1 Hart voor Wonen met oa Cramer

16
Aan dit nummer werkten mee: Jacqueline Cramer, Ashok Bhalotra en anderen. Hart voor Wonen Belanghoudersblad Woonbron Sociale duurzaamheid Een uitgave van Woonbron #3/2010

Transcript of 1 Hart voor Wonen met oa Cramer

Aan dit nummer werkten mee: Jacqueline Cramer, Ashok Bhalotra en anderen.

Hart voor WonenBelanghoudersblad Woonbron

Sociale duurzaamheid

Een

uitg

ave

van

Woo

nbro

n #

3/20

10

Naar sociale duurzaamheid

Martien Kromwijkvoorzitter Raad van Bestuur

Voorwoord

Het thema van de klimaatverandering en duurzaamheid kent iedereen zo langzamer-hand wel. We zijn onmatig naar de aarde in het nemen van de grondstoffen en in de belastende uitstoot van moeilijk afbreekbare afvalstoffen.

Eenzelfde onmatigheid lijkt er te zijn waar mensen met elkaar samen leven. De onderlinge tolerantie en zorgzaamheid heeft al lange tijd te veel terrein verloren aan individualisering, de snelheid van leven, de veelheid aan impulsen en mogelijkheden, anonimiteit en gejaagdheid voor eigen genot, gemak en gewin.

Lang niet iedereen kan zich daarin staande houden. Voor wie wankelt of omvalt hebben we de verzorgingsstaat uit-gevonden. Of het ongemak nu dakloosheid heet, of laaggeletterdheid, verslaving, psychische klachten, schulden of huiselijk geweld: er is altijd wel geld en menskracht beschikbaar om het te repareren. Voor ieder probleem een eigen sector met eigen organisaties. Per huishouden als het moet een dozijn vol.

En toch…sommige problemen weten we er niet mee op te lossen. En met de forse bezuinigingen van het huidige en volgende kabinetten hebben we minder geld, en door de vergrijzing hebben we steeds minder mensen om deze werkwijze vol te houden.

Daarom is de zoektocht ingezet naar hoe het anders kan. Zoals Herman Wijffels onlangs zei: we zullen onze verzorgings-staat moeten ombouwen naar een ontwikkelende samenleving. Waarin menselijke relaties van familie, collega’s en buren weer wat meer een eerste ring

vormen. Waarin buurten meer herberg-zaamheid bieden. Waar professionals ondersteunen, niet per sector, maar gezamenlijk in nieuwe werkvormen, samen met buurten, netwerken, kerken en bedrijven.

Die nieuwe manier kost minder geld, er zijn minder professionals voor nodig en het is langer vol te houden. En verdient daarom de naam sociale duurzaamheid. Binnen de Münchhausenbeweging heet dit ‘eilanden van hoop’, omdat het zo mooi weergeeft dat het iets teruggeeft wat dierbaar was en wat we bijna waren kwijt geraakt. Met Pluk Ideas is een laboratorium opgericht dat hierin nieuwe uitvindingen wil doen.

Onder de naam sociale duurzaamheid is het ook niet alleen van corporaties. Het is net zo goed van de reclassering en de jeugdzorg en het onderwijs. En lees in deze Hart voor Wonen: we zijn er zo hier en daar al weer mee bezig. In Schiemond Rotterdam gebeurt het, in Wielwijk Dordrecht en in de Gillisbuurt Delft. Echt, later is al lang begonnen!

‘ Iedereen kan een steentje bijdragen aan een duurzame samenleving’

hart voor wonen 3/2010 3

Is duurzaamheid slechts voorbehouden aan milieugoeroes die de wereld willen verbeteren? Als het aan

Jacqueline Cramer, voormalig minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ligt niet.

Cramer is sinds 4 november dit jaar burgemeester van Rotterdam Cirkelstad. Een initiatief om steden in te

richten voor de toekomst. Enerzijds fysiek door hergebruik van bouw- en sloopafval, anderzijds sociaal door

leer-/werkplekken te creëren voor hen die nu buiten de boot vallen. “Mondiale vraagstukken vragen om

concrete oplossingen.”

”Milieuorganisaties en enkele koplopers in het bedrijfsleven hebben de discussie over duurzaamheid een lange tijd getrokken,” vertelt Cramer in haar nieuwe werkkamer op de Uithof, het terrein van de Universiteit Utrecht. Ze is er sinds 1 oktober hoogleraar Duurzaam Innoveren. Daarnaast is ze vanaf januari directeur van het Utrecht Centrum voor Aarde en Duurzaamheid (UCAD), dat onderzoek op het gebied van duurzaamheid in de regio Utrecht bundelt rond specifieke thema’s en op deze wijze beter vermarkt in binnen- en buitenland. Cramer vervolgt: “Tijdens mijn ministerschap heb ik duurzaamheid steeds meer zien uitwaaieren. Er ontstaan initiatieven van onderop waarin duurzaamheid oplossingsgericht wordt opgepakt. Ik heb me voorgenomen om vooral dit soort initiatieven te steunen. Want mondiale vraagstukken vragen om concrete lokale oplossingen. Hier zit ook de potentie om duurzaamheid voor iedereen toegankelijk te maken. We kunnen allemaal

een steentje bijdragen aan een duurzame samenleving.”

