzetten van trainingstrajecten - stimuleren we het

klantvriendelijk gedrag van medewerkers. We zoeken manieren om ook als organisatie

klantgerichter te worden.

Klantgerichtheid:meer dan vriendelijk zijnWat is klantgerichtheid? Het is veel

meer dan vriendelijk zijn. als we de term

klantgerichtheid, klantvriendelijkheid

uitklaarden, werden ons een aantal cruciale

competenties van medewerkers duidelijk.

We vragen van elk van onze medewerkers een

engagement op vlak van klantgerichtheid.

Patiëntgerichtheid beschouwen we als een

kerncompetentie en zal dus een rol spelen

in het personeelsbeleid met een plaats

binnen aanwerving, selectie en inwerking.

Het wordt een thema binnen functionerings-

en evaluatiegesprekken. als organisatie

engageren we ons tot het nemen van de

nodige initiatieven om de klantgerichtheid van

de medewerkers te ondersteunen.

alle neuzen in dezelfde richting Het startschot van het project werd

gegeven met interactieve sessies voor

140 leidinggevenden. Kleine groepjes,

samengesteld uit leidinggevenden van

verschillende disciplines, kregen allerlei

opdrachten. Het doel was te toetsen

of er een draagvlak was voor wat een

beperkte werkgroep gedefinieerd had als

klantgerichtheid. De leidinggevenden werden

uitgedaagd om stil te staan bij hun eigen

gedrag en over hoe ze met hun medewerkers

omgaan. De opdracht om per groepje een

spreuk te bedenken, zorgde voor de nodige

dynamiek. De sessies werden afgerond met

info over het project en een behoeftenanalyse.

Inspirerende leidersDirectie, leidinggevenden en artsen hebben

een voorbeeldfunctie. Hoe zij met hun

medewerkers omgaan, is bepalend voor de

bejegening van medewerkers onderling en

van de patiënt. Leidinggevenden coachen

hun medewerkers net zo goed op vlak

van klantgericht gedrag als op vlak van

technische competenties.

Om hun team dagdagelijks te motiveren

in het klantgericht werken, kregen 38

leidinggevenden handvaten aangereikt door

een externe coach.

2120

Jane Vanhaute

stafmedewerker zorg

campus Sint-Jan

zelfinzicht: het begin van alle wijsheidOmdat kritische zelfreflectie een onmisbare

stap is bij attitudeverandering, werd een

zelfreflectietool gecreëerd. Door stil

te staan bij het eigen gedrag, krijgt de

medewerker inzicht in eigen sterktes en in

aandachtspunten.

spiegeltje spiegeltje aan de wand… hoe zien patiënten ons? Ieder van ons, en ook de organisatie heeft

zijn blinde vlekken. Daarom is het cruciaal te

weten hoe patiënten ons zien. Dat komen we

te weten door het afnemen van interviews met

de patiënten zelf. De concrete voorbeelden en

ervaringen van de vraaggesprekken worden

teruggekoppeld naar de diensten en gebruikt

in trainingen. De uitdaging om met z’n allen

de zorg steeds menselijker te maken gaat

door in de komende jaren.

«

KLaNT- EN PaTIëNTGERICHTHEID

bESCHOuWEN WE aLS

EEN KERNCOMPETENTIE VaN

ONZE MEDEWERKERS

»

«

VRIENDELIJKHEID HEELT

»

Page 13: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

23

1 april 1969, de allereerste MuG-uitruk met hoogopgeleid personeel vanuit het operatiekwartier.

40 jaar later zijn er zo’n 2.050 MuG-interventies per jaar, waarvan één derde met de MuG-heli.

In 1970 ontstond de zelfstandige spoedgevallendienst op de campus ‘Minnewater’, toen nog één

open ruimte met gordijnen voor wat privacy… Nu beschikt de spoed op de campus Sint-Jan over

3 reanimatiekamers, 10 onderzoeksboxen voor volwassenen en 3 voor kinderen, een hyperbare

zuurstofkamer, een hechtings- en gipskamer,… Ons team vangt jaarlijks 27.000 patiënten op

waarvan ongeveer de helft ambulant geholpen wordt. Een spoedgevallendienst speelt continu

in op evoluties in de maatschappij (toenemende agressie, misbruik van middelen, een kritischer

en mondiger publiek, toenemend patiëntenaantal), in de medische wereld (toenemende

specialisatie en techniciteit in onderzoek en behandeling), toenemende informatisering,…

40 jaar spoed werd waardig gevierd met een fototentoonstelling, een academische zitting,

een symposium en een prachtig avondfeest.

In juli 2009 verhuisde het dagziekenhuis oncologie naar een nieuwe locatie. Voorheen lagen de

bedden verspreid over het ziekenhuis. Zowel op VE 035 als in het oude deel van het oncologisch

centrum stonden enkele bedden. aangezien het personeel veelvuldig te kampen had met een

beddentekort, dienden bureaus regelmatig omgebouwd te worden tot kamers.

De nieuwe dienst beschikt over 21 bedposities.

De verhuis vond plaats midden in de verlofperiode. Wat op woensdag nog een bouwwerf leek,

zag er dankzij de onderhoudsploeg op zaterdag een ‘instapklare’ dienst uit. Het secretariaat kon

verhuisd worden, bedden kregen een plaats en ook de artsen sleurden hun bezittingen naar een

nieuw bureau.

Het was voor het team niet zo evident om alle behandelingen te laten doorlopen in een

gloednieuwe omgeving, met minder personeel en alle materialen op een andere plaats! Maar de

inzet, flexibiliteit en de professionaliteit van het ganse team zorgden ervoor dat er kwalitatieve

zorg geboden bleef!

Om de 2 jaar wordt de Golden Service award toegekend aan een organisatie die op vlak van

schoonmaakgebeuren een uitzonderlijke prestatie levert. Met de campus SFX stelden we ons

kandidaat in de categorie ‘best Schoongemaakte Project in de gezondheidszorg belgië’.

Na diverse selecties haalden we de finale die plaats vond in het Scheveningse Kurhaus. bij de

prijsuitreiking werd ons project als volgt voorgesteld: “Op vlak van organisatie, communicatie en

opvolging is geen enkele opmerking te maken op de schoonmaak, zeer krachtig en efficiënt.

De kwaliteit is navenant. Elk programma is op maat van de afdeling geschreven.

De programma’s en taakkaarten verdienen een onderscheiding. Er is een doordacht en volledig

opleidingsprogramma voorzien.“ De award ging echter naar een andere organisatie.

Wij kregen als finalist een certificaat dat nu in de inkomhal van SFX hangt, als erkenning voor

de dagdagelijkse inspanningen van onze medewerkers.

Onze eigen –piekfijn uitgedoste- onthaaldames verwenden de ongeveer 8.000 bezoekers met

een leuk gadget en onze raadplegingsbrochure in een originele draagtas. Velen bleven al

meteen geboeid kijken naar de 3D-film van de robotchirurgie, de tentoonstelling van 40 jaar

spoedgevallendienst en de infostand van de patiëntenadministratie. Daarna kregen bezoekers

de keuze om het volledige of slechts een beperkt deel van het traject te bewandelen.

De diensten radiotherapie, oncologisch dagziekenhuis, ergotherapie, kinesitherapie, MKa,

dialyse, fertiliteitskliniek, cathlab en radiologie waren opengesteld voor het publiek. Wie koos

voor het volledig parcours kreeg bovendien de hyperbare zuurstofkamer, een reanimatiedemo,

onze heli én de SeeKing, het containerpark, de koelcentrale, het noodstroomlokaal en de

dieselmotoren te zien. Er waren ook vele infostands en een jobbeurs. De CliniClowns zorgden

voor wat animatie op het parcours. Maar liefst 267 personeelsleden werkten mee om de campus

Sint-Jan in al haar aspecten aan het brede publiek te tonen.

