1-1412111112-424%2001%20433%20ontwijk%20111208

3
Kadastraal minuutplan 1811 - 1832 Topografische Militaire Kaart 1830 - 1850 Atlas Eekhoff 1849 - 1859 Topografische Militaire Kaart 1850 - 1864 Type Lineair park Adres Prins Bernhardweg, Oranjewoud Architect huis - Architect park L.P. Roodbaard Jaar 1835 Opdrachtgever Daniël Engelen Uitvoering Wybren Krijns Betaling - Huidige eigenaar - Reconstructie de aanleg bestaat niet meer Tekening Een gesigneerd schetsontwerp van de gezamenlijke aanleg van Ontwijk en Brouwershave, Fries Museum 510-26 Literatuur - Boschma, C., e.a., Lucas Pieters Roodbaard, architect van buitengoederen, 1979 - Eekhoff, W., Handboekje voor reizenden door de steden en voornaamste oorden van de provincie Friesland, 1840 - Mulder-Radetzky, R.L.P., Vries de, B.H., Geschiedenis van Oranjewoud, 1989 - Mulder-Radetzky, R.L.P., L.P. Roodbaard (1782-1851). Een tuinarchitect met schildersogen, 1999 - Mulder-Radetzky, R.L.P., L.P. Roodbaard. Tuinen van de Friese adel, 1992 - Oldenburger-Ebbers, C.S., Backer, A.M., Blok, E., Gids voor de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur, deel Noord, 1995 Lijst van Afbeeldingen - ONTWIJK

description

http://www.roodbaardsrijkdom.nl/library/media/1-1412111112-424%2001%20433%20ontwijk%20111208.pdf

Transcript of 1-1412111112-424%2001%20433%20ontwijk%20111208

Kadastraal minuutplan 1811 - 1832 Topografische Militaire Kaart 1830 - 1850

Atlas Eekhoff 1849 - 1859 Topografische Militaire Kaart 1850 - 1864

Type Lineair park

Adres Prins Bernhardweg, Oranjewoud

Architect huis -

Architect park L.P. Roodbaard

Jaar 1835

Opdrachtgever Daniël Engelen

Uitvoering Wybren Krijns

Betaling -

Huidige eigenaar -

Reconstructie de aanleg bestaat niet meer

Tekening Een gesigneerd schetsontwerp van de gezamenlijke aanleg van

Ontwijk en Brouwershave, Fries Museum 510-26

Literatuur - Boschma, C., e.a., Lucas Pieters Roodbaard, architect van buitengoederen, 1979

- Eekhoff, W., Handboekje voor reizenden door de steden en

voornaamste oorden van de provincie Friesland, 1840

- Mulder-Radetzky, R.L.P., Vries de, B.H., Geschiedenis van Oranjewoud,

1989

- Mulder-Radetzky, R.L.P., L.P. Roodbaard (1782-1851).

Een tuinarchitect met schildersogen, 1999

- Mulder-Radetzky, R.L.P., L.P. Roodbaard. Tuinen van de Friese adel,

1992

- Oldenburger-Ebbers, C.S., Backer, A.M., Blok, E., Gids voor de

Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur, deel Noord, 1995

Lijst van Afbeeldingen -

ONTWIJK

Schetsontwerp

Historie

De geschiedenis van het buiten Ontwijk gaat terug op de late achttiende eeuw. Toen werd een

bestaand boerenhuis omgebouwd tot kleine buitenplaats. In 1828 werd dit buiten aangekocht

door Daniël Engelen. De heer Engelen was als secretaris van de grieternij Schoterland werkzaam

in Heerenveen. Daarnaast kocht en verkocht hij landerijen en onroerend goed. Ook in Oranjewoud

had hij verschillende gronden in bezit.

Nadat hij Ontwijk had aangekocht liet hij het geheel ingrijpend verbouwen. Vervolgens vestigde hij

zich er permanent. De omliggende gronden werden pas een aantal jaren later aangepast, op het

moment dat Roodbaard hier een gezamenlijk park met Brouwershave ontwierp.