Rotterdam CirkelstadToen Cramer het voorstel bereikte om burgemeester te worden van Rotterdam Cirkelstad, aarzelde ze dan ook geen moment. De doelstelling van Rotterdam Cirkelstad is een duurzame samenleving waarin kansen en mogelijkheden van toekomstige generaties net zo belangrijk zijn als die van de huidige. De initiatief-nemers - Roteb, Holcim, Oranje en Woonbron - hebben afgesproken om bij sloop vrijkomende materialen hoogwaardig te hergebruiken. En daarmee zorgt de stad voor haar eigen materialen. “In een tijd van steeds schaarser wordende grondstoffen is dat zeer belangrijk,” benadrukt Cramer. “Bovendien voorkom je onnodig transport en spaar je brandstof uit als je het sloopmateriaal ter plekke opnieuw toepast. Bijvoorbeeld om een fundering te leggen voor een nieuw woningblok.”

Hergebruik van materialen in de bouw kreeg volgens Cramer tot nu toe onvoldoende aandacht. “De aandacht ging vooral uit naar energiebesparende maatregelen.”

Sociale duurzaamheidFysieke en sociale duurzaamheid komen in Rotterdam Cirkelstad mooi samen. Cramer: “We combineren hoogwaardig hergebruik van materialen met leer-/werktrajecten voor laaggeschoolde arbeidskrachten en mensen met een afstand tot de arbeids-markt. Het geeft ze dus nieuwe kansen en haalt ze uit een sociaal isolement waarin ze vaak verkeren. Bovendien kunnen ze uitgroeien tot ‘volwaardige werknemers’ voor de sloopbranche en aanverwante

‘Je kunt dus stellen dat dit

project voldoet aan de drie

P’s: People, Planet én Profit.’

Meer over Rotterdam Cirkelstad Rotterdam Cirkelstad wil bouw- en sloopafval hergebruiken en kansen bieden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De opgave is het maken van cirkels. De huidige participanten in Cirkelstad zijn reinigingsbedrijf Roteb, betonproducent en -distributeur Holcim, demontagebedrijf Oranje BV en Woonbron. Deze mix van organisaties zorgt ervoor dat de match tussen milieu en leer-/werkplekken optimaal is, met andere woorden dat de cirkel rond is.

Naast burgemeester Jacqueline Cramer kent het college van Cirkelstad de volgende wethouders:• Jan Willem Croon (ambassadeur Duurzaamheid Woonbron)• Anke van Hal (hoogleraar Sustainable Building and Development aan Universiteit Nyenrode en TU Delft)• Alexandra van Huffelen (wethouder duurzaamheid, binnenstad en buitenruimte Rotterdam)• Coen van Oostrom (projectontwikkelaar OVG)• Anne-Marie Rakhorst (eigenaar-directeur van Search BV)

hart voor wonen 3/2010 4

bedrijfstakken, waar een groot tekort aan gekwalificeerd personeel is.”Nog een bijkomstig voordeel is dat deze aanpak direct bijdraagt aan het bereiken van weerbare steden, wijken en buurten. “Wanneer de arbeidsparticipatie toeneemt, zullen mensen zich meer betrokken voelen bij de maatschappij en hun eigen buurt. Zo creëer je sociaal duurzame wijken.”Volgens Cramer heeft het in de volkshuis-vesting een lange tijd ontbroken aan de verbinding tussen sociale en fysieke duurzaamheid. “Het waren gescheiden werelden. Maatschappelijke organisaties deden aan opbouwwerk en corporaties richtten zich vooral op de stenen. Om resultaat te boeken in bijvoorbeeld stedelijke vernieuwing is een integrale aanpak noodzakelijk. Met alleen een mooi huis zijn bewoners er niet. Ook aandacht voor welzijn, scholing en werk is essentieel.”