De dienst schoonmaak en hygiëne zorgt ervoor dat alle patiëntenkamers perfect gereinigd

worden, dagelijks worden 115.000 m2 schoongemaakt. Keuken en restaurant zorgen elke dag

voor de bereiding van meer dan 3.000 gezonde, lekkere en mooi gepresenteerde maaltijden.

aankoop- en voorraadbeheer zorgen voor de aankoop en verdeling van allerhande materiaal.

De telefooncentrale zorgt voor een klantvriendelijk telefonisch onthaal. Met post, drukkerij en

chauffeurs sluiten we het overzicht van onze logistieke diensten af.

Zo worden vele duizenden logistieke processen uitgevoerd - en dit elke dag opnieuw. Sommige

diensten werken 24 uur op 24, zeven dagen op zeven, 365 dagen op een jaar. andere diensten

starten reeds om 6 uur - ook in het weekend!

Redenen genoeg dus om deze 305 voltijdse logistieke medewerkers van de brugse campussen

jaarlijks in de schijnwerper te plaatsen. In een dankwoordje van de directie krijgt iedere

medewerker een figuurlijke pluim opgespeld. Zo kunnen we er weer een jaartje tegenaan.

In maart 2009, met het uitbreken van de Mexicaanse griep, werd ons ziekenhuis door het

Interministrieel Commisariaat Influenza aangeduid als pilootziekenhuis voor West-Vlaanderen

en kregen we de opdracht om niet alleen voor ons ziekenhuis een pandemieplan versneld

uit te werken, maar om ook 14 West-Vlaamse ziekenhuizen en de penitentiaire instellingen

te begeleiden bij het opstellen van hun noodplannen. Vanuit ons ziekenhuis werd ook een

samenwerking opgezet samen met de veiligheidscel brugge. Dit in het kader van het lokale

noodplan en de uitwerking van de zorgmeldpunten. Tijdens de vaccinatiefase organiseerden we

de vaccinatie voor de gezondheidsscholen in de omgeving. Tijdens de hele periode van dreigende

pandemie bleven we permanent beschikbaar voor alle actoren in de regio voor informatie en

bijstand. Voor het eigen ziekenhuis werd via intranet een permanente briefing verzorgd.

2322

40 jaar (r) evolutie oncologisch dagziekenhuis

finaleplaats voor deschoonmaakdienst van campus sfX

open bedrijvendag - zondag 4 oktober:een geslaagd evenement

voor de vijfde maal een brugse‘dag van de logistiek’ In de ban van de mexicaanse griep

2009 MarKaNTe geBeurTeNIsseN 2009

Page 14: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

2524

2009 profiel van de medewerker 2009

Het profiel van de medewerker toont duidelijk aan dat de structurele vergrijzing in de

maatschappij zich ook vertaalt in het personeelsbestand van het AZ Sint-Jan Brugge-

Oostende. 35% van onze medewerkers is +50jaar. Dit betekent dat dé grote uitdaging voor

de komende jaren het verder uitbouwen van zowel een recruterings- als een retentiebeleid

is. Het is immers niet alleen zaak om in de War for Talent en de verdere uitbouw van onze

activiteiten nieuwe gekwalificeerde krachten aan te trekken en aan ons te binden, het is

minstens even belangrijk om het huidig personeel te behouden en het verloop tot een

minimum te beperken.

Ellen De Ruwe

directeur personeel

Evelyn Verhelle

directiesecretaresse

Kristien Casselman

stafmedewerker

De verschillende soorten functies die tewerkgesteld worden binnen het

ziekenhuis zijn heel divers. Het grootste aandeel (50%) wordt ingevuld

door verpleegkundigen. De logistieke en administratieve functies

nemen 19,5 % voor hun rekening.

LOGISTIEK

VERZORGING

ADMINISTRATIE

PARAMEDISCH

VERPLEGING

TECHNISCH

ANDERE

Brug

ge

OOsT

eNDe

De woonplaats van de medewerkers toont

aan dat we hen hoofdzakelijk uit eigen regio

recruteren. 57% van het personeel per campus

woont en werkt in dezelfde stad. Meer dan

97% woont binnen de provincie.

Het ziekenhuis beschikt op vandaag over 3560 enthousiaste

personeelsleden en 321 artsen om de missie en de visie te realiseren.

2807 personeelsleden zijn tewerkgesteld op de brugse campussen en

753 op de Oostendse campus. Samen presteren ze

het equivalent van 2819 voltijdse eenheden.

Page 15: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

2726

PROFIEL VaN DE MEDEWERKER

PERSONEELSbESTaND IN VOLTIJDSE EENHEDEN aaNDEEL VERPLEEGKuNDIG DEPaRTEMENT

uit de grafiek leiden we bijkomend duidelijk af dat we een ‘ervaren’ personeelsbestand hebben.

35% van de personeelsleden is 50+, 632 personeelsleden zijn 55+ en verlaten dan ook binnen

afzienbare termijn het ziekenhuis. De gemiddelde leeftijd voor de brugse campussen is 43 jaar,

voor de Oostendse campus is dit 41 jaar.

De stelling dat de gezondheidszorg hoofdzakelijk vrouwen tewerkstelt, wordt bevestigt binnen

het ziekenhuis: 80% van het personeelsbestand bestaat uit vrouwen en deze trend vinden we

terug in alle leeftijdscategorieën.

De steeds verder stijgende ziekenhuisactiviteit weerspiegelt zich in de stijging van het personeelsbestand

voor alle campussen. De brugse campussen kenden een stijging van het personeelsbestand van 5,5%, dit

komt overeen met een netto-aangroei van 114 voltijdse eenheden. De Oostendse campus realiseerde in

2008 een stijging van 11,4% ten opzichte van het referentiejaar 2005, een netto-aangroei van 62 voltijdse

eenheden. Deze trend zet zich voort in 2009, maar dit is niet in de cijfers zichtbaar omdat de keukenactiviteit

op 31/12/2008 werd afgestoten en sindsdien uitgebaat wordt door het Sociaal Huis Oostende. Het aandeel

van het verpleegkundig departement is evenredig gestegen doorheen de jaren.

31,6%

3,2%

21,3%

1,3%

42,5%

Voltijds tewerkgesteld

Tussen 75% en voltijds tewerkgesteld

Tussen 50% en 75% tewerkgesteld

50% tewerkgesteld

Minder dan 50% tewerkgesteld of tijdelijke opschorting van dienstverband

CAMPUS SINT-JAN/SFX CAMPUS HENRI SERRUYS

CAMPUS HENRI SERRUYS

MaNNEN VROuWEN

CAMPUS SINT-JAN/SFX

MaNNEN VROuWEN

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

2005 2006 2007 2008 20090

150

300

450

600

750

2005 2006 2007 2008 2009

Slechts 42,50% van alle personeelsleden werkt voltijds. Voor de mannelijke personeelsleden

ligt dit percentage beduidend hoger, namelijk 75%. 21% kiest voor een halftijdse tewerkstelling

en 31% werkt tussen de 75% en 90%.

Page 16: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

29

sMaC, een sportMedisch adviesCentrum

SPORT MEDISCH aDVIESCENTRuM

Vanuit de dienst revalidatie &

sportgeneeskunde van de campus Sint-Jan

werd het SportMedisch AdviesCentrum

Brugge, SMAC Brugge, opgericht.

