1421 Bonus Verloskundigen Voor Beperken Keizersneden
Transcript of 1421 Bonus Verloskundigen Voor Beperken Keizersneden
kwaliteitsbeleid
110 10-2006 > zorg & financiering
Afspraken over het zorgproces bij dagbehande-ling voor een chirurgische ingreep of een dia-gnostisch onderzoek zijn vastgelegd in een defi-nitieve norm, NEN 7500.
Deze norm beschrijft het zorgproces vanaf hetmoment van instemming met opname op eendagbehandelingsafdeling tot aan de eerste poli-klinische controle. Voor de dagbehandeling vankinderen zijn aanvullende eisen opgesteld. Denorm kan als prestatie-indicator worden ge-bruikt.De norm bestaat uit twee delen. Bijlage A somtde indicatoren op die binnen een afdeling ofcentrum dagbehandeling kunnen worden geme-ten. Bijlage B beschrijft de randvoorwaarden
voor de kwaliteit van het zorgproces van de dag-behandeling. Aan de totstandkoming van de norm werktenverschillende organisaties mee, zoals de Neder-landse Vereniging voor Dagbehandeling enKortverblijf (NVDK), het Instituut voor KwaliteitCBO, de Vereniging van Heelkunde, Nederland-se Vereniging voor Anesthesie (NVA), de vereni-ging Kind en Ziekenhuis, de Nederlandse Ver-eniging van Anesthesiemedewerkers (NVAM),de Nederlandse Raad voor Privéklinieken (NRPK)en Centra voor Anticonceptie, Seksualiteit enAbortus Nederland. Het ministerie van VWS, deInspectie voor de Gezondheidszorg en het Ne-derlands Instituut voor Accrediatie Ziekenhui-zen hebben het proces van afstand gevolgd. Bron: www.mednet.nl, 14 november 2006<
1420 definitieve kwaliteitsnorm voor dagbehandeling
1421 bonus verloskundigen voor beperken keizersneden
De suggestie van de gynaecologenverenigingNVOG dat de zorgverzekeraars de richtlijnenvan verloskundigen financieren om de zorg zogoedkoop mogelijk te maken, is een volstrektachterhaald standpunt. Dat schrijft Chiel Bos,directeur zorg van ZN, aan de voorzitter van degynaecologenvereniging Jan Nijhuis, naar aan-leiding van de kritiek op het prestatiecontractvan ZN met de beroepsorganisatie van verlos-kundigen KNOV.
Verloskundigen krijgen extra geld van verzeke-raars als zij minder vrouwen voor een keizersne-de doorverwijzen naar een gynaecoloog. Datheeft de organisatie van verloskundigen (KNOV)afgesproken met Zorgverzekeraars Nederland(ZN). ZN zegt de verloskundigen jaarlijks maxi-maal één miljoen euro toe.Sinds 1 januari 2006 is er een convenant vankracht waarin staat dat de KNOV de kwaliteitvan de verloskundige zorg in Nederland moetbevorderen. Verloskundigen zouden hierdoor de
zorg voor zwangere vrouwen meer onder huneigen hoede kunnen houden. Deze afspraakmoet ertoe leiden dat minder vrouwen naar eenspecialist worden doorverwezen. Op deze ma-nier willen verzekeraars jaarlijks forse besparin-gen maken.