RondolaanTerug naar Cirkelstad. Een voorbeeld van samenwerking is de Rondolaan in Rotterdam. Hier zijn verouderde woningen door Oranje BV gesloopt. Dit sloopmateriaal is door Holcim – producent van granulaten, cement en gerelateerde producten –

verwerkt tot nieuwe bouw-materialen. Zo is in de betonfundering van de nieuwbouw betongranulaat verwerkt. Woonbron was verantwoordelijk voor de ontwikkeling en bouw van de nieuwe woningen. De partners van Rotterdam Cirkelstad hebben voor dit project mensen ingezet die al langere tijd afhankelijk zijn van een uitkering. De woningen aan de Rondolaan zijn energiezuinig en maken gebruik van een warmtepomp voor verwarming. Hierdoor hebben de bewoners lage energielasten in een zeer comfortabele woning. Cramer: “Je kunt dus stellen dat dit project voldoet aan de drie P’s: People, Planet én Profit.”

Rotterdam Cirkelstad is een transparante en zakelijke samenwerking, benadrukt de ‘burgemeester’. “Iedere organisatie die past in het profiel van Rotterdam Cirkelstad kan deelnemen.”

Cramer besluit: “De filosofie van Cirkelstad is simpel en doeltreffend. Het mooie is dat andere steden en organisaties het concept eenvoudig kunnen overnemen. Ik hoop dat dat de komende jaren op grote schaal gaat gebeuren!”

Tekst: Karl Bijsterveld

‘Iedere organisatie die

past in het profiel

van Rotterdam Cirkelstad

kan deelnemen.’

In de realisatie van duurzame wijken draait het niet alleen om toepassing van duurzame bouwmaterialen en energiezuinige systemen. Het gaat ook om de sociale kant, om het welzijn van de bewoners en hun leefomgeving. Om deze opgave aan te pakken, bieden oude oplossingen meestal weinig soelaas. PLUK IDEAS biedt een nieuwe, inspirerende benadering.

PLUK (Platform & Laboratorium Uitwisseling Kennis) wil het vermogen in de samenleving vergroten om praktische en innovatieve oplossingen te vinden voor ingewikkelde maatschappelijke uitdagingen. PLUK IDEAS is een programma binnen PLUK, speciaal bedoeld voor complexe vraagstukken die landelijk spelen. IDEAS staat voor Innovative Dynamics of Education and Action for Sustainability en is een programma dat wereldwijd op een aantal plekken draait. Batian Nieuwerth, directeur Vastgoed & Bedrijfsdiensten bij Woonbedrijf ieder1, is een van de initiatiefnemers van PLUK IDEAS. Hij vertelt: “De manier waarop we nu uitdagingen in steden en dorpen te lijf gaan, blijft vaak steken in goede bedoelingen. Stakeholders wisselen in de analyse stand-punten uit maar blijven volharden in hun eigen gelijk. PLUK IDEAS werkt anders. Hierin halen we eerst alle betrokkenen, bijvoorbeeld woningcorporaties, overheden en onderwijs instellingen, bij elkaar om samen een gedeelde definitie van het probleem te formuleren, zonder meteen naar oplossingen te grijpen.”

In stilteNieuwerth: “De volgende stap is dat alle stakeholders voor zichzelf bepalen wat ze met het vraagstuk hebben. En wat zij eraan kunnen doen. Ze zoeken in stilte hun persoonlijke verantwoordelijkheid en drijfveren om het vraagstuk te tackelen. Daarmee ben je dus niet de

directeur die het vraagstuk oplost omdat het nu eenmaal je taak is. Nee, je lost het op vanuit een persoonlijke betrokkenheid. Alleen dan krijg je mensen die met passie een verandering trekken. Een hele andere manier van verantwoordelijkheid nemen dus, die mij aanspreekt en waarvoor ik me graag inzet.”De laatste fase is die van co-creatie, om tot nieuwe oplossingen te komen en buiten gebaande paden te treden. Nieuwerth: “Het is learning by doing. Je weet nooit precies waar je uitkomt. Door het geijkte proces los te laten, kom je tot inspirerende oplossingen en gebeuren er nieuwe dingen.”

Lopende casesInmiddels lopen er zes cases die PLUK IDEAS faciliteert. Voorbeeld van een vraagstuk is hoe je CO2-reductie optimaliseert. Dit vraagstuk werd ingebracht door Woonbedrijf ieder1. Nieuwerth: “Een corporatie kan haar woningvoorraad verduurzamen, maar als bewoners roekeloos met energie blijven omgaan, zijn investeringen zinloos. Samen met onder andere bewonersorganisaties zoek je dan naar oplossingen. Zodat we in harmonie met elkaar en de omgeving kunnen leven. Zie dat als een voorbeeld van sociale duurzaamheid.”

Voorbeelden van andere cases zijn de integratie van ex-gedetineerden in de samenleving, ingebracht door Woonbron, en het vraagstuk van diversiteit en segregatie in een wijk, ingebracht door Volkshuisvesting Arnhem.

