160623 Def concept Jaarverslag 2015 - ahk.nl · Indicatoren onderwijskwaliteit en studiesucces 12...

Jaarverslag 2015

Bestuursverslag en jaarrekening

2 AHK Jaarverslag 2015

Inhoudopgave

Voorwoord 4

Organogram 5

Missie 5

College van Bestuur 6

Algemeen 6

Risico’s en onzekerheden 7

Overige bestuurlijke activiteiten in 2015 8

Vooruitblik bestuurlijke agenda 2016 9

Besturingsfilosofie en samenstelling bestuur 10

Governance 11

Prestatieafspraken 2012 - 2016 12

Indicatoren onderwijskwaliteit en studiesucces 12

Profilering en zwaartepuntvorming 14

Rapportage van de Raad van Toezicht 20

Thema’s 20

Remuneratie 21

Financial audit 21

Extra activiteiten 22

Samenstelling 22

Medezeggenschap 23

Hogeschoolraad 23

Kwaliteitszorg 26

Instellingstoets 26

Accreditaties 26

Onderwijs en onderzoek 28

Opleidingenaanbod en accreditatietermijn 28

Onderzoeksbeleid 30

Hogeschoolbrede lectoraten 30

Academie voor Beeldende Vorming 32

Academie van Bouwkunst 33

Conservatorium van Amsterdam 35

Nederlandse Filmacademie 38


Reinwardt Academie 40

Bijzondere projecten en samenwerkingen 40

De Theaterschool 43

Master kunsteducatie 45

Faciliteiten en ondersteuning 47

Studenten 48

Studie en Handicap 53

Internationaliseringsbeleid 54

Instellingstarieven 57

Arbeidsmarkt afgestudeerden 58

Personeel 60

Professionalisering 65

Medewerkersonderzoek 66

Huisvesting en Facilitair beheer 69

Rechtsbescherming 71

Prijzen 73

Sponsors, donateurs en partners 78

Jaarrekening 83

Continuïteitsparagraaf 105

Overzichten 110

Adressen 110

Directie, studieleiding, lectoren, Commissies van Advies 111

Index 115

Colofon 116


Voorwoord “Het talent om vanuit een grote maatschappelijke betrokkenheid de gangbare kunstpraktijk te vernieuwen”. De jury van de AHK eindwerkprijs 2015 looft het werk van de winnares, landschapsarchitecte Hannah Schubert, en noemt haar werk poëtisch, speels, complex en gelaagd. De jury van de AHK eindwerkprijs verwoordt waar het bij de opleidingen van de AHK om draait. Passie, kwaliteit, talent en creativiteit kenmerken onze studenten en docenten. De studenten van de academies van de AHK studeren aan erkende topopleidingen muziek, theater, dans, film, bouwkunst, erfgoed, docent beeldende vorming en kunsteducatie. Ze worden uitgedaagd om hun talent ten volle te benutten en zelfstandig beoefenaar van hun vak te zijn, kritisch, reflectief, innoverend en gericht op samenwerking. Studenten, alumni en medewerkers gaven ook in 2015 in verschillende onderzoeken aan dat de opleidingen van de AHK een uitstekende omgeving bieden om te studeren, te doceren en te onderzoeken. De opleidingen bereiden onze studenten goed voor op de loopbaan. De academies en instituten van de AHK zijn uiteraard nauw verbonden met de culturele en maatschappelijke omgeving in Amsterdam. Onder andere in die sterke verbinding in het Amsterdamse vindt de internationalisering haar voedingsbodem. De opleidingen van de AHK spelen een grote rol in de ontwikkeling van jong talent. Het Conservatorium van Amsterdam neemt actief deel aan het landelijke programma “muziek in de klas”, op het terrein van muziek en dans zijn er vooropleidingen die leerlingen voorbereiden op de vervolgstap naar het kunstonderwijs, vele projecten verbinden de opleidingen met het voortgezet onderwijs. Diversiteit is in dit alles een belangrijk thema. De deelname van verschillende academies op terreinen als erfgoed, stedenbouw, film en beeldende kunst en technologie aan het Amsterdam Creative Industries Network, een Centre of Expertise samen met de HvA en InHolland, leidt tot een steeds intensiever en breder samenwerkingspatroon met een breed palet aan partners, van het Anne Frank Huis tot aan de KLM. Docenten en studenten doen onderzoek dat direct gerelateerd is aan de praktijk en relevant is voor het onderwijs. De lectoren zien het als hun opdracht om de kunstpraktijk te vernieuwen, maatschappelijk bij te dragen en de resultaten direct in en samen met het onderwijs te gebruiken en te realiseren. De AHK heeft in 2015 stappen gezet om samen met de UvA, VU, Rietveld en HvA een netwerkorganisatie op te richten voor samenwerking in onderzoek voor en door de kunsten en voor het realiseren van nog betere mogelijkheden voor een derde cyclus. De AHK creëert topvoorzieningen voor topopleidingen in een geweldige omgeving: het centrum van Amsterdam. In 2015 werden twee nieuwe locaties in gebruik genomen. De Reinwardt Academie nam het gebouw aan het Hortusplantsoen in gebruik en eind 2015 verhuisden de Academie voor Beeldende Vorming en de masteropleidingen van de Theaterschool naar het Grootlab aan de noordzijde van het IJ. De AHK is met deze locaties nog meer onderdeel van de infrastructuur in het hart van Amsterdam en is een zichtbare speler in wat inmiddels de Knowledge Mile is gaan heten. Het jaar 2015 was een goed jaar voor de AHK, in Amsterdam en internationaal. Een jaar vol passie en inspiratie voor en door studenten en docenten. Bert Verveld Bridget Kievits voorzitter College van Bestuur lid College van Bestuur


Organogram

Missie “De Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten leidt studenten op voor het nationale en internationale werkveld van kunst, cultuur en erfgoed. De AHK staat voor excellent opleiden: uitstekende docenten helpen bijzonder getalenteerde studenten hun artistieke identiteit te ontwikkelen vanuit vakmanschap en traditie, met oog voor vernieuwing en in nauwe verwevenheid met het internationale toonaangevende werkveld waarvan Amsterdam de spil is.”


College van Bestuur Algemeen Het jaar 2015 is een goed jaar voor de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Er zijn goede accreditaties, de tevredenheid van medewerkers en studenten is onveranderd hoog, de nieuwbouw van de Reinwardt Academie in het Hortusplantsoen wordt opgeleverd en financieel is de AHK gezond. Op de grens van 2015 en 2016 wordt tevens het Grootlab aan de oevers van het IJ in gebruik genomen door de Academie voor Beeldende Vorming en door de masteropleidingen en het lectoraat van de Theaterschool. Hiermee vormen de academies van de AHK de AHK-campus in het centrum van Amsterdam: vier academies rond het mr. Visserplein en twee in het verlengde daarvan aan het IJ. De AHK sluit hiermee ook aan op de Knowledge Mile, de concentratie van kennisinstellingen en industrie rond de strook Wibautstraat-Weesperstraat. Op 1 maart treedt Bert Verveld aan als nieuwe voorzitter van het College van Bestuur. Verveld was daarvoor algemeen directeur van het Bureau van de Rijksuniversiteit Groningen. Samen met Bridget Kievits vormt hij het College van Bestuur van de AHK. In de Raad van Toezicht worden in 2015 drie nieuwe leden benoemd: Henk Hagoort (voorzitter NPO) als voorzitter en Tamara Monzon (financieel adviseur) en Paul van Maanen (voorzitter CvB ROC Midden-Nederland) als leden. Kwaliteitsimpuls In het jaar 2015 wordt een begin gemaakt met een meerjarige investering in onderwijsverbetering waar maximaal M€ 1 per jaar voor wordt vrijgemaakt. Het College van Bestuur loopt daarmee – op verzoek van de minister van Onderwijs – vooruit op de onderwijsinvestering door de overheid, die vanaf 2017 gerealiseerd moet worden uit de middelen die vrijkomen door de inwerkingtreding van de Wet studievoorschot hoger onderwijs. Gekozen wordt voor projecten die een impuls geven aan de kwaliteit van het onderwijs, ten goede komen aan studenten, gerelateerd zijn aan het instellingsplan en/of passen bij aanbevelingen uit accreditaties. Projecten vinden plaats langs de lijnen: (1) curriculumontwikkeling, (2) informatietechnologie (waaronder digitaal en online onderwijs), (3) internationalisering en (4) samenleving. De projecten worden uitgevoerd gedurende het schooljaar en dat betekent dat een belangrijk deel pas in 2016 plaatsvindt. Het CvB bespreekt de voorgenomen investeringen met de Hogeschoolraad en de Raad van Toezicht. Instellingsplan – voortgang Het instellingsplan 2013-2018 ademt een hoog ambitieniveau. Halverwege de planperiode geldt dit ambitieniveau nog onverkort, zo blijkt uit een midterm die in het voorjaar gehouden wordt in de vorm van een brede managementconferentie. Het CvB en de directeuren van de academies en van het Servicebureau presenteren daarbij de voortgang van de voornemens uit het Instellingsplan. Conclusie is dat een groot deel van de plannen is gerealiseerd. Er is in het algemeen veel dynamiek sinds de start van de planperiode. Op verschillende academies zijn de curricula gemoderniseerd, met specifieke aandacht voor meer flexibiliteit, arbeidsmarkt (onder andere ondernemerschap) en samenhang in het curriculum. Besloten wordt in de tweede helft van de planperiode extra aandacht te besteden aan de positionering van de AHK en de afzonderlijke instituten als topinstellingen, aan het internationale beleid, het personeelsbeleid en de leeromgeving. Eén en ander komt tot uiting in de beleidsagenda die in de loop van 2015 wordt opgesteld (zie onder). Waar mogelijk worden verbindingen gelegd met de inzet van de kwaliteitsimpulsmiddelen. In vervolg op deze brede managementconferentie besteden College en directies in het najaar twee heidagen aan het verkennen van de contouren van een nieuw instellingsplan vanaf 2018 en het vaststellen van de uitwerking hiervan in de beleidsagenda voor 2016. Deze beschouwing vindt plaats in het licht van de strategische agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek 2015 – 2025 van OCW, de afronding van het huidige Instellingsplan, de voorgenomen driejarige investering in onderwijskwaliteit via de kwaliteitsimpuls en het aflopen van het sectorplan kunstonderwijs in 2016. Voor de komende jaren wordt een aantal speerpunten gedefinieerd. Het handhaven en versterken van de kwaliteit van de opleidingen staat bij de AHK overigens altijd op nummer één. De speerpunten liggen op het gebied van onderwijsaanbod, technologie in het onderwijs, internationalisering en de (inter-)nationale positionering, derde cyclus en


diversiteit. Voor zover van toepassing zullen deze onderwerpen een plek krijgen in de kwaliteitsimpuls voor 2016. Centrale diensten In 2014 werd door het CvB en de directeuren een traject ingezet ter verbetering en vernieuwing van de ondersteunende processen. Daarbij is een aantal gezamenlijke doelstellingen vastgelegd. Deze doelstellingen leiden in 2015 tot maatregelen in de organisatie en in de werkprocessen. Per april worden de afdelingen Communicatie en Kwaliteitszorg & beleidsondersteuning samengevoegd onder de nieuwe naam Kwaliteit, Communicatie en Beleid (KCB) met als hoofd Nel van Dijk. Ook wordt in het najaar besloten tot splitsing van de informatiediensten in een afdeling ICT en een afdeling Informatiemanagement (IM) met de aanstelling van een hoofd IM, Arian Prins, en een nieuw hoofd ICT, Marcel Dymanus. Verder wordt de afdeling F&A omgezet in enerzijds een afdeling Concern Control met als concern controller, Ferry Kuipers, en een decentraal control-team en anderzijds wordt er een Centrale Administratie gevormd waar de financiële- en studentenadministratie onder vallen. Deze hoofden zullen een bijdrage gaan leveren aan het verbeteren en versterken van de interne PDCA cyclus. Rapportage geschiedt rechtstreeks aan het College van Bestuur. Om voor de komende tijd de agenda vast te stellen, en de route en het tijdpad te bepalen wordt een managementagenda opgesteld, die jaarlijks wordt geactualiseerd. Risico’s en onzekerheden Op dit moment heeft de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten een stabiele financiering en een stevige reservepositie. Daarnaast is vrijwel al het vastgoed in eigen bezit en heeft de hogeschool het vastgoed tot nu toe uit eigen middelen kunnen financieren. De Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten is in verregaande mate afhankelijk van de financiering door de overheid en van de inkomsten uit collegegelden. De omvang van de ‘derde geldstroom’ (d.w.z. inkomsten uit contractonderzoek en contractonderwijs) is vooralsnog beperkt. Dit betekent dat op dit moment de risico’s op langere termijn zich vooral voordoen in de financiering door het Rijk of door bewegingen in de studentenaantallen. In dit kader ziet de AHK op langere termijn een aantal mogelijke risico’s, die echter voor de AHK als laag gekwalificeerd kunnen worden of op z’n minst beheersbaar zijn te noemen: Risico terugloop bekostiging Op dit moment loopt er geen landelijke discussie over wijziging van het financieringsmodel of over de parameters in het huidige model. Risico terugloop studentenaantallen als gevolg van: - Verminderde belangstelling Studentenaantallen kunnen om verschillende redenen dalen. Landelijk zijn in 2015 de aantallen nieuwe inschrijvingen in het HBO met 8% gedaald. Voor de meeste opleidingen van de AHK geldt echter dat de capaciteit beperkt is (door sectorplanafspraken en/of door eigen beleid), de belangstelling zeer groot is en dat er streng wordt geselecteerd. Dat heeft tot gevolg dat nu niet de verwachting bestaat dat voor die opleidingen een eventuele vermindering van belangstelling een gevaar in getalsmatige zin oplevert. - Beperking capaciteit door de overheid In het sectorplan 2012-2016 heeft de overheid in feite, via de systematiek van zelfbinding door de sector, een beperking van de capaciteit bij de opleidingen muziek, theater, dans, (en autonome beeldende kunst en design) afgedwongen. Naar verwachting zal de periode na het sectorplan ook een beheersing van de instroom op ongeveer het huidige niveau kennen, in ieder geval voor de bachelor opleidingen. - Vermindering instroom buitenlandse studenten In 2015 is 30% van de instroom van de AHK internationaal, daarvan circa 2/3 EER en 1/3 niet-EER. Er zijn weinig tekenen dat de belangstelling voor de opleidingen van de AHK, die internationaal aantrekkelijk zijn, zou afnemen. De ontwikkeling van internationale studentenaantallen op Europees en globaal niveau doet dat evenmin vermoeden. Risico kwaliteitsoordelen door NVAO of studenten (NSE) In 2015 hebben de meeste opleidingen van de AHK een kwalificatie van goed tot excellent, een enkele de kwalificatie voldoende, en zijn er geen onvoldoendes. Er is een strak systeem van kwaliteitszorg, inclusief


onderwijs- en vak evaluaties, Elk voorjaar rapporteren de directies hierover aan het CvB. Door middel van de NSE wordt tweejaarlijks de algehele studenttevredenheid gemeten, en door middel van de KUO-monitor de tevredenheid van alumni. Risico vastgoed (eigenaarschap gebouwen) De AHK heeft vrijwel alle gebouwen die ze in gebruik heeft in eigendom. Dit is een comfortabele situatie. De gebouwen staan op zeer courante locaties in het centrum van Amsterdam. Risicobeheersings- en controlemaatregelen De AHK brengt via een Risicokaart de risico’s en onzekerheden in beeld. Dat biedt een kader aan RvT en CvB bij de beoordeling of het College van Bestuur van de hogeschool in control is. Deze Risicokaart is opgesteld op basis van de handreiking van de Vereniging Hogescholen over dit onderwerp. De risicokaart is gebaseerd op de risicoscan: een overzicht op basis van een groot aantal indicatoren, zoals de uitkomsten van de accreditaties, de begroting, de uitkomsten van het tweejaarlijks medewerkeronderzoek en de Nationale Studenten Enquête. Ook wordt elke vier jaar een verzekeringsscan uitgevoerd. Elke vijf jaar wordt een risicoinventarisatie- en evaluatie gehouden in het kader van de ARBO. Deze vindt dit jaar plaats voor Waterlooplein, Hortusplantsoen, Jodenbreestraat, Oosterdokskade en Markenplein. Overhoeksplein volgt in 2016. Op alle locaties m.u.v. Markenplein (i.v.m. verbouwing) vinden ontruimingsoefeningen plaats. De AHK heeft 114 gecertificeerde BHV-ers, die jaarlijks op herhalingscursus gaan. Onderdeel van het risicobeheerbeleid is ook de jaarlijkse planning- en controlcyclus op grond waarvan directeuren aan het CvB en het CvB aan de Raad van Toezicht rapporteren. Het CvB rapporteert tweemaal per jaar over o.a. de opvolging van de aanbevelingen uit de managementletter van de accountant. De risicokaart wordt elk jaar geactualiseerd en biedt het CvB zicht op de belangrijkste risico’s en de daaraan gekoppelde beheersmaatregelen. De jaarlijkse actualisatie wordt ook in 2015 met de Raad van Toezicht besproken. Deze kan zich vinden in de analyse van het bestuur. In 2015 voert het CvB het jaarlijks bestuursgesprek met de Inspectie van het Onderwijs. Hier komen geen bijzonderheden uit voort. Meerjarenperspectief Kwaliteit is in alle opzichten het richtsnoer van de opleidingen binnen de AHK: kwaliteit van de docenten, van de inhoud van de opleidingen, van de studenten, van het bestuur, het management en van de ondersteuning. De komende jaren blijven in het teken staan van het handhaven en versterken van de (inter-) nationaal sterke positie. Kunststudenten vinden gemiddeld vaker werk in hun vak dan andere hbo afgestudeerden maar daar staat tegenover dat de inkomsten van kunstenaars onder druk staan. Aandacht voor ondernemendheid in het onderwijs blijft van belang. De AHK heeft geen ambitie om te groeien, maar heeft wel behoefte aan ruimte voor experiment, een grotere vrijheid in de samenstelling van de studentenpopulatie en vernieuwing van het onderwijsaanbod. Treasury management Het beleid van de AHK is om tijdelijke overtollige liquide middelen zo defensief mogelijk te beleggen. In 2011 is mede vanwege dit beleid besloten om deze middelen via geïntegreerd middelenbeheer (schatkistbankieren) bij het Ministerie van Financiën te plaatsen. In deze situatie treedt in 2015 geen verandering op. Overige bestuurlijke activiteiten in 2015 Reorganisatie Academie voor Beeldende Vorming De in 2013 in gang gezette reorganisatie van de Academie voor Beeldende Vorming wordt op 1 september 2015 officieel afgesloten. De reorganisatie is binnen de daarvoor bestemde tijd en binnen de gereserveerde middelen afgerond. Eind 2015 verhuist de academie naar de nieuwe locatie in het Grootlab in Amsterdam-Noord. Dankzij de reorganisatie en dankzij de inzet van alle betrokkenen en van de leiding, ziet de toekomst van de academie er goed uit. De academie heeft een nieuw en toekomstgericht elan. Om de herstart te bekrachtigen wordt besloten dat de Academie voor Beeldende Vorming vanaf de verhuizing naar de nieuwe locatie onder de nieuwe naam Breitner Academie verder zal gaan.


Sociale veiligheid Het bestuur van de AHK hecht grote waarde aan een veilige leer- en werkomgeving. In 2015 worden de regelingen met betrekking tot integriteit en sociale veiligheid herzien en waar nodig aangescherpt, mede naar aanleiding van publiciteit in de zomer van 2015, over vermeende inbreuken op de sociale veiligheid in het verleden. De hernieuwde klachtenregeling wordt breed verspreid onder de hogeschoolgemeenschap. Lectoraat kunsteducatie Het instellingsbrede lectoraat Kunst- en cultuureducatie komt in 2016 vacant door het emeritaat van de lector, Folkert Haanstra. Na een brede consultatieronde wordt besloten het faculteitsoverstijgend karakter en het domein van het lectoraat te handhaven en in 2016 een lector te gaan werven die hier invulling aan kan gaan geven. Binnen de AHK is het thema kunsteducatie een gemeenschappelijk profilerend element, tevens geeft de minister onderwijsonderzoek een belangrijke plaats in de Strategische Agenda, wat een kans is om dit thema verder te versterken. Medezeggenschap Naar aanleiding van de wetswijziging die de medezeggenschap instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting geeft, komt het CvB met de Hogeschoolraad een vaststelling van deze hoofdlijnen overeen. De interne begrotingsplanning wordt aangepast opdat de Raad voldoende tijd krijgt voor bestudering van de stukken. Voor 2016 ontvangt het CvB instemming op de begrotingshoofdlijnen evenals positief advies op de begroting zelf. Naar aanleiding van de aanbevelingen uit de instellingstoets kwaliteitszorg bespreekt de Hogeschoolraad zijn eigen professionaliseringstraject met het CvB. Mede op basis van voorstellen van de Hogeschoolraad wordt een herziening van het medezeggenschapsreglement ingezet; dit zal in 2016 voorliggen voor instemming door de HR. Ook hierziening van de faciliteitenregeling van de Hogeschoolraad wordt, mede op verzoek van de raad zelf, op de agenda gezet. Vluchtelingen Samen met de Hogeschool van Amsterdam, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit onderzoekt de AHK of en hoe zij in Amsterdam kan bijdragen aan een goede toeleiding naar de arbeidsmarkt van de vluchtelingen die in Amsterdam/Nederland worden opgenomen. Initiatieven van studenten en medewerkers worden verzameld op de website en er vindt een conferentie plaats. Vooruitblik bestuurlijke agenda 2016 Onderwijsaanbod De AHK is een selectieve kunsthogeschool waar kwaliteit voorop staat. Bovendien let de AHK op de innovatie en de ontwikkeling van de opnamecapaciteit van de Nederlandse arbeidsmarkt. Ontwikkeling van het aanbod wordt in elk geval voorzien voor de Theaterschool door de samenvoeging van de opleidingen Moderne Theaterdans en Urban Comtemporary (JMD), en door de ontwikkeling van een sterkere verbinding van de masteropleidingen. Er worden ideeen ontwikkeld rond associate degree-programma’s. Technologie in het onderwijs Technologie is de drager van onderwijsproducten (bij de Nederlandse Filmacademie), een middel voor overdracht (bij de Reinwardt Academie) of - in relatie met beeldtaal - object van studie (bij de Academie voor Beeldende Vorming). Het Conservatorium van Amsterdam gebruikt technologie voor het ontwikkelen van een online onderwijsaanbod, dat in 2016 in gebruik zal worden genomen en het muziekonderwijs online toegankelijk maakt. Met het aantrekken van een beleidsmedewerker ICT en Onderwijs (in 2015) en het oprichten van een intern Onderwijs & Technologieplatform, wil de AHK de komende jaren een extra impuls geven aan het ontwikkelen van online onderwijs, het integreren van technologie in het leslokaal en het up to date houden van het onderwijs in het licht van de snelle ontwikkelingen op het gebied van technologie en digitalisering. In de kwaliteitsimpuls 2016 neemt onderwijs en technologie een hoofdrol in. Internationalisering Om het curriculum in lijn te houden met de vakmatige ontwikkelingen die steeds internationaler van aard zijn, en studenten in staat te stellen om tijdens de studie fysiek in aanraking te komen met de relevante internationale context van hun vak, ontwikkelen en onderhouden de academies hun internationale contacten en samenwerkingen, in lijn met hun visie en doelstellingen. Ook internationale studentmobiliteit is om deze reden van belang; de AHK zet in 2015 alle 10 door OCW toegekende Holland Scholarship beurzen voor inkomende studenten in en 8 van de 10 beurzen voor uitgaande studenten, en dient een


aanvraag in bij OCW voor uitbreiding van het aantal Holland Scholarship beurzen in 2016. Derde Cyclus Nederlandse kunstopleidingen hebben geen pendant in de universiteiten. Dit betekent voor afgestudeerden die hun intellectuele en kunstzinnige nieuwsgierigheid en talent verder willen verdiepen en ontwikkelen, dat de kunsthogescholen feitelijk de biotoop zouden moeten zijn waar, naar analogie van de wetenschappelijke promotie, deze groep in een derde cyclus moet kunnen ‘promoveren’. Na een interne consultatieronde en in samenwerking met de faculteit Geesteswetenschappen van de UvA, zal in 2016 een samenwerkingsverband tot stand worden gebracht tussen de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Gerrit Rietveld Academie, de Hogeschool van Amsterdam en de AHK. Dit verband zal een netwerkorganisatie zijn, gericht op gezamenlijke onderzoekprojecten, het realiseren van promoties en het ontwikkelen van meer mogelijkheden en nieuwe vormen van een derde cyclus. Diversiteit Culturele diversiteit is een thema in een groot deel van de onderwijs- en onderzoeksprogramma’s. Tegelijkertijd constateren we dat de studenten- en medewerkerspopulatie geen afspiegeling vormt van de samenleving. Dit beeld wijkt overigens niet af van andere (Nederlandse of Europese) kunsthogescholen. De AHK ziet het als haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om het kunstonderwijs meer aansluiting te laten vinden bij bredere groepen. De AHK wil een interessante school zijn voor alle potentiele studenten, ongeacht hun culturele en ethnische achtergrond en wil barrières van taal, cultuur of achtergrond voorkomen. De AHK besluit meer aandacht te besteden aan dit vraagstuk en plaatst het onderwerp diversiteit vanaf 2016 als expliciet aandachtspunt op de bestuurlijke agenda. Besturingsfilosofie en samenstelling bestuur De besturingsfilosofie van de AHK is vastgelegd in het bestuursreglement. Hierin worden de taken en bevoegdheden van het CvB en de directeuren omschreven. Het CvB legt op grote beleidsonderwerpen de kaders vast; de directeur legt binnen deze kaders de facultaire werkwijze vast. De directeuren leggen via de voorjaars- en najaarsrapportage verantwoording af aan het CvB over het door hen gevoerde beleid en dienen een begroting in voor het volgende jaar. Het CvB legt op overeenkomstige wijze verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Waar van toepassing verkrijgt het CvB instemming of advies van de Hogeschoolraad; op faculteitsniveau gebeurt dit via de faculteitsraden. Via de in de Planning & Controlcyclus opgenomen voorjaars- en najaarsgesprekken tussen CvB en directie houdt het CvB de vinger aan de pols op het gebied van kwaliteitszorg, planvorming, facultaire financiën en kengetallen. Voorts vinden er maandelijkse individuele werkoverleggen tussen het CvB en de respectievelijke directeuren plaats. De overlegstructuur wordt in 2015 verder uitgewerkt. CvB en directeuren voeren maandelijks strategisch overleg (SO). Twee à vier keer per jaar vindt er tussen hen een open gedachtewisseling plaats over de koersbepaling van een specifiek onderwerp dat meer van algemeen belang is. De aansturing van grote bedrijfsvoeringsprocessen gebeurt door een aantal stuurgroepen, die bestaan uit tenminste één directeur en een collegelid. De stuurgroep monitort de voortgang en legt verantwoording af aan het SO en het CvB. Het CvB besluit na consultatie van en in afstemming met het SO. De managementagenda met de grote bedrijfsvoeringsprojecten, alsmede de strategische beleidsagenda van de AHK komen tijdens de halfjaarlijkse managementgesprekken tussen het CvB en de directeuren aan de orde. Stakeholders Het CvB onderhoudt een netwerk in het bestuurlijke en culturele veld en vertegenwoordigt de instelling in tal van organen op nationaal en internationaal niveau. De directeuren en medewerkers van de academies onderhouden intensieve contacten met relevante netwerken op hun vakgebied en nemen deel aan tal van maatschappelijke activiteiten, raden, commissies en publieke debatten. Directiewisselingen Per 1 juni 2015 benoemt het College Madeleine Maaskant tot directeur van de Academie van Bouwkunst. Met haar benoeming is, na het vertrek van voorganger Aart Oxenaar, het directeurenteam van de AHK weer compleet. Samenstelling College van Bestuur in 2015 Bert Verveld, voorzitter (vanaf 1 maart 2015) Bridget Kievits, lid (waarnemend voorzitter tot 1 maart 2015)


Roos Eijsten, secretaris Governance De Raad van Toezicht en het College van Bestuur van de AHK hechten belang aan een transparante organisatie en naleving van de geldende Branchecode Goed Bestuur hogescholen. Er zijn in 2015 geen punten waarop de AHK afwijkt van deze code. In februari 2015 stelt het CvB in het kader van de Branchecode Goed Bestuur de volgende regelingen vast: (1) AHK-beleidsnotitie horizontale dialoog, (2) AHK-statuut strategische samenwerking met derden. Beide regelingen waren reeds in 2014 goedgekeurd door de Raad van Toezicht, en houden geen wijziging van het beleid in. De hoofdlijnen van het bestuur zijn ongewijzigd en worden gepubliceerd op de website. De statutaire doelstellingen en de juridische structuur zijn eveneens ongewijzigd. Er is geen nadere toelichting vereist bij de bekostigingsinformatie in het kader van de notitie Helderheid. De AHK verstrekt in oktober informatie over bestuuursdeclaraties aan RTL dat een beroep doet op de Wet Openbaarheid Bestuur. Hogescholen vallen weliswaar niet onder de WOB, maar de Vereniging Hogescholen adviseert de instellingsbesturen tegemoet te komen aan het verzoek. Het CvB heeft zich geconformeerd aan de interne regeling zakelijke voorzieningen en is terughoudend geweest in zijn uitgaven. De Raad van Toezicht en het College van Bestuur worden in 2015 binnen de grenzen van de Wet Normering Topinkomens gehonoreerd.


Prestatieafspraken 2012 - 2016 In 2012 heeft de AHK een voorstel ingediend voor een prestatieafspraak met OCW. Daarin is aangegeven dat de opleidingen van de AHK een hoog ambitieniveau hebben en dat dit niveau al op een groot aantal punten wordt gerealiseerd – getuige onze jaarverslagen. Met betrekking tot de prestatieafspraak met OCW bestond de missie dan ook uit continuering van deze lijn. Dit streven is door de reviewcommissie gehonoreerd en op basis van de criteria ‘ambitieniveau en realiteitsgehalte’, ‘aansluiting bij gewenste ontwikkelingen op stelselniveau’ en ‘uitvoerbaarheid’, beoordeelde de commissie het voorstel van de AHK als zeer goed. In 2015 kan worden geconstateerd dat de AHK de ambities heeft waargemaakt, en inhoudelijk aan haar prestatieafspraak 2012 – 2016 heeft voldaan. Dit wordt hieronder toegelicht. De AHK heeft zowel voorafgaand aan het maken van de afspraak, als lopende het proces, afstemming gehad met de medezeggenschap en de Raad van Toezicht. Bij de midterm-evaluatie van het Instellingsplan is het gehele kader voor het beleid van de AHK aan de orde geweest; de prestatieafspraak met OCW maakt hier deel van uit. De tussentijdse uitslagen van de prestatieafspraken hebben geen aanleiding gegeven tot discussie. Indicatoren onderwijskwaliteit en studiesucces Hieronder volgt een overzicht van de verschillende onderdelen van de prestatieafspraak met vermelding van de nulmeting (van de hand van de AHK), de afspraak (de door de reviewcommissie bekrachtigde ambitie), het resultaat in 2015 en een inhoudelijke toelichting.

1. Studiesucces: uitval Het aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na één jaar niet meer bij dezelfde instelling in het hoger onderwijs staat ingeschreven.

nulmeting afspraak resultaat*

Uitval 1e jaar 20,9% 20,0% 20,8% De ambitie van de AHK was om de uitval gelijk te houden. Het resultaat ligt dan ook nagenoeg op de norm. De afwijking in 2015 ten opzichte van de afspraak (20,8 %) wordt veroorzaakt door de uitval na het eerste jaar bij de Reinwardt Academie. De bacheloropleiding cultureel erfgoed kan niet selecteren aan de poort, maar geeft het meest frequent een negatief bindend studieadvies in het eerste jaar. Daarnaast heeft de Reinwardt Academie decentrale selectie en de studiekeuzecheck ingevoerd vanaf studiejaar 2015-2016. De verwachting is dat studenten hierdoor bewuster kiezen voor een studie aan de Reinwardt Academie.

2. Studiesucces: switch Het aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na één jaar overstapt naar een andere studie bij dezelfde instelling.

nulmeting afspraak resultaat*

Studieswitch 1,0% 1,0% 0,4% Studieswitch is geen punt van aandacht voor de opleidingen binnen de AHK. Studenten kiezen doorgaans doelbewust voor de opleiding en worden op talent en motivatie geselecteerd. De ambitie was om het percentage tenminste gelijk te houden; deze ambitie is gehaald.

3. Studiesucces: bachelorrendement Het aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten dat zich na het eerste studiejaar opnieuw bij dezelfde instelling inschrijft (herinschrijvers) en dat in de nominale studietijd + één jaar (C+1) bij dezelfde instelling het bachelordiploma behaalt.

nulmeting afspraak Resultaat*

Bachelorrendement 76,2% 77% 76,3 %


De ambitie van de AHK was een rendement van 77%. Het resultaat in 2014 is 76,3% en de AHK zit daarmee nagenoeg op de norm. Het rendementscijfer van de Reinwardt Academie is de reden dat de AHK in totaal het streefcijfer net niet heeft gehaald. Deze academie scoort op dit punt echter niet slechter dan het reguliere hbo, dat zich gesteld ziet voor het trilemma instroom – niveau opleiding – studiesucces. Daarnaast heeft de Reinwardt Academie een aantal maatregelen genomen om het rendement te verbeteren, waaronder aanpassingen in het studieprogramma, groepsgrootte en begeleiding, zoals intensieve coaching van de groep langstudeerders. * De prestatieafspraak die we hebben gemaakt betreft een gemiddelde over vier jaar. Hiervoor is bewust gekozen omdat de percentages door de kleine aantallen studenten soms sterk kunnen fluctueren.

4. Kwaliteit/excellentie: studenten aan opleidingen met een goed/excellent NVAO-score. Het aandeel studenten aan bachelor- en masteropleidingen met een goed/excellent score.

nulmeting afspraak resultaat

Goed/excellent score 75,0% 75,0% 70,3%

nulmeting voorjaar 2012 resultaat 2015

Score aantal % sept 2011 %

E+G/V Score aantal % sept 2015 %

E+G/V

E 9 56,6% E 4 29,8%

G 5 23,1% 79,7% G 11 40,6% 70,3%

V 5 20,3% 20,3% V 4 29,7% 29,7% Bij het maken van de afspraak met OCW is intensief nagedacht over de manier om dit onderdeel te meten. Dit leidde tot de keuze om excellentie te meten aan de hand van de NVAO-oordelen en niet via de ‘zachtere’ resultaten van de NSE. De intentie achter deze doelstelling was dat wij vinden dat alle opleidingen naar verbetering moeten streven, in lijn met onze missie van ‘excellent opleiden’. Dat wil zeggen: het beste uit elke student halen en het inrichten van een onderwijsomgeving die daaraan optimaal bijdraagt. Op het moment van het vastleggen van de afspraak, was het nieuwe accreditatiestelsel nog niet in gebruik, en dit stelde ons voor de opdracht een aanname te doen op basis van eerdere (volgens het oude stelsel) behaalde resultaten. De doelstelling om te zorgen voor 75% studenten in een goed of excellent beoordeelde opleiding was om die reden ambitieus te noemen. Op basis van de eerder behaalde resultaten werd deze ambitie echter haalbaar geacht. Eind 2015 zijn in het nieuwe stelsel zestien opleidingen geaccrediteerd, waarvan drie excellent, negen goed en vier voldoende. In 2016 en 2017 vinden nog drie accreditaties plaats. Voor deze drie opleidingen is de score van de nulmeting (bestaande accreditatie) verwerkt in het resultaat 2015. Gebleken is dat hogescholen onder het nieuwe systeem strenger worden beoordeeld. Desondanks is 75% van de opleidingen aan de AHK inmiddels goed of excellent beoordeeld. De reden dat de ambitie van 75% studenten in een goed of excellent beoordeelde opleiding toch niet geheel is gehaald, is gelegen in het feit dat de Reinwardt een groot gewicht in aantallen studenten heeft. De score voor de Reinwardt Academie was ‘goed’ op standaard 1 en 2 en ‘voldoende’ op standaard 3. Het eindoordeel kwam daarmee automatisch uit op ‘voldoende’. Gemeten naar aantallen studenten zorgt dit voor een daling van het percentage. Wij vinden evenwel dat ook de Reinwardt Academie (die geen kunstopleiding is, maar valt onder het ‘reguliere hbo’) ruimschoots voldoet aan de kwaliteitsdoelstellingen van de AHK.

