145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

304
Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 1 Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening Paul Kraaijer Paramaribo Suriname Februari 2013

description

Document Geschiedenis van de Kleinschalige goudsector - 2012

Transcript of 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Page 1: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 1

Kleinschalige goudwinning in Suriname

op weg naar ordening

Paul Kraaijer

Paramaribo – Suriname

Februari 2013

Page 2: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 2

Hoofdstuk 1

Voorwoord

Als Nederlands freelance schrijver en sinds 1998 (vanaf 1998 bezocht ik Suriname jaarlijks

een aantal weken) intensief volger van het Surinaamse milieubeleid (biodiversiteit,

afvalbeleid, waterhuishouding, flora & fauna, activiteiten van kleine- en grootschalige

goudmijnwinning en bauxietwinning, klimaatverandering, etcetera), wonend en werkend in

Paramaribo sinds augustus 2010, ben ik medio november 2011 gestart met een

maandenlange research naar alle aspecten van de kleinschalige goudwinning in Suriname.

Dat deed ik geheel op persoonlijke titel, het was een eigen initiatief en ik deed dit objectief

en onafhankelijk, zonder welke steun van wie of wat dan ook.

Het is een interessant issue, waarover nog nimmer een uitgebreid boekwerk is verschenen.

Uit mijn omgeving hoorde ik veel positieve reacties naar aanleiding van dit initiatief en dat

het goed zou zijn als een dergelijk document verkrijgbaar zou zijn. Er is hier, in Suriname, dan

ook zeker vraag naar. Ik vond dus redenen genoeg om aan de slag te gaan en het werd een

boeiende klus.

De inhoud moet voor iedereen toegankelijk en dus begrijpelijk zijn. Mijn schrijfstijl is ‘losjes’.

Ik ben geen wetenschapper, pretendeer dat ook op geen enkele wijze te zijn, maar gewoon

een schrijver die een buitengewone belangstelling heeft voor de Surinaamse biodiversiteit

en de ‘strijd’ in die unieke biodiversiteit tussen twee uitersten:

het winnen van natuurlijke hulpbronnen, als goud, bauxiet en olie, èn de bescherming van

de flora en fauna, de unieke biodiversiteit die Suriname rijk is. Botsende belangen en

beleidsprioriteiten binnen achtereenvolgende regeringen. Die belangstelling en het

ontbreken van een soort boekwerk over een onderwerp dat mij zeer interesseert, te weten

de kleinschalige goudwinning, deden mij besluiten om dit initiatief te nemen.

Het is een soort database met uiteenlopende informatie over de sector. Zo besteed ik onder

andere aandacht aan een stukje geschiedenis van de sector, wetgeving omtrent

goudwinning, de zogenoemde Clean Sweep-operaties van de regering Venetiaan-Sardjoe om

uit bepaalde gebieden in het binnenland illegale kleinschalige goudzoekers te verwijderen,

de al dan niet gewaardeerde werkzaamheden van de presidentiële Commissie Ordening

Goudsector onder de regering Bouterse-Ameerali, de gevolgen van de kleinschalige

goudwinning voor de biodiversiteit en de (gezondheid van de) binnenlandbewoners door

onder andere het gebruik van kwik, de moeizame relatie tussen kleinschalige goudzoekers

Page 3: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 3

uit vooral het dorp Nieuw Koffiekamp en de directie van Rosebel Gold Mines N.V. (eigendom

van de Canadese goudmijnmultinational IAmGold) in het district Brokopondo en vervuilende

en illegale goudpontons op met name het stuwmeer.

Ik heb onder andere gebruik gemaakt van diverse verschenen rapporten en andere

documenten over de kleinschalige goudwinning in Suriname, diverse boeken over Suriname,

vele mediaberichten (archieven van krantenwebsites), diverse uiteenlopende nationale en

internationale internetsites, persoonlijke contacten, enzovoorts.

Tijdens mijn onderzoekswerkzaamheden stuitte ik wat informatievoorziening betreft helaas

op een onbegrijpelijke en informatie verhullende muur van stilzwijgen. Diverse malen heb ik

via email instanties en personen in zowel Suriname als in andere landen benaderd met

gerichte vragen en verzoeken om informatie. Opmerkelijk was, dat personen en instanties in

het buitenland snel en inhoudelijk reageerden. Helaas was dat in Suriname niet het geval.

Instanties en personen bleven stil, reageerden op geen enkele wijze, ondanks herhaalde

verzoeken. Onder hen waren het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in

Suriname (NIMOS), de Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu), Edward van Eer

(directeur van de Stichtng Medische Zending Primary Health Care Suriname), de

fractieleiders in De Nationale Assemblee (* dhr. R. Panka, fractieleider Mega Combinatie:

NDP, KTPI, PALU, Nieuw Suriname, * dhr. R. Brunswijk, fractieleider A-Combinatie: ABOP,

SEEKA, * dhr. P. Somohardjo, fractieleider Volksalliantie: Pertjaja Luhur, Pendawa Lima, *

dhr. R. Randjitsingh, fractieleider Nieuw Front: NPS, VHP, SPA, DA'91, * dhr. C. Breeveld,

fractieleider DOE, Democratie, Ontwikkeling en Eenheid), Gerold Dompig (voorzitter van het

Managementteam van de presidentiële Commissie Ordening Goudsector), het ministerie van

Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu (ATM), Nana Resources N.V., Grassalco N.V.,

Vereniging Inheemse Dorpshoofden Suriname (VIDS) en de Organisatie van Inheemsen in

Suriname (OIS).

Ook de Rosebel Gold Mines wilde op geen enkele wijze behulpzaam zijn bij de

totstandkoming van dit boekwerk. De heer Roy van Aerde, communicatiemedewerker van

de goudmijn, liet mij op 30 juli 2012 weten dat de Rosebel Gold Mines ‘in goed overleg met

het probleem van kleinschalige goudmijnen bezig is met de Commissie Ordening

Goudsector. We kunnen u daarom niet van dienst zijn.’ Ik had onder andere gevraagd om

informatie over de relatie van de mijn met de porknokkers van vooral Nieuw Koffiekamp

vòòr 2006. Waarschijnlijk willen zowel de goudmijn als de Commissie Ordening Goudsector

hun vingers niet branden aan een verhaal over de (geschiedenis van) kleinschalige

goudwinning in Suriname. Mogelijk wilden ze gewoon niet meewerken aan een boekwerk,

dat in hun ogen wellicht te kritisch zou zijn. Maar, kritisch kan ook objectief en onafhankelijk

zijn. Het eigen verhaal van beiden blijft dus buiten beschouwing en is een gemiste kans. Deze

bewuste en onprofessionele tegenwerking heeft echter niet voor welke belemmering dan

ook gezorgd om dit boekwerk in documentvorm af te kunnen ronden.

Page 4: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 4

Eén van de weinigen met wie ik uitgebreid contact heb kunnen hebben is het Assembleelid

en fractieleider Ronny Asabina van de partij voor Broederschap en Eenheid in de Politiek,

BEP. Deze politicus strijdt al sinds 1998 tegen de negatieve ontwikkelingen in de

kleinschalige goudwinning, zoals het gebruik van kwik en de gevolgen daarvan voor de flora

en fauna en de gezondheid van inheemsen en het zoeken naar goud in wateren, zoals het

grote Afobaka stuwmeer.

Het niet reageren van velen is veelzeggend. Mogelijk ontbreekt bij veel geadresseerden

simpelweg de kennis over de kleinschalige goudsector. Mogelijk is die kennis wel aanwezig,

maar vindt men het onderwerp te gevoelig of ‘risicovol’ om op specieke vragen te reageren

en vervolgens de antwoorden terug te vinden in het boek. Mogelijk is het gewoon

gemakszucht. Feit is, dat van genoemde personen en instanties niemand ook maar de

moeite heeft genomen om in welke zin en op welke wijze dan ook te reageren. Maar, ook

zonder die reacties heb ik het boekwerk kunnen schrijven.

Paul Kraaijer

Februari 2013

Paramaribo – Suriname

Page 5: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 5

Hoofdstuk 1a

Inleiding

Decennialang wordt de unieke biodiversiteit van Suriname geteisterd door de, vooral,

illegale activiteiten van kleinschalige Surinaamse goudzoekers (porknokkers) en hun

Braziliaanse collega’s, garimpeiros.

Het Wereld Natuur Fonds (WWF) Guianas presenteerde op 19 maart 2012 een fotoverslag

van het door illegale goudzoekers grotendeels vernietigde beschermde natuurgebied

Brownsberg Natuurpark.

Suriname reageerde geschokt. Politici

en autoriteiten wisten niet hoe snel ze met een reactie moesten komen om hun afgrijzen uit

te spreken over de voor het natuurgebied desastreuze goudwinningspraktijken van

porknokkers. Maar, alle reacties waren niet echt oprecht. Al meer dan tien jaren was immers

algemeen bekend, dus ook bij de overheid en bij natuurbeschermingsorganisaties, dat in het

gebied goudzoekers illegaal aan het werk waren. De Stichting Natuurbehoud Suriname,

Stinasu, die het Brownsberg Natuurpark in beheer heeft en dus had moeten beschermen,

gedoogde de aanwezige goudzoekers. Stinasu nam haar taak als

natuurbeschermingsorganisatie niet serieus. Stinasu was eigenlijk verworden tot een soort

veredeld zogenoemd ‘eco-toerisme’ bureau.

De regering Venetiaan had in 2007 op haar eigen wijze getracht een einde te maken aan

illegale goudwinningspraktijken in een paar gebieden in het binnenland, waaronder het

Brownsberg Natuurpark. Hiervoor werden de zogenoemde Clean Sweep-operaties in het

leven geroepen. In het kader van die operaties gingen het Nationaal Leger en het Korps

Page 6: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 6

Politie Suriname over tot het, eventueel met gebruikmaking van geweld, verwijderen van

goudzoekers uit de gebieden. Maar, de acties blijken weinig succesvol. Inbeslaggenomen

materialen van goudzoekers werden door de overheid ter veilig aangeboden, waar ze

werden gekocht door de personen bij wie ze eerder in beslag waren genomen. Binnen korte

tijd waren de goudzoekers weer terug in het Brownsberg Natuurpark.

De in augustus 2010 aangetreden regering Bouterse tracht de illegale

goudwinningspraktijken met zachte hand te ordenen. Haar voornaamste wapen is de in

december 2010 ingestelde presidentiële Commissie Ordening Goudsector.

Een goed bedoeld initiatief, dat zeker tot bepaalde hoogte haar vruchten heeft afgeworpen.

De commissie is in staat gebleken om vooral door overleg en het creëeren van alternatieve

werkgebieden, uit bepaalde gebieden illegale goudzoekers te verwijderen. Dat gebeurde

met goudzoekers in het oosten van het land in het zogenoemde Meriangebied en in het

Maripastongebied ten westen van het Stuwmeergebied.

De commissie startte ook met het registeren van goudzoekers en concessiehouders, de

werkgevers. Met deze registratie kon ook een begin gemaakt met het innen van belastingen.

Toch blijkt ook de regering Bouterse niet bij machte om anno 2013 de kleinschalige

goudsector volledig te ordenen en blijvend te monitoren. Zo is het beschermde Brownsberg

Natuurpark zo lek als een mandje gebleven en worden milieuvernietigende goudpontons

(drijvende goudwinningsfabriekjes) op Surinaamse rivieren en op het Brokopondostuwmeer

ofwel het Prof. dr. ir. W.J. van Blommesteinmeer (groot 135 duizend hectare, ongeveer zo groot

als de Nederlandse provincie Utrecht) gedoogd, terwijl het bij wet verboden is om in open wateren

naar goud te zoeken. Maar, ook de eigenaren van deze goudpontons worden voor miljoenen

Surinaamse dollars door de Belastingdienst aangeslagen en dus zijn zij een belangrijke

inkomstenbron voor de Surinaamse staatskas. Reden genoeg voor de overheid om de aanwezigheid

van de drijvende goudwinningsfabriekjes te gedogen. Daarenboven slagen de regering en de

Commissie Ordening Goudsector er onvoldoende in om het gebruik van kwik door goudzoekers uit te

bannen. De commissie doet haar best om goudzoekers te bewegen over te stappen op

milieuvriendelijke goudwinningsmethoden, maar hiervoor willen de goudzoekers graag een

financiële tegemoetkoming van de overheid ontvangen. De echte wil om van kwik af te stappen

ontbreekt onder de porknokkers en garimpeiros. De overheid ontbreekt het aan voldoende middelen

om controle uit te oefenen op de goudvelden. Kwik zal dan ook nog zeker enkele jaren de kreken en

rivieren vervuilen en schade toebrengen aan de gezondheid van de inheemsen in het binnenland.

Page 7: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 7

Dat de Commissie Ordening Goudsector met een zachte hand werkt werd in augustus 2012 nog eens

duidelijk toen bekend werd dat door de commissie, in samenspraak met de Geologische

Mijnbouwkundige Dienst, 12.000 hectare grond bij het stuwmeer beschikbaar wordt gesteld voor

illegale goudzoekers in het Brownsberg Natuurpark. In plaats van illegaliteit en de vernietiging van

een beschermd natuurgebied door goudzoekers te bestraffen, lijken de illegale goudzoekers beloond

te worden door de overheid. Voorzover bekend is nog nooit een goudzoeker door een rechter

veroordeeld voor het illegaal mijnen van goud en/of het aanbrengen van aanzienlijke schade in een

beschermd natuurgebied. Justitie hult zich in stilzwijgen. Op vragen hieromtrent werd niet

gereageerd.

De regering tracht de anarchie en losbandigheid in de kleinschalige goudsector en de

vernietiging van een unieke biodiversiteit aan te pakken. Dat, het ordenen van die sector en

de bescherming van de natuur, blijkt geen eenvoudige taak.

Een decennialang gewortelde cultuur in de Surinaamse goudvelden kan niet van de ene op

de andere dag worden veranderd. De kleinschalige goudsector ombuigen van een illegale

naar een legale status lukt niet van de ene op de andere dag. Maar, de regering Bouterse

tracht er serieus werk van te maken, in een sector die wordt beheerst door anarchie,

intriges, strijd, wantrouwen en achterdocht, een sweem van avontuur, harde arbeid en

belangenverstrengelingen.

Er is anno 2013 nog een lange weg van ordening te gaan. Op den duur gaat die ordening

volledig slagen. Maar, de overheid zal af moeten stappen van haar gedoog- en pappen- en

nathoudenbeleid.

Toch zou je uit het ‘Ontwikkelingsplan 2012 – 2016 - SURINAME IN TRANSFORMATIE’ van de

regering Bouterse-Ameerali daterend van februari 2012, kunnen afleiden dat het de

overheid ernst is met de ordening van de goudsector:

‘III.5.1 GOUD EN ORDENING GOUDSECTOR

De goudsector wordt op basis van de schaal van de productie opgedeeld in drie huursectoren:

1) de grootschalige exploitatie: In samenwerking met internationale bedrijven zullen

grootschalige goudwinningsoperaties worden aangegaan;

2) de middenschalige productie ligt binnen een areaaloppervlakte van 200 – 40.000 ha. De

mogelijkheid tot ontginning zal worden geboden aan nationale ondernemingen of

buitenlandse bedrijven om goudvoorkomens te exploiteren die niet interessant genoeg zijn

voor grootschalige ondernemers;

3) kleinschalige goudmijnbouw voor areaaloppervlakte hooguit 200 ha. Exploitatierecht zal

worden gegund aan personen die als eenmans- of familieondernemingen optreden.

Page 8: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 8

In het kader van de grootschalige goudmijnbouw zullen in de minerale overeenkomsten die

worden aangegaan, duidelijke voorschriften worden vastgelegd omtrent de financiële en

technische controle van de op te zetten operatie.

Bij de uitvoering van de controle zal gebruik worden gemaakt van zowel Surinaamse als

externe expertise. Een delfstoffeninstituut dat de gehele mijnbouwsector moet overzien, zal

na de aanname van de Delfstoffenwet worden opgezet.

De kleinschalige goudmijnbouw heeft vanwege de grote mate van bandeloosheid en de

daarmee gepaard gaande ernstige schade die wordt aangebracht aan het milieu, speciale

aandacht van de overheid. Deze subsector bevindt zich goeddeels in de illegale sfeer. Terwijl

de geregistreerde inkomsten uit deze subsector die van de grootschalige goudmijnbouw

overtreffen, leverde deze voor de ordening geen noemenswaardige bijdrage aan de

staatskas.

De ordening van de goudsector wordt aangemerkt als een activiteit die voor het economisch

weerbaar maken van ons land van enorm groot belang is. Het is voor een ieder duidelijk dat

de gunstige goudprijs en de te verwachten verdergaande gunstige ontwikkelingen voor wat

prijsvorming betreft, ons land en de Surinaamse bevolking ten goede moeten komen.

Veel aandacht wordt voorts besteed aan de ordening vanwege de noodzaak het centraal

gezag te doen wederkeren, de illegaliteit tegen te gaan en de voortgaande schade aan het

milieu een halt toe te roepen. De voorwaarden die nodig zijn voor het aantrekkelijk maken

van de omstandigheden in de gebieden die potentieel rijk zijn aan goudvoorkomens, zullen in

deze beleidsperiode gecreëerd worden.

De voorwaarden die bij de ordening van de goudsector doorslaggevend zijn, worden

hiernavolgend genoemd:

de aanwezigheid van het centraal gezag;

het opleiden en het trainen van actoren in de sector;

het introduceren van nieuwe technologie en het bevorderen van het gebruik daarvan in de

goudsector;

het uitwerken van financieringsmodaliteiten ten behoeve van de sector.

Een belangrijk onderdeel van de ordening van de sector, nadat registratie van alle

belanghebbenden heeft plaatsgevonden en de noodzakelijke administratieve procedures in

acht zijn genomen, is het professionaliseren in het belang van het op verantwoorde wijze

kunnen ontplooien van commerciële goudwinningsactiviteiten. Institutioneel kunnen bij het

professionaliseren concreet genoemd worden het opzetten van een School of Mining and

Mineral Processing en het in het leven roepen van Mijnbouw Service Centra met een

interdepartementaal karakter waarin ook de bij de sector direct betrokken personen en

instanties zullen participeren.

Het introduceren van moderne technologie en het aanpassen van de wet- en regelgeving aan

de trend van de milieuvriendelijke winning van goud, worden in deze van groot belang

geacht en reeds voorbereid.

Page 9: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 9

De Regering zal een korte termijn een staatsbesluit slaan, betreffende de instelling van een

investeringsfonds, ten behoeve van de ontwikkeling van de goudsector. Dit fonds zal het

$nancieren van activiteiten in de sector die ondersteunend zijn naar de complete ordening en

de duurzame ontwikkeling van de sector ter hand nemen. Kleine en middelgrote

ondernemers alsook de overheid en Niet Gouvernementele Organisaties, NGO’s, zullen

in aanmerking kunnen komen voor financiering van initiatieven en activiteiten, gericht op het

opheffen van de chaotische, illegale en onveilige situatie in de goudrijke gebieden.

De sector zal transparant gemaakt worden, zodat het voor belanghebbenden inzichtelijk

wordt. De $scus zal ten gevolge daarvan de belastingmiddelen waar de staat rechtens

aanspraak op maakt, op een snelle wijze kunnen innen.

Het aangaan van contracten met multinationale organisaties op basis van het principe van

wederzijds, rechtmatig toekomende voordelen, staat hoog op de agenda. Het klimaat in de

goudsector zal gewijzigd, verbeterd en hersteld worden, zodat onze goudpotentie

meerverdiensten voor ons land kan opleveren.

De regering zal binnen de goudsector met internationale partners, waaronder Indonesië,

samenwerken om nieuwe milieuvriendelijke technieken voor de goudwinning te bestuderen.’

Het zijn mooie woorden in het ruim 280 pagina’s tellende document van de regering.

Bescherming van de unieke biodiversiteit en van de gezondheid van de inheemse bevolking

in Suriname moeten prioriteit zijn in het beleid van ordening van de kleinschalige

goudwinningssector.

De regering nu en in de toekomst moet een juiste balans weten te vinden tussen het belang

van een gezonde flora, fauna en bevolking en een gezonde economisch belangrijke

kleinschalige goudsector.

Paul Kraaijer

Februari 2013

Paramaribo – Suriname

Page 10: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 10

Hoofdstuk 2

De geschiedenis van de kleinschalige goudwinning

Suriname kent een lange en bewogen geschiedenis voor wat betreft de kleinschalige

goudwinning. Hier en daar is in historische bronnen summiere informatie in snel

opeenvolgende jaartallen te vinden. Het maakt het mogelijk in vogelvlucht door de historie

van de kleinschalige goudsector te vliegen.

De eerste goudexploratie activiteiten in Suriname blijken al in 1687 en 1688 te hebben

plaatsgevonden op gezag van gouverneur Cornelis van Aerssen, heer van Sommelsdijck. Zijn

zucht naar goud werd vooral gedreven door de in die jaren rondzoemende verhalen over het

zogenaamde goud van El Dorado.

- El Dorado, De Vergulde, zou een mythisch goudland zijn dat ergens in Zuid-Amerika ligt. De

Spaanse conquistadores hoorden in de 16e eeuw van indianen, dat een koning zich in het

Parima meer zou baden en iedere keer het meer verliet bedekt met goud: de Gouden Man of

El (Hombre) Dorado in het Spaans. De conquistadores gingen uiteraard meteen op zoek naar

dit Parima meer, in het gebied van de bovenloop van de Orinoco rivier. Het nieuws over El

Dorado verspreidde zich snel, met als gevolg dat er vele expedities georganiseerd werden

door zowel Spanjaarden als Nederlanders, Fransen en Engelsen. Er werd tot diep in de 18e

eeuw gezocht in Colombia, Venezuela, Brazilië en de Guyana’s, maar ondanks de vele

geruchten over mogelijke vindplaatsen werd geen klompje goud gevonden. –

Van Aerssen organiseerde een expeditie stroomopwaarts van de Surinamerivier met als doel

het Parima meer en de legendarische gouden stad Manoa te vinden. Helaas, kwam de

expeditie zonder resultaten terug.

Het eerste gevonden goud begin 18e eeuw

De eerste werkelijke goudvondsten in Suriname werden vanaf 1717 gedaan en die leidden in

1718 tot de oprichting van de ‘Societeits Goudmijn’ op de Parnassus Berg (Blauwe Berg).

Gouverneur Hendrik Temming – die vanaf het jaar dat hij gouverneur werd, 1722, ook

eigenaar werd van de plantage Berg en Dal - beëindigde echter de goudmijnactiviteiten,

omdat de kosten voor de Sociëteit van Suriname, eigenaar van het land en financier van de

goudmijn, volgens hem in geen verhouding stonden tot de opbrengsten.

- De Sociëteit van Suriname was een particuliere Nederlandse koloniale onderneming.

Waarschijnlijk al in 1680 begonnen Cornelis van Aerssen en Philip van Hulten besprekingen

over de oprichting van de Sociëteit. Pas op 21 mei 1683 werd de ‘Geoctroyeerde Sociëteit van

Page 11: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 11

Suriname’ een particuliere onderneming, met als doel winst te maken op het beheer van de

kolonie. De Sociëteit telde drie deelgenoten die elk een stem hadden en elk voor een derde

participeerden: de West-Indische Compagnie, de familie van Aerssen van Sommelsdijck en de

stad Amsterdam. Deze participanten zorgden voor de aanvoer van slaven, kolonisten of

planters, verdediging en bestuur. Ze verdeelden de kosten en de baten gelijkelijk. In 1795

werd de onderneming opheven. -

Tussen 1729 en 1741 was een tweede ‘Societeits Goudmijn’ actief in het gebied tegenover

de palmolieplantage Victoria. Een jaar later begon het eerste Surinaamse private

goudmijnbedrijf, de ‘Geoctroyeerde Surinaamsche Mineraal Compagnie’, te mijnen in

hetzelfde gebied. Het bedrijf had concessies verkregen van de ‘Societeits Goudmijn’ om te

mijnen tussen 1742 en 1745. Aan de werkzaamheden kwam abrupt een einde toen een mijn

instortte en veertig arbeiders gedood werden. Het duurde meer dan een eeuw voordat weer

begonnen werd met goudwinning.

Goudwassers bij longtoms 1880-1900 Julius Eduard Muller Tropenmuseum Amsterdam

Page 12: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 12

J. Wolbers schreef in 1861 in ‘Geschiedenis van Suriname’ het volgende:

‘Sedert de vruchtelooze pogingen der Spanjaarden en Portugezen om goud in Suriname te

vinden; sedert het gebleken was, dat de grootsche denkbeelden daarover van den

Engelschen avonturier Walter Raleigh ijdel waren; sedert dat de, op bevel van van

Sommelsdijk en eerst na zijnen dood teruggekomen, tot het opsporen van het goudrijke (?)

meer van Parima uitgezondene officieren en soldaten de onwaarheid dier velerlei sprookjes

van Eldorado enz. op nieuw bevestigd hadden, sedert had men er van afgezien om zoo diep

in de aarde te wroeten ten einde schatten te ontdekken; men behoefde immers den bodem

slechts eenige voeten om te werpen en er vervolgens het zaad in te strooijen en het welig

opschietende en de snelgroeijende koffijheester beloonden beter den arbeid, en het goud,

daarvoor in ruiling verkregen, vloeide ruimschoots in de beursen der volkplanters. Dan in

1742 wilde men toch nog eens weder beproeven of men het nog niet gemakkelijker kon

bekomen. In genoemd jaar werd door Wilhelm Hack en anderen ene compagnie opgerigt tot

het zoeken naar mineraal, edelgesteenten en andere kostbare stoffen.

Heeren Directeuren der ‘geoctroyeerde societeit van Suriname’ verleende hiervoor een

octrooi, waarbij het den ondernemers, bij uitsluiting van anderen, vergund werd, alomme

door de gansche kolonie onderzoek te mogen doen naar goud, zilver, koper, tin, lood,

edelgesteenten en anderen profijt gevende voorwerpen, hoe dezelve voorkwamen, of ook

genaamd mogten zijn, zoo op als onder de aarde. Hoewel gemeld wordt dat de heeren

Hack, wat de onkosten betrof, wel besloten waren, om deze onderneming voor eigene

rekening aan te vangen, zoo hebben zij, in aanmerking van den naijver, die bij wèl slagen,

daaruit tegen hen kon ontstaan, gewild, dat alle onderdanen van den Nederlandschen staat

hierin aandeel konden verkrijgen, en mitsdient eene maatschappij of vennootschap opgerigt,

onder den naam van ‘Geoctroijeerde Surinaamsche Mineraal-compagnie.’ (...)

Weldra werden verscheidene mijnwerkers naar Suriname gezonden; de oorlog was opnieuw

aan de ingewanden der aarde verklaard. Bij den berg Victoria, alwaar hun door de societeit,

(...), een streek lands van tien mijlen in den omtrek geschonken was, begon men den arbeid,

doch met geen zeer gelukkig gevolg. Door verzuim van de noodige voorzorgen stortte een

gedeelte van het werk in, en werden veertig menschen onder die instortende massa levend

begraven. Er werd wel eenige erts gevonden en naar Europe verzonden; doch deze hield

naauwelijks zoo veel metaal in, dat de vracht hieruit kon betaald worden; zoodat deze

onderneming evenzeer mislukt is als de vroegere goudzoekingen.’

Goudvondsten in 19e eeuw

De Duitse geoloog dr. Friedrich Voltz arriveerde in 1853, met financiële steun van de

Nederlandse regering, in Suriname. Hij moest onderzoeken of de vestiging van een Duitse

kolonie in Suriname mogelijk zou zijn. De Duitser ontdekte tijdens zijn reis door Suriname op

de linkeroever van de Marowijnerivier, bij de Sipariwiniekreek, een steensoort die veel

overeenkomsten vertoonde met gesteente uit de Braziliaanse deelstaat Maranhão in het

Page 13: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 13

noordoosten van het land, met rijke goudbeddingen. (Voltz is de naamgever van een van de

heuveltoppen aan de rechteroever van de Coppenamerivier, iets boven de bekende Raleigh-

vallen, de Voltz Berg).

Kort na terugkeer in Paramaribo werd Voltz ernstig ziek en overleed enkele dagen later

(1855). Hij bleek brieven naar contacten in Nederland en Duitsland te hebben geschreven,

waarin hij onder andere repte over zijn ervaringen in Suriname. Helaas waren belangrijke

wetenschappelijke aantekeningen verdwenen. Enige tijd na zijn overlijden werden

daadwerkelijk op een door hem aangewezen locatie aan de Marowijnerivier grote

hoeveelheden goud gevonden. In 1862 voerde de Engelsman I. Rozenberg een onderzoek

uit in het Boven-Suriname gebied, op zoek naar goudvoorraden. Hij had ervaring opgedaan

in Australische goudvelden. Rozenberg vond sporen van goud. Van zIjn bevindingen deed hij

verslag aan gouverneur Reinhart Frans van Lansberge die vervolgens zijn chef van het

zogenoemde Bouwdepartement, het huidige ministerie van Openbare Werken, Johan

François Adriaan Cateau van Rosevelt, opdracht gaf om samen met Rozenberg een reis door

het gebied te maken waar goudvoorraden waren aangetroffen. Dat was de in het Gelderse

Hattem in 1823 geboren Cateau van Rosevelt wel toevertrouwd. Hij had immers een staat

van dienst als lichtmatroos, stuurman en ontdekkingsreiziger en cartograaf van het

Surinaamse binnenland. De reis, welke duurde van 5 tot 18 september 1862, moest echter

vroegtijdig afgebroken worden, omdat Rozenberg ernstig ziek werd. De chef van het

Bouwdepartement vermeldde in zijn rapport van de reis, dat men onder andere te Victoria -

waar ook de 18e eeuwse ‘Geoctroijeerde Surinaamsche Mineraal-compagnie’ had gewerkt -

‘eenige korrels fijn goud, welke alhoewel op zichzelve weinige waarde hebbende, toch het

bewijs opleveren, dat zich alhier een goudveld bevindt’ had gevonden. De uitkomst van de

reis had verder tot gevolg, dat in New York een maatschappij werd opgericht, de ‘New York

and Surinam Company", die op 18 Juli 1870 een belangrijke concessie ontving, maar er niet

in slaagde om op tijd met haar werkzaamheden te beginnen. Daardoor werd die concessie in

1874 vervallen verklaard.

Over de ‘New York and Surinam Comany’ is het volgende opgetekend door Herman Daniël

Benjamins in de Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië 1914-1917:

‘Rosenberg, overtuigd van de juistheid zijner meening, trachtte belangstelling voor de zaak

op te wekken in het buitenland. Dit schijnt hem gelukt te zijn, want in Juli 1868 wendden hij

en de heeren Sawyer en Benjamins, als vertegenwoordigers van een te New-York opgerichte

‘New-York South America Surinam goldmining company’, in eene latere overgelegde acte

van oprichting genoemd ‘New-York and Surinam Company’, zich tot den Gouverneur, met

het verzoek, voor den tijd van 50 achtereenvolgende jaren kosteloos ter beschikking te

stellen van deze Maatschappij 6000 akker (2574 H.A.) van 's lands domein ter ontginning van

mijnen. Aan adressanten werd te kennen gegeven, dat ‘tot eenige concessie aan genoemde

maatschappij niet kan worden overgegaan, zoolang zij niet door het bevoegd gezag als

Page 14: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 14

zedelijk lichaam erkend is, door goedkeuring van hare statuten of reglementen, bevattende

het doel, de grondslagen, den werkkring en de overige regelen der vereeniging’. Echter werd

hun persoonlijk toegestaan, om gedurende eenigen tijd voorloopig in de onderscheidene

districten in 's lands domein een onderzoek in te stellen. Kort daarna voldeed de

maatschappij aan de door het Bestuur gestelde voorwaarden en werd deze bij G.R. dd. 2

Sept. 1869, No. 2, als rechtspersoon erkend. Verder namen de Koloniale Staten 2 Mei 1870

eene verordening aan, waarbij de Gouverneur gemachtigd werd, onder zekere voorwaarden,

de concessie aan de Maatschappij te verleenen. Deze verordening werd 11 Juni d.a.v. (G.B.

No. 4) afgekondigd en de Gouverneur verleen de de concessie bij Besluit van 18 Juli 1870,

No. 1. De concessie was inderdaad eene belangrijke. Aan de maatschappij werd voor den

tijd van vijftig jaren, in te gaan 1 Aug. 1870, toegestaan: ‘een terrein van 6000 akkers (2574

H.A.) van 's lands domein, gelegen in het district Boven-Suriname aan den rechteroever der

Suriname, zich uitstrekkende tot aan de Sarakreek, tot ontginning van goud, zilver, andere

metalen en steenkolen en inzameling van alle andere voortbrengselen der kolonie.’

Onder de voorwaarden kwam o.m. voor, dat binnen twee jaren na den voormelden afstand

de maatschappij ten genoegen van den Gouverneur het bewijs zou moeten leveren, dat het

maatschappelijk kapitaal van $60000.-, bepaald als het kapitaal der maatschappij in het

overgelegde ‘certificate of corporation dd. 15 December 1868’, geplaatst was; verder, dat zij

met hare werkzaamheden geen aanvang zou mogen maken, dan nadat het bewijs was

geleverd, dat een derde, van het voorgeschreven kapitaal was gestort, welk bewijs ten

genoegen van den Gouverneur moest zijn geleverd binnen een jaar na den voormelden

afstand en de voormelde vergunning. In Aug. 1872 kwamen vijf door het Bestuur dezer

maatschappij uitgezonden mijnwerkers, onder leiding van den heer Hoyte aan. Ofschoon het

document overgelegd, ten blijke, dat het bij de verordening bedoelde een derde van het

maatschappelijk kapitaal gestort was, onvoldoende bleek, werd ter bevordering van de zaak

aan genoemden Hoyte, in afwachting van een meer voldoende verklaring, vergunning

verleend, voor den tijd van zes maanden, in te gaan 15 Aug. 1872, zoodanige nasporingen en

voorloopige werkzaamheden te doen in het aan de maatschappij afgestaan terrein, als hem

noodig zou voorkomen. Hoyte keerde in Nov. 1872 van een onderzoekingsreis terug en

bevestigde de geschiktheid van het terrein; hij vertrok daarop naar Noord-Amerika, onder

toezegging van spoedigen terugkeer, doch, behalve van een verzoek tot vergrooting van het

terrein, dat bij G.R. dd. 28 Aug. 1873, No. 1, afgewezen werd, vernam men niets meer van de

maatschappij en de concessie werd in het laatst van 1874 vervallen verklaard.’

Het bleef in de 19e eeuw nog wat aanmodderen in de kleinschalige goudwinning, maar de

belangstelling voor de avontuurlijke sector was absoluut gewekt.

Het was gouverneur jonkheer Cornelis Ascanius van Sypesteyn (gouverneur van 1 augustus

1873 tot 11 november 1882) die de algehele goudwinning nieuw leven in blies. Hij was

onder de indruk van de hoeveelheid goud die in een buurland Frans-Guyana werd gevonden:

in 1874 werd door Frans-Guyana 1.432 kilo goud uitgevoerd. Dit was reden genoeg voor de

gouverneur om in augustus 1874 een expeditie richting de Marowijnervier te sturen. Onder

Page 15: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 15

leiding van zijn secretaris mr. P. Alma vertrok een team bestaande uit éénenvijftig personen

aan boord van het stoomschip ‘Paramaribo’ naar de Marowijnerivier. Van Sypesteyn wilde

weten of aan de Nederlandse zijde van de rivier ook een mogelijkheid was om goud te

winnen. De reis zou duren van 17 augustus tot en mey 19 september. Onder de

expeditieleden waren onder andere de Engelsman Rozenberg en landmeter W.L. Loth. Loth

beschikte over veel kennis over het Surinaamse binnenland. Volgens het rapport dat over de

reis werd geschreven had het onderzoek van de Aroewarakreek tot de Grankreek, langs de

Marowijnerivier, uitgewezen dat ‘de formatie van den grond dezelfde was als die aan den

Franschen oever, alwaar de goud-industrie zich met goed gevolg ontwikkelt’. Het rapport

leidde snel tot diverse aanvragen voor een vergunning om naar goud te mogen zoeken aan

de Boven-Marowijnerivier. De eerste concessie tot ontginning van goud werd op 1 februari

1875 uitgegeven, en de pachtprijs werd op tien cent per hectare bepaald. Tegen het eind

van 1875 was aan negen pachters 52.460 hectare uitgegeven, waarvan 47.260 hectare aan

de Marowijnerivier en 5.200 hectare aan de Surinamerivier. Ook waren acht vergunningen

aan de Boven-Surinamerivier en één aan de Boven-Marowijnerivier verleend.

Bij de eerste aanvragers waren de Brit Rozenberg en de Duitser August Kappler. Deze Duitse

onderzoeker en ontdekkingsreiziger kwam in januari 1836 als soldaat naar Suriname. Hij

raakte gefascineerd door de natuur en begon planten en insecten te verzamelen. Van 1842

tot 1846 was de Duitser gestationeerd te Paramaribo waar hij in het binnenland verzamelde

vlinders verkocht. Hiermee verdiende hij dusdanig veel geld dat hij in 1846 een stuk land aan

de Marowijnervier kon kopen. Daar bleef hij drieëndertig jaar wonen en zijn woonplaats

werd uiteindelijk Albina genoemd, naar zijn verloofde Albina Josefine Liezenmaier. In 1854

publiceerde hij zijn boek ‘Sechs Jahre in Surinam’ , over zijn ervaringen gedurende de

periode dat hij lid was van de koloniale dienst. Kappler verliet Suriname in 1879. Hij keerde

terug naar Duitsland, waar hij nog twee boeken over zijn Surinaamse periode schreef, en

overleed in Stuttgart op 71-jarige leeftijd.

In 1875 konden diverse goudconcessies worden verstrekt. De eerste staaf goud van

ongeveer een halve kilogram werd gekocht door de Surinaamsche Bank. In totaal werd in

1875 zo’n zesendertig kilogram uitgevoerd - met schepen van de Compagnie Générale

Transatlantique - met een totaalwaarde van ongeveer 49.000 gulden. Het ging voorspoedig

met de ontwikkeling van de Surinaamse goudsector. Om de ontwikkeling van de goudsector

te bevorderen, werd een voorschrift uit 1855 (‘Van alle mineralen in deze kolonie gevonden

wordende, moet door den eigenaar een vijfde gedeelte van hunne geldswaarde na aftrek

van kosten en exploitatie, aan het Gouvernement worden afgestaan.’), na goedkeuring van

de Koloniale Staten, per 14 Maart 1876 ingetrokken. Ook werd met ingang van die datum de

uitvoer van onbewerkte mineralen vrijgesteld.

Binnenland toegankelijk gemaakt

Toch waren er ook een paar problemen, waarvan het wegennet de voornaamste was. Het

was bijzonder lastig om ver het binnenland in te gaan. Om dat ondoordringbare binnenland

Page 16: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 16

toch toegankelijker te maken werden in 1876, 1877 en 1878 expedities door W.L. Loth, in

opdracht van gouverneur Van Sypesteyn, op touw gezet om zogenoemde tracés te kappen:

honderd kilometer van de Suriname- (bij Brokopondo) naar de Marowijnerivier, van de

Suriname- naar de Saramaccarivier over drieënzestig kilometer en van de Tempatikreek naar

de Boven-Surinamerivier (veertig kilometer). Het resultaat was, dat meer concessies werden

uitgegeven en dat behalve aan de Marowijnerivier, ook onderzoekingen aan de Suriname-

en Saramaccarivier werden uitgevoerd. De concessies hadden in 1882 een grootte van

587.000 hectare.

Goudwinning door middel van het afspoelen van een berghelling op Placer de Jong 1880-1900 Julius

Eduard Muller Tropenmuseum Amsterdam

In 1876 werd ook goud ontdekt te Sarakreek. In de periode 1876 tot 1879 werden meer dan

honderdvijfentachtig nieuwe goudlocaties, zogenoemde ‘placers’, gevonden bij de Boven-

Surinamerivier, de Saramaccarivier, de Boven-Tempatikreek, de Mindrinetiekreek en de

meest belangrijke werd gevonden bij de Boven-Sarakreek (Sarakreek is één van de zes

ressorten en het grootste van het district Brokopondo. Een groot deel van de oppervlakte

van Sarakreek bestaat uit water (Brokopondostuwmeer). In het oosten, zuiden en westen

grenst het Sarakreek aan het district Sipaliwini en in het noorden aan de ressorten

Brownsweg en Brokopondo. Volgens het Centraal Bureau voor Burgerzaken woonden in

2004 4.913 mensen te Sarakreek.)

Page 17: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 17

In 1880 bedroeg de goudproductie ongeveer 681 kilo.

Op 2 mei 1884 verscheen een door jhr. Mr. W. Elout van Soeterwende geschreven

interessant artikel met als titel ‘De Surinaamsche Goudvelden’ in het koloniaal nieuws- en

advertentieblad Suriname. Het artikel gaat vooral over de omstandigheden waaronder

goudzoekers werkten. Hieronder enkele passages over de gezondheidszorg voor zieke

goudzoekers:

‘Er zijn vooral drie moeilijkheden, waarmede de goudzoeker in Suriname te kampen heeft.

Vooreerst de gezondheidsfactor, ten tweede de onbetrouwbaarheid van de personen

met het toezicht belast en ten derde de lange, moeilijke en soms gevaarlijke wegen naar de

goudvelden, die, al naarmate den afstand van zes dagen tot drie weken duurt.

Die gezondheidsfactor beheerscht wel voor een groot deel de goudwinning in Suriname.

Ten slotte is het sterkste en meest taaie gestel niet bestand tegen een leven in 't bosch,

ook al worden de grootste voorzorgen genomen. De uit de moerassen opstijgende dampen

veroorzaken al zeer spoedig de gevaarlijkste koortsen. Dan moet de lijder, die soms op de

tweeden dag reeds niet meer 't aan kan, zoo hevig en afmattend kunnen de aanvallen zijn,

het koste wat het wil, worden vervoerd. En ter eere van de negers moet worden erkend dat

ze tot die taak ouder de moeilijkste omstandigheden steeds bereid gevonden worden. En ’t

is geen gemakkelijke zaak om met z’n zessen een ziek man in zijn hangmat aan een lange

paal of sterke bamboes soms een dag of wat door 't bosch over bergen en kreken te dragen,

langs een pad , dat voor een enkel persoon soms reeds zoo moeilijk te begaan is. En de arme

lijder, wiens hoofd nu eens hooger en dan weer lager hangt dan zijne voeten, en

niettegenstaande de grootste zorg vaak in onzachte aanraking komt met omgevallen

hoornen en met steenen en rotsen, en voor wien de hangmat geen beveiliging is tegen de

makka-doorn, is op zoon oogenblik minder te benijden dan jongelieden met avontuurlijken

inborst allicht meenen, wanneer zij zich het leven van den goudzoeker voorstellen.

Is men eenmaal aan den waterkant, dan is 't ergste achter den rug. De zieke wordt achter

in de boot gelegd, de pagaais worden opgevat en er wordt geroeid met een ijver die aan

't ongeloofelijke grenst. Er zijn voorbeelden van dat bij zoon gelegenheid negers dagen

aan één stuk hebben doorgeroeid. En is de zieke eenmaal in de stad, dan wacht hem 't zij

bij vrienden, 't zij in het militair hospitaal, een uitstekende verpleging, zoodat hij gewoonlijk

weer herstelt, hetgeen geen niet belet dat de koorts spoedig daarop den patiënt gewoonlijk

opnieuw aangrijpt. Intusschen komen er inderdaad slechts weinige gevallen met doodelijken

alloop voor, hoewel de gezondheid na eenige koortsaanvallen een gevoeligen knak krijgt en

soms totaal vernield wordt. Weldra ziet zoo iemand er als een wandelend geraamte uit.

Tijdens mijn verblijf in de kolonie werd de eigenaar van een placer in korten tijd driemaal

ziek van de goudvelden weggedragen. Hij liet zich echter daardoor niet afschrikken om er

steeds weer heen te gaan en is thans voor zijne volharding beloond door een vondst van een

kreek , naar ik hoor, zóo rijk, dat in één maand 300 kilo gewonnen isI Ik moet er echter voor

Page 18: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 18

waarschuwen om niet te veel te hechten aan de cijfers die men zoo hoort noemen, want

men is in Suriname zeker niet minder dan elders tot vergrooting geneigd en de gelukkige

vinder zal zeiden aan iemand opgeven hoeveel hij vond.

Zeker is het dat men, door ondervinding geleerd, te Paramaribo in 't algemeen dezen factor

der gezondheid niet licht telt. (...)’

In de jaren na 1880 daalde de opbrengst, om weer te stijgen na enkele belangrijke vondsten

in de Boven-Sarakreek (1881-1882), totdat in 1887 ongeveer 859 kilo bereikt werd. In het

gebied tussen de Lawa- en de Tapanahonirivier werd in de tweede helft van 1885 door

enkele Fransen uit buurland Frans-Guyana goud ontdekt. Er bestond echter al enkele jaren

een verschil van mening over het eigendomsrecht van het gebied tussen Frankrijk en

Nederland. In 1861 was door een Nederlands-Franse Commissie dat geschil al in het

voordeel van Suriname beslist, maar toen werd verzuimd de uitkomst door een zogenoemd

traktaat te bekrachtigen. Door de ontdekking van goud tussen de Lawa- en de

Tapanahonirivier en na lang diplomatiek onderhandelen kwamen beide landen overeen het

geschil aan de arbritage van de Czaar van Rusland te onderwerpen. Deze besliste in mei 1891

ook ten gunste van Suriname, onder beding, dat de rechten door Fransen bona fide op dit

gebied verkregen, geëerbiedigd zouden worden. Een jaar later werden daar concessies

uitgegeven en met goed gevolg.

In 1894 werd een belasting ingevoerd van zeven cent per kilo goud. Minstens tien procent

van de goudproductie werd echter niet opgegeven.

In het in februari 1898 uitgeven Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië van dr. W.R. baron van

Hoëvell (2e nieuwe serie, 2e jaargang) verscheen onder andere het artikel ‘Concessiën in

Suriname’, geschreven door ene H. Pyttersentz (pagina 110 tot en met pagina 130). Het

artikel geeft een goed beeld van de wijze waarop in de jaren ’80 en ’90 van de 19e eeuw

werd omgegaan met goud- en tramconcessies aan buitenlandse personen, met name uit

Engeland en Amerika. Uit de interessante tekst wordt ook duidelijk dat in die jaren

geworsteld werd met de aanwezigheid van buitenlanders in het land die door het verkrijgen

van concessies goud en geld het land uitvoerden. Ook toen werd gediscussieerd over de

vraag of de overheid er niet voor moet waken dat buitenlanders en buitenlandse

ondernemingen aan de haal gaan met de Surinaamse natuurlijke hulpbronnen. Een discussie

die anno 2011 en 2012 ook actueel was vanwege de onderhandelingen die de regering

Bouterse-Ameerali voerde met zowel de Canadese goudmijnmultinational IAmGold

(eigenaar van Rosebel Gold Mines NV) en de Amerikaanse goudmijnmultinational Newmont

die in het Nassaugebied in het oosten van het land de hoop heeft gevestigd op het opzetten

van twee goudmijnen.

Page 19: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 19

De tekst van het artikel ‘Concessiën in Suriname’ uit februari 1898 is hieronder integraal

overgenomen uit het tijdschrift:

‘Concessiën in Suriname.

Herhaaldelijk is gedurende de laatste weken in de bladen gewaagd van de ontstemming,

welke in de Kolonie Suriname heerschte, naar aanleiding van de lastgeving van den Minister

van Koloniën aan den Gouverneur om niet over te gaan tot afkondiging eener Verordening,

waarbij aan de heeren Duncan c.s. concessie werd verleend voor den aanleg van een

spoorweg van Paramaribo in Z. W. richting naar de Saramacca, en tot de vervroegde

afkondiging eener Verordening, waarbij aan het syndicaat Barr Robertson vergunning werd

verleend om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van delfstoffen, op terreinen gelegen

aan de Boven-Saramacca.

De juistheid dier berichten, zoo wat de lastgeving van den Minister betreft, als van de

daardoor ontstane ontstemming in de Kolonie, valt wel niet te betwijfelen. Deze laatste is

dan ook allezins begrijpelijk; sedert jaren leidt Suriname, ondanks zijn natuurlijken rijkdom

en vele hulpbronnen, een kwijnend bestaan, zoodat voordurend finantieele steun van het

Moederland noodig is. Terwijl de geheele ontwikkeling der Kolonie zich tot heden bepaalt

tot de smalle kuststreek langs den oever van den Atlantischen Oceaan, liggen daar in het

binnenland uitgestrekte terreinen, waarvan men schier niets weet, doch waarvan vermoedt

wordt, dat zij onmetelijk rijk zijn aan verschillende mineralen en bij uitstek geschikt voor alle

tropische cultures.

Ofschoon eene Nederlandsche Kolonie, hebben noch de Regeering, noch het Nederlandsche

kapitaal zich tot heden gelegen laten liggen aan een onderzoek dier terreinen, teneinde

daaromtrent de betrouwbare gegevens te verzamelen, die allereerst noodig zijn om de

ontwikkeling dier streken mogelijk te maken.

Behalve aan kennis omtrent den aard en de gesteldheid dier terreinen en hunne

vermoedelijke geschiktheid voor ontginning en cultuur, behoefde men voorts snellere en

minkostbare verkeersmiddelen om de ontwikkeling dezer nagenoeg onbereikbare en

onbevolkte streken ter hand te nemen.

Nu komen twee personen, vertegenwoordigers van schijnbaar machtige syndicaten, de een

met de aanvraag om concessie voor den aanleg en de exploitatie van een spoorweg naar het

onbekende binnenland, de andere om vergunning tot het instellen van een onderzoek op

uitgestrekte terreinen; het Koloniaal Bestuur, overtuigd van de groote voordeden, welke

voor de Kolonie in de toekomst uit deze aanvragen zullen voortvloeien, betoont zich bereid

concessie en vergunning te verleenen; reeds ziet men in gedachten den weg naar het

onbekende binnenland geopend, en als gevolg daarvan toenemende welvaart voor de

Page 20: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 20

geheele Kolonie, als een machtwoord van den Minister al die schoone verwachtingen den

bodem inslaat.

Het moeten ongetwijfeld ernstige, gewichtige redenen zijn geweest, welke dezen Minister,

die de beteekenis van industrie en landbouw voor de ontwikkeling van een land kent, die

bovendien herhaaldelijk getoond heeft den vooruitgang van Suriname te bedoelen, en niet

noodeloos de gemoederen in de Kolonie zou willen ontstemmen, tot het nemen van deze

besluiten hebben geleid. Ter juiste beoordeeling dier redenen is het evenwel noodig eenig

meerder licht te doen opgaan over de verschillende aanvragen om concessie en vergunning,

dan tot heden is geschied.

Goudwingebied placer Gebr. L.&F. de Jong 1925 A.C.P. Curiel Tropenmuseum Amsterdam

Tot voor weinige jaren was Suriname alleen bekend wegens de buitengewone

vruchtbaarheid van den bodem en zijne geschiktheid voor verschillende cultures. Wel

had de heer Westphal omstreeks 1855 beweerd te Phedra, aan de Surinamerivier,

steenkolen te hebben gevonden, maar latere onderzoekingen hadden de onjuistheid dezer

bewering aangetoond. Van de geologische gesteldheid van het land was nagenoeg niets

bekend; een Duitscher, Dr. Voltz, was in het midden dezer eeuw met het instellen van een

Page 21: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 21

wetenschappelijk onderzoek begonnen, maar de resultaten zijner waarnemingen gingen na

zijn dood gedeeltelijk verloren, en werden voor een deel eerst openbaar gemaakt door den

hoogleeraar K. Martin, die in 1885 een onderzoek instelde aan de rivier de Suriname.

Dat Suriname's bodem goud bevatte was toen ter tijd reeds gebleken, maar omtrent de

ligging, de uitgestrektheid en den vermoedelijken rijkdom der goudhoudende formatie wist

men nagenoeg niets met zekerheid. Reeds de heer Martin wees er op, dat het van groot

belang zou zijn, als eerste stap tot een systematische ontginning, om nauwkeurig na te gaan

en in kaart te brengen, welk deel van den bodem wordt ingenomen door de formatie der

kristallijne leien (huronische formatie), uit welke het goud voornamelijk schijnt afkomstig te

zijn. Maar er werd niets in deze richting gedaan.

Intusschen bleek de goudrijkdom van Suriname meer en meer. De eerste uitvoer van goud

had plaats in 1884 , en ondanks de primitieve wijze van ontginning, welke zich bepaalde tot

eenvoudig wasschen, bedroeg de uitvoer tot heden niet minder dan ƒ 19,000,000.

Terwijl men in Nederland volhardde in de bestaande onverschilligheid ten opzichte van de

Kolonie, begon Suriname de aandacht te trekken van het buitenlandsche kapitaal, dank zij de

gunstige verslagen van mijnbouwkundigen, uitgezonden tot het instellen van een onderzoek.

Een hunner, A. J. Mather, Practical Mine-Operator, gaf in het Amerikaansche tijdschrift The

Engineering Magazine van 1893 eene uitvoerige beschrijving van de „Goudvelden van

Nederlandsch- Guyana", zooals hij deze door eigen onderzoek en door de waarnemingen

van anderen had leeren kennen. Volgens hem begint de goudhoudende rand ongeveer 75

mijlen van de zeekust, en loopt in N. O. en Z. W. richting, ter breedte van 75 tot 100 mijlen.

Deze rand is nog niet voor de helft onderzocht, doch dat daarin een ontzaggelijke rijkdom

van kostbare metalen verborgen is, wordt door geen deskundige, die den bodem met eigen

oogen heeft gezien, betwijfeld. Volgens hem en anderen is Nederl. –Guyana bestemd om het

rijkste goudveld ter wereld te worden en zijn de vooruitzichten, welke men van de placer -

en de kwartsontginning mag verwachten, niet te hoog te stellen. Een goed spoorwegstelsel

is evenwel onontbeerlijk om het verre binnenland te bereiken; die spoorweg zou behalve dat

hij de mijnontginning ten goede kwam, ook het vervoer van de verschillende uitstekende

timmer- en meubelhoutsoorten zeer vergemakkelijken, en de cultuur van allerlei producten

bevorderen.

Maar, zoo voegt hij er bij, zonder „Amerikaansche push en kapitaal valt er op geen goeden

uitslag te rekenen. Dit land verbeidt de aanraking van den tooverstaf door Amerikaanschen

ondernemingsgeest gezwaaid, daar noch het Nederlandsche bestuur, noch het

Nederlandsche kapitaal iets doen om het binnenland der Kolonie open te stellen en tot

ontwikkeling te brengen."

Het zou weldra blijken dat deze woorden niet onopgemerkt waren gebleven. Eindelijk begon

men ook in Nederland eenige aandacht te schenken aan Suriname. Reeds sedert geruimen

Page 22: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 22

tijd had de heer Mr. Lindaal Jacobs getracht invloedrijke personen te winnen voor een door

hem ontworpen plan tot het instellen van een geologisch en landbouwkundig onderzoek van

een deel van het binnenland, waarmede tevens samenging het plan tot aanleg van een

spoor- of tramweg , uitgaande van een punt aan de Surinamerivier, loopende in Z. W.

richting naar de onbekende landstreek gelegen tusschen de Suriname- en de Saramacca-

rivieren , de andere in Z. O. richting naar het zg. Lawagebied, de streek gelegen tusschen de

Lawa endeTapanahony. De kosten , voorloopig geraamd op ƒ 15,000,000, moesten

bestreden worden uit eene leening, uitgegeven onder garantie van den Staat. Het mocht

hem evenwel niet gelukken het vertrouwen der geldmannen voor zijne plannen te winnen,

en waarschijnlijk zou de exploratie van een gedeelte van Suriname door Nederlanders nog

lang tot de vrome wenschen hebben behoord, indien niet andere mannen zich tot dat doel

aan het hoofd eener nieuwe onderneming hadden gesteld. Dit was het zg. Comité-de Gelder,

bestaande uit de heeren J. A. de Gelder, oud-lid van den Raad van Nederl.-Indië , J. C. Jansen,

oud Minister van Marine, C. Lely, oud-Minister van W., H. en N., en Mr. H. W. F. Struben,

advocaat, waaraan later werd toegevoegd de heer L. D. J. L. de Ram, Lid van de Tweede

Kamer der St.-G. , welk Comité later is overgegaan in de vennootschap „Maatschappij

Suriname", gevestigd te 's Gravenhage.

De Maatschappij Suriname.

Onder dagteekening van 25 Augustus 1896 werden door het Comité rekesten aangeboden

aan den Minister van Koloniën en den Gouverneur van Suriname, waarbij zij vergunning

vroegen tot l het instellen van een geologisch en landbouwkundig onderzoek van den bodem

van Boven-Suriname, en wel in het bijzonder van de landstreek gelegen bezuiden

Paramaribo en begrensd door de Marowijne- en Surinamerivieren , met de be-

doeling om bij gunstige resultaten van dat onderzoek, concessie te verkrijgen:

a. voor den aanleg en de exploitatie van een tramweg van Paramaribo naar het Lawagebied;

b. tot ontginning van een terreinstrook diep 1000 meters aan weerszijden van den tramweg;

c. tot ontginning van een of meer terreinen, gezamenlijk ter grootte van 500,000 HA. in het

onderzochte terrein.

Op den voorgrond werd gesteld dat de tramweg beschouwd moest worden als het middel

tot ontginning der landstreek, doch niet als een directe bron van inkomsten; het

vervoermiddel diende de exploitatie vooraf te gaan, als noodzakelijk om tot de krachtige

ontwikkeling van het gewest te komen. Dat dus allereerst het in te stellen onderzoek zou

moeten dienen tot de vaststelling van een voorloopig tracé van den tramweg, en in de

tweede plaats tot het verzamelen van de noodige gegevens ter beoordeeling van de

levensvatbaarheid van een boven- en benedengrondsche exploitatie van de onderzochte

terreinen. Weliswaar bleef de aanleg van den tramweg afhankelijk van de resultaten van dit

Page 23: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 23

onderzoek, daar de lijn, loopende deels door een schaars bevolkte, deels door een geheel

onbewoonde streek, uit zichzelve geene levensvatbaarheid bezat, maar daarentegen zou,

ook bij gunstig resultaat van het onderzoek, de ontginning dier terreinen niet op voldoende

schaal kunnen geschieden, zoolang de tramweg niet gereed was.

In de Kolonie werd deze aanvrage met grooten bijval begroet. Wijl daaraan evenwel

overeenkomstig de bestaande verordening niet kon worden voldaan, diende de Gou-

verneur eene speciale verordening in, welke den 21 December 1896 door de Koloniale

Staten werd goedgekeurd. Hierbij werd de Gouverneur gemachtigd om aan het Comité

de gevraagde vergunning tot het instellen van een onderzoek te verleenen. In art. 4 werd

bepaald dat gedurende den tijd waarvoor de vergunning verleend is, door den Gouverneur

geene concessiën of vergunningen, van welken aard ook, worden uitgegeven of verleend ,

op eene strook land ter breedte van 1000 meters aan weerszijden van de as van den

tramweg, zoodra de richting daarvan door de houders der vergunning zal zijn aangegeven.

In zijne toelichting wees de Gouverneur er met nadruk op, dat hoewel alleen het verzoek om

vergunning tot onderzoek op dat oogenblik rijp was voor beslissing, er verband gelegd moest

worden tusschen die vergunning en eventueel te verleenen concessiën. „Bij de moeilijkheid

eener afdoende regeling , moest voor een deel wederzijdsch vertrouwen de grondslag van

alles zijn/' „Formeele aan- spraak op de gevraagde concessiën wordt niet gegeven, maar

wanneer, zooals te verwachten is, de aanvragers rekenen op goede trouw bij Regeering en

Koloniaal Bestuur, dan zal de gekozen vorm zeker voldoende zijn om den grondslag der zaak

te kunnen vormen."

Den 4en Januari 1897 volgde het besluit van den Gouverneur tot het verleenen der

gevraagde vergunning, welke voor den tijd van vier jaren werd verleend, te rekenen van de

dagteekening dezer beschikking, terwijl het onderzoek binnen een jaar moest zijn

aangevangen, dus vóór den 4en Januari 1898.

Het was op dezen grondslag van wederzijdsch vertrouwen tusschen Koloniaal Bestuur en

aanvragers , dat de Maatschappij Suriname tot stand kwam, en hoewel van den aanvang af

door de oprichters er nadruk op gelegd werd, dat de toekomst der Maatschappij geheel

afhankelijk was van de uitkomsten van het in te stellen onderzoek, ondervond zij ook het

noodige vertrouwen van de zijde van het publiek. Hiertoe werkte ongetwijfeld niet weinig

mede de steun welke zij mocht ondervinden van de zijde der Regeering, die op haar verzoek

twee bekwame Ned. Indische ambtenaren ter beschikking der Maatsch. stelde, onder

bepaling dat hun diensttijd niet wordt onderbroken door hunne werkzaamheid in West

Indië. Dus gesteund, kostte het de Maatsch. geene groote moeite de noodige, uitstekende

krachten aan hare onderneming te verbinden. Hoezeer bij die keuze tramwegaanleg op den

voorgrond trad, blijkt wel uit de benoeming van den heer Grinwis Plaat tot leider der

Page 24: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 24

opnemings-expeditie, terwijl de salarissen voor de ingenieurs, speciaal daarvoor

aangewezen, met inbegrip van dat van een landbouwkundige ƒ 34,800 bedragen , terwijl

de technici met de mijnbouwkundige opsporingen belast, slechts / 11,800 ontvangen.

Het geheele personeel van ambtenaren — de mindere beambten enz. zouden te Paramaribo

worden geëngageerd — scheepte zich in December jl. in, en gerust mag men zeggen, dat

nimmer eene onderneming op degelijker wijze voorbereid en met meer kans op welslagen

Nederland verliet. Nog voor den in de verordening bepaalden datum van 4 Januari 1898 kon

met het onderzoek een aanvang worden gemaakt.

De aanvrage-Duncan c. s.

Tot de vreemdelingen die, aangelokt door de schitterende beschrijvingen van den heer

Mather e. a., Suriname bezochten, met het doel om bij gunstig bevinden deze Kolonie tot

het terrein van hunne operatien te maken, behoorde ook de heer John Duncan, de type van

den jongen, ondernemenden Amerikaan.

Na een verblijf in de Kolonie, waarbij hij zich door een bezoek aan de verschillende placers

(goudontginningen) eenigszins op de hoogte had gesteld van de toestanden, verzocht hij van

het Koloniaal Bestuur, namens een Amerikaansch syndicaat, gevormd door den heer

Newhouse, een rijk en zeer bekend spoorwegman te Denver, V. S., de volgende concessieën:

a. Voor den aanleg van een spoorweg in de landstreek gelegen tusschen de Suriname- en de

Saramaccarivieren, loopende in Z. W. richting, over eene lengte van ruim 150 engelsche

mijlen;

b. afstand van 1 KM. grond aan weerszijden van den spoorweg;

c. schenking van 500.000 HA. land ter zijner keuze, vrij van eenige retributie, alles voor den

tijd van 90 jaren.

Hij verplichtte zich om binnen 6 maanden na het verkrijgen der concessie met den aanleg

van den spoorweg te beginnen, en deze binnen 5 jaren te voltooien.

Er behoeft wel niet uitdrukkelijk gewezen op de groote overeenkomst bestaande tusschen

deze aanvrage en die van de Mij Suriname, ook wat de lijnen betreft, die beide in zuidelijke

richting van Paramaribo uit, de landstreek tusschen de Suriname- en de Saramaccarivieren

doorsnijden, met dit verschil, dat op een punt nabij de Surinamerivier gekomen, Bergendal

genoemd, die der Mij Suriname in Z. O. richting loopt naar het Lawagebied, terwijl de heer

Duncan zich voorstelt alsdan in Z. W. richting te gaan. De stamlijn van Paramaribo tot aan

Bergendal, welke de thans geëxploiteerde goudvelden met de hoofdstad zal verbinden, is

evenwel nagenoeg dezelfde.

Page 25: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 25

Doch tevens behoeft het niet te verwonderen hoezeer ook deze aanvrage in de Kolonie met

groote ingenomenheid begroet en voor de toekomst van Suriname van overwegend belang

geacht werd. De exploitatie van goudvelden op groote schaal is onmogelijk, zonder het tot

stand komen van betere en snellere verkeersmiddelen, daar de aanvoer van werktuigen en

levensbehoeften langs de rivier tot aan Bergendal en van daar naar het binnenland, te

kostbaar en dikwijls onmogelijk is. En nu woog vooral zwaar in het voordeel der concessie

Duncan, dat de concessionaris beloofde dat de aanleg van de lijn binnen 6 maanden

begonnen en binnen 5 jaren voltooid zoude zijn, terwijl de Mij Suriname op dat tijdstip haar

onderzoek nog moest aanvangen en in elk geval eerst over pl. m. 2 jaren met den aanleg zou

kunnen beginnen.

Hier tegenover stond dat het Koloniaal Bestuur tegenover de Mij. Suriname zoo niet

formeel, dan toch moreel gebonden was, en de aanleg van een concurreerende lijn

bezwaarlijk vereenigbaar scheen met de door de Mij. verkregen rechten. Op dezen grond

toch had de Gouverneur kort tevoren geweigerd de concessie te verleenen voor den aanleg

van een tramweg loopende in nagenoeg dezelfde richting, aangevraagd door den heer

Duurvoort.

De voordeden voor de Kolonie voortspruitende uit het spoedig tot stand komen van de lijn-

Duncan wogen evenwel te zwaar, dan dat de Gouverneur de beslissing op die aanvrage

meende te mogen aanhouden tot de Mij. Suriname haar spoorwegplan had voltooid, en

toen de pogingen om overeenstemming te verkrijgen tusschen de Maatschappij en den heer

Duncan, afstuitten op diens besliste verklaring, dat hij niet met anderen wilde samenwerken

, meende de Gouverneur in het belang der Kolonie te handelen door het ontwerpen eener

concept-verordening, waarbij „met eerbiediging in den ruimsten zin van de rechten en

vooruitzichten aan de Mij Suriname gegeven", aan den heer Duncan de gevraagde concessie

werd verleend.

Zooals bekend is en hiervoren werd opgemerkt, gaf de Minister van Koloniën telegrafisch

last de afkondiging dezer verordening op te schorten.

De concessie-Barr Robertson.

Bijna gelijktijdig met die van den heer Duncan werd nog eene derde aanvrage van grooten

omvang gedaan, nl. door den heer J. Barr Robertson uit Londen.

Tot goed begrip van de geschiedenis dezer aanvrage diene, dat het recht van vergunning tot

het doen van onderzoek naar de aanwezigheid van delfstoffen, en dat van concessie tot

exploitatie , worden beheerscht door eene Verordening, welke o. a. bepaalt dat geene

vergunning tot onderzoek kan worden verleend in streken, waar alreeds gronden in

concessie zijn uitgegeven; d. w. z. dat binnen een afstand van 30 KM. van eene bestaande

exploitatie geen vergunning tot onderzoek kan worden verleend; daarentegen geeft de

vergunning voorkeur op concessie in de onderzochte streken. De vergunning wordt

Page 26: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 26

kosteloos verleend, doch voor niet langer dan één jaar, en voor geene grootere

uitgestrektheid dan 20,000 HA. Deze laatste bepaling wordt evenwel in de praktijk herhaal-

delijk buiten werking gesteld door het aanvragen van vergunningen op verschillende namen.

Het concessierecht duurt niet langer dan 40 jaren, en kost het 1ste en 2de jaar 10 ets. per

H.A. , het 2de en 3de jaai 25 ets. en daarna 50 ets., alles bij vooruitbetaling.

Door den heer Barr Robertson nu werd vergunning aangevraagd voor 332,800 HA.; toen

evenwel bleek dat een deel dier gronden gelegen was in streken waar reeds terreinen in

concessie waren uitgegeven, wijzigde hij zijne aanvrage in dier voege , dat hij concessie

vroeg voor 199,450 H.A., en daarvoor het concessierecht van ƒ 19,945 betaalde, ofschoon

ook hier feitelijk alleen onderzoek werd beoogd. Voorts vroeg hij vergunning voor de rest,

wat hem werd toegestaan.

Verschillende deskundigen werden nu door den heer R. naar het binnenland gezonden om

de noodige onderzoekingen te doen, maar de uitkomst beantwoordde tot dusverre niet aan

de verwachtingen. Daar de vergunning overeenkomstig de bestaande verordening, evenwel

slechts voor één jaar kon worden verleend, stond de heer R. dus na verloop van dat jaar voor

het feit, óf de vergunning te verliezen, waardoor de gemaakte kosten nutteloos werden, óf

ook voor deze terreinen concessie aan te vragen, en het concessierecht van ƒ 35,000 te

moeten voldoen.

De door hem opgerichte maatschappij The Dutch-Guiana concessions Limited, maakte daar-

tegen bezwaar, temeer nog wijl gebleken was, dat deze terreinen, naar het heette nimmer

onderzocht, bedekt waren met exploratie-gaten van vroegere onderzoekers, zonder dat het

Bestuur daarmede bekend was. De heer R. stelde daarop aan het Koloniaal Bestuur voor

hem de vergunning tot onderzoek van terreinen, te zamen groot 332,800 HA. voor vijf jaren

te verleenen, tegen betaling van ƒ 2000 met uitzicht op concessie op de gewone

voorwaarden.

Deze aanvrage was in strijd met de bestaande verordening;

de Gouverneur oordeelde haar evenwel zoozeer in het belang der Kolonie, dat hij meende

door eene speciale wijziging der verordening de gerezen bezwaren te moeten wegnemen,

en de aanvrage toestaan. Verder werd met het oog op eventueele nieuwe aanvragen daarbij

aan den Gouverneur de bevoegdheid verleend, in buitengewone gevallen, den Raad van

Bestuur gehoord, op door hem te stellen voorwaarden, de vergunning te verleenen ook voor

langeren tijd en voor grootere oppervlakte. Voorts achtte de Gouverneur, met het oog op de

omstandigheid, dat het vergunningsrecht van den heer Robertson in Januari 1898 zou

komen te vervallen, eene vervroegde afkondiging dezer speciale wijziging gewenscht.

Ook hierop volgde eene telegrafische lastgeving van den Minister om de afkondiging op te

schorten.

Page 27: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 27

Het standpunt van den Minister.

Om het standpuut door den Minister ingenomen te waardeeren, was eene eenigszins

uitvoerige schets van hetgeen voorafging noodig; immers na hetgeen is medegedeeld, wordt

de houding door den Minister aangenomen tegenover de spoorweg-concessie-Duncan

alleszins begrijpelijk: goede trouw en staatsbelang brachten mede geene spoorwegconcessie

aan anderen af te staan in dezelfde streek, zonder toestemming der Mij Suriname, of voor

dat gebleken was, dat deze daarvan had afgezien.

De aanleg en de exploitatie van den tramweg maakte niet alleen een integreerend deel uit

van de aanvrage der Mij, zij wafe daarbij in die mate hoofdzaak, dat de Gouverneur zelf aan

de Koloniale Staten verklaarde, „dat van een zelfstandig bestaan der andere concessiën

(de afstand van grond met recht tot ontginning) daarnevens geen sprake kan zijn, zoodat

dan ook deze noodzakelijk moeten vervallen, wanneer de tramweg niet overeenkomstig de

bestaande voorwaarden van de eventueel te verleenen concessie wordt aangelegd."

De verkregen vergunning tot onderzoek eischt dus in de eerste plaats om het tracé van den

tramweg te bepalen; zoolang die richting niet definitief is vastgesteld, mist het Koloniaal

Bestuur de bevoegdheid concessie voor datzelfde doel te verleenen aan anderen in dezelfde

streek, als zijnde in strijd met de aan de Mij. verleende rechten.

De bewering dat de lijn-Duncan, als loopende op grooten afstand van den tramweg en dan

nog slechts tot Bergendal in dezelfde richting, geen concurrentie zou veroorzaken, is geheel

onjuist. Ten eerste is het tracé van den tramweg nog niet vastgesteld, en kan elke richting

door anderen gekozen, ook die zijn der Mij. Doch bovendien wordt algemeen gehuldigd het

beginsel, dat een spoor- of tramweg een monopolie schept, en als zoodanig moet

beschikken over een zone welke als de bron zijner inkomsten beschouwd wordt. Hoe

schaarscher bevolkt, hoe grooter die zone moet zijn, en dat dit het geval is met de

landstreek bezuiden Paramaribo wordt overtuigend aangetoond in de afwijzende

beschikking van den Gouverneur op de aanvrage Duurvoort, waar hij er op wijst dat de

aanleg van een tweede tramweg uit dien hoofde reeds behoort te worden afgewezen. De

afstand tusschen beide rivieren bedraagt ongeveer 40 KM., de bevolking in die landstreek

plm. 4000 en nu gaat het niet aan in een zoo weinig bevolkte streek twee spoorwegen naast

elkander te leggen. Het tracé Duncan is over de eerste 50 KM. op den grootsten afstand

hoogstens 2 k 3 uren gaans verwijderd van het voorloopig tracé der Mij en valt dus wel

degelijk binnen de zone van die lijn.

Doch ook het Staatsbelang verzet zich tegen het verleenen der concessie-Duncan. De lijn

Paramaribo— Bergendal is een stamlijn, welke in de toekomst den spoorwegbouw in

Suriname beheerscht; nagenoeg alle lijnen welke eventueel in het binnenland worden

aangelegd, zullen vertakkingen zijn van deze stamlijn. Voor de Regeering is er dus alles aan

gelegen, dat deze lijn wordt aangelegd op eene wijze, zoo dat zij aan alle technische

Page 28: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 28

vereischten voldoet en bij de vaststelling van de constructie van den bovenbouw in de

toekomst tot model kunne dienen.

Slechts de Mij. Suriname, met haar staf van Ned.-Ind. ingenieurs, kan der Regeering de

noodige waarborgen en de technische gegevens verschaffen, welke zij voor de toekomst

behoeft. Werd met de lijn-Duncan, overeenkomstig diens belofte, binnen zes maanden

begonnen, dan zou deze in de toekomst den geheelen spoorwegbouw in Suriname, zoo wat

spoorwijdte, het gewicht der rails, het vrije profiel, de veroorloofde snelheid enz.

beheerschen; doch niet dit alleen, er zou door deze lijn een monopolie worden in het leven

geroepen, daar de Mij. Suriname, voor wie de tramlijn naar het Lawagebied slechts een

lastpost kan blijven, wanneer haar de voordeelen worden ontnomen, welke van het

gedeelte Paramaribo— Bergendal mogen worden verwacht , — het eenige gedeelte dat kans

oplevert loonend te zullen zijn, — van den aanleg zal moeten afzien.

Bovendien bestaan er gronden van politieken aard welke het verleenen van concessie voor

deze tramlijn, welke tot een monopolie zoude worden, aan een vreemdeling minder

raadzaam doen zijn. Welke deze gronden zijn, zal uit het volgende blijken. Het aangevoerde

zal intusschen voldoende zijn aan te toonen, dat de Minister met beleid handelde door

maatregelen te nemen om de rechten der Mij. Suriname te handhaven. De gelegenheid

staat voor den heer Duncan open om, afwijkende van zijne verklaring dat hij niet met

anderen wil samenwerken, in overleg te treden met de Mij., en als uitgangspunt voor zijn lijn

te kiezen Bergendal, met recht van running-power op de lijn Bergendal — Paramaribo.

Doch alvorens dergelijke concessie te verleenen zal het noodig zijn voor Suriname

algemeene regelen vast te stellen voor den aanleg en de exploitatie van spoor- en

tramwegen, overeenkomstig de daaromtrent heerschende voorschriften in Nederl. -Indië.

Daardoor alleen kunnen moeilijkheden in de toekomst worden voorkomen.

Een ander bezwaar betreft de uitgifte van dergelijke uitgestrekte terreinen aan personen of

maatschappijen;

lste wijl volgens de verordening de vergunning tot het instellen van onderzoek tevens het

recht in zich sluit op voorkeur om eene concessie tot ontginning te verkrijgen. Het gevolg is

dat uitgestrekte terreinen — in dit geval niet minder dan 1,400,000 H.A. — voor geruimen

tijd worden vastgelegd;

2de wijl daardoor een macht in de Kolonie wordt in het leven geroepen, welke te eeniger

tijd een bron van groote moeilijkheden zou kunnen worden.

Dit bezwaar geldt gelijkelijk voor alle drie aanvragers, maar het klimt in beteekenis, waar

dergelijke uitgestrekte gewesten worden afgestaan aan vreemde vennootschappen,

wier zetel buiten de Kolonie is gevestigd.

De oppervlakte der terreinen door den heer Duncan aangevraagd, bedraagt meer dan die

der provinciën Noord- en Zuid-Holland te zamen; de omvang der concessie-Barr Robertson

Page 29: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 29

overtreft dien der provincie Overijssel, is meer dan Zeeland en Utrecht te zamen. Men denke

zich een gebied grooter dan 4 onzer provinciën in handen van twee buitenlandsche

maatschappijen , en dat in eene kolonie met slechts ruim 60,000 inwoners, terwijl eene dier

maatschappijen bovendien het spoorwegverkeer in de kolonie beheerscht. Het ware den

weg openen tot allerlei verwikkelingen en tot inmenging van vreemden in het bestuur der

kolonie.

De heer Duncan is Amerikaan; de vennootschap waarvoor hij optreedt, of aan wie hij zijne

rechten zal overdragen is evenals de bestuurders, zuiver Amerikaansch, voorts wil hij den

zetel buiten de kolonie vestigen. Wie nu let op de beteekenis in den laatsten tijd aan de

Monroe-leer gegeven; aan een Amerikaanse houding tegenover de Sandwichs-eilanden,

waar eenige Amerikaansche suikerplanters de voorloopers waren der annexatie; aan

hetgeen ten opzichte van Cuba is voorgevallen, die zal moeten toegeven dat het verleenen

van zoo overheerschenden invloed op de zaken der kolonie in de toekomst

hoogst bedenkelijk kan zijn.

De heer Barr Robertson is Engelschman en de zetel der Dutch-Guiana Concessions Limited

te Londen gevestigd. Is het gevaar dat van die zijde dreigt minder groot? Men denke aan

Engelands optreden tegenover Venezuela, bovenal aan Jameson's raid en de daarbij

aangenomen houding van Engeland. Wie dit alles overweegt en bovendien hoe gemakkelijk

het vallen moet op dergelijke uitgestrekte terreinen moeilijkheden te provoceeren, zal het

gevaar voor vreemde inmenging niet ligt tellen.

Ten opzichte van de concessie-Barr Robertson geldt bovendien het bezwaar, dat de

Gouverneur daarbij eene speciale wijziging der verordening voorstelde, waarbij de

bevoegdheid werd verleend van wettelijke bepalingen af te wijken, waardoor in de toekomst

de deur zou kunnen worden geopend voor allerlei willekeur, terwijl eene algemeene

wijziging der goudverordening in vele der gerezen en in andere bezwaren zou kunnen

voorzien.

Zoo behoort te vervallen het verbod van onderzoek in streken waar reeds concessiën

bestaan. Zooals de bepaling thans luidt kan de houder eener kleine concessie van bv. 600

HA. andere onderzoekers op 30 KM. afstand van zich verwijderd houden, maar zelf

intusschen, zonder vergunning, het geheele omliggende terrein van 360000 HA.

onderzoeken.

Bovendien is deze noodig om het instellen van een onderzoek naar en de ontginning van

delfstoffen in de kolonie meer in overeenstemming te brengen met de voorschriften te dien

opzichte in Nederl.-Indië bestaande of nog te stellen. Allereerst behoort als eisch te worden

gesteld dat geene concessies en landuitgiften kunnen geschieden dan aan Nederlanders en

aan ingezetenen van Nederland en Suriname, dan wel aan vennootschappen in Nederland of

Page 30: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 30

Suriname gevestigd, met de bepaling dat de concessionaris in elk geval in de kolonie behoort

te zijn vertegenwoordigd.

Men heeft als argument voor het verleenen der spoorwegconcessie aan den heer. Duncan

vooral nadruk gelegd op diens belofte binnen zes maanden met den aanleg te zullen

beginnen. Gesteld dat het hiermede ernst is, en dit beginnen zich niet bepaalt tot het

plaatsen van een of andere loods, of andere schijn- werkzaamheid, zoo mag toch worden

betwijfeld of hierin een grond kan worden gevonden, om de verkregen rechten der M.ij

Suriname te krenken. Op dien grond toch zou men aan iederen nieuwen aanvrager, die

belooft nog spoediger met den aanleg te beginnen, of een lijn nog spoediger

te voltooien, eveneens concessie moeten verleenen.

Het komt ons voor dat het standpunt door den Minister ingenomen, het juiste is, door de

omstandigheden geboden, en gerechtvaardigd door het welbegrepen belang der Kolonie.

Het belang der Kolonie.

Er wordt, en terecht, groote waarde gehecht aan de ontginning der natuurlijke rijkdommen

van een land, welke in den bodem verborgen zijn. Doch de voordeelen welke daaruit voor

een land voortvloeien, mogen niet blind maken voor de keerzijde der medaille , nl. deze, dat

men het kapitaal uitput. Zal mijnbouw niet roofbouw zijn, die ten slotte het land arm

achterlaat , dan dient er voor gezorgd, dat de voordeelen daaruit verkregen niet enkel

strekken om de zakken van meestal vreemde aandeelhouders en geldschieters te vullen, dat

niet enkelen zich verrijken, maar dat het algemeen belang daardoor worde bevorderd, en

het land zijn billijk aandeel geniet van die voordeelen.

Een sterk sprekend voorbeeld levert de phosphaat-ontginning op Klein-Curaçao en Aruba,

behoorende tot de Nederlandsche bezittingen in West-Indië. De gelukkige ontdekker dezer

phosphaat-beddingen, de Engelschman John Godden, verdiende eenige millioenen met de

exploitatie, terwijl de Kolonie daarvan niet zoovele tonnen gouds genoot. Zoolang de

ontginning voortduurde was de Kolonie in staat uitgaven en inkomsten in evenwicht

te houden; doch nauwelijks droogt de bron dier buitengewone inkomsten op, of de Kolonie

is weer even arm als voorheen — armer zelfs , daar de uitgaven gedurende de vette jaren

aanmerkelijk zijn gestegen — en zonder phosphaat.

Het directe voordeel door Suriname te trekken uit de ontginning van delfstoffen door Barr

Robertson — die door Duncan c. s. kan geen direct voordeel opleveren, daar de schenking

van land zou geschieden vrij van eenige retributie — bestond uit de concessiegelden , be-

dragende voor ruim 300,000 HA. de eerste jaren ruim ƒ30,000, daarna ruim ƒ 80,000 en

verder ƒ 160,000, en voorts uit het goudrecht, ten bedrage van 7 ets. per gram. Zoo betaalt

cene goud concessie groot 5000 HA., welker jaarlijksche winst geraamd wordt op

ƒ 1,600,000, aan concessierecht ƒ2,500, plus het goudrecht; dit is het eenige directe voordeel

hetwelk de Kolonie van deze ontginning geniet. Het indirecte voordeel bestaat uit de

Page 31: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 31

stijging van de opbrengst der invoerrechten, — althans zoo lang men niet gedwongen wordt

deze te verlagen of af te schaffen, adres Johannesburg ! — en uit eenig meerder vertier.

Voor Suriname, dat allereerst behoefte heeft aan eigen middelen, zijn deze voordeelen

niet gering, maar wegen zij op tegen eene overhaaste uitputting van de minerale

rijkdommen van het land door vreemde geldschieters ? Wij zouden meenen dit te moeten

betwijfelen.

Bevat Suriname's bodem schatten, — en daaraan valt niet te twijfelen, — dan behoort de

exploitatie derwijze te geschieden , dat ook de kolonie daarvan billijke vruchten trekt, en het

niet ga zooals thans het geval is, dat de kolonie in 20 jaren f 19,000,000 aan goudwaarde

armer wordt, en daarvan hoogstens één millioen profiteert.

Dit kan op tweeërlei wijze geschieden: de staat. d. i. in dezen de kolonie, kan een billijk

aandeel genieten in de door particulieren te behalen winsten uit ontginningen, of wel hij kan

zelf tot exploitatie besluiten en daarmede het wegvloeien der winsten voorkomen. Aan

uitsluitend eigen exploitatie kan, bij de uitgestrektheid van Suriname, wel nimmer worden

gedacht, doch wel zou deze kunnen samengaan met, en zelfs bevorderen de exploitatie door

particulieren. De bezwaren gemeenlijk tegen Staatsexploitatie ingebracht, worden

voldoende weerlegd door die der Staatssporen, en waarom zou de Staat, die wèl de

tinmijnen van Banka en de steenkolen van Ombiliën in eigen beheer weet te exploiteeren ,

niet ook in Suriname met voordeel goud kunnen ontginnen?

Dit zou zijn te handelen in het tweeledig belang der Kolonie; allereerst wijl de voordeelen

geheel ten goede zouden komen aan de Koloniale Kas, en deze versterking van eigen

middelen de voorziening in tal van behoeften mogelijk zou maken zonder evenredige

verzwaring van druk, maar mede wijl daardoor de particuliere industrie krachtig zou worden

bevorderd. Eigen exploitatie toch veronderstelt voorafgaand onderzoek, en wat dat onder-

zoek van Staatswege beteekent, leert ons het standaard-werk van de Ned.-Ind. Ingenieurs

Verbeek en Fennema - de laatste helaas slachtoffer geworden van zijn plicht.

Hoe hooge waarde men ook moge hechten aan het wetenschappelijk zoowel als practisch

onderzoek door de Mij. Suriname in te stellen, deze nasporingen bepalen zich slechts tot een

deel , dat hoe uitgestrekt ook, toch slechts een gering gedeelte uitmaakt van het onbekende

gebied.

Het onderzoek door aanvragers als de heeren Duncan en Barr Robertson in te stellen,

uitsluitend van practischen aard, brengt de wetenschappelijke kennis der Kolonie niet

verder. Daarentegen zou de Staat, eenmaal zijn onderzoek aangevangen en daarvoor

beschikkende over het noodige deskundige personeel, daarmede gelijdelijk moeten

voortgaan, en de vruchten van dat onderzoek, de daardoor verkregen gegevens, zouden

weder ten goede komen aan particuliere exploitanten.

Page 32: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 32

Op deze wijze zou Nederland eindelijk de groote schuld kunnen afdoen, welke het tegenover

Suriname heeft aangegaan, de schuld der verwaarloozing, gedurende een lange reeks van

jaren, van dat rijke, toch arme land, hetwelk van het Moederland iets anders, meer vraagt

dan subsidie als bedeelde; dat thans dankbaar de hand aanvaart, welke hem wordt

toegereikt om het op te heffen uit den tegenwoordigen toestand van verval, ook

al is het de hand van een vreemdeling, met zelfzuchtige bedoelingen toegestoken.

Conclusie.

In stede van de besluiten des Ministers te betreuren, meenen wij dat er alle reden is om te

waardeeren de bezadigdheid en het beleid waarmede hij heeft voorkomen, dat aan het

geloof aan den goeden trouw van het Gouvernement een gevoeligen knak werd gegeven;

voorkomen voorts dat de hulpbronnen van Suriname overhaast, ten bate van vreemden,

worden uitgeput.

Ten onrechte evenwel zou men uit de door Z. E. aangenomen houding afleiden dat hij

vreemdelingen zou willen uitsluiten. Men vergeet daarbij dat de heer Barr Robert-

son beschikt over eene concessie van niet minder dan 199,945 H. A. — meer dan geheel

Zeeland of Utrecht — welke hem niet kan worden ontnomen zoolang hij de voorwaarden

der concessie nakomt, een terrein groot genoeg voor de werkzaamheid ook van een

machtige onderneming. Vreemden te willen uitsluiten ware even onmogelijk als

onverdedigbaar. Maar wel mogen wij aannemen dat, nu de omstandigheden den Minister

hebben gedwongen in te grijpen, hij deze gelegenheid zal benuttigen om bij het verleenen

van concessies en het uitgeven van groote uitgestrektheden grond aan vreemden, die

waarborgen te stellen welke door het algemeen belang worden geboden.’

Page 33: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 33

Hydraulische ontginning op het terrein van de goudmijn Placer L. en F. de Jong J.E. Muller 1893

Tropenmuseum Amsterdam

Het goudwinningsproces

Goudwinning werd tot de invoering van de mechanisatie, in 1896, met de hand gedaan. De

goudzoekers maakten met pikhouwelen de grond, vooral kwartsgrind, los. De grond werd

vervolgens in een houten trog geschept waarna die met schoppen fijn werd gemaakt.

Vermengd met water bleef goud achter in de modderlaag, dat via een ijzeren plaat in een

bak van hout met kwikzilver werd opgevangen waarna het werd gewassen in een lange,

platte houten bak, de zogenoemde ‘long tom’. Op de bodem van deze bak was kwik gedaan

dat zich met het stofgoud verbond. Een goudzoeker kon dagelijks met zo’n ‘long tom’ – die

alleen werd gebruikt in gebieden met grove aarde en weinig water - rond een halve kubieke

meter grond verwerken.

In het boekwerkje ‘Het Rijksdeel Suriname’ (1952) beschrijft auteur mr. J.C. Brons – oud-

gouverneur van Suriname – hoe tegen het einde van de 19e eeuw goud werd gevonden en

gewonnen: ‘(...) Aanvankelijk waren de bedrijven van kleine omvang, waarbij de

werkzaamheden in handenarbeid geschiedden. De daarbij gevolgde werkwijze (...) was de

Page 34: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 34

volgende: het goudgehalte van de meestal onder een bovenlaag van klei ter dikte van ca I m

aanwezige grindlaag (gravel), in de nabijheid van een kreek, wordt eerst onderzocht door het

wassen van een hoeveelheid van de van grotere stukken ontdane gravel in een ronde

metalen schaal (batee), waarvan de bodem een puntige inzinking vertoont. Door de batee

met de hand een ronddraaiende beweging te geven wordt het water met de lichtere delen

van de vaste stof over de rand geslingerd, waarna tenslotte een kleine hoeveelheid vaste

stof overblijft, waarin zich – indien aanwezig – ook de zwaardere gouddeeltjes moeten

bevinden. De grotere stukjes goud (pepieten) zijn dan veelal aanstonds zichtbaar, het

overige risidu wordt met kwik vermengd, waaruit door verdamping het goud later wordt

afgescheiden. Nadat door voortgezette proeven met de batee de aanwezigheid van goud in

voldoende hoeveelheid gebleken is, wordt dezelfde werkwijze in het groot toegepast,

waarna er plaatse een houten vergaarbak (long tom) of een lange houten goot (sluice)

gebouwd wordt. De uitgegraven gravel wordt daarin gestort, waarna daaruit de grote vaste

stukken verwijderd worden, terwijl door kneding met de hand de kleinere stukjes uit de klei

worden losgemaakt. Vervolgens worden door waterspoeling het zand en de losse klei

verwijderd, waarna het zwaardere residu over een kwiklaag wordt geleid, waaruit de

gouddeeltjes later worden afgescheiden. In betrekkelijk zeldzame gevallen worden bij het

uitgraven van de gravel grotere goudklompen (nuggets) ontdekt, waarbij soms belangrijke

goudvondsten zijn voorgekomen. Op deze wijze werd in 1896 op een terrein ten zuiden van

Brokopondo een hoeveelheid gedegen goud van 5876 gram gewonnen, terwijl in 1932 op

het placer ‘De Jong’ een pocket van meer dan 40 kg goud in grotere en kleinere stukken

werd aangetroffen, doch dergelijke belangrijke vondsten zijn tot de uitzonderingen te

rekenen. (...)’

Met de introductie van onder andere stoomaangedreven pompen, ‘bucketline dredges’ en

crushers deed de mechanisatie van de goudwinningssector zijn intrede.

- ‘Bucketline dredges’ waren eigenlijk een soort baggerpontons, emmerbaggermolens,

waarop een grote grijparm was bevestigd. ‘Bucketline’ baggeren vond haar oorsprong rond

1882 in Nieuw-Zeeland. In het begin van de 20e eeuw werd het een essentieel onderdeel van

de kleinschalige goudwinning in de wereld en dus ook in Suriname. De grijper op de ponton

kon dagelijks tienduizend kubieke meter grond uitgraven. De grijpbak had een capaciteit van

zestien kubieke meter. –

De mechanisatiekoorts trok vele naamloze vennootschappenuit Nederland, Amerika en

Engeland aan. Eén van deze vennootschappen, de Amerikaanse ‘Marowijne Company’

gevestigd in Philadelphia, begon haar activiteiten in 1898 en liet zelfs een spoorlijn

aanleggen langs de Araguayakreek bij de Marowijnerivier. Het bedrijf had zowaar een

zeventig ton zware locomotief over het spoor rijden. Maar, al in 1903 beëindigde de

‘Marowijne Company’ haar werkzaamheden. De zware locomotief bleef werkloos achter.

Overigens was 1901 het meest succesvolle jaar van de mechanische goudwinning. De totale

goudproductie bedroeg dat jaar 842 kilo.

Page 35: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 35

In het boek ‘Paramaribo – Stad van tegenstellingen’ (2007) van Cynthia Mc Leod en Hennah

Draaibaar omschrijft Mc Leod kort hoe kleinschalige goudzoekers aan het einde van de 19e

eeuw vanuit het binnenland naar de stad kwamen om hun goud te verkopen. ‘(...) Op het

eind van de 19e eeuw werd er behoorlijk wat goud gevonden in Suriname. Alle goudwinners

waren verplicht om goud te verkopen aan de Surinaamsche Bank. Er waren goudbedrijven,

maar er waren ook kleine porknokkers (goudzoekers) die hun geluk beproefden op een

primitieve manier. Ook zij moesten het goud aan de Surinaamsche Bank verkopen. Na weken

of maanden in het bos gezwoegd te hebben, kwam meneer porknokker naar de stad met het

goud in de zakken van zijn versleten vuile broek, misschien was het goud gewikkeld in een

grote zakdoek of als er een grotere hoeveelheid was, kon het gewikkeld zijn in een oude

blomzak, die over de schouder geslingerd was. Soms was het goud nog helemaal vuil met

aarde en/of zand en moest het eerst schoongewassen worden. Dat gebeurde dan achter in

de tuin; (...) Iedereen moest zijn beurt afwachten en dat wachten kon lang duren. Wie geen

verblijfplaats had, kon in de tuin bivakkeren. Kortom, er waren weinig plichtplegingen bij de

inlevering van het goud, dat in mooie vormen werd gesmolten en in de kelder van de bank

bewaard werd tot het op gezette tijden naar New York werd verscheept. (...)’

De Lawaspoorlijn

Om de ontwikkeling van de goudsector in het zuidoosten van het land te stimuleren en beter

toegankelijk te maken, werd in september 1903 begonnen met de aanleg van een spoorlijn

van Paramaribo naar het Lawagebied. Het spoor liep via Republiek naar Kwakoegron aan de

Saramaccarivier, een afstand van ongeveer tachtig kilometer. Dat traject was klaar in 1906.

Bij het stationnetje van Kwakoegron kwam een zogenoemd visitatiekantoortje waar

goudzoekers het door hun gevonden goud voor de belasting moesten laten zien. Maar,

Kwakoegron was niet de eindhalte van de spoorlijn. Het spoor werd verder naar het

zuidoosten, naar de Surinamerivier, aangelegd. Om de rivier over te komen werd geen

kostbare brug aangelegd, maar een kabelbaan (gereed in 1909). Het station kreeg de

toepasselijke naam Kabel. Met een gondelcabine konden reizigers met hun bagage over de

rivier en daar liep het spoor verder tot Dam aan de Sarakreek. Het spoortraject van Kabel

naar Dam kwam gereed in 1912 en dat maakte dat het complete traject

honderdrieënzeventig kilometer lang was. Er was al in 1907 besloten de spoorlijn niet naar

de Lawarivier door te trekken: mijningenieurs hadden gerapporteerd dat het gebied daar

niet veel goud zou bevatten. Het traject Kabel-Dam werd in 1936 opgeheven. Door de bouw

van de stuwdam te Afobaka in de jaren zestig van de 20e eeuw verdwenen Kabel en een

deel van de spoorlijn grotendeels onder water. Het deel van de spoorlijn van Onverwacht

naar Brownsweg, vijfentachtig kilometer, bleef in gebruik tot 1986. Al met al kon achteraf

geconstateerd worden dat de gehele spoorlijn geen succes was geweest.

Page 36: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 36

Begin 20e eeuw zakt goudsector in

De mechanisatie van de kleinschalige goudwinning bleek ondertussen op een mislukking uit

te zijn gelopen. Vele bedrijven staakten hun activiteiten in het binnenland. Niet al het

personeel bleek voldoende weerstand te hebben tegen onder andere malaria. Maar, er

bleken ook veel te grote, te dure en niet geschikte machines te zijn geïmporteerd. Klei bleek

aan de emmers van de baggermolens vast te blijven plakken. Machinale wasinstallaties

hadden de grootste moeite om de klei los te krijgen. Ook werden machines geplaatst in

gebieden die in de grote regentijd volledig onder water kwamen te staan. Er was een groot

gebrek aan kennis over het Surinaamse binnenland. Eén van de bedrijven die haar

activiteiten binnen korte tijd beëindigde was de in 1899 te Amsterdam opgerichtte

‘Maatschappij tot Exploitatie der Vereenigde Goudplacers Gros.’. Het bedrijf beschikte over

een aandelenkapitaal van f 2.250.000. Ze nam een concessie over voor een bedrag van maar

liefst f 1.350.000. Op de goudwinlocatie kwamen een zogenoemde kwartsbreker met een

60-tons capaciteit per dag, een stoompomp en een stoombaggermolen. Maar, door ziekte of

ongeschiktheid werd constant leidinggevend personeel ontslagen. Het ging bergafwaarts

met de onderneming. Winst kon alleen in 1903 worden gemaakt. Aandeelhouders verloren

bijna al hun geïvesteerde kapitaal.

Maar, kleinschaIige goudzoekers ofwel porknokkers gingen door met de winning en dat

leidde in 1908 tot een goudproduktie van 1.209 kilogram. Aan of in de nabijheid van de

Boven-Surinamerivier werd 591.538 gram gevonden, van de Saramaccarivier 196.886 gram,

van de Marowijnerivier 172.951 gram en van de Lawarivier 248.395 gram, totaal 1209780

gram goud. Deze hoeveelheid goud vertegenwoordigde een waarde van f 1.657.400,38

(f 1,37 per gram). In 1908 werd in totaal 1.221.913 gram goud uitgevoerd, maar er werd ook

208.647 gram uit Frans-Guyana ingevoerd.

Na 1908 daalde de productie aanzienlijk door met name een gebrek aan

managementexpertise, een ineffectieve exploitatie, wijdverspreidde illegaliteit, spanningen

tussen goudzoekers en concessiehouders en het bevriezen van de goudprijs op de

wereldmarkt. Volgens het Algemeen Handelsblad van 10 oktober 1925 werd in de eerste

zeven maanden van dat jaar 167.290 gram goud in Paramaribo aangevoerd. In 1924 bedroeg

de productie de eerste zeven maanden 176.119 gram.

In 1928 bereikte het trieste verhaal van de Engelse goudzoeker Ebenhaser Thom het

Nederlandse nieuws. Kranten brachten het nieuws met koppen als ‘De eenzame gouddelver.

Drama uit de Surinaamse binnenlanden’, zoals de Limburger Koerier van 28 februari 1928:

‘Reeds sedert geruimen tijd vertoefde in het ge-bied van de Sarakreek, een Engelschman die

in zijn eentje goud dolf. Hij woonde alleen in een klein kampje, doch van tijd tot tijd zag men

hem aan de spoorbaan, als hij voedsel van den trein haaide. Sedert midden November

ongeveer zag men hem niet meer. Omstreeks (..) November was hij aan de spoorbaan en

Page 37: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 37

verzocht een boschneger om hem te helpen een vrachtje naar binnen te brengen. Hij zeide

toen, dat hij een slag had gehad van een stuk hout en dit hem pijn veroorzaak op de borst.

Na zijn afscheid van dezen boschneger, werd hij later nog eens gezien door een ande-ren

boschneger, en toen niet meer. De kapitein van de boschnegers aan de Sara-kreek vond het

tenslotte wenschelijk om een verkenning te laten doen. Hij draalde echter op

boschnegerwijze doch op een gegeven oogenblik verscheen de boschopzichter Junker ter

plaatse, die last gaf om onmiddellijk «en onderzoek in te stellen naar den eenzamen

gouddelver en vonden daar zijn lijk, ligende vlak voor de hangmat. Het scheen dat hij reeds

weken te voren overleden was. Nadat men de weinige bezittingen van den overledene

had ingepakt, werden de vier wanden van het kamp omver getrokken en het stoffelijk

overschot gewikkeld in de hangmat, begraven op de plek waar het kamp had gestaan.

De naam van den overledene is Ebenhaser Thom.’

De Nederlandse katholieke krant De Tijd berichtte op 20 november 1930 over een grote

klomp goud die was gevonden aan de Boven-Saramaccarivier in Suriname:

‘De vinder sprakeloos van verrassing. In het kort is reeds de vondst van een zeer grooten

goudklomp in Suriname vermeld. De West schrijft naar aanleiding hiervan het volgende:

De gonddelver Baston zou met zijn compagnon een plek ontginnen aan de Boven-

Saramacca. Hierbij werden eenige steenen verplaatst, die blijkbaar reeds het vorig jaar

achteloos ter zijde waren geworpen. Een der steenen viel door zijn zwaarte op. Baston gaf

er een slag op met zijn houweel en wist niet wat hij zag, toen zich daar een weelde van goud

vertoonde. Hij was niet in staat zijn makker te roepen. Om zijn aandacht te trekken, wierp hij

een steentje naar hem. En toen de ander opkeek, wenkte hij hem en wees hem in den

gebroken steen een ongewoon grooten klomp goud aan. Deze zeldzame vondst bleek een

gewicht te hebben van 7.630 gram. Ds onderhuurders krijgen een bedrag van waarde 9156,

terwijl de meer ten goede komt van den concessionaris, de Comptoirs Hesse & Co.

Voor zoover De West kan nagaan is dit op een na de grootste goudklomp die tot dusver in

Suriname werd gevonden. De grootste was die, welke in 1892 op het placer L- en F. de Jong

werd ontdekt en die 14 kilo goud bevatte.’

De heer J. Grader, districtscommissaris (bestuursambtenaar) van Saramacca, zei begin

december 1930, naar aanleiding van de vondst van de goudklomp, in gesprek met de

Surinaamse krant De West, dat met de berichtgeving over die vondst onrecht zou zijn

gedaan aan ‘die beide hardwerkende, ondernemende mannen George Brotherson en

Samuel Barton, die na jarenlang zwoegen en ten koste van de grootste ontberingen,

eindelijk hun moeiten eens beloond zien en een hoeveelheid goud vinden, die hun tezamen

een kleine tienduizend gulden zal opbrengen.’

Page 38: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 38

Dat was te lezen in de Tilburgsche Courant van 8 december 1930 (‘De goudvondst in

Suriname’) en ook het onderstaande:

‘(...) Want nu de praktijk: Ver aan den bovenloop van de Saramacca, nog boven den grooten

Mamadamval, dus dagen ver met koorjaal de rivier op, ligt het goudplacer Moetoetoe, op

het oogenblik in concessie bij de N. V. Comptoirs Hesse & Cic gevestigd te Paramaribo. De

firma Hesse & Cic doet zelve niet aan ontginning, maar geeft aan bepaalde gouddelvers van

beroep vergunning, zoogenaamd in onderhuur, om goud op het ooncessieterrein te gaan

zoeken. Deze gouddelvers doen dit geheel op eigen risico, zij krijgen alleen een bepaald

bedrag, namelijk 1.20 per gram schoon goud en zijn verplicht het door hen op de concessie

gevonden goud aan den concessionaris af te geven.

Nu zijn de meeste goudvelden, vooral in vroegere jaren, al zeer grondig en ter dege

onderzocht en er werd al heel wat goud uitgehaald, zoodat het goud er op het oogenblik

maar niet voor het grijpen ligt. Dat ondervinden de goudzoekers dan ook maar al te goed en

zij vinden met hard werken en ten koste van groote ontberingen, in den regel nog maar net

zooveel goud, dat zij daarmede maar net even aan den kost kunnen komen. Op het

oogenblik werken er op het goudplaoer Moetoetoe ongeveer een tiental gouddelvers,

Creolen, meestal in ploegen van twee man, die elkaar met het werk helpen. Ze werken nu op

ongeveer tien kilometer afstand van de rivier, midden in een heuvelachtig boschterrein.

Daar vóór de goudontginning in de eerste plaats water noodig is, en het nu al maanden lang

in Boven-Saramacca volkomen droog is geweest, hebben de gouddelvers daar midden in het

bosch een soort waterreservoir moeten maken, door een heel klein waterstroompje ergens

bovenstrooms af te dammen, om het zoo verzamelde water langs een eenvoudige leiding te

brengen waar zij het noodig hebben Het heuvelterrein, waar zij nu werken, bestaat, in

hoofdzaak uit reusachtige keien. Men. kan zich elders bijna geen voorstelling maken van de

grootte van die keien, die meer dan manslengte hoog en breed en omwoekerd door wortels

en planten, onwrikbaar op den bodem liggen. En onder die keien ligt het goud, ten minste

daar hebben Brotherson en Barton hun goudvondst gedaan.

Toen ik, gaat de heer Grader voort, Zondag 26 October daar ter plaatse zag, wat die beide

mannen voor een reusachtigen arbeid hebben verricht om het goud onder die steenen weg

te halen, heb ik mijn hoed voor ze afgenomen en hun mijn welgemeende bewondering te

kennen gegeven voor het werk dat daar door hen was verricht. Want vóórdat zij bij dezen

laatsten geluksteen kwamen, waren er reeds tallooze van dergelijke reusachtige keien

onderzocht evenals de grond daaronder. Men begint voor dit onderzoek den grond onder de

kei uit te graven. De steen zelf moet daarvoor op een of andere wijze gestut worden, maar

deze is duizenden kilo's zwaar, en wat voor werktuigen hebben de gouddelvers daarvoor

beschikbaa! Toch lappen ze het hem, en als dan de goudhoudende grond onder den

steen zooveel mogelijk is weggehaald, goed uitgewasschen en onderzocht, hebben ze

misschien wel een paar gram goud gevonden, na dagen en dagenlang hard werken.

Soms echter in geen maanden het minste spoor van goud! Dan moet de steen weg, op

Page 39: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 39

zijde gekanteld, om te kunnen beginnen onder den volgenden, en zoo verder, steeds verder,

tot ééns de vondst loonend zal zijn. Welk een gezwoeg, wat een wilskracht is er voor nodig,

om voor een schamel stukje brood zoo, jarenlang in de onherbergzame wildernissen voort te

leven, verstoken van allen omgang met medemenschen, verstoken van alle voordeelen der

beschaving. Want Brotberson en Barton zijn maar niet even naar het goudveld Moetoetoe

gegaan, om daar het noodige goud te vinden en dan gauw rijk terug te keeren; neen zij en de

meesten van hunne medegouddelvers werken al jarenlangin de goudvelden van Suriname.

