1110 Verpleegkundigen Nemen Onder Voorwaarden Dna Af

2
patiëntenrechten 99 zorg & financiering > 7-2005 staat zijn hun kinderen op te voeden. Onder- steunen van ouderschapwensen terwijl in rede- lijkheid kan worden vastgesteld dat het toe- komstige kind grote schade gaat lijden, acht het kabinet een brug te ver. Kern van de zaak is en blijft te voorkomen dat een kind een toekomst vol verwaarlozing tege- moet gaat. Verwaarlozing die uiteraard onbe- doeld is door de ouders, maar die voortkomt uit onvermogen. Het belang van de verstandelijk gehandicapte met een kinderwens en het belang van een eventueel toekomstig kind moet worden afgewogen. Bij mislukt ouderschap – waarvan helaas in de meeste gevallen sprake blijkt – wordt niet alleen het belang van het kind, maar ook dat van de ouder(s) geschaad. Voor het kabi- net weegt het belang van het kind zwaar. Als ver- antwoord ouderschap niet mogelijk blijkt, dan wordt ingezet op een ontmoedigingsbeleid. Bron: persbericht Ministerie van VWS, 19 mei 2005< Een vrouw die vanaf 1984 onafgebroken in de gezondheidszorg heeft gewerkt, treedt als leer- ling-verpleegkundige in dienst bij een zieken- huis. Drie maanden daarvoor is bij haar de diagnose narcolepsie gesteld. De leerling-ver- pleegkundige vertelt dit in de proeftijd aan haar teammanager. Het ziekenhuis ontslaat de leer- ling-verpleegkundige vervolgens in haar proef- tijd. Volgens de leerling-verpleegkundige handelt het ziekenhuis in strijd met de Wet gelijke behande- ling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Volgens het ziekenhuis is de leer- ling-verpleegkundige vanwege haar aandoening niet geschikt voor de functie. De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) stelt vast dat het ziekenhuis geen zorgvuldig onder- zoek heeft laten doen door de bedrijfsarts of een andere ter zake deskundige naar de geschikt- heid van de leerling-verpleegkundige voor de betreffende functie. Het ziekenhuis heeft zich vooral laten leiden door algemene informatie over narcolepsie en, na beëindiging van het dienstverband, door een verklaring van een bij hem werkzame neuro- loog. Het ziekenhuis heeft niet kunnen bewijzen dat de leerling-verpleegkundige ongeschikt is voor de functie. Het ziekenhuis heeft daarmee gehandeld in strijd met de WGBH/CZ. Bronnen: www.cgb.nl, oordeel 2005-44, dossiernum- mer 2004-0313 en CG-Raad, 12 april 2005< 1109 proeftijdontslag leerling-verpleegkundige vanwege narcolepsie is in strijd met de wgbh/cz De Algemene Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden (AVVV) vindt dat justitieel ver- pleegkundigen onder voorwaarden kunnen meewerken aan opsporingsactiviteiten. Doorslaggevend is of verpleegkundigen zelf de professionele afweging kunnen maken of zij meewerken aan opsporingsactiviteiten. De beroepsvereniging van justitieel verpleeg- kundigen (LBJV) en het Ministerie van Justitie sluiten zich beide aan bij het standpunt van de AVVV. Volgens het Ministerie heeft de AVVV met haar standpunt een helder kader geschetst voor een zorgvuldige uitvoering van DNA-afname. Dankzij dit standpunt is een einde gekomen aan een maandenlange discussie tussen het Ministerie van Justitie en de justitieel verpleeg- kundigen over DNA-afname bij gedetineerden. 1110 verpleegkundigen nemen onder voorwaarden dna af

Transcript of 1110 Verpleegkundigen Nemen Onder Voorwaarden Dna Af

Page 1: 1110 Verpleegkundigen Nemen Onder Voorwaarden Dna Af

patiëntenrechten

99zorg & financiering > 7-2005

staat zijn hun kinderen op te voeden. Onder-steunen van ouderschapwensen terwijl in rede-lijkheid kan worden vastgesteld dat het toe-komstige kind grote schade gaat lijden, acht hetkabinet een brug te ver. Kern van de zaak is en blijft te voorkomen dateen kind een toekomst vol verwaarlozing tege-moet gaat. Verwaarlozing die uiteraard onbe-doeld is door de ouders, maar die voortkomt uitonvermogen. Het belang van de verstandelijk

gehandicapte met een kinderwens en het belangvan een eventueel toekomstig kind moet wordenafgewogen. Bij mislukt ouderschap – waarvanhelaas in de meeste gevallen sprake blijkt –wordt niet alleen het belang van het kind, maarook dat van de ouder(s) geschaad. Voor het kabi-net weegt het belang van het kind zwaar. Als ver-antwoord ouderschap niet mogelijk blijkt, danwordt ingezet op een ontmoedigingsbeleid.Bron: persbericht Ministerie van VWS, 19 mei 2005<

Een vrouw die vanaf 1984 onafgebroken in degezondheidszorg heeft gewerkt, treedt als leer-ling-verpleegkundige in dienst bij een zieken-huis. Drie maanden daarvoor is bij haar dediagnose narcolepsie gesteld. De leerling-ver-pleegkundige vertelt dit in de proeftijd aan haarteammanager. Het ziekenhuis ontslaat de leer-ling-verpleegkundige vervolgens in haar proef-tijd.

Volgens de leerling-verpleegkundige handelt hetziekenhuis in strijd met de Wet gelijke behande-ling op grond van handicap of chronische ziekte(WGBH/CZ). Volgens het ziekenhuis is de leer-ling-verpleegkundige vanwege haar aandoeningniet geschikt voor de functie.