Voor meer informatie: www.plukenfit.nl

Tekst: Karl BijsterveldFoto: Fabienne de Boer

PLUK IDEAS leidt tot inspirerende oplossingen

Te veel mensen in Rotterdam raken tussen wal en schip. Oorzaak: maatschappelijke organisaties zijn onvoldoende op elkaar aangesloten om hen de juiste zorg te verlenen. Vanuit die onvrede ontstond de Münchhausenbeweging. Een gesprek met twee initiatiefnemers: Sjef Czyzewski, voorzitter Raad van Bestuur bij Bouman GGZ, en oud Roteb-directeur Aad van Nes.

Het begon tijdens een zomerdebat van Woonbron over veiligheid en maatschappelijke zorg. Gezocht werd naar een aanpak voor een sluitend aanbod van zorg voor kansarmen. De meningen botsten stevig, onder wie die van Martien Kromwijk en Sjef Czyzewski. Na afloop kwamen enkele aanwezigen bijeen, waaronder Czyzewski. Hij vertelt: “Tien procent van de Rotterdammers redt het niet alleen. Ze hebben problemen met wonen, werk, zorg en/of scholing. Een deel van hen is niet in staat regie te voeren over hun eigen hulpvraag. Tegelijkertijd is het aanbod van sociale voorzieningen versnipperd, waardoor ze tussen wal en schip dreigen te vallen. Dat maakte ons boos. Het moest anders!” Het gesprek leidde tot oprichting van de Münchhausen-beweging. Een beweging van betrokken bestuurders die samen met anderen uit hun organisaties

op zoek gingen naar mogelijkheden voor integrale hulp aan kansarme Rotterdammers, en een gezamenlijke keten wilden organiseren rondom de thema’s leren, werken, wonen en zorg. Naast Bouman GGZ en Woonbron, sloten ook Roteb, het Zadkine College en het Albeda Collega zich aan bij de beweging.Vijf jaar verder begint de Münchhausenbeweging haar vruchten af te werpen. Circa 65 instellingen en bedrijven zijn bij de beweging betrokken en het lukt inmiddels veel beter om cliënten met complexe problemen effectief te helpen. Aad van Nes, tegen-woordig ‘arbeidsmarktmeester’ van Rotterdam: “De versnippering in het aanbod van sociale voorzieningen reduceerde juist die effectiviteit. Elke organisatie beperkte zich tot haar eigen specialisme. Vaak verhinderde regelgeving een integrale aanpak. Nu laten we ons niet meer door regels weerhouden om oplossingen te zoeken.”

AngelHet belangrijkste zichtbare element van de Münchhausenbeweging is een sociëteit. Van Nes: “Hier ontmoeten we elkaar en vertellen we verhalen over succesvolle initiatieven. Verder doen leden hier een oproep als ze hulp nodig hebben bij het werken aan concrete

Aanpak Münchhausenbeweging werpt vruchten af

Niet langer tussen wal en schip

hart voor wonen 2/2010 7

problemen van hun doelgroep.” De aanpak laat zich typeren als een ‘cirkel van succes’. Czyzewski: “De institutionele angel is eruit gehaald. Leden staan gewoon op en vragen: wie komt mij helpen? Andere leden verwijzen dan niet formeel door naar instantie x, maar zien zélf kansen om in actie te komen. Kansen die zij omzetten in gezamenlijke initiatieven. De sociëteit stimuleert ze om de successen te delen.” Van Nes: “Van groot belang voor succesvolle samenwerking is dat we ‘geen nee’ zeggen tegen elkaar als een lid met een hulpvraag komt. We hebben ook respect voor elkaar, durven buiten de kaders te denken en zien het belang van de mens met een hulpvraag. We zoeken het dus niet in nieuwe structuren en processen, waarin we tijdens het eerste jaar de sleutel tot verandering zagen, maar in een andere basishouding, een andere cultuur.” Permanente discussieCzyzewski merkt dat de aanpak beklijft bij medewerkers van alle geledingen binnen de deelnemende organisaties. “Ze praten met (nog) meer respect over Rotterdammers die problemen hebben. Bovendien ervaren ze dat hun specialistische hulp juist

meerwaarde krijgt wanneer die hulp wordt gecombineerd met andere vormen van specialistische hulp. Een ex-gedetineerde heeft weinig aan een baan als hij geen huis heeft bijvoorbeeld.” Maar, erkennen beide heren, geen enkele aanpak beklijft eeuwigdurend, ook niet die van de Münchhausenbeweging. Van Nes: “We moeten permanent de discussie over onze aanpak voeren en kijken waar het nog beter kan.” Czyzewski: “Doorslaggevend voor de continuïteit van de beweging is de loyaliteit en ambitie van alle medewerkers, van werkvloer tot aan de Raden van Bestuur. In de praktijk betekent dit dat je inzichten moet kunnen delen en elkaar moet kunnen aanspreken op persoonlijke en professionele betrokkenheid. Het vraagt ook om een openheid naar nieuwe toetreders van de beweging. De samenwerking mag niet betekenen dat je andere spelers uitsluit.” Van Nes: “Tegelijkertijd moet je er wel voor zorgen dat de beweging kleinschalig blijft werken en dat je successen ook echt viert. Successen die je als een kettingverhaal doorvertelt. Zo trekt succes succes aan.”