Het centrum is sinds juni 2009 operationeel en wordt wetenschappelijk ondersteund door en

heeft een samenwerkingsovereenkomst met het SportMedisch AdviesCentrum K.U.Leuven,

dat onder leiding staat van Prof. Peers.

ergometrie installatie met een sportloopbaan

en fietsergometers. De sporter kan de testen

ook uitvoeren op zijn eigen fietskader dat

dan eenvoudigweg gemonteerd wordt op het

Cyclus 2-toestel. Tijdens de testing kan er een

inspanningselektrocardiogram afgenomen

worden, geassocieerd aan lactaatmetingen in

het bloed. Verder beschikt het centrum over

apparatuur voor antropometrisch onderzoek,

longfunctietesten alsook voor de bepaling

van het vetgehalte. Er is tevens een biodex

aanwezig als isokinetisch krachtmeet-

apparaat, samen met een Zebris loopband

met drukmeting om een goed uitgebalanceer-

de loopanalyse te kunnen uitvoeren. In het

centrum is het zelfs mogelijk voor paraple-

gische atleten om met hun handbike inspan-

ningsfysiologisch getest te worden, dit dankzij

de ontwikkeling van een aangepast systeem

door de technici van het aZ Sint-Jan. Conform

de normen beschikt het SMaC over de nodige

reanimatie-apparatuur.

voor sporters en patiënten De doelstelling van het SMaC brugge is om

sporters - van recreanten tot topsporters -

mee te begeleiden in hun sport om overtrai-

ning en chronische blessures te voorkomen.

Ook patiënten die de stap tot fysische

lichaamsbelasting wensen te zetten kunnen in

het centrum getest worden om een aangepast

reconditioneringsprogramma te krijgen.

Daarom wordt in het SMaC brugge de nadruk

gelegd op diagnostiek, behandeling, testing

en advies.

28

Dr. Jan De Neve

coördinator SMaC

dienst revalidatie en sportgeneeskunde

campus Sint-Jan

Diagnostiek

Iedereen met een sportmedisch probleem,

van welke aard dan ook, kan zich in het

centrum aanmelden voor een onderzoek.

Op basis hiervan worden een behandeling

en aangepast revalidatieschema voorgesteld

door de artsen.

behandeling

De behandeling gebeurt vanuit een

multidisciplinaire invalshoek, wat een

belangrijke meerwaarde betekent voor

de sporter/patiënt. Het team waar er

beroep kan op gedaan worden, bestaat

uit een keuringsarts, een revalidatiearts,

een cardioloog, een pneumoloog, een

voedingsdeskundige, een psycholoog, een

podoloog en een kinesist, allen met een

deskundigheid in de sportgeneeskunde.

Testing & advies

Mensen kunnen in het centrum terecht voor

sportmedische inspanningstesten. Tijdens de

graduele inspanningstest wordt de loopsnel-

heid of het fietsvermogen telkens om een

vastgesteld aantal minuten (afhankelijk van

het testprotocol) verhoogd.

aan de hand van de test worden de optimale

trainingszones bepaald waarin getraind kan

worden. Er wordt tevens trainingsadvies ge-

geven. In de nabije toekomst wenst het SMaC

brugge ook in te staan voor de begeleiding en

keuring van getalenteerde sporters verbonden

aan de topsportscholen.

Tot slot neemt het SMaC brugge actief deel

aan de ontwikkeling en uitwerking van pre-

ventieprogramma’s voor sportblessures en

overbelastingsletsels.

totaal vernieuwde infrastructuur…Voor de volledig vernieuwde infrastructuur en

inrichting van het centrum werden de richtlij-

nen van Medisch Verantwoord Sporten van de

Vlaamse Gemeenschap gevolgd. Er zijn twee

onderzoeksruimten met een gesprekskamer.

Verder is er een lokaal voor functioneel on-

derzoek, en een praktijkruimte voor fysische

revalidatie. Een bureel voor de kinesithera-

peuten is ook voorzien. De nodige sanitaire

voorzieningen maken het geheel compleet.

… en met aangepaste apparatuur

Een investering in de aangepaste uitrusting

laat het SMaC brugge toe om een brede

waaier aan tests uit te voeren: er is een spiro-

Een brede waaier aan tests en behandelingen is mogelijk.

Page 17: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

31

Nierfunctie-vervangende therapieëneen brede waaier aan mogelijkheden

NIERFuNCTIE-VERVaNGENDE THERaPIEëN

Het aantal patiënten dat nood heeft aan

nierfunctie-vervangende therapie blijft stijgen.

De grotere nood aan dialyse is voor een deel het gevolg van de vergrijzing van de bevolking,

maar ook van de betere zorg voor patiënten met diabetes en vaatlijden, waardoor zij langer

leven en dus meer risico lopen op het ontwikkelen van nierinsufficiëntie. In het AZ Sint-Jan

is het aantal dialyses de laatste 10 jaar gemiddeld met 13 % toegenomen (zie grafiek). Een

multidisciplinair team vangt de patiënten op en begeleidt hen bij de keuze van de optimale

dialyse modaliteit.

het predialyse-team verguldt de bittere pilDe impact van dialyse op het lichamelijk,

psychisch, sociaal en professioneel leven van

de betrokken patiënt mag niet worden onder-

schat. Wanneer de nefroloog vaststelt dat een

patiënt een ernstig nierlijden heeft en binnen

afzienbare tijd nood zal hebben aan nierfunc-

tie-vervangende therapie, wordt deze patiënt

in regel verwezen naar het predialyse-team.

Het predialyse team bestaat uit een op elkaar

ingespeelde groep van predialyse verpleeg-

kundigen, de diëtist, de sociale assistent en de

nefrologen. Het predialyse-team werkt volgens

een recent opgesteld klinisch pad.

De betrokken verpleegkundigen verstrekken,

aanvullend op de nefroloog, uitgebreide infor-

matie over de diverse vormen van nierfunctie-

vervangende therapie. Onze afdeling biedt alle

bestaande vormen van nierfunctievervangende

therapie aan: hospitaal-hemodialyse, satelliet-

hemodialyse, nachtelijke

hemodialyse, peritoneale dialyse via een

manuele techniek en peritoneale dialyse met

behulp van een cycler. De patiënt kan de afde-

ling bezoeken en de betreffende technieken

kunnen worden gedemonstreerd met behulp

van fantomen. Zo wordt de patiënt ondersteund

in zijn keuze om de dialysevorm te kiezen die

het best aansluit op zijn noden en verwachtin-

gen. Daarnaast biedt de predialyse verpleeg-

kundige een luisterend oor en peilt naar de

vragen, frustraties en problemen

die het vooruitzicht op dialyse met zich

meebrengt. Verder wordt specifieke dieet

informatie verschaft door een aan dialyse

verbonden diëtist. Tenslotte wordt de patiënt

in contact gebracht met een medisch-maat-

schappelijk werker, die vragen rond de finan-

ciële gevolgen van dialyse, vervoerregeling,

sociale voorzieningen e.d. kan beantwoorden.

