14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. ·...

16
BUREAU VOOR OFFICIËLLE PUBLICATIES DER EUROPESE GEMEENSCHAPPEN L-2985 Luxembourg 14 CR-16-98-174-NL-C

Transcript of 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. ·...

Page 1: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

BUREAU VOOR OFFICIËLLEPUBLICATIES DER EUROPESEGEMEENSCHAPPEN

L-2985 Luxembourg

14 CR

-16-98-174-NL

-C

Page 2: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

N A T U R Ahet behoud van ons natuurlijk erfgoed

★★★

★ ★ ★★

★★

★★ EUROPESE COMMISSIE

DGXI - Milieuzaken,Nucleaire V eiligheid en Civiele Bescherming

N A T U R Ahet behoud van ons natuurlijk erfgoed

20002000

Page 3: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

I n h o u d s o p g a v eEen rijk maar kwetsbaar natuurlijk erfgoed 2

De handen ineenslaan om de biologischediversiteit in stand te houden 4

“NATURA 2000”, een grote uitdaging voor de Unie 8

“NATURA 2000” en daarna 12

2

Lope

z/B

ios

Page 4: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

e rijkdom van de Europese Unie is gebaseerd op wederzijdse eerbied voorde verscheidenheid aan entiteiten waaruit zij samengesteld is. De biologi-

sche diversiteit in de Unie, die van onschatbare biologische, esthetische en gene-tische waarde is, vormt een stuk van onze identiteit en een natuurlijk erfgoed datwij moreel verplicht zijn zorgvuldig te beheren om het aan de komende genera-ties te kunnen overdragen. Dit natuurlijk erfgoed is weliswaar nog overvloedig,maar ook kwetsbaar. Er is de Unie dan ook alles aan gelegen om het behoudervan te verzekeren.

Natuurbehoud is sinds het begin van de jaren zeventig een van de belangrijkstedoelstellingen van het milieubeleid van de Unie. De Vogelrichtlijn en vervolgensde Habitatrichtlijn vormen een stevige wettelijke grondslag voor de beschermingvan zeldzame en bedreigde planten- en diersoorten en natuurlijke habitats. Doorde Unie is meer dan 250 miljoen ecu besteed aan de totstandbrenging van hon-derden natuurbeschermingsprojecten in alle lidstaten.

De Raad van de Unie heeft thans een grote uitdaging aangegaan, namelijk de tot-standbrenging, aan de vooravond van het derde millennium, van een communau-tair netwerk van beschermde natuurgebieden. Dit “NATURA 2000”-netwerk zaleen essentiële rol spelen bij de instandhouding van onze natuurlijke hulpbronnen.

Om dit gezamenlijke project tot een succes te maken, is iedere lidstaat verant-woordelijk voor de keuze van de op zijn grondgebied aan te wenden middelen.Dezen moeten rekening houden met zowel de wetenschappelijke als de economi-sche, sociale en culturale vereisteneconomische én sociaal-culturele vereisten.Voor het welslagen van “NATURA 2000” is dus de volledige deelname en mede-werking van alle betrokken partners vereist.

De totstandbrenging van “NATURA 2000” is ook een unieke gelegenheid om aante tonen dat de zorg voor het milieu in het beleid op andere terreinen kan wordengeïntegreerd. Natuurbehoud vormt een onderdeel van de ruimtelijke ordening enis te verenigen met tal van economische activiteiten; er kan op deze manier zelfsnieuwe werkgelegenheid worden gecreëerd.

Ik hoop dat deze brochure allen die haar ter hand nemen een beter inzicht zal ver-schaffen in hetgeen met “NATURA 2000” wordt beoogd en wat er nodig is om ditnetwerk tot een succes te maken, en dat een en ander bevorderlijk zal zijn voor dedialoog over de te beschermen gebieden van communautair belang. ■

Op weg naar een verantwoordbeheer van ons natuurlijk erfgoed

D

3

Page 5: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

4

et een oppervlakte van meer dan 3 miljoen km2 en eeninwonertal van 370 miljoen beslaan de vijftien lidstaten

van de Europese Unie het grootste deel van West-Europa. Dediverse klimaatzones, bodemtypen, reliëfvormen en menselijkeactiviteiten liggen hier ten grondslag aan een grote verscheiden-heid van natuurlijke en halfnatuurlijke milieus, waarin een veel-heid aan planten- en diersoorten een leefgebied vinden.

