10 We t e n s ch a p 11 B Uitbundige geloofsstrijd op ... · tendenten, en de legioenen verover-den...

1
11 10 Wetenschap NRC Weekend Zaterdag 6 juli & Zondag 7 juli 2013 NRC Weekend Zaterdag 6 juli & Zondag 7 juli 2013 ISRAËL Caesarea Jericho Qumran Jeruzalem Bethlehem Masada Samaria (Sebaste) 25 km Meer van Galilea Dode Zee Jordaan NRC 060713 / StS Uitbundige geloofsstrijd op duizenden stukjes leer B uiten heerst de hitte van de Woestijn van Juda. In de grot is het koel. Er klinkt gepiep. Vleermuizen. Erg diep is de grot niet, een meter of acht misschien. Tot bij de ingang van de grot hangt de zurige geur van vleer- muispoep. Het is dezelfde geur die nog jaren hing aan fragmenten van de Dode Zeerollen, die in deze en an- dere grotten in de buurt waren ge- vonden. Wie nu foto’s uit de jaren vijftig ziet, van dat eerste onderzoek van deze oude joodse manuscripten, huivert. Fel zonlicht valt er door ho- ge ramen op tafels waar mannen in hemdsmouwen rokend en etend de uitgestalde fragmenten bekijken. De vurige wens te begrijpen wat er op de tienduizenden fragmenten stond, was groter dan het verlangen naar zorgvuldige conservatie. Tweeduizend jaar lang lagen de in totaal ongeveer 1.000 oude manu- scripten (verdeeld over 20.000 tot 30.000 fragmenten) in donkere grot- ten langs de Dode Zee. De meeste wa- ren verborgen uit angst voor de komst van de Romeinse legioenen, tijdens de Eerste Joodse Opstand, in de jaren 66 tot 74 na Chr. Uit C14-da- teringen en stijlkenmerken blijkt dat geen manuscript later is geschreven dan 50 na Chr., de oudste zijn van 200 voor Chr. En nu liggen ze zwaarder bewaakt dan ooit in donkere kluizen van de Israel Antiquities Authority (IAA) op het terrein van het Israel Museum in Jeruzalem. Ze gelden als de grootste archeologische schat van Israël, ook al omdat er 200 manuscripten van bijbelboeken bij zitten, de oudste ter wereld. Conservatoren laten er mis- prijzend de plakbandjes zien waar- mee de fragmenten in de jaren vijftig aan elkaar geplakt zijn. Nu liggen de breekbare stukjes leer zorgvuldig tussen vliegengaas, in speciale kli- maatbewaakte dozen. Maximaal mo- gen ze nu 15.000 lux-uren per vijf jaar ondergaan: ongeveer dertig uur op een bureau in een normaal verlicht kantoor. Wel krijgen alle fragmenten een kort lichtbad in 12 verschillende lichtfrequenties: het IAA-laboratori- um is met een enorm project bezig om de fragmenten met moderne NA- SA-technologie in beeld te brengen. Door de opnames van verschillende frequenties op elkaar te leggen, ko- men soms voorheen onzichtbare let- ters weer in beeld. Iedereen kan mee- kijken op www.deadseascrolls.org.il. B edoeïenen Op de vleermuizen na is de grot nu leeg. Net als de andere grotten is hij zorgvuldig uitgekamd door archeo- logen en bedoeïenen die tussen 1946 en 1956 een soort wedstrijd hielden wie in dit gebied de meeste beschre- ven snippers leer kon vinden. Daarna is vrijwel niets meer gevonden. De christelijke familie Kando uit Bethle- hem, afstammelingen van de hande- laar die 60 jaar geleden bemiddelde tussen bedoeïenen en archeologen, zou fragmenten in een kluis in Zwit- serland hebben liggen. Nu en dan ko- pen christelijke universiteiten in Amerika zo’n fragmentje, volgens de geruchten voor ongeveer een paar honderdduizend dollar per stuk. Alle fragmenten worden de ‘Dode Zeerollen’ genoemd, maar er zijn slechts 12 ‘echte’ Dode Zeerollen. De langste is 8 meter lang, 30 cm hoog: de Tempelrol. Alle manuscripten – de meesten in Hebreeuws op leer ge- schreven, een enkele keer in het Ara- mees, een enkele keer op papyrus – zijn zwaar beschadigd. In vertalin- gen en uitgaven wemelt het daarom van puntjes en vierkante haken: ‘hier zat een gat’. Wij zitten in grot 11, een paar kilo- meter van Qumran. Het is de ‘Neder- landse grot’ omdat begin jaren zestig de Nederlandse overheid een mil- joen gulden betaalde voor het recht om een aantal daarin gevonden tek- sten uit te geven. Daarom bestaat er nog altijd een Qumran Instituut aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hier is ook de acht meter lange Tempelrol, waarvan het bovenste deel vrijwel ge- heel was vergaan. De ontbrekende fragmenten konden worden