Velen zjjn er grijs geworden en zullen er eens worden begraven. Meestal is het maar een

schamel stukje brood, dat zij er vandaan halen Maar na zoo'n vondst van bijna acht kilogrami

— daar leven alle harten weder van op, daarna zullen ze weder met vernieuwden moed

verder zwoegen.

Toen ik Zondag onder den reusachtigen kei stond en met ontzag keek naar het werk dat daar

was verricht, gaf Barton me lachend de piek aks in de handen en stelde mij voor mijn geluk

eens in den goudhoudenden grond te beproeven. De grond onder de kei moest daarvoor

eenvoudig steeds verder worden weggekapt, misschien kwam ik al kappende dus ook wel

een klompje goud tegen. Maar de steen stond op vallen, een steen van eenige kubieke

meters grootte, duizenden kilos zwaar, en wy er onder; als hij viel waren wij verpletterd.

Toch werken Brotberson en Barton daar weer rustig verder, ondanks hun laatste

schitterende vondst want alles wijst er op, dat er nog meer goud zit.’

De goudproductie in 1930 bedroeg nog geen 200 kilo.

Het Leeuwarder Nieuwsblad berichtte in haar editie van 11 juli 1932 over een bijzondere

goudvondst in Suriname en baseerde zich op een artikel in de Surinaamse krant De West:

‘Een sprookjes-grot. De gouverneur van Suriname, de heer Rutgers, bracht dezer dagen een

bezoek aan de jongste goudvindplaats in Mindrineti. Volgens De West bestaat de vondst uit

kwartsen met zichtbaar goud. Bij verlichting lijkt de mijnschacht een sprookjesachtige grot

met van goud schitterende wanden. Het eindproces zal vermoedelijk de oorspronkelijke

raming van 40 K.G. verre overtreffen.’

Er was een kleine opleving van de mechanische goudwinning in de dertiger jaren. De

‘Sarakreek-Goudvelden Maatschappij’ gebruikte bij het goudwinnen tractoren en een

motorschop. Maar, de productie bedroeg in 1939 maar 461 kilogram. Zes jaar later bedroeg

de totaal Surinaamse goudproductie 177.993 gram en in 1946 144.581 gram. In 1948 werd in

Suriname 129.927 gram goud geproduceerd, tegen 128.398 gram in 1947.

Bij Benzdorp was na de Tweede Wereldoorlog de ‘Lawa-Goudvelden Maatschappij’ actief.

Voor dit bedrijf werd in 1963 een emmerbaggermolen in onderdelen door de lucht

aangevoerd. Zes jaar later werden de werkzaamheden echter beëindigd. Tussen 1875 en

1975 bedroeg de totale Surinaamse goudproductie zo’n 43.000 kilo.

Page 40: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 40

In 1976 daalde de goudproductie naar minder dan 2 kilogram. Stijging van de goudprijs

zorgde echter voor een opleving van de Surinaamse goudsector in de loop van de zeventiger

jaren.

Tijdens de Binnenlandse Oorlog van 1986 tot 1992 zakte de sector ineen. Het Jungle

Commando van Ronnie Brunswijk nam goudpontons van de overheid in beslag. De rebellen

zouden de eerste Braziliaanse goudzoekers hebben uitgenodigd om te gaan werken op de

inbeslaggenomen pontons. In de negentiger jaren van de 20e eeuw waren in Suriname

tussen de 10.000 en 20.000 kleinschalige goudzoekers actief in de goudvelden. Driekwart

van hen waren garimpeiros, Brazilianen. Zij werden Suriname in gedreven door extreme

armoede in eigen land en strengere controle van de kleinschalige goudsector in de Amazone

regio. Daarenboven werden ze aangetrokken door verhalen over rijke goudvoorraden en het

ontbreken van de overheid en controle in het Surinaamse binnenland. De overige

goudzoekers in Suriname waren en zijn marrons (afstammelingen van Afrikanen die door

slavenhalers onder dwang naar Suriname waren gebracht. Daar bevrijdden zij zichzelf uit de

slavernij en vestigden ze zich in het binnenland).

De goudsector had een opleving aan het begin van de jaren ’90 van de 20e eeuw. De

geschatte productie bedroeg in 1996 ongeveer 20 ton en in 1999 ruim 19.8 ton. De

goudopkoop door de Centrale Bank van Suriname bedroeg in 1996 1.02 ton en in 1999 6.6

ton. De geschatte productiecijfers vertoonden een negatieve groei van -4% in 1998 en -5% in

1999. De oorzaken hiervan waren het uitgeput raken van de winstgevende

goudontginningsgebieden, waarbij goud ontgonnen werd uit verweerde gesteenten. Ook

nam de komst van Braziliaanse goudzoekers vanaf het tweede halfjaar van 1999 af. Deze

maakten rond de zestig procent uit van het totale aantal werknemers binnen de informele

goudwinning.

In 2007 was de bijdrage van de kleinschalige goudwinning bijna tweemaal zo veel als de

bijdrage van de geïndustrialiseerde goudsector. De export goudopbrengsten uit de

kleinschalige goudmijnbouw bedroeg dat jaar 13.835 kilo en had een waarde van 301,5

miljoen Amerikaanse dollar. Van de geïndustrialiseerde goudsector was de

exporthoeveelheid 8.300 kilo. In hetzelfde jaar en in 2008 werden door de regering

Venetiaan een paar zogenoemde Clean Sweep acties uitgevoerd. Politie en leger traden hard

op in diverse illegale goudzoekerskampen. Complete kampen werden met de grond gelijk

gemaakt en de porknokkers en garimpeiro’s werden verwijderd. Materialen, gebruikt door

de goudzoekers, werden door de overheid inbeslaggenomen waarna alles openbaar werd

verkocht. Diverse goudzoekers en concessiehouders werden in de gelegenheid gesteld hun

eigen inbeslaggenomen spullen terug te kopen. Met de opbrengsten kon de staatskas

worden gespekt en sprak de regering van een succes. Maar, de goudzoekers konden gewoon

hun werkzaamheden hervatten. Het door de regering uitgesproken ‘succes’ was niets meer

Page 41: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 41

en niets minder dan een financieel succes. De goudwinning in de tijdens de diverse Clean

Sweep operaties ‘gezuiverde’ goudzoekerskampen ging gewoon door.

Suriname produceerde in 2009 in totaal 28.585 ton goud. Daarvan was maar liefst 57.7

procent (16.486 ton) afkomstig uit de kleinschalige goudwinningssector. Sinds 2005 is er een

stijgende lijn waar te nemen in de goudproductie.

De kleinschalige goudsector bleek in 2011 meer goud uit de Surinaamse bodem te halen dan

een multinational als IAmGold, die eigenaar is van de grote Rosebel goudmijn te

Brokopondo. Door de kleinschalige goudsector werd in 2011 19.000 kilo ‘kleinschalig’ goud

geëxporteerd, terwijl het Canadese IAmGold bleef steken op 12.000 kilo. De marktwaarde

van het geëxporteerde kleinschalige goud bedroeg ruim 914 miljoen Amerikaanse dollar.

De Staat verdiende wel meer aan IAmGold, namelijk 146.4 miljoen Amerikaanse dollar,

omdat er daar ook belastingen worden geheven. Niet al het goud dat door de kleinschalige

goudsector werd geëxporteerd werd overigens in Suriname gewonnen. Buurlanden Guyana

en Frans-Guyana kampten namelijk met een ernstig smokkelprobleem van goud naar

Suriname. De royalty’s in Suriname van maximaal 2,5 procent, zijn veel lager dan het

gemiddelde van ongeveer 5 procent dat in die landen wordt betaald.

De complete kleinschalige goudsector werd in 2010 door de regering Bouterse-Ameerali

tegen het licht gehouden. Met de instelling op 20 december 2010 van de presidentiële

Commissie Ordening Goudsector moet een einde gemaakt gaan worden aan de chaos,

anarchie, slechte gezondheidszorg, (kinder-)prostitutie en milieuvervuiling op de goudvelden

in het Surinaamse binnenland. Na vier eeuwen van een soort vrijgevochten en avontuurlijke

kleinschalige goudwinning zou de complete sector eindelijk geordend gaan

worden.......porknokkers en garimpeiros zouden zelfs belastingplichtig worden.

Het totale goudwinningsgebied in Suriname beslaat een oppervlakte van ongeveer 60.000

vierkante kilometer. Dat gebied omvat de districten Para, Brokopondo, Marowijne en

Sipaliwini. Op de kaart van Suriname is dat het gebied rechts aan de kant van Frans Guyana:

vanaf het Van Blommenstein Stuwmeer naar beneden tot aan de Goeiegebergte. Volgens

informatie van de Commissie Ordening Goudsector, bekendgemaakt door Gerold Dompig,

voorzitter van het Management Team eind november 2012 in het actualiteitenprogramma

van RBN (Rapar Broadcasting Network), Kal Aaj Aur Kal, zouden in het gebied ongeveer 4.000

goudmijnen zijn. In een mijn zouden volgens Dompig acht machines opereren, hetgeen

betekent dat in het hele gebied 32.000 machines actief zijn. Over het aantal goudzoekers in

een mijn beweerde Dompig dat in één goudmijnput ongeveer tien tot twaaf mensen

werken. Verder liet hij weten dat zich zo’n 12.000 Brazilianen in het land bevinden waarvan

er ongeveer 8.000 illegaal zijn. Hetzelfde aantal van 8.000 zou volgens Dompig werkzaam

zijn in de goudsector.

Page 42: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 42

Anno 2013 is de commissie nog steeds aan het ordenen en de porknokkers en garimpeiros in

het achterland werken nog steeds de bodemlagen los met hogedrukspuiten en gebruiken

kwik in het goudwinningsproces.

De goudzoekers verwijderen eerst de toplaag van zand en klei. Wanneer de goudhoudende

bodemlaag bereikt is wordt de modder door een zuigslang in een zogenoemde sluicebox

gepompt. Een sluicebox bestaat uit twee of drie achter elkaar gemonteerde,

schuingeplaatste houten bakken. Gouddeeltjes en andere zware mineralen worden deels

opgevangen achter ribbels en/of een metalen gaaswerk en in de grove mat die de bodem

van de sluicebox bedekt. Het afvalmateriaal (gravel, zand, en klei) komt terecht in de natuur.

De sluicebox wordt, afhankelijk van de verwerkte hoeveelheid materiaal, na enkele dagen of

weken ‘gewassen’. De goudzoeker spoelt het gaas en de matten ‘schoon’ en vangt het

concentraat op. Tijdens het wassen gebruikt men kwik, dat chemisch wel met goud, maar

niet met andere zware mineralen bindt. Goud en kwik vormen een amalgaam en worden

vervolgens weer gescheiden door het amalgaam te verhitten, waardoor het kwik verdampt

en het goud achter blijft. De meest economische en minst schadelijke manier om dit te doen

is in een gesloten system (retort) waardoor men het kwik terug wint. De meeste

goudzoekers verhitten het amalgaam echter gewoon op een houtvuur in een baté, al dan

niet met bladeren afgedekt.

Dit hele proces zal waarschijnlijk nog lange tijd door de kleinschalige goudzoekers

gehanteerd worden, zolang zij van mening zijn niet over de financiële middelen beschikken

om milieuvriendelijke winningsmethoden aan te schaffen.

Een Braziliaanse goudzoeker (garimpeiro) met een baté

Page 43: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 43

Hoofdstuk 3

Wie zijn de goudzoekers?

Onrust onder dorpsbewoners binnenland over

activiteiten goudwinning

De goudzoekers in Suriname zijn in een paar groepen te verdelen. De basisgroepen worden

gevormd door de marrons en de uit buurland Brazilië afkomstige zogenoemde garimpeiros.

De kleinschalige goudzoeker wordt vaak een porknokker of porcknokker genoemd. Zij zijn

vooral aan het werk in de Greenstone Belt, in het oosten van het land. De goudafzettingen in

Suriname vormen onderdeel van het Guiana Shield, een geologische Greenstone-formatie,

dast een gebied beslaat van in totaal 415.000 vierkante kilometer op de grondgebieden van

Venezuela, Brazilië, Guyana, Suriname en Frans-Guyana. In Suriname gaat het om een

gebied van zo’n 24.000 vierkante kilometer.

Volgens uiteenlopende bronnen schommelt het aantal daadwerkelijke

goudwinningsgebieden in Suriname tussen de negen en veertien. Ook zijn er geen exacte

cijfers bekend over het aantal goudmijnen. Er circuleren getallen van achterhonderd tot

twaalfhonderd. In de goudmijngebieden wonen vooral Marrons waaronder met name

Ndyuka’s (Aucaners). Verder wonen daar Paramaccaners, Saramaccaners, Matawai en Aluku.

De Wayana’s, in het zuidoosten van het land – onder andere bij Anapaike en Apetina -, zijn

de enige inheemsen. Veel dorpen in de Surinaamse Greenstone zijn verlaten, vooral door

trek naar de stad, Paramaribo. Dorpen waarvan de bewoners actief zijn in de goudwinning,

zijn met name Nieuw Koffiekamp en Drietabbetje.

Een groot deel van de Marrons, die als goudzoekers hun brood verdienen, is afkomstig uit

Paramaribo. Ze zijn naar de goudvelden getrokken om geld te verdienen, wat in de stad

onmogelijk bleek. De stad-Marrons hopen op een betere toekomst.

Slechts rond de vijf procent van de Surinamers die in de goudvelden werken zijn

stadsbewoners van niet‐Marron afkomst. Concessiehouders zijn bijvoorbeeld bijna allemaal

stadsbewoners van andere ethnische groepen en zijn zelden op de goudvelden te zien. Hun

zaken laten ze verrichten door voormannen en managers.

Aantal goudzoekers schatten aan de hand van aantal verstrekte klamboes....

Ook over het totaal aantal kleinschalige goudzoekers zijn de cijfers niet duidelijk. Geschat

wordt dat er ministens 15.000 kleinschalige goudzoekers in Suriname werkzaam waren

Page 44: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 44

halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw, waaronder tussen de 10.000 tot 12.000

garimpeiros uit Brazilië waarvan driekwart illegaal in het land zou zijn. De voorzitter van het

managementteam van de Commissie Ordening Goudsector, Gerold Dompig, schatte in

januari 2011 het aantal goudzoekers in totaal op rond de 30.000. Hij baseerde die schatting

op basis van het aantal verstrekte klamboes door de Malariabestrijdingsdienst. Suriname heeft de

afgelopen jaren namelijk gratis muskietnetten verstrekt aan goudzoekers.

De aanwezigheid van die Brazilianen leidde tot een verandering in de traditionele werkwijze.

Zij introduceerden de zware machines, bulldozers, baggermolens en andere semi

gemechaniseerde winningsmethoden. Maar, ook brachten zij een andere mentaliteit de

goudvelden binnen, waarbij geen oog is voor het milieu. Goud is het doel en dus het

belangrijkste. Dat daarbij de flora en faune schade lijden is ondergeschikt voor de

garimpeiros. Daarnaast ontstonden op sommige goudvelden kleine Braziliaanse enclaves

met winkeltjes, bars en zelfs prostituees. Wet- en regelgeving lijken voor de garimpeiros ver

weg te zijn.

Wayana’s en goudwinning

In de goudsector zijn op geringe schaal inheemsen werkzaam. In haar boek ‘Overleven in een

Grensgebied – Veranderingsprocessen bij de Wayana in Suriname en Frans-Guyana’ gaat

auteur en cultureel antroloog Karin Boven onder andere in op de betrokkenheid van de

Wayana’s, uit met name het dorp Kawemhakan aan de Lawarivier, bij de kleinschalige

goudwinning. De eerste goudzoekers doken – sinds de binnenlandse oorlog tussen het

toenmalige militaire regime en een groep Marrons die zich in het zogenoemde Jungle

Commando van ene Ronny Brunswijk verenigd hebben –

‘Hoewel veel Marrons niet bij de strijd betrokken waren, waren zij doelwit van

vergeldingsacties van het nationale leger. Scholing en gezondheidszorg stagneerden en de

infrastructuur in het binnenland werd grotendeels vernietigd. Alle toegangswegen waren

bezet waardoor men niet meer van en naar het binnenland kon reizen. Op verschillende

manieren stimuleerde de binnenlandse oorlog (1986‐1992) de opleving van de kleinschalige

goudwinning. Het Jungle Commando confisqueerde de overheidspontons en nodigde naar

verluidt Braziliaanse goudzoekers uit om hierop te werken. De strijd tegen het nationale leger

werd deels gefinancierd met opbrengsten van deze goudmachines. Veel Marron scholieren

uit Paramaribo waren in het binnenland toen het gewapende conflict in de schoolvakantie

uitbrak. Omdat zij niet terug konden naar de stad trokken velen van hen de goudvelden in.

De kleinschalige goudwinning is voor jonge Marronmannen aantrekkelijk, omdat men geen

diploma, taalvaardigheden, of startkapitaal nodig heeft om als arbeider te beginnen. Door

het binnenland van de kust te isoleren leidde de binnenlandse oorlog ook tot prijsstijgingen

en ernstige tekorten aan basisbehoeften in het binnenland. Met goud kon men aan de Franse

kant terecht. De economische recessie in de jaren na de binnenlandse oorlog, de torenhoge

inflatie van eind jaren ’90, en armoede maakten de behoefte aan een waardevast

Page 45: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 45

betaalmiddel alleen maar groter. Met goudvoorkomens in de traditionele leefgebieden en

een traditie van kleinschalige goudwinning, was de trek naar de goudvelden een logisch

gevolg van deze ontwikkelingen.’ (Heemskerk, 2009)

- vanaf 1993 in de omgeving van het dorp op. Deze goudzoekers uit Paramaribo hadden

voor de binnenlandse oorlog stroomopwaarts van Kawemhakan een zogenoemde pondo

(vlot) in de rivier liggen. Het is eigenlijk, aldus Boven, een soort drijvende goudmijn.

(In 1978 werd door de Geologische Mijnbouwkundige Dienst (GMD) een nieuwe

mijnbouwmethode geïntroduceerd: kleine pontons met zuigers (pondo), op de Lawarivier

(Heemskerk, 2009). Een gebrek aan arbeidskrachten en kapitaal verhinderen echter de

continuïteit van exploratie‐en exploitatiewerkzaamheden.

‘De aanwezigheid van een pondo leidde tot ernstige verontreiniging van het water van de

Lawa. Modder en zand op de bodem worden omgewoeld waardoor het water vertroebelt.

Wayana’s en anderen die te lang in het water waren om zich te wassen kregen huidirritaties:

pukkels. Franse artsen waarschuwden de inheemsen om bepaalde soorten vis niet meer te

eten. ‘Een vrouw van Kayode kreeg een baby zonder oren en met een vreemd vervormde

mond. De baby overleed na twee maanden.’ (Boven, 2006) Andere inwoners van het dorpje

waren niet meer in staat om normaal te lopen.

De komst van de goudzoekers zorgde voor economische bedrijvigheid in het gebied. Iedere

dag landde een vliegtuigje met voedsel en brandstof voor de stadse goudzoekers. Sommige

Wayana’s kregen de kans om betaald te gaan werken voor goudzoekers. Om

transportkosten te drukken maakten op een moment de vliegtuigjes plaats voor korjalen die

tussen Albina en Kawemhakan voeren. Na enkele maanden maakte de interesse voor goud

echter plaats voor interesse voor de feesten van de inheemsen. Op den duur vertrokken de

Surinamers, maar zij werden snel opgevolgd door Brazilianen, de zogenoemde garimpeiros.

De goudkoorts steeg in 1995 en leidde onder andere tot de komst van het Canadese

goudmijnbedrijf Golden Star Resources, dat haar zinnen had gezet op de exploiratie van het

De-Goejegebergte. De Brazilianen waren vooral druk met het duiken naar goud in de rivier,

samen met Wayana’s en Aluku’s. Snel ging het gerucht de ronde dat er wekelijks een kilo

goud werd gevonden. Het gerucht leidde weer tot de komst van stedelingen naar het

gebied, aangezogen door de verhalen over het eldorado. Golden Star verplaatste haar

werkzaamheden stroomafwaarts naar het kleine dorp Antino, niet ver van Benzdorp. De

Wayana-werknemers van het bedrijf zaten van de ene op de andere dag zonder werk en dus

zonder geld. Die tegenslag werd snel gevolgd door een andere tegenslag. Het

goudwinningsbedrijf NaNa Resources N.V. van Henk Naarendorp bleek het leefgebied als

concessie te hebben aangevraagd. Hierdoor kwam Kawemhakan midden in de

goudconcessie te liggen. ‘In 1996 verkreeg deze maatschappij twee aan elkaar grenzende

exploiratieconcessies, samen een oppervlate van 68.050 hectare. Dit terrein omvatte het

Page 46: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 46

gehele Wayana woon- en leefgebied aan Surinaamse zijde; vanaf de Nyamkreek tot aan de

splitsing van de Lawa met de Oelemaririvier.’ (Boven, 2006)

Na 1996 kwamen NaNa Resources en de Wayana’s regelmatig met elkaar in conflict. ‘Zo

arriveerde Naarendorp in november 1999 met politiemannen op Kawemhakan in verband

met de goudwinningsactiviteiten van voorman Kauwet (hij was, financieel gesteund door de

eigenaar van een Chinese winkel in Rainville – Paramaribo -, zelf naar goud gaan zoeken bij

het De-Goejegebergte) en zijn medewerkers rond het De-Goejegebergte. De politie verbood

Kauwet om nog verdere activiteiten te ontplooien, aangezien hij geen rechten hiertoe had.

De frustratie aan Wayanazijde hierover was groot.’ (Boven, 2006)

Trio’s Kwamalasamutu in verzet tegen NaNa Resources en Golden Star

Page 47: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 47

Eerder was NaNa Resources in opspraak geraakt toen, ook in samenwerking met het

Canadese Golden Star, het bedrijf een 200.000 hectare groot concessiegebied toegewezen

had gekregen in het gebied van het Trio-dorp Kwamalasamutu in het uiterste zuiden van het

land. Dorpshoofden zouden in 1995 een verklaring van geen bezwaar hebben ondertekend.

Maar, zij beweerden dat ze erin waren geluisd om door Golden Star en NaNa Resources en

dat zij de volledige inhoud van de verklaring niet hadden begrepen. Verder benadrukten zij

getracht te hebben de brief en de concessie te cancelen, maar dat dat werd geweigerd en

dat zij werden geïntimideerd. Golden Star en NaNa Resources zouden zelfs de hulp hebben

ingeroepen van de toenmalig voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP), Desi

Bouterse, om de bewoners het zwijgen op te leggen. Bouterse steunde ook Golden Star in

haar conflicten met de marons van Nieuw Koffiekamp. Technici van Golden Star dreigden

ook om Bouterse naar de inheemse gemeenschap Casipora te sturen toen de bewoners

klaagden over de aanwezigheid van de Canadezen op hun land. Een door de Vereniging van

Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) in januari 1997 uitgevoerd onderzoek kwam tot

de conclusie dat de klachten van de gemeenschap over intimidatie en bedriegerij op

waarheid berustten. Naar aanleiding van het rapport bracht de VIDS op 14 januari 1997 het

volgende persbericht uit:

‘Bewoners van Kwamalasamutu willen dat Golden Star Resources hun leefgebied verlaat en

vragen erkenning van de regering van hun grondrechten.

Een delegatie van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) is vorige

week naar Kwamalasamutu gegaan om klachten van dorpsleiders te onderzoeken met

betrekking tot activiteiten van het Canadese goudmijnbedrijf Golden Star Resources en het

Surinaamse bedrijf NaNa Resources.

Ze willen dat Golden Star en NaNa hun leefgebied verlaten en ze willen dat de regering hun

landrechten erkent zodat zij en toekomstige generaties in vrede en veiligheid kunnen leven.

Kwamalasamutu is gelegen in het zuiden van Suriname niet ver van de grens met Brazilië en

is een van de grootste inheemse dorpen in Suriname, met tussen de 1.500 en 2.000 mensen

van negen stammen. Kwamalasamutu is ook gelegen in een goud- en diamantconcessie van

NaNa Resources, waarbinnen ook het Sipalawini Natuurreservaat ligt. Het natuurreservaat is

de enige locatie in de wereld waar de bedreigde Oko Pipi kikker leeft.

De VIDS was door de hoofdkapitein tijdens een Gran Krutu van inheemsen en marrons,

onlangs in Galibi, gevraagd het onderzoek in te stellen. Klachten waren ook te horen tijdens

de derde jaarlijkse bijeenkomst van de VIDS afgelopen jaar. De VIDS werd in kennis gesteld

dat in november 1995 wijlen granman Pesife en de kapiteins van het dorp een brief hadden

ondertekend voor het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen waarin zij verklaarden geen

bezwaar te hebben tegen het verkrijgen door Henk Naarendorp van NaNa Resources van een

concessie om naar goud en diamant in hun woongebied te zoeken. De dorpshoofden

Page 48: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 48

weigerden de brief te ondertekenen, die was geschreven door Naarendorp die verklaarde

Golden Star te vertegenwoordigen, tijdens vier verschillende aangelegenheden alvorens

alsnog te tekenen.

De dorpsleiders verklaarden dat Naarendorp hen onder druk had gezet om te tekenen; dat hij

een tolk had gebruikt die hen niet goed informeerde over de inhoud van de brief en; dat zelfs

vandaag meer dan een jaar later, zij nog steeds niet helemaal begrijpen wat de brief

betekent.

Nadat de brief was getekend, gaf Naarendorp Golden Star toestemming om op de concessie

te gaan werken. Sindsdien hebben de dorpshoofden diverse vergaderingen gehad met

Golden Star, Naarendorp en NDP-voorzitter Bouterse. Iedere keer verklaarden ze dat ze

Golden Star niet in hun leefgebied willen, dat ze de gevolgen van het tekenen van de brief

niet begrepen en dat ze erkenning willen van hun landrechten.

Tijdens de laatste vergadering kreeg wijlen granman Pesife van Bouterse te horen dat Golden

Star zal werken in hun gebied en dat er geen discussie meer zal zijn over dit onderwerp.

Internationaal recht stelt dat de regering, multinationals of wie dan ook geen misbruik mag

maken van het feit dat inheemsen en marrons de wetgeving niet goed kunnen begrijpen en

dat iedere overeenkomst die op deze wijze tot is gekomen nietig en niet afdwingbaar is.

Golden Star is op dit moment niet actief in het gebied, maar de bewoners van

Kwamalasamut zijn bang dat wanneer het bedrijf terugkeert ze misschien gedwongen

worden te verhuizen, de toegang tot hun jachtgebied en landbouwgronden wordt ontzegd en

mishandeld zullen gaan worden door gewapende beveiligers en politie net zoals het geval is

geweest met de bewoners van Nieuw Koffiekamp. Ze zijn ook bang dat er invasie komt van

Braziliaanse goudzoekers als ze er achter komen dat Golden Star er aan het werk is en dat

hun omgeving vernield gaat worden door de garimpeiros en het bedrijf. De mensen zeggen

dat Golden Star al het water heeft vervuild daar waar het bedrijf actief is en dat ze in Brazilië

‘woestijnen’ hebben gezien waar ooit bossen stonden en ze willen niet dat dat gaat gebeuren

met hun land.

De VIDS steunt de bewoners van Kwamalasamutu in hun eis dat Golden Star hun leefgebied

moet verlaten en dat hun landrechten, zoals omschreven in internationaal recht, worden

erkend en gerespecteerd door de regering. Dit geldt ook voor alle andere inheemsen en

marrons in Suriname, vooral voor degenen die leven in concessiegebieden van Golden Star,

NaNa Resources of welke andere multinational dan ook die op dit moment onze

voorouderlijke gebieden binnenvalt. Dit geldt met name voor de inheemse gemeenschap van

Kawemhakan, ook gelegen in een concessie van Golden Star en NaNa Resources, waar

Golden Star onlangs boorresultaten bekend maakte op een locatie Antino genoemd, die erop

duiden dat er misschien commerciële hoeveelheden goud in het gebied zijn.

Page 49: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 49

Net zoals het geval was geweest bij de bewoners van Nieuw Koffiekamp, werden de inwoners

van Kawemhakan niet geconsulteerd en zelfs niet geïnformeerd over de toewijzing van een

concessie in hun leefgebied.

Wederom willen wij er bij de regering op aandringen, zoals ook de Gran Krutu welkte te

Galibi werd gehouden deed, om geen enkele concessie meer te verstrekken totdat onze land-

en andere mensenrechten volledig worden erkent in de Grondwet en andere wetten van

Suriname.’

In mei 1997 eiste de gemeenschap te Kwamalasamutu in een brief aan de minister van

Natuurlijke Hulpbronnen weer dat mijnbouwbedrijven hun gebied moesten verlaten en dat

het recht op eigendom en controle van hun grond gerespecteerd en erkend moest worden.

Deze keer ging het om het afgeven van een consessie voor diamantwinning afgegeven aan

het Surinaamse bedrijf Margo Mining (volgens de Kamer van Koophandel en Fabrieken

gevestigd aan de Griegstraat te Paramaribo en gestart in 1995).

Onrust onder Matawai eind 2000

Onder de Matawai, een marronvolk in Suriname, levend in zo’n twintig dorpen ten noorden

van de plaats Kwakoegron aan de Saramaccarivier in Centraal-Suriname, ontstond begin

november 2000 onrust door de activiteiten van twee goudmijnbedrijven, te weten Sarafina

N.V. (met een concessie van ruim 29 duizend hectare) en Surinam Diamond Company (7.200

hectare). De Nederlandse krant NRC Handelsblad berichtte hierover op 4 november 2000.

De eigenaren hadden van de regering Wijdenbosch (15 september 1996 - 12 augustus 2000)

concessies in hun gebied gekregen. Tijdens een op 20 oktober gehouden gran krutu vroegen

tien van de dorpen de regering schriftelijk om de mijnbouwactiviteiten voorlopig stop te

zetten en om de rechten van de concessiehouders in heroverweging te nemen.

Beide bedrijven verboden de Matawai om de concessiegebieden te betreden, gebieden die

zij beschouwen als hun eigen land. Surinam Diamond Company had zelfs gewapende

mannen in dienst die ongevraagd en onaangekondigd de Matawaidorpen in en uit gingen.

Volgens de krant was de situatie ingewikkeld, omdat het Matawai grootopperhoofd Oscar

Lafanti ook een concessie had van 15.500 hectare en dat gebied grenste aan het gebied van

Sarafina. Hij nam goud van arbeiders van de goudmijn in beslag, omdat zij volgens hem op

zijn gebied aan het werk waren. Maar, door zijn optreden kreeg hij ook zijn eigen bevolking

tegen zich. Hij werkte immers voor zichzelf en niet voor de Matawai. Tegenover de

Surinaamse avondkrant De West verklaarde het ressortraadslid Alexander Flink dat Sarafina

weg moest uit het gebied. ‘Ze hebben een mijnbouwrecht gekregen tot voor onze deur,

dus hebben wij niets meer te zeggen. Wij nemen het niet.’ De binnenlandbewoners waren er

niet over te spreken dat ‘mensen uit de stad’ concessies krijgen om vervolgens uit hun

traditionele gebieden de natuurlijke hulpbronnen goud en hout weg te halen. De Matawai

hebben het gebied ook nodig voor hun levensonderhoud, voor jacht en visserij. Sarafina had

Page 50: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 50

met de Matawai willen samenwerken, maar die zaten niet op zo’n samenwerking te

wachten.

In 2008 werd het Matawaigebied ontruimd in het kader van een Clean Sweep-operatie van

de regering Venetiaan. (zie “Hoofdstuk 4: Clean Sweep als wapen tegen wanorde

goudvelden’ – ‘Clean Sweep-3, Matawaigebied’)

Ndjuka’s en goudwinning bij N’Djoekakreek (ook Mama Djukakreek genoemd),

maart 2009

Eenheden van het Korps Politie Suriname en het Nationaal Leger kwamen half maart in actie

in N’Djoekakreek en omgeving in het district Brokopondo. In het gebied zouden allerlei

illegale activiteiten plaatsvinden, waaronder goudwinningsactiviteiten die zorgden voor

ernstige vervuiling van het gebied. In totaal werden 107 mensen gearresteerd, waaronder

slechts zes Surinamers en ook een paar vrouwen. Van dat aantal werden 53 personen op

grond van overtreding van de Wet op de Economische Delicten in verzekering gesteld. Na

verhoord te zijn werden twaalf mensen vrijgelaten en 32 illegalen werden voor uitzetting

overgedragen aan de Vreemdelingendienst. Tijdens de actie werden ook nog eens een

aantal vaartuigen, buitenboordmotoren, vier goudzuiginstallaties, twee bulldozers en twee

graafmachines, ongeveer 200 gram goud, vaten met brandstof en enkele lichtaggregaten in

beslag genomen.

Volgens antroprologe Marieke Heemskerk had het optreden van de overheid wel een

aanleiding. Zij schrijft er over in haar in mei 2009, in opdracht van het Centrum voor Studie

en Documentatie van Latijns Amerika (CEDLA) in Amsterdam, uitgebracht rapport

‘Kleinschalige goudwinning in Suriname - Een overzicht van sociaaleconomische, politieke,

en milieu-aspecten’.

De Mama Djukakreek is een belangrijke voorouderlijke plek voor de Ndyuka marrons, ofwel

Aucaners. Desondanks had een aantal Ndyuka dignitarissen een notarieel contract getekend

met een Fransman waarin zij toestemming gaven voor goudwinning in de Djukakreek voor

een maandelijkse vergoeding van 300 gram goud (7.500 Amerikaanse dollar) per set

machines (Zandgrond 2009). Een Ndyuka bestuurssecretaris trad op als tussenpersoon,

ontving het geld en droeg dit over aan de kapiteins. Beide partijen, traditioneel gezag en

overheidsvertegenwoordiger, handelden in strijd met zowel de mijnbouwwet als de

gewoontewetten van de Ndyuka.

Tot groot ongenoegen van de granman van de Aucaanse stam Matodja Gazon, hadden

buitenlanders en enkele stamgenoten zich naar de Mama Djoekakreek begeven om de

kostbare bodemschatten te ontginnen. De Mama Djoekakreek vertegenwoordigt voor de

Aucaners een grote culturele waarde, omdat de stam daar is geformeerd en op die plaats de

culturele voorwerpen zijn verborgen.

Page 51: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 51

Ndyuka granman Gazon diende een klacht over illegale goudwinning in bij de centrale

overheid, die vervolgens politie‐ en legereenheden naar de locatie stuurden hetgeen leidde

tot de arrestatie van 107 personen.

De zes kapiteins die dit belangrijke ceremoniële gebied verkwanseld hadden, werden bij de

Granman ter verantwoording geroepen. Op een krutu boden zij hun excuses aan en werd

hen een traditionele boete opgelegd in de vorm van onder andere sopi (sterke drank) en

lakens. Twee dignitarissen wilden tijdens de krutu een groot bedrag (15.000 Euro)

teruggeven. Omdat de Granman weigerde het geld aan te pakken werd het door een

aanwezige politie‐inspecteur in beslag genomen. De Federatie van Twaalf Lo's (Ndyuka raad

van gezagsdragers) drong er ook bij andere Ndyuka op aan eventuele verdiensten uit de

Djukakreek terug te geven. Geld verdiend met activiteiten die de Mama Djukakreek

schenden had namelijk onheil kunnen brengen. De betrokken bestuurssecretaris werd ter

beschikking gesteld van het ministerie van Regionale Ontwikkeling.

Dat ministerie riep eind maart van 2009 de kleinschalige goudzoekers bij de Mama

Djoekakreek op om zich te registreren. Aan die oproep gaven slechts zes personen gehoor.

Minister Michel Felisi van het ministerie van Ruimtelijke Ordening liet via de media weten

dat het ging om ordening en transparantie, zodat er controle kon komen op de activiteiten

van lokale gemeenschappen.

Wayana’s bedreigd door grote goudvoorraden op eiland Linsedede in

Lawarivier, december 2010

De Ware Tijd berichtte op 8 december 2010 als enige Surinaamse krant dat de inwoners van

een inheems dorp op het eilandje Linsedede in de Lawarivier, Wayana’s, met uitzetting

werden bedreigd. Volgens de krant werd de rust van de rond de dertig bewoners twee

maanden eerder al ernstig verstoord door een invasie van goudzoekers uit onder andere

Langatabiki en Ampoma Tapoe, maar ook Brazilianen. Maar, volgens de krant ging de

bedreiging feitelijk uit van ‘de dissidente’ kapitein Nawang Doea en basja Ramon Finiwe van

het grootste Alukudorp, Cottica. Zij claimden het eilandje als hun traditioneel stamgebied en

faciliteerden de goudzoekers.

Doea zou eerder in opspraak zijn geweest, nadat hij samen met een vrouwelijke kapitein

geld ging opeisen van Chinese winkeliers en goudzoekers in het stamgebied van de Aluku.

Als voorwendsel gaven zij aan met toestemming van regeringsautoriteiten te handelen. Dit

gebeurde na een kennismakingsbezoek van een afvaardiging van de Alukustam aan de

toenmalig minister van Regionale Ontwikkeling (RO), Linus Diko.

Districtscommissaris Raymond Landbrug van Sipaliwini reageerde op de kwestie door te

zeggen dat in april 2010 de overheid al genoodzaakt was om met behulp van de politie,

illegale Brazilianen te verwijderen uit het gebied. Van bewoners vernam De Ware Tijd, dat

militairen die in de omgeving waren moesten ingrijpen om erger te voorkomen bij

onderlinge ruzie tussen Aluku’s. ‘Zolang het belang van Surinamers in het geding is, zal de

Page 52: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 52

politie ernaar toe gedirigeerd worden om onderzoek te doen’, aldus Landbrug. Kapitein

Ricardo Pane van Langamankondre zei in een telefonisch gesprek met een redacteur van de

krant, vanuit Galibi – waar een vijfdaagse conferentie van de Vereniging van Inheemse

Dorpshoofden (VIDS) werd gehouden – dat binnen de organisatie zwaar werd getild aan de

ontstane situatie in het bedoelde gebied. ‘De conferentie heeft dit voorgelegd aan de

kapitein tevens Assembleelid Lesley Artist, die dit probleem bij president Desiree Bouterse

heeft aangekaart’, aldus Pane. De inheemsen hadden zich onder leiding van kapitein

Kanaidoe in de jaren ‘80 met instemming van de Aluku’s gevestigd op het eiland. Zij

behoorden tot de Wayana’s en kwamen oorspronkelijk van het stroomopwaarts gelegen

Wayanadorp Anapaike. Hun voortbestaan werd bedreigd, omdat de oprukkende

goudzoekers al tot tweehonderd meter van hun woningen waren genaderd en hun

zogenoemde kostgrondjes hadden vernield.

Granman der Aluku’s Emanuel Jacobi sprak zijn afkeuring uit over het onmaatschappelijk

handelen van de dignitarissen. Hij luidde al in augustus de alarmbel over wat hij noemde de

invasie van honderden Brazilianen en Chinezen die het leefgebied van zijn stam steeds meer

innamen.

Een twintigtal Aluku’s, die de andere kant van het eiland bewoonden, hadden het ook niet

gemakkelijk. De gouddelvers waren hun woningen tot vijfhonderd meter genaderd. Een

bewoner die door de tirannie van Doea en Finiwe zware verliezen leed en die zijn naam niet

in de krant vermeld wilde zien, zei dat de pastoor en de kapitein een ‘obia’ in het bos hadden

geplaatst. Op die manier werden de bewoners angst aangejaagd om hen te beletten hun

kostgrondjes te betreden.

Van 7 tot en met 10 december 2010 kwamen in Galibi ruim 90 vertegenwoordigers bijeen

van inheemse volken uit Suriname, Frans Guyana en de Braziliaanse deelstaten Macapá en

Noord Pará. Het doel van de bijeenkomst was om elkaar te leren kennen, met elkaar te

over hun gemeenschappelijke problemen en om ervaringen uit te wisselen. De VIDS

nieuwsbrief Maraka van 28 januari 2011 bericht hierover:

‘Specifiek hebben zij gesproken over inheemse grondgebieden, sociale problemen, inheemse

talen en goudwinning. Bij het laatste onderwerp, goudwinning, laaiden de gemoederen op.

Hartverscheurende voorbeelden werden genoemd van de vele problemen die de inheemsen

ondervinden als gevolg van de invasie door garimpeiros in hun grondgebied, de vernietiging

van het bos, vervuiling van water en vele ziekten.

De Wajãpi uit Brazilië vertelden hoe hun volk door ziekte uitgedund werd van enkele

duizenden naar slechts 150. Ook de Wayana in het grensgebied van Suriname en Frans

Guyana vertelden over hun problemen en hoe weinig ondersteuning ze krijgen van

overheidsinstanties. Unaniem waren alle deelnemers het erover eens dat goudwinning zulke

grote negatieve gevolgen heeft voor hun grondgebied, hun leven en leefwijze, dat

dit niet langer getolereerd kan worden. Gezamenlijk hebben zij een resolutie aangenomen

waarin zij nee zeggen tegen goudwinning in inheemse gebieden.’

Page 53: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 53

Aan het slot van de conferentie werd onderstaande resolutie over goudwinning

aangenomen:

‘Resolutie over goudwinning

Wij, de participanten in de Derde Grensoverschrijdende Vergadering van Inheemse Volken,

gehouden van 7 – 10 december 2010 te Galibi, Suriname, verklaren het volgende:

Goudwinning in onze gebieden en in de buurt van onze gebieden heeft zeer ernstige en zelfs

dodelijke gevolgen voor onze gemeenschappen en voor ons milieu. We zijn afhankelijk van

ons milieu voor onze overleving. Ernstige gevolgen van de goudwinning zijn, onder andere,

vervuiling van de rivieren en van het bos, vergiftiging van het water , vissen en dieren, en

dientengevolge van vrouwen, mannen en kinderen, ondermijning van ons traditioneel gezag,

verlies van cultuur en identiteit, geweld en criminaliteit, handel in illegale goederen,

prostitutie en overdraagbare ziekten inclusief malaria, HIV/AIDS, etc.

Goudwinning brengt geen duurzame ontwikkeling; de nadelen zijn groter dan de voordelen.

Misschien worden enkele personen rijk voor enige tijd, maar onze toekomst en de toekomst

van onze kinderen worden in gevaar gebracht.

Goudwinning vormt voor ons een lokaal, nationaal en regionaal (grensoverschrijdend)

probleem en daarom moeten wij goed overleg en een grotere samenwerking hebben tussen

de landen. Goudwinning en de gevolgen daarvan zijn niet alleen een technisch probleem,

maar ook een politiek probleem op beleidsniveau. Overheden treffen enkele maatregelen,

maar die maatregelen blijken niet voldoende te zijn. In veel gevallen belooft de overheid veel,

maar onderneemt geen of weinig acties. Er is een verschil tussen wat gezegd wordt en wat

gedaan wordt. De maatregelen die getroffen worden beantwoorden niet aan onze eigen

inzichten en oplossingsmodellen.

De informatie over goudwinning is erg slecht en onvoldoende in de regio. Er ontbreekt

informatie over het besluitvormingsproces en het politiek beleid ten aanzien van dit

onderwerp.

Wij, inheemse volken, maken geen deel uit van de organen die verantwoordelijk zijn voor de

uitgifte van concessierechten. Daarom besluiten wij het volgende:

1. Wij willen geen goudwinning in onze gebieden, en ook niet buiten onze gebieden als de

gevolgen ervan ons gebied, ons leven en onze rechten raken

2. We eisen de wettelijke erkenning van onze collectieve grondenrechten en andere rechten

zoals vastgelegd in de VN Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volken en ILO

Conventie 169 voor zover dat nog niet gebeurd is, en betere bescherming van onze rechten,

inclusief ons recht op vrijelijk tot stand gekomen, voorafgaande en weloverwogen

Page 54: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 54

toestemming bij elke activiteit die op ons van invloed kan zijn, en onze volledige en effectieve

participatie bij alle besluiten die genomen worden en concessies die uitgegeven worden voor

exploitatie van natuurlijke hulpbronnen

3. Wij zullen juridische stappen ondernemen, onder andere bij het Inter-Amerikaans Hof voor

Mensenrechten en Europees Hof voor Mensenrechten

4. Wij zullen als inheemsen hechter met elkaar samenwerken om het probleem van

goudwinning aan te pakken, en we vragen aan de regeringen van Suriname, Brazilië en

Frankrijk om dat ook te doen, vooral op politiek en beleidsniveau.

Aldus overeengekomen en besloten te Galibi, Suriname, op 10 december 2010’

Zoals zo vaak het geval is geweest, werd het ook snel stil rond de problemen op en rond het

eilandje Linsedede in de Lawarivier.

Rama, Brokopondo, dreigde voor eenderde bezit te worden van

goudondernemer, augustus 2011

De Times of Suriname berichtte op 24 augustus 2011 dat bewoners van het dorp Rama in

Brokopondo zich door tussenkomst van het NDP-Assembleelid Frederik Finisie zouden

wenden tot minister Simon Martosatiman van het ministerie van Ruimtelijke Ordening,

Grond- en Bosbeheer (ROGB), omdat hun woongebied in handen dreigde te komen van een

goudondernemer. ‘Toppers’ van het ministerie bevestigden tegenover de krant dat er een

aanvraag was gedaan op delen van het dorp, maar ontkenden dat er sprake zou zijn geweest

van een ‘uitgifte’. Geplaatste grenspalen door een landmeter brachten echter bewoners aan

het twijfelen over de mededelingen vanuit het ministerie. ‘De palen staan op nog geen vijf

meter van het woongebied van de mensen’, aldus Finisie. De bewoners van Rama, dat op

ongeveer honderd kilometer van de Afobakaweg ligt, waren volgens de krant zeer verhit en

hadden het plan de grenspalen te verwijderen. Niet alleen, omdat zij het onterecht vonden

dat hun woongebied werd uitgegeven aan een stedeling die er mijnbouwactiviteiten wilde

ontplooien, maar ook omdat die zou hebben geweigerd om in dialoog te treden met de

mensen. De identiteit van de ondernemer was ook onbekend. ‘De persoon komt niet meer

sinds de zaak bekend is geworden in het parlement en de media’, zei Finisie. De tribale

gemeenschap die er woont, timmerde volgens de Times of Suriname zelf vijftien jaar aan de

weg om titel te krijgen op de gronden.

Dezelfde krant berichtte ruim twee maanden later, 12 november 2011, dat de gemeenschap

van het dorp Rama in Brokopondo werkelijk een deel van haar grondgebied had verloren

aan een mijnbouwonderneming. Het dorp zelf was nog in tact, maar een deel daarvan en de

nabije omgeving was als concessie uitgegeven voor mijnbouwactiviteiten. Maar, het was nog

onduidelijk om welke mijnbouwactiviteiten het zou gaan. Een en ander werd bevestigd door

minister Martosatiman. Meer dan dat kon hij echter niet zeggen en verwees naar het

Page 55: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 55

ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen. Het ministerie van ROGB geeft wel positieve

adviezen in samenspraak met het ministerie van Regionale Ontwikkeling (RO) als het gaat

om concessies in het binnenland. De taak van RO is om in overleg te treden met de

omwonenden van aangevraagde concessiegebieden. Als die positief reageren dan verleent

RO medewerking voor het uitgeven van een concessie, aldus berichtte de Times of

Suriname. ‘Het is mogelijk als mijnbouwconcessie uitgegeven. Misschien gedeeltelijk, dat

zou kunnen. Adviezen worden opgevraagd via het ministerie van RO aan de

dorpsgemeenschappen’, zei de bewindsman van ROGB.

Maar, de krant schreef vernomen te hebbben dat de kleine gemeenschap in het dorp juist

niet te spreken was over de uitgifte van het gebied rondom hun dorp. Volgens de bewoners

werden de uitgegeven delen tot een deel van hun dorp gerekend. In De Nationale

Assemblee bracht politicus Finisie de problemen van de Rama onder de aandacht van de

regering. Maar, na enkele maanden had hij nog steeds geen reactie mogen ontvangen.

Volgens Finisie was een derde deel van het dorp onder onder toezicht gekomen van een

concessiehouder uit het kustgebied.

Ruim een maand later deed de NDP-fractie in de Nationale Assemblee een oproep aan de

regering om de aan een ondernemer verleende mijnbouwconcessie bij Rama in te trekken.

Assembleelid Finisie toonde op 21 december 2011 documenten in het parlement om

duidelijk te maken dat er werkelijk sprake was van gronduitgifte ten behoeve van

mijnbouwactiviteiten. Volgens de politicus waren er grenspalen twee meter verwijderd van

het dorpje geplaatst en dat betekende volgens hem dat de mensen hun economische zone

kwijt waren. De bewoners van Rama hadden inmiddels alle in Brokopondo woonachtige

Assembleeleden ingeschakeld om hun zaak te bepleiten bij de regering. Assembleelid Ronnie

Asabina van partij voor Broederschap en Eenheid in de Politiek, BEP, ontving een petitie van

de bewoners van Rama.

Op de vraag van de schrijver hoe het verder is gegaan met deze kwestie na december 2011

reageerde Asabina op 29 oktober 2012 alsvolgt: ‘Ter attentie van de kwestie Rama, heeft de

gewezen minister van het ministerie van ROGB in het parlement aangegeven dat de

informatie van gronduitgifte niet op waarheid berustte. De informatie had ik ook bij de

gewezen districtscommissaris van Brokopondo, de heer Prijor nagetrokken, hij was ook niet

op de hoogte van de gronduitgifte.’

Dorpelingen Sarakreekgebied vrezen goudwinningsactiviteiten ‘Aziaten’,

oktober 2012

Dorpelingen in het Sarakreek-gebied dreigden in de tweede week van oktober 2012 de

toegang tot het stuwmeer te barricaderen. Ze waren niet te spreken over een groep

‘Aziaten’ die zich in het gebied had gevestigd en met springstof goud zou exploiteren, aldus

Page 56: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 56

berichtte de Times of Suriname in haar editie van 8 oktober 2012. ‘Ze zijn vlak achterop bij

mijn keuken bezig. Alles trilt wanneer zij met dynamiet bezig zijn’, zei een bewoner in

gesprek met de krant. De Aziaten zouden tunnels bouwen en gevreesd werd dat de grond

rondom de woongebieden zou instorten. ‘Wij krijgen ook geen kopercent als dorp van het

goud dat er wordt gemijnd, maar een bekende politicus ontvangt vijftien procent terwijl wij

het moeten krijgen.’ De verhouding tussen de dorpsbewoners en de Aziaten nabij Crusher

Bergi, een goudader, was volgens de krant zeer gespannen. De voorzitter van het

managementteam van de Commissie Ordening Goudsector, Gerold Dompig, was niet te

spreken over de door de dorpsbewoners geuitte dreigementen. ‘Als er problemen zijn, dan

mogen ze vandaag nog op kantoor bij mij komen om het te bespreken, maar wij kunnen het

niet tolereren dat men het recht in eigen hand neemt’, aldus Dompig. De dorpelingen eisten

dat een bekend goudbedrijf in het gebied had moeten voorzien van enkele faciliteiten. ( In

het Sarakreekgebied waren onder andere actief Sarakreek Resource Corp NV en Wylab

Suriname Development Company BV.) De krant vermeldde echter niet om welk bedrijf het

ging.

Dompig kon noch ontkennen noch bevestigen of de Aziaten werkelijk dynamiet gebruikten.

Hij verklaarde er ook niet verbaasd over te zijn, aangezien de goudexploitatie in hard

gesteente nu eenmaal alleen met springstof kan plaatsvinden. Hij gaf wel de verzekering dat

alle operaties met toestemming van het bevoegde gezag plaatsvonden.

Het BEP-Assembleelid Ronnie Asabina reageerde meteen op de kwestie: ‘Er wordt goud

gemijnd door een elitaire groep en men werkt met names and faces. Maar ik hoop dat de

jongens de rivier niet gaan barricaderen. Ik heb ze voorgesteld om eerst met de autoriteiten

te praten en af te zien van burgerlijke ongehoorzaamheid.’ Dompig zei bereid te zijn met de

ontevreden dorpelingen te praten. ‘Maar ze gaan eens moeten ophouden met dreigen. We

gaan het niet tolereren.’

De Commissie Ordening Goudsector trok in de eerste week van november 2012 het

Sarakreekgebied in om toe te zien op de naleving van de Mijnbouwwet. (Zie hoofdstuk 6: De

Commissie Ordening Goudsector)

Page 57: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 57

Hoofdstuk 4

‘Clean Sweep’-acties tegen wanorde goudvelden

Goudzoekers verwoesten natuurpark Brownsberg

Dat er van alles gebeurde op de Surinaamse goudvelden in het binnenland was al vele jaren

bekend bij de overheid en bij milieuorganisaties. Halverwege 1994 kreeg Suriname meer en

meer last van vooral – illegale - Braziliaanse goudzoekers. In die tijd was de president van het

land Ronald Runaldo Venetiaan. Hij was de onrust op de goudvelden meer dan zat en

besloot om de illegale Brazilianen hard aan te pakken. Het Nederlands Dagblad schreef

hierover, onder de kop ‘Actie Suriname tegen illegale goudzoekers’ in haar editie van 18 juni

1994:

‘(...) Onlangs arresteerde de politie 33 Brazilianen. Ze moeten een boete van vijfduizend

dollar betalen, worden het land uitgezet en mogen nooit meer een voet in Suriname zetten.

Voor deze harde aanpak is gekozen, omdat de veelal tot de tanden bewapende illegale

goudzoekers de lokale bevolking intimideren, en bovendien het milieu vervuilen met zware

metalen, door de methoden dieze gebruiken.

‘We moeten ze niet met fluwelen handschoenen aanpakken, maar met bokshandschoenen’,

aldus de Surinaamse minister van Justitie en Politie, Soeshiel Girjasingh. Maar hij gaf ook al

aan dat het geen gemakkelijke zaak zal worden. ‘De goudzoekers werken niet voor zichzelf.

Hun bazen zijn vaak Surinamers uit Paramaribo of uit het binnenland.’

(...) Ook om economische redenen wil Suriname van de gouddelvers af. Doordat het goud

dat ze vinden het land illegaal verlaat, beroven ze in theorie de schatkist. Het goud in de

Surinaamse bodem is een van de weinige lichtpuntjes voor de zwakke economie van het

arme land. De regering heeft een contract gesloten met de Amerikaanse maatschappij

Golden Star, die in Suriname de grootste goudmijn van Zuid-Amerika wil openen.’

In december van datzelfde jaar dreigde de situatie totaal uit de hand te lopen. De regering

dreigde de ongeveer 2.000 vooral Braziliaanse illegale goudzoekers in het binnenland met

luchtaanvallen. Het Canadese goudmijnbedrijf Golden Star, dat een concessie had in het

binnenland van Suriname, dreigde haar mijn te Bropondo te sluiten en de 200 werknemers

te ontslaan, tenzij de overheid de illegale goudzoekers voor 2 januari 1995 had weten te

verwijderd. Zij gebruikten veel giftig kwik, dat in de nabijgelegen rivieren stroomde, vochten

onderling en verspreidden malaria.

Page 58: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 58

Dertien jaar later was Venetiaan weer president en werd weer geconfronteerd met de vele

problemen in het binnenland op de goudvelden. Ook in 2007 wilde de regering Venetiaan

een einde proberen te maken aan de wanorde en misstanden op de goudvelden in het

binnenland. In diverse gebieden liep de goudwinning danig uit de hand. Illegaliteit vierde

hoogtij, zo ook de ongebreidelde vernietiging van de natuur door houtkap en kwikvervuiling.

Bij sommige goudvelden verrezen goudzoekerskampen die leken op heuse dorpjes en er

ontstonden zelfs hier en daar Braziliaanse enclaves. Alles leek te kunnen en te mogen op de

ver van de regeermacht in hoofdstad Paramaribo verwijderde goudvelden. Maar, toen in

2007 duidelijk werd dat er zelfs goud werd gewonnen in het natuurpark Brownsberg - in

beheer bij de natuurbeschermingsorganisatie Stinasu (de Stichting Natuurbehoud Suriname,

opgericht in 1969 door de Nederlandse bioloog Johan Schulz) - , was voor de regering

Venetiaan de maat vol. Het werd tijd om hard in te grijpen in de goudvelden en daartoe

werden door de regering de politie en het leger ingeschakeld.

- Het Brownsberg Natuurpark in Brokopondo ligt honderddertig kilometer verwijderd van

Paramaribo. Het staat bekend om de vele, soms bedreigde, diersoorten, zoals groene

schildpadden, herten, konijnen, bosvarkens, tapirs, kikkers, poema’s, jaguars, leguanen,

slangen, vele soorten insecten en zeldzame medicinale planten. Van de zevenhonderd

vogelsoorten in Suriname, komen er zo'n tweehonderd in het natuurpark voor. Ook leven in

dit natuurgebied alle acht in Suriname levende apensoorten. -

Op 3 juli 2007 werd op het ministerie van Defensie de commissie Operatie Clean Sweep

geïnstalleerd. Hierin kregen vertegenwoordigers van diverse ministeries zitting, waaronder

Justitie en Politie, Defensie, Regionale Ontwikkeling en Natuurlijke Hulpbronnen. Door de

minister van Regionale Ontwikkeling, Michel Felisie, werd op die dag met nadruk erop

gewezen dat de goudwinning lokale bewoners helpt om te overleven. Het ontstaan van de

situatie rond de kleinschalige goudwinning had echter een voorgeschiedenis, te weten de

Binnenlandse Oorlog, waardoor bewoners in een isolement terecht waren gekomen. Om

niet om te komen van de honger, gingen zij hun geluk gaan beproeven in de goudsector.

Maar, ook Brazilianen kwamen hun geluk zoeken in Suriname, met als gevolg een losbandige

leef- en werksituatie in de goudvelden.

De Clean Sweep operatie werd leven in geblazen en werd een begrip in Suriname. Het werd

feitelijk de ‘harde’ en in zekere zin mislukte voorloper van de eind 2010 geïnstalleerde

succesvol te noemen ‘zachte’ presidentiële Commissie Ordening Goudsector van de regering

Bouterse-Ameerali.

Page 59: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 59

Clean Sweep-1

Brownsberg natuurpark

De eerste Clean Sweep actie werd uitgevoerd in september 2007 in het natuurpark

Brownsberg.

Aanleiding voor die gerichte actie was de in augustus van dat jaar door onder andere

Stinasu, de beheerder van het natuurgebied, geconstateerde aanzienlijke toename van

illegale goudvelden in dat gebied. De natuurbeschermingsorganisatie moest van afstand

toezien hoe in haar natuurpark grote gebieden werden vernietigd en vervuild. Van de in

totaal 14.400 hectare van Brownsberg zou in de afgelopen jaren ruim 661 hectare vernietigd

zijn door de praktijken van illegale kleinschalige goudzoekers. Minister Michael Jong Tjien Fa

van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer was al in juli 2007 over

de misstanden in het natuurpark geïnformeerd. Volgens hem was de toestemming die aan

inwoners van de gemeenschap Brownsweg was gegeven om op kleine schaal goud in het

natuurreservaat te winnen, misbruikt voor grootschalige commerciële goudwinning.

Boswachters en jachtopzieners hadden gerapporteerd dat met zwaar materiaal complete

heuvels werden ‘weggespoten’. Sommige goudzoekers bleken zelfs met vuurwapens op zak

rond te lopen en enkele zouden zelfs gewapende bewakers in dienst hebben. Minister

Chandrikapersad Santokhi van het ministerie van Justitie en Politie kondigde aan een

onderzoek in het gebied te laten instellen door het Korps Politie Suriname en het Nationaal

Leger. Dat onderzoek leidde tot de eerste Clean Sweep actie.

Gedurende drie dagen werd het gebied uitgekamd door militairen, politie, bosopzichters van

’s Lands Bosbeheer en medewerkers van Stinasu. De aanwezige illegale goudzoekers werden

gesommeerd het natuurpark onmiddellijk te verlaten. Zij bleken vooral actief te zijn in het

Page 60: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 60

Wakibasoegebied, bij de Irenevallen, de Witi- en Jokabakreek.Tijdens de actie werden

vierentwintig Braziliaanse goudzoekers en dertien Surinamers gearresteerd. Enkele kampen

van de goudzoekers werden vernield en er werd beslag gelegd op hun bezittingen. De

autoriteiten hoopten hiermee te voorkomen dat de goudzoekers hun activiteiten toch weer

zouden voortzetten.

Begin november 2007, nauwelijks twee maanden na de eerste Clean Sweep actie van

president Ronald Venetiaan, kwam het natuurpark Brownsberg weer in beeld vanwege

illegale goudwinningspraktijken. Deze keer richtte de aandacht zich op het Assembleelid

Ronnie Brunswijk, het ‘enfant terrible’ in de Surinaamse politiek met een verleden als

junglerebel (in de tweede helft van de jaren tachtig van de 20e eeuw was hij leider van het

beruchte Junglecommando en streed een bikkelharde en zeer gewelddadige strijd tijdens de

Binnenlandse Oorlog tegen het regime van Desi Bouterse, van wie hij eerder persoonlijk

lijfwacht was geweest), mislukt voetballer, pistooltrekker, houtondernemer en goudzoeker.

Een Assembleelid kan in Suriname naast het functioneren als volksvertegenwoordiger, ook

gewoon goudzoeker, medewerker bij de Belastingdienst of arts zijn.

Brunswijk zou illegaal goud exploiteren in het Brownsberg natuurpark. Minister Gregory

Rusland van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen liet een onderzoek instellen naar

mogelijke onjuistheden rond nieuwe en oude concessieaanvragen van de politicus.

Ondertussende toonde Brunswijk zich hevig verontwaardigd, toen hij met eigen ogen tijdens

de Clean Sweep op 31 oktober 2007 zag hoe medewerkers van Stinasu tekeer waren gegaan

in kampjes van goudzoekers in het natuurpark bij de Lombékreek. Tegenover aanwezige

journalisten liet een gebelgde Brunswijk weten dat hij een zakelijke titel op de grond had en

er dus werkzaamheden kon uitoefenen. ‘Stinasu kan hier niets doen. Hier is het

concessiegebied van Brunswijk.’

Ene ‘oom Leo’, die in het concessiegebied optrad als vertegenwoordiger van Brunswijk,

verklaarde tegenover de pers: ‘Ik was in het veld toen de politie en de vertegenwoordiger van

Stinasu bij onze aanmeerplaats arriveerden. Ik heb vernomen dat het eerste wat zij hebben

gedaan het aanbrengen van een bord was dat dit gebied beschermd gebied is van Stinasu. Er

is geen enkele waarschuwing vooraf geweest. Ze hebben mij als hoogste man niet

voorgehouden dat ze van plan waren vernielingen aan te brengen. Ik heb nog met de

inspecteur en de man van Stinasu proberen te praten en probeerde hen met de juiste

bescheiden te overtuigen dat we niet verkeerd bezig zijn. De inspecteur was ook van plan ons

te verwijderen, maar bij het zien van de stukken heeft hij zich anders opgesteld, terwijl Erlan

Sleur (Kraaijer: de public relations manager van Stinasu tussen mei 2006 en februari 2008)

bleef aandringen dat het om valse stukken gaat. Op een gegeven moment vertrok Sleur naar

het kamp en heeft alles, meer dan vijf woonkampen met inboedel, in de fik gestoken. Er was

haast niets dat wij konden redden. Al onze bezittingen zijn door brand verwoest en enkele

van de werknemers zitten zonder kleren.’

Behave vernielingen in het kamp, werden twee graafmachines, een bulldozer, een tractor,

een boot met buitenboordmotor en twee zogenoemde ATV’s (All Terrain Vehicles) in beslag

Page 61: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 61

genomen. Een aantal dagen later werd bekend dat Stinasu geen enkele zakelijke titel had op

het 4.800 hectare groot gebied in het Brownsberg natuurpark, dat in concessie zou

toebehoren aan Ronnie Brunswijk. Het ministerie van Natuurlijke hulpbronnen zou in 2002

een terbeschikkingstelling van de grond voor Stinasu hebben verstrekt voor uitbreiding van

het natuurpark. Van enig zakelijk recht was echter geen sprake. Stinasu had simpelweg

verzuimd de grond op haar naam aan te vragen, waardoor het ministerie van Ruimtelijke

Ordening, Grond- en Bosbeheer op elk moment kon beslissen de grond uit te geven voor

andere doeleinden. Brunswijk daarentegen beschikte wel over een vergunning van de

Geologische Mijnbouwkundige Dienst, die was verstrekt op basis van de Mijnbouwwet.

Minister Rusland bevestigde dat het Assembleelid al binnen een maand over zijn vergunning

beschikte na een aanvraag ingediend te hebben bij het ministerie van Natuurlijke

Hulpbronnen. Het bleek in de eerste week van november 2007 voor journalisten nauwelijks

mogelijk een reactie te krijgen van Stinasu.

Eind 2010 was het Erlan Sleur die zijn persoonlijke verhaal deed in Surinaamse maandelijkse

magazine Parbode. Hij was inmiddels vertrokken bij Stinasu, waar eind 2007 de bom tussen

hem en zijn werkgever was ontploft door de kwestie Stinasu-Brunswijk.

Sleur: ‘Ik hoorde geruchten dat er aan kleinschalige goudwinning werd gedaan in het

Brownsberggebied. Maar er bleek geen sprake te zijn van kleinschaligheid. Groot materieel,

zoals bulldozers, vernietigden grote delen van het beschermd gebied. In juli 2007 kregen de

jachtopzieners van de toenmalige minister van Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer

(RGB), Michael Jong Tjien Fa, opdracht om een verkenningsvlucht boven de Brownsberg te

maken naar aanleiding van enkele gepubliceerde artikelen over goudwinning. Ik werd

gevraagd om mee te gaan en filmopnames te maken. Ik schrok me rot. Vanuit de lucht leek

het bos op gatenkaas. Het was vreselijk om te zien, bijna alle kreken waren vernietigd. (...) De

lauwe reactie van sommige collega’s betekende voor mij dat men hiervan wist. Achteraf

bleek alles al tot in details te zijn beschreven in het in 2005 door veldbioloog Pieter Teunissen

samengestelde managementrapport over het Brownsberg Natuurpark, BNP. (...) De directeur

van Stinasu, Marijem Djosetro, gaf mij te kennen dat ze in de top van de Pertjajah Luhur zat

en haar positie sterk koesterde. Duidelijk was dat zij prioriteit gaf aan haar politieke

loopbaan, boven het belang van onze natuur. Ik besloot de vernietiging van het BNP

publiekelijk te maken via het STVS-programma Suriname Vandaag. (...) Ik vernam vanuit de

media dat president Venetiaan het leger en politie had ingeschakeld om een einde te maken

aan de illegale goudwinning op de Brownsberg. Operatie Clean Sweep was geboren. Ik was

als enige van Stinasu aanwezig om logistieke ondersteuning aan de politie en het leger te

geven. Mijn collega’s bleven verdacht ver uit de buurt. Mijnen bij de Witikreek, Kumbukreek

en Kriki Negi werden ontmanteld. Er werden ook machines in beslag genomen die op naam

stonden van parlementariër Brunswijk. Hij beweerde de machines te hebben uitgeleend. Er

werd uit die mijn vier tot vijf kilo goud per week geoogst. Ze zaten op een goudader.’ Op 31

oktober 2007 was Sleur betrokken bij Operatie Clean Sweep. ‘Ene oom Leo was samen met

een groep Brazilianen weer neergestreken in het zuiden van de Brownsberg. Later begreep ik

dat deze Leo een gevaarlijk mannetje van Brunswijk was. Hij wees me een document waaruit

Page 62: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 62

zou blijken dat het gebied aan hen was toegewezen. Naam op de beschikking: Ronnie

Brunswijk. Ik schoot uit mijn slof en zei dat iedereen moest verdwijnen en dat het kamp zou

worden afgebrand. Ik werd door een agent verzocht me in te houden. Na vele valse

documenten die we tegen waren gekomen, was dit de zoveelste, dacht ik. Wist ik veel dat

mijn eigen ministerie en het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) in de tussentijd

concessies en mijnbouwvergunningen hadden geregeld voor Brunswijk, nota bene terwijl ik

daar nog bezig was met de politie! Dit was in mijn ogen hoogverraad. En een dolk in de rug

van een ieder die had gezweet om dit soort misdaden te bestrijden. De restanten van het

goudzoekerskamp stak ik in brand aangezien ze al in opdracht van de procureur-generaal

door de politie waren ontmanteld.’ Sleur heeft een nare bijsmaak overgehouden aan de

kwestie. Zijn werkgever was waarschijnlijk op de hoogte van de illegale praktijken van

Brunswijk in het natuurpark. ‘Vanwege politieke belangen had Stinasu de illegale

goudwinning liever binnenkamers gehouden. Toenmalig minister Gregory Rusland van NH en

zijn RGB-collega Jong Tjien Fa gaven elkaar de schuld en de directeur van RGB, Frans

Kasantaroeno, maakte de opmerking dat Stinasu geen zakelijke titel had op de grond

waardoor het ministerie gerechtigd was om de grond uit te geven. Ik wist toen dat ik niet bij

deze boevenbende wilde horen.’

De acties van de regering Venetiaan om een einde te maken aan het mijnen van goud in het

beschermde Brownsberg natuurpark, blijken vruchteloos te zijn geweest. In december 2010

werd bekend dat een groep goudzoekers uit Brownsweg die zich hadden georganiseerd in de

stichting Ahala, een gebied van ongeveer duizend hectare van het natuurpark Brownsberg

wilde innemen voor het mijnen van goud. Nadat dat gebied is uitgemijnd zou het gereed

moeten worden gemaakt voor de aanplant van agrarische gewassen. De voorzitter van de

stichting, Bisai Alida, verklaarde dat er goud in het natuurpark is en dat ‘lokale mensen

moeten eten’. Verder liet hij weten dat zijn stichting erop zou toezien dat de toeristische

trekpleisters Irene- en Leovallen niet zouden worden verontreinigd door de activiteiten van

goudzoekers. De pas een paar maanden in dienst zijnde nieuwe directeur van Stinasu, de

beheerder van het natuurpark, - Frans Kasantaroeno - liet aan de media weten ‘geen

voorstander te zijn van gouddelvers in het natuurpark’ en dat zij ‘op een vredige wijze’ de

kwestie wilde oplossen met de bevolking. Mocht er geen overeenstemming worden bereikt,

dan zou voor Stinasu als enige optie overblijven het terrein terug te geven aan de overheid.

Dat zou natuurlijk de makkelijkste weg zijn voor Stinasu, de natuurbeschermingsorganisatie

en beheerder van het Brownsberg natuurpark die al jarenlang geconfronteerd werd met

illegale goudzoekers in haar natuurpark. De stichting wilde officieel vastleggen dat de

tientallen porknokkers daadwerkelijk in haar concessie aan het werk waren. Met Ahala werd

afgesproken onderzoek te laten verrichten door de Anton de Kom Universiteit van Suriname

in Paramaribo, onder andere naar de conditie van het gebied. Alida zei zeker te weten dat

goudzoekers, uit vooral Brownsweg, in het natuurpark bezig waren. Verder verklaarde hij dat

Stinasu begin 2000 al duizend hectare had moeten afstoten vanwege illegale activiteiten van

Braziliaanse garimpeiro’s. Zij hebben echter het natuurpark verlaten en eind 2010 waren

Page 63: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 63

alleen nog dorpelingen actief in de omgeving van Witikreek en langs het Stuwmeer.

Kasantaroeno zat in zijn maag met de situatie in ‘zijn’ Brownsberg natuurpark. Hij nam zich

voor om afspraken met bewoners van Brownsweg te maken om niet verder het gebied in te

gaan. ‘Goudwinning tast de doelstelling van mijn stichting aan’, zo liet hij weten. Feitelijk een

overbodige opmerking en conclusie. De nieuwe Stinasu-directeur vond zelfs dat Ahala zich

positief en coöperatief had opgesteld. ‘Je moet blijven praten, monitoren en contact houden

met de lokale bewoners’, aldus Kasantaroeno. Recent onderzoek had nog uitgewezen dat de

(water)vallen, de belangrijkste attracties op Brownsberg, eind 2010 niet waren vervuild. De

porknokkers waren op een afstand van ongeveer vier kilometer van de watervallen aan het

werk.

Na december 2010 werd het stil. Niets meer werd vernomen van de stichting Ahala en de

Brownsweg porknokkers. Maar, dat veranderde in augustus 2011. De directeur van de

Nationale Zoölogische Collectie Suriname, Paul Ouboter, liet op 13 augustus 2011 via de

krant De Ware Tijd weten dat illegale goudzoekers actief zijn aan de Witikreek. Er bleek een

illegale weg te zijn aangebracht die leidt naar de zijtak van de Witkreek, waar veel toeristen

komen. Ouboter toonde zich verontrust over de ontwikkelingen in het natuurpark. ‘In de

hoofdkreek van de Witikreek merkte ik de laatste tijd al op dat ze steeds verder trokken. Nu

ook bij de zijtak goud wordt gewonnen, moet er aan de rem worden getrokken’, aldus

Ouboter tegenover de krant. Stinasu was niet bereikbaar voor commentaar. Deze stichting

zou haar natuurpark moeten beschermen, maar zij blijkt zich meer en meer te richten op het

organiseren van ecoreizen dan op natuurbescherming en is dus feitelijk een onderneming

geworden. Een niet met naam genoemde touroperator verklaarde tegenover De Ware Tijd

er zeker van te zijn dat er goud wordt gezocht bij Witikreek. ‘Toeristen denken op hun reis

brulapen te gaan horen, maar in werkelijkheid horen ze het gebrul van machines.’

De strijd tegen de goudzoekers in het Brownsberg Natuurpark ging in maart 2012 door. Toen

werd duidelijk dat de illegale goudzoekers in het gebied nog steeds een grote bron voor zorg

waren voor de directeur van Stinasu, Frans Kasantaroeno. Weer moesten porknokkers uit

het natuurpark verwijderd worden. ‘Het is de zoveelste keer in de geschiedenis van

Brownsberg, dat er illegale gouddelvers worden ontruimd’, aldus Kasantaroeno tegenover de

Times of Suriname. Volgens de directeur van de organisatie die het park zou moeten

beschermen, kwamen de goudzoekers na een ontruimingsactie door de in december 2010

ingestelde presidentiële Commissie Ordening Goudsector snel weer in het gebied opduiken.

‘Je haalt ze weg, maar na enkele maanden komen ze toch weer’. Kasantaroeno zag als

mogelijke oplossing het aanbieden van alternatieve werklocaties voor de ontruimde

porknokkers.

De directeur van Stinasu, Frans Kasantaroeno, viel op 12 maart 2012 door de mand. Hij

stond illegale goudzoekersactiviteiten in het door zijn organisatie te beschermen

natuurgebied, Brownsberg Natuurpark, toe in ruil voor goud. De vraag kan gesteld worden in

hoeverre hij nog directeur kan blijven van Stinasu, een organisatie die in essentie tot doel

Page 64: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 64

heeft het beschermen van in haar beheer toevertrouwde natuurgebieden, waaronder het

bekende Brownsberg Natuurpark. De Commissie Ordening Goudsector heeft 12 maart de

illegale porknokkers uit het natuurgebied verwijderd. Volgens de goudzoekers hadden zij

echter een mondelinge afspraak met Stinasu om twee maanden goud te delven in het

natuurgebied, in ruil voor een deel van de goudopbrengsten.

Het opmerkelijke gedrag van Kasantaroeno werd 13 maart onthuld door een artikel in De

Ware Tijd. Gerold Dompig van de Commissie Ordening Gousector bevestigde de handelwijze

van de Stinasu-directeur. Natuurlijk schoot Kasantaroeno in de verdediging en ontkende

goud te hebben ontvangen in ruil voor het toestaan van goudwinning in het Brownsberg

Natuurpark. Tientallen porknokkers hebben 12 maart uit protest korte tijd de weg naar

Brownsberg gebarricadeerd.

Het Assembleelid Frederik Finisie weersprak meteen de ontkenning van de Stinasu-directeur.

Hij verklaarde tegenover de krant dat de porknokkers beschikken over kwitanties als bewijs

voor betaling. Hij was in het bezit van enkele kwitanties, met daarop een stempel van

Stinasu, met een waarde van ongeveer vijftig gram goud, wat neerkomt op een bedrag van

ongeveer tienduizend Surinaamse dollars. Kasantaroeno werd op 17 april 2012 door de

politie gearresteerd. Eerder was ook al de beheerder van het Brownsberg Natuurpark, ene

‘Paul K.’ Opgepakt.

Ruim een maand na de arrestatie van Kasantaroeno bleek dat zich nog steeds illegale

porknokkers in het ‘geruimde’ Brownsberg Natuurpark bevonden. In de week van 14 mei

2012 deed zich een schietincident voor tussen een onbekend aantal porknokkers in het

natuurpark en drie politieagenten. De agenten waren er plekke om de actuele situatie in het

natuurgebied in ogenschouw te nemen. Ondanks alle gedane toezeggingen van onder

andere de Commissie Ordening Goudsector konden zich nog steeds porknokkers in het

natuurgebied bevinden. Ook was nog steeds niet bekend wie de door ruim tweeduizend

aangerichte schade in het natuurpark zou herstellen. De toekomst van het unieke

natuurgebied zag er half mei 2012 nog steeds zeer onzeker uit.

Waar velen voor vreesden werd bewaarheid begin september 2012. De krant Times of

Suriname berichtte op 7 september dat in het Brownsberg Natuurpark weer illegale

goudzoekers aan het werk zijn. Weer zou op grote school vernietiging van het natuurgebied

plaatsvinden. Op zeker vijfentwintig locaties in het gebied zouden illegalen bezig zijn

geweest in het gebied. Er werd aan kaalkap gedaan en met zwaar materieel was men bezig

de grond om te ploegen op zoek naar goud, aldus de krant. De Stichting Natuurbehoud

Suriname (Stinasu) was op de hoogte van de situatie, maar deed niets. Gerold Dompig,

voorzitter van de Commissie Ordening Goudsector, bevestigde dat de goudzoekers weer

actief waren in het gebied. Hij noemde deze situatie dweilen met een open kraan. Volgens

Page 65: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 65

hem is het natuurpark een gigantisch gebied waar je geen overzicht op hebt. ‘Pas als je over

het gebied vliegt, kan je zien waar men bezig is’, aldus Dompig tegenover de Times of

Suriname. Het Brownsberg Natuurpark is een gebied onder de paraplu van Stinasu. Daarom

moet die stichting erop toezien dat goudzoekers het gebied niet ingaan. Helaas beschikt

Stinasu niet over de middelen om toezicht te houden in haar eigen gebied. Volgens Dompig

hield zijn commissie wel toezicht te Maripaston, totdat het staatsmijnbedrijf Grassalco de

verantwoordelijkheid op zich nam. Dompig: ‘Maar dat wil niet zeggen dat OGS een instantie

is die babysitter moet spelen voor Stinasu.’ Doordat de illegalen keer op keer terugkomen in

het natuurpark lijkt het erop dat de Commissie Ordening Goudsector niets anders te doen

heeft dan hen ook steeds weer te verjagen uit het gebied. ‘En zolang de stichting er geen

werk van maakt om het park af te sluiten of bewakers inzet in het gebied, zullen we dit

probleem blijven houden’, aldus Dompig.

Een dag later al, zaterdag 8 september, kwam Dompig plotseling met een wit konijn uit zijn

hoge hoed. Zijn commissie en de Geologische Mijnbouwkundige Dienst (GMD) bleken een

plan te hebben bedacht om 12.000 hectare grond in de omgeving van Brownsweg ter

beschikking te stellen aan de illegale goudzoekers in het Brownsberg Natuurpark. De

autoriteiten wilden dit gebied conform de wettelijke regelingen ter beschikking stellen van

de dorpsgemeenschap in het gebied. ‘Maar daar zijn er natuurlijk voorwaarden aan

verbonden’, zo liet Dompig via de media weten. De goudzoekers moeten zich organiseren en

zich houden aan een aantal criteria voor de bescherming van de natuur. Volgens hem was

het nooit de bedoeling van de commissie geweest om goudzoekers die productief bezig zijn

van hun werkgebied te verwijderen. ‘Ons streven is om ze te brengen van illegaal naar

legaal, want dan heeft de Staat ook inkomsten uit deze sector.’

Maar, het plan van de commissie en de GMD lijkt eerder op het belonen van illegale

porknokkers die een natuurpark hebben vernietigd, in plaats van dat die goudzoekers voor

hun gedrag beboet of veroordeeld worden.

In de laatste week van november 2012 werd het natuurgebied getroffen door een brand.

Een gebied van minstens vijftien hectare in het natuurpark brandde af. Tijdens twee

verschillende veldbezoeken van studenten van de Anton de Kom Universiteit en het Instituut

Opleiding Leraren werden bij Witikreek branden en smeulend hout opgemerkt. Vermoedelijk

was de brand door illegale goudzoekers aangestoken. Het was de studenten opgevallen dat

het bos grenzend aan de goudvelden in brand stond. De brand trof vooral het zogenaamde

rotssavannebos. Daar bevond zich ook een zeldzaam stukje open rotssavanne, dat niet meer

kon worden teruggevonden. De brandweer en de Commissie Ordening Goudsector werden

meteen van de brand in kennis gesteld, maar de brandweer was niet in staat om naar het

natuurgebied te gaan om de brand en smeulende resten te blussen. Iedereen hoopte op

zware regenval......

Page 66: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 66

Op 5 december 2012 maakte het Dagblad Suriname bekend dat de op 17 april gearresteerde

directeur van Stinasu, Kasantaroeno, niet zou worden gedagvaard. De medeverdachte, de

beheerder van het Brownsberg Natuurpark, zat echter nog in hechtenis. Op 18 mei 2012

had de rechter-commissaris het verzoek van de advocaat van de ex-directeur tot in

vrijheidstelling van zijn cliënt gehonoreerd. Kasantaroeno werd bij zijn voorgeleiding voor

bewaring bij de rechter-commissaris in vrijheid gesteld met als verklaring ,dat er geen

ernstige bezwaren waren gevonden om hem langer vast te houden. Officier van Justitie Roy

Elgin bevestigde tegenover de krant, dat de ex- directeur van Stinasu niet was gedagvaard.

Hij kon ten tijde van het gesprek met de krant nog niet aangeven of Kasantaroeno al dan niet

verder vervolgd zou worden. De directeurspost bij de stichting was nog steeds vacant.

Clean Sweep-2:

Benzdorp

Bewoners van het Lawagebied, in het zuidoosten van Suriname, vreesden in augustus 2008

voor een grote Clean Sweep-2 operatie van het gebied door de politie en het leger. In het

gebied zijn goudzoekers vooral actief rond Benzdorp. Dit is een uit de voegen gegroeide

Braziliaanse enclave geworden, waar wildgroei en anarchie ongecontroleerd kon

plaatsvinden. Natuurlijk hadden de bewoners ook gezien en gehoord hoe de eerdere actie in

het natuurpark Brownsberg was verlopen. De vrees van de bewoners werd zelfs onderwerp

van gesprek in de Nationale Assemblee. Onder andere sprak - natuurlijk - politicus Ronnie

Page 67: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 67

Brunswijk zich uit over de ophanden zijnde actie van de regering Venetiaan. Namens de

plaatselijke gemeenschap sprak Brunswijk zijn bezorgdheid uit. Maar, de kritieken werden

weersproken door vicepresident Ramdien Sardjoe. Volgens hem had de voorgenomen actie

tot doel om te weten te komen wat zich precies in het Surinaamse binnenland afspeelt. De

Clean Sweep actie zou, aldus Sardjoe, gericht zijn op het identificeren van illegale activiteiten

in zowel de goud- als houtwinning, maar ook om inzicht te krijgen in de criminaliteit en

prostitutie. Verder zouden sociaalmaatschappelijke problemen en aspecten in het toerisme

en milieu onder de operatie vallen. Ondanks de aangevoerde argumenten van de

vicepremier bleef Brunswijk sceptisch over de nieuwe Clean Sweep actie. Hij attendeerde de

vicepremier erop, dat er problemen konden ontstaan wanneer mensen zondermeer uit de

kleinschalige goudwinning zouden worden verdreven en brodeloos zouden worden zonder

enig ander alternatief. De parlementariër sprak zijn vrees uit dat die goudzoekers in het

criminele circuit terecht zouden kunnen komen.

Brunswijk kreeg steun en bijval van de jurist Martin Misiedjan (minister van Justitie en Politie

in de latere regering Bouterse-Ameerali). Misiedjan trad op als adviseur van de

gemeenschap van Benzdorp. Volgens hem moest de goudwinning in het Benzdorpgebied

eerst worden afgebouwd, alvorens zou kunnen worden overgegaan door de regering tot een

strenge ordening in de vorm van een Clean Sweep actie. Misiedjan wees erop dat

goudwinning in dat gebied al ruim tien jaren werd gedoogd en dat behalve lokale bewoners

en garimpeiro’s ook in Paramaribo wonende ondernemers hun brood verdienen in de

kleinschalige goudsector. Vele investeringen zijn gedaan, zoals de aanschaf van zwaar

materieel waaronder graafmachines en ATV’s. Als al dat materieel tijdens een Clean Sweep

operatie in beslag zou worden genomen of vernietigd, dan konden verliezen oplopen tot

duizenden Amerikaanse dollars, aldus de jurist.

Minister Chandrikapersad Santokhi van het ministerie van Justitie en Politie zei echter dat er

volgens de wet gehandeld zou gaan worden zònder de sociaaleconomische situatie van de

lokale bewoners in ogenschouw te nemen.

De Clean Sweep actie zou echter tussen 17 en 25 augustus 2008 een spoor van vernielingen

achterlaten in Benzdorp. De actie, die werd uitgevoerd door ongeveer vijftig militaire- en

politie-eenheden, stond onder directe leiding van de procureur-generaal, Subhaas Punwasi,

en de directe uitvoering viel onder de verantwoordelijkheid van hoofdinspecteur Stanley

Benschop. De eenheden zouden het gezag van gewestelijk commendant Franklyn Amir aan

de kant hebben gezet. Martin Misiedjan, die namens Braziliaanse goudzoekers en de

marronstam der Aluku’s Benzdorp bezocht, zei geen buitensporig gedrag bij de optredende

politiefunctionarissen te hebben geconstateerd. Wel bleek de bevolking onvoldoende

geïnformeerd te zijn geweest over de komst van de gewapende troepen. Volgens

mediaberichten zouden tijdens de actie goudpontons op de rivier in brand zijn gestoken en

veel Brazilianen zouden de bossen in zijn gevlucht. Een klein deel van de Brazilianen in het

Benzdorpgebied was overigens legaal aan het werk in dienst van het staatsmijnbouwbedrijf

Grassalco N.V. en in het bezit van geldige identificatiebewijzen van het bedrijf. Van één

Page 68: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 68

Braziliaan zou zijn voertuig zijn ontnomen en door agenten van een berg af te pletter zijn

gereden. Dit verhaal werd in augustus 2010 bevestigd door de Nederlandse antropologe

Marjo de Theije, die al jarenlang onderzoek doet naar de kleinschalige goudwinning in

Suriname en Benzdorp goed kent.

Tegenover het Surinaamse maandelijkse magazine Parbode liet zij onder andere weten: ‘Een

in beslag genomen auto is zelfs door een onervaren chauffeur de eerste de beste berg

afgereden en compleet vernield. Een probleem tijdens zo’n actie is ook dat de meeste

militairen en politieagenten geen Portugees spreken en verstaan. Er werden gewoon wat

Surinamers in Benzdorp geronseld als tolk, maar die waren natuurlijk niet voorbereid op een

politionele taak. Mensen vertelden dat bij een Chinese supermarkt aan de oever door

agenten en militairen onderdelen voor ATV’s in beslag werden genomen die even later in

Benzdorp gewoon verkocht werden aan een andere supermarkteigenaar.’

Verder zou een oudere vrouw, die door de politie verdacht werd van het verkopen van

munitie, aan haar haren zijn getrokken toen ze niet in staat bleek te zijn om die munitie te

tonen. Bewoners die in Benzdorp bekend stonden als criminelen, zouden hebben

opgetreden als gidsen en adviseurs van de politie. Goudmachines en ander zwaar materieel

zouden zonder navraag en controle in beslag zijn genomen. Onder de inbeslaggenomen

goederen bevonden zich jachtgeweren, zwaar materieel, ATV’s, medicamenten, benzine,

bloedmonsters, duikerspakken en smeermiddelen. Na de Clean Sweep actie overwogen

enkele getroffen goudzoekers de staat Suriname aan te klagen voor het schenden van

mensenrechten. Uiteindelijk is dat niet gebeurd.

Page 69: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 69

De voorzitter van de werkgroep Illegale Goudwinning, officier van Justitie mr. Chandra

Algoe, toonde zich zeer tevreden over het resultaat van de Clean Sweep-2 actie. Het

eindresultaat bestond uit de arrestatie van vierenveertig personen, waaronder acht

illegalen. Tweeëntwintig personen werden in verzekering gesteld en achttien strafdossiers

werden door het openbaar ministerie opgemaakt. Volgens Algoe werd een aantal opgepakte

personen verdacht van overtreding van de Mijnbouwwet, de Wet Beroepen en Bedrijven en

de Wet Economische Delicten. Verder trof men personen aan die onbevoegd het beroep van

arts en tandarts uitoefenden en apotheekhouders die niet in bezit bleken te zijn van een

geldige vergunning.

Als gevolg van de actie te Benzdorp, startte Justitie ook een onderzoek naar de handelingen

van de goudbedrijven Nana Resources en Grassalco. Deze bleken meegeholpen te hebben

aan misleiding, aangezien in hun concessieverlening duidelijk stond vermeld dat zij geen

overeenkomsten mochten sluiten met vreemdelingen, zonder dat de regering daarvan op de

hoogte was gesteld.

Het Comité Braziliaanse Goudzoekers verklaarde naar aanleiding van de gebeurtenissen in

het concessiegebied van Grassalco in Benzdorp, dat overeenkomsten die waren gesloten

met Grassalco niet rechtsgeldig bleken te zijn. Dat waren overeenkomsten met het bedrijf

waarbij maandelijks een bedrag, omgerekend in goud, werd betaald voor concessierechten

en winkelhuur. Deze groep goudzoekers en winkeliers was in de veronderstelling legaal aan

het werk te zijn. Tijdens de Clean Sweep operatie werden ze allemaal gearresteerd en

hebben moeten toezien hoe hun materialen in beslag werden genomen.

Korte tijd na de schoonveegactie van de overheid werden alle mijnbouwactiviteiten in het

gebied stopgezet. Toenmalig minister van Justitie en Politie, Chandrikapersad Santokhi, zette

de goudwinningsactiviteiten van Grassalco te Benzdorp stop. Het bedrijf had, in tegenstelling

tot wat de Mijnbouwwet voorschrijft, haar concessie aan derden onderverhuurd.

In de eerste week van september 2008 nam minister Gregory Rusland van het ministerie van

Natuurlijke Hulpbronnen het op voor Grassalco. Tegenover de Surinaamse krant De Ware

Tijd verklaarde hij op 6 september 2008 onder andere dat ‘er slechts een verschil in inzichten

is over de uitvoering van zaken, welke juridisch nog moeten worden uitgewerkt. Maar ik heb

niet de indruk dat er sprake is van frauduleuze handelingen of geldverduistering.’

Een week later maakte de regering Venetiaan bekend dat de actie Clean Sweep in Benzdorp

een succes was geweest. Maar, het was slechts een financieel succes. In beslag genomen

goederen konden worden teruggekocht tijdens openbare verkopen door de oorspronkelijke

eigenaren, dus door de personen bij wie de goederen in beslag waren genomen. Hierdoor

was de situatie te Benzdorp weer snel terug bij het oude en waren de goudzoekers weer

druk aan het werk. Antropologe Marjo de Theije in augustus 2010: ‘Na de actie was alles

weer snel terug bij het oude in Benzdorp. De kans om de goudsector echt te ordenen en

bijvoorbeeld maatregelen te nemen ter bevordering van schonere methoden van

goudwinning, werd niet benut.’

Page 70: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 70

Uit boetes opgelegd aan ondernemers te Benzdorp en omgeving, die de Wet Bedrijven en

Beroepen, de Deviezenregeling en de Mijnbouwwet hadden overtreden, streek het

Openbaar Ministerie ruim 100.000 Surinaamse dollars op en de verkoop van

geconfisqueerde goederen leverde nog eens 300.000 dollars op. Totaal bracht Clean Sweep-

2 ruim 400.000 Surinaamse dollars op.

Het succes was voor minister Chandrikapersad Santokhi van Justitie en Politie aanleiding om

bekend te maken dat ‘de razzia's op vooral de goudvelden voortgaan totdat er wet en recht

heerst in het Surinaamse binnenland.’

Clean Sweep-3:

Matawaigebied

Het Matawaigebied zou het terrein worden voor de volgende, derde, Clean Sweep operatie.

In het Matawaigebied, het leefgebied van de Matuariërs, opereerden Sarafina N.V. met een

concessie van circa 29.000 hectare, Suriname Diamond Company met 7.200 hectare en

granman Oscar Lafanti van deze marronstam op de concessie van Golden Star van 15.500

hectare.

De directeur van Sarafina N.V., Claudetta Toney, was echter niet gediend van de

aanwezigheid van militairen op de goudvelden in het binnenland.

Page 71: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 71

‘Ik moet ze niet hebben op mijn concessie’, zo liet ze de pers weten. Volgens haar waren er

militairen die belangen hebben in de goudsector. Militairen verleenden volgens Tony ook

diensten aan individuele porknokkers, waarvoor ze betaald werden met een percentage van

de goudopbrengst.

‘Het is al jaren een rommel in het binnenland met die militairen. Ordening is ordening. Ik wil

ze weer hebben als ze hun werk correct doen en in nationaal belang’, aldus Tony. Ook

beweerde de directeur van Sarafina dat lagere militairen die in het veld werkten, gesteund

werden door ‘invloedrijke toppers die gevaarlijk kunnen worden als hun belangen worden

geschaad’. Enkele van de militaire toppers zaten, aldus Claudetta Toney in De Ware Tijd van

5 september 2008, zelfs in commissies die moesten nadenken over de ordening van

goudgebieden en acties zoals Clean Sweep voorbereiden.

Eenheden van het Korps Politie Suriname en het Nationaal Leger vertrokken op

zaterdagochtend 20 september 2008 naar het Matawaigebied voor het uitvoeren van Clean

Sweep-3. De eenheden reisden via de Sneysi-pasi, die Brownsweg met het Matawaigebied

verbindt. De actie was vooral gericht op het gouddelversdorp Vila Brasil, dat veel op

Benzdorp lijkt. Maar, ook Brokolonko werd bezocht. De concessie van het goudmijnbedrijf

Golden Star te Vila Brazil, waar granman Oscar Lafantie ook Brazilianen in dienst had en

diverse bordelen onderhield, zou niet worden aangedaan. Op zijn concessie werkten, net als

in Benzdorp, vele Brazilianen. En ook daar wemelde het van economische bedrijvigheid,

prostitutie en criminaliteit. De concessiehouders inden onder strenge bewaking een

percentage van de opbrengsten bij vooral Brazilianen die het veldwerk verrichten, zoals ook

door Grassalco werd gedaan in Benzdorp.

De actie te Vila Brasil leidde snel tot kritiek van wederom politicus Ronnie Brunswijk. Hij

wilde onder andere van vicepresident Ramdien Sardjoe weten welke instructies de

eenheden van Clean Sweep-3 hadden gekregen om hun acties uit te kunnen voeren. Volgens

het Assembleelid zou een ‘kapitein Mori’ van het dorp Mi Sa Libi die aan goudwinning deed

in het bijzijn van zijn dorpelingen, geboeid zijn afgevoerd. Het stak Brunswijk dat de politie

kennelijk geen rekening had gehouden met het traditioneel gezag. ‘We begrijpen het niet

meer. Als ze een kapitein meenemen, zijn ze een stap te ver gegaan. Straks gaan ze ook de

granman meenemen’, aldus Brunswijk tegenover de krant De Ware Tijd van 23 september

2008. Minister Michel Felisi van het ministerie van Regionale Ontwikkeling was niet blij met

de arrestatie van kapitein Morion Ijofo. ‘Ik ben zelf ook behoorlijk in verlegenheid gebracht,

want dit is niet de afspraak geweest’, aldus de minister op 25 september in De Ware Tijd.

Volgens de bewindsman was tijdens de interdepartementale afstemming afgesproken dat de

Clean Sweep operatie niet gericht zou zijn tegen de lokale gemeenschap. De kapitein bleek

niet in staat te zijn geweest om zich te legitimeren, omdat hij niet in het bezit was van een

paspoort. Volgens Felisi hadden de politie en militairen moeten weten dat gezagdragers

geen legitimatie bezitten.

De lokale ondernemer Rudi de Zeijl informeerde president Ronald Venetiaan over de

misstanden van de Clean Sweep actie. Volgens hem handelden de eenheden selectief en in

opdracht van het mijnbedrijf Sarafina van Claudetta Toney. De concessie van Sarafina zou

Page 72: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 72

met rust zijn gelaten, terwijl anderen hardhandig werden aangepakt. ‘Dankzij Clean Sweep III

en de verhaaltjes rondom Vila Brazil is het de NV Sarafina eindelijk gelukt om na ongeveer

vijf jaar de directe vijanden tijdelijk te verslaan’, aldus de Zeijl. Wie Rudi de Zeijl is en wat zijn

belangen waren, worden in het artikel niet vermeld.

- Begin oktober werd officieel bekend dat de politie inderdaad kapitein Morion Ijofo van Mi

Sa Libi voor korte tijd had opgesloten met twaalf illegale goudzoekers, omdat zij geen

vergunning hadden om goud te winnen. Na betaling van forse boetes tussen de 4.000 en

65.000 Surinaamse dollars wist advocaat Martin Misiedjan de illegalen snel vrij te krijgen.

Verder werden zware machines, waaronder poclains en bulldozers en vaten benzine, in

beslag genomen. Op de Saramaccarivier staken agenten twee goudpontons van illegale

Braziliaanse garimpeiros ter waarde van ruim 300.000 Amerikaanse dollars in brand. Alle

inbeslaggenomen goederen mochten van het openbaar ministerie worden teruggegeven aan

de eigenaren, maar niet meer worden gebruikt in gebieden waar illegaal goud gewonnen

werd. Tegenover journalisten verklaarde Ijofo dat binnenlandbewoners al jarenlang

probleemloos goud winnen in de traditionele gebieden, zoals Vila Brasil. ‘De dorpen zijn voor

hun ontwikkeling deels afhankelijk zijn van de inkomsten verkregen uit

goudwinningsactiviteiten.’ -

Verder zouden de autoriteiten de indruk hebben gewekt dat de Clean Sweep operatie zich

alleen zou richten op de aanwezIgheid van illegale goudzoekers en illegale activiteiten en

niet op de lokale bevolking die haar broodwinning vindt in het gebied rond het dorp. Volgens

het Vredesakkoord van 1992 mogen marrons binnen een lijn van vijf kilometer een middel

van bestaan hebben. Brunswijk vroeg zich af of het Clean Sweep beleid was gewijzigd, omdat

in het Lawagebied en Benzdorp het traditioneel gezag wèl met de nodige voorzichtigheid

werden benaderd.

De Clean Sweep acties tegen vooral Brazilianen, bleven niet onopgemerkt in Brazilië. Het

Braziliaanse parlementslid Márcio Henrique Junqueira Pereira kwam eind september 2008

zelfs naar Suriname om te spreken met minister Chandrikapersad Santohki van het

ministerie van Justitie en Politie. De Braziliaanse democraat was niet te spreken over de

wijze waarop tijdens de Clean Sweep acties de Braziliaanse garimpeiros werden aangepakt

door de politie en het leger. Junqueira vroeg om de acties tegen illegale Brazilianen in de

goudvelden tijdelijk te beëindigen. De politicus liet weten dat hij had vernomen dat

Brazilianen door de Clean Sweep acties in de problemen waren gekomen. Het gesprek met

de Surinaamse minister had tot resultaat dat deze verklaarde dat niet meer tegen

Brazilianen in het binnenland zou worden opgetreden. De Braziliaanse politicus liet

tegenover de Surinaamse krant De Ware Tijd op 26 september 2008 weten ‘dat zijn

landgenoten Suriname als hun tweede thuisland zien en ook fors investeren in het land.’

Verder verklaarde Junqueira dat de mythe dat de garimpeiros naar Suriname waren

uitgeweken om de rijkdommen naar hun eigen land te brengen, naar het land der fabelen

Page 73: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 73

moest worden verwezen. Parlementariër Junqueira bezocht op 2 oktober 2008 met een

officiële Braziliaanse delegatie en met vertegenwoordigers van binnenlandse organisaties,

illegale garimpeiros, advocaat Martin Misiedjan en enkele journalisten een bezoek aan Vila

Brasil, grenzend aan de Saramaccarivier in het district Sipaliwini. Het bezoek stond in het

kader van een integraal onderzoek waarbij Brazilië de gevolgen inventariseerde die de Clean

Sweep operatie had voor met name illegale Braziliaanse goudzoekers. Een journalist van de

krant Times of Suriname deed op 3 oktober 2008 verslag van het bezoek aan Vila Brazil. Hij

schreef onder andere: ‘Nog zichtbaarder is de wijze waarop het milieu is aangetast door de

goudwinning. De vele kleine en grote kraters spreken voor zich. Vanwege het overmatige

kwikgebruik is het rivierwater in deze gebieden niet geschikt als drinkwater en zitten zelfs de

vissen vol kwik. De gemeenschap staat daardoor bloot aan kwikvergiftiging; het gevaar is zo

groot, dat vanuit onder meer het ministerie van Volksgezondheid geadviseerd is om

voorzichtig te zijn met het eten van vis. De verontreiniging van hun milieu weerhoudt

binnenlandbewoners er niet van de illegale Braziliaanse goudzoekers met open armen te

ontvangen.’

Alle negatieve kritiek uit de Surinaamse samenleving en uit buurland Brazilië op Clean

Sweep, zat het ministerie van Justitie en Politie hoog. Zo hoog, dat het ministerie op 27

september 2008 verklaarde dat de acties waren uitgevoerd door het openbaar ministerie,

onder leiding van de procureur-generaal. ‘Ze hebben het karakter ernstige strafbare feiten

op te sporen, te vervolgen en te berechten, waaronder de grootschalige ernstige

milieucriminaliteit, c.q milieuvervuiling’, aldus het ministerie. ‘De operatie richt zich ook

tegen het in georganiseerd verband illegaal mijnen en andere strafbare feiten hieraan

gerelateerd zoals: mensenhandel en wapenhandel. Het ministerie van Justitie en Politie staat

open voor alle signalen en zorgpunten van deze operaties van zowel de lokale als de

Braziliaanse gemeenschap. Tegen deze achtergrond, zal aan de procureur-generaal worden

gevraagd de operatie te evalueren en op basis van het evaluatieresultaat eventueel bij te

stellen. Tot nog toe zijn er reeds drie operaties uitgevoerd, welke gekwalificeerd kunnen

worden als effectief en succesvol. De bedoeling van deze operaties is om te werken aan

volledige ordening van het binnenland en het wederom doen gelden van wet en recht op het

totale grondgebied van de Republiek Suriname.’

Evaluatie

De ministers van Justitie en Politie, Regionale Ontwikkeling, Transport, Communicatie en

Toerisme, Natuurlijke Hulpbronnen, Defensie en Arbeid, Technologische Ontwikkeling en

Milieu evalueerden in de eerste week van februari 2009 met het Openbaar Ministerie de

operaties Clean Sweep. De ministers en juristen waren allen van mening dat een structurele

aanpak van de kleinschalige goudsector noodzakelijk is en dat alle geconstateerde

overtredingen en misdrijven beleidsmatig zouden moeten worden opgelost. In een speciaal

uitgebracht persbericht schreef het ministerie van Justitie en Politie: ‘Het komt erop neer

Page 74: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 74

dat de lokale bevolking ook recht heeft op middelen van bestaan en daar zal zeker aan

gewerkt worden.’

De Clean Sweep acties waren, aldus het ministerie van Justitie en Politie, erop gericht om

illegaliteit in de goudsector te bestrijden, criminaliteit op te sporen en milieudreigingen in

het binnenland aan te pakken. Het ministerie was van oordeel dat de acties ‘succesvol’

waren en deed aanbevelingingen voor een structurele oplossing om het overheidsgezag in

het binnenland te herstellen. Minister Gregory Rusland van het ministerie van Natuurlijke

Hulpbronnen wees op het belang van de koppeling van de Mijnbouwwet met de Wet op

Economische Delicten. Deze koppeling heeft de aanpak van de illegaliteit op de goudvelden

vereenvoudigt en heeft het openbaar ministerie meer ruimte gegeven om strafrechtelijk op

te treden.

Ondanks de positieve evaluatiegeluiden uit de ministeries, waren milieudeskundigen en

goudconcessionarissen minder te spreken over de behaalde Clean Sweep resultaten. Zij

zeiden dat Suriname wellicht nooit in staat zou zijn om de illegaliteit in de kleinschalige

goudwinning uit te bannen. Door de goudkoorts, opgelaaid door zeer hoge

wereldmarktprijzen voor goud, zullen porknokkers en garimpeiros het binnenland in blijven

trekken om te genezen van hun goudkoorts. De kritikasters van de drie uitgevoerde Clean

Sweep acties van het leger en de politie waren van mening dat de illegaliteit structureel in

een legale sfeer gebracht moest worden. Volgens het Wereld Natuur Fonds (WWF) Guiana’s

was een van de pluspunten van de schoonmaakacties, dat illegale buitenlanders in de

goudsector zich bundelden om hun belangen te behartigen. ‘Maar de aanpak zorgde er wel

voor, dat de illegale goudzoekers zich in nog moeilijker te bereiken gebieden hebben

genesteld, wetende dat transport om hun te bereiken nog altijd een probleem voor de

overheid is’, aldus het WWF. Verder betreurde de natuurbeschermingsorganisatie het dat

Suriname nog geen wetgeving heeft die goudzoekers ertoe kan dwingen om met kwik

verontreinigd water rechtstreeks in bestaande wateren te loodsen of te verbranden in de

openlucht.

Alle kritieken werden door minister Rusland gepareerd door op te merken dat het de

bedoeling was om wetgeving te formuleren met alle betrokkenen. Dat dat allemaal lang

duurde, werd volgens de bewindsman simpelweg veroorzaakt door het ontbreken van

deskundigheid.

Om definitief en op een vreedzame wijze in overleg met betrokkenen een einde te maken

aan de wanorde en anarchie op de goudvelden in het Surinaamse binnenland, werd in

december 2010 door de regering Bouterse-Ameerali de presidentiële Commissie Ordening

Goudsector geïnstalleerd.