De Europese Unie telt aldus enkele duizenden typen natuurlijkehabitats met 150 soorten zoogdieren, 520 soorten vogels, 180 soor-ten reptielen en amfibieën, 150 vissoorten, 10.000 plantensoortenen minstens 100.000 soorten ongewervelden(1). Deze cijfers getuigenvan de immense rijkdom van het Europese natuurlijke erfgoed metzijn uiteenlopende levensvormen, prachtige landschappen en onmis-kenbare levenskwaliteit.

Bedreigde soortenOndanks de bij het natuurbeschermingsbeleid van de lidstatengemaakte vorderingen lopen de populaties van talrijke soorten nogsteeds terug. Deze snelle en continue teruggang is niet alleen bijzeldzame soorten te zien. In recente studies wordt een sterke ach-teruitgang geconstateerd van de populaties van algemeen voorko-mende soorten als de tuinfluiter (Sylvia borin) of de veldleeuwerik(Alauda arvensis).

Tegenwoordig zijn de helft van alle zoogdiersoorten en een derdevan alle soorten reptielen, vissen en vogels bedreigd. Zeedieren(monniksrobben, zeeschildpadden…), die te lijden hebben ondervervuilings- en visserijproblemen die men niet in de greep krijgt,behoren tot de meest kwestbaren. De dunbekwulp en de steur zijnnu al zo zeldzaam dat zij binnenkort zouden kunnen uitsterven.Wat het plantenrijk betreft, zijn er 3 000 soorten bedreigd en staaner 27 op het punt uit te sterven.

De achteruitgang van de natuurDe spectaculaire achteruitgang van talrijke soorten is voor alles hetgevolg van de aantasting van de voor de overleving van deze soor-ten belangrijkste natuurlijke habitats. In enkele tientallen jarenheeft de intensivering van talrijke menselijke activiteiten (land-bouw, bosbouw, industrie, energiewinning, vervoer, toerisme…)geresulteerd in het verlies of de versnippering van natuurlijke leef-milieus, waardoor voor wilde flora en fauna op het communautairegrondgebied maar weinig plaats overblijft.

Aldus zijn de rivierecosystemen en estuaria - voor talrijke soortenvan vitaal belang - in geheel Europa sterk achteruitgegaan. Andereleefmilieus van grote biologische waarde beslaan nog maar eengering gedeelte van hun oorspronkelijk areaal. Heidegronden, step-pen en veengronden zijn, naar gelang de lidstaat, met 60 à 90%ingekrompen. Sinds het begin van deze eeuw is 75% van de duinenin Frankrijk, Italië en Spanje verdwenen.

Traditionele landbouw, akkerbouw en veeteelt hebben eeuwenlanghalfnatuurlijke habitats in stand gehouden. Dat men deze agra-rische activiteiten steeds meer de rug toekeert, heeft tot een alge-mene verarming van de biologische diversiteit en de verscheiden-heid aan landschappen geleid. ■

(1) Environment in theEuropean Union 1995,Report for the review of theFifth Environmental ActionProgramme - EuropeanEnvironment Agency, EEACopenhagen, 1995.

Een rijk maar kwetsbaarnatuurlijk erfgoedM

■ Alpienebiogeografische regio

©P

atrim

onio

©Le

gam

bien

te©

Hal

leux

/Bio

s

Page 6: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

5

■ Atlantische biogeografische regio

■ Macaronesiscebiogeografische regio

■ Continentalebiogeografische regio

■ Mediterranebiogeografische regio

■ Borealebiogeografische regio

©N

orbe

rg©

Sch

ulz/

Bio

Fev

e/B

ios

Page 7: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

er bevordering van een beter beheer van het natuurlijk erfgoedis de Gemeenschap geleidelijk aan een beleid tot instandhou-

ding van de natuur op haar grondgebied gaan voeren. In 1973 wor-den in het eerste “Actieprogramma voor het milieu” de prioriteitenvastgelegd. Tien jaar later zien de eerste specifieke financieringsins-trumenten voor natuurbescherming het licht.Door de achtereenvolgende herzieningen van de Verdragen zijn dejuridische grondslagen van dit beleid steeds sterker geworden. HetVerdrag van Maastricht voert in 1992 de verplichting in om debescherming van het milieu tot integrerend onderdeel van allebeleidssectoren van de Europese Unie te maken. Het vijfdeMilieuactieprogramma noemt de bescherming van de natuur en vande biologische diversiteit als twee van zijn centrale actiethema’s.De communautaire wetgeving berust op twee teksten: deVogelrichtlijn(1) en de Habitatrichtlijn(2). Deze twee richtlijnenbeogen de instandhouding van de natuurlijke leefmilieus en de wildeflora en fauna, voornamelijk via de totstandbrenging van eenEuropees netwerk van beschermde gebieden.