gere- construeerd met andere fragmenten van dezelfde tekst. De tekst is ge- schreven als een openbaring van God, een nieuw Deuteronomium: vol wetten voor het volk Israël. Het is wel ‘een herschrijving van de Thora’ (de eerste vijf bijbelboeken) ge- noemd. Zoals het bijbelboek Kronie- ken een hervertelling is van de boe- ken van Samuel, had de Tempelrol ook in de definitieve boekeninhoud van de Hebreeuwse Bijbel terecht kunnen komen, zoals die in de loop van de tweede en derde eeuw tot stand is gekomen. In de teksten van de Dode Zeerollen wordt de Tempel- rol in ieder geval nog behandeld als een heilige tekst. Het gaat over de juiste rituelen in de tempel, maar ook over de juiste wijze om een huis te bouwen (met een borstwering op het dak zodat niemand er af valt). In deze grot 11 lag ook de Targum van Job, een navertelling van en com- mentaar op het bijbelboek Job, waar- van slechts een bizar fragment van een meter bij zes centimeter over is. We zijn hier dankzij een persex- cursie van het Drents Museum in As- sen. Vanaf aanstaande dinsdag is daar een grote tentoonstelling over de Dode Zeerollen te zien. Voor het eerst in decennia zijn dan in Europa weer originele fragmenten te bezich- tigen. Het viel niet mee om de Israëli- sche IAA te vermurwen, vertelt Harry Tupan, adjunct-directeur van het Drents Museum. Vele malen ging hij praten in Jeruzalem en Tel Aviv. De doorbraak kwam in september 2011, toen Nederland blanco stemde in de zaak van het VN-lidmaatschap van Palestina. “Toen wilden ze Neder- land wel deze tentoonstelling gun- nen.” Dode Zeerollen als politiek drukmiddel. Een andere hobbel was de letter of safe conduct (een soort diplomatieke immuniteit) die Nederland aan de Dode Zee-fragmenten moest verle- nen. Toen de rollen werden gevon- den was dit nog Jordaans gebied. Toen werd het bezet gebied en nu valt het formeel onder Palestijnse Autoriteit. Van wie zijn die manu- scripten eigenlijk? De letter of safe con- duct moet voorkomen dat Jordanië de reizende fragmenten opeist bij de Nederlandse rechter. Het museum en de gastconserva- tor Mladen Popovic (1977), hoogle- raar ‘Oude Testament en Vroeg Jo- dendom’ te Groningen en directeur van het Qumran Instituut, willen in Assen veel meer dan alleen oude tekstfragmenten laten zien. Popovic wil in Assen een bijna compleet por- tret schetsen van de woeste eeuwen waarin de Dode Zeerollen ontston- den. “Toen de vondsten gedaan wer- den, wilde iedereen weten of er iets in stond over het christendom”, do- ceert de jonge hoogleraar voor de in- gang van de grot. “Na de voorlopige complete publicatie begin jaren ne- gentig bleek dat niet zo te zijn: niks over Jezus. Wél werd duidelijk dat het christendom echt niet de enige joodse sekte was die het onmiddel- lijk einde der tijden verwachtte. En verlangde naar spirituele bevrijding. Deze collectie teksten is een tijdcap- sule: een complete bibliotheek kun- nen we uitpluizen. We krijgen direct zicht op het joodse leven uit die tijd.” Het Nieuwe Testament is geen geïso- leerde tekst meer, het christendom is minder uniek geworden. Popovic promoveerde zelf op een studie naar de astrologische en magi- sche teksten, die óók in de grotten la- gen. Ze bleken sterk verwant met al- lerlei Babylonische teksten. Zo erg geïsoleerd of sektarisch was de jood- se cultuur toen dus ook niet. Po l e m i e k e n Zo’n 200 van de in totaal 1.000 tek- sten zijn Bijbelteksten. Een iets klei- ner deel is duidelijk het werk van een of andere joodse sekte: leefregels, po- lemieken met de tempelpriesters. Veel van die sektarische teksten zijn geschreven in typerende schrijfstijl en spelling, door de Nederlands-Is- raëlische geleerde Emanuel Tov de ‘Qumranschrijfstijl’ genoemd. Waarschijnlijk werden die teksten in de nederzetting Qumran geschre- ven, vlakbij de grotten. “De sekte had zeker vertakkingen Rond het jaar nul was Israël het toneel van politieke intriges, militaire veroveringen en volksopstanden. En er woedde een felle richtingenstrijd binnen het jodendom. Daaraan danken we de befaamde Dode Zeerollen. Hendrik Spiering Woestijn van Juda, gezien vanuit grot 1. Rechts: Romeinse soldaten nemen de zevenarmige kande- laar als krijgsbuit