1067 NPCF: Grote Steun Preferentiebeleid

1
tarieven 73 zorg & financiering > 8-2008 Dan kan de continuïteit van de zorg in avond, nacht en weekeinde voortbestaan. Voor patiën- ten is dat van vitaal belang.’ Bron: www.mednet.nl, 24 juli 2008< 1067 npcf: grote steun preferentiebeleid De overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking steunt het zogenoemde preferentie- beleid. Dit blijkt uit een meldactie die de Neder- landse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) in de tweede helft van juni heeft gehou- den. Van de 1.233 deelnemers stelt 72 procent er geen problemen mee te hebben om een goedko- per medicijn te ontvangen als hun arts hen zou verzekeren dat het precies dezelfde werking heeft als de duurdere versie. De resultaten tonen aan dat er nog heel wat schort aan de informatie over de gevolgen van dit beleid. De commotie van de afgelopen tijd was voor de NPCF aanleiding tot het houden van de actie. Adjunct-directeur Atie Schipaanboord: ‘Alle betrokken partijen beroepen zich bij tijd en wijle op het belang van de patiënt. Wij wilden wel eens weten hoe de patiënten er zelf over denken. De overgrote meerderheid blijkt net als wij geen moeite te hebben met de essentie van het prefe- rentiebeleid.’ De NPCF heeft zich altijd op het standpunt gesteld dat verstrekking van de goedkoopste variant met dezelfde werking dient te worden voorgeschreven, maar als daar medische rede- nen voor zijn moet de arts kunnen beslissen de duurdere variant voor te schrijven. Van de deel- nemers aan de peiling vindt negentig procent dat de arts dient te beslissen welke medicijnen zij moeten gebruiken. Slechts acht procent is van mening dat de apotheker die beslissing moet nemen. Het overgrote deel van de deelnemers stelt geen informatie over het preferentiebeleid te hebben gekregen. Niet van hun zorgverzekeraar en ook niet van de apotheker. De meeste mensen vin- den dat ze de informatie over het preferentiebe- leid van hun arts zouden moeten krijgen. Bij de informatie van de zorgverzekeraars stellen veel mensen vraagtekens ten aanzien van betrouw- baarheid. Schipaanboord: ‘De actie maakt duidelijk dat er nog heel wat aan de voorlichting dient te verbe- teren. Partijen moeten betrouwbare en begrijpe- lijke informatie verstrekken. Zorgverzekeraars, apothekers en artsen spelen daarbij ieder hun rol.’ Mensen willen betere informatie Het wisselen van medicijnen is geen nieuw ver- schijnsel. Het gebeurt regelmatig dat apothe- kers andere geneesmiddelen verstrekken. Uit de peiling blijkt dat mensen daarbij begeleiding en voorlichting nodig hebben. 44 procent geeft aan bij de wisseling enige problemen te hebben ervaren. Soms ontstaan er twijfels omdat het middel een andere kleur, vorm of verpakking heeft. Soms is er sprake van bijwerkingen, aller- gische reacties en het moeilijker kunnen slik- ken. 32 procent zegt bij die wisseling geen begrijpelijke informatie van de apotheker te hebben gekregen, vijftien procent zegt dat die informatie beter kan. De NPCF wijst opnieuw op het belang van goede informatie aan patiënten als artsen overgaan op een ander geneesmiddel. Al met al ziet de NPCF de uitkomsten als een ondersteuning van haar beleid. Schipaanboord: ‘Wij steunen het beleid onder het motto: goed- koop als het kan, duur als het moet. Wij hebben steeds gezegd dat de arts uiteindelijk moet be- slissen en dat er veel aandacht moet worden geschonken aan de communicatie. Deze uit- komsten sterken ons daarin.’ Bron: NPCF, 1 juli 2008< ZenF-0808-cyaan.qxd 12-9-2008 10:23 Pagina 73