(1)Richtlijn 79/409/EEGvan de Raad van 2 april1979 inzake hetbehoud van de vogel-stand.

(2)Richtlijn 92/43/ EEGvan de Raad van 21mei 1992 inzake deinstandhouding van denatuurlijke habitats ende wilde flora en fauna.

De handen ineenslaan om de biologi-sche diversiteit in stand te houden

T

6

Paj

ard

Page 8: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

De Vogelrichtlijn, een eerstestap om de achteruitgang vansoorten een halt toe te roepen

De in 1979 goedgekeurde Vogelrichtlijn heeft debescherming op langere termijn en het beheer vanalle op het communautaire grondgebied in het wildlevende vogels en hun habitats ten doel.

De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de instand-houding van al deze vogelsoorten en in het bijzon-der de trekvogels, een gemeenschappelijk erfgoedvan alle Europeanen. Zij moeten de verschillendenatuurlijke habitats die het leefmilieu van de wildevogels vormen, instandhouden.

Voor 181 soorten en ondersoorten werden vanwegehun geringe populatie en/of hun beperkt versprei-dingsgebied, specifieke beschermingsmaatregelengenomen. De lidstaten moeten de hiertoe meestgeschikte gebieden als speciale beschermingszonesaanwijzen. Welbekende vogelsoorten als de ooie-vaar, de kraanvogel en de vale gier hebben baat bijdeze maatregelen.Hoewel meer dan 1.600 gebieden, met een totaleoppervlakte ter grootte van de Benelux (meer dan100.000 km2), thans als “speciale beschermingszo-nes” te boek staan, blijven er in de meeste lidstatennog tal van gebieden van ornithologisch belangover die behouden moetn worden.

De Habitatrichtlijn, eengemeenschappelijk kader terbevordering van de biologi-sche diversiteitDeze in 1992 - het jaar van de topconferentie teRio over milieu en ontwikkeling - goedgekeurderichtlijn is het voornaamste stuk wetgeving van deGemeenschap ter bevordering van de biologischeverscheidenheid. Deze richtlijn houdt de verplich-ting in om van communautair belang geachtehabitats en soorten in stand te houden. Iedere lid-staat moet op zijn grondgebied de gebieden dievoor het behoud van de onder de richtlijn val-lende habitats en soorten het belangrijkst zijnidentificeren en vervolgens aanwijzen als specialebeschermingszones. Met betrekking tot dezezones worden dan juridische of contractuelemaatregelen genomen of worden eventueelbeheersplannen opgesteld om deze zones op lan-gere termijn te behouden, waarbij menselijke acti-viteiten geïntegreerd worden vanuit een optiekvan duurzame ontwikkeling.Al deze door de lidstaten aangewezen specialebeschermingszones tezamen zullen het Europesenetwerk van beschermde gebieden, “NATURA2000”, vormen. Ook alle speciale beschermingszo-nes van de Vogelrichtlijn behoren tot dit netwerk.Iedere lidstaat kan zelf kiezen welke middelen hijop zijn grondgebied wil aanwenden om uitvoeringte geven aan dit gezamenlijk project. Harerzijdsbiedt de Commissie de helpende hand bij de tot-standbrenging van dit netwerk en zorgt zij ervoordat de doelstellingen die gezamenlijk vastgelegdwerden, werkelijk bereikt worden. ■

7

©K

lein

/Bio

s

Page 9: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

Habitats en soorten van communautairbelangDit begrip dekt bijvoorbeeld heide- en veengronden, duinen, kust-en zoetwaterhabitats… stuk voor stuk habitattypen waarvan hetnatuurlijk verspreidingsgebied op het communautaire grondgebiedzeer beperkt is of sterk achteruit is gegaan. Maar het omhelsteveneens natuurlijke leefmilieus die zeer bijzonder en representa-tief zijn voor een van de zes biogeografische regio’s van deEuropese Unie (larikswouden in de Alpen, schorren van hetAtlantische kustgebied…). In totaal zijn er bijna 200 typen habitatdie door de richtlijn als “zijnde van communautair belang” wordenaangemerkt.