5. Maatregelen: docentenkwaliteit Het aandeel van de docenten (OP) met een master / PhD (of vergelijkbaar) ten opzichte van het totaal aantal docenten.


Docenten masterdiploma 47,0% 50,0% 51,2% De ambitie op het gebied van docentkwaliteit is gehaald. Daarbij geldt dat vooral voor theoriedocenten een


mastertitel van belang is. Voor praktijkdocenten zijn de benoemingsvereisten eveneens zeer hoog, maar hier geldt niet zozeer de academische titel, maar de bewezen positie in het werkveld als doorslaggevend argument voor de kwaliteit van de docent. De AHK is dus tevreden met een percentage van 51,2% voor het totale docentencorps, bestaande uit zowel theorie- als praktijkdocenten.

6. Maatregelen: onderwijsintensiteit Het aandeel van de voltijd bacheloropleidingen met minder dan 12 geprogrammeerde contacturen (klokuur/week) in het eerste jaar.


Contacturen onder 12 uur 0,0% 0,0% 0,0% Geen enkele opleiding programmeerde in de afgelopen vier jaar minder dan 12 uren in het eerste jaar van de bachelor.

7. Maatregelen: indirecte kosten De verhouding onderwijzend/niet-onderwijzend personeel (OP/NOP) (ratio)


Ratio OP/NOP 1,69 1,69 1,66

Precentage zuiver overhead 22% 22% 22,1%

nulmeting

2011 2015

Zuivere overhead (AOP) 22,0% 22,1%

Sector overhead (OOP) 15,2% 15,5%

Niet-onderwijzend personeel 37,2% 37,5%

Primair proces (OP) 62,8% 62,4%

Ratio OP/overhead 1,69 1,66 De ambitie van de AHK was om de verdeling over de verschillende categorieën (zuivere overhead, sectorspecifieke overhead en primair proces2) gelijk te houden, en niet om de overhead te doen dalen. Dit resulteerde in een afspraak die gelijk was aan de nulmeting, en een door de Reviewcommissie vastgestelde ratio onderwijzend / niet-onderwijzend personeel van 1,69.3 Het resultaat na vier jaar is een zeer lichte daling van deze ratio naar 1,66. Uitgaande van normale jaarlijkse schommelingen in de personeelssamenstelling kan het verschil als nihil beschouwd worden. Profilering en zwaartepuntvorming De AHK heeft drie zwaartepunten aangevoerd bij de toekenning van de selectieve middelen:

1. Het onderwijs aan en de begeleiding van jong toptalent, waarvoor de AHK unieke voorzieningen bij de Nationale Balletacademie en het Conservatorium van Amsterdam aanbiedt.

2. Deelname van de AHK aan activiteiten binnen de Topsector Creatieve Industrie. De AHK is een van de founding partners van het Amsterdam Creative Industries Network (ACIN) Center of Expertise; de Hogeschool van Amsterdam (HvA) is penvoerder.

3. Het aandeel van de AHK in de verwezenlijking van het sectorplan kunstonderwijs dat eind april 2012 is gepubliceerd.

Hieronder volgt een algemene terugblik op de gehele periode van de prestatieafspraak, aangevuld met

2 Indeling in categorieën volgens methode Berenschot. 3 De door de RC vastgestelde ratio was 1,83; de AHK heeft in 2013 een verzoek ingediend bij OCW voor aanpassing van de ratio naar 1,69. Dit verzoek is toegewezen.


specifieke informatie over het verslagjaar 2015. Ad 1. Jong toptalent Toptalent muziek De nationale vooropleiding voor jong toptalent van het Conservatorium van Amsterdam (CvA) bestaat uit de Sweelinck Academie (klassiek) en het Junior Jazz College. In de afgelopen jaren is het curriculum Jong Talent aanzienlijk versterkt. Bij de Sweelinck Academie zijn de theorielessen uitgebreid, is het bijvak piano toegevoegd en is het hoofdvak verzwaard met ensemblespel. In 2014 vond een landelijk congres plaats over de aansluiting tussen de Jong Talentafdeling van het CvA en de overige, landelijke voortrajecten. Vanuit de hoofdvraag hoe elk talent een passende opleiding kan krijgen, zijn afspraken gemaakt over scouting en doorstroming naar vervolgtrajecten. De instroomeisen van de Jong Talentafdeling zijn verzwaard en daarmee is het niveau van de Jong Talentopleiding verhoogd. Om het rendement van de opleiding te verhogen is aandacht besteed aan een nog betere aansluiting van de Jong Talentopleiding op het bachelorprogramma. Door de nieuwe samenwerking van de Sweelinck Academie met de Percussion Friends is het curriculum van de Sweelinck Academie uitgebreid met slagwerk. Vanuit het landelijke netwerk van opleidingen van de Percussion Friends worden jaarlijks toptalenten geselecteerd voor audities bij het Percussion Friends-programma van de Sweelinck Academie. Door deze samenwerking is het docentencorps van de Sweelinck academie uitgebreid met vier jonge en zeer succesvolle slagwerkdocenten: Vincent Houdijk, Ramon Lormans, Maikel Claessens en Dominique Vleeshouwers. De nieuwe generatie docenten aan de Sweelinck Academie is de afgelopen jaren verder uitgebreid met een aantal topmusici: Johannes Leertouwer (violist en dirigent) is in 2013 aangetreden als studieleider en hoofdvakdocent viool, Monique Heidema als hoofdvakdocent cello en Marianne Boer als hoofdvakdocent piano. Het CvA neemt actief deel aan de kennisontwikkeling op het gebied van de coaching van toptalent en het leveren van topprestaties en organiseert in 2013 in samenwerking met de Theaterschool, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit de internationale conferentie ‘Managing your Talents - Interdisciplinary Research on the Performing Arts’. Het programma is opgedeeld in vier kernthema’s: talent, excellentie, studeren en (over)load. Wetenschappers van over de hele wereld laten, vanuit de kunstpedagogiek, de geneeskunde, de neuropsychologie en de cognitie- en de bewegingwetenschappen, hun licht schijnen over deze thema’s. Onder auspiciën van het lectoraat Muziek gaat in 2015 een nieuw Studielab van start, waarin wetenschappers en studenten samenwerken om te onderzoeken welke effecten trainingsmethoden uit de sportwereld hebben wanneer zij door muziekstudenten worden toegepast. De samenwerking met de top van het werkveld werpt ook zijn vruchten af voor de afdeling Jong Talent. Op basis van de samenwerkingsovereenkomst die in 2012 is gesloten tussen het CvA en het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) treden leerlingen van de Sweelinck Academie regelmatig in kamermuziekconcerten op met leden van het KCO en wonen de leerlingen jaarlijks repetities van het KCO bij. Ook met andere orkesten bestaan duurzame relaties, zoals met de Nederlandse Orkest- en Ensemble-Academie (NJO) en het Nederlands Philharmonisch Orkest/Nederlands Kamerorkest (Nedpho). Elk jaar winnen leerlingen van de Sweelinck Academie prestigieuze prijzen. In 2015 ontvangt Lucie Horsch (15 jaar,blokfluit) de Concertgebouw Young Talent Award en winnen Mayu Konoe (17, viool) en Takehiro Konoe (17, altviool) de Nationale Finale van het Prinses Christina Concours. Zie verder het overzicht met prijswinnaars elders in dit jaarverslag. Toptalent ballet De Nationale Balletacademie (NBA, onderdeel van de Theaterschool) heeft met inzet van subsidie van het Sirius-programma voor de stimulering van excellentie in het hoger onderwijs, in de periode 2010 – 2013 een intensivering van het onderwijsprogramma en een sterkere focus op klassiek ballet gerealiseerd. Het audit-panel van Sirius is in 2014 in haar eindoordeel zeer positief over de algehele ketenbenadering van het opleidingsprogramma: de doorgaande lijn vanaf de scouting van zeer jong talent via het geïntegreerde lesprogramma met het basis- en voortgezet onderwijs tot en met het driejarige hbo-deel dat in het laatste jaar voorziet in de overstap naar de top van het werkveld, waarbij in alle fasen sprake is van een geïnstitutionaliseerde samenwerking met Het Nationale Ballet (HNB). Ook de accreditatie (beperkte opleidingstoets) in 2012 verliep positief, met als eindoordeel ‘goed’. Het panel stond positief tegenover de aanvraag voor een speciaal kenmerk, maar adviseerde om deze aanvraag uit te stellen tot de volgende accreditatieronde, als de vernieuwingen aantoonbaar tot resultaten


hebben kunnen leiden. De NBA en HNB zijn in 2013 een wederzijds commitment aangegaan voor de verdere ontwikkeling van de NBA als ‘hofleverancier’ voor HNB. Dit commitment is vastgelegd in een convenant. Belangrijk onderdeel van het convenant vormt het stagejaar, waarin studenten zich op het hoogste niveau kunnen voorbereiden op de overstap naar de beroepspraktijk. Het Nationale Ballet heeft hiervoor de Junior Company opgericht, in de vorm van een klein gezelschap van jonge aspirant-dansers, met een eigen repertoire en jaarlijks een tournee door Nederland. De gezamenlijke intentie is dat uiteindelijk alle hoogstejaars studenten een plaats krijgen in de Junior Company. In de afgelopen jaren zijn er studenten uit de vooropleiding van de NBA doorgestroomd naar de Junior Company, het streefaantal wordt op dit moment echter nog niet gehaald. Er wordt stevig geïnvesteerd in verdere verhoging van het niveau van de NBA. In de jaren 2013 – 2015 zijn onder leiding van de artistiek leider Christopher Powney nieuwe docenten aangetrokken (met een achtergrond als danser in de topregionen van het internationale werkveld) en is het internationale netwerk van de NBA uitgebouwd, wat in 2013 onder meer heeft geleid tot de erkenning als partnerschool van de Prix de Lausanne, het belangrijkste balletconcours in Europa. Na de benoeming van Powney tot directeur van de Royal Ballet School in Londen (2014) is de internationaal vooraanstaande danser en balletmeester Jean-Yves Esquerre aangetreden als artistiek leider, onder wiens leiding de NBA in korte tijd is uitgegroeid tot een uitdagende internationale leeromgeving op het hoogste niveau, waarin de doorgestroomde ‘eigen kweek’-studenten hun opleiding voortzetten binnen een internationaal samengestelde groep van toptalenten. De effecten hiervan zijn zichtbaar in de lijst van gerenommeerde gezelschappen, waar NBA-studenten contracten krijgen, in 2015 bijvoorbeeld bij Het Nationale Ballet, Introdans, de Bayerische Staatsoper, het Nationaal Ballet van Noorwegen, het Nationaal Ballet van Hongarije en het Stuttgarter Ballet. In januari 2015 brengt staatssecretaris Dekker een bezoek aan de vooropleiding van de NBA en neemt hij kennis van de bijzondere situatie en behoeften van deze zeer getalenteerde jongeren. Belangrijk onderwerp van gesprek is de nadrukkelijke wens om alle voorzieningen van en rond de NBA op één plek te organiseren, inclusief lesruimtes voor het reguliere basis- en voortgezet onderwijs en de residentiële voorzieningen voor de vooropleiding. De ambitie is te komen tot voorzieningen die overeenkomen met de kwaliteit en de allure van de NBA en met vergelijkbare balletopleidingen in het buitenland. Cruciaal in dit proces is de steun - ook financieel - van de Rijksoverheid. De AHK en HNB gaan in 2015 verder in gesprek met de Minister van OCW, de gemeente Amsterdam en andere partners om te zoeken naar wegen om deze ambitie te realiseren. Ad 2. Topsector creatieve industrie

Amsterdam Creative Industries Network In het kader van het zwaartepunt Topsector Creatieve Industrie, richt de AHK in 2012 samen met de HvA (penvoerder) en Inholland het Centre of Expertise Amsterdam Creative Industries Network (ACIN) op. Alhoewel de opleidingen van de AHK dicht bij het beroepsveld staan, vergroot de samenwerking tussen de drie hogescholen de kansen voor studenten om hun netwerk uit te breiden en hun ondernemerschapskwaliteiten te beproeven in het dynamische, snelgroeiende veld van de creatieve industrie. Tevens wordt hiermee één, voor de metropoolregio Amsterdam zichtbaar ‘toegangsloket’ gecreëerd. Bij de oprichting van ACIN wordt aansluiting gezocht bij bestaande agenda’s, zoals de Human Capital Agenda van de Topsector Creatieve Industrie, en de Kennis- en Innovatieagenda’s van Click.nl en de Amsterdam Economic Board. De AHK voegt onderwijs en onderzoek toe op de gebieden kunst, cultuur en erfgoed. Gezamenlijk formuleert ACIN vier programmalijnen, te weten: Herbestemming Erfgoed, Media & ICT, Creatief Zakelijk en Gaming & Film. De programmalijnen krijgen naderhand uitwerking in een tiental ‘labs’, waarbij de AHK aan de wieg staat van het Heritage Lab (erfgoed en architectuur) en het Interactive Cinema Lab (film, visual effects en narrativiteit). Heritage Lab In het Heritage Lab werken studenten uit verschillende disciplines samen aan complexe maatschappelijke opgaven op het gebied van erfgoed en ruimte, onder leiding van lector Riemer Knoop en Artist in Residence Michiel Schwartz. Dit leidt onder meer tot een Capita Selecta lezingenserie, nieuwe onderwijsmodules en een gedeeld honours-aanbod. Drie jaar achtereen wordt door dit Lab de Week van het Lege Gebouw georganiseerd, steeds door een andere initiatiefnemer (2013 Academie van Bouwkunst, 2014 Reinwardt Academie en 2015 Hogeschool van Amsterdam). Dit project komt voort uit de behoefte


van het Atelier Rijksbouwmeester, het Rijksvastgoedbedrijf en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om de leegstandsproblematiek onder de aandacht te brengen bij onderwijsinstellingen. In de Week van het Lege Gebouw werken studenten van rond de twaalf universiteiten en hogescholen samen in multidisciplinaire teams met particuliere investeerders en overheidsinstanties. Binnen het ACIN wordt de Knowledge Mile ontwikkeld en in dit kader onderzoekt het Heritage Lab het Joods Cultureel Kwartier en de Plantage- en Weesperbuurt (met lector Hester Dibbits). Het project Designing Experience Scapes doet onderzoek naar de museale beleving van museumbezoekers en in september 2015 start het Archief Atelier dat zich richt op Dienstverlening en de Digitale Onderzoeksomgeving. (zie verder de hoofdstukken Academie van Bouwkunst en Reinwardt Academie). Interactive Cinema Lab De Nederlandse Filmacademie verricht onderzoek naar Interactive Cinema (Real Time Cinema), en naar nieuwe 360⁰/augmented reality en virtual reality technieken. Voor dit Lab heeft de NFA samenwerkings- en financieringsafspraken gemaakt met een aantal externe partijen, waaronder KLM en de Anne Frank Stichting. (zie verder hoofdstuk Nederlandse Filmacademie) ArtechLAB Amsterdam Vanuit de Academie voor Beeldende Vorming wordt in 2015 de aanzet gegeven voor een nieuw ACIN-lab, op het snijvlak van kunsten beta/technologie-onderwijs. In samenwerking met de HvA realiseert dit “aspirant-lab” een bijdrage aan het Amsterdam Light Festival. (zie verder hoofdstuk Academie voor Beeldende Vorming) Beoordeling – midterm In 2014 oordeelt de reviewcommissie positief over de voortgang van ACIN: “Het consortium van founding partners AHK, HvA en Inholland is verder verankerd in onderwijs, landelijke netwerken, de creatieve industrie en de stad Amsterdam”4. De maatschappelijke oriëntatie van ACIN wordt ook opgemerkt door de minister van Onderwijs Jet Bussemaker. In haar Strategische Agenda Hoger Onderwijs 2015-2025 Waarde(n) van Weten (pag 14) merkt zij op dat: “Onderwijs is wat mij betreft een heel belangrijke vorm van kennisbenutting. Door studenten in hun onderwijs te betrekken bij de maatschappelijke vraagstukken vormen zij zich tot volwaardige burgers die zich verbonden voelen met de wereld om hen heen. […] In het Amsterdam Creative Industries Network werkt men vanuit labs aan maatschappelijke vraagstukken in samenwerking met partners uit de creatieve industrie”. Toekomst: 2016 en verder In 2015 is de meerwaarde voor de AHK van deelname in het ACIN groot gebleken. Met tien labs die ingebed zijn in specifieke deelonderwerpen van de creatieve industrie en het Knowledge Mile-initiatief heeft ACIN in vier jaar een solide kennisinfrastructuur opgebouwd voor praktijkgericht onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken, die gerelateerd zijn aan de creatieve industrie en de digitale technologie. Om dit te kunnen blijven doen en studenten de springplank te bieden naar onderzoek in de creatieve industrie, blijft ook in de toekomst de inhoudelijke betrokkenheid en bijdrage van de drie pijlers – overheid, bedrijven en hogescholen van belang. In relatie tot de eerste pijler, de overheid, blijft ACIN aansluiting zoeken bij de bestaande agenda’s. Zo zijn de doelstellingen van de Knowledge Mile gekoppeld aan de Challenges van de Amsterdam Economic Board. De gemeente Amsterdam is voor de lange termijn betrokken bij de labs en de Knowlegde Mile. ACIN sluit aan bij de doelstellingen van de minister uit de Strategische Agenda Hoger Onderwijs 2015 – 2025 en ontwikkelt met de Knowlegde Mile een duurzame regionale samenwerking, die de leeromgeving van de hogescholen verrijkt. De labs zorgen voor een sterke verbinding tussen studenten en de arbeidsmarkt. Bedrijven, de tweede pijler, zijn door het tekenen van de meerjarige contracten en hun rol als Lab Industry Leader voor meerdere jaren zowel financieel als inhoudelijk verbonden aan het netwerk. Hiermee zijn ook zij onderdeel van de driehoek, die gezamenlijk maatschappelijke vraagstukken oppakt. De Lab Industry Leaders hebben een belangrijke rol in de adviesraad, waarin zij op basis van hun ervaringen in de creatieve industrie aangeven welke competenties zij verwachten van studenten. De derde pijler zijn de hogescholen. ACIN ervaart groeipotentie om een groeiende groep studenten en docenten te verbinden met maatschappelijke vraagstukken. Bijvoorbeeld door het vergroten van de zichtbaarheid van de Knowlegde Mile, maar ook door het onder de aandacht brengen van multidisciplinair praktijkonderzoek. Hiervoor liggen er niet alleen mogelijkheden binnen de aangesloten hogescholen, maar ook bij andere onderwijsinstanties binnen de Metropoolregio Amsterdam en landelijk. Het stimuleren van een ondernemende houding onder studenten en docenten draagt bij aan zowel de kwaliteit van onderwijs 4 Verslag gesprek Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek met bestuur ACIN dd 3-9-2014, p.2


als de relevantie van het hoger onderwijs voor de maatschappij. Ad 3. Sectorplan Kunstonderwijs Sectorplan kunstonderwijs In het kader van het sectorplan zijn afspraken gemaakt met betrekking tot reductie van de studentenaantallen van de opleidingen bachelor Muziek, bachelor Theater en bachelor Dans. In onderstaande tabel is zichtbaar wat de uitgangspositie was (oktober 2010) en wat het te behalen totale studentenaantal is aan het eind van het sectorplan in oktober 2015. Onderstaande meting is van 1 oktober 2015 en geeft de stand van zaken na de accountantscontrole van april 2016.

voortgang nulmeting afspraak status

Reductie Muziek 681 -10% 615 599

Reductie Dans 195 -18% 159 190

Reductie Theater 248 -5% 236 234 Het bovenstaande betekent dat voor de gehele instelling geldt dat de AHK op teldatum 2015 in totaal 18 studenten meer ingeschreven heeft staan dan ten opzichte van de sectorplanafspraken was afgesproken. Verhoudingsgewijs is het aandeel van deze overschrijding op het totaal aantal studenten 2015 in de sectorplanopleidingen bij de AHK 1,5%.

sectorplan reductie 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Bachelor Muziek 681 647 645 620 605 599 In de bachelor Muziek is het goed gelukt om de reductie te behalen; er is zelfs meer gereduceerd dan afgesproken. Dit is onder andere bereikt door minder studenten te laten instromen. Tegelijkertijd is het aantal masterstudenten gegroeid, conform de doelstellingen achter het sectorplan. In kwaliteit wordt de reductie wel voelbaar: de concurrentie voor sommige instrumentgroepen is groot en soms moet gekwalificeerde studenten de deur worden gewezen. Verder wordt de afspraak als knellend ervaren waar het gaat om het ontplooien van initiatieven die juist goed aan de uitgangspunten van het sectorplan (werkgelegenheid) tegemoet komen. Dit punt zal wat ons betreft aandacht moeten krijgen na het aflopen van het sectorplan.


Bachelor Theater 248 254 238 238 229 234 In de bachelor Theater is meer gereduceerd dan is afgesproken. Het feit dat het studentenaantal net iets hoger is dan in 2014, hangt samen met een uitval die lager is dan voorgaande jaren. Dit fenomeen doet zich voor bij alle opleidingen van de AHK als gevolg van de veranderingen in de studiefinanciering: over de gehele linie zijn studenten voorzichtiger geworden met uitschrijven als zij eenmaal een studie zijn gestart.


Bachelor Dans 195 183 188 189 196 190 Zoals vastgelegd in de Houtskoolschets sectorplan hbo kunstonderwijs 2012 – 2016 zou de Theaterschool in 2016 het aantal bachelor dansstudenten van 195 naar 159 studenten (-18,5%) moeten hebben teruggebracht. Na een periode van wisselingen in de directie is in 2013 een nieuwe directeur, Jan Zoet, aangesteld. Toen in 2014 bleek dat een extra reductie van het aantal studenten nodig was, is op basis van een nieuwe beleidsagenda besloten niet nogmaals de kaasschaafmethode toe te passen. Het betrof verschillende toch al vaak heel kleine afstudeerrichtingen Dans, zoals klassiek (instroom 11 studenten per jaar) en choreografie (10 studenten per jaar). In plaats daarvan werd de extra reductie die nodig was gekoppeld aan een kwaliteitsverbetering. De twee afstudeerrichtingen uitvoerende dans met de meeste studenten (modern en jazz/musical), die meer en meer hetzelfde werkveld bedienen, zouden intensief gaan samenwerken om ze op termijn samen te voegen tot één nieuwe geactualiseerde opleiding hedendaagse


dans met aanzienlijk minder studenten. De instroom van deze samengevoegde opleiding is kleiner dan die van de gezamenlijke opleidingen en leidt uiterlijk in 2018 tot de reductie zoals afgesproken, en bovendien tot een geactualiseerde opleiding hedendaagse dans. Overzicht van het verloop van het totaal aantal ingeschreven studenten dans, op basis van de reductie

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

verloop 195 180 188 189 195 190 177 168 159 Na de toepassing van een instroomreductie in 2010 zien we dat van 2012 tot 2014 het aantal studenten toch is toegenomen. Niet doordat er meer studenten zijn aangenomen, maar doordat het aantal studenten dat uitvalt binnen de dansopleidingen is afgenomen ten opzichte van de voorgaande jaren, op zich positief en een ‘goed’ teken. Daarnaast blijkt dat er ook de laatste jaren meer studenten zijn – hoewel het telkens om hele kleine aantallen gaat - die (meestal) een jaar langer over de studie doen. De redenen hiervoor zijn verschillend. Vanaf 2015 neemt het aantal ingeschreven studenten weer af. In 2018 zal de AHK de streefnorm van 159 bereiken. Bovenstaande verklaring was ook reeds opgenomen in het AHK jaarverslag over 2014.


Rapportage van de Raad van Toezicht In 2015 zijn wij als Raad van Toezicht weer op volledige sterkte gekomen met de benoeming van de nieuwe voorzitter, Henk Hagoort en de leden Tamara Monzón en Paul van Maanen. De RvT is Eltje de Klerk, vice-voorzitter, erkentelijk voor haar waarnemend voorzitterschap tot 1 september 2015. College van Bestuur In 2015 maken wij nader kennis met Bert Verveld, de voorzitter van het College van Bestuur die op 1 maart 2015 is aangetreden. Op uitnodiging van het CvB krijgen de nieuwe leden van de RvT een inleiding op de bekostigingssystematiek van het kunstonderwijs en het kwaliteitszorgbeleid. De RvT constateert dat het CvB op beide gebieden voldoende expertise in huis heeft. Tijdens de jaarlijkse faculteitendag die speciaal voor de RvT wordt georganiseerd, laat het CvB via het thema Kunsteducatie de praktijk zien van het onderwijs aan de AHK en zijn wij in gesprek met lectoren, studenten en docenten. Wij zijn onder de indruk van de betrokkenheid, de vakkennis en het enthousiasme dat wij bij hen aantreffen. Thema’s Wij komen in 2015 viermaal bijeen in een reguliere vergadering met het CvB. Daarbij spreken wij onder meer over het voornemen van het CvB om te investeren in de verbetering van de onderwijskwaliteit (kwaliteitsimpuls). Het CvB geeft hiermee gehoor aan de oproep van de minister om – vooruitlopend op de verwachte baten van de invoering van het leenstelsel, en uit eigen middelen – alvast onderwijsverbetering te realiseren. Wij geven hierbij aan dat de voorgenomen verbeteringen aantoonbaar ten goede moeten komen aan de studenten, en dat zij ook gestoeld moeten zijn op de wensen die leven bij studenten. Wij onderschrijven het uitgangspunt van het CvB dat het alleen incidentele investeringen kan betreffen, omdat nog niet zeker is of de verwachte baten uit het leenstelsel zullen terugvloeien naar de instelling. Aan de hand van de voor- en de najaarsrapportage van het CvB, en de beleidsagenda 2016 met het CvB spreken wij over de resultaten en het beleid. Ook nemen wij kennis van de resultaten van de Nationale Studenten Enquête en de Kunstenmonitor. Wij bespreken de voortgang van de Prestatieafspraken met het CvB. Huisvesting Gezien de grote bewegingen dit jaar op het vlak van vastgoed/huisvesting, adviseren Eltje de Klerk en Maarten Kloos de RvT vanuit hun rol van lid van de (tijdelijke) Huisvestingscommissie. Zij zien onder meer toe op de ontwikkelingen rond de verbouwing van, en de verhuizing naar het Grootlab, de verbouwing van de locatie Hortusplantsoen, de verkoop van het pand aan de Dapperstraat en het groot onderhoud van de Filmacademie. De projecten worden naar tevredenheid en binnen het daarvoor vastgestelde budget en tijdpad afgerond, behalve bij de Filmacademie, waar een tijdelijke vertraging optreedt. Aan het eind van het jaar deactiveert de Huisvestingscommissie zichzelf. Het onderwerp huisvesting ligt nu (weer uitsluitend) voor ter behandeling door de auditcommissie, maar in voorkomende gevallen kan de Huisvestingscommissie weer geactiveerd worden. De academies De RvT stelt zich op verschillende manieren op de hoogte van de gang van zaken op de faculteiten. De reorganisatie van de Academie voor Beeldende Vorming (BVO), die in 2015 officieel wordt afgerond, vindt plaats binnen de daarvoor afgesproken kaders. In juni presenteert de directeur, Rafael van Crimpen, haar plannen en bespreken wij met haar de kansen en uitdagingen voor een nieuw BVO. De academie heeft weer toekomst binnen de AHK. Na de verhuizing van de Reinwardt Academie naar het verbouwde pand aan het Hortusplantsoen laat de directeur, Teus Eenkhoorn, ons zien hoe het onderwijs in de nieuwe huisvesting is ingericht. Met de in 2015 aangetreden directeur van de Academie van Bouwkunst, Madeleine Maaskant, wisselen wij van gedachten over haar visie op de academie en haar doelstellingen voor de toekomst. Medezeggenschap Het CvB spreekt met ons over de veranderingen op het gebied van medezeggenschap en wij nemen kennis van de door het CvB in samenspraak met de Hogeschoolraad overeengekomen definitie van de


hoofdlijnen van de begroting. Gezien het feit dat de instemming op hoofdlijnen van de begroting dit jaar extra aandacht vraagt van College en Hogeschoolraad, wordt onze halfjaarlijkse aanwezigheid bij de Hogeschoolraad vergadering opgeschort tot 2016. Wel spreken wij met leden van de Hogeschoolraad tijdens de gezamenlijke lunch op de faculteitendag. Sociale veiligheid Het CvB scherpt in 2015 naar aanleiding van onverwachte negatieve publiciteit over de Theaterschool de regelingen omtrent sociale veiligheid aan. Hierover wisselen wij uitgebreid met het CvB van gedachten. Er is ons veel gelegen aan een veilig werken studieklimaat. Remuneratie Werving twee leden en voorzitter Raad van Toezicht In 2015 stellen wij een profiel op voor een voorzitter voor de RvT. De werving wordt in handen gelegd van een extern bureau. Ook werven wij twee leden, tevens lid van de auditcommissie, via een extern bureau. Wij hechten aan een open en transparante wervingsprocedure. Na het aantreden van de voorzitter en beide leden, worden de commissies opnieuw samengesteld, waarbij de remuneratiecommissie wordt gevormd door Eltje de Klerk (voorzitter) en Henk Hagoort (lid) en de auditcommissie door Tamara Monzón (voorzitter) en Paul van Maanen (lid). De tijdelijke benoemingscommissie onder voorzitterschap van Ernst Veen wordt, nadat de RvT voltallig is, ontbonden. Bezoldiging Naar aanleiding van de nieuwe WNT (Wet normering topinkomens) buigt de RvT zich over de bezoldiging per 1 januari 2015. Wij hebben gekozen voor een uniforme bezoldiging voor alle leden (met uitzondering van de voorzitter), in plaats van differentiatie naar commissies. Het werk van de leden van de RvT behelst vaak meer dan vooraf valt te voorspellen en de verhoging komt tegemoet aan het incidentele extra werk en aan het commissiewerk. Daarbij kiezen wij, gelet op de nieuwe regels en normen en met oog voor de maatschappelijke context, voor een verhoging die ruim beneden de maxima ligt die gelden voor de leden van de Raad van Toezicht. De bezoldiging voor de werkzaamheden van de leden van de RvT en het CvB, alsmede de onkostendeclaraties van het CvB zijn vermeld op de website van de AHK. Evaluatie In het najaar organiseren wij een heidag onder externe begeleiding, met als doel een nadere kennismaking tussen de nieuwe en de zittende leden: het verkennen van de gezamenlijke uitgangspunten op het gebied van toezicht (toetsingskader), samenwerking, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Bij deze dag zijn beide leden van het CvB aanwezig, alsmede de secretaris, en wordt een vruchtbare bodem voor de RvT in nieuwe samenstelling gelegd. Het rooster van aftreden van de RvT wordt gepubliceerd op de website van de AHK. Werkgeverschap De remuneratiecommissie (op dat moment bestaande uit Eltje de Klerk (vz) en Guusje ter Horst) voert in juni 2015 het jaarlijkse functioneringsgesprek met het lid van het College van Bestuur, Bridget Kievits. Financial audit De auditcommissie komt in 2015 driemaal bijeen, onder waarnemend voorzitterschap van Guusje ter Horst, met Eltje de Klerk als waarnemend lid. Gedurende het jaar functioneert naast, en in samenspraak met de auditcommissie, een tijdelijke huisvestingscommissie, voor advies aan de RvT inzake grote vastgoed/huisvestingsprojecten. De auditcommissie voert besloten overleg met de extern accountant over het accountantsverslag en over de managementletter, en over beide ontvangt de RvT positief advies. De extern accountant voert zijn jaarlijks besloten overleg met ons naar aanleiding van het accountantsverslag. Op advies van de auditcommissie geven wij onze goedkeuring aan de begroting voor 2016 en aan de jaarrekening en het jaarverslag over 2014. De auditcommissie informeert ons over de voortgang op het punt van informatiemanagement en control alsmede over het risicomanagement. Wij verzoeken de auditcommissie een procedure in werking te zetten voor de werving van een nieuwe extern accountant, gezien het verlopen van de termijn zoals gestipuleerd


in de Branchecode Goed Bestuur art. IV.3.6. Wij hebben in 2015 onze werkzaamheden voor de RvT in onafhankelijkheid kunnen uitoefenen en wij hebben geen tegenstrijdige belangen geconstateerd. Extra activiteiten Maarten Kloos is voorzitter van de jury van de AHK eindwerkprijs 2014 en 2015 (beide uitgereikt in 2015). De hoofden nevenfuncties en de overige in de Branchecode goed bestuur hogescholen gestipuleerde gegevens over de leden van de RvT zijn vermeld op de website van de AHK. Samenstelling Raad van Toezicht Henk Hagoort, voorzitter (per 1 september) Eltje de Klerk, vice-voorzitter Guusje ter Horst Maarten Kloos Paul van Maanen (per 25 maart) Tamara Monzón (per 25 maart) Ernst Veen Auditcommissie tot april Guusje ter Horst, voorzitter Eltje de Klerk, lid vanaf april Tamara Monzón, voorzitter Paul van Maanen, lid Remuneratiecommissie tot september Guusje ter Horst, voorzitter Eltje de Klerk, lid vanaf september Eltje de Klerk, voorzitter Henk Hagoort, lid Huisvestingscommissie (tot oktober) Maarten Kloos, voorzitter Eltje de Klerk, lid Benoemingscommissie (tot september) Ernst Veen, voorzitter Eltje de Klerk, lid Maarten Kloos, lid Roos Eijsten, secretaris


