10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit...

193
Toetsmateriaal bij Pitch – Marketing: de harde cijfers Kees Benschop document.docx– 1 –

Transcript of 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit...

Page 1: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Toetsmateriaalbij

Pitch – Marketing: de harde cijfers

Kees Benschop

document.docx– 1 –

Page 2: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

© 2017 Boom uitgevers Amsterdam

978 90 2440 571 D

Dit toetsmateriaal hoort bij:Titel: Pitch – Basisboek Marketing, 2e drukAuteur: Kees BenschopISBN: 978 90 2440 571 8

Hoewel dit toetsmateriaal met zeer veel zorg is samengesteld, aanvaarden auteur(s) noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in deze handleiding.

document.docx– 2 –

Page 3: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Toetsmateriaal bij Pitch – Marketing: de harde cijfersInleiding

Hieronder vindt u toetsopdrachten, in de volgorde van het boek. Het zijn vooral rekenopdrachten, plus een beperkt aantal open vragen. Op practicx staan al veel meerkeuzevragen. Vooral bij voortgangstoetsen geven antwoorden op open opdrachten en vragen de docent meer informatie dan die op meerkeuzevragen.

Ik heb bij de opdrachten niet ‘laat je berekening zien’ vermeld. Het is beter om dit bovenaan de toets te vermelden, zodat het voor alle opdrachten geldt.

De vragen zijn genummerd met *. en de bijbehorende antwoorden met A. Zodoende kunt u knippen en plakken en meteen daarna vragen en uitwerkingen nummeren. Daarna de normering verzorgen en klaar. Het navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker van de serie Pitch, en dat u deze niet verder doorspeelt of openbaar maakt.

De oefenvragen per hoofdstuk en de vragen van oefenexamens die al op practicx.nl staan zijn ook ingekopieerd. Deze zijn te herkennen aan de tabelvorm waarin ze staan en aan een paragraafkopje. Of u deze voor uw toetsen kunt gebruiken hangt sterk af van de mate waarin uw leerlingen deze website gebruiken. U kunt deze vragen natuurlijk ook gebruiken als inspiratie.

Voor goede toetsvragen houd ik me aanbevolen. Als u uw eigen toetsvragen wilt delen, zorgen wij ervoor dat deze ook bij uw collega gebruikers terechtkomen.

1 Zicht op je markt1.1 Marktaandeel

*. De totale omzet op de Europese markt voor MiniCat zeilboten was het afgelopen jaar € 22,5 miljoen. De Nederlandse distributeur verkocht 500 van deze bootjes tegen een gemiddelde prijs van € 4.500,–.Bereken het marktaandeel van de Nederlandse importeur op de Europese markt.

A. Omzet in Nederland 500 x € 4.500,– = € 2.250.000,–€ 2.250.000,– : € 22.500.000,– x 100 = 10%

*. MentAll heeft het afgelopen jaar 1 miljoen rollen pepermunt verkocht voor 1 euro per stuk. De totale omzet van pepermunt was dit kwartaal € 9 miljoen, bij een gemiddelde prijs van € 0,90 per rol.a. Bereken het marktaandeel van MentAll op basis van de omzet.b. Bereken de totale afzet op de pepermuntmarkt voor het afgelopen jaar.c. Bereken het marktaandeel van MentAll op de shampoomarkt op basis van de afzet.d. Verklaar je het verschil tussen de antwoorden bij a en c.

A. a. € 1.000.000,– : € 9.000.000,– x 100 = 11,1%b. € 9.000.000,– : € 0,90 = 10.000.000 stuks.c. 1 miljoen van 10 miljoen is 10%.

document.docx– 3 –

Page 4: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

d. Het marktaandeel op basis van omzet is hoger, omdat Mentall’s prijs hoger is dan de gemiddelde prijs op deze markt.

*. CoolDent heeft het afgelopen kwartaal 1,5 miljoen tubes tandpasta verkocht voor € 1,20 per stuk. De totale omzet van tandpasta was dat kwartaal € 11.250.000,–, bij een gemiddelde prijs van € 1,250 per tube.a. Bereken het marktaandeel van CoolDent op basis van de afzet.c. Bereken het marktaandeel van CoolDent op basis van de omzet.c. Verklaar je het verschil tussen de antwoorden bij a en b.

A. a. Totale afzet € 11.250.000,– : € 1,25 = 9.000.000 stuks.1.500.000 : 900.000 x 100 = 16,7%

b. Omzet CoolDent 1.500.000 x € 1,20 = € 1.800.000,–€ 1.800.000,– : € 11.250.000,– x 100 = 16%.

c. Het marktaandeel op basis van omzet is iets lager, omdat CoolDent’s prijs iets lager is dan de gemiddelde prijs op deze markt.

*. Op dit moment zijn er 2,5 miljoen Nederlanders die regelmatig sla in huis halen. Albert Kassies weet zeker dat hij nog veel meer Nederlanders aan dit gezonde natuurproduct kan krijgen. Kassies wil met een campagne van de brancheorganisatie 1,5 miljoen klanten erbij winnen. Gemiddeld besteedt een klant € 20,– per jaar aan sla.a. Bereken de actuele vraag.b. Bereken het marktpotentieel.

A. a. 2,5 miljoen maal 20 euro is € 50 miljoen.b. Potentiële vraag 1.500.000 × € 20,– = € 30.000.000,–

Marktpotentieel € 80.000.000,–

*. Op dit moment zijn er 3 miljoen Nederlanders die wijn kopen. Het wijngaardeniersgilde, een brancheorganisatie, denkt er met een intensieve campagne een half miljoen gebruikers bij te kunnen krijgen. De gemiddelde wijndrinker besteedt per jaar € 120,– aan dit product.a. Bereken de actuele vraag.b. Bereken het marktpotentieel.

A. a. 3 miljoen maal € 120,– is € 360 miljoen.b. Potentiële vraag 500.000 × € 120,– = € 60.000.000,–

Marktpotentieel € 420.000.000,–

1.2 Relatief marktaandeel

*. Het marktaandeel van marktleider Biggz is 15%, gevolgd door Middz met 10% en Smallz met 8%.a. Bereken het relatieve marktaandeel van Biggz.b. Bereken het relatieve marktaandeel van Middz.c. Bereken het relatieve marktaandeel van Smallz.

A. a. 15% : 10% = 1,5b. 10% : 15% = 0,67c. 8% : 15% = 0,53

*. Op de wereldmarkt voor smartphones heeft Samsung een marktaandeel van 27%, Apple is tweede met 16%, gevolgd door Huawei met 8%.Bereken voor deze drie aanbieders het relatieve marktaandeel.

document.docx– 4 –

Page 5: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

A. Samsung 27 : 16 = 1,69Apple 16 : 27 = 0,59Huawei 8 : 27 = 0,3

1.3 Distributieratio’s

Voor een toets kunt u desgewenst uit de volgende twee opdrachten een selectie van deelvragen maken.

*. A-Star Jeans zijn te koop bij 800 verkooppunten, wat een omzet oplevert van € 150 miljoen. Die 800 verkooppunten zetten samen € 500 miljoen aan jeans om. Jeans zijn te koop bij in totaal 5000 verkooppunten, deze hebben een totale omzet van € 2.000 miljoen. De gemiddelde prijs van jeans is € 80,–, ook bij de geselecteerde verkooppunten. A-Star jeans gaan over de toonbank voor € 125,–.a. Bereken de marktspreiding van CoolDent.b. Bereken het marktbereik.c. Bereken de selectie-indicatord. Doet A-Star aan intensieve, selectieve of exclusieve distributie? Verklaar je antwoord.e. Bereken het omzetaandeel.f. Bereken het marktaandeel op twee manieren.g. Bereken het afzetaandeel en verklaar het verschil met het omzetaandeel.

A. a. 800 : 5000 x 100 = 16%b. 500 : 2000 x 100 = 25%c. 25% : 16% = 1,5625d. Selectieve distributie, want dit merk is te koop bij slechts 16% van de verkooppunten.e. € 150 miljoen : € 500 miljoen x 100 = 30%f. - MB x OA: 25% van 30% is 7,5%

- € 150 miljoen : € 2.000 miljoen x 100 = 7,5%g. Afzet A-Star € 150.000.000 : € 125 = 1.200.000 stuks.

Afzet bij de verkooppunten € 500 miljoen : € 80,– = 6.250.000 stuks.Afzetaandeel 1,2 miljoen : 6.25 miljoen x 100 = 19,2%.Het afzetaandeel van A-Star is lager dan het omzetaandeel, omdat het prijsniveau hoger is dan het gemiddelde van de concurrenten.

*. Op de markt voor graanontbijten was de omzet het afgelopen jaar € 500 miljoen. 3.375 van de 4.500 supermarkten hebben StarFlakes op het schap staan. Deze 3.375 supermarkten hebben een omzet van € 450 miljoen aan graanontbijten. StarFlakes heeft met een omzet van € 99 miljoen. De prijs van een pak StarFlakes is één euro, terwijl de gemiddelde prijs van graanontbijten € 1,25 per pak is. a. Bereken het marktbereik.b. Bereken de marktspreiding.c. Bereken de selectie-indicatord. Bereken het omzetaandeel.e. Bereken het afzetaandeel en verklaar het verschil met het omzetaandeel.f. Bereken het marktaandeel op twee manieren.

A. a. € 450 miljoen : € 500 miljoen x 100 = 90%b. 3.375 : 5.000 x 100 = 75%c. 90% : 75% = 1,2d. € 99 miljoen : € 450 miljoen x 100 = 22%

document.docx– 5 –

Page 6: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

e. Afzet StarFlakes 99 miljoen pakken.Afzet graanontbijten bij geselecteerde winkels € 450 miljoen : € 1,25 = 360 miljoen stuks.99 : 360 x 100 = 27,5%Het afzetaandeel is hoger dan het omzetaandeel, omdat StarFlakes goedkoper is dan het gemiddelde graanontbijt.

f. - MB x OA: 90% van 22% is 19,8%- € 99 miljoen : € 500 miljoen x 100 = 19,8%

1.4 Klantwaarde

*. Bij Schöner Döner besteden klanten gemiddeld € 5,– per bezoek. De winst is 25% van de omzet. De gemiddelde klant komt een maal per week, is vier weken per jaar op vakantie en blijft vijf jaar klant.Bereken de CLV (customer lifetime value).

A. € 1,25 x 48 x 5 = € 300,–

*. Bij Ron’s Super laadt een gemiddelde klant elke week voor € 50,– in de boodschappenkar. Deze gemiddelde klant is zes weken per jaar op vakantie en blijft zes jaar lang klant. De winst is 30% van de omzet. Bereken de CLV (customer lifetime value).

A. € 15,– x 46 x 6 = € 4.140,–

*. Klanten van snelkoop.nl bestellen gemiddeld twee keer per jaar voor een aankoopbedrag van gemiddeld € 80,– en ze blijven gemiddeld twee jaar lang klant. Snelkoop’s winst is 35% van de omzet. Bereken de CLV (customer lifetime value).

A. € 28,– x 2 x 2 = € 112,–

*. a. Reclameadviesbureau Raak & Partners levert kwaliteit. Daardoor houdt dit bureau haar klanten gemiddeld tien jaar vast. De gemiddelde klant spendeert voor € 3 miljoen per jaar aan de diensten van het bureau bij een winstmarge van 20% van de omzet. Bereken de CLV (customer lifetime value).

b. Gemiddeld brengt elke klant van Raak en Partners elke vier jaar een nieuwe klant aan. Bereken de CLV inclusief de waarde van aangeworven klanten.

A. a. € 6.00.000,– x 10 = € 6 miljoen.b. 25% van € 6 miljoen = € 1,5 miljoen

Dit 2,5 maal gedurende 10 jaar, dus 2,5 x € 1,5 miljoen = € 3.765.000,– Totale CLV € 9.765.000,–

1.5 Oefenvragen practicx

Vraag 1 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Op de Nederlandse markt voor spelletjes verkoopt SpeelGoed.nl 100.000 spelletjes per jaar met een gemiddelde verkoopprijs van € 19,50. Op deze markt wordt per jaar voor € 39 miljoen verkocht. Wat is het marktaandeel van SpeelGoed.nl?

document.docx– 6 –

Page 7: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Antwoord 1 1%Antwoord 2 5% xAntwoord 3 10%Antwoord 4 15%Feedback bij juist Je antwoord is juist.

€ 1.950.000 : € 39.000.000 x 100 = 5%Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

€ 1.950.000 : € 39.000.000 x 100 = 5%

Vraag 2 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het marktaandeel kun je berekenen op basis van omzet, of op basis van afzet. Voor een aanbieder met een hoger prijsniveau dan het gemiddelde geldt:

Antwoord 1 het marktaandeel op basis van omzet is lager dan op basis van afzet.

Antwoord 2 het marktaandeel op basis van omzet is hoger dan op basis van afzet.

x

Antwoord 3 het marktaandeel op basis van omzet is gelijk aan het marktaandeel op basis van afzet.

Antwoord 4 het is niet te zeggen op welke manier het marktaandeel hoger uitvalt, want het hangt van veel factoren af.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het marktaandeel van een aanbieder met een hoger prijsniveau is op basis van omzet hoger dan op basis van afzet.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Het marktaandeel van een aanbieder met een hoger prijsniveau is op basis van omzet hoger dan op basis van afzet.

Vraag 3 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het marktpotentieel bestaat uit:Antwoord 1 alle klanten die het product kopen en mogelijk

zouden kunnen kopen.Antwoord 2 de werkelijke vraag plus de generieke vraag.Antwoord 3 de mogelijke vraag plus de potentiële vraag.Antwoord 4 de actuele vraag plus de potentiële vraag. x

document.docx– 7 –

Page 8: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het marktpotentieel bestaat uit de actuele vraag plus de potentiële vraag.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Het marktpotentieel bestaat uit de actuele vraag plus de potentiële vraag.

`

Vraag 4 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Op de markt voor slimme thermostaten zijn er vier aanbieders.Best met een marktaandeel van 40%Nest met een marktaandeel van 30%Lest met een marktaandeel van 20%West met een marktaandeel van 10%

Welke bewerking hieronder is juist?Antwoord 1 Het relatieve marktaandeel van Best is 1 en van

Lest is 2.Antwoord 2 Het relatieve marktaandeel van Best is 2 en van

Lest is 1.Antwoord 3 Het relatieve marktaandeel van Best is 1,33 en

van Lest is 2.Antwoord 4 Het relatieve marktaandeel van Best is 1,33 en

van Lest is 0,5.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het relatieve marktaandeel van Best is 1,33 en van Lest is 0,5.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Het relatieve marktaandeel van Best is 1,33 (40/30) en van Lest is 0,5 (20/40).

Vraag 5 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Hoe lager de marktspreiding, hoe lager de:Antwoord 1 intensiteit van de concurrentie.Antwoord 2 exclusieve distributie.Antwoord 3 distributie-intensiteit. xAntwoord 4 distributie-selectiviteit.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Marktspreiding laat zien hoe hoog de distributie-intensiteit is.

document.docx– 8 –

Page 9: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Marktspreiding laat zien hoe hoog de distributie-intensiteit is.

Vraag 6 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het marktbereik is:Antwoord 1 de marktspreiding gewogen naar omzet. xAntwoord 2 de marktspreiding maal het omzetaandeel.Antwoord 3 het aantal winkels dat een aanbieder met de

distributie bereikt.Antwoord 4 het percentage van alle winkels die een

aanbieder met de distributie bereikt.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Marktbereik is marktspreiding gewogen naar omzet.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Marktbereik is marktspreiding gewogen naar omzet.

Vraag 7 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het marktbereik van Flipsen bv is 70% en de marktspreiding is 35%. De selectie-indicator is:

Antwoord 1 0,5Antwoord 2 2 xAntwoord 3 200%Antwoord 4 50%Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Marktbereik gedeeld door marktspreiding komt op 2.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Marktbereik gedeeld door marktspreiding komt op 2.

Vraag 8 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Een selectie-indicator lager dan 1 betekent:Antwoord 1 dat de distributie niet effectief verloopt.Antwoord 2 dat de aanbieder doet aan intensieve

distributie.

document.docx– 9 –

Page 10: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Antwoord 3 dat er relatief weinig grootwinkelbedrijven in de selectie zitten.

x

Antwoord 4 dat er relatief weinig kleine winkelbedrijven in de selectie zitten.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Een selectie-indicator lager dan 1 betekent dat er relatief weinig grootwinkelbedrijven in de selectie zitten.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Een selectie-indicator lager dan 1 betekent dat er relatief weinig grootwinkelbedrijven in de selectie zitten.

Vraag 9 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Omzetaandeel wil zeggen:Antwoord 1 hetzelfde als marktaandeel.Antwoord 2 het aandeel van de winst in de omzet.Antwoord 3 het aandeel dat het aanbod van deze aanbieder

heeft in de omzet in deze artikelgroep op alle verkooppunten.

Antwoord 4 het aandeel dat het aanbod van deze aanbieder in de omzet in deze artikelgroep op de geselecteerde verkooppunten.

x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Omzetaandeel is het aandeel dat het aanbod van deze aanbieder in de omzet in deze artikelgroep op de geselecteerde verkooppunten.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Omzetaandeel is het aandeel dat het aanbod van deze aanbieder in de omzet in deze artikelgroep op de geselecteerde verkooppunten.

Vraag 10 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het marktaandeel is gelijk aan:Antwoord 1 marktbereik x omzetaandeel. xAntwoord 2 marktspreiding x omzetaandeel.Antwoord 3 selectie-indicator x marktbereik.

document.docx– 10 –

Page 11: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Antwoord 4 distributie-intensiteit gedeeld door omzetaandeel.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het marktaandeel is gelijk aan martbereik x omzetaandeel.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Het marktaandeel is gelijk aan martbereik x omzetaandeel.

De vragen 11, 12 en 13 gaan over ReLaks yogabroeken.Deze yogabroeken worden verkocht op 20.000 verkooppunten. Het afgelopen jaar gingen er 200.000 over de toonbank voor een prijs per stuk van € 10,-. Die 20.000 verkooppunten verkochten samen voor € 10.000.000,- aan yogabroeken. Zulke broeken zijn te koop bij in totaal 50.000 verkooppunten die een totale omzet hebben van € 30.000.000,-.

Vraag 11 Kort-antwoordVraag Bereken de marktspreiding van ReLaks.Antwoord 40%Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas, 20.000 : 50.000 x 100 = 40%.

Vraag 12 Kort-antwoordVraag Bereken het marktbereik van ReLaks.Antwoord 33% (één derde)Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas, € 10 miljoen : € 30 miljoen x 100 = 33,3%.

Vraag 13 Kort-antwoordVraag Bereken het omzetaandeel van ReLaks.Antwoord 20%Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas, € 2 miljoen : € 10 miljoen x 100 = 20%.

Vraag 14 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

document.docx– 11 –

Page 12: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag Bij bakkerij De Speculant besteden klanten gemiddeld € 6,- per bezoek. De winst is 25% van de omzet. De gemiddelde klant komt elke week, is zes weken per jaar op vakantie en blijft vier jaar klant.

Bereken de CLV.Antwoord 1 € 1.104,-Antwoord 2 € 276,- xAntwoord 3 € 69,-Antwoord 4 € 345,-Feedback bij juist Je antwoord is juist.

W = € 1,50A = 46 x 4 = 184€ 1,50 x 184 = € 276,-

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

W = € 1,50A = 46 x 4 = 184€ 1,50 x 184 = € 276,-

Vraag 15 Kort-antwoordVraag Bij communicatieadviesbureau ZinniZ blijven klanten gemiddeld

acht jaar klant. De gemiddelde omzet per klant is € 12.000,- per kwartaal en de winstmarge is 20% van de omzet. Bereken de CLV.

Antwoord € 76.800,-Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.W = € 2.400,- x 4 kwartalen = € 9.600,-.A = 8 jaar.€ 9.600,- x 8 = € 76.800,-.

1.6 Vragen oefenexamens practicx

document.docx– 12 –

Page 13: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 18 Kort-antwoordVraag TempehBurgers worden verkocht op 2.500 verkooppunten. Het

afgelopen jaar gingen er 200.000 over de toonbank voor een prijs per stuk van € 1,50. Die 2.500 verkooppunten verkochten samen voor € 1.500.000,- aan vegetarische burgers. Zulke burgers zijn te koop bij in totaal 5.000 verkooppunten die een totale omzet aan vegetarische burgers hebben van € 5.000.000,-.

Bereken de numerieke distributie (ofwel de marktspreiding) van TempehBurgers.

Antwoord 50%Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas, 2.500 : 5.000 x 100 = 50%.

document.docx– 13 –

Page 14: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 19 Kort-antwoordVraag TempehBurgers worden verkocht op 2.500 verkooppunten. Het

afgelopen jaar gingen er 200.000 over de toonbank voor een prijs per stuk van € 1,50. Die 2.500 verkooppunten verkochten samen voor € 1.500.000,- aan vegetarische burgers. Zulke burgers zijn te koop bij in totaal 5.000 verkooppunten die een totale omzet aan vegetarische burgers hebben van € 5.000.000,-.

Bereken het marktbereik van TempehBurgers.Antwoord 30%Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, € 1,5 miljoen : € 5 miljoen x 100 = 30%.

document.docx– 14 –

Page 15: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 20 Kort-antwoordVraag De actuele vraag naar TempehBurgers is 200.000 stuks. Op

grond van marktonderzoek schat men dat dit met goede promotie in een jaar kan verdrievoudigen.

Bereken de potentiële vraag naar TempehBurgers en het marktpotentieel.

Antwoord Potentiële vraag: 400.000Marktpotentieel: 600.000

Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, verdrievoudiging van 200.000 geeft een marktpotentieel van 600.000 stuks. Actuele vraag + potentiële vraag = marktpotentieel, dus de potentiële vraag is 400.000 stuks.

Vraag 18 Kort-antwoordVraag TempehBurgers worden verkocht op 2.500 verkooppunten. Het

afgelopen jaar gingen er 200.000 over de toonbank voor een prijs per stuk van € 1,50. Die 2.500 verkooppunten verkochten samen voor € 1.500.000,- aan vegetarische burgers. Zulke burgers zijn te koop bij in totaal 5.000 verkooppunten die een totale omzet aan vegetarische burgers hebben van € 5.000.000,-.

Bereken het omzetaandeel van TempehBurgers.Antwoord 20%Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

De omzet van Tempehburgers is 200.000 x € 1,50 = € 300.000,-.€ 300.000 : € 1.500.000 x 100 = 20%.

document.docx– 15 –

Page 16: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

3.3Vraag 19 Kort-antwoordVraag TempehBurgers worden verkocht op 2.500 verkooppunten. Het

afgelopen jaar gingen er 200.000 over de toonbank voor een prijs per stuk van € 1,50. Die 2.500 verkooppunten verkochten samen voor € 1.500.000,- aan vegetarische burgers. Zulke burgers zijn te koop bij in totaal 5.000 verkooppunten die een totale omzet aan vegetarische burgers hebben van € 5.000.000,-.

