1519 Nederland Voorop Bij Jeugdgezondheidszorg Eu

1
zorg 74 10-2009 > zorg & financiering oplossen. Prominent is de groeiende vraag naar gespecialiseerde vormen van jeugdzorg. Daarin moet een omslag komen. Voor ‘gewone’ opvoed- en opgroeiproblemen moet minder snel en vanzelfsprekend worden aangeklopt bij zwaardere vormen van zorg. Lichte hulp en advies ‘Niet iedere opvoedvraag hoeft een vraag om jeugdzorg te worden’, stelt Rouvoet. Met lichte hulp en advies kunnen gezinnen en hun sociale netwerk veel problemen zonder gespecialiseerde zorg oplossen. Het fundament voor deze om- slag is al gelegd met de Centra voor Jeugd en Gezin in alle gemeenten. Het zorgaanbod voor jongeren met complexe meervoudige problemen moet worden verbeterd. Nu behandelen zorgverleners dit soort jongeren vaak vooral vanuit hun eigen vakgebied, bijvoor- beeld psychiatrisch of orthopedagogisch. Terwijl voor deze jongeren juist een zorgaanbod nodig is waarin disciplines intensief samenwerken. Begin 2010 komt minister Rouvoet met een kabinetsstandpunt over de toekomst van de jeugdzorg. Centraal daarin is: welke zorg heb- ben jongeren met problemen nodig en hoe organiseren wij dat aanbod? Bestuurlijke en financiële consequenties moeten daarvan een afgeleide zijn. Bron: Programmaministerie van Jeugd en Gezin, 30 september 2009< Op basis van recent onderzoek van Universiteit Twente-bachelorstudente Rosemarie Wieske blijkt dat de Nederlandse jeugdgezondheids- zorg (JGZ) in vergelijking met andere Europese landen goed is georganiseerd. Vooral op het vlak van adolescentenzorg kan Nederland ech- ter nog leren van andere landen. Nederland zou bijvoorbeeld kunnen overwegen om een consult in de adolescentenleeftijd (15-16 jaar) toe te voe- gen. Wieske onderzocht de organisatie en uitvoering van de JGZ in dertien Europese landen, die lid zijn van het Eusuhm (European Union for School and University Health and Medicine). Op het Eusuhm-congres in Leiden presenteerde de studente onlangs haar bevindingen aan zo’n honderd jeugdartsen. In Nederland wordt JGZ gedefinieerd als preven- tieve gezondheidszorg. Preventief, dus gericht op het voorkomen van gezondheidsbedreigin- gen van een kind. Er is geen internationale defi- nitie bekend van JGZ, daarom richt de studie van Wieske zich op de organisatie van preventieve zorg die aan kinderen wordt aangeboden. In Nederland vormen kinderen van nul tot negen- tien jaar de doelgroep. Dat verschilt van land tot land. In Kroatië is de doelgroep zesenhalf tot vijfentwintig jaar, in Duitsland nul tot twaalf jaar en in Zwitserland nul tot zestien jaar. Over het algemeen zit er geen lijn in de JGZ in de Europese Unie. In sommige landen geldt een kleinere doelgroep voor de JGZ dan in Neder- land. Of het kan zijn dat gezondheidsbedreigin- gen in gezin of buurt niet worden gemeten. Of er bestaan andere keuzes in het vaccinatie- of screeningpakket. Wat de beste maatregelen zijn, hangt af van het land, maar er zijn altijd verbete- ringen mogelijk die geïnspireerd zijn op het beleid van andere landen. Het onderzoek is een van de eerste onderzoeken naar de organisatie van de JGZ in verschillende landen. Er is nog weinig over bekend. De effec- ten van de preventieve JGZ zijn namelijk moei- lijk zichtbaar te maken. Als je bijvoorbeeld door vaccinaties ziekten voorkomt of door voorlich- ting wiegendood, dan kom je deze gegevens nauwelijks meer tegen! Bron: Universiteit Twente, 13 oktober 2009< 1519 nederland voorop bij jeugdgezondheidszorg eu

Transcript of 1519 Nederland Voorop Bij Jeugdgezondheidszorg Eu

Page 1: 1519 Nederland Voorop Bij Jeugdgezondheidszorg Eu

zorg

74 10-2009 > zorg & financiering

oplossen. Prominent is de groeiende vraag naargespecialiseerde vormen van jeugdzorg. Daarinmoet een omslag komen. Voor ‘gewone’opvoed- en opgroeiproblemen moet mindersnel en vanzelfsprekend worden aangeklopt bijzwaardere vormen van zorg.