De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) steltvast dat het ziekenhuis geen zorgvuldig onder-zoek heeft laten doen door de bedrijfsarts of eenandere ter zake deskundige naar de geschikt-heid van de leerling-verpleegkundige voor debetreffende functie. Het ziekenhuis heeft zich vooral laten leidendoor algemene informatie over narcolepsie en,na beëindiging van het dienstverband, door eenverklaring van een bij hem werkzame neuro-loog. Het ziekenhuis heeft niet kunnen bewijzendat de leerling-verpleegkundige ongeschikt isvoor de functie. Het ziekenhuis heeft daarmeegehandeld in strijd met de WGBH/CZ.Bronnen: www.cgb.nl, oordeel 2005-44, dossiernum-mer 2004-0313 en CG-Raad, 12 april 2005<

1109 proeftijdontslag leerling-verpleegkundige vanwege narcolepsie is in strijd met de wgbh/cz

De Algemene Vereniging Verpleegkundigen enVerzorgenden (AVVV) vindt dat justitieel ver-pleegkundigen onder voorwaarden kunnenmeewerken aan opsporingsactiviteiten.Doorslaggevend is of verpleegkundigen zelf deprofessionele afweging kunnen maken of zijmeewerken aan opsporingsactiviteiten.

De beroepsvereniging van justitieel verpleeg-kundigen (LBJV) en het Ministerie van Justitiesluiten zich beide aan bij het standpunt van deAVVV. Volgens het Ministerie heeft de AVVV methaar standpunt een helder kader geschetst vooreen zorgvuldige uitvoering van DNA-afname.Dankzij dit standpunt is een einde gekomenaan een maandenlange discussie tussen hetMinisterie van Justitie en de justitieel verpleeg-kundigen over DNA-afname bij gedetineerden.

1110 verpleegkundigen nemen onder voorwaarden dna af

ZenF0705.qxd 29-7-2005 14:59 Pagina 99

Page 2: 1110 Verpleegkundigen Nemen Onder Voorwaarden Dna Af

patiëntenbeleid

100 7-2005 > zorg & financiering

Bijdrage verpleegkundigen aan DNA-afname

Sinds 1 februari 2005 heeft het Ministerie vanJustitie tijdelijk extra capaciteit nodig voor deafname van DNA-materiaal bij gedetineerden,gericht op opsporing van andere mogelijk doorhen gepleegde delicten. Onderwerp van discus-sie daarbij was de wijze waarop de bij hetMinisterie in dienst zijnde verpleegkundigen enartsen zouden worden ingezet. De beroepsver-eniging van justitieel verpleegkundigen (LBJV)maakte bij het Ministerie bezwaar tegen ver-plichte medewerking. Afname van DNA-mate-riaal is gericht op opsporing, en kan daardoorde vertrouwensrelatie schaden die nodig is vooreen goede behandeling van zieke gedetineerden.

Standpunt AVVV

Om uit de impasse te komen heeft de LBJV deAVVV om ethisch en juridisch advies gevraagd.Volgens de AVVV kan afname van celmateriaaldoor de verpleegkundige plaatsvinden ondertwee voorwaarden: de gedetineerde moet zorg-vuldig zijn voorgelicht en de vertrouwensbandmet de gedetineerde mag niet onder drukkomen te staan. Het is aan de individuele ver-pleegkundige of arts om deze afweging temaken. De AVVV baseert zich hierbij mede op

wat de Wet op de geneeskundige behandelings-overeenkomst (WGBO) zegt over de zorgrelatie:zodra een patiënt de hulp inroept van een hulp-verlener ontstaat er een behandelovereenkomst.Mede op basis van het standpunt van de AVVVzijn de LBJV en het Ministerie alsnog tot over-eenstemming gekomen.

Achtergrond DNA-afname

Per 1 februari 2005 is de Wet DNA-onderzoek bijveroordeelden in werking getreden. Deze wetmaakt het mogelijk om bij veroordeelden cel-materiaal af te nemen ten behoeve van de vast-stelling van hun DNA-profiel. De DNA-profielenworden opgeslagen in een DNA-databank.DNA-profielen van verdachten of veroordeeldenkunnen vergeleken worden met in de DNA-data-bank aanwezige profielen om na te gaan of deverdachte of veroordeelde (andere) strafbarefeiten heeft gepleegd.

Op de website van de AVVV (www.avvv.nl) staanhet AVVV-standpunt ‘Verpleegkundigen enDNA-onderzoek bij veroordeelden’ en een briefvan het Ministerie van Justitie aan de directeurenvan inrichtingen. Bron: persbericht AVVV, 20 april 2005<

De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ)heeft de vijf scenario’s ontwikkeld, die in De pa-tiënt op de zorgmarkt in 2010 aan de orde komen.

De scenario’s laten zien dat er grote onderlingeverschillen zijn tussen patiënten. Dé patiëntbestaat niet. De patiëntenrol zal zich afhankelijkvan de omstandigheden ontwikkelen.Verzekeraars moeten rekening houden met deverschillende omstandigheden, de overheid zal

een meer gedifferentieerd zorgbeleid moetenontwikkelen en ook de rol van de patiëntenorga-nisaties verandert. Dit zodat de patiënt in 2010ook écht wat te kiezen heeft. De uitgave De patiënt op de zorgmarkt in 2010 is eenvervolg op het symposium, dat op 10 november2004 door de Nederlandse Patiënten Consu-menten Federatie (NPCF) werd georganiseerd.De publicatie is te downloaden vanwww.npcf.nl/publicaties/NPCF-zorgmarkt5.pdf.Bron: NPCF, 6 juli 2005<

> beleidsontwikkeling

1111 de patiënt op de zorgmarkt in 2010

ZenF0705.qxd 29-7-2005 14:59 Pagina 100