Medezeggenschap De AHK kent gemeenschappelijke medezeggenschapsorganen voor studenten en personeel. Naar analogie van het niveau waar de management- of bestuursbesluiten plaatsvinden, zijn in het medezeggenschapsreglement de advies- en instemmingsbevoegdheden toegedeeld aan de zes decentrale faculteitsraden (FR) en aan de hogeschoolraad (HR). Het Servicebureau heeft geen decentraal medezeggenschapsorgaan, het personeel van het Servicebureau is in de HR vertegenwoordigd door een lid. De master Kunsteducatie heeft een opleidingscommissie en geen decentrale raad, de medezeggenschap is belegd bij de HR. Bij de meeste faculteiten oefent (soms een deel van) de FR de functie van opleidingscommissie (OC) uit. De zittingstermijn van leden is twee jaar, de maximale zitting voor een lid is twee termijnen en de intervalperiode naar een eventuele opvolgende termijn is één termijn. Verkiezingen vinden afwisselend per jaar plaats: het ene jaar studenten en het andere jaar medewerkers. Organisatiegraad, secretariële ondersteuning en beloning van raadsleden bij de FR’s zijn per faculteit georganiseerd. Hogeschoolraad De HR heeft een ambtelijk secretaris, die in dienst is van de hogeschool. De leden van de HR ontvangen een vergoeding. De voorzitter en de vicevoorzitter zijn verantwoordelijk voor (tussentijdse) beslissingen in naam van de HR en vormen samen met de ambtelijk secretaris het dagelijks bestuur van de HR. Er zijn, inclusief voorzitter en vicevoorzitter, dertien leden: één studentlid en één personeelslid per faculteit, en één personeelslid voor het Servicebureau. Nieuwe leden van de HR worden door de ambtelijk secretaris en eventueel de voorzitter en vicevoorzitter ingewijd in de HR-zaken en jaarlijks wordt een training voor HR-leden gehouden om kennis en kunde te bevorderen. In de regel wordt bij die training ook de jaaragenda (speerpunten) van de HR vastgesteld. De HR vergadert in 2015 dertien keer, waarvan zeven keer intern en zes keer met het College van Bestuur (CvB). Tijdens de vergaderingen staan de volgende onderwerpen op de agenda (met datum van besluit; waar dit niet is vermeld, betreft het een informatieve of voorbereidende bespreking):

definitief besluit Reorganisatie Academie voor Beeldende Vorming deel 2

aanpassing OER master Kunsteducatie 2014-2015, instemming 12 februari

aanpassing Integriteitscode AHK, positief advies 12 februari

kwaliteitsimpuls

herziening Studentenstatuut, instemming 21 april

bezwaarregeling Functiewaardering, positief advies 21 april

instellen van opleiding Theaterdocent Verkort, positief advies 21 april

interfacultaire projecten plan

jaaragenda Hogeschoolraad 2015-2016, vaststelling 21 april

hoogte instellingstarieven 2016-2017, instemming 11 juni

taalbeleid, positief advies 11 juni

duurzame inzetbaarheid, instemming 11 juni

fietsregeling, instemming 11 juni

follow-up Management conferentie midterm Instellingsplan

werkwijze en facilitering hogeschoolraad

huishoudelijk Reglement Hogeschoolraad (wijzigingsvoorstellen), vaststelling 1 september

medezeggenschapsreglement AHK

faciliteitenregeling Hogeschoolraad

gedragscode sociale veiligheid, instemming 17 december

herziening Klachtenregeling Ongewenst gedrag, instemming 17 december

regeling Instellingstarieven, positief advies 17 december


definiëring hoofdlijnen begroting, instemming 29 september

invulling hoofdlijnen Begroting 2016, instemming 8 december

begroting Algemeen 2016, positief advies 8 december

HR-trainingen

Daarnaast stelt de HR een aantal commissies in voor specifieke onderwerpen, te weten

● interfacultaire projecten

● integriteit

● begroting 2016

Bijzondere onderwerpen De Hogeschoolraad wordt door de benoemingscommissie van de Raad van Toezicht geraadpleegd bij het opstellen van het profiel voor de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur. Ook vindt een kennismakingsgesprek plaats tussen de Raad en de voorkeurskandidaat van de RvT. De Hogeschoolraad adviseert positief over de voorgenomen benoeming van Bert Verveld. De HR overlegt met de afdeling Kwaliteit, communicatie en beleid (KCB) over interfacultaire projecten. Dit leidt tot een plan in om de interfacultaire contacten en activiteiten voor de studenten te bevorderen. Dit plan wordt door het CvB overgenomen en in de loop van 2015 geïmplementeerd. De vernieuwde werkwijze van de HR wordt door de HR vastgelegd in een Huishoudelijk Reglement. Belangrijk onderdeel: de HR zal vijf extra vergaderingen per jaar houden, bedoeld om het eigen functioneren extra onder de loep te nemen en de agenda van de overleggen met het CvB meer vanuit de HR te sturen. Om de medezeggenschap binnen de AHK te versterken doet de HR diverse voorstellen aan het CvB voor aanpassingen van het Medezeggenschapsreglement, alsmede een Faciliteitenregeling hogeschoolraad. Ook geeft de HR aan de beschikbare tijd voor het ambtelijk secretariaat onvoldoende te vinden. Het gesprek over deze onderwerpen is eind 2015 nog gaande en wordt in 2016 voortgezet. Naar aanleiding van (media-) aandacht voor een misstand uit het verleden, ondersteunt de HR het beleid van het CvB om de regelingen rond sociale veiligheid opnieuw tegen het licht te houden en aan te scherpen. In goed overleg wordt een nieuwe integriteitscode ontworpen en vastgesteld. Ook wordt een aanhangende klachtenregeling geactualiseerd en vastgesteld. Bij het behandelen van de begroting komen het CvB en de HR ieder jaar de reglementen tegen. Er zijn regels over de termijnen waarbinnen zaken geregeld moeten worden, maar soms is de realiteit anders dan de reglementen toestaan. De HR besluit om een extra vergadering in te lassen en om termijnen voor dit onderwerp te verkorten, zodat de begroting tijdig afgehandeld kan worden. Samenstelling Hogeschoolraad Dagelijks bestuur John Meijerink, voorzitter (tot juni) Marc de Graaf, voorzitter (vanaf juni) Manon Habekotté, vicevoorzitter (tot november) Vacant, vicevoorzitter (vanaf november) Eleonora van Vloten, ambtelijk secretaris Ambtelijk secretaris Eleonora van Vloten Studentleden Tjeerd Beemsterboer, Academie van Bouwkunst Casper Dangerman, Academie voor Beeldende Vorming


Vincent Arp, Conservatorium van Amsterdam Daniël van Duijn, Nederlandse Filmacademie (tot augustus) Ellemieke Middelhof, Nederlandse Filmacademie (vanaf oktober, na verkiezing) Lidewey van Eldik, Reinwardt Academie Rubén Sanchez Kist, de Theaterschool (tot juni) Wendy van Os, de Theaterschool (vanaf juni, na verkiezing) Personeelsleden Siep Adema, Academie van Bouwkunst Manon Habekotté, Academie voor Beeldende Vorming (tot november) Vacant, Academie voor Beeldende Vorming (vanaf november) Saskia Aly, Conservatorium van Amsterdam (tot juni) Marc de Graaf, Conservatorium van Amsterdam (vanaf juni, na verkiezing) Henk Muller, Nederlandse Filmacademie (tot juni) Michel Schöpping, Nederlandse Filmacademie (vanaf juni, na verkiezing) Susan van ‘t Slot, Reinwardt Academie John Meijerink, de Theaterschool (tot juni) Mary van der Meer, Servicebureau Melvin Fraenk, de Theaterschool (vanaf juni, na verkiezing)


Kwaliteitszorg Instellingstoets Het CvB maakt een start met de uitvoering van de aanbevelingen van de Instellingstoets kwaliteitszorg uit 2014. Een van de aanbevelingen betreft het alumnibeleid. Het CvB en de directies zetten het gedecentraliseerde alumnibeleid voort, waarbij alumni-activiteiten worden ontplooid op academieniveau. Accreditaties De positieve advisering van de visitatiecommissie van de bachelors Theater en Docent theater wordt afgerond met een NVAO-besluit met voor beide opleidingen het eindoordeel ‘goed’, met een ‘goed’ voor de beoogde en gerealiseerde eindkwalificaties en de toetsing, en een ‘excellent’ voor de onderwijsleeromgeving. De heraccreditatie van de Master of Museology verloopt eveneens positief en leidt tot het eindoordeel ‘voldoende’, met een ‘voldoende’ voor de beoogde en gerealiseerde eindkwalificaties en de toetsing, en een ‘goed’ voor de leeromgeving. Er wordt een start gemaakt met de voorbereiding van de heraccreditatie van de bachelor Muziek en de bachelor Docent muziek die in 2016 plaatsvindt. Onder meer wordt een onderzoek uitgevoerd naar de arbeidsmarktpositie van alumni van de bachelor en de master Muziek. Beperkte opleidingsbeoordelingen (stand per 31 december 2015)

Opleiding eindoordeel B Muziek positief besluit (oud stelsel)

B Docent Muziek positief besluit (oud stelsel)

B Dans goed

B Docent dans voldoende

B Docent beeldende kunst en vormgeving voldoende

B Film en televisie goed

B Theater goed

B Docent theater goed

B Cultureel erfgoed voldoende

M Kunsteducatie positief besluit (oud stelsel)

M Muziek excellent

M Opera excellent

M Theater excellent

M Film goed

M Choreografie goed

M Museologie (postinitieel, niet-bekostigd) voldoende

M Architectuur goed

M Landschaps-architectuur goed

M Stedenbouw goed

Kwaliteitszorg onderwijs en onderzoek Het Handboek kwaliteitszorg onderwijs en onderzoek wordt geactualiseerd. Ook wordt een start gemaakt met een update van de facultaire kwaliteitszorgplannen uit 2013. Binnen de kwaliteitszorgcyclus voeren de faculteiten diverse programma-, vak- en blokevaluaties uit. Naar aanleiding van de ontvangst van het definitieve, positieve rapport van de Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (VKO) wordt een opzet gemaakt voor de opvolging van de aanbevelingen.


Overige onderzoeken De AHK neemt in 2015 deel aan de Nationale Studenten Enquête (NSE) en aan de Kunstenmonitor, het onderzoek onder recent afgestudeerden. Voor het eerst wordt voor studenten van alle opleidingen een terugkoppeling geschreven met de belangrijkste resultaten. Ook vindt het Exit-onderzoek plaats, een jaarlijks onderzoek van de AHK onder studiestakers. In november wordt het tweejaarlijkse medewerkersonderzoek uitgevoerd. Voor de afdeling ICT wordt een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder medewerkers. Meer informatie over de uitslagen van de verschillende onderzoeken zijn te vinden in de hoofdstukken Studenten en Personeel van dit jaarverslag.


Onderwijs en onderzoek Opleidingenaanbod en accreditatietermijn Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de door de NVAO afgegeven besluiten ten aanzien van de instellingstoets, de beperkte opleidingsbeoordelingen en een eenmalige verlenging van de accreditatietermijn in verband met de aansluiting bij een visitatiegroep (master Kunsteducatie). Bacheloropleidingen per 1 januari 2016

Isat-code

Opleiding Ingangsdatum

huidige accreditatie

Inleverdatum nieuwe accreditatie

(visitatiegroep)

34739 Muziek: Klassieke muziek, Jazz, Popmuziek, Oude muziek

01-01-2011 01-11-2016

39112 Docent Muziek 01-01-2011 01-11-2016

34798 Dans: Klassieke dans, Moderne theaterdans, Jazz- en musicaldans, Choreografie

01-01-2014 01-11-2019

34940 Docent dans 01-01-2019 01-11-2019

39100 Docent beeldende kunst en vormgeving 29-08-2014 01-05-2020

34733

Film en televisie: Regie fictie, Regie documentaire, Productie, Scenario, Cinematography, Production design, Sound design, Montage, Interactieve media/visual effects (IMVFX)

28-11-2014 01-11-2020

34860 Theater: Toneel en kleinkunst, Mime, Regie, Scenografie, Techniek en theater, Productie podiumkunsten

30-04-2015 01-11-2020

34745 Theaterdocent 30-04-2015 01-11-2020

34735 Cultureel erfgoed 01-01-2015 01-11-2020

Masteropleidingen per 1 januari 2016

Isat-code

Opleiding Ingangsdatum

huidige accreditatie

Inleverdatum nieuwe accreditatie

(visitatiegroep)

49117 Kunsteducatie 03-10-2011 01-11-2017

44739 Muziek 25-07-2012 01-11-2019

49105 Opera 17-07-2014 01-11-2019

44874 Theater 30-09-2014 01-05-2020

44733 Film 31-12-2014 01-11-2020

70038 Museologie (niet-bekostigde, post-initiële masteropleiding) 30-10-2015 01-11-2020

49103 Choreografie 01-01-2014 01-11-2020

44336 Architectuur 30-01-2015 01-05-2021

44337 Landschapsarchitectuur 30-01-2015 01-05-2021

44338 Stedenbouw 30-01-2015 01-05-2021


Cultureel ondernemerschap/Entrepreneurship Alumni van de AHK vinden vaker werk binnen hun vakgebied dan afgestudeerden van andere opleidingen in het hbo en werken in toenemende mate als economische zelfstandige zonder loondienstbetrekking. Dit tekent enerzijds de autonomie waartoe kunststudenten zijn opgeleid, anderzijds tekent het de ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Daarbij staan de inkomsten voor kunstenaars steeds meer onder druk. Een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt is dus essentieel. In het platform Ondernemen delen vertegenwoordigers van de faculteiten hun expertise en ervaringen op het gebied van ondernemendheid en ondernemerschap in de diverse curricula. Een aantal van hen neemt deel aan een door de Theaterschool georganiseerde tweedaagse workshop over het ontwerpen van ondernemend onderwijs. Het bezoek aan de AHK-website BeroepKunstenaar.nl blijft ongeveer gelijk aan 2014: 83.381 bezoeken van 64.511 unieke bezoekers. Uit de NSE 2015 blijkt dat 47 % van de student-respondenten bekend is met de site, deze wordt beoordeeld met een 6,8. Volgens de Kunstenmonitor 2015 is 53 % van de ondervraagde afgestudeerden bekend met de site, deze krijgt een rapportcijfer 6,8. Door diverse opleidingen wordt Beroepkunstenaar.nl gebruikt in het onderwijs. Bij de meeste faculteiten worden introductielessen gegeven over de site. Bij de opleiding Docent theater, de Academie van Bouwkunst en de master Kunsteducatie gebeurt dat in 2015 voor het eerst. De beoordeling van de site door elf groepen deelnemers geeft een uitslag tussen de 7,6 en 8,4. Voor de ontwikkeling van de site wordt onder andere gewerkt met alumni, docenten en de input van het studentenklankbord. De AHK is met de UvA, VU en HvA partner in het Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE), het instituut voor hoger onderwijs en ondernemerschap in Amsterdam. In 2015 nemen studenten en medewerkers kosteloos deel aan diverse door ACE georganiseerde evenementen zoals het GRIT-project, het Snelkookpanweekend Ondernemen, de ondernemerscafés en de Rabobank/ACE Summerschool Ondernemerschap. Een medewerker van het Conservatorium van Amsterdam wint het Snelkookpanweekend. Een student van de opleiding Productie podiumkunsten (de Theaterschool) eindigt als tweede in de finale van de Summerschool Ondernemerschap met zijn ondernemingsplan voor een platform dat de centralisatie van alle theater-/podiumkassa’s in Amsterdam mogelijk gaat maken. ACE/VU werkt samen met de opleiding Productie podiumkunsten aan de ontwikkeling van toepassingsmogelijkheden van het internationale businessmodel ‘canvas’ voor de podiumkunsten, met als doel de kloof tussen artistiek en zakelijk ondernemerschap te overbruggen. Naar schatting maken 35 studenten en docenten van de AHK in 2015 gebruik van het aanbod van ACE. Examencommissies Sinds de inwerkingtreding van de Wet versterking besturing in 2010 hebben veel ontwikkelingen plaatsgevonden bij de examencommissies. Alle examencommissies voldoen aan de door het CvB vastgestelde kaders ten aanzien van samenstelling, taken en bevoegdheden, en werkwijze. Twee maal per jaar is er een overleg van het CvB met de voorzitters van de examencommissies. In dit overleg vindt uitwisseling van kennis en ervaringen plaats en worden nieuwe ontwikkelingen en documenten geagendeerd. In 2015 zijn dit onder meer het onderzoeksrapport ‘Verdere versterking’ van de Inspectie en de nieuwe handreiking examencommissies van de Vereniging Hogescholen (VH). Een aantal voorzitters en leden van examencommissies neemt deel aan (landelijke) conferenties in dit verband. Omdat er een behoefte blijkt aan verdere professionalisering vindt in september een studiemiddag plaats voor de examencommissies onder leiding van een externe deskundige. MyAHK en website Het bezoek aan het AHK-web neemt in de eerste tien maanden van 2015 met zo’n 4% toe in vergelijking met 2014. Het merendeel van de bezoekers komt via Google binnen. Met name het bezoek afkomstig van social media neemt toe. Naast Twitter en Facebook wordt veel aandacht besteed aan het Instagram-account. In korte tijd groeit het account tot een van de meest gevolgde accounts van hogescholen in Nederland. In november zijn er 1275 volgers. Het aantal volgers op Facebook stijgt tot boven de 11.000. Voorbereidingen worden getroffen voor een nieuw AHK-web, dat in 2016 gerealiseerd zal worden. Ook wordt gewerkt aan een geheel nieuw MyAHK (intranet). Het statische intranet wordt verruild voor een dynamisch en sociaal intranet met mogelijkheden tot personalisatie en interactie.


Interfacultaire projecten Het budget voor studenten voor het genereren van publiciteit rond interdisciplinaire projecten wordt in 2015 gehandhaafd en geëvalueerd. Onderzoeksbeleid Onderzoek binnen de AHK staat in dienst van het onderwijs en draagt bij aan de ontwikkeling van het vak. Daarbij wordt invulling gegeven aan vier algemene onderzoeksdoelstellingen:

- onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van studenten, docenten en het onderwijs - onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van het kunstenveld - onderzoek draagt bij aan de profilering van de faculteit en aan de afstemming van het onderwijs op

de ontwikkelingen in de beroepspraktijk - onderzoek versterkt de verbindingen van individu, opleiding en AHK met het werkveld, met andere

hogeronderwijsinstellingen en met de omgeving De aansluiting van het onderzoek op het onderwijs krijgt op verschillende manieren gestalte: onderzoek als onderdeel van de (master)studie, onderzoek door docenten en onderzoek in het kader van curriculumontwikkeling. Het CvB spreekt met de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Gerrit Rietveld Academie en de Hogeschool van Amsterdam over gezamenlijke onderzoeksprojecten en het ontwikkelen van nieuwe vormen van een derde cyclus. Mede op aanbeveling van het panel van de Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (VKO) wordt in 2015 gewerkt aan het formuleren van facultaire onderzoeksprogramma’s. Verdere opvolging van de VKO aanbevelingen zal parallel aan de voorbereiding van de volgende, inhoudelijke beoordeling van het onderzoek in 2018, plaatsvinden volgens het vernieuwde Branche Protocol BKO 2.0. Uitwisseling van visies en ervaringen vindt plaats in het lectorenoverleg, dat vijf keer plaatsvindt onder voorzitterschap van het CvB. Agendapunten zijn onder meer de Taskforce KUO-onderzoek (in het kader van het sectorplan Kunstonderwijs) en de Nationale Wetenschapsagenda. Nationale Wetenschapsagenda Rond de zomer formuleren de hbo-instellingen sectorspecifieke vragen die worden ingebracht in het nationale proces rond de bepaling van de onderwerpen die in de NWA centraal moeten komen te staan. De AHK coördineert tezamen met de HKU enkele bijeenkomsten om deze vragen wat betreft kunst en cultuur te formuleren. In de Nationale Wetenschapsagenda die in november gepubliceerd wordt, is een hoofdstuk over de kunsten opgenomen. Hogeschoolbrede lectoraten Kunst- en cultuureducatie Het lectoraat van Folkert Haanstra draagt door onderzoek bij aan kennisontwikkeling over kunsteducatie en aan onderwijsontwikkeling en professionalisering van docenten van de AHK-docentenopleidingen en van de master Kunsteducatie. De master Kunsteducatie valt onder de verantwoordelijkheid van het lectoraat Kunst- en cultuureducatie (zie pagina 45). Er zijn 15 docent-onderzoekers verbonden aan het lectoraat, die onderzoeken verrichten naar verschillende onderwerpen. Zij vormen samen een zogeheten kenniskring. Evenals in de voorafgaande jaren worden ook in 2015 onderzoeken uitgevoerd die vallen onder het thema beoordeling. Bijvoorbeeld bij muziek richt het onderzoek zich op het beoordelen van muzikale interacties in het voortgezet onderwijs. Ook wordt bij Aslan Muziekcentrum onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van een leerlingvolgsysteem muziek Het lectoraat neemt deel aan het Comeniusproject/ENViL (European Network of Visual Literacy). Dit is een samenwerkingsproject van elf hogescholen en universiteiten uit vijf landen: Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië en Nederland. Op basis van bestaande nationale curricula, referentieniveaus, standaarden, kerndoelen etc. wordt een competentiemodel voor de beeldende vakken ontworpen. Het doel is een (aanzet tot) een gemeenschappelijk referentiekader voor leerplannen voor beeldende vakken, kunst en vormgeving.


Promotieonderzoeken In 2015 worden twee promotieonderzoeken van leden van de kenniskring succesvol afgesloten:

Remixing the art education curriculum (Emiel Heijne). De verdediging van het proefschrift vindt 17 september 2015 plaats;

What the body knows about teaching music. The specialist preschool music teacher's pedagogical content knowing regarding teaching and learning rhythm skills viewed from an embodied cognition perspective (Melissa Bremmer). De verdediging vindt 20 juli 2015 plaats.

Twee promotieonderzoeken lopen door in 2016: Dance education for children with special needs: mirroring, kinaesthetic empathy and mindblindness (Carolien Hermans) en De kunstenaar docent (Marike Hoekstra). De lector is tot 1 januari 2016 als bijzonder hoogleraar cultuureducatie en cultuurparticipatie verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij houdt 15 december zijn afscheidsrede, maar behoudt nog wel vijf jaar promotierecht. Symposium Zaterdag 12 december organiseren het Lectoraat Kunst‐ en cultuureducatie, het Lectoraat Muziek, de master Kunsteducatie en de opleiding Docent muziek (ODM) het symposium Embodiment in Arts Education. Lees hierover verder op pagina 45. Advies De lector wordt gevraagd als extern expert bij het Peilingsonderzoek Kunstzinnige oriëntatie Primair Onderwijs 2015-2016. Het gaat daarbij om advisering over opzet toetsing en de toetsinstrumenten (uitgevoerd door het Cito) en advisering over de aanbodvragenlijst kunstzinnige oriëntatie voor schoolleiders/leerkrachten groep 8 (uitgevoerd door het Kohnstamm Instituut van de UvA). BIK-opleiding De post-hbo-opleiding Beroepskunstenaars in de Klas (BIK), die onder het Lectoraat Kunst- en cultuureducatie valt, verheugt zich nog steeds in een ruim voldoende belangstelling uit het veld en wordt in 2014-2015 wederom met succes gegeven: vijftien cursisten ontvangen het certificaat. Er worden twintig cursisten aangenomen voor het cursusjaar 2015-2016. De vraag in het primair onderwijs naar kwalitatief hoogwaardige kunsten cultuureducatieprojecten door kunstenaars is groot. Landelijk werken ruim 600 kunstenaars regelmatig op een basisschool. In de huidige landelijke subsidieregeling voor basisscholen ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ is plaats voor duurzame samenwerking met professionele kunstenaars. Het BIK-certificaat is bij de keuze voor een kunstenaar in de klas hèt keurmerk voor kwaliteit.


Academie voor Beeldende Vorming Directie: Rafael van Crimpen Strategische koers De academie rondt in 2015 de reorganisatie uit 2014 af en voert in een fors afgeslankte vorm het bachelor onderwijs uit. In het voorjaar wordt gewerkt aan een strategienota die missie, visie, doelen en strategische koers voor de academie tot 2020 beschrijft. In het kort komt het erop neer dat de academie docenten in beeldende kunst en vormgeving wil opleiden, levenlangleren programma’s wil aanbieden, onderzoek wil doen, expertise wil leveren en projecten wil initiëren met externe opdrachtgevers. Daarnaast heeft de academie de ambitie om een expertisecentrum in te richten waarmee het werkveld bediend wordt. Lerende organisatie Veel aandacht gaat uit naar het bouwen aan een lerende organisatie. Door gestructureerde intervisie bijeenkomsten, training on the job en feedback sessies ontstaat er een positief klimaat van leren van en met elkaar. Dit uit zich onder andere in een positief oordeel van medewerkers in het AHK- medewerkers onderzoek dat in november 2015 wordt afgenomen. De algehele tevredenheid neemt toe van 3,2 naar 4,3 op een 5-punts schaal. ACIN In 2015 worden de eerste stappen gezet in het samenwerken met ACIN. Het door de academie ontwikkelde programma TechnologyLab_ blijkt goed te passen in dit centre of expertise waarin beeldende kunst, wetenschap en technologie samenkomen. Dit wordt geïllustreerd door een voorspoedige samenwerking tussen studenten van de academie met alumni van de techniekopleiding van de HvA met als resultaat het kunstwerk ‘Citizens’ op het Amsterdam Light Festival. Dit werk blijft de komende vier jaar te zien in de openbare ruimte in het centrum van Amsterdam. Verhuizing In december verhuist de academie van de Zeeburgerdijk naar het Overhoeksplein aan het IJ in Amsterdam-Noord. Het voormalig Shell Grootlab wordt vanaf 1 januari 2016 gedeeld met de masteropleidingen en het lectoraat van de Theaterschool. Werving Een van de uitdagingen voor de academie is het werven van voldoende nieuwe studenten. De academie voert een zeer intensieve wervingscampagne met als positief resultaat 35 nieuwe voltijd en 25 nieuwe deeltijd studenten die starten met de studie. ZOEK! award In juli is de eindexpositie waar studenten aan de buitenwereld laten zien wat zij op artistiek gebied in huis hebben. De academie reikt daar voor de eerste keer de ZOEK! award uit. Jeroen Meijsner wint de prijs voor het beste onderzoek. Promotie De promotie van Emiel Heijnen, senior docent aan de academie en tevens verbonden aan het lectoraat en de master kunsteducatie, is voor de academie een belangrijke gebeurtenis omdat hiermee een kwaliteitsimpuls gegeven wordt aan het eigen onderwijs en het onderzoek bijdraagt aan de (inter)nationale positionering van de academie als innoverend instituut. Bijzonder onderwijsproject Docent en beeldend kunstenaar Helmut Dick sluit als Artist in Residence (AIR) aan bij de verhuizing van de Academie. Onder de titel the Genius Loci and other invisible forces onderzoekt hij de specifieke kwaliteiten van Amsterdam-Noord aan het IJ. Het programma is een mix van openbare lezingen van bekende kunstenaars (o.a. Jeremiah Day, Libia Castro & Olafur Olafson), theoretische beschouwingen in samenwerking met collega docent en filosoof Jappe Groenendijk en praktische opdrachten voor het vak Kunst en omgeving. Het programma loopt tot het eind van het studiejaar 2015-2016.


Academie van Bouwkunst Directie: Madeleine Maaskant Internationalisering Het vak van de architect, stedenbouwer en landschapsarchitect is in toenemende mate een internationaal georiënteerd vak aan het worden. Voor studenten is het daarom van groot belang om met collega-studenten met andere culturele en professionele achtergronden in aanraking te komen. De invoering van het tweetalig onderwijs (Engels en Nederlands) werpt zijn vruchten af; het leidt tot een snel groeiende instroom van buitenlandse studenten, zowel reguliere studenten als uitwisselingsstudenten. Een recordaantal studenten meldt zich in 2015 aan bij de Academie van Bouwkunst (AvB). De belangstelling voor het interdisciplinaire onderwijs en voor de stad Amsterdam is groot. Met name de mogelijkheid om studie en werk te combineren (het concurrent onderwijsmodel) spreekt velen aan. Maar liefst 40% van de eerstejaars studenten is afkomstig uit het buitenland. Goed nieuws is eveneens dat het ministerie van Veiligheid en Justitie/IND besluit dat studenten afkomstig uit landen buiten de Europese Economische Regio (E.E.R.) in Nederland een verblijfsvergunning kunnen krijgen wanneer zij aan de AvB willen gaan studeren. Mede dankzij de inspanningen van de Vereniging Hogescholen en het ministerie van OCW wordt dit wapenfeit begin 2015 gerealiseerd. Van recenter datum is de overgangsregeling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarin vermeld staat dat deze door de Academie aangenomen niet-EER studenten onder bepaalde voorwaarden ook een werkvergunning kunnen krijgen; niet onbelangrijk in het concurrent onderwijsmodel. Als onderdeel van het Erasmus+ programma organiseert de AvB in samenwerking met de Mackintosh School of Architecture / Glasgow School of Art en de Universiteit van Liechtenstein een internationaal project getiteld ‘Crafting the Façade: Reuse, Reinvent, Reactivate’. Het project zal drie jaar duren en eindigt in 2017. Het uitwisselingsprogramma European Masters in Landscape Architecture (EMiLA), een consortium van vijf opleidingen voor landschapsarchitectuur in Europa, waarin ook de AvB vertegenwoordigd is, wordt in 2015 gecontinueerd. Master of Science titel Per 1 september 2015 mag de AvB op grond van de nieuwe Regeling titulatuur hoger onderwijs de titel Master of Science op de uit te reiken diploma’s vermelden. Het tot een goed einde brengen van één van de drie masteropleidingen Architectuur, Stedenbouw of Landschapsarchitectuur levert een titel op die in een internationale context duidelijk herkend zal worden. Gezien het feit dat meer en meer ontwerpers in een internationale omgeving werken en komen te werken, wordt dit steeds belangrijker en zal de behaalde graad MSc als een erkend en herkenbaar ‘entreeticket’ gaan fungeren. Prijzen De eerste prijs bij Archiprix NL (de prijs voor het meest uitmuntende afstudeerproject binnen het vakgebied Architectuur, Stedenbouw of Landschapsarchitectuur) wordt toegekend aan architect Ivar van der Zwan voor zijn plan ‘Een voorkant voor een achterkant’. Nog een Archiprix-prijs wordt toegekend aan een andere afgestudeerde Academiestudent: architect Abdessamed Azarfane wint een tweede prijs met zijn afstudeerplan ‘Bayt’, voor sociale woningbouw in Casablanca. De AHK Eindwerkprijs 2015 wordt gewonnen door Hannah Schubert, alumna van de master Landschapsarchitectuur, met haar poëtische herbestemming van het voormalige Scheringamuseum in Opmeer. Nog dezelfde maand valt Hannah Schubert met hetzelfde plan opnieuw in de prijzen; haar wordt ook de NRP Masterprijs toegekend. Het boek Mortal Cities & Forgotten Monuments van architectuurstudent Arna Mackic wint een prijs voor het best verzorgde boek en wordt onderscheiden met een Dutch Design Award in de categorie Design Research. De Academie in beeld Tijdens de Midsummer Night Lecture in juli geeft de Vlaamse Luc Deleu een lezing. Hij opereert al jaren op het grensvlak van kunst, architectuur en stedenbouw. In oktober houdt de nieuwe directeur Madeleine Maaskant haar intreerede. Deze valt samen met de Kromhoutlezing. De Graduation Show in november trekt wederom veel bezoekers. Een jury, met daarin Edwin Oostmeijer als visiting critic, selecteert vier inzendingen voor deelname aan de Archiprix NL 2016: Milad Pallesh, Hannah Schubert, Yuka Yoshida en Gert-Jan Wisse.


Bijzondere onderwijsprojecten Wat zou er gebeuren als Rijkswaterstaat het ‘vergeten land’ langs de Amsterdamse Ringweg A10 overhandigt aan de stad Amsterdam voor lokale experimenten? Zou de Ring A10 een iconische groene ruimte voor de stad Amsterdam kunnen worden, iets wat lijkt op de High Line in New York? Wat als mensen, dieren, insecten en planten samen dit vergeten land bezetten? Negentien studententeams presenteren tijdens de Winter School 2015 ‘Occupy the Ring A10’ hun ontwerpen als één grote maquette aan een jury bestaande uit Cis Apeldoorn (Stedelijk Directeur Ruimte en Economie, Gemeente Amsterdam), Rients Dijkstra (Rijksadviseur voor Infrastructuur en de Stad) en de hoofden van de masteropleidingen. Artist-in-Residence Gabriel Lester realiseert op uitnodiging van de Academie van Bouwkunst in samenwerking met de Theaterschool afdeling Scenografie en de master Film een aantal bijzondere onderwijsprojecten in het kader van het Internationaal Jaar van het Licht. Lester stelt drie symposia samen: Dawn, Day en Dusk, waarin alle facetten van licht door (inter-)nationale gastsprekers uiteengezet worden. In de workshop Light zijn vijftien onderzoeksprojecten vervaardigd die in een expositie op de Theaterschool worden gepresenteerd. In juni organiseren de Academie van Bouwkunst en de Reinwardt Academie vanuit het Heritage Lab (ACIN) de derde editie van de Week van het Lege Gebouw, met als casus het voormalige hoofdkantoor van Gemeentewaterleidingen Amsterdam aan de Ring A10. De studenten onderzoeken toekomstplannen voor het gebouw en de leefbaarheid in de omgeving. Voor de tweede keer organiseren de Academie van Bouwkunst en Architectuurcentrum Amsterdam tweewekelijks een architectuurlezing op donderdagavond onder de noemer 1·Lectures. Deze lezingenreeks is bedoeld voor architectuurstudenten en alle andere belangstellenden. Deskundigen, grootheden, nieuwkomers en buitenstaanders worden uitgenodigd hun licht te laten schijnen over onderwerpen uit architectuur, stedenbouw en landschapsontwerp. Mutaties In de academiegemeenschap vinden in 2015 enkele veranderingen plaats. Na vier jaar met veel enthousiasme en creativiteit de vormstudies te hebben begeleid en gecoördineerd neemt Arjan Karssen afscheid. Zijn plaats wordt ingenomen door Bruno Vermeersch die per 1 september van start gaat. Er komt ook een einde aan het lectorschap van Ton Schaap (Design in Urbanism). We zien uit naar de publicatie van zijn onderzoek. Op de valreep van 2015 rolt het boek Brick. An Exacting Material van voormalig lector Architectuur Jan Peter Wingender, de voorganger van Floris Alkemade van de pers. Op 1 juni 2015 neemt Madeleine Maaskant het stokje van directeur Aart Oxenaar over die de Academie zestien jaar heeft geleid. Oud-student Jolijn Valk wordt met ingang van 18 december de nieuwe studieadviseur/studentendecaan. Ze is de opvolger van Elsbeth Falk die deze rol acht jaar heeft vervuld. Yttje Feddes neemt zitting in de commissie van advies; zij neemt de plaats in van Sylvia Karres.