Zo wordt de patiënt maximaal ondersteund

om de start van dialyse te verwerken en zo vlot

mogelijk te laten verlopen.

dialyse in het moedercentrum of in een satelliet

De meerderheid van de patiënten in hemo-

dialyse wordt behandeld in het moeder-

centrum aZ Sint-Jan in brugge. bij patiënten

met een belangrijke comorbiditeit is het im-

mers essentieel dat er een medische perma-

nentie is tijdens de dialyse-uren. Zo kunnen

eventuele complicaties tijdens dialyse, zoals

belangrijke bloeddrukdalingen en hartritme-

stoornissen, snel en adequaat worden opge-

30

dr. an De Vriese

afdelingshoofd nefrologie en hypertensie

campus Sint-Jan

vangen. Ook specifieke dialyse-technieken,

zoals dialyse met regionale anticoagulatie

met citraat bij patiënten met een verhoogd

bloedingsrisico, dienen onder strikte medi-

sche supervisie te gebeuren. Indien de patiënt

echter slechts een beperkte comorbiditeit

heeft en geen problemen verwacht worden

tijdens dialyse, kan hij kiezen om in een

satellietcentrum te dialyseren. Onze afdeling

heeft drie satellieten: de campus SFX in de

brugse binnenstad, aZ Sint-Rembert Torhout

(in samenwerking met de nefrologen van het

H.Hartziekenhuis Roeselare) en aZ Damiaan

Oostende (in samenwerking met de nefrologen

van aZ Sint-Lucas assebroek). Voor profes-

sioneel actieve patiënten werd een andere

oplossing uitgewerkt, met name de mogelijk-

heid ’s nachts te dialyseren. Patiënten die hun

vakantie doorbrengen aan de kust kunnen dan

voor hun dialyses bij ons terecht. Hierdoor

neemt het aantal hemodialysepatiënten dat op

onze afdeling wordt behandeld elk jaar tijdelijk

toe tijdens de zomermaanden.

satelliet-dialyse in sfX

In 2009 verhuisde de satelliet-dialyse brugge

centrum van het OCMW-lokaaltje aan het

astridpark naar de campus SFX (zie foto).

Patiënten met beperkte comorbiditeit kunnen

hier in het centrum van brugge behandeld

worden. Het voordeel van deze locatie is dat

de faciliteiten van de aanwezigheid in een zie-

kenhuis (beschikbaarheid van radiologie, labo,

reanimatie) behouden blijven, terwijl er toch

aandacht kan besteed worden aan het comfort

van de patiënt. De aankleding van de ruimte is

aangenaam en rustgevend. De oriëntatie van

de dialyse-zetels is zo geschikt dat patiënten

met elkaar kunnen praten. Ze hebben ook elk

een gepersonaliseerde audiovisuele set en

kunnen op internet surfen.

’s nachts dialyseren, overdag werkenDe tijdsbeperkingen van een hemodialysebe-

handeling zijn vooral voor jonge, professioneel

actieve patiënten een zware dobber. De patiën-

ten moeten immers minstens drie halve dagen

per week in het ziekenhuis doorbrengen, zodat

hun beroepsactiviteiten in het gedrang kun-

nen komen, vaak met belangrijke financiële

consequenties. Ook in hun sociale omgang

en vrijetijdsbesteding (etentje, uitstapje, ...)

worden ze voortdurend geconfronteerd met de

beperkingen van hun ziekte en behandeling.

Sedert 2004 bieden we hiervoor een oplossing:

nachtelijke dialyse gedurende 8 uur, aan even

hoge bloed- en dialysaatdebieten als tijdens de

standaarddialyse. Hierdoor verbetert de dialy-

se-efficiëntie en dus ook de kwaliteit van leven

aanzienlijk. Het dieet wordt wat minder streng

en vaak kan ook de medicatie afgebouwd

worden. De onttrekking van vocht gebeurt veel

langzamer en met minder hemodynamische

impact. De patiënt kan hierdoor gemakkelijker

zijn streefgewicht bereiken, zodat de

hypertensie beter onder controle is en het ge-

bruik van antihypertensiva afgebouwd kan wor-

den. Door de betere controle van het uremisch

syndroom verhoogt de kwaliteit van de slaap.

Tenslotte is er een belangrijke tijdswinst, zodat

de patiënt zijn professionele activiteiten kan

hervatten en opnieuw kan participeren aan het

gewone sociale leven.

Deze patiënten worden actief betrokken bij hun

behandeling. Ze stellen zelf hun dialysetoestel

op, prikken vaak zichzelf aan, en sluiten zelf

de dialyse af. Daarna helpen ze mee met het

opruimen van de zaal. De grote betrokkenheid

bij hun behandeling verhoogt de aanvaarding

van hun ziekte en de therapietrouw. Door het

verderzetten van hun professionele activiteit

tijdens de periode aan dialyse, vergemakkelijkt

de maatschappelijke reïntegratie na niertrans-

plantatie.

Het predialyse team

0

5000

10000

15000

20000

25000

30000

35000

40000

15.69914.099

18.21118 21119.911

22.15622 15624.325 24.182

25.67827.126

29.213

33.14833 148

36.771

1998 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20091999

AANTAL DIALYSES PER JAAR

Page 18: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

33

PaLLIaTIEVE ZORGEENHEID

32

De plannen en toekomstvisie werden

duidelijker naarmate de stappen werden

genomen voor de herinrichting van verdieping

a1 in SFX, een project waar de medewerkers

van de PZE enthousiast aan deelnamen.

De architecturale aanpassing van de nieuwe

locatie verliep bijzonder vlot zodat de verhuis

vanuit het Minnewater zonder problemen kon

doorgaan op de geplande datum. Ondertussen

werd ook de verhuis van de nog aanwezige

patiënten in het Minnewater en het materiaal

van de eenheid minutieus voorbereid.

De PZE opende met een receptie waar alle

betrokkenen de eenheid konden bezoeken en

met elkaar konden kennismaken.

Van de receptie werd gebruik gemaakt om

de nieuwe naam voor de eenheid bekend te

maken. De keuze viel op ‘De Vlinder’, een

naam die vooral door de verpleegkundigen

werd voorgesteld en aanvaard door het

associatiecomité (de samenwerking van

verschillende ziekenhuizen en partijen).

De eerste werkdag in de nieuwe locatie

voelde voor de meesten wat onwennig aan,

maar iedereen vond toch vlot zijn weg en al

snel kwam ook de vraag naar enkele kleine

bijkomende aanpassingen op architecturaal

vlak die dan ook heel vlot werden uitgevoerd.

De opname van nieuwe patiënten in

‘De Vlinder’ kwam ook op gang vanaf

10 maart 2009, de dag waarop de eerste

nieuwe patiënt werd gehospitaliseerd.

Ook de samenkomsten van zowel het

associatiecomité voor de eenheid als de

Medische Raad van het Netwerk Palliatieve

Zorg werden vanaf dan gepland in de

campus SFX.

De vrees dat de PZE op campus SFX heel wat

moeilijker te bereiken zou zijn voor bezoekers

en huisartsen leek al vlug ongegrond.

Rond de periode van de verhuis veranderden

niet alleen de locatie en de naam van de

eenheid, de hoofdverpleegkundige werd in

mei opgevolgd door een verpleegkundige met

ervaring op de dienst zelf.

Ook de samenwerkingsovereenkomst met de

huisartsen kreeg stilaan een definitieve vorm

en alle partijen (aZ Sint-Jan,

aZ Sint-Lucas, Netwerk Palliatieve Zorgen en

HabO) konden dit begin 2010 goedkeuren.

In een samenwerking met de thuiszorg wordt

binnenkort ook een psycholoog betrokken

voor zowel patiëntgebonden activiteit als voor

organisatie, steun en begeleiding van het

medicoverpleegkundig team.

Palliatieve Zorgeenheid ‘De vlinder’

Op 9 maart 2009 was de verhuis van de

Palliatieve Zorgeenheid (PZE) vanuit het RVT

Minnewater naar de campus SFX van het

AZ Sint-Jan Brugge - Oostende AV een feit.