Page 75: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 75

Hoofdstuk 5

Kwikgebruik schaadt biodiversiteit en gezondheid

goudzoekers en inheemsen

Kwik een bedreiging voor mens en milieu

Bij de winning van goud door porknokkers en garimpeiros in het Surinaamse binnenland

wordt gebruikgemaakt van kwik. Naast houtkap (in 2008 werd 27258.8 hectare tropisch

regenwoud gekapt voor de kleinschalige goudwinning, terwijl dat aantal in 2000 ‘slechts’

8295.9 hectare was: -Bron: Wereld Natuur Fonds Guianas, oktober 2010) is het gebruik van

kwik bij het delven van goud het meest belastend voor het milieu, de biodiversiteit, maar

ook voor de mens. Goudzoekers gebruiken de giftige stof om gouddeeltjes te scheiden van

modder en zand, waarna het kwik wordt geloosd in het water, een kreek of een rivier. De

goudzoekers werken de goudhoudende bodemlagen los met hogedrukspuiten, pompen

vervolgens het mengsel van zand en water naar zogenoemde sluiceboxes, houten bakken

waarin de zware gouddeeltjes op matten worden opgevangen. Verderop worden de matten

uitgespoeld, waarbij het goud wordt gebonden met kwik. Het amalgaam (een legering van

kwik (Hg) en een of meer metalen, die meestal als metaalpoeder in het kwik opgelost zijn)

wordt verhit, waarbij het kwik verdampt en het goud overblijft. Omdat kwik makkelijk

verbindingen (amalgamen) vormt met goud, wordt het toegepast om goud te isoleren uit

gouderts. Het goud moet uit het amalgaam verwijderd worden. Dat kan onder andere door

het gewoon in een pan te verbranden. Anderen gebruiken een zogenoemde retort. Het

principe van een retort – een gesloten systeem - is dat het kwik vervluchtigt en vervolgens

condenseert waardoor vijfentachtig procent van het kwik hergebruikt kan worden.

Tijdens het winningproces komt kwik in kreken en rivieren terecht, omdat goudzoekers het

vermorsen en via neerslag. In de rivier of kreek wordt het kwik opgenomen door

micro‐organismen op de bodem. Tijdens dit proces verandert anorganisch kwik in het zeer

giftige organisch kwik of methylkwik. Methylkwik bioaccumuleert in de voedselketen,

doordat kleine vissen de micro‐organismen eten en vervolgens door vleesetende vissen

gegeten worden. Dorpelingen die in de buurt van goudgebieden wonen, riskeren

kwikvergiftiging door het eten van verontreinigde vis. Het is onwaarschijnlijk dat men

kwikvergiftiging oploopt door het drinken van water met kwik.

Goudzoekers komen direct met kwik in aanraking wanneer ze bijvoorbeeld het kwik in de

sluicebox doen, overbodig kwik uit het amalgaam halen door dat amalgaam in een doek te

plaatsen en vervolgens uit te wringen, kwikdampen inademen als ze goud verbranden.

Page 76: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 76

Acute kwikvergiftiging door de opname van kwik in het lichaam, wordt gekenmerkt door

problemen met het zogenoemde digestieve systeem, maag‐en darmpijnen, overgeven, en

waterige of bloederige diarree. Mensen riskeren chronische of methylkwikvergiftiging door

het langdurig eten van vervuilde vis of opname van de stof via de huid en membranen.

Chronische kwikvervuiling tast het centrale zenuwstelsel aan en kan de ‘minamataziekte’

veroorzaken. De minamataziekte is een neurologisch syndroom dat veroorzaakt wordt door

een zware kwikvergiftiging. De symptomen zijn ataxia (gevoelloosheid in handen en voeten),

spierverzwakking, vernauwing van het gezichtsveld en aantasting van het gehoor en het

spraakvermogen. In extreme gevallen veroorzaakt het krankzinnigheid, verlamming, coma of

de dood. Bij zwangere vrouwen heeft het ook invloed op de foetus. De ziekte is genoemd

naar de Japanse vissersplaats Minamata waar deze in 1956 voor het eerst gezien werd.

Inwoners kregen in grote aantallen de bovenstaande symptomen. In de jaren daarna bleek

dat de oorzaak gelegen was in het eten van lokaal gevangen vis en schelpdieren: hierin had

zich jarenlang methylkwik opgehoopt dat was geloosd door een nabijgelegen fabriek. (Bron:

Wikipedia)

De Japanse krant The Mainichi Daily News publiceerde op 25 februari 2012 het

onderstaande artikel over het in 2013 te ondertekenen internationale VN Kwik Verdrag en

de lessen die geleerd zijn uit de minamateziekte:

‘FOCUS: Mercury treaty should reflect lessons of Minamata disease

TOKYO (Kyodo) -- There is growing debate about how to reflect on the lessons learned from

Minamata disease in the so-called Mercury Treaty, which is now being discussed with the

aim to reduce the use and transfer of mercury in the world to prevent it from damaging the

environment and public health.

Page 77: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 77

The treaty is scheduled to be signed in Japan in late 2013. Former Prime Minister Yukio

Hatoyama said in a commemorative ceremony for the Minamata disease victims in 2010 that

Japan wants to host a diplomatic conference to adopt the pact and call it the Minamata

Treaty to show that it is determined not to repeat the grave damage caused by mercury-

poisoning in other countries.

Three rounds of international discussions on the treaty have been held in Sweden, Japan, and

Kenya. There will be two more conferences, including one in Uruguay in late June, and a final

2013 session in Japan, with the U.N. Environment Program serving as secretariat.

Despite Hatoyama's passionate commitment, the current draft of the treaty presented at the

discussion table does not refer to "the core elements of the lessons learned from Minamata,"

said a Japanese nongovernmental organization participating in the past negotiations.

In case of mercury contamination, the polluter and the administrative authorities must

uncover the full scope of the damage through sufficient probes and disclose full information

on it, while assuming the responsibility of compensating the affected people and restoring

the contaminated site, said the NGO, the Citizens Against Chemicals Pollution.

(www.japanfocus.org/-William-Underwood/2011)

Page 78: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 78

"These are the major lessons learned from Minamata, but the draft does not specifically refer

to the responsibility that should be assumed by the polluter and the administration," said

Takeshi Yasuma, a CACP official.

"If this goes on, the envisaged treaty will not be useful for contamination victims in seeking

compensation and restoration of the polluted site and in demanding sufficient investigation

and information disclosure about the disaster," the Tokyo-based group argued in a joint

statement issued with around 500 individuals and NGOs around the world.

The statement was recently submitted to the environment, foreign and industry ministers of

Japan.

The NGOs and those who have supported the victims also said they have concerns that

adopting the pact and naming it the Minamata Treaty may create a misunderstanding that

the Minamata issues are settled.

The Minamata disaster in Japan was caused by chemical maker Chisso Corp. dumping

mercury-laced wastewater into Minamata Bay. It is still unknown how many people have

been tainted, even 56 years after it was officially recognized, as intensive medical checkups in

and around the affected areas in Kumamoto and Kagoshima prefectures have not been

conducted so far.

A similar disease was confirmed in Niigata Prefecture later, which was caused by a Showa

Denko K.K. plant dumping wastewater.

The government introduced redress measures for uncertified patients in 2010, featuring a

lump-sum of 2.1 million yen and monthly medical allowances, to which more than 50,000

people have applied.

Compared with this, the number of officially recognized patients is only around 3,000, of

whom three quarters have already died.

It has been pointed out that there must be more potential patients who may develop

symptoms later as they age, but the government has decided to stop accepting applications

at the end of July.

Criticizing the decision, Kenji Utsunomiya, president of the Japan Federation of Bar

Associations, said in a statement that it is "premature" to set the deadline as it will lead to

"deserting potential victims."

Moreover, it has not yet been decided how to deal with around 1.5 million cubic meters of

methylmercury-containing dredged sludge that has reclaimed part of Minamata Bay.

Improving the iron wall holding the sludge, including antiseismic reinforcements, is one of the

major challenges as it is only durable for about 50 years, according to local authorities.

Page 79: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 79

Yasuma said these Minamata issues should be resolved so the envisaged pact will deserve to

be called the Minamata Treaty, and he expects Japan, which has dealt with the Minamata

issues "to take the initiative in making the treaty suited to the name."

Teruyoshi Hayamizu, head of the Environment Ministry's Environmental Health and Safety

Division, said, "It is significant to name the pact the Minamata Treaty as it will enable the

world to preserve the experiences of Minamata," while indicating that it is one of the agenda

of how to put regional issues into international efforts to tackle mercury-related problems.

As part of its effort to share its experiences of Minamata with the international community,

Japan compiled a booklet, "Lessons from Minamata Disease and Mercury Management in

Japan," in Japanese and six other languages -- Arabic, Chinese, English, French, Russian and

Spanish -- to be distributed at the treaty meetings, according to Hayamizu.

On the expansion of Minamata disease, the booklet notes, "The government's failure to

prevent the harmful impact on human health from increasing, due to not taking strict

measures against the responsible companies for a long time, still provides valuable lessons

today."

"It shows how important it is to take countermeasures quickly, as well as how preventive

measures should be taken even when there is scientific uncertainty over the cause of the

problem," it says.

Hayamizu also said the government is willing to hold a seminar in Minamata, Kumamoto

Prefecture, following the one last June, after the Uruguay meeting to explain the

development of the negotiations to the Minamata people and exchange views on the treaty

with them.

In Minamata, meanwhile, Yoichi Tani, 63, keeps a cool eye on the development of the

negotiations.

"The ongoing talks must aim at mediating the differences among the countries before

concluding the treaty. Thus, there must be a gap between their realistic decisions and the

ideals of the local people (of Minamata)," said Tani, who has supported the victims for more

than 40 years in the field.

"But I expect the international community to share its knowledge about the hazardous

nature of mercury, based on the experiences of Minamata, and I hope the conclusion of the

Minamata Treaty will not close the curtain on the Minamata issue as the whole picture of

this issue remain unexplained," he said.’

Page 80: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 80

In alle Surinaamse populatiegroepen die op kwik getest zijn, zijn kwikgehaltes aangetroffen

die de World Health Organization (WHO, Wereldgezondheidsorganisatie) standaard van tien

µg/g (microgram per gram) overschrijden. Vooral onder de Wayana inheemsen van het dorp

Apetina en aan de Lawarivier zijn kwikgehaltes verontrustend hoog, zelfs bij kleine kinderen.

Voorlichting milieuorganisaties

Het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) heeft op haar

website een opsomming geplaatst van milieueffecten als gevolg van kleinschalige

goudwinning:

‘Ontbossing:

Gebieden grotendeels in de buurt van kreken worden ontbost om de activiteit op te starten.

Landdegradatie:

Ontbossing brengt met zich mee dat de bodems blootgesteld worden aan weer en wind en

dat bodemmateriaal dat van groot belang is voor vegetatiegroei verloren gaat. Vooral langs

kreken speelt dit een grote rol.

Bodemverontreiniging:

dit kan heel lokaal zijn en heeft vooral te maken met het kwikgebruik bij kleinschalige

goudwinning. Bodemverontreiniging met kwik is verwaarloosbaar in de bodems nabij de

goudwinningsactiviteiten. De verontreiniging zal vooral te vinden zijn in de tailings locaties,

maar na verloop van tijd komt het kwik in de kreken terecht. Locaties waar kwikconcentraties

hoog kunnen zijn zijn in bodems nabij goudverwerkingsbedrijven. Dit komt, omdat kwik

verdampt in het proces, maar daarna bezinkt op de bodem.

Waterverontreiniging:

bij waterverontreiniging denkt men meestal direct aan kwik, maar dat is niet de belangrijkste

factor. Kwik blijft niet lang in de waterlopen, maar hecht zich na een tijd aan organisch

materiaal. Een grotere bron van vervuiling zijn de sedimenten die als gevolg van ontbossing

en de goudwinningsactiviteiten in de kreken terechtkomen. Dit brengt met zich mee dat het

water niet meer drinkbaar is voor de mens en ook dat vissen die afhankelijk zijn van helder

water afsterven of andere gebieden opzoeken.

Verandering van stroomgebieden:

Het is zo dat veel kleinschalige goudmijnbouwers bij of in de buurt van kreken werken omdat

daar vanouds de makkelijkst winbare reserves te vinden waren. Vaak wordt in deze kreken

zelf gewerkt of waardoor de stroomrichting wordt aangetast.

Luchtverontreiniging:

Door amalgamatie en purificatie van goud komen er kwikdampen vrij. In de directe omgeving

kan het door de werkers en andere betrokkenen ingeademd worden. Verder komt het in de

atmosfeer terecht, waarna het door onder andere neerslag weer op andere locaties wordt

afgezet.

Aantasting van biodiversiteit:

Page 81: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 81

Ten eerste vindt aantasting van biodiversiteit plaats bij ontbossing waardoor dieren in het

gebied wegtrekken. Ten tweede vindt aantasting van biodiversiteit plaats bij

waterverontreiniging waardoor er afsterving van het leven in het water plaatsvindt.

Ten derde vindt aantasting van biodiversiteit plaats door verhoogde concentraties van

methylkwik in het water dat zorgt voor symptomen in vissen en visetende zoogdieren en

reptielen. Methylkwik ontstaat doordat micro-organismen in bodemsedimenten inorganische

kwik transformeren in methylkwik. Er is veel informatie bekend over het methylatieproces,

maar sommige stappen in het proces zijn nog niet volledig onderzocht door de

wetenschappers. Symptomen van methylkwik kunnen zijn verminderde voortplanting,

afwijkende groei, afwijkend gedrag en in bepaalde gevallen zelfs de dood.

Gezondheidseffecten:

zoals de biodiversiteit wordt aangetast, zo wordt de gezondheid van de mens ook in gevaar

gebracht en wel door:

Het eten van vissen met verhoogde gehaltes aan methylkwik. Gemeenschappen die

afhankelijk zijn van een visdieet kunnen op den duur gezondheidssymptomen vertonen zoals

verminderde voortplanting, schade aan het zenuwstelsel en afwijkende groei.

Malaria:

het toenemende aantal open uitgemijnde putten die vol zijn met stilstaand water zijn een

uitstekende broedplaats voor de malariamuskiet.

HIV/AIDS:

de aanwezigheid van commerciële sekswerkers in de goudwinningsgebieden en het schaarse

gebruik van condooms zorgt ervoor dat HIV/AIDS makkelijk kan worden overgedragen.

Daarnaast kunnen slechte hygiënische omstandigheden in de mijnbouwgebieden ook leiden

tot bepaalde ziekten.’

Een vertegenwoordiger van het NMOS verklaarde op 14 januari 2009 tegenover De Ware

Tijd dat ‘het een lange en moeizame weg zal zijn om de goudsector te transformeren in één

waar op een milieuverantwoorde manier wordt gewerkt.’ ‘ Het slaan van adequate

wetgeving zal het instituut in staat moeten stellen zich beter van zijn taken te kwijten’, aldus

de krant.

In het voorjaar van 2012 was er nog steeds geen wetgeving gericht op het milieu en de

bescherming ervan en was ook door het NIMOS nauwelijks enige actie ondernomen.

De natuurbeschermingsorganisatie Stinasu (Stichting Natuurbehoud Suriname) heeft een

speciale folder uitgegeven over de risico’s van kwik. Stinasu weet dat het gebruik van kwik in

de kleinschalige goudsector gevaarlijk is voor de volksgezondheid en voor het milieu, maar

desondanks trad de organisatie niet krachtig genoeg op tegen illegaal werkende porknokkers

in haar eigen natuurpark Brownsberg.

Page 82: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 82

De tekst van de folder luidt alsvolgt:

‘Een sluipend gevaar Als u op dit moment niet ziek bent, kunt u toch gevaar lopen. Want kwik hoopt zich geleidelijk in het lichaam op. Bovendien duurt het enige tijd voordat kwik via vis in uw lichaam terechtkomt. Slechts een klein deel van het kwik dat u binnenkrijgt, wordt uitgescheiden met de ontlasting. Het duurt 70 dagen voordat ongeveer de helft van het kwik verdwenen is. Als in de buurt van Brownsweg kwik gebruikt blijft worden, is de kans dus groot dat u ziek wordt. Twijfelt u of dit waar is? Ga dan eens na bij uw familie en vrienden of er mensen ziek zijn. Zijn de zieken dezelfde mensen die in de goudvelden hebben gewerkt? Of die vis hebben gegeten die in de buurt van goudvelden gevangen is? Dan is kwik waarschijnlijk de oorzaak van hun klachten. Wees bewust van de risico’s… Denk na over de gevaren van kwik!

Hoe kunt u zorgen dat u niet ziek wordt? Om goud te winnen, is niet noodzakelijk kwik nodig. Er zijn meerdere manieren om goud te winnen zonder ook maar 1 gram kwik te gebruiken. De opbrengsten zijn even hoog of zelfs hoger. Onlangs zijn 2 bedrijven naar Suriname gekomen om te laten zien hoe deze andere methoden werken. In 2004 zijn de marrons aan de Tapanahoni-rivier al op een andere

Page 83: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 83

methode overgestapt. Zij winnen nu goud zonder kwik te gebruiken. Dit is beter voor hun gezondheid, voor het bos en voor de dieren. En vooral is het beter voor hun kinderen en kleinkinderen. Ook als kwik in de omgeving van Brownsweg gebruikt blijft worden, kunt u zichzelf beter beschermen: - eet kip in plaats van vis - als u toch vis eet, eet dan geen roofvissen - blijf uit de buurt van goudvelden - drink alleen water waarvan u zeker weet dat er geen kwik in zit - raak geen ongezuiverd goud aan - ga direct naar de dokter als u ziek wordt - vraag de dokter wat de oorzaak is van uw klachten

Kwik maakt mensen ziek In Suriname wordt elk jaar ongeveer 8.000 kilo goud gewonnen. Voor elke kilo goud is minimaal 1,4 kilo kwik nodig. Dit betekent dat er elk jaar meer dan 11.000 kilo kwik terechtkomt in de lucht, het water en de grond. Kwik is slecht voor het bos en de dieren. Maar het is ook erg gevaarlijk voor de mens. Want als u teveel kwik binnenkrijgt, wordt u ziek. Zo kunt u door kwik: - blind of slechtziend worden - moeite krijgen met spreken - ongecoördineerde bewegingen gaan maken, bijvoorbeeld bij het lopen of schrijven - slechter gaan horen - aan geheugenverlies gaan lijden - hallucinaties krijgen - last krijgen van huiduitslag, bevingen, vermoeidheid en hoofdpijn In het ergste geval kunt u zelfs in coma raken en doodgaan. Probeer daarom zo min mogelijk met kwik in aanraking te komen! Hoe krijgt u kwik binnen? Kwik dat in het water terechtkomt, wordt opgenomen door kleine vissen. Deze kleine vissen worden gegeten door roofvissen. Hoe meer kleine vissen een roofvis eet, hoe meer kwik deze roofvis binnenkrijgt. Het duurt 6 tot 8 jaar voordat de helft van dit kwik is verdwenen. In vis kan kwik zich daardoor makkelijk opstapelen. Als u vaak vis eet, loopt u een grote kans ziek te worden. Maar u kunt kwik ook binnenkrijgen door: - vervuild water te drinken - kwikdampen in te ademen - ongezuiverd goud aan te raken - pure kwik aan te raken - vlees te eten van dieren die kwik hebben binnengekregen Hoe meer kwik u opeet, inademt of aanraakt, hoe groter de kans dat u ziek wordt. Goudzoekers lopen dus het meeste risico. Maar ook mensen die in de buurt van goudvelden wonen, hebben een grote kans om een vergiftiging op te lopen. Zelfs mensen uit Paramaribo kunnen ziek worden, bijvoorbeeld als ze vis eten waarin kwik zit of als ze werken bij een goudopkoper.

Page 84: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 84

Extra gevaar voor kinderen Kinderen worden sneller ziek dan volwassenen. En ze genezen ook minder snel. Als het om kwik gaat, zijn kinderen dus extra kwetsbaar. Als uw kind teveel kwik in zijn lichaam heeft, kan het alle ziekten krijgen die eerder genoemd zijn. Daarnaast kan uw kind ook nog: - verlamd raken - moeite krijgen met leren spreken - zwakke botten ontwikkelen - een open verhemelte krijgen Vooral ongeboren baby’s zijn erg gevoelig voor kwik. Als een zwangere vrouw teveel kwik binnenkrijgt, kan zij een miskraam krijgen. Ook kan haar baby mismaakt geboren worden. Daarom moeten zwangere vrouwen proberen zo min mogelijk met kwik in aanraking te komen. Want het kwik dat in het lichaam van de moeder zit, komt automatisch terecht in het lichaam van de baby.’

Watervervuiling

Voor de binnenlandbewoners is watervervuiling - en niet kwikvervuiling - het voornaamste

en meest zichtbare probleem dat veroorzaakt wordt door kleinschalige goudwinning. Door

het omwoelen van kreek‐ en rivierbeddingen en het stromen van modderstromen uit de

mijn naar de rivieren en kreken, vertroebelt het water in de nabijheid van goudgebieden.

Schoon water is van levensbelang voor bewoners van het binnenland. Zij gebruiken dat niet

Page 85: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 85

alleen als drinkwater, maar ook om te koken, te baden en om kleren en vaat mee te wassen.

Benedenstrooms van de goudvelden is het water vaak niet meer geschikt om te drinken en

soms zelfs niet meer om in te baden. Daarnaast kunnen de bewoners ziek worden en onder

andere diarree en huiduitslag oplopen.

De vertroebeling van waterwegen heeft ook nog eens een negatieve invloed op de kwaliteit

van het waterecosysteem. De vernietiging van woon‐ en voortplantingsgebieden, de

vermindering van zuurstof in het water en het hinderen van foeragestrategieën schaden de

gezondheid van vissen en andere waterdieren. Veranderingen in de kwaliteit en kwantiteit

van de vispopulatie hebben hun weerslag op het dieet van marrons en inheemsen, die voor

proteïne grotendeels van vis afhankelijk zijn.

Door de kleinschalige goudwinning komt jaarlijks een geschatte hoeveelheid van

zesenveertig duizend kilo kwik in de natuur terecht. Voor de winning van een kilo goud zou

rond een kilo kwik nodig zijn.

In 2003 werd ongeveer zevenduizend kilo kwik legaal uit Nederland geëxporteerd naar

Suriname voor legale activiteiten, zoals gebruik door tandartsen. Maar, een deel van dat

kwik kwam mogelijk ook in de goudvelden terecht. Er was ook kwik afkomstig uit Amerika.

Uit dat land werd in 2007 rond de 378 ton geëxporteerd, waarvan een deel Suriname als

eindbestemming had. In 2008 was zo'n 2.200 kilometer aan rivieren en kreken door kwik

aangetast, een verviervoudiging in vergelijking met 2001.

Veel inheemsen ondervinden milieu- en gezondheidsproblemen door het door goudzoekers

gebruikte kwik. Tijdens diverse nationale en internationale bijeenkomsten wordt gesproken

over kwikverontreiniging van kreken en rivieren veroorzaakt door porknokkers en

garimpeiros in het Surinaamse binnenland. Het was en is een ernstig probleem.

Volgens het Institute for Sustainable Mining Artminers gevestigd in het Amerikaanse

Portland (Orgeon) is het vrijkomen van kwik in de kleinschalige goudwinning de op een na

belangrijkste oorzaak van kwikvervuiling op de planeet, na het verbranden van fossiele

brandstoffen. Een geschatte eenderde van het jaarlijkse kwikgebruik is toe te schrijven aan

de kleinschalige goudsector en jaarlijks belandt ongeveer duizend ton kwik in het milieu.

Tijdens de eerste ‘Trans-Bondary Meeting on Environmental Protection in the Brazil-

Suriname Border Region’, welke bijeenkomst plaatsvond op 3 en 4 juni 2006 in het Triodorp

Kwamalasamutu en op 6 en 7 juni 2006 in Paramaribo, sprak de Trio Wakusja zijn

bezorgdheid uit over de mogelijke komst van Brazilianen naar het Vier Gebroeders Gebergte

om goud te winnen. Een andere Trio, Mennio, zei onder andere: ‘De garimpeiros vergiftigen

en verontreinigingen onze kreken, waardoor we er geen water meer uit kunnen drinken en

mensen die dat wel doen worden ziek. We willen onze watervoorziening beschermen.’ Ook

de Trio Eseke sprak zich uit over de dreigingen van buiten de gemeenschap: ‘We gebruiken

vooral regenwater en rivierwater als ons drinkwater. Hierdoor hebben we in de droge tijd

geen drinkwater tot onze beschikking. Mensen in de stad hebben toegang tot allerlei soorten

Page 86: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 86

drinkwater, maar dat geldt niet voor ons. Ik denk dat we beter moeten zorgen voor onze

kreken en rivieren. We willen graag enkele bronnen van inkomsten generen, zoals uit de

goudmijnsector, maar dat moet niet ten koste gaan van onze gezondheid, omdat kreken en

rivieren zijn vervuild. Garimpeiros vergiftigen onze vissen en we kunnen ziek worden door het

eten van de besmette vissen en dat willen we niet. Bauxietbedrijven hebben plannen om een

dam te bouwen in de omgeving van Apoera in het westen van Suriname. Dat kan negatieve

gevolgen voor de visstand hebben. Gebieden komen onder water te staan en veel dieren

gaan dood omdat ze niet kunnen ontsnappen. Houtkapbedrijven, vooral uit China,

vernietigen de bossen. Wij kappen alleen bomen, omdat we groente willen planten en

verbouwen of omdat we hout nodig hebben om onze huizen te kunnen bouwen. Grote

bedrijven vernietigen het bos om grote transportwegen aan te leggen. Dat doen wij niet. Wij

vechten voor onze rechten, omdat wij aan onze kinderen en hun toekomst denken.’

De toespraken van de Trio’s maakten duidelijk dat zij zich grote zorgen maken over

ontwikkelingen in de mijnbouwsector en als gevolg daarvan vernietiging van hun leefgebied.

Tijdens de bijeenkomst sprak ook de directeur van natuurbeschermingsorganisatie

Conservation International Suriname, Annette Tjon Sie Fat. Volgens haar zijn houtkap,

kleinschalige goudwinning en kwikverontreiniging, bauxietmijnontwikkelingen in West-

Suriname, de aanleg van wegen, het verdwijnen van mangrove en stijging van de zeespiegel

de belangrijkste bedreigingen voor de regio. Haar uitlatingen, gedaan tijdens de

bijeenkomst, zijn opmerkelijk, omdat Conservation International Suriname (CI-Suriname)

weinig tot niets onderneemt tegen de door haar opgesomde bedreigingen. Natuurlijk,

Conservation International is geen milieuactiegroep zoals Greenpeace en Milieudefensie in

Nederland. In Suriname is anno 2012 (nog) geen milieuactiegroep. Greenpeace heeft in Zuid-

Amerika een kantoor in Argentinië, Chili en Brazilië.

Onderzoeken naar kwikvergiftiging

Vanaf 1998 zijn er verschillende onderzoeken gedaan naar kwikverontreiniging en –

vergiftiging in Suriname. De krant De Ware Tijd publiceerde op 1 april 2009 een opsomming

van een aantal onderzoeken, waaronder:

* In 1997/98 werd een OAS-project (Organisatie van Amerikaanse Staten) uitgevoerd door

HWO-consultants en de Geologisch Mijnbouwkundige Dienst, beiden gevestigd in

Paramaribo. Er werden in vijf gebieden urine- of haarmonstes genomen, te weten

Brokopondo, Langatabiki, Lawarivier/Benzdorp, Tapanahonirivier/Selakreek en Nyun

Jacobkondre/Pompu Kampu. De monsters werden afgenomen van goudzoekers en

medewerkers van goudshops en haarmonsters van de lokale bevolking. Verder werden ook

vis-, sediment- en watermonsters genomen. Bovendien werd ook de waterkwaliteit

gemeten van de Marowijne-, Lawa-, Tapanahoni-, Suriname- en Saramaccarivier. Het

Page 87: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 87

onderzoek wees uit dat het water van de Lawa- en de Surinamerivier hogere

kwikconcentraties bevatte dan voorgeschreven door de norm voor aquatisch leven (0,1µg/L)

en voor drinkwater(1,0 µg/L). Ook in de andere rivieren werd het door het Amerikaanse EPA

(Environmental Protection Agency) aanbevolen niveau van 2,0 µg/L overschreden. In vis

afkomstig uit de Lawa-, Suriname- en Saramaccarivier werden hoge kwikconcentraties

gevonden en in sommige gevallen zelfs hoger dan de tolerantielimiet van 0,5 mg/kg ww.

voor vis (gehanteerd door de USA, Canada en Brazilië).

* J. De Kom et.al., in 1998, en J.Mol et.al., in 2001, bevestigden het eerder verkregen

resultaat van hoge kwikconcentraties in urine van goudmijnwerkers die aan kwikdampen

werden blootgesteld, respectievelijk hoge kwikconcentraties in bepaalde vissoorten uit het

Centraal Suriname Natuur Reservaat en het Brokopondomeer. Echter werd toen in vissen uit

het Bigi Pangebied (district Nickerie) een lage concentratie kwik aangetroffen, in

tegenstelling tot vis uit de oceaan.

* In 2005: een studie door Gwendolyn Landburg, M.Sc. (waterkwaliteit) van het Milieu

Departement van de Nationale Zoölogische Collectie Suriname/Centrum voor

Milieuonderzoek (Anton de Kom Universiteit) in Midden- en West-Suriname vond plaats in

de Nickerierivier ter hoogte van de Blanche Marievallen, de Falawatrakreek, de

Adampadakreek en de Coppenamerivier beneden de Sidon Krutu-soela. De Linker

Coppename en de Rechter Coppename werden gebruikt als referentiegebieden. De

resultaten van de kwikanalyse in water uit bovengenoemde gebieden lieten weer hetzelfde

beeld zien: boven de norm voor kwik in water (0.1µg/L). Dit was vooral het geval in de

Blanche Marievallen, de Adampadakreek en de Coppenamerivier. Ook in het sediment van

de onderzochte rivieren waren hoge waarden aan kwik gevonden (boven de norm van 0.14

mg/kg), met uitzondering van de Rechter Coppename. Dit terwijl de Linker Coppename

(’referentie'gebied) één van de hoogste waarden had.

In dit onderzoek werden ook de kwikgehalten in roofvissen geanalyseerd: in de Nickerierivier

vissen met kwik boven de norm (0.5 mg/kg), in het Centraal Suriname Natuurreservaat

vissen met een hoog gehalte aan kwik. In de Blanche Marievallen, de Adampadakreek en de

Coppenamerivier ook vissoorten met een hoog kwikgehalte.

* In 2007: onderzoek vastgelegd in het WWF-rapport (Wereld Natuur Fonds) ‘Mercury

polution in the Greenstone Belt’ toonde aan dat kwik ook gebruikt werd door goudzoekers

die in de bovenloop werkten. In haarmonsters van de bewoners van het Poesoegroenoe

gebied bleek dat veertien procent een gemiddelde waarde had die, vergeleken met de

NOAEL (No Observed Adverse Effect Level) door de Wereldgezondheidsorganiksatie

opgesteld, hoger dan de norm (10 µg/g) was.

(De No Observed Effect Concentration (NOEC) of No Observed Effect Level (NOEL) is een

parameter in het vakgebied 'risk assessment'. De parameter geeft de hooste concentratie

van een (vervuilende) substantie aan waarbij geen (negatieve) effecten bij een bepaalde

Page 88: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 88

soort wordt waargenomen. Om verschil te maken tussen het meten van een willekeurig

effect en een negatief effect, wordt de NOEC bij een negatief effect ter verduidelijking vaak

ook de NOAEC (No Observed Adverse Effect Concentration) of NOEAL (No Observed Adverse

Effect Level) genoemd. Verder moet in acht genomen worden dat bij studies vaak alleen naar

één of hooguit enkele mogelijke (negatieve) effecten wordt gekeken. De NOEC is vaak de

concentratie waarbij een bepaald milieubeleid in werking treedt. – Bron: Wikipedia)

Het artikel in De Ware Tijd vermeldde niet dat Harold Pollack en anderen in 1998 onderzoek

uitvoerden naar de kwikcontaminatie in zowel Paramaribo als in besmette gebieden in het

binnenland. Tijdens deze studie werden haar- en urinemonsters van arbeiders, zwangere

vrouwen, vrouwen en kinderen genomen. Ook werden vismonsters (herbivoren en

carnivoren) verzameld en gemeten op kwikconcentratie. Het onderzoek toonde aan dat van

de eenenzeventig onderzochte goudzoekers het merendeel een kwikconcentratie had die

twee- tot viermaal hoger was dan de 10 ug/g die door de Wereldgezondheidsorganisatie is

vastgesteld. Kwikconcentraties van respectievelijk 24,34 tot en met 40,16 ug/g werden zelfs

gevonden. Kinderen in de dorpen Drietabiki/Drietabbetje en Kwakoegron, maar ook

zwangere vrouwen in Kwakoegron, hadden de hoogste kwikpercentages. Het gemiddelde bij

de kinderen te Drietabiki/Drietabbetje en Kwakoegron was zelfs 1,9 tot 2,6 maal hoger dan

de gemiddelde referentiewaarde voor een niet aan kwik blootgestelde populatie. Te

Drietabiki/Drietabbetje, Kwakoegron en Stoelmanseiland werden de hoogste

kwikconcentraties gevonden in een groep kinderen. Zo bleek uit het onderzoek van Pollack

en anderen dat te Drietabiki/Drietabbetje (11,6 ug/g), Stoelmanseiland (10,1 ug/g) en

Kwakoegron (11,6 ug/g) bij een groep kinderen kwikconcentraties zijn gemeten die hoger

lagen dan 10 ug/g.

Dan was er nog een in juli 2004 uitgebracht rapport van de cultureel-antropologe dr.

Marieke Heemskerk. In opdracht van het Wereld Natuur Fonds leidde zij tussen oktober

2003 en april 2004 een onderzoek naar de marronpercepties van de kleinschalige

goudwinning en de effecten van het mijnen. Een van de conclusies uit dat rapport was dat in

een aantal dorpen in het binnenland, waar in de nabijheid goud wordt gewonnen, de

bewoners niets of nauwelijks iets wisten over symptomen van kwikvergiftiging. Ook wisten

ze niet dat vissen met kwik vergiftigd kunnen zijn. Tegenover de Ware Tijd van 17 juli 2004

liet de onderzoekster weten dat de inheemsen wisten dat ze bezorgd zouden moeten zijn,

maar niet waarom. Het onderzoek werd uitgevoerd in Moitaki en Drietabbetje aan de

Tapanahonirivier (Selakreek mijnbouwgebied), Gran Santi en Moifina aan de Lawarivier en

omliggende goudzoekerskampen in het Benzdorpgebied, in Nason, Betel, Langatabbetje en

Sneysikondre in het Nassau Gebergte en in Nieuw Koffiekamp en Balingsula in Brokopondo.

Aanleiding voor het onderzoek was bezorgdheid van nationale en internationale milieu- en

gezondheidsorganisaties en de regering over de gevolgen van de kleinschalige goudwinning

voor zowel het milieu als de mens. Heemskerk vond dat de resultaten van het onderzoek de

basis moesten worden voor een informatiecampagne en dat zij gebruikt moesten gaan

Page 89: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 89

worden voor overheidsbeleid om de negatieve gevolgen van de kleinschalige goudwinning

aan te pakken. Daarnaast zouden positieve gevolgen gestimuleerd moeten worden. Volgens

Heemskerk moesten de gegevens uit het onderzoek behalve een basis voor een

infocampagne zijn, ook gebruikt gaan worden voor beleid tegen de negatieve gevolgen van

de goudwinning en het stimuleren van de positieve gevolgen (een verzekerd inkomen voor

de goudzoekers en hun gezinnen, werkgelegenheid, stimuleren van de economie van lokale

dorpsgemeenschappen, door bijvoorbeeld het opzetten van winkels).

Onderzoek door Amerikaan Daniel Peplow onder Wayana’s Apetina

Een van de meest in het oog springende, onthullende en in de publiciteit gekomen

onderzoeken werd tussen 18 juni 2007 en 30 december 2010 uitgevoerd door de

Amerikanen Daniel Peplow en Sarah Augustine van het Suriname Indigenous Health Fund

(SIH Fund) en het College of the Environment van de University of Washington. Zij

onderzochten, in samenwerking met de Stichting Wadeken Wasjibon Maria (SWWM), de

ruim driehonderd Wayana’s (onder de Wayana’s vallen onder andere de Upului, Opagwana en

de Kukuiyana ) van het dorp Apetina, in het zuiden van Suriname. Alle onderzochte personen

hadden een veel te grote hoeveelheid kwik in het lichaam. Die hoeveelheid mag volgens

internationale standaarden maximaal één microgram zijn, maar bij een meisje van slechts

zes jaar werd een hoeveelheid van maar liefst 33,8 microgram gemeten. Het jongste kind

Page 90: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 90

dat kwikvergiftiging bleek te hebben opgelopen was nog maar één jaar: het kwikgehalte in

het lichaam bedroeg 5,6 microgram. Bij een kritische dosis van kwikvergiftiging in het

lichaam kunnen bij tien procent van alle geboorten neurologische afwijkingen optreden. Drie

jaren eerder hadden onderzoekers van de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo een

soortgelijk onderzoek te Apetina verricht en ook toen werd een extreme kwikvergiftiging

geconstateerd. De resultaten van het onderzoek zijn echter – om onduidelijke redenen -

nooit openbaar gemaakt. Mogelijk waren de uitkomsten dusdanig schokkend, dat de

overheid die liever niet bekend maakte.

- Peplow had overigens in 2005 ook al gegevens gepubliceerd over kwikonderzoek dat hij

boven Paramaribo had verricht. De uitkomsten van dat onderzoek werden gewantrouwd

door het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu. Boven de

Domineestraat, in het centrum van de stad, meette de Amerikaan ongeveer 6.000 nanogram

(een nanogram is een miljardste deel van een gram) kwik per kubieke meter lucht. Onder

normale, natuurlijke, omstandigheden zou dat 15 nanogram per kubieke meter lucht zijn.

Boven de wijk Rainville registreerde hij 25 nanogram en boven Kwakoegron 7.

In december 2006 uitte in de Nationale Assemblee politicus Jules Wijdenbosch al zijn

bezorgdheid over de problemen in het Wayana leefgebied. De ochtendkrant De Ware Tijd

besteedde op 15 december 2006 hieraan uitgebreid aandacht. Wijdenbosch had, aldus het

artikel, informatie ontvangen over gezondheidsproblemen onder de inheemsen in het Boven

Marowijnegebied naar aanleiding van de uitzending in Frans-Guyana van de documentaire

‘Guyane, la nouvelle ruée vers l'or’ (‘Guyana, de nieuwe goudkoorts’) van Nicolas Moscara.

Gewapende Braziliaanse goudzoekers zouden woongebieden van Wayana’s in het Boven-

Marowijnegebied ‘belagen en vergiftigen’. Bij kinderen en volwassenen zouden ‘fysieke en

psychische stoornissen’, waaronder vergroeiingen in de hersenen en aan ledematen,

geconstateerd zijn. Kinderen zouden volgens Wijdenbosch ook nog eens ‘invaliditeit en

deviant geestelijk gedrag’ vertonen. De politicus had verder op 14 december 2006 in een

vergadering van de Nationale Assemblee gezegd dat veel kinderen zich niet staande kunnen

houden en de hele dag willen liggen. ‘Eet-, maag- en darmstoornissen. Verstoorde

groeiprocessen. Kinderen van 18 maanden hebben het gewicht van die van zes maanden’,

aldus Wijdenbosch. ‘Franse medische autoriteiten’ zouden de stoornissen hebben

waargenomen, zo liet hij zijn collega’s weten. De verkregen informatie was voor

Wijdenbosch voldoende reden om de regering te vragen een grondig onderzoek in te laten

stellen. Hij liet verder weten dat de woongemeenschappen van de Wayana’s in angst leven

vanwege de aanwezigheid van goudzoekers. ‘Rivieren, grondwater en visstand zijn vergiftigd.

Vissen vertonen groeiafwijkingen en zijn verdacht gezwollen. Kinderen vertonen zwellingen

rond de nagels aan hun tenen en vingers. De Fransen houden nadrukkelijk en nauwkeurig

zoals blijkt, statistieken bij. Er is geen direct alternatief voedsel beschikbaar naast de vissen

die men ondanks vergiftiging moet blijven eten. Het gaat hier om Wayana's die naast hun

eigen taal, het Sranan en gebrekkig Frans spreken’, aldus Jules Wijdenbosch in de Nationale

Page 91: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 91

Assemblee. Zoals zo vaak het geval is, was minister Celsius Waterberg van Volksgezondheid -

evenals de Franse ambassadeur Jean-Marie Bruno - niet bereikbaar voor commentaar. In

Suriname blijken ministers en andere overheidsfunctionarissen voor

mediavertegenwoordigers vaak ‘onbereikbaar’ te zijn voor commentaar, een reactie. Een

week later echter bevestigde de ambassadeur alsnog tegenover De Ware Tijd dat er

gezondheidsproblemen voorkomen in het Boven-Marowijnegebied. Minister Celsius

Waterberg maakte bekend ‘zijn werkarmen in het gebied te zullen inschakelen voor een

diepgaand onderzoek.’ Aan de hand van het resultaat zouden maatregelen volgen.

Daarenboven liet minister Joyce Amarello van het ministerie van Arbeid, Technologische

Ontwikkeling en Milieu (ATM) met enige voorzichtige terughoudendheid weten aan het

Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) de opdracht te hebben

gegeven voor een uitgebreid onderzoek. ‘Er moet eerst vastgesteld worden wat er aan de

hand is en of er sprake is van ondeskundigheid of opzet’, aldus de minister in De Ware Tijd

van 22 december 2006. -

Overheid verzwijgt uitkomsten onderzoeken

Voor het unieke onderzoek van Peplow en Augustine

onderzochten Wayana gemeenschappen van Apetina, aan de Tapanahonirivier, en Anapaike,

aan de Lawarivier, zèlf de risico’s van blootstelling aan kwik. Ze werden getraind in het

verzamelen van stukjes haar om te laten analyseren. Na analyse van de verzamelde haren

werden bijeenkomsten met de inheemsen gehouden om de uitkomsten te bespreken.

Volgens Peplow en Augustine waren inheemsen zich ervan bewust blootgesteld te worden

aan kwik(vergiftiging). ‘Maar, het merendeel van de mensen blijkt nauwelijks geïnformeerd

te worden over de exacte redenen, symptonen en eventuele manieren om te kunnen

genezen’, aldus de Amerikaanse onderzoekers. Ze waren niet te spreken over de

geheimzinnigheid rond eerdere onderzoeken en het niet openbaar maken ervan.

Buitenlandse onderzoekers bleken te worden gewaarschuwd voor de consequenties,

wanneer ze uitkomsten van kwikonderzoeken publiek zouden maken. De overheid trachtte

kennelijk op die wijze de schokkende uitkomsten van onderzoeken onder het tapijt te

houden, daarmee een giframp in het binnenland voor de bevolking verzwijgend. Nimmer is

er enige uitleg geweest vanuit de regering waarom onderzoeksresultaten niet bekend

(mochten worden) werden gemaakt.

In hun rapportage stelden Peplow en Augustine dat de Wayana-leiders en de aan het

onderzoek deelnemende dorpsbewoners uit Apetina en Anapaike, drie grote bedreigingen

Page 92: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 92

zagen voor hun negenentwintig gemeenschappen: de komst in hun traditioneel leefgebied

van zwaar bewapende goudzoekers die hen beletten te jagen en te vissen en om voor hun

familie te zorgen, de effecten van water- en voedselverontreiniging door goudwinning en

aantasting van het zenuwstelsel door kwik en de verontreiniging door de

goudwinningsactiviteiten van schoon drinkwater en water om te koken en te baden..

Met de hulp van vertegenwoordigers van SWWM werden door leden van de gemeenschap

haarmonsters ingezameld van 159 inwoners (92 vrouwen en 67 mannen) van Apetina en van

106 inwoners (54 vrouwen en 52 mannen) van Anapaike. De monsters waren afkomstig van

Wayana’s in de leeftijd van nog geen jaar tot boven de tachtig.

De uitkomst van het onderzoek was schokkend. Van de Wayana’s die voor het onderzoek

een haarmonster hadden afgestaan, bleek achtenvijftig procent een hoger kwikgehalte te

hebben dan 10 µg/g veiligheidsgrens van de Wereldgezondheidsorganisaie. Alle deelnemers

te Apetina verklaarden minimaal driemaal per dag vis te eten, terwijl in Anapaike ruim

vijfentwintig procent van de deelnemers minder vaak vis at. Inwoners van zowel Apetina als

Anapaike rapporteerden dat de twee meest gegeten vissoorten anjoemara en tucunare

waren. Onder de deelnemers in Apetina verklaarde twaalf procent een verdoofd gevoel te

ervaren in hun armen, vingers en benen. In Anapaike lag dat percentage zelfs bij zesendertig

procent. Drie vrouwen met in hun haar kwikgehaltes tussen 25- en 30 ug Hg/g verzochten

om een gezondheidsonderzoek. Zij klaagden over hoofdpijnen en pijn en tintelingen in hun

handen en voeten. In zowel Apetina als Anapaike bleek een derde van de Wayana’s die aan

het onderzoek hadden deelgenomen of last te hebben van hoofdpijnen of zich minstens

eenmaal per week triest of depressief te voelen.

De blootstelling aan kwik van inwoners van de Wayanagemeenschappen Apetina en

Anapaika bleek een weerspiegeling te zijn van elders in de regio geconstateerde problemen.

In twee Wayanadorpjes in Frans-Guyana had 58- en 57 procent van de bevolking een

kwikgehalte boven de veiligheidsgrens van de Wereldgezondheidsorganisatie. De

gemiddelde kwikconcentratie in haar van 235 bewoners van vier dorpen aan de Boven-

Maronirivier bedroeg 11 + 4 µg/g. In Anapaike bedroeg de gemiddelde hoeveelheid kwik in

haarmonsters 8 + 4 µg/g. In Apetina echter lag het gemiddelde kwikgehalte in onderzochte

haarmonsters boven de 14 + 6 µg/g.

De granman van de Wayana’s, Aptuk Noewahé, uit Apetina was blij met het onderzoek. Hij

had forse kritiek op onderzoeken die in het verleden waren uitgevoerd door wetenschappers

die ‘vaak kwamen, grote dingen zeiden, beloftes maakten en vervolgens vertrokken.’

Noewahé: ‘Wanneer wetenschappers ons werkelijk willen helpen, dan zouden zij de

inheemse gemeenschappen erbij moeten betrekken, luisteren en helpen. Zo niet, dan kunnen

ze beter vertrekken. Nu steunen we het onderzoek en de rapportage, omdat we als partners

erbij betrokken waren. Normaal gesproken bespreken mensen hun werkzaamheden niet met

ons en zelfs niet de resultaten van hun werk. De rapportage is belangrijk, omdat onze

problemen bij een groot publiek bekend moeten worden. Ook kijken we uit naar een

voortzetting van dit onderzoeksproject en hopen we gezamenlijk met de regering en

Page 93: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 93

gezondheidsorganisaties toe te kunnen werken naar een duurzame oplossing voor onze

problemen.’

Inwoners van de dorpen weerspraken suggesties van westerlingen, dat zij die

geconfronteerd waren met kwikverontreiniging kleine, jonge vis zouden moeten eten. Maar,

volgens de bewoners hadden zij geen keus. ‘We eten wat de rivier ons geeft. We hebben

geprobeerd om alleen die vis te eten waarover we zijn geïnformeerd, maar we konden niet

genoeg vis vangen en na drie tot vier maanden hebben we onze inspanningen gestaakt’,

aldus een Wayana.

Het onderzoek werd verfilmd en kreeg de titel ‘Right, Land, Development and Health’.

Granman Aptuk Noewahé van de Wajana’s vertelt in de film onder andere hoe hij werd

onderzocht door de Amerikaanse deskundigen.

Niet duidelijk is of de Surinaamse regering heeft gereageerd op de uitkomsten van het

onderzoek van Peplow en Augustine. Wie wèl reageerden waren de professor in aquatische

ecologie Jan Mol en Paul Ouboter, directeur van de Nationale Zoölogische Collectie van

Suriname. In de eerste week van december 2011 reageerden zij terughoudend op de

uitkomsten van het onderzoek en zeiden zij dat die uitkomsten voorzichtig geïnterpreteerd

moesten worden. Tegenover een milieujournaliste van De Ware Tijd zei Ouboter op 7

december: ‘Onderzoek van kwikniveau is geen simpele zaak, omdat verontreiniging met

kwik vanuit een andere bron zeer gemakkelijk kan gebeuren. Dat betekent dus ook dat het

laten doen van dit soort metingen door anderen dan een gediplomeerd chemicus of chemisch

analist het risico met zich meebrengt dat de gevonden waarden te hoog zijn vanwege

verontreiniging van de samples.’

Mol beoordeelde het verschenen uitgebreide artikel over het onderzoek als ‘interessant’.

‘Niet zozeer door de resultaten die weinig verrassend zijn, het probleem van

kwikcontaminatie bij Wayana’s wordt in het artikel nog eens bewezen nadat de Franse

onderzoeker Frery het contaminatieprobleem in relatie tot het eten van vis al aantoonde.

Wat het interessant maakt, is de onderzoeksmethode waarbij de Wayana’s blijkbaar nauw

waren betrokken.’

(N. Frery - French National Institute of Public Health Surveillance, Saint-Maurice, France -

onderzocht in 1999 de Wayana’s. Uit dat onderzoek bleek dat 99.6 procent van de Wayana’s

populatie kwikconcentraties in het haar had van meer dan 4.4 μg/g, dat tweemaal de

concentratie is van een populatie die niet aan kwik is blootgesteld. –Bron: ‘Mercury

Contamination, A Legacy to Handicap a Generation’, Dr. Phillip Hays, USGS, and Rickford

Vieira, WWF-Guianas)

De Surinaamse regering publiceerde in juli 2011 wèl voor het Ontwikkelingsprogramma van

de Verenigde Naties (UNDP, United Nations Development Programme) het ‘Updated

National Chemical Profile The Republic of Suriname’. Dit honderdeenentwintig pagina’s

tellende rapport werd opgesteld door het ministerie van Arbeid, Technologische

Page 94: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 94

Ontwikkeling en Milieu (ATM) in het kader van de implementatie van het Verdrag van

Stockholm. (Het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende

stoffen is een internationaal milieuverdrag, aangenomen tijdens de conferentie van de

Verenigde Naties over persistente organische verontreinigende stoffen in Stockholm, op 22

mei 2001. Het is een wettelijk bindend instrument met als doel de gezondheid van de mens

en het milieu beschermen tegen persistente organische verontreinigende stoffen; deze

stoffen zijn persistent in het milieu, verspreiden zich over grote delen van het aardoppervlak,

stapelen zich op in de voedselketen, en vormen een risico voor de gezondheid van de mens en

voor het milieu.)

In dit rapport komt ook kwik ter sprake. De regering erkent in het rapport dat zij voor het

verkrijgen van informatie over chemische stoffen en dus ook van kwik, afhankelijk is van

informatie van grote internationale bedrijven. Maar, opmerkelijk is ook, dat de regering

vindt dat het Wereld Natuur Fonds Guianas (WWF Guianas) de enige nongouvernementele

organisatie is die onderzoek heeft verricht naar- en activiteiten heeft georganiseerd met

betrekking tot het gebruik van kwik in de kleinschalige goudmijnsector. Opmerkelijk, omdat

je dergelijke activiteiten zou verwachten vanuit bijvoorbeeld het NIMOS (Nationaal Instituut

voor Ontwikkeling in Suriname) of vanuit het ministerie van ATM. Maar, eigenlijk ook niet zo

opmerkelijk, omdat inderdaad het WWF Guianas als enige natuurbeschermingsorganisatie

bewust toewerkt naar een groene manier van goudwinnen zonder het gebruik van kwik. De

organisatie heeft zelfs een speciale werknemer in dienst die zich bezighoudt met deze

materie. Jarenlang waren de autoriteiten op de hoogte van het gebruik van kwik in de

kleinschalige goudwinning en de risico’s van dat gebruik voor onder andere de

volksgezondheid. Toch zijn vanuit de overheid nooit initiatieven ontplooid om officieel

onderzoek te laten verrichten naar de aanwezigheid van kwik in de goudvelden en de

gevolgen van het gebruik ervan. Ondertussen raakten en waren vooral inheemsen in het

binnenland ziek geworden, omdat zij in aanraking waren gekomen met vooral door kwik

verontreinigd kreek- en rivierwater. Vele jaren heeft de regering ogenschijnlijk de andere

kant uit gekeken en verzuimde welke actie dan ook te ondernemen om het gebruik van kwik

in de kleinschalige sector te reduceren of uit te bannen. Enkele onderzoeksresultaten over

kwikvrgiftiging werden door de overheid zelfs niet openbaar gemaakt.

Im- en export kwik

Wanneer in Suriname gediscussieerd wordt over het gebruik van kwik in het land, komt altijd

de vraag om de hoek kijken hoe deze stof het land in komt. Maar, er wordt ook kwik

geëxporteerd, zo blijkt uit het rapport voor de UNDP. Daarin wordt vermeldt dat Suralco -

een Surinaamse producent van bauxiet en aluinaarde en dochteronderneming van het

Amerikaanse Alcoa World Alumina and Chemicals (AWAC) - op 15 januari 2003 319.5

kilogram kwik heeft geëxporteerd naar Nederland en 360 kilogram op 14 januari 2004 en op

9 februari 2011 1468.8 kilogram naar de Verenigde Staten van Amerika. Het kwik dat naar

Amerika ging was verpakt in houten kratten van vierenveertig bij vierenveertig centimeter

Page 95: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 95

groot en in ieder krat zaten negen verschillende drie liter flessen. Die flessen waren

ontworpen om kwik(afval) op een veilige manier te transporteren. Voor de totstandkoming

van dit boek laat Suralco in een reactie op 31 januari 2012 via haar ‘Community Relations

Officer’ Harold Amalinsi weten, dat kwik in de natuur voor komt en ook in bauxiet. ‘Het

beleid van de Suralco is erop gericht om haar afvalstoffen zodanig te beheren en verwerken

dat deze geen gevaar vormen voor het milieu. In het kader van dit beleid was het dan op

donderdag 10 februari 2011 zover dat er een klein aantal containers met kwik geladen

werden op het schip ‘Industrial Diamond’ voor export naar de USA. Kwik is een afvalproduct

dat vrijkomt bij de verwerking van bauxiet tot aluinaarde. In de raffinaderij te Paranam

wordt het in gasvorm aanwezige kwik neergeslagen tot zijn vloeibare vorm. Hierna wordt dit

verwijderd uit het proces, opgeslagen en vervolgens geëxporteerd met het doel dit te

hergebruiken. Het is een gevaarlijke stof voor mens en dier, vandaar dat Alcoa zich als doel

heeft gesteld de kwik emissies (lucht uitstoot) in 2020 met 80% verminderd te hebben ten

opzichte van 2005. Het verminderen van deze emissies is nodig om bij te dragen aan Alcoa’s

milieudoelstellingen, maar ook om op een verantwoorde manier met ons milieu om te gaan

en dat te behouden. Als kwik in de lucht terecht komt, kan het zich verspreiden, en kan het

ook weer neerslaan in de waterwegen.’

(Volgens de handelsstatistieken database van de Verenigde Naties, Comtrade, heeft

Suriname in 2010 1.300 kilo kwik geëxporteerd naar Nederland en in 2011 102 kilo naar de

Verenigde Staten.)

ATM geeft in het rapport voor de UNDP aan dat geen enkele informatie bekend is over

import van kwik. Verder meldt het ministerie dat er geen nationaal gecoördineerde aanpak

is van de problemen in de kleinschalige goudsector en het ongecontroleerde gebruik van

kwik. Hierbij dient opgemerkt te worden dat op het moment dat het rapport voor de UNDP

werd uitgebracht, juli 2011, de presidentiële Commissie Ordening Goudsector al zeven

maanden aan het werk was.

Amerika is nog steeds een van de landen die het meeste kwik exporteert. In 2006 werd 378

ton geëxporteerd en in 2007 bijna 498 ton. Volgens een artikel van The Associated Press van

1 oktober 2009 (‘Mercury in gold mining poses toxic threat - Substance used in developing

nations threatens miners, environment’) werd het meeste Amerikaanse kwik geëxporteerd

naar Hong Kong, Mexico, Canada èn Suriname. Volgens de statistieken van Comtrade heeft

de Verenigde Staten in 2007 nog 118 ton kwikamalgamaam geëxporteerd naar Suriname

Volgens kwikhandelaren is het niet eerlijk om hun de schuld te geven van wat zich afspeelt

op goudvelden in de wereld. ‘Als mensen willen dat er geen kwik wordt gebruikt in de

kleinschalige goudwinning, vooral in China, Indonesië en Zuid-Amerika, dan moeten ze

stoppen met de import ervan’, aldus Howard Masters, directeur van Lambert Metals

International, een Brits bedrijf dat jaarlijks 25.000 tot 30.000 flessen kwik wereldwijd

verkoopt. Zijn collega Marc Claushuis, directeur van het Nederlandse bedrijf Claushuis

Page 96: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 96

Metals (sinds 1 januari 2010 M&R Claushuis B.V) in Zeewolde, dat jaarlijks 200 ton kwik

verkoopt aan landen in Latijns Amerika, Afrika en Europa, verklaarde tegenover The

Associated Press gefrustreerd te zijn, omdat hij niet in staat is het gebruik van kwik te

controleren. ‘Natuurlijk voel ik me niet blij. Je exporteert je eindproduct naar landen waarvan

je weet dat het zorgt voor veel verontreiniging. Maar, er is niet veel dat je kan doen.’ M&R

Claushuis heeft in verband met het exportvebod dat in maart 2011 is ingegaan ‘geen

kwikstromen meer die Europa verlaten’, aldus het bedrijf in een reactie - in verband met de

totstandkoming van dit boek - via email op 2 februari 2012. ‘Wij hebben in het verleden ook

nooit geleverd aan Suriname. Wel haalden we daar oud kwik vandaan om dit te recycelen. ‘

Howard Masters van het Britse bedrijf Lambert Metals International, geeft geen openheid

van zaken. Hij laat, eveneens op 2 februari 2012, via een email weten geen enkele informatie

te kunnen verstrekken over of zijn bedrijf kwik levert aan Surinaamse bedrijven. Reden voor

zijn geslotenheid is simpelweg ‘een sterk concurrerende markt’. Masters: ‘Ons bedrijf is

inderdaad heel actief in de kwikhandel. Wij verhandelen waarschijnlijk de grootste

hoeveelheid kwik in de wereld. Maar, op dit moment is de markt kleiner dan hij ooit was,

dankzij milieubeperkingen voor de productie en export van kwik en de hoge prijs van de stof.

Wij hebben geen administratie van directe verkopen aan Suriname, maar natuurlijk voorzien

wij bedrijven in de hele wereld, van wie niet allen de kwik zelf gebruiken. Het kan dus zijn, dat

sommige handelaren of distributeurs die wij bevoorraden, de kwik door verhandelen naar

Suriname.’

Page 97: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 97

De Europese Unie besloot al in 2008 om de export van kwik vanaf 2011 te verbieden, terwijl

de Amerikaanse oud-president George Bush in oktober 2008 een wet bekrachtigde die per

2013 alle export van kwik uit de Verenigde Staten moet verbieden.

Voor de totstandkoming van dit document is op 18 januari 2012 Daniel Peplow benaderd

met de vraag of in de toekomst nog onderzoeken, als door hem uitgevoerd in Anapaike en

Apetina, nodig zullen zijn. Een dag later reageerde de Amerikaan al: ‘Kwikverontreiniging en

–vergiftiging vindt wereldwijd al honderden, zo niet duizenden jaren, plaats en gaat tot tot

de dag van vandaag door. Uitbraken van acute kwikvergiftiging zijn sinds de jaren zestig in

de 20e eeuw onderkend als een serieus probleem in onder andere Zweden, Irak en in het

Amazonegebied, en krijgt meer en meer aandacht in landen als Tanzania, Filippijnen,

Indonesië, Vietnam, China èn Suriname. De Verenigde Nations steunt het zogenoemde

‘Global Mercury Project’ om kwikverontreiniging te monitoren en om preventieve

maatregelen in te stellen. Blootstelling aan kwik is een wereldwijd probleem en onderzoek zal

voortgaan zolang kwikvergiftiging een publiek gezondheidsprobleem is en zolang

nongouvernementele organisaties en regeringen de aanpak ervan als een prioriteit

kwalificeren en fondsen in het leven roepen om onderzoek mogelijk te maken.’

Peplow is nog steeds van oordeel dat kwikverontreiniging en kwikvergiftiging in Suriname

serieuze problemen zijn. ‘Kwik veroorzaakt vooral problemen in het zenuwstelsel. De stof

komt bij zwangere vrouwen terecht in de placenta en veroorzaakt ernstige problemen voor

de foetussen. Ik vind blootstelling aan kwik van kinderen voor de geboorte en in hun eerste

levensjaren het meest serieuze probleem.’

Kwikproblematiek steekt vaak kop op

Om een goed beeld te schetsen van de kwikproblematiek in het binnenland van Suriname,

volgt hieronder een overzicht van uiteenlopende gebeurtenissen die allen direct of indirect

met de gevolgen van het gebruik van kwik in de goudvelden te maken hebben. Die

gebeurtenissen tonen aan hoe de Surinaamse overheid de afgelopen jaren heeft geworsteld

met deze vergiftigende problematiek. Maar, ook hoe feitelijk die overheid tekort is

geschoten in de aanpak van die problematiek en hoe inheemsen een welhaast vruchteloze

strijd voeren tegen porknokkers, garimpeiros en kwik.

Kwik wordt anno 2012 nog steeds in de kleinschalige goudsector gebruikt. Ondanks een

importverbod (In 2006 werd kwik geplaatst op de zogenoemde negatieve besluitenlijst en

voor de import van kwik werd het verplicht om over een vergunning te beschikken van het

Ministerie van Handel en Industrie.), kan de stof toch vrij eenvoudig vanwege de open

grenzen met de buurlanden Guyana, Brazilië en Frans-Guyana Suriname binnen worden

gesmokkeld. Pluspunt is dat er meer en meer bewustwording komt onder goudzoekers om

over te stappen op milieuvriendelijk goudwinnen, zonder het gebruik van kwik. Daarbij

spelen organisaties als het Wereld Natuur Fonds en sinds december 2010 de presidentiële

Commissie Ordening Goudsector een belangrijke rol, maar ook eigen initiatieven van

Page 98: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 98

concessiehouders die toewerken naar de winning van ‘groen’ goud. Die omslag gebeurt

echter niet van vandaag of morgen. Er zal waarschijnlijk een aantal jaren overheen gaan

alvorens in het gehele binnenland van Suriname geen druppel kwik meer zal voorkomen.

2006

September 2006 – Vervuild water Saramaccarivier bij Kwakoegron

Terug naar september 2006. Bewoners van het inheemse dorp Kwakoegron klaagden over

vervuild water in de langs het dorp stromende Saramaccarivier. De vervuiling was

vermoedelijk het gevolg van goudexploitatiewerkzaamheden van Braziliaanse goudzoekers,

garimpeiros, in die rivier. Enkele bewoners waren ziek geworden, vermoedelijk door contact

met het rivierwater. Maar, niet alleen inwoners van Kwakoegron ondervonden hinder van

het verontreinigde water. Ook elders waren klachten te horen. Zo werd de visvangst

bemoeilijkt, terwijl vele gezinnen afhankelijk waren en zijn van vis voor hun inkomsten en

voor hun eiwitvoorziening. In de rivier lagen grote goudpontons ofwel skalians; een soort

drijvende goudwinningsfaciliteiten die door te baggeren het water in de rivier vervuilden.

Grootopperhoofd Oscar Lafanti van de stam der Matuariërs liet tegenover de krant de Times

of Suriname op 27 september 2006 weten dat ‘vanuit de rivier ook nog eens de oevers

uitgegraven’ werden. De situatie in enkele dorpen werd nijpend, omdat de voorraad

drinkwater opraakte.

Een dag later maakten media bekend dat het natuurpark Brownsberg sinds 1996 ernstig was

aangetast door illegale goudwinningspraktijken. Vegetatie zou zijn vernietigd en de bodem,

water, vervuild door kwik. In de krant De Ware Tijd werd Marilyn Djojo, hoofd afdeling

Toerisme van Stinasu (Stichting voor Natuurbehoud Suriname) - beheerder van het

natuurpark - op 28 september 2006 aan het woord gelaten: ‘Er zijn nu nog twee groepen

actief en het ministerie zoekt naar een alternatief voor deze mensen. Het natuurpark moet

uiteindelijk weer in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht.’ Van de in totaal 14.400

hectare, was 661 hectare compleet vernield door goudzoekers. Volgens de krant was een

herstelplan voor het natuurgebied opgesteld dat tesamen met de Nederlandse organisatie

Alterra in Wageningen zou worden uitgevoerd. Djojo zei dat ‘het rehabilitatieplan goede

kans van slagen’ had. Overigens was het aantal goudzoekers in het natuurpark eind

september 2006 nog maar een stuk of tien, zowel Brazilianen als lokale porknokkers.

December 2006 - Bekendmaking schokkende resultaten onderzoek

kwikvergiftiging in wateren Greenstone Belt

De directeur van de Nationale Zoölogische Collectie, Paul Ouboter, presenteerde in de

eerste week van december 2006 de resultaten van een onderzoek naar kwikverontreiniging

in Surinaamse wateren in de zogenoemde Greenstone Belt (een gebied met veel

goudvoorkomens van ongeveer 24.000 vierkante kilometer in het oosten van Suriname, van

Page 99: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 99

het goudzoekersdorp Benzdorp in het zuiden tot het Goliath Gebergte in het noordwesten).

De uitkomsten waren schokkend. Zo bleek het kwikgehalte in sediment, vis en water in en in

de nabije omgeving van het stuwmeer (Blommesteinstuwmeer, Brokopondo Stuwmeer) erg

hoog. In een enkel geval was dat gehalte viermaal hoger dan de toegestane hoeveelheid van

0,05 microgram per kilo. Maar, Ouboter vindt troebel water in kreken en rivieren,

veroorzaakt door werkzaamheden van goudzoekers, een groter probleem dan kwik. Dat

verontreinigde water kan niet meer door inheemsen worden gebruikt om bijvoorbeeld te

drinken. Troebel water betekent volgens Ouboter chaos in het natuurlijk milieu en de

biodiversiteit. Hij is een voorstander van regulering van de goudwinning en een verbod op

het gebruik van kwik.

2007

Januari 2007 – Assembleelid Deel vraagt aandacht voor kwikvervuiling in

binnenland

Tijdens de begrotingsbehandeling in de Nationale Assemblee op 9 januari 2007 werd voor de

zoveelste keer gesproken over de kwikvervuiling in het binnenland. Deze keer was het

politicus Henk Deel die in de Assemblee hiervoor aandacht vroeg. Hij legde verrassend de

naduk op het toerisme: ‘De opkomende toerismesector zou al gauw een vroege dood kunnen

sterven, als de kwikvervuiling in het binnenland en in de hoofdstad niet wordt aangepakt.

Zowel in het binnenland als in Paramaribo worden onaanvaardbaar hoge concentraties kwik,

veroorzaakt door goudproductie, geregistreerd’. Hij wees op de vervuiling van rivieren,

kreken en stroompjes door kwik en op het feit dat die wateren in het binnenland hier en

daar modderpoelen zijn geworden en daardoor ongeschikt als drinkwaterbronnen en

badplaatsen. Deel vroeg de regering om extra controles uit te voeren naar de

goudmijnactiviteiten. ‘Als de situatie zo blijft, zal de regering andere voorzieningen moeten

treffen. Ik pleit daarom voor voorlichtingscampagnes om goudproducenten en de lokale

gemeenschappen bewust te maken van de consequenties van kwikgebruik.’ Een goed

bedoeld voorstel, maar anno 2012 zijn er vanuit de overheid nog steeds geen

voorlichtingscampagnes geweest zoals bedoeld door politicus Deel in januari 2007.

Februari 2007 – Oprichting goudzoekerscoöperatie Lawa te Benzdorp

In Benzdorp, aan de Lawarivier, werd op 17 februari 2007 door ongeveer honderd

goudzoekers onder aanvoering van Jan Akoeba, de Lawa Mijnbouwers Coöperatie

(LaMijnCo) opgericht, ondersteund door de Raad van het Coöperatiewezen (RaCo) - een

werkarm van het ministerie van Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu (ATM) - en in

bijzijn van de minister van ATM. De doelstellingen van de coöperatie zijn onder andere de

bevordering van ‘de beste gebruiken’ bij de mijnbouw, de bevordering en bescherming van

de rechten, belangen en het welzijn van mijnwerkers, de handhaving van een hoog

Page 100: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 100

productieniveau, het verkrijgen en handhaven van voldoende betaling voor delfstoffen die

door haar leden worden verkocht, het aangaan van onderhandelingen, het sluiten van

bindende overeenkomsten, het zich aansluiten bij regionale of nationale organisaties, het

opkopen en exporteren van delfstoffen, het aanmoedigen en ontwikkelen van trainingen en

opleidingen, het vestigen van winkels en het organiseren van alle personen die zijn

geïnteresseerd in het winnen van delfstoffen. De oprichting van de coöperatie vloeide voort

uit het zogenoemde GEF/SGP (Global Environmental Facility / Small Grants Programme)

project getiteld ’Milieubewustzijn in kleinschalige en artisanale

goudwinningsgemeenschappen die het hoofd moeten bieden aan kwikverontreiniging.’ Het

SGP is een milieuprogramma van de GEF, dat zich richt op behoud en bescherming van de

biodiversiteit, internationale wateren en het terugdringen van klimaatverandering. Het

programma valt onder de verantwoordelijkheid van het Verenigde Naties Ontwikkelings

Programma (UNDP, United Nations Development Programme). Het project wordt sedert

2005 gedragen door de Stichting Nehzra Outreach Ministry, die als doel heeft de

bevordering van duurzame ontwikkelingen in het binnenland, en wordt mede gefinancierd

door het ministerie van ATM, de Wereldbank en de gouddelvers. Het doel van het project is

het stimuleren en verhogen van het bewustzijn over aan de mijnbouw gerelateerde

negatieve effecten op mens en milieu en hun oplossingen, teneinde de goudzoekers te

kunnen organiseren in coöperatieve samenlevingen, om zodoende in staat te zijn de beste

gebruiken in de kleinschalige goudmijnbouw te introduceren. Onder ‘de beste gebruiken’

wordt onder andere verstaan de creatie van ’settling ponds’ (bezinkingsbassins), het gebruik

van kwikvrije goudwinningstechnieken en retorts, het rehabiliteren van verlaten mijnen en

training in onder andere eenvoudige boekhouding en exploratie- en controletechnieken.

Vooral mensen van buiten het Lawagebied, uit de stad (lees: Paramaribo), hebben

overheidsconcessies. Bij het verstrekken van de concessies werd en wordt over het

algemeen geen rekening gehouden met de traditionele grondenrechten en de leefwijze van

de mensen van het Lawagebied. Dit is een veel voorkomend probleem: het door de

overheid negeren van inheemsen bij het verstrekken van goudconcessies. Hierdoor wordt de

bewoners het perspectief op een eigen ontwikkeling, vooral de komende generaties,

ontnomen. De nieuwe coöperatie wilde ook dat er ordening zou komen onder de duizenden

illegale Braziliaanse garimpeiros in het gebied. Jan Akoeba wilde dat de Surinaamse overheid

haar gezag in het gebied serieus zou gaan nemen en liet gelden. Zo zouden volgens hem

belastinggelden uit de kleinschalige goudsector in het Lawagebied kunnen worden ingezet

voor controle door politie en het leger op een goede gang van zaken en voor het tegengaan

van criminaliteit. Verder kon belastinggeld gebruikt gaan worden voor de bouw en renovatie

van scholen, het verbeteren van de drinkwatervoorziening, de bouw van een medische

polikliniek, stroomvoorziening en massacommunicatie. De bewoners van het Lawagebied

zijn vooral aangewezen op communicatie en goederen en diensten uit de buurlanden Frans-

Guyana en Brazilië.

Na de oprichting van de coöperatie te Benzorp zouden ook goudzoekers georganiseerd

moeten gaan worden in het Tapanahoni-, Marowijne-, Brokopondo- en Saramaccagebied.

Page 101: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 101

Maart 2007 – Amerikaans instituut Artminers en bedrijf Cleangold geven

persconferentie over kwikvrij goudwinnen

Naar aanleiding van het GEF/SGP-project werden op 8 maart 2007 door Kristina Shafer,

directeur van het Amerikaanse Institute for Sustainable Mining Artminers, en David Plath, in

2001 oprichter van Cleangold en uitvinder van de ‘Cleangold sluice’, in Paramaribo een

persconferentie gehouden over het testen en de introductie van kwikvrije

mijnbouwtechnieken in Suriname. Een team van Artminers had al drie keer Suriname

bezocht en een paar Cleangoldtesten uitgevoerd en workshops gegeven in Benzdorp, Godo

Olo en Sellakreek. Shafer en Plath waren via de Surinaamse milieujournaliste Rachel van der

Kooye met de kleinschalige goudwinning in Suriname in contact gekomen. Van der Kooye

had vervolgens Cleangold geïntroduceerd bij het WWF Guianas. De uitvinding van Plath,

surfer en oud-medewerker van het elektriciteitsbedrijf in Portland die chemie en

oceanografie had gestudeerd aan de Oregon State University, is eigenlijk - en oogt ook -

heel simpel: het ziet eruit als drie zijden van een aluminium kubus, met een heldere blauwe

bekleding als bodem - een poreuze mat van magnetisch gevoelige deeltjes die ervoor zorgt

dat goud wordt onttrokken uit goudhoudend erts -, dun genoeg om te denken dat het

gesneden zou kunnen zijn uit een plastic zeil. En dat is het.

Shafer was eigenlijk een radioverslaggeefster die ook werkzaam was geweest in marketing

en publiciteit. Tijdens onderzoek voor het vervaardigen van een brochure voor een juwelier

kreeg ze kennis van mensenrechtenschendingen in de goudmijnsector in Afrika. Hierdoor

raakte ze geïnteresseerd in die sector en richtte uiteindelijk Artminers op.

In een reactie speciaal voor de totstandkoming van dit boek liet David Plath op 23 januari

2012 weten dag de acceptatie van nieuwe technologie in de goudmijnsector een ‘uphill’

strijd is en de meeste goudzoekers illegaal werken waardoor ze niet zullen praten. Plath:

‘Onze technologie is heel goedkoop, maar de werkmethode moet wel aan de goudzoekers

worden uitgelegd. Zonder de steun van regeringen en nongouvernementele organisaties

worden onze werkzaamheden vertraagd tot de snelheid van een slak. Wij ontvangen geen

enkele steun van de Surinaamse regering en zoals het geval is in de meeste goudvelden, zijn

de goudzoekers zelf niet in de positie om hun hoofden boven het maaiveld uit te steken om

nieuwe en betere manieren te zoeken voor het winnen van goud. De afname van de

beschikbaarheid van kwik door wetgeving in Europa en Amerika gaat zeker helpen, maar ik

zie de komende tien jaren weinig veranderingen optreden, omdat kwik op de zwarte markt

zal verdwijnen en de goudzoekers door de leveranciers meer en meer zullen worden

uitgeknepen.’

In het weekeinde van 17 maart 2007 hield het ministerie van ATM voor goudzoekers te

Selakreek een voorlichtingsbijeenkomst over onder andere de gevolgen van hun werk voor

het milieu en de volksgezondheid en over schone manieren om goud te winnen. Net als hun

collega’s te Benzdorp een maand geleden hadden gedaan, willen ook de goudzoekers van

Selakreek een coöperatie oprichten. De bijeenkomst werd door het grootopperhoofd van de

Page 102: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 102

Aucaners, Matodja Gazon, en door de kapitein van Godo Holo, Henk Sante, positief

ontvangen. Volgens Sante zal de verkregen informatie bijdragen aan het zich verder kunnen

ontwikkelen van de goudzoekers. Ook was hij enthousiast over de plannen van Robby

Kwassie en John Samisie om een coöperatie op te zetten. Een van de eerste taken van de

coöperatie zou een exploratie zijn van het goudwinningsgebied, noodzakelijk, omdat

bestaande locaties uitgemijnd raakten en de goudzoekers verlies begonnen te lijden. Het lid

van de Raad van het Coöperatiewezen Robby Berenstein trainde de goudzoekers van

Selakreek in het oprichten van een coöperatie. Verder kregen de goudzoekers van

Quan Tjon A Kon, een milieudeskundige van het milieuinstituut NIMOS, informatie over het

gevaar van kwik, het creëren van afvalmeren, het werken met alternatieve, schone,

winningsmethoden, bodemerosie en het opslaan van brandstoffen.

2008

Juni 2008 - Garimpeiros verwijderd door inheemsen Kwintistam

Inheemsen van de Kwintistam hebben in de derde week van juni de acht garimpeiros en hun

vrouwen met de hulp van de politie verwijderd. ‘Met deze actie hebben wij de daad bij het

woord gevoegd en de ongewenste gasten, die ondanks een ultimatum van twee dagen

weigerden te vertrekken, met de neus op de feiten gedrukt’, aldus Rudi Clemens in De Ware

Tijd van 19 juni. Hij is secretaris van de Kwinti Granman André Mathias. Het besluit om de

garimpeiros te verwijderen, was eind mei genomen tijdens een spoedbijeenkomst tussen

Mathias en belangrijke leden van zijn stam.

De inheemsen doen er alles aan om hun leef- en woongebieden te vrijwaren van

(kwik)vervuiling veroorzaakt door kleinschalige goudzoekers. Hierbij zijn ze vaak op zichzelf

aangewezen. Eind augustus 2008 kregen zij echter steun uit onverwachte hoek.

Augustus 2008 - Geestelijken spreken zorgen uit over kwikvervuiling

binnenland

Pater Toon te Dorsthorst sprak eind augustus 2008 tijdens een discussiebijeenkomst van

pastorale leiders van de meer dan zeventig roomskatholieke gemeenten in het binnenland

over mensenrechtenschendingen en over de politiek en sociale leer van de kerk en Justitia

en Pax in Paramaribo, zijn bezorgdheid uit over de kwikverontreiniging in het binnenland. Er

was, volgens de pater, een zeer kritieke situatie ontstaan omdat kwik via vissen zijn weg naar

de mensen wist te vinden. Daarenboven is water een van de grootste natuurlijke

hulpbronnen van het land en dat water wordt in grote gebieden vergiftigd door kwik. ‘Dit is

een enorme ramp voor Suriname. We weten dat de import van kwik is verboden, maar het

wordt toch binnengesmokkeld. Het zou daarom goed zijn als ook het gebruik ervan zou

worden verboden’, aldus Te Dorsthorst in De Ware Tijd op 26 augustus 2008. Een van de

aanwezigen tijdens de discussiebijeenkomst was de minister van Justitie en Politie,

Page 103: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 103

Chandrikapersad Santokhi. Hij deelde de zorg van de pater: ‘Het gaat dan niet alleen om de

illegale goudwinning, maar als we niet oppassen zullen we een hele generatie vernietigen en

zullen wij geen binnenlandse bevolking meer hebben.’ Santokhi deed, aldus de krant, een

beroep op het RK Bisdom om gebruik te maken van zijn netwerk in het binnenland om de

gemeenschap te informeren. ‘Het is een gevaarlijke ontwikkeling, die wij met vereende

krachten moeten aanpakken.’ In een open brief uitten de pastorale leiders een noodkreet

over de ernstige situatie in het binnenland. ‘Wij willen de Surinaamse regering, de

traditionele leiders in het bosland zelf en de Surinaamse bevolking als geheel oproepen om

deze kwikvergiftiging ernstig te nemen.’ De geestelijken zijn van oordeel dat er al voldoende

alternatieve methoden bekend zijn om goud te winnen zonder kwik en dat er genoeg

redenen en rechtvaardiging zijn om het gebruik geheel te verbieden. In de open brief is

verder het volgende opgenomen: ‘Het kwaad van de kwikvergiftiging is reeds voor een groot

deel geschied en moeilijk op korte termijn weg te werken. Maar iedere dag langer de

rampzalige huidige praktijk tolereren, brengt ons voor de toekomst in een onheilssituatie, die

onze bevolking en ons land onnoemlijke schade en verliezen toebrengt.’

Page 104: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 104

- Het Bisdom Paramaribo heeft altijd oog en oor gehad voor de kwikproblemen in het

binnenland. Monseigneur Wilhelmus de Bekker, Bisschop van Paramaribo, besteedde op 1

januari 2009 in de Jaarrede 2009 van het Bisdom kort aandacht hieraan: ‘Het CCK heeft twee

boodschappen gericht aan de Surinaamse samenleving. In de tweede boodschap van

november jongstleden werd de vernietiging van ons milieu vooral ook in het binnenland aan

de kaak gesteld. De kwaadaardige vergiftiging door kwik heeft reeds haar tol geëist. In het

nierdialyse centrum zijn kinderen met kapotte nieren.’ (CCK: Comité Christelijke Kerken)

Voor zijn inspanningen in Suriname kreeg pater Te Dorsthorst op 11 juli 2010 een koninklijke

onderscheiding uit handen van de burgemeester van de Nederlandse gemeente

Doetinchem. De versierselen die behoren bij de graad Ridder in de Orde van Oranje Nassau

ontving de pater vanwege zijn verdiensten als missionaris in Paramaribo. Hij werkte al meer

dan veertig jaar in het binnenland van Suriname. Jaarlijks reist hij naar Nederland om geld in

te zamelen voor zijn projecten. –

September 2008 - Opmerkelijk advies minister Waterberg (Volksgezondheid)

voor inheemsen: eet niet de kop van een vis

Naar aanleiding van mediaberichten eind augustus 2008 over ernstige kwikverontreiniging in

het inheemse dorp Apetina en over gezondheidsproblemen onder bewoners omdat zij in

aanraking waren gekomen met kwik, kwam minister Celsius Waterberg van het ministerie

van Volksgezondheid begin september 2008 met een opmerkelijk advies: ‘Mensen in het

binnenland, die het risico lopen kwik in hun lichaam te krijgen door visgebruik, moeten liever

niet de kop van de vis eten. Kwik dat door onzorgvuldige goudwinning in het water

terechtkomt, wordt door de vissen opgenomen, vooral in de kop. Wij van het ministerie van

Volksgezondheid kunnen de mensen in het binnenland niet adviseren om geen vis meer te

eten, maar dat zij liever niet de kop van de Anjoemara eten. De mensen kunnen de

Page 105: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 105

kwikinname door het lichaam tegengaan door meer groente en fruit te eten. Deze bevatten

meer antioxidanten en breken kwik in het menselijk lichaam af. Wat wij de mensen in het

binnenland adviseren is om niet alleen vis te gebruiken, maar ook groente en fruit te

verbouwen en die te consumeren.’ Volgens de minister is het kwikgebruik in het binnenland

bij de winning van goud zorgwekkend. ‘Wij zullen ons in de komende periode richten op de

ordening van vooral de kleine goudwinning in Suriname. Dit om het overmatig kwikverbruik

in de bossen te beperken. Door het ministerie van Volksgezondheid wordt een onderzoek

gestart naar het kwikgehalte in de Surinaamse wateren en de gronden, met de medewerking

van internationale deskundigen’, aldus Waterberg op 12 september 2008 in het Dagblad

Suriname.

De adviezen van minister Waterberg aan binnenlandbewoners om alleen de kop van een vis

te eten en daarmee kwikvergiftiging te voorkomen, werden op 23 september 2008 gevolgd

door adviezen van dr. J. de Kom, ‘humaan toxicoloog’ verbonden aan het ministerie van

Volksgezondheid en apotheker in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. Vanwege het

belang, op dat moment, van de inhoud van de adviezen van De Kom – die hij als ingezonden

artikel naar de media had verzonden – volgt hieronder de volledige tekst:

‘Naar aanleiding van het bericht in de Ware Tijd van vrijdag 29 augustus 2008 'Massale

kwikvergiftiging in Apetina' wil het ministerie van Volksgezondheid enige nuancering

aanbrengen.

Er leeft een bezorgdheid in de samenleving en specifieke gemeenschappen in het binnenland

over de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van het individu door de blootstelling aan

kwik dat wordt gebruikt bij de goudwinning. Het gaat hier dan vooral om de bezorgdheid

over blootstelling via het eten van vis. Kwik dat bij de goudwinning wordt gebruikt kan, als

dit in het water terechtkomt, worden omgezet in een andere chemische vorm die zich

ophoopt in vooral roofvissen. De hoeveelheid in de vis kan variëren afhankelijk van onder

meer de vissoort, de leeftijd of grootte van de vis en het seizoen. Kwik van de goudwinning is

niet de enige bron, het kan ook van nature in het milieu voorkomen en wordt vrijgemaakt

door onder meer boskap, bosbranden, verwering van de grond.

Voor personen die veel roofvis eten of op plaatsen waar vis een belangrijk dagelijkse

voedingsbron is, kan dit mogelijke gezondheidsproblemen opleveren. Vooral een ongeboren

kind en jonge kinderen zijn gevoelig voor de nadelige effecten van een blootstelling aan

methylkwik. Kwik heeft nadelige effecten op de ontwikkeling van het zenuwstelsel. Het is

bekend van massale vergiftigingsgevallen in Irak en Japan in de tweede helft van de vorige

eeuw dat bij inname van zeer hoge doses er ernstige gezondheidseffecten kunnen optreden:

ernstige geestelijke en lichamelijke afwijkingen. Dit ligt anders bij lagere blootstelling, zoals

dit het geval is bij het eten van vis. Er worden vagere gezondheidseffecten gezien zoals

verminderde aandacht, taalvaardigheid, fijne coördinatie. Dit zijn effecten die ook een

Page 106: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 106

andere oorzaak kunnen hebben. Daar ligt nu de moeilijkheid in het beoordelen van de

gezondheidseffecten van het eten van vis die methylkwik bevat.

Vaak wordt bij het rapporteren van de schadelijke gezondheidseffecten vergeten, dat vis ook

een belangrijke bron is van eiwitten, speciale vetten en andere voedingsstoffen voor de mens.

Stoffen die ook goed zijn voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel bij de mens. Het gaat dus

om een balans: de afweging tussen de negatieve en de positieve effecten van het eten van vis

voor de gezondheid van de mens en vooral de ongeboren vrucht en jonge kinderen. Om na te

gaan of iemand methylkwik heeft binnengekregen, kunnen haarmonsters worden gebruikt.

Met speciale apparatuur kan dit worden aangetoond. Het afnemen van het haar en de

bepaling van het gehalte in haar vereist kennis van zaken. Dit is zeker het geval in een

samenleving waar daarover geen eerdere gegevens bekend zijn.

Volgens de gangbare normen in de medische wetenschap behoort een medische studie bij

mensen te voldoen aan bepaalde voorwaarden. Het onderzoek behoort goed opgezet en

uitgevoerd te worden door deskundigen om de toets van de wetenschappelijke kritiek te

kunnen doorstaan. In een ontwikkelde maatschappij is het gangbaar dat, voordat een studie

wordt uitgevoerd bij mensen, zulks vooraf wordt beoordeeld door onafhankelijke

deskundigen. Bij het ministerie van Volksgezondheid is er een commissie die onderzoek bij de

mens in Suriname vooraf beoordeelt. Dit is vooral erop gericht om de integriteit van het

individu te beschermen, en valse verwachtingen en of onnodige bezorgdheid te voorkomen

bij degenen bij wie het onderzoek plaatsvindt. Het onderzoek waarnaar verwezen wordt in

het artikel in de Ware Tijd van vrijdag 29-08-2008 is nimmer aangemeld voor goedkeuring bij

het ministerie van Volksgezondheid.

Het bovenstaande doet niets af aan de terechte bezorgdheid van de bevolking te Apetina. De

bezorgdheid over de mogelijke gezondheidsschade voor de mens ten gevolge van het gebruik

van kwik bij de goudwinning is niet voorbij gegaan aan het ministerie van Volksgezondheid.

Gezien de verantwoordelijkheid voor de volksgezondheid is het ministerie vanaf eind vorig

jaar (2007) begonnen met voorbereidingen van een gedegen breder opgezet onderzoek in

samenwerking met internationale onderzoekers met ervaring met dit type onderzoek. Dit om

een beter onderbouwd antwoord, casu quo advies te kunnen geven hoe om te gaan met de

risico's voor de volksgezondheid van met methylkwik verontreinigde vis.

Een eenvoudig advies dat gegeven kan worden, vooruitlopend op verder

gezondheidsonderzoek, is dat in het bijzonder zwangere vrouwen en jonge kinderen bij het

eten van vis erop letten dat zij bij voorkeur niet elke dag roofvissen, maar kleinere vissoorten

gebruiken. Ook is het belangrijk dat men vooral in het binnenland niet de kop van roofvissen

eet.’

Page 107: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 107

Wat het effect is geweest van zowel het advies van minister Waterberg als van het advies

van dr. De Kom is nooit duidelijk geworden. Weinigen hadden en hebben in het binnenland

toegang tot mediabronnen.....

November 2008 - Verkoop vis- en visproducten in Paramaribo gedaald

Door de mediaberichten over de vergiftiging door kwik van vissen in het binnenland, bleek

de verkoop van vis- en visproducten in Paramaribo te zijn gedaald. Dat merkten onder

andere de families die wonen te Kwakoegron. Tegenover De Ware Tijd van 10 november

2008 zit de voorzitter van de Vrouwenorganisatie Kwakoegron, Eugenie Zaalman, dat deze

situatie enorme inkomstenderving tot gevolg had. ‘De mensen zijn daarmee gestopt, omdat

ze de eigen gezondheid en die van anderen niet in gevaar willen brengen’, aldus Zaalman.

Kwakoegron is overigens een van de vele binnenlandse gemeenschapen waar de bewoners

niet de beschikking hebben over welke vorm van telecommunicatie dan ook.

Page 108: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 108

Maar, er kwamen in november 2008 ook positieve geluiden over de kwikproblemen in het

Surinaamse binnenland. Het Wereld Natuur Fonds Guianas (WWF Guianas) maakte bekend

dat Suriname, Guyana en Frans-Guyana gezamenlijk zouden toewerken naar een kwikvrije

kleinschalige goudwinning. Delegaties van de drie landen waren in november 2008 in Frans-

Guyana bijeen om gesprekken te voeren met plaatselijke overheidsfunctionarissen,

gouddelvers, milieuorganisaties en instituten actief in de sector. Suriname was

vertegenwoordigd door afgevaardigden van de ministeries van Arbeid, Technologische

ontwikkeling en Milieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Financiën, het NIMOS en de

Nederlandse ambassade. Ook waren Surinaamse gouddelvers en concessiehouders

uitgenodigd, maar die waren in geen velden of wegen te bekennen. De deelnemers brachten

ook veldbezoeken aan goudvelden waar alternatieve winningsmethoden werden gebruikt.

Voor Frans-Guyana was gekozen, omdat het daar sinds 2006 verboden is kwik te gebruiken

bij de goudwinning, aldus een bericht op 19 november 2008 in De Ware Tijd. Vanaf toen

werden ook de import van kwik stopgezet, de wetgeving aangepast en een

bewustwordingscampagne opgestart. Met de nieuwe wetgeving werd de kleinschalige

goudindustrie in dat land volledig gelegaliseerd. Volgens Armand Moredjo, conservation

director van WWF-Guianas, stond zijn organisatie klaar om de Surinaamse overheid te

ondersteunen om hetzelfde succes als in Frans-Guyana te behalen. ‘Alleen moet de overheid

een duidelijk stappenplan opstellen, wetgeving in orde maken en moeten alle partners zich

aan dit plan committeren, zoals in Frans-Guyana’, aldus Moredjo. Tijdens de bijeenkomst in

Frans-Guyana werd echter pijnlijk duidelijk dat Suriname, in vergelijking met de beide

Guyana’s, in de strijd om de goudindustrie volledig kwikvrij te maken, flink achter liep. Dat

kwam onder andere door het uitblijven van een milieuwet en aanpassing van de

Mijnbouwwet van 1986. Er was en is anno 2012 in Suriname geen duidelijk beleid. Daarnaast

valt milieubeleid niet onder één ministerie en er zijn ook nog eens – en dat is gebruikelijk in

Suriname – politieke belangen en belangenverstrengelingen die op de achtergrond een

belangrijke rol spelen.

2009

Januari 2009 - Medische Zending heeft twijfels over kwikonderzoek Apetina

In de eerste week van januari 2009 werd bekend dat het onderzoek naar de kwikvergiftiging

onder bewoners van het inheemse dorp Apetina, bij de Tapanahonirivier (het betreft hier

het Peplow-onderzoek), in mei geëvalueerd zou worden. Speciaal hiervoor zou een

milieudeskundige van de Amerikaanse Heritage University in Toppenish (Washington) naar

Suriname komen. Welke deskundige dit zou zijn werd niet bekend gemaakt. Hij zou moeten

samenwerken met de Organisatie van Inheemsen in Suriname (OIS) in de tweede fase van

het onderzoek in Apetina. In de tweede fase zou ook het dorp Anapaike worden betrokken.

Directeur Edward van Eer van de Stichting Medische Zending Primary Health Care Suriname

(een private, non profit, primary health care organisatie die decennia lang de

gezondheidszorg in het binnenland van Suriname verzorgt) verklaarde in De Ware Tijd van 3

Page 109: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 109

januari 2009 dat het onderzoek de aandacht had van het ministerie van Volksgezondheid.

Verder zei Van Eer dat zijn organisatie - met het ministerie van Volksgezondheid en een

aantal deskundigen - het probleem aan het vaststellen was en onderzocht hoe een oplossing

kon worden gevonden. Opmerkelijk is, dat hij niet direct de uitkomsten van het onderzoek

naar kwikvergifting onder Wayana’s als juist accepteerde. Van Eer: ‘Het is niet de bedoeling

om blindelings af te gaan op zaken die gesteld worden in onderzoeken.’ Maar zijn Medische

Zending had in het voorjaar van 2008 zelf ‘een grote correlatie aangetoond tussen het

voorkomen van dysenterie en diarree en de verontreinigingen in de rivieren’ door kwik. Dat

wordt gemeld op de internetsite van de organisatie Rotary in Nederland, afdeling Delft-

Koningsveld. Van Eer wist kennelijk uit eigen onderzoek dat in het binnenland inheemsen

werden vergiftigd door kwik afkomstig uit de kleinschalige goudwinning.

In het jaarverslag 2009 van de Medische Zending, dat is afgerond op 31 augustus 2010 (met

een accountantverklaring), komt het woord ‘kwik’(‘-vergiftiging’) niet voor.

In dezelfde maand, op de 13e januari 2009, maakte minister Kermechend Raghoebarsing van

het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij LVV) bekend dat er een onderzoek zou

komen naar de voedselveiligheid van vis in het binnenland voor consumptie door

inheemsen. Hij deed deze toezegging naar aanleiding van in de Nationale Assemblee door

politici uitgesproken bezorgdheid over mogelijk te hoge kwikconcentraties in kwik in

gebieden rond goudvelden.

Raghoebarsing stelde verder dat er meer milieuvriendelijke mijnbouwtechnieken in de

kleinschalige goudwinning noodzakelijk zijn. Hij wees daarbij vooral op het gebruik van

retorts die niet alleen het kwik opvangen, en op termijn niet alleen milieuvriendelijker en

gezonder zijn voor de gouddelvers en hun directe omgeving, maar ook economisch

voordeliger zijn.

Op de laatste dag van januari 2009 berichtte De Ware Tijd over een belangrijke

milieuovereenkomst tussen Frankrijk en Brazilië. De Franse president Nicolas Sarkozy en zijn

Braziliaanse ambtgenoot Luiz (Lula) Inázio da Silva tekenden deze overeenkomst eind

december 2008 die tot doel heeft het minimaliseren van de rampzalige gevolgen van de

Page 110: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 110

illegale goudwinning. De Frans-Braziliaanse overeenkomst stelt illegale goudwinning in

beschermde gebieden, transport, bezit en verkoop van kwik zonder vergunning en

verhandelen van ruw goud strafbaar. De maatregelen waren nodig vanwege het hoge

kwikgehalte in de bodem van het Amazonebekken en de risico’s voor de mens, vegetatie en

watersystemen. In een persbericht van het WWF Guianas werd gemeld dat de illegale

goudwinning een van de meest serieuze socio-milieuproblemen is in het Guyanaschild.

(Het Guyanaschild is een geologisch schild - een gebied waar zeer oud gesteente aan het

aardoppervlak ligt - in het noordoosten van Zuid-Amerika. Het Guyanaschild strekt zich uit

over het grondgebied van Guyana, Suriname, Frans-Guyana, delen van Colombia, Venezuela

tot aan de Orinoco en het noorden van Brazilië tot aan de Amazone. –Bron: Wikipedia)

Opmerkelijk is het dat Suriname niet betrokken is geweest bij de overeenkomst tussen

Frankrijk en Brazilië. Er werd ook geen verklaring gegeven waarom de Surinaamse overheid

niet bij de overeenkomst betrokken was. Langs de zijlijn fietste het WWF Guianas mee met

de haar voorhanden zijnde middelen. De in de overeenkomst opgenomen maatregelen en

dergelijke zijn dan ook niet op Suriname van toepassing.

Frankrijk en Brazilië maken dus op een serieuze wijze werk van de kwikvergiftiging in hun

'landen'. Dat kan nog steeds niet echt gezegd worden van Suriname. Er gebeurt anno 2012

nog te weinig. De presidentiële Commissie Ordening Goudsector is sinds eind 2010 bezig de

kleinschalige goudsector te ordenen en porknokkers en garimpeiros te wijzen op ‘groene’

manieren om goud te winnen zonder het gebruik van kwik. De regering is anno 2012 echter

druk met de toekomst van de bauxietindustrie en het voeren van onderhandelingen met het

Amerikaanse goudmijnbedrijf Newmont dat twee grote goudmijnen in het Nassau Gebergte

wil gaan opzetten en de problematiek rond kwikvergiftiging wordt ongemerkt naar de

achtergrond geschoven voor grotere belangen.

Februari 2009 – Inheems dorp Anapaike eist stopzetting goudwinning in

leefgebied

De hoofdkapitein van het inheemse dorp Anapaike, Ipomadi Pelenapin, eiste begin februari 2009

van de Surinaamse regering de onmiddellijke stopzetting van goudwinning in het gebied rond het

dorp. ‘Wij zijn de goudactiviteiten van onverantwoordelijke Surinamers en illegale

Braziliaanse goudzoekers beu’, aldus Pelenapin tegenover journalisten.

Na februari 2009 duurde het een jaar voordat negatieve milieueffecten veroorzaakt door de

kleinschalige goudwinning weer in het nieuws kwamen. In maart 2010 kwamen voor het

eerst bewoners van een dorp in het Surinaamse binnenland in actie tegen

goudwinningsactiviteiten in de omgeving.

Page 111: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 111

Maart 2010 – Bewoners Lebidoti in actie tegen goudzoekers

Inwoners van Lebidoti, aan de Boven-Surinamerivier in het stuwmeergebied, belemmerden

goudzoekers om hun werkzaamheden in het Sarakreekgebied nog langer uit te voeren. Op

de rivier werden alleen mensen doorgelaten die geen vracht bij zich hadden. Personen met

goederen om goudvelden te bevoorraden werden door de inwoners tegengehouden. De

bewoners vonden dat de rivier bij hun dorp verontreinigd werd door de activiteiten van de

goudzoekers. In een artikel in De Ware Tijd van 22 maart 2010 weersprak één van de

goudzoekers de kritiek van de inwoners van Lebidoti. Volgens Rosi Ceder stroomde het

water waar zij en haar echtgenoot naar goud zochten, Witiwatra, niet naar de Sarakreek.

‘Wij werken verder en onze kreek loopt naar de Boven-Marowijne’, aldus Ceder. Ze beweerde

dat de vervuiling werd veroorzaakt door activiteiten te Maku. Daarenboven bleken er zuig-

en pompinstallaties in het stuwmeer te liggen die bijdroegen aan de vervuiling van het

water.

April 2010 – WWF Guianas op weg naar fairtradelabel voor goud

Het Wereld Natuur Fonds Guianas (WWF Guianas) hield op 22 april 2010 een internationale

workshop over een mogelijk fairtradelabel voor de kleinschalige goudwinningsector. Volgens

Nathalie Emanuels, ‘goldmining officer’ bij het WWF Guianas, werkt ruim negentig procent

van de goudzoekers in Suriname illegaal. ‘Het fairtradelabel is een werktuig om te zorgen

voor de ordening van de goudsector, die broodnodig is’, aldus Emanuels in De Ware Tijd van

Page 112: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 112

23 april 2010. Met een dergelijk label is de koper van juwelen gegarandeerd dat het goud op

een milieuvriendelijke en eerlijke manier is gewonnen. De vraag naar dergelijk eerlijk

product neemt wereldwijd toe. Emanuels: ‘Wij zijn nooit tégen mining geweest, alleen

vinden wij dat het op een verantwoorde manier moet gebeuren. We willen niet dat het

achterland en de bewoners daar worden vergiftigd door kwik. De sector is belangrijk voor de

Surinaamse economie, vandaar dat we de overheid steunen.’ De certificering geschiedt door

Fairtrade Labelling Organizations International gevestigd in het Duitse Bonn.

Begin 2012 is er nog steeds geen certificering van het in Suriname gewonnen goud. Uit de

database op de website van Fairtrade Labelling Organizations International blijkt dat geen

enkel Surinaams product een Fairtradelabel certificering heeft ontvangen (30 januari 2012).

In verband met de totstandkoming van dit boek laat het WWF Guianas op 30 januari 2012 in

een reactie weten: ‘Fairtrade kent een hoop bottlenecks in de Guianas. Een van onze experts

heeft wel eens zeer ernstig betwijfeld of het systeem hier ooit kan werken. Het is dus nog

lang niet van de grond hier, als ooit.’

’s Werelds eerste gecertificeerde Fairtrade goud was in februari 2011 in het Verenigd

Koninkrijk verkrijgbaar bij juwelier Garrard, de juwelier van de Britse koninklijke familie. Om

in aanmerking te komen voor een Fairtradelabel moeten goudmijnbedrijven voldoen aan

strikte voorwaarden, zoals het niet meer gebruikmaken van kinderarbeid, het zorgen voor

gezondheids- en veiligheidstraining voor alle goudzoekers en regulering van het gebruik van

chemicaliën. De goudzoekers ontvangen in ruil een minimumprijs voor hun goud en daar

bovenop een Fairtradepremie van tien procent die ze in hun bedrijf moeten investeren of

moeten gebruiken om hun gemeenschap te ontwikkelen. Twee mijnbouworganisaties in

Bolivia (Cotapata Mining Corporation) en Colombia ontvingen begin 2011 de Fairtrade

certificatie.

September 2010 – The Washington Times besteedt aandacht aan de voor de

natuur schadelijke kleinschalige goudwinning in Suriname

De voor de natuur vernietigende kleinschalige goudmijnsector in Suriname stond op 6

september 2010 plotseling centraal in een groot artikel in één van de grootste Amerikaanse

dagbladen, The Washington Times, met de veelzeggende kop ‘Miners seeking gold destroy

Suriname ecosystem’. Het artikel was geen goede reclame voor Suriname, een land dat het

juist meer en meer moet hebben van zogenoemde ecotoeristen die voor het natuurschoon

Suriname bezoeken.

Journalist Ben Fox van het persbureau The Associated Press beschreef in duidelijke

bewoordingen hoe goudzoekers delen van het tropisch regenwoud bij Nieuw Koffiekamp

vernietigen. Fox liet de 29-jarige porknokker Juergen Plein, ‘a maroon’, aan het woord. Die

maakt zich niet zo druk over de milieuschade; ‘But survival comes first.’. Fox: ‘Miners are

tearing up trees, poisoning creeks with mercury and, in some places, erecting makeshift

jungle towns with shops, prostitutes and churches.’ De journalist schreef verder dat niets de

Page 113: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 113

goudzoekers in Suriname kan stoppen, een land rijk aan natuurlijke hulpbronnen, maar met

de zwakste wetgeving van de hele regio. De directeur van het WWF Guianas, de Belg

Dominiek Plouvier, liet weten dat minstens 74.000 hectare regenwoud door goudzoekers is

verdwenen en dat gedurende de laatste tien jaren meer dan 2191 kilometer rivier is

vervuild. Fox omschreef sommige delen van Suriname als het ‘Wilde Westen’, maar wel met

all terrain voertuigen (ATV’s) en satellietschotels.

De ernst van de mate van kwikvervuiling in het binnenland was voor een groep geestelijken

in het binnenland reden om medio september 2010 de alarmklok te luiden. Eind augustus

2008 had pater Toon te Dorsthorst dat al gedaan tijdens een discussiebijeenkomst van

pastorale leiders van de meer dan zeventig roomskatholieke gemeenten in het binnenland.

De geestelijken in het binnenland zonden in september 2010 een communiqué naar de

media media dat betrekking had op de zorgwekkende situatie bij de goudwinning in het

binnenland en het desastreuze effect. Volgens de geestelijken zouden de flora en fauna

‘zwaar te lijden krijgen onder deze massale vergiftiging in de goudwingebieden. We praten

dan over de kleine goudwinning. Eigenlijk zou je niet meer kunnen spreken van kleine

goudmijnbouw gezien het zwaar materieel, dat al geruime tijd in hoge mate wordt ingezet

om aan het edele metaal te kunnen komen.’ Ze wilden een verbod op het gebruik van kwik in

de goudwinning.

Het communiqué vervolgde: ‘Men moet naar alternatieve winmethoden om de schade te

kunnen beperken. Die methoden zijn er, echter is men, zonder dwang van de overheid, niet

bereid af te stappen van het gebruik van kwik. In Frans-Guyana mag men niet meer met kwik

werken en is de invoer van dit spul verboden. In Suriname kan kwik nog vrijelijk worden

geïmporteerd en gedistribueerd. Dit maakt natuurlijk, dat kwik uit Suriname ook naar de

Franse kant wordt gesmokkeld en op illegale wijze bij de goudwinning wordt aangewend. De

Fransen zijn hier erg ongelukkig mee en zullen het dan ook toejuichen, als de Surinaamse

regering eveneens een verbod op de invoer van kwik instelt. Wij hebben in het verleden

voorgesteld de invoerrechten en accijnzen op kwik en andere giftige stoffen, die bij de

goudwinning worden gebruikt, zo zwaar te verhogen dat men wel naar alternatieve

methoden zal uitkijken, want men wil koste wat het kost toch het goud hebben. Dit wegens

de zeer hoge goudprijs, die thans geldt en het zeer lucratieve, dat deze business met zich

meebrengt.

