Feedback voor gevorderden 14 april 2015

Opleidingssymposium OOR Leiden

Monica van de Ridder

Yolande van der Meulen

Introductie

Doelen vanmiddag

Omgaan met negatieve feedback

Omgaan met weerstanden

Oefenen met Metacommunicatie

Opdracht

Schrijf in twee kernwoorden je lastigste feedbackervaring

op…

Deel dit in groepjes van drie …

Voorstelronde: staccato

Naam

Functie

Ziekenhuis

Kernwoorden feedbackervaring

Theorie

Wat is negatieve feedback?

Feedback over iets wat niet goed is –

verbeterpunten;

Niet:

Feedback die negatief gepercipieerd wordt.

Inventarisatie afgelopen zeven dagen

Negatieve feedback gegeven…

Negatieve feedback ontvangen…

Gevraagd naar negatieve feedback…

Gezamenlijk probleem…

Schaarsheid (Audia & Locke, 2003)

• Niet vaak gezocht: pijnlijk;

• Niet vaak gegeven: moeilijk, onplezierig

• Minder voorhanden dan positieve feedback

Feedback zoeken (Audia & Locke, 2003)

• Bruikbaarheid

• Bedreiging van zelfbeeld

• Gevolg voor je publieke image

Betrouwbaarheid

(Audia & Locke, 2003)

• Expertise feedback gever

• Eerlijkheid

• Directe observatie

• Objectieve gegevens aanwezig

• Duidelijke -niet ambigue- boodschap

(Audia & Locke, 2003)

Reacties

• Accepteren boodschap

• Negeren van de boodschap

• Aanvullende feedback zoeken

Tips voor de praktijk

Feedbackgevers Let op:

Onduidelijke bewoording: ‘beetje’, ‘klein puntje’;

Goede observatie;

Vraag hoe de boodschap is overgekomen;

Spreek je intentie uit.

Negatieve percepties

(Van de Ridder et al., 2015)

Item M SD

Gives feedback through a third person. 2.07 1.10

Is someone who is reluctant to give feedback. 2.48 1.21

It is given in front of patients. 2.52 1.37

Is not an expert on the task I have to perform. 2.54 1.19

Observes me just once 2.71 1.18

Does not know me very well 2.90 1.30

It is given in front of medical students 2.95 1.36

Feedbackontvangers

Let op:

Vraag door: standaard moet helder zijn

Vraag om concrete voorbeelden

Waar leer je het meeste van: positieve of negatieve

feedback?

Feedbackontvangers (Swann et al., 1989; Herold & Fedor, 2003)

• Self-enhancement theorie (positief)

• Self-verificatie theorie (positief-negatief)

• Feedback voorkeur

Weerstand

• Ja maar;…

• Dat herken ik niet;…

• Dit was éénmalig; zo ben ik anders nooit…

• U hebt mij amper geobserveerd;…

• …

• …

Metacommunicatie • Communicatie over de communicatie zelf…

• Benoemen wat je ziet gebeuren

• Doorvragen waarom o Voorbeelden:

• Ik zie u wat twijfelend kijken na deze opmerking van mij, begrijp ik dat

u het anders ziet?

• ik hoor 3 keer “ja maar”… waarom ontken je mijn feedback?

Rollenspel 1 in trio’s

• Speel één van de ingebrachte feedback situaties

kort na (4 minuten);

Nabespreking:

• Bent u eruit gekomen?

• Hoe heeft u meta-communicatie gebruikt?

• Wat was het punt dat u als trio beter zou willen

doen?

Vragen en discussie

Rollenspel 2 in trio’s

• Speel de andere ingebrachte feedback situaties

kort na (4 minuten);

• Pas daarbij de inzichten uit het eerste rollenspel toe

Nabespreking:

• Bent u eruit gekomen?

• Hoe heeft u meta-communicatie gebruikt?

• Hoe is er aan het verbeterpunt gewerkt?

Discussie, Samenvatting en afsluiting

Discussie • Welke vragen zijn er blijven liggen?

• Wat gaat u toepassen in uw eigen praktijk? o Schrijf dat zo concreet mogelijk op de kaart die u ontving

o Noteer ook uw naam en uw adres in uw ziekenhuis

• Take-home message: o Wees expliciet – vermijd ambigue taalgebruik

o Uitspreken van intenties kan helpen bijj negatieve feebdack geven

o Gebruik meta-communicatie bij weerstanden

Take- home message

• Wat gaat u toepassen in uw eigen praktijk? o Schrijf dat zo concreet mogelijk op de kaart die u ontving

o Noteer ook uw naam en uw adres in uw ziekenhuis

• Waarom was dat belangrijk voor u?

Samenvatting

• Samenvatting o Wees expliciet – vermijd ambigue taalgebruik

o Uitspreken van intenties kan helpen bij negatieve feedback geven

o Gebruik meta-communicatie bij weerstanden