De euro in een uitgebreide Europese Unieec.europa.eu/economy_finance/publications/pages/... · •...

4
Een gemeenschappelijke markt… • Duurzame economische en sociale vooruitgang om de gezondheid, de welvaart en een veelbelovende toekomst te verzekeren voor alle Europeanen, behoort al sinds de ondertekening van het Verdrag van Rome in 1957 tot de fundamentele doelstellingen van de Europese Unie. Een verregaande integratie in tal van beleidsdomeinen is van groot belang geweest om dit doel te bereiken. De gemeenschappelijke markt, de Economische en Monetaire Unie (EMU) en de uitbreiding tot een Europa van 25 zijn belangrijke stappen geweest in een integratieproces dat wezenlijke sociale en economische voordelen met zich heeft meegebracht en de positie van de EU in de wereld heeft versterkt. … met een gemeenschappelijke munt… • De invoering van de euro is een mijlpaal in de geschiedenis van de Unie en de omvangrijkste monetaire omschakeling ooit. De euro is de concrete verwezenlijking van de EMU. Hij bouwt verder op het succes van de gemeenschappelijke markt en draagt in grote mate bij tot de economische stabiliteit die nodig is voor verdere groei. De euro wakkert niet alleen concurrentie en innovatie aan, hij komt ook de consument ten goede en maakt middelen vrij voor andere domeinen, zoals sociaal welzijn en onderwijs. Ook versterkt hij Europa op politiek en economisch vlak. … voor een hechtere Unie • De EMU is echter geen eenmalige gebeurtenis — de samenwerking op economisch gebied door de landen van de eurozone gaat voortdurend verder. Ook de nieuwe lidstaten hebben zich er in de Toetredingsverdragen toe verbonden tot de EMU en de euro toe te treden. Om van deze intrede in de eurozone een succes te maken, moeten ze hun economieën zorgvuldig op die van de bestaande leden afstemmen. Die economische afstemming, of „convergentie”, is een nieuwe stap op weg naar een hechtere Europese integratie. De euro in een uitgebreide Europese Unie De euro in een uitgebreide Europese Unie Van fragmentatie naar integratie

Transcript of De euro in een uitgebreide Europese Unieec.europa.eu/economy_finance/publications/pages/... · •...

Page 1: De euro in een uitgebreide Europese Unieec.europa.eu/economy_finance/publications/pages/... · • voor het economische beleid van de lidstaten, omdat door multilateraal toezicht

€€

€€

� �

��

��

��

��

Een gemeenschappelijke markt…• Duurzame economische en sociale vooruitgang om de gezondheid, de welvaart en een

veelbelovende toekomst te verzekeren voor alle Europeanen, behoort al sinds deondertekening van het Verdrag van Rome in 1957 tot de fundamentele doelstellingen van deEuropese Unie. Een verregaande integratie in tal van beleidsdomeinen is van groot belanggeweest om dit doel te bereiken. De gemeenschappelijke markt, de Economische enMonetaire Unie (EMU) en de uitbreiding tot een Europa van 25 zijn belangrijke stappengeweest in een integratieproces dat wezenlijke sociale en economische voordelen met zichheeft meegebracht en de positie van de EU in de wereld heeft versterkt.

… met een gemeenschappelijke munt…• De invoering van de euro is een mijlpaal in de geschiedenis van de Unie en de omvangrijkste monetaire

omschakeling ooit. De euro is de concrete verwezenlijking van de EMU. Hij bouwt verder op het succes van degemeenschappelijke markt en draagt in grote mate bij tot de economische stabiliteit die nodig is voor verderegroei. De euro wakkert niet alleen concurrentie en innovatie aan, hij komt ook de consument ten goede en maaktmiddelen vrij voor andere domeinen, zoals sociaal welzijn en onderwijs. Ook versterkt hij Europa op politiek eneconomisch vlak.