Conservatorium van Amsterdam Directie: Janneke van der Wijk, Ruud van Dijk, Sven Tepl Het Conservatorium van Amsterdam (CvA) blikt terug op een zeer succesvol jaar. De beoordeling door studenten in de Nationale Studenten Enquête geeft (t.o.v. 2011 en 2013) nog positievere resultaten. In de Keuzegids wordt de bachelor Muziek van het CvA aangemerkt als Topopleiding en het best scorende brede conservatorium van Nederland. De opleiding Docent Muziek van het CvA krijgt ook het stempel ‘topopleiding’. Het aantal aanmeldingen neemt in 2015 toe en het niveau van de toelatingen is, in alle genres, hoger dan ooit. Een aantal hoogtepunten van het afgelopen jaar wordt toegelicht. Prijswinnaars Het CvA is bijzonder trots op de vele prijzen die onze studenten, alumni en docenten in 2015 weer in de wacht slepen. Enkele van de indrukwekkende lijst prijswinnaars staan hier uitgelicht. Blokfluitiste Lucie Horsch (Sweelinck Academie) wint de Concertgebouw Young Talent Award. De Buma Boy Edgarprijs, de belangrijkste prijs in Nederland op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek, wordt toegekend aan CvA-alumna, saxofonist, componist en bandleider Tineke Postma (afgestudeerd 2003). Popstudent Marnix Dorrestein (hij studeert in 2015 af voor zijn Master Gitaar popmuziek) produceerde het Album Kersvers van Herman van Veen. Het album krijgt in het voorjaar van 2015 een Gouden Award wegens de verkoop van meer dan 20.000 exemplaren. De Keep an Eye International Jazz Award, een prijs van € 2.500, wordt gewonnen door de Amsterdamse band Xavi Torres Vicente Trio. De cd ‘Sounds of War’, van violiste Maria Milstein (afgestudeerd Master 2010, hoofdvakdocent Viool sinds 2015) en pianist Hanna Shybayeva, wordt bekroond met een Edison Klassiek Award 2015 in de categorie Kamermuziek. In het hoofdstuk Prijzen staat een compleet overzicht van de prijswinnaars 2015. Bijzondere projecten en resultaten Het CvA organiseert in 2015 een groot aantal bijzondere projecten. Om er een aantal te noemen: In 2015 wordt gestart met de unieke CvA talkshow ‘ConVersAtions’, een reeks van drie talkshows waarin telkens een prominente gast uit de muziekwereld centraal staat. Met live muziek, een column en altijd in interactie met het publiek. In november zijn te gast: Huang Ruo (Composer in Residence van het Koninklijk Concertgebouw) en Willem Jeths (Componist des Vaderlands). Het CvA Symfonieorkest brengt een indrukwekkende uitvoering van de Vijfde symfonie van Mahler, gecombineerd met het Pianoconcert van Erwin Schulhoff met solist Daahoud Salim Alvarez, onder leiding van Andrew Grams. Uitvoeringen zijn er in het Muziekgebouw Eindhoven, Tivoli/Vredenburg Utrecht en het Muziekgebouw aan ‘t IJ Amsterdam. In het kader van ht Fireworks project toeren vijftien studenten en alumni van de afdeling Oude Muziek van het CvA in juni door Europa als leden van het beroemde oude-muziekensemble Zefiro, mede-opgericht door Alfredo Bernardini. Ze treden onder meer op bij de Händel Festspiele in Halle (Duitsland), in Milaan, in Grenoble en op het Versailles Festival in Frankrijk. Het Fireworks Project is een samenwerkingsproject met conservatoria in Italïe, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Finland en Engeland. Onder de overige bijzondere projecten van de afdeling Klassiek zijn onder meer de Week van de Kamermuziek, het Bach-project, het Trombonefestival Slide Factory light en vele masterclasses en workshops. De Keep an Eye Summer Jazz Workshop wordt afgesloten met een spetterend concert ‘The Music of Joe Henderson’ door de Keep an Eye Concert Jazz Band van het CvA op het North Sea Jazz Festival, o.l.v. Justin DiCioccio en met gastsolist Jesse van Ruller. De jazzafdeling organiseert ook een masterclass door het veelgeprezen Children of the Light Trio door de ritme-sectie van legende Wayne Shorter, bestaande uit pianist Danilo Pérez, contrabassist John Patitucci en drummer Brian Blade. ‘Lucas Hamming’, een band van de CvA-popafdeling is komend seizoen de huisband van het populaire televisieprogramma De Wereld Draait Door. Zanger en gitarist Lucas Hamming studeert in 2015 af aan de Popafdeling, Bachelor Gitaar. Lucas brak door in het tv-programma Beste Singer-Songwriter van Nederland, werd vervolgens door 3FM uitgeroepen tot Serious Talent en scoorde een 3FM Megahit met de


single ‘Mojo Mischief’. Bijzondere samenwerkingen Het CvA is trekker in de (landelijke) ontwikkelingen rondom de muziekeducatie. Het Landelijk Platform Muziekeducatie leidt tot de start van de stichting ‘Meer Muziek in de Klas’. Het CvA heeft zitting in het bestuur van de stichting en is ambassadeur van het Platform, waarvan koningin Maxima erevoorzitter is. Het doel van ‘Meer Muziek in de Klas’ is muziekles weer terug te brengen op de basisschool, voor álle kinderen in Nederland. Hierop aansluitend leidt het CvA het project 'Muziekeducatie doen we samen', in samenwerking met de universitaire pabo van Amsterdam, de HvA en de IPabo, met een subsidie van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Doel van het project is verdere deskundigheidsbevordering van groeps- en vakleerkrachten en betere afstemming tussen de curricula van de Pabo’s en het CvA. Het CvA heeft een unieke samenwerking met het Koninklijk concertgebouworkest. Zo treden leerlingen van de Sweelinck Academie, onderdeel van de Nationale Opleiding voor Jong Toptalent, regelmatig op met leden van het Koninklijk Concertgebouworkest in een serie kamermuziekconcerten. De leerlingen wonen ook repetities bij van het KCO. Het Koninklijk Concertgebouworkest is tevens betrokken bij de Nationale Master Orkestdirectie van het CvA en partner in ‘Meer Muziek in de Klas’. Sinds 2009 heeft het Conservatorium van Amsterdam een samenwerking met de Keep an Eye Foundation. De Foundation levert een belangrijke bijdrage aan het versterken van de relatie van het CvA met vooraanstaande Amerikaanse conservatoria, via de Keep an Eye Summer Jazz Workshop en de Keep an Eye Award. In 2015 zijn dat de College of Music Division of Jazz Studies van de University of North Texas en de California State University Northridge. De samenwerking met belangrijke partners, zoals het Koninklijk concertgebouworkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest, De Nationale Opera, het Muziekgebouw aan ’t IJ, het Jazz Orchestra of the Concertgebouw, het Bimhuis, en vele anderen, wordt voortgezet. Zo zet het Bimhuis de in 2014 gestarte serie ‘Rough Diamonds’, een concertserie voor studenten en alumni van het CvA, voort in 2015. Artist in Residence Bijzonder trots is het CvA op de inzet van Claron McFadden als Artist in Residence (AiR). Vanuit haar brede ervaring als vocalist, theatermaker en docent coacht zij musici en ensembles van verschillende afdelingen naar hun eindexamen. Ontwikkeling in het onderwijs In 2015 start de orkestklas ‘Philharmonic Fridays’. Na een groot aantal jaren orkestspel alleen in projectvorm aangeboden te hebben, biedt het CvA nu een doorlopend orkestspelprogramma aan onder leiding van Johannes Leertouwer. Binnen dit programma spelen de studenten nog vaker met een volledig orkest. Dit leidt tot vergroting van het gespeelde repertoire, en versterkte verbinding tussen theorie en praktijk en tot uitbreiding van het netwerk van de student. In 2015 wordt gewerkt met onder meer gastdirigenten Ed Spanjaard en Jacob Slagter. De masterspecialisatie Orkestspel in samenwerking met het Nederlands Philharmonisch Orkest wordt in 2015 uitgebreid met een module Kamermuziek. Voor verdere versterking van het ensemblespel implementeert de afdeling Klassiek, Kamermuziekweken in het curriculum. Ook nieuw in 2015 is het hoofdvak accordeon. De afdeling Jazz start in 2015 met projectweken, waarbinnen het onderwijs vier keer per jaar een week lang wordt georganiseerd rondom ensembles. De projectweken worden ingevuld met masterclasses, hoofdvak-groepslessen en ensemblepresentaties. Binnen de Jazzafdeling wordt verder gewerkt aan de vernieuwing van het curriculum ter voorbereiding op de beroepspraktijk. Het eerdere DOK-programma wordt geheel vernieuwd en heet nu ‘Music Business & Entrepreneurship’. In 2015 studeert de eerste lichting Master Popstudenten af. De opleiding Docent muziek start in 2015 een specialisatie Speciaal Onderwijs. Verder participeert de opleiding Docent muziek in de AHK-brede multidisciplinaire Istanbul-module in het kader van het CKV-programma voor de docentenopleidingen. In 2015 wordt officieel gestart met ‘CvA-Online’, een platform voor interactief online onderwijs. Op het


platform start een pilot in de vorm van enkele online modules. Daarnaast worden veel nieuwe lespakketten ontwikkeld die per januari 2016 online worden ontsloten. Nieuwe docenten Maria Riccarda Wesseling – Hoofd DNOA (Dutch National Opera Academy) Tim Kliphuis – docent Improvisatie Strijkers Klassiek Maria Milstein – hoofdvakdocent Viool Josep Domenech – hoofdvakdocent Hobo Saskia Tornqvist – docent Muziekgeschiedenis Ilja Reijngoud – vaste gastdocent Trombone Jazz Joris Roelofs – docent Klarinet en Basklarinet Jazz Carolien Hermans – docent Methodiek/Didaktiek Special Onderwijs (opleiding Docent muziek) Impresariaat en sponsoring Het CvA-impresariaat bemiddelt in 2015 voor ruim 200 optredens van CvA-studenten door het hele land. Zo is het CvA de hoofdact bij de Amsterdam Business Awards. Ook levert het CvA via het impresariaat een tien-koppige blazersectie bij de tournee van twee Amerikaanse Acts (The Temptations en The Four Tops) door Nederland en België, met onder meer een concert in de Ziggo Dome. Het CvA verstrekt in 2015 door nieuwe sponsors, extra studiebeurzen aan bijzonder getalenteerde studenten. Lectoraat en Onderzoek In 2015 wordt gestart met het ‘StudyLab’, in samenwerking met de Faculteit Bewegingswetenschappen van de VU. Studenten van instrumentale hoofdvakken (Klassiek) bereiden zich gedurende twee weken voor op een recital met voor hen nog onbekende werken, zonder contact met hun hoofdvakdocenten. Onderdeel van het ‘StudyLab’ is het daarnaast praktiseren van verschillende trainingsvormen uit de sportwereld. De studenten houden daarover een logboek bij. Het voornaamste resultaat van het ‘StudyLab’: studenten blijken boven verwachting te kunnen presteren, met minder studietijd dan zij gewoon zijn te gebruiken. Het concept wordt in de komende jaren verder ontwikkeld. Het CvA zet een uitwisselingsprogramma op met de bachelor Muziekwetenschap van de Universiteit Utrecht, bestaande uit verdiepingspakketten aan het CvA voor studenten van de UU. Publicaties vanuit het Lectoraat Muziek - Rafael Reina, Applying Karnatic Rhythmical Techniques to Western Music (Farnham: Ashgate). - Michiel Schuijer, Jed Wentz (eds.), Dance in the Dutch Republic (Parijs: Classiques Garnier). - Michiel Schuijer, Music Theorists and Societies in Music Theory and Analysis 2/2, Leuven University Press (een onderdeel van het ‘Conservatories Project’). - Lex Eisenhardt, Italian Guitar Music of the Seventeenth Century: Battuto and Pizzicato (Rochester NY, University of Rochester Press).


Nederlandse Filmacademie Directie: Bart Römer Organisatie- en onderwijsvernieuwing De Nederlandse Filmacademie (NFA) loopt in 2015 de ingeslagen weg op het gebied van onderwijs- en organisatievernieuwing verder af. Het beoogde organisatiemodel zoals beschreven in het beleidsplan 2012-2016 wordt volledig ingevoerd en operationeel. De praktijk laat zien dat de keuze voor dit model voor de Filmacademie een juiste is geweest. De onderlinge verhoudingen tussen het managementteam, de studieleiders en docenten van de bachelor én die van de master, komen steeds duidelijker te liggen en leiden tot een meer coherente werkwijze, waardoor onze organisatie in toenemende mate, met de nadruk op het onderwijs, effectiever en efficiënter werkt. Belangrijk daarbinnen is dat met de al eerdere benoeming van een drietal nieuwe studieleiders en, in 2015, de komst van een viertal nieuwe vakdocenten een nieuwe generatie en daarmee een nieuw elan zijn intrede doet binnen de Filmacademie. Dit nieuwe elan wordt goed zichtbaar in een aantal dwarsverbanden die aan het ontstaan zijn tussen diverse afstudeerrichtingen. Een vorm van vakmatige ontschotting, die voorheen op de Filmacademie feitelijk non-existent was, maar waarvan de waarde in toenemende mate wordt ingezien. Daarnaast kunnen we met genoegen constateren dat de logistieke kant van de Filmacademie, de ‘ondersteuning’, mede door het ingezette nieuwe organisatiemodel, uiterst efficiënt en effectief werkt. Het doorlopende proces van onderwijsvernieuwing zet zich in 2015 dus stevig door. De opgestarte samenwerking met het Onderwijscentrum VU, blijkt een goede keus te zijn, waardoor het proces van onderwijsoptimalisatie zich constructief ontwikkelt van algemene verkenning en kaders, naar concrete invullingen en toepassingen. In 2015 wordt er een nieuw beleidsdocument geschreven voor de periode 2016-2020, dat, na zorgvuldig overleg met alle betrokkenen binnen de Filmacademie, breed en unaniem wordt aanvaard. Het gehele proces van gedachtebepaling, bespreken en schrijven loopt bijzonder constructief en geïnspireerd. Vooral omdat veel collega’s – van binnen en buiten de Filmacademie - vanuit verschillende verantwoordelijkheden actief en positief aan het tot stand komen van het nieuwe beleidsplan bijdragen. Kwaliteitszorg In 2015 wordt de Nationale Studenten Enquête (NSE) afgenomen en wordt in aanvulling daarop een beperkt aantal vakevaluaties afgenomen in het tweede jaar. Uit de NSE blijkt dat de Filmacademie het goed doet. De algemene tevredenheid neemt toe van 3,9 naar 4,1 (op een 5-puntsschaal). Ook binnen de specifiekere thema’s overheerst tevredenheid. De algemene tevredenheid over de masteropleiding neemt sterk toe: van 3,1 naar 4,1. Waar de resultaten daar aanleiding toe gaven worden diverse verbeteringen doorgevoerd. Zo wordt er een stagebureau ingericht en het stagebeleid Filmacademiebreed aangescherpt. Er wordt een nieuw roosterprogramma ingevoerd en de digitale studiegids wordt verder verbeterd. De kwaliteits-zorgmedewerker van de Filmacademie wordt structureler bij onderwijsevaluaties en de terugkoppeling ervan ingezet. Ook wordt gekozen voor meer kwalitatieve wijze van evalueren van het onderwijs in de vorm van panelgesprekken. ACIN De Nederlandse Filmacademie is, tezamen met de HvA en Inholland, aangesloten op het Amsterdam Creative Industries Netwerk (ACIN) waarbinnen onderzoek wordt gedaan naar Interactive Cinema ook wel Real Time Cinema genoemd. De focus ligt op narrativiteit en interactie. Voor de afdeling IMVFX (Immersive Media and Visual Effects), de afdeling waar dit toegepaste onderzoek plaatsvindt, is onderzoek en innovatie van wezenlijk belang aangezien de ontwikkelingen binnen de immersive media-, games- en visual effects- sector zich in een enorm tempo opvolgen. Hier wil en moet de Filmacademie haar vooraanstaande positie in behouden. Dat het onderzoek binnen de Filmacademie naar Real Time Cinema ‘state of the art’ is , blijkt uit het grote aantal bezoekers van de presentatie tijdens de Dutch VR Days en het halen van het acht uur NOS Journaal. Masteropleiding De masteropleiding gaat in 2015 voort op de ingeslagen weg. Een presentatie in Parijs van de uitgangspunten van de opleiding voor een internationaal gezelschap van collega-filmscholen bevestigt het unieke en aansprekende karakter van de opleiding. Met name het concept 'artistiek onderzoek in en door film' en de aandacht voor het proces boven het eindproduct vinden veel weerklank. Uitnodigingen voor


presentaties elders zijn het gevolg. De studenten die in 2015 afstuderen, verenigen zich in een alumnigroep die ook in de toekomst gezamenlijk artistiek onderzoek wil blijven doen en daar zowel eerdere alumni als huidige studenten bij wil betrekken. In 2015 worden ook de eerste kortlopende onderzoeken afgerond in het kader van het LAB. De onderzoeken, uitgevoerd door docenten van de bachelor- en masteropleiding (soms in samenspraak met studenten, soms in samenspraak met externe partijen), hebben op uiteenlopende thema's betrekking: van idee-ontwikkeling, via 'world building' en 'een alternatief voor motion capture', naar het geheugen. Een tweede call gaat in het najaar uit en levert onderzoeksvoorstellen op met betrekking tot 'tijdsbeleving in virtual reality' en 'het gebruik van miniaturen bij de voorbereiding van een film'. Internationalisering Internationalisering ontwikkelt zich in 2015 bij de Filmacademie ook door op de weg die eerder in 2014 is ingeslagen. Kern is en blijft het reguliere contact dat de Filmacademie vanuit het onderwijs heeft met filmscholen die in haar geografische nabijheid liggen. Dat zijn bijvoorbeeld de toonaangevende filmscholen/opleidingen uit België, Engeland, Duitsland, Denemarken en Frankrijk. Het contact met Cilect/Geect, de mondiale en Europese associatieverenigingen van filmscholen, wordt verder verdiept. De Filmacademie stelt zich actief en open op. Het internationale netwerk wordt verbreed, tot grote tevredenheid van de Filmacademie zelf, maar ook nadrukkelijk van Cilect/Geect. Actieve internationale participatie blijft noodzakelijk om binnen en buiten de Filmacademie de relevante onderwerpen en ontwikkelingen binnen de filmsector in relatie tot het daarbij behorende onderwijs c.q. talentontwikkeling, op niveau te kunnen voeren. In 2015 komt – mede door de Filmacademie- het onderwerp ‘internationalisering met betrekking tot het reguliere bacheloronderwijs’, op de agenda van Cilect/Geect terecht. De twee internationale projecten die in 2014 zijn opgestart en die geografisch verder weg liggen, worden in 2015 in verschillende stadia van uitvoering gebracht: China Met de Beijing Film Academy (BFA) worden de praktische voorbereidingen getroffen om, in het kader van de samenwerkingsafspraken die gemaakt zijn tot en met 2018, in het voorjaar van 2016 een gezamenlijke oefening/workshop in Beijing uit te voeren. In het najaar van 2016 zal de pendant plaatsvinden in Amsterdam. Suriname Het documentaire project met The Back Lot raakt in een fase van praktische uitvoering, met als voorlopig resultaat dat acht documentaire filmplannen, die in het teken staan van 40 jaar Surinaamse onafhankelijkheid, volop in ontwikkeling zijn. De plannen zijn geschreven door Surinaamse makers, en worden begeleid en gecoacht door docenten van de Nederlandse Filmacademie. Voorjaar/zomer 2016 vindt het project zijn afronding. Dit alles dankzij de toegekende subsidie door het Ministerie van Buitenlandse Zaken in het kader van de Twinningfaciliteit, die samenwerking stimuleert tussen Surinaamse en Nederlandse organisaties waarbij kennisuitwisseling centraal staat. Met bovengenoemde initiatieven zet de Filmacademie consequent stappen vooruit met de beoogde internationalisering. Filmfestival Van 27 juni tot en met 3 juli 2015 vindt het Keep an Eye Filmacademie Festival plaats in EYE. Het festival omvat een gezamenlijke presentatie van de afstudeerprojecten van de bachelor- en masterstudenten.


Reinwardt Academie Directie: Teus Eenkhoorn Beleid Het onderwijsbeleidsplan voor de bacheloropleiding Cultureel erfgoed beschrijft de visie op het onderwijs van de academie en bevat een drietal speerpunten: excellentie, onderzoek en positionering. De implementatie van het onderwijsbeleidsplan wordt gestart in studiejaar 2015-2016. De belangrijkste veranderingen in het curriculum zijn te vinden in het vierde jaar. Nog steeds bestaat dat jaar uit een afstudeerstage en een afstudeeronderzoek, maar er is meer structuur aangebracht in de begeleiding. Verhuizing In de zomer van 2015 verhuist de academie naar Hortusplantsoen 1-3. In het vernieuwde gebouw is een hele etage ingericht voor studenten, de ruimtes worden gebruikt voor werkgroepen of zelfstudie. Verder is in het gebouw een ruime aula en een ‘arena’ die heel geschikt is voor presentaties, tentoonstellingen of discussiebijeenkomsten. De medewerkers hebben de beschikking over een aantal vaste en flexibele werkplekken. Personeel Kort voor de zomervakantie wordt Marleen de Kluizenaar benoemt als hoofd bedrijfsvoering. De studieleiding van de bacheloropleiding wordt teruggebracht bij een persoon: Jorna Kniese. Studieleiders van bachelor- en masteropleiding worden ondersteund door (nieuwe) curriculumcommissies BA en MA. Bijzondere projecten en samenwerkingen Op 24 mei 2015 is de Pretoriusstraat de Museumstraat in Amsterdam. Bewoners van deze straat zijn voor één dag museumdirecteur. Zij kiezen uit de collecties van Amsterdamse musea één (of meerdere) museumstukken en stellen die in hun eigen woning tentoon. De deelnemende musea zijn: Foam, Amsterdam Museum, CBK, Hortus Botanicus, UNESCO Werelderfgoed Podium, Tropenmuseum, Allard Pierson Museum, Multatuli Museum, ARCAM, EYE en De Appel. Studenten van de minor Cultureel ondernemen verzorgen de organisatie van dit jaarlijkse evenement. Amsterdam Creative Industries Network 2015 Binnen het Amsterdam Creative Industries Network (ACIN) zijn verschillende projecten gebundeld in een aantal Labs. De Reinwardt Academie is trekker van het Heritage Lab en in 2015 worden een aantal projecten georganiseerd: Week van het Lege Gebouw 2015 Een gezamenlijk project van de Reinwardt Academie en Academie van Bouwkunst vindt plaats rondom het thema herbestemming. Gedurende 5 dagen werkten studenten en docenten van twaalf verschillende universiteiten en hogescholen in multidisciplinaire teams aan een herbestemmingsopgave in Amsterdam Sloterdijk. Erfgoed en ruimte In samenwerking met de Academie van Bouwkunst wordt de onderwijsmodule voor 3e jaarsstudenten gecontinueerd. In het kader van de ontwikkeling van de KnowledgeMile staan het Joods Cultureel Kwartier en de Plantage- en Weesperbuurt centraal. Op het terrein van Erfgoed en Ruimte starten twee thema's: Placemaking, onder supervisie van lector Riemer Knoop en Stedelijkheid onder supervisie van lector Hester Dibbits. Designing Experience Scapes Het project Designing Esperience Scapes (DES) - een onderzoek naar de museale beleving van museumbezoekers – wordt geïnitieerd door de Hogeschool van Amsterdam . ArchiefAteliers In september 2015 start het ArchiefAtelier dat zich richt op dienstverlening en de digitale onderzoeksomgeving. Thema van dit atelier: Hoe kunnen archiefdiensten de digitale onderzoeksomgeving, in relatie tot de fysieke onderzoeksomgeving, verder ontwikkelen? En wel op zodanige wijze, dat deze onderzoeksomgeving aansluit bij de wensen van de digitale klanten en de eigenheid van de collecties?


In de vrije studieruimte biedt de Reinwardt Academie studenten de mogelijkheid om projecten of vakken te volgen die op actuele ontwikkelingen ingaan. De onderwerpen in 2015 zijn ondermeer: - Immaterieel erfgoed en volkscultuur: door Sophie Elpersvan het Meertens Instituut. - Erfgoed en ruimte: door Michiel van Iersel, co-founder van Non-fiction en Failed Architecture. - Programmeren vanuit de context: door Mirelva Berghout. - Erfgoed en voeding: door docenten Jorna Kniese en Mario Jellema. Lectoraat en Erfgoedarena’s Erfgoedarena’s In de negende jaargang van de Erfgoedarena organiseert de Reinwardt Academie vijf debatavonden: 1. Erfgoed in een überdynamische wereld; Een discussie over collectiemobiliteit.

2. Cartografie - Erfgoed op de kaart? (naar aanleiding van de verschijning van de Bosatlas van het cultureel erfgoed).

3. De Hortus: groen erfgoed. Een oase van rust en schoonheid, of bron van kennis?

4. Graffiti bewaren? (organisatie in samenwerking met het Amsterdam Museum).

5. De nieuwe Erfgoedwet: van fragmentatie naar decentralisatie? (in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - RCE).

De spreker bij de Reinwardt Memorial Lecture 2015 is Marcos Buser. Deze Zwitserse geoloog, sociaal wetenschapper en overheidsadviseur gaat in zijn lezing - Rubbish Theory - in op hoe om te gaan met gevaarlijk afval en meer specifiek nucleair afval en toxic waste. Erfgoed cahiers De Reinwardt Academie publiceert in 2015 de eerste delen van de reeks K13 Erfgoed Cahiers. In juli verschijnt #1 Publiek en in september #2 Management. Samenstellers van de publicaties zijn de lectoren, docenten en experts uit het werkveld. Lectoraatsprogramma In de loop van 2015 vindt de evaluatie van de lectoraatsperiode 2011-2015 plaats. Directeur en lectoren spreken over en weer de intentie uit om het lectoraatsprogramma te continueren. In 2015 starten de lectoren samen met docenten een aantal nieuwe onderzoekslijnen: Stedelijkheid, Voeding, Vergeten en Placemaking. Vierdejaars bachelors studenten kunnen voor hun afstudeeronderzoek een keuze maken uit een van deze thema’s. In november 2015 vindt de afsluiting van het programma ‘Immaterieel Erfgoed met Prik’ plaats. Hester Dibbits is nauw bij de organisatie betrokken. Riemer Knoop is betrokken bij de opzet van het ACIN-onderzoeksproject Straatwaarden. In oktober 2015 aanvaardt lector Hester Dibbits het ambt van bijzonder hoogleraar Historische Cultuur en Educatie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Lector Riemer Knoop is begin 2015 verbonden aan de Mahidol University te Bangkok (Thailand) als Visiting professor in Cultural Heritage and Museum Studies. Internationalisering Internationalisering is sinds 2 jaar een speerpunt voor de Reinwardt Academie. Internationalisering versterkt de internationale positie, draagt bij aan de professionalisering van het docentencorps en het vergroten van het werkveld voor afgestudeerden. De academie maakt gebruik van contacten in het werkveld zoals OCW, het Van Gogh Museum, de gemeente Amsterdam en Dutch Culture. Internationale activiteiten dragen bij aan het aantrekken van masterstudenten en het werven van internationale stageplaatsen voor bachelor en master. De Reinwardt Academie is actief met nascholingsprojecten en onderwijsmodules in Rusland, Maleisië, China en Indonesië. In najaar 2015 wordt besloten de formele kant in de vorm van joint degrees en andere vormen aandacht te geven. Internationale projecten Het Erasmus-project EMPHOS (Empowering Museum and Physical Heritage Organizations Staff by cultural entrepreneurship training and research) start in september 2015 en duurt drie jaar.


Naast de Reinwardt Academie participeren de volgende partijen: LEU (Landschap Erfgoed Utrecht), UNIBO (Universiteit van Bologna (IT)), CIAPE (IT) en Goldsmiths University, Londen (UK). In 2015 geven docenten van de Reinwardt Academie meerdaagse trainingen in Singapore en Kuching (Maleisie). Beide trainingen vormen de opmaat voor een meerjarige programma’s. In samenwerking met het Van Gogh museum geven docenten een training aan museumprofessionals in Beijing. De training is de uitvoering van het Memorandum of Understanding (MOU) dat eerder, samen met Dutch Culture en het Ministerie van BuZa, wordt afgesloten. De nationale UNESCO-commissie organiseert samen met de Reinwardt Academie de training ‘First Aid to Cultural Heritage In Times of Crisis’. Andere deelnemers zijn onder meer ICCROM (Rome) en het Smithsonian Institution (Washington). Een aantal van 22 deelnemers uit rampgebieden of landen in conflictsituaties - onder meer Afghanistan, de Filipijnen, Mali, Oekraïne en Syrie - volgt een training over hoe in crisissituaties aan erfgoed 'eerste hulp' te bieden. De recente moedwillige verwoestingen van erfgoed in het Midden-Oosten, maar ook natuurrampen zoals in de Filippijnen, onderstrepen de relevantie en urgentie van de training. Verder zijn er in 2015 activiteiten in China aan de Zhejiang Universiteit van Hangzhou en een uitwisselingsprogramma met de Universiteit Reykjavik. Master of Museology In april 2015 visiteert een commissie van experts de Master of Museology ten behoeve van de heraccreditatie van deze opleiding. Externe leden van het panel zijn John Reeve (University College London/ museum consultant), Saskia Bak (directeur Fries Museum) en Susan Legêne (hoogleraar politieke geschiedenis, VU). De leden van het panel zijn zeer te spreken over het docententeam, de onderwijsomgeving en het internationale karakter van de opleiding. De aanbevelingen hebben betrekking op een scherpere profilering naar buiten en een meer geformaliseerd beoordelingssysteem. Het algemene oordeel van de commissie luidt: satisfactory.


De Theaterschool Directie: Jan Zoet Theaterdocent verkort In september start een nieuwe opleiding: Theaterdocent verkort. Deze tweejarige opleiding tot Theaterdocent, met een jaarlijkse instroom van circa veertien studenten, voorziet in een behoefte. Mensen met een theaterachtergrond kunnen door vrijstellingen op basis van eerder verworven competenties in twee jaar tijd het bachelordiploma en een eerstegraads onderwijsbevoegdheid behalen. De opleiding is gericht op acteurs, regisseurs, mimers en performers die zich willen ontwikkelen tot docerende theatermakers. Opleiding voor Hedendaagse Dans De in 2014 ingezette ontwikkeling van de opleidingen Moderne Theaterdans en Urban Contemporary/JMD tot één samengestelde opleiding voor Hedendaagse Dans zal vanaf studiejaar 2017-2018 resulteren in een nieuwe toonaangevende opleiding tot hybride danser; een ondernemende, co-creërende, technisch hoogwaardige, multidisciplinaire, kritisch denkende danser met eigenheid en passie. Door gemeenschappelijke projecten teneinde uitwisseling en beïnvloeding tussen de opleidingen te bevorderen en door de twee huidige onderwijsvisies complementair en elkaar versterkend te laten zijn, wordt vanaf 2015 toegewerkt naar een nieuw curriculum. Tegelijkertijd wordt met een nieuw aan te stellen artistieke leiding gewerkt aan een sterke identiteit en zichtbaarheid waarmee de opleiding zich kan profileren in het internationale werkveld. Docent Dans Het in 2013 ingezette traject ter versterking van het theorieonderwijs van de opleiding Docent Dans, doorloopt de derde fase. Het plan om de ontwikkelde transculturele visie in het curriculum te verdiepen en in het theorieonderwijs te verankeren is uitgevoerd; er is meer aandacht voor de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden en het onderbouwen van een persoonlijke visie op (dans)onderwijs. De Nationale Ballet Academie De Nationale Balletacademie (NBA) voert een aantal veranderingen in het curriculum door, is bezig met het genereren van meer eigen inkomsten en zet in op het realiseren van de lang gekoesterde wens om de hele NBA (inclusief de danslessen voor de vooropleiding) binnen een eigen gebouw te kunnen realiseren. Samen met het CvB en Het Nationale Ballet is de Theaterschool in 2015 in contact met zowel OCW als de gemeente Amsterdam om hun noodzakelijke betrokkenheid en hulp te bepleiten voor de realisatie van zowel een nieuw onderkomen als het versterken van de financiering van de opleiding. 5 o’clock class De Theaterschool is verheugd dat een subsidieaanvraag bij het Amsterdams Fonds voor de Kunsten voor de 5 o’clock class is gehonoreerd. Hierdoor blijft de specifieke instroom vanuit Amsterdam-Zuidoost via deze vooropleiding in de opleidingen mogelijk. De nieuwe leiding van de 5 o’clock class heeft de ambitie de opleiding te vernieuwen en breidt daartoe de contacten met het veld verder uit. Aan het einde van 2015 wordt een meerjarige subsidie aangevraagd in het kader van de Cultuurnota 2017-2020. Peer reviews In november vindt binnenshuis de eerste lichting van de peer reviews plaats waarin de kunstvakdocentenopleidingen binnen een discipline elkaar feedback geven. Het zijn geslaagde en vooral inspirerende dagen waarin de opleidingen op basis van casussen hun visie, werkwijze en methodiek met elkaar delen en bespreken. Lectoraat ‘Podiumkunsten in transitie’ Het lectoraat Podiumkunsten in transitie werkt in 2015 samen met de twee masteropleidingen: Theater/DasArts en Amsterdam Master of Choreography aan de oprichting van de Graduate School. Vanaf begin 2016 zullen de masteropleidingen worden ondergebracht op één nieuwe locatie: het Grootlab. Er wordt hard gewerkt aan de verbouwing van dit voormalige Shell lab in Amsterdam-Noord, dat ook dienst gaat doen als vervanging voor het pand aan de Lindengracht, waar studenten zelfstandig aan voorstellingen konden werken. Naast onderzoek naar uitbreiding van de masters, wordt ook geïnvesteerd in de ontwikkeling van een master Creative Producer en het programma Local School, dat deel uitmaakt van de Graduate School, en


waarin onderzoek naar de waarde van plaats, stad, gemeenschap en verbinding in de podiumkunsten centraal staat. Het lectoraat maakt, net als vorig jaar, deel uit van Het Transitiebureau waarin denkers en makers uit de theatersector samenkomen en zich buigen over de vraag wat de rol van de kunsten in de 21ste eeuw is en zou moeten zijn. Het Transitiebureau verzorgt De Agenda en Radio Futura en levert een bijdrage aan Recto Verso, tijdschrift voor cultuur en kritiek. Daarnaast worden, in samenwerking met De Nieuwe Toneelbibliotheek, twee nieuwe uitgaven in de serie Gesprekken met makers, uitgegeven. Fondsenwerving De nieuw aangestelde fondsenwerver rondt haar analyse en plan van aanpak af. Met het werven van fondsen en sponsoren hoopt de Theaterschool extra inkomsten te genereren ten behoeve van de stichting Fondsen Theaterschool die voornamelijk als doel heeft beurzen te financieren voor studenten die minder draagkrachtig zijn. Accreditatie Hoewel het proces al in het vorige Jaarverslag al is beschreven, wordt het in 2015 officieel een feit: de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) beoordeelt onze bachelor opleidingen Theater en Theaterdocent positief: beide opleidingen worden geaccrediteerd voor de komende zes jaar. De onderwijsleeromgeving van beide opleidingen wordt als ‘excellent’ gekwalificeerd. DasArts feedbackmethode De feedbackmethode die DasArts in 2011 in samenwerking met de filosoof Karim Benammar ontwikkelde, kan op veel interesse rekenen in binnen- en buitenland, van educatieve instellingen tot culturele organisaties die hun creatieprocessen collectief willen toetsen. Na het maken en verspreiden van de DVD 'A Film about Feedback' krijgt DasArts vele vragen voor het presenteren en trainen van de methode. Hiervoor worden alumni en studenten ingezet, die veel ervaring hebben als ontvanger, gever en moderator. DasArts werkt nu met een pool van trainers, die op maat de methode aanleren in verschillende contexten. In 2015 wordt door alumni en managing director Barbara Van Lindt in zes landen meerdere workshops gegeven over de DasArts feedbackmethode. Deze workshops vinden plaats in diverse vormen en contexten (opleidingen, theaters, festivals). Hieronder een overzicht. Nederland: Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (2x); Sandberg Instituut (Amsterdam) België: La Bellone (Brussel) Duitsland: Tanzhaus (Düsseldorf); Theaterwelten (Rudolstadt); Münchner Kammerspiele (München) Finland: Theaterschool Helsinki (2x) Italië: Teatro Massimo (Cagliari) Zwitserland: Hochschule der Künste Bern; Association Vaudoise de Danse Contemporaine (Lausanne);

SUPSI, Scuola Teatro Dimitri (Verscio)


Master kunsteducatie Leiding: Folkert Haanstra, lector Kunst- en cultuureducatie De master Kunsteducatie mag zich verheugen in een toenemende belangstelling, er melden zich vele toelaatbare kandidaten. Na een uitgebreide selectieprocedure starten in september 2015 twintig nieuwe eerstejaarsstudenten. Daarbij valt de toename uit de discipline Theater op. Ook het aantal deelnemers dat werkzaam is in het kunstvakonderwijs stijgt. Curriculumvernieuwing De in 2014 gestarte curriculumvernieuwing rondt in juni 2015 haar eerst volledige jaar af. Studenten geven voor het eerst zelf vorm aan een deel van het studieprogramma, met als resultaat een bundel manifesten over kunsteducatie en een succesvol symposium: Kunst Gekaapt. De vernieuwingen worden positief geëvalueerd door zowel docenten als studenten. In september wordt de curriculumvernieuwing dan ook doorgezet, waardoor ook in het tweede studiejaar de vernieuwing zichtbaar wordt. Symposium 'Embodiment in Arts Education' Op 12 december organiseert de Master Kunsteducatie in samenwerking met het Lectoraat Kunst- en Cultuureducatie, de opleiding docent Muziek en het lectoraat Muziek van het Conservatorium van Amsterdam een symposium met als titel: Embodiment in Arts Education. In dit symposium staat het belichaamd denken in en rondom kunsteducatie centraal, specifiek daar waar het gaat om het in kaart brengen van lespraktijken in dans en muziek. Melissa Bremmer promoveert in 2015 op het onderwerp ‘Embodied Cognitions in Music Education’. Samen met Carolien Hermans is zij initiatiefnemer voor bovengenoemd symposium. Beiden zijn als docent verbonden aan de kenniskring van het lectoraat Kunst‐ en cultuureducatie. AIR Dankzij een Artist in Residenceship voor kunstenaar/begeleider Henk Schut kan het programmaonderdeel Interdisciplinair Artistiek Samenwerken verder ontwikkeld worden. Een jaar lang worden door coteacher/onderzoekster Diane Carp de werkwijze van Schut en de opbrengsten van de studenten in kaart gebracht en in een theoretisch kader geplaatst. Uitkomst van het onderzoek en het beeldend verslag door de kunstenaar worden in 2016 verwacht. Onderzoek In studiejaar 2014/2015 wordt het nieuwe gezamenlijke onderzoeksthema voor de tweedejaars studenten voor twee jaar vastgesteld: ‘Thuiskunst’. Op 23 november presenteren studenten en docenten van de Master Kunsteducatie hun onderzoeksresultaten op de jaarlijkse Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). Ondernemerschap Het projectbureau en een module in het tweede jaar waarbij alle studenten een kunsteducatief project ontwikkelen dat zij voor een opdrachtgever ook daadwerkelijk realiseren, zijn beide modules waarin ondernemende competenties centraal staan. De studenten werken projectmatig en vraaggericht, ontwikkelen concepten,geven leiding aan de uitvoering van hun project, begroten, budgetteren en vragen subsidies aan. Alumni- en nascholingsbeleid Ook dit jaar is er regelmatig contact met onze alumni tijdens de symposia van lectoraat en master. Vier alumni benaderen de Master Kunsteducatie met de vraag hen te helpen bij het levend houden van de opgedane kennis uit de master. Met hulp van de Master Kunsteducatie ontwikkelen zij een intervisietraject dat als pilot zal dienen voor toekomstige alumni. Tevens wordt de in 2014 gestarte nascholingscursus Participatie en engagement, over kunstfilosofie in de eenentwintigste eeuw voortgezet in het eerste kwartaal van 2015. De volgeboekte cursus wordt gegeven door docent Jappe Groenendijk. Resultaat NSE Voor de vierde keer op rij komt de Master Kunsteducatie als beste uit de Nationale Studenten Enquête.


