1587 Ex-Arbeidsongeschikten Twee Keer Zo Vaak Ziek

2
206 9-2005 > zorg & financiering Het kabinet wil vrijwiligersactiviteiten fiscaal aantrekkelijker maken. Daarom doet het kabi- net in het Belastingplan 2006 het voorstel om het onbelaste jaarmaximum van de vrijwilli- gersvergoeding te verhogen naar 1.500 euro. Dit schrijft Staatssecretaris Ross VWS in haar beleidsbrief ‘Iedereen moet meedoen’ over vrij- willige inzet 2005-2007. Blijft de vrijwilligersvergoeding onder het maxi- male bedrag van 1.500 euro, dan hoeven de ver- strekkende organisatie noch de ontvangende vrijwilliger de onkosten op te geven bij de belastingdienst. Dit scheelt de vrijwilligersorga- nisaties veel administratief werk en leidt tot meer flexibiliteit om vrijwilligers een vergoeding te geven. Daarnaast trekt de Staatssecretaris bijna tien miljoen euro extra uit voor het vrijwil- ligersbeleid in de periode 2005-2007. Met partij- en in het veld zal worden bekeken hoe het geld het beste kan worden besteed. Staatssecretaris Ross zet in haar brief aan de Tweede Kamer haar visie op het vrijwilligersbe- leid voor de komende jaren uiteen. Vrijwilligers zijn onmisbaar in onze samenleving. Nederland telt ruim 4,5 miljoen vrijwilligers. Dat grote aantal vrijwilligers moet op peil blij- ven. Daarom wordt er meer gezocht naar vrijwil- ligers in nieuwe doelgroepen. Uit die groepen komen nu relatief weinig vrijwilligers. Vooral jongeren, allochtonen en 55+’ers krijgen in de brief bijzondere aandacht. Maar de vrijwillige inzet staat onder druk. Dit omdat minder men- sen zich inzetten (of korter) als vrijwilliger ter- wijl het beroep op de vrijwillige inzet juist toe- neemt. Maar ook omdat regelgeving het werk van de vrijwilliger soms onnodig lastig maakt. De afgelopen jaren heeft het kabinet al het nodi- ge gedaan aan het schrappen van belemmerin- gen in wet- en regelgeving. Het stimuleren van vrijwillige inzet is in de eerste plaats een zaak van de burger en de vrijwilligers- organisaties. Overheden kunnen slechts onder- steunen, onder andere door activiteiten te ont- plooien om mensen enthousiast te maken. Ge- meenten hebben daarvoor veel mogelijkheden. De nieuwe – nog in te voeren – Wet maatschap- pelijke ondersteuning (WMO) zal hiertoe een stevige wettelijke basis bieden. De gemeente krijgt immers een spilfunctie in de nieuwe WMO en wordt primair verantwoordelijk voor de ondersteuning van vrijwilligers. Het landelijk Kenniscentrum voor Maatschappelijke Inzet sti- muleert vernieuwing en kwaliteitsverbetering van de uitvoering in gemeenten. Bron: persbericht Ministerie van VWS, 19 oktober 2005< > diversen 1586 ross: fiscale stimulans voor vrijwilligers Arbeidsongeschikten en voormalig arbeidson- geschikten met een baan zijn vaker ziek dan een gemiddelde werknemer. Onder arbeidsonge- schikten met een baan was het ziekteverzuim 8,9 procent in 2002 en onder ex-arbeidsonge- schikten met een baan was het 10,7 procent. Voor alle werknemers kwam het verzuim in dat jaar uit op gemiddeld 5,3 procent. Een vijfde van de personen die in 2002 recht hadden op een (gedeeltelijke) arbeidsonge- schiktheidsuitkering, had daarnaast betaald werk. In totaal gaat het om 175 duizend perso- nen. Daarnaast waren er 80 duizend werkzame ex-arbeidsongeschikten. Dat zijn mensen van wie in de vijf jaar voor 2002 de arbeidsonge- schiktheidsuitkering beëindigd is. 1587 ex-arbeidsongeschikten twee keer zo vaak ziek

Transcript of 1587 Ex-Arbeidsongeschikten Twee Keer Zo Vaak Ziek

Page 1: 1587 Ex-Arbeidsongeschikten Twee Keer Zo Vaak Ziek

206 9-2005 > zorg & financiering

Het kabinet wil vrijwiligersactiviteiten fiscaalaantrekkelijker maken. Daarom doet het kabi-net in het Belastingplan 2006 het voorstel omhet onbelaste jaarmaximum van de vrijwilli-gersvergoeding te verhogen naar 1.500 euro.

Dit schrijft Staatssecretaris Ross VWS in haarbeleidsbrief ‘Iedereen moet meedoen’ over vrij-willige inzet 2005-2007.Blijft de vrijwilligersvergoeding onder het maxi-male bedrag van 1.500 euro, dan hoeven de ver-strekkende organisatie noch de ontvangendevrijwilliger de onkosten op te geven bij debelastingdienst. Dit scheelt de vrijwilligersorga-nisaties veel administratief werk en leidt totmeer flexibiliteit om vrijwilligers een vergoedingte geven. Daarnaast trekt de Staatssecretarisbijna tien miljoen euro extra uit voor het vrijwil-ligersbeleid in de periode 2005-2007. Met partij-en in het veld zal worden bekeken hoe het geldhet beste kan worden besteed.

Staatssecretaris Ross zet in haar brief aan deTweede Kamer haar visie op het vrijwilligersbe-leid voor de komende jaren uiteen. Vrijwilligerszijn onmisbaar in onze samenleving.Nederland telt ruim 4,5 miljoen vrijwilligers.Dat grote aantal vrijwilligers moet op peil blij-ven. Daarom wordt er meer gezocht naar vrijwil-

ligers in nieuwe doelgroepen. Uit die groepenkomen nu relatief weinig vrijwilligers. Vooraljongeren, allochtonen en 55+’ers krijgen in debrief bijzondere aandacht. Maar de vrijwilligeinzet staat onder druk. Dit omdat minder men-sen zich inzetten (of korter) als vrijwilliger ter-wijl het beroep op de vrijwillige inzet juist toe-neemt. Maar ook omdat regelgeving het werkvan de vrijwilliger soms onnodig lastig maakt.De afgelopen jaren heeft het kabinet al het nodi-ge gedaan aan het schrappen van belemmerin-gen in wet- en regelgeving.Het stimuleren van vrijwillige inzet is in de eersteplaats een zaak van de burger en de vrijwilligers-organisaties. Overheden kunnen slechts onder-steunen, onder andere door activiteiten te ont-plooien om mensen enthousiast te maken. Ge-meenten hebben daarvoor veel mogelijkheden.De nieuwe – nog in te voeren – Wet maatschap-pelijke ondersteuning (WMO) zal hiertoe eenstevige wettelijke basis bieden. De gemeentekrijgt immers een spilfunctie in de nieuwe WMOen wordt primair verantwoordelijk voor deondersteuning van vrijwilligers. Het landelijkKenniscentrum voor Maatschappelijke Inzet sti-muleert vernieuwing en kwaliteitsverbeteringvan de uitvoering in gemeenten.Bron: persbericht Ministerie van VWS, 19 oktober2005<

> diversen

1586 ross: fiscale stimulans voor vrijwilligers

Arbeidsongeschikten en voormalig arbeidson-geschikten met een baan zijn vaker ziek dan eengemiddelde werknemer. Onder arbeidsonge-schikten met een baan was het ziekteverzuim8,9 procent in 2002 en onder ex-arbeidsonge-schikten met een baan was het 10,7 procent.Voor alle werknemers kwam het verzuim indat jaar uit op gemiddeld 5,3 procent.

Een vijfde van de personen die in 2002 rechthadden op een (gedeeltelijke) arbeidsonge-schiktheidsuitkering, had daarnaast betaaldwerk. In totaal gaat het om 175 duizend perso-nen. Daarnaast waren er 80 duizend werkzameex-arbeidsongeschikten. Dat zijn mensen vanwie in de vijf jaar voor 2002 de arbeidsonge-schiktheidsuitkering beëindigd is.

1587 ex-arbeidsongeschikten twee keer zo vaak ziek

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 206

Page 2: 1587 Ex-Arbeidsongeschikten Twee Keer Zo Vaak Ziek

diversen

207zorg & financiering > 9-2005

(Ex-)arbeidsongeschikten langer ziek

In 2002 zaten werknemers per ziekmeldinggemiddeld 18 dagen ziek thuis. Arbeidsonge-schikten en voormalig arbeidsongeschikten meteen baan hadden gemiddeld 28 verzuimdagen.Per ziekmelding waren zij dus langer ziek.Werkende ex-arbeidsongeschikten zijn vakerziek dan personen die nog een arbeidsonge-schiktheidsuitkering hebben. In 2002 melddenzij zich anderhalf maal zo vaak ziek als werken-de arbeidsongeschikten. Per ziekmelding ver-zuimden zij minder lang: 25 dagen tegenoverdertig dagen. Het grootste deel van de arbeids-ongeschikten en voormalig arbeidsongeschik-

ten met een baan, ongeveer zeventig procent,heeft een verzuim dat onder het landelijkgemiddelde van 5,3 procent ligt. De dertig pro-cent met een verzuimpercentage boven het lan-delijk gemiddelde verzuimt vooral langer.In de groep voormalig arbeidsongeschikten enpersonen met een lopende uitkering zitten meerouderen dan in de totale groep werknemers.Wanneer hiervoor gecorrigeerd wordt daalt hetziekteverzuim met ongeveer een halve procent-punt. Het hogere ziekteverzuim is daarom nau-welijks te verklaren door de hogere leeftijd vande groep.Bron: bericht CBS, 7 november 2005<

In 2004 omschreven bijna negen op de tienNederlanders van achttien jaar en ouder zichzelfals gelukkig of zeer gelukkig. Hoe hoger hetbesteedbaar inkomen, hoe meer mensen metpositieve geluksgevoelens. Inkomen is echterniet de meest belangrijke factor. Gezondheid,burgerlijke staat en etnische herkomst wegennamelijk zwaarder.

Voor het geluksgevoel weegt gezondheid verre-weg het zwaarst in de onderlinge vergelijkingmet sociaal-economische en demografische fac-toren. Van de mensen die hun eigen gezondheidals minder dan goed beoordeelden, ontbeert eenkwart positieve geluksgevoelens. Bij mensenmet een goede of zeer goede gezondheid was ditslechts acht procent.

Gedeelde smart

Het ontbreken van een levenspartner is ongun-stig voor het geluksgevoel. Zo zijn weduwen ofweduwnaars vier keer zo vaak minder gelukkigdan gehuwden of samenwonenden. Bij geschei-den mensen is het aandeel minder gelukkigeneen factor drie groter dan bij gehuwden of

samenwonenden en bij nooit getrouwde menseneen factor twee groter. Volgens elders uitgevoerdonderzoek zijn mensen met een levenspartnergelukkiger, omdat ze lief en leed met elkaar kun-nen delen: gedeelde smart is halve smart.

Niet-westerse allochtoon veelal mindergelukkig

Westerse allochtonen voelen zich een fractieminder gelukkig dan autochtonen. Bij de niet-westerse allochtonen is de situatie ongunstiger:zij voelen zich twee keer zo vaak minder geluk-kig dan autochtonen.

Laagste inkomensgroep minst gelukkig

Inkomen maakt wel gelukkig, maar is zeker nietde meest doorslaggevende factor. Volgens ditonderzoek komt inkomen op de vierde plek, pasna gezondheid, burgerlijke staat en etniciteit.Van de groep personen met de laagste bijbeho-rende besteedbare inkomens geeft zestien pro-cent aan minder gelukkig te zijn. Dit negatievegevoel neemt af naarmate het inkomen toe-neemt. Van de groep personen met de hoogste

1588 cbs: gezondheid belangrijker dan geld

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 207