Eind 2008 kwam vrij onverwacht het nieuws dat voor de PZE een nieuwe locatie was

gevonden. Wettelijk kon de Sp-dienst palliatieve zorg (een ziekenhuisdienst) immers niet

langer ondergebracht worden in de gebouwen van het RVT Minnewater (een instelling voor

ouderenzorg). De beslissing rond de verhuis van de PZE zorgde voor nogal wat onrust en

vragen bij de medewerkers van de eenheid.

Dr. Roger Crombez

medisch diensthoofd PZE

aZ Sint-Lucas

De nieuwe locatie werd aangepast aan de noden

van een palliatieve zorgeenheid.

Page 19: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

35

Patiëntenportaal

In 2009 lanceerde het ziekenhuis

een beveiligd patiëntenportaal.

Hoewel hier weinig ruchtbaarheid aan gegeven werd vonden vrij snel tal van patiënten via de

website van het ziekenhuis hun weg naar dit portaal.

34

Helga De Neve

directeur ICT

campus Sint-Jan

ELEKTRONISCH MEDICaTIEVOORSCHRIFT

de arts schrijft voorop een gebruiks-vriendelijkeen performante wijze

Er werd voor gekozen om vanaf 2009 elek-

tronisch voor te schrijven, nadat een eerste

afdeling al sinds juni 2008 hiermee gestart

was. Medicatie, opbouw- en afbouwschema’s,

infusen en sets kunnen voorgeschreven

worden. Dankzij een sterke integratie met

de apotheektoepassing krijgt de arts de

mogelijkheid om informatie te verkrijgen

over het ziekenhuisformularium. attesten

kunnen onmiddellijk afgewerkt worden zodat

de administratie zo eenvoudig mogelijk wordt

gehouden. Daarnaast zijn er meerdere hulp-

middelen voor onder andere het heropstarten

van medicatie van een vorige opname, een

opvolgsysteem rond thuismedicatie. bij ont-

slag kan de originele thuismedicatie opnieuw

vermeld worden, ook als tijdens het verblijf de

apotheek overging tot substitutie.

validatie door de apotheker, gevolgd door de individuele geneesmiddelendistributie

Met de nieuwe werkwijze krijgt de ziekenhuis-

apotheker een duidelijk en volledig zicht op de

medicamenteuze therapie van de patiënt. Een

elektronisch geneesmiddelenvoorschrift van

de arts wordt gevalideerd door de apotheker,

waarmee in feite het fiat wordt gegeven voor

de aflevering van geneesmiddelen voor een

patiënt, rekening houdende met het gekozen

distributieschema. De ziekenhuisapotheker

behoudt steeds het overzicht van alle medica-

tiegebonden handelingen voor een patiënt.

de verpleegkundige registreert de toediening aan het bed van de patiëntVoortaan wordt bij toediening het geneesmid-

delengebruik op een gebruiksvriendelijke,

kwalitatieve en efficiënte manier geregis-

treerd. Door deze registratie worden ook

andere processen in gang gezet, met effecten

op de geneesmiddelendistributie, de tarifica-

tie tot zelfs MVG2-registratie.

gedragen door vele disciplinesHet Oostendse projectteam was multidisci-

plinair samengesteld met verpleegkundigen,

ICT’er, artsen en apothekers. De vooropge-

stelde planning werd op een maand na ge-

haald. belangrijke investeringen waren nodig

om het elektronisch voorschrijven en het

“aan bed registreren” mogelijk te maken:

in de eerste plaats draadloze verbinding,

laptops op de ‘toerkarren’ en nieuwe

medicatiewagens.

wat brengt de toekomst?Op de campus brugge gaat een pilootproject

op 2 verpleegeenheden van start in 2010. Een

projectgroep medicatiebeheer is hiertoe in

het leven geroepen, waarbij ter ondersteu-

ning een tandem wordt gevormd tussen een

medewerker van brugge en een medewerker

van Oostende (tussen artsen, hoofdverpleeg-

kundigen, apothekers, …). De bedoeling is

de reeds opgedane expertise op de campus

Oostende ten volle te benutten bij de imple-

mentatie in brugge.

In samenspraak met de informaticapartner,

Infohos, is er een stappenplan opgesteld

om praktische verbeteringen aan medica-

tiebeheer toe te voegen, zodat vastgestelde

beperkingen een oplossing krijgen.

Op termijn is het de bedoeling over te gaan op

een 24-uurs distributie van de medicatie, op

naam van de patiënt. Hiertoe lijkt een verdere

automatisering van de distributie onvermijd-

baar, waarbij bed-side scanning het volledige

proces sluitend kan maken.

elektronisch medicatievoorschriftop de campus Henri serruys

In het verzorgingsproces van de patiënt

is het belang van geneesmiddelen

niet te onderschatten.

Vele actoren zijn betrokken bij de medicatie. In het bijzonder de voorschrijvende arts,

de ziekenhuisapotheker en de toedienende verpleegkundige. Een kleine fout kan grote

gevolgen hebben. Het ziekenhuis wenst het belangrijke proces van voorschrijven tot de

toediening van medicatie zo optimaal mogelijk te laten verlopen, in de eerste plaats met het

oog op de patiëntveiligheid. De economische impact van de ziekenhuisapotheek is niet min,

zodat er ook heel wat aandacht gaat naar organisatorische aspecten, voorraadbeheersing

(op afdelings- en op ziekenhuisniveau) en facturatie. Continuïteit van de werking en het

respecteren van de privacy van de patiënt krijgen veel aandacht. Verder is het de bedoeling

dat in een volgend stadium de medicatie-informatie terechtkomt in een volledig elektronisch

medisch-verpleegkundig patiëntendossier.

Fons Cattrysse

hoofd informaticadienst

campus Henri Serruys

Kristof Claeys

apotheker

campus Henri Serruys

In een eerste versie kon men met behulp van

een soort boekingscode en een wachtwoord

toegang krijgen. De boekingscode bleek

onhandig en werd in een tweede versie

vervangen door het rijksregisternummer.

Onmiddellijk hierna kreeg het ziekenhuis

opmerkingen van Nederlandse patiënten dat

hierdoor de toegang tot deze site voor hen

geblokkeerd werd. In een derde versie werd

daarom de boekingscode opnieuw mogelijk

gemaakt speciaal voor onze noorderburen.

Het patiëntenportaal biedt toegang tot alle

geplande afspraken in het ziekenhuis. De

patiënt vindt terug waar en wanneer hij een

afspraak heeft en kan hierover bijhorende

nuttige informatie opvragen (vb. Waar is de

dienst juist gelegen? Wat als ik mijn afspraak

niet kan nakomen? Moet ik nuchter blijven

voor dit onderzoek?).

De patiënt heeft ook zicht op zijn

administratieve fiche en kan via het portaal

het ziekenhuis informeren dat zijn adres,

telefoonnummer, e-mailadres of huisarts

gewijzigd is.

De toegang is beveiligd met een door

de patiënt te kiezen wachtwoord. Via

de profielinstellingen kan de patiënt dit

wachtwoord steeds wijzigen.

Het patiëntenportaal is een eerste stap om

de patiënt via telematica sneller te betrekken

bij zijn zorgproces. De functies zullen de

komende jaren verder uitgebreid worden.

«IK HEb JaMMER GENOEG NOGaL

WaT GEZONDHEIDSPRObLEMEN.