Van de als van communautair belang beschouwde soorten zijn ersommige die met uitsterven worden bedreigd, alsmede bepaaldeendemische soorten. De richtlijn somt bijna 200 diersoorten enmeer dan 500 plantensoorten op wier leefmilieu beschermingbehoeft. Om rekening te houden met verschillen tussen de lidsta-ten geldt er voor sommige van communautair belang geachtesoorten een uitzonderingsclausule, die wordt toegepast in diegevallen waarin van een levensvatbare populatie sprake is (bij-voorbeeld in het geval van de lynx in Finland).

Spoedmaatregelen voor bepaalde priori-taire leefmilieus en soortenDe Europese Unie heeft een bijzondere verantwoordelijkheidvoor het behoud van natuurlijke habitats die dreigen te verdwij-nen (zeegrasvelden, lagunes, ooibossen…) en van soorten diemet uitsterven worden bedreigd (veelvraat, monniksrob ...). Dezeals prioritair aangemerkte habitats en soorten komen voorurgente beschermingsmaatregelen in aanmerking.Het Europese netwerk “NATURA 2000” zal representatieve delenomvatten van alle van communautair belang geachte natuurlijkehabitats en van de prioritaire habitats in het bijzonder. Alduswordt aan alle van communautair belang zijnde dier- en planten-soorten een zodanige bescherming verzekerd dat hun voortbe-staan op langere termijn wordt gegarandeerd.Sinds de inwerkingtreding van deze richtlijnen zijn de natuurlijkeleefmilieus en soorten in kwestie verder geëvolueerd. De weten-schappers zullen de inmiddels getroffen maatregelen daarommoeten evalueren om de Europese Commissie en de lidstaten instaat te stellen de richtlijnen, na overleg met de gespecialiseerdecomités (Habitat-comité en Ornis-comité), aan te passen. ■

Tha

uron

t

Page 10: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

Definities

Ar t. 1 Voornaamste begrippen: behoudstoestand, prio-ritaire habitats of soorten of habitats en soortenvan communautair belang…

Ar t. 2 Doelstellingen van de richtlijn

Instandhouding v an de natuurlijke habitatsen de habitats v an soor ten

Ar t. 3 Definitie van het “NATURA 2000”-netwerkAr t. 4 Opstellen van nationale lijsten van gebieden die

van communautair belang worden geacht en aan-wijzing van speciale beschermingszones (SBZ)

Ar t. 5 Rol van de Raad bij de aanwijzing van gebiedenvan communautair belang op voorstel van deCommissie

Ar t. 6 Beschermingsmaatregelen en beheersplannen inde SBZ

Ar t. 7 Verplichtingen met betrekking tot de specialebeschermingszones (Vogelrichtlijn)

Ar t. 8 Instandhouding en communautaire medefinan-ciering

Besc herming v an de soor ten

Ar t. 12 Maatregelen ter bescherming van bedreigdet/m 16 planten- en diersoort

Overig e bepaling en

Ar t. 20 Rol van het Habitat-comitét/m 21

Bijla ge I Natuurlijke en halfnatuurlijke habitats voor deinstandhouding waarvan SBZ moeten wordenaangewezen

Bijla ge II Planten- en diersoorten voor de instandhoudingwaarvan SBZ moeten worden aangewezen

Bijla ge III Criteria voor de selectie van als SBZ aan temerken gebieden

Bijla ge IV Planten- en diersoorten die een striktebescherming behoeven

Bijla ge V Planten- en diersoorten waarvan de onttrek-king aan de natuur en de exploitatie aan con-trolemaatregelen onderhevig zijn

Bijla ge VI Wijzen van vangst, doding en vervoer die ver-boden zijn

D e H a b i t a t r i c h t l i j n i n h e t k o r t

9

©R

oche

/Bio

s

©P

erno

t/Bio

s

Page 11: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

Specialebeschermingszones

NetwerkNATURA

2000

Specialebeschermings-

zones

Communautairelijst der

gebieden

Nationalelijst der

gebieden

Bijlage I:Habitat types

Bijlage II:Soorten

Habitatrichtlijn

VogelrichtlijnNATURA 2000 NETWERKNATURA 2000 NETWERK

10

e totstandbrenging van het “NATURA 2000”-netwerk vormtde spil van het communautaire natuurbeschermingsbeleid

en een grote uitdaging voor de vijftien lidstaten. De totstandbren-ging van een waaier van maatregelen voor doeltreffende bescher-ming en beheer van de natuurgebieden in kwestie is een forseonderneming, welke enerzijds de medewerking van alle nationaleen plaatselijke betrokkenen en anderzijds een nauwgezette selectievan de in aanmerking komende gebieden op communautair niveauvereist. Om deze grootschalige operatie tot een goed einde te kun-nen brengen, moeten de Europese Commissie en de vijftien lidsta-ten in drie etappes te werk gaan.