De president heeft onlangs nog meegedeeld, dat hij ordening wenst in de goudsector. Die

ordening moet thans meer dan ooit komen. Bij die ordening hoort, naar onze mening, het

verbieden van het gebruik van kwik. Wie niet wenst te luisteren wordt uit de goudvelden

verwijderd en het materieel in beslag genomen. We zullen dan zien wie niet wenst te

luisteren. Ook moet de Belastingdienst ten spoedigste naar het binnenland trekken om ook

daar het geld te innen, dat de Staat toekomt. Het kan nimmer zo zijn, dat een bepaalde

groep (echt niet slechts binnenlandbewoners) stinkend rijk wordt en haar deel niet afdraagt

aan de fiscus zoals het elke persoon, die een inkomen boven een belastingvrije grens heeft,

betaamt. Directeur Van Dijk der Belastingen heeft al verklaard het geld bij de goudzoekers te

Page 114: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 114

willen gaan halen. Hij zal daarvoor wel heel goede bescherming nodig hebben. Het Nationaal

Leger staat, naar wij vernemen, daar wel klaar voor. Ook de politie zal haar bijdrage moeten

leveren.

Tot slot willen we de president vragen om via het ministerie van Financiën alvast de

invoerrechten en accijnzen op kwik drastisch te verhogen. Andere overheidsinstanties kunnen

dan gaan bekijken welke effecten een totaal verbod op het gebruik van kwik zo spoedig

mogelijk kan sorteren. Laten wij het wederom bij woorden, dan vrezen we onherstelbare

schade aan het milieu in grote delen van het binnenland.’

November 2010 – WWF Guianas gaat monsters nemen van door kwik vervuild

water Saramaccarivier

Het WWF Guianas maakte bekend dat zij monsters ging nemen van door vooral kwik sterk

vervuild water in de Saramaccarivier. De natuurbeschermingsorganisatie vond de ernstige

vervuiling van de rivier door goudwinning in de bovenloop alarmerend. Tegenover de Times

of Suriname van 19 november 2010 verklaarde Armand Moredjo, ‘country manager’ van het

WWF Guianas in Suriname: ‘We willen lokale bewoners, die gebruikmaken van het

rivierwater alert maken voor het gevaar’. Het voormalig dorpshoofd van Pikin Saron - John

Kaoeroeme - , dat grenst aan de Saramaccarivier, maakte zich ernstig zorgen over de

gezondheid van zijn dorpelingen. Kaoeroeme: ‘De rivier is sterk vervuild, maar de mensen

hebben geen andere keus om vissen te vangen en te eten.’ Volgens het dorpshoofd waren

illegale goudzoekers actief in het Maripastongebied, aan de bovenloop van de

Saramaccarivier en dat gebied behoort tot het gemeenschapsbos van Pikin Saron.

‘De goudactiviteiten zijn in strijd met de aard en doelstellingen van het gemeenschapsbos’,

aldus Kaoeroeme in de krant. Hij benadrukte tevens dat de ontginning van edelmetalen en

delfstoffen niet is opgenomen in de wet Bosbeheer, waardoor het delven van goud

verboden zou zijn. Personen die werkzaam zijn in het gemeenschapsbos zijn dan strafbaar

vanwege een economisch delict. Om de goudvoorkomens te beveiligen werden, aldus

Kaoeroeme, jongemannen met jachtgeweren bewapend. De voormalige kapitein had

brieven over de situatie verzonden naar de ministeries van Justitie en Politie, Ruimtelijke

ordening, Grond en Bosbeheer en Regionale Ontwikkeling en naar het

Districtscommissariaat van Para en de procureur-generaal. Kaoeroeme: ‘De gouddelvers

moeten verwijderd worden en er moet onderzoek worden gedaan naar de activiteiten met

betrekking tot de goudmijnbouw in het gebied.’

Pas in juni 2011 kwam de regering in actie door de in december 2010 ingestelde

presidentiële Commissie Ordening Goudsector het Maripastongebied te laten afsluiten en

een begin te maken met de ordening van dit gebied.

Page 115: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 115

2011

Februari 2011 – ATM-minister erkent dat overheid geen grip heeft op

kwiksmokkel

Tijdens de wekelijkse persconferentie van de Raad van Ministers op 9 februari 2011

antwoordde minister Ginmarto Kromosoeto van Arbeid, Technologische ontwikkeling en

Milieu (ATM) op vragen van journalisten, dat kwik verboden is en dat het niet mag worden

geïmporteerd. Kromosoeto erkende dat kwik het land wordt binnengesmokkeld en dat het

ministerie daar nauwelijks greep op heeft. De Dienst Arbeidsinspectie heeft, aldus de

bewindsman, niet de middelen en de logistiek om regelmatig in het binnenland controles uit

te voeren. En wanneer er eens iemand van deze dienst in het binnenland is dan is er geen

wettelijke mogelijkheid om op te treden. Dat kan alleen met bijstand van de politie. Sinds

het instellen in december 2010 van de presidentiële Commissie Ordening Goudsector,

kunnen sociale- en veiligheidsinspecteurs meeliften met het management team van de

Commissie Ordening Goudsector naar goudwinningsgebieden in het binnenland. Minister

Kromosoeto maakte ook bekend dat het ministerie werkt aan de aanschaf van een

zogenaamde kwikdampmeter waarmee luchtvervuiling in een bepaalde omgeving kan

worden vastgesteld. Volgens diverse mediaberichten ontweek de minister vragen over of er

concrete maatregelen werden genomen tegen de illegale import van kwik uit vooral Guyana.

De noodzaak van een snelle aanpak van de kwikvervuiling in het Surinaamse binnenland

werd op 17 februari 2011 weer eens bevestigd door een onderzoek naar kwikvergiftiging

onder bewoners van Brokopondo. Tijdens een onderzoek van het Wereld Natuur Fonds in

2010 bleek een zorgwekkende hoeveelheid kwik te zijn aangetroffen in hoofdhaar van

kinderen. Het Assembleelid Stuart Jabini vroeg hiervoor aandacht in het parlement, maar

ook wilde hij dat de uitkomsten van het onderzoek serieus zouden worden genomen. Jabini

wilde weten wat de regering concreet zou gaan doen om de gezondheid van de bevolking in

het Brokopondogebied te garanderen. Volgens de politicus was het kwikgehalte in het

stuwmeer ook alarmerend; hij zei zich te baseren op de inhoud van diverse door hem

gelezen rapporten.

Niet bekend is op welke wijze de regering naar de politicus toe heeft gereageerd.

Juni 2011 – Helft van Surinaamse rivieren aangetast door kwik

In een vraaggesprek met een journalist van De Ware Tijd liet de directeur van het Wereld

Natuur Fonds Guianas, Dominiek Plouvier, op 4 juni 2011 weten dat de helft van het aantal

Surinaamse rivieren is aangetast door kwik. Plouvier: ‘Vooral de binnenlandbewoners

betalen het gelag. Zij moeten het water drinken en vis uit de rivier eten. Voor hun is de

rekening al heel hoog. Kwik is een sluipend gif dat het zenuwstelsel aantast en tot vertraging

van de intelligentie leidt. Er zijn genoeg studies gedaan in Suriname en in het buitenland

Page 116: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 116

hierover. De vervuiling van de rivieren en kreken is enorm.’ Hij uitte ook kritiek op de

overheid. ‘Het is nog altijd betreurenswaardig dat de regering de afgelopen tien jaren aan de

kantlijn stond, terwijl er niets gedaan werd om de situatie onder controle te krijgen. Maar ik

ga u zeggen, het gaat jaren duren’. Plouvier zag slechts één pluspunt voor de kleinschalige

goudwinning en dat is werkgelegenheid. ‘Hier zijn duizenden banen die de overheid niet in

andere sectoren kan genereren’.

Augustus 2011 – Stuwdam Brokpondo houdt kwik tegen

Professor dr. Siewnath Naipal, hoogleraar Klimaat en Water aan de Anton de Kom

Universiteit in Paramaribo, stelde in een vraaggesprek met een journalist van het Dagblad

Suriname op 2 augustus 2011 dat er geen vrees hoefde te zijn voor kwikvervuiling van de

bendenloop van de Surinamerivier door goudwinning in en in de nabijheid van het

stuwmeergebied. Volgens Naipail werken de turbines in de Brokopondo stuwdam als een

soort veiligheidsklep. Alleen opgeloste stoffen kunnen via de benedenloop in de oceaan

eindigen. Naipal: ‘Door de hoge inlaten van de turbines blijft al het zwaar materiaal achter de

turbines. Stenen kunnen niet worden afgevoerd via deze hoge inlaten, omdat ze te zwaar

zijn, maar ook kwik. Alles dat zwaarder weegt dan water blijft achter. Kwik is 13.6 keer

zwaarder dan water en er kan gevoeglijk worden aangenomen dat dit spul niet afgevoerd

wordt naar zee via de benedenloop.’ Een groot aantal inheemse- en marrondorpen bevindt

zich aan de benedenloop en daar bestond de vrees dat het rivierwater vervuild kan worden

door de activiteiten van goudzoekers.

Oktober 2011 - Goudbeurs Commissie Ordening Goudsector

De in december 2010 geïnstalleerde presidentiële Commissie Ordening Goudsector hield een

grote goudbeurs. De commissie ziet als een van haar meest belangrijke taken het toewerken

naar een kwikvrije kleinschalige goudsector. Milieuvriendelijke winningstechnieken namen

dan ook een belangrijke plaats in op de beurs.

November 2011 – Presentatie ‘shaking tables’ voor Sarafina N.V.

Het in het Amerikaanse Prineville, Oregon, gevestigde Global Mining Solutions toonde haar

milieuvriendelijke manier van goudwinnen voor Sarafina N.V. en LaWa Star Industries van

Julien Lansdorf, op de Aqua Azul-concessie in Saramacca. Met zogenoemde ‘shaking tables’

wordt door goudzoekers opgespoten aarde geschudt waardoor goud gescheiden kan

worden. Kwik wordt hierbij niet gebruikt. Met een ‘schuddende tafel’ blijft vijfennegentig

procent grondstoffen, in plaats van de gebruikelijke vijfenveertig procent, over. Tegenover

aanwezige journalisten zei de directeur van Sarafina, Claudetta Toney, dat zij al nieuwe

milieuvriendelijke goudwinningsmaterialen had gekocht, omdat de regering wil dat er vanaf

2012 kwikvrij gewerkt wordt in de sector. ‘Ik volg de wet op, hou van aanpakken en daarom

Page 117: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 117

heb ik ervoor gekoze om deze apparatuur aan te schaffen.’ Een normale crusher verwerkt

vijftien ton per uur, terwijl een 'shaking table' ongeveer tweehonderdtachtig ton per uur kan

verwerken. Een kleine machine kost vierduizend Amerikaanse dollars. Lawa Star Industries

is de lokale agent voor Global Mining Solutions.

Na november 2011 is het angstvallig stil gebleven op de goudvelden. Maar, er zijn nog steeds

porknokkers en gareimpeiros actief die gewoon doorgaan met gebruik van het giftige kwik

om hun goud te verkrijgen. Achter de schermen is de Commissie Ordening Goudsector aan

het werk om de sector te ordenen en ‘groen’ te krijgen. De commissie heeft haar

werkzaamheden in 2011 voortvarend opgepakt en uitgevoerd. Enkele goudvelden zijn op

een nette wijze schoongeveegd en goudzoekers en concessiehouders en hun zware

materialen werden in kaart gebracht. Aan het einde van 2012 moet er geen kwik meer te

vinden zijn in het Surinaamse binnenland. Althans, dat het is door de commissie

uitgesproken streven. Of dit haalbaar is en of de avontuurlijke Surinaamse en Braziliaanse

goudzoekers in het tropische Surinaamse regenwoud allemaal van plan zijn om over te

stappen op een milieuvriendelijke, groene, manier van goudwinning, zal pas duidelijk zijn op

31 december 2012. Zij zijn gewend aan het gebruik van kwik en niet iedereen zal eenvoudig

overstappen naar ‘groen’. Er zal dan ook rekening mee moeten worden gehouden dat ook in

2012 en in latere jaren inheemsen in het binnenland van Suriname nog steeds het grote

risico lopen om vergiftigd te worden door kwik. De kwikramp blijft voortsluipen in het

Page 118: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 118

regenwoud en in de kreken en rivieren van het Surinaamse binnenland, met haar unieke en

rijke biodiversiteit.

Pluspunt is dat de tijdens de goudbeurs in oktober aangekondigde ‘School of Mining and

Mineral Processing’ eind februari 2012 is gestart met de eerste kwikvrije ‘bachelor’ cursus in

Snesikondre (Langetabbetje). In januari waren al ruim twintig afgestuurden van het Natin

(Natuurtechnisch Instituut) en van de mijnbouw bachelor opleiding van de Anton de Kom

Universiteit voor de zes maanden durende cursus geselecteerd. Wanneer de cursisten de

opleiding met succes hebben afgerond kunnen ze goudzoekers gaan opleiden hoe zij kwikvrij

goud kunnen winnen. De voorzitter van de stichting Mining and Mineral Processing, waar de

school onder valt, - John Courtar, zei in De Ware Tijd van 3 februari 2012: ‘Als we niet tijdig

de werkers leren om kwikvrije methodes te gebruiken, is ordening van de goudsector bijna

water naar zee dragen. Kwik breekt nooit af, maar blijft zich ophopen’. De krant berichtte

verder onder andere dat op de campus een goudmijn wordt opgezet met nieuwe

technologie waaronder de ‘shaking table’ die in de goudvelden geïntroduceerd moet

worden. Herstel van uitgemijnde gebieden is ook onderdeel van de cursus. Er gaan speciale

gewassen geplant worden om kwik te binden, aldus De Ware Tijd.

Juni 2012 - Kwikgehalte in wateren Surinaamse binnenland te hoog

Eind juni berichten media dat een studie hebben aangetoond, dat het kwikgehalte in

rivieren, kreken en fauna in het binnenland van Suriname, boven de internationaal

aanvaarde norm ligt. De vervuiling is veel erger dan in de goudvelden zelf, waar het kwik

door kleinschalige gouddelvers in de natuur wordt gebracht. De studie is uitgebracht onder

de titel ‘Mercury Levels in Pristine and Gold Mining Impacted Aquatic Ecosystems of

Suriname, South America’ en is van de hand van een paar wetenschappers van de Anton de

Kom Universiteit en gepubliceerd in Ambio, een wetenschappelijk tijdschrift van de Royal

Swedisch Academy of Science. Op 53 locaties in het land, werd tussen 2002 en 2010 het

kwikgehalte in sediment en roofvissen gemeten. In totaal werden 228 bodemmonsters

geanalyseerd en 885 zoetwatervissen van 55 soorten onderzocht. ‘Het gemiddelde

kwikgehalte in bodemsediment overstijgt de Canadese standaard voor sedimenten op de

meeste locaties, met uitzondering van de kustvlakte’, zo stellen de onderzoekers Paul

Ouboter, Gwendolyn Landburg, Jan Quik, Frank van der Lugt en Jan Mol.

Van de onderzochte roofvissen bleek 41 procent een kwikgehalte te hebben dat hoger is dan

de door de Europese Unie (EU) toegestane standaard voor menselijke consumptie. Het

kwikgehalte in de vissen bedroeg 0.5μg. Volgens het rapport wordt kwik in kreken en

rivieren in ongestoorde gebieden, in sterkere mate door het planten- en dierenleven

opgenomen dan in de goudwinningsgebieden. ‘De hoogste kwikwaarden zijn aangetroffen in

vis van het Brokopondo Reservoir en van de Boven-Coppenamerivier. Hoge gehalten aan kwik

in vis in ongerepte gebieden komen door transport van kwik via de atmosfeer door de

noordoost-passaat gevolgd door regenval’, aldus de onderzoekers. Zij concluderen dat de

Page 119: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 119

kwikdampen uit de goudvelden met de wind worden meegevoerd en neergezet in gebieden

in het zuidwesten waar geen goudwinningsactiviteiten plaatsvinden.

Natuurlijk volgden zeer snel snel enkele reacties uit het politieke veld. Zo reageerde het

VHP (Vooruitstrevende Hervormings Partij) Assembleelid Sheilendra Girjasing met de niet

echt verrassende opmerking dat ‘opnieuw aan de bel’ getrokken moet worden. Volgens hem

wordt de situatie met de dag erger. De politicus zei verder de ordening van de goudsector,

die wordt uitgevoerd door de presidentiële Commissie Ordening Goudsector, te hebben

toegejuicht. Maar, nu heeft hij de indruk dat de ordening niet zo zeer bedoeld was om

positieve resultaten voor het land, het milieu en de staatskas te realiseren. ‘Ik krijg steeds

meer het gevoel dat de ordening meer te maken heeft met ordening van belangen in die

sector’, aldus Girjasing. Volgens het Assembleelid maakt niemand zich druk, dat een vervuild

land voor het nageslacht wordt achtergelaten en men is slechts uit op rijkdom via

goudwinning. De politicus zei de kwestie rond kwikvervuiling weer onder de aandacht van de

regering te zullen brengen, omdat hij geen concrete resultaten ziet van overheidsacties om

het kwikgebruik te ontmoedigen.

Zijn collega van de DOE-fractie (Democratie en Ontwikkeling in Eenheid) Carl Breeveld was er

ook snel bij met een reactie. Hij zei de aanpak van het kwikgebruik en de kwikvervuiling door

de overheid ‘veel te traag’ te vinden. ‘Dit onderzoek benadrukt de ernst van de zaak en laat

zelfs een nog negatiever beeld zien. Als De Nationale Assemblée, zullen we alles in het werk

moeten stellen om het tij te keren’, aldus Breeveld. Hij voegde er aan toe dat er via de

Commissie Ordening Goudsector voorstellen waren gedaan om ‘zaken opeenvolgend aan te

pakken’. Zo moeten er ‘Schools of Mining’ komen en alternatieve middelen voor uitbanning

van kwik bij de ontginning van goud. Breeveld: ‘Helaas duurt de implementatie veel te lang.

Terwijl het gras groeit, sterft namelijk het paard.’

Het zoveelste onderzoek is dus eind juni 2012 gepubliceerd, waaruit duidelijk wordt hoe

schadelijk het in de kleinschalige goudwinning gebruikte kwik is voor de Surinaamse flora en

fauna. De reactie van de Assembleeleden was voorspelbaar: er komt weer iets in het nieuws

over kwik en meteen springt de politiek er bovenop, vooral om zich te laten horen.

Maar, politici en voorbije regeringen hebben geweten van de risico's van het gebruik van

kwik door goudzoekers in het binnenland. Ze wisten en weten van de verontreiniging, ze

wisten en weten van de risico's voor de volksgezondheid, ze wisten en weten van de zieke

inheemsen in het binnenland.

Keihard optreden tegen het gebruik van kwik is echter achterwege gebleven en ondertussen

ging en gaat de 'moord' op de flora en fauna en de inheemsen in het binnenland door.

Het Assembleelid Girjasing heeft gelijk, ook als hij spreekt over de Commissie Ordening

Goudsector. De politicus heeft wat dat betreft absoluut een punt. Maar, laat het niet bij

woorden blijven, daden echt nodig....

De Ware Tijd kwam op 18 juli 2012 plotseling met het bericht dat kleinschalige goudzoekers

pleiten voor een helpende hand van de staat om het gebruik van kwik in de ban te doen.

Page 120: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 120

Volgens ene Kenneth Jozefzoon, die een groep goudzoekers aan het werk heeft te

Klaakskreek in het district Brokopondo, zijn goudzoekers niet in staat om bijvoorbeeld een

‘shaking table’ aan te kunnen schaffen. Volgens hem wil de Commissie Ordening Goudsector

de goudzoekers helpen om financieringsbronnen aan te boren.

Voorzitter Gerold Dompig van het Management Team van de commissie beaamt dat gebrek

aan geld en onwetendheid de kernen van het probleem zijn. ‘Wij zijn bezig te bemiddelen

dat de goudzoekers via fondsen kleinen leningen kunnen krijgen’, aldus Dompig.

Dat daden werkelijk noodzaak zijn om het kwikgebruik uit te bannen, werd 14 augustus 2012

nog eens bevestigd en benadrukt door een aantal eigenaren van recreatiegebieden in

Suriname. ‘We maken ons ongerust over de massale kwikvervuiling. Nu is het misschien niet

merkbaar, maar wel over tien of vijftien jaar. De ondergang van de recreatieoorden wordt

hierdoor een feit.’ De eigenaar van White Beach, Henk Erat, uitte zich in De Ware Tijd

bezorgd. Hij vreest dat het einde van de recreatieoorden langs de Surinamerivier nabij is. De

ondernemer vindt dat de staat niet moet aarzelen om kwikvrije goudwinning verplicht te

stellen. Andere alternatieven, zoals de ‘shaking table’ zouden volgens hem direct ingevoerd

moeten worden. De eigenaar van recreatieoord Mamba te Republiek, Paul Cairo, wil

simpelweg dat er een einde komt aan de goudwinningspraktijken in het district Para. Hij stelt

in De Ware Tijd te weten dat er van de goudvelden te Maripaston, Goliath en Loksi Ati kwik

stroomt naar de Saramaccarivier. Kreekjes aangesloten op deze rivier staan in verbinding

met de Koropinakreek, waaraan onder meer Republiek, Vierkinderen en Bersaba liggen. De

Koropinakreek is een zijtak van de Paradoorsteek, die uitmondt in de Surinamerivier. ‘Het

goud raakt uiteindelijk op, maar dat moet niet ten koste gaan van onze oorden’, zo

benadrukte Cairo.

Een leidinggevende van het populaire Colakreek, Nohan Hollande en een lid van de raad van

commissarissen van Overbridge River Resort, Anthony Wong, pleiten voor strengere

controle op de goudvelden. ‘We kunnen andere alternatieven invoeren om kwikvrij te

mijnen, maar dat is nutteloos als de controle zoek is’, aldus Hollande.

November 2012 - ‘Milieuactivist Sleur trekt aan de bel’

De zichzelf milieuactivist noemende Erlan Sleur, oud publiciteitsmedewerker van de Stichting

Natuurbehoud Suriname, StiNaSu, zocht op 5 november 2012 publicitaire aandacht door via

De West zijn bezorgdheid te uiten over het gebruik van kwik in de kleinschalige

goudwinning.

Hij verklaarde tegenover de krant dat ‘de milieuvervuiling in het binnenland door

grootschalig kwikgebruik drastische vormen’ aanneemt. ‘Vele rivieren en kreken in het

binnenland zijn vervuild en in bepaalde dorpen zijn er zelfs vrouwen die het plegen van een

abortus prefereren boven het baren van een kind. Deze vrouwen hebben namelijk gezien dat

andere lokale vrouwen misvormde kinderen op de wereld hebben gezet en ze willen dat

Page 121: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 121

dan liever vermijden’, aldus Sleur. Volgens hem zouden al ‘tienduizenden kilo’s van het

schadelijke metaal in het milieu zijn terechtgekomen’. Hij rekende de krant voor, ‘dat als

voor elk kilogram gewonnen goud ongeveer 1½-2 kg kwik wordt gebruikt, er op jaarbasis

minimaal 30.000 kg aan kwikvervuiling plaatsvindt.’

Sleur zei verder in de krant ‘al geruime tijd’ te pleiten voor een wettelijk verbod op kwik,

waarbij er zware gevangenisstraffen op ongeoorloofd bezit worden gesteld, maar hij erkent

dat de belangen heel groot zijn. Hij kwam volgens de krant ‘teleurgesteld tot de conclusie

dat er in Suriname ontzettend veel wordt gebagatelliseerd. Zelfs natuurreservaten worden

niet bespaard en het wordt volgens deze voormalige public relations manager van Stinasu

hoog tijd ‘dat de minister van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer zich te Brownsweg

gaat oriënteren, want er wordt daar weer volop illegaal goud gemijnd’.

Kwikmetingen door Bureau voor Openbare Gezondheidszorg

Het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) maakte 27 november 2012 bekend nog

dat jaar te starten met kwikmetingen. Door continu kwikmetingen bij mens en het milieu te

verrichten, kunnen risicogebieden in kaart worden gebracht, zo liet het BOG weten. ‘We

zullen hierdoor een beter beeld krijgen van de kwikverontreiniging in het land en daarna met

tegenacties komen’, aldus BOG-directeur Lesley Resida in de Ware Tijd. Vooral locaties in het

binnenland waar veelvuldig kwik wordt gebruik bij de goudwinning, zouden het eerst aan de

beurt komen. Het nieuwe centraal laboratorium van het BOG zou hierbij een belangrijke rol

gaan spelen. Daar zal het kwikgehalte letterlijk onder de loep worden genomen. Volgens

Resida was alle benodigde apparatuur in huis om metingen te kunnen verrichten.

‘We kunnen in december al van start gaan met metingen en zullen niet schromen de

kwikkwestie aan te pakken’, beloofde Resida. Het BOG valt onder het ministerie van

Volksgezondheid, maar zou tegen het eind van 2012 een zelfstandigheid worden.

De mededelingen van de heer Resida waren hoopgevend. Na zovele jaren zou eindelijk

begonnen worden met metingen van het kwikgehalte in Suriname. Het heeft te lang

geduurd, vooral in de wetenschap dat de overheid al vele jaren op de hoogte was van de

risico’s voor zowel het milieu als voor de volksgezondheid door het gebruik van kwik in de

kleinschalige goudwinning. Maar, de toekomst zal moeten uitwijzen in hoeverre het BOG

werkelijk in staat zal blijken zijn de ‘kwikkwestie’ aan te kunnen pakken.... Zonder een

positieve medewerking van de goudzoekers zal Suriname altijd te maken blijven hebben met

een ‘kwikkwestie’.

Page 122: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 122

2013

Suriname’ doet nauwelijks beroep op VN-fondsen om kwikgebruik in

kleinschalige goudwinning aan te pakken

GEF heeft indammen kwikgebruik wereldwijd als een van haar speerpunten

In de derde week van januari 2013 was er wereldwijd in media veel aandacht voor een

internationale bijeenkomst van het Milieu Programma van de Verenigde Naties (UNEP,

United Nations Environmental Programme) in het Zwitserse Genève, met als doel in de loop

van dit jaar te komen tot een internationaal ‘Kwikverdrag’ waarin landen zich vastleggen om

kwikvervuiling wereldwijd en het gebruik van kwik terug te dringen. Het uiteindelijk

kwikverdrag zal de naam Minamata Convention gaan krijgen, genoemd naar de Japanse stad

waarvan bewoners tientallen jaren zijn blootgesteld aan kwikverontreiniging van de zee.

Vertegenwoordigers van zo’n 140 landen kwamen bijeen. Opmerkelijk was de afwezigheid

van Suriname.

Sheila Logan van het ‘Mercury negotiations team’, UNEP Chemicals Branch/DTIE, liet mij op

maandag 21 januari 2013 via email in een reactie weten, dat Suriname bij de laatste

onderhandelingsronde, INC5 (Intergovermental Negotiating Committee), in Genève, niet was

vertegenwoordigd. Bij de voorlaatste UNEP-conferentie, INC4 in Uruguay, werd Suriname

nog vertegenwoordigd door Vanessa Sabajo, beleidsmedewerkster Milieu bij het ministerie

van Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu, Onduidelijk is waarom zij niet aanwezig

was in Zwitserland.

Page 123: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 123

Over het verdrag is vier jaren onderhandeld en naar verwachting wordt het in oktober 2013

in Japan tijdens een speciale bijeenkomst ondertekend. In het verdrag is onder andere

vastgelegd dat de productie, export en import van kwikhoudende producten vanaf 2020

volledig verboden zal zijn. Speciale aandacht is er ook voor de kleinschalige goudwinning in

de wereld.

Regeringen zijn in Genève overeengekomen dat landen verplicht zijn om strategieën te

ontwikkelen om het kwikgebruik door kleinschalige goudzoekers te reduceren. Daarnaast

moeten landen nationale plannen ontwikkelen binnen drie jaar nadat het verdrag van kracht

is geworden, om het gebruik van kwik in de kleinschalige goudwinning uit te bannen. In die

plannen moeten worden meegenomen publieke bewustwordingscampagnes en de promotie

van kwikvrije winningsmethoden.

Suriname zal ook gehouden zijn aan het ontwikkelen van deze plannen en dus aan het

definitief toewerken naar een verbod op het gebruik van kwik.

Tot vandaag de dag is echter gebleken, dat achtereenvolgende Surinaamse regeringen

nauwelijks tot geen actie hebben ondernomen om het gebruik van kwik tegen te gaan.

Projecten hiertoe zijn er nauwelijks geweest. Op kleine schaal heeft het Wereld Natuurfonds

Guianas getracht kleinschalige goudzoekers te bewegen over te stappen van het gebruik van

kwik naar groene, milieuvriendelijke winningsmethoden. Een enkel klein

goudwinningsbedrijf heeft zelf de aanzet gegeven om milieuvriendelijk goud te winnen, zoals

Sarafina NV dat gebruik is gaan maken van zogenoemde ‘shaking tables’.

Gesteld kan worden, dat Surinaamse regeringen en non-gouvernementele organisaties laks

zijn geweest om het kwikgebruik aan te pakken. Niemand heeft ooit met goed doorwrochten

plannen of projecten hiertoe enige aanzet willen geven, terwijl iedereen heel goed wist en

weet dat wateren in het binnenland sterk vervuild zijn door kwik en dat inheemsen en

marrons in bepaalde dorpen met gezondheidsproblemen kampen.

Voor specieke opgezette projecten om het kwikgebruik uit te bannen kunnen landen en

organisaties voor de financiering ervan een beroep doen op de zogenoemde Global

Environment Facility (GEF) of op het Small Grants Programme (SGP), dat weer gefinancierd

wordt door het GEF. Het GEF valt onder het VN Ontwikkelings Programma (UNDP, United

Nations Development Programme). Het UNDP zetelt voornamelijk in New York City en

voorziet ontwikkelingslanden - met de name de minst ontwikkelde landen - van advies,

training en materiaal om armoede te bestrijden en ontwikkeling te stimuleren. UNDP voert

daarbij zelf geen projecten uit maar organiseert en financiert deze, waarbij de uitvoering aan

andere VN organisaties wordt uitbesteed.

Het in Washington, Amerika, gevestigde, GEF werd opgericht in 1992, na de VN-Top van de

Aarde (Earth Summit) in juni van dat jaar in het Braziliaanse Rio de Janeiro. Die conferentie

leverde een aantal belangrijke milieuconventies op die de ondertekenende landen dwingen

hun economie op bepaalde punten ingrijpend aan te passen. Een speciaal fonds werd nodig

Page 124: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 124

geacht om de ontwikkelingslanden daarbij te helpen. Het fonds wordt beheerd door UNEP,

UNDP en de Wereldbank. Een paar miljard Amerikaanse dollar is al in dat fonds gepompt

voor milieuprojecten. Het fonds concentreert zich daarbij op initiatieven op de terreinen

biodiversiteit, klimaatverandering, internationale wateren en stoffen die de ozonlaag

aantasten. Het fonds heeft een partnerschap met 182 landen en organisaties en is het

grootste publieke fonds te wereld ter verbetering van het milieu in die wereld.

Het SGP is een soort klein broertje van het GEF. Het programma werd voor het eerst in

Suriname geïntroduceerd in 1997. Het eerste door een non-gouvernementele organisatie

ingediende project werd twee jaren later ter goedkeuring ingediend. Het SGP financiert

projecten tot een bedrag van 50.000 Amerikaanse dollar per projectaanvraag.

Suriname’ had volgens het SGP, tot medio januari 2013, zo’n achtentachtig projecten

ingediend voor een totaalbedrag van 2.089.595 Amerikaanse dollar, waarvan slechts drie

betrekking hadden op kwikgebruik in de kleinschalige goudwinning in het Surinaamse

binnenland. Eén van die drie was een door de stichting Godo-holo in 2001 aangevraagd

project. De stichting ontving 2.000 Amerikaanse dollars voor het aantrekken van een

deskundige om onderzoek te doen naar mogelijkheden om kleinschalige goudzoekers in het

Tapanahonigebied (zuidoosten van het land), in de omgeving van de Toso- en Selakreek,

over te laten stappen van het gebruik van kwik in het goudwinningsproces naar een

milieuvriendelijke winningsmethode.

De tweede aanvraag dateert ook uit 2001 van de vrouwenorganisatie Pikin Saron voor een

project inzake een onderzoek naar mogelijke kwikvervuiling. Ook hier ging het om een

bedrag van 2.000 Amerikaanse dollar. Het derde betreft een milieu bewustwordingsproject

uit 2006/2007 voor Marron kleinschalige goudzoekers in het Tapanahoniriviergebied. Doel

was om de voor het milieu vernietigende werkwijze van de goudzoekers om te buigen naar

een constructieve werkwijze en ook om ze bekend te maken met milieuvriendelijke

winningsmethoden. De stichting Nehezra ontving hiertoe een bedrag van 21.236

Amerikaanse dollar.

Tanja Lieuw, National Coordinator van het SGP Suriname: ‘Wij hebben na 2007 geen nieuwe

projectvoorstellen ontvangen van non-gouvernementele organisaties die het probleem met

kwik willen aanpakken, ons fonds gaat er namelijk wel vanuit dat de organisaties bij ons

aankloppen met hun ideeen, die dan samen met ons worden uitgewerkt to

projectvoorstellen.’

Bij de grotere broer, het GEF, blijkt Suriname de afgelopen jaren nauwelijks projecten ter

financiering te hebben ingediend. Uit de website van het GEF blijkt dat Suriname, tot jnauari

2013, voor zeven ingediende nationale projecten gelden heeft ontvangen voor een

totaalbedrag van 15.655.356 Amerikaanse dollar. Het eerste project dateert uit 1997 en het

laatste werd in november 2011 goedgekeurd. Twee projecten springen eruit vanwege de

aanzienlijke bedragen die door het fonds beschikbaar werden gesteld.

Page 125: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 125

In 2001 keurde het GEF een projectvoorstel (nummer 661) goed, dat als doel had de

ecosystemen en de biodiversiteit in het Guyana Schild en dan met name in het Centraal

Suriname Natuurreservaat (CSNR) en in het Sipaliwini Natuurreservaat (SNR) beter te

beschermen. Het GEF stelde 9.590.000 Amerikaanse dollar beschikbaar voor het in totaal op

18.390.000 Amerikaanse dollar begrote project.

Het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen ontving in november 2012 een bedrag van

4.400.000 Amerikaanse dollar voor een project (GEF-nummer 4497) ter ontwikkeling van

duurzame energie, energie efficiency en elektrificatie van geheel Suriname, dus ook het

binnenland. Het totale project is begroot op 25.900.000 Amerikaanse dollar.

Geen enkel project heeft echter betrekking op kwikgebruik en/of de kleinschalige

goudwinning. Opmerkelijk, omdat het GEF zich onder andere specifiek richt op

kwikproblematiek wereldwijd. Zo ondersteunt het fonds projectvoorstellen op het terrein

van het terugdringen van kwikgebruik in producten, in industriële processen, het

terugdringen van de uitstoot van kwikdampen en het verminderen van kwikgebruik in de

kleinschalige goudwinning. Voor wat betreft het laatste doel heeft het GEF projecten

goedgekeurd in onder andere Ecuador en Peru en Burkina Faso, Mali en Senegal.

Dat in Suriname geen projecten worden ontwikkeld en ter financiering worden voorgelegd

aan de VN-fondsen met als doel het vervangen van kwik in de kleinschalige goudwinning

door milieuvriendelijke winningsmethoden, is een gemiste kans. Vooral nu het GEF juist het

terugdringen van kwikgebruik in de wereld als een van haar belangrijke aandachtspunten

hanteert.

De Commissie Ordening Goudsector had medio 2012 geopperd een fonds te willen instellen

waarop goudzoekers een beroep kunnen doen om de aanschaf van milieuvriendelijke

winningsmethoden te financieren, waardoor ze kunnen stoppen met het gebruik van het

schadelijke kwik. En in het ‘Ontwikkelingsplan 2012 – 2016 - SURINAME IN TRANSFORMATIE’

van de regering Bouterse-Ameerali daterend van februari 2012, is onder ‘III.5.1. Goud en

Ordening Goudsector, onder andere te lezen:

‘(...) De Regering zal een korte termijn een staatsbesluit slaan, betreffende de instelling van

een investeringsfonds, ten behoeve van de ontwikkeling van de goudsector. Dit fonds zal het

financieren van activiteiten in de sector die ondersteunend zijn naar de complete ordening en

de duurzame ontwikkeling van de sector ter hand nemen. Kleine en middelgrote

ondernemers alsook de overheid en Niet Gouvernementele Organisaties, NGO’s, zullen in

aanmerking kunnen komen voor financiering van initiatieven en activiteiten, gericht op het

opheffen van de chaotische, illegale en onveilige situatie in de goudrijke gebieden. (...)’

Een eerste aanzet en dat was het anno januari 2013 nog steeds, een aanzet. Van enig

(investerings)fonds was nog geen sprake en het binnenland wordt dagelijks nog steeds

Page 126: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 126

ernstig vervuild door kwik en ook de gezondheid van lokale bewoners is nog steeds in het

geding.

Verboden kwikimport gaat ook in 2013 gewoon door

Ondanks in 2012 gedane uitlatingen door Gerold Dompig, voorzitter van het

Managementteam van de Commissie Ordening Goudsector, dat vanaf januari 2013 kwik

Suriname is uitgebannen, blijkt de stof ook in die maand nog gewoon het land in gesmokkeld

te worden en gebruiken goudzoekers het nog steeds om goud te winnen.

Zo werd op 15 januari 18 kilo kwik onderschept tijdens een verkeerscontrole te Burnside in

het district Coronie. De bestuurder die het verboden kwik vervoerde, had geen geldig

rijbewijs en viel tijdens een routinecontrole door de mand. Dit was aanleiding voor

inspecteur Drohpatie Ramkhelewan van de afdeling Voorlichting van het Korps Politie

Suriname op een aantal dagen later via het Dagblad Suriname duidelijk te maken dat de

politie wel degelijk maatregelen treft tegen personen die kwik verhandelen of dat in hun

bezit hebben. ‘Die controle is er wel en als er kwik wordt onderschept, worden deze

personen wel vervolgd. Het is niet zo, dat we niet optreden tegen kwikvervuilers.’ Dat er niet

speciaal in de goudvelden controle gedaan wordt gericht tegen goudzoekers, komt doordat

er geen richtlijnen komen van de bevoegde instanties. ‘De regelgeving en richtlijnen moeten

komen, dan kunnen we ook naar de goudvelden gaan’, aldus Ramkhelewan.

Een Braziliaanse vrouw werd dinsdag 29 januari aangehouden op het vliegveld Zorg en Hoop

in Paramaribo voor het smokkelen van zestig kilo kwik. De vrouw wilde met het kwik naar

het binnenland vertrekken waar het gebruikt zou worden in de goudwinning. De Braziliaanse

moest een boete betalen van 10.000 Amerikaanse dollar. Haar advocaat Georgette Leter

stelde dat het hier ging om een overtreding van de Wet Economische Delicten. De zaak kon

dan ook worden afgehandeld buiten de rechtszaal.

Haar aanhouding maakte weer duidelijk, dat de Surinaamse grenzen zo lek zijn als een

mandje. Het blijkt begin 2013 kennelijk niet moeilijk te zijn om nog steeds kwik het land in te

smokkelen. Indien een structurele vorm van controle op het gebruik van kwik in het

binnenland achterwege blijft, zal Suriname de vermeende strijd hiertegen verliezen en blijft

de biodiversiteit ernstige schade ondervinden van het gebruik van kwik door kleinschalige

goudzoekers. De lokale inheemse- en marronbevolking zal blijven worden blootgesteld aan

kwik, omdat zij gebruikmaken van het door kwik vervuilde water in kreken en rivieren om

zich te baden, om de was en de vaat te doen en soms zelfs als drinkwater te gebruiken. Zelfs

een internationaal VN Kwikverdrag (de Minamata Convention), om het gebruik van kwik

wereldwijd aan te pakken, zal niet kunnen verhinderen dat de stof via smokkelpraktijken -

door de open grenzen van Suriname met buurlanden Guyana, Frans Guyana en Brazilië -

toch terechtkomt op de Surinaamse goudvelden in het binnenland.

Page 127: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 127

Hoofdstuk 6

De Commissie Ordening Goudsector

Om een halt toe te roepen aan de anarchie, losbandigheid en illegaliteit in de Surinaamse

kleinschalige goudvelden in het binnenland en enige regulering en controlesysteem aan te

brengen, werd door de regering Bouterse-Ameerali op 20 december 2010 de presidentiële

Commissie Ordening Goudsector (COG) geïnstalleerd bestaande uit een Beleidsteam met als

voorzitter Melvin Linscheer (vanaf 1986 was hij Bouterses voorman in de oorlog tegen het

Junglecommando van Ronnie Brunwijk - op 26 maart 1990 betrokken bij de moord op twee

lijfwachten van Brunswijk – hij had de bijnaam ‘beul van Suriname’ gekregen -

veiligheidsadviseur van president Bouterse), een Raad van Advies en een Managementteam

met Gerold Dompig (als politiecommissaris op Aruba enige tijd betrokken geweest bij het

geruchtmakende onderzoek naar de sinds 30 mei 2005 vermiste Amerikaanse Natalee

Holloway. Hij werd naar eigen zeggen op een zijspoor gezet. "Doe je eigen vuile werk", kreeg

hij te horen van de FBI. Ook zou hij bedreigd zijn door de FBI en onder druk gezet zijn door de

Amerikaanse consul-generaal in de Antillen. Per 1 september 2006 nam hij ontslag.) als

voorzitter. Administratief valt de commissie onder het ministerie van Natuurlijke

Hulpbronnen, terwijl de dagelijkse uitvoering valt onder het Kabinet van de President. De

commissie nam haar intrek in het kantoor van de Geologische Mijnbouwkundige Dienst

GMD) in Paramaribo.

Page 128: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 128

Mislukte ‘ordening’ door regering Venetiaan

Ordening van de kleinschalige goudsector was hard nodig. De door de regering Venetiaan

uitgevoerde zogenoemde Clean Sweep acties in 2007 en 2008 bleken op een mislukkig te zijn

uitgelopen. Venetiaan greep met harde en ongecontroleerde hand in en gebruikte daarvoor

zelfs het leger en de politie. Al dan niet met gebruik van geweld werden illegale goudzoekers

uit hun goudwinningsgebieden verwijderd. Na de Clean Sweep acties keerde echter binnen

korte tijd het gewone dagelijkse leven weer terug op de goudvelden. Het leek er zelfs op of

er helemaal geen Clean Sweep acties hadden plaatsgevonden. De regering Venetiaan

ontplooide verder nauwelijks initiatieven om de kleinschalige goudsector onder controle te

krijgen en om het tropisch regenwoud te beschermen.

Tijdens allerlei internationale politieke en maatschappelijke bijeenkomsten, conferenties en

congressen smeekten welhaast vertegenwoordigers van de regering, inclusief de president,

om Suriname in ruil voor haar duurzaam bosbeheer, te compenseren. (Met de kap van

bomen verdwijnt koolgas – dat in de bomen zit – dat wordt omgezet in het broeikasgas CO2.

Door het toekennen van een economische waarde aan de opslag van koolstof in de bomen

en bodem krijgen in het Surinaamse tropisch regenwoud staande, levende, bomen, meer

waarde dan gekapte, dode, bomen. Het zijn vooral westerse, geïndustraliseerde landen die

moeten gaan betalen voor duurzaam bosbehoud en het tegenaan van CO2-uitstoot.)

Oud-president Ronald Venetiaan sprak zelfs in zijn openingstoespraak tijdens het VN

Bossenforum, het landeninitiatief voor financiering van duurzaam bosbeheer, gehouden te

Paramaribo in september 2008 over ‘een vreemde paradox in de internationale

gemeenschap’: ‘Iedereen prijst ons de hemel in omdat wij onze bossen hebben kunnen

behouden en er is zelfs toenemende druk om meer van ons territoir te behouden en geen

economische activiteiten uit te voeren, die een bedreiging vormen voor of schade toebrengen

aan onze bossen. Maar er schijnen geen middelen beschikbaar te zijn om ons te helpen

investeren in duurzame economische ontwikkeling voor ons eigen volk, terwijl wij de

belangrijke functie van longen van de wereld behouden. De paniek op de wereld over de

gevolgen van klimaatverandering wordt nog niet vertaald naar vergelijkbare internationale

initiatieven om middelen te kanaliseren ter ondersteuning van landen met veel bos. Het is

dan ook tijd, en niet meer dan billijk, dat een mondiaal betalingsysteem wordt ontwikkeld om

ons, bosrijke landen, te compenseren voor de ecologische diensten die onze bossen aan de

internationale gemeenschap verschaffen – bossen die wij door de jaren heen gekoesterd

hebben.’ Dat zeer veel bos verloren gaat in Suriname door onder andere de kleinschalige

goudsector en dat daartegen door zijn regering nauwelijks iets werd ondernomen, werd

uiteraard niet vermeld. Een jaar later sprake toenmalig minister Rick van Ravenswaay van

het ministerie van Planning en Ontwikkelingssamenwerking ook mooie woorden: ‘Het bos

moet nu echt in geld vertaald worden, en daar wachten wij nu op. We hebben het jarenlang

in stand gehouden en we willen er nu wel geld voor hebben.’ Een maand later wees oud-

president Ronald Venetiaan tijdens de Klimaattop van de Verenigde Naties in het Deense

Kopenhagen weer eens op het feit dat Suriname één van de meest kwetsbare landen ter

Page 129: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 129

wereld is als het gaat om de negatieve gevolgen van klimaatverandering. Venetiaan

benadrukte dat het lage Surinaamse ontbossingscijfer en de dichte bosbedekking te danken

zijn aan ‘een langdurig en consistent beleid’. In de smeekbeden werd dus vooral gewezen op

de wijze waarop Suriname haar tropisch regenwoud beschermd en op de wijze waarop dat

bos duurzaam wordt beheerd. Maar, school daarin niet enige mate van hypocrisie? Hoe

duurzaam werd dat Surinaamse regenwoud werkelijk beheerd en beschermd? Natuurlijk,

het land deed haar best om haar natuurlijke rijkdommen zo goed mogelijk te beschermen,

maar aan de andere kant waren en zijn het anno 2012 nog steeds natuurlijke hulpbronnen

die zorgen voor grote kaalslag in het bos. Hoeveel bomen gaan er niet tegen de vlakte in het

binnenland om grote groepen Surinamers en Brazilianen de ruimte te geven naar goud te

mijnen?

Maar, wat zou de Surinaamse regering doen wanneer in het uiterste zuiden van het land,

waar echt Amazonewoud is (slechts twee procent van het totale Amazonewoud), goud en

diamant in de grond blijkt te zitten? Diamant is zelfs aannemelijk. Al in oktober 2007 doken

er berichten op dat een Surinaams bedrijf, C-Mining, ‘verkenningen’ wilde gaan verrichten

naar de aanwezigheid van diamantvoorkomens bij het inheemse dorp Sipaliwini. De lokale

Trio-indianen kwamen echter in verzet uit vrees voor milieuschade. Uiteindelijk kreeg het

bedrijf geen concessie.

De regering Bouterse-Ameerali nam de kleinschalige goudsector serieus en had zich dan ook

snel na haar aantreden in augustus 2010 al uitgesproken over een snelle aanpak van de

sector door de kleinschalige goudsector in de legale wereld te trekken.

In het binnenland heerste een onoverzichtelijke situatie met als gevolg negatieve gevolgen

voor inkomensgenerering van de overheid, milieuschade, gezondheidschade, ontbreken van

een veiligheidsgevoel en inbreuk op de sociale cohesie van gemeenschappen. De commissie

denkt tot zeker 2015 met het ordenen bezig te zullen zijn. Het voornaamste doel van de

C.O.G. is om ‘illegale/ informele activiteiten en situaties weer naar de legale sfeer te

brengen’. Daartoe heeft de commissie zich, aldus haar website, voorgenomen om de

volgende condities te behalen: herstel van het overheidsgezag en overheidscontrole, een

inkomen voor de overheid uit te heffen belastingen, veiligheid van burgers en

gemeenschappen, efficiëntie in de goudmijnactiviteiten door onder andere duurzame

extractie en productie, milieubescherming en mijnrehabilitatie en een goede

gezondheidszorg voor iedereen die betrokken is bij de kleinschalige goudwinning.

Problemen met illegale goudzoekers op Kraboedoin Gebergte

De eerste contouren van een ordening van de kleinschalige goudwinning werden al een

aantal maanden voor het instellen van de Commissie Ordening Goudsector zichtbaar. Eind

maart 2010 kwamen de bewoners van Brownsweg in het district Brokopondo in actie tegen

Braziliaanse goudzoekers bij het Kraboedoin Gebergte. De garimpeiros waren bezig een

eigen kolonie te stichten met Chinese winkels, bordelen en verhuurbedrijven voor zwaar

Page 130: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 130

materieel, te vergelijken met Vila Brazil en Benzdorp. De Brazilianen waren naar het gebied

gekomen, omdat een gouddelver een lucratieve ader zou hebben ontdekt. Die delver zou in

het geheim met toestemming van de dorpskapitein een concessie hebben aangevraagd bij

de Geologische Mijnbouwkundige Dienst. Een Chinees winkelier had van zes kapiteins van

Brownsweg toestemming gekregen om een supermarket te openen. Overigens behoorde

het gebied toe tot het exploratiegebied van de Canadese goudmijnmultinational IAmGold,

eigenaar van de grote Rosebel goudmijn te Brokopondo.

De bewoners bezetten de belangrijke weg naar Atjoni. Ze gingen tot de actie over, omdat de

regering geen actie ondernam tegen de goudzoekersactiviteiten. Het verhaal deed de ronde

dat het ministerie van Justitie en Politie niet wilde ingrijpen, omdat door de Brazilianen oud-

politieagenten en oud-inspecteurs van politie waren ingeschakeld als beveiligers. Maar, ook

stelden zij zich op het standpunt zelf rechten te hebben om naar goud te zoeken in hun

eigen woongebied. De illegale situatie in het gebied was voor zowel minister Michel Felisi

van het ministerie van Regionale Ontwikkeling als voor Gregory Rusland, minister van

Natuurlijke Hulpbronnen, aanleiding om in actie te komen. Maar, toen de Brazilianen lucht

kregen van een ophanden zijnde politie-ingrijpen, verlieten zij zelf het gebied, geholpen door

actievoerders uit Brownsweg. Twee veiligheidsmensen van het bedrijf Mozart Security in

Paramaribo bleken voor de veiligheid van de illegale garimpeiros te zorgen. Volgens

mediaberichten waren de twee mannen in dienst van een politieinspecteur.

Onder de bewoners van Brownsweg was ook nog eens tweespalt. Een deel van de inwoners

was van mening dat de Brazilianen konden blijven tegen betaling, terwijl een ander deel

vond dat zij moesten verdwijnen uit het gebied.

Goudzoekers in Kraboedoingebied

Page 131: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 131

Begin april 2010 bleek dat er toch een groep van rond de honderd garimpeiros in het

Kraboedoingebied achter was gebleven. Hierop toog een delegatie bestaande uit

actievoerende inwoners van Brownsweg, de dignitarissen van Brownsweg en de

ondernemer Karel Donoe naar minister Felisi om de kwestie te bespreken. Aan Donoe zou

door de dignitarissen geen toestemming zijn verleend om buitenlandse goudzoekers in te

huren. De mannen van Brownsweg zeiden geen bezwaren te hebben tegen de

concessieaanvraag van Donoe. Hij zou slechts drie garimpeiros hebben ingezet om naar goud

te zoeken in het aangevraagde concessiegebied. Tijdens het onderhoud met de minister

werd bepaald dat Donoe zelf door hem ingehuurde Brazilianen uit Kraboedoin moest

verwijderen. Actieleider Guilaume Pokie in De Ware Tijd van 7 april 2010: ‘We hebben geen

problemen met Donoe. Het is het systeem dat hij wil hanteren om het goud te vinden, daar

zijn we niet eens mee. We willen geen Brazilianen rond onze dorpen.’

Karel Donoe had een reputatie weten op te bouwen in de kleinschalige goudsector. Medio

september 2007 kwam de man in conflict met de Rosebel Goldmines te Brokopondo. Hij was

illegaal werkzaam met Braziliaanse garimpeiros in het concessiegebied van de grote

goudmijn, op een stuk grond in het zogenoemde Headley’s Reef Block van de Rosebel.

Donoe uitte kritiek op de overheid, omdat volgens hem binnenlandbewoners geen

domeingrond in het binnenland toegewezen kregen., maar anderen van buiten het gebied

wel. Verder beweerde hij landbouw te beoefenen, maar volgens de Rosebel Goldmines was

dat landbouwproject niets meer en niets minder dan een dekmantel om goudactiviteiten te

kunnen uitvoeren. De Rosebel goudmijn was de illegale goudzoekers liever kwijt dan rijk.

Majoor Pertabsing Goerdajal, chef Veiligheid bij de goudmaatschappij IAmGold – eigenaar

van de Rosebel -, had geen goed woord over voor Donoe en zijn Brazilianen. Tegenover de

pers liet de majoor weten dat de garimpeiros met hun kwik de kreken in de omgeving sterk

vervuilen en daarmee de gezondheid van bewoners bedreigden. Verder laten zij, als hun

gebied is uitgemijnd, accu’sm afgewerkte smeerolie, plastic en kapotte machineonderdelen

achter in het bos. Volgens Goerdajal hadden de garimpeiros zelfs een provisorisch bordeel

opgezet waar Braziliaanse vrouwen werkzaam waren. De Brazilanen verklaarden dat Donoe

hen had wijsgemaakt dat hij van de Rosebel toestemming had om op de concessie te

werken. Het gebied was verdeeld in stukken en werd aan de Brazilianen verhuurd. Eind

september bleek Donoe plotseling uit het IAmGold concessiegebied te zijn verdwenen. ‘Met

achterlating van de ravage samen gepleegd met zijn zestig illegale Brazilianen aan het milieu

binnen het concessiegebied en zijn zogenaamd landbouwproject met enkele kersenbomen

en vijf kokospalmen heeft hij het gebied verlaten’, aldus Goerdajal. Ook had Donoe twee

graafmachines en een aantal zuig- en persmachines meegenomen. Niet bekend was waar de

man naar toe was getrokken. Hij was spoorloos. Maar, in de eerste week van april 2008 dook

hij weer op in het Brokopondogebied toen twee illegale gouddelverskampen in de Rosebel

concessie onder politietoezicht werden ontruimd. Volgens aanwezige garimpeiros waren de

kampen van Karel Donoe. Ook bij deze ontruiming was Donoe niet aanwezig.

Page 132: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 132

Ondanks gemaakte afspraken moest alsnog door het leger en de politie op 10 april 2010 een

heuse razia worden uitgevoerd op het Kraboedoin Gebergte om tientallen garimpeiros

hardhandig uit het gebied te verwijderen. Het werd een soort Clean Sweep operatie, waarbij

graafmachines, diverse trucks en ander zwaar materieel in beslag werden genomen.

Jongeren in Brownsweg grepen het overheidsoptreden aan om te bekijken hoe zij zichzelf

zouden kunnen gaan organiseren om het goudrijke gebied op een legale wijze in beheer te

krijgen.

John Jones, woordvoerder van het Korps Politie Suriname, maakte eind april 2010 bekend

dat ook de goudvelden van Siksi, langs de weg naar Nieuw Koffekamp in het gebied van de

grote Rosebel goudmijn, zouden worden ‘gezuiverd’ van illegale goudzoekers. Ook hier

waren enkele Brazilianen aan het werk. IAmGold, eigenaar van de Rosebel mijn, had al een

klacht bij de Surinaame overheid ingediend, omdat de Brazilianen het mijnbouwrecht dat

het Canadese goudmijnbedrijf had verkregen illegaal exploiteerde. Of het werkelijk tot een

ontruiming van Siksi is gekomen, is onduidelijk.

Ondertussen werd in Paramaribo achter de schermen gewerkt aan de oprichting van de

presidentiële Commissie Ordening Goudsector. Porknokkers in het Tapanahonigebied -

ongeveer zeshonderd, met gemiddeld zes goudzoekers per mijn - , in het zuidoosten van

Suriname, lieten op 13 september 2010 tegenover journalisten weten - die vanuit

Paramaribo naar het gebied waren afgereisd om zich ‘te oriënteren’ – niet tegen de

voorgenomen ordening van de sector te zijn. Eigenlijk keken zij er zelfs naar uit, omdat ze

dachten dat door de ordening vrijer gewerkt zou kunnen worden. Journalisten spraken

diverse kleinschalige goudzoekers, zoals de voorman van een van de mijnen aan de rivier bij

Pina Pina, Skal Apolie: ‘Hoe dan ook, we zullen moeten betalen om vrij te kunnen werken en

we zijn daartoe bereid. Overal waar we nu werken gebeurt dat zonder vergunning.’ Ook

moeten de goudzoekers tussen vijf en tien procent van de goudopbrengst afstaan aan de

persoon die zeggenschap[ heeft over de locatie waar gewerkt wordt. Apolie erkende,

tegenover de bezoekende groep journalisten, dat op de wijze zoals het erts wordt

gewonnen, veel milieuschade wordt aangericht. Maar, de goudzoekers doen volgens de

voorman hun best om een uitgemijnde plek netjes achter te laten: die wordt zo goed als

mogelijk opgevuld met een bovenlaag aarde die verwijderd wordt van een nieuwe mijnplek

vlak naast de oude, aldus Apolie. Over het gebruik van kwik beweerde hij dat iedereen weet

dat die stof het milieu zwaar vervuild, maar omdat niemand nog heeft geleerd hoe goud

milieuvriendelijk kan worden gewonnen, zal kwik gebruikt blijven worden. In het

Sarakreekgebied hadden goudzoekers wel geleerd om zonder kwik te werken, door retorts

te gebruiken. Desondanks zijn de goudzoekers kwik blijven gebruiken.

Op weg naar ordening had president Desi Bouterse de kleinschalige goudsector omschreven

als ‘een onbeschrijflijke chaos’. Ordening kreeg dan ook prioriteit bij de regering. Ook, omdat

de staat geen belasting ontvangt en veel inkomsten misloopt. Daarenboven zouden

Page 133: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 133

buitenlandse bedrijven casu quo investeerders, door de chaos op de goudvelden, niet staan

te springen om Suriname binnen te komen en om er te investeren. Bouterse: ‘Geen enkele

investeerder vindt het prettig om onder deze omstandigheden te investeren. Ordening is

belangrijk.’ Ook de directeur van de Dienst der Belastingen, Tony van Dijk, deed een duit in

het zakje door het belang van ordening aan te geven. Natuurlijk, de fiscus wilde ook graag

een deel ontvangen uit de kleinschalge goudsector.

Escalatie in Meriangebied leidde ordening goudsector in

Goudzoekers in het Meriangebied aan het werk. (Foto: Commissie Ordening Goudsector)

Na de problemen op het Kraboedoin Gebergte werd in september 2010 duidelijk dat er ook

problemen in zicht waren voor het Nassau Gebergte in het oosten van het land. Daar

moesten porknokkers - ongeveer honderdzeventig - verdwijnen uit het Merian

concessiegebied van goudbedrijf Surgold, een joint venture tussen Suralco en de Amerikaanse

goudmijnmultinational Newmont. Het Korps Politie Suriname riep de goudzoekers via media op

om het gebied te verlaten. Achterliggende gedachte bij de ontruiming van dit gebied, waren

de plannen van Newmont om in het Nassau Gebergte twee grote goudmijnen te gaan

opzetten. Het bedrijf voerde hierover onderhandelingen met de Surinaame regering,

onderhandelingen die begin 2012 nog steeds gaande waren. Op het moment dat de

Page 134: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 134

ontruiming door de politie wereldkundig werd gemaakt, was voorzitter Hendrik Babel van de

Eenheidsorganisatie Langatabiki (APO) hiervan nog niet op de hoogte. Een week eerder had

hij nog met minister Jim Hok van Natuurlijke Hulpbronnen gesproken en hem voorgesteld de

goudzoekers een maand de tijd te geven om het gebied zelf te ontruimen. De bewindsman

was daarmee akkoord gegaan. Met Hok werd verder afgesproken dat de APO na terugkomst

in Langetabbetje het grootopperhoofd Samuel Forster van de Paramaccaners zou inlichten

over de gemaakte afspraken. Bij het gesprek met de minister was overigens het

Assembleelid Ronnie Brunswijk ook aanwezig, geen onbekende in de Surinaamse

goudvelden. ‘We wilden voorkomen dat mensen worden opgejaagd‘, aldus Babel in de Ware

Tijd van 27 september 2010.

Dat ordening van de kleinschalige goudsector zeer wenselijk zou zijn, werd in november van

de ene op de andere dag benadrukt door een noodlottig ongeluk te Gowtu Bergi in het

concessiegebied van Surgold bij Langetabbetje. Door het instorten van wanden van een

tunnel werd een aantal goudzoekers onder zand bedolven. Zeven porknokkers vonden de

dood. Drie collega’s konden zich op tijd uit de tunnel redden. In het concessiegebied hadden

goudzoekers met graafmachines tien tot vijftien meter diep gegraven. Surgold had zowel de

regering Venetiaan als de regering Bouterse-Ameerali verzocht om illegale goudzoekers uit

haar gebied te verwijderen. De goudzoekers weigerden echter te vertrekken. De politie had

wel eerder opgetreden in het gebied, maar het illegaal goudwinnen bleef doorgaan.

De situatie in het Merian concessiegebied escaleerde. De problemen waren dusdanig serieus

dat Surgold op 21 november 2010 zelfs een special persbericht uitbracht. In het bericht

stelde het bedrijf dat al sinds eind 2009 de situatie in haar Merian concessie was

geëscaleerd. ‘Er zijn meer dan achthonderd mensen illegaal actief in het concessiegebied. Zij

hebben tientallen graafmachines ter plekke. De porknokkers maken gebruik van onveilige

mijnbouwtechnieken’, aldus de vertegenwoordiger van Surgold in Suriname, Esteban Crespo.

Volgens Crespo was de situatie dermate ernstig dat Surgold alle exploratieactiviteiten enkele

maanden voor het ongeluk al het stopgezet. ‘De veiligheid was niet meer gegarandeerd.’

Een week na het ongeluk in het Surgold Merian concessiegebied verklaarde vice-president

Robert Ameerali na afloop van de wekelijkse persconferentie van de Ministerraad, dat het

gebied in het oosten van Suriname waar zeven porknokkers in een mijn de dood vonden niet

werd beveiligd door de politie of het leger. Ondanks het feit dat het gebied door de regering

formeel was gesloten, is de goudwinning gewoon doorgegaan. ‘Het gebied is gesloten. Als

het ergens verboden is goud te winnen, is dat stuk land dus gesloten’, aldus de vice-

president. Hij deed zelfs een klemmend beroep op de goudzoekers om de minimale

veiligheidsvoorschriften in acht te nemen. Een beroep dat was gericht tot dovemansoren.

Verder wees hij op het belang van de ‘informele’ goudsector, die in Suriname werk en een

inkomen zou bieden aan rond de tienduizend mensen. Ameerali: ‘Iedere keer als we zeggen

dat we gaan ontruimen en de boel gaan ordenen, staan er groepen op die protesteren omdat

Page 135: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 135

ze hun brood daar verdienen. Maar nu heeft het gedoogbeleid zijn tol geeist.’

De vice-president zei ook haast te willen maken met de aangekondigde ordening van de

goudsector. De vraag van een van de aanwezigen journalisten of omgekomen illegale

goudzoekers die geen belasting betaalden en grondstoffen stalen wel drie dagen nationale

rouw verdienden, schoot bij de vice-president in het verkeerde keelgat. ‘Het zijn

landskinderen. Mannen die voor hun kinderen en vrouwen een boterham probeerden te

verdienen. Ze betaalden net zo goed belasting; elke keer als ze iets in de winkel kochten of

benzine tankten.’ Hij reageerde ook kribbig op een vraag over de schuldvraag van het

noodlottige ongeluk: ‘Ik kan niet tegen schuldvragen. Is het soms Gods schuld dat het had

geregend? Wat een flauwekul.’

Start van de Commissie Ordening Goudsector

In december 2010 was het eindelijk zover: president Bouterse kon eindelijk op 20 december

zijn Commissie Ordening Goudsector (GOC) installeren. Hij typeerde de installatie als een

‘historische’ gebeurtenis. Bouterse: ‘In de chaotische situatie waarin de sector zich op dit

moment bevindt, vraagt het veel durf, moed en saamhorigheid om ordening te brengen.’

In het beleidsteam van de GOC kregen zitting Melvin Linscheer, Rudi Roeplal, Tony van Dijk,

John Courtar, Hendrik Setrosentono, Ronny Benschop, Mahinderpersad Autar, Joan Polak,

Idries Taus, Raymond Landburg en George Biervliet. De GOC adviesraad bestaat uit Henk

Naarendorp, Ellen Naarendorp, Winston Wirth, Patah Pawirordjo, Etienne Boerenveen,

Glenn Geerlings en Glenn Gemerts. In het management team namen zitting Gerold Dompig,

Ellen Naarendorp, Ricardo Freaser, Stanley Benschop, Lesley Resida, Angelique MacIntosh en

Faizel Baarn.

De commissie zou een moeilijke periode tegemoet gaan, waarin chaos en rellen in te

ordenen goudzoekersvelden en kritieken op het functioneren van de commissie en van

individuele leden centraal zouden blijken te staan. Hoeveel leden de commissie ook mocht

tellen, in de media waren het voornamelijk de heren Gerold Dompig en in mindere mate

Melvin Linscheer die het woord voerden. Wat alle overige leden zoal aan werkzaamheden

uitvoeren is tot anno 2012 eigenlijk nooit duidelijk geworden.

Wat Dompig aantrof op de goudvelden omschreef hij in een vraaggesprek in een radio

actualiteitenprogramma eind november 2012 van Rapar Broadcasting Network: ‘Er waren

gebieden in ons land waar er geen gezag aanwezig was. Men kon er niet eens heen gaan,

vanwege het feit dat haast een ieder met een wapen rondliep. Er waren geen stelregels.

Men ging heel vaak op de vuist met elkaar en wapengeweld werd niet geschuwd. Er waren

heel veel vreemdelingen op ons grondgebied, waarvan de centrale overheid totaal niet van

op de hoogte was; kortom er was sprake van een totale chaos.’

Porknokkers verspreid in het binnenland (ook wel achterland genoemd) van Suriname gaven

aan blij te zijn met door de regering aangekondigde ordening van de goudsector. Owen

Page 136: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 136

Pryor, voorzitter van de stichting ter Behartiging van Belangen Goudzoekers van Nieuw

Koffiekamp en omgeving, is voorstander van duidelijke regels ter bescherming van het milieu

en zei tegen een journalist van de Surinaamse avondkrant De West van 3 januari 2011, dat

goudzoekers zelfs bereid zijn belastingen aan de Staat af te dragen, maar onder één

voorwaarde: ‘We willen zien dat de regering het geld gebruikt om de noden van plaatselijke

gemeenschappen te lenigen.’ Hij stelde voor om het deel dat goedzoekers moeten gaan

afdragen, gebruikt gaat worden voor de bouw van een plaatselijke bank, een ziekenhuis, een

betere dependance van het Centraal Bureau voor Burgerzaken, een scholencomplex, een

voetbalstadion en een wooncentrum. Dat zou ook moeten gebeuren in de overige regio’s

waar goud wordt gewonnen, zoals Langatabiki en Tapanahoni, aldus De West. Overigens

pleitte zijn organisatie al langere tijd voor ordening. Hij beschouwde leden van zijn

goudzoekersorganisatie Makamboa NV (bestaande uit ongeveer vijfhonderd porknokkers en

vijftig goudondernemers) niet als illegaal, omdat ze èn als stichting verenigd zijn in een

geregistreerde rechtspersoon èn werken binnen de grenzen van de concessie van

goudmaatschappij IAmGold, onder het gedoogbeleid van de maatschappij zelf. Pryor

verzette zich tegen het beeld van ‘criminele’ porknokkers. ‘Goudzoekers zijn keiharde

knokkers, die dag en nacht onder de moeilijkste omstandigheden naar geld zoeken. Dat is

niets voor criminelen’. De doorsnee goudzoekers zouden zelfs doodsbang zijn voor

criminelen, die op de vlucht voor de politie in de omgeving van hun kampen neerstrijken. Hij

verklaarde in De West daarmee waarom veel ondernemers vuurwapens nodig hebben. Om

het voor de overheid wat makkelijker te maken om voortvluchtige criminelen in het

binnenland op te pakken, zorgde hij ervoor dat al zijn werknemers goed zijn geregistreerd.

De goudzoekers waren begin januari 2011 formeel nog niet ingelicht over de voorgenomen

ordening.

Commissie Ordening Goudsector informeert ‘het binnenland’

Om Surinamers te informeren over haar werkzaamheden hield de Commissie Ordening

Goudsector op 5 januari 2011 in het luxueuze hotel Torarica een informatiebijeenkomst. Een

aantal commissieleden hield een inleiding. Zo liet Glenn Geerlings weten dat minimaal

twintigduizend arbeiders in de kleinschalige goudsector werkzaam zijn en dat zij een

geschatte jaaromzet behalen van een miljard Amerikaanse dollars. Redenen voor Geerlings

om te zeggen dat die sector ‘absoluut onder controle moet worden gebracht’. De directeur

van de Surinaamse Belastingdienst, Tony van Dijk, zei in zijn inleiding dat in 2009 van de in

totaal slechts honderdvijftien geregistreerde kleinschalige goudproducenten slechts 118.728

Surinaamse dollars aan inkomstenbelasting geïnd werd. ‘Bedroevend weinig’, aldus Van Dijk.

Commissielid en luitenant-kolonel in het Surinaamse leger, Melvin Linscheer, wees maar

weer eens op de gevaren voor de volksgezondheid die de illegale goudwinning met zich

meebrengt, de onverantwoordelijke mijntechnieken, de negatieve gevolgen voor mens en

milieu vanwege het gebruik van schadelijke chemicaliën en kwik. Ook bevestigde hij het

beeld dat er was - en anno 2012 nog steeds is - van de sector in het binnenland, een ‘wild

Page 137: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 137

west’, en die situatie was er volgens hem al sinds het uitbreken van de goudkoorts in het

binnenland, aan het einde van de Binnenlandse Oorlog, die een situatie van wetteloosheid,

straffeloosheid en anarchie tot gevolg had. De ophanden zijnde inventarisatie van de

goudsector in het binnenland, zou volgens Linscheer geen jacht worden op Surinaamse

porknokkers en Braziliaanse garimpeiros. Units van de commissie gingen het aantal

gouddelvers, eigenaren van zwaar materieel, concessiehouders, de infrastructuur en het

aantal machines in kaart proberen te brengen. Tijdens de informatiebijeenkomst werd ook

bekendgemaakt dat in het binnenland drie mijnbouwservicecentra ingesteld zouden

worden, te Afobaka, Langatabiki en Kwakoegron. Na het instellen van die centra zouden er

nog vier moeten komen, waar medewerkers van onder andere het leger, politie, douane,

belastingen en de bestuursdienst zouden gaan werken.

Inleider Patah Pawiroredjo gaf een beeld van de verschillende vormen van kleinschalige

goudwinning. In het Surinaamse binnenland zijn nog steeds goudzoekers die nog handmatig

werken met een zogenoemde baté en kwik die ongeveer één tot twee gram goud per dag

produceren. Maar ook zijn er productiemethoden waar de opbrengst tussen de honderd en

vijfhonderd gram goud ligt en bij de productie met rivierzuigpompinstallaties zelfs tussen

duizend gram per dag kan bedragen. Volgens Pawiroredjo kost een dergelijke installatie

tussen de honderdvijftigduizend en tweehonderdduizende Amerikaanse dollars.

Het commissielid Melvin Linscheer, voorzitter van het Beleidsteam, trok op 7 januari 2011

naar het binnenland om gezagsdragers in kennis te stellen van de werkzaamheden van de

commissie. Linscheer ontmoette granman Samuel Forster van de Paamaka (Langatabiki),

granman Matodja Gazon van de Aukaners (Drietabiki) en stamhoofd Itomadi ‘Miep’

Pelenapin van de Wajana’s (Kawemhakan). De inheemse leiders kregen van Linscheer een

toelichting op een een week eerder door president Bouterse verzonden brief over de

ordenin van de kleinschalige goudsector. Pelenapin toonde zich positief over de ordening,

vooral omdat daardoor de veiligheid van zijn bewoners gegarandeerd kon worden en er

duidelijke afbakeningen zouden komen voor gebieden waar naar goud gezocht kon worden.

Granman Gazon was, volgens een door de commissie uitgegeven persbericht, ook te spreken

over de ordening. Volgens hem zou de ordening voor zijn achterban de mogelijkheid gaan

bieden om een opleiding te gaan volgen in de goudmijnbouw.

De echte start

De commissie startte haar werkzaamheden op 10 januari 2011 voortvarend met de

registratie van werknemers in de kleinschalige goudsector. In twee dagen tijd hadden zich al

ruim zevenentwintighonderd personen gemeld bij de diverse registratieposten. Meer dan

vijfentwintighonderd mensen hadden zich gemeld bij de posten te Merian en Afobaka en in

Paramaribo bij het kantoor van de GOC in het onderkomen van Geologische

Mijnbouwkundige Dienst tweehonderdentien, vooral concessie- en machinehouders.

Iedereen die werkzaam is in de goudsector of directe verdiensten heeft uit die secor was

Page 138: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 138

opgeroepen om zich te komen aanmelden. Bij de registratie moesten mensen hun naam,

werkgebied en nationaliteit doorgeven. Medewerkers van de Mijnbouw Service Centers

(MSC) zorgden voor een vlot verloop van de aanmeldingen. Zij verklaarden tegenover media

dat zij erg goed waren ontvangen door lokale bewoners in het binnenland. De voorzitter van

het Managementteam, Gerold Dompig, nam zelfs deel aan een zogenoemde krutu te

Klaaskreek om onduidelijkheden toe te lichten.

De registratie verliep volgens de COG uitstekend. Dat gold zowel voor de registratie in

Paramaribo als in het binnenland te Merian en Afobaka. De registratie in het binnenland

werd nauwelettend gevolgd door de vertegenwoordigers van het traditioneel gezag. Gerold

Dompig, voorzitter van het Managementteam, toonde zich tegenover journalisten zeer

tevreden. ‘Er was geen sprake van het wegrennen of gaan schuilen van personen.

Integendeel werden we goed ontvangen’, aldus Dompig. De registratieteams verbleven vier

dagen in het binnenland. Uiteindelijk moeten de geregistreerden een mijnbouwpasje gaan

ontvangen.

Historische goudconferentie

De maand februari 2011 stond voor de commissie in het teken van een als ‘historisch’

omschreven goudconferentie in Snesikondre. President Bouterse hield 18 febrauri een

openingstoespraak in een heus opgezet tentendorp. Hij wees op het belang van de ordening

van de goudsector. Hij voelde zich genoodzaakt om de ongeveer driehonderd

belangstellenden duidelijk te maken dat de ordening niet slechts is bedoeld is om Surgold

(Newmont) ‘te faciliteren’ om een goudmijn in het Nassaugebied aan te leggen.

Bouterse presenteerde ook het op zijn Kabinet opgestelde ‘Concept Masterplan Ordening

Goudsector’:

‘Voorwoord Dit concept document is tot stand gekomen vanuit presentaties, discussies en overwegingen met verschillende belangengroepen bij de Organisatie van de Conferentie “Ordening Goud sector in Suriname” te Snesikondre in het district Sipaliwini op 18 en 19 februari 2011. Wij danken allen die het mogelijk hebben gemaakt om deze Conferentie te houden. Door uw participatie onderschrijft U het belang van de Ordening en uw bijdragen tijdens deze Conferentie zullen verwerkt worden in het definitieve document dat hierna samengesteld gaat worden. Snesikondre, 18 februari 2011 Ordening van de Goud Sector van Suriname Van Chaos, Illegaliteit, Onveiligheid, via Ordening, naar Duurzame Ontwikkeling

Page 139: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 139

Op het Kabinet van de President van Suriname is een document voorbereid dat een eenduidig beeld verschaft over, onder andere, de doelen, de omvang, de reikwijdte en de opzet van de “Ordening van de Goud Sector”. Het eerste doel van dit document is om synchronisatie en oplijning te verkrijgen in de gedachtenvorming over dit omvangrijk plan. Het tweede doel is om een eenduidig uitgangspunt te verkrijgen van waaruit het plan opgestart kan worden. De voorbereidingen hebben geleid tot het “Master Plan Goud Sector Suriname” (MP GSS), dat als leidraad en management tool zal dienen bij àlle zaken die de ordening aangaan. Daarbij is duidelijk geworden dat het Master Plan in wezen de volgende naam verdient: ‘’van .... Chaos, Illegaliteit, Onveiligheid, via Ordening, naar Duurzame Ontwikkeling. Het Master Plan “van .... Chaos, Illegaliteit, Onveiligheid, via Ordening, naar Duurzame Ontwikkeling” (MP GSS). Duurzame Ontwikkeling kan, onder alle omstandigheden, slechts bereikt worden door de voorbereiding en uitvoering van een groot aantal plannen bijéén. In dit geval worden met de uitvoering van het eerste plan, de Ordening van de Goud Sector, de condities voorbereid voor de uitvoering van de overige plannen, waarmee uiteindelijk duurzame ontwikkeling zal worden bereikt. Voor het bereiken van een goed overzicht en voor het succesvol kunnen managen van toch vrij ingewikkelde en veelomvattende, over verschillende lokaties verspreide, elkaar in tijd opvolgende plannen en projecten, wordt gebruik gemaakt van project- en planmanagement technieken die samengevat kunnen worden onder het begrip ”Master Plan”. Het Master Plan grijpt aan in meerdere sectoren van de gemeenschap en zal bij de uitvoering meerdere Stakeholders betrekken en hun leven grondig, fundamenteel, veranderen. Het Plan integreert en richt onder andere meerdere activiteiten, bijzondere functies en taken van Overheid’s diensten naar een aantal locaties. Hierbij wordt de bestaande, bekende, reguliere georganiseerdheid vervangen door een specifiek op de goud sector gerichte ordening, de zogeheten Ordening van de Goud Sector. Doelen van het Master Plan Het Master Plan “van ... Chaos, Illegaliteit, Onveiligheid naar Duurzame Ontwikkeling” kent de volgende doelen: 1. Het behoud, de uitbreiding, de ordening en modernisering van de totale goud sector. 2. Evenwichtige belangenbehartiging van alle Stakeholders. 3. De legalisatie van activiteiten van illegale, kleinmijnbouwers en regulering vanhun relatie met de groot mijnbouw. 4. Vergroting van de controle door de Overheid op de activiteiten in de sector èn op de mijngebieden. 5. De aanbieding van scholing en training aan de kleinmijnbouw gericht op de vergroting van de goudproductie van de kleinmijnbouw. 6. Opkoop van goud door de Centale Bank van Suriname. 7. Aanpassing van het systeem van belastingheffing en realisatie en optimalisatie van belastingafdrachten aan de Overheid.

Page 140: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 140

8. Vergroting van de veiligheid van mijnbouwers en verlaging van kosten van levensonderhoud. 9. Verkleining van de negatieve sociale impact op het leven van mijnbouwers en hun gezinnen. 10. Vermindering van de negatieve effecten van ‘’small scale gold mining’’ voor de omliggende leefgemeenschappen en vergroting van de positieve effecten. 11. Herstel van schade aangebracht aan het milieu en minimalisering van toekomstige schadelijke effecten aan het milieu. Het Master Plan kent de volgende Stakeholders: 1. De Nationale Asssemblee. 2. De Regering van Suriname onder leiding van de President. 3. De Centrale Overheid met de Ministeries van: • Justitie en Politie • Arbeid Technologie en Milieu – Arbeidsinspectie en het Nimos • Natuurlijke Hulpbronnen - GMD • Handel en Industrie - KKF • Financiën – Dienst der Belastingen • Binnenlandse Zaken - CBB • Regionale Ontwikkeling - RO • Volksgezondheid - BOG 4. De Mijnbouwmaatschappijen, de grote en de kleine 5. De Porcknockers, dit zijn Marrons, Inheemsen, Brazilianen en overige 6. De Toeleveringsbedrijven 7. De Winkeliers 8. De Dienstverleners 9. De Machinehouders 10. Het Traditioneel Gezag van de lokale gemeenschappen 11. De Bewoners van de lokale gemeenschappen 12. Lokale en internationale NGO’s Het Master Plan integreert een aantal plannen in één geheel. Elk der plannen bestaat zelf uit één of meerdere programma’s en/of projecten. De plannen omvatten: 1. De Ordening van de Goud Sector. Dit plan voorziet in de bouw en constructie van Mining Service Centers verspreid over de goud mijngebieden, door middel waarvan onder andere: o Het gezag van de Overheid blijvend gevestigd zal zijn in de goudmijngebieden; o Een verscheidenheid aan Overheids diensten zal permanent kunnen worden aangeboden; o Goudopkoop door de Overheid kan worden begonnen, via vestigingen van de Centrale Bank van Suriname; o Belastingen geïnd kunnen worden, gekoppeld aan de goudopkoop; o Registratie van alle Stakeholders in de goud sector zal kunnen plaatsvinden, waarna verstrekking van het zogeheten Goudpaspoort zal plaatsvinden; o De informele activiteiten in de goud sector worden opgenomen in de formele economie van Suriname; 2. Groei en Gemeenschapsontwikkeling

Page 141: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 141

Initiatieven die moeten leiden tot de groei en gemeenschapsontwikkeling van de gemeenschappen van de traditionele bewoners van de goud mijn gebieden zullen noodzakelijk zijn. Ook aan hen moet de gelegenheid geboden worden om een menswaardig en passend bestaan in de hedendaagse 21e eeuw te verkrijgen. Dit onderdeel van het Master Plan zal evenals de andere in onderling samenhang worden benaderd en uitgevoerd om een maximaal rendement te verkrijgen. 3. Geleide Dorpsontwikkeling en Stedelijke Ontwikkeling. De vestiging van de dienstverlening van de Overheid via de Mining Service Center’s zal gepaard gaan met een stuk autonome vestiging van lokalen rond deze centra. Om deze vestiging toch onder leiding van de Overheid te laten plaatsvinden zullen via dit Plan voorbereidingen getroffen worden om de voorspelbare en verwachtbare chaos te voorkomen en om moderne model gemeenschappen te doen ontstaan, die passen in de 21e eeuw. De benodigde infra- en nutsstructuur, enzovoorts, vormen onderdeel van het Plan. De Overheid heeft hierbij de mogelijkheid locaties uit te kiezen die geschikt geacht worden voor werkelijke stedelijke ontwikkeling, dus kernontwikkeling, met een integratie van alle aspecten die in het Master Plan aan de orde komen. 4. Aanpassing Wettelijk Kader. De geselecteerde mijngebieden zullen in het kader van de ordening, van nieuwe wetgeving worden voorzien. Deze gebieden, zullen tot bijzondere ontwikkelingsgebieden worden verklaard, waarvoor danook bijzondere voorzieningen zullen worden getroffen. Hiertoe zal de wettelijke basis over zijn geheel moeten worden aangepast. De Wet op de Belastingen zal zeker moeten worden aangepast, de wettelijke regels die van toepassing zijn op concessies, de legalisering van illegale mijn activiteiten, en dergelijke. De Overheid heeft de unieke gelegenheid om in één klap een aantal zaken recht te zetten die reeds heel lang om een oplossing vroegen. De President van de Republiek Suriname geeft prioriteit aan de uitvoering van de “Ordening van de Goud sector”. Daarom hebben de President en de Regering van de Republiek Suriname besloten dit onderdeel als eerste en versneld uit te voeren.’

Onder de aanwezigen waren onder andere de granmans Samuel Forster, Belfon Aboikoni en

Asongo Alalaparu , en de ministers van Defensie, Regionale Ontwikkeling, Justitie en Politie,

Financiën, Sport en Jeugdzaken, Binnenlandse Zaken en Natuurlijke Hulpbronnen. Natuurlijk

ontbrak het Assembleelid Ronnie Brunswijk niet. Verder konden in de tent worden

waargenomen de governor van de Centrale Bank van Suriname, Gilmore Hoefdraad,

legerleider Hedwig Gilaard en douanechef August van Hamme, alsmede de staatsraadsleden

Michiel Kerpens en Caprino Alendy. Het belang van de conferentie was met hun

aanwezigheid duidelijk aangetoond.

Op de eerste dag van de goudconferentie - die niet vlekkeloos verliep - werden presentaties

gehouden door leden van de Commissie Ordening Goudsector en vertegenwoordigers van

de goudbedrijven Nana Resources, Sarakreek Resources en Sarafina. Maar, ook

vertegenwoordigers van de grote bedrijven Rosebel Goldmines en Surgold hielden een

presentatie. Een presentatie van garimpeiros werd halverwege afgebroken, omdat

Page 142: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 142

aanwezige granmans en andere boslanddignitarissen na zes uur 's avonds niet meer

vergaderen. De dagvoorzitter zag zich genoodzaakt de bijeenkomst prompt af te breken.

Hierdoor konden porknokkers hun inleiding niet meer houden.

Tijdens de goudconferentie kon wel Wesley Rozenhout namens de porknokkers in

Marowijne spreken. Hij wilde dat de porknokkers, wanneer hun gebied zou worden

toegewezen aan het Amerikaanse bedrijf Newmont, de door hun geïnvesteerde gelden in de

aanleg van een infrastructuur in de goudvelden terug zouden gaan krijgen. Op die wens

reageerde de toenmalig minister van Financiën, Wonnie Boedhoe, (op 10 juni 2011 diende

zij haar ontslag in) dat de porknokkers investeringen die ze gepleegd hadden in zaken die tot

overheidstaken behoorden, moesten documenteren en aanbieden aan de regering. ‘Zet het

op tafel. Laat het ons weten, zodat wij gaan kijken hoe wij ermee omgaan’, aldus de

bewindsvrouw tegenover journalisten. Rozenhout liet de bezoekers van de conferentie ook

weten dat de porknokkers geen voorstanders waren van de voorstellen van de directeur van

de Belastingdienst, Tony van Dijk, inzake het innen van belastingen in de toekomst bij de

goedzoekers geïnd. De porknokkers stelden voor om op basis van hun opbrengsten

belastingen te voldoen. ‘Hoe groter de productie, hoe meer belasting zal moeten worden

afgedragen’, aldus Rozenhout. Van Dijk had echter voorgesteld om de goudzoekers

ongeacht de opbrengst per maand een vast bedrag af te laten dragen op basis van de

productiecapaciteit van hun machines.

Aan het einde van de twee dagen durende conferentie werden afspraken gemaakt over een

structureel overleg tussen de Commissie Ordening Goudsector en alle betrokkenen. Die

afspraken werden vastgelegd in een nogal amateurisch ogende slotverklaring, met bondige

teksten:

‘1. De GRAN GOWTU KRUTU op 18 en 19 februari 2011, gehouden te SNESI KONDRE, LANGA

TABIKI, zal uitmonden in een formeel Gestructureerd Goud Overleg waarin alle Stakeholders

zich laten vertegenwoordigen.

2. De Stakeholders hebben ruimschoots gediscussieerd over de vraagstukken die elk als groep

ervaren in de Goud sector.

3. Het is de wil van alle Stakeholders om bestaande en toekomstige conflicten in overleg met

elkaar op te lossen.

4. Resultaten van de discussies en aanzetten zullen genoteerd worden en bij voorbaat

verwerkt worden in het concept Master Plan, waarbij dit Plan haar juiste vorm begint te

benaderen.

5. Bij het Beleidsteam “Ordening Goud sector” zullen de toespraken, presentaties en

Page 143: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 143

discussies onderzocht worden en na evaluatie eveneens toegevoegd worden aan het concept

Master Plan, waarna dit Plan aan de Regering van Suriname wordt aangeboden.

6. Het concept document “De Ordening van de Goud sector in Suriname” met als ondertitel

Van Chaos, Illegaliteit, Onveiligheid, via Ordening naar Duurzame Ontwikkeling, meer bekend

als het concept Master Plan, is tijdens de Conferentie uitgedeeld aan de aanwezige

deelnemers van de Conferentie.

7. De Conferentie heeft nota genomen van het door de Gezagsdragers uitgesproken gevoel

ten aanzien van eenrichtingsverkeer met betrekking tot de Ordening en van de uitgesproken

wens om in de toekomst, meer dan voorheen de communicatie-kanalen open te houden.

8. Deze Conferentie is niet bedoeld als forum voor besluitvorming, maar eerder als forum

voor informatie-uitwisseling over elkaars positie in de Goud sector en de discussies daarover.

9. Met de Commissie “Ordening Goud sector in Suriname” zal vanaf heden, d.d. 19 februari

2011, een 2-maandelijks Gestructureerd Goud Overleg komen met alle Stakeholders in de

Goud sector, in gezamenlijk verband, dan wel individueel of in groepen.

Niet uitgesloten is om bij iedere behoefte van welke Stakeholder dan ook, het Gestructureerd

Goud Overleg terstond te doen plaatsvinden.

10. Elke Stakeholdersgroep zal, willen zij meedoen in het Gestructureerd Goud Overleg, zich

moeten organiseren en laten vertegenwoordigen in dit Gestructureerd Goud Overleg.

11. Goede nota is genomen uit de Conferentie, omtrent de wens tot betrokkenheid van grote

mijnbouwondernemingen - de nationale en de multi-nationale - bij de ontwikkeling van de

Goud sector, onder de voorwaarde, dat hierbij de betreffende locale gemeenschappen

inspraak hebben. Evenzo zal deze inspraak moeten geschieden middels een gezamenlijke

vertegenwoordiging van de locale gemeenschap en het Traditioneel Gezag.

12. Het Grondenrechten vraagstuk wordt apart behandeld, ultimo juni 2011, in een

soortgelijke Conferentie, te organiseren in het district Brokopondo.

13. Deze Slotverklaring, is tot stand gekomen nadat in de Conferentie GRAN GOWTU KRUTU

op 18 en 19 februari 2011 te Snesi kondre, Langa Tabiki, presentaties zijn gehouden en

discussies zijn gevoerd.

14. Deze Slotverklaring wordt ter uitvoering aan de Regering van Suriname aangeboden.

Snesi kondre, 19 februari 2011’

Page 144: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 144

De Commissie Ordening Goudsector vermeldt op haar internetsite de belangrijkste

uitkomsten van de in haar ogen geslaagde conferentie:

Men is het erover eens dat Ordening van de Goudsector gewenst is Het Traditioneel gezag wenst eerst het Grondenrechtenvraagstuk op te lossen,

voordat de Ordening plaatsvindt De President heeft aangegeven in juni 2011 een speciale conferentie grondenrechtenvraagstuk te organiseren om ook met de aanpak van dit probleem een aanvang te maken.

Het exacte belastingsysteem moet nog uitgewerkt worden. De Dienst der Belastingen houdt hiertoe hearings met groepen stakeholders over hoe zij dit het beste kan gaan inrichten.

Het overheidsgezag zal hersteld worden ter bescherming van het grondgebied en haar burgers, te beginnen met het afsluiten van nog niet (grootschalig) vervuilde goudmijnbouwgebieden.

Verschillende stakeholders en met name het Traditioneel Gezag willen omstandig geinformeerd worden over de Ordening van de Goudsector en de stappen die men voornemens is te nemen.

Ontruiming Meriangebied

De ordening van de goudsector, zoals die wordt aangepakt door de regering Bouterse-

Ameerali, kreeg en krijgt volledige steun van het Wereld Natuur Fonds Guianas. De directeur

van het WWF Guianas, Dominiek Plouvier, zei eind mei 2011 de aanpak ‘perfect’ te vinden

en niet te vergelijken is met de Clean Sweep acties van de regering Venetiaan. Plouvier deed

zijn uitlatingen naar aanleiding van een regionale kleinschalige goudwinning conferentie in

Paramaribo. Volgens oud-voorzitter Narpath Bissumbhar van de Kamer van Koophandel en

Fabrieken hadden Surinamers een verkeerd beeld van de sector: ‘Zo’n veertigduizend

mensen verdienen direct en indirect aan de sector. Daarvan zijn slechts achtduizend van

Braziliaanse komaf. Heel veel Surinaamse ondernemers zijn failliet gegaan in de sector,

omdat het gedreven wordt door gelukszoekers. Het is niet zo makkelijk als men denkt. De

sector heeft allerlei gevaren en risico’s. Je moet bikkel zijn om te overleven in de kleinschalige

goudsector.’

De Commissie Ordening Goudsector weet de eerste maanden van 2011 bijna dagelijks het

nieuws te halen. De ordening is belangrijk en iedereen in de samenleving had en heeft er

een mening over. Feit was en is dat de commissie haar werkzaamheden voortvarend ter

hand neemt. Na de ordening van het Meriangebied, dat vrij eenvoudig verliep, staan andere

gebieden op de agenda van de commissie. Naast het ontruimen van gebieden, moet de

commissie ook wel eens bemiddelen tussen kleinschalige goudzoekers en grote

mijnbouwbedrijven, zoals in Brokopondo waar porknokkers en IAmGold, de Canadese

eigenaar van de Rosebeld Goldmines, elkaar nogal eens in de haren vlogen. Vooral op

Beewojo en bij de Rosebel-pit waren onenigheden tussen het bedrijf en porknokkers. Medio

april ging een verhaal de ronde dat ruim vier kilo goud zou zijn gevonden in het Beewojo

Page 145: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 145

concessiegebied van IAmGold. Iedereen, vooral jongeren, wist hoe snel te Beewojo te

komen en binnen de kortste keren escaleerde de situatie op de concessie.

De commissie heeft als tussenpersoon getracht de geschillen op te lossen. ‘Overleg zal

echter moeten blijven plaatsvinden om een structurele oplossing te vinden voor deze

gebieden’, aldus de Commissie Ordening Goudsector. Verder bereikte de GOC

overeenstemming met de vertegenwoordiging van Paramakaanse goudzoekers over de

route van een aan te leggen ongeveer acht kilometer lange weg, door Surgold te betalen, in

het Meriangebied naar een andere werklocatie binnen het concessiegebied.

Na eerdere problemen in het Meriangebied in 2010, maakte vicepresident Robert Ameerali

eind maart 2011 bekend dat de porknokkers het gebied moesten gaan verlaten. Zij zouden

een ander werkgebied toegewezen krijgen. Van een ontruiming in de letterlijke zin des

woords zou geen sprake zijn. Overigens zou het volgens de vicepresident maar gaan om

achtendertig porknokkers. De opmerkingen van Ameerali vielen niet goed bij politicus

Ronnie Brunswijk die beweerde dat er een afspraak met de porknokkers zou zijn gemaakt

dat zij alleen geregistreerd zouden worden en door konden gaan met hun werk. Een week na

Ameerali’s bekendmaking liet president Bouterse journalisten weten dat hij tot het uiterste

zou gaan om granman Samuel Forster van de Paramaccaners achter de plannen, om

porknokkers uit het Meriangebied te verwijderen, te krijgen. Bouterse: ‘We gaan moeten

ontruimen, we gaan moeten ontruimen’, aldus de president. Hij benadrukte dat er in het

gebied ‘stoorzenders’ actief waren, die zouden willen blijven in het gebied. ‘Maar dat is niet

goed, we gaan dat ding moeten corrigeren. En we willen het op een zodanige manier

corrigeren dat we ook aan het belang van de mensen denken.’ De president legde op 7 april

2011 aan journalisten uit dat er feitelijk twee belangen in het spel waren. Aan de ene kant

de belangen van de kleinschalige goudzoekers in het Meriangebied aan wie een zeker deel

van de concessie zou worden toegezen, en aan de andere kant de belangen van de

Amerikanen, Newmont, die een contract met de staat willen tekenen om in het gebied twee

goudmijnen op te zetten. Alle goudzoekers moesten media april het gebied hebben verlaten.

Maar, er waren geruchten dat porknokkers van de Pamaaka’s wel op een nieuwe locatie in

het gebied zouden mogen gaan werken.

Maripaston

De eerstvolgende ontruimingsactie vond eind juni 2011 plaats in de omgeving van Pikin

Saron in het district Para. Volgens het lid Melvin Linscheer van de Commissie Ordening

Goudsector waren in een tijdsbestek van drie maanden rond de honderd goudzoekers naar

Loksi Hati in het Maripastongebied, gekomen. Sommigen gebruikten zelfs dynamiet.

Districtscommissaris Jerry Miranda riep de autoriteiten te hulp om het gebied af te sluiten.

‘Er was een explosieve situatie ontstaan’, aldus Linscheer. Het gebied werd ontruimd door

het leger en de politie. Volgens Miranda behoort het gebied toe aan de zogenoemde

Page 146: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 146

economische zone van Pikin Saron. ‘Er zijn slechts vergunningen uitgegeven voor houtkap en

niet voor goudwinningsactiviteiten.’ Naast gewone Surinaamse porknokkers, waren in het

gebied ook Brazilianen neergesteken en investeerders en machinehouders uit de stad,

Paramaribo.

Het commissielid Gerold Dompig vertrok zelf naar het gebied om de situatie in ogenschouw

te nemen. Hij zei dat de situatie te Maripaston getransformeerd zou worden tot ‘een model

van ordening’. Vier groepen goudzoekers hadden zich bij de commissie gemeld die

beweerden aanspraak te hebben op de grond in het Maripastongebied. Bewoners van Pikin

Saron beweerden zelfs dat vooraanstaande burgers, waaronder een Assembleelid, belangen

hadden in het gebied. Ook konden ze aantonen dat het dorp onder de regering Venetiaan

een gebied van tweeëntachtigduizend hectare had gekregen voor de exploitatie van hout.

Volgens de bewoners hadden goudzoekers uit omliggende dorpen zich toegang tot het

gebied verschaft om illegaal goud te winnen.

De Commissie Ordening Goudsector wilde dat de goudwinning weer snel hervat kon

worden, maar dan op een milieuvriendelijke manier. Zo zouden de goudzoekers gebruik

moeten gaan maken van retorts, om te voorkomen dat kwik zou vrijkomen. Verder mocht

geen vervuild water geloosd worden in kreken. Commissielid Dompig: ‘Het zal niet langer zo

zijn dat omliggende dorpen last zullen hebben van de goudactiviteiten. Kwikvervuiling en

sociaal maatschappelijke ontwrichting zijn de belangrijkste zorgen onder dorpsbewoners.’

Page 147: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 147

De commissie ging het gebied herverdelen, maar daar werd door dorpsbewoners met

argwaan naar gekeken. ‘Als je in een gebied van tien hectare opereerde moet je geen dertig

vragen volgende week. Wij gaan zo goed mogelijk verdelen aan de hand van machines en

investeringen’, aldus Dompig tegenover de media. De drie groepen die met

houtkapconcessies actief waren in Maripaston - met in totaal ongeveer vijftienhonderd

arbeiders -, zouden onder supervisie van het staatsbedrijf N.V. Grassalco verder gaan met

goudwinningsactiviteiten. (Grassalco heeft exploratierecht voor het winnen van goud en

andere mineralen in een gebied van ongeveer 26.000 hectare op het Goliath Gebergte in het

district Para, ten westen van het inheemse dorp Bigi Poika.)

De Commissie Ordening Goudsector tilt zwaar aan de overgang van goudwinning met kwik

naar goudwinning op een milieuvriendelijke manier. Om dat extra te benadrukken zou

medio oktober 2011 een goudbeurs worden gehouden, die het begin zou moeten inluiden

van een milieuvriendelijke kleinschalige goudwinning. De voorzitter van het Beleidsteam van

de commissie, Linscheer, maakte dit medio juli 2011 bekend. Na die beurs zou gestart

moeten worden met een ‘School of Mining and Mineral Processing’, een soort

trainersopleiding waar mensen opgeleid gaan worden om goudzoekers op te leiden. ‘De

mensen moet ook worden geleerd hoe je een mijn correct opzet en ook hoe je nadien het

gebied rehabiliteert’, aldus Linscheer. ‘Ondertussen zijn we als commissie bezig te sleutelen

aan wetgeving, waardoor alles, ook de veiligheid van de werknemers in de sector, binnen een

wettelijk kader kan worden geplaatst.‘ Het was overigens president Bouterse die de nieuwe

‘mijnschool’ wereldkundig maakte, tijdens de aanname van de begroting in de Nationale

Assemblee in de nacht van 18 op 19 juli 2011. Bouterse sprak verder over herstel van het

gezag in het binnenland, daarmee doelend op de werkzaamheden van de GOC.

Melvin Linscheer en Gerold Dompig hielden op 28 juli 2011 een persconferentie in het

Kabinet van de President waarin zij uitvoerig informatie gaven over de werkzaamheden van

de Commissie Ordening Goudsector. Dompig vertelde dat in het binnenland een heuse

goudkoorts was uitgebroken en dat tussen groepen en personen fikse ruzies waren

uitgebroken. Beide commissieleden maakten bekend dat sinds de registratie was begonnen

ongeveer zesduizend kleinschalige gouddelvers geregistreerd waren, tweehonderd

machinehouders en tien goudopkopers. Van de opkopers waren er zes ook exporteurs van

goud. Linscheer en Dompig gaven verderaan dat de ordening doorgaat totdat er een volgens

de commissie acceptabele situatie is ontstaan in de sector, het overheidsgezag is hersteld en

de staat haar rechtmatig aandeel uit de sector verkrijgt.

Nasleep Maripaston

De commissie tekende op 4 augustus 2011 een intentieverklaring met de drie

belangengroepen te Maripaston en Grassalco. De intentieverklaring hield in dat niet een

percentage, maar een vaste hoeveelheid van het gewonnen goud zou worden afgestaan aan

Grassalco. Een deel zou worden gestort in een ontwikkelingsfonds voor de dorpen. Een

Page 148: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 148

ander deel van de waarde was bestemd voor onkostenvergoeding, logistieke en materiële

kosten van Grassalco, als concessie- en toezichthouder. Maar, zoals zo vaak gebeurd, bleek

enkele uren na de ondertekening dat toch niet iedereen zich in de verklaring kon vinden.

Commissaris Kondré voelde zich zelfs gepakt en zijn groep kon zich niet langer vinden in de

tekst van de intentieverklaring. De verklaring zou niet in het voordeel van de groep zijn

geweest en ‘onder druk’ zijn getekend. De groep beweerde veel ingeleverd te moeten

hebben en dat er dusdanige zware voorwaarden waren gesteld waar niet mee kon worden

ingestemd. Kennelijk had de persoon die de verklaring had ondertekend, de inhoud niet

goed in zich op genomen. Maar, de groep legt de schuld bij de commissie die het proces te

snel zou hebben laten verlopen. Dit was tegen het zere been van Gerold Dompig van de

commissie: ‘Integendeel! Er is een lang proces vooraf gaan aan de ondertekening. De

belangengroepen is de ruimte gelaten eerst met elkaar tot een vergelijk te komen. Toen dat

niet lukte hebben wij verder leiding gegeven aan de zaak’. Maar, commissaris Kondré bleef

zich verzetten en beweerde dat het aantal personen dat geregistreerd ging worden veel

minder zou zijn dan de personen die deelnamen aan de goudwinningsactiviteiten in het

gebied. De groep was ook van oordeel dat teveel goud betaald moest worden aan Grassalco.

Ook de locatie die aangewezen was voor de groep, zou veel weinig goud bevatten.

Commissaris Kondré voelt zich benadeeld. Tegenover de media legde Dompig uit dat het

ging om de inheemse groep Pikin Saron, met daarin de dorpen Matta en Bigi Poika, de

marrongroep van commissaris Kondré, Matakriki en omgeving, en als derde N.V. Tak (een

bedrijf dat volgens Assembleelid en oud-president Ronald Venetiaan in handen zou zijn van

Chinezen: dat zei hij tijdens een vergadering van de Nationale Assemblee op 29 november

2011 waarin gesproken werd over andere een ‘invasie van buitenlanders’ in Suriname. Ook

het bedrijf Mozart Security zou volgens Venetiaan in handen zijn van Chinezen.) en

bijbehorende groepen. Deze groepen waren eerder aangetroffen als illegale goudzoekers in

het gebied. ‘Wij hebben gemeend de mensen niet brodeloos te maken en af te houden van

hun activiteiten. Wij hebben een model met hen uitgewerkt’, aldus Dompig.

Een dag na de ondertekening van de intentieverklaring, maakte de voorzitter van het

Beleidsteam van de Commissie Ordening Goudsector, Melvin Linscheer, via de krant De

Ware Tijd bekend, dat met ingang van eind 2012 het gebruik van kwik in de goudsector

verboden is. Volgens zijn team zou anderhalf jaar nodig zijn om de totale sector op deze

maatregel voor te bereiden. ‘Als iedereen meegaat met de gedachtegang, moet dit niet

moeilijk zijn’, aldus Linscheer, die uitlegde dat internationaal het gebruik van kwik steeds

meer onder druk komt te staan. Linscheer: ‘Wat er gebeurt, is dat er een gedoogbeleid wordt

gevoerd, maar daar komt een einde aan’. Al het kwik dat nu buiten de medische sector

wordt gebruikt, is door smokkel Suriname binnengekomen.

Page 149: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 149

Drempel in ordening

Eind augustus 2012 kwamen er plotseling berichten dat de werkzaamheden van de

Commissie Ordening Goudsector wel eens vertraging zouden kunnen oplopen. Tegenover de

Times of Suriname zei de OGS-voorzitter Gerold Dompig: ‘De gemeenschap mag haar borst

nat maken en haar volledige ondersteuning geven aan de goudordening, want deze job

wordt niet makelijker.’ Het was een reactie op de wereldwijde stijging van de goudprijs die

tot een nieuwe ‘goldrush’ kon gaan leiden.

Gerold Dompig, voorzitter van het Managementteam van de Commissie Ordening Goudsector

‘Als je de temperatuur hoger stelt, kookt de melk over. De goudprijs is namelijk net als het

vuur. Hoe hoger het vuur, hoe meer problemen dit met zich meebrengt. De gemeenschap

moet beseffen dat de stijging van de internationale goudprijs een voordeel oplevert voor de

Surinaamse voorraden, maar tegelijkertijd verhit dit ook de gemoederen in de goudgebieden.

Mensen worden wilder, iedereen wil richting de goudgebieden trekken om hun geluk te

beproeven, goudzoekers krijgen bigi-ai en daardoor ontstaan er meer conflicten’, aldus een

toch wel wat bezorgde Dompig. ‘Onvoorstelbaar. Er zijn goudconflicten op Goliath,

Kraboedoin en zelfs Apoera waar goud is ontdekt.We moeten niet verwachten dat de

ordening keurig en stil zal verlopen. Nu de goudprijs steeds een stijgende trend blijft hebben,

zal de ordening met al de conflicten langer duren.’

Ondanks de somber klinkende Dompig, was zijn commissie achter de schermen druk aan het

werk met het voorbereiden van de Nationale Goudbeurs ‘Go for Gold’, die 13, 14 en 15

oktober gehouden zou worden in de beurshallen van de Kamer van Koophandel en

Fabrieken te Paramaribo. Centraal tijdens die meerdaagse beurs zou kwikvrij goudwinnen

staan. De commissie verwachtte rond de vijfduizend porknokkers, waarvan de illegalen

Page 150: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 150

tijdens de beurs de mogelijkheid zouden krijgen een concessie aan te vragen, onder de

voorwaarde dat zij geen kwik gingen gebruiken bij de winning van goud. Het startsein voor

een mediacampagne voor de beurs was op 22 september 2011 in het centrum van

Paramaribo. De beurs zou geopend gaan worden door ‘golden boy’ Anthony Nesty, winnaar

van de eerste Surinaamse Olympische gouden medaille (Seoul, 1988); symbool voor op

verantwoorde wijze goudwinnen. ‘We leven in een gezegend land en de regering heeft

ingegrepen om te voorkomen dat deze zegen een vloek wordt’, aldus minister Jim Hok van

Natuurlijke Hulpbronnen, die de officiële handelingen voor de start van de campagne

verrichtte. ‘Wij hebben nu de eerste zet gedaan voor een goudwinning met een green label.’