SEDERT HET PaTIëNTENPORTaaL HEb

IK OP ééN SCHERM EEN OVERZICHT

VaN aL MIJN aFSPRaKEN IN HET

ZIEKENHuIS. DIT IS VEEL HaNDIGER

DaN aL DIE LOSSE bRIEFJES MET

aFSPRaaKbEVESTIGINGEN!

»

Page 20: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

37

Al jaren heeft het ziekenhuis ‘nachtwakers’ die de veiligheid ’s nachts garanderen. Om

verschillende redenen werd de functie uitgebreid naar de dag.

nood aan een conciërge-functieOok buiten de normale werkingsuren heeft het ziekenhuis nood aan een professionele

technische ploeg die instaat voor een eerste interventie. Een beperkte groep met specifieke

kennis krijgt hiertoe voortdurend opleiding.

Doordat deze groep 24 u op 24 u bereikbaar is, zijn deze medewerkers verantwoordelijk voor

permanenties zoals sleutelbeheer, brandbewaking en liftoproepen.

eerste interventie bij brand waarborgenDe brandweer verplicht ons een eerste-interventiescenario te hebben dat gebaseerd is op het

“2-loper”-principe. basisprincipe hierbij is dat een interventie bij brand altijd met minimum

twee personen moet gebeuren.

veiligheid bij technische interventies biedenuit veiligheidsoverwegingen gebeuren bepaalde werkzaamheden steeds met twee personen.

Enkele voorbeelden: het betreden van technische kokers onder andere om werkzaamheden uit

te voeren aan nutsleidingen; het bevrijden van mensen uit liften; het betreden van kruipkelders

en van bestralingsbunkers.

het onveiligheidsgevoel bestrijdenEr is een algemeen aanvoelen dat het aantal feiten m.b.t. diefstal, vandalisme en agressie stijgt.

Dit wordt ook bevestigd door de incidentenregistraties en politie-aangiftes. De aanwezigheid

van deze medewerkers in uniform verhoogt het veiligheidsgevoel bij patiënt, bezoeker en

werknemer en schrikt individuen met slechte bedoelingen af.

de parking uitbaten en bewakenNaast het onderhoud van de technische infrastructuur van de parking, staan de dag- en

nachtwakers in voor het continu veiligheidstoezicht. Dit heeft een positief effect op de netheid en

verkeersveiligheid van de parking en wordt door de patiënt op prijs gesteld.

erkende bewakingsdienstu ziet dat de taakinhoud van deze groep uitgebreid en zeer divers is. Vandaar dat deze

11 medewerkers over een sterk basisdiploma beschikken en gediplomeerd zijn in

personenbeveiliging.

Resultaat is dat wij een - door de overheid erkende - beveiligingsdienst in huis hebben die als

een goede huisvader over het ziekenhuis waakt en altijd bereid is naar elke vraag begripvol te

luisteren.

Het ziekenhuis beschikt over een twintigtal zogenaamde “verticale kokers”. Zo noemen

we de technische ruimtes die doorlopen vanaf de kelderverdiepingen tot de hoogste

verdiepingen. In deze kokers lopen de hoofdleidingen van elektriciteit, sanitair, koud en

warm water, afvoer van vuil water en fecaliën, centrale verwarming, klimatisatie-ijswater,

medische gassen. Toegang tot deze kokers is mogelijk vanuit de gangen op verschillende

verdiepingen. De kokers zelf zijn uitgerust met vaste ladders en tussenverdiepingen in stalen

roosters om werken in de kokers op een veilige manier toe te laten.

de tand des tijds De installaties in de verticale kokers zijn na 33 jaar aan renovatie toe. Vele watervoerende

leidingen zijn in gegalvaniseerd ijzer, een materiaal dat een beperkte levensduur heeft. Vele

tracés vertonen dan ook lekken en geïmproviseerde herstellingen. Een aantal afsluitkranen en

regelkranen die gemonteerd zijn op deze leidingtracés zitten vast of sluiten niet meer, zodat het

moeilijk wordt om bij verbouwingen een afdeling te isoleren. Op de afdelingen zelf worden bij de

verbouwingen systematisch alle technische leidingen vernieuwd, we noemen dit de “horizontale

technieken”. Door met nieuwe verticale tracés te starten, kan men voldoende afsluiters

aanbrengen om steeds in bedrijf te blijven.

redundantie en bedrijfscontinuïteit van de elektrische stroomvoorzieningOm de redundantie en continuïteit van vitale systemen in ons ziekenhuis te waarborgen is

onze stroomvoorziening aan de basis ontdubbeld: er is een normale stroomvoorziening en een

noodstroomvoorziening. beiden maken gebruik van dezelfde stroomgeleiders in die verticale

kokers.

De staat van de oudere elektrische tracés maakt ons kwetsbaar. bij een kortsluiting in één van

die hoofdleidingen lopen we het risico op een stroomonderbreking in het volledige beddenhuis

of een groot deel ervan. Vandaar dat we ze vervangen en waar nodig een afzonderlijk noodnet

leggen op aparte bekabeling.

onzichtbaar maar onmisbaarIn 2009 werden alle elektrische leidingen in de verticale kokers vervangen. Een hele heksentoer

als men weet dat dit moet gebeuren in volle continuïteit van uitbating. Dat we er in slaagden om

dit te realiseren zonder dat het al te veel is opgevallen, hebben we te danken aan onze technici

en de aannemer.

3736

«VaN NaCHTWaCHT NaaR

DaG- EN NaCHTWaCHT

»

renovatie verticale kokerssecurity:

een traditie kent uitbreiding

2009verBOuwINgeN 2009

Franky Gotelaere

technisch directeur

Franky Gotelaere

technisch directeur

Page 21: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

39

VERbOuWINGEN

Op het gelijkvloers kregen verschillende lokalen een zeer grondige facelift. De diensten

medisch-maatschappelijk werk en de ombudsdienst kregen hier hun locatie omwille

van de toegankelijkheid voor de patiënten. Het hoofd en de diensthoofden van de dienst

schoonmaak en hygiëne kregen er ook hun eigen werkplek.

Door hun inrichting bevorderen de ruimtes een rustgevende atmosfeer. Wit is de hoofdtoon,

en in overleg met de medewerkers is er soms een kleuraccent.

Omwille van de spontane uitwisseling tussen collega’s, opteerde het medisch-maatschappelijk

werk voor een landschapsbureel met bijhorende spreekkamers. De ombudsdienst heeft twee

afzonderlijke en ruime burelen die in natuurlijk licht baden, met de plaats om de patiënten

te ontvangen. Er werd rekening gehouden met de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers.

Het hoofd van de dienst schoonmaak kreeg een eigen bureel, de diensthoofden delen een

landschapsbureel.

Het technisch-financieel plan van het Henri Serruysziekenhuis werd door de overheid in 2007

goedgekeurd, en daarmee werd de weg geëffend voor de uitvoering van het eerste project,

de bouw van een nieuw administratief gebouw en een cafetaria. Door de fusie in 2009 met

het AZ Sint-Jan werden de plannen voor de nieuwbouw op twee verdiepingen echter grondig

aangepast. De aanvankelijk voorziene administratieve lokalen komen er niet, maar worden

consultatieruimtes.

De nieuwbouw zal het aanzien van de voorzijde van de campus Henri Serruys grondig wijzigen.

Het gaat in totaal over 3.407 m² extra-ruimte, verbonden met het hoofdgebouw.

Op het gelijkvloers komen de administratieve functies die voor de patiënt bereikbaar moeten

zijn, want nu moet die vaak nog de hele campus doorkruisen om vragen over facturatie of

betalingsmogelijkheden beantwoord te krijgen. De huidige receptie- en cafetariaruimte wordt

opnieuw ingedeeld en gerenoveerd. Naast de receptie krijgen patiëntenadministratie, penning-

en ombudsdienst hun nieuwe lokatie.