Volgens Bos stimuleren zorgverzekeraars medi-sche beroepsbeoefenaren om best practices enrichtlijnen te ontwikkelen en vooral om ze ooktoe te passen in de praktijk om de kwaliteit vande zorg te verbeteren. Dat is ook de achterlig-gende gedachte van het prestatiecontract van ZNen de KNOV. Bos nodigt Nijhuis uit om samenmet zorgverzekeraars en verloskundigen vast testellen wat de optimale zorg voor de patiënt is,als hij van mening is dat er bij de verloskundi-gen nu geen goede richtlijnen zijn.Wegens een subsidiestop van het ministerie vanVWS werd de KNOV geremd in de verdere ont-wikkeling van richtlijnen voor verloskundigen.ZN heeft daarom in maart 2006 een overeen-
ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 110
kwaliteitsstandaarden/opleidingen
111zorg & financiering > 10-2006
komst gesloten met de KNOV om de beroeps-groep in staat te stellen de bestaande richtlijnenverder uit te werken. Bos beklemtoont dat er inhet prestatiecontract over de ontwikkeling entoepassing van richtlijnen volstrekt geen sprakeis van bemoeienis van de zorgverzekeraars metde inhoud van de richtlijn. Mede op verzoek vande KNOV zelf, bekijken zorgverzekeraars inhoeverre de beroepsbeoefenaren de door hen-zelf opgestelde richtlijnen ook uitvoeren. ‘Want,zoals u ook weet, blijkt uit nationaal en interna-tionaal onderzoek dat veel medische fouten ont-staan door behandelingen van professionals diehun eigen medische richtlijnen niet volgen’,schrijft Bos aan Nijhuis. Het uitgangspunt vande zorgverzekeraars is dat zij de beste zorg wil-len contracteren. Volgens Bos is het algemeenbekend dat slechte zorg duur uitpakt, omdat dekans op complicaties groter is en het extra be-handeling noodzakelijk maakt.
Kenniscentrum
Omdat zorgverzekeraars – mede onder invloedvan de Zorgverzekeringswet – steeds meer zorginkopen op basis van de beste prijs-kwaliteitver-houding, oriënteren zorgverzekeraars zichvoortdurend op de vraag wat dan die best prac-tice is. Kwalitatief goede zorg omvat de weten-schappelijke, onderbouwde behandelingen metinachtneming van de maatschappelijk vereistedoelmatigheid. Dat is iets totaal anders dan degoedkoopste zorg. ZN haalt de kennis over bestpractices en richtlijnen bij medische professio-nals in Nederland en het buitenland. Het Ken-niscentrum van ZN beschikt inmiddels over eendatabank met nationaal en internationaal erken-de, wetenschappelijk onderbouwde best practi-ces en richtlijnen.Bronnen: ZN Journaal, 2006, nr. 46 en MedischContact, 3 november 2006<
> opleidingen
1422 haast komt zorgvuldigheid opleidingsfonds niet ten goede
Ziekenhuizen moeten hun subsidieaanvraagvoor opleidingsplaatsen indienen. Het aan-vraagformulier voor deze miljoenenoperatiebevat tal van onduidelijkheden.
Opleidingen voor medisch specialisten wordenvanaf 2007 gefinancierd uit een opleidings-fonds. Per opleidingsplaats is er – afhankelijkvan het totaal aantal op te leiden specialisten ineen ziekenhuis – een bedrag van 108.000 tot145.000 euro beschikbaar. In totaal bevat hetopleidingsfonds 630 miljoen euro.Opleidingsziekenhuizen die een voorschot wil-len krijgen voor de opleiding van medisch speci-alisten, moeten dat zo snel mogelijk aanvragen.Het formulier dat het ministerie van VWS daar-voor heeft opgesteld, is allerminst helder.Ziekenhuizen moeten bijvoorbeeld opgevenhoeveel fulltime-equivalenten (fte’s) aan artsen
in opleiding tot specialist (aios) zij hebben.Maar gezien hun werktijden is het bij aios erglastig om het aantal fte’s vast te stellen.
Aantallen aios
Ernstiger is dat er een structurele onduidelijk-heid dreigt over de aantallen aios. ‘Voor heelveel specialisaties geldt dat er eerst een algeme-ne vooropleiding wordt gedaan’, zegt JorisMeegdes van het Capaciteitsorgaan. ‘Een cardio-loog volgt bijvoorbeeld eerst twee jaar de alge-mene internistenopleiding. Maar op het formu-lier is niet duidelijk onder welk specialisme hetziekenhuis een aios moet opvoeren. Onlangs isbesloten dat ziekenhuizen het specialisme aan-melden waar de aios werkzaam is. Het Capaci-teitsorgaan hanteert voor de ramingen van hetaantal opleidingsplaatsen echter het uiteinde-
ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 111