Op de beurs zou een milieuvriendelijke en kwikvrije methode van goudwinning

geïntroduceerd gaan worden.

Een paar dagen na de succesvolle Goudbeurs kreeg de Commissie Ordening Goudsector

plotseling te maken met agressief taalgebruik van het Assembleelid Ronnie Brunswijk. Uit

het niets beschuldigde de oud Jungle Commando leider enkele commissieleden ervan zelf

partij te zijn in de ordening. Brunswijk in de Times of Suriname van 19 oktober 2011: ‘Ze

ruimen gebieden op onder het mom van ordening en achteraf gaan ze zelf goud delven in

deze gebieden. Bij Maripaston is dit nu het geval.’ Volgens politicus Brunswijk zou de wijze

waarop ‘kopstukken van de commissie’ de ordening wensten door te voeren voor ernstige

problemen gaan zorgen. ‘Genoeg is genoeg en vanuit mijn verantwoordelijkheid moet ik het

zeggen: kopstukken van de commissie moeten vervangen worden.’ Hij stelde voor om

personen in de commissie zitting te laten hebben, die geen belang hebben bij de ordening

van de goudsector. Volgens Gerold Dompig zat er bij Brunswijk een persoonlijke wrok,

omdat een jongere broer van hem - Leo - een van de goudzoekers van Maripaston zou zijn.

De volgende dag, 20 oktober, reageerde Leo Brunswijk tegenover een verslaggever van de

nieuwswebsite Starnieuws met de mededeling over bewijzen te beschikken dat ‘kopstukken

in de commissie Ordening Goudsector zichzelf en vriendjes bevoordeelden’. Volgens de

broers Brunswijk waren de mensen die leiding gaven aan de ordening van de kleinschalige

goudsector geen deskundigen. Natuurlijk hadden ze een punt: zowel Melvin Linscheer als

Gerold Dompig hadden nog nooit ergens in het binnenland op een concessie naar goud

gezocht. Leo Brunswijk beweerde dat het in Paramaribo gevestigde Mozart Security

ingehuurd was door de commissie om pasjes te maken, waarvoor zeventig Surinaamse dollar

betaald moest worden. Er werd volgens hem geen kwitantie verstrekt. Mensen van dit

bedrijf werden en worden anno 2012 ook ingezet voor veiligheidswerkzaamheden. Volgens

Leo Brunswijk vond er vermenging plaats tussen Mozart Security en de Counter Terror Unit,

de antiterreureenheid geleid door Dino Bouterse, zoon van de president. (Dino is een aantal

keren in aanraking gekomen met Justitie. Twee bekende en geruchtmakende zaken waren

zijn aanhouding met Marcel Zeeuw in 1994 voor de verdwijning van drie buitenlanders en

drugssmokkel. In 2005 werd hij tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld voor internationale

drugssmokkel en wapenhandel. Bij het laatste geval was een grote partij wapens ontvreemd

uit het wapenmagazijn van het Nationaal Leger.) Ook had Leo moeite met de positie van

N.V. Tak. ‘De mensen van N.V. Tak waren bezig met de houtsector. Ineens zijn ze in de

Page 151: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 151

goudsector beland. Die mensen krijgen de beste plaatsen om hun werk te doen en anderen

moeten genoegen nemen met plekken waar nauwelijks goud is’, aldus een verbolgen Leo

Brunswijk.

De kwestie Maripaston leidde ook tot irritatie bij de voorzitter van het Beleidsteam van de

Commissie Ordening Goudsector, Melvin Linscheer. Hij uitte die irritatie door te stellen dat

sommige mensen deden alsof zij ordening wilden, maar dat in werkelijkheid niet wilden.

Linscheer benadrukte dat in het gebied alleen het bedrijf Grassalco het recht heeft om goud

te mijnen. De twee andere betrokken groepen hadden alleen een houtkapvergunning en

geen mijnbouwvergunning, aldus het COG-lid. Die twee groepen werden onder toezicht van

Grassalco geplaatst en dat viel niet in goede aarde bij sommige mensen, zo liet Linscheer

weten.

Explosieve situatie te Maripaston komt tot

ontploffing: dodelijke schietpartij

De situatie in het Maripastongebied leek explosief te zijn geworden. Die explosieve

omstandigheden kwamen op zondag 23 oktober 2011 tot ontploffing. Bij een schietpartij in

het gebied werd een persoon gedood en raakten vier anderen gewond. De schietpartij

werkte als een rode lap voor een stier bij Assembleelid Ronnie Brunswijk. Via de

nieuwswebsite Starnieuws verklaarde hij een dag later: ‘Ik heb gezegd dat er al schoten zijn

gelost, maar niemand wilde mij geloven. Kijk wat er nu is gebeurd. Ze schieten echt niet met

rubberen kogels.’ De politie nam diverse getuigen en medewerkers van het bedrijf Mozart

Security voor verhoor mee naar Paramaribo. Ook werden vier plunderaars uit Maripaston

opgepakt. In het gebied heerste na het schietincident paniek. Kort na de schietpartij ging het

gerucht dat leden van de de antiterreureenheid van Dino Bouterse in het gebied zou zijn

geweest die gekleed zouden zijn geweest in kleding van Mozart Security.

Leo Brunswijk maakte van de situatie gebruik om weer eens zijn kritiek te uiten op de

Commissie Ordening Goudsector. ‘De goudvelden worden overgenomen door Dompig en zijn

vrienden.’ De goudzoeker hekelde de de presidentiële en particuliere gewapende instituten

op de goudvelden. Volgens hem verwijderden die ten onrechte kleinschalige goudzoekers

van domeingrond. ‘Ze nemen het brood weg van die arme jongens’, aldus de jongere broer

van Ronnie. Ook Ronnie Brunswijk stak zijn mening niet onder stoelen en banken. ‘Nu wil ik

Page 152: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 152

weten wat Dompig gaat zeggen. Als je gaat ordenen moet je geen belangen hebben. Dit is

geen ordening als je probeert mensen weg te werken om vrienden te accommoderen. Je

moet oplossingen brengen.’ Dompig reageerde meteen even geagiteerd: ‘Wat Brunswijk

daar uitlegt is nonsens.Toen wij daar gingen was er een situatie waarbij mensen gereed

waren de wapens tegen elkaar te trekken. Het kon elk moment escaleren en als we er niet

geweest waren, zouden reeds lang doden zijn gevallen.’

Volgens het lid van de Commissie Ordening Goudsector hadden bedrijven toestemming van

Grassalco om in het gebied te werken, maar werden daarbij gehinderd door zogenoemde

‘batemangs’ die, zodra een put is gegraven erin springen om goud te zoeken. Dompig: ‘Elke

dag moeten meer dan dertig man verwijderd worden. Wij waren niet daar en als we daar

gaan is het met de politie en eventueel militairen. Wij hebben geen particulier bedrijf dat

voor ons de orde moet handhaven. Nu zijn wij het die aan damage control moeten doen door

Hi Jet en ambulancediensten te mobiliseren.’

Vrij snel na de dodelijke schietpartij werd in media gesuggereerd dat werknemers van

Mozart Security schoten hadden gelost op illegale goudzoekers die weigerden om uit een

goudput te vertrekken. Hierop kwamen rond de driehonderd goudzoekers uit het kamp in

opstand en plunderden een paar winkels (vooral van Chinezen) die vervolgens in brand

werden gestoken.

Leo Brunswijk werkte overigens niet meer in het Maripastongebied. Hij vertrok na

gewaarschuwd te zijn het gebied te verlaten om escalatie te voorkomen. Hij mocht van de

COG het gebied niet meer betreden. Volgens de commissie behoorde Leo tot de

zogenoemde Mokko-goudzoekers die constant voor problemen zorgden in het gebied.

Gerold Dompig liet tijdens een persconferentie op 24 oktober 2011 weten dat die groep

verantwoordelijk was voor sabotage, vernielingen en bedreigingen die leidden tot escalaties.

Hij benadrukte dat de groep van de gebroeders Brunswijk niet behoorde tot de drie groepen

die in de ordening waren opgenomen en die naar goud mochten zoeken in het gebied. De

Mokko-groep zou vòòr de ordening wel werkzaamheden hebben verricht voor de drie

groepen die in de herstructurering waren opgenomen. Die groepen wilden echter niets meer

te maken hebben met de Mokko-groep.

De gemoederen te Maripaston bleven verhit, ook nog een paar dagen na de gebeurtenissen.

Het plunderen van winkels ging gewoon door, gadeslagen door politie en leger die niet

optraden. Ondertussen vroeg de familie (Matuariërs) van de doodgeschoten Rempzhery King

in de buurt Ephraimzegen te Paramaribo zich af waarom de man was doodgeschoten. Hij

was ongewapend en gewoon goud aan het zoeken. Vader Leo reageerde zijn woede af in

een vraaggesprek op 25 oktober met een verslaggever van de nieuwswebsite Starnieuws: ‘Er

is absoluut geen sprake van ordening in de goudsector. Mensen zijn met eigen belangen

bezig. Ordening goudsector houdt in dat je met mensen bezig bent. Je dient respectvol met ze

om te gaan. Nu wordt er op ons geschoten als pingo's en pakira's.’ De jongere broer van

Rempzhery vertelde dat ze in een put bezig waren, maar dat ze eruit moesten anders zou er

Page 153: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 153

op ze worden geschoten. ‘Wij zijn eruit gekomen en toch heeft Mozart Security geschoten’,

aldus het broertje van de vermoordde porknokker. Overigens heeft een delegatie van de

Commissie Ordening Goudsector met de vader gesproken.

De gespannen situatie te Maripaston was voor de Chinese ambassade in Paramaribo

aanleiding een verklaring uit te geven waarin werd gemeld dat de ambassade bereid was

steun te verlenen aan de Chinese slachtoffers die schade hadden geleden tijdens de

onlusten. Ambassadeur Yuan Nansheng riep de Chinese gemeenschap op om haar

bezittingen goed te beschermen en te bewaken. Ruim vijfentwintig Chinese winkeliers in

Maripaston waren teruggekeerd naar de stad, Paramaribo, getraumatiseerd door de

gebeurtenissen. Zes Chinezen waren gewond geraakt, vooral door kapwonden opgelopen

door houwers van rellende marrons. De Chinezen begrepen niet waarom zij door de

goudzoekers werden belaagd. Eén van de naar Paramaribo gevluchtte Chinezen deed zijn

relaas tegenover Starnieuws op 27 oktober: ‘Rond zeven uur ‘s avonds hoorde ik wat lawaai

buiten. Iemand kwam binnen en vertelde dat er kort daarvoor was geschoten en een dode

was gevallen. Nog geen zes minuten daarna kwamen tientallen marrons de winkel

binnenstormen. Ik probeerde de deur te sluiten, maar zij kapten die open met bijlen. Ik

vluchtte via de achterdeur het bos in en zag dat na tien minuten mijn winkel in brand was

gestoken. Er was achter mijn winkel een gasoline tank, die zij eerst hebben leeg geroofd. Ik

heb de hele nacht in de regen in het bos doorgebracht. Maandagochtend kwam ik terug. Ik

zag de politie en militairen staan tegenover mijn winkel. Zij keken toe hoe de winkel aan de

overkant werd leeggeplunderd. De marrons aten terwijl ze plunderden en gooiden met rum

en wijn op elkaar en in het rond. Ik kon mijn ogen niet geloven dat de politie gewoon toekeek.

Ik heb mijn winkel twee dagen geleden geopend en tweehonderdduizend Amerikaanse

dollars erin geïnvesteerd. De winkel is nu met de grond gelijk gemaakt.’

Een andere Chinees, eigenaar van een restaurant te Maripaston, vertelde over zijn

ervaringen: ‘Mijn restaurant was nog open toen ik het lawaai naast mij in de supermarkt

hoorde. Ik ben gaan kijken en zag vuur en hoorde geweerschoten. Ik was alleen in een

jeansbroek gekleed, pakte mijn portemonnee en vluchtte via het dak. De marrons waren snel.

Ze hadden mij in de gaten. Twee mannen drukten mij tegen de grond en begonnen mij te

schoppen en slaan. Ze namen mijn jeansbroek en het geld mee, ongeveer veertienhonderd

Surinaamse dollars. Ook mijn paspoort en andere papieren zijn meegenomen. Ik lag

bewusteloos daar voor enkele uren. In de avond, toen ik weer bijkwam ben ik gevlucht naar

het bos. Ik heb altijd een goede relatie gehad met de marrons in het gebied".

Vijf dagen na de schietpartij keerde de rust weer enigszins terug te Maripaston. Toch waren

er extra eenheiden van het leger naar het gebied getrokken om de veiligheid en rust te

helpen bewaren. Voorzitter Gerold Dompig van de Commissie Ordening Goudsector zei

tegenover journalisten dat er nog kleine splintergroepen in het gebied actief waren die zich

hier en daar nog zouden verzetten en aan het plunderen waren. ‘Deze splintergroepjes

hebben niet door dat we al lang zijn op pad van dialoog. Je weet wel hoe het gaat. Wanneer

je praat zijn er anderen op het veld die niet door hebben wat er gaande is, maar wij zijn op de

Page 154: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 154

goede weg.’ Dompig verklaarde verder dat de commissie goede gesprekken heeft gevoerd

met de nabestaanden van de doodgeschoten man en dat de commissie gaat bijdragen in de

begrafeniskosten. ‘Hoewel wij niet rechtstreeks veranwoordelijk zijn voor wat er is gebeurd,

hebben wij toch gemeend te helpen. Vanuit een humaan standpunt voelen wij ons wel

verantwoordelijk als commissie die voor ordening moet zorgen.’ De onlusten waren, aldus

Dompig, vooral veroorzaakt door criminelen onder de goudzoekers. Dompig: ‘Niet iedereen

weet dat ook criminelen zich bevinden onder de goudzoekers. Deze criminelen verzieken de

zaak, waardoor de goudzoekers een slechte naam krijgen. Wij weten dit al lang en zij weet

ook het onderscheid te maken.’

Dat de berichtgeving over de onlusten te Maripaston met zich mee bracht dat er kritiek

kwam op het functioneren van de Commissie Ordening Goudsector, zat voorzitter Gerold

Dompig toch behoorlijk dwars. Dusdanig dwars dat hij het op 27 oktober nodig vond om

eens een positief geluid via de pers te laten horen en om daarmee de kwestie Maripaston

naar de achtergrond te laten verdwijnen. Hij maakte bekend dat spoedig goudzoekers, die in

het verleden op illegale wijze naar goud zochten op de concessies van IAmGold in

Brokpondo en Surgold in het Nassaugebied, concessierechten zouden verkrijgen. Dompig:

‘Dit zijn historische resultaten die zullen zijn geleverd door de presidentiële commissie voor

Ordening van de Goudsector. Wij zijn behoorlijk transparant geweest en staan open om dat

verder te verbeteren.’ De COG begeleidde de groepen Makamboa uit Brokopondo (ongeveer

vijfhonderd personen) en Forster in het Nassaugebied (ruim vijftienhonderd goudzoekers)

om over te stappen naar de legale sfeer door naamloze vennootschapepen op te richten.

Verder liep er een proces om delen van de concessies van IAmGold en Surgold van elk rond

de achtduizend hectare groot, in concessie te krijgen. ‘Het zijn gebieden die al zijn

geëxploreerd door de maatschappijen en terug moeten worden gegeven aan de staat maar

genoeg goud bezitten voor de kleine man’, aldus Dompig. Hij kon het niet laten om ook voor

de zoveelste keer weer te ageren tegen Ronnie Brunswijk en zijn opmerkingen over eigen

belangen in de goudsector van enkele kopstukken in de commissie. ‘Als wij niet ook tegen de

belangenstrijd opgewassen zouden zijn, dan mag de hele ordening stoppen. Wat wij gezien

hebben is dat men niets kon vinden tegen het ordeningsplan, waardoor er gekozen werd voor

persoonlijke aanvallen. Als men vindt dat wij verkeerd hebben gehandeld en vrienden hebben

geaccomodeerd, moet men met bewijs komen en naar de procureur generaal stappen. Alles

wat wij doen is in goed overleg met onze superieuren. Dit is geen gewone commissie. Wij

functioneren onder de president.’

Een dag na de uitspraken van Dompig, 28 oktober 2011, werden twee

beveiligingsmedewerkers van Mozart Security gearresteerd als verdachten van de dodelijke

schietpartij in het Maripastongebied. Via de media had politicus Ronnie Brunswijk al

verklaard dat de schutter bekend zou zijn en dat het zou gaan om een ‘heethoofd’.

Pas op de 30e oktober liet eindelijk het ministerie van Jusitie en Politie in de zaak Maripaston

van zich horen. Tegenover Starnieuws zei minister Martin Misiedjan: ‘Veel mensen hebben

Page 155: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 155

mij kwalijk genomen dat ik geen reactie heb gegeven. De procureur-generaal heeft mij

verzekerd dat er een grondig onderzoek komt naar de ongeregeldheden op Maripaston. Ik

ben als minister van Justitie en Politie niet in de publiciteit getreden over deze kwestie

omdat de Commissie Ordening Goudsector rechtstreeks rapporteert aan de president’.

De commissie kwam begin november 2011 plotseling weer onder vuur te liggen en deze keer

werd er niet gevuurd door Ronnie Brunswijk, maar door zijn collega Assembleelid

André Misiekaba.

Deze politicus had in een interview op Radio ABC gezegd dat Melvin Linscheer (voorzitter

van het Beleidsteam van de commissie), Desi Bouterse en Assembleelid en arts/specialist in

het Academisch Ziekenhuis Paramaribo Winston Jessurun belangen zouden hebben in de

goudsector. Jessurun zou volgens Misiekaba ’één van de big guys in de goudbusiness’ zijn.

Linscheer, die begin jaren negentig van de 20e eeuw aan goudwinning deed op concessies

van anderen, reageerde snel: ‘Ik ben er allang uit en heb geen enkel persoonlijk belang in de

goudsector. Ik heb geen concessie en heb ook nooit aangevraagd.’ Ook zou hij geen belangen

meer hebben bij ‘zijn bedrijf’ Mozart Security, dat hij enkele jaren geleden had verkocht.

Assembleelid Jessurun verklaarde tegenover Starnieuws dat hij lid is van de raad van

Page 156: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 156

commissarissen van goudexportbedrijf Amazone Gold. Jessurun: ‘Dit is geen geheim. Ik doe

niet aan goudwinning en heb geen concessie en ben echt niet een van de landlords.’

Naast de beschuldigingen van het Assembleelid Misiekaba aan het adres van Melvin

Linscheer, uitte de voorzitter van de slechts ongeveertig veertig leden tellende

goudzoekersorganisatie Makamboa N.V. - Owen Pryor - , kriek op de Commissie Ordening

Goudsector. Tegenover een delegatie van Assembleeleden zei Pryor in het ecoressort Berg

en Dal te Brokpondo, dat belanghebbenden van de goudvelden meer voorlichting en

educatie wensen. Pryor zei verder dat de ordening wel werd toegejuicht, maar dat de

aanpak ervan beter en sneller zou moeten geschieden. Een parlementaire delegatie

oriënteerde zich eindelijk zelf eens in de goudsector met onder andere bezoeken aan het

Marispastongebied te Para en het Meriangebied (Sipaliwini). Ook werd een bezoek gebracht

aan de Rosebel goudmijn van IAmGold en aan het porknokkersdorp Nieuw Koffiekamp

(Brokopondo).

- In de eerste week van november 2011 werd bekend dat de NV Makamboa achtduizend

hectare had aangevraagd voor goudwinning. Volgens Gerold Dompig voorzitter van het

Managementteam van de Commissie Ordening Goudsector is Makamboa een voorbeeldige

organisatie en is de samenwerking met andere belanghebbenden goed. Jurgen Plein,

ondervoorzitter van Makamboa, zei op 8 november 2011 tegenover Starnieuws: ‘We zijn van

plan om over te gaan naar de moderne technologie, zodat de productie van goudwinning

opgevoerd kan worden. Ook wij willen milieuvriendelijk te werk gaan, maar de investering is

erg groot. Daarnaast zorgen we voor werkgelegenheid.’ -

Batémannen: ordening te Maripaston

De Commissie Ordening Goudsector ging begin november 2011 te Maripaston over tot het

instellen van een speciale batézone voor de zogenoemde batémannen. Alle goudzoekers

met een baté in het Maripastongebied – ruim tweehonderd - mochten in die zone

goudwinnen. Gebruikelijk was het dat die mannen gewoon in de putten sprongen, terwijl

een graafmachine bezig was te graven.

Page 157: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 157

In de nieuwe situatie graaft de graafmachine en die vervolgens het materiaal in de batézone

dumpt, die anderhalf kilometer verder van de goudput ligt. De batémannen kunnen dan aan

het werk in de batézone. Om alles vlekkeloos te laten verlopen, werden drie coördinatoren

van de batémannen aangewezen. Deze mannen moeten nagaan wie allemaal in de batézone

gaan. Een batéman moet zich echter eerst registreren bij de coördinatoren, die ook helpen

om de orde te handhaven. Volgens één van de coördinatoren, Alfred King, was iedereen blij

met de zone. ‘De batéman hoeft niet op een gevaarlijke manier zijn brood te verdienen. Bij

elke vondst sprongen de batémannen in de put, zonder na te gaan hoe erg dit kon verlopen.’

In het Maripastongebied waren in totaal ongeveer tweeduizend mensen werkzaam in de

kleinschalige goudwinning. De Commissie Ordening Goudsector ging in november 2011, na

de dodelijke schietpartij, onlusten en harde kritieken een maand eerder, voortvarend aan

het werk om ordening in het gebied aan te brengen. Melvin Linscheer, voorzitter van het

Beleidsteam, maakte op 8 november via de media bekend dat alle bars en winkeltjes in het

gebied verwijderd zouden gaan worden. Op die manier hoopte de commissie ook de

prostitutie uit te kunnen bannen. Er werd een winkelcentrum bij de goudvelden gepland.

Daarmee hoopte de commissie ook te kunnen voorkomen dat op elke gewenste locatie een

tentje opgezet kon worden om etenswaren en andere benodigdheden te verkopen.

Verkopers brachten etenswaren zelfs tot in de goudputten. Linscheer benadrukte dat alle

ondernemers in het gebied betrokken zouden gaan worden bij de nieuwe winkelopzet. Of

daar ook Chinezen bij zouden zijn bleef onduidelijk. Er was onder lokale ondernemers veel

kritiek op de Chinezen in het gebied, die vooral eigenaren waren van supermarkten. Maar,

goudzoekers hadden juist klachten over de lokale ondernemers die hun prijzen opdreven en

duurder waren dan de Chinezen. Waarschijnlijk was dat ook de aanleiding om tijdens de

onlusten in oktober om een aantal Chinese winkels te plunderen en in brand te steken.

De Commissie Ordening Goudsector werd op 8 november 2011 weer geconfronteerd met

kriek van politicus Ronnie Brunswijk. Tijdens een presentie van de commissie voor politici

van de coalitietop in het Kabinet van de President, over haar werkzaamheden, verliet

Brunswijk de ruimte. ‘We staan achter ordening, maar we zullen geen draagvlak geven

zolang Dompig in de commissie zit’, was het commentaar van Brunswijk. De presentatie ging

echter gewoon door. Gerold Dompig, voorzitter van de commissie, zei onder andere dat nog

rond de tachtig procent van het aantal kleinschalige goudzoekers geregistreerd moesten

worden. Hij blikte desondanks tevreden terug op de inmiddels door zijn commissie

uitgevoerde zeven operaties. Volgens Dompig moest slechts één mijnbouwlocatie met de

nodige dwang worden ontruimd.

Brunswijk uitte zijn kritiek op de commissie ook twee dagen later in de Nationale Assemblee.

Daar opperde hij zelfs de suggestie om de commissie niet langer te laten vallen onder het

Kabinet van de President, maar onder het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen. De

commissie valt rechtstreeks onder president Bouterse en dat betekent volgens Brunswijk dat

bij problemen de president de direct verantwoordelijke is.

Page 158: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 158

Maar, een dag na de presentatie van de Commissie Ordening Goudsector voor leden van de

coalitietop, waren er alweer kritische geluiden uit het binnenland te horen over de ordening.

Via het Dagblad Suriname kwam kritiek naar buiten van inwoners van het dorp Pikin Saron in

het Maripastongebied. Zij toonden zich ontstemd dat derden volop konden profiteren van

hun goudveld en niet zijzelf. Goudzoeker Arnold Sabajo uit het dorp beklaagde zich in de

krant er over dat NV Grassalco de meeste voordelen kon halen uit de goudovereenkomst

met zijn dorp. Een groot deel van de winst zou gaan naar Grassalco, terwijl dorpskapitein

Earl Tapoto ook zichzelf zou hebben bevoordeeld met deze deal, aldus Sabajo in het Dagblad

Suriname. Het goud dat de dorpelingen moesten afdragen als heffing aan het

staatsmijnbouwbedrijf, kon niet langer worden opgebracht. De geregistreerde goudzoekers

van Pikin Saron moesten maandelijks honderd gram goud betalen - in twee termijnen van elk

vijftig gram - aan NV Grassalco voor het mijnen in het Maripastongebied. ‘We kunnen dat

niet meer betalen, want de Ordeningscommissie en Grassalco hebben ons het slechtste deel

van het Maripastongebied toegewezen, waarin nauwelijks goud zit’, aldus Sabajo. Hij

beweerde verder dat het dorpbestuur, onder leiding van kapitein Earl Tapoto, zonder

medeweten van de bewoners de overeenkomst met het staatsmijnbouwbedrijf en de

Commissie Ordening Goudsector was aangegaan. Sabajo zei het dorpsbestuur en de

commissie te verwijten de dorpelingen in de maling te hebben genomen. ‘Onze kapitein

heeft geaccepteerd wat de ordeningscommissie haar heeft willen geven. Wij hadden gedacht

het dorp tot ontwikkeling te brengen met de goudmijnbouw, maar met de karige vondsten is

daarvan nu geen sprake meer.’ Door de dodelijke schietpartij en de daaop volgende rellen in

het Maripastongebied durfden de inwoners van Pikin Saron de goudvelden niet meer in te

gaan. Sabajo: ‘Onze crushers zijn vernietigd en wij worden gemolesteerd door marrons die

niet van het gebied zijn. Alsof het al niet genoeg is dat wij met moeite een beetje goud

vinden, overkomt dit ons ook nog.’ De dorpelingen vonden dat hun kapitein onder één

hoedje heeft gespeeld met Grassalco en de Commissie Ordening Goudsector. Tapoto bleek

wèl te beschikken over een gebied waar betere goudvondsten waren gedaan. ‘Terwijl de

dorpskapitein zich verrijkt, verpietert de rest van de dorpsgemeenschap. Hij en de rest van

het dorpsbestuur moeten maar hun mandaat teruggeven als zij niets voor het dorp kunnen

betekenen’, aldus een verbitterde Sabajo in het Dagblad Suriname.

- Tijdens een persconferentie van Grassalco-directeur Sergio Akiemboto op 14 november

2011 verduidelijkte hij dat zijn bedrijf alle concessierechten heeft gekregen over Maripaston

op 19 september 2011 en dat het niet ondergeschikt is aan de Commissie Ordening

Goudsector. Volgens Akiemboto is het concessiegebied te Maripaston

dertienhonderdvijfenzeventig hectare groot. De concessierechten voor exploitatie gelden

voor een periode van vijf jaar. Hij maakte de aanwezige journalisten verder duidelijk dat

Grassalco volgens de wet gerechtigd is delen van haar concessie te ontwikkelen in

samenwerking met derden. Het bedrijf heeft conceptovereenkomsten getekend met NV Tak,

Commissaris Kondre en Pikin Saron, die slechts een houtkapvergunning hadden. De directeur

van Grassalco benadrukte dat de maatschappij geen samenwerkingsovereenkomst heeft

Page 159: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 159

met goudzoeker Leo Brunswijk.... -

Na politicus Brunswijk en goudzoeker Sabajo was het oud-president en Assembleelid Ronald

Venetiaan die een aanleiding had gevonden om de Commissie Ordening Goudsector en dan

met name voorzitter Gerold Dompig aan te vallen. Maar, in dit geval bleek Venetiaan de

plank finaal mis te hebben geslagen en zaken totaal verkeerd geïnterpreteerd te hebben.

Feitelijk bleek zijn kritiek welhaast lachwekkend te zijn. De man las op 9 november 2011

tijdens de behandeling van het Ontwikkelingsplan in de Nationale Assemblee een

advertentie in het Dagblad Suriname voor waarin volgens hem door de commissie een heuse

‘avondklok’ te Maripaston werd aangekondigd. Venetiaan vroeg zich in alle gemoede af of

de commissie wel, namens NV Grassalco, een avondklok mocht instellen. In de advertentie

stond onder andere dat ‘in verband met ordeningswerkzaamheden binnen het Maripaston-

gebied tussen 7.00 pm en 7.00 am geen personen of goederen worden toegelaten tot het

gebied’. Volgens Venetiaan duidde dat toch duidelijk op de instelling van een avondklok.

College Assembleelid Melvin Bouva vond dat Venetiaan als ex-staatshoofd geen geesten

moest oproepen en zaken als 'avondklok' aanhalen. ‘Hierdoor worden er emoties

opgeroepen die niet gewenst zijn’, aldus Bouva.

Twee dagen later reageerde de voorzitter van de Commissie Ordening Goudsector, Gerold

Dompig via de lokale pers: ‘Er is geen avondklok voor het Maripastongebied. De oud

president kletst maar wat. Er is besloten dat niemand wordt toegelaten tussen zeven uur ‘s

avonds en zeven uur ’s ochtends. Het besluit is genomen naar aanleiding van klachten van de

plaatselijke bevolking en de mensen die in het gebied opereren.’ Die klachten gingen, aldus

Dompig, met name over diefstal en vernielingen door derden in de nachtelijke uren. Verder

zei hij het ‘merkwaardig’ te vinden dat Venetiaan negatieve uitspraken in het parlement

deed over de maatregel. ‘Hij heeft tien jaar lang de scepter gezwaaid in Suriname. Toch heeft

hij niks gedaan voor het binnenland. Omdat ik voorzitter ben, wordt de vinger naar mij

gewezen. Dit terwijl er een hele organisatie achter zit en niet alleen Gerold Dompig. De hele

operatie vindt plaats in goed overleg met alle actoren.’

De dodelijke schietpartij in het Maripastongebied leidde medio november tot de arrestatie

van een neef van president Bouterse. De arrestatie werd bekendgemaakt door De Ware Tijd

van 18 november en volgde op een justitieel onderzoek naar de moord op een goudzoeker

te Maripaston. Volgens De Ware Tijd had de politie vastgesteld dat de neef waarschijnlijk de

opdracht gaf tot schieten. Het fatale schot kwam uit het vuurwapen van een particuliere

bewaker.

De verdachte werd op 4 juli 2012 vrijgesproken. De rechter oordeelde dat de man op 23

oktober in Maripaston geschoten had op een gouddelver ‘in de noodzakelijke verdediging

van een collega’. Volgens de rechter was er sprake geweest van een ‘ogenblikkelijke en

wederrechtelijke aanranding’ waartegen de bewaker heeft opgetreden, omdat het latere

slachtoffer met een hakbijl wilde inhakken op zijn collega. Op 23 oktober was een collega

Page 160: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 160

van de verdachte bij een rumoerige situatie in een gevecht verwikkeld met het latere

slachtoffer, dat met een hakbijl op hem wilde inhakken. Toen de verdachte dit zag, heeft hij

gericht geschoten op het slachtoffer, die dodelijk werd geraakt. Er waren op dat moment

geen andere beveiligingsambtenaren in de buurt. De rechter oordeelde dat het beroep op

noodweer terecht was.

Het Maripastongebied werd op 12 november 2012 weer getroffen door een

geweldsincident. Een man die bekend stond onder de naam ‘Barba’ stak een 50-jarige

Braziliaanse goudzoeker neer met een scherp voorwerp in de borst. Het slachtoffer belandde

in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo en overleefde de opgelopen verwondingen. De

dader vluchtte het bos in. De politie maakte bekend dat, om dergelijke incidenten in de

goudvelden in te dammen, een gemengde eenheid van ‘de gewapende machten’ extra

controle zou gaan uitoefenen in de goudvelden.

In reactie op dit incident liet de directeur van mijnbouwbedrijf NV Grassalco, Sergio

Akiemboto, via de Ware Tijd van zaterdag 17 november 2012 weten dat het bedrijf veel geld

uitgeeft om de rust in het gebied te behouden. Het bedrijf zou sinds januari 2012 anderhalf

miljoen Surinaamse dollar hiervoor hebben uitgegeven. Het gebied is het zorgenkindje van

Grassalco. De directeur wijt de incidenten met name aan ‘een paar heethoofden (lees:

criminelen die op de vlucht voor de politie zich in de bossen verschuilen) die zich

terugtrekken in het gebied’. Maar, Akiemboto wees ook de prostituees die ruzies en

vechtpartijen in het Maripastongebied zouden ontlokken, zo schreef de Ware Tijd. Het

gebied is verboden gebied voor die vrouwen.

Hij zei verder dat ook lokale bewoners soms aanleiding zijn voor problemen. Er waren

namelijk volgens Akiemboto bewoners die Brazilianen permissie gaven om in het gebied

goud te winnen. ‘Wanneer partijen zich niet aan afspraken houden, loopt het uit de hand.

We willen hier verandering in brengen door binnenkort schriftelijke werkafspraken te maken

met de bewoners’, aldus de Grassalco-directeur.

Ordening in Braziliaanse enclave Benzdorp

Ondanks alle problemen en tegenwerkingen ging de Commissie Ordening Goudsector

onvermoeibaar door met het ordenen van de goudsector in het Surinaamse binnenland.

Benzdorp werd vanaf 14 november 2012 het volgende ordeningsdoelwit van de commissie.

In augustus 2008 was deze Braziliaanse enclave al ‘geordend’ door de regering Venetiaan

met een zogenoemde Clean Sweep actie. Het leger en de politie veegden het dorp schoon,

namen goudzoekersmaterialen in beslag die vervolgens openbaar werden verkocht en die

door de eigenaren weer konden worden teruggekocht. Na de Clean Sweep actie was in

Benzdorp dan ook snel weer alles bij het oude. Teams van het Mijnbouw Service Center van

de Commissie Ordening Goud Sector bleven ongeveer tien dagen in het gebied om

goudzoekers te registeren. Benzdorp is een groot gebied met meerdere concessiehouders.

Page 161: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 161

Op 27 december 2011 blikte commissievoorzitter Gerold Dompig op televisie terug op onder

andere de ordening van Benzdorp in de STVS/SRS ochtendtalkshow ‘Mmanten Taki’: ‘De

ordening verliep rustig en naar tevredenheid. Maar, er moet nog veel in dit goudzoekersdorp

gebeuren. Zo zijn er ongeveer vijfentwintighonderd illegale Brazilianen aan het werk en die

moeten binnenkort een traject in gaan om gelegaliseerd te worden. Daarnaast zijn er

serieuze problemen, zoals de milieuverontreiniging door het gebruik van kwik, er is geen

elektriciteit en er is prostitutie. Het Bureau Openbare Gezondheidszorg en andere instanties

moeten in Benzdorp aan het werk om de leef- en werksituatie gezonder te maken.’

Dompig verklaarde verder in het televisieprogramma dat er in 2011 ruim tienduizend

goudzoekers door de commissie zijn geregistreerd. In totaal zouden er ongeveer

dertigduizend goudzoekers actief zijn. Naast goudzoekers heeft de commissie in 2011 zo’n

200 machinehouders geregistreerd.

Begin 2012 blijft er kritiek te horen op het functioneren van de Commissie Ordening

Goudsector. Commissielid Gerold Dompig reageert via De Ware Tijd van 13 februari 2012

geirriteerd op de aanhoudende kritiek. ‘Als er kritiek is, moet het gefundeerd zijn. Wij hebben

onze beloftes waargemaakt in 2011.’ Een van de kritikasters is het Assembleelid Ronny

Asabina: ‘Ik zeg niet dat er geen sucessen zijn geboekt. Mijn probleem is dat er weinig wordt

gecommuniceerd naar de samenleving toe, met name naar belanghebbenden toe. Als de

informatievoorziening tekort schiet, krijg je een angstcultuur. De ordening moet inhouden

dat gouddelvers in de legale sfeer worden gebracht, dat zij milieuvriendelijk te werk gaan,

naar de bank kunnen stappen om een bedrijfsrekening te openen en zich laten registreren bij

de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Zij moeten ook in staat zijn om een lening af te

sluiten bij de bank om hun investering te financieren. Prostitutie en kinderarbeid moeten

teruggedrongen worden. De jongens moeten uit de hosselcultuur worden gehaald om

gevestigd te worden als maatschappelijk verantwoorde ondernemers.’ De kritiek wordt door

Dompig weersproken: ‘Het is jammer dat Asabina nooit persoonlijk langs is geweest bij de

ordeningscommissie om zich te laten informeren.’

Maar, de vraag gesteld kan worden hoe open de commissie naar burgers, politici en

geïnteresseerden is. De commissie lijkt alleen via de media te reageren op incidenten en

problemen tijdens de ordening in het binnenland en op beschuldigingen vanuit de

goudsector en de Nationale Assemblee over bijvoorbeeld het functioneren van de

commissie.

Het Assembleelid Jessurun zei in het actualiteitenprogramma ‘To The Point’ van Apintie

Televisie op maandag 20 februari 2012 dat het onduidelijk is wat de goed betaalde leden van

de Commissie Ordening Goudsector doen. De politici in de Nationale Assemblee worden niet

tot nauwelijks door de commissie geïnformeerd. Maar ook minister Jim Hok van het

ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen bleek tijdens de begrotingsbehandeling in de

Nationale Assemblee in februari 2012 in onvoldoende mate vragen van politici over de

commissie te kunnen beantwoorden. Hij wordt kennelijk niet over alle werkzaamheden van

de commissie door de commissie geïnformeerd, was de conclusie van Jessurun. Hij liet in het

Page 162: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 162

programma ook weten dat de Commissie Ordening Goudsector nog nimmer rapporten of

verslagen over haar werkzaamheden heeft uitgebracht. ‘De commissie is slechts

verantwoording verschuldigd aan onze president’, aldus Jessurun in ‘To The Point’.

Om een reactie van de Commissie Ordening Goudsector te krijgen in verband met de

totstandkoming van dit boek, is voorzitter Gerold Dompig op 14 en 22 november en 15

december 2011 en op 22 januari 2012 benaderd. Om onduidelijke redenen bleef een reactie,

in welke vorm dan ook, uit. Wanneer je als commissie ervan overtuigd zou zijn je

werkzaamheden goed te verrichten, dan zou feitelijk niets in de weg hoeven te staan om te

reageren, vooral wanneer je wordt geïnformeerd dat een compleet hoofdstuk in een boek

over de kleinschalige goudwinning in Suriname zal gaan over deze commissie. Het uitblijven

van een reactie heeft tot gevolg gehad, dat voor informatie over de commissie en over haar

werkzaamheden gebruik moest worden gemaakt van openbare internetbronnen, de eigen

internetsite van de commissie, video’s, krantenarchieven en diverse rapporten.

Overigens blijken niet alle ontruimingsacties van de Commissie Ordening Goudsector

succesvol. Dat werd begin maart 2012 duidelijk toen de directeur van Stinasu, Frank

Kasantaroeno, aan de bel trok. Nog steeds bleken goudzoekers actief in het Brownsberg

Natuurpark. Tegenover de Times of Suriname verklaarde hij op 1 maart: ‘Het is de zoveelste

keer in de geschiedenis van Brownsberg, dat er illegale gouddelvers worden ontruimd.’

Volgens Kasantaroeno waren de goudzoekers door de Commissie Ordening Goudsector uit

het park verwijderd, maar zij keerden snel weer terug in het natuurgebied. ‘Je haalt ze weg,

maar na enkele maanden komen ze toch weer’, aldus Kasantaroeno. De Stinasu-directeur zag

als mogelijke oplossing het aanbieden van alternatieve werklocaties voor de ontruimde

porknokkers.

Een paar dagen na de uitlatingen van de directeur van Stinasu vond de voorzitter van het

beleidsteam van de Commissie Ordening Goudsector het tijd om de media te informeren

over de vorderingen van de commissie. Melvin Linscheer zei dat de gestelde doelen

ruimschoots waren behaald. Verder zei hij dat het overheidsgezag voor zeker tachtig procent

was hersteld in het binnenland en dat spoedig te Snesiekondre het eerste Mijnbouw Service

Center en de mijnbouwschool officieel in gebruik zouden worden genomen. Hij toonde zich

verrast over de tot dan toe iets meer dan 14.500 geregistreerde goudzoekers - 3.827

Surinamers en 10.849 buitenlanders.

De activiteiten van de ordeningscommissie zouden veel verder zijn gevorderd ware het niet

dat veel tijd en energie moest worden gestoken bij het oplossen van conflicten zoals in het

Merian-gebied en Maripaston, aldus Linscheer. Financieel gezien kan gesproken worden van

een succesvolle ordening. Door een financiële eenmalige bijdrage per lokale goudzoeker van

zevenhonderd Surinaamse dollars en van zeventienhonderd dollars per geregistreerde

buitenlandse goudzoeker, wordt een totale opbrengst van 21.1 miljoen Surinaamse dollars

verwacht.

In de maanden na maart 2012 wordt de laatste hand gelegd aan wetgeving die uiteindelijk

Page 163: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 163

door het parlement goedgekeurd moet worden. Er wordt een Mineralen Instituut en

Mineralen Autoriteit ontwikkeld, er komt een verbod op het gebruik van kwik en een

aanpassing van de Mijnbouwwet waardoor goudactiviteiten op rivieren wordt geregeld.

Verder wordt een campagne gevoerd om de kleinschalige goudzoeker bewust te maken van

milieuvriendelijke, efficiënte en kwikvrije winmethoden.

Weer ontruiming Brownsberg Natuurpark

De Commissie Ordening Goudsector was de illegale porknokkers in het Brownsberg

Natuurpark medio maart 2012 meer dan zat. Het aantal goudzoekers had een aantal van

tweeduizend bereikt. Gerold Dompig van de commissie, liet via De Ware Tijd van 15 maart

2012 weten het onacceptabel te vinden dat een natuurreservaat wordt vernietigd.

Volgens Dompig waren er meer dan veertig mijnen gegraven in het natuurpark. Een paar van

die mijnen bevonden zich vlakbij de weg naar Brownsberg en bij de Irene vallen, grote

toeristische trekpleisters. Het water in die kuilen was al vervuild door kwik en het

omliggende bos is kaalgekapt. ‘De illegale gouddelvers moeten zich heel erg schamen voor de

schade die ze hebben aangericht aan het reservaat. Het is zeer teleurstellend dat tribalen hun

eigen leefgebied vernietigen’, aldus een geirriteerde Dompig. Er zouden zelfs Braziliaanse

prostituees in het natuurpark aan het werk zijn.

Woordvoerder James Finisie van de illegale porknokkers reageerde dreigend op de

voorgenomen ontruiming. Hij beweerde dat de mensen van de dorpen dan in opstand

zouden komen, omdat zij met de goudwinning hun brood verdienen. Volgens Finisie wilden

de porknokkers in dialoog om tot een oplossing te komen.

Maar, een dialoog ging er als het aan Dompig lag, niet komen. ‘Er is helemaal geen ruimte nu

voor overleg, ze moeten uit het reservaat vertrekken. Goudwinning in een reservaat, kan

absoluut niet door de beugel.’ Een paar dagen eerder was bekend geworden dat de

natuurbeschermingsorganisatie Stinasu, beheer van het natuurgebied, in de persoon van

haar directeur Frans Kasantaroeno, de illegale goudzoekers toestemming had gegeven om

maar liefst vier maanden te mijnen in het natuurgebied in ruil voor goud. Natuurlijk

ontkende Kasantaroeno goud te hebben ontvangen. Maar, porknokkers waren in het bezit

van kwitanties met stempels van Stinasu met een waarde van ongeveer vijftig gram goud,

wat neerkwam op een bedrag van ongeveer tienduizend Surinaamse dollars.

Het was de zoveelste keer dat duidelijk werd dat Stinasu en haar directeur hun taken om de

Surinaamse biodiversiteit te beschermen, niet serieus namen.

Het is jammer te moeten constateren dat in Suriname kennelijk foto's verantwoordelijken

moeten wakker schudden..... Al jaren achtereen zijn illegale porknokkers actief in het

Brownsberg Natuurpark. Al jaren achtereen hebben de autoriteiten niet opgetreden. Het

WWF Guianas presenteerde op 19 maart 2012 een fotoverslag van de illegale en

vernietigende goudwinningsactiviteiten van porknokkers in het Brownsberg Natuurpark.

Een eerste exemplaar werd overhandigd aan Gerold Dompig van de Commissie Ordening

Page 164: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 164

Goudsector. Stinasu was niet door het WWF Guianas uitgenodigd. Overigens maakte het

WWF bekend dat de geldkraan naar Stinasu wordt dichtgedraaid. De internationale

milieuorganisatie liet overduidelijk blijken Stinasu meer dan zat te zijn.

De minister van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB), Simon Martosatiman,

reageerde ontstemd op de berichten. ‘Er is duidelijk iets behoorlijk mis. De consequentie is

dat iemand daar niet op zijn plek zit en zal moeten opstappen.’ Hij erkende zelfs te weten

dat er goudzoekers waren in het gebied, maar dacht dat het zou gaan om ongeveer twee of

drie locaties. Toen het WWF een week terug hem het rapport onder de neus duwde, viel de

minister bijna van zijn stoel toen het om ongeveer vijftig locaties bleek te gaan. Hij wist dus

ervan, maar trad niet op.

Datzelfde kon gezegd worden van de Commissie Ordening Goudsector. Gerold Dompig en

Melvin Linscheer van die commissie wisten absoluut dat porknokkers in het natuurgebied de

boel aan het vernietigen waren, maar ook zij bleven op hun stoel zitten. Medio maart 2012,

gedwongen door de onthullende foto's van het WWF, zouden de porknokkers uit het

Brownsberg Natuurpark verwijderd gaan worden - vrijwillig, aldus Dompig.....

Het verslag kwam op een moment dat de directeur van de St. Natuurbehoud Suriname

(Stinasu), Frans Kasantaroeno, in opspraak was.

Mogelijk zou het op 19 maart 2012 gepresenteerde fotoverslag van het WWF Guianas als

zijdelings effect gaan krijgen, dat Stinasu zou worden opgeheven of een andere invulling zou

gaan krijgen en dat haar directeur onmiddellijk zou worden ontheven uit zijn functie. Als

Page 165: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 165

beheerder van het Brownsberg Natuurpark, een toeristische trekpleister en een gebied met

een unieke en bijzondere biodiversiteit, had Kasantaroeno dit park moeten beschermen en

niet voor grote delen uit handen moeten geven aan kleinschalige goudzoekers.

Kasantaroeno werd op 17 april 2012 door de politie gearresteerd. Eerder was ook al de

beheerder van het Brownsberg Natuurpark, ene ‘Paul K.’, opgepakt.

Hoe serieus beschermt de Surinaamse regering de unieke biodiversiteit van het land?

Neen, een initiatiefwet amnestie - op 19 maart in de Nationale Assemblee ingediend - was

even iets belangrijker. Moordenaars worden mogelijk onschendbaar en de natuur mag

ongehinderd door ongeveer tweeduizend porknokkers en gadegeslagen door de organisatie

die die natuur zou moeten beschermen en door de verantwoordelijke minister en de

Commissie Ordening Goudsector vernietigd worden.

Ontruiming illegale porknokkers uit IAmGold-gebied

De Cmmissie Ordening Goudsector werd op 23 april 2012 belast met de ontruiming van

illegale goudzoekers in de industriële zone van IAmGold. Dit gebeurde in opdracht van het

Openbaar Ministerie. Volgens Gerold Dompig van de commissie deed het Canadese bedrijf

aangifte, nadat ontdekt was dat porknokkers aan het werk waren in de zogenoemde

industriële zone van het bedrijf. 'We moesten meteen ingrijpen, omdat in de industriële

zone veel explosieven gebruikt worden. Met hun aanwezigheid creëren de porknokkers

vooral voor zichzelf een enorm gevaar', zo liet Dompig weten via Starnieuws. Hij benadrukte

dat het niet ging om geregistreerde goudzoekers uit Nieuw Koffiekamp, maar vooral om

jongeren die zich nergens bij aan willen sluiten.

Nieuwe strategie voor Brownsberg Natuurpark

Het Brownsberg Natuurpark bleek, ondanks de ontruiming eind maart 2012, nog steeds in

trek te zijn bij illegale porknokkers, ondanks een verbod. Om de toestroom van kleinschalige

goudzoekers te voorkomen, ging de Commissie Ordening Goudsector over tot het toepassen

van een nieuwe strategie. Een mobiele unit, bemenst met een aantal personen, moet erop

gaan toezien dat er geen nieuwe machines het Brownsberg Natuurpark binnen kunnen

worden gebracht. Dit werd op 24 april 2012 bekendgemaakt via De Ware Tijd door de

voorzitter van het Managementteam van de Commissie Ordening Goudsector Gerold

Dompig. Volgens hem werden bij de laatste ontruiming op 23 april 2012, drie personen door

de politie opgebracht voor verhoor, terwijl een aantal machines in beslag werd genomen.

‘Het is lastig om als bewaker van het park op te treden, maar je kan het park ook niet

onbeheerd achterlaten, anders is het dweilen met de kraan open. Binnen een maand is het

dan weer vol’, aldus Dompig.

Page 166: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 166

Biomedische pas

De Commissie Ordening Goudsector startte in de tweede week van juli 2012 met het

verstrekken van legitimatiebewijzen aan alle geregistreerde goudzoekers. Volgens Gerold

Dompig van de commissie vormt het pasjessysteem een belangrijk onderdeel van de

herstructurering van de goudsector. Het gaat om ID- kaarten, waarop alle biomedische

gegevens van de houder, zoals vingerafdrukken, zijn opgenomen. Het pasjessysteem is een

kostbare, maar noodzakelijke, operatie geweest. De software kostte rond de 200.000

Surinaamse dollars.

De ID-kaarten hebben een watervast laminaat laagje met ingebouwde chip, met de

persoonsinformatie van de goudzoeker. De beveiliging van de chip was nodig om te

voorkomen dat de gegevens gemakkelijk gekopieerd kunnen worden voor fraudegevoelige

handelingen. De chip registreert alle bewegingen van de kaarthouder, waardoor de

verantwoordelijke instanties exact kunnen weten in welke mijn een goudzoeker zich bevindt.

Vanwege de hoge kosten van de operatie wordt eenmalig een bedrag van SRD 700 voor

lokale goudzoekers in rekening worden gebracht. De buitenlandse goudzoekers zullen SRD

1700 moeten betalen voor hun pas.

De eerste mijnbouwpas voor goudzoekers werd pas op vrijdag 7 september 2012 door

Dompig overhandigd aan een Braziliaanse goudzoeker uit het Meriangebied. De Commissie

Ordening Goudsector was twee maanden eerder begonnen met de tweede registratiefase

waarbij goudzoekers in aanmerking komen voor de pas. Volgens Dompig liet de pas iets

langer op zich wachten vanwege technische problemen en problemen met de stroom- en

internetvoorziening. ‘Wij konden geen vingerafdrukken naar Paramaribo sturen voor onze

database. Maar gelukkig zijn de problemen al opgelost’, zo zei Dompig tegenover de Times

of Suriname van 8 september. Maar, volgens die krant, waren er slechts tien pasjes gereed

die spoedig verstrekt zouden worden. Volgens Dompig gaat om een zeer moderne pas

waarin een chip is verwerkt. De chip beschikt over data van de goudzoeker zoals de

vingerafdruk. Hierdoor zou het volgens de commissie onmogelijk zijn het pasje te vervalsen.

Het verstrekken van de pasjes verliep stroef, omdat volgens Dompig de meeste goudzoekers

niet vaak cash op zak hebben om de 700 Surinaamse dollar te betalen voor de aanschaf. ‘De

goudzoekers lopen meestal rond met goud waarmee zij hun betalingen verrichten en wij

accepteren geen goud’, aldus Dompig. De pas heeft voor zowel de overheid als de

goudzoeker voordelen. Met de pas wordt een goudzoeker gekoppeld aan het

belastingsysteem van de overheid, mag de goudzoeker werken in de goudsector en wordt hij

lid van de School of Mining. Als lid van de School of Mining kan de goudzoeker gratis

trainingen volgen die verzorgd zullen worden door de Commissie Ordening Goudsector.

Dompig benadrukte dat mensen met een criminele achtergrond niet in aanmerking komen

voor een pas. Dufal Baocao da Silva, die als eerste in aanmerking kwam voor de pas, was al

twintig jaar werkzaam als goudzoeker in Suriname. Volgens Dompig heeft deze man in

Page 167: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 167

verschillende gebieden binnen Suriname naar goud gezocht. De tweede pas ging naar een

Paramacaner.

Nadat op 7 september 2012 de eerste biomedische pas aan een goudzoeker werd

overhandigd, werd al snel duidelijk dat de meeste porknokkers en garimpeiros niet zitten te

springen om een dergelijke pas.

Duval Da Silva is de eerste goudzoeker die een biomedische pas in ontvangst mocht nemen.

Twee maanden later moest Gerold Dompig erkennen dat de verstrekking van de

identiteitspas een ‘klein onderdeel’ was in vergelijking met het andere werk dat zijn

commissie moet verzetten. Hij bleek niet eens te weten hoeveel pasjes inmiddels waren

verstrekt. ‘Het zou belachelijk zijn als ik bij moest houden hoeveel van die pasjes al verstrekt

zijn’, zo zei hij in de Ware Tijd van 9 november 2012. Voor verdere informatie verwees

Dompig de krant naar zijn secretaresse, maar die hield zich na drie dagen niet aan de belofte

terug te bellen. De krant trok naar het Brownsberggebied om zelf van goudzoekers te horen

wat zij van die pas vonden. ‘Ik heb wel een pas gekregen, maar dat is meer een mooi boi

ding', aldus porknokker Stanley op de Brownsberg, een beschermd natuurgebied, waar

Page 168: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 168

mijnen op zich toch verboden zou moeten zijn. ‘Niemand controleert het’, vervolgde hij.

Stanley was de enige die een of ander pasje bezat. Alle andere goudzoekers die de Ware Tijd

sprak hadden het niet. Of hij echter dezelfde mijnbouwpas bedoelde als die de Commissie

Ordening Goudsector verstrekte, was te betwijfelen. ‘Ik heb wel een kaart gehad, maar die

was om een bijdrage te leveren aan onderhoud van het natuurreservaat.’

Ook 'het Brownsweg-initiatief' dat Dompig aankondigde bleek niet echt bekend te zijn onder

de goudzoekers. ‘We zouden een plek toegewezen krijgen buiten het natuurpark, maar daar

is nooit iets van terechtgekomen. Als we weer weggestuurd worden, moet er een alternatief

geboden worden’, was de algemene reactie van diverse illegale goudzoekers in het

natuurgebied.

Pas leidt tot spanningen

De mijnbouwpas bleek te leiden tot spanningen in het binnenland tussen marrons en

Brazilianen. Het ABOP-Assembleelid Walther Bonjaski (Algemene Bevrijdings- en

Ontwikkelingspartij) maakte dat bekend op 20 november 2012 tijdens de behandeling van

de Begroting 2013 in het parlement. ‘Er gebeuren rare dingen in het binnenland’, zei

Bonjaski. Volgens de politicus voelden de Brazilianen zich heer en meester op de

goudvelden, omdat ze beschermd worden. ‘Dit superieur gevoel is ook versterkt door de

pasjes die aan hen zijn verstrekt door de goudordeningscommissie. De Braziliaanse

garimpeiros denken dat ze met de pas op alle goudvelden van het binnenland kunnen

graven, tot zelfs dichtbij de dorpen. Dit roept confrontaties op tussen dorpskapiteins en

basja’s enerzijds en de Braziliaanse goudzoekers anderzijds. Het brengt spanningen, die elk

moment kunnen leiden tot een explosieve situatie’, aldus Bonjaski.

‘Terwijl de Braziliaanse garimpeiros wel aan hun trekken komen, worden de marrons door

de Commissie Ordening Goudsector geweerd op de goudvelden.’ De Surinaamse

gouddelvers wachten volgens de politicus te lang op de commissie om een plek toegewezen

te krijgen. De goudzoekers van Meriamkondre en de Makamboa-groep van Nieuw

Koffiekamp hadden nog steeds geen terrein om op te werken. Het DNA-lid wees er op dat de

marron goudzoekers zich juist met het oog op de ordening gebundeld hadden om samen

met de commissie de goudsector ter hand te nemen. ‘De inspraak van het binnenland in het

ordeningsbeleid is ondanks de afspraak echter nooit verwezenlijkt’, zo sprak Bonjaski.

Stagiaires betalen om een baté te mogen draaien.....

Een week na de introductie in de media van de zogenoemde ‘biomedische pas’, kwamen er

eindelijk krachtige woorden van Gerold Dompig als het gaat om de aanpak van illegale

goudzoekers in het binnenland. ‘De tijd van praten is voorbij, nu gaan wij harde maatregelen

treffen tegen illegale goudzoekers langs de openbare weg.’ Dat waren woorden van de

voorzitter van de Commissie Ordening Goudsector in de Times of Suriname van 19 juli 2012.

Volgens Dompig is de emmer overgelopen en is het tijd geworden voor actie. Hiermee

Page 169: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 169

bedoelde hij dat de commissie samen met het Korps Politie Suriname in overleg met het

Openbaar Ministerie overgaat tot inbeslagname van spullen en aanhouding van goudzoekers

die zich niet houden aan de regels. De commissie moet constant op pad met het Quick

Response Team naar het Brownsberg Natuurpark en gebieden zoals Wittikreek, Kriki Neygi

en 106 waar goudzoekers langs de weg kraters graven om goud te zoeken. Woensdag 18 juli

2012 werd het beleidsbesluit uiteindelijk genomen om hard op te gaan treden tegen deze

goudzoekers.

‘De mensen die ver van de weg opereren, hebben wij even met rust gelaten, maar alle

mensen die langs de weg opereren, kunnen verwachten dat wij niet meer komen praten,

maar we gaan doen.’ De situatie is zodanig verergerd dat goudzoekers zelfs een soort

toeristische trekpleister hebben gevormd. Toeristen en stagiaires komen met bussen naar de

gebieden en kopen een emmer voor een paar honderd Surinaamse dollar om een baté te

mogen draaien. ‘Ik bedoel van laten we ophouden met dit soort zaken’, stelt Dompig.

Hij vindt overigens wel dat de goudzoekers creatief bezig zijn om aan geld te komen, maar

het moet gebeuren op een legaal verantwoorde wijze. ‘Als men wet en recht gerespecteerd

wil hebben, moet men serieuzer gaan worden in dit land, want de Surinaamse wetten

gelden voor eenieder in dit land, het maakt niet uit vanwaar je komt’, aldus Dompig.

Berg en Dal

De commissie kon in de derde week van augustus 2012 plotseling aan het werk bij het

bekende toeristische ecoressort Berg en Dal. De Times of Suriname vernam van Gerold dat

hij een melding had ontvangen dat lokale bewoners toestemming hadden gegeven aan een

groep Brazilianen om goud te winnen in het gebied. De commissie zond meteen haar

zogenoemde Quick Response Team, bestaande uit politieagenten en militairen, naar Berg en

Dal om de zaak in ogenschouw te nemen. Het team trof inderdaad illegale Brazilianen aan.

De autoriteiten waren genoodzaakt om meteen in te grijpen en de werkzaamheden stop te

zetten, zo meldde de krant. Volgens Dompig werd bij deze actie een aantal aanhoudingen

verricht, omdat het ging om illegale Brazilianen. Aan de goudzoekers werd gevraagd het

gebied te verlaten.

Dit optreden van de commissie was daadkrachtig, maar om vervolgens – aldus zo berichtte

de krant – de illegale garimpeiros te ‘vragen’ het gebied te verlaten toont niet echt

hardhandig optreden van de commissie.

Om haar werk beter te doen heeft de Commissie Ordening Goudsector in 2013 meer geld

nodig. In de ontwerpbegroting 2013 van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen is ruim

SRD 26 miljoen hiervoor uitgetrokken.

Vergeleken met 2012 betekent dat een stijging van ruim SRD 9,5 miljoen, zo berichtte de

Times of Suriname vrijdag 5 oktober 2012. Deze toename zou te wijten zijn aan de

uitbreiding van het taakgebied van de commissie.

Page 170: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 170

Gerold Dompig, voorzitter van COG, lichtte in een gesprek met de krant toe wat de

groeiposten voor 2013 zijn. Volgens Dompig heeft de COG ruim 30% meer personeel nodig

vanwege het feit dat er een aantal zogenoemde afsluitposten op diverse locaties zijn

neergezet zoals te Anapaike, bij het stuwmeer, Sarakreek en in het Tapajai-gebied.

Daarnaast wordt het personeel tien dagen in de gebieden gedetacheerd, waarna het wordt

afgelost door collega’s. Volgens Dompig heeft de commissie een strategie dat ze haar

personeel niet te lang op een post laat. ‘Dit doen wij om corruptie tegen te gaan, want als

men te lang op een post blijft, kan corruptie de zaak verzieken, vandaar dat er sprake is van

meer personeel. Het personeel verwacht natuurlijk ook salarissen en toelagen die bij komen

kijken. Ook zal ervoor worden gezorgd dat het personeel regelmatig wordt getraind en

bijgeschoold.’

Naast het personeel behoren materiële kosten tot de uitgaven waarmee rekening gehouden

moet worden. Alle posten moeten voorzien worden van brandstof voor het rollend

materieel en de generatoren in de gebieden waar er geen elektriciteit is. Ook moet er voor

gezorgd worden dat er voldoende voeding is voor het personeel. ‘Een deel van de materiële

kosten gaat naar het onderhoud van gebouwen en terreinen, onderhoud van voertuigen,

binnenlandse reizen en verblijfkosten, uitrusting voor het beveiligingspersoneel, huur van

heavy equipement en ook de bouw van een Mijnbouw Service Centre in nieuwe locaties

zoals Anapaike en stuwmeer’, aldus Dompig in de krant.

Een ander aspect is de aanschaf van rollend en varend materieel in verband met controles

op goudwinning op alle rivieren en het stuwmeer. Het rollend materieel zal gebruikt worden

voor het bereiken van de goudvelden. Volgens Dompig is het belangrijk om te weten dat het

grootse deel van het geld gestopt wordt in de transfusie van de COG en de Geologische

Mijnbouwkundige Dienst tot een mijnbouwautoriteit. Hiervoor komt er een aantal kosten bij

zoals het maken van rapporten, betaling van een consultant en het opzetten van een goed

plan.

‘Om zaken goed te laten lopen, moeten wij veel uitgeven.’ Dompig zegt nog niet te weten

wanneer het zover is dat de COG en GMD zullen samensmelten. ‘Wij streven ernaar dit rond

eind december 2013 uiteindelijk te realiseren.’

Belasting innen bij goudzoekers blijkt haast onmogelijk

Dankzij het op 3 oktober 2012 uitgebracht zogenoemde landenrapport van het

Internationaal Monetair Fonds (IMF) werd duidelijk dat de Belastingdienst grote moeite had

met het innen van belastinggelden bij de kleinschalige goudzoekers in het binnenland.

Op pagina tien van het hoofdstuk Suriname van dit rapport is het volgende te lezen:

‘(…) The authorities are also aiming at boosting tax collections from the informal gold

sector. So far, progress in collecting a fairer share of revenue from the growing informal gold

sector has been slow. The authorities explained that their work in this area had been

hampered by the lack of adequate administrative capacity and the inaccessibility of the

Page 171: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 171

regions where informal mining is taking place. Staff encouraged them to pass legislation that

would enable them to increase collections from the informal gold sector through higher

license fees or other presumptive taxation schemes. (…)’

Het IMF stelde voor om vooraf belasting te innen, maar dat zag de Belastingdienst niet

zitten. De goudzoekers zelf zouden er weinig voor voelen. ‘Omdat als zij een maand niets

vinden, ze niet kunnen betalen. Het levert problemen op bij de inning’, aldus

commissievoorzitter Gerold Dompig in De Ware Tijd van 9 oktober 2012. Een probleem is

ook het vooraf berekenen hoeveel belasting iemand moet betalen. Dat kan per gouddelver

verschillen. en nog groter probleem is de uitvoeringscapaciteit bij de Belastingdienst. ‘Dat is

teleurstellend. Ook is het jammer dat Suriname geen fiscale opsporingsdienst heeft’, aldus

Dompig. Zijn commissie zette de afgelopen twee jaar op registratie van goudzoekers in,

zodat de overheid inzicht kon krijgen in wie waar aan het werk is in het binnenland. Ook was

voorgesteld om belasting te innen bij de goudopkopers in Paramaribo. De belastingdienst

heeft inmiddels een wetsvoorstel gemaakt om goudzoekers aan te slaan als ze hun vondsten

aanbieden bij de opkopers. ‘Het ligt nu bij de regeerders’, aldus Dompig. Volgens hem wil

belastingen de tarieven optrekken, omdat ze de laagste van de regio zouden zijn.

Goudzoekers in Guyana zijn volgens Dompig ongeveer acht procent van hun omzet aan

belasting kwijt, in Frans-Guyana ligt dat op 8,5 procent, terwijl een Suri-naamse porknokker

slechts drie tot vier procent zou betalent. Er zijn twaalf goudopkopers in Suriname aan wie

goudzoekers het wettelijk verplicht zijn hun productie te verkopen.

Het welhaast letterlijk met de pet rondgaan in het uitgestrekte binnenland om cash

belastinggeld te kunnen innen bij de ongeveer 30.000 goudzoekers zou hierdoor niet meer

nodig zijn. Maar de wetgeving ontbreekt. Er lag anno oktober 2012 wel een voorstel klaar.

Het is duidelijk dat de commissie zich heeft verkeken op dit aspect binnen haar

ordeningswerkzaamheden. Mogelijk gingen Dompig en andere leden van de commissie er te

gemakkelijk vanuit dat het innen van belastinggelden bij de goudzoekers eenvoudiger zou

zijn. Het is opmerkelijk dat Surinamers via het IMF moesten vernemen dat de Belastingdienst

grote moeite heeft om belastingen te innen bij goudzoekers. De commissie bracht alleen

zelf, volgens haar positief, nieuws naar buiten.

Ordening in Sarakreekgebied

De Commissie Ordening Goudsector trok de eerste week van november 2012 naar het

Sarakreekgebied om toe te zien op de naleving van de Mijnbouwwet. De commissie

beschikte onder andere over verkregen informatie dat kapiteins gelden inden en daardoor

vervuiling van hun gebied door goudwinning toestonden.

Dompig noemde het probleem in het Sarakreekgebied een complexe materie. De dorpen

Lebidoti, Bakoe en Sarakreek klaagden al langere tijd over vervuild water. Om hun

Page 172: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 172

klaagzangen kracht bij te zetten werd een aantal keren de vaargeul van de Sarakreek

geblokkeerd. Dit deden zij echter vooral uit onvrede over het feit dat zij zelf geen goud

konden delven in het gebied. De concessiehouders die over mijnbouwrechten beschikten in

het gebied konden door de blokkade niet naar hun concessie. ‘Je mag het recht niet in eigen

handen nemen’, waarschuwde Dompig. Volgens hem hadden de bewoners een door hen zelf

veroorzaakt drinkwaterprobleem. Door gebrekkig onderhoud was namelijk de

waterinstallatie defect geraakt.

‘De vervuiling doet zich al jaren voor. Als we opruimen moeten we alles opruimen. Een deel

van Lebidoti is niet eerlijk. De dorpelingen hebben in ruil voor goudpercentages en vaten

met olie de vervuiling toegestaan’, beweerde Dompig stellig. De problemen in het gebied

waren, aldus Dompig, niet eens ontstaan door vervuiling, maar door het weigeren van

bewoners om te betalen voor het goudwinnen. ‘Gouddelvers die geen percentage van hun

goudopbrengst willen overdragen, mogen niet mijnen in een gebied waar er

mijnbouwrechten gelden.’ Dompig waarschuwde de dorpelingen om het probleem van

vervuild water in het gebied niet op een lijn te plaatsen met de aanwezigheid van illegale

goudzoekers in het Sarakreekgebied.

De concessie in het Sarakreekgebied behoorde aan de ondernemer Lie Paw San. Hij bleek

echter zijn mijnbouwrechten verkocht te hebben aan iemand anders en die persoon wilde

geen goudzoekers die niet willen betalen.

Volgens Dompig waren de bewoners zelf de oorzaak van de al jaren voortslepende

vervuiling. De goudzoekers in het Sarakreekgebied loosden het water van de

goudwinningactiviteiten in de kreek. In dat gebied ging het volgens Dompig om tussen de

2.000 en 3.000 goudzoekers. De vervuiling is door de Commissie Ordening Goudsector

vastgelegd op tweehonderd foto's die via een vlucht over het gebied zijn gemaakt.

Politicus Asabina geeft commissie en regering flinke veeg uit de pan

Page 173: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 173

Het BEP-Assembleelid Ronny Asabina (partij voor Broederschap en Eenheid in de Politiek) uit

Brokopondo gaf de regering en de Commissie Ordening Goudsector een veeg uit de pan voor

de wijze waarop zij bezig zijn met de ordening van de goudsector. Hij zei dat tijdens de

Algemene Politieke Beschouwingen, vooruitlopend op de behandeling van de Begroting

2013, in de Nationale Assemblee op donderdag 9 november 2012.

Asabina, een van de weinigen onder de Assembleeleden die zich met regelmaat uitspreekt

over de ontwikkelingen in de kleinschalige goudwinning in het binnenland, schilderde de

goudsector in het binnenland af als een wereld die in stand wordt gehouden door een

samenspel van politiek en maffiapraktijken. ‘De sector wordt gekenmerkt door inhalige

elites, waartoe volksvertegenwoordigers, mensen op strategische posities in dit land of hun

sociale omgeving behoren. De ordening wordt overheerst of gekenmerkt door angst van

allerlei aard’, aldus de politicus.

De goudsector in het binnenland wordt steeds aantrekkelijker voor Aziaten (Chinezen), die

met toestemming van Surinaamse concessiehouders exploitatietechnieken toepassen die

niet in goede aarde vallen bij de tribale gemeenschappen.

‘Het is triest en zorgwekkend te zien wat thans plaatsvindt in de goudsector. Dit is een

Aziatische invasie. U moet na een jaar de balans opmaken hoeveel goud officieel is

geëxporteerd. En als u de balans opmaakt, moet u eerlijk en helder de samenleving

informeren of illegaal uitvoer van goud is toegenomen’, zei Asabina tijdens zijn betoog die

van zowel oppositie als coalitie de aandacht trok. Ook president Desi Bouterse, die de hele

vergadering bijwoonde, toonde interesse voor het betoog van Asabina, zo meldde de Times

of Suriname woensdag 14 november 2012.

‘De Mijnbouwwet voorziet niet in het verhuren of verhandelen van concessies, allemaal

zaken die schering en inslag zijn in deze sector. Het is triest om te zien hoe Surinamers in de

rij staan om onze rijkdommen te vervreemden’, ging Asabina verder.

Waar Asabina naar uitkeek, is het plan waarmee de Commissie Ordening Goudsector (COG)

te werk gaat in het binnenland. Zowel hij als andere parlementariërs uit Brokopondo waren

niet tevreden over de wijze waarop de ordening plaatsvond. De commissie wekte bij hem

steeds meer de indruk een organisatie te zijn die goudrijke gebieden afpakt van de

kleinschalige goudzoekers namens regeringsgezinde elitaire groepen.

‘In geval de ordening goed en serieus wordt genomen, ben ik zeker ervan overtuigd dat wij

uiteindelijk zullen komen tot een lijst van schaamte. Ik heb het over invloedrijke mensen in

de sociale en zakelijke omgeving van functionarissen op strategische posities in dit land. De

kritiek of angst is dat ordening een excuus wordt voor het afpakken van mijnbouwrijke

gebieden door een elite groep van mensen.’

Hieronder het tekstdeel over de goudsector uit de bijdrage van Asabina aan de Algemene

Politieke Beschouwingen, uitgesproken in De Nationale Assemblee op 9 november 2012:

‘(...) De sector wordt gekenmerkt door inhalige elites, waartoe volkvertegenwoordigers,

mensen op strategische posities in dit land of hun sociale omgeving. De ordening wordt

Page 174: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 174

overheerst of gekenmerkt door angst van allerlei aard. De sector is kapitaalintensief, met een

ruime toeleveringsketen. Wij vragen aandacht voor een integrale aanpak bij de ordening. De

vijf peilers dienen te zijn illegaliteit, veiligheid, gezondheid, milieu en als laatste

belastingnheffing en –inning. Regering, u slaat de plank totaal mis met de wijze waarop en

de mate waarin u de sector denkt te ordenen. U kunt zo een immense sector, die het

vlaggenschip is van onze economie, niet ordenen zonder een plan. Met de huidige

Mijnbouwwet in de hand bent u in staat de sector in belangrijke mate te ordenen. De

Mijnbouwwet voorziet niet in het mijnen van goud op de bodem van rivieren. De

Mijnbouwwet voorziet niet in het verhuren of verhandelen van concessies, allemaal zaken die

schering en inslag zijn in deze sector. Het is triest om te zien hoe Surinamers in de rij staan

om onze rijkdommen te vervreemden

In geval de ordening goed en serieus wordt genomen, ben ik zeker ervan overtuigd dat wij

uiteindelijk zullen komen tot een lijst van schaamte. Ik heb het over invloedrijke mensen, in

de sociale en zakelijke omgeving van functionarissen op strategische positie in dit land. De

kritiek of angst is dat ordening een excuus wordt voor het afpakken van mijnbouwrijke

gebieden door een elite groep van mensen. Vreemd genoeg merken wij dat de Commissie

Ordening Goudsector een ‘Go-fast boot’ heeft geschonken aan de politie van Nickerie. Wij

weten niet of wij hieruit moeten destilleren dat de commissie zelfstandig inkomsten mag

genereren.

Het is triest en zorgwekkend te zien wat thans plaatsvindt in de goudsector. Een Aziatische

invasie. U moet na een jaar de balans opmaken hoeveel goud officieel is geëxporteerd. En als

u de balans opmaakt moet u eerlijk en helder aan de samenleving informeren of illegale

uitvoer van goud is toegenomen. En zoals u weet zal als gevolg hiervan de overheid veel

inkomsten mislopen. Het goud zal verdwijnen in de zakken van de buitenlandse speculanten

en gelukzoekers en hun trawanten. Hoe kunt u deze ontwikkelingen toelaten als er geen

sprake is van regulering van de mijnbouw. De rijkdom, verkregen uit de exploitatie van de

natuurlijke hulpbronnen van het land, behoort aan het land en de burgers toe. Om draagvlak

voor de ordening te krijgen moet transparantie en voorspelbaarheid van beleid, maar ook de

actieve betrokkenheid van de sector in de ordening gegarandeerd zijn. Ook een plan. (...)’

Het betoog van Asabina had tot gevolg dat hij door president Desi Bouterse werd

uitgenodigd voor een gesprek over de ordening van de goudsector. De president toonde zich

bereid om de bevindingen van de parlementariër aan te horen over de ordening. In de

openbare vergadering van de Nationale Assemblee van 14 november 2012, zei Bouterse dat

hij Asabina uitnodigt voor een onderhoud. Bouterse verdedigde die dag in De Nationale

Assemblee de verdiensten van de commissie Ordening Goudsector. Hij legde uit waarom het

instellen van deze commissie in december 2010 door de regering noodzakelijk was. Ruim

3.000 kleine goudzoekers die al dan niet illegaal opereerden, zouden inmiddels een andere

locatie gekregen hebben om toch nog aan goudwinning te kunnen doen, zo zei de president.

Door de Commissie Ordening Goudsector was meer dan 50.000 vierkante kilometer bezocht

en geordend, het wettig gezag is hersteld. Volgens Bouterse heeft door de ordening de staat

Page 175: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 175

enorme financiële inkomsten veilig gesteld. Hij zei verder dat de regering alles ingezet heeft

om de ordening succesvol te laten zijn. Er is een goed beeld gekregen van hoe de sector eruit

ziet maar ook wie de verschillende actoren zijn. Bouterse zei, reagerend op vragen van de

Nieuw Front oppositie, dat er twee jaar terug niet gesproken kon worden van een

goudsector, omdat er geen wettig gezag aanwezig was in de goudvelden. Die delen van het

land konden niet eens worden bezocht, omdat er een zeker mate van criminaliteit aanwezig

was. Dat kwam door de maatregelen die in het buurland Frans-Guyana zijn genomen tegen

illegale gouddelvers, die dan in de goudvelden van Suriname een veilig onderkomen vonden.

Volgens Bouterse werden er toen ook nog hand- en spandiensten verleend om die illegalen

criminelen ongestraft te laten vrij lopen. De president benadrukte dat de Commissie

Ordening Goudsector geen andere bevoegdheden heeft dan de ordening. De commissie mag

en heft ook geen belastingen. Zij verleent ook geen concessierechten en is ook niet bevoegd

deze in te trekken. Hij deelde het parlement mee dat de regering een Goudwet zal indienen

bij het het parlement waarin ook deze verantwoordelijkheden duidelijk zijn omschreven.

Kritiek uit de Nationale Assemblee op functioneren commissie zwelt aan

Assembleelid Asabina bleek plotseling tijdens de behandeling van de Begroting 2013 in de

Nationale Assemblee geen roepende meer in de woestijn te zijn met zijn kritiek op de

Commissie Ordening Goudsector. Vrijwel alle parlementariërs, zowel uit de coalitie als de

oppositie, die tijdens de begrotingsdebatten over de ordening van de goudsector spraken,

maakten melding van belangenverstrengeling, verborgen agenda’s en willekeur van de

commissie. ‘Ik doe een beroep op de regering om de ordening van deze sector grondig te

evalueren’, zei het ABOP-Assembleelid Walter Bonjaski 20 november 2012 in het parlement.

Eerder hadden al zijn partijgenoten Marinus Bee en Ronnie Brunswijk en Ronny Asabina

president Desi Bouterse opgeroepen om een vinger aan de pols te houden.

Volgens Bonjaski heerste er een zeer gespannen situatie op de goudvelden tussen

Brazilianen en binnenlandbewoners en daar hield hij de Commissie Ordening Goudsector

voor een groot deel verantwoordelijk voor. ‘De Brazilianen denken dat ze alles mogen doen

met hun goudpasjes.’ Hij deed een beroep op de regering om de commissie eens goed tegen

het licht te houden. Asabina zou ‘harde bewijzen’ hebben dat de commissie onder andere

specifieke belangen zou behartigen.

VHP-politicus Mahinder Jogi zei informatie te hebben dat een hoge regeringsfunctionaris

een recreatieoord aan het opzetten zou zijn in Maripastongebied, een gebied met een roerig

recent verleden.

Page 176: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 176

Dompig erkent eigen failliet van Commissie Ordening Goudsector

De avondkrant De West besteedde in haar editie van zaterdag 24 november 2012 kritisch

aandacht aan het functioneren van de Commissie Ordening Goudsector en de voorzitter van

het Management Team Gerold Dompig. Volgens de rubriek ‘Keerpunt’ heeft Dompig erkend

dat de commissie niet functioneert:

Gerold Dompig, manager van de commissie Ordening Goud Sector (OGS), heeft deze week

voor de zoveelste maal bevestigd dat zijn inspanningen om de goudsector te ordenen voor

niets is geweest, dat alle miljoenen dollars in deze operatie verloren geld is en dat de

wanorde nooit eerder zo groot is geweest als sinds hij zich ermee ging bemoeien.

Hoe heeft Dompig de wanorde bevestigd?

Hij wilde op een gevoelige manier terugslaan, nadat twee parlementariërs in een week tijd

De Nationale Assemblee (DNA) en de regering hadden gewezen op de rotzooi die de OGS in

het achterland sticht. Toen kwam hij stuntelig om de hoek in gesprek met journalisten.

1. Dompig nodigde publiekelijk alle assembleeleden uit om anytime met hem naar Lebi Doti

te gaan voor een plaatselijke orientatie (ALARM!!!!). Hij denkt vast dat hij slim is. Waarom

wil Dompig de volksvertegenwoordigers special naar Lebi Doti brengen? Is niet het gehele

achterland bezaaid met goudvelden?

Waarom niet naar de omgeving van Langatabiki?

Waarom niet op de Marowijnerivier, waar goudpontons (scalians) 1 X 24 uur zuigen en

pompen, waardoor bergen grind zich in de rivier vormen en de vaargeul verleggen?

Waarom niet naar de Boven-Tapanahonyrivier?

Waarom niet naar de Selakreek?

Waarom niet naar Krabudoi?

Er zijn honderden goudkampen verspreid over het binnenland en de man die zegt dat hij alles

heeft geordend kiest zelf een plek uit. Keerpunt stelt voor dat hij zijn uitnodiging herziet en

als volgt opstelt: ,,Ik nodig alle assembleeleden uit om met mij mee te reizen naar welk

goudveld van eigen keuze dan ook, zodat ik ze kan aantonen dat alles koek en ei is”.

2. Dompig heeft gezegd dat de hele illegaliteit wordt gekweekt door mensen uit de

Marrongemeenschap, die zelf niet in de mijn werken, maar wel een deel van de opbrengst

innen. Hij beweert over een lijst te beschikken met namen van zeker 20 inners, die meer dan

500 Brazilianen voor zich laten werken. Dat klinkt even onnozel als een politiechef die zegt

Page 177: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 177

dat de politie de veiligheid garandeert, maar dat de criminaliteit in stand wordt gehouden

door een stel helers en bendeleiders, en dat hij een lijstje heeft met die namen van al deze

mensen, die zo’n 500 rovers en dieven voor zich laten werken.

Keerpunt mept hem dan meteen met de volgende vragen: ,,Beste meneer Dompig, als u dat

alles weet, waarom treedt u dan niet op? Uw ordeningscommissie is toch daarvoor

opgericht? Waarom grijpt u die inners niet? Waarom laat u de inners geen belasting

betalen? Of, waarom worden die inners niet opgedonderd zodat mensen die legaal willen

werken, aan de slag kunnen?

Wanneer bent u van plan dit stuk op te lossen en te ordenen, want uw constatering alleen

brengt Moesje nog niet naar Parijs. Wat hebben de volksvertegenwoordigers, het volk en de

sector aan de bluf dat u zus weet en dat u zo weet? Wat moet de OGS voorstellen als

Dompig, zoveel wetende, toch niks doet? Hij komt overigens met informatie die elke kleuter

al weet, maar de info alleen lost het vraagstuk nog niet op.

3. Of wilde Dompig alleen maar op een etnocentrische manier terugslaan? Beide

parlementariërs die zijn ordening onderuit haalden zijn Marrons: Ronny Asabina komt uit

Brokopondo en Walther Bonjasky komt uit Tapanahony (Sipaliwini). Brazilianen werken voor

Marrons in de goudsector, zegt Dompig. Maar was dat het punt van de

volksvertegenwoordigers?

Bonjasky trok aan de bel, omdat hij op de hoogte is van een explosieve situatie, waarbij veel

Braziliaanse goudzoekers hun goudpasje zouden beschouwen als een bewijsje van

“untouchable-heid”. Dat zou voor spanningen zorgen wanneer zij bepaalde gebieden

betreden. Wat heeft dat nou te maken of ze werken voor een Marron of dat ze werken voor

één van de zovele Stadscreolen, Hindostanen, Chinezen of misschien gewoon één of andere

vriend of relatie van Dompig, die zelf in de goudbusiness zit? Waar slaat zijn bewering op?

En waarover had Asabina het? Asabina liet aan president Desiré Bouterse weten dat zijn

inlichtingen over de voortvarendheid, waarmee de goudsector wordt geordend van geen

kanten kloppen. Die niet-kloppende info komt uitgerekend natuurlijk van Dompig, althans

voor een groot deel. En het kan gevoelig aankomen als een parlementariër de president en

zijn regering plus De Nationale Assemblee overtuigt van het tegendeel op een forum, waar

het heel volk getuige van is. Dat kan hard aankomen, dus Keerpunt begrijpt dat Dompig iets

wil terugdoen. Maar het zou goed zijn als hij fair play zou spelen en geen broko bana.

Dus andermaal de vraag aan Dompig:

Op welke van de issues reageert u nou eigenlijk?

Wat u gaat niet in op de explosieve situatie van Bonjasky en niet in op de onwaarheden die

zeer waarschijnlijk via u bij het staatshoofd zijn beland. Geen van beide. U sprak wel lang en

veel, maar u zei feitelijk niks. Het is goed als Dompig in gedachten houdt dat zowel Asabina

Page 178: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 178

als Bonjasky niet alleen uit het binnenland komt en het gebied en praktische situatie aldaar

zo goed als hun eigen achtererf zou kunnen kennen, ze zijn er ook regelmatig, ze begeven

zich onder het volk en hebben veel meer mogelijkheden om te weten wat er onder de mensen

gebeurt dan iemand, die wordt gezien als “de boeman”.

Dus Dompig mag niet verwachten dat hij en zijn zwaar gewapende en imponerende team,

die worden gezien als bedriegers die erop uit zijn de goudrijke gebieden af te pakken voor

hun politieke en invloedrijke maatjes, dezelfde info zullen krijgen als baala’s die er gewoon in

een kamisa rondlopen of aan de lampe zitten met dorpelingen om bij een ruisende sula onder

maanlicht over ditjes en datjes te praten.

Er zijn overigens nog zoveel vragen, waarop Dompig antwoord zou kunnen geven nu hij

eenmaal aan de praat is:

- Hoe komt het dat hij sinds de operatie van meer dan een jaar nog geen onafhankelijke

instantie of de vrije pers durft mee te nemen om te zien welke resultaaten zijn commissie

boekt? Een Franse eenheid nam onlangs Surinaamse journalisten mee, helemaal naar Frans-

Guyana zodat de pers kon zien, vastleggen en publiceren hoe zij de illegale goudsector

aanpakken. En er is geen enkele restrictie op de journalisten gelegd over wat ze wel of niet

mochten verslaan. Dat wil zeggen dat een buitenlandse mogendheid dat wel kan doen. Wat

vreemd dat onze eigen instanties die ruimte niet bieden.

- Hoeveel geld is al uitgegeven aan de goudordening?

- Wat is het resultaat van de goudordening en hoeveel geld is al daaruit terugverdiend voor

de overheid?

Dompig, de bal is bij u. U hoeft niet Keerpunt te antwoorden, maar het zou dienstig zijn om

de hele gemeenschap deelgenoot te maken van deze info. Het is per slot van rekening geld

van de hele gemeenschap dat wordt gebruikt om u voor de wanorde in de goudsector te

betalen.

Een paar dagen na publicatie van het artikel in De West werd Dompig geïnterviewd in een

radio actualiteitenprogramma van Rapar Broadcasting Network. Het Dagblad Suriname

publiceerde maandag 26 november delen uit dat interview:

‘(...) Er is in het parlement geopperd dat Brazilianen met een goudpas alles mogen doen.

Dompig vindt de opmerking misplaatst. Ook marrons die een registratieformulier of een

pasje van de Commissie Ordening Goudsector hebben gehad, zijn ermee naar de bank

gestapt denkende dat ze daarmee een lening zouden krijgen. Het is duidelijk aangeven dat

aan het pasje geen enkel recht kan worden ontleend. Dompig denkt dat de kritiek voortkomt

uit frustratie. Legale Brazilianen die hun pasjes gaan halen geven aan dat ze de marrons, die

Page 179: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 179

jarenlang wekelijks bij hun langs kwamen om geld te innen, niet meer zullen betalen. Er is

sprake geweest van oplichting en dat jarenlang. Er is een fenomeen van ‘inner’ in het

binnenland en die inners brengen Brazilianen naar de gebieden om te werken. Die inner die

werkt zelf niet; zij komen alleen maar om te collecteren. Wanneer de Brazilianen naar een

ander gebied gaan, dient zich weer een andere persoon aan die uitlegt dat het gebeid aan

zijn grootvader toebehoorde. Hij moet nu dus betaald worden. Mensen worden soms door

drie of vier inners voor het gebied opgelicht.

Van belang is te weten dat mensen zich eerst moeten registeren. Men moet legaal verblijven

in ons land en dan pas mag men een pasje aanvragen. Er bevinden zich op de goudvelden

maar dertig Brazilianen die een pas hebben. De commissie kan geen pas geven aan iemand

die hier illegaal is. Wat zij wel doet, is de mensen registreren en in het registratieformulier

komt de illegale status te staan. Dat formulier wordt meteen doorgestuurd naar het

ministerie van Justitie en Politie. In principe zouden de illegalen direct het land uitgezet

moeten worden. Maar, er is een beleid vanuit de regering van herkansing vanwege de

vriendschappelijke banden met Brazilië. De regering heeft nu gesteld dat alle mensen die na

31 maart 2012 het land zijn binnengekomen en zich niet hebben geregistreerd, zonder

pardon uitgezet zullen worden. (...)’

Gerold Dompig ging ook in op opmerkingen gemaakt door parlementsleden in De Nationale

Assemblee dat bepaalde mensen in de politiek actief betrokken zouden zijn in de

kleinschalige goudwinning. Hierover schreef het Dagblad Suriname 26 november 2012:

‘(...) In het parlement is vaker aangeven dat mensen in de politiek een dikke vinger in de pap

hebben in de mijnindustrie. Dompig onderkent dat. Ook wordt er gesuggereerd dat Dompig

die ‘politieke mensen ‘ een voorkeursbehandeling geeft. Het is weliswaar een vaag verhaal,

toch wordt het vaak gesuggereerd. ‘Vaak gaat u deze geluiden horen van mensen uit de

dorpen die politiek gelieerd zijn. De belangen zijn groot. Het moment dat je gaat ordenen,

gaat het pijn geven ook bij deze mensen. Die gaan alles eraan doen om ervoor te zorgen dat

je een slechte naam krijgt met als bedoeling de ordening stop te zetten. Men heeft zelfs

gezegd de ordening te stoppen om het diepgaand te evalueren. ‘Die willen daarmee even tijd

winnen om door te gaan. Het is zeker zo dat hooggeplaatsten op allerlei plekken allerlei

belangen schijnen te hebben. Ik kan het niet bewijzen, maar het is absoluut zo dat de

belangen er liggen in Paramaribo in alle politieke partijen. In die zin heb ik geen makkelijke

job. Ik leef zodanig dat ik rekening ermee hou dat ik geen vrienden heb. Het geeft pijn bij

zowel coalitiemensen als oppositiemensen. Als de coalitieman een goudzoeker is met grote

lappen grond, dan heeft de oppositieman machines ingezet’, benadrukt Dompig. ‘Deze zaken

kennen geen ras en geen kleur. Zowel coalitie- als oppositiemensen komt Dompig tegen op

de goudvelden of aan de telefoon om een gunst te vragen. ‘In die zin wil ik die mensen

vragen om te stoppen met vingerwijzingen, want ze zitten allemaal in het systeem!’

Page 180: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 180

Porknokkers krijgen 22.000 hectare concessiegebied cadeau

Porknokkers van Nieuw Koffiekamp, het Meriangebied en Brownsberg krijgen in totaal

tweeëntwintigduizend hectaren aan concessie. Dat maakte Gerold Dompig 28 november

2012 bekend. Het leek op een vorm van ‘beloning’ voor de illegale activiteiten van

porknokkers in gebieden waaruit ze waren verwijderd.

‘Behalve dat de gouddelvers legaal zullen opereren, zal de staat de belastingen niet

ontlopen’, zo zei Dompig in de Ware Tijd.

Hij wees erop dat er geen concessies zouden worden gegeven aan stichtingen,

goudorganisaties en naamloze vennootschappenvan de dorpen. De concessies zullen

daarom verkaveld worden en elke dorpeling kan een kavel aanvragen. De bewoner moet

echter wel het nodige materieel hebben om het goud te kunnen winnen.

Volgens Dompig krijgen Paramaccaners, die uit het Meriamgebied zijn verwijderd,

zevenduizend hectare zullen in het Marcusgebied. Ook goudzoekers van Nieuw Koffiekamp

zullen over dezelfde hoeveelheid hectare kunnen gaan beschikken, terwijl de porknokkers

van Brownsberg 8.000 hectare cadeau krijgen.

De mannen van Nieuw Koffiekamp werken in de concessie van IAmGold en gouddelvers zijn

nog steeds werkzaam in het natuurgebied Brownsberg. Voor de laatste groep is een terrein

te kilometer 36 (de weg naar Atjoni) gereserveerd. Ook goudzoekers van Nieuw Koffiekamp

kunnen rekenen op een gebied dat ver verwijderd is van de concessie van IAmGold. Volgens

Dompig gaat het om ruim 1.500 man in de drie gebieden. ‘Er waren veel meer porknokkers

in deze plaatsen tijdens de ontruiming. Maar veel waren Brazilianen of mensen van andere

gebieden’, aldus de manager. Volgens de woordvoerder van de Commissie Ordening

Goudsector zal zijn commissie onder andere erop toezien dat kraters worden dichtgemaakt

wanneer die zijn uitgemijnd en de commissie gaat goudzoekers bijstaan om kwikvrij goud te

winnen.

Een dag later, 29 november, werd bekend dat de Commissie Ordening Goudsector nieuwe

goudwinningsgebieden voor kleinschalige goudzoekers gelokaliseerd had in de omgeving

van het Brownsberg Natuurpark en in de omgeving van Nieuw Koffiekamp en Langetabbetje.

Deze gebieden werden speciaal klaargemaakt om aan kleine goudzoekers in concessie uit te

geven. Dompig zei dat de illegale goudzoekers die uit het Brownsberg Natuurpark waren

verwijderd, zich konden registeren om voor een werkplek in het nieuwe gebied in

aanmerking te komen. De nieuwe werkgebieden bevinden zich nabij het natuurreservaat te

Brownsweg, 5.600 hectare, te Nieuw Koffiekamp ook 5.600 hectare en te Langetabbetje

4.700 hectare. Het WWF Guianas was door de commissie hiervan in kennis gesteld. ‘Ik denk

dat ze hier blij mee zijn. We halen de illegalen weg uit het beschermd gebied, maar maken

ze niet brodeloos en hebben nu een win-win situatie’, aldus Dompig. De kleineschalige

Page 181: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 181

goudzoekers die uit het beschermde deel van het Brownsberg Natuurpark waren verwijderd,

zouden onder bestaande en nieuwe voorwaarden gaan vallen van de ordeningscommissie.

Naast trainingen in gebruik van afvalwater en brandstof, is het een vereiste dat uitgemijnde

gebieden volgens een vooraf afgesproken systeem worden gerehabiliteerd voordat een

ander gebied kan worden aangevraagd. Hoewel dat bij wet niet is verboden, zou volgens

Dompig niet worden toegestaan dat naast goudwinningsactiviteiten ook andere activiteiten

als houtkap zouden plaatsvinden in deze gebieden. ‘Als we dat toestaan zal het een chaos

worden.’

Het WWF Guianas reageerde op 4 december 2012 tegenover het Nederlandse persbureau

ANP ‘politiek correct’ over het cadeau dat de porknokkers toegezegd hebben gekregen van

de Surinaamse overheid. Volgens Laurens Gomes van deze natuurbeschermingsorganisatie

was dit een belangrijke stap in de goede richting. ‘Dit is natuurlijk een goed initiatief. Maar

het zal pas slagen als het er toe leidt dat de goudzoekers zich nu ook aan de wet gaan

houden en uit de illegaliteit raken. Dat is het beste middel om te zorgen dat ze ook

milieuvriendelijker gaan werken. Maar ik verwacht niet dat de mensen die nu op

Brownsberg werken over een maand weg zijn. Het is niet zomaar opgelost’, verwacht

Gomes. Hij sprak niet over het feit dat alle illegale activiteiten van kleinschalige goudzoekers

onbestraft zijn gebleven en ze met het verkrijgen van nieuwe goudwinningsgebieden feitelijk

beloond werden voor hun misdadige activiteiten in het Surinaamse binnenland. Grote delen

van onder andere het Brownsberg Natuurpark zijn door illegale goudzoekers vernietigd.

Media november 2012 brandde nog ongeveer vijftien hectare bos in het natuurgebied af,

vermoedelijk gesticht door goudzoekers.

Eén ondernemer in Paramaccaans gebied daagt Dompig uit en dreigt met

‘bloedvergieten’

Het werk van de altijd opgewekt ogende voorzitter van het Management Team van de

Commissie Ordening Goudsector, Gerold Dompig, gaat niet over rozen. Begin december

2012 werd bekend dat hij zich min of meer liet provoceren door één ondernemer in

Paramaccaans gebied, ene George van Dun. Volgens Dompig ‘een afperser, een oplichter en

iemand die maffia speelt en verantwoordelijk is voor honderden illegale Braziliaanse

goudzoekers’.

Tegen de afspraken met het mijnbouwbedrijf Surgold in, zouden dorpelingen van het

Paramaccaans gebied ertoe zijn overgegaan illegale Brazilianen op de goudconcessies toe te

laten. Dat berichtte de Ware Tijd dinsdag 4 december 2012. Met het mijnbouwbedrijf waren

de dorpelingen overeengekomen goudwinningsactiviteiten buiten het industrieel gebied te

ontplooien. Dit betekende in dat zij zelf goud mochten delven, maar zij hadden geen vrijbrief

gekregen om anderen toe te laten.

Van Dun, die al veertig jaar woont en werkt in de omgeving van ‘Joesoe bergi’, kon zich niet

terugvinden in de ordeningsmaatregel. Hij bestempelde de afspraken als het zaaien van

Page 182: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 182

verdeeldheid onder de marrongemeenschap. De man is ondernemer in het gebied en bezig

met goudwinning, landbouw, houtkap en veeteelt, aldus de krant. Op de betwiste concessie

zou Van Dun met illegale Brazilianen werken. Die buitenlanders en anderen waren twee

eerderdoor de commissie verwijderd uit het gebied. De ondernemer beweerde echter dat

alleen zijn goudzoekers waren weggehaald.

Dompig beschreef het verhaal van Van Dun als een ‘pertinente leugen’. ‘Alle illegalen zijn

verwijderd van het terrein. Als er anderen zijn, zijn die pas naar het gebied getrokken.’

‘Dit is het gebied dat Granman Apensa in 1896 voor ons heeft achtergelaten. Geen enkele

stedeling kan mij van hier verwijderen. Het zal anders eindigen in bloedvergieten’, aldus Van

Dun. Hij benadrukte dat hij documenten had ontvangen van Granman Samuel Forster om

goud in het gebied te delven.

‘Ik heb mijn maag vol van deze meneer. Als wij moeten optreden tegen Van Dun zullen wij

hem opsluiten. Hij is illegaal bezig, hij licht op en is bezig met afpersing. Het zijn deze

mensen die de ordening verzieken. De commissie haalt geen gouddelvers weg. Het zijn de

dorpelingen die dat zelf doen’, was de geirriteerde reactie van Dompig.

Toen Van Dun merkte dat verschillende concessies werden uitgeven aan stedelingen,

besloot hij in 2010 de grond aan te vragen. Tot zijn verbazing werd hij op 15 november dit

jaar aangesproken door ene meneer Jaggernathmisier die hem uit het gebied moest zetten,

zo berichtte de Ware Tijd. De opdracht zou zijn gekomen van het Kabinet van de President.

Op 19 november droeg hij zestien gram goud af aan de man en mocht vervolgens verder

werken.

‘Van Dun werkt niet in het gebied, maar in goud. Door dit gedrag kunnen de Paramaccaanse

jongens niet werken. Hij is verantwoordelijk voor honderden illegale Brazilianen in het

gebied. Deze meneer speelt maffia’, zei Dompig. Hij zei te hopen dat wet en recht eens

zullen gelden in Suriname en te verwachten dat individuen dan zullen begrijpen dat de

autoriteiten het voor het zeggen hebben.

Melvin Linscheer (COG) reageert op kritieken op commissie

Een einde brengen aan wantoestanden in de illegale goudsector blijkt moeilijker dan

verwacht. ‘Dit hadden we niet verwacht, maar het is onze verantwoordelijkheid en wij

pakken het aan’, aldus Melvin Linscheer, voorzitter van de presidentiële Commissie Ordening

Goudsector’ COG) donderdag 20 december 2012, in de Ware Tijd. Linscheer verwerpt kritiek

op functioneren Commissie Ordening Goudsector. Hij vindt dat de organisatie onterecht

onder vuur ligt. ‘Waar je werkt, worden er fouten gemaakt. Maar wij kunnen aantonen dat

er significante rust gebracht is in het veld’, stelt Linscheer.

Tijdens de behandeling van de begroting van 2013 in De Nationale Assemblee medio

december 2012 werd de commissie weer eens onder vuur genomen. En weer was het het

Page 183: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 183

BEP-Assembleelid Ronny Asabina die nogal wat vragen had. ‘Mijn punt is dat als men niets te

verbergen heeft, waarom is de ordening niet transparant en voorspelbaar’, vroeg hij zich af.

Hij was niet tevreden met de vorderingen die genoemd zijn door de regering. De kleine

goudzoekers, ongeveer tienduizend binnenlandbewoners, worden onvoldoende

geaccommodeerd. Daarentegen worden vrienden en zelfs politici op tijd bediend met

concessierechten. Er wordt ook met verschillende maten gemeten als het gaat om het

activeren van de belastingplicht, aldus Asabina. Hij voelde zich ook een roepende in de

woestijn: ‘Ik ben de enige in het parlement die waarschuwt over een reuze ponton op het

stuwmeer. Ik ben moe om voor de gek gehouden of in de maling genomen te worden. Er zijn

51 parlementariërs, laat hen ook gaan kijken.’ Het oppositielid wees erop dat

concessiehouders en zelfs collega’s, zoals Ronnie Brunswijk met meerdere concessies, de

situatie graag onoverzichtelijk houden.

Linscheer benadrukte dat zijn organisatie niet gaat over het uitgeven of intrekken van

concessies. Ook worden porknokkers niet lukraak verwijderd. ‘Wij mogen illegale praktijken

wel stopzetten wanneer concessiehouders een beroep op ons doen. Als overheid heb je de

plicht om ervoor te zorgen dat investeerders kunnen genieten van hun uitgaves’,

beargumenteert Linscheer. Er zou daarbij niet naar politieke kleur of achtergrond worden

gekeken.

Hij ontkende met klem, dat goudwinningsactiviteiten aan de COG zouden kunnen worden

gelinkt. ‘Laat men het onderzoeken, Suriname is klein. Het is makkelijk om kritiek te leveren’,

aldus de voorzitter. Hij benadrukte dat vóór de komst van de COG er geen succesvolle

stappen ondernomen werden om orde op zaken te stellen. Ad hoc acties zoals de bekende

Clean Sweep-acties van de regering Venetiaan zouden volgens Linscheer de situatie juist

hebben verergerd.

2013

Commissie wil een ‘Mining Authority’

De Commissie Ordening Goudsector begon 2013 met het op 9 januari via de Ware Tijd

bekendmaken dat de commissie vervangen zou moeten worden door een ‘Mining

Authority’.

De commissie heeft een vijf jaren strategisch plan ontwikkeld en aangeboden aan minister

Jim Hok van Natuurlijke Hulpbronnen. Wanneer Hok op het plan heeft gereageerd zal de

commissie het verder afronden.

Met dit plan wil de commissie de regering voorstellen doen over de mogelijke verdere

aanpak van de goudsector. De samenstelling van het strategisch plan is volgens voorzitter

Gerold Dompig een initiatief van de commissie zelf. Het plan zou binnen maximaal vijf jaren

moeten leiden tot duidelijke en zichtbare wijzigingen in de sector. Het grootste probleem

Page 184: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 184

binnen de goudsector is volgens Dompig de invloed van verschillende mensen die belangen

hebben op de goudvelden. Het is ook opgevallen, dat er enorm veel belanghebbenden zijn,

die zich niet op de goudvelden bevinden. ‘De belangen lopen dwars door alles.’

Dompig zei zich in de krant eraan te ergeren dat de marrongemeenschap verantwoordelijk

wordt gesteld voor de illegale goudwinning, terwijl ook andere delen van de bevolking zich

hieraan schuldig maken. De meeste investeerders laten Brazilianen voor zich werken. Hij

maakte ook bekend in 2013 een tweede goudbeurs te willen organiseren, in het district

Brokopondo.

De krant bericht vandaag ook dat de Commissie Ordening Goudsector nauwelijks op

effectieve wijze grip lijkt te hebben op illegale goudzoekersactiviteiten in het Brownsberg

Natuurpark. Robby Dragman, waarnemend directeur van Stinasu, beheerder van het

natuurgebied, wil het park in oude staat herstellen, de paden onderhouden, de watervallen

opschonen en verblijven restaureren. Uit zijn briefwisseling met de Commissie Ordening

Goudsector blijkt dat Stinasu regelmatig melding maakt van illegale goudzoekers in haar

beheergebied. Maar, de stichting zelf heeft de middelen voor permanente bewaking niet in

huis en de commissie kan daar evenmin zorg voor dragen, aldus de krant.

Een lege doos

Anno januari 2013, bijna twee jaren na het instellen van de presidentiële Commissie

Ordening Goudsector, blijkt dat de werkzaamheden van de commissie dweilen met de kraan

open is. Vele goede bedoelingen, plannen, initiatieven, verwijderingsacties en het moeizaam

innen van belastingen onder goudzoekers en verstrekken van een mijnbouwpas, lijken te

drijven op drijfzand.

Zonder effectieve dagelijkse uitgebreide controles in het binnenland, bijvoorbeeld door

manschappen van het leger en of het Korps Politie Suriname, blijven de kleinschalige

goudzoekers hun vernietigende werk te kunnen uitvoeren. Acties van de commissie moeten

gevolgd worden door constante controle, monitoring. Blijft dat achterwege, dan is de

Commissie Ordening Goudsector niet veel meer dan een lege doos, een doos waar velen in

eerste instantie hun hoop op hadden gevestigd als het gaat om ordening van de

kleinschalige goudsector in het Surinaamse binnenland, een doos die eigenlijk bij het vuil

geplaatst kan worden.

De woordvoerder van de commissie, Gerold Dompig, heeft sinds december 2010 veel gezegd

en gesproken, maar ordening van de goudsector in het binnenland vergt meer dan alleen

dat.