Tekst: Karl BijsterveldFoto: Lou Wolfs

‘Geen nee’ verkopen

Joost Vos beschrijft in zijn proefschrift ‘De Münchhausenbeweging: Beweging voor Ketensamenwerking’ de zoektocht van de leden van die beweging. Hoe komen ze in actie? Wat levert dat op? Tot welke nieuwe inzichten leidt dat? Vos: “Ketensamenwerking is de laatste jaren sterk in opkomst, ook in maatschappelijke zorg. Algemeen wordt verondersteld dat je bijvoorbeeld met krachtiger procesmanagement en een betere afstemming van regels, de keten verder kunt versterken. En daardoor mensen met een hulpvraag beter van dienst kunt zijn.

De praktijk van de Münchhausenbeweging laat zien dat de oplossing niet schuilt in structuren. Eerder gaat het om een cultuuromslag. Want de veel geprezen keten van maatschappelijke zorg is in wezen niet meer dan een bonte lappendeken. Als er gaten vallen in het aanbod, moet je die vullen. Dat doet de beweging met kleinschalige initiatieven.Dan nog kun je trouwens niet voorkomen dat er mensen in de kou staan. Daarop is er slechts één antwoord: help deze mensen individueel. Leden van de Münchhausenbeweging roepen elkaar voortdurend op om te blijven focussen op de mens met een hulpvraag en om elkaar ‘geen nee’ te verkopen.”

Aad van NesSjef Czyzewski

Ieder mens beschikt over (oer)kracht, oordeelt wethouder Saskia Bolten. “Er zijn echter mensen die als gevolg van armoede of daarmee samenhangende problemen even niet de kans hebben of krijgen die kracht aan te wenden.” Empowerment (zelfversterking) vormt daarom een voornaam begrip binnen het participatiebeleid van het Delftse College. Het Pact tegen Armoede, een initiatief van Bolten en inmiddels door ruim 75 Delftse organisaties en bedrijven ondertekend, is daarbij een krachtige aanjager.

Saskia Bolten is in Delft de strijd aangegaan met armoede op een manier die ook buiten de gemeentegrenzen aandacht trekt. Kern van haar beleid is dat armoede niet puur moet worden gezien als een financieel probleem, maar als participatievraagstuk. Daarom wordt in Delft naast financiële ondersteuning bijvoorbeeld ook fors ingezet op de bestrijding van analfabetisme, is er veel aandacht voor sport bij de jeugd en wordt geïnvesteerd in het betrekken van zoveel mogelijk lokale organisaties bij de armoedebestrijding.

Rechten van de MensBolten: “Ieder mens heeft recht op essentiële zaken als woonruimte, een baan en een fatsoenlijk loon. Zaken die ook duidelijk staan omschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de

Mens. Desalniettemin worden ze niet in alle Europese gemeenten eerbiedigd. In Delft hebben wij met elkaar afgesproken dat wel zoveel mogelijk te doen.” Vanuit die gedachte ontstond het Pact tegen Armoede. Deelnemers aan dit pact, waaronder corporaties, bedrijfsleven, onderwijs en maatschappelijke organisaties, werken nauw samen in de armoedebestrijding. Ieder op zijn eigen manier en vanuit zijn eigen kracht. Belangrijke doelen van het pact zijn het bevorderen van op maat gesneden hulp voor mensen die buiten de boot dreigen te vallen, het aantal kinderen dat in armoede opgroeit sterk terug te dringen, evenals het aantal inwoners dat kampt met ernstige schuldenlast en het tegengaan van analfabetisme. Bolten: “Het Pact vormt bovendien de erkenning dat armoede bestaat en dat het meer is dan het hebben van een laag inkomen alleen. Wanneer allerlei andere omstandigheden wel op orde zijn, kan een mens, ondanks een laag inkomen, zich namelijk best rijk voelen.”

Nieuwe kansenEen in het oog springend voortvloeisel van het Pact is het project Restylen Huishoudens (zie kader). Dit begon als een experiment maar wordt inmiddels wegens succes vervolgd: geef het interieur van woningen in een achterstandswijk een opknapbeurt en de

Pact tegen Armoede

‘ Je hebt zelfrespect nodig om te kunnen participeren’

bewoners veren op. Zonder slag of stoot ging dit overigens niet. Los van schreeuwende koppen in De Telegraaf (Huizen van aso’s gratis opgeknapt), ‘waaide er ook intern het nodige stof op’. Bolten: “Binnen het College vroeg men zich af of het goed was mensen het heft uit handen te nemen. Mijn reactie: dat doen we niet. We gaan juist samen met de bewoners bepaalde problemen te lijf om ze zo weer de kans te geven zichzelf verder te ontwikkelen. Om ervoor te zorgen dat kinderen weer gelukkig naar school gaan, ze een eigen huiswerkhoekje te geven, en moeders – vaak alleenstaand – rust te brengen. Zo kunnen ze uiteindelijk weer participeren op de arbeidsmarkt en in de samenleving.”