mee na ver- woesting van de Tempel van Jeruzalem in 70. Reliëf op de ere- boog van Titus in Rome. Boven: Interpretatie van het Bijbelboek Hosea uit grot 4. Het christendom was niet de enige joodse sekte die een eindtijd verwachtte Woeste tijden waren het waarin deze teksten werden geschreven op andere plaatsen, we hebben aller- lei verschillende regels. Volgens het ene fragment mogen er geen vrou- wen binnen, volgens andere wel”, vervolgt Popovic onverstoorbaar zijn college, te midden van journalisten en vleermuispoep. “Ook straffen van overtredingen zijn verschillend. En het zijn gelijktijdige fragmenten, dit is geen chronologische ontwikke- ling. Er bestonden verschillende groepen met eigen varianten. Op de vlucht voor Romeinse legioenen kwamen al die verschillende groepen hier hun teksten verstoppen.” De rest bestond uit algemene religieuze teksten: sabbatsliederen, onbekende psalmen, uitleggingen en vertalin- gen in het Aramees van Bijbeltek- sten. “We zien hier dus de bibliothe- ken van joodse intellectuelen, alle- maal religieus van aard, zeker, maar dus niet alleen sektarisch.” Misschien waren die intellectue- len vooral Essenen, die dan hun hoofdkwartier in Qumran zouden hebben. De joodse generaal en histo- ricus Flavius Josephus (37-100) on- derscheidt in zijn beschrijvingen van het jodendom van de eerste eeuw vier groepen: de Sadduceeën (tempel- priesters), de Farizeeërs (volkse, wetsgetrouwe leken), de Zeloten (die streefden naar joodse onafhankelijk- heid) én de Essenen (monnikachtige figuren met mystieke ideeën). “Dat is ook maar een naam”, zegt Popovic. “Wat we vooral moeten doen is bekij- ken wat voor leven beschreven wordt in deze oude teksten. En wat opvalt, is de enorme drang naar zuivering: veel rituele wassingen in speciale ba- den. Maar inderdaad, dat wordt ook toegeschreven aan de Essenen.” Opstand en oorlog Woeste tijden waren het waarin deze teksten werden geschreven. Niet alleen ontstond het christen- dom, het is ook de tijd van joodse op- standen. Eerst was er de geslaagde ‘Makkabese’ opstand, tegen hellenis- tische heersers over Judea, in 167 voor Chr. Dat succes leidde tot een hon- derd jaar durende onafhankelijk- heid, in het ‘Hasmonese’ koninkrijk met Jeruzalem als hoofdstad. Dit is het enige moment tussen de ver- woesting van de Eerste Tempel door de Babyloniërs in 586 voor Chr. en de stichting van de staat Israël in 1948 dat de joden een eigen staat hadden. Die Hasmonese koningen riepen zichzelf ook uit tot Hogepriester, waardoor ze ook de Tempel in Jeru- zalem bestuurden, het onbetwiste centrum van de joodse religie. In 63 voor Chr. werd dit rijkje een vazalstaat van Rome, na een burger- oorlog. Daarin steunde de grote veld- heer Pompeius een van de troonpre- tendenten, en de legioenen verover- den op bloedige wijze Jeruzalem. De Romeinse vazalkoning Hero- des de Grote, die regeerde van 37 tot 4 voor Chr., bouwde vervolgens de Tempel uit tot een van de meest in- drukwekkende bouwwerken van de oudheid. Dat werk zou niet lang be- staan. In 66 brak een opstand tegen de Romeinen uit. Bij de Romeinse herovering van Jeruzalem in 70 werd de Tempel verwoest. In 132 kwam een nieuwe generatie joden wéér in opstand tegen de legi- oenen van Rome, onder leiding van de tot messias uitgeroepen Bar Koch- ba, maar in 135 wonnen toch weer de Romeinen. Jeruzalem werd volledig verwoest. De diaspora, de versprei- ding van de joden over de wereld, werd definitief. Van de grote variëteit van joodse sekten en stromingen was alleen het rabbijnse jodendom over- gebleven, voortgekomen uit de voor- malige Farizeeërs. Niet alleen het christendom ontstond toen, ook het jodendom zoals we dat nu kennen. Pas toen werd de samenstelling van de Hebreeuwse bijbel definitief. Bij al die gebeurtenissen is in het Drents Museum een passend voor- werp te zien. Zoals een rieten mandje uit een grot 20 km van Qumran. “In dat mandje zaten schedels van joden die tijdens de Bar Kochba-opstand naar deze grotten waren gevlucht en daar omkwamen”, vertelt Popovic geroerd. “Verschrikkelijk toch? Zo hebben joden die later de lichamen vonden, geprobeerd hun nog een beetje een begrafenis te geven.” Ook een Romeinse helm, joodse