… voor een hechtere Unie• De EMU is echter geen eenmalige gebeurtenis — de samenwerking op economisch gebied door de landen van de

eurozone gaat voortdurend verder. Ook de nieuwe lidstaten hebben zich er in de Toetredingsverdragen toeverbonden tot de EMU en de euro toe te treden. Om van deze intrede in de eurozone een succes te maken, moetenze hun economieën zorgvuldig op die van de bestaande leden afstemmen. Die economische afstemming, of„convergentie”, is een nieuwe stap op weg naar een hechtere Europese integratie.

De euro in een uitgebreide Europese UnieDe euro in een uitgebreide Europese UnieVan fragmentatie naar integratie

Page 2: De euro in een uitgebreide Europese Unieec.europa.eu/economy_finance/publications/pages/... · • voor het economische beleid van de lidstaten, omdat door multilateraal toezicht

Hoe groter de EU, hoe groter de voordelenHaar gestage uitbreiding leverde de EU belangrijke schaalvoordelen op. Dat komtin de eerste plaats door de gemeenschappelijke markt. Sinds de oprichting is dehandel binnen de EU enorm toegenomen. Daarbij werd ruim 900 miljard euroextra welvaart gegenereerd, kwamen er 2,5 miljoen nieuwe banen bij, stegen debuitenlandse investeringen en verbeterde de EU haar concurrentiepositie op deinternationale markten. Door bij te dragen aan een meer economische efficiëntie

en stabiliteit, levert de euro, een gemeenschappelijke munt voor de gemeenschappelijkemarkt, nog extra voordelen op:

• voor de samenleving, omdat prijsstabiliteit en een lage inflatie resulteren in minder economische zorgen voor deconsument, een betere langetermijnplanning voor het bedrijfsleven en meer sociale cohesie;

• voor het economische beleid van de lidstaten, omdat door multilateraal toezicht en een gemeenschappelijke fiscalediscipline grove fouten kunnen worden voorkomen;

• voor consumenten en bedrijven, omdat de kracht en beschikbaarheid van de euro de concurrentie tussen dekredietverschaffers opdrijven. De rentevoeten dalen als gevolg, zodat er meer kapitaal vrijkomt voor andere doeleinden;

• voor ondernemingen, omdat de euro het wisselkoersrisico uitschakelt, waardoor grensoverschrijdende transactiesgoedkoper worden en de handel bloeit;

• voor het bedrijfsleven als dusdanig, omdat het vrije verkeer van kapitaal binnen de gemeenschappelijke marktgrensoverschrijdende investeringen, of directe buitenlandse investeringen (DBI’s), stimuleert.

In 1999 werd de euro ingevoerd in de elf stichtende lidstaten van de eurozone: België, Duitsland, Finland, Frankrijk,Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje. Griekenland volgde in 2001, wat het aantal ledenop twaalf bracht. Op 1 januari 2002 werden de euromuntstukken en -biljetten ingevoerd tijdens de grootste monetaireomschakeling ooit. De eurozone telt momenteel 305 van de 451 miljoen inwoners van de EU-25, en haar omvang enstabiliteit maken van de euro een aantrekkelijke, internationale munt. Voor buitenlandse regeringen is de euro dankzijzijn liquiditeit, convertibiliteit en stabiliteit interessant voor leningen en als reservemunt.

Een kans voor de nieuwe lidstatenDe tien nieuwe lidstaten hebben zich er in hun Toetredingsverdragen toe verbonden tot de EMU en de euro toe tetreden. Momenteel zijn zij lid van de EMU „met een ontheffing”. Ze zullen overschakelen op de euro zodra hun nationaleeconomieën de convergentiecriteria halen. De voordelen van de euro zullen nog veelomvattender zijn in de nieuwelidstaten, omdat hun economieën in een overgangsfase zitten en de EMU er voor een groter groei-effect zal zorgen.• Het vooruitzicht van toetreding zorgde voor heel wat investeringen (DBI’s), voornamelijk vanuit de EU. De euro kan

deze DBI-stromen mee instandhouden, door transactiekosten en wisselkoersrisico’s uit te schakelen, en zo de groei-impuls te bewaren.