Page 185: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 185

Commissie Ordening Goudsector te vriendelijk voor illegale goudzoekers

Porknokkers en garimpeiros blijven illegaal naar goud zoeken, natuurlijk. Immers, op illegaal

goudzoeken staan geen sancties, geen straffen. De afgelopen jaren is geen enkele illegale

goudzoeker voor de rechter gedaagd voor het illegaal goudwinnen en of het vernietigen van

bijvoorbeeld een beschermd natuurgebied als het Brownsberg Natuurpark. De activiteiten

van de commissie schrikken de door de wol geverfde goudzoekers niet af. Zij laten zich niet

het beleg van hun brood halen door zachtaardig optreden van een Commissie Ordening

Goudsector.

Wil de overheid dat de kleinschalige goudwinning in het binnenland daadwerkelijk wordt

geordend dan zal strenger en effectiever moeten worden opgetreden tegen de illegale

goudzoekers. Het tot nu toe gevoerde beleid van ‘pappen en nathouden’ heeft niet gewerkt.

De biodiversiteit blijft lijden onder de activiteiten van porknokkers en garimpeiros en de

gezondheid van inheemsen blijft bedreigd worden.

Het zachtaardige optreden werd begin februari 2013 gewoon voortgezet door de commissie.

Honderdvijftig illegale goudzoekers, voornamelijk uit Nieuw Koffiekamp, werden verwijderd

uit het concessiegebied van Rosebel Gold Mines NV. Gerold Dompig koos voor een zachte

hand bij aanpak van deze groep illegale porknokkers. De commissie ging zover om de

goudzoekers te helpen om hun materieel uit het gebied te, hoewel de wet voorschrijft dat

deze in beslag genomen moeten worden, zo was te lezen in de Ware Tijd van vrijdag 1

februari. ‘Maar wij proberen door gesprekken de mannen op hun fouten te wijzen. Als wij ze

hardhandig aanpakken duurt het maanden om de relatie weer goed te maken’, zei Dompig.

De porknokkers zouden in maart een beschikking krijgen om goud te winnen in een nieuw

gebied, maar wilden niet daar op wachten. Volgens zou het gaan om een gebied van

zevenduizend hectare, het aantal dat ook Paramaccaanse gouddelvers kregen die uit het

Meriangebied waren verwijderd. De goudzoekers van Brownsweg kregen een werkgebied

van achtduizend hectare toegewzen. De concessies werden verkaveld en elke dorpeling met

de vereiste machines kon een kavel aanvragen.

Behalve het aanpakken van illegale goudzoekers in het concessiegebied van IAmGold te

Brokopondo, kondigde Dompig begin februari 2013 ook aan de illegale goudmijnen in het

Kabalebogebied, in het westen van het land, aan te gaan pakken. De commissie kondigde

aan in dat gebied een controlepost te gaan opzetten. Ook zou de commissie gebruik gaan

maken van zogenoemde RapidEye-technologie, een satellietsysteem dat onder andere

goudmijnen kan vastleggen. ‘We kunnen niet alleen fysiek in het gebied aanwezig zijn, want

het gaat om een groot gebied’, zei Dompig zaterdag 2 februari 2013 in de ware Tijd.

De politie van het district was Nickerie stuitte woensdag 30 januari nog bij toeval op illegale

goudwinningsactiviteiten in het Kabalebogebied. Een Braziliaan, een Guyanees en vier

Page 186: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 186

bewoners uit dorpen in West-Suriname werden aangehouden. De agenten deden onderzoek

naar illegale houtkap.

Page 187: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 187

Hoofdstuk 7

Porknokkers en IAmGold tegenover elkaar

Lokale porknokkers en Braziliaanse garimpeiros voerden de afgelopen jaren een

voordurende strijd tegen de Canadese goudmijnmultinational IAmGold, eigenaar van de

Rosebel Gold Mines (RGM) te Brokopondo.

- Goud werd voor het eerst ontdekt in het Rosebelgebied in 1879 toen zo’n zeshonderd

kleinschalige goudzoekers aan het werk waren in dat gebied. Sinds de ontdekking van goud,

heeft het gebied zowel publieke als private eigenaren gehad. De meest opvallende private

eigenaren waren Placer Development uit het Canadese Vancouver van 1974 tot 1977, de

Grasshopper Aluminum Company van 1979 tot 1985 en het Canadese Golden Star Resources

Ltd. die in 1992 exploratierecht voor het gebied kreeg. In 1994 werd een overeenkomst

gesloten tussen Golden Star, Grassalco en de regering van Suriname ter vervanging van de in

1992 gesloten exploratie overeenkomst en Golden Star kreeg vijf jaar het recht recht op

exploratie van het Rosebelgebied.

Bewoners van de inheemse Marrongemeenschappen vroegen in maart 1995 aan de regering

om een einde te maken aan de schendingen van hun rechten. Volgens de Marrons vormde

het overheidsbeleid een bedreiging voor het bestaan van met name de gemeenschap van

Nieuw Koffiekamp. De Marrons zeiden vooral het slachtoffer te worden van de praktijken

van het Canadese goudexploratiebedrijf Golden Star. De directie van Golden Star zou de

Koffiekampers te verstaan hebben gegeven dat zij zich niet langer vrij mochten begeven

buiten hun dorp. Ook werd het de Marrons door gewapende mannen van Golden Star

onmogelijk gemaakt zich binnen de eigen economische zone te begeven. Het is de Marrons

al jaren een doorn in het oog dat de Surinaamse regering zonder overleg concessies geeft

aan, veelal buitenlandse, investeerders.

Page 188: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 188

In 1994 kreeg het Canadese Cambior een vijftig procents belang in het project. Een

haalbaarheidsstudie en een milieu-effectrapport werden in 1997 ingeleverd bij de

Surinaamse regering. Een pre-haalbaarheidsstudie werd in december 2000 ingediend bij het

ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en een definitieve haalbaarheidsstudie werd voltooid

in augustus 2002. In oktober 2001 verwierf Cambior het resterende vijftig procents belang in

Golden Star's Rosebel goudmijn. In navolging daarvan bracht Golden Star haar rechten op

Headly’s Reef en Thunder Mountain exploratieconcessies over naar de Rosebel Gold Mines

NV. De commerciële productie begon in februari 2004 en IAmGold nam eind 2006 Cambior

over, waardoor zij eigenaar werd van de Rosebel Gold Mines. -Bron: IAmGold –

- Cambior en Golden Star waren overigens in augustus 1995 in opspraak geraakt in Guyana

als eigenaren van de Omai goudmijn, ongeveer 160 kilometer ten zuidwesten van de

hoofdstad Georgetown. Door het breken van een dam op het terrein van de mijn ontstond

een enorme cyanidevervuiling van de Omai rivier die uitkomt op de Essequibo-rivier. Naar

schatting belandde zo’n 12.5 miljoen kubieke meter met cyanide verontreinigd afvalwater in

de rivieren. In het water dreven binnen korte tijd talloze dode vissen en zwijnen. President

Jagan van Guyana riep meteen de getroffen omgeving uit tot ecologisch rampgebied.

Cyanide wordt gebruikt om goud van erts te scheiden. Afvalwater wordt opgevangen in grote

bezinkbekkens, waarvan er een lek was geraakt. Een paar dagen na de ontdekking van het

cyanidelek slaagden ingenieurs erin het weglekken van het zwaar giftig afvalwater in de

Omai- en Essequibo-rivier te stoppen. Ze legden een nieuwe dam aan rond het opslagbekken

voor het afvalwater, dat een hoge concentratie cyanide bevatte.

Volgens de Guyanese media werden twee mensen ziek als gevolg van de vergiftiging van de

rivier. De Guyaanse regering en de Britse milieugroep Minewatch beschuldigden Omai Gold

Mines Ltd., de Canadese eigenaar van de goudmijn, ervan het ongeluk door nalatigheid te

hebben veroorzaakt.

Zoals zo vaak het geval is bij dergelijke door mijnbouw veroorzaakte natuurrampen, werden

ook deze cyanidelek en de gevolgen voor de natuur door de goudmijn gebagatelliseerd. Er

zou geen belangrijke schade aan de rivieren zijn toegebracht en er zou geen bewijs zijn

geweest voor verlies van fauna. Drie maanden eerder zou er ook al een cyanidelekkage in de

goudmijn zijn geweest.

De ‘general manager’ van de Omai goudmijn zei zelfs ‘er was geen ramp’. ‘De hoeveelheid

soidum cyanide die in de rivieren terecht kwam, was onbeduidend. Toen een regerings

inspectieteam de mijn bezocht, was er geen dode vis te zien. Wat er gebeurd is was

‘peanuts’. Het was een ongelukkig incident. We moeten ermee leven, maar het heeft niet de

dimensie die de regering eraan geeft. En, trouwens, Guyana heeft niet eens een werkbare

milieubeschermingswet of welk monitoring systeem dan ook. Desondanks, en ik herhaal, het

was slechts ‘peanuts’. -

Goudzoekers waren illegaal aan het werk in het concessiegebied van de mijn. Natuurlijk was

de directie van Rosebel Gold Mines daar niet van gediend. Met regelmaat werd dan ook

Page 189: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 189

strijd geleverd om de illegalen uit het concessiegebied te verwijderen, met zachte of met

harde hand, met overleg of zonder overleg. Het was een kat- en muisspel. Maar, tegen een

kat is het als muis moeilijk vechten en welhaast altijd een verloren strijd. Vaak stonden in die

strijd het dorp Nieuw Koffiekamp en de gemeenschap Brownsweg centraal, waar veel

porknokkers vandaan kwamen. Nieuw Koffiekamp ligt in het concessiegebied van de Rosebel

mijn.

Voor een vrij recent overzicht van conflictsituaties tussen kleinschalige goudzoekers en de

Canadese goudmijnmultinational volgt hieronder een reeks gebeurtenissen en incidenten

sinds oktober 2006. Zij geven een goed beeld van de constante strijd van kleine goudzoekers

en een oppermachtig buitenlands goudmijnbedrijf - het Canadese IAmGold - , dat een

goudmijn in beheer heeft – Rosebel Gold Mines (RGM)- met een totale oppervlakte van

maar liefst honderdzeventig vierkante kilometer niet ver van het Brokopondo stuwmeer.

Een groep Braziliaanse goudzoekers verliet, na diverse malen te zijn aangemaand door de

beveiliging van de Rosebel goudmijn, half oktober 2006 het Rosebel Gold Mines

concessiegebied. Het ging om vier groepen met in totaal ruim vijfenveertig goudzoekers,

waarvan de meesten illegaal aan het werk waren. Zij waren aan het werk in een gebied dat

bekend staat onder de naam Kraboedoin kilometer zestien. Er zouden ook Surinamers, ruim

twintig man verdeeld over eveneens drie groepen, aan het werk zijn geweest in het gebied

die ook werden verzocht om het gebied te verlaten. Bij het vertrek van de garimpeiros

waren beveiligers van RGM aanwezig. Sommige van die beveilingsmedewerkers hadden

politiebevoegdheden en dienden zelfs als buitengewoonagent van politie.

De komst van de gigantische Rosebel goudmijn was een klap in het gezicht van de

porknokkers te Brownsweg. (Brownsweg is een dorp en ressort in Suriname in het district

Brokopondo. Het dorp is genoemd naar de weg die leidt naar de Brownsberg en gelijknamig

natuurpark en ligt vlak naast het Brokopondostuwmeer. Brownsweg is gebouwd als

transmigratiedorp voor de bewoners van het gebied dat door de aanleg van de Afobakadam

stuwdam onder water kwam te liggen. In Brownsweg wonen voornamelijk marrons of

bosnegers.)

Het inkomen van de goudzoekers was volledig weggevallen, omdat hun hele

mijnbouwgebied in concessie was uitgegeven aan Rosebel Gold Mines. De porknokkers

dreigden de weg naar hun gemeenschap te blokkeren. Zij wilden naar goud blijven zoeken in

de directe omgeving van Brownsweg. Een van de basja’s, Finisie James, had zelfs over de

kwestie met minister Michel Felisie van het ministerie van Regionale Ontwikkeling

gesproken. In dat gesprek werd de minister duidelijk, dat er niet alleen ontevredenheid

heerste onder leden van de lokale goudzoekersorganisatie N.V. Gowtuman, maar ook onder

een groep ‘losse’ porknokkers die niet verenigd was in de N.V.. Felisie was niet blij met die

situatie: ‘Momenteel wordt er gewerkt aan een eigen concessie voor de N.V. Gowtuman. De

Page 190: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 190

locatie is reeds aangegeven. De Geologische Mijnbouwkundige Dienst van Natuurlijke

Hulpbronnen is ingezet om het geheel te coördineren. N.V. Gowtuman heeft intussen

toestemming om in een aangewezen gedoogzone mijnactiviteiten te ontplooien. N.V.

Gowtuman telt twaalf kleine gouddelvingsbedrijven.’ De minister was overigens alleen op de

hoogte van de ontevredenheid onder leden van de N.V. Gowtuman. ‘Uit vorige gesprekken

hadden wij juist begrepen dat al de kleine gouddelvers van Brownsweg zich hadden

gebundeld in N.V. Gowtuman. Nu blijkt dat er een andere groep porknokkers bestaat die niet

verenigd is in N.V. Gowtuman. Momenteel wordt er gewerkt aan een eigen concessie voor

N.V. Gowtuman, die uit twaalf kleine gouddelvingsbedrijven, bestaat’.

Porknokker Donoe en hoofd Beveiliging IAmGold èn majoor Goerdajal spelen

centrale rol in conflicten

In het derde kwartaal van 2007 kwam er plotseling een verandering in het gedrag van

Rosebel Gold Mines. Maar, deze verandering gold alleen voor die personen die landbouw of

andere economische activiteiten ontwikkelden in het goudconcessiegebied van de goudmijn

te Brokopondo. Het winnen van goud werd door de directie van de mijn echter nog steeds

niet toestaan. Dit werd door majoor Pertabsing Goerdajal, chef Beveiliging bij Rosebel, in

een gesprek met journalisten bevestigd. Op het moment van zijn uitlatingen was er een

conflict tussen de mijn en porknokker Karel Donoe, die werkzaam was met Braziliaanse

garimpeiros in het RGM concessiegebied. De man weigerde te vertrekken van een stuk

terrein in het zogenoemde Headley’s Block van de RGM concessie. De illegale porknokker

vroeg in juli 2003 tweehonderd hectare grond aan bij de autoriteiten om aan kleinmijnbouw

te doen, maar de overheid heeft nimmer gereageerd. Volgens Donoe had hij al drie jaren

lang landbouw als hoofdactiviteit die hij financierde met opbrengsten uit de goudwinning.

Ter plekke was echter alleen een opengekapt stuk bos met een paar jonge cocosplantjes. De

directie van de goudmijn beweerde echter dat Donoe’s landbouwproject enkel en alleen een

soort dekmantel was om naar goud te kunnen zoeken. Een deel van het verhaal van Donoe

bleek op waarheid te berusten. Hij nam deel aan een proefproject in het kader van het

Wereld Natuur Fonds (WWF) Duurzaam Werkgelegenheidsproject te Brownsweg, dat startte

in oktober 2006. De uitvoerder was het Inter American Institute for Cooperation in

Agriculture (IICA) en het project werd door het WWF gefinancierd. Met het project werd

getracht de lokale bewoners van Brownsweg op een legale manier van inkomen te voorzien.

De bewoners kwamen vooral aan geld uit illegale activiteiten zoals de handel in dieren, het

winnen van goud en kappen van hout. Volgens het WWF Guianas zou uit officiële stukken

gebleken hebben dat Donoe tussen 2003 en 2005 een goudwiningsconcessie had voor het

betreffende stuk grond. Die concessie kwam echter te vervallen op het moment dat hij in

2004 voor hetzelfde stuk grond grondhuur aanvroeg voor duurzame landbouw. Donoe deed

dus tot 2005 aan goudwinning, tot het moment dat hij ging participeren in het

Wereldnatuurfonds-IICA project. Volgens medewerkers van Rosebel had Donoe op haar

Page 191: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 191

concessie vier goudputten laten graven en iedere put zou tussen één en anderhalve kilo

goud opleveren.

Eind september 2007 bleek Donoe te zijn verdwenen uit het concessiegebied van Rosebel

Gold Mines.

IAmGold - en dus haar juweeltje de Rosebel goudmijn - werd op 2 december 2007 plotseling

het doelwit van een groep jongeren – niet meer dan twintig - uit Nieuw Koffiekamp. Zij

blokkeerden de toegangsweg tot de mijn, omdat het Canadese bedrijf niet wilde dat zij naar

goud gingen zoeken in haar concessiegebied. De jongeren beweerden dat het

goudmijnbedrijf hen toestemming had gegeven om goud te delven. IAmGold vermoedde dat

de jongeren niet als goudzoekers stonden geregistreerd en daarom geen plek toegewezen

hadden gekregen om goud te mijnen. Er waren ook jongeren uit het dorp die wel in het

Rosebel concessiegebied werkten, onder begeleiding van IAmGold. De actie om de weg te

barricaderen viel verkeerd bij dorpskapitein Ludwich Wijnerman die er niets van begreep.

Een dag later kregen de opstandige jongeren alsnog van IAmGold toestemming om goud te

delven. In een verklaring lieten de jongeren weten: ‘Wij mogen onder begeleiding van de

maatschappij mijnen in het gebied dat we hebben ontdekt en waar we graag willen mijnen.’

Volgens de public relations man van IAmGold’s Rosebel Gold Mines, Roy van Aerde, kon niet

gesproken worden over een succes voor de actievoerende jongeren, maar over ‘een

understanding’ tussen partijen. Maar, natuurlijk kon wel gesproken worden over een

overwinning van de jeugd op de Canadese goudmijnreus en over een verliespartok van

IAmGold.

Naar aanleiding de van problemen tussen porknokkers, garimpeiros en IAmGold liet de

politie te Brokpondo weten dat er geen enkele vorm van controle was op de goudvelden en

wat zich daar allemaal afspeelde. ‘Informaties uit de goudvelden bereiken ons vaak via

benadeelde gouddelvers, of personen die uit het gebied komen’, aldus enkele anonieme

politiemannen tegenover de Times of Suriname van 5 december 2007. Gewestelijk

politiecommandant Felixdaal van Brokopondo zei niet over voldoende manschappen te

Page 192: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 192

beschikken en niet over materieel om op een professionele manier het gebied in te kunnen

gaan. ‘Een all terrain vehicle hebben wij niet om op gemakkelijke wijze de velden te bereiken,

maar wel beschikt de dienst over een boot.’

De districtcommissaris van Brokopondo, Verno Pryor, vond dat zijn district in 2007 meer had

moeten halen uit IAmGold. In een vraaggesprek met een journalist van de Times of Suriname

op 27 december 2007 vroeg hij zich af waarom dorpen apart moesten gaan onderhandelen

met het Canadese bedrijf en per dorp samenwerkingsverbanden ondertekenen. ‘Als het

district een onderhandelingsorgaan vormt dat namens alle dorpen met de multinational

onderhandelt, staan wij sterker, en kunnen wij meer eruit halen. Ik zeg niet dat de bestaande

dorpscommissies die in contact staan met de afdeling Community Relations van de

maatschappij moeten verdwijnen, maar er moet een districtsoverlegorgaan in het leven

geroepen worden’, aldus Pryor. De dorpen Balingsoela, Brownsweg, Nieuw Lombe, Nieuw

Koffiekamp, Marschallkreek en Klaaskreek hadden ieder een samenwerkingsverband

ondertekend met IAmGold.

Het bedrijf maakte begin april 2008 bekend dat porknokkers uit Nieuw Koffiekamp. die lid

zwaren van de jongerenvereniging Makamboa, op 31 mei het Rosebel concessiegebied

verlaten moesten hebben. Makamboa had in 2004 van IAmGold een gedoogdzone

toegewezen gekregen, ‘Broko futu’. De jongeren werden toen geholpen door het WWF

Guianas en de Geologische Mijnbouwkundige Dienst. De jonge porknokkers kregen onder

andere les in het op een natuurvriendelijke, kwikvrije manier van goudwinnen. Volgens

IAmGold waren de reservegebieden waar de jongeren van Nieuw Koffiekamp gedoogd

werden, echter uitgeput. De jongeren trokken naar nieuwe locaties, waar zij niet mochten

mijnen. Volgens de veelal jonge porknokkers waren er voldoende gebieden waarin Rosebel

Gold Mines niet geïnteresseerd was en daar zouden de leden van Makamboa ongestoord

kunnen mijnen. In totaal werkten ongeveer tweehonderd mensen in een gedoogzone bij het

gebied Koolhoven en de Lowekriki.

IAmGold trok zich echter niets aan van de kritische geluiden van porknokkers en ging door

met haar ontruimingen.

Het bedrijf liet op 7 april 2008 twee illegale gouddelverskampen op haar concessie

vernietigen, daarbij gadeslagen door de politie. Veiligheidsfunctionarissen van IAmGold

sneden met kettingzagen de steunbalken van de optrekjes door en trokken de bouwsels

omver. De goudzoekers, voor het overgrote deel garimpeiros en personen uit het

Brownsweggebied, mochten eerst nog snel persoonlijke eigendommen uit de kampen halen.

De actie vond plaats langs de weg naar Atjoni, ter hoogte van kilometer 16. De kampen

stonden bij diepe kraters, gegraven door grote graafmachines , waar met pompinstallaties

en kwik goud werd gewonnen. Allerlei werktuigen werden door veiligheidsmensen van het

Canadese bedrijf in beslag genomen. De ontruimde kampen zouden hebben toebehoord aan

de alom bekende goudzoeker Karel Donoe. Onder de geruimde kleinschalige goudzoekers

Page 193: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 193

klonk ongenoegen over de actie. Het gevoel leefde dat concessies zouden worden

weggegeven aan buitenlanders en dat Surinamers zou worden verboden er te mijnen.

Donoe was ruim een jaar eerder ook al verwijderd van de concessie, maar keerde terug. Nu

was hij niet aanwezig.

De ontruimingsactie door IAmGold was voor de traditionale gezagsdragers van Brownsweg

en omgeving - verenigd in de Organisatie van Dignitarissen van Brownsweg (OBD) – reden

om duidelijkheid te verlangen over de exacte grootte van het concessiegebied van IAmGold

in Brokopondo. ‘Met tijd en seconde a concessie ey brei uit’, aldus een geïrriteerde kapitein

Justus Leidsman van Ganzee tijdens een ontmoeting met de pers in het Kruto Oso te

Brownsweg. De gezagsdragers eisten van zowel IAmGold als de regering dat zij naar een

duurzame oplossing zouden gaan zoeken, die het mogelijk moest maken dat beide partijen

ongestoord naast elkaar konden werken. Leidsman zag graag een herverdeling van de

goudrijke gebieden. Verder vonden zij het onbegrijpelijk dat Karel Donoe bij kilometer

zestien (vanuit Brownsweg) was ontruimd. Dat gebied zou niet tot het concessiegebied van

de Rosebel hebben behoord. De goudzoeker zou niet binnen de ‘broekvorm,’ die de

zeventienduizend hectare concessie van de multinational markeerde, zijn geweest.

Desondanks bleef IAmGold, volgens de gezagsdragers, loeren op Donoe en zijn kampen

afbreken, terwijl illegale porknokkers en garimpeiros met rust werden gelaten.

De Ware Tijd gooide 15 april 2008 olie op het al rokende vuurtje tussen IAmGold en

porknokkers en garimpeiros door in een artikel te beweren dat ‘een militaire topper en een

Page 194: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 194

functionaris van Rosebel Gold Mines’ stevige concurrentie van de illegale lokale gouddelvers’

ondervonden. ‘De militair heeft zelf twee nieuwe sets goudmachines in actie in de

goudvelden en de RGM-man zet zijn zwaar materieel in waarmee beide heren grof geld

verdienen’, aldus de krant. De krant ging ver in het artikel door zelfs te stellen dat IAmGold

‘razzia’s’ hield ‘op gouddelvers die de regels van het tweetal niet in acht nemen.’ De krant

beweerde verder dat porknokkers ‘voorspellen dat de militair en zijn ‘RGM-compagnon’ hun

eigen belangen zullen veiligstellen en hun inkomsten garanderen. “Dan pas gaan we zien,

waartoe we in staat zijn”, zegt een gouddelver.’ Het artikel liet anonieme goudzoekers aan

het woord die beweerden dat er porknokkers in het gebied werkzaam waren in dienst van

militairen, onder andere te Klaaskreek. De porknokkers waren ervan overtuigd dat recente

ontruimingsacties van IAmGold alleen bedoeld waren om Donoe te verwijderen en niet om

goudwinning in het concessiegebied te beëindigen. Een functionaris van RGM zou, aldus De

Ware Tijd, zijn graafmachine hebben ingezet voor illegalen, die bij razzia’s ongemoeid

werden gelaten. Ook waren hun kampen nooit afgebroken of afgebrand zoals bij anderen

het geval was. In alle gevallen ging het om personen die geen affiniteit met het district en

het binnenland hadden, aldus de krant. Het is in de Surinaamse media vrij gebruikelijk en

welhaast normaal om in berichtgeving af te gaan op anonieme verklaringen, bronnen, en om

in het midden te laten hoe een journalist of verslaggever aan zijn of haar informatie is

gekomen. Te snel worden oordelen geveld en conclussies getrokken door journalisten en

verslaggevers, zonder zich eerst ervan te vergewissen of de ontvangen of verkregen

informatie wel juist is. Stemmingmakerij is in de Surinaamse samenleving en dus ook in de

media niet ongewoon.

Rosebel Gold Mines ging na het verstrijken op 31 mei 2008 van de aan illegaal in haar

concessiegebied werkende porknokkers van Nieuw Koffiekamp opgelegde termijn om het

gebied per die datum te verlaten, niet over tot ontruiming. De publicteitsman van de

Rosebel goudmijn, Roy van Aerde, gaf als verklaring dat IAmGold het wilde gaan proberen

met praten. Maar, alleen praten met diè porknokkers die niet waren verwijderd uit het

gebied. De jonge porknokkers van organisatie Makamboa hadden de Canadezen echter tot

eind 2008 om uitstel gevraagd. Volgens de jongeren wilden zij financiële reserves opbouwen

‘om te kunnen investeren in andere, duurzame sectoren om een blijvend middel van bestaan

te krijgen’. Maar, van uitstel zou volgens Van Aerde geen sprake zijn. De porknokkers

werkten in gebieden die door IAmGold voor exploratie aangemerkt waren. De veel

besproken goudzoeker Karel Donoe was weer aan het werk in het Rosebel concessiegebied.

Hij beek zich schriftelijk te hebben verontschuldigd tegenover het hoofd Beveiliging van de

Rosebel, majoor Pertabsing Goerdajal, voor zijn eenmansverzet om te mogen mijnen.

De ontruimingen door IAmGold van illegale goudzoekers uit haar concessiegebied leidden

medio juli weer tot de nodige kritieken. In de krant Times of Suriname van 18 juli 2008 zei

hoofdkapitein Eddy Fonki van Nieuw Lombé dat IAmGold zich niet als een gast gedroeg,

‘maar demonstreert de ware eigenaar te zijn van het district Brokopondo’. Fonki: ‘Als de

Page 195: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 195

centrale overheid ons gekend had tijdens de onderhandelingen om te komen tot het

weggeven van het gebied aan de multinational zouden wij wel rekening hebben gehouden

met de mensen van het district. Omdat met ons geen rekening is gehouden vinden nu zulke

taferelen plaats. Nu worden wij weggejaagd uit plaatsen uit ons eigen district, wat te danken

is aan de centrale overheid.’ Fonki wilde dat de regering met de porknokkers in overleg ging

om een oplossing te zoeken. Overigens hadden ruim vierhonderd illegale goudzoekers van

het Canadese IAmGold nieuwe werkplekken toegewezen gekregen in het gebied van de

Mamakreek. Deze grote groep porknokkers was eerder door de multinational uit het gebied

verwijderd, toen ze met hun werkzaamheden het exploitatiegebied van de maatschappij

naderden. ‘We werken met explosieven en het is voor de maatschappij niet meer te

controleren of anderen dichtbij werken’, aldus een medewerker van IAmGold tegenover

journalisten. De Canadezen gingen speciaal een weg naar het nieuwe werkgebied aanleggen.

Brokopondo komt tot ontploffing

Een maand later kwam het echter tot een lang verwachte ontploffing in de relatie tussen

IAmGold en porknokkers in Brokopondo, toen het bedrijf overging tot het ontruimen van

porknokkers op de locaties Siksie fase 1 en 2. Volgens een bericht in De Ware Tijd van 15

augustus 2008 was voor de bewoners de maat vol. ‘Meer dan 200 jongelui zijn in één keer

brodeloos gemaakt. Willekeur, favoritisme, corruptie en gewelddadig optreden tegen

gedoogde porknokkers binnen de goudconcessie van de multinational zijn de oorzaak van

frustraties en verbijstering onder de bewoners van dit district’, aldus de krant. De frustratie

en woede onder vooral jongeren in het district, waren vooral gericht tegen een legerofficier

die al een aantal jaren door het Nationaal Leger ter beschikking was gesteld aan IAmGold om

de dynamietvoorraad van de multinational binnen het terrein van de Rosebel goudmijn te

beveiligen. Volgens De Ware Tijd ging het om de chef Veiligheid bij IAmGold. De krant

omschreef dat als frappant, maar vermeldde niet de naam van die man: Pertabsing

Goerdajal.

Opvallend was de wijze waarop De Ware Tijd de ontruiming van Siksie fase 1 en 2

verwoordde. Uit de tekst had de lezer af kunnen leiden dat een verslaggever van de krant

getuige was geweest van de ‘verrassingsaanval’ van de legerofficier:

‘Verlaten goudvelden geven een triest beeld van met kettingzagen neergehaalde en

afgebrande kampen. Zuigslangen, PVC-buizen, machines en andere attributen liggen

verspreid en onbeheerd op de grond. Equipement is in beslag genomen, persoonlijke spullen,

voedingsmiddelen en goudweegschalen worden eveneens vermist. Dit is het gevolg van een

uitgevoerde verrassingsaanval van de legerofficier met een zwaarbewapende eenheid van

dertig personen, bestaande uit leden van het Arrestatie Team, veiligheidspersoneel van

IAmGold, en militairen op verschillende locaties waar porknokkers goudwinningsactiviteiten

ontplooien.’ De verslaggever trachtte ook een dramatisch beeld neer te zetten van de

verslagenheid onder ontruimde porknokkers: ‘Overal zijn de frustratie en teleurstelling op de

gezichten van de jongelui te merken, die noodgedwongen mismoedig hun spullen opruimen.

Page 196: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 196

“Voor ons is de maat vol. We kunnen niet anders, hoe moeten we dan verder leven zonder

werk”, zegt porknokker Dennis. Samen met zijn collega’s Benito, Clifton en Finkie zit hij

verslagen op de kruising van de weg naar Nieuw Koffiekamp en de werklocatie Siksie fase 2.’

Een van de goudzoekers, Eddy Wee Wee, beweerde zelfs dat het een persoonlijke actie van

de legerofficier tegen hem was: ‘Wat mijn persoon betreft gaat het om een persoonlijke

afrekening.’ De legerofficier zou hem eerder hebben bedreigd met maatregelen, omdat hij

altijd geweigerd had commissie aan hem af te dragen. Wee Wee: ‘Sinds zijn aanstelling heeft

hij er een gewoonte van gemaakt een commissie te vragen en wie weigert wordt op een

gewelddadige manier verwijderd.’

De legerleiding wist niet hoe snel zij zich moest distantiëren van alle door majoor Goerdajal

uitgevoerde werkzaamheden in het concessiegebied van IAmGold. Goerdajal stond bij het

Nationaal Leger geregistreerd als hoofd van de afdeling G3, belast met trainingen binnen het

leger. ‘Goerdajal heeft van het leger niets te zoeken in Brokopondo en heeft er ook geen

standplaats’, aldus een legerwoordvoerder. Volgens hem zette de legerofficier de

soevereiniteit van Suriname op het spel, nu gebleken was dat hij als actief dienende

legerofficier in dienst was van een buitenlands bedrijf.

(In februari 2010 werd Goerdajal door IAmGold ontslagen. Media berichtten dat ‘onzuivere

praktijken’ (afpersing, vernieling, mishandeling) zouden hebben geleid tot zijn vertrek.

Volgens het ministerie van Defensie zou hij enige tijd eerder zijn beroep als majoor in het

leger hebben verruild voor een baan bij IAmGold. De man trachtte tevergeefs weer in dienst

te treden al fulltime majoor bij het Nationaal Leger van Suriname. Enkele officieren hadden

echter al hun ernstig misnoegen geuit over zijn mogelijke terugkomst.)

Ondertussen ging het kat- en muisspel tussen de Rosebel en porknokkers onverminderd

voort. De zogenoemde ‘Eenheid Speciale Diensten’ van de veiligheidsdienst van Rosebel

Gold Mines betrapten op zaterdag 13 september 2008 drie illegale porknokkers die

afkomstig waren uit Ganzee, Biroedoe en Wakibasoe. De veiligheidsmensen namen diverse

materialen in beslag, waaronder waterpompen, waterslangen, pikhouwelen, brandstof,

zogenoemde goudmatten en schoppen. De goudmatten, uit spoelbakken, werden

opgestuurd naar het bedrijfslaboratorium van de Rosebel goudmijn om het in de matten

aanwezige eventuele goud te verwerken. Eén van de veiligheidsmannen beklaagde zich

erover dat ondanks een uitgevoerde Clean Sweep-operatie porknokkers kennelijk toch alles

weer aan hun laars lapten en zijn teruggekeerd in het gebied.

Dat is een vaak terugkerend probleem: uit bepaalde gebieden verwijderde illegale

goudzoekers die na korte tijd gewoon weer terugkeren om hun goudzoekactiviteiten voort

te zetten. Porknokkers blijken nauwelijks respect te hebben voor wet- en regelgeving. Zij

worden gedreven door een zucht naar goud, wellicht ook naar een vleugje avontuur, maar

zeker naar harde – Amerikaanse – dollars.

Page 197: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 197

Makamboa zoekt confrontatie met IAmGold

Zo’n zestig leden van de goudzoekersorganisatie Makamboa uit Nieuw Koffiekamp bezetten

op 28 januari 2009 de weg naar IAmGold vanaf de kruising met de Weg naar Brownsweg. De

groep kleinschalige goudzoekers ging tot deze kortdurende actie over uit onvrede o ver de

manier waarop het Canadese goudmijnbedrijf met hun belangen zou zijn omgegaan.

Daarenboven zegden de ontevreden goudzoekers het vertrouwen op in de beveiliging van

het bedrijf, omdat die op eigen houtje zou hebben gehandeld. Maandenlange

onderhandelingen om te komen tot een aangewezen plek binnen het concessiegebied van

IAmGold, hadden niets opgeleverd. De porknokkers zouden grote verliezen hebben geleden,

omdat eerder gemaakte afspraken om te mijnen in bepaalde aangewezen gebieden, niet

zouden zijn nagekomen. De security van IAmGold verwijderde de porknokkers uit haar

gebied. Om de rust weer snel te laten terugkeren, beloofde de leiding van het bedrijf een

snelle oplossing. De goudzoekers hoopten dat de leiding in staat zou zijn hen formeel een

plaats toe te wijzen binnen het exploratiegebied om aan goudwinning te doen.

Maar, de spanning in het gebied liep op. De regering stuurde een paar dagen na de

blokkadeactie extra beveiliging voor bewaking bij IAmGold. De Makamboa goudzoekers

kondigden aan dat ze samen met de jongeren uit Nieuw Koffiekamp door zouden gaan met

protesteren tegen IAmGold. De opstandige goudzoekers wilden duidelijkheid krijgen over

hoe groot exact hun economische zone was en ook eisten zij stopzetting van mijnbouw op

Royal Hill. De secretaris van Makamboa, Jurgen Plein, stak tegenover journalisten zijn

ongenoegen over IAmGold niet onder stoelen of banken. ‘Het bedrijf denkt een loopje met

ons te nemen. Zij willen ons faciliteren, alleen moeten we daarvoor grote offers brengen dat

naar ons vermogen niet te doen is’, aldus Plein. Hij zei verder dat Nieuw Koffiekamp last

ondervond van de activiteiten van IAmGold en dat dat volgens de zogenoemde Delfstoffen

Overeenkomst 1994 niet zou mogen. Plein: ‘Dit is echter wel het geval. Het hele dorp kan

daarover meepraten. Daarom eisen we ook stopzetting van de mijnactiviteiten te Royal Hill.’

(Delfstoffen Overeenkomst 1994: Ruim een jaar nadat het Canadese mijnbouwbedrijf

Golden Star zijn intrede had gedaan in Suriname verkreeg het in 1991 rechten op de

goudconcessie van onder andere de Gross Rosebel. Hiermee verkreeg het bedrijf het

exclusieve recht om onderzoek te verrichten in de 17.000 hectare grote Gross Rosbel

concessie. In 1994 werd een Delfstoffen Overeenkomst met de regering gesloten. In 1996

verkreeg Cambior een vijftig procent aandeel in de Gross Rosebel concessie. Het dorpje

Nieuw Koffiekamp ligt in het midden van het zuidelijk blok van de concessie. De inwoners

zijn echter nooit officieel geïnformeerd of geconsulteerd over de uitgifte van de concessie.

Begin 1955 ontstonden de eerste problemen tussen Nieuw Koffiekamp en Golden Star. De

inwoners waren niet te spreken over het feit dat zij omsingeld werden door gewapende

bewakers en gehinderd werden door veiligheidspersoneel van het bedrijf om

werkzaamheden te ontplooien ter voorziening in hun eigen levensonderhoud, waaronder

kleinschalige goudwinning. Naast het veiligheidspersoneel van Golden Star waren

Page 198: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 198

gewapende politie-eenheden aanwezig. Nieuw Koffiekampers beweerden te worden

beschoten door personeel van Golden Star om hen te intimideren en om te verhinderen dat

zij in gebieden zouden werken waar Golden Star actief was. De mensenrechtenorganisatie

Moiwana ’86 ondersteunde de inwoners van het dorp. Volgens Moiwana ’86 waren Golden

Star, Cambior en de Surinaamse regering verantwoordelijk voor overtredingen van

tenminste acht bepalingen in het Amerikaanse Verdrag inzake Mensenrechten.)

IAmGold stelde zich op het standpunt dat zij geen geen kleinschalige mijnbouw kon toestaan

op de concessie. Gebruik van kwik, onbeperkte ontbossing en het gebruik van waterpompen

zijn schadelijk voor het milieu en konden niet worden toegestaan onder de vlag van het

Canadese goudmijnbedrijf.

De leden van Makamboa bleken zich echter weinig tot niets aan te trekken van alle door

IAmGold opgelegde regels en voorwaarden en dergelijke. Begin februari 2009 drongen ruim

honderd goudzoekers zonder toestemming het concessiegebied van Rosebel Gold Mines

binnen. Er werd hierbij veel schade aan het milieu toegebracht. Om de ernst van de situatie

aan te geven belegde IAmGold zelfs een speciale persconferentie waar de toenmalig

algemeen directeur van het bedrijf, Renaud Adams, tekst en uitleg gaf. Het bedrijf had met

Makamboa een overeenkomst afgesloten waarin onder andere een voorstel was

opgenomen om een entiteit op te richten die als een soort ‘contractor’ in dienst zou zijn van

de Canadezen. Maar, die entiteit zou zich dan wel moeten houden aan alle wettelijke

vereisten en zich moeten registreren als ondernemer en haar diensten leveren aan IAmGold.

Op haar beurt zou IAmGold medewerking verlenen op het terrein, door onder andere zwaar

materieel te leveren. Volgens Adams werd het voorstel door Makamboa verwelkomd. De

verbazing bij de Canadezen was dan ook groot, toen zij vernamen van het binnendringen van

ruim honderd porknokkers in haar concessiegebied. Reden genoeg voor het bedrijf om de

onderhandelingen met de porknokkers te beëidigen. Tijdens de persconferentie liet Adams

ook weten dat porknokkers niet minder dan zevenhonderd kilo goud in een jaar tijd hadden

gedolven. Volgens de IAmGold directeur ontving de Surinaamse staat van die opbrengst

geen cent, was een kleine groep rijk geworden en werd de natuur verwoest achtergelaten.

Ernstige ongeregeldheden bij ingang Rosebel Goldmines

Een paar dagen na de persconferentie werden drie bussen van Leon’s Transport, die

arbeiders van de Rosebel Gold Mines vervoerden, vernield door porknokkers uit Nieuw

Koffiekamp. Zeven bussen waren 3 februari ’s avonds vanaf de goudmijn vertrokken. Twee

reden richting Paramaribo en de andere vijf waren voor een tussenstop aan het pauzeren

toen de chauffeurs informatie ontvingen dat een pick-up vol mensen richting de mijn reed

om onrust te zaaien. Hierop vertrokken twee chauffeurs met hun bus. De drie bussen die

achterbleven werden belaagd door porknokkers. Eén van de bussen werd in brand gestoken

en de andere twee verden vernield. De chauffeurs vluchtten het bos in en bleven daar de

hele avond.

Page 199: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 199

Om orde en rust te brengen werden diverse politie- en militaire eenheden in het gebied

gestationeerd. De sfeer was grimmig geworden en er moest zelfs met traangas worden

geschoten.

Porknokkers beschoten

Protestacties bereikten donderdagochtend, 5 februari, een dieptepunt. Nadat

districtscommissaris Verno Pryor er niet in slaagde betogers zo ver te krijgen opgeworpen

wegbarricades te verwijderen, greep de politie in. Met traangas werd getracht de

tweehonderd demonstranten uiteen te drijven. Toen dat niet lukte, werden er schoten

gelost. In de onrust werden ook enkele voertuigen van IAmGold vernield. Er werd met

stenen gegooid en de politiepost te Nieuw Koffiekamp brandde af. Volgens de actievoerders

was de post door het leger in brand geschoten en niet in brand gestoken door

dorpsbewoners. De politiepost was overigens niet meer in gebruik en stond leeg. Ook

werden aantoonbare kogelinslagen gemeld op eigendommem van de gemeenschap.

De opstandige porknokkers kregen op vrijdag 6 februari steun van het uit Brokopondo

afkomstige Assembleelid Yvonne Pinas van de Nationale Democratische Partij (NDP). In een

reactie liet zij via het Dagblad Suriname weten: ‘Ik sta honderd procent achter de jongens

van Nieuw Koffiekamp. Want het kan niet zo zijn dat een regering concessies tekent waar er

mensen wonen. De regering wist wat de consequenties zouden zijn. We hebben vaker

hierover in het parlement gesproken. Zie daar nou de gevolgen wanneer een regering geen

respect opbrengt voor zijn volk. Dit is het gevolg hiervan.’ Zij gaf de ‘Venetiaan 1’-regering

volledig de schuld van de gebeurtenissen te Nieuw Koffiekamp. ‘Ik weet dat de NDP vanaf

het begin tegen het contract was. Het was reeds toen bekend dat de concessie van Cambior,

nu IAmGold, Nieuw Koffiekamp overlapte. Ook werd uit de deal duidelijk dat Suriname en de

omliggende dorpen niet beter zouden worden uit de deal. Wijlen granman Daniel Aboikoni,

was toen niet erkend en minister Werner Vreedzaam van Regionale Ontwikkeling werd door

de president gepasseerd. Zie nu de gevolgen’, aldus Pinas.

Pinas stelde voor dat de regering, IAmGold en het traditioneel gezag uit de dorpen met

elkaar zouden gaan onderhandelen over hoe het probleem op te lossen. Ze sprak de vrees

uit dat na Nieuw Koffiekamp Sarakreek mogelijk de gevolgen van de werkzaamheden van

IAmGold zou kunnen gaan voelen. ‘De regering is van plan om het grondgebied dichtbij

Sarakreek in concessie uit te geven aan IAmGold. De mensen hebben gelijk als ze nu al

aangeven dat ze het niet gaan pikken’, aldus Pinas.

In dezelfde krant sprak porknokker Owen Pryor uit Nieuw Koffiekamp zijn onvrede uit over

het optreden van de politie. ‘De politieagenten hebben een mistake gemaakt, niet wij. Ze

hebben op ons geschoten, zonder dat we aanleiding gaven. De mensen van Nieuw

Koffiekamp hielden een actie en ik was erbij. De reden van de actie is dat wij geen goed

verblijf hebben. De situatie is niet goed, doordat we geïsoleerd zijn geworden door het

Page 200: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 200

systeem van IAmGold. Ze maken heel veel fouten en liegen ook nog. De leugens van hen zijn

ons te veel. De directeur Adams geeft aan dat er geen papieren of overeenkomsten zijn

getekend, terwijl we de papieren wel hebben. Ik heb nu een heel grote schuld en ben er

bewust van dat ik niet uit zal komen.’ Pryor en collega goudzoeker Jurgen Plein hadden op 5

februari een gesprek met minister met minister Gregory Rusland van Natuurlijke

Hulpbronnen. Daarbij waren verder aanwezig de ministers Michel Felisi van Regionale

Ontwikkeling, Chandrikapersad Santokhi van Justitie en Politie en de minister van Defensie,

Ivan Fernald. Plein maakte in dat gesprek duidelijk dat met de komst van IAmGold er een

overeenkomst bereikt was met directeur Renaud Adams van IAmGold Rosebel Gold Mines.

Plein: ‘Nu beweert hij dat er geen overeenkomst is. En blijkt dat het bedrijf zich helemaal niet

meer houdt aan de gemaakte afspraken. Het gaat onder andere om bepaalde gebieden waar

het bedrijf toestemming verleende om kleinschalige mijnbouwactiviteiten uit te oefenen en

er was een bepaald gebied aangewezen, die naar deze kleine mijnen moest leiden. In die

overeenkomst stond dat zolang die weg nog niet was, men niet verboden zou worden om via

de hoofdingang te lopen. En thans blijkt dat het bedrijf gewoon negeert om dat te doen,

aangezien de weg die zij moesten maken nog niet af is.’

‘De securityguards zijn de militairen die in dienst zijn van IAmGold. Die hebben kampen van

de porknokkers vernietigd. Verder mishandelen en bedreigen zij de mensen. In het

concessiegebied heb je het dorp Nieuw Koffiekamp. Een van de leden van MaKamboa werkt

ongeveer driehonderd meter verwijderd van het dorp en daar hebben ze kampen vernietigd

en geschoten op leden van Makamboa. Daarbij werden autobanden plat geschoten. Voor

wat het aantal kampen betreft dat vernield is, kan er niet precies aangegeven worden omdat

het op verschillende locaties gebeurt. We hebben geen wapens, dus hebben wij geen

aanleiding gegeven om te schieten. Nu weten we ook nog niet of de regering een oplossing

zal brengen en of we van de concessies moeten gaan. Maar daarover zullen gesprekken

gevoerd worden. De afgelopen dagen zijn drie gewonden gevallen. Twee liggen thans in het

ziekenhuis. Een van hen is geraakt is de buikstreek en de ander in een van zijn handen.’

Familieleden van de neergeschoten porknokkers reageerden onthutst op de

ongeregeldheden bij de Rosebel goudmijn in de vroege ochtend van 5 februari. Tegenover

de Times of Surinames deed een nicht van één van de gewonden haar relaas. ‘Een man in

militair tenue heeft op mijn neef geschoten’, aldus de vrouw. De 30-jarige Marciano werd

rond vier uur in de ochtend door een kogel geraakt in zijn bovenarm, terwijl een andere

porknokker, ‘Dimbo’, een kogel in zijn rug kreeg. Volgens de nicht waren beide mannen net

van plan het gebied te verlaten. ‘Terwijl zij naar hun voertuig liepen, schoot een man in

militair tenue op hen.’ Volgens haar werkte Marciano al zeker zes jaar in het

Brokopondogebied (km106). Hij was niemand tot last en was ook nooit in aanraking

gekomen met de politie, aldus de vrouw. Overige familieleden toonden zich verontwaardigd

dat geen enkele vertegenwoordiger van de regering een bezoek had gebracht aan de

gewonde porknokkers. ‘Pe Brunswijk de now, wi ben stem fu a man toch.’

Page 201: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 201

John Jones, hoofd van de Voorlichtingsdienst van het Korps Politie Suriname, kon niet met

zekerheid zeggen wie de schoten had gelost, omdat er ook legereenheden in het gebied

waren. Hij wist wel dat zeker één politieagent intimidatieschoten had gelost toen de

betogers met stenen begonnen te gooien. Volgens Jones raakte daarbij één politieagent

lichtgewond.

Journalist Ivan Cairo van De Ware Tijd wist vrijdagochtend 6 februari te berichten dat de

gewonde porknokkers slachtoffers zouden zijn van ‘eigen vuur’. Volgens de journalist zouden

de ongelukkige goudzoekers zijn geraakt door kogels van ex-strijders van de

verzetsbeweging Angula, die de gelederen van de Nieuw Koffiekampbetogers zouden zijn

‘geïnfiltreerd’. De legereenheid die naar de goudmijn was gedirigeerd, zou alleen

‘intimidatieschoten’ hebben gelost om de demonstrerende porknokkers te verdrijven. De

krant beweerde dat ‘door vermoedelijk roekeloos schieten van gewapende actievoerders

kameraden zouden zijn geraakt’. Deze versie van het gebeuren werd met klem weersproken

door de Nieuw Koffiekamp actievoerders. ‘Den man e ley en dis’ na wan bigi syen gi a

regering nanga minister fu Defensie’, aldus de verontwaardigde actievoerder Arsino Libretto

in De Ware Tijd. ‘Niemand was met een geweer, un n’e du dati. Er kwam niet één schot van

onze kant.’ Ook de bewering dat ex-Angulas zich onder de betogers zouden bevinden, werd

met klem naar het land der fabelen verwezen. Libretto zou met eigen ogen hebben gezien

hoe militairen op twee porknokkers zouden hebben geschoten. Na de schoten verzamelden

hij en anderen kogelhulzen en handgranaten, die niet waren afgegaan, als bewijs. Aan die

hulzen zou te zien zijn dat met zware machinegeweren was geschoten.

Verschillende porknokkers verklaarden dat door het leger leugens gefabriceerd werden om

haar actie te rechtvaardigen.

Ministers en politiek reageren

Op het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) werd zaterdag 7 februari gesproken

over de kwestie IAmGold, maar betrokken partijen kwamen er niet uit. NH-minister Gregory

Rusland reageerde met de opmerking dat problemen niet in een dag konden worden

opgelost. Bij de bespreking waren aanwezig onderhandelaars districtscommissaris Verno

Pryor en Henk Naarendorp van het goudbedrijf Nana Resources en vertegenwoordigers van

Makamboa en IAmGold. Ook aanwezig waren de ministers van NH en Regionale

Ontwikkeling. Voor de Canadezen bleek het van belang te benadrukken dat zij geen

kleinschalige mijnbouw konden toestaan in de concessie. IAmGold was verder van oordeel

dat Makamboa een goede administratie van haar leden en activiteiten moet voeren.

Rusland uitte weer zijn afkeuring over wat zich in het gebied had afgespeeld. ‘Dit mag

nimmer herhaald worden, omdat het niet goed is voor zowel het bedrijf als voor de

gemeenschap, maar bovenal ook niet voor Suriname. Je zult je hoofd te allen tijde koel

moeten houden en je niet laten lenen voor partijpolarisatieactiviteiten. Er zal gekeken

moeten worden wat redelijk en billijk is binnen het kader van wet en recht.’

Page 202: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 202

Natuurlijk kon ook een verklaring van de minister van Defensie niet uitblijven. Minister Ivan

Fernald zei op 7 februari niet te weten wie tijdens de actie van goudzoekers had geschoten.

‘Mijn directe rapportage komt rechtstreeks van de legerleiding. En het is zo, dat het

onderzoek nog gaande is. Want er worden een hoop beweringen gedaan. In elk geval moet ik

ervan uitgaan dat een legereenheid pas daar naartoe gegaan is en bijstand verleend heeft,

nadat zaken al aanmerkelijk waren geëscaleerd. Nu zijn er onderzoeken gaande naar wat er

precies gebeurd is, hoe het optreden gebeurd is van beide kanten. En na het onderzoek zullen

we weten wat waar is.’

Ook minister Chandrikapersad Santokhi kwam met een verklaring. Hij kondigde een

onderzoek aan naar ‘eventuele overmatige geweldstoepassing tijdens de schermutselingen

op de Brownsweg tussen porknokkers van Nieuw Koffiekamp en gewapende eenheden van

het Nationaal Leger en de politie’. De procureur-generaal was al bezig te onderzoeken of

leden van Makamboa leden van de gewapende eenheden hadden bekogeld met stenen toen

zij de opgeworpen wegblokkade wilden verwijderen. De ministers Fernald en Santokhi

maakten ook bekend dat minstens vijf militairen en twee politiefunctionarissen gewond

waren geraakt door voorwerpen die door demonstrerende porknokkers zouden zijn gegooid.

Naast de betrokken ministers ging de politiek zich ook roeren. De fractieleiders in De

Nationale Assemblee (DNA) kwamen maandag 9 februari in spoedberaad bjeen. De

vergadering werd gehouden op verzoek van het Assembleelid Jiwan Sital (A1/PVF). Hij vond

de kwestie dermate ‘verontrustend’ dat hij het noodzakelijk vond om een vergadering erover

te houden. ‘Wanneer burgers op deze wijze voor hun rechten opkomen, en het leger

genoodzaakt is op te treden, dan is er iets zeer ernstigs aan de hand. Het is een heel ernstige

situatie en het is niet de eerste dat er een confrontatie is tussen de mensen in het gebied en

het bedrijf’, aldus Sital.

Volgens de politicus vermeldt de Mijnbouwwet duidelijk dat bij het uitgeven van

mijnbouwconcessies rekening dient te worden gehouden met in de omgeving wonende in

stamverband levende gemeenschappen. In goed overleg zouden, aldus Sital, het parlement,

de regering en belanghebbenden moeten onderzoeken hoe de kwestie van de porknokkers

en IAmGold zou moeten worden aangepakt.

Terwijl ministers, betrokken partijen en politici spraken over de incidenten bij IAmGold en te

Nieuw Koffiekamp was op 6 februari een onderzoeksteam van het Korps Politie Suriname en

de Militaire Politie gestart met een onderzoek naar de ongeregeldheden van twee dagen

eerder bij het goudzoekersdorp. Volgens een bericht in De Ware Tijd van 9 februari werden

onder andere veertien ‘verdachte patroonhulzen’ en een niet gebruikte molotovcocktail

gevonden. ‘Naar verluidt gaat het om patronen die worden gebruikt voor FAL-geweren. Uit

legerkringen wordt vernomen dat de militairen die bij de actie waren betrokken, waren

uitgerust met AK 47-geweren’, aldus de krant.

Page 203: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 203

Moeizame onderhandelingen Makamboa en IAmGold

De gesprekken tussen IAmGold en Makamboa werden 13 februari hervat in het ministerie

van Natuurlijke Hulpbronnen. Overigens was de rust weer teruggekeerd in het gebied. Maar,

ook deze gesprekken liepen op niets uit.

Drie dagen na de hervatte besprekingen, werd het toch weer onrustig. Leden van

Makamboa dreigden weer in actie te komen, omdat er meer geen doorbraak kwam in de

onderhandelingen met het Canadese IAmGold. De goudzoekers konden nog steeds niet aan

het werk. Tegenover het Dagblad Suriname verklaarde het Makamboa-lid Kenneth Prijor op

16 februari: ‘Wij hebben honger en kunnen niet zolang werkloos blijven.’ De goudzoekers

hadden vernomen dat de directeur van IAmGold, Renaud Adams, tijdens onderhandelingen

gezegd zou hebben dat slechts tien van de vijfentwintig porknokkersploegen van Makamboa

in het concessiegebied zouden mogen gaan werken. Voor Prijor en de overige goudzoekers

was dat niet acceptabel. ‘Wij zullen deze deal niet accepteren. Als maar tien ploegen worden

toegelaten, wat gebeurt er dan met de overige vijfien ploegen’, vroeg Prijor zich af. Reden

genoeg voor de ontevreden goudzoekers om te overwegen weer de weg naar de

goudconcessie te barricaderen. De ontevreden Makamboa-leden in het dorp wilden geen

zaken meer doen met IAmGold en eisten dat de overheid hun de zogenoemde vijf-

kilometerzone weer zou teruggeven. Prijor: ‘Het is begrijpelijk, de jongens kunnen al zolang

niet aan de slag en hebben geen inkomsten.’ Volgens de goudzoekers voelt iedereen te

Nieuw Koffiekamp zich ‘beetgenomen’.

Donderdag 19 februari werd bekend dat IAmGold Makamboa op 16 februari een voorstel

zou hebben gepresenteerd. Volgens De Ware Tijd zou Makamboa het voorstel hebben

besproken en de uitkomsten daarvan op 19 februari voorleggen aan de minister van

Natuurlijke Hulpbronnen. In de tussentijd had directeur Adams van Rosebel Gold Mines een

gesprek gehad met niemand minder dan politicus Ronnie Brunswijk in het ministerie van

Transport, Communicatie en Toerisme. Brunswijk zou zijn benaderd door Adams vanwege

zijn invloed in het gebied. Met dat gesprek wilde Adams slechts duidelijk maken dat IAmGold

een vreedzame oplossing voor de problemen wilde. Humbert Robert, voorzitter van

Makamboa, liet tegenover de krant weten dat de onderhandelingen met IAmGold, om te

komen tot werkplekken voor porknokkers van zijn dorp, de positieve richting op gingen.

Maar, de vervolgbesprekingen tussen Makamboa en IAmGold gingen op verzoek van de

goudzoekersorganisatie niet door. Volgens een verklaring van de minister van Natuurlijke

Hulpbronnen, Gregory Rusland, had Makamboa meer tijd nodig om met de achterban te

praten.

IAmGold en de porknokkers van Nieuw Koffiekamp wisten uiteindelijk medio augustus 2009

een tussentijds akkoord te bereiken. Drie weken eerder waren porknokkers weer aan het

werk gegaan in een gebied genaamd ‘Siksi’, dat binnen het concessiegebied van IAmGold

Page 204: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 204

ligt. Directeur Adams van het bedrijf had jongeren uit het dorp bepaalde locaties

aangeboden om naar goud te zoeken. Die locaties zouden de activiteiten van IAmGold niet in

de weg staan. Maar, ondanks gemaakte afspraken bleken toch porknokkers werkzaam te zijn

in geprojecteerde mijnen van de Canadese multinational. De voorzitter van Makamboa,

Humbert Robert, liet via De Ware Tijd van 18 augustus 2009 weten dat ondernemers uit het

dorp na het akkoord met IAmGold gingen samenwerken met enkele personen uit

Brownsweg. Hierop hebben anderen van buiten het district besloten om het gebied van

Gross Rosebel binnen te dringen op zoek naar goud.

Eind augustus leidde onderlinge geschillen tussen porknokkers van Nieuw Koffiekamp en

Brownsweg tot de zoveelse problemen en acties. Porknokkers bezetten gedurende een uur

de ingang naar het emplacement van IAmGold. Aanleiding voor deze plotselinge actie was

dat de goudzoekers van Nieuw Koffiekamp hadden vernomen dat goudzoekers uit

Brownsweg tegen betaling van vijfduizend Amerikaanse dollars aan functionarissen van de

Rosebel Gold Mines illegaal zouden zijn toegelaten op de Gross Rosebel. De Nieuw

Koffiekampers waren van oordeel dat wanneer de concessie van IAmGold verboden gebied

voor hen is, dat ook moest gelden voor de porknokkers van Brownsweg. De porknokkers van

Nieuw Koffiekamp ontdekten zelfs een gesloten containertruck die met hulp van een

beveiligingsman van Rosebel Gold Mines goudverwerkingsmachines van Brownsweg

transporteerde naar de concessie. Enige bijval kregen de kleinschalige goudzoekers uit

Nieuw Koffiekamp van de districtscommissaris van Brokopondo, Vernon Pryor.

‘Investeerders moeten rekening houden met de plaatselijke gemeenschappen.’

De directeur van Rosebel Gold Mines, Renaud Adams, was de problemen met de

porknokkers in het concessiegebied van de mijn ondertussen meer dan zat. Hij organiseerde

op donderdag 27 augustus 2009 voor minister Gregory Rusland van Natuurlijke Hulpbronnen

en de pers een rondvlucht boven het gebied. Adams stak niet onder stoelen of banken dat

hij bereid is om Makamboa te accomoderen, maar alle overige machines zouden van hem

absoluut uit het gebied moeten worden verwijderd. Volgens Adams brachten de

grootschalige illegale activiteiten in het concessiegebied de voortgang van de RGM-operatie

in gevaar, maar ook de inkomsten voor de staat en de gezondheid van de dorpsbewoners.

Hij benadrukte dat met de schade die aan het milieu werd aangericht ook de

zoetwaterbronnen van Nieuw Koffiekamp aangetast werden. Tegen de afspraken in waren

porknokkers toch te dichtbij de mijnen van IAmGold gekomen en daar werd gewerkt met

zwaar materieel èn dynamiet. Adams maakte de minister en de journalisten duidelijk dat het

bedrijf de porknokkers een permanente baan had aangeboden, maar dat aanbod werd

afgewezen. De bemiddelaars, onder wie Henk Naarendorp, kwamen met het voorstel om

een onafhankelijke buitenlandse deskundige aan te trekken voor de onderhandelingen

tussen Makamboa en IAmGold casu quo Rosebel Gold Mines. Rusland erkende dat de

regering verzuimd had bij de uitgifte van de 17.000 hectare concessie begin van de jaren

negentig van de twintigste eeuw dwingende afspraken te maken met multinationals over de

Page 205: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 205

positie van lokale gemeenschappen. Owen Prijor van Makamboa hield vol dat

buitenstaanders medewerkers van RGM zouden omkopen om te kunnen werken op Gross

Rosebel en die gewoon via de hoofdpoort van het bedrijf werden binnen gebracht. Volgens

Prijor moesten de goudzoekers van Nieuw Koffiekamp zich daarentegen rustig houden met

minder winstgevende gebieden en wachten op een structurele oplossing van de overheid.

Op 29 december 2009 luidde de directie van Rosebel Gold Mines (RGM) de alarmbel.

Volgens de directie bevonden zich vrouwen en kinderen op de illegale goudvelden van haar

concessie. Er zouden zich daar zelfs stedelingen en bewoners uit andere dorpen in het

district Brokopondo met hele families bevinden. Ook zou het aantal illegale goudzoekers zijn

verdubbeld. In augustus 2009 waren dat er nog ongeveer vierhonderd. De minister van

Natuurlijke Hulpbronnen, Gregory Rusland, reageerde op de noodkreet van RGM in De Ware

Tijd van 5 januari 2010. Hij erkende dat het treffen van structurele maatregelen voor het

vrijmaken van de concessie nu meer dan voorheen noodzakelijk was geworden. De

Canadezen hadden eerder al duidelijk gemaakt dat het vanwege gezondheids- en

veiligheidsredenen niet verantwoord was om grote groepen mensen dichtbij hun operaties

te hebben. Rusland vermoedde dat de steeds maar stijgende goudprijs een zeer grote

aantrekkingskracht uitoefende op ‘gelukszoekers’.

De bewindsman legde tegenover de krant uit dat de directie van Rosebel Gold Mines een

gedoogbeleid voerde, maar haar verdraagzaamheid wilde beperken tot ondernemers uit het

nabijgelegen dorp Nieuw Koffiekamp, datbinnen de concessie ligt. Met de RGM-directie en

met de ministeries van Defensie en Justitie en Politie zou Rusland om de tafel gaan zitten om

afspraken te maken hoe de concessie te beveiligen. De staat heeft namelijk de plicht om het

concessierecht van de multinational te beschermen, hoewel zij ook rekening moest houden

met de belangen van de lokale bevolking. Overigens bleken de districtscommissaris Verno

Prijor noch kapitein Ludwich Wijnerman van Nieuw Koffiekamp op de hoogte te zijn van de

veranderde situatie op de Gross Rosebel. Prijor verklaarde in commissieverband samen met

de mediators Henk Naarendorp, Chris Healy en Richenne Libretto gezocht zou worden naar

een oplossing voor de problematiek rond de goudconcessie.

Een paar weken later werd echter bekend gemaakt dat IAmGold en de Surinaamse regering

door zouden gaan met ontruimingen te Gross Rosebel. Een civiele rechtszaak in behandeling

bij het Hof van Justitie voor een forse schadevergoeding wegens gepleegde vernielingen, zou

de actie niet stoppen, aldus berichtte De Ware Tijd in haar editie van 1 februari 2010. Uit

onderzoeksgebied van IAmGold’s dochtermaatschappij Rosebel Gold Mines werden de

illegale goudzoekers uit omliggende dorpen verwijderd. Die groep bleef in aantal maar

aanzwellen en volgens districtscommissaris Verno Prijor was ordening dringend

noodzakelijk. Prijor beweerde dat er geen spanningen bestonden tussen de bewoners in het

district Brokopondo, personen en bedrijven die zij ervaren als indringers, zoals Brazilianen,

stedelingen en de Canadezen. Volgens de districtscommissaris heerste in het Siksigebied,

ongeveer vijf kilometer verwijderd van Nieuw Koffiekamp, een complete chaos. Dat gebied

Page 206: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 206

moest dan ook volledig ontruimd worden om de rust en veiligheid in het gebied te

garanderen. Braziliaanse garimpeiros waren vooral actief rond Brownsberg en langs de

Sneysi-pasi, de weg die leidt naar de Kleine Saramaccarivier in het Matawaigebied.

Ondertussen was de goudzoekersorganisatie van Brownsweg, N.V. Gowtuman ’94, in hoger

beroep gegaan tegen de uitspraak van de Kort Geding rechter. De rechter had de

porknokkers niet ontvankelijk verklaard in hun vordering van ruim 375.000 Surinaamse

dollar en het respecteren van een overeenkomst getekend met RGM en de Mijnbouwwet

van Suriname. Die schade was het gevolg van de vernietiging van eigendommen in

goudkampen die in het onderzoeksgebied van RGM stonden. Volgens de gouddelvers kon

RGM geen eigendomsrechten ontlenen aan een exploratievergunning. De directie van

Rosebel Gold Mines zou dan ook onbevoegd zijn geweest om hardhandig op te treden. Te

Brownsweg wonen in een concentratie van acht dorpen ongeveer 3.500 mensen. Met

omliggende dorpen en kampen, zoals Klaaskreek, Marchallkreek, Alasabaka, Ballinsoela,

Asigron, Dreypada en Compagniekreek komt dit aantal op brond de 5.500 bewoners, aldus

berichtte De Ware Tijd op 5 februari 2010.

Ondanks alle goede bedoelingen, gesprekken, interventie door zogenoemde mediators en

een geplande verwijdering van goudzoekers uit het concessiegebied van Rosebeld Gold

Mines van IAmGold, kwam het 17 februari 2010 tot een treffen tussen porknokkers uit

Nieuw Koffiekamp en uit Brownsweg in het Siksigebied. Porknokkers van Nieuw Koffiekamp

mishandelden tientallen goudzoekers uit Brownsweg. De Nieuw Koffiekampers zouden

volgens mediaberichten met onder andere achtgeweren, stokken en houwers de leden van

Makamboa, ongeveer zeventig man, te lijf zijn gegaan. Eén van de kranten meldde zelfs dat

een goudzoeker ‘door op tijd achter een auto te springen’ kon ‘voorkomen dat zijn hoofd

werd afgehakt’. Uiteindelijk moesten drie zwaargewonden vervoerd worden naar een

ziekenhuis in Paramaribo. De Makamboa-porknokkers claimden het gebied als hun eigen

zogenoemde economische zone. Deze groep goudzoekers dulde geen aanwezigheid van

collega’s van Brownsweg, ondanks dat zij ervoor betaling ontvingen: tien procent van hun

productie moest aan Makamboa worden betaald.

Natuurlijk kon de actie van de Nieuw Koffiekampers niet zonder gevolgen blijven. Hun werd

de toegang tot Brownsweg voor korte tijd ontzegd.

Problemen in Kraboedoingebied

Porknokkers van Brownsweg waren overigens zeer succesvol in het Kraboedoingebied. Zo’n

driehonderd goudzoekers waren in het gebied actief. Maar, ook daar werd het onrustig.

Volgens enkele Matuariërs was dat gebied hun historisch cultureel erfgoed. Midden april

2010 was het gebied ontruimd door eenheden van het leger en de politie. Van de

autoriteiten kregen de lokale bewoners te horen dat zij op een legale manier aan rechten op

de grond moesten zien te komen, voordat zij op Kraboedoin konden gaan werken. Terwijl de

jongeren en dignitarissen zich inzetten om een organisatie op te zetten, trokken tientallen

Page 207: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 207

lokale porknokkers alsnog naar het gebied. Uiteindelijk kon de Stichting Ahala in Brownsweg

worden opgericht, een vertegenwoordiging van jongeren en de Organisatie van Brownsweg

Dignitarissen. De nieuwe organisatie overhandigde een lijst met de namen van drieëntwintig

porknokkers van Brownsweg aan de politie die gedoogd zouden kunnen worden. Volgens

een bericht in De Ware Tijd begin juni 2010 zouden ook kapitaalkrachtige ondernemers en

politici uit Paramaribo hun ‘gretige ogen richten op Kraboedoin’, waarop IAmGold een

exploratievergunning had. Van dorpelingen vernam de krant dat ook Matuariërs wilden

profiteren van de goudvoorraden in het gebied.

Brownsweg en nabijgelegen dorpen zoals Nieuw Koffiekamp zitten in het cultureel gebied

van de Matawai die via de Snesi pasi - zijweg van de Weg naar Atjoni - de

leefgemeenschappen en ook goudrijke goudvelden aan de Boven-Saramaccarivier konden

bereiken. Volgens ingewijden was er een akkoord tussen granmans van beide stammen

getekend, waarin de Saramaccaanse dorpen in Brokopondo werden gedoogd in de

Matawaizone. Maar toenmalig minister Michel Felisi van Regionale Ontwikkeling zei niets af

te weten van een overeenkomst tussen de stamhoofden. Ook wist hij niet hoe de grens liep

tussen het zogenoemde Matawai- en Saramaccaansgebied.

Ruim anderhalve maand later vroeg het groot-opperhoofd van de Saramaccaners, Belfon

Aboikoni, Rosebel Gold Mines het beheer over Kraboedoin aan hem over te dragen.

Belfon Aboikoni.

De woordvoerder van de granman, Freddy Aboikoni, die dit wereldkundig maakte,

verklaarde zelf bij het gesprek met de RGM-directie begin juli aanwezig te zijn geweest. De

Page 208: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 208

Canadezen zouden het verzoek van het stamhoofd hebben ingewilligd, onder voorwaarde

dat deze zijn onderdanen aanmaande zich terug te trekken wanneer de multinational haar

mijnactiviteiten naar Kraboedoin zou verplaatsen. De bereidwillige medewerking van RGM

zou zijn bevestigd door het stamhoofd een atv en skidder toe te zeggen. Die atv was al

opgehaald en bedoeld om de tientallen gouddelvers op Kraboedoin onder controle te

houden. Freddy Aboikoni beweerde dat de granman met zijn onderdanen overlegd had

gervoerd op Kraboedoin in gezelschap van de ondernemer Richard Lowes. Aan hen werd

voorgehouden dat het stamhoofd een houtkapvergunning bezat dat een groot deel van

Kraboedoin zou beslaan. Maar, door eerst aan goudwinning te doen, werden de

commerciële houtsoorten vernietigd. Aboikoni wist dat porknokkers illegaal gezaagd hout

verhandelden. Ook wist hij dat het dorpsbestuur van Brownsweg onrechtmatig handelde ‘op

zijn terrein’, omdat zij geen mijnbouwrecht hadden verkregen over Kraboedoin. Bij de

ontmoeting van de granman met de RGM-directeur waren naast werknemers van het bedrijf

ook aanwezig een kapitein van het dorp Dan aan de Boven-Suriname en twee basiya's uit

Asindohopo.

Met de komst in augustus 2010 van Desi Bouterse als de nieuwe president van het land, zag

meteen de toekomst in de ogen van de goudzoekers van Nieuw Koffiekamp er rooskleurig

uit. Zij hadden hoge verwachtingen van Bouterse, die diverse malen had verkondigd dat de

natuurlijke hulpbronnen ten goede moesten komen van Surinamers. Porknokker Jurgen

Plein was ervan overtuigd dat de nieuwe regering de problemen waarmee de bewoners van

Nieuw Koffiekamp te maken hadden, zou helpen oplossen. Plein: Wij moeten ook een

bestaan kunnen opbouwen. De kleinmijnbouwers mijnen tot ongeveer 3 meter diepte in het

gebied waar IAmGold actief is. Het bedrijf mijnt in de diepte. Wij aan de oppervlakte. Wij

moeten de gelegenheid krijgen om economische activiteiten te ontplooien, want wij komen

niet aan de belangen van IAmGold’, aldus Plein tegenover Starnieuws op 10 augustus 2010.

Hij wees erop dat er steeds schermutselingen waren, terwijl er goede afspraken gemaakt

konden worden. Volgens Plein had hij al drie jaren lang geprobeerd om alles te regelen.

‘Maar wij zijn vaak aan het lijntje gehouden door de vorige regering. Ik denk dat we nu onze

belangen beter kunnen behartigen.Het is zwaar werk en wij moeten ook geld lenen om

equipement te kunnen kopen.’ Hij zei verder dan wanneer er een put gegraven wordt, tien

personen ongeveer twee weken kunnen werken om goud te mijnen. Hiervoor zijn naast de

equipement dertig vaten diesel nodig, wat neerkomt op ongeveer 20.000 Surinaamse

dollars. In zo een put wordt gemiddeld anderhalve kilo goud gemijnd met een geschatte

waarde van 130.000 Surinaamse dollars. ‘Uit dit geld moet alles worden bekostigd en

iedereen moet worden betaald. Wij kunnen met dit werk een bestaan opbouwen. Maar wij

moeten ongestoord ons werk kunnen doen. Wij geloven erin dat er nu ordening kan komen

in de sector’, aldus een positieve Plein op 10 augustus 2010 tegenover Starnieuws.

Een week later ging het echter alweer mis het het Kraboedoingebied. Een groep van

ongeveer vijfentwintig garimpeiros zou het gebied zijn binnengedrongen. De goudzoekers

Page 209: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 209

zouden door een bekende gouddelver uit Brownsweg tegen betaling het gebied in zijn

geloodst. Natuurlijk leidde dit tot protesten, vooral vanuit de jongerenorganisatie Stichting

Ahala in de gemeenschap. De jongeren wilden geen Braziliaanse goudzoekers op de

goudvelden bij hun in de buurt en informeerden de politie. Overigens hadden lokale

porknokkers van Brownsweg, zie zonder vereiste wettelijke documenten aan het werk

waren in het Kraboedoingebied, via Ahala een concessieaanvraag ingediend bij de

Geologische Mijnbouwkundige Dienst (GMD). Daarnaast hadden, aldus een bericht in De

Ware Tijd van 17 augustus 2010, ook de dignitarissen van Brownsweg verenigd in de

Organisatie voor Dignitarissen Brownsweg (OBD) en de ondernemer Karl Donoe een

aanvraag voor Kraboedoin lopen bij GMD. In OBD zijn alle gezagdragers van de acht dorpen

van Brownsweg vertegenwoordigd.

Naast de onderlinge problemen tussen de verschillende groepen kleinschalige goudzoekers

in de gebieden Siksi en Kraboedoin in het district Brokopondo, kregen zij allen in september

2010 ook nog eens te maken met een tekort aan water dat de goudwinning bemoeilijkte.

Volgens De Ware Tijd van 14 september moest te Kraboedoin water van een verafgelegen

kreek honderden meters naar de berg worden gepompt. Toch was dat onvoldoende om de

vijftien machines van water te voorzien. Iedere machine heeft gemiddeld vijfduizend liter

water per dag nodig.

Door het tekort aan water kwamen ook de hygiëne op de goudvelden in gevaar en dat terwijl er,

door de schoolvakanties, veel jongeren en vrouwen te vinden waren. De voorzitter van de

Makamboa jongerenorganisatie, Owen Prijor, liet weten dat dertig paar machines stonden

geregistreerd in het gedoogd gebied dat door IAmGold was toegewezen te Gross Rosebel.

Hij wist ook te vertellen dat in de praktijk zo’n vijftig goudmachines actief waren. Te Siksi

was de situatie zelfs nijpend. Vrijwel alle machines lagen stil vanwege een tekort aan water

en defecte machines. Dammen werden gebouwd om het water vast te houden voor

hergebruik.

Maar, goudzoekers laten zich niet zo snel uit het veld slaan. Het waterprobleem was voor

hun van korte duur. Wat zij toen nog niet konden bevroeden was dat de er de volgende

maand, oktober, eindelijk licht in de tunnel kwam van alle problemen met IAmGold. Het

dochterbedrijf Rosebel Gold Mines N.V. gaf op zaterdag 16 oktober 2010 de porknokkers van

Brownsweg die verenigd waren in de jongerenorganisatie Ahala, toestemming om te blijven

werken in het Kraboedoingebied. Ahala, vertegenwoordigers van RGM, districtscommissaris

Verno Prijor en Herman Pansa van de Geologische Mijnbouwkundige Dienst hadden tijdens

een vergadering op de goudvelden van Kraboedoin afgesproken dat de porknokkers zich

zouden houden aan de veiligheids- en milieustandaarden van het Canadese bedrijf.

Overigens werd door RGM wel benadrukt dat het Kraboedoin Gebergte, op het Greenstone

plateau, aan haar in exploratie was afgestaan door de Surinaamse staat. Wanneer het bedrijf

de regio voor activiteiten nodig zou hebben, dan moeten de porknokkers dat zonder

protesta Granman Belfon Aboikoni werd buitenspel geplaatst, omdat RGM Ahala als

Page 210: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 210

gesprekspartner had geaccepteerd. Het was algemeen bekend dat ook het Groot-

Opperhoofd der Saramaccaners belangstelling had voor het goudrijke gebied.

hele coördinatie van Kraboedoin aangedrongen. Na de gemaakte afspraken moesten nog

wel een aantal maatregelen worden getroffen om de illegale goudzoekers juridisch legaal te

maken door hen van een concessie te voorzien en verder moesten ook nog andere

faciliteiten worden gecreëerd, zoals kredietmogelijkheden.

Na oktober werd het relatief rustig op de goudvelden. Het jaar 2011 werd het jaar van de

presidentiële Commissie Ordening Goudsector. Een jaar waarin diverse goudvelden werden

ontruimd en er enige ordening werd gecreëerd.

Maandenlange relatieve stilte eind juni 2012 verstoord

Na een periode van maandenlange ogenschijnlijke rust in het gebied rond Nieuw

Koffiekamp, kwam aan die rust plotseling abrupt een einde toen bleek dat eind juni 2012

een groep garimpeiros aan het werk was langs de weg naar het dorp. Een bron meldde de

krant de Suriname Times ‘wat die mannen daar doen in het gebied is niet mooi’. Volgens

die bron waren de goudzoekers meters diepe kraters tot aan de rand van de weg aan het

graven. ‘Alsof dat niet genoeg is, graven zij ook rondom de elektriciteitsmasten. Als je foto’s

wilt schieten wordt je ook nog met de dood bedreigd’, zo liet de bron de krant weten.

Een team van de Commissie Ordening Goudsector was echter al naar het gebied gegaan –

een dag voor publicatie in de Times of Suriname op 29 juni 2012 - om de illegale

goudzoekers te verwijderen. Het ging volgens de commissie om een groep jongeren die zich

uit ontevredenheid gesplitst had van de groep Makamboa. Zij hielden zich niet aan de regels

en de gemaakte afspraken. ‘Ze gaan gewoon aan de slag’, aldus Gerold Dompig van de

Commissie Ordening Goudsector. Hij verklaarde tegenover de krant niet meer met de

commissie te zullen onderhandelingen met die jongeren, maar met het bevoegde

dorpsgezag.

In de derde week van juli blijken nog steeds jonge Makamboa-porknokkers uit Nieuw

Koffiekamp goud te zoeken langs de weg naar hun dorp. Een zeer gevaarlijke bezigheid,

aldus Gerold Dompig van de Commissie Ordening Goudsector in de Times of Suriname van

maandag 22 juli. Hij sprak ook ‘dreigende’ woorden: ‘Don’t mistake my kindnes by

weakness’. De porknokkers werken ’s nachts in mijngebied van IAmGold. Dompig: ‘De

jongens beseffen niet eens wat ze doen, gezien de zware powerlines die daar lopen. Indien

het zo blijft doorgaan, zullen harde maatregelen komen tegen deze groep.’ De groep houdt

zich niet meer aan afgesproken regels en gemaakte afspraken.

Tijdens de presentatie van de jaarcijfers 2011 van de Rosebel op 27 juli 2012 in hotel

Torarica te Paramaribo werd bekend dat nog slechts zestig illegale porknokkers in het

concessiegebied van de mijn actief zijn. Dat aantal werd in de eerste helft van 2011 nog

geschat op tussen de zes- en zevenhonderd. In samenwerking met overheidsinstanties en de

Page 211: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 211

goudzoekersvereniging Makamboa probeert Rosebel Goldmines ook deze laatste

porknokkers uit het gebied weg te krijgen.

IAmGold bezorgd over veiligheid porknokkers

Half november 2012 liet IAmGold weten zich nog steeds zorgen te maken over de veiligheid

van kleinschalige goudzoekers in haar concessiegebied, vooral in de buurt van de Rosebel

goudmijn. De bezorgdheid werd geuit tijdens een bezoek van journalisten aan de goudmijn

op uitnodiging van het Canadese bedrijf.

Volgens het bedrijf waren in juli 2012 60 goudzoekers actief in haar concessiegeboed. Dat

waren er in 2011 nog tussen de 600 tot 700. Half november zouden er nog 144 porknokkers

actief zijn en zouden er twaalf illegale kampen in het Rosebel concessiegebied zijn, zo liet

Sharmila Jadnanansing, ‘Director Legal & Corporate Affairs’ van Rosebel Gold Mines NV

weten.

De porknokkers nemen het niet nauw met de veiligheidsvoorschriften van de maatschappij

en brengen hun eigen veiligheid telkenmale in gevaar. Porknokkers die zich onopgemerkt in

het exploratiegebied bevinden lopen veel gevaar op, aldus IAmGold. De kleinschalige goud-

zoekers schromen niet om tijdens hun zoektocht goud heel dichtbij de Rosebel te komen,

omdat ze weten dat de goudvoorkomens daar relatief hoog zijn. Het gevaar schuilt behalve

in het risico van afkalving van mijnen ook in het mogelijk contact met het zwaar materieel

dat door de maatschappij aldaar wordt ingezet. De overheid en de leiding van de

maatschappij zijn al enige tijd bezig met onderhandelingen over het vraagstuk rond de

‘lastige’ porknokkers die overal opduiken, maar zich dan zodanig gedekt houden dat de

IAmGold-werknemers ze niet meteen kunnen zien, zo berichtte de avondkrant De West

vrijdag 16 november 2012.

Volgens Jerry Finisie, hoofd van de afdeling Security van Rosebel, nemen de porknokkers

vooral ’s nachts de kans om hun slag te slaan. De mannen gaan in het donker, volledig in het

zwart gekleed en met licht gereedschap. ‘Het is duidelijk een kat-en-muisspel’, aldus Finisie

in gesprek met de Times of Suriname van 19 november. De krant sprak met een van de

goudzoekers, Theo. Hij verklaarde zich ervan bewust te zijn dat hij illegaal bezig is. Hij gaf

aan toestemming te hebben van de leiding van Rosebel Gold Mines NV, vandaar dat niets

hem kon tegenhouden. Het kamp van Theo lag amper honderd meter verwijderd van de

‘blastingzones’., waar IAmGold met explosieven werkt. Volgens hem zal hij tot eind 2012

mijnen op de plek waar hij bezig was. Daarna zouhij naar een andere locatie gaan uitkijken.

Op de vraag over de kraters die er worden achtergelaten, antwoordde de porknokker: ‘Ja

den man fu Cambior sa tap in gi unu.’

Page 212: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 212

Hoofdstuk 8

Geheimzinnigheid rond goudpontons op rivieren

en op Afobakameer

Niet alleen zijn goudzoekers actief op het vaste land. Met regelmaat werden goudpontons

ofwel scalians waargenomen op rivieren, zoals de Lawa-, Corantijn- en de Marowijnerivier.

Deze varende goudwinnings’fabriekjes’ zuigen het zand van de bodem en filteren het

voordat het een kwikbehandeling krijgt. Het water wordt door dit soort goudzoekers ernstig

verontreinigd en vormt een gezondheidsrisico voor inheemsen en marrons.

- Ooit heeft een Wayana, de granman Ipomadi Pelenapin van het dorp Kawemhakan

(Anapaike) aan de Lawarivier, zelf een ponton gehad in de Litanie Rivier aan de grens met

Frans Guyana. De Franse politie heeft echter in 2007 dat ponton vernietigd in haar strijd

tegen de illegale goudwinning. Overigens verklaarde hij in februari 2009 nog de

‘goudactiviteiten van onverantwoordelijke Surinamers en illegale Braziliaanse goudzoekers

beu’ te zijn. –

Page 213: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 213

April 2007 – Braziliaans goudponton op Corantijnrivier

Inheemsen van de dorpen Apoera, Washabo en Section sloegen op 27 april 2007 alarm

vanwege de vermoedelijke aanwezigheid van een Braziliaans goudponton op de

Corantijnrivier, de grensrivier met Guyana. Ze waren bang dat het water van de rivier

vervuild en vergiftigd zou worden door met name kwik en dat ze daardoor ook geen vis meer

zouden kunnen eten. De Corantijnrivier was nog een van de weinige kwikvrije wateren van

het land. Maar, aan het ponton werd nog gewerkt en was dus nog niet operationeel. Tegen

het einde van de maand mei waren er geruchten dat het ponton bijna klaar was voor

gebruik. De werkzaamheden bleken echter langer te duren dan was verwacht. Rond 10 juni

waren er weer verhalen over het Braziliaanse ponton. Het vaartuig zou in de buurt van de

haven van Apoera liggen en beschikte over een krachtige hydraulische perspomp met een

opzuigbuis van ongeveer acht duim dik. Rond het ponton bevonden zich, volgens bronnen

aan Surinaamse media, zes Braziliaanse mannen en twee vrouwen. Na de berichtgeving over

het ponton in juni bleef het verder stil en is onduidelijk gebleven of de Brazilianen werkelijk

aan het werk zijn gegaan om goud te zoeken en te winnen. Wel was bekend geworden dat

de Brazilianen niet over een vergunning beschikten om goud te winnen. Het Dagblad

Suriname berichtte op 25 september 2007 dat het in Apoera gebouwde werk- en

woonponton naar Guyana zou worden overgebracht. De eigenaar zou volgens ‘een bron’

tegenover de krant ‘met de noorderzon’ zijn vertrokken. Wie er werkelijk achter het ponton

zaten bleef onduidelijk. De bron beweerde tegenover de krant dat het ‘zeker’ ging om ‘een

paar hoge pieten waar zeker ook politiek’ achter stond. Vaak werd er geheimzinnig gedaan

over de identiteit van de eigenaren van goudpontons, ook nog steeds in 2012. Die

geheimzinnigheid had er op kunnen duiden dat er mogelijk bekende personen uit de stad

(Paramaribo) bij betrokken zouden zijn geweest. Overigens waren ook aan de andere kant

van het land op rivieren Brazilianen met goudpontons te vinden.

September 2007 – Minister Rusland (Natuurlijke Hulpbronnen) reageert op

aanwezigheid goudpontons op Surinaamse rivieren

Al enkele jaren waren pontons van Braziliaanse goudzoekers een gewoon gezicht op

bijvoorbeeld de Marowijnerivier. Maar, de lokale bevoking was daar niet blij mee. De

vaartuigen zijn kleine woon- en werkplaatsen waarmee vierentwintig uur per dag - in twee

ploegen die ieder twaalf uur werken – goud wordt gewonnen uit een rivier. Door de

werkzaamheden wordt het rivierwater troebel, maar ook worden grote zandbanken

achtergelaten. De Brazilianen waren onder andere actief te Grankreek niet ver van het dorp

Loka Loka. Tegenover de krant De Ware Tijd liet minister Gregory Rusland van het ministerie

van Natuurlijke Hulpbronnen op 18 september weten dat hij zich ‘niet kon heugen hiervoor

concessie- en exploitatierecht te hebben verstrekt.’ De minister verklaarde ook dat het geen

overheidsbeleid is om deze vorm van goudwinning te stimuleren. Volgens Rusland zou een

aanvraag voor de Corantijnrivier ook niet positief worden beoordeeld. Goudzoekers zouden

Page 214: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 214

ruim een kwart miljoen Amerikaanse dollars in een ponton investeren. Granman Jan Levi van

de Paramaccaners was fel gekant tegen de aanwezigheid van goudpontons. Levi: ‘Ik vind het

vreselijk dat deze dingen gebeuren. Maar het zijn ook lokale mensen die meewerken en

onderhands geld verdienen en dat is niet goed. Wij proberen de rivieren die nog niet vervuild

zijn zo te houden en na te gaan hoe wij die al vervuild zijn, kunnen herstellen. Maar het is een

samenspel van de inspectiedienst en de politie. Mocht het zo zijn dat mensen geen recht

hebben, dan worden de werkzaamheden met behulp van de politie stopgezet’, aldus de

granman in De Ware Tijd.

Oktober 2007 – Geologische Mijnbouwkundige Dienst kan haar werk niet goed

uitvoeren

Volgens een artikel in de Times of Suriname van 5 oktober 2007 werd de ‘desastreuze

vervuiling van de Boven-Saramaccarivier veroorzaakt met medeweten van leden uit de

familie T die al langer dan een jaar aan Brazilianen toestemming heeft verleend om goud te

ontginnen in het familiegebied ten zuiden van het dorp Pompoekampoe.’ Zes Braziliaanse

goudpontons zouden in een gebied van ongeveer honderd hectare mechanisch goudwinnen

(met gebruik van zogenoemde ‘cutterzuigers’ die aarde van de oever afsnijden), met

toestemming, aldus de Times of Suriname, ‘van een Matawai familie’. Bewoners van het

Matawaidorp Finisanti zouden geld aannemen van Brazilianen, waardoor ze ook direct

schuldig waren aan de verontreiniging van de rivier.

Geen enkele Braziliaan beschikte over een vergunning. De krant wist verder te melden dat

de Brazilianen al de monding van de Bronkolonkokreek hadden beschadigd. Opmerkelijk was

dat districtscommissaris Verno Pryor van Brokopondo niet op de hoogte was van de

aanwezigheid van de goudpontons in zijn werkgebied. Hij reageerde door te zeggen dat als

er pontons in zijn district ‘bezig’ zouden zijn, deze ‘onvoorwaardelijk’ zouden worden

weggehaald. ‘We zijn er allemaal over eens dat de activiteiten gestopt moeten worden’,

aldus Pryor.

Niet alleen lokale bestuurders in het binnenland blijken nauwelijks te weten wat zich op de

goudvelden en op de rivieren afspeelt.

Door onvoldoende wetgeving wordt bijvoorbeeld de Geologische Mijnbouwkundige Dienst

(GMD) belemmerd in haar werkzaamheden. De dienst staat zo goed als met haar handen in

de zakken en kan nauwelijks optreden tegen de losbandigheid in de kleinschalige goudsector

in het Surinaamse binnenland. Dat berichtte de Times of Suriname in haar editie van 6

oktober 2007. ‘Het probleem van vervuiling van het rivierwater in het Boven-

Saramaccagebied, veroorzaakt door mechanische goudwinning door Brazilianen met

scalians, is volgens een bron binnen de afdeling “met adequate aanpak binnen een oogwenk

opgelost”. ‘, aldus het bericht. De dienst zou, volgens de krant, in de loop der jaren een

‘stiefmoederlijke behandeling’ hebben gehad van opeenvolgende regeringen. De GMD keek

uit naar een structureel samenwerkingsverband met het leger, de politie, een aantal

specifieke overheidsontvangstkantoren in Paramaribo en de districten en de Belastingdienst.

Page 215: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 215

Voor de kleinschalige goudwinningssector, die het grootste aantal illegale exploitanten telt

en waar rapportage zowel geologisch qua productie alsook financieel vaak onvolledig is, zou

volgens de GMD de overheidscontrole en begeleiding geïntensiveerd moeten worden.

De directeur Binnenland van het ministerie van Regionale Ontwikkeling (RO), Michel Felisi,

verklaarde tegenover een journalist van de Times of Suriname dat ‘de bewoners van het

Boven-Saramaccagebied in de misère zitten.’ Hij bevestigde verder dat de vervuiling zich

vanaf het bestuurscentrum Kwakoegron in het district Brokopondo, uitstrekte tot Nyun

Jacobkondre in Sipaliwini, het stamgebied van de Matuariërs.

Na oktober 2007 blijft het even stil rond de milieuproblemen op de goudvelden en de

Braziliaanse vervuilende goudpontons op de rivieren in het binnenland.

2008

Maart 2008 – Weer goudponton op Corantijnrivier

Maar, eind maart 2008 werd er toch weer een ponton ontdekt op de Corantijnrivier. In het

Paasweekeinde werd een ponton gesignaleerd bij Kabalebo. Het vaartuig bleek in het

geheim in nachtelijke uren naar haar locatie te zijn gedirigeerd. Ook nu deden weer allerlei

geruchten de ronde en was er geheimzinnigheid over de eigenaar van het ponton. Volgens

het Dagblad Suriname van 27 maart werd beweerd dat ‘er door drie inheemse toppers

toestemming zou zijn verleend’ om ‘riviergrind te exploreren’. Bewoners van het gebied

wisten echter van niets en dreigden zelf in actie te zullen komen, wanneer het vaartuig niet

door de regering zou worden verwijderd.

April 2008 – Guyanezen aan boord goudponton op Corantijnrivier

Begin april lag het ponton nog steeds op de Corantijnrivier, bij Kami Kami Soela. Drie

Guyanese arbeiders - zonder geldige werkvergunning - aan boord zouden zich bezighouden

met exploratie van goudvoorkomens in het gebied. De mannen zouden ook geen

exploratievergunning hebben gehad. Volgens een artikel in het Dagblad Suriname van 5

april zouden bronnen in West-Suriname hebben beweerd dat ‘delen van de gewapende

machten zich al in dat gebied hebben georiënteerd.’ De krant leidde hieruit af dat er mogelijk

acties zouden volgen om het goudponton te verwijderen of in beslag te nemen.

Overigens mag in Suriname niet gemijnd worden in wateren.

In dezelfde maand maakte de Organisatie van Inheemsen in Suriname (OIS,) bekend met

grote bezorgdheid ontwikkelingen in het zuidoosten van Suriname te volgen. Volgens de

organisatie zouden ruim honderd illegale Braziliaanse goudzoekers vanuit Frans-Guyana naar

Surinaams grondgebied zijn getrokken. Deze garimpeiros, die een slechte reputatie hebben

in het gehele Amazonegebied, vernietigen de natuur overal waar zij komen en vervuilen het

milieu met vooral kwik, aldus De Ware Tijd van 23 april. In een open brief deed de OIS een

Page 216: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 216

dringend beroep op de regering om stappen te ondernemen om het Surinaamse territorium

en vooral zijn inwoners, in het bijzonder de Wajana’s, te beschermen tegen deze ‘onwettige

indringers’. Ook drong de organisatie er bij de regering op aan om geen concessie meer uit

te geven in gebieden van inheemsen en daarmee rekening te houden met de traditionele

leef- en woongebieden. Wanneer de overheid geen drastische maatregelen zou nemen, dan

zouden volgens de voorzitter van de OIS, Leon Wijngaarde, de sociale gevolgen desastreus

zijn. Overigens zei hij ook dat zijn organisatie een eigen onderzoek zou laten instellen, in

samenwerking met een Amerikaanse universiteit, naar kwikvervuiling en de gevolgen

daarvan voor de gezondheid van inheemsen.

Mei 2008 – Goudponton Corantijnrivier eindelijk verdwenen

In de eerste week van mei werd duidelijk dat het Braziliaanse goudponton op de

Corantijnrivier was vertrokken. Het vaartuig was vermoedelijk richting Nickerie gevaren.

Dieven hadden nog kans gezien om ongeveer dertien vaten dieselolie en een grote partij

voedingswaren van het onbewaakte ponton te stelen. Een poging om de grote zuigmotor op

het vaartuig te demonteren lukte niet.

De mijnbouwonderneming van de Surinaamse staat, Grassalco N.V., maakte bekend dat

achthonderd illegale goudzoekers actief waren in het Benzdorpgebied op een van de

concessies van het bedrijf. Van dat aantal was tachtig procent Braziliaan. Tegenover De

Ware Tijd van 20 mei liet minister Gregory Rusland van het ministerie van Natuurlijke

Hulpbronnen weten dat die Brazilianen massaal kozen voor Suriname, omdat er een minder

streng beleid is. Maar, hij zei dat er drastische maatregelen getroffen zouden gaan worden

om te voorkomen dat er meer Brazilianen kwamen. Er werd ook een speciale commissie in

het leven geroepen om het Brazilianen-probleem op te lossen. De ministeries van

Natuurlijke Hulpbronnen, Justitie en Politie, Regionale Ontwikkeling en Defensie kregen allen

zitting in die commissie. Ondertussen voerde Grassalco samen met het Wereld Natuur Fonds

een project uit om lokale goudzoekers die gedoogd gingen worden, kennis bij te brengen

over onder andere milieuvriendelijke goudwinning. Dit werd ook gedaan met lokale delvers

die door de Canadese goudmijnmultionational IAmGold werden gedoogd op het terrein van

de honderdzeventig vierkante kilometer grote Rosebel goudmijn in het district Brokopondo.

Illegale Brazilianen zorgden in mei ook voor bezorgdheid onder inheemsen en marrons in het

Coppenamegebied. Daar werd bij het Kwintidorp Witagron in het Boven-Coppenamegebied

onderzoek verricht naar goudvoorkomens door acht garimpeiros. Die Brazilianen wilden tot

de Kumarukreek in de rivier naar goud zoeken en hadden iets voorbij Witagron aan de

rechteroever van de rivier een grote tent opgezet en vaten benzine opgeslagen. De

bedoeling was om meer Brazilianen naar Suriname over te laten komen, waarna pontons

gebouwd zouden worden om goud in de rivier te winnen. De kapitein van Kaaimanston en

de dorpshoofden van Corneliskondre, Donderskamp en Kalebaskreek waren niet op de

hoogte van de Braziliaanse activiteiten. Vermoedelijk zaten dorpelingen van Witagron achter

dit plan, aldus De Ware Tijd op 28 mei.

Page 217: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 217

Inheemsen en marrons die aan de Coppename-, Wayambo- en Nickerierivier woonden,

verenigd in de coöperatieve vereniging Orwa Owin Néi (OON), een samenwerking tussen de

Kwinti's, Caraïben en Arowakken, wilden geen goudwinningsactiviteiten in hun

woongebieden. Daar hadden ze zich al in augustus 2006 tijdens een zogenoemde gran krutu

in het bedevaartsoord Batavia aan de Coppenamerivier over uitgesproken. In de directe

omgeving van de dorpen, komen onder andere natuurreservaten voor zoals het Centraal

Suriname Natuur Reservaat, Raleighvallen , Eilerts de Haan Gebergte en Tafelberg.

2011 – Goudpontons (scalians) op Afobakameer

Maar, de opvallende vaartuigen doken ook op op het Afobakameer (ook wel W.J. van

Blommesteinmeer en Brokopondostuwmeer genoemd), vooral vanaf juli 2011.

De aanwezigheid van een of meer goudpontons op het meer leidde telkenmale snel tot een

stroom van geruchten in de media, in de samenleving en in de politiek. Geheimzinnigheid

hing als een ochtendmist rond de pontons, de drijvende goudwinningsfabriekjes. Over de

veelal onbekende eigenaren werd hevig gespeculeerd. Was het een rijk persoon uit de stad

(lees: Paramaribo) of misschien een politicus of zogenoemde partijtopper? Ook over de al

dan niet aanwezigheid van goud in de bodem van het meer en de vraag of goudwinning daar

wel was toegestaan, werd alom gespeculeerd.

Halverwege 2011 gonsde het van de geruchten over een zeer groot ‘scalian’ ponton - met

acht kamers, keuken en complete uitrusting - in het Sarakreekgebied. Gesuggereerd werd

Page 218: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 218

dat de geruchten bewust werden aangestuurd, omdat bewoners van het Aucaans dorp

Lebidoti zelf naar goud zochten met een ponton in het gebied. Volgens Gerold Dompig van

de presidentiële Commissie Ordening Goudsector - in De Ware Tijd van 21 juli 2011 - werden

in totaal in het land zo’n tweehonderd goudpontons gebruikt. Een opmerkelijk constatering,

omdat het in Suriname verboden is om naar goud te zoeken in wateren. Verder zei Dompig

dat op het stuwmeer, naast de grote ‘scalian’, nog drie pontons waren en een daarvan zou

toebehoren aan de bewoners van Lebidoti in het Sarakreekgebied. De drie pontons moesten

het meer verlaten.

Een degelatie van achttien inwoners uit het Sarakreekgebied bezocht 20 juli het ministerie

van Regionale Ontwikkeling over de ‘scalian’ kwestie. Daar lieten zij onomwonden weten dat

indien het ponton niet zou worden weggehaald, het vaartuig verbrand zou worden.

De gespannen situatie rond dat ene ponton kwam niet uit de lucht vallen. Het Assembleelid

Ronny Asabina – van de politieke partij Broederschap en Eenheid in de Politiek, BEP - had

hiervoor al in het parlement gewaarschuwd.

Op 18 juli 2011 was het tot een confrontatie gekomen tussen zwaar gewapende

veiligheidsmannen op de omstreden ‘scalian’ en protesterende dorpelingen Lebidoti. De

gewapende mannen losten waarschuwingsschoten om dorpelingen, die de vaargeul van de

Boven-Surinamerivier met korjalen hadden gebarricadeerd te verdrijven. Inwoners van het

dorp hadden de sleepboot van het ponton geënterd en gingen er vandoor met de

contactsleutel van de buitenboordmotor. Basja André Baabo klom zelfs op het ponton, waar

hij een heftige woordenwisseling had met de gewapende mannen. Nadat opnieuw

waarschuwingsschoten waren gelost keerde hij terug naar de overige betogers en de

‘scalian’ maakte rechtsomkeert.

Een functionaris op de afdeling Voorlichting en Publiciteit van het Korps Politie Suriname liet

een verslaggever van De West weten, dat de regering de politie had gevraagd de pas in te

houden. ’Het is een complexe zaak’, aldus de politiefunctionaris. Het politieonderzoek zou

gestagneerd worden, doordat de politie zich moest inhouden, aangezien de regering zelf

bezig zou zijn met de kwestie, aldus De West. Er zouden op regeringsniveau

onderhandelingen gaande zijn, onder meer met betrekking tot de bevoegdheden van de

pontoneigenaar om op bepaalde plaatsen te mogen werken. Ondertussen stond het

onderzoek naar het schietincident, de legaliteit van de wapens en de rechtmatigheid van de

schotenwisseling op losse schroeven. Dat de regering aan de politie zou hebben gevraagd

om de zaak met terughoudendheid te behandelen voedde eerdere geruchten als zou de

ponton toebehoren aan een invloedrijk persoon dichtbij president Bouterse. Verhalen dat de

gewapende mannen tot de Counter Terror Unit (CTU) behoorden, waarvan Bouterse’s zoon

Dino in de top zit, waren nog niet ontkracht. De uitmonstering van de beveiligers had wel

veel weg van het tenue van de leden van CTU. Dorpelingen uit de omgeving hadden dit al

eerder opgegeven als een reden waarom noch de regering, noch de politie een vinger durfde

uit te steken.

Page 219: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 219

Volksvertegenwoordiger Ronny Asabina had enkele maanden terug op aangeven van

dorpelingen uit de omgeving van Sarakreek geprotesteerd tegen het voornemen van een

ondernemer om op de bodem van het meer naar goud te gaan zoeken. Hij was ook gekant

tegen de bouw van een reuzenponton, waarmee het karwei moest worden geklaard. De

regering ondernam geen stappen en uiteindelijk werd de ponton afgebouwd en te water

gelaten.

Gerard Dompig, voorzitter van het Management Team van de Commissie Ordening

Goudsector, zei in gesprek met de avondkrant De West op 18 juli 2011 dat de autoriteiten

alle moeite habben gedaan om de mensen te informeren. ‘De ondernemer heeft geen

vergunning om op het meer te werken, niemand heeft toestemming daarvoor. We hebben

die ponton gevraagd om, nu ze klaar zijn, het gebied te verlaten richting Sarakreek, waarvoor

ze een vergunning hebben gevraagd’, aldus Dompig. Volgens hem was het ponton onder

begeleiding van de beveiligers onderweg naar het Sarakreekgebied, waar ook andere

goudondernemers actief zijn, toen de dorpelingen van Lebidoti plotseling problemen

kwamen maken. Dompig waarschuwde, dat ze kunnen worden aangeklaagd voor piraterij,

een vergrijp dat in het Wetboek van Strafrecht zwaar wordt aangerekend. ‘Dit gedoe van

heen en weer geschreeuw is vermoeiend en het is jammer dat parlementariërs zich hiervoor

lenen.’ Hij riep de bewoners op om geen strafbare feiten te plegen en om een definitieve

oplossing rustig af te wachten. Daarnaast had minister Jim Hok van Natuurlijke Bronnen

maar weer eens laten weten dat het zoeken naar goud in Surinaamse wateren illegaal is en

dus verboden, omdat – aldus het ministerie – de gevolgen voor het milieu en vaargeulen nog

onbekend zijn en omdat kwik wordt gebruikt.

Half juli 2011 werkte de Commissie Ordening Goudsector aan een plan om alle goudpontons

te verwijderen. Dat was nog netjes, aldus Dompig, gelet op de manier waarop Frankrijk in

buurland Frans-Guyana hiermee omging: ‘De Fransen zagen ze in tweeën door.’ Tegenover

De Ware Tijd van 21 juli zei Dompig dat het beleid van het ministerie van Natuurlijke

Hulpbronnen ‘duidelijk’ is. ‘Er worden geen vergunningen verstrekt om goud te winnen in de

wateren van Suriname.’

De nieuwswebsite Starnieuws berichtte op 26 juli 2011 dat het gewraakte ponton gebouwd

was op een eiland in het meer en dat dat gebeurde ‘in afwachting van een concessie’. Vice-

president Robert Ameerali en minister Jim Hok van Natuurlijke Hulpbronnen hadden De

Nationale Assemblee laten weten dat districtscommissaris Verno Pryor van Brokopondo,

vooruitlopend op het eventueel afgeven van een concessie, geen bezwaar had tegen de

activiteiten van de ondernemer.

Ondertussen had president Bouterse aan de hoofdkapitein van Lebidoti laten weten dat hij

een controlepost van de Commissie Ordening Goudsector op het eiland waar de ponton

geconstrueerd is, wilde vestigen. Hij vroeg formeel toestemming hiervoor. Bij de

overhandiging van een brief van Bouterse hierover door Gerold Domping aan de

Page 220: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 220

hoofdkapitein, liet Dompig weten dat de ponton verwijderd zou worden uit het gebied en

dat de activiteiten onmiddellijk stopgezet zouden worden.