Bereken het selectie-indicator voor TempehBurgers. Rond zo nodig af op twee cijfers achter de komma.

Antwoord 0,6Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

Dit is het marktbereik gedeeld door de marktspreiding.

Marktbereik:1.500.000,- : 5.000.000,- x 100 = 30%Marktspreiding: 2.500 : 5.000 x 100 = 50%Selectie-indicator:30% : 50% = 0,6 (afronden niet nodig)

document.docx– 16 –

Page 17: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 20 Kort-antwoordVraag Issan is gestart met een bureau voor interieurverzorging. Dit

jaar heeft ze 20 particuliere klanten en 30 zakelijke klanten. Ze houdt een enquête bij een steekproef van mogelijke klanten in haar regio, en ze komt tot de conclusie dat ze er met goede promotie zeker 40 particuliere klanten bij kan winnen en 70 zakelijke klanten.

Bereken voor Issan het marktpotentieel (in aantal contracten).Antwoord 160Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas. Actuele vraag + potentiële vraag = marktpotentieel, dus50 + 110 = 160.

document.docx– 17 –

Page 18: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 21 Kort-antwoordVraag Op de markt voor besturingssystemen zijn er drie belangrijke

aanbieders:Microsoft met een marktaandeel van 57%Linuxvarianten met een marktaandeel van 20%Apple met een marktaandeel van 18%

Bereken het relatieve marktaandeel van Microsoft. Rond het antwoord af op één cijfer achter de komma.

Antwoord 2,9Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.Het eigen marktaandeel gedeeld door dat van de grootste concurrent:57 : 20 = 2,85, afgerond 2,9.

document.docx– 18 –

Page 19: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 21 Kort-antwoordVraag Op de wereldmarkt voor smartphones zijn er vijf belangrijke

aanbieders:Samsung met een marktaandeel van 25%Apple met een marktaandeel van 12%Huawei met een marktaandeel van 7%Lenovo met een marktaandeel van 5,8%LG met een marktaandeel van 4,8%

Bereken het relatieve marktaandeel van Huawei. Rond het antwoord af op één cijfer achter de komma.

Antwoord 0,3Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.Het eigen marktaandeel gedeeld door dat van de grootste concurrent:7 : 25 = 0,28, afgerond 0,3.

document.docx– 19 –

Page 20: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 26 Kort-antwoordVraag Bij kapper De HoofZaak besteden klanten gemiddeld € 20,- per

bezoek. De winst is 20% van de omzet. De gemiddelde klant komt elke twee maanden en blijft zes jaar klant.

Bereken de Customer Lifetime Value in euro's.Antwoord 144Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

20% van € 20,- is € 4,-Zes maal per jaar€ 4,- x 6 x 6 = € 144,-

Vraag 26 Kort-antwoordVraag Bij café-biljart De Vergulde Kan besteden klanten gemiddeld

€ 15,- per bezoek. De winst is 25% van de omzet. De gemiddelde klant komt elke week, is vier weken per jaar op vakantie en blijft tien jaar klant.

Bereken de Customer Lifetime Value in euro's.Antwoord 1.800,-Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

25% van € 15,- is € 3,7548 maal per jaar€ 3,75 x 48 x 10 = € 1.800,-

2 Wat gaat dat kosten?

2.1 Kosten en uitgaven

*. Help de boekhouder van administratiekantoor Accuraat, een eenmanszaak. Geef steeds aan of het gaat om kosten, om uitgaven, of om allebei tegelijk.a. Accuraat koopt papier voor de printer.b. Accuraat koopt een nieuwe printer.c. De eigenaar haalt voor privé € 1.000,– uit de kas.d. Het gewaardeerd loon van de eigenaar komt deze maand op € 4.800,–.e. Accuraat betaalt de rente van de banklening.f. Accuraat lost een deel van de banklening af.g. Accuraat betaalt de huur voor het kantoor voor een half jaar vooruit.h. Op de nieuwe printer wordt dit jaar € 500,– afgeschreven.

A. a. Uitgaven en kosten.b. Uitgave, nog geen kosten.

document.docx– 20 –

Page 21: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

c. Uitgave, geen kosten.d. Kosten, geen uitgave.e. Uitgave en kosten.f. Uitgave, geen kosten.g. Uitgave, niet tegelijk kosten.h. Kosten, geen uitgave.

*. Je werkt bij BizzyMo, een doe-het-zelfketen. Geef steeds aan of het gaat om kosten, om uitgaven, of om allebei tegelijk.a. Inkoop nieuwe voorraad artikelen.b. Aankoop van een nieuw winkelpand.c. In mei betaalt BizzyMo de vakantietoeslag aan de werknemers.d. De boekhouder boekt in juni een deel van de rente die in december betaald moet wordene. BizzyMo lost een deel van de banklening af.f. De boekhouder schrijft af op de winkelinventaris.g. De loodgieter stuurt een rekening voor reparatie van sanitair.

A. a. Uitgave, nog geen kosten.b. Uitgave, nog geen kosten.c. Uitgave en kosten.d. Kosten, geen uitgave.e. Uitgave, geen kosten.f. Kosten, geen uitgave.g. Uitgave en kosten.

2.3 Directe en indirecte kosten

*. Bij een filiaal van BurgerQueen willen ze de kosten indelen in direct en indirect. Help de boekhouder.a. Kosten van gehakt voor burgers.b. Loonkosten.c. Onroerendezaakbelasting.d. Kosten reclamecampagne icecream sundae.e. Kosten spaghetti bolognese.f. Afschrijving inventaris.g. Invoerrechten over invoer kipburgers.

A. a. Direct.b. Indirect.c. Indirect.d. Direct.e. Direct.f. Indirect.g. Direct.

*. Bij De Jager bv hangen de indirecte kosten het meest samen met de directe loonkosten. De kosten van vorig jaar:directe loonkosten € 5.800.000,–grondstofkosten € 400.000,–indirecte kosten € 2.500.000,–Dit jaar zijn de directe kosten per product:

Windbuks Luchtdrukpistooldocument.docx– 21 –

Page 22: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

direct loon € 100,– € 80,–grondstof €  39,– € 28,–Bereken de kostprijzen van deze twee producten volgens de primitieve opslagmethode.

A. Opslag: 2,5 : 5,8 x 100 = 43,1%Windbuks: 139,– + 43,10 = € 182,10Luchtdrukpistool: 108,– + 34,48 = € 142,48

*. PlayTime produceert speelgoed. Daarbij hangen de indirecte kosten het meest samen met de totale directe kosten. De kosten van vorig jaar:directe loonkosten € 1.250.000,–grondstofkosten € 600.000,–indirecte kosten € 906.500,–Dit jaar zijn de directe kosten per product:

Drone Speedbootdirect loon € 15,– € 12,80grondstof € 12,50 € 11,50Bereken de kostprijzen van deze twee producten volgens de primitieve opslagmethode.

A. Opslag: 906.500 : 1.850.000 x 100 = 49%Drone: 27,50 + 13,48 = € 40,98Speedboot: 24,30 + 11,91 = € 36,21

2.4 Constante en variabele kosten

*. Geef steeds aan of de post bij de constante of bij de variabele kosten hoort, of bij geen van beide.a. Loon stafmedewerkers.b. Belasting over de winst.c. Afschrijving gebouw.d. Grondstofkosten.e. Rente banklening.f. Loon uitzendkrachten.g. Energiekosten.h. Aflossing schuld.

A. a. Vast.b. Geen kosten.c. Vast.d. Variabel.e. Vast.f. Variabel.g. Variabel.h. Geen kosten.

2.5 Integrale kostprijs

*. SunShield bv produceert normaal 250.000 zonnebrillen per maand. Deze maand rolden er dit jaar 225.000 zonnebrillen van de band. De variabele kosten van de productie kwamen op € 550.000,–. De constante kosten van de productie waren € 225.000,–. a. Bereken de integrale kostprijs van een SunShield zonnebril.b. Bereken het bezettingsverschil.

A. a. C/N = € 1,20document.docx– 22 –

Page 23: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

V/W = €   2,50 kostprijs € 3,70

b. –30.000 x 1,20 = – € 36.000,–

*. Projectbureau Donkers heeft dit jaar 20 projecten afgerond. Normaal zijn dat er 16. De totale constante kosten bedragen € 200.000,– en de totale variabele kosten € 1,5 miljoen.a. Bereken de integrale kostprijs van een project.b. Bereken het bezettingsverschil.

A. a. C/N = € 12.500,–V/W = €   75 .000,– kostprijs € 87.500,–

b. 4 x € 12.500,– = € 50.000,–

*. Bij PakMan bedragen de constante kosten € 127.500,– en de variabele kosten € 320.000,–. De normale productie is 7.500 spellen en de werkelijke productie 8.000 spellen.a. Bereken de integrale kostprijs.b. Bereken het bezettingsverschil.

A. a. C/N = € 17,–V/W = €   40, – kostprijs € 57,–

b. 500 x € 17,– = € 8.500,–

*. KeyStore produceert normaal 125.000 sleutelhouders per maand. Deze maand kwam de productie op 120.000 sleutelhouders. De variabele kosten van de productie kwamen op € 204.000,–. De constante kosten van de productie waren € 95.000,–. a. Bereken de integrale kostprijs van een sleutelhouder.b. Bereken het bezettingsverschil.

A. a. C/N = € 0,76V/W = €   1,70 kostprijs € 2,46

b. –5.000 x 0,76 = – € 3.800,–

*. Bij een productie van 100.000 sleutels zijn de variabele kosten per sleutel € 0,15. Bij een productie van 150.000 sleutels zijn de variabele kosten per stuk € 0,14. Hoe stijgen de variabele kosten?

A. Degressief.

*. Bij een productie van 200.000 stuks zijn de totale variabele kosten € 390.000,–. Na een toename van de productie tot 250.000 stuks blijken de totale variabele kosten te zijn toegenomen tot € 495.000,–. Met wat voor variabele kosten heb je te maken?

A. V/W bij 200.000 stuks: € 1,95V/W bij 250.000 stuks: € 1,98Progressief stijgende variabele kosten.

2.6 + 2.7 Commerciële kostprijs / Verkoopprijs

*. MuurVast bv produceert en verkoopt normaal 435.000 stalen scharnieren per maand. De afgelopen maand was de productie 420.000 stuks, terwijl er 450.000 stuks verkocht werden. De constante productiekosten bedragen € 761.250,– per maand, de variabele productiekosten € 0,50 per stuk. De variabele verkoopkosten kwamen de afgelopen maand

document.docx– 23 –

Page 24: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

op € 81.000,–, de vaste verkoopkosten op € 30.450,–. MuurVast verkoopt de scharnieren met een winstopslag van 20%.a. Bereken de fabricagekostprijs en de commerciële kostprijs van een stalen scharnier.b. Bereken de verkoopprijs.

A. Fabricage: C/N =€ 1,75V/W = €   0,50 kostprijs € 2,25

Verkoop: C/N = € 0,07V/W = €   0,18 kostprijs € 0,25

Commerciële kostprijs € 2,50b. Verkoopprijs € 2,50 + € 0,50 = € 3,–

*. Co & Jo vof maakt schemerlampen. De constante productiekosten zijn € 105.000,– per maand, en deze maand bedroegen de variabele kosten € 210.000,–. Er werden 12.000 schemerlampen geproduceerd, dat is gelijk aan de normale productie.De variabele verkoopkosten bedragen € 27.500,–. De vaste verkoopkosten zijn € 6.000,– per maand. De normale verkoop is 12.000 stuks per maand, in november werden 11.000 lampen verkocht met een winstopslag van 30%.a. Bereken de fabricagekostprijs.b. Bereken de commerciële kostprijs.c. Bereken de verkoopprijs.

*. a. C/N € 105.000 : 12.000 = € 8,75V/W € 210.000 : 12.000 = € 17,50Fabricagekostprijs € 26,25

b. C/N € 6.000,– : 12.000 = € 0,50V/W € 27.500,– : 11.000 = 2,50Commerciële kostprijs € 29,25

c. Verkoopprijs € 38,03

*. De constante productiekosten van GirlsTalk mascara zijn € 380.000,– per maand, bij een normale productie van 475.000 stuks. Deze maand is de productie 490.000 stuks. De variabele productiekosten kwamen deze maand op € 514.500,–. De vaste verkoopkosten zijn € 76.000,– per maand. De variabele verkoopkosten per stuk zijn € 0,24. De normale verkoop is 475.000 stuks. Op de commerciële kostprijs komt nog een winstopslag van 40%. Bereken de verkoopprijs van GirlsTalk mascara.

A. C/N € 380.000 : 475.000 = € 0,80V/W € 514.500 : 490.000 = € 1,05Fabricagekostprijs € 1,85C/N € 76.000 : 475.000 = € 0,16V/W € 0,24Commerciële kostprijs € 2,2540% van € 2,25 is € 0,90Verkoopprijs excl. btw € 2,25 + € 0,90 = € 3,15

*. De kostprijs van een beschermhoesje voor een telefoon is € 0,45 en de aanbieder werkt met een mark-up van 90%. Bereken de verkoopprijs.

A. De mark-up is € 0,405, afgerond € 0,41.De verkoopprijs is € 0,86.

document.docx– 24 –

Page 25: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

*. De kostprijs van een plezierjacht is € 28.500,– en de jachtwerf hanteert een mark-up van 30%. Bereken de verkoopprijs.

A. € 28.500,– + € 8.550,– = € 37.050,–.

2.8 Differentiële kostprijs

*. SummerNights produceert normaal 80.000 klamboes per maand. De vaste kosten daarvan bedragen € 720.000,–. De proportioneel variabele kosten zijn € 4,50 per klamboe en de verkoopprijs is € 7,50. SummerNights krijgt een eenmalige order voor 30.000 klamboes tegen een prijs van € 6,– per stuk. SummerNights kan deze order uitvoeren met de bestaande productiecapaciteit. De eenmalige klant komt uit het buurland België.Bereken voor deze order de differentiële kostprijs en geef advies: uitvoeren of niet?

A. De differentiële kostprijs is gelijk aan de variabele kosten per stuk: € 4,50.

Extra opbrengsten 30.000 x € 6,– € 180.000,–Extra kosten (alleen variabel) 30.000 x € 4,50 € 135 .000 ,– Winst € 45.000,–

Advies: beter niet doen. Ook al is er wat extra winst mee te maken, België ligt te dicht bij Nederland. Er is risico op blijvend prijsbederf. Het zou beter zijn om geduldig naar een betere marktpartij in België te zoeken.

*. Bij MagicMug zijn de proportioneel variabele kosten € 0,95 per mok. De constante kosten bedragen € 195.000,– bij een normale productie van 100.000 mokken per maand. De verkoopprijs is € 4,– per stuk. MagicMug krijgt een voorstel: 25.000 mokken per maand verkopen in Kenya tegen € 3,20 per stuk. De constante kosten zouden hierdoor stijgen naar € 225.000,– per maand.a. Bereken de differentiële kostprijs.b. Adviseer het management bij deze beslissing.

A. a. (30.000,– + 25.000 x 0,95) : 25.000 = € 53.750,– : 25.000 = € 2,15b. De standaardkostprijs was € 2,90 met een winst van € 1,10 per mok.

De differentiële kostprijs ligt lager en geeft een winst van € 1,05 per mok.Er is geen gevaar van marktbederf door de lagere prijs in Kenya.Bovendien daalt de standaardkostprijs hierdoor structureel naar € 2,75.Zeker doen dus.

*. Bij PolarLow bedragen de constante kosten € 4.320.000,– per maand en de proportioneel variabele kosten € 22,– per mini-airco. De normale productie is 225.000 en de verkoopprijs is € 61,80 per stuk. Er komt een handelaar uit Singapore die 10.000 stuks per maand wil afnemen tegen € 57,50 per stuk. De constante kosten zouden daardoor stijgen naar € 4.950.000,– per maand.Bereken voor deze order de differentiële kostprijs en geef advies: uitvoeren of niet?

A. Normale standaardkostprijs is € 41,20Differentiële kostprijs: (630.000 + 10.000 x 22,–) : 10.000 = € 85,–.Zeker niet uitvoeren, de differentiële kostprijs ligt hoger dan de verkoopprijs. Ook de kostprijs van de totale productie zou hierdoor stijgen.

document.docx– 25 –

Page 26: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

2.9 Oefenvragen practicx

Vraag 1 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Afschrijvingskosten zijn kosten van: Antwoord 1 de financiële administratie.Antwoord 2 bankafschrijvingen.Antwoord 3 waardevermindering. xAntwoord 4 afschrijving van het gewaardeerd loon.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Afschrijvingskosten zijn kosten van waardevermindering van duurzame productiemiddelen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Afschrijvingskosten zijn kosten van waardevermindering van duurzame productiemiddelen.

Vraag 2 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Beoordeel deze twee beweringen:

I Vennootschapsbelasting is een kostenpost en tegelijk een uitgave.II Een investering is wel een uitgave, maar geen kostenpost.

Antwoord 1 I is juist, II is onjuist.Antwoord 2 I is onjuist, II is juist. xAntwoord 3 I en II zijn beide juist.Antwoord 4 I en II zijn beide onjuist.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Belasting over de winst, zoals vennootschapsbelasting, is geen kostenpost.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Belasting over de winst, zoals vennootschapsbelasting, is geen kostenpost.

document.docx– 26 –

Page 27: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 3 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Beoordeel deze twee beweringen:

I Afschrijvingskosten vormen een kostenpost maar geen uitgave.II Gewaardeerd loon vormt een kostenpost en tegelijk een uitgave.

Antwoord 1 I is juist, II is onjuist. xAntwoord 2 I is onjuist, II is juist.Antwoord 3 I en II zijn beide juist.Antwoord 4 I en II zijn beide onjuist.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Gewaardeerd loon hoeft geen uitgave te zijn.Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Gewaardeerd loon hoeft geen uitgave te zijn.

Vraag 4 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Beoordeel deze twee beweringen:

I Nog te betalen kosten vormen een kostenpost en tegelijk een uitgave.II Inkoop van voorraad vormt een kostenpost en tegelijk een uitgave.

Antwoord 1 I is juist, II is onjuist.Antwoord 2 I is onjuist, II is juist.Antwoord 3 I en II zijn beide juist.Antwoord 4 I en II zijn beide onjuist. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

Beide beweringen zijn fout. Nog te betalen kosten: kostenpost, maar nog geen uitgave.Inkoop van voorraad: uitgave, maar nog geen kostenpost.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Beide beweringen zijn fout. Nog te betalen kosten: kostenpost, maar nog geen uitgave.Inkoop van voorraad: uitgave, maar nog geen kostenpost.

document.docx– 27 –

Page 28: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 5 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het eigen vermogen van een bedrijf bestaat uit:Antwoord 1 de opbrengsten min de kostenposten.Antwoord 2 de bezittingen min de schulden aan anderen. xAntwoord 3 de waarde van de investeringen in vaste activa.Antwoord 4 de waarde van de investeringen min de

afschrijvingskosten.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het eigen vermogen is gelijk aan de waarde van de bezittingen min de schulden.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Het eigen vermogen is gelijk aan de waarde van de bezittingen min de schulden.

`

Vraag 6 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Vaste activa bestaan uit:Antwoord 1 productiemiddelen die langer meegaan dan een

jaar.x

Antwoord 2 productiemiddelen waarvan de investering groter was dan € 50.000,-.

Antwoord 3 alle bezittingen van een onderneming.Antwoord 4 duurzame productiemiddelen verminderd met

het eigen vermogen.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Vaste activa bestaan uit productiemiddelen die langer meegaan dan een jaar.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Vaste activa bestaan uit productiemiddelen die langer meegaan dan een jaar.

document.docx– 28 –

Page 29: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 7 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Aanschaf van een nietmachine vormt:Antwoord 1 een kostenpost en tegelijk een uitgave. xAntwoord 2 een kostenpost maar nog geen uitgave.Antwoord 3 een uitgave maar nog geen kostenpost.Antwoord 4 geen kostenpost en ook geen uitgave.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Aanschaf van kleinere productiemiddelen wordt niet geboekt als investering. Het is dus tegelijk een kostenpost en een uitgave.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Aanschaf van kleinere productiemiddelen wordt niet geboekt als investering. Het is dus tegelijk een kostenpost en een uitgave.

Vraag 8 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Inkoopkosten bestaan uit:Antwoord 1 de inkoopwaarde van de voorraad.Antwoord 2 kosten van bezorging.Antwoord 3 kosten die de afdeling inkoop maakt bij het

inkopen.x

Antwoord 4 de inkoopwaarde van de voorraad plus de kosten die de afdeling inkoop maakt.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Inkoopkosten bestaan uit kosten die de afdeling inkoop maakt bij het inkopen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Inkoopkosten bestaan uit kosten die de afdeling inkoop maakt bij het inkopen.

document.docx– 29 –

Page 30: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 9 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Van de rekeningen uit het rekeningenschema heb je op de afdeling marketing vooral te maken met de:

Antwoord 1 rekeningen van bezitAntwoord 2 rekeningen van schuldAntwoord 3 kostenrekeningen xAntwoord 4 voorraadrekeningenFeedback bij juist Je antwoord is juist.

Bij het werk op de marketingafdeling, zoals budgetteren, heb je vooral te maken met de kostenrekeningen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Bij het werk op de marketingafdeling, zoals budgetteren, heb je vooral te maken met de kostenrekeningen.

Vraag 10 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag 4415 MarketingkostenWelke bewering over het rekeningnummer is juist?

Antwoord 1 De eerste 4 slaat op de rubriek Kosten, en de tweede 4 staat voor kosten van de afdeling marketing.

Antwoord 2 De eerste 4 slaat op de rubriek Kosten, en 44 slaat op het soort kosten.

x

Antwoord 3 44 slaat op de kostenrubriek, en 15 slaat op marketingkosten.

Antwoord 4 44 slaat op de rubriek Kosten, en 441 slaat op het soort kosten.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De eerste 4 slaat op de rubriek Kosten, en 44 slaat op het soort kosten.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

De eerste 4 slaat op de rubriek Kosten, en 44 slaat op het soort kosten.

document.docx– 30 –

Page 31: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 11 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Betaling van vakantiegeld hoort thuis in de rubriek:

Antwoord 1 kantoorkosten.Antwoord 2 overige kosten.Antwoord 3 administratiekosten.Antwoord 4 personeelskosten. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

Vakantiegeld hoort bij de personeelskosten.Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Vakantiegeld hoort bij de personeelskosten.