Hiermee laat de opleiding een consistente kwaliteit zien. Cum Laude Voor het eerst sinds de oprichting van de opleiding studeert in 2015 een student cum laude af. Vincent Lamers, docent muziek in het speciaal onderwijs, deed literatuuronderzoek naar de mogelijkheden om binnen muzieklessen taalvaardigheden te stimuleren. Ook ontwikkelde en gaf hij leiding aan het bijzondere project Amadeus Inside Out: Leerlingen van een mytylschool ontdekken samen met kinderen van een school voor langdurig zieke kinderen hun creativiteit door zelf muziek te componeren. Ze werken samen met elkaar, met workshopleiders van MuziekLab, met het professionele Syrène Saxofoonkwartet en met leerlingen van partnerscholen uit Engeland en Oostenrijk.


Faciliteiten en ondersteuning Directie Servicebureau: Patrick Waller De ondersteunende dienstverlening en bedrijfsvoering vindt zowel centraal als decentraal plaats, waarbij de verhouding ongeveer 50/50 is. De centrale dienstverlening wordt verricht door de afdelingen van het Servicebureau. De missie van het Servicebureau is om met de juiste mensen en middelen de voorwaardelijke processen, systemen en voorzieningen optimaal te regelen voor de academies van de AHK. De ontwikkeling van de ondersteuning vloeit voort uit de de eisen en wensen die aan de dienstverlening worden gesteld, de veranderingen in bijvoorbeeld wetgeving, én aan de technologische mogelijkheden. Het gaat in essentie om modernisering en verdere onderlinge integratie van de administratieve werkprocessen, verbetering van de informatiebasis door middel van gestructureerde en samenhangende managementinformatie en introductie van nieuwe functies en rollen. Tussen CvB en directeuren zijn afspraken gemaakt om op een breed terrein van deels samenhangende onderwerpen en projecten de besturing van de bedrijfsvoering en de beleidsvorming op centraal en decentraal niveau te versterken. Dit betekent ondermeer een verheldering van de taakafbakening tussen centraal en decentraal, een gezamenlijke prioritering van de onderwerpen en een verbetering en digitalisering van de werkprocessen. De prioritering heeft zijn beslag gekregen in een managementagenda met een projectenlijst. Per deelonderwerp is een stuurgroep aangesteld, bestaande uit de directeur Servicebureau, een lid CvB en een academie directeur. Bij de opzet en de implementatie van de projecten, zeker ook daar waar nieuwe taken en rollen worden geïntroduceerd, komt de vraag aan de orde of de huidige organisatie van de ondersteuning nog is toegerust op de nieuwe eisen. De toevoeging van nieuwe (of vernieuwde) rollen heeft invloed op de (be)staande organisatie en dat betekent dat ook over de organisatorische gevolgen van procesverandering moet worden nagedacht. Het Servicebureau is in transitie. Bij verschillende afdelingen van het Servicebureau worden veranderingen ingezet en deels in 2015 al doorgevoerd. Dit leidt tot andere vormen van ondersteuning, zoals meer regie en minder beheer door het uitbesteden van werk dat elders beter en goedkoper kan gebeuren. Op het gebied van communicatie vindt een herverdeling van de taken plaats, waarbij geldt: communicatiestructuur volgt organisatiestructuur. Op instellingsniveau vindt de woordvoering voor de AHK zijn plek, alsmede algemene voorlichting en public affairs, de website, social media en evenementen. Op facultair niveau wordt de communicatie rond de desbetreffende academie/opleiding georganiseerd. Managementagenda AHK 2015 / 206 Financiën Herinrichting van de control functie Personeel & organisatie Personeelszaken processen stroomlijnen/vereenvoudigen Herijking functiegebouw Gastdocenten organisatie, administratie en advies Informatisering Opzetten van informatiemanagement Verbetering managementinformatie voorziening Vernieuwen en verhogen storage Werken op afstand faciliteren Digitalisering workflow bedrijfsvoerende processen Digitale leeromgeving moderniseren c.q invoeren Vastgoed & facilities Implementatie inkoopbeleidsplan Bestaande verbouwingsprojecten (Hortus, Grootlab, Markenplein) Communicatie Communicatiestrategie Vernieuwing websites Vernieuwing intranet (MyAHK) Algemeen Riskmanagement professionaliseren


Studenten

Studentenaantallen (peildatum 1 oktober 2015; bron: DUO)

2015 2014

BA vt BA dt MA totaal BA vt BA dt MA totaal

Academie voor Beeldende Vorming 128 59 - 187 140 58 - 198

Academie van Bouwkunst - - 249 249 - - 237 237

Conservatorium van Amsterdam 659 - 264 923 662 - 287 949

Nederlandse Filmacademie 342 - 20 362 325 - 22 347

Reinwardt Academie 579 - 45 624 590 - 49 639

de Theaterschool 543 - 25 568 523 - 24 547

Master Kunsteducatie - - 43 43 - - 39 39

Totaal 2.251 59 646 2.956 2.240 58 658 2.956 Verdeling man/vrouw (peildatum 1 oktober 2015; bron: DUO)

2015 2014

man vrouw man vrouw

Academie voor Beeldende Vorming 40 147 47 151

Academie van Bouwkunst 168 81 168 69

Conservatorium van Amsterdam 567 356 589 360

Nederlandse Filmacademie 198 164 188 159

Reinwardt Academie 117 507 130 509

de Theaterschool 228 340 219 328

Master Kunsteducatie 4 39 6 33

Totaal 1.322 1.634 1.347 1.609 Nationaliteiten (peildatum 1 oktober 2015; bron: DUO) * deze academies kennen beide 1 student waarvan de status ‘nationaliteit onbekend’ is

2015 2014

NL EER niet-EER NL EER niet-EER

Academie voor Beeldende Vorming 180 7 0 192 8 1

Academie van Bouwkunst 192 46 11 195 28 9

Conservatorium van Amsterdam 410 397 116 431 347 151

Nederlandse Filmacademie 338 15 9 323 17 8

Reinwardt Academie* 594 11 18 601 17 18

de Theaterschool* 419 109 39 394 114 35

Master Kunsteducatie 41 2 0 39 2 0

Totaal 2.174 587 193 2174 584 197


Aanmeldingen/toelatingen bacheloropleidingen (peildatum 1 oktober 2015; bron: opleidingen & DUO)

2015 2014

aanmeldingen toelatingen aanmeldingen toelatingen

Academie voor Beeldende Vorming 83 58 110 40



Reinwardt Academie - 150 - 196

de Theaterschool 1666 160 1452 155 Aanmeldingen/toelatingen masteropleidingen (peildatum 1 oktober 2015; bron: opleidingen & DUO)

2015 2014

aanmeldingen toelatingen aanmeldingen toelatingen

Academie van Bouwkunst 122 68 73 65



Reinwardt Academie 26 16 26 16

de Theaterschool 98 15 64 14

Master Kunsteducatie 24 19 33 20 Vooropleidingen en voorbereidende cursussen (Bron: SIS)

2015 2014

Nationale Balletacademie 82 108

5 o'clock class 105 88

Vooropleiding Muziek 52 44

Afdeling Jong talent 88 84 Gecertificeerd post hbo (Bron: SIS) Post hbo cursussen,gecertificeerd door het Centrum Postinitieel Onderwijs Nederland (CPION).

2015 2014

Post-hbo Muziekeducatie (M4ME) 22 n.v.t

Beroepskunstenaar in de klas (BIK) 20 18


Rendement Aandeel van het totaal aantal studenten van een instroomcohort dat (na de propedeuse) het diploma haalt in de nominale studieduur + één jaar (definitie ontleend aan de NVAO). Omdat een aantal opleidingen de mogelijkheid biedt van een tussentijdse time-out is ook het rendement aangegeven na de nominale studieduur + twee jaar. In enkele opleidingen neemt het rendement in het derde jaar na de nominale studieduur nog iets toe. Dit gegeven wordt echter niet meer opgenomen in dit jaarverslag. Rendement per opleiding: 1 en 2 jaar na nominale studieduur (n) (peildatum 1 oktober 2015; bron: DUO)

Docent beeldende kunst en vormgeving (n=4)

instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011

diploma na 4 jaar 43% 47% 48%

diploma na 5 jaar 77% 68%

diploma na 6 jaar 87%

Master Architectuur (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011




Master Landschapsarchitectuur (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011




Master Stedenbouw (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011




Bachelor Docent muziek (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011




Bachelor Muziek (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011





Master Muziek (n=2) instroomjaar 2011 instroomjaar 2012 instroomjaar 2013




Master Opera (n=2) instroomjaar 2011 instroomjaar 2012 instroomjaar 2013




Bachelor Film en televisie (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011




Master Film (n=2) instroomjaar 2011 instroomjaar 2012 instroomjaar 2013




Bachelor Cultureel erfgoed (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011




Master Museology (n=1,5) instroomjaar 2011 instroomjaar 2012 instroomjaar 2013

diploma na 1,5 jaar 0% 0% 0%

diploma na 2,5 jaar 21% 19% 12%

diploma na 3,5 jaar 57% 63%

Bachelor Dans (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011




Bachelor Theater (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011





Bachelor Docent dans (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011




Bachelor Theaterdocent (n=4) instroomjaar 2009 instroomjaar 2010 instroomjaar 2011




Master of Choreography (n=2) instroomjaar 2011 instroomjaar 2012 instroomjaar 2013




Dasarts (n=2) instroomjaar 2011 instroomjaar 2012 instroomjaar 2013




Master Kunsteducatie (n=2) instroomjaar 2011 instroomjaar 2012 instroomjaar 2013



diploma na 4 jaar 69% Bindend studieadviezen propedeutische fase (Bron:SIS)

Bindend studieadviezen propedeutische fase 2014-2015 2013-2014 2012-2013

Academie voor Beeldende Vorming 1 0 16

Conservatorium van Amsterdam 2 7 5

Nederlandse Filmacademie 1 1 3

Reinwardt Academie 67 78 21

de Theaterschool 4 10 6

Totaal 75 96 51 Uitkeringen afstudeersteun uit profileringsfonds (bron: SIS)

2015

Bachelor Film en televisie 1

Bachelor Cultureel erfgoed 2

Bachelor Theater 1

Totaal 4


Studie en Handicap De begeleiding van studeren met een functiebeperking is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de studentendecanen en de coördinator Studie + Handicap. De decanen zijn het eerste aanspreekpunt voor de studenten en voeren binnen de opleidingen de coördinatie over de aanpassingen voor individuele studenten. De coördinator heeft een algemene, inhoudelijke rol, die bestaat uit het begeleiden van en adviseren over studenten met een beperking, het adviseren van docenten en studiebegeleiders, het vroegtijdig signaleren van specifieke problemen met de studievoortgang bij studenten met een beperking en bewustwording bij deze studenten van het belang van het maken van een goede studieplanning. Voor studenten met dyslexie is via de facultaire bibliotheken speciale software beschikbaar. In 2015 geeft de coördinator S+H aan het begin van het studiejaar introductielessen op het gebied van studieplanning en studiemanagement voor studenten van alle faculteiten. Zestien studenten bezoeken de bijeenkomsten. Voor de eerstejaars studenten van de opleiding Productie Podiumkunsten van de Theaterschool wordt een afzonderlijke introductieles verzorgd. In samenwerking met het bureau Studentenpsychologen van de UvA wordt een faalangstcursus gegeven, waaraan wordt deelgenomen door zeven studenten van verschillende faculteiten. Persoonlijke begeleiding wordt gegeven aan 63 studenten, afkomstig uit alle faculteiten. Veelal gaat het hierbij om problematiek met betrekking tot faalangst, planningsproblemen, dyslexie, dyscalculie, ADD en/of ADHD, al dan niet in combinatie met elkaar. Nationale Studenten Enquête Sinds 2011 neemt de AHK tweejaarlijks deel aan de Nationale Studenten Enquête (NSE), het grootschalig landelijk onderzoek naar tevredenheid van studenten in het hoger onderwijs. Doordat het een landelijk onderzoek betreft kunnen de resultaten van de AHK vergeleken worden met het landelijk beeld. De respons in 2015 is 45% en blijft hiermee licht achter op de respons van 2013. Respons NSE 2015 Uitgezette

vragenlijsten ResponsRespons

percentage Academie voor Beeldende Vorming 195 118 61%

Academie van Bouwkunst 232 121 52%

Conservatorium van Amsterdam 932 345 37%

Nederlandse Filmacademie 345 164 48%

Reinwardt Academie* 629 277 44%

de Theaterschool (dans) 263 110 42%

de Theaterschool* (theater) 280 143 51%

Master Kunsteducatie 38 25 66%

AHK Totaal 2.914 1.303 45%

Hoger onderwijs 705.292 277.504 39%

Resultaten Studenten van de AHK zijn gemiddeld genomen zeer tevreden met hun studie en daarnaast is de tevredenheid toegenomen ten opzichte van 2013. Ook in vergelijking met het landelijke hbo zijn AHK-studenten meer tevreden. Op basis van de verkregen databestanden wordt een AHK-brede samenvatting gemaakt en ontvangen alle faculteiten een faculteitsrapportage per opleiding en studierichting. Hierin wordt ook de vergelijking gemaakt met gelijke opleidingen bij andere hogescholen. De studenten hebben een terugkoppeling ontvangen met de resultaten van hun eigen opleiding, aangevuld door de faculteiten met verbeteracties. De rapportages worden besproken in de managementgesprekken van het College van Bestuur met de directeuren en met de medezeggenschap (Hogeschoolraad en door de directeuren met hun faculteitsraad). Thema’s AHK-breed scoren alle thema’s ruim boven een 3,0 op een vijfpuntschaal. Het meest tevreden zijn studenten met de thema’s groepsgrootte (4,1), de stage ervaring (4,0) en de voorbereiding beroepsloopbaan (4,0). Het minst tevreden zijn studenten met de thema’s Stage en opleiding (3.3),


Studierooster (3,3) en Informatievoorziening (3,3), maar ook deze thema’s scoren nog altijd een ruime voldoende. Algemene tevredenheid De algemene tevredenheid van studenten is AHK-breed een 4,1, in 2013 was dit 4,0. Ook de sfeer op de opleiding wordt door studenten met een 4,3 erg goed gewaardeerd. Bij de meeste faculteiten is de algemene tevredenheid vrij constant, bij het CvA, de NFA en de bachelor Dans van de Theaterschool is een significante stijging zichtbaar. Algemene tevredenheid met studie in het algemeen

2013 2015

Academie voor Beeldende Vorming 3,6 3,7

Academie van Bouwkunst 4,0 4,0

Conservatorium van Amsterdam 3,9 4,1

Nederlandse Filmacademie 3,9 4,1

Reinwardt Academie* 3,9 4,0

de Theaterschool (dans) 4,1 4,3

de Theaterschool* (theater) 4,4 4,4

Master Kunsteducatie 4,0 3,9

AHK Totaal 4,0 4,1

Exit-onderzoek De AHK houdt jaarlijks een onderzoek onder studenten die voortijdig de studie staken. Door middel van dit onderzoek worden de redenen van studie-uitval in kaart gebracht en komen zaken als de begeleiding die de student heeft ervaren en toekomstplannen van studenten aan bod. Studenten die gedurende het studiejaar besluiten te stoppen met de opleiding voeren een exit-gesprek met de decaan en vullen tijdens dit gesprek de exit-vragenlijst in. Studenten die zich na afloop van het studiejaar niet meer herinschrijven en geen exit-gesprek voeren met de decaan worden alsnog per e-mail benaderd om online de vragenlijst te vullen. In totaal vullen 130 studenten die de studie in het studiejaar 2014-2015 hebben gestaakt een vragenlijst in. Studenten geven diverse redenen aan om te stoppen met de studie. Het programma van de studie en verkeerde studiekeuze worden het vaakst genoemd (beide redenen worden door 42% van de stakers genoemd). Ook de persoonlijke situatie en geestelijke/en of lichamelijke gezondheid zijn voor veel studenten een reden om de studie te staken (respectievelijk 31% en 25%). Nagenoeg alle studenten zijn tevreden met de begeleiding die zij hebben ontvangen vanuit de opleiding op het moment dat zij overwogen om te stoppen met de studie. Ongeveer 20% van de stakers is van plan om de studie op een later moment weer op te pakken. 35% van de stakers is van plan een andersoortige studie te gaan volgen aan een andere instelling, 25% gaat werken binnen het vakgebied van de studie en een vergelijkbaar percentage gaat werken buiten het vakgebied. Internationaliseringsbeleid De wereld van kunst, cultuur en erfgoed is internationaal. Aan de opleidingen van de AHK studeren en werken veel internationale studenten en (gast)docenten. Circa een derde van de studentenpopulatie van de AHK is uit het buitenland afkomstig. Docenten en lectoren nemen deel in internationale projecten en de academies hebben zitting in internationale netwerken en consortia waarbinnen vormen van samenwerking plaatsvinden. Er zijn mogelijkheden voor zowel individuele studenten- en docentenmobiliteit, als voor meerjarige uitwisselingsprogramma’s. Om betere aansluiting te vinden bij internationaal gangbare terminologie wijzigt de AHK zijn Engelse naam officieel in Amsterdam University of the Arts, mede op basis van landelijke afspraken over internationale titulatuur van hbo-instellingen. Beurzen voor studenten-en docentenmobiliteit Erasmus studenten- en docentenmobiliteit


Via het Europese Commissie programma Erasmus+ maken 45 studenten en docenten gebruik van deze mobiliteitssubsidie. Er gaan twee keer zoveel studenten op Europese stage als op studie-uitwisseling. Ruim twintig medewerkers en docenten maken gebruik van het Organisational Support-budget van Erasmus+ voor voorbereidende bezoeken aan partnerinstellingen en Europese netwerken van de verschillende disciplines. De faculteiten ontvangen gezamenlijk ruim veertig inkomende studenten die via het Erasmusprogramma voor een semester komen studeren op de AHK. De Erasmussubsidie voor studenten- en docentenmobiliteit bedraagt in 2015 € 65.440. AHK Internationaliseringsfonds AHK’s Internationaliseringsfonds (budget € 65.000) biedt financiële ondersteuning voor studie- en stage-uitwisselingen van AHK-studenten tijdens hun studie. Een deel van de middelen wordt ingezet voor groepsreizen van de faculteiten. 33 studenten ontvangen in 2015 een individuele toekenning uit dit fonds. De individuele aanvragen voor studie- en stagereizen kunnen twee keer per jaar worden aangevraagd en worden beoordeeld door een beoordelingscommissie. Uitwisselingen met niet-EER partners De faculteiten ontvangen naast inkomende uitwisselingsstudenten via het Erasmusprogramma ook uitwisselingsstudenten van buiten de EER. Deze groep bestaat vrijwel geheel uit studenten van Amerikaanse onderwijsinstellingen met wie de faculteiten uitwisselingscontracten hebben afgesloten, zoals de Manhattan School of Music in New York, Temple University in Philadephia, SUNY Purchase College in New York e.a. In 2015 studeren ruim twintig Amerikaanse studenten een semester aan de AHK. Externe beurzen en fondsen Holland Scholarship In 2015 introduceert het ministerie van OCW een nieuw beurzenprogramma dat uit twee delen bestaat: er zijn beurzen beschikbaar voor excellente niet-EER studenten die voor het eerst in Nederland komen studeren. Het ‘uitgaand’ deel van dit beurzenprogramma is bestemd voor excellente AHK-studenten die een studie-uitwisseling of stage doen in een niet-EER land voor minimaal drie maanden. De AHK financiert 50% van deze beurzen uit eigen middelen. In 2015 kan de AHK tien inkomende Holland Scholarships toekennen; de kandidaten worden voorgedragen door de academies. Acht uitgaande Holland Scholarships werden toegekend in de twee aanvraagrondes van het AHK Internationaliseringsfonds in 2015. Netherlands Fellowship Programme (NFP) Het Netherlands Fellowship Programme van het Ministerie van Buitenlandse Zaken biedt bijna kostendekkende beurzen voor semi-professionals uit circa 50 ontwikkelingssamenwerkingslanden om een volledige masterstudie te volgen in Nederland. De Master of Museology heeft in 2015 een bursaal uit Indonesië en de Master of Theatre/ DasArts mag een bursaal uit India verwelkomen. Profileringsfonds niet-EER AHK Talent Grant De AHK Talent Grant, gefinancierd uit het Profileringsfonds voor niet-EER studenten, is bestemd voor talentvolle niet-EER studenten die financiële ondersteuning nodig hebben om de opleiding te kunnen afronden. De selectie van de kandidaten geschiedt door het College van Bestuur op voordracht van de academies. In 2015 kregen 20 studenten een ondersteuning uit dit fonds. De beurs bestaat uit de kwijtschelding van het verschil tussen het instellingscollegegeld en het wettelijk collegegeld. Beurzen voor vervolgstudies voor afgestudeerden VSBfonds Beurs Het VSBfonds Beurs is bestemd voor talentvolle en maatschappelijk geëngageerde studenten en alumni die financiële ondersteuning vragen voor een vervolgstudie aan een gerenommeerde instelling in het buitenland. De AHK draagt drie kandidaten voor; zij kregen de beurs ook toegekend: Juul Op den Kamp van de Nederlandse Filmacademie, en Kevin van der Elzen en Kilian van Rooij van het Conservatorium van Amsterdam. Prins Bernhard Cultuurfonds In 2015 ontvangen de volgende studenten ondersteuning van het Prins Bernhard Cultuurfonds: Kilian van Rooij, muziek Kevin van der Elzen, muziek Emma Besselaar, muziek


Marijn Migchielsen, muziek Julia Weerda, muziek Kelvin Pater, theater/theatertechniek/dans Tim van ’t Hof, theater/theatertechniek/dans Juul Op den Kamp, film en media VandenEnde Foundation De VandenEnde Foundation biedt beurzen voor jong talent in de podiumkunsten en film. In 2015 ontvangen de volgende studenten een beurs. Mariia Ponomarova, Master of Film Wisse Scheele, vooropleiding Nationale Balletacademie Alexander Warenberg, vooropleiding klassiek cello, Conservatorium van Amsterdam Aidan Mikdad, jong talent klassiek piano, Conservatorium van Amsterdam Mayu Konoe, jong talent klassiek viool, Conservatorium van Amsterdam Fulbright Scholarship Alumnus Juul Op den Kamp van de Nederlandse Filmacademie mag de prestigieuze Fulbright Scholarship in de categorie Graduate Students in ontvangst nemen voor haar studie aan de New School, University of New York.


Instellingstarieven De instellingstarieven zijn voor 2015-2016 niet verhoogd ten opzichte van het jaar ervoor, met uitzondering van de Academie van Bouwkunst, die voor 2015-2016 heeft gekozen voor een meer markt-conform tarief.

2015-2016 2014-2015

reguliere bachelor- en masteropleidingen

Voltijd niet-EER € 4.650 € 4.650

Voltijd 2e bachelor of master € 4.650 € 4.650

Voltijd overgangstarief herinschrijver 2e bachelor € 4.250 € 3.750

Deeltijd regulier bachelor en master € 1.951 € 1.906

Deeltijd niet-EER bachelor en master € 4.100 € 4.100

Deeltijd niet-EER master Academie van Bouwkunst € 7.950 € 4.650

Deeltijd 2e bachelor/docentenopleidingen € 4.100/€ 1.951 € 4.100/€ 1.906

Deeltijd 2e master Academie van Bouwkunst € 7.950 € 4.650

Deeltijd 2e master/Kunsteducatie € 4.100/€ 1.951 € 4.100/€ 1.906

niet-bekostigde opleiding

Master of Museology € 10.500 € 10.500

Examengeld

Extraneus € 900 € 900

Vooropleidingen

Dans € 1.100 € 1.100

Muziek € 1.150 € 1.100

Jong Talent muziek € 1.150 € 1.100


Arbeidsmarkt afgestudeerden Jaarlijks neemt de AHK deel aan de Kunsten-Monitor, het landelijke onderzoek onder alumni. De Kunsten-monitor 2015 geeft de resultaten weer van het in het najaar van 2015 gehouden onderzoek onder afgestudeerden van de lichting 2013-2014. In totaal doen 253 afgestudeerde mee aan het onderzoek, een respons van 37%. De werkloosheid van afgestudeerden daalt sterk: van 7,1% in 2014 naar 4,9% in 2015, deze daling is aanmerkelijk sterker dan bij vergelijkbare opleidingen aan andere hogescholen. Het bruto uurloon neemt in 2015 met 11% toe ten opzichte van 2014. Werkloosheid

2015 2014 2011-2015

Gemiddelde AHK 4,9% 7,1% 6,2%

Landelijk gemiddelde vergelijkbare kunstopleidingen

4,2% 4,5% 5,5%

Landelijk gemiddelde hbo 5,5% 6,5% 6,3%

Algemene terugblik op de opleiding Studenten zijn ten opzichte van 2014 meer tevreden met de voorbereiding op de beroepspraktijk die de opleiding biedt. 78% meent een goede basis te hebben om competenties verder te ontwikkelen en 75% voor het uitoefenen van het beroep. De tevredenheid over de basis die studenten hebben om te starten op de arbeidsmarkt is gelijk gebleven, 47% is hier tevreden over. Net als vorig jaar zijn relatief veel studenten minder tevreden over de voorlichting en voorbereiding met betrekking tot de zakelijke kant van het beroep/ondernemerschap, wel daalt dit percentage van 57% naar 53%. Aard van de werkzaamheden Onderstaande tabel geeft weer of afgestudeerden van opleidingen van de AHK binnen of buiten hun eigen vakgebied werken en in welke functie zij werkzaam zijn. 64% van de afgestudeerden is uitsluitend binnen het eigen vakgebied werkzaam. 26% werkt zowel binnen als buiten het eigen vakgebied en 10% werkt uitsluitend buiten het eigen vakgebied. In vergelijking met 2014 zijn iets meer afgestudeerden uitsluitend binnen het eigen vakgebied werkzaam en iets minder afgestudeerden werken zowel binnen als buiten het eigen vakgebied of uitsluitend buiten het eigen vakgebied. Opnieuw is het merendeel van de AHK-alumni dus in staat om een carrière op te bouwen in hun vakgebied. Aard werkzaamheden en functie

AHK 2015 Gemiddelde 2011-20115

Uitsluitend in eigen vakgebied werkzaam 64% 60%

Uitsluitend buiten eigen vakgebied werkzaam 10% 11%

In eigen en buiten eigen vakgebied werkzaam 26% 28%

Functieniveau past bij opleidingsniveau 70% 63%

Scheppend/uitvoerend kunstenaar/vormgever/ontwerper 66% 69%

Docent 48% 47%

Beleidsmedewerker/management 29% 28%

Zelfstandige 56% 53%

Functieniveau Ten opzichte van 2014 vinden meer afgestudeerden dat hun functieniveau past bij het opleidingsniveau. Het aandeel zelfstandigen is het afgelopen jaar licht toegenomen, van 52% in 2014 naar 56% in 2015. Het percentage zelfstandigen is bij de AHK iets hoger dan bij kunstinstellingen die vergelijkbare opleidingen aanbieden. De daling in het aandeel afgestudeerden dat werkzaam is als scheppend of uitvoerend kunstenaar die in 2014 zichtbaar was heeft zich niet doorgezet, er is weer een lichte stijging zichtbaar. Ook het aandeel afgestudeerden dat werkzaam is als docent of in een beleidsmatige functie is iets hoger in 2015 dan in 2014.


Algemeen kan worden geconcludeerd dat de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden aan de opleidingen van de AHK het afgelopen jaar iets positiever is geworden en dat de aard van de werkzaamheden en de functies van de afgestudeerden in 2015 net als in voorgaande jaren voornamelijk in de kunstensector ligt.


Personeel Excellent en specialistisch onderwijs stelt hoge eisen aan het personeel dat dit onderwijs verzorgt en mogelijk maakt. Docenten worden in de eerste plaats geselecteerd op basis van kwaliteit, die vaak gerelateerd is aan hun rol in de beroepspraktijk. Zij hebben een hoog aanzien als uitvoerend, scheppend, docerend kunstenaar of cultuurprofessional. Om de combinatie van een eigen professionele praktijk en het docentschap mogelijk te maken zijn er veel deeltijdaanstellingen. De wijze waarop en de mate waarin de beroepsgemeenschap betrokken is bij het onderwijs, verschilt per faculteit. Bij alle opleidingen bestaat het onderwijsgevende team zowel uit docenten in dienstverband als uit een (soms aanzienlijk) aantal gastdocenten op freelancebasis. Bij het Conservatorium is het aandeel gastdocenten relatief laag; daar staat tegenover dat de docenten met een dienstverband vaak een kleine aanstelling hebben naast een praktijk als uitvoerend musicus. Bij de Academie van Bouwkunst wordt het onderwijs vrijwel geheel gedragen door de inbreng van gastdocenten uit de beroepsgemeenschap van ontwerpen architectenbureaus en zelfstandig gevestigde architecten. Op 1 mei 2016 wordt nieuwe wetgeving van kracht met betrekking tot freelancers. In 2015 is het nog onzeker of en zo ja in welke mate gastdocenten in het kader van deze wetgeving ook in de toekomst kunnen worden ingezet. De AHK participeert actief in landelijk overleg met onder meer de belastingdienst en is gericht op het behouden van de mogelijkheid om experts uit de beroepspraktijk een bijdrage te laten leveren aan het onderwijs. Personeelsbestand De in het vorige jaarverslag beschreven reorganisatie bij de Academie voor Beeldende Vorming wordt in 2015 afgerond, zonder dat dat tot nieuwe ontslagen heeft geleid. Voor de bij de Academie boventallig geworden ondersteunende medewerkers wordt elders binnen de AHK een plek gevonden. Met enkele medewerkers voor wie geen geschikte functie beschikbaar is, wordt een regeling getroffen. De kosten hiervan worden gedragen door AHK-Algemeen. Afgezien van periodes van reorganisatie zijn verschuivingen in het personeelsbestand bij de verschillende faculteiten beperkt. De oorzaak daarvan ligt in de grotendeels stabiele studenteninstroom. In 2015 zijn er dan ook geen bijzondere verschuivingen.

Medewerkers met dienstverband onderwijs ondersteuning totaal

(personen) 2015 2014 2015 2014 2015 2014

Academie voor Beeldende Vorming 25 24 10 13 35 37

Academie van Bouwkunst 9 8 22 19 31 27

Conservatorium van Amsterdam 326 319 59 58 385 377

Nederlandse Filmacademie 43 43 33 29 76 72

Reinwardt Academie 31 29 20 22 51 51

de Theaterschool 150 148 55 54 205 202

Algemeen 19 22 88 90 107 112

Totaal 584 578 276 271 860 849*1 Omdat sommige medewerkers aan meer dan één faculteit verbonden zijn en anderen zowel een onderwijsgevende als een ondersteunende functie hebben, wijken de totalen af van de som van de delen. *2 ‘Algemeen’ omvat het College van Bestuur, het Servicebureau, de AHK brede lectoraten, de master Kunsteducatie, de Hogeschoolraad en voormalige medewerkers van de Academie voor Beeldende Vorming, die ten laste van het reorganisatiebudget komen *3 De aantallen medewerkers zijn gebaseerd op de peildatum 31 december. De aantallen fte’s zijn gebaseerd op de gemiddelde bezetting in een kalenderjaar.