Eerste fase: opstellen van de nationalelijsten

De onder de Habitatrichtlijn vallende habitats en soorten wordenals bedreigd of kwetsbaar io Europees niveau erkend. De kennisover hun verspreiding en behoudstoestand in iedere lidstaat looptechter uiteen. De eerste fase van het aanwijzingsproces bestaat dusvoor iedere lidstaat in een nauwkeurige wetenschappelijke evalua-tie op nationale schaal van elke habitat of soort van communautairbelang. Uitgaande hiervan, worden de belangrijke gebieden gesele-cteerd en voorgesteld in de vorm van een aan de EuropeseCommissie voor te leggen nationale lijst.

“Natura 2000”, een groteuitdaging voor de UnieD

Page 12: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

11

Een eerste selectie van deze gebieden vindt plaatsaan de hand van de volgende gemeenschappelijkecriteria: representativiteit, ecologische kwaliteitvan de habitat, omvang en dichtheid van debetrokken populaties, mate van isolement tenopzichte van de rest van het natuurlijke versprei-dingsgebied, oppervlakte van de biotoop…

Tweede fase (overleg): aanwij-zing van de gebieden van com-munautair belangIn de tweede fase worden, met de hulp van hetthematisch centrum “Natuur” van het EuropeesMilieuagentschap, de gebieden van communau-tair belang geselecteerd welke tezamen het netw-erk “NATURA 2000” zullen vormen. Deze selectievindt plaats onder leiding van de EuropeseCommissie, in samenwerking met de lidstaten.Ieder op een nationale lijst geplaatst gebiedwordt beoordeeld aan de hand van zijn relatievewaarde, zijn belang als trekroute of grensover-schrijdend natuurgebied, zijn totale oppervlakte,het eventueel naast elkaar bestaan van diversetypen habitats en soorten, en tenslotte van devraag hoe uniek dit gebied voor de biogeografi-sche regio is. Op de nationale lijsten geplaatstegebieden waar prioritaire habitats of soortenvoorkomen, worden als gebieden van commu-nautair belang geselecteerd.Mocht een lidstaat nagelaten hebben een gebiedvan uitzonderlijke betekenis voor te stellen, dankan de Commissie voorstellen dit alsnog aan delijst toe te voegen, mits op basis van wetenschap-pelijke gegevens kan worden aangetoond dat ditgebied van essentieël belang is voor het behoud

van de in de Europese richtlijnen bedoelde habi-tats of soorten. Na overleg met de lidstaat inkwestie, valt de definitieve beslissing toe aan deRaad van de Europese Unie, met eenparigheidvan stemmen.

Slotfase: aanwijzing van despeciale beschermingszonesWanneer een gebied als gebied van communau-tair belang wordt geselecteerd, zijn de lidstatenverplicht dit binnen een termijn van zes jaar enuiterlijk in 2004 als speciale beschermingszoneaan te wijzen. Hierbij moet prioriteit wordengegeven aan de ernstigst bedreigde of uit natu-urbehoudsoogpunt meest belangrijke gebieden.Deze zesjarige periode zal door de lidstaten wor-den benut om geleidelijk aan de vereistebeschermings- en beheersmaatregelen in dezegebieden door te voeren.

Het bijzondere geval van deVogelrichtlijnDe Vogelrichtlijn voorziet eveneens in de aanwi-jzing van gebieden met het oog op het behoudvan de habitats van de meest bedreigde vogelso-orten alsmede van trekkende soorten. In dezerichtlijn wordt bijzondere betekenis gehecht aande bescherming van waterrijke gebieden. Allegebieden worden evenwel door de lidstaten ine-ens (dus zonder fasering) als speciale bescher-mingszones aangewezen. Zij worden dan recht-streeks in het “NATURA 2000”-netwerkopgenomen. De beschermingsdoelstellingen zijnvergelijkbaar met die voor de speciale bescher-mingszones van de Habitatrichtlijn. ■

PN

RB

allo

nsde

sV

osge

s

Page 13: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

Enkele vragen die “Natura2000” bij u oproeptDient het “NATURA 2000”-netwerkertoe, reservaten voor bedreigdesoorten en habitats te creëren?