• Integratie in de eurozone kan de handel met landen zowel binnen als buiten de EU bevorderen, niet alleen door detransactiekosten op te heffen, maar ook door de lokale export mee te laten delen in de stabiliteit engeloofwaardigheid van een economische wereldmacht. Meer handel zorgt op zijn beurt voor meer werkgelegenheiden groei.

• De EMU en de euro maken geld lenen goedkoper. Daardoor wordt het voor het plaatselijke bedrijfsleven gemakkelijkerom te investeren in nieuwe installaties en infrastructuur, wat resulteert in een betere concurrentiepositie en meerwerkgelegenheid voor hoger opgeleiden.

Zorgvuldige convergentieDe economieën van de nieuwe lidstaten zijn aan een inhaalslag bezig en groeien sneller dan de rest van de EU. Tochblijven er nog problemen, zoals een hoge werkloosheid en een lage productiviteit. Die zullen afnemen naarmate deeconomische groei vordert, en de toetreding van deze landen tot de eurozone zal het inhaalproces versnellen. Voorhet zover is, dienen de nieuwe lidstaten echter eerst hun economieën op die van de eurozone af te stemmen. Zemoeten een beleid uitstippelen dat tot convergentie leidt voor een aantal economische indicatoren — de criteria vanMaastricht. De criteria van Maastricht vormen de context voor het stabiliteits- en groeipact dat het economische beleidvan de lidstaten van de eurozone vandaag bepaalt. Het pact helpt bij het instandhouden van een stabiele en duurzameeconomie in de eurozone. Dat de economieën van de nieuwe lidstaten convergeren voor ze overstappen op de eurois cruciaal voor de geloofwaardigheid van hun beleid en de duurzaamheid van het inhaalproces. De EMU en de eurozullen tal van voordelen opleveren, maar het pad naar de eurozone moet met zorg worden bewandeld.

€€

€€

Page 3: De euro in een uitgebreide Europese Unieec.europa.eu/economy_finance/publications/pages/... · • voor het economische beleid van de lidstaten, omdat door multilateraal toezicht

De weg naar de eurozoneVoor een stabiele, gezonde en duurzameeconomie: de criteria van Maastricht

De EU definieerde de criteria van Maastricht als de originele voorwaarden voor toetreding tot de eurozone door degrondleggende lidstaten. Door zich aan die criteria te houden, zorgen ze ervoor dat hun economieën voldoendeop elkaar zijn afgestemd om binnen de eurozone voor duurzaamheid en stabiliteit te zorgen. Toekomstige ledenvan de eurozone dienen aan dezelfde criteria te voldoen, zoals hieronder en in tabel 1 beschreven:• een inflatiepercentage dat niet meer dan 1,5 % hoger ligt dan dat van de drie lidstaten met de beste

resultaten op het vlak van prijsstabiliteit;• een algemeen overheidstekort dat niet meer dan 3 % van het BBP bedraagt en bijgevolg getuigt van gezonde

overheidsfinanciën;• een staatsschuld die minder dan 60 % van het BBP bedraagt of die voldoende afneemt en dit percentage in

bevredigend tempo benadert. Dit is een maat voor de duurzaamheid van de overheidsfinanciën op langetermijn;

• een langetermijnrentevoet die niet meer dan 2 % hoger mag liggen dan die van de drie lidstaten met de besteresultaten op het vlak van prijsstabiliteit. Dit is een teken van duurzaamheid en geloofwaardigheid;

• een stabiele wisselkoers. Die blijkt uit een vrij probleemloze deelneming aan het wisselkoersmechanismeWKM 2 evenals uit een koers die gedurende de twee jaar voor de omschakeling naar de euro in de buurt vande centrale wisselkoers blijft. Op deze manier worden de sterkte van de economie en de stabiliteit van dewerkelijke convergentie gemeten, omdat het aantoont dat de overheid de economie onder controle kanhouden zonder tot devaluatie te moeten overgaan.