Medewerkers met dienstverband onderwijs ondersteuning totaal

(fte) 2015 2014 2015 2014 2015 2014

Academie voor Beeldende Vorming 13,1 15,1 7,6 10,9 20,7 26,1

Academie van Bouwkunst 2,7 2,5 13,8 13,9 16,5 16,4

Conservatorium van Amsterdam 124,3 120,7 40,4 42,4 164,6 163,2

Nederlandse Filmacademie 34,0 31,4 23,6 22,5 57,5 53,9

Reinwardt Academie 22,8 20,7 17,4 17,1 40,2 37,9

de Theaterschool 75,0 76,8 36,7 34,9 111,7 111,7

Algemeen 8,3 6,9 70,9 73,6 79,2 80,5

Totaal 280,0 274,2 210,4 215,4 490,4 489,6 Ondersteuning In aansluiting op de prestatieafspraken met het ministerie wordt het ondersteunend personeel in twee categorieën ingedeeld, het onderwijsondersteunend personeel (OOP) en het algemeen ondersteunend personeel (AOP). Ondersteunend personeel (fte) OOP AOP totaal

Academie voor Beeldende Vorming 2,4 5,2 7,6

Academie van Bouwkunst 6,7 7,1 13,8

Conservatorium van Amsterdam 20,6 19,7 40,4

Nederlandse Filmacademie 13,5 10,1 23,6

Reinwardt Academie 7,3 10,1 17,4

de Theaterschool 20,1 16,6 36,7

Algemeen 15,9 55,0 70,9

Totaal 86,5 123,9 210,4

Onderwijs: verhouding in dienst - freelance De gegevens in voorgaande tabellen hebben uitsluitend betrekking op medewerkers met een dienstverband. Het onderwijs wordt echter mede verzorgd door gastdocenten, die niet in loondienst werkzaam zijn. Gemiddeld nemen zij bijna 20% van het onderwijs voor hun rekening (een lichte stijging ten opzichte van de 19% van 2014), er zijn belangrijke verschillen per faculteit. In onderstaande tabel zijn deze gastdocenten wel opgenomen.

Onderwijsgevend personeel (fte) loondienst freelance Totaal % freelance

Academie voor Beeldende Vorming 13,1 0,8 13,9 5,62%

Academie van Bouwkunst 2,7 9,2 11,9 77,29%

Conservatorium van Amsterdam 124,3 7,8 132,1 5,92%

Nederlandse Filmacademie 34,0 11,8 45,8 25,83%

Reinwardt Academie 22,8 5,8 28,6 20,34%

de Theaterschool 75,0 32,7 107,7 30,38%

Algemeen 8,3 1,0 9,3 10,94%

Totaal 280,2 69,2 349,4 19,80%


Verhouding primair proces inclusief freelance - overhead Docenten/primair proces, inclusief freelance 62,4 % Sectorspecifieke overhead (OOP) 15,5 % Generieke overhead (AOP) 22,1 % Totale overhead 37,6 %. Dat is ruim 1% lager dan in 2014. Een toelichting op het percentage overhead is opgenomen onder prestatieafspraken. Verhouding vast en tijdelijk personeel In 2015 wordt de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) ingevoerd. Als gevolg van deze wet zijn de mogelijkheden om tijdelijke contracten te verlenen ingeperkt. Bij het hoger kunstonderwijs is de periode waarin docenten (met een aanstelling van maximaal 0,4 fte), die tevens actief kunstenaar zijn, tijdelijk mogen worden aangesteld, verkort van acht naar vier jaar. In deze periode mag een maximum van zes contracten worden afgesloten. De effecten van de WWZ zijn het duidelijkst bij het Conservatorium van Amsterdam, waar wisselingen in aantallen studenten voor de verschillende instrumentgroepen gezien het veelvuldig voorkomende één-op-één onderwijs leiden tot een sterk fluctuerende onderwijsvraag per vak. Daarom wordt veel met tijdelijke contracten gewerkt. De toekomst zal leren in hoeverre het toegenomen aandeel vaste contracten tot meer onbenutte uren, leegstand, gaat leiden. AHK-breed is het netto-effect van de WWZ beperkt. Bij enkele kleinere faculteiten treedt zelfs een daling van het percentage vaste contracten op. Dit zijn echter incidentele effecten, als gevolg van uitstroom van vast personeel en aantrekken van nieuwe medewerkers. Verhouding vast en tijdelijk personeel (fte) vast tijdelijk totaal

2015 2014 2015 2014 2015 2014

Academie voor Beeldende Vorming 16,8 20,5 3,9 5,6 20,7 26,1

Academie van Bouwkunst 10,5 12,4 6,0 4,0 16,5 16,4

Conservatorium van Amsterdam 100,5 95,1 64,1 68,1 164,6 163,2

Nederlandse Filmacademie 41,4 37,3 16,1 16,5 57,5 53,9

Reinwardt Academie 32,5 33,9 7,7 3,9 40,2 37,9

de Theaterschool 83,9 83,8 27,8 27,9 111,7 111,7

Algemeen 66,0 62,3 13,2 18,1 79,2 80,5

Totaal 350,9 345,4 139,5 144,1 490,4 489,6

Verhouding vast en tijdelijk personeel (%) vast tijdelijk vast tijdelijk 2015 2014

Academie voor Beeldende Vorming 81,1% 18,9% 78,6% 21,4%

Academie van Bouwkunst 63,8% 36,2% 75,6% 24,4%

Conservatorium van Amsterdam 61,1% 38,9% 58,3% 41,7%

Nederlandse Filmacademie 71,9% 28,1% 69,3% 30,7%

Reinwardt Academie 80,8% 19,2% 89,6% 10,4%

de Theaterschool 75,1% 24,9% 75,0% 25,0%

Algemeen 83,3% 16,7% 77,5% 22,5%

Totaal 71,5% 28,5% 70,6% 29,4%


Verhouding man-vrouw Net als in 2014 neemt het aandeel vrouwen dat aan de AHK werkt over het geheel iets toe. Eén van de uitzonderingen op deze algemene trend is de Reinwardt Academie – nog altijd wel de faculteit met het hoogste percentage vrouwelijke medewerkers. Het aantal vrouwen in functies met schaal 13 of hoger daalt na een piek in 2014 weer wat, van 33 naar 29 personen, een daling van 37,1% naar 35,3%. Gelet op de gangbare 30% streefnorm voor vrouwen in hogere functies is er geen aanleiding voor specifieke beleidsmaatregelen.

Verhouding man-vrouw (%) mannen vrouwen mannen vrouwen

2015 2014

Academie voor Beeldende Vorming 43,6 56,4 45,6 54,3

Academie van Bouwkunst 53,3 46,7 57,1 42,9

Conservatorium van Amsterdam 67,9 32,1 69,2 30,8

Nederlandse Filmacademie 54,7 45,3 55,6 44,4

Reinwardt Academie 32,7 67,3 29,4 70,6

de Theaterschool 44,1 55,9 45,8 54,2

Algemeen 43,1 56,9 42,3 57,7

Totaal 55,2 44,8 55,8 44,2

Leeftijdsverdeling personeelsbestand De landelijke trend dat mensen langer doorwerken, onder meer door de verschuivende AOW-leeftijd zet ook bij de AHK verder door. De groep medewerkers van 65 jaar of ouder groeit gestaag, van 3,4% in 2014 naar 3,9% in 2015. Tot nu toe komen deze dienstverbanden vooral bij het Conservatorium en bij de Theaterschool voor. Momenteel is het aandeel laag, maar gegeven de wijzigingen in de pensionering zal dit aantal toenemen. Aan de andere kant is er ook een stijging bij de leeftijdsgroep 25-34 jaar waarneembaar, van 8,8% in 2014 naar 9,6% in 2015. De uitstroom van “babyboomers”, die de komende jaren nog flink zal toenemen, schept ruimte voor jongere medewerkers.

Leeftijdsverdeling (%) 0-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65+

Academie voor Beeldende Vorming 2,6% 5,3% 15,8% 31,6% 44,7% 0,0%

Academie van Bouwkunst 0,0% 12,9% 16,1% 48,4% 22,6% 0,0%

Conservatorium van Amsterdam 1,3% 10,4% 20,8% 28,1% 31,7% 7,8%

Nederlandse Filmacademie 0,0% 10,5% 15,8% 34,2% 39,5% 0,0%

Reinwardt Academie 0,0% 2,0% 31,4% 41,2% 25,5% 0,0%

de Theaterschool 0,0% 6,8% 18,1% 31,2% 41,5% 2,4%

Algemeen 1,3% 15,8% 27,6% 25,0% 30,3% 0,0%

Totaal 0,8% 9,6% 20,5% 31,1% 34,1% 3,9%

Ziekteverzuim Het gemiddeld ziekteverzuim bij de AHK als geheel is al een aantal jaren nagenoeg stabiel en lager dan het gemiddeld verzuim in de gehele hbo-sector. Het verzuimcijfer bij de Reinwardt Academie is hoog als gevolg van een aantal langdurige ziektegevallen in de ondersteuning. Positief is dat het verzuim bij de Academie voor Beeldende Vorming nog verder daalt. Mogelijk een effect van teruggekeerde rust en nieuwe energie na de reorganisatie in 2014. Langdurige ziektegevallen worden besproken in het sociaal medisch overleg, waaraan de bedrijfsarts, de leidinggevende en de adviseur P&O deelnemen. In 2015 vindt het sociaal medisch overleg acht maal plaats.


Ziekteverzuim (%) 2015 2014 2013

Onderwijs 2,43 2,06 1,82

Ondersteuning 4,70 5,54 5,70

Totaal AHK 3,16 3,12 3,09

Totaal hbo 3,9 4,19 4,12

Ziekteverzuim per faculteit (%) 2015 2014

Academie voor Beeldende Vorming 2,68% 4,92%

Academie van Bouwkunst 2,19% 1,45%

Conservatorium van Amsterdam 1,98% 2,21%

Nederlandse Filmacademie 3,89% 3,15%

Reinwardt Academie 10,41% 11,09%

de Theaterschool 3,45% 2,31%

Algemeen 4,34% 4,38%

Totaal 3,16% 3,12%

In alle onderwijssectoren doet zich het verschijnsel voor dat het verzuim onder de onderwijsgevende medewerkers lager is. Als verklaring wordt doorgaans gezien dat docenten een grotere regelvrijheid hebben, waardoor ziekte niet altijd tot verzuim leidt.

Ziekteverzuim gesplitst OP/NOP onderwijs ondersteuning

Academie voor Beeldende Vorming 2,51% 2,95%

Academie van Bouwkunst 0,03% 3,14%

Conservatorium van Amsterdam 1,61% 4,02%

Nederlandse Filmacademie 4,92% 2,57%

Reinwardt Academie 3,60% 21,22%

de Theaterschool 3,57% 3,01%

Algemeen 0,18% 4,56

Totaal 2,43% 4,70%

Arbeidsvoorwaarden De bij cao ingevoerde nieuwe regeling Werktijdvermindering Senioren (WS) trekt nog niet veel deelnemers in 2015, slechts vier medewerkers starten met WS of stappen over vanuit de voormalige Seniorenregeling SOP. Verder valt een flinke afname van het gebruik van de Uitruil eindejaarsuitkering – Vakbondscontributie op. De meest waarschijnlijke verklaring hiervoor is, dat er onder de uitstromende oudere medewerkers meer vakbondsleden zijn dan onder de jonge instromers. Een arbeidsvoorwaarde, die de AHK ook onder het regime van de Werkkostenregeling gehandhaafd heeft, de Fietsregeling, kent een groeiend aantal deelnemers. Op de volgende pagina zijn de verschillende regelingen en het aantal deelnemers in een tabel te zien.

Aantal deelnemers 2015 2014 2013

Seniorenregeling (SOP/WS) 36 (32/4) 40 28

Uitruil eindejaarsuitkering-reiskosten 503 480 476

Uitruil eindejaarsuitkering-vakbondscontributie 42 52 52

Zorgverzekering: korting op premie n.n.b. 372 354

Fietsregeling (fiscaal voordeel) 54 44 39

Ouderschapsverlof 10 (1m/9v) 16 (3m/13v) 12 (4m/8v)


Arbeidsmarkttoelage In 2015 ontvangen vijftien medewerkers van de AHK een arbeidsmarkttoelage. De toelagen worden toegekend omdat voor de betreffende functies zonder deze toelage geen kandidaten met de vereiste kwaliteiten op de arbeidsmarkt beschikbaar waren. Professionalisering Professionaliseringsplan Het professionaliseringsplan dat in 2014 is opgesteld, geldt ook in 2015 als basis voor professionaliseringsactiviteiten. Elke faculteit geeft een eigen passende invulling aan het professionaliseringsplan. Op basis van dit plan kunnen vanuit de specifieke aandachtsgebieden van de betreffende faculteit zowel individueel als per groep/afdeling afspraken worden gemaakt over professionalisering. Centrale professionaliseringsactiviteiten In het eerste kwartaal van 2015 wordt de laatste training managementontwikkeling (MD) afgerond. Er zal in 2016 worden beoordeeld of deze training een vervolg moet krijgen, met als belangrijk element functionerings- en beoordelingsgesprekken. In april 2015 vindt een AHK-brede studiemiddag over toetsen en beoordelen plaats. Vanuit elke faculteit wordt aan de hand van een good practice, een presentatie of workshop verzorgd voor in totaal ruim 70 deelnemers (docenten, beleidsmedewerkers, management). Na deze studiedag is met behulp van een subsidie van Zestor de publicatie Kijk op de praktijk uitgegeven, met daarin een aantal good practices van de AHK en een theoretische beschouwing over de beoordelingspraktijk in het kunstonderwijs. In verband met de invoering van het nieuwe functiegebouw worden in oktober twee informatiebijeenkomsten van ieder een dagdeel georganiseerd voor alle leidinggevenden van de AHK. In 2015 start de interfacultaire didactische cursus Docenten in gesprek twee keer, in het voorjaar en in het najaar. In totaal nemen hieraan negentien docenten deel. Daarnaast vindt er een terugkombijeenkomst plaats voor oud-deelnemers aan de cursus Docenten in gesprek. Deze wordt bezocht door ongeveer 40 docenten. Zeven oud-deelnemers van de cursus Docenten in gesprek nemen deel aan een verkort traject waarmee zij het certificaat Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB) behalen. In oktober 2015 start een traject voor de Senior Kwalificatie Examinering (SKE) met acht deelnemers vanuit verschillende faculteiten. Deze deelnemers werken aan een concreet project voor hun faculteit. In 2015 gaat ook een traject van start voor de SKE. Dit traject wordt afgerond in 2016. Van de acht cursisten die starten, gaan er waarschijnlijk zes een certificaat halen, vanuit elke faculteit één, met uitzondering van de Academie van Bouwkunst. Ook in 2015 worden de examencommissies van de AHK intern en op maat getraind door een externe expert. Dit is vanaf 2014 een onderdeel van de centrale professionalisering. In het voorjaar van 2015 volgt de examencommissie van het Conservatorium van Amsterdam deze training. In het najaar wordt voor leden van alle acht AHK examencommissies een vervolgtraining georganiseerd waarin een aantal onderwerpen worden uitgediept. Promotievouchers In de vorm van promotievouchers wordt aan docenten tijd en geld ter beschikking gesteld om een promotietraject te volgen of af te ronden met als oogmerk dat binnen de AHK de ‘body of knowledge’ op het terrein van de kunsten en het kunstonderwijs wordt versterkt. In 2015 worden drie promotietrajecten succesvol afgerond:

Thérèse de Goede, docent basso continuo en historische uitvoeringspraktijk aan het Conservatorium van Amsterdam, De theorie en praktijk van het basso continuo-spel in de vroeg zeventiende eeuw. (Universiteit van Leeds)

Emiel Heijnen, docent aan de Academie voor Beeldende Vorming en de master Kunsteducatie, Remixing the Art Curriculum. How Contemporary Visual Practices Inspire Authentic Art Education (Radboud Universiteit)


Melissa Bremmer, docent aan het Conservatorium van Amsterdam en de master Kunsteducatie, Embodiment in Arts Education (Universiteit van Exeter)

Lopende promotievouchers:

Barbara Bleij, docent Muziektheorie (Conservatorium van Amsterdam), Jazzharmonie, tot augustus 2016

Teunis van der Zwart, docent en studieleider Oude Muziek (Conservatorium van Amsterdam), Giovanni Punto (1746 – 1803): The Cor Basse Player as a Soloist, tot september 2018.

Er zijn in 2015 geen nieuwe toekenningen van promotievouchers. Kennistransfer Een medewerker die vertrekt of met pensioen gaat, neemt altijd kennis en ervaring mee. De AHK streeft ernaar overdracht van de groep senioren naar jongere medewerkers systematisch te laten plaatsvinden en te faciliteren. Het gaat in de gevallen waar een kennistransferbudget wordt toegekend om specifieke kennis en ervaring die voor de AHK van belang is. Belangrijk is dat de overdracht van kennis en ervaring naar de faculteit of het servicebureau tijdig plaatsvindt en zorgvuldig verloopt. Hiermee wordt deze kennis in de organisatie behouden en jongere medewerkers worden door ervaren ouderen opgeleid om specifieke taken te kunnen verrichten binnen de AHK. Het budget voor Kennistransfer blijkt in het begin van 2015 al niet meer toereikend voor nieuwe aanvragen, dus alleen de lopende afspraken lopen door. In het najaar van 2015 besluit het CvB om een jaarlijks bedrag van € 120.000,- uit het opleidingsbudget te oormerken voor Kennistransfer. Daarmee kan dit professionaliseringsinstrument, door middel van goede kennisoverdracht regelen van opvolging met de juiste kennis en ervaring, ingezet blijven worden in de komende jaren. Medewerkersonderzoek Respons De AHK neemt in 2015 voor de vijfde keer een intern onderzoek af onder haar medewerkers. Eerder werd al in 2006, 2009, 2011 en 2013 gemeten wat de medewerkers van hun werk en werkomgeving vinden. 348 van de 841 medewerkers vullen de vragenlijst in, dat is een responspercentage van 41%. De respons daalt wat ten opzichte van 2013 (45%) en 2011 (44%). Op faculteitsniveau is de trend echter uiteenlopend: bij de Academie voor Beeldende Vorming, de Reinwardt Academie en het Servicebureau/Lectoraat/Master Kunsteducatie een hogere respons, bij de andere faculteiten een lagere. De deelname was bij de Academie voor Beeldende Vorming en de Reinwardt Academie het hoogst (beide 83%) en bij het Conservatorium (CvA) het laagst (24%). Hierbij valt aan te tekenen dat het CvA veel medewerkers met kleine aanstellingsomvang heeft, die maar zeer beperkt meedoen. Van de mensen met een aanstelling van 0,4 fte of meer vult ruim 50% de enquête in. Naast het aantal respondenten en het responspercentage is het van belang dat de respons representatief is voor het gehele medewerkersbestand. Hieronder wordt de groep die de vragenlijst heeft ingevuld vergeleken met alle medewerkers. Hiermee wordt bekeken hoe representatief de groep die gereageerd heeft is voor de totale populatie. Respons Onderwijsgevend, onderwijsondersteunend en algemeen ondersteunend personeel AOP OOP OP Totaal

Respons 130 71 181 352

Medewerkers totaal 142 134 584 860

% 92% 53% 31% 41% De respons onder algemeen ondersteunend personeel is zoals gebruikelijk heel hoog. De lage respons bij onderwijsgevend personeel (OP) is mede een gevolg van de geringe deelname van docenten met een kleine aanstelling. Onder OP met een baan van 0,4 fte of meer is de deelname ongeveer gelijk aan die bij het OOP, ruim 50%. Resultaten per thema Evenals vorige jaren wordt aan de medewerkers een groot aantal vragen voorgelegd, die per thema gegroepeerd zijn. Gescoord kan worden op een vijfpuntsschaal, met daarnaast een enkele ja/nee vraag. In onderstaande grafiek zijn de resultaten gemiddeld over de hele AHK weergegeven over de jaren 2011,


2013 en 2015. Geconstateerd kan worden, dat in 2015 geen thema lager scoort dan 3,7 en dat terugkijkend tot 2011 de thema-resultaten bij twee thema’s gelijk gebleven zijn en bij vijf thema’s zijn verbeterd – vooral bij “organisatie en faculteitsleiding” is vooruitgang geboekt. Zonder in detail op de faculteitsresultaten in te gaan moet hier wel opgemerkt worden, dat de scores bij de Academie voor Beeldende Vorming spectaculair zijn verbeterdten opzichte van 2013 – zes van de zeven thema’s scoren daar in 2015 (soms ruim) boven de 4,0. Een mooi resultaat na de ingrijpende reorganisatie. Bij overige faculteiten zijn de veranderingen beperkt, soms wat in positieve zin, soms een lichte teruggang.

Algemene tevredenheid De algemene tevredenheid van de AHK medewerkers komt tot uitdrukking in de antwoorden op twee vragen: ‘Al met al ben ik tevreden over mijn werk’ en ‘Ik zou de AHK als werkgever aanbevelen bij anderen’. Uit de resultaten blijkt dat meer dan 80% van de AHK medewerkers tevreden of zeer tevreden is. Slechts 6% is al met al niet tevreden. Op faculteitsniveau zijn de medewerkers van de Academie van Bouwkunst, de Academie voor Beeldende Vorming, het Conservatorium van Amsterdam en de Nederlandse Filmacademie het meest tevreden, zo rond de 90%. De laagste score, maar nog altijd circa 70% vinden we bij de Reinwardt Academie en het Servicebureau. De Theaterschool zit er tussenin met 80% tevreden medewerkers. Update functiebouwwerk In 2015 wordt in het project ‘Herijking functiegebouw’ veel voorwerk verricht, zoals het beschrijven van de nieuwe functies voor het algemeen ondersteunend personeel (AOP) en onderwijs ondersteunend personeel (OOP), met consultatie van sleutelfiguren in de AHK om de beschrijvingen op juistheid van inhoud en niveau te beoordelen. Er wordt een bezwaarprocedure vastgesteld, waarvan onder andere gebruik kan worden gemaakt wanneer een nieuwe functiebeschrijving wordt toebedeeld. Medewerkers kunnen ook van de bezwaarprocedure gebruik maken wanneer zij van oordeel zijn dat de aan hen opgedragen werkzaamheden niet langer in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving. De bezwaarcommissie wordt samengesteld in het laatste kwartaal. Het uitgangspunt bij de overgang naar de nieuwe functiebeschrijving is horizontaal overgaan (zelfde schaal), tenzij er uit opgedragen werkzaamheden blijkt dat er structureel op het niveau van een hogere schaal wordt gefunctioneerd. In dat geval is overgang naar een hogere schaal mogelijk. Indien er structureel op een lager schaalniveau wordt gefunctioneerd, en dit ook de opgedragen werkzaamheden zijn, behoudt de medewerker het huidige salaris(perspectief) ondanks de overgang naar een functie met een lagere schaal. De voorbereidingen voor de implementatie van het nieuwe functiegebouw vinden in het najaar plaats op directie- en managementniveau. Er worden informatiebijeenkomsten voor alle leidinggevenden belegd, om de overgang van medewerkers van de oude naar de nieuwe functiebeschrijving goed te laten verlopen. Op 7 december legt het College van Bestuur het functieboek van de AHK met de nieuwe functiebeschrijvingen voor AOP en OOP vast. In 2016 zullen ook de onderwijsgevende functies (OP) opnieuw worden beschreven en aan het functieboek worden toegevoegd.

1 2 3 4 5

Visie

Kwaliteit en beeld

Werksfeer en cultuur

Eigen functie/ functioneren

Organisatie en faculteitsleiding

Sector/afdeling

Arbeidsvoorwaarden

2011 2013 2015


De nieuwe functiebeschrijvingen zijn generiek van aard. Dat wil zeggen dat functies op hoofdlijnen zijn beschreven en dat niet wordt ingegaan op details of op persoonlijke functiesituaties. Hierdoor zijn deze functiebeschrijvingen breder toepasbaar en minder tijdgebonden. Dit brengt met zich mee dat overal binnen de AHK voor overeenkomstig werk ook een overeenkomstige functiebeschrijving geldt met de daarbij behorende beloning. Functies worden duidelijker en logischer in perspectief tot elkaar geplaatst en op een meer eigentijdse manier beschreven. De specifieke werkzaamheden kunnen door de leidinggevende vastgelegd worden in een individuele beschrijving van taken. De implementatiefase, waarin de nieuwe functies aan de betreffende medewerkers zullen worden aangeboden, vindt plaats in 2016.


Huisvesting en Facilitair beheer Het huisvestingsbeleid wordt gevormd op basis van het huisvestingsplan 2014-2018, waarin zowel nieuwe als gerenoveerde huisvesting wordt gerealiseerd. Door volgtijdelijke uitvoering wordt flexibiliteit en fasering in uitvoering nagestreefd. De AHK kiest daarbij voor ontwerpen die flexibel en duurzaam zijn. De gebouwen zijn hierdoor voor geruime tijd toekomstbestendig. Hieronder volgt een overzicht met betrekking tot de ontwikkelingen van het vastgoed van de AHK. Hortusplantsoen Na een renovatieperiode van circa twee jaar wordt het gebouw in februari opgeleverd en weer in gebruik genomen. De verhuizing van de Reinwardt Academie wordt in de zomer geëffectueerd. Ook worden in het gebouw de afdelingen ICT en Huisvesting & Facilitair beheer van het Servicebureau gehuisvest. Groot Onderhoud Markenplein Het groot onderhoud aan de Filmacademie ondervindt vertraging als gevolg van hindernissen in het vergunningstraject, maar deze zijn eind van het jaar vrijwel opgelost. In de loop van twee jaar is het project uitgegroeid van een onderhoudsproject naar een renovatieproject. Dit betreft enerzijds groot (15 jarig) onderhoud en de aanpassing van het luchtbehandelingssysteem dat niet meer voldoet aan de huidige eisen. Anderzijds maakt de Filmacademie gebruik van de gelegenheid om het gebouw en de inrichting te moderniseren en meer passend te maken voor het sterk veranderde onderwijsconcept. Het project zal in fases over drie jaar (2015-2017) worden uitgevoerd. Overhoeksplein (Grootlab) In de zomer worden de bouwwerkzaamheden gestart. Medio oktober wordt het hoogste punt bereikt en eind december verhuizen de studenten en medewerkers van de Academie voor Beeldende Vorming en het lectoraat en de masteropleidingen van de Theaterschool naar het nieuwe gebouw in Amsterdam-Noord. De eindoplevering van het totale gebouw staat gepland voor maart 2016. Oosterdokskade In december wordt gestart met de uitvoering van het nieuwe entreegebied van het Conservatorium. Door het plaatsen van twee tourniquets wordt het tocht- en koudeprobleem weggenomen dat al sinds de ingebruikname in 2008 speelde. Eind februari 2016 zal de nieuwe entree in gebruik genomen worden Dapperstraat Het gebouw aan de Dapperstraat, waarin de Reinwardt Academie was gehuisvest, wordt verkocht aan de Gemeente Amsterdam, die het gaat gebruiken als nieuwe onderwijslocatie. De juridische levering vindt half september plaats, na het vertrek van de Reinwardt Academie. Vlak voor de levering aan de Gemeente Amsterdam wordt het nagenoeg lege gebouw gekraakt en bezet door een groep uitgeprocedeerde asielzoekers. Na een gesprek met het CvB, verlaat deze groep het gebouw eind augustus vrijwillig. Overig Voor een betere huisvesting van de tijdelijke locaties van het Conservatorium (popmuziek) en de Theaterschool (vooropleiding NBA) worden nog geen definitieve oplossingen gevonden. Het onderzoek hiernaar wordt voortgezet in 2016. Duurzaamheid In het kader van het convenant MJA3 voor energie-efficiency wordt verder gewerkt aan de implementatie van het Energie Efficiency Plan voor de periode 2013-2016. Het voornemen is om de komende periode op enkele gebieden merkbare verbetermaatregelen te treffen. Zo is er onder meer onderzoek gedaan naar plaatsen van PV-cellen op daken van vier gebouwen van de AHK. Voor alle vier de gebouwen (Reinwardt Academie, Theaterschool, Filmacademie en Grootlab) is een SDE+ subsidie toegezegd. Energiebesparende maatregelen Plaatsen van aanwezigheiddetectie, daglichtregeling en hoogrendementsketels in cascade op

Hortusplantsoen.

Toepassen van LED-verlichting op locaties Waterlooplein en Agamemnonstraat.

Inkoop van groene energie afkomstig van windmolens uit Nederland voor alle locaties.


In april vindt de AHK Duurzaamheidsdag plaats. Er worden diverse activiteiten georganiseerd om de bewustwording met betrekking tot duurzaamheid binnen de hogeschool te stimuleren, waaronder een Warme truiendag. De AHK is lid van het door de rijksoverheid opgestarte overlegorgaan Energie-efficiency Hogescholen. De AHK vertegenwoordigt hierbij de speciale ( kunst-)hogescholen. Europese aanbestedingen De volgende aanbestedingen worden afgerond: Werkplek hardware, E- & W-installaties Beheer en Onderhoud en Virtueel Datacenter en beheerdiensten. De aanbestedingen Multifunctionele afdrukapparatuur, Schilderwerken en Schoonmaak worden opgestart.


Rechtsbescherming Studentenstatuut De voorstellen uit 2014 met betrekking tot de herziening van het Studentenstatuut worden, na instemming door de Hogeschoolraad, vastgesteld. De bewegwijzering voor bezwaar en beroep is verduidelijkt en aan het hoofdstuk over omgangsvormen zijn richtlijnen met betrekking tot het gebruik van sociale media toegevoegd. Klachtenloket De AHK-website biedt studenten informatie over de procedures op het gebied van klachten, bezwaar en beroep. Een deel van de klachten wordt direct (administratief) afgehandeld. Zo nodig worden klachten doorgespeeld naar de betreffende behandelaar of (beroeps-)instantie. College van Beroep voor de Examens De AHK-kamer van het gezamenlijke College van Beroep voor de Examens (COBEX) van de Gerrit Rietveld Academie en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten bestaat uit een externe voorzitter, een externe plaatsvervangend voorzitter en een aantal leden, werkzaam bij opleidingen van de AHK. Er worden zes beroepschriften ontvangen tegen negatief bindend studieadviezen, waarvan vijf bij de Reinwardt Academie (deze academie selecteert niet aan de poort en is daarom selectiever bij het studieadvies aan het einde van het eerste jaar). In drie van deze zaken wordt een minnelijke schikking bereikt, doordat de opleiding het negatief bindend studieadvies intrekt op basis van aanvullende informatie van de student over zijn of haar persoonlijke omstandigheden. In twee andere gevallen trekt de student het beroep in naar aanleiding van het schikkingsgesprek. Een student van de Theaterschool trekt haar beroep in naar aanleiding van een schikkingsgesprek, waarin zij nadere uitleg krijgt over het aan haar gegeven negatief bindend studieadvies. Bovendien ontvangt zij in verband met een volgende studiekeuze een schriftelijke toelichting op de door haar behaalde studieresultaten. Klachten en geschillen Studenten van de Academie van Bouwkunst tekenen bij het College van Bestuur protest aan tegen de verhoging van het voor hen geldende instellingstarief. Zij bepleiten een verlenging van de periode waarin het overgangstarief van kracht is. De zaak wordt afgehandeld door de directeur van de Academie en leidt tot een minnelijke schikking in de vorm van een overgangstarief voor zittende studenten. Er worden door het College van Bestuur geen zaken voorgelegd aan de Geschillenadviescommissie. In het kader van de specifieke geschillenregeling voor de vooropleiding ballet worden geen klachten ontvangen. Gedragscode sociale veiligheid, klachtenregeling ongewenst gedrag en vertrouwenspersonen De AHK hecht groot belang aan professionele gedragsnormen waarbij geldt dat (seksuele) intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie ontoelaatbaar zijn. In een nieuwe gedragscode is beschreven welke maatregelen kunnen worden genomen bij het overtreden van de gedragsregels. De gedragscode geeft ook aan dat er een meldplicht is als er tussen collega’s of tussen een medewerker/docent en een student een niet-ongewenste relatie met een uitgesproken persoonlijk karakter (intieme relatie) ontstaat. Naast de gedragscode is er een klachtenregeling, die voor slachtoffers van ongewenst gedrag mogelijkheden biedt om ondersteuning te vinden bij de vertrouwenspersonen en/of verhaal te halen bij een klachtencommissie. De klachtenregeling wordt in 2015 vernieuwd. Belangrijkste wijziging is dat klachten op het gebied van seksuele intimidatie niet langer rechtstreeks naar de landelijke klachtencommissie gaan, maar dat de AHK hiervoor een eigen klachtencommissie instelt. Zowel de gedragscode als de vernieuwde klachtenregeling treden per 16 december 2015 in werking. Er zijn vier interne en een externe vertrouwenspersoon. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor het melden of bespreken van ongewenst gedrag. Melders zijn vrij in de keuze van een vertrouwenspersoon. De interne vertrouwenspersonen zijn verbonden aan verschillende onderdelen van de hogeschool. De externe vertrouwenspersoon is werkzaam bij de arbodienst van de AHK, HumanCapitalCare.


De vertrouwenspersonen hebben dit jaar te maken met 14 meldingen, waarvan vier studenten (c.q. ouders van studenten) en tien medewerkers. In de meeste gevallen volstaat een persoonlijk gesprek, waarin de vertrouwenspersoon als klankbord en adviseur optreedt, waardoor de klager een helderder beeld krijgt van zijn situatie en een weloverwogen beslissing kan nemen over de verdere handelwijze. In een aantal gevallen vinden vervolgcontacten plaats in de vorm van een tweede gesprek of e-mailcontact. In drie situaties heeft de vertrouwenspersoon een bemiddelende rol gespeeld bij de oplossing van de klacht. De klachten van medewerkers hebben veelal betrekking op de bejegening door collega’s en/of onredelijke eisen van leidinggevenden. De klachten van studenten variëren van handtastelijkheden tot een als intimiderend ervaren onderwijscultuur. Er zijn geen klachten die tot een formele klachtenprocedure leiden. Naast de individuele opvang van personen met een klacht vervullen de vertrouwenspersonen een signalerende rol. Waar mogelijk leveren zij een bijdrage aan preventief beleid. In dit kader zijn twee vertrouwenspersonen bij een faculteit betrokken bij een medewerkersbijeenkomst en bij de oprichting van een werkgroep ten behoeve van het behoud van sociale veiligheid. Jaarlijks vindt een gesprek plaats van de vertrouwenspersonen met het College van Bestuur, waarin algemene indrukken worden uitgewisseld en mogelijke knelpunten worden gesignaleerd. In september wordt tijdens deze ontmoeting onder meer gesproken over de inhoud van de gedragscode en de wijziging van de klachtenregeling. Integriteitscode Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen en er worden geen klachten ingediend. Klokkenluidersregeling Er zijn geen meldingen.