Transcript of 1067 NPCF: Grote Steun Preferentiebeleid

Page 1: 1067 NPCF: Grote Steun Preferentiebeleid

tarieven

73zorg & financiering > 8-2008

Dan kan de continuïteit van de zorg in avond,nacht en weekeinde voortbestaan. Voor patiën-

ten is dat van vitaal belang.’Bron: www.mednet.nl, 24 juli 2008<

1067 npcf: grote steun preferentiebeleid

De overgrote meerderheid van de Nederlandsebevolking steunt het zogenoemde preferentie-beleid. Dit blijkt uit een meldactie die de Neder-landse Patiënten Consumenten Federatie(NPCF) in de tweede helft van juni heeft gehou-den. Van de 1.233 deelnemers stelt 72 procent ergeen problemen mee te hebben om een goedko-per medicijn te ontvangen als hun arts hen zouverzekeren dat het precies dezelfde werkingheeft als de duurdere versie. De resultaten tonenaan dat er nog heel wat schort aan de informatieover de gevolgen van dit beleid.

De commotie van de afgelopen tijd was voor deNPCF aanleiding tot het houden van de actie.Adjunct-directeur Atie Schipaanboord: ‘Allebetrokken partijen beroepen zich bij tijd en wijleop het belang van de patiënt. Wij wilden weleens weten hoe de patiënten er zelf over denken.De overgrote meerderheid blijkt net als wij geenmoeite te hebben met de essentie van het prefe-rentiebeleid.’De NPCF heeft zich altijd op het standpuntgesteld dat verstrekking van de goedkoopstevariant met dezelfde werking dient te wordenvoorgeschreven, maar als daar medische rede-nen voor zijn moet de arts kunnen beslissen deduurdere variant voor te schrijven. Van de deel-nemers aan de peiling vindt negentig procentdat de arts dient te beslissen welke medicijnenzij moeten gebruiken. Slechts acht procent isvan mening dat de apotheker die beslissingmoet nemen.Het overgrote deel van de deelnemers stelt geeninformatie over het preferentiebeleid te hebbengekregen. Niet van hun zorgverzekeraar en ookniet van de apotheker. De meeste mensen vin-den dat ze de informatie over het preferentiebe-

leid van hun arts zouden moeten krijgen. Bij deinformatie van de zorgverzekeraars stellen veelmensen vraagtekens ten aanzien van betrouw-baarheid. Schipaanboord: ‘De actie maakt duidelijk dat ernog heel wat aan de voorlichting dient te verbe-teren. Partijen moeten betrouwbare en begrijpe-lijke informatie verstrekken. Zorgverzekeraars,apothekers en artsen spelen daarbij ieder hunrol.’

Mensen willen betere informatie

Het wisselen van medicijnen is geen nieuw ver-schijnsel. Het gebeurt regelmatig dat apothe-kers andere geneesmiddelen verstrekken. Uit depeiling blijkt dat mensen daarbij begeleiding envoorlichting nodig hebben. 44 procent geeft aanbij de wisseling enige problemen te hebbenervaren. Soms ontstaan er twijfels omdat hetmiddel een andere kleur, vorm of verpakkingheeft. Soms is er sprake van bijwerkingen, aller-gische reacties en het moeilijker kunnen slik-ken. 32 procent zegt bij die wisseling geenbegrijpelijke informatie van de apotheker tehebben gekregen, vijftien procent zegt dat dieinformatie beter kan. De NPCF wijst opnieuw ophet belang van goede informatie aan patiëntenals artsen overgaan op een ander geneesmiddel.Al met al ziet de NPCF de uitkomsten als eenondersteuning van haar beleid. Schipaanboord:‘Wij steunen het beleid onder het motto: goed-koop als het kan, duur als het moet. Wij hebbensteeds gezegd dat de arts uiteindelijk moet be-slissen en dat er veel aandacht moet wordengeschonken aan de communicatie. Deze uit-komsten sterken ons daarin.’Bron: NPCF, 1 juli 2008<

ZenF-0808-cyaan.qxd 12-9-2008 10:23 Pagina 73