1 Netwerken Informatica Blok 2 Hoofdstuk 5. Stedelijk Gymnasium Breda RCM2 §1 De onderdelen In een...

11

NetwerkenNetwerken

Informatica Blok 2Informatica Blok 2Hoofdstuk 5Hoofdstuk 5

Stedelijk Gymnasium Breda RCMStedelijk Gymnasium Breda RCM 22

§1 De onderdelen§1 De onderdelen

• In een netwerk zijn computers In een netwerk zijn computers met elkaar verbonden.met elkaar verbonden.

• Via een kabelVia een kabel• Via een radiogolf (draadloos)Via een radiogolf (draadloos)• Elk item in een netwerk heeft een Elk item in een netwerk heeft een

eigen adres (IP)eigen adres (IP)



internet

netwerkapparaat

hub of switch

backbone


§1§1 Berichten versturenBerichten versturen

• UnicastUnicastnaar één adresnaar één adres

• MulticastMulticastnaar meerdere adressennaar meerdere adressen

• BroadcastBroadcastnaar alle adressennaar alle adressen


§2§2 topologietopologie

Typen netwerkenTypen netwerken• sterster• busbus• ringring


§2§2 topologie - sternetwerktopologie - sternetwerk

sternetwerksternetwerk

hub

Alles wordt aan iedereen Alles wordt aan iedereen doorgegeven door de hub.doorgegeven door de hub.


§2§2 topologie - busnetwerktopologie - busnetwerk

busnetwerkbusnetwerk


§2§2 topologie - ringnetwerktopologie - ringnetwerk

ringnetwerkringnetwerk

Berichten gaan van punt naar Berichten gaan van punt naar punt. Postbode.punt. Postbode.


§2§2 topologie - combinetwerktopologie - combinetwerk

combinatienetwerkcombinatienetwerk


§3§3 schakelpuntenschakelpunten

TypenTypen• hubhub• switchswitch• routerrouter• brugbrug


§3§3 schakelpunten - hubschakelpunten - hub

hub of kernschakelpunthub of kernschakelpunt• Op volgorde worden de berichten Op volgorde worden de berichten

naar alle punten doorgegeven.naar alle punten doorgegeven.• Capaciteit wordt verdeeldCapaciteit wordt verdeeld


§3§3 schakelpunten - switchschakelpunten - switch

switch of kruisschakelpuntswitch of kruisschakelpunt• De berichten worden gericht De berichten worden gericht

doorgegeven.doorgegeven.• Elke verbinding krijgt de Elke verbinding krijgt de

maximale capaciteit.maximale capaciteit.


§3§3 schakelpunten - routerschakelpunten - router

routerrouter• Een router bepaald de meest Een router bepaald de meest

optimale route voor het bericht.optimale route voor het bericht.• Verschillende kabels kunnen Verschillende kabels kunnen

worden gebruikt voor één bericht.worden gebruikt voor één bericht.


§3§3 schakelpunten - bridgeschakelpunten - bridge

bridge of brugbridge of brug• Een brug kan verschillende typen Een brug kan verschillende typen

netwerk koppelen.netwerk koppelen.



Berichten doorgegevenBerichten doorgegeven

Schakelpunten doen datSchakelpunten doen dat

PacketswitchingPacketswitching

Een bericht in pakketjes knippen.Een bericht in pakketjes knippen.

Elke pakketje kan een andere route Elke pakketje kan een andere route volgen (router).volgen (router).



Tegenhanger van packetswitching is Tegenhanger van packetswitching is circuitswitching.circuitswitching.

Eerst wordt de fysisieke verbinding Eerst wordt de fysisieke verbinding gemaakt, daarna het bericht gemaakt, daarna het bericht verzonden.verzonden.

Voorbeeld: vaste telefoonnetVoorbeeld: vaste telefoonnet


§4§4 Kenmerken van netwerkenKenmerken van netwerken

• VertragingstijdVertragingstijd• FoutenFouten• BotsingenBotsingen• SchaalbaarheidSchaalbaarheid• RedundantieRedundantie

(meer verbindingen)(meer verbindingen)


§5§5 Standaardisatie in een Standaardisatie in een netwerknetwerk

• Afspraken hoe berichten verstuurt Afspraken hoe berichten verstuurt en ontvangen moeten worden.en ontvangen moeten worden.

• Open Systems Interface (OSI)Open Systems Interface (OSI)• Zeven niveaus of lagenZeven niveaus of lagen



7.7. ApplicatielaagApplicatielaag(het programma heeft de optie)(het programma heeft de optie)

6.6. PresentatiePresentatie(het programma maakt het bericht klaar)(het programma maakt het bericht klaar)

5.5. SessieSessie(contact onderhouden met de andere kant)(contact onderhouden met de andere kant)

4.4. Transport Transport (verdelen in pakketjes)(verdelen in pakketjes)

3.3. Netwerk Netwerk (route bepalen per pakketje)(route bepalen per pakketje)

2.2. Dataverbinding Dataverbinding (foutcontrole en herstellen)(foutcontrole en herstellen)

1.1. Fysieke verbinding Fysieke verbinding (Het signaal op de lijn zetten)(Het signaal op de lijn zetten)



Gebruiker 1Gebruiker 1

zender:zender:laag 7 - 6 - 5 - 4 - 3 - 2 - 1laag 7 - 6 - 5 - 4 - 3 - 2 - 1

via de draadvia de draad

Ontvanger:Ontvanger:

laag 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7laag 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7

gebruiker 2gebruiker 2


§6§6 VLANVLAN

Aansluitpunten met dezelfde Aansluitpunten met dezelfde functie.functie.

Bijvoorbeeld computers voor Bijvoorbeeld computers voor leerlingenleerlingen


§7§7 FirewallFirewall

Het tegenhouden van berichten of Het tegenhouden van berichten of verbindingen.verbindingen.

Verbindingen en berichten gaan via Verbindingen en berichten gaan via poorten (65.536=2poorten (65.536=21616))

FTP FTP poort 21poort 21

httphttp poort 80poort 80

MSNMSN poort 1366poort 1366

etcetc

2424

NetwerkenNetwerken


2525

Geschiedenis van de Geschiedenis van de computercomputer



Geschiedenis van de computerGeschiedenis van de computer

Twee paragrafen met Twee paragrafen met informatie en links.informatie en links.

Extra verdiepingExtra verdieping

Leerwerk.Leerwerk.

1 Netwerken Informatica Blok 2 Hoofdstuk 5. Stedelijk Gymnasium Breda RCM2 §1 De onderdelen In een...

Documents

Transcript of 1 Netwerken Informatica Blok 2 Hoofdstuk 5. Stedelijk Gymnasium Breda RCM2 §1 De onderdelen In een...