munten uit het opstandsjaar 70, een tafel uit Qumran, een tekstfragment uit Mas- sada, waar in 74 de laatste slag werd geleverd. “Ook aan al die gebeurte- nissen wordt aandacht besteed in de tentoonstelling”, vertelt Popovic. Er veranderde in deze tijd heel veel in het jodendom. Vanaf ongeveer de derde eeuw voor Chr. werd er steeds meer nagedacht over een leven ná de dood. Voordien was de joodse gods- dienst vooral een ‘gewone’ tempelre- ligie, die draaide om de juiste offers op het juiste moment. Langzaam raakte ook het idee van de nabije eindtijd wijd verspreid. Bij dat Einde der Tijden zou God, via zijn gezonde- ne de Messias, alles op aarde weer rechtzetten, als in een tweede schep- ping. De gedachte aan wederopstan- ding na de dood verscheen, vooral bij de Essenen en Farizeeën. En een diep besef van onreinheid door zonde werd algemener. Een paar dagen na het bezoek aan Grot 11 lopen en kruipen we door de wirwar van oude tunnels dat langs de Tem- pelberg loopt, vaak dwars door oude kelders van huizen uit de tijd van Herodes. En opvallend vaak stuiten we op rituele baden. Of op waterre- servoirs die mede voor die baden be- doeld zijn. Ook is er uit deze tijd heel veel stenen serviesgoed over, omdat volgens de joodse reinheidswetge- ving aan steen geen ‘onreinheid’ kon blijven kleven en aan aardewerk wel. Waarom zoveel baden en servies- goed? De Israëlische archeoloog Eli Shukron die ons rondleidt heeft een simpele verklaring: “De oude rein- heidsregels die voorheen alleen gol- den voor tempelpriesters worden nu door alle vrome gelovigen gevolgd. En dan heb je veel meer baden en steengoed nodig.” Reinheidsregels Vanwaar deze grote religieuze op- leving, die uiteindelijk door de Ro- meinen in bloed is gesmoord en die ons het christendom én het huidige jodendom heeft opgeleverd? “Dat moet je aan Albert Baumgarten vra- gen”, zegt Popovic. “Die schreef daar vijftien jaar geleden al een belangrijk boek over: The Flourishing of Jewish Sects in the Maccabean Era.” Toevallig was Baumgarten, emeri- tus hoogleraar in joodse geschiede- nis aan de Israëlische Bar-Ilan Uni- versiteit, vorige maand in Gronin- gen, op uitnodiging van Popovic. Een vriendelijke, scherpe oude heer, met een keppeltje. Een kans om te vragen: hoe zit dat met die joodse re- ligieuze bloei? Baumgarten gaat er voor zitten: “Die golf ging toen hoog, ja. Waarom zoveel sekten? Al die groepen wilden zich onderscheiden van anderen. Binnen het jodendom ontstonden groepen die zich afzet- ten tegen ándere joden. Die grenzen worden op verschillende niveaus ge- trokken: wil je met hen eten? Trou- wen? Bidden? Zaken doen? Dat laat- ste gaat altijd wel, de strengste grens is het samen eten. De Farizeeërs wa- ren het minst streng. Die wilden best samen met Jezus eten. Bij de Essenen maakte je geen kans.” Baumgarten ging kijken naar ver- gelijkbare ontwikkelingen. “Je ziet precies hetzelfde proces bij protes- tanten in het zeventiende-eeuwse Engeland, zoveel religieuze creativi- teit, zoveel sektarisme. Love God with all your heart and hate your neighbour with all your soul is daarover wel ge- zegd. Je ziet het nu ook in de islam. Mijn verklaring: het komt door een nieuwe geleerde klasse die toegang wil tot de macht maar niet welkom is. Die gaat dus de interpretatie van het geloof dat de heersende klasse aan- hangt aanvallen. Dat is de snelste en meeste directe uitdaging. In deze tijd wordt dat mogelijk door het Hasmo- nese koninkrijk. Pas toen kon je op die manier de macht uitdagen. Als je daarvoor geprotesteerd had tegen de hogepriesters die namens de Perzi- sche koning of Alexander de Grote en zijn opvolgers het land bestuurden, werd je gewoon een kopje kleiner ge- maakt. Die waren echt niet geïnteres- seerd in joodse haarkloverijen. Maar de Hasmoneërs waren ook joden. In de Romeinse tijd bleef dat voortbe- staan, aangejaagd door de haat tegen Romeinen. En inderdaad, uiteinde- lijk maakten die de opstandelingen een kopje kleiner.” De tentoonstelling ‘De Dode Zee Rol- len’ is van 9 juli tot 5 januari 2014 te zien in het Drents Museum, Brink 1, Assen. Entree voor volwassenen €15. Tot 18 jaar: gratis. FOTO’S UIT DE CATALOGUS ‘DE DODE ZEEROLLEN’