Prijzen Eindwerkprijs Voor de AHK Eindwerkprijs wordt uit al het afstudeerwerk door de studenten en docenten het beste werk voorgedragen. Vanwege het besluit om het evenement voortaan in hetzelfde jaar te laten plaatsvinden als de lichting waarop de prijs betrekking heeft, zijn er in 2015 eenmalig twee uitreikingen. In maart is de prijsuitreiking voor Lichting 2014 en in november voor Lichting 2015. Naast een zeer goede beoordeling zijn de manier waarop de studenten een verbinding leggen met de buitenwereld en de relevantie van hun werk voor de ontwikkeling van het vakgebied belangrijke criteria voor de prijs. De jury bestaat uit Maarten Kloos (voorzitter), Maarten van Boven, Taco Dibbits en Simone van den Ende. Eindwerkprijs 2014 De genomineerden voor de Eindwerkprijs 2014 zijn: Narda Beunders (master Architectuur), Nelson Ogliastri (Jazz), Vuma Ian Levin (Jazz), Myriam Knol (Docent beeldende kunst en vormgeving), Michelle Hoekstra (Productie) en Bart van den Aardweg (Regie), Agnese Cornelio (Master of Film), Lies Slot (Cultureel erfgoed), Rosa Asbreuk, Linda Bosch en Dennis de Bont (Theaterdocent en Productie podiumkunsten), Jens Bohnsack en Rose Akras (master Kunsteducatie). De Italiaanse Master of Film Agnese Cornelio wint met haar onderzoek en documentaire Free to Work het geldbedrag van € 3.000. De publieksprijs van € 1.000 wordt toegekend aan Lies Slot voor haar afstudeerstage bij stadsblog ilovenoord.nl. Eindwerkprijs 2015 De genomineerden voor de Eindwerkprijs 2015 zijn: Hannah Schubert (master Landschapsarchitectuur), Mathijs Sterrenburg (Docent beeldende kunst en vormgeving), Yung-Tuan Ku (master Klassiek), Sophie Dros (Regie documentaire), Hetty de Kruijf (Regie fictie), Lauren Romijn (Cultureel erfgoed), Robin Vermeulen (Cultureel erfgoed), Koen Steger (Scenografie) en Kelvin Pater (Techniek en theater), Franziska Menge (Docent dans), Hendrik Walther en Bauke Moerman (Techniek en theater) en Lisa Corsten (Productie podiumkunsten). Master Landschapsarchitectuur Hannah Schubert wint de prijs met haar onderzoek Tweede natuur. De publieksprijs is voor Yung-Tuan Ku met haar percussievoorstelling Story. Prijzen gewonnen door studenten (met studierichting) Academie van Bouwkunst Ivar van der Zwan, winnaar, Archiprix 2015 Abdessamed Azarfane, tweede prijs, Archiprix 2015 Hannah Schubert, AHK Eindwerkprijs Hannah Schubert, NRP Masterprijs Arna Mackic, Best verzorgde boek & Dutch Design Award Academie voor beeldende Vorming Aly Wiersma en Linde Joosten, MediaCultuurprijs 2015 Jeroen Meijsner, ZOEK afstudeerprijs Conservatorium van Amsterdam Leerlingen Sweelick Academie Sebastiaan Hageman, (flamencogitaar), ‘Beste Muziek’ op het Go!Go!Go! Jongeren-theaterfestival 2015 Amsterdam Mayu Konoe (viool) en Takehiro Konoe (altviool), winnaars, Nationale Finale Prinses Christina Concours Aidan Mikdad, (piano), Klavier-Festival Ruhr-beurs 2015 Prawira Pijloo, (gitaar), eerste prijs, EGTA-concours Talitha Mugge (harp) Liselot Blomaard (altviool), Gerda Schunck-Cremers-beurs Lucie Horsch (blokfluit), Concertgebouw Young Talent Award


Studenten Daahoud Salim Alvarez (piano klassiek), winnaar, Grachtenfestival Conservatorium Concours 2015 Marnix Dorrestijn (pop), goud, voor productie van het album Kersvers van Herman van Veen Xavi Torres Trio (piano, contrabass, drums), winnaar, Keep an Eye International Jazz Award 2015 Teis Semey (gitaar jazz), tweede prijs en Persprijs, Leiden Boonekamp Jazz Award 2015. Jeffrey Kant (trombone klassiek), winnaar, auditie WDR Sinfonieorchester Köln Joost Willemze (harp klassiek), tweede prijs, Gershwin International Music Competition in de 'strings artists category' Bepke Keersmaekers (zang klassiek), studiebeurs Stichting Miluška Duffková Machiko Suto (klavecimbel oude muziek), Donemus-prijs voor beste vertolking van een Nederlandse compositie tijdens de finale van de Prix Annelie de Man 2015 Pedro Corte-Real (saxofoon klassiek), eerste prijs, concours Premio Jovens 2015 in Lissabon Atlantic Trombone Quartet (trombone klassiek), winnaar, ITA Trombone Quartet Competition van de International Trombone Association Andreas Mader (saxofoon klassiek), derde prijs, Aeolus Wettbewerb für Bläserinstrumenten in Düsseldorf, nadat hij eerste was geworden in de afdeling saxofoon Berlage Saxophone Quartet (saxofoon klassiek), Kersjesprijs 2015 Ardemus Saxophone Quartet (sopraan-, alt-, tenor- en baritonsaxofoon, saxofoon klassiek), tweede prijs, Papandopulo Concours in Zagreb in de categorie kamermuziek, plus speciale prijs voor hun uitvoering van de Bagatellen van Ligeti Damiano Pascarelli (arrangeren jazz), eerste prijs, finale van Ricciotti’s Grote Arrangeerwedstrijd 2015 voor zijn bewerking van de Sonatine van Maurice Ravel Ebonit Saxophone Quartet (saxofoon klassiek), winnaar, Almere Kamermuziekconcours en Brava Kijkersprijs laureaat Dutch Classical Talent Tour & Award 2016-2017 Casper Vos (piano), duo Esther Kuiper (mezzosopraan) en Florent Mourier (piano), duo Shin Sihan (viool) en Anne Brackman (piano), laureaten Dutch Classical Talent Tour & Award 2016-2017 Naruhiko Kawagucki (fortepiano oude muziek), derde prijs, Internationaal Geelvinck Fortepiano Concours. Allison Philips (trompet jazz), JEN (Jazz Education Network) Mary Jo Papich Women in Jazz Scholarship Ramon van Engelenhoven (piano klassiek), winnaar, YPF Piano Competition en Grand Prix Youri Egorov David Poskin (cello klassiek), derde prijs, Internationaal David Popper Concours in Boedapest. Vitaly Vatulya (saxofoon klassiek), eerste prijs, internationaal saxofoonconcours 'Marco Fiorindo' in Italië & eerste prijs, in de categorie kamermuziek, met pianiste Maria Nemtsova Alumni (tot vijf jaar na afstuderen) Armen Nazarian (altviool klassiek), winnaar, Vierde Nationaal Altvioolconcours Joyce-Lou van Ras (zang jazz), eerste prijs, Aarhus Vocal Festival ‘Around the world’ met haar a cappella-groep The Junction Tobias Borsboom (piano klassiek, tevens correpetitor), winnaar, Dutch Classical Talent Award 2015 Katharina Thomsen(saxofoon jazz), IB.SH-JazzAward op het JazzBaltica Festival in Kiel, Duitsland, Egbert Jan Louwerse (fluit klassiek), Diplôme de Médaille d’Argent van de Franse Société Académique ‘Arts-Sciences-Lettres‘. Antonio Molina Moya (gitaar jazz, tevens student Composing for Film), Sena Young Talent Guitar Award & publieksprijs, Amsterdam Electric Guitar Heaven Midsummer Night Special Tineke Postma (saxofoon jazz), Buma Boy Edgarprijs 2015 Mélisande McNabney (klavecimbel oude muziek), derde prijs, Musica Antiqua Festival Brussel Gerard Spronk (viool klassiek), eerste prijs, ‘Prix Charles Hennen’ 2015 met zijn Delta Pianotrio op de Internationale Orlando Competition 2015. Acanthus Strijkkwartet (klassiek), stipendium Kersjes Fonds Aristos Strijkkwartet, (master Strijkkwartet), stipendium Kersjes Fonds Keuris Saxophone Quartet (sopraan-, alt-, tenor- en baritonsaxofoon, saxofoon klassiek), eerste prijs, 1st Strasbourg International Saxophone Quartet Competition 2015 Wakana Shimizu (fortepiano oude muziek), tweede prijs en Romain d'Ansembourgprijs, Internationaal Geelvinck Fortepiano Concours Francine Vis ( zang klassiek), eerste prijs, Lied-Duo Competition in Kopenhagen EvenSanne, The BVR Flamenco Big Band en Koeniverse 3, (jazz), winnaars, Keep an Eye The Records Duo Piotr Jasiurkowski (viool) en Tobias Borsboom (alumnus piano klassiek), publieksprijs, Almere Kamermuziekconcours Sophiko Simsive (piano klassiek), derde prijs, YPF Piano Competition Yung-Tuan Ku (slagwerk klassiek), publieksprijs, AHK Eindwerkprijs 2015


Maria Milstein (viool klassiek, tevens hoofdvakdocent), Edison Klassiek Award 2015 in de categorie Kamermuziek voor cd ‘Sounds of War’ Nederlandse Filmacademie Studenten/alumni lichting 2015 Aziz Al-Dalaimi (cinematography), The Bright Life of Oleg, Golden Gate Commercial Award, Keep an Eye Filmacademie Festival, Amsterdam Tessa Beijer (productie) Nachtoord, Filmproducenten Nederland Award voor Beste Producent, Nederlands Film Festival, Utrecht David-Jan Bronsgeest (regie fictie), Broker, Tuschinski Award, Nederlands Film Festival Sophie Dros (regie documentaire), My Silicone Love, Haghefilm Digitaal Publieksprijs, Keep an Eye Filmacademie Festival, Amsterdam & Filmmore Cam-a-lot Juryprijs, Vers Awards, Amsterdam Jack Faber (Master of Film), AA, Torino Film Lab Production Award en TFL Audience Award, Torino Film Festival, Italië Dawoor Hilmandi (Master of Film), Angelus Novus, Best Film (camerawerk), Teheran International Short Film Festival, in de categorie ‘anti violence and extremism’, Iran Hetty de Kruijf (regie fictie), Nachtoord, Topkapi Films Fictie Prijs, Keep an Eye Filmacademie Festival, Amsterdam & Eervolle vermelding Fictie Wildcard – Nederlands Film Fonds, Nederlands Film Festival & Filmmore Cam-a-lot Juryprijs, Vers Awards, Amsterdam Isabel Lamberti (regie documentaire), Volando Voy, Torino Award (International Film Students Meeting Award), San Sebastián International Film Festival – Donostia Zinemaldia, Spanje Marc S. Nollkaemper (scenario), The Space Between Us, Best International Film, Best Short Film, Best Director en Best Special Effects, Parramatta SciFi Film Festival, Australië Julia Rombout (productie), Nachtoord, Filmproducenten Nederland Award voor Beste Producent, Nederlands Film Festival, Utrecht Margot Schaap (Master of Film), A Day, Special Newcomer Award en Fipresci Award, International Film Festival Mannheim-Heidelberg & Best International Feature Award, Aruba International Film Festival, Aruba Jasmijn Schrofer (regie documentaire), Tarikat, VPRO Documentaire Prijs en KNF Prijs voor Beste Filmacademie Productie, Keep an Eye Filmacademie Festival, Amsterdam & Documentaire Wildcard – Nederlands Film Fonds, Nederlands Film Festival Julia Sokolnicka (Master of Film), Side Roads, Best Documentary award , Los Angeles International Culture Festival, Los Angeles Alumni: Bart van den Aardweg (regie documentaire, 2014), Noord Oost Hard West (eindexamendocumentaire), Best Documentary, Inte Cinema Festival, Rome, Italië Taco Drijfhout (sound design, 2013), Those Who Feel the Fire Burning, Gouden Kalf Beste Sound Design, Nederlands Film Festival, Utrecht Guido Hendrikx (regie documentaire, 2014), Onder Ons (eindexamendocumentaire), VEVAM Go Short Award & Format Court Award, Go Short International Short Film Festival, Nijmegen, Uppsala Award in Memory of Ingmar Bergman, Uppsala International Short Film Festival, Zweden, Grand Prize - Kaohsiung Award, Kaohsiung Film Festival, Taiwan, Prix du Jury pour un Court International, Filmer à Tout Prix, Brussel, België en Best International Short Film, Montreal International Documentary Festival, Canada Jona Honer (regie documentaire, 2013) De Alchemisten, Prijs van de Stad Utrecht, Nederlands Film Festival, Utrecht Mea de Jong (regie documentaire, 2014), If Mama Ain’t Happy, Nobody’s Happy (eindexamendocumentaire), Youth Award, Go Short International Short Film Festival, Nijmegen, Best Short Documentary Award en Audience Award, Potsdam International Student Film Festival – Sehsüchte, Duitsland, Megaherz Filmschool Award, Munich International Documentary Film Fest – DOKfest, Duitsland, Best Documentary Award, Tel Aviv International Student Film Festival, Israël, Best Film, Lugano OtherMovie Film Festival, Zwitserland, Danzante Award for Best Documentary Short Film, Huesca International Film Festival, Spanje, Best Short Documentary, St Petersburg International Film Festival – Message2Man, Rusland, Best Short Documentary, Sapporo International Short Film Festival, Japan, Best Documentary, Vilnius International Short Film Festival, Litouwen Best Selection Award, Kaohsiung Film Festival, Taiwan, Youth Film Award, Winterthur International Short Film Festival, Zwitserland, Golden Key for ‘most impressive documentary by an up-and-coming filmmaker’, 32. Kasseler DokFest, Duitsland en Best Film Award International Competition, MOV Film Festival, Recife, Brazilië


Sam de Jong (regie fictie, 2012), Prins (speelfilm), Special Mention, Berlinale Generation 14 plus Youth Jury, Berlijn, Duitsland Morgan Knibbe (regie documentaire, 2014) Shipwreck (korte documentaire), Best Short Documentar, Flickerfest – International Short Film Festival, Australië, Bill Douglas Award for International Short Film, Glasgow Short Film Festival, Schotland, Special Mention Amnesty International Award en Special Mention Documentary, IndieLisboa, Lissabon, Portugal, Best Cinematography Award, Lviv International Short Film Festival Wiz-Art, Lviv, Oekraïne, Audience Award, VIS Vienna Independent Shorts Film Festival, Wenen, Oostenrijk, Grand Prix, International Film Festival Kratkofil Plus, Banjaluka, Bosnia and Herzegovina, Bosnië Herzegovina, Best Cinematography, Pancevo Film Festival, Servië, Special Mention International Competition, International Short Film Festival in Drama, Drama, Griekenland, Best Documentary, 2ANNAS – Riga International Short Film Festival, Letland en Best Short Documentary, MiradasDoc – International Documentary Film Festival Guía de Isora, Spanje Morgan Knibbe (regie documentaire, 2014), Those Who Feel the Fire Burning (lange documentaire) Best International Documentary, Guanajuato International Film Festival, Mexico, Gouden Kalf Beste Lange Documentaire en Prijs van het Forum van de Regisseurs, Nederlands Film Festival Utrecht Shariff Korver (regie fictie, 2011), De Infiltrant (speelfilm), Grand Prize Best Film en Outstanding Achievement in Directing, First Time Fest, New York, Verenigde Staten Mieneke Kramer (montage, 2012), Prins (speelfilm), Gouden Kalf, Beste Montage Antonio Martínez Urbina (cinematography, 2014), Noord Oost Hard West (eindexamendocumentaire) Best Photography for Documentary, International Golden Panda Awards for Students, Sichuan TV Festival, China Mees Peijnenburg (regie fictie, 2013), Cowboys Janken Ook (eindexamenfilm), Canal+ Award, European First Film Festival – Premiers Plans, Frankrijk Mees Peijnenburg (regie fictie, 2013), One Night Stand: Geen Koningen in ons bloed, Gouden Kalf Beste Televisiedrama, Nederlands Film Festival, Utrecht Giancarlo Sanchez (regie fictie, 2014), Gameboy (eindexamenfilm), Best Youth Film Award, Potsdam International Student Film Festival – Sehsüchte, Duitsland en Prix du Jury Jeune, Festival des Enfants Terribles, Huy, België Ena Sendijarevic (regie fictie, 2014), Fernweh (eindexamenfilm), Best Scenario, Băsta Fest, Bajuna Băsta, Servië, Reflet d’Or Best International Short Film, Tous Ecrans, Génève, Zwitserland, Special Mention, 13th Zagreb Film Festival, Kroatië en Prix Spécial Lycéen au court métrage européen, Festival de Cinéma Européan en Essonne, Ris Orangis, Frankrijk Vincent Sinceretti (sound design, 2012), Those Who Feel the Fire Burning (eindexamendocumentaire), Gouden Kalf Beste Sound Design, Nederlands Film Festival, Utrecht Viktor van der Valk (regie fictie, 2014), Onno de Onwetende (eindexamenfilm), Students of Angers Award, European First Film Festival – Premiers Plans, Frankrijk Reinwardt Academie Studenten Robin Vermeulen - Peter van Mensch Prijs 2015 De Theaterschool Studenten/alumni lichting 2015 Alondra Castellanos Arreola (Mime) Jija Sohn en Paula Chaves (SNDO), Jan Kassies Grants Franziska Menge (Docent Dans, 2015), Bauke Moerman en Hendrik Walther (Techniek en Theater, 2015), ELIA NEU / NOW Online Festival, voor Wildstraining / In the Fearsome Armaments / Millennia Vincent van der Wolf (Productie Podiumkunsten, 2015), Professional Intern Program in Stage Management aan de Juilliard School in New York. Dorien van Gent (Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie, 2015), ITs Parade Parel en de publieksprijs, voor Brieven aan Wolf Mees Borgman en Felix Schellekens (Mime, 2015) ITs Acteursprijs Dex van ter Meij (17) en Timothy van Poucke (18) (nationale Balletacademie), beurzen, Stichting Dansersfonds ’79 Nancy Burer (Nationale Balletacademie, 2015), aanmoedigingsprijs, Stichting Dansersfonds ’79 Liliane Brakema (Regie, 2015), André Veltkamp Prijs Anouk van Kolfschoten (Scenografie) , Anne van der Burg (Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie), Tiana Hemlock (SNDO), Daria Hlinkina (Moderne Theaterdans), Robert Prein (Urban Contemporary/JMD) en Varja Klosse (Techniek en Theater), Jan Kassies Grants


Jija Sohn (SNDO, 2015) geselecteerd Moving Forward, een nieuw residentietraject voor beginnende choreografen. Alumni Nina Spijkers (Regie, 2014), Top Naeff Prijs 2015 Dennis de Bont (Productie Podiumkunsten, 2014), Rosa Asbreuk en Linda Bosch (Theaterdocent, 2014), nominatie, AHK Eindwerkprijs 2014, voor Do’orgaan Tjeerd Gerritsen (Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie, 2007) jury- en publieksprijs, Wim Sonneveldprijs 2015 Yentl en de Boer (Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie, 2010), Annie M.G. Schmidtprijs, voor Ik heb een man gekend Lotte de Beer (Regie, 2009), prijs voor ‘beste nieuwkomer’, International Opera Awards De Theatertroep; o.a. Rosa Asbreuk (Theaterdocent, 2014), Patrick Duijtshoff (ex-student Theaterdocent), Christiaan den Dulk (Theaterdocent, 2013), Timo Huijzendveld (Theaterdocent, 2012), Jordi Möllering (Theaterdocent, 2012), Sanne Olijerhoek (Productie Podiumkunsten, student), Lucia van der Pasch (Productie Podiumkunsten, student), Nicoline Raatgever (Theaterdocent, 2012), Jaïr Stranders (Theaterdocent, 2002), Justin van der Veen (Theaterdocent, student), Jochum Veenstra (ex-student Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie), Margo Verhoeven (Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie, 2015) De Mus, voor Vaudeville BOG.; o.a. Sanne Vanderbruggen (Amsterdamse Toneeelschool&Kleinkunstacademie, 2010), Anne Baltus (Productie Podiumkunsten, 2012) en Emiel Rietveld (Techniek en Theater, 2011), BNG Nieuwe Theatermakersprijs , voor MEN. de mening herzien. Nienke Wind (Nationale Balletacademie,2012), aanmoedigingsprijs, Stichting Dansersfonds ’79 Maarten Heijmans (Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie, 2009), Emmy, voor zijn rol als Ramses Shaffy in de bekroonde miniserie Ramses. Mitch Wolterink (Urban Contemporary/JMD,2011) beste mannelijke bijrol kleine musical, Musical Awards, voor zijn rol ‘Angel’ in Rent (M-Lab)


Sponsors, donateurs en partners

Academie van Bouwkunst Architectuurcentrum Amsterdam Erasmus+ Mackintosh School of Architecture / Glasgow School of Art Universiteit van Liechtenstein Conservatorium van Amsterdam Amsterdam Arena Amsterdam Electric Anton Kersjes van de Groenekan Fonds Artis Asko l Schönberg Avedis Zildjian Company BG France Saxophone Bimhuis Bitterzoet Buffet Crampon CBK Amsterdam-oost Central Conservatory of Music, Beijing Cobra Museum Conservatorium Hotel De Nederlandse Opera Dijkman Muziek Eye Filminstituut Fonds voor Cultuurparticipatie Grand Café-Restaurant 1e klas Harry Bakker Saxofoons Het Bethaniënklooster Het Koninklijk Concertgebouw Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds Het Scheepvaartmuseum Instituto Italiano di Cultura, Amsterdam Jazzfest Jazzorchestra of the Concertgebouw Karel Hendrik van Minnen-Stichting Keep an Eye Foundation Koninklijk Concertgebouw Orkest Manhattan School of Music MarkBass Meer Jazz Festival Melkweg Metropole Orkest Mojo Concerts Muziekgebouw aan ‘t IJ Muziekgebouw Frits Philips Eindhoven Muziekschool Amsterdam / Amstelveen MuzyQ Nederlands Philharmonisch Orkest Nederlandse Orkest- en Ensemble-Academie Nederlandse StrijkKwartet Academie North Sea Jazz Festival NRC Restaurant Café Paradiso Popsport Prinses Christina Concours Rabobank Radio Kootwijk Residentie Orkest Selmer Paris


Stadsgehoorzaal Leiden Stichting Jazztalent Stichting Musici van Morgen Stichting STEIM Stichting Wim de Monchy Terpstra Muziek Drumland Topsport Amsterdam Uitmarkt Universiteit van Amsterdam Van Gogh Museum Vondelpark Openluchttheater En diverse particuliere donateurs Samenwerking met diverse Conservatoria: Birmingham City University Central Conservatory of Music Beijing Conservatoire Nationale Supérieure de Musique et Danse de Paris EMESP Sao Paulo Escola Superior de Musica Porto Hanns Eisler Hochschule Berlin Humber College Toronto Jazz Institut Berlin Juilliard School of Music and Dance Koninklijk Conservatorium Manhattan School of Music Rhythmic Conservatory Copenhagen Temple University Philadelphia University of North Texas University of Salford Nederlandse Filmacademie 25fps Cam-a-lot Camera Rentals Cam-Unit Captcha CoBO Fonds De Grot De Lodge Ecco Fatto! EYE Filminstituut Filmmore Goedzoekers Haghefilm Digitaal Het Licht Het Raam Keep an Eye Foundation Locatiegoed Locatiewerk Nivedita Pathé Printerette NPO Response Network Schuurman Schimmel van Outeren Stichting SingelFilm Stichting Bekker la Bastide Fonds Stichting TICK Storm Post Production Stuntteam Hammy De Beukelaer


The Compound TheBoardRoomk Topkapi Films Van den Ende Foundation VPRO De Theaterschool Sponsors en donateurs AED Rent bv Andrevo Naaimachines Amsterdams Fonds voor de Kunst Audio Electronics Mattijsen Audio Pro Firma A. Boeken Flashlight Flevo Dancewear Gemeente Amsterdam Interlight MOCCA, experisecentrum cultuureducatie MTS Audiovisueel Peak Audio Rabobank Stadsdeel Zuidoost Tenfeet Wear Moi Partners Theaters Amsterdamse Bostheater Bijlmerparktheater Brakke Grond Compagnietheater De Melkweg Frascati Het Muziektheater Amsterdam Veem House for Performance Korzo Theater Nationale Opera & Ballet Ostade Theater Schouwburg Amstelveen Stadsschouwburg Amsterdam Toneelschuur Haarlem Gezelschappen, groepen en organisaties Afrovibes BAU Space for Performing Arts Amsterdam Scapino Ballet Rotterdam Cinedans Dansmakers De Nieuwe Opera De Parade Don't Hit Mama Generale Oost Holland Festival ICK Amsterdam International Choreographic Arts Centre Amsterdam If I Can’t Dance, I Don’t Want To Be Part of Your Revolution INSTED Introdans ITs festival Jump!, Fanclub van het Nationale Ballet


Het Nationale Ballet: Junior Company Het Nationale Toneel Karavaan Nationale Opera & Ballet Nederlands Dans Theater NBprojects Oerol Orkater Over ’t IJ Rapenburg Plaza Spring Utrecht Toneelgroep Amsterdam Vereniging voor Podiumtechnologie (VPT) Vereniging voor Dansonderzoek (VDO) Vrienden van Het Nationale Ballet Opleidingen en scholen/nationaal Artez Bindelmeer College Callandlyceum Crescendo (basisschool) De Hogeberg Scholengemeenschap Texel Dutch National Opera Academy De Punt (basisschool) Fontys Conservatorium Holendechtbasisschool HKU St. Ignatiusgymnasium Ijbrug College Instituut voor Audio- en Belichtingstechniek, Utrecht t Koggeschip (basisschool) Koninklijk Conservatorium Den Haag Master Dramaturgie Universiteit van Amsterdam Master Theaterwetenschappen Utrecht 5e Montessorischool Watergraafsmeer (basisschool) Openbare Basisschool Olympia Onze Wereld (basisschool) Openbare Scholengemeenschap Bijlmer Rozemarn (basisschool) Samenspel (basisschool) Scholengemeenschap Gerrit van der Veen Spinoza Instituut Amsterdam Toneelacademie Maastricht, Hogeschool Zuyd Universiteit Utrecht lectoraat Kunst en Economie Wereldwijs basisschool Internationale partners/theaters, organisaties & scholen Aleppo, laboratory for experiments in performance and politics, Brussels Beuth Hochschule für Technik Berlin Central School for Speech and Drama Londen Colombia University New York Concordia University Montreal, Senselab De Munt, Brussel De Vlaamse Opera Gent DOCH, University of Stockholm English National Ballet School Folkwang Studio Essen Hochschulübergreifendes Zentrum Tanz Berlin Hochschule der Künste, Zürich Jeugdtheaterschool On Stage Paramaribo


Kultuurfactorij De Monty Antwerpen Kunstenfestivaldesarts Brussel L'Ecole des Sables, Senegal Los Angeles Poverty Department Münchner Kammerspiele National Ballet School of Canada Neue Galerie, New York NYU, Tisch school of Arts OISTAT education projects OISTAT scenography commission Operaestate Bassano, Italy Oslo National Academy of the Arts, Fellowship Programme, Master’s in Choreography PAF, St Ermes Frankrijk Prix de Lausanne PQ Prague Quadrennial (PQ'15) RITCS School of Arts/ podiumtechnieken Salzburger Festspiele Sarma Laboratory for discursive practices and expanded publication Brussel Schauspielhaus Hamburg Sophiensaele Berlin Tanzquartier Wien Theaterakademie Hamburg The New York theatre workshop The Royal Ballet School Yale University, New Haven Uferstudios Berlin Universiteit van Ankara University of California, Berkeley, Department of English University, New Haven Zürcher Theater Spektakel

Jaarrekening:

Grondslagen

Balans per 31 december 2015

Staat van baten en lasten over 2015

Kasstroomoverzicht over 2015

Toelichting behorende tot de balans en de staat van baten en lasten

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

Stichting Amsterdamse Hogeschool

voor de Kunsten, Amsterdam

AHK Jaarverslag 2015 83

1

2

3

Algemeen

Financiële instrumenten

Waardering van de activa en passiva

kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.

Grondslagen

Materiële vaste activa:

- Gebouwen, terreinen en erfpacht

- Inventaris en apparatuur

Financiële vaste activa

Vorderingen en overlopende activa

De stichting heeft geen financiële instrumenten welke leiden tot significante renterisico’s, kredietrisico’s en

Aanschaffingen van inventaris en apparatuur worden gewaardeerd op aanschaffingswaarde, verminderd

De jaarrekening 2015 is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en

overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en bepalingen zoals weergegeven in Titel 9 Boek 2 van het

Burgerlijk Wetboek. Tevens is Richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving gevolgd.

gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs, verminderd met de lineair berekende afschrijving.

In deze richtlijn zijn voor de sector presentatie-, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften opgenomen.

De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische

kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden

de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel.

De stichting maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten.

liquiditeitsrisico’s.

De gebouwen, terreinen en erfpachtrechten, welke volledig eigendom van de stichting zijn, worden

De vorderingen op en leningen aan deelnemingen alsmede de overige vorderingen worden bij eerste

verwerking opgenomen tegen de reeële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde

kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.

De vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reeële waarde

en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reeële waarde en geamortiseerde

Verbouwingen aan onroerende zaken worden gewaardeerd tegen de uitvoeringskosten, waarbij de

activeringsgrens € 12.500 is. Het startmoment van afschrijven van verbouwingen is 1 januari eerstvolgend

jaar na moment voltooiing. Het startmoment van afschrijven van nieuwbouw is datum ingebruikname.

met de lineair berekende afschrijving gebaseerd op de economische levensduur, waarbij de activeringsgrens

€ 1.000 is. Het startmoment van afschrijven is eerstvolgende maand na factuurdatum.


wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de verwachte ontslagvergoedingen en reorganisatiekosten.

Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende

schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en vervolgens tegen geamortiseerde

Kortlopende schulden

kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld.

balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is, dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden.

De liquide middelen zijn opgenomen tegen nominale waarde en zijn vrij opneembaar.

De algemene reserve is het vrij aanwendbare gedeelte van het eigen vermogen. Aan dit gedeelte van het

eigen vermogen is noch door het College van Bestuur, noch door een derde, een bestedingsbeperking

Voorzieningen

Algemene reserve

Voorziening wachtgeld

Voorziening sociaal beleid

waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de

De voorzieningen worden onderscheiden naar aard en doel. Toevoegingen aan de voorzieningen vinden

plaats door dotaties ten laste van de staat van baten en lasten. De onttrekkingen vinden rechtstreeks plaats

ten laste van de betreffende voorziening.

Deze voorziening geeft de verplichting weer die gekoppeld is aan een langdurig dienstverband, in dit geval

Voorziening ambtsjubilea

beste schatting van de bedragen, die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen.

de jubileumuitkeringen. De voorziening jubilea wordt berekend op basis van de ambtsjubilea die de

komende 10 jaar contant uitgekeerd gaan worden voor personeelsleden die op balansdatum in dienst zijn.

De uitkeringen worden contant gemaakt tegen de op balansdatum geldende marktrente. De onttrekkingen

betreffen de in het huidig jaar uitgekeerde ambtsjubilea.

Deze voorziening betreft de toekomstige uitgaven voor personeel welke in 2015 of eerder met ontslag is

gegaan. De voorziening wordt berekend op basis van een verwachte bijdrage aan het wachtgeld conform

de geldende CAO. Voor het bovenwettelijk deel wordt hierbij uitgegaan van 75% bijdrage.

Deze voorziening heeft betrekking op kosten in verband met de reorganisatie van activiteiten en wordt

slechts gevormd indien een feitelijke of juridische verplichting is ontstaan. De hoogte van de voorziening

specifieke bestemming heeft gegeven.

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen, die op de

Liquide Middelen

Bestemmingsreserves

verbonden. De algemene reserve is opgebouwd uit exploitatieoverschotten.

De bestemmingsreserves zijn het gedeelte van het eigen vermogen waaraan het College van Bestuur een


4

5

6

7

is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de

bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten.

Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot

geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar

rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen

activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva.

Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat

van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet

bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet

Bij de bepaling van het exploitatieresultaat gelden de volgende beginselen: lasten (en baten) zijn

toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.

doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben

gewaardeerd volgens de “verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering”. In deze benadering wordt

aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord.

Ultimo 2015 (en 2014) waren er voor de stichting geen pensioenvorderingen en geen verplichtingen naast

De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare

Grondslagen voor het bepalen van het resultaat

Rijksbijdragen

Er is een binding met ODE Energie BV, in welke de AHK een minderheidbelang heeft van 10%.

Consolidatie heeft niet plaatsgevonden vanwege het niet voldoen aan de grens van 5% van het balanstotaal.

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het

de kasstroom uit operationele activiteiten.

Verbonden partijen zonder invloed van betekenis

Kasstroomoverzicht

Personeel

de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie. Naar de stand per

29 februari 2016 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 97,3%.

Pensioenen

kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Ontvangen en betaalde interest worden opgenomen onder

De stichting heeft een toegezegde-pensioenregeling. Deze regeling wordt gefinancierd door afdrachten

aan de pensioenuitvoerder, te weten het bedrijfstakpensioenfonds ABP. De pensioenverplichtingen worden


Vaste activa

1.2 Materiële vaste activa 76.924 68.472

1.3 Financiële vaste activa 123 123

Totaal vaste activa 77.047 68.595

Vlottende activa

1.5 Vorderingen 3.248 3.344

1.7 Liquide middelen 21.526 26.224

Totaal vlottende activa 24.774 29.568

Totaal activa 101.821 98.163

2.1 Eigen vermogen 86.749 84.911

86.749 84.911

2.2 Voorzieningen 2.224 1.832

2.4 Kortlopende schulden 12.848 11.420

15.072 13.252

Totaal passiva 101.821 98.163

31-12-2015

Balans per 31 december 2015 (x € 1.000)

(na resultaatbestemming)

PASSIVA

ACTIVA31-12-2015 31-12-2014

1

231-12-2014


3 Baten

3.1 Rijksbijdragen 51.922 51.162 51.450

3.2 Overige overheidsbijdragen

en -subsidies 323 302 237

3.3 College- en cursusgelden 6.251 6.254 6.121

3.4 Baten werk i.o.v. derden 971 735 802

3.5 Overige baten 3.650 1.489 3.053

Totaal baten 63.117 59.942 61.663

4 Lasten

4.1 Personeelslasten 44.073 42.465 42.811

4.2 Afschrijvingen 4.265 4.481 4.759

4.3 Huisvestingslasten 4.402 4.248 4.569

4.4 Overige lasten 8.522 8.417 7.526

Totaal lasten 61.262 59.611 59.665

Saldo baten en lasten 1.855 331 1.998

5 Financiële baten en lasten -17 -50 44

Netto resultaat 1.838 281 2.042

Staat van baten en lasten over 2015 (x € 1.000)

Begroot 2015 20142015


Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo Baten en Lasten 1.855 1.998

Aanpassingen voor:

Afschrijvingen 4.265 4.759

Mutaties voorzieningen 392 192

Veranderingen in vlottende middelen:

Vorderingen (-/-) 96 183

Schulden 1.428 375

Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties 8.036 7.507

Ontvangen interest 16 85

Betaalde interest (-/-) 3 -7

Overige financiële lasten (-/-) -36 -34

-17 44Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 8.019 7.551

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in MVA (-/-) -15.120 -9.759

Desinvesteringen in MVA 2.403 0

Desinvesteringen in FVA 0 218

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -12.717 -9.541

Mutatie liquide middelen -4.698 -1.990

31-12-2015 31-12-2014

Kasstroomoverzicht over 2015 (x € 1.000)


1.2 A

an

sch

afp

rijs

1-1

-20

15

Afs

chri

jvin

g c

um

ulu

tatie

f 1

-1-2

01

5

Bo

ekw

aa

rde

1

-1-2

01

5

Inve

ste

rin

ge

n

De

s- in

vest

eri

ng

en

Afs

chri

jvin

ge

n

Aa

nsc

ha

fpri

js 3

1-1

2-2

01

5

Afs

chri

jvin

g c

um

ula

tief

31

-12

-20

15

Bo

ekw

aa

rde

31

-12

-20

15

1.2.1

83.221 34.244 48.977 18.942 2.264 2.629 99.899 36.873 63.026

1.2.2

24.712 18.559 6.153 1.914 139 1.524 26.487 20.083 6.404

1.2.3

5.121 1.460 3.661 958 0 112 6.079 1.572 4.507

1.2.4

9.681 0 9.681 8.383 15.077 0 2.987 0 2.987

122.735 54.263 68.472 30.197 17.480 4.265 135.452 58.528 76.924

1.2.1

- Hortusplantsoen 1-3, Amsterdam.