Ondanks alle aangekondigde maatregelen ging de geruchtenstroom over de ‘scalian’

onverminderd door, daarbij geholpen door de Surinaamse media. Zo meldde De Ware Tijd

op 27 juli dat er geruchten waren dat de geheimzinnige ponton eigendom zou zijn van Dino

Bouterse (zoon van de president) en van de nationaal veiligheidschef Melvin Linscheer. De

geruchten werden echter de 26e juli door de president tijdens een bijeenkomst met

journalisten de grond in geboord. De verdenkingen in de richting van Dino Bouterse en

Melvin Linscheer waren echter niet vreemd, immers, de ‘scalian’ werd zwaar beveiligd,

vermoedeijk door leden van de Counter Terror Unit (CTU).

Zijn vader zei tegen journalisten dat, vanwege de onduidelijkheid, de politie ‘misschien’ zou

moeten ‘uitzoeken van die de ponton is’. President Bouterse: ‘Ik weet in elk geval honderd

procent zeker dat noch meneer Linscheer noch mijnn zoon erbij betrokken zijn.’ Verder

ontkende Desi Bouterse een brief naar de kapitein van Lebidoti te hebben gestuurd, waarin

hij zou hebben geschreven opdracht te hebben gegeven om de ‘scalian’ uit het gebied te

verwijderen. Bouterse verklaarde het traditioneel gezag slechts te hebben geïnformeerd dat

de regering voornemens was een controlepost in die omgeving neer te zetten.

Gerold Dompig, manager bij de Commissie Ordening Goudsector, herhaalde dat de

afwijziging van de enorme ‘scalian’ te maken had met een belangenstrijd tussen dorpelingen

die met soortgelijke installaties ook naar goud zochten en daarom geen concurrentie van

buiten dulden.

Dompig liet eind juli tijdens een persconferentie weten dat het verboden is om naar goud te

zoeken in het stuwmeer. ‘Niemand mag goud zoeken op het meer. Zelfs een kind kan

begrijpen dat als je daar iets op de bodem gaat doen, de stuwdam kan worden ondermijnd.

Vandaar dat er geen vergunningen worden afgegeven voor het goudzoeken of andere

materialen zoals grind, zand of wat dan ook’, aldus de woordvoerder van de Commissie

Ordening Goudsector. Over de geheimzinnige ‘scalian’ zei Dompig: ‘Dat ding mag daar niet

ziin, vandaar dat wij hebben gezegd vanaf dag één, u moet hier weg, en uiteindelijk is het

gevaarte daar weggehaald. In het kader van algemeen beleid gaan we kijken wat we gaan

doen met deze grote ‘scalian’, maar ook met die tweehonderd kleintjes die staan op de

Marowijnerivier, Surinamerivier en alle andere rivieren.’

Een paar dagen na de persconferentie van Gerold Dompig berichtte Starnieuws op 30 juli

2011 dat de Nederlander James Harkisoen de eigenaar is van de geheimzinnige ‘scalian’ op

het stuwmeer. Hij is directeur van Maxi Gold Mining N.V., die eigenaar is van het

mysterieuze goudpontonop het Afobakastuwmeer. Maxi Gold Minining werd 9 februari 2011

als naamloze vennootschap opgericht. Mede-oprichter is Soenildat Kalloe. De doelen van de

N.V. zijn

Page 221: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 221

- het uitoefenen van de mijnbouw en het exploreren en exploiteren van grond- en

delfstoffen. Het gaat in het bijzonder om goud en edelstenen, alsmede het fabrieksmatig en

anderszins verwerken en bewerken van deze stoffen. De aanwezige mineralen zullen

bewerkt worden tot producten, bijproducten en eindproducten, voor zover toegestaan door

de wet.;

- het verhandelen, daaronder mede begrepen, het importeren, exporteren en het

uitoefenen van ruil-, doorvoer-, groot- en kleinhandel;

- het optreden als agent tot het kopen en verkopen van edele metalen’

- het verrichten van alle handelingen voor het ontwikkelen, het gebruiken en het beheren

van natuurlijke hulpbronnen’

- ook het deelnemen in en het voeren van beheer over andere ondernemingen met

soortgelijke doelen, is het streven van deze N.V..

Geen enkele autoriteit wilde openheid van zaken geven over de ponton, aldus Starnieuws op

30 juli 2011. De Commissie Ordening Goudsector wilde ook geen namen noemen. ‘U moet

meer gaan rechercheren als journalist’, zei Melvin Linscheer, voorzitter van het Beleidsteam

van de Commissie Ordening Goudsector. Op de dag van deze publicatie van Starnieuws zou

het ponton inmiddels van het stuwmeer verwijderd zijn.

Overigens is volgens de website corporationwiki.com Harkisoen ook mede-directeur van het

in Miami, Florida (VS), gevestigde N.V. Trans America Trading Inc.:

'James S Harkisoen is associated with N.V. Trans America Trading, Inc. and holds several roles

such as President, Secretary and Director. This profile of James S Harkisoen was created

using data from Florida Department of State.'

Het geheimzinnige grote goudponton op het stuwmeer wist in juli 2011 enige tijd de media

en De Nationale Assemblee in zijn greep te houden, totdat eind juli bekend werd wie de

eigenaar was en dat het vaartuig van het stuwmeer verwijderd was.

Maar, tijdens de behandeling in De Nationale Assemblee van het ‘Ontwikkelingsplan 2012-

2016’ begin november 2011 kwam het mysterieuze ponton toch weer op tafel. Volgens het

NDP Assembleelid André Misiekaba was de ‘scalian’ nog steeds actief op het stuwmeer. ‘Er is

zo vaak over gesproken, de regering heeft opdracht gegeven om het gevaarte te

verwijderen, maar volgens informatie is de scalian nog steeds actief’, aldus Misiekaba

Dit ponton is nog steeds op het meer, aldus de NDP’er. Volgens hem wist niemand wie de

eigenaar was. ‘Het is allemaal hebzucht en geldzucht’, zei een boze Misiekaba.

Zijn collega Ronny Asabina van de BEP vroeg op 11 december 2012 ook weer aandacht voor

het ponton.

‘De werkzaamheden zijn gestaakt, maar het vaartuig ligt nog daar’, aldus Asabina. Hij wilde

van de regering weten wat de precieze status was van de situatie. Verder zei hij te vrezen

dat de eigenaar de zaak liet sussen om vervolgens op een moment gewoon weer verder te

gaan met zijn werkzaamheden. Asabina: ‘Maar de bewoners zijn alert en zullen mij direct

rapporteren als hij weer bezig is.’

Page 222: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 222

In reactie zei president Bouterse: ‘Deze ponton begint zo zoetjes aan legendarisch te

worden.’ Hij vond het tijd dat duidelijkheid moest komen over wie eigenaar van de grote

‘scalian’ is.

In het dagelijkse ochtend televisie actualiteitenprogramma ‘Mmanten Taki’ onthulde Gerold

Dompig van de Commissie Ordening Goudsector op 27 december 2011 dat die dag actie

werd ondernomen tegen de eigenaar van de ‘scalian’ op het stuwmeer. Leden van de

commissie gingen zelf polshoogte nemen. ‘De ondernemer is bij de commissie bekend, maar

in het kader van privacy maken wij niet bekend wie het is. Het is verboden om uit het

stuwmeer goud te winnen. De eigenaar is dan ook in overtreding. Hij zal dan ook geen

toestemming krijgen om daar werkzaamheden te mogen verrichten. Inmiddels is de

Procureur Generaal ingeschakeld om via dwang de pontoneigenaar te dwingen het meer te

verlaten’, aldus Dompig.

Het waren weer loze woorden van Dompig. De ‘scalian’ bleek niet te zijn verwijderd op 27

december 2011. Waarom dat niet was gebeurd, ondanks de woorden van Dompig, is niet

bekend. Volgens een bericht in De Ware Tijd van 11 januari 2011, werd het grote

goudponton op 10 januari 2011 verwijderd, voor een tweede keer. De krant vond de

verwijdering ‘frappant’, omdat ruim tweehonderd andere grote en kleine pontons illegaal

bezig zouden zijn op de Marowijne- en Surinamerivier en omdat volgens de krant de

werknemers op de gewraakte geheimzinnige ‘scalian’ geen gebruik maakten van kwik. En

weer kwam er een geïrriteerde reactie van Dompig: ‘Het spijt mij om dit zo te zeggen. Maar

er wordt pas geklaagd over goudpontons als afspraken over betalingen tussen dorpsleiders

en de pontoneigenaren vastlopen. Kapiteins en basja’s toucheren op weekbasis een paar

grammen goud om te zwijgen over goudpontonhouders die in de omgeving van hun dorpen

opereren. Zij houden geen rekening met de enorme schade aan het milieu en hun

dorpsbewoners. Wij houden al deze zaken bij en zullen de gegevens doorgeleiden naar de

procureur-generaal om de zaak verder te onderzoeken. Wij gaan alle pontons registreren.

Het ligt in de bedoeling dat het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen maatregelen gaat

moeten treffen om een speciale vergunning aan deze groepen te verstrekken. Dat is een

stukje ordening.’

Het Assembleelid Ronny Asabina is fel gekant tegen het legaliseren van goudwinning op de

bodem van rivieren. ‘De schade is te groot voor de huidige en toekomstige generaties. Weet

u hoeveel zandbanken er zijn in de Saramaccarivier van deze pontons. Wij zijn internationaal

vol lof over onze biodiversiteit, maar vernietigen het zelf’, aldus Asabina. ‘De

leefgemeenschappen zouden nooit achter deze schadelijke activiteiten staan. Het zijn

individuen die dit goedkeuren. Ik heb eerder in het parlement gewaarschuwd voor kapiteins

en basja’s die hun boekje te buiten gaan. Het morele verval in de dorpsgemeenschappen

neemt toe. Er zijn zelfs gevallen waar houtkapvergunningen voor gemeenschapsbossen door

Page 223: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 223

dorpsleiders voor privédoeleinden worden gebruikt. Regering, u moet optreden’, aldus

Asabina.

Assembleelid Ronny Asabina lijkt roepende in woestijn

Asabina lijkt het enige Assembleelid dat zich oprecht zorgen maakt over de ontwikkeling van

de kleinschalige goudwinning in het binnenland, het zoeken naar goud in wateren als het

stuwmeer en het ongebreidelde gebruik van kwik. In een reactie liet hij op 10 juli 2012 de

schrijver dezes weten:

“Zoals je weet heb ik meermalen mijn stem over de aanwezigheid en de activiteiten van het

ponton laten horen. Op gegeven moment heb ik het standpunt ingenomen, om niet meer

erover te praten. Simpelweg, omdat ik niet merk dat men van plan is de aktiviteiten van dit

superwerktuig stop te zetten en of het vaartuig te ontmantelen. Ik blijf erbij dat het ponton

niet naar het stuwmeer is gebracht, maar ter plekke is gemonteerd. Als men geloofwaardig

wil overkomen bij de samenleving, moet men het werktuig demonteren en de mogelijkheid

bieden aan de burgers om een kijkje te gaan nemen. Ik neem aan dat je bekend bent met

mijn opvatting over goudwinningsactiviteiten op de bodem van rivieren. Ik ben geen

voorstander hiervan. Overigens biedt de huidige Mijnbouwwet geen ruimte om goud te

winnen op de bodem van rivieren, het is een gedoogd beleid. We weten wat voor schadelijke

effecten de winning van goud heeft op onze biodiversiteit alsook ecologische verhoudingen.

Voor mij staat een ding vast. Continuering van de winning van goud op de bodem van

rivieren zal desastreuze gevolgen hebben voor ons als samenleving, maar ook voor de

wereldbevoking. Suriname is gezegend met veel bruikbaar water, water dat wij ook moeten

delen met de rest van de wereld. Water is een zegen van de Almachtige, daarom is het

grensoverstijgend en -overschrijdend: zonder water is er geen leven op aarde en dit moeten

wij met z'n allen beseffen.’

De politicus houdt zich al sedert 1998 actief bezig met de ontwikkelingen in de kleinschalige

goudsector en steekt zijn mening niet onder stoelen of banken.

Asabina: ‘Ik houd mij vanaf 1998 bezig met de ordening van de kleinschalige goudwinning. In

dit kader behoor ik tot de groep van pioniers die in 1998, ten tijde van de regering

Wijdenbosch, het binnenland is ingetrokken. Ik ben ook naar Guyana geweest, alwaar ik

gesproken heb met de Associatie van Kleinschalige Goudmijnbouw. Ook met

regeringsautoriteiten, over hoe zij de goudsector hebben geordend. Ik ben het zelf niet eens

met de wijze waarop de ordening nu plaatsvindt hoor. Aan de vooravond van de eerste

goudconferentie te Snesie Kondre, was ik de persoon, die via de media heeft gewaarschuwd

voor belangenverstrengeling en botsende belangen bij de ordening van de goudsector. Ik heb

vanaf 1998 in alle regeringscommissies gefunctioneerd die belast was met de ordening van

de goudsector. Meer gespecificeerd, de regering Wijdenbosch-Radakushun, regering

Venitiaan-Ajhoja en regering Venetiaan-Sardjoe, maar helaas.....’

Page 224: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 224

Op de vraag of er anno juli 2012 nog steeds goudpontons op het stuwmeer zijn reageerde

Asabina op 10 juli 2012 met een duidelijk ja.

‘Jouw vraag moet ik met een ronde ja beantwoorden. Op het stuwmeer zijn er meerdere

ponton, ik denk een stuk of drie actief. Maar vergeleken met die ene superponton verdwijnen

ze in het niets. Ik vind het jammer dat dorpelingen van de plaatstelijke gemeenschappen in

het stuwmeergebied ook bezitters zijn van deze ‘conventionele’ pontons, die in het

Sarakreekgebied actief zijn. Ik wil wel meegeven dat ten tijde van het vorig kabinet de

plaatselijke gemeenschappen van de dorpen Baku, Psiang en Redi-Dotie die samen het

conglomeraat Sarakreek vormen, langer dan een week de vaargeul in de nabijheid van het

conglomeraat hadden gebarricadeerd. Zulks in een poging aandacht te vragen voor de

schadelijke gevolgen van de winning van goud in de bodem van rivieren op mens en milieu.

Alsof dat niet genoeg was, vertoefde een delegatie voor de duur van zeven dangen lang in

Paramaribo een en ander voor hetzelfde doel. Als wij de balans opmaken is de situatie

onveranderd gebleven, erger nog is het slechter en erbarmelijker geworden.’

De woorden van Asabina werden snel bekrachtigd, toen op 20 juli 2012 bekend werd dat de

Commissie Ordening Goudsector de goudwinningsactiviteiten van een groot ponton in de

Marowijnerivier bij Langetabbetje heeft stopgezet, op verzoek van een van de lokale

gezagsdragers. Volgens Gerold Dompi van de commissie waren de goudzoekers bezig de

structuur van het eiland aan te tasten. Naast het stopzetten van de activiteiten van het

ponton werden ook de bouwwerkzaamheden van een ander ponton stopgezet. Ook in de

Surinamerivier tussen White Beach en Berg en Dal zijn goudwinningactiviteiten.

‘Ten aanzien van de pontons op de Surinaamse wateren is er een belangrijke operatie op

komst’, aldus Dompig in de Times of Suriname van 20 juli. Die operatie gaat uitgevoerd

worden, omdat goudzoekers al jaren illegaal op het water opereren en zich verrijken zonder

dat ze een kopercent aan belasting betalen, aldus de krant. Dompig: ‘Inmiddels hebben

eigenaren van de meeste actieve pontons op het water forse belastingaanslagen gehad van

de belastingdienst.’

De commissie heeft van minister Jim Hok van Natuurlijke Hulpbronnen de opdracht

gekregen om alle pontons in beeld te brengen, zodat hij een overzicht heeft en de regering

verdere maatregelen kan treffen. Volgens Dompig heeft niemand een vergunning of

toestemming om goud te zoeken in de rivieren. ‘De mensen zijn bezig het water zwaar te

vertroebelen en vooral kwik te lozen in onze systemen en als ze in de buurt van eilanden

komen, brengen zij ook de structuur in gevaar’, aldus Dompig.

Het is positief dat wordt opgetreden tegen de goudpontons. Maar, in alle berichten over

acties tegen dergelijke varende goudwinningsbedrijven wordt met geen letter vermeld of er

boetes zijn en worden uitgedeeld. Het is immers verboden om in open wateren naar goud te

zoeken. Het gevoerde beleid lijkt verstoken te zijn van enige ferme daadkracht, alsof het

zoeken naar goud op het water toch tot zekere hoogte wordt gedoogd.

Page 225: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 225

Het optreden tegen goudpontons bleek begin september niets meer en niets minder dan

een wassen neus te zijn. Bekend werd toen dat de eigenaren van zestien grote goudpontons

belastingaanslagen van gemiddeld vijf miljoen Surinaamse dollars hadden ontvangen.

Volgens de manager van de Commissie Ordening Goudsector, Gerold Dompig, zouden ook

eigenaren van kleine pontons aanslagen gaan ontvangen. De pontons riskeren verwijderd te

worden als na onderzoek blijkt dat het milieu teveel schade van hun activiteiten ondervindt,

zo berichtte De Ware Tijd op zaterdag 8 september 2012.

De regering lijkt hiermee de aanwezigheid van goudpontons in de Surinaamse wateren te

gedogen om de staatskas te kunnen spekken. De overheid gaat totaal voorbij aan eigen

wetgeving die het zoeken naar goud in wateren in het land verbiedt.

Bewoners van het dorp Bakoe, die gebruikmaken van water uit het Afobakastuwmeer,

bleken half oktober 2012 last van diarree te hebben. De dorpelingen hebben geen andere

keus dan het water uit het meer te gebruiken om te baden, drinken en koken. Ook wordt de

rivier gebruikt voor sanitaire behoeften en het dumpen van huisvuil. Maar, de vervuiling van

het water is ook het gevolg van goudwinningsactiviteiten die al geruime tijd op de bodem

van het stuwmeer plaatsvinden, aldus berichtte De Ware Tijd vrijdag 19 oktober 2012.

Vrouwenorganisaties en vertegenwoordigers van het traditionele gezag van de dorpen

Sarakreek, Lebidotie en Bakoe uit Brokopondo reisden naar Paramaribo om aandacht te

vragen voor de erbarmelijke situatie. Ze werden ontvangen door de Assembleeleden

Frederik Finisie van de NDP en Ronny Asabina en voorzitter Gerold Dompig van het

managementteam in de Commissie Ordening Goudsector. De dorpelingen hebben de

overheid verzocht een waterbron aan te leggen.

Opmerkelijk is dat voormalig minister Linus Diko van het ministerie van Regionale

Ontwikkeling begin maart 2012 al door bewoners van Bakoe en Lebidoti werd gewezen op

het vervuilde water van het stuwmeer. Liko bracht van 2 tot en met 4 maart een

kennismakingsbezoek aan de dorpen. ‘Wij gebruiken vervuild water van het stuwmeer’,

lieten ze de bewindsman weten.

Op de website van het ministerie werd op 6 maart 2012 een artikel gepubliceerd over het

bezoek van Liko:

‘(…) De bewoners van Bakoe hebben geen leidingwater. Door de verhoogde goudactiviteiten

is het water van het stuwmeer rondom hun dorp vervuild geraakt. De afstand naar de arts te

Brokopondo Centrum is een zorgpunt van de dorpelingen aan de Sarakreek. Zieken moeten

ruim anderhalf uur varen naar Afobakadam om vervolgens over de weg te rijden naar het

centrum van Brokopondo. Er is gevraagd om dringend te kijken naar de mogelijkheid om een

airstrip aan te laten leggen door de overheid. Ze verwachten tevens meer acties vanuit de

bestuursdienst. De behoefte aan een Logeergebouw en sanitaire faciliteiten is aan de

Page 226: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 226

minister kenbaar gemaakt. De aandacht van de bewindsman is ook gevraagd voor de

concessie aanvraag van de multinational Orion. Deze maatschappij doet onderzoek naar

goud voorkomens in het gebied. (…)’

Het stuwmeer.

Page 227: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 227

Hoofdstuk 9

Wat doen de Surinaamse

natuurbeschermingsorganisaties?

Natuurbeschermers als WWF Guianas hebben zich tegenover de goudwinning altijd

terughoudend opgesteld, zegt regionaal vertegenwoordiger Dominiek Plouvier op 22 januari

2011 in de Nederlandse Volkskrant. 'We zijn niet tegen goudwinning, als het maar zo

duurzaam mogelijk gebeurt. We proberen de goudzoekers voor te lichten over veiliger en

schonere winningstechnieken. Bijvoorbeeld het gebruik van een retort, een gesloten

systeem waarmee je 85 procent van het kwik kunt hergebruiken.'

World Wildlife Fund (WWF) Guianas probeert goudwinning groen te maken

Op haar website heeft de organisatie vijf voor haar belangrijke issues in de strijd tegen

illegale goudwinning. Het WWF Guinas stelt het zeer belangrijk te vinden dat de Surinaamse

regering helderheid verschaft over haar beleid inzake de goudmijnsector. Verder wil de

organisatie graag dat naast bewustwording over kwik en de gevolgen van het gebruik ervan

in de kleinschalige goudwinning, de regering een juridisch raamwerk ontwikkelt dat het

gebruik van retorts en ‘verbranding’ verplicht stelt en richtlijnen geeft voor de opslag van

gevaarlijke stoffen.

Het WWF is een voorstander van het in het leven roepen van een financieel mechanisme dat

moet zorgen voor een verschuiving in de ‘mindset’ van goudzoekers. De basis hiervoor zou

het ‘fair trade’ principe kunnen zijn waarin de goudzoekers een hogere prijs voor hun goud

kunnen krijgen indien zij dat goud winnen met milieuvriendelijke technieken. Om

kwikverontreiniging tegen te gaan is de betrokkenheid van de lokale gemeenschappen

hierbij van essentieel belang, aldus het WWF Guianas. In dat kader ondersteunt het WWF

wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van kwikverontreiniging.

Specifiek onderzoek doet het WWF Guianas onder andere in Benzdorp, in het zuidoosten

van Suriname. Daar wordt in een project het gebruik van de retort gestimuleerd en ook

worden bewoners bewust gemaakt inzake kwikvervuiling en verbetering van hun eigen

sanitair. De bewoners van Brownsweg worden door de organisatie gewezen op chronische

kwikvergiftiging door de consumptie van vis.

Maar, wat er in de praktijk terecht is gekomen van de plannen en projecten van het WWF

Guianas om de kleinschalige goudwinning gezonder en veiliger te maken is in november

2012 niet geheel duidelijk.

Page 228: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 228

WWF Guianas stimuleert gebruik van retort.

In juli 2012 kreeg het WWF Guianas een ferme tik op de vingers van het Surinaamse

maandblad Parbode. Voor dat blad schreef enige tijd de Volkskrant-journalist Jeroen

Trommelen, die zijn zinnen had gezet op het schrijven van artikelen over de (illegale)

kleinschalige goudwinning in het Surinaamse binnenland en de aanpak ervan. Volgens

Trommelen was de natuurbeschermingsorganisatie zelf schuldig aan de kaalslag van het

Brownsberg Natuurpark door illegale goudwinningsactiviteiten. (Zie: Hoofdstuk 6 – De

Commissie Ordening Goudsector - Weer ontruiming Brownsberg Natuurpark)

Natuurlijk had Trommelen een punt, immers de natuurbeschermingsorganisaties in

Suriname zoals het WWF Guianas, Stichting Natuurbehoud Suriname (StiNaSu), Suriname

Conservation Foundation en Conservation International Suriname èn de overheid waren al

jarenlang op de hoogte van de vernietigende activiteiten van illegale goudzoekers in het

beschermde natuurgebied.

Zo schreef Trommelen in mei voor Parbode onder andere een artikel met als kop ‘Laat ze

maar zoeken, dan blijft het rustig’:

‘(...) “Wie betaalt, bepaalt”, luidt het Nederlandse gezegde. Het Wereldnatuurfonds (WWF)

betaalde wel, maar bepaalde niets. Pas eind 2011 trok de organisatie haar financiële stekker

Page 229: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 229

uit de Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu), die het in 1965 ingestelde natuurgebied

Brownsberg beheert, zo werd afgelopen maart bekendgemaakt. Toen presenteerde het WWF

dan eindelijk een vernietigend dossier over de mijnbouwactiviteiten in het natuurpark. Beter

laat dan nooit. (...)’

(...) Opvallender was dat óók het Wereldnatuurfonds geen zichtbare actie ondernam om het

publiek te mobiliseren of om de politiek onder druk te zetten. Als geen ander zou het fonds

dat kunnen: via WWF Guyanas subsidieert de natuurbeschermingsorganisatie immers het

falende Stinasu, met name om de Brownsberg te beheren. De afgelopen dertien jaar

gebeurde dat jaarlijks met één miljoen USdollar. (...)’

Een maand later vervolgde de Nederlandse journalist in Parbode met het artikel ‘Iedereen

wist het’:

‘(...) Een natuurorganisatie die de natuur opzettelijk laat vernielen; dat lijkt even

onbegrijpelijk als wanneer mensenrechtenorganisatie Amnesty International in het geheim

een martelkamer zou exploiteren. Toch is dat wat er de afgelopen jaren gebeurde.

Overheidsorganisatie Stinasu, verantwoordelijk voor de bescherming van natuurpark

Brownsberg, werkte actief mee aan de verwoesting van dat park door goudzoekers. Hoe

onbegrijpelijk is dat? (…)

(...) Niet alleen de overheid wist het. De kennis was ook beschikbaar bij de

natuurorganisaties. Het WWF Guianas, dat Stinasu met in totaal één miljoen USdollar heeft

ondersteund, ging desondanks nog een poosje door met het financieren van het

schildpaddenproject, tot in 2010 bleek dat ook dat project een chaos was. Stinasu en

boswachters van ’s Lands Bosbeheer (LBB) gaven stropers alle gelegenheid op de

schildpaddenstranden.

Had het Wereldnatuurfonds zijn invloed niet veel eerder moeten gebruiken om er een einde

aan te maken? (...)’

Maar, de artikelen in Parbode vielen verkeerd bij het WWF Guianas en dat liet de

communicatiemedewerkster Karin Spong met een reactie in het blad weten:

‘WWF heeft vieze vingers’ en ‘WWF laat de Brownsberg afgraven’. Sensationele koppen in de

Parbode van mei 2012 die WWF (Guianas) goed te grazen nemen. In de Parbode van juni

wordt – zij het in enigszins bedektere termen – dit nogmaals dunnetjes overgedaan. Want:

de groene organisatie die hard roept om de goudwinnings problematiek aan te kaarten is zelf

hartstikke schuldig; dat moet toch goed zijn voor de verkoopcijfers.

Het is bijzonder jammer dat de kritische houding waar Parbode prat opgaat hier vervalt tot

goedkoop scoren met sensatiekoppen. Dé gelegenheid om een gedegen, genuanceerde

analyse neer te zetten die het complexe probleem van de (illegale) goudwinning begrijpelijk

maakt voor een groot publiek, wordt daarmee vooral een opzwepend artikel. Een verhaal dat

Page 230: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 230

niet alleen de waarheid vervormt, maar verwijtbaarder nog: nalaat het werkelijke probleem

aan te kaarten. Want de goudwinning is een vernietigend fenomeen met vele verliezers. Voor

de koorts die door de stijgende goudprijzen grote delen van Zuid-Amerika dreigt te

vernietigen lijkt geen kinine te bestaan.

Terecht stelt Parbode dat er al vanaf 2007 publiekelijk bekend was dat er een probleem was

met goudwinning in het beschermde Brownsberg-park. Ironisch genoeg noemt het blad niet

dat WWF ook bij de publicatie van dat rapport nauw betrokken was. Ook niet genoemd door

het blad, maar wel beschikbaar in onze bibliotheek, zijn de rapporten die aantonen dat

goudwinning in het park in feite al vanaf 1999 begon.

‘Waarom deed WWF dan niets?’, is dus op zich een terechte vraag. Een kritische discussie op

die lijn gaan we graag aan. Zoeken naar dat – inderdaad lastige - antwoord voert namelijk

niet alleen langs het dunne koord waarop vele organisaties balanceren, belangrijker nog: het

laat het kronkelige pad zien van een land in ontwikkeling dat soms beslissingen neemt waar

je hart van bloedt.

Neem nu het Brownsberg Natuurpark zelf: zoals in onze net uitgevoerde studie van het park

wordt beschreven is het destijds, zonder enige consultatie met lokale bewoners in 1970

ingesteld. Dat klinkt bekend, en inderdaad: we hebben het over dezelfde mensen die daar

begin jaren zestig naar toe zijn verhuisd omdat ze plaats moesten maken voor een stuwdam.

Dat deze omwonenden van het park dus inmiddels vinden dat zij recht hebben op

compensatie en daarbij delen van het park gebruiken, is niet bijzonder vreemd. De

toeristeneuro’s die op hun gebied worden verdiend, komen niet aan hen zelf ten goede.

Tragisch is daarbij uiteraard de bijna onomkeerbare schade die aan deze uitzonderlijke plek is

toegediend. Te meer daar onderzoek lijkt uit te wijzen dat vele goudzoekers hun leven lang

arm blijven. Bijna iedereen verliest in dit spel.

Nu de goudzoekers uit het park zijn verwijderd is hun probleem nog niet opgelost. En

daarmee is het natuurpark dus maar zeer tijdelijk (en naar onze mening) onvolledig

beschermd. WWF maakt zich hard in de lobby om deze mensen zodanig te accommoderen,

dat zij in elk geval dit unieke stuk natuur sparen. Misschien kan Parbode de volgende keer dát

verhaal uitdiepen. WWF kijkt er met belangstelling naar uit.’

Conservation International (CI-) Suriname organiseert vooral avontuurlijke

wetenschappelijke expedities....

Een andere natuurbeschermingsorganisatie in Suriname, die ook deel uitmaakt van een

internationale organisatie, is Conservation International Suriname (CI-Suriname). Deze

organisatie laat nauwelijks van zich horen wanneer er dringende actuele milieu-issues spelen

in Suriname. De organisatie is vooral bekend geworden - wereldwijd - door haar

wetenschappelijke avontuurlijk expedities in het diepe, donkere nog nauwelijks ontdekte

binnenland op zoek naar nieuwe species. Maar, enige actie tegen de kleinschalige

goudwinning en de kwikvervuiling wordt niet tot nauwelijks ondernomen.

Page 231: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 231

In 2006 werd een onderzoek uitgevoerd op het Nassau Plateau, in het oosten van Suriname.

Ruim een jaar later haalden de resultaten van dit veldonderzoek wereldwijd de

nieuwspagina’s. Er werden vierentwintig nieuwe diersoorten ontdekt, waaronder de

inmiddels beroemd geworden fluoriscerende blauwe kikker (‘atelopus’). Vier jaren later, in

2010, werd een veldonderzoek verricht in een gebied in de omgeving van het Trio-dorp

Kwamalasamutu in het diepe zuiden van Suriname. In januari 2012 werd bekend dat tijdens

dat onderzoek zevenenveertig nieuwe diersoorten waren ontdekt en in totaal werden er

bijna dertienhonderd soorten geregisteerd. Het zijn dit soort onderzoeken die Conservation

International in zekere zin wereldfaam bezorgen en dus ook de Surinaamse afdeling.

CI-Suriname werkt verder nauw samen met de Suriname Conservation Foundation (SCF) om

Surinaamse bedrijven op een zo efficiënt mogelijke wijze te helpen in een proces om te

vergroenen.

In een vraaggesprek met de Nederlandse Volkskrant in februari 2002 liet een medewerker

van Conservation International Suriname, Raymond Landveld, weten dat de oplossing n het

kwikprobleem ‘wellicht in technologische ontwikkelingen’ ligt. Hij zakte, aldus de krant, in

2001 in een korjaal de Tapanahonirivier af om goudzoekers te interesseren voor een schone

manier om hun werk te doen. ‘Volgens die methode wordt het goud met een slimme

spoelmachine uit het zand gehaald. Daar komt geen kwik meer aan te pas. De machine is

niet goedkoop.’

Landveld: 'Maar, daar staan besparingen van kwik tegenover en daarnaast benadrukken we

vooral het aspect gezondheid.’ Bij Drietabbetje zou in 2002 een demonstratiemodel

geplaatst worden om de goudzoekers te laten zien dat de machine werkte. Daarna konden

Page 232: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 232

ze hem kopen, want geld lijkt voor de goudbeluste avonturiers wel het laatste probleem te

zijn, zo was te lezen in de Volkskrant.

In 2011 verschenen er plotseling kritische berichten in internationale media over sommige

samenwerkingsverbanden tussen het hoofdkantoor van Conservation International in

Arlington, Virginia, en grote multinationale bedrijven. Zo werden overeenkomsten

aangegaan met bedrijven als Shell, BP, Newmont, Chevron, Alcoa, BHP Billiton en zelfs met

Northrop Grumman, een Amerikaans wapen- en vliegtuigfabriek. De kritiek richtte zich

vooral op de vraag hoe een organisatie als Conservation International geld kan aannemen

van dergelijke bedrijven in ruil voor een vermeend groen imago en in enkele gevallen zelfs

een logo in de vorm van een bedreigde diersoort van die bedrijven.

Het Amerikaanse goudmijnbedrijf Newmont voerde in 2011 onderhandelingen met de

Surinaamse regering , omdat het goudmijnbedrijf twee grote goudmijnen in het

Nassaugebied wil gaan opzetten. Tegen die plannen was geen enkel kritisch geluid te horen

van CI-Suriname, terwijl de mijnbouwgigant toch wil gaan mijnen in een gebied dat een

unieke en rijke biodiversiteit heeft. Het uitblijven van dat kritische geluid leidt tot

vraagtekens.

Tjon Sie Fat liet mij in het voorjaar van 2012 in een interview, voor een artikel voor het

Surinaamse blad United Magazine, in reactie weten: ‘Het gaat natuurlijk om

overeenkomsten met onze hoofdvestiging in Amerika. Als Surinaamse vestiging staan wij

daar los van. Maar, het is goed dat die overeenkomsten er zijn, omdat je dan als organisatie

die grote bedrijven kunt monitoren als het gaat om hun duurzaam, groen beleid. Maar, CI

had alleen van 2005 tot 2009 een samenwerking met Newmont. Na de milieuramp in de Golf

van Mexico werd de relatie met de Britse oliemaatschappij BP teruggedraaid tot slechts

financiële steun voor het Conservation Leadership Programme, een programma dat wordt

uitgevoerd door een aantal verschillende organisaties (Conservation International, Fauna &

Flora International, the Wildlife Conservation Society en Birdlife International). Dit

programma financiert jonge mensen, voornamelijk uit ontwikkelingslanden, om

natuurbehoudsprojecten ten behoeve van bedreigde soorten uit te voeren. Als Conservation

International Suriname hebben wij echter geen enkele samenwerkingsovereenkomst met

welk bedrijf dan ook.’

Op de website van Conservation International werd in november 2012 Newmont nog steeds

vermeld als een van haar ‘corporate partners’....

Inmiddels is het 2012 en nog steeds zien de meeste goudzoekers weinig heil in het

overstappen op duurdere milieuvriendelijke goudwinningstechnieken. Ze waren gewend

geraakt aan het gebruik van kwik en geld bleek wel een probleem te zijn.... Alle inspanningen

van natuurbeschermingsorganisaties om de kleinschalige goudwinning milieuvriendelijk te

maken hebben de achter ons liggende jaren nauwelijks tot enig positief resultaat geleid.

Vanuit de overheid werd ook weinig actie op dat terrein ondernomen en zonder

Page 233: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 233

daadkrachtig handelen vanuit de regering en vanuit natuurbeschermingsorganisaties zal er

niet werkelijk iets in positieve zin veranderen in de kleinschalige goudwinning, met

uitzondering van de werkzaamheden en activiteiten van de eind 2010 ingestelde

presidentiële Commissie Ordening Goudsector.

CI-Suriname stelt zich over het algemeen passief terughoudend op. Dat was ook het geval

toen het WWF Guianas in maart 2012 haar fotoverslag presenteerde over de grote schade

die aan het Brownsberg Natuurpark werd aangericht door goudzoekers. Directeur van CI

Suriname, Annette Tjon Sie Fat, was hierdoor niet verrast. Haar reactie was teleurstellend:

‘Wie moet je bellen? Dat is het probleem in Suriname. Wij zijn realistisch. We weten dat

mijnbouw veel geld opbrengt voor de Staat en zijn daar ook niet op tegen. We willen alleen

dat het verantwoord gebeurd.’ Voor het herstel van de schade in het natuurgebied is volgens

Tjon Sie Fat de overheid zelf verantwoordelijk. ‘Laat ze het geld maar halen bij de

goudconcessionarissen’, aldus de CI Surname directeur in Parbode nummer 74, 2012. Over

StiNaSu, de stichting die het Brownsberg Natuurpark in beheer heeft en dus zou moeten

beschermen tegen illegale goudwinning, had Tjon Sie Fat geen goed woord over: ‘StiNaSu is

wat wij een quango noemen, een quasi NGO. Een organisatie die zich voordoet als een niet-

gouvernementele organisatie, maar het in werkelijkheid wel is. Zolang overheden dit soort

organisaties blijven oprichten, zullen dit soort problemen blijven bestaan. Er zijn nu teveel

onzekerheden op beheers- en managementniveau.’

Suriname Conservation Foundation financiert

nauwelijks projecten in of voor kleinschalige goudwinning

Een derde Surinaamse natuurbeschermingsorganiatie is de in maart 2000 opgerichtte

Suriname Conservation Foundation (SCF). De SCF is een duurzaam milieufonds, dat zich inzet

voor de bescherming van de biodiversiteit in het algemeen en in de beschermde gebieden

van Suriname in het bijzonder.

Maar, ook de SCF blijkt zich nauwelijks te richten op de kleinschalige goudwinning in het

land. De SCF richt zich met name op het financieren of ‘financieel ondersteunen’ van het

beheer van beschermde gebieden en ‘bufferzones’ en van activiteiten voor natuurbehoud

buiten beschermde gebieden. Daarnaast, aldus de website van de organisatie ‘Onderwijs en

voorlichting, training en wetenschappelijk onderzoek op het gebied van natuurbehoud en

Page 234: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 234

milieu, en activiteiten gericht op het genereren van inkomen waarbij de duurzame benutting

en het behoud van biodiversiteit wordt ondersteund.’

Voor wat betreft de financiering van activiteiten is vastgelegd in de statuten van de stichting

dat projecten in aanmerking komen die gericht zijn op het behoud van de biodiversiteit in

Suriname waarbij 65% van de beschikbare fondsen wordt besteed aan de versterking van

het beheer van beschermde gebieden. Vooral veel geld is en werd beschikbaar gesteld aan

het kunnen deelnemen aan allerlei internationale bijeenkomsten en conferenties en

dergelijke, maar ook aan kinderboeken en het jaarlijkse Kinderboekenfestival in Suriname.

De organisatie vindt van zichzelf dat zij ‘het duurzame Surinaamse milieufonds bij uitstek’ is,

‘dat zich inzet voor de bescherming van de biodiversiteit in het algemeen en in de

beschermde gebieden van Suriname in het bijzonder’. Daarenboven stelt de SCF dat zij door

haar nationaal en internationaal verworven vertrouwen, de goede samenwerking met

‘stakeholders’, haar zichtbare inzet voor duurzame benutting en bescherming van de natuur,

door middel van het financieren van projecten en strategische acties, actief zou bijdragen

aan ‘zowel de economische ontwikkeling van Suriname als de bescherming en het behoud

van de biodiversiteit van onze aarde’. Kortom, deze organisatie klopt zichzelf nogal op de

borst, terwijl zij feitelijk weinig tot niets bijdraagt aan een positieve en milieuvriendelijke

ontwikkeling en toekomst van de kleinschalige goudsector in het Surinaamse binnenland.

Voorzover bekend heeft de stichting slechts tweemaal projecten gefinancierd die zich

richtten op de kleinschalige goudwinning en het gebruik van kwik in die sector: in 2005 werd

deelname aan ‘Regional Cooperation in Contamination by Mercury in the Amazon Basis’ in

Peru gefinancierd - een bijeenkomst van organisaties die betrokken waren bij het managen

en reguleren van kwikgebruik in Brazilië, Colombia, Ecuador, Peru, Venezuela en Suriname

en het formuleren van een actieplan om de kwikvervuiling in de Amazone ecosystemen te

minimaliseren. Een actieplan is in Suriname echter nooit gepresenteerd. - en in 2007 werd

het project ‘Baseline Profiel voor Kwikconcentraties in Suriname’ van de Universiteit van

Suriname (Instituut voor Toegepaste Technologie, Intec) gefinancierd voor een totaalbedrag

van 44.428 euro. Dat tien maanden durende project, dat startte op 28 februari 2008, was

een onderzoeksproject in samenwerking met de Universiteit van Bremen (Duitsland) en had

het doel om binnen een periode van twee jaar betrouwbare data beschikbaar te maken over

kwikconcentraties in de lucht (onderlaag van de troposfeer), in water, sedimenten en in

biota. Het project maakte deel uit van een groter onderzoeksproject en werd uitgevoerd in

Paramaribo en in de Greenstone Belt gebied. De specifieke activiteiten waren het meten van

kwikconcentraties in de goudopkoopwinkels te Paramaribo, het meten van

kwikconcentraties in het binnenland zowel in biota als in abiota, training van goudopkopers

en kleinschalige goudzoekers.

De SCF is voornamelijk bekend geworden door haar samenwerking met Conservation

International Suriname, om Surinaamse bedrijven op een zo efficiënt mogelijke wijze te

Page 235: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 235

helpen in een proces om te vergroenen. De stichting heeft in 2010 met tien Surinaamse

bedrijven overeenkomsten gesloten om een proces van vergroening op gang te brengen. Dat

gebeurde in het kader van het SCF Green Partnership Program. Het doel van dit unieke

partnerschap met de Surinaamse bedrijven is om gezamenlijk te werken aan de bescherming

van de natuur en de biodiversiteit. Het gaat om de bedrijven De Surinaamsche Bank N.V.,

Telesur, C. Kersten en Co. N.V., N.V. Grassalco, Fernandes Concern Beheer N.V., de

Surinaamse Luchtvaart Maatschappij N.V., VSH United, Assuria Verzekeringen, IAmGold en

Staatsolie Maatschappij Suriname N.V.. De milieuorganisatie tekende op 22 december 2011

een samenwerkingsovereenkomst met De Hakrinbank N.V. en op 14 november 2012 met het

warenhuis Kirpalani.

Page 236: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 236

Geraadpleegde bronnen en literatuur

Associated Press, The

1 oktober 2009

Mercury in gold mining poses toxic threat

Substance used in developing nations threatens miners, environment

(http://www.msnbc.msn.com/id/28596948/)

Associated Press, The

Ben Fox

6 september 2010

Miners seeking gold destroy Suriname ecosystem

(http://www.washingtontimes.com/news/2010/sep/6/miners-seeking-gold-destroy-

suriname-ecosystem/?page=all)

Benjamins, Herman Daniël en Joh. F. Snelleman (red.)

Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië - Martinus Nijhoff/E.J. Brill, Den Haag/Leiden

1914-1917

(http://www.dbnl.org/tekst/benj004ency01_01/benj004ency01_01_0010.php)

Boven, Karin

2006

Overleven In Een Grensgebied – Veranderingsprocessen bij de Wayana in Suriname en

Frans-Guyana; Bronnen voor de Studie van Suriname (BBS) – deel 26, Stichting Instituut ter

Bevordering van de Surinamistiek (IBS) en Rozenberg Publishers, Amsterdam

Brons, mr. J.C., oud-gouverneur van Suriname

1952

Het Rijksdeel Suriname; Volksuniversiteits Bibliotheek – De Erven F. Bohn N.V., Haarlem

Bruin, Marianne

November 2008

Erken Ons!

VIDS en OIS, de stem van Inheemsen in Suriname

Masterthesis ter afronding van de master culturele antropologie: multiculturalisme in

vergelijkend perspectief

Universiteit Utrecht

(http://suriname.wedd.de/docs/Bruin_Marianne.pdf)

Michael Casey, The Jakarta Post, Kerengpangi, Kalimantan

Page 237: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 237

12-01-2009

Mercury in gold mining: a Third World toxic threat

(http://www.thejakartapost.com/news/2009/01/12/mercury-gold-mining-a-third-world-

toxic-threat.html)

Commissie Ordening Goudsector

(http://www.gov.sr/kabinet-van-de-president/werkgroepen/ordening-goudsector.aspx)

Comtrade, United Nations Commodity Trade Statistics Database

(http://www.comtrade.un.org)

Decreet Mijnbouw

DECREET van 8 mei 1986, houdende algemene regelen omtrent de opsporing en ontginning

van delfstoffen (Decreet Mijnbouw) (S.B. 1986 no. 28), S.B. 1997 no. 44.

(http://www.dna.sr/documenten/wetgeving/milieu-ruimtelijke-ordening/decreet-

mijnbouw)

DiStefano, Anne Marie

The Portland Tribune

18 juli 2006

New miner sluices for ‘good’ gold - Analytic chemist turned surfer invents a way to recover

fine particles without the toxins

(http://www.portlandtribune.com/sustainable/story.php?story_id=115257937229548600)

FIRST TRANS-BOUNDARY MEETING ON ENVIRONMENTAL PROTECTION IN THE BRAZIL-

SURINAME BORDER REGION

Kwamalasamutu, Suriname June 3-4, 2006

Paramaribo, Suriname, June 6-7, 2006

The Amazon Conservation Team-Suriname & The Amazon Conservation Team-Brazil

Fréry, N., Maillot, E. ( French National Institute of Public Health Surveillance, Saint-Maurice,

France)

Maury-Brachet, R. , Boudou, Alain (Laboratory of Ecophysiologie et Ecotoxicologie des Systèmes Aquatiques, Arcachon, France)

Deheeger, M. (INSERM, Paris, France)

Mérona, B. de (Institut de Recherche pour le Développement, Laboratoire d’Hydrobiologie, Cayenne, French Guiana) Gold-Mining Activities and Mercury Contamination of Native Amerindian Communities in French Guiana: Key Role of Fish in Dietary Uptake Environmental Health Perspectives • VOLUME 109 | NUMBER 5 | May 2001 (http://suriname.wedd.de/docs/frery.pdf)

Page 238: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 238

Geschiedenis van Suriname; Eveline Bakker, Leo Dalhuisen, Ronald Donk, Maurits

Hassankhan, Frans Steegh m.m.v. Jerry Egger

1998

Uitgeversmaatschappij Walburg Pers, Zutphen

Greenstone Belt Gold Mining, Regional Environmental Assessment – Ministry of Labour,

Technological Development and Environment, National Institute for Environment and

Development in Suriname

2003, september

PlantProp, Paramaribo, Suriname.

Ph: (597) 441236 - Fax: (597) 441223 - E mail: [email protected]

Buursink International Consultants in Environmental Management

1436 Layman Street, McLean, VA 22101, USA

Phone 703 847 2604 - Fax 703 847 2605 (http://www.heemskerk.sr.org/pdf/Greenstone.pdf)

Havard, Jean-Pierre

(Solidarite Guyane, 72000 Le Mans, France)

Fujimura, M., Matsuyama, A., Nakamura, K.

(National Institute for Minamata Disease, Japan)

Feb. 2010 – NIMD Forum

Investigation of human and environmental exposure to mercury in the upper part of

Maroni River, French Guiana, from 2004 to 2009

(http://www.nimd.go.jp/english/kenkyu/nimd_forum/nimd_forum_2010/session-A-3.pdf)

Heemskerk, Marieke

2000

Driving Forces of Small-Scale Gold Mining Among the Ndjuka Maroons; A Cross-Scale

Socioeconomic Analysis of Participation in Gold Mining in Suriname. Dissertatie, University

of Florida

Heemskerk, Marieke & Olivieira, M.

2004, 31 juni

20 Perceptions of Small-Scale Gold Miners on Self-Organization and Formalization in

Suriname, South America - A project commissioned by the Geology and Mining Department

(GMD) of Suriname (project # 3.1.A.) and funded by the World Wildlife Fund program on

gold mining pollution abatement (agreement # FG-60).

Heemskerk, Marieke

2009, 30 mei

Kleinschalige goudwinning in Suriname - Een overzicht van sociaaleconomische, politieke, en

milieu-aspecten; Centrum voor Studie en Documentatie van Latijns Amerika (CEDLA)

Page 239: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 239

Hoogbergen, Wim & Kruijt, Dirk

2004

Gold, Garimpeiros and Maroons: Brazilians migrants and ethnic relationships in post-war

Suriname

Caribbean Studies, july-december, año/vol. 32, número 002]

Universidad de Puerto Rico

San Juan, Puerto Rico

pp. 3-44

IMF Country Report No. 12/281

International Monetary Fund, IMF, page 10

Oktober 2012

SURINAME, 2012 ARTICLE IV CONSULTATION

(http://www.imf.org/external/pubs/ft/scr/2012/cr12281.pdf)

International Work Group for Indigenous Affairs (IWGIA), The Indigenous World

Suriname

2008

(http://www.sihfund.org/downloads/SIHF_Article_Indigenousworld2008.pdf)

Kambel, Ellen-Rose

‘Mijnbouw, Infrastructuur en de Rechten van Inheemse en Tribale Volkeren in Zuidoost

Suriname’

2009

Rapport voor de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS)

Kesler, C.K.

1937

Tropisch Nederland : veertiendaagsch tijdschrift ter verbreiding van kennis omtrent

Nederlandsch Oost- en West-Indië, Volume 9, 5 April 1937, Edition 009-1937-0025 — GOUD-

INDUSTRIE IN SURINAME

(http://62.41.28.253/cgi-bin/kit.exe?a=d&d=CGEEEI19370405-009-1937-

0025.1.4&cl=&srpos=0&dliv=none&st=1&e=-0-------2en--logical--20--1-------- )

Kom, de J.F.M., Ph.D.

2002, Juni

Artisanal Gold Mining in Suriname - Review of Documents, Meeting with Stakeholders and

Areas for Further Studies and Interventions; PAHO Consultant - PAHO Contract No. ASC-

02/00015-0

Page 240: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 240

Kom, de Jules

PhD Toxicology Focal Point Ministry of Public Health, Suriname

23 september 2006, Budapest

Management of Health and Environmental Effects of Artisanal Gold Mining from a

Developing Country Perspective

Koninklijke Bibliotheek, Den Haag

Historische kranten

Li A Pau, Stanley

De Klucht Rond De Skalian – Suriname Stemt, 27 december 2011

(http://www.surinamestemt.com/archives/11477)

Mackay, F. & E.R. Kambel

Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde

2003

De Rechten Van Inheemse Volken En Marrons In Suriname

(pag. 86 en 87)

Mc Leod, Cynthia & Draaibaar, Hennah C.

Paramaribo – Stad van harmonische tegenstellingen – Uitgeverij Conserve, blz. 85-86 –

2007

Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005 – Delfstoffenproductie en –verwerking

Hoofdstuk 8

Sectoraal Productiebeleid, pag. 155 t/m 165

(http://www.surinaminfo.com/download/MOP081.pdf)

Ministry of the Environment Japan

January 2011

Lessons from Minamata Disease and Mercury Management in Japan

(http://www.env.go.jp/chemi/tmms/pr-m/mat01/en_full.pdf)

Molenaar, Bente

November 2007

Is There Gold In All That Glitters? Indigenous Peoples and Mining in Suriname

Prepared for a project funded by the Inter-American Development Bank’s Canadian

Technical Assistance Program (CANTAP) funding

* The North-South Institute (NSI)

55 Murray Street, Suite 200

Ottawa, ON

Canada

Page 241: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 241

K1N 5M3

Telephone: (613) 241-3535

Fax: (613) 241-7435

Website: www.nsi-ins.ca

Email: [email protected]

* Association of Indigenous Village Leaders in Suriname (VIDS)

Verlengde Gemenelandsweg 18 d

Complex Kennedy Stichting

Paramaribo, Suriname

Telephone: 597-520-130

Fax: 597-520 131

E-mail: [email protected]

(http://www.nsi-ins.ca/english/pdf/Suriname_report_03_08.pdf)

Peplow, Daniel

International Workgroup for Indigenous Affairs, IWGIA - THE INDIGENOUS WORLD – 2006,

pag.’s 254-260 ‘Suriname’

(http://www.sihfund.org/downloads/SIHF_Article_Indigenousworld2006.pdf)

Carlos J. S. Passos, Carlos J.S.

(Faculdade de Ciências Farmacêuticas de Ribeirão Preto, Universidade de São Paulo, Ribeirão

Preto, Brasil)

Mergler, Donna

(Centre Interdisciplinaire de Recherches sur la Biologie, la Santí, la Societé, et

l'Environnement, Montréal, Canada)

Human mercury exposure and adverse health effects in the Amazon: a review

Exposição humana ao mercúrio e efeitos adversos à saúde na Amazônia: uma revisão

Correspondence:

C. J. S. Passos

Departamento de Análises Clínicas, Toxicológicas e Bromatológicas,

Faculdade de Ciências Farmacêuticas de Ribeirão Preto,

Universidade de São Paulo.

Via do Café s/n, FCFRP,

Sala 085A-A, Ribeirão Preto, SP

14049-903, Brasil.

[email protected]

(http://www.scielo.br/pdf/csp/v24s4/04.pdf)

Peplow, Daniel & Augustine, Sarah

Community-directed risk assessment of mercury exposure from gold mining in Suriname -

The overarching objective of this project was to support the indigenous people in

Kwakoegron, Suriname, in self-diagnosis of public and environmental health problems. The

Page 242: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 242

specific objectives, defined by the people of Kwakoegron were: (1) to determine for

themselves if they are at risk of exposure to mercury (Hg) contamination, (2) to measure the

extent of the Hg contamination problem, and (3) to initiate an intervention plan.

2007

(http://www.sihfund.org/downloads/PAHO_Comm_Dir_Pep_Aug_07_with%20Letter%20to

%20Editor.pdf)

Peplow, Daniel & Augustine, Sarah

International Workgroup for Indigenous Affairs, IWGIA - THE INDIGENOUS WORLD – 2008,

pag.’s 117-124 ‘Suriname’

(http://www.sihfund.org/downloads/SIHF_Article_Indigenousworld2008.pdf)

Peplow, Daniel & Augustine, Sarah

2008

Community-led assessment of risk from exposure to mercury by native Amerindian Wayana

in southeast Suriname - Suriname Indigenous Health Fund (A Project of the International

Humanities Center: The Suriname Indigenous Health Fund (SIHFund) is in affiliation with the

International Humanities Center, a nonprofit public charity exempt from federal income tax

under Section 501[c](3) of the Internal Revenue Code. The SIHFund provides indigenous

people in Suriname’s interior Greenstone Belt region with the materials and technical

support they need to self-diagnose the effects of mercury pollution from gold-mining on

their community’s and their environment’s health.), USA, College of the Environment,

University of Washington, USA

Daniel Peplow,

College of the Environment,

University of Washington, 3500

31 Island Road,

White Swan,

WA 98952,

USA.

Email: [email protected]

Pyttersentz, H.

Februari 1898

Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië, van dr. W.R. baron van Hoëvell,

Tweede nieuwe serie, 2e jaargang

‘Concessiën in Suriname’ (pag. 110 t/m pagina 130)

(http://www.archive.org/stream/tijdschriftvoor05hogoog/tijdschriftvoor05hogoog_djvu.txt)

Proplan Consultancy in opdracht van PAHO

10 Oktober 2000

Page 243: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 243

Structurele Benadering van de Effecten van de Artisanale Goudwinning op de

Volksgezondheid, het Milieu en Sociaal-ekonomische Ontwikkeling van Suriname

(http://www.chemicalsafetysuriname.org/cms/data/attachments/40/document/Goudwinni

ng%20LogFrameReport%20Oct2000.pdf)

Surinaamsche almanak voor het jaar 1891. Erve J. Morpurgo, Paramaribo 1890

Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

(http://www.dbnl.org/tekst/_sur001189101_01/_sur001189101_01_0002.php)

SuriMerc; Final Report, Strengthening Surinamese Involvement in Activities Related to

Mercury Pollution in Suriname, submitted to the United Nations Environment Programme

(UNEP).

(http://www.unep.org/

hazardoussubstances/LinkClick.aspx?fileticket=96qTqJoOqwg%3D&tabid=3526&language=e

n-US).

2008; Accessed 12 September 2010

Telmer, Keven H. and Veiga, Marcello M.

2009

World Emissions of Mercury from Artisanal

and Small Scale Gold Mining

(https://3114150205640292374-a-artisanalgold-org-s-

sites.googlegroups.com/a/artisanalgold.org/agc/file-

ca/TelmerandVeiga2009WorldEmissions.pdf?attachauth=ANoY7cpV0pq3c4W1gPwoPPP-

Gf2wWsYNBY_X4SIzAHC4DLczHvZo4f-

V74ZlBteBG6R9I96buUlr_MEpAqDQbgnwEK5ifZBXb8HhgTRTJQLKOPPipIfr_RVSFGWd5k0F03

gqZTynp7QQ-

Fw_S20KRcFL7doetdkRus3WG10W9Xj3YkNvIPiT4JCNhOsnq6Eg86WR9R4KDSW2nNYVz9VWB

IuQZni0YgWAsiUUizW7BcNW706kWoJJPCA%3D&attredirects=2)

Theije, de Marjo & Heemskerk, Marieke

Moving Frontiers in the Amazon: Brazilian Small-Scale Gold Miners in Suriname

European Review of Latin American and Caribbean Studies 87, October 2009 | 5-25

Trommelen, Jeroen

02 februari 2002

Goudkoorts in Suriname

Volkskrant

(http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/634623/2002/02/20/Go

udkoorts-in-Suriname.dhtml)

Page 244: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 244

Tropisch Nederland: veertiendaagsch tijdschrift ter verbreiding van kennis omtrent

Nederlandsch Oost- en West-Indië, Jaargang 9, Aflevering 25, 5 April 1937 — Pagina 389

(http://62.41.28.253/cgi-bin/kit.exe?a=d&d=CGEEEI19370405-009-1937-

0025.1.4&cl=&srpos=0&dliv=none&st=1&e=-0-------2en--logical--20--1--------&l=nl)

Tropenbos International

Assessment of the impacts of gold mining on soil and vegetation in Brownsberg Nature Park,

Suriname

2006 (Alterra, Wageningen, Nederland)

E.J.M.M. Arets, P.J. van der Meer en N.W. van den Brink (Alterra, Centre for Ecosystem

Studies), K. Tjon en V.P. Atmopawiro (Centre for Agricultural Research in Suriname, CELOS –

NARENA) en P.E. Ouboter (University of Suriname, Environmental Research Centre)

United Nations Environment Programme

DTIE

Chemicals Branch

World Health Organization

2008, augustus

Guidance For Identifying Populations At Risk From Mercury Exposure

Updated National Chemical Profile

The Republic of Suriname

July, 2011

The National Implementation Plan for the Stockholm Convention was prepared under the

UNDP and the Government of Suriname Project entitled “Initial Assistance to Enable

Suriname to fulfill its obligations under the Stockholm Convention on Persistent Organic

Pollutants (POPs)”, funded by the Global Environment Facility (GEF).

This is a publication of the Ministry of Labour, Technological Development and Environment,

Paramaribo, Suriname.

Veiga, Marcello. M., Ph. D.

Certified Brazilian metallurgical engineer, CREA 36806, Rio de Janeiro

1997, december

Artisanal Gold Mining Activities in Suriname - University of British Columbia, Dept. Mining

and Mineral Process Engineering, Vancouver, BC, Canada

(http://www.globalmercuryproject.org/countries/suriname/UNIDO%20Veiga%20Suriname1

997-nomap.pdf)

Versol, W.M. (Winnie)

2007, 7 december

Page 245: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 245

Artisanal gold mining in Suriname: Overcoming barriers to the development and adoption of

sustainable technologies - Master thesis: Technology and Policy Eindhoven University of

Technology The Netherlands

Weiberg, Jack, Senior Policy Advisor

2010, oktober

International POPs Elimination Network

An NGO Introduction to Mercury Pollution

http://www.ipen.org/ipenweb/documents/book/ipen%20mercury%20booklet_s.pdf

Wolbers, J. - Geschiedenis van Suriname (facsimile van de eerste uitgave, Amsterdam 1861).

S. Emmerling, Amsterdam 1970

Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

(http://www.dbnl.org/tekst/wolb002gesc01_01/wolb002gesc01_01_0006.php)

World Health Organization, WHO

2007 – flyer

Preventing Disease Through Healthy Environments

Exposure to Mercury:

A Major Public Health Concern

World Wildlife Fund Guianas, Regional Programme

(Authors: Dr. P. Ouboter, G. Landburg BSc., C. White, Dr. J. Mol, Drs. F. van der Lugt, Drs. J.

Quik)

January 2007

Final Technical Report – Mercury Pollution in the Greenstone Belt

Nationale Zoölogische Connectie van Suriname/Centrum voor Milieuonderzoek

World Wildlife Fund Guianas

Mercury Contamination, A Legacy to Handicap a Generation

By Dr. Phillip Hays, USGS, and Rickford Vieira, WWF-Guianas

WWF Guianas Regional Program Office Technical Paper series #2

(http://suriname.wedd.de/docs/Mercury_in_Suriname[1].pdf)

Geraadpleegde internetsites o.a.:

http://nanaresources.surinameweb.com/

http://www.grassalco.com/

http://www.globalmercuryproject.org

http://nl.wikipedia.org/wiki/Henk_Dahlberg

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cornelis_Ascanius_van_Sypesteyn

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cornelis_van_Aerssen_van_Sommelsdijck

http://en.wikipedia.org/wiki/August_Kappler

Page 246: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 246

http://nl.wikipedia.org/wiki/Henk_Dahlberg

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kwik

http://bukubooks.wordpress.com/2009/11/15/kappler/

http://www.dwtonline.com - De Ware Tijd

http://www.dbsuriname.com - Dagblad Suriname

http://surinametimes.com - The Times of Suriname

http://www.surinam.net/content/kwikvergiftiging-suriname-niemand-zal-zeggen-ik-heb-het-niet-

geweten

http://www.wwfguianas.org/our_work/goldmining/

http://www.nimos.org/smartcms/default.asp?contentID=622

http://www.portal.rr.gov.br/index.php?option=com_content&task=view&id=331&Itemid=84

http://www.arbeidshygiene.nl/~uploads/text/file/Sessie%20H_PDF_Leenders.pdf

http://www.gomiam.org

http://sihfund.org/#3

http://globalminingsolutions.com/

http://nevada-outback-gems.com/historic_mine_tech/Bucket_line.htm

http://www.blackcatmining.com/reference/sluiceboxuse.cfm

http://www.nicospilt.com/index_suriname.htm

http://www.surinamedirectory.biz/index.php?abc=Sarafina+NV&Search.x=13&Search.y=12

http://www.bauxietinstituut.com/files/3.1De%20mijnwetgeving%20tegen%20de%20achtergrond%2

0van%20de%20huidige%20en%20toekomstige%20ontwikkelingen%20in%20de%20bauxietsector%20

in%20Suriname%207-6-06.pdf

http://www.parlementairdocumentatiecentrum.nl/id/vg09ll9ya1ud

http://www.brokopondo.info/

http://www.abop-suriname.net/

http://www.ndp.sr

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/1826945/2011/01/22/Een-weg-

is-de-eerste-stap-naar-ontbossing-en-mijnbouw.dhtml

http://www.flickr.com/photos/stichtingsurinaamsmuseum/5677269276/in/set-72157625177091078

http://www.epa.gov/mercury/index.htm

http://www.chemicalsafetysuriname.org/website/zoek.asp?menuid=142

http://home.medewerker.uva.nl/m.hillmann/bestanden/InfraSuriEdt4.html

http://www.artminers.org/artminers/home.html

http://www.mercurywatch.org

http://www.unep.org/hazardoussubstances/Mercury/tabid/434/Default.aspx

http://www.artisanalgold.org/

http://www.cleangold.com/cleangold/home.html

http://www.freepatentsonline.com/5927508.html

http://www.medischezending.sr/cms/data/attachments/10/jaarverslag_document/Jaarverslag%202

009%20def.pdf

http://www.rotary.nl/delftkoningsveld/activiteiten/archief/KRIN%20WATRA%20TOE%20UBI.doc/

http://www.trust.org/trustlaw/news/detail.dot?id=76dd97f2-af14-406f-ad9b-0b57254ea349

http://www.fairtrade.net/

http://www.unep.org/hazardoussubstances/Mercury/Negotiations/tabid/3320/Default.aspx

Page 247: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 247

http://comtrade.un.org/db/dqBasicQueryResults.aspx?px=H2&cc=280540&r=740

http://en.wikipedia.org/wiki/Minamata_disease

Emailcontact met:

* Daniel Peplow, Suriname Indigenous Health Fund (SIH Fund)

* Astrid Boedhoe, communicatiemedewerkster Surinaamse ministerie van Arbeid,

Technologische ontwikkeling en Milieu (ATM)

* Shelley Soetosenojo, BSc., directoraat Milieu, Surinaamse ministerie van Arbeid,

Technologische ontwikkeling en Milieu (ATM)

* Kristina Schafer, The Institute for Sustainable Mining, AKA Artminers, Portland, Orgeon

(VS)

* David Plath, Cleangold LLC, mercury free gold mining, Lincoln City, Oregon (VS)

* Christoph Kriebel, Fairtrade Labelling Organizations International, Bonn, Duitsland

* Harold Amalinsi, Community Relations Officer, Suralco

* M&R Claushuis BV, Zeewolde

Geraadpleegde video’s o.a.:

http://www.youtube.com/watch?v=ebJJMJurAiw

Goodbye Suriname - the "Golden Future" of a lost Paradise

http://www.youtube.com/watch?v=7g2J8m9_64Q

Suriname, waar ga je naartoe ? where do you go? -The Grassy Narrows Menetekel-

http://www.youtube.com/watch?v=TqipcT9zhFs

Kwikvergiftiging in Apetina – Mercury contamination in Apetina

http://www.youtube.com/watch?v=qMyEJ6Nnqkg

Apetina kwikvergiftigt ? Hoe Suriname met zijn burgers omgaat -Deel 1-

http://www.youtube.com/watch?v=qhmsgg8ztrQ

Apetina kwikvergiftigt? Hoe Suriname met zijn burgers omgaat -Deel 2-

http://www.youtube.com/watch?v=jcl521WBWoQ

Kwik in Suriname -Deel 1- Mensen worden langzaam vergiftigd, maar niemand wil het zien

http://www.youtube.com/watch?v=fwPcAfYOw3s

Kwik in Suriname -Deel 2- Mensen worden langzaam vergiftigd, maar niemand wil het zien

http://www.youtube.com/watch?v=vdHAQG_koW0

Al Jazeera, English – Suriname witnesses new gold rush

http://www.youtube.com/watch?v=ATptJO-25r0

Dirty Paradise – The Genoicid against the Wayana people in French Guyana and Suriname

http://www.youtube.com/watch?v=OJCJMr0igWI&feature=endscreen&NR=1

Wayana

http://www.youtube.com/watch?v=SrBPJDBRdmE

Suriname – Parlementaire delegatie verdiept inzicht goudsector

http://www.youtube.com/watch?v=Va0u8GpMQdA&feature=youtu.be

Sarafina Mining Company & Global Mining Solutions’ Mercury Free Mining Equipent Part 1

Page 248: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 248

http://www.youtube.com/watch?v=6DWSytU3sj8

Sarafina Mining Company & Global Mining Solutions’ Mercury Free Mining Equipent Part 2

http://www.youtube.com/watch?v=QgtSYdzSLAQ&feature=related

De chaos te Maripaston Suriname – Apintie

http://www.youtube.com/watch?v=OdzA_GC_wCM&feature=related

Goud ordening Suriname (Mozart security)

http://www.youtube.com/watch?v=gLWoPT9Os3s&feature=related

Goudzoekers doodgeschoten door leden COG deel 1

http://www.youtube.com/watch?v=IJtwe0-xztc

Ontoelaatbare aktie CTU Suriname

http://www.youtube.com/watch?v=8uQX4aaf5IQ&feature=related

Porknokker killed by security at Maripaston

http://www.youtube.com/watch?v=NjMGRgu3CHI

CTU aan de gang

http://www.youtube.com/watch?v=RTrVQvRBeFc&feature=results_video&playnext=1&list=PL6CC0

86414C40FAE4

CTU eenheid Suriname in aktie tegen eigen bevolking

http://www.youtube.com/watch?v=M1yoyeWkhVE&feature=related

Dino Bouterse heeft King vermoord

http://www.youtube.com/watch?v=D4AZEYdqY_0&feature=related

Indigenous Suriname Part 1 of 3

http://www.youtube.com/watch?v=q2WO6dTae7g&feature=related

Indigenous Suriname Part 2 of 3

http://www.youtube.com/watch?v=frksKOvu7hg

Indigenous Suriname Part 3 of 3

http://www.youtube.com/watch?v=EF_7n0BmzsA

Guyane, la nouvelle ruée vers l'or

http://www.myskreen.com/documentaire/1313884-guyane-la-nouvelle-ruee-vers-l-or

Guyane, la nouvelle ruée vers l’or

http://www.youtube.com/watch?v=SIAhKKAGjV8

Lembrancas do Suriname (o.a. beelden van Vila Brazil)

http://www.youtube.com/watch?v=ihFkyPv1jtU

Mercury Poisoning- The Minamata Story

http://www.youtube.com/watch?v=KuBfGK7fupA

Bezoek DNA delegatie aan delen goudsector

Page 249: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 249

BIJLAGEN

Bijlage 1

Decreet Mijnbouw

DECREET van 8 mei 1986, houdende algemene regelen omtrent de opsporing en ontginning

van delfstoffen (Decreet Mijnbouw) (S.B. 1986 no. 28), S.B. 1997 no. 44.

HOOFDSTUK I

DEFINITIES

Artikel 1

In dit decreet wordt verstaan onder:

a. Bouwmaterialen:

Alle vormen van gesteenten zoals grind, zand, klei, schelpen alsmede steenslag en andere

materialen die worden gebruik bij de constructie van gebouwen, wegen, dammen,

vliegvelden en soortgelijke werken.

b. Delfstoffen:

Alle stoffen, zowel in gasvormige, vloeibare, als in vaste toestand, die van nature deel

uitmaken of hebben uitgemaakt van de aardkorst, inclusief onder andere ertsen en alle

gesteenten en componenten van gesteenten, fossiele brandstoffen en bouwmaterialen, met

uitzondering van grondwater.

c. Exploitatie:

Het ontginnen en daarna bewerken, verwerken, transporteren en verhandelen van

delfstoffen.

d. Exploitatieterrein:

Het terrein waarop aan de aanvrager het recht tot exploitatie is verleend.

e. Exploratie:

Het uitvoeren van werkzaamheden met het directe doel de aard, omvang, wijze van

voorkomen en de economische waarde van de delfstofafzetting zo nauwkeurig als mogelijk

vast te stellen, alsmede alle andere werkzaamheden verbandhoudende met de vaststelling

van de economische- en technische haalbaarheid van exploitatie van delfstofvoorkomens.

f. Exploratieterrein:

Het terrein waarop aan de aanvrager het recht tot exploitatie is verleend.

g. Kleinmijnbouw:

Het verkennen - en exploreren naar en het exploiteren van delfstofafzettingen waarvan de

aard, wijze van voorkomen en de omvang de winning met behulp van eenvoudige middelen

en techniek, economisch mogelijk maakt.

Page 250: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 250

h. Mijnbouwwerkzaamheden:

Verkenning, exploratie, exploitatie, kleinmijnbouw of exploitatie van bouwmaterialen.

i. Mijnbouwrechten:

De rechten zoals omschreven in het eerste lid van artikel 6.

j. Minister:

De Minister belast met mijnbouwaangelegenheden.

k. Staatsonderneming:

Een vennootschap of rechtspersoon waarin de Staat zelf en/of middels Staatsinstellingen

zeggenschap uitoefent over het bestuur daarvan.

l. Verkenning:

Het uitvoeren van werkzaamheden met het doel het opsporen van delfstof-indicaties,

anders dan door middel van aanzienlijke boorwerkzaamheden, grond- of gesteenteverzet, of

andere werkzaamheden waardoor wijzigingen in de natuurlijke vorm van de oppervlakte

en/of in de staat van de ondergrond worden gebracht.

m. Verkenningsterrein:

Het gebied waarop aan de aanvrager het recht tot verkenning is verleend.

HOOFDSTUK II

ALGEMENE BEPALINGEN

RECHTEN VAN DE STAAT MET BETREKKING TOT DELFSTOFFEN

Artikel 2

1. Alle delfstoffen in en op de grond worden geacht te zijn afgescheiden van de eigendom

van de grond.

2. Alle delfstoffen binnen het grondgebied van de Staat Suriname, waaronder mede

begrepen de territoriale zee, haar bodem en ondergrond zoals omschreven in de Wet van 14

april 1978 (S.B. 1978 No. 26) behoren in eigendom toe aan de Staat.

3. In de economische zone, zijnde het zeegebied grenzend aan de territoriale zee van de

Republiek Suriname, welke zone is omschreven in artikel 3 van de Wet van 14 april 1978

(S.B. 1978 No. 26), oefent de Staat Suriname exclusieve soevereine rechten uit terzake van

verkenning- en exploratie naar, ex-ploitatie en instandhouding van en beheer over

delfstoffen op de zeebodem, in de ondergrond daarvan en in de daarboven gelegen

wateren.

4. In het continentaal plat, zijnde de zeebedding en de ondergrond van het zeegebied buiten

de territoriale zee, tot de buitenrand van de continentale grens, dan wel tot een afstand van

200 nautische mijl vanaf de basislijn, van waaruit de breedte van de territoriale zee wordt

gemeten in geval de continentale grens ligt binnen 200 nautische mijl, oefent de Staat

Suriname eveneens exclusieve soevereine rechten uit terzake van verkenning en exploratie

naar en exploitatie van delfstoffen.

5. Onverminderd het voorgaande zullen bij Staatsbesluit regels worden gegeven, onder

ander betrekking hebbende op:

Page 251: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 251

a. de oprichting en het gebruik van kunstmatige eilanden, installaties en soortgelijke

constructies;

b. de bescherming van het zeemilieu, waaronder het treffen van maatregelen tegen

vervuiling;

c. het verrichten van wetenschappelijke onderzoekingen en experimenten;

d. Alle andere activiteiten, gericht op efficiënte verkenning, exploratie naar en exploitatie

van delfstoffen in de economische zone en het continentaal plat.

6. Het is niemand toegestaan mijnbouw- en daaraan verwante werkzaamheden te verrichten

dan in overeenstemming met op de mijnbouw betrekking hebbende wettelijke regelingen.

Deze werkzaamheden kunnen slechts worden verricht na een door het daartoe bevoegd

gezag verleend recht, zoals omschreven in artikel 6.

DELFSTOFFENBELEID

Artikel 3

Het nationale mijnbouwbeleid is voorbehouden aan de Regering.

De Minister is belast met de uitvoering van dit beleid.

BELANGEN VAN DE STAAT

Artikel 4

1. Alle mijnbouwwerkzaamheden zullen worden uitgevoerd op de meest efficiënte wijze,

rekening houdende met het hogere belang van de natie en met inachtneming van de

modernste internationale technieken en de in de mijnbouwindustrie algemeen gebruikelijke

methoden en de algemeen geldende stilzwijgende bedingen, voorts op vakkundige wijze

gebruikmakende van geavanceerde technologie en doelmatig materieel met inachtneming

van geldende normen op het gebied van veiligheid en gezondheid van personeel in het

bijzonder en van de gemeenschap in het algemeen alsmede van normen ter bescherming

van ecosystemen.

2. Voor de in het eerste lid van dit artikel genoemde werkzaamheden zal bij voorkeur

gebruik worden gemaakt van Surinamers alsmede van in Suriname geproduceerde goederen

en van diensten te verlenen door in Suriname gevestigde ondernemingen, indien deze te

verkrijgen zijn op niet minder gunstige voorwaarden, zoals prijzen, soorten, kwaliteit en

andere in de onderhavige bedrijfstak gebruikelijke voorwaarden, dan die, waarop

soortgelijke goederen en diensten van elders kunnen worden verkregen.

INDELING VAN DELFSTOFFEN

Artikel 5

Page 252: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 252

Delfstoffen worden in het kader van dit decreet onderscheiden in 5 groepen:

a. bauxiet;

b. radio-actieve delfstoffen;

c. koolwaterstoffen;

d. andere delfstoffen, met uitzondering van bouwmaterialen;

e. bouwmaterialen.

HOOFDSTUK III

MIJNBOUWRECHTEN

ALGEMEEN

Artikel 6

1. Mijnbouwrechten houden de bevoegdheid in tot het verrichten van mijnbouw-

werkzaamheden en kunnen worden onderscheiden in:

a. het recht tot verkenning;

b. het recht tot exploratie;

c. het recht tot exploitatie;

d. het recht tot kleinmijnbouw;

e. het recht tot exploitatie van bouwmaterialen.

2. Mijnbouwrechten worden slechts verleend overeenkomstig de bepalingen van dit

decreet.

3. Exploratie- en exploitatierechten met betrekking tot delfstoffen genoemd in artikel 5 sub

a, b en c worden verleend bij resolutie en die met betrekking tot delfstoffen genoemd in

artikel 5 sub d en e bij beschikking van de minister.

4. Het recht tot verkenning wordt verleend bij beschikking van de minister.

Artikel 7

Mijnbouwrechten kunnen worden verkregen, indien deze betreffen:

a. radio-actieve delfstoffen en koolwaterstoffen, uitsluitend door Staatsondernemingen.

b. bauxiet, uitsluiten door Staats- en particuliere ondernemingen.

c. andere delfstoffen en bouwmaterialen, door zowel Staats- en particuliere ondernemingen

als ook door natuurlijke personen.

Artikel 8

1. Een houder van een mijnbouwrecht dient in Suriname kantoor te houden waarin een

exemplaar van alle technische verslaglegging inzake de betreffende werkzaamheden

aanwezig moet zijn en dient daarin regelmatig boek te houden met geregelde jaarlijkse

afsluitingen.

2. Indien de houder van een mijnbouwrecht een natuurlijke persoon is, dient deze

ingezetene van Suriname en handelingsbekwaam te zijn.

3. De niet in Suriname gevestigde houder van een mijnbouwrecht dient in Suriname over

Page 253: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 253

zodanige kantoorruimte te beschikken dat de in het eerste lid genoemde voorschriften op

degelijke wijze moeten kunnen worden nagekomen.

Artikel 9

1. Mijnbouwrechten kunnen slechts worden verleend indien ten genoegen van de Minister

door de aanvrager o.m. is aangetoond:

zijn financiële positie, technisch vermogen, organisatorische bekwaamheid en ervaring met

betrekking tot de delfstof(fen) waarvoor een mijnbouwrecht wordt aangevraagd.

Artikel 10

1. De aanvraag tot het verkrijgen van een mijnbouwrecht zal in de Nederlandse taal

geschieden en schriftelijk in drievoud worden verzonden aan de Minister. Alle bescheiden

moeten zijn voorzien van een datum en een ondertekening met vermelding van de

hoedanigheid van de ondertekenaar.

2. De aanvraag dient melding te maken van alle noodzakelijke gegevens van de aanvrager, in

ieder geval:

a. met betrekking tot natuurlijke personen: naam en voornamen, geboortedatum en plaats,

nationaliteit, ingezetenschap van Suriname en adres;

b. met betrekking tot een rechtspersoon of maatschap: naam, soort van rechts-persoon of

maatschap, het op haar toepasselijk recht, de plaats van oprichting en vestiging, naam en

adres van een vertegenwoordiger in Suriname, het maatschappelijk, geplaatst en het gestort

kapitaal alsmede de namen en adressen van de bestuurders en degenen die de

rechtspersoon of maatschap aan derden mogen verbinden.

3. Aan de eerste aanvraag, zal worden toegevoegd:

a. met betrekking tot natuurlijke personen:

een uittreksel uit het bevolkingsregister of een bewijs waaruit zijn identiteit blijkt;

b. met betrekking tot rechtspersonen en maatschappen:

- een gewaarmerkt exemplaar van de statuten;

- een afschrift van de laatst verschenen balans met exploitatierekening, winst- en

verliesrekening, rapport van de accountant en de Raad van Commissarissen of soortgelijk

orgaan en de goedkeuring van de jaarrekening door de Algemene vergadering van

Aandeelhouders of soortgelijk orgaan;

- een lijst met naam en voornamen, nationaliteit, beroep en adres van de voorzitter en leden

van de Raad van Commissarissen of soortgelijk orgaan;

- de geloofsbrieven van de ondertekenaar.

4. Gegevens genoemd in het derde lid van dit artikel behoeven bij een tweede en volgende

aanvraag niet vermeld te worden indien deze nog gelden doch de aanvrager zal melding

maken van de reeds gedane verstrekking met de verklaring dat deze gegevens nog steeds

van toepassing zijn.

5. Iedere wijziging ten aanzien van de gegevens genoemd in het derde lid van dit artikel

zullen onmiddellijk aan de Minister worden meegedeeld.

Page 254: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 254

6. De Minister kan te allen tijde aanvullende gegevens buiten die genoemd in het tweede en

het derde lid van dit artikel, van de aanvrager van een mijnbouwrecht verlangen.

OVERDRACHT EN VERHUUR

Artikel 11

1. Het recht tot verkenning en het recht tot kleinmijnbouw zijn niet overdraagbaar en

kunnen niet in huur of gebruik worden afgestaan.

2. Het recht tot exploratie, het recht tot exploitatie alsmede het recht tot exploitatie van

bouwmaterialen mogen slechts geheel of gedeeltelijk worden overgedragen, in gebruik of in

huur worden afgestaan aan derden, na schriftelijke goedkeuring van het gezag dat tot de

verlening van dat recht bevoegd is en wel aan personen of ondernemingen die voldoen aan

de vereisten die gelden voor een aanvrager van het desbetreffende recht.

3. Degenen aan wie het recht genoemd in het tweede lid van dit artikel is overgedragen, in

gebruik of huur afgestaan, zijn hoofdelijk voor het geheel verbonden met betrekking tot alle

verplichtingen die betrekkingen hebben op hetgeen hen is overgedragen, in huur of gebruik

afgestaan.

4. Het recht tot exploitatie alsmede het recht tot exploitatie van bouwmaterialen zijn zakelijk

onroerende rechten. De executie daarvan vindt slechts plaats na goedkeuring van het gezag

tot de verlening van dit recht bevoegd, en de executant kan slechts overdragen aan een

derde die geheel voldoet aan de vereisten waarvan de aanvrager van het betreffende recht

moet voldoen.

Artikel 12

Een voorgenomen beding waarbij een houder van een mijnbouwrecht de verplichting op

zich zal nemen zijn recht over te dragen, in huur of gebruik af te staan zal vooraf worden

meegedeeld aan het gezag tot de verlening van dat recht bevoegd, welk gezag binnen twee

maanden zich tegen dit beding kan verzetten. Het niet doen van een verzet houdt geen

goedkeuring bedoeld in het tweede lid van artikel 11 in.

REGISTRATIE

Artikel 13

1. Bij Staatsbesluit wordt de registratie ten hypotheekkantore geregeld met betrekking tot

de in dat Staatsbesluit genoemde mijnbouwrechten. Het in het Staatsbesluit ingestelde

register zal openbaar zijn en daarop zal het negatief registersysteem van toepassing zijn.

2. Een verlening, overdracht of bezwaring van een mijnbouwrecht is van kracht door de

inschrijving daarvan in het in het eerste lid van dit artikel bedoelde register.

3. De houder van een vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet verkregen

vergunning of concessie inzake mijnbouwwerkzaamheden is, op straffe van verval van zijn

Page 255: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 255

rechten, verplicht binnen twee jaren na inwerkingtreding van het Staatsbesluit bedoeld in

het eerste lid van dit artikel, inschrijving te doen van zijn verkregen recht.

BEEINDIGING EN INTREKKING

Artikel 14

Mijnbouwrechten worden beëindigd door:

1. verstrijken van de termijn waarvoor zij zijn verleend;

2. afstand;

3. intrekking.

Artikel 15

Het recht tot verkenning en het recht tot exploratie zullen niet beëindigen door het

verstrijken van de termijn waarvoor zij zijn verleend indien de houder van het betreffende

recht op grond van artikel 23 respectievelijk artikel 27, tijdig verlenging heeft aangevraagd

en de verlenging niet geweigerd is.

Artikel 16

1. Bij het beëindigen van een mijnbouwrecht zal de houder van het recht, naar genoegen

van de Minister, alle noodzakelijke maatregelen treffen in het belang van de openbare

veiligheid, de conservering van de afzetting, het opnieuw bruikbaar maken van het

betrokken terrein en de bescherming van het milieu.

2. Indien de houder van het recht als bedoeld in het eerste lid van dit artikel in gebreke blijft

de in dat lid genoemde maatregelen te treffen, kan de Staat zich door de rechter doen

machtigen om, op kosten van de houder van dit recht genoemde maatregelen te doen

uitvoeren.

3. Tenzij anders bij de verlening van een mijnbouwrecht is bepaald of overeengekomen is de

houder of gewezen houder van een mijnbouwrecht gerechtigd om binnen zes maanden na

de datum van beëindiging van genoemd recht, alle hem in eigendom toebehorende en op

het terrein waarop het recht gevestigd is (was) aanwezige roerende goederen tot zich te

nemen. In gelijke zin mag hij, doch na machtiging van de Minister, opstallen, die naar het

oordeel van de Minister niet noodzakelijk zijn voor de conservering van de afzetting,

afbreken en tot zich nemen.

Artikel 17

1. De houder van een mijnbouwrecht die geheel of gedeeltelijk afstand wenst te doen van

dat recht zal te dien einde een verzoek doen bij de Minister.

Dit verzoek zal:

a. voor het recht tot verkenning, niet later dan één maand;

b. voor het recht tot exploratie, niet later dan drie maanden;

Page 256: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 256

c. voor het recht tot exploitatie, niet later dan twee jaren, voor de voorgenomen datum van

afstand worden gedaan.

In geval van gedeeltelijke afstand zal het verzoek:

a. inhouden een omschrijving van het gebied, dat resteert met opgave van de geografische

coördinaten van de begrenzing, nader aangeduid op een door een landmeter in Suriname

vervaardigde figuratieve kaart in triplo, waarop de vorm zijnde een polygoon met betrekking

tot het oorspronkelijk gebied waar het recht betrekking op heeft en die met betrekking tot

het gebied, dat zal resteren en op de zelfde schaal als de kaart waarop het oorspronkelijk

mijnbouwrecht was verleend;

b. melding maken van de bijzonderheden betreffende de in het af te stane gebied verrichte

werkzaamheden.

2. De Minister zal aan de afstand die voorwaarden verbinden, als hem, met betrekking tot de

openbare veiligheid, de conservering van de afzetting en het opnieuw bruikbaar maken van

het af te stane terrein, geraden voorkomt.

3. De Minister zal aan het verzoek tot afstand geen goedkeuring hechten indien en zolang

niet voldaan is aan de in het tweede lid van dit artikel bedoelde voorwaarden.

4. Hij die geheel of gedeeltelijk afstand doet van een mijnbouwrecht is verplicht een

eindverslag van zijn mijnbouwwerkzaamheden in het afgestane terrein verricht, bij de

Minister in te dienen.

Artikel 18

1. De Minister is bevoegd een verleend mijnbouwrecht op te schorten of in te trekken indien

de houder van dat recht:

a. behoudens overmacht, niet voldoet aan wettelijke voorschriften en opgelegde of

overeengekomen voorwaarden van toepassing op het betreffende recht;

b. zijn mijnbouwrecht overgedragen, in huur of gebruik afgestaan heeft, zonder

voorafgaande goedkeuring zoals bedoeld in artikel 11;

c. de mededeling van een voorgenomen beding tot overdracht, huur of gebruik, bedoeld in

artikel 12 achterwege heeft gelaten;

d. binnen drie maanden na te zijn verschuldigd niet voldaan heeft aan enige betaling aan de

Overheid;

e. gerechtelijk veroordeeld is wegens onwettige of ongeoorloofde exploitatie;

f. geweigerd heeft uitvoering te geven aan een arbitrale uitspraak bedoeld in het tweede lid

van artikel 62.

2. Opschorting of intrekking bedoeld in het eerste lid van dit artikel zal niet plaatsvinden

alvorens de Minister de houder van het mijnbouwrecht in gebreke heeft gesteld met

vermelding van hetgeen specifiek van hem wordt verlangd en van een termijn, niet langer

dan dertig dagen, waarbinnen alsnog aan het gestelde voldaan moet worden.

3. Door de intrekking eindigt het mijnbouwrecht met dien verstande dat alle vóór de 7

datum van beëindiging uit het betreffende mijnbouwrecht voortvloeiende

aansprakelijkheden en verplichtingen blijven bestaan.

Page 257: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 257

ONTDEKKING VAN DELFSTOFFEN

Artikel 19

Een houder van een mijnbouwrecht is verplicht, van iedere delfstofafzetting, binnen dertig

dagen na die ontdekking, de Minister daarvan in kennis te stellen met toevoeging van alle

beschikbare gegevens daaromtrent.

RESERVERING VAN TERREIN

Artikel 20

1. Bij Staatsbesluit kunnen, gedurende een bepaalde periode met betrekking tot bepaalde

delfstoffen, gebieden of terreinen worden gereserveerd:

a. in het algemeen belang;

b. voor verlening van mijnbouwrechten onder bijzondere voorwaarden.

2. De vóór de datum van het in het eerste lid van dit artikel genoemde Staatsbesluit op het

te reserveren gebied bestaande mijnbouwrechten worden geëerbiedigd.

HOOFDSTUK IV

RECHT TOT VERKENNING

DE AANVRAAG

Artikel 21

1. De aanvraag ter verkrijging van het recht tot verkenning zal overeenkomstig artikel 10

plaatsvinden en zal aangeven:

a. de vorm, zijnde een polygoon, van het terrein waaromtrent het verzoek wordt gedaan; de

geografische coördinaten van de hoekpunten van deze polygoon, één en ander nader

aangeduid op een door een landmeter in Suriname vervaardigde figuratieve kaart in triplo,

schaal 1:100.000 naar de door het Centraal Bureau Luchtkartering uitgegeven topografische

kaart van dezelfde schaal, aangevende de grenzen van het terrein waaromtrent het verzoek

wordt gedaan;

b. de delfstof(fen) waaromtrent de aanvraag gedaan wordt;

c. het werkprogramma volgens hetwelk de aanvrager zich voorneemt werkzaamheden uit te

voeren met inbegrip van (een) tijdschema(s), overzicht(en) van te maken kosten, in te zetten

materieel en arbeid.

2. Indien nog nadere gegevens nodig zijn of verstrekte gegevens modificaties behoeven, zal

de Minister hiervan schriftelijk mededeling doen aan de aanvrager.

VERLENING EN DUUR VAN HET RECHT EN GROOTTE VAN HET GEBIED

Artikel 22

Page 258: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 258

1. Het recht tot verkenning wordt, met inachtneming van het derde lid van artikel 6 verleend

voor een periode van maximaal twee jaren en kan slechts eenmaal worden verlengd met

een periode van één jaar.

2. Het recht tot verkenning wordt verleend voor een terrein niet groter dan 200.000

hectaren.

RECHTEN

Artikel 23

1. De houder van het recht tot verkenning heeft, met uitsluiting van anderen, het recht om

verkenningswerkzaamheden uit te voeren in of op het verkenningsterrein met betrekking tot

de delfstof(fen) waarvoor het recht is verleend.

2. Hij is voorts gerechtigd:

a. het terrein waarop zijn recht betrekking heeft, voor verkenningsdoeleinden te betreden;

b. kampen en tijdelijke gebouwen op het verkenningsterrein op te zetten voor zijn personeel

en materieel, nodig voor genoemde verkenningswerkzaamheden;

c. beschikking te hebben over monsters verkregen uit noodzakelijk onderzoek en deze aan te

wenden voor proeven en analyses;

d. na verkregen toestemming van de Minister, monsters naar het buitenland te vervoeren.

PLICHTEN

Artikel 24

De houder van het recht tot verkenning is verplicht:

a. verkenningswerkzaamheden uit te voeren volgens het overeengekomen werk-

programma, tijdschema en overzichten;

b. bij ontdekking van delfstofindicatie(s) de Minister binnen dertig dagen na die ontdekking,

daarvan in kennis te stellen;

c. kwartaalsgewijs verslag omtrent zijn uitgevoerde werkzaamheden uit te brengen aan de

Minister;

d. jaarlijks aan de Minister aan te bieden een verslag waarin is vermeld de

wetenschappelijke en technische resultaten van de werkzaamheden van het betreffende

jaar met bijvoeging van de nodige kaarten, profielen, diagrammen en tabellen alsmede een

staat van de gemaakte kosten en verder een staat van het personeelsbestand naar

nationaliteit;

e. aan de Minister opgave te doen van alle onbewerkte gegevens, proeven en analyses,

gedetailleerde verslagen en interpretaties, als door de Minister nodig geacht;

f. binnen twee maanden na beëindiging van zijn recht ingevolge het eerste lid van artikel 22,

een eindverslag in te dienen bij de Minister, omtrent de verrichte werkzaamheden en de

daaruit verkregen resultaten;

Page 259: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 259

g. de helft van elk onder c van het tweede lid van artikel 23 bedoeld monster, in Suriname

ter beschikking te houden.

HOOFDSTUK V

RECHT TOT EXPLORATIE

DE AANVRAAG

Artikel 25

1. De aanvraag ter verkrijging van het recht tot exploratie zal overeenkomstig artikel 10

plaatsvinden en zal aangeven:

a. de vorm zijnde een polygoon, van het terrein waaromtrent het verzoek wordt gedaan; de

geografische coördinaten van de hoekpunten van deze polygoon, één 9

en ander nader aangeduid op een landmeter in Suriname vervaardigde figuratieve kaart in

triplo, schaal 1:100.000 naar de door het Centraal Bureau Luchtkartering uitgegeven

topografische kaart van dezelfde schaal, aangevende de grenzen van het terrein

waaromtrent het verzoek wordt gedaan;

b. een opgave van de in en in de nabijheid van het aangevraagde terrein aanwezige dorpen

van in stamverband wonende personen;

c. de delfstof(fen) waarvoor de aanvraag wordt gedaan;

d. een algemeen werkprogramma volgens hetwelk de aanvrager voornemens is

werkzaamheden uit te voeren gedurende de termijn van het te verlenen recht tot exploratie

alsmede een gedetailleerd werkprogramma met betrekking tot de eerste twaalf maanden

met bijvoeging van (een) tijdschema(s), de kosten van het project en in te zetten personeel

en materieel;

e. een verklaring waarin de aanvrager zich verbindt een bepaald minimum geldsbedrag uit te

geven gedurende de eerste periode van het te verlenen recht tot exploratie bedoeld in het

eerste lid van artikel 27.

2. Indien nog nadere gegevens nodig zijn of verstrekte gegevens modificaties behoeven, zal

de Minister hiervan schriftelijk mededeling doen aan de aanvrager.

3. De Minister kan van de aanvrager eisen of een bewijs van storting bij óf een bankgarantie

van een in Suriname gevestigde bankinstelling, van een bedrag dat naar zijn oordeel gewenst

is met betrekking tot de verklaring genoemd in het eerste lid onder e.

Artikel 26

1. Indien de aanvraag bedoeld in artikel 25 gedaan wordt door de houder van het recht tot

verkenning die aan alle overeengekomen verplichtingen heeft voldaan, zal de Minister alle

maatregelen treffen om op korte termijn tot overeenstemming met de aanvrager te

geraken.

2. Het met betrekking tot dezelfde delfstoffen reeds aan de aanvrager verleende recht tot

verkenning blijft van rechtswege van kracht tot het tijdstip waarop de beslissing omtrent de

in het lid van dit artikel bedoelde aanvraag is genomen.

Page 260: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 260

VERLENING

Artikel 27

1. Het recht tot exploratie wordt, met inachtneming van het derde lid van artikel 6, verleend

voor een periode van niet langer dan drie jaren. Deze eerste periode kan tweemaal worden

verlengd voor een periode van telkens twee jaren, indien de houder van het verleende recht

zijn werkzaamheden volgens het overeengekomen programma, in de aan de verlenging

voorafgaande periode naar tevredenheid van de Minister heeft uitgevoerd en als direkte

kosten tenminste het voor de voorafgaande periode gecommitteerd minimum geldsbedrag

heeft uitgegeven en onder de voorwaarde dat de aanvrager voor de direkt volgende periode

zich opnieuw verbindt een bepaald minimum geldsbedrag uit te geven.

2. Het recht tot exploratie wordt verleend voor een aaneengesloten terrein niet groter dan

40.000 ha. Bij iedere verlenging zoals aangegeven in het eerste lid van dit artikel, zal de

grootte van het terrein worden verminderd met tenminste 25% van de in de eerste periode

geldende oppervlakte, naar keuze van de houder van het 10

exploratierecht, met dien verstande dat het resterende terrein een aaneengesloten geheel

vormt.

3. Aan geen ander zal gedurende dezelfde periode het recht tot exploratie worden verleend

in hetzelfde gebied, voor dezelfde delfstof(fen).

4. Alvorens tot verlening van het recht tot exploratie over te gaan, kan de Minister een

overeenkomst met de aanvrager aangaan inzake de bijzondere voorwaarden waaronder het

recht tot exploratie zal worden uitgeoefend.

RECHTEN

Artikel 28

1. De houder van het recht tot exploratie heeft, met uitsluiting van anderen, het recht om

opsporingswerkzaamheden uit te voeren in of op het exploratieterrein met betrekking tot de

delfstof(fen) waarvoor het recht is verleend.

2. Hij is voorts gerechtigd:

a. het exploratieterrein voor de in het eerste lid genoemde werkzaamheden, te betreden;

b. gaten te boren voor monsterverzameling alsmede uitgravingen en ondergrondse

werkzaamheden te verrichten welke naar zijn oordeel noodzakelijk zijn;

c. kampen en tijdelijke gebouwen op het exploratieterrein op te zetten voor personeel en

materieel nodig voor genoemde exploratiewerkzaamheden;

d. de nodige infrastructurele werken aan te brengen;

e. de in het exploratieterrein verzamelde geologische monsters aan te wenden voor proeven

en analyses;

f. na verkregen toestemming van de Minister, monsters naar het buitenland te vervoeren.

Page 261: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 261

PLICHTEN

Artikel 29

De houder van het recht tot exploratie is verplicht:

a. binnen drie maanden na verlening van het recht tot exploratie een aanvang te maken met

zijn exploratiewerkzaamheden en deze werkzaamheden zonder onderbreking van langer dan

vier maanden, voort te zetten, tenzij door de Minister een langere periode van onderbreking

is toegestaan;

b. de exploratiewerkzaamheden in overeenstemming met het overeengekomen

werkprogramma uit te voeren en ieder jaar een gedetailleerd programma voor het daarop

volgend jaar over te leggen; wijzigingen in het werkprogramma kunnen slechts worden

aangebracht na verkregen goedkeuring van de Minister;

c. van iedere ontdekking van delfstofafzetting(en) de Minister daarvan binnen dertig dagen

na die ontdekking, in kennis te stellen;

d. als directe kosten het minimum geldbedrag zoals aangegeven bij de verlening van het

recht tot exploratie, aan te wenden;

e. volledige en nauwkeurige staten bij te houden, waaruit ondermeer zal blijken:

- aantal geboorde gaten met eventuele boorgatdiagrammen, boorgatmetingen,

boorgatprofielen en dergelijke;

- ontdekte delfstofafzetting(en);

- onbewerkte gegevens verkregen uit geologisch, geochemisch en geofysisch onderzoek;

- alle ander werk verricht in verband met de exploratiewerkzaamheden;

- aantal personen naar nationaliteit, ingezet bij de exploratiewerkzaamheden hier te lande;

- gedane uitgaven met betrekking tot de exploratiewerkzaamheden;

- alle overige zaken die zijn of zullen worden voorgeschreven.

De Minister zal te allen tijde inzage in genoemde staten kunnen hebben;

f. zich te onthouden van commerciële productie; voor verhandeling van uit proefproductie

verkregen producten, is goedkeuring van de Minister vereist;

g. de helft van elk monster c.q. boormonster, hier te lande ter beschikking te houden;

h. kwartaalsgewijs verslag omtrent zijn uitgevoerde werkzaamheden uit te brengen aan de

Minister;

i. jaarlijks aan de Minister aan te bieden een verslag waarin is vermeld de wetenschappelijke

en technische resultaten van de werkzaamheden van het betreffende jaar met bijvoeging

van de nodige kaarten, profielen, diagrammen en tabellen alsmede een staat van de

gemaakte kosten;

j. aan de Minister opgave te doen van alle onbewerkte gegevens, proeven en analyses,

gedetailleerde verslagen en interpretaties, als door de Minister nodig geacht;

k. indien hij een onderneming is, ieder jaar binnen drie maanden na goedkeuring van de

jaarrekening, de jaarstukken aan te bieden aan de Minister;

l. de heffing bedoeld in het eerste lid van artikel 63 te voldoen.

Page 262: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 262

HOOFDSTUK VI

RECHT TOT EXPLOITATIE

AANVRAAG

Artikel 30

1. De aanvraag ter verkrijging van het recht tot exploitatie dient met inachtneming van

artikel 10 niet langer dan zes maanden voorafgaande aan de beëindiging van het recht tot

exploratie te worden gedaan.

2. De aanvraag zal aangeven:

a. de vorm, zijnde een polygoon van het terrein waaromtrent het verzoek wordt gedaan, de

geografische coördinaten van de hoekpunten van deze polygoon, één en ander nader

aangeduid op een door een landmeter in Suriname vervaardigde figuratieve kaart in triplo

op een schaal, niet kleiner dan 1:50.000, naar de door het Centraal Bureau Luchtkartering

uitgeven topografische kaart van dezelfde schaal, aangevende grenzen van terrein

waaromtrent het verzoek wordt gedaan;

b. de naam (namen) van de delfstof(fen) die gewonnen zal (zullen) worden;

c. bijzonderheden van de delfstofafzetting met een uitgebreid verslag omvattende de

bijzonderheden van alle aangetoonde delfstoffen, bewezen, geschatte en waarschijnlijke

reserves, een en ander volgens internationaal aanvaarde normen alsmede een technologisch

verslag van winnings- en behandelingsmogelijkheden;

d. een programma op grond waarvan de aanvrager voornemens is de winnings-

werkzaamheden uit te voeren met bijbehorend tijdschema;

e. het te installeren productievermogen en een geschatte totaal van de opbrengsten uit de

delfstofafzetting;

f. een voorspelling van het te investeren kapitaal, de exploitatiekosten en

verkoopopbrengsten alsmede de voorgenomen wijze van financiering;

g. een plan van de in te zetten hier te lande geproduceerde goederen en verleende diensten;

h. een plan voor de opleiding van en overdracht van kennis aan Surinamers;

i. een plan van werkzaamheden met betrekking tot het opnieuw bruikbaar maken van

uitgemijnd land.

3. Indien nog nadere gegevens nodig zijn of verstrekte gegevens modificaties behoeven, zal

de Minister hiervan schriftelijk mededeling doen aan de aanvrager.

Artikel 31

1. Indien de aanvraag bedoeld in artikel 30 gedaan wordt door de houder van het recht tot

exploratie die een delfstofafzetting van mogelijke commerciële waarde in het

exploratieterrein heeft ontdekt en bovendien aan alle overeengekomen verplichtingen heeft

voldaan, zal de Minister alle maatregelen treffen om op korte termijn tot overeenstemming

met de aanvrager te geraken.

2. Het met betrekking tot dezelfde delfstoffen reeds aan de aanvrager verleende recht tot

Page 263: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 263

exploratie blijft van rechtswege van kracht tot het tijdstip waarop de beslissing omtrent de in

het eerste lid van dit artikel bedoelde aanvraag is genomen.

PARTICIPATIE VAN DE STAAT

Artikel 32

1. De Staat heeft het recht van optie tot deelname in de exploitatie.

2. Indien de Staat voornemens is gebruik te maken van het optierecht bedoeld in het vorig

lid, zal de Minister, binnen 2 maanden na ontvangst van de aanvraag bedoeld in artikel 30,

de aanvrager van dit voornemen verwittigen.

VERLENING EN DUUR VAN HET RECHT EN GROOTTE VAN HET GEBIED

Artikel 33

1. Het recht tot exploitatie wordt, met inachtneming van het derde lid van artikel 6, verleend

voor een periode van niet langer dan vijf en twintig jaren en kan onder de dan overeen te

komen voorwaarden worden verlengd. Indien de houder van het recht tot exploitatie

gebruik wenst te maken van de mogelijkheid van verlenging zal hij daartoe, niet later dan

twee jaren voorafgaande aan de beëindiging van zijn recht, een aanvraag tot de Minister

richten waarin zijn wenst tot verlenging wordt te kennen gegeven.

2. Het recht tot exploitatie wordt verleend voor een terrein in totaal niet groter dan 10.000

hectaren.

RECHTEN

Artikel 34

1. De houder van het recht tot exploitatie is met uitsluiting van anderen gerechtigd in of op

het exploitatieterrein delfstoffen waarvoor zijn recht is verleend te ontginnen, met

inachtneming van de wettelijke regelingen en overeengekomen voorwaarden.

2. Hij is voorts gerechtigd:

a. de in het eerste lid van dit artikel bedoelde ontgonnen delfstoffen te bewerken, te

verwerken, te transporteren en te verhandelen overeenkomstig de bij de verlening van het

recht tot exploitatie overeengekomen voorwaarden;

b. alle werken en gebouwen in of op het exploitatieterrein op te zetten en te houden voor

de ontginning en verwerking van de delfstoffen waarvoor zij recht is verleend.

Indien het exploitatieterrein domeinland betreft, is hij tevens gerechtigd gebouwen bestemd

voor bewoning ten behoeve van zijn personeel op te zetten.

De houder van het mijnbouwrecht heeft ten aanzien van de hier bedoelde werken en

gebouwen het recht van opstal;

c. verkennings- en exploratiewerkzaamheden in of op het exploitatieterrein voort te zetten

met betrekking tot de delfstof(fen) waarvoor zijn recht is verleend;

Page 264: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 264

d. in of op zijn exploitatieterrein voorkomende houtopstand en bouwmaterialen, te

gebruiken en te verwerken voor het opzetten en instandhouden van de in dit lid sub b

bedoelde werken en gebouwen, voorzover het exploitatieterrein domeinland betreft.

De Minister kan hieromtrent voorwaarden stellen.

Voor de verhandeling van gekapte en gerooide bomen en van uitgegraven bouwmaterialen,

is toestemming van het daartoe bevoegde gezag vereist;

e. indien het exploitatieterrein domeinland betreft, daarop aard- en boomvruchten alsmede

groenten ten behoeve van de dagelijkse voeding zijner personeel te verbouwen. Het is hem

verboden zonder toestemming van het bevoegde gezag belast met

landbouwaangelegenheden en zonder inachtneming van de bestaande en nader door

bedoeld gezag te bepalen voorwaarden, op genoemd exploitatieterrein landbouw voor

commerciële doeleinden uit te oefenen.