Kille wind“Participatie begint op het moment dat een mens zijn of haar zelfrespect terugvindt”, vervolgt Bolten. “Zolang mensen in uitzichtloosheid verkeren en het idee hebben dat ze niets meer kunnen, zijn ze ook niet in staat te participeren. Zelfrespect is daarbij simpelweg essentieel.

Veel mensen verliezen hun zelfrespect omdat ze tegen muren aan lopen. Een risico dat, gelet op de vele aangekondigde bezuinigingen, weer sterk toeneemt in onze maatschappij.

Dat bevreest mij. We bevinden ons politiek gezien in een stigmatiserend klimaat. Op basis van het huidige regeerakkoord is het mij bovendien onduidelijk hoe we een gunstige samenleving kunnen smeden. Het dreigt kil te worden. Om die kilte tegen te gaan, blijf ik iedereen oproepen zo creatief mogelijk te blijven denken en zoveel mogelijk met elkaar de krachten te bundelen. Niet alles hoeft veel geld te kosten.

Kijk naar het restylen project. Het is relatief goedkoop en levert zichtbaar resultaat op. Zowel voor bewoners zelf, als voor de maatschappij. We moeten elkaar kortom vasthouden en aan de hand van creativiteit tegenwicht bieden aan het regeerakkoord. Niet bij de pakken neer gaan zitten, krachten bundelen, onszelf herschikken en verder gaan.”

Tekst: Remco Stunnenberg, Rijken & JaarsmaFoto: Hans de Lijser

‘We bevinden ons politiek gezien in een stigmatiserend klimaat. Het dreigt kil te worden.’

Een make-over van je huis als eerste stap naar een betere toekomst voor het hele gezin. Dat is de insteek van het project Restylen Huishoudens. Een belangrijke kracht achter dit Delftse project is Kees Huisman. Huisman, lid van de directie van basisschool De Horizon, is sinds 2009 twee dagen per week in dienst van Woonbron, als zogenaamde schoolmate. In die rol legt hij contact met ouders van leerlingen en biedt ondersteuning bij bijvoorbeeld opvoeding. De Horizon bevindt zich in de Gillisbuurt in Delft, waar veel van de leerlingen wonen.

Huisman: “Deze wijk kampt met diverse problemen als werkloosheid, hangjongeren en schulden. Het restylen draagt bij aan de oplossing van dit soort problemen. Het geeft bewoners net het steuntje in de rug om zelfredzamer te zijn en zich positiever op te stellen in hun woon- en leefomgeving. Wanneer de thuissituatie niet goed is, vormt dat een ernstige bedreiging. Zeker voor de kinderen. In het verlengde plukken ook de gemeente en Woonbron er de vruchten van. Het is een project waarbij we zowel investeren in de stenen als in de mensen.”

Steuntje in de rug“Het mooie van het project is dat bewoners er zelf voor open staan en ook deelnemen aan het restylen”, vervolgt Huisman. “Het komt echt van twee kanten. Het zijn geen asociale gezinnen zoals De Telegraaf deze mensen ooit typeerde. Wij gaan echt het gedrag van asociale gezinnen niet belonen. We hebben het hier over mensen die in de verdrukking zitten, voor wie verder afglijden dreigt en die openstaan voor hulpverlening. Wanneer dat laatste niet het geval was, was het project nimmer geslaagd.”

Investeren in mens en steen

Ashok Bhalotra - idealist, architect en stedenbouwkundige - bedenkt onorthodoxe projecten in een onorthodox pand. Vanuit architectenbureau KuiperCompagnons, gevestigd in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam, werkt hij aan plannen om zo veel mogelijk mensen van voedsel, water, energie en onderdak te voorzien. Want iedereen heeft recht op aangenaam wonen. “Het idee is simpel, maar je moet wel buiten de geijkte kaders durven denken.”

Ashok Bhalotra steekt graag zijn hoofd boven het maaiveld uit. En dat is best gevaarlijk in Nederland, zegt hij, want daar houden wij hier niet van. De van oorsprong Indiase architect kwam in de jaren zeventig naar Nederland en verwierf faam met projecten als de milieuvriendelijke Stad van de Zon in Heerhugowaard en de kunstzinnige wijk Kattenbroek in Amersfoort.