Transcript of 10 We t e n s ch a p 11 B Uitbundige geloofsstrijd op ... · tendenten, en de legioenen verover-den...

Page 1: 10 We t e n s ch a p 11 B Uitbundige geloofsstrijd op ... · tendenten, en de legioenen verover-den op bloedige wijze Jeruzalem. De Romeinse vazalkoning Hero-des de Grote, die regeerde

1110 We t e n s ch a pNRC Weekend Zaterdag 6 juli & Zondag 7 juli 2013 NRC Weekend Zaterdag 6 juli & Zondag 7 juli 2013

ISRAËL

Caesarea

JerichoQumranJeruzalem

Bethlehem

Masada

Samaria(Sebaste)

25 km Meer van Galilea

Dode Zee

Jordaan

NRC 060713 / StS

Uitbundige geloofsstrijdop duizenden stukjes leer

B uiten heerst de hitte van deWoestijn van Juda. In degrot is het koel. Er klinktgepiep. Vleermuizen. Erg

diep is de grot niet, een meter of achtmisschien. Tot bij de ingang van degrot hangt de zurige geur van vleer-muispoep. Het is dezelfde geur dienog jaren hing aan fragmenten vande Dode Zeerollen, die in deze en an-dere grotten in de buurt waren ge-vonden. Wie nu foto’s uit de jarenvijftig ziet, van dat eerste onderzoekvan deze oude joodse manuscripten,huivert. Fel zonlicht valt er door ho-ge ramen op tafels waar mannen inhemdsmouwen rokend en etend deuitgestalde fragmenten bekijken. Devurige wens te begrijpen wat er op detienduizenden fragmenten stond,was groter dan het verlangen naarzorgvuldige conservatie.

Tweeduizend jaar lang lagen de intotaal ongeveer 1.000 oude manu-scripten (verdeeld over 20.000 tot30.000 fragmenten) in donkere grot-ten langs de Dode Zee. De meeste wa-ren verborgen uit angst voor dekomst van de Romeinse legioenen,tijdens de Eerste Joodse Opstand, inde jaren 66 tot 74 na Chr. Uit C14- da-teringen en stijlkenmerken blijkt datgeen manuscript later is geschrevendan 50 na Chr., de oudste zijn van 200voor Chr.

En nu liggen ze zwaarder bewaaktdan ooit in donkere kluizen van deIsrael Antiquities Authority (IAA) ophet terrein van het Israel Museum inJeruzalem. Ze gelden als de grootstearcheologische schat van Israël, ookal omdat er 200 manuscripten vanbijbelboeken bij zitten, de oudste terwereld. Conservatoren laten er mis-prijzend de plakbandjes zien waar-mee de fragmenten in de jaren vijftigaan elkaar geplakt zijn. Nu liggen debreekbare stukjes leer zorgvuldigtussen vliegengaas, in speciale kli-maatbewaakte dozen. Maximaal mo-gen ze nu 15.000 lux-uren per vijf jaarondergaan: ongeveer dertig uur opeen bureau in een normaal verlichtk a n t o o r.

Wel krijgen alle fragmenten eenkort lichtbad in 12 v e r s ch i l l e n d elichtfrequenties: het IAA-laboratori-um is met een enorm project bezigom de fragmenten met moderne NA-SA-technologie in beeld te brengen.Door de opnames van verschillendefrequenties op elkaar te leggen, ko-men soms voorheen onzichtbare let-ters weer in beeld. Iedereen kan mee-kijken op www.deadseascrolls.org.il.

B edoeïenenOp de vleermuizen na is de grot nu

leeg. Net als de andere grotten is hijzorgvuldig uitgekamd door archeo-logen en bedoeïenen die tussen 1946en 1956 een soort wedstrijd hieldenwie in dit gebied de meeste beschre-ven snippers leer kon vinden. Daarnais vrijwel niets meer gevonden. Dechristelijke familie Kando uit Bethle-hem, afstammelingen van de hande-laar die 60 jaar geleden bemiddeldetussen bedoeïenen en archeologen,zou fragmenten in een kluis in Zwit-serland hebben liggen. Nu en dan ko-pen christelijke universiteiten inAmerika zo’n fragmentje, volgens degeruchten voor ongeveer een paarhonderdduizend dollar per stuk.

Alle fragmenten worden de ‘DodeZeerollen’ genoemd, maar er zijnslechts 12 ‘e ch t e ’ Dode Zeerollen. Delangste is 8 meter lang, 30 cm hoog:de Tempelrol. Alle manuscripten –de meesten in Hebreeuws op leer ge-schreven, een enkele keer in het Ara-mees, een enkele keer op papyrus –zijn zwaar beschadigd. In vertalin-gen en uitgaven wemelt het daaromvan puntjes en vierkante haken: ‘hierzat een gat’.