Tabel 1 toont in welke mate de nieuwe lidstaten in 2003 (1) aan de criteria van Maastricht beantwoordden. Dezecriteria meten de „nominale convergentie”, die de onderliggende „werkelijke convergentie” weergeeft — deconvergentie op het vlak van het concurrentievermogen, de vaardigheden van de arbeidskrachten, de integratie vande financiële sector en een aantal andere socio-economische factoren. De leden van de eurozone moeten zich opeen voldoende grote werkelijke convergentie kunnen beroepen, om tegen mogelijke economische schokkenbestand te zijn. De groei naar het lidmaatschap van de eurozone is geen wedstrijd. Een volwaardige deelname aande EMU en de euro zal veel extra voordelen opleveren — maar enkel voor een goed voorbereide economie.

Tabel 1: De convergentiecriteria van Maastricht in de nieuwe lidstaten

(1) De gegevens van tabel 1 werden overgenomen uit de periodieke convergentieverslagen, die om de twee jaar of op verzoek van debetrokken lidstaten door directoraat-generaal Economische en financiële zaken worden samengesteld.

(2) Zie bovenstaande toelichting bij de wisselkoerscriteria.

1,8 %

2,0 %

2,1 %

4,9 %

– 0,2 %

6,5 %

2,6 %

2,5 %

4,1 %

8,4 %

< 2,4 %

12,6 % 37,8 %

– 3,1 % 5,3 %

6,4 % 70,9 %

1,5 % 14,4 %

1,9 % 21,4 %

6,2 % 59,1 %

9,7 % 71,1 %

3,9 % 45,4 %

2,0 % 29,4 %

3,7 % 42,6 %

< 3,0 % < 60 %

4,7 %

4,6 %

5,2 %

5,0 %

4,7 %

8,1 %

4,7 %

6,9 %

5,2 %

5,1 %

< 6,4 %

Bron: Rapport van de Commissie. Convergentierapport 2004, COM(2004) 690.

Hoe wordt het gemeten:

Inflatiepercentage van de consumptieprijzen

Overheidstekortals % van BBP

Staatsschuldals % van BBP

Langetermijnrentevoet Wisselkoersstabiliteit

Convergentiecriteria

Tsjechische Republiek

Estland

Cyprus

Letland

Litouwen

Hongarije

Malta

Polen

Slovenië

Slowakije

Referentiewaarden vande eurozone

Bij toetreding tot WKM 2

Toetreding 28.6.04

Toetreding 2.5.05

Toetreding 2.5.05

Toetreding 28.6.04

Bij toetreding tot WKM 2

Toetreding 2.5.05

Bij toetreding tot WKM 2

Toetreding 28.6.04

Bij toetreding tot WKM 2

< 1,5 % meer dan de 3 best

presterende lidstatenNiet meer dan 3 % Niet meer dan 60 % < 2 % meer dan de 3 best

presterende lidstaten

Deelnemingaan WKM 2 gedurende

2 jaar (2)

Wat wordt gemeten: PrijsstabiliteitGezonde

overheidsfinanciënDuurzame

overheidsfinanciënDuurzaamheid

van de convergentieStabiele

convergentie

Page 4: De euro in een uitgebreide Europese Unieec.europa.eu/economy_finance/publications/pages/... · • voor het economische beleid van de lidstaten, omdat door multilateraal toezicht

Uit tabel 1 blijkt dat een aantal nieuwe lidstaten in 2003 aan enkele van de criteria van Maastrichtbeantwoordden, hoewel dit van jaar tot jaar kan veranderen. Toch kunnen de nieuwe lidstaten op hun weg naarde eurozone met problemen en conflicten te maken krijgen, doordat ze tegelijkertijd trachten om huneconomieën te doen groeien en aan de criteria van Maastricht te voldoen.• Hoewel de nieuwe lidstaten hun inflatie op een succesvolle manier hebben kunnen terugschroeven tot bijna

het gemiddelde van de eurozone, groeien hun economieën sneller dan die van de rest van EU. Die groei iswenselijk, maar kan ook inflatiedruk veroorzaken, die onder controle moet worden gehouden om eeneconomische groei zonder overmatige prijsinflatie te verwezenlijken.