- Jodenbreestraat 3, Amsterdam.

- Markenplein 1, Amsterdam.

- Oosterdokskade 151, Amsterdam.

- Overhoeksplein 2, Amsterdam.

termijn van 20 jaar.

60 jaar

30 jaar

15 jaar

15 jaar

Investeringen in gebouwen en verbouwingen vanaf 2001 worden als volgt afgeschreven:

Casco

Afbouw

Inbouwpakket

Technische installaties

Op de terreinen wordt niet afgeschreven.

Toelichting behorende tot de balans (x € 1.000)

Vaste activa

Materiële vaste activa

Gebouwen en terreinen

Inventaris en apparatuur

Erfpacht

In uitvoering en vooruitbetalingen

Gebouwen en terreinen

Het betreft de volgende gebouwen en terreinen, te weten:

- Agamemnonstraat 44, Amsterdam.

- Waterlooplein 211-219, Amsterdam.

Verbouwingen gerealiseerd tot en met 2000 worden afgeschreven volgens de tot dan gehanteerde


1.2.2

5,00% 10,00%

3,33% 5,00% 6,67% 10,00%

10,00% 20,00%

10,00% 16,67% 20,00%

14,29% 25,00%

1.2.3

1.3

Bo

ekw

aa

rde

1-1

-20

15

Inve

ste

rin

ge

n e

n

vers

tre

kte

ge

ldle

ning

en

De

sin

vest

eri

ng

en

e

n a

fge

lost

e

leni

ngen

Re

sulta

at

dee

lnem

inge

n

Bo

ekw

aa

rde

31

-12

-20

15

1.3.2 123 0 0 0 123

123 0 0 0 123

Erfpacht

Het erfpachtrecht van de terreinen aan de Agamemnonstraat, de Jodenbreestraat, het Markenplein, de

Oosterdokskade en het Overhoeksplein is voor 50 jaar afgekocht. De afschrijving wordt vanaf het moment

van vestiging van het erfpachtrecht berekend.


Andere deelnemingen

De deelneming betreft ODE Energie B.V. en handelt om een informele kapitaalstorting aan de B.V.,

welke is opgericht ten behoeve van de ontwikkeling van het LTEO-systeem voor het Conservatorium van

Amsterdam aan het Oosterdokseiland in Amsterdam.

Inventaris en apparatuur

De afschrijvingen op inventaris en apparatuur worden naar tijdsgelang vanaf het moment van

ingebruikneming van het actief berekend over de aanschaffingswaarden en zijn gebaseerd op de

volgende percentages:

Muziekinstrumenten

Inrichting

Apparatuur

Audiovisuele apparatuur

Informatica


1.5

1.5.1

1.5.5

1.5.7

1.5.8

1.5.9

Uitsplitsing

1.5.7.1

1.5.7.2

1.5.8.1

1.5.8.2

1.5.8.3 Overige

Overlopende activa

1.5.9.1 Stand per 1 januari

1.5.9.2 Onttrekking

1.5.9.3 Dotatie

Af: voorzieningen wegens oninbaarheid

1.7

1.7.1 Kasmiddelen

1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen

1.7.3 Deposito's

187Debiteuren

31-12-201431-12-2015

Overige vorderingen

Vooruitbetaalde kosten

Verstrekte voorschotten

Personeel

Overige

1.878

164

1.511

386

3.344

Af: voorzieningen wegens oninbaarheid

Overlopende activa

Overige vorderingen

Studenten / cursisten

177

2.023

164

1.154

280

3.248

280

469 253

1.511

354

51

83

2

162

164

1.055

203

De direct opeisbare tegoeden bij de bankinstellingen bedragen K€ 1.465.

31-12-201431-12-2015

Vorderingen

Liquide middelen

78

5.914

20.232

26.224

61

1.465

20.000

21.526

386

-4

168

164

480

205

1.154

386

121

15


2.1

Sta

nd

pe

r 1

-1-2

01

5

Re

sulta

at

Ove

rige

mu

tatie

s

Sta

nd

pe

r 3

1-1

2-2

01

5

2.1.1 21.841 283 0 22.124

2.1.2 62.351 1.462 0 63.813

2.1.3260 117 0 377

2.1.5 459 -24 0 435

84.911 1.838 0 86.749

Uitsplitsing

2.1.2.1 42.021 1.590 0 43.611

2.1.2.2 12.211 0 0 12.211

2.1.2.3 6.154 0 250 6.404

2.1.2.4 1.102 0 -250 852

2.1.2.5 863 -128 0 735

Bestemmingsreserve (publiek) 62.351 1.462 0 63.813

2.1.5.1 Fonds Goudsmit 30 0 0 30

2.1.5.2 Fonds Rosenberg 316 -20 0 296

2.1.5.3 Fonds Van Oss 113 -4 0 109

Bestemmingsfonds (privaat) 459 -24 0 435

2.1.2.5

2.1.3

Eigen vermogen

Algemene reserve

Bestemmingsreserve (publiek)

Bestemmingsreserve (privaat):

Reserve derde geldstroom

Bestemmingsfonds (privaat)

Reserve huisvestingsbeleid

Vastgelegd in materiële vaste activa:

- Onroerende zaken

- Roerende zaken

Investeringsreserve roerende zaken

Profileringsfonds

Profileringsfonds

Vanaf 2012 wordt er vanuit de bovenwettelijke collegegelden van niet-EER studenten een fonds gevormd,

waaruit tegemoetkomingen verstrekt kunnen worden aan talentvolle niet-EER studenten.

De reserve derde geldstoom betreft de cumulatieve resultaten van het contractonderwijs of andere vormen

van contractactiviteiten.

Reserve derde geldstroom


2.1.5

2.2

Sta

nd

pe

r 1

-1-2

01

5

Do

tatie

s

On

ttre

kkin

ge

n

Vrij

val

Sta

nd

pe

r 3

1-1

2-2

01

5

Ko

rtlo

pe

nd

dee

l < 1

jaar

Lan

glop

end

dee

l > 1

jaar

2.2.1 Personeels-

1.832 1.757 948 417 2.224 467 1.757

1.832 1.757 948 417 2.224 467 1.757

2.2.1

2.4 Kortlopende schulden

2.4.3

2.4.7

2.4.8

2.4.9

2.4.10 Overlopende passiva 8.200 7.788

12.848 11.420

Schulden terzake van pensioenen 382 493

Overige kortlopende schulden 61 57

Personeelsvoorzieningen

De personeelsvoorzieningen hebben betrekking op de voorziening ambtsjubilea voor K€ 372, de voorziening

sociaal beleid BVO K€ 765 en de voorziening wachtgeld voor K€ 1.087.

31-12-2015 31-12-2014

Crediteuren 2.429 1.200

Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.776 1.882

Voorzieningen

voorzieningen

Amsterdam.

De hogeschool heeft de verplichting om het kapitaal, gevormd uit de nalatenschap van mevrouw Goudsmit-

Geerkens, intact te houden respectievelijk te gebruiken ter bevordering van de studie van begaafde,

onvermogende en minvermogende studenten.

De nalatenschap van mevrouw Rosenberg dient uitsluitend gebruikt te worden voor de aanschaf van

muziekinstrumenten.

De nalatenschap van de heer Van Oss dient uitsluitend gebruikt te worden voor de aanschaf van violen,

welke periodiek in bruikleen gegeven kunnen worden aan vioolstudenten van Het Conservatorium van

Bestemmingsfonds (privaat)


2.4.7.1

2.4.7.2

2.4.7.3

2.4.10.1

2.4.10.3

2.4.10.4

2.4.10.5

2.4.10.6

2.4.10.5

Toe

wijz

ing

Da

tum

Be

dra

g v

an

d

e to

ewijz

ing

Sa

ldo

1-1

-20

15

On

tva

ng

en

t/m

20

15

La

ste

n in

201

5

To

tale

ko

ste

n 3

1-1

2-2

01

5

Sa

ldo

te

be

ste

de

n 3

1-1

2-2

01

5

7-11-14 31 21 0 21 21 0

21-09-15 24 0 24 8 8 16

55 21 24 29 29 16

Lerarenbeurs LB LBH4

708422-1

Vakantiegeld

Overige

Overlopende passiva

Vakantiegeld

OCW-subsidies met verrekeningsclausule

Dit betreft de verschuldigde vakantietoeslag over de periode juni tot en met december 2015.

Omschrijving Toewijzing kenmerk

1.179

1.888

7.788

Lerarenbeurs LB LBH4

644957-1

Uitsplitsing

Loonheffing

Omzetbelasting

1.681

44

1.628

55

1.199

1.994

8.200

Vooruitontvangen termijnen overheid

Overige vooruitontvangen termijnen

199

1.882

4.316

51

1.776

4.504

127

278

Onroerend-zaakbelasting

Belastingen en premies sociale verzekeringen

Vooruitontvangen collegegelden

345

158


3.1

2015 2014

3.1.1 Rijksbijdrage OCW 51.893 51.440

3.1.2 Overige subsidies OCW 29 10

51.922 51.450

Uitsplitsing

3.1.2.1 Geoormerkte subsidies 29 10

3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies 0 0

Overige subsidies OCW 29 10

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies

2015 2014

3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 63 62

3.2.2 Overige overheidsbijdragen 260 175

323 237

3.3 College- en cursusgelden

2015 2014

3.3.3 Collegegelden sector HBO 5.795 5.726

3.3.8 Cursusgelden 456 395

6.251 6.121

3.4 Baten werk in opdracht van derden

2015 2014

3.4.1 Contractonderwijs 874 748

3.4.3 Overige baten in opdracht van derden 97 54

971 802

Rijksbijdragen


3.5 Overige baten

2015 2014

3.5.1 Verhuur 253 233

3.5.2 Detachering personeel 107 142

3.5.3 Schenking 142 145

3.5.4 Sponsoring 56 39

3.5.6 Overige opbrengsten inzake personeel 139 121

3.5.7 (Studenten)bijdragen in de leermiddelen 650 609

3.5.8 Overige 2.303 1.764

3.650 3.053

4.1 Personeelslasten

2015 2014

4.1.1 Lonen en salarissen 35.852 35.694

4.1.2 Overige personele lasten 8.308 7.247

4.1.3 Af: uitkeringen 87 130

44.073 42.811

Uitsplitsing

4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 28.823 28.209

4.1.1.2 Sociale lasten 3.356 3.317

4.1.1.3 Pensioenpremies 3.673 4.168

Lonen en salarissen 35.852 35.694

4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 1.294 888

4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 6.213 5.570

4.1.2.3 Overig 801 789

Overige personele lasten 8.308 7.247

4.2 Afschrijvingen op materiële vaste activa

2015 2014

4.2.2 Materiële vaste activa 4.265 4.759

4.265 4.759

Het aantal FTE's per 31 december 2014 was 490 en per 31 december 2015 492.


4.3 Huisvestingslasten

2015 2014

4.3.1 Huur 810 749

4.3.2 Verzekeringen 68 95

4.3.3 Onderhoud 1.152 1.433

4.3.4 Energie en water 772 845

4.3.5 Schoonmaakkosten 1.044 1.024

4.3.6 Heffingen 229 271

4.3.8 Overige 327 152

4.402 4.569

4.4 Overige lasten

2015 2014

4.4.1 Administratie- en beheerslasten 3.790 3.071

4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 3.972 3.536

4.4.3 Dotatie/vrijval overige voorzieningen -109 72

4.4.5 Overige 869 847

8.522 7.526

Uitsplitsing accountantslasten

4.4.1.1 Onderzoek jaarrekening 47 49

4.4.1.2 Andere controleopdrachten 10 5

4.4.1.3 Fiscale adviezen 0 0

4.4.1.4 Andere niet-controlediensten 62 5

Accountantslasten 119 59

5 Financiële baten en lasten

2015 2014

5.1 Rentebaten 16 85

5.5 Rentelasten -3 7

5.6 Overige financiële lasten 36 34

-17 44


Functie Vo

orz

itte

r J

/N

Na

am

Ing

an

gsd

atu

m d

ien

stve

rba

nd

Ein

dd

atu

m d

ien

stve

rba

nd

Om

van

g d

ien

st-

ver

band

in F

TE

Be

loni

ng

Be

last

ba

re

vast

e e

n v

ari

ab

ele

o

nko

ste

n-

ve

rgo

ed

ing

en

Vo

orz

ien

ing

en

bel

onin

g b

eta

alb

aa

r o

p te

rmijn

Uitk

eri

ng

en

we

ge

ns

be

ëin

dig

ing

v/h

die

nst

verb

an

d

Lid College van Bestuur J L. Verveld 01-03-15 n.v.t. 1 106 0 13 n.v.t.

Lid College van Bestuur N B.M. Kievits 01-10-10 n.v.t. 1 112 0 15 n.v.t.

Functie Vo

orz

itte

r J

/N

Na

am

Ing

an

gsd

atu

mfu

nctie

verv

ulli

ng

Ein

dd

atu

m fu

nctie

verv

ulli

ng

Be

loni

ng

Be

last

ba

re

vast

e e

n v

ari

ab

ele

o

nko

ste

n-

ve

rgo

ed

ing

en

Vo

orz

ien

ing

en

bel

onin

g b

eta

alb

aa

r o

p te

rmijn

Uitk

eri

ng

en

we

ge

ns

be

ëin

dig

ing

v/h

die

nst

verb

an

d

Lid Raad van Toezicht J H. Hagoort 01-09-15 n.v.t. 3 0 0 n.v.t.

Lid Raad van Toezicht N G. ter Horst 18-10-14 n.v.t. 9 0 0 n.v.t.

Lid Raad van Toezicht N E. de Klerk 15-10-13 n.v.t. 8 0 0 n.v.t.

Lid Raad van Toezicht N M. Kloos 01-03-09 n.v.t. 8 0 0 n.v.t.

Lid Raad van Toezicht N E.P. van Maanen 25-03-15 n.v.t. 6 0 0 n.v.t.

Lid Raad van Toezicht N T.E. Monzon 25-03-15 n.v.t. 6 0 0 n.v.t.

Lid Raad van Toezicht N E.W. Veen 02-09-09 n.v.t. 7 0 0 n.v.t.

eventueel lidmaatschap van een commissie. In 2015 traden drie nieuwe leden toe: Hagoort (vz), Monzon en van Maanen, waarmee de RvT ultimo 2015 weer op

volledige sterkte is gebracht.

A.1.5 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (x € 1.000)

Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen

Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking

Vermelding alle toezichthouders

Op grond van de WNT-2 is per 1-1-2015 besloten tot een aanpassing van de bezoldigingstarieven: een tarief voor de voorzitter en een tarief voor de leden, inclusief

Toezichthouders zijn met ingang van 1-1-2015 BTW plichtig. De leden factureren het bezoldigingsbedrag excl. BTW aan de AHK.


1

2

3

looptijd tot 1 juni 2016. De kosten bestaan uit een vaste vergoeding voor de terbeschikkingstelling van de

Huren

Lease

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

De verplichtingen uit hoofde van de structurele huurcontracten bedragen ultimo 2015 jaarlijks K€ 663 met een

opzegtermijn van maximaal 12 maanden.

Gezamenlijk met de Universiteit van Amsterdam is De Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten een

leaseverplichting aangegaan met betrekking tot het gebruik van afdrukapparatuur. Het contract heeft een

apparatuur en uit een vergoeding per afdruk. Ultimo 2015 bedraagt de verplichting voor de

terbeschikkingstelling K€ 57 per jaar.

De regeling duurzame inzetbaarheid is bedoeld om werknemers in de gelegenheid te stellen afspraken te

maken die hen helpen om ook op langere termijn het werk goed, gezond en met plezier te blijven doen, om

werk en privé goed te combineren. Eigen verantwoordelijkheid en keuze van de werknemer staan daarbij

Echter aangezien sprake is van een nieuwe regeling is op dit moment nog onvoldoende informatie

beschikbaar om een betrouwbare schatting te kunnen maken van deze verplichting.

verlofuren als gevolg van de afspraken duurzame inzetbaarheid of de werktijdenvermindering voor senioren

voorop. Overeenkomstig hoofdstuk 271 Personeelsbeloningen van de richtlijnen dienen de gespaarde

Regeling duurzame inzetbaarheid en werktijdvermindering senioren

conform paragraaf 2, alinea 203, van dat hoofdstuk, op de balans opgenomen te worden als een verplichting

uit hoofde van een opbouw van rechten voor zover de gespaarde rechten op doorbetaalde afwezigheid

kunnen worden opgenomen of verzilverd.




Gebeurtenissen na balansdatum

Overige gegevens:

Voorstel bestemming nettoresultaat


283

1.590

-128

117

-24

1.838

Voorstel bestemming nettoresultaat (x € 1.000)

Het nettoresultaat over 2015 bedraagt K€ 1.838 positief. De bestemming van het nettoresultaat is als volgt:

Toevoeging aan de algemene reserve

Toevoeging aan de reserve huisvestingsbeleid

Onttrekking aan het profileringsfonds

Onttrekking aan het bestemmingsfonds (privaat)

Gebeurtenissen na balansdatum

Er is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum welke impact hebben op de jaarstukken 2015.

Toevoeging aan de reserve derde geldstroom


Bijlagen:

Gegevens over de rechtspersoon




:

:

:

:

:

:

:

:

:

:

:

E-mailadres

www.ahk.nl

30274

- De Theaterschool

[email protected]

Ultimo 2015 was er sprake van 6 onderwijseenheden binnen de Stichting Amsterdamse Hogeschool

[email protected]

Internetsite

Bevoegd-gezagnummer

Naam contactpersoon

Telefoonnummer contactpersoon

Faxnummer contactpersoon

E-mailadres contactpersoon

020 - 5277712

F.A. Kuipers

020 - 5277721

- Conservatorium van Amsterdam

Gegevens over de rechtspersoon

1011 NG Amsterdam

Jodenbreestraat 3

21QA

020 - 5277710

020 - 5277712

voor de Kunsten, te weten:

- Academie voor Beeldende Vorming

- Academie van Bouwkunst

- Nederlandse Filmacademie

- Reinwardt Academie

Adres

BRIN-nummer

Telefoonnummer

Faxnummer


2015 2016 2017 2018

2.946 2.907 2.911 2.945

2.157 2.174 2.171 2.205

476 584 533 572

2.633 2.758 2.704 2.777

280,2 280,0 280,0 280,0

210,3 215,0 215,0 215,0

490,5 495,0 495,0 495,0

51.922 52.585 52.150 52.420

6.251 6.461 6.685 6.768

971 258 44 45

3.650 1.721 1.565 1.533

323 65 0 0

63.117 61.090 60.444 60.766

44.073 43.058 42.468 42.470

4.265 4.831 5.173 5.096

8.522 10.381 8.339 8.344

4.402 3.942 3.677 3.717

17 11 11 11

61.279 62.223 59.668 59.638

1.838 -1.133 776 1.128

31-12-15 31-12-16 31-12-17 31-12-18

76.924 78.540 77.017 81.596

123 123 123 123

77.047 78.663 77.140 81.719

3.248 3.200 3.000 3.000

21.526 16.753 18.852 15.001

24.774 19.953 21.852 18.001

101.821 98.616 98.992 99.720

22.124 4.739 7.182 3.875

bestemmingsreserves 64.190 80.466 78.823 83.282

overige reserves en fondsen 435 411 387 363

Continuïteitsparagraaf

Staat / Raming van Baten en Lasten

Kengetallen

Aantal studenten

Bekostigd aantal studenten

Bekostigd aantal diploma's

Onderwijsvraag

Aantal fte OP

Aantal fte NOP

Totaal aantal fte's

Rijksbijdrage OCenW

College- en cursusgelden

Baten Werk i.o.v. Derden

Overige Baten

Overige Overheidsbijdragen

Totaal Baten

Personele Lasten

Eigen vermogen

Algemene reserve

Afschrijvingen

Overige Instellingslasten

Huisvestingslasten

Financiële Baten en Lasten

Totaal Lasten

Resultaat

Balans

Vaste Activa



Totaal vaste activa

Vlottende activa

Vorderingen

Liquide middelen

Totaal vlottende activa

Totaal activa

Passiva


86.749 85.616 86.392 87.520

2.224 2.000 1.600 1.200

0 0 0 0

12.848 11.000 11.000 11.000

101.821 98.616 98.992 99.720

middelen.

beleid zijn onzekere ww-rechten omgezet in reële afspraken met de vertrokken medewerkers.

Hogere voorzieningen

Verschillenanalyse begroting / realisatie 2015

Lagere liquide middelenHoge investeringen in aankoop en verbouwing Overhoeks is geheel gefinancierd met eigen

Hogere kortlopende schuldenDe crediteurenpositie was eind 2015 K€ 1.509 hoger dan die van ultimo 2014.

Hogere Personeelslasten

Hogere baten werk i.o.v. derden

Hogere Overige baten

De staat van baten en lasten over 2015 laat een voordelig saldo van K€ 1.838 zien ten opzichte

van een voordelig saldo van K€ 2.042 over het boekjaar 2014. Het resultaat verhoudt zich dus

ten opzichte van 2014. Tegenvallers in de lastensfeer zijn gecompenseerd door extra baten.

Toelichting op het resultaat 2015

Bij het opstellen van de begroting in 2014 was er nog onvoldoende zicht op de cursusactiviteiten

Voorzieningen

Langlopende schulden


Totaal passiva

De netto dotatie aan de voorzieningen was M€ 1,3, wat grotendeels het verschil bepaalt.

Verkoop van het pand aan de Dapperstraat heeft een netto opbrengst van M€ 1,6 gegenereerd.

voor 2015.

Vergelijking balansposten 2014 / 2015

Aan alle personeelsvoorzieningen moest relatief veel gedoteerd worden. Bij de ambtsjubilea

was dit het geval vanwege de veranderde richtlijnen. Voor de wachtgelden betrof dit met name

Het nettoresultaat over 2015 bedraagt K€ 1.838 positief (begroot K€ 281 positief).

Het positieve verschil ad K€ 1.557 is als volgt te verklaren:

In 2015 is er om en nabij M€ 10 geïnvesteerd in de nieuwe locatie aan het Overhoeksplein.

Mede hierdoor kon het pand aan de Dapperstraat verkocht worden, wat een desinvestering

van ruim M€ 2 met zich meebracht.

twee medewerkers met een hoog en langdurig wachtgeldrecht en bij de voorziening sociaal

Hogere materiële vaste activa

Totaal eigen vermogen


31-12-15 31-12-14

3.248 3.344

21.526 26.224

24.774 29.568

12.848 11.420

11.926 18.148

76.924 68.472

123 123

77.047 68.595

88.973 86.743

22.124 21.841

64.190 62.611

435 459

2.224 1.832

88.973 86.743

1.838

4.265

392

6.495

12.717

12.717

-6.222

factoren (x € 1.000):

Beschikbaar gekomen respectievelijk in de stichting gehouden

Besteding middelen

Toename voorzieningen

Afschrijvingen

Voordelig resultaat

Investeringen in materiële vaste activa

Netto vlottende middelen (werkkapitaal)

Vaste activa

De netto vlottende middelen zijn per 31 december 2015 ten opzichte van 31 december 2014

gedaald van K€ 18.148 tot K€ 11.926. De daling met K€ 6.222 is veroorzaakt door de volgende

De financiering hiervan vond plaats met:

Totaal daling netto vlottende middelen

Liquide middelen

Totaal vlottende activa




Totaal vaste activa

Totale financieringsbehoefte

Algemene reserve

Bestemmingsreserves

Bestemmingsfondsen

Voorzieningen

Om inzicht te geven in de financiële positie dient de volgende opstelling (x € 1.000):

Financiële positie

Vlottende activa

Vorderingen


31-12-15 31-12-14

1,93 2,59

31-12-15 31-12-14

86.749 84.911

bij: 2.224 1.832

88.973 86.743

12.848 11.420

12.848 11.420

6,93 7,60

0,87 0,88

2015 2014

21.841 20.402

283 1.439

22.124 21.841

organisatorische eenheden. Bij de faculteiten ontstane budgetoverschrijdingen dienen te worden

ingelopen en budgetonderschrijdingen blijven ter beschikking van de faculteit.

Stand per 1 januari

Solvabiliteitsratio'sGecorrigeerd eigen vermogen : vreemd vermogen

Gecorrigeerd eigen vermogen : balanstotaal

Betreft de verhouding eigen vermogen staat tot vreemd vermogen. Voor het inzicht is het eigen

vermogen gecorrigeerd met de voorzieningen (x € 1.000).

Eigen vermogen

Voorzieningen

Gecorrigeerd eigen vermogen

Vreemd vermogen

Algemene reserve

Bestemming resultaat

Stand per 31 december

Het saldo van de algemene reserve is samengesteld uit de onderscheiden saldi van de

Het verloop van de algemene reserve in de afgelopen twee jaren is als volgt weer te geven (x € 1.000):

Vlottende activa / kortlopende schulden

Totaal vreemd vermogen

Solvabiliteitsratio


Er is sprake van een verminderde liquiditeitspositie hetgeen blijkt uit de current ratio:

Liquiditeitspositie


31-12-15 31-12-14

15.146 15.881

6.978 5.960

22.124 21.841

Reis- en verblijfkosten binnenland

Reis- en verblijfkosten buitenland

L. Verveld

301

2.423

1.977

7.331

2.630

Hieronder zijn de bedragen opgenomen van uitgaven op declaratiebasis door de leden van het

College van Bestuur. Er is hiervoor gebruikgemaakt van het door de HBO-raad aanbevolen

format, gebaseerd op het model van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Representatiekosten

Overige kosten

Totaal

Per balansdatum is de samenstelling van de algemene reserve als volgt (x € 1.000):

Saldo algemeen

Saldo faculteiten

Totaal

7.375

Gedeclareerde kosten College van Bestuur 2015

B.M. Kievits

2.673

507

3.012

1.183



Overzichten Adressen Academie voor Beeldende Vorming Tot 31 december 2015 Hortusplantsoen 1-3 1018 TZ Amsterdam Vanaf 1 januari 2016 Overhoeksplein 2 1031 KS Amsterdam 020 527 7220 [email protected] www.academievoorbeeldendevorming.nl Academie van Bouwkunst Waterlooplein 211-213 1011 PG Amsterdam 020 531 8218 [email protected] www.academievanbouwkunst.nl Conservatorium van Amsterdam Bezoekadres Oosterdokskade 151 1011 DL Amsterdam Postadres Postbus 78022 1070 LP Amsterdam 020 527 7550 [email protected] www.conservatoriumvanamsterdam.nl Nederlandse Filmacademie Markenplein 1 1011 MV Amsterdam 020 527 7333 [email protected] www.filmacademie.nl Reinwardt Academie Tot 1 augustus 2015 Dapperstraat 315 1093 BS Amsterdam Vanaf 1 augustus 2015 Hortusplantsoen 1-3 1018 TZ Amsterdam 020 527 7100 [email protected] www.reinwardtacademie.nl


de Theaterschool Bezoekadres Jodenbreestraat 3 1011 NG Amsterdam Postadres Postbus 15323 1001 MH Amsterdam 020 527 7777 [email protected] www.theaterschool.nl College van Bestuur Servicebureau Jodenbreestraat 3 1011 NG Amsterdam Postadres Postbus 15079 1001 MB Amsterdam 020 527 7700 [email protected] www.ahk.nl Directie, studieleiding, lectoren, Commissies van Advies Academie voor Beeldende Vorming Directie Rafael van Crimpen, Kernteam Emiel Heijnen Pauline van der Pol Janneke Alink Daphne Broad Academie van Bouwkunst Directie Madeleine Maaskant Management team Patricia Ruisch Joseefke Brabander Opleidingshoofden Jarrik Ouburg Arjan Klok Maike van Stiphout Lectoren Floris Alkemade Han Wiskerke Commissie van Advies Gerard Anderiesen (voorzitter) Jeroen van Schooten Jan Kolen Ytje Feddes Miranda Reitsma Conservatorium van Amsterdam Directie Janneke van der Wijk, directeur


Ruud van Dijk, adjunct-directeur, hoofd Jazz en Popmuziek Sven Arne Tepl, adjunct-directeur, hoofd Klassiek en Docent muziek Lector Michiel Schuijer Commissie van Advies: Atzo Nicolaï, directeur DSM Nederland Leon Ramakers, oprichter MOJO Willemijn Maas, directeur AVRO en interim directeur van de Vereniging gehandicaptenzorg Nederland Jan Raes, directeur Koninklijk Concertgebouworkest Paul Rutten, lector Creative Business bij Creating 010 Jan Willem Luyken, directeur North Sea Jazz Festival Philippe Herreweghe, dirigent Collegium Vocale, deFilharmonie Nederlandse Filmacademie Directie Bart Römer, directeur Management Team Mieke Bernink , hoofd master, lector Hanneke Bloemendal, hoofd financiën en faciliteiten Aafje Terwey, hoofd bachelor Studieleiding bachelor Michel de Graaf, Production design Hans Heesen, Scenario Mick van Rossum, Cinematography Harry Schreurs, Interactieve media/Visual effects (IMVFX) Anita Smit, Productie Jet Smit, Regie fictie Ernie Tee, Propedeuse René van Uffelen, Montage Annemiek van der Zanden, Regie documentaire Ben Zijlstra, Sound design Lector Mieke Bernink, Film Commissie van Advies Job ter Burg, editor Petra Goedings, producent Erik van Heeswijk, CEO CleverLions Aliona van der Horst, documentairemaker Giny Mutsaers, manager Coördinatie en Budgettering Programmering NPO Paula van der Oest, regisseur Patricia Pisters, professor of Film Studies (vanaf maart 2015) Board of Advisors – Master Film Peter Delpeut, regisseur (vertrek per 1 juli 2015) Simon Field, producent Marten Rabarts, hoofd EYE International (vanaf 1 juli 2015) Nelly Voorhuis, curator Reinwardt Academie Directie Teus Eenkhoorn, directeur Managementteam Jorna Kniese, studieleider bachelor, Hester Dibbits, studieleider master en lector Marleen de Kluizenaar, hoofd bedrijfsvoering Lectoren Hester Dibbits, lector Cultureel erfgoed en studieleider master Riemer Knoop, lector Cultureel erfgoed Commissie van Advies prof. dr. C.A.M. (Carla) van Boxtel, Hoogleraar Vakdidactiek, de Universiteit van Amsterdam; drs A. (Aart) Oxenaar, directeur Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Amsterdam;


drs. S.C.G.T. (Steph) Scholten, directeur divisie Erfgoed, Universiteit van Amsterdam (voorzitter); M. (Marco) Streefkerk, senior medewerker bij Stichting Digitaal Erfgoed Nederland; drs. S.W. (Siebe) Weide, Algemeen directeur Museumvereniging; Mevr. B. (Bernadine) Ypma, Directeur/ streekarchivaris Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen De Theaterschool Directie Jan Zoet, directeur Managementteam Marijke Hoogenboom, lector Bart Kusters, hoofd productiebureau Erik Lint, clustercoördinator creative team Laurens Runderkamp, coördinator cluster makers en cluster docenten Daniëlle van Sundert , clustercoördinator uitvoerenden Niki Lemmens, facilitair manager Fien Bloemen, faculteitssecretaris, beleidsmedewerker kwaliteitszorg Lector Marijke Hoogenboom Studieleiding Gerleen Balstra, interim Urban Contemporary/ Jazz- en Musicaldans Jocelyn Bergland, 5 o’clock class (tot 1 november) Jean Yves Esquerre, Nationale Balletacademie Jeroen Fabius, Amsterdam Master of Choreography Jopie de Groot, Docent dans Tanya Hermsen, Theaterdocent Peter de Kimpe, Scenografie Barbara Van Lindt, managing director DasArts Percy Kruythoff, 5 o’clock class (vanaf 1 november i.s.m. Rahana Oemed) Angela Linssen, Moderne theaterdans Bojana Mladenovic, School voor Nieuwe Dansontwikkeling Rahana Oemed (vanaf 1 november i.s.m. Percy Kruythoff) Loes van der Pligt, Mime Gwenoële Trapman, Productie podiumkunsten Steven Van Watermeulen, Regie Ruut Weissman, Amsterdamse Toneelschool&Kleinkunstacademie Eddy Westerbeek, Techniek en theater Commissie van Advies Simon van den Berg, theaterrecensent, schrijver en adviseur Janine Dijkmeijer, zakelijk leider Het Nationale Ballet Rachel Feuchtwang, creative producer en adviseur (inter)nationale media/kunstorganisaties Ivo van Hove, directeur Toneelgroep Amsterdam Jan Jaap Knol, directeur Fonds voor Cultuurparticipatie. Anne Lamsvelt, actrice, lid van ACT (belangenvereniging van acteurs) Paul de Leeuw, televisiepresentator en programmamaker, acteur en zanger Annet Lekkerkerker, zakelijk directeur Holland Festival Bojana Mladenovic, artistiek directeur Veemtheater (tot september) Peggy Olislaegers, artistiek directeur Nederlandse Dansdagen Marie-Anne Rudolphi, directeur Via Rudolphi Bianca van der Schoot, actrice/ mimespeelster, artistiek leider Boogaerdt/VanderSchoot Mark Timmer, artistiek directeur Theater Frascati/ Gasthuis Marc Warning, scenograaf Council Master Theater/ DasArts Anke Bangma (NL), conservator hedendaagse kunst en fotografie Tropenmuseum, Amsterdam Florian Malzacher (D), artistiek directeur Impulse Theater Biennale en freelance dramaturg/curator Interdisciplinair Lectoren Marijke Hoogenboom, Kunstpraktijk en artistieke ontwikkeling Folkert Haanstra, Kunst- en cultuureducatie Master Kunsteducatie


Eindverantwoordelijk Folkert Haanstra Studieleiding Maria Wüst Commissie van Advies Peggy Brandon, directeur Mocca Antoine Gerrits, hoofd educatie Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst Britt Thomassen, educatief medewerker EYE Filminstituut Saundra Williams, manager Krater Art & Community, Bijlmerparktheater Servicebureau Directie Patrick Waller Ghislaine Rietveld, office manager Afdelingshoofden Nel van Dijk, kwaliteit, communicatie en beleid Erik Duiker, huisvesting en facilitair beheer Edith van Eijndhoven, personeel en organisatie Maria Hagen, communicatie (tot april) Ferry Kuipers, financiën en administratie Jose de Leeuwe, ICT (ad interim) Amrita van Veldhoven, studentenzaken


Index


Colofon Redactie Roos Eijsten, secretaris College van Bestuur Marianne Gerner, kwaliteit en beleid Ferry Kuipers, financiën en administratie Carlinke Jansen, communicatie Met dank aan Alle medewerkers die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van dit jaarverslag. Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Jodenbreestraat 3 Postbus 15079 1001 MB Amsterdam 020 5277710 www.ahk.nl Sector Onderwijs (hbo) Plaats van vestiging: Amsterdam Geregistreerd in het Handelsregister onder nummer 41210838 © 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

160623 Def concept Jaarverslag 2015 - ahk.nl · Indicatoren onderwijskwaliteit en studiesucces 12...

Documents

Transcript of 160623 Def concept Jaarverslag 2015 - ahk.nl · Indicatoren onderwijskwaliteit en studiesucces 12...