De Habitatrichtlijn draagt bij tot de algemenedoelstelling van duurzame ontwikkeling.Deze richtlijn heeft ten doel het behoud vande biologische diversiteit te bevorderen, zon-der hierbij de wetenschappelijke, economi-sche, sociale, culturele en regionale vereistenuit het oog te verliezen. Het “NATURA 2000”-netwerk is dus niet geconcipieerd om natuur-reservaten in het leven te roepen waar iederemenselijke activiteit stelselmatig verboden is.Voor de instandhouding van de biologischediversiteit in de aangewezen gebieden kanhet nodig zijn de menselijke aanwezigheid tehandhaven en zelfs te stimuleren. Zo moetenbepaalde typen grasland gemaaid of begraasdworden om niet te verruigen, waardoor

bepaalde bedreigde soorten zouden verdwijnen.

Het menselijk ingrijpen moet echter wel verenigbaar blijven met denagestreefde bescherming van de aangewezen gebieden. Daarommoeten de lidstaten, bij het opstellen van de beheersmaatregelen,iedere in het gebied plaatsvindende activiteit evalueren, teneindeelke achteruitgang van de habitats of bedreiging voor de soortenwaarvoor het gebied is aangewezen, te vermijden.

Wat zijn de beheersverplichtingen voorde “NATURA 2000”-gebieden?

Op grond van artikel 6 van de richtlijndienen de lidstaten behoudsmaatrege-len te treffen. De zekerste manier ondit doel te verwezenlijken lijken speci-fiek op de gebieden in kwestie toege-sneden of in andere bestemmings-plannen geïntegreerde beheer-splannen. Aan de hand van deze plan-nen kan men met name de na te stre-ven doelstellingen preciseren, eventu-ele moeilijkheden met eigenaren ofgebruikers van het gebied ondervan-gen en oplossen, bepalen welke mid-delen moeten worden aangewend enwerk maken van een langere-termijn-planning voor het beoogde behoud.

Het staat iedere lidstaat vrij zijn eigenwerkmethoden en maatregelen vast testellen, maar de gekozen maatregelen– of deze nu van wettelijke, bestuurs-rechtelijke of contractuele aard zijn -

12

© Kovacs

©T

haur

ont

Page 14: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

moeten er in elk geval voor zorgen dat de gebieden in kwestie er nietverder op achteruitgaan, wel integendeel.

Zijn nieuwe projecten of activiteiten nogmogelijk in een “NATURA 2000” gebied?

Artikel 6 van de richtlijn laat hieromtrent geen twijfel bestaan: voorelk plan of project dat significante gevolgen voor een “NATURA2000”-gebied kan hebben, moet rekening worden gehouden met denatuurwaarden die voor de opneming van dit gebied in het netwerkbepalend zijn geweest. Er moet dus een passende evaluatie plaatsvin-den van de gevolgen van dit project voor de behoudsdoelstellingenvan het gebied. Niets belet de nationale autoriteiten om de activiteitin kwestie in het gebied toe te staan indien de evaluatie geen kwalijkegevolgen voor het gebied aan het licht brengt.

In het tegengestelde geval en indien er geen alternatieve oplossingkan worden gevonden, kan de activiteit in kwestie in het gebied alleendan doorgang vinden indien deze van groot openbaar belang wordtverklaard. De lidstaat neemt dan alle nodige compenserende maatre-gelen en stelt de Europese Commissie hiervan in kennis. Mocht hetevenwel zo zijn dat een gebied prioritaire habitats of soorten herbergt,dan kan een vergunning alleen worden afgegeven om redenen vangroot openbaar belang die verband houden met de volksgezondheidof de veiligheid van de bevolking of het milieu. Indien er andere dwin-gende redenen van groot openbaar belang in het spel zijn, moet hetadvies van de Commissie worden ingewonnen.