Wij zitten in grot 11, een paar kilo-meter van Qumran. Het is de ‘Neder-landse grot’ omdat begin jaren zestigde Nederlandse overheid een mil-joen gulden betaalde voor het rechtom een aantal daarin gevonden tek-sten uit te geven. Daarom bestaat ernog altijd een Qumran Instituut aande Rijksuniversiteit Groningen. Hieris ook de acht meter lange Tempelrol,waarvan het bovenste deel vrijwel ge-heel was vergaan. De ontbrekende

fragmenten konden worden gere-construeerd met andere fragmentenvan dezelfde tekst. De tekst is ge-schreven als een openbaring vanGod, een nieuw Deuteronomium:vol wetten voor het volk Israël. Het iswel ‘een herschrijving van de Thora’(de eerste vijf bijbelboeken) ge-noemd. Zoals het bijbelboek Kronie-ken een hervertelling is van de boe-ken van Samuel, had de Tempelrolook in de definitieve boekeninhoudvan de Hebreeuwse Bijbel terechtkunnen komen, zoals die in de loopvan de tweede en derde eeuw totstand is gekomen. In de teksten vande Dode Zeerollen wordt de Tempel-rol in ieder geval nog behandeld alseen heilige tekst. Het gaat over dejuiste rituelen in de tempel, maarook over de juiste wijze om een huiste bouwen (met een borstwering ophet dak zodat niemand er af valt). Indeze grot 11 lag ook de Targum vanJob, een navertelling van en com-mentaar op het bijbelboek Job, waar-van slechts een bizar fragment vaneen meter bij zes centimeter over is.

We zijn hier dankzij een persex-cursie van het Drents Museum in As-sen. Vanaf aanstaande dinsdag isdaar een grote tentoonstelling over

de Dode Zeerollen te zien. Voor heteerst in decennia zijn dan in Europaweer originele fragmenten te bezich-tigen. Het viel niet mee om de Israëli-sche IAA te vermurwen, vertelt HarryTupan, adjunct-directeur van hetDrents Museum. Vele malen ging hijpraten in Jeruzalem en Tel Aviv. Dedoorbraak kwam in september 2011,toen Nederland blanco stemde in dezaak van het VN-lidmaatschap vanPalestina. “Toen wilden ze Neder-land wel deze tentoonstelling gun-nen.” Dode Zeerollen als politiekdrukmiddel.

Een andere hobbel was de letter ofsafe conduct (een soort diplomatiekeimmuniteit) die Nederland aan deDode Zee-fragmenten moest verle-nen. Toen de rollen werden gevon-den was dit nog Jordaans gebied.Toen werd het bezet gebied en nuvalt het formeel onder Pa l e s t ij n s eAutoriteit. Van wie zijn die manu-scripten eigenlijk? De letter of safe con-duct moet voorkomen dat Jordanië dereizende fragmenten opeist bij deNederlandse rechter.

Het museum en de gastconserva-tor Mladen Popovic (1977), hoogle-raar ‘Oude Testament en Vroeg Jo-dendom’ te Groningen en directeurvan het Qumran Instituut, willen inAssen veel meer dan alleen oudetekstfragmenten laten zien. Popovicwil in Assen een bijna compleet por-tret schetsen van de woeste eeuwenwaarin de Dode Zeerollen ontston-den. “Toen de vondsten gedaan wer-den, wilde iedereen weten of er iets in

stond over het christendom”, do-ceert de jonge hoogleraar voor de in-gang van de grot. “Na de voorlopigecomplete publicatie begin jaren ne-gentig bleek dat niet zo te zijn: niksover Jezus. Wél werd duidelijk dathet christendom echt niet de enigejoodse sekte was die het onmiddel-lijk einde der tijden verwachtte. Enverlangde naar spirituele bevrijding.Deze collectie teksten is een tijdcap-sule: een complete bibliotheek kun-nen we uitpluizen. We krijgen directzicht op het joodse leven uit die tijd.”Het Nieuwe Testament is geen geïso-leerde tekst meer, het christendom isminder uniek geworden.

Popovic promoveerde zelf op eenstudie naar de astrologische en magi-sche teksten, die óók in de grotten la-gen. Ze bleken sterk verwant met al-lerlei Babylonische teksten. Zo erggeïsoleerd of sektarisch was de jood-se cultuur toen dus ook niet.

Po l e m i e k e nZo’n 200 van de in totaal 1.000 tek-

sten zijn Bijbelteksten. Een iets klei-ner deel is duidelijk het werk van eenof andere joodse sekte: leefregels, po-lemieken met de tempelpriesters.Veel van die sektarische teksten zijngeschreven in typerende schrijfstijlen spelling, door de Nederlands-Is-raëlische geleerde Emanuel Tov de‘Q u m r a n s ch r ij f s t ij l ’ genoemd.Waarschijnlijk werden die teksten inde nederzetting Qumran geschre-ven, vlakbij de grotten.

“De sekte had zeker vertakkingen

Rond het jaar nul was Israël het toneel van politiekeintriges, militaire veroveringen en volksopstanden. En erwoedde een felle richtingenstrijd binnen het jodendom.Daaraan danken we de befaamde Dode Zeerollen.Hendrik Spiering

Woestijn van Juda, gezien vanuitgrot 1. Re ch t s : Romeinse soldatennemen de zevenarmige kande-laar als krijgsbuit mee na ver-woesting van de Tempel vanJeruzalem in 70. Reliëf op de ere-boog van Titus in Rome. B oven:Interpretatie van het BijbelboekHosea uit grot 4.