Vraag 12 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Accountmanager Francine moet naar een klant toe en tankt. De bon moet geboekt worden op:

Antwoord 1 verkoopkosten.Antwoord 2 marketingkosten.Antwoord 3 brandstofkosten. xAntwoord 4 kilometervergoeding.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Getankte brandstof hoort bij brandstofkosten.Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Getankte brandstof hoort bij brandstofkosten.

document.docx– 31 –

Page 32: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 13 Matching Vraag Hier volgen kostenposten bij Philips. Geef aan of de post direct

of indirect is, of geen van beide.loon productiemedewerker gloeilampen

directe kosten

hypotheekrente indirecte kostenkosten van energie geen van beidekosten van diensten: uitvinder heeft nieuw zoeksysteem voor optische schijven ontwikkeld.kosten glazenwasserinkoop glas voor beeldbuizenloon directeuronroerende zaak belastingvennootschapsbelastingafschrijving op transportmiddelenafschrijving gloeilampmachineskantoorkosten

Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Dat klopt niet. Het juiste antwoord is: ***zie tabel hieronder***

loon productiemedewerker gloeilampen directe kostenhypotheekrente indirecte kostenkosten van energie indirecte kostenkosten van diensten: uitvinder heeft nieuw zoeksysteem voor optische schijven ontwikkeld.

directe kosten

kosten glazenwasser indirecte kosteninkoopkosten glas voor beeldbuizen directe kostenloon directeur indirecte kostenonroerende zaak belasting indirecte kostenvennootschapsbelasting geen van beideafschrijving op transportmiddelen indirecte kostenafschrijving gloeilampmachines directe kostenkantoorkosten indirecte kosten

document.docx– 32 –

Page 33: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 14 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is het verschil tussen directe kosten en indirecte kosten?

Antwoord 1 Directe kosten worden duidelijk voor één soort product gemaakt, indirecte voor vaar alle soorten producten samen.

x

Antwoord 2 Directe kosten boek je direct op een kostenrekening. Indirecte kosten zijn op dit moment alleen een uitgave, en vormen pas later een kostenpost.

Antwoord 3 Directe kosten veranderen als de productie verandert, indirecte kosten niet.

Antwoord 4 Directe kosten zijn productiekosten, indirecte kosten zijn alle overige kosten.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Directe kosten worden duidelijk voor één soort product gemaakt, indirecte voor vaar alle soorten producten samen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Directe kosten worden duidelijk voor één soort product gemaakt, indirecte voor vaar alle soorten producten samen.

Vraag 15 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Hoe kun je indirecte kosten toerekenen naar de kostprijs van een bepaald product?

Antwoord 1 Je deelt de totale indirecte kosten door het aantal producten.

Antwoord 2 Met behulp van een opslagmethode. xAntwoord 3 Met behulp van de kostenplaatsenmethode.Antwoord 4 Je deelt de indirecte kosten door de normale

productie.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Om indirecte kosten naar een kostprijs toe te rekenen gebruik je een opslagmethode.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Om indirecte kosten naar een kostprijs toe te rekenen gebruik je een opslagmethode.

document.docx– 33 –

Page 34: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 16 Kort-antwoordVraag StudioGear bv maakt onder andere mengpanelen. De totale

directe kosten van een mengpaneel bedragen € 450,-. Daarvan zijn € 200,- loonkosten en € 250,- grondstofkosten. De kosten van vorig jaar:

totale indirecte kosten € 800.000,-.totale directe loonkosten € 750.000,-totale grondstofkosten € 1.000.000,-

Bereken de kostprijs van een mengpaneel volgens de primitieve opslagmethode, als je weet dat de indirecte kosten het meest verband houden met de grondstofkosten.

Antwoord € 650,-Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.Het opslagpercentage is 800.000,- : 1.000.000,- x 100 = 80% op de directe grondstofkosten. 80% van € 250,- is € 200,-, dus de kostprijs komt op € 450,- + € 200,- = € 650,-.

Vraag 17 Kort-antwoordVraag CleanWell is een schoonmaakbedrijf. De indirecte kosten gaan

bij dit bedrijf vrijwel gelijk op met de directe loonkosten. De totale directe kosten van een vierkante weter schone kantoorruimte komen op € 20,-, waarvan 18 euro loonkosten en 2 euro grondstofkosten.

De kosten van vorig jaar:totale indirecte kosten € 1.500.000,-.totale directe loonkosten € 2.500.000,-totale grondstofkosten € 400.000,-

Bereken de kostprijs van een mengpaneel volgens de primitieve opslagmethode.

Antwoord € 30,80Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.Het opslagpercentage is 1.500.000,- : 2.500.000,- x 100 = 60% op de directe loonkosten. 60% van € 18,- is € 10,80, dus de kostprijs komt op € 20,- + € 10,80 = € 30,80.

document.docx– 34 –

Page 35: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 18 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten?

Antwoord 1 Ze blijven gelijk, of er nu meer of minder geproduceerd wordt.

x

Antwoord 2 Ze blijven constant, ook al stijgen of dalen de prijzen.

Antwoord 3 Het zijn vaste kosten die nooit veranderen.Antwoord 4 Ze blijven gelijk, ook al investeert de

onderneming meer.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Constante kosten blijven gelijk, of er nu meer of minder geproduceerd wordt.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Constante kosten blijven gelijk, of er nu meer of minder geproduceerd wordt.

Vraag 19 Matching Vraag Hieronder zie je kostenposten van timmerwerkplaats GoedHout.

Geef steeds aan of de post bij de constante of bij de variabele kosten hoort, of bij geen van beide. brandstofkosten constante kostengrondstofkosten variabele kostenloon van de directeur geen van beideafschrijving zaagmachinesaflossing hypotheekhypotheekrenteonroerende zaak belastingbtwvakantietoeslagkosten uitzendkracht

Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Dat klopt niet. Het juiste antwoord is: ***zie tabel hieronder***

document.docx– 35 –

Page 36: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

brandstofkosten variabele kostengrondstofkosten variabele kostenloon van de directeur constante kostenafschrijving zaagmachines constante kostenaflossing hypotheek geen van beidehypotheekrente constante kostenonroerende zaak belasting constante kostenbtw geen van beidevakantietoeslag constante kostenkosten uitzendkracht variabele kosten

Vraag 20 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Variabele kosten variëren mee met:Antwoord 1 het productieniveau van het afgelopen jaar.Antwoord 2 de normale productie.Antwoord 3 de werkelijke productie. xAntwoord 4 de inflatie of de deflatie.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Variabele kosten variëren mee met de werkelijke productie.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Variabele kosten variëren mee met de werkelijke productie.

Onderstaande gegevens heb je nodig bij de vragen 21 t/m 24.De fabricagekosten van FastFood NV:

C = € 800.000,-V = € 900.000,-W = 30.000 trays kant-en-klaar maaltijdenN = 40.000 trays

Constante verkoopkosten € 50.000,-Variabele verkoopkosten € 200.000,-Normale verkoop 40.000 traysWerkelijke verkoop 40.000 trays

document.docx– 36 –

Page 37: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 21 Kort-antwoordVraag Bereken de integrale fabricagekostprijs van een tray FastFood.Antwoord € 50,-Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.C/N + V/W = € 20,- + € 30,- = € 50,-

Vraag 22 Kort-antwoordVraag Bereken de commerciële kostprijs van een tray FastFood.Antwoord € 56,25Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.Voor de verkoopkosten geldt:C/N + V/W = € 1,25 + € 5,- = € 6,25Fabricagekostprijs 50,- + 6,25 geeft de commerciële kostprijs.

Vraag 23 Kort-antwoordVraag Bereken het bezettingsverschil bij de fabricage.Antwoord - € 200.000,- ***-200.000,- of -€200.000,- moet ook goed zijn***Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.(W - N) x C/N = -10.000 x € 20,- = -€ 200.000,-

Vraag 24 Kort-antwoordVraag Bereken het bezettingsverschil bij de verkoop.Antwoord 0Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.De werkelijke verkoop is gelijk aan de normale verkoop. (W - N) is dus nul, er is geen bezettingsverschil.

Onderstaande gegevens heb je nodig bij de vragen 25 t/m 28.ToyShop maakt plastic speelgoed. Deze maand zijn de totale variabele kosten voor plastic ballen € 312.500,-. Hiervan neemt de fabricageafdeling € 200.000,- voor haar rekening. De constante fabricagekosten zijn € 1,50 per bal, de constante verkoopkosten zijn € 1,25 per bal. Er worden deze maand 80.000 ballen geproduceerd en 90.000 ballen verkocht. De normale productie is 100.000 stuks, en de normale verkoop 90.000 stuks.

Vraag 25 Kort-antwoordVraag Bereken de totale constante kosten van de fabricage.Antwoord € 150.000,-Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.C/N = 1,50 en N = 100.000, dus € 1,50 x 100.000 = € 150.000,-

document.docx– 37 –

Page 38: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 26 Kort-antwoordVraag Bereken de integrale fabricagekostprijs van een plastic bal.Antwoord € 4,-Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.C/N + V/W = € 1,50 + € 2,50 = € 4,-

Vraag 27 Kort-antwoordVraag Bereken de commerciële kostprijs van een plastic bal.Antwoord € 6,50Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.Voor de verkoopkosten geldt:C/N + V/W = € 1,25 + € 1,25 = € 2,50Fabricagekostprijs 4,- + 2,50 geeft de commerciële kostprijs.

Vraag 28 Kort-antwoordVraag Bereken het bezettingsverschil bij de fabricage.Antwoord - € 30.000,-Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.(W - N) x C/N = -20.000 x € 1,50 = -€ 30.000,-

Vraag 29 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij een productie van 1000 stuks komen de variabele kosten op € 1,- per stuk. Bij een productie van 1200 stuks komen ze op € 0,95 per stuk.Met welk soort variabele kosten heb je hier te maken?

Antwoord 1 De totale variabele kosten.Antwoord 2 Proportioneel stijgende variabele kosten.Antwoord 3 Progressief stijgende variabele kosten.Antwoord 4 Degressief stijgende variabele kosten. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

De variabele kosten per stuk nemen af, dus de variabele kosten stijgen degressief.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

De variabele kosten per stuk nemen af, dus de variabele kosten stijgen degressief.

document.docx– 38 –

Page 39: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 30 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij een productie van 20.000 stuks bedragen de totale variabele kosten € 100.000,-. Bij een productie van 23.500 stuks bedragen ze € 117.500,-.

Met welk soort variabele kosten heb je hier te maken?

Antwoord 1 Dalende variabele kosten.Antwoord 2 Proportioneel stijgende variabele kosten. xAntwoord 3 Progressief stijgende variabele kosten.Antwoord 4 Degressief stijgende variabele kosten.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De variabele kosten per stuk blijven gelijk (€ 5,-) ook al stijgt de productie. De variabele kosten stijgen dus proportioneel.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

De variabele kosten per stuk blijven gelijk (€ 5,-) ook al stijgt de productie. De variabele kosten stijgen dus proportioneel.

Vraag 31 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij de kostprijs-plus methode tel je bij de kostprijs:

Antwoord 1 een mark-up. xAntwoord 2 een primitieve opslag.Antwoord 3 een percentage dat afhangt van het

bezettingsverschil.Antwoord 4 een vast bedrag.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het percentage dat je bij deze methode bij de kostprijs optelt heet ook wel een mark-up.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Het percentage dat je bij deze methode bij de kostprijs optelt heet ook wel een mark-up.

document.docx– 39 –

Page 40: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 32 Kort-antwoordVraag De kostprijs van een artikel is 20 euro. De producent werkt met een

mark-up van 30%.

Bereken de verkoopprijs exclusief btw.Antwoord - € 26,-Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Helaas.De mark-up is 30% van de kostprijs, dus € 6,-. € 20 + € 6,- = € 26,-.

2.10 Vragen oefenexamens practicx

Vraag 1 Matching Vraag Deel de kostenpost in bij de juiste rubriek (of categorie).

Uitbetaling vakantiegeld. TransportkostenZaalhuur voor persconferentie. AfschrijvingskostenDe gasrekening. PersoneelskostenNieuwe banden voor de auto van de vertegenwoordiger.

Huisvestingskosten

Waardevermindering van de kopieermachine.

Promotiekosten

Feedback bij juist Dat is juistFeedback bij onjuist

Helaas, het moet zijn: ***zie tabel hieronder***

Uitbetaling vakantiegeld. Personeelskosten Zaalhuur voor persconferentie. Promotiekosten De gasrekening. HuisvestingskostenNieuwe banden voor de auto van de vertegenwoordiger. Transportkosten Waardevermindering van de kopieermachine. Afschrijvingskosten

Vraag 1 Matching Vraag Deel de kostenpost in bij de juiste rubriek (of categorie).

Portokosten. InkoopkostenOnroerende zaakbelasting AfschrijvingskostenRekening van de drukker voor folders. AdministratiekostenVerzekering van een lading hout uit Polen. HuisvestingskostenWaardevermindering loods. Promotiekosten

Feedback bij juist Dat is juistFeedback bij onjuist

Helaas, het moet zijn: ***zie tabel hieronder***

document.docx– 40 –

Page 41: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Portokosten. Administratiekosten Onroerende zaakbelasting Huisvestingskosten Rekening van de drukker voor folders. PromotiekostenVerzekering van een lading hout uit Polen. Inkoopkosten Waardevermindering loods. Afschrijvingskosten

Vraag 6 Matching Vraag Gaat het (op dit moment) om kosten, uitgaven of allebei tegelijk?

Afschrijvingskosten geboekt. Alleen kostenRol plakband gekocht. Alleen uitgavenLening afgelost. Allebei tegelijkNieuwe bestelwagen aangeschaft.Belasting over de winst.

Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, het moet zijn: ***zie tabel hieronder***

Afschrijvingskosten geboekt. Alleen kostenRol plakband gekocht. Allebei tegelijk Lening afgelost. Alleen uitgavenNieuwe bestelwagen aangeschaft. Alleen uitgavenBelasting over de winst. Alleen uitgaven

Vraag 6 Matching Vraag Gaat het (op dit moment) om kosten, uitgaven of allebei tegelijk?

Gewaardeerd loon van de eigenaar geboekt. Alleen kostenMachine laten repareren. Alleen uitgavenMachine aangeschaft. Allebei tegelijkVoorraad ingekocht.Huur vooruitbetaald.

Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, het moet zijn: ***zie tabel hieronder***

Gewaardeerd loon van de eigenaar geboekt. Alleen kostenMachine laten repareren. Allebei tegelijk Machine aangeschaft. Alleen uitgavenVoorraad ingekocht. Alleen uitgavenHuur vooruitbetaald. Alleen uitgaven

document.docx– 41 –

Page 42: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 7 Matching Vraag Hieronder zie je kostenposten van BizzyMo. Geef steeds aan of

de post bij de constante of bij de variabele kosten hoort, of bij geen van beide. brandstofkosten constante kostenkosten uitzendkracht variabele kostenloon van de boekhouder geen van beideafschrijving kassa'saflossing bankrekeninghypotheekrenteonroerende zaak belastingbtwleasekosten wagenparkkosten kassarollen

Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Dat klopt niet. Het juiste antwoord is: ***zie tabel hieronder***

brandstofkosten variabele kosten kosten uitzendkracht variabele kostenloon van de boekhouder constante kosten afschrijving kassa's constante kostenaflossing bankrekening geen van beidehypotheekrente constante kostenonroerende zaak belasting constante kostenbtw geen van beideleasekosten wagenpark constante kostenkosten kassarollen variabele kosten

document.docx– 42 –

Page 43: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 7 Matching Vraag Hier volgen kostenposten bij Bosma uitlaten- en

carburateurfabriek. Geef aan of de post direct of indirect is.loon productiemedewerker uitlaten

directe kosten

hypotheekrente indirecte kostenkosten van energiekosten van diensten: reclamecampagne voor het nieuwste type uitlaat.kosten schoonmaakbedrijfinkoopkosten chroomloon marketingmanageronroerende zaak belastingafschrijving op transportmiddelenkantoorkosten

Feedback bij juist Dat klopt.Feedback bij onjuist

Dat klopt niet. Het juiste antwoord is: ***zie tabel hieronder***

loon productiemedewerker uitlaten directe kostenhypotheekrente indirecte kostenkosten van energie indirecte kostenkosten van diensten: reclamecampagne voor het nieuwste type uitlaat.

directe kosten

kosten schoonmaakbedrijf indirecte kosteninkoopkosten chroom directe kostenloon marketingmanager indirecte kostenonroerende zaak belasting indirecte kostenafschrijving op transportmiddelen indirecte kostenkantoorkosten indirecte kosten

document.docx– 43 –

Page 44: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 7 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Beoordeel deze twee beweringen:

I Kosten van energie en kosten van belastingen zijn meestal indirect.II Kosten van productiepersoneel zijn meestal indirect.

Antwoord 1 I is juist, II is onjuist. xAntwoord 2 I is onjuist, II is juist.Antwoord 3 I en II zijn beide juist.Antwoord 4 I en II zijn beide onjuist.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

I is onjuist, want monetaire inflatie ontstaat doordat de overheid teveel geld in omloop brengt. II is juist, kosteninflatie kan ontstaan door stijgende bedrijfskosten.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

I is onjuist, want monetaire inflatie ontstaat doordat de overheid teveel geld in omloop brengt. II is juist, kosteninflatie kan ontstaan door stijgende bedrijfskosten.

Vraag 8 Kort-antwoordVraag Bosal bv produceert alleen uitlaten.

De totale constante kosten bedragen deze maand € 500.000,-, en de totale variabele kosten € 600.000,-. De normale productie is 100.000 stuks, deze maand werd er overgewerkt en werden 120.000 stuks afgeleverd.Bereken de integrale kostprijs van een uitlaat.

Antwoord € 100,-Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.C/N + V/W = € 50,- + € 50,- = € 100,-

document.docx– 44 –

Page 45: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 8 Kort-antwoordVraag Salaam bv produceert alleen pitabroodjes.

De totale constante kosten bedragen deze maand € 40.000,-, en de totale variabele kosten € 54.000,-. De normale productie is 200.000 stuks, deze maand maakte Salaam 180.000 pitabroodjes.Bereken de integrale kostprijs van een pitabroodje.

Antwoord € 0,50Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.C/N + V/W = € 0,20 + € 0,30 = € 0,50

Vraag 9 Kort-antwoordVraag Bakker Brunt bakt een volkorenbrood tegen een kostprijs van

€ 1,80 per stuk. Hij verkoop deze broden met een mark-up van 40%.

Bereken de verkoopprijs van een volkorenbrood volgend de kostprijs-plusmethode.

Antwoord € 2,52Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

40% van € 1,80 is € 0,72, dus de verkoopprijs komt op € 2,52.

Vraag 9 Kort-antwoordVraag Botenbouwer Otten bouwt een polyester Valk tegen een

kostprijs van € 11.480,-. Otten rekent met een mark-up van 25%.

Bereken de verkoopprijs van een Valk volgens de kostprijs-plusmethode.

Antwoord € 14.350,-Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

25% van € 11.480 is € 2.870,-, dus de verkoopprijs komt op € 14.350,-.

document.docx– 45 –

Page 46: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 10 Kort-antwoordVraag IjsKoud bv produceert stevige wanten en verkoopt die voor

€ 10,80 per paar. De constante kosten bedragen € 300.000,- en de variabele kosten € 540.000,-. Normaal produceert IjsKoud 100.000 paar, deze periode bleef de teller steken op 90.000 paar.

Bereken de dekkingsbijdrage (ofwel contributiemarge) voor een paar wanten.

Antwoord € 4,80Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

De variabele kosten per paar (V/W) komen op € 6,-.p - v = 10,80 - 6 = € 4,80.

Vraag 11 Kort-antwoordVraag IjsKoud bv produceert stevige wanten en verkoopt die voor

€ 10,80 per paar. De constante kosten bedragen € 300.000,- en de variabele kosten € 540.000,-. Normaal produceert IjsKoud 100.000 paar, deze periode bleef de teller steken op 90.000 paar.

Bereken voor IjsKoud de break-even afzet.Antwoord 62.500Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

C = 300.000 : 4,80 = 62.500 paar wanten(p - v)

document.docx– 46 –

Page 47: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 12 Kort-antwoordVraag IjsKoud bv produceert stevige wanten en verkoopt die voor

€ 10,80 per paar. De constante kosten bedragen € 300.000,- en de variabele kosten € 540.000,-. Normaal produceert IjsKoud 100.000 paar, deze periode bleef de teller steken op 90.000 paar.

Bereken de winstmarge op een paar wanten als percentage van de verkoopprijs (zo nodig afronden op hele procenten).

Antwoord 17%Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

Kostprijs: C/N + V/W = 3,- + 6,- = € 9,-Winstmarge 10,80 - 9,- = € 1,801,80 : 10,80 x 100 = 16,666% 17%

Vraag 10 Kort-antwoordVraag PolarLow produceert vrieskisten en verkoopt die voor € 200,-

per stuk. De constante kosten bedragen € 4.000.000,- en de variabele kosten € 12.000.000,-. Normaal produceert PolarLow 100.000 stuks per maand, deze zomermaand rolden er 120.000 vrieskisten van de band.

Bereken de dekkingsbijdrage (ofwel contributiemarge) voor een vrieskist.

Antwoord € 100,-Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

De variabele kosten per paar (V/W) komen op € 100,-.p - v = 200,- - 100 = € 100,-.

document.docx– 47 –

Page 48: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 11 Kort-antwoordVraag PolarLow produceert vrieskisten en verkoopt die voor € 200,-

per stuk. De constante kosten bedragen € 4.000.000,- en de variabele kosten € 12.000.000,-. Normaal produceert PolarLow 100.000 stuks per maand, deze zomermaand rolden er 120.000 vrieskisten van de band.

Bereken voor PolarLow de break-even afzet.Antwoord 40.000Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

C = 4.000.000 : 100 = 40.000 vrieskisten(p - v)

Vraag 12 Kort-antwoordVraag PolarLow produceert vrieskisten en verkoopt die voor € 200,-

per stuk. De constante kosten bedragen € 4.000.000,- en de variabele kosten € 12.000.000,-. Normaal produceert PolarLow 100.000 stuks per maand, deze zomermaand rolden er 120.000 vrieskisten van de band.

Bereken voor de winstmarge op een vrieskist als percentage van de verkoopprijs (zo nodig afronden op hele procenten).

Antwoord 30%Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

Kostprijs: C/N + V/W = 40,- + 100,- = € 140,-Winstmarge 200,- - 140,- = € 60,-60 : 200 x 100 = 30%

document.docx– 48 –

Page 49: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 2 Kort-antwoordVraag Bij PolyBoot bv bedragen de constante kosten € 1.600.000,- per

maand en de proportioneel variabele kosten € 200,- per roeibootje. De normale productie is 2.000 en de verkoopprijs is € 1.350,- per stuk. Er komt een importeur uit India die 1.000 stuks per maand wil afnemen tegen € 1.100,- per stuk. De constante kosten zouden daardoor stijgen naar € 1.800.000,- per maand.

Bereken voor deze order de differentiële kostprijs. Voer je antwoord in zonder euroteken. Rond zo nodig af op hele euro’s.

Antwoord 400Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

Extra constante kosten: € 200.000,-Extra variabele kosten: 1000 x 200 = € 200.000,-

€ 400.000,- : 1000 = € 400,-

3 Kosten terugverdienen

3.1 Winstmarge

*. De kostprijs van een pak hagelslag is € 1,08. De verkoopprijs exclusief btw is € 1,80.a. Bereken de winstmarge als percentage van de verkoopprijs.b. Bereken de winstmarge als percentage van de kostprijs.