Hoeveel gaat het beheer van “NATURA2000” kosten?Krachtens artikel 8 van de richtlijn maakt iedere lidstaat een schat-ting van de bedragen die nodig zijn voor het behoud van gebiedenmet prioritaire habitats of soorten en stelt hij de EuropeseCommissie hiervan in kennis. De Commissie dient financieel bij tedragen tot essentiële beschermingsmaatregelen van tot “NATURA2000” behorende gebieden.Sinds het begin van de jaren tachtig financiert de EuropeseCommissie natuurbeschermingsprojecten in de lidstaten. Het hui-dige communautaire fonds LIFE participeert reeds in de totstand-brenging van “NATURA 2000” en financiert daartoe acties in de toe-komstige delen van het netwerk. Het onderdeel “natuur” van debeschikbare LIFE middelen zullen uiteindelijk echter niet vol-doende zijn om in de behoeften van alle tot het netwerk behorendegebieden te voorzien.Door integratie van het milieubeleid in de overige communautairebeleidssectoren zullen verdere middelen moeten worden vrijge-maakt. Nu al is het zo dat via milieumaatregelen in de landbouwfinancieel tot het beheer van bijzondere natuurgebieden door land-bouwers wordt bijgedragen. Evenzo steunen de Structuurfondsen,het Cohesiefonds en verscheidene communautaire initiatievenmaatregelen die erop gericht zijn natuurgebieden economisch tedoen renderen. ■

13

© Dham

© Pajard

Page 15: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

oor mee te werken aan de totstandbrenging van het“NATURA 2000”-netwerk en de onderlinge verbindingen

tussen de ertoe behorende gebieden, wil de Commissie degeloofwaardigheid van de Unie bij het nakomen van haar inter-nationale verplichtingen onderstrepen.

Op het gebied van natuurbehoud vormen de Habitatrichtlijn ende Vogelrichtlijn de hoofdpijlers van de communautaire bijdragetot de instandhouding van de biologische diversiteit, zoals voor-geschreven bij het Verdrag van Rio (1992) en eerder bij hetVerdrag van Bern inzake het behoud van wilde dieren en plantenen hun natuurlijk leefmilieu in Europa (1979). Deze richtlijnenbeantwoorden ook aan de algemene beginselen van meer speci-fieke verdragen, zoals de Overeenkomst inzake het behoud vanwaterrijke gebieden (Ramsar, 1971) en het Verdrag inzake de bes-cherming van trekkende wilde diersoorten (Bonn, 1979), en vanmeer regionaal georiënteerde verdragen zoals dat van Helsinkivoor de Oostzee (1974), dat van Barcelona voor het MiddellandseZeegebied (1976) en het Alpenverdrag (1991).

“Natura 2000” en daarna…D

14

©B

ertr

and/

Bio

s

©D

ejon

ghe/

Que

tzal

Page 16: 14 CR-16-98-174-NL-Cec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000/... · 2016. 5. 27. · levende vogels en hun habitats ten doel. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor

De totstandbrenging van “NATURA 2000”vormt een onderdeel van het grotere geheelvan communautaire milieumaatregelen.

Overeenkomstig de tijdens de topconferen-tie van Rio (1992) aangegane verplichtingenontwikkelt de Unie een scala aan verschil-lende instrumenten waarmee een groteremate van ecologische verantwoordelijkheidwordt betracht in alle betrokken sectoren enop alle niveaus van onze samenleving: inte-gratie van het milieuaspect in het gemeen-schappelijk landbouwbeleid, industriëlemilieukeuren, milieueffectstudies…

Tevens intensiveert de Unie haar rol bijacties en internationale samenwerking methet oog op duurzame ontwikkeling, vooralmet onze nabuurlanden in Midden- enOost-Europa. ■

Indien u op de hoogte wenst te blij-ven van de door de EuropeseCommissie ontplooide natuurbe-schermingsactiviteiten, gelieve uzich, onder vermelding van uw volle-dige adres en de door u gekozen taal(Duits, Engels of Frans) tot onders-taand adres te wenden:

Europese CommissieDG XI.D.2 - Natuurbescherming,kustgebieden en toerisme -TRMF 02/04200, Wetstraat, 200B - 1049 BRUSSELFax : + 32.2.296 95 56

U zult dan gratis, driemaal per jaar,de informatiebrief “NATURA 2000”ontvangen.

U kunt de gewenste inlichtingen ookvinden op het volgende adres van deINTERNET-server van de Commissie:

http://europa.eu.int/comm/dg11/nature/home.htm

15

Omslagfotos : © Bertrand/Bios, Boutin/Bios,Cornuet, Bringard/Bios, Dejonghe/ Quetzal

Tekenaar : Manuel Manolos