Het christendom was nietde enige joodse sekte dieeen eindtijd verwachtte

Woeste tijden waren hetwaarin deze tekstenwerden geschreven

op andere plaatsen, we hebben aller-lei verschillende regels. Volgens hetene fragment mogen er geen vrou-wen binnen, volgens andere wel”,vervolgt Popovic onverstoorbaar zijncollege, te midden van journalistenen vleermuispoep. “Ook straffen vanovertredingen zijn verschillend. Enhet zijn gelijktijdige fragmenten, ditis geen chronologische ontwikke-ling. Er bestonden verschillendegroepen met eigen varianten. Op devlucht voor Romeinse legioenenkwamen al die verschillende groepenhier hun teksten verstoppen.” Derest bestond uit algemene religieuzeteksten: sabbatsliederen, onbekendepsalmen, uitleggingen en vertalin-gen in het Aramees van Bijbeltek-sten. “We zien hier dus de bibliothe-ken van joodse intellectuelen, alle-maal religieus van aard, zeker, maardus niet alleen sektarisch.”

Misschien waren die intellectue-len vooral Essenen, die dan hunhoofdkwartier in Qumran zoudenhebben. De joodse generaal en histo-ricus Flavius Josephus (37-100) on-derscheidt in zijn beschrijvingen vanhet jodendom van de eerste eeuw viergroepen: de Sadduceeën (tempel-priesters), de Farizeeërs (volkse,wetsgetrouwe leken), de Zeloten (diestreefden naar joodse onafhankelijk-heid) én de Essenen (monnikachtigefiguren met mystieke ideeën). “Dat isook maar een naam”, zegt Popovic.“Wat we vooral moeten doen is bekij-ken wat voor leven beschreven wordtin deze oude teksten. En wat opvalt,

is de enorme drang naar zuivering:veel rituele wassingen in speciale ba-den. Maar inderdaad, dat wordt ooktoegeschreven aan de Essenen.”

Opstand en oorlogWoeste tijden waren het waarin

deze teksten werden geschreven.Niet alleen ontstond het christen-dom, het is ook de tijd van joodse op-standen. Eerst was er de geslaagde‘Makkabese’ opstand, tegen hellenis-tische heersers over Judea, in 167 voorChr. Dat succes leidde tot een hon-derd jaar durende onafhankelijk-heid, in het ‘Hasmonese’ k o n i n k r ij kmet Jeruzalem als hoofdstad. Dit ishet enige moment tussen de ver-woesting van de Eerste Tempel doorde Babyloniërs in 586 voor Chr. en destichting van de staat Israël in 1948dat de joden een eigen staat hadden.Die Hasmonese koningen riepenzichzelf ook uit tot Hogepriester,waardoor ze ook de Tempel in Jeru-zalem bestuurden, het onbetwistecentrum van de joodse religie.

In 63 voor Chr. werd dit rijkje eenvazalstaat van Rome, na een burger-oorlog. Daarin steunde de grote veld-heer Pompeius een van de troonpre-tendenten, en de legioenen verover-den op bloedige wijze Jeruzalem.

De Romeinse vazalkoning Hero-des de Grote, die regeerde van 37 tot 4voor Chr., bouwde vervolgens deTempel uit tot een van de meest in-drukwekkende bouwwerken van deoudheid. Dat werk zou niet lang be-staan. In 66 brak een opstand tegen

de Romeinen uit. Bij de Romeinseherovering van Jeruzalem in 70 werdde Tempel verwoest.

In 132 kwam een nieuwe generatiejoden wéér in opstand tegen de legi-oenen van Rome, onder leiding vande tot messias uitgeroepen Bar Koch-ba, maar in 135 wonnen toch weer deRomeinen. Jeruzalem werd volledigverwoest. De diaspora, de versprei-ding van de joden over de wereld,werd definitief. Van de grote variëteitvan joodse sekten en stromingen wasalleen het rabbijnse jodendom over-gebleven, voortgekomen uit de voor-malige Farizeeërs. Niet alleen hetchristendom ontstond toen, ook hetjodendom zoals we dat nu kennen.Pas toen werd de samenstelling vande Hebreeuwse bijbel definitief.

Bij al die gebeurtenissen is in hetDrents Museum een passend voor-werp te zien. Zoals een rieten mandjeuit een grot 20 km van Qumran. “Indat mandje zaten schedels van jodendie tijdens de Bar Kochba-opstandnaar deze grotten waren gevlucht endaar omkwamen”, vertelt Popovicgeroerd. “Verschrikkelijk toch? Zohebben joden die later de lichamenvonden, geprobeerd hun nog eenbeetje een begrafenis te geven.” Ookeen Romeinse helm, joodse muntenuit het opstandsjaar 70, een tafel uitQumran, een tekstfragment uit Mas-sada, waar in 74 de laatste slag werdgeleverd. “Ook aan al die gebeurte-nissen wordt aandacht besteed in detentoonstelling”, vertelt Popovic.

