1-2212111012-424%2001%20445%20witte%20huis%20111220
-
Upload
digitalepublicaties -
Category
Documents
-
view
214 -
download
0
description
Transcript of 1-2212111012-424%2001%20445%20witte%20huis%20111220
Kadastraal minuutplan 1811 - 1832 Topografische Militaire Kaart 1830 - 1850
Topografische Militaire Kaart 1850 - 1864Topografische Militaire Kaart 1852
Type Stadstuin
Adres Vaart 36 n.z., Assen
Architect huis -
Architect park L.P. Roodbaard
Jaar 1830
Opdrachtgever Hendrik Jan Oosting (burgemeester van Assen 1831-1856)
Uitvoering -
Betaling -
Huidige eigenaar particulier
Reconstructie de aanleg is sterk gewijzigd
Tekening presentatietekening 1830, Drents Archief, P1936-0008
Literatuur - Battjes, J., Brink, E., De historische atlas van Assen, 2009
- Bos, J., Huizen van stand. Geschiedenis van de Drentse havezaten
en andere herenhuizen en hun bewoners, 1989 - Boschma, C., e.a., Lucas Pieters Roodbaard, architect van
buitengoederen, 1979
- Gras, H., (e.a.), Geschiedenis van Assen, 2000
- Mulder-Radetzky, R.L.P., Vries de, B.H., Groot Terhorne te Beetgum,
1994
- Mulder-Radetzky, R.L.P., L.P. Roodbaard (1782-1851).
Een tuinarchitect met schildersogen, 1999
- Mulder-Radetzky, R.L.P., ‘Roodbaard, Lucas Pieters (1782-1851)’, in:
Bos, J., Foorthuis, W., Drentse biografieën, (4), 1993
- Oldenburger-Ebbers, C.S., ‘De geschiedenis van tuinen, parken en
buitenplaatsen in Drenthe’, in: Ons Waardeel, (91/6), 1991
- Oldenburger-Ebbers, C.S., De tuinengids van Nederland.
Bezoekersgids en vademecum voor tuinen en tuinarchitectuur in
Nederland, 1989
- Oldenburger-Ebbers, C.S., Backer, A.M., Blok, E., Gids voor de
Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur, deel Noord, 1995
HET WITTE HUIS
Kaart van de Stad Assen, Seidel, 1825Kadastraal minuutplan, 1811-1832
Lijst van Afbeeldingen - Drents Archief: MZ10202621033, 1960-1980
Historie
In opdracht van Hendrik Jan Oosting (broer van Johannes Bieruma Oosting - eigenaar van
Oranjewoud en zoon van Jan Haak Oosting eigenaar van de Eerste Steen), ontwierp Roodbaard
een landschappelijke tuin bij de burgemeesterswoning aan de Vaart. Langs de Vaart ontwikkelden
in deze tijd diverse voorname woningen, met bijbehorende voorname tuinen.
Op de kadastrale minuutplan 1811-1832 zien we de tuin van het witte huis aangegeven onder
perceelnummer 789. Opvallend is dat op de kaart van Seidel uit 1825 dit perceel nog een geheel
ander verloop heeft. Waarschijnlijk vormde dit eerdere perceel ook al een landschappelijke tuin.
In de periode na de vervaardiging van de kaart heeft Oosting waarschijnlijk nieuwe gronden
aangekocht, die uiteindelijk tussen 1825 en 1832 door Roodbaard zijn heringericht tot een nieuwe
landschappelijke aanleg.
Presentatietekening
Presentatietekening
Dit vermoeden wordt bevestigd in de bewaard gebleven ontwerptekening. Hier zien we in het eerste
deel van de aanleg potloodlijnen onder het ontwerp van Roodbaard. Deze potloodlijnen komen
overeen met de perceelgrenzen van het kadastraal minuutplan.
De tekening van Roodbaard kan getypeerd worden als uitgewerkte ontwerpschets. Op de tekening
staan diverse planten benoemd. Daarnaast worden letters weergegeven, die verwijzingen zullen
hebben gevormd naar begeleidende teksten (deze verklarende teksten zijn tot op heden nog niet
gevonden).
De tekening bestaat uit een geheel van paden, perken, solitaire bomen, bomenrijen, waterpartij en
moestuinen. In het voorste deel kunnen we een ronde perk onderscheiden waarin asperges worden
geteeld. In het achterste deel worden perken op een vergelijkbare wijze ingevuld, met gebogen
lijnen, die eveneens wijzen op een invulling van moestuinen.
Interpretatie presentatietekening
De aanleg kan getypeerd worden als een lineaire aanleg, met een gecentreerd padenstelsel. Dit
padenstelsel bestaat in feite uit dubbele rijen van perken. Het kronkelige padenstelsel geeft structuur
aan de aanleg. Tussen de paden zijn verschillende vormen en functies geplaatst.
In het geheel is een lichte nadruk op de rechterzijde van de aanleg. Dit komt tot uiting in de
aanwezigheid van de solitaire bomen, de waterpartij en de zitplaatsen. Langs alle randen is het
geheel begrensd door bossages. Aan de rechterzijde is dit zeer dicht bebost, de linkerzijde heeft
daarentegen een transparanter karakter.
In de aanleg zijn de twee fasen van het ontwerp zichtbaar. Dit wordt duidelijk in de potloodlijnen,
die we zien in het eerste deel van het ontwerp. Wanneer we deze lijnen met elkaar verbinden, wordt
duidelijk dat dit ontwerp niet van de hand van Roodbaard is. Deze vormen te puntig en de lijnen -
op bepaalde delen - te recht. Uit het archief kennen we betalingslijsten van bomen en planten uit
de periode 1816-1819. Het lijkt waarschijnlijk dat dit eerste deel rond deze tijd is aangelegd, en in de
jaren 30 is aangepast aan het geheel.