• Een aantal nieuwe lidstaten haalt de doelstelling van 3 % met betrekking tot het overheidstekort niet. De grensvan 3 % heeft tot doel buitensporige tekorten te vermijden. Natuurlijk moeten landen om te kunnen investerenvaak meer uitgeven dan ze binnenkrijgen, en dat is met name zo in de snel groeiende economieën van denieuwe lidstaten — grotere overheidstekorten op zich zijn dus niet altijd slecht. Toch wijst een strikte controlevan het overheidstekort op gezonde financiën, wat buitenlandse investeringen aantrekt en de groei bevordert.De nieuwe lidstaten moeten een evenwicht vinden tussen investering en voorzichtigheid om het vertrouwenvan investeerders niet te schaden.

• Het criterium betreffende de staatsschuld vormt een indicator op langere termijn van de duurzaamheid van deoverheidsfinanciën. Over de staatsschuld moet rente worden betaald. Grote en toenemende staatsschuldenzijn duur en vormen een beperking van de uitgaven op andere gebieden, zoals gezondheid enpensioenvorming.

• Om geld te lenen, geven overheden langetermijnobligaties uit, die interesten opleveren. Als investeerdersweinig vertrouwen hebben in de economische vooruitzichten van een land op lange termijn, of als er eenhoog inflatiecijfer is, dan zullen zij hogere rentevoeten vragen als risicopremie. De rentevoet vormt dan eenindicator van de economische geloofwaardigheid van een land en, voor nieuwe lidstaten, van de evolutie vande „werkelijke convergentie”.

• Tijdens de economische inhaalbeweging neigen de munten van de nieuwe lidstaten te stijgen ten opzichtevan de euro. Bij hun toetreding tot WKM 2 zullen deze landen elk een wisselkoers ten opzichte van de eurovastleggen en deze, gedurende twee jaar, binnen een marge van ± 15 % houden. Dat betekent dat ze hunwisselkoersen niet meer kunnen gebruiken om de economie te sturen. Ze zullen andere mechanismen moetenaanwenden, zoals budgetcontrole, om stabiliteit en vertrouwen te behouden en aan te tonen dat ze over eensterke economie met werkelijke convergentie beschikken, die klaar is om tot de eurozone toe te treden.

Convergentie en partnerschap — in het belang van iedereen

De nieuwe lidstaten zijn bezig aan een inhaalproces met de rest van de Europese Unie. Hun BBP per capita ligtveel lager dan het gemiddelde van de EU — maar stijgt naarmate hun economieën groeien. Dat is het proces van„werkelijke convergentie”. De uitgebreide herstructurering van voor de toetreding gaat nog altijd door, met deverdere integratie van de socio-economische structuren en instellingen in de Europese Unie. Dit is eennoodzakelijk proces dat de groei bevordert en tot werkelijke convergentie zal leiden. Iedere nieuwe lidstaatvolgt een andere weg richting de euro, en zal enkel toetreden als aan alle criteria wordt voldaan en het land instaat is maximaal voordeel te halen uit het stabiliteits- en groeipact. De EMU en de euro vormen een nieuwe stapnaar meer integratie, die goed is voor extra synergie op het vlak van sociale cohesie en welvaart, zowel voor denieuwe lidstaten als voor de hele eurozone.

© EUROPESE COMMISSIE, 2005Directoraat-generaal Economische en financiële zaken

Voor meer informatieEuropese Commissie, directoraat-generaal Economische en financiële zaken

http://europa.eu.int/comm/economy_finance/index_en.htm

Europese Centrale Bankhttp://www.ecb.int/

Eurohttp://europa.eu.int/euro

KC-65-05-319-NL-D