A. a. € 0,72 : € 1,80 × 100 = 40%b. € 0,72 : € 1,08 × 100 = 66,7%

*. De kostprijs van een huis is € 245.000,–. De aannemer werkt met een winstopslag van 20%. Bereken de winstmarge als percentage van de verkoopprijs.

A. De verkoopprijs is € 245.000,– + € 49.000,– = € 294.000,– excl. btw.€ 49.000,– : € 294.000,– × 100 = 16,7%

*. Groothandel Van Doel verkocht het afgelopen kwartaal voor € 600.000,– exclusief btw. De inkoopwaarde van de artikelen kwam op € 350.000,– en de bedrijfskosten op € 120.000,–. Bereken de brutowinstmarge en de nettowinstmarge.

A. Brutowinstmarge: 250.000 : 600.000 x 100 = 41,67%Nettowinstmarge: 130.000 : 600.000 x 100 = 21,67%

*. Wildernis kanobouw verkocht de afgelopen maand voor € 198.000,– exclusief btw. De fabricagekostprijs van de verkochte kano’s kwam op € 99.000,– en de bedrijfskosten bedroegen € 57.000,–. Bereken de brutowinstmarge en de nettowinstmarge.

A. Brutowinstmarge: 99.000 : 198.000 x 100 = 50%Nettowinstmarge: 42.000 : 198.000 x 100 = 21,2%

3.2 Het break-evenpunt

document.docx– 49 –

Page 50: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

*. Bij MoveIt peddels bedragen de constante kosten € 180.000,– per maand. De normale productie is 80.000 peddels. Deze maand werden 90.000 peddels gemaakt en verkocht. De variabele kosten kwamen op € 135.000,–. MoveIt werkt met een winstopslag van 40%. Bereken de break-even afzet en controleer je berekening.

A. € 180 .000, – + € 135 .000, – = 2,25 + 1,50 = € 3,75 80.000 90.000

p = 3,75 + 1,50 = € 5,25

q = € 180 .000, – = 48.000 peddels (5,25 – 1,50)

Controle:Opbrengst 48.000 × € 5,25 € 252.000,–C € 180.000,–V = 1,50 × 48.000 € 72 .000 , –

0,–

*. Bij Tsjok bedragen de constante kosten € 1.200.000,– per maand. De normale productie is 800.000 plakken chocola. Deze maand werden 750.000 plakken gemaakt en verkocht. De variabele kosten kwamen op € 450.000,–. Tsjok werkt met een winstopslag van 20%. Bereken de break-even afzet en controleer je berekening.

A. € 1.200 .000, – + € 450 .000, – = 1,50 + 0,60 = € 2,10 800.000 750.000

p = 2,10 + 0,42 = € 2,52

q = € 1.200 .000, – = 625.000 plakken chocola (2,52 – 0,60)

Controle:Opbrengst 625.000 × € 2,52 € 1.575.000,–C € 1.200.000,–V = 0,60 × 625.000 € 375 .000 , –

0,–

*. WuaWah maakt normaal 50.000 tablets per week. Deze week komen de constante kosten op € 2.750.000,– en de variabele kosten op € 1.575.000,–. De productie en verkoop bleef deze week steken bij 45.000 stuks. WuaWah rekent met een mark-up van 50%.Bereken de break-even afzet en controleer je berekening.

A. € 2.750 .000, – + € 1.575 .000, – = 55,– + 35,– = € 90,– 50.000 45.000

p = 90,– + 45,– = € 135,–

q = € 2.750 .000, – = 27.500 tablets (135 – 35)

Controle:Opbrengst 27.500 × € 135,– € 3.712.500,–

document.docx– 50 –

Page 51: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

C € 2.750.000,–V = 35,– × 27.500 € 962 .500 , –

0,–

*. ComputerJoe is kostenleider en wil een lastige toetreder buiten de markt houden met stay-out pricing. Daarom wil deze onderneming dit kwartaal de verkoopprijs zó vaststellen, dat er bij een normale productie quitte wordt gedraaid. De constante kosten zijn € 20 miljoen en de variabele kosten € 80 miljoen. De normale productie en verkoop is 250.000 computers per kwartaal. De werkelijke productie en verkoop zijn gelijk aan de normale. Bereken welke verkoopprijs ComputerJoe vast moet stellen.

A. v = € 80.000.000,– : 250.000 = € 320,–

250.000 × (p – € 320,–) moet € 20.000.000,– aan constante kosten goedmaken.

€ 20.000.000,– : 250.000 = 80,– = p – v

p = € 400,–

3.3 Terugverdientijd

*. ZamZong introduceert de MilkyWay 10, een nieuwe oprolbare phablet. De totale investering bedraagt € 828 miljard. Deze introductiekosten worden afgeschreven in drie jaar, in gelijke delen. De verwachte nettowinst:- 1e jaar – € 800 miljard- 2e jaar € 154 miljard- 3e jaar € 600 miljard- 4e jaar € 900 miljardBereken terugverdientijd.

A. Cashflow:1e jaar –800 + 276 = – € 524 miljard2e jaar 154 + 276 = € 430 miljard3e jaar 600 + 276 = € 876 miljard4e jaar 900 + 0 = € 900 miljardIn de eerste drie jaar is € 782 miljard terugverdiend. Dus in het vierde jaar nog € 46 miljard terug te verdienen. Cashflow per maand: € 276 miljard : 12 = € 23 miljardDe terugverdientijd is 3 jaar en 2 maanden.

*. Ome Ko introduceert de ventilatorpet: zonnecelletje erop, ventilatortje erin en keep cool! De totale investering bedraagt € 60.000,–. De medewerker van het administratiekantoor stelt voor om dit in drie maanden af te schrijven. “Je doet maar!” krijgt hij te horen. De verwachte nettowinst:- 1e maand € 10.000,–- 2e maand € 30.000,–- 3e maand € 80.000,–Bereken terugverdientijd.

A. Cashflow:

document.docx– 51 –

Page 52: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

1e maand 10 + 20 = € 30.000,–2e maand 30 + 30 = € 60.000,–Verder hoef je niet te gaan. In het tweede jaar is nog € 30.000,– terug te verdienen, de cashflow is € 60.000,–. Dus de terugverdientijd is 1,5 jaar.

*. BigPharma introduceert een nieuw medicijn. De totale investering bedraagt € 20 miljard. Deze introductiekosten worden afgeschreven in vier jaar, in gelijke delen. De verwachte nettowinst:- 1e jaar – € 2 miljard- 2e jaar € 4 miljard- 3e jaar € 11 miljard- 4e jaar € 20 miljardBereken terugverdientijd.

A. Cashflow:1e jaar –2 + 5 = € 3 miljard2e jaar 4 + 5 = € 9 miljard3e jaar 11 + 5 = € 16 miljardIn de eerste twee jaar is € 12 miljard terugverdiend. Dus in het derde jaar nog € 8 miljard terug te verdienen. De terugverdientijd is 2 jaar en 6 maanden.

3.4 ROI en ROS

*. De investering in een project bedraagt € 5 miljoen. De nettowinst in het eerste jaar komt uit op € 240.000,– bij een omzet van € 4 miljoen.a. Bereken de ROI.b. Bereken de ROS.

A. a. ROI 240 : 5000 × 100 = 4,8%b. ROS 240 : 4000 × 100 = 6%

*. BizzyMo doe-het-zelf opent een nieuw filiaal. De totale investering in dat filiaal was € 20 miljoen. Dit jaar is de omzet € 3,5 miljoen en de nettowinst bedraagt € 350.000,–.a. Bereken de ROI.c. Bereken de ROS.

A. a. 350 : 20.000 × 100 = 1,75%c. 350 : 3500 × 100 = 10%

*. Voor zijn net geïntroduceerde ventilatorpetjes moest ome Ko € 60.000,– investeren. Het eerste jaar bedraagt de omzet € 500.000,– en de nettowinst € 80.000,–.a. Bereken de ROI.c. Bereken de ROS.

A. a. 80 : 60 × 100 = 133,3%c. 80 : 500 × 100 = 16%

3.5 Voorraad

*. Bij SuperRon bedroeg de gemiddelde waarde van de voorraad het afgelopen jaar € 550.000,–. De inkoopwaarde van de voorraad over het hele jaar kwam op € 3.960.000,–.a. Bereken de omzetsnelheid.b. Bereken de omzetduur.

document.docx– 52 –

Page 53: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

A. a. € 3.960.000,– : € 550.000,– = 7,2b. 360 : 7,2 = 50 dagen

*. Bij MegaCat was de gemiddelde voorraad het afgelopen jaar € 40.000,–, de inkoopwaarde van de voorraad was € 640.000,–. Bereken de omzetduur.

A. Omzetsnelheid: 640.000,– : 40.000,– = 16Omzetduur: 360 : 16 = 22,5 dagen

*. Bij een filiaal van Super 1-Uit-1000 was de inkoopwaarde van de voorraad dit jaar € 540.000,–. De gemiddelde opslagduur was 30 dagen.a. Bereken de omzetsnelheid van de voorraad.b. Bereken de gemiddelde voorraad.

A. a. 540 : omzetsnelheid = 30Dus omzetsnelheid is 540 : 30 = 18

b. € 540.000 : gemiddelde voorraad = 18€ 540.000 : 18 = € 30.000,–

*. Bij UnieGroot is de omzetsnelheid 8. De inkoopwaarde van de verkopen is € 2.500.000,–.a. Bereken de gemiddelde voorraad.b. Bereken de omzetsnelheid.

A. a. € 2 .500.0 0 0, – = € 375.000,– 8

b. 360 : 8 = 45 dagen.

*. De gemiddelde voorraad bij J&J is € 80.000,– waard. De netto-omzet is € 1.600.000,– per jaar, de inkoopwaarde daarvan is € 960.000,–.a. Bereken de omzetsnelheid.b. Bereken de omzetduur.

A. a. € 960 .000 , – = 12 € 80.000,–

b. 360 = 30 dagen12

3.6 Oefenvragen practicx

Vraag 1 Kort-antwoordVraag De verkoopprijs van een boot is € 2.500,- en de kostprijs is

€ 2.000,-. Bereken de winstmarge als percentage van de verkoopprijs.

Antwoord 20%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, 500 : 2.500 x 100 = 20%.

document.docx– 53 –

Page 54: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 2 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij een productiebedrijf bestaat de brutowinst uit:

Antwoord 1 de omzet min de overige bedrijfskosten.Antwoord 2 de omzet min alle bedrijfskosten.Antwoord 3 de omzet min de overige bedrijfskosten min de

kosten van de inkoop.Antwoord 4 de omzet min de fabricagekosten. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

Omzet min fabricagekosten geeft de brutowinst van een productiebedrijf.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Omzet min fabricagekosten geeft de brutowinst van een productiebedrijf.

Vraag 3 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij een handelsbedrijf bestaat de nettowinst uit:Antwoord 1 de omzet min de inkoopwaarde.Antwoord 2 de omzet min de inkoopwaarde min de

bedrijfskosten.x

Antwoord 3 de omzet min de bedrijfskosten min de inkoopkosten.

Antwoord 4 de omzet min de overige bedrijfskosten.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Omzet min inkoopwaarde min bedrijfskosten geeft de nettowinst van een handelsbedrijf.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Omzet min inkoopwaarde min bedrijfskosten geeft de nettowinst van een handelsbedrijf.

document.docx– 54 –

Page 55: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 4 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij een dienstverlenend bedrijf bestaat de brutowinst uit:

Antwoord 1 de omzet min de inkoopwaarde van de materialen.

Antwoord 2 de omzet min de bedrijfskosten.Antwoord 3 de omzet min de directe kosten van de

verleende diensten.Antwoord 4 Bij een dienstverlenend bedrijf spreek je niet

van brutowinst.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Bij een dienstverlenend bedrijf spreek je niet van brutowinst.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Bij een dienstverlenend bedrijf spreek je niet van brutowinst.

`

Vraag 5 Kort-antwoordVraag Exploitatieoverzicht van buurtsuper OkieDokie over de laatste

maand:

Omzet € 230.000,-Inkoopwaarde € 119.600,-Brutowinst € 110.400,-Bedrijfskosten € 89.700,-Nettowinst € 20.700,-

Bereken voor OkieDokie de brutowinstmarge.Antwoord 52%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, 110.400 : 230.000 x 100 = 52%.

document.docx– 55 –

Page 56: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 6 Kort-antwoordVraag Dezelfde gegevens als bij de vorige vraag.

Exploitatieoverzicht van buurtsuper OkieDokie over de laatste maand:

Omzet € 230.000,-Inkoopwaarde € 119.600,-Brutowinst € 110.400,-Bedrijfskosten € 89.700,-Nettowinst € 20.700,-

Bereken voor OkieDokie de nettowinstmarge.Antwoord 9%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, 20.700 : 230.000 x 100 = 9%.

Vraag 7 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is het break-even punt van een onderneming?

Antwoord 1 het moment waarop de onderneming niet meer hoeft te investeren.

Antwoord 2 het punt waarop de onderneming óf failliet kan gaan óf door kan starten.

Antwoord 3 het moment waarop de onderneming geen verlies maakt en ook geen winst.

x

Antwoord 4 het moment waarop de brutowinst gelijk is aan de nettowinst.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het moment waarop de onderneming geen verlies maakt en ook geen winst wordt het break-even punt genoemd.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Het moment waarop de onderneming geen verlies maakt en ook geen winst wordt het break-even punt genoemd.

document.docx– 56 –

Page 57: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 8 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag De dekkingsbijdrage, ofwel contributiemarge, van een verkocht product bestaat uit:

Antwoord 1 de constante kosten (C/N) min de variabele kosten (V/W) van dat product.

Antwoord 2 de prijs min de variabele kosten per stuk (p - v). xAntwoord 3 de prijs min de constante kosten per stuk (p -

c).Antwoord 4 de prijs min de kostprijs.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De dekkingsbijdrage bestaat uit de prijs min de variabele kosten per stuk (p - v).

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

De dekkingsbijdrage bestaat uit de prijs min de variabele kosten per stuk (p - v).

Vraag 9 Kort-antwoordVraag Bij FootLoose bedragen de totale constante kosten

€ 2.500.000,-. De variabele kosten bedragen € 5,- per paar schoenen, en de verkoopprijs van een paar is € 25,-.

Bereken de break-even afzet voor FootLoose.Antwoord 125.000 paarFeedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, 2.500.000,- : (25 - 5) = 125.000

Vraag 10 Kort-antwoordVraag Dezelfde gegevens als bij de vorige vraag:

Bij FootLoose bedragen de totale constante kosten € 2.500.000,-. De variabele kosten bedragen € 5,- per paar schoenen, en de verkoopprijs van een paar is € 25,-.

Bereken de break-even omzet voor FootLoose.Antwoord € 3.125.000,-Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, € 25,- x 125.000 = € 3.125.000,-

document.docx– 57 –

Page 58: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 11 Kort-antwoordVraag De gegevens van Chiffie, producent van vaatdoekjes:

totale contante kosten € 80.000,-totale variabele kosten € 360.000,-werkelijke productie 900.000 stuksnormale productie 800.000 stuksDe vaatdoekjes worden aan de groothandel verkocht met een winstopslag van 30%.

Bereken de break-even afzet van Chiffie.Antwoord 320.000 stuksFeedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

Eerst kostprijs berekenen:€ 80.000 : 800.000 = € 0,10€ 360.000 : 900.000 = € 0,40Kostprijs € 0,50, verkoopprijs € 0,65

€ 80.000,- : (0,65 - 0,40) = 320.000 stuks

Vraag 12 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Welk nadeel heeft berekening van de terugverdientijd, als methode om een investering te beoordelen?

Antwoord 1 De berekening is nogal ingewikkeld.Antwoord 2 Deze methode is omstreden.Antwoord 3 Deze methode is een versimpeling van de

werkelijkheid.Antwoord 4 Deze methode houdt geen rekening met de

periode na de terugverdientijd.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De terugverdientijd zegt niets over de periode daarna, waarin het project ook winstgevend kan zijn.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

De terugverdientijd zegt niets over de periode daarna, waarin het project ook winstgevend kan zijn.

document.docx– 58 –

Page 59: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 13 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Waaruit bestaat de cashflow van een onderneming?

Antwoord 1 Uit de nettowinst plus de terugverdiende afschrijvingskosten.

x

Antwoord 2 Uit de brutowinst plus de nettowinst.Antwoord 3 Uit de nettowinst plus de terugverdiende

bedrijfskosten.Antwoord 4 Uit alle inkomsten van de onderneming.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Cashflow bestaat uit de nettowinst plus de terugverdiende afschrijvingskosten.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Cashflow bestaat uit de nettowinst plus de terugverdiende afschrijvingskosten.

Vraag 14 Kort-antwoordVraag De investering voor een project is € 600.000,-. In het eerste

kwartaal wordt een negatieve cashflow verwacht van € 25.000,-, in het tweede kwartaal van 0, en in het derde kwartaal van € 25.000,- positief. Daarna zal de cashflow elk kwartaal met € 50.000,- stijgen.

Bereken de terugverdientijd in kwartalen.Antwoord 7 kwartalenFeedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.totaal

1e kwartaal - 25.000 - 25.0002e kwartaal 0 - 25.0003e kwartaal 25.000 04e kwartaal 75.000 75.0005e kwartaal 125.000 200.0006e kwartaal 175.000 375.0007e kwartaal 225.000 600.000

document.docx– 59 –

Page 60: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 15 Kort-antwoordVraag De investering voor een project is € 1.200.000,-. In het eerste

halfjaar wordt een cashflow verwacht van 0. Daarna zal de cashflow volgens verwachting elk halfjaar € 80.000,- hoger zijn dan in het vorige halfjaar.

Bereken de terugverdientijd in jaren.Antwoord 3 jaarFeedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.totaal

1e halfjaar 0 02e halfjaar 80.000 80.0003e halfjaar 160.000 240.0004e halfjaar 240.000 480.0005e halfjaar 320.000 800.0006e halfjaar 400.000 1.200.000

Zes maal een half jaar komt neer op 3 jaar.

Vraag 16 Kort-antwoordVraag Een investering van € 1.200.000,- levert dit jaar een nettowinst

op van € 180.000,-.

Bereken de return on investment.Antwoord 15%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

180.000 : 1.200.000 x 100 = 15%

document.docx– 60 –

Page 61: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 17 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Welk nadeel heeft de ROI als kengetal?Antwoord 1 Je kunt niet vergelijken met de ROI van andere

projecten.Antwoord 2 De ROI houdt er geen rekening mee dat geld in

de toekomst minder waard is.x

Antwoord 3 Niet iedereen berekent de ROI op dezelfde manier.

Antwoord 4 Je weet niet altijd of je uit moet gaan van de nettowinst of van de cashflow.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De berekening van de ROI houdt er geen rekening mee dat geld in de toekomst minder waard is.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

De berekening van de ROI houdt er geen rekening mee dat geld in de toekomst minder waard is. De overige antwoorden slaan nergens op.

Vraag 18 Kort-antwoordVraag Exploitatieoverzicht van buurtsuper OkieDokie over de laatste

maand:

Omzet € 230.000,-Inkoopwaarde € 119.600,-Brutowinst € 110.400,-Bedrijfskosten € 89.700,-Nettowinst € 20.700,-

Bereken voor OkieDokie de ROS.Antwoord 9%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

20.700 : 230.000 x 100 = 9%

document.docx– 61 –

Page 62: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 19 Kort-antwoordVraag Sportwinkel Temmink verkocht deze maand 15 skeelers voor

€ 140,- per stuk. De nettowinst per skeeler bedraagt € 35,-. Bereken de ROS op skeelers voor Temmink.

Antwoord 25%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

35 : 140 x 100 = 25%(of 525 : 2.100 x 100 = 25%)

Vraag 20 Kort-antwoordVraag De eigenaar van AutoParts wil de gemiddelde voorraad weten.

Uit de administratie blijken deze voorraadsaldo’s:1 jan € 117.824,-31 jan € 105.524,- 31 jul € 97.236,-28 feb € 101.068,- 31 aug € 85.688,-31 mrt € 109.400,- 30 sep € 78.504,-30 apr € 110.776,- 31 okt € 103.428,-31 mei € 114.380,- 30 nov € 113.644,-30 jun € 130.752,- 31 dec € 117.432,-

Antwoord € 105.669,-Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

€ 58.912€ 105.524€ 101.068€ 109.400€ 110.776€ 114.380€ 130.752

€ 97.236€ 85.688€ 78.504

€ 103.428€ 113.644

€ 58.716€

1.268.028 : 12 =

€105.669

document.docx– 62 –

Page 63: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 21 Kort-antwoordVraag Bij WaterBed was de gemiddelde voorraad het afgelopen jaar

€ 75.000,- waard. De inkoopwaarde van de voorraad was € 900.000,-.

Bereken de omzetsnelheid van de voorraadAntwoord 12Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

900.000 : 75.000 = 12

Vraag 22 Kort-antwoordVraag Dezelfde gegevens als bij de vorige vraag:

Bij WaterBed was de gemiddelde voorraad het afgelopen jaar € 75.000,- waard. De inkoopwaarde van de voorraad was € 900.000,-.

Bereken de opslagduur in dagen.Antwoord 30Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

360 : 12 = 30 dagen

Vraag 23 Kort-antwoordVraag De gemiddelde voorraad bij Doner bv is € 157.500,- waard. De

netto-omzet is € 3.750.000,- per jaar, de inkoopwaarde daarvan is € 1.260.000,-.

Bereken de omzetsnelheid.Antwoord 8Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

1.260.000 : 157.500 = 8

document.docx– 63 –

Page 64: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 24 Kort-antwoordVraag Dezelfde gegevens als bij de vorige vraag:

De gemiddelde voorraad bij Doner bv is € 157.500,- waard. De netto-omzet is € 3.750.000,- per jaar, de inkoopwaarde daarvan is € 1.260.000,-.

Bereken de omzetduur in dagen.Antwoord 45Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

360 : 8 = 45

Vraag 25 Kort-antwoordVraag Bij Pear computers is de omzetsnelheid 20. De inkoopwaarde

van de verkopen is € 800.000,-.

Bereken de waarde van de gemiddelde voorraad.Antwoord € 40.000,-Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

€ 800.000,- : 20 = € 40.000,-

Vraag 26 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Waar is vendor rating nuttig voor?Antwoord 1 Om de verkopers tot betere prestaties aan te

zetten.Antwoord 2 Om de beloning van vertegenwoordigers goed

in te schalen.Antwoord 3 Om beter samen te kunnen werken met een

grote hoeveelheid leveranciers.Antwoord 4 Om leveranciers met elkaar te vergelijken op

verschillende scores.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het doel van vendor rating is om leveranciers met elkaar te vergelijken op verschillende scores.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Het doel van vendor rating is om leveranciers met elkaar te vergelijken op verschillende scores.

document.docx– 64 –

Page 65: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

3.7 Vragen oefenexamens practicx

Vraag 17 Kort-antwoordVraag De gemiddelde voorraad bij Bever bv is € 160.000,- waard. De

inkoopwaarde van de omzet is € 960.000,-.

Bereken de omzetsnelheid.Antwoord 6Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

960.000 : 160.000 = 6

Vraag 17 Kort-antwoordVraag De gemiddelde voorraad bij Visser bv is € 200.000,- waard. De

omzet bedraagt € 1.500.000,- en de inkoopwaarde van de omzet is € 800.000,-.

Bereken de omzetsnelheid.Antwoord 4Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

800.000 : 200.000 = 4

Vraag 25 Kort-antwoordVraag De investering voor een project is € 1.200.000,-. In het eerste

kwartaal wordt een negatieve cashflow verwacht van € 50.000,-, in het tweede kwartaal van 0, en in het derde kwartaal van € 50.000,- positief. Daarna zal de cashflow elk kwartaal met € 100.000,- stijgen.

Bereken de terugverdientijd in kwartalen.Antwoord 7Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.totaal

1e kwartaal - 50.000 - 50.0002e kwartaal 0 - 50.0003e kwartaal 50.000 04e kwartaal 150.000 150.0005e kwartaal 250.000 400.0006e kwartaal 350.000 750.0007e kwartaal 450.000 1.200.000

document.docx– 65 –

Page 66: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 25 Kort-antwoordVraag De investering voor een project is € 2.400.000,-. In het eerste

halfjaar wordt een cashflow verwacht van 0. Daarna zal de cashflow volgens verwachting elk halfjaar € 160.000,- hoger zijn dan in het vorige halfjaar.

Bereken de terugverdientijd in jaren.Antwoord 3Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.totaal

1e halfjaar 0 02e halfjaar 160.000 160.0003e halfjaar 320.000 480.0004e halfjaar 480.000 960.0005e halfjaar 640.000 1.600.0006e halfjaar 800.000 2.400.000

Zes maal een half jaar komt neer op 3 jaar.

4 Budgetteren voor marketing

4.1 Marketingbudget

*. Over welke functie van het budget gaat het?a. “Hoeveel besteden we eigenlijk aan onderzoek en ontwikkeling?”

“Dat kun je vinden in het budget.”b. De sales manager mag dit kwartaal € 30.000,– besteden bovenop het normale budget.c. “Volgens het budget moeten we die reclamecampagne volgend kwartaal starten.”d. Het hoofd van het magazijn wordt bij de directie geroepen om een budgetoverschrijding

te bespreken.e. Volgende maand krijgt de afdeling Verkoop 20% meer budget.

A. a. Informatieve functie.b. Machtiging, of autorisatie.c. Taakstelling (planningfunctie is ook goed).d. Controle.e. Allocatie.

*. Annelies gaat een kledingboetiek beginnen. Voor het eerste jaar zal ze aan huur van het pand € 1.200,– per maand kwijt zijn. Ze neemt één medewerkster in dienst, dat kost haar € 3.000,– per maand. Haar overige kosten komen op € 9.000,– voor het hele jaar. Ze schat dat ze in het eerste jaar voor € 12.000,– per maand aan kleding zal inkopen, en voor € 19.200,– verkopen (excl. btw). Stel de exploitatiebegroting op voor Annelies.

A. Omzet 230.400,–Inkoopwaarde van de omzet 144 .0 00 ,– Bruto resultaat (verkoopresultaat) 86.400,–Bedrijfskosten 59 .400,– Netto resultaat 27.000,–

document.docx– 66 –

Page 67: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

*. Haico start een bureau voor websiteontwerp. Hij schat dat hij in het eerste jaar 12 sites kan ontwerpen. De gemiddelde vergoeding per site is € 2.400,– excl. btw. Kantoorkosten komen op € 6.500,– voor een jaar, reiskosten op € 1.800,– en representatiekosten op € 800,–.Stel voor Haico de exploitatiebegroting op.

A. Omzet 28.800,–Bedrijfskosten 3 .250,– Netto resultaat 25.550,–

*. Allicht bv produceert lampen. Voor het komende kwartaal verwacht deze fabrikant een afzet van 500.000 lampen met een gemiddelde verkoopprijs van € 15,–. De standaarkostprijs is € 8,50 per lamp. De vaste verkoopkosten bedragen € 50.000,– en de variabele verkoopkosten 4% van de omzet. De afdeling marketing kost € 85.000,–. Het communicatiebudget bestaat uit € 150.000,– voor persoonlijke verkoop en € 12.000,– voor pr. Voor marktonderzoek is € 60.000,– voorzien en voor onderhoud van de distributiekanalen € 40.000,–. Het budget voor overheadkosten bedraagt in totaal € 750.000,–.a. Stel het hoofdbudget op als verlies-en-winstrekening.b. Bereken de verwachte ROS.

A. a. Hoofdbudget derde kwartaal Allicht bv (€ 1.000,–)Omzet 7.500Kostprijs van de omzet 4 .250 Marge voor overige kosten 3.250

MarketingAfdeling marketing 85Marktonderzoek 60Distributiekanalen 40Communicatiebudgetpersoonlijke verkoop 150pr 12

162VerkoopbudgetVaste verkoopkosten 50Variabele verkoopkosten 300

350totaal marketing 697overhead 750winst (voor belasting) 1.803

b. 1.803 : 7.500 100 = 24%

*. SolStar verkoopt zonnepanelen via het internet. Voor het komende kwartaal begroot SolStar een afzet van 30.000 panelen met een gemiddelde verkoopprijs van € 250,– en een inkoopprijs van € 170,– per stuk. De vaste verkoopkosten bedragen € 200.000,– en de variabele verkoopkosten 8% van de omzet. De afdeling marketing kost € 240.000,–. Het communicatiebudget bestaat uit € 300.000,– voor reclame, € 150.000,– voor SEO en € 12.000,– voor pr. Voor marktonderzoek is € 90.000,– voorzien. Het budget voor overheadkosten bedraagt in totaal € 550.000,–.a. Stel het hoofdbudget op als verlies-en-winstrekening.

document.docx– 67 –

Page 68: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

b. Bereken de verwachte ROS.A. a. Hoofdbudget derde kwartaal Allicht bv (€ 1.000,–)

Omzet 7.500Kostprijs van de omzet 5 .100 Marge voor overige kosten 2.400

MarketingAfdeling marketing 240Marktonderzoek 90Communicatiebudgetreclame 300SEO 150pr 12

462VerkoopbudgetVaste verkoopkosten 200Variabele verkoopkosten 600

800totaal marketing 1.592overhead 550winst (voor belasting) 258

b. 258 : 7.500 100 = 3,4%

4.2 Begrotingsruimte

*. Leg uit wat anticyclisch budgetteren inhoudt.A. Meer besteden aan promotie als de economische groei tegenzit, en omgekeerd.

*. Wat houdt de sluitpostmethode in, als het gaat om het vaststellen van de omvang van het promotiebudget?

A. De omvang van het promotiebudget hangt af van het bedrag dat gemist kan worden.

*. Waar hangt de omvang van het promotiebudget van af bij de taakstellende methode?A. Dat hangt af van de doelstellingen, en van de taken die daaruit voortvloeien.

*. Noteer vier verschillende methoden om de ruimte voor het promotiebudget te bepalen.A. Vier van: sluitpostmethode, percentage van de omzet, extrapoleren vorige perioden,

anticyclisch budgetteren, concurrentiegericht budgetteren, taakstellend budgetteren.

4.3 Soorten budget

*. Wat is het verschil tussen een vast budget en een gemengd budget?A. Een vast budget bestaat uitsluitend uit constante kosten.

Een gemengd budget bestaat uit constante en variabele kosten.

document.docx– 68 –

Page 69: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

*. In welk geval is een flexibel budget nodig?A. Wanneer er progressief of degressief stijgende variabele kosten in het budget voorkomen.

4.4 Budgetcontrole

*. Spark produceert li-on batterijen voor smartphones. Spark rekent met een standaardverkoopprijs van € 9,50 en een standaardkostprijs van € 7,50. De kostprijs kwam de afgelopen periode uit op € 7,60 ge en de gemiddelde verkoopprijs op € 9,75. De begrote productie van 200.000 stuks werd gehaald. De begrote afzet van 200.000 stuks kwam in werkelijkheid op 210.000 batterijen.a. Welke verschillen stel je vast bij de budgetcontrole?b. Bereken deze verschillen.

A. a. Prijsverschil, verkoopprijsverschil en verkoopomvangverschil.b. Prijsverschil (7,50 – 7,60) × 210.000 = – € 21.000,– nadelig

Verkoopprijsverschil (9,75 – 9,50) × 210.000 = € 52.500,– voordeligVerkoopomvangverschil (210.000 – 200.000) × € 9,50 = € 95.000,– voordelig

*. Doek bv verkoopt zeildoeken. Daarbij rekent Doek met een standaardverkoopprijs van € 49,– en een standaard inkoopprijs van € 29,–. De begrote afzet is 8.000 zeildoeken per maand. De inkoopprijs was de afgelopen maand € 29,– en de gemiddelde verkoopprijs kwam uit op € 48,–. De afzet was 7.800 zeildoeken. a. Welke verschillen stel je vast bij de verschillenanalyse?b. Bereken deze verschillen.

A. a. Verkoopprijsverschil en verkoopomvangverschil.b. Verkoopprijsverschil (48 – 49) × 7 .800 = € 7.800,– nadelig

Verkoopomvangverschil (7.800 – 8.000) × € 49 = € 9.800,– nadelig

*. Flying Dutchman bv verkoopt modelbouwschepen. De standaardverkoopprijs is € 119,– per stuk en de standaard inkoopprijs € 69,–. Voor het komende kwartaal is een afzet van 55.000 stuks gepland. De inkoopprijs was de afgelopen maand € 72,50 en de afzet was 56.000 bouwpakketten. a. Welke verschillen stel je vast bij de verschillenanalyse?b. Bereken deze verschillen.

A. a. Prijsverschil en verkoopomvangverschil.b. Prijsverschil (69 – 72,50) × 56.000 = € 196.000,– nadelig

Verkoopomvangverschil (56.000 – 55.000) × € 119 = € 119.000,– voordelig

document.docx– 69 –

Page 70: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

4.5 Oefenvragen practicx

Vraag 1 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is het verschil tussen een budget en een begroting?

Antwoord 1 Een begroting is goedgekeurd en een budget niet.

Antwoord 2 Een budget is goedgekeurd en een begroting niet.

x

Antwoord 3 Een begroting maak je vooraf, een budget maak je na de uitvoering van het plan.

Antwoord 4 Een begroting is een overzicht van inkomsten en uitgaven, een budget alleen van uitgaven.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Een budget is een goedgekeurde begroting.Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Een budget is een goedgekeurde begroting.

Vraag 2 Matching Vraag Koppel de items in de linker kolom aan de bijbehorende functie

van het budget (in de rechter kolom).De sales manager mag het volgende kwartaal met zijn afdeling € 250.000,- besteden.

planning

Bij de OR wachten ze met spanning het budget af, om te zien of het laatste voorstel erdoor is.

controle

Per 1 juni moet de reclamecampagne zijn afgerond, inclusief post-testing.

allocatie

De omzet per vertegenwoordiger moet minimaal € 500.000,- bedragen.

taakstelling

Het management is in gesprek met de marketingmanager vanwege een budgetoverschrijding.

machtiging

Het komend jaar gaat er meer geld naar pr, en minder naar mediareclame.

informatie

Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Dat klopt niet. Het juiste antwoord is: ***zie tabel hieronder***

document.docx– 70 –

Page 71: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

De sales manager mag het volgende kwartaal met zijn afdeling € 250.000,- besteden.

machtiging

Bij de OR wachten ze met spanning het budget af, om te zien of het laatste voorstel erdoor is.

informatie

Per 1 juni moet de reclamecampagne zijn afgerond, inclusief post-testing.

planning

De omzet per vertegenwoordiger moet minimaal € 500.000,- bedragen. taakstellingHet management is in gesprek met de marketingmanager vanwege een budgetoverschrijding.

controle

Het komend jaar gaat er meer geld naar pr, en minder naar mediareclame.

allocatie

Vraag 3 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het marketingbudget is:Antwoord 1 gelijk aan het ondernemingsbudget

(hoofdbudget).Antwoord 2 het budget van de afdeling marketing.Antwoord 3 het budget voor alle marketingactiviteiten. xAntwoord 4 hetzelfde als een exploitatiebegroting.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het marketingbudget is het budget voor alle marketingactiviteiten.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Het marketingbudget is het budget voor alle marketingactiviteiten.

Vraag 4 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Een exploitatiebegroting is een:Antwoord 1 continu budget.Antwoord 2 overzicht van omzet, brutowinst, bedrijfskosten

en nettowinst.x

Antwoord 3 overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven.

Antwoord 4 allocatiebudget wat nog niet is goedgekeurd.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Een exploitatiebegroting is een overzicht van omzet, brutowinst, bedrijfskosten en nettowinst.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Een exploitatiebegroting is een overzicht van omzet, brutowinst, bedrijfskosten en nettowinst.

`

document.docx– 71 –

Page 72: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 5 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat houdt continu budgetteren in?Antwoord 1 Dat je dagelijks informatie verzamelt voor de

volgende begroting.Antwoord 2 Dat het bedrijf een aparte afdeling budgetteren

heeft.Antwoord 3 Dat je het marketingbudget presenteert als

onderdeel van het hoofdbudget.Antwoord 4 Dat je na afloop van elke deelperiode het

budget bijstelt, op grond van de opgedane ervaringen.

x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Bij continu budgetteren stel je na afloop van elke deelperiode het budget bij, op grond van de opgedane ervaringen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Bij continu budgetteren stel je na afloop van elke deelperiode het budget bij, op grond van de opgedane ervaringen.

Vraag 6 Kort-antwoordVraag Jim gaat frites en snacks verkopen op PinkPop. Hij verwacht

voor minstens € 3.000,- te kunnen verkopen. Hij huurt een kraam voor € 800,-. Aan PinkPop moet hij € 400,- betalen voor energie en een staplaats. Aan olie en andere hulpmiddelen is hij € 150,- kwijt. De inkoopwaarde van de frites en snacks bedraagt € 700,-.Stel voor Jim een exploitatiebegroting op.

Antwoord Omzet € 3.000,-Inkoopwaarde € 800,-Brutowinst € 2.200,-Bedrijfskosten € 1.350,-Nettowinst € 850,-

Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

Omzet € 3.000,-Inkoopwaarde € 800,-Brutowinst € 2.200,-Bedrijfskosten € 1.350,-Nettowinst € 850,-(alle elementen hiervan moeten aanwezig zijn; brutowinst mag je ook 'verkoopresultaat' noemen)

document.docx– 72 –

Page 73: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 7 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij Verheul bv besteden ze meer aan reclame als het goed gaat, en minder als de verkoop tegenvalt.

Met welke budgetmethode bepalen ze bij Verheul de begrotingsruimte?

Antwoord 1 Anticyclisch budgetteren.Antwoord 2 De sluitpostmethode.Antwoord 3 Ze nemen een percentage van de omzet. xAntwoord 4 De taakstellende methode.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Ze nemen een percentage van de omzet.Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Ze nemen een percentage van de omzet.

Vraag 8 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij Verlaan bv maken ze eerst het marketingplan. Daarmee gaan ze na hoeveel de verschillende activiteiten gaan kosten. Op grond daarvan bepalen ze het budget.

Met welke budgetmethode bepalen ze bij Verlaan de begrotingsruimte?

Antwoord 1 Anticyclisch budgetteren.Antwoord 2 Vorige jaren extrapoleren.Antwoord 3 Ze nemen een percentage van de omzet.Antwoord 4 De taakstellende methode. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

Ze volgen de taakstellende methode.Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Het budget hangt af van de taken die uitgevoerd moeten worden, dus de taakstellende methode.

document.docx– 73 –

Page 74: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 9 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij Verhip bv besteden ze meer aan reclame als het slecht gaat met de economie, en minder als het weer goed gaat.

Met welke budgetmethode bepalen ze bij Verhip de begrotingsruimte?

Antwoord 1 Anticyclisch budgetteren. xAntwoord 2 De sluitpostmethode.Antwoord 3 Ze nemen een percentage van de omzet.Antwoord 4 De taakstellende methode.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Dit heet anticyclisch budgetteren.Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Dit heet anticyclisch budgetteren.

Vraag 10 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het budget van de afdeling magazijn bestaat uit € 0,05 per opgeslagen artikel.

Dit is een voorbeeld van een: Antwoord 1 vast budget.Antwoord 2 variabel budget. xAntwoord 3 gemengd budget.Antwoord 4 flexibel budget.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Dit is een variabel budget, want het varieert mee met de hoeveelheid artikelen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Dit is een variabel budget, want het varieert mee met de hoeveelheid artikelen.

document.docx– 74 –

Page 75: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 11 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij Verrips bv werken ze bij het marketingbudget met een budgettabel.

Dit is een voorbeeld van een: Antwoord 1 vast budget.Antwoord 2 variabel budget.Antwoord 3 gemengd budget.Antwoord 4 flexibel budget. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

Je werkt met een budgettabel als de variabele kosten niet proportioneel stijgen. Het budget is dan flexibel.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Je werkt met een budgettabel als de variabele kosten niet proportioneel stijgen. Het budget is dan flexibel.

Vraag 12 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het huisvestingsbudget van Solaris bestaat uit kosten van het gebouw en de grond waarop dat staat.

Dit is een voorbeeld van een: Antwoord 1 vast budget. xAntwoord 2 variabel budget.Antwoord 3 gemengd budget.Antwoord 4 flexibel budget.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Deze kosten zijn vast, ze variëren niet mee met de productie.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Deze kosten zijn vast, ze variëren niet mee met de productie.

document.docx– 75 –

Page 76: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 13 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het budget van de afdeling verkoop bestaat uit de salarissen van de medewerkers, plus een bonus van 1% van de omzet.

Dit is een voorbeeld van een: Antwoord 1 vast budget.Antwoord 2 variabel budget.Antwoord 3 gemengd budget. xAntwoord 4 flexibel budget.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De salarissen zijn vast, de bonus varieert mee met de omzet. Het is dus een gemengd budget.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

De salarissen zijn vast, de bonus varieert mee met de omzet. Het is dus een gemengd budget.

Vraag 14 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Een efficiencyverschil is hetzelfde als een:Antwoord 1 bezettingsverschil.Antwoord 2 hoeveelheidsverschil. xAntwoord 3 prijsverschil.Antwoord 4 verkoopomvangverschil.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Een efficiencyverschil is een hoeveelheidsverschil: er is meer of minder gebruikt van een bepaalde input.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Een efficiencyverschil is een hoeveelheidsverschil: er is meer of minder gebruikt van een bepaalde input.

document.docx– 76 –

Page 77: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 15 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Op de afdeling Onderzoek & Ontwikkeling is 50 weken besteedt aan het nieuwe product. Volgens de planning had dit in 40 weken moeten gebeuren.

Je hebt hier te maken met een:Antwoord 1 prijsverschil.Antwoord 2 hoeveelheidsverschil. xAntwoord 3 verkoopprijsverschil.Antwoord 4 verkoopomvangverschil.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Als je meer gebruikt van een bepaalde input, krijg je een hoeveelheidsverschil.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Als je meer gebruikt van een bepaalde input, krijg je een hoeveelheidsverschil.

Vraag 16 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag De begrote afzet is 10.000 stuks tegen een prijs van € 9,90. Bij de nacalculatie blijkt een afzet van 9.900 stuks tegen een gemiddelde prijs van € 9,95.

Je hebt hier te maken met:Antwoord 1 een hoeveelheidsverschil en een prijsverschil.Antwoord 2 een hoeveelheidsverschil en een

verkoopprijsverschil.Antwoord 3 een verkoopomvangverschil en een

verkoopprijsverschil.x

Antwoord 4 een efficiencyverschil en een verkoopprijsverschil.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De lagere afzet is een verkoopomvangverschil.De hogere prijs is een verkoopprijsverschil.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

De lagere afzet is een verkoopomvangverschil.De hogere prijs is een verkoopprijsverschil.

document.docx– 77 –

Page 78: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 17 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag In het magazijn is de afgelopen maand 1600 uur werk besteed aan het uitleveren van 20.000 artikelen. Volgens de planning had dat 1500 uur moeten zijn voor 21.000 artikelen.

Je hebt hier te maken met:Antwoord 1 een hoeveelheidsverschil en een prijsverschil.Antwoord 2 een hoeveelheidsverschil en een

verkoopprijsverschil.Antwoord 3 een verkoopomvangverschil en een

verkoopprijsverschil.Antwoord 4 een efficiencyverschil en een

verkoopomvangverschil.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De overschrijding van het urenbudget is een hoeveelheidsverschil, ofwel efficiencyverschil.Meer uitleveren dan gepland is een verkoopomvangverschil.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

De overschrijding van het urenbudget is een hoeveelheidsverschil, ofwel efficiencyverschil.Meer uitleveren dan gepland is een verkoopomvangverschil.

4.6 Vragen oefenexamens practicx

document.docx– 78 –

Page 79: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 1 Open vraagVraag Bij doe-het-zelf keten BizzyMo verwacht de verkoopafdeling

volgende maand een omzet van € 1.800.000,- (excl. btw). De totale bedrijfskosten komen naar verwachting op € 450.000,-. Het management wil € 1 miljoen investeren in een nieuw filiaal. De inkoopwaarde van de goederen zal € 9.00.000,- bedragen.

Stel voor BizzyMo de exploitatiebegroting op voor de volgende maand. Werk het antwoord uit op papier.

Feedback Controleer je exploitatiebegroting aan de hand van het goede antwoord:

Omzet € 1.800.000,00

Inkoopwaarde € 900.000,00 Brutowinst € 900.000,00 Bedrijfskosten € 450.000,00 Nettowinst € 450.000,00

Vraag 2 Matching Vraag Om welke functie van het budget gaat het?

"Deze maand heeft onze afdeling een budgetruimte van € 60.000,-."

Planning

Volgens het budget moeten we dit kwartaal een reclamecampagne uitvoeren en nieuwe sponsoractiviteiten op touw zetten.

Controle

Aan het budget kunnen we aflezen of deze activiteit echt voorrang heeft.

Taakstelling

De post 'brochures' staan erin voor 1 mei. MachtigingNa afloop passen we verschillenanalyse toe. Informatie

Feedback bij juist Dat is juistFeedback bij onjuist

Helaas, het moet zijn: ***zie tabel hieronder***

"Deze maand heeft onze afdeling een budgetruimte van € 60.000,-."

Machtiging

Volgens het budget moeten we dit kwartaal een reclamecampagne uitvoeren en nieuwe sponsoractiviteiten op touw zetten.

Taakstelling

Aan het budget kunnen we aflezen of deze activiteit echt voorrang heeft.

Informatie

De post 'brochures' staan erin voor 1 mei. PlanningNa afloop passen we verschillenanalyse toe. Controle

document.docx– 79 –

Page 80: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 2 Matching Vraag Om welke functie van het budget gaat het?

De marketingmanager kan het komend kwartaal € 5 miljoen aan marketingactiviteiten besteden.

Controle

- Ze zeggen dat de OR meer middelen krijgt toegewezen, maar hoe kom ik erachter of dat waar is?- Dat kun je in het budget nagaan.

Allocatie

Elke dreigende budgetoverschrijding moet je melden aan het management.

Taakstelling

Volgens het budget moeten we over twee maanden een premiumactie voeren.

Machtiging

Omdat onze afdeling vorig jaar heel efficiënt met het budget is omgegaan, krijgen we dit jaar meer!

Informatie

Feedback bij juist Dat is juistFeedback bij onjuist

Helaas, het moet zijn: ***zie tabel hieronder***

De marketingmanager kan het komend kwartaal € 5 miljoen besteden aan marketingactiviteiten.

Machtiging

- Ze zeggen dat de OR meer middelen krijgt toegewezen, maar hoe kom ik erachter of dat waar is?- Dat kun je in het budget nagaan.

Informatie

Elke dreigende budgetoverschrijding moet je melden aan het management.

Controle

Volgens het budget moeten we over twee maanden een premiumactie voeren.

Taakstelling

Omdat onze afdeling vorig jaar heel efficiënt met het budget is omgegaan, krijgen we dit jaar meer!

Allocatie

document.docx– 80 –

Page 81: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 3 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het budget van de afdeling productie bestaat uit € 80,- per geproduceerde transformator.

Dit is een voorbeeld van een: Antwoord 1 vast budget.Antwoord 2 variabel budget. xAntwoord 3 gemengd budget.Antwoord 4 flexibel budget.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Dit is een variabel budget, want het varieert mee met de hoeveelheid artikelen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Dit is een variabel budget, want het varieert mee met de hoeveelheid artikelen.

Vraag 3 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het budget voor de lease-auto's is gelijk aan het bedrag van het leasecontract.

Dit is een voorbeeld van een: Antwoord 1 vast budget. xAntwoord 2 variabel budget.Antwoord 3 gemengd budget.Antwoord 4 flexibel budget.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Dit bedrag staat al vast, en het zal niet veranderen als er met behulp van die auto's meer of minder productie wordt geleverd. Het bestaat dus alleen uit constante kosten.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Dit bedrag staat al vast, en het zal niet veranderen als er met behulp van die auto's meer of minder productie wordt geleverd. Het bestaat dus alleen uit constante kosten.

document.docx– 81 –

Page 82: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 5 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag De consumentenbestedingen lopen terug. We gaan daarom dit jaar meer besteden aan promotie.

Op welke manier budgetteert deze onderneming?

Antwoord 1 Met een percentage van de omzet.Antwoord 2 Voorgaande jaren extrapoleren.Antwoord 3 Concurrentiegericht.Antwoord 4 Anticyclisch. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

Deze onderneming budgetteert anticyclisch: als het tegenzit wordt het promotiebudget juist groter.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Deze onderneming budgetteert anticyclisch: als het tegenzit wordt het promotiebudget juist groter.

Vraag 5 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag De marketingdoelstellingen bepalen de omvang van het promotiebudget.

Op welke manier budgetteert deze onderneming?

Antwoord 1 Met een percentage van de omzet.Antwoord 2 Taakstellend. xAntwoord 3 Concurrentiegericht.Antwoord 4 Anticyclisch.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Deze onderneming budgetteert taakstellend: de doelstellingen zijn het uitgangspunt.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Deze onderneming budgetteert taakstellend: de doelstellingen zijn het uitgangspunt.

document.docx– 82 –

Page 83: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 28 Multiple Choice – meer dan één antwoord goed

Correcte antw.

Vraag Super 1-Uit-1000 doet de Spetter-shampoo in de aanbieding, nu van € 4,- voor € 3,50! De omzet stijgt hierdoor van € 4.000,- maar € 5.250,-.

Met welke twee verschillen heb je hier te maken?

Antwoord 1 prijsverschil.Antwoord 2 hoeveelheidsverschil.Antwoord 3 verkoopprijsverschil. xAntwoord 4 verkoopomvangverschil. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

De verkoopprijs is lager. Daartegenover staat een grotere afzet (verkoopomvang).

Feedback bij onjuist

Helaas. De juiste antwoorden zijn B en C.

De verkoopprijs is lager. Daartegenover staat een grotere afzet (verkoopomvang).

document.docx– 83 –

Page 84: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 28 Multiple Choice – meer dan één antwoord goed

Correcte antw.

Vraag Op de productieafdeling is de afgelopen maand 2100 uur werk besteed aan het maken van 20.000 artikelen. Volgens de planning had dat 2000 uur moeten zijn voor de normale productie van 21.000 artikelen.

Met welke twee verschillen heb je hier te maken?

Antwoord 1 bezettingsverschil. xAntwoord 2 hoeveelheidsverschil.Antwoord 3 efficiencyverschil. xAntwoord 4 verkoopomvangverschil.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het verschil tussen normale en werkelijke productie is een bezettingsverschil. Het verschil tussen de hoeveelheid uren is een hoeveelheids- of efficiencyverschil.

Feedback bij onjuist

Helaas. De juiste antwoorden zijn A en C.

Het verschil tussen normale en werkelijke productie is een bezettingsverschil. Het verschil tussen de hoeveelheid uren is een hoeveelheids- of efficiencyverschil.

5 Bezit, schuld en resultaten

5.1 Balans

*. Diana Bakker wil een eethuisje beginnen. Ze kan een ruimte kopen voor € 239.000,−. Verder heeft ze nodig:

Keukeninrichting € 6.500,−Potten, pannen enz. € 1.230,−Voedingswaren € 800,−Wijn en fris € 2.150,−Vrieskist € 4.695,−IJskast € 1.390,−Meubilair € 3.750,−Computer en kassa € 3.900,−

Diana wil starten met € 500,− in kas. Zelf wil ze € 50.000,− spaargeld in de zaak steken. Ze kan een hypotheek krijgen van 90% van de overnameprijs van de winkelruimte. De drankleverancier levert op krediet. Als er geld overblijft, zet ze dat op de bankrekening van de zaak.Stel voor Diana de investeringsbegroting (beginbalans) op.

document.docx– 84 –

Page 85: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

A. Balans per…Winkelruimte € 239.000,00 Eigen vermogen € 50.000,00Inventaris € 21.465,00 Hypothecaire lening € 215.100,00Voorraad € 2.950,00 Crediteuren € 2.150,00Bank € 3.335,00Kas € 500,00

€ 267.250,00 € 267.250,00

*. Sjoerd Veenstra is dakdekker. Hij wil voor zichzelf beginnen. Zijn kantoor komt thuis op zolder. Hij kan een loods huren voor zijn materialen. Verder heeft hij nodig:

Gereedschap € 2.700,−Dakpannen € 2.890,−Asfaltshingles € 1.550,−Laddermateriaal € 3.150,−Auto € 19.900,−Computer € 1.200,−

Sjoerd wil zelf € 15.000,− spaargeld in de zaak steken. De leverancier van dakbedekking geeft hem twee maanden krediet. Wat hij tekort komt kan hij lenen van een oom.Stel voor Sjoerd de investeringsbegroting (beginbalans) op.

A. Balans per…Auto € 19.900,00 Eigen vermogen € 15.000,00Inventaris € 7.050,00 Lening oom € 11.950,00Voorraad € 4.440,00 Crediteuren € 4.440,00

€ 31.390,00 € 31.390,00

5.2 Resultatenrekening

*. Bij SmartSystems was het balanstotaal op 1 januari € 12.500.000,− en op 31 december € 12.950.000,−. De resultatenrekening laat een bedrijfsresultaat zien over het hele jaar van € 1.845.125,− bij een omzet van € 11.532.031,25.a. Bereken de ROI over het afgelopen boekjaar.b. Bereken de ROS.

A. a. Gemiddeld geïnvesteerd vermogen(€ 12.500.000,− + € 12.950.000,−) : 2 = € 12.725.000,−

ROI: € 1.845.125,− : € 12.725.000,− × 100 = 14,5%

b. ROS: € 1.845.125,− : € 11.532.031,25 × 100 = 16%

*. Bij BizzyMo was het balanstotaal op 1 januari € 2.579.372,− en op 31 december € 2.528.359,−. De verlies- en winstrekening over het afgelopen jaar laat een omzet zien van € 2.786.035,09 en een nettowinst van € 306.463,86. a. Bereken de ROI over het afgelopen jaar.b. Bereken de ROS.

A. a. Gemiddeld geïnvesteerd vermogen(€ 2.579.372,− + € 2.528.359,−) : 2 = € 2.553.865,50ROI: € 306.463,86 : € 2.553.865,50 × 100 = 12%

document.docx– 85 –

Page 86: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

b. ROS: € 306.463,86 : € 2.786.035,09 × 100 = 11%

*. Bij SnelKoop was het balanstotaal op 1 januari € 5.640.500,− en op 31 december € 5.967.985,−. De resultatenrekening laat een bedrijfsresultaat zien over het hele jaar van € 464.339,40 bij een omzet van € 5.159.326,67.a. Bereken de ROI over het afgelopen boekjaar.b. Bereken de ROS.

A. a. Gemiddeld geïnvesteerd vermogen(€ 5.640.500,− + € 5.967.985,−) : 2 = € 5.804.242,50

ROI: € 464.339,40 : € 5.804.242,50 × 100 = 8%

b. ROS: € 464.339,40 : € 5.159.326,67 × 100 = 9%

5.3, 5.4 en 5.6 Liquiditeit en solvabiliteit

*. De balans van FastLink koeriers per 31 december (bedragen x € 1.000,)

Vaste activa Eigen vermogenGebouwen 550 677Inventaris 106Auto's 375

Vlottende activa Langlopende schuldenDebiteuren 120 Hypotheek 350

ING 75

Liquide middelen Kortlopende schuldenBank 35,1 Bedragen 24Kas 0,9 Crediteuren 61

1187 1187

a. Bereken het werkkapitaal.b. Bereken de current ratio en de quick ratio.c. Verklaar de overeenkomst tussen de uitkomsten bij b.d. Geef je oordeel over de liquiditeit.e. Bereken de solvabiliteit en beoordeel deze.

A. a (120 + 36) 85 = € 71.000,b current ratio (120 + 36) : 85 = 1,8

quick ratio (120 + 36) : 85 = 1,8c De quick ratio is gelijk aan de current ratio, doordat dit bedrijf geen voorraad heeft.d De liquiditeit is goed. Door het ontbreken van voorraden kan de current ratio best lager

zijn dan 2.e 677 : 1187 x 100 = 57%.

De solvabiliteit is zeer goed.

*.

Debet Balans CoolGear per 1 januari credit

0100 Gebouw 478.000,− 0400 Eigen vermogen 200.000,−0200 Bestelauto's 32.000,− 0700 Hypothecaire lening 420.000,−

document.docx– 86 –

Page 87: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

0300 Inventaris 47.000,− 1500 Banklening 24.000,−7000 Voorraad goederen 84.000,− 1400 Crediteuren 16.000,−1300 Debiteuren 15.000,− 1200 ABN-Amro 1.000,−1100 Rabobank 4.580,351000 Kas 419,65

661.000,− 661.000,−

a. Stel voor CoolGear een verkorte liquiditeitsbalans op.b. Bereken de current ratio en de quick ratio.c. Bereken het werkkapitaal.d. Bereken de solvabiliteit.e. Beoordeel de liquiditeit en de solvabiliteit van deze kleine groothandel.

A. a.

Vaste activa 557.000,− Eigen Vermogen 200.000,−Vlottende activa 99.000,− Vreemd vermogen lang 444.000,−Liquide middelen 5 .000,− Vreemd vermogen kort 17 .000,−

661.000,− 661.000,−

b. Current ratio: 104 : 17 = 6,1Quick ratio: 20 : 17 = 1,2

c. 104 − 17 = € 87.000,−d. 200 : 661 x 100 = 30%e. De liquiditeit is net voldoende (beter op basis van quick ratio beoordelen want het

voorraadniveau is hoog).De solvabiliteit is net voldoende.

*.Balans BelWinkel per 31 december

Pand 580.000,− Eigen Vermogen 260.325,−Inventaris 143.500,− Familielening 16.000,−Bestelauto 28.000,− 6% Hypotheek 403.500,−Voorraad goederen 50.550,− Banklening 70.000,−Debiteuren 750,− Crediteuren 62.550,−Kas 36 .850,− Rekening-courant 27 .275,−

839.650,− 839.650,−

a. Stel voor de BelWinkel een verkorte liquiditeitsbalans op.b. Bereken de current ratio en de quick ratio.c. Bereken het werkkapitaal.d. Bereken de solvabiliteit.e. Beoordeel de liquiditeit en de solvabiliteit van deze detailhandel.

A. a.Vaste activa 751.500,− Eigen Vermogen 260.325,−Vlottende activa 51.300,− Vreemd vermogen lang 489.500,−Liquide middelen 36 .850,− Vreemd vermogen kort 89 .825,−

839.650,− 839.650,−

b. Current ratio: 88.150 : 89.825 = 0,98Quick ratio: 37.600 : 89.825 = 0.42

document.docx– 87 –

Page 88: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

c. 88.150 − 89.825 = − € 1.675,−d. 276.375 : 839.650 x 100 = 33%

Bonuspunt als familielening bij garantievermogen is geteld. Zonder familielening 31%.e. De liquiditeit is ronduit slecht. Dat blijkt ook uit het negatieve werkkapitaal.

De solvabiliteit is net voldoende.

11. De bezittingen en schulden van groothandel Wilde Eend bv per 1 januari:Gebouw € 508.050,−Hypothecaire lening € 395.150,−Voorraad € 230.526,63ING Bank € 9.471,12ABN Amro € 4.780,55Bedrijfswagens € 14.937,90Inventaris € 106.346,80Banklening 5 jaar € 61.600,−Banklening 6 maanden € 29.337,60Debiteuren € 37.243,98Crediteuren € 124.018,85Kas € 426,80Belastingschuld € 17.446,60Aandelenkapitaal € 284.232,87

a. Stel een verkorte liquiditeitsbalans op voor Wilde Eend.b. Bereken de current ratio en de quick ratio.c. Bereken het werkkapitaal.d. Bereken de solvabiliteit.e. Beoordeel de liquiditeit en de solvabiliteit van deze groothandel.

A. a.Vaste activa 629.336,90 Eigen Vermogen 284.232,87Vlottende activa 267.770,61 Vreemd vermogen lang 456.750,−Liquide middelen 14 .678,47 Vreemd vermogen kort 170 .802,91

911.785,78 911.785,78

b. Current ratio: 282.449,08 : 170.802,91 = 1,65Quick ratio: 51.922,45 : 170.802,91 = 0,3

c. 282.449,08 − 170.802,91 = € 111.646,17d. 284.232,87 : 911.785,78 x 100 = 31%e. De liquiditeit lijkt net voldoende als je kijkt naar current ratio en werkkapitaal. Maar de

quick ratio laat zien dat dit bedrijf erg kwetsbaar is voor verkoopbaarheid van de voorraad.De solvabiliteit is net voldoende.

*.Liquidatiebalans 13-12 bv De Klos

debet creditvaste activagebouw € 850.000,−machines € 250.000,−vlottende activa vreemd vermogen langdebiteuren € 160.000,− hypothecaire lening € 500.000,−

document.docx– 88 –

Page 89: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

voorraad € 180.000,− banklening € 350.000,−liquide middelen vreemd vermogen kortkas € 15.000,− crediteuren € 600.000,−

belasting € 225.000,−verliessaldo € 320 .000,− te bet. soc. lasten € 100 .000,−

totaal € 1.775.000,− totaal € 1.775.000,−

a. Bereken de current ratio.b. Bereken het werkkapitaal.c. Bereken de solvabiliteit bij liquidatie.d. Er is niet genoeg geld om alle schuldeisers te betalen. Hoeveel procent van hun tegoed

kunnen de schuldeisers terugzien?A. a. 355 : 925 = 0,38

b. 355.000 − 925.000 = − € 570.000,−c. 1.455.000 : 1.775.000 x 100 = 82%d. 82%

5.5 Liquiditeitsbegroting

*. De verwachte gegevens voor de maand juni bij hengelsportzaak GoneFishing:Verwacht beginsaldo − € 13.000,− negatief. Omzet € 638.000,−, inkoop € 402.000,−, personeelskosten € 37.500,−, verkoopkosten € 47.000,−, rente op lening € 2.000,−, af te dragen btw € 8.650,−, diverse uitgaven € 98.500,−.Stel de liquiditeitsbegroting op voor de maand juni.

A.Beginsaldo – € 13.000,−Ontvangsten € 638 .000 , − Beschikbaar € 625.000,−

Inkoop € 402.000,−Personeel € 37.500,−Verkoopkosten € 47.000,−Rente € 2.000,−Af te dragen btw € 8.650,−Diversen € 98 .500 , − Uitgaven € 595 .650 , −

Eindsaldo € 29.350,−

15. Wilde Eend bv start de maand april met een negatief beginsaldo van − € 45.000,−. De verwachte maandomzet is € 2.221.876,−. De begrote inkoop is € 1.538.500,−, de personeelskosten € 322.000,−, de verkoopkosten € 142.500,−, te betalen rente € 3.500,−, af te dragen btw € 147.000,− en diverse uitgaven € 45.000,−.Stel de liquiditeitsbegroting op.

A.Beginsaldo – € 45.000,−Ontvangsten € 2 .221.876 , − Beschikbaar € 2.176.876,−

document.docx– 89 –

Page 90: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Inkoop € 1.538.500,−Personeel € 322.000,−Verkoopkosten € 142.500,−Rente € 3.500,−Af te dragen btw € 147.000,−Diversen € 45 .000 , − Uitgaven € 2 .198.500 , −

Eindsaldo − € 21.624,−

5.6 Oefenvragen practicx

Vraag 1 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Een balans is een:Antwoord 1 overzicht van bezittingen en schulden. xAntwoord 2 overzicht van inkomsten en uitgaven.Antwoord 3 overzicht van winst en verlies.Antwoord 4 overzicht van verwachte inkomsten en

uitgaven.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Een balans is een overzicht van bezittingen en schulden.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Een balans is een overzicht van bezittingen en schulden.

Vraag 2 Matching Vraag Koppel de posten in de linker kolom aan de plaats waar ze op

de balans staan (in de rechter kolom).Eigen vermogen debetCrediteuren creditDebiteurenHypotheekInventarisVoorraad goederenKasgeld

Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Dat klopt niet. Het juiste antwoord is: ***zie tabel hieronder***

document.docx– 90 –

Page 91: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Eigen vermogen creditCrediteuren creditDebiteuren debetHypotheek creditInventaris debetVoorraad goederen debetKasgeld debet

Vraag 3 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat zijn crediteuren?Antwoord 1 Alle partijen die geld aan de onderneming

hebben geleend.Antwoord 2 Alle posten die credit op de balans staan.Antwoord 3 Klanten waar de onderneming geld van tegoed

heeft.Antwoord 4 Leveranciers bij wie de onderneming

rekeningen open heeft staan.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Crediteuren zijn leveranciers bij wie de onderneming rekeningen open heeft staan.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Crediteuren zijn leveranciers bij wie de onderneming rekeningen open heeft staan.

Vraag 4 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Vreemd vermogen bestaat uit:Antwoord 1 schulden aan anderen. xAntwoord 2 schulden aan de eigenaren en aan anderen.Antwoord 3 bezittingen en schulden.Antwoord 4 vlottende activa en liquide middelen.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Vreemd vermogen bestaat uit schulden aan anderen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Vreemd vermogen bestaat uit schulden aan anderen.

`

document.docx– 91 –

Page 92: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 5 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Het permanent vermogen van een onderneming bestaat uit:

Antwoord 1 de vermogensbronnen.Antwoord 2 de activa en de passiva.Antwoord 3 het eigen vermogen. xAntwoord 4 het vreemde vermogen.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het eigen vermogen is het permanente vermogen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Het eigen vermogen is het permanente vermogen.

document.docx– 92 –

Page 93: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 6# Kort-antwoordVraag Linda runt een webwinkel. Het eigen vermogen bedraagt

€ 65.000,-. Zij heeft een gebouw ter waarde van € 400.000,- met daarop een hypotheek van € 300.000,-. De waarde van de voorraad is € 30.000,-. De inventaris is € 40.000,- waard. Verder heeft Linda € 100.000,- van de ASN-bank geleend en heeft zij voor € 10,000,- rekeningen openstaan bij crediteuren. Van debiteuren heeft ze 3.000,- tegoed. Op de bankrekening staat € 2.000,-.

Stel voor Linda de balans op.Antwoord Gebouw 400000 Eigen vermogen 65

Inventaris 40000Hypothecaire lening 300

Voorraad goederen 30000 Lening ASN 100Debiteuren 3000 Crediteuren 10Bank 2000

475000 475Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

Gebouw 400000 Eigen vermogen 65

Inventaris 40000Hypothecaire lening 300

Voorraad goederen 30000 Lening ASN 100Debiteuren 3000 Crediteuren 10Bank 2000

475000 475

document.docx– 93 –

Page 94: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 7 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is het verschil tussen een balans en een resultatenrekening?

Antwoord 1 Op een balans staan bezittingen en schulden, op een resultatenrekeningen staan inkomsten en uitgaven.

Antwoord 2 Een balans is een momentopname, een resultatenrekening bestaat uit meerdere momentopnamen.

Antwoord 3 Een balans laat bezittingen en schulden op één moment zien. Een resultatenrekening laat kosten en opbrengsten zien over een periode.

x

Antwoord 4 Van een balans kun je de financiële gezondheid van de onderneming aflezen, van een resultatenrekening niet.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Een balans laat bezittingen en schulden op één moment zien. Een resultatenrekening laat kosten en opbrengsten zien over een periode.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Een balans laat bezittingen en schulden op één moment zien. Een resultatenrekening laat kosten en opbrengsten zien over een periode.

Vraag 8 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Een jaarrekening bestaat uit:Antwoord 1 alle financiële stukken van de onderneming.Antwoord 2 een jaarverslag en een directieverslag.Antwoord 3 een balans, een resultatenrekening en een

jaarverslag.Antwoord 4 een balans en een resultatenrekening. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

Balans en resultatenrekening vormen samen de jaarrekening.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Balans en resultatenrekening vormen samen de jaarrekening.

document.docx– 94 –

Page 95: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 9 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Een ander woord voor de brutowinst van een handelsbedrijf is:

Antwoord 1 exploitatietegoed.Antwoord 2 verkoopresultaat. xAntwoord 3 handelsresultaat.Antwoord 4 bruto resultaat.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Bij een handelsbedrijf is het verkoopresultaat hetzelfde als de brutowinst.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Bij een handelsbedrijf is het verkoopresultaat hetzelfde als de brutowinst.

Vraag 10 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Beoordeel deze twee beweringen:

I De ROS kun je berekenen aan de hand van de resultatenrekening.II De ROI kun je berekenen aan de hand van de balans.

Antwoord 1 I is juist, II is onjuist. xAntwoord 2 I is onjuist, II is juist.Antwoord 3 I en II zijn beide juist.Antwoord 4 I en II zijn beide onjuist.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Om de ROI te kunnen berekenen heb je, naast de resultatenrekening, ook een beginbalans en een eindbalans nodig.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Om de ROI te kunnen berekenen heb je, naast de resultatenrekening, ook een beginbalans en een eindbalans nodig.

document.docx– 95 –

Page 96: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 11 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Iemand is liquide als hij:Antwoord 1 veel geld heeft.Antwoord 2 voldoende geld heeft.Antwoord 3 genoeg geld heeft om zijn kortlopende schulden

te kunnen betalen.x

Antwoord 4 zoveel geld heeft dat het niet nodig is om geld te lenen.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Liquiditeit wil zeggen: genoeg geld hebben om de kortlopende schulden te kunnen betalen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Liquiditeit wil zeggen: genoeg geld hebben om de kortlopende schulden te kunnen betalen.

Vraag 12 Kort-antwoordVraag Zet de volgende begrippen op de juiste plaats in een

liquiditeitsbalans:Vlottende activaEigen vermogenLiquide middelenVreemd vermogen langVaste activaVreemd vermogen kort

Antwoord Vaste activa Eigen vermogenVlottende activa Vreemd vermogen langLiquide middelen Vreemd vermogen kort

Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

Vaste activa Eigen vermogenVlottende activa Vreemd vermogen langLiquide middelen Vreemd vermogen kort

document.docx– 96 –

Page 97: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 13 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag bedragen × € 1.000,−Vaste activa 150 Eigen vermogen 100

Vlottende activa 35 Vreemd vermogen lang 85

Liquide middelen 15 Vreemd vermogen

kort 15

Is het bedrijf met deze balans liquide?Antwoord 1 Nee, want de liquide middelen zijn maar net genoeg om de

kortlopende schulden te voldoen.Antwoord 2 Nee, want de vlottende activa en liquide middelen zijn

samen onvoldoende om het vreemde vermogen te kunnen afbetalen.

Antwoord 3 Ja, want de activa zijn in evenwicht met de passiva.Antwoord 4 Ja, want er is voldoende geld om de kortlopende schulden

te kunnen voldoen.x

Feedback bij juist

Je antwoord is juist.

Ja, want er is voldoende geld om de kortlopende schulden te kunnen voldoen. Dan let je nog niet eens op de vlottende activa.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Ja, want er is voldoende geld om de kortlopende schulden te kunnen voldoen. Dan let je nog niet eens op de vlottende activa.

Vraag 14 Kort-antwoordVraag

bedragen × € 1.000,−Vaste activa 600 Eigen vermogen 200

Vlottende activa 400 Vreemd vermogen lang 500

Liquide middelen 100 Vreemd vermogen

kort 400

Bereken de current ratio op grond van deze liquiditeitsbalans.Antwoord 1,2Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

(400 + 100) = 1,2 400

document.docx– 97 –

Page 98: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 15 Kort-antwoordVraag

bedragen × € 1.000,−Vaste activa 510 Eigen vermogen 200

Vlottende activa 200 Vreemd vermogen lang 250

Liquide middelen 40 Vreemd vermogen

kort 300

Bereken de current ratio op grond van deze liquiditeitsbalans.Antwoord 0,8Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

(200 + 40) = 0,8 300

Vraag 16 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Beoordeel deze twee beweringen:

I Met een exploitatiebegroting kun je nagaan hoeveel winst een onderneming kan verwachten.II Met een liquiditeitsbegroting kun je nagaan of een onderneming geen betalingsproblemen krijgt.

Antwoord 1 I is juist, II is onjuist.Antwoord 2 I is onjuist, II is juist.Antwoord 3 I en II zijn beide juist. xAntwoord 4 I en II zijn beide onjuist.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Beide beweringen zijn juist.Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Beide beweringen zijn juist.

document.docx– 98 –

Page 99: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 17 Kort-antwoordVraag Groothandel Kleinsma start de maand april met een beginsaldo

van € 25.000,- op de bank. De verachte maandomzet is € 1.275.000,-. De begrote inkoop is € 800.000,-, de personeelskosten € 250.000,-, de verkoopkosten € 50.000,-, te betalen rente € 20.000,-, af te dragen btw € 30.000,- en diverse uitgaven € 60.000,-.

Maak de liquiditeitsbegroting en vul bij het antwoord het verwachte eindsaldo voor de maand april in.

Antwoord € 100.000,-Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, je moet uitkomen op een eindsaldo van € 100.000,- positief:

beginsaldo 25.000,

00

omzet 1.275.000,0

0 1.300.000,

00

inkoop 800.000,

00

personeel 250.000,

00

verkoopkosten 50.000,

00

rente 10.000,

00 af te dragen btw

30.000,00

overige uitgaven

60.000,00

1.200.000,00

verwacht eindsaldo 100.000,

00

document.docx– 99 –

Page 100: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 18 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Stel je wil een liquiditeitsbegroting opstellen, maar je weet het beginsaldo van de liquide middelen niet. Waar kun je dat vinden?

Antwoord 1 Op de resultatenrekening over de vorige maand.

Antwoord 2 Op de eindbalans van de vorige maand. xAntwoord 3 Op de beginbalans van de vorige maand.Antwoord 4 Op de balans van deze maand.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Deze maand start het bedrijf met het saldo liquide middelen op de eindbalans van de afgelopen maand.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Deze maand start het bedrijf met het saldo liquide middelen op de eindbalans van de afgelopen maand.

Vraag 19 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is solvabiliteit?Antwoord 1 Financiële gezondheid van een bedrijf.Antwoord 2 Die geeft aan of een bedrijf geen

betalingsproblemen krijgt.Antwoord 3 Een kengetal waaraan je kunt zien of een

bedrijf geliquideerd moet worden of niet.Antwoord 4 De mate waarin een bedrijf in staat is haar

schulden te betalen.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Solvabiliteit is de mate waarin een bedrijf in staat is haar schulden te betalen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Solvabiliteit is de mate waarin een bedrijf in staat is haar schulden te betalen.

document.docx– 100 –

Page 101: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 20 Kort-antwoordVraag

bedragen × € 1.000,−Vaste activa 500 Eigen vermogen 150

Vlottende activa 80 Vreemd vermogen lang 370

Liquide middelen 20 Vreemd vermogen

kort 80

Bereken de solvabiliteit op grond van deze liquiditeitsbalans.Antwoord 25%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

150 x 100 = 25%(150 + 370 + 80)

5.7 Vragen oefenexamens practicx

Vraag 4 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is het doel van een liquiditeitsbegroting?Antwoord 1 Allocatie van liquide middelen.Antwoord 2 Hiermee kun je nagaan of de onderneming

solvabel is.Antwoord 3 Nagaan of er geen betalingsproblemen komen. xAntwoord 4 Nagaan of de onderneming goed gefinancierd

is.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het doel van een liquiditeitsbegroting is om na te gaan of er geen betalingsproblemen komen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Het doel van een liquiditeitsbegroting is om na te gaan of er geen betalingsproblemen komen.

document.docx– 101 –

Page 102: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 4 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is het doel van een exploitatiebegroting?Antwoord 1 Nagaan of de onderneming juist geëxploiteerd

is.Antwoord 2 Hiermee kun je nagaan of de onderneming

solvabel is.Antwoord 3 Nagaan of er geen betalingsproblemen komen.Antwoord 4 Nagaan hoeveel winst de onderneming kan

verwachten.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het doel van een exploitatiebegroting is om na te gaan hoeveel winst de onderneming kan verwachten.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Het doel van een exploitatiebegroting is om na te gaan hoeveel winst de onderneming kan verwachten.

document.docx– 102 –

Page 103: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 1 Open vraagVraag SingSong bv start de maand mei met een negatief beginsaldo

van −€ 67.850,−. De verachte maandomzet is € 821.800,−. De begrote inkoop is € 486.438,−, de personeelskosten € 137.250,−, de verkoopkosten € 33.460,−, te betalen rente € 9.900,−, af te dragen btw € 22.750,− en diverse uitgaven € 39.142,−. In juni moet aan rente weer € 9.900,− betaald worden.

Stel de liquiditeitsbegroting op voor de komende maand.Feedback Controleer je liquiditeitsbegroting aan de hand van het goede

antwoord:

Beginsaldo € -67.850,00 Ontvangsten € 821.800,00 Beschikbaar € 753.950,00

Inkoop € 486.438,00 Personeel € 157.250,00 Verkoopkosten € 38.460,00 Te betalen rente € 9.900,00 Af te dragen btw € 22.750,00 Diversen € 39.142,00 Uitgaven € 753.940,00

Eindsaldo € 10,00

document.docx– 103 –

Page 104: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 13 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Kies het correcte antwoord met twee verschillen tussen balans en resultatenrekening.

Antwoord 1 - Een balans laat bezittingen en schulden zien en is een momentopname- Een resultatenrekening laat opbrengsten en kosten zien en gaat over een bepaalde periode.

x

Antwoord 2 - Een balans laat bezittingen en schulden zien en gaat over een bepaalde periode.- Een resultatenrekening laat opbrengsten en kosten zien en is een momentopname.

Antwoord 3 - Van een balans kun je de solvabiliteit aflezen en van een resultatenrekening de liquiditeit.- Een balans geeft inzicht in de financiering en een resultatenrekening geeft inzicht in de exploitatie.

Antwoord 4 - Een balans is voor intern gebruik, een resultatenrekening wordt gepubliceerd.- Een balans geeft inzicht in de liquiditeit, een resultatenrekening in de solvabiliteit.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

- Een balans laat bezittingen en schulden zien en is een momentopname- Een resultatenrekening laat opbrengsten en kosten zien en gaat over een bepaalde periode.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

- Een balans laat bezittingen en schulden zien en is een momentopname- Een resultatenrekening laat opbrengsten en kosten zien en gaat over een bepaalde periode.

Vraag 13 Matching Vraag Geef voor elk kenmerk aan of het hoort bij Balans of bij

Resultatenrekening.Momentopname BalansOver een bepaalde periode ResultatenrekeningOverzicht van kosten en opbrengstenOverzicht van bezit en schuldKun je samenvatten als exploitatieoverzichtWordt ook wel 'Verlies- en Winstrekening' genoemd

Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, het moet zijn: ***zie tabel hieronder***

document.docx– 104 –

Page 105: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Momentopname BalansOver een bepaalde periode ResultatenrekeningOverzicht van kosten en opbrengsten ResultatenrekeningOverzicht van bezit en schuld BalansKun je samenvatten als exploitatieoverzicht ResultatenrekeningWordt ook wel 'Verlies- en Winstrekening' genoemd Resultatenrekening

Vraag 13 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Kies het correcte antwoord met twee verschillen tussen balans en resultatenrekening.

Antwoord 1 - Een balans laat bezittingen en schulden zien en gaat over een bepaalde periode.- Een resultatenrekening laat opbrengsten en kosten zien en is een momentopname.

Antwoord 2 - Van een balans kun je de solvabiliteit aflezen en van een resultatenrekening de liquiditeit.- Een balans geeft inzicht in de financiering en een resultatenrekening geeft inzicht in de exploitatie.

Antwoord 3 - Een balans laat bezittingen en schulden zien en is een momentopname- Een resultatenrekening laat opbrengsten en kosten zien en gaat over een bepaalde periode.

x

Antwoord 4 - Een balans is voor intern gebruik, een resultatenrekening wordt gepubliceerd.- Een balans geeft inzicht in de liquiditeit, een resultatenrekening in de solvabiliteit.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

- Een balans laat bezittingen en schulden zien en is een momentopname- Een resultatenrekening laat opbrengsten en kosten zien en gaat over een bepaalde periode.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

- Een balans laat bezittingen en schulden zien en is een momentopname- Een resultatenrekening laat opbrengsten en kosten zien en gaat over een bepaalde periode.

document.docx– 105 –

Page 106: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 14 Matching Vraag Geef elke post de juiste plaats op de

liquiditeitsbalans.Rood staan bij de bank

Vaste activa

Aandelenkapitaal Vlottende activaHypothecaire lening Liquide middelenKasgeld Eigen vermogenDebiteuren Vreemd vermogen langCrediteuren Vreemd vermogen kortInventaris

Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, het moet zijn: ***zie tabel hieronder***

Rood staan bij de bank Vreemd vermogen kort Aandelenkapitaal Eigen vermogen Hypothecaire lening Vreemd vermogen lang Kasgeld Liquide middelenDebiteuren Vlottende activa Crediteuren Vreemd vermogen kortInventaris Vaste activa

Vraag 14 Matching Vraag Geef elke post de juiste plaats op de

liquiditeitsbalans.Crediteuren Vaste activaASN bankrekening Vlottende activaGebouwen Liquide middelenVoorraad goederen Eigen vermogenHet geld van de eigenaren

Vreemd vermogen lang

Debiteuren Vreemd vermogen kortMachinesVierjarige banklening

Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas, het moet zijn: ***zie tabel hieronder***

Crediteuren Vreemd vermogen kort ASN bankrekening Liquide middelen Gebouwen Vaste activa Voorraad goederen Vlottende activa Het geld van de eigenaren Eigen vermogen Debiteuren Vlottende activaMachines Vaste activaVierjarige banklening Vreemd vermogen lang

document.docx– 106 –

Page 107: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

document.docx– 107 –

Page 108: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 15 Kort-antwoordVraag Hieronder zie je, uit de jaarrekening over 2014 van cateringbedrijf '30

Minute Gourmet', de begin- en eindbalans en de resultatenrekening.

Bereken over 2014 de ROS en de ROI. Rond daarbij af op hele percentages.

Antwoord ROS: 30%ROI: 31%

Feedback bij juist

Dat is juist.

document.docx– 108 –

Page 109: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Feedback bij onjuist

Helaas.

ROS: eerst het gemiddeld geïnvesteerde vermogen berekenen: (325.200,- + 361.250,-) : 2 = € 298.225,-Dan de nettowinst als percentage daarvan: 90.075,- : 298.225,- x 100 = 30,2%, afgerond 30%

ROI: 90.075,- : 289.670,- x 100 = 31,095%, afgerond 31%

document.docx– 109 –

Page 110: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 10 Open vraagVraag Per 1 januari 2014 ging het cateringbedrijf '30 Minute Gourmet' van start.

Hieronder zie je de begin- en eindbalans. De looptijd van de banklening bij ING is vijf jaar.

Beoordeel de ontwikkeling van de liquiditeit bij deze onderneming. Gebruik daarbij de current ratio en de quick ratio en laat deze in je antwoord zien. Werk je antwoord uit op papier.

Feedback

Current ratio op 1 januari: 2,04Current ratio op 31 december: 2,08Quick ratio op 1 januari: 2,04 (gelijk aan current ratio want er was nog geen voorraad)Quick ratio op 31 december: 1,33

De liquiditeit was goed bij het van start gaan, en was aan het eind van het jaar ook goed. Zowel current als quick ratio geven aan dat dit bedrijf zich niet in de gevarenzone bevindt.

document.docx– 110 –

Page 111: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 15 Kort-antwoordVraag Hieronder zie je, uit de jaarrekening over 2014 van winkelbedrijf

Santekraam, de begin- en eindbalans en de resultatenrekening. Let op, de balans heeft debet twee kolommen (eind van het jaar en begin van het jaar), en credit ook.

Bereken over 2014 de ROS en de ROI. Rond daarbij af op hele percentages.

Antwoord ROS: 11%ROI: 13%

Feedback bij juist

Dat is juist.

document.docx– 111 –

Page 112: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Feedback bij onjuist

Helaas.

ROI: eerst het gemiddeld geïnvesteerde vermogen berekenen: (386.600,- + 372.500,-) : 2 = € 379.550,-Dan de nettowinst als percentage daarvan: 40.800,- : 379.550,- x 100 = 10,7%, afgerond 11%

ROS: 40.800,- : 320.000,- x 100 = 12,75%, afgerond 13%

document.docx– 112 –

Page 113: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 10 Open vraagVraag Hieronder zie je, uit de jaarrekening over 2014 van winkelbedrijf

Santekraam, de begin- en eindbalans. Let op, de balans heeft debet twee kolommen (eind van het jaar en begin van het jaar), en credit ook.

a. Beoordeel de ontwikkeling van de liquiditeit. Noteer daarbij de waarden voor current ratio, quick ratio en werkkapitaal.b. Beoordeel de ontwikkeling van de solvabiliteit.Werk je antwoord uit op papier.

Feedback

a. LiquiditeitCurrent ratio van 3,83 naar 8,47Quick ratio van 1,25 naar 3,37Werkkapitaal van € 26.300,- naar € 36.600,-Alle kengetallen wijzen op een goede liquiditeit aan het begin, en een zeer goede liquiditeit aan het eind van het jaar.(kritiek zou kunnen zijn dat de liquiditeit hoger is dan nodig, het kapitaal zou beter aangewend kunnen worden)

b. Solvabiliteit EV/TV43% aan het begin en 45% aan het eind van het jaar. De solvabiliteit is voldoende.

document.docx– 113 –

Page 114: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 16 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is de betekenis van het begrip 'liquiditeit'?Antwoord 1 Middelen waarmee je meteen kunt betalen,

zoals geld op de bankrekening en in kas.Antwoord 2 Dat een bedrijf (of iemand) voldoende geld

beschikbaar heeft om de kortlopende schulden op tijd te betalen.

x

Antwoord 3 Dat een bedrijf (of iemand) in staat is om alle schulden te betalen, op korte en lange termijn.

Antwoord 4 Dat een bedrijf overzicht heeft op alle inkomsten en uitgaven.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Liquiditeit wil zeggen dat een bedrijf (of iemand) voldoende geld beschikbaar heeft om de kortlopende schulden op tijd te betalen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Liquiditeit wil zeggen dat een bedrijf (of iemand) voldoende geld beschikbaar heeft om de kortlopende schulden op tijd te betalen.

Vraag 16 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is de betekenis van het begrip 'solvabiliteit'?

Antwoord 1 Dat een bedrijf (of iemand) goed in staat is om de investeringen te financieren.

Antwoord 2 Dat een bedrijf (of iemand) voldoende geld beschikbaar heeft om de kortlopende schulden op tijd te betalen.

Antwoord 3 Dat een bedrijf (of iemand) in staat is om alle schulden te betalen, op korte en lange termijn.

x

Antwoord 4 Dat een bedrijf overzicht heeft op alle inkomsten en uitgaven.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Solvabiliteit wil zeggen dat een bedrijf (of iemand) in staat is om alle schulden te betalen, op korte en lange termijn.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Solvabiliteit wil zeggen dat een bedrijf (of iemand) in staat is om alle schulden te betalen, op korte en lange termijn.

document.docx– 114 –

Page 115: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

6 Budgetteren voor communicatie

6.1 Verkoopacties

*. Groothandel Noteboom start een verkoopactie: 15% korting voor de detaillisten op NutzCream pindakaas. Voorwaarde is dat ze de display en andere winkelreclame gebruiken en ook de aangeleverde folderreclame opnemen. De groothandel verkoopt een doos van 24 potjes normaal voor € 25,20. De inkoopprijs is normaal € 19,50 maar de fabrikant werkt mee aan deze actie op maat en verleent een korting van 10%. De actie loopt twee maanden. De afzet is normaal 8.000 dozen per maand verdeeld over 200 orders. In de actieperiode is elke order 20% groter dan normaal.Aan actiereclame draagt Noteboom € 20.000, bij. Kosten van extra voorraad en magazijn komen op € 5.000,, bijdrage in kosten van merchandising op € 4.500,. Op het secretariaat, de verkoop binnendienst en de boekhouding gaat 20 uur overwerk in de actie zitten, dat kost € 26,30 per uur.Bereken de CPO (actiekosten per order).

A. Normaal 16.000 dozen over twee maanden verdeeld over 400 orders van 40 dozen elk. In de actieperiode 400 orders van 48 dozen elk.

Brutowinst per doos in de actieperiode:€ 21,42inkoopprijs € 17,55

€ 3,87

Brutowinst actiemaanden 19.200 x 3,87 € 74.304,Normale brutowinst 16.000 x 5,70 € 91 .200 , Extra brutowinst (verlies) € 16.896,

Actiereclame € 20.000,Voorraadkosten € 5.000,Merchandising € 4.500,Overwerk €   526, Kosten €   30 .026, Opbrengst actie € 46.922,

CPO: € 46.922, : 400 = € 117,31

*. Fabrikant CannyFruit start een verkoopactie: 5% korting voor detaillisten op blikjes CannyFruit. Een tray met 24 blikjes gaat normaal naar de detailhandel voor € 5,80. De kostprijs is € 4,32 per tray. De actie loopt twee maanden. De afzet is normaal 60.000 trays per maand, verdeeld over 1.200 orders. In de actieperiode is elke order 30% groter dan normaal.De kosten van actiereclame bedragen € 30.000,. Kosten van extra voorraad en magazijn komen op € 2.500,. Er gaat 30 uur overwerk in de actie zitten, dat kost € 27,50 per uur.Bereken de CPO (actiekosten per order).

A. Normaal 120.000 trays over twee maanden verdeeld over 2.400 orders van 50 trays elk. In de actieperiode 2.400 orders van 65 trays elk.

Brutowinst per tray in de actieperiode:€ 5,51inkoopprijs € 4,32

€ 1,19

document.docx– 115 –

Page 116: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Brutowinst actiemaanden 156.000 x 1,19 € 185.640,Normale brutowinst 120.000 x 1,48 € 177 .600 , Extra brutowinst € 8.040,

Actiereclame € 30.000,Voorraadkosten € 2.500,Overwerk €   825, Kosten €   33 .325, Opbrengst actie € 25.285,

CPO: € 25.285, : 120.000 = € 0,21

6.2 Wat betaal je het adviesbureau?

*. Hoe heet het systeem waarbij de vergoeding van een reclameadviesbureau deels uit de mediakorting komt?

A. Commissiesysteem.

*. Leg kort uit hoe flat fee vergoeding van een reclamebureau werkt.A. De vergoeding bestaat uit een vast bedrag dat van tevoren is afgesproken.

*. Geef een andere naam voor urenvergoeding van een reclameadviesbureau.A. Kosten-plussysteem. Of: cost accounting.

*. Leg kort uit hoe het rendementssysteem werkt, als vergoeding van een reclameadviesbureau.

A. Het bureau krijgt een budget in beheer, en daarbovenop wordt een winstpercentage betaald.

*. Vergoeding van een reclameadviesbureau kan resultaatgebonden zijn. Waarover zijn in dat geval duidelijke afspraken nodig?

A. Over de exacte manier van meten van het resultaat.

6.3 Factoren die het budget beïnvloeden

*. Noteer vier factoren die invloed hebben op de benodigde omvang van het reclamebudget.A. Vier van: fase in productlevescyclus, activiteit van de concurrentie, marktaandeel,

producteigenschappen, omvang marktgebied, winstmarge, mediaselectie, aard van de markt.

*. In welke fase van de productlevenscyclus is het grootste promotiebudget nodig? Verklaar je antwoord.

A. In de introductiefase, want het product is nog onbekend.

6.4 Effect van communicatie

*. Bobo is het grootste kleuterblad van Nederland, met een oplage van 30.000 per week, en een nettobereik van 65.000 personen, waarvan 90% in de doelgroep van 3 t/m 6 jaar. Deze leeftijdsgroep bestaat uit 729.000 personen.a. Bereken de dekking van Bobo voor de doelgroep 3 - 6 jaar.b. BodyCare heeft een nieuwe zonnecrème ontwikkeld speciaal voor de kleintjes en gaat

in Bobo adverteren. De benodigde contactfrequentie is vijf. Na afloop blijkt dat 25% van de lezers uit de doelgroep de advertentie acht keer heeft gezien, 15% zeven keer,

document.docx– 116 –

Page 117: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

10% zes keer, 15% vijf keer, 20% vier keer, 5% drie keer, 5% twee keer en 5% een keer.Bereken de gemiddelde contactfrequentie.

c. Bereken het effectieve bereik van de advertentie.d. Bereken het brutobereik van de advertentie.

A. a. Bereik in doelgroep 90% van 65.000 is 58.500.Dekking 58.500 : 729.000 × 100 = 8%

b. 200 + 105 + 60 + 75 + 80 + 15 + 10 + 5 = 550 : 100 = 5,5c. 65% van de lezers uit de doelgroep heeft de advertentie voldoende vaak gezien.

65% van 58.500 is 38.025 personen.d. 58.500 × 5 ,5 = 321.750 keer gezien.

*. Cosmopolitan richt zich met een oplage van 83.600 per maand op de doelgroep vrouwen van 18 t/m 34 jaar. Deze leeftijdsgroep bestaat uit 1.760.000 personen. Het nettobereik is 729.000 personen, waarvan 80% in de doelgroep.a. Bereken de dekking van Cosmopolitan voor de doelgroep 18 - 34 jaar.b. BodyCare heeft een nieuwe crème ontwikkeld voor jonge vrouwen en gaat een half jaar

in Cosmopolitan adverteren. De benodigde contactfrequentie is vier. Na afloop blijkt dat 30% van de lezers uit de doelgroep de advertentie zes keer heeft gezien, 20% vijf keer, 10% vier keer, 10% drie keer, 15% twee keer en 15% een keer.Bereken de gemiddelde contactfrequentie.

c. Bereken het effectieve bereik van de advertentie.d. Bereken het brutobereik van de advertentie.

A. a. Bereik in doelgroep 80% van 729.000 is 583.200.Dekking 583.200 : 1.760.000 × 100 = 33%

b. 180 + 100 + 40 + 35 + 30 + 15 = 300 : 100 = 3c. 60% van de lezeressen uit de doelgroep heeft de advertentie voldoende vaak gezien.

60% van 583.200 is 349.920 personen.d. 583.200 × 3 = 1.749.600 keer gezien.

*. Viva richt zich met een oplage van 38.000 per maand op de doelgroep vrouwen van 25 t/m 50 jaar. Deze leeftijdsgroep bestaat uit 2.867.000 personen. Het nettobereik is 350.000 personen, waarvan 95% in de doelgroep.a. Bereken de dekking van Cosmopolitan voor de doelgroep 18 - 34 jaar.b. A-Star heeft komt met jeans speciaal voor jonge vrouwen en gaat een half jaar in Viva

adverteren. De benodigde contactfrequentie is vier. Na afloop blijkt dat 25% van de lezers uit de doelgroep de advertentie zes keer heeft gezien, 20% vijf keer, 15% vier keer, 15% drie keer, 15% twee keer en 10% een keer.Bereken de gemiddelde contactfrequentie.

c. Bereken het effectieve bereik van de advertentie.d. Bereken het brutobereik van de advertentie.

A. a. Bereik in doelgroep 95% van 350.000 is 332.500.Dekking 332.500 : 2.867.000 × 100 = 11,6%

b. 150 + 100 + 60 + 45 + 30 + 10 = 395 : 100 = 3,95c. 60% van de lezeressen uit de doelgroep heeft de advertentie voldoende vaak gezien.

60% van 332.500 is 199.500 personen.d. 332.500 × 3,95 = 1.313.375 keer gezien.

*. Doe-het-zelfketen BizzyMo heeft een e-mailcampagne gevoerd met een aanbieding voor een boormachine. 1.600.000 mensen kregen een e-mail. Dat leverde 384.000 bezoeken aan

document.docx– 117 –

Page 118: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

de website op. De verkoop steeg tijdens en vlak na de campagne van 75.000 stuks de vorige maand naar 103.500 stuks deze maand. De kosten van de campagne bedroegen € 153.600,−.a. Bereken de respons rate.b. Bereken de RPM.c. Bereken de CPR.d. Bereken de conversieverhouding. Je mag ervan uitgaan dat alle extra verkopen het

gevolg zijn van de campagne.A. a. 384.000 : 1.600.000 × 100 = 24%

b. 24 per 100 komt neer op 240 per duizend.c. € 153.600 : 384.000 = € 0,40 per responsd. Van de 1,5 miljoen benaderde mensen gingen 28.500 over tot aankoop.

28.500 : 1.500.000 × 100 = 1,9%

*. Autofabrikant Snorris heeft een e-mailcampagne gevoerd om de nieuwe Silencio te promoten. 2.400.000 mensen kregen een e-mail. Dat leverde 432.000 bezoeken aan de website op. De verkoop steeg tijdens en vlak na de campagne van 4.000 Silencio’s de vorige maand naar 6.400 stuks deze maand. De kosten van de campagne bedroegen € 236.600,−.a. Bereken de respons rate.b. Bereken de RPM.c. Bereken de CPR.d. Bereken de conversieverhouding. Je mag ervan uitgaan dat alle extra verkopen het

gevolg zijn van de campagne.A. a. 432.000 : 2.400.000 × 100 = 18%

b. 18 per 100 komt neer op 180 per duizend.c. € 237.600 : 432.000 = € 0,55 per responsd. Van de 1,5 miljoen benaderde mensen gingen 28.500 over tot aankoop.

2.400 : 2.400.000 × 100 = 0,1%

*. Prudent heeft een e-mailcampagne gevoerd om haar nieuwe kindertandpasta te promoten. 3.000.000 mensen kregen een e-mail. Dat leverde 450.000 bezoeken aan de website op. De verkoop steeg tijdens en vlak na de campagne van 120.000 tubes kindertandpasta de vorige maand naar 141.000 stuks deze maand. De kosten van de campagne bedroegen € 427.500,−.a. Bereken de respons rate.b. Bereken de RPM.c. Bereken de CPR.d. Bereken de conversieverhouding. Je mag ervan uitgaan dat alle extra verkopen het

gevolg zijn van de campagne.A. a. 450.000 : 3.000.000 × 100 = 15%

b. 15 per 100 komt neer op 150 per duizend.c. € 427.500 : 450.000 = € 0,95 per responsd. Van de 3 miljoen benaderde mensen gingen 21.000 over tot aankoop.

2.400 : 2.400.000 × 100 = 0,7%

*. De kosten van een e-mailmarketing actie komen op € 450.000,–. De e-mail wordt verstuurd aan 3.000.000 adressen. Uit ervaring blijkt dat de gemiddelde aankoop naar aanleiding van zulke e-mail € 1,50 bedraagt. De gemiddelde winstmarge is 30% van de verkoopprijs.Bereken de break-even response rate.

A. Kosten per contact: €  450.000- : 3.000.000 = € 0,15Winst per respons: 30% van € 1,50 is € 0,45Break-even response rate: 0,15 : 0,45 × 100 = 33,3%

document.docx– 118 –

Page 119: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

*. Bij een telemarketingcampagne worden 750.000 nummers gebeld. De kosten van de campagne bedragen € 240.000,–. De gemiddelde aankoop naar aanleiding van zulke campagnes is bij dit bedrijf € 24,–. De gemiddelde winstmarge is 40% van de verkoopprijs.a. Bereken de CPM van deze campagne.b. Bereken de break-even response rate.

A. a. € 240.000 voor 750.000 contacten.€ 240.000 : 750.000 × 1000 = € 320,−

b. Kosten per contact: €  240.000,− : 750.000 = € 0,32Winst per respons: 40% van € 24,− is € 9,60Break-even response rate: 0,32 : 9,60 × 100 = 3,3%.

*. Bij een telemarketingcampagne worden 800.000 nummers gebeld. De kosten van de campagne bedragen € 160.000,–. De gemiddelde aankoop naar aanleiding van zulke campagnes is bij dit bedrijf € 9,–. De gemiddelde winstmarge is 35% van de verkoopprijs.a. Bereken de CPM van deze campagne.b. Bereken de break-even response rate.

A. a. € 160.000 voor 800.000 contacten.€ 160.000 : 800.000 × 1000 = € 200,−

b. Kosten per contact: €  160.000,− : 800.000 = € 0,20Winst per respons: 35% van € 9,− is € 3,15Break-even response rate: 0,20 : 3,15 × 100 = 6,3%

6.5 Oefenvragen practicx

Vraag 1 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Met welke kosten kun je te maken hebben als je de begroting voor een premiumactie opstelt?

Antwoord 1 Verkoopkosten en promotiekosten.Antwoord 2 Kosten van de premium, promotiekosten en

logistieke kosten.x

Antwoord 3 Kosten van de premium, logistieke kosten en actiekosten.

Antwoord 4 Kosten van de premium en kosten van actiereclame.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De kosten van een premiumactie bestaan vooral uit kosten van de premium, promotiekosten en logistieke kosten (zoals handling, verpakking, extra transportkosten, kosten schapruimte).

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

De kosten van een premiumactie bestaan vooral uit kosten van de premium, promotiekosten en logistieke kosten (zoals handling, verpakking, extra transportkosten, kosten schapruimte).

document.docx– 119 –

Page 120: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 2 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Een verkoopactie kan zelffinancierend zijn. Wat betekent dat?

Antwoord 1 Dat de aanbieder de actie zelf bekostigt.Antwoord 2 Dat de grossier een toelage geeft voor de actie,

zodat deze per saldo geen geld kost.Antwoord 3 Dat klanten meer sparen dan nodig is voor de

premium.Antwoord 4 Dat de extra opbrengsten minsten net zo groot

zijn als de kosten.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Bij een zelffinancierende verkoopactie zijn de extra opbrengsten minstens net zo groot als de kosten.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

Bij een zelffinancierende verkoopactie zijn de extra opbrengsten minstens net zo groot als de kosten.

Vraag 3 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Waarom is het niet verstandig om bij een spaaractie te werken met "op is op"?

Antwoord 1 Omdat je dan niet goed kunt plannen hoeveel klanten aan het sparen zijn.

Antwoord 2 Omdat je dan klanten teleur moet stellen. xAntwoord 3 Omdat je dan niet het maximale rendement uit

de spaaractie kunt halen.Antwoord 4 Omdat een spaaractie voor de langere termijn

is.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Klanten teleur stellen is het tegenovergestelde van wat je met een verkoopactie wilt bereiken.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Klanten teleur stellen is het tegenovergestelde van wat je met een verkoopactie wilt bereiken.

`

Vraag 4 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

document.docx– 120 –

Page 121: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag Bij de vergoeding van een communicatieadviesbureau kun je werken met het commissiesysteem. Wat is een ander woord voor deze commissie?

Antwoord 1 Courtage.Antwoord 2 Provisie.Antwoord 3 Mediakorting. xAntwoord 4 Advieskorting.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De mediakorting is hetzelfde als deze commissie.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

De mediakorting is hetzelfde als deze commissie.

Vraag 5 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is een andere benaming voor een urenvergoeding voor een communicatieadviesbureau?

Antwoord 1 Flat fee.Antwoord 2 Rendementssysteem.Antwoord 3 Kosten-plussysteem. xAntwoord 4 Resultaatgebonden vergoeding.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Een urenvergoeding is gelijk aan het kosten-plussysteem, omdat er gewerkt wordt met een winstopslag.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Een urenvergoeding is gelijk aan het kosten-plussysteem, omdat er gewerkt wordt met een winstopslag.

Vraag 6 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Welk voordeel heeft het om een communicatieadviesbureau te vergoeden in de vorm van auteursrecht (copyright)?

Antwoord 1 Dat kan veel goedkoper uitpakken dan de andere vormen van vergoeding.

Antwoord 2 Goede reclame is bij deze manier duurder, maar voor slechte reclame is de opdrachtgever niet veel kwijt.

x

document.docx– 121 –

Page 122: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Antwoord 3 De rechten op de inhoud van de promotie liggen dan vast volgens het auteursrecht.

Antwoord 4 Er kan dan geen misverstand ontstaan over wie de rechten heeft op de inhoud van de promotie.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Voor slechte reclame is de opdrachtgever bij deze manier niet veel kwijt, en dat is een groot voordeel.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Voor slechte reclame is de opdrachtgever bij deze manier niet veel kwijt, en dat is een groot voordeel.

Vraag 7 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag In welke fase van de productlevenscyclus kan het reclamebudget relatief laag zijn?

Antwoord 1 In de introductiefase.Antwoord 2 In de groeifase.Antwoord 3 In de volwassenheidsfase.Antwoord 4 In de neergangsfase. xFeedback bij juist Je antwoord is juist.

In de neergangsfase is minder reclame nodig dan in de eerdere fasen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

In de neergangsfase is minder reclame nodig dan in de eerdere fasen.

Vraag 8 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Een commercial is door 100.000 mensen gezien. 50.000 van die mensen hebben 'm twee maal gezien, 30.000 drie maal en 20.000 één maal.

Wat kun je zeggen over het bereik?Antwoord 1 Het brutobereik is 210.000 en het nettobereik is

100.000.x

Antwoord 2 Het nettobereik is 210.000 en het brutobereik is 100.000.

Antwoord 3 Het mediumbereik is 210.000 en het nettobereik is 100.000.

document.docx– 122 –

Page 123: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Antwoord 4 Het reclamebereik is 210.000 en het mediumbereik is 100.000.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het nettobereik is 100.000 mensen.Het brutobereik is 100.000 + 50.000 + 2 x 30.000.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

Het nettobereik is 100.000 mensen.Het brutobereik is 100.000 + 50.000 + 2 x 30.000.

Vraag 9 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is het verschil tussen reclamebereik en mediumbereik?

Antwoord 1 Het reclamebereik is het aantal mensen dat de reclame-uiting meerdere malen heeft gezien, het mediumbereik is gelijk aan het nettobereik.

Antwoord 2 Het mediumbereik is gelijk aan het brutobereik, het reclamebereik is gelijk aan het nettobereik.

Antwoord 3 Het mediumbereik is het aantal mensen dat van het medium gebruik maakte, het reclamebereik is het aantal mensen dat de reclame-uiting heeft waargenomen.

x

Antwoord 4 Het reclamebereik is het aantal mensen dat de reclame had kunnen waarnemen, en het mediumbereik is het aantal mensen dat regelmatig dat medium waarneemt.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Het mediumbereik is het aantal mensen dat van het medium gebruik maakte, het reclamebereik is het aantal mensen dat de reclame-uiting heeft waargenomen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Het mediumbereik is het aantal mensen dat van het medium gebruik maakte, het reclamebereik is het aantal mensen dat de reclame-uiting heeft waargenomen.

Vraag 10 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Wat is effectief bereik?Antwoord 1 Het bereik waarbij de hele doelgroep is bereikt.

document.docx– 123 –

Page 124: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Antwoord 2 Het bereik waarbij mediumbereik en reclamebereik aan elkaar gelijk zijn.

Antwoord 3 Het bereik waarbij de contactfrequentie voldoende is om het gewenste effect van de reclame te bereiken.

x

Antwoord 4 Het bereik dat beoogd werd in het reclameplan.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Bij een effectief bereik was de contactfrequentie voldoende om het gewenste effect van de reclame te bereiken.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

Bij een effectief bereik was de contactfrequentie voldoende om het gewenste effect van de reclame te bereiken.

Vraag 11 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag "De commercial voor Miele vaatwassers is gezien op 500.000 tv-toestellen".Deze bewering gaat over het:

Antwoord 1 mediumbereik.Antwoord 2 gezinsbereik ofwel toestelbereik. xAntwoord 3 reclamebereik.Antwoord 4 effectieve gezinsbereik.Feedback bij juist Je antwoord is juist.

Bij gezinsbereik of toestelbereik gaat het niet om het aantal mensen, maar om het aantal huishoudens waar de reclame-uiting is waargenomen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is B.

Bij gezinsbereik of toestelbereik gaat het niet om het aantal mensen, maar om het aantal huishoudens waar de reclame-uiting is waargenomen.

Vraag 12 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

document.docx– 124 –

Page 125: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag Een commercial is gericht op de doelgroep 13 - 25 jaar. Er zijn in dit land 2 miljoen mensen in die leeftijdsgroep. De commercial werd waargenomen door 400.000 mensen uit de doelgroep en door 500.000 mensen in oudere leeftijdsgroepen.

Kies het antwoord dat overeenstemt met deze informatie.

Antwoord 1 De dekking was 25% en de waste was 20%.Antwoord 2 De dekking was 20% en de waste was 25%.Antwoord 3 De dekking was 25% en de waste was 400.000

personen.Antwoord 4 De dekking was 20% en de waste was 500.000

personen.x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De dekking was 20% en de waste was 500.000 personen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is D.

De dekking was 20% en de waste was 500.000 personen.

Vraag 13 Kort-antwoordVraag BizzyMo verstuurt 200.000 brieven als direct mail. Daarvan

geven 12.000 mensen respons. De kosten van de direct mail actie waren € 24.000,-.

Bereken de response rate.Antwoord 6%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

12.000 x 100 = 6%200.000

Vraag 14 Kort-antwoordVraag BizzyMo verstuurt 200.000 brieven als direct mail. Daarvan

geven 12.000 mensen respons. De kosten van de direct mail actie waren € 24.000,-.

Bereken RPM (respons per mille).Antwoord 60Feedback bij juist Je antwoord is juist.

document.docx– 125 –

Page 126: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Feedback bij onjuist

Helaas.

Respons Per Mille, per duizend. 6% is 6 per 100, dus 60 per 1000.

Vraag 15 Kort-antwoordVraag BizzyMo verstuurt 200.000 brieven als direct mail. Daarvan

geven 12.000 mensen respons. De kosten van de direct mail actie waren € 24.000,-.

Bereken de CPR (kosten per respons).Antwoord € 2,-Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

€ 24.000 kosten gedeeld door een respons van 12.000 geeft € 2,- per respons.

Vraag 16 Kort-antwoordVraag BizzyMo verstuurt 200.000 brieven als direct mail. Daarvan

geven 12.000 mensen respons. De kosten van de direct mail actie waren € 24.000,-. Uiteindelijk gingen 4.000 van de benaderde personen over tot aankoop.

Bereken de conversieverhouding.Antwoord 2%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

4.000 : 200.000 x 100 = 2%

6.6 Vragen oefenexamens practicx

document.docx– 126 –

Page 127: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 22 Kort-antwoordVraag Een commercial is gericht op de doelgroep 20 - 35 jaar. Er zijn

in dit land 2,2 miljoen mensen in die leeftijdsgroep. De commercial werd waargenomen door 880.000 mensen uit de doelgroep en door 600.000 mensen in andere leeftijdsgroepen.

Bereken de dekking. Rond zo nodig af op een heel getal.Antwoord 40%Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.880.000 : 2.200.000 x 100 = 40%

Vraag 22 Kort-antwoordVraag Een dagbladadvertentie is gericht op de doelgroep mannen 36 -

55 jaar. Daar zijn er zijn in dit land 3,6 miljoen van. De advertentie werd waargenomen door 2,16 miljoen mannen uit de doelgroep en door 1,2 miljoen mensen in andere groepen.

Bereken de dekking. Rond zo nodig af op een heel getal.Antwoord 60%Feedback bij juist Dat is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.2,16 : 3,6 x 100 = 60%

Vraag 23 Kort-antwoordVraag BodyCare verstuurt 600.000 brieven als direct mail. Daarvan

geven 48.000 mensen respons. De kosten van de direct mail actie waren € 960.000,-.

Bereken respons als RPM.Antwoord 80Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

Respons Per Mille, per duizend. 48.000 : 600.000 x 100 = 8%8% is 8 per 100, dus 80 per 1000.

document.docx– 127 –

Page 128: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 23 Kort-antwoordVraag BodyCare verstuurt 600.000 brieven als direct mail. Daarvan

geven 48.000 mensen respons. De kosten van de direct mail actie waren € 960.000,-. Uiteindelijk gingen 18.000 van de benaderde personen over tot aankoop.

Bereken de conversieverhouding. Rond zo nodig af op hele procenten.

Antwoord 3%Feedback bij juist Je antwoord is juist.Feedback bij onjuist

Helaas.

18.000 : 600.000 x 100 = 3%

Vraag 24 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij BizzyMo liep de verkoop van vlakschuurmachines terug. Aan het begin van het derde kwartaal besluit Mo tot een kortingsactie: van € 45,- voor € 40,-!

Kies het antwoord dat het effect van deze actie op de omzet goed beschrijft.

Antwoord 1 De actie was een succes, de omzet in het derde en vierde kwartaal was hoger dan voorheen.

Antwoord 2 De actie was een flop, want de omzet daalde erdoor.

Antwoord 3 De omzet daalde in het derde kwartaal, maar bleek hoger dan ooit in het vierde kwartaal.

x

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De omzet daalde in het derde kwartaal, maar bleek hoger van ooit in het vierde kwartaal.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is C.

De omzet daalde in het derde kwartaal, maar bleek hoger van ooit in het vierde kwartaal.

document.docx– 128 –

Page 129: 10 Gegevensverwerking  · Web viewHet navigatievenster van Word is onmisbaar bij werken met dit document. Het spreekt vanzelf dat u deze vragen en opdrachten ontvangt als gebruiker

Vraag 24 Multiple Choice – één antwoord goed Correcte antw.

Vraag Bij drogisterijketen Het Lontje stagneerde de verkoop van scheerzeep. Aan het begin van het tweede kwartaal besluit Het Lontje tot een kortingsactie: Prijspakker, Nu met 20% korting!

Kies het antwoord dat het effect van deze actie op de omzet goed beschrijft.

Antwoord 1 De actie was een succes, zelfs tijdens de actie was de omzet hoger dan voorheen. Daarna bleef de omzet stijgen.

x

Antwoord 2 De actie was een flop, want de omzet daalde erdoor.

Antwoord 3 De omzet was in het actiekwartaal hoger, maar daalde daarna weer.

Feedback bij juist Je antwoord is juist.

De actie was een succes, zelfs tijdens de actie was de omzet hoger dan voorheen. Daarna bleef de omzet stijgen.

Feedback bij onjuist

Helaas. Het juiste antwoord is A.

De actie was een succes, zelfs tijdens de actie was de omzet hoger dan voorheen. Daarna bleef de omzet stijgen.

document.docx– 129 –