PLICHTEN

Artikel 35

De houder van het recht tot exploitatie is verplicht:

a. tijdig een aanvang te maken met de overeengekomen werkzaamheden en deze zonder

onderbreking voort te zetten, tenzij daartoe toestemming is verleend door de Minister,

onder de dan overeen te komen voorwaarden;

b. de ligging van het exploitatieterrein in het veld duidelijk aan te geven;

c. bij het opzetten van gebouwen bestemd voor bewoning de wettelijke voorschriften met

betrekking tot het bouwen van woonhuizen in stedelijke gebieden, in acht te nemen;

d. jaarlijks uiterlijk dertig november, opgave te doen van de voor het komende jaar

voorgenomen productie- en exporthoeveelheden, te importeren grond- en/of hulpstoffen,

brandstoffen, kapitaalgoederen en andere goederen nodig voor zijn werkzaamheden, met

de importwaarden, alsmede een schatting van de exportwaarde en opbrengsten, de te

betalen heffingen en het te financiëren bedrag;

e. volledige en nauwkeurige staten bij te houden waarin technische en financiële gegevens

van alle werkzaamheden kunnen worden nagegaan;

f. jaarlijks opgave te doen van de nog onder zijn recht vallende bewezen, geschatte en

waarschijnlijke reserves, met daarop van toepassing zijnde kaarten, geologische rapporten,

analyses van delfstoffen, luchtopnamen, boorprofielen alsmede van alle andere gegevens

die daarmee verband houden;

g. ieder kwartaal verslag van zijn werkzaamheden uit te brengen aan de Minister, welk

verslag onder andere zal bevatten:

- de geproduceerde, bewerkte, verhandelde en geëxporteerde hoeveelheden delfstof of

delfstofconcentraat, met de samenstelling;

- de voorraden ontgonnen delfstof en/of delfstofconcentraat met de samenstelling;

- de productie- en exportwaarde van de delfstof of delfstofconcentraat;

- de afzetmarkten en landen van bestemming;

Page 265: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 265

- de geïmporteerde hoeveelheden, grond- en of hulpstoffen, soorten brandstoffen,

kapitaalgoederen en alle andere goederen nodig voor de werkzaamheden en de

importwaarden daarvan;

- de betaalde of te betalen heffingen en belastingen;

- aantal werknemers, naar nationaliteit en het verloond bedrag;

h. jaarlijks, niet later dan negentig dagen na afsluiting van het boekjaar de Minister aan te

bieden, zijn jaarrapport van waaruit volledig inzicht kan worden verkregen omtrent de in het

betreffende jaar verrichte werkzaamheden, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot:

productie, investeringen, export, werkgelegenheid, winst- en verliesrekening;

i. indien hij een onderneming is, jaarlijks niet later dan drie maanden na goedkeuring van de

jaarrekening, de jaarstukken aan te bieden aan de Minister;

j. desgevraagd de Minister alle additionele informatie te verschaffen, die hij nodig acht;

k. de heffingen bedoeld in het tweede lid van artikel 63 en in artikel 65 te voldoen.

HOOFDSTUK VII

KLEIN MIJNBOUW

ALGEMEEN

Artikel 36

1. Op kleinmijnbouw zijn de bepalingen van de artikelen 9, 12, 15 en van de hoofdstukken IV,

V, VI en VIII van dit decreet niet van toepassing.

2. Het recht tot kleinmijnbouw kan slechts worden verleend voor delfstoffen bedoeld in

artikel 5 sub d.

3. Kleinmijnbouw kan slechts worden uitgeoefend in gebieden aangewezen bij beschikking

van de Minister, welke beschikking in het Staatsblad wordt gepubliceerd. Terreinen waarop

reeds mijnbouwrechten zijn verleend, zullen niet voor kleinmijnbouw worden bestemd.

4. Het recht genoemd in het tweede lid van dit artikel kan slechts worden verleend aan

natuurlijke personen die ingezetenen zijn van Suriname.

5. Het recht genoemd in het tweede lid van dit artikel kan slechts voor één gebied worden

verleend.

6. Het recht genoemd in het tweede lid van dit artikel wordt slechts verleend voor een

aaneengesloten terrein niet groter dan 200 hectaren.

AANVRAAG

Artikel 37

1. De aanvraag ter verkrijging van het recht tot kleinmijnbouw zal overeenkomstig artikel 10

plaatsvinden en aangeven:

a. de vorm zijnde een polygoon van het terrein waaromtrent het verzoek wordt gedaan, de

geografische coördinaten van de hoekpunten van deze polygoon, één en ander nader

aangeduid op een door een landmeter in Suriname vervaardigde figuratieve kaart in triplo

Page 266: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 266

op een schaal niet kleiner dan 1:50.000, naar de door het Centraal Bureau Luchtkartering

uitgegeven topografische kaart van dezelfde

schaal, aangevende de grenzen van het terrein waaromtrent het verzoek wordt gedaan;

b. de delfstof(fen) waarvoor dit recht wordt aangevraagd;

c. de wijze waarop de aanvrager voornemens is de werkzaamheden verbandhoudende met

de uitoefening van zijn recht, te verrichten.

2. Bij beschikking van de Minister, te publiceren in het Staatsblad, kunnen nadere

voorschriften met betrekking tot de aanvraag worden gegeven.

VERLENING

Artikel 38

1. Het recht tot kleinmijnbouw wordt verleend voor een periode niet langer dan twee jaren,

welke periode telkens verlengd kan worden met een volgende periode van niet langer dan

twee jaren.

2. De Minister is bevoegd bij de verlening van het recht tot kleinmijnbouw bijzondere

voorwaarden te stellen in verband met de wijze van ontginnen.

RECHTEN

Artikel 39

1. De houder van het recht tot kleinmijnbouw heeft met uitsluiting van anderen, de

bevoegdheid tot verkennen, exploreren en exploiteren van de delfstof(fen) in of op het

terrein waarvoor het recht is verleend.

Hij is voorts bevoegd:

a. alle werken en gebouwen in of op dat terrein op te zetten die nodig zijn voor het

verrichten van zijn werkzaamheden;

b. in of op dat terrein voorkomende houtopstand op bouwmaterialen, te gebruiken en te

verwerken voor het opzetten en in stand houden van bedoelde werken en gebouwen,

voorzover dat terrein domeinland is;

c. indien dat terrein domeinland is, aard- en boomvruchten alsmede groenten te verbouwen

ten behoeve van de dagelijkse voeding van hem en zijn personeel;

e. technische- en administratieve bijstand aan te vragen bij de Minister. Deze bijstand zal

voorzover mogelijk kosteloos worden verstrekt.

PLICHTEN

Artikel 40

De houder van het recht tot kleinmijnbouw is verplicht:

a. ieder kwartaal verslag uit te brengen aan de Minister waarin vermeld staat:

- het geïnvesteerde kapitaal;

Page 267: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 267

- de exploitatiekosten;

- het aantal personen werkzaam op zijn terrein, hun naam, geboortedatum en hun

nationaliteit;

- de hoeveelheid grond verzet en delfstof(fen) ontgonnen;

b. wekelijks staten bij te houden van de hoeveelheid grond verzet en delfstof(fen)

ontgonnen;

c. zich te houden aan de gestelde voorwaarden;

d. heffingen bedoeld in de artikelen 64 en 65 te voldoen.

HOOFDSTUK VIII

BOUWMATERIALEN

ALGEMEEN

Artikel 41

1. Op bouwmaterialen genoemd in artikel 5 sub e zijn de bepalingen van de artikelen 9 en 15

en van de hoofdstukken IV, V, VI en VII van dit decreet niet van toepassing.

2. Aan de eigenaar van de grond, en de zakelijk of persoonlijk gerechtigde op domeingrond,

is toegestaan de daarin voorkomende bouwmaterialen voor persoonlijk- of gezinsgebruik te

ontginnen; genoemde materialen mogen in generlei vorm aan derden om niet of

bezwarende titel afgestaan worden en mogen niet buiten genoemde grond worden

gebracht, dan nadat het recht tot exploitatie van bouwmaterialen is verkregen.

3. Bij Staatsbesluit kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot het

beheer over bouwmaterialen.

AANVRAAG

Artikel 42

1. De aanvraag ter verkrijging van het recht tot exploitatie van bouwmaterialen zal

overeenkomstig artikel 10 plaatsvinden, en zal aangeven:

a. het soort bouwmateriaal waarvoor het recht wordt aangevraagd;

b. de voorgenomen wijze en geschatte duur van de exploratiewerkzaamheden, of de

voorgenomen jaarlijks te ontginnen hoeveelheid materiaal alsmede de voorgenomen wijze

van ontginnen;

c. de vorm zijnde een polygoon van het terrein waaromtrent het verzoek wordt gedaan, de

geografische coördinaten van de hoekpunten van deze polygoon, één en ander nader

aangeduid op een door een landmeter in Suriname vervaardigde figuratieve kaart in triplo

op een schaal niet kleiner dan 1 :20.000, naar de door het Centraal Bureau Luchtkartering

uitgegeven topografische kaart van dezelfde schaal, aangevende grenzen van het terrein

waaromtrent het verzoek wordt gedaan;

d. het voorgenomen plan van het opnieuw bruikbaar maken van het terrein na het

ontginnen.

Page 268: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 268

2. Bij Staatsbesluit kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de

aanvraagprocedure.

VERLENING

Artikel 43

1. Het recht tot exploitatie van bouwmaterialen wordt verleend voor een periode niet langer

dan vijf jaren, welke periode telkens verlengd kan worden met een volgende periode van

niet langer dan vijf jaren.

2. Het recht tot exploitatie van bouwmaterialen wordt verleend voor een terrein niet groter

dan 400 hectaren.

3. Indien op de grond een genotsrecht rust kan het recht tot exploitatie van bouwmaterialen

slechts worden verleend aan de eigenaar van de grond danwel aan

degene die op domeinland een zakelijk of persoonlijk genotsrecht heeft.

4. Aan geen ander zal gedurende dezelfde periode een recht tot exploitatie van

bouwmaterialen in hetzelfde terrein worden verleend, waarop reeds een recht tot

exploitatie van bouwmaterialen geldig is.

5. De Minister kan bij de verlening van het recht die voorwaarden stellen die hij nodig acht in

verband met veiligheid, belangen van derden en behoud van het milieu.

RECHTEN

Artikel 44

1. De houder van het recht tot exploitatie van bouwmaterialen heeft met uitsluiting van

anderen, het recht om exploratie- en exploitatiewerkzaamheden te verrichten met

betrekking tot het soort bouwmateriaal, waar zijn recht betrekking op heeft.

2. Hij is voorts gerechtigd:

a. infrastructurele werken aan te leggen en gebouwen op te zetten voor personeel en

materiaal nodig voor genoemde exploratie- en exploitatiewerkzaamheden, in of op het

terrein waar zijn recht betrekking op heeft;

b. gebruik te maken van op het terrein waar zijn recht betrekking op heeft, voorkomende

houtopstand voor het aanleggen, opzetten en instandhouden van de onder a genoemde

infrastructurele werken en gebouwen;

c. aard- en boomvruchten alsmede groenten ten behoeve van de dagelijkse voeding zijner

personeel te verbouwen op het terrein waar het recht betrekking op heeft. Het is hem

verboden om zonder toestemming van het daartoe bevoegde gezag en zonder inachtneming

van bestaande en nader door het genoemd gezag te bepalen voorwaarden, op genoemd

terrein, voorzover dit domeinland betreft, commerciële landbouw uit te oefenen.

PLICHTEN

Page 269: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 269

Artikel 45

De houder van het recht tot exploitatie van bouwmaterialen is verplicht:

a. ieder kwartaal verslag uit te brengen aan de Minister omtrent de voortgang en resultaten

van exploratiewerkzaamheden indien er daarvan sprake is;

b. de Minister tijdig vooraf in kennis stellen van zijn voornemen tot exploitatie over te gaan,

indien hieraan een fase van exploratiewerkzaamheden vooraf is gegaan;

c. dagelijkse staten bij te houden van de hoeveelheid ontgonnen materiaal;

d. ieder kwartaal verslag van zijn werkzaamheden uit brengen aan de Minister, welk verslag

onder andere zal bevatten:

- de geproduceerde hoeveelheden;

- de verhandelde hoeveelheden;

- indien geëxporteerd, land van bestemming met exportwaarde;

- de voorraden;

- een personeelsstaat naar nationaliteit, en het verloond bedrag;

- het bedrag betaald aan royalty.

e. jaarlijks uiterlijk dertig november bij de Minister een programma in te dienen waarin

aangegeven de voorgenomen exploratie- en/of exploitatiewerkzaamheden met inbegrip van

de voorgenomen hoeveelheid te ontginnen materiaal en de voorgenomen wijze van

ontginning, voor het komend kalenderjaar;

f. jaarlijks, niet later dan negentig dagen na afsluiting van het boekjaar de Minister aan

te bieden, zijn jaarrapport waaruit volledig inzicht kan worden verkregen omtrent de in het

betreffende jaar verrichte werkzaamheden, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot:

productie, investeringen, export, werkgelegenheid, winst- en verliesrekening;

g. zich strikt te houden aan eventuele voorwaarden verbonden aan de verlening van zijn

recht;

h. alle maatregelen in of op het terrein waar zijn recht betrekking op heeft, te treffen ter

bescherming van de veiligheid en gezondheid van personeel in het bijzonder en van de

gemeenschap in het algemeen alsmede ter bescherming van ecosystemen;

i. de Minister alle overige informatie te verschaffen die hij nodig acht;

j. de heffingen bedoeld in het tweede lid van artikel 64 en in artikel 65 te voldoen.

HOOFDSTUK IX

RECHTEN VAN DERDEN

Artikel 46

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. Particuliere grond:

terrein waarvan een ander dan de Staat het eigendomsrecht heeft, dan wel domeingrond

onder een zakelijke of persoonlijke titel uitgegeven.

b. Rechthebbenden:

degenen, die het eigendomsrecht of een ander zakelijk genotsrecht op particuliere grond

Page 270: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 270

hebben.

c. Derde- belanghebbende:

degenen wier, uit een persoonlijk genotsrecht op particuliere grond voortvloeiende

belangen door het opsporen of ontginnen van delfstoffen kunnen worden geschaad.

Artikel 47

1. Rechthebbenden en derdebelanghebbenden van terreinen waarop een mijnbouwrecht is

verleend, zijn verplicht de houder van dit mijnbouwrecht toe te staan, werkzaamheden met

betrekking tot zijn verkregen recht uit te voeren op bedoelde terreinen:

a. mits zij door de houder van het mijnbouwrecht tijdig vooraf in kennis zijn gesteld van

diens voornemen tot zodanige werkzaamheden over te gaan met vermelding van het doel,

tijdstip en de locatie waar deze zullen geschieden;

b. tegen vooraf genoten of vooraf verzekerde schadeloosstelling, een en ander volgens de

bepaling van dit decreet.

2. De in het eerste lid aan rechthebbenden en derdebelanghebbenden opgelegde

verplichting strekt zich uit tot het door de houder van het mijnbouwrecht op het

desbetreffende terrein oprichten of bewerkstelligen van alle werken of werkzaamheden

nodig voor het opsporen of ontginnen binnen het terrein waarop het mijnbouwrecht

betrekking heeft.

De houder van het mijnbouwrecht heeft ten aanzien van de hier bedoelde werken het recht

van opstal.

Artikel 48

1. De houder van een mijnbouwrecht, zal de belangen van de rechthebbenden en

derdebelanghebbenden redelijkerwijs in acht nemen en zal zijn werkzaamheden op

zodanige wijze uitvoeren, dat de belangen van de rechthebbenden en

derdebelanghebbenden zo min mogelijk worden geschaad.

2. De houder van een mijnbouwrecht is verplicht de aan de rechthebbenden en

derdebelanghebbenden toegebrachte schade welke al of niet door zijn schuld is ontstaan

tengevolge van zijn werkzaamheden, te vergoeden.

3. Indien betrokken partijen niet tot overeenstemming kunnen geraken omtrent de aard en

omvang van de vergoeding bedoeld in het vorige lid kan de meest gerede partij een

rechterlijke uitspraak verzoeken.

4. De aanspraak op schadevergoeding, verschuldigd op grond van het tweede lid van dit

artikel en voor zover niet gegrond op een overeenkomst, verjaart, door verloop van vijf jaar

te rekenen van de dag, waarop de schade aan de rechthebbenden of

derdebelanghebbenden bekend is.

5. De houder van het mijnbouwrecht is echter niet verplicht tot vergoeding van schade door

mijnbouwwerkzaamheden toegebracht aan opstallen en beplantingen welke zijn tot stand

gekomen kennelijk met het doel om terzake daarvan schadevergoeding te ontvangen.

Page 271: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 271

Artikel 49

1. Indien door mijnbouwwerkzaamheden aan particuliere gronden of hetgeen daartoe

behoort, schade wordt toegebracht, zijn de rechthebbenden alsmede de derdebe-

langhebbenden bevoegd om in plaats van de ieder van hen toekomende schadevergoeding

in geld, te vorderen dat binnen een redelijke tijd de vroegere toestand door de houder van

het mijnbouwrecht wordt hersteld, tenzij daardoor het door de houder van het

mijnbouwrecht verrichten van mijnbouwwerkzaamheden wordt belemmerd of onmogelijk

wordt gemaakt, onverminderd het recht van de rechthebbenden en de

derdebelanghebbenden voor elke waardevermindering van de gronden en al hetgeen

daartoe behoort, welke na het herstel in de vroegere toestond mocht bestaan, krachtens

artikel 48 schadevergoeding te eisen. Zouden evenwel de kosten aan het herstel in de

vroegere toestand verbonden, het bedrag der schadevergoeding in geld overtreffen, dan zijn

de rechthebbenden en de derdebelanghebbenden verplicht zich met deze schadevergoeding

te vergenoegen.

Artikel 50

1. De houder van een mijnbouwrecht, die langdurig gebruik zal maken van het geheel of

gedeelte van een particuliere grond, zal op verzoek van de rechthebbende het geheel of een

gedeelte van het bedoeld terrein huren voor een huursom door partijen overeen te komen.

2. Indien het gehuurde terrein bedoeld in dit artikel langer dan zeven jaren in gebruik is van

de houder van het mijnbouwrecht of na afstand door deze in een staat verkeert niet langer

geschikt voor de bestemming waarvoor de rechthebbende dit voordien gebruikte, heeft de

rechthebbende het recht te eisen dat de houder van het desbetreffende mijnbouwrecht zijn

recht op dit terrein overneemt voor een prijs door partijen overeen te komen.

3. Indien betrokken partijen niet tot overeenstemming kunnen geraken omtrent de huursom

bedoeld in het eerste lid van dit artikel, of de prijs bedoeld in het tweede lid van dit artikel,

kan de meest gerede partij een rechterlijke uitspraak verzoeken. De kosten van dit geding

komen ten laste van de houder van het mijnbouwrecht, voorzover niet door de rechter

anders wordt beslist.

Artikel 51

1. De houder van een mijnbouwrecht zal, indien hij ten behoeve van mijnbouw-

werkzaamheden, de beschikking nodig heeft over particuliere gronden binnen het terrein,

waarop hij het recht heeft verkregen hetzij geheel, hetzij voor gedeelten, wenst over te

nemen, deze eerst bij minnelijke overeenkomst, tegen vooraf betaalde of verzekerde

schadeloosstelling trachten te verkrijgen.

2. Kunnen de houder van het mijnbouwrecht enerzijds en de rechthebbenden en

derdebelanghebbenden anderzijds, zich over de in het eerste lid bedoelde schadeloosstelling

niet verstaan, dan zal de meest gerede partij aan de Kantonrechter verzoeken de

schadeloosstelling te bepalen. De houder van het mijnbouwrecht kan daarbij ook verzoeken

te bepalen tot welk bedrag voor de betaling der nader vast te stellen schadeloosstelling

Page 272: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 272

zekerheid zal kunnen worden gesteld.

3. Omtrent de vordering tot bepaling van het bedrag der zekerheid wordt eerst en vooraf bij

afzonderlijk vonnis uitspraak gedaan.

Artikel 52

1. Alleen de werkelijke waarde, die de particuliere gronden en al hetgeen daartoe behoort

uitsluitend voor de rechthebbenden dan wel door de derdebelanghebbenden hebben,

alsmede de werkelijke kosten en schade als bedoeld in artikel 48, komen in aanmerking.

2. Daarbij wordt gelet op de vermindering van waarde, welke de grond en al hetgeen

daartoe behoort, geacht wordt te hebben ondergaan van het ogenblik, dat de houder van

het mijnbouwrecht begonnen is van de grond gebruik te maken tot aan het ogenblik, dat de

rechthebbenden of derdebelanghebbenden die terugontvangen met het oog op het gebruik

dat van de gronden door de rechthebbenden of derdebelanghebbenden wordt gemaakt.

3. De meerdere waarde die de gronden of gedeelten daarvan waarover wordt beschikt in

verband met de voor de mijnbouwwerkzaamheden op te richten werken geacht worden te

zullen verkrijgen, komt bij de bepaling door de rechter van de huursom, de prijs of de

schadeloosstelling, niet in aanmerking.

4. Bij de berekening van de huursom, de prijs of de schadeloosstelling voor het beschikken

over gedeelten van gronden wordt ook acht geslagen op de waardevermindering, welke

voor de gedeelten, die niet door de houder van het mijnbouwrecht in gebruik worden

genomen, het noodzakelijk gevolg is van dat beschikking.

Artikel 53

Van alle, door de Kantonrechter krachtens dit decreet genomen beslissingen is, met

uitzondering van die, waarbij het bedrag der te stellen zekerheid is bepaald, hoger beroep

toegelaten.

Artikel 54

De bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn, voor zover daarvan bij

dit decreet niet wordt afgeweken, van toepassing op ieder geding tussen de houder van het

mijnbouwrecht enerzijds en de rechthebbenden en/of derde-belanghebbenden anderzijds.

Artikel 55

1. De Kantonrechter benoemt, indien hij een verzoek als bedoeld in de artikelen 50 en 51 om

de huursom, de prijs of de schadeloosstelling te bepalen, voor inwilliging vatbaar acht een of

meer deskundigen in oneven getal teneinde hem omtrent de te bepalen huursom, prijs of

schadeloosstelling van voorlichting te dienen.

2. De Kantonrechter bepaalt zo spoedig mogelijk tijd en plaats van het door de deskundigen

te verrichten onderzoek en doet de griffier daarvan onmiddellijk kennis geven aan beide

partijen en de deskundigen.

3. Partijen kunnen bij het door de deskundigen te verrichten onderzoek tegenwoordig zijn.

Page 273: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 273

Artikel 56

1. Binnen veertien dagen na afloop van het onderzoek moeten de deskundigen hun rapport

bij de Kantonrechter indienen.

2. De Kantonrechter stelt de partijen in gelegenheid daarvan kennis te nemen en zorgt dat

de bezwaren, die zij tot handhaving hunner rechten, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk

mochten wensen in te brengen, aan de wederpartij worden medegedeeld.

3. Partijen worden opgeroepen door de Kantonrechter teneinde voor hem nader hun

belangen toe te lichten of te verdedigen op een door hem te bepalen dag, uiterlijk dertig

dagen na de dag waarop het deskundigen-rapport is ingediend.

4. Onverschillig of de partijen al dan niet verschenen zijn, doet de Kantonrechter binnen

veertien dagen na de door hem krachtens het derde lid van dit artikel bepaalde dag

uitspraak omtrent het bedrag der huursom, prijs of schadeloosstelling dat aan de

rechthebbenden en derdebelanghebbenden verschuldigd is wegens het beschikking over de

grond.

Artikel 57

1. Indien rechthebbenden of derdebelanghebbenden weigeren gronden geheel of

gedeeltelijk in gebruik te geven nadat de houder van het mijnbouwrecht de

schadeloosstelling betaald of de zekerheid daarvoor gesteld heeft, kunnen zij op een

bevelschrift van de Kantonrechter desnoods door middel van de sterke arm tot gehele of

gedeeltelijke ontruiming van de gronden worden genoodzaakt.

2. Behoudens het geval bedoeld in artikel 51, moeten gronden of gedeelten daarvan na

gemaakt gebruik weer ter beschikking worden gesteld van de rechthebbenden en de

derdebelanghebbenden. Werken daarop de houder van het mijnbouwrecht geplaatst of

gesteld, moeten worden verwijderd en gemaakte openingen in de aardoppervlakte zoals

gaten, sleuven, putten en schachten moeten veilig worden afgewerkt.

3. Bij nalatigheid om aan de in tweede lid van dit artikel omschreven verplichtingen te

voldoen, kunnen de rechthebbenden en de derdebelanghebbenden elk voor zoveel zij

daarbij belang hebben, zich door de Kantonrechter doen machtigen om zelf de in dat opzicht

nodige maatregelen te treffen op kosten van de houder van het mijnbouwrecht.

Artikel 58

1. Indien de houder van het mijnbouwrecht tot het betalen van schadevergoeding als

bedoeld in artikel 48 of tot het maken van kosten van herstel als bedoeld in artikel 49

verplicht is ten aanzien van gronden, die de Staat na de verlening van het mijnbouwrecht

aan derden in eigendom, of enig ander zakelijk recht dan wel onder enig persoonlijk recht -

ondanks door de houder van het mijnbouwrecht op redelijke gronden daartegen

ingebrachte bezwaren - heeft uitgegeven, vergoedt de Staat de houder van het

mijnbouwrecht die schadevergoeding of kosten, voor zover die voortvloeien uit een

optreden van de houder van het mijnbouwrecht, dat - gelet op alle daarbij betrokken

belangen van hemzelf, van de Staat en van anderen - redelijk is te achten.

Page 274: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 274

2. Indien de Staat zich niet kan verenigen met het door de Staat te vergoeden bedrag van

een schadevergoeding of kosten als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, kan deze de

Kantonrechter verzoeken de hoogte van dat bedrag vast te stellen. Ten deze zijn van

overeenkomstige toepassing de regelingen, die in dit decreet zijn getroffen ten aanzien van

het door de Kantonrechter bepalen van de door de houder van een mijnbouwrecht te

betalen schadevergoeding.

HOOFDSTUK X

OPSPORING VANWEGE DE STAAT

Artikel 59

1. Rechthebbenden en derdebelanghebbenden alsmede houders van mijnbouwrechten zijn

verplicht toe te staan dat vanwege de Staat geologische werkzaamheden worden verricht op

terrein waarover hun rechten zich uitstrekken.

2. Voor de aanvang van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt

vanwege de Staat, rechthebbenden derdebelanghebbenden alsmede houders van

mijnbouwrechten voor zover zij als zodanig in de openbare registers voorkomen of aan de

Staat bekend zijn, van het voornemen daartoe kennis gegeven.

3. In de kennisgeving moet worden vermeld de locatie alwaar de werkzaamheden zullen

worden verricht en op welk tijdstip een aanvang daarmede zal worden gemaakt.

4. Aan rechthebbenden of derdebelanghebbenden alsmede houders van mijnbouwrechten

wordt de door de werkzaamheden veroorzaakte schade uit StaatsKas vergoed.

Het bepaalde in de leden 3, 4, en 5, van artikel 48 is van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK XI

TOEZICHT EN GEHEIMHOUDING

Artikel 60

1. Het toezicht op mijnbouwwerkzaamheden en de naleving van de bepalingen van dit

decreet berust bij de Minister. De Minister kan bij beschikking onder hem ressorterende

organen en personen aanstellen voor het daadwerkelijke toezicht.

2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde organen en personen zijn bevoegd tot het

betreden van alle terreinen, gebouwen en installaties waarin mijnbouwwerkzaamheden

worden verricht voor het daadwerkelijk toezicht in het algemeen, en in het bijzonder:

a. voor het nemen van monsters;

b. voor het controleren van verslagen, registers, de boekhouding en andere bescheiden;

c. ter verkrijging of doen verkrijging van andere informaties.

3. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde organen en personen kunnen zich doen

vergezellen van respectievelijk vervoeren door andere personen, dieren, voertuigen,

instrumenten en/of andere materialen als zij nodig oordelen voor het richtig uitvoeren van

hun werkzaamheden.

Page 275: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 275

De houder, huurder of gebruiker van het mijnbouwrecht zal, aan genoemde organen en

personen zonder uitstel, alle middelen en assistentie verlenen voor het richtig uitvoeren van

hun werkzaamheden en zal hen voorts vergezellen gedurende hun toezichtswerkzaamheden

en hen alle verlangde en terzake zijnde gegevens verstrekken.

4. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde organen en personen zullen de normale

voortgang van mijnbouwwerkzaamheden niet op onnodige en onredelijke wijze hinderen,

belemmeren en/of schaden.

5. De Staat is niet vergoedingsplichtig voor schade toegebracht bij het verrichten van in het

kader van de in dit artikel bedoelde toezichtswerkzaamheden, tenzij er sprake is van opzet of

grove schuld.

GEHEIMHOUDING

Artikel 61

1. De in het eerste lid van artikel 60 genoemde organen of personen zijn tot geheimhouding

verplicht van de vertrouwelijke gegevens waarvan zij in het kader van dat artikel kennis

hebben genomen.

Zij zullen deze gegevens slechts mogen vrijgeven:

a. ten behoeve van de organen, diensten en lichamen met uitvoering van dit decreet belast;

b. ten behoeve van de voorbereiding van officiële statistieken;

c. in verband met te nemen rechterlijke stappen;

d. in verband met een onderzoek naar de naleving van dit decreet;

e. met toestemming van de verstrekker van de gegevens.

2. Overtreding van het bepaalde in dit artikel wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen

van het Wetboek van Strafrecht.

3. De plicht tot geheimhouding vervalt met het beëindigen van het betreffende

mijnbouwrecht, voorzover de gegevens niet betreffen patenten, licenties en octrooien en

vertrouwelijke gegevens omtrent de gewezen houder van het mijnbouwrecht.

HOOFDSTUK XII

GESCHILLENREGELING

Artikel 62

1. Geschillen over de interpretatie, de toepassing of de toepasselijkheid van dit decreet,

tussen de Staat en de houder van een mijnbouwrecht of tussen laatstgenoemde en een

derde zal onderworpen zijn aan de beslissing van de Kantonrechter in het Eerste Kanton.

2. Behalve in zaken betreffende belastingen, retributie en andere heffingen met inbegrip van

de vaststelling van de bruto opbrengsten voor de berekening van inkomsten-belasting, kan

de Minister met de aanvrager van een mijnbouwrecht overeenkomen dat elk geschil in het

kader van het verleende recht, waaronder begrepen de bewering dat er een geschil is, dat

tussen de Staat en de mijnbouwgerechtigde ontstaat en niet minnelijk kan worden opgelost,

Page 276: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 276

onderworpen wordt aan de beslissing bij arbitrage.

Daarbij kan worden overeengekomen, dat de arbitrale beslissing voor ten uitvoerlegging

vatbaar zal zijn door of vanwege elke rechterlijke instantie in en buiten Suriname.

HOOFDSTUK XIII

BELASTINGEN EN RETRIBUTIES

OPPERVLAKTERECHT

Artikel 63-1

1. De houder van het recht tot exploratie zal bij de aanvang van iedere periode van één jaar

aan de Staat, in handen van de Ontvanger der Directe Belastingen of een andere bij

Staatsbesluit daartoe aangewezen ambtenaar, betalen een som berekend Sf. 100,-

(EENHONDERD GULDEN) per hectare.

2. De houder van het recht tot exploitatie zal gedurende de eerste periode van 5 jaren, na

verlening van het betreffende recht, aan de Staat verschuldigd zijn de som van Sf. 200,-

(TWEEHONDERD GULDEN) per jaar per hectare. In de periode van het zesde tot en met het

tiende jaar zal het jaarlijks verschuldigde bedrag 120%, in de periode van het elfde tot en

met het vijftiende jaar 150% en de daarop volgende jaren 200% zijn van het bedrag

genoemd in de eerste volzin van dit lid. De in dit lid ver-schuldigde som zal voldaan worden

op gelijke wijze als aangegeven in het eerste lid van dit artikel.

RETRIBUTIE

Artikel 64-2

1. De houder van een recht tot kleinmijnbouw zal een bedrag van Sf. 1.500,-

(VIJFTIENHONDERD GULDEN) verschuldigd zijn terzake van de verlening van dat recht. Het

verschuldigde bedrag dient bij de aanvraag ter verkrijging van het recht te worden voldaan

aan de Ontvanger der Directe Belastingen of een andere bij Staats-besluit daartoe

aangewezen ambtenaar. Indien het recht tot kleinmijnbouw niet wordt verleend, zal het

betaalde bedrag, onder aftrek van de tot dan toe gemaakte kosten, gerestitueerd worden.

2. De houder van een recht tot exploitatie van bouwmaterialen zal jaarlijks een bedrag van

Sf. 1.500,- (VIJFTIENHONDERD GULDEN) verschuldigd zijn terzake van de verlening van dat

recht. Het verschuldigde bedrag dient bij vooruitbetaling te worden voldaan aan de

Ontvanger der Directe Belastingen of een bij Staatsbesluit daartoe aangewezen ambtenaar,

voor het eerst te betalen bij de verlening van het recht.

ROYALTY

Artikel 65

1. De houder van respectievelijk een recht tot exploitatie, een recht tot kleinmijnbouw en

een recht tot exploitatie van bouwmaterialen zal royalty verschuldigd zijn.

Page 277: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 277

2. Bij Staatsbesluit zal worden bepaald op welke wijze de verschuldigde royalty voor ieder

type afzetting moet worden vastgesteld.

3. Bij Staatsbesluit worden voorschriften gegeven omtrent de wijze waarop de betaling van

de royalty zal plaatsvinden, de formaliteiten die in verband met deze vaststelling moeten

worden in acht genomen, alsmede omtrent de maatregelen ter verzekering van de inning

van het verschuldigde.

Artikel 66

In bijzondere omstandigheden kan gedeeltelijke ontheffing van de krachtens artikel 65

verschuldigde royalty worden verleend. De gedeeltelijke ontheffing zal worden verleend aan

de houder van een recht tot exploitatie bij Staatsbesluit en aan de houder van een recht tot

kleinmijnbouw of een recht tot exploitatie van bouwmaterialen bij beschikking van de

Minister.

VRIJSTELLING VAN INVOERRECHTEN

Artikel 67

1. De Minister van Financiën en Planning kan op een daartoe gedaan verzoek bij beschikking

gehele of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten verlenen voor bedrijfsmiddelen,

materialen, goederen of uitrusting van welk soort dan ook, die voor de

mijnbouwwerkzaamheden zullen worden gebruikt en die zijn aangeschaft tot het moment

waarop de commerciële productie aanvangt.

2. De Minister van Financiën en Planning kan op een daartoe gedaan verzoek bij beschikking

de in het eerste lid bedoelde vrijstelling van invoerrechten ook verlenen voor de aldaar

genoemde goederen die zijn aangeschaft in het kader van een aanzienlijke

bedrijfsuitbreiding. In het verzoekschrift moet duidelijk worden aangegeven dat het om een

aanzienlijke bedrijfsuitbreiding gaat.

3. De beschikking genoemd in het eerste en tweede lid moet in het Staatsblad worden

gepubliceerd.

4. Aan de vrijstelling kunnen voorwaarden worden gesteld.

AFSCHRIJVING

Artikel 68

De Minister van Financiën en Planning kan op een daartoe gedaan verzoek bepalen, dat bij

de berekening van de winst voor de heffing van inkomstenbelasting, de afschrijving van de

kosten gemaakt tot het moment waarop de commerciële productie aanvangt, vervroegd en

willekeurig in de eerste 5 jaren van commerciële productie kan plaatsvinden.

Page 278: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 278

HERINVESTERINGSRESERVE

Artikel 69

1. De houder van een recht tot exploitatie kan een reserve tot herinvestering vormen.

2. Het ten laste van de winst in de reserve tot herinvestering op te nemen bedrag beloopt

ten hoogste 10% van de belastbare winst van dat jaar.

3. De reserve tot herinvestering moet binnen 3 jaar nadat de reserve is gevormd in Suriname

worden geherinvesteerd:

- in beproevings- of ontwikkelingswerkzaamheden van delfstofvoorkomens die samengaan

met het recht tot exploitatie waaruit die winsten voorkomen;

- of in uitrusting bestemd om nieuwe delfstofvoorkomens te ontginnen, of in de uitrusting

om de ontginning van bestaande delfstofvoorkomens te verbeteren;

- of in de verkrijging van aandelen in maatschappijen wier werkzaamheden zijn de

beproeving, ontwikkeling en ontginning van delfstofvoorkomens in Suriname.

4. Indien de reserve tot herbelegging voor een bepaald jaar gevormd niet of slechts

gedeeltelijk is benut in de drie opeenvolgende jaren, zal het resterende onbenutte deel in de

winst van het vierde jaar worden opgenomen.

5. Ingeval van beëindiging van bedrijfsactiviteiten voor het verstrijken van de in het vierde lid

van dit artikel bedoelde driejarige periode, wordt de reserve opgenomen in de winst van het

jaar waarin die activiteiten zijn beëindigd.

Artikel 70

De faciliteiten geregeld in de Investeringswet G.B. 1960 No. 17, geldende tekst G.B. 1974 No.

5 zijn niet van toepassing op houders van een mijnbouwrecht in de zin van deze Wet.

HOOFDSTUK XIV

STRAFBEPALINGEN

Artikel 71

Een ieder die:

a. mijnbouwwerkzaamheden uitvoert zonder dat hem mijnbouwrechten zijn verleend;

b. de in artikel 60 genoemde faciliteiten weigert en/of geen assistentie daartoe verleend;

c. opzettelijk, in strijd met de waarheid opgemaakte kaarten, registers, verslagen, gegevens

en verkeerde monsters verstrekt aan de Staat;

d. opzettelijk in strijd met de bepalingen van dit decreet of een ter uitvoering hiervan

uitgevaardigde wettelijke regeling, handeling wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste

twee jaren en/of een geldboete van ten hoogste honderdduizend gulden.

Artikel 72

1. Indien de bij artikel 71 bepaalde feiten worden gepleegd door een rechtspersoon, wordt

de strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken tegen hier te lande aanwezige of

Page 279: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 279

gevestigde leden van het bestuur of bij ontstentenis van die leden, tegen de

vertegenwoordigers van de rechtspersoon hier te lande.

2. Het bepaalde in het vorige lid vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van

rechtspersonen optredende als bestuurder of vertegenwoordiger van een andere

rechtspersoon.

3. Geen straf wordt uitgesproken tegen het lid van het bestuur of tegen de

vertegenwoordiger, van wie blijkt, dat het feit buiten zijn toedoen is gepleegd.

Artikel 73

1. Met het opsporen van de bij of krachtens dit decreet strafbaar gestelde feiten zomede van

andere strafbare feiten welke op de mijnbouw betrekking hebben, zijn behalve de bij artikel

134 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen, mede belast de bij resolutie

aan te wijzen opsporingsambtenaar.

2. De opsporingsambtenaar, in het voorgaande lid bedoeld, heeft te allen tijde toegang tot

alle plaatsen, daaronder begrepen terreinen, mijnen, werken en gebouwen, waarvan hij op

grond van bepaalde feiten of omstandigheden vermoedt, dat een strafbaar feit is of wordt

gepleegd.

3. Wordt hem de toegang geweigerd, dan verschaft hij zich die desnoods met inroeping van

de sterke arm.

4. In gebouwen bestemd voor bewoning treedt hij tegen de wil van de bewoner niet binnen

dan:

a. vergezeld van de betrokken districtscommissaris of wel;

b. voorzien van een algemene of bijzondere schriftelijke last van de procureur-generaal bij

het Hof van Justitie, dan wel van de betrokken districtscommissaris.

5. Van dit binnentreden wordt binnen tweemaal vier en twintig uren proces-verbaal

opgemaakt. Daarin wordt mede van het tijdstip van binnentreden en van het daarmede

beoogde doel melding gemaakt. In geval de opsporingsambtenaar van bepaalde door hem

aangewezen personen wordt vergezeld, wordt hiervan in het proces-verbaal melding

gemaakt.

6. Hij kan te allen tijde inzage vorderen van alle boeken en bescheiden waarvan hij voor de

goede vervulling van zijn taak inzage nodig oordeelt.

Artikel 74

1. Een ieder is verplicht op eerste vordering inzage te verlenen van boeken en bescheiden,

die door de in artikel 73 bedoelde opsporingsambtenaar nodig geoordeeld wordt.

2. Een ieder is tevens verplicht op eerste vordering de mongunningen en/of concessies met

betrekking tot het opsporingsambtenaar nodig geoordeeld wordt.

Page 280: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 280

HOOFDSTUK XV

OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 75

1. De bepalingen van dit decreet laten onverlet de rechten en verplichtingen voortvloeiende

uit eerder verleende vergunningen en/of concessies met betrekking tot het opsporen en/of

ontginnen van delfstoffen voor de duur waarvoor zij respectievelijk zijn uitgegeven.

2. Bij het inwerking treden van dit decreet vervallen:

a. de Delfstoffenwet (geldende tekst G.B. 1952 No. 28);

b. de Wet van 1 december 1894 betrekkelijk de exploitatie van delfstoffen in bevaarbare

kreken en stromen (geldende tekst G.B. 1952 No. 29);

c. de Wet van 23 december 1952 (G.B. 1952 No. 120) betreffende het onderzoek van

Landswege naar de aanwezigheid van delfstoffen op terreinen, waarvoor vergunning tot

onderzoek naar de aanwezigheid of concessie tot ontginning van delfstoffen is verleend;

d. artikel 11 lid 3 van de Agrarische wet (geldende tekst G.B. 1950 No. 87);

alsmede alle wettelijke voorschriften, vastgesteld ter aanvulling, wijziging of uitvoering van

deze wetten.

3. De in het voorgaande lid onder a en b genoemde wetten en de ter uitvoering daarvan

vastgestelde wettelijke voorschriften, een en ander zoals laatstelijk gewijzigd, blijven van

toepassing op vergunningen en concessies welke uit kracht daarvan zijn verleend.

Artikel 76

1. Bij Staatsbesluit kunnen de artikelen 9, 10, 21, 24, 25, 29, 30, 35, 40, en 45, met

betrekking tot de door de houder van een mijnbouwrecht verstrekte gegevens, worden

aangevuld of gewijzigd.

Dit Staatsbesluit zal niet van toepassing zijn op vóór de datum van inwerkingtreding daarvan

reeds verleende mijnbouwrechten.

2. Bij Staatsbesluit kunnen de bedragen genoemd in de artikelen 63 en 64 worden gewijzigd

met inachtneming van een daarbij aan te geven indexeringsmethode.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 77

1. Dit decreet kan worden aangehaald als het "Decreet Mijnbouw".

2. Het treedt inwerking op de zestigste dag volgende op die van zijn afkondiging.

1 Gew. bij S.B. 1997 no. 44.

2 Gew. bij S.B. 1997 no. 44.

Page 281: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 281

Bijlage 2

MYTHES ROND GOUDWINNING

22-09-2010 Door: Paul Kraaijer, Parbode Surinamers weten niet beter: kleinschalige goudwinning zorgt al vele jaren voor controverses. Geschillen tussen concessiehouders, ruzies en geweld onder porknokkers in Brownsweg en Nieuw Koffiekamp, onvoorzichtig gebruik van kwik en mensen met geld en invloed in de stad (lees: Paramaribo) die op afstand trachten de touwtjes in handen te houden in hun goudmijntjes, de concessies. En dan de duizenden Brazilianen die hun geld verdienen in de sector: de zogenoemde ‘garimpeiro’s’, in de volksmond vaak als illegalen gebrandmerkt. Diverse malen opgejaagd in Clean Sweep-operaties van politie, justitie en het leger. Antropologe Marjo de Theije, werkzaam aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, doet al enige jaren onderzoek in de kleinschalige goudwinningsgebieden. Onlangs ontving ze ruim 600.000 euro subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek in het programma Conflict and Cooperation over Natural Resources in Developing Countries (CoCooN) voor een vergelijkend onderzoek naar voor een vergelijkendonderzoek naar kleinschalige goudwinning in vijf Amazonelanden, waaronder Suriname. In samenwerking met lokale partners, ngo’s en overheden, zullen in dat project de (potentiële) conflicten tussen lokale bevolkingsgroepen, ondernemers in goud, en migranten gouddelvers, bestudeerd worden. Daarbij wordt speciaal aandacht besteed aan de verschillende nationale wetgevingen en beleid van de overheden, zowel om de sector te ordenen en conflicten te hanteren, alswel ten aanzien van de milieuschade die door de kleinschalige goudwinning wordt veroorzaakt. Kortom, spreek je over de controversiële kleinschalige goudwinning in Suriname, dan moet je praten met Marjo de Theije. We ontmoeten Marjo op haar werk bij de Vrije Universiteit van Amsterdam. Al snel wil zij een kennelijke mythe uit de wereld helpen. De mythe van de Braziliaanse illegaal. “In de media wordt vaak geschreven en gesproken over illegale Braziliaanse goudzoekers. De suggestie wordt gewekt alsof alle garimpeiro’s illegaal aan het werk zijn. Dat is absoluut niet het geval. De meeste Braziliaanse goudzoekers zijn gewoon legaal in het land, staan geregistreerd bij de concessiehouders en de overheid, dragen bij aan de economie en betalen belasting.” In haar toonzetting klinkt ergernis over de berichtgeving in de media die niet altijd op kennis van zaken over de kleinschalige goudwinning is gebaseerd. Met goede onderzoeksjournalistiek zou de beeldvorming aanzienlijk kunnen verbeteren. Braziliaanse enclave Als je spreekt over garimpeiro’s, dan spreek je over Benzdorp. Een Braziliaanse enclave waar lust en verderf hoogtij vieren, althans als we het beeld dat door de media gecreëerd wordt moeten geloven. De Theije: “Benzdorp is geen dorp. Het is een goudzoekerskamp. Al in 1885 werd in dat gebied goud gevonden en sindsdien is het een komen en gaan van

Page 282: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 282

buitenstaanders die er goud delven. Oorspronkelijk is dit het leefgebied van de Aluku die vooral aan de Franse oever van de Lawa wonen. Nu wonen er niet alleen Brazilianen; naar schatting een derde van de bewoners is Surinamer.” Bandeloosheid Ook het geweld en de bandeloosheid die zo de boventoon voeren in de media zijn betrekkelijk. “Als ik in Benzdorp ben voor onderzoek, kan ik ongehinderd mijn werk doen, door het gebied reizen, kampen bezoeken, met mensen praten. Ik heb nooit problemen gehad. Er vindt ook niet meer misdaad of geweld plaats dan op andere plekken in Suriname, zoals Paramaribo, is mijn indruk. Het beeld dat wordt neergezet van Benzdorp, is een verkeerd beeld.” Eind augustus 2008 werd Benzdorp geteisterd door de operatie Clean Sweep. Het was het paradepaardje van de toenmalige minister van Justitie en Politie, Chandrikapersad Santokhi. Een zuiveringsactie om orde en gezag te creëren in het gebied, om ordening te brengen, om illegalen op te pakken. Marjo de Theije spreekt nog vol verbijstering over de ‘Clean Sweep-overval’ op Benzdorp en de lokale Braziliaanse goudzoekers. “De hele operatie werd gepresenteerd als een actie tegen illegale Brazilianen en criminelen. Maar de meeste Brazilianen hadden al een verblijfsvergunning na de grote legaliseringactie een jaar eerder. Het enige resultaat was dat mensen er nu achter kwamen dat ze ook een vergunning moeten hebben voor winkeltjes en dat soort zaken. Die zijn ze na Clean Sweep allemaal gaan halen in de stad, dus ook op dat punt is nu alles gelegaliseerd. Overigens dachten mensen dat ze al een vergunning hadden voor hun economische activiteiten omdat ze maandelijks belasting betaalden aan de concessiehouder. Kleinigheden Wat tijdens Clean Sweep gebeurde, was dus niet precies het bestrijden van de criminaliteit in de goudvelden. Er werden succesvolle en geregistreerde goudzoekers gearresteerd om kleinigheden. Ook werden zomaar auto’s en ATV’s in beslag genomen. De Theije: “Agenten en militairen moesten zich toch kunnen verplaatsen in het gebied. Een in beslag genomen auto is zelfs door een onervaren chauffeur de eerste de beste berg afgereden en compleet vernield.” Herinneringen aan de verhalen van de goudzoekers komen, als ware zij gisteren, verteld als een waterval ter sprake. “Een probleem tijdens zo’n actie is ook dat de meeste militairen en politieagenten geen Portugees spreken en verstaan. Er werden gewoon wat Surinamers in Benzdorp geronseld als tolk, maar die waren natuurlijk niet voorbereid op een politionele taak. Gewoon verkocht “Mensen vertelden dat bij een Chinese supermarkt aan de oever door agenten en militairen onderdelen voor ATV’s in beslag werden genomen die even later in Benzdorp gewoon verkocht werden aan een andere supermarkteigenaar.” Ook de gedupeerde goudzoekers konden hun in beslag genomen materialen weer terug kopen. “Dat de materialen ter plekke te gelde werden gemaakt is ook niet raar, want hoe hadden ze de graafmachines en andere grote materialen naar Paramaribo moeten vervoeren?’ Een paar weken na de Benzdorp-actie sprak minister Santokhi vol trots over het succes van de razzia. De operatie zou in totaal 400.000 srd hebben opgebracht, waarvan 300.000 srd alleen al uit de verkoop van geconfisqueerde materialen. Maar, was het wel een succes?

Page 283: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 283

Volgens De Theije was het wellicht in financieel opzicht een succes maar niet meer dan dat. “Na de actie was alles weer snel terug bij het oude in Benzdorp. De kans om de goudsector echt te ordenen en bijvoorbeeld maatregelen te nemen ter bevordering van schonere methoden van goudwinning, werd niet benut.” In het kleinschalige goudwinningproces wordt veelvuldig gebruik gemaakt van kwik. Volgens De Theije is kwik een noodzakelijk kwaad. “Het goud in het Guiana Shield is fijn van structuur. De gemakkelijkste en goedkoopste manier om het te winnen, is door het te binden met kwik.” Daardoor ontstaat een amalgaam waaruit vervolgens door verhitting het kwik wordt verwijderd. “Veel goudzoekers doen dat op de meest simpele manier. Zij branden het in een open pan. Er bestaan verschillende andere technieken, waarbij geen kwik vrijkomt, maar die worden maar weinig toegepast. In Suriname heeft WWF, de enige lokale NGO die iets aan de milieuschade door goudwinning probeert te doen, het gebruik van retorts gepromoot.” Dat is een apparaat waarin amalgaam in een gesloten circuit wordt verhit. Kwik wordt teruggewonnen omdat het wordt afgekoeld tot vloeibaar metaal. Dus een manier om kwik te hergebruiken. “Toch zijn er veel goudzoekers die geen retort gebruiken. De overheid zou milieuvoorwaarden kunnen stellen, bijvoorbeeld via de concessiehouders.” Geen opvolging Onlangs deed De Theije in opdracht van de IDB in samenwerking met een concessiehouder onderzoek naar de ontwikkeling van een environmental management system voor goudconcessies in Suriname. Dat project heeft echter geen opvolging gekregen. Bovendien ontbreekt nog steeds een effectieve wetgeving. Suriname heeft een Milieuwet, maar die wordt nog niet uitgevoerd. Veel kwik wordt tijdens het gehele goudwinningproces gemorst. Kreken en rivieren worden vervuild. Inheemsen kampen met onduidelijke gezondheidsproblemen die mogelijk een direct gevolg zijn van kwikvergiftiging. Volgens De Theije is er nog steeds onvoldoende onderzoek gedaan naar de effecten van kwik op het milieu en de volksgezondheid. Wat onderbelicht blijft is een andere vorm van vervuiling veroorzaakt door goudwinning: modder. Water in kreken wordt ernstig vervuild door modder. De natuurlijke waterloop wordt aangetast. “Op veel plaatsen is niet meer te zien hoe een kreek oorspronkelijk liep.’ Milieubeleid Tijdens het hele gesprek loopt als rode draad dat de overheid nauwelijks grip heeft op de Kleinschalige goudwinning in het binnenland. Suriname verdient goed aan goud, maar dat gaat niet gepaard met een beleid om het milieu te beschermen. Goudwinning vindt plaats ver buiten de stad, Paramaribo. De overheid is nauwelijks aanwezig in goudvelden. Daar is geen gezondheidszorg, geen onderwijs, geen andere diensten. De politiepost van het district Sipaliwini zit nota bene te Geyersvlijt, Paramaribo. Het duurt zeker twee dagen voordat ‘het gezag’ in het district kan zijn. Ondanks de vele kritische opmerkingen over de goudsector verdienen vele Surinamers hun brood ermee. De Theije: “Financieel kunnen Marrons overleven door direct of indirect, bijvoorbeeld door transport te leveren, deel te nemen aan de goudwinning. Goud is hun belangrijkste inkomstenbron. Dat geldt ook voor de inheemsen. Mensen in de stad hebben concessies, maar Marrons en Inheemsen moeten ook geld verdienen. Zij vinden dat ze recht hebben op het goud omdat het gevonden wordt in hun leefgebied. In het binnenland is nu eenmaal geen andere economische activiteit dan de goudwinning. De toegang tot de

Page 284: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 284

goudvelden is een bron van conflict. Overigens trekken meer en meer jongeren vanuit de stad naar het binnenland om hun geluk te beproeven in de goudwinning, om geld te verdienen. Voor het winnen van goud moet je fysiek sterk zijn maar je hoeft geen specifieke scholing te hebben. Jongeren die in de stad niet aan werk komen, vinden in de goudwinning een goede broodwinning. “Ik ben heel benieuwd naar het beleid dat de nieuwe regering zal ontwikkelen. De grondrechten kwestie zal nu wellicht ter hand zal worden genomen, onder andere op initiatief van het nieuwe Assembleelid Hugo Jabini.” Jabini ontving in het voorjaar van 2009 de prestigieuze internationale Goldman milieuprijs in San Francisco, Amerika, voor zijn strijd tegen houtkap in Saramaccaans gebied. Het nieuwe politieke bewind dat door Suriname waait, zou op den duur de kleinschalige goudwinning in het binnenland beter kunnen gaan reguleren en ook zorgen voor een betere afstemming tussen goudwinning en goed milieubeheer.

Page 285: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 285

Bijlage 3

BIODIVERSITEITSJAAR BLEEF PAPIEREN TIJGER 27-11-2010 Door: Paul Kraaijer, Parbode Het einde van 2010 is gekomen. En daarmee eindigt ook het Jaar van de Biodiversiteit, ingesteld door de Verenigde Naties (VN). Maar waren Surinamers wel op de hoogte van dit speciale jaar en in hoeverre hebben natuurbeschermingsorganisaties hieraan bekendheid gegeven? De antwoorden: ‘Neen’ en ‘nauwelijks’. Biodiversiteit is een zeer breed begrip. Feitelijk valt alles wat zich in de natuur afspeelt hier onder. De Verenigde Naties (VN) omschrijven het als volgt: ‘Biodiversiteit is de term gegeven aan een diversiteit van leven op aarde en aan de natuurlijke patronen die gevormd worden. Het vormt het web van leven waar wij integraal deel van uitmaken en waar we zo afhankelijk van zijn’. Suriname ondertekende al begin juni 1992 de VN Biodiversiteit Conventie (Convention on Biological Diversity) en werd in december 1996 formeel één van de 193 deelnemende partijen. Het ministerie van Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu (ATM) vertegenwoordigt Suriname officieel in de conventie. In september 2009 werd door het ministerie van ATM een 154 pagina’s tellend, landelijk rapport voor de VN Convention on Biological Diversity gepubliceerd. Dit rapport is samengesteld door het consultancy bureau Environmental Services & Support in Paramaribo. Het verslag wordt echter gevormd door zo’n 138 pagina’s VN- vragenlijsten met in totaal meer dan tweehonderd vragen. Op vele vragen is met een no geantwoord. Zo ook op de vraag of Suriname maatregelen heeft genomen om de rol van biodiversiteit in het regenwoud en het functioneren van het ecosysteem beter te kunnen begrijpen, vanwege het ontbreken van voldoende deskundigheid. Bedroevend beeld No is ook het antwoord op de vraag of er mechanismen door de overheid zijn opgezet om direct te reageren wanneer activiteiten of gebeurtenissen de biodiversiteit bedreigen. Op de vraag welke maatregelen worden getroffen om bedreigingen van de biodiversiteit in de bossen te reduceren, is geantwoord dat onderzoek is verricht naar kwikvergiftiging in vissen en bij lokale bewoners en dat er bewustwordingscampagnes zijn over de risico’s van het gebruik van kwik in de goudwinning. En toch werd met enthousiasme het speciale VN-jaar (overigens pas op 26 april) geopend, met een boodschap op de televisie door de toenmalig ATM-minister Joyce Amarello-Williams. Ons land telt ruim 700 vogelsoorten, 192 zoogdieren, 175 verschillende reptielen en 318 soorten vis en ongeveer 5.100 diverse plantensoorten. Menselijke activiteiten bedreigen echter de biodiversiteit. Vele diersoorten sterven uit of zijn al uitgestorven. De zucht naar geld, verkregen uit de opbrengsten van goud- en bauxietwinning, bedreigt de flora en fauna van Suriname. In oktober van dit jaar presenteerde het Wereld Natuurfonds Guyanas cijfers over houtkap ten gunste van goudmijnen. Binnen de Guyanas is Suriname een triest dieptepunt. In 2008

Page 286: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 286

blijkt maar liefst 27.258,9 hectare regenwoud opgeofferd te zijn voor klompjes goud, terwijl in 2000 ‘slechts’ 8.295,9 hectare bos werd neergehaald. Daarnaast wordt de noordelijke kust van Suriname bedreigd door een langzame, lichte stijging van de zeespiegel en door erosie: een levensbedreigende situatie. De biodiversiteit is in de kuststrook in gevaar en dat vereist menselijk ingrijpen om toekomstige natuurrampen te voorkomen. Acties Diverse natuurbeschermingsorganisaties reageren niet op vragen over wat zij in 2010 hebben gedaan om aandacht te vragen voor het VN Jaar van de Biodiversiteit. Mogelijk valt er ook niets te reageren, omdat er weinig tot niets is gedaan om dit onder de aandacht te brengen. Rudi van Kanten, Programme Director van Tropenbos International Suriname, is één van de weinigen die wel reageert. “Tropenbos International Suriname participeert in de Biodiversiteitsworkshops van het ministerie van ATM en presentaties van andere organisaties.” Onduidelijk is of de genoemde presentaties van niet nader genoemde andere organisaties speciaal in het kader van het VN-jaar werden gehouden. Van Kanten laat ook nog weten dat de novembereditie van het kwartaalblad Bos en Natuur (een uitgave van Tropenbos Internationaal Suriname, het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname, WWF Guyanas en Environmental Services & Support) een special is met als thema biodiversiteit. Verder heeft de Nederlandse ambassade in samenwerking met Tropenbos Internationaal Suriname vier videospotjes geproduceerd waarin diverse aspecten van de biodiversiteit aan de orde komen. ‘In het kader van het vergroten van de publieke bewustwording over de waarde van onze biodiversiteit’, zo laat de ambassade op haar website weten. Maar ook hier wordt met geen woord gerept over het Jaar van de Biodiversiteit. Geen speciale activiteiten Het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, het Nimos, reageert eveneens. Yolanda Babb-Echteld, Field Officer, laat namens deze instantie weten dat geen speciale activiteiten zijn georganiseerd. “Maar wij hebben reguliere milieu-tori’s, waarbij wij alle milieudagen belichten. Wij hebben geparticipeerd in de activiteiten van het ministerie van ATM in samenwerking met de districtscommissaris van Paramaribo in het project Paramaribo City of Smiles.” Niet echt een verrassende reactie. Op de vraag waarom het Nimos niet iets specifieks heeft georganiseerd in het kader van het internationale VN Jaar van de Biodiversiteit, stelt het Nimos dat zij niet ‘de focal point voor de UN Convention on Biological Diversity in Suriname is, maar het ministerie van ATM’. Babb-Echteld: “Het Nimos participeert in alle activiteiten van het ministerie. Wij geven meer technische invulling aan de implementatie van het verdrag.” Jammer dat een belangrijk milieu-instituut als het Nimos niet zelf initiatieven neemt om biodiversiteit op de kaart van de publieke aandacht te zetten. Met een nogal afwachtende houding blijft het in Suriname aanmodderen als het gaat om een goed, effectief, georganiseerd en succesvol duurzaam natuurbeheer. En dus, met andere woorden, bescherming van het milieu, de flora en fauna in het land, de biodiversiteit. Een land waar

Page 287: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 287

nog steeds ongebreidelde, voor de natuur desastreuze, kleinschalige goudwinning kan plaatsvinden, waar jagers wild kunnen afknallen of vangen voor de handel, waar nauwelijks wordt opgetreden tegen het asociale afvaldumpgedrag van velen, waar grote internationale goud- en bauxietmultinationals kaalslag plegen in het regenwoud, is de flora en fauna van ondergeschikt belang. Het is gewoon een feit: harde Amerikaanse dollars zijn voor de Surinaamse overheid belangrijker dan goede zorg voor het milieu. Papieren jaar Opmerkelijk is dat het ministerie van ATM via haar website wel laat weten dat er een ‘sterke wil’ aanwezig is om te komen tot ‘strategie waarbij er een visie geformuleerd wordt zodat het duidelijk is welk beleid gevoerd zal worden met betrekking tot onze biodiversiteit’. Geconstateerd kan worden dat er dus geen specifiek beleid is ontwikkeld om de Surinaamse biodiversiteit te beschermen, ondanks de uitgebrachte rapporten. Slechts is sprake van het formuleren van een ‘nationaal biodiversiteit actieplan’. Ondanks herhaalde verzoeken was het ministerie van ATM niet bereikbaar voor commentaar. Kennelijk is het Jaar van de Biodiversiteit ook voor het ministerie slechts een papieren jaar en is niemand in staat hierover enkele vragen te beantwoorden. Dat is op zijn zachtst gezegd betreurenswaardig. Is de vertegenwoordiging van het ministerie van ATM in de VN Convention on Biological Diversity slechts een formele vertegenwoordiging? Blijft de aandacht voor biodiversiteit in eigen land slechts beperkt tot het bedenken van plannen aan een bureau in het ministerie en een op één hand te tellen concrete activiteit in 2010? Of was het woord biodiversiteit dit jaar slechts een aanleiding om snoepreizen te maken naar internationale conferenties en congressen, om te bedelen om als Suriname gecompenseerd te worden door het geïndustrialiseerde Westen voor haar vermeende duurzame bosbeheer? Kortom, biodiversiteit lijkt in dit speciale jaar grotendeels langs Suriname te zijn gewaaid en dat staat haaks op de vele natuurlijke problemen waar het land mee kampt. De nieuwe regering toont een iets vriendelijker gezicht voor het milieu. Er zijn goede intenties, maar laat het de komende jaren niet alleen bij woorden en papier blijven

Page 288: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 288

Bijlage 4

Kleinschalige goudwinning in Nigeria leidt tot dood 118 kinderen onder de 5 jaar - Kinderen vergiftigd door lood - Gebeurt dit ook in Suriname, dodelijke loodvergiftiging in goudvelden?

STUDY DOCUMENTS NIGERIAN CHILDEREN DIED FROM FAMILIES’ GOLD MINING

Large numbers of infants and toddlers have died from lead poisoning in Nigerian villages where their parents process gold ore inside their family compounds, according to a report published Tuesday by an international team of researchers. In two Nigerian communities, 118 children under the age of 5 died in a single year – 25 percent of the children in that age group. For the first time, the researchers uncovered strong evidence that points to lead poisoning as the likely cause for nearly all of those deaths. “To our knowledge, this is the first documentation of an outbreak of childhood lead poisoning associated with artisanal gold mining,” the team, led by lead experts from the U.S. Centers for Disease Control and Prevention, wrote. 21-12-2011 By Marla Cone, Editor in Chief, Environmental Health News (Charlottesville, Virginia, US) Large numbers of infants and toddlers have died from lead poisoning in Nigerian villages where their parents process gold ore inside their family compounds, according to a report published Tuesday by an international team of researchers. In two Nigerian communities, 118 children under the age of 5 died in a single year – 25 percent of the children in that age group. For the first time, the researchers uncovered strong evidence that points to lead as the likely cause for nearly all of those deaths. In addition, all of the surviving children who were tested suffered from lead poisoning, too. “To our knowledge, this is the first documentation of an outbreak of childhood lead poisoning associated with artisanal gold mining,” the team, directed by lead experts from the U.S. Centers for Disease Control and Prevention, wrote in the online edition of the journal Environmental Health Perspectives. “Extensive environmental contamination was found in both of the villages and inside individual family compounds.” Artisanal gold mining is small-scale, subsistence mining that occurs mostly in poor, rural communities. In the Nigerian villages, people use crude, rudimentary processes to extract gold from ore, including grinding and heating the rock. In some cases, flour-grinding machines are used. These activities contaminate the air and soil with large amounts of lead and mercury, both of which cause neurological problems in children. Scientists found extensive environmental contamination in both of the villages and inside

Page 289: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 289

individual family compounds. About 85 percent of soil samples from inside the compounds exceeded safe levels of lead. Sparked by a gold rush, artisanal mining occurs throughout northern Nigeria, as well as elsewhere in Africa and in South America, including Peru. From 13 to 20 million men, women and children from over 50 developing countries are involved in artisanal mining, according to an estimate by a World Bank group. Word first spread of hundreds of children dying in Nigeria’s Zamfara state in early 2010, when the deaths were discovered during meningitis surveillance by the international humanitarian group Médecins Sans Frontières and Nigerian public health officials. The United Nations has estimated that 400 children died there last year due to lead poisoning. Calling the outbreak unprecedented, the scientists warned that “characterizing the full extent of the outbreak remains an urgent and ongoing matter.” Lead poisoning is common worldwide, leading to diseases and IQ reductions, but until now, deaths have rarely been reported. At the emergency request of Nigerian officials, researchers from the CDC and the World Health Organization visited two villages in Zamfara state where higher-than-expected numbers of children died between May, 2009 and May, 2010. They tested the blood of surviving children, took soil samples from family compounds and questioned parents about their dead children’s symptoms. All the results were extreme. Eighty-one percent of the children who died had suffered seizures, a sign of acute lead poisoning. Of the surviving children who were tested, “all blood samples indicated lead poisoning,” while 97 percent needed immediate chelation therapy to lower those levels, according to the report. Mercury levels were lower in the children, but still excessive – four to eight times higher than the average U.S. child. And 85 percent of the soil samples taken from the family compounds exceeded the U.S. Environmental Protection Agency’s health standard for lead. One water well had 90 times more lead than the EPA’s action level for drinking water. Of the 118 households where children under the age of 5 had died, ore processing occurred inside the family compound in 84 of them. Toddlers are most vulnerable to lead poisoning because they crawl or play on the contaminated ground and they have developing nervous systems. The outbreak of deaths could have been tied to an increase in the number of grinding machines in the villages in November of 2009, “contributing to widespread contamination,” the researchers reported. Children in the two villages were more likely to die if their mother participated in ore-processing, including grinding, melting and washing, inside their family compounds. They also had a higher risk of dying if they were under the age of 24 months, if a community well was their primary source of water and if their family compound had high lead levels in the soil. The bodies of the children were unavailable to researchers, so they could not confirm lead as

Page 290: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 290

the cause of death. But the signs all pointed in that direction. “It is reasonable and prudent to conclude that most of the recent childhood deaths in those villages were caused by acute lead poisoning and take steps to stop the exposure,” the team wrote. In June 2010, shortly after the emergency team arrived, chelation therapy to reduce lead in the children was provided free of charge in hospitals in the two villages. After that, child deaths decreased substantially. At the same time, environmental cleanup also began there, including soil removal. Researchers warned that the nightmare isn't over for the villages. Contamination remains an enormous issue to be addressed. And even the surviving children aren’t unscathed.The researchers warned, though, that the nightmare isn’t over for the villages. “In these villages in Nigeria, contamination of water systems, crops, and animals as well as the risk of recurrent contamination from villages who temporarily cease and then resume ore processing remain enormous issues to be addressed.” Even the surviving children aren’t unscathed. They “may suffer long-term consequences, such as intellectual deficits and blindness,” the report said. In addition, the researchers said they heard reports of other, nearby villages using the same techniques and experiencing high rates of child deaths. Last year, Nigeria’s northern Zamfara state temporarily banned mining in the state as part of its emergency response to the outbreak of deaths. The ban was lifted in March. As the price of gold continues to skyrocket, artisanal mining is growing worldwide. Gold mining is considered an economic necessity in poor regions of Nigeria. But United Nations, CDC and WHO experts are advocating safer techniques, including moving the processing away from villages and using techniques to minimize dust.

Page 291: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 291

Bijlage 5

ZWALKENDE REGERING IN ‘AANPAK’ MILIEUVERNIETIGENDE

PORKNOKKERS EN GEDOGEN GOUDPONTONS

BEP-Assembleelid Asabina: ‘Jammer en triest om te zien hoe ons milieu wordt

vernietigd’

09-09-2012 COLUMN Door: Paul Kraaijer freelance-in-suriname.blogspot.com

Paramaribo – Deze week liet de eind 2010 ingestelde presidentiële Commissie Ordening

Goudsector (COG) weer eens van zich horen. Maar niet in al te positieve zin. Ordening van

de sector blijkt onvoldoende om de illegale milieuvernietigende activiteiten van porknokkers

in het binnenland en op het stuwmeer en rivieren aan te pakken. Het ontbreekt de overheid

aan daadkracht. Geen enkele illegale porknokker wordt beboet en goudpontons worden

oogluikend toegestaan om hun milieuvernietigende werk op rivieren en het stuwmeer te

kunnen verrichten.

Eindelijk: de mijnbouwpas

De voorzitter van het Managementteam van de COG, Gerold Dompig, vond het tijd om weer

eens op een in zijn ogen positieve wijze de nieuwspagina’s te halen met zijn commissie. Zo

overhandigde hij de eerste zogenoemde ‘mijnbouwpas’ met ingebouwde chip, waarin

informatie over de goudzoeker en een vingerafdruk is verwerkt, aan een Braziliaanse

goudzoeker. Feitelijk wordt hiermee de eerste stap gezet naar echte registratie van de

duizenden goudzoekers in het land, die overigens met die pas ook direct gekoppeld zijn aan

de Belastingdienst. Positief dus.

Maar, hier verlopen zaken zelden meteen vlekkeloos. Het verstrekken van de pas gaat niet

soepel. De goudzoekers moeten 700 Surinaamse dollar neerleggen voor het pasje en niet

iedere goudzoeker in het binnenland loopt met zoveel geld op zak rond. Het gaat dus

ongetwijfeld zeer lang duren alvorens alle goudzoekers in het bezit zijn van de pas.

Goudpontons

Dompig liet verder weten dat de eigenaren van zestien grote goudpontons, ofwel scalians,

onlangs belastingaanslagen van gemiddeld 5 miljoen Surinaamse dollar hebben ontvangen.

De pontons opereren al jaren in diverse rivieren, maar de eigenaren hebben nooit eerder

belastingaanslagen ontvangen.

Dit is opmerkelijk nieuws, omdat het bloot legt hoe ‘serieus’ de Surinaamse overheid de

bescherming van de biodiversiteit neemt en hoe de regering haar eigen wetten aan de kant

Page 292: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 292

zet. Met het innen van belastinggelden bij de eigenaren van de varende goudfabrieken lijkt

de regering de aanwezigheid van goudpontons in de Surinaamse wateren te gedogen.

Natuurlijk! Om via de Belastingdienst de staatskas te kunnen spekken. Maar, volgens de wet

is het verboden om in wateren naar goud te zoeken. Door de pontons en dus het zoeken

naar goud in wateren te gedogen om de staatskas aan te kunnen vullen, gaat de overheid

voorbij aan door haarzelf goedgekeurde wetgeving en zet zij zichzelf in het hemd. Sinds de

installatie van de COG heeft zij nooit echt opgetreden tegen de goudpontons in het land. Nu

en dan haalde eentje – op het stuwmeer - het nieuws, omdat er geruchten de ronde gingen

over de mogelijke identitei van de onbekende eigenaar ervan. Naar mijn weten is er nooit

een ponton in beslag genomen of is een eigenaar beboet, laat staan voor de rechter

gesleept. Natuurlijk niet, de pontons blijken nu een in andere zin een goudmijn te zijn voor

de regering. En weer blijkt de unieke biodiversiteit en de flora en fauna op en rond rivieren

en het stuwmeer voor de overheid ondergeschikt te zijn aan economische belangen.

Dompig beloont illegale goudzoekers Brownsberg Natuurpark

Maar, de Commissie Ordening Goudsector bleek deze week nog meer nieuws in petto te

hebben. Dompig maakte namelijk ook bekend dat zijn commissie en de Geologische

Mijnbouwkundige Dienst (GMD) een ‘belonings’ plan hebben bedacht om 12.000 hectare

grond in de omgeving van Brownsweg ter beschikking te willen stellen aan de illegale

goudzoekers in het Brownsberg Natuurpark. ‘Maar daar zijn natuurlijk voorwaarden aan

verbonden’, aldus Dompig zogenaamd geruststellend.

Volgens hem is het nimmer de bedoeling van de COG geweest om goudzoekers die

productief bezig zijn uit hun werkgebied te verwijderen. ‘Ons streven is om ze te brengen

van illegaal naar legaal, want dan heeft de Staat ook inkomsten uit deze sector.’

Tja, mooie woorden, maar feitelijk is het plan te zot voor woorden. Want, wat nu gaat

gebeuren lijkt op het belonen van illegale porknokkers. Geen ‘gewone’ illegale goudzoekers,

maar porknokkers die gedurende jaren onder toeziend oog van de overheid en

milieuorganisaties een beschermd natuurgebied hebben vernietigd en nu daarvoor beloond

dreigen te worden met een stuk grond van 12.000 hectare, in plaats van dat zij beboet of

voor een rechter gesleept worden voor hun vernietigende activiteiten in het Brownsberg

Natuurpark.

Krijg ik een nieuwe auto van de regering, als mijn auto in de prak is gereden door een wagen

met een blauw kenteken? Krijgt een opgepakt inbreker c.q. dief van een winkeleigenaar een

nieuwe lcd-tv na een mislukte inbraak waarbij schade is aangericht in de winkel en wat

goederen zijn buitgemaakt?

Asabina: ‘Suriname, waarheen...?’

Het Assembleelid Ronny Asabina van de Broederschap en Eenheid in de Politiek, BEP, is een

van de weinige politici in Suriname die zich zorgen maakt over de ontwikkelingen in de

goudsector in het binnenland.

Page 293: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 293

Naar aanleiding van de recente ‘ontwikkelingen’ zegt hij in een reactie het ‘jammer en triest’

om ‘te zien hoe ons milieu wordt vernietigd’. Asabina: ‘Erger nog, een handeling en

ontwikkeling die door de Staat wordt gevoed en in bepaalde gevallen ook geinitieeerd. Ik

blijf erbij dat de ordening totaal onduidelijk, inconsistent en niet voorspelbaar is. Je kan geen

touw eraan vastbinden. Volgens de Mijnbouwwet mogen mijnbouwrechten niet worden

verhuurd. Maar, wij zien dat een grote meerderheid van de exploitanten werkt op

concessies van derden.’

Over de nog steeds aanwezigheid van goudpontons op Surinaamse wateren en op het

stuwmeer reageert Asabina alsvolgt: ‘De Mijnbouwwet voorziet niet in het winnen van goud

op de bodem van rivieren, maar we maken mee dat het wordt gepropageerd. Tja..Suriname

waarheen...?’

Page 294: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 294

Bijlage 6

DE VERMEENDE ’10 GOLDEN BOYS’ VAN JEROEN TROMMELEN

Wat wil Volkskrant-journalist bereiken met suggestief, niets onthullend

artikel....

12-09-2012 OPINIE Door: Paul Kraaijer

Paramaribo – Het Surinaams/Nederlandse blad Parbode maakte in haar septembernummer

de ’10 golden boys’ van Suriname bekend. Het artikel sierde zelfs de cover van het blad.

Maar, het artikel van Volkskrant ‘onderzoeksjournalist’ Jeroen Trommelen - die het sinds zijn

komst medio 2011 (voor een jaar om bij te komen van een zogenoemde ‘burnout’) in

Suriname kennelijk heeft voorzien op de goudsector, gelet op zijn door het Nederlandse

Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten gesponsorde bijdragen in de Parbode - blijkt na

lezing echter nogal suggestief en nauwelijks tot niet onthullend te zijn.

Op de borst kloppen

In de eerste alinea van het artikel klopt Trommelen zich op arrogante wijze in beeldende

bewoordingen op de borst over de door hem geleverde ‘onthullingen’:

'De goudsector is een en al geheimzinnigheid over wie welke rechten heeft. Een soort

staatsgeheim. Maar met het nodige graafwerk presenteert Parbode de top tien van de

Surinaamse goudwereld.’

Vervolgens maakt hij duidelijk dat het ‘produceren van een top tien in de goudwereld’ niet

eenvoudig was, vanwege de geslotenheid van die sector.

'Ook onze nationale goudbedrijven doen geheimzinnig. Geen van hen publiceert jaarcijfers

of een openbaar jaarverslag. Bijna iedereen doet geheimzinnig over welke rechten hij heeft.

Journalisten lijken een beetje op de porknokkers die vaak lang in de modder moeten staan

om hun schat omhoog te halen. Soms levert dat iets op, zoals nu. Dankzij ons wroeten

kunnen we een déél van het staatsgeheim onthullen. We hebben beslag weten leggen op de

GMD-lijst van alle goudrechten van begin 2011. Die lijst hebben we gecombineerd met

gegevens van de Kamer van Koophandel en Fabrieken van oprichters, directeuren en

bestuurders van genoemde bedrijven. Daar hebben we een handvol fiscale gegevens aan

Page 295: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 295

toegevoegd en de ledenlijst van de Commissie Ordening Goudsector, plus zoveel mogelijk

andere openbare informatie over nevenfuncties.’ (...)

‘Wat in deze soep kwam bovendrijven, noemen we de top tien van de goudsector. Heeft die

lijst wetenschappelijk pretenties? Helemaal niet. Het is wat de Engelsen een educated guess

noemen: een gok gebaseerd op ervaring en theoretische kennis. Niet meer, maar zeker ook

niet minder. (...)’

En ook in die beschouwing schroomt Trommelen niet om zichzelf op de borst te slaan. Met

woorden als ‘Dankzij ons wroeten’ en ‘We hebben beslag weten te leggen op’ verwacht je

veel van de rest van het artikel.

Suggestief en nauwelijks onthullend

Maar dat blijkt erg tegen te vallen. Suggestief, vooral nogal veel ‘lijkt’ en ‘zou’. Niet echt veel

onthullende feiteninformatie over de vermeende ‘golden boys’.

Hij durft zelfs te beweren dat de lijst ‘een gok gebaseerd op ervaring en theoretische kennis’

is. Op welke ervaring en theoretische kennis doelt Trommelen? Ik hoor hem weer op zijn

borst kloppen.

Trommelen schrijft met veel bombarie over zijn verzonnen lijst, om het nog iets te laten

lijken. Van een zogenoemde onderzoeksjournalist van de Volkskrant zou je meer mogen

verwachten dan de zeer weinige informatie die hij in zijn artikel over de ‘golden boys’

vermeldt. Veel door hem vermelde informatie is gewoon op het internet, na een beetje

speurwerk, te vinden en in principe zou iedereen dus een eigen ’10 golden boys’ lijstje

kunnen samenstellen. Ook zonder die zogenoemde goudrechtenlijst van 2011 van de

Geologische Mijnbouwkundige Dienst, waarop Trommelen beweert ‘beslag’ te hebben

gelegd. Het artikel is nauwelijks onthullend te noemen.

Hieronder volgen de door Trommelen ‘verzonnen’ omschrijvingen van zijn eigen verzonnen

top tien. Een top tien die generlei waarde heeft en met een grote korrel zout kan worden

genomen.

Onder de beschrijvingen van Trommelen heb ik wat noten geplaatst ‘ter leezing ende

vermaeck’, want zo moet het hele artikel van Trommelen worden opgevat.

1 Ronnie Brunswijk

De koning van het binnenland, politicus, assembleelid, zakenman Ronnie Brunswijk voert de

top tien aan. Zijn naam komt vaker voor op onze lijst dan welke andere naam ook. Van de

negen kleinmijnbouwrechten in Brokopondo, Para en Sipaliwini staan er zes op zijn naam.

Dat zijn gebieden aan de Saramaccarivier, Sarakreek en Tossokreek. Via de NV Robruns

Page 296: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 296

(directeur: Ronnie Brunswijk) heeft hij ook nog exploratierechten op ruim zevenduizend

hectare aan de Marowijnerivier. Gecombineerd met zijn enorme netwerk in het binnenland

en zijn stevige positie in de assemblee, waar de president hem voorlopig hard nodig heeft

voor een meerderheid, levert dat de positie op van golden boy no. 1.

- Noot: Het Dagblad Suriname berichtte begin juli 2011 dat Brunswijk in augustus 2010 een

stuk land van 105 hectare in Marowijne kreeg om landbouwactiviteiten te ontplooien. Hij

verklaarde tegenover de krant dat hij ook aan veeteelt wil gaan doen en daartoe NV RoBruns

heeft opgezet.

Brunswijk kan dan wel beschikken over diverse kleinmijnbouwrechten verdeeld over vele

hectares, maar wil dat automatisch zeggen dat daaruit veel goud afkomstig is? Is het alleen

daarom rechtvaardig om hem in dit aardige lijstje op de eerste plaats te zetten? Is het

misschien ook de persoon Ronnie Brunswijk die Trommelen deed besluiten om hem

bovenaan het lijstje te plaatsen? Curieus is het dat Trommelen zelfs het feit dat Brunswijk

Assembleelid is en daar ‘een stevige positie’ zou hebben betrekt in zijn keuze om deze

opmerkelijke politicus als nummer één te positioneren..... Achterdocht en wantrouwen zijn

Trommelen niet vreemd.

2 Desi & Dino Bouterse

De namen van Desi Bouterse en Dino Bouterse zoekt men vergeefs op de lijst van

concessiehouders. Ze zijn geen oprichter, directeur of eigenaar. Officieel heeft de familie

Bouterse geen belangen in de goudindustrie. Ze staan op nummer twee, omdat de invloed

van de president op de goudsector groot is. De Commissie Ordening Goudsector valt onder

zijn gezag, en in de sector werken opvallend veel actieve NDP’ers. Zoon Dino werkt een

aantal dagen per week ‘als manager in een goudmijn’, zei hij afgelopen juni in Parbode.

Daarop weigert hij nu verder commentaar, maar volgens kenners gaat het om concessies van

Sarafina NV.

Daarnaast wordt Dino gesignaleerd op talloze andere concessies. Of de president

persoonlijke belangen heeft, is onduidelijk. De onderhandse verkoop van Benzdorp aan een

buitenlandse investeerder verliep vorig jaar wel op een verdachte manier: via de

geluidstechnicus en veronderstelde pleegzoon van de president, tevens huis-diskjockey van

de NDP. De opbrengst werd geschat op anderhalf miljoen USdollar.

- Noot: Trommelen kan zijn informatie over Dino en Desi Bouterse niet bevestigd krijgen. Zijn

opmerkingen zijn dan ook vooral als suggestief te kwalificeren. Hij gebruikt woorden als

‘volgens kenners’ en ‘wordt gesignaleerd’. De keuze voor plaats twee lijkt volkomen

ongefundeerd en misplaatst. Maar ja, als je simpelweg iets hebt tegen de naam Bouterse,

dan lijkt het geen kunst om vader en zoon op deze wijze neer te zetten als belangrijke

Page 297: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 297

personen in de Surinaamse goudsector. Deze keuze maakt de gehele Trommelen-lijst

ongeloofwaardig.

3 Henk Naarendorp

Directeur Henk Naarendorp van goudbedrijf Nana Resources combineert die functie met het

voorzitterschap van de Kamer van Koophandel en Fabrieken en het lidmaatschap van de

adviesraad van de Commissie Ordening Goudsector. Daar zit hij naast zus Ellen Naarendorp,

die ook in het managementteam van de commissie zit. Nana heeft twee grote exploitatie- en

drie grote exploratieconcessies ten westen van de Lawa-rivier. “Ik ben best vermogend”, zegt

hij trots. Vergeleken met andere bedrijven voert Nana Resources een open beleid met

aandacht voor milieuvriendelijke mijnbouw, hoewel er nog steeds geen jaarrapporten zijn

gepubliceerd en de website van het bedrijf vrijwel leeg is.

- Noot: De informatie over Henk Naarendorp is niet bijzonder en zeker niet tot stand

gekomen door speurwerk van Trommelen. Het is namelijk algemeen bekend wie Henk

Naarendorp is en welke functies hij bekleed.

4 Ruben Lie Pauw Sam

Via zijn bedrijven Sarakreek Resource Corp NV en Wylab Suriname Development Company BV

heeft Ruben Lie Pauw Sam drie belangrijke goudgebieden in handen ten zuiden van het

stuwmeer en ter weerszijden van de Sarakreek. De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven

noemde het in 2008 ‘het grootste goudproductiebedrijf in Surinaamse handen’. Maar dat is

dus moeilijk te controleren. Lie Pauw Sam was ooit leider van de Volkspartij en bedrijfsarts bij

het Canadese goudbedrijf Canarc. Toen dat bedrijf ermee ophield vanwege de Binnenlandse

Oorlog, stapte hij in de concessie. Nu wordt gesproken over de verkoop van zijn bedrijven aan

Chinese investeerders die ruim driehonderd miljoen zouden willen investeren. Daarover wil

Lie Pauw Sam weinig kwijt. Inderdaad, de Chinezen onderzoeken zijn boekhouding voor een

eventuele participatie. Maar nee, dat is nog niet rond.

- Noot: Ook met betrekking tot ‘Golden Boy’ nummer vier weet Trommelen weinig nieuws te

brengen. Al op 25 november 2000 berichtte de Nederlandse krant NRC Handelsblad over

Ruben Lie Pauw Sam in een uitgebreid artikel - ‘Idealist gaat in goud’ - , geschreven door

Gerard van Westerloo, waaruit ik hieronder enkele delen plaats:

‘Het is vandaag een kwart eeuw geleden dat Nederland Suriname onafhankelijkheid gaf. (...)

Een van de idealisten van het eerste uur, de arts Ruben Lie Pauw Sam, is nu de ongekroonde

koning van een bende goudzoekers.’ (...)

‘(...) Zijn wereld werd bewoond door 250 mannen, voor het grootste deel uit China en

Brazilië. Ze waren verdeeld in groepen van tien, elke groep een autonoom werkende

eenheid. De mannen woonden in tenten, sliepen op een veldbed onder een klamboe,

Page 298: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 298

kookten hun eigen eten en groeven van zonsopgang tot zonsondergang onophoudelijk de

oevers van de Sarakreek af. Ze zagen eruit alsof ze zelf oerwoud waren. Ruben zorgde voor

de graafmachines, de waterpompen, de aggregaten en alles wat goudzoekers verder nodig

hebben. Zij woelden de aarde om, smeten de keien opzij, spoten de veelbelovende lagen

schoon, wasten het gruis, zeefden het stof en hielden na een week hard werken een kilootje

goud over dat voor een onsje van hen was. Na een, twee of drie jaar vertrok menig man met

volle beurs naar zijn verre huis, vrouw en kinderen.

Ruben beklopte hier een hoestende rug, luisterde daar naar een ruisend hart, van alle

mannen kende hij de achtergrond. Hij gaf instructies, iedereen luisterde naar hem, hij gaf

raad, die werd aangenomen. Geen twijfel mogelijk: hij was de ongekroonde koning

geworden van een bende goudzoekers. (...)’

Overigens is het ook bekend dat hij eigenaar is van Sarakreek Resource Corp NV en ‘Wylap

Developments’. Tijdens de Surinaamse Mijnbouwconferentie ’97 presenteerde hij in januari

1997 vanuit die functie een document waarin hij stelde dat de goudproductie in 1996 dertig

ton zou kunnen zijn. Dit wordt vermeld in het rapport ‘Artisanal Gold Mining Activities in

Suriname’ door Marcello M. Veiga van de Universiteit van Brits Columbia in Canada voor de

UNIDO, ‘United Nations Industrial Development Organization’, dat ook gewoon op het

internet te vinden is.

Wat Trommelen in zijn korte beschouwing over de nummer vier verzuimt te vermelden is

dat Lie Pauw Sam getuige is geweest in het geruchtmakende 8 decemberstrafproces. Hij

verklaarde onder andere dat hoofdverdachte Bouterse de avond van 8 december 1982 bij

hem thuis was. Bouterse zou daar de nacht hebben doorgebracht met zijn buitenvrouw Rita

Chin A Loi. Lie Pauw Sam is de oom van Chin A Loi.

Over Sarakreek Resource Corp. NV weet Trommelen slechts te melden dat de Vereniging

Surinaams Bedrijfsleven dit bedrijf in 2008 ‘het grootste goudproductiebedrijf in Surinaamse

handen’ noemde en dat dat ‘moeilijk te controleren’ zou zijn. Die informatie heeft de

‘onderzoeksjournalist’ simpelweg geplukt van de website van de vereniging waar onder

andere dit is te lezen:

‘(...) Sarakreek Resource Corporation, het grootste goudproductiebedrijf in Surinaamse

handen dat een concessie bezit aan de Sarakreek ten zuiden van het Van Blommestein

stuwmeer, boekte ook goede bedrijfsresultaten. Het bedrijf streeft naar een grootschaliger

bedrijfsoperatie, waarschijnlijk in samenwerking met een buitenlandse partner. (...)’

Als Trommelen de moeite had genomen om wat verder te spitten dan had hij kunnen weten

dat ook de Hakrinbank NV in haar Jaarverslag 2010, bladzijde 24, Sarakreek Recource Corp.

NV vermeldt als ‘het grootste goudproductiebedrijf in Surinaamse handen’ en dat het

‘wederom goede bedrijfsresultaten’ heeft geboekt.

Page 299: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 299

Het is ‘onderzoeksjournalist’ Trommelen kennelijk niet gelukt om die goede

bedrijfsresultaten boven water te krijgen.

5 Claudette Nita Toney

De vijfde golden boy is geen heer maar een bijzondere dame: mevrouw Claudette Nita Toney.

Zij is in meer dan één opzicht een kleurrijke onderneemster. Via de bedrijven Sarafina NV en

Volcanic Resources NV controleert ze zes goudconcessies. Dino Bouterse zou er werken als

manager. Het bedrijf (noot: welk bedrijf, Sarafina NV of Volcanic Resources NV?) betaalt

volgens onze informatie erg weinig inkomstenbelasting. Mevrouw Toney verdiept zich ook in

winti en afro-Afrikaanse cultuur en in een vorig leven was ze succesvol als bemiddelaar voor

meisjes in de Nederlandse seksindustrie, stellen meerdere bronnen. De onderneemster wilde

niet aan dit artikel meewerken. “Ze is bezig zelf een boek te schrijven”, meldt haar

woordvoerder.

- Noot: Volledig suggestief stukje proza. Nauwelijks feiten en Trommelen baseert zich ook

nog eens op vermeende ‘meerdere bronnen’. En ook hier schrijft Trommelen ‘Dino Bouterse

zou er werken als manager.’ De ‘onderzoeksjournalist’ is niet zeker van veel door hem

vergaarde informatie. Claudetta (en niet Claudette, zoals Trommelen schrijft......) Toney is de

enige vrouwelijke eigenaar van een goudmijnbedrijf in Suriname. Zij is ook voorzitter van de

stichting Fiti Wu Wini voor Afrikaanse Surinamers, die zich ten doel stelt te zorgen dat de

groep afstammelingen van de Afrikan-Srananman samenwerken en samenbundelen.

Trommelen beweert dat Toney ‘erg weinig inkomstenbelasting’ betaalt: In januari 2012 had

Sarafina NV volgens zijn informatie niet meer dan 2.628 Surinaamde dollar

inkomstenbelasting betaald over het fiscale jaar 2010 en niets over 2011. Dat is niet veel

voor een bedrijf dat waarschijnlijk vele miljoenen omzet, aldus Trommelen. Weer een

suggestieve opmerking van de vermeende onderzoeksjournalist, door te stellen dat Sarafina

NV ‘waarschijnlijk vele miljoenen omzet’.

In november 2000 kwam Sarafina NV in opspraak en wist zelfs het Nederlandse nieuws te

halen:

‘Onder de Matawai-marrons in het binnenland van Suriname is onrust ontstaan door het

optreden van twee goudmijnen die van de vorige Surinaamse regering onder ex-president

Wijdenbosch concessies hebben gekregen in hun gebied. Tien dorpen die op 20 oktober een

gran krutu (topbijeenkomst) hielden, hebben de regering schriftelijk gevraagd de

mijnactiviteiten voorlopig stop te zetten en de rechten van de concessionarissen te herzien.

Eén dorpshoofd heeft gedreigd desnoods gewapenderhand te zullen optreden. De Matawai

leven in het Coppenamegebied en tellen ongeveer 1.000 zielen.

Page 300: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 300

De mijnbouwbedrijven Sarafina N.V, met een concessie van ruim 29 duizend hectare, en

Surinam Diamond Company, 7200 hectare, hebben kwaad bloed gezet door Matawai te

verbieden de concessies, die de marrons beschouwen als hun land, te betreden. Diamond

heeft zelfs gewapende mannen in dienst die te pas en te onpas de Matawaidorpen in- en

uitgaan. (...)’ (Bron: NRC Handelsblad, 4 november 2000)

Wat Trommelen niet vermeldt is dat Sarafina een van de weinige goudmijnbedrijven is die

kiest voor het winnen van goud zonder gebruik van kwik en daarin durft te investeren.

6 John Chee

De sector van opkopers en exporteurs van goud is grotendeels in handen van een kartel van

Chinees-Surinaamse goudbedrijven. Een centrale figuur in deze goudhandel is de 43-jarige

zakenman John Chee. Hij is medeoprichter van de goudexportbedrijven Suriname Natural

Stone NV en Surmetex NV en van het bekende juweliersbedrijf Chee’s Trading. Overigens is

hij ook eigenaar van het Spanhoek Hotel en bedrijvencomplex aan de Domineestraat. Geen

van de bedrijven publiceert jaarcijfers, waardoor men moet raden naar de omzet. Onze

gecalculeerde gok plaatst John Kok Foe Chee op nummer zes.

- Noot: Onbegrijpelijk waarom deze zakenman op plaats zes wordt gezet door Trommelen.

Hij noemt het een ‘gecalculeerde gok’, maar het lijkt eerder een schot in de lucht.

Parbode publiceerde in april van dit jaar nog een artikel over Chee’s Jewelry & Watches. Een

paar maanden eerder, februari, schreef Trommelen al een artikel over de goudbusiness van

John Chee met als kop ‘Chinees-Surinaams goudkartel betaalt nauwelijks belasting’. Ook in

dat artikel nogal wat suggestieve bewoordingen zoals ‘aangenomen wordt’:

‘Chinees-Surinaamse bedrijven die goud opkopen van kleine en middelgrote goudzoekers

om het te exporteren, hebben de afgelopen jaren nauwelijks inkomsten-belasting betaald.

Dat blijkt uit gegevens van de Belastingdienst waarover Parbode beschikt.

De bedrijven Century Mining NV en Suriname Natural Stone NV, die naar schatting ongeveer

één derde van het kleinschalig gewonnen goud opkopen en laten exporteren, betaalden in

2010 slechts 4.405 en 4.515 USdollar inkomstenbelasting. Dat zou betekenen dat de

bedrijven elk niet meer dan twaalfduizend USdollar winst hebben gemaakt. Aangenomen

wordt dat de bedrijven samen zeker zevenduizend kilo goud hebben opgekocht en laten

exporteren, ter waarde van zeker 250 miljoen USdollar. (...)’

7 Stephen J.J. Letwin

Een zevende plek lijkt een wel erg bescheiden positie voor het Canadese goudbedrijf

IAmGold. Toch moet president en chief executive officier Stephen Letwin het daarmee doen.

Hij heeft minder invloed op het Surinaamse goud dan sommigen denken en levert toch een

onmisbare bijdrage aan de schatkist. “Als IAmGold zou vertrekken, gaan wij applaudisseren”,

Page 301: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 301

riep president Bouterse vorig jaar december na een bezoek aan collega Chavez in Venezuela.

Maar dat is politieke retoriek. Voor hun financiële gezondheid zijn Suriname en IAmGold

afhankelijk van elkaar.

- Noot: Letwin is sinds 1 november 2010 de grote man van de Canadese

goudmijnmultinational IAmGold. Jammer dat Trommelen niet de moeite heeft genomen om

de lezers van Parbode iets meer informatie voor te schotelen over IAmGold. Het bedrijf is in

Suriname, in het district Brokopondo, eigenaar van de grote Rosebel ofwel Rosebel

Goldmines N.V. goudmijn en deze mijn is letterlijk dè goudmijn voor het bedrijf. De

constatering van Trommelen dat Suriname en IAmGold voor hun financiële gezondheid

afhankelijk zijn van elkaar is slechts deels waar. Suriname is meer financieel afhankelijk van

de Canadezen dan andersom. IAmGold is actief in meerdere landen en als het wil vertrekt

het morgen nog uit Suriname. Een mijn als de Rosebel is interessant genoeg voor andere

internationale goudmijnmultinationals. Een zevende plek in het Trommelen-lijstje lijkt verre

van ‘erg bescheiden’, IAmGold – in de persoon van Letwin - hoort er niet in thuis.....

8 Daxiao Chen en Zhaoshun Li

Hoewel de naam Surinam Diamant Company anders doet vermoeden, is dit bedrijf houder

van maar liefst vijf goudconcessies van ruim achttienduizend hectare in het Bemau-gebergte.

Oud-militair en NDP’er Hans Jannasch, die wegens betrokkenheid bij XTC-productie werd

veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf, is volgens berichten in de media eigenaar van deze

concessies. Hij behoort tot de intimi van president Bouterse en was onlangs nog met hem op

reis naar Venezuela. Maar hij heeft niets met het bedrijf te maken, zegt zijn broer Pieter

Jannasch tegen Parbode. De concessies waren in handen van hun inmiddels overleden vader.

Pieter werkt wél voor het bedrijf en de directie bestaat uit twee Surinaamse Chinezen: de 74-

jarige Daxiao Chen en 49-jarige Zhaoshun Li. Of zij de achtste positie innemen, of eigenlijk

toch de familie Jannasch, laten we in het midden.

- Noot: Net als Sarafina raakte ook Surinam Diamond Company (en niet zoals Trommelen

schrijft ‘Diamant’) in november 2000 in opspraak (zie Noot bij Claudetta Toney). Het gebied

van de goudconcessies ligt bij het Bemau Gebergte ten zuiden van het Brokolonko-gebied

(Bron: ‘Greenstone Belt Mining Regional Environmental Assessment, september 2003 –

PlantProp, Paramaribo, pag. 14).

9 Patah Pawiroredjo

Al sinds de jaren tachtig duikt de naam van de nu 63-jarige Patah Pawiroredjo op als

dealmaker bij goudzaken. Hij is president-commissaris van staatsmijnbouwbedrijf Grassalco,

oprichter en bestuurder van twee exploratiebedrijven met mevrouw Claudette Toney en

oprichter van een onderneming met de ambitieuze naam ‘Exploration van Suriname NV’. En

nog veel meer, waaronder actief lid van de NDP en lid van adviesraad van de Commissie

Ordening Goudsector. In 2007 was hij volgens natuurbeschermers betrokken bij de illegale

Page 302: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 302

uitgifte van vergunningen aan goudzoekers in het natuurreservaat Brownsberg, waarvoor de

rechter hem een boete oplegde. Dat hij daarna beloond werd met een aanzienlijke

adviesfunctie, zegt misschien iets over zijn invloed achter de schermen. Pawiroredjo was niet

bereikbaar voor commentaar.

- Noot: Ook in dit geval is Trommelen nogal suggestief. Het verhaal dat Pawiroredjo

betrokken zou zijn geweest bij de illegale uitgifte van vergunningen aan goudzoekers in het

Brownsberg Natuurpark werd vooral en met name in de wereld gebracht door de oud-

Stinasu voorlichter Erlan Sleur, die nu werkzaam zou zijn bij Rudisa. Toen bekend werd dat

Pawiroredjo door Bouterse in december 2010 werd geïnstalleerd als lid van de commissie

Ordening Goudsector, plaatste Sleur als reactie dit bericht op mijn inmiddels door mij van

het internet verwijderde milieunieuwsblog sranan-news.blogspot.com:

'Wat voor boeven zitten er binnen de commisies?? Wie lees ik? Patah Pawiroredjo!!! De spil

(hoofddader) in het politieonderzoek naar de valse mijnbouwvergunningen in het

Brownsberg Natuurpark. Vele goudzoekers die waren opgepakt in het BNP, liepen met valse

documenten die door Patah Pawiroredjo waren opgemaakt met documenten van de

Geologische Mijnbouwkundige Dienst (waar hij had gewerkt) die hij met handtekening en

stempel als een minister zat op te maken in de stad. Hij deed alsof het gebied aan hem was

toegewezen en goudzoekers mochten tegen aan maandelijks betaling (40 gram goud) goud

zoeken in dat gebied dat bekend staat als het Brownsberg Natuurpark, een beschermd

natuurgebied. Hiervoor is hij opgepakt en heeft weken in de gevangenis gezeten al eer hij een

boete van ongeveer 25.000 Surinaamse dollar had betaald. Hij is een veroordeelde boef die

nu in een commissie zit om deze zelfde rommel die hij grotendeels heeft veroorzaakt, op te

ruimen?? hoe kan dat?? Waar gaan we naar toe in dit land??’

Hoofdinspecteur Benschop die ook deelneemt aan deze commissie had de leiding tijdens de

acties op de Brownsberg in 2007, dus hij is ook van alles op de hoogte. Meneer Benschop ik

roep u ook op om te protesteren tegen de benoeming van Pawiroredjo. '

Sleur was degene die begin dit jaar voor het Wereld Natuurfonds Guianas luchtfoto's maakte

van het door illegale goudzoekers vernietigde Brownsberg Natuurpark in het district

Brokopondo. Half maart presenteerde het WWF Guianas een fotoverslag dat tot nogal wat

misplaatste ophef leidde. Het was immers al jaren bekend dat in het beschermde

natuurgebied door kleinschalige illegale goudzoekers naar goud wordt gezocht en dat

daardoor het gebied wordt verwoest.

Pawiroredjo is ook een van de oprichters van het mijnbouwbedrijf Selakrikie Okanisi

Resources NV. In mei van dit jaar overhandigde dit bedrijf een mobiele zaagmolen aan de

bewoners van de dorpen Pikinkondre en Polokaba aan de Tapanahonyrivier. Selakrikie

Page 303: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 303

Okanisi Resources NV heeft een concessie te Sela- en Anoemakrikie gelegen aan de

Tapanahonyrivier. (Bron Starnieuws, 12 mei 2012)

Trommelen omschrijft Pawiroredjo als een ‘dealmaker bij goudzaken’. Wat hij daarmee

bedoelt blijft onduidelijk en je kunt je in alle gemoede afvragen of hij zelf wel weet wat een

‘dealmaker bij goudzaken’ is. Bij gebrek aan andere interessant klinkende namen heeft

Trommelen waarschijnlijk deze man, die volgens mij niet zo ‘invloedrijk’ is als de Volkskrant-

journalist de lezers wil doen laten geloven. Hoe invloedrijk is iemand die gewoon lid is van de

Commissie Ordening Goudsector en niet Dompig of Melvin Linscheer (voorzitter van het

Beleidsteam in de commissie) heet? Deze man hoort feitelijk niet thuis in de ’10 golden boys’

lijst van Trommelen.

10 Rudi Chin Jen Sem

Volgens onze lijst heeft Rudi Chin Jen Sem twee bedrijven met exploratierechten op goud, te

weten Diversified Natural Resources NV en Tricee NV. Dat maakt hem nog geen invloedrijke

concessiehouder, maar hij speelt zich in beeld door een combinatie van openbare functies. Hij

is bestuurder van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, penningmeester van de Stichting

Behoud Bananen Sector en deed dit jaar een gooi naar het voorzitterschap van de afdeling

Paramaribo van de Nationale Partij Suriname (NPS). Die strijd heeft hij verloren, maar levert

nog net een stoeltje op in de bezemwagen van de golden boys.

- Noot: ‘Volgens onze lijst....’, zo begint Trommelen zijn korte beschrijving. Maar, wat is dat

voor een lijst? Onbegrijpelijk hoe hij heeft besloten om Chin Jen Sem in de lijst te plaatsen en

waarschijnlijk weet hij dat zelf niet eens, gelet op de laatste zin. De man heeft volgens

Trommelen maar twee exploratierechten en dat zou hem ‘nog geen invloedrijke

concessiehouder’ maken (Diversified Natural Resources NV is gevestigd aan de Nieuw

Charlesburgweg 85 in Paramaribo).

Maar, het feit dat hij bestuurslid is van de Kamer van Koophandel en Fabrieken,

penningmeester van de stichting Behoud Bananen Sector en actief is binnen de NPS maakt

hem volgens Trommelen, met een rare gedachtenkronkel, toch belangrijk genoeg om de lijst

te sluiten. Maar, wat hebben bananen in vredesnaam te maken met de goudsector?

Trommelen zocht waarschijnlijk naarstig naar een tiende slachtoffer voor zijn

onsamenhangende en suggestieve lijst.

Waarom ’10 golden boys’?

Het is mij volstrekt onduidelijk wat Trommelen wil (bereiken) met de publicatie van deze

totaal niet serieus te nemen lijst van ’10 golden boys’. Als ik uitverkorene zou zijn in de lijst

dan zou ik daar niet blij mee zijn. Immers, Trommelen suggereert met die lijst expliciet dat

alle personen erop op een of andere wijze invloedrijk en wellicht wel rijk - door inkomsten

uit de goudsector – zouden kunnen zijn.

Page 304: 145265831 Document Geschiedenis Van de Kleinschalige Goudsector 2012

Kleinschalige goudwinning in Suriname op weg naar ordening

De moeizame weg naar ordening kleinschalige goudwinningssector Suriname Page 304

Wat hij alleen heeft weten te bereiken is een beetje aandacht voor zijn top tien in

Surinaamse media. Maar, het is ongelooflijk hoe ‘journalisten’ en redacteuren hier

klakkeloos aannemen dat wat Trommelen allemaal in zijn ’10 golden boys’ artikel schrijft

waar is.

Met een dergelijke passieve journalistieke houding, is het kennelijk mogelijk om iedereen in

Suriname van alles wijs te kunnen maken. In dit geval wordt de inhoud van een suggestief

artikel mogelijk door velen helaas als ‘waarheidsgetrouw’ aangenomen, ook door

‘journalisten’ en redacteuren die het aan het vermogen ontbreekt om een dergelijk artikel

met een kritisch, objectief oog te lezen, te beoordelen en eventueel te corrigeren.....