Een nieuwe cafetaria met een zelfbedieningsrestaurant wordt ingericht op de eerste verdieping.

Er zal plaats zijn voor 220 bezoekers. De cafetaria zal voor meerdere doeleinden gebruikt

worden: het achterste deel zal omgevormd kunnen worden tot een (vlakke) aulazaal met een

capaciteit van 130 personen. Door middel van verschuifbare wanden is de cafetaria bovendien

transformeerbaar tot twee vergaderzalen, wat inspeelt op een behoefte van medewerkers als

van derden. De aula is met een wand afgescheiden van het restaurant. Door deze situering kan

men perfect tegemoetkomen aan cateringwensen bij infosessies.

De tweede verdieping omvat de consultatie cardiologie en de consultaties reumatologie,

geriatrie aangevuld met de verpleegkundig specialisten.

De derde verdieping omvat hoofdzakelijk de consultatie oftalmologie en de consultaties

gynaecologie en pediatrie.

Rondom het gelijkvloers komen er enkele parkeerplaatsen voor huisartsen en voor personen

met een handicap, alsook een fietsenstalling met 50 plaatsen. aan de inkom wordt een ‘kiss &

ride’ zone voorzien.

De afwerking zal gebeuren in twee fasen: de nieuwbouw moet grotendeels klaar zijn vooraleer

de inkom van het ziekenhuis kan worden gerenoveerd. De ingebruikname is voorzien eind 2011.

3938

een nieuwe thuis voor het medisch maatschappelijk werk,

de ombudsdienst en de dienst schoonmaak en hygiëne

Campus henri serruys bouwt nieuwe vleugel

Franky Gotelaere

technisch directeur

Eddy Clauw

directeur facility

campus Henri Serruys

Page 22: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

De zorg in cijfers

ERKENDE BEDDENin het fusieziekenhuis

aZ Sint-Jan brugge-Oostende aV

AANTAL OPNAMESaantal opnames exclusief

daghospitalisatie psychiatrie

AANTAL SPOEDGEVALLENaantal contacten spoedgevallendienst

AANTAL DAGBEHANDELINGENforfaits RIZIV & daghospitalisatie

exclusief daghospitalisatie psychiatrie

AANTAL OPERATIES AANTAL RAADPLEGINGENPOLIKLINIEKEN

exclusief medische beeldvorming

ZORG IN CIJFERS

4140

Zowel in Brugge als in Oostende vond de laatste jaren een forse groei van de activiteiten

plaats. Sommige evoluties in de aantallen weerspiegelen - naast een wijziging in de activiteit -

ook een gewijzigde wetgeving of facturatie. Dit is vooral zo bij de daghospitalisatie waar

een belangrijke hervorming plaatsvond op 1 juli 2007.

De activiteiten van het ziekenhuis vinden op 3 campussen plaats: op de campus Sint-Jan op de site Molenerf aan de Brugse rand, op de campus SFX in de Brugse binnenstad en op de campus Henri Serruys te Oostende. (*) De palliatieve zorgeenheid verhuisde in 2009 van het woon- en zorgcentrum Minnewater naar de campus SFX. Het is een samenwerkingsinitiatief met het AZ Sint-Lucas en de V.Z.W. Palliatieve Zorgen Noord West-Vlaanderen. De dienst telt 9 erkende bedden, waarvan er 6 zijn toegewezen aan het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV.

In vergelijking met de vorige jaarverslagen van het AZ Sint-Jan AV vond een andere telling plaats.Nu zijn ook de operaties opgenomen die niet onder volledige narcose plaatsvonden.

De RIZIV-conventie betreffende de dagbehande- lingen is aangepast op 1 juli 2007 en voorziet sinds die datum in forfaits chronische pijn. De aantallen van 2007 kan men dus niet zomaar vergelijken met de cijfers van de voorgaande jaren.

CamPustotaaL

Kenletter sint-jan sfX serruys

C chirurgisch 271 - 87 358

d inwendige geneeskunde 264 - 116 380

e pediatrie 33 - 15 48

m materniteit 38 - 13 51

g geriatrie 84 60 60 204

n neonatale 15 - - 15

sp-neuro neurologische revalidatie - 20 - 20

sp-loco locomotorische revalidatie - 20 - 20

sp-pall palliatieve (*) - 6 - 6

a daghospitalisatie psychiatrie 18 - 10 28

a psychiatrie 50 30 30 110

909 331 1240

CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX

CaMPuS SERRuYS

CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX

CaMPuS SERRuYS

CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX

CaMPuS SERRuYS

CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX

CaMPuS SERRuYS

CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX

CaMPuS SERRuYS

6.000

12.000

18.000

24.000

30.000

0

8.000

16.000

24.000

32.000

40.000

0

80.000

160.000

240.000

320.000

400.000

0

8.000

16.000

24.000

32.000

40.000

0

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

Page 23: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

MIDDELEN

Middelen

FINANCIERING VAN DE WERKING WERKINGSKOSTEN

FINANCIERING 2009 UITGAVEN 2009

budget van Financiële Middelen (incl. geraamd inhaalbedrag)

Kamersupplementen

Forfaits conventies R.I.Z.I.V.

Farmaceutische en gelijkgestelde producten

Honoraria (omzet)

andere opbrengsten (o.a. wedde- en inves-teringssubsidies, in HSZ ook de kosten die gevorderd worden van de artsen)

bezoldigingen en artsenvergoedingen

afschrijvingen, huur en waardeverminderingen

Financiële kosten

Voorzieningen pensioenen

Inkopen farmaceutische, medische en verzorgingsproducten

andere kosten (administratie, energie, onderhoud, voeding, … )

CamPus sj/sfX CamPus hs

(in 2 1000) 2008 2009 2008 2009

budget van Financiële Middelen (incl. geraamd inhaalbedrag) 102.522 107.004 29.271 30.954

Kamersupplementen 1.906 1.791 421 504

Forfaits conventies R.I.Z.I.V. 8.063 8.931 736 868

Farmaceutische en gelijkgestelde producten 50.112 52.770 11.255 12.831

Honoraria (omzet) 97.214 106.243 26.349 29.687

andere opbrengsten (o.a. wedde- en investeringssubsidies) * 15.661 16.625 19.940 19.618

totaal 275.478 293.364 87.972 94.463

CamPus sj/sfX CamPus hs totaaL

(in 2 1000) 2008 2009 2008 2009 2008 2009

bezoldigingen en artsenvergoedingen 159.574 167.841 58.210 61.127 217.784 228.968

afschrijvingen, huur en waardeverminderingen 18.970 19.579 3.264 3.542 22.233 23.121

Voorzieningen pensioenen 0 4.020 750 480 750 4.500

Financiële kosten 5.759 4.668 1.080 1.273 6.840 5.941

Inkopen farmaceutische, medische en verzorgingsproducten 65.297 70.340 12.673 14.671 77.969 85.011

andere kosten (administratie, energie, onderhoud, voeding, …) 23.140 22.214 10.836 10.456 33.975 32.670

totaal 272.739 288.662 86.812 91.548 359.552 380.210

4342

In 2009 zijn de totale werkingsmiddelen met meer dan 6,5% gestegen, waarbij verschillende onderdelen elk een forse groei kenden: de honoraria-ontvangsten stegen met 10% wat heel wat meer is dan de stijging van het Budget van Financiële Middelen (inclusief inhaalbedragen valt hier een stijging van 4,7% te noteren). De ontvangsten voor farmaceutische producten blijven stijgen, maar minder snel dan de toename van de uitgaven voor deze producten. Procentueel stegen de inkomsten via de RIZIV-forfaits ook in 2009 het meest, met ruim 11%. De ‘andere opbrengsten’ krijgen - door de verschillende artsenafrekeningen - een andere invulling in Brugge dan in het Henri Serruysziekenhuis: in Oostende bevatten deze ook de terugvorderbare kosten die de artsen aan het ziekenhuis afstaan ter vergoeding van de door het ziekenhuis voorgefinancierde kosten (net geen 12 miljoen euro).