Er veranderde in deze tijd heel veel

in het jodendom. Vanaf ongeveer dederde eeuw voor Chr. werd er steedsmeer nagedacht over een leven ná dedood. Voordien was de joodse gods-dienst vooral een ‘gewone’ tempelre-ligie, die draaide om de juiste offersop het juiste moment. Langzaamraakte ook het idee van de nabijeeindtijd wijd verspreid. Bij dat Eindeder Tijden zou God, via zijn gezonde-ne de Messias, alles op aarde weerrechtzetten, als in een tweede schep-ping. De gedachte aan wederopstan-ding na de dood verscheen, vooral bijde Essenen en Farizeeën.

En een diep besef van onreinheiddoor zonde werd algemener. Eenpaar dagen na het bezoek aan Grot 11lopen en kruipen we door de wirwarvan oude tunnels dat langs de Tem-pelberg loopt, vaak dwars door oudekelders van huizen uit de tijd vanHerodes. En opvallend vaak stuitenwe op rituele baden. Of op waterre-servoirs die mede voor die baden be-doeld zijn. Ook is er uit deze tijd heelveel stenen serviesgoed over, omdatvolgens de joodse reinheidswetge-ving aan steen geen ‘onreinheid’ konblijven kleven en aan aardewerk wel.

Waarom zoveel baden en servies-goed? De Israëlische archeoloog Eli

Shukron die ons rondleidt heeft eensimpele verklaring: “De oude rein-heidsregels die voorheen alleen gol-den voor tempelpriesters worden nudoor alle vrome gelovigen gevolgd.En dan heb je veel meer baden ensteengoed nodig.”

ReinheidsregelsVanwaar deze grote religieuze op-

leving, die uiteindelijk door de Ro-meinen in bloed is gesmoord en dieons het christendom én het huidigejodendom heeft opgeleverd? “Datmoet je aan Albert Baumgarten vra-gen”, zegt Popovic. “Die schreef daarvijftien jaar geleden al een belangrijkboek over: The Flourishing of JewishSects in the Maccabean Era.”

Toevallig was Baumgarten, emeri-tus hoogleraar in joodse geschiede-nis aan de Israëlische Bar-Ilan Uni-versiteit, vorige maand in Gronin-gen, op uitnodiging van Popovic.Een vriendelijke, scherpe oude heer,met een keppeltje. Een kans om tevragen: hoe zit dat met die joodse re-ligieuze bloei? Baumgarten gaat ervoor zitten: “Die golf ging toen hoog,ja. Waarom zoveel sekten? Al diegroepen wilden zich onderscheidenvan anderen. Binnen het jodendomontstonden groepen die zich afzet-ten tegen ándere joden. Die grenzenworden op verschillende niveaus ge-trokken: wil je met hen eten? Trou-wen? Bidden? Zaken doen? Dat laat-ste gaat altijd wel, de strengste grensis het samen eten. De Farizeeërs wa-ren het minst streng. Die wilden best

samen met Jezus eten. Bij de Essenenmaakte je geen kans.”

Baumgarten ging kijken naar ver-gelijkbare ontwikkelingen. “Je zietprecies hetzelfde proces bij protes-tanten in het zeventiende-eeuwseEngeland, zoveel religieuze creativi-teit, zoveel sektarisme. Love God withall your heart and hate your neighbourwith all your soul is daarover wel ge-zegd. Je ziet het nu ook in de islam.Mijn verklaring: het komt door eennieuwe geleerde klasse die toegangwil tot de macht maar niet welkom is.Die gaat dus de interpretatie van hetgeloof dat de heersende klasse aan-hangt aanvallen. Dat is de snelste enmeeste directe uitdaging. In deze tijdwordt dat mogelijk door het Hasmo-nese koninkrijk. Pas toen kon je opdie manier de macht uitdagen. Als jedaarvoor geprotesteerd had tegen dehogepriesters die namens de Perzi-sche koning of Alexander de Grote enzijn opvolgers het land bestuurden,werd je gewoon een kopje kleiner ge-maakt. Die waren echt niet geïnteres-seerd in joodse haarkloverijen. Maarde Hasmoneërs waren ook joden. Inde Romeinse tijd bleef dat voortbe-staan, aangejaagd door de haat tegenRomeinen. En inderdaad, uiteinde-lijk maakten die de opstandelingeneen kopje kleiner.”

De tentoonstelling ‘De Dode Zee Rol-len’ is van 9 juli tot 5 januari 2014 tezien in het Drents Museum, Brink 1,Assen. Entree voor volwassenen €15.Tot 18 jaar: gratis.

FO

TO

’S U

IT D

E C

AT

AL

OG

US

‘D

E D

OD

E Z

EE

RO

LL

EN