Schetsontwerp

De tekening kan getypeerd worden als een schetsontwerp. In de tekening zien we diverse hulplijnen

en aanwijzingen. Dat de tekening een ontwerp is voor twee tuinen wordt duidelijk door de as die

het perceel in tweeën deelt, en de twee woonhuizen. Haaks op deze as staan nog eens vier lijnen,

waardoor het ontwerp in tien vlakken is opgedeeld.

De tekening toont ons behalve de samengestelde smalle overtuin, ook de directe omliggende

omgeving. Behalve de overtuin zien we de gronden direct om de huizen, die van elkaar en van de

overtuin gescheiden worden door het wegenpatroon. Rondom het huis van Brouwershave is zelfs

een tuinontwerp gemaakt.

De overtuin bestaat uit samenspel van langgerekte paden, perken, een vijverpartij, open groen,

zichtlijnen, bouwwerkjes, solitaire bomen en bomenrijen.

Interpretatie schetsontwerp

De landschappelijke aanleg van Brouwershave en Ontwijk is gesitueerd op een zeer smal en

langgerekt perceel. Dat het gaat om een samenvoeging van twee tuinen wordt slechts duidelijk

doordat we twee verschillende ingangspartijen kunnen waarnemen, die beide aan de smalle zijde

zijn gesitueerd.

Dat de overtuin met beide huizen in verbinding staat, wordt duidelijk door de zichtlijnen. Niet alleen

zijn er vanuit de huizen zichtlijnen in het park gecreëerd, maar ook vanuit het park kan worden

uitgekeken op de huizen. Hierin speelt de tweedeling geen rol. Vanuit het park biedt de rechterzijde

namelijk zicht op het linkerhuis (Ontwijk), en vanaf de linkerzijde in het park kan het rechterhuis

worden waargenomen (Brouwershave).

Deze wisselwerking tussen de linker- en rechterzijde speelt in het gehele ontwerp een rol. Zo zijn er

verbindingspaden gecreëerd en bestaat er een afwisselend kronkelend systeem van perken. Vanuit

beide huizen voert een padenstelsel. Dit resulteert in een voor Roodbaard ongewone driedeling,

die tot stand komt door twee min of meer parallel lopende padenstelsels. De ruimte tussen de

paden zijn opgevuld met perken. De buitenflanken zijn opgevuld met bosgronden. Het geheel wordt

aaneengesloten door korte verbindende paden. Ook de waterpartij zorgt voor een suggestie van

verbinding. De waterpartij begint langs de smalle flank van het perceel in een brede smalle vorm,

en loopt op de as van het perceel uit tot een smalle, langgerekte vijverpartij.

In dit langgerekte ontwerp herkennen we de verschillende maatvoeringen uit Roodbaard’s

ontwerpmethodiek. Het eerste deel van de overtuin (ongeveer tot een derde) heeft een relatief kleine

maatvoering. Hier domineren de bolvormige perken, waar het padenstelsel omheen ontworpen is.

Het overige deel kent een grotere maatvoering. Hier domineren de langgerekte kronkelige paden,

waartussen perken zijn ontstaan. Het kleinste schaalniveau is ook in deze tekening aanwezig. Deze

zien we in de tuin om het huis van Brouwershave.

Bebouwing

In het park hebben twee bouwwerken gestaan. Deze hadden als belangrijke functie om de

zichtlijnen te geleiden en daarmee de twee stroken tot een geheel te maken.

Beplanting

Roodbaard heeft met zijn wijze van beplanting een spel tussen licht en donker en open en gesloten

gecreëerd. De flanken zijn aan beide zijden dicht bebost. Binnen de driedeling hebben de buitenste

partijen perken een open karakter. De middelste ruimte kent een grotere variatie tussen licht en

donker.

De variatie tussen open en gesloten zien we ook terug in de delen met afwijkende maatvoeringen.

In het eerste, kleinschalige deel van de overtuin speelt de variatie tussen open en gesloten een

grotere rol. Dit zien we terug in de beplanting van de kleine perken.