* in campus HS ook de kosten ook de kosten die gevorderd worden van de artsen

In het fusieziekenhuis stegen de kosten met gemiddeld 5,7%. De kosten voor personeel en artsen - samen 60% van alle kosten - kenden een stijging met 5,1%. Nieuw is dat er vanaf 2009 een voorziening voor toekomstige pensioenlasten wordt aangelegd. In 2009 gaat dat over 4,5 miljoen euro.

financiële gegevens

18%

5,7%

36,5%

36,2%

3%

0,7%

20,8%

32,8%

31,4%0,9%

13,6%

0,5%

CAMPUS SJ/SFX

CAMPUS HS

6,8%

7,7%

1,6%

24,4%

1,4%58,1%

11,4%

3,9%

16%

1,4%

0,5%

66,8%

CAMPUS SJ/SFX

CAMPUS HS

Page 24: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

45

TOTALE INVESTERINGEN SINDS 2000(in 2 1000)

DE BELANGRIJKSTE INVESTERINGEN 2009(in 2 1000)

44

Nooit eerder werd er zoveel geïnvesteerd in de Brugse campussen, en in het bijzonder in de bouw- en renovatiewerken. De verbouwingen van de verpleegeenheden en van de poliklinieken vergen een ernstige financiële inspanning, net als het verder uitbouwen van de medisch-technische diensten. Elk jaar weer is het up-to-date houden van onze medische apparatuur een grote investering. In 2009 werden nog een aantal plannen uitgevoerd die gebudgetteerd werden voor het jaar 2008, wat ten dele ook een verklaring is voor de stijging van het geïnvesteerde bedrag op de Brugse campus.

In Oostende waren zowel in 2008 als in 2009 de totale geïnvesteerde bedragen hoger dan deze in de voorgaande periode. De start van de nieuwbouw en het beheerssysteem zijn extra-investeringen, naast de jaarlijkse renovatie van een verpleegafdeling. Ook is er de laatste 2 jaar meer geïnvesteerd in medisch materiaal.

Verantwoordelijke uitgever:

dr. Hans Rigauts

Coördinatie & samenstelling:

Kristien Casselman

Evelyn Verhelle

Kaïrostraat 84

8400 Oostende

t: 059 55 51 11

f: 059 55 51 66

[email protected]

www.azsintjan.be

Campus henri serruys

Spaanse Loskaai 1

8000 brugge

t: 050 47 04 70

f: 050 47 04 80

[email protected]

www.azsintjan.be

Campus sfX

Ruddershove 10

8000 brugge

t: 050 45 21 11

f: 050 45 22 38

[email protected]

www.azsintjan.be

Campus sint-jan

Werkten mee:

Dr. Hans Rigauts, dr. Tom Vauterin, dr. Rudolf Kuhweide, dr. alexandre beernaert,

dr. bart Gordts, Youri Maryn, Dr. anne Dewachter, Dirk Gheyle, Yvan De baere, Dr. Roel Venken,

dr. Kristoff Muylle, Ellen De Ruwe, Peter Lauwyck, Hans Declercq, Els Vanblaere, Jane Vanhaute,

Johan De Knock, Lien Cleemput, Johan Van Heulebrouck, Krista Hostens, Guido De backere,

Yvan bossuyt, Dr. Jan De Neve, Dr. an De Vriese, Dr. Roger Crombez, Helga De Neve,

Fons Cattrysse, Kristof Claeys, Franky Gotelaere, Eddy Clauw, Rein Van Gerven, Stefaan Samyn,

Peter Vankersschaever, Marc Vermeire, bart Lambrecht, Jacky Leirman, Marleen Vandecaveye

Lay-out & ontwerp:

PK-Projects

Fotografie:

Firma Soenen, Verhaeghe & Co - Oostende

Marc Lamoot

Living Stone

0

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

12.636

3.006

15.211

4.768

14.939

4.902

17.211

3.931

23.445

2.660

25.285

3.389

26.171

2.870

21.820

3.152

20.039

5.657

33.447 32.500

5.569

11.050

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

budget

Campussen sint-jan en sfX te brugge Campus henri serruys te oostende

bouw en renovatiewerken 17.464

Domino (tijdelijk gebouw raadplegingen), afwerking van de P-blok, verdere afwerking van het oncologisch centrum en bunker lineaire versneller, cathlabzaal, renovatie verticale kokers, verbouwingen van medisch-maatschappelijk werk, van ombudsdienst, van verpleegeenheden, aanpassingen op campus SFX voor de dialyse en palliatieve zorgen, parking en fietsenberging en aanpassingswerken voet- en fietspaden, voorbereidende werkzaamheden voor bouw nieuw labo, voor renovatie neonatologie, verloskwartier, keuken en magazijnen, noodstroomvoorziening…

2.495

De nieuwe vleugel , het energiebeheerssysteem, de buitenschilderwerken, het afwerken van de renovatie van de psychiatrie

medische apparatuur 10.391

computertomograaf, lineaire versneller, extracorporele niersteenverbrijzelaar, digitale radiologiezaal, toestellen labo’s (entrobot microbiologische kweken, volatuomatisch DNa & RNa extractietoestel, ...), echografen, (mobiele) röntgentoestellen, mammotest, videocolonoscopen en videogastroscopen, beademingstoestellen, monitoren, pigmentlaser, sportmedische toestellen, vele OP-apparatuur en OP-instrumenten, ...

1.256

upgrade Evita toestellen operatiekwartier, monitoring Centricity, Scanora systeem medische beeldvorming, auto Kerato refractor tonometer, operatietafel en toebehoren, Cusa toestel, medische toestellen voor rugkliniek, echografietoestel voor Cardio, HD videocoloscoop, OP-apparatuur en instrumenten

informatica(hard- en software) 3.223

hardware: SaN (Storage area Network), uitbreiding servers en vervangingen van PC’s, schermen en printerssoftware: ontwikkeling door Infohos, systeemlicenties,…

689Hardware : SaN+ backup, module Cyberlab, software voor telefooncentrale, licenties, schermen en printers,

andere uitrusting 2.369

waaronder (elektrische) ziekenhuisbedden, hoog-laag dialysebedden, zetelbedden en nachttafels, elektrische hoog-laag dialysebedden, ultrasoon-werkstation voor centrale sterilisatie, kantoormeubilair, instrumentenwasmachine, TV’s, medicatiewagens, koelunits…

1.129 Elektrische ziekenhuisbedden, medicatiewagens, kantoormeubilair

De investeringen waren zowel in de Brugse campussen als in het Henri Serruysziekenhuis zeer hoog in 2009. Voor Brugge wordt dit ten dele verklaard door het uitvoeren van investeringen die in 2008 gepland en gebudgetteerd waren.

Verwacht mag worden dat er ook de volgende jaren vrij grote investeringsinspanningen geleverd zullen worden.

Page 25: 20 200909€¦ · Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat

az sInt-jan brugge - oostende av