1550 Ziekenhuizen Ontwikkelen Veiligheidsmanagmentsysteem

2
kwaliteitsbeleid 182 9-2005 > zorg & financiering Dit blijkt uit NIVEL-onderzoek onder ruim dui- zend patiënten ingeschreven bij 72 verschillende apotheken. De KNMP (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie) subsidieerde het onderzoek. Goede uitleg en begeleiding bij het gebruik van geneesmiddelen bevordert dat de patiënt geneesmiddelen gebruikt zoals de arts dat voor- schrijft. De apotheek is een plek waar deze informatievoorziening en begeleiding goed kan plaatsvinden. Mensen met een chronische aan- doening zoals diabetes gaan regelmatig naar de apotheek voor hun geneesmiddelen. De over- grote meerderheid (94%) gaat bovendien altijd naar dezelfde apotheek. Maar de begeleiding van patiënten door de apo- theek kan beter. Ruim driekwart van de onder- vraagde patiënten geeft aan dat de apotheek vrijwel nooit vraagt naar de ervaringen van de patiënt met het geneesmiddel of naar de bijwer- kingen die de patiënt heeft gehad. Ook bena- drukten tweedederde van de apotheken niet altijd het belang van therapietrouw: het altijd en op het juiste moment innemen van geneesmid- delen. Apotheekmedewerkers vertellen patiën- ten vooral hoe ze de geneesmiddelen moeten gebruiken. Bron: NIVEL, 18 november 2005< In een richtlijn geeft de Koninklijke Neder- landse Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst (KNMG) aan wanneer een arts de behandelrelatie met een patiënt mag stoppen en ook mag weigeren. De artsenfederatie geeft aan dat er regelmatig vragen komen over het beëindigen van het behandelen van een patiënt. De KNMG hanteert de regel dat bij agressie en bij structurele wan- betaling een arts de behandelovereenkomst mag beëindigen. Wel worden er in deze richtlijn zogenoemde zorgvuldigheidseisen beschreven. Deze zijn op relevante rechterlijke uitspraken gebaseerd. Hieruit blijkt dat wanneer een behandelrelatie wordt beëindigd een arts een overgangs- periode in acht moet nemen en tevens voor andere hulpverlening moet zorgen. De arts is in alle gevallen verantwoordelijk voor zijn/haar besluit. De richtlijn is te downloaden via www.knmg.nl/publicaties. Bronnen: KNMG, 22 september en 4 oktober 2005< 1549 bij wanbetaling mag arts behandelrelatie staken Het systematisch verbeteren van de patiënt- veiligheid staat centraal in het project Veilig- heidsmanagement. Dit project wordt door de NVZ vereniging van ziekenhuizen gezamenlijk met de Orde van Medisch specialisten (Orde) en het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) uitgevoerd. Op 24 november 2005 heeft Minister Hooger- vorst van VWS het startsein voor het project gegeven. De start van het project maakt deel uit van de Nationale Week van de Patiëntveiligheid. In het kader van het Sneller Beter-thema Patiënt- veiligheid heeft gezant Willems, president- directeur van Shell Nederland, eind 2004 het rapport Hier werk je veilig, of je werkt hier niet > instellingen 1550 ziekenhuizen ontwikkelen veiligheidsmanagmentsysteem

Transcript of 1550 Ziekenhuizen Ontwikkelen Veiligheidsmanagmentsysteem

Page 1: 1550 Ziekenhuizen Ontwikkelen Veiligheidsmanagmentsysteem

kwaliteitsbeleid

182 9-2005 > zorg & financiering

Dit blijkt uit NIVEL-onderzoek onder ruim dui-zend patiënten ingeschreven bij 72 verschillendeapotheken. De KNMP (Koninklijke NederlandseMaatschappij ter bevordering der Pharmacie)subsidieerde het onderzoek.Goede uitleg en begeleiding bij het gebruik vangeneesmiddelen bevordert dat de patiëntgeneesmiddelen gebruikt zoals de arts dat voor-schrijft. De apotheek is een plek waar dezeinformatievoorziening en begeleiding goed kanplaatsvinden. Mensen met een chronische aan-doening zoals diabetes gaan regelmatig naar deapotheek voor hun geneesmiddelen. De over-grote meerderheid (94%) gaat bovendien altijdnaar dezelfde apotheek.

Maar de begeleiding van patiënten door de apo-theek kan beter. Ruim driekwart van de onder-vraagde patiënten geeft aan dat de apotheekvrijwel nooit vraagt naar de ervaringen van depatiënt met het geneesmiddel of naar de bijwer-kingen die de patiënt heeft gehad. Ook bena-drukten tweedederde van de apotheken nietaltijd het belang van therapietrouw: het altijd enop het juiste moment innemen van geneesmid-delen. Apotheekmedewerkers vertellen patiën-ten vooral hoe ze de geneesmiddelen moetengebruiken. Bron: NIVEL, 18 november 2005<

In een richtlijn geeft de Koninklijke Neder-landse Maatschappij ter bevordering derGeneeskunst (KNMG) aan wanneer een artsde behandelrelatie met een patiënt mag stoppenen ook mag weigeren.

De artsenfederatie geeft aan dat er regelmatigvragen komen over het beëindigen van hetbehandelen van een patiënt. De KNMG hanteertde regel dat bij agressie en bij structurele wan-betaling een arts de behandelovereenkomst magbeëindigen. Wel worden er in deze richtlijn

zogenoemde zorgvuldigheidseisen beschreven.Deze zijn op relevante rechterlijke uitsprakengebaseerd. Hieruit blijkt dat wanneer eenbehandelrelatie wordt beëindigd een arts eenovergangs- periode in acht moet nemen entevens voor andere hulpverlening moet zorgen. De arts is in alle gevallen verantwoordelijk voorzijn/haar besluit.De richtlijn is te downloaden viawww.knmg.nl/publicaties.Bronnen: KNMG, 22 september en 4 oktober 2005<

1549 bij wanbetaling mag arts behandelrelatie staken

Het systematisch verbeteren van de patiënt-veiligheid staat centraal in het project Veilig-heidsmanagement. Dit project wordt door deNVZ vereniging van ziekenhuizen gezamenlijkmet de Orde van Medisch specialisten (Orde) enhet Landelijk Expertisecentrum Verpleging &Verzorging (LEVV) uitgevoerd.

Op 24 november 2005 heeft Minister Hooger-vorst van VWS het startsein voor het projectgegeven. De start van het project maakt deel uitvan de Nationale Week van de Patiëntveiligheid.In het kader van het Sneller Beter-thema Patiënt-veiligheid heeft gezant Willems, president-directeur van Shell Nederland, eind 2004 hetrapport Hier werk je veilig, of je werkt hier niet

> instellingen

1550 ziekenhuizen ontwikkelen veiligheidsmanagmentsysteem

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 182

Page 2: 1550 Ziekenhuizen Ontwikkelen Veiligheidsmanagmentsysteem

instellingen

183zorg & financiering > 9-2005

gepresenteerd. De NVZ, de Orde en het LEVVonderschrijven de hoofdaanbeveling van dit rap-port dat alle ziekenhuizen in 2008 met een(gecertificeerd) veiligheidsmanagementsysteem(VMS) werken.

Kern van veiligheidsmanagement

De kern van een VMS is het inventariseren vanrisico’s en het vastleggen van maatregelen omde risico’s te beheersen en de kwaliteit van zorgcontinu te verbeteren. De NVZ, de Orde en hetLEVV willen de ziekenhuizen, medisch specia-listen en verpleegkundigen ondersteunen om in2008 daadwerkelijk te kunnen voldoen aan deeis van invoering van een (gecertificeerd) VMS.Hiervoor worden de basiselementen van hetVMS ontwikkeld in samenwerking met tienpilotziekenhuizen. De resultaten uit deze pilotworden breed verspreid en vormen een onder-steuning bij het invoeren van een veiligheids-

managementsysteem in alle ziekenhuizen. Depilotziekenhuizen hebben zich spontaan aan-gemeld voor het project.Het betreft de volgende ziekenhuizen: Antonivan Leeuwenhoekziekenhuis, Amsterdam;Slotervaartziekenhuis, Amsterdam, AmphiaZiekenhuis, Breda; Reinier de Graafgroep, Delft;Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag; HagaZiekenhuis, Den Haag; Maasland Ziekenhuis,Sittard; IJsselmeerziekenhuizen, Lelystad/Emmeloord; Isala klinieken, Zwolle.

Per 1 januari 2007 basiselementen gereed

Een belangrijke doelstelling van het project is debasiselementen uit het veiligheidsmanagement-systeem per 1 januari 2007 beschikbaar te heb-ben. Deze elementen worden vervolgens binnende branche verspreid, zodat alle ziekenhuizen instaat zijn ze in 2008 in te voeren.Bron: persbericht NVZ, 24 november 2005<

De basisset ‘Prestatie-indicatoren voor zieken-huizen 2005 is onlangs verschenen. Dit is dederde keer dat de ziekenhuizen wordt gevraagdnaar gegevens over de prestaties.

De set voor 2005 is bijna gelijk aan die van 2004.Alleen de indicatoren voor ‘Decubitus’ en ‘CVA’zijn iets aangepast.De set is net als in 2004 tot stand gekomen insamenwerking met de Nederlandse Federatievan Universitair medische centra (NFU), deNederlandse Vereniging van Ziekenhuizen(NVZ) en de Orde van Medisch Specialisten(Orde). Voor de inspectie maken de indicatorendeel uit van het preventieve onderzoeksinstru-mentarium. Daarmee kunnen op basis van risi-co-inschatting prioriteiten in het toezichtworden gesteld. Door het toezicht op dezemanier ‘gelaagd en gefaseerd’ te structureren,vervalt de noodzaak om algemeen toezicht uit te

oefenen. De brancheorganisaties hechten erbelang aan dat de prestatie-indicatoren geschiktzijn voor interne sturing en voor het afleggenvan maatschappelijke verantwoording door deziekenhuizen.

Termijn

De gevraagde gegevens moeten voor 1 juni 2006binnen zijn bij de Inspectie voor deGezondheidszorg. Om de gegevens efficiënt tekunnen analyseren en in te voeren en zo deregistratielast te beperken kunnen ziekenhuizengebruik maken van de invoermodule 2005 vande NVZ, te vinden op www.ziekenhuizentrans-parant.nl. De Inspectie houdt op de websitewww.igz.nl een overzicht bij van gegevens die aldan niet binnenkomen. Na definitieve inleveringzijn de gegevens openbaar conform de Wetopenbaarheid bestuur. Van ieder ziekenhuis

1551 basisset prestatie-indicatoren ziekenhuizen 2005

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 183