Dit jaar trad hij terug uit de directie van multidisciplinair advies- en ontwerpbureau KuiperCompagnons. Hij wilde zich volledig kunnen richten op zijn initiatief voor FEWSformore@powered by KuiperCompagnons: Food, Energy, Water, Shelter. Wel blijft hij als ambassadeur betrokken bij het architectenbureau. “Als architect bouw je woningen en wijken. Je zorgt voor onderdak. Maar iedereen die in die gebouwen woont, moet ook eten en drinken en gebruikt energie”, realiseerde Bhalotra zich. Daar zet hij zich nu voor in. Wereldwijd. “In 2050 woont 75 procent van de mensen in de stad. Wie zorgt er dan voor ons voedsel?”

Met elkaar levenBhalotra is een gedreven man op zoek naar de ideale wereld. Duurzaamheid is hem op het lijf geschreven. Hoewel hij een hekel heeft aan de term. “Als iemand je vraagt hoe je huwelijk is en je

Architect Ashok Bhalotra:

‘Wonen en leven zonder vooroordelen’

hart voor wonen 3/2010 11

antwoordt ‘duurzaam’, dan is dat niet best.” Hij breekt vooral een lans voor sociale duurzaamheid, dat hij omschrijft als ‘met elkaar wonen en leven’. “Omarm de verschillen, daar word je rijker van. Zonder angsten, zonder vooroordelen. Maar niet zonder conflicten, want dat is saai en leidt tot onverschilligheid.”

Zijn stelling is dan ook dat je geen woningen moet willen verkopen onder de noemer ‘duurzaamheid.’ De taak van de architect is vooral om mensen te laten genieten van hun woonomgeving, vindt hij. Bhalotra ziet de oplossing in kleinschaligheid. Zonnepanelen op het dak, een moestuin in de stad, schooltuintjes.

Die gedachte van kleinschaligheid komt ook terug in zijn visie van FEWSformore. Een concept dat hij in feite al toepaste in 1994, toen hij City Fruitful ontwierp in Dordrecht: een combinatie van glastuinbouw met woningbouw. “Je moet bij wijze van spreken tussen de kassen door naar je voordeur lopen. Ik gebruik graag de restaurants Villa Augustus in Dordrecht en De Kas in Amsterdam als voorbeeld van die kleinschaligheid. Het is toch fantastisch om wat je buiten ziet groeien, binnen op tafel te krijgen?” Ook in Stad van de Zon in Heerhugowaard is duurzaamheid de kern van het woongenot, zowel op het gebied van energie en materiaalgebruik, als sociaal. Met een maatvoering van 700 meter bij 700 meter, is de sociale duurzaamheid in de wijk gewaarborgd. Alles is op loopafstand, dus de bewoners kunnen elkaar gemakkelijk vinden. Bovendien is het een CO2-emissieneutrale wijk: vrijwel alles draait op zonne-energie.

BuitenlandToen Bhalotra bezig was met de Stad van de Zon, realiseerde hij zich dat de kwaliteit van het zwemwater hetzelfde was als die van het drinkwater in New Delhi. Dat bracht hem ertoe om ook in het buitenland te zorgen dat mensen niet alleen een dak boven hun hoofd krijgen, maar ook schoon drinkwater, eten en energie. In India zet hij in op recycling. “Afval van de één kan de grondstof voor de ander worden. Zo kunnen we water en voedsel veilig stellen.”

Voor China ontwierp hij een groot openbaar plein om maïs op te verbouwen. En in Mekka introduceerde hij zonne-energie. Bhalotra: “Toen ik met dat plan kwam, lachte een oliesjeik me uit. ‘Europa heeft een energieprobleem; wij niet’, zei hij. En toen viel de stroom uit.”

Bhalotra gelooft in zijn ideeën en heeft er vertrouwen in dat die overal zullen worden toegepast. “Het concept is simpel”, zegt hij. “Maar de gevestigde orde wil het niet. Waarom dat zo is, ontgaat me elke keer weer. Mensen zijn overal ter wereld aardig. Maar door instituties – zoals de staat en het geloof – wordt het vaak onaangenaam. Rangen en standen zijn niet interessant. Je moet wijken bouwen waar iedereen kan wonen. Maar dat lukt vaak niet door de macht van projectontwikkelaars en makelaars.”

WooncorporatiesOver het instituut van wooncorporaties twijfelt Bhalotra nog. Die zouden nou nét het verschil kunnen maken, vindt hij. “Zorgen dat de bewoners naar hun zin wonen. Maar sinds de verzelfstandiging, ingevoerd door voormalig staatssecretaris Heerma begin jaren negentig, zijn ze enorm groot geworden. Tegenwoordig zit er een ‘anonieme’ raad van bestuur. De afstand tot de bewoners wordt steeds groter. Bovendien moeten corporaties nu hun eigen broek ophouden, dus moet er winst worden gemaakt.”

Volgens Bhalotra moeten wooncorporaties zich steeds afvragen wat hun bestaansrecht is. Voor wie zijn ze er nu eigenlijk? Er moet een directe vertegenwoordiging zijn vanuit de gebruikers, vindt hij. De architect heeft wel een oplossing, maar ook die is onorthodox: “Als je dertig jaar lang maandelijks je huur betaalt, dan ben je wat mij betreft mede-eigenaar geworden. Maak van de bewoners maar aandeelhouders. Zo verbind je de bewoners met hun huis en met hun buurt. Daardoor ontstaat vanzelf sociale cohesie. En daar gaat het om: prettig samen leven.”

Tekst: Jasmijn Hofman, Tekstschrijvers.nlFoto: Erno Wientjens

In de maatschappij moet je je maar zien te redden. Ook als je een psychiatrische stoornis hebt, langdurig werkloos bent of gewoon slecht kunt leren. Het valt dan niet mee een baan te vinden. Short Stay Facility (SSF) in Dordrecht biedt stageplaatsen om te helpen bij terugkeer naar de maatschappij.

Langs de A16 bij Dordrecht staat de woontoren van Short Stay Facility (SSF). Op twaalf etages worden voor maximaal zes maanden woningen verhuurd aan instellingen en bedrijven. De begane grond is gereserveerd voor Stichting De Plint. De stichting, gesteund door Woonbron, zet zich in om mensen aan het werk te krijgen. Het is net een mini-maatschappij, met horeca (eetcafe en zalencentrum), groenvoorziening, een wasserij, een schoonmaakafdeling, een klussenteam, een supermarkt en een administratie en receptie.

Plekje in de maatschappij“Wij helpen mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt”, zegt John Boogaard van SSF. Hij is als hoofd Werk en Opleiding verantwoordelijk voor 55 stageplaatsen en 25 vaste werknemers. De stagiairs komen onder meer binnen via opdrachtgevers als het UWV, Drechtwerk (Sociale Werkvoorziening), het ROC of de gehandicapteninstelling Gemiva. Ze blijven drie tot negen maanden. Boogaards missie is geslaagd als alle stagiairs een plekje krijgen in de echte maatschappij.

“Wat de stagiairs bij ons kunnen doen, hangt erg af van hun beperkingen”, zegt Boogaard. “Zo zal iemand in een rolstoel natuurlijk eerder bij de administratie belanden dan in de

groenvoorziening.” Samen met de opdrachtgever zoekt hij de beste werkplek uit, bijvoorbeeld in de wasserij, de schoonmaakploeg of als verkoper in de supermarkt. De stagiairs krijgen drie beoordelingen, waarbij onder meer wordt gelet op samenwerking en op tijd komen. Nadat ze hun certificaat hebben behaald, moeten ze zich bewijzen in het bedrijfsleven.

Duurzame re-integratieDe stagiairs werken onder reële arbeidsomstandigheden. “Het is niet de bedoeling dat ze bij ons langzamer of slechter mogen presteren. We proberen zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te blijven. Ze leren niets als ze urenlang cd’s in doosjes moeten stoppen ergens in een loods, maar wél van een echte baan in een restaurant of bij de receptie. Alleen op die manier kun je toewerken naar een terugkeer in de maatschappij. Dat is wat wij duurzame re-integratie noemen.”

Het lukt natuurlijk niet om voor iedereen een baan te vinden, maar er zijn ook hele leuke voorbeelden van een succesvolle re-integratie. Soms moet je gewoon even meedenken, zegt Boogaard. “Wij hadden ooit een man in het restaurant, die al tijdens de stage zei: ‘de grootschaligheid van de horeca is niets voor mij’. Toen dacht ik aan een klein eetcafeetje in Dubbeldam, waar hij waarschijnlijk echt op zijn plaats zou zijn. En daar werkt hij nog steeds.”

Tekst: Jasmijn Hofman, Tekstschrijvers.nlFoto: Jean-Paul van Ee

Oefenen in de mini-maatschappij Short Stay Facility

Colofon

Hart voor Wonen is een uitgave van Woonbron

Redactieadres

Postbus 2346, 3000 CH Rotterdam

Tekstverzorging

Karl Bijsterveld, Rijken&Jaarsma, Tekstschrijvers.nl,

team Communicatie Woonbron

Eindredactie

Amanda de Ruwe

Fotografie

Fabienne de Boer, Jean-Paul van Ee,

Hans de Lijser, Erno Wientjens, Lou Wolfs

Vormgeving

Cascade - visuele communicatie, Amsterdam

Druk

Schefferdrukkerij, Dordrecht