Lichte hulp en advies

‘Niet iedere opvoedvraag hoeft een vraag omjeugdzorg te worden’, stelt Rouvoet. Met lichtehulp en advies kunnen gezinnen en hun socialenetwerk veel problemen zonder gespecialiseerdezorg oplossen. Het fundament voor deze om-slag is al gelegd met de Centra voor Jeugd enGezin in alle gemeenten.

Het zorgaanbod voor jongeren met complexemeervoudige problemen moet worden verbeterd.Nu behandelen zorgverleners dit soort jongerenvaak vooral vanuit hun eigen vakgebied, bijvoor-beeld psychiatrisch of orthopedagogisch. Terwijlvoor deze jongeren juist een zorgaanbod nodig iswaarin disciplines intensief samenwerken.Begin 2010 komt minister Rouvoet met eenkabinetsstandpunt over de toekomst van dejeugdzorg. Centraal daarin is: welke zorg heb-ben jongeren met problemen nodig en hoeorganiseren wij dat aanbod? Bestuurlijke enfinanciële consequenties moeten daarvan eenafgeleide zijn.Bron: Programmaministerie van Jeugd en Gezin,30 september 2009<

Op basis van recent onderzoek van UniversiteitTwente-bachelorstudente Rosemarie Wieskeblijkt dat de Nederlandse jeugdgezondheids-zorg (JGZ) in vergelijking met andere Europeselanden goed is georganiseerd. Vooral op hetvlak van adolescentenzorg kan Nederland ech-ter nog leren van andere landen. Nederland zoubijvoorbeeld kunnen overwegen om een consultin de adolescentenleeftijd (15-16 jaar) toe te voe-gen.

Wieske onderzocht de organisatie en uitvoeringvan de JGZ in dertien Europese landen, die lidzijn van het Eusuhm (European Union forSchool and University Health and Medicine). Ophet Eusuhm-congres in Leiden presenteerde destudente onlangs haar bevindingen aan zo’nhonderd jeugdartsen.In Nederland wordt JGZ gedefinieerd als preven-tieve gezondheidszorg. Preventief, dus gerichtop het voorkomen van gezondheidsbedreigin-gen van een kind. Er is geen internationale defi-nitie bekend van JGZ, daarom richt de studie vanWieske zich op de organisatie van preventievezorg die aan kinderen wordt aangeboden. In

Nederland vormen kinderen van nul tot negen-tien jaar de doelgroep. Dat verschilt van land totland. In Kroatië is de doelgroep zesenhalf totvijfentwintig jaar, in Duitsland nul tot twaalf jaaren in Zwitserland nul tot zestien jaar.Over het algemeen zit er geen lijn in de JGZ in deEuropese Unie. In sommige landen geldt eenkleinere doelgroep voor de JGZ dan in Neder-land. Of het kan zijn dat gezondheidsbedreigin-gen in gezin of buurt niet worden gemeten. Ofer bestaan andere keuzes in het vaccinatie- ofscreeningpakket. Wat de beste maatregelen zijn,hangt af van het land, maar er zijn altijd verbete-ringen mogelijk die geïnspireerd zijn op hetbeleid van andere landen. Het onderzoek is een van de eerste onderzoekennaar de organisatie van de JGZ in verschillendelanden. Er is nog weinig over bekend. De effec-ten van de preventieve JGZ zijn namelijk moei-lijk zichtbaar te maken. Als je bijvoorbeeld doorvaccinaties ziekten voorkomt of door voorlich-ting wiegendood, dan kom je deze gegevensnauwelijks meer tegen!Bron: Universiteit Twente, 13 oktober 2009<

1519 nederland voorop bij jeugdgezondheidszorg eu

ZenF-0910cyaan.qxd 12